Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en...

32
in dit nummer november 2013 09 Jaargang 44 • Maandblad • verschijnt niet in juli en augustus Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X - P509707 • Afzendadres: Guimardstraat 1 • 1040 Brussel Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs Nooit meer … / vanuit christelijke inspiratie naar duurzame ontwikkeling / pastoraal: denk en doe in dialoog

Transcript of Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en...

Page 1: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

in dit nummer

november 2013

09 Jaargang 44 • Maandblad • verschijnt niet in juli en augustus

Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X - P509707 • Afzendadres: Guimardstraat 1 • 1040 Brussel

Vl

aa

ms

s

ec

re

ta

ria

at

v

an

h

et

k

at

ho

lie

k o

nd

er

wij

s

Nooit meer … / vanuit christelijke inspiratie naar duurzame ontwikkeling / pastoraal: denk en doe in dialoog

Page 2: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

forum nr. 09 • november 2013

Hoofdartikel

Nooit meer … 3

In de kern

Opvoeden tot hoop 4

Algemeen onderwijsbeleid

Als school de eerste wereldoorlog herinneren 5

Project Flanders Fields Memorial Gardens 6

Vrij katholiek onderwijs schooljaar 2013-2014 10 Resultaten van de spoedtelling

Hoger onderwijsFusie en eigenheid. 15 Zoektocht naar een nieuwe verbondenheid

Congres volwassenenonderwijs VDKVO 15

Pedagogische ondersteuningOnderwijzen voor het onbekende 16 De school vanuit christelijke inspiratie oriënterennaar duurzame ontwikkeling

SchoolbesturenIn de diocesane comités van inrichtende machten 21ontmoeten Bottom up en top down elkaar

Het VSKO en de besturen 26

Opvoedingsproject & pastoraalAdvent: ik zal er zijn 28

Pastoraal op school. Denk & doe in dialoog 30

Page 3: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

HoofdartikelNooit meer …

De Groote Oorlog … Volgend jaar 100 jaar geleden begonnen. Ook scholen kunnen zo’n belangrijke gebeurtenis niet

negeren.

Naast het brengen van het verhaal van de Eerste Wereldoorlog op een pedagogisch en historisch verantwoorde manier

en het herdenken van de gesneuvelden, moeten we de kans benutten die de herdenkingsactiviteiten voor scholen

bieden. We moeten kinderen en jongeren mogelijkheden aanreiken die hen versterken in hun capaciteiten tot ‘ver-

binden’. Hoe kunnen we hen ondersteunen bij het vinden van een vredevolle verbinding met zichzelf, met elkaar, met

de wereld, de aarde en met God?

Vele initiatieven staan op stapel of zijn reeds gestart. Het VSKO vindt het belangrijk zijn scholen te ondersteunen bij

het ontwikkelen en of aanbieden van kwaliteitsvolle herdenkingsinitiatieven. Daarom hebben we een mededeling

verspreid: ‘als school de eerste wereldoorlog herinneren’ (zie verder in dit nummer). Daarin wordt o.a. verwezen naar

een toetssteen ’14- ’18’, ontwikkeld vanuit de provincie West-Vlaanderen. Deze tekst biedt handvaten aan voor het

voorbereiden van of het reflecteren op projecten m.b.t. de herdenking van WOI. Hij wil een instrument zijn om het

aanbod dat vanuit vele organisaties, zowel commercieel als niet-commercieel op scholen afkomt te beoordelen op zijn

intrinsieke kwaliteit. Tevens zal een interne werkgroep van het VSKO m.b.t. WOI mee instaan voor het verspreiden van

kwaliteitsvolle info en projecten (ook deze van onze scholen zelf).

Wij zijn eveneens een actieve partner in het project van de Vlaamse overheid: ‘the Flanders Fields Memorial Garden

Londen: The gathering of the soil.’ Meer dan 30 van onze scholen (basis en secundair) doen mee aan het project in

het kader van de herinneringstuinen 2014-2018. (zie verder in dit nummer). Een eerste deel van hun taak hebben

ze al uitgevoerd. Bij de start van het schooljaar ‘adopteerde’ elke school een begraafplaats die de Commonwealth

Wargraves Commission hen toewees. Een afvaardiging van de school verrichtte er een symbolische daad: de grond

van de begraafplaats werd in alle respect verzameld in een jutezak, samen met een bericht vol hoop op een vrede-

volle toekomst. Elke school gaf een eigen invulling aan deze ceremonie.

Zelf mocht ik aanwezig zijn op dit bijwijlen ontroerend evenement op de militaire begraafplaats in Ploegsteert. Een

vierde klas van een basisschool uit Oostende bracht op een serene wijze hulde aan de slachtoffers, stond stil bij de

grote vrede na de oorlog, maar ook bij de kleine vrede in het dagelijkse omgaan met elkaar. Ook de link met de

evangelische vredesboodschap werd passend geduid. Met woord en muziek werd de geboden inhoud verlevendigd. Na

een warme vredesknuffel, werd een eigen uit kalk gemaakt kunstwerkje neergelegd bij een door de kinderen zelf

gekozen grafsteen. De vergankelijke materie zou zich vermengen met de grond waarin de soms nog zeer jonge slacht-

offers werden begraven. Ook het vullen van de jutezak was een bewogen moment.

Het is uiteraard de bedoeling het thema gedurende de vier jaren aan bod te laten komen. Dit vraagt een evenwichtig

school- beleid zodat leerlingen niet ‘oorlogherdenkingsmoe’ worden en vrede als doel niet uit het oog verloren wordt.

Dit alles met een boodschap: nooit meer oorlog. Niet hier, maar ook nergens anders, dicht of ver weg.

Mieke Van HeckeDirecteur-generaal VSKO

© M

areo

Mer

tens

Page 4: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

als school de eerste wereldoorlog herinneren

ALGEMEEN ONDERWIJSBELEIDIN DE KERN

november 20134

CONTACTBLAD VOOR SCHOOLBESTUREN, PEDAGOGISCH BEGELEIDERS

DIRECTIES EN PERSONEELSLEDEN VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS

MAANDBLADVerschijnt niet in juli en augustus

VERANTWOORDELIJKE UITGEVERMieke Van Hecke, directeur-generaal VSKOGuimardstraat 1 - 1040 Brussel

EINDCOÖRDINATIE: Willy Bombeek

EINDREDACTIE: Rita Herdies

REDACTIELEDEN: Willy Bombeek, Jan-Baptist De Smet, Isabelle Dobbelaere, Rita Herdies, André Janssens, Dimitri Vandekerkove, Marijke Van Bo gaert, Jan-willem Ravyst, Mieke Van Hecke

REDACTIEADRES:VSKO - Forum - Guimardstraat 1 - 1040 BrusselTel.: 02 507 06 19 • Fax: 02 513 36 45E-mail: [email protected] - Website: www.vsko.be

ABONNEMENTJaarabonnement: 23,10 euro (inclusief BTW)38,10 euro: buitenland. Te storten op rekeningnr. 000-0947400-01 van LICAP cvba, 1040 Brussel

PRE-PRESS EN DRUK: Licap cvba, tel. 02 509 96 83

COVER: © Bart Deheegher (Burgerschool Roeselare)Foto: Niki Bagheri (Burgerschool Roeselare)

opvoeden tot hoopEen tijdje geleden stond een moeder met een meisje aan mijn deur. De moeder liet het meisje het woord voeren. “Wil je geen boekje kopen, het gaat over het einde van de wereld, dat nabij is?” Ik was geschokt. Dat volwassenen als onheilsprofeten van deur tot deur gaan, tot daar, maar dat ze daarvoor hun kinderen gebruiken, vond ik hemeltergend. Ik heb het hun ook gezegd. Ze zijn stilletjes afge-dropen naar mijn buren. Of ze mijn verontwaardiging begrepen heb-ben, weet ik niet. Ze zullen wellicht alleen onthouden hebben dat ik niet wil gered worden. Nu, wat maakte mij zo kwaad? Het feit name-lijk dat kinderen en jongeren juist de hoop op een betere wereld moeten uitstralen en niet het omgekeerde. Kinderen en jongeren zijn immers de toekomst, de reden om er voor te blijven gaan in onze onderwijswereld, ook al zit het al wel eens wat tegen. Wanneer een kindje geboren wordt en ouders het laten dopen, maken ze een ge-loofsbelijdenis waarin ze uitdrukken dat ze geloven dat het leven de moeite waard is: “We kiezen voor het leven en we gaan er voor”. Dan moet je kinderen en jongeren toch niet opzadelen met een doem-perspectief, maar moeten ze licht in de ogen van anderen zien dat hoop uitstraalt. Het is een uitdaging voor ouders en voor al wie met opvoeding te maken heeft dat er werk wordt gemaakt van een be-tere wereld. Een wereld die voldoende toekomstperspectieven biedt.

Ook al is het leven geen sprookje, we mogen kinderen en jongeren niet afschermen van al wat minder goed is. Zelf zullen ze ook ontdek-ken dat de wereld niet perfect is. Maar tegelijkertijd mogen we ze ook de hoop op een betere wereld niet weerhouden. In plaats van ze te overstelpen met slecht nieuws en slechte cijfers, mogen we ze ook doen dromen van hoe het anders, mooier en beter kan. Laat ze daar-uit moed putten om “ja” te zeggen tegen het leven, ook tegen het leven dat al te dikwijls getekend is door pijn, lijden en verdriet.

Is het niet dikwijls zo dat de hoop, datgene waar iemand zich aan recht houdt, in kleine dingen zit waar je zo overheen kijkt of die je vaak helemaal niet ziet. Ik denk aan het schouderklopje of het be-moedigende woord dat soms wonderen kan doen. Ooit zei eens iemand: ‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de slechte. Duid aan wat goed is en verbeter met een groene kogelpen in plaats van steeds met de rode, die enkel onderstreept wat verkeerd is. Soms

lijkt een huistaak of een examenblad meer op een bloedbad of een slagveld dan op een groene weide die leven uitstraalt. Wees barm-hartig en zoek wat hoopvol kan zijn in de gesprekken na examens of tijdens ouderavonden. Geef zelfs een tweede en een derde kans…

Ik denk even aan een ander voorval. Aan een telefoontje van een vader, die onthutst en ontdaan zei: “De dokters hebben mijn zoon opgegeven. Ze hebben gezegd dat hij maar twee maanden meer te leven heeft. Verdomme, moesten ze dát nu tegen hem zeggen, nu is alle hoop weg, en zal hij zich laten gaan, ik ken hem.” Inderdaad, waarom hadden ze juist dát gezegd? Zalig de dokters die mensen geen prognoses geven. Enige tijd voordien hadden ze gezegd dat hij maar 25% kansen had. Ondanks dat klein percentage was die jongen er vol moed tegenaan gegaan. Er is niet veel nodig om mensen, jong of oud, hoop te geven, maar ook niet veel om alle hoop af te pakken. Je mag een mens nooit zijn hoop afnemen. Uitspraken in scholen kunnen eveneens verlammend of levengevend werken.

Ik hoop dan ook dat onze scholen plaatsen van hoop mogen zijn, waar kinderen en jongeren worden opgevoed tot hoopvolle mensen. Onze inspiratiebron, het leven en de woorden van Jezus Christus, nodigen ons voortdurend uit om mensen van hoop te zijn. Mensen, die vanuit de liefde geloven in elkaar en anderen toekomst geven. In deze novembermaand zeggen we als christenen: zelfs tot over de dood heen. Deed Jezus dit ook niet in zoveel wonderen en uitspraken? Wanhoopsprofeet zijn is niet moeilijk. Maar zalig zijn zij die de juis-te woorden en gebaren vinden om kinderen, jongeren en medemensen hoop te geven. De ervaring leert dat hoop dikwijls niet meer is dan een sprankeltje of een sprietje, maar juist datgene is waar mensen zich aan vastklampen om het niet op te geven. En dat mogen we nooit afnemen. Want hoop doet leven, overal, ook bij kinderen, jon-geren en collega’s in onze scholen en internaten.

Ik wens je van harte veel hoop toe en bid er zelfs voor.

Jan Vander Velpen, pr.VSKO-pastor

Page 5: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 5

als school de eerste wereldoorlog herinneren

V olgend schooljaar start de herdenking ‘2014-2018, 100 jaar Groote Oorlog’. Of�ciële instanties, organisaties en scholen zullen deze gelegenheid aangrijpen om herinnerings- en herdenkingsactiviteiten te organiseren, meestal met de bedoeling ‘nooit meer oorlog’ dichterbij te brengen. Leren over de Eerste Wereldoorlog is één aspect van een brede vredesopvoeding. Als (katholiek) onderwijs

willen we dit breed opentrekken naar ‘opvoeden tot vrede’, want vrede is meer dan ‘geen oorlog’.

Vredesopvoeding of vredeseducatie heeft vele betekenissen en invalshoeken, maar hier willen we vooral de innerlijke en intermenselijke vrede benadrukken. Het is belangrijk kinderen en jongeren instrumenten te geven die kunnen leiden tot innerlijke vrede en verbondenheid met de ander. Op een vredevolle manier kunnen communiceren en met con�icten kunnen omgaan, aandacht hebben voor rechtvaardigheid en mensenrechten, duurzame vrede en wereldsolidariteit maken hier zeker ook deel van uit.

Als onderdeel van een brede vredesopvoeding, wil herinneringseducatie het verhaal van de oorlog brengen, vertrekkend vanuit een verantwoorde, geduide herinnering. Voor dit laatste biedt het erfgoed in de onmiddellijke of ruimere omgeving van de school diverse kansen en aanknopingspunten. Het versterkt bovendien de betrokkenheid van de leerlingen en bevordert de regionale spreiding van herdenkings-projecten. De Eerste Wereldoorlog liet immers niet enkel in de streek van Ieperse regio en de Westhoek zijn sporen na.

Naast eigen schoolprojecten zullen vele herdenkingsinitiatieven van externen zich bij uw school aanbieden. Als VSKO zullen wij u informeren over die initiatieven waarbij we nauw betrokken zijn qua opzet en organisatie en/of die we pedagogisch zinvol vinden.

rische context zijn noodzakelijk, zodat niet geoordeeld wordt met hedendaagse maat-staven en vanuit de huidige kennis over handelingen en keuzes die mensen en groepen in het verleden gemaakt hebben.

• Aandacht geven aan de marge in keuzevrij-heid van elke mens. Iedereen moet op een bepaald moment een keuze kunnen maken.

• Emoties zijn geen doel op zich maar kunnen een opstap zijn naar inzicht, reflectie en actie. Niet alle topics zijn geschikt voor alle leeftijden zodat bv. choquerende beel-den soms het verkeerde effect hebben.

• Wie herdenkt? Wat wordt herdacht? Waar-om? Wat zijn de motieven? Hoe wordt herdacht? Welke boodschap wil men bren-gen? Wie stuurt de collectieve herinnering aan en waarom?

• Re-enactment is het naspelen of uitbeelden van historische gebeurtenissen in histori-sche kostuums, dikwijls op de plaats waar de gebeurtenis plaatsvond. Als het als toneelstuk gepresenteerd wordt, wint het aan historische gelijkwaardigheid. Bij re-enactment schuilt echter het gevaar dat er te weinig oog is voor de brede historische context. Opletten met een geromantiseer-de blik op het verleden.

Daarnaast willen wij u een instrument (Toets-steen ’14-’18) aanbevelen dat ontwikkeld is vanuit de provincie West-Vlaanderen. Dit instrument kan worden gebruikt zowel bij het beoordelen van een aanbod als bij de voor-bereiding van een nieuw project of voor re-flectie op en evaluatie van lopende acties. De volledige versie vindt u op de website van de Provincie West-Vlaanderen. Dit instrument is bruikbaar voor alle onderwijsniveaus en onderwijsvormen. Uiteraard hoeft een project niet aan alle onderstaande kenmerken te voldoen maar ze kunnen toch als leidraad en inspiratiebron dienen.

De belangrijkste aandachtspunten bij herin-neringseducatie kunnen worden ondergebracht in drie categorieën:

Kennis en inzicht• Inzicht geven in een bepaalde historische

context. De informatie moet historisch cor-rect zijn.

• Het bestuderen van de achtergronden, de oorzaken, de processen, strategieën en mechanismen die een belangrijke rol speel-den in de eerste wereldoorlog (met de impact van propaganda, technologie, …) en in hun rol vandaag.

• Geschiedenis streeft een objectieve ana-lyse van bronnen en feiten na. Collectieve

herinneringen daarentegen worden beïn-vloed door politieke, maatschappelijke, ideologische … factoren. Het is wat men onthoudt of wil onthouden over het verle-den, veelal in functie van het uitbouwen van een individuele of collectieve identi-teit in het heden. De volgende vragen kun-nen hier relevant zijn: hoe wordt een be-paald feit nu herinnerd en waarom zou dit zo zijn? Wie heeft de geschiedenis geschre-ven (winnaar of verliezer)?

• Hanteren van vroegere referentiekaders.

• Het tijdsgebonden karakter van begrippen en zienswijzen uitleggen.

• Leren uit het verleden en stimuleren tot solidariteit, tot respect …

Historische empathie en betrokkenheid• Ontwikkeling van historische empathie door

aandacht te hebben voor gelijkenissen en verschillen in waarden, (geloofs-)opvat-tingen, tussen toen en nu.

• Aandacht voor verschillende perspectieven: slachtoffers en -daders, maar ook voor de “passieve” omstanders. Correcte beelden over andere groepen, ook vandaag, zijn belangrijk. Diversiteit kan een rijkdom zijn.

• Historisch denken en inzicht in de histo-

ALGEMEEN ONDERWIJSBELEID

Page 6: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 20136

Tot slot willen we benadrukken dat het aan-gewezen is de initiatieven gespreid in de tijd aan te bieden: we verschieten bij wijze van spreken niet meteen al ons kruit in 2014. Het gaat immers om een vierjarige herdenking die loopt van 2014 tot 2018.

Voor verdere informatie kan u terecht bij:

Algemene coördinatie van het thema: Lisbet Colson, [email protected], tel. 02 507 06 55

Voor het secundair onderwijs: Freddy Cloet, [email protected], tel. 02 507 07 31

Voor het basisonderwijs: Jef Pazmany, [email protected], tel. 02 507 07 61

Voor het buitengewoon onderwijs: Els Van Schelvergem, [email protected], tel. 02 507 08 07

Voor het hoger onderwijs: Bavo Verlackt, [email protected], tel. 02 529 04 13

De ‘Groote Oorlog’ houdt voor iedereen leer-kansen in, zowel voor het basis-, secundair-, buitengewoon-, hoger onderwijs als voor het volwassenenonderwijs.

Herinneringseducatie is slechts één van de vele educaties waaraan met kinderen en jon-geren kan gewerkt worden. De doelstellingen van herinneringseducatie, vredesopvoeding, mensenrechteneducatie, wereld-burgerschaps-educatie en erfgoededucatie … zijn niet altijd strikt van elkaar te scheiden. Zoals bij alle educaties is het de bedoeling dat deze geïn-tegreerd zijn in een integraal beleid dat be-trekking heeft op de verschillende pijlers binnen een school en dus ook (waar mogelijk) geïntegreerd is in de lespraktijk. Onderwijzen en opvoeden zijn processen van lange adem. Projecten kunnen ongetwijfeld fungeren als eyeopener of kapstok. Maar dan moeten zij goed ingebed zijn in een langer leertraject. Aanknopingspunten bij leergebied- en vak-gebonden eindtermen en ontwikkelingsdoelen en leergebied- en vakoverschrijdende eind-termen en ontwikkelingsdoelen liggen hier voor de hand.

Refl ectie en actie• Eerbied tonen voor mensen- en kinderrech-

ten en waakzaamheid tegen de schending ervan. Respect hebben voor onze demo-cratische principes, waarderen van cultu-rele en sociale diversiteit en aanvaarden van verantwoordelijkheid. Hier liggen zeker kansen tot contact met de brede school-omgeving.

• Een te moraliserend discours kan een ave-rechts effect hebben. Laat leerlingen zelf op zoek gaan naar wat geleerd kan worden. Maak hen ervan bewust dat waarden en normen kunnen verschillen. Zoek naar aan-knopingspunten met de leefsituatie van de kinderen en jongeren.

• Historisch onderzoek is niet mogelijk zon-der een probleemstelling of vraagstelling. Refl ectie daagt uit tot het leren begrijpen van de betekenis van een historische con-text voor je eigen leven. Is actie mogelijk waarbij een link gelegd wordt naar het hier en nu, het Zuiden of de wereld?

projectFlanders Fields Memorial Gardens

H et VSKO werkt n.a. v. de herdenking van de Eerste Wereldoorlog o.a. mee aan een initiatief van de Vlaamse regering ‘Flanders Fields Memorial Gardens’. Het comité “The Gathering” heeft het VSKO gevraagd deel te nemen aan het project “Flanders’Fields Memorial Gardens” van de Vlaamse regering.

De ‘Memorial Garden ‘Flanders Fields 1914-2014” in Londen, vlakbij Buckingham Palace, is een initiatief van The Guards Museum en een ontwerp van de Brugse landschapsarchitect Piet Blanckaert.

Het wordt ingehuldigd in november 2014.

Page 7: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 7

© W

ivin

e Le

feve

r

Het brede doel van Flanders Fields Memorial Gardens is wereldwijd “Memorial Gardens” te plaatsen om de herinnering te bewaren aan hen die in Flanders’Fields gevochten hebben en hun leven verloren in “De Groote Oorlog”.

De eerste “Memorial Garden” wordt ingehuldigd in 2014 in Londen op initiatief van “The Guards museum” en met de steun van de Vlaamse delegatie in Londen.

De “Memorial Garden” – ontworpen door Piet Blanckaert - zal bestaan uit een rechthoek- symbool voor de velden in Vlaanderen - met een cirkel – symbool voor de opening in het dak van de Meense Poort van waaruit duizenden poppies worden verstrooid. De cirkel symbool voor eeuwig leven en de rechthoek symbool voor de dood.

In die cirkel worden de door de Vlaamse scholen met aarde gevulde jutezakken geplaatst. Die werden verzameld op 65 begraaf-plaatsen van Engelse soldaten in Vlaanderen en Wallonië. In deze zakken zijn teksten opgenomen van jongeren uit Vlaanderen en Engeland. De teksten worden op vergankelijk papier geschreven zodat de aarde van het verleden en de teksten van het heden zich met elkaar vermengen.

De bedoeling is dat Britse en Vlaamse jongeren op 11 november 2013 de jutezakken tijdens een plechtige ceremonie verzamelen op een kanonwagen bij de Meense Poort te Ieper.

Op 11 november 2014 vinden de jutezakken dan hun plaats in de “Memorial Garden” in Londen tijdens een plechtige ceremonie met de Britse en Vlaamse jongeren in aanwezigheid van de jongste leden van de Britse en Belgische koninklijke familie.

Om dit project tot stand te brengen doet het comité “The Gathering” een beroep op 65 scholen in Vlaanderen om een twinning project op te zetten met een Britse school. De (leerlingen)ambassadeurs uit de Britse scholen en de (leerlingen)ambassadeurs uit de Vlaamse scholen nemen deel aan de ceremonie op 11 november.

© W

ivin

e Le

feve

Wiv

ine

Lefe

ver

Memorial Garden - Ploegsteert.

‘Met aangepaste muziek brachten we poëziestukjes over de vrede,

zongen we liederen over vluchtelingen, wensten we elkaar de vrede toe,

zongen het internationaal vredeslied en vulden we de jutezak met aarde

waar we twee versjes aan toevoegden.’ ’t Klein College, Oostende

Page 8: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 20138

© W

ivin

e Le

feve

Wiv

ine

Lefe

ver

Memorial Garden - Perth Cemetry

Niki en Louis, leerlingen van de Burgerschool in Roeselare verzamelen aarde op Perth Cemetry, de militaire

begraafplaats in Zillebeke (Ieper).© Ba

rt D

ehee

ger

© Ba

rt D

ehee

ger

Page 9: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 9

Memorial Garden - Leuze‘In het kader van de activiteiten die we organiseren rond de 100-jarige herdenking van Wereldoorlog I, woonde een groep van 35 tweedejaars de ‘adoptieceremonie’ bij op het kerkhof in Leuze. Dit is één van de vele kerkhoven waar Britse soldaten, slachtoffers van W.O. I, begraven liggen. Een leerling heeft de symbolische schep aarde van het kerkhof toegevoegd aan het juten zandzakje dat reeds voor drie vierde gevuld was met aarde van de andere militaire kerkhoven in België die onder-houden worden door de Commonwealth War Graves Commis-sion. Nadien heeft een aantal leerlingen zelfgeschreven teksten over oorlog en vrede voorgelezen.’ Middenschool H. Hart-instituut - Bree

Page 10: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201310

ALGEMEEN ONDERWIJSBELEID

vrij katholiek onderwijsschooljaar 2013-2014

Resultaten van de spoedtelling

D e Cel Gegevensbeheer van de Dienst Informatica heeft in samenspraak met de Verbonden en de diocesen opnieuw een spoedtelling georganiseerd en verwerkt. Het VSKO, de Verbonden en Diensten danken alle scholen en internaten van harte voor hun medewer-king aan deze bevraging. De resultaten van de spoedtelling worden hierna weergegeven. De evolutie van de schoolbevolking in het

vrij katholiek gewoon kleuter-, lager en secundair onderwijs, in het vrij katholiek buitengewoon kleuter-, lager en secundair onderwijs en in de vrije katholieke internaten wordt summier gecommentarieerd.

Gewoon onderwijs

Gewoon kleuteronderwijs

(*) De prognoses zijn gebaseerd op (gegroepeerde) geboortecijfers van het Vlaams Gewest, opgedeeld per bisdom. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een prognose berekend van + 4,71 %

Voor het gewoon kleuteronderwijs zijn bij de start van het schooljaar 2013-2014 143 134 kleuters geregistreerd. Dat zijn er 438 of 0,31 % meer in vergelijking met september 2012. Deze stijging ligt duidelijk lager dan de berekende prognose (+ 2,15 %). In de diocesen Brugge en Hasselt is in tegenstelling tot de voorspelde stijging het aantal kleuters zelfs lichtjes gedaald.

Rekening houdend met de geboortecijfers van de periode 2009 - 2011 mag het kleuteronderwijs volgend schooljaar 2014-2015 een daling van het aantal kleuters verwachten met 0,31 %.

TABEL 1 - GEWOON KLEUTERONDERWIJS

Dioceestelling

september 2012telling

september 2013verschil %-verschil prognose %(*)

Antwerpen 30 906 31 113 + 207 + 0,67 + 3,18

Brugge 28 346 28 248 - 98 - 0,35 + 1,24

Gent 34 261 34 367 + 106 + 0,31 + 2,14

Hasselt 20 334 20 272 - 62 - 0,30 + 1,68

Mech.-Brussel 28 849 29 134 + 285 + 0,99 + 1,89

TOTAAL 142 696 143 134 + 438 + 0,31 + 2,15

TABEL 2 - GEWOON LAGER ONDERWIJS

Dioceestelling

september 2012telling

september 2013verschil %-verschil prognose %(*)

Antwerpen 53 693 54 092 + 399 + 0,74 + 2,17

Brugge 47 080 47 794 + 714 + 1,52 + 0,66

Gent 57 488 58 476 + 988 + 1,72 + 1,54

Hasselt 33 661 33 636 - 25 - 0,07 + 1,13

Mech.-Brussel 48 192 49 262 + 1 070 + 2,22 + 1,24

TOTAAL (**) 240 114 243 260 + 3 146 + 1,31 + 1,43

(*) De prognoses zijn gebaseerd op (gegroepeerde) geboortecijfers van het Vlaams Gewest, opgedeeld per bisdom. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een prognose berekend van + 2,07 %

(**) exclusief de lagere school in Moeskroen – diocees Doornik (26 lln. In 2012-2013; 13 lln. in 2013-2014).

In alle diocesen, uitgezonderd het diocees Hasselt, is de schoolbevolking van het gewoon lager onderwijs op 1 september 2013 gestegen.

Er zijn 3 146 leerlingen meer ingeschreven, hetzij een stijging met 1,31 %. Deze stijging ligt in de lijn van de berekende prognose (+ 1,43 %). Verwacht wordt dat schoolbevolking in de lagere scholen volgend schooljaar opnieuw zal aangroeien. Er is een stijging berekend van 2,70 %.

Gewoon lager onderwijs

Page 11: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 11

(*) De prognoses zijn gebaseerd op (gegroepeerde) geboortecijfers van het Vlaams Gewest, opgedeeld per bisdom. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een prognose berekend van + 2,01 %

Voor het secundair onderwijs werd – op basis van de generaties geboren in de periode 1995-2001 – een daling (- 1,03 %) van het aantal leer-lingen voorspeld. Het vrij katholiek secundair onderwijs is bij de aanvang van het nieuwe schooljaar 2013-2014 effectief met een kleiner leer-lingenaantal geconfronteerd. Maar de werkelijke evolutie is gunstiger dan de berekende evolutie. In het diocees Gent en in het aartsbisdom Mechelen-Brussel wordt de ongunstige prognose zelfs omgebogen naar een kleine winst. Met 316 478 ingeschreven leerlingen daalt de totale schoolbevolking met 0,29 % (= - 914 leerlingen).

Tegen 2016-2017 zou het secundair onderwijs in principe rekening moeten houden met een verdere daling van 2,51 %.

TABEL 4 – VERHOUDING ONDERWIJSVORMEN (leerjaren 1 en 2 van de 2de en 3de graad)

1 september 2012 1 september 2013

aso 46,34 % 46,18 %

bso 19,25 % 19,22 %

kso 1,51 % 1,51 %

tso 32,90 % 33,09 %

TOTAAL 100,00 % 100,00 %

In de verhouding tussen de vier onderwijsvormen worden enkele wijzigingen vastgesteld. Het aandeel van de onderwijsvorm tso is dit schooljaar iets groter geworden, ten nadele van de onderwijsvormen bso en aso. Het aandeel van kso blijft status-quo.

TABEL 5 – WINST/VERLIES PER STUDIEGEBIED bso-kso-tso

(2de en 3de graad incl. specialisatiejaren bso / Se-n-Se / HBO5)

Absoluut aantal leerlingen 1.9.2013 in vergelijking met 1.9.2012

Chemie + 1,43 % Auto - 2,41 %

Grafische com. en med. + 2,32 % Bouw - 4,81 %

Handel - 0,44 % Hout - 0,40 %

Land- en tuinbouw - 0,95 % Koeling en warmte - 6,72 %

Lichaamsverzorging - 7,90 % Mechanica-elektriciteit + 0,49 %

Mode - 5,07 % Totaal S We Te - 0,64 %

Personenzorg (incl. HBO5) + 3,50 %

Personenzorg (excl. HBO5) + 2,63 %

Sport (excl. aso) - 0,71 %

Toerisme + 2,83 %

Voeding - 3,06 % Andere (Juwelen; Fotografie; Optiek; Orthopedische technieken; Tand-technieken; Textiel; Maatschap-pelijke veiligheid)

+ 5,87 %Decoratieve technieken - 5,17 %

Podiumkunsten + 0,85 %

Beeldende kunsten + 0,30 %

TABEL 3 - GEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS

Dioceestelling

september 2012telling

september 2013verschil %-verschil prognose %(*)

Antwerpen 72 890 72 409 - 481 - 0,66 - 1,21

Brugge 66 265 65 467 - 798 - 1,20 - 1,94

Gent 69 581 69 937 + 356 + 0,51 - 0,69

Hasselt 43 884 43 728 - 156 - 0,36 - 0,84

Mech.-Brussel 64 772 64 937 + 165 + 0,25 - 0,50

TOTAAL 317 392 316 478 - 914 - 0,29 - 1,03

Gewoon secundair onderwijs

Page 12: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201312

De winst/verliescijfers van Tabel 5 moeten geïnterpreteerd worden binnen de context van een globale, zij het zeer kleine leerlingendaling. Zonder HBO5 Verpleegkunde telt de tweede en de derde graad aso-bso-kso-tso in 2013-2014 777, of 0,37 %, leerlingen minder in vergelijking met het schooljaar 2012-2013.

Het impliceert dat in deze context het aantal inschrijvingen voor de studiegebieden Handel en Hout zich op 1 september 2013 in vergelijking met het schooljaar 2012-2013 min of meer handhaaft.

Voor het eerst in vele jaren is het leerlingenaantal in het grote studiegebied Mechanica-elektriciteit gestegen. Maar door de tegenvallende inschrijvingen voor de studiegebieden Auto, Bouw en Koeling en warmte vertoont de totale schoolbevolking in de S We Te-scholen ook dit schooljaar nog een -weliswaar beperkte- dalende trend.

De grootste winst is -net zoals vorige schooljaren- opnieuw gereserveerd voor het studiegebied Personenzorg. Ruim 35 % van de groei in Personenzorg is voor rekening van HBO5 Verpleegkunde.

De attractiviteit van de studiegebieden Toerisme, Grafische communicatie en media en Chemie is eveneens gestegen. Het studiegebied Chemie zit al meerdere jaren op rij in de lift.

De verdere afslanking binnen de studiegebieden Mode en vooral Lichaamsverzorging springt in het oog. De omzetting van rechtswege van de vierde graad Plastische kunsten komt de aantrekkingskracht van dit studieaanbod niet ten goede. Het is een belangrijke verklaring voor de vrij grote daling van het studiegebied Decoratieve technieken. De inschrijvingen voor de kso-studiegebieden Beeldende kunsten en Podiumkun-sten daarentegen zijn positief.

Het studiegebied Land- en tuinbouw kan een jarenlange, ononderbroken stijging van het aantal leerlingen niet langer vasthouden. In 2013-2014 zijn de inschrijvingen ook gedaald voor het studiegebied Voeding, in mindere mate voor het studiegebied Sport.

Tenslotte wordt nog de aandacht gevestigd op het succes van het studiegebied Maatschappelijke veiligheid, in Tabel 5 toegevoegd onder Andere (een verzameling van een zevental kleinere studiegebieden). In acht scholen met het specialisatiejaar bso Veiligheidsberoepen en Se-n-Se tso Integrale veiligheid is het aantal leerlingen gestegen van 416 naar 480.

Buitengewoon onderwijsBij de leerlingenaantallen van het buitengewoon onderwijs worden de prognoses niet herhaald. Toepassingen zijn iets minder relevant omwille van de kleinere aantallen in het buitengewoon kleuter-, lager en secundair onderwijs.

Buitengewoon kleuteronderwijs

TABEL 6 - BUITENGEWOON KLEUTERONDERWIJS - PER BISDOM

Dioceestelling

september 2012telling

september 2013verschil %-verschil

Antwerpen 228 245 + 17 + 7,46

Brugge 183 185 + 2 + 1,09

Gent 215 231 + 16 + 7,44

Hasselt 217 214 - 3 - 1,38

Mech.-Brussel 182 188 + 6 + 3,30

TOTAAL 1 025 1 063 + 38 + 3,71

TABEL 7 - BUITENGEWOON KLEUTERONDERWIJS - PER TYPE

Typetelling

september 2012telling

september 2013verschil %-verschil

Type 2 559 576 + 17 + 3,04

Type 3 118 129 + 11 + 9,32

Type 4 109 107 - 2 - 1,83

Type 5 18 19 + 1 + 5,56

Type 6 17 19 + 2 + 11,76

Type 7 204 213 + 9 + 4,41

TOTAAL 1 025 1063 + 38 + 3,71

Bij de start van het schooljaar 2013-2014 zijn 1063 kleuters geteld in het buitengewoon onderwijs. Met een aangroei van 3,7 % wordt de stij-gende trend van de laatste schooljaren voortgezet. De stijging van het aantal kleuters is het grootst in de diocesen Antwerpen en Gent.Er is winst voor alle types met uitzondering van type 4.

Page 13: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 13

Buitengewoon lager onderwijs

TABEL 8 - BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS - PER BISDOM

Dioceestelling

september 2012 telling

september 2013verschil %-verschil

Antwerpen 3 072 2 973 - 99 - 3,22

Brugge 3 286 3 211 - 75 - 2,28

Gent 3 422 3 354 - 68 - 1,99

Hasselt 3 314 3 347 + 33 + 1,00

Mech.-Brussel 2 524 2 468 - 56 - 2,22

TOTAAL 15 618 15 353 - 265 - 1,70

TABEL 9 - BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS - PER TYPE

Typetelling

september 2012 telling

september 2013verschil %-verschil

Type 1 4 979 4 536 - 443 - 8,90

Type 2 2 407 2 374 - 33 - 1,37

Type 3 1 287 1 307 + 20 + 1,55

Type 4 459 449 - 10 - 2,18

Type 5 19 18 - 1 - 5,26

Type 6 91 86 - 5 - 5,49

Type 7 744 757 + 13 + 1,75

Type 8 5 632 5 826 + 194 + 3,44

TOTAAL 15 618 15 353 - 265 - 1,70

De schoolbevolking in het buitengewoon lager onderwijs daalt met 1,7 %. De daling doet zich voor in alle diocesen behalve in Hasselt waar een kleine winst van 1 % geregistreerd wordt.Bij de start van het schooljaar 2013-2014 zijn er meer leerlingen ingeschreven voor de types 3, 7 en 8. Het aantal inschrijvingen voor type 1 daalt opmerkelijk.

Buitengewoon secundair onderwijs

TABEL 10 - BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS - PER BISDOM

Dioceestelling

september 2012 telling

september 2013verschil %-verschil

Antwerpen 2 667 2 836 + 169 + 6,34

Brugge 2 831 2 861 + 30 + 1,06

Gent 2 793 2 838 + 45 + 1,61

Hasselt 2 204 2 297 + 93 + 4,22

Mech.-Brussel 1 665 1 712 + 47 + 2,82

TOTAAL 12 160 12 544 + 384 + 3,16

TABEL 11 - BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS - PER OPLEIDINGSVORM

Opleidingsvormtelling

september 2012 telling

september 2013verschil %-verschil

Opleidingsvorm 1 2 916 3 016 + 100 + 3,43

Opleidingsvorm 2 1 668 1 735 + 67 + 4,02

Opleidingsvorm 3 6 829 6 875 + 46 + 0,67

Opleidingsvorm 4 747 918 + 171 + 22,89

TOTAAL 12 160 12 544 + 384 + 3,16

Page 14: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201314

HOGER ONDERWIJS

TABEL 12 - BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS - PER TYPE

Typetelling

september 2012 telling

september 2013verschil %-verschil

Type 1 5 403 5 458 + 55 + 1,02

Type 2 3 410 3 509 + 99 + 2,90

Type 3 1 448 1 619 + 171 + 11,81

Type 4 900 950 + 50 + 5,56

Type 5 0 0 0 + 0,00

Type 6 217 219 + 2 + 0,92

Type 7 782 789 + 7 + 0,90

TOTAAL 12 160 12 544 + 384 + 3,16

Het aantal leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs groeit opnieuw, in alle diocesen. Voor Vlaanderen bedraagt de stijging bijna 3,2 %.De in het oog springende aangroei binnen OV4 is o.m. een gevolg van enkele nieuwe programmatie-initiatieven.

Reeds enkele schooljaren op rij stijgt het aantal type 3-leerlingen gestaag. Dit jaar wordt een substantiële stijging genoteerd met bijna 12 %.

TABEL 13 - INTERNATEN

Dioceestelling

september 2012 telling

september 2013verschil %-verschil

Antwerpen 906 964 + 58 + 6,40

Brugge 3 939 3 806 - 133 - 3,38

Gent 2 001 1 917 - 84 - 4,20

Hasselt 939 916 - 23 - 2,45

Mech.-Brussel 762 736 - 26 - 3,41

TOTAAL 8 547 8 339 - 208 - 2,43

Op 1 september 2013 werden 8 339 internen ingeschreven in de vrije katholieke internaten. Daarmee wordt het aantal van vorig schooljaar (8 547 internen, meteen ook de hoogste score van het afgelopen decennium) niet langer geëvenaard. De internen zijn ingeschreven in 98 interna-ten, gespreid over 104 vestigingsplaatsen. 9,2% van de internen zijn leerlingen van het basisonderwijs. Het leeuwendeel van de internen, 90,8%, volgt les in een secundaire school.

BesluitBegin september werden 731 832 leerlingen ingeschreven in het vrij katholiek gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs. In vergelijking met vorig schooljaar zijn er 2 827 leerlingen meer geteld, hetzij een beperkte stijging met 0,39 %. Dit leert de spoedtelling die het VSKO ook dit jaar opnieuw heeft georganiseerd.

De tellingen dienen in eerste instantie voor eigen gebruik: beleidsvoorbereidend werk, onderzoek, eigen planning. Gedurende het hele schooljaar worden deze statistieken en afgeleide bewerkingen veelvuldig geraadpleegd door de Verbonden en de Diensten van het VSKO, door de diocesane diensten, door de pedagogische begeleiding, door de studiegebiedverantwoordelijken én door de scholen zelf.

Patrick Deboutte Griet PerdieusDienst Personeel en Schoolbeheer Cel GegevensbeheerVVKSO Dienst Informatica VSKO

Page 15: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 15

HOGER ONDERWIJS

VVKHO

Binnen en buiten het hoger onderwijs is één van de centrale uitdagingen het verbinden van organisaties en dus van mensen. Niemand ontsnapt aan een tendens van schaalvergroting en verregaande samenwerking. Meer nog, het daagt elkeen uit in zijn leidinggevend vermogen. Samen met emotionele reacties worden ook vele vragen (niet) uitgesproken.

Deze themadag geeft via een palet van verschillende sprekers en perspectieven elkeen de kans om antwoorden te zoeken voor zijn of haar vele vragen: Welke factoren dragen op basis van wetenschappelijk onderzoek en professionele ervaringen bij tot een geslaagde fusie?, Welke houding dient men aan te nemen ten aanzien van het ‘verleden’ en de ‘mensen’ van de organisatie?, Leidt een fusie tot uniformiteit?, Hoe kunnen we een team en leidinggevenden meenemen in een fusieproces? Verschillen profi t- en non-profi torganisaties in het omgaan met ingrijpende organisatorische veranderingen? Waarom is het blijvend stellen van de ‘waarom’ vraag zo fundamenteel in dit proces? Welke gevolgen heeft een fusieproces voor de identiteit? Confl icten zijn hierbij onvermijdelijk, maar hoe gaan we ermee om? Hoe kunnen we geloofwaardig beslissingen nemen en deze ook communiceren? Wat betekent commitment of binding in tijden van verandering?

Meer info: http://ond.vsko.be/VVKHO>vormingsaanbod VVKHO

Fusie en eigenheid. Zoektocht naar een nieuwe verbondenheid27 november 2013 – HUB, Campus Brussel

Naar jaarlijkse gewoonte is het congres een van de hoogtepunten in het professionaliseringsaanbod voor onze directies volwas-senenonderwijs. Dit schooljaar staan schaalgrootte en het Europese beleid inzake volwassenenonderwijs en levenslang leren centraal.

Tijdens dit 3-daags congres kunnen onze –vaak overbevraagde- directies even loskomen van de dagelijkse praktijk en zich ver-diepen in een van de aangeboden thema’s:

• Organisatiecultuur en fusie/schaalvergroting: Amand Dewaele

• Onderhandelen en onderhandelingstechnieken: Geert Dewulf

• Fusiebegeleiding en schaalvergroting in de praktijk: Gilles Rasson

• Positief omgaan met stress op de werkvloer: Nicole Van de Weghe

• Competentiegericht onderwijs: Ludo Heylen

• Self-managing teams: Lars Nordborg Olsen (DK) en collega

Het congres wordt afgesloten met een gezamenlijke sessie op vrijdag waarbij Vlaamse en Europese beleidsmakers hun visie komen toelichten op de toekomst van volwassenenonderwijs in Europa.

VAN WOENSDAG 27 NOVEMBER TOT EN MET VRIJDAG 29 NOVEMBER 2013

Congres volwassenenonderwijs VDKVO

KLAAR VOOR DE TOEKOMST?

Page 16: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201316

PEDAGOGISCHE ONDERSTEUNING

onderwijzen voor het onbekendeDe school vanuit christelijke inspiratie oriënteren naar duurzame ontwikkeling

E en artikelenreeks in de tijdschriften van het VSKO wil de scholen informeren en inspireren om zich vanuit christelijke inspiratie te oriënteren naar duurzame ontwik-keling. ‘De leerkrachten van morgen’ zullen in ‘de school van de toekomst’ instaan

voor de implementatie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs en zo een cruciale rol spelen in het transitieproces van onze maatschappij.

lijnen voor change agents / intermediairen om DO in het HO te integreren.

• Als DO-adviesorgaan: Ecocampus gaat op zoek, bundelt en formuleert DO-advies ten gunste van verschillende partners.

OntstaansgeschiedenisEcocampus is ontstaan als het logische vervolg op het succes van MOS, het ‘Milieuzorg Op School’-project dat zich richt tot het basis- en secundair onderwijs. Via MOS zijn heel wat studenten reeds vertrouwd met milieuzorg. Het werd belangrijk geacht deze inspanningen door te trekken naar het hoger onderwijs. Omdat het hoger onderwijs qua werking en structuur fundamenteel verschilt van het basis- en secundair onderwijs kon het MOS-project dus niet zomaar worden vertaald naar het hoger onderwijs. Daarom werd ervoor geopteerd een nieuwe werking te ontwikkelen: Ecocampus. Daar waar MOS zich eerder richt tot de leraren en onderwijzers, richtte Eco-campus zich, in de eerste fase van haar be-staan (2008-2011), - voornamelijk tot de milieucoördinatoren en beleidsverantwoor-delijken en legde meer de nadruk op het integreren van milieuzorg in het hoger on-derwijs.

Zeven strategische doelstellingenBij de aanvang van de tweede fase van het project (september 2011) werd een groot debat georganiseerd met verschillende sta-keholders en experten op het vlak van onder-wijs en duurzame ontwikkeling, om na te denken over de rol van het hoger onderwijs binnen de transitie naar een duurzame sa-menleving én op welke manier Ecocampus daarbij een rol kan opnemen. Het gevolg van dit debat heeft zich vertaald in een koerswij-ziging, waarbij Ecocampus zeven strategische doelen heeft gedefinieerd, waar het project de komende jaren in samenwerking met ver-

In dit artikel wordt toegelicht hoe duurzame ontwikkeling een plaats krijgt in het hoger onderwijs en op welke manier de lerarenop-leiding toekomstige leerkrachten vormt op het vlak van duurzame ontwikkeling. Onder meer Ecocampus is aan het woord evenals Katrien De Maegd, voorzitter van het lerend netwerk ‘Integratie van duurzame ontwikke-ling in de Lerarenopleiding’.

ECOcampus zet in op duurzaam hoger onderwijs

Opzet Ecocampus

Ecocampus is een project van de Afdeling Milieu-integratie en –subsidiëringen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse overheid.

Het Departement LNE wil samen met de Afde-ling Hoger Onderwijs en Volwassenenonder-wijs, van het Departement Onderwijs en Vorming (O&V), met het project Ecocampus - via het hoger onderwijs - inzetten op de transitie naar een duurzame samenleving.

Ecocampus wil werk maken van een Duurzaam Hoger Onderwijs. Dit is hoger onderwijs dat in eerste instantie studenten opleidt tot pro-fessionelen en burgers van morgen die hun denken en doen binnen de complexe realiteit zien, voorbereid zijn op verandering en mee vormgeven aan een positieve ontwikkeling op ecologisch, sociaal-cultureel en economisch vlak. Dit betekent ook dat de hogeronder-wijsinstellingen zelf een actieve bijdrage moeten leveren aan het realiseren van een duurzame samenleving. Aandacht moet hier-bij uitgaan naar de vier kerntaken van het hoger onderwijs: onderwijs, onderzoek, maat-schappelijke dienstverlening en bedrijfsvoe-ring. Het gaat zowel om een inhoudelijke als om een procesmatige heroriëntatie naar duurzame ontwikkeling.

Kerntaken EcocampusBinnen de transitie naar een duurzame samenleving ziet Ecocampus zijn rol als volgt:

• Als kennisdraaischijf: Ecocampus commu-niceert rond en wisselt uit omtrent duur-zame ontwikkeling (DO) in het hoger onderwijs (HO).

• Als verbindende actor: Ecocampus brengt mensen samen rond DO in het HO.

• Als inspirator: Ecocampus zoekt en inspi-reert change agents / intermediairen die een cruciale rol kunnen spelen bij de integratie van DO in het HO.

• Als productontwikkelaar: Ecocampus ont-wikkelt instrumenten, opleidingen en richt-

Duurzame ontwikkeling ‘voorziet in de behoeften van de huidige generaties zonder daarmee de mogelijkheden van toekomstige generaties om ook in eigen behoeften te voorzien, in gevaar te brengen.’ De wereld dient in balans te zijn op het vlak van ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’.

Educatie voor duurzame ontwikkeling is ‘leren denken over en werken aan een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf en voor anderen, hier en elders op de planeet’.

Page 17: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 17

van lesgeven en leren. Er is een verschuiving nodig van transmissief leren naar leren door middel van ontdekking, van een docent-ge-centreerde benadering naar een student-ge-richte aanpak, van individueel leren naar sa-menwerkend leren, van theorie gedomineerd leren naar praktijkgericht leren (theorie en ervaring), van de nadruk op enkel cognitieve doelstellingen naar cognitieve affectieve en op vaardigheden gerichte doelstellingen, van institutioneel, personeel-gebaseerd onderwijs naar leren met en van buitenstaanders, van low-level cognitief leren naar cognitief leren op hoger niveau en van het accumuleren van kennis en inhoud naar zelfsturend leren en oriëntatie op echte problemen.

De academische missie van het hoger onder-wijs dient eveneens zichtbaar gemaakt te worden in campusactiviteiten die (her)afge-stemd zijn op duurzame ontwikkeling. Prac-tice what you preach!

Zo kan de ‘vergroening’ van campusactivitei-ten de milieu-, institutionele en sociaal-economische prestaties van een instelling verbeteren.

Door campusactiviteiten te heroriënteren naar duurzame ontwikkeling staat de instelling bovendien ook model voor pro-duurzaam gedrag en biedt zo een informele manier van leren over duurzaamheid voor de academische gemeenschap.

Duurzame campusactiviteiten omvatten zowel het milieu (lucht, water, bodem, materialen, energie) als sociaal-economische aspecten (kennis, gezondheid en welzijn, economie en welvaart, het bestuur, de gemeenschap). Ze moeten de traditionele noties van milieube-heer van de campus dus overstijgen en de menselijke elementen van duurzaamheid omvatten om de volle betekenis van het woord te belichamen.

Lerend netwerk Integratie van duur-zame ontwikkeling in de Leraren-opleidingHet thematisch lerend netwerk ‘integratie van duurzame ontwikkeling in de Lerarenopleiding’, een initiatief van Ecocampus, wil docenten uit de lerarenopleiding en de middenveld-organisaties die een aanbod hebben naar onderwijs samenbrengen.

De rol van dit netwerk is Educatie voor Duur-zame Ontwikkeling uit te dragen naar zowel de lerarenopleidingen als naar het onderwijs zelf waar de aspirant-leerkrachten aan de slag gaan.

Katrien De Maegd is voorzitter van dit lerend netwerk en tevens voorzitter van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: secundair onderwijs

Hoger Onderwijs’1. Dit document wordt samen met de resultaten van het grootschalige de-bat waarvan eerder sprake, beschouwd als de basis waarop het Ecocampusproject nu verder bouwt.

AanpakIn functie van de transitie naar een duurzaam hoger onderwijs worden in het ‘Referentieka-der Duurzaam Hoger Onderwijs’ onder meer de implementatie van competentiegericht onder-wijs, alternatieve manieren van lesgeven en ‘practice what you preach’ sterk aanbevolen.

Competentiegericht onderwijs biedt kansen om het onderwijsbeleid en de onderwijssys-temen opnieuw te onderzoeken en te her-oriënteren naar duurzaamheid.

Studenten van vandaag moeten over de no-dige kennis, vaardigheden, waarden en hou-dingen beschikken om te kunnen omgaan met de complexe duurzaamheidsuitdagingen van morgen. Zo is het belangrijk dat afgestu-deerden onder meer anticiperend kunnen denken, interdisciplinair kunnen werken en over de competentie beschikken om innova-tieve projecten te kunnen plannen en reali-seren.

Duurzame ontwikkeling vergt naast competen-tiegericht onderwijs ook alternatieve manieren

1 Waas, T., Hugé, J., Ceulemans, K., Lambrechts, W., Vandenabeele, J., Lozano, R., Wright, T. (2012)Sustai-nable Higher Education – Understanding and Moving Forward. Flemish Government – Environment, Nature and Energy Department, Brussels.

schillende stakeholders werk van wil maken.

1. Iedere hogeronderwijsinstelling heeft een duurzame missie, visie en strategie op maat.

2. Onderwijs is inhoudelijk en methodologisch georiënteerd naar de principes van duur-zame ontwikkeling.

3. Duurzame ontwikkeling is geïntegreerd in de evaluatie van elke hogeronderwijsinstelling.

4. Onderzoek is inhoudelijk en methodologisch georiënteerd naar de principes van duur-zame ontwikkeling.

5. Hogeronderwijsinstellingen zijn actief be-trokken bij maatschappelijke kwesties en zijn levensscholen voor de maatschappij.

6. Duurzame ontwikkeling is geïntegreerd in de (interne) bedrijfsvoering van elke ho-geronderwijsinstelling.

7. Kennis en ervaring met betrekking tot duurzame ontwikkeling en hoger onderwijs wordt actief uitgewisseld en/of ontwikkeld.

Onder deze strategische doelstellingen worden jaarlijks acties uitgewerkt, door Ecocampus, en andere partners in dit proces.

Ecocampus liet ook een aantal nationale en internationale onderzoekers, die met duur-zame ontwikkeling bezig zijn, nadenken over de rol van het hoger onderwijs binnen de noodzakelijke transitie naar een duurzame samenleving. De resultaten daarvan zijn ge-bundeld in een ‘Referentiekader Duurzaam

Ecocampus heeft de voorlopige resultaten van het proces ‘Duurzaam Hoger Onderwijs - De Kennis Voorbij’ gebundeld in de tweedelige publicatie ‘Ontwerpen voor het onbekende’.

Ecocampus hoopt met deze publicatie hogeronderwijsinstellingen te inspireren.

Page 18: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201318

aan de Hogeschool Gent. Ze geeft ons en-kele antwoorden op prangende vragen.

Waarin zit volgens u de kracht van duur-zame ontwikkeling voor het onderwijs?

Katrien De Maegd: Duurzame ontwikkeling is een manier van kijken naar de wereld. Duurzame ontwikkeling in de brede beteke-nis (met de drie dimensies van people, planet, profi t) is een zeer hanteerbaar referentiekader om in het onderwijs overschrijdend en ver-bindend te werken. Het zit trouwens vervat in de vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs als aparte context maar kan ook als breder referentiekader in alle onderwijsniveaus gebruikt worden. Ik hoop dat bij de hervorming van het secundair onderwijs voldoende aandacht zal blijven voor deze overschrijdende benadering en we niet enkel terug vakgebonden rond maatschap-pelijke thema’s gaan werken waarbij we dan burgerzin onderbrengen bij godsdienst of NC Zedenleer en het ecologische aspect van duurzaamheid aan bod laten komen in natuurwetenschappen en biologie.

Binnen het lerend netwerk werd een speci-fi eke competentielijst voor toekomstige leraren ontwikkeld. Kunt u hier iets meer over vertellen?

Katrien De Maegd: Binnen het lerend netwerk werd een specifi eke competentielijst voor toekomstige leerkrachten ontwikkeld die ge-linkt is aan de EDO-principes.

De vijf principes van educatie voor duurzame ontwikkeling zijn: • nieuwe kennis opdoen;• systeemkennis bevorderen;• aandacht hebben voor waardenontwikkeling;• aandacht hebben voor emoties;• een hoge mate van actiegerichtheid na-

streven.

De EDO-principes zijn een mogelijke leidraad om aspirant-leerkrachten handelingsbekwaam te maken om educatie voor duurzame ontwik-keling in de scholen en/of klassen binnen te brengen. De daarbij geformuleerde competenties zijn richtinggevende competenties waarover een toekomstige leerkracht dient te beschikken. Zo wordt van een toekomstige leerkracht op het vlak van systeemdenken bijvoorbeeld verwacht dat hij de werking van natuurlijke, sociale en economische systemen kan om-schrijven alsook de wijze waarop deze met elkaar vervlochten zijn. De tool van competenties maakt het mogelijk in debat te gaan met collega-lerarenopleiders over het concretiseren van domeinspecifi eke competenties zoals ‘een leerkracht kan kritisch De EDO-competentielijst voor de lerarenopleiding, gelinkt aan de EDO-principes

© Ec

ocam

pus,

illu

stra

tice

Del

phin

e Fr

antz

en

Page 19: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 19

curriculum waarbij opleidingsspecifi eke doel-stellingen geformuleerd zijn voor duurzame ontwikkeling. Deze moeten uiteraard concor-deren met de decretale competenties.

Belangrijk is ook dat de instelling duurzame ontwikkeling in de missie een volwaardige plaats geeft en de invulling verder reikt dan louter milieuaspecten en ook aan sociaal-economische aspecten denkt. Zo straalt de hogeschool immers duurzaamheid uit.

Enkele implementatievormen

Opleidingsonderdeel duurzame ontwikkelingIn de lerarenopleiding basisonderwijs van de Hogeschool Limburg (XIOS) kunnen stu-denten de keuzemodule ‘Duurzame school’ volgen. Het project ‘Duurzame school’ loopt over de drie jaren van de opleiding en wordt door de helft van de studenten gekozen.

In de lerarenopleiding secundair onderwijs op de HUB volgt iedere student de verplich-te module ‘Duurzame Ontwikkeling’. De mo-dule bestaat uit 22 contacturen en het maken van een paper. De bedoeling van de module is de student als persoon te willen raken op het niveau van hoofd, hart en handen.

Het vak ‘School en Wereld’ aan de KHLeuven in de eerste opleidingsfase geeft studenten een eerste aanzet om via het onderzoeken van een maatschappelijk thema en in lijn met de vakoverschrijdende eindtermen kritisch, probleemoplossend, meerdimensionaal, kort-om, duurzaam te denken.

In de tweede opleidingsfase bouwt men daar op verder via ‘School in Wereld’. In dit pro-jectvak realiseren studenten vakoverschrij-dende projectdagen, in overleg met en als dienstverlening voor basis- en secundaire scholen.

‘School voor Wereld’, een basisvormingsvak van het laatste jaar daagt studenten uit, via een simulatiespel en in vakoverstijgende werkgroepen, een relevant onderwijskundig thema vanuit verschillende standpunten te bestuderen, daarbij zichzelf en anderen te bevragen om tot een dieper begrip en stel-lingname te komen rond een actueel onder-wijsvraagstuk. Men werkt met gemengde groepen in elk van deze vakken om het leren van en met elkaar te versterken. Bv. een visie op klimaatopwarming vormgeven met stu-denten vanuit zowel de cluster ‘wetenschap-pen’, de cluster ‘talen’ als de cluster ‘mens en maatschappij’.

en met een open geest denken over maat-schappelijke ontwikkelingen’. Je mag de com-petenties ook niet los zien van elkaar en li-neair benaderen. Je moet ze zien als een dynamisch en samenhangend model.

Hoe ga je te werk in het netwerk?

Katrien De Maegd: We hanteren als inhou-delijk kader voor ons overleg de vijf principes van EDO. Op elke vergadering staat een prin-cipe centraal. Inhoudelijke experten brengen input over een principe, waarna het netwerk modellen zoekt en aanreikt waarmee men zowel in de lerarenopleiding als in de klas verbredend en verdiepend aan de slag kan gaan. Het is dan de bedoeling dat in functie van een volgend overleg de modellen worden uitgeprobeerd en uitgewisseld. Zo stond op de laatste bijeenkomst het EDO-principe ‘nieuwe kennis opdoen’ centraal. Aan de hand van input over de grondstoffenproblematiek door Dirk Barrez, OVAM en CATAPA vzw brach-ten we mogelijke oorzaken, gevolgen, visies en systemen in kaart. De verbanden tussen de verschillende p’s (people, planet, profi t) werden opnieuw heel zichtbaar.

Zijn er al plannen voor een volgende publicatie?

Katrien De Maegd: We willen hogescholen stimuleren op zoveel mogelijk verschillende manieren duurzame ontwikkeling te imple-menteren in het aanbod. Uiteraard varieert de impact van activiteiten. Het doel is voor de hogescholen tegen 2015 een soort ‘verf-waaier’ als hulpmiddel te ontwikkelen waarmee de impact van een activiteit op het vlak van duurzaamheid weergegeven wordt in kleuren-gradaties.

Zo kan daarin ‘systeemkennis bevorderen’ de kleur geel krijgen. Een eenmalig lesje sys-teemdenken zal een lichtgele kleur krijgen omwille van de geringe impact, terwijl sys-teemdenken geïntegreerd in een vakinhoud al wat donkerder zal kleuren. Systeemdenken geïntegreerd in de opleidingsspecifi eke doe-len van een hogeschool kleurt dan uiteraard donkergeel.

Op welke manier wordt duurzame ontwik-keling reeds in de lerarenopleiding geïm-plementeerd?

Katrien De Maegd: Zoals reeds eerder aan-gehaald kan duurzame ontwikkeling op ver-schillende manieren en met een verschil-lende intensiteit aan bod kan komen in de lerarenopleiding. Zo kan het als thema gesug-gereerd worden voor een bachelorproef, als opleidingsonderdeel opgenomen binnen het curriculum of als leerlijn uitgewerkt in het

Good practice van het HO en de lerarenopleiding @ duur-zame school BaO en SO

SCHOOLCULTUUR VAN VERBONDENHEID

• Interdisciplinair werken• Innovatieve (lokale) projecten i.s.m.

met lerarenopleiding, gemeente-bestuur en organisaties realiseren

• Debatten met collega’s over competenties DO

• Ervaringen van collega’s uitwisselen• Forum voor inhoudelijke experten

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

• Practice what you preach• ‘Groene’ campusactiviteiten die

milieubeheer overstijgen

EDO IN HET ONDERWIJSAANBOD

• Competentiegericht onderwijs i.f.v. omgaan met duurzaamheidsvraag-stukken

• Ontdekkend, samenwerkend en praktijkgericht leren

• Oriëntatie op echte problemen • Omgevingsonderwijs• Persoon raken in hoofd, hart en

handen• Duurzame ontwikkeling in het

curriculum: vak, project, …• Student-gerichte aanpak• Verbindend en vakoverschrijdend

werken• Transfer naar dagelijks leven

EDO-COMPETENTE ACTOREN

• Anticiperen• Probleemoplossend denken• Systeemdenken

Page 20: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201320

SCHOOLBESTUREN

te kunnen realiseren is een beleidsplan op maat van de individuele school nodig met daarin de te volgen implementatiestrategie, het vooropgestelde tijdspad en de te reali-seren doelstellingen binnen de verschillende beleidsdomeinen van de school.

Een duurzame school kun je herkennen aan:• een schoolcultuur van verbondenheid• EDO in het onderwijsaanbod• duurzame infrastructuur• EDO-competente actoren

In de artikelenreeks ‘De school vanuit chris-telijke inspiratie oriënteren naar duurzame ontwikkeling‘ in de tijdschriften Forum, School+Visie en Breedbeeld reikt men inspi-rerende voorbeelden aan. Zo wordt gaande-weg in de artikelenreeks een profi elschets van een duurzame school opgebouwd.

Els De Smet en Lisbet ColsonDienst Vakoverschrijdende Thema’s,

Pedagogisch Bureau Bronvermelding:• http://ecocampus.lne.be • Ontwerpen voor het onbekende (LNE, 2009)• Competenties EDO (LNE, 2013)• http://www.katho.be• http://www.ieper.be

People – Sociaal (het leven in de wijk): Door de voorziening van autoluwe straten, speel-ruimtes voor kinderen, zitbanken voor oude-ren en groen in de buurt van de woningen verbetert de levenskwaliteit. Jongeren, ouderen, huurders en kopers zullen allemaal naast elkaar wonen en zo creëert men een kwaliteitsvolle wijk waar het aangenaam is om te wonen.

Prosperity – economisch: Mensen met een laag inkomen komen ook in aanmerking, want door gezamenlijk te bouwen kan de kostprijs wellicht dalen. Er wordt qua uitstraling ge-streefd naar een gelijkvormige wijk, dus een mix van verschillende bouwstijlen is niet aanneembaar.

Profi el van een duurzame schoolDe transitie naar een duurzame school is een proces waarbij alle participanten van de school actief betrokken moeten worden. Ook is het belangrijk dat de school de evolutie naar een duurzame school kadert binnen het eigen opvoedingsproject en deze onderbouwt van-uit de christelijke inspiratie. Om dit proces

BachelorproefHet laatste jaar van een bacheloropleiding wordt traditioneel gekenmerkt door het schrij-ven van een eindwerk. Acht jaar geleden koos het departement lerarenopleiding KATHO Tielt (VIVES) ervoor het klassiek eindwerkconcept te vervangen door het bachelorproefproject. Daardoor ligt de nadruk vooral op het prak-tijkgedeelte en het innovatieve van een af-studeeropdracht.

Thema’s als ‘Duurzame ontwikkeling’ en ‘Kunst- en cultuureducatie’ vragen een ruim samenwer-kingskader en overstijgen het schoolniveau. Daarom wordt er in het bachelorproefproject samengewerkt met stagescholen, gemeen-tebesturen en externe organisaties. Op die manier ontstaat een kruisbestuiving waarbij de verschillende actoren hun expertise ter beschikking van elkaar stellen.

In de bachelorproef met als thema duurzame ontwikkeling bouwen studenten een visie op over educatie voor duurzame ontwikkeling door middel van literatuurstudie. Daarnaast ontwikkelen de aspirant-leerkrachten een didactisch aanbod gelinkt aan de omgeving voor de leerlingen. Centraal in het praktijk-materiaal staat de zoektocht van de leerlingen naar verklaringen en oplossingen voor duur-zaamheidsvraagstukken zoals armoede en sociale uitsluiting, mobiliteit, klimaat en energie of consumptie en afval.

In samenwerking met de stad Ieper werd bijvoorbeeld een bachelorproefproject uit-gewerkt waarbij kinderen van de derde graad basisonderwijs op een speelse, boeiende en educatieve manier kennismaken met de tran-sitiewijk ‘De Vloei’ en daarenboven gestimu-leerd worden om duurzaam te gaan leven.

In 2008 besliste de stad Ieper om samen met de huisvestingsmaatschappij ‘Ons Onderdak’, WVI, de provincie en een privé promotor een duurzame wijk aan te leggen. Een tiental hectare zal plaats bieden aan 250 woonge-legenheden.

In de ambitienota, die alle partners tekenden, zijn de voorwaarden bepaald waaraan de duurzame wijk moet voldoen om de impact op het milieu zo laag mogelijk te houden. Hiervoor hebben zij zich gebaseerd op de P’s van de duurzame ontwikkeling.

Planet – Milieu (facetten die impact hebben op het milieu): In ‘De Vloei’ wordt onder an-dere het hemelwater bovengronds afgevoerd. Hierdoor zijn er minder rioleringen nodig en kan het water infi ltreren in de bodem. Ze stre-ven naar een minimum aan lage energiewo-ningen en passieve woningen zijn zeker wel-kom. De woningen worden ook zoveel mogelijk zuidelijk gericht om energie te besparen.

Bachelorproefproject waarbij kinderen van de derde graad basisonderwijs op een speelse, boeiende en educatieve manier kennismaken met de transitiewijk ‘De Vloei’.

Meer lezen over ‘de school vanuit christelijke inspiratie oriënteren naar duurzame ontwikkeling’?Forum 1 (2013): Eén aarde is genoeg voor de hele wereldForum 2 (2013: Zorg voor de scheppingForum 4 (2013): Van verhuisfi rma tot duurzame holdingForum 5 (2013): Een passie voor passiefSchool+Visie 6 (2013): Over het wat en hoe van educatie voor duurzame ontwikkelingBreedbeeld 4 (2013): Duurzaam ondernemen in een reële bedrijfscontext / Duurzaam bouwen in de leerplannen.

In de diocesane comités van inrichtende machten ontmoeten bottom up en top down elkaar

Terugblik op de activiteiten in 2012-2013

Page 21: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 21

SCHOOLBESTUREN

BISDOM ANTWERPEN

TalentenjachtHet schooljaar 2012-2013 staat in het teken van TALENTEN.Vooreerst treedt een nieuwe verkozen ploeg aan die het DICIM-verhaal verderzet vanuit de bril van de schoolbesturen. Ieders talent wordt weer aangeboord om visie over en ont-wikkelingen van het onderwijsveld te bestu-deren en te bespreken.

De diversiteit van schoolbesturen weerspiegelt zich in de bedenkingen en aanvullingen die doorheen de verschillende samenkomsten worden aangebracht bij de meest uiteenlo-pende dossiers. Dit is een rijkdom!

De vergadering start telkens, na een bezinning om even terug met de juiste voeten op aarde te komen, met het overlopen van de raad van bestuur en de algemene vergadering van VIMKO. Op deze manier houden we voeling met wat er in het brede onderwijsveld naar boven wordt gebracht. De zoektocht om de zorg voor leerlingen optimaal te maken, de daadkracht om te kijken op welke wijze een leerling in het secundair onderwijs nog beter uit de verf komt met daarbij toch ook wat insteken die dit via het basisonderwijs mo-gelijk moeten maken en de borging van het vrij katholiek onderwijs als onderwijsverstrek-ker met zijn schoolbesturen zijn de topics die boven drijven. We weten nu al dat dit ook in het volgende werkjaar stevige agendapunten zullen zijn. Hoe talentontwikkeling onze al-ler drijfveer blijft.

Omdat de provincie, het bisdom en de groot-ste stad van Vlaanderen dezelfde naam dragen, is het duidelijk dat ook de Antwerpse onder-wijssituatie meermaals op de agenda prijkt.

Om het met de taal van ’t stad te zeggen “onderwijs t”A”lent”. De zoektocht naar goe-de leerkrachten en alles wat er toe kan bij-dragen om jonge leerkrachten te behouden, wordt via deze link uitgewerkt. We werken hier aan mee met natuurlijk respect voor elk opvoedingsproject, zeker ook de onzen. Dit vergt duidelijke taal . Maar ook het inschrij-vingsdecreet en het aanmeldingsregister zul-len ons blijven beroeren. Het komt er op aan om in tijden van capaciteitstekort toch zoveel mogelijk de vrij keuze te respecteren en tevens ervoor te zorgen dat er objectieve criteria lopen om de weinige plaatsen correct te verdelen. Hoewel het centraal aanmeldings-register onvoorstelbaar moeilijk loopt door de software ontwikkelingen die te wensen overlaten, doen de grote meerderheid van directeurs en hun teams hun uiterste best om de moed niet te verliezen en er tegenaan te gaan. Of de sociale mix op deze wijze kan gerealiseerd worden is in een eerste run verre van evident. Integendeel zelfs, maar we willen het decretale spel waar we heel wat vragen bij blijven hebben, bijspijkeren om de negatieve effecten op te vangen. Dat kan alleen maar door het consequent toe te pas-sen en daarna te evalueren.

“Een houtskoolvuur met vis erop en brood.”Je zou er bij vergeten dat het onderwijs een talentenstroom tot stand brengt. De DICIM-ploeg wordt ook ingeschakeld in het jubile-umjaar (450/50 jaar) van het Bisdom Ant-werpen. Aan de hand van heel wat vragen en gespreksmomenten trachten we de juiste accenten in onderwijs terug boven te halen. We trekken zelfs naar de Schoenmarkt (het bisschoppelijk paleis) om wat te bezinnen

over onze roeping. Onze antwoorden monden uit in de tekst van onze bisschop, mgr. Bon-ny “Een houtskoolvuur met vis erop en brood.” Het gaat hier niet over een Antwerpse bar-becue. Alhoewel, want deze tekst en vooral wat hij teweegbrengt zorgt voor een innerlijk vuur en zet alle medewerkers en dus zeker ook de schoolbesturen in beweging. Hoofdstuk 6 zet ons volop op de sporen. Zoals de an-dere onderwijsnetten wil ook het katholiek onderwijs kinderen en jongeren waarden hel-pen ontdekken. Voor een katholieke school is de bijbels-christelijke traditie met Jezus als brandpunt de hoeksteen van haar project. Vanuit dat uitgangspunt gelooft de katho-lieke school een waardevolle bijdrage te kun-nen leveren aan de menswording van de haar toevertrouwde leerlingen en de wijze waarop zij in de samenleving zullen functioneren. Wanneer een katholieke school haar project uitschrijft, is dat de vrucht van hoe zij de bijbels-christelijke traditie van toen en nu begrijpt in de maatschappelijke context van vandaag. Omdat de context geregeld verandert en zich nieuwe maatschappelijke uitdagingen aandienen, zal ook het project van een school telkens dynamisch herschreven worden om de spanning tussen inspiratie en dagdagelijks leven zo helder mogelijk te stellen.

Er zijn zoveel facetten aan het katholiek ge-loof dat wij het de samenleving niet willen en mogen aandoen om hierover te zwijgen: schepping en meesterschap, de hele mens als uniek kind naar het beeld van God, verbon-denheid in gemeenschap, eindigheid en recht op falen, lijden en solidariteit, gerechtigheid en voorkeuroptie voor de armen. Het span-ningsveld tussen jezelf blijven en de andere respecteren in zijn eigenheid is een wordings-proces waarvan de uitkomst niet te voorspel-

In de diocesane comités van inrichtende machten ontmoeten bottom up en top down elkaar

Terugblik op de activiteiten in 2012-2013

I n het tweerichtingsverkeer tussen de lokale besturen en de interdiocesane beleidsinstanties van het katholiek onderwijs zijn de diocesane comités van inrichtende machten het ontmoe-tingsplatform bij uitstek. In hun bottom up-functie bundelen zij de impressies van de lokale

besturen over tal van aangelegenheden en in hun top down-rol helpen zij zorgen voor de dispat-ching van informatie en nieuwe ontwikkelingen. De bespreking van bestuursmateries in de dioce-sane comités brengt die materies enerzijds – letterlijk – dichterbij het werkveld maar anderzijds helpen die diocesane comités ook om ze dichter bij de VIMKO en het VSKO te brengen. In dit artikel geven de diocesane comités zelf weerklank aan hun activiteiten.

Page 22: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201322

God kunt houden en van je naaste als van jezelf. Hij gaat net lang genoeg met ons mee tot wij na Pasen en Pinksteren zelf deze weg kunnen verderzetten.

Dis Van Berckelaerafscheidnemend Bisschoppelijk

gedelegeerde Onderwijs

DICIM Antwerpen, DSKO, Noorderlaan 108, 2030 Antwerpen, tel. 03 543 97 00, e-mail: [email protected] of [email protected]

BISDOM BRUGGETijdens het voorbije werkjaar bestond de werking van de inrichtende machten in het bisdom Brugge globaal uit twee elementen:

Enerzijds is er het uitgebreid vormingsaanbod voor leden van schoolbesturen. Zo was er een aanbod rond personeelsadministratie, beter besturen, de bestuurswerking van de scho-lengemeenschappen in het basisonderwijs, bemiddeling en bundeling van krachten. Een belangrijk item was de lancering van de gids voor besturen tijdens drie regionale ses-sies, verspreid over het bisdom Brugge.

Naast het vormingsaanbod dat voor alle be-stuursleden openstaat is er nog de DICIM-werking: het Diocesaan Comité Inrichtende Machten. Dat orgaan komt enkele keren per jaar samen en is vooral een bijeenkomst voor informatie en overleg; het is eveneens de

gelovig of zelfs onverschillig voor religie. De elite van de samenleving is agnostisch of sceptisch en haar politieke leiders zijn hui-chelaars. De jeugd staat in een open confl ict met de gevestigde maatschappij en met de gezagdragers van het verleden. Zij experi-menteert met oosterse religies en meditatie-technieken. De meerderheid van de mensheid is aangetast door het verval der tijden”.

Dit citaat lijkt onze tijd te beschrijven noch-tans werden deze woorden door Tacitus in zijn Annales IV neergeschreven zo’n 2000 jaar geleden. We moeten dus niet panikeren.

In alle katholieke scholen van het Bisdom Antwerpen en ver daarbuiten hebben dagelijks duizenden mensen één zaak voor ogen: een goede school zijn voor allen die er leven en leren. Er wordt veel geleerd, maar ook het waartoe en het waarom van het leren krijgt heel veel plaats in dit proces met als doel, in navolging van Jezus, een samenleving na te streven waarin alle mensen uiteindelijk tot hun waardigheid en rechten komen.

Deze paradijselijke droom wordt door alle schoolbestuurders gekoesterd zoals blijkt op de fel gesmaakte jaarlijkse ontmoeting op 10 juni. Eens kijken of die droom bestand blijft tegen veranderende situaties als scholenge-meenschappen, scholengroepen en andere hervormingen. Ik weet zeker dat de DICIM-ploeg er alles aan zal doen om de woorden in daden om te zetten. Jezus leefde bovenal zijn blijde boodschap zelf voor: hoe je van

len is. Gestuwd door het verschil zijn onze scholen bereid om met al hun partners in gesprek te zijn om op deze wijze hun chris-telijke identiteit vanuit de eigen kracht en diepte te midden van de veelheid te laten klinken. Niemand is verplicht om katholiek te zijn. De katholieke identiteit is een vrije identiteit, maar ze kan ook niet eigenzinnig opgeëist of naar willekeur worden ingevuld. De pedagogische grondhouding die onze scholen nastreven is de gastvrijheid. En gast-vrijheid betekent de ander de ruimte geven, niet om hem of haar te veranderen, evenmin om hem of haar kritiekloos te aanvaarden, maar om hem of haar een ruimte te waarbor-gen waarin veranderingen kunnen plaatsvin-den. En tegelijk betekent echte gastvrijheid jezelf laten zien en van je identiteit getuigen, je niet wegsteken achter neutraliteit maar tegelijk duidelijk inzicht geven in je ideeën, meningen en manier van leven. Uit de ge-sprekken blijkt duidelijk dat onze schoolbe-sturen ook hier een meer dan cruciale (crux) rol in spelen. En op onze DICIM-vergaderin-gen blijkt duidelijk dat dit thema ook in de toekomst een van onze items zal zijn. In de visietekst benadrukt onze bisschop deze grondhouding die vervat zit in de dialoog-school waarin zowel een klare “eigenheid” als een brede ”openheid” worden nagestreefd. De school heeft een hefboomfunctie bij de vorming van christenen voor morgen. Mis-schien gingen we er in het verleden te gemak-kelijk vanuit dat een katholiek referentiekader dat meer of minder gedeeld werd met ieder-een, voldoende borging gaf. Nu dit referen-tiekader helemaal niet meer zo vanzelfspre-kend is, staan onze scholen voor de uitdaging om de inspiratie opnieuw te zoeken en te ontdekken. Er is nood aan vorming en onder-steuning van alle schoolbetrokkenen. De identiteit van de leerkracht is terug te vinden in de driehoeksverhouding waarbij de per-soonlijke, de professionele en de institutio-nele identiteit niet samenvallen maar ook niet los van elkaar staan. Een leerkracht in een katholieke school moet in de eerste plaats een goede leerkracht zijn, professioneel zijn. Alle levenservaringen die een leerkracht door-maakt, kleuren zijn identiteit. Het schoolei-gen opvoedingsproject met eigen accenten is de derde invalshoek. Een school die in de verf zet wat ze doet en vooral ook waarom ze dat doet, geeft aan wat haar levensbe-schouwelijk project is. Dit project wordt ge-realiseerd in het engagement van een hele groep mensen. Aan schoolbesturen om hier een trekkers- en duwersrol op te nemen.

“Onze tijd is een tijd van godsdienstige neer-gang. De eens zo betwistbare vitaliteit van het godsdienstige toont tekenen van verval. De massa is of bijgelovig geworden of licht-

© Lu

c Bl

omm

e –

foto

Acr

a vz

Luc

Blom

me

– fo

to A

cra

vzw

Page 23: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 23

belangrijkste resonansgroep voor belangrijke inhoudelijke thema’s vanuit de VIMKO (Ver-eniging Inrichtende Machten Katholiek On-derwijs) binnen onze koepelorganisatie.

Tijdens de bijeenkomst van het voorbije werk-jaar werd – in voorbereiding van de VIMKO-vergaderingen – stilgestaan bij de actualisa-tie van de visietekst over de toekomst van de scholengemeenschappen. Ook het docu-ment ‘Hoekstenen kwaliteitsvol bestuur’ kwam uitgebreid aan bod. Traditiegetrouw zijn de onderwijsactualiteit alsook ‘nieuws vanuit de VIMKO’ vaste onderwerpen tijdens de bijeen-komsten.

Tijdens de diocesane jaarvergadering werd het document ‘Hoekstenen kwaliteitsvol be-stuur’ voorgesteld aan een ruimer publiek. Tijdens het eerste trimester van het volgen-de schooljaar zijn er in opvolging van dat lanceermoment drie regionale sessies, die dieper ingaan op dat handig beleidsinstrument voor leden van schoolbesturen.

Tot slot nog dit: de mandaatperiode voor de leden van het DICIM loopt ten einde op 31 augustus 2013. In een schrijven naar alle schoolbesturen werd een oproep gedaan om zich kandidaat te stellen voor de volgende periode. Tijdens het eerste trimester van het schooljaar 2013-2014 wordt, uit de kandida-ten, de nieuwe samenstelling van DICIM en de diocesane vertegenwoordiging in VIMKO vastgelegd.

Ward Goudenhooft

DICIM Brugge, Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek, gsm 0495 99 70 26, fax 050/35 45 08, e-mail: [email protected]

BISDOM GENTNaast de jaarlijkse ontmoetingsdag van de diocesane comités, de jaarvergadering i.s.m. VIMKO en de diverse vormingsinitiatieven voor schoolbesturen, heeft het DCAIM Gent dit schooljaar vijf werkvergaderingen georgani-seerd.

Op de agenda’s van die bijeenkomsten staan jaarlijks weerkerende vaste punten naast specifi eke onderwerpen die ontstaan uit con-crete actuele vragen en noden.

Vaste agendapunten:• Voorbereiding en evaluatie van initiatieven

van DCAIM• Voorbereiding en evaluatie van het werkjaar• Vormingsaanbod voor schoolbesturen• Vragen van en aan VIMKO.

Speciale aandacht ging naar de totstandko-ming en de verspreiding van het document ‘Hoekstenen kwaliteitsvol bestuur’ en de lan-cering van de – intussen in het veld zeer gewaardeerde – ‘Gids voor besturen’.

Specifi eke punten:

• Voorbereiding verkiezingen DCAIM Die voorbereiding werd aangegrepen om

nogmaals de nadruk te leggen op de par-ticipatiestructuur die ingebouwd werd in de verkiezingsprocedure en op de rol die het DCAIM wil spelen als draaischijf tussen lokale besturen en VIMKO.

• Bespreking doorlichtingsrapport levensbe-schouwelijke identiteit.

Leden van DCAIM hebben meegewerkt aan het onderzoek o.l.v. prof. Dr. Didier Pol-lefeyt in het vicariaat onderwijs. De vicaris gaf duiding bij de resultaten in het rapport.

• Regionale ontmoetingsavonden met bestu-ren: organisatie en refl ectie.

Vanuit het vicariaat onderwijs werden vijf regionale ontmoetingen met besturen ge-organiseerd. Inhoudelijk doel: de structuur en de dienstverlening van het vicariaat in kaart brengen, peilen naar lokale noden en vragen bij bestuurders, netwerking tussen besturen onderling, aandacht voor de ac-tualiteit (o.a. scholengroepen) en voor de verkiezingen voor DCAIM. De reacties wa-ren positief en maken het initiatief voor herhaling vatbaar.

• Scholengroepen: bespreking conceptnota, gedachtewisseling en opinievorming.

Wat oorspronkelijk begon als een bespreking van een visie op de toekomst van scholen-gemeenschappen, werd doorkruist door het concept ‘scholengroepen’, een onderwerp dat in verschillende bijeenkomsten van DCAIM aan bod kwam en dat er ook voor gezorgd heeft dat DCAIM in een extra (vijfde) vergadering bijeenkwam vóór de zomervakantie. In een open en construc-tieve sfeer hadden we het over bekom-mernissen, aandachtspunten, voorkeuren, niveauoverschrijdend werken, verwachtin-gen t.a.v. het vicariaat en de koepelorga-nisaties, de plaats van of het eventueel mandaat voor VIMKO in dit gebeuren. In de marge werd meer dan eens aangehaald dat besturen en begeleiding van besturen een grotere aandacht en méér middelen zouden moeten krijgen binnen de koepel van het katholiek onderwijs.

Aan het einde van een aangenaam werkjaar past een woord van dank aan alle betrokkenen. Hun engagement laat het beste vermoeden voor het bestuur van ons katholiek onderwijs: open en kritisch, maar altijd constructief vanuit overtuiging en gedrevenheid.

Eddy Van der Maelen

DCAIM Gent, Marialand 31, 9000 Gent, tel. 09 223 11 25, fax 09 223 14 14, e-mail: [email protected]

© Lu

c Bl

omm

e –

foto

Acr

a vz

Luc

Blom

me

– fo

to A

cra

vzw

Page 24: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201324

Zo komen wij meteen bij de uitdaging voor het volgende werkjaar: “De ronde van Limburg voor besturen”.

Naast het organiseren van onze OPEN-DCAIM-vergadering, centraal in Hasselt, zullen wij ook meer naar de schoolbesturen gaan in hun eigen regio. Wij willen onze bestuurders goed informeren over de verdere ontwikkelingen betreffende de schaalvergroting van besturen en vooral luisteren naar hun bekommernissen. Onze doelstelling om meer interactief te wer-ken en een hogere betrokkenheid te realise-ren blijft zo onze eerste prioriteit.

Een kort overzicht van de diversiteit aan agendapunten van het afgelopen werkjaar:

• de toekomst van de scholengemeen schappen;

• het identiteitsonderzoek van het vicariaat onderwijs van het bisdom Hasselt, onder leiding van prof. Pollefeyt, Faculty of Theo-logy and Religious Studies, Katholieke Universiteit Leuven;

• het refl ectiedocument “Hoekstenen kwali-teitsvol bestuur”;

• de OPEN-DCAIM-vergadering;

• het voorontwerp van decreet houdende diverse maatregelen betreffende de rechts-positie van leerlingen in het basis- en secundair onderwijs en betreffende de participatie op school.

• de vernieuwing van het secundair onderwijs;

• schoolbesturen in de toekomst;

• de vernieuwing van CVO’s en HBO5;

• de visie en missie van de lerarenopleiding KHLim en het tweesporenbeleid rond gods-dienst

• de gids voor besturen;

• de dialoogschool;

• de diocesane jaarvergadering;

• de algemene jaarvergadering DCAIM-Hasselt.

Dit schooljaar gaan wij dus op de ingeslagen weg verder. Wij zijn dankbaar voor de goede samenwerking en de waardevolle inbreng van onze leden.

Tot slot wil ik nu al een oproep doen aan elk schoolbestuur om een afvaardiging te sturen naar onze ronde van Limburg voor bestuurders.

Want elk bestuur maakt het verschil in ons katholiek onderwijs!

Pierre CollaGedelegeerde voorzitter DCAIM Hasselt

DCAIM Hasselt, Vrijwilligersplein 14, 3500 Hasselt, tel. 011 28 84 40, fax 011 28 84 77, e-mail: [email protected]

AARTSBISDOM MECHELEN-BRUSSELHet Diocesaan Comité van Inrichtende Mach-ten (DCIM) van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel heeft zich in het schooljaar 2012-2013 toegespitst op een ”Ronde van schoolbestu-ren”. Het bisdom werd opgedeeld in een ze-vental regio’s en het DCIM nodigde, in nauwe samenwerking met het Vicariaat Onderwijs, telkens de schoolbesturen in die regio’s uit voor een overlegvergadering in het kader van de toekomst van de schoolbesturen tegen de achtergrond van een te verwachten schaal-vergroting.

Op die manier wilde het DCIM de besturen sensibiliseren en doen nadenken over hun toekomst. Het programma van de Ronde be-stond uit een uiteenzetting van de bisschop-pelijk afgevaardigde voor het onderwijs over identiteit, een toelichting door een DCIM-lid van de VIMKO-brochure ‘Hoekstenen kwali-teitsvol bestuur’ en een gedachtewisseling in werkgroepjes over schaalvergroting en behoud van eigenheid, en over niveaugebon-den of niveau-overstijgende grotere samen-werkingsverbanden.

Het rapport van die Ronde van schoolbestu-ren, die uiteindelijk op acht verschillende plaatsen werd georganiseerd, werd voorgesteld tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van de schoolbesturen op 4 juni 2013 in het

BISDOM HASSELT

Het afgelopen werkjaar was de inhoudelijke werking van het Diocesaan Comité van in-richtende Machten (DCAIM) Hasselt behoor-lijk intens. Deze inhouden nemen wij bewust terug op in 2013-2014. Onze voornemens om meer interactief te werken en een hogere betrokkenheid te realiseren bij besturen wa-ren zeker succesvol. Zowel onze OPEN-DCAIM-vergadering van 4 februari ‘13 als onze jaar-vergadering van 6 juni ’13 kenden een hoge opkomst van betrokken bestuurders. Wellicht heeft de actualiteit van de conceptnota: “Be-sturen in het leerplichtonderwijs: de scho-lengroepen” van de Vlaamse regering hierin een belangrijk aandeel. Maar ook de belang-stelling voor ons vormingsaanbod was in ons bisdom groter dan anders.

Elk schoolbestuur maakt het

verschil in ons katholiek onderwijs

Wij mogen tevreden zijn, maar we zijn er nog niet. Wij bereiken nog onvoldoende onze ‘kleinste’ besturen van het basisonderwijs, de ‘éénpitters’ genoemd: één bestuur voor één school. Het zijn nu net die besturen die wij meer willen betrekken met het oog op de toekomstperspectieven. De organisatieschaal van de individuele school is te klein om op termijn adequate antwoorden te bieden op de uitdagingen waarvoor elk bestuur staat. Om de ambities uit het loopbaandebat waar te maken, zijn voldoende schaalgrootte en bestuurskracht belangrijke voorwaarden. Bin-nen het katholiek onderwijs van het bisdom Hasselt ligt het aantal besturen met één ba-sisschool 6% hoger dan in Vlaanderen.

Page 25: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 25

te spelen. Door daarnaast nog acht vergade-ringen voor schoolbesturen te organiseren en hiervoor de boer op te gaan, heeft het DCIM het voorbije schooljaar meer dan een tandje bijgestoken. Het is vast van plan op dat elan voort te gaan.

Guido François

DCIM Mechelen-Brussel, F. de Merodestraat 18, 2800 Mechelen, tel. 015 29 84 02, fax 014 29 84 03, e-mail: [email protected] of [email protected]

vergroting, de taak van de pedagogische begeleiding ten aanzien van schoolbesturen, de capaciteitsproblematiek, de voorstellen van de stuurgroep Vorming e.d..

Het DCIM boog zich ook over het voorontwerp van decreet rechtspositie van leerlingen in basis- en secundair onderwijs en over de ver-dere strategie om schoolbesturen te onder-steunen en te begeleiden in hun groei naar grotere, sterkere gehelen.

Het DCIM van het aartsbisdom Mechelen-Brussel is in het schooljaar 2012-2013 negen keer samengekomen. Alleen op die manier is het volgens de leden mogelijk kort op de bal

Provinciehuis in Leuven. Het DCIM bereikte met het initiatief drie vierde van de school-besturen, maar had dan ook sterk ingezet op het maximaal bereiken van schoolbesturen.

De bestuurders kregen, samen met het rapport van de Ronde ook enkele vragen mee als lei-draad voor verdere gesprekken binnen hun bestuur.

In elke vergadering van het DCIM kwam, naast tussentijdse verslaggeving over de Ronde van schoolbesturen, de werking van VIMKO aan bod. Het DCIM formuleerde antwoorden op concrete vragen vanuit VIMKO: de toekomst-visie op scholengemeenschappen en schaal-

Religieuze en educatieve uitgaven,

cd’s en dvd’s, wenskaarten, posters,

kunstvoorwerpen, liturgische voorwerpen,…

Religieuze en educatieve uitgaven, o.m.

schoolagenda’s, leerplannen, bijbelagenda 365,

liturgische kalenders, Tijdschrift voor

Geestelijk Leven,…

Drukwerkoplossingen op maat:

• kopiewerk en digitale printopdrachten

• zwart-wit en kleur

• kleine en grote oplagen

• gepersonaliseerde mailings

U zoekt een nieuw ontwerp voor uw logo

en huisstijl? Of een frisse, eigentijdse lay-out

voor boeken, tijdschriften, folders, mailings,

a� ches of ander drukwerk? Wij helpen u

op de meest creatieve manier uw grafi sche

wensen uit te werken.

Voor meer informatie: contacteer Geneviève Waterkeyn

Guimardstraat 1 • 1040 Brussel • T 02 509 97 19 • F 02 509 97 04 • [email protected] • www.licap.be

Begin december mag u ons NIEUW en UITGEBREID aanbod van de Licap

schoolagenda’s 2014-2015 verwachten.

ONMISBAAR VOOR EEN SUCCESVOL SCHOOLJAAR!

Al onze agenda’s kunnen worden gepersonaliseerd OP MAAT van uw school.

NIEUW! Ontdek onze aangepaste STUDIEPLANNER

als aanvulling op uw digitale schoolagenda.

Bekijk alle details vanaf 1 december op www.licap.be

Pub Licap in Forum.indd 1 28/10/13 12:33

Page 26: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201326

het vsko en de besturen

I eder jaar organiseert de Vereniging van Inrichtende Machten van het Katholiek Onder-wijs (VIMKO) een gezamenlijke studie- en ontmoetingsdag voor de leden van de diocesane comités van inrichtende machten over de bisdommen heen. Op de jongste

editie was de samenwerking tussen VSKO en besturen het centrale gespreksthema. Directeur-generaal Mieke Van Hecke leidde de namiddag in met een uiteenzetten van de vier hoofdopdrachten van het VSKO als koepelorganisatie met beklemtoning van de relevantie van die vier opdrachten voor de besturen van het katholiek onderwijs. Hierna leest u een samenvatting van die toespraak.

De tussenstructuren in de samenleving staan vanuit een bepaalde politieke hoek onder druk. Zo wordt er gepleit voor de afschaffi ng van de koepels, van de netgebonden pedagogische begeleidingsdiensten, van de CLB’s … Het gaat gepaard met een pleidooi om onderwijs-ondersteuning op de vrije markt te kopen. Het gaat echter voorbij aan waar de onder-wijskoepel in essentie voor staat: samen wil-len streven naar een kwaliteitsvolle onder-steuning van het katholiek onderwijs.

Het VSKO werkt veel met directeurs maar steeds voor de schoolbesturen. Het zijn de besturen die onze leden zijn. Zij geven het katholiek onderwijsproject gestalte vanuit hun beleidsvoerend vermogen. In alle beslis-singsorganen binnen het VSKO zijn vertegen-woordigers van de besturen aanwezig. Zij vormen het centrum van het bestuurlijk ge-geven in de koepel.

Die koepelorganisatie heeft vier hoofdopdrachten.

1 Christelijke inspiratieIn het geseculariseerde Vlaanderen heeft het katholiek onderwijs een groot marktaandeel. Het is een enorme uitdaging om vandaag in dat geseculariseerde midden met onze school-populatie katholiek onderwijs te willen zijn. Op welke manier brengen wij de christelijke inspiratie aanwezig midden in een pluralis-tische realiteit, zowel op het vlak van kinde-ren en jongeren als hun ouders en leerkrach-ten? Hoe komen we ertoe om met fi erheid en zonder arrogantie zorg te dragen voor alle leerlingen vanuit een rotsvast engagement en vanuit waarden die verankerd en geworteld zijn in het evangelie? Dat geloof is de toets van alle handelen. Aan onze medewerkers vragen we om onder dat project hun schouders

te zetten. Het is een engagement vanuit hun professionele identiteit. Wanneer we hen vragen loyaal te zijn, bedoelen we niet alleen dat ze niet tegen dat project ageren maar ook dat ze er constructief mee gestalte aan geven. Het is een uitdrukkelijke vraag aan schoolbestuurders om op hun beurt aan de directies te vragen daar ruimte voor te maken. Bij wijze van voorbeeld kan de schoolwebsite daarvoor een toets zijn. Hoe vaak moet men doorklikken om de specifi -

SCHOOLBESTUREN

Page 27: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 27

citeit van het eigen pedagogisch project tot uiting te zien komen? Hoe zichtbaar durft men dat maken? Ouders hebben veel waar-dering voor duidelijke keuzes. Het houdt een appel aan schoolbesturen in om daar aandacht voor te hebben. Het is een opdracht voor de koepel om daarin te ondersteunen in een hedendaagse taal.

2 Juridisch-administratieve ondersteuningHet VSKO heeft hoog gekwalificeerde mede-werkers. De Verbonden en Diensten van het VSKO geven op professionele wijze ondersteu-ning bij de toepassing van de regelgeving. Die ondersteuning richt zich zowel tot direc-ties als schoolbesturen. Het VSKO speelt daarbij ook in op evoluties. Zo kunnen be-sturen en directies bij het VSKO een beroep doen op externe bemiddeling in conflictsitu-aties. Een medewerker communicatie is nabij om te ondersteunen in crisissituaties.

3 Pedagogische ondersteuningDe ondersteuning op het pedagogische vlak betreft onder andere de leerplanontwikkeling en de pedagogische begeleiding. Schoolbe-geleiders staan op het diocesane vlak ter beschikking.

4 BeleidsbeïnvloedingWelke ruimte is er om te onderhandelen? Op het vlak van onderhandelingen zijn diverse stadia te onderscheiden.

Het VSKO probeert zo snel mogelijk betrokken te worden in bilateraal overleg. Reeds in een embryonaal stadium van het ontstaan van regelgeving tracht het VSKO inspraak te vra-gen vanuit de eigen invalshoek van het ka-

tholiek onderwijs. De taak van de overheid bestaat erin om kaders te creëren maar ook om ruimte te geven voor eigen invulling door de onderwijsorganisatoren. Helaas is de over-heid te vaak van mening dat ze ook zelf invul-ling moet geven. Het VSKO ziet het tot zijn taak om het vrijwaren van die ruimte trachten te verzekeren. Natuurlijk mag de overheid verantwoording vragen over het goed gebruik van de middelen die zij ter beschikking stelt.

Een meer formele beleidsbeïnvloedende weg betreft de participatie aan de adviesverstrek-king van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR).

Verder is er het Overkoepelend Onderhande-lingscomité (OOC), waar over personeelsge-bonden materies wordt onderhandeld.

Het VSKO is namens een uitgebreide achter-ban een geleding waarnaar geluisterd wordt, zowel in het informele als het formele over-leg. Er stelt zich echter ook de vraag of er bij de eigen achterban steeds een draagvlak is voor het standpunt dat het VSKO inneemt. De grote omvang van die achterban betekent soms een probleem. Het reëel kunnen druk uitoefenen is geconditioneerd door het aan-wezig zijn van een draagvlak bij de achterban.

Het VSKO tracht maximaal de mening van de achterban te verdedigen maar moet anderzijds ook rekening houden met de haalbaarheid. Het VSKO tracht daarbij getrapt te werken, via vertegenwoordiging. Dat is de sterkte van de organisatie maar tegelijk ook de achil-lespees. Voor de besturen ziet dat getrapte systeem er als volgt uit: de diocesane comités zenden hun vertegenwoordigers naar de VIMKO en vandaaruit zijn er vertegenwoordi-gers in de interne beslissingsorganen. Het is belangrijk dat die vertegenwoordigers het hele werkveld representeren maar ook de beslis-singen terugkoppelen naar hun achterban.

In het overkoepelende beslissingsorgaan van het VSKO is voorzien dat meer dan de helft van de leden vertegenwoordigers van de be-sturen zijn. De beleidsorganen van de Ver-bonden beslissen over onderwijsniveaugebon-den materies. Voor de ni veau overschrijdende materies worden de beslissingen genomen in het Centraal Bureau, waarin de verantwoor-delijken van de niveaus ook aanwezig zijn.

Een directiecollege binnen het VSKO bereid het beslissingsproces voor. Per Verbond is er een stafdienst. Voor niveauoverschrijdende materies gebeurt dat in het comité secreta-rissen-generaal op basis van en met terugkop-peling naar de bureaus van de Verbonden.

Dergelijke beslissingslijnen duren soms lang. Omwille van dringende actualiteiten moet men wel eens korter op de bal kunnen spelen. Soms moeten er dus noodgedwongen ook beslissingen worden genomen in het comité secretarissen-generaal.

Uit wat voorafgaat, blijkt dat het ganse VSKO dus werkt vanuit een participatief model met inspraak via gedelegeerde mensen. De direc-teur-generaal roept op om het gegeven ‘ver-tegenwoordiger’ correct in te vullen. De VIMKO neemt dat de jongste jaren vanwege de schoolbesturen effectief op.

De schoolbesturen zijn de belangrijkste ac-toren voor het VSKO. In concrete dossiers wordt er overlegd met de directies. Belangrijk op dat vlak zijn correcte afspraken over wat de eigen rol van de directies en die van de besturen inhoudt. Belangrijk is ook de in-achtname van hun complementariteit.

De directeur-generaal besluit met een dank-woord aan de VIMKO en aan alle besturen en bestuurders voor hun professionele en vrijwil-lige inzet.

André Janssens

Page 28: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201328

OPVOEDINGSPROJECT & PASTORAAL

advent: ik zal er zijn

I n de westerse maatschappij zijn we enorm gefocust op doen en praten. We hebben soms het idee dat, wanneer we anderen niet kunnen helpen met iets, en niets te vertellen hebben, we hen alleen maar tot last zijn. Het idee dat anderen ons vooral beoordelen op

wat we zeggen en wat we doen, maakt veel mensen onzeker.

mensen en toont, door Jezus, hoe mensen samen een hemel op aarde kunnen maken.

Mag God bij ons aanwezig zijn? Welke plaats krijgt Hij dan? Kunnen we dit met kinderen en jongeren bespreken zonder te oordelen of veroordelen?

Misschien kan Leeftocht helpen die vragen op te roepen.

Wie op de website van de Dienst Opvoedings-project en Pastoraal ( http://pastoraal.vsko.be )surft naar Leeftocht, vindt bij het decem-bernummer ‘Aanwezigheid’ een meditatieve PowerPoint presentatie die kan gebruikt wor-den om de advent in te leiden of te kaderen.

Er is ook een XXL (Extra Extra Large) beschik-baar voor wie graag een ietsje meer heeft, met bruikbaar materiaal en concrete werk-vormen, verhalen en verwijzingen. In deze XXL is er een aanbod naar kinderen, jongeren en leerkrachten. Er wordt een band gelegd met Jezusverhalen en er is ook aandacht voor initiatieven van andere christelijke organisa-ties (Welzijnszorg, Spoor Zes).

Adventsaffi che Wat vertelt de adventsaffi che jou? Zie je de overgave van het kind dat in de geborgenheid van de ander ligt? Er is geen grijpen, maar er is wel een teder contact waarin ruimte blijft om zichzelf te zijn. Er is aanraken en genieten van menselijk contact. Er is de af-wezigheid van enig moeten. Het ik spreekt

Leeftocht Leeftocht wil ons in de periode van de advent gevoelig maken voor de waarde van aanwezig-heid. De advent is een periode van wachten op de komst van Jezus Christus. Wat verwach-ten we van zijn komst, zijn aanwezigheid? De advent is ook een tijd van verwachten. Met hart en ziel uitkijken naar wat zich aan-dient. Zoals een jonge moeder uitkijkt naar de geboorte van haar kind, naar de aanwezig-heid van een nieuwe toekomst. Wat betekent het aanwezig te zijn? Wat betekent het er te zijn voor elkaar, met hart en ziel? De advent nodigt ons uit om daar vier weken lang over na te denken en ons te oefenen in een hou-ding van openheid, ontvankelijkheid, kwets-baarheid en vertrouwen. Leeftocht geeft daartoe een aanzet.

Het decembernummer van Leeftocht heeft daarom als centraal thema ‘aanwezigheid’. Teksten, gebeden, een schilderij en een te-kening illustreren wat echt aanwezig zijn kan betekenen.

Nadenken, praten over, stil worden bij dit thema met vragen als: Hoe kan ik echt aan-wezig zijn bij mezelf en voor anderen? Is het nodig om iets te veranderen bij mezelf? Vind ik bevestiging in wat ik doe en/of niet doe.

Vragen die uitnodigen tot een duidelijk ant-woord en een uitgesproken engagement. Het is goed om daarvoor tijd te nemen.

Advent, de aanlooptijd naar Kerstmis, is een uitgelezen periode om te herbronnen, om bij te tanken.

God stelt geen voorwaarden. Zijn geschenk is: ‘Ik zal er zijn’. Zijn aanwezigheid hangt niet af van de manier waarop mensen op dit cadeau reageren. Elk jaar opnieuw wordt het Kerstmis, elk jaar opnieuw komt God onder

Aanwezigheid: “Ik ben er nu, vandaag en morgen” Als Jezus in contact komt met mensen, dan neemt hij zijn tijd. Hij houdt halt, stopt met datgene waarmee hij bezig was en richt zijn volle aandacht op de ander. Als mensen naar hem toekomen, dan geeft hij hen de tijd om op adem te komen, om bij henzelf thuis te komen vooraleer hij vraagt: “Wat kan ik voor u doen?” Om bij Jezus thuis te komen, hoeven mensen niet te veranderen. Ze mogen met al hun angsten, schaamte, fouten en verwardheid uit hun schuilplaats tevoorschijn komen.

Is dat niet een ultieme uitdaging? Dat we bij elkaar mogen aanwezig zijn zonder dat we eerst aan allerlei voorwaarden moeten voldoen? Kun jij zonder dat er iets verandert uit je schuilplaats tevoorschijn komen? Dit is de boodschap die Mozes krijgt aan de brandende braamstruik: “Kom nu – met al je angsten, schaamte, fouten en verwardheid uit je schuilplaats van schijnzeker-heden tevoorschijn en plaats jezelf in de wereld, want ik, God, ben bij je.”

Durven wij onszelf toevertrouwen aan de wereld van de ander en durft de ander zich toever-trouwen aan ons? Onze schuilplaats verlaten en ons toevertrouwen aan elkaars gastvrijheid zijn voorwaarden voor echte aanwezigheid.

Page 29: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 29

zich uit in het ‘er zijn’. Kan de affi che uitno-diging zijn om met elkaar in gesprek te gaan over wat het betekent om er voor elkaar te zijn? Hoe kunnen we op school waarborgen bieden voor voldoende veiligheid zodat ieder zich mag en kan blootgeven zoals hij of zij is. De veiligheid waarin het kind op de affi che zich koestert, is wezenlijk voor authentieke aanwezigheid.

Welzijnszorg Welzijnszorg vraagt met zijn campagne 2013 aandacht voor de “Armoede (op den) bui-ten”. Armoede isoleert, zeker op die plaatsen waar mensen zich buiten de kringen van so-ciale netwerken bevinden. Verloren op het platteland, verstoken van een goed uitgewerkt openbaar vervoer en nutsvoorzieningen, kwij-nen mensen weg in de eenzaamheid. Naast de fi nanciële armoede is er armoede aan aanwezigheid. Welzijnszorg roept ons op om naar buiten te treden, om uit onze veilige schuilplaats te komen en mensen op het plat-teland te helpen aan de middelen en het contact dat ze nodig hebben om zich vol-waardig mens te voelen.

Spoor ZeSSpoor Zes is een dienst van de Chiro die jaar-lijks de campagne van Welzijnszorg steunt met het ontwikkelen van solidariteitsmateri-aal voor de leerkracht in de klas.

Voor het basisonderwijs wordt er altijd een project uitgewerkt. Dit jaar heet het ‘Robby op den buiten’. Het brengt de campagne ‘Ar-moede (op den) buiten’ van Welzijnszorg op een speelse en belevende manier in de klas. Samen met Robby en zijn vriendjes ontdekken jouw leerlingen wat het betekent om op het platteland te leven en met welke moeilijkhe-den je te maken krijgt als je daar in armoede leeft.

Wil je meer informatie over dit project? Surf naar spoorzesindeklas.be. Materiaal bestellen doe je het beste via welzijnszorg.be.

Het pakket bestaat uit een handleiding voor de leerkracht, een leerlingenboekje in kleur

en een cd met een fi jn themalied. Daarnaast kan elke geïnteresseerde ook de prentenset kopen en een Robbypop. De rode draad is ook dit jaar weer het leuke en spannende verhaal van Robby en zijn vriendjes.

Voor het secundair onderwijs is er een jon-gerenspel ‘Onder den toren’. In ‘Onder den toren’ maken de spelers kennis met enkele Toregemse dorpsgenoten ‘in nood’. Ze worden zelf Toregemnaars, en ze moeten hun wijk opnieuw aantrekkelijk maken en zo het dorp nieuw leven in blazen! Tijdens de nachtelijke dorpsraad worden de spelers uitgedaagd om na te denken over de voor- en nadelen van voorzieningen in het dorp en overdag spelen ze samen om sleutels te verdienen, zodat ze voorzieningen kunnen openen in hun wijk. Een spel voor 12- tot 18-jarigen. Het nieuw-ste tekstenboekje van Spoor ZeS heet ‘Bin-nenstebuiten’ . Een ruime verzameling poë-zie, doordenkers, mijmeringen en methodieken. Voor individueel gebruik en gebruik in groepen en klassen.

Info en materiaal

Vier stapstenenNaast de affi che, de PowerPointpresentatie en het Leeftochtnummer met de XXL, die je in de loop van november op onze website, (pastoraal.vsko.be ) kan vinden, zijn er ook nog de bezinningskaartjes met teksten van Kathleen Boedt en Toon Vandeputte. Ze ma-ken ons stenen pad compleet. Ze worden uitgegeven door Uitgeverij Muurkranten in

Brugge en zijn te bestellen via www.muur-kranten.be.

De affi che die een coproductie is van VSKO en Uitgeverij Muurkranten is te bestellen via de dienst opvoedingsproject en pastoraal. In bijlage bij het Forumnummer van oktober 2013 ontvingen alle abonnees reeds drie gratis exemplaren (2 ex. A3 en 1 ex. A2).

In het Leeftochtnummer en op de website staan alle technische gegevens en de bestel-modaliteiten op een rijtje.

Oprapen of laten liggenHelemaal in de lijn van de jaargang van Leef-tocht kunnen we ons de vraag stellen: “De advent, wat doen we ermee, oprapen of laten liggen?” Biedt het materiaal dat door het VSKO ontwikkeld werd voldoende kansen om het feest van Kerstmis voor te bereiden? Van welke stapstenen maken we gebruik om Gods aanwezigheid op school mogelijk te maken en in te vullen? De Dienst Opvoedingsproject en Pastoraal wenst dat iedereen op school vier weken lang mag ervaren wat het betekent er te zijn voor elkaar.

Een hoopvolle advent en een zalig Kerstmis!

Ludwig LybeertBart Walgraeve

Dienst Opvoedingsproject en Pastoraal

Page 30: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 201330

OPVOEDINGSPROJECT & PASTORAAL

D e visie- en groeimap voor het secundair onderwijs “Pastoraal op school. Denk en Doe in Dialoog” is aangevuld met nieuwe visieteksten en werkvormen. Deze teksten belichten in de eerste plaats de samenhang en wisselwerking tussen de pastoraal

op school en de diverse aspecten die een katholieke school kenmerken. De werkvormen helpen om de visie die in die teksten wordt uitgedrukt, te laten landen op de werkvloer.

pastoraal op school denk & doe in dialoog

De map bevat drie delen: inleiding, basis en uitbreiding. Binnen het gedeelte uitbreiding is er nog een verdere verdeling in mensen, gedifferentieerd aanbod en beleid. De visie- en groeimap sluit in de opbouw daarmee helemaal aan bij de centrale visietekst zelf. Elk deel heeft een specifi eke kleur en wordt van de andere delen gescheiden door tab-bladen.

Een christelijk mensbeeldIn het basisgedeelte werd een tekst ‘Een christelijk mensbeeld’ toegevoegd waarin kort omschreven wordt hoe christenen kijken naar de mens en het leven en wat een katholieke school nastreeft vanuit dat mensbeeld. Welk appel gaat er van een christelijk mensbeeld uit voor het onderwijs? Hoe is de kijk op opvoeden en onderwijzen gekleurd door het christelijk mensbeeld? Deze tekst fungeert als een ruimer kader voor het gedifferentieerd aanbod dat de pastoraal op school biedt.

De pastorale groepIn het gedeelte ‘Uitdieping, mensen’ zijn twee teksten toegevoegd die de pastorale groep kan helpen refl ecteren over de manier waar-op ze wensen gestalte te geven aan de pas-toraal op school.

Eigen talenten inzetten om de pastoraal op school handen en voeten te geven is iets wat tot de mogelijkheden behoort van elk team-lid. Pastoraal op school is daarom een samen gedragen project waaraan elk teamlid kan meewerken. Sommigen zijn bereid om zelfs iets meer te doen, maar vragen zich af of ze wel over de juiste kwaliteiten beschikken, of ze wel een betekenis kunnen hebben om ac-tief mee te werken in een pastorale groep.

De tekst ‘Wie geeft mee gestalte aan de pas-toraal op school?’ reikt een aantal kenmerken aan, die verenigd in verschillende mensen, de sterkte kunnen uitmaken van een pasto-rale groep.

In de tweede tekst ‘Functiebeschrijving voor de verantwoordelijke van de pastoraal op school’ wordt een leidraad gegeven tot func-tie-invulling van een verantwoordelijke (voor-zitter) van de pastoraal op school en tot omschrijving daarvan in de gepersonaliseer-de functiebeschrijving van de betrokkene. Deze leidraad dient natuurlijk aangepast te worden aan de concrete situatie van elke school of scholengemeenschap.

Gedifferentieerd aanbod van de pastoraalIn het gedeelte ‘Uitdieping, gedifferentieerd aanbod’ zijn vier teksten samengebracht die een eerste beeld schetsen van wat het aanbod van de pastoraal concreet kan inhouden.

De eerste tekst behelst de wederzijdse relatie tussen de ‘Pastoraal en vakoverschrijdende thema’s’. Zowel de pastoraal als de vakover-schrijdende thema’s moeten geïntegreerd worden in het opvoedingsproject. Ze leggen daarbij eigen accenten, maar kunnen elkaar ook aanvullen. Met de uitwerking van de vakoverschrijdende thema’s in concrete pro-jecten en activiteiten kunnen katholieke scholen in een voor iedereen toegankelijke taal uitdrukken wat ze verstaan onder pas-toraal op school. De pastoraal concretiseert een mensbeeld dat een kader biedt voor de activiteiten en projecten die ontwikkeld wor-den vanuit de vakoverschrijdende thema’s. De zoektocht naar een zinvolle integratie van de pastoraal in de vakoverschrijdende thema’s helpt om een dialoog op gang te brengen over de aanwezige levensbeschouwingen.

De tweede tekst heeft de ‘Stille en sacrale ruimte’ tot onderwerp. In deze tekst wordt geschetst wat begrepen wordt onder een stilteplaats en wat van een stilteplaats een sacrale ruimte maakt. Tevens worden wegwij-zers aangeboden die de school kan hanteren doorheen het proces dat ten grondslag ligt aan het tot stand komen van een dergelijke ruimte.

De derde tekst geeft kort een visie weer op ‘Verlies en rouw op school’. Wat houden verlies en rouw in en hoe kan een school aandacht besteden aan deze existentiële ervaringen? Deze ervaringen worden steeds verbonden met de eigen persoon, met de ander, met God, met de natuur en de cultuur.

De vierde tekst benadrukt de toegevoegde waarde van een ‘Pastoraal in de scholenge-meenschap’. Een katholieke school treedt in verbondenheid met andere katholieke scholen. Katholieke scholen kunnen elkaar steunen in hun zoektocht naar antwoorden op vragen die op hen afkomen vanuit een geseculari-seerde samenleving. Kan er in het kader van de scholengemeenschap een open dialoog ontstaan waarin samen gezocht wordt hoe, in respect voor ieders eigenheid, de pasto-rale draagkracht van elke pastorale animatie-groep vergroot en de draaglast – zo nodig – verminderd wordt.

PASTORAAL OP SCHOOLPA

STO

RA

AL O

P SC

HO

OL

DENK & DOE IN DIALOOGDENK & DOE IN DIALOOGDENK & DOE IN DIALOOG

Visie -en groeimapvoor het secundair onderwijs

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJSPedagogisch BureauDienst Opvoedingsproject & Pastoraal

INTERDIOCESANE COMMISSIE SCHOOLPASTORAAL

Ringmap.indd 1 5/10/11 11:04

Page 31: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

november 2013 31

PRAKTISCHE INFORMATIE

De verschillende aanvullingen zullen afzonderlijk in een artikelenreeks doorheen het schooljaar in Forum aan bod komen.

De pedagogische en congregationele begeleiders zullen de aanvullingen van de map vanaf januari 2014 aan elke secundaire school bezorgen, zoals eertijds gebeurde met de map zelf. De school krijgt één bundel gratis. Extra bestellingen kunnen aangevraagd worden bij Licap.

De huidige verkoopprijs van de visiemap + eerste aanvulling is € 21,20 (inclusief btw, exclusief verzendkosten). De verkoopprijs voor de tweede aanvulling is € 14,70 (inclusief btw, exclusief verzendkosten). De totale verkoopprijs voor visiemap + eerste aanvulling + tweede aanvulling is € 35,90 (inclusief btw, exclusief verzendkosten).

Pastoraal beleid en beleidsvoerend vermogenHet gedeelte ‘Uitdieping, beleid’ krijgt een eerste aanvulling met de tekst ‘Pastoraal be-leid en beleidsvoerend vermogen’. De tekst schetst wat een beleid rond pastoraal inhoudt en wat de kerntaken van een dergelijk beleid zijn. Vervolgens wordt aangegeven dat een pastoraal beleid z’n volle kracht ontwikkelt als het schoolteam werk maakt van de negen capaciteiten van beleidsvoerend vermogen. Aan de hand van concrete vragen kunnen mensen refl ecteren over de manier waarop ze de christelijke inspiratie willen verweven in het beleidsvoerend vermogen van de school.

Drie werkvormenDe drie werkvormen die extra werden toege-voegd, geven het pastorale team de mogelijk-heid om samen aan de hand van een tekening, een model, een schilderij na te denken over wat belangrijk is bij een pastorale werking op school, hoe de pastoraal zich verhoudt tot de katholieke identiteit en het vak godsdienst en hoe het aankijkt tegen de vier doelstel-lingen van de pastoraal.

Bart Walgraeve

Stafmedewerker Dienst Opvoedingsproject en Pastoraal

Page 32: Vlaams secretariaat van het katholiek onderwijs...‘Geef kinderen en jonge mensen een pluimpje en ze krijgen vleugels’. Spreek met ze over de goede punten in plaats van over de

Leeftocht – Maandelijkse inspiratiebron – Een verademing voor onderwijsmensen – Proviand voor onderweg.Surf ook naar de rubriek Leeftocht van pastoraal.vsko.be en aarzel niet om je impressie te mailen naar [email protected]. Bij het vorige Forumnummer vond je het novembernummer ‘Buiten de tijd’, het decembernummer ‘Met hart en ziel’ en de adventsaf-fi che ‘Ik zal er zijn’ in twee formaten (1 ex. A2 en 2 ex. A3). In dit novembernummer van Forum zit een artikel met nadere toelichting over het adventsaanbod, maar geen Leeftochtnummer.Het novembernummer met extra links en het december nummer met een uitgebreide XXL kun je downloaden.Elke abonnee van Forum ontvangt Leeftocht automatisch en gratis als bijlage. Wie geen abonnee van Forum is, kan een individueel jaarabonnement nemen. Hebben meer collega’s graag hun eigen origineel exemplaar van elk nieuw Leeftochtnummer? Vanaf drie jaarabon-nementen op éénzelfde adres geniet men van een voordelig groepstarief. Zie de voorwaarden op pastoraal.vsko.be in de rubriek Leeftocht.

Jg. 29, Oprapen of laten liggennr. 3, november 2013

Wat is ons evenwicht tussen de klokkentijd en de tijd van onze innerlijke ervaring?

Het is hoog tijd om een balans op te maken. Étalans, Rond-point de l’alliance.

Ratje racetals zotin de mallemolengemalen tot gruis.

Hij wordt gepusht,vooruit geduwd.Hij wil opzij, ertussenuit, maar waarnaartoe?

Overal is ongedierte,knagend, zagend,plagend, behagend,metend, wetend,retend, vretend.

Ratje moet aan de top. Maar ratje is op.

Hij moet eruit, maar waarnaartoe? Is er iets buiten dit gedoe?

Iesja

HET VERHAAL VAN DE PROFEET ELIA

Elia vluchtte de woestijn in. Daar ging hij onder een bremstruik zitten en zei: ‘Het is genoeg geweest, Heer. Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders.’

Je kunt het volledige verhaal van Elia lezen in de Bijbel in 1 Koningen 19, 3- 15.

BUITEN DE TIJDWie bewust een tijdje afstand neemtvan het gewone leven,wie vakantie neemtof zich terugtrekt in de stilte, kan er daarna weer beter tegen.Elke mens heeft dat nu en dan nodig.

Wie ten einde raad,levensmoe, of getroffen door pijn of verdriet,wel afstand moet nemen van zijn gewone leventje, gaat door de woestijn. Hij plooit zich terug op zichzelf,hij legt zich neer en verbergt zich.Het is genoeg geweest,hij wil liever sterven. Diep van binnen smeult misschientoch nog het verlangen om te leven.Ook al zijn geest en ziel moe, het lichaam vraagt om kracht,om voedsel en drank.

Wie zich daarmee sterken kankruipt uit het dalen gaat de berg op.Nog aarzelend en onzeker.Maar het leven lokt.Sterk is het appel,hij moet terug naar buiten. Wie tot op de bodem is gegaanheeft misschien God ontmoetals een zachte bries doorheen zijn bestaan.Zo iemand kan de draad weer opnemen,gesterkt door die ervaringen.

© Ko

en L

emm

ens

Een steen achterlaten op plekken van stilte,

op plaatsen waar doden rusten … een warme en mooie joodse traditie.