mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat...

9
Inhoud / Omschrijving De moderne cultuur, de wereld waarin wij leven, is de erfenis van de Verlichting, een omwenteling in de samenleving waarin afscheid werd genomen van traditionele machten als kerk en monarchie. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe machten en ordeningen, waarvan een van de belangrijkste is het ontstaan van een openbaarheid, een ruimte waarin mensen zich kunnen uiten voor een groot of klein publiek. Deze ruimte is vorm gegeven door de ontwikkeling van de media, de middelen waarmee mensen zich aan een publiek kunnen tonen. Wetenschap en techniek, maar ook de politiek en het ontstaan van een markt voor massaproductie, spelen hier een vooraanstaande rol. Filosofen hebben op allerlei manieren op deze ontwikkeling gereageerd: instemmend en zelfs enthousiast, maar ook kritisch en soms uiterst pessimistisch. De Verlichting had tot doel de mens te bevrijden van oude machten en het welzijn van de mens te bevorderen door verbetering van gezondheid, levensomstandigheden, scholing enzovoort. Maar zijn wij vandaag de dag de door de Verlichting gewenste en verwachte bevrijde mensen? Of zijn we meer dan ooit geketend aan de maatschappelijke machinerie die onze levensstijlen ontwerpt en afdwingt? Met behulp van verschillende cultuurfilosofische gezichtspunten verkennen we zo de vraag wie of wat wij zijn hier en nu. Begrippen - De Verlichting splitst zich uit in de rationele verlichting en de romantiek. - Humanisten wilden dat je zelf over de wereld gaat nadenken, je mote je eigen verstand gebruiken. - Levensfilosofen zijn veel pessimistischer over de cultuur. organische vitaliteit, het gaat over schepping, de concreet levende mens waarbij zijn onbewuste, wil en emoties belangrijk zijn. Deze zijn volgens levensfilosfen niet te meten a.d.h.v. bijvoorbeeld statistieken. - Belichaamde cognitie: waarnemen is gekoppeld aan handelen. - Het duurzame heden is sensotorisch motorisch, het heden waarin het verleden aanwezig is. - Klassieke esthetica gelooft dat er een beschavingsproces aan de gang is en dat kunst met een grote K daar de hoofdrol in speelt. En dat je dus een soort vooruitgangsidee van de Verlichting hebt. - Futurisme (kunstbeweging): we zijn in een eeuw gekomen van fabrieken, snelheid en mechanische bewegingen. De futuristen juichten dat toe, ze associeerde zich met het fascisme (rare typisch) verheerlijkten oorlog. Enkele kenmerken van het futurisme zijn snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen,

Transcript of mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat...

Page 1: mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding

Inhoud / OmschrijvingDe moderne cultuur, de wereld waarin wij leven, is de erfenis van de Verlichting, een omwenteling in de samenleving waarin afscheid werd genomen van traditionele machten als kerk en monarchie. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe machten en ordeningen, waarvan een van de belangrijkste is het ontstaan van een openbaarheid, een ruimte waarin mensen zich kunnen uiten voor een groot of klein publiek. Deze ruimte is vorm gegeven door de ontwikkeling van de media, de middelen waarmee mensen zich aan een publiek kunnen tonen. Wetenschap en techniek, maar ook de politiek en het ontstaan van een markt voor massaproductie, spelen hier een vooraanstaande rol. Filosofen hebben op allerlei manieren op deze ontwikkeling gereageerd: instemmend en zelfs enthousiast, maar ook kritisch en soms uiterst pessimistisch. De Verlichting had tot doel de mens te bevrijden van oude machten en het welzijn van de mens te bevorderen door verbetering van gezondheid, levensomstandigheden, scholing enzovoort. Maar zijn wij vandaag de dag de door de Verlichting gewenste en verwachte bevrijde mensen? Of zijn we meer dan ooit geketend aan de maatschappelijke machinerie die onze levensstijlen ontwerpt en afdwingt? Met behulp van verschillende cultuurfilosofische gezichtspunten verkennen we zo de vraag wie of wat wij zijn hier en nu.

Begrippen

- De Verlichting splitst zich uit in de rationele verlichting en de romantiek. - Humanisten wilden dat je zelf over de wereld gaat nadenken, je mote je eigen verstand

gebruiken. - Levensfilosofen zijn veel pessimistischer over de cultuur. organische vitaliteit, het gaat

over schepping, de concreet levende mens waarbij zijn onbewuste, wil en emoties belangrijk zijn. Deze zijn volgens levensfilosfen niet te meten a.d.h.v. bijvoorbeeld statistieken.

- Belichaamde cognitie: waarnemen is gekoppeld aan handelen.- Het duurzame heden is sensotorisch motorisch, het heden waarin het verleden aanwezig is. - Klassieke esthetica gelooft dat er een beschavingsproces aan de gang is en dat kunst met

een grote K daar de hoofdrol in speelt. En dat je dus een soort vooruitgangsidee van de Verlichting hebt.

- Futurisme (kunstbeweging): we zijn in een eeuw gekomen van fabrieken, snelheid en mechanische bewegingen. De futuristen juichten dat toe, ze associeerde zich met het fascisme (rare typisch) verheerlijkten oorlog. Enkele kenmerken van het futurisme zijn snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen, vooruitgang en nieuwe technologie. Samen met het opkomende nationalisme in alle Europese landen paste het futurisme in het oorlogsenthousiasme dat kenmerkend was voor veel intellectuele en artistieke kringen aan de vooravond van de WOI. Ze zien de WOI als teken van een nieuwe tijd. taylorisme, het stroomlijnen van productieprocessen, lopende band, ontstond in 20e eeuw.

- Dadisme: reactie op WOI (ze zagen dit als failliet van de eerste cultuur) en op nieuwe tijd. Ze willen helemaal opnieuw beginnen met kunst, proberen betekenisloze kunst te maken. Niet te herleiden naar normen van smaak of begrijpelijkheid, maar om juist te breken met de 19e eeuw. nieuwe zakelijkheid, het nieuwe bouwen, niet burgerlijk of versierend, erg functioneel (flats).

- De talige wending. Taal bestaat buiten je om en leeft een eigen leven, als je het een aantal jaar gebruikt ben je het product van je taal en cultuur. Taal vormt je. De taal maakt je en niet andersom.

- Culturalisten kijken naar autonome cultuuruitingen. Structuralisten proberen regels te vinden in het gedrag van de cultuur als totaal. Poststructuralisten kijken naar de cultuur cultural studies.

- Nazivorming vs. Mondialisering. - Wat jij belangrijk vind kan je niet laten merken in een andere discours (gesprek, discussie).

Page 2: mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding

- Post nationale constellatie: Nationale overheden worstelen met en legitimatieprobleem. Een probleem dat samenhangt met hun afgenomen macht en invloed, maar ook met het voldongen feit van het multiculturele of multi-etnische karakter van de nationale gemeenschap.

- Hoofdstuk 6 gaat over drie wendingen. Wendingen die het denken van de Verlichting omdraaien. Dus eigenlijk allemaal anti verlihctings wendingen. 1) Talige wendingLinguistic turn, niet wij maken onze taal, maar de taal maakt ons. Witkenstein: wat jij met een nieuw, niet bestaand woord bedoelt wordt niet bepaald door jou zelf. Je hebt dan geen maatstaf, want alleen jij kent het. Je moet een gemeenscha hebben waarin je weet hoe je woorden moet gebruiken. Cultuur eerst, subject komt daarna pas, als maaksel van de cultuur. In de oude situatie was het andersom, eerst subjecten, die gedachten hadden, vanuit waar de cultuur ontstond. dood van het subject: wetenschap bedrijven zonder naar individuen te kijken.Het is een breuk met het subjectdenken, met de gedachte dat de taal een afbeelding, spiegeling of weergave is van de externe werkelijkheid. Ook wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding van de werkelijkheid te formuleren.

- 2) Antropologische wendingDe omkering van de dominante cultuur naar de marginale culturen.Je moet je hierbij bedenken dat de Verlichtingsdenkers (o.a. Kant) een universele theorie wilden over rationaliteit. Zij hadden het over de mensheid en de beschaving. Het dominante perspectief = perspectief van de Westerse mens, of van blanke Westerse mannen om precies te zijn. Verlichtingsdenkers hadden dit eigenlijk niet door. Bij de antropologische wending is juist het idee: je moet kijken vanuit het blikpunt van alle gemarginaliseerde groepen. Bekijk het nou eens vanuit het standpunt van niet-westerse culturen, vrouwen, homoseksuelen of zwarten, en dan zien de dingen er misschien heel anders uit. Dan realiseer je je dus dat de blanke mannen van de traditie (kant, Plato) heel partijdig waren, terwijl ze denken dat ze een soort universele rationaliteit prediken. Je krijgt een versplinterd beeld, iets waar Verlichtingsdenkers niet van houden.

- 3) Historische wendingHet is een vorm van wetenschapskritiek, filosofiekritiek en algemene cultuurkritiek. Zij herschikt of herordent, mede ondersteund door de talige en antropologische wending, ons complete wereldbeeld en is in die zin vermoedelijk het begin van een andersoortige filosofiebeoefening.

Important people uit de werkgroepen

Kant (18 e eeuw) - Verlichtingsdenken durf te denken/durf te weten.- Stroming: Kantianisme. - Grondlegger moderne filosofie- Duitse idealist.- Durf te weten, kruip uit je schulp = religieus buskruit.

Page 3: mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding

- De wereld is onafhankelijk van ons, we kennen alleen de grondstructuren. Hij gelooft in het empirisme samen met het rationalisme (na het werk van Hume te hebben gelezen) waarneming + denken.

- Iedereen heeft ‘de reden’ in zich.- Kunst is doelmatigheid zonder doel. Het is belangeloos. Autonome kunst is niet meer sinds

de komst van fotografie en film.

Marx (19 e eeuw) - Vraagtekens bij de Verlichting.- Stroming: Marxisme.- De stad is geformaliseerd. De complexe hiërarchie van de feodale standenmaatschappij heeft

plaatsgemaakt voor een industriële samenleving en kapitalistische economie, een eenduidige tegenstelling tussen arm en rijk.

- Das Kapital (1867) van Marx probeert aan te tonen dat het kapitalisme als maatschappelijk systeem gebaseerd is op verregaande uitbuiting van de loonarbeiders die in de industrie tewerkgesteld worden. Hierachter gaat het historisch materialisme schuil, een radicaal nieuwe visie op cultuur (samen met Friedrich Engels) en daarom ook van cruciaal belang voor de cultuurfilosofie.

Spinoza (17 e eeuw) - Verlichtingsdenker die ook in ‘opstand’ kwam.- Stroming: rationalisme, spinozisme

Montaigne (16 e eeuw) - Schrijft als een van de eersten over het ‘ik’ + complexe gedachtes en gevoelens.- Stroming: Humanisme.

Hume (18 e eeuw) - Empirist, een mens kan niet veel weten.- Stroming: Naturalisme, Empirisme, Utilitarisme, Klassiek-liberalisme.

Hegel (18 e eeuw) - Stroming: Duits idealisme.- Grondlegger moderne filosofie.- Nadenken over mensen in historische termen. De geschiedenis van de mensheid is een

denkproces, een dialectiek.

Hobbes (17 e eeuw) - Verlichtingsdenker, grondlegger moderne politieke filosofie. - Stroming: empirist, realist.- Mensen moeten veilig zijn, oorlog moet voorkomen worden. Hobbes heeft het over het

legitimeren van de vorst. Contracttheorie.

Locke (17 e eeuw) - Vroege Verlichtingsfilosoof. - Stroming: empirisme, constructdualisme, liberalisme. - Samen met Hobbes politieke filosofie. Onderdanen moeten een vorst erkennen, klein begin

van het idee van democratie.

Rousseau (18 e eeuw) - Stroming: romantische denker in de Verlichting.

Page 4: mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding

- Er is geen vooruitgang, de beschaving is geen vooruitgang. We raken allemaal afhankelijk, de beschaving schaadt de mens.

- Kennen we onszelf nog wel? De beschaving vormt ons namelijk.

Tonnies (19 e en 20 ste eeuw) - Duitse filosoof.- In lijn met Rousseau, het is geen vooruitgang, we gaan van gemeinschaft (dorp/persoonlijk)

naar gesellschaft (stad/onpersoonlijk). Een gemeenschap hoort te bestaan uit mensen met wie je een relatie hebt, waar je iets bij voelt.

Herder (18 e eeuw) - De ene cultuur is sterk onderscheiden van de andere cultuur.

Nietzsche (19 e eeuw) - Duitse filosoof. Anti-Verlichtingsfilosoof. - Verbaal geweld. - Het doel van de mens is het streven naar macht. De sterksten hebben het recht om de baas

te spelen omdat ze de sterkste zijn. - Richt zich op de meest zuivere manier tegen het Verlichtingsdenken.

Benjamin (19 e en 20 ste eeuw) - Marxistische/Continentale cultuurfilosoof. - De breuk tussen traditie en moderniteit is niet een simpele gebeurtenis, maar een herhalend

historisch gegeven. De moderniteit levert continue shocks op, kan de mens daar wel mee omgaan?

- Flaneur: wandelaar zonder doel: iemand die thuis hoort in de stad en zich de stad eigen maakt. Hij bewoont de moderne stedelijke openbaarheid, waar hij de moderne ervaringswijze ontwikkeld. De flaneur is onbevangen, probeert nieuwe identiteiten uit, zijn vleugels uit te slaan, een permanent geworden ervaringscrisis. kenmerkend voor een leren leven op een ‘nieuwe’ manier.

- Hij geeft kritiek over 19e eeuws wonen. Hij vindt dat totale transparantie nodig is (glazen huizen), het moderne avantgardisme gaat met hem mee. Glas als bouwmateriaal dat niets aan de verbeelding overlaat.

- Geen vooruitgang zonder vernietiging.- Kunst heeft lange tijd een cultische functie gehad: staat in dienst van religie/magie. Nu gaat

het over schoonheid die op zichzelf staat (Michelangelo). Je keek eenmalig naar iets, die uniciteit helpt mee om het kunstwerk een aura te geven. Een aura is een eenmalige verschijning van een verte, hoe nabij ook. MAAR vanaf de 20ste eeuw wordt kunst gereproduceert, iedereen kan het zien.

Adorno en Horkheimer- Zijn het oneens met Benjamin. Foto en film raken ook wijdverbreid. Kunst is een manier van

betekenisgeving. Ze zeggen wel dat de cultuurindustrie alleen maar geld willen verdienen, en dit hoort niet zo omdat: 1) betekenisgeving word gemonopoliseerd. 2) bedrijven maken alleen maar wat zij leuk vinden, geen eigen visie meer. 3) massa’s zijn maar passief, ze consumeren maar (is dat wel zo?).

- Pseudo individualisering: idee dat iets voor jou alleen gemaakt is terwijl je deel uit maakt van een grotere groep.

Page 5: mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding

- Kunst wordt vervreemd. Gestandaardiseerd.

Charles Baudelaire (19 e eeuw) - Vernieuwer van de lyrische poëzie (Les fleurs du mal).- Stroming: symbolisme. - Levensfilosoof, ziet twee kanten aan de moderniteit. Wat er verloren ging, maar ook de

nieuwe mogelijkheden. Zet zich af tegen Verlichtingsdenken, net als Rimbaud (19e eeuw).

Bergson (19 e en 20 e eeuw) - Levensfilosoof - Het leven in de grote stad is maar een beetje vlak. - Het gaat om het duurzame heden, het verleden overleeft. Dat verleden zit in jouw, omdat je

dingen kan (aangeleerde gewoonten) en omdat je het zuivere geheugen hebt (geheugen van gebeurtenissen).

- Hij komt de durée: de ervaartijd dat trage en langdurige processen waarin de alledaagse cultuur en het alledaagse leven voltrekken. Hij legt daarbij de nadruk op het kenmerk van het leven: dat het leven reële tijdsduur ervaart (la durée) en zichzelf herschept.

-

Simmel (19 e eeuw) - Levensfilosoof- Hij kwam met de objectieve cultuur: de manier waarop het leven formeel geregeld is. Alles is

kunstmatig. - Blasé houding = resultaat van de chaos en geld economie en betekent onverschilligheid. Je

neemt emotioneel afstand van dingen. In een stad zijn door deze houding bekenden en vreemden uitwisselbaar, lijkt negatief maar dit schept vrijheid en nieuwe mogelijkheden.

- In de stad zijn verschillen belangrijk. Maar door hun korte houdbaarheid zijn ze oppervlakkiger en vluchtiger dan ooit

- Specialisatie: de industrie maakt nieuwe producten, die uitmonden in de belevenis economie. In een moderne waardensamenleving. Je komt gekke dingen in een winkel omdat die zich probeert te onderscheiden, bijv. 30 verschillende chocoladerepen.

- Boomkens levert kritiek, hij vindt de verdeling tussen het rationele en het emotionele te strak.

Heidegger (20 e eeuw) - Duitse fenomenoloog, erfgenaam van de romantiek. Kritiek op verlichting. - Gaat terug naar de oorsprong van taal. Wonen zou met bouwen te maken hebben. De

mensen wonen in de taal, de taal geeft de achtergrond van je cognities, de taal creeert jou en niet andersom. De taal maakt het mogelijk om een mens te zijn, hij zag de taal als het huis van het zijn.

- Wil terug naar het thuis voelen in het lichaam. - Geen vooruitgang zonder vernietiging. - De stad is het oord van ontvreemding.

Le Corbuisier (20 ste eeuw) - Architect. - Het idee om de perfecte stad te creeeren. Het idee dat je woonflat hebt met daaromheen

groenruimte. Als je werkt ga je een grote weg op en ga je naar de stad waar gewerkt wordt.

Page 6: mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding

Hij wil zo van de chaotische moderne stad af komen (werkt niet, vb. de Bijlmer). Vanaf de jaren 80 wordt er weer anders tegen aan gekeken: bijvoorbeeld door het kritisch regionalisme, bouwen in traditionele wijken, wonen en recreeren hoeft niet gescheiden te worden. dit allemaal om de moderne industriele structuur achter ons te laten.

Bachelard (20 e eeuw) - Fenomenologie (gaat uit van intuïtieve ervaring van verschijnselen/fenomenen, gaat om

begrijpen)- Hij vond het huis iets dat onderdak verleende aan het dagdromen. Hij ziet het huis ook als

een plek van bescherming, een schuilplaats.- Hij vond alleen niet dat het huis de buitenwereld moest buitensluiten. Het huis moet

namelijk ook onze wereldsheid en onze deelname aan het buiten weerspiegelen. Het huis moest dus dynamisch zijn.

- Het huis vertegenwoordigd niet de ruimte die we hebben, maar de ruimte die we zijn. Een huis moet dus ook expressief zijn.

Goya en Bohème (18 e en 19 e eeuw) - Goya is een Spaanse schilder die begon met het maken van portretten van het Koningshuis.

Later trekt hij het plan dat hij niet meer in opdracht wil zijn. Hij is al snel niet meer de enige die autonome kunst maakt, want je krijgt het milieu van Bohème .

- Bohème . Een milieu (Bohemians) van kunstenaars die zich halverwege de 19e eeuw ontwikkelt bestaande uit politieke vluchtelingen, berooide kunstenaars, schrijvers, criminelen (buitenstaanders). In dit moderne, stedelijke milieu komt het personage van de moderne kunstenaar met een uitgesproken levenshouding die vaak tegen de dominante cultuur in gaat. Kunstenaars krijgen zo een nieuwe culturele rol, ze staan symbool voor vrijheid en individualisme en voor de zoektocht naar nieuwe vormen van stijlen van leven.

- L’art pour l’art : kunst voor de kunst. Een idee van de bohème (sluit aan bij Kant). Kunstenaars produceren niets meer in opdracht van opdrachtgevers en gaan zelf actief op zoek naar een nieuw publiek voor hun werk. Gevolg: kunst komt in de sfeer van commercie, het betreedt de markt. Sommige schrijvers keken daar op neer. 3 houdingen t.o.v. hiervan:

o Kunst als een politiek mediumo Kunst maken met een commercieel doel: voor de markto Kunst maken om je tegen de gevestigde orde te verzetten (experimenteel doel) om

zo autonoom mogelijk te blijven.- Binnen het milieu van de Bohemians ontstaat de Avantgarde: voorhoede. Vernieuwende

stroming in de kunst, die experimenteerden en radicale vernieuwing beoogde. 2 tegenstrijdigheden: 1) de kunst wordt nu behandeld als klassieke kunst, maar het is hier niet voor gemaakt. 2) Ze zeggen dat iedereen kunstenaar is maar zien zichzelf als elite.

Weber (19 e en 20 e eeuw) - Rationaliteit. Grondlegger sociologie. - Instrumentele rationaliteit: doel moet zo efficient mogelijk bereikt worden.

Wittigenstein (19 e en 20 e eeuw) - Heeft taal neergezet als een soort gereedschap waar wij van alles mee doen. Wij bevinden

ons in een soort taalspelen. Deze zijn ook gekoppeld aan iemands cultuur, dus de grenzen van iemands taal zijn ook de grenzen van zijn leefwereld.

Page 7: mycelium.numycelium.nu/.../02/filosofen-met-kernbegrippen.docx  · Web viewOok wordt ontkent dat het de taak van de filosofie is de regels of voorwaarden van een adequate afbeelding

Edward Sigt- Oriëntalisme is de manier waarop het westen tegen de oosterse cultuur/wereld aankijkt.

daarbij ziet het westen zichzelf als superieur aan het oosten.Margalit

- Occidentalisme is de manier waarop het oosten naar het westen kijkt, dus voornamelijk als ge-amerikaniseerd.

Strauss- Cultuur als geheel van symbolische praktijken. Kun je analyseren als systeem van verschilen.

Als je de verschillen in kaart brengt begrijp je de cultuur.