WATERBEHEERPLAN 2010-2015 - zuiderzeeland.nl · WATERBEHEERPLAN 2010-2015 19 plan gelijk te laten...
-
Upload
hoangduong -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
Transcript of WATERBEHEERPLAN 2010-2015 - zuiderzeeland.nl · WATERBEHEERPLAN 2010-2015 19 plan gelijk te laten...
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD 15 1 INLEIDING 17
2 MEER DAN WATER ALLEEN 21
3 HET BEHEERGEBIED VAN ZUIDERZEELAND 25
4 KADERS IN HET WATERBEHEER 35
5 VEILIGHEID 47
6 VOLDOENDE WATER 59
7 SCHOON WATER 83
8 DWARSDOORSNEDEN 113
9 STURING EN UITVOERING 147
OVERZICHT VAN KAARTEN, TABELLEN EN FIGUREN 156AFKORTINGEN EN EENHEDEN 158TREFWOORDENLIJST 160KAARTEN 171
18 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
NIEUW WATERBEHEERPLAN
Het waterschap is wettelijk verplicht een actueel waterbeheerplan te hebben. Daarin beschrijft
het waterschap hoe het over een lange termijn invulling geeft aan zijn taken. Een waterbeheer-
plan heeft de functie van ‘beleidsplan’ voor het waterschap. Een waterbeheerplan moet in de
eerste plaats aangeven op welke wijze het waterschap de watergerelateerde strategische doelen
effectueert die de provincie formuleert en vormt het een toetsingskader voor de uitvoering. In de
tweede plaats is een waterbeheerplan een communicatiemiddel van het waterschap naar externe
betrokkenen (ingezetenen, overheden, belangenorganisaties) in zijn werkgebied wat betreft zijn
eigen doelen en maatregelen. In de derde plaats heeft een waterbeheerplan een functie in de
‘besturing’ van de eigen waterschapsorganisatie aangaande operationele werkzaamheden.
Met de herziening wordt de planperiode van het WBP2+ gelijk getrokken met de planperiode
van de eerste generatie KRW-stroomgebiedbeheerplannen. Hiermee wordt geanticipeerd op het
wetsvoorstel van de waterwet, waarin een planperiode van zes jaar verplicht wordt gesteld.
De planperiode van de stroomgebiedbeheerplannen is van 22 december 2009 tot en met 22
december 2015. Formeel is het waterbeheerplan van kracht vanaf vaststelling door Gedeputeerde
Staten van de Provincie. Het waterschap kiest er voor om de planperiode van het Waterbeheer
1.1
WAT E R B E H E E R P L A N 2 0 1 0 - 2 0 1 5 19
plan gelijk te laten lopen met de begrotingscyclus van het waterschap (kalenderjaar) en kiest
daarom voor de planperiode 2010-2015.
Omdat WBP2 (planperiode 2007-2011) nog heel recent is, is er voor gekozen om de indeling en
structuur van dit WBP ook te gebruiken voor WBP2+. De inhoud is geactualiseerd en aangepast
aan de gewijzigde planperiode. Tot 2010 blijft WBP2 van kracht. Vanaf 2010 treedt WBP2+
in werking. Door middel van jaarlijkse Voortgangsrapportages is de voortgang van de nog
openstaande strategieën voor 2008 en 2009, uit WBP2, gemonitord.
LEESWIJZER1.2
20 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
Sinds de wijziging van de Wet Milieubeheer in september 2006 kent Nederland een milieuef-
fectrapportage voor plannen, ook wel planmer genoemd. Er is een planmer nodig voor onder
andere bestuursrechtelijk verplichte plannen die het kader vormen voor toekomstige projectmer-
(beoordelings)plichtige besluiten, of voor plannen waarvoor een passende beoordeling nodig is
op grond van de Natuurbeschermingswet 1998.
Voor het waterbeheerplan is geen planmer opgesteld. Het waterbeheerplan bevat geen
activiteiten waarop een projectmer-plicht of projectmer-beoordelingsplicht rust of doet over
deze activiteiten geen concrete uitspraken ten aanzien van locatie of tijdstip. Ook worden geen
significante gevolgen voorzien voor een speciale beschermingszone zoals aangewezen in het
kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn.
22 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
VISIE
Waterschap Zuiderzeeland zorgt voor veiligheid, voldoende en schoon water in zijn gebied. Dit kunnen we niet alleen en werken daarom op alle fronten samen. Kernwoorden daarbij zijn innovatie, empathie, kostenbewustzijn en maatschappelijk verantwoord. Betrokken, professionele medewerkers vormen de basis van het waterschap.
2.1
3HET BEHEER- GEBIED VANZUIDERZEELAND3.1 FLEVOLAND 3.2 WATERSYSTEEM 3.3 WATERKERINGEN 3.4 WATERZUIVERING 3.5 FUNCTIES
26 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
FLEVOLAND
3.1.1 BEHEERGEBIED
KAART 1
KAART 2
3.1.2 ONTSTAAN VAN FLEVOLAND
KAART 3
3.1
WAT E R B E H E E R P L A N 2 0 1 0 - 2 0 1 5 27
KAART 14
3.1.3 GEOLOGIE EN BODEMOPBOUW
KAART 4
KAART 5 KAART 6 KAART 7
1
2
3
4
5
6
7
14
28 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
WATERSYSTEEM
3.2.1 NEERSLAG
3.2.2 VERDAMPING
3.2.3 KWEL
3.2
30 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
TABEL 1: DIMENSIES VAN DE NOORDOOSTPOLDER EN OOSTELIJK EN ZUIDELIJK FLEVOLAND
Parameter Noordoostpolder Oostelijk en Zuidelijk
Flevoland
Oppervlakte land 46.000 ha 93.000 ha
Oppervlakte water 2.300 ha 4.000 ha
Randlengte 93 km 142 km
Hoofdwatersystemen, afmeting Hoge afdeling 9.300 ha Hoge Vaart 40.000 ha
Tussen afdeling 4.100 ha Lage Vaart 57.000 ha
Lage afdeling 35.000 ha
Inlaten 8 0
Hevels 5 2
Stuwen 120 125
Peilgebieden 104 162
Gemalen Buma 1.700 m3/min Blocq van
Kuffeler (hoog)
1.700 m3/min
Smeenge 1.300 m3/min Blocq van
Kuffeler (laag)
1.400 m3/min
Vissering 2.300 m3/min Colijn (hoog) 600 m3/min
Colijn (laag) 1.000 m3/min
Lovink (hoog) 1.200 m3/min
Wortman (laag) 2.000 m3/min
Rioolwaterzuiveringen Tollebeek 80.000 ie Almere 193.000 ie
Dronten 32.000 ie
Lelystad 137.000 ie
Zeewolde 25.000 ie
BRON: WATERSCHAP ZUIDERZEELAND
3.2.5 WATERINLAAT
KAART 10
WAT E R B E H E E R P L A N 2 0 1 0 - 2 0 1 5 31
3.2.6 GRONDWATER
3.2.7 WATERBALANS
BRON: WATERSCHAP ZUIDERZEELAND
WATERKERINGEN
KAART 11
3.3
10
11
FIGUUR 1: WATERBALANS ZUIDELIJK EN OOSTELIJK FLEVOLAND EN DE NOORDOOSTPOLDER, 2006
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
mm
VerdampingKwel AfvoerInlaatNeerslag
in uit in uit
Oostelijk en Zuidelijk Flevoland Noordoostpolder
WAT E R B E H E E R P L A N 2 0 1 0 - 2 0 1 5 33
KAART 12
FUNCTIES
3.5.1 LANDELIJK GEBIED
KAART 13
KAART 14
3.5.2 STEDELIJK GEBIED
3. 5
12
14
13
34 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
TABEL 2: VERDELING VAN HET LANDGEBRUIK
Landgebruik (ha) Noordoostpolder Oostelijk en Zuidelijk Flevoland
Verkeer 944 (1%) 2.514 (1%)
Bebouwd gebied 1.508 (2%) 5.827 (3%)
Semi-bebouwd gebied 339 (0%) 2.781 (2%)
Recreatie 426 (1%) 3.571 (2%)
Agrarisch terrein 41.377 (59%) 59.583 (35%)
Bos en natuurterrein 2.560 (4%) 20.320 (12%)
Binnenwater 23.376 (33%) 76.104 (45%)
BRON: STATISTISCH OVERZICHT FLEVOLAND 2006-2007, PROVINCIE FLEVOLAND
TABEL 3: AANTAL INWONERS IN DE FLEVOLANDSE GEMEENTEN
Gemeente Inwoners
Almere 180.900
Lelystad 72.300
Noordoostpolder 45.800
Dronten 38.200
Zeewolde 19.700
Urk 17.600
Totaal Flevoland 374.400
BRON: KERNCIJFERS 2007 PROVINCIE FLEVOLAND
WAT E R B E H E E R P L A N 2 0 1 0 - 2 0 1 5 37
FIGUUR 2: PLANPROCES WATER
NOTA LANDELIJK BELEID
BEHEERPLAN RIJKSWATEREN
PROVINCIALE WATERHUIS-HOUDINGS-PLANNEN
WATERBEHEER-PLANNEN WATERSCHAPPEN
GEMEENTELIJKE WATERPLANNEN/ GRP’S
STROOMGEBIED BEHEERPLANNEN
MAAS
SCHELDE
RIJN
EEMS
BRON: MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT
4.1.2 GRONDWATERRICHTLIJN
4.1.3 HOOGWATERRICHTLIJN
WAT E R B E H E E R P L A N 2 0 1 0 - 2 0 1 5 41
4.2.4 WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT
4.2.5 ACTIVITEITENBESLUIT
4.2.6 WET RUIMTELIJKE ORDENING
4.2.7 FLORA- EN FAUNAWET
42 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
4.2.8 WATERBELEID 21E EEUW – NATIONAAL BESTUURSAKKOORD WATER
WAT E R B E H E E R P L A N 2 0 1 0 - 2 0 1 5 43
4.2.9 WATERVEILIGHEID 21E EEUW – WATERVISIE ‘NEDERLAND VEROVEREN OP DE TOEKOMST’
4.2.10 NATIONAAL WATERPLAN
44 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
4.2.11 NOTA RUIMTE
4.2.12 KLIMAATBESTENDIGHEID
PROVINCIALE KADERS
4.3.1 OMGEVINGSPLAN
4.3
46 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
PROVINCIALE SPEERPUNTEN UIT HET OMGEVINGSPLAN FLEVOLAND
1. Almere: investeren in de groei van Almere.
2. Oostvaarderswold: in het gebied ten zuidoosten van Almere wordt een groenblauw casco
aangelegd, waarin een robuuste ecologische verbinding tussen de Oostvaardersplassen en de
Veluwe gecombineerd kan worden met een aantrekkelijk woon- en recreatiegebied. Er kunnen
nieuwe natuurwaarden van internationale betekenis gecreëerd worden die elders in Flevoland
onvoldoende ruimte vinden. Aantrekkelijke combinaties van waterberging, natuur, recreatie en
aantrekkelijke vormen van landelijk wonen nabij de stad zijn in dit gebied gewenst.
3. Luchthaven Lelystad: ontwikkeling van luchthaven Lelystad in combinatie met een optimale
economische ontwikkeling van het gebied Larserpoort bij de luchthaven.
4. Markermeer/IJmeer: de provincie vindt het van groot belang dat Almere en Lelystad een
aantrekkelijk waterfront kunnen ontwikkelen, in combinatie met de aanleg van verbindende
infrastructuur. De provincie Flevoland wil het initiatief nemen om de gewenste waterfrontont-
wikkelingen te combineren met een verbetering van de ecologische kwaliteit en waterkwaliteit
van het Markermeer en IJmeer.
5. Oostrand van Flevoland: de provincie ziet in de oostrand van Flevoland goede mogelijkheden
voor verweving van landbouw, natuur, recreatie, landelijk wonen en goede waterkwaliteit.
6. West-Oost as: de provincie wil samen met gebiedspartners en zo mogelijk marktpartijen een
visie opstellen op de ruimtelijke toekomst van het gebied tussen Lelystad en Zwolle-Kampen,
als schakel tussen de netwerkstad Zwolle-Kampen en de dynamiek van Almere. Daarbij wordt
betrokken hoe, in samenhang met gebiedsontwikkeling, de aanleg van het deel van de N23
tussen Dronten en Kampen kan worden gerealiseerd.
7. Noordelijk Flevoland: het van oudsher primair op landbouw en visserij georiënteerde
Noordelijk Flevoland heeft nieuwe impulsen nodig om het gebied vitaal te houden en kansen
te bieden voor een verdere economische ontwikkeling. Creativiteit en durf zijn noodzakelijk
om toerisme en recreatie te ontwikkelen, om de wateropgave op te lossen, om de bijzondere
waarden van het landschap te versterken en te benutten en om de economie van het stedelijk
en landelijk gebied, en daarmee de leefbaarheid van de kernen, nieuwe impulsen te geven.
4.3.2 AFSTEMMING PROVINCIE EN WATERSCHAP
48 ‘ M E E R D A N WAT E R A L L E E N ’
PRIMAIRE WATERKERINGEN OP ORDE
5.1
Hoog buitenwater is een reële bedreiging voor de veiligheid in Flevoland. Waterkeringen beschermen Flevoland tegen deze bedreiging. Het waterschap wil de veiligheid ook in de toekomst blijven waarborgen. Door te werken aan veilige, robuuste en duurzame waterkeringen anticipeert het waterschap op sociale, ruimtelijke, economische en klimatologische ontwikkelingen.
Doelstelling 2010-20151. Alle primaire waterkeringen categorie A voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen.2. De primaire waterkering categorie B (Kadoelerkeersluis) voldoet vanaf 2010 aan de
wettelijke normen. 3. Alle primaire waterkeringen categorie C voldoen vanaf 2015 aan de wettelijke
veiligheidsnormen.