Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

36
fawzia koofi Brieven aan mijn dochters Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van Afghanistan

description

Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van Afghanistan.

Transcript of Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Page 1: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

fawzia koofiBrieven aan

mijn dochters

Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van Afghanistan

‘Lieve Shuhra en Shaharzad,

Toen ik klein was kende ik de woorden oorlog, raket, gewonden, moord en verkrachting niet. Woorden die helaas alle Afghaanse kinderen tegenwoordig kennen.’

KOOFI_Vooruitboekje.indd 1 19-01-11 14:27

Page 2: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Stellinga DEF 2.indd 14 2-9-09 9:48

Page 3: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Fawzia Koofi

Brieven aan mijn dochters

Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat

van Afghanistan

Verschijnt begin maart 2011 bij

Uitgeverij Balans

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 1

Page 4: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Fawzia Koofi, de populairste vrouwelijke politicus in Afghani-stan, voert onvermoeibaar campagne voor vrouwenrechten enbeter onderwijs. De onzekere situatie die zij iedere dag onderogen moet zien, heeft haar ertoe gebracht elke keer als zij op eenbinnenlandse reis gaat, een brief te schrijven aan haar dochters,nu 10 en 12, omdat ze nooit weet of terug zal keren. Elk hoofd-stuk begint met zo’n brief, waarin Fawzia haar dochters haar vi-sie geeft op de Afghaanse samenleving, politiek en mensenrech-ten, met name de rechten van vrouwen. In de hoofdstukkenvertelt ze haar uitzonderlijke levensverhaal.

Dit boekje bevat de eerste twee hoofdstukken.

Oorspronkelijke titel Letters to my daughtersCopyright Nederlandse vertaling © 2011, Ralph van der Aa,

Miebeth van Horn en Frans van Delft / Uitgeverij Balans, Amsterdam

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 2

Page 5: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

VoorwoordSeptember 2010

De ochtend dat ik mijn dochters voor het eerst een brief schreef,moest ik naar een politieke bijeenkomst in Badachsjan, de provin-cie die ik als lid van het Afghaanse parlement vertegenwoordig. Ba-dachsjan is de meest noordelijke provincie van Afghanistan engrenst aan China en Tadzjikistan. Daarnaast is het een van de arm-ste, ruigste, meest afgelegen en in cultureel opzicht meest conserva-tieve gebieden van het land.

Nergens ter wereld sterven zoveel moeders en kinderen bij be-vallingen als in Badachsjan. Dat is het gevolg van de ontoeganke-lijkheid van het gebied en de verlammende armoede van de bevol-king, van een cultuur waarin traditie soms belangrijker wordtgeacht dan de gezondheid van vrouwen. Verreweg de meeste man-nen zullen hun vrouw pas in een ziekenhuis laten behandelen alsduidelijk is dat ze het anders niet zal overleven. Tegen de tijd dat zein het ziekenhuis arriveert, vaak nadat ze drie dagen lang met vrese-lijke weeën op een ezel door de bergen heeft gereisd, is het meestalte laat om moeder en kind te redden.

Ik was gewaarschuwd die dag niet naar Badachsjan te reizen.Men vertelde me dat de taliban me om het leven wilden brengendoor een bom onder mijn auto te plaatsen, en ik wist dat ik diedreiging serieus moest nemen. De Taliban hebben weinig op metvrouwen die een invloedrijke politieke positie innemen en datgeldt nog sterker als die vrouwen openlijk kritiek op hen uitoefe-nen.

Ze doen vaak pogingen me te doden.De laatste tijd doen ze nog meer hun best dan anders; ze bedrei-

gen me thuis, gaan na langs welke route ik naar mijn werk ga zodatze een bermbom kunnen laten exploderen op het moment datmijn auto langsrijdt, en trommelen zelfs gewapende mannen opom het politie-escorte onder vuur te nemen dat me moet bescher-

3

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 3

Page 6: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

men. Ooit werden we onderweg aangevallen en dertig minutenlang beschoten, een aanslag die aan twee politieagenten het levenkostte. Ik bleef al die tijd in de auto zitten, niet wetend of ik er le-vend uit zou komen.

De Taliban en alle anderen die me het zwijgen willen opleggenomdat ik me publiekelijk uitspreek tegen corruptie en falend lei-derschap in mijn land, zullen niet rusten tot ik dood ben. Die dagnegeerde ik de waarschuwing echter, zoals ik talloze andere waar-schuwingen heb genegeerd. Als ik steeds thuisbleef, zou ik mijnwerk niet kunnen doen. Maar zoals altijd voelde ik me wel degelijkbedreigd. Zo werkt het nou eenmaal bij bedreigingen en dat wetende lieden die deze tactiek toepassen maar al te goed.

Om zes uur ’s morgens maakte ik mijn oudste dochter, Shahar-zad van twaalf, wakker. Ik vertelde haar dat ze, als ik niet zou terug-keren van deze reis van enkele dagen, de brief moest voorlezen aanhaar tien jaar oude zusje Shohra. Shaharzad keek me met vragendeogen aan. Ik drukte een vinger tegen haar lippen, gaf haar en haarzusje een kus op hun voorhoofd, liep zachtjes de kamer uit en deedde deur achter me dicht.

Geëmotioneerd liet ik mijn kinderen achter, omdat ik wist datde kans groot was dat ik vermoord zou worden. Het is echter mijntaak om de armste inwoners van mijn land te vertegenwoordigen.Naast de opvoeding van mijn dochters is dat mijn missie. Ik konmijn volk die dag niet in de steek laten. Dat kon ik toen niet en datzal ik nooit kunnen.

4

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 4

Page 7: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Lieve Shuhra en Shaharzad,

Vandaag ga ik voor politieke zaken naar Faizabad en Darwaz. Ik hoopdat ik snel terug zal zijn en jullie weer zal zien, maar de kans bestaatdat ik niet terugkom.

Er zijn mensen die hebben gezegd dat ze me tijdens deze reis doodwillen maken. Het zou kunnen dat ze dat lukt.

Het doet me als jullie moeder ontzettend veel pijn om jullie dit tevertellen. Maar ik wil dat jullie begrijpen dat ik bereid ben mijn levente geven als dat betekent dat er vrede komt in Afghanistan en dat dekinderen van dit land een betere toekomst krijgen.

Ik leid dit leven zodat jullie – mijn dierbare dochters – in vrijheidjullie leven kunnen leiden en jullie dromen kunnen hebben.

Als ik gedood word en jullie niet meer zie, wil ik jullie de volgendedingen meegeven.

Ten eerste: vergeet mij niet.Omdat jullie jong zijn en je opleiding moeten afmaken en nog niet

zelfstandig zijn, wil ik dat jullie bij tante Khadija gaan wonen. Zijhoudt heel veel van jullie en zal zich over jullie ontfermen.

Ik geef jullie al het geld dat ik op de bank heb staan. Maar ga er ver-standig mee om en gebruik het voor jullie studie. Jullie opleiding ishet allerbelangrijkste. Meisjes hebben een opleiding nodig om indeze mannenwereld te kunnen uitblinken.

Als jullie je diploma hebben gehaald, wil ik dat jullie in het buiten-land verder studeren. Ik wil dat jullie vertrouwd raken met universelewaarden. De wereld is groot en prachtig en jullie moeten hem verken-nen.

Wees dapper. Wees nergens bang voor in het leven.Wij mensen zullen allemaal op een dag sterven. Misschien is dit de

dag waarop ik sterf. Maar als dat inderdaad gebeurt, weet dan dat hetvoor een hoger doel was.

Sterf niet zonder iets bereikt te hebben in het leven. Wees er trotsop als je andere mensen kunt helpen en als je probeert ons land en dewereld te verbeteren.

Een kus van mij voor jullie allebei. Ik hou van jullie.

Jullie moeder.

5

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 5

Page 8: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Hoofdstuk 1‘Maar een meisje’

Zelfs op de dag dat ik werd geboren had ik eigenlijk moeten sterven.Ik heb de dood in mijn 35-jarige leven talloze malen in de ogen

gezien, maar ik leef nog steeds. Dat kan ik niet verklaren, maar ikweet wel dat God een bedoeling met me heeft. Misschien wil Hijdat ik mijn land ga regeren om het uit het moeras van corruptie engeweld te trekken. Of misschien wil Hij gewoon dat ik een goedemoeder voor mijn dochters ben.

Ik was het negentiende kind van de 23 kinderen die mijn vaderkreeg en het laatste kind van mijn moeder. Zij was de tweede vrouwvan mijn vader. Toen ze van me in verwachting raakte, was ze fysiekuitgeput door de zeven bevallingen die ze al achter de rug had. Zewas ook depressief doordat ze de genegenheid van mijn vader hadverloren ten gunste van zijn nieuwste vrouw – zijn zevende, en te-vens de jongste. Daarom wilde mijn moeder dat ik dood zou gaan.

Ik kwam ver buiten het dorp ter wereld. Elk jaar ging mijn moe-der er in de zomer met een grote groep bedienden op uit om onzerunderen en schapen te laten grazen op de hoogste bergtoppen,waar het gras malser was. Dat bood haar de kans een paar wekenhet huis te ontvluchten. Zij leidde de hele onderneming en verza-melde voldoende gedroogd fruit, noten, rijst en olie om de reizigersgedurende de drie maanden dat ze onderweg waren van voedsel tevoorzien. De voorbereidingen en het inpakken van de spullen voorde reis leidden altijd tot grote opwinding. Alles werd tot in depuntjes voorbereid voordat het gezelschap op paarden en ezels opweg ging naar de hoger gelegen gebieden.

Mijn moeder genoot met volle teugen van deze tochten, en ter-wijl ze door de dorpen reed was duidelijk te zien dat ze het heerlijkvond om even bevrijd te zijn van alle huishoudelijke verplichtingenen om de frisse berglucht te kunnen inademen.

Een plaatselijk gezegde luidt dat hoe krachtiger en gepassioneer-

6

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 6

Page 9: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

der een vrouw is, des te aantrekkelijker ze eruitziet wanneer ze inhaar boerka op een paard zit. En er werd gezegd dat niemand er opeen paard mooier uitzag dan mijn moeder. Dat had te maken metde manier waarop ze zich vasthield: waardig en met rechte rug.

In het jaar dat ik werd geboren, 1975, was ze echter niet in eenfeestelijke stemming. Dertien maanden eerder had ze bij de grotegele toegangspoorten van onze hooli (een groot, langwerpig huismet één verdieping van lemen muren) staan toekijken hoe eengroep bruiloftsgangers zich over het kronkelige bergpad in de rich-ting van het dorpscentrum begaf. De bruidegom was de echtge-noot van mijn moeder. Mijn vader had besloten een zevendevrouw te nemen, een meisje van amper veertien jaar oud.

Elke keer wanneer hij met een nieuwe vrouw trouwde, was datvoor mijn moeder een klap in het gezicht, ook al grapte mijn vaderaltijd dat mijn moeder er bij elke nieuwe echtgenote mooier opwerd. Van al zijn vrouwen hield mijn vader het meest van mijnmoeder – Bibi jan (wat letterlijk vertaald ‘prachtige liefste’ bete-kent). Maar in de cultuur van het bergdorp van mijn ouders bete-kenden liefde en huwelijk zelden hetzelfde. Een huwelijk werd ge-sloten in het belang van de familie, traditie en cultuur, en al diezaken werden belangrijker geacht dan het geluk van het individu.Of er liefde in het spel was deed er niet toe. Liefde gaf alleen maarproblemen. Men was ervan overtuigd dat je gelukkig werd doorzonder morren je plicht te doen.

Mijn moeder had daar op het grote stenen terras, veilig verscho-len achter de toegangspoorten van de hooli, staan toekijken hoe degroep van een stuk of twaalf ruiters in telgang de berg kwam afrij-den. Mijn vader droeg zijn mooiste shalwar kameez (een lang ge-waad met een broek), een bruin vest en een hoed van lamsvacht.Naast zijn witte paard, dat roze, groene en rode wollen kwastjes aanhet fraaie hoofdstel had hangen, liepen een paar kleinere paarden.Daarop zaten, gekleed in een witte boerka, de bruid en haar vrou-welijke familieleden, die haar naar haar nieuwe woning begeleid-den – de woning die ze zou gaan delen met mijn moeder en de an-dere vrouwen die mijn vader hun echtgenoot noemden. Mijnvader, een kleine man met dicht bij elkaar staande ogen en een

7

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 7

Page 10: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

goed verzorgde baard, lachte minzaam en schudde dorpelingen dehand die hem vanuit het dorp tegemoet waren gelopen om hem tebegroeten en het schouwspel gade te slaan. Ze riepen naar elkaar:‘Wakil Abdul Rahman is er,’ ‘Wakil Abdul Rahman is thuis.’ Metzijn beeldschone nieuwe vrouw. Zijn toeschouwers waren gek ophem en hadden niets anders verwacht.

Mijn vader, Wakil (afgevaardigde) Abdul Rahman, was lid vanhet Afghaanse parlement en vertegenwoordigde daar de inwonersvan Badachsjan, net zoals ik dat nu doe. Voordat mijn vader en ikparlementariër werden, was de vader van mijn vader, Azamshah, deleider van het dorp en stamoudste. Zolang we ons kunnen herinne-ren, heeft mijn familie betrokkenheid bij de lokale politiek en deopenbare dienstverlening hoog in het vaandel staan. Je zou kunnenzeggen dat de politiek net zo krachtig door mijn aderen stroomt alshet water van de vele rivieren die Badachsjan doorkruisen.

De districten Koof en Darwas, waar mijn familie vandaan komten waar mijn achternaam zijn oorsprong heeft, zijn zo afgelegen enbergachtig dat het zelfs tegenwoordig per four-wheel drive nog weldrie dagen kan duren om er vanuit de provinciehoofdstad Faizabadte komen. En dat geldt alleen als het goed weer is. In de winter zijnde smalle bergpassen volstrekt onbegaanbaar.

Mijn grootvader had als taak mensen met maatschappelijke enpraktische problemen in contact te brengen met de centrale over-heid in Faizabad en samen met de provinciale districtsbestuurdervoor een goede dienstverlening te zorgen. De enige manier waarophij met de overheidsinstanties in Faizabad kon overleggen, wasdoor er van zijn huis in het bergachtige district Darwaz per paardof ezel naartoe te rijden, een reis waar hij vaak één tot anderhalveweek over deed. Hij heeft in zijn hele leven nooit in een vliegtuiggezeten of in een auto gereden.

Mijn grootvader was uiteraard niet de enige die op deze primi-tieve manier reisde. De dorpelingen konden de grotere plaatsen al-leen te paard of te voet bereiken; dat was de manier waarop boerenhun zaad kochten, waarop zieken het ziekenhuis bereikten enwaarop familieleden die door uithuwelijking van elkaar waren ge-scheiden bij elkaar op bezoek gingen. Er kon alleen worden gereisd

8

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 8

Page 11: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

in de warme lente- en zomermaanden, maar zelfs dan was het erggevaarlijk.

En verreweg het gevaarlijkst was de Atangapas. De Atanga is eengrote berg die naast de Amu Darya ligt. Deze heldere, groene riviervormt de enige grens tussen Afghanistan en Tadzjikistan en is evengevaarlijk als prachtig. In het voorjaar, als de sneeuw smelt en deregen komt, treedt de rivier buiten zijn oevers en ontstaan er le-vensgevaarlijke, snelle stromingen. De Atangapas bestond uit eenruwhouten trap aan weerszijden van de berg, waarlangs reizigersomhoog en omlaag konden.

De trap was smal, gammel en glad. Bij de kleinste misstapstortte je in de rivier en werd je meegesleurd, een wisse dood tege-moet. Stel je voor dat je terugkeerde uit Faizabad met de spullendie je daar had gekocht, bijvoorbeeld een zeven kilo zware zak rijst,zout of olie – een kostbare vracht waarmee je gezin de winter moestzien door te komen. Je was uitgeput na een week lang gelopen tehebben, en vervolgens moest je ook nog je leven wagen om een le-vensgevaarlijke pas over te komen waar al veel van je vrienden enfamilieleden het leven hadden verloren.

Mijn grootvader kon het niet verdragen zijn dorpsgenoten jaarin jaar uit op deze manier te zien sterven en hij deed wat hij konom de regering zover te krijgen voor een fatsoenlijke weg en eenveilige oversteek te zorgen. Maar hij mocht dan rijker zijn dan demeeste mensen uit Badachsjan, uiteindelijk was hij slechts eenplaatselijke functionaris uit een afgelegen dorp. Er zat niets andersop dan naar Faizabad te gaan. Hij beschikte niet over de middelenom naar Kabul te reizen, waar de koning en de centrale regeringzich bevonden.

Omdat mijn grootvader besefte dat hij die verbetering zelf nietmeer zou meemaken, besloot hij dat zijn jongste zoon de strijdmoest voortzetten. Mijn vader was nog maar een jongetje toenmijn grootvader hem begon klaar te stomen voor een toekomst inde politiek. En vele jaren later boekte mijn vader, na maandenlangflink te hebben gelobbyd, een van zijn grootste successen als parle-mentariër: er werd een weg over de Atangapas aangelegd, waarmeede droom van mijn grootvader werd verwezenlijkt.

9

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 9

Page 12: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Er doet een beroemd verhaal de ronde over mijn vader die opaudiëntie ging bij koning Zahir Shah om de aanleg van de nieuweweg te bespreken. Staand voor de koning zei hij: ‘Shah sahib, er be-staan al jarenlang plannen voor de aanleg van deze weg, maar er ge-beurt niets. U en uw regering praten en maken plannen, maar debeloften worden niet nagekomen.’ Hoewel het parlement toenter-tijd uit gekozen vertegenwoordigers bestond, werd de koning zel-den tegengesproken, en alleen de allermoedigsten durfden openlijkkritiek te uiten. De koning zette zijn bril af en keek mijn vader langen doordringend aan voordat hij streng zei: ‘Wakil sahib, vergeetniet dat u zich in mijn paleis bevindt.’

Mijn vader dacht dat hij te ver was gegaan en raakte in paniek.Snel verliet hij het paleis, en hij vreesde al op weg naar buiten gear-resteerd te zullen worden. Maar een maand later stuurde de koningzijn minister van Publieke Werken naar Badachsjan om mijn vaderte spreken en plannen te maken voor de aanleg van de weg. De mi-nister arriveerde, wierp een blik op de berg en verklaarde dat heteen onmogelijke klus was. Meer viel er niet over te zeggen; hij gingmeteen weer naar huis. Mijn vader vroeg of hij eerst nog een stukjemet hem wilde rijden. De minister ging akkoord en samen redenze te paard naar de top van de pas. Toen de minister was afgestegen,pakte mijn vader de teugels van het paard van de minister en reedzo snel hij kon naar beneden, met het dier achter zich aan. Hij lietde minister alleen achter op de berg om hem te laten ervaren hoehet voor de dorpelingen was om op de pas vast te komen zitten.

De volgende dag ging mijn vader terug om de minister op te ha-len. Die was natuurlijk laaiend; hij was half dood gestoken door demuggen en had de hele nacht geen oog dichtgedaan omdat hijbang was door wilde honden te worden opgegeten. Maar hij was ernu wel meer van doordrongen hoe zwaar het leven was voor deplaatselijke bevolking. Hij was bereid om ingenieurs en dynamietnaar de berg te sturen zodat de weg kon worden gebouwd. Die wegvan mijn vader is er nog steeds en heeft door de jaren heen duizen-den inwoners van Badachsjan het leven gered.

Mijn grootvader benoemde dus zijn zoon, de kleine Abdul Rah-man, tot arbab, een dorpsleider. Daardoor was de jongen op zijn

10

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 10

Page 13: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

twaalfde feitelijk net zo machtig als een stamoudste. Er werd hemgevraagd ruzies tussen dorpelingen bij te leggen over grond, fami-liekwesties en huwelijken. Ouders die een goede huwelijkspartnervoor hun dochter zochten, kwamen hem om advies vragen. Binnende kortste keren voerde hij onderhandelingen over de aanleg vanwegen, deed hij aan fondswerving en vergaderde hij met de provin-ciale hoogwaardigheidsbekleders in Faizabad. Hoewel hij eigenlijknog een kind was, wisten deze mensen dat hij op grond van ons ar-babsysteem de steun had van de plaatselijke bevolking, en daaromwaren ze bereid met hem te onderhandelen.

Mijn vader deed in die eerste jaren veel ervaring op met het op-lossen van de problemen waar onze gemeenschap mee te makenhad, en als jongvolwassene was hij er klaar voor om de leiding overte nemen. De timing was perfect, aangezien er toen een echte de-mocratie begon te ontstaan in Afghanistan. Tussen 1965 en 1975 be-sloot de koning een democratisch gekozen parlement te installerenen mensen bij het besluitvormingsproces te betrekken door ze hunplaatselijke parlementsleden te laten kiezen.

De inwoners van Badachsjan hadden het gevoel dat ze jarenlangwaren verwaarloosd door de centrale regering en waren opgetogendat hun stem eindelijk zou worden gehoord. Bij de verkiezingenwerd mijn vader gekozen als eerste parlementslid ooit voor Dar-waz. Hij vertegenwoordigde nu een van de armste bevolkingsgroe-pen ter wereld. Dat was een enorme verantwoordelijkheid.

De inwoners van Badachsjan zijn niet alleen arm. Het zijn ooktrotse mensen die hechten aan normen en waarden. Ze kunnenwild en onstuimig zijn als het wisselvallige bergklimaat, maar ookzo kwetsbaar en taai als de wilde bloemen die op de granieten rivie-roevers groeien.

Abdul Rahman was een van hen en kende hun eigenschappenbeter dan wie ook. Hij nam zijn nieuwe functie met volledige toe-wijding op zich.

In die tijd hadden de dorpelingen alleen via de radio contactmet de buitenwereld. Mijn vader had de enige radio van het dorpvan mijn grootvader geërfd. Het was een ruwhouten Russisch toe-stel met koperen knoppen. Op de dag dat mijn vader voor het eerst

11

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 11

Page 14: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

het parlement in Kabul zou toespreken, verzamelden alle dorpelin-gen zich bij ons huis in Koof om naar de uitzending te luisteren.

Alleen mijn oudere broer Jamalshah wist hoe de radio aan moesten hoe je het geluid harder kon zetten. Glimmend van trots omdathaar man lid was van het parlement zette mijn moeder de toe-gangspoort van de hooli open om de dorpelingen binnen te laten,zodat die naar de toespraak konden luisteren. Toen zei ze dat Jam-alshah de radio voor haar moest komen aanzetten.

Mijn broer was echter niet thuis. In paniek rende mijn moederhet hele dorp door om hem te zoeken, maar hij was nergens te be-kennen. De toespraak stond op het punt te beginnen en in de hoolihad zich intussen een heuse menigte verzameld: neven en nichten,dorpsoudsten, vrouwen, kinderen. Sommigen hadden nog nooit eenradio gehoord en allemaal wilden ze hun nieuwe vertegenwoordigerhet parlement horen toespreken. Mijn moeder kon mijn vader nietteleurstellen, maar ze had geen flauw benul hoe het toestel werkte.

Ze liep naar de radio en draaide aan alle knoppen. Er gebeurdeniets. Terwijl de menigte vol verwachting naar haar keek werd zeovermand door angst en paniek, en ze stond op het punt in huilenuit te barsten. Het zou een vernedering voor haar man betekenenen dat zou haar schuld zijn. Was Jamalshah er maar. Waar hing diejongen uit? Uit pure frustratie sloeg ze met haar vuist hard op debovenkant van de radio en het onvoorstelbare gebeurde: krakendkwam het toestel tot leven.

Mijn moeder kon haar geluk niet op, maar nog steeds kon nie-mand iets horen, omdat het volume te laag stond. Ze had geen ideewat ze moest doen. Een vriendin van haar, de vierde vrouw vanmijn vader, stelde voor om de luidspreker te halen. De vrouwenhadden geen idee waar dat ding toe diende of hoe het werkte, maarze hadden de mannen het weleens zien gebruiken. Ze droegen deluidspreker naar de radio en probeerden hem zo goed en zo kwaadals het ging aan te sluiten. Dat lukte. Het hele dorp kon recht-streeks luisteren naar de toespraak die mijn vader voor het parle-ment hield. Mijn moeder straalde van blijdschap en voldoening.

Al snel had mijn vader de reputatie een van de hardst werkendeleden van het parlement van de koning te zijn. Hoewel Badachsjan

12

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 12

Page 15: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

vreselijk arm bleef, waren het voor Afghanistan als geheel goede tij-den. Over het algemeen was het veilig in het land en de economieen de maatschappij waren stabiel. Deze situatie was voor onzebuurlanden echter moeilijk te aanvaarden. De Koude Oorlog wasop zijn hoogtepunt en door het grote strategische en geografischebelang van mijn land werden nu al de contouren zichtbaar van hettragische lot dat het later zou treffen.

Mijn vader was uitgesproken en openhartig en hij was een hardewerker. Niet alleen in Badachsjan maar in heel Afghanistan werdhij gerespecteerd om zijn vrijgevigheid, zijn eerlijkheid, zijn geloofen zijn stellige overtuiging dat de traditionele islamitische normenen waarden de juiste waren. Tegelijkertijd was hij niet populair bijsommige leden van het koninklijk hof omdat hij weigerde zich on-derdanig op te stellen tegenover de elite en politieke machtsspelle-tjes te spelen zoals zoveel van zijn politieke collega’s. Hij was eenpoliticus van de oude stempel die het als een eer beschouwde omde samenleving te dienen en de armen te helpen.

Maandenlang pleitte hij in Kabul voor de aanleg van wegen ende bouw van ziekenhuizen en scholen en hij slaagde erin fondsen tewerven voor de voltooiing van enkele van die wegen. De macht-hebbers in Kabul vonden onze provincie onbelangrijk en het wasmoeilijk om geld los te krijgen voor dergelijke projecten. Mijn va-der maakte zich daar voortdurend kwaad over.

Mijn moeder vertelde hoe ze altijd een maand voor het politiekereces voorbereidingen begon te treffen voor zijn komst: ze bereiddeallerlei suikergoed en gedroogde vruchten voor hem, maakte hethuis schoon en stuurde bedienden de bergen in om hout te sprok-kelen dat nodig was voor alle maaltijden die na zijn thuiskomst on-getwijfeld klaargemaakt zouden worden.

’s Avonds kwam er dan een lange rij ezels bepakt met hout doorde toegangspoort van de hooli en mijn moeder zorgde ervoor dat aldat hout netjes in de opslagplaats in een hoek van de tuin werd op-gestapeld. Op haar manier werkte zij net zo hard als mijn vader. Zenam slechts genoegen met het allerbeste en streefde altijd naar per-fectie, maar mijn vader bedankte haar daar zelden voor. Thuis konhij een angstaanjagende tiran zijn en de kneuzingen en blauwe

13

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 13

Page 16: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

plekken van mijn moeder getuigden daarvan. Bijna alle huwelijken van mijn vader waren politiek gemoti-

veerd. Door met de meest begeerde dochter van een naburige stamte trouwen, consolideerde hij zijn eigen plaatselijke rijk. De vadervan mijn moeder was een belangrijke stamoudste uit het aangren-zende district dat vroeger tegen het dorp van mijn vader had ge-vochten. Door met haar te trouwen sloot mijn vader in feite eenvredesverdrag.

Van een paar van zijn vrouwen hield hij, van twee van henscheidde hij en de meeste negeerde hij. In de loop van zijn leventrouwde hij met zeven vrouwen. Mijn moeder was zonder twijfelzijn favoriet. Ze was tenger en had een knap, ovaalvormig gezicht,een bleke huid, grote zwarte ogen, glanzend zwart lang haar enmooie wenkbrauwen.

Haar vertrouwde hij het meest en zij was degene die de sleutelsvan de brandkast en van de voorraadkamers bij zich droeg. Haarvertrouwde hij de coördinatie van het bereiden van de maaltijdenvoor zijn grootschalige politieke diners toe. Zij stuurde de bedien-den en de andere echtgenotes aan wanneer die in de keuken van dehooli reusachtige hoeveelheden geurige pilaurijst, gosht en versnaanbrood klaarmaakten.

Een stoet dienstknechten en broers bracht de gloeiend hete pot-ten vanuit de keuken naar de ingang van het aangrenzende gasten-verblijf waar mijn vader zijn bezoekers onthaalde. Vrouwen moch-ten daar niet komen. In onze cultuur mag een getrouwde vrouwniet in het gezelschap worden gezien van een man die geen familievan haar is, dus bij deze gelegenheden moesten mijn broers, vanwie anders nooit werd verwacht dat ze enig huishoudelijk werk de-den, bijspringen.

Tijdens dergelijke diners verwachtte mijn vader dat alles tot inde puntjes verzorgd was. De rijst moest droog zijn en mocht abso-luut niet plakken. Als dat het geval was, lachte hij van voldoeningomdat het lot hem zo goed gezind was en omdat hij zo’n voortref-felijke vrouw had. Maar als hij zag dat er een paar korrels aan elkaarplakten, betrok zijn gezicht en verontschuldigde hij zich beleefd te-genover zijn gasten. Hij liep dan de keuken in, greep zonder een

14

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 14

Page 17: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

woord te zeggen mijn moeder bij haar haren, wrikte de ijzeren op-scheplepel uit haar handen en sloeg haar daarmee op haar hoofd.Ze hief haar handen op – die toch al onder de littekens zaten enmisvormd waren door eerdere afranselingen – in een poging zich tebeschermen. Soms werd ze bewusteloos geslagen en daarna stondze weer op, negeerde de angstig starende bedienden, wreef as ophaar hoofd om het bloeden te stoppen en nam weer de leiding omervoor te zorgen dat de volgende lading rijst niet plakte.

Ze verdroeg dit alles omdat het in haar wereld een teken vanliefde was als je werd geslagen. ‘Als een man zijn vrouw niet slaat,houdt hij niet van haar,’ legde ze me uit. ‘Hij heeft bepaalde ver-wachtingen en slaat me alleen als ik die niet waarmaak.’ Dat klinktin moderne oren misschien merkwaardig maar zij was door dezeoprechte overtuiging in staat om vol te houden.

Ze was vastbesloten de wensen van mijn vader in te willigen –niet slechts uit plichtsbesef of omdat ze bang voor hem was, maaruit liefde. Ze bewonderde hem enorm.

Daarom keek mijn moeder bedroefd toe toen de bruiloftstoetdoor het dorp reed op de dag dat de zevende echtgenote thuis-kwam. Ze stond op het terras naast een vrouwelijke bediende die ineen reusachtige stenen vijzel met een stamper bloem stond te ma-len, en hoewel mijn moeder het malen als vrouw des huizes nor-maal gesproken niet zelf voor haar rekening nam, pakte ze nu destamper over en ging daar verwoed mee in de weer. Ondertussenvocht ze tegen haar tranen.

Maar zelfs op deze dag was zelfmedelijden een luxe die ze zichniet kon veroorloven. Zij was verantwoordelijk voor de bereidingvan het feestmaal en ze moest ervoor zorgen dat de eerste maaltijddie de nieuwe bruid van mijn vader in het huis van Abdul Rahmannuttigde, bestond uit de heerlijkste delicatessen die pasten bij zijnstatus. Als mijn moeder geen zalige maaltijd klaarmaakte, zou hijkwaad worden.

Eén deel van de ceremonie was echter helemaal voor haar be-stemd. Als belangrijkste echtgenote was het haar taak het gezel-schap welkom te heten en de nieuwe bruid met haar vuist eenharde klap op haar hoofd te geven. Op die manier gaf ze aan dat ze

15

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 15

Page 18: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

gezag over de vrouw uitoefende en dat de bruid aan mijn moederonderworpen was omdat ze als echtgenote een lagere positie in-nam. Mijn moeder keek toe hoe de drie vrouwen (de moeder, debruid en haar zus) werden geholpen bij het afstijgen toen ze op hetterrein van de hooli waren gearriveerd. Toen ze hun boerka af de-den, kon iedereen zien hoe mooi de twee jonge vrouwen waren. Zehadden allebei lang haar tot aan hun middel. Een van hen keekmijn moeder met zelfverzekerde groene ogen aan. Mijn moeder liethaar vuist hard maar kalm op haar hoofd neerkomen. De vrouwkeek verbijsterd, mijn vader kuchte en lachte en het andere meisjewerd rood van gêne. Mijn moeder had de verkeerde vrouw uitge-kozen en de zus van de bruid een klap op het hoofd gegeven. Zesloeg haar handen ontzet voor haar mond, maar het was te laat: hetgezelschap was al naar binnen gegaan om het feest te laten begin-nen. De enige kans die mijn moeder had gehad om de jonge bruidpubliekelijk duidelijk te maken wie de baas was over het huishou-den was in rook opgegaan.

Nu, dertien maanden later, bracht mijn moeder in een afgelegenhuisje in de bergen een kind ter wereld. Ze was uit de gunst geraaktbij de man van wie ze hield en voelde zich eenzaam en ellendig.Drie maanden eerder had de jonge echtgenote het leven geschon-ken aan een zoon, een flinke baby die Ennayat heette, met prach-tige chocoladebruine ogen zo groot als schoteltjes. Mijn moederwilde eigenlijk geen kinderen meer en wist dat dit haar laatste zouworden. Gedurende de hele zwangerschap was ze misselijk, bleeken uitgeput. Ze had zo veel kinderen gebaard dat haar lichaam een-voudigweg op was. Ennayats moeder daarentegen zag er mooier uitdan ooit. Zij straalde van blijdschap om haar eerste zwangerschapen had stevige borsten en blozende wangen.

Terwijl mijn moeder zelf al zes maanden zwanger was, hielp zebij de bevalling van Ennayat. Toen zijn longen zich voor de eerstekeer vulden met lucht en hij gillend zijn komst in de wereld aan-kondigde, hield Bibi jan haar handen tegen haar buik en bad stille-tjes dat ook zij het leven aan een jongetje zou schenken, zodat zemisschien weer in de gunst bij mijn vader zou raken. Meisjes wer-den in onze dorpscultuur als waardeloos beschouwd. Zelfs vandaag

16

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 16

Page 19: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

de dag nog bidden vrouwen dat ze een zoon zullen krijgen, omdateen zoon hun status verschaft en hun echtgenoot tevreden houdt.

Mijn moeder verging tijdens de bevalling dertig uur lang van depijn en tegen de tijd dat ik ter wereld kwam was ze nog maar halfbij bewustzijn. Toen ze hoorde dat ik een meisje was, had ze nau-welijks energie over om uitdrukking te geven aan haar wanhoop.Toen ze me aan haar lieten zien wendde ze zich af en ze weigerdeme vast te houden. Ik was piepklein en zat onder de blauwe vlek-ken – het contrast met Ennayat, die wolk van een baby met zijnrode wangetjes die blaakte van gezondheid, had niet groter kunnenzijn. Mijn moeder balanceerde na de bevalling op het randje van dedood. Het interesseerde niemand of het pasgeboren meisje wel ofniet bleef leven, dus werd ik in een doek gewikkeld en buiten in deverzengende zon gelegd terwijl iedereen zich bezighield met hetredden van mijn moeder.

Zo bleef ik bijna een hele dag liggen terwijl ik mijn longen uitmijn lijf krijste. Er kwam niemand. Iedereen ging er vanuit dat denatuur zijn beloop zou hebben en dat ik dood zou gaan. Mijn ge-zichtje raakte zo ernstig verbrand door de zon dat ik er als tienernog steeds littekens van had.

Tegen de tijd dat ze eindelijk medelijden met me kregen en meweer naar binnen brachten, voelde mijn moeder zich beter. Ze wasverbaasd dat ik nog in leven was en keek vol afgrijzen en happendnaar adem naar mijn verbrande gezicht. Haar aanvankelijke kilheidsmolt weg en maakte plaats voor haar moederinstinct. Ze nam mein haar armen. Toen ik eindelijk ophield met krijsen begon ze zelfzachtjes te huilen en ze nam zich heilig voor om ervoor te zorgendat me nooit meer iets zou overkomen. Ze wist dat God om de eenof andere reden had gewild dat ik bleef leven en dat ze van memoest houden.

Ik weet niet waarom God me die dag gespaard heeft. En ik weetook niet waarom Hij me heeft gespaard op verscheidene anderemomenten waarop ik het leven had kunnen verliezen. Maar zoalsik al eerder zei, geloof ik dat Hij een bedoeling met me heeft. Ookweet ik dat Hij me echt heeft gezegend door ervoor te zorgen dat ikvanaf dat moment het favoriete kind van Bibi jan was en door eenonbreekbare band tussen moeder en dochter te creëren.

17

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 17

Page 20: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Lieve Shuhra en Shaharzad,

Al op jonge leeftijd heb ik ontdekt hoe moeilijk het is om in Afgha-nistan een meisje te zijn. Vaak zijn de eerste woorden vol medelij-den die tegen de moeder van een pasgeboren dochter worden ge-sproken: ‘Het is maar een meisje.’ Niet echt een hartelijk welkom inde wereld.

Wanneer een meisje vervolgens de leeftijd bereikt waarop ze naarschool kan, weet ze niet of ze daar wel toestemming voor zal krijgen.Het is nog maar de vraag of haar gezin daar moedig of rijk genoegvoor is. Wanneer zoons volwassen worden, zullen ze het gezin verte-genwoordigen en met hun salaris mede voorzien in het onderhoud,en dus wil iedereen dat zij een opleiding volgen. Maar in onze maat-schappij is het huwelijk de enige toekomst die voor meisjes is wegge-legd. Meisjes leveren geen financiële bijdrage aan het gezin en duszijn veel mensen van mening dat het weinig zin heeft ze naar school testuren.

Als een meisje twaalf jaar wordt, kan het zijn dat familieleden enburen beginnen te roddelen omdat ze zich afvragen waarom ze nogniet is getrouwd. ‘Heeft er al iemand om haar hand gevraagd?’ ‘Is er aliemand die met haar wil trouwen?’ Als er nog geen aanzoek is gedaanzal er worden gefluisterd dat dat komt doordat het een slecht meisjeis.

Als het gezin dit geklets negeert en geen partner voor het meisjezoekt voordat ze zestien wordt, de leeftijd waarop officieel getrouwdmag worden, en als ze toestemming krijgt om iemand van haar gadingte vinden of als ze in elk geval mag instemmen met de keuze van haarouders, dan bestaat de kans dat ze enigszins gelukkig zal worden.Maar als het gezin onder financiële druk staat of bezwijkt onder deroddels, zal de dochter voor haar vijftiende uitgehuwelijkt worden.Het kleine meisje dat bij haar geboorte de woorden ‘Het is maar eenmeisje’ hoorde, zal zelf ooit moeder worden. Als zij van een meisje be-valt, zal ook haar baby met deze woorden worden verwelkomd. En zogaat het door, generatie na generatie.

Zo begon mijn leven. ‘Maar een meisje’ dat ter wereld werd ge-bracht door een ongeletterde vrouw.

18

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 18

Page 21: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

‘Maar een meisje’ zou normaal gesproken het verhaal van mijn le-ven zijn geweest en ook van jullie leven. Maar dankzij de moed vanmijn moeder liep het anders. Zij is mijn grote held.

Liefs,jullie moeder.

19

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 19

Page 22: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Hoofdstuk 2

Mijn vroegste kinderjaren waren zo goudkleurig als de dageraad –het licht dat de zon over de Pamir-bergketen liet vallen over de val-lei en over de daken van de lemen huizen van ons dorp. Mijn her-inneringen aan die tijd zijn vaag, als beelden uit een film. Ze wor-den gekleurd door de oranje zomerzon en de witte wintersneeuwen ze zijn overgoten met de geuren van de appel- en pruimenbo-men voor ons huis en de geur van het lange, donkere gevlochtenhaar van mijn moeder met een stralende glimlach op haar gezicht.

We woonden in de weelderige en vruchtbare Koof-vallei, die volstaat met bomen van een prachtig groen en geel, kleuren die iknooit ergens anders heb gezien. Vanaf ons huis keek je uit over eenfonkelend blauwe rivier, met dennenbomen en iepen op de hoge,grazige oevers waarachter de bergen oprezen.

Uit mijn vroegste jeugd herinner ik me het geluid van balkendeezels, van zwiepend hooi dat wordt gemaaid, van druppelend ri-vierwater en van het uitbundige gelach van kinderen. Vandaag dedag klinken de geluiden in mijn dorp nog precies hetzelfde. Koofblijft de enige plek ter wereld waar ik mijn ogen dicht kan doen enbinnen een paar seconden in een diepe, vredige slaap val.

Voor ons huis lag een tuin die door mijn moeder bijzonder effi-ciënt was aangelegd. Daar verbouwden we alles wat we maar nodighadden: allerlei soorten vruchten, paprika’s, olijven, moerbeien,perziken, abrikozen, appels en enorme gele pompoenen. We had-den zelfs zijde dat we gebruikten voor het weven van tapijten. Mijnvader importeerde graag bomen en zaden uit het buitenland en inonze tuin stond een van de zeldzame zwarte-kersenbomen van Af-ghanistan. Ik kan me nog herinneren dat de boom arriveerde endat ik me realiseerde dat er iets heel belangrijks gebeurde toen dezaailing werd geplant.

Tijdens de warmere maanden gingen de vrouwen aan het eind

20

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 20

Page 23: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

van de middag een halfuurtje tussen de moerbeibomen zitten – hetenige moment van de dag waarop ze konden ontspannen. Zebrachten dan allemaal een schaaltje met eten mee en gingen zittenroddelen en kletsen terwijl de kinderen om hen heen aan het spe-len waren.

In die tijd droegen veel dorpelingen houten schoenen omdat hetlastig was om in Faizabad te komen en daar gewone schoenen tekopen. Deze schoenen zagen eruit als klompen en waren heel ste-vig. Ze werden gemaakt door een oude man uit het dorp. Hij sloegspijkers in de onderkant die in het ijs bleven steken zodat de vrou-wen niet voorover vielen wanneer ze in de winter water gingen ha-len. Mijn grootste droom was om een paar van deze houten schoe-nen te bezitten, ook al waren ze niet voor kinderen bedoeld omdatje er moeilijk op kon lopen. Wanneer er vrouwen op bezoek kwa-men en hun schoenen bij de deur lieten staan, deed ik ze aan enging ermee spelen. Ik droeg een keer een prachtige jurk met bor-duursels die een vriendin van mijn moeder voor me had gemaakt.Ik mocht er niet mee naar buiten, maar ik wilde hem niet uitdoen.Dus trok ik een paar houten schoenen aan en ging met mijn vrien-dinnetjes bij de waterput spelen. De schoenen waren veel te grooten het onvermijdelijke gebeurde: ik viel en scheurde mijn jurk.

Mijn wereld begon in de keuken van de hooli, een vertrek metlemen muren met drie grote houtovens aan de ene kant, een diepebroodoven die een tanoer wordt genoemd in het midden en eenklein hoog raam aan de andere kant.

Net als de meeste Afghaanse vrouwelijke dorpelingen van haargeneratie bracht mijn moeder een groot deel van haar leven in dekeuken door. Daar sliep ze, maakte ze het eten klaar en zorgde zevoor de kleine kinderen. In dit vertrek voerde zij de alleenheer-schappij.

De vrouwen bakten drie keer per dag brood – soms maakten zewel vijftig of zestig broden, en er hingen altijd dikke rookwolken inde keuken. Tussen het bakken door moesten ze de lunch en hetavondeten klaarmaken. Als mijn vader gasten had, werd de hittevan het vuur dat in alle vier de ovens brandde ondraaglijk. Die ge-legenheden veroorzaakten bij alle kinderen een gevoel van opwin-

21

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 21

Page 24: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

ding en ik verhoogde mijn populariteit door vriendinnen mee tenemen naar de keuken om de restjes op te eten. De meeste dorpe-lingen waren veel armer dan ons gezin en de kans om een keerheerlijk voedsel te eten was te mooi om te laten lopen. Kinderenmochten absoluut niet in de buurt van het gastenverblijf komen enáls we ooit al overwogen er een blik naar binnen te werpen danhoefde een van de beveiligers van mijn vader die de ingang bewaak-ten maar onze kant op te kijken of we renden alle kanten op omons te verstoppen.

De keuken lag buiten het blikveld van de mannen bij het huisen was een plek waar vrouwen lachten en kletsten, een plek waarkinderen altijd iets lekkers kregen uit een van de vele potten ge-droogd fruit en snoep waar de planken vol mee stonden. Als opkoude winteravonden het brood was gebakken, gingen we metonze voeten in de uitdovende stukjes hout in de tanur zitten, meteen kleed over onze benen warm te blijven.

’s Avonds rolden we onze matrassen uit op de keukenvloer omdaar te slapen. Mijn moeder vertelde ons verhalen. Eerst vertelde zeover zichzelf. Ze praatte openlijk met ons over haar huwelijk, zevertelde hoe ze zich voelde toen ze mijn vader voor het eerst ont-moette en hoe moeilijk ze het had gevonden om haar jeugd vaarwelte zeggen en te trouwen, met alle verplichtingen die dat met zichmeebracht. Vervolgens vermaakte ze ons met verhalen over konin-ginnen en koningen in verre landen, over kastelen en nobele strij-ders. Ze vertelde ons liefdesverhalen en verhalen over grote wolvenwaardoor we het uitgilden. Terwijl ik luisterde keek ik door hetraam naar de maan en de sterren. Ik was ervan overtuigd dat ik dehele lucht kon zien.

Ik had er geen benul van dat de rest van de wereld achter degrote berg aan het einde van de vallei lag, en het kon me ook nietschelen. Mijn moeder hield van mij en ik van haar. We waren onaf-scheidelijk. Het leek wel of ze alle liefde die ze van mijn vader in deloop der jaren tekort was gekomen in dubbele mate aan mij gaf. Zewas over haar aanvankelijke teleurstelling dat ik een meisje washeen gekomen door een anekdote die mijn tante Gada, de oudstezus van mijn vader, haar had verteld. Mijn tante had mijn vader bij

22

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 22

Page 25: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

zijn terugkeer in het dorp op de hoogte gesteld van mijn geboortemet de woorden: ‘Abdul Rahman, je vrouw heeft het leven ge-schonken aan een muisje, een klein rood muisje.’ Hij lachte en zeidat ik naar hem moest worden gebracht. Het was de allereerste keerdat hij een pasgeboren meisje wilde zien. Toen hij naar mijn ge-zicht keek, dat onder de littekens en de brandwonden zat, gooidehij zijn hoofd in zijn nek en begon hard te lachen, wat niets voorhem was. ‘Maak je geen zorgen, zuster,’ zei hij tegen mijn tante.‘Haar moeder heeft goede genen. En ik weet dat deze kleine muisnet zo mooi zal worden als haar moeder.’

Toen mijn moeder dat hoorde, huilde ze van blijdschap. Zij be-schouwde het als zijn manier om haar te laten weten dat hij nogsteeds van haar hield en dat ze niet moest denken dat ze had gefaalddoor hem nog een dochter te schenken in plaats van een zoon. Zevertelde dit verhaal heel vaak. Ik heb het ongetwijfeld honderdenkeren gehoord.

Mijn vader was inmiddels echter ver weg. Politiek werd in dietijd steeds gevaarlijker in Afghanistan. Er was kort daarvoor eenander regime gekomen. In 1973 had Dawood Khan koning ZahirShah met een geweldloze staatsgreep afgezet terwijl hij in het bui-tenland was en zichzelf uitgeroepen tot de eerste president van Af-ghanistan. Hij schortte de grondwet op en ontbond het parlement.

Niet lang daarna werd mijn vader opgepakt wegens ongehoor-zaamheid aan de president. Hij uitte niet mis te verstane kritiek ophet nieuwe regime en oefende druk uit op Dawood om de grond-wet weer in te voeren en het parlement opnieuw te installeren.Overal in het land waren geluiden van politieke onvrede te horen.De werkloosheid steeg, het aantal maatschappelijke problemennam toe, en de buurlanden van Afghanistan, in het bijzonder Paki-stan en de Sovjet-Unie, speelden meer dan ooit hun politieke spel-letjes op Afghaans grondgebied.

Mijn vader bevond zich in die tijd meestal in Kabul en was zel-den thuis. Tijdens zijn afwezigheid heerste er een ontspannen sfeerin huis en schalde het geluid van lachende kinderen door de hooli.Maar als hij er wel was snelden de vrouwen gejaagd door de gan-gen, maakten ze koortsachtig maaltijden voor zijn gasten klaar en

23

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 23

Page 26: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

probeerden ze de kinderen stil te houden zodat ze hem niet stoor-den.

Mijn vriendinnen en ik vonden het over het algemeen prima alsmijn vader thuis was, omdat we dan zo ondeugend konden zijn alswe wilden en zonder gevaar chocola konden pakken omdat we wis-ten dat mijn moeder het te druk had met hem om ons tegen tehouden.

Ik heb maar een paar concrete herinneringen aan mijn vader. Ikkan me herinneren dat hij op en neer liep in een witte shalwar ka-meez met een mooi wollen vest erover, met een hoed van lamsvachtop zijn hoofd en met de handen in elkaar geklemd achter zijn rug.De hooli had een lang, plat dak en in die tijd liep hij daar somsuren onafgebroken overheen. Hij begon dan ’s middags ongedurigte ijsberen en ging daar tot de avond mee door – het enige wat hijdeed was lopen en nadenken, altijd in diezelfde houding met zijnhanden achter zijn rug.

Volgens mij voelde ik zelfs op die leeftijd al aan dat mijn vadereen belangrijk man was. Dat alle spanning en alle moeilijkhedendie hij meebracht naar huis, en de beangstigende manier waarophij mijn moeder afranselde, allemaal voor een deel het gevolg wa-ren van de grote druk waaronder hij gebukt ging: de druk om eenhuishouden in stand te houden en een groot gezin als het onze teonderhouden, de druk van een leven als politicus, de druk die hetmet zich meebracht om misschien wel de armste inwoners van Af-ghanistan te vertegenwoordigen. Hij had amper tijd voor zichzelf.Wanneer hij thuis was, zat ons gastenverblijf, een gebouw van éénverdieping achter de hooli, altijd vol mensen die hem om advies ofwijsheid kwamen vragen, die een familietwist wilden oplossen, dienieuws kwamen brengen over afvallige stammen of over geweld inde bergen of over wanhopigen en behoeftigen die zijn hulp nodighadden. Zijn deur stond voor iedereen open en hij had nooit tijdvoor ontspanning. Wie kon het hem daarom kwalijk nemen dat hijvan zijn gezin ook grote dingen verwachtte?

Ik praat het uiteraard niet goed dat mijn vader mijn moeder zovreselijk sloeg maar de tijden waren anders en het was heel gewoonals mannen hun vrouw sloegen. In andere opzichten was mijn va-

24

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 24

Page 27: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

der een goede echtgenoot voor mijn moeder, voor zover de traditiedat toestond. Misschien begrijp ik hem tegenwoordig wel beterdan ooit omdat ik weet hoe groot zijn werklast was. Ik begrijp dedruk waar hij als politicus onder gebukt ging, het gevoel dat hijnooit een moment voor zichzelf had en de grote verantwoordelijk-heid die hij droeg. Ik denk dat mijn moeder dit allemaal ook be-greep en dat ze daarom zo veel van hem slikte.

Volgens de sharia, die mijn vader aanhing, moet een man al zijnechtgenotes gelijk behandelen en moet hij zich zonder aanzien despersoons aan hen geven. Ook ik geloof in de rechtvaardigheid vande sharia. In theorie en in haar zuiverste vorm is de sharia een eer-lijk systeem dat is gebaseerd op islamitische ethische waarden.Maar het menselijk hart houdt zich niet aan theoretische principesen in een polygaam huwelijk is zo’n gelijkheid onmogelijk. Watkan een man eraan doen als hij in zijn hart de ene vrouw boven deandere verkiest?

Het vertrek van mijn vader werd de Parijse suite genoemd enwas gedecoreerd met handgemaakte muurschilderingen van eenkunstenaar die speciaal uit Kabul naar ons dorp was gekomen. Dekamer had twee ramen die uitkeken over een abrikozentuin en inde zomer waaide er een briesje met de geur van verse abrikozennaar binnen. Tegen die heerlijke geur kon geen moderne aircondi-tioning op.

Wanneer mijn vader thuis was, deelde hij elke avond het bedmet een andere echtgenote. De enige met wie hij niet sliep, waszijn eerste vrouw, de Khalifa. Om meer dan vier vrouwen te kun-nen hebben, het maximum aantal dat door de sharia wordt voorge-schreven, was mijn vader van twee van zijn eerste echtgenotes ge-scheiden en had hij van zijn eerste vrouw een zogenaamde Khalifagemaakt. Volgens deze regeling behoudt een vrouw de titel vanechtgenote en wordt ze financieel onderhouden, maar verliest ze deintimiteit van het huwelijk en slaapt ze nooit meer met haar man.Ik herinner me het verdriet in de ogen van die vrouw doordat haarmacht en aanzien als eerste echtgenote in rook waren opgegaandoor haar gedwongen seksloze status.

Ik mag graag denken dat mijn vader het meest uitkeek naar de

25

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 25

Page 28: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

nachten die hij met mijn moeder doorbracht. Ze vertelde dat ze, nade onvermijdelijke verplichte intimiteiten, tot diep in de nacht la-gen te praten. Hij vertelde haar dan over zijn werk en over de span-ning die het politieke leven in Kabul met zich meebracht, en hij in-strueerde haar hoe ze in zijn afwezigheid de werkzaamheden op hetland, de laatste tarweoogst of de verkoop van een paar runderenmoest afhandelen. Ze had zo’n groot gezag wanneer hij er niet wasdat ze van de plaatselijke bevolking de bijnaam ‘plaatsvervangervan de baas’ kreeg.

Hoe zwaarder hij het had, hoe meer hij op mijn moeder ver-trouwde. Zolang thuis alles gesmeerd liep, kon hij zich bezighou-den met alle intriges in het parlement. Mijn moeder was degenedie de landgoederen beheerde en de zaken afhandelde, die er tij-dens zijn afwezigheid voor zorgde dat in huis alles ordelijk verliepen die een einde maakte aan onenigheden tussen de echtgenotes.Zij had haar eigen politieke vaardigheden nodig om dergelijkekwesties in goede banen te leiden.

Sommige echtgenotes, en in het bijzonder de derde, Niaz bibi,waren verbolgen over de status van mijn moeder en probeerdenmijn vader tegen haar op te zetten. Niaz bibi was een intelligentevrouw en ze was gefrustreerd over haar eentonige leven. Het is nietmoeilijk te begrijpen dat ze jaloers was op de weinige vrijheden enhet beetje macht waarover mijn moeder beschikte. Maar haar po-gingen om op dat vlak bij mijn vader in de gunst te komen misluk-ten altijd, niet alleen omdat mijn vader geen kwaad woord overmijn moeder wilde horen, maar ook doordat mijn moeder moei-lijke situaties altijd zag aankomen en voorzorgsmaatregelen trof.

De strategie die mijn moeder toepaste was vriendelijkheid. Zehad de jongere echtgenotes kunnen slaan en hen al het zware werkkunnen laten doen, maar in plaats daarvan probeerde ze een omge-ving te creëren waarin iedereen tevreden was, waar van alle kinde-ren evenveel gehouden werd en waar echtgenotes als zussen envriendinnen met elkaar samenwerkten. Wanneer een van de jon-gere vrouwen iets stal uit een voorraadkamer en werd betrapt, ver-telde mijn moeder niets aan mijn vader omdat ze wist dat hij deboosdoener er dan ongenadig van langs zou geven. In plaats daar-

26

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 26

Page 29: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

van handelde ze de kwestie persoonlijk en discreet af. Met dezestrategie verwierf ze de dankbaarheid en loyaliteit van de anderen.

Slechts één echtgenote, nummer zes, was niet uitgekozen van-wege haar politieke nut maar vanwege haar praktische huishoude-lijke vaardigheden. Ze was een beeldschone Mongoolse die was ge-selecteerd omdat ze prachtige kleden en tapijten kon weven. Zebracht mijn moeder deze kunst bij en ik keek altijd toe terwijl zeurenlang in comfortabele stilte naast elkaar zaten en hun handenmet ritmische bewegingen de prachtig gekleurde draden sponnenen weefden.

Maar de beste vriendin van mijn moeder was echtgenote num-mer vier, Khal bibi. Die noemde mijn moeder Apa, oudere zus.Mijn moeder kreeg een keer een ernstige oogontsteking en omdatwe in ons dorp geen arts hadden, zei een bejaarde vrouw dat als ie-mand elke ochtend het oog met zijn of haar tong zou schoonlik-ken, het natuurlijke antibioticum in het speeksel het oog zou gene-zen. Khal bibi had zo’n hechte relatie met mijn moeder dat zezonder enige aarzeling bereid was die klus voor haar rekening te ne-men. Acht weken lang likte ze elke dag aan het gezwollen, met pusgevulde oog van mijn moeder, net zolang tot het genas zoals deoude vrouw had beloofd.

Een dergelijke relatie had mijn moeder niet met echtgenotenummer drie, Niaz bibi. De twee vrouwen konden nooit goed metelkaar opschieten. Toen ze op een dag tijdens het ontbijt op degrond naan zaten te eten, begonnen ze ruzie te maken. Ik was pasanderhalf maar op de een of andere manier kon ik de vijandschapdie tussen hen bestond aanvoelen. Ik liep waggelend naar Niaz bibitoe en trok hard aan haar vlechten. Geschrokken hapte ze naaradem en toen begon ze te lachen. Ze nam me in haar armen en gafme een knuffel. Zij en mijn moeder vergaten hun ruzie en lachtenallebei hartelijk. ‘Dit is een heel slim meisje, Bibi jan, net als haarmoeder,’ lachte de vijand van mijn moeder terwijl ze me bedolf on-der de zoenen.

Zelfs al op die jonge leeftijd had ik al het gevoel dat de positievan vrouwen in onze cultuur niet rechtvaardig was. Ik herinner mede stille wanhoop van de vrouwen van wie mijn vader niet hield en

27

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 27

Page 30: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

die hij volledig negeerde, en ook de beproevingen van de andereechtgenotes. Ik kan me herinneren dat ik een keer vol afgrijzen toe-keek hoe mijn vader mijn moeder door de gang achtervolgde enbegon te slaan. Ik vloog hem aan en schopte hem, in een poginghaar te beschermen. Hij smeet me met één arm opzij.

Eén keer was mijn vader zo hardhandig geweest dat hij een boshaar uit het hoofd van mijn moeder had getrokken. Een week laterkwam haar broer op bezoek en zoals dat de gewoonte was brachthij zijn tijd door met de mannen van de familie. Daardoor kreegmijn moeder niet de kans om hem persoonlijk te spreken over water was gebeurd. Toen hij vertrok maakte mijn moeder zijn middag-maal klaar voor de lange terugreis te paard over de bergen. Heel ge-raffineerd stopte ze haar uitgerukte haren erbij. Toen de broer dehele ochtend had gereisd, stopte hij om te lunchen. Hij pakte heteten uit en vond het haar van zijn zus. De boodschap was hemmeteen duidelijk. Hij steeg weer op en galoppeerde linea recta te-rug naar ons huis, waar hij de confrontatie met mijn vader aanging.Tegen mijn moeder zei hij dat haar familie ervoor zou zorgen dat zekon scheiden als ze dat wilde.

Dergelijke steun van de familie was ongebruikelijk. De meestevrouwen werd op het hart gedrukt niet hun beklag te doen over af-ranselingen en die zwijgend te ondergaan. Meisjes die naar hun ou-derlijk huis vluchtten om te ontkomen aan een gewelddadige hu-welijkspartner werden vaak door hun vader naar diezelfdeechtgenoot teruggebracht. Het was heel normaal dat er in een hu-welijk werd geslagen. Meisjes groeiden op in de wetenschap dat hethun grootmoeder en hun moeder was overkomen en ze gingen ervanuit dat het met hen ook zou gebeuren.

Bibi jan had echter een hechte band met haar ouders. Ze be-zocht hen elk jaar en was geliefd bij haar broers. Haar broer zei te-gen haar dat ze moest wachten in de tuin van de hooli en maaktehaar duidelijk dat het haar vrij stond om samen met hem te ver-trekken en dat hij haar mee naar huis zou nemen als ze dat wilde.Ze was de wanhoop nabij; ze was voortdurend depressief en hadvaak last van hevige hoofdpijn, en haar handen waren helemaal ka-pot van de slagen met de ijzeren opscheplepel. Ook had ze haar

28

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 28

Page 31: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

buik meer dan vol van de vernederingen die elke nieuwe echtge-note moest ondergaan. Ze had er genoeg van en overwoog serieusvan mijn vader te scheiden.

Maar ze wist dat ze haar geliefde kinderen zou verliezen als zewegging bij mijn vader. Zoals in de meeste islamitische culturenblijven kinderen in Afghanistan na een scheiding bij hun vader inplaats van bij hun moeder. Mijn moeder zei dat ze de kinderenwilde zien. Ze keek hen in de ogen en bestudeerde hun gezicht. Ophet moment zelf zei ze niets maar jaren later vertelde ze me dat zezichzelf weerspiegeld zag in de ogen van haar kinderen. Ze kon henniet achterlaten. Ze wilde graag een einde maken aan haar ontbe-ringen maar het opgeven van haar kinderen was een te hoge prijs.

En dus zei ze tegen haar broer dat ze bij haar man en kinderenbleef en dat hij alleen naar huis moest gaan. Met tegenzin besteeghij zijn paard weer en vertrok. Ik heb geen idee hoe mijn vader rea-geerde nadat zijn zwager was vertrokken. Gaf hij mijn moeder eropnieuw van langs omdat ze het in haar hoofd had gehaald om hethaar broer te vertellen? Of was hij mild, vriendelijk en berouwvol,omdat hij zich realiseerde dat hij bijna de vrouw was kwijtgeraaktdie hij zo nodig had? Waarschijnlijk allebei.

Ik herinner me dat mijn zussen een voor een werden uitgehuwe-lijkt. Voor de eerste zus die ging trouwen werd speciaal een uitzetuit Saudi-Arabië gehaald. Kistjes met fijne stoffen en gouden juwe-len die een dochter van Abdul Rahman waardig waren werden naarde hooli gebracht en zorgvuldig uitgepakt terwijl wij allemaal be-wonderende kreten slaakten vanwege de kostbaarheden die erin za-ten. Op die dag werd mijn zus een belangrijk handelsartikel, eensieraad dat verhandeld moest worden. Het zou de enige keer inhaar leven zijn dat ze op zo’n gewichtige manier werd behandeld.

Ik herinner me ook de dag waarop mijn schoonzus arriveerde.Zij was met mijn oudste broer getrouwd toen ze twaalf was – deleeftijd die mijn dochter Shaharzad momenteel heeft. Hij was ze-ventien en er werd van hen verwacht dat ze meteen een volwaar-dige seksuele relatie zouden beginnen. Het is voor mij ondenkbaardat mijn dochter op zo’n kwetsbare leeftijd tot een fysieke relatiezou worden gedwongen. Mijn schoonzus was nog zo jong dat mijn

29

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 29

Page 32: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

moeder haar ’s morgens moest helpen bij het wassen en aankleden.Ik vraag me af wat er door mijn moeder heen ging als ze de ver-wondingen zag die haar eigen zoon dat arme meisje had toege-bracht. Kromp ze ineen van afgrijzen vanwege de onrechtvaardig-heid van wat er gebeurde? Tegelijkertijd was dat het leven datvrouwen leidden en het lot dat hen trof. Misschien kon ze niets an-ders doen dan het meisje troosten, haar de lichtere klusjes geven enzich realiseren dat het meisje zich uiteindelijk zonder morren zouneerleggen bij haar lot, net zoals de oudere vrouwen hadden ge-daan. Het was een culturele samenzwering waar ze geen van allenaan konden ontkomen. Geen van hen kon zich ertegen verzetten.

Maar zonder dat ik me daar van bewust was, doorbrak ik gren-zen en verzette ik me tegen deze gewoonten. Dat was deels het ge-volg van mijn hechte vriendschap met Ennayat, de zoon van de ze-vende echtgenote, die slechts een paar maanden eerder wasgeboren dan ik. Ondanks de aanvankelijke rivaliteit waarmee onzegeboorten gepaard gingen, kregen we meteen een heel hechte bandmet elkaar. We hadden als broer en zus een bijzondere vriendschapen dat is nu nog steeds zo. Hij was erg ondeugend en dat gold voormij zelfs nog meer. Omdat ik wist dat ik als meisje korter werd ge-houden, stookte ik hem altijd op om meer kattenkwaad uit te ha-len. We haalden onze streken uit samen met Muqim, de zoon vanmijn moeder die drie jaar ouder was dan ik. Wij waren de driekleine musketiers.

Ik bracht Ennayat voortdurend in de problemen. We gliptenboomgaarden in om appels te stelen of ik liet hem stelen uit devoorraadkamers van mijn vader en dan verdeelde ik de buit metmijn vriendinnen. Ik herinner me dat we op een dag allemaal onzeblouse volstopten met gedroogde abrikozen uit de keuken en datEnnayat me aanmoedigde er zoveel te pakken als ik maar kon. Ikmaakte mijn riem vast onder de vruchten om ervoor te zorgen datze niet uit mijn blouse rolden. Toen we door de tuin weer wegslo-pen, voor de vrouwen langs die op het terras het eten klaarmaak-ten, begonnen de abrikozen er een voor een uit te vallen. Ik liepmet mijn rug naar de muur zodat ze het niet zouden zien toen ereen hele berg abrikozen op de grond viel. Ik schaamde me dood en

30

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 30

Page 33: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Ennayat was woedend omdat ik onze onderneming had laten mis-lukken. De vrouwen moesten echter alleen maar onbedaarlijk la-chen. Een ander favoriet spelletje van ons was om een taart te ste-len, daar aan de onderkant gaten in te eten en hem vervolgensterug te leggen zodat het niemand het merkte – totdat de taartwerd opgediend natuurlijk.

Een paar weken geleden vroeg ik aan Ennayat of hij wilde vertel-len hoe ik op die leeftijd was geweest. Hij antwoordde op die drogehumoristische manier die alle grote broers ter wereld zo eigen is: ‘Jewas lelijk en ontzéttend irritant.’

Nu zijn Ennayat en mijn andere broers de geweldigste broers dieje je als meisje maar kunt wensen. Ze steunen me als politica, voe-ren campagne voor me en beschermen me wanneer dat maar mo-gelijk is. Maar tijdens onze jeugd waren we ons er allemaal van be-wust dat ik een meisje was. Zoals in alle gezinnen waren jongensdegenen die er werkelijk toe deden. De verjaardag van een jongenwerd gevierd maar die van een meisje nooit en geen van mijn zus-sen ging naar school. Meisjes kwamen duidelijk op de tweedeplaats en het was ons lot om thuis te blijven tot we deel gingen uit-maken van de familie van onze echtgenoot.

Kleine jongens hadden ook macht en vaak had een broer meergezag dan een moeder. Wanneer mijn moeder naar de winkel gingliep mijn broer Muqim achter haar aan en bedelde om snoepjes. Zegaf hem er maar een paar, omdat dergelijke lekkernijen normaalgesproken waren voorbehouden aan de gasten. Hij werd dankwaad, begon te stampvoeten en liep weg, en dan stopte mijn moe-der zonder iets te zeggen een paar chocolaatjes in mijn hand. AlsMuqim dat zag werd hij woedend en zei hij tegen mijn moeder dathij me zou verbieden naar buiten te gaan als ik ze opat. Als jongenhad hij de macht en het gezag om te bepalen wat ik wel en nietmocht doen, wat mijn moeder ook zei. Ik vond het een onver-draaglijke gedachte dat ik niet buiten zou kunnen spelen met mijnvriendinnetjes en dus gaf ik hem de snoepjes en rende naar buitenom te gaan spelen.

Ik hoorde het woord dukhtarak vaak en al op jonge leeftijd. Hetis een veelgebruikte, geringschattende term voor een meisje die vrij

31

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 31

Page 34: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

vertaald zoiets betekent als ‘minder dan een meisje’. Intuïtief heefthet woord me altijd tegengestaan. Een keer, toen ik niet ouder wasdan vijf, noemde een van mijn oudere neven me dukhtarak en hijdroeg me op een kop thee voor hem te maken. Ik ging staan, in eenkamer vol met mensen, zette mijn handen in mijn zij en ant-woordde: ‘Neef, ik zal die thee voor je maken, maar zo noem je menooit meer.’ Alle aanwezigen schaterden het uit.

Ik hoorde de term ook de enige keer dat mijn vader rechtstreekstegen me sprak. Hij had een politieke bijeenkomst georganiseerdin onze tuin en wilde de aanwezigen een aantal nieuwsberichtenoverbrengen. Hij liet grote luidsprekers in de bomen bevestigen –het was de allereerste keer dat we stereogeluid hoorden. Nieuwsgie-rig slopen we onopgemerkt dichterbij. Al snel begon ik me echterte vervelen en werd ik luidruchtig. Mijn vader was aan het woordtoen hij plotseling werd onderbroken door mijn geschreeuw. Hijhield op met praten en draaide zich naar ons toe. Hij staarde meaan en voor mijn gevoel minutenlang stolde het bloed me in deaderen. Toen schreeuwde hij: ‘Dukhtarak! Meisjes! Wegwezen jul-lie!’

Zo snel als onze benen ons konden dragen renden we weg.Sindsdien was ik als de dood voor mijn vader. Ik wilde hem nietmeer onder ogen komen en zelfs weken later was ik bang dat hij mezou vermoorden als hij me zag.

In mijn wildste kinderfantasieën had ik me niet kunnen voor-stellen dat hij degene was die kort daarop vermoord zou worden endat er al snel een wreed einde zou komen aan mijn zorgeloze be-staan.

32

Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 32

Page 35: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Stellinga DEF 2.indd 14 2-9-09 9:48

Page 36: Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

fawzia koofiBrieven aan

mijn dochters

Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van Afghanistan

‘Lieve Shuhra en Shaharzad,

Toen ik klein was kende ik de woorden oorlog, raket, gewonden, moord en verkrachting niet. Woorden die helaas alle Afghaanse kinderen tegenwoordig kennen.’

KOOFI_Vooruitboekje.indd 1 19-01-11 14:27