Vragenles Deel 1 - · PDF fileAnabolisme en katabolisme ... Microsoft PowerPoint -...
Transcript of Vragenles Deel 1 - · PDF fileAnabolisme en katabolisme ... Microsoft PowerPoint -...
1
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2010
Vragenles Deel 1
Matthieu Berenbroek
http://www.berenbroek.eu/
Vraagje• Verschil tussen serum en antibiotica? • Serum: Bloedplasma zonder fibrinogeen• Antiserum = engelse antidote puur antistoffen tegen
specifieke giftige stof (in dier 'gekweekt' door de giftige stof toe te dienen)-->toediening rechtstreeks in bloed, werkt heel direct en snel
• Antibiotica: organische/chemische stoffen om bactieriënte doden/groei te belemmeren--> toediening via spijsvertering: langzamere opname in systeem
• Vraag blijft: die giftige stof: wat moet ik me daarbij voorstellen: geen levend iets zoals virus of bacterie maar meer zoiets als kwik of zware metalen?
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2010
ANZN 1e leerjaar - Les 01 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 - 63
Infrastructuur menselijk lichaam
2
ANZN 1e leerjaar - Les 01 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 - 8 4
Anabolisme en katabolisme
• Anabolisme = bouwstofwisseling = constructieve metabolisme = opbouwende fase stofwisselingsproces, waarin gecompliceerde stoffen uit eenvoudige worden gevormd (groei)
• Katabolisme = energiestofwisseling = destructief metabolisme = fase stofwisseling waarin samengestelde verbindingen uiteen vallen waarbij de voor het organisme benodigde energie vrijkomt
ANZN 1e leerjaar - Les 01 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 145
Homeostase
Homeostaseis dat evenwicht tussen intern en extern millieu?
ANZN 1e leerjaar - Les 01 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011 - 396
Intracellulair: veel K, weinig NaExtracellulair: weinig K, veel Na
Door diffusie verplaatsing Na en K
Dit kost energie (glucose = suiker), heet Na/K pomp
Door actief transport probeert de cel:K terug te zuigenNa eruit te gooien
1 celmembraan2 pomp (schematisch)
CelK
Na
Bloed
CelK
Na
Bloed
3
ANZN 1e leerjaar - Les 03 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011
Bloedplasma eiwitten
bloedplasma
eiwitten
albumine globuline fibrinogeen
ANZN 1e leerjaar - Les 03 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011
Plasma eiwitten• Gemaakt en afgebroken in lever• albumine = bepaald voornamelijk de
colloid osmotische waarde van het bloed
• globulinen = transportfunctie van suikers, vetten, ijzer, vitaminen en hormonen. + antilichamen, verder antihemofilieglobuline en protrombinen
• fibrinogeen = bloedstolling• voedselreserve
ANZN 1e leerjaar - Les 5 - © Matthieu Berenbroek, 2000-20119
Volumeverdeling
venen64%
long9%
capillairen5%
grote arteriën7%
kleine arteriën en arteriolen
8%
hart (diastole)7%
weers tands verdeling
capillairen27%
venen7%
arteriën19%
kleine arteriën en arteriolen47%
4
de formule H+ enzKoolstofdioxidetransport
– Voor het merendeel via bicarbonaat (HCO3-)
H+ + HCO3- H2CO3 H2O + CO2
CO2 H+
Veel CO2 geeft veel H+ dus lage pH
• http://nl.wikipedia.org/wiki/Systole• http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/2/21/Latidos.gif/220p
x-Latidos.gif
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2011
ANZN 1e leerjaar - Les 5 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011
LG fig. 6.20blz. 114
Windketel-functieaorta
ANZN 1e leerjaar - Les 11 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-201112
Specifieke immuniteit
• Actieve natuurlijke immuniteit• doorgemaakte infectieziekte
• Passieve natuurlijke immuniteit• antistoffen van de moeder
• Actieve kunstmatige immuniteit• vaccinatie
• Passieve kunstmatige immuniteit• antiserum
5
Vraagje• * Immuniteit tegen griep bestaat eigenlijk niet omdat het
griepvirus zich telkens muteert. Betekend dat dan ook dat een zgn. griepinjectie elk jaar anders is van samenstelling omdat het griepvirus anders is dan voorgaand jaar? Ja, helemaal correct, behalve als virus nauwelijks muteert.
• Is zo'n griepprik altijd gebaseerd op Humorale Immuniteit? ja, antistoffen aanmaak
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2010
Vraagje• * Uitwisseling van stoffen in intercellulair en intracellulair
vind uitsluitend plaats door diffusie en Osmose., nee, zie hieronder
• * Osmose tussen bloedvat en intercellulair dmv. Albumine/eiwitten (?) en osmose tussen intercellulair en intracellulair dmv. NaCl/zouten(?) Eerste deel juist, tweede deel onjuist. Van intercellulair naar cel = diffusie en Na/Cl pomp
• Oedeem is uitsluitend intercellulair, nee ook intracellulair, verhouding 1- 3 - 9
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2010
Vraagje• Waarom is diffusie bij warm water beter dan bij koud
water ? Omdat de chemische reactie dan sneller gaan, dus ook verdeling over de ruimte (energie is groter)
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2010
6
ANZN 1e leerjaar - Les 7 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-201116
Ontlediging van de maag• Vloeibare voedsel (water, koffie) verlaat
de maag binnen enkele minuten, ook al is de maag gevuld, soort gootje in de maag
• maagmond (cardia) sluit na elke hap• pylorus (maagportier) is een krachtige
circulaire sluitspier die reflectoir geregeld wordt via de pylorusreflex
• pylorusreflex reageert op zuurgraad van de duodenum twaalfvingerige darm
Lactase breekt suiker af?
• Lactase • Lac= melk• Uitgang ase = enzym• Uitgang -ose = stof• Lactase breekt lactose af • Het enzym lactase breekt het lactose
(melksuiker) af
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2011
ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
enterohepatische kringloop
cyclus waarbij stoffen via resorptie in de darmen via het bloed (poortader = vena portae) naar de lever gaan, zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden
Slechts klein gedeelte wordt uitgescheiden
zie ook figuur 3.29 blz. 96, Basti.lever
gal
poortader
darm
galzure zouten
resorptie 95%
faeces
galzurezouten
galzure zouten
enterohepatischekringloop
LG, fig. 2.2.39a,blz. 188
7
ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
Van erytrocyt tot uitscheiding via zowel de nier als de darm
ANZN 1e leerjaar - Les 10 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011
minder ADH
diurese
Relatie ADH en osmotische waardesterke vochtopname
sterk vochtverlies
remming
hoge osmotische waarde
hypothalamus/hypofyseosmosensoren
lage osmotische waarde
stimulatie/activeringdiurese
osmotische waarde
meer ADH
osmotische waarde
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2011
Hoe wordt het transport in het lymfevatenstelsel gereguleerd? Gaat dat op dezelfde wijze als het bloedvatenstelsel? Dus met spier- hart en adempomp, kleppen in de vaten etc.? Ja.
Intrinsic factor wordt aangemaakt in de maag, bestaat dat dan ook, zoals de galzouten, uit enzymen of is het zelfs maar één enzym? Zo nee, waaruit dan wel?
Transport lymfe? Intrinsic factor
8
ANZN 1e leerjaar - Les 01 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011
Capillairwand
Leukocyt
Bacteriën
Fagocytose = opnemen door insluiting
Leukocyten via diapedese met behulp van fagocytose opruimen bacteriën
Diapedese
Actief of passief ?
ANZN 1e leerjaar - Les 04 - © Matthieu Berenbroek, 2000-2011
1 nervus vagus (-)2 nn accelerantes (+)3 AV-knoop4 sinusknoop
5 bundel van His
6 bundeltakken
7 vezeltjes van Purkinje
Prikkels van het hart
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2011
NaCl NaCl20 ST 2 ST
Diffusie
1 Indien de zoutdeeltjes(ionen) de doorlaatbare membraan passeren
2 dan het NaCl (keukenzout) zich gelijkmatig over de bak verdelen over de hele bak
3 er gelijke concentraties Li en Re bestaan
Theezetten: de bruine kleurstof verdeelt zich
gelijkmatig over de gehele pot
1 2 3
NaCl NaCl20 ST 2 ST
NaCl NaCl11 ST 11 ST
9
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2011
NaCl NaCl20 ST 2 ST
Osmose
1 de scheidingswand is niet permeabel (doorlaatbaar) voor zout. Er kan geen diffusie optreden maar wel druk van het zout (NaCl)
2 zuigkracht van het zout trekt water aan, water van Re => Li
3 er ontstaat evenwicht tussen waterdruk hoge kolom en zuigkracht van het zout
Osmose is diffusie van het oplosmiddel
31 2NaCl NaCl20 ST 2 ST
NaCl 2 ST
NaCl 20 ST
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - Dia 4-13 - ©Matthieu Berenbroek, 2011
Bouw van het hart; kleppen
a. pulmonalis
aorta
Li atriumpulmonaalklep
aortaklep
re. atrium
ventrikel septum
AA
A
A = anulus fibrosus
Kleppen van boven gezien
pulmonaalklep
aortaklep
klepspiertjes
slippen
open
open
geslotentricuspidaal-klep
slippen
mitralisklep
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - Dia 5-13 - ©Matthieu Berenbroek, 2011
Uitwisseling stoffen
C.O.D.= 25 mm HgRR=15 mm Hg
C.O.D.=25 mm Hg
RR= 35 mm Hg
ArterieelVeneus
COD = aanzuigkracht v.d. grote moleculen, dus eiwitten (albumine)Bloeddruk: verval van arterieel naar veneus
Transport: capillair interstitiumTransport: interstitium capillair
LG, fig. 6.26, blz. 124
10
Hart wat links• http://nl.wikipedia.org/wiki/Systole• http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/2/21/Latidos.gif/220p
x-Latidos.gif
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2011
Tot slot…
• Ik zeg maar zo, als je examens van Bill Gates kunt halen moeten tentamens van Matthieu Berenbroek toch ook te doen zijn
ANZN 1e leerjaar - Les 12 (Vragen Deel 1) - ©Matthieu Berenbroek, 2010