VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De...

12
Vision² VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in wetenschap & technologie Tijdschrift van het Leuven Engineering and Science Education Center, Jaargang 1 - Nr 3 - december 2011 DE MILLENNIUMSTUDENT: annual event LESEC Directeur van de Dienst Media & Leren WIM VAN PETEGEM over multimedia voor de millenniumstudent Workshop: JONTE BERNHARD IN DE KIJKER: WEBCOLLEGES Onderzoek naar competentieprofielen: ACQA R U CONNECTED?

Transcript of VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De...

Page 1: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

Vision²VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in wetenschap & technologie

Tijdschrift van het Leuven Engineering and Science Education Center, Jaargang 1 - Nr 3 - december 2011

• DEMILLENNIUMSTUDENT: annual event LESEC• Directeur van de Dienst Media & LerenWIMVANPETEGEM

over multimedia voor de millenniumstudent• Workshop:JONTEBERNHARD• IN DE KIJKER: WEBCOLLEGES• Onderzoeknaarcompetentieprofielen:ACQA

RUCONNECTED?

Page 2: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

2

INHOUD

VOORWOORDEr is een nieuw type student opgedoken aan onze faculteiten: de millenniumstudent. Zo worden de studenten genoemd die vanaf de eeuwwisseling naar onze universiteiten en hogescholen stromen. Meestal wordt van deze studenten geen erg fla-terend beeld opgehangen. Zo zijn millenniumstu-denten via laptop en smartphone voortdurend ver-bonden met de rest van de wereld en zijn ze daar-door snel afgeleid. Bovendien stellen ze hoge eisen aan de docent. Op vraag van heel wat docenten werden aan een aantal Vlaamse universiteiten en hogescholen werkgroepen opgericht die moeten onderzoeken hoe ze het best kunnen omgaan met deze millenniumstudenten.

Innoverende werkvormen zijn een belangrijk aandachtspunt in de discussie rond de millenni-umstudent. LESEC heeft hier een tweevoudige, geïntegreerde taak: toegepast onderwijskundig onderzoek rond deze werkvormen en de onder-steuning van de Groep Wetenschap & Technolo-gie rond deze materie. Het derde annual event van LESEC op 28 februari 2012 staat dan ook helemaal in het teken van de millenniumstudent. Verder in dit nummer kom je alles te weten over dit annual event.

Binnen de Associatie K.U.Leuven onderzoekt en ontwikkelt de Dienst Media & Leren technologieën die de docent kunnen helpen om de kloof met de nieuwe generatie studenten te verkleinen. In een interview met het diensthoofd Wim Van Peteghem nemen we een kijkje achter de schermen. De

Dienst Media & Leren is vaak ook nauw betrokken bij het opmaken van webcolleges; een technologie die in binnen- en buitenland een opmars kent. Je leest hierover meer in dit nummer.

Verder zetten we het ACQA-project (Academic Competences and Quality Assurance) in de kijker. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de competentieprofielen indevier faculteitenvandeGroep Wetenschap & Technologie.

En last but not least, willen we Greet Langie bedanken voor haar inzet voor LESEC. Greet werd aangesteld als vicedecaan van de Faculteit Indus-triële Ingenieurswetenschappen. Een job met heel veel uitdagingen, maar jammer genoeg niet meer combineerbaar met de coördinatie van LESEC. Greet heeft een heel inspirerende en motiverende rol gespeeld in LESEC. Ik zal haar taak met veel enthousiasme overnemen.

Johan Van den Bossche

2 Voorwoord3 Nieuws4 Interview met Wim Van Petegem: Multimedia voor de lerende millenniumstudent6 Annual event: De millenniumstudent

8 In de kijker: webcolleges9 Workshop: Jonte Bernhard10 ACQA: Onderzoek naar de com- petentieprofielenindevierfaculteiten van de Groep Wetenschap & Tech- nologie

Page 3: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

3

NIEUWS

Op 22 november 2011 lichtten LESEC-stuurgroe-pleden CarolienVanSoom en RobVierendeelshun onderzoek toe op een studiedag georgani-seerd door ALTUS, de associatiewerkgroep rond onderzoek naar hoger onderwijs.Carolien had het, samen met Kathleen Geraedts, over studiekeuzeredenen, motivatieprofielen enstudiesucces van generatiestudenten in de Groep Wetenschap & Technologie. Ze onderzochten de invloed van cognitieve en motivationele aspecten op het studiesucces van generatiestudenten. De belangrijkste predictoren van studiesucces zijn; eindpercentage behaald in het secundair onder-wijs, de gevolgde studierichting in het secundair onderwijs en het academisch zelfconcept van de student.Wekunnenverschillendemotivatieprofie-

len onderscheiden bij de instromers: studenten uit niet-traditionele vooropleidingen starten bijvoor-beeld erg gemotiveerd aan hun studie. Maar gaan we kijken naar hun zelfconcept en ook hun stud-iesucces,danzienwedatdezesignficantlagerisdan dat van traditionele instromers.Rob bracht Inge Vervoort mee. Zij doet, onder lei-ding van Agnes Diliën en Rob zelf, onderzoek dat past binnen het OOF-project “integrale studiebege-leiding bij internationalisering” (ISBI), inbegrepen het gebruik van Peer Assisted Learning in deze context. Ze gaan ook na hoe ook studenten die thuis blijven een internationale ervaring kunnen op-doen door hun buitenlandse collega’s op te vangen en te begeleiden tijdens hun verblijf in ons land (in-ternationalisering@home).

STUDIEDAG ALTUS

LESEC VERWELKOMT ...

Riet Callens is studiebegeleider aan de faculteit ingenieurswetenschappen. Ze is monitor van ver-schillende opleidingsonderdelen in het domein van de fysica en de wiskunde. “Sinds vijf jaar begeleid ik dagdagelijks studenten op hun weg naar het be-grijpen van concepten en het toepassen ervan in concrete problemen. De verschillen in motivatie, leerstijlen en studieaanpak intrigeren me. Het blijft een zoektocht naar hoe een efficiënte vakspeci-fiekestudiebegeleidingopmaatvandeindividuelestudent verder kan uitgebouwd worden. De laatste jaren gingen we aan de slag met verschillende nieu-we begeleidingsvormen. Zo worden FAQ’s in korte videoclips behandeld. Tijdens studieruimteplus

wordt peer instruction gecombineerd met de aan-wezigheid van een monitor op loopafstand. In te-genstelling tot klassieke contactmomenten, zijn studenten er volledig vrij in wat ze tijdens deze momenten willen leren. De effectiviteit van deze en andere begeleidingsvormen wil ik verder onder-zoeken. Daarnaast gaat mijn interesse ook uit naar een betere oriëntering en voorbereiding van toe-komstige studenten. LESEC is de plaats bij uitstek om inspirerende ideeën op te doen, uit te testen en te gaan onderzoeken. Het feit dat LESEC zich nadrukkelijk richtopvakspecifiekonderwijskundigonderzoek spreekt me enorm aan“.

DOCTORAAL ONDERZOEK ROND LABOWERK

LESEC verwelkomt zijn eerste doctoraatsstudent: PieterCoppens. Zijn onderzoek zal zich richten op labo-onderwijs. Dit speelt immers een belangrijke rol in de opleidingen wetenschap en technologie. Tijdens de labo’s worden de leerinhouden in een context geplaatst en krijgen de studenten de kans na te gaan in hoeverre ze de inhouden reeds be-heersen. Het is dan ook belangrijk dat labowerk studenten motiveert en daarnaast ook bijdraagt tot

effectief en diepgaand leren. Uit verschillende stud-ies blijkt echter dat dit niet altijd het geval is ... In dit onderzoek zal gekeken worden hoe studenten concepten leren tijdens practicumsessies in ver-band met electronica.Pieter studeerde in 2010 af als burgerlijk ingenieur in de biomedische technologie.

Page 4: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

4

Op jullie infoscherm zag ik dat hier aardig wat mensen werken!WimVanPetegem: Dat klopt. Naast een 40-tal vaste medewerkers, hebben we een 12-tal jobstudenten en per jaar ongeveer 4 stagiairs rond-lopen. Soms moeten we zelfs werk uitbesteden aan freelancers.

Wat doet de Dienst Media en Leren zoal?WVP: Om heel kort te zijn: leren bevorderen door de inzet van geschikte media. We hebben vier kerntaken: produceren, presenteren, distribueren en innoveren.

Als ik iets nodig heb; kunnen jullie het dan maken?WVP: Allicht, maar waarschijnlijk kan je het zelf aanmaken. We wer-ken hier volgens een 3-la-gen model. De onderste laag heet ‘Do it yourself’: vaak kan een docent met

eenvoudig materiaal, dat soms gewoon vrij be-schikbaar is, zelf multimediamateriaal aanmaken. We stimuleren docenten om dat te doen en helpen hen door middel van online cursussen en work-shops.De tweede laag heet ‘We do it together’ : de do-cent maakt materiaal aan, maar gebruikt onze in-frastructuur en de competenties die we hier in huis hebben. Deze twee lagen brengen voor de docent geen kosten met zich mee.De bovenste laag heet ‘We do it for you’. Wij doen het werk en uiteraard hangt daar een factuur aan vast. Zo genereren we zelf wat financiële slag-kracht. We werken trouwens ook mee aan inter-nationale projecten. We willen niet alleen onder-steuning bieden, maar ook een expertisecentrum

vormen. We geven ook opleidingen, ook aan in-ternationale studenten. Zo ronden we binnenkort een opleiding af voor studenten uit ontwikkelings-landen. Die nemen die kennis mee naar huis om ze daar nuttig in te zetten.

Slaat die ondersteuning alleen op het aanma-ken van materiaal?WVP: Nee hoor. Onder ‘presenteren’ verstaan we immers het hulp bieden bij het opzetten van multimediasystemen – in aula’s bijvoorbeeld – maar ook voor websites, iPad en smartphone toe-passingen. Het medium heeft uiteraard repercus-sies op het soort multimedia dat er geschikt voor is.

Dan volgt jullie derde kerntaak?WVP: Distribueren. We willen dingen tonen in de digitale wereld maar dat vergt heel wat technisch werk achter de schermen. Onzichtbaar maar wel belangrijk. Materiaal koppelen aan Toledo bijvoor-beeld of gebruiksvriendelijke interfaces opzetten.

Kan je wat voorbeelden geven van innoverende acties?WVP: Wel, we helpen docenten in eerste instan-tie bij het nadenken over het inzetten van tech-nologie in hun lespraktijk. Zo hebben we al meer dan tien jaren ervaring met video conferencing om gelijktijdig les te geven aan studenten in Leuven en Kortrijk. Maar we doen dat niet omdat het gewoon kan; we stellen ons voortdurend de vraag hoe we dingen anders en vooral beter kunnen doen.We gaan bijvoorbeeld ook na in hoeverre we stu-denten zelf video’s kunnen laten maken en of dat dan strookt met de leerdoelen en haalbaar is.

Ik kan me voorstellen dat die videoklas in Kor-trijk niet vanzelf werkt?WVP: Dat klopt. Eén van de dimensies van ons werk is het organisatorische. Multimedia inzetten vergt inzet van mensen en apparatuur. Dat is niet bepaald vanzelfsprekend. De andere dimensies zijn natuurlijk de technologische en de pedago-gische maar ook de mediakwaliteit zelf. Wat is een

MULTIMEDIA VOOR DE LERENDE MILLENNIUMSTUDENT

Begeesterend. Vlot en goed gestructureerd. Het gesprek loopt als een weldoor-dachtYoutubefilmpje.Maarwatzoujeandersverwachteninhetholvandemultimedialeeuw? Een beetje verscholen in de achtertuin van campus Aren-berg zitten ze, maar het bruist er van de activiteiten!

Page 5: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

5

goed beeld of een goed geluidsfragment? We doen daar zelf onderzoek naar.

Is de millenniumstudent vragende partij voor jullie diensten?WVP: En of! Die wil graag gewoon alles en kent de mogelijkheden. Hij of zij vindt technologie evi-dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun smart-phone staan, want dat is handig. Wij kijken naar voorbeelden in het buitenland, zetten eigen piloot-projecten op en doen onderzoek hierover. Idealiter zouden we altijd twee stappen voor moeten zijn op de praktijk. Ten opzichte van docenten…

… lukt dat nog aardig waarschijnlijk?WVP: Inderdaad. Maar ten opzichte van stu-denten ligt dat soms moeilijk. Die willen voort-durend uitgedaagd worden door hun docenten.

Hoe verzamelen jullie de verzuchtingen van studenten?WVP: We werken rechtstreeks voor docenten natuurlijk, maar we krijgen vragen via de ICT-adviesraden of via onze eigen jobstudenten en sta-giairs. We geven ook zelf les aan studenten. En in onze uitleendienst komen ook geregeld studenten over de vloer. De betrokkenheid van de studenten is echt wel groot. Bij humane wetenschappen rich-ten we nu, samen met de studenten, een nieuw leercentrum in. Spiksplinternieuw, met alles erop en eraan.

Videomateriaal kan snel gedateerd geraken. Hoe gaan jullie daar mee om?WVP: De meest drastische oplossing bestaat erin de video opnieuw te maken. Maar dat hoeft niet altijd. Dat ouder materiaal kan nog interes-sant of zelfs gewoon leuk zijn vanuit historisch standpunt. En een wat oudere oscilloscoop doet in wezen nog hetzelfde als een nieuwer exemplaar. Dat instructiefilmpje over de bediening van zo’ntoestel is wellicht wat langer bruikbaar.We kunnen ook aan de studenten vragen om vi-deomateriaal up-to-date te houden. Er loopt trou-wens zo’n project waarbij studenten via een Wiki een databank met Poolse en Russische woorden (inclusief opname van de uitspraak, videofragment en cartoon) opzetten, aanvullen en onderhouden.

Multimediamateriaal aanmaken is niet gratis. Het vergt een investering (qua tijd en vaak ook qua in-frastructuur) en is dus niet vanzelfsprekend. Daar-om gooi je ouder materiaal beter niet zomaar weg en moet nieuw materiaal maar aangemaakt worden als op voorhand duidelijk is dat het zinvol zal zijn.

Misschien een wat vervelende standaardvraag: hoe is jullie positie op Europees vlak?WVP: Dat is gelukkig geen vervelende vraag! Voor veel universiteiten is onze dienst een refe-rentie. Ons 3-lagen model is bijvoorbeeld overgenomen door andere multimediadiensten. In de universiteiten van de Coimbra groep bestaat een task force e-learning en die heeft onze Dienst Media en Leren als referentie naar voren gescho-ven. Die plaats op de lijst heeft ons goed zichtbaar gemaakt en dat is voor ons mooi meegenomen.

We keuvelen nog wat na over studenten en sociale netwerksites en het bruisend effect van deze ge-dreven directeur blijft nog een tijdje nazinderen. De terugritopdefietsnaarhuisvoelt zowaarbreed-bandig aan!

Joris Verheyden

Meer informatie over de diensten en de werking van de Dienst Media & Leren vind je op

www.dml.kuleuven.be

MULTIMEDIA VOOR DE LERENDE MILLENNIUMSTUDENT

Page 6: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

6

ANNUAL EVENT: DE MILLENNIUMSTUDENT

Op 28 februari 2012 organiseert LESEC zijn tweede annual event. Dit jaar met als centraal thema ‘de millenniumstudent’. Deze topic is al meermaals ter sprake gekomen, maar wij zullen het benaderen vanuit onderzoeksstandpunt.

In een eerste plenair gedeelte baseren we ons op het artikel Improved Learning in a Large-Enrollment Physics Class van Carl Wieman (volledige referen-tie opnemen in voetnoot!!) in Science eerder dit jaar (zie ook Vision nr 2). Wieman & co vergeleken een groep studenten die leerstof kregen via een klassiek hoorcollege met een groep studenten die dezelfde leerstof kregen via een interactief hoorcol-lege met activerende werkvormen. Enkele LESEC-stuurgroepleden namen de proef op de som met hun studenten industrieel ingenieur. Op het annual event geeft Jeroen Buijs het publiek een tastbaar idee van de verschillen tussen een klassiek en een interactief hoorcollege en licht hij hun ervaringen met activerende werkvormen toe.

Veel docenten voelen de noodzaak aan om hun hoorcolleges ‘activerender’ te maken. Door de grootte van de groep is dit vaak geen evidentie. Toch is er heel wat onderzoek verricht naar haal-bare werkvormen. In 3 workshops belichten we tel-kens vanuit de literatuur en vanuit eigen onderzoek een activerende werkvorm. In de eerste workshop heeft Johan Van den Bossche het over pre-class questions: de studenten komen voorbereid naar het hoorcollege door de cursustekst op voorhand door te nemen. Ze worden hiertoe aangezet door het maken van een online toets. Geraldine Clare-bout geeft in de tweede workshop toelichting bij in-class questions. Dit is een methode om discussies in grote groepen mogelijk te maken. De derde workshop kreeg het thema ‘making pre-dictions’ mee. Hierbij worden studenten uitgedaagd om de uitkomst van een experiment te voorspellen en te verklaren. Mieke De Cock geeft tekst en uitleg bij deze werkvorm

Als afsluiter geeft Peter Lievens, voorzitter van de werkgroep millenniumonderwijs van de K.U.Leuven, zijn visie op deze nieuwe generatie studenten en hoe het hoger onderwijs hier de ko-

mende jaren kan op inspelen.

28 februari 2012 - 13u30 - Heverlee

Page 7: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

7

ANNUAL EVENT: DE MILLENNIUMSTUDENT

PROGRAMMA

13u00 onthaal13u30 verwelkoming door Johan Van den Bossche, coördinator LESEC13u40 ‘Interactief leren in het hoorcollege’, Jeroen Buijs (Groep T) 14u40 pauze15u00 workshops: ‘Pre-class questions’, Johan Van den Bossche (KaHo Sint-Lieven) ‘In-class questions’, Geraldine Clarebout (K.U.Leuven) ‘Making predictions’, Mieke De Cock (K.U.Leuven)15u45 workshops16u30 slot door Peter Lievens, voorzitter werkgroep millenniumonderwijs K.U.Leuven17u00 receptie

Alle workshops worden twee keer gegeven. De deelnemers kunnen dus twee van de drie workshops kiezen.

Meerinformatieoverhetannualeventendemogelijkheidtotinschrijvenvindjeophttp://set.kuleuven.be/LESEC

STUDIEDAGTOETSBELEIDGroepWetenschap&Technologie31 mei 2012

Een samenwerking van Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Faculteit Wetenschappen

Page 8: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

8

WEBCOLLEGES

Het project spitst zich toe op lessituaties waar webcolleges echt een meerwaarde kunnen zijn om een bestaande hindernis te overwinnen.

Nancy Verliefde, KaHo Sint-Lieven, stelde enkele maanden geleden het OOF-project rond webcolleges voor. Vision² keek mee.

Webcolleges kunnen voor heel wat doe-len gebruikt worden. (1) Opnames van reguliere hoorcolleges, meestal als her-haling of verwerking. (2) Screencasts, waarbij de docent op zijn bureau een presentatie opneemt. Studenten worden gevraagd om dit ter voorbreiding van een les te bekijken. (3) Webcolleges ter voor-bereiding of vervanging van een labo. (4) Webcolleges ter remediëring door het monitoraat. (5) Bijspijkercursussen. (6) Webcolleges ter uitbreiding van lessen.

Het project belicht heel wat aspecten van de werkvorm en biedt een webplat-form met didactische scenario’s en heel wat tips and tricks.

Het webcollege over het OOF-project rond webcolleges vind je terug via http://set.kuleuven.be/LESEC/vision.

Page 9: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

9

Dr. Jonte Bernhard is hoofddocent in experimen-tele fysica aan de Linköping University in Zwe-den. Zijn interesse gaat vooral uit naar de rol van “artifacts” in het leerproces, vooral in elektronica. Hierdoor focust zijn onderzoek zich op ervarings- en design-gebaseerd onderwijs in dit vakgebied.

Na eerder onderzoek over het gebruik van prac-tica en computers bij het leren van mechanica, ver-schoof de interesse van dr. Bernhard naar het be-gripvanelektriciteitenelektronica.Meerspecifiekdoet hij onderzoek naar zgn. ‘threshold concepts’ en conceptueel begrip van elektriciteit en elektroni-ca in het algemeen. ‘Threshold concepts’ zijn be-grippen waar studenten het moeilijk mee hebben, maar die leiden tot een breder inzicht in het onder-werp zodra ze het concept onder de knie hebben. Om studenten dit inzicht te geven, richt zijn onder-zoek zich ook op het ontwerp van conceptuele labo’s. Dit type labo’s probeert om via praktische toepassingen studenten een beter inzicht te geven in de achterliggende theorie. Een belangrijk idee hierbij is de variatie-theorie: studenten worden geconfronteerd met een tegenstelling tussen de bekomen resultaten en zijn/haar verwachtingen. Op basis hiervan kan dan een verbeterde theorie aangereikt worden, een verkeerd beeld bijgesteld worden, enz.

Dr. Bernhard kreeg voor zijn onderzoek reeds verschillendekerenfinancieringvandeSwedischResearch Council en van het Swedish National Agency for Higher Education. De eerste instelling heeft hem recent een beurs toegekend van 4,9 mil-joen SEK (€ 550 000,-) voor een project getiteld ‘In-

vestigating learning in engineering and in techno-science as a material discursive practice’. Dit onderzoek zal gebeuren in 2012-2014 en heeft als doel te begrijpen hoe artefacten gebruikt worden in het redeneren tijdens het labo. Het gaat hierbij zowel om fysieke artefacten zoals meettoestellen, als abstracte artefacten zoals theoretische model-lenengrafieken.Meerspecifiekzalinditonderzoekworden nagegaan hoe deze tools een rol spelen in het begrijpen van fysica in ervaringsgebaseerd leren bij zowel ingenieurs- als fysicastudenten.

Op 5 en 6 maart 2012 komt Jonte Bernhard naar Leuven om een workshop te geven over dit onder-werp, tot dan!

Pieter Coppens

Meer informatie over Jonte Bernhard en de work-shop vind je via http://set.kuleuven.be/LESEC

JONTE BERNHARD

JonteBernhardkort...

Naeenstudie‘physicsengineering’enfilosofieaandeUpssalauniversiteitinZweden,behaaldeJonteBernhard in 1987 zijn doctoraat aan diezelfde universiteit met een thesis over vaste stof fysica. Hierna doceerde dr. Bernhard fysica aan verschillende instellingen, waaronder de universiteiten van Upssala, Wako-Shi (Japan) en Maryland (VS). Daarnaast was hij actief in verschillende organisaties: hij was voor-zitter van de Zweedse ‘Science Education Research Associatio’n en van de ‘Physics in Engineering Edu-cation Working Group’ van SEFI. Momenteel is hij voorzitter van de SEFI ‘Working Group for Engineering Education Research’ en associated editor van de ‘European Journal of Engineering Educatio’n. Hij is oprichter en lid van een onderzoeksgroep rond ingenieursonderwijs in Linköping.

Page 10: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

Wat is ACQA?StefanieAdam: ACQA (Academic Competences and Quality Assurance) is een kader waarbinnen de Dublin descriptoren, de eindtermen voor bach-elor en master studies aan universiteiten en ho-gescholen in Europa, concreet worden vertaald. Opleidingen kunnen dit kader gebruiken om de competenties die ze willen realiseren duidelijk te stellen.ElsjeLonders: ACQA bestaat uit twee grote on-derdelen: dimensies en competentiegebieden. Er worden vier dimensies onderscheiden: analyse, synthese, abstractie en concretisatie. In het AC-QA-kader worden deze dimensies disciplinespeci-fiekuitgewerkt.Daarnaastzijnerzevencompeten-tiegebieden en de daarbij horende competenties, dielosvandedisciplinewordengedefinieerd.

Is ACQA een kader dat specifiek ontworpen is voor wetenschaps- en ingenieursopleidingen?Elsje: ACQA is geschreven voor alle academische

opleidingen, maar mét aandacht voor ingenieurs-competenties.

Hoe gebruiken jullie het ACQA-kader om com-petentieprofielen op te stellen?Elsje: We werken met gestructureerde interviews. Elk opleidingsonderdeel wordt tot in detail bekeken met de daaraan verbonden docent. Om de objec-tiviteit van de oefening te garanderen is er een vooraf vastgelegd protocol dat voor elk interview nauwgezet wordt gevolgd. Stefanie: Een gesprek bestaat uit drie grote de-len. Eerst zijn er de administratieve zaken: hoeveel studiepunten heeft het opleidingsonderdeel, zijn er één of twee docenten die verantwoordelijk zijn voor dit vak etc. Daarna gaan we dieper in op de dimen-sies. We gaan dus voor een opleiding na in hoe-

verre deze analytisch, synthetisch, abstract of concreet is. De voor-beelden die we daarbij gebruiken, zijn voor elke opleiding anders, maar de vragen die we stellen, liggen op voorhand vast en zijn voor elke oplei-ding en elke discipline de-zelfde. In een derde deel tenslotte bekijken we de competentiegebieden en bijhorende competenties. We vragen docenten wel-ke gebieden relevant zijn voor hun vak. Elsje: Een docent selec-teert dan bijvoorbeeld vijf

van de zeven gebieden. Dan vragen we om 100% studiebelasting te verdelen over deze gebieden. Deze verdeling staat voor de tijd die studenten aan

ACQA: ONDERZOEK NAAR DE COMPETENTIEPROFIELEN IN DE VIER FACULTEITEN VAN DE GROEP WETENSCHAP & TECHNOLOGIE

Aan de vier faculteiten van de Groep W&T worden competentie-profielenopgesteldvolgensdeACQA-methode.Bijdeburgerlijkenbio-ingenieurs neemt Elsje Londers deze taak voor haar rekening. Aan de Faculteit Wetenschappen is dit Stefanie Adam en voor de industrieel ingenieurs spreken we met Fien Verelst.

10de competentiegebieden van een academicus

Page 11: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

11

ACQA: ONDERZOEK NAAR DE COMPETENTIEPROFIELEN IN DE VIER FACULTEITEN VAN DE GROEP WETENSCHAP & TECHNOLOGIE

elk competentiegebied dienen te besteden in dat opleidingson-derdeel. FienVerelst: ACQA vraagt ook heel bewust naar de tijd die een student verwacht wordt aan een bepaalde competentie te spen-deren, omdat dit een kwantitatief gegeven is. Docenten vinden sommige competenties belangrijker dan andere, maar besteden hier niet noodzakelijkerwijs meer tijd aan. ‘Belangrijkheid’ is bo-vendien heel moeilijk objectief te meten en te verwerken. Elsje: Als we de selectie gemaakt hebben, blijven er bijvoorbeeld nog 3 competentiegebieden over die het meest relevant zijn voor dat opleidingsonderdeel. Dan gaan we verder: per gebied is er een tabel met competenties. We overlopen deze tabel en de do-cent geeft aan aan welke competentie hij/zij aandacht besteed in zijn/haar vak én of deze competentie geëvalueerd wordt. Stefanie: Of de studenten deze competenties dan ook effectief verwerven, kunnen we met ACQA niet meten. Het gaat hier om de intenties van de docent.

Waarvoor zullen de resultaten van ACQA gebruikt worden?Elsje: Het is de bedoeling om de resultaten van alle vakken bij elkaar te brengen en dan op opleidingsniveau een competen-tieprofieloptestellen.Ditprofiel ishetmisschienwelbekende‘spinnenweb’ van de zeven competentiegebieden. Daarin wordt visueel duidelijk welke competentiegebieden het hardst doorwe-gen in die opleiding. Stefanie: Maar ACQA is ook interessant voor de individuele do-cent: zij kunnen bij ons terecht voor de resultaten van hun speci-fiekopleidingsonderdeelenkomenzotewetenwatdebijdragevan hun vak is aan het opleidingsprofiel.Misschien leggen zijheel andere nadrukken dan hun collega’s, maar past dit wel perfect binnen het gehele plaatje voor de opleiding. Niet elk vak moet aan alle competenties evenveel tijd besteden. Elsje:Erstaatooknergenshet ‘idealecompetentieprofiel’vaneen opleiding omschreven. Wij maken het plaatje en dan is het aandeopleidingomtebepalenofditinderdaadhetprofielisdatzij voor ogen hebben.

BURGERLIJK - INDUSTRIEELFien: Het eerste doel van ACQA is interne kwaliteitszorg, maar in tweede instantie is het natuurlijk ook een heel mooie tool om de verschillen tussen bijvoorbeeld de opleidingen burgerlijk en industrieel ingenieur duidelijk te maken. Vandaar ook dat het zo belangrijk is dat we in de vier faculteiten dezelfde methodiek han-teren, alleen zo kan je nadien de resultaten vergelijken.

Wat is de meerwaarde van het interview tegenover een

schriftelijke vragenlijst?Elsje: Enerzijds zou onze vragenlijst waarschijnlijk verdrinken in de sowieso al overvolle mailbox van de docenten. Anderzijds vereisen een aantal vragen toch wel een woordje uitleg. Niet alle docenten zijn even vertrouwd met het onderzoek naar compe-tentieprofielenendanishetgoeddatwijhierendaareenkaderkunnen scheppen. Fien: Aan de hogescholen is dit anders. Daar wordt veel be-wuster gewerkt met competenties en is het vaak zo dat docenten al in een ander kader hierover hebben nagedacht. Maar ook hier is extra toelichting geen overbodige luxe, eventuele andere competentiekaders zijn immers niet relevant voor ACQA en zoals gezegd is eenzelfde werkwijze voor de vier faculteiten niet on-belangrijk.

Is voor een verschillend profiel toch eenzelfde ACQA resul-taat mogelijk?Elsje:Het zou me verbazen. Maar moesten de ACQA resultaten wat betreft de competentiegebieden voor bijvoorbeeld burgerlijk en industrieel ingenieur dezelfde zijn dan moeten we dieper gaan kijken. De zeven competentiegebieden geven al wel een goed idee vanhet profiel vaneenopleiding.Maaromeenecht ge-fundeerdzichttehebbenophetprofielmoet jenaaralle lagengaan kijken en dus ook naar de afzonderlijke competenties die onder een competentiegebied vallen. Zo kan er bijvoorbeeld een competentie zijn waar niet veel tijd aan besteed wordt, maar die wel in elk opleidingsonderdeel terugkomt en bijgevolg dus wel belangrijk is voor die opleiding. Dit zijn zaken die je op het eer-ste zicht niet meteen opmerkt, maar zeker niet oninteressant zijn voor het beeld van de opleiding. Fien: Bovendien mogen we ook de dimensies niet vergeten. Vooral in de dimensies verwachten we verschillen tussen burger-lijk en industrieel ingenieur.

TOEKOMSTWat zal er met ACQA gebeuren eens de profielen zijn opge-maakt?Stefanie: Ik denk dat het belangrijk is om van ACQA een con-creet bruikbaar instrument te maken. Alleen dan zal ACQA ook bij programmawijzigingen opgevolgd worden.Elsje: Momenteel zoeken we uit hoe we ook de studenten en het werkveld bij ACQA kunnen betrekken.

Tine Danschutter

Meer informatie over ACQA vind je via http://set.kuleuven.be/LESEC/vision

Page 12: VISIe op ONderwijskundig ONderzoek in …dent en wil dat ook terugvinden in het onderwijs. De studenten sturen ons voor een stuk aan. Ze heb-ben bvb. graag hun lessenrooster op hun

LESEC - Get inspired by educational research in science and technology

COLOFON‘LESEC Vision²’ is een tijdschrift van het Leuven Engi-neering and Science Education Center.

REDACTIEJeroen Buijs, Pieter Coppens, Tine Danschutter, Greet Langie, Johan Van den Bossche, Joris Verheyden

LESEC [email protected];[email protected]; [email protected]; [email protected]; [email protected]; [email protected]; [email protected]; [email protected]; [email protected]; [email protected];[email protected]; [email protected]; [email protected] (voorzitter); [email protected]; [email protected]; [email protected];[email protected]

http://set.kuleuven.be/LESEC