Vrouwen voor het voetlicht

16
V rouwen voor het voetlicht zusters, martelaressen, poetsengelen & dominees

description

 

Transcript of Vrouwen voor het voetlicht

  • c y a a n m a g e n t a g e e l z w a r t

    V rouwen voor het voetlicht gaat over vrouwen in de geschiedenis vanhet christendom. Op allerlei manieren zetten zij zich in voor dekerk, vaak met grote toewijding en bevlogenheid.

    Vele vrouwen komen aan bod: martelaressen, heiligen, moeders,kloosterzusters, kloppen, pastoorshuishoudsters, pastoraal werkers,christelijk genspireerde schrijfsters, domineesvrouwen en vrouwe-lijke dominees. Vijftien bijzondere vrouwen worden uitgelicht, onderwie Cunera van Rhenen, Anna Maria van Schurman, Anne Zernike,Catharina Halkes en majoor Bosshardt. Dit boek biedt u boeiendeverhalen over inspirerende vrouwen.

    www.catharijneconvent.nl

    Vr

    ou

    wen

    vo

    or

    het

    vo

    etlic

    ht

    Vrouwen voor het voetlicht

    zusters, martelaressen, poetsengelen & dominees

  • Vierde Nationale Verbondsdag van het Meisjesverbond C.J.V.F. in 1948in de Houtrusthallen in Den Haag. Museum Catharijneconvent, Utrecht, spkk v45m

  • Vrouwen voor het voetlichtzusters, martelaressen, poetsengelen & dominees

    tanja kootte en inge schriemer

    met medewerking vanJan Wim Buisman, Lonneke Hoondert en Boukje Schaap

  • Interieur van de Grote of Laurentiuskerk in Weesp tijdens de eredienst. De vrouwrechts op de voorgrond geeft haar kind de borst: kerkgangers dienen Gods woordals moedermelk tot zich te nemen (1 Petrus 2). Gijsbert Sibilla, 1635. MuseumCatharijneconvent, Utrecht, rmcc s88

  • inhoudVoorwoord 7

    1 Vrouwen in de kerk, een moeizame relatie? Inleiding 8

    2 Heilige inspiratie Middeleeuwen 11

    3 Moedige moeders en vrome vrouwen Nieuwe tijd 35

    4 Tussen Marta en Maria Negentiende eeuw 67

    5 Vrouwen naar de voorgrond Twintigste eeuw 91

    6 Waar zijn de vrouwen? Fotos van Lucia Ganieva Eenenwintigste eeuw 125

    Om verder te lezen 139

    Registers 140

    Colofon 144

  • Devotieprentje ter gelegenheidvan de Eerste Communie vanMarie Thrse Nijs, 1952,Museum Catharijneconvent,Utrecht, StCC dp510

  • voorwoordSoms lijkt het alsof de geschiedenis vanhet christendom een verhaal is van man-nen. In Museum Catharijneconvent han-gen de gangen en depots vol met hun portretten. Vrouwen zijn echter minstenszo belangrijk in de geschiedenis van dekerk, vroeger en nu. Al die verschillendevrouwen, van martelaressen tot feminis -tische theologen, willen wij nu voor hetvoetlicht brengen. Tenslotte ontleent onsmuseum zijn naam aan een vrouw.Uitgangspunt zijn prachtige schilderijen,beelden, prenten en allerlei bijzonderevoorwerpen uit de verzameling vanMuseum Catharijneconvent. Ze zijn aan-gevuld met unieke objecten uit andere collecties. Aan de hand hiervan vertellenwij verhalen over vrouwen, over hun bete-kenis in de geschiedenis van het christen-dom in Nederland.Mijn verhaal gaat ook over zon vrouw,mijn lievelingsbuurvrouw, zuster Berna-dette. Zij woonde samen met elf anderezusters van de Sociteit van Jezus, Maria en Jozef in het grote woonhuis naast mijnouderlijk huis in Heeswijk. Ze verzorgden

    de bewoners van bejaardenhuis Cunera.Zuster Bernadette was moeder-overste. Iedere dag ging ik samen met mijn zuseven bij haar op bezoek om te vertellen wat we hadden meegemaakt. Tot ze onsliet weten dat ze ons zou verlaten. Ze was overgeplaatst naar een zusterhuis in de Randstad. Dat was niet haar eigenkeuze. Zuster Bernadette stelde haar leven indienst van de gemeenschap en het geloof.Dat was haar roeping en daar had ze geenspijt van.Dit boek gaat over vrouwen als zuster Bernadette en over mijn lieve moeder,naast poetsengel ook bestuurslid van deWillibrorduskerk in Heeswijk. Maar ditboek verhaalt ook van andere moeders,martelaressen, heiligen, begijnen en non-nen, domineesvrouwen en predikantes,diaconessen, schrijfsters en dichteressen.En wat is w verhaal?

    Marieke van SchijndelAlgemeen directeur Museum Catharijneconvent,Utrecht

    7

  • Wie vrouwen in de geschiedenis van hetchristendom voor het voetlicht haalt, moetvaststellen dat hier op zijn minst sprakelijkt van dubbelzinnigheid. Eigenlijk is datvanaf het begin al zo. De apostel Pauluszegt immers reeds dat de vrouw moet zwij-gen in de gemeente en dat zij haar manonderdanig moet zijn. Aan de andere kantvertelt het Nieuwe Testament ook dat hetvrouwen zijn, die op paasmorgen als eer-sten bij het open graf komen. En het bij-belboek Handelingen verhaalt dat de Hei-lige Geest tijdens het pinksterfeest wordtuitgestort op alle vlees, dat wil zeggen opmannen zowel als op vrouwen.

    Als mensen van de eenentwintigste eeuwkunnen we eigenlijk niet anders dan kij-ken door de bril van de gelijkwaardigheidvan man en vrouw. Daarom valt meer dan ooit de dubbelzinnigheid op die degeschiedenis van het christendom in ditopzicht kenmerkt. Zo is het opvallend dat in tijden van religieuze vernieuwinggraag wordt teruggegrepen op het vroegechristendom. Zieners en profeten speel-

    den in die tijd een grote rol. Ook in latereperioden van overgang is dit bevlogen,charismatische leiderschap prominentaanwezig. Niet het instituut, de bisschopen zijn kerkelijke apparaat zijn op derge-lijke momenten belangrijk. In zulke tijdenlijkt het er zelfs op dat vrouwen eenstreepje voor hebben. Staan zij door hungevoeligheid wellicht meer open voorhet religieuze dan mannen? Voor zeervelen is Maria zelf al het sprekende bewijsvan deze buitengewone ontvankelijkheid.En als nadien een andere vrome vrouw eengoddelijke ingeving krijgt, wie is de mandan dat hij haar tegenspreekt? Juist daar-om zien we dat vrouwen een prominenteplaats innemen in stromingen als demiddeleeuwse mystiek (Hadewych), hetpitisme (Anna Maria van Schurman) of de doperse traditie (tot Anne Mankes-Zernike aan toe).

    Af en toe komen dergelijke vrouwen bui-ten de kerk terecht wanneer zij volgens degeestelijkheid een te eenzijdig accent opde inspiratie van de Heilige Geest leggen.

    8

    inleidingvrouwen in de kerk, een moeizame relatie?

  • In elk geval worden hier grenzen doorbro-ken. Soms gebeurt dat met een beroep opde bijbel. In Christus valt het onderscheidtussen man en vrouw weg, zegt de apostelPaulus immers. Maar tot verontrustingvan het kerkelijke establishment blijft hetdaar niet bij. Af en toe wordt ook het ver-schil tussen geleerde en ongeleerde lie-den, of dat tussen mensen uit hoge en lagesociale groeperingen onbelangrijk. Zokan het eenvoudige gemeentelid PietjeBaltus de gestudeerde dominee AbrahamKuyper de les lezen. Zelfs zonder opstan-dig te worden tellen vrouwen in dit carna-val van godvruchtige burgers nadrukkelijkmee. Misschien niet in de organisatie vande kerk, maar dan toch wel in haar vroom-heid en symboliek. Want die kerk blijft debruid van Christus, ondanks al het man-nelijke machtsvertoon. Voorbeeldigevrouwen gureren hier als heiligen, mar-telaressen, kluizenaressen, begijnen,kloosterzusters en diaconessen. Of alsgewone gelovigen die als voedsters demelk van het evangelie doorgeven aan hunkinderen. Heilig zijn allen door wie hetlicht van Gods genade schijnt.

    Vaak helpen tijdgeest en tijdsomstandig-heden een handje mee. Tijdens de Refor-

    matie van de zestiende eeuw is het lezenvan de bijbel een geloofsvereiste gewor-den. Daarmee wordt ook het analfabe-tisme onder vrouwen krachtig bestreden.De democratisering van de maatschappijin de negentiende eeuw brengt eenopwaardering van de status van de gewo-ne man en diens religieuze gevoelens metzich mee. Zijn echtgenote proteert daareveneens van. De openstelling van het pre-dikantsambt voor vrouwen in de twintig-ste eeuw betekent daarom weinig andersdan dat een inmiddels gemancipeerdemaatschappij een belangrijk deel van haarkerkelijke been bijtrekt. Tijdsomstandig-heden bieden vrouwen soms ook onver-moede kansen, zelfs in de kerkelijke orga-nisatie. Door de protestantisering van deRepubliek der Zeven Verenigde Nederlan-den valt de kerkelijke structuur van hetrooms-katholicisme weg. Het zijn danvooral vrome vrouwen, de welbekendeklopjes, die het kerkelijk bedrijf gaandehouden. Een ambt hebben ze niet, maareen functie des te meer.

    De protestantse pendant van de klop diede pastoor terzijde staat en soms ookonderwijstaken verricht, vormt de domi-neesvrouw. Is zij moeder, dan komt bij

    9

  • haar zorgende ook een opvoedende rol,allereerst in het gezin, vaak voorgesteldals kleine kerk. Daarin verschilt zij nietvan andere vrouwen die er een eer in stel-len als moeders in Isral de leer dervaderen aan hun kinderen door te geven.De rol van deze engelen in huis wordt er alleen maar groter op wanneer na descheiding van kerk en staat in 1796 degodsdienst steeds meer verschuift van hetpublieke naar het private domein. Eenzekere feminisering van de religie is hetonvermijdelijke gevolg. Toch is er ook eentegenbeweging. In de negentiende entwintigste eeuw breiden ontwikkeldevrouwen hun educatieve taak soms uit tothet schrijven van kinderbijbels en tot hetorganiseren van christelijk-sociale arbeid.

    Op bestuurlijk en organisatorisch vlakblijft de mannelijke dominantie daarente-gen bestaan, in het rooms-katholicismemeer nog dan in het protestantisme. Wel-

    gestelde vrouwen kunnen een enkele keerals geldschieter voor de kerk fungeren,maar over het algemeen is de maatschap-pelijk positie van vrouwen lange tijdkwetsbaar. Veel vrouwen zijn door de eeu-wen heen afhankelijk van de vooral doormannen geleide armenzorg. En wanneerAnne Zernike in 1915 trouwt, moet zijhaar pas verworven predikantschap op -geven. Zelfs bij de ruimdenkende remon-stranten laten de mannelijke domineeszich lange tijd de felbegeerde dienst opoudejaarsavond niet afpakken door eenvrouwelijke collega. Nee, alle strijdbaar-heid van feministische theologen ten spijtwil de geschiedenis van de vrouwen in dekerk nog steeds geen ondubbelzinnig succesverhaal worden. Zou het voor velenvan hen een troost zijn dat de Geest van deopgestane Heer nog altijd waait waarheenHij (of Zij) wil?

    Jan Wim Buisman en Tanja Kootte

    10

  • Middeleeuwen

  • In de late Oudheid hebben vrouwen eenondergeschikte rol. Het christendombiedt hen de kans om zich hieraan te ontworstelen. Vooral adellijke vrouwenhangen dit nieuwe geloof aan. Zij kiezenervoor zichzelf aan Christus te wijden. Ze bekopen dat vaak met de dood en wor-den martelaressen. Velen van hen wordenheilig verklaard. Zij vormen een inspira-tiebron voor generaties vrouwen, vooralvoor kloosterzusters.

    In de Middeleeuwen hebben vrouwen tweekeuzen: ze trouwen en krijgen kinderen ofze gaan, wanneer ze genoeg geld hebben,het slotklooster in. In de twaalfde eeuwneemt het aantal vrouwenkloosters inNederland sterk toe. Vanaf de dertiendeeeuw ontstaan ook gemeenschappen vansamenlevende vrouwen, zoals begijnen.Kloosterzusters en begijnen verschillenvan elkaar. Kloosterzusters leggen drie ge-

    loften af. Ze beloven te gehoorzamen aande abdis, hun kuisheid te bewaren en te le-ven in armoede. Begijnen mogen zich bui-ten de muren van begijnhoven bewegen,terwijl kloosterzusters gebonden zijn aanhet kloosterslot. Zij mogen het kloos terniet uit. In tegenstelling tot klooster-zusters leggen begijnen alleen tijdelijkegeloften van kuisheid af. Dat maakt begij-nen soms tot mikpunt van spot. Een rijm-pje over de vrijblijvendheid van het begijn-zijn luidt: Ik beloof te dragen dezen boek,tot er eenen komt met een broek.

    Voornamelijk adellijke vrouwen en hunfamilie kunnen voldoende geld opbren-gen voor een intrede in een klooster. Wan-neer het kloosterleven voor vrouwen aanhet eind van de veertiende eeuw onderinvloed van de Moderne Devotie weeropleeft, verandert het toelatingsbeleid van kloosters. Dan kunnen ook minder-

    12

    Heilige inspiratie

  • vermogende vrouwen kloosterzuster worden, omdat de bruidsschat geenvoorwaarde meer is om te mogen intre-den. Vooral vrouwen voelen zich aange-trokken tot deze geloofsbeweging. Gen-spireerd door Geert Grote proberen ze netzo vroom te leven als de eerste volgelingenvan Christus. IJver, armoede en vroomheidstaan centraal. De kloosterzusters van hetvrouwenklooster in Diepenveen dragenhet ideaal van de Moderne Devotie uit. Het klooster wordt in de vijftiende eeuwbevolkt door zeer devote zusters. Som -mige zusters zijn zo deugdzaam dat ze s nachts stiekem uit bed kruipen omalvast hun eigen taken en die van de ande-re zusters te verrichten. Het stelen vanandermans nederige werken wordt doorberoofde zusters slecht verdragen. In hetzusterboek, waarin de levens van de Die-penveense zusters worden beschreven,staat dat het vaak een tijdje duurt voordat

    de gemoederen weer bedaard zijn na eendergelijke gebeurtenis.

    Vrouwen ontdekken nog een manier omuiting te geven aan hun geloof. Vanaf detwaalfde eeuw worden sommige vrouwenstadskluizenares. Zij leven in een kleingebouwtje dat tegen een kerk is gebouwd,een kluis. De stadskluizenares is een soortpastoor. Mensen vragen haar om raad, omgeestelijke steun en om bemiddeling metGod. Beroemd is suster Bertken, die eenkluis bewoont tegen de Utrechtse Buur-kerk.

    Vrouwen die trouwen en kinderen krijgen,spiegelen zichzelf aan heiligen die op hun situatie van toepassing zijn. Zij vin-den geestelijke steun bij ht rolmodel voormoeders: de heilige Anna. Ze streven ookhet ideaal na van Maria als liefhebbendemoeder van Christus. LH

    13

  • 14

    Het daget inden oosten,Die sonne scijnt ouer alWie heer Iesum wil minnenHi en slape nu niet so langhe

    Geertruida van Oosten (ca. 1320-1358), in: Een devoot ende protelijck boecxken... Antwerpen 1539

  • T heodosia betekent geschenk vanGod. Theodosia komt in de derdeeeuw in opstand tegen de christen ver -volging. Ze loopt weg van huis en koopteen gevangenisbewaarder om. Ze voegtzich bij de christenen die opgesloten zitten. Haar ouders willen dat ze terugnaar huis komt, maar Theodosia wei-gert dit. Ze houdt vast aan haar geloof. De Romeinse keizer laat haar op aller-

    lei manieren martelen tot ze sterft. Op deze voorstelling worden haar lede-maten opgerekt. Na haar dood verschijntze aan haar ouders. Ze vertelt hen dat de marteldood een waardige dood is.Door te kiezen voor haar geloof is zenamelijk naar de hemel gegaan. Haargeschiedenis is verbeeld op een altaar-stuk dat is gemaakt voor een vrouwen-klooster. LH

    15

    Marteling van de heilige TheodosiaDetail uit het veelluik metMartelaarschap van de heiligeTheodosia ( ca. 3e eeuw)Gelre, ca. 1545Museum Catharijneconvent, Utrecht, abm s146.04

    martelares voor het geloof

  • De beeldschone vrome koningsdochterUrsula wil haar leven wijden aanChristus. Een Engelse prins vraagt haarten huwelijk. Om een oorlog te voorko-men houdt Ursula hem aan het lijntje. Ze wil dat hij zich bekeert terwijl zij opbedevaartstocht naar Rome vertrekt. Volgens de overlevering verzamelt Ursulaelfduizend maagdelijke reisgenotes en tijdens haar bedevaart sluiten ook anderegelovigen zich bij hen aan. Op de terugreisovervallen de Hunnen het reisgezelschapbij Keulen. De Hunnen doden de maagdenmet pijlen. Ursula mag kiezen: trouwenmet de heidense Hunnenkoning of demarteldood. Vroom als zij is, kiest zij voor haar belofte aan Christus. LH

    16

    een horde christenmeisjes

    Ursula en haar reisgenoten ( ca. 453)Meester van de Utrechtse Stenen Vrouwenkop, ca. 1530Museum Catharijneconvent, Utrecht, abm bh252