VILLA ZEBRA, een methode

21
VILLA ZEBRA, een methode Beeldende kunst met en voor kinderen 2 Inleiding Fred Wartna 6 Onderzoek en ontwikkeling in de tentoonstellingsprojecten van Villa Zebra Marieke Stein 12 Kunstenaars en kinderen in de totstandkoming van HUIS Fianne Konings 24 De Villa Zebra methode Georgette van Oosten

description

Beeldende kunst met en voor kinderen. Deze publicatie is een verslag van de expertmeeting van 29 november 2007 en is een uitgave van Villa Zebra en wordt mede mogelijk gemaakt door de dienst Kunst & Cultuur, Gemeente Rotterdam.

Transcript of VILLA ZEBRA, een methode

Page 1: VILLA ZEBRA, een methode

V I L L A Z E B R A , e e n m e t h o d e

B e e l d e n d e k u n s t m e t e n v o o r k i n d e re n

2 Inleiding Fred Wartna

6 Onderzoek en ontwikkeling in de tentoonstellingsprojecten van Villa Zebra Marieke Stein

12 Kunstenaars en kinderen in de totstandkoming van HUIS Fianne Konings

24 De Villa Zebra methode Georgette van Oosten

Page 2: VILLA ZEBRA, een methode

Het gaat goed met Villa Zebra. Vanaf de oprichting in 2001 zien we een stijgende lijn van belangstelling en waardering. In de loop van de jaren hebben we gemerkt dat in onze tentoonstellingsprojecten constanten zijn te ontdekken. Eigenlijk komen die neer op een aantal uitgangspunten, punten die altijd al bij ons hoorden en grote verwantschap hebben met theorieën van ontdekkend en authentiek leren. Het gaat dan om dat kinderen in Villa Zebra centraal staan, dat we uitgaan van hun leef- en belevingswereld, dat we procesgericht en vraaggericht werken en dat we in alle activiteit en samenwerking zoeken met anderen.

In elk nieuw project probeerden we deze begrippen en elementen handen en voeten te geven, meer uit te werken. Zo is een bepaalde benadering ontstaan, een methode, door sommigen zelfs de methode Villa Zebra genoemd. Wij zien echter een methode als een middel om een doel te bereiken. En ons doel is om kinderen in aanraking te brengen met beeldende kunst omdat kunst kinderen veel te bieden heeft, kunst kinderen veel kan leren, dat je door de kunst aangeraakt kan worden, dat je meer kanten van iets kan ervaren, dat je leert relativeren en dat je daardoor leert de werkelijkheid steeds weer op een andere manier of met andere ogen te bekijken. Dat vinden wij belangrijk en dat willen we kinderen graag laten ontdekken. Dat staat voor ons dus voorop.

Ontdekken komt voort uit de nieuwsgierige houding die kinderen eigen is. Wij gebruiken die houding, stimuleren die nieuwsgierigheid en belonen die. Je zou kunnen zeggen dat we hun nieuwsgierigheid exploiteren door hun bezoek aan Villa Zebra te zien als een ontdekkingstocht door de tentoon-telling en in de workshops. Het betekent wel dat er iets te ontdekken moet zijn; kunst biedt gelukkig volop die mogelijkheden maar wij voegen er ook iets aan toe, namelijk een vraag, een verhaal, een context, een activiteit . We hebben gemerkt dat kinderen dan hun pas echt vertragen en dat ze soms letterlijk stilstaan bij de dingen. Dat ze nog eens kijken, of beter luisteren, dat ze een verband zien of beginnen te vertellen over iets wat ze hebben meegemaakt of dat ze hardop denken of juist fluisteren tegen elkaar, kortom dat de kunst en onze educatie bij kinderen daadwerkelijk iets te weeg brengen. Wij hebben het gevoel dat er dan iets wezenlijks en bijzonders gebeurt. In die gevallen spreken wij wel over een sleutelervaring, als een kernachtige ontdekking die je raakt, die iets met jezelf doet, of met de ander of met de werkelijkheid. Het is een ervaring die iets nieuws biedt, een opening – een deur – naar iets anders. Een kwartje lijkt te

3

Page 3: VILLA ZEBRA, een methode

van de gesprekken die Fianne Konings had met de kunstenaars over de totstandkoming van HUIS. Tot slot is een verslag van de discussies met de deskundigen opgenomen.

Zonder hen te willen diskwalificeren zagen wij in alle deelnemers experts. Dat bleek omdat er sprake was van een echte ontmoeting van deskundigen die niet alleen met elkaar gemeen hadden dat zij kinderen en kunst een belangrijk onderwerp vinden en een vruchtbare combinatie; het bleek ook uit nieuwe inzichten, vragen en gedachten waarmee de deelnemers aan het eind van de dag Villa Zebra verlieten. Een aantal daarvan hebben we in dit verslag opgenomen. Die ideeën geven wij u als lezer graag mee; wij gaan er in ieder geval mee verder.

Fred Wartna directeur Villa Zebra

vallen, er is plotseling een gevoel of een inzicht dat duidelijk ervaren wordt.We denken dat een sleutelervaring niet bij elke activiteit of bij elk kind lukt. We weten ook niet precies hoe betekenisvol die ervaring uiteindelijk blijkt te zijn. Misschien weten we dat pas echt achteraf, later dus als je groter bent. Als je bijvoorbeeld kunt vragen wat je kijk op de wereld heeft veranderd, of waardoor je interesse hebt gekregen voor kunst, wat echt indruk heeft gemaakt, wanneer je wist dat iets mooi was, wat het was dat je geroerd raakte in een museum, bij een concert, in een theater? Deze vragen gaan vaak terug naar eerdere situaties die je triggerden. Het zijn ervaringen die je de sleutel tot het geheim van de kunst hebben gegeven.

Die ontdekkende en nieuwsgierige houding die we bij kinderen stimuleren kenmerkt ons als ontwerpers en ontwikkelaars van Villa Zebra ook. We proberen nieuwe dingen te ontdekken, we willen steeds weer anders tegen de zaken aan kijken. We doen dat omdat we weten dat er niet één weg is of één methode. We proberen dus elke keer weer op een betere, leukere, aantrekkelijker, spannender manier een tentoonstellingsproject te ontwikkelen en uit te voeren. Naast de kinderen zijn we zelf ook op ontdekkingstocht.

Daarom noemen we Villa Zebra sinds enige tijd niet meer een museum. We vinden dat de naam Villa Zebra voor zichzelf zou moeten spreken. Maar gevraagd naar een omschrijving van Villa Zebra hanteren we nu het begrip laboratorium, of beter kunstlaboratorium voor kinderen. Daarmee geven we aan dat kinderen van alles kunnen ontdekken aan en met de kunst, maar ook dat wij dat doen, dat wij als makers ook ontdekkers zijn.

En zoals kinderen doorgaans buitengewoon trots zijn op wat ze hier hebben gemaakt, ontdekt en ervaren, zijn wij dat na een aantal jaren ook. Dat is de reden dat we op 29 november 2007 een expertmeeting organiseerden waarin wij onze methode eens kritisch tegen het licht hielden. 65 experts waren die dag aanwezig om eerst met ons terug te kijken naar eerdere tentoonstellings-projecten, waarna ze allen de tentoonstelling HUIS bezochten en een workshop volgden. In de middag werd er over verschillende thema’s gediscussieerd onder leiding van Liesbeth Levy. Daartoe ondervroeg zij in eerste instantie een aantal deskundigen.

In dit verslag treft u de terugblik aan over het onderzoek en de ontwikkeling van onze tentoonstellingsprojecten geschreven door Marieke Stein, voormalig projectleider tentoonstellingen Villa Zebra. Toegevoegd is een weergave

4 5

Page 4: VILLA ZEBRA, een methode

Villa Zebra is een kunstlaboratorium voor kinderen. De kinderen die bij ons komen kunnen op onderzoek in de tentoonstelling en doen ontdekkingen in de workshops. Villa Zebra zelf is ook op zoek naar het verbeteren van de werkwijze met kunst en kinderen. Elke ontdekking roept ook weer nieuwe vragen op; zo blijft Villa Zebra in beweging en is het aanbod met elk volgend tentoonstellingsproject nieuw en anders. De eigen evaluaties, reacties van bezoekers en ontwikkelingen binnen het werkveld geven daarbij richting. In iedere tentoonstelling komen de vernieuwingen uit vorige tentoonstellingen in verbeterde vorm terug en daarnaast stellen we ons steeds een volgendeopdracht of vraag. Er is dus sprake van een cumulatief effect: de laatste tentoon-stelling is een optelsom van alle bevindingen uit vorige tentoonstellingen.Om duidelijk te maken waar we tot nu toe mee bezig zijn geweest volgt hier een kijkje in het onderzoek en de ontwikkelingen met betrekking tot de tentoonstellingen vanaf 2004.

M a r i e k e S t e i n

6 7

Page 5: VILLA ZEBRA, een methode

De Omweg in 2005 was het eerste tentoonstellingsproject in de nieuwe locatie op Zuid en daarmee ook een kennismaking met de deelgemeenten op Rotterdam Zuid. De tentoonstelling borduurde voort op de wens ommeer kinderen intensiever te betrekken bij de ontwikkeling van de tentoonstelling. Anders dan het kinderpanel werden nu 18 groepen kinderen aan het werk gezet met 18 kunstenaars en samen hebben ze 18 omwegen door hun eigen Rotterdamse wijken bedacht en vormgegeven. In dit project was ook het proces vooraf met alle kinderen in de wijken erg belangrijk en is er tot slot naast de tentoonstelling ook een atlas gemaakt waarin alle resultaten werden gepubliceerd. De tentoonstelling zelf werd aangevuld met autonome kunstwerken rond de thema’s verdwalen, onderweg zijn, zoeken en omwegen in je hoofd.

In Ikke, ikke, ikke in 2005 zijn we terug gegaan naar een onderwerp dichtbij kinderen èn kunstenaars. Omdat we ons realiseerden dat we met een klein team maar beperkte mogelijkheden hadden bij het uitzoeken van kunstenaars en het uitwerken van het concept, hebben we in een vroeg stadium twee gastcuratoren betrokken.Vanuit de positieve ervaringen uit de Omweg zijn we hier ook verder gaan onderzoeken hoe we meer in samenwerking met de kunstenaars konden doen. Alle kunstenaars hebben speciaal voor deze tentoonstelling aan hun eigen bestaande werk meer context en interactiemogelijkheden toegevoegd. In het doorgaande proces van het betrekken van de ouders en het stimuleren van de intra-actie hebben we hier in navolging van de tekstbordjes bij Dag Licht! onderzocht of extra informatie over de kunstwerken voor de ouders een bijdrage kon leveren. Dit werd een aparte tekst voor de ouders die we sleutel voor volwassenen noemden*.Ikke, ikke, ikke was de eerste tentoonstelling die een tweede leven heeft gekregen op een andere locatie, namelijk in Het Gebouw in Leidsche Rijn bij Utrecht, in samenwerking met Bureau Beyond.

Rooodkapje in 2004, gaf kinderen de kans zelf het verhaal van Roodkapje samen te stellen uit verschillende kunstwerken over bossen, wolven en grootmoeders. Bij de ontwikkeling van deze tentoonstelling wilden we graag kijken hoe we als organisatie voor kinderen onze doelgroep meer konden betrekken bij het voortraject. Het kinderpanel werd in het leven geroepen en functioneert tot op de dag van vandaag.We zijn hier ook het onderzoek gestart in hoeverre je gesprekken tussen ouders en kinderen kunt uitlokken over de kunstwerken, de zogenaamde intra-actie. Hiervoor hebben we vragen gesteld in het educatief materiaal waarbij kinderen hun ouders nodig hadden. Verder hebben we uit dit project meegenomen dat het drempelverlagend werkt om vanuit een herkenbaar onderwerp de kunstwerken aan te bieden.

In Dag Licht! 2004, over licht en donker en alles daartussenin, kwam het onderwerp in eerste instantie misschien meer uit de wereld van de kunst dan uit die van de kinderen. De vraag die we onszelf stelden was dan ook in hoeverre je een abstract en niet verhalend onderwerp toch in een voor kinderen betekenisvolle context kunt plaatsen. De kunstwerken zijn geordend volgens een etmaal: van nachtelijke kunst naar het lichter worden, groei en kleur van de dag en via de avondschemering weer terug naar de nacht. De vormgeving van de tentoonstelling speelde daarbij een grotere rol en in navolgende tentoonstellingen hebben we op grond van deze positieve ervaringen ook meer gebruik gemaakt van de inrichting van de ruimte.Verder hebben we een onderscheid gemaakt in het educatief materiaal tussen het stimuleren van de inter-actie en de intra-actie. Op de vloer geprojecteerd stonden aan de kinderen gerichte doe-opdrachten bij het kunstwerk en ernaast hingen tekstbordjes die de ouders konden lezen en met hun kind bespreken. Hierop was de kunstenaar aan het woord die kort iets zei over zijn werk met tot slot een filosofische vraag.

* In de sleutel werden ook vragen opgenomen die ouders met hun kinderen konden bespreken.

8 9

Page 6: VILLA ZEBRA, een methode

Voor het eerst werd bij deze tentoonstelling een creatief pakket voor thuis ontwikkeld en succesvol verkocht in de winkel van Villa Zebra.

HUIS (2007 – 2008) kan worden gezien als een vervolg op De Kleine Prins. We wilden graag nog meer inzoomen op de samenwerking tussen kinderen en kunstenaars. Deze keer deden we dat niet alleen zelf maar hebben we daarnaast ook anderen uitgenodigd om hun projecten in de tentoonstelling te laten zien. HUIS is een optelsom van de beproefde werkwijzen uit de hiervoor beschreven tentoonstellingen: er is gewerkt met het kinderpanel, het onderwerp huis komt uit de wereld van kinderen, we stimuleren inter-actie en intra-actie, we stimuleren de samenwerking tussen kinderen enkunstenaars (participatieprojecten), we zoeken zoveel mogelijk samenwerking met de kunstenaars bij het maken van de tentoonstelling en bieden open workshops waarin de kinderen vooral hun eigen verhaal kwijt kunnen.Nieuw in deze tentoonstelling is de tekenopdracht voordat kinderen de tentoonstelling in gaan omdat we benieuwd zijn of de betrokkenheid bij de tentoonstelling daarmee vergroot wordt. Verder wilden we graag meer tijd om niet alleen na afloop van een tentoonstelling te leren van de ervaringen maar er ook nog tijdens het project iets mee te doen. Daarom wordt met HUIS geprobeerd hoe het werkt als we de tentoonstelling een heel jaar laten staan in plaats van een half jaar.

In 2006 presenteerden we Bang Bootje. Hierin kwam het idee van een verhaal met open einde zoals bij Rooodkapje terug. Kinderen konden naar aanleiding van een verhaal van kinderboekenschrijver Ted van Lieshout op onderzoek naar de verschillende redenen waarom het bootje bang was het water in te gaan. Het bange bootje was in feite een metafoor en stond voor bang zijn. Ons onderzoek richtte zich op de ordening van de kunstwerken: die illustreerden twee aan twee steeds een vraag over bang zijn. Een ander onderzoekspunt was in deze tentoonstelling de intra-actie tussen kinderen: ze werkten in duo’s aan de verschillende opdrachten.

Naar aanleiding van een discussie met ons creatief panel waarin naar voren kwam dat we wel wat meer risico’s mochten nemen, zochten we met Heel Kapot in de tweede helft van 2006 naar een tentoonstelling met een scherp randje. Er was kunst te zien over kapot en heel, kapot maken, heel maken, weggooien en hergebruiken. Vijf grotere werken zijn in samenwerking met de kunstenaars ontwikkeld en er is opnieuw gewerkt met twee gastcuratoren. In plaats van een ordening gemaakt door Villa Zebra konden kinderen met een stickervel zelf de kunstwerken opnieuw ordenen naar kunstwerken die ze wilden bewaren, kunstwerken die hen op nieuwe ideeën hadden gebracht en kunstwerken die ze weg wilden gooien. Heel Kapot werd in 2007 ook in Leidsche Rijn gerealiseerd.

Villa Zebra onderzocht met de De Kleine Prins (2007) de mogelijkheden om in een eerder stadium van het ontwikkelen van tentoonstellingen kinderen te betrekken. Reageerden kinderen in het verleden vooral op wat wij voorstelden, nu kwamen eerst de ideeën en associaties van de kinderen en zijn de kunstenaars daarmee aan de slag gegaan.Kern van de werkwijze was de ontmoeting van kinderen met kunstenaars. Het verhaal van De Kleine Prins (Antoine de Saint-Exupéry) vormde de inspiratiebron voor zowel de inhoud als de werkwijze van het project. Verder is de inhoud van deze tentoonstelling volledig ontstaan vanuit de samenwerking tussen kinderen en kunstenaars.

10 11

Page 7: VILLA ZEBRA, een methode

In de aanloop naar de expertmeeting vroeg Villa Zebra Fianne Konings de totstandkoming van de tentoonstelling HUIS onder de loep te nemen en te kijken wat nu zo typerend is voor de aanpak van Villa Zebra. Naast gesprekken met medewerkers praatte ze uitgebreid met drie kunstenaar-duo’s en een kunstenaar die in zeven workshops samenwerkten met kinderen van de Albert Schweitzerschool. Uitgangspunt was steeds een door de kunstenaar(s) gekozen ruimte in het huis. Op de volgende pagina’s volgt een weergave van die gesprekken.

12 13

Page 8: VILLA ZEBRA, een methode

een paar aardbeestjes die Brunt had gemaakt van illustraties uit tijdschriften. Leerlingen maakten vervolgens zelf aardbeestjes. In de daaropvolgende les stond de lucht centraal en lag STEEN op een vliegend tapijtje in de vitrine met op de achtergrond een tekening van luchtstromen. Brunt demonstreerde met een föhn hoe luchtstromen kunnen gaan. Dit leverde interessante kindertekeningen op, waarbij haren de gewenste richting uitvlogen.

Brunt nam elke les veel verschillende boeken mee die inspirerend voor de workshop werkten. Voor de les over droombomen had Brunt boeken van Rousseau en Klimt meegenomen. Ook fotografeerde zij elke les de eindresultaten van de kinderen. De foto’s verbaasden de kinderen, omdat het er volgens hen zo professioneel uitzag. Brunt: Ik legde uit dat een kunstenaar fotografeert in zijn hoofd en liet door de foto’s van hun eigen werk zien hoe het er opeens anders uit kan zien. Zo fotografeerde Brunt op ronde vouwblaadjes de bewerkte klimopblaadjes en formeerde ze om vervolgens te vragen wat de collage kon voorstellen. Kinderen noemden behang, poster en een printje voor een T-shirt.Het meest inspirerend vond Brunt de wisselwerking met de kinderen. Wat haar vooral veel geleerd heeft, is dat kinderen weten wanneer ze moeten stoppen. Brunt is in haar eigen werk een perfectionist en vindt zelf dat zij niet precies weet wanneer zij moet stoppen. Brunt: Het is niet zo dat ik daardoor opeens anders werk. Ik vind het belangrijk om een bepaalde doorleefdheid in mijn werk te zien. Maar ik wil wel anders werken, dus de kinderen zijn een goed voorbeeld. Ik werk nu bijvoorbeeld met penseel en niet met potlood, waardoor ik niet meer kan gummen. Brunt vindt het prettig om te ervaren dat ze nu af en toe kan zeggen: Dit moet het zijn! Dit gaat makkelijker in educatieve projecten dan in haar eigen werk. Zo heeft ze voor het project een droomboom gemaakt op basis van de werken van de leerlingen. Het is geen kunstwerk, want dan zou het meer uitgebalanceerd moeten zijn, maar ik sta er wel achter. De boom heeft beweging en is sprankelend. Brunt laat zich dus inspireren door de manier van werken van

Ivo van den Baar en Hillegon BruntHet project van Ivo van den Baar en Hillegon Brunt heet: Met STEEN op reis… kinderen op avontuur in de wereld van kunst. Zij kozen in het project HUIS voor de ruimte van de tuin, omdat zij musea voor kinderen altijd als vrij druk ervaren. Brunt haalt voor haar eigen werk ook veel inspiratie uit de natuur. Verder besloten Van den Baar en Brunt om tekenen en in mindere mate knippen centraal te stellen, omdat ze deze technieken ook in hun eigen werk toepassen. Brunt heeft de lessen gegeven en Van den Baar heeft samen met Brunt de ruimte in Villa Zebra ingericht.

Voor het project heeft Brunt leerlingen geworven met een steen met daarop een armpje met de naam STEEN. STEEN maakte gedurende het project allerlei avonturen mee en leidde de kinderen door de zeven workshops. Villa Zebra had als voorwaarde gesteld dat de kunstenaars van de resultaten van het proces met de kinderen een presentatie maakten in een speciaal daarvoor in de hal van de school geplaatste vitrine. Brunt gebruikte niet alleen de resultaten van de kinderen, maar ook eigen meegebrachte materialen. Brunt startte elke les bij de vitrine. De eerste en tweede les stonden vast. Daarna heeft Brunt reagerend op gebeurtenissen en reacties van de kinderen de lessen verder vastgesteld. In de eerste les hebben de kinderen een masker gemaakt en in de tweede les een lievelingssteen nagetekend. Terugkerend onderwerp waren de natuurelementen zoals bomen, aarde, weer, enzovoort. Zo hebben de kinderen verschillende opdrachten gedaan met boom- en struikblaadjes: figuren knippen van klimopblaadjes en het ontdekken van structuren van bladeren door ze over te krassen. Uiteindelijk heeft elk kind zijn eigen droomboom gemaakt. Sommige kinderen gebruikten hierbij weer de structuren van de bladeren. Anderen maakten een eigen verzonnen boom. Elke droomboom verwees naar iets. Zo was er de boom van half en heel geluk. De woorden die de kinderen gebruikten verwerkte Brunt in een grote droomboom die voorafgaand aan de vijfde workshop werd gepresenteerd. In de vitrine lag ondertussen STEEN in de grond tussen

Het actieve deel in de tentoonstelling is verrassend.

Dominique Vos de Waal (CODA Apeldoorn)

14 15

Page 9: VILLA ZEBRA, een methode

met dit project. Namelijk een dans maken, die op papier zetten en het papier als basis voor een nieuwe dans gebruiken. Mijn aanpak is door Marieke Stein aan HUIS gekoppeld. Ik heb dus niet speciaal iets ontwikkeld voor huis.Smits werkt vanuit de basisvormen . Deze vormen zie je overal terug. Ik zorg met mijn lessen voor een bewustwording van wat vorm en ruimte is.Als beeldend kunstenaar til je een project boven een bepaald niveau bijvoor-beeld door het aanbieden van andere materialen zoals rollertjes, mesjes en grotere formaten papier. En natuurlijk de context. Kinderen herkennen de vormen opeens allemaal. Ze zijn er tot aan het project niet bewust mee bezig geweest. Daar voeg ik probleemstellingen aan toe zoals hoog-laag, dik-dun en contrast.

In de zeven lessen werden lessen beeldend en acrobatiek afgewisseld en gecombineerd. In les één maakten de kinderen een sjabloon van hun eigen initialen. De letters waren ook weer terug te voeren op hoofdvormen. De sjablonen werden gebruikt om op twee vaandels te experimenteren met compositie, kleuren, vorm en beweging. Nevendoel is de teambuilding tussen de kinderen.In de daaropvolgende lessen trokken de kinderen elkaars contour om op een groot doek met houtskool en kleurden deze vervolgens in. Compositie enhet spel met vormen stonden centraal. Met de Man van Vitruvius van Leonardoda Vinci ging Smits verder in op vormen en houdingen. Ook leerlingen dedendeze na en anderen probeerden vormen hierin te herkennen. Dit liep vloeiend over in een acrobatiekles.In les vier hebben de kinderen een draadfiguurtje gemaakt en dit bekleed met was. Deze opdracht bevindt zich tussen plat en bewegen en is wel ruimtelijk. Smits: Daarnaast ben je als beeldend kunstenaar vooral geïnteresseerd in het proces en niet in het product, maar voor kinderen werkt dat anders. Die willen graag een product mee naar huis nemen.

kinderen, maar ook door hun kijkwijze. Kinderen maken snel een keuze: dit ga ik doen en verder zien ze niets. Dat bewonder ik. Verwondering heeft Brunt voor het enthousiasme van de leerlingen. Je voelt dat je iets aanreikt en je krijgt dit weer terug in een antwoord of een tekening. Zo was er een meisje dat bij de weeropdracht ook appels uit de boom liet vallen. Dat had zijzelf bedacht. Brunt vond het leuk om te ervaren dat zij door enthousiast vertellen en door materialen en fotoboeken aanreiken mensen kan fascineren en iets kan overbrengen. Ik vind het leuk dat ik de fantasie kan losmaken. Ik denk na over wat ik moet aanreiken en wat kinderen met het aangereikte kunnen. Door het zelf aanreiken breng ik kinderen op gang en week ik ze los van elkaar waardoor de eigenheid van het kind tevoorschijn komt.

Voor de expositie hebben Van den Baar en Brunt een zwerfkei nagebouwd met daarin STEEN. De zwerfkei is gemaakt van verschillende lagen materiaal zoals tapijt, papier en hout en heeft zo allerlei kleuren. Dit verwijst naar de diverse lagen in de grond. Met spionnetjes kan in de zwerfkei gekeken worden. De zwerfkei wordt zo verlicht dat het lijkt alsof hij zweeft. Op de vraag wat ze hoopt dat de kinderen in de ruimte tuin gaan doen, antwoordt Brunt: Je hoopt dat ze dat gaan doen wat je zelf als kind ook leuk vond. Op onderzoek. Verwondering hebben voor de ruimte in de ruimte. Dat ze ontdekken dat er veel verschillende materialen in de zwerfkei zitten. Materialen die ze ook zelf kunnen gebruiken. Ook dat ze zich realiseren dat het niet is wat ze denken dat het is. Eerst zien ze de steen, daarna de lagen, dan STEEN en dan dat hij zweeft. Het is een soort nieuwe wereld die vervreemding oproept.

Minne SmitsDe basis van het werk van Minne Smits is de ontmoeting tussen 2D en 3D. Dit is echt mijn stokpaardje. Beweging op het platte vlak en de beweging in de ruimte. Dit is ook mijn achtergrond. Ik ben acrobaat/beweger en geef workshops drama en dansexpressie. Daarnaast ben ik beeldend kunstenaar en schilder ik. In Beverwaard heb ik een project gedaan, dat verwant was

Van Villa Zebra leer ik hoe interactief je met je doelgroep kunt zijn en dat je heel veel kunt halen uit de creaties van mensen zelf.

Judith van Beekhoven (Projectbureau Belverdere)

16 17

Page 10: VILLA ZEBRA, een methode

Baschz en CkoeBaschz: De workshops gingen over dingen die niet mogen, die wij vroeger deden of waarvan wij vroeger niet wisten hoe dat makkelijk kon. De workshops hebben een hoog try this at home-gehalte. De doelstelling van beide kunstenaars was dat de kinderen en zijzelf veel lol hadden, konden spelen en dingen maken. Geen woorden, maar daden, aldus Baschz. Ons eigen werk is ook zo. We maken onder andere producten die er uitzien als massaproducten, maar aan de keukentafel zijn gemaakt.

In de eerste les hebben Baschz en Ckoe zich voorgesteld en kregen de kinderen een paspoort. Dit paspoort, inclusief werkvisum, moesten de kinderen invullen en elke les meenemen. Als tweede opdracht mochten de kinderen een eigen action figure maken. Hiervoor hadden Baschz en Ckoe bij de kringloop allerlei verschillend speelgoed gekocht en uit elkaar gehaald. De losse onderdelen werden in de klei gedrukt, waardoor een nieuw figuur ontstond. De kleimal werd vervolgens gevuld met gips.In de vervolglessen werden de gipsfiguren uit de klei gehaald en beschilderd. Van de action figures werd een foto gemaakt voor in het paspoort. Een deel van het paspoort was voor de leerling en een deel voor het poppetje dat ze hadden gemaakt. De kinderen moesten hun figuur in een eigen wereld plaatsen door in het paspoort te beschrijven wat hij kan en wat hij aan krachten en hobby’s heeft. Ook ontwierpen de kinderen een verpakking voor hun action figure waarin zijn krachten zichtbaar waren.In volgende lessen werden animaties (in de vorm van flipboekjes) en graffiti-spuitmallen op karton gemaakt. De boodschap bij deze les was dat kinderen iets moois voor andere mensen moesten maken. Dit was een reactie van de twee kunstenaars op het gegeven dat kinderen niets samen wilden maken en hun eigen werk elke keer mee naar huis wilden nemen. Nadat de kinderen hun eigen spuitmallen hadden gemaakt heeft Baschz ze op karton gespoten. De eindresultaten zijn aan het hek van de school bevestigd. Ook hebben leerlingen in een productieproces geld gemaakt. Dit stuitte op weerstand van de kinderen. De kinderen wilden elk hun eigen geldbriefje

De kinderen kiezen voor dynamische houdingen voor hun figuur. Een dergelijk figuur had er statisch uitgezien wanneer ik het ze in les één had laten doen. Elementen uit de voorgaande les komen terug. De daarop-volgende les was weer een onderzoek, specifiek naar looppatronen en daarbij behorende emoties. Leerlingen bedachten een weg op papier van huis naar school. Vervolgens moesten ze de route met een bepaalde emotie lopen, zoals blij tot je halverwege in de poep trapt. Het effect van de emotie werd eerst op papier met conté, grafiet en houtskool weergegeven. De verschillende materialen helpen om emoties weer te geven. De tekeningen werden ook in het echt nagespeeld. Vervolgens maakten duo’s acht compo-sities met verf op een groot vel papier. Met kwasten in verschillende diktes bedacht elk kind vier geschilderde routes. Daarnaast hebben de leerlingen in deze les een foto van het trappenhuis in school gemaakt. Elke leerling mocht zijn eigen perspectief bepalen. In de daaropvolgende les moesten de kinderen de vormen van de trap uitleggen en lopen met een bepaalde emotie. Vervolgens kregen ze weer een les acrobatiek. Ze leerden veel trucs.De laatste les stond in het teken van een presentatie voor ouders. Voor hen liepen de kinderen de routes, met halverwege een acrobatische truc waarna de leerling wisselde van route en bijbehorende emotie. Ook was het beeld-materiaal voor de ouders te bekijken.

Smits: De keuze voor het trappenhuis in de tentoonstelling is een logisch gevolg van wat ik in het project wil. Het gaat namelijk ook over het stramienwaarin je beweegt. Met de trap ga je van 2D naar 3D. In de ruimte zijn veelmetalen buizen gemonteerd waardoor je in allerlei houdingen wordt ge-dwongen. Het trappenhuis is namelijk een doorgang naar twee ruimtes. Ook daagt de ruimte uit om te apenkooien, te klimmen en te klauteren. Smits omschrijft zich als de bewogen beweger die de beweger wil bewogen. De beweger wordt namelijk door hem uitgedaagd om te bewegen. Mijn leerlingen weten precies hoe ze met de ruimte zullen moeten omgaan. Anderen misschien niet, maar is dat niet altijd zo met kunst?

Groeiend, lerend, reflecterend, actief, vragend, open. Het leggen van verbanden als middel/doel.

Marja van Rossum (Centrum Kinderfilosofie Nederland)

18 19

Page 11: VILLA ZEBRA, een methode

inspiratie. Lavrencic: Inspiratie kun je overal vandaan halen. Voor Touwslager luistert dit niet zo nauw. In ieder geval hadden de twee ontwerpers vragen en die werden gesteld gedurende de lessen. De lessenserie stond niet vooraf vast. Elke les werd bepaald na de afgesloten les. Lavrencic en Touwslager hadden ook geen duidelijke verwachtingen en ideeën over de workshops. Lavrencic: Belangrijk was dat de kinderen met ruimte en huis werkten. Touwslager gaf twee lessen en Lavrencic vijf. Alle lessen waren samen voorbereid.

In de eerste les kregen de kinderen allemaal een sleutel met de vraag welke ruimte de sleutel openmaakt. In deze les toetsten Lavrencic en Touwslager wat de kinderen onder ruimte verstaan en welke ruimte ze ervaren. Dit bleek omvangrijk en gevarieerd. Kinderen tekenden dat de sleutel toegang gaf tot alles: alle snoepwinkels in de wereld, een auto, een hoofd en een raket.In de volgende lessen gingen de kinderen aan de slag met het maken van plattegronden, maquettes, huizen en kamers. De kinderen kregen elk een maquettepoppetje met de vraag voor het poppetje een huis te ontwerpen en anderen te vertellen over de naam en achtergrond van het poppetje. Lavrencic: Een poppetje (van 2 cm) geeft een schaal aan, zonder dat je hoeft uit te leggen wat schaal is. De eindresultaten van de kinderen leverden verrassende elementen op. Touwslager: Tot onze verbazing maakten de kinderen in de leeftijd van acht tot twaalf jaar allemaal een plattegrond van een huis. Dit is een hoge vorm van abstractie. Daarnaast switchten ze in een tekening van perspectief van vooraanzicht naar plattegrond. Verder werken de kinderen vrij stereotype. In de daaropvolgende les werkten de kinderen met verschillende soorten papier en waren de maquettepoppetjes door Lavrencic gefotografeerd en vergroot. Dit werd gedaan om de schaal te vergroten, want het huis werd omgezet van 2D naar 3D. Leerlingen waren ervan overtuigd dat dit niet kon en ik heb hen op weg geholpen door een klein voorbeeld te geven. De 3D-huizen volgden niet allemaal letterlijk de plattegrond, sommige kinderen startten met een nieuw huis en verhaal voor hun poppetje.

maken, terwijl het de bedoeling was dat ze samen meerdere pakketjes geld gingen maken. Het productieproces bestond uit meerdere fases zoals zeefdrukken, drogen, zeefdrukken, tekenen, plakken, stempelen, uitknippen en pakketjes maken. Elke leerling kreeg een plek in het productieproces enwisselde ook van plek. Ckoe: De kinderen wilden het liefst achter hun eigen briefje aan en vonden het ook niet meer leuk wanneer ze een briefje af hadden. Wij vonden de kinderen snel verveeld en ze hadden weinig voor elkaar over. Toch vonden Baschz en Ckoe dit de meest succesvolle les, doordat ze lieten zien hoe een echt productieproces in elkaar zit. Maar ook de reacties van de leerlingen vonden de kunstenaars interessant.Tot slot hebben de kinderen buttons gemaakt. Hiervoor hadden Baschz en Ckoe oude buttons met witte verf overgeschilderd, zodat de kinderen hierop een tekening konden maken. De opdracht was klein tekenen op het wit, maar de kinderen krabden het wit weg om te zien wat eronder zat. Hadden wij al die moeite gedaan om ze over te schilderen. Uiteindelijk werden met een door Ckoe meegenomen buttonapparaat echte buttons gemaakt.

De tentoonstelling zien de kunstenaars als een vrije link, aangezien het geen verplichting was dat het werk van de leerlingen erin moest. De ruimte is uiteindelijk een spionagekamer geworden waarin de resultaten van workshops duidelijk zichtbaar zijn. Zo is achter de controlekamer een kleine ruimte met een geldmaakatelier te zien. Er is op de muren en op een landkaart graffiti gespoten. Als klapper op de vuurpijl zijn andere ruimtes vanuit deze kamer te bespioneren. Kinderen kunnen hun klasgenoten onder andere zien klauteren in het trappenhuis van Minne Smits.

Ursula Lavrencic en Auke TouwslagerUrsula Lavrencic en Auke Touwslager zijn gevraagd om de tentoonstelling HUIS voor Villa Zebra te ontwerpen. Lavrencic en Touwslager kozen ervoor iets vanuit het kinderperspectief te ontwerpen. Zo ontstond het idee de zeven workshops te gebruiken als onderzoek hoe kinderen over ruimte nadenken en deze ervaren. Lavrencic spreekt over onderzoek in plaats van

Altijd op zoek blijven naar nieuwe impulsen op allerlei terrein.

Ton van Iersel (Albert Schweitzerschool)

20 21

Page 12: VILLA ZEBRA, een methode

waaraan ze op dat moment denken. Ze maken een indeling en op de vraag of er nog een wc of deur is, wordt die op dat moment toegevoegd. Soms heel precies, soms heel simpel. Verder viel op dat kinderen een bed vrijwel altijd van bovenaf tekenen en een tafel altijd een rondje of vierkant is waarbij de poten naar buiten klappen. Pas na afronding van de zeven lessen hebben de kunstenaars gekeken wat in het tentoonstellingsconcept zou terugkomen. Tijdens de lessen obser-veerden we vooral de kinderen en waren we niet bezig met de expositie.Twee elementen van de kinderen zijn opgenomen in de tentoonstelling. In HUIS is een niet-hiërarchische indeling. Ruimtes zijn willekeurig naast elkaar geplaatst. In de tentoonstelling zijn gekke verbindingen ontstaan omdat de kinderen nooit met gangen bezig waren en zelf ook op toevallige basis ruimtes koppelden. Verder vergaten leerlingen vaak deuren en wanneer dat niet gebeurde, zat er een grappig perspectief achter. Sommige deuren in de expo geven toegang tot ruimtes, andere zijn blind en sommige hebben een link naar de ervaringen met de kinderen, zoals een zwemmend kind. Door elk kind werd wel een zwembad bij het huis getekend. Ten tweede zijn er multi-interpretabele routes. Er kan op verschillende manieren door de tentoonstelling gelopen worden. Verder zijn in de tentoonstelling veel deuren te zien. Bijna alle kinderen bedachten elke les weer een nieuw gebouw of nieuwe kamer. De tentoonstelling herbergt met haar deuren vele verschillende huizen.

Tot slot hebben Lavrencic en Touwslager net als de andere kunstenaars een kamer ingericht. Ze hebben de keuken gemaakt. In deze ruimte hangt een pan en een pannenkoek in de lucht. Door een overheadprojector wordt het silhouet van de pan en pannenkoek op de muur geprojecteerd. De kinderen mogen op overheadsheets de keuken afmaken. De vier aanwezige projectoren maken het mogelijk met andere klasgenoten een hele keuken in te richten.

Ook kregen de kinderen elk een kamer bestaande uit drie vellen papier die ze met klei mochten inrichten. Lavrencic: Ons viel op dat de kinderen met een kamer op grotere schaal alleen met meubels bezig zijn. Deuren en ramen zijn minder van belang. Verder vinden kinderen klei heerlijk materiaal om mee te werken. De kamers werden vervolgens door de kinderen op het schoolplein in een grote plattegrond met krijt getekend.Touwslager introduceerde zich als buurman en moest door het huis geleid worden. Zo werden problemen zichtbaar zoals hoe kom ik van de ene naar de andere kamer of waar zit de wc? Gangen bleken niet aanwezig, want niemand wilde de gang inrichten. Hierdoor ontbraken ook deuren in de ruimtes. Deze werden op dat moment in de krijttekening toegevoegd. Misschien komt dit door het ontbreken van het overzicht waardoor ze niet buiten hun kader kijken. Ook in de les waarin elk kind een onderdeel, zoals een verwarming, de muren, het licht en het water, moesten tekenen op een groot vel ter grootte van zes schooltafels, ontbraken verbindingen. Een jongen moest de muren tekenen. Tot irritatie van de andere kinderen kwam hij langzaam op gang, waardoor de andere kinderen niet langer wachtten en hun onderdeel tekenden, vertelt Lavrencic.In de laatste les tekenden de kinderen de belangrijkste ruimte in een huis. Dit was in een eerdere les besproken. Lavrencic: Op één staat de keuken. Hier kun je volgens de kinderen koken, maar als het moet kun je er ook slapen. Op nummer twee staan de toilet en de badkamer in verband met de hygiëne en op drie de woonkamer. De eigen slaapkamer is niet belangrijk. Wel zagen we in tekeningen vaak een logeerkamer die wellicht ook erg van belang is. Tot onze verbazing tekenden de kinderen allemaal weer andere ruimtes dan ze in het eerdere gesprek hadden gezegd.

Het onderzoek leverde veel op. Naast het veranderen van gezichtspunten, bleek dat kinderen in hun huizen zelden aan gangen denken, kamers worden naast elkaar getekend zonder rekening te houden met de hiërarchie in een huis. Lavrencic: Het is toeval hoe dingen aan elkaar gekoppeld worden. Een keuken is bijvoorbeeld alleen bereikbaar door een wc. Kinderen tekenen

De gevoelslaag / het hart dat wordt aangesproken maakt de werkwijze sterk.

Maria Oerlemans (Basisschool De Pijler)

22 23

Page 13: VILLA ZEBRA, een methode

Bij deze expertmeeting draaide het allemaal om de Villa Zebra methode. In de door Liesbeth Levy geleide discussie op de middag van de 29ste november 2007 werd geprobeerd met elkaar, de experts en de toehoorders, die Villa Zebra methode te beschrijven, te waarderen en te borgen.

Deze expertmeeting staat niet op zichzelf want in het jaarplan 2008 presenteert Villa Zebra zich uitdrukkelijk als kunstlaboratorium. Een laboratorium waarin een onderzoekende houding van kinderen, maar ook van medewerkers van Villa Zebra wordt verwacht. Levy citeert kort: We zien onszelf als onderzoekers naar nieuwe aanpakken en werkwijzen op het gebied van beeldende kunst en tentoonstellingsmethoden, binnen en buitenschoolse kunsteducatie enzovoort. Deze beleidskeuze kan op termijn zorgen voor een benoembare Villa Zebra benadering.

Aanknopingspunt zijn twee doeleinden die Villa Zebra nastreeft met de tentoonstelling HUIS:1 Een tentoonstelling presenteren met een educatief programma en daarbij

behorende workshops met het thema HUIS voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar.2 Een tentoonstelling presenteren die voorbeelden bevat van projecten waar

kinderen en kunstenaars hebben samengewerkt.

In het verlengde daarvan wordt in dit gesprek de schijnwerper gericht op twee bij deze doelstellingen behorende aspecten die typisch zijn voor de Villa Zebra methode:1 De ambitie om door middel van kunstzinnige sleutelervaringen de

leefwereld van kinderen te verbreden en hun interesse in kunst en het vertrouwen in hun eigen creatieve vermogens te versterken. Dit zal

het onderwerp zijn van de eerste ronde.2 De waarde die Villa Zebra hecht aan het contact tussen kunstenaars,

kinderen en moderne beeldende kunst als katalysator van de sleutelervaring. Dit komt in de tweede ronde aan de orde.

In de derde en laatste ronde zal geprobeerd worden om de Villa Zebra methode te plaatsen binnen het huidige kunsteducatieve discours. Meer en meer wint daar namelijk de opvatting terrein dat kunsteducatie zich niet zou moeten richten op het product maar op het proces. Ondersteunt de Villa Zebra methode die opvatting?

24 25

Page 14: VILLA ZEBRA, een methode

ANNEMIEK HUISINGH is pedagoge en Reggio Emilia expert. Zij zette bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst de cultuureducatie op en voerde die ook uit. In het najaar van 2007 was zij projectleider van het project Toeval gezocht, een samenwerkingsproject van het Stedelijk Museum Amsterdam met Kunst en Cultuur Noord Holland, Steunpunten Kunsteducatie NH en Koers Nieuw West, Amsterdam. In dat project werd de vraag hoe kinderen leren verbonden met de rol van de kunsten, kunstenaars en kunstinstellingen.

SASKYA KAMPS is beeldend kunstenaar, adviseur en docent. Ze is werkzaam bij Kunst en Cultuur Gelderland, ondersteuningsinstelling voor ondermeer de culturele infrastructuur, amateurkunst en buitenschoolse kunsteducatie. Saskya was producent van de tentoonstellingen en symposia Kind en Kunst IV, De Hemel een Dak (2002) en Kind en Kunst V, Magazijn van de Verbeelding (2005).

Het gesprek werd in eerste instantie gevoerd met de volgende experts:

TON DE VOS is pas met pensioen. Hij heeft in zijn werkzame leven verschillende functies vervuld in de Rotterdamse kunst- en cultuursector. Bij de gemeente Rotterdam, afdeling kunstzaken, was hij vanaf 2000 directeur van het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam en vanaf 2006 directeur van de dienst Kunst en Cultuur. Hij wilde geen afscheidsfeest, maar schreef wel een bundel met als titel Verbeelding is van iedereen. Met deze bundel wil hij het debat over nieuwe strategieën in de kunst en cultuur-educatie een nieuwe impuls geven. Deze bundel staat niet op zichzelf maar vormt het vervolg op een eerdere publicatie met als titel Ruimte voor verwondering en verbeelding.

LETTY RANSHUYSEN is van huis uit sociologe. Met haar onderzoeksbureau Bureau Letty Ranshuysen is zij spin in het web in de wereld van onderzoek in de kunst- en cultuursector. Al 15 jaar doet zij in opdracht van musea, theaters, poppodia, festivals, fondsen en koepelorganisaties in Vlaanderen en Nederland onderzoek naar onder meer kwantitatief en kwalitatief publieks en doelgroepen onderzoek, het pre/testen of evalueren van publiciteit en educatief materiaal, effectmetingen van marketing beleid en ga zo maar door. De laatste jaren heeft haar bureau zich toegelegd op deskundigheidsbevordering als het gaat om onderzoek, cultuurmarketing en cultuureducatie door middel van adviezen, lezingen workshops en artikelen. Letty Ranshuysen vervult vele nevenfuncties, één daarvan is het bestuurslidmaatschap van Villa Zebra.

FOLKERT HAANSTRA is lector Kunst en Cultuureducatie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ook is hij bijzonder hoogleraar Cultuureducatie en Cultuurparticipatie aan de Universiteit van Utrecht.

26 27

Page 15: VILLA ZEBRA, een methode

is een moment van positief inslaan.

LiesbethIs de sleutelervaring een leerervaring?

TonHet is een sensatie, meer een kathalysator dan een leerervaring.

LettyMaar het moet niet blijven steken bij een sensatie. Je leert als je geraakt wordt. De stap naar een leerervaring maak je door doe- en denkopdrachten aan te bieden, daarna een workshop te doen en goede open vragen te stellen. Zoals bij Villa Zebra het geval is.

TonEen sleutelervaring onthoud je meestal beter als je niet met kunst bent opgegroeid, anders is het vaak een gelijkmatiger proces.

PubliekKomt een sleutelervaring in Villa Zebra dan vaker voor dan elders en hoe creëer je de sleutelervaring?

LettyCondities voor een sleutelervaring zijn: een niet voorgekookte setting en het laten zien van ongelijksoortige projecten. Daardoor laat je zoveel mogelijk kansen open voor het scheppen van eigen ervaringen. Ga op zoek naar plekken waar kunst gemaakt wordt, waar je kunstenaars leert kennen, inspiratie kan krijgen en daarna zelf bezig kunt zijn. En stimuleer dat ze vragen stellen. Kinderen zelf actief maken, daar gaat het om.

LiesbethIn Verbeelding is van iedereen wordt een advies over Villa Zebra van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur geciteerd waarin wordt gesproken

O V E R D E S L E U T E L E R VA R I N G

LiesbethWelke begrippen die hier in de lucht hangen zijn van jullie?

Letty Ontvankelijkheid en Blikseminslag. Succesfactoren voor een goede ervaring met kunst. Als het lukt om ontvank-elijk te zijn voor een blikseminslag kan een grondslag gelegd worden voor belangstelling voor kunst in het verdere leven.

Ton Persoonlijk concept en Prospectieve benadering, zijn mijn begrippen. Voor mij is belangrijk dat aangesloten wordt bij het kind, ook het vraaggerichtte sluit aan bij wat mensen zijn. Veel kunsteducatie is te veel conceptgericht en sluit niet goed aan bij de doelgroep, bij de persoon. Dat noem ik persoonlijk concept. Kunst-educatie zie ik als verbreding van de ontwikkeling vanhet kind. Breder leren, breder ontwikkelen. Vanuit hetkind gedacht en dan kijken hoe ver je komt in plaats vanalleen maar gericht zijn op einddoelen. Dat noem ik de prospectieve benadering.

LiesbethTon, de sleutelervaring is een kernbegrip in de aanpak van Villa Zebra. Dat begrip keert in de literatuur in verschillende gedaanten terug. Jij spreekt in jouw boek Verbeelding is van iedereen over conversief trauma. Daarnaast figureren begrippen als magic moments en wow moment, verwijzen die begrippen allemaal naar eenzelfde soort esthetische ervaring?

TonJa, conversief trauma is een positief indringende ervaring; het grijpt je, het is een soort verliefdheid, maakt je sprakeloos, je wilt die ervaring herhalen. Het

Bliksem-inslag

Ontvankelijk-heid

WezenlijkContact

Symbool-taal

Persoonlijk concept

Prospectieve benadering

Vrijheid

Doorlopendeleerling

Bliksem-inslag

Ontvankelijk-heid

WezenlijkContact

Symbool-taal

Persoonlijk concept

Prospectieve benadering

Vrijheid

Doorlopendeleerling

Het Villa Zebra sausje (de methode) is uniek en er één op trots op te zijn!

Vera Merx (CBK Rotterdam)

28 29

Page 16: VILLA ZEBRA, een methode

van een nieuwe methode. Is er sprake van een methode?

LettyBij een methode is herhaalbaarheid en overdraagbaarheid belangrijk en daar-voor is kennisopbouw van belang. Kunsteducatie blijft vaak hangen in ad-hoc projecten. Maar: waarom iedere keer nieuwe dingen doen als je ook een effectief gebleken methode kunt herhalen en daarmee steeds meer kan ver-volmaken? Omdat de doelgroep zelf al verandert (er komt elk jaar weer een nieuwe groep 5), is het niet noodzakelijk iedere keer iets nieuws te verzinnen.

TonVilla Zebra houdt altijd vast aan een aantal zaken zoals: kindgericht, procesgericht en vraaggericht. Daarnaast is de aanpak ook kunstenaars-gericht, maar dat kan lastig te combineren zijn met kind- en vraaggericht. Voor dit dilemma dient mijns inziens nog een bevredigende oplossing gezocht te worden. In Villa Zebra borduren zij bij iedere tentoonstelling voort op die uitgangspunten: er is dus wel sprake van een methode.

LiesbethWat vind jij kenmerkend van de Villa Zebra aanpak?

LettyKenmerken van Villa Zebra zijn:• eigen museum, geen vaste collectie waar ze zich aan vast moeten houden

dus dat geeft de vrijheid om iedere keer een nieuwe expositie neer te zetten.• samenwerking met kunstenaars• omlijsting met workshops• activerende context, prikkelende doe- en denkopdrachten• meerdere routes en dus ook meerdere verhalen mogelijk op de

tentoonstelling• beeldende kunst staat centraal• aanbieden van een sleutelervaring en een kans op een blikseminslag

Het toelaten van risico en openstaan voor dingen die kunnen ontstaan.

Paul Swagerman (Resource Studio, OoPS)

O V E R K I N D E R E N E N K U N S T E N A A R S

LiesbethWelke begrippen van jullie hangen in de lucht?

FolkertSymbooltalen. Verschillende kunsten zijn uitingen in verschillende symbolen zoals beeld, muziek, beweging. Het is belangrijk om kinderen die verschillende symbooltalen te leren. Je hebt meer dan verbale en wis-kundige symbooltalen. Het zijn goede manieren om je anders te leren uiten.

SaskyaWezenlijk contact. Het contact tussen kunstenaar en kind is voormij erg belangrijk: de dialoog, echt in elkaar geïnteresseerd zijn.Kinderen bezitten vanaf hun geboorte verschillende symbooltalennaast hun spreektaal. Kunstenaars bezitten ook die symbooltaal.In dat opzicht zijn ze een beetje gelijk.

AnnemiekeVrijheid, Doorlopende leerling. Creativiteit is de vrijheid om iets steeds van een andere kant te bekijken. En die doorlopende leerling is een ironische parafrase van het begrip doorlopende leerlijn. We weten zo weinig van de leerling dat we ons beter kunnen richten op de leerling. Kunst zit als potentie vanaf je geboorte ingebouwd; dat proces moet je stimuleren en versterken. Je mist veel als je vanjongs af aan symbooltalen niet kunt ontwikkelen.

LiesbethMijnheer Haanstra, u bent van mening dat met name in het primair onderwijs sprake is van schoolkunst. Een vorm van naar binnen gericht onderwijs die doorgaans weinig te maken heeft met kunst buiten school. U pleit in het

Bliksem-inslag

Ontvankelijk-heid

WezenlijkContact

Symbool-taal

Persoonlijk concept

Prospectieve benadering

Vrijheid

Doorlopendeleerling

Bliksem-inslag

Ontvankelijk-heid

WezenlijkContact

Symbool-taal

Persoonlijk concept

Prospectieve benadering

Vrijheid

Doorlopendeleerling

Bliksem-inslag

Ontvankelijk-heid

WezenlijkContact

Symbool-taal

Persoonlijk concept

Prospectieve benadering

Vrijheid

Doorlopendeleerling

30 31

Page 17: VILLA ZEBRA, een methode
Page 18: VILLA ZEBRA, een methode

zien en zou zich kunnen verbinden met scholen die veel aandacht geven aan de expressieve talen, zodat er een natuurlijke verbinding ontstaat tussen wat er op school gebeurt en wat Villa Zebra aanbiedt.

LiesbethZijn er overeenkomsten tussen Reggio Emilia en de Villa Zebra aanpak?

AnnemiekeHet is op zich niet goed te vergelijken, omdat de Reggio Emilia-benadering een onderwijsbenadering is en Villa Zebra een kunstmuseum. Maar wat ik wel als overeenkomst zie is dat Villa Zebra kinderen heel serieus neemt en een verbinding zoekt tussen wat kunstenaars maken en de wereld van de kinderen. Ik vind niet dat Villa Zebra de rol van de scholen hoeft over te nemen. Het is heel waardevol voor kinderen in een museum te komen met een goede kwaliteit kunst.

LiesbethHoe zit dat eigenlijk met die vergelijking c.q. overeenkomst tussen kinderen en kunstenaars zoals tot nu toe besproken?

SaskyaKunstenaars en kinderen lijken een beetje op elkaar, ze snappen de symbooltaal allebei. Ik zeg ook wel eens: Kunst is gemaakt om te betoveren niet om uit te leggen. Kunstwerken zouden eigenlijk voor zichzelf moeten spreken. Kunst is gemaakt om te betoveren, kunstenaars hebben niet altijd behoefte om precies uit te leggen hoe het in elkaar zit. Door uit te leggen wat de kunstenaar bedoelt, maak je het werk plat en eenduidig. Je haalt het denkproces weg bij de toeschouwer (groot of klein), wat een belangrijk onderdeel is van kunst kijken.

FolkertEr is veel kunst die wel uitleg behoeft en je moet ook rekening houden met

verlengde daarvan voor wat u authentiek leren noemt. Kunt u dat kort omschrijven?

FolkertSchoolkunst staat vast binnen het instituut en is los van wat ze thuis doen en in de kunstwereld. Daar tegenover moet je authentieke kunsteducatie stellen: dat is het in contact brengen met de authentieke vaktaal. Villa Zebra sluit aan bij de eigen ideeën van kinderen en brengt ze in contact met kunstenaars. Los van het schoolse dus en in contact met experts.

LiesbethWat is daarbij de rol van de kunstenaar?

FolkertEen kunstenaar kan een zeer goede docent zijn, maar moet zeker ook didactische en pedagogische kwaliteiten hebben. Wenselijk is dat deze persoon ook echt nog zelf met kunst bezig is.

AnnemiekeDe kunstenaar binnen het primair onderwijs maakt bij voorkeur geen eigen werk in de klas, maar heeft zijn expertise bij zich en versterkt de potenties en de expressieve talen van de kinderen.

LiesbethWat kan Nederland leren van Reggio Emilia als het gaat om kunsteducatie?

AnnemiekeDe Reggio Emilia-benadering is een integrale onderwijsbenadering waarin de kinderen worden gezien als vol met potenties. De rol van de kunstenaar is daarbij belangrijk. Wat de kinderen maken noemen we op zichzelf geen kunst, maar uitingen van hun expressieve talen. Het zou een taak van het onderwijs moeten zijn, kinderen hierin te versterken. Villa Zebra laat kunst

Kan de rol van kinderen bij de ontwikkeling van tentoonstellingen nog groter zijn?

Karin Sloots (Kunstenaar)

34 35

Page 19: VILLA ZEBRA, een methode

O V E R P R O D U C T E N P R O C E S

LiesbethTon, in jouw boek Verbeelding is van iedereen ventileer je de mening dat niet het product maar het proces centraal zou moeten staan in kunsteducatie; wat bedoel je daarmee? Is dat geen zwaktebod?

TonJe brengt kinderen in contact met kunstenaars, maakt het proces eerst zicht-baar. Laat zien dat kunst bijzonder, maar ook heel gewoon en een deel van jezelf kan zijn. Als je helemaal niet gewend bent aan kunst, is beginnen bij het proces beter dan gelijk een museum binnenlopen en het product bekijken.

FolkertKinderen zijn toch ook vaak erg productgericht i.p.v. procesgericht, voor kinderen is een produkt erg belangrijk.

LettyVan proces-centraal is meer sprake in de podiumkunst dan in de beeldende kunst. Als de kinderen in het proces betrokken worden, ontstaat er meer interesse voor het uiteindelijke kunstproduct. Maar als je je bij beeldende kunst vooral gaat focussen op het proces krijg je een minder sterk beeld, dat te weinig aansprekend kan zijn voor mensen die niet bij het proces betrokken waren.

AnnemiekeVoor kinderen is het proces wél belangrijk, het is hun leerweg. Maar kinderen maken geen kunst, dat moet je goed uit elkaar houden. Bij de kinderen draait het niet persé om tentoongesteld te worden.

FolkertKinderen vinden het wél een kick om hun werk tentoongesteld te zien.

een grote groep mensen die wél meer willen weten over wat ze zien, zodat ze het beter kunnen begrijpen. Maar er moet wel ruimte overblijven voor eigen verhalen en interpretaties.

LiesbethZijn culturele verschillen tussen kinderen in dit verband reëel?

AnnemiekeIn iedere cultuur is het belangrijk vormen te vinden om je uit te drukken en te communiceren. Voor zwarte scholen is het van belang dat gezinnen/kinderen hun eigen culturele bagage kunnen inbrengen, maar dat neemt niet weg dat ook voor kinderen met een niet westerse culturele achtergrond Villa Zebra een goede ervaring kan zijn.

LiesbethAls authentiek leren aan de basis zou staan van kunsteducatie kan dat dan niet beter in Villa Zebra plaatsvinden in plaats van binnen de schoolmuren?

FolkertAuthentiek leren is op school de bron of kan de bron zijn van veel meer dan alleen kunsteducatie. Onderwijs is nu vaak de zwakke schakel voor echte kunst-educatie, veel gebeurt nog steeds erg schools. Dat verhoudt zich slecht met de kunsten. Je zou meer moeten streven naar bekenisvolle educatie. En dat gebeurt te weinig op school. Het goede van Villa Zebra is dat ze niet in de schoenen van de school gaan staan. De aanpak van Villa Zebra is niet formeel zoals op school of informeel zoals thuis, je zou de aanpak non formele kunsteducatie kunnen noemen.

Annemieke Je komt op weinig basisscholen een visie tegen die de kunsten onderdeel maakt van het leerproces. Scholen nemen vaak geen standpunt in, maar zien kunsteducatie als iets extra’s, waardoor het vaak incidentele activiteiten of projecten blijven.

Activeren van de ideeënwereld van kinderen.

Mart Bechtold (KOA, SKVR)

36 37

Page 20: VILLA ZEBRA, een methode

zoektocht bij Villa Zebra moet niet gericht zijn op het té educatieve of meer aandacht voor de proceskant. De zoektocht moet gericht zijn op een goede tentoonstelling, houdt de kunstkant vast!

LettyDe uitdaging van Villa Zebra zou moeten liggen in het vinden van een bevredigende oplossing voor de spanning tussen vraag-, kind- of procesgericht versus kunstenaar- of productgericht.

Liesbeth Levy sloot de discussie af met de constatering dat voor zover haar betrof er veel duidelijk was geworden over de aanpak en de achtergronden van Villa Zebra. Dat tegelijkertijd ondanks de lovende woorden er nog veel uitdagingen in het verschiet liggen. Ze wenste Villa Zebra veel succes voor de toekomst.

Fred Wartna bedankte iedereen, de deskundige toehoorders, de experts in het forum, Liesbeth en de collega’s van Villa Zebra, voor hun energieke inbreng in deze dag.Hij nodigde iedereen uit Villa Zebra te blijven volgen en gevraagd en ongevraagd advies te blijven geven. Een eerste goede kans daarvoor is de nieuwe grote tentoonstelling die in september 2008 geopend zal worden. Ongetwijfeld zullen bevindingen uit deze expertmeeting in dat project gebruikt worden en zichtbaar zijn.

Saskya De tentoonstelling zelf is het product, het proces is ook belangrijk om te laten zien, dat kun je op een mooie wijze presenteren.

LettyWanneer je naar een expositie gaat wil je iets moois of inspirerends zien. Het proces is vaak interessant voor de betrokkenen en insiders. Het product is vaak interessant voor anderen. Dit levert een zelfde soort spanning op als wat Ton eerder zei tussen vraag- en kindgericht en kunstenaargericht. In die zin is er ook een spanning tussen kindermuseum willen zijn en kunstlaboratorium, of wel tussen de onderzoekende rol en de presentatiefunctie.

LiesbethTot slot, wat zouden jullie Villa Zebra willen aanbevelen?

Ton Ik zou willen aanbevelen om het product te laten zien, maar ook het proces duidelijk te maken.

Saskya Leuk om de ontwikkeling van Villa Zebra te zien, ga zo door. Breidt het laboratorium uit met mensen die daar in geïnteresseerd zijn en bedenk goede manieren om het proces mooi te laten zien. Dan maak je het ook interessant voor outsiders.

AnnemiekeVilla Zebra zou nauwer samen kunnen werken met het onderwijs en je zou ook die processen kunnen laten zien die interessant zijn voor andere mensen.

FolkertIk vind het juist mooi dat Villa Zebra een vrijplaats is en geen school. De

Het hoeft voor volwassenen niet altijd begrijpelijk te zijn!

Barbara Raadse (leerkracht in Utrecht)

38 39

Page 21: VILLA ZEBRA, een methode

C O L O F O NDeze publicatie is een verslag van de expertmeeting van 29 november 2007 en is een

uitgave van Villa Zebra en wordt mede mogelijk gemaakt door de dienst Kunst & Cultuur,

Gemeente Rotterdam.

Eindredactie

Fred Wartna

Jos den Daas

Teksten

Fianne Konings

Georgette van Oosten

Marieke Stein

Vormgeving

BrandendZant (i.s.m. Minke Themans)

Illustraties

Johan Kleinjan

Drukwerk

Drukkerij RAD, Dordrecht

Oplage

350 stuks

ISBN

978-90-810705-2-2

© Villa Zebra 2008

Villa Zebra

Stieltjesstraat 21

3071 JV Rotterdam

Postbus 25040

3001 HA Rotterdam

[t] 010 241 1717

[e] [email protected]

[w] www.villazebra.nl

40