Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

27
Waar staan we met Windenergie? Voorwoord bij deze digitale heruitgave: In 2003 schreef ik mijn boekje “Waar staan we met Windenergie”. Nu, in 2008 blijkt er weinig veranderd te zijn. Ik geef hierbij de oorspronkelijke tekst met enkele aantekeningen in rood om de tekst up-to-date te maken. Kreuger Januari 2008

description

Voorwoord bij deze digitale heruitgave: In 2003 schreef ik mijn boekje “Waar staan we met Windenergie”. Nu, in 2008 blijkt er weinig veranderd te zijn. Ik geef hierbij de oorspronkelijke tekst met enkele aantekeningen in rood om de tekst up-to-date te maken. Fred Kreuger Januari 2008 | In 2003 uitgegeven door Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7. Voor de haastige lezer: de bladzijden 4 t/m 11 boven zijn het belangrijkst.

Transcript of Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

Page 1: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

Waar staan we met Windenergie?

Voorwoord bij deze digitale heruitgave:

In 2003 schreef ik mijn boekje “Waar staan we met Windenergie”. Nu, in 2008

blijkt er weinig veranderd te zijn. Ik geef hierbij de oorspronkelijke tekst met

enkele aantekeningen in rood om de tekst up-to-date te maken.

Kreuger

Januari 2008

Page 2: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

2

W A A R S T A A N W E M E T

W I N D E N E R G I E ?

<< In 2003 uitgegeven door Quantes uitgeverij

ISBN 90 - 5959 - 014 - 7

E-mail: [email protected]

in 2007 is de voorraad door brand verloren gegaan>>

Voor de haastige lezer:

de bladzijden 4 t/m 11boven zijn het belangrijkst

Frederik H. Kreuger

Page 3: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

3

Over Windenergie

Het is goed om naast de vele rooskleurige verhalen over windenergie ook eens een

nuchter geluid te horen.

Dat dit nuchtere geluid niet altijd meevalt, is niet te wijten aan de ontwikkelaars van

windenergie, noch aan de brenger van het slechte nieuws. Het is de wind zelf die ons

in de steek laat.

Wind blijkt te wisselvallig en te energie-arm te zijn om voor een betrouwbare

elektriciteitsvoorziening te kunnen zorgen.

Dit boek geeft daar een afgewogen beeld van,

Prof. Ir. M. Antal

- Voorzitter I.O.P. inzake elektromagnetische

vermogenstechniek v/h ministerie van E. Z.

- Oud directeur elektriciteitsbedrijf P E N

- Oud hoogleraar elektriciteitsvoorziening TU.E

Ir. J.J. Verwer

- Alg. directeur elektriciteitsbedrijf E.ON Benelux

- Commissaris KEMA

Ir. M.N.D. de Vries

- Voorzitter N.E.C

- Lid council board I.E.C

- Oud directeur KEMA

(was getekend)

Page 4: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

4

C o n c l u s i e s

Ondanks zijn goede eigenschappen blijkt wind toch geen goede bron voor

elektriciteit te zijn. De ervaringen met windenergie hebben dan ook tot de

volgende conclusies geleid:

1. Windparken kunnen geen centrales vervangen.

2. Het milieu-effect blijkt verwaarloosbaar klein te zijn.

3. De kosten van windenergie zijn hoog. Ze dreigen

de Deltawerken enkele malen te overtreffen.

Deze tegenvallende resultaten zullen in onderstaande samenvatting worden

toegelicht.

S a m e n v a t t i n g

Wind bezit vele goede eigenschappen voor het opwekken van elektriciteit:

- wind is onuitputtelijk, kost niets en blijft dat, hoeveel er ook van wordt gebruikt.

- het gebruik van wind is schoon, veroorzaakt geen schadelijke gassen en laat geen afval achter.

- wind is alom tegenwoordig.

Toch is windenergie niet geworden wat ervan verwacht werd. De voornaamste oorzaak daarvan

ligt in de wind zelf: wind blijkt te wisselvallig en te energie-arm te zijn om in onze

energiebehoeften te kunnen voorzien.

De beoogde milieu-effecten zijn daardoor klein geworden, en de kosten hoog.

De milieu-effecten

- Het totaal van de huidige windparken in Nederland bespaart minder dan een kwart procent van

het totale brandstofverbruik in Nederland; hetzelfde geldt voor de uitstoot van schadelijke

gassen.

- Zelfs een toekomstig mega-windpark in zee, twintigmaal zo groot als alle windparken in

Nederland tezamen, blijkt niet meer dan 5 procent op ons brandstofverbruik en op onze gas-

uitstoot te kunnen besparen.

Page 5: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

5

- De bouw van windparken kan de bouw van elektrische centrales niet vervangen: er zijn altijd

reserve-centrales nodig, die voor elektriciteit moeten zorgen als er geen of weinig wind is.

De kosten

- Windenergie is duur: zeker twee tot vier maal zo duur als normale elektriciteit.

- Windenergie zal blijvend subsidie vragen. Deze subsidie bedraagt op het ogenblik 65 miljoen

euro per jaar en kan oplopen tot 1 à 2 miljard euro per jaar als men bovengenoemd mega-

windpark zou realiseren.

- Het genoemde mega-windpark in zee vraagt een investering van 15 à 25 miljard euro, gelijk

aan drie tot vijf maal de kosten van de Deltawerken. Dit staat in geen verhouding tot zijn geringe

effecten.

Instabiliteit

Rest nog het gevaar van instabiliteit van het elektriciteitsnet. Als men nalaat om reserve-

centrales te bouwen, zullen stroomstoringen niet uitblijven.

<< Deze samenvatting uit 2003 is in 2008 dezelfde gebleven. Het kwart procent van de

huidige brandstofbesparing is inmiddels tot ongeveer een procent gestegen, nog steeds

verwaarloosbaar klein, en ten koste van hoge uitgaven.

De uitkomst was te verwachten. Het zijn immers de eigenschappen van de wind die dit

veroorzaken en deze eigenschappen veranderen niet: wind blijft wisselvallig en energie-arm. >>

Page 6: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

6

Page 7: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

7

D e e l I

S t a n d v a n Z a k e n

Deel I is zoveel mogelijk op de

niet-technische lezer ingesteld

Het begin

De toepassing van windenergie als een duurzame bron voor de elektriciteitsvoorziening is onder

een gelukkig gesternte begonnen:

- Wind is een onuitputtelijke energiebron. Wind zal er altijd zijn, ook als olie, steenkool en andere

brandstoffen allang zijn opgebruikt.

- Wind is gratis en blijft gratis. Windenergie is daardoor onafhankelijk van een markt voor

brandstoffen die steeds in prijs zullen blijven fluctueren.

- Wind is schoon. Wind veroorzaakt geen uitstoot van schadelijke gassen en laat na gebruik

geen afval na.

- Wind is overal. Alleen al op de Noordzee is er voldoende wind te vinden om Nederland

meerdere malen van elektrische energie te voorzien. Het zou zonde zijn om dat te laten

verwaaien.

Dit leidt tot de verwachting dat windenergie de bouw van brandstof-verslindende centrales terug

zal kunnen dringen en het gebruik van fossiele brandstoffen drastisch zal kunnen verminderen.

Weerstand tegen windenergie

Terwijl het onderzoek vorderde en de toepassing van windenergie toenam, ontstonden er echter

weerstanden tegen windenergie. Uiteraard, en als eerste, door de beschermers van

landschappen die windturbines lelijk, en door de omwonenden die windturbines hinderlijk

vonden. Nu valt er over mooi of lelijk moeilijk te discussiëren. Men kon er echter van uitgaan dat

als een medium als windenergie zijn nut bewijst, de mens ook aan het uiterlijk ervan zal gaan

wennen. Dat was immers ook gebeurd met de invoering van hoogspanningslijnen,

Page 8: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

8

industriegebieden, snelwegen en andere zaken die hun nut bewezen hadden.

De maatschappelijke weerstand tegen windenergie nam echter toe. Ingenieurs uit de wereld van

de energievoorziening begonnen zich tegen windenergie te keren, het Koninklijk Instituut van

Ingenieurs werd kritisch.

Ook de overheid begon af te haken. De subsidie op windparken, die eerst zo ruimhartig gegeven

werd, werd verminderd, het geloof windenergie nam af, in sommige landen werd de subsidie

geheel gestopt.

Daar moet een oorzaak voor zijn. Het is dan ook goed om de oorzaken van dit verzet te

onderzoeken en de windenergie op zijn merites te beoordelen. In het onderstaande worden de

voornaamste aspecten ervan dan ook onder de loep genomen.

Aanwezigheid van wind, wisselvalligheid

Wind is overal, dat blijft overeind. Echter, in de tijd gezien, is wind is niet altijd aanwezig. De

ervaring heeft geleerd dat zelfs windrijke locaties aan de Nederlandse kust veelvuldig zonder

wind komen te zitten. Gemiddeld twee maanden per jaar staat er zo weinig wind dat er geen

stroom opgewekt kan worden [1].

Slechts enkele weken per jaar is er voldoende wind om de windturbines op volle kracht te laten

draaien. De rest van het jaar varieert de wind tussen nul en vol en draaien de windturbines

onderbelast.

Gevolgen van de wisselvalligheid van wind

De gevolgen van de veranderlijkheid van wind zijn ingrijpend:

a) In verband met de betrouwbaarheid van levering

In de elektriciteitsvoorziening bestaat geen opslag. Elektriciteit wordt gemaakt op het moment dat

erom gevraagd wordt. Als er bijvoorbeeld een trein op het station Utrecht vertrekt, of iemand in

Amsterdam de wasmachine aanzet, zal ergens in het land een elektrische centrale harder

moeten gaan draaien.

Om voortdurend aan deze directe vraag te kunnen voldoen, is alles in de elektriciteitsnetten

dubbel of drievoudig uitgevoerd: de (zichtbare) hoogspanningslijnen, de (onzichtbare)

ondergrondse kabels, de onderstations, alles. Voor de productie staan altijd reserve-centrales

klaar. Het geheel ligt als een sterk vermaasd net over Nederland uitgespreid en is bovendien op

een aantal plaatsen met het buitenland verbonden. Het net wordt van moment tot moment

bewaakt en voortdurend bijgestuurd.

(Dit mag voor een elektrotechnicus bekend zijn, voor veel gebruikers in Nederland blijkt het een

nog onbekend feit te zijn).

Page 9: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

9

Een moderne samenleving kan niet zonder elektriciteit. Een stagnatie van enkele uren

veroorzaakt al grote problemen, een stagnatie van een dag (zoals enkele jaren geleden in de

provincie Utrecht plaatsvond) betekent een ramp. Een stagnatie van enkele weken zou volslagen

ontoelaatbaar zijn.

Hoe groot de gevolgen voor onze samenleving zijn, wordt niet altijd ingezien, maar in verwijzing

[5] is in enkele bladzijden geschetst welk een ramp het westen van Nederland zou treffen als er

voor langere tijd geen elektriciteit zou zijn: ondergelopen land, gebrek aan drinkwater en voedsel,

overlopende riolen en stagnerend verkeer zijn enkele van de meest in het oog springende

gevolgen.

Als er een windpark gebouwd wordt, zal er dus altijd reserve-capaciteit bij gebouwd moeten

worden om bij het wegvallen van wind elektriciteit te kunnen blijven leveren. Dit gaat ten koste

van de doelstelling: het terugdringen van de bouw van elektrische centrales.

b) gevolgen voor de prijs van windenergie

Door de veranderlijkheid van de wind worden de windturbines onvoldoende uitgenut; ze draaien

slechts een deel van de tijd op vol vermogen.

De huidige windparken in Nederland brengen niet meer dan 20 % van hun volle vermogen op [2].

Voor een mega-windpark in zee wordt een gemiddelde van 32 % van het opgestelde capaciteit

verwacht [1]. Deze onderbezetting heeft ongunstige gevolgen voor de prijs van windenergie.

Kosten van windenergie

Wind is gratis, dat blijft overeind. Het omzetten van wind in elektriciteit is dat echter niet. Het

oprichten van hoge torens om de wind op te vangen, het bouwen en plaatsen van windturbines,

het verbinden met het net en de kosten van onderhoud vragen hun tol.

Een studie van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs [1] heeft geleerd dat stroom uit

windturbines aan de kust ruim tweemaal zo duur uitvalt als gewone elektriciteit. Een mega-

windpark op zee, waarnaar men uit zal moeten wijken omdat er op land onvoldoende ruimte is,

zal stroom opleveren die viermaal zo duur is als normaal. In hoeverre dit aanvaardbaar is, zal

moeten blijken.

Installatiekosten

De hoge prijs van windenergie wordt voornamelijk veroorzaakt door de installatiekosten die op

land 2,5 x en op zee 4 x hoger liggen dan de gemiddelde kosten van een normale centrale.

In de hier genoemde studie van het Koninklijk Instituut is gekeken naar een mega-windpark in

Page 10: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

10

zee, dat één vijfde van de Nederlandse elektriciteitsbehoefte zou kunnen opwekken. Het park

zou even lang moeten worden als de Afsluitdijk, met een breedte die eveneens gelijk aan de

Afsluitdijk zou zijn.

Dit park zou 15 à 25 miljard euro moeten kosten, te vergelijken met 3 à 5 maal de kosten van de

Deltawerken [1].

Besparing van brandstof

Windenergie vraagt inderdaad geen brandstof. Toch valt het effect op het brandstofverbruik in

Nederland tegen. Dat komt niet alleen omdat de opbrengst van de windparken gering is, maar

ook omdat het stroomverbruik in Nederland slechts een deel van het totale energieverbruik

vertegenwoordigt: slechts een kwart van ons brandstofverbruik is aan elektriciteitsopwekking toe

te schrijven.

Het bovenstaande voorbeeld van een mega-windpark in zee, dat 20 % van ons stroomverbruik

zou opwekken, zou daardoor dus maar een kwart, dus 5% van het totale brandstofverbruik in

Nederland, besparen.

Deze besparing wordt door de critici echter nog lager ingeschat. Zij wijzen op de reserve-

centrales die onbelast en onderbelast mee moeten draaien en daarbij toch hun

brandstofverliezen hebben. En op het vele opstarten en weer stoppen van zulke centrales met de

bijbehorende verliezen [8]. De besparing wordt daardoor zelfs minder dan 5 %.

Vermindering van uitstoot van gassen

Windenergie is schoon, maar het totaaleffect op het milieu valt tegen.

Aangezien de vermindering van het brandstofverbruik minder dan 5% bedraagt, zal ook de

uitstoot van schadelijke gassen met minder dan 5% afnemen. Nog afgezien van het feit dat een

deel van ons stroomverbruik met kernenergie wordt opgewekt (in Nederland en via import)

waarbij toch al geen rookgassen werden uitgestoten.

Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs heeft bovenstaande resultaten zo gering gevonden dat het

concludeert dat investering in een mega-windpark alleen op politieke gronden genomen zal

mogen worden, niet op technisch-economische [1].

Het afvalprobleem

Windenergie veroorzaakt geen stofuitstoot of resten van brandstoffen. Wel blijkt dat na tien à

twintig jaar de propellers vermoeid raken en vervangen moeten worden. Bovendien worden ze

vaak door bliksem beschadigd. Het materiaal van de propellers is moeilijk te recyclen en

Page 11: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

11

veroorzaakt een afvalprobleem. Dit is maar een klein probleem vergeleken met dat van andere

energie-vormen, maar te zeggen dat er geen afvalprobleem is, is ook niet juist.

Bedreiging van het elektrische net

Het grootste bezwaar dat elektrotechnische ingenieurs tegen windenergie hebben, komt voort uit

de bedreiging van de stabiliteit van het elektriciteitsnet. Windenergie komt en gaat naarmate het

meer of minder waait, de gebruiker heeft daar geen invloed op. Een windpark is te beschouwen

als een elektrische centrale waarvan de besturing aan de natuur wordt overgelaten.

Tot nu toe heeft dit geen gevaar opgeleverd omdat de huidige bijdrage aan het Nederlandse net

(1%) te klein is om problemen te kunnen veroorzaken. Het plotseling wegvallen of terugkomen

van windenergie heeft nu nog nauwelijks invloed op het elektriciteitsnet.

Dit wordt echter anders als windenergie in het groot toegepast gaat worden. Zoals bij het

bovengenoemde mega-windpark in de Noordzee, dat bijna evengroot zal moeten zijn als de helft

van alle centrales in Nederland bij elkaar. Als zo'n vermogen onbeheerst komt en gaat, kan het

Nederlandse elektriciteitsnet dat niet altijd bijbenen:

- Bij het plotseling wegvallen van wind ontstaan tekorten die kunnen resulteren in een black-out.

- Bij het plotseling terugkomen van dit vermogen op een tijdstip dat er weinig energie nodig is (in

't weekend of 's nachts) ontstaat er overproductie. Dit overschot zal men naar de buurlanden

moeten exporteren, anders ontstaan er eveneens moeilijkheden.

De eerste situatie heeft zich in Noord-Duitsland voorgedaan [zie 6], waar in korte tijd een

vermogen van enkele giga-Watts wegviel. Men heeft zich toen op het nippertje kunnen redden

door alle beschikbare centrales bij te schakelen en elektriciteit uit andere delen van Duitsland te

betrekken. Dit zal echter niet altijd mogelijk zijn.

De tweede situatie doet zich vaak voor in Denemarken, het land met het hoogste percentage

windenergie ter wereld. Daar komt het regelmatig voor dat men tekorten, maar ook overschotten,

heeft. De verbindingen met de naburige Zweedse en Duitse netten redden het land dan van

calamiteiten. Het is duidelijk dat dit alleen mogelijk is omdat het een klein land betreft dat goede

verbindingslijnen met zijn grote buurlanden heeft. Denemarken steunt daarmee op de grote

netten en de centrales van zijn nabuurlanden. Het betaalt daarvoor een prijs in de vorm van hoge

tarieven voor onverwachte invoer van elektriciteit, en lage tarieven bij ongevraagde uitvoer.

Reserve-capaciteit

De les van dit alles is, dat er reserve-capaciteit gebouwd zal moeten worden. Bij voorkeur op de

plaats van een windpark, omdat het tussenliggende hoogspanningsnet anders te zwaar belast

zou worden. Iedere bouw van een windpark zal dus gepaard moeten gaan met de bouw van

Page 12: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

12

conventionele centrales.

De praktijk laat echter zien dat deze bouw vaak nagelaten wordt (Denemarken, Noord-Duitsland)

waardoor er problemen ontstaan.

Centralebouw

Toepassing van windenergie vraagt, zoals gezegd, om de bouw van conventionele centrales als

reserve voor tijden met windstilte of zwakke wind.

Het blijkt zelfs zo te zijn dat de reserve-centrales dan meer stroom leveren dan het

bijbehorende windpark. De productiefactor van een groot windpark bedraagt namelijk

ongeveer 32% (zie hiervoor de paragraaf 'productiefactor'). Dat wil zeggen dat 32 procent

van de capaciteit van het windpark benut wordt en de andere 68 procent uit de gewone

centrales moet komen. Een verhouding van 1/3 wind en 2/3 centrale dus.

Eigenlijk komt het erop neer dat er gewone, klassieke centrales gebouwd worden, die worden

aangevuld met een windpark. En niet, zoals gedacht wordt, een windpark met enig reserve-

vermogen.

Conclusie

Uit dit alles blijkt dat wind niet zo'n goede energiebron is als verwacht werd: het milieu-effect is

gering, de prijs is hoog en de bouw van elektrische centrales wordt er niet mee voorkomen.

Helaas. Wat zou er mooier geweest zijn in een windrijk land als Nederland, met zijn lange traditie

in het benutten van windenergie, dan een goedkope en betrouwbare bron voor elektriciteit

aangeboord te hebben?

De ontwikkelaars van windturbines en de ontwerpers van windparken hebben daar geen schuld

aan. Integendeel, zij hebben een uitstekende prestatie geleverd: hun ontwerpen zijn perfect, een

moderne windturbine is een hoogstandje van geavanceerde energietechniek.

De oorzaak ligt bij de wind zelf. De wind blijkt te onregelmatig en te energie-arm te zijn om in de

energiebehoefte van een moderne maatschappij te kunnen voorzien.

Wat dan wel?

Dat wind geen goede bron voor elektriciteit is, mag geen beletsel zijn om naar duurzame energie

te blijven zoeken. In wetenschap en techniek is het heel gewoon dat een bepaalde weg

ingeslagen wordt die op den duur dood blijkt te lopen. Men zoekt dan naar andere wegen.

Daarvan blijven er ook hier nog vele over, zoals uit enkele voorbeelden moge blijken:

1. De dichtstbijzijnde oplossing is kernenergie, hoe controversieel die ook moge zijn. In zijn

rapport over windenergie [1] heeft het Koninklijk Instituut van Ingenieurs zich daarvoor

Page 13: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

13

uitgesproken.

2. Ook kernfusie wordt genoemd. Echter, kernfusie wordt pas over vijftig jaar verwacht en zelfs

dan blijft er nog onzekerheid over de realiseerbaarheid. Voorlopig valt hier niet op te rekenen.

3. Heel dichtbij realisatie is de bouw geweest van een onderzeese kabelverbinding tussen

Noorwegen en Nederland: de Norned-kabel. Deze zou waterkracht uit Noorwegen naar

Nederland brengen en op andere momenten overtollige energie uit onze warmte-kracht centrales

naar Noorwegen terugvoeren. In tegenstelling tot windcentrales is zo'n kabelverbinding altijd

inzetbaar en kan naar behoefte bestuurd worden.

De capaciteit van de beoogde kabelverbinding was groot genoeg om 2 à 22 centrale te

vervangen. De realisatie daarvan zou dus een heel eind tegemoetgekomen zijn aan de wens om

meer duurzame energie in Nederland in te voeren en de bouw van centrales terug te dringen.

Door de privatisering van de elektriciteitsvoorziening is dit project echter gesneuveld.

<< Inmiddels (2008) wordt deze 600 km lange kabel wel gerealiseerd >>

4. Evenzo zijn er studies verricht voor het leggen van onderzeese kabels vanuit IJsland - deels

via Engeland. IJsland heeft veel ongebruikte waterkracht en het land beschikt over vele geysers

waarmee elektriciteit kan worden opgewekt. Voor binnenlands gebruik wordt dat ook gedaan. De

techniek van onderzeese verbindingen bestaat al jaren en wordt in vele delen van de wereld met

succes toegepast. De zeer hoge kosten van zo'n onderneming vormen hier een belemmering;

echter, vergeleken met de kosten van een off-shore windpark zou het een haalbare kaart kunnen

zijn.

Wereldwijd wordt nog steeds gezocht naar nieuwe bronnen voor duurzame energie. We noemen

hier enkele, in willekeurige volgorde:

- De bekendste is de omzetting van zonne-energie met foto-voltaïsche cellen. De twee nadelen

- gebrek aan opslag en hoge kostprijs - zullen eens wel overwonnen moeten worden.

- Onlangs verscheen een bericht over een 'zonnetoren' die hete lucht door een schoorsteen trekt

en daarmee elektriciteit opwekt. Met een geschatte investering van 3 euro/Watt is deze toren

duurder dan een windpark, maar heeft het voordeel dat de energie-afgifte continu en naar

behoefte bestuurbaar is. Dat komt ook de kostprijs ten goede. Weliswaar werkt deze installatie

alleen in woestijngebieden, maar de overdracht van grote vermogens naar bewoonde gebieden

kan met bewezen technieken worden uitgevoerd. Het project is nog onrijp maar vormt een goed

voorbeeld van de vele initiatieven die op dit gebied ondernomen worden.

- Zo worden er ook proeven gedaan met onderwaterturbines in getijdenstromen, met generatoren

die golven op zee benutten, met systemen die het temperatuurverschil diep in zee en aan de

oppervlakte benutten. Verder zijn toepassingen van aardwarmte en van getijdeverschillen al

realiteit. Geen van deze technieken heeft echter tot een doorbraak geleid, maar ze zijn wel zo

nuchter dat ze continue en goed bestuurbare energie-bronnen nastreven.

De bovenstaande voorbeelden zijn niet uitputtend. Ze laten een breed scala zien van

direct inzetbare technieken tot ontwikkelingen met een lange looptijd. Om deze alternatieven te

realiseren zal politieke moed nodig zijn en zullen financiële risico's genomen moeten worden.

Maar de zoektocht naar alternatieve technieken is met het wegvallen van windenergie zeker niet

beëindigd.

Page 14: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

14

<< Ook het onderzoek naar alternatieve brandstoffen, zoals bio-brandstof, hoort tot deze

categorie en wordt de laatste tijd actief onder handen genomen. De auteur van de onderhavige

studie heeft daar ook een bijdrage aan geleverd (Ned.octrooi 1032052 Zonne-energie uit Zee)

>>

Gevolgen voor de toekomst van windenergie

Als de wetenschap er langzamerhand van overtuigd is dat windenergie geen haalbare kaart is,

waarom dan dit boek? Daar is een goede reden voor. De wetenschap mag dan wel van mening

zijn dat windenergie geen oplossing biedt, de politiek is nog niet zover. Er zijn nog steeds grote

subsidiebedragen ter beschikking en belanghebbenden in windenergie willen daar graag van

profiteren.

Voor het stopzetten van subsidies is een politiek besluit nodig, zoals dat in Denemarken

genomen is (en later bij verandering van de politieke richting weer teruggedraaid). Een

ondankbare taak voor een politicus en daarom voorlopig niet te verwachten.

Zodoende worden er nog van tijd tot tijd initiatieven ondernomen om enkele windmolens, dan wel

een windpark, op te richten. De hier bereikte conclusie dat windenergie onwerkzaam is, zal

echter zijn gevolgen hebben. Tegenstanders van windparken zullen daarop gaan wijzen. Waar

vroeger het verzet tegen de bouw van windmolens afgewogen moest worden tegen het

algemeen belang, is er nu geen algemeen belang meer en zal het protest van tegenstanders

zwaarder gaan wegen. Landschapsbewakers, milieuorganisaties en omwonenden zullen met

meer recht bezwaar aan kunnen tekenen.

Windmolens en windparken zullen daardoor moeilijker van de grond komen en steeds meer van

het vasteland verdreven worden. Of de bouw van off-shore parken, ver van de kust, nog een

kans maakt, is geheel in handen van de politiek. Door bovenstaande constateringen zal dit

echter moeilijk te verantwoorden zijn.

Regionale inzet van windenergie

Er leven hier en daar, vooral op provinciaal niveau, plannen om enkele honderden mega-Watts

aan windgeneratoren neer te zetten. Ook hiervan zullen de bijdragen aan duurzaamheid en

milieu minimaal zijn (minder dan een promille vermindering van de uitstoot van rookgassen, dan

wel besparing van brandstof in Nederland), de kosten zullen aanzienlijk zijn (in de orde van

honderden miljoenen euro's) en de weerstand van de bevolking zal - in het licht van het

bovenstaande - toenemen.

Ook in de behandeling van de MER's - de Milieu Effect Rapportages die bij alle voorgenomen

windplannen opgesteld moeten worden - zullen deze bezwaren meer en meer een plaats gaan

krijgen.

Page 15: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

15

Windenergie op mini-schaal

Er bestaan windturbines op mini-schaal, bijv. van 2 tot 20 kW, meestal op basis van horizontale

Darrieus rotoren. Ze zijn bedoeld om toegepast te worden op grote gebouwen, zoals

gemeentehuizen, fabrieken, kantoren, etc. [7].

Voor het milieu hoeft men dit echter niet te doen: zelfs als men enkele duizenden gebouwen van

deze turbines zou voorzien, zou het milieu-effect niet waarneembaar zijn. De investeringen zijn

hoog en de prijs van de opgewekte kiloWatturen is enkele malen hoger dan de toch al hoge prijs

van gewone windenergie [7].

Blijft over de ‘milieuvriendelijke uitstraling’ die het ongetwijfeld goed zal doen.

Kritiek op dit standpunt

De kritiek van belanghebbenden in windenergie - bouwers van windmolens, consultants in

windenergie, afdelingen windenergie van instituten, etc. - op bovenstaande feiten is altijd fel

geweest.

- Ten eerste wijst men erop dat er nog grote verbeteringen in de techniek mogelijk kunnen zijn.

Men gaat er vanuit dat de kostprijs van windenergie nog met 30 procent omlaag zal kunnen [1].

Dit zal echter niet voldoende zijn om de bestaande kloof met de huidige energieprijs van 200 à

300 procent te overbruggen.

En zelfs aan de genoemde 30 procent wordt getwijfeld [1], de huidige windgenerator is al zo

perfect dat er nog maar weinig verbeteringen verwacht kunnen worden.

- Ten aanzien van de variabiliteit van de wind werkt men aan het verbeteren van de

voorspelbaarheid van de windsterkte. Daardoor zullen de scherpe kantjes van de onverwachte

fluctuaties in opbrengst enigszins afgeslepen kunnen worden.

Snel inzetbare reserve-capaciteit blijft echter nodig, aan windstilte is nu eenmaal niets te doen.

- Soms wordt de opmerking gemaakt: 'Als het in de ene regio niet waait, waait het ergens anders

wel.'

Als opmerking is dat juist, maar als oplossing voor de problemen niet. Elektriciteit moet 99,99%

van de tijd geleverd worden. Daar zijn keiharde garanties voor nodig, die door een windpark op

een andere locatie niet gegeven kunnen worden. Ook daar is de wind een groot deel van de tijd

niet beschikbaar. Dit alles nog afgezien van het transport op grote afstand en de beperkte

capaciteit van de beschikbare transportlijnen.

- Een ander argument dat men naar voren brengt, is de verwachtte uitputting van fossiele

brandstoffen, waardoor de prijs van brandstof omhoog zal gaan en conventioneel opgewekte

elektriciteit duurder zal gaan worden dan windenergie.

Afgezien van het feit dat de brandstofprijs vele malen omhoog zal moeten gaan (veel meer dan

het verschil van 2 à 4 maal tussen wind- en gewone energie) is deze uitputting nog lang niet in

Page 16: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

16

zicht. De voorraden brandstof in de wereld variëren van 40 tot 60 jaar voor gas en olie, tot 200

jaar voor kolen. Aanvaardt men de hogere prijs van oliewinning uit teerzand en leisteen dan komt

men tot honderden jaren voorraad voor olie [3]. Shell spreekt over 250 jaar aan voorraad gas.

Voor kernbrandstof is er zeker nog voor 100 jaar voorraad, past men verrijking in fast-breeder

reactoren toe dan stijgt dit tot vele honderden jaren [3].

- Een veel gehoorde opmerking is dat er een vraag naar groene stroom bestaat, die onder meer

door windenergie gedekt kan worden. Die opmerking is juist. Echter:

- Het verandert niets aan de conclusie dat windenergie onwerkzaam is.

- Het is een andere manier van zeggen dat windenergie op subsidies gebaseerd

is. De vraag ernaar is ingegeven door subsidies en de levering ervan kan alleen

met subsidies gerealiseerd worden. Het zegt niets over het maatschappelijke nut

van windenergie.

- Het antwoord op deze opmerking is dan ook dat het beter zou zijn om de

subsidies op wind stop te zetten; bij stopzetting komt geld en mankracht vrij die

voor alternatieve ontwikkelingen besteed zou kunnen worden.

- een veel gehoorde tegenwerping van mensen die geconfronteerd worden met het

tegenvallende effect van windenergie is de opmerking: 'Maar alle beetjes helpen.'

Dat zou misschien waar zijn als het niet zoveel geld zou kosten. Zoals het nu is, is het uitermate

kostbaar en het effect is nauwelijks waarneembaar.

- het gevaar van instabiliteit wordt door voorstanders van windenergie vaak gepareerd met de

opmerking dat dit met moderne technieken te beheersen moet zijn. Ook de huidige warmte-

krachtcentrales zijn slecht bestuurbaar en maken een flink deel (tot 20%) van onze

productiecapaciteit uit. In de huidige bestel met een markt en dealing-rooms voor elektriciteit

wordt dit wisselende aanbod ook met de sterk fluctuerende vraag in evenwicht gebracht.

Dit is juist. Met voldoende geld en inzet van middelen (productiecapaciteit, bestuurbaarheid, en

beheersing van vraag en aanbod) moet het mogelijk zijn om een ononderbroken

stroomvoorziening te waarborgen, ook bij toepassing van windenergie.

De vraag is echter niet of het kan (namelijk door meer reservecentrales te bouwen), maar of het

zin heeft. Dat blijkt nu eenmaal niet geval te zijn.

- een veel voorkomende misvatting is dat een windpark van bijvoorbeeld 50 MegaWatt in staat

zou zijn om bijvoorbeeld 25.000 huishoudens van stroom te voorzien.

Dit klopt niet: geen enkel huishouden wordt door windenergie gevoed. Gelukkig niet, want het

elektriciteitsaanbod van zo'n huishouden zou voortdurend fluctueren: van nul als het windstil is,

tot meer dan gewenst als het flink waait. De waarheid is dat iedereen zijn elektriciteit uit gewone

stroom krijgt waaraan gemiddeld 1% windenergie wordt gevoegd.

Page 17: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

17

Populariteit van Windenergie

Rest ons om ons af te vragen waarom windenergie zo'n groot succes bij het grote publiek is

geworden.

Ten eerste heeft het te maken met het eigentijdse, high-tech uiterlijk. Voor het oog wekt een

moderne, gestroomlijnde windmolen veel energie op, en doet dat nog gratis ook. Dat het in onze

energie-hongerige maatschappij maar weinig is, ziet men er niet aan af. En ook niet dat het

zoveel geld kost. Zoals Halkema [2] zegt: 'Een 2 Megawatt windmolen produceert evenveel

energie als een middenklasse automotor, maar is wel vijftig maal zo duur.' Het goedwillende

publiek ziet deze verhouding niet.

Een tweede reden voor het succes vormen de hoge subsidies. Door deze subsidies verdienen de

elektriciteitsbedrijven meer aan windenergie dan aan gewone elektriciteit. Daarom wordt er

uitgebreid reclame voor gemaakt: op televisie, in advertenties en met folders aan de gebruikers.

De gebruiker wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid voor het milieu. Het

elektriciteitsbedrijf maakt zijn winst (tot 30% marge zoals uit [1] blijkt) en de gebruiker heeft het

gevoel een goede daad te hebben verricht.

Tot slot: de toeschouwer ziet niet hoe vaak een windmolen géén stroom levert. Beneden

windkracht 4 is er geen opbrengst van elektriciteit, maar de wieken draaien nog wel. Het moet al

erg windstil zijn, willen de wieken ook stilstaan. Dat de gewone centrales die taak dan

overnemen, ziet de toeschouwer niet. Zo op het oog lijkt een moderne windgenerator een

succesvol werkende machine.

Page 18: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

18

Page 19: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

19

D e e l I I

A c h t e r g r o n d e n

Deel II geeft de meer technische

achtergronden en onderbouwingen

Het begin van dit deel kan door niet-technisch geschoolde lezers

eventueel overgeslagen worden; ga verder bij ‘Gevolgen van Stroomuitval’

De tegenvallende resultaten

Bij het begin van de ontwikkeling van windenergie bestonden er hoge verwachtingen op het

gebied van centralebouw, milieu en kosten. De resultaten vielen, tot ieders teleurstelling en

verrassing, echter tegen. Deze uitkomsten zijn in deel I van dit boek als volgt weergegeven:

- centralebouw

Bij het wegvallen van de wind moet de elektriciteitsvoorziening op gang blijven, op straffe van

ernstige schade voor samenleving en milieu. Daardoor kunnen geen centrales worden

afgeschaft, of kan de bouw van nieuwe centrales niet worden uitgesteld.

- milieu

De besparing op brandstoffen en de vermindering van gas-uitstoot zijn tegengevallen. De

bijdragen van de huidige windparken zijn zelfs insignificant gebleken, die van toekomstige mega-

windparken zullen gering zijn.

- kosten

De kosten voor een merkbare bijdrage aan de elektriciteitsvoorziening blijken onverwacht hoog

te zijn: om een vijfde van ons nationale verbruik met wind op te wekken, is een investering nodig

die de kosten van de Deltawerken enkele malen overtreft.

De achtergronden die tot deze tegenvallende uitkomsten geleid hebben, zullen in dit deel II nader

besproken worden.

Page 20: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

Productiefactor

Een belangrijk begrip voor het beoordelen van windenergie is de productiefactor. Door de

veranderlijkheid van de wind kan een windgenerator niet altijd op volle kracht draaien.

Daarom wordt de geleverde jaarproductie vergeleken met de opbrengst die er geweest zou zijn

als de generator het hele jaar voluit had kunnen draaien. In formule gebracht wordt dat:

Productiefactor = Werkelijke jaaropbrengst in (kWh), gedeeld door het

geïnstalleerd vermogen (in kW) x 8760 uur.

[Het getal 8760 is het aantal uren in één jaar]

Deze productiefactor is afhankelijk van de locatie waar de windgenerator staat (lager in het

binnenland, hoger aan zee), het molentype (hoger bij moderne machines), de masthoogte (meer

wind op grotere hoogte), e.d.

Over de hoogte van deze productiefactor is veel getheoretiseerd, maar men kan beter kijken

naar de waarden die in de praktijk gehaald zijn. Dan blijkt:

- het totaal van alle windparken die thans in Nederland staan, heeft een productiefactor van ca

20%.

- een rij moderne windmolens op een windrijke kustlocatie blijkt een productiefactor van 30% te

hebben.

- de molens van een windpark in zee zouden 40% kunnen halen, maar in zo'n park staan de

molens in elkaars wind zodat er per molen minder windvermogen ter beschikking is. Dit zgn.

'parkeffect' wordt op 0,8 geschat zodat de uiteindelijke productiefactor van een windpark op zee

op 0,8 x 40% = 32% geschat wordt [1].

Een windmolen of windpark produceert in de praktijk dus niet meer dan 20 à 30 procent van zijn

maximaal haalbare vermogen. Dit heeft een grote invloed op de kostprijs van windenergie.

Kostprijs

AAN DE KUST - Voor windenergie op land, op een windrijke kustlocatie, wordt uitgegaan van

een investeringshoogte van 1,45 euro per geïnstalleerde Watt. Die is samengesteld uit

1 euro/Watt voor de windgeneratoren inclusief aansluitkosten, en 0,45 euro/Watt voor de

benodigde reserve-capaciteit [1].

Bij een annuïteit van 10% per jaar worden de kapitaalslasten dan 145 euro per geïnstalleerde

kiloWatt. Telt men daar 20% bij voor reparatie, onderhoud en bediening (dit wordt laag geacht)

dan worden de jaarlasten 174 euro per geïnstalleerde kiloWatt.

Verder wordt gerekend met 2628 effectieve draaiuren per jaar (productiefactor 30%), per

geïnstalleerde kilowatt wordt daarmee 2628 kiloWatturen in een jaar geproduceert.

De kostprijs van de geproduceerde kiloWatturen wordt dan:

174 euro / 2628 kWh = 6,6 eurocent per kWh.

Dit ligt niet ver van de kostprijs van 6 eurocent die in de brochure Alles in de Wind [4] wordt

Page 21: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

21

genoemd, waar de kosten van benodigde reserve-capaciteit niet meegenomen waren.

Het prijsniveau van elektriciteit in het Nederlandse net ligt iets onder 3 eurocent/kWh.

Windenergie op een windrijke kustlocatie is dus ruim tweemaal zo duur als normaal.

IN HET BINNENLAND - Bij een windpark dat verder het land in ligt, daalt het aantal effectieve

uren per jaar aanzienlijk. De productiefactor gaat daarmee drastisch naar omlaag.

Productiefactoren van 15 tot 20% zijn gemeten op locaties die niet ver van de kust af liggen.

Verder van de kust af nemen ze nog sterker af. De kostprijs van het kWh gaat dan verder

omhoog, het nut neemt verder af.

NEAR SHORE - Voor een windpark dicht bij de kust wordt 1,8 euro per geïnstalleerde Watt

gerekend [1]. Met de benodigde reserve-capaciteit wordt dat een investering van 1,8 + 0,45 =

2,25 euro per Watt. Met dezelfde berekening als boven ontstaat een kostprijs van 9 eurocent per

kWh, drie maal zo hoog als voor gewone elektriciteit.

Dit getal is gecheckt bij het Nederlandse productiebedrijf E.on Benelux dat overwoog aan een

near-shore project mee te doen. Dit bedrijf kwam op hetzelfde kostprijsniveau uit.

OFF-SHORE - Tijdens de eerder genoemde bijeenkomst van het Koninklijk Instituut van

Ingenieurs werden de deelnemers het erover eens dat een off-shore park in de Noordzee in de

ordegrootte van 2,5 euro per geïnstalleerde Watt zal gaan kosten, inclusief reserve-vermogen en

stroomtransport naar de kust, maar zonder een post onvoorzien. Dezelfde berekening als boven

leidt dan tot een kostprijs van 11,4 eurocent per kiloWattuur, circa viermaal de prijs van normale

elektriciteit.

Samenvattend kan men over deze kostprijzen zeggen:

prijs per kWh vergeleken

met normaal

windrijke kustlocatie 6 à 7 eurocent ruim 2 maal

locatie binnenland > 7 eurocent 2 tot 3 maal

near-shore 9 eurocent ruim 3 maal

off-shore 11 à 12 eurocent ca 4 maal

Let op: deze berekeningen zijn globaal. Het gaat er niet om om vast te stellen of een wind-

kiloWattuur aan de kust 6 of 7 eurocent kost, of om vast te stellen of de investering voor een

mega-park 14 dan wel 16 miljard euro zal bedragen. De bedoeling is om na te gaan wat

Page 22: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

22

windenergie in grootteorde kost en daaruit af te leiden of de baten de kosten rechtvaardigen.

Door meer gedetailleerde berekeningen worden de resultaten niet beter, wel minder doorzichtig.

Of zoals het Koninklijk Instituut van Ingenieurs [1] heeft gezegd: 'Men kan twijfelen aan de

nauwkeurigheid van deze bedragen, maar niet aan de ordegrootte ervan.'

De hier gemaakte schattingen zijn nog aan de lage kant:

1) het reserve-vermogen is laag genomen, lager dan menige specialist voor zijn verantwoording

zou willen nemen,

2) de onderhoudskosten zijn laag ingerekend,

3) er is niet gerekend met verloren kilowattWuren op tijden van lage afname in nachten en

weekeinden, terwijl de Deense ervaring heeft laten zien dat die substantieel kunnen zijn,

4) er is geen post 'onvoorzien' ingerekend, terwijl dat met name bij grote off-shore installaties wel

nodig zal zijn.

Wat voor de betrouwbaarheid van deze berekeningen van belang is, is dit: deze prijsniveaus zijn

op twee plaatsen met berekeningen van anderen vergeleken en juist bevonden: de prijs van

windenergie op een windrijke kustlocatie, en die van een near-shore windpark, zie boven.

Reserve-vermogen

Zoals eerder gezegd: in de winter - op koude en donkere middagen - treedt de grootste piek in

het verbruik van elektriciteit op. Het kan gebeuren (en het komt ook regelmatig voor) dat zo'n piek

samenvalt met een periode van windstilte. Het vermogen dat uit een windpark op zee had

moeten komen, zal dan voor 100 procent door reserve-centrales op land overgenomen moeten

worden. Doet men dat niet dan ontstaat er stroomuitval, hetgeen grote maatschappelijke

gevolgen kan hebben.

Bij de bouw van een windpark zal er dus evenveel reserve-vermogen moeten worden bijgebouwd

(of bestaande capaciteit moeten worden aangehouden) als er door het windpark kan worden

opgewekt.

(Er worden voor reserve-vermogen weleens lagere getallen gehanteerd - bijv. 75 procent in de

berekeningen hierboven - maar dan wordt het gevaar van uitval tijdens de winterpiek wel te licht

opgevat).

Een andere mogelijkheid is om langlopende contracten met het buitenland af te sluiten,

contracten die ervoor moeten zorgen dat er tijdens de winterpieken voldoende vermogen ter

beschikking blijft. De bouw van reserve-capaciteit (of de handhaving van bestaande centrales)

wordt dan niet voorkomen, maar naar het buitenland verplaatst.

Deze oplossing lijkt niet zonder gevaar: als zo'n land tijdens de winterpieken zelf in moeilijkheden

komt, kan men niet al te optimistisch zijn over de betrouwbaarheid van levering. Contract of geen

contract. Het is ook geen oplossing, alleen het verschuiven van het probleem over de grens

heen.

Page 23: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

23

Gevolgen van stroomuitval

In verband met het voorgaande wordt het nuttig geacht iets te zeggen over de gevolgen van

grootschalige stroomuitval.

De bekendste 'black-outs' zijn die van New York in 1965 en 1977 geweest. Maar ook in

Groningen (1984), in grote delen van Gelderland en in de provincie Utrecht (1997) zijn

grootschalige stroomstoringen voorgekomen.

In New York en Groningen braken relletjes uit, werden winkels geplunderd en werden er branden

gesticht. Diefstal was aan de orde van de dag, alarm-systemen werkten niet, politie en

brandweer waren overbelast. Ook de grote stroomuitval in New York in 2003 heeft weer grote

schade en veel maatschappelijke problemen veroorzaakt.

Tijdens de stroomuitval in Utrecht kwam het verkeer vast te zitten, het station van Utrecht werd

overstroomd met duizenden gestrande reizigers, winkels gingen dicht, voorraden bedierven door

het wegvallen van de koeling, computerbestanden van bedrijven gingen verloren, mensen

kwamen vast te zitten in liften, et cetera, et cetera.

In het algemeen wordt geschat dat de schade door het niet leveren van stroom het 20 tot 100-

voudige bedraagt van wat de geleverde kilowatturen zouden hebben gekost. Dit nog afgezien

van de emotionele en persoonlijke schade.

Nog erger zou het zijn als het westen van Nederland geruime tijd zonder stroom zou komen te

zitten, zoals in referentie [5] is vastgesteld.

- De poldergemalen werken niet, zodat het land onder water loopt. Maar al eerder zullen de

gevolgen van het uitvallen van de rioolgemalen zichtbaar worden. Riolen lopen over, toiletten

werken niet meer, afvoeren raken verstopt. De hygiëne loopt gevaar, het milieu wordt zwaar

belast.

- Ook op kleinere schaal wordt de wateroverlast voelbaar: de regenafvoer in viaducten, tunnels

en aquaducten werkt niet, zodat die al snel onder water lopen en het verkeer vast komt te zitten.

- Nadat auto's en vrachtwagens hun tank leeg hebben gereden, is er geen nieuwe brandstof

meer omdat die onder de grond zit en met elektrische pompen naar boven gehaald zou moeten

worden.

- Treinen staan stil, start- en landingsbanen werken niet meer, verkeerslichten doen het niet,

sluizen en bruggen werken niet, de wegverlichting is uit. Praktisch alle vormen van transport

komen tot stilstand.

- De centrale verwarming in huizen en gebouwen valt uit. Er is nog wel gas, maar onze c.v.ketels

worden met elektriciteit bestuurd en werken dus niet meer.

- Er is nog wel water. De meeste drinkwaterbedrijven behoren tot de (schaarse) bedrijven die

maatregelen tegen stroomuitval genomen hebben en schakelen op noodaggregaten over. Maar

als de brandstofvoorraad van de aggregaten op is, stopt ook daar de watervoorziening, er is

geen aanvoer meer. Geen drinkwater en geen werkende riolen vormen samen een groot gevaar

voor de volksgezondheid.

- Bovendien is de druk van het drinkwater slechts voldoende om een opvoerhoogte van 4 à 5

verdiepingen te bereiken. Daarboven moet een hydrofoor de drukvoorziening overnemen, maar

Page 24: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

24

ook een hydrofoor werkt op elektriciteit. Boven het niveau van de 4e of 5e verdieping komt men

dus zonder drinkwater te zitten. Maar ook zonder licht, zonder lift, zonder afvoer en zonder

verwarming: een onleefbare situatie. Het is niet voor niets dat men in de elektriciteitswereld zo

beducht is voor grootschalige stroomuitval.

Concluderend mag men zeggen dat elektriciteit een eerste levensbehoefte geworden is, nog

meer dan drinkwater.

Situatie in Denemarken

Van alle landen ter wereld is Denemarken het verst in het toepassen van windenergie: 13

procent van het stroomverbruik wordt er met windenergie opgewekt. Er waren vergevorderde

plannen om dit op te voeren tot 20 procent, hetzelfde getal dat ook in Nederland genoemd wordt.

De moeilijkheden zijn echter zo groot geworden, en de kosten zo hoog, dat de overheid besloten

heeft hier een eind aan te maken.

De overschotten tijdens dagen en nachten van gering verbruik waren zo groot dat een groot

percentage van de wind-stroom geëxporteerd moest worden. Op dagen van geen of te weinig

wind moest eenzelfde hoeveelheid stroom weer geïmporteerd worden.

De export van de overtollige kilowatturen vond (en vindt nog steeds) plaats op een prijsniveau

van een derde van de marktwaarde, voor de import van de kilowatturen moet tijdens de pieken in

het verbruik een toptarief betaald worden. Denemarken leunt zwaar op de

elektriciteitsvoorziening van zijn nabuurlanden en betaalt daar een hoge prijs voor.

De kosten voor de Deense verbruikers worden geschat op 1,5 miljard euro per jaar. De Deense

regering heeft verklaard dat het land deze lasten niet meer kan dragen en is begonnen deze

kosten af te bouwen. De zorgen, in dit boek uitgesproken, zijn in Denemarken waarheid

geworden. (Na veranderende politieke krachten is windenergie in Denemarken weer

teruggekomen. De problemen van grote kosten, te exporteren top-productie naar het buitenland

e.d. zijn blijven bestaan.

Ruimtebeslag en Landschapsschoon

Er is in dit boek weinig gezegd over het ruimtebeslag door windparken en de aantasting van het

landschap.

Dat komt omdat over hinderlijk of niet, of mooi of lelijk, weinig zinvols te zeggen is. Sommigen

vinden een strakke rij windgeneratoren aan de kust mooi, anderen vinden het landschapsbederf.

Deze discussie blijft subjectief.

Toch bestaan er enkele objectieve gegevens. In het rapport van het Koninklijk Instituut van

Ingenieurs worden enkele genoemd:

- prijzen van onroerend goed zakken met 20 tot 50% door de bouw van windinstallaties in de

naaste omgeving.

Page 25: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

25

- aan omwonenden worden bedragen tot 10.000 euro geboden om geen verzet aan te tekenen

tegen de komst van een windpark

- sommige omwonenden hebben er meer dan 10.000 euro aan proceskosten voor over gehad

om de komst van een windpark te verhinderen.

Bij geslaagde ontwikkeling van windenergie zou dit een offer zijn dat we zouden moeten

brengen. Net zoals we dat hebben gedaan bij het aanvaarden van industriegebieden,

hoogspanningslijnen, vliegvelden, e.d. Er bestaat nu eenmaal geen welvaart zonder offers.

Echter, nu windenergie niet levensvatbaar is gebleken, hoeft over het uiterlijk ook niet meer

getwist te worden.

Subsidies

Uit het eerder genoemde rapport van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs blijkt dat de huidige

productie van windenergie, ongeveer 1% van ons stroomverbruik, gesubsidieerd wordt met 65

miljoen euro per jaar. Dit nog los van fiscale steun en andere subsidies die bij de bouw en de

voorbereiding van windparken gegeven worden.

Bij het gereedkomen van het mega-windpark, dat 20 procent van ons verbruik zal moeten

opleveren, zou deze subsidiestroom oplopen tot 1 à 2 miljard euro per jaar [1].

Verder zijn er de verborgen kosten die niet door subsidies gedekt worden: door het steeds

wisselen van de stroomproductie uit de windparken moeten de gewone centrales voortdurend op

en af geregeld worden - of gestart en gestopt - dan wel als onbelaste reserve meedraaien. Dit

kost extra brandstof. En verder vragen de grote vermogensstromen die hierdoor ontstaan om

extra voorzieningen in het net.

Deze extra kosten komen ten laste van de kilowattuur-prijs van normale stroom en vormen

daarmee een verborgen subsidiëring van de windenergie.

Vooral de grote Duitse elektriciteitsbedrijven, zoals RWE en E.ON, hebben hier last van. Ze

schatten dat het nog eens met 1 eurocent per kWh (dus met ongeveer 10 procent) op de prijs

van off-shore windenergie drukt.

B r o n n e n

[1] De voornaamste bron van dit geschrift is het rapport Windenergie van het Koninklijk Instituut

van Ingenieurs, juni 2002. Het Instituut heeft de voor- en tegenstanders van windenergie

uitgenodigd om gedurende twee dagen hun standpunten uiteen te zetten. Daaruit is een rapport

voortgekomen dat ter voorkoming van fouten en misverstanden aan de partijen is voorgelegd.

Het is het meest neutrale rapport dat over deze materie bestaat, een materie die gekenmerkt

wordt door heftig gevoerde debatten. De auteur van dit boekje heeft aan deze studie

deelgenomen. Het rapport is te verkrijgen bij het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, tel. 070 -

Page 26: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

26

391.98.10. Ik hoop dat het er nog is.

[2] Het boekje dat het debat over windenergie in een stroomversnelling gebracht heeft, is

Windmolens, Fictie en Feiten van Ir. Halkema, derde druk. Een uitgave van uitgeverij Quantes,

tel. 070 - 413.40.13. << Inmiddels heeft Ir. Halkema nog enkele publikaties uit laten komen >>

Halkema was de eerste die de opbrengst van het Nederlandse windmolenpark doorrekende en

de tegenvallende opbrengsten opmerkte. Hij gaf daarbij ook de oorzaak van de tegenvallende

resultaten aan: de te kleine energie-inhoud van de wind en de te grote variabiliteit. Zijn

conclusies werden hem niet in dank afgenomen, in de pers en de media werd hij door zijn

tegenstanders fel aangevallen. Jammer genoeg waren die aanvallen niet op de inhoud van zijn

boek, maar op zijn persoon gericht.

[3] Een dergelijke behandeling viel ook Bjørn Lomborg ten deel. In zijn boek The Skeptical

Environmentalist toonde hij aan dat er op wereldschaal nog vele jaren brandstof voor

energieopwekking aanwezig is. Afhankelijk van het soort brandstof varieert die van 40 jaar bij

gas tot vele honderden jaren indien men olie uit leisteen of verrijkt uranium kiest. Te vinden

onder ISBN 0-521-01008-3.

Lomborg werd ongemeen fel aangevallen, mede omdat hij als oud-Greenpeace activist en

hoogleraar in de statistiek een sterke positie innam. Bij hem ging de aanval zover dat hij door een

tribunaal werd aangeklaagd welke er bij de Deense regering op aandrong hem te ontslaan uit zijn

functie als beoordelaar van milieumaatregelen. Op de websites www.lomborg.com en www.anti-

lomborg.com is veel van deze felle, en soms onverkwikkelijke, strijd te zien.

[4] De brochure Alles in de Wind van Van Kuijk beschrijft de voordelen van windenergie zoals die

ook in het eerste deel van dit boek weergegeven zijn. Het kan gezien worden als een antwoord

op het boek van Halkema, hoewel de naam Halkema er geen enkele maal in voorkomt. Het

tekent de sfeer waarin het debat plaatsvindt. Uitgave TU Delft, tel. 015 - 278.91.11.

[5] In de brochure Als mijn sterke arm het wil van Kreuger wordt de afhankelijkheid van

elektriciteit van een moderne samenleving in enkele bladzijden belicht en worden de gevolgen

van een langdurige stroomstoring in West-Nederland geschetst. Uitgave Delftse Universitaire

Pers - 1995.

[6] Moeilijkheden die ontstaan bij het opwekken van elektriciteit krijgen weinig publiciteit en die bij

windenergie al helemaal niet. Des te opmerkelijker is de uitspraak van de directeur van het

elektriciteitsbedrijf E.on die in Elsevier van 14 september 2002 gewaagde van een near black-out

in Noord Duitsland in februari 2002. Daarbij viel in korte tijd 2,5 Giga-Watt windvermogen weg.

Zelfs in het grote Duitse net heeft het erom gespannen of de draaiende reserve dit tekort op kon

vangen. Ook in [8] wordt zo'n situatie gemeld.

[7] In De Ingenieur van 4 april 2003 wordt een Darrieus windturbine geschetst die, geïnstalleerd,

16.500 euro zal kosten en op het dak van een hoog gebouw 5000 kWh per jaar op zal kunnen

leveren. Eenzelfde berekening als hierboven laat zien dat energie uit deze machine 40 eurocent

per kWh zal gaan kosten, een veelvoud van de kostprijs van grootschalige windenergie. Ook als

tengevolge van grotere series en door subsidies de prijs zou zakken, blijft het een dure

energiebron.

[8] Heel leerzaam is het volgen van internet-sites die de discussie over windenergie voeren. Daar

worden veel dingen gezegd, en veel gegevens verstrekt, die men elders niet gauw zal vinden.

Page 27: Waar Staan We Met Windenergie - Quantes uitgeverij ISBN 90-5959-014-7

27

Een goede verdediging van windenergie is te vinden op de website www.windpower.org . Een

knap gestructureerde website waar zowat alle begrippen die bij windenergie te pas komen,

behandeld worden. Ook knap gestructureerd omdat de zwakke zijden van windenergie

ongemerkt zijn weggelaten. Geen onvertogen woord over windstiltes, geringe opbrengsten,

noodzakelijke reserve-vermogens, hinder van windparken, teleurstellingen in Denemarken, enz.

Daarvoor moet men op de website www.countryguardian.net zijn, die in een beperkt aantal

bladzijden de andere kant van windenergie laat zien. << De websites zijn in 2008 nog actief>>

Beide koppelen door met links naar andere sites van voor- of tegenstanders, zodat men - als

men daar tijd en geduld voor heeft - een duizelingwekkende hoeveelheid feiten tevoorschijn kan

halen.

Als er echter één ding duidelijk wordt, is het dit: windenergie is een kwestie van geloof, meer dan

van ratio.

“Waar staan we met windenergie?” werd eerder

in ongeveer dezelfde vorm gepubliceerd in twee

Nieuwsbrieven van de stichting HAN.

De stichting HAN - Heidelberger Appeal

Nederland - stelt zich ten doel het publiek en de

politiek zo objectief mogelijk te informeren op het

gebied van milieu, bio-technologie en

aanverwante terreinen. De stichting is (was) te

bereiken op telefoonnummer 079 - 346 03 04.

Nog steeds bestaat er De Groene Rekenkamer

die de windenergie-activiteiten veelal kritisch

volgt: www.groenerekenkamer.nl . Men kan zich

ook inschrijven op hun nieuwsbrief die regelmatig

per e-mail verzonden wordt.