Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag...

28
1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes, Christa de Graaf en Pauline Borghuis (Hogeschool INHolland Diemen/Amsterdam) Paper te presenteren op het Etmaal van de Communicatie, Nijmegen, februari 2009. Inleiding Met de komst van een nieuwe groep mediagebruikers die ook mediamakers zijn, soms aangeduid als ‘prosumers’, ontstaan er voor media-onderzoekers nieuwe mogelijkheden en uitdagingen. De centrale vraag voor deze paper is onder welke voorwaarden narratieve analyse en media-etnografie met elkaar verbonden kunnen worden in multi-mediale projecten waarin mediagebruikers ook optreden als mediaproducenten. Etnografisch geïnspireerd kwalitatief mediaonderzoek heeft zich in de regel gericht op gebruikers. Waar ook mediateksten zijn geanalyseerd gebeurde dat in het verlengde van het publieksonderzoek. Zelfstandige tekstanalyse door de onderzoeker zou normstellend werken naar processen van betekenisgeving door publieken. Bovendien zouden onderzoekers op basis van de eigen tekstanalyse weinig ruimte hebben voor de mogelijkheid dat heel andere betekenissen en interpretaties in alledaagse gebruikssituaties tot stand komen. Een situatie waarin mediagebruikers zelf tekstschrijvers zijn geworden, biedt nieuwe mogelijkheden om de combinatie van tekstanalytische en etnografische methoden nader te onderzoeken. In een langlopend project samen met Marokko.nl, een van de grootste virtuele gemeenschappen in Nederland, werken wij met verhalenvertellers uit de community aan een internetdramaserie. We treden in dat project op in een variëteit aan rollen waarbij, zo hopen we, er telkens zowel duidelijkheid is over onze expertise en autoriteit als over de waarde van de eigenheid en authenticiteit van de scenario’s en backstories die door de veelal Marokkaans- Nederlandse schrijvers worden gemaakt. In het ondersteunen van het project en het coachen van de schrijvers is narratieve analyse een van de middelen geworden waardoor we meer begrijpen van het wereldbeeld van onze schrijvers. Door een combinatie van narratieve analyse op de fictieteksten en discoursanalyse op het etnografisch materiaal (interviews; verslagen; participerende observatie aantekeningen) kunnen meer lagen worden gereconstrueerd in de betekenis van de media voor jongeren die gewend zijn de wereld vanuit een achterstandspositie te ervaren, vooral waar het hun representatie in de media betreft. Voorlopige resultaten laten zien dat narratieve analyse een enorm cultuurverschil lijkt te bevestigen, bijvoorbeeld als het gaat om sekseverschillen. In tweede instantie, wordt echter duidelijk dat een heel abstract ideaal van vrouwelijkheid ‘heilig’ wordt gehouden. Meer geëmancipeerd, stoerder en spannender gedrag is ook mogelijk voor minder centrale vrouwelijke personages, die dan natuurlijk ook maar half Marokkaans zijn. Door heel verschillende onderzoeksvormen aan elkaar te koppelen kunnen zowel orthodoxe stellingnamen over publieksonderzoek en tekstanalyse, als over emancipatie worden heroverwogen. Naast klassieke triangulatie ontstaat daarnaast de methodologische dialoog als productieve vorm in verkennend onderzoek.

Transcript of Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag...

Page 1: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

1

Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes, Christa de Graaf en Pauline Borghuis (Hogeschool INHolland Diemen/Amsterdam) Paper te presenteren op het Etmaal van de Communicatie, Nijmegen, februari 2009. Inleiding

Met de komst van een nieuwe groep mediagebruikers die ook mediamakers zijn, soms aangeduid als ‘prosumers’, ontstaan er voor media-onderzoekers nieuwe mogelijkheden en uitdagingen. De centrale vraag voor deze paper is onder welke voorwaarden narratieve

analyse en media-etnografie met elkaar verbonden kunnen worden in multi-mediale projecten

waarin mediagebruikers ook optreden als mediaproducenten. Etnografisch geïnspireerd kwalitatief mediaonderzoek heeft zich in de regel gericht op gebruikers. Waar ook mediateksten zijn geanalyseerd gebeurde dat in het verlengde van het publieksonderzoek. Zelfstandige tekstanalyse door de onderzoeker zou normstellend werken naar processen van betekenisgeving door publieken. Bovendien zouden onderzoekers op basis van de eigen tekstanalyse weinig ruimte hebben voor de mogelijkheid dat heel andere betekenissen en interpretaties in alledaagse gebruikssituaties tot stand komen. Een situatie waarin mediagebruikers zelf tekstschrijvers zijn geworden, biedt nieuwe mogelijkheden om de combinatie van tekstanalytische en etnografische methoden nader te onderzoeken. In een langlopend project samen met Marokko.nl, een van de grootste virtuele gemeenschappen in Nederland, werken wij met verhalenvertellers uit de community aan een internetdramaserie. We treden in dat project op in een variëteit aan rollen waarbij, zo hopen we, er telkens zowel duidelijkheid is over onze expertise en autoriteit als over de waarde van de eigenheid en authenticiteit van de scenario’s en backstories die door de veelal Marokkaans-Nederlandse schrijvers worden gemaakt. In het ondersteunen van het project en het coachen van de schrijvers is narratieve analyse een van de middelen geworden waardoor we meer begrijpen van het wereldbeeld van onze schrijvers. Door een combinatie van narratieve analyse op de fictieteksten en discoursanalyse op het etnografisch materiaal (interviews; verslagen; participerende observatie aantekeningen) kunnen meer lagen worden gereconstrueerd in de betekenis van de media voor jongeren die gewend zijn de wereld vanuit een achterstandspositie te ervaren, vooral waar het hun representatie in de media betreft. Voorlopige resultaten laten zien dat narratieve analyse een enorm cultuurverschil lijkt te bevestigen, bijvoorbeeld als het gaat om sekseverschillen. In tweede instantie, wordt echter duidelijk dat een heel abstract ideaal van vrouwelijkheid ‘heilig’ wordt gehouden. Meer geëmancipeerd, stoerder en spannender gedrag is ook mogelijk voor minder centrale vrouwelijke personages, die dan natuurlijk ook maar half Marokkaans zijn. Door heel verschillende onderzoeksvormen aan elkaar te koppelen kunnen zowel orthodoxe stellingnamen over publieksonderzoek en tekstanalyse, als over emancipatie worden heroverwogen. Naast klassieke triangulatie ontstaat daarnaast de methodologische dialoog als productieve vorm in verkennend onderzoek.

Page 2: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

2

Het telenovela project in context

Digital storytelling is, kort door de bocht, een spontaan product van de mogelijkheden die nieuwe mediatechnologie biedt. De komst van het world wide web, de ontwikkeling van geïntegreerde software pakketten en wijd verspreide perceptie dat de media een machtbolwerk zijn waar ‘gewone mensen’ niet makkelijke echt toegang krijgen, zijn allemaal deel van de verklaring voor de populariteit van nieuwe manieren van verhalen vertellen. Ook in het geval van de internet dramaserie, die wij nog altijd het ‘telenovela’ project noemen komen deze factoren samen. Aan de ene kant is er de wens van een gemeenschap die wij vooral kennen als internet community, om haar publieke representatie ter hand te nemen, aan de andere kant de mogelijkheden die ‘web 2.0’ biedt. Spannend aan dit project zijn voor ons drie dimensies: (1) de verhalen die worden uitgewisseld op Marokko.nl in de Verhalenrubriek (een van de forums van de site) en die het vertrekpunt vormen voor het ontwikkelen van een internetdramaserie; (2) de manier waarop de verhalen (veelal van een onverhuld sentimenteel slag) ‘Marokkaans zijn in Nederland’ voor het voetlicht brengen; en, ten derde, (3) de complexe situatie die ontstaan is als gevolg van de wens vanuit de community om de internet dramaserie voor een groot publiek te kunnen presenteren. ‘Broadcast yourself’media verhouden zich niet heel makkelijk tot klassieke, laten we zeggen 1.0 media. We hebben al met al dan ook drie heel verschillende vragen in het project: (1) er is een betrekkelijk simpele vraag over jong en Marokkaans zijn in Nederland en hoe een internet community kan helpen om daar uitdrukking aan te geven. Deze vraag vormt de basis voor het etnografisch onderzoek. Daarin verzamelen we en analyseren we data die bestaan uit gesprekken; materiaal van de site; interviews met verhalenschrijvers maar ook observaties van schrijversbijeenkomsten (door ons georganiseerd). Hoe ben je Marokkaan in Nederland, is hier de vraag. (2) De tweede vraag maakt de eerste vraag specifieker: hoe is het van belang dat het vehikel om die Marokkaans-Nederlandse identiteit te representeren een internetgemeenschap is? Of zelfs meer in het algemeen: kunnen we vaststellen hoe de manier uitmaakt waarop het construeren van deze Marokkaans-Nederlandse identiteit wordt gemedieerd? Wat doet het er toe dat Marokko.nl hier de omgeving en de facilitator is? (3) Tenslotte is er een bredere vraag die gaat over hoe de ambities van zowel de uitgever van marokko.nl (Marokko Media) als van de schrijvers leiden tot een Faustiaans pact met (mogelijke) subsidiegevers: van het Amsterdams Raad voor Cultuur tot en met het Stimuleringsfonds Culturele Omroepproductie en de publieke omroep. Of: positief geformuleerd: is het mogelijk om in zulke hybride samenwerkingsverband de authentieke stem van de gemeenschap te behouden? Al deze vragen kwamen en komen aan de orde in recente onderzoeksprojecten (zie ondermeer Couldry e.a. over ‘public connection’, 2007; Kuhn en Emiko McAllister, 2006 over fotografie en geheugen; Lundby over digital storytelling, 2008 ) waarop wij graag verder bouwen. Een tweede bron van inspiratie is de verlevendiging van discussie over methoden in kwalitatief onderzoek dat zich in het domein van media and cultural studies bevindt (Pickering, ed., 2008). Hoewel er voorbeelden zijn van sterk onderzoek, is er ook veel werk dat zich bezighoudt met media en cultuur waarin een open, essayistische stijl wordt gehanteerd. Hoewel zulk werk cultuurkritische doelen kan dienen, is een meer expliciete discussie over methoden nuttig. Immers, terwijl enerzijds heel nieuwe problematieken zich ontvouwen in de domeinen van mediagebruik en productie, is er anderzijds een enorme rijkdom aan methoden voorradig. De uitdaging is om beide te verbinden. Daarop zal dit paper zich dan ook richten. Kwalitatief mediaonderzoek stelt zich in onze optiek drie verschillende doelen: a. cultuurkritiek; b. vergroten van inzicht in processen van gebruik en productie; c. evaluatie van

Page 3: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

3

en voorbereiding van beleid. Het vergroten van inzicht in media-onderwijs door middel van onderzoek vereist zonder meer expliciteren van zowel gebruikte methoden van datavergaring als van data-analyse. Hetzelfde geldt voor het leveren van inzichten ten behoeve van beleidsevaluatie en –ontwikkeling. Dat betekent dat in etnografisch geïnspireerd media onderzoek niet kan worden volstaan met het beschrijven van geïnterviewden en een beschrijvende samenvatting van het vergaarde materiaal. Juist de analyse van het materiaal (interviewtranscripten, veldwerkaantekeningen, ondersteunend tekst- en archiefmateriaal) is cruciaal. In ons onderzoek hebben we voor de analyse van het materiaal vertooganalyse gebruikt. Door het isoleren van opvallende uitspraken en termen en het toekennen van samenvattende trefwoorden zijn in het materiaal betekenisvolle clusters gereconstrueerd (zie hiervoor Potter en Whetherell, 1987). Die clusters zijn zowel op themaniveau als op ‘repertoire’ niveau geformuleerd. Interpretatieve repertoires beschouwen we als ‘beschikbare manieren van praten over een gegeven onderwerp in het leven van alledag’. Tot onze verbazing merkten we dat in projecten waarin de creativiteit van informanten wordt gebruikt niet vaak sprake is van expliciete analyse van die objecten, anders dan via semiotische analyse. Semiotiek of tekenleer is ook voor ons belangrijk als grondleggende structuralistische methode ( Seiter, 1992). Ze lijkt ons minder geschikt dan narratieve analyse (Kozloff, 1992). Beiden wordt, terecht, hun ahistorische en formalistische karakter verweten (o.a. Nelson en Hull, 2008: 124). Het is waar dat hedendaagse mediacultuur net zoals digital storytelling een sterk visuele inslag heeft, waarvoor een semiotische benadering juist wel van nut zou kunnen zijn. Een dergelijke benadering zou echter makkelijk individuele elementen in bouwsels, schrijfsels en collages van informanten kunnen overwaarderen. Terwijl ze er op toevallige gronden kunnen zijn: ze waren nu eenmaal voor handen (zie Nelson en Hull voor verschillen tussen informanten in selectie van beelden, 2008). In onderzoek als het onze waarin betrokkenen verhalen vertellen, ligt het voor de hand om veeleer de mogelijkheden van narratieve analyse te benutten in een methodologische context die het lokaliseren en historiseren van het materiaal wel mogelijk maakt. Interpretatieve etnografie, biedt die mogelijk volgens ons, als ze wordt gecombineerd met vertooganalyse. Het reconstrueren van een langere lijn biedt de verzekering dicht bij de beleving van de informant-auteurs te blijven. Zorgvuldige analyse van terugkerende termen en uitdrukkingen, de basis van vertooganalyse, is bovendien een solide check op over-interpretatie van toevalligheden. Kwalitatief onderzoek in de virtuele wereld

Het telenovelaproject richt zich op een groep gebruikers van Marokko.nl die zich op de site hebben gemanifesteerd als ‘schrijvers’. In ons onderzoek bevinden we ons daarmee op de grens van de virtuele en de echte wereld. Afgaand op het verzamelde materiaal dat hieronder nog uitgebreid aan de orde komt, hebben we niet altijd de vrijheid en rijkdom van onderzoek in de virtuele wereld kunnen gebruiken. Het basismateriaal is verzameld tijdens ‘echte’ bijeenkomsten en interviews met sleutelinformanten (5 schrijvers). Tegelijkertijd werd het hele project mogelijk vanwege de belofte die nieuwe ‘webwerelden’ bieden (Valkenburg e.a., 2006; Van den Broek en De Haan, 2006), vooral waar het gaat om de mogelijkheid jezelf te representeren, en (mogelijk) om directere vormen van democratie (Lundby, 2008). Om die reden hier en nu, kort, discussie over die belofte en over onderzoek in de virtuele wereld. Zowel de manier waarop kwalitatief publieksonderzoek on-line kan worden gedaan als de mogelijke democratische belofte van gemeenschapsvorming en –discussie op en via internet is onderwerp van academisch debat ((Hermes, 2006; Hine, 2000). Hoewel kwalitatief onderzoek in virtuele omgevingen meer voor de hand lijkt te liggen dan kwantitatief onderzoek, zijn er ook belangrijke nadelen en obstakels. Voor kwalitatief onderzoek pleit de

Page 4: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

4

intentie om betekenissen te kunnen reconstrueren en vooral tot hoge validiteit te komen. Tegen kwalitatief onderzoek pleit dat het enorm moeilijk is om op de gebruikelijke manier, in open en direct sociaal contact, te checken of informanten inderdaad vrouw of man, jong of oud zijn en ook of ze de indruk wekken zich te committeren aan het gesprek. Hoewel kwalitatief onderzoek niet zozeer uit is op een onverkorte ‘waarheid’ of op het meten van attitudes, maar op reconstructie van culturele logica en het in kaart brengen van discursief-culturele hulpbronnen, is een dergelijke check belangrijk. Met discursief-culturele hulpbronnen worden de manieren, uitdrukkingen en woorden bedoeld die mensen tot hun beschikking hebben om het over specifieke onderwerpen te hebben. Of ze nu de onverkorte waarheid spreken of niet, ze zullen dat doen met de middelen die ze ter beschikking hebben. In het telenovela project, gebruiken en gebruikten we dan ook klassieke etnografische ‘tools’: gesprekken en bijeenkomsten die zijn opgenomen en getranscribeerd. Tegelijkertijd hebben die tools ook hun beperkingen. Woorden zijn niet ieders makkelijkste manier van communiceren. Door andere en aanvullende technieken te gebruiken, merkten andere onderzoekers al dat informanten makkelijker associeerden en makkelijker tot praten kwamen, juist als het ging over identiteit en over gemeenschapsvorming (Gauntlett, 2007). Kuhn en Emiko McAllister (2006) verzamelden onderzoek waarin (familie)foto’s worden gebruikt om te komen tot cultuurhistorische reconstructie. De inzichten en het werk van Kuhn, Pink (2008) en anderen sluit naadloos aan op verschillende digital storytelling projecten waarover Knut Lundby (2008,ed) artikelen verzamelde zoals het BBC project Capture Wales of London’s Voices. Vergelijkbaar zijn in Nederland bijvoorbeeld het Mediamatic multimedia buurtproject Het geheugen van Oost (in Amsterdam Oost) of het KRO internet en televisieproject Wij zijn de geschiedenis. Interessant in alle gevallen is dat het maken van foto’s, knutselen of het vertellen van (multi-media) verhalen, een dubbele rol speelt. Dergelijke praktische activiteiten bieden een veel betere ingang voor onderzoekers om toegang te verkrijgen tot de sociaal-culturele werelden van anderen en tot hoe mensen zelf die werelden verbeelden. Ze leveren, kortom, uniek en rijk materiaal. Het staat ons als onderzoekers toe om veel dichterbij de werkelijkheidsbeleving van informanten te komen tot theorievorming en cultuurkritiek. Praktische activiteiten spelen ook een andere rol. In het geval van het vertellen van verhalen, met tekst, filmpjes of foto’s wordt ook een democratisch ideaal ondersteunt, als die verhalen ook gepubliceerd worden: onderzoek helpt anderen een (publieke) stem vinden. De mogelijkheid om de publieke sfeer te verrijken en politiek engagement te vergroten (die mogelijk volstrekt illusoir is) en, als tweede dimensie, de mogelijkheid om met veel rijker materiaal te werken en daarvoor passende methodologische handvaten te vinden, zijn allebei voor ons telenovelaproject van belang. De nadruk ligt in deze paper op de tweede dimensie. We willen weten of en hoe etnografisch onderzoek in combinatie met narratieve analyse van door informanten geproduceerde verhalen tot sterke en solide inzichten kan leiden. Die inzichten zijn uiteindelijk vooral ook van waarde in het licht van de eerste dimensie. Er schuilt zondermeer een belofte in de extra mogelijkheden die mediagebruikers nu hebben om ook mediaproducent te worden, om een eigen stem in het publieke domein te ontwikkelen. Des te belangrijker om die stem te kunnen begrijpen en waarderen. Geschiedenis van het project

Het telenovelaproject begint in de zomer van 2006 als idee voor een aantrekkelijk format dat jongeren naar de dan nog te ontwikkelen nieuwssite van Marokko Media, gekoppeld aan

Page 5: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

5

Marokko.nl moet trekken. Dit is een voor- en -door jongeren nieuwssite, gelinkt aan de populaire Marokkaans-Nederlandse site Marokko.nl. Omdat jongeren nieuws wel belangrijk vinden maar er tegelijkertijd weinig belangstelling voor hebben en zich niet geroepen voelen tot burgerverantwoordelijkheden, adviseerden we1 Marokko Media (uitgever van ondermeer Marokko.nl) naar aansprekende manieren te zoeken om de nieuwssite levendig te maken. Een van die manieren is het maken van een hybride format: een soap waarin naar Zuid-Amerikaans telenovela model via de fictiepersonages ook ruimte is voor actuele nieuwsonderwerpen en beschouwingen (voor telenovela zie Vink, 1988 en Aufderheide, 1993). Jongeren kijken immers liever naar soap dan naar nieuws en zouden op die manier het nieuws gemakkelijk tot zich nemen. In 2007 gaat een INHolland stagaire bij Marokko Media aan de slag om sterke schrijvers op het immens populaire Verhalenhoekje van de community te werven middels persoonlijke boodschappen. Later is ook wel op de community geadverteerd. Vanuit de kenniskring (dan nog Publieke Meningsvorming) gaat Christa de Graaf aan de slag in een dubbelrol. Ze is zowel schrijfcoach als etnograaf en houdt verslag van de bijeenkomsten. Een wisselend bezette groep van ongeveer 6 schrijvers gaat na een brainstormsessie aan de slag met de Telenovela. Er worden personages ontwikkeld, backstories geschreven en verhaallijnen uitgezet. Een subsidieverzoek aan sport ‘apparel’ fabrikant Nike, voor het maken van een internet-meiden-voetbalsoap op en met Marokko.nl wordt gehonoreerd door Nike’s Corporate Responsibility afdeling. Middels de ambities van een van de personages, Faysal, die zich zal ontwikkelen als reporter, moet de serie een nieuws ’spin-off’ krijgen.

De internetdramaserie Grlz & Boyz Grlz & Boyz(G&B)is een spannend, snel en humoristische internetdrama voor (in eerste instantie Marokkaanse) jongeren van 15-21 jaar dat zich in het heden afspeelt. De serie heeft het leven van de Marokkaanse gemeenschap in de Amsterdamse wijk Geuzenvelt als achtergrond. Centraal staan de belevenissen van de drie families Khadour, Evertsen en Naseeri. Synopsis G&B De hoofdlijn van de eerste twintig afleveringen van de serie loopt via Intissar Khadour (17) die zich laat overhalen door haar half Nederlandse, half Marokkaanse vriendin Sarah Everts (17) om te gaan voetballen. Intissar moet zien dit geheim te houden voor haar conservatieve ouders, Khadija (41) en Hassan Khadour (49) want anders zouden ze het misschien verbieden. Als Intissar een selectiewedstrijd moet spelen om te worden geselecteerd voor de samenstelling van het team, wordt juist haar jongere zusje Anissa (14) vermist. Ze is hiervan erg van slag af maar weet zich toch te plaatsen voor de selectie. Haar broertje Hicham (15) verraadt haar en het komt uit dat ze voetbalt. Uiteindelijk zal ze meespelen in de selectiewedstrijd en zal haar vader trots op haar zijn. Als tweede lijn volgen we de moeder van Intissar, Khadija Khadour en de moeder van Sarah, Amina Everts. Ze zijn twee zusjes die 20 jaar geleden onafhankelijk van elkaar uit Tanger naar Nederland zijn gekomen. In hun jeugd hadden zij een onafscheidelijke en bijzondere band met elkaar. Als Amina in Nederland verliefd wordt op een Nederlandse man, Jan Evertsen, en met hem een gezin sticht, wordt ze uit de familie verstoten. Zowel Khadija als Amina voelen dit beiden als een groot en verborgen verdriet.

1 Met ‘we’ wordt hier het lectoraat Publieke Meningsvorming, Hogeschool INHOLLAND, en meer specifiek de lector en associate lector, Joke Hermes en Robert Adolfsson, bedoeld. De beide andere auteurs zijn vervolgens bij het project betrokken, respectievelijk als coach-onderzoeker en als onderzoeker-verslaglegger.

Page 6: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

6

Zullen de twee zusjes elkaar ooit weer vinden? In de eerste twintig afleveringen wordt een aanzet hiertoe gegeven. Als derde lijn volgen we de zoektocht van Lisa Everts (23) naar haar vader. Ze is de vergeten dochter van Jan Everts uit een vorige relatie. Zal ze haar vader weten te vinden? Zal ze in de half- Nederlandse, half Marokkaanse familie worden geaccepteerd en opgenomen? In de eerste vijf afleveringen wordt hieraan een clou gegeven. Door deze drie lijnen heen lopen als een rode slingerende draad nog twee lijnen. De eerste is die van de zeventienjarige Faysal Naseeri, zoon en enig kind van Dina (37) en Mohammed (39) Naseeri, een rijke familie die het gemaakt heeft in Nederland. Maar die door hun drukke banen Faysal emotioneel verwaarlozen. Faysal is verliefd op Intissar, maar zij ziet hem niet staan. Om Intissar te imponeren richt hij FaysalTV op.. Het doel dat hij voorgeeft is om de Marokkaanse gemeenschap vanuit de eigen gemeenschap neer te zetten op een positieve manier. Daarnaast moet hij moet aan geld, ruimte en apparatuur zien te komen terwijl zijn ouders, hoewel rijk en afwezig, hem Spartaans trachten op te voeden. Ondanks alle tegenslagen slaagt hij erin zijn eigen omroep, FaysalTV gaande te houden.. Eindelijk toont Intissar voor het eerst echt interesse in hem. De tweede lijn is van de vermiste Anissa, het jongere zusje van Intissar, naar wie een lange zoektocht wordt ondernomen. Tot op het einde blijft het spannend wat er met haar gebeurd is.

Najaar 2007 wordt besloten om de stap te maken naar een zo professioneel mogelijke productie. De schrijvers en Marokko Media hebben die ambitie. Christa zoekt productiebedrijf Rinkel Film en TV aan, die geïnteresseerd zijn en helpen zoeken naar een (publieke) omroep met wie een subsidieverzoek aan bijvoorbeeld het Stimuleringsfonds Culturele Omroepproductie kan worden gedaan. Om de vaart erin te houden, wordt vanuit Marokko Media een subsidieverzoek gericht aan Raad voor de Cultuur van de gemeente Amsterdam om een schrijfworkshop te organiseren. Die subsidie wordt gehonoreerd. Schrijver, scenarist en theatermaker Dick van den Heuvel wordt bereid gevonden die te geven in het voorjaar van 2008. Van den Heuvel is een bijzondere figuur. Hij is zowel een succesvol schrijver van populaire televisiefictie als begaan met de emancipatie van achterstandsgroepen. Zo maakt hij theater met, voor en door Marokkaanse jongeren. Voor de schrijvers heeft hij de status van een bijzondere vaderfiguur. De door Rinkel uitgezette voorstellen naar de publieke omroep betalen zich uit in nader contact met de KRO. De KRO heeft al een relatie met Marokko Media, o.a. voor het betrekken van stagiaires voor redactiewerk en wil verder praten over een multimediaproject. Uit de vervolgens gevoerde gesprekken en overleggen volgt een ontwikkelsubsidieaanvraag aan het Stimuleringsfonds Culturele Omroepproductie (Stifo). De serie die eerst ‘telenovela’ heette, naar Zuid-Amerikaans voorbeeld waar soaps ook reflecteren op maatschappelijke en politieke gebeurtenissen en die vervolgens ‘internetsoap’ werd voor de duidelijkheid, heet nu een ‘internet dramaserie’. Het Stifo vindt zowel het multimediale karakter van het project, als de samenwerking tussen de KRO, MarokkoMedia, Rinkel Film en TV en de INHolland onderzoeksgroep bijzonder. De serie, die inmiddels allang veel meer is dan een serie (er is ook Faysal’s journaal, de personages zijn aanspreekbare ‘nicks’, via sms en chat kunnen kijker/gebruikers contact houden en kunnen zij ook benaderd worden) zal wel voldoende culturele kwaliteit moeten gaan hebben, wil een vervolgonderzoek voor productiekosten succesvol zijn. Met het toekennen van de Stifo-subsidie verandert de dynamiek in het project. Van een leuk idee werd het al eerder een menging van vrijwilligerswerk, idealisme en onderzoek. Nu is er

Page 7: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

7

ook een fors financieel belang. De eerste subsidie van het Stifo is 25.000 euro, bestemd voor het maken van een pilot. Maar om de serie met toebehoren echt te kunnen maken is zeker vier ton nodig. Met pijn in het hart zien we dan ook dat de speelruimte voor de schrijvers verandert. Terwijl de oorspronkelijke ambities en fantasieën zondermeer gingen over het verkrijgen van naam en faam of een rol in de serie, of misschien wel opdrachten om andere dingen te schrijven, is er nu meer sprake van afwachten en daardoor soms ook laten afweten. Voor het project zijn de schrijvers vanuit institutioneel oogpunt (dus dat van de publieke omroep) eigenlijk niet meer enorm belangrijk. Belangrijker worden nu de te binden kijkers/gebruikers, die door de KRO internetafdeling VUPpers worden genoemd (viewers-users-players). Het is aan de community en aan Marokko Media of en hoe ze zich verder tot de serie willen verhouden. Het doel: echte en eigen representatie van Marokkaanse jongeren als Nederlandse jongeren heeft echter een goede kans gerealiseerd te worden. De schrijvers voelen zich zelf nog steeds erg betrokken bij en begaan met de serie en leveren ook nog steeds input: voor de bewerking van het materiaal, voor een nieuwe naam. Grlz & Boyz is het nog niet helemaal. Het proces wordt nog steeds als ‘eigen’ gevoeld. Dit blijkt uit de reacties als hen de stand van zaken wordt gemaild:

“Hoi Christa, Wat leuk om dat te horen, dat er nu een ruwe versie van de pilot is. Ik

ben echt blij. Het wordt zeker een spannend tijd voor ons. Groetjes, Marukh” (mail 12

januari 2009).2

“Hoi Christa, Leuk om te horen dat er iets op tafel ligt. Ik ben benieuwd naar de pilot

en hoop uiteraard dat het goedgekeurd gaat worden. Ik hoor wel weer van je wat, hoe

en wanneer. Groet, Achraf” (mail 14 januari 2009)

Terwijl wij ons herinneren dat de schrijvers allerlei toezeggingen zijn gedaan, bijvoorbeeld over de mogelijkheid om een rol te krijgen in de serie, lijken zij zich niet erg bewust van het veranderende contract. Dat Achraf wel auditie mag doen, maar geen rol krijgt, lijken wij pijnlijker te vinden dan hijzelf. Er is hier natuurlijk een valkuil. Het is makkelijk je teveel te identificeren met je onderzoeksgroep. ‘Going native’ is een bekend onderwerp in de etnografische literatuur (zie bijvoorbeeld Van Maanen, 1988). We projecteren wellicht een deel van onze veranderende positie op hen. Immers, vooral voor ons is geen plaats meer, wat de producent en de omroep betreft. Het zou vooral heel ‘professioneel’ van ons zijn om nu een stap terug te doen. Christa schrijft in haar aantekeningen (januari 2009):

Ik denk dat de rol van de schrijvers nog wel duidelijk is, en hun stem is wel degelijk te horen is in die eerste pilot aflevering. Er is tot op het laatst contact geweest tussen mij en Dick, waarin ik fungeerde als doorgeefluik tussen hem en de schrijvers. Ook wordt er nu onderhandeld over een nieuwe naam voor de serie, omdat de schrijvers zich niet herkennen in de titel “Grlz & Boyz”. Ze hebben dus tot het einde zeggenschap in de pilot gehad . Maar niet alle feedback is overgenomen. Echter worden ze nu te weinig betrokken bij het productie proces terwijl dit wel was toegezegd. (Gek dat ik dit nu ‘toezeggen’ noem, terwijl het eerst gewoon ons ding was) Daar heb ik voor moeten vechten en wat ik voor elkaar heb gekregen is dat ik er in elk geval in betrokken blijf, om zo als spreekbuis naar de schrijvers toe te kunnen blijven fungeren. Dat is wat ik nu ook doe. In de ogen van de makers is Dick de hoofdschrijver, en hij is degene die erbij betrokken mag en moet blijven. Het werd vreemd gevonden dat ik de schrijvers erbij wilde blijven houden. Ik zou mij als een onervaren schrijver opstellen. Als co-oprichter moest ik nu ineens mijn plek afdwingen. Het materiaal, de input van de schrijvers is geleverd en daarmee is de kous af totdat er geld komt om meer afleveringen van te maken, aldus Rinkel Film. Want het steeds informeren van alle partijen, of het steeds bij laten wonen van alle productieoverleg zou te tijdrovend zijn en stagnerend werken op het creatieve proces . Echter zijn er van tevoren heel andere uitspraken naar de schrijvers gedaan, zoals dat ze bijvoorbeeld de scènes voor op internet zouden kunnen schrijven, of als eerste auditie zouden mogen doen.

2 Alle namen van het schrijversteam zijn pseudoniemen.

Page 8: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

8

Mijns inziens gaat het hier dus om de macht van de media die nu geld zien en er domweg ook gewoon aan willen verdienen, en daarnaast de eer willen hebben van een eerste super cross mediale multiculti serie. Daarnaast vind ik het wel opvallend dat ALS de schrijvers wel uitgenodigd worden om bijvoorbeeld met de regisseurs om tafel te gaan zitten om dingen uit hun eigen cultuur in het script kloppend te krijgen, dat er dan behalve Marukh niemand op komt dagen. En als ze uitgenodigd worden om te komen figureren, heeft iedereen iets anders te doen. Dat is iets dat ik niet zo goed begrijp en waar ik tot nu toe maar niet al teveel kritiek op leverde naar de schrijvers toe. Tot ik ging reageren zonder voorbehoud. Gewoon, omdat ik ook gewoon die Nederlander wil zijn en geen zin heb om mij altijd etnisch correct op te stellen. En toen de wind van voren kreeg.

“Hi schrijvers, Wie van jullie wil er zondag figureren bij buitenopnames (politieauto voor het

huis van Intissar) als buren? Ik weet nog niet hoe laat, maar ga (in het ergste geval, zal wel

niet) uit van de hele dag. Laat het me z.s.m. weten.groetjes, Christa

Hoi Christa, Zondag lukt helaas niet. Groetjes Mimoun

Mooie boel, sta ik daar weer alleen. En iedereen maar zeggen, nee, leuk, ik doe mee. Puntje

bij paaltje, niemand. Snap ik ook wel, iedereen heeft andere dingen, en ik ben zo gek die

andere dingen af te zeggen. Misschien moet ik daar maar eens mee stoppen… groet,christa

Christa sorry ik moet zondag gewoon werken. Ik moet gewoon rekeningen betalen! Zondag is

dan gewoon moeilijk! Groet, Mimoun” (mailwisseling rond 9-10 jan) Vanuit ons perspectief zijn de kenniskring en Marokko Media aan de zijlijn komen te staan. Of er in de toekomst nog ruimte blijft bestaan voor ‘eigenaarschap’ en regie vanuit de community (Marokko.nl), de gebruikers/auteurs en of en wat voor ruimte is voor ons, zal moeten gaan blijken. Onze rol in het project is in het hele proces een interessante en spannende geweest. Eigenlijk was er voortdurend sprake van dubbel en triple rollen. Begonnen we als adviseur (voor die eerdere subsidieaanvraag aan het Bedrijfsfonds voor de Pers in 2006), later werden we partner in het Telenovelaproject en subsidieaanvragers. We deden dit vanuit de gedachte dat in praktijkonderzoek er vaak sprake is van meerdere rollen en dat een etnograaf makkelijker toegang heeft tot informanten als ze niet als buitenstaander binnenkomt maar als belanghebbende in het te realiseren project. Vanuit ons belang in het realiseren van het project, bijvoorbeeld als schrijfcoach, was het ook legitiem om bijvoorbeeld de schrijvers te sturen in hun artistieke werk. In plaats van open uitwisseling met een beperkt aantal randvoorwaarden, zoals in andere digital storytelling projecten (Lundby, 2008, Introduction), vroegen we bijvoorbeeld om heel specifiek materiaal. Al vanaf het begin wilden we een sterk en overtuigend project. De betrekkelijk dwingende kaders van commerciële dramaproductie ‘hingen’ vanaf het begin in de lucht. Christa de Graaf bracht haar expertise als hogeschooldocent en scenarioschrijver in, en steunde daarbij op ondermeer Het geheim van Hollywood (Ruven en Batavier, 2007). In zijn schrijfworkshop, verwees Dick van den Heuvel naar The Writer’s Journey. Mythic structure for writers (Vogler, 2007). Later bracht Christa ook het Handboek voor Scenarioschrijven: Kill Your

Darlings (Proper, 2007) in. In Het geheim van Hollywood is het uitgangspunt dat een hoofdkarakter bij het begin van het verhaal leeft in zijn of haar ‘tweede keus leven’. Vrijwel direct wordt hij/zij geconfronteerd met zijn eerste keus leven. Hij wil daar niet aan omdat hij bang is voor dat eerste keus leven, maar door de omstandigheden en voortschrijdend inzicht over zichzelf wordt hij gedwongen zijn eerste keus leven te gaan leiden. Daartoe wordt hij steeds dieper geconfronteerd met zijn problemen en zoekt hij oplossingen in vier stappen. Die oplossingen mislukken. Pas bij stap vijf lukt het haar of hem om te krijgen wat ze uiteindelijk nodig heeft.

Page 9: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

9

In The Writer’s Journey doorloopt het hoofdkarakter een zelfde soort weg. In zijn gewone leven wordt het hoofdkarakter opgeroepen tot avontuur. Daar weigert het hoofdkarakter gehoor aan te geven. Pas als hij een mentor ontmoet, neemt hij de uitdaging aan. Hindernissen doemen op, het hoofdkarakter wordt zwaar getest en geconfronteerd met vijanden. De kern van het probleem wordt duidelijk. De zwaarden worden gescherpt, het hoofdkarakter is nu het ‘point of no return’ voorbij, de oplossing ligt in het verschiet. Deze zelfde principes zijn toegepast op Intissar. Zij moet van haar ‘tweede keus leven’ naar een eerste keuze leven; waarvoor ze hindernissen zal moeten overwinnen met behulp van een mentor en waarin ze uiteindelijk tot zelfinzicht moet komen. Ze is een Marokkaans-Nederlands meisje dat wil voetballen. Ze denkt dat dit niet mag van haar ouders. Haar vader zal er ook ernstig op tegen blijken. Zelfs in het allervroegste materiaal, zoals de eerste ‘back stories’ voor de centrale personages, dus voordat de schrijvers horen over methodes van dramaschrijven, verschijnen er kernelementen die in Het geheim van Hollywood en The

Writer’s Journey worden gesystematiseerd. Geheel in lijn met de claim van de narratologie, zien we bevestigd dat verhalen vaste elementen en structuren bevatten. Elementen zijn echter niet genoeg. Voor een verfilmbaar scenario met sterke dialoog en verhaallijnen die uitzicht bieden op een serie van afleveringen is meer nodig. Vandaar ondersteuning en herschrijven door Christa en Dick en inmiddels het creëren van nieuwe spanningsbogen en situaties in werkbare scripts. Beschikbaar materiaal en methode van analyse

In totaal zijn beschikbaar als onderzoeksmateriaal: verslagen van vijf schrijversbijeenkomsten (in 2007), twee schrijversbijeenkomsten in 2008 en vier schrijfworkshops met Dick van den Heuvel (ook in 2008). In 2008 zijn lange interviews gehouden met 5 van de 6 ‘kern’ schrijvers. Deze transcripten behoren ook tot het materiaal. Van deze 6 schrijvers is verder fictiemateriaal beschikbaar dat door hen gemaakt is in 2007 en 2008: backstories, verhaallijnen, uitwerking personages en scènes. Daarnaast zijn er veldwerkaantekeningen van bijeenkomsten met de verschillende partijen en de officiële documenten, waaronder 5 treatments voor afleveringen uit 2007 (treatments zijn een eerste totaaloverzicht van wat er met wie in een aflevering gebeurt, de voorloper van het scenario), de aanvraag aan het Stifo (met input van de afdelingen Drama en Internet van de KRO, een kostenoverzicht van Rinkel Film en TV). De scripts die eind 2008/begin 2009 door Dick van den Heuvel zijn gemaakt, horen niet bij het hier te analyseren materiaal. De treatments en de scripts komen hier verder ook niet aan de orde omdat deze paper zich maar ten dele richt op analyse van het productieproces. Het perspectief en werk van de schrijvers, als mediaproducent en –gebruiker staat hier centraal. Het onderzoeksmateriaal is in twee stappen geanalyseerd. Eerst is zowel het interview- als het fictiemateriaal vertooganalytisch bekeken. Welke termen keerden terug; welke uitdrukkingen vielen op en tot welke repertoires laten die zich reconstrueren. Vanuit etnografisch oogpunt waren voor ons ook momenten van ontroering, verbazing en irritatie van belang. Omdat we met zijn drieën betrokken zijn bij het onderzoek was er voldoende check op heel eigen, idiosyncratische interpretaties en konden we komen tot een beter gevoel voor waar cultuurverschillen aan het licht kwamen en waar er vooral sprake was van incompatibilité

d’humeur. Een vertooganalyse, waarbij gelet wordt op spanningen, tegenstellingen en machtsrelaties (dus [on]verwachte ongelijkheden), en op wat ons anderszins opvalt, verhoudt zich goed tot etnografisch onderzoek waarin de onderzoeker probeert om het ‘gewone’ en

Page 10: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

10

‘alledaagse’ vreemd te maken. Waar we in het contact met onze informanten sterk gebruik maken van onze emotionele en sociale intelligentie om werkelijk te luisteren naar wat een informant allemaal probeert te vertellen, zijn we in onze analyse juist een soort aliens. We vragen ons telkens af: waarom wordt dit zo gezegd of gedaan? Welke sociale structuren en hulpmiddelen zorgen ervoor dat onze informanten op deze manier praten, dit soort handelingsperspectieven menen te hebben en al dan niet benutten? De tweede stap in de analyse was om nader te kijken naar het verschil tussen het fictiemateriaal enerzijds en de interviews en de indrukken die we opdeden tijdens bijeenkomsten en in contact met de schrijvers anderzijds. Immers het is vooral bijzonder aan het door ons verzamelde materiaal dat we naast directe zelfpresentatie in interviews, ook fictie en fantasieën van de hand van onze informanten tot onze beschikking hebben. Magische oplossingen zijn in fictie en fantasie toegestaan. Daarmee is de deur open voor wonderlijke combinaties en ongegeneerd dromen. Stel je voor een heldin die zuiver is als pure sneeuw en daarbij menselijk en aantrekkelijk…. Voor analyse van het fictiemateriaal, nemen we mee dat de schrijvers in de coaching en de schrijversworkshop de opdracht kregen te werken binnen een narratologisch kader via Het

geheim van Hollywood en The Writer’s Journey, dat teruggaat op ondermeer het werk van Vladimir Propp over mythe en sprookjes (Kozloff, 1992). Van belang aan die sterk formalistische traditie is dat elk verhaal een combinatie is van een eindig aantal mogelijkheden. De narratologie wijst er daarnaast op dat verhalen niet alleen werkelijk bestaande vertellers en publieken hebben, maar dat de verteller en de toehoorder ook altijd tekstuele functies zijn. Dat biedt de mogelijkheid, in analyse te benoemen wie door de tekst impliciet of expliciet als verteller wordt geconstrueerd en wie als publiek. Thema-analyse van het interviewmateriaal

Clustering van trefwoorden in de 5 interviews levert een aantal thema’s op die telkens terugkeren:

Geen van deze thema’s is enorm verrassend. We zijn wel verbaasd over de enorme tegenstellingen die in alle interviews zonder veel reflectie worden gepresenteerd. Man-vrouw verschillen zijn een goed voorbeeld: traditionele vrouwelijkheid is net zo belangrijk als emancipatie. Of: je moet op je eigen benen kunnen staan en leven in gehoorzaamheid aan en respect voor je ouders. Niet zo makkelijk aangezien die ouders bijvoorbeeld vinden dat je naar de moskee moet, waar je zelf echt geen tijd voor of zin in hebt. Het gebrek aan verbinding tussen de heel verschillende eisen die de schrijvers aan zich gesteld voelen, irriteert ons van tijd tot tijd. Ook vanuit onze eigen achtergrond weten we hoe zwaar de godsdienstige overtuiging van je ouders kan wegen en hoe moeilijk het is om die last te herkennen en ermee in het reine te komen. Het is dan met enige bezorgdheid dat je als onderzoeker in het bestek van ruim een uur familie en religie ziet verschijnen als last en als lust; dat een informant benadrukt dat hij of zij slachtoffer is van de vooroordelen van anderen; maar wel op weg naar enorm succes want zeer getalenteerd en ambitieus. Naar Marokko op

slachtofferrol, geloof (religie) als lust en als last (bijvoorbeeld wel feesten maar niet vijf keer per dag bidden, of op vrijdag naar de moskee); op vakantie in Marokko (ouders familiebezoek, kinderen, vakantie); hoofddoek (wel of niet); ambitie; je bewijzen; je iemand voelen; emancipatie; meisje heilig poppetje; voor jezelf opkomen; verschil jongens meiden; identiteit; opvoeding; traditioneel zijn, is gastvrij zijn; familie.

Page 11: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

11

vakantie gaan is een ander goed voorbeeld, voorzien van veel aspecten die apart van elkaar worden gepresenteerd. Mimoun:

Twee jaar geleden was ik naar familie gegaan en dat is vooral familie zeg maar van platteland

dus. En dat is geen vakantie . Nee, ik was vier weken gegaan en toen was ik 10 dagen daar

gebleven. Nou dat was zwaar. ‘t Was leuk om die mensen te zien, maar … het was 40 graden

en er was geen strand om de ... terwijl ik bedoel uh we wonen in Marokko in een huisje. Waar

ik woon is vlak bij, hoe noem je dat, Spaanse kust. Ik ben gewend als ik naar Marokko ga dat

ik alleen maar aan het strand zit en dat is voor mij vakantie. Maar. ja ik wou wel een keer

familie zien. Ik was meegegaan daarheen. (p.17) … Mijn ouders die gaan niet op vakantie om

naar strand te gaan die gaan op vakantie om naar familie te gaan. (p. 18) 3 Het gaat soms, heel traditioneel. om het onderhouden en respecteren van familierelaties. Het gaat ook om lekker aan het strand liggen en feesten, heel wat minder traditioneel. En in het geval van één van onze schrijvers,4 ging het om het vinden van een passende echtgenoot. Ze is een vrijgevochten hbo-geschoolde professional met een goede baan bij de NS, die tijdens haar school en studietijd heeft gevoetbald. Ze zei dat ze ‘op vakantie’ ging naar Marokko. Ze kwam terug met een hoofddoek om en een gearrangeerd huwelijk in de nabije toekomst. Dat wij daarover geschokt zijn, is niet iets waar over gepraat kan worden. Zo is het gewoon. Ze berust in haar lot. Praten over hoe je een Marokkaanse Nederlander bent, volgt, in zijn grondstructuur de posities die Stuart Hall (1980) beschrijft als onderdeel van het encoding-decoding model. Hij heeft het dan over het overnemen van de dominante lezing van mediateksten door mediapublieken; over onderhandelen met die tekst en over ‘oppositionele’ lezingen waarin de dominante lezing van de mediatekst worden afgewezen. In dit materiaal, zoals in ander etnografisch onderzoek onder Marokkaans-Nederlandse jongeren (zie Nabben e.a. 2006; Brouwer en Wijma, 2006) wordt duidelijk dat informanten leven tussen twee betekenissystemen, en dat ze dus twee kaders hebben waar ze zich toe moeten verhouden. Religie en traditie zijn een dominant betekenissysteem waar ze zich deels in schikken. Het rivaliserende betekenissysteem gaat over bruggen bouwen en onderhandelen tussen de cultuur van je ouders en de dominante (neo-)liberale witte Nederlandse cultuur. In principe zijn er dan ook zes ‘posities’ die onze schrijvers kunnen innemen: ze kunnen religie en traditie overnemen, ermee onderhandelen of afwijzen als betekenisvol kader. Ze kunnen op een zelfde manier neo-liberalisme omarmen, ermee onderhandelen of het afwijzen. Ze maken in praktijk een mix, waaruit drie posities ontstaan:

1. bevestigen: het romantiseren (of in ieder geval accepteren) van traditie en religie 2. ontkennen: het ontkennen en bestrijden van de idee dat er verschil is tussen

Marokkaanse en andere Nederlanders 3. onderhandelen: het onderhandelen met religieuze traditie en met neo-liberalisme

Bevestigen, ontkennen en onderhandelen gebeurt in alle interviews. Er zijn citaten zoals het onderstaande waarin de verstrikking die onze schrijvers ervaren heel duidelijk wordt: Mimoun:

(de ene keer) behoor ik tot de Nederlandse cultuur, en de andere keer tot de Marokkaanse cultuur. Over het algemeen hoor ik bij allebei. Maar hoor, zeg maar voor de omgeving ,voor de mensen die je niet

3 Citaten zijn minimaal geredigeerd om de informanten geen onrecht aan te doen. We hebben er voor gekozen om de citaten wel in spreektaal te houden. 4 Zij is niet geïnterviewd, en was vooral in 2007 actief.

Page 12: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

12

kent behoor ik gewoon bij de Marokkaanse cultuur. En waarom? Dat is gewoon stereotype beeld, je uiterlijk, dat soort dingen. Als ik dan iemand zeg, vroeger zei ik wel eens ik ben Nederlander. En dan zeggen ze ‘O,ja? En waar komen je ouders dan vandaan? Maar waar komen ze dan oorspronkelijk vandaan uit Marokko?’, Gingen ze doorvragen tot ze wisten waar je roots lagen. Vandaar ik zeg als gewoon iemand me vraagt: waar kom je vandaan? Uit Marokko. Volgens iedereen ben je Nederlander. Maar als je zegt ik ben Nederlander gaan ze vragen of je toch officieel Nederlander bent. Het is niet zo vervelend maar misschien toch wel. Ik zeg het ook niet meer dat ik Nederlander ben, terwijl ik me wel Nederlander voel. (p31)

Het zijn ook in de bijeenkomsten herkenbare bastions en zelfs in hoe onze informanten zich aan de wereld tonen. Noura bijvoorbeeld (21 jaar) werkt als officemanager bij een universiteit. Ze volgt in de avonduren een HBO opleiding. Ze is bezig met het verzamelen van geld om een kindertehuis op te kunnen richten in Cassablanca (een van de vijf zuilen van het geloof, het verwezenlijken van een goed doel). Ze is de oudste en in die zin ook mede verantwoordelijk voor de opvoeding van haar twee broertjes en twee zusjes. Noura oogt modern. Bij haar strak naar achteren getrokken tweekleurige hoofddoek komen haar grote bruine ogen goed uit. Met haar wijde jaren ’80 t-shirt, skinny jeans en hippe accessoires onderhandelt ze letterlijk tussen de traditie van het niet tonen van je vrouwelijkheid en Europese eisen op het gebied van mode. Maar achter haar vlotte moslima verschijning en perfect ratelende Nederlands idealiseert zij de Marokkaanse tradities. Ze is erg gelovig. Alle feesten nemen een belangrijke plek in in haar leven, en als haar ouders voor een paar maanden naar Mekka gaan, is zij hoofd van het gezin en kunnen er geen andere afspraken naast gemaakt worden. Ze is dan voor het Telenovelaproject niet aanspreekbaar.

“Hi Noura,, Helaas was je er dinsdag niet. Ik maak me een beetje zorgen, omdat ik je mobiel

niet kan bereiken, en omdat er ook geen afbericht was. Dit vind ik niet iets voor jou. Ik hoop

maar dat er niets ergs aan de hand is. Misschien moest je er voor je familie zijn?

“Dag Christa, Excuus voor de zeer late reactie maar het zijn ontzettend drukke tijden geweest

en ik lees mijn privemail sporadisch. Ik zal je niet belasten met een heel verhaal, maar waar

het op neerkomt is dat mijn ouders twee weken geleden terug zijn gekomen van el hadj en dat

zo veel bezoek en gedoe met zich meebracht dat mijn hele kerstvakantie opgeslokt werd.

Daarnaast zit er wat schot in het weeshuis en was er even sprake van bergen papierwerk

verwerken. En dan mijn werk en de daaruit vloeiende bij-activiteiten. Hoe dan ook, teveel om

op te noemen maar altijd te weinig om afwezig gedrag goed te praten. Mijn excuses voor de

nalatige reactie en slechte bereikbaarheid. groetjes Noura (mailwisseling 8-10 januari 2008)”

De andere schrijvers kleden zich ook naar de gangbare codes voor jongeren: spijkerbroeken, gympen. Net als Noura draagt Marukh een hoofddoek. Maryam doet dat niet.

Page 13: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

13

Om een indruk te geven van het materiaal, hieronder een heel korte beschrijving van de informanten en citaten die laten zien hoe de schrijvers telkens verschillende posities opnemen: Informanten (schrijvers op

Marokko.nl;

pseudonymen)

Korte biografie

1 Mimoun Khazzar Mimoum is 23 jaar hij is oudste van 5 kinderen (2 broertjes en 2 zusjes). Hij heeft een MBO opleiding afgeronde en doet nu een HBO opleiding Communicatie in Amsterdam. In zijn vrije tijd voetbalt hij, waar hij ook in de kantine werkt, en daarnaast doet hij promotiewerk. Ontkent liefst dat er verschillen zijn tussen bevolkingsgroepen in Nederland. Wordt versterkt door Marukh in dat ontkennen. Hij idealiseert (zijn eigen) Nederlander zijn. Beweegt van onderhandelen met traditie naar slachtofferrol.

2 Noura Boutachekourt 21 jaar, office manager bij een universiteit. Volgt daarnaast hbo-opleiding in Amsterdam en zamelt geld in om een kindertehuis te kunne oprichten in Casablanca. Woont thuis en is als oudste verantwoordelijk voor haar twee broertjes en zusjes. Idealiseert traditie en is gedreven door ambities. Wil in alles uitblinken. Draagt vanaf haar 13de hoofddoek. Oogt verder zeer modern: strakke, hippe kleren en sprekend opgemaakt. Kwam met 9 jaar in Nederland wonen.

3 Achraf Bouazoun Achraf is 21 jaar, woont thuis en heeft 3 broers en 1 zusje. Hij doet ‘producties’, schrijft muziek, zingt, rapt, danst, wil in de toekomst eigen label . Bijbaan betaald dansen en andere betaalde opdrachten zoals bijvoorbeeld zingen. Studeert media entertainment management (HBO opleiding, Haarlem). Kan en wil van alles, maar er komt nog niet veel van terecht.

4 Maryam Bouataouan Maryam is 23 jaar woont thuis samen met haar ouders en haar jongere zusje. Haar 3 broers en twee oudere zussen zijn het huis uit. Zij is de zesde van zeven kinderen. Ze draagt geen hoofddoek. Studeert ook media entertainment management (hbo opleiding). Versterkt Noura op traditie. Ze doet wat wordt voorgeschreven en laat zich leven door de tradities. Traditie staat eigen denken in de weg.

5 Marukh Pirbux Marukh.(19) Studeert management aan een MBO in Zaandam en zit in het tweede jaar. In de toekomst wil ze graag naar de school van journalistiek (HBO) in Zwolle. Haar hobby is schrijven en 1 keer in de week doet ze aan vechtsport. Ze heeft 1 broer en 3 zusjes en komt uit een Pakistaanse familie. Ze heeft 3 jaar in het weekend gewerkt bij de Zeeman (van 15 tot 19 jaar) nu werkt ze (onbetaald) aan haar boek. Hard voor zichzelf. Ze leeft in een klein wereldje, want ze mag weinig van haar ouders. Ze draagt een hoofddoek.

Accepteren en romantiseren van traditie: Geloven is niet zozeer het probleem, afgaand op ons interviewmateriaal. Het gaat om traditie en daarbij staat telkens de positie van vrouwen als moeder en van vrouwelijkheid centraal. Niet naar de moskee gaan als jongere, is geen enorm drama. Seks voor het huwelijk voor een meisje wel. Maryam over vrouwelijkheid:

En afgezien van het lekkere eten mooie jurken die we bij feesten aan mogen doen en dat een

vrouw op het voetstuk wordt gelegd. Dat ze echt wordt gewaardeerd en dat vind ik wel wat

hebben. Ja in de zin van je bent echt een pareltje iedereen geeft om je. Het is zo dat dat

jongens af en toe worden voorgetrokken. Ze zeggen wel eens: oh die jongen heeft meer

Page 14: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

14

vrijheid, maar zo zie ik het helemaal niet. Ik vind dat het meisje zeg maar wordt beschermd in

de zin van we willen dat jou niks slecht overkomt. Een jongen weet (zich) op de een of andere

manier altijd wel te redden. De jongen is sterk. …. Enne jongen klingt heel stom eigenlijk, dus

als een meisje, als ouders heel voorzichtig zijn dan denk ik van het heeft wel iets moois, want

ze geven om je en je bent net porselein weet je wel. Je bent breekbaar en vandaar..dus. Maar

misschien heeft het ook wel met religie te maken. Dat de vrouw is iets moois zeg maar en daar

moet je gewoon heel .. In de koran is niet voor niets een ode aan de vrouw geweid. Dus de

vrouw is.. het is een prachtig stuk, daar moet gewoon heel voorzichtig mee omgaan. Vandaar

dat de ouders misschien altijd over overbezorgd zijn over .. maar dat is iets moois. Ja, nee

beschermen is niet zo in de zin van je mag niet buiten lopen. Beschermd is meer in de zin van

je bent een dame, je weet je hebt je eer, je kent je grenzen, je weet dat ze van je houden, laten

we dat zo houden. Je bent een slimme meid laat daar niemand misbruik van maken. Dus een

jongen krijgt dat ook, maar minder een jongen ja die weet zich altijd wel..ja ik weet het niet

hoe ik het moet uitleggen, maar die jongen die weet zich altijd wel ergens uit te lullen of

zichzelf te redden in de wilde weide gevaarlijke wereld en een meisje misschien toch iets

minder. Ik denk dat dat toch misschien de achterliggende gedachte is, maar niet zo zeer in de

zin van je mag niks oh het is buiten zo gevaarlijk blijf maar lekker binnen. Nee, nee niet. Ik

heb gewoon alle vrijheid van mijn ouders en je bent een dame en ja .. Weet je wel je hebt je

eer en die staat hoog en zo zijn alle meiden in mijn omgeving zo opgevoed en die ervaren het

zeg maar als iets ….als iets bijzonders, ja). (p. 18) Mimoun over samen eten, maar eigenlijk over zijn moeder:

Bij ons doen we alles wel samen ja. Zeg maar eten ook en dat soort dingen. We eten meestal

rond een uur of zeven, maar als ik bijvoorbeeld om half negen thuiskom, dan wachten ze

gewoon met het eten met z’n allen. Dan eten we om half 9. Het is niet zo dat wij dat voor ons

wat wordt achtergelaten. Dat is gewoon omdat mijn moeder het fijn vindt om met z’n allen te

eten. (p.25) Romantiseren en accepteren lopen ook weer in elkaar over. Mimoun nog een keer over zijn moeder:

Bij hun (de ouders) is alles Gods wil. Mijn moeder was een tijdje ernstig ziek geweest. Ik vind

het echt verschrikkelijk om te zien, maar ja mijn moeder die, ja dat is wat god wil. Dat soort

dingetjes weet je wel. Hun zien, leggen alles in de handen van god. Dat het haar moet

overkomen. Ze zegt dat is allemaal Gods wil. Daar kan zij niks aan doen. Daar heeft zij dan

vrede mee. (p. 22) En natuurlijk leidt het priviligeren van traditie en religie ook tot enige kritiek. Dan is het blikveld ook veel breder dan alleen de positie van vrouwen. Meestal wordt kritiek, zoals hieronder, verpakt in uitleg. Noura:

Jullie praten allemaal zo luchtig aan tafel, kom op. Je kunt ook gewoon dieper op

onderwerpen ingaan en dergelijke. Bij ons is gewoon als er bezoek is, dan heb je gewoon

bepaalde grenzen eigenlijk. Je hebt gewoon onderwerpen en je kan praten wat je wil, maar

zodra het te persoonlijk gaat worden, dan zeg je, weet je, dan kap je het gewoon af en zoek je

een ander onderwerp. Wij zijn toch meer van je bespaart anderen je leed om het zo maar te

zeggen. (p. 33) … nee, nee, nee het verhaal nee je kan altijd zeg maar, het is meer dat je

persoonlijke familieproblemen, als je dan bijvoorbeeld als je bezoek hebt, is de tijd voor je

bezoek. Dat je aan tafel niet gaat praten over, weet je, van ik heb het moeilijk op m’n werk en

van: kan ontslagen worden. Die trauma en stressverhalen, weet je wel. Dat soort onderwerpen

moet je gewoon vermijden. De zwaardere onderwerpen worden gewoon vermeden eigenlijk.

Dat zijn dingen die tussen vier muren horen te blijven en daartussen ook worden besproken en

niet buiten die vier. Ik bedoel... (p. 34) …. De gasten komen bij jou om jouw plezier zeg maar

en die ga je niet belasten met jouw leven. ... Je gaat leuke vragen stellen zeg maar. De gast

komt naar je toe. Jij moet gewoon op en top kunnen verwennen en alles geven wat ze willen.

Page 15: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

15

Weet je wel: gast staat op nummer 1. Maar je gaat ze zeker niet lastig vallen. Dat doe je zeker

niet. (p. 36)

Ontkennen van verschil: Aangekeken worden op ‘anders zijn’ doet zeer. Het liefst zouden onze informanten dan ook als ‘gewoon hetzelfde’ worden gezien, met misschien een klein extraatje, zoals iedereen wel iets eigens of bijzonders heeft. Achraf

Veel mensen die vragen ja wat voel je je meer Marokkaans of Nederlands. Dat is geen vraag,

daar kun je niks op antwoorden. Ik zie deze identiteit als echt de eerste identiteit is al sowieso

wereldburger, mijn tweede identiteit is artiest. (p. 38) Marukh:

Ik vind het wel jammer dat je soms ergens niet wordt aangenomen, omdat je een hoofddoekje

draagt, want wat zegt een hoofddoek over jou? Alleen dat je dat geloof voortbrengt voor de

rest niet. Iedereen moet er vrij over kunnen denken ieder mag vrij zijn. Ieder is gewoon vrij om

zijn eigen geloof uit te kiezen. En als je dan ergens wordt tegengehouden dan moet je je eigen

beroep opgeven alleen maar omdat je een bepaald geloof hebt eigenlijk. (p.28) Mimoun:

Altijd als je ergens komt dat ik een extra stapje moet zetten vergeleken met iemand anders die

nieuw is. Ja je ziet dat overal zie je dat bij stage bij voetbal. nou bij werken als je ergens

nieuw bent het is toch van misschien hebben ze een idee over de gemiddelde Marokkaanse

jongen dus daar zetten ze je gewoon in. Ik bedoel je wordt gewoon in een hokje geplaatst en

dan zien ze dat je toch wel op tijd komt altijd. Begrijp je…bij wijze van spreken en dat valt ze

dan op en dan krijg je daar een compliment voor terwijl die ander die altijd op tijd komt daar

wordt niks over gezegd.’ (p. 6)

Ik bedoel ik heb heel veel sollicitatiebrieven verstuurd voor school stage en ik heb heel veel

gewoon nee gekregen, maar ik weet niet of dat dan te maken heeft met m’n naam. Dat is ook

niet zozeer racisme.’t Is wel vooroordelen. (Mijn naam) is wel een mond vol. Misschien kijken

ze daar een beetje tegen op. Maar dan heb ik gewoon denk ik een brief die net zo goed is als

dan andere studiegenoot. Ja en die wordt dan misschien wel aangenomen. Ik weet niet of dat

racisme is. Ik wil niet meteen zeggen want dan ga je je gelijk verschuilen achter dingen. (p.

44)

Ik zou eigenlijk eerlijk gezegd nooit weg kunnen uit Nederland. Ik heb natuurlijk nergens

anders ervaren, maar over het algemeen heb ik hier echt plezier. Ik voel me fijn hier. Heerlijk

land om te wonen en te leven. Dus ja mijn ouders die plannen hun hele dag om het gebed

heen. (p. 35) Mimoun is een ‘gewone Hollandse jongen’: hij voetbalt, hij doet een studie, heeft een Nederlandse vriendin. Hij heeft een leuk leven. Dat hij ouders heeft die heel gelovig zijn, en een achternaam met een groot aantal klinkers erin, dat zou er, wat hem betreft gewoon niet toe moeten doen.

Onderhandelen Ontkennen van verschil loopt regelmatig bijna naadloos over in onderhandelen over dat kleine beetje anders, dat beetje extra. Meestal is dat het geloof. Zo wordt Maryam gevraagd tot welke cultuur ze zichzelf vindt horen?

Page 16: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

16

Toch wel tot de Nederlandse cultuur. Ja, ik ben wat dat betreft ..ik kan heel traditioneel zijn,

maar qua denkwijze ben ik denk ik afgezien van mijn religieuze denkwijze ben ik op en top

Hollands van op tijd aanwezig zijn, je dingen goed regelen, afspraken nakomen weet je wel.

Dat betreft ben ik gewoon echt op en top Hollands. Met mijn religieuze denkwijze een

combinatie van Marokkaanse en… dat zie dan ook weer terug. Met het eten, de kledij is dat

eigenlijk het enige. (p. 19). Onderhandelen maakt ook een belangrijk deel uit van het persoonlijk leven van onze schrijversgroep. Zo vertelt Mimoun ‘….dat je je wilt bewijzen tegenover ja gewoon tegenover

iedereen. Tegenover je ouders en tegenover de buitenwereld, dat je het wel kan. Dat soort

dingen’ (p. 5) Het ideaal is dan om je leven zo te organiseren dat je ‘the best of both worlds’ hebt. Zoals Mimoun het vertelt: ‘Marokkaanse jongeren zag ik wel eens in het weekend in de

Moskee en Nederlandse jongeren zag ik op school. En Surinaamse jongens zag ik bij

voetbalclub. Zo ging ik met iedereen om.’(p. 19) Achraf

Er zijn verschillende mensen die er anders naar kijken die heel veel Marokkanen in

slachtofferrol proberen te plaatsen die zeggen: ja ik voel me geen Nederlander, en

geen Marokkaan in Marokko. Dus wat ben ik nou? En je hebt mensen die daar

helemaal geen zorgen over maken, die gewoon doen wat ze moeten doen. Die een

opleiding hebben die ja gewoon die zichzelf evenveel waard vinden als de rest van de

personen in Nederland. Dus die zich niet per se achtergesteld voelen. (p. 4) Later zegt hij:

Het is alsof je in twee werelden leeft eigenlijk. Een wereld waarin je je steeds moet

aanpassen als het ware, want als ik met Nederlanders omga moet ik hun humor

hebben als het ware en het is niet dezelfde humor als de humor waarom je lacht met

familie als het ware. Je zit in een heel andere… dat is weer berbers. (Achraf, p. 17). En verderop beweert hij:

Ik heb een hele brede opvatting. Want ik ben een moslim, zo ben ik geboren, zo ben ik

opgevoed, maar gelijkertijd ben ik eigenlijk ook een beetje een agnost, want ik zie het

boek meer als…. Ik heb het boek niet eens gelezen zoals heel veel jongeren die zeggen

dat ze geloven. …Ik geloof niet zo zeer in de god zoals die wordt beschreven zoals het

wordt verteld dat je d´r in moet geloven. Ik zie het meer als de, ik kijk veel verder dan

dat. Ik wil, ik ben meer geïnteresseerd in het begin van het universum dan uh dan ja de

verhalen die worden verteld, want ja als als ik bijvoorbeeld een vergelijking moet

maken bijvoorbeeld als ik het verhaal van Adam en Eva voorgeschoteld krijg,

vergelijk naast het verhaal van de evolutietheorie dan weet ik m’n keuze al gemaakt,

zeg maar. Ik ga voor de evolutietheorie. Ik vind dat de meest aannemelijke theorie in

dit geval. Dus ik neem het geloof niet zo serieus als de meeste mensen en ja de

persoon, zo is het eigenlijk zo gegaan. Ik ben. maar dat is ook weer iets wat in de

basisschool is ontwikkeld. Ik was altijd al geïnteresseerd in de wetenschap. (p. 30) Hoe goed je ook kunt worden in onderhandelen, het lukt niet altijd om iedereen en alles tevreden te houden. Marukh:

uh, daarvoor zag mijn weekend eruit, moest gewoon zaterdag, zondag werken, maar ik

heb ontslag genomen, dus nou is het een beetje verschillend, want meestal maak ik

Page 17: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

17

m´n huiswerk wat ik maandag moet inleveren. En ik werk een beetje verder aan mijn

boek. En school gaat voor. Dat is het begin van de carrière eigenlijk. (p. 5, 6)

Ze klinkt dan als een gewone tiener. Net als Maryam als ze verteld dat haar ouders haar allebei hebben gesteund in het doen van een goede opleiding (p. 19) Of Mimoun als hij vertelt dat ze ‘allemaal onder de kont zijn geschopt’ door hun vader omdat die leren zo belangrijk vond (p. 23). De verplichting aan hun ouders is een terugkerend thema, dat door alle drie de vrouwen bovendien wordt beklonken in hun gelovig zijn. Zoals Maryam zegt:

Zonder geloof, zonder geloof ben ik persoonlijk nergens. ’t Is, ik neem het overal mee. Van

simpele dingen zoals bijvoorbeeld geen alcohol drinken tot geen salami op mijn boterham tot

uh ja ..tot alles eigenlijk. Ja het is echt een levensovertuiging. Levenswijs..ik denk dat ik

zonder mijn geloof misschien wel iemand anders was geweest, denk ik. (p. 7).

Of Marukh: Ik ben er heel erg blij om dat ik moslim ben eigenlijk. Maar dat zou toch iedereen eigenlijk wel

zijn? Omdat hij geboren is bouwt hij voort of zij voort, nou ja het is gewoon een hele invulling

in mijn leven. (p. 35 Het contact met de vijf geïnterviewde schrijvers, met de verschillende andere schrijvers die kortere tijd deel uitmaakten van het team, met onze stagiaire die hielp het project opzetten bevestigen allemaal dat voor deze jongeren een Marokkaans-Nederlandse identiteit helemaal niet eenduidig is. Hoewel ze delen dat ze geen van allen in de verwachting leven dat ze ‘entitled’ zijn, dat ze een automatisch recht hebben op steun, vertrouwen, respect, een kans, zijn er duidelijk verschillende vrijheidsgraden en verschillen in geloofsbeleving. Ze delen dat onderhandelen en bemiddelen altijd aan de orde van de dag zijn, of het nu gaat om je gelovige ouders of om bevooroordeelde Hollanders; om je opleiding en de baan die je er naast doet om geld te verdienen. Ze leven voortdurend in twee werelden. Waarom komen ze daar niet tegen in verzet? Een deel van een antwoord op die vraag menen we te vinden in het fictiemateriaal, waarin personages zijn geschapen die duidelijk minder verscheurd leven dan onze informanten.

Het fictiemateriaal: de bijdrage van narratieve analyse aan de etnografie

We begonnen voor ons gevoel iets te begrijpen van onze schrijvers toen we zochten naar een verklaring waarom Intissar, de heldin van het verhaal maar niet echt tot leven komt. Het etnografisch materiaal toont ons een groep ervaren onderhandelaars, die met ons, net als met alle andere partijen in hun leven onderhandelden. Het was belangrijk dat we begrepen hoe ze zich niet als slachtoffers willen profileren (Mimoun: p. 5 ‘….dat je je wilt bewijzen tegenover

iedereen, tegenover je ouders en tegenover de buitenwereld, dat jet het wel kan. Dat soort

dingen’), maar het werd ook duidelijk dat ze nooit in de verwachting leven dat het leven ook een glijbaan kan zijn. Je moet altijd opletten, jezelf bewijzen, positie kiezen, een enkele keer kan je wat zendingswerk doen en proberen duidelijk te maken dat islamitische culturele codes niet alleen waarde hebben maar ook charme. Met ons werd ook onderhandeld, bijvoorbeeld over hoeveel we nu precies van de schrijvers konden vragen. Regelmatig kwamen schrijvers niet opdagen, en werd er niet van te voren afgemeld. Dat betekent minimaal dat er weinig reden is te denken dat onze informanten in de interviews het achterste van hun tong laten zien. De overige ontmoetingen en contacten stonden in het teken van een werkrelaties. Weliswaar was het werk op vrijwilligersbasis maar ook daar was geen sprake van een (semi)vriendschapsrelatie maar van een verplichting en een uitdaging.

Page 18: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

18

Het fictiemateriaal is daarom een belangrijke aanvulling. We hebben kernprincipes van narratieve analyse gebruikt om met name te kijken naar hoe de personages zijn opgebouwd en de posities die ze hebben gekregen ten opzichte van elkaar. Daarnaast verdient de invulling van de implied author en het implied audience (Zie Kozloff, 1992) hier aandacht. Narratieve analyse behandelen we hier overigens niet uitgebreid. Het gaat ons nu om een verkenning van wat dat zou kunnen oplevert. Wat vanuit dat perspectief voor de hoofdpersonen opvalt zijn simpelweg twee dingen op: Intissar is bijna een heilige, een stap fout zal ze niet zetten. Ze wordt aangevuld door haar tegenpool en vriendin Sara die stoer is, over de schreef gaat en lak heeft aan de strenge regels die binnen de islamitische gemeenschap gelden voor jonge vrouwen. Nou ja, maagd blijft ze wat de schrijvers betreft wel. Intissar’s perfectie spiegelt een onhoudbaar traditioneel droombeeld van hoe vrouwen zouden moeten zijn. Tegen de klippen op is er in de serie een onmogelijk ideaal gebouwd. Dat kon, en dat is een tweede belangrijk inzicht, door Sara half Marokkaans-half Nederlands te maken. Ze staat letterlijk half buiten de gemeenschap. Haar eventuele wangedrag kan de gemeenschap niet schaden. Haar eventuele heldendaden kunnen altijd nog worden geclaimd via Intissar. De held en haar helper zijn zo ingericht dat de gemeenschap daar alleen maar voordeel van kan hebben. Er is nog een derde inzicht dat aandacht verdient en dat gaat over het inrichten van traditionele mannelijkheid via Hassan, Intissar’s vader. Over Intissar en over Hassan is veel onderhandeld. Niet verbazingwekkend in het licht van het interviewmateriaal. Ouders, hun verwachtingen, hun steun, hun geloof, ze zijn tegelijkertijd een blok aan het been van deze jongeren om echt ‘gewoon’ te kunnen zijn en ze zijn degenen aan wie ze onverkort respect verschuldigd zijn. Uit veel van het interviewmateriaal spreekt naast respect ook liefde, bijvoorbeeld in de citaten van Achraf en Mimoun, of in hoe Marukh over haar moeder praat.

Intissar:

Ze is een meisje dat in Amsterdam-West woont. Ze wil graag voetballen en gaat dat ook doen

maar ze houdt het geheim voor haar ouders omdat ze denkt dat haar vader, Hassan, het niet

goed zal vinden en dat vindt hij dan ook niet als hij erachter komt. Ze heeft een goede

vriendin Sara, en op school gaat ze ondermeer om met Faysal.

In onze beleving is Intissar een product van twee culturen: ze leeft in een hoge mate van respect voor haar vader en heeft tegelijkertijd de wens om een geëmancipeerd leven te leiden en net zoals andere meiden te kunnen voetballen. Ze doet dan misschien iets stiekem maar ze heeft, vanuit ons perspectief, goede redenen om dat te doen. Bovendien: voetballen is nu niet de ergste manier om tegen je ouders te rebelleren, hoe heimelijk ook: drugs en seks zijn duidelijker erger en ook voorstelbare opties. Zo lag het niet voor de schrijvers. Gevoelige issues worden ver van Intissar gehouden. Ze is braaf, hardwerkend en ambitieus. Ze heeft het probleem dat ze wil voetballen maar verder heeft ze geen (last van) gevoelens die meiden van die leeftijd zouden moeten hebben. Ze ervaart geen enkele ander verleiding. Faysal is verliefd op haar, maar zij wordt neergezet als iemand die hem ziet als een broer, een goede vriend, een sulletje. Schrijfster Noura verwoordt het zo, als ze Intissar’s ‘backstory’ schrijft (vanuit het perspectief van het personage):

“Faysal was het soort jongen waar ik als meisje gek op was, maar als vriend en niets meer. …

Helaas was Faysal niet mijn type, een beetje gezet en een lief koppie met puppie ogen…. Je

Page 19: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

19

voelt je altijd beschermd en vertrouwd bij hem in de buurt: het gevoel dat je hoor te hebben bij

een broer (bsIL-10, Noura, 2007)

Faysal wordt hier neergezet als ongevaarlijk, nooit een bedreiging voor de zielenrust van hoofdpersoon. Ook later in het schrijfproces, wordt Intissar vrijgehouden van verwarrende gevoelens die haar van het rechte pad af zouden kunnen helpen. In de laatste karakterbeschrijvingen voor de cast (in november 2008), worden lijstjes ingevuld uit een checklist van scenarioschrijver Rogier Proper (uit Kill your Darlings, 2007). De vetgedrukte vragen zijn uit het boek. Dit lijstje, en het lijstje voor Sara dat hieronder nog volgt, werden in 2008 gemaakt.

Wat wil het personage in het leven? Wat is zijn doel en grootste ambitie

(maatschappelijke carrière) En wat wil hij in dit verhaal bereiken: - Intissar wil door alle groepen in haar omgeving geaccepteerd worden zoals zij is, met

haar kwaliteiten en tekortkomingen. Intissar wil haar gang kunnen gaan, doen waar zij in uitblinkt zonder met schuldgevoelens jegens ouders, familie, vrienden of teamgenoten opgezadeld te worden. Haar keus moet gerespecteerd worden en daar gaat zij voor vechten. Haar grootste ambitie is om deel te nemen aan een damesvoetbalteam, dit met goedkeuring en als het even kan aanmoediging van haar familie. Haar drive is haar voornemen om iedereen te laten zien dat voor een Nederlandse Marokkaanse alles haalbaar is, als je je er maar voor inzet en lef toont.

- Welke gebeurtenissen of situatie van het personage hebben zijn of haar karakter voor een belangrijk deel mede bepaald? En welke invloed had/heeft dat dan: Gezinssituatie. Doordat zij opgegroeid is in een gezin waarbij beide ouders tot de tweede generatie allochtonen behoren en de kinderen op straat en school de Nederlandse cultuur meekrijgen is het voor haar schipperen tussen deze twee culturen. Elke keus wordt beïnvloed door haar achtergrond. Kan het? Wordt het geaccepteerd? Vinden ze het op school niet vreemd als ik dit doe? Hoe zullen ze thuis opkijken als ik dat doe? Constant bezig rekening te houden met anderen en hen tevreden te houden, waardoor eigen wil en belang op de tweede plaats komt.

- Hoe is het seksuele leven van het personage: Passief (!) Hilarisch was de uitwisseling (mei 2008) tussen Dick en de schrijvers over het verder opbouwen van Intissar als spannend personage. In de groep ontstond het idee dat Intissar al voetballend, ontdekt zou worden als model. Dick associeert door en ziet voor zich hoe vader Hassan uit het raam kijkt en Intissar als lingeriemodel meer dan levensgroot voorbij ziet komen als reclame op een vrachtauto. Zeg maar zoals Sex and the City’s Carrie Bradshaw in de trailer van die serie. De schrijvers kwamen niet meer bij van het lachen. Model kon Intissar nog wel worden, maar lingeriemodel, dat was natuurlijk te absurd voor woorden. (Zie hierover verder bijlage 1: gedeelte uit transcript bijeenkomst Dick en Christa met de

schrijvers, 7 mei 2008)

Anissa, het weggelopen jongere zusje van Intissar krijgt de modellencarrière uiteindelijk toegeschoven. Sara, Intissar’s vriendin, en opponent in de structuur van het verhaal krijgt ook een ruimere actieradius. Ze is actief, brutaal, stoer en probeert dingen uit op seksueel gebied: - Doel en grootste ambitie in het leven. En wat wil zij in dit verhaal bereiken? - Sara kan heel goed zingen, maar zelf heeft ze er niet echt interesse in. Ze heeft geen

ambitie en wil er ook niks mee. Veel mensen moedigen haar aan om er wat mee te doen, maar hier luistert ze niet naar. Dit zorgt ook wel enigszins voor spanningen tussen haar en Intissar. Intissar wil namelijk graag doorbreken in de showbizz, maar dit gaat niet even

Page 20: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

20

makkelijk, terwijl het in haar ogen lijkt, dat Sara altijd in de belangstelling ervoor staat, zeg maar. Stiekem is Intissar jaloers. In het verhaal wil ze vooral doorbreken in de sport samen met haar vriendin Intissar. Ze weet dat Intissar heel goed is in de te beoefenen sport en wil ook heel graag dat zij doorbreekt. Ze wil koste wat het kost Intissar overtuigen dat ze door moet gaan en zet haar zelfs aan te liegen tegen haar ouders.

- Seksuele leven: Doet er stoer over, maar heeft nog niks gedaan. Ze gaat met jongens in de competitie, woordengevechten. Ook op de vuist als dat zo uitkomt. Wil eigenlijk graag een vriendje en alles ontdekken. Ze voelt zich eigenlijk heel onzeker door de manier hoe ze eruit ziet. Ze bluft dit weg. (Misschien een idee dat ze zeg maar op iemand valt met wie Intissar close is of dat ze beiden op dezelfde jongen vallen?)

- Gebeurtenissen of situaties die het karakter voor een belangrijk deel mede hebben

bepaald en de invloed daarvan op het leven: De situatie dat ze in een multiculti-gezin woont. Haar moeder is Marokkaans en haar vader is Nederlands. Mede door dit is haar karakter bepaald: Ze is doorzettend en vastbesloten om te laten zien dat ook in de huidige maatschappij er ‘allochtonen’ van de tweede generatie iets kunnen maken van hun leven. Tevens wil ze laten zien dat er wel degelijk goede omgang kan bestaan tussen allochtonen en niet-allochtonen. Kijk maar naar haar ouders. Ze heeft vechtlust. Ze is Nederlandse, maar verdedigt ook het Marokkaanse als The best of the World. Door de vaak negatieve visies op allochtonen heeft zij juist het karakter om doorzettend/vastbesloten en koppig te zijn..

Intissar is heilig, zoveel is duidelijk, zeker in vergelijking met Sara. Achter Intissar staat Noura, haar schrijfster. Op punten verstrengelen zich hun levens. Intissar mag geen fouten maken omdat haar vader er alles voor over had om zijn gezin een goed leven te geven (zoals ook Noura’s vader). Intissar en ook Noura, dragen de tragiek van de migrantengeschiedenis. Zij hebben niet zelf besloten om een land achter te laten, om vanzelfsprekendheid over wie je bent te verliezen, niet te werken vanuit je kwaliteiten maar om alles aan te pakken wat maar wat verdient, om alles over te hebben voor een goede toekomst van je kinderen, en zelf te verdwijnen. De 2e en 3e generatie voelen een torenhoge schuld en hebben de morele plicht die schuld in te lossen. Ze worden geleefd door de dromen en de frustraties van hun ouders en grootouders. In het neerzetten van een perfecte jonge vrouw, lost Noura een deel van die schuld in. Door die jonge vrouw een legitieme wens mee te geven om haar talenten als sporter te verzilveren, maakt ze ook iets duidelijk naar diezelfde ouders. Raakten we eerder ook nog wel eens geïrriteerd, hier ontroert het project ook. Een rasonderhandelaar stelt hier een superdeal voor en droomt. Zou het kunnen: having your cake and eating it? De schrijvers verwachten niet echt dat het mogelijk is. Hier is wat Mimoun schrijft over Intissar’s vader, Hassan, in zijn backstory voor het personage:

“Hassan ging naar Tanger waar enkele familieleden van hem woonden. Hij vond een redelijk

betaalde baan, als kelner in een hotel vlak bij de haven van Tanger. Hij sliep samen met de

andere kelners beneden in de kelder. Het stelde niet veel voor, maar hij hoefde dat ook geen

huur te betalen. Hij werkte zeven dagen in de week en stuurde elke maand wat geld naar zijn

familie in El Hoceima (bsHA-21)”

En als Noura schrijft over Intissar’s moeder, Khadija, komen we ook weer terug bij Hassan die al zoveel heeft gegeven dat hij niet meer een erg flexibele mens kan zijn. In Intissar’s voetspoor is Khadija begonnen met meer bewegen. Hassan ervaart het als een opstand van zijn vrouwvolk, diegenen waarvoor hij weer zijn frustraties en opofferingen heeft belegd:

Page 21: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

21

“Hassan verbiedt Intissar nog te voetballen omdat het haar schuld is dat haar moeder zich zo

‘losbandig’gedraagt (bsKL-13)”

Hassan’s backstory wilden Noura en de andere meiden niet schrijven. Dat was, wat hen betreft, een serieuze klus, en één voor de mannen. Al was het alleen maar uit respect voor het personage. Hicham, het vervelende broertje van Intissar dat haar chanteert en er uiteindelijk bij lapt, wilden ze overigens graag schrijven. Wraak op controlerende jonge mannen in hun omgeving klinkt duidelijk door in het genoegen dat ze erin scheppen om van hem een echt lullig kereltje te maken. Zo niet als het gaat om de respectabele Hassan.

Hassan

Hassan is de drager van traditionele en eigenlijk achterhaalde mannelijkheid en daarmee een focus voor de onverwerkte pijn van het migrant zijn. Voor de schrijvers is hij ook een held. Hij wordt door Mimoun geschetst als een man die extreem hard werkt, voor zijn gezin en kinderen geld verdient en wie dat ook lukt. Hij wordt weliswaar geveld door een hartaanval (hoe kan het anders als je je helemaal kapot werkt) maar komt vervolgens ook weer aan een nieuwe, rustiger baan, als conciërge. Tot ergernis van Hicham die het vreselijk vindt zijn vader op zijn eigen school tegen te moeten komen. Mimoun schrijft over Hassan

“Streng, traditionele, gesloten, onzeker, behoudend, teruggetrokken en tevreden met het leven

dat hij leidt. Is blij met zijn vertrouwde leven. Heeft weinig sociale contacten, zowel op zijn werk

als in de moskee. Zit sinds zijn hartinfarct veel voor de televisie. Hecht veel waarde aan cultuur

en geloof. Is geen tegenstand gewend en geen discussies. Gaat problemen uit de weg of wil er

niet over praten. Hassan is een traditionele Marokkaanse man en heeft veel moeite met de

Nederlandse cultuur. Hij wil dat zijn kinderen allemaal de Marokkaanse cultuur blijven volgen

en doet dan ook heel erg zijn best om ze de traditionele Marokkaanse normen en waarden bij te

brengen (bsHA-38).

“Volgens zijn normen en waarden werd hij pas echt zelfstandig als hij was getrouwd en zijn

familienaam kon voortzetten. (bsHA-38)”

“Hassan leefde met het idee dat hij naar Nederland was gekomen om geld te verdienen en na

verloop van tijd weer terug te keren naar zijn vaderland. Dus zich verdiepen in de identiteit van

de Nederlander was eigenlijk niet aan de orde. Hassan vulde zijn dagen in met hard werken en

zijn vrije tijd met eigen landgenoten in de moskee (bsHA-38).”

“Hassan raakt na 32 jaar hard werken arbeidsongeschikt. Door een hartinfarct mocht hij niet

meer werken. Bijna drie jaar heeft Hassan uit verveling veel voor de televisie gehangen. Dit

wisselde hij af met het doen van de boodschappen en zijn dagelijkse uitstapjes naar de moskee

(bsHA-38)”

Net zoals de verschillen tussen Intissar en Sara worden uitgebuit door de schrijvers, wordt Faysal, bevriend met de meiden en een schoolgenoot, geschetst als tegenhanger en aanvulling op Hassan. Hoewel Faysal er als personage wel wat onder lijdt dat Intissar hem helemaal niet spannend vindt, is hij ook een dappere vent die een droom heeft, namelijk journalist worden. Net als Hassan wordt hij geconfronteerd met de verwachtingen vanuit de gemeenschap aan een (jonge) man. Hij moet het beter gaan doen dan zijn vader, die net zo goed niet zijn eigen wensen en dromen mocht hebben. Hij moet advocaat of dokter worden, en niet zoiets als journalist, waar geen droog brood in valt te verdienen, en dat geen status heeft. In Faysal vindt

Page 22: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

22

de schrijversgroep een jonge man die op het punt staat te breken met de regels vanuit de gemeenschap, juist om iets heel goeds voor diezelfde gemeenschap te doen. Net zoals Hassan deed wat er van hem verwacht werd, maar naar eigen inzicht, zo wil Faysal dat doen, ook al begrijpen zijn ouders en de gemeenschap dat niet goed. Waar Sara, het andere licht-rebellerende personage een uitzonderingspositie krijgt door haar half Marokkaans-half Nederlands te maken, krijgt Faysal een camera. Hij kan zich erachter verschuilen, hij kan zich er mee verzetten tegen de verwachtingen van zijn ouders en hij kan er de gemeenschap een enorme dienst mee bewijzen door op een gemeenschap-eigen manier Marokkaans-Nederlandse issues te belichten. Wat heet, hij kan om het even welk onderwerp belichten vanuit een open maar Marokkaans-Nederlands perspectief. Al brainstormend (2008) komt de groep op de volgende eigenschappen en eigenaardigheden voor Faysal:

Faysal is verliefd op Intissar en op iedereen Durft niks met meisjes, verlegen, kan geen stap verzetten. Maatschappelijk betrokken, wil media en journalistiek in Een soort Markoush (grapje?) Als iemand in de gemeenschap iets fout doet, gaat hij erop wijzen. Is niet echt verlegen, alleen op meisjes. Hij zet de camera ertussen, dat is de manier waarop hij contact durft te maken, als excuus om met Intissar te praten. Hij doet HAVO, zijn ouders willen dat hij rechten gaat doen, advocaat wordt of ander beroep met status. Geen straatjongen, wel een jongen die de straat filmt in Geuzenveld. Multicultureel Op zoek naar nieuws op straat. Hij trapt niet tegen mensen aan, maar legt het vast. Bibliotheek; Homepages maken voor andere mensen; de schoolkrant; werken in de videotheek (Sloterplas); filmfreak, kijkt oude klassiekers, weet alles over films; Als hij is afgewezen voor een baantje, zit hij er een week mee, zich afvragend wat hij verkeerd heeft gedaan. Door filmen komt hij soms in de problemen. Twee jongens stelen een scooter en hij filmt dat toevallig. Hij vindt het soms laf van zichzelf dat hij niets durft te zeggen en het filmt of schrijft. Hij praat via de camera, de camera is zijn leven. (misschien had hij als kind als eerste een casette recorder en is het zo begonnen). Hij filmt omdat hij zich soms zo machteloos voelt om dingen te kunnen veranderen. Een stem verdrinkt, maar beelden verdrinken niet. Alle issues in de maatschappij spreken hem aan. Hij wil zo graag dingen veranderen. Heeft thuis niks te zeggen. De camera is zijn uitlaatklep. Zijn grootouders waren van de eerste generatie en hebben altijd hard gewerkt. Zijn vader moet waarmaken wat diens vader niet heeft gekund. En nu eist hij dat van Faysal. Faysal is na de dood van zijn geliefde opa heel vaak alleen thuis. Sleutelkind. Misschien is er een journalist in de familie geweest die is ontvoerd en vermoord.

Faysal dient de gemeenschap, maar op zijn eigen termen. In zijn verlegenheid is hij de tegenhanger van de stereotiepe ‘slechte’ Marokkaanse jongen die op straat hangt, bendelid is of een lover boy. Net als in het geval van Intissar een staaltje hardop dromen, maar nu over ideale mannelijkheid, die net als Intissar’s vrouwelijkheid zo veel als maar kan aseksueel is. Omdat Faysal een jongen is, en, zoals Maryam het zegt, jongens zich toch altijd wel redden, is het niet nodig om hem helemaal vrij te houden van verleidingen zoals dat voor Intissar als meisje kennelijk wel geldt.

Page 23: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

23

Terug naar de beginvragen

De centrale vraag voor deze paper is onder welke voorwaarden kunnen narratieve analyse en

media-etnografie met elkaar verbonden worden in multi-mediale projecten waarin

mediagebruikers ook optreden als mediaproducenten? Op die vraag hebben we maar ten dele een antwoord. Dat komt natuurlijk omdat ook de vragen die in het telenovelaproject als geheel een rol spelen aan de orde kwamen, daarover zo meer. Het komt ook omdat dit, wat ons betreft, een eerste stap was in het verkennen van de mogelijkheden van het combineren van een sterk historiserende en localiserende onderzoeksbenadering (etnografisch onderzoek) met een heel formele, juist ahistorische benadering, de narratologie. Die verkenning leidde bovendien langs twee sporen. In het contact met de schrijvers, onze informanten, zijn handboeken gebruikt en ingezet (zowel door Christa als door Dick) die steunen op narratologische uitgangspunten die teruggaan op Propp’s werk, begin vorige eeuw over sprookjes. Naast sprookjes zijn mythes de andere veronderstelde basisvorm voor alle verhalen. Hoewel er ook kritische beschouwingen zijn die vraagtekens zetten bij de hardheid en rigiditeit van deze inzichten (zie bijvoorbeeld Martin, 1986), gebruiken de handboeken ze juist om orde te scheppen en duidelijke handreikingen te doen. Het tweede spoor was het terugzoeken van verhaalstructuren in het werk van de schrijvers. Die blijken niet direct voort te vloeien uit de handboekteksten. Een goed aantal vondsten, ideeën, en spanningen tussen personages zijn ook terug te vinden in de allereerste stukken als ze net aan de gang gaan met opdrachten van Christa. Wat we dan zien is dat sommige uitgangspunten simpelweg niet werken. Karakterfouten kunnen een personage bijvoorbeeld veel spannender en uiteindelijk aantrekkelijker maken. Dat was en is geen optie voor Intissar en eigenlijk ook niet voor Faysal. Andere narratologische principes vinden we wel terug: bijvoorbeeld de manier waarop held en helper elkaar aanvullen; en de uiteindelijke overbodigheid van de helper. Afhankelijk van het genre haalt een helper het einde van het verhaal, noodzakelijk is het vrijwel nooit. Daarmee wordt duidelijk dat Intissar’s vriendin Sara onder veel ruimere vrijheidsgraden geschreven kan worden. Als we Kozloff volgen (1992) en kijken naar wie de implied author en de implied audience zijn, dan valt bijvoorbeeld in de discussie over Intissar’s modellencarrière op dat vanuit het perspectief van de Marokkaanse auteurs simpelweg ondenkbaar is dat hun Intissar voor de camera, voor geld uit de kleren zou gaan. Terwijl (zie bijlage) Dick ze uitdaagt om avontuurlijk te zijn in het verkennen van mogelijkheden, draaien ze weg in een gesprek over Intissar’s hoofddoek: droeg ze die nu wel of niet? Noura moet even zoeken voor ze het weer weet. Hoewel ze zelf een hoofddoek draagt, is het kennelijk goed verdedigbaar, ook vanuit haar perspectief dat iemand er voor kiest het niet te doen. Binnen de grenzen van de community, waarbinnen zowel de verteller als degenen aan wie verteld wordt in het verhaal zijn geplaatst, is dat kennelijk een legitieme en helemaal niet beledigende of rare discussie. De voorwaarde voor het combineren van etnografie en narratologie ligt er dan in om aan beide methoden van onderzoek recht te doen. Nu hebben we duidelijk de etnografie gepriviligeerd. Dat levert ons het volgende op. We zien in het materiaal vooral dat de schrijvers zichzelf in de interviews met Pauline neerzetten als onderhandelaars. We zien ze dat in Christa’s veldwerkaantekeningen en email correspondentie ook letterlijk doen. We herkennen en erkennen dat voortdurend onderhandelen het leven zwaar maakt. De

Page 24: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

24

narratologie is dan vervolgens, juist in zijn formalisme, een perfect middel om te zien hoe Intissar als personage vrij is gehouden. Ze is niet alleen gedroomde perfectie, die perfectie bevrijdt haar ook voor een groot deel van de noodzaak te onderhandelen. Ze voelt zich, volgens haar back story geliefd in haar vriendenkring, ze weet dat ze een goede voetballer is. Ze heeft maar één onderhandelingsterrein, en dat is thuis. Van thuis weet ze bovendien dat daar haar ouders zijn, die van haar houden. Narratologie en de handboekversie die de schrijvers hebben meegekregen heeft als doel om complexiteit overzichtelijk te maken en te structureren. Die macht, om overzichtelijkheid en structuur aan te brengen in het leven van een Marokkaans-Nederlands meisje hebben de schrijvers met plezier ter hand genomen. Al met al moeten we dan vaststellen dat deze paper leidt tot een volgende vraagstelling: aan welke voorwaarden moet worden voldaan om narratologie te gebruiken in multimediale schrijfprojecten (digital storytelling)? Aan het koppelen van etnografie en narratologie lijken verder weinig voorwaarden verbonden. Ook als we de schrijvers niet zelf de beschikking hadden gegeven over handboekteksten, dan was narratologie een nuttige tool geweest om te kijken hoe zij hun verhalen inrichten. Gegeven de huidige opzet van het project, zijn de handboekteksten, de coaching van Christa en de schrijversworkshop van Dick een manier geweest om de schrijvers een stapje dichter bij een meer professionele amateurstatus te brengen. Daarmee komen we op de dimensies en vragen die een rol spelen in het telenovelaproject in zijn geheel. Wij vinden de Verhalenrubriek spannend, de manier waarop die een kader biedt om ‘Marokkaan te zijn in Nederland’ en hoe die zelfrepresentatie er dan uit ziet waar de schrijvers zo heilig in geloven. Immers, de media maken er wat hen betreft, in het algemeen een potje van. Zelden kom je ‘echte’ Marokkanen tegen op de Nederlandse tv. Het succes van het telenovelaproject: van houtje-touwtje idealisme en vrijwilligerswerk naar, mogelijk, een echte publieke omroepproductie, brengt dit hele ‘eigen’ project in een mediawereld die tot nu toe niet veel krediet heeft verdiend in de ogen van de community. Vooralsnog vinden de schrijvers niet dat ze hun ziel aan de duivel hebben verkocht. Het vertrouwen in Dick van den Heuvel is groot. Hij is tenslotte een echte autoriteit op zijn vakgebied en ook in zijn omgang met de schrijvers ervaren ze hem als een vaderfiguur. Als wij uit beeld verdwijnen omdat we de etnografie moeten gaan afronden, zullen de verhoudingen gaan schuiven. Hoe, dat valt nog niet te zeggen. In een hybride samenwerkingsverband zullen er heldere en open verbindingslijnen, rechten en verplichtingen moeten zijn. Zo ver is het allemaal nog niet. De hoop van omroep en producent lijkt vooral te zijn dat er een organische verbinding tot stand kan worden gebracht met de grotere community. Dat een heel brede groep van kijkers contact zal zoeken en onderhouden en dat daaruit de serie gevoed kan worden. Of de schrijvers in een klankbordgroep zullen willen zitten, of iemand daar energie in wil steken om dat te onderhouden? De toekomst zal het leren. Er is wel een begin van een antwoord op onze vraag over representatie en het democratische vermogen van digital storytellingprojecten. Al met al lijken ons die mogelijkheden kleiner dan je zou verwachten. Dit is ongetwijfeld ook een veel te lang project, vergeleken met andere storytelling projecten. Het overvragen van informanten is nooit goed. Eigenaarschap realiseren in kortere projecten is ongetwijfeld de moeite waard. Aan de andere kant betekent een dergelijke keuze dat de regie en de randvoorwaarden nog veel sterker door de aanjagers van het project en de institutionele setting in de achtergrond zullen worden bepaald. Het is ook aan gebruikers van internet communities als Marokko.nl om zelf tot kleine multimediale

Page 25: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

25

projecten te komen. Voor Marokko Media is het niet slecht om wat tools ter beschikking te stellen en ruimte te maken voor multimediale bijdragen. Onze schrijvers zouden dat zeker ook leuk vinden maar uiteindelijk ook niet genoeg. Dat ze, willens en wetens, een pact aangaan met ons, en via ons met de publieke omroep, een productiebedrijf enzovoorts, heeft er alles mee te maken dat media ‘savvy’ jongeren vandaag de dag weten en voelen dat het maken van een serie één ding is, maar er ook aandacht voor krijgen een ander. Dit zijn allemaal schrijvers die veel hits scoren met de vervolgverhalen die ze maken voor de Verhalenrubriek op Marokko.nl. Om dat gevoel naar een hoger niveau te tillen, om een ‘echt’ publiek te hebben, dat is zelfs voor heel getalenteerde ‘prosumers’ niet makkelijk. Wat hebben we dan, tot slot, vooral geleerd? In de combinatie van etnografie en narratologie kregen we toegang tot een fantasiewereld waarin personages niet voortdurend hoeven onderhandelen en ook niet voortdurend in verleiding worden gebracht. Waarin je symbolisch wraak kunt nemen op vervelende kleine broertjes (waar de schrijvers in het dagelijks leven voor verantwoordelijk zijn) en waarin de macht van de vader tijdelijk symbolisch gebroken wordt als arme Hassan een hartaanval krijgt. Waarin een lichte mate van rebellie de gemeenschap niet breekt maar juist goed doet: het voetbalsucces van Intissar, de reportages van Faysal. Als buitenstaanders hebben we ook iets meer geleerd over constructies van mannelijkheid en vrouwelijkheid en ons daaraan geërgerd. Het onmogelijk zuivere droomideaal dat Intissar is, is zowel het korset dat jonge vrouwen ingesnoerd en opgesloten houdt als een parkeerplaats voor een traditionele vorm van vrouwelijkheid die niet passend is te maken in een liberale westerse maatschappij. Intissar mag geen stap fout zetten want de gemeenschap houdt vrouwen voor dat zij de dragers en mannen de hoeders van haar moraliteit zijn. Het is een fragiel pact waarin de schrijvers in ieder geval één droom zeker stellen (een bestaan waarin je niet altijd hoeft te onderhandelen, waarin je gewoon geaccepteerd zal worden omdat je perfect bent) en wangedrag uitbesteden. Tenzij het gaat om vervelende kleine broertjes. Iedereen weet dat dat krengen zijn. Literatuur Aufderheide, Patricia (1993) ‘Latin American Grassroots Video: Beyond Television.’ Public

Culture 5: 579-592. Broek, Andries van en Jos de Haan (2006) ‘Digitale contacten en integratie van allochtone jongeren’ in Jos de Haan en Christian van ’t Hof (red.) Jaarboek ICT en samenleving. De

digitale generatie. Amsterdam: Boom, pp. 83-106 Brouwer, Lenie en Sil Wijma (2006) ‘De zin en onzin van forumdiscussies op Marokkaanse websites’ in Jos de Haan en Christian van ’t Hof (red.) Jaarboek ICT en samenleving. De

digitale generatie. Amsterdam: Boom, pp. 109-121 Couldry, Nick, Sonia Livingstone and Tim Markham (2007) Media consumption and public

engagement. Beyond the presumption of attention. Houndmills, Basingstoke: Palgrave Macmillan Gaubtlett, David (2007) Creative explorations. London: Routledge Hermes, Joke (2006) ‘Citizenship in the age of the internet’ in European Journal of

Communication, Vol. 21, No. 3, 295-309 Hine, Christine (2000) Virtual Ethnography. London: Sage Kozloff, Sarah (1992) ‘Narrative theory and television’ in Robert C. Allen (ed) Channels of

Discourse, reassembled. Television and contemporary criticism. Second edition. London: Routledge, pp. 67-100

Page 26: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

26

Kuhn, Annette and Kirsten Emiko McAllister (eds) Locating memory. Photographic acts. New York: Berghahn Lundby, Knut (ed) (2008) Digital storytelling, mediatized stories. Self-representations in new

Media. New York: Peter Lang Maanen, John van (1988) Tales of the field. On writing ethnography. Chicago: University of Chicago Press Martin, Wallace (1986) Recent theories of narrative. Ithaca, London: Cornell University Press Nabben, Ton, Berfin Yeşilgȍz en Dirk J. Korf (2006) Van Allah tot Prada. Identiteit, leefstijl

en geloofssbeleving van jonge Marokkanen en Turken. Utrecht: Forum en Rotterdam: Ger Guijs Nelson, Mark Evan and Glynda A. Hull (2008) ‘Self-presentation through Multi-media. A Bakhtinian perspective on digital storytelling’ in Lundby, Knut (ed) (2008) Digital

storytelling, mediatized stories. Self-representations in new Media. New York: Peter Lang, pp. 123-141 Pickering, Michael (2008) Introduction in idem (ed) Research methods for cultural studies. Edinburgh: Edinburg University Press, pp. 1-14 Pink, Sara (2008) Ánalysing visual experience’ in Michael Pickering (ed) Research methods

for cultural studies. Edinburgh: Edinburg University Press, pp. 125-149 Potter, Jonathan and Margareth Wetherell (1987) Discourse and social psychology: Beyond

attitudes and behaviour, London: Sage Proper, Rogier (2007) Kill your darlings. Handboek voor scenarioschrijven. Amsterdam: Bert Bakker Ruven, Paul en Marian Batavier (2007) Het geheim van Hollywood. De gouden succesformule

voor schrijvers, acteurs, regissuers en alle andere filmliefhebbers. Amsterdam: Theatrebookshop Seiter, Ellen (1992) ‘Semiotics, structuralism and television’ in Robert C. Allen (ed) Channels

of Discourse, reassembled. Television and contemporary criticism. Second edition. London: Routledge, pp. 31-65 Valkenburg, Patti M., Alexander P. Schouten en Jochen Peter (2006) ‘Jongeren en hun identiteitsexperimenten op het internet’ in Jos de Haan en Christian van ’t Hof (red.) Jaarboek ICT en samenleving. De digitale generatie. Amsterdam: Boom, pp. 47-58 Vink, Nico (1988) The Telenovela and Emancipation: A Study of Television and Social

Change in Brazil. Amsterdam, Netherlands: Royal Tropical Institute

Vogler, Christopher (2007). The writer’s journey. Mythic structure for writers. Third edition. Studio City, Ca.: Michael Wiese Productions

Page 27: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

27

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Bijlage 1: Gedeelte uit transcript van de schrijversbijeenkomst met Christa en Dick van 7 mei 2008: Christa: … als het te licht is, als er niet genoeg drama voor Intissar in zit, wat dan wel? Mimoun: Dat modellenwerk. Achraf: Modellenwerk… Dick: Dat modellenwerk kan toch voortkomen uit het voetballen? Als we nou eerst beginnen

met dat voetballen… Christa: Ja… Dick: … we, en d’r is een fotograaf die eh haar eh, ziet voetballen en die zegt eh, Achraf: Hij wil gewoon foto’s van haar maken voor het voetballen. Noura:: Dat Faysal foto’s van haar instuurt. Dick: Nou, bijvoorbeeld. Mimoun: Faysal zomaar, zonder hahah.. Noura: Ja, dat kan toch? Achraf: Hahah, link, Faysal, hahah… Noura: Wat maakt dat nou uit, een journalist of Faysal die met een camera rondloopt… Dick: Ja. Noura: En die gewoon foto’s van haar maakt, hij vindt haar toch leuk, die foto’s zijn toch

prachtig, dat hij haar gewoon opgeeft… Dick: Ja. Mimoun: Voor Hollands Next Top Model. Noura: Ja, voor Hollands Next Top Model, inderdaad. Marukh: Hassan die ziet ergens een foto van haar, ze doet stiekem modellenwerk en dan wordt

ze gewoon gechanteerd. Dat zou wel leuk zijn. Dick: Dat is goed. Mimoun: Het kan toch zijn dat’r vader die foto’s eerst op Internet ziet? Dick: Wat nog leuker is… Noura: Ja. Dick: …nou de allermooiste scène vind ik toch dat ie ’s ochtends de deur uitkomt en dat er

zo’n vrachtwagen van een of ander lingerie… Mimoun: Ja, hahaha

(Algemeen hylarisch gelach)

Dick: … voorbij gaat, en dat ie denkt … Achraf: … Lingerie… ik vind dat nog een beetje… Christa: Hahaha, dat is erg… Noura: Hoehoeoeh! Mimoun: Maar dat kan toch niet, dat ie dan zo… Achraf: Ma-ma-, zal die haar herkennen, met al die make up, en zo. Mimoun: Nee, maar lingerie, dat eh… Dick: Nou, nee? Christa: Als je naar het karakter van Intissar kijkt, hoever gaat ze daarin, dus geen lingerie zeg

je, maar wat, hoe, wat dan wel? Mimoun: Nou, gewoon modieuze kleding, toch? Achraf: Nou, dat vind ik ook niet erg genoeg, modieuze kleding. Noura: Jij bent echt goed extreem, hè? Achraf: Ja, maar ik vind het niet extreem. Ik vind… die ouders zijn niet extreem. Christa: Doet ze dan haar hoofddoek af? Achraf: O, ze draagt een hoofddoek. Ja, ik vind dat het dus niet moet. Christa: Jij vindt van niet? Achraf: Ja, als we overgaan op dat modellenwerk, dan vind ik die hoofddoek nie... Christa: Ja, maar het zou leuk zijn als ze’ m wel droeg, maar voor het modellenwerk niet. Achraf: Dat zou ze juist niet doen, volgens mij.

Page 28: Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de ......1 Waarom Intissar geen stap fout mag zetten. Over de noodzaak van narratieve analyse in een media-etnografie. Joke Hermes,

28

Noura: Dat kun je niet maken. Christa: Dat werkt niet zo, hé? Noura: Dat kun je niet maken. Maar er worden…, er zijn toch ook modellen die worden voor,

hoe heet het, voor die show, weet je wel, die eheh in de rij worden gehouden, en zo, Marokkaanse kleding…

Mimoun: Ja. Maar dan moeten het wel echt modellen zijn dat in een eh, in een Veronica magazine komt of zo.

Dick: Ik zou haar nou niet, ik zou ‘t nou juist mooi vinden als zij geen hoofddoek draagt. Noura: Mm-mm? Achraf: Ja. Vind ik ook. Mimoun: Ja, maar het mooie was dat aan het begin van de serie dat ze dan ging voetballen en

dat ze dan juist wel een hoofddoek droeg. Dick: Oké… Mimoun: Dat was zeg maar… Achraf: Wat was het idee, dan? Wat was het idee, dan? Christa: Daar hebben we het uitgebreid over gehad, hè, echt avonden lang, of ze nou wel of

niet een hoofddoek op moest. Achraf: Maar wat was het idee dan, wat was de rede dat ze een hoofddoek dan op… Christa: Weet jij dat nog, Noura? Marukh: Moest dat van haar vader? Noura: Nee, nee. Christa: Nee, ‘t was… Noura: O, ‘t Was om te benadrukken dat dus eh…, heel veel meiden een hoofddoek dragen,

die worden gezien als meiden die een hoofddoek moeten dragen, en dat dus, dat zij dus gewoon geen keuze hebben. En met haar wilden we laten zien dat er dus wel een keus was en dat je dan wel je hoofddoek kan combineren met eh… ’t leven in de Nederlandse samenleving.

Christa: Ja. Dat was ‘t. Noura: Dat was het idee toen. Achraf: Dus zij doet’m af tijdens het voetballen? Noura: Nee. Christa: Nee. Achraf: O. Noura: Maar goed, als jij dus het sterker vindt dat… of ze heeft argumenten waarom ze hem

niet zou dragen, dan kunnen we natuurlijk ook gewoon eh… Achraf: Nee, maar als het over modellenwerk gaat, dan… Dick: Kijk, ik denk dat het metaforisch moet gaan komen te staan voor meer bij eh Intissar

omdat je er nog jaren mee voort eh-eh moet gaan.. Mimoun: Maar je kan… Dick: En ik denk dat Intissar voor zover ik haar heb leren kennen vanuit jullie materiaal

iemand is die eh…, eh, heel erg eh in de wereld wil staan, ’s een heel werelds pers-personage…

Noura: Mm-mm. Dick: Ehm, en dus die moet de beker wel helemaal leeg kunnen drinken. Die moet alles mee

kunnen maken wat we d’r mee willen laten maken en daarin wel normen en waarden onderscheiden, dus die drugs, nee, eh-eh… eh…

Marukh: Roken, nee. Dick: Roken, nee. Eh… Blowt, nee, eh-eh. Christa: Vriendjes? Marukh: Nee.