Opdracht 1.1: Verbinden van computersIn onderstaande afbeelding is elke client direct verbonden met de servercomputer.

Alle clients direct met de server verbonden

Geef twee redenen waarom het onhandig is om elke client met een eigen kabel aan de server te verbinden.

Antwoord: Als je elke client met een eigenkabel aan de server wilt verbinden, heb je vooral bij veel gebruikte servers heel veel poorten nodig om die kabels aan te sluiten, je kunt nooit genoeg poorten hebben voor een wereldwijde server.

Opdracht 2: Verbinden van computersIn onderstaande afbeelding is te zien wat er gebeurt als je elke client via een eigen kabel aan een andere client wil verbinden.

Alle clients zijn nu ook met elkaar verbonden

Deze manier van verbinden is natuurlijk zeer onhandig.

A) Is het in een clien/server opstelling wel nodig om alle clients met elkaar te verbinden? Waarom wel, of niet?

antwoord: nee, je kan ze beter via de server verbinden

B) Noem een aantal programma's welke op school gebruikt worden en geef voor elk programma aan of het daarvoor nodig is om clients direct met elkaar te laten communiceren.

antwoord:

schoolmail hoeft niet direct

onedrive hoeft ook niet tenzij je tegelijk aan het zelfde document werkt

Opdracht 1.3: MAC-adressen en IP-adressenA) Leg uit waarom het netwerk in de afbeelding hieronder in theorie alleen MAC-adressen en geen IP-adressen nodig heeft.

B) Waarom kun je de MAC-adressen in Filius niet veranderen en de IP-adressen wel?

antwoord: een ip adress is een tijdelijk nummer warin een server je kan identificeren dit is niet computergebonden. dit betekent dat je elke keer als je op het zelfde netwerk inlogt een nieuw of anders ip kan krijgen zonder dat het problemen kan op leveren. een mac adress zit in de computer gebouwd en kan niet zomaar veranderd worden, dit kan alleen als je de onderdelen van de computerveranderd waar het macadress op staat.

Opdracht 4: MAC-adressen vinden op je eigen Windows computer.Er zijn verschillende manieren om onder Windows het MAC-adres te vinden. De snelste manier is via het commando getmac.

Open een command line window. Typ het commando getmac zoals in het onderstaande screenshot te zien is.

A) Wat is het MAC-adres van de computer waar je op dit moment achter zit?

antwoord: FC-AA-14-9C-99-69

B) Hoe wordt het MAC-adres onder Windows genoemd?

antwoord:physical adress

C) Verklaar de naam die Windows gebruikt. Zou deze naam ook geschikt zijn voor een IP-adres? Waarom wel of niet?

antwoord: nee want een ip adress is een virtueel adress dat je lkrijgt als je op een netwerk gaat zodat de server weet wie je bent en wat ie naar jouw to moet sturen. als je alle ip zou hebben vast gezet aan de computer zullen er nu ook vele ip zijn die bij hele oude computers horen die niet meer gebruikt worden dit zou het hiodige ip dat bestaat uit 4 bytes eerder uit 16 bytes moeten bestaan.

Opdracht 1.6: Een tweede GETBekijk nog eens de berichten in onderstaande afbeelding.

Wat probeert de browser op te vragen met het tweede GET-verzoek dat te vinden is op regel 10?

antwoord: een foto die op de begin html pagina te vinden is

Opdracht 1.7:Waarom is het niet handig als je handmatig de tabel met MAC adressen van de switch zou moeten invullen? Noem twee redenen.

Antwoord: 1. ze zijn aan de computer gebonden dus je moet alle mogelijkheden invullen voor het geval dat die specifike computer verbinding wilt maken 2. als je alles moet typen heb je veel kans op lees en of typ fouten.

Opdracht 1.8:Hebben switches een MAC-adres nodig? Motiveer je antwoord.

Antwoord: ja, want anders kan je de informatie naar de verkeede switch versturen. vooral in een groter netwerk waar meerdere switches zijn is een mac adress belangrijk om ze uit elkaar te halen omdat elk mac adress uniek is.

Opdracht 2.1: Het netwerk thuisVergelijk het netwerk met router met het netwerk dat je thuis hebt.

A) Welke apparaten komen overeen met je thuisnetwerk?

Pinter, computers en telefoons

A) Welke verschillen zie je met je thuisnetwerk? Verklaar de verschillen.

Bij een thuis netwerk is alles kleinschaliger en heeft dus minder pc,laptops, mobieltjes,printers en accespoints dan bijvoorbeeld hier op school.

Opdracht 2.2: Inloggen op de routerProbeer in te loggen op de router thuis. Vraag daar wel even toestemming voor (als je niet zelf de beheerder bent).

A) Kun je zien welke computers in de routingtabel staan?

antwoord:je kunt alleen de ip adressen zien van het apperaten

B) Hoeveel netwerkinterfaces heeft jouw router? Geef een omschrijving van elke interface.

antwoord: 8 ethernetporten die internet geven en een ethernet port waarin de router of switch internet krijgt.

Opdracht 2.3: De gateway

A) Start Filius en open bestand "opdracht2_3a.fls".

B) Maak een overzichttekening van het netwerk met de IP-adressen (noteer als: IP: _ . _ . _ . _ ) en de gateways (noteer als: GW: _ . _ . _ . _ ) voor elke client en elke NIC.

antwoord:

Roosterserver (IP:192.168.0.100) (GW: 192.168.0.10)

HV Pc 1 0.11 (IP:192.168.0.11) (GW:192.168.0.10)

HV Pc 2 0.12 (IP:192.168.0.11) (GW:192.168.0.10)

Dep. Pc 1 2.11 (IP:192.168.2.12) (GW: 192.168.2.10)

Dep. Pc 1 2.12 (IP:192.168.2.12) (GW: 192.168.2.10)

Dep. Pc 3 2.13 (IP:192.168.2.13) (GW:198.168.2.10)

School Router (IP:onbekend) (GW:onbekend)

Hoofdvestiging switch (IP:192.168.0.10) (GW:onbekend)

Dependance switch (IP:192.168.2.10) (GW:onbekend)

C) Verklaar waarom je het rooster niet kunt opzoeken vanaf de 192.168.1.x computers, maar wel vanaf de 192.168.0.x machines. Hoe zou je dit op kunnen lossen?

Antwoord: er is geen computer in het netwerk met een .1. is niet in dit netwerk en is dus ook niet gelinked. maar een .2. is wel in het netwerk en kan dus wel bij de server omdat deze wel in het netwerk zit.

D) Los het probleem op zodat het netwerk wel volledig werkt.

bekijk bijgeleverd filius bestand

Opdracht 2.4A. Beweeg de muis over de clients. Wat valt je op aan de de manier waarop de IP-adressen zijn weergegeven?

Ze worden in de volgorde IP/Netmask (MAC) weergegeven.

B. De routers tonen geen IP-adres in onze afbeelding. Bedenk voor elk van de drie routers een geschikt IP-adres voor de clientkant

(dat is de kant waar de switch is aangesloten).

B2H052: Opdracht 2.5A) Bekijk het netwerkmasker van alle apparaten in Filius. Hebben alle apparaten hetzelfde masker?

antwoord: bij somige apperaten moet je zelf het net mask invullen maar als je het niet aanpast zijn ze automatisch het zelfde.

B) Hebben alle apparaten een IP-adres? Welke wel en welke niet?

nee alleen een laptop-computer en modem hebben een ip de switch en router katen geen ip zien

Opdracht 2.6: Een netwerk met routersA. Neem onderstaand schema over en vul dit in.

antword:

ip adress: 192.168.0.10 subnetmaster 0

ip adress: 192.168.1.10 subnetmaster 1

ip adress: 192.168.2.10 subnetmaster 2

B. Maak ook zo'n overzicht voor het netwerk op school (deel van het netwerk) of thuis.

antwoord:

IP-adres: 192.186.0.10 onder subnetmaster: 0

IP-adres: 192.186.1.10 boven subnetmaster: 1

IP-adres: 192.168.3.10 tuin subnetmaster :3

Opdracht 2.7: Het netwerk thuisA) Wat gebeurt er als je je lokale computer adres 83.172.148.10 geeft?

dat het in het 148 ste netwerk word geplaatst

B) Controleer de IP-adressen

van je computers thuis (via Start / Uitvoeren / CMD met het commando ipconfig [Windows] of Terminal en commando ifconfig [Mac, Linux, Unix]) en beantwoord de volgende vragen (schrijf steeds per computer IP-adres en netwerkmasker op)

Wat valt je op?

antwoord: dat er veel meer staat dan ipv4 en netmask

Kun je het subnetmasker achterhalen?

antwoord: ja, 255.255.255.0

Is er bij jullie verschil tussen je draadloze en bedrade netwerk?

antwoord: allebij ligt eraan welke computer je gebruikt

Wat valt je op?

antwoord: dan mijn desktop geen lan gateway en dns suffix heeft

Opdracht 2.9: De gateways voor een netwerk met twee routers

A. Neem onderstaand schema over en vul dit in. Gebruik hier het Filius bestand voor.

antwoord: routers hebben geen IP

B. Uit hoeveel netwerken bestaat dit internetwerk eigenlijk? Geef van al deze netwerken het netwerkadres.

het bestaat uit 2 netwerken hoofdvestiging router en de depndance router

Opdracht 4.1: DNS berichtenZorg dat je een webpagina hebt opgevraagd. Rechtsklik op de clientcomputer en kies Show data exchange.

Selecteer in het venster Data exchange vervolgens alleen de Application layer.

Wat zijn de nummers van het bericht waarin de client een DNS-verzoek deed en wat is het nummer van het bericht met het antwoord?

antwoord: 3 14:05:26.066 192.168.1.10:59304 192.168.0.11:80 TCP Transport YN, SEQ 3127902971

Opdracht 4.2Geef twee redenen waaruit blijkt dat het onhandig, of onmogelijk, is voor DNS-server om de IP-adressen en de namen van alle servercomputers op het Internet te beheren.

antwoord: het wordt onoverzichtelijk en een DNS kan al dat verkeer niet aan

Opdracht 4.3: SMTP en IMAPHieronder zijn de drie communicatiestappen weergegeven voor het versturen van een mail tussen twee verschillende domeinen. Geef bij elke stap aan welk protocol gebruikt wordt: SMTP, of IMAP.

Communicatiestap 1

Communicatiestap 2

Communicatiestap 3

antwoord: 1. Uploaden. De mail word naar de server uploadt IMAP 2. versturen. De mail word verstuurd naar de ander server SMTP 3. downloaden. De mail word gedownload naar ontvanger. IMAP

Opdracht 5: Eind Opdracht