Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen

15
  ‘Want hiert oe ben Ik aa n j e vers ch enen’ Het waarom van de drie versies van Paulus’ Damascuservaring in Handelingen De bekering van Saulus door Gustave Doré

description

Kritische notities over het waarom van drie versies van Paulus’ Damascuservaring in Handelingen.

Transcript of Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 1/15

 

 

‘Want hiertoe ben Ik aan je verschenen’

Het waarom van de drie versies van Paulus’ Damascuservaring in Handelingen 

De bekering van Saulus door Gustave Doré

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 2/15

 

2

Inhoudsopgave

1. Inleiding 3

2. Verschillen en overeenkomsten 5

3. Drie versies, één verhaal? 7

4. Conclusie 9

Bijlage 1. Kleurensynopsis 10

Bijlage 2. Vertalingen 12

Bijlage 3. Geraadpleegde literatuur 14

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 3/15

 

3

1. Inleiding

De Damascuservaring van Paulus in Hand. 9,1-19a wordt in de literatuur wel beschreven als

een archetypisch voorbeeld van een plotselinge bekering of crisis (Corley, 1-2). 1 Inderdaad is

het mogelijk om het verhaal te lezen als een bekeringsgeschiedenis ‘in which [...] amid

tremendous emotional excitement or perturbation of the senses, a complete division isestablished in the twinkling of an eye between the old life and the new’ (James, 217).2 

Exegeten die het gebeuren op de weg naar Damascus vooral als een bekering beschouwen,

wijzen erop dat Paulus – na een Christofanie en aanvankelijk verzet – zich laat dopen en

verandert van een felle vervolger in een even fanatieke verkondiger (vgl. Talbert, Acts, 84-7;

Witherington, Acts, 304,315; Burchard, 88). ‘If such radical changes do not amount to

conversion it is hard to know what would so’ (Barrett I, 442).3 

Toch is het nog de vraag of Lucas primair een bekerings geschiedenis op het oog heeft als hij

Paulus’ Damascuservaring beschrijft. Zo ontbreken de woorden stre,fw en metanoe,w, die

gangbaar zijn in klassieke en (apocrief-)joodse bekeringsverhalen (vgl. Finn, 20-3). Paulus

gaat bovendien niet over naar een ander geloof, maar blijft zichzelf zien als jood.4 Weliswaarzweert hij het farizeïsme af, maar niet de joodse wet (Tomson, 149-153). Misschien is het

daarom beter om te spreken van een ommekeer (vgl. Jervell, 278). De apostel zelf lijkt de

geschiedenis vooral als een roeping te interpreteren, gezien zijn gebruik van de

werkwoorden kale,w, avpokalu,ptw en av fori,zw in Gal. 1,15-6. Paulus benadrukt daarmee dat het

gebeuren alleen van God uitging en dat hij daar zelf geen actieve rol in vervulde.5 God riep

hem, zoals Hij eerder ook profeten had geroepen. Paulus meent zelfs dat hij – net als eerder

Jeremia – van jongs af aan was voorbestemd tot zijn taak als ‘profeet voor de volken’

(Schnelle, 79; Gnilka, 44; Roloff, 144).6 

Het is opvallend dat Lucas het gebeuren bij Damascus drie keer beschrijft, namelijk naast

Hand. 9,1-19a, ook in 22,4-16 en 26,9-18.7

Het gebruik van een zogeheten triplet , eenverteltechniek waarbij drie keer vrijwel hetzelfde wordt verhaald, is een retorisch middel om

het belang ervan te onderstrepen (Greidanus, 321). Het steeds opnieuw vertellen biedt de

auteur tevens de kans om elementen bij te sturen of in te prenten. Op die manier kan hij

maximale invloed uitoefenen op de ontvangst ervan bij het publiek (Alter, 114). De laatste

herhaling lijkt bovendien vaak de climax te vormen en biedt de sleutel tot het verstaan van

het verhaal (Beck, 87-9; Ryken, 142). Mogelijk is dit ook het geval bij de drie verhalen over

de ommekeer en roeping van Paulus.

1Hoewel de apostel in Hand. 9 nog Saulus wordt genoemd, wordt hij in dit werkstuk consequent aangeduid met Paulus, zijn

Griekse naam vanaf Hand. 13,9.2 Sinds de reformatie is vaak gediscussieerd of de Paulinische bekering nu de norm moest zijn voor bekeringen. Sommige

reformatoren (o.a. Zwingli, Tyndale) vonden van wel, anderen erkenden ook de geleidelijke bekering of lysis (o.a. Luther en

Calvijn). Puriteinen beschouwden de bekering als een proces van innerlijk onderzoek, waarvan de duur overigens flink kon

verschillen (Van Meeteren, 51-8; Corley, 1-16; Frijhoff, 430-440).3

De meeste oudere Bijbelvertalingen voorzien Handelingen 9 van het kopje ‘Bekering van Saulus’ of een variant daarvan (vgl.

LUV 1906, SV 1977, NBG, Telos, Canisius (‘Bekering en doop’), Bakels, Brouwer; zie ook HSV). Meer moderne vertalingen

refereren aan de roeping van Saulus (GNB en NBV). W78 en W95 laten in het midden of Saulus werd bekeerd of geroepen en

verwijzen naar zijn verblijf in Damascus. Het Boek kopt: ‘Saulus ontmoet Jezus’.4

Zoals onder meer in het apocriefe verhaal over de bekering van Asnath van het Egyptische polytheïsme naar het

monotheïsme van Jozef (Burchard, 60-86). Meer voorbeelden van zulke bekeringen in Talbert, ‘Conversion’, 143-153.5

Dit in tegenstelling tot een bekering waarin ook de mens actief is betrokken (vgl. Schnelle, 78 nt. 9).6

Zie Jer. 1,5. W. Zimmerli merkt op dat Lucas’ versie van het Damascusgebeuren meer in lijn is met de roeping van Jesaja

(Jes. 6) en Ezechiël (Ez. 1,1-3). Vgl. Zimmerli, 20-1.7

NB. ook de bekering van Cornelis wordt drie keer beschreven in Handelingen (10,1-48; 11,1-18 en 15,7-9), net als de opdracht

aan Paulus om zich in zijn verkondiging op heidenen te richten (Hand. 13,46-48; 18,6 en 28:28), de bevrijding uit de gevangenis

(5, 12 en 16) en het apostolisch decreet (15,20; 15,28-29 en 21,25), hoewel de laatste, gezien de geringe afstand tussen de

eerste twee vermeldingen, wat twijfelachtig is (Pervo, 10; vgl. Stählin, 309-10).

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 4/15

 

4

In dit werkstuk willen we de lucaanse interpretatie van de Damascuservaring van Paulus

analyseren aan de hand van de drie beschrijvingen in Handelingen. Het eerste hoofdstuk

biedt een overzicht van de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de drie

vertellingen. In het tweede hoofdstuk gaan we nader in op de betekenis van de drie verhalen

als triplet. We bespreken enkele theorieën over de bedoeling die Lucas met de drievoudige

vertelling kan hebben gehad en trekken vervolgens onze eigen conclusies. In de bijlagengeven we tot slot zowel een Griekse als een Nederlandse synopsis van Hand. 9,1-19a, 22,4-

16 en 26,9-18, aan de hand waarvan de drie verhalen en detail kunnen worden vergeleken. 

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 5/15

 

5

2. Verschillen en overeenkomsten

Het bestaan van drie vertellingen van Paulus’ ommekeer en roeping in Handelingen is wel

toegeschreven aan het gebruik van meerdere bronnen door Lucas. Tal van exegeten hebben

geprobeerd zijn bronnenmateriaal te reconstrueren door de drie verhalen te benaderen als

een synoptisch probleem. Lucas zou meerdere verslagen, onder meer van Ananias enPaulus zelf, hebben gebruikt en daarbij nauwelijks moeite hebben genomen om de

onderlinge verschillen weg te poetsen.8 Maar die benadering wordt tegenwoordig steeds

minder gevolgd (Barrett I, 444). In plaats daarvan is er meer aandacht gekomen voor de

bedoeling die Lucas kan hebben gehad met de presentatie van juist deze drie

Damascusversies in Handelingen: ‘Any shift in detail is the more significant because one

author only is responsible. Hence it may be safely assumed that he had some purpose in

placing details seemingly at variance with one another, other than a forlorn hope of

tantalizing future commentators!’ (Stanley, 332 nt 30).

Wie een nadere blik op de drie verhalen werpt kan de verschillen en overeenkomsten

nauwelijks ontgaan.9

Een van de afwijkingen die het eerst in het oog springen betreft hetgenre. Handelingen 9,1-19a is een narratief in de derde persoon enkelvoud – geschreven

door een alwetende verteller – waarin meerdere Gattungen kunnen worden herkend.10 Het is

een van de verhalen die het publiek voorbereiden op de missie onder de heidenen die

centraal staat in Handelingen 13-28 (Pervo, 231; Stählin, 132).11 De andere twee versies zijn

redevoeringen, die zijn weergegeven in de ik-vorm. In Handelingen 22 spreekt Paulus over

zijn Damascuservaring voor het joodse volk dat hem had beschuldigd van ontwijding van de

tempel (vgl. Hand. 21,28-9). Hij doet zijn verhaal in het Hebreeuws (Hand. 21,40; 22,2). In

Handelingen 26 staat Paulus terecht voor koning Herodes Agrippa II en de Romeinse

gouverneur Porcius Festus en verweert hij zich in het Grieks tegen de eerder tegen hem

ingebrachte beschuldigingen. Beide toespraken behoren tot het genre van de apologie(Jervell, 543).12 

Niet alleen de macrocontext van de drie verhalen over het Damascusgebeuren loopt uiteen,

ook de microcontext laat de nodige verschillen zien. We bespreken hier de meest

opvallende. In Hand. 9,7 horen de mannen het geluid van een stem, maar zien ze niemand,

terwijl dat in Hand. 22,9 lijkt te zijn omgedraaid. Sommige exegeten zien hierin een

gebrekkige lucaanse redactie (vgl. Czachesz, 65-6), terwijl andere van geen tegenstelling

willen weten (vgl. Witherington, ‘Good news’, 343).13 Wel zijn velen het erover eens dat beide

passages duidelijk moeten maken dat uitsluitend Paulus een ontmoeting heeft met Christus

8Voor een overzicht, zie Witherington, ‘Editing’, 336; Hedrick, 416; Haenchen, 274; Lake, 190-1.

9 Zie de Griekse en Nederlandstalige synopsis in de bijlagen.10

Delen van de perikoop zijn volgens veel exegeten gemodelleerd naar oudtestamentische roepingsverhalen (o.m. Mullins;

Barrett, 442), hoewel ook parallellen met buiten-Bijbelse bekeringsgeschiedenissen zijn te trekken (Pervo, 234-6; Czachesz, 66;

Talbert, ‘Conversion’; Burchard, 86-93). Rothschild herkent elementen uit geboorteverhalen (Rothschild, 136), terwijl Hedrick er

een wonderverhaal in ziet (Hedrick, 417) en Stählin analogieën met het opstandingsverhaal ontwaart (Stählin, 310-1).11

Paulus’ Damascuservaring is opgenomen tussen de bekering van de Ethiopische schatkistbewaarder (Hand. 8,26-40) en de

doop van Cornelius (Hand. 10).12

Een aantal exegeten meent dat ook de eerste vertelling is bedoeld als verdediging van Paulus tegenover hen die menen dat

de man uit Tarsus geen echte apostel is en de Heer niet heeft ontmoet (Rothschild, 130; Stanley, 329).13

(a) In Hand. 22,9 zien de metgezellen alleen een licht. Over een mogelijke verschijning, zoals in Hand. 9,7 (vgl. mhde,na) doet

Lucas geen mededelingen. (b) Mogelijk duidt avkou,w met genitief in Hand. 9,7 op het feit dat de mannen slechts een geluid  

opvangen, maar geen woorden kunnen onderscheiden. Dit in tegenstelling tot Hand. 22,9 waar een accusatief is gebruikt, die

aangeeft dat ze de stem niet verstaan (vgl. Wallace, 133-4; Robertson, 449, 472, 506). Er zijn echter ook exegeten die menen

dat het klassieke onderscheid tussen avkou,w met een tweede en vierde naamval in Koinè-Grieks was vervallen. Zij wijzen op de

parallelle verzen Hand. 9,4 (accusatief) en Hand. 22,7 (genitief). Voor een evaluatie van de kwestie, zie Barrett II, 1038-9 (vgl.

Blass §173,5; §416,5). Codex D voegt overigens aan Hand. 22,9 nog kai. e;mfoboj evgennh,qh toe, naar analogie van Lc. 24,5.37,

Hand. 10,4 en 24,5 (Haenchen, 555 nt 2).

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 6/15

 

6

en dat de inhoud van Diens boodschap aan de metgezellen voorbijgaat (vgl. Roloff, 323;

Stanley, 328). Een ander opvallend onderscheid is het feit dat in Hand. 9,4 en 22,7 alleen

Paulus ter aarde valt, terwijl dat in Hand. 26,14 van het hele gezelschap wordt gezegd.

Mogelijk komt dit doordat in Hand. 26,13 geen sprake is van een verblindend licht dat

uitsluitend rondom Paulus ‘bliksemde’ en hem verblindde, maar van een licht dat hen allen  

‘bescheen’.14 In Hand. 26 hoeft Paulus dan ook niet te worden genezen en blijft Ananiasachterwege. Deze inwoner van Damascus speelt in Hand. 9 nog een prominente rol. Lucas

voert hem daar op als leerling, aan wie Christus in een visioen opdraagt om Paulus de

handen op te leggen. Ananias protesteert – een topos in verhalen waarin God de mens een

opdracht geeft (Mullins, 603) – maar na een nadere uiteenzetting van de goddelijke plannen

met Paulus, gehoorzaamt hij. Wel verzuimt hij om Gods opdracht aan de apostel mee te

delen. In Hand. 22 is Ananias een vrome jood die, zonder voorafgaand visioen, aan Paulus

vertelt dat hij is voorbestemd om Christus’ getuige te zijn voor alle mensen, wat naderhand in

een tempelvisioen wordt gepreciseerd tot zending onder de heidenen (Hand. 22,17-21).

Hand. 26,9-18 is een verder gecomprimeerde weergave van alle verwikkelingen, waarin

Paulus meer centraal staat en hij zijn opdracht rechtstreeks van Christus ontvangt.Overeenkomsten tussen de drie versies van Paulus’ Damascuservaring zijn er ook. Het

meest zichtbaar is dat in de dialoog tussen Christus en Paulus, die in alle verhalen min of

meer gelijkluidend is: ‘Ik hoorde een stem die tegen me zei: Saul, Saul, waarom vervolg je

Mij? En ik antwoordde: Wie bent U, Heer? En Hij zei tegen me: Ik ben Jezus van Nazareth,

die jij vervolgt’. Hand. 26,14 voegt hier nog een Grieks spreekwoord toe, wat vermoedelijk

dient als illustratie van Paulus’ apologie voor Agrippa: ‘Het is lastig voor je om tegen de

prikkels te schoppen’.15 Gezien de mate van variatie in de rest van de narratieven is de

letterlijke overeenkomst in de weergave van de Christofanie opvallend. Maar ook voor het

overige laten de verhalen in wezen steeds hetzelfde patroon zien, wat we herkennen van

roepingsverhalen uit het Oude Testament: er is een plaatsbepaling en een introductie van debetrokkenen, er volgt een confrontatie met het goddelijke, waarop een reactie komt, er wordt

een opdracht gegeven en toegelicht, waarna de verhalen worden afgesloten met een

respons van de ontvanger op de opdracht (Mullins, 606).16 Dit schema gaat in Hand. 9 ook

op voor Ananias.17 

De overeenstemming in de drie Damascusvertellingen legt een kern bloot. Steeds draait het

om de ontmoeting met Christus, de dialoog tussen Hem en Paulus en een opdracht tot de

heidenmissie die op een of andere manier met Damascus is verbonden. Dit klopt met wat

Paulus zelf schrijft over zijn roeping in Gal. 1,15-6, hoewel de woordelijke overeenkomst met

de verhalen in Handelingen vrijwel nihil is.18 Waarom kon Lucas niet met één versie

volstaan? Wat was zijn bedoeling met een triplet van narratieven over de Damascuservaring

in Handelingen? Om daar antwoord op te geven keren we terug naar de verschillen tussen

de drie vertellingen en analyseren we aan de hand van enkele theorieën hoe Lucas zijn

triplet heeft opgebouwd.

14Pervo ziet in het ‘bliksemen’ (periastra,ptw) van Hand. 9,3 en 22,6 een teken van straf, terwijl het licht dat in Hand. 26,13 allen

beschijnt zou duiden op een vriendelijke Epifanie zoals in Lc. 2,9 (Pervo, 631; vgl. Foerster, 502-3). Pervo ziet hier voorbij aan

Lc. 17,24 waar la,mpw en avstra,ptw samenvallen (Oepke, 25). Merk ook op dat in Hand. 26 Paulus de enige is die de stem hoort.15

Sommige handschriften voegen het spreekwoord (wat onder meer ook voorkomt bij Euripides en Pindarus) ook in in Hand.

9,4 (E 431 syp.h

mae en enkele kerkvaders) of 9,5/6 (629 gig h p vg

mssen enkele kerkvaders) en in Hand. 22,7 (E 255 gig vg

mss 

syhmg

). Vermoedelijk gaat het om harmonisaties met Hand. 26,14 (vgl. Barrett II, 1038; Metzger, 317).16

Mullins ziet verder nog terugkerende thema’s als het visioen, de stem en het werkwoord ‘opstaan’ (Mullins, 610).17

Tannehil ziet Hand. 9,1-19a als het verhaal van Paulus en Ananias samen: ‘Not only must Saul’s aggression toward the

disciples be cured but Ananias’ fear of the persecutor must be overcome’ (Tannehil, 115-6).18

De enige twee woorden die terugkeren zijn een vorm van e;qnoj (Hand. 9,15; Hand. 22,21; Hand. 26,17 en Gal. 1,16) en

Damasko.n (Hand. 9,2.8; Hand. 22,5; Hand. 26,12 en Gal. 1,17). Vgl. Longenecker, 32,35

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 7/15

 

7

3. Drie versies, één verhaal? 

De verhalen over de Damascuservaring van Paulus in Hand. 9, 22 en 26 overziend,

herkennen we ondanks de verschillen veel dezelfde elementen. Dat heeft exegeten ertoe

gebracht om de drie narratieven niet langer te beschouwen als geïsoleerde vertellingen, die,

wanneer ze in een synopsis worden weergegeven, alleen een kijkje geven in de bronnen vanLucas. Ongetwijfeld heeft Lucas een bepaalde traditie over het Damascusgebeuren als

uitgangspunt genomen. ‘Diesen Bericht aber behandelt der Schriftsteller Lukas wie ein

Komponist ein ihm gegebenes Thema: er fügt es seiner Komposition in mehreren

Variationen ein’ (Stählin, 310). Steeds toont de evangelist, gedoseerd over de drie versies,

nieuwe aspecten van het verhaal: ‘In fact, the complete story of Paul’s conversion, as Luke

understood it, can only be determined by bringing together features from all three narratives.

The entire story is not completely narrated in any one of the accounts’ (Hedrick, 432; vgl.

Pervo, 629).

De vertellingen vormen, kortom, samen een verhaal. Wel heeft elke versie daarbinnen een

eigen setting en kleur. Volgens D.M. Stanley benadrukken de verhalen elk op eigen wijze datPaulus tot de apostelen behoort, een kwalificatie die in de vroegste kerk nog omstreden was

(Stanley, 329-338).19 Zo zou Lucas in Hand. 9 willen zeggen dat Paulus, in tegenstelling tot

zijn metgezellen, de Heer ziet, conform de definitie van het apostelschap zoals dat is

geformuleerd in Hand. 1,21-2. Ook hoort Ananias over hem dat Paulus moet lijden, wat

eveneens bij apostelen hoort (Hand. 5,41). Hand. 22,11 voegt hieraan toe dat Paulus th/j

do, xhj tou/ fwto.j ziet, waarin Stanley Christus’ goddelijke glorie als verrezen Heer vermoedt.

Tot slot stelt Lucas Paulus in Hand. 26 op een lijn met de grote profeten uit het OT, wanneer

Christus Zelf hem aanstelt als dienaar (Hand. 26,16.22). Hieruit rijst volgens Stanley het

beeld op van Paulus als de zendeling par excellence ‘so that it would not be an exaggeration

to say that when Paul goes to Rome, Christ, in Paul’s person goes to Rome. And Luke by hisrecording of Christ’s words that identify Paul’s work with his own as the Servant of Yahweh is

not unconscious of their momentous import’ (Stanley, 336).

Hoewel betwijfeld kan worden of Lucas Paulus in Handelingen portretteert als een

volwaardig apostel (Rordorf, 141; Barrett I, 444; maar vgl. Roloff, 353), zien veel exegeten

wel hoezeer het Damascusgebeuren een sleutelpositie inneemt in het betoog van Lucas. Het

is deze ontmoeting met Christus die Paulus laat voldoen aan de opdracht van Jezus (Hand.

1,8) om het evangelie – na Jeruzalem, Judea en Samaria – doorgang te laten vinden tot aan

de uiteinden der aarde (Green, 23). I. Czachesz merkt op dat Lucas de roeping van Paulus

steeds op een andere manier brengt, afhankelijk van de sociale context die hij voor ogen

heeft. Zo zou Lucas in Hand. 9 benadrukken hoe de roeping zich voltrekt door middel van degemeenschap. Ananias, als representant van de gemeente in Damascus, geneest en doopt

hem, waarna de apostelen in Jeruzalem hem erkennen en opnemen (Hand. 9,27-8). Dit

institutionele roepingstype is een noviteit van Lucas, aldus Czachesz. In Hand. 22 krijgt de

vocatie de vorm van een profetenroeping. Contacten met de gemeenten in Damascus of

Jeruzalem ontbreken. Vervolgens modelleert Lucas het verhaal in Hand. 26 weer op een

nieuwe manier. De boodschap die Paulus krijgt is niet langer uitsluitend christelijk of joods,

maar grensoverschrijdend. Czachesz meent dat Lucas daarom de eerder aangebrachte

institutionele en religieuze kaders weer verlaat en naar het model van de filosofenroeping

grijpt, een genre dat benadrukt dat filosofen hun leer rechtstreeks van de goden ontvangen

(Czachesz, 61-88).

19Zie ook Schnelle, 77-8; Den Heyer, 82; Gnilka, 43.

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 8/15

 

8

R.I. Pervo tot slot ziet een voortdurend oplopende spanning in de drie verhalen, met een

climax in Hand. 26 (Pervo, 10). Hij baseert zich deels op C.W. Hedrick die meent dat Lucas

zich genoodzaakt zag om in zelf geconstrueerde toespraken het oorspronkelijke

wonderverhaal te verduidelijken en op punten te corrigeren. Lijkt het in Hand. 9,7 door de

gekozen naamval nog dat de metgezellen deelnemers waren aan de Christofanie, in Hand.

22 sluit Lucas dat expliciet uit. Uiteindelijk maakt hij in Hand. 26 van de hele geschiedeniseen roepingsverhaal waarin alleen Paulus de hoofdrol speelt (Hedrick, 428-32). Pervo leest

hierin dat Lucas de aanvankelijke legende rond Paulus’ bekering steeds meer in de vorm van

de roeping kneedt zoals die door Paulus zelf is verteld in Galaten 1. Het publiek moet het

gebeuren bij Damascus dan ook uiteindelijk begrijpen op de manier waarop Lucas dit in

Hand. 26 heeft beschreven, zo denkt Pervo. Hij concludeert: ‘Acts 26 presents a story of

Paul’s conversion that is at one and the same time the most Lucan and the most Pauline of

the three reports’ (Pervo, 565, 630 (citaat)).

Het is nog maar de vraag of Lucas de Galatenbrief heeft gekend en of hij de

bekeringsgeschiedenis heeft willen ombuigen naar de Paulinische interpretatie van het

gebeuren, zoals Pervo zegt.20

Toch zit er wel degelijk een richting in de lucaanse versies vanhet Damascusverhaal, die pas opvalt als het totaal van de drie vertellingen in ogenschouw

wordt genomen. Stanley en Czachesz hebben daar m.i. te weinig oog voor. Zij interpreteren

wel de drie deelverhalen, maar niet het gehele narratief, waarbinnen naar goed Bijbels

gebruik de laatste versie het belangrijkst is (Beck, 87-9). Met Hand. 26 als sleutel blijkt

hoezeer Lucas uiteindelijk scherpstelt op de goddelijke opdracht die ten grondslag ligt aan de

heidenmissie van Paulus. Lucas doet dat door de weergave van de geschiedenis steeds

compacter te maken en toe te spitsen. Zaken die in Hand. 9 en 22 nog worden verteld,

krijgen in Hand. 26 niet meer dan een verwijzing, zodat lezers de toespraak voor Agrippa en

Festus alleen goed kunnen volgen als ze bekend zijn met de eerdere versies. Maar de

boodschap van Christus aan Paulus komt daardoor nog sterker uit de verf. Komt de opdrachtin Hand. 9 nog indirect bij Paulus terecht en bevat Hand. 22 voornamelijk toespelingen op de

inhoud ervan, in de versie van Hand. 26, het hoofdstuk voorafgaand aan zijn reis naar Rome,

krijgt de apostel alles van Christus zelf te horen (Hand. 26,16-8).

20Pervo meent dat de Galatenbrief een bron van Lucas is geweest (Pervo, 246 nt 4) of dat Lucas’ bron de brief aan de Galaten

heeft gekend (Idem, 554 nt 39). Maar hij schrijft ook: ‘Stories about Paul’s conversion were, as Galatians indicates, a topic of

some interest, as well as a subject for malicious gossip’ (Pervo, 232 nt 5). Veel exegeten geloven er niets van dat Lucas zijn

verhalen heeft geënt op de brieven van Paulus (Rordorf, 140; Hedrick, 415; Roloff, 144; Wilson, 164).

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 9/15

 

9

4. Conclusie

De Damascuservaring van Paulus in Hand. 9,1-19a is vaak voorgesteld als een

bekeringsverhaal. Paulus verandert na een Christofanie van een vervolger in een vervolgde,

van een tegenstander in een voorvechter en van blinde in een ziende. Toch gaat het Lucas

niet zozeer om het vertellen van een bekeringsverhaal wanneer hij het gebeuren bijDamascus beschrijft. Uiteindelijk draait het verhaal om Paulus’ roeping. Dat wordt duidelijk,

wanneer we niet alleen naar Hand. 9 kijken, maar ook naar de parallelle versies in Hand.

22,4-16 en Hand. 26,9-18. De verhalen vormen samen een triplet, waarbinnen het ene

verhaal het andere aanvult en het laatste verhaal het belangrijkst is. In de verdedigingsrede

van Paulus in Hand. 26 is geen sprake meer van blindheid of hulpeloosheid van de apostel.

Ook het bemiddelende optreden van Ananias is vervallen, de doop blijft achterwege en de

mannen die Paulus vergezellen op zijn reis naar Damascus verdwijnen direct na hun

introductie weer van het toneel. Alle aandacht gaat uit naar de woorden die Christus tot de

apostel spreekt. Waar de opdracht voor de heidenmissie in Hand. 9 nog alleen aan Ananias

wordt meegedeeld en in Hand. 22 pas naderhand wordt ontvouwd in een tempelvisioen,krijgt Paulus in Hand. 26 alles rechtstreeks van Christus te horen in veel uitgebreidere

bewoordingen dan in de eerdere vertellingen.

Samen onderstrepen de drie weergaven van het gebeuren bij Damascus het belang dat

Lucas aan de hele geschiedenis hecht. Het is in zijn ogen Christus Zelf geweest die Paulus

heeft ingeschakeld en heeft opdragen om het evangelie aan de heidenen te verkondigen.21 

Deze boodschap zit in alle drie de verhalen, maar wordt het meest expliciet verwoord in

Hand. 26, de versie die we ook als sleutelnarratief van het triplet kunnen beschouwen: ‘Want

hiertoe ben Ik aan je verschenen, om je aan te stellen tot dienaar en getuige zowel van wat

 je aangaande Mij hebt gezien als van wat ik je zal laten zien, doordat Ik je red uit het volk en

uit de heidenen tot wie Ik je stuur om hun ogen te openen om (hen) van de duisternis tebekeren tot het licht en van de macht van Satan tot God, zodat ze vergeving ontvangen van

(hun) zonden en een erfdeel onder de geheiligden door geloof in Mij’. Lucas legitimeert zo de

cruciale rol die hij voor Paulus ziet in het Goddelijke plan om het evangelie doorgang te laten

vinden van Jeruzalem, Judea en Samaria tot aan de uiteinden der aarde, het leidmotief van

het hele boek Handelingen (Roloff, 13-4).22 

21

Zo heeft Paulus zijn eigen roeping ook gezien, getuige zijn weergave van het verhaal in Gal. 1,15-6 en de aanhef van veelvan zijn brieven (Rom. 1,1; 1 Kor. 1,1; 2 Kor. 1,1; Gal. 1,1).22

Haenchen meent dat Paulus bij Lucas model staat voor de kerk. Niet zo zeer Paulus staat terecht in Handelingen 22 en 26,maar de christenen. Paulus’ verdediging is dan een apologie t.b.v. alle christenen (Haenchen, 560,617).

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 10/15

 

10

Bijlage 1. Kleurensynopsis

Hand. 9,1-19a vertoont grote verwantschap met Hand. 22,4-16 en Hand. 26, 9-18. Inonderstaande tabel worden de overeenkomsten en verschillen zichtbaar gemaakt aan dehand van een kleurensynopsis.23 Daarin zijn woorden die letterlijk overeenkomen met beideandere vertellingen zwart afgedrukt. Een kleur in een kolom die tot een ander hoofdstukbehoort, duidt aan dat de woorden alleen met dat andere hoofdstuk worden gedeeld. Tekstin de kleur van de eigen kolom bevat uniek materiaal dat alleen voorkomt in het betreffendehoofdstuk. Dus rode tekst in de kolom van Hand. 22 duidt op een woordelijke overeenkomstmet Hand. 9, groene tekst op een verwantschap met Hand. 26. 

Hand. 9,1-19a Hand. 22,4-16 Hand. 26, 9-181

~O de. Sau/loj e;ti evmpne,wn avpeilh/jkai. fo,nou eivj tou.j maqhta.j tou/ kuri,ou( proselqw.n tw/ | avrcierei/ 

9VEgw. me.n ou=n e;doxa evmautw/ | pro.j to. 

o;noma VIhsou/ tou/ Nazwrai,ou dei/npolla. evnanti, a pra/ xai(

2hv |th,sato parV  auvtou/  evpistola.j  eivj

Damasko.n  pro.j  ta.j sunagwga,j( o[pwj ev a,n tinaj eu[rh| th/j odou/ o;ntaj( a;ndrajte kai. gunai/kaj( dedeme,nouj  avga ,gh|  eivj

VIerousalh,mÅ

4o]j tau,thn th.n odo.n  evdi,w  xa a;cri

qana,tou desmeu,wn kai. paradidou.j eivj

 fulak a.j   a;ndraj te kai. gunai/kaj(5

wj kai. o  avrciereu.j marturei/ moi kai. 

pa/n to. presbute,rion( parV w-n kai.  evpistola.j dexa,menoj pro.j tou.j avdelfou.j  eivj Damasko.n evporeuo,mhn( a; xwn kai. tou.j evkei/se o;ntaj dedeme,nouj  eivj VIerousalh.m i[na timwrhqw/sinÅ

10o] kai. evpoi,hsa evn ~Ierosolu,moij(

kai. pollou,j te tw/n agi,wn evgw. evn fulak ai/j kate,kleisa th.n par a. tw/n avrciere,wn ev  xousi,an labw.n

 avnairoume,nwn te auvtw/n kath,negkayh/ fonÅ11

kai. kata. pa,saj ta.jsunagwga.j polla,kij timwrw/n auvtou.jhvna,gkazon blasfhmei/n perissw/j te

 evmmaino,menoj auvtoi/j  evdi,wkon e[wj kai. eivj ta.j e; xw po,leijÅ

3VEn de. tw/ | poreu, esqai evge,neto auvto.n

 evggi,z ein th/ |  Damaskw/ |(  ev xai, fnhj te auvto.n perih,stray en  fw/j    evk tou/ ouvranou/ 

6VEge,neto  de, moi poreuome,nw| kai. 

 evggi,zonti th/ |  Damaskw/ | peri. meshmbri, an  ev xai, fnhj  evk tou/  ouvranou/ peri astra,y ai fw/j ikano.n peri. evme,(

12VEn oi-j poreuo,menoj eivj th.n

Damasko.n metV evxousi, aj kai. evpitroph/j

th/j tw/n avrciere,wn13

hme,raj me,shjkata. th.n odo.n ei=don( basileu/(ouvrano,qen upe.r th.n lampro,thta tou/ hli,ou perila,myan me  fw/j kai. tou.jsu.n evmoi. poreuome,noujÅ

4kai.  pesw.n evpi.  th.n gh/n  h;kous en

 fwnh.n  le,gous an auvtw/ |\ Saou.l Saou,l(

ti, me diw,keijÈ 

7 e;pes a, te eivj to. e;dafoj kai. h;kous a 

 fwnh/j legou,shj moi\ Saou.l Saou,l( ti, 

me diw,keijÈ

14pa,ntwn te katapeso,ntwn hmw/n eivj

th.n gh/n h;kous a  fwnh.n le,gous an pro,j

me th/ | ~Ebrai<di diale,ktw|\ Saou.lSaou,l( ti, me diw,keijÈ sklhro,n soipro.j ke,ntra lakti,zeinÅ

5 ei=p en de,\ ti,j ei=( ku,rieÈ  o` de ,\ evgw, 

 eivmi VIhsou/j o]n su. diw,keij\ 

8 evgw.  de. avpekri,qhn\ ti,j ei=( ku,rieÈ 

 ei=pe,n te pro,j me\ evgw, eivmi VIhsou/j o Nazwrai/oj( o]n su. diw,keijÅ 

15 evgw.  de.  ei=p a\ ti,j ei=( ku,rieÈ  o` de. 

ku,rioj ei=pen\ evgw, eivmi VIhsou/j o]n su. diw,keijÅ 

6 avlla.  avna,sthqi kai. ei;selqe eivj th.n

po,lin kai. lalhqh,setai, soi o[ ti, se dei/ poi ei/nÅ

zie hieronder bij vers 10  16 avlla.  avna,sthqi kai. sth/qi evpi. tou.j

po,daj sou\ eivj tou/to ga.r w; fqhn soi(proceiri,sasqai, se uphre,thn kai. ma,rtura w-n te ei=de,j ÎmeÐ w-n te

ov fqh,somai, soi(17

 ev xairou,meno,j se evktou/ laou/ kai. evk tw/n evqnw/n eivj ou]j

 evgw. avposte,llw se18

 avnoi/ xaiov fqalmou.j auvtw/n( tou/ evpistre,yai avpo. sko,touj eivj fw/j kai. th/j ev xousi, aj tou/ 

satana/ evpi. to.n qeo,n( tou/ labei/n auvtou.j a;  fesin amartiw/n kai. klh/ron evn toi/j hgiasme,noij pi,stei th/ | eivj evme,Å 

7oi` de. a;ndrej oi sunodeu,ontej auvtw/ | 

 eisth,keisan evneoi,( avkou,ontej me.n  th/j fwnh/j mhde,na de. qewrou/ntejÅ

9oi` de.  su.n evmoi. o;ntej to.  me.n fw/j

 evqe a,santo th.n de.  fwnh.n ouvk h;kousan

tou/ lalou/nto,j moiÅ10

 ei=pon de,\ ti, poih,sw( ku,rieÈ o` de. ku,rioj ei=pen pro,jme\  avnast a.j poreu,ou  eivj Damasko.nkavkei/ soi lalhqh,setai peri. pa,ntwn w-n te,taktai, soi poih/saiÅ

8hvge,rqh de. Sau/loj  avpo. th/j gh/j(

 avnew|gme,nwn de. tw/n ov fqalmw/n auvtou/ ouvde.n  e;blep en\ ceiragwgou/ntej de. 

 auvto.n eivsh,gagon eivj Damasko,nÅ 

11wj de. ouvk evn e,blepon avpo. th/j do, xhj

tou/ fwto.j evkei,nou( ceiragwgou,menojupo. tw/n suno,ntwn moi h=lqon  eivjDamasko,nÅ 

9kai. h=n h`me,raj trei/j mh. ble,pwn kai. 

ouvk e; fagen ouvde. e;pienÅ

23Vrij naar het systeem van S. Carlson: http://www.mindspring.com/~scarlson/synopt/harmony.

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 11/15

 

11

10+Hn de, tij maqhth.j evn Damaskw/ | 

ovno,mati ~Anani, aj( kai. ei=pen pro.j auvto.n evn ora,mati o` ku,rioj\ ~Anani, aÅo` de. ei=pen\ ivdou. evgw,( ku,rieÅ

12~Anani,aj  de, tij( avnh.r euvlabh.j

kata. to.n no,mon( marturou,menoj upo. pa,ntwn tw/n katoikou,ntwn VIoudai,wn(

11o` de. ku,rioj pro.j auvto,n\ avnasta.j

poreu,qhti evpi. th.n ru,mhn th.nkaloume,nhn Euvqei/  an kai. zh,thson evn

oivki,a| VIou,da Sau/lon ovno,mati Tarse, a\ivdou. ga.r proseu,cetai 

12kai. ei=den a;ndra Îevn ora,matiÐ

~Anani,  an ovno,mati eivselqo,nta kai.  evpiqe,nta auvtw/ | Îta.jÐ cei/raj o[pwj avnable,yh|Å

13 avpekri,qh de. ~Anani,  aj\ ku,rie(

h;kousa avpo. pollw/n peri. tou/ avndro.jtou,tou o[sa kaka. toi/j agi,oij sou

 evpoi,hsen evn VIerousalh,m\ 

14kai. w-de e;cei ev xousi,  an para. tw/n

 avrciere,wn dh/sai pa,ntaj tou.j evpikaloume,nouj to. o;noma, souÅ

15 ei=pen de. pro.j auvto.n o` ku,rioj\

poreu,ou( o[ti skeu/oj evklogh/j evsti,n moi

ou-toj tou/ basta,sai to. o;noma, mou evnw,pion evqnw/n te kai. basile,wn uiw/nte VIsrah,l\16

 evgw. ga.r upodei,  xw auvtw/ | o[sa dei/  auvto.n upe.r tou/ ovno,mato,j mou paqei/nÅ

 

17VAph/lqen de. ~Anani, aj kai. eivsh/lq en

 eivj th.n oivki,  an kai. evpiqei.j evpV auvto.nta.j cei/raj  ei=pen\ Saou.l avdelfe,( o ku,rioj avpe,stalke,n me( VIhsou/j o ov fqei,j soi evn th/ | odw/ | h- | h;rcou( o[pwj

 avnable,yh|j kai. plhsqh/ |j pneu,matoj agi,ouÅ

 

13 evlqw.n pro,j me kai. evpista.j  ei=pe,n 

moi\ Saou.l avdelfe,(  avna,bleyonÅ kavgw. 

 auvth/ | th/ | w[ra|  avne,bley a eivj auvto,nÅ14

o` de. ei=pen\ o` qeo.j tw/n pate,rwn hmw/nproeceiri,sato, se gnw/nai to. qe,lhma

 auvtou/ kai. ivdei/n to.n di,kaion kai.  avkou/sai fwnh.n evk tou/ sto,matoj

 auvtou/(15

o[ti e;sh| ma,rtuj auvtw/ | pro.jpa,ntaj avnqrw,pouj w-n ew,rakaj kai. h;kousajÅ

18 kai. euvqe,wj avpe,pesan auvtou/ avpo. tw/n ov fqalmw/n wj lepi,dej(  avne,bley e,nte kai.  avnasta.j evbapti,sqh

 

16 kai. nu/n ti, me,lleijÈ  avnasta.j ba,ptis ai kai. avpo,lousai ta.j amarti, ajsou evpikalesa,menoj to. o;noma auvtou/Å 

19akai. labw.n trofh.n evni,scusenÅ

 

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 12/15

 

12

Bijlage 2. Vertalingen 

De onderstaande vertalingen betreffen werkvertalingen van de in Bijlage 1 gemaaktesynopsis. De grijze velden in de tabel zijn bedoeld om het horizontale lezen van de synopsiste vergemakkelijken.

Hand. 9,1-19a Hand. 22,4-16 Hand. 26, 9-181

En Saulus, terwijl hij nog dreiging enmoord brieste (of: ademde) tegen deleerlingen van de Heer, ging naar dehogepriester,

9Ik heb dan wel voor mijzelf gemeend

dat ik tegen de naam van Jezus vanNazareth veel vijandige dingen moestdoen,

2en vroeg namens hem brieven naar

Damascus, voor de synagogen, om alshij enigen, zowel mannen als vrouwen,zou vinden die van de weg waren, hengeboeid naar Jeruzalem mee te kunnenvoeren.

4Deze leer heb ik vervolgd tot de dood

toe, terwijl ik zowel mannen als vrouwenin de boeien sloeg en overgaf aangevangenissen (of: in de gevangenisstopte)

5zoals ook de hogepriester voor

mij getuige is en de hele raad vanoudsten namens wie ik ook, nadat ikbrieven had ontvangen voor debroeders in Damascus, op weg bengegaan om [vervolgens] die daar

waren, geboeid naar Jeruzalem tevoeren, opdat zij zouden wordengestraft.

10wat ik ook heb gedaan in Jeruzalem,

en ik heb velen van de heiligenopgesloten in gevangenissen op grondvan de volmacht namens deopperpriesters (of: het Sanhedrin) die ikhad gekregen en terwijl ze werdenomgebracht, stemde ik in (lett. legde ikeen stemsteen neer).

11En terwijl ik hen

dikwijls in alle synagogen (lett. elkeafzonderlijke synagoge) dikwijls door

straffen [steeds] probeerde om hen tedwingen God te lasteren en inbovenmatige woede vervolgde ik henook [steeds] tot in buitenlandse (of: niet- joodse) steden.

 

3En terwijl hij op reis was gegaan,

gebeurde het, dat hij Damascusnaderde. En plotseling omstraalde hemeen licht uit de hemel,

6En het gebeurde me toen ik op reis

was gegaan en Damascus naderde, datomstreeks de middag plotseling eengroot (of: fel) licht om mij straalde,

12Terwijl ik zodoende naar Damascus

reisde met (de) volmacht enbeslissingsmacht van de opperpriesters(of: het Sanhedrin)

13zag ik, koning,

midden op de dag langs de weg eenlicht van de hemel dat de schittering vande zon te boven ging, mij beschijnen enallen die met mij reisden.

4en toen hij op de grond was gevallen,

hoorde hij een stem die tegen hem zei:Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?

7en ik viel op de grond en ik hoorde

een stem die tegen me zei: Saul, Saul,waarom vervolg je Mij?

14En terwijl wij allen op de aarde vielen,

hoorde ik een stem tegen me zeggen inde Hebreeuwse taal: Saul, Saul,

waarom vervolg je Mij? Het is lastigvoor je om tegen de prikkels teschoppen.

5En hij zei: Wie bent U, Heer? En Hij

zei: Ik ben Jezus, die jij (steeds)vervolgt.

8En ik antwoordde: Wie bent U, Heer?

En Hij zei tegen me: Ik ben Jezus vanNazareth, die jij (steeds) vervolgt.

15En ik zei: Wie bent U, Heer? En de

Heer zei: Ik ben Jezus, die jij (steeds)vervolgt.

6Maar sta op en ga de stad in en (dan)

zal je worden gezegd wat je moet doen.

16Maar sta op en sta op je voeten (of:

rechtop), want hiertoe ben Ik aan jeverschenen, om je aan te stellen totdienaar en getuige zowel van wat jeaangaande Mij hebt gezien als van watik je zal laten zien,

17doordat Ik je red

(of: zal redden) uit het volk en uit deheidenen (of: volkeren) tot wie Ik jestuur

18om hun ogen te openen om

(hen) van de duisternis te bekeren tot

het licht en van de macht van Satan totGod, zodat ze vergeving ontvangen van(hun) zonden en een erfdeel onder degeheiligden door geloof in Mij.

7En de mannen die met hem reisden

stonden sprakeloos, doordat ze wel destem hoorden, maar niemand zagen.

9En zij die met mij waren

aanschouwden het licht wel metverwondering, maar ze hoorden destem niet die tot mij sprak.

10En ik zei:

Wat zal ik doen, Heer? En de Heer zeitegen mij: Sta op en reis naarDamascus en daar zal je wordengezegd aangaande alle dingen die jezijn opgelegd om te doen.

8En Paulus stond op van de aarde en

hoewel zijn ogen open waren, zag hijniets, en door hem aan de hand te

leiden, brachten zij hem naarDamascus.

11En omdat ik niets zag vanwege het

schijnsel (lett. glorie) van het licht, gingik aan de hand geleid door hen die bij

mij waren naar Damascus.9

En hij kon drie dagen niet zien, ook aten dronk hij niet.

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 13/15

 

13

10Nu was er in Damascus een leerling

met de naam Ananias, en de Heer zeitegen hem in een visioen (lett. gezicht):Ananias! En hij zei: Zie (hier) ben ik,Heer.

12Een zekere Ananias nu, een vroom

man volgens de wet, van wie een goedgetuigenis werd gegeven door alleJoden die (daar) woonden,

11En de Heer zei tegen hem: Sta op en

ga naar de straat (lett. nadat je bentopgestaan, moet je naar de straat gaan)

die (de) Rechte wordt genoemd envraag in het huis van Judas naar(iemand) uit Tarsus met de naamSaulus. Want zie, hij is aan het bidden.12

en hij heeft [in een visioen] een mangenaamd Ananias zien binnenkomenen hem de handen opleggen, opdat hijweer kon zien.13

Maar Ananias antwoordde: Heer, ikheb gehoord van velen over deze man,

 

hoeveel slechts (of: slechte dingen) hijUw gelovigen in Jeruzalem heeftaangedaan.14

en hier heeft hij een volmacht van hetSanhedrin (lett. de overpriesters) omallen die Uw naam aanroepen in de

boeien te slaan.15

Maar de Heer zei tegen hem: Ga,want deze [man] is voor Mij eenuitverkoren werktuig (of: het werktuigdat Ik heb uitgekozen) om Mijn naam(uit) te dragen (of: hoog te houden) voorzowel volken als koningen en zonen

 

van Israël;16

Want Ik zal hem laten zien, al wat hijmoet lijden voor Mijn naam (lett. zoveelals nodig is dat hij lijdt).

 

17En Ananias vertrok en kwam het huis

binnen. En hij legde hem de handen open zei: Saul, broeder, de Heer heeft mijgezonden, Jezus, Die aan je isverschenen op de weg die je ging,

opdat je weer kunt zien en vervuldwordt van de Heilige Geest.

13zei tegen me, nadat hij naar me toe

 

was gekomen en bleef staan: Saul,broeder, krijg het gezicht weer terug(lett: word weer ziende)! En opdatzelfde uur kon ik hem weer zien.

14 

En Hij zei: De God van onze vaderenheeft je aangewezen om Zijn wil te lerenkennen en de Rechtvaardige te zien eneen stem uit Zijn mond te horen.

15 

Want je zal Zijn getuige zijn naar allemensen toe van wat je hebt gezien engehoord.

18En direct vielen hem als (het ware)

schubben van de ogen en hij kon weerzien. En hij stond op en liet zich dopen

16Welaan, waarom aarzel je? Sta op,

laat u dopen en je zonden afwassen,nadat je Zijn naam hebt aangeroepen(of: en roep Zijn naam aan).

19aen toen hij voedsel had genomen,

 

werd hij versterkt.

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 14/15

 

14

Bijlage 3. Geraadpleegde literatuur

R. Alter, Bijbelse verhaalkunst (Baarn 1997)

Ch. K. Barrett, A Critical and exegetical commentary on the Acts of the Apostels I & II  

(Edingburgh 2010)

J.A. Beck, God as storyteller. Seeking meaning in Biblical narrative (Danvers 2008)F. Blass, A. Debrunner en F. Rehkopf, Grammatik des neutestamentlichen Griechisch  

(Göttingen 1975)

Chr. Burchard, Der dreizehnte Zeuge , Forschungen zur Religion und Literatur des Alten und

Neuen Testaments vol. 103 (Göttingen 1970)

B. Corley, ‘Interpreting Paul’s conversion – Then and now’, in: R.N. Longenecker, The road 

from Damascus. The impact of Paul’s conversion on his life, thought, and ministry , McMaster

New Testament Studies (Grand Rapids 1997)

I. Czachesz, Apostolic commission narratives in the canonical and apocryphal acts of the 

apostels (Groningen 2002)

Th. M. Finn, From death to rebirth. Ritual and conversion in antiquity (Mahwah 1997)W.Th.M. Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz. Een Hollands weeskind op zoek naar zichzelf,

1607-1647 (Nijmegen 1995)

W. Foerster, ‘ avstraph,’, in: G. Kittel en G. Friedrich (red), Theologisches Wörterbuch zum 

Neuen Testament ThWNT I (Stuttgart 1933) 502-3

J. Gnilka, Paulus von Tarsus. Zeuge und Apostel , Herders theologischer Kommentar zum

Neuen Testament Supplementband (Freiburg ed 1996)

J. B. Green, ‘Conversion in Luke-Acts. The potential of a cognitive approach’ (sept. 2006), te

lezen op: http://www.sbl-site.org/assets/pdfs/green_conversion.pdf 

S. Greidanus, The modern preacher and the ancient text: interpreting and preaching biblical 

literature (Grand Rapids 1988)E. Haenchen, Die Apostelgeschichte , Kritisch-exegetischer Kommentar über das Neue

Testament (Göttingen 1961)

Ch. W. Hedrick, ‘Paul’s conversion/call. A comparative analysis of the three reports in Acts’,

in: Journal of Biblical Literature 100,3 (1981)

C.J. den Heyer, Paulus. Man van twee werelden (Zoetermeer 1998)

W. James, The varieties of religious experience. A study in human nature being the Gifford 

Lectures on natural religion delivered at Edinburgh 1901-1902 (New York ed 1916)

J. Jervell, Die Apostelgeschichte , Kritisch-exegetischer Kommentar über das Neue

Testament (Göttingen 1998)

K. Lake, ‘The conversion of Paul and the events immediately following it’, in: Idem & F.J.Foakes Jackson, The Beginnings of Christianity I , vol. 5 (Londen 1933)

R.N. Longenecker, Galatians , Word Biblical Commentary 41 (Dallas 1998)

A.P.B. van Meeteren, ‘Het ruysschen als de Libanon’. De Nijkerkse beroeringen in 

Bleskensgraaf in 1752 (Bleskensgraaf 1998)

B.M. Metzger, A textual commentary on the Greek New Testament (Stuttgart 1994)

T.M. Mullins, ‘New Testament commission forms, especially in Luke-Acts’, in: Journal of 

Biblical Literature 95,4 (1976)

A. Oepke, ‘la,mpw’, in: G. Kittel (red), Theologisches Wörterbuch zum Neuen Testament  

ThWNT IV (Stuttgart 1942) 17-28

R.I. Pervo, Acts . A commentary , Hermeneia (Minneapolis 2009)

A. T. Robertson, A grammar of the Greek New Testament in the light of historical research  

(Londen 1919)

5/10/2018 Want Hiertoe Ben Ik Aan Je Verschenen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/want-hiertoe-ben-ik-aan-je-verschenen 15/15

 

15

J. Roloff, Die Apostelgeschichte , NTD 5 (Göttingen 1981)

W. Rordorf, ‘Paul’s conversion in the Canonical Acts and in the Acts of Paul’, in: Semeia 80

(1997)

C.K. Rothschild, Luke-Acts and the rhetoric of history. An investigation of early christian 

historiography, Wissenschaftliche Untersuchungen zum Neuen Testament (Tübingen 2004)

L. Ryken, How to read the Bible as literature (Grand Rapids 1984)U. Schnelle, Paulus. Leben und Denken (Berlijn New York 2003)

G. Stählin, Die Apostelgeschichte, NTD 5 (Göttingen 1974)

David M. Stanley, ‘Paul’s conversion in acts. Why the three accounts?’, in: The Catholic 

Biblical Quarterly 15 (1953)

C.H. Talbert, ‘Conversion in the Acts of the Apostles: Ancient Auditor’s Perspectives’, in:

R.O. Thompson & Th. E. Phillips, Literary Studies in Luke-Acts: Essays in Honor of Joseph 

B. Tyson (Macon 1998) 141-53

C.H. Talbert, Reading Acts. A literary and theological commentary on the Acts of the 

Apostles, Reading the New Testament Series (Macon 2005)

R.C. Tannehill, The narrative unity of Luke-Acts. A literary interpretation. The Acts of the Apostles (Minneapolis 1994)

P.J. Tomson, ‘Als dit uit de Hemel is...’. Jezus en de schrijvers van het Nieuwe Testament in 

hun verhouding tot het Jodendom (Hilversum 1997)

D.B. Wallace, Greek grammar beyond the basics. An exegetical syntax of the New 

Testament (Grand Rapids 1996)

S.G. Wilson, The gentiles and the gentile mission in Luke-Acts , Society for New Testament

Studies Monograph Series vol. 23 (Cambrigde 1973)

B. Witherington, ‘Editing the good news’, in: Idem, History, literature, and society in the book 

of Acts (Cambridge 1996)

B. Witherington, The Acts of the Apostles: a socio-rhetorical commentary , New TestamentCommentary Series (Grand Rapids 1998)

W. Zimmerli, Ezechiel 1-24 , BKAT (Neukirchen 1969)