VUMAG 2008#3

36
2008 # 3 m CRISISPOLITIEK Minstens vijftig miljoen euro per jaar voor pure symboliek m Steeds meer ALZHEIMER, en ook bij jonge mensen m Publicist ANIL RAMDAS en de zeven hoofdzonden VU MAGAZINE ADVOCAAT Marry de Gaay Fortman ‘Maatschappelijke betrokkenheid is een familietraditie’

description

Alumniblad Vrije Universiteit Amsterdam

Transcript of VUMAG 2008#3

Page 1: VUMAG 2008#3

2008# 3 mCRISISPOLITIEK Minstens vijftig miljoen euro per jaar voor pure symboliek mSteeds meer ALZHEIMER, en ook bij jonge mensen mPublicist ANIL RAMDAS en de zeven hoofdzonden

V U M A G A Z I N E

ADVOCAAT

Marry de Gaay Fortman ‘Maatschappelijke betrokkenheid is een familietraditie’

Page 2: VUMAG 2008#3

2 | V U M A G A Z I N E

COLOFON

Vijfde jaargang, nr. 3, december 2008. Oplage: 50.000. VU Magazine verschijnt vier keer per jaar. ISSN 1572-445X. VU Magazine is het magazine voor alumni en andere relaties van de Vrije Universiteit Amsterdam, het VU medisch centrum en de Vereniging VU-Windesheim. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur.

Een gratis abonnement regelt u via www.vu.nl/vumagazine.

Redactieadres De Boelelaan 1105, kamer 0E-60, 1081 HV Amsterdam. [email protected] www.vu.nl/vumagazine Redactie Marieke Schilp (hoofdredacteur), Rianne Lindhout (eindredacteur), Anita Mussche M.m.v Floor Bal, Peter Breedveld, Dirk de Hoog, Welmoed VisserRedactieraad Mariet Bolluijt, Irene Costera Meijer, Mark Popelier. Gijs van Seters, Roeleke Vunderink Uitgever Dienst Marketing & Communicatie, Vrije Universiteit Amsterdam Correctie Marian van Ham, MetaVision Ontwerp Rob Bömer [rbbmr.nl]Vormgeving Rob Bömer, Dorien FliervoetDruk Senefelder Misset Verzending Adreswijzigingen of fouten in adressering kunt u doorgeven via www.vu.nl/vumagazine, via [email protected] of via antwoordnummer 2941, 1000 SN Amsterdam. Vragen over de verzending: Charlotte Vroon, [email protected] of 020 5985665.

10 DeeltjesversnellerHet botsonderzoek van Gerhard Raven ligt allesbehalve stil.14 De nieuwe kleine luydenEen op de vijf studenten is allochtoon. Daar kan de VU iets mee.18 Marry de Gaay FortmanTopadvocaat en toezichthouder.26 Anil Ramdas‘Ik heb erg snel de neiging om mensen dom te verklaren.’33 VU-OrkestWin kaarten voor het swingende Frans-Spaanse optreden.

4 Update Onderzoek 16 Update Campus 24 In de collegebanken 29 Service 34 Met de bul op zak

‘Vijf eeuwen calvinisme verdienen een feestje. Een afscheidsfeestje’

OMSLAGFOTO: PETER STRELITSKI

23

Page 3: VUMAG 2008#3

V U M A G A Z I N E | 3

INHOUD

‘Vijf eeuwen calvinisme verdienen een feestje. Een afscheidsfeestje’

20 AlzheimerEen diagnose in één dag. Zo helpt het Alzheimercentrum VUmc vooral jonge patiënten van hun onzekerheid af.

11 ZoekfunctieIn het archief moet de historicus meters brieven doorspitten om een enkele paragraaf te kunnen schijven.

6 CrisiswetenschapBij een felle metrobrand heb je niets aan de nooduitgangen. Ira Helsloot over eerlijk crisisbeleid.

COM

VU/Y

VON

NE

COM

PIER

COM

VU/P

ETER

SM

ITH

JORD

I HU

ISM

AN

Page 4: VUMAG 2008#3

Update[onderzoek]

Jonge Turkse en Marokkaan-se Amsterdammers vinden gedwongen huwelijken steeds minder vanzelfsprekend. Voor-al hoogopgeleiden kiezen graag hun eigen partner. Dat blijkt uit onderzoek dat Edien Bartels en Oka Storms begin november op de eerste landelijke conferentie over de aanpak van huwelijks-dwang presenteerden.

Eindelijk: de blauwe roos

Natuurkundigen van de VU en Stichting FOM hebben aange-toond hoe eiwitten razendsnel een specifieke plek op DNA kunnen vinden. Daarmee losten ze een probleem op dat weten-schappers al jaren bezighoudt. Ze publiceerden hun resultaten in oktober. Veel reacties in bio-logische cellen worden op gang gebracht door eiwitmoleculen die binden aan DNA. Vaak moet dat snel gebeuren, bijvoorbeeld als het gaat om reparaties aan DNA-strengen, anders kan de cel ster-ven. De bindingslocaties zitten echter verstopt in de bekende lan-ge DNA-moleculen. De onderzoekers onder leiding van Gijs Wuite, die onlangs als zevende VU’er werd benoemd in de Jonge Akademie van de KNAW, lieten zien hoe eiwit-

ten van DNA- naar DNA-mole-cuul kunnen springen. Ze maten de zoeksnelheid van afzonderlij-ke eiwitten in een kluwen DNA. Door beide uiteinden van een DNA-molecuul aan microscopisch kleine piepschuimbolletjes vast te plakken en die bolletjes met laserlicht te manipuleren, konden de onderzoekers de kluwen DNA uit elkaar trekken. Dit belemmer-de het springen van de eiwitten, omdat de afstand tussen de DNA-strengen te groot werd. De zoek-snelheid nam toe naarmate het DNA meer een kluwenvorm aan-nam. Dat DNA een kluwen is, is dus essentieel voor alle eiwitten die op DNA inwerken. Het DNA en de eiwitten waren niet zicht-baar, maar wat er gebeurde was ‘voelbaar’ aan de uiteinden. (RL)

www.nat.vu.nl/~gwuite

Eiwitten springen in DNA

Keltische schat gevondenVU-archeologen hebben bij Maastricht een Keltische goud- en zilverschat opgegraven, de enige ooit in Nederland gevon-den. De schat werd ontdekt door Paul Curfs uit Maastricht en dateert uit het midden van de eer-ste eeuw voor Christus. Negenen-dertig goudstukken zijn afkom-stig van de Eburonen, een volk in Zuid-Nederland; zeventig zilve-ren ‘regenboogschoteltjes’ komen van stammen uit het Rijngebied.Volgens archeologiehoogleraar Nico Roymans werden gouden munten niet gebruikt als regu-

lier betaalmiddel, maar vooral als gift in de politiek-militaire sfeer. Waarschijnlijk sloten stamlei-ders van Eburonen en Germaanse stammen onderling bondgenoot-schappen, waarbij grote partij-en munten werden uitgewisseld. De schat is vermoedelijk uit vei-ligheidsoverwegingen op een ver-laten plek begraven: de Eburonen waren indertijd in conflict met de Romeinen. Na een opstand in 54 voor Christus werd het volk nage-noeg vernietigd door Julius Cae-sar. (PB)FOTO: RESTAURA

Een blauwe roos is de heilige graal voor bloemenkwekers. VU-onder-zoekers weten nu hoe je die moet maken. “Het is een kwestie van zor-gen dat de vacuoles in de bloemblaadjes niet verzuren”, legt geneticus Francesca Quattrocchio, uit de petuniaonderzoeksgroep van Ronald Koes, uit. Vacuoles zijn met vloeistof gevulde blaasjes in de cel waar-in onder andere de pigmenten worden opgeslagen. Het gen PH5 regelt de zuurgraad in de vacuoles: bij een lage pH-waarde (wanneer het dus zuur is) kleuren de blaadjes rood, een hoge pH-waarde veroorzaakt een blauwe kleur. Door uitschakeling van PH5 wordt de vacuole minder zuur en worden de bloemblaadjes dus blauw. Japanse en Australische bedrijven hebben dit mechanisme al gepatenteerd. De resultaten zijn begin november gepubliceerd in Nature Cell Biology. (PB)

www.nature.com/ncb/journal/vaop/ncurrent/full/ncb1805.html

Eigen partner kiezenHoe langer ouders in Nederland wonen, hoe normaler ze het vin-den dat kinderen zelf hun partner zoeken. Wanneer deze jongeren buiten hun eigen groep trouwen, is dat vaker met een partner van allochtone afkomst. Turken en Marokkanen vinden een geza-menlijke religie belangrijker dan de culturele afkomst. (FB)

www.movisie.nl/huwelijksdwang

4 | V U M A G A Z I N E

Mensen bij wie de afstand van de achillespees tot het enkelbot rela-tief kort is, hebben meer aanleg voor het lopen van lange afstanden. Dat publiceerden VU-bewegingswetenschapper Melanie Scholz en haar collega’s in oktober in The Journal of Experimental Biology. “Een hiel-lengte van minder dan 4,5 cm is veelbelovend”, zegt Scholz.Ze liet vijftien professionele lopers lange afstanden rennen op een loop-band. Als een hardloper op zijn voet landt, trekt de achillespees samen en wordt er energie opgeslagen, die weer vrijkomt bij het optillen voor de volgende pas. De onderzoekers zijn erin geslaagd om een wiskun-dige formule op te stellen die verklaart dat personen met een ‘korte’ hiel dat aanmerkelijk efficiënter doen, dan mensen bij wie die afstand groter is. Daarom hebben ze minder zuurstof nodig bij het hardlopen. (WV)

http://jeb.biologists.org/cgi/content/full/211/20/3266

Korte hiel rent beter

Page 5: VUMAG 2008#3

Stressvolle gebeurtenissen op jonge leeftijd, zoals ziekenhuis-opname, scheiding van de ouders of de dood van een gezinslid, kunnen antisociaal gedrag bij kinderen uitlokken. Dat blijkt uit het proefschrift waarop Maartje Timmermans afgelopen maand promoveerde bij de faculteit Psy-chologie en Pedagogiek. Anders-om verhoogt antisociaal gedrag de kans op nieuwe stressvolle voorvallen. Kinderen die in zo’n cyclus zitten, hebben vaker last van depressie en angst. Timmer-mans onderzocht de ontwikke-

ling van antisociaal gedrag bij kinderen van twee tot achttien jaar met een vragenlijst. Daaruit bleek ook dat destructief gedrag, zoals agressie, bij kinderen een belangrijke voorspeller is van risicovol seksueel gedrag en het gebruik van alcohol en verdoven-de middelen. Vroegkinderlijke opstandigheid is vaak de motor van ernstige vormen van antiso-ciaal gedrag dat kan resulteren in delinquentie en slechte school-prestaties. (FB)

http://dare.ubvu.nl/ > zoekterm ‘antisocial’

Stress maakt kind antisociaal

Bas

Pepperspray is een effectief en veilig wapen voor de politie, blijkt uit een onderzoek van politieonderzoeker Jan Naeyé. In twintig pro-cent van de gevallen waarin de politie geweld gebruikt, gebeurt dat met pepperspray. De politie zet het vooral in tegen mensen die met slag- of steekwapens dreigen. Pepperspray is voor agenten veiliger dan de wapenstok, omdat het van een afstand kan worden gebruikt. Voor de invoering van de spray in 2005 dreigde de politie in zulke geval-len dan ook vaak met het pistool. Volgens Naeyé gebruikt de politie relatief weinig geweld bij aanhoudingen, namelijk slechts bij vier pro-cent van de arrestaties. Daarbij raakt wel in een kwart van de geval-len de betrokken burger gewond. Relatief vaak gaat het daarbij om uit-gaanspubliek onder invloed van alcohol of drugs. (DdH)

www.politieenwetenschap.nl

Pepperspray is effectief

Natuurkundigen van de VU gaan meehelpen bij het ontwerpen van een grote Europese telescoop die gravitatiegolven meet. Met deze telescoop moet het mogelijk worden om de toestand van het heelal vlak na de oerknal te bestuderen. De onderzoekers hebben drie miljoen euro subsidie gekregen van de Europese Unie om de telescoop te ont-werpen. Bij het project zijn acht Europese onderzoeksinstituten betrok-ken. ‘Gewone’ telescopen kijken naar licht- of elektromagnetische gol-ven. Omdat de oudste elektromagnetische golven erg verstoord zijn geraakt, kan hiermee de oorsprong van het heelal niet worden bestu-deerd. Bovendien straalt het overgrote deel van de materie in de ruim-te geen licht of andere elektromagnetische golven uit en is dus met deze telescopen niet waar te nemen. De nieuwe Einsteintelescoop kan als het goed is deze ‘donkere materie’ wel zien. (WV)

www.virgo.infn.it/

Einsteintelescoop

Een gastank in de auto die werkt als een spons. Zo’n tank is zes-tig procent lichter dan de gangbare waterstofaccu’s. Een ‘gewone’ tank met waterstofgas in de auto is te gevaarlijk vanwege de kans op explosies. Robin Gremaud onderzocht duizenden metaalcombinaties voor zijn proefschrift over metaallegeringen die waterstof absorberen. Legeringen verliezen hun spiegelend vermogen als ze waterstof opne-men. Dus als een mengsel glans verliest, is het bingo. Hij vond dat een mengsel van magnesium, titaan en nikkel heel goede eigenschappen heeft om een waterstoftank voor een auto te ontwikkelen. Gremaud promoveerde 16 oktober. Een Brits bedrijf wil zijn techniek verder ont-wikkelen. (DdH)

www.nat.vu.nl/~gremaudr/

Waterstoftank komt dichterbij

Nicky Pouw ontwikkelde in Oeganda een methode om te bepalen welke armoedeproble-men het eerst aangepakt moeten worden. Daar kunnen ontwikke-lingsplanners of beleidsmakers veel aan hebben. Pouw promo-veerde 10 november aan de eco-nomische faculteit. De gebruikelijke armoedemeting via het in kaart brengen van uitga-ven werkt niet altijd goed op het platteland, omdat boeren vaak voor eigen consumptie produce-ren. Pouws methode gaat niet uit van uitgaven, maar van bezittin-gen. Die inventariseerde ze en ze verdeelde ze in categorieën zoals duurzame huishoudelijke goede-ren, kleding, voedselconsumptie, levende have, landbouwgereed-schap en landbezit.Elke categorie kent een eigen hië-rarchie. Binnen de huishoudelij-ke goederen kopen mensen bij-voorbeeld eerst stoelen, een tafel, een bed en een matras. Een radio, fiets of koelkast komen pas veel later in aanmerking. Inventarisa-tie per categorie geeft een goed beeld van het soort armoede dat er in gebieden heerst en welke problemen het grootst zijn. Zo

Waarschuwing bij voedseltekort

kan de informatie over voedsel-consumptie dienen als een vroeg waarschuwingssysteem voor voedselonzekerheid. Zodra een huishouden alleen nog maar maïs en bonen eet, kan dit een teken zijn van dreigende voedselte-korten. En wanneer kleine boe-ren alleen maar een handschof-fel gebruiken op het land, is het moeilijk om de productiviteit te vergroten. (RL)

http://www.rozenbergps.com/

V U M A G A Z I N E | 5

Page 6: VUMAG 2008#3

‘ De METRO is een VLIEGTUIG onder de grond’

6 | V U M A G A Z I N E

Page 7: VUMAG 2008#3

‘ De METRO is een VLIEGTUIG onder de grond’

We kunnen het woord crisis bijna niet meer horen, zo vaak is het gevallen de laat-

ste tijd. Ira Helsloot is hoogleraar crisis-beheersing en fysieke veiligheid bij de faculteit Sociale Wetenschappen van de VU. Zijn ruime praktijkervaring – hij is ook portefeuillehouder crisisbeheersing bij de brandweer Amsterdam-Amstel-land – in combinatie met zijn analyse van vele rampen en crises, hebben inzichten opgeleverd die verhelderend zijn bij het bekijken van alle soorten crises. En die veel geld kunnen bespa-ren zonder veiligheid te hoeven inleve-ren. “Over rampen worden duizenden pagina’s aan rapportages geschreven vanuit de symboliek van verantwoor-ding afleggen. Als ze er toch zijn, kun je ze ook gebruiken om onderzoek te doen.”Helsloots cynisme over symboliek is een belangrijke uitkomst van zijn onderzoek. Jaarlijks stopt Nederland minstens vijftig miljoen euro in symbo-lische, ‘papieren’ crisisbeheersing op het gebied van rampenbestrijding. Dat is de afgelopen twintig jaar zo gegroeid.

“Neem overstromingsgevaar. We inves-teren miljarden in onze dijken om te voorkomen dat ze doorbreken. Dat is goed, want als het zou gebeuren, zou afgezien van de slachtoffers de hele Randstad onherstelbaar worden ver-nield. Niets is bestand tegen zout water. Snelle evacuatie is bovendien onmo-gelijk in zo’n situatie. Toch worden er ook miljoenen geïnvesteerd in plannen voor wat er moet gebeuren als er toch zo’n ramp gebeurt. Dat is grotendeels zinloos; die miljoenen hadden meer veiligheid opgeleverd als ze zouden zijn ingezet om nog een extra dijkje te ver-zwaren. De opbrengst van de plannen is vooral een illusie van veiligheid.”Een nog duurder voorbeeld van sym-bolisch veiligheidsbeleid betreft het chloortransport van Delfzijl naar Bot-lek. Tot 2006 reed er twee keer per week een trein vanuit Delfzijl, waar de enige chloorfabriek in Nederland stond, naar een andere vestiging van Akzo Nobel in Botlek. Dat bracht een klein risico met zich mee, volgens alle berekeningen kleiner dan dat van het transport van LPG of ammoniak. De

CRISISBEHEERSING Jaarlijks stopt Nederland minstens vijftig miljoen euro in puur symbolische rampenbestrijding. Dat lost niks op, maar stelt wel gerust. Interview met Ira Helsloot, crisismanager. Plus: een andere kijk op de Katrina-ramp, de kredietcrisis en de Greet Hofmans-affaire.

RIANNE LINDHOUT EN ANITA MUSSCHEFOTO’S: JORDI HUISMAN

»

Dat bestuurders bij crises en rampen niet eerlijk en snel genoeg communiceren, wordt volgens Ira Helsloot in stand gehouden door de hardnekkige mythe dat burgers in paniek raken en in plunde-raars veranderen als er bijvoorbeeld een pande-mie uitbreekt of een dijk doorbreekt. Toen orkaan Katrina in 2005 grote overstromingen veroorzaakte in New Orleans, kwamen er berichten dat de ach-tergebleven, voornamelijk zwarte bevolking aan het plunderen was geslagen. Helsloot bestudeerde verslagen en komt tot een andere conclusie: “Een mooi voorbeeld zag je in de Super Dome, waar 25 duizend ontheemden naartoe waren gegaan. Volgens de media heerste er anarchie. Feitelijk hadden de mensen in die grote sportarena een werkend sociaal systeem opgezet, compleet met een crèche. De supermark-ten in de omgeving werden wel leeggehaald, maar dat is begrijpelijk omdat er de eerste dagen geen hulp kwam. Na twee dagen kwamen er militairen om de ‘orde te handhaven’. Er wilde er een naar het toilet, maar de burgers hadden op die plek een opslagruimte ingericht. Er werd iemand, wellicht wat onredelijk fel, kwaad op de militair, en die werd toen doodgeschoten.”In de media is dit verhaal een eigen leven gaan leiden. De waarheid, die later pas bekend wordt, haalt de krant niet meer. Zo gaat het ook met het plunderen: “Er is ook zonder ramp wel een boef. Als die boef tijdens de ramp uit plunderen gaat, leggen de media dat vast en maken ze er een ver-haal van.”Burgers zijn actief en behulpzaam bij een ramp, concludeert Helsloot uit zijn onderzoek. Maar ze maken hun keuzes op basis van kennis die ze heb-ben, en het ontbreekt hen vaak aan adequate ken-nis, doordat er niet goed wordt gecommuniceerd. Helsloot: “Als er iets met het drinkwater is, maar de informatie dat je het drinkwater bijvoorbeeld veilig kunt koken blijft uit, gaan mensen voor de zekerheid water kopen in de supermarkt. Daar raken de schappen snel leeg, en de media berich-ten over hamstergedrag.”

DE MYTHE VAN DE PANIEK: NEW ORLEANS

Ira Helsloot: ‘Burgers zijn juist actief en behulpzaam als er een ramp gebeurt. Maar je moet ze wel goed informeren.’

V U M A G A Z I N E | 7

Page 8: VUMAG 2008#3

8 | V U M A G A Z I N E

dreigende ‘chloorramp’ had echter een hoge symbolische waarde. De overheid besloot in 2002, mede als zichtbare daad na de vuurwerkramp in Ensche-de, om 65 miljoen euro aan Akzo te geven om in Botlek ook een chloorfa-briek te bouwen. Helsloot: “Vanwege onderhoud aan de fabrieken moet er incidenteel toch weer een paar weken lang chloor worden vervoerd. Doordat het geen routine meer is, is de kans dat daarbij iets misgaat groter dan toen het nog wekelijks gebeurde.”Ook negentig procent van de rijksin-vesteringen in terrorismebestrijding – hoeveel geld erin zit, is onbekend – is volgens Helsloot symboliek. Een terroris-tische aanslag in de publieke ruimte kun je niet voorkomen met meer beveiliging: het blijft een net met veel mazen, en een terrorist heeft er maar eentje nodig. “Terreurbestrijding die wel zin heeft, is bijvoorbeeld die in de vorm van buurt-regisseurs van de politie. Zij hebben door hun persoonlijke contacten invloed en zicht op geradicaliseerde jeugd. Zulke investeringen zijn echter zo weinig zicht-

baar en decentraal dat ze geen daad-kracht van de rijksoverheid suggereren.”

Even heel eerlijkSymboliek is volgens Helsloot een relatief goedkope vorm van niet echt iets doen voor de veiligheid. “Ik pleit er nadrukkelijk niet voor altijd maar meer te investeren in veiligheid, maar bestuurders moeten daar wel eerlijk over zijn. Met het geld dat we aan sym-bolische veiligheidsmaatregelen beste-den, zullen we meer levens redden als we er verkeersdrempels van aanleggen.” De Herculesramp uit 1996 is een voor-beeld waaruit blijkt dat je niet altijd iets moet verbeteren. Op vliegbasis Eindhoven verbrandden 34 inzittenden na het neerstorten van hun vliegtuig. Jarenlang werden er onderzoeken gedaan naar wat daar fout ging. Het Openbaar Ministerie vervolgde zelfs een brandweerofficier en de lucht-verkeersleider. Pas in 2001 kwam na onderzoek van de Transportongeval-lenraad de aap uit de mouw, vertelt Helsloot, die de ramp bestudeerde.

De kredietcrisis gaat over vertrouwen: banken durven elkaar en anderen geen geld te lenen. Het vertrouwen moet worden hersteld. André Lucas, hoogleraar financiële markten en instellingen bij de economiefaculteit van de VU: “In Amerika zwabberde de overheid te veel, door banken dan weer wel en dan weer niet overeind te houden. Daardoor nam de onzekerheid onder investeerders toe: helpt de overheid of niet? Dat verergerde de crisis.” De Nederlandse overheid heeft dat volgens Lucas bij Fortis en ING robuuster en goed aange-pakt, “ook al is de markt zo grillig dat je niet weet of dit genoeg is.”Maar nu de acute kant van de crisis lijkt opgelost, moet een structurele oplossing volgen, vindt Lucas. Om in de toekomst een nieuwe financiële crisis te vermijden, moeten we volgens Lucas veel beter naar het regelstelsel kijken. Nu was de buffer bin-nen elke financiële instelling op zich goed gere-geld, waardoor ze stuk voor stuk moeilijk konden omvallen. Maar de crisis heeft bewezen dat als iedereen aan dezelfde regels onderhevig is, ieder-een tegelijkertijd dezelfde problemen krijgt en kan omvallen. “Daar moet je iets aan doen, vóór een volgende crisis. Nu wordt gedacht dat je alle pensi-oenfondsen of alle hedgefunds beter moet regule-ren. Maar dan moet je dat niet zo doen als met de banken. Je moet een dempend mechanisme cre-eren, met verschillende soorten investeerders die aan verschillende regels moeten voldoen. Als de een in de markt kan stappen als een ander eruit stapt, vermijd je dat al het kapitaal in één keer wegvlucht. Nu is de overheid de stabiele factor. Het zou beter zijn als andere partijen aan de stabi-liteit bijdragen.”

KREDIETCRISIS: MEER VERSCHIL IN REGELS AANBRENGENAndré Lucas: ‘Als iedereen aan dezelfde regels onderhevig is, krijgt ook iedereen tegelijkertijd dezelfde problemen’

‘Als er slachtoffers vallen, moet je niet direct concluderen dat iemand iets fout heeft gedaan.’

Page 9: VUMAG 2008#3

“Er was feitelijk niets misgegaan. Het beleid is dat er in zo’n situatie schuim over het brandende vliegtuig wordt gespoten, waarna de slachtoffers zelf uit het toestel moeten komen. Dat konden ze in dit geval niet, omdat de deur klemde. Dat is een zeer ongeluk-kig noodlot, maar de brandweer had geen uitrusting om hem te gaan open-maken.” Is dat beleid dan niet fout? “Nee, want de kans dat een ongeluk als dit gebeurt, is heel klein. En als het gebeurt, lukt het de inzittenden prak-tisch altijd om naar buiten te komen. Er zijn wereldwijd slechts twee van zulke ongevallen in 25 jaar bekend. Investe-ringen in een grotere luchthavenbrand-weer kosten wereldwijd meer dan een miljard per jaar. Eerlijke kosten-baten-analyse maakt dus duidelijk dat je het beleid niet moet veranderen.”In het algemeen geldt dat je niet direct moet concluderen dat iemand iets fout heeft gedaan als er slachtoffers vallen. “Het grote probleem van deze tijd is dat de eerlijkheid ontbreekt om dat te zeggen.”

Dan meteen nog maar iets eerlijk zeg-gen: als u voortaan in de metro stapt, weet dan dat de ‘safe havens’ en nood-uitgangen in de tunnels geen enkele zin hebben als er een felle brand uitbreekt. “Door de rook zie je meteen niets meer en je raakt verstikt, je kunt nergens heen en bent ten dode opgeschreven. Maar dat durven we niet te zeggen, dus worden mensen voor het lapje gehouden. Eerlijk zijn is beter, mensen kunnen het risico best aanvaarden. Ze stappen ook twee keer per jaar in het vliegtuig, terwijl ze weten dat er geen brandweer komt als er in de lucht iets gebeurt. De metro is een vliegtuig onder de grond.” «

mmeer weten?Wat Nederland uitgeeft aan symbolische rampenbestrijding staat in het (nogal technische) rapport Openbare orde en

veiligheid: uitgavenontwikkeling 2001-2005 van bureau CEBEON.De oratie van Ira Helsloot, getiteld Voorbij

de symboliek, vindt u via www.vu.nl/vumagazine.

CRISISBERAADCrisisbeheersers moeten volgens hoogleraar crisisbeheersing Ira Helsloot op alle niveaus en in elk stadium van crisismanagement op vier dingen letten.

1) TECHNIEK. Inzicht in de feitelijkheden van de crisis en de technische oplossingen daarvoor moeten als eerste georganiseerd worden.

2) PERSPECTIEF. De omvang van de crisis wordt niet alleen bepaald door wat er technisch aan de hand is, maar vooral ook door het perspectief van betrokkenen en publiek. Dat perspectief bepaalt mede hun reactie. Kijk naar spaarders die in paniek raken terwijl er financieel-technisch niets aan de hand is bij hun bank, maar door hun reactie vervolgens de bank doen omvallen.

3) TIJD EN RUIMTE. Crises zijn niet statisch maar ontwikkelen zich in tijd en ruimte. Het meest aansprekende voorbeeld is nu de crisis in de Amerikaanse huizenmarkt die anderhalf jaar later tot het omvallen van Fortis in Nederland heeft geleid. Maatregelen moeten daarom bij voorkeur ‘robuust’ zijn, dat wil zeggen wat meer aankunnen dan de huidige crisissituatie.

4) COMMUNICATIE. Een besluit is in de harde werkelijkheid pas een echt besluit als het communiceerbaar is. Die communicatie moet vervolgens eerlijk en snel zijn.

Een oude crisis die recent weer actueel werd, is de Greet Hofmans-affaire die in 1956 de monarchie in gevaar leek te brengen. Uit het boek Juliana & Bernhard van Cees Fasseur blijkt dit eigenlijk een huwelijkscrisis te zijn, concludeert Elsbeth Etty, literatuurcriticus en bijzonder hoogleraar literatuur en cultuur aan de VU. “Fasseurs enige zogenaamde onthulling is dat de Commissie Beel geen staats-commissie was, omdat er geen staatszaken in het geding waren. Fasseur noemt de commissie een soort gezinstherapie.”Waar Fasseur concludeerde dat Bernhard in de Hofmans-affaire gelijk had, neemt Etty het juist op voor Juliana. Volgens Etty blies Bernhard de invloed van Hofmans op Juliana bewust op, en lekte hij het verhaal naar de media terwijl er iets heel anders speelde. De aanvankelijk timide Juliana werd name-lijk steeds onafhankelijker van haar man en had zelfs om een scheiding gevraagd, onder meer van-wege Bernhards kleinerende gedrag en buitenechte-lijke relaties. Bernhard dikte Hofmans’ invloed aan om die groeiende onafhankelijkheid van Juliana de kop in te drukken en een scheiding te voorkomen, meent Etty. In een klimaat van verzuiling en Koude Oorlog was het volgens haar niet moeilijk om Julia-na’s buitenkerkelijke en pacifistische denkbeelden verdacht te maken. Uiteindelijk werd Hofmans van het hof verwijderd en kon Juliana haar scheiding vergeten, omdat de politiek zoiets ‘moreel-politiek’ ontoelaatbaar acht-te. Na de affaire was het beeld van Juliana dat van een wat wereldvreemde en niet serieus te nemen koningin. Etty benadrukt dat Fasseur niet kan bewijzen dat Hofmans invloed uitoefende op staatszaken. Ook volgens de toenmalige premier Drees waren de politieke moeilijkheden die Hofmans veroorzaakte helemaal niet groot, en zou Juliana’s pacifisme geen problemen opleveren. Etty’s visie illustreert een principe dat vaker voorkomt bij crises: een partij wendt een – al dan niet vermeende – crisis aan om een bepaald doel te bereiken. Zo kreeg Greenpeace veel publiciteit toen het in 1995 een crisis veroorzaakte bij Shell, dat het olieplatform Brent Spar wilde laten afzinken. Hoewel later bleek dat afzinken de milieuvriendelijkste oplos-sing was, zoals Shell aldoor had gezegd, dwong de boycotactie van de milieuorganisatie Shell het plat-form alsnog aan land af te breken.

‘GREET HOFMANS’ MASKEERT DE ÉCHTE CRISISElsbeth Etty: ‘In dat klimaat was het niet moeilijk om Juliana’s denkbeelden verdacht te maken’

V U M A G A Z I N E | 9

Page 10: VUMAG 2008#3

ACTUEEL De deeltjes-versneller staat dan wel stil, maar Gerhard Raven moet daardoor alleen maar harder werken. Tweewekelijks vliegt de fysicus naar CERN in Genève. ‘Ik moet erbij zijn, alles is nieuw.’RIANNE LINDHOUTFOTO: CERN

Van de 1014 botsingen die de deeltjes-versneller in Genève per jaar gene-reert – dat zijn er veertig miljoen per

seconde – moet projectmanager Gerhard Raven kiezen welke 1010 belangrijk genoeg zijn om er gegevens van te bewaren. “Dat betekent dat we 99,99 procent van de gege-vens weggooien, en dan nog blijven er heel veel over”, lacht de subatomaire fysicus die aan de VU universitair hoofddocent is en daarnaast in dienst is bij het nationaal insti-tuut voor subatomaire fysica (NIKHEF).Uit die overgebleven gegevens moet worden achterhaald waar de fout zit in een model dat grotendeels klopt: het beschrijft cor-rect dat quarks (onderdelen van protonen)

bij een botsing uiteenvallen in deeltjes en antideeltjes, en dat de verdeling daartus-sen niet half-half is. Als er evenveel materie als antimaterie zou ontstaan, zouden wij er niet zijn. Die twee heffen elkaar namelijk op, waarbij licht ontstaat. Er ontstaat net iets meer materie dan antimaterie bij een botsing. En die kleine asymmetrie, dat is ons universum. “Maar de fout in het model is dat het de asymmetrie veel kleiner voor-spelt dan hij in werkelijkheid is: het zit er zo’n beetje een factor 107 naast.”Raven heeft al eerder onderzoek gedaan om het genoemde model te verbeteren. “In Stanford en in Japan hebben we tot duizend miljoen botsingen kunnen genereren. Maar met de nieuwe deeltjesversneller kunnen we duizend keer zo veel vergelijkbare bot-singen veroorzaken.”

Pc-boerderijRavens projectgroep werkt met een ‘pc-farm’, een ‘boerderij’ van duizend super-pc’s die alle botsingen filteren met een speciaal softwareprogramma. “Het is heel moeilijk die pc’s probleemloos aan elkaar te koppelen tot een netwerk. We zijn nu bij vierhonderd en daar gaat het nog fout.”Is het dan maar goed dat de deeltjesver-sneller na een uitbundig gevierde start in september al snel in storing viel en de winterstop er meteen aan vastplakt? Nee, legt Raven uit: “De deeltjesversneller was stap voor stap op gang aan het komen. Wij waren aan het meegroeien met de machine,

we zouden het op dit moment prima heb-ben kunnen bijhouden. Nu zal de versnel-ler vanaf april, na de winterstop waarin testen en voorbereidingen doorgaan, sneller op gang komen en kan er van meegroeien geen sprake zijn. Wij moeten nu dus vooruit werken, om straks meteen te kunnen mee-komen. Maar er zijn geen botsingen om te kunnen zien of het goed gaat met onze pc’s. Daarom hebben we software ontwikkeld om te doen alsof die enorme hoeveelheden data wél binnenkomen, zodat we onze pc-farm kunnen opbouwen.”Het ‘crashen’ van de deeltjesversneller levert dus niet minder, maar meer werk op voor Raven. Hij reist veel heen en weer tussen Genève en de VU. “Hier kan ik veel organi-seren en software schrijven. Maar ik moet ook vaak bij CERN zijn, omdat de communi-catie dan toch veel sneller gaat. Ik moet erbij zijn, alles is nieuw.” Tweewekelijks vliegt Raven op donderdagochtend naar Genève en vrijdagavond laat weer terug. Afgelopen zomer was dat zelfs elke week, maar dat was wel erg zwaar. “Ik werk sinds 2002 aan dit project. In het begin vloog ik maandelijks heen en weer, nu is het intensiever. In het voorjaar zal het wel weer wekelijks wor-den.” Het experiment duurt tot 2014 of 2015. Maar ach, tegen die tijd heeft Raven zelfs de 103 vliegreizen nog lang niet gehaald. «

mmeer weten?www.nikhef.nl; kijk onder wetenschap, deeltjesfysica, antimaterie.

10 | V U M A G A Z I N E

DEELTJESVERSNELLEN

Page 11: VUMAG 2008#3

»

V U M A G A Z I N E | 11

ONDERZOEK Geschiedenis ga je studeren voor de mooie verhalen. Historicus Harm Kaal spitte voor zijn boek kilometers archief door. Maar dan... ‘Agenten in jazzclubs zijn leuk om te beschrijven, maar je moet je verhaal afbakenen.’

FLOOR BALFOTO’S: COMVU/PETER SMITH

Het geheugen van Nederland is opge-slagen in dozen, kilometers dozen. Hierin zitten de bronnen waarom het

historisch vakmanschap draait. Niet handig allemaal bij elkaar, maar verspreid over archiefinstellingen in het hele land. Wan-neer historicus Harm Kaal meer wil weten voor zijn artikel over politiek protest in de publieke ruimte, kan hij zich dus opmaken

Stapels dozen, meters brieven

Page 12: VUMAG 2008#3

Harm KaalAls kind zat Harm Kaal (1978) tijdens lange autoritten uren op de achterbank te lezen in de oude katholieke geschiedenisboekjes van zijn vader. “Allemaal heel eenzijdig en achterhaald natuurlijk”. Tijdens zijn geschiedenisstudie aan de VU kreeg hij halverwege de geest. Dat was tijdens een werkcollege van Jan Lucassen. “Daarbij werd je geacht om zelfstandig onderzoek te doen. Telkens wanneer je iets nieuws gevonden had, had de docent weer nieuwe vragen. Daar werd ik door gegrepen, ik wilde me echt in onderzoek vastbijten, iets toevoegen aan bestaande informatie.”Om zijn cv op te bouwen ging Kaal steeds meer vakken volgen en deed hij zijn uiterste best om goede papers in te leveren. Na zijn afstuderen werkte hij twee jaar als docent in het middelbaar onderwijs, waarna zijn onderzoeksvoorstel werd goedgekeurd en hij kon promoveren. Sinds zijn promotie afgelopen februari is Kaal universitair docent politieke geschiedenis. Inmiddels heeft hij twee onderzoeksprojecten opgezet. De eerste gaat over hoe het concept van leefbaarheid vanaf 1950 is vormgegeven door bestuurders en politici. Het andere onderzoek gaat over vormen van politieke protesten in publieke ruimten.

nis en zie je meteen waar de gaten in de tekst zitten.” Het proefschrift van Kaal is geworteld in de scriptie die hij in 2001 schreef. “Wanneer je een scriptie schrijft, is een biografie een voor de hand liggende invalshoek. Ik koos voor Willem de Vlugt, een heel bijzonder figuur. Hij was de eerste niet-liberale en niet-academisch geschoolde burgemeester van Amsterdam en dat twintig jaar lang.”Kaal raakte tijdens zijn studie geïnspireerd toen het eerste deel van de Colijnbiografie van docent Herman Langeveld uitkwam. Dat maakte een debat los op de VU, over bron-gebruik bij het maken van een biografie.

voor heel wat archiefbezoekjes. Een begin is het stadsarchief in Amsterdam, daar ligt het hoofdstedelijk politiearchief. “Daarbij zitten ook rapporten over hoe de politie met protestacties moest omgaan”, vertelt Kaal. Wil hij meer weten over een bepaalde actiegroep, dan kan hij dat ach-terhalen in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, waar veel archieven van politieke organisaties staan. In het Nati-onaal Archief in Den Haag kan hij informatie

vinden over het landelijke openbare orde-beleid. “Daar ligt bijvoorbeeld de correspon-dentie tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de burgemeester van Amsterdam.” Al dit werk, voor wat uiteindelijk misschien een kleine paragraaf zal worden, is nog maar het begin van het onderzoek. “Dat kost tijd, maar het is ook heel leuk. Er liggen puzzelstukjes verspreid over verschillende archieven en die moet je bij elkaar zoeken.”

Archieftijger“Alles wat in archiefinstellingen in Neder-land staat, is ontsloten”, vertelt Kaal. “Er staat bijvoorbeeld in het inventaris: ‘tien meter brieven aan de burgemeester.’ Er staat niet specifiek beschreven wat erin zit. Dus niet: ‘brief van Jantje aan Pietje over dit onderwerp.’ Om te vinden wat je zoekt, moet je alles bekijken.” Wanneer de archief-stukken aangevraagd zijn, brengt een mede-werker stapels kartonnen dozen. Alle papie-ren in zo’n doos moet de onderzoeker een voor een bekijken en op waarde schatten. Kaal promoveerde in februari van dit jaar op een proefschrift over Willem de Vlugt, de Amsterdamse burgemeester tijdens het interbellum. Daarvoor zat hij maandenlang in archieven. “Ik ben een echte archieftijger. Als historicus ga je op zoek naar materiaal dat jouw verhaal vertelt. Om de mooie bron-nen boven water te krijgen, heb ik bijvoor-

beeld de archieven van een aantal gemeen-telijke instellingen over een periode van twintig jaar helemaal doorzocht. Ik heb me in het archief nooit ongelukkig gevoeld, je moet een beetje monomaan zijn om dit werk te doen. Maar de sensatie dat je authentiek bronnenmateriaal in handen hebt, is heel bijzonder.”Werken in een archief is eenzaam, maar niet alleen. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers is hoog, je ziet voornamelijk oudere mannen die hun eigen stamboom uitpluizen. “In de tijd dat ik daar veel zat, waren de medewerkers van het Stadsarchief nogal gestrest, omdat uitkwam dat jaren eerder een belangrijk VOC-aandeel gestolen was. De beveiliging was behoorlijk streng en handelde niet altijd op een handige manier. Dan zat iemand bijna boven op je om te kijken wat je deed. In de nieuwe loca-tie is dat inmiddels verbeterd. Met sommige werknemers heb ik een band opgebouwd, in de loop der jaren hebben ze heel wat kilo’s voor mij versjouwd.”

AnekdotesOm niet te verzuipen in de bronnen, is weten wat je zoekt heel belangrijk. “De eer-ste anderhalf jaar van mijn promotie was ik erg bezig met de invalshoek van mijn verhaal. Bij sociale wetenschappen ligt van tevoren vast welke hypothese je gaat onder-zoeken. Historisch onderzoek zit anders in elkaar, daarbij blijkt pas gaandeweg waar je mee bezig bent. Je moet niet informa-tie verzamelen om het verzamelen. Het is belangrijk om ook meteen met schrijven te beginnen. Zo krijgen jouw bronnen beteke-

‘De sensatie dat je authentiek bronnenmateriaal in handen hebt, is heel bijzonder’

12 | V U M A G A Z I N E

Page 13: VUMAG 2008#3

“Zo raakte ik geïnteresseerd in biografieën.”Kaal wilde zijn scriptieonderwerp in een promotieonderzoek verder uitdiepen. Al snel liep hij tegen de grenzen van zijn keuze aan. “Je gaat geschiedenis studeren omdat je van mooie verhalen houdt. Maar als weten-schapper wordt er van je verwacht dat je ook theorieën formuleert. Onderzoek is meer dan het opdissen van mooie anekdotes of een persoon uit de vergetelheid rukken, je moet tot een dieper inzicht komen. Dat leer je in je promotietijd.” Dankzij steun van zijn begeleider James Kennedy werd Kaals verhaal meer dan alleen een biografie. “Een biografie van een

burgemeester? So what, dat voegt niets toe. Ik gebruikte De Vlugt om meer te weten te komen over de verschillende rollen van een burgemeester. Een van mijn conclusies was dat er tijdens zijn burgemeesterschap ruimte was om als lobbyist voor het bedrijfsleven op te treden. Hij was niet alleen op het stadhuis, hij ging ook naar Moskou om een contract te sluiten voor de Amsterdamse scheepvaartindustrie.”

DebatVoordat hij het archief induikt, doet Kaal eerst een breed literatuuronderzoek. Zo weet hij vooraf al welke discussies er

spelen bij het onderwerp. “Internationale tijdschriften vinden die ene empirische casus niet interessant. Bij het schrijven van wetenschappelijke artikelen moet je je snel op een duidelijk thema richten.” In plaats een complete beschrijving van een bepaalde demonstratie in Amsterdam bijvoorbeeld, moet een historicus een theorie formuleren over hoe het openbaar bestuur omging met zulke demonstraties.De consequentie hiervan is dat Kaals eerste liefde, het vertellen van mooie verhalen, soms het onderspit moet delven. “Kill your darlings. Uit het archief komen allerlei anekdotes naar boven. Vooral in het poli-tiearchief kwam ik bizarre politierapporta-ges tegen. Zo gingen Amsterdamse agenten incognito naar jazzclubs om in de gaten te houden of de negermuzikanten geen min-derjarige hbs-meisjes verleidden. Heel leuk om te beschrijven, maar je moet je ver-haal afbakenen.” Kaal deed zijn best om de omvang van zijn proefschrift binnen de perken te houden. “Een boek van negenhon-derd pagina’s vind ik niet kunnen. Het hoeft niet het definitieve werk over een bepaald onderwerp te worden.” Het uiteindelijke boek kreeg gunstige recen-sies in de landelijke pers. De Volkskrant

noemde het ‘Even degelijk als boeiend’. “Daar was ik blij mee, ik heb er veel tijd in gestoken om te zorgen dat het goed weg-leest. Mensen moeten met plezier jouw werk lezen. Het enthousiasme voor geschiedenis begint altijd met een leraar die goed kan vertellen. De lijn van mooie verhalen moet binnen de geschiedeniswetenschap blijven bestaan.” «

mmeer weten?Het hoofd van de stad. Amsterdam en zijn

burgemeester tijdens het interbellum. Harm Kaal, Uitgeverij Aksant, ISBN 9789052602820, € 29,90.

‘Soms zat iemand bijna boven op me om te kijken wat ik deed’

V U M A G A Z I N E | 13

Page 14: VUMAG 2008#3

DIVERSITEITSBELEID Een vijfde van de VU-studenten is van niet-westerse allochtone afkomst. Met dat gegeven probeert de VU haar voordeel te doen: ‘Je kunt het niet maken jezelf een topuniversiteit te noemen als je niet bijdraagt aan de integratie.’RIANNE LINDHOUTFOTO: JORDI HUISMAN

Welgeteld één meisje met een burka loopt er op de VU rond, en twee keer weigerde

een afstuderende student de hand van een vrouw te schudden, van de vier-duizend studenten met niet-westerse achtergrond op de VU. En toch is voor deze incidenten buitenproportioneel veel aandacht geweest. Dat illustreert eigenlijk al hoe gevoelig het thema ligt.Per faculteit varieert het beeld sterk: bij de faculteiten Bewegingswetenschap-pen, Letteren en Wijsbegeerte zijn maar weinig niet-westerse allochtone studen-ten; bij Tandheelkunde juist bijna veer-tig procent. Bij de faculteiten Rechten en Economie en bedrijfswetenschappen is hun aandeel ongeveer een kwart.Wim Haan, coördinator diversiteit van de VU, heeft zich verdiept in de voorvallen met het handen schudden.

“Ik heb een aantal moslimstudenten gevraagd hoe zij erover denken. Ze zeg-gen: Thuis doen we dat inderdaad niet, dat is onderdeel van onze cultuur, maar hier op de VU vind ik het onbeschoft om een vrouw geen hand te geven.’Hoewel enorm enthousiast en vol vuur over zijn onderwerp, is Haan ook voor-zichtig. Diversiteit is geen gemakkelijk onderwerp: “De beeldvorming is taai, het fictieve idee van een zwarte uni-versiteit is voor veel mensen een angst-beeld.” Toch komen docenten en stu-diebegeleiders soms voor lastige dingen te staan: studenten die hen niet aankij-ken, die met ja niet altijd ja bedoelen of die voornamen hebben die ze moeilijk kunnen onthouden. En er zijn forse verschillen tussen de studierendemen-ten van de diverse studentengroepen aan de VU.

14 | V U M A G A Z I N E

Page 15: VUMAG 2008#3

Wim Haan: ‘Een zwarte universiteit is een angstbeeld’

Cijfers? Geen cijfersRendementcijfers kunnen bedrieglijk zijn. Als we naar percentages kijken moet je concluderen dat niet-westerse allochtone mannen het beduidend slechter doen dan autochtone vrouwen. Soms zelfs rond de dertig procent slechter. Terecht is dan de repliek dat studiesucces door veel meer factoren wordt beïnvloed dan alleen door etnische achtergrond. Sekse, sociaal-economische achtergrond, wel of geen ouders die zelf hoger onderwijs hebben genoten en ga zo maar door.Maar helaas is het noemen van de factor ‘allochtoon’ al vaak voldoende voor verstrekkende conclusies die helemaal worden herleid tot het verschil tussen allochtonen en autochtonen. Om die reden is de VU uitermate terughoudend als het gaat om het publiceren van cijfermateriaal. Veel belangrijker is om te achterhalen waardoor die rendementsverschillen worden beïnvloed. Dan pas kun je gerichte maatregelen nemen.

Maar de VU is het aan zichzelf verplicht ‘divers’ te zijn, vindt Haan. “We wil-len een topuniversiteit zijn, dat kan in een Amsterdamse context alleen bij de gratie van diversiteit. Je kunt het niet maken jezelf excellent te noemen als je geen afspiegeling bent van je omgeving en geen bijdrage levert aan integratie.” Als studenten op de VU al leren ade-quaat te reageren op de veranderende samenleving, biedt dat een duidelijke meerwaarde aan hun diploma. Ook stu-denten van de UvA beginnen volgens Haan in te zien dat hun universiteit op dit terrein kansen laat liggen.

RollenspellenOp alle terreinen wordt nu gewerkt aan het thema diversiteit: in het onderwijs, het onderzoek en bij studentenvereni-gingen, die sociale cohesie en acade-mische integratie kunnen bevorderen. Ook het personeelsbeleid blijft niet bui-ten beschouwing. De VU heeft nog een overwegend wit personeelsbestand, net als de andere universiteiten. Haan: “De Erasmus Universiteit heeft al goede ervaringen met een premieregeling voor vrouwelijke en allochtone hoog-leraren. Misschien is dat ook wel een idee voor de VU.”Zo’n honderd docenten en andere stu-diebegeleiders hebben inmiddels hun multiculturele competenties vergroot door een cursus van het Centrum voor studie en loopbaan van de VU. Met rollenspellen en met theorie over bij-voorbeeld een individualistische versus een collectivistische cultuur. Studen-tenombudsman Lies Poesiat heeft veel aan de cursus gehad. Dertig procent van haar cliënten is allochtoon. “Soms komt er iemand met klachten over zijn scriptiebegeleider, maar dat probleem komt er maar niet uit. Nu weet ik dat het in sommige culturen vreselijk is om kritiek te hebben op docenten en bege-leiders.”Ook de studenten zelf worden aan het werk gezet. Zij moeten niet in hun eigen culturele groepje blijven hangen, maar meer met elkaar samenwerken – daar ontbreekt het nog vaak aan. Studenten economie en bedrijfsweten-schappen hebben al meegedaan aan het project ‘professioneel samenwerken

in multiculturele teams’. Ze maakten in die nieuw gevormde teams een werk-stuk en werden begeleid in het op een goede manier commentaar geven op de samenwerking.

EerstegeneratiestudentenEen ander aandachtspunt is de sociale integratie. In de introductieweek voor nieuwe studenten zijn niet-westerse allochtonen massaal afwezig. Ook daar-na blijken ze minder betrokken, wat bijvoorbeeld wordt geïllustreerd door weinig actieve bijdragen in facultaire verenigingen. Pogingen om speciaal voor deze groepen interessante activi-teiten aan het introductieprogramma toe te voegen, hebben vooralsnog wei-nig opgeleverd.Overigens zijn veel niet-westerse allochtone studenten (en op de VU trou-wens ook een fors aantal autochtone studenten) eerstegeneratiestudent: hun ouders hebben zelf geen hbo- of univer-sitaire opleiding. Voor deze jongeren is de overgang naar de academische wereld groot. De VU overweegt hen naar Amerikaans voorbeeld een zomer-cursus aan te bieden die met name bedoeld is om ze vertrouwd te maken met de academische cultuur. Er loopt nu een pilot met vijftien studenten waaruit moet blijken wat de obsta-kels en de succesfactoren zijn. Vanaf komend voorjaar komen er ook ouder-dagen, om ouders beter te informeren over wat studeren aan een universiteit betekent.Wim Haan: ”Veel eerstegeneratiestu-denten zijn de eersten in hun buurt die voor advocaat of voor biomedicus studeren, en daarmee een rolmodel voor andere jongeren. Onderwijs is de sleutel naar geslaagde integratie; rolmo-dellen zijn daarbij hard nodig. Te wei-nig instellingen voor hoger onderwijs committeren zich daaraan, door de risi-co’s, de beeldvorming van een zwarte universiteit. Vaak wil men enkel met externe financiering wat projecten op dit terrein starten. Alleen de VU heeft de guts om de nek uit te steken, heel curieus. De VU staat toch niet echt bekend als een lefgozer. Juist wij gaan laten zien hoe je dit thema kunt aan-pakken.” «

V U M A G A Z I N E | 15

Page 16: VUMAG 2008#3

Van de 3500 eerstejaarsstudenten die begin oktober een taaltoets aflegden, heeft veertien procent laag gescoord. Drieënveertig procent scoorde gemiddeld en eveneens drieënveertig procent scoorde hoog. Sinds dit jaar moeten alle eerstejaarsstudenten deze toets doen. Wie laag scoort, krijgt een gratis bijspijkercursus aangeboden. Alle deelne-mers krijgen te zien op welke onderdelen ze goed of minder goed sco-ren, en ontvangen verwijzingen naar boeken en websites waarmee ze zich per onderdeel kunnen verbeteren. (RL)

Update[campus]

De Raad van Toezicht voor de VU, VUmc en Windesheim heeft sinds 15 november een nieuw lid: Alexandra Cook-Schaapveld. Ze werkt bij de Royal Bank of Scotland als Head of RBS Europe en Global Head RBS Corporate Sector & Advisory. Ze heeft politicologie, filosofie en economie gestudeerd aan de universiteit van Oxford en deed een mas-ter ‘Development Programming’ aan de Erasmus Universiteit. (RL)

Het functioneren van een toezichtsraad is onderwerp van gesprek met advo-cate Marry de Gaay Fortman, zie pagina 18.

Raad van Toezicht

De faculteit der Economie en Bedrijfswetenschappen (FEWEB) vier-de in oktober groots haar zestigste verjaardag. Op 21 oktober was er in dat kader een symposium met gerenommeerde sprekers: minis-ter Wouter Bos, ex-minister en kersverse VU-eredoctor Gerrit Zalm (foto), ex-staatssecretaris Rick van der Ploeg, Sweder van Wijnbergen (ex-Wereldbank) en directeur Coen Teulings van het Centraal Planbu-reau. Het was een even interessant als vermakelijk symposium waar uiteraard de kredietcrisis centraal stond. Zo zei Zalm in zijn lezing: “Niemand zou een huis kopen op basis van een bouwkundig rapport van een deskundige die is ingehuurd door de verkoper. In de financi-ele wereld ontbreekt dit boerenverstand.” Na afloop was er feest, met champagne, eendenborst en de uitreiking van een fraai lustrumboek aan Rector Magnificus Lex Bouter. (PB) FOTO: COMVU/PETER VALCKX

Een uitgebreider verslag van het symposium staat op www.advalvas.vu.nl: zie archief, 30 oktober.

Economen weten wat feesten is

Hoogleraar Voedingsleer Martijn Katan won de Societal Impact Award 2008 Senior. Hij kreeg deze tijdens de jaarlijkse Diesviering op 21 oktober. Katan ontving de award voor zijn onderzoek naar voedings-middelen. Vooral zijn intensieve samenwerking met hi-tech voedings-industrieën en de daardoor veranderde samenstelling van voedings-middelen wereldwijd werd door de jury gewaardeerd. Andere genomineerden waren hoogleraar klinische pathologie Chris Meijer en emeritus-hoogleraar beleidswetenschap Hans van den Heu-vel. Meijer was voorgesteld vanwege zijn onderzoek naar het humaan papillomavirus als veroorzaker van baarmoederhalskanker. Die ken-nis zal voor veel vrouwen sterfte aan deze ziekte voorkomen. Van den Heuvel was voorgedragen omdat hij de ethiek van openbaar bestuur in kaart heeft gebracht. Antropoloog Martijn de Koning won de juniorversie van de award, voor zijn onderzoek naar de geloofsbeleving en identiteitsvorming van jonge Marokkaans-Nederlandse moslims. Hij deed zijn onderzoek in Gouda, lang voordat Goudse gemeenteambtenaren doorhadden dat er in hun stad noemenswaardige ontwikkelingen plaatsvonden. (FB)FOTO: COMVU/ANNE MARIE TROVATO

Prijs voor impact

Amsterdam krijgt per februari 2009 twee masters voor docenten in het voortgezet onderwijs. De opleidingen worden aangeboden door Educatief Meesterschap Amsterdam, een samenwerkingsverband van de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Hogeschool van Amsterdam en het Centrum voor Nascholing Amsterdam. De mas-ters bieden vakdidactische, onderwijskundige en pedagogische verdie-ping. De studies duren twee jaar en zijn in deeltijd te volgen. (DdH)

Docentenmasters

Uitslag taaltoets3,7 miljoen bezoekersHet kieskompas voor de Amerikaanse verkiezingen heeft wereld-wijd 3,7 miljoen bezoekers getrokken. Tweeënhalf miljoen Amerika-nen bezochten de website die VU-socioloog André Krouwel ontwik-kelde. Daarnaast kwamen nog eens 1,3 miljoen bezoekers uit andere landen. Aan de hand van 36 vragen konden ze zien op welke gebieden ze het met de kandidaten eens of oneens waren. (FB)

16 | V U M A G A Z I N E

Page 17: VUMAG 2008#3

Op Madagaskar zijn onlangs twee waterputten geslagen ter herin-nering aan de overleden student Dennis Bouva. De 24-jarige student bedrijfswetenschappen was van plan om na zijn afstuderen een ont- wikkelingsorganisatie op te zetten. Na zijn onverwachte overlijden in 2007 besloot zijn vriendin, VU-medewerkster Sara de Wit, die droom alsnog uit te voeren. De Dennis Bouva Foundation wil met het slaan van waterputten de bevolking in ontwikkelingslanden schoon drinkwater bieden. De nu geslagen putten bieden ongeveer duizend mensen dagelijks schoon drinkwater. Bouva overleed vlak voor zijn afstuderen, op zijn laptop stond zijn volledige scriptie. Daarom werd zijn bul postuum uitgereikt. De economische faculteit doneerde het examengeld aan de Dennis Bouva Foundation. (FB)

www.dennisbouvafoundation.com

Waterputten namens Dennis Bouva

Pinedo met pensioen

De grondlegger van het VUmc Cancer Center Amsterdam Bob Pinedo nam 29 oktober afscheid als hoogleraar geneeskundige oncologie. Tijdens zijn afscheids-rede bepleitte hij een oprekking van de leeftijdsgrens voor het bevolkingsonderzoek naar borst-

Irakezen te gastIn januari komen twee wetenschappers vanuit Irak naar de VU. Dat is een eerste succes voor het VU-fonds voor de academische vrijheid. Communicatiewetenschapper Hameed Jaed Muhsin Al-Dulaimi brengt een halfjaar bij de letterenfaculteit door; genderexpert Lahay A. Hus-sain verblijft drie maanden bij Sociale Wetenschappen. Ze gaan college geven, onderzoek doen en bekijken hoe het academisch onderwijs in Nederland werkt. De twee zijn door het kantoor van het fonds in Bag-dad op hun geschiktheid geselecteerd. “De bedoeling is dat ze zich ontwikkelen op hun vakgebied en dat ze een blijvend netwerk hier in Nederland opbouwen”, vertelt initiatiefne-mer Mient Jan Faber, bijzonder hoogleraar burgerbetrokkenheid in oor-logssituaties. “Door de veiligheidsituatie daar functioneert de universi-teit slecht. Mensen werken in moeilijke omstandigheden. Hier kunnen ze in een normale omgeving kennis opdoen die ze daar weer kunnen toepassen.” Het plan is dat de komende jaren meer wetenschappers uit oorlogsgebieden naar de VU komen. (FB)

kanker. Vrouwen boven de 75 jaar lopen een hoog risico op de ziekte terwijl ze redelijk eenvou-dig te genezen zijn, vindt hij. Ook kan vroege ontdekking van de ziekte zwaardere behandelingen en hogere kosten voorkomen. Sinds 1979 werkt Pinedo als hoog-leraar en afdelingshoofd oncolo-gie bij VU medisch centrum. Mede door zijn onderzoek zijn een aan-tal vormen van kanker niet lan-ger dodelijke, maar chronische ziekten geworden die met medi-cijnen zijn te behandelen.Helemaal met pensioen is Pine-do niet. Hij blijft betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe medi-cijnen en privé behandelt hij patiënten. Ook heeft hij plannen voor het opzetten van een cen-trum voor vroege diagnostiek van kanker op Curaçao, waar hij van-daan komt. (FB)FOTO: COMVU/ANNUSKA HOUTAPPELS

Protestant.nlChristenen bedreigen de samenleving! Moslims ook! Die opvatting van VU-theoloog Harry Kuitert (andere christenen zijn het er nog mee eens ook) staat op de nieuwe website protestant.nl, een initiatief waar-bij ook de VU is betrokken. Protestant.nl wil een netwerksite voor pro-testanten zijn en richt zich op studenten, leerkrachten en opiniemakers en schuwt duidelijk de kritische introspectie niet. (PB)

Zie voor korting op het nieuwste boek van Harry Kuitert pagina 31.

KuyperAbraham Kuyper, oprichter van de VU, is in zijn geboorteplaats Maassluis geëerd met een standbeeld. Hij werd daar op 29 oktober 1837 geboren. Premier Jan Peter Balkenende en burgemeester Koos Karssen onthulden de sculptuur op 5 november. In de gemeenteraad was de nodige discussie voorafgegaan aan de totstandkoming van het monument. Als premier was Kuyper tenslotte een gevierd, maar ook omstreden figuur. Mede vanwege de invoering van een stakingsverbod voor ambtenaren. (DdH)FOTO: ROGER VAN DER KRAAN

Bèta’s verhuizenDe VU gaat een kwart van haar nieuwbouwplannen realiseren ten noorden van de De Boelelaan. Dat is veel minder dan waarnaar de uni-versiteit begin dit jaar nog streefde. Een grootschaliger verhuisoperatie bleek te ingewikkeld. De VU gaat 500.000 vierkante meter vloeropper-vlak ontwikkelen. Niet alleen voor onderwijs en onderzoek, maar ook voor woningen, kantoren, sport en cultuur. Het eerste gebouw wordt een nieuw bètagebouw, waar nu de voetbalvelden van SV Buitenvel-dert liggen. De sportvereniging krijgt in ruil daarvoor nieuwe sportvel-den op de huidige locatie van het Wis- en Natuurkundegebouw. De gemeente Amsterdam, Zuidas Amsterdam en de VU bereikten in okto-ber op hoofdlijnen overeenstemming over de uitgangspunten voor de nieuwe campus. (AM)

V U M A G A Z I N E | 17

Page 18: VUMAG 2008#3

ANITA MUSSCHEFOTO: PETER STRELITSKI

Sinds de commotie rond de IJsselmeerzie-kenhuizen en het uitbreken van de financi-ele crisis worden vraagtekens gezet bij de

slagvaardigheid van toezichthouders. Hebben ze werkelijk inzicht in de financiële en bestuurlijke situatie van de organisatie die zij controleren, en kunnen ze voldoende ingrijpen?“Als lid van de Raad van Toezicht ben je sparring-partner van de Raad van Bestuur, maar je moet die tegelijkertijd controleren. Dat is een lastige positie”, weet topadvocate Marry de Gaay Fort-man. Zij heeft naast het voeren van rechtszaken nog een andere hartstocht: besturen. Als toezicht-houder controleert ze de raden van bestuur van onder meer twee zorginstellingen, het Stedelijk Museum en het Nederlands Dans Theater.De Gaay Fortman neemt haar controlerende taak zeer serieus en heeft haar eigen aanpak. “Als je contact onderhoudt met de mensen in de organisa-tie heb je een meetlat waarlangs je ook de formele kant van het bestuur kunt leggen. Dat contact houd ik door regelmatig met de voorzitter van de ondernemingsraad te spreken of een vergadering van de (medische) staf bij te wonen. Ook is het nuttig om regelmatig op informele bijeenkomsten als afscheidsrecepties of conferenties rond te lopen. Dan kun je een beeld krijgen van wat er leeft, gewoon door te vragen ‘Hoe gaat het?’”Het beeld dat De Gaay Fortman zo krijgt, legt ze naast de informatie van de Raad van Bestuur. “In negen van de tien gevallen hoor je hetzelfde ver-haal. Zo niet, dan vraag je de Raad van Bestuur wat er aan de hand is. Stel je bent toezichthouder in een zorginstelling en je hoort over incidenten zoals die

in de IJsselmeerziekenhuizen zijn voorgekomen, maar de Raad van Bestuur laat niets weten. Dan weet je dat er dingen gemaskeerd worden.”Hoewel ze als toezichthouder geacht wordt te besturen op afstand, vindt De Gaay Fortman het onderhouden van contacten met de organisatie zelf heel belangrijk: “Dat is – naast het goed moni-toren van de financiële situatie – goed toezicht houden. Hoewel het veel tijd kost, zouden toe-zichthouders dat veel meer moeten doen. Ik vind het een combinatie van betrokkenheid en gezonde achterdocht. Ik doe dit werk omdat ik voor de instelling ga, ik doe het niet voor de Raad van Bestuur. Mijn ervaring is ook dat die Raad van Bestuur zo’n houding van de toezichthouders wel waardeert.” Maar niet altijd. Contacten tussen toezichthou-ders en de organisatie worden door de Raad van Bestuur nogal eens als bedreigend ervaren. De Gaay Fortman ziet ook wel een risico: “Je moet oppassen dat je als toezichthouder niet wordt uitgespeeld als er een conflict ontstaat tussen de medewerkers en de Raad van Bestuur. Als de medewerkers met een probleem naar de Raad van Toezicht stappen en niet naar de Raad van Bestuur, dan heb je al een vertrouwenscrisis. Daar mag je nooit aan toegeven. Dit jaar zijn in de zorg al tachtig bestuurders vertrokken, en meestal onvrijwillig. Dat wil je niet in de hand werken.”Volgens De Gaay Fortman vraagt toezicht houden nu om balanceren. Daarom ook zou ze graag zien dat de bevoegdheden van de Raad van Toezicht beter geregeld worden. “Ik ben er voorstander van dat toezichthouders informatierecht krijgen. Je zou in een reglement of in de wet moeten vastleg-gen onder welke omstandigheden je rechtstreeks

DE ALUMNUS

TopadvocaatMarry de Gaay Fortman

‘Toezichthouders moeten veel meer contact hebben

met de organisatie’

18 | V U M A G A Z I N E

Page 19: VUMAG 2008#3

CV 1965 geboren in Amsterdam | 1983 civiel recht en staats- en bestuursrecht aan de VU | 1988 advo-caat bij Houthoff Buruma, specialisa-ties publiek recht en vastgoedrecht; actief in zorg-, energie- en telecom-sector | 1997 partner, van 2001-2007 managing partner Houthoff Buruma; mediator; als bestuurder actief in onder meer zes raden van toezicht bij organisaties op het gebied van cultuur en zorg en bij Royal Hasko-ning | 2008 Verkozen in de top 20 powervrouwen van het tijdschrift Management Team | Gehuwd en vier kinderen

informatie aan de organisatie mag vragen. Denk aan een soort parlementaire enquête, waarmee je dingen officieel kunt onderzoeken.”De Gaay Fortman investeert, weloverwogen, veel tijd in haar bestuursfuncties: “Als een functie aan-sluit bij mijn kennis, deel ik die graag. Ik breng kennis mee, maar ik neem ook kennis mee terug die ik als advocaat kan gebruiken. Ik vind het heel leuk om organisaties te helpen zich te verbete-ren. Het is ook een kwestie van maatschappelijke betrokkenheid. Dat is misschien wel een familie-traditie. Mijn grootvader was rector magnificus op de VU [1965-1972, AM] en ging op zijn vrije zater-dag op de Veluwe het beroepskader van het CNV lesgeven. Als je een bevoorrecht leven leidt, moet je ook iets teruggeven.”

Maar haar vele nevenfuncties zijn niet alleen ener-gieslurpers. “Ik kan er veel enthousiasme in kwijt. Ik zit daar vanwege mijn ervaring, maar wat je meekrijgt is bijvoorbeeld wat er in moderne dans speelt. En als voorzitter van AMREF Flying Doc-tors bezoek ik projecten in Afrika, ik ben net terug uit Ethiopië. Dat zijn dingen die echt je hart raken. Het zijn zulke andere werelden dan de commerci-ele advocatuur. Dat maakt dat ik me iedere keer goed kan opladen, en ook helemaal voor de zaak kan gaan. Het plaatst rechtszaken in een breder maatschappelijk perspectief en dat is een enorme toevoeging voor het voeren van mijn advocaten-praktijk. Ik heb er ontzettend veel plezier in om in die bredere context vanuit verschillende invals-hoeken te werken.” «

In de top 20 powervrouwen 2008 van het tijdschrift Management Team staat De Gaay Fortman op plaats 17

V U M A G A Z I N E | 19

Page 20: VUMAG 2008#3

20 | V U M A G A Z I N E

VUmc maakt furore met sneldiagnose

Speerpunt Alzheimer

Page 21: VUMAG 2008#3

Coördinator Wiesje van der Flier:

‘Bij jongere patiënten vordert de ziekte sneller’

ACHTERGROND Veel jonge mensen herkennen de ziekte niet tot ze de diagnose Alzheimer krijgen. Maar tegen die tijd zijn ze soms al gescheiden of ontslagen. Directeur Philip Scheltens van het Alzheimercentrum VUmc: ‘Vroegdagnostiek helpt het leed verzachten.’

RIANNE LINDHOUTFOTO’S: COMVU/YVONNE COMPIER

“Ik dacht dat ik een burn-out had, maar het is Alzheimer.” Wiesje van der Flier, coördi-nator klinisch onderzoek van het Alzheimer-centrum VUmc, hoort dat vaker. “We den-ken dat er in Nederland zo’n twaalfduizend jonge patiënten zijn, maar dat is zeker een onderschatting. Goede cijfers ontbreken. Het is een vergeten groep, waarvoor nu steeds meer aandacht komt. Vaak werken deze mensen nog en komen bij de bedrijfsarts terecht. Die denkt eerder aan overspannen-heid of burn-out dan aan dementie.” Vol-gens Van der Flier heeft het niet-herkennen van de ziekte rampzalige gevolgen. “Denk aan rechtszaken, scheidingen, ontslagen! En mensen blijven gewoon autorijden.”

Diagnose in één dagOver Alzheimer gaat een mythe. De ziekte zou pas vastgesteld kunnen worden nadat de patiënt eraan is overleden. Dat is allang niet meer zo. Sterker, bij het Alzheimercen-trum van VU medisch centrum is vroegdiag-nostiek een speerpunt. Uniek in Nederland is dat alle onderzoeken op één dag plaats-vinden. Voor een tachtigjarige is dat zwaar, maar het Alzheimercentrum richt zich speci-aal op patiënten onder de 65 jaar. De patiën-ten komen vanuit het hele land naar VUmc. Neuroloog Philip Scheltens, oprichter en hoofd van het Alzheimercentrum, ontwik-kelde dit one stop model in 2001. Alle gegevens van de neurologische en psycho-logische onderzoeken, de hersenscan en monsters van bloed en hersenvocht worden in één dag verzameld, waarop een snelle diagnose volgt. Een week later komen de

Prognose 2050Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Op dit moment is het van ongeveer 200 duizend mensen in Nederland bekend dat ze Alzheimer hebben, maar vermoedelijk zijn er nog 60 duizend mensen die de ziekte hebben, maar het nog niet weten. De gezondheidsraad schat dat er in 2050 maar liefst 600 duizend patiënten zijn. De voornaamste reden van de groei is de ‘dubbele vergrijzing’: door de ouder wordende babyboomers komen er meer ouderen bij, die bovendien langer leven, zodat ze ook langer oud zijn.Op dit moment werken er zeventig mensen op elke dementerende patiënt. In 2050 zijn dat er nog maar twintig. Het werkende deel van de bevolking wordt dus schaarser. Maar zij zijn wel degenen, die de thuiszorg, dagopvang, medicijnen, tehuizen voor het groeiende aantal patiënten moeten opbrengen. Tegelijkertijd zal er onvoldoende mantelzorg zijn. Mensen krijgen niet alleen steeds minder kinderen, maar die kinderen ook een steeds drukker bestaan. De zorgkosten voor dementie bedragen nu jaarlijks rond de drie miljard euro; in 2050 zal dat zeker verdubbeld zijn. Vooral wanneer een patiënt in een verpleeghuis belandt, wordt Alzheimer een dure ziekte. Tot nu toe zijn er alleen pillen die het ziekteproces wat vertragen, want genezing is nog niet mogelijk. De moeizame zoektocht naar een medicijn staat nog in de kinderschoenen. Natuurlijk blijft genezing het ultieme doel van onderzoek naar Alzheimer. Maar inzetten op verbetering van de levenskwaliteit blijft nodig.

V U M A G A Z I N E | 21

Speerpunt Alzheimer

»

Page 22: VUMAG 2008#3

Directeur Philip Scheltens:

‘Na jaren van onzekerheid, brengt de diagnose een zekere opluchting’

patiënten terug voor een gesprek met Schel-tens, waarin ze de uitslag horen. In 2005 leverde deze manier van werken het centrum een best practice award van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie op. “Tot mijn verbazing heeft nog niemand dit model kunnen implementeren, terwijl het ons in relatief korte tijd gelukt is. Dat zegt veel over het draagvlak voor het Alzheimeronderzoek binnen het VUmc”, zegt Scheltens. Elke woensdag spreekt de neuroloog de patiënten die een week daarvoor zijn onderzocht. Vaak ondervindt hij een zekere opluchting bij patiënten als ze de diagnose horen. “Mensen hebben soms jaren in onze-kerheid verkeerd. De diagnose maakt daar een einde aan.” Ook Wiesje van der Flier ziet die opluchting. “Zodra iemand hoort dat hij of zij Alzheimer heeft, vallen veel puzzel-stukjes op hun plaats’, zegt ze. “De diagnose maakt bijvoorbeeld de partner duidelijk dat de patiënt thuis niet bewust de boel loopt te saboteren.”

OnhandigheidJongere patiënten hebben dezelfde ziekte als hun oudere lotgenoten, als je kijkt naar de eiwitten die er een rol bij spelen. Maar de symptomen kunnen verschillen. Schel-tens: “Bij ouderen wordt Alzheimer primair gekenmerkt door vergeetachtigheid, bij jongeren door onhandigheid, spraakproble-men en overzichtsproblemen. Ook vordert de ziekte om onbekende redenen sneller bij jongere patiënten.” Hoewel genezing niet mogelijk is, kan na de diagnose wel de levenskwaliteit worden verbeterd. Van der Flier: “De agressie en depressie die bij Alzheimer kunnen optre-den, zijn te behandelen. Verder kun je na de diagnose dagopvang regelen, zodat de mantelzorger, die het vaak alleen niet redt, wordt ontlast.”

DroomDe oprichter van het Alzheimercentrum heeft een droom. Op dit moment is het Alz-heimercentrum nog een virtueel centrum, verspreid over het VUmc. Zijn ultieme droom is een fysiek centrum. Scheltens:

“Een echte ruimte dus waar patiënten elkaar kunnen ontmoeten en informatie kunnen vinden over voeding, beweging, opvang en wetenschappelijk onderzoek. Een lounge-achtige plek voor patiënten en hun families. We zien nu al vriendschappen ontstaan als de mensen die we onderzoeken samen gaan lunchen.” Scheltens doet er alles aan om zijn droom in 2009 werkelijkheid te laten worden. Hiervoor doet hij al enkele jaren aan publiek-private fondsenwerving. “Ik heb goede hoop dat het gaat lukken.” «

Het begon als een poliIn 2000, het jaar waarin hij hoogleraar neurologie werd bij VUmc, richtte Philip Scheltens het Alzheimercentrum op. Scheltens studeerde tot 1984 geneeskunde aan de VU, en werd vervolgens neuroloog. “In die tijd was er nog nauwelijks belangstelling voor het vakgebied. Maar ik was erdoor gefascineerd.” Scheltens had zelf dementie van dichtbij meegemaakt: zijn opa was dement. Hij promoveerde als eerste in Nederland op het gebruik van MRI bij Alzheimer.Het centrum begon als een kleine geheugenpoli. Nu is het een ‘virtueel centrum’, verspreid over het VUmc, waaraan specialisten als neurologen, radiologen, geriaters en klinisch chemici meewerken. Twee verpleegkundigen zijn speciaal opgeleid in het begeleiden van jonge dementerenden. Het centrum heeft een band met patiëntenvereniging Alzheimer Nederland, die onder meer Alzheimer-cafés voor patiënten en hun naasten organiseert.Een derde van de patiënten die voor onderzoek naar het Alzheimercentrum komen, lijdt slechts aan ‘goedaardige vergeetachtigheid’, twintig procent is nog niet dement, maar behoort tot de risicogroep. Die groep is belangrijk voor onderzoek naar vroegdiagnostiek. De rest, ongeveer de helft van de onderzochte personen dus, heeft een vorm van dementie. In totaal volgt het Alzheimercentrum ruim drieduizend patiënten.Naast de vroeg- en sneldiagnostiek is het Alzheimercentrum in Nederland ook uniek om de koppeling tussen patiëntenzorg en onderzoek. Coördinator Wiesje van der Flier is de schakel tussen de patiëntenzorg en het wetenschappelijk onderzoek naar de ziekte. “We gebruiken alle gegevens over patiënten, met hun toestemming, in ons onderzoek naar mogelijke genezing of verlichting van de ziekte. We willen bijvoorbeeld uitzoeken waarom de ene patiënt sneller achteruit gaat dan de andere. Door bij te houden hoe snel iemand achteruit gaat, en door alle scans, bloed- en hersenmonsters bij elkaar te bewaren, kunnen we dat misschien ontdekken.”Behalve in het VUmc zijn ook in Nijmegen en Maastricht Alzheimercentra. Zij zetten vooral in op zorgkwaliteit.

22 | V U M A G A Z I N E

Page 23: VUMAG 2008#3

“In 2009 is het vijfhonderd jaar geleden dat Johannes Calvijn werd geboren. Vijf eeuwen calvinisme in Nederland

verdienen zeker een feestje. Maar dan wel een afscheidsfeestje. De theoloog Calvijn, die een nauwgezette lezing van de Bijbel voorstond, heeft in Nederland nog steeds een stevige voet aan de grond. In het kabinet is zelfs een poli-tieke partij vertegenwoordigd, de Christen-Unie, die zichzelf trots als ‘calvinistisch’ pro-fileert. Maar moeten we daar blij mee zijn? In het populair taalgebruik lijkt calvinisme een verzamelnaam voor typisch Neder-landse eigenschappen: niet te koop lopen met succes of geld, ingetogen zijn in het uiten van emoties, zuinigheid en een goed arbeidsethos. Dat laatste en enige vorm van zuinigheid lijken me nuttige deugden. Voor het overige is de visie van het calvinisme op de Nederlandse samenleving en de mens echter problematisch. Ten eerste is er het beeld van de ‘zondige’ mens. Het lijkt te zijn gebaseerd op Calvijns beroemdste uitspraak: ‘De mens is onbe-kwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad.’ In de politiek lijkt die uitspraak te worden vertaald als ‘de zonde van de één is exemplarisch voor een ieder’. Zijn er proble-men met het opvoeden van een specifieke

groep kinderen? Dan geldt dat gevaar dus potentieel voor álle kinderen! Dus besluit het calvinistische kabinet voor elk kind een ‘kinddossier’ aan te leggen. Heeft een specifieke groep Antilliaanse jongeren een vreemdsoortige seksuele moraal? Dan wordt meteen de alarmklok geluid over de seksu-ele moraal van álle jeugd. De zonde van de één is slechts een voorbode van de zonde van de rest, lijken de calvinisten te zeggen.Ook wordt beweerd dat mensen die een-maal het pad van de zonde zijn opgegaan, voorbestemd zijn tot maatschappelijke ver-doemenis. Dat er grote verschillen zijn tus-sen mensen en ze bovendien kunnen leren van hun fouten, zonder tussenkomst van moraalridders, wordt vergeten. Deze poli-tiek-calvinistische reflexen zijn niet alleen moreel betwistbaar, maar ook bijzonder inefficiënt. Een verlichte en vrijzinnige poli-tiek wil specifieke problemen oplossen, in plaats van energie te steken in het veralge-meniseren van het probleem, waardoor de oplossing alleen maar verder weg raakt.Het tweede calvinistische stokpaardje waar ik vanaf wil, is kleingeestigheid. In de 16de en 17de eeuw liep Nederland voorop met bijvoorbeeld een vrijer klimaat voor gods-diensten. In de loop van de 17de en 18de eeuw werd Nederland door toedoen van het

strikte calvinisme juist een ‘bedaarde natie’. Nederland werd een aangeharkte voortuin, de apotheose van de kleingeestige maat-schappij.Pas na de Tweede Wereldoorlog zijn er in het bedaarde zelfbeeld barstjes gekomen. Nederland hervatte zijn rol als baanbreker. Met onze huidige politieke en maatschap-pelijke vrijheid, de bespreekbaarheid van zaken als euthanasie en abortus, de eman-cipatie van homo’s en het stimuleren van Europese samenwerking staat Nederland al enige decennia te boek als een van de meest vrijzinnige samenlevingen ter wereld.Maar er is nu weer sprake van een calvinis-tische reflex. Steeds meer politici zeggen dat Nederland in de wereld niet meer ‘haantje de voorste’ of ‘gekke Henkie’ moet zijn. Daarmee bedoelen ze dan dat Nederland niet te veel moet afwijken, zoals op drugs-beleid, milieubeleid of ethische wetgeving. Een renaissance van de ‘bedaarde natie’-doctrine?Ik dank het calvinisme hartelijk voor de pre-diking van zuinigheid en arbeidsethos, maar de bedaardheid en het apocalyptisch mens-beeld laten we wat mij betreft achter ons.

mreageren? Mail naar [email protected].

V U M A G A Z I N E | 23

Weg met het calvinisme in de politiek

Boris van der Ham is Tweede Kamerlid voor D66. Op 13 januari, tijdens de Calvijnweek van VU Podium, reageert hij in Felix Meritis op het betoog van minister Rouvoet over calvinisme in de politiek. Zie pag. 30: Calvijnjaar.

DE STELLING Het calvinisme bracht ons zuinigheid en een goed arbeidsethos, maar van de bedaardheid en het apocalyptisch mensbeeld wil Boris van der Ham nu weleens af.

D66

Page 24: VUMAG 2008#3

‘ Toen ik jonger was, heb ik de hele Koran uit mijn hoofd geleerd’

24 | V U M A G A Z I N E

Assalaamu aleikoem, welcome, wel-kom!” Met een uitnodigende lach begroet docent Yaser Ellethy zijn

derdejaarsstudenten op het college Usulu ’t-Tafsir, of principes van Koranuitleg. “Van-daag wordt het heel interessant. We gaan het hebben over het grote mozaïek van de moslimwereld.” Terwijl hij praat, maakt hij met zijn armen een weids gebaar. Met opgeheven vinger: “In het westen denkt men al snel: iedere moslim is een Arabier, en elke Arabier is een moslim.” Hij kijkt de studenten op de eerste rij in de ogen: “Som-mige moslims zijn ook geneigd zo te denken. Maar ik zal jullie laten zien: níéts is minder waar.”De studenten krijgen in vogelvlucht te horen welke talen er gesproken worden in verschillende moslimlanden en hoe dat leidt tot verschillen in Koranuitleg in het publieke domein. “Het aantal moslims in Arabische landen is ongeveer even groot als in India. Dan heb ik het nog niet eens over Indonesië. Wat ik jullie wil zeggen is: diver-siteit is een kernbegrip. Steeds als we het hebben over ‘de islam’, dan moet je dit in je achterhoofd houden.” Zijn acht toehoorders weerspiegelen die diversiteit: naast twee Nederlandse meisjes zitten er bijvoorbeeld studenten met een Turkse, Marokkaanse, Tunesische en Indonesische achtergrond in de collegezaal.

Sorry hoorEllethy, zelf afkomstig uit Egypte, ver-ontschuldigt zich voor zijn Nederlands. “Sorry hoor, ik ben pas een paar maan-den klaar met de cursus, ik heb nog veel oefening nodig. Maar dit onderwerp vind ik zó belangrijk, ik wil dat mijn studenten dit begrijpen. Daarom moet ik soms terug-grijpen op het Engels en het Arabisch.” Voor iemand die pas in Nederland is, is zijn Nederlands echter verbazingwekkend goed. En zijn studenten lijken er ook helemaal geen problemen mee te hebben: ze gebrui-ken de verschillende talen moeiteloos door elkaar.Henk Vroom, coördinator van het Centrum voor islamitische theologie en hoogleraar

godsdienstfilosofie, richtte in 2005 het Cen-tre for Islamic Studies op. Het begon met een eenjarige gesubsidieerde masterspeciali-satie islamitische geestelijke zorg. De meeste studenten werkten al als geestelijk verzor-ger in bijvoorbeeld gevangenissen. Tegelijk werd binnen de bachelor religie en levens-beschouwing de variant islam ingericht, met vakken over islamitische theologie, Ara-bisch en algemene vakken zoals islamitische universiteiten die ook kennen.Inmiddels studeren er zo’n zestig studen-ten bij de islamstudies en is het masterpro-gramma uitgebreid: sinds september zijn de varianten islamitische jeugdzorg, verdieping

islam en islamitische geestelijke vorming erbij gekomen. Die laatste sluit aan op de leraren-opleiding van het Onderwijscentrum VU.Vroom benadrukt het bijzondere karakter van de opleiding, zowel nationaal als inter-nationaal. “Wij zijn uniek in West-Europa. Nergens kun je islamitische theologie bestu-deren op een theologische faculteit. Vrijwel alle studie van de islam is wat moslims Ori-entalistiek noemen, en geen eigen geloofs-doordenking. Aan de VU gaat het niet óver de islam, maar bestudeer je je geloof vanúit de islam. Wij brengen de studenten van ver-schillende geloofsrichtingen ook met elkaar in contact.”Er komen ook een masteropleiding islamiti-sche theologie van drie jaar – een imamop-leiding – en een onderzoeksmaster van twee jaar. Vroom: “Dit soort initiatieven ontplooi-en kost onvoorstelbaar veel tijd. We doen het daarom stapje voor stapje.

Wat: college KoranuitlegWant: de islamopleidingen breiden uit. Alleen op de VU gaan ze niet óver de Islam, maar bestudeer je je geloof vanúít de islam.

MARIEKE WITHAGENFOTO’S: COMVU/PETER VALCKX

IN DE COLLEGEBANKEN

is minder waar!’

‘Ik zal jullie laten zien:

niets

Page 25: VUMAG 2008#3

We gaan voor dit geheel uiteindelijk accre-ditatie aanvragen, zodat het geen varianten van bestaande opleidingen meer zijn, maar zelfstandige opleidingen.”

Temperatuur loopt opGulistan fluistert zo nu en dan hele citaten uit de Koran mee. “Toen ik jonger was, heb ik de hele Koran uit mijn hoofd geleerd”, lacht ze verlegen. “Toen ging ik studeren, zakte het weg. Ik ben deze studie gaan doen, omdat ik me weer in mijn geloof wil verdiepen.” Ook voor haar twee medestu-dentes is dit de voornaamste reden om het traject islam te volgen. Suzanne: “Ik wil zeker een master gaan doen, maar ik weet nog niet welke. Misschien ga ik eerst wel een periode naar het buitenland om heel goed Arabisch te leren.”Sahadet werkt als imam in een gevangenis en wil volgend jaar de master islamitische

geestelijke zorg gaan volgen. Hij heeft al in Egypte gestudeerd, aan de beroemde Al-Azhar universiteit in Caïro. De islamvak-ken zijn voor hem dan ook gesneden koek. “Maar de filosofische en sociologische vak-ken, die vind ik lastig. Godsdienstfilosofie is ook moeilijk, maar wel leuk. Daar zit iedereen bij elkaar: christenen, hindoes, atheïsten. Dan hebben we het over of God persoonlijk of onpersoonlijk is, over goed en kwaad, over alles eigenlijk. Soms zijn er heftige discussies, dan kan de temperatuur hoog oplopen!” Het streven van de faculteit is om volgend jaar met de imamopleiding en de onder-zoeksmaster te beginnen. Vroom: “Studen-ten kunnen in totaal drie keer drie maanden naar het buitenland. Ook lopen ze de gedu-rende een jaar de helft van de tijd stage in een moskee, ziekenhuis of justitiële instel-ling. Daarvoor hebben we al veel contacten

gelegd met moskeeën en organisaties voor geestelijke verzorging. Het accent zal lig-gen op het bestuderen van de Islam binnen een plurale samenleving. Daarvoor is veel belangstelling, ook vanuit de islamitische wereld.”Na bijna twee uur is het college afgelopen, maar Ellethy is nog lang niet uitgepraat. Aan het eind van het college staat het hele bord achter hem vol: in het Arabisch en Engels, maar ook in Grieks. Onder sommige woor-den staan een paar ferme strepen. “Er zijn zo veel verschillende vormen van tafsir als er mensen en culturen zijn: van de visie dat alles letterlijk geïnterpreteerd moet worden, tot ‘alles is beeldspraak’. We gaan al die tra-dities naast elkaar leggen en bekijken. Tot volgende week, insh’allah.” «

mmeer weten? Kijk op www.vu.nl onder ‘opleidingen’.

V U M A G A Z I N E | 25

Page 26: VUMAG 2008#3

26 | V U M A G A Z I N E

ANIL RAMDAS EN DE

HOOFD- ZONDEN7

Page 27: VUMAG 2008#3

V U M A G A Z I N E | 27

INTERVIEW Hoe staat Anil Ramdas, publicist en programmamaker, in het leven? Waar maakt hij zich druk om? Een gesprek met de VU-alumnus sociale geografie, aan de hand van de zeven hoofdzonden. “Ik kan absoluut niet tegen domme mensen.”

MARIEKE SCHILPFOTO’S: PETER SMITH

Anil Ramdas (50), opgegroeid in Paramaribo en cum laude afgestudeerd aan de VU, is schrijver, colum-nist, journalist en programmamaker. Op dit moment schrijft hij onder andere de rubriek Hemel & Aarde in NRC Handelsblad, en hij was mede-organistor van Together Forever, de conferentie die deze maand plaatsvond in het kader van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog.

“Ik ben buitenge-woon hoogmoedig,

en ik vind het geen slechte eigenschap. Je beter voelen dan anderen, dat is toch hoogmoed? Ik heb erg snel de neiging om mensen dom te verklaren, en mijn enige persoonlijke genoegdoening is dat ik daar iets aan wil doen. Ouderwetse volksverheffing, dat is mijn business.” U bent een wereldverbeteraar? “Nou, daarvoor is wat ik doe te klein. Ik schrijf stuk-jes, maak radioprogrammaatjes. Maar ik wil wel altijd aan verheffing doen.“Mijn kinderen worden opgevoed door mijn vrouw: die leert hen manieren. Ik voed niet op, want ik heb geen antwoorden. Maar ik vertel aan de eettafel over wat ik gelezen heb, of bedacht; dingen die me intri-geren. Of het nu gaat over mannelijke genen of het succes van Coca Cola… Ik stel ze de vragen die bij mij opkomen en laat ze meedenken. Wat je hebt geleerd, wil je doorvertellen.”Uw vader was onderwijzer…“Ja, hij vertelde ook verhaaltjes. Soms bleken die later helemaal niet te kloppen. Bittergroente heeft meer vitaminen – daarom smaakt deze Caribische spinazie zo vies, omdat het zo goed is voor je. Hij geloofde het zelf! Misschien vertel ik nu ook wel onzinverhalen aan mijn kinderen. Maar hoogmoedig ben ik. Ik kan abso-luut niet tegen domme mensen. Als ik ze niets kan leren, wil ik niets met ze te maken hebben.”

U kunt vast flink boos worden.“Ja, op een heel gemene

manier. Ik ben niet zo van de stemverheffing, meer van het sarcasme. Of ik ooit echt woedend was? Woede associeer ik meer met fysieke boosheid, zin om te slaan. Een klein voorbeeld: ik zat in de bus in Amsterdam, en schuin tegenover mij zat een stel: blanke man, zwarte vrouw. Die hadden een woorden-wisseling, en hij gaf haar een klap in haar gezicht. Ik heb niets gedaan. Laf. Ik dacht: dan haalt-ie uit met een mes en lig ik te bloeden in bus 23. Dat is niet de leukste plek om te bloeden – ik bloed liever in bus 26. Dat gaat allemaal in je om.” »

Dan bent u woedend op uzelf?“En op hem. En woest op haar, omdat ze het pikt. Op de rest van de bus: niemand doet wat, waarom zou ik dege-ne zijn – omdat het een zwarte vrouw is? Op de chauffeur die die man de bus niet uitstuurt… Het is een compleet pani-sche woede die ik niet kwijt kan. Er gebeuren te veel dingen in je hoofd. Dan heb ik een soort rambo-achtig ideaal: als ik nou eventjes onder m’n jasje een ak-47 had gehad, hè.“Zoiets heb ik maar een paar keer in mijn leven meege-maakt. Meestal probeer ik weg te komen met cynisme, met sarcasme. Maar in een geval als dit heb je geen reden tot scherts. Het enige wat ik had moeten hebben was een beetje lengte, een stevigere bouw, zodat ik die kerel had kunnen oppakken. Iets heroïsch.”Er zijn ook kleine mensen die heroïsch zijn“Ja, ik durf het niet. En dat maakt woedend. Nee, het onrecht in de wereld maakt me niet woedend, het spijt me. Mijn drive om deel te nemen aan maatschappelijke discussies is verheffing, geen woede. To make a differen-ce – die opgave is al zwaar genoeg. Als je nog meer wilt, krijg je teleurstelling. Who the hell do you think you are? ’t Is maar een klein beetje, wat een mens kan.”Daar bent u dan ineens niet meer zo hoogmoedig in.“Jawel, de intentie is hoogmoedig, maar het verwachte resultaat is mager.”

“Aartslui ben ik. Als ik bedenk wat ik nog allemaal moet lezen

en moet doen, en hoe ik dat altijd probeer te vermijden. Bijvoorbeeld: ik moet een boek recenseren voor NRC, er komt een deadline aan. Dan verzin ik een list. Ineens bedenk ik: er moet gekookt worden. Ik ga als de sode-mieter naar de supermarkt, weet je wat: ik neem sud-derlapjes, dat duurt lekker lang. Weer thuis bedenk ik dat ik nog rozemarijn moet halen. Mijn vrouw vindt het uiteindelijk heerlijk, maar ze snapt het meteen: you pul-led one again.“Luiheid is in mijn ogen de verkeerde prioriteit stellen, en daar ben ik steengoed in. Dat je naar De Wereld Draait Door kijkt, terwijl er zoveel beters is te zien. “Nog een voorbeeld: mijn vrouw en ik reizen veel. Als we in het hotel aankomen, dan inspecteert zij de kamer, neemt een douche, en zegt: en nu op pad. Pardon? Op pad? Dit is een heerlijke kamer, ik wil gewoon genieten van die kamer! Mooi uitzicht, wuivende palmen. Zij wil de stad in, de markt op. Come on! Laat mij gewoon lek-ker in de bar hangen. Dan leer ik die barkeeper kennen en ontdek ik hoe de cafébaas controleert hoeveel whisky de barkeeper op een avond schenkt: door met een mes in de glazen fles te krassen. Dat is nou heavy information.“Ik doe veel luie kennis op. Ik ga ook nooit naar de werke-

WOEDE

HOOGMOED

LUIHEID

Page 28: VUMAG 2008#3

28 | V U M A G A Z I N E

lijke lezing, naar de werkelijke persconferentie. Ik heb de neiging om buiten te blijven hangen – ernaast te kij-ken. Dat is leuker, en het kost minder moeite.”

“Soms heb ik een nacht-merrie waarin mijn vrouw

een andere man eigenlijk leuker vindt. Het gebeurt nooit in het echt hoor, tot nu toe tenminste niet. Waar-om droom ik daar dan over? Jaloezie is niets anders dan een uitdrukking van onzekerheid.“Op materiële rijkdom ben ik nooit jaloers, o nee. Ik heb me er al heel vroeg in mijn leven bij neergelegd dat ik nooit rijk zal worden. Het maximale wat men-sen in intellectuele beroepen kunnen verdienen is zo’n zestig-, zeventigduizend euro, that’s it. Als je meer wilt, moet je een ander vak kiezen.”

“Ik sta ’s ochtends steeds vroeger op

dan noodzakelijk. Als jij om acht uur weg moet, sta je om zeven uur op, ja? Dat was bij mij ook zo. Maar nu moet ik al om zes uur op: ik heb steeds meer tijd nodig om alles op het internet door te nemen. Dan heb ik de Volkskrant gehad, dan de Trouw, en dan de New Yorker, de New York Times, The Guardian, ga maar door. Ik wil alles doornemen voor ik de deur uitga – dat lukt niet natuurlijk. Thuis kijken ze al alsof ik lichtelijk gestoord ben.”Dat is angst om iets te missen?“Nee, het is hébzucht, andermans verhalen willen hebben. Waarom sta ik om vier uur op om het debat met Palin te volgen? Ik ben geen Amerika-correspon-dent, kan het op geen enkele manier te gelde maken.“Op het terrein van spulletjes vertoon ik geen enkel spoor van hebzucht. Mijn vrouw en dochter gooien van tijd tot tijd mijn kleren en schoenen weg, zorgen dat ik er fatsoenlijk bijloop. Kijk: dit is wat ze me laatst gaven: een regenjas.”Hij is mooi. “Hij is wát? Hij is gekreukt!”Dat hoort zo.“Ja, dat zei mijn dochter ook, en: ‘de kraag blijft zo

lekker rechtop staan. Je wilt er toch graag als Humphrey Bogart bijlopen?’ Als zij er niet waren, zou ik er tamelijk luguber uitzien.”

“Ik heb een beetje een meis-

jesachtige eetstoornis. Ik eet veel te weinig, maar ik heb wel een gepassioneerde houding ten opzichte van eten. Ik sla geen kookrubriek over, vooral die van de BBC: Ready Steady Cook. Geweldig. Ik lees over voedsel, smul recep-ten, en ik voer ze uit ook. Tot grote schrik van mijn kin-deren: als hun moeder kookt, weten ze wat ze hebben; bij mij is het altijd weer afwachten. “Ik ben erg met eten bezig. Het kan psychologisch zijn – dat is het verweer van sommige annorexiapatiëntjes toch, dat ze niet groot willen worden? Wie weet. Ik kan ook meteen aan iets proeven wat de kok gedaan heeft. Ik proef onmiddellijk of de kip negentien minuten of vijftien minuten in water heeft gekookt. De substantie verandert namelijk precies in die laatste paar minuten.“Mijn vrouw en ik – we zijn als studenten in Amsterdam getrouwd – hebben samen leren koken. Zij kan nu thuis-komen en in een halfuur iets op tafel zetten waarvan iedereen denkt: hoe doet ze het? Ik niet. Ik ga eerst naar internet, naar Smulweb bijvoorbeeld, of naar zo’n leuke site voor studenten. Daar vind je heel minimalistische recepten op. Leuk om van af te kijken, maar ik ga het niet minimalistisch doen, natuurlijk. En dan moet ik naar de supermarkt – niet even kijken wat we in huis hebben, nee, alles nieuw kopen.”

“Ik rook en drink, allebei tamelijk boven-matig. Ik hoor van mijn vrienden dat het

niet heel erg leuk is om mij als vriend te hebben. Omdat ik soms, wanneer ik iets heel moois heb gezien, dat met-een aan iedereen opdring. Met geweld. Erachteraan bel-len, zeggen: ‘Heb je het gezien? Ben je al geweest, heb je ’t al gelezen? Ik stuur je het boek wel.’ Ik wil meteen reactie, meteen effect. Dat kunnen vrienden heel dram-merig vinden. Vooral laat op de avond, dan heb ik een wijntje te veel op – dat noem je drunk dialling en daar ben ik geweldig goed in. Heb je Sideways gezien? Nee?! Zie je, nu wou ik al bijna zeggen: als je Sideways niet gezien hebt, mag je niet over me schrijven. I’m gonna shoot you for less.Sideways is een van de intelligentste films over matig-heid. In die schitterende film kwam ik de uitdrukking tegen: ‘Did you drunk dial?’ Glaasje op, achter de compu-ter – wie zal ik eens bellen? Doe dat nooit, want de per-soon aan de andere kant van de lijn is namelijk gewoon hartstikke nuchter, en dus kom je belachelijk over. ‘Daar gaat-ie weer. Het is wel halftwee, ja?’ Drunk dial, dat is mijn associatie met lust. Meer heb ik er niet mee, met deze hoofdzonde.”

De hoofdzonden worden vooral in de Katholieke Kerk gebruikt. U bent hindoeïstisch opgevoed?“Mja, maar weet je wat grappig is? Bij Hindoes moet je er rekening mee houden dat geloof niet per se noodzakelijk is. Mijn moeder is brahmaanse, mijn vader brahmaan – dat is een soort hindoeïstische adel. [De hoogste kaste binnen het hindoeïsme, MS]. Maar dat betekent niet dat brahma-nen gelovig zijn. Ze moeten het woord verspreiden, de verhalen vertellen, maar ze hoeven er niet in te geloven. Je kunt een volstrekt atheïstische brahmaan zijn. Een drukker hoeft de boeken die hij drukt ook niet geweldig te vinden. De brahmanen zijn de drukkers van het hindoeïsme. Ze leuren ermee door het land en geven iedereen een exem-plaar. Als mensen vragen: wat vind je zelf van het boek? Tja, dan mocht het wel ietsje korter…” «

VRAATZUCHT

‘Nee, het is hébzucht,

andermans verhalen

willen hebben’

LUST

HEBZUCHT

JALOEZIE

28 | V U M A G A Z I N E

Page 29: VUMAG 2008#3

m vo o r a l u m n is e r v i ce

V U M A G A Z I N E | 29

Reportage: het CoachcaféJonge alumni steken in het VU-Coachcafé hun licht op bij ervaren coaches. Veel deelnemers lijken in dezelfde situatie te zitten: een vaste baan hebben ze al, maar is dit alles?

DAPHNE LENTJESFOTO: COMVU/MARIEKE WIJNTJES

Vijfentwintig deelnemers, allemaal oud-VU-studenten die nog geen vijf jaar geleden zijn afgestudeerd, plus negen coaches met minstens tien jaar ervaring in het bedrijfsleven. Locatie: het nieuwe Campus Café The Basket.In deze tijd van ‘een leven lang leren’ is er ook steeds meer reden om de relatie met oud-studiegenoten te onderhouden. Er is de VU dan ook veel aan gelegen om de relaties tussen alumni onderling en tussen alumni en de VU beter te onderhouden. Daarom startte er dit najaar een nieuw activiteitenprogramma speciaal voor VU-afgestudeerden. Met als primeur, maandag 3 november: het Coachcafé.“Om te beginnen moet ik vaststellen dat er aan de VU alleen vrouwen afstuderen”, grapt mede-organisator Frank Zuidinga van loopbaanimpuls-bureau Blikopener. Inderdaad is het opvallend dat er zich voor dit eerste VU-coachcafé geen enkele man heeft ingeschreven. Toeval? “Misschien is het dat typische vrouwen-tegen-de-dertigsysndroom”, peinst kinderpsychologe Femke Koopman (30, afgestudeerd in 2003). “Net een paar jaar afgestudeerd, je eerste baan, en niet weten wat je nou eigenlijk écht wilt.”

Uit de tent lokkenKernachtig gezegd is dat ook het idee van het Coachcafé: uitzoeken waar je talenten

liggen. In kleine groepjes van twee of drie worden de deelnemers gekoppeld aan een coach, die in drie gesprekken van drie kwartier naar boven moet zien te halen waar ze goed in zijn, wat voor ambities ze hebben en hoe die te verwezenlijken zouden kunnen zijn. Veel van de deelnemers lijken in dezelfde situatie te zitten: een vaste baan hebben ze al wel, maar is dit alles? Zo ook klinisch psychologe Sandra (geen achternaam, want haar baas hoeft er niets van te weten), die intercedente is bij een uitzendbureau. In de eerste ronde zit ze aan tafel bij coach Mieke Elekan, eveneens VU-alumnus (planologie, 1980) en momenteel werkzaam bij loopbaanbegeleiding Van Ede&Partners. “Vertel maar eens: waar ben jij nu écht goed in”, daagt Elekan uit. Het lijkt effect te hebben, want zowel Sandra als haar gesprekspartner Willemijn (alumnus bewegingswetenschappen, en nu werkzaam bij een wervings- en selectiebureau) laten zich snel uit de tent lokken. En praten al na een minuut of tien redelijk ontspannen over wat ze wel en niet willen, professioneel gezien. Al blijft een en ander wel een beetje hangen in gemeenplaatsen als ‘uitdagingen aangaan’, ‘grenzen verleggen’ en ‘ambities waarmaken’.Nuttig, zo’n coachcafè? Ja hoor, voor wie de behoefte heeft om alles eens rustig op een rijtje te zetten. En een gezellige avond te hebben met collega-alumni. «

mVU ALUMNI COACHCAFÉ ’09Ook enthousiast geworden over het VU alumni Coachcafé? Geef u dan op voor een van de volgende coachcafé’s in het VU Campus Café The Basket:>donderdag 19 maart 2009>woensdag 15 april 2009Inschrijven en meer info op www.vupodium.nl/ alumni.

mCOACHES GEZOCHTBent u VU-alumnus of VU-medewerker en hebt u een aantal jaren werkervaring als professioneel coach? En lijkt het u leuk om een of twee avonden per jaar een groep jonge alumni te coachen? Geef u dan op voor onze coaches-pool. We hebben momenteel een pool van zo’n vijftien coaches en zijn wegens succes op zoek naar uitbreiding. Interesse? Geef u op bij Jasmijn Snoijink via [email protected] of 020 5989292.

Page 30: VUMAG 2008#3

m va n v u p o d i u ms e r v i ce

30 | V U M A G A Z I N E

mEXPOSITIE EN NIEUWE BOEKENDe Calvijnweek begint maandag 12 januari met de opening van een tentoonstelling over Calvijn in Nederland, georganiseerd door de afdeling Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek van de VU. De schrijvers van twee nieuwe boeken over Calvijn presenteren hun werk. Onder redactie van Johan de Niet, Herman Paul en Bart Wallet verschijnt bij uitgeverij Brill het Engelstalige boek Sober, Strict, and Scriptural. Schrijfster Mirjam van Veen en uitgeverij Meinema presenteren Koppig profeet en werelds geleerde. Een boekje open over Johannes Calvijn.

mC-FACTOR De VU en dagblad Trouw presenteren een Calvijn online zelftest. Aan de hand van stellingen ontdekt u of u een volbloed calvinist bent of niet. Hoe ziet uw ideale vakantie eruit, brandt u weleens een kaarsje en werkt u keihard? Het antwoord op die vragen onthult uw calvinistisch gehalte, uw C-Factor. Minister voor Jeugd en Gezin André Rouvoet bepaalt als eerste zijn C-Factor tijdens het avondsymposium over calvinisme in de Nederlandse politiek. Op www.vupodium.nl staat de link naar de C-Factor.

mAVONDSYMPOSIUM MET ANDRÉ ROUVOET EN BORIS VAN DER HAMIn hoeverre is de Nederlandse politiek calvinistisch? En wat betekent dat dan eigenlijk? Tijdens het symposium op dinsdag 13 januari in Felix Meritis gaan CU-minister en calvinist André Rouvoet, D66-politicus en liberaal Boris van der Ham, publicist en agnost Herman Vuijsje en katholiek en hoogleraar bedrijfsethiek Eduard Kimman op zoek naar de calvinistische roots in de politiek. Na een inleiding van Rouvoet maken Van der Ham, Vuijsje en Kimman een kort statement over calvinisme in de politiek (zie ook pag. 23). Hierna volgt een gesprek onder leiding van Carla van Baalen, hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Radboud Universiteit. De avond eindigt met een zaaldiscussie.

mCALVIJN ALS EXPORTPRODUCTHet neoliberalisme heeft zijn langste tijd gehad, maar het neocalvinisme is in opkomst. Calvijn krijgt meer invloed over de hele wereld. De laatste tijd kijken studenten met veel belangstelling naar Calvijn en zijn denkbeelden. Van China tot Mexico en van Libanon tot Nigeria wordt het calvinisme bestudeerd. De directeur van het Historisch Documentatiecentrum van de VU, George Harinck, bespreekt in een lezing op donderdagmiddag 15 januari in de VU Calvijn als modern exportproduct. Waar komt die internationale belangstelling vandaan?

mOP PAD DOOR CALVINISTISCH AMSTERDAMIn het kader van de Calvijnweek verschijnt bij uitgeverij Meinema het boekje Evangelische kuieringen. Docent kerkgeschiedenis Gert van Klinken en voormalig VU-geschiedenisdocent Henk Reitsma stelden vier routes samen door het Amsterdam van de volgelingen van Calvijn. Vrijdag 16 januari nemen de auteurs u mee in de voetsporen van Amsterdamse

> Kijk op www.vupodium.nl voor het volledige programma, het kopen van kaartjes en aanvullende informatie (kosten, sprekers, locatie en aanmelden) over de onderstaande onderdelen.

CALVIJNJAAR 2009Op 10 juli 2009 is het vijfhonderd jaar geleden dat Johannes Calvijn als Jean Cauvin werd geboren in het Franse Noyon. Kerkhervormer Calvijn heeft grote invloed gehad op de theologie en op de Europese politiek, cultuur en wetenschap. Calvijns geboortejaar wordt dan ook in heel Europa herdacht.

Over Calvijn en calvinisme bestaan vele oordelen en vooroordelen. Volgens een anonieme katholieke schrijver uit de zestiende eeuw waren Calvijn en zijn volgelingen vrolijke losbollen. Terwijl katholieken zich ’s avonds laat en ’s ochtends vroeg vroom en devoot wijdden aan het gebed, lagen de calvinisten lui in hun bed. En, zo wist deze katholieke polemist zeker: daar gaven zij zich over aan vleselijke wellust.Een beeld dat in het geheel niet overeenkomt met wat wij vandaag de dag voelen bij calvinisme. Daar gaat het om hardwerkend, saai en degelijk. Wat klopt er nu eigenlijk van al deze oordelen en wat is de invloed van Calvijn op onze samenleving?

De aftrap van het Calvijnjaar wordt verzorgd door de VU die in de Calvijnweek van 12 tot en met 18 januari de betekenis van Calvijn voor wetenschap, politiek en cultuur centraal stelt. Daarbij komt niet alleen vijfhonderd jaar geschiedenis in beeld, maar wordt ook gekeken naar de toekomst. Wat betekent Calvijn nu en in de toekomst? En hoe calvinistisch zijn wij eigenlijk?

JOO

P VA

N R

EEKE

N

André Rouvoet

Page 31: VUMAG 2008#3

V U M A G A Z I N E | 31

calvinisten. Wie waren die calvinisten en hoe manifesteerden ze zich in het politiek bewogen Amsterdamse straatbeeld?

mSYMPOSIUM CALVIJN EN CULTUURTijdens het symposium op zaterdag 17 januari staat de culturele betekenis van het calvinisme in Nederland centraal. Na de opening door Lex Bouter, rector magnificus van de VU, komen in een lezing Johannes Calvijn en de ontstaansgeschiedenis van het calvinisme aan de orde. Verder zijn er twaalf interactieve workshops. Uiteenlopende onderwerpen als literatuur, economie, pers, erfgoed en film passeren de revue.

mORGELCONCERT EN DE NIEUWE CALVIJN CANTATEHet Orgelpark in Amsterdam is op woensdagavond 14 januari het decor van een exclusief orgelconcert door VU-organist Ewald Kooiman. Natuurlijk komt de muziek van de beroemde Jan Pieterszoon Sweelinck aan bod. Maar ook muziek van minder bekende toonkunstenaars staat op het programma. Universitair docent liturgiewetenschap Jan Luth uit Groningen geeft een lezing over de invloed van Calvijn op de orgelmuziek. Hoe klinkt dat, calvinistische muziek?Een kerkdienst in de Westerkerk in Amsterdam sluit de Calvijnweek af. Tijdens de dienst op zondag 18 januari vindt de eerste uitvoering plaats van een speciaal voor het Calvijnjaar gecomponeerde Calvijn-cantate.

>Alle activiteiten in het kader van de VU-Calvijnweek vinden plaats in de week van 12 tot 18 januari op diverse locaties in Amsterdam.>Meer weten over deze activiteiten? Kijk op www.vupodium.nl.

mCLEVERLAND SAMEN MET TELEACCleverland is een gratis toegankelijk educatief gezinsevenement. Het is bestemd voor kinderen en hun ouders of grootouders. Bezoekers doen actief mee aan een breed scala van korte, educatieve activiteiten, waaronder de Kinderuniversiteit van de VU. Onder leiding van VU-wetenschappers kunnen kinderen iets uitproberen, onderzoeken of ervaren, zoals penaltyschieten of hun hartslag meten.Meer informatie: www.cleverland.nl.

mBEWUSTZIJN VOORBIJ DE GRENZENOp 28 februari vindt in Amsterdam een conferentie plaats over bijna-doodervaringen (bde), met voordrachten en tientallen workshops. Cardioloog Pim van Lommel presenteert zijn opvattingen over bde’s. Met speciale aandacht voor bde bij kinderen. Naast persoonlijke ervaringen komen ook de critici aan het woord. De conferentie staat in het teken van de weerstand die velen ondervinden bij de erkenning van hun ervaringen en de bevrijdende werking die men daarbij in Van Lommels opvattingen vindt. Wetenschappers van het VUmc presenteren in een gesprek met Ria Bremer hun kritische opvattingen over bde. Voor meer informatie zie www.vupodium.nl.

mSID LEZINGENDe Society for International Development (SID) en VU podium organiseren in het voorjaar van 2009 elke maand een lezing rond het thema Inclusive Growth – Can economic growth include the common good in the age of globalisation? Internationaal vermaarde sprekers uit politiek en wetenschap buigen zich over de betekenis en invloed van groei en krimp van de economie. Daaraan wordt telkens de basisvraag gekoppeld: wat betekent dit voor de internationale samenwerking tussen arme en rijke landen? Met medewerking van hoogleraar Diane Elson van de University of Essex, José Edgardo Campos van de World Bank en UN-onderzoeker Luc Soete. De lezingen vinden plaats in het Auditorium van de VU en zijn gratis toegankelijk. De voertaal is Engels. Meer informatie vindt u op www.vupodium.nl.

mCDIn het najaar van 2008 zong het VU-koor in het kader van Amsterdam Wereld Boekenstad delen uit twee zeldzame en kostbare handgeschreven antifonaria afkomstig uit het vroegere klooster van de Wilhelmieten in Den Bosch. De boeken zijn nu in het bezit van de afdeling Bijzondere collecties van de UBVU. Van het concert zijn cd-opnamen gemaakt. Op www.vupodium.nl staat hoe u in het bezit kunt komen van deze muziekopnamen.

EenevangelischekuieringWandelgids voor calvinistisch Amsterdam

Gert van Klinken en Herman Reitsma

Meinema

Betje Wolff en Aagje Deken beschrijvenin 1787 in hun Brieven van AbrahamBlankaart diens ‘evangelische kuiering’langs de vele kerken van de hoofdstad.De tocht wordt zo omschreven dat delezer die gemakkelijk zelf kan maken.Meer dan tweehonderd jaar na datoverschijnt van deze ‘evangelische kui-ering’ een bij de tijd gebrachte versie. Inhet Calvijnjaar 2009 valt de aandachtdaarbij op diens geestelijke nazaten inAmsterdam. Wie de calvinisten warenen wat zij wilden, waar zij kerkten enhoe het daar toeging, hoe zij zich in hetAmsterdamse straatbeeld manifesteer-den in politiek bewogen dagen: de lezerkomt het aan de weet in deze wandel-gids. Net als in de dagen van Betje Wolffen Aagje Deken nodigt Een evangeli-sche kuiering de lezer uit om zelf destoute schoenen aan te trekken.

Gert van Klinken is docent kerkgeschiede-nis aan de Protestantse theologische Uni-versiteit in Kampen.Henk Reitsmawas docent nieuwste ge-schiedenis aan de letterenfaculteit van deVrije Universiteit in Amsterdam.

www.uitgeverijmeinema.nl

VanKlinken

enReitsm

aEen

evangelischekuiering

Project3:Opmaak 1 26-06-2008 13:40 Pagina 1

Pim van Lommel

H.M. KuitertDat moet ik van mijn geloof; Godsdienst als troublemaker in het publieke domein ISBN 978 90 259 5941 8Het nieuwste boek van de bekende VU-theoloog Harry Kuitert gaat over godsdienst als troublemaker. Over de islam, maar evenzeer over het christendom, in zijn protestantse en vooral rooms-katholieke versie. Over godsdiensten als een bedreiging voor het publieke domein. Lever deze bon in bij de boekhandel en ontvang € 2,00 korting. Het boek kost normaal € 15,90, met bon € 13,90.Actie loopt van 18 december 2008 t/m 18 februari 2009. Actienummer 901-59589.

bon

Page 32: VUMAG 2008#3

32 | V U M A G A Z I N E

mMENSELIJKE MAATVU podium organiseert in de Openbare Bibliotheek Amsterdam drie talkshows met bekende gasten waarin de menselijke maat in de gezondheidszorg, het onderwijs en het bedrijfsleven ter discussie staat. Schaalvergroting in ziekenhuizen maakt bijvoorbeeld dat je je er als patiënt verloren voelt. Fusies van scholen leiden tot leerfabrieken, waar weinig aandacht is voor de leerling als individu. Bedrijven verwennen aan de ene kant hun werknemers met allerlei extra’s zoals coaching, maar hebben

aan de andere kant heel weinig waardering voor oudere werknemers. Is Nederland nog wel menselijk? Wat voor samenleving willen wij zijn? De programma’s vinden plaats in maart, april en mei. Kijk op www.vupodium.nl voor actuele informatie.

mONDERWIJSLEZING WINDESHEIMIeder jaar organiseren Windesheim en VU podium in maart de Onderwijslezing in Zwolle. Centraal staat steeds een actueel onderwerp op het gebied van onderwijs. Na inleidende lezingen is er ruim gelegenheid voor debat, wat ook tijdens het aansluitende diner steeds tot drukke gesprekken en discussie leidt.Onderwerp is dit keer onderwijs gebaseerd op evidence based programma’s. In het onderwijs worden vaak nieuwe methoden geïntroduceerd zonder dat echt duidelijk is dat ze beter zijn dan de oude. Denk aan een nieuw lesboek of aan een kleinere groepsgrootte. Aan de andere kant vindt beschikbare kennis over bewezen effectieve nieuwe methoden maar langzaam haar weg naar de onderwijspraktijk. Kortom: er wordt te weinig geprobeerd bewijs voor de effectiviteit van onderwijsmethoden te verzamelen en die kennis ook te verzilveren.Tijdens de onderwijslezing buigen H. Maassen van den Brink (leerstoel Evidence Based Onderwijs bij de Universiteit Maastricht), Jan Jacob van Dijk (CDA-lid en onderwijswoordvoerder Tweede Kamer en Hoogleraar christelijk sociaal denken aan de VU), Yvonne Leeman (lector van het lectoraat pedagogische opdracht van het onderwijs bij Windesheim) zich over het fenomeen van evidence based onderwijs. Op www.vupodium.nl staat meer informatie.

mSPECIAAL VOOR VU-ALUMNI Ook de komende maanden organiseert VU podium weer allerlei activiteiten speciaal voor alumni van de VU. Na de start van coachcafés dit najaar (zie pagina 29) volgen meer nieuwe activiteiten. PUBQUIZ Hoe is het gesteld met uw kennis over muziek, wetenschap, actualiteit, sport, kunst & cultuur en de VU? Voor alles- en betweters, intellectuelen, actualiteitsverslaafden en doorgewinterde kroegtijgers organiseert VU podium maandelijks de Pubquiz. Alumniteams nemen het op tegen studenten. Een mooie gelegenheid om met oud-studiegenoten af te spreken voor een borrel.WORKSHOP ONLINE ZOEKEN U bent (al een tijd) afgestudeerd, en houdt graag uw vakliteratuur bij. Op internet staat van alles en meer. Maar hoe vindt u de voor u relevante literatuur en informatie? Binnen de universiteit is natuurlijk veel kennis aanwezig over effectieve zoekmethoden. Speciaal voor VU-alumni organiseert de VU-bibliotheek in samenwerking met VU podium in februari een workshop online zoeken.VU NEXT Helemaal nieuw is het programma VU Next. U bent (bijna of al een tijdje) afgestudeerd. En nu? Solliciteren? Onderzoeker worden? Een eigen bedrijf? Freelancen? Of verder studeren?VU Next is hoe dan ook een goed begin. Met hulp bij beroepsoriëntatie en sollicitatie, coaching en verschillende workshops zoals onderhandelen, netwerken, mind mapping en timemanagement. Alumniactiviteiten ook op www.vupodium.nl.

m ISLAM VOOR DUMMIESWat u altijd al wilde weten over de islam.Een nieuwe serie informatieve bijeenkomsten over de islam door Yaser Ellethy, Koran- en Hadith-wetenschapper van het Centrum voor Islamitische Theologie op de VU. Op pagina 24 ziet u hem aan het werk bij een ander college.Thema’s: De kern van de islam, Mohammed als profeet en mens, Eén islam maar verschillende moslims, islam en de Westerse kijk op het Oosten. Kijk op www.vupodium.nl voor actuele gegevens.

mSERIESOok de komende maanden maakt VU podium de gebruikelijke tour door het land met kenniscafés. Naast de programma’s in Leeuwarden en Amsterdam komt u ons tegen in Haarlem en Zwolle.

mDOLHUYS HAARLEMArko Oderwald en Wouter van Ewijk vertellen over De lusten en lasten van de roes. Verdovende middelen brengen troost en verzachting. Veel kunstenaars denken alleen onder invloed tot hun beste werk te komen. Iedereen kent echter de keerzijde: verslaving.

mPEPER & ZOUTIn Zwolle organiseert VU podium iedere maand een programma in het pand van Windesheim aan de Koestraat 3. Op het programma de komende maanden staan uiteenlopende onderwerpen als duurzame inkoop bij bedrijven, ouderen en ICT en multiculturaliteit en sport.Alle informatie over de series van VU podium staat op www.vupodium.nl.

> Kijk op www.vupodium.nl voor het volledige programma, het kopen van kaartjes en aanvullende informatie.

mVERWACHT IN HET VOORJAAR: AMSTERDAM OPENHet Amsterdam Open is een Engelstalig debattoernooi in Amsterdam, dat sinds 2007 jaarlijks wordt georganiseerd door Amsterdamse studenten-debatvereniging Bonaparte. De debatten staan niet alleen open voor studenten, iedereen kan meedoen. Meer informatie staat op amsterdamopen.asdvbonaparte.nl en www.vupodium.nl.

Yaser Ellethy

Page 33: VUMAG 2008#3

“Zullen we even stemmen?” De strakke toon van de hoboïste geeft onmiddellijk een concertzaalgevoel, ook al zitten de orkestle-den verspreid tussen de rekwisieten van de lopende theatervoorstelling in de Griffioen-zaal. Het VU-Orkest repeteert het Frans-Spaanse programma dat het komend voor-jaar gaat uitvoeren. Temperamentvolle muziek van Bizet, De Falla, Dukas en Milhaud. Bijna tachtig studenten bevolken dit orkest, een mengeling van stevige amateurmusici en semi-professionele conservatoriumstu-denten. De eerste indruk is dan ook vooral ‘jong’, en levendig. En aan het begin van de repetitie nog niet zo erg gedisciplineerd. Dirigent Daan Admiraal zet er daarom met-een de sokken in met Scaramouche van Milhaud: “Ik geef drie en vier en dan spelen we.” Het gelach en geklets nemen af. Men rommelt nog snel met bladmuziek, mond-stukken en strijkstokken. Admiraal dirigeert zonder stokje, knippend met zijn vingers als het niet precies genoeg gaat, klappend als het tempo inzakt. Slagtechnisch is dit programma een uitdaging voor elke dirigent, vindt hij, door alle complexe maat- en tempowisselin-gen. “Snelheid in die zestienden”, roept Admiraal, en: “Nee, het ritme van de rumba is één tsjak tsjak twee tsjak tsjak drie tsjak.”

Vet moeilijkHoewel nog niet allemaal ervaren in de rum-ba, weten deze jonge musici van wanten. Ephraim Feves, violist sinds zijn vierde, speelt nu vijf jaar bij het orkest. “Voor een amateurorkest hebben we echt een hoog niveau”, weet hij. Een kwestie van hard werken. Dat is te zien in de Griffioenzaal, waar Admiraal de strijkers en blazers telkens vraagt het nog eens te proberen. Hij beschrijft de klank die hij zoekt, hoe die strijkstok moet stuiteren, waar je wel of niet moet ademen. “Het is niet pakkedakkedangdang maar tuk-kedukkedundun”, legt hij uit aan de violis-ten, die er niet raar van opkijken.De musici roemen zijn aanpak: “De dirigent maakt het orkest bijzonder”, zegt Feves,

“Daan weet met anekdotes, beeldspraak en humor precies duidelijk te maken wat hij bedoelt”. Daar is klarinettist Bas van der Sterren het helemaal mee eens. Als conser-vatoriumstudent is hij niet zenuwachtig voor zijn solo’s. “Gezellig en lekker ontspan-nen”, noemt hij het orkest. Hoboïste Jacque-line Janse kijkt hem met grote ogen aan. Ze speelt hier pas sinds september: “Ontspan-nen? Ik vind het echt vet moeilijk! Er wor-den hier wel eisen aan je gesteld.” Goed voor de motivatie, vindt violiste Marthe Becker: “In elk stuk zitten wel moeilijke dingen, maar daardoor krijg je juist zin om er tijd in te steken.” “Daan haalt echt het beste uit ons”, prijst Janse. De liefde is geheel wederzijds. Hoe lekker-der het loopt, hoe breder de grijns op Admi-raals gezicht. “Wat me erg aanspreekt en vaak ontroert, is de onbevangenheid en de ontvankelijkheid voor muzikale schoonheid van deze jonge mensen”, zegt hij later. “En die levenslust en jeugdige vrolijkheid! Er wordt tijdens repetities veel gelachen.”Het resultaat is ernaar. Naarmate de avond vordert, swingt het steeds meer in de Grif-fioenzaal. Het is moeilijk om stil te blijven zitten als het orkest de tanden zet in de las-tige Spaanse ritmes van Bizet’s Carmen en De driekanten steek van De Falla. En Scara-mouche? Dat mag vooral niet te klassiek lijken, vindt de dirigent: “Dit is geen Brahms! Dit moet met energie, niet met diep gevoel. Dit is lichte muziek. Kan het iets grappiger?”

Zondag 1 maart, 20.30 uur, Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam. € 18,00; met korting € 15,00. Programma: Dukas Tovenaarsleerling Bizet Carmen (suite) Milhaud Scaramouche De Falla El sombrero de tres picos.

mwin kaartenOnder de snelste mailers verloot de redactie tienmaal twee kaartjes voor het concert van het VU-Orkest op zondag 1 maart 2009. Mail uw naam, adres naar [email protected].

energie!’-dit moet met

‘Dit is geen Brahms!

V U M A G A Z I N E | 33

MAIL&WIN

Bizet, De Falla, Dukas, Milhaud. De bijna tachtig studenten van het VU-Orkest pakken uit met een swingend Frans-Spaans programma.

ANITA MUSSCHEFOTO: COMVU/PETER SMITH

Page 34: VUMAG 2008#3

34 | V U M A G A Z I N E

MET DE BUL OP ZAK > SCHEIKUNDE Op de VU kun je veel opleidingen volgen. Inmiddels staan er meer dan 40.000 alumni in het adressenbestand. Waar komen ze terecht na hun studie?

ANITA MUSSCHE FOTO’S: JORDI HUISMAN

Ilse Aben44, afgestudeerd in 1987

Wat doe je nu? “Ik leid bij SRON, een instituut voor ruimteonderzoek, een onder-zoeksgroep die zich bezighoudt met satel-lietmetingen. Het gaat bijvoorbeeld om de hoeveelheid methaan of ozon, waarmee we de atmosfeer beter in kaart kunnen brengen. We dragen ook bij aan de ont-wikkeling van nieuwe meetinstrumenten. Het leukste daaraan is dat je door het multidisciplinaire onderzoek veel leert over andere vakgebieden en hoe je die kunt combineren. Maar ook het toegepaste karakter van het werk vind ik mooi. Onze metingen zijn onder meer relevant voor onderzoek naar klimaat, luchtvervuiling en de ozonlaag. Ik ben naast mijn baan bij SRON bijzonder hoogleraar op de VU.”

Was dit altijd al je droom? “Ik wilde aanvankelijk biochemisch onderzoek gaan doen, omdat ik gefascineerd was door DNA-onderzoek. Maar het werd de fysi-

Peter Nieuwenhuizen 38, afgestudeerd in 1994

Waar werk je? “Sinds twee jaar werk ik bij Arthur D. Little, een strategy consul-ting bedrijf, waar ik chemische bedrijven in de Benelux adviseer, zoals Akzo Nobel en DSM. Recent adviseer ik veel op het gebied van duurzaamheid. Als consultant werk je telkens kort bij verschillende bedrijven. Die diversiteit en de snelheid vind ik het leukste aan mijn werk.”

Was jouw studiekeuze vanzelfspre-kend? “Nee, ik twijfelde erg tussen schei-kunde en economie, maar besloot dat ik eerst een ‘echt’ vak wilde leren. In de che-mie maak je echt iets, plastic, een fabriek, een nieuw geneesmiddel. Na mijn promo-tie in Leiden heb ik bij Akzo Nobel achter-eenvolgens gewerkt in het onderzoek, de strategische analyse en de sales & marke-ting, onder meer in de VS. Ik ben dus lang-zaam opgeschoven van scheikunde naar economie. Dat maakt me nu geloofwaardig

sche en theoretische chemie. Daar heb je met veel minder factoren te maken dan in de biochemie. Dat maakt het makkelijker: je kunt de dingen een voor een onderzoeken. Ik houd erg van analyseren, puzzels oplossen. Ik heb veel geluk gehad: atmosfeeronder-zoek is een relatief nieuw vakgebied, waardoor ik echt iets op poten kon zetten.”

Wat vond je leuk aan studeren? “De vrijheid die ik had om te leren, tijdens mijn studie en mijn promotie in de natuurkunde. Die vrijheid komt later nooit meer echt terug. In mijn werk heb ik veel verantwoordelijkheden die veel tijd vragen.”

Wat herinner je je vooral van je stu-dietijd? “Ik heb gewoon een heel fijne en goede tijd gehad op de VU, waarin ik veel geleerd heb. De VU biedt een goede maar ook rustige, georganiseer-de leeromgeving. Dat heb ik als zeer prettig ervaren.”

Page 35: VUMAG 2008#3

V U M A G A Z I N E | 35

mwaar zijn onze alumni Scheikunde? De VU heeft een aantal alumni uit het oog verloren. Kent u een van de onderstaande alumni, wilt u hen dan vragen hun juiste gegevens door te geven? Dat kan via het aanmeldingsformulier op www.vu.nl/alumni of via een e-mail naar [email protected]. Tussen haken het jaar van afstuderen: dhr. G. Torenbeek [1956], dhr. J. van Lonkhuijsen [1959], dhr. E.A. Boer [1962], dhr. L.G. Markies [1963], dhr. J.A. Streefkerk [1964], dhr. C.H. van Putten [1966], dhr. G. Meima [1969], dhr. J.L. Molenaar [1969], dhr. W. van der Mark [1971], mw. G. du Chattel [1973], dhr. D.H. van den Eynden [1974], dhr. J. Biemond [1975], dhr. H.H. Kubbinga [1976], dhr. A.J. Noest [1977], mw. H.J.M. van Ry [1978], dhr. A.N.M. Schoffelmeer [1979], mw. H.L. Oei [1980], dhr. J. Mittendorf [1981], dhr. R.P. Tito [1982], dhr. C. Slappendel [1984], dhr. H.J. Gamelkoorn [1985], dhr. M.I. Selala [1986], dhr. M.A.G.M. Tinga [1987] en dhr. A.R. Goeptar [1988].

Ebel Dijkstra57, afgestudeerd in 1977

Wat doe je voor werk? “Ik heb een bedrijf dat zich bezighoudt met milieuvriendelijke koudetechniek. Schadelijke stoffen zoals cfk’s probeer ik te vervangen door natuur-lijke stoffen. Het gaat onder andere om productie van de middelen, trainingen en projecten in ontwikkelingslanden.”

Heb je je carrière zo gepland? “Nee, maar het is wel een heel goede combinatie van de zaken waar ik belangstelling voor had: natuurwetenschappen, milieu en ontwik-kelingswerk. Ik was vooral bezig met hoe je mijn vak, farmacochemie, relevant kon maken voor de maatschappij. Echt jaren zeventig! Eigenlijk was het te veel chemie voor mij, ik had een bredere belangstelling. Daarom heb ik ook nog economie, filosofie en de lerarenopleiding gedaan.”

Wie was je belangrijkste inspiratiebron op de VU? “Ik was intensief betrokken

als adviseur, ik weet hoe het eraan toe gaat.”

Wat was er leuk aan scheikunde? “Het puzzelen, het oplossen van pro-blemen is intellectueel heel stimule-rend. Die ervaring komt ook buiten de scheikunde van pas. Organisaties zijn ook puzzels.”

Wie is je vooral bijgebleven? “Ik keek erg op tegen de Duitse professor Bickelhaupt, een bijzonder goed che-micus en een heel beminnelijk mens. Hij kon vragen: ‘Ach, meneer Nieu-wenhuizen, kunt u misschien even langskomen, als u tijd over hebt?’ Natuurlijk had je tijd voor de profes-sor!”

Heb je nog vrienden uit die tijd? “Ja, we gaan nog ieder jaar met een groep mensen van mijn jaar een weekend op reünie, met alle gezinnen. Dat is echt leuk.”

bij het studentenpastoraat. Bij Herman Wiersinga deed ik belijdenis, maar ook Jan van Kilsdonk heeft me beïn-vloed. En in mijn dispuut heb ik veel geleerd van de broers Hartkamp.”

Was is je leukste herinnering aan de VU? “Als gewetensbezwaarde werd ik coördinator bij Studentenvoorzienin-gen. Dat is een heel leuke herinnering. Ik heb een speciale band met de VU en haar geschiedenis. Met studenten van de SRVU heb ik nog een speciale uit-gave van hun blad Pharetra gemaakt, over honderd jaar VU.”

En de slechtste herinnering? “Toen ik in de universiteitsraad zat, liep de discussie over de grondslag van de VU enorm op en werd erg gepolitiseerd. Er ontstond een tweedeling tussen de pro-gressieve kant, waartoe ik behoorde, en de meer traditioneel gereformeerde benadering. Dat is niet goed geweest voor de identiteit van de VU.”

Page 36: VUMAG 2008#3

VU kennis naar de markt brengenmet u als begeleider?

Het VU & VUmc Technology Transfer Office kijkt de wijde wereld in

Sinds 2006 loopt een team van technology transfer professionals rond om te kijken hoe kennis van VU en VU medisch centrum de maatschappij tot dienst kan zijn. Idealistisch? Ja. Inspirerend? Zeker. Maar ook zakelijk en nuchter.

Hoe gaat het benutten van kennis in zijn werk? Het begint met kennis te beschermen en te waarderen in een commerciële context. Het TTO team geeft onderzoekers praktische hulp bij het aanvragen van octrooien en bij het omgaan met auteursrecht en andere vormen van intellectueel eigendom. Er worden business cases ontwikkeld; contact gezocht met externe partijen; subsidie en andere financieringsbronnen aangeboord en coaching in ondernemer-schap gegeven.Als alle lichten op groen staan worden spin-off bedrijven opgericht of licenties verstrekt aan externe partijen. Hiermee vindt kennis zijn weg in de markt, worden entrepreneurs gekweekt en verdient de kennisinstelling een centje bij.

Als alumnus ziet u op velerlei gebieden hoe in de maatschappij kansen ontstaan.Uw ervaring kan buitengewoon waardevol zijn in het netwerk van kennisexploitatie van-uit de VU. Graag komen wij met u in contact als u denkt hierin een rol te kunnen spelen, bijvoorbeeld als coach, gesprekspartner bij een business plan, netwerker, ondernemer of anderszins.

Contactgegevens Technology Transfer Office VU & VUmc (TTO)De Boelelaan 1085 (W&N gebouw)1081 HV AmsterdamT +31 (0)20 59 89 905F +31 (0)20 59 89 904E [email protected] www.tto.vu.nl / www.iamstarter.nl

PARTNER IN TECHNOLOGY TRANSFER

ADVERTORIAL