Vm bijeenkomst4 2014
-
Upload
2college-tilburg-flot -
Category
Education
-
view
113 -
download
2
description
Transcript of Vm bijeenkomst4 2014
Vlakke meetkunde
Bijeenkomst 4
§1-‐3 Een bewijs aanpakken.
Wat weet je? Wat zijn daarvan de consequen=es?
Wat wil je aantonen? Wat heb je daarvoor
nodig?
Twee eigenschappen A en B heten gelijkwaardig of equivalent als geldt: uit eigenschap A volgt eigenschap B én (andersom) uitgaande van eigenschap B kan eigenschap A bewezen worden. Driehoek ABC is rechthoekig in B In driehoek ABC geldt:
§1-‐4 Vierhoeken.
AB2 + BC 2 = AC 2
Driehoek ABC is rechthoekig in B In driehoek ABC geldt:
AB2 + BC 2 = AC 2
§1-‐4 Vierhoeken.
Bewering: Een parallellogram is een vierhoek waarvan de overstaande hoeken even groot zijn. Mee eens? Is deze bewering waar of niet waar? Is het voldoende om slechts van één paar overstaande hoeken aan te tonen dat zij even groot zijn?
§1-‐4 Vierhoeken.
§1-‐4 Vierhoeken.
Tussentoets.
§2-‐2 Middelloodlijnen.
§2-‐2 Middelloodlijnen.
§2-‐3 Deellijnen.
Bewijs: Als d(P, l) = d(P, m) en l en m snijden in A, dan ligt P op de bissectrice van hoek S.
§2-‐3 Deellijnen.
Gemengde opdrachten.
• G-‐4 (blz.34) • Bewijs onderstaande bewering:
Een vierhoek waarvan de diagonalen bissectrices zijn, is een ruit.
• Als de lengte van een zwaartelijn uit punt A van driehoek ABC gelijk is aan de helS van zijde BC, dan is de driehoek rechthoekig in A.