Wat is burnout? Inhoud presentatie · 2015. 2. 26. · 2011) -> enkel EU en score hoger dan Pc 75...
Transcript of Wat is burnout? Inhoud presentatie · 2015. 2. 26. · 2011) -> enkel EU en score hoger dan Pc 75...
1
Wat is burnout?
Omschrijving, oorzaken,
gevolgen en oplossingen
Prof. Dr. Hans De Witte WOPP – O2L
Fac. Psychologie & Ped. Wet. - KU Leuven
Vervolmakingscyclus Verzekeringsgeneeskunde
18 Februari 2015 – Gasthuisberg, Leuven
Inhoud presentatie
Burnout:
Definitie: wat is het?
Prevalentie: hoe vaak komt het voor?
Oorzaken: persoon, privé of werk?
Gevolgen?
Oplossingen?
Tot slot: er is ook licht, en niet enkel duisternis – op zoek naar balans
1.1. Wat is „burnout‟? („opgebrand‟,
„uitgeblust‟)
Negatieve psychologische toestand bij
werkenden, gekenmerkt door:
a. (Emotionele en/of mentale) uitputting
b. Depersonalisatie („dehumanisering‟) &
cynisme
c. Verminderde professionele bekwaamheid
-> Psychologisch pad: a -> b -> c
Beroepsmatig met mensen werken?
-> „contactuele beroepen‟
Meting: MBI (US) – UBOS (Nederland)
Contactuele beroepen (hulpverlening)
Onderwijs (leerkrachten)
Algemene versie („iedereen die werkt‟)
Operationalisering:
> Pc 75 (25% hoogsten) of < Pc 25 (25% laagsten)
Hoog op EU én (hoog op DEP en/of laag op PB)
Verschil met...
Stress: krachtige & negatieve emotie
Burnout = krachteloos (& negatief)
Burnout = eindstadium van stress
Burnout omvat méér dan stress (cynisme +
verminderde professionele bekwaamheid)
Depressie:
Stemmingsstoornis („zwart‟)
Uit zich in alle levensdomeinen
Oorzaken in en buiten persoon
Burnout:
Energiestoornis („uitgeput‟)
Focus op arbeid
Oorzaken in arbeid
Kan aanleiding geven tot depressie...
Mogelijk pad:
Stress -> Burnout -> Depressie
2
Chronisch VermoeidheidsSyndroom (CVS/ME)
„Enkel‟ (onverklaarde) uitputting
Sterke fysieke component
Uit zich in alle levensdomeinen
Oorzaak onduidelijk
Moeilijk behandelbaar
Burnout
Drie componenten
Sterke mentale component
Uit zich in werk
Oorzaak werkgerelateerd
Behandeling mogelijk
1.2. Prevalentie: hoe vaak komt het voor?
-> Extreme uitputting: ernstig!
duurt lang voor het „ontstaat‟ … en „weggaat‟
Opletten met recente cijfers uit media…. “Helft Vlamingen riskeert burn-out” (De Morgen,
December 2014) -> enkel ongedefinieerd „risico‟
“Eén vijfde vertoont hoge burnout-symptomen” (IDEWE, 2011) -> enkel EU en score hoger dan Pc 75
“10% werknemers kampt met burn-outklachten” (STV-SERV, December 2014) -> enkel „herstelbehoefte‟ (wél cut-off analyse)
Gegevens uit Nederlands onderzoek
„Klinische burnout‟: tussen 3 & 7%
-> wellicht 4% als harde kern
Omvangrijk in absolute cijfers…
(+- 100.000 werknemers in Vlaanderen)
„Gevaarzone‟ van 20% („verhoogd risico‟)
Risicoberoepen: artsen,
verpleegkundigen, leerkrachten
Verpleegkundigen: 5% - 18%
Hoofdverpleegkundigen: 3% - 13%
Tandartsen: 5% - 14%
Psychiaters: 9% - 22%
Verloskundigen: 7% - 23%
Arbo-artsen: 11% - 23%
Huisartsen: 8% - 41%
Bron: Houtman, Schaufeli & Taris (2000), p. 74 (Nederland!)
Recente gegevens uit België/Vlaanderen:
Verpleegkundigen: 7% - 12% - (som: 19%)
Artsen: 5% - 18% - (som: 23%)
Journalisten: 10% - 21% - (som: 31%)
1.3. Oorzaken: persoon, werk of
privé-situatie?
Tweet van Karel Van Eetvelt (23 okt. 2013)
“Burn-out heeft niet alleen te maken met het werk
beste Monica. Alleen daarop werken is niet
verstandig en zet alweer werkgevers in het hoekje”
"Vaak zijn er externe en private redenen voor
burn-out, maar van Groen moeten de werkgevers
betalen", zegt Karel Van Eetvelt (UNIZO) in
Het Laatste Nieuws (maart 2014)
3
Werkgebonden fenomeen: kern is te
langdurige en overmatige werkbelasting
Werkdruk (kwantitatief & kwalitatief)
Onduidelijke taken en rolconflicten
Emotionele belasting
Weinig vaardigheidsbenutting/autonomie
Weinig steun van chef/collega‟s
Taakgericht leiderschap
Doet de persoon er dan niet toe?
„Achtergrondkenmerken‟: inconsistent
Persoonlijkheidskenmerken: zekere invloed
(neuroticisme, „hardiness‟ – betrokken, controle, open
voor veranderingen)
Opvattingen: te hooggespannen
verwachtingen (irrealistisch idealisme)
-> niet kern, wel versterkende rol
1.4. Gevolgen?
Negatief voor:
werknemer (welzijn, gezondheid)
team (samenwerking, sfeer, uitval)
organisatie (performantie, binding,…)
thuissituatie (partner & kinderen)
Illustratie: resultaten van een recente studie bij artsen en verpleegkundigen in België
(Vandenbroeck, Vanbelle, De Witte, Godderis et al. 2013)
Uitputting bij artsen en verpleegkundigen hangt sterk samen met:
- Psychische problemen
- Psychosomatische klachten
- Slechtere fysieke gezondheid
- Wens om de afdeling, het ziekenhuis én het beroep te verlaten
- Niet meer willen én niet meer kunnen werken tot 65 jaar
1.5. Oplossingen?
Preventief: „vermijdbaar‟
-> ontwerp functies (werkdruk!)
-> „workshop bewustwording‟: informatie,
zelfdiagnose, sensibilisering,...
Curatief: „men kan herstellen‟
-> persoon laten herstellen (therapie)
-> werk aanpassen („herontwerp van
functies‟), keuze ander beroep
2.1. Er is ook licht, en niet enkel
duisternis: bevlogenheid
4
„Work engagement‟ (Maslach & Leiter, 1997), of
„bevlogenheid‟ (Schaufeli & Bakker, 2001)
= positieve toestand van opperste
voldoening, gekenmerkt door:
a. Vitaliteit („bruisen van energie‟, „fit‟,
„veerkracht‟)
b. Toewijding („betrokken‟, „uitdaging‟)
c. Absorptie („opgaan‟, „versmelten‟)
2.2. Prevalentie?
Bevlogenheid komt véél méér voor dan burnout:
Schaalscore: 7,2/10 (versus 2,3/10 voor uitputting)
Haast „tien‟ maal méér: 67% versus 6% uitputting
Wat met onze risicoberoepen voor burnout?
-> ook hier meer bevlogenheid dan burnout
Gegevens uit België/Vlaanderen:
Verpleegkundigen: 59%
Artsen: 63%
2.3. Oorzaken: opnieuw werkgebonden
Taakkenmerken: essentie
Vaardigheidsbenutting
Autonomie
Teamkenmerken:
Sociale steun collega‟s
Sociaal-emotioneel leiderschap
Organisatiekenmerken:
Mensgerichte cultuur
2.4. Gevolgen: positief
Illustratie: resultaten van een recente studie bij artsen en
verpleegkundigen in België
(Vandenbroeck, Vanbelle, De Witte, Godderis et al. 2013)
Bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen hangt sterk samen
met (o.m.):
- Extra-rolgedrag („going the extra mile‟)
- Wens om de afdeling, het ziekenhuis én het beroep te
blijven
- Wél willen én kunnen werken tot 65 jaar
2.5. Oplossingen?
Opnieuw: „situatie‟ aanpassen:
-> méér „energie- of hulpbronnen‟ op
het werk
-> werk: vaardigheidsbenutting
-> team
-> organisatie
3. Besluit
1. Hoe hangen burnout en bevlogenheid nu
samen? Twee polen van één dimensie?
(ook wel: kan men én bevlogen én uitgeput zijn?)
2. Werk bevat dus „goede‟ en „slechte‟
elementen: zoeken naar een goede balans
(ook wel: waar moeten we op letten als we werk willen
aanpassen?)
5
1. Samenhang tussen burnout en bevlogenheid bij journalisten in Vlaanderen (clusteranalyse)
14% „opgebrand‟ • = hoog op burnout én laag op bevlogenheid
35% „tussenin‟
38% „bevlogen‟ • = laag op burnout én hoog op bevlogenheid
-> Eén dimensie, én journalisten zijn meer bevlogen dan opgebrand
Zelfde oefening (clusteranalyse) bij werkenden aan „een‟ universiteit
1. „Vermoeiden‟ (24%): uitgeput & niet vitaal
2. „Gematigden‟ (36%): gemiddelde of lage scores voor uitputting en vitaliteit
3. „Enthousiasten‟ (40%): vitaal & niet vermoeid
-> Eén dimensie, én ook werkenden aan „een‟ universiteit zijn meer bevlogen dan opgebrand
2. Zoeken naar een goede balans tussen
„goed‟ en „kwaad‟
Werkkenmerken
= beschrijving van werk
‘Hoe is het werk?’
‘Objectief’
Oorzaken (van beleving)
Componenten van arbeid: 4 A’s
Positief:
hulpbronnen op het werk
(vaardigheidsbenutting)
Negatief:
werkeisen (stressoren)
(werkdruk)
Werkbeleving
= beleving door de werknemer
‘Hoe voelt het aan?’
‘Subjectief’
Gevolgen (van werk)
Componenten van de beleving:
Positief:
welzijn, bevlogenheid en groei
Negatief:
spanning, stress en burnout
Of ook: het Job Demand Resources Model
(Schaufeli & Bakker, 2004)