VZW Kinderopvang · Web viewHij/zij heeft zijn eigen slaapritme en valt rustig in slaap. Hij zij...

32
Foto:

Transcript of VZW Kinderopvang · Web viewHij/zij heeft zijn eigen slaapritme en valt rustig in slaap. Hij zij...

Foto:

Naam Kindje:

Geboren op:……………………………………………. ………………….

Opvanglocatie:

Kijk eens wat ik al kan!

De ontwikkeling van kinderen gaat trapsgewijs, maar je zal merken dat er bij elk kind verschillen zijn in manieren en het tempo waarin het zich ontwikkelt. Soms gaan ze met sprongen vooruit, soms zetten ze een stap terug, soms zijn ze zo hard met iets bezig dat de andere leergebieden even moeten wachten. Elk kind is uniek.

Om de ontwikkeling te volgen zal de kinderbegeleider het kind observeren en het ontwikkelingsschema invullen. Als het kind een langere periode niet aanwezig is in de opvang, kunnen de ouders het schema ook zelf verder aanvullen. De observaties kan je als kinderbegeleider met de ouders bespreken.

In de ontwikkelingsschema’s geef je aan op welke leeftijd het kind het beschreven gedrag toont. Dit kan je door er een leeftijd (in weken of maanden) of een datum (of een periode) bij te noteren. Je kan natuurlijk ook altijd bijkomend commentaar schrijven. (bvb billenschuiven i.p.v kruipen). Als jullie beide je echt zorgen maken over de ontwikkeling van het kind, bespreek dat dan met iemand die je verder kan helpen zoals: de huisarts, de dienstverantwoordelijke, de consultatiearts van Kind en Gezin,…

Onderaan de ontwikkelingsschema’s vind je voor elke leeftijdsfase ook enkele tips en ideeën voor spelletjes. Deze vertellen hoe je het kind in deze leeftijdsfase, kan helpen zich goed en gezond te ontwikkelen. Er is ook telkens ruimte voorzien om persoonlijke dingen over het kind te vertellen, bijzonderheden of anekdotes die dit kind uniek maken. Je kan ook foto’s en tekeningen bijvoegen. Zo maak je van het ‘Ontwikkelingsboekje’ een mooie herinnering.

Het ‘Ontwikkelingsboekje’ kan je helpen om:

· om van het kind geen dingen te verwachten waar het nog niet aan toe is.

· de ontwikkeling van het kind te stimuleren door aangepaste activiteiten en speelgoed aan te bieden.

· duidelijker te zien wanneer een kind moeilijkheden vertoont in zijn ontwikkeling

Bij elke leeftijdsfase komen volgende items aan bod:

· motoriek en zintuigen: bewegen, handelen, voelen, zien, horen, ruiken.

· sociaal en kennen: begrijpen, communicatie, taal, gedrag, zelfredzaamheid.

· voeding en zindelijkheid

Observatieschema Psycho-motorische ontwikkeling

NAAM Kind: ………………………………………………………………………………….

Geboortedatum: ……………………………..

Leeftijd bij plaatsing: ………………………

Observatie: 3 MAAND - 6 MAAND

Motoriek en zintuigen

· Ik volg een bewegend voorwerp met mijn ogen en hoofd

· Mijn handjes zijn vaak open/ontspannen

· Ik hef mijn hoofd en borst vanuit buiklig

· Ik trappel met mijn benen en sla met mijn armen

· Ik probeer iets te pakken

· Wat ik in mijn handen krijg, stop ik in mijn mond

· Als je me rechttrekt, kan ik mijn hoofd al goed rechthouden

· Ik rol van mijn buik op mijn rug

Ja

………………………………

……

……

Nee

……

……

……

……

……

……

……

……

Sociaal en kennen

· Ik lach naar een gezicht

· Ik herken vertrouwde geluiden

· Ik kan boos of bang worden en dit duidelijk tonen

· Ik lach hardop

……

……

……

……

……

……

……

……

Voeding en zindelijkheid

· Ik krijg borstvoeding

· Ik krijg flesvoeding

· Ik eet al groentepap

· Ik eet al fruitpap

……

……

……

……

……

……

……

……

Tips en ideeën voor spelletjes

· Ik vind het fijn om te kijken naar wat rondom mij gebeurt. Dus zet mij zo neer dat ik een flink stuk van de kamer kan zien.

· Geluiden en speelgoed dat piept of kraakt boeien mij, hou er wel rekening mee dat ik alles in mijn mond steek.

· Door te trappelen en te slaan tegen dingen leer ik goed bewegen.

· Als ik huil, wil ik getroost en geknuffeld worden;

· Het is belangrijk mij in voldoende gevarieerde houdingen te zetten/leggen, zodat ik goed kan bewegen en mijn lichaam goed leer gebruiken.

Opmerkingen

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Observatieschema Psycho-motorische ontwikkeling

Observatie: 6 MAAND – 9 MAAND

Motoriek en zintuigen

· Ik rol vlot van mijn buik op mijn rug en terug

· Ik kan eventjes zitten zonder steun

· Ik sla 2 dingen tegen elkaar

· Ik sluip als een paracommando

· Ik kan voorwerpen van de ene hand in de andere overnemen

· Ik kan de bal pakken die jij naar mij toerolt

Ja

………………………………Nee

……

……

……

……

……

……

Sociaal en kennen

· Bij het horen van mijn naam kijk ik op

· Vreemde mensen maken me bang

· ‘Kiekeboe’ spelen vind ik erg leuk

· Ik huil als jij weggaat

· Ik kan de verschillende klanken laten horen

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

Voeding en zindelijkheid

· Ik eet brood/koek (gluten)

· Ik eet vlees en/of vis

· Ik kan al alleen een koekje eten

……

……

……

……

……

……

Tips en ideeën voor spelletjes

· Praat veel tegen me, zo leer ik het ook.

· Laat me niet zomaar alleen, zeg dat je terugkomt, blijf praten of zingen zodat ik je kan horen ook al zie ik je niet.

· Tandjes krijgen kan heel lastig zijn, soms wil ik niets eten, soms knabbel ik graag op een korstje.

· Geef me een veilige plek waar ik naar hartelust kan spelen. Een stevige houten box met spijlen is ideaal. Als ik gewend ben om er op vaste tijdstippen in te zitten, zal ik er veilig en rustig spelen.

· Ook in een spiegel kijken vind ik leuk.

· Soms heb ik meer ruimte nodig om te leren rollen en kruipen.

Opmerkingen

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Observatieschema Psycho-motorische ontwikkeling

Observatie: 9 MAAND – 12 MAAND

Motoriek en zintuigen

· Ik kan zelf gaan zitten, draaien en reiken zonder te vallen

· Ik trek mezelf vlot recht

· Ik laat iets los en kijk waar het valt

· Ik kruip op handen en knieën

· Met hulp of steun kan ik (zijdelings) stappen

· Kleine voorwerpen kan ik tussen duim en wijsvinger vastnemen

· Ik gebruik beide handen om grote dingen te pakken

Ja

………………

……

……

……

……

Nee

……

……

……

……

……

……

……

Sociaal en kennen

· Ik gebruik gebaren om iets duidelijk te maken

· Ik zwaai je uit met mijn handje “dag, dag”

· Ik verdubbel bepaalde lettergrepen “mama dada”

· Ik toon genegenheid

· Ik huil als je weggaat

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

Voeding en zindelijkheid

· Ik eet met mijn vingers

……

……

Tips en ideeën voor spelletjes

· Geef me niet teveel speelgoed tegelijk. Wissel het speelgoed regelmatig af.

· Zachte muziek maakt me rustig.

· Hou het afscheid kort, anders is het voor ons allebei moeilijk.

· Vreemde mensen en situaties maken me bang, een vertrouwd knuffeldiertje of dekentje met de geur van thuis troost me dan.

· Geef me kleine stukjes voedsel (brood, rozijntjes, erwtjes,…) om alleen op te eten.

Opmerkingen

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Observatieschema Psycho-motorische ontwikkeling

Observatie: 12MAAND - 18 MAAND

Motoriek en zintuigen

· Ik kan los staan zonder hulp of steun

· Ik kruip de trap op

· Kijk, ik kan alleen stappen

· Ik rijd op een loopfietsje

Ja

………………

……

Nee

……

……

……

……

Sociaal en kennen

· Ik begin te begrijpen als iets niet mag, maar vergeet dit snel

· Eenvoudige aanwijzingen kan ik al opvolgen

· Ik doe (dieren) geluiden na

· Ik kan dingen op een prent aanwijzen

· Ik kan 3 blokken op elkaar rechtzetten

· Ik probeer dingen in elkaar te passen

· Ik imiteer volwassenen

· Ik zoek een ‘verstopt’ of verloren voorwerp

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

Voeding en zindelijkheid

· Ik kan een drinkbeker vasthouden

· Ik begin alleen te eten

……

……

……

……

Tips en ideeën voor spelletjes

· Laat me rondkruipen of lopen om alles te ontdekken, maar de box blijft een veilige plek waar ik kan spelen.

· Ik wil van alles proberen geef me daartoe de kans, maar waardevolle dingen zet je best uit mijn buurt.

· Verbied duidelijk en kordaat wat niet mag, maak oogcontact en zeg mijn naam. Ik begrijp het dan wel maar kan het nog niet onthouden.

· Ook al mors ik nog vaak, geef me ook de kans om eens alleen te eten en te drinken.

· Ik knuffel heel graag.

· Ik groei nu minder snel en misschien heb ik minder eetlust.

· Soms wil ik van alles kunnen wat nog niet lukt, daardoor kan ik erg prikkelbaar zijn. Mijn humeur zal verbeteren als ik het alleen kan.

Opmerkingen

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Observatieschema Psyscho-motorische ontwikkeling

Observatie: 18 MAAND – 24 MAAND

Motoriek en zintuigen

· Ik kan de bladzijden van een boek omdraaien

· Ik raap iets op in hurkzit

· Ik ren en klim

· Mijn sokken en schoenen kan ik alleen uittrekken

· Ik speel met dingen om voort te duwen of achter mij aan te trekken

· Muziek boeit me, ik dans mee

Ja

………………

……

……

……

Nee

……

……

……

……

……

……

Sociaal en kennen

· Ik krabbel met een potlood

· Ik kan tonen waar ik pijn heb

· Ik zeg mijn eerst zinvolle woordjes zoals “poe(s)”. (woordzin)

· Ik gebruik 2 woordzinnen

· Ik ben graag bij andere kinderen, maar kan nog niet echt samen spelen

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

Voeding en zindelijkheid

· Ik drink uit een beker

· Ik wil graag alleen eten, maar mors nog veel

· Ik toon en zeg het als ik het lekker vind en meer wil

……

……

……

……

……

……

Tips en ideeën voor spelletjes

· Ik wil kordaat en vriendelijk behandeld worden. Als ik koppig en eigenzinnig ben zullen jullie veel geduld nodig hebben.

· Ik heb nood aan beweging. Laat me veel oefenen, maar let op want ik wil alles proberen.

· Ik geniet van kijken naar prentenboeken en van korte eenvoudige verhaaltjes.

· Papier en potlood om te krabbelen vind ik fijn, geef me veilige, korte dikke potloodjes of waskrijtjes.

· Ook andere dingen wil en kan ik alleen: schoenen en sokken uitdoen, iets pakken en aangeven als je dat vraagt.

Opmerkingen

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Observatieschema Psycho-motorische ontwikkeling

Observatie: 24 MAAND – 30 MAAND

Motoriek en zintuigen

· Ik kan tegen een bal trappen

· Ik ga de trap alleen op en af

· Ik draai aan knoppen, sleutels, kranen,…

· Ik giet zand of water in potjes

· Ik speel doe-alsof-spelletjes (poppen, verkleden,…)

Ja

………………

……

……

Nee

……

……

……

……

……

Sociaal en kennen

· Ik ken namen van dieren en dingen en benoem ze

· Ik wijs de delen van mijn lichaam aan

· Af en toe ben ik woedend als ik mijn zin niet krijg

· Ik zing mee

· Ik weet de plaats van speelgoed, snoepjes, jas,….

· Ik herken en benoem enkele kleuren

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

……

Voeding en zindelijkheid

· Ik kan alleen eten en drinken

· Ik blijf op het potje zitten en begin te begrijpen waarvoor het dient

· Ik kom het vertellen als ik naar het potje moet

· Ik plas overdag niet meer in mijn broekje

……

……

……

……

……

……

……

……

Tips en ideeën voor spelletjes

· Laat me vertellen, ook al gaat dat nog niet zo vlot.

· Boekjes zijn heel goed voor mijn algemene ontwikkeling

· Ik heb nood aan beweging, laat me klimmen, rennen, springen,…

· Ik wil alles alleen kunnen, laat me oefenen met aan- en uitkleden, wassen en op het potje gaan.

· Ik ga graag op stap om de wereld te ontdekken en te bewegen.

Opmerkingen

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Ik mag naar de kleuterklas als:

· Ik begrijp dat mama/papa straks terugkomt

· Ik kan vertellen dat ik honger/dorst, te koud/ te warm heb

· Ik volwassenen begrijp als ze iets vertellen

· Ik alleen kan eten

· Ik korte opdrachten kan uitvoeren

· Ik het kan vertellen als ik naar het toilet moet

· Ik liefst overdag droog blijf

· Ik mijn jas kan aan- en uittrekken

Hoe gaat het met mij?

Hoe gaat het met het kind in de opvang. Voelt het zich thuis? Eet en slaapt het goed? Kan het in zijn spel opgaan? Leert het? Zit het lekker in zijn vel? Kortom, hoe zit het met zijn welbevinden en betrokkenheid?

Kinderen die zich echt goed voelen, genieten van het leven. Ze stralen energie en gelijktijdig innerlijke rust uit. Ze zijn spontaan en stellen zich open voor wat op hen afkomt. Ze zijn weerbaar en hebben zelfvertrouwen. Ze kunnen een tegenslag aan. Kinderen die goed in hun vel zitten leren gemakkelijker en ontwikkelen zich als vanzelf.

Door goed en gericht te kijken worden deze kenmerken gemeten. Je gaat na hoe het kind zich gedraagt in verschillende situaties. Hieruit kan je afleiden of het kind zich goed voelt in de opvang. Door aandacht te hebben voor zijn noden en signalen, kan je het welbevinden van het kind verhogen.

De resultaten van de observaties in de opvang worden genoteerd in de tabellen ‘Hoe gaat het met mij?’. Elke observatie is een momentopname en elk kind heeft wel eens een mindere dag. Dat is op zich geen reden tot ongerustheid. Maar als blijkt dat het kind zich regelmatig niet goed voelt in de opvang (of bepaalde delen ervan) zullen we op zoek gaan naar een manier om de situatie voor het kind te verbeteren.

De kinderbegeleider gaat na of en wat ze kan doen om het welbevinden van het kind te verbeteren.

De observaties kunnen gebruikt worden als basis voor een gesprek tussen de ouders, de kinderbegeleider, dienstverantwoordelijke en zo mogelijk het kind zelf.

Hoe gaat het met mij?Van 0 tot 2 jaar

Naam kind ………………Leeftijd ………………….

Aanwezigheden/week ………………Observatiedatum ………………….

Aankomst

Eten en drinken

Vrij Spel

score 1 of 2

· Het kind is niet blij de kinderbegeleider en de andere kinderen te zien.

· Hij/zij maakt een ongeïnteresseerde of trieste indruk.

· Hij/zij gaat huilen, uit angst of boosheid wordt het driftig, spartelt tegen.

· Hij/zij wil niets weten van de andere kinderen of speelgoed.

· Het kind weigert eten of drinken.

· Hij/zij reageert negatief op het aangeboden voedsel of negeert het.

· Het kost de kinderbegeleider veel moeite om het kind te laten eten/drinken.

· Hij/zij is zo onrustig/gespannen dat hij/zij huilt en het eten soms weer uitspuugt.

· Het kind ligt te zeuren of te jengelen.

· Hij/zij zoekt houvast in steeds hetzelfde speeltje en panikeert als dit wordt afgepakt.

· Hij/zij is bang van de andere kinderen.

· Hij/zij lijkt wel te willen spelen, maar kan zich niet concentreren en wisselt voortdurend van activiteit en is onrustig.

Score 3

· Het kind laat niet merken of het blij is in de opvang te komen. Het geeft een onbewogen indruk.

· Hij/zij kan even huilen of zich verzetten, maar laat zich snel troosten of afleiden.

· Het kind eet wel, maar toont daarbij geen enthousiasme.

· Hij/zij kan start- of dooreetproblemen hebben maar eet en drinkt genoeg.

· Het kind komt niet tot spelen en hangt maar wat rond.

· Hij/zij is wel met iets bezig, maar het boeit hem niet echt.

Score 4 of 5

· Het kind is blij de kinderbegeleider te zien en laat dat duidelijk merken.

· Hij/zij kijkt nieuwsgierig om zich heen.

· Hij/zij loopt, kruipt direct naar het speelgoed en de andere kinderen.

· Het kind reageert enthousiast op eten en drinken.

· Hij/zij gedraagt zich ontspannen en geniet van het eetmoment.

· Hij/zij maakt tevreden geluidjes en ziet er gelukkig uit.

· Hij/zij is geconcentreerd op het eten.

· Het kind is nieuwsgierig en reageert op de omgeving.

· Onder het spelen lacht en praat hij (in zichzelf) of geniet hij stil.

· De baby kijkt belangstellend rond of ligt te krabbelen.

· Hij/zij gaat helemaal op in zijn bezigheid.

· Hij/zij onderzoekt het speelgoed.

· De peuter kruipt of loopt rond en speelt met of bij andere kinderen.

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Gestructureerde activiteiten

Verzorgen en slapen

Vertrek

score 1 of 2

· Het kind gaat zijn eigen gang.

· Hij/zij laat zich nauwelijks motiveren of overreden.

· Hij/zij negeert de kinderbegeleider en de andere kinderen.

· Hij/zij verweert zich tegen iets samen doen of wordt boos, driftig of kruipt weg.

· Hij/zij trekt zich in zichzelf terug.

· Het kind is onrustig als het verzorgd wordt: het reageert schrikachtig of paniekerig

· Hij/zij vindt knuffelspelletjes niet leuk, begint te huilen of weert de kinderbegeleider af.

· Slapengaan verloopt onrustig, hij/zij moet zich vaak in slaap huilen.

· Hij/zij slaapt slecht.

· Hij/zij wordt in paniek wakker of huilt bij het wakker worden.

· Het kind vermijdt oogcontact.

· Hij/zij begint rond te rennen of zich te verstoppen.

· Hij/zij gedraagt zich luidruchtig om een reactie uit te lokken van de kinderbegeleider of andere kinderen.

Score 3

· Het kind doet wel mee, maar toont geen echte belangstelling.

· Hij/zij doet mee, gaat weer weg, komt terug,…

Het kind laat de verzorging toe, maar gaat niet in op de aandacht die het krijgt.

· Het kind vertrekt zomaar, neemt geen of nauwelijks afscheid.

Score 4 of 5

· Het kind luistert naar de kinderbegeleider tijdens de gestructureerde activiteiten.

· Hij/zij doet zijn best om de opdracht te volbrengen.

· Hij/zij vindt het leuk om samen dingen te doen.

· Hij/zij heeft aandacht voor de andere kinderen maar laat zichzelf niet snel afleiden.

· Het kind geniet van het verzorgen.

· Het kind heeft plezier in aanraken, knuffelen, kietelen.

· Hij/zij heeft zijn eigen slaapritme en valt rustig in slaap

· Hij zij wordt ontspannen wakker, ligt rond te kijken, speelt en lacht naar de kinderbegeleider die hem/haar ophaalt

· Het kind reageert adequaat op wat er verwacht wordt rond vertrektijd.

· De peuter helpt opruimen.

· Hij/zij neemt afscheid van de kinderbegeleider en vriendjes, het laat merken dat het leuk was.

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Hoe gaat het met mij?Van 0 tot 2 jaar

Naam kinderbegeleider ……………………………………….

Vragen na het observeren

Had u dit resultaat verwacht?

(komt het resultaat overeen met het beeld dat u al van het kind had?)

O jaO neeO min of meer

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Zijn er u bijzonderheden opgevallen tijdens de observatie?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Bent u tijdens de observatie op ideeën gekomen die het welbevinden van dit kind te goede kunnen komen? Welke?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Is er op korte termijn, een vervolgobservatie nodig?

O Nee

O Ja, deze observatie op korte termijn herhalen

Hoe gaat het met mij?Van 0 tot 2 jaar

Naam kind ………………Leeftijd ………………….

Aanwezigheden/week ………………Observatiedatum ………………….

Aankomst

Eten en drinken

Vrij Spel

score 1 of 2

· Het kind is niet blij de kinderbegeleider en de andere kinderen te zien.

· Hij/zij maakt een ongeïnteresseerde of trieste indruk.

· Hij/zij gaat huilen, uit angst of boosheid wordt het driftig, spartelt tegen.

· Hij/zij wil niets weten van de andere kinderen of speelgoed.

· Het kind weigert eten of drinken.

· Hij/zij reageert negatief op het aangeboden voedsel of negeert het.

· Het kost de kinderbegeleider veel moeite om het kind te laten eten/drinken.

· Hij/zij is zo onrustig/gespannen dat hij/zij huilt en het eten soms weer uitspuugt.

· Het kind ligt te zeuren of te jengelen.

· Hij/zij zoekt houvast in steeds hetzelfde speeltje en panikeert als dit wordt afgepakt.

· Hij/zij is bang van de andere kinderen.

· Hij/zij lijkt wel te willen spelen, maar kan zich niet concentreren en wisselt voortdurend van activiteit en is onrustig

Score 3

· Het kind laat niet merken of het blij is in de opvang te komen. Het geeft een onbewogen indruk.

· Hij/zij kan even huilen of zich verzetten, maar laat zich niet snel troosten of afleiden.

· Het kind eet wel, maar toont daarbij geen enthousiasme.

· Hij/zij kan start- of dooreetproblemen hebben maar eet en drinkt genoeg.

· Het kind komt niet tot spelen en hangt maar wat rond.

· Hij/zij is wel met iets bezig, maar het boeit hem niet echt.

Score 4 of 5

· Het kind is blij de kinderbegeleider te zien en laat dat duidelijk merken.

· Hij/zij kijkt nieuwsgierig om zich heen.

· Hij/zij loopt, kruipt direct naar het speelgoed en de andere kinderen.

· Het kind reageert enthousiast op eten en drinken.

· Hij/zij gedraagt zich ontspannen en geniet van het eetmoment.

· Hij/zij maakt tevreden geluidjes en ziet er gelukkig uit.

· Hij/zij is geconcentreerd op het eten.

· Het kind is nieuwsgierig en reageert op de omgeving.

· Onder het spelen lacht en praat hij (in zichzelf) of geniet hij stil.

· De baby kijkt belangstellend rond of ligt te krabbelen.

· Hij/zij gaat helemaal op in zijn bezigheid.

· Hij/zij onderzoekt het speelgoed.

· De peuter kruipt of loopt rond en speelt met of bij andere kinderen.

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Gestructureerde activiteiten

Verzorgen en slapen

Vertrek

score 1 of 2

· Het kind gaat zijn eigen gang.

· Hij/zij laat zich nauwelijks motiveren of overreden.

· Hij/zij negeert de kinderbegeleider en de andere kinderen.

· Hij/zij verweert zich tegen iets samen doen of wordt boos, driftig of kruipt weg.

· Hij/zij trekt zich in zichzelf terug.

· Het kind is onrustig als het verzorgd wordt: het reageert schrikachtig of paniekerig

· Hij/zij vindt knuffelspelletjes niet leuk, begint te huilen of weert de kinderbegeleider af.

· Slapengaan verloopt onrustig, hij/zij moet zich vaak in slaap huilen.

· Hij/zij slaapt slecht.

· Hij/zij wordt in paniek wakker of huilt bij het wakker worden.

· Het kind vermijdt oogcontact.

· Hij/zij begint rond te rennen of zich te verstoppen

· Hij/zij gedraagt zich luidruchtig om een reactie uit te lokken van de kinderbegeleider of andere kinderen

Score 3

· Het kind doet wel mee, maar toont geen echte belangstelling.

· Hij/zij doet mee, gaat weer weg, komt terug,…

Het kind laat de verzorging toe, maar gaat niet in op de aandacht die het krijgt.

· Het kind vertrekt zomaar, neemt geen of nauwelijks afscheid.

Score 4 of 5

· Het kind luistert naar de kinderbegeleider tijdens de gestructureerde activiteiten.

· Hij/zij doet zijn best om de opdracht te volbrengen.

· Hij/zij vindt het leuk om samen dingen te doen.

· Hij/zij heeft aandacht voor de andere kinderen maar laat zichzelf niet snel afleiden.

· Het kind geniet van het verzorgen.

· Het kind heeft plezier in aanraken, knuffelen, kietelen.

· Hij/zij heeft zijn eigen slaapritme en valt rustig in slaap.

· Hij zij wordt ontspannen wakker, ligt rond te kijken, speelt en lacht naar de kinderbegeleider die hem/haar ophaalt.

· Het kind reageert adequaat op wat er verwacht wordt rond vertrektijd.

· De peuter helpt opruimen.

· Hij/zij neemt afscheid van de kinderbegeleider en vriendjes, het laat merken dat het leuk was.

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Hoe gaat het met mij?Van 0 tot 2 jaar

Naam kinderbegeleider ……………………………………….

Vragen na het observeren

Had u dit resultaat verwacht?

(komt het resultaat overeen met het beeld dat u al van het kind had?)

O jaO neeO min of meer

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Zijn er u bijzonderheden opgevallen tijdens de observatie?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Bent u tijdens de observatie op ideeën gekomen die het welbevinden van dit kind te goede kunnen komen? Welke?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Is er op korte termijn, een vervolgobservatie nodig?

O Nee

O Ja, deze observatie op korte termijn herhalen

Hoe gaat het met mij?Van 2 tot 5 jaar

Naam kind ………………Leeftijd …………..

Aanwezigheden/week ………………Observatiedatum …………..

Aankomst

Eten en drinken

Vrij Spel

score 1 of 2

· Het kind maakt nauwelijks contact met de kinderbegeleider en de andere kinderen.

· Hij/zij loopt of kijkt niet rond, maar blijft bij de deur staan, men moet hem echt ‘binnenhalen’.

· Hij/zij huilt, wordt driftig of spartelt tegen.

· Aanraken wordt afgeweerd

· Hij/zij zoekt geen ander kind op.

· Het kind negeert wat het aangeboden krijgt of duwt het weg.

· Het kost de kinderbegeleider moeite om het kind te laten eten/drinken.

· Hij/zij is zo onrustig/gespannen dat hij/zij huilt en het eten soms weer uitspuugt.

· Hij/zij speelt en stoort de anderen bij de maaltijd.

· Het kind ervaart de andere kinderen als storend of is bang.

· Hij/zij zoekt houvast, gaat huilen als dingen anders gaan dan normaal.

· Hij/zij trekt zich terug, loopt doelloos rond, of stilletjes in een hoekje.

· Hij/zij blijft bij de kinderbegeleider of verliest de controle over zijn gedrag: wordt druk, schreeuwt, plaagt, gooit met speelgoed.

Score 3

· Het kind laat niet merken of het blij is in de opvang te komen. Het geeft een onbewogen indruk.

· Hij/zij kan even huilen of zich verzetten, maar laat zich niet snel troosten.

· Het kind eet wel, maar toont daarbij geen enthousiasme.

· Hij/zij zit afwezig in zijn bord te roeren.

· Hij/zij kan start- of dooreetproblemen hebben maar eet en drinkt wel.

· Het kind komt niet tot spelen en hangt maar wat rond.

· Hij/zij is wel met iets bezig, maar het boeit hem niet echt.

Score 4 of 5

· Het kind is blij de kinderbegeleider te zien.

· Hij/zij vertelt de kinderbegeleider wat hij heeft meegemaakt of hoe hij zich voelt.

· Hij/zij reageert op wat het hoort en ziet.

· Het kind reageert enthousiast op eten en drinken.

· Hij/zij gedraagt zich ontspannen en tevreden.

· Hij/zij geniet van de maaltijd en het gezelschap.

· Hij/zij eet geconcentreerd.

· Het kind is nieuwsgierig en gaat graag op onderzoek uit.

· Hij/zij heeft de kinderbegeleider niet nodig om te kunnen spelen.

· Hij/zij kiest zelf spel en speelgoed, bepaalt zelf of het alleen of met anderen speelt.

· Hij/zij gaat helemaal op in zijn bezigheid.

· Hij/zij leeft zich uit en geniet.

· Hij/ zij maakt gretig gebruik van het speelgoed en de ruimte.

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Gestructureerde activiteiten

Verzorgen en slapen

Vertrek

score 1 of 2

· Het kind doet niet mee aan de activiteit.

· Hij/zij luistert niet naar de aanwijzingen.

· Hij/zij trekt zich terug, is passief, stil.

· Hij/zij verzet zich, stoort, maakt werkjes kapot.

· Hij/zij moppert, vind alles ‘stom’.

· Het kind weert contact tijdens het verzorgen af.

· Hij/zij probeert aankleden/uitkleden te ontlopen, werkt tegen.

· Het zindelijk worden verloopt moeizaam, hij/zij valt steeds terug.

· Hij/zij slaapt onrustig of wil niet slapen of rusten.

· Het kind vermijdt oogcontact

· Hij/zij begint rond te rennen of zich te verstoppen.

· Hij/zij gedraagt zich luidruchtig om een reactie uit te lokken van de kinderbegeleider of andere kinderen.

Score 3

· Het kind doet wel mee, maar toont geen echte belangstelling

· Hij/zij doet mee, gaat weer weg, komt terug,…

· Het kind laat de verzorging toe, maar gaat niet in op de aandacht die het krijgt.

· Het kind vertrekt zomaar, neemt geen of nauwelijks afscheid.

Score 4 of 5

· Het kind luistert naar de kinderbegeleider en roept haar hulp in als nodig.

· Hij/zij doet zijn best om de opdracht te volbrengen.

· Hij/zij vindt het leuk om samen dingen te doen.

· Hij/zij helpt bij de kinderbegeleider bij het klaarzetten en opruimen.

· Hij werkt aandachtig en geconcentreerd.

· Het kind geniet aan-/uitkleden en verzorgen, hij/zij werkt goed mee.

· Hij/zij heeft interesse in zindelijk worden.

· Hij/zij heeft plezier in aanraken, knuffelen, kietelen.

· Hij/zij slaapt of rust als dat nodig is.

· Het kind reageert adequaat op wat er verwacht wordt rond vertrektijd.

· De peuter helpt opruimen.

· Hij/zij neemt afscheid van de kinderbegeleider en vriendjes, het laat merken dat het leuk was.

· Hij/zij maakt al plannen voor volgende keer.

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Score: 1 2 3 4 5

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Hoe gaat het met mij?Van 2 tot 5 jaar

Naam kinderbegeleider ……………………………………….

Vragen na het observeren

Had u dit resultaat verwacht?

(komt het resultaat overeen met het beeld dat u al van het kind had?)

O jaO neeO min of meer

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Zijn er u bijzonderheden opgevallen tijdens de observatie?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Bent u tijdens de observatie op ideeën gekomen die het welbevinden van dit kind te goede kunnen komen? Welke?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

Is er op korte termijn, een vervolgobservatie nodig?

O Nee

O Ja, deze observatie op korte termijn herhalen