VOGELVREUGD

25
mei 2016 VOGELVREUGD EEN UITGAVE VAN DE ALGEMENE NEDERLANDSE BOND VAN VOGELHOUDERS

Transcript of VOGELVREUGD

Page 1: VOGELVREUGD

mei 2016

VOGELVREUGDEEN UITGAVE VAN DE ALGEMENE NEDERLANDSE BOND VAN VOGELHOUDERS

Page 2: VOGELVREUGD

Voorop gezet

194

FIRST THINGS FIRST

195

INHOUD mei 2016 (96e jaargang)195 First things first / O.Bijlsma196 Het houden van vogels kent een lange historie / P.Rozendaal200 De zwartvleugelduif / H.Naberman202 Genus forpus, een taxonomisch overzicht 12 / D.v.d.Abeele206 De veldleeuwerik / P. Oude Elferink208 Een kleurrijke uitdaging / C.de bruin 211 Onkruiden, klein kruiskruid / A.v.Mingeroet212 Nestbouw bij papegaaien / N.Rosseel215 Vogelvoeding 4 / H.Branje218 Info Technische Commissie Postuur / J.Beijers220 In de keuken van .....Sjaak Cornelissen / H.Branje224 Storingen in eetgedrag / Th.Vriends226 Voorbereiding op de kweek 5 / W.v.Gils228 Ringen bestellen232 De opaline valkparkiet onder de loep / E.v.Laar en P.Konz234 De nationale vogel van Frankrijk / R.Meerema237 Megabacterie, sluipmoordenaar / H.Branje238 Berichten

anderen, die dus over een kweeknummer beschikken van een van beide bonden, kunnen hun kweeknummer behouden. Uiteraard komen we op de uitwerking nog wel terug maar nu weet iedereen wat de plannen zijn.Vragen waren er ook als het gaat over de indeling van verenigingen bij de districten van de Nederlandse Bond. Deze laatste kent districten die grotendeels parallel lopen met de provincies. Onze bond kent echter maar een vijftal gewesten. Dat past niet en dus is er gekeken hoe een en ander een beetje harmonisch kan worden samengevoegd. Voor een vereniging die midden in een provincie ligt is het duidelijk dat zij ook in die provincie(district) zal worden ingedeeld. Zit je met je vereniging echter net aan de rand, op kruispunt met één of meerdere andere provincies dan kan het anders liggen. Je wordt ingedeeld bij A maar het verenigingsbestuur geeft de voorkeur aan B. Uiteraard wordt er dan overlegd om te kijken wat de beste oplossing is. Alle verenigingen en gewesten hebben inmiddels een concept-lijst met de indeling ontvangen. Hebben zij voorkeur voor een andere indeling, en is daar voldoende aanleiding voor, dan kunnen zij dat aangeven bij het secretariaat (a.i.). Het bestuur neemt dat dan mee.Zo ziet u maar, de trein loopt alvast. Overigens zonder dat we onomkeerbare beslissingen nemen. Dat gebeurt pas na 21 mei als het Bondscongres en de Algemene Vergadering zich hebben uitgesproken. We doen dat omdat de zaken wel geregeld moeten worden en na de cruciale datum is het zo weer vakantie en staat het nieuwe wedstrijdseizoen voor de deur. Zaken moeten dus geregeld gaan worden. Voor sommige zaken is dat meteen, voor andere nemen we wat langer de tijd. Grofweg kun je zeggen met een maximum van drie jaar want allerlei kleinere zaken, waar individuele leden vaak helemaal geen weet van hebben, kunnen best veel later. Zoals de Engelsen zeggen “First things first”.

Onno Bijlsma

Deze maand moet dan een klap worden gegeven op het bestuursvoorstel om samen te gaan met de NBvV. Een belangrijke beslissing die wij met vertrouwen tegemoet zien en dat komt voort uit de reactie tijdens de verschillende gewestelijke vergaderingen. Al deze bijeenkomsten leverden tal van vragen op, soms kritisch van aard maar steeds weer met een positieve insteek. De noodzaak voor het behoud van de hobby is iedereen duidelijk en die kan het beste worden gediend met samen verder optrekken. Tijdens de bijeenkomsten is telkenmale aangegeven dat in het voorliggende rapport de hoofdlijnen zijn geschetst en dat de details verder zullen worden uitgewerkt als op 21 mei het principe-besluit is genomen. Daaraan wil ik niets af doen maar gelet op de positieve reacties zijn we binnen de besturen toch maar alvast gaan kijken naar het beetpakken van die detailzaken. Alhoewel. Het mogen dat details zijn, voor de vogelhouder zijn er soms onderwerpen bij die zeker geen detail zijn. Neem nu bijvoorbeeld de ringen. Dat is zo’n punt waar een verdere uitwerking aan moet worden gegeven. De Nederlandse Bond levert geen kunststof ringen maar de Algemene Bond wél. Gelet op de verschillende vragen tijdens de bijeenkomsten is er ook nogal wat te doen over een vermeend verschil in kwaliteit. Ook is er verschil in afhandeling (procedures) en dat is bij een grote bond nu eenmaal anders dan bij een kleinere. Kortom, veel verschillen en toch moet daar één noemer uit komen. Gelet echter op de aanvang van het verschil is besloten dat de ANBvV voor het seizoen 2016-2017 nog gewoon het complete ringengamma levert. Dat geeft ons de tijd om de zaak, wat dit onderwerp betreft, rustig op een rijtje te zetten.Een andere steeds weer opduikende vraag gaat over het kweeknummer. Kan dat behouden worden of niet. Dat ligt er aan. Er zijn liefhebbers lid van beide bonden en dat zou kunnen betekenen dat zij over twee kweeknummers gaan beschikken binnen een en dezelfde bond. Dat is niet wenselijk. Daarom is besloten dat deze mensen een keus moeten maken. Alle

Grote bonte specht, A.v.Mingeroet

Algemene Nederlandse Bond van VogelhoudersOpgericht 20 april 1919Goedgekeurd bij Koninklijk besluit 19 februari 1920 onder no.27Ingeschreven bij de K.V.K. Veluwe en Twente onder nummer V 40408450ISSN: 1384-718X

POSTADRES EN BONDSBUREAUElfersstraat 167496 AR HengeveldeTel: 0547 - 388706Email: [email protected]

Bestellingen bondsartikelen, betaling bondsartikelen IBAN: NL71 INGB 0005 3670 13, t.n.v. Algemene Nederlandse Bond van Vogelhouders te HengeveldeInternet: www.anbvv.nl

ERELEDENMw. R. te Winkel en P.Stijnen

LEDEN VAN VERDIENSTEJ. v/d Beek, K. Bink, A. Castermans, A.J. Houtkooper, J. Kreijveld, H.W.J. v/d Linden, A. Mertens, H. van Seggelen, H. Wouwenaar, G. Koenderink, P. Sthijns, B.A.M. Horsting en J. Wijnhoven.

DAGELIJKS BONSDSBESTUURVoorzitter Rein GrefhorstTelefoon: 055 - 5414227E-mail: [email protected]

Penningmeester Anne HoutkooperTelefoon: 0316 -265282E-mail: [email protected]

Secretaris Bart BraamTelefoon: 0481 - 462507E-mail: [email protected]

Bestuurslid Onno BijlsmaTelefoon: 055 - 3232390E-mail: [email protected]

HOOFDREDACTEUR EN PRHenk BranjeHulder 95821 AS VierlingsbeekTelefoon: 06 - 55876149E-mail: [email protected]

LEDEN- EN RINGENADMINISTRATIETonny BieldermanVerzetslaan 177231 GP WarnsveldTelefoon: 0575 - 523057E-mail: [email protected]• Aanmelden nieuwe verenigingen, verspreide leden en abonnementen.• Aanvragen proefnummers "Vogelvreugd"• Informatie over ringen• Verenigingen bij correspondentie

vereniging codenummer vermelden. Verspreide leden kweeknummer vermelden.Telefonisch contact tussen 16.00-20.00 uur.

KEURMEESTERVERENIGINGSecretaris Jack Heynen Magnoliastraat 1a6101 KS Echttel. 0475-211513e-mail: [email protected] Aanvragen wedstrijden en keurkontraktenGerard KoenderinkElfersstraat 167496 AR HengeveldeTel: 0547 – 333692E-mail: [email protected]

GEWESTELIJKE SECRETARISSENGewest 1. R.E. LokhorstPopulierenstraat 299482 PV Tynaarlo Telefoon: 0592 - 541737Emailadres: [email protected]

Gewest 2. Henk Rens Schapendonk 244942 CE RaamsdonksveerTelefoon: 06 - 33788007E-mail: [email protected]

Gewest 3. Tonny BieldermanVerzetslaan 177231 GP Warnsveld Telefoon: 0575-523057E-mail: [email protected]

Gewest 4. P. UbachsPast. Haesenstraat 46181 HW Elsloo Telefoon: 046 - 4375741E-mail: [email protected]

Gewest 5. Wim (W. J.J.C.) Hanssen, Herdenkingsstraat 236551 CA WEURTTel 024 6775038e mail [email protected]

SECRETARIATEN SPECIAALCLUBSHet lidmaatschap van de speciaalclubs is voorbehouden aan alle natuurlijke personen.Voor informatie kunt u zich wenden tot de onderstaande personen.

Harzers (LSH) en Timbrado’s B. RheeJachtvalk 587609 JA Almelo Tel:0546 - 825987www.harzers.nl

Zangprestatieboek B. RheeJachtvalk 587609 JA Almelo Telefoon: 0546 - 825987

Waterslagers. J. de BruineWaakhoogte 108322 BT Urk Telefoon: 052 - 7688488E-mail: [email protected]

Kleurkanaries J.J. van Bennekom Herenweg 371244PV Ankeveen035-6562027E-mail: [email protected]

Postuurkanaries A. WijdemansLedeackerstraat 525045 ZG Tilburg

Telefoon: 06 - 46617558E-mail: [email protected]

Exoten en parkieten Henk Rens Schapendonk 244942 CE RaamsdonksveerTelefoon: 06 - 33788007E-mail: [email protected]

Europese vogels en hybriden Bennie Horstinge-mail: [email protected] Telefoon: 0575 552780

ADVERTENTIES EN MEEPIKKERTJESAM-Creation Postbus 612 5900 AP VenloTelefoon: 06- 34492511IBAN: NL40 ABNA 0605 9101 46 t.n.v. VogelvreugdE-mail: [email protected]

ADVERTENTIES WEBSITEJ. MausZonegge 22-036903 HC ZevenaarTelefoon: [email protected]

VRAGEN STAAT VRIJBart BraamTelefoon: 0481 - 462507E-mail: [email protected]

TT.COMMISSIE BONDSKAMPIOENSecretariaat Rhienderensestraat 66971 LS BrummenTelefoon en Fax: 0575 - 564004E-mail: [email protected]

CONTRIBUTIES EN ABONNEMENTENContributie verspreide leden binnenland € 30,72 per jaar, contributie verspreide leden buitenland € 35,76 per jaar.Abonnementen binnenland € 26,00 per jaar, abonnement België € 30,00 per jaar, overige abonnementen buitenland op aanvraag.Betalingen t.a.v. Alg.Ned.Bond van Vogelhouders Duiven,IBAN: NL25 INGB 0000 1065 61

V E R A N T W O O R D E L I J K H E I D ARTIKELENDe verantwoordelijkheid van alle ingezonden artikelen in Vogelvreugd komen ter competentie van de auteurs.Overnemen van artikelen is slechts toegestaan met toestemming van de auteursDe A.N.B.v.V. kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud van de aangeboden advertenties.

UITVOERINGDruk: Uitgeverij Smit van 1876

NOTA BENE: mailadres hoofdredactie: [email protected]

Page 3: VOGELVREUGD

196 197

een kooi”. De meeste van deze tuinen en parken bezaten ook de uit die tijd bekende papegaaienlaantjes. Meestal een pad te midden van een rij bomen waartussen aan weerszijden bogen met daar-aan beugels waarop tamme ara’s, kaketoes en amazones zaten die door de bezoekers gevoerd konden worden; deze kregen natuurlijk van alles, vooral het verkeerde te eten. Maar als er afvielen was dit geen probleem, de aanvoer was immers groot genoeg.

Papegaaien populaire huisdierenDe geschiedenis kent vele beroemde papegaaien-eigenaars zo-als in de zestiende eeuw de Engelse koning henry VIII die een Grijze roodstaartpapegaai hield aan het Hof van Hampton, even-als de Franse Marie Antoinette die net als Wolfgang Amadeus Mo-zart ook een Grijze roodstaart bezat.Het bezit van een papegaai bevestigde ook in de 19e en 20e eeuw het aanzien en de exotische smaak van hun eigenaars. Zo ook van de latere Amerikaanse presidenten Thomas Jefferson en Andrew Jackson wiens papegaai Polly de mensen op afstand hield bij het Witte Huis. En Theodore Roosevelt waarvan de fami-lie tijdens zijn ambtstermijn een Hyacintara hield bij het Witte Huis. In Engeland had Sir Winston Churchill jaren een Blauwgele ara die volgens de overlevering meer dan honderd jaar oud is gewor-den. Al deze beroemdheden hadden veel op met hun papegaaien. Madam de Pompadour, ook een liefhebster gaf haar papegaaien eten en drinken in kommen, gemaakt van het beste porselein

De terugslag voor de grote importIn verband met psittacose-uitbraken kwamen er in de jaren ‘30 diverse verboden op de invoer van kromsnavels. Deze verboden maakten het in die tijd steeds moeilijker om aan papegaaien te

komen. Maar in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werden er striktere quarantainerichtlijnen in-gevoerd, waarna de meeste verboden werden op-geheven. Sinds die tijd verschenen er steeds meer filmsterren, politici, bekende persoonlijkheden en zelfs de royalty op foto’s met hun papegaaien.

Papegegaaien maakten ook hun opwachting in verschillende televisieseries zoals bijvoorbeeld de Geelkuif kaketoe in de serie Barreta; deze se-ries werden de aanzet voor veel gewone mensen om ook een pagegaai te nemen. Vanaf 1970 tot de vroege jaren 1990 werden er daardoor enorme aantallen papegaaien legaal ingevoerd en weer werden de papegaaien het huisdier waarvan het bezit een teken van goede smaak was van de huisdiereigenaar. Fabrikanten van huisdiervoeders haakten hier op in en voorspelden dat de huisdie-ren van de toekomst vogels zouden zijn en met de enorme vogelverkoop in de dierenwinkels leken deze voorspellingen uit te komen.Als gevolg hiervan decimeerden de grote aantallen importvogels veel vogelpopulaties in de vrije na-tuur. Landen van herkomst begonnen beperkende maatregelen op te leggen en soms de uitvoer van hun kostbare nationale vogelschatten geheel te verbieden. Deze beschermingsmaatregelen resul-teerden er in dat er nu in Europa sinds 1 juli 2007 een algeheel importverbod is op vogels die uit het wild gevangen zijn. Omdat de vraag naar gezel-schapsvogels nog steeds groot is zijn veel liefheb-bers die vroeger slechts vogels als hobby voor de sier in een kooi of volière hielden, zich gaan toeleg-gen op het kweken van bepaalde soorten vogels voor de huisdierenhandel. Momenteel houdt de kweekpopulatie van veel soorten papegaaien deze vraag nog aardig bij. Maar van de 358 verschillende soorten papegaaien zijn er toch bepaalde soorten die in het verleden slechts in kleine aantallen wer-den ingevoerd; deze soorten zullen in de toekomst tot een probleem kunnen leiden in de liefhebberij om hierin te overleven en zullen waarschijnlijk in de loop van de tijd dan ook uit de kweekpopulaties en vogelhobby verdwijnen.

De huidige kromsnavelhobbyZo zien we dat de kromsnavelliefhebberij dus al heel oud is en duizenden jaren terug gaat. Zelfs ver voor de tijd van de zeeman die vanuit den vreemde een papegaai of parkiet meenam naar Europa. En dat ook in het land van herkomst de plaatselijke bevolking ze al eeuwen hield.De westerse liefhebberij in zijn huidige vorm kwam eigenlijk pas halverwege vorige eeuw goed op gang. Nadat Australië zijn grenzen sloot voor ex-port zag men in dat het kweken van kromsnavels lonend kon zijn en daarnaast tevens een zinvolle vrijetijdsbesteding was. Nu in feite alle grenzen voor import vanuit het wild gesloten zijn, is de kweek van kromsnavels een nog grotere noodzaak geworden wil de liefhebberij overleven. Helaas is de aanwas van jongere leden niet groot te noe-men, maar gelukkig keren er regelmatig dertigers die in hun jeugd kennis gemaakt hebben met vo-gels terug in de liefhebberij. Dus is het belangrijk om jonge kinderen kennis te laten maken met de

Oude ansichtkaart uit de begintijd van Artis

Filmster Baretta met z'n onafscheidelijke kaketoe

Kaka, extreem zeldzaam in avicultuur H.Branje

Er zijn schattingen dat slechts rond 2% van alle diersoorten die ooit hebben bestaan, vandaag de dag nog in leven zijn. Een andere negatieve schatting van onderzoekers is dat in de tropische regenwouden elk jaar 27.000 diersoorten gedoemd zijn uit te sterven. Dat zijn er elke dag 74, dus elk uur 3. Menselijke activiteiten hebben volgens deze onderzoekers dit proces tussen de duizend en tienduizend keer versneld. Maar de tegenstelling van deze sombere schattingen is de grote zekerheid dat de interesse van mensen in exotische dieren en met name het houden van vogels duizenden jaren terug gaat.

HET HOUDEN VAN VOGELS KENT EEN LANGE HISTORIE 2

ALGEMEEN

De negentiende eeuwIn de achttiende en negentiende eeuw werd met ‘natuurlijke historie’ de studie van de gehele natuur bedoeld, van sterrenkunde, natuurkunde, archeologie tot biologie. Later kwa-men er uit een soort hobbyisme de onderzoekers van gespecialiseerde richtingen. Velen legden een verza-meling aan, welke vaak de basis zijn geweest van collecties van moderne natuurhistorische musea. En vanuit zo’n collectie werd in 1828 door na-tuurhistorici in Londen de “Zoological Society of London” gesticht; hieruit ontstond later de London Zoo die in 1847 voor publiek werd opengesteld. Tien jaar na de Zoological Society of London werd op 1 mei 1838 in Am-sterdam de sociëteit voor Natuurlijke Historie genaamd “Natura Artis Ma-gistra” opgericht. In de eerste jaren was Artis (een afgekorte naam die al spoedig gebruikt werd) vrijwel alleen toegankelijk voor leden die de tuin gezamenlijk financierden. Niet-leden mochten in het begin alleen in sep-tember de dierentuin bezoeken. Maar het uiteindelijke doel was om de na-tuur zowel in levende als niet-levende vorm dichter bij de bevolking te bren-gen. De verzameling op sterk water gezette soorten, skeletten, opgezette dieren en fossielen was zeker zo be-langrijk als de dierentuin zelf.

Zo werden er in de negentiende eeuw niet alleen de twee bovenge-noemde dierentuinen, maar op bijna ieder belangrijk landgoed in Europa gebouwen en volières gebouwd die met mooie tropische vogels en verza-melingen dieren werden gevuld. Veel verzamelingen uit die periode zijn la-ter uitgegroeid tot de nu bekende die-rentuinen. Hierin werden de meeste exotische dieren en vogels letterlijk alleen tentoongesteld, “rij aan rij in

liefhebberij, ook al zullen deze op tienerleeftijd de hobby misschien de rug toe keren. Wie weet ko-men ze later nog eens terug.

Het zien van papegaaien of parkieten roept bij veel mensen de onbedwingbare behoefte op om ze ook aan te schaffen. Alleen al de gedachte om zo iets moois zelf in een volière te bezitten. De algemene

Page 4: VOGELVREUGD

199198

fout die daarbij nog al eens gemaakt wordt is de gedachte dat vogels gemakkelijk te verzorgen zijn. Als de voerbak maar vol zit en eens in de week een bakje water, klaar. Veel minder werk dan een kat of een hond. Maar dat is meteen de eerste vergissing die al gemaakt wordt. Het op verantwoorde manier houden van vogels vergt dagelijks toch wat meer tijd al naar gelang de hoeveelheid vogels en het doel wat je er mee wenst te bereiken. De dagelijk-se verzorging bestaat uit algemene dingen, goede voeding, schoon water, schoonmaak van kooien of volières, gezondheidscontrole. Daarom moet de beslissing over het houden van papegaaien of parkieten weloverwogen genomen worden en niet in een opwelling.

Dit alles is niet bedoeld om het houden van vogels te ontmoedigen, maar om aan te geven dat het houden van vogels, begonnen op een goede ba-sis, naast het voerbakjes vullen een volledige en interessante vrijetijdsbesteding kan zijn.Wil je ook deze hobby beginnen verdiep je dan eerst in wat er allemaal komt kijken bij het houden van papegaaien of parkieten. Bezoek eens een

liefhebber, ga eens naar een verenigingsavond. Begin daarna met simpele soorten die na een jaar al broedresultaten opleveren om ervaring op te doen. Moeilijke soorten die soms lang op resulta-ten laten wachten ontmoedigen vaak alleen maar. Wanneer je je eerste nestje jongen hebt liggen ben je meestal snel verknocht. Denk dan pas eens na over wat moeilijker soorten en kijk in de tussentijd bij ervaren liefhebbers, op tentoonstellingen, be-zoek beurzen en bepaal op je gemak welke soort het beste bij je past.

Wanneer je op kleine schaal met vogels begonnen bent, komt toch bij de meeste liefhebbers vroeg of laat de wens iets groters te hebben dan een kweekkooi. En komt de vraag zou het niet leuk zijn om een volière te hebben? Een buitenvolière is het mooiste wat je vogels kunt bieden en is een uitste-kende manier om je vogels te geven wat ze nodig

hebben voor een optimale gezondheid. Vogels zijn groepsdieren die genieten van het gezelschap van hun eigen soort, dus verdient het de voorkeur om ze minimaal per koppel te houden. Verder het ver-mogen om vrij rond te kunnen vliegen in een min of meer natuurlijke omgeving.

Wanneer je als beginner een volière gaat bouwen, probeer van fouten van anderen te leren en maak een plan voor je begint, een foute start eindigt al snel in een verloren liefhebber in onze mooie hob-by. Ook moet je verschillende dingen overwegen voor-dat je geld verspilt. Wil je een paar van vogels voor de show houden of denk je aan fokken, bedenk dan dat als je bijvoorbeeld met grasparkieten be-gint, je binnen een paar jaar meestal de behoefte krijgt om ook eens wat anders, wat groters aan te schaffen. In dat geval is het te overwegen om ge-lijk dikker gaas en tussen de verschillende rennen dubbel gaas op je volières aan te brengen om bin-nen enkele jaren weer niet voor nieuwe kosten van dikker gaas te staan. Dus als je twijfelt kies een volière met sterk gaas ook, wanneer je pas begint.

Een kromsnavel volièreHet antwoord op de vraag wat het formaat moet zijn van een geschikte volière voor bijvoorbeeld een koppel parkieten of ara’s is simpel: ongeveer 10 km2 zal net aan zijn. Aangezien deze intel-ligente wezens in het wild gewend zijn per dag grote afstanden af te leggen, parkieten vliegen al gauw per dag een tiental kilometers op zoek naar voedsel. Terwijl ara’s wel ongeveer 30 kilometer afleggen, dus voor deze mag hij nog wel enkele Roodrug parkiet, mannetje H.Branje

Geelvleugelara in volle vlucht Doug Janson

kilometers groter zijn. Maar even zonder gekheid, dit is natuurlijk een onmogelijke opgave om aan te voldoen. Dat kunnen we ze niet geven dus is het juiste antwoord op deze vraag: zo groot mogelijk. Zo is er eigenlijk geen maat in meters en centime-ters op te geven.Vogels zijn gebouwd om te vliegen, dus wanneer ze kunnen gaan waar en wanneer ze willen en zich bij gevaar terug kunnen trekken in een nachthok zullen ze als snel meer zelfverzekerd zijn en zich prettig voelen. Zo heeft beplanting binnen in een kromsnavelvolière geen enkele nut, maar geeft ruime en dichte beplanting rondom de volière de vogels wél een gevoel van veiligheid. Verder hangt het ook allemaal af van de beschikbare ruimte en wanneer er dan een zinnig antwoord gegeven moet worden aan iemand die klein behuisd is: be-ter enkele koppels van een kleine soort op een verantwoorde manier in een ruime volière, dan veel koppels van grotere soorten in te kleine kooi-en. De liefhebberij van vogels houden moet een wisselwerking zijn. Wanneer je er als liefhebber een goed gevoel aan over houdt dan zullen je vo-gels zich over het algemeen ook prettig voelen en zit het meestal wel goed.

Onthoud ook, de grootte van de liefhebber bepaal je aan de kwaliteit van zijn vogels, niet aan de hoe-veelheid.

Piet Rozendaal

Hyacinthara, droom van menig papegaaienliefhebber H.Branje

Page 5: VOGELVREUGD

201200

Metropelia melanopteraEngels: Black-winged Ground-doveDuits: WeissbugtäubchenFrans Colombe à ailes noiresSpaans: Palomita Alinegra

De zwartvleugelduif in het wildDe zwartvleugelduif komt voor in Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en het westelijke deel van Argentinië. Hun aantallen zijn stabiel (Birdlife 2013) en ze krijgen daarom geen extra bescherming. De zwartvleugelduif is ook niet door de IUCN C(International Union for the Conservation of Nature) op de lijst van beschermde soorten geplaatst.Ze worden aangetroffen in droge gebieden zoals droge, hooggelegen valleien en ook in bergachtige gebieden waar ze zich tussen de struiken ophouden. In het wild eten ze een grote verschei-denheid aan zaden en planten. Ze zoeken hun voedsel als individu, in koppels of in kleine groepjes. Voedsel zoeken ze eigenlijk altijd op de grond, maar zoals hun Engelse naam al aangeeft, zijn ze verder ook meestal op de grond te vinden. In de winter trekken ze weg van de bergen omdat het daar ’s nachts heel koud kan worden. Ze trekken dan naar lagere gebieden op zeeniveau om er voedsel te zoeken. Zwartvleugelduiven broeden in dichte struiken, meestal ongeveer zo’n drie meter boven de grond, wat hen genoeg bescherming geeft tegen predatoren.

De zwartvleugelduif in beschermd milieuZwartvleugelduiven zijn in Nederland redelijk goed beschikbaar en dat maakt het mogelijk aan goede bloedlijnen te komen. Bij sommige kwekers worden goede broedresultaten behaald, wat hopelijk bijdraagt aan het voortbestaan van deze soort in onze volières. De zwartvleugelduif heeft andere eigenschappen dan een andere, meer bekende soort van het geslacht Metropelia, de brilduif (Metriopelia ceciliae). De zwartvleugelduif is een heel rustige duif die gemakkelijk bij een koppeltje andere duiven gehouden kan worden. Maar er kan altijd een koppel bij zitten dat anders reageert. Ze moeten daarom wel steeds goed in de gaten worden gehouden om verrassingen te voorkomen.Deze twee soorten hebben een totaal verschillende manier om hun nest te bouwen. De zwartvleugelduif bouwt zijn nest in een boom of struik zoals de meeste andere duivensoorten, terwijl de brilduif altijd zijn nest in een hol bouwt.

Mijn kweekervaringDe zwartvleugelduif is een bijzonder rustige duivensoort die heel gemakkelijk te houden is in een volière. Hij heeft de grootte van de Senegaltortel

met alleen een kortere staart. Hij is niet de meest aantrekkelijke onder de duivensoorten, maar is toch vaak bij duivenliefhebbers te vinden.Wij hielden deze duiven samen met vinken, grasparkieten, een koppeltje kleine duifjes en een koppel grotere duiven zoals Wongaduiven, in een volière van 1.40 m breed en 2 meter diep en met een hoogte van 1.80 meter. We verkregen er goede broedresultaten mee. Zwartvleugelduiven bouwen hun nest op één tot 1.70 meter boven de grond. Ze leggen twee witte eieren en beide ouders bebroeden die gedurende zestien dagen. Voor zover ons bekend waren dit de eerste zwartvleugelduiven die in Zuid Afrika in avicultuur zijn gekweekt. Bij het uitkomen hebben de kuiken een roze kleur en zijn ze bedekt met gele donshaartjes. Na vijf dagen kunnen de jongen worden geringd met een 5.4 mm ring en na ongeveer drie weken zijn ze gereed om uit te vliegen.De eerste twee tot vijf dagen na het uitvliegen brengen ze hoofdzakelijk op de grond door en ze verkennen hun omgeving. Wanneer ze vier weken uit het nest zijn, eten ze zelfstandig en kunnen ze bij de ouders weggehaald worden. Hierna duurt het ongeveer twee weken voor het koppel weer een nest gaat bouwen.De koppels worden zomer en winter in buitenvolières gehouden. In de winter wordt de temperatuur ’s ochtends zelden lager dan tot 8 graden Celsius onder nul en stijgt overdag zelden boven de twintig graden. Wanneer er in de winter jongen zijn die nog maar net het nest verlaten hebben, halen we die ’s avonds uit de volière en zetten ze in een hokje in een schuur waar de

temperatuur ’s nachts boven nul graden Celsius gehouden wordt. Dit doen we elke dag opnieuw totdat de jongen zoveel aangesterkt zijn dat ze ’s avonds naasts hun ouders op stok kunnen zitten. Wanneer het eenmaal zover is, worden ze ’s nachts niet meer apart gezet.

Zwartvleugelduiven in Zuid AfrikaZwartvleugelduiven zijn voor het eerst in maart 2011 in Zuid Afrika ingevoerd. Deze zending bestond uit ongeveer 60 vogels en nog een aantal andere duivensoorten. Dit waren allemaal wildvangvogels uit Peru. Wij hebben toen eerst slechts twee koppels gekocht, omdat we niet echt wisten of zij zich zouden kunnen aanpassen. Maar het bleek al vrij snel dat ze zich goed thuis voelden in de volière waarin wij ze gehuisvest hadden. Al in oktober 2011 had ik mijn eerste kuikens in het nest zitten en die groeiden voorspoedig op. Toen ze groot waren werd direct een volgende legsel gelegd en ook de kuikens daaruit zijn met succes grootgebracht.Na deze goede resultaten heb ik meteen besloten om nog twee koppels aan te schaffen om zo in de toekomst over meer bloedlijnen te kunnen beschikken.Tot op heden zijn er al een flink aantal jongen gefokt. Voor deze duivensoort ziet de toekomst er in Zuid-Afrika dan ook rooskleurig uit.

Henri Naberman

DE ZWARTVLEUGELDUIF

DUIVEN

In onze Europese volières heel onbekend duifje. Iets voor specialisten? Henri Naberman beschrijft zijn ervaringen in met name Zuid-Afrika met deze interessante duifjes.

Koppeltje zwartvleugelduifjes Nick Athanas

Zwartvleugelduifje Diego Reyes Arellano

Page 6: VOGELVREUGD

202 203

legale en illegale vogelvangst gezorgd (Gastañaga e.a., 2011). Bijkomend probleem is dat de mortaliteit van deze vogels nadat ze gevangen zijn extreem hoog is en soms oploopt van 40% tot zelfs 100%, waardoor, om aan de vraag te kunnen voldoen, steeds meer vogels dienen gevangen te worden.Niet alleen de stress is fataal, de vogels zouden wanneer ze met te veel samen in een kleine ruimte zitten heel vijandig kunnen zijn tegenover hun soortgenoten. Dit bijna altijd met dodelijk afloop voor de zwaksten. Een gedrag dat, vol-gens de auteur, door de parkwachters ook al opgemerkt is bij Forpus coelestis (Begazo, 1987). Dat zou misschien een antwoord kunnen zijn op de vraag hoe het komt dat sommige Forpus coelestis in avicultuur inderdaad nogal vijandig tegen soortgenoten kunnen zijn. Andere vaststelling was ook dat een plotse verandering van het aangeboden voedsel fataal kan zijn. Dat

Genus Forpus, een taxonomisch overzicht – deel 9

FORPUS XANTHOPS (Salvin) 1895Geelmaskerdwergpapegaai

Forpus xanthops is afkomstig uit noordwest Peru waar het zijn habitat heeft in de omgeving van de Marañonvallei. Het is een vrij beperkt versprei-dingsgebied van ongeveer een 2.400 km² dat zich uitstrekt van de Marañón Vallei over het zuidoosten van Cajamarca en ten oosten van La Libertad. (“www.birdlife.org”, 2014). Helaas moe-ten we hier een duidelijke waarschuwing meege-ven want deze soort is ernstig bedreigd in zijn voortbestaan in de wildbaan.De grote vraag naar deze vogels voor de handel in huisdieren heeft in het verleden voor heel wat

alles heeft er helaas voor gezorgd dat er nog maar een beperkt aan-tal vogels in de wildbaan meer aanwezig zijn. Sommig bronnen spreken van amper maar een 1.500 tal vogels. (Begazo, 1996).

Er is niet zo veel geweten over de broedgewoontes van Forpus xan-thops in de vrije natuur. Gelukkig hebben we het verslag van Alfredo Begazo welke tussen 1988 en 1989 een tweetal weken samen met de parkwachters op pad ging en zo iets meer te weten kwam over hun gedrag in het wild. Ze trokken daarvoor door de streek van Los Cocos in the 'upper Rio Marañon Valley'. In deze woestijn-achtige gebieden troffen ze Forpus xanthops vooral aan in cactussen. Ze konden daar vast-stellen dat de vogels zich daar voeden met vruchten van deze cactussen. Volgens de parkwach-ters zouden ze een wisselend dieet hebben. Zo zouden ze tij-dens het regenseizoen (van december tot juni) zich hoofdza-kelijk voeden met vruchten en zaden van bomen. Buiten het regenseizoen zouden vooral vruchten en pulp van cactussen op het menu staan (Riveros e.a., 1991),Terwijl er in avicultuur meldingen zijn van meerdere broedsels per jaar, zouden de vogels hier in de wildbaan broeden vanaf maart / april tot mei / juni. De reden waar-om deze vogels dan broeden kan men eenvoudigweg verklaren omdat tijdens deze periode (regen-seizoen) het meeste voedsel aan-wezig is. Begazo sluit niet uit, dat wanneer het regenseizoen wat langer duurt dan normaal, de vogels misschien meer dan één nest groot brengen.Er zijn meldingen dat sommige kolonies Forpus xanthops broeden in rotswanden langs de Rio Marañon. Ze zouden een nest maken met het daar aanwezige natuurlijk afval (takken, bladeren). Sommige broedkolonies zouden tot 70 vogels kunnen tellen. Anderen zouden verlaten nesten van spechten in boomholtes gebruiken.Uit avicultuur weten we dat deze vogels ongeveer een drietal weken broeden (gemiddeld drie tot zes eieren) en de jongen na ongeveer 6 weken het net verlaten.

Wildopname, Nick Athanas

De leden van het genus (geslacht) Forpus zijn zeker geen onbekenden voor vogelliefheb-bers. Er zijn acht soorten en volgens de recentste taxonomische inzichten zouden er 11 ondersoorten zijn. (Gill & Donsker, 2013) Deze kleine papegaaitjes zijn overwegend groen gekleurd met felblauwe veervelden, en bij één soort, Forpus xanthops, hebben de man-netjes een geel gekleurd masker. Afhankelijk van de soort zijn ze tussen de 12 en 15 cm groot (Del Hoyo, Elliott, Sargatal, & Cabot, 1997).Hun natuurlijk habitat is verspreid over Mexico en het overgrote deel van Zuid-Amerika.

GENUS FORPUS, EEN TAXONOMISCH OVERZICHT 12

PAPEGAAIACHTIGEN

Beschrijving Forpus xanthopsAfhankelijk van de bron zou Forpus xanthops tussen de 14 a 15 cm groot zijn(Del Hoyo, Elliott, Sargatal, & Cabot, 1997; Forshaw & Knight, 2006). Bij de mannen zijn masker, wangen en bovenhoofd geel. Ze hebben een typische grijsblauwe streep achter het oog die zich rond de gele wangen voortzet en op het achterhoofd en de nek geleidelijk overgaat naar groen met een grijze waas. De rest van het voor- en onderlichaam is grijsgroen met duidelijk gele waas. De vleugels zijn eveneens grijsgroen. Onderrug en stuit zijn duidelijk donker kobaltblauw, net als de vleugelrand. Staartpennen zijn groen, de onder-staartdekveren zijn eerder geelgroen. Poten en nagels zijn hoornkleurig. De snavel is hoornkleurig met een typische don-kere vlek.Bij de pop zijn de blauwe veervelden heel wat lichter gekleurd dan bij de man. En de onderkant van het lichaam is minder fel en grijzer gekleurd.

Mannetje Forpus xanthops H.Schipper Pop Forpus xanthops H.Schipper

Page 7: VOGELVREUGD

204 205

den Amerika. Later volgden nog veel meer rei-zen naar deze streken.

In 1871 werd hij de eerste uitgever van het orni-thologisch magazine 'The Ibis', het blad van de British Ornithologists’ Union. Dit is tot op de dag van vandaag één van de meest toonaangevende ornithologische bladen. Tot aan zijn overlijden in 1898 was Salvin secretaris van deze British Ornithologists’ Union. Niet minder dan 234 vogelsoorten werden door hem, als of niet samen met P. L. Sclater en F.D. Godman benoemd.

Het was in Novitates Zoologicae dat we de eer-ste beschrijving van Forpus xanthops vinden. Deze Novitates Zoologicae werd tussen 1894 en 1948 uit gebracht door wat toen het Tring Museum was (nu de ornithologische collectie van het British Natural History Museum) en bevatte alle nieuwigheden uit de collectie. Hij beschreef deze nieuwe soort onder de naam Psittacula xanthops. De naam xanthops verwijst naar het Griekse xanthos wat geel en õps wat gezicht – oog betekent. Een duidelijke verwijzing naar het gele masker bij deze soort.

De beschrijving zelf is degelijk uitgebreid en van de nieuwe soort werd tegelijk een tekening gepubliceerd. De beschrijving was, zoals het toen voorzien was, grotendeels in het Latijn, maar de auteur voegde er toch nog een lijntje in het Engels aan toe. Daarbij noteerde hij dat de vogels welke gebruikt werden voor de beschrij-ving afkomstig waren uit de buurt van Huamachuco in Peru. Verder schrijft hij en ik geef een vrije vertaling: “Mr. Baron heeft ons meerdere exemplaren van deze mooie Psittacula gestuurd. Deze verschilt sterk van alle andere eerder beschreven soorten. De meest vergelijk-bare soort is Psittacula coelestis (= Forpus coe-lestis) maar deze nieuwe soort is veel groter en heeft een grotere snavel. Het hoofd en de wan-gen zijn veel geler en er is amper blauw achter het oog en op de nek”.Tot daar einde citaat.

Ik vermoed dat hij met Mr. Baron eigenlijk Lionel Walter Rothschild de 2e Baron van Rothschild (1868 – 1937) bedoelde. Deze Britse aristocraat ondernam gedurende zijn leven heel wat reizen naar nieuwe gebieden en verzamelde daarbij heel wat dieren. Hij opende in 1892 het Rothschild museum dat toen één van de groot-ste collecties ter wereld had. Ondanks dat hij als vrijgezel enorm van het leven genoot was Rothschild in 1932 toch gedwongen een groot deel van zijn collectie vogels te verkopen aan het American Museum of Natural History wegens 'chantage' van één van zijn minnaressen. Van tegenslag gesproken.

In 1937 klasseerde Peters deze soort in zijn checklist als ondersoort van Forpus coelestis en

het werd dus bijgevolg Forpus coelestis xan-thops (Peters, 1937). In 1980 werd Forpus coe-lestis terug als een zelfstandig soort beschouwd door Howard en Moore (Howard & Moore, 1980), een standpunt dat recent door het gene-tisch onderzoek van Smith et al. nog eens bevestigd wordt (Smith, Ribas, Whitney, HernÁndez-baÑos, & Klicka, 2013). Forpus xan-thops is wel verwant aan Forpus coelestis maar enkel door het feit dat ze ooit éénzelfde voorou-der hadden. Uit deze voorouder zijn dan uitein-delijk Forpus coelestis, Forpus conspicillatus en Forpus xanthops ontwikkeld.

Eerste beschrijving Forpus xanthopsHet was de Britse zoöloog Osbert Salvin (1835-1898) welke in 1995 deze soort als eerste beschreef en benoemde. Al vlug na zijn studies ondernam Salvin zijn eerste wetenschappelijke expedities in noord en midden Afrika. Kort daar-op ging hij voor het eerst op expeditie naar mid-

Mannetje H.Branje

Forpus xanthops in avicultuurZoals reeds aangegeven in het begin van dit artikel is deze soort in de wildbaan heel erg bedreigd. In avicultuur zijn gelukkig nog verschil-lende raszuivere vogels beschikbaar. Het is vol-gens mij dan ook uit den boze om nog vogels uit de wildbaan te (willen) halen. Ik denk dat de serieuze liefhebber in avicultuur hier zeker zijn steentje kan bijdragen door meerdere en vooral onverwante bloedlijnen op te zetten ten einde zo deze soort te behouden voor het nageslacht. Ik geef toe een niet zo eenvoudige opdracht, maar door deze uitdaging zullen we de serieuze avi-culturist van de amateurs kunnen onderschei-den. Enkel op die manier kunnen we bijdragen aan de bescherming en het voortbestaan van deze prachtig Forpus.

Literatuur: Begazo, A. (1987). La comercializacion de ani-males silvetres vivos en Lima con emphasis en el Mercado Central. Tesis para optar el titulo de Ingeniero Forestal. Lima, Peru.Begazo, A. J. (1996). Ecology and conservation of the the Yellow-faced Parrotlet Forpus xan-thops. Cotinga, 6, 20–23.Del Hoyo, J., Elliott, A., Sargatal, J., & Cabot, J. (1997). Handbook of the birds of the world (Vol. 4).Forshaw, J. M., & Knight, F. (2006). Parrots of the world: an identification guide. Princeton University Press.Gastañaga, M., Macleod, R., Hennessey, B., Núñez, J. U., Puse, E., Arrascue, A., … Engblom, G. (2011). A study of the parrot trade in Peru and the potential importance of internal trade for threatened species. Bird Conservation International, 21(01), 76–85. doi:10.1017/S0959270910000249Howard, R., & Moore, A. (1980). A complete checklist of the birds of the world. Academic Press Ltd. Geraadpleegd van http://www.cabdi-rect.org/abstracts/19910506948.htmlPeters, J. L. (1937). Peters’s’ Check-List of Birds of the World’ (Vol. 3). Harvard University Press.Riveros Salcedo, J. C., Sanchez, S. & Ascensios, V. D. (1991) Distributio and status del Pachalore Forpus xanthops. Resumenes del IV congreso de Ornitologia Tropical, 3-9 de Noviembre 1991. Quito, Ecuador.

Smith, B. T., Ribas, C. C., Whitney, B. M., HernÁndez-baÑos, B. E., & Klicka, J. (2013). Identifying biases at different spatial and tempo-ral scales of diversification: a case study in the Neotropical parrotlet genus Forpus. Molecular ecology, 22(2), 483–494.www.birdlife.org. (2014, januari 30). Birdlife International.

Wordt vervolgd, Dirk van den Abeele

Mannetje, van rugzijde bezien H.Schipper

Kwaliteitskooien voor een betaalbare prijs!

www.houtenkweekkooien.nlOok voor uw vogelvoer en benodigdheden

-Apeldoorn-

WWW.HOUTENKWEEKKOOIEN.NL

Page 8: VOGELVREUGD

206 207

EUROPESE VOGELS

Al 10.000 jaar, sinds de mens begon te bedrijven, is de veldleeuwerik met groot succes vanuit de steppen het open cultuurland binnengedrongen. In principe kan alle open-landschap als broedplaats dienen. De voorkeur gaat uit naar grasland,heide en akkers.

DE VELDLEEUWERIK

AlgemeenStatus in Nederland: broedvogel, wintergast en doortrekker.Familie: Alaudidae.Geslacht: Alauda LinnaeusLatijnse naam: Alauda arvensisNederlands: VeldleeuwerikDuits: FeldlercheEngels: Sky LarkFrans: Aloutte de champsLengte: 18 cmVleugellengte: 11 cmGewicht: 40 gram

Verspreiding: Behalve in Europa in Azië tot Noordoost Siberië en Japan en Noordwest Afri-ka. Ondersoorten: De grote geografische versprei-ding van de veldleeuwerik heeft er toe geleid dat er een aantal ondersoorten zijn ontstaan.De Alauda arvensis komt in geheel Europa voor met uitzondering van Spanje en Portugal. De Alauda arvensis sierrae Weigold komt voor in Spanje en Portugal. De Alauda arvensis canta-rella Bonaparte komt voor in de Balkan, Oekra-

ine de Krim en de Kaukasus. Kenmerken. De bovenzijde van de veldleeuwerik is aardbruin met donkere lengtestrepen. De onderzijde is lichtbruin tot vuilwit. De kop en de flanken zijn lichter bestreept dan de rug. De kleine kuif valt niet altijd op maar is zeker aanwezig. De bui-tenste staartveren van de vrij lange staart zijn wit met een bruinachtige zoom. Het jeugdkleed lijkt op dat van de volwassen vogels. Alleen is de rug en kop minder duidelijk bestreept. De lichte tussenveervelden van de volwassen vogels ont-breken bij de jongen zodat deze op de kop en de rug bij deze meer gevlekt zijn in plaats van bestreept.

Trend en aantal.De veldleeuwerik was in de jaren zeventig van de vorige eeuw één van de meest verspreide broed-vogels van ons land, en na de merel en de huis-mus ook de talrijkste. Wie had kunnen bedenken dat amper 25 jaar later deze zomerse zangvir-tuoos op de rode lijst van broedvogels zou be-landen? De afname in deze periode bedraagt meer dan 90 %. Intensivering van de landbouw

en verandering van de duin- en heidevegetatie zijn zeer nadelig voor de veldleeuweriken. In de periode 1970 tot 1975 broeden er nog 750.000 paren in Nederland. In 2002 werden nog slechts 50.000 paren vastgesteld.

Leefwijze/voorkomen.Al 10.000 jaar, sinds de mens akkerbouw begon te bedrijven, is de veldleeuwerik met groot suc-ces vanuit de steppen het open cultuurland bin-nengedrongen. In principe kan alle open land-schap als broedplaats dienen. De voorkeur gaat uit naar grasland, heide en akkers.Het aantal paar per oppervlakte eenheid is vrijwel volledig afhankelijk van de mate van openheid van het broedgebied. Hoe opener, des te talrijker de veldleeuwerik is. Kleinschalig coulissenland-schap telt geen of zeer weinig veldleeuweriken. De bodemvochtigheid lijkt, in tegenstelling met veel andere in weidelandschap broedende vo-gels, van geen of minder belang. We kunnen legsels dan ook vinden op zowel zeer natte als zeer droge ondergrond.

De veldleeuwerik heeft een lang broedseizoen. Dit begint in april en tot eind juli kunnen we nes-ten met eieren of jongen vinden. Het nest ligt in een klein kuiltje in de grond. Vaak beschut door een graspol. Het nest is een slordig bouwsel wat bestaat uit gras en soms wat haar of enkele steentjes. Drie broedsels zijn normaal. Er wor-den drie tot vijf eieren gelegd. Deze zijn buikig, glad en tamelijk glanzend. De kleur is grijsach-tig-wit of geelbruin tot groenachtig getint. Ze zijn 23,8 x 17,1 mm groot. De broedduur bedraagt twaalf dagen De jongen zijn donzige nestblijvers. Aan de bo-venzijde is dit dons lang en dicht en aan de on-derkant schaars. De kleur van dit dons is geel-bruinachtig. De binnenzijde van de bek Is dof geel met drie vlekjes, één aan de punt van de tong en twee aan de basis. De snavelranden zijn wit.

De jongen worden door beide ouders gevoerd en verlaten al na acht dagen het nest en ver-spreiden zich in de omgeving ervan; op deze wijze wordt het risico van predatie verkleind. De jongen kunnen dan nog niet vliegen. De jongen drukken zich bij gevaar. Uit onderzoek is geble-ken dat het aantal broedsels naar geschiktheid van het broedterrein oploopt. Op heidevelden en extensief beheerd grasland wordt gemiddeld drie keer per paar genesteld, op akkerland één of twee keer. Het broedsucces van op akkers broe-dende veldleeuweriken ligt ook lager dan die welke op heide en grasland broeden. Door het

intensiever grondgebruik en de toepassing van bestrijdingsmiddelen is het niet meer dan logisch dat akkerland niet het meest geschilte broedbio-toop van de veldleeuwerik is.

In Nederland vinden we de hoogste bezetting per hectare, tot 54 paar per 100 ha, in vochtig en extensief gebruikte graslanden van de Eem-polders, de Alblasserwaard, het Groen Hart van Zuid Holland, de Zaanstreek en de weidegebie-den van Friesland.

Paul Oude Elferink Foto's Birdphoto.com

AFCON KUNSTSTOF-GAAS2 € 1,50 p/m

bestel via www.afcon.nl of tel.: 06-53 48 69 32

transparant/zwart kunststof gaas 13x132 2 nu aanbieding 13x13 in rollen van 25m of 50m

2nu € 1,00 p/m

Page 9: VOGELVREUGD

208 209

NaamgevingDe ‘officiele’ naam, geschilderde astrilde, wordt door de vogelliefhebbers die deze soort houden niet of nauwelijks gebruikt. Doorgaans noemt de liefheb-ber zelf hem bij z’n wetenschappelijke naam, name-lijk ‘emblema picta’.

Beschikbaarheid in avicultuurIn Nederland en België wordt deze soort volop gekweekt en ook op de verschillende vogelshows zijn er nog volop emblema picta’s te bewonderen.

SexenHet verschil tussen mannetje en popje is duidelijk te zien. Het mannetje heeft een helder rood gezicht, keel, buik en romp. Bij sommige mannetjes breidt het rood zich nog verder door in borst en buik. De rest van de buik is diep zwart van kleur. De flanken zijn zwart met flinke witte stippen; de vleugels zijn licht-bruin. De poppen laten over het geheel veel minder rood zien, ofschoon ze meer witte stippen hebben. In totaliteit zijn ze wat minder helder van kleur. Jonge vogels lijken op de pop en jonge mannetjes en pop-jes zijn nog niet van elkaar te onderscheiden.

MutatiesDe meest bekende is de gele mutatie waarbij de rode veervelden geel zijn. Ook zijn er, in Australië meldingen van geelbruine en bonte mutanten. Verder zijn er in Australië vogels (geweest) waarbij de zwarte veervelden vervangen waren door een zilverblauwe kleur.

VerspreidingDe emblema picta is een Australische prachtvink die daar in een groot gebied vóórkomt van het wes-ten van Queensland, het noorden van Zuid en Centraal Australië tot het westen van Australia. Ze leven daar in tamelijk onherbergzame rotsachtige gebieden die doorgaans begroeid zijn met spinifex. Hun relatief lange snavel wordt gebruikt om tussen de spinifex en de rotsen te zoeken naar zaden en in het zand levende insecten. De emblema’s hebben een snelle, golvende vlucht. De vogels vliegen doorgaans vrij dicht bij de grond.

VerdraagzaamheidGeschilderde astrildes zijn geen agressieve vogels en kunnen goed in gemengde gezelschappen gehouden worden. Ze kunnen het doorgaans goed vinden met kleinere soorten als blauwfazantjes, en St. Helena fazantjes. De ervaring is dat, wanneer ze samen met grotere soorten gehouden worden zoals diamantvinken en bandvinken, ze wat zenuwachti-ger gedrag gaan vertonen. Er zijn resultaten geboekt met koloniebroed; deze resultaten waren echter wisselend te noemen.

TROPISCHE VOGELS

Geschilderde astrildes zijn bij de meeste tropenliefhebbers doorgaans beter bekend onder hun Latijnse naam 'Emblema picta'. Geschilderde astrilden zijn prachtig gekleurde exoten die zeker een plaatsje verdienen bij de liefhebbers van Australische prachtvinken

EEN KLEURRIJKE UITDAGING

BroedwilligheidDe vogels behoren niet tot de gemakkelijkst te fokken soorten. Uiteraard heb je wat geluk nodig om een kop-pel te treffen dat het heel goed doet.

Waar op letten bij de aankoop?De vogels dienen gezond, rein en ongeschonden te zijn. Het beste kan men nieuwe aanwinsten enkele weken geïsoleerd huisvesten zodat men kan vaststel-len dat de vogels geen ziekten onder de leden heb-ben.

HuisvestingEmblema picta’s kunnen zowel in ruime broedkooien als in volières gehuisvest worden. Belangrijk is dat de bodem van het verblijf goed droog blijft. Dit met name omdat deze vogels veel op de bodem van kooi of volière foerageren. In de natuur zijn het immers vogels die hun voedsel met name op de bodem zoeken. Het zijn ook echte zonaanbidders en de liefhebber moet ze daar ook toe in de gelegenheid stellen bij het inrich-ten van kooi of volière.

Voeding buiten het broedseizoenBuiten het broedseizoen krijgen de vogels een goed, gevarieerd exotenvoer. ’n Paar keer per week kan men wat levend voer verstrekken in de vorm van meelwormen of maden. Ook kan men enkele keren per week wat groenvoer geven. Verder staat altijd grit, maagkiezel en houtskool ter beschikking.

Voeding tijdens en na het broedseizoenAls voorbereiding op het kweekseizoen ga ik andere zaden (extra nigerzaad, rode millet en wit en zwart slazaad) er bij geven en ook meer soorten levend voer verstrekken in een grotere variatie. De vogels krijgen elke dag wat levend voer verstrekt en wat groenvoer in de vorm van vogelmuur, distel, gekiemd millet, gras-zaden. Verder eivoer.

BroedseizoenAls nestmateriaal krijgen de vogels de beschikking over allerlei grassoorten in verschillende lengtes, kokosvezel en veertjes. Het nest wordt op allerlei plaatsen gebouwd, in struiken, in nestkastjes van allerlei soort en maat, in boompjes. Gebouwd wordt op lage of midden hoogte; normaal nooit hoog in kooi of volière. De binnenkamer wordt met zacht materiaal gestoffeerd. Doorgaans bestaat een legsel uit vier witte eitjes welke gedurende circa veertien dagen bebroed worden door beide oudervogels; alleen het popje broedt ’s nachts. Na zo’n drie weken verlaten de jonge vogels het nest; wanneer ze het nest verlaten kunnen ze al vrij goed vliegen. Het mannetje blijft de jongen nog een tijdje voeren terwijl de pop weer bezig is het nest in orde te maken voor een volgende ronde. Het beste kan men de jongen niet te vlug bij de ouder-vogels weg halen; de oudervogels hebben geen last van de jonge vogels en omgekeerd is het mannetje niet vervelend tegenover wat oudere jongen die nog bij de ouders in kooi of volière gehuisvest blijven.

Rechts: opnames, gemaakt in Australië Keasey

'De Vogelwereld' A.O.B. Het beste ornithologisch maandbladIedere maand 48 tot 64 bladzijden A4 formaat boordevol teksten en kleurenfoto's van de betere schrijvers en topfotografen. Een jaarlijks abonnement loopt van januari tot decem-ber. Stort 50 euro op onze Belgische rekening 22 0000 8635 4147 van 'De Vogelwereld'1190 Brussel met vermelding van naam en adres. Verdere info en digitaal proefnummer:José Delfosse, Avenue des Champs Clairs te 1420 Ophain.E-mail: [email protected]

Page 10: VOGELVREUGD

210 211

Koppeltje Geschilderde astrildes (links pop, rechts man) H.Bielfeld

Wanneer men in vogelliefhebberskringen spreekt over onkruiden, bessen en insecten, denkt bijna iedereen dat dit een aangelegenheid is voor liefhebbers van Europese vogels. Nochtans zijn bijna alle vogels verzot op deze lekkere dingen die de natuur hen biedt. En niet alleen Europese, maar ook vele exotische vogels en niet in het minst parkieten, duiven en hoenderachtigen

ONKRUIDEN

ONKRUIDEN

KLEIN KRUISKRUIDFamilie: Composieten

Wetenschappelijk: Senecio vulgarisEngels: Common GroundselDuits: Gewöhnliches KreuzkrautFrans: Sénecon vulgare

Vindplaats: Klein kruiskruid kan men zowat overal aantreffen; het heeft een voorkeur voor bewerkte grond, tuinen, bermen en stortplaatsen.

Uitzicht: Kruiskruid is goed bekend bij de vogellief-hebbers, ook al omdat iedereen die over een tuintje beschikt het er vroeg of laat tóch in aantreft met zijn kleine gele bloempjes. Het is ook een hardnekkig kruid omdat een plant duizenden zaadjes oplevert. Klein kruiskruid haalt een hoogte tussen de 10 en 40 cm. Er zijn verschillende soorten kruiskruid; alle-maal hebben ze gele bloemetjes met zeer veel kleine zaadjes er in. Ook in de natuur ziet men vaak vogels op kruiskruid.

Bloeitijd: Kruiskruid kan men bijna het hele jaar door vinden van maart tot november, maar met een piek van maart tot juli.

Oogst: Als men kruiskruid gaat plukken om onmid-dellijk aan de vogels te geven kan men het beste de plant met sruik en al uittrekken en deze in de volière plaatsen in een pot van 20 cm hoogte, voor 'n kwart gevuld met water. Het voordeel is dat de plant niet vlug verwelkt en dat de bloemen na enkele dagen rijp zijn. Wanneer er maar weinig aanbod is kan men al-leen de rijpende bloemphoofdjes plukken; op die ma-nier kan een plant duizenden zaadjes voortbrengen.

Welke vogels: Vooral groenvinken, maar ook goud-vinken, distelvinken, sijzen, barmsijzen, kneuters, fraters, cini's, edelzangers, prachtvinken, kardinalen, appelvinken, meesgoudvinken, saffraanvinken, par-kieten (vooral neophema's).

Bijzonderheden: Stengels en bladeren zijn giftig, maar deze smaken zó bitter dat geen enkele vogel er aan zal pikken. Voor hoenderachtigen die geruime tijd geen groenvoer gekregen hebben, zou het wel kun-nen dat deze er zouden in pikken wat braken kan veroorzaken. Pas wanneer ze er veel van zouden eten, kan het gevaarlijk worden. Maar door de bittere smaak krijgen de vogels het gewoon niet binnen.

Alois van Mingeroet

BaltsgedragIn het wild wordt op de bodem gepaard; in avicultuur wordt ook wel waargenomen dat de vogels op een tak of zitstok paren. De balts vindt in principe op de grond plaats. Wanneer de vogels elkaar op de bodem bena-deren bewegen ze heel druk, zowel man als pop, met de staart op en neer. Bij dit elkaar benaderen nemen ze stukjes steen, takjes, grashalmen, strootjes of iets dergelijks van de grond op. Wanneer de vogels elkaar heel dicht benaderd zijn, begint het mannetje met gesloten snavel te zin-gen waarbij het zich hoog op de po-tjes opricht en de veren van kop en buik opzet en de rode veervelden duidelijk zichtbaar worden. Soms hupt hij, zoals veel prachtvinksoorten doen, op en neer.

LevensverwachtingWaar geschilderde astrilden ooit mee te kampen krijgen zijn kleine zweer-tjes aan tenen, poten en ogen ten gevolge van muggenbeten. Regelmatig dienen de vogels ont-wormd te worden en gekuurd tegen coccidiose. Dit is logisch omdat de vogels nu eenmaal veel op de bodem van kooi en volière foerageren en daar natuurlijk eerder besmet kunnen worden dan wanneer ze nooit op de grond komen.

TentoonstellingEen Geschilderde astrilde in goede conditie is een plaatje en zal op een vogelshow zeker hoge ogen gooien. Uiteraard dient de bevedering in orde te zijn, de vleugelpennen compleet. De vogels zijn vrij rustig van aard hetgeen een goede uitstraling in de tentoonstellingskooi ten goede komt. In Nederland worden de vogels nog redelijk vaak ingezonden.

ResumerendGeschilderde astrilden zijn zonaan-bidders en kunnen slecht tegen een vochtig, koud verblijf.Het zijn rustige vogels die goed in een gezelschapsvoliere gehouden kunnen worden.

Literatuur: G.Johnson, Australian Birdkeeper; Th.Vriends

C.de Bruin

Pop geschilderde astrilde P.v.d.Hooven

voer naar mijn hart

Garvo bv Drempt telefoon +31 (0)313 47 23 21 e-mail [email protected]

feed to my heart’s delight Futter nach m

einem Herzen une nourriture du cœ

ur au ventre

Garvo heeft een ruim assortiment aan vogelvoeders. Te verkrijgen bij uw dealer in de buurt.

bezoek ook onze website en facebook. www.garvo.nl

GARVO

Page 11: VOGELVREUGD

Na wat met liefhebbers en kweker gesproken te hebben, vernam ik ook dat sommige poppen van het blauwkroontje (Loriculus galgulus) ook een eenvoudig nest maken met bij-voorbeeld aangeboden blaad-jes en wat kleine takjes. Dit blijkt doorgaans zeer beperkt, maar de gedachte is er wel.

Een bevriende kweker van Pyrrhura's toonde me tijdens een bezoekje enkele nestblok-ken van verschillende soorten uit dit geslacht, en het was zeer opvallend dat de vogels ook verschillende materialen aan-voerden richting de nestkast. Het betrof hier in hoofdzaak veren. Mijn reactie was dat die waarschijnlijk wel uitgevallen waren in de nestblokken, maar als je bij een koppel Pyrrhura perlata een staartveer in het blok aantreft van een naburig gehuisvest koppel Pyrrhura cruentata, dan zal het wel aan-gevoerd zijn. Bouwen deze vo-gels een “nest”? Of hebben ze gewoon oog voor een kleurrijk interieur?

Uit eigen ervaring heb ik on-dervonden dat ook sommige soorten kaketoes, zoals de roze kaketoe (Eolophus ros-eicapillus) nestbouw kent. De mannen zijn als aanloop van de kweekperiode druk in de weer om allerhande nestmate-riaal richting de nestkast of het blok te slepen. Bij het schoon maken van een broedblok van een koppel ka-ketoes trof ik naast uiteraard

om zoveel takjes rond je te hebben! Ze kleden de door de wevers gemaakte nesten nog verder aan met eigen materiaal aan de binnenzijde van de nestholte.

De meeste soorten papegaaiachtigen nemen graag genoegen met een bodem van wat spaan-dertjes, vermolmd hout of houtkrullen. Zelf gebruik ik in mijn nestblokken hennepspaander.Wellicht is het meest bekende voorbeeld van krom-snavels die een nest bouwen wel de monniks- of muisparkiet (Myiopsitta monachus). Zij staan erom bekend gigantische nesten te bouwen, welke vrij-staand gemaakt worden, en niet in een boomholte.Doorgaans zijn het kolonienesten, met andere woorden, er wordt gebroed met meerdere paren samen, zodat de nesten soms gigantische omtrek-ken bereiken. Ze gebruiken voor de nestbouw tak-jes, welke ze tot een groot geheel met een nestka-mer samenvoegen.In de volière kan hiervoor een eenvoudige U-vor-mige constructie voorzien worden een de boven-zijde van het verblijf. Ze zullen al gauw overgaan tot het aanbrengen van nestmateriaal op de door de verzorger voorziene plek.

Verschillende soorten agaporniden maken ook nesten. Weliswaar in een nestkast (of nestholte). Ze verzamelen geschikt nestmateriaal en voeren het afhankelijk van de soort in de snavel (o.a. Agapornis personatus) of tussen de stuitveren (Agapornis roseicollis) aan richting het nest. Als de vogels voldoende materiaal aangeboden wordt (takjes, blad, trosgierst, enz enz) kunnen het vrij mooie gesloten nesten worden in het broedblok.Het aanbieden van dit nestmateriaal is op zich belangrijk voor de kweek op gang te brengen en niet onbelangrijk. Door verse takken aan te bieden, brengen de ouders verse schors naar het nest wat voor een goede vochtigheid zorgt in de nestholte.In de natuur broedt de perzikkopagapornis (Aga-pornis roseicollis) vaak in de nesten van de kolo-niewever (Philetairus socius), dit moet voor een nestbouwende soort werkelijk een natte droom zijn

PAPEGAAIACHTIGEN

Er wordt vaak gezegd dat papegaaien geen nesten maken. Deels klopt dit ook wel, maar er zijn uiteraard uitzonderingen. Want zonder uitzonderingen, geen regel.

NESTBOUW BIJ PAPEGAAIEN

212 213

libe: agapornis fischeri; rbe agapornis roseicollis lbe: nest ag.roseicollis; rbe blauwkroontje; rbo Rosé kaketoe

Volièrebouw NederlandOnze specialiteit is topkwaliteit

Vierkant achter kwaliteitin dierenverblijven

www.volierebouw.com

Adv Voliere 92,5x 136_Opmaak 1 19-12-14 08:05 Pagina 1

Page 12: VOGELVREUGD

214 215

veel takjes en takken ook bladeren, steentjes, stuk-ken van sepiaschelpen, veren, een dennenappel en wat onherkenbare plantendelen aan.Bij mijn vogels is het enkel de man die de nestbouw voor zijn rekening neemt.Bij het aanbieden van verse takken wordt er gelijk aan de schors geknaagd en deze wordt, samen met dun-nere takjes door de man richting het blok gebracht. Mooi is dat hij zich soms misrekent qua grootte en dan zie je hem aan de nestopening komen met een tak van pak weg 35 cm. Na herhaaldelijke pogingen om deze er in te krijgen lukt het hem doorgaans toch.Achteraf is er van een tak van dat formaat weinig te-rug te vinden in het blok, wat erop wijst dat de man (en misschien ook de pop) in het blok het nestmateri-aal in kleinere delen versnipperen.

Zeker eens de moeite om bij uw eigen vogels te kij-ken wat u eventueel in de blokken kan vinden...

Tekst en foto's: Nico Rosseel

Boven: muisparkieten; rechts van boven naar beneden: Twee keer muisparkiet; Republikeinwever, nest rosé kaketoe

INSECTENETENDE VOGELSRené Kleine Vogels: Europese blauwstaart (Tarsiger cyanurus); a. Buiten broedseizoen goed gevoerde meelwor-men die voorzien werden van een laagje Avian B forte en één keer per week vitamine AD over de meelwormen). Daarnaast wat vlierbessen uit de diepvries.b. Tijdens kweek: sporadisch een paar witte meel-wormen; vooral levende buffalowormen en elke dag tien krekels (maat vier) die ook wat bestrooid worden. met Trio-Vit of Nutriboost.

Jan Ewals Venray Vogels: nachtegaal, zwarte roodstaart, blauwborst, - Het basisrantsoen bestaat uit een mengsel van 50% universeelvoer (orlux insectenpaté) en 50% gekookte eieren met daarnaast dagelijks diepvries buffalowormen en pinkies.- Enkele dagen voor de verwachte uitkomstdatum wordt begonnen met het voeren van levende buf-falowormen. De eerste drie tot vijf dagen na uit-komst van de eieren krijgen de vogels een meng-sel van diepgevroren pinkies en diepgevroren insecten uit een ‘insectenvanger’ - Wanneer de jongen zo’n vier tot vijf dagen oud zijn wordt overgeschakeld op levende pinkies en buffalowormen totdat de jongen zelfstandig zijn. Lou Megens WaalreVogels: nachtegaal, kleine zwartkop, kleine kare-kiet, blauwborst.Eigen voer: gekookte eieren, beschuitmeel en aangevuld met Aves of Breedmax. Dit mengsel wordt aangevuld met pinkies, buffalowormjes, meelwormen en geknipte wasmotlarven.Ook in de winter krijgen de vogels elke dag levend voer. In de broedperiode wordt aan bovenstaand mengsel nog gemalen eendenkorrel van Lundi toegevoegd. Dit voer bevat nogal wat vismeel, een uitstekende bron van goed verteerbare eiwitten voor de vogels).

Ton Bouten GrubbenvorstVogels: Japanse roodborst, Siberische blauwe nachtegaal, zilveroor nachtegaal, zwartwang-specht, kleine bonte specht, blauwe gaai, grote fiskaal, sialia,

Alle vogels krijgen een mengsel van universeel-voer, buffalowormpjes, pinkies en meelwormen.

Jan Kleintiesink EmmenVogels: kuifmees, draaihals, boerenzwaluw, tapuit, roodborsttapuit, kleine bonte specht, middelste bonte specht, pestvogel, azuurmees.De basisvoeding wordt gevormd door verse meel-wormen; deze meelwormen worden gehouden op zemelen die bevochtigd zijn met water waaraan vloeibare vitaminen zijn toegevoegd; de meelwor-men eten de zemelen op met daarbij de vitamines. Op die manier krijgen de vogels die vervolgens die meelworm opeten, ook extra vitamines binnen.

VOEDING

VOGELVOEDING 4Vogels vind je overal: in oerwouden, in bossen, in woestijnen, boven zeeën enzovoort. Vogels kunnen zich aan de meest uiteenlopende milieus aanpassen. Om dat te kunnen moeten ze zich ook kunnen aanpassen aan de meest verschillende voedselbronnen. In avicultuur worden al die verschillende soorten vogels gehouden. Vogels die met name =leven van vruchten, insecten, zaden, vlees etc. In een aantal artikelen wordt per 'voedselspecialisatie' aangegeven hoe vogelliefhebbers succesvol hun vogels voeren en tot broeden brengen. In dit artikel wordt aangegeven hoe diverse liefhebbers hun insectenetende vogels succesvol voeren en tot broeden weten te brengen.

Middelste bonte specht H.Branje

Page 13: VOGELVREUGD

216 217

Daarnaast, met name wanneer er jongen zijn, krij-gen de vogels ingevroren pinkies en buffalowor-men en gemalen pinkies en buffalowormen (ook uit de diepvries). De in te vriezen insecten worden ingevroren in kleine porties in doorzichtige plastic bakjes uit de frituur). ’s Morgens worden de plastic bakjes uit de diepvries gehaald en in de volières geplaatst. De vogels pikken de stukjes insect uit het bakje en slikken ze meteen door. Op heel warme dagen worden er kleinere porties verstrekt en wordt er in de loop van de dag opnieuw gevoerd zodat het dierlijk voedsel niet kan bederven.De eerste dagen na uitkomen worden ook levende ‘micromeelwormpjes’ gevoerd; deze zijn ongeveer tien keer zo klein als buffalowormpjes. Verschillende soorten, bijvoorbeeld kuifmezen, zijn dol op deze kleine, wriemelende insecten.De levende insecten, maar ook de diepgevroren insecten, worden gemengd onder Avian handop-fok. Voordeel van dit handopfokvoer is dat het niet bederft bij warm weer. Het product blijft goed plak-ken aan de insecten zodat de vogels dit uitste-kende voer ook aan hun jongen voeren wanneer ze de insecten uit het plastic schaaltje pikken.

René Rousseau te LanakenVogels: leeuweriken, bijeneters, ortolanen, hop-pen, heggenmussen, roodborstjes - Mengsel van 1 kilo meelwormen, 0.5 liter diep-vries pinkies, 0.5 liter diepvries buffalowormpjes, 50 gram diepvries wasmotten, 100 gram diepvries krekels, 100 gram levende moriowormen, 100 gram levende buffalowormen. - Ortolanen hiernaast nog universeelvoer en een zadenmengeling- Levende insecten worden ‘gevoerd’ met opfok-meel, universeelvoer en spirulina. Ook wordt er

gistocal over de voedingsbodem gestrooid. Op deze manier komen verschillende producten via de wormen in de maagjes van de vogels terecht. Op verschillende plaatsen in de volière wordt over-rijp fruit (met name bananen en meloenen) gelegd: heel aantrekkelijk voor fruitvliegjes.

Rinus v.d.Heuvel OirschotVogels: lijsterachtigenLijsters: universeelvoer (een mengsel van drie merken); wanneer de lijsters jongen hebben krij-gen ze de eerste vijf dagen miereneitjes, pinkies en buffalowormpjes; daarna wordt overgeschakeld op regenwormen. Om een nest lijsters groot te brengen hebben de oudervogels zo’n vier kilo regenwormen nodig! Schamalijsters krijgen ook levende buffalowormen.

Gerard vd.AkkerVogels: schamalijsters, veldleeuweriken, geelgor-zen, rode kardinalen, Europese kwartels.- Mager rundergehakt - Blok in stukjes van 1.5 cm snijden; voorzichtig de stukjes uit elkaar rafelen; je krijgt zo mooie, op wormpjes lijkende stukjes vlees. - Om het zo vers mogelijk te houden wordt het ingevroren; kort voor gebruik ontdooien en uit elkaar rafelen zodat er weer wormpjes ontstaan.

Wordt vervolgd, Henk Branje

Bijeneter H.Branje

VOEDSELDIERENMEELWORMENDe meelworm is de larve van de Meeltor Tenebrio molitor, uit de familie van de zwartlijvigen. In de natuur leeft hij van vermolmd hout maar ook van tarwemeel. Hij is daarom een plaag voor graan- en meelverwerkende bedrijven. Hij komt in de hele wereld voor en leeft op koele, donkere plekken. Vaak in voedselvoorraden zoals graan die ze dan bevuilen. De meeltor legt in een aantal maanden 100 tot 300 eitjes van 1 ½ mm. lang. Ze zijn zeer kleverig, waardoor er materiaal uit de omgeving aan blijft plakken. Op deze manier zijn de eitjes goed gecamoufleerd. Na een week komen de 2mm lange larven uit. Meelwormen vervellen meerdere malen, omdat ze alleen direct na het vervellen kunnen groeien. Dit gaat door tot ze ongeveer 4 cm lang zijn. De huid van de meel-worm bestaat uit chitine en is net na het vervellen wit en nog erg zacht. Op dit moment kunnen ze het beste aan de vogels worden gegeven omdat ze dan makkelijker te verteren zijn dan uitgeharde exemplaren. De meeltorpop is het derde stadium van deze diertjes en verpopt zich na 2 á 3 weken tot een zwart kevertje van 10 tot 18 mm. groot. Hij vliegt zelden en heeft harde schilden. De wormen worden verkocht met een lengte van 1 klein,2 mid-del en groot 4 tot 5 cm.

Zelf kweken gaat gemakkelijk in een mengsel van meel en Brinta. Ze hebben ook vocht nodig wat ze vinden in groenten en fruit, zoals een klein gesne-den appel en wortel. Een temperatuur van 25 gra-den is hiervoor ideaal. Een hogere temperatuur verdragen ze slecht, en bij een lagere temperatuur vertraagt de stofwisseling. Als ze langere tijd bewaard moeten worden kunnen ze het beste in de koelkast gezet worden. Bij de opkweek moeten de verschillende stadia apart gehouden worden, omdat de wormen het liefst eitjes eten en de torren de eitjes en poppen.

De meelworm is erg vet en bevat weinig essentiële voedingsstoffen, hij is daarom als voedseldier voor de meeste vogels en terrariumdieren niet zo geschikt. Veel vogelhouders knippen de meelworm met de bruine harde chitine huid in kleine stukjes of knippen de kop eraf. Zo kunnen vogels de worm als het ware met de snavel uitknijpen, de harde, slecht verteerbare chitine huid blijft dan over. Een levend gegeten worm kan in het vogellichaam nog bijten, en zo de krop, maag en darmen beschadigen. De meeltor wordt niet gebruikt als voedseldier.

BUFFALOWORMENDit is de larve van de Buffalotor, Alphitobius diaperi-nus welke ook tot de familie van de zwartlijvigen hoort. De tor is aanzienlijk kleiner dan de Meeltor. Hij komt in de natuur voor in Zuid Europa en tropische gebieden overal in de wereld. Zij leven vooral van micro organismen die voorkomen in kadavers van dieren, rottende boomstammen, maar ook in gra-nen. Ze hebben een zelfde cyclus als de meeltor, maar deze duurt korter. Het eiwitgehalte van de wormen is hoog en het vetgehalte laag. Ze hebben een notensmaak en kleine vogels zijn er gek op. Ze zijn ook beter verteerbaar dan de meelworm omdat de chitine huid minder hard is. De wormen geven veel warmte af. Wanneer ze zelf worden gekweekt kan er daardoor snel meelmijt en schimmel ontstaan. Ze moeten daarom altijd koel, droog en goed geventileerd worden bewaard. De wormen zijn ook ingevroren te koop. Het voordeel is dat ze goed zijn te doseren, ze lopen niet door het hok en het is hygiënischer. Voor het invriezen krijgen ze een speciale behandeling zodat ze bacterie vrij zijn, de restfractie valt ruim onder de normen die gelden voor dierlijke voeding. Daarna worden ze op een juiste manier ingevroren.In de pluimvee industrie is de Buffalotor ook bekend onder de naam Tempexkever. De ontsnapte exem-plaren vermeerderen zich snel tot een ware plaag en tasten de isolatie van de stallen aan. Het laat zich raden wat er gebeurt wanneer ze in vogelnesten terecht komen.

Meelwormen Buffalowormen Geelgors H.Branje

Page 14: VOGELVREUGD

218 219

Daarnaast willen de leden van de Technische Commissie hier indirect mee bewerkstelligen dat gefriseerde vogels in zijn algemeenheid meer door liefhebbers gehouden en gekweekt worden, zodat de gemiddelde kwaliteit van alle gefriseeerde vogels omhoog gebracht kan worden.

Tijdens genoemde Technische Dag werden acht gefriseerde kanarierassen besproken aan de hand van 26 aanwezige vogels. De aanwezige rassen waren: AGI, Parijse Frisé, Padovan, Mehringer, Fiorino, Makige, Melado en Zuid Hollandse Frisé.Door de leden van de Technische Commissie werd tijdens deze Technische Dag nogmaals benadrukt dat het zeker bij gefriseerde vogels van belang is om de keuring en beoordeling met een positieve insteek te verrichten. Bij elke gefriseerde kanarie zijn dusdanig veel onderdelen aanwezig, die gemakkelijk tot strafpunten kunnen leiden, dat de kans niet denkbeeldig is dat een redelijk goede vogel volledig weggeschreven kan worden. Dit is uiteraard niet de bedoeling. De insteek voor de keurmeesters is dat zij een gefriseerde kanarie beoordelen op de aanwezigheid van de gefriseerde veervelden (en bij een aantal rassen de glad beve-derde veervelden). Daarnaast dient het totaalbeeld van de vogel beoordeeld te worden. Ontbrekende en/ of sterk asymmetrische veervelden kunnen lei-den tot vermindering van het aantal toe te kennen punten. Goed ontwikkelde veervelden verdienen echter een extra punt, zodat de beste vogels uiter-aard ook de hoogste punten verdienen en ontvan-gen.De aanwezige rassen werden steeds door één van de keurmeesters besproken, waardoor binnen de groep van postuurkeurmeesters levendige discus-sies ontstonden, welke uiteindelijk dienen te leiden tot meer uniformiteit in de beoordeling van de gefri-seerde kanaries.Hieronder volgt in het kort de belangrijkste zaken van de besproken rassen. Voor meer details wordt u verwezen naar de website van onze bond, waar de complete standaardeisen vermeld staan.

Zuid Hollandse Frisé, Fiorino en Melado:Deze rassen dienen gefriseerde veren te vertonen op de rug (mantel), borst en flanken. De frisé- veren dienen veel volume te bevatten en zo symmetrisch mogelijk gevormd te zijn. De mantel dient een rechte scheiding over het midden van de rug te heb-ben, waarbij de veren naar de zijkant krullen. Deze krulling dient zich over zo’n 2/3 deel van de rug uit

te strekken. De borstkrulveren dienen vanuit de zij-kanten naar binnen toe te krullen waarbij zij een “mandje” midden voor de borst vormen. De flank-krulveren dienen ruim aanwezig te zijn, waarbij zij van beneden naar boven toe moeten krullen.De kop, hals en buik dienen volledig glad bevederd te zijn.De Zuid Hollandse frisé dient een houding in de vorm van “7” aan te nemen, waarbij de rug en staart in een verticale lijn staan. De kop en de hals dienen horizontaal, tot onder de schouders gedragen te worden. Van achteren bezien mag de kop niet zicht-baar zijn. Bij deze vogel wordt een grootte van 17 centimeter gevraaagd. Zuid Hollandse frisées staan voor een slechte eigenschap bekend: het zich aan de zijkanten van de kooi vasthouden met één po-tje, waardoor de gewenste houding niet wordt aan-genomen.De Fiorino dient een fiere, opgerichte houding aan te nemen, bij een grootte van maximaal 13 centime-ter. Deze gefriseerde vogel komt zowel mét als zónder kuif voor. Het kuifje dient zoveel mogelijk rond en gewelfd te zijn, met een centraal gelegen middelpunt. De gladkop dient een zoveel mogelijk ronde en brede kop met duidelijke wenkbrauwen te hebben.De Melado dient een sterk opgerichte houding aan te nemen, met een omlaag gerichte hals en kop,

POSTUURKANARIES

INFO TECHNISCHE COMMISSIE POSTUURBinnen de ANBvV staan, bij de Technische Commissie Postuur, de gefriseerde kana-ries momenteel hoog op de lijst van aandacht. Dit uit zich onder meer in extra continue aandacht hiervoor binnen het lesprogramma van de opleiding tot keurmeester Postuur, maar ook met de gegeven aandacht hieraan tijdens de laatste Technische Dag voor alle keurmeesters op 5 maart jongstleden.

waardoor als het ware de vorm van het cijfer “1” wordt gevormd. Dit bij een gevraagde grootte van minimaal 18 cen-timeter. Het kopje dient in verhouding klein te zijn.

Parijse Frisé en Mehringer: Dit zijn qua bevedering, houding en vorm twee dezelfde vogels. Zij onderscheiden zich sterk door de grootte. De Parijse Frisé dient minimaal 19 centimeter groot te zijn, terwijl de Mehringer slechts 13 centimeter mag zijn. Het is in feite een mini- uitgave van de Parijse Frisé. In tegenstelling tot de eerder genoemde drie rassen dienen deze vogels geheel en overvloedig gefriseerd te zijn, zelfs dusdanig dat er sprake is van een aan-zet tot krulling van de nagels.

Padovan:Wederom een nagenoeg volledig gefri-seerd ras. De kop dient glad te zijn waar-door de halskrulveren in de vorm van

een kraag duidelijk dienen af te steken. Deze gefriseerde vogel komt zowel mét als zónder kuif voor. De kuif dient goed gevormd te zijn met een centraal gelegen middelpunt. De kuif-veren dienen soepel te zijn en tot op de snavel en ogen te val-len. In de nek wordt een goede aansluiting van de kuif met de nekbevedering verlangd. De gladkop dient een zoveel mogelijk ronde en brede kop met duidelijke symmetrische wenkbrauwen te hebben.

AGI:Ook dit is een volledig gefriseerd ras, met een verlangde grootte van minimaal 21 centimeter. De meest in het oog sprin-gende eigenschappen van de AGI zijn de opstaande kraag én het rozet op de schouders. Verder dient de AGI over het gehele lichaam een overvloedige krulbevedering te tonen, evenals een aanzet tot krulling in de nagels.Doordat veel AGI’s en Parijse Frisées, om diverse redenen met elkaar gekruist worden lopen we in de praktijk vaak tegen veel vogels aan die een “tussenproduct” zijn: zij vertonen van beide vogels typische kenmerken, maar vaak in onvoldoende mate.

Makige:Dit ras werd besproken door keurmeester Wim Verheul. Hij heeft zelf dit ras ook in bezit en vertelde vol passie over de bij-zonderheden van dit ras, welk jammer genoeg maar bij weinig kwekers in bezit is. Na de bespreking van de typisch rasken-merken qua bevedering en houding, gaf Wim ook nog enige toelichting op het “karakter” van dit ras. Qua houding komt de Makige erg robuust over: er wordt een krachtige, opgerichte houding gevraagd, met volledig gestrekte breed uit elkaar staande pootjes. De schouders, rug en staart dienen in een nagenoeg rechte lijn te staan, waarbij een lichte ronding naar binnen is toegestaan. De robuustheid wordt mede gevormd doordat de vogel qua omtrek een goed gevulde, brede recht-hoek laat zien. De relatief korte hals en het kopje worden naar voren gestrekt en dienen gladbevederd te zijn. Hierbij dient een typisch raskenmerk aanwezig te zijn in de vorm van de halskrul-veren in de vorm van een “strikje”. De overige krulveren bevin-den zich op de schouders, rug, flanken/ dijen en borst/ buik. Over het sociale karakter van de vogels van dit ras gaf hij aan dat deze goed te houden zijn met andere vogels. Het sociale karakter komt onder meer tot uiting in het goede, langdurige uitoefenen van hun oudertaken en ouderlijke plichten wanneer ze jonge vogels groot brengen. Waar bij ander kanaries de jongen na zo’n vier weken als zelfstandig beschouwd kunnen worden is dit bij de Makige zeker niet het geval. De jonge vogels worden zonder noemenswaardige problemen (zelfs als er weer een nieuw nest bebroed wordt) gevoerd tot zij ongeveer zo'n veertig dagen oud zijn. De jonge Makiges blijken het zo lang door voeren ook nodig te hebben. Al met al een bijzondere vogel die, zowel in binnen- als buitenland, meer aandacht ver-dient.

Jos Beijers,Voorzitter TC Postuur.

AGI foto: P.Pütz

Makige foto: P.Pütz

WITTE SPREEUWEN Het meest gelezen Belgisch Ornithologisch tijdschrift, pagina’s boordevol informa-tie over vogels.Voor één jaarabonnement in Nederland gireert u € 35 via een Europese overschrijving bij de KBC bank. Het IBAN rekeningnr. BE33 7330 0642 3046 en BIC code = KREDBEBB t.n.v. KBOF - Van Paesschen François, Molenheide 8 te B-2870 Puurs.Alle leden ontvangen maandelijks het clubblad van de KBOF, "DE WITTE SPREEUWEN", pagina's boordevol informatie over vogels. Inschrijvingen en gratis proefnummer op aanvraag bij Achten Paul, Everlaarstraat 78, B 9160 Lokeren België. E-mail: [email protected] - Bezoek onze website http://www.kbof.be

Page 15: VOGELVREUGD

220 221

Het beginVlak na z’n trouwen overleed een oom van z’n eega. Deze had zo’n vijftien kanaries en de weduwe van oom Wim vroeg of Sjaak de kanaries wou meene-men. Dat gedaan hebbende werd er thuis een hok geconstrueerd en de vogels aldaar gehuisvest. Echter niet lang, want enkele weken daarna werden de vogels ingeruild voor kleurgrasparkietjes. Sjaak was destijds nogal fanatiek en hij bouwde een grote gezelschapsvolière voor z’n grasparkieten. Binnen de kortste tijd werden er jaarlijks meer dan zeshon-derd grasparkietjes gefokt! In de ‘topjaren’ meer dan duizend!

Engelse grasparkieten deel 1Via z’n werk kwam hij in aanraking met een fokker van Engelse grasparkieten die lid was van de NPC. De eerste Engelse grasparkieten werden, zo’n vijftig jaar gelden gekocht voor 100 gulden per stuk. Zeker destijds een behoorlijk forse investering. Het begin ging met horten en stoten maar Sjaak maakte zich het kweken van Engelse grasparkieten goed eigen. Na enkele jaren werd hij ook lid van de NPC (Nederlandse Parkieten Club) en vervolgens keur-meester bij die organisatie. Als grasparkietenkeur-meester keurde hij tientallen jaren in half Europa en had hij veel contact met de grote kwekers zoals Mannes uit Duitsland. Als een van de eerste (en weinige) buitenlandse keurmeesters mocht hij ver-schillende keren de grote Clubshow in Groot Brittannië keuren. In 1993 werden, wegens te drukke werkzaamheden van z’n eigen metaalbedrijf, de grasparkieten van de hand gedaan. De vogels werden destijds met name naar België en Engeland verkocht.

‘Intermezzo’Vanwege gezondheidsproblemen verkocht Sjaak eind negentiger jaren z’n bedrijf en verhuisde naar Lieshout in het zuiden des lands. Daar had hij achter zijn huis enorm veel ruimte om zich helemaal uit te kunnen leven in vogels. Deze keer geen grasparkie-ten, want er was volop ruimte om grote volières te bouwen die vervolgens ‘gevuld’ werden met liefst wat zeldzamere soorten.

In zo’n vijftien jaar tijd werden tientallen soorten vogels gehouden en gefokt. Bijvoorbeeld verschil-lende soorten gaaien, scharrelaars (5 soorten),

uilen, roofvogels, kraanvogels, ibissen, waadvo-gels, grielen en eenden. Geprobeerd werd om de vogels zelf de jongen te laten groot brengen. Dat lukte natuurlijk lang niet altijd. Vandaar dat Sjaak in de loop der jaren erg veel ervaring heeft opge-daan met de handopfok van allerlei verschillende vogelsoorten.

Engelse grasparkieten deel 2Sjaak was dagelijks de hele dag bezig met het voeren, verzorgen en, in het broedseizoen, opfok-ken van jonge vogels. Een geweldige hobby waar hij zijn energie en fanatisme in kwijt kon. Echter, na een lichte hersenbloeding, waar hij overigens goed van herstelde, werd de uren vergende ver-zorging van die honderden vogels te veel van het

Voor de meeste vogelliefhebbers vormen de prachtige kleuren van vogels één van de belangrijkste redenen om ze te houden en te fokken. Sjaak heeft in de loop der jaren talloze vogelsoorten gehouden. Achter het huis lag een grote tuin waar tientallen voliè-res gebouwd werden in allerlei maten en afmetingen. Vanwege zijn gezondheid heeft hij bijna alle vogels opgeruimd. Momenteel houdt hij in de buitenvolières enkele nog drie koppels Australische nachtzwaluwen (Podargus strichoides). Vogels die mooi zijn van lelijkheid….. In huis is hij, na een pauze van zo’n twintig jaar, weer begonnen met Engelse grasparkieten. Op advies (!) van z’n eega Riet.

IN DE KEUKEN VAN ... SJAAK CORNELISSEN

IN DE KEUKEN VAN .......goede en werd besloten de meeste vogels te ver-kopen. Z’n vrouw raadde Sjaak aan om na vijftien jaar weer z’n oude stiel, Engelse grasparkieten, op te pakken. Dat advies sloeg Sjaak niet uit de wind en er werden twintig koppels Engelse grasparkie-ten in Duitsland gekocht bij fokker Florian Böck in Augsburg, een grasparkietenliefhebber die zo’n twintig jaar eerder bij hem nogal wat grasparkieten gekocht had. Florian kwam toen, als zeventienjari-ge, met grasparkietenkweker (en voorzitter van de AZ) Theo Vins naar Nederland om bij Sjaak Engelse grasparkieten te kopen. Momenteel is Böck een van de beste fokker/tentoonstellers van Engelse grasparkieten in Duitsland. Wanneer je opnieuw wil beginnen moet je met goed materiaal beginnen aldus Cornelissen. Inmiddels wordt er door Sjaak uitstekend gefokt met zo’n 28 koppels en heeft hij in 2016 al meer dan tweehonderd jongen geringd. De kwaliteit is al best aardig, maar zeker nog niet naar de zin van fokker (en oud-grasparkietenkeurmeester) Cornelissen. Hij is inmiddels weer lid geworden van de NGC-VGC, de Nederlands-Belgische graspar-kieten club en de DSV (Deutscher Sittich Verein). Twee organisaties waar alle topkwekers van Engelse grasparkieten lid van zijn. Je moet je als leek niet verkijken op deze hobby. Op de gespecialiseerde show van de NGC-VGC worden zo’n 1000 grasparkieten ingeschreven! En op die van de DSV een veelvoud er van!

Waar moet je dan zoal op letten bij aankoop en selectie?De grasparkiet is in de eerste plaats een postuur-vogel. Vijfenzestig procent van de op een show te behalen punten gaan naar postuureigenschappen. De rest gaat naar kleur en tekening.Een Engelse grasparkiet moet fier en opgewekt, hoog op de zitstok zitten; de poten dicht bij elkaar. Het model is wigvormig: van boven moet de vogel veel massa laten zien (met name de kop) en naar beneden toe wordt een ideale grasparkiet veel dunner. Belangrijk is de vorm van de kop, de diepte van het masker, de grootte van de spots. De bevedering moet niet te lang worden omdat dit nadelig is voor de kleurdiepte; anderzijds krijgt een vogel door wat langere veren meer ‘body’. Het is de kunst van de kweker om hier een goed even-wicht in te zoeken en…. te fokken.De kwaliteit van een vogel wordt bepaald door het genotype (de genen) en het fenotype (datgene wat je kunt zien). Door gericht te fokken, vaak door middel van meer of minder inteelt, krijg je inzicht in wat er ín de vogel z’n genen zit opgeborgen. Echter, inteelt geeft ook veel meer kans op het optreden van negatieve eigenschappen! Zeker wanneer je vader x dochter (en vice versa) of half-broer maal halfzus fokt. Uit de nafok kun je zien van welke kant met name de positieve eigen-schappen vererfd worden. Van die kant moet je meer vogels aanschaffen dan wel fokken. Op die manier bouw je een stam vogels op die qua geno-type en fenotype veel overeenkomsten vertonen. Maar daar heb je minstens zo’n vier tot vijf jaar voor nodig. Als alles goed gaat tenminste. Cornelissen heeft bij z’n nieuwe start met graspar-kieten flink geïnvesteerd. Dat moet ook wel, wil je aan goed materiaal komen. Maar het uitgangsma-teriaal is één; minstens zo belangrijk is de kennis die je zelf hebt als kweker om de kwaliteit van de gekochte vogels te behouden en liefst te verbete-ren! Maar die kennis heeft Sjaak, als oud interna-tionaal grasparkietenkeurmeester als geen ander.

Sjaak bezig met nestcontrole

Mooi type Spangle

Page 16: VOGELVREUGD

222 223

Australische nachtzwaluwenDan de tweede soort vogels die nog gehouden worden: drie koppels Australische nachtzwaluwen. In enkele vogelparken kan men deze vogels bewonderen. Nou ja, bewonderen. Ze zijn echt bijzonder. Bijzonder lelijk? Bijzonder apart. Deze vogels zijn bekend onder verschillende Nederlandse namen: Australische kikkerbek, Australische uilnachtzwaluw, Australische nacht-zwaluw. De deftige Latijnse naam is Podargus strigoides. De naam ‘kikkerbek’ heeft betrekking op hun snavels die ze enorm ver kunnen openen.Zoals in de naam ‘nachtzwaluw’ zit besloten, leven deze vogels ’s nachts. Overdag zitten ze stil op een tak te zitten en op een tak te lijken. Ja letterlijk. Ze zitten de hele dag stijf en half schuin opgericht met de ogen dicht geknepen te wachten tot het gaat schemeren. Ze vertrouwen daarbij helemaal op hun schutkleur. Toch kunnen ze door een mini-spleetje, hun omgeving in de gaten houden. Tegen de schemering verlaten de nachtzwaluwen hun zitplaats en gaan op zoek naar voeding. Die van-gen ze onder andere door al vliegend met hun bek wagenwijd open rond te vliegen. Hun bek is een echte ‘schuurpoort’ en net zo breed als hun kop! De voeding in het wild bestaat uit grote vliegende nachtinsecten als motten, maar ook uit spinnen, wormen, slakken en slangen. Verder eten de nachtzwaluwen kevers, wespen, mieren, duizend-poten en schorpioenen. Kleine zoogdieren, reptie-len, kikkers en vogels worden evenmin versmaad.De Australische nachtzwaluw is niet echt kleurrijk te noemen. De vogel is hoofdzakelijk grijsbruin gekleurd met roodbruine vlekjes. Man en pop lijken op elkaar; een volwassen vogel is zo’n 45 centime-ter lang en weegt zo’n halve kilo.

In avicultuur worden Australische nachtzwaluwen nauwelijks gehouden. Ze zijn zeker ‘apart’ te noe-men. De vogels worden tegen de schemering gevoerd. s ‘Nachts wordt het voer opgenomen. Wanneer je het voer ‘s morgens verstrekt, dan ligt het er tot ’s avonds onaangeroerd! De voeding bestaat in avicultuur uit muisjes van ongeveer twintig gram, eendagskuikens, moriowormen, sprinkhanen (zo’n 8-10 cm lang).

De eerste nachtzwaluwen werden door Sjaak via een kennis gekocht in Engeland. Met de Belgische dierentuin Planckendael werd een eigen kweek pop Australische nachtzwaluw geruild voor een koppel roodsnavelkitta’s. Momenteel heeft Sjaak drie koppels en twee losse mannen. Ze zijn gehuisvest in grote volières van zo’n twee meter breed bij zes meter lang. Twee van de aanwezig koppels produceren elk jaar vruchtbare eieren. Het derde koppel heeft geen echte klik en de vogels hebben blijkbaar weinig met mekaar. Er worden per legsel doorgaans twee of drie eieren gelegd. Bij Sjaak lieten de oudervo-gels hun jongen telkens doodgaan. Dus werden de latere eieren in een broedmachine uitgebroed en de jongen vervolgens met de hand groot gebracht. Eind maart, begin april krijgen de vogels de beschikking over nestgelegenheid. Het is belang-rijk dat de eieren de eerste dagen door de pop bebroed worden alvorens ze in een broedmachine worden geplaatst. Anders komen de eieren niet uit! De eerste dagen na geboorte is het heel belangrijk dat de piepkleine jonge vogels voldoende vocht binnen krijgen. Alle voedsel wordt vóór het voeren eerst in lauw water gedoopt zodat er water in kan trekken. Doe je dit niet, dan loopt het meestal ver-keerd af met de jonge vogel omdat hij te weinig vocht binnen krijgt.

BesluitIn z’n vogelhobby heeft Sjaak altijd uitdagingen gezocht. Eerst met z’n Engelse grasparkieten. Daarna ruim vijftien jaar met allerlei, vaak wat zeld-zamere, vogelsoorten. Om gezondheidsredenen moeten stoppen met z’n ‘buitenvogels’ heeft hij, op advies van eega Riet, z’n oude ‘stiel’ weer opge-pakt, Engelse grasparkieten. Met veel fanatisme heeft hij zich daar weer op geworpen. Hij hoopt dit jaar meer dan 300 (!) grasparkieten te fokken en binnen enkele jaren weer mee te draaien bij de betere fokkers en tentoonstellers. Dat zal hem zeker lukken!

Tekst en foto's Henk Branje Nachtzwaluw op z'n gemak op de hand van Sjaak

Australische uilnachtzwaluw in camouflagehouding

Mooi lelijk

Page 17: VOGELVREUGD

224 225

GEZONDHEID

Voortdurend teveel opnemen van energie kan een gevolg zijn van het voeren van veel zonnebloempit-ten of van het voeren van te zoet, lekker voer. Vaak ligt de oorzaak al bij het met de hand groot brengen van jonge vogels die teveel lekkernijen krijgen toege-stopt. Vuile volières en kooien, een tekort aan bepaalde vitamines en dergelijke kunnen eveneens overeten veroorzaken.Dergelijke vogels zijn sloom; ze zien er wat ziekelijk uit en zitten praktisch de gehele dag met hangende vleugels in de voerbak te eten. Ze zien er dun en ondervoed uit en hun borstbeen steekt uit. De ontlasting is grijsachtig zwart. ook het onderste gedeelte van hun lichaam ziet er ongezond uit en vaak lijkt het wel een ‘wegenkaart’ met allerlei blauwe en rode bloedvaten. Bovendien zin deze bloedvaten vaak hard, opgezwollen en meestal, ont-stoken.Het menu moet aangepast zijn aan de behoeften van de vogels en het jaargetijde. Vermijd zoveel mogelijk om zoete producten te voeren. Bij vogels met boven-staande kenmerken moet minstens drie weken geen eivoer verstrekt worden. Wel kan dagelijks in water geweekt bruinbrood verstrekt worden. Voeg een desinfectans toe aan het drinkwater.

VetzuchtVogels die een tekort hebben aan beweging (bijvoor-beeld omdat de kooi te klein is of omdat de eigenaar de vogels niets geeft waar ze zich mee bezig kunnen houden) lopen kans op vetzucht. Ook vogels die niet de juiste voeding krijgen verstrekt, lopen deze kans.Vet worden is een langzaam verlopend proces. De vogelliefhebber moet de vogels goed in de gaten houden, want wanneer ze nauwelijks nog op hun zitstok kunnen zitten is het proces al veel te ver

gevorderd.De vogel zit op de bodem van de kooi terwijl hij zwaar ademt en geen zin lijkt te hebben in enige activiteit. De vogel ziet er opgeblazen, zwaar en bol uit terwijl de huid geelachtig lijkt wanneer de veren uit elkaar geblazen worden; het vet schijnt door de huid heen. Je hoeft zo’n vogel maar in de hand te nemen en de borst- en buikbevedering op te blazen of je ziet met-een wat bedoeld wordt.Vogels die aan vetzucht lijden leven veel korter dan die welke veel bewegen. Hang bijvoorbeeld enkele dikke sisaltouwen in de kooi of volière en een paar trossen gierst of onkruidzaden. De vogels zullen er veel mee in de weer zijn.Verbeter vervolgens de voeding en geef veel groen-voer (goed gewassen) of fruit. Maar perse geen voer dat erg veel eiwitten of vetten bevat. Kooivogels moeten elke dag losgelaten worden in een volière of (wanneer ze tam zijn zoals papegaaien en parkieten) enkele uren los laten vliegen in huis.Wanneer de vogels op die manier behandeld worden krijgen ze ruim voldoende beweging.

In de kooi moeten de vogels ook meer bewegen. Dit kan door ze in een grotere kooi te plaatsen of door de zitstokken/takken verder van elkaar te bevestigen zodat des vogels een grotere afstand moeten over-bruggen om van de ene naar de andere kant te komen. Denk niet ‘mijn vogel is te vet, dus ik voer hem enkele dagen niet’. De vogel moet perse voer krijgen, maar wel het juiste voer. Wanneer hij niet dagelijks voer krijgt gaat hij dood, ook al is hij nog zo vet.

ConstipatieVogels, met name papegaaiachtigen, die te krap

gehuisvest zijn hebben al gauw last van constipatie. Andere oorzaken kunnen zijn: onvoldoende activiteit, te vet of te zoet voer, overeten. Wanneer de vogel moeite heeft met ontlasten en de ontlasting hard en droog is, kun je er van uit gaan dat de vogel last heeft van constipatie.Controleer in de eerste plaats of het menu van de vogel in orde is; het is raadzaam om extra groenvoer en fruit te verstrekken. Ook kan wat Engels zout (magnesiumsulfaat) aan het water worden toege-voegd. Het beste kan men het aangezoute water met behulp van een medicijndruppelaar rechtstreeks in de bek druppelen.Een klein beetje laxeerolie, opgelost in drinkwater, kan eveneens met een druppelaar worden toege-diend; vaak zal de vogel heel snel reageren. Een ander goed huismiddel is enkele druppels wege-doornsiroop aan het water toe te voegen. Een belangrijke vuistregel is elke vogel die niet 100% in orde is meteen van de andere vogels te scheiden en pas terug te plaatsen wanneer hij weer volledig gezond is.

DiarreeDiarree is geen ziekte, maar een teken dat er iets niet in orde is met de gezondheid van de vogel. Diarree treedt hoofdzakelijk op als gevolg van verwaarlozing of foutieve voeding. Wanneer de diarree langer aan-houdt kan deze gevaarlijk, zelfs dodelijk zijn.Diarree kan veroorzaakt worden door een soort darmontsteking. Er kunnen verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen: verkeerd of besmet voer, koude tocht omdat de vogel is blootgesteld aan te grote en te plotselinge temperatuurschommelingen of bacteriële infecties. Het beste kan men meteen een dierenarts inschakelen en de vogel in een zie-kenkooi plaatsen bij een temperatuur van 30-35 graden Celsius. Mijn eigen ervaring is dat alleen de hogere temperatuur voldoende is om de patiënt te doen genezen.Ook heb ik bijzonder goede ervaringen met een behandeling met infrarood licht. Bestraal één kant van de kooi, zodat de vogel kan kiezen of hij wel of niet in de warmte gaat zitten. Men dient te beschik-ken over een betrouwbare warmtebron omdat de vogel ook ’s nachts warm moet kunnen zitten. Ook verdient het aanbeveling om een klein lampje (bij-voorbeeld 15 Watt) te laten branden, zodat de vogel eventueel nog wat kan eten of drinken.Verstrek in plaats van water slappe thee (zonder mek/suiker) of pepermuntthee. Verder kan er wat houtskool gemengd worden onder het favoriete voer. Als antibioticum kan wat tetracycline HCl, terramyci-ne of aureomycine verstrekt worden; eveneens een preparaat met extra vitamines en sporenelementen.

Blijft de diarree voortduren, wacht dan niet langer af, maar raadpleeg de dierenarts. Deze heeft de beschikking over sterkere antibiotica.

Thijs Vriends

Er kan sprake zijn van allerlei storingen in eetgedrag. Prof. Thijs Vriends bespreekt in dit artikel enkele belangrijke storingen en wat er aan gedaan kan worden, curatief én preventief.

STORINGEN IN EETGEDRAG

Opgezwollen buik P.Pütz

Mest, schematisch (bij diarree) Mest aanzicht bij diarree

SCHERPE MAAGKIEZEL1. voor kanaries - tropen - wildzang -

kleine parkieten etc.2. voor grote parkieten - patrijzen -

kwartels - fazanten etc.3. voor postduiven

Uw vogels hebben geen tanden...Wel een spiermaag.Zorg dat er SCHERPE KIEZEL in zit... !

nu ook oesterschelpengritVERKRIJGBAAR INDIERENSPECIAALZAKEN Gratis monster en folder bij:

SPECIALIST IN SCHERPE MAAGKIEZEL

Tel. (0485) 45 17 37 - Postbus 29 - 5450 AA Mill

Page 18: VOGELVREUGD

226 227

Regelmatig hoort men wel weer ergens dat er veel jongen dood gaan zodra deze zo goed als zelf-standig zijn. Natuurlijk kunnen er jongen afvallen: zwakke vogels selecteert de natuur zelf ook uit. Maar ook vallen er jongen af, wat zeker niet had hoeven te gebeuren en dat is natuurlijk wel erg jammer. Daar kweken we uiteraard geen vogels voor. Ondanks dat er vogels afvallen waar we niets aan kunnen doen, zijn er toch voldoende punten waar men op moet letten wanneer men jonge vogels bij de oudervogels weg neemt.

Wanneer zijn jongen zelfstandig :Veel kwekers zien dit direct; sommigen letten op de leeftijd (ongeveer drie weken). Een erg goed herkenningsteken is nog altijd het volgroeide V–teken in de staart van de jonge vogel. Is deze goed zichtbaar en compleet, dan is de vogel gegaran-deerd zelfstandig en eet ook al voldoende zelfstan-dig en pelt ook al goed en voldoende zaad. Uiteraard moet dagelijks nog eivoer te beschikking gesteld worden. Wanneer men ziet dat de jonge

vogels goed eten en de V in de staart voldoende ontwikkeld is, kan men de jonge vogels apart plaatsen. Het beste is wanneer men de mogelijk-heid heeft de vogels zo'n veertien dagen in een overgangskooi (kweekhok – klein vluchtje of iets anders) te plaatsen alvorens men de jonge vogels in een grotere vlucht plaatst. Zorg in deze kooi dat de vogels zeker hun drinkwater goed kunnen vin-den. Plaatst dit drinkwater dicht in de buurt van het zaad en eivoer. Zorg dat er voldoende zitstokjes aanwezig zijn en dat er een goede droge bodem-bedekking is. Laat hier de vogels zo'n veertien dagen in verblijven alvorens de jonge vogels in een ruimere vlucht te plaatsen. Blijf ze uiteraard dagelijks goed opserveren en let op hun uiterlijk. Doffe ogen, een piepend geluid duidt ergens op en het kan zijn dat de vogel iets te kort komt of niet voldoende voeding tot zich neemt. Plaats een der-gelijke vogel bij de ouders terug of geef een pleeg-ouder. Maar over het algemeen zullen er, wanneer je de jonge vogels op de hierboven beschreven manier overplaatst, weinig problemen voorkomen.

Vogels plaatsen in grotere vluchtenWanneer de vogels circa veertien dagen in een overgangsruimte hebben gezeten kan men deze overzetten in een grotere ruimte. Dit is ook aan te bevelen omdat het goed is voor de ontwikkeling van de jonge vogels. Uiteraard is deze ruimte eerst

goed ontsmet en behandeld tegen ongedierte op langere termijn. Maar dat dient eigenlijk altijd te gebeuren. Het wordt echter wel regelmatig over het hoofd gezien. Maar weet wel, je krijgt de reke-ning gepresenteerd wanneer je het niet doet en dan is de schade veel groter. Waar je op moet let-ten is dat ook het water en voer goed te vinden zijn door de de jonge vogels en dat er voldoende en vast gemonteerde zitstokken zijn. Aan te bevelen is voor elke vogel een afzonderlijk zitstokje . En dat het water altijd zeker in het begin in de buurt van het voer staat. Wanneer men de vogels over zet doe dit altijd 's morgens zodat ze tot 's avonds de ruimte hebben kunnen verkennen. Plaats ook nooit oudere poppen bij deze jonge vogels, want dit zal weer het verenpikken in de hand werken. Zorg ook voor voldoende afleiding voor de vogels en hang op enkele plaatsen wat strengen tros-gierst. De vogels zullen er graag in pikken en er mee bezig blijven. Dit voorkomt verveling en ook weer verenpikken. Zorg uiteraard voor voldoende grit en zorg dat de bodembedekking droog blijft. In het begin zullen de vogels niet alle zaden pikken, maar na enkele weken is dit zeker het geval. Geef dagelijks nieuw vers zaad en niet te veel. Houd onngeveer 5 gram per vogel per dag aam. Blijf de eerste maand dagelijks eivoer geven en breng dit geleidelijk teug naar twee tot drie keer per week.

Wat nooit vergeten mag worden is dat de jongen (en uiteraard eigenlijk al je vogels) twee keer per week badwater krijgen. Men mag dit nooit verge-ten. Doe ook eenmaal per week wat badzout in het water; dit komt de bevedering ten goede en zal ook vedermijten voorkomen. En ook voor de ont-wikkeling van het verenpak van de jonge vogel is

dit onmisbaar. Tijdens de rui van de vogels zal hier en daar zeker wel eens een pen uit de staart vallen en/of vleugelpennen. Normaal ruien de staart- en vleugelpennen niet, maar ten gevolge van vecht-partijen en of andere verliezen vogels wel eens een pen. Aan te bevelen is deze losse pennen uit de ruimte te halen en er niet in te laten liggen. De vogels willen hier wel graag aan pikken en dit kan tot verenpikken leiden. Ook vogels die door welke oorzaak ook wat bloeden, onmiddellijk verwijderen en niet bij de rest laten zitten. Dat voorkomt veren-pikken. Het opvangen van pluimpjes en/of losse veertjes gaat goed door in de achterkant van de ruimte in een hoek een schuin plankje te plaatsen. Hier verzamelen zich al deze pluimen onder en ze zijn vervolgens gemakkelijk te verwijderen.Uiteraard zullen de jonge vogels af en toe voorzien worden van een stukje appel, sinaasappel of ander fruit, maar altijd zóveel dat het binnen enkele uren is opgegeten. Verder is het belangrijk de jongen van de eerste en de tweede ronde apart te houden en niet bij elkaar te plaatsen. En ook geen oudere vogels er bij plaatsen. Zeker overjarige en jonge vogels apart van elkaar laten ruien en dus niet bij elkaar plaatsen. Het komt de ontwikkeling van de jonge vogel anders zeker niet ten goede.

Besluit: Met al de hierboven beschreven zaken zullen de jongen zich goed en zonder problemen kunnen ontwikkelen en een mooi en gezond verenpak krijgen. En wat ook belangrijk is: er zullen ook wei-nig vogels sterven of misvormde vleugel- of staart-pennen krijgen. En hier doen we het toch ook allemaal voor.

Succes. Wout v.Gils. E-Mail [email protected]

Geplukte jonge kanarie P.Pütz

VOORBEREIDING OP DE KWEEK 5

KANARIES

Over het voorbereiden van onze kanarie op de kweek zijn al diverse artikelen geschre-ven. Toch komen er bij diverse kwekers nog steeds vragen over die voorbereiding en gaat het soms nog helemaal fout bij de voorbereiding op de kweek. Om die reden haalt Wout van GIls nog eens enkele zaken aan die iedereen zeker moet volgen om zijn vo-gels en zijn kweekruimte in orde te hebben op voor de aanstaande kweek. In dit vijfde artikel worden de jongen volwassen.

Minstens één keer per week een lekker bad H.Branje

Mooi nest veelbelovende jongen H.Branje

Page 19: VOGELVREUGD

228 229

Graag even extra aandacht voor de eerste bestel-ling voor het seizoen 2017De eerste bestelling pas na 15 juni 2016 insturen.

Waar ringen bestellen ?Verenigingsleden kunnen uitsluitend ringen bestel-len via de ringencommissaris van hun vereniging. Zij kunnen gebruik maken van het bestelformulier dat jaarlijks in Vogelvreugd verschijnt. De ringen-commissaris zorgt er voor dat de bestelling tijdig bij het Ringenbureau binnen komt. Verspreide leden moeten rechtstreeks bestellen bij het Ringenbu-reau.

BestelformulierenEr worden twee ringenbestelformulieren in Vogel-vreugd afgedrukt, en op de website geplaatst. Een formulier voor niet beschermde vogels en een for-mulier voor beschermde vogels en hybriden daar-van. Ook digitaal te verzenden, en in te vullen.Op het formulier voor beschermde vogels moet worden ingevuld; de vereiste ringmaat, het ge-wenste aantal ringen, de soort vogel (Latijnse naam) waarvoor de ring bestemd is.Voor vogels die vallen onder de CITES regeling dient men te vermelden het aantal broedparen (wettelijk verplicht). Ringen die men besteld voor CITES vogels dienen ook uitsluitend voor deze te worden gebruikt. Ook dient het formulier te worden ondertekend. Origineel ondertekend formulier ver-sturen, geen kopie, deze moet u zelf behouden.Bij het invullen het BSN niet vergeten,anders kan de bestelling niet afgehandeld worden.

LevertijdDe levertijd van de ringen is minimaal 8 weken. Wij kennen geen spoedbestellingen.Bestelt u daarom ruimschoots op tijd.

Minimaal aantal te bestellenHet minimaal aantal te bestellen ringen per ring-maat bedraagt 10 stuks, oplopend met een meer-voud van 5 stuks.

De ringkleur voor 2017 is Donker Blauw Ral 5019

Ringmaten aluminium en geanodiseerde Kleurrin-genRingmaten voor vogels niet behorende tot be-schermde soorten:2,0 -2,3 -2,5 -2,7 -2,9 - 3,0 - 3,2 -3,5 -4 -4,2 -4,5 -5 -5,5 -6,0 -7,0 -8,0 - 9,0 -10 -11 -12 - 13 - 14 -15 – 16 – 18- 20 – 22- 24- 27 mm

Ringmaten verkrijgbaar in Harde kunststof:2,0 – 2,2 – 2,5 – 2,7 – 3,0 – 3,2 – 3,5 – 3,8 – 4,0 4,2 – 4,4 - 4,5 – 5,0 – 5,5 – 6,0 .De maten 2,0 t/m 5,0 gaan per 10 of een meervoud daarvan, de maten 5,5 en 6,0 gaan per 25

Ringmaten voor beschermde soorten:Deze ringen zijn verkrijgbaar in de maten zoals genoemd in de regeling afgifte en kenmerken naadloos gesloten pootringen t.b.v. beschermde inheemse en uitheemse vogels. De lijst met ringmaten kunt u vinden op onze web-site www.anbvv.nl

De prijzen van de normale aluminium ringen zijn door een prijsverhoging van de fabrikant, alsme-de door de geringe afname van deze soort ringen behoorlijk verhoogd. Een goed alternatief voor deze zijn de kunststof ringen.

Ringenprijzen voor vogels niet behorende tot beschermde soortenNormale aluminium ringen2,0 t/m 6,0 mm € 0,29 p.st.2,0 t/m 6,0 mm, minder dan 25 stuks € 0,33 p.st.Overige maten € 0,45 p.st.Van binnen en buiten geanodiseerde kleurringen 2 t/m 6 mm € 0,37 p.st.2 t/m 6 mm, minder dan 25 stuks € 0,46 p.st.Overige maten € 0,55 p.st. Harde kunststof kleurringenDeze ringen zijn nieuw in ons assortiment en zijn een goed alternatief voor de normale aluminium ringenAlle maten t/m 6,0 mm € 0,23 p.st. Minder dan 25 stuks € 0,27 p.st.Tot 5,0 mm per10 of een meervoud daar van, 5,5 en 6.0 minimaal 25 stuks

Harde aluminium ringen Deze kwaliteit evenaart bijna de hardheid van staal maar is lichter in gewicht.Verkrijgbaar in de maten: 3,2 -3,5 -3,8 -4 -4,2 -4,5 -5 -5,4 -6 -7 -8 -9 -10 -11-12-13 -15 -16 -18 -20, -22 -24 -27 en 32 mm. Alle maten € 0,60 per stuk

Ringenprijzen beschermde vogels en hybri-den daarvan.Van binnen en buiten geanodiseerde kleurringen2 t/m 6 mm € 0,37 p.st.2 t/m 6 mm, minder dan 25 stuks € 0,46 p.st. Overige maten € 0,55 p.st.

Harde ringen alle maten € 0,65 p.st.

RVS ringen alle maten vanaf 3,5 mm € 1,75 p.st.

Aflevering ringenRingen die door de verenigingen besteld zijn in juni en juli worden op de gewestelijke najaarsver-gadering afgeleverd zodat deze na 1 oktober uit-gegeven kunnen worden aan de leden. Ringen besteld door de verspreide leden worden vanaf 1 oktober verstuurd.

Controle ringen bij afleveringAlvorens de ontvangen ringen aan de leden uit te reiken is het van belang deze te controleren op de navolgende punten: Het juiste kweeknummer, de ringmaat, eventueel dubbele of ontbrekende volgnummers en beschadigde ringen. Mocht er zich een probleem voordoen, meldt dit dan zo snel mogelijk bij het Ringenbureau zodat het ook snel opgelost kan worden. De ringen voor de verspreide leden worden door het Ringenbureau gecontroleerd.

BetalingVerenigingsleden betalen hun bestelling aan de ringencommissaris van de vereniging. Verspreide leden betalen rechtstreeks aan het Ringenbureau.Nadat de ringencommissaris of verspreid lid de ringenbestelling heeft gedaan krijgt hij of zij een overzicht van de bestelling thuisgestuurd met daarbij een acceptgiro met het verschuldigde be-drag. Dit bedrag dient zo snel mogelijk betaald te wor-den. Bij een andere betaalwijze dan per accept-giro het factuurnummer vermelden. Wanneer I twee weken na de bestelling nog geen bevesti-ging hebt ontvangen, gelieve contact opnemen met het Ringenbureau. De ringen worden pas geleverd wanneer deze betaald zijn.

Verenigingsringen Iedere vereniging heeft een eigen kweeknummer waarop ringen besteld kunnen worden ten be-hoeve van leden die ringen tekort komen of voor nieuwe leden.De lijst met uitgegeven verenigingsringen dient vóór aanvang van het T.T. seizoen in het bezit te zijn van het Ringenbureau. Deze lijst moet kweeknummer, naam, ringmaat en volgnummers bevatten.Na ontvangst worden deze ringnummers erkend als eigen ringnummers van de betreffende kwe-ker.Verenigingsringen worden niet erkend op door de COM georganiseerde wedstrijden.Het is niet toegestaan om beschermde vogels te ringen met verenigingsringen.

BondsringenVoor het seizoen 2017 zullen er ook weer bonds-ringen beschikbaar zijn. Dit zijn harde kunststof kleurringen in de maten 2 t/m 6,0 mm. Ze zijn vooral bedoeld voor nieuwe leden die laat in het seizoen lid worden, en snel ringen nodig hebben. Deze ringen kunnen rechtstreeks besteld worden bij het Ringenbureau door de ringencommissaris-sen en/ of verspreide leden. Het is niet toegestaan om beschermde vogels te ringen met bondsringen.

RingenlijstEen uitgebreide lijst met ringmaten vindt u op onze website www.anbvv.nl/ringen

AlgemeenAlleen volledig ingevulde bestelformulieren worden in behandeling genomen. Zonder ingevuld kweek-nummer kan er niet besteld worden. Het is aan te raden van uw bestelling een kopie te maken. Houdt u er rekening mee dat de geadviseerde ring-maten als richtlijn dienen; een maat groter is toege-staan. Let er op dat u uw vogels zodanig ringt dat bij een volwassen vogel de ring niet meer op een normale wijze verwijderd kan worden.

Bestellen van naadloos gesloten pootringen voor beschermde inheemse en beschermde uit-heemse vogels.Naadloos gesloten pootringen kunt u bestellen via het hiervoor bedoelde bestelformulier. Op het for-mulier moet de vereiste ringmaat en het gewenste aantal ringen, alsmede de soort vogel waarvoor de ringen bestemd zijn, worden ingevuld.Een onvolledig, onduidelijk of niet ondertekend for-mulier wordt niet in behandeling genomen.De Algemene Nederlandse Bond van Vogelhouders geeft uitsluitend naadloos gesloten pootringen af indien aannemelijk is dat de aanvrager de vogels, waarvoor naadloos gesloten pootringen worden aangevraagd, kweekt.Het aantal af te geven ringen wordt beperkt tot het aantal redelijkerwijs te verwachten nakweek van de door de aanvrager op het bestelformulier aange-geven soort. De Algemene Nederlandse Bond van Vogelhouders wijst een aanvraag voor naadloos gesloten pootringen af, indien het redelijke vermoe-den bestaat dat de aanvrager in strijd handelt of zal handelen met de Regeling afgifte ringen.

Gebruik naadloos gesloten pootringenDe ontvangen naadloos gesloten pootringen mogen uitsluitend worden aangebracht op de in Nederland in gevangenschap geboren en gekweekte vogels.De ontvangen naadloos gesloten pootringen wor-den uitsluitend aangebracht op vogels van de soort waarvoor de ringen zijn besteld.Een aanvrager is niet gerechtigd de ontvangen naadloos gesloten pootringen aan derden te ver-schaffen.De persoon die ringen besteld blijft volledig verant-woordelijk voor de gevolgen ten aanzien van onre-gelmatigheden die zich voordoen met betrekking tot deze regelgeving en kan zich niet beroepen op de Algemene Nederlandse Bond van Vogelhouders.

Ringenadministrateur; Telefonisch bereikbaar tus-sen 16.00 en 20.00 uur maandag t/m vrijdagTonny BieldermanVerzetslaan 17 7231 GP Warnsveld [email protected]

RINGEN BESTELLEN

RINGEN BESTELLEN

Page 20: VOGELVREUGD

231230

RINGENBESTELFORMULIER

Duidelijk invullen en inleveren bij de vereniging ringencommissaris. Verspreide leden rechtstreeks naar ringenbureau.

Ondergetekende verklaart hierbij: - Dat hij/zij geen bestelde gesloten pootring zal afgeven of verkopen aan derden.

Naam: Verenigingsnummer: Nummer Gewest: Adres: Telefoon:

Postcode & Woonplaats E-mail:

Kweeknummer: Kweekjaar: 2017 Datum:

Voor prijzen: zie artikel in Vogelvreugd of www.anbvv.nlRingen verkrijgbaar in de maten: Minimaal te bestellen aantal ringen: 10 stuks per ringmaat2,0–2,3–2,5–2,7–2,9–3,0-3,2–3,5–4,0–4,2–4,5–5,0–5,5–6,0–6,5-7,0–8,0–9,0-10–11-12–13-14-15-16-18-20-22-24-27-32 mm Kunststof Ringmaten 2,0–2,2–2,5–2,7–3,0–3,2–3,5–3,8-4,0–4,2–4,5–5,0– per10 5,5–6 per25

Harde ringen in de maten: 3,2 – 3,5 – 3,8 – 4 – 4,2 – 4,5 – 5 – 5,4 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 – 11 – 12 – 13 – 15 – 16 – 18 – 20 – 22 – 24 – 27 – 32 mm

Hieronder maat invullen - type ring aankruisen - aantal invullen Ringmaat in mm

Gewoon Aluminium

Geanodiseerd Kleur

Kleurring kunststof

Harde ring Aantal

Handtekening:

De persoonsgegevens, inclusief het kweeknummer, van een betrokkene worden verstrekt aan derden als dat nodig is om wettelijke verplichtingen na te komen, of als het noodzakelijk is voor een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt. DENK OM DE LEVERTIJD: MINSTENS 8 WEKEN !!!! Bestelling ontvangen: Kaartnummer:

Ringenadministrateur ANBvV: Tonny Bielderman, Verzetslaan 17, 7231 GP Warnsveld Tel. 0575 – 523057 E-mail: [email protected]

Wachten met betalen tot na ontvangst acceptgiro en overzicht bestelling.

Ringenbestelformulier voor het verkrijgen van gesloten pootringen voor gefokte vogels, behorende tot beschermde inheemse soorten en gefokte vogels, behorende tot beschermde uitheemse soorten en hybriden daarvan, genoemd in bijlage A bij de basisverordening. Duidelijk invullen en inleveren bij de ringencommissaris der vereniging. Verspreide leden rechtstreeks naar ringenbureau.

Ondergetekende verklaart hierbij: (handtekening verplicht) - dat de gesloten pootringen uitsluitend worden aangebracht op in Nederland in gevangenschap geboren en gefokte vogels; - dat hij/zij geen bestelde gesloten pootringen zal afgeven, of verkopen aan derden; - dat hij/zij geen van de in zijn/haar bezit zijnde gefokte beschermde vogels, met andere dan gesloten pootringen als voorgeschreven in de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens zal voorzien. - dat hij/zij reeds bij door de minister erkende organisaties ringen besteld heeft, zo ja; voor welke soorten, bij welke organisatie(s) en hoeveel………………………………………………………………..…………………………… - Bij CITES vogels is men verplicht het aantal kweekkoppels te vermelden. - dat de in Nederland geboren en gefokte vogels worden gehouden, en van de bestelde gesloten pootringen worden voorzien op het navolgende adres:

Naam: Voorletters: Verenigingsnummer: Nummer Gewest: Straat: Huisno: Telefoon:

Postcode & Woonplaats: E-mail:

Kweeknummer A.N.B.v.V. Kweekjaar: 2017 Datum:

BSN Nummer: Kinderboerderij/bedrijf-KvK nummer

Aanvrager verklaard volledig op de hoogte te zijn van de ”Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens” Beschikbaar gesteld op CD aan alle verenigingen, en gepubliceerd op de website www.anbvv.nl Voor ringenprijzen: zie artikel in Vogelvreugd., of www.anbvv.nl Ringen verkrijgbaar in de maten: 2,0 tot en met 32,0 mm Als genoemd in de regeling afgifte en kenmerken naadloos gesloten pootringen t.b.v. beschermde vogels.Minimaal te bestellen aantal ringen: 10 stuks per ringmaat * aankruisen wat van toepassing is Aantal Ringmaat

in mm Kleur Ringen *

Harde Ringen *

Soort vogel – Nederlandse naam Wetenschappelijke (Latijnse) naam (verplicht)

CITES * Ja / Nee

Aantal * Koppels

Handtekening: (verplicht)

De persoonsgegevens, inclusief het kweeknummer, van een betrokkene worden verstrekt aan derden als dat nodig is om wettelijke verplichtingen na te komen, of als het noodzakelijk is voor een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt. DENK OM DE LEVERTIJD: TENMINSTE 8 WEKEN !!! Bestelling ontvangen: Kaartnummer:

Aanvraag indienen bij; Ringenadministrateur ANBvV: Tonny Bielderman, Verzetslaan 17, 7231 GP Warnsveld, Tel. 0575–523057, E-mail: [email protected]

Wachten met betalen tot na ontvangst acceptgiro en overzicht bestelling

2017

Page 21: VOGELVREUGD

232 233

De opaline mutatie jongen zijn in het nest geel en pas wanneer de veerpennen zichtbaar zijn kan er on-derscheid worden gemaakt tussen de opaline mutatie en andere mutaties, hoe-wel sommige kwekers me-nen dat de opaline mutatie jongen donkerder geel zijn dan bijvoorbeeld wildkleur mutatie jongen. Dit is echter niet bewezen. Wanneer de veerpennen zichtbaar zijn kun je een streeppatroon of stippatroon zien en dit is ook te zien in de veerpennen van de kuif.De opaline mutatie kan wor-den gecombineerd met Lu-tino, Cinnamon, Geelwang, Witmasker, Bleekmasker, Bronze Fallow en Pale (Ashen) Fallow en Bont mu-taties of combinaties hiervan. Combinaties met Dominant Gezoomd dienen te worden vermeden, evenals Lutino Witmasker, aangezien het parelpatroon, de gezoomde tekening beïnvloed en/of laat wegvallen en bij lutino witmasker de pareltekening geheel niet zichtbaar is.

© 2016 Evelien M. van Laar en Patrick Konz

PAPEGAAIACHTIGEN

De opaline mutatie (Zop) is een bijzondere mutatie omdat de verdeling van zowel de psittacine als eumelanine wordt beïnvloed. Hierdoor ontstaat een druppelvormig pa-troon (parels) op de rug en vleugels en soms ook op de kop, borst en buik, en de eer-dere benaming, gepareld, werd lange tijd gebruikt.

DE OPALINE VALKPARKIET ONDER DE LOEP

De opaline mutatie is voor het eerst gekweekt in 1967 in Duitsland en kwam beschikbaar voor kwe-kers in Australië eind jaren 70 van de vorige eeuw.De opaline mutatie vererft geslachtsgebonden re-cessief en komt vrij veel voor. Naast dat de psit-tacine en eumelanine worden beïnvloed is er nog iets anders wat deze mutatie bijzonder maakt. De mannelijke valkparkieten hebben bij hun geboorte parels vanaf een leeftijd van zo'n zes maanden. Bij aanvang van de jeugdrui verdwijnen de parels ter-wijl de parels bij de poppen gewoon blijven. Een volwassen mannelijke opaline mutatie valk-parkiet ziet er dan ook uit als een wildkleur en wan-neer je de achtergrond van de ouders niet weet, kun je voor een verrassing in het nest met nako-melingen komen te staan, wanneer je denkt een wildkleur man te hebben en je hebt ineens zijn alle vrouwelijke nakomelingen opaline! Dit kan ook bij een split x 2 opaline man overigens en de nakweek kan dan uitsluitsel geven. Het komt wel regelmatig voor dat als je goed kijkt er een licht, vlekkerig pa-troon te zien is op de rug en vleugels. Vanwege

het verlies van de parels worden mannelijke opa-line mutatie valkparkieten niet op tentoonstellingen gevraagd. De opaline mutatie kenmerkt zich ook door het intense (heldere) gele masker wat mogelijk wordt veroorzaakt doordat er minder eumelanine aanwe-zig is en de psittacine beter zichtbaar is.De vorm en grootte van de parels hebben een na-tuurlijke variatie en kunnen door selectieve kweek worden beïnvloed en ontstaan door de verplaat-sing van de “kleurstoffen”. Er zijn inmiddels opaline mutaties met hele grote parels, hele kleine parels, parels die naast op de rug en vleugels ook op bij-voorbeeld de kop of borst voorkomen. Ook bij de opaline lutino mutatie en opaline bronze fallow zijn de parels goed te zien, doordat de kleur-stof in het midden van de parel lichter is dan aan de randen. Sommige opaline mutatie poppen verliezen ook parels in de loop der jaren maar het is eigenlijk nooit zo dat alle parels verdwijnen, voornamelijk wanneer de opaline mutatie in combinatie met de bont mutatie in één valkparkiet voorkomt. Opaline D.v.d.Mark

Opaline cinnamon witmasker pop Kitty Koks

Opaline witmasker Kitty Koks

Page 22: VOGELVREUGD

zijn kraaien bij zonsopkomst, als symbool van de zon beschouwd. In het oude Griekenland was de haan een attribuut van een aantal goden, waar-onder Apollo en Hermes. Zijn agressieve gedrag tegenover rivalen werd gekoppeld aan de god Ares. Het kraaien werd als gunstig voorteken voor de oorlog gezien.De grote lust tot paren maakte de haan (met de vis) bij de Romeinen tot een vruchtbaarheids symbool. Het eten van de testes van de haan werd als afrodi-siacum gezien. Het is een oud joods gebruik om bij een huwelijk een haan te schenken ter bevordering van de kinderwens. Ook bij boeddhisten staat de haan voor wellust en zijn met de slang (jaloezie) en het varken (de onbewuste toestand) de drie dieren waardoor de boeddhisten worden verbonden met het wereldse bestaan. Naast nationale vogel van Frankrijk is de haan ook de niet officiële vogel van Portugal en prijkt hij op de vlag van Wallonië.

234 235

Grootte en uiterlijkOnze hanen (kippen) zijn natuurlijk in vele vor-men, formaten en kleuren gefokt. Onze kippen stammen af van een aantal soorten kamhoen-ders. Algemeen wordt ervan uitgegaan, dat het bankivahoen of rode kamhoen (Gallus gallus) de belangrijkste voorouder is van onze gedo-mesticeerde kippen. De mannetjes van het circa 80 centimeter lange rode kamhoen hebben een bont verenkleed en een rode kam en lellen. De hennen zijn kleiner en geelbruin tot donkerbruin. Hun lichaamsgewicht is 500 tot 1500 gram.

Het is niet precies bekend hoe het domesticatie-proces van de kippen precies is verlopen. Wel is duidelijk dat in Azië (vooral in India) al om 3200 v.Chr. huishoenders werden gehouden. Er zijn archeologische aanwijzingen dat de Egyptena-ren al vanaf 1400 v.Chr. kippen hielden. Zo rond 700 v.Chr. verspreidde de kip zich over Zuid-Europa.

Leefomgeving en verspreidingHet rode kamhoen leeft in dichte bossen waar ze met kleine familiegroepjes over de bosbodem rondtrekken. Er worden 5 ondersoorten onderscheiden:• G. g. murghi: noordelijk India, Nepal, Bhutan en Bangladesh.• G. g. spadiceus: van noordoostelijk India tot zuidelijk China, Malakka en noordelijk Sumatra.

• G. g. jabouillei: van zuidelijk China tot noorde-lijk Vietnam en noordelijk Laos.• G. g. gallus: zuidelijk Myanmar via Indochina.• G. g. bankiva: Java.

Voedsel en leefwijzeHet is, net als onze kip, een alleseter (omnivoor). Met zijn kleine, vrij scherpe snavel wordt van al-les opgepikt wat de sterke poten in bosbodem los krabbelen. Ze leven vooral op grond. Als ze worden verstoord vliegen ze op, om op een ho-ger gelegen plaats te gaan zitten.

Voortplanting De hen van het rode kamhoen legt circa 10 ei-eren per legsel die net als onze kippen in 21 dagen worden uitgebroed. Als het eerste legsel mislukt, kan ze nog een tweede of derde legsel produceren. Kippen zijn echte nestvlieders. En-kele uren na het uitkomen gaan de kuikens mee voedsel zoeken. De hen wijst met haar snavel de hapjes aan.

BijzonderIn het christendom neemt de haan ook een bij-zondere plaats in. De haan verwijst dan naar de apostel Petrus die Jezus verloochende voor de

Mensen hebben zich door de eeuwen met dieren geïdentificeerd. De ‘Nederlandse leeuw’, die we op ons wapenschild voeren staat symbool voor kracht. Op andere schilden komen we de adelaar tegen, als symbool van macht, schoonheid en onafhankelijkheid. We kiezen dieren waarmee we ons als groep, land of streek onderscheiden van anderen. Hiervoor kiezen we dieren die uniek zijn, bijzondere vaardigheden hebben, veel voorkomen of gewoon mooi zijn. ‘De nationale vogel van….’ laat u kennis maken met vogels die een officiële status hebben als nationale vogel en daarmee een representatief symbool zijn voor hun land.

ALGEMEEN

DE NATIONALE VOGEL VAN .....FRANKRIJK

DE HAAN Nederlands Gallische haan (kip, hoen) Wetensch. naam Gallus (gallus)Engels Gallic Rooster (chicken)Frans Gauloise dorée (poule)Duits Der gallische Hahn (haushuhn)

De haan van FrankrijkDe Gallische haan is het beeld van Frankrijk. Met enige regelmaat wordt er bij een wedstrijd van het Franse voetbalelftal een haan op het veld losgelaten, wat vaak voor enige hilariteit zorgt. De oorsprong van de haan als symbool is waar-schijnlijk ontleend aan de ‘Orde van de Haan en de Hond’ uit de vroege middeleeuwen. Het staat voor waakzaamheid en trots. Sinds de Franse Revolutie is ‘Marianne’ als nationaalsymbool in schwung geraakt, maar ze heeft de haan nooit helemaal verdrongen. Als symbooldier kom je de haan op veel plaatsen tegen, gebaseerd op een drietal eigenschappen: zijn gevoeligheid voor licht, zijn strijdlust en voortplantingsdrift. In het oude Egypte en in Syrië werd de haan, met

Bankivahoen, haan en hen H.Branje

Kraaiende haan Rob van der Linden

Page 23: VOGELVREUGD

haan had gekraaid en zijn berouw erna (Markus 14:72). De haan staat daarom ook vaak afge-beeld op biechtstoelen. Ook bovenop veel kerk-torens komen we een haan tegen als windhaan (weerhaan). Ook daar is het een verwijzing naar de apostel Petrus. Al voor het christendom werd in onze streken de haan al op een kerstboom en meiboom geplaatst. Deze gebruiken werden na de kerstening behouden. De christenen gingen echter op zoek naar een band met de bijbel en deze werd zoals hiervoor aangegeven gevonden bij de apostel Petrus.

Rik Meerema

236 237

ren waarschijnlijk al vermagerd voordat de even-wichtverschijnselen optraden. De uitval vond met name plaats bij de jonge vogels en in veel mindere mate bij de volwassen vogels.

Behandeling :Er zijn tegenwoordig verschillende anti-schimmel-preparaten beschikbaar welke door de dierenarts verstrekt kunnen worden. De middelen kunnen in het drinkwater worden opgelost en het water wordt goed door de vogels opgenomen. Na enkele da-gen toediening van het anti-schimmelpreparaat is het afgelopen met de uitval onder de vogels.

PreventieIn de eerste plaats zorgen voor een goede hygiëne, het voorkómen van stress en het voorkó-men van een onbalans in de darmen (ten gevolge van te grote voerwisselingen, te veel groenvoer, bevroren voer, bedorven eivoer of kiemvoer, be-schimmeld zaad enzovoort).De schimmel die de veroorzaker is van ‘megabac-terie’ schijnt slecht tegen een zure omgeving te kunnen. Het aanzuren van het drinkwater kan dan helpen te voorkómen dat de aandoening optreedt. Aanzuren van drinkwater kan met verschillende producten zoals appelazijn, citroenzuur, zoutzuur. Dosering appelazijn: 10 ml/liter drinkwater; dose-ring citroenzuur (0.5 gram/liter). H.Branje

De naam ‘megabacterie’ is misleidend. Het is immers geen bacterie, maar een schim-mel . Het heeft jaren geduurd voordat men de veroorzaker van de aandoening ‘mega-bacterie’ ontdekte. Toen bleek dat het inderdaad geen bacterie betrof, maar een schim-mel met de fantastische naam Macrorhabdus ornithogaster. Het verklaarde meteen waarom behandeling met verschillende soorten antibiotica nooit enig effect had gehad ter bestrijding van de aandoening.

GEZONDHEID

MEGABACTERIE, SLUIPMOORDENAAR

Megabacterie De schimmel Macrorhabdus ornithogaster of me-gabacteriën wordt bij allerlei vogelsoorten aange-troffen, maar met name bij kleinere zangvogels en papegaaiachtigen (gras- en valkparkieten, aga-porniden).

Wat doet de megabacterie?De schimmel veroorzaakt ontstekingen van de kliermaag. Dit is de maag waarin zoutzuur en ver-teringssappen worden afgescheiden die helpen bij het verteren van het opgenomen voer. Ten gevolge van de ontstekingen verwijdt de kliermaag zich en vindt er veel slijmvorming plaats. De maag functi-oneert niet goed meer en doordat de maag wel tot vier keer zo groot wordt als normaal, zorgt hij er voor dat andere organen in de verdrukking komen zoals de longen en het hart. Dit verklaart waarom soms vogels benauwd raken bij het vorderen van de aandoening.

Verschijnselen Macrorhabdus ornithogaster leeft in de kliermaag van de vogel, en kan daar ter plekke aanleiding geven tot het optreden van een maagontsteking. Klinische verschijnselen zijn daarom vooral het gevolg van problemen die in het maagdarmkanaal optreden, welke zich kunnen uiten als:- diarree, zwarte ontlasting en/of aanwezigheid van onverteerde zaden in de ontlasting- opgeven van voedsel- Vermageren ondanks goed eten-Ademhalingsproblemen- vertraagde kroplediging- EvenwichtstoornisZelf heb ik ook de ziekte op het hok gehad. Bij mijn vogels was heel typisch dat ze coördinatie/even-wichtsstoornissen kregen. Het leek wel of ze ‘licht in het hoofd’ waren. Ze hadden moeite op de stok te blijven zitten; vaak met de kop typisch naar vo-ren gestoken als een postuurkanarie. Wat schok-kerig en wankel op de stok zittend. Wanneer ik deze verschijnselen bij een van mijn kanaries zag, was die vogel binnen 24 uur geheid gestorven! Het leek ook een beetje op de verschijnselen van vo-gels met hapziekte. Typisch was dat er ‘op ’t oog’ helemaal niets te zien was aan de vogels. Je zag eigenlijk pas dat er iets aan de vogel mankeerde op het moment dat je de evenwichtstoornissen zag. Zo’n vogel was duidelijk vermagerd. En dan was ’t meestal binnen ’n dag gebeurd. Wanneer je zo’n tien vogels uitving zaten er wel vogels bij die wat aan de magere kant waren. Dus de vogels wa-

Typische 'houding' van aangetaste jonge vogel H.Branje

Maag-darmgezondheid

Veren & huid gezondheid

Luchtwegen gezondheid

Algemene gezondheid

Tel: +31 (0)75 614 41 43 E-mail: [email protected]

VERNIEUWD!

100% Natuurlijk op oregano basis

Page 24: VOGELVREUGD

239

dhr. H. Kreijkes (links) ontvangt de ANBvV oorkonde uit handen van gewestelijk voorzitter Rein Woudenberg

IN MEMORIAMRien van Grinsven, lid van vogelvereniging 'Waalrese vogelvrienden' is op 24 maart 2016 overleden. Rien is 85 jaar oud geworden.Rien is vroeger lid geweest bij ons Ideaal uit Valkenswaard. De laatste jaren is hij lid geweest van de Waalrese Vogelvrienden.Ik denk dat hij meer dan 50 jaar lid is geweest van de Anbvv. Maar door de overgang van Valkenswaard naar Waalre is hij hier nooit echt voor gehuldigd.

De leden van Waalrese vogelvrienden wensen de familie en bekenden van Rien veel sterkte met dit verlies

NIEUWE SECRETARIS SPECIAALCLUBMet ingang van 1 april is Bennie Horsting secretaris geworden van de speciaalclub Europese vogels /hybriden.

e-mail: [email protected] Telefoon: 0575 552780

LAATSTE VERGADERING KMV?Naar alle waarschijnlijkheid is afgelopen 26 maart de laatste jaarvergadering gehouden van de Keurmeestervereniging van de Algemene Bond van Vogelhouders. Naast de gangbare agendapunten als ingekomen stukken, notulen en financieel verslag, werd uitgebreid ingegaan op de voorlopige resultaten van de 'Enquete samenwerking keurmeester-verenigingen. In deze enquete werd aan de

BERICHTEN

Berichten s.v.p. aanleveren vóór de 15e van de maand voorafgaande aan de gewenste verschijning in Vogelvreugd

ACTIVITEITEN VERENIGINGENMeerlo: “De Gevleugelde Vrienden Wanssum e.o.” Vogelmarkten op elke vierde zondag van de maanden januari t/m mei en sept t/m december 2016. Locatie ‘t Brugeind, de Leeuwerik 33 te Meerlo. Open van 9.30 - 12.00 uur. Vogelmarkten In 2016: 28 aug, 25 sept, 23 okt en 27 nov.Utrecht, Eerste Utrechtse Kanarie Vereniging. De beurzen worden gehouden bij clubgebouw aan de Oregondreef 33 te Utrecht. Open van 10.00 tot 12.30 uur. Data: 20 sept; 18 okt; 15 november. Vogels dienen gebracht te worden in universeel TT kooien met niet meer als 2 vogels per kooi. De zogeheten lopers zijn niet toegestaan. De toegang is gratis. info: www.eukv.eu of tel. 030-2421782.

JUBILEUM GEVEDERDE VRIEND REUVERJubileum Pauly Teeuwen 2e van links 25 jaar lid en Geert Fransen 3e van links 12 ½ jaar lid van De Gevederde Vriend Reuver.Op een leuke Brunch werden de heren door voorzitter Har van den Heurik links op de foto in het zonnetje gezet. Wil Bergers, gewestelijk voorzitter, rechts op de foto zette Pauly Teeuwen ter gelegenheid van zijn 25 jarig jubileum in het zonnetje.

JUBILARISSEN E.R.K.V. RIJSSENOp de jaarlijkse feestavond van de Eerste Rijssense Kanarie Vereniging (336) zijn er vier jubilarissen gehuldigd : 25 jaar lidmaatschap dhr. J. Makkinga, dhr. H. Strokap en dhr. A. Voortman. Bijzonder op deze avond is het 50 jarige lidmaatschap van de huidige secretaris en tevens erelid dhr. H. Kreijkes.

BERICHTENkeurmeester een groot aantal vragen gesteld met betrekking tot het keurmeester zijn, de keuringen, wat de keurmeesters in de toekomst verwachten van opleiding, ondersteuning en dergelijke en de toekomst. Ook wordt aan de hand van de enquete geprobeerd inzicht te krijgen in de toekomstige behoefte aan op te leiden nieuwe keurmeesters. Aan de hand van een powerpointpresentatie werden de voorlopige uitslagen van de enquete besproken door voorzitter Rein Grefhorst.

Leden van Verdiensten en ErelidTijdens deze, waarschijnlijk laatste jaarvergadering, werden verschillende keur-meesters onderscheiden en in de bloemen gezetFons Mertens, keurmeester postuurkanaries, werd benoemd tot Lid van Verdiensten van de Keurmeestervereniging vanwege zijn vele activiteiten die hij in de loop van vele jaren verricht heeft voor de standaard postuur, de opleiding van keurmeesters en de speciaalclub van postuurkanaries.Bennie Horsting werd eveneens tot Lid van Verdiensten benoemd. Bennie vanwege zijn vele werkzaamheden ten behoeve van de discipline Europese vogels.De bestuurders van de Keurmeestervereniging, Jack Heijnen en Henk Maatman, werden eveneens benoemd tot Lid van Verdiensten. Beiden vanwege hun werkzaamheden als leden van het Dagelijks Bestuur. Van de benoeming van bovengenoemde Leden van Verdiensten was voorzitter Rein Grefhorst uiteraard volledig op de hoogte. Waar hij echter niets van af wist, was dat men achter de schermen voorbereidingen getroffen had om Rein te benoemen tot Erelid van de Keurmeestervereniging. Onder aller applaus vond de benoeming tot Erelid van de Keurmeestevereniging van de ANBvV plaats. Een benoeming waar voorzitter Rein Grefhorst zeer vereerd mee was.

238

Foto's van boven naar beneden: - Fons Mertens en Bennie Horsting - Jack Heijnen wordt onderscheiden door voorzitter Grefhorst - Henk Maatman wordt Lid van Verdiensten - Rein Grefhorst wordt onderscheiden door Jack Heijnen

Page 25: VOGELVREUGD