Vooraf

3
Dat de Amerikaanse cultuur veel in- vloed op ons Nederlands denken en handelen heeft, mag bekend veron- dersteld worden, maar nergens lijkt dat zo zeer op te gaan als voor het do- mein van de hulpverlening. De domi- nantie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) is breed geaccepteerd. Dit handboek voor psy- chische aandoeningen geldt in veel landen als standaard in de psychiatri- sche diagnostiek, en Nederland vormt hier geen uitzondering op. Een van de meest opvallende zaken van de in mei 2013 uitkomende DSM-5 – naast het opvoeren van de niet te herkennen persoonlijkheidsstoornis SDS – is dat de stoornis ‘narcisme’ waarschijnlijk verdwijnt; het is een teken des tijds dat iedereen dat tegenwoordig totaal normaal lijkt te vinden. In Crazy Like Us. The Globalization of The American Psyche beschrijft Ethan Wat- ters de Amerikaanse export van thera- pieën en psychofarmaca. Hij geeft een onthutsend beeld hoe bijvoorbeeld anorexia, schizofrenie en depressies geëxporteerd zijn naar allerlei landen die van deze mental illnesses daarvoor nog nooit last hebben gehad. In Japan bijvoorbeeld werd een depressie niet als een ziekte gezien, maar was een geaccepteerde geestesgesteldheid. Tot de jaren negentig. Toen slaagde de Amerikaanse farmacie-industrie erin – onder de reclameslogan ‘Is uw ziel verkouden?’ – om het fenomeen van depressies geaccepteerd te krijgen, en vervolgens jaarlijks voor miljarden aan antidepressiva aan de Japanners te slijten. De totstandkoming van een nieuwe DSM-bijbel is geen vrijblijven- de zaak: hier zijn grote belangen van verzekeraars (niet in de DSM betekent geen vergoedingen meer) en de indu- strie mee gemoeid. Ruim driekwart van de in totaal 160 vooral Ameri- kaanse wetenschappers die zich bezig houden met DSM-5 (en daardoor bepa- len wie er op de wereld aan welke ziekte lijdt) onderhoudt nauwe ban- den met de farmaceutische industrie. Wagendorp voorspelt in de Volkskrant (15 maart 2012): ‘De normaliteit zal verdwijnen, zij is commercieel niet interessant’. Nu is het de kunst om hierover niet boos te worden en juist te zoeken naar constructieve kanten: nicht är- gern, nur wundern. Amerikanen zijn het over veel hulpzaken volkomen met elkaar oneens, maar kunnen zich vinden in de volgende generale oor- zaak van problemen. Als er iets mis- gaat met mensen of organisaties, is dat altijd een gevolg van drie stappen die daarvoor zijn gezet: denial, delusion en blame. Oftewel: er wordt eerst iets ontkend, dan vormt men zich een andere werkelijkheid, en als ten slotte het echec duidelijk wordt, krijgt een ander of iets anders de schuld. Dit drietal – ook wel de Toxic Trio genoemd – treedt altijd gecombi- neerd op, en in deze volgorde. Ameri- kanen noemen dit proces emotional bullshit (zie bijvoorbeeld Alasko, 2008), in de literatuur vaak afgekort tot Emotional BS. Deze cyclus zit diep verankerd in onze levens. We gebrui- ken ‘denial’ en ‘delusion’ om onze emoties en gevolgen op lange termijn te ontkennen. Iets of iemand de schuld geven doen we om verantwoor- delijkheid te ontlopen, en zo hoeven we ook ons gedrag niet te veranderen. Vanwege het circulaire karakter van 124 Jeugdbeleid nummer 3, 2012 Vooraf

Transcript of Vooraf

Dat de Amerikaanse cultuur veel in-vloed op ons Nederlands denken enhandelen heeft, mag bekend veron-dersteld worden, maar nergens lijktdat zo zeer op te gaan als voor het do-mein van de hulpverlening. De domi-nantie van de Diagnostic and StatisticalManual of Mental Disorders (DSM) is breedgeaccepteerd. Dit handboek voor psy-chische aandoeningen geldt in veellanden als standaard in de psychiatri-sche diagnostiek, en Nederland vormthier geen uitzondering op. Een van demeest opvallende zaken van de in mei2013 uitkomende DSM-5 – naast hetopvoeren van de niet te herkennenpersoonlijkheidsstoornis SDS – is datde stoornis ‘narcisme’ waarschijnlijkverdwijnt; het is een teken des tijdsdat iedereen dat tegenwoordig totaalnormaal lijkt te vinden.In Crazy Like Us. The Globalization of TheAmerican Psyche beschrijft Ethan Wat-ters de Amerikaanse export van thera-pieën en psychofarmaca. Hij geeft eenonthutsend beeld hoe bijvoorbeeldanorexia, schizofrenie en depressiesgeëxporteerd zijn naar allerlei landendie van deze mental illnesses daarvoornog nooit last hebben gehad. In Japanbijvoorbeeld werd een depressie nietals een ziekte gezien, maar was eengeaccepteerde geestesgesteldheid. Totde jaren negentig. Toen slaagde deAmerikaanse farmacie-industrie erin– onder de reclameslogan ‘Is uw zielverkouden?’ – om het fenomeen vandepressies geaccepteerd te krijgen, envervolgens jaarlijks voor miljardenaan antidepressiva aan de Japannerste slijten. De totstandkoming van eennieuwe DSM-bijbel is geen vrijblijven-de zaak: hier zijn grote belangen vanverzekeraars (niet in de DSM betekent

geen vergoedingen meer) en de indu-strie mee gemoeid. Ruim driekwartvan de in totaal 160 vooral Ameri-kaanse wetenschappers die zich bezighouden met DSM-5 (en daardoor bepa-len wie er op de wereld aan welkeziekte lijdt) onderhoudt nauwe ban-den met de farmaceutische industrie.Wagendorp voorspelt in de Volkskrant(15 maart 2012): ‘De normaliteit zalverdwijnen, zij is commercieel nietinteressant’.Nu is het de kunst om hierover nietboos te worden en juist te zoekennaar constructieve kanten: nicht är-gern, nur wundern. Amerikanen zijn hetover veel hulpzaken volkomen metelkaar oneens, maar kunnen zichvinden in de volgende generale oor-zaak van problemen. Als er iets mis-gaat met mensen of organisaties, isdat altijd een gevolg van drie stappendie daarvoor zijn gezet: denial, delusionen blame. Oftewel: er wordt eerst ietsontkend, dan vormt men zich eenandere werkelijkheid, en als tenslotte het echec duidelijk wordt,krijgt een ander of iets anders deschuld. Dit drietal – ook wel de ToxicTrio genoemd – treedt altijd gecombi-neerd op, en in deze volgorde. Ameri-kanen noemen dit proces emotionalbullshit (zie bijvoorbeeld Alasko,2008), in de literatuur vaak afgekorttot Emotional BS. Deze cyclus zit diepverankerd in onze levens. We gebrui-ken ‘denial’ en ‘delusion’ om onzeemoties en gevolgen op lange termijnte ontkennen. Iets of iemand deschuld geven doen we om verantwoor-delijkheid te ontlopen, en zo hoevenwe ook ons gedrag niet te veranderen.Vanwege het circulaire karakter van

124

Jeu

gd

bel

eid

nu

mm

er3,

2012

Vooraf

Emotional BS is het moeilijk om hette herkennen en nog moeilijker omhet te stoppen.Emotional BS zien we dagelijks omons heen. Wordt een wielrenner be-trapt op doping, dan zal hij altijdeerst ontkennen; dan volgt de fanta-sie (de wielrennerij is een dankbaarvoorbeeld, zoals Schleck: ‘Ik ben ver-giftigd’, Contador: ‘Een verkeerdebiefstuk’, Vandenbroucke: ‘Dat spulwas voor mijn hond’, Michailov: ‘Diepillen zijn voor een Russisch kinder-ziekenhuis’. Simoni is interessant:‘Gevolg van een tandartsverdoving’,‘gevolg van Colombiaanse thee vanmijn schoonmoeder’, ‘gevolg vanZuid-Amerikaanse karamelbonbonsvan mijn tante’, maar Hamilton mager ook zijn: ‘Bloedtransfusie? Nee,bloed van mijn tweelingbroer die inde baarmoeder overleed en waarmeeik als embryo ben samengesmolten’),en uiteindelijk komt de fase vanblame. Werkt dit doorzichtige procesbij de sport nog op de lachspieren, hetwordt al snel minder gelukkig bijwringende huwelijken en bij organi-saties die uit het lood dreigen teraken, en helemaal pijnlijk wordt hetals stelsels hieraan ten prooi vallen.Het is te verleidelijk om de relatie metjeugdbeleid niet te leggen. Sinds zes-tig jaar trachten we de jeugdzorg – dekreukelzone van de Nederlandse sa-menleving – als stelsel te veranderen.Dat lukte niet. En dat lukt nog steedsniet, alle desperate pogingen van hetkabinet Rutte ten spijt. Politici kun-nen vreselijk opgewonden worden alser zich een (dramatisch) incidentvoordoet in de jeugdzorg, en de drei-gende taal staat meestal om de hoekklaar. Allemaal Emotional BS natuur-

lijk. Als we het Giftige Trio erbijhalen, komen we iets verder.Denial speelt de hoofdrol. We ont-kennen de basis van het probleem,we ontkennen de huidige situatiewaarin kinderen en jongeren dooreen steeds selectievere maatschappijsteeds vaker in de knel komen,waarin de jeugdzorg maar weinigvermag omdat er in gezinnen vaakproblemen op verschillende terrei-nen tegelijk spelen, waarin dejeugdzorgorganisaties maar ook debetrokken overheden eigen belangenhebben die slechts zelden parallellopen met de belangen van de cliënt(Habermas’ systeemwereld tegen-over de leefwereld), enzovoort enzo-voort enzovoort. We ontkennen degecompliceerde situatie en makende individuele cliënt patiënt van hetsysteem.Dan komt delusion: we denken datdoor aan de individuele patiënt be-handelingen aan te bieden het levenbeter wordt.Als dat dan grotendeels niet uit blijktte komen (zie de effectiviteitscijfers),verschijnt blame en krijgen verschil-lende partijen de schuld: eerstens decliënt (ongemotiveerd), maar ook deoverheid (die ellendige bureaucratie),de methodieken (graag evidencebased), de professionals (inadequaatopgeleid, niet aan te sturen) en de or-ganisaties (werken onvoldoendesamen) krijgen er van langs. Zo heeftiedereen een beetje schuld, en hoefter niemand iets te veranderen. Maarhet Toxic Trio begint zijn werking bijdenial, het ontkennen van de huidigesituatie. Dat creëert een vacuüm waardelusion kan optreden, en dan komtblame vanzelf.

125

Jeu

gd

bel

eid

nu

mm

er3,

2012

Waar Emotional BS voor menselijkerelaties en voor organisaties geldt,telt dat evenzeer voor beleid. Om diereden lijkt het extra van belang – ge-zien de komende kabinetsformatie enhet aanstaande Regeerakkoord – omnog eens te kijken naar de kwestievan de transitie. In welke fase vanEmotional BS zit het jeugdbeleid?Doen we goed aan de transitie? Zo ja,hoe zou zij er dan uit moeten zien? Zonee, wat zou er dan dienen te gebeu-ren?Om denial te voorkomen moeten weeen kritische zelfrapportage als sectorop tafel kunnen leggen. Denial is zovruchtbaar omdat het een van de een-voudigste defensiemechanismen is.We denken dat de boel beter wordtdoor via de transitie de regie elders tebeleggen, en we denken er bewustniet aan dat dat de vorige keer – de-centralisatie naar de provincies – nietwerkte. We kunnen in dat opzicht nual uittekenen wie de schuld zal krij-gen in de laatste fase.

Die Amerikanen zijn – ondanks hunDSM – zo gek nog niet.Om al deze redenen start dit tijd-schrift, nu het Regeerakkoord-ijzerheet gemaakt wordt, een discussieover die transitie. Een andere jeugd-zorg is, net als een Dacia, shockinglyaffordable; kunnen we even nuchterschouwen of daar een transitie be-hulpzaam of belemmerend voor is?René Clarijs opent de discussie meteen uitgebreid artikel over nut ennoodzaak van de transitie; in het ko-mende decembernummer zullenbeleidsmakers, consultants, bestuur-ders en politici hierop reageren. Terugkunnen we niet, we moeten immersvoort. Maar misschien moeten weMarlène Dietrich volgen: ‘Es geht auchohne’. Daar zouden de huikefaken vande politiek toch ook over kunnen na-denken?

RENÉ CLARIJS , HOOFDREDACTEUR

126

Jeu

gd

bel

eid

nu

mm

er3,

2012