Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

16
Voortgezette assimilatie = Het opbouwen van grotere moleculen uit glucose en andere stoffen. Voortgezette assimilatie vindt plaats in levende cellen. Er ontstaan celmateriaal en reservestoffen. De voortgezette assimilatie kost meestal energie (ATP), die geleverd wordt door de dissimilatie. De drie bekendste voorbeelden van stoffen die ontstaan bij voortgezette assimilatie zijn koolhydraten, eiwitten en vetten.

Transcript of Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Page 1: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Voortgezette assimilatie =

Het opbouwen van grotere moleculen uit glucose en andere stoffen. Voortgezette assimilatie vindt plaats in levende cellen. Er ontstaan celmateriaal en reservestoffen.

De voortgezette assimilatie kost meestal energie (ATP), die geleverd wordt door de dissimilatie.

De drie bekendste voorbeelden van stoffen die ontstaan bij voortgezette assimilatie zijn koolhydraten, eiwitten en vetten.

Page 2: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 3: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

KoolhydratenKunnen worden ingedeeld in:- Monosachariden: glucose

en fructose- Disachariden: sacharose, maltose- Polysachariden: zetmeel

(amylose)

Koolhydraten zijn belangrijke brandstoffen in je lichaam: 1 gram koolhydraat levert 17 kJ energie

Koolhydraten kunnen ook een rol spelen als bouwstof.

Vorming van een disacharide uit twee monosachariden door een condensatiereactie

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 4: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Als heel veel glucose-eenheden aan elkaar koppelen krijg je een poly-sacharide. De bekendste voorbeelden zijn:- cellulose (bouwstof voor planten: hout), en- amylose (energie-opslag in planten: zetmeel)

Het verschil tussen beiden is de manier van koppelen van de glucose-eenheden. We hebben dat blauw omcirkeld.

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 5: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Dat die koppeling belangrijk is blijkt uit de grote verschillen in eigenschappen tussen cellulose en zetmeel.Tussen de ketens van het molecuul kan bij zetmeel jood worden ingebouwd en dit geeft de bekende blauwe kleur, die je vast wel kent van de speekselproef. Cellulose doet dit niet.Ons lichaam is in staat zetmeel te verteren. Het zit in brood en aardappelen en is een belangrijke voedselbron. Cellulose is voor ons ongeschikt als voedsel. We kunnen het niet verteren. Maar planteneters weten er wel raad mee, die hebben het juiste enzym (cellulase).Suikers kunnen bij dieren in lever en spieren opgeslagen worden in de vorm van glycogeen. Glycogeen lijkt veel op zetmeel. De structuur en koppeling is hetzelfde, maar er zijn meer vertakkingen.

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 6: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

De vertering begint in de mond. Drie paar speekselklieren produceren per etmaal 1 tot 1,5 liter speeksel.

Speeksel bevat het enzym amylase, dat een deel van het zetmeel in het voedsel afbreekt tot maltose (een disacharide). Amylase is werkzaam bij een pH van ongeveer 6 tot 7,5. Het pH optimum is 6,6.

Maltose

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 7: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 8: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen bestandsdeel van o.a. cytoplasma, kernplasma en van antistoffen

Sommige eiwitten werken als:

oEnzymen: versnellen chemische reacties in cellenoHormonen: regelen processen in het lichaamoTransporteiwitten: hebben een functie bij het transport van stoffen (o.a. hemoglobine)oReceptoreiwitten: in celmembranen en reageren op o.a. hormonen

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 9: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten (proteïnen)Eiwitmoleculen zijn opgebouwd uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuurmoleculen (polymeer)

In eiwitten van de mens komen twintig verschillende aminozuren voor. Bij volwassenen kunnen acht aminozuren niet of onvoldoende worden gevormd. Deze moeten via het voedsel binnenkomen essentiële aminozuren.De overige niet-essentiële aminozuren kunnen in de lever worden gevormd uit andere aminozuren.

Een aminozuurmolecuulEen eiwitmolecuul

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 10: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Waar staat dit in Binas?

Page 11: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Vorming van een aminozuurketting door een dehydratie reactie (onttrekken van water)

Computerweergave van een eiwitmolecuul

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 12: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Waar staat dit in Binas?

Page 13: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Dat kralensnoer kan op allerlei manieren gevouwen en opgerold zijn, waarbij soms dwarsverbindingen ontstaan via zwavelbruggen. De tertiaire structuur.Dat gebeurt op plaatsen waar het zwavelbevattende aminozuur cysteïne zit.

Page 14: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 15: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Vetten (lipiden)Opgebouwd uit een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen = Triglyceride

Verzadigd vetzuur:Bevat het maximaal aantal waterstofatomen en heeft een rechte vorm vooral dierlijke voedingsmiddelen (bevatten ook veel cholesterol)

Onverzadigd vetzuur:Bevat niet het maximaal aantal waterstofatomen en heeft geen rechte vorm vooral plantaardige oliën en visBelangrijke rol bij voorkomen hart en vaatziekten

Essentiële vetzuren: moeten voorkomen in de voeding.

Dienen als:-Brandstoffen (1 gr 38 kJ) -Bouwstoffen (van sommige vitamines en hormonen)

Dubbele binding onverzadigd vetzuur

Eiwitten Koolhydraten Vetten

Page 16: Voortgezette assimilatie (vetten/koolhydraten/eiwitten)

Eiwitten Koolhydraten Vetten

In een fosfolipide, het grootste bestandsdeel van celmembranen is één vetzuur vervangen door een fosfaatgroep

Fosfaat

Choline

Glycerol Twee vetzuurstaarten = hydrofoob

Hydrofiele deel