Voorzieningen voor niet verdiende provisie

3
17 Voorzieningen voor niet-verdiende provisie Op de balans van veel assurantieadviseurs komt de post ‘onverdiende provisie’ voor. Over het opnemen van deze reservering bestaan veel vragen, zeker in het licht van het provisieverbod. Tijd om deze zaken op een rijtje te zetten. BRANCHE Door: Henny Kloppenburg en Frans Kemper, Dullemond Bedrijfsadvies Van de doorlopende schadeprovisie kan naar schatting 75% worden aangemerkt als beheerpro- visie en 25% als incassoprovisie, zo heeft het Gerechtshof Leeuwarden in 1980 bepaald. Het incassodeel geldt als vergoeding voor de werk- zaamheden op moment van het incasseren van de premie. Daarvoor valt derhalve niet te reserveren, met uitzondering van hetgeen hierna onder “niet- verdiende incassoprovisie schade” wordt behan- deld. Het 75% beheerdeel van de provisie heeft betrekking op het afhandelen van schaden, het doorvoeren van mutaties en het geven van advie- zen en dergelijke met betrekking tot de polis. Daarvoor kan wel gereserveerd worden. In het arrest wordt uitgegaan van een geschatte verhouding tussen beheer- en incassowerkzaam- heden. Het is te verdedigen om, afhankelijk van de omstandigheden, een andere verdeling in de percentages van beheer- en incassoprovisie aan te houden. Door wetswijzigingen en automatise- ring is de verhouding tussen reeds verrichte en nog te verrichten werkzaamheden namelijk fors veranderd ten opzichte van 1980. Ons advies is om dit af te stemmen met de fiscus. De reservering ultimo het jaar kan worden bere- kend door per prolongatiemaand in het boekjaar te berekenen welk deel van de provisie betrekking heeft op het volgende boekjaar. Bij – bijvoorbeeld – een kwartaalprolongatie op 1 november dient er 1/3 (1 maand) van de totale beheerprovisie (75% van de totale provisie) te worden toegerekend aan het volgende jaar. Bij – bijvoorbeeld – een jaar- prolongatie in april dient er 1/4 (3 maanden) van de totale beheerprovisie (75% van de totale provi- sie) te worden toegerekend aan het volgende jaar. De som van de aan het volgende jaar toe te reke- nen beheerprovisie vormt de reservering voor niet-verdiende schadeprovisie. I n dit artikel behandelen wij de diverse reser- veringen en geven we aan hoe hier sinds 1 ja- nuari 2013 mee kan worden omgegaan. Provisie wordt in veel gevallen op een eerder tijdstip ont- vangen dan het tijdstip waarop de daadwerkelij- ke werkzaamheden worden verricht. Indien dit het geval is, hoeft deze provisie niet tot de fis- cale jaarwinst te worden gerekend. Als voor de ontvangen provisie een uitstelpost, vaak betiteld als een voorziening of kortlopende schuld, wordt opgenomen, kan uitstel van belastingheffing worden verkregen. Er bestaan verschillende vormen van provisie voor assurantieadviseurs. Bij schadeverzekerin- gen bestaan de provisie-inkomsten voornamelijk uit doorlopende provisie. Bij levenprovisie is sinds 2011 verplicht dat minimaal 50% van de provisie-inkomsten bestaat uit doorlopende provisie. Vanaf 1 januari 2013 is er een provisie- verbod voor complexe producten (waaronder levensverzekeringen, hypotheken en AOV). Bij nieuw te sluiten complexe producten dient voor andere vormen van beloning te worden gekozen. Schadeproducten (exclusief aov) Voor schadeprovisie is het op grond van juris- prudentie toegestaan om de volgende reserve- ringen op te nemen in de fiscale jaarrekening: Reservering niet-verdiende beheerprovisie Voor doorlopende schadeprovisie mag een reser- vering worden opgenomen voor dat deel van de provisie dat als niet verdiend kan worden aan- gemerkt, omdat er tot de volgende premieverval- datum door de assurantieadviseur nog werk- zaamheden moeten worden verricht ten opzichte van de verzekeraar en de verzekerde met betrek- king tot de desbetreffende polis.

Transcript of Voorzieningen voor niet verdiende provisie

Page 1: Voorzieningen voor niet verdiende provisie

17

Voorzieningen voor niet-verdiende provisieOp de balans van veel assurantieadviseurs komt de post ‘onverdiende provisie’ voor. Over het opnemen van deze reservering bestaan veel vragen, zeker in het licht van het provisie verbod. Tijd om deze zaken op een rijtje te zetten.

branche

Door: Henny Kloppenburg en Frans Kemper, Dullemond Bedrijfsadvies

Van de doorlopende schadeprovisie kan naar schatting 75% worden aangemerkt als beheerpro-visie en 25% als incassoprovisie, zo heeft het Gerechtshof Leeuwarden in 1980 bepaald. Het incassodeel geldt als vergoeding voor de werk-zaamheden op moment van het incasseren van de premie. Daarvoor valt derhalve niet te reserveren, met uitzondering van hetgeen hierna onder “niet-verdiende incassoprovisie schade” wordt behan-deld. Het 75% beheerdeel van de provisie heeft betrekking op het afhandelen van schaden, het doorvoeren van mutaties en het geven van advie-zen en dergelijke met betrekking tot de polis. Daarvoor kan wel gereserveerd worden.

In het arrest wordt uitgegaan van een geschatte verhouding tussen beheer- en incassowerkzaam-heden. Het is te verdedigen om, afhankelijk van de omstandigheden, een andere verdeling in de percentages van beheer- en incassoprovisie aan te houden. Door wetswijzigingen en automatise-ring is de verhouding tussen reeds verrichte en nog te verrichten werkzaamheden namelijk fors veranderd ten opzichte van 1980. Ons advies is om dit af te stemmen met de fiscus. De reservering ultimo het jaar kan worden bere-kend door per prolongatiemaand in het boekjaar te berekenen welk deel van de provisie betrekking heeft op het volgende boekjaar. Bij – bijvoorbeeld – een kwartaalprolongatie op 1 november dient er 1/3 (1 maand) van de totale beheerprovisie (75% van de totale provisie) te worden toegerekend aan het volgende jaar. Bij – bijvoorbeeld – een jaar-prolongatie in april dient er 1/4 (3 maanden) van de totale beheerprovisie (75% van de totale provi-sie) te worden toegerekend aan het volgende jaar. De som van de aan het volgende jaar toe te reke-nen beheerprovisie vormt de reservering voor niet-verdiende schadeprovisie.

In dit artikel behandelen wij de diverse reser-veringen en geven we aan hoe hier sinds 1 ja-

nuari 2013 mee kan worden omgegaan. Provisie wordt in veel gevallen op een eerder tijdstip ont-vangen dan het tijdstip waarop de daadwerkelij-ke werkzaamheden worden verricht. Indien dit het geval is, hoeft deze provisie niet tot de fis-cale jaarwinst te worden gerekend. Als voor de ontvangen provisie een uitstelpost, vaak betiteld als een voorziening of kortlopende schuld, wordt opgenomen, kan uitstel van belastingheffing worden verkregen.

Er bestaan verschillende vormen van provisie voor assurantieadviseurs. Bij schadeverzekerin-gen bestaan de provisie-inkomsten voornamelijk uit doorlopende provisie. Bij levenprovisie is sinds 2011 verplicht dat minimaal 50% van de provisie-inkomsten bestaat uit doorlopende provisie. Vanaf 1 januari 2013 is er een provisie-verbod voor complexe producten (waaronder levensverzekeringen, hypotheken en AOV). Bij nieuw te sluiten complexe producten dient voor andere vormen van beloning te worden gekozen.

Schadeproducten (exclusief aov)Voor schadeprovisie is het op grond van juris-prudentie toegestaan om de volgende reserve-ringen op te nemen in de fiscale jaarrekening:

• Reservering niet-verdiende beheerprovisieVoor doorlopende schadeprovisie mag een reser-vering worden opgenomen voor dat deel van de provisie dat als niet verdiend kan worden aan-gemerkt, omdat er tot de volgende premieverval-datum door de assurantieadviseur nog werk-zaamheden moeten worden verricht ten opzichte van de verzekeraar en de verzekerde met betrek-king tot de desbetreffende polis.

Page 2: Voorzieningen voor niet verdiende provisie

18

Het verdient aanbeveling de omvang van de reservering jaarlijks te toetsen, omdat er door verschuivingen in premievervaldata, porte-feuilleaankopen en het provisieverbod op aov’s substantiële wijzigingen kunnen zijn in de hoog-te van de aan te houden reservering. Als wordt overgestapt op directe beloningsvormen (zoals een maandelijkse abonnementsvergoeding door de verzekerde), kan een situatie ontstaan dat er geen legitimatie meer aanwezig is om de reser-vering voor niet-verdiende beheerprovisie aan te houden, wat een forse impact kan hebben op de fiscale positie van de onderneming.

• Niet-verdiende incassoprovisie schadeNaast de gebruikelijke voorziening voor dubieu-ze debiteuren is het assurantieadviseurs ook toegestaan om een reservering te vormen voor niet-verdiende incassoprovisie. De gedachte hierachter is dat voor de openstaande premie-vorderingen nog verschillende incassowerk-zaamheden verricht moeten worden (herinnerin-gen, innen en afdragen).

De hoogte van de reservering niet-verdiende incassoprovisie is afhankelijk van het aandeel nog te verrichten incassowerkzaamheden op de openstaande premievorderingen per balans-datum. Voor de incassoprovisie, in beginsel 25% van de doorlopende provisie schade die is begre-pen in de openstaande premievorderingen, kan de reservering worden gevormd. Hierbij wordt er in de jurisprudentie van uitgegaan dat 50% van deze incassowerkzaamheden op de openstaande premievorderingen nog verricht zal moeten worden per balansdatum.

De reservering niet-verdiende incassoprovisie schade zal dan 50% van 25% bedragen van de

nog te ontvangen doorlopende provisie zoals be-grepen in de openstaande premievorderingen per balansdatum. Overigens wordt deze reserve-ring in de praktijk niet veel toegepast en zal deze bij een adequaat debiteurenbeheer ook be-perkt van omvang zijn.

• Niet-verdiende tekencommissieIn het geval van tekencommissie sluit de reser-vering voor niet-verdiende tekencommissie aan bij de nog te verrichten beheerwerkzaamheden na balansdatum. Hiervoor moet de gevolmach-tigd agent inzicht hebben in de werkzaamheden die gekoppeld zijn aan de ontvangen tekencom-missie. Als dat niet uit de administratie blijkt, kan vol-gens de Belastingdienst worden aangesloten bij het door de NVGA geadviseerde percentage van 70%. Wanneer de huidige discussie over vol-machtbeloning zou gaan leiden tot nieuwe belo-ningsvormen, kan er sprake zijn van wijzigingen in bovenstaande methodiek.

LevenproductenHet provisieverbod brengt met zich mee dat de werkzaamheden van het assurantie-intermediair voor complexe producten moeten worden be-loond op het moment dat zij zich voordoen (uurtarief of vast tarief) en in maximaal 2 jaar of op abonnementsbasis worden betaald. Met name bij uitgestelde betaling is het moment van winst-neming relevant. Hierover bestaat op dit moment nog geen jurisprudentie. Bovendien is dit sterk afhankelijk van de met de klant gemaakte afspra-ken ten aanzien van werkzaamheden en betaling.

Bij levenproducten kunnen we bij beloning op basis van provisie de volgende reserveringen onderscheiden:

GemiddeLde premievervaLdaG

Als het niet mogelijk is de reservering per prolongatiemaand te berekenen, dan mag worden uitgegaan van een gemiddelde premievervaldag per premietijdvak. De belastingdienst onderbouwt dit in één van haar brieven als volgt:Als de gemiddelde premievervaldag bijvoorbeeld ligt op 25 mei, zal het overeen-komende percentage bij jaarprovisie 40% bedragen. Gemiddeld is dus 60% van de provisie reeds gedurende het jaar verdiend. De reservering niet- verdiende pro-longatieprovisie schade bedraagt dan: • Jaarprovisie (totale doorlopende provisie op jaarbetaling) x 40% x 75% • Halfjaarprovisie (totale doorlopende provisie op halfjaarbetaling) x 20% x 75% • Kwartaalprovisie (totale doorlopende provisie op kwartaalbetaling) x 10% x 75%

• Maandprovisie (totale doorlopende provisie op maandbetaling) x 4% x 75%

In de praktijk zien we vaak dat wordt uitgegaan van een gelijkmatige spreiding over het jaar van de doorlopende provisie (en derhalve een percentage van 50%). Dit komt echter in de meeste gevallen niet overeen met de daadwerkelijke gemid-delde premievervaldag.

Page 3: Voorzieningen voor niet verdiende provisie

19

• Niet-verdiende beheer- en incassoprovisie leven

De methodiek voor de berekening van deze reservering sluit aan bij de berekening van de reservering voor niet-verdiende schadeprovisie. Slechts de verdeling tussen beheerprovisie en incassoprovisie is een andere. Bij levensverzeke-ringen wordt de jaarlijkse doorlopende provisie gesplitst in 80% beloning voor de incassowerk-zaamheden en 20% voor de beheerwerkzaam-heden. Ook hier rijst de vraag of deze verdeling nog recht doet aan de actualiteit.

Gezien de respecterende werking van het provisie-verbod kan de reservering voor de niet-verdiende beheer- en incassoprovisie leven op lopende polis-sen van voor 1 januari 2013 blijven bestaan. Wel zal deze reservering lager worden indien deze polissen uit de portefeuille verdwijnen, worden omgezet in een andere vorm van beloning of op andere wijze geen provisie meer genereren.

• Niet-verdiende afsluitprovisie levenDeze voorziening betreft de afsluitprovisie leven, die eenmalig en ineens werd ontvangen bij het afsluiten van een polis. Als de polis binnen een bepaalde termijn door onnatuurlijk verval wordt beëindigd, moet (een deel van) de afsluit-provisie worden terugbetaald. De Hoge Raad heeft in 2003 bepaald dat het is toegestaan om een voorziening te vormen voor deze terug-

betaling op reeds ontvangen provisies (uitspraaknr. 38 473). De voorziening is afhanke-lijk van de terugboekingsregeling met de maat-schappijen en de kans op onnatuurlijk verval.Aan deze voorziening voor niet-verdiende afsluit-provisie leven zal in beginsel vanaf 2013 niet meer worden gedoteerd, tenzij er sprake is van verwachte terugboekingen die hoger zijn dan de voorziening die hiervoor is opgenomen. Eenzelfde

situatie doet zich bijvoorbeeld voor bij overname van portefeuilles inclusief het terugboekrisico.

impact op liquiditeitToepassing van bovenstaande reserveringen bij een assurantieadviseur leidt over het algemeen tot relatief grote bedragen in de balans. Wijzi-gingen in beloningsmodellen, het afkopen van het terugboekrisico bij de verzekeraar of het overnemen van portefeuilles kunnen daarmee een behoorlijke impact hebben op de fiscale positie van de onderneming. Houd hier dus rekening mee bij het maken van een begroting.

Het verdient aanbeveling de omvang van de reservering jaarlijks te toetsen