Proces herstelopdracht

De herstelopdracht bestond uit:1. Zoek 3 artikelen die betrekking hebben op dit onderwerp en jullie huidige advies kunnen

ondersteunen. Laat daarbij ook de zoekstrategie zien.

2. Stel de literatuurlijst op adhv de gemodificeerde Vancouverstijl zoals die op deze opleiding gebruikt wordt.

Zoektermen (MESHtermen):Transfer en tiltechnieken:

Patient ,transfer, patient transfer, Patient repositioning, patient moving and lifting, patient lifting(s), patient moving(s),

Houding: Posture, position, body posture, postural,

Lage rug klachten: Low back pain, lower back pain, lumbago, backaches, low back aches, low back pain postural,

Verpleeghuis:

Nursing home, nurse, nurses, home, nursing

Rompactiviteit: Abdominis transversus Lifting

Artikel 1

Titel Trunk muscle activity while lifting objects of unexpected weightDoor Watanabe M, Kaneoka K, Okubo Y, Shiina I, Tatsumara M, Miyakawa SIn Physiotherapie, Maart 2013; 99 (1): 78-83Geraadpleegd op 27-6-2013Link http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23219652Bron Watanabe M, Kaneoka K, Okubo Y, Shiina I, Tatsumara M, Miyakawa S. Trunk

muscle activity while lifting objects of unexpected weight [internet]. [Laatste update: maart 2012; geraadpleegd op: 25-06-2013]. URL: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23219652

SamenvattingLage rugpijn is een van de meest voorkomende klachten wereldwijd. Klinische evaluatie van lage rug klachten zijn vastgesteld in richtlijnen op kennis van de auteur. In deze richtlijnen zitten geen methodes uit het oogpunt van fysiotherapeuten die iets zeggen over de functie en activiteit van de rompspieren. Het is essentieel dat de rompspieren, en vooral de diep gelegen spieren, zich al aanspannen voordat je een object gaat tillen in plaats van dat de spanning zich pas gaat opbouwen als de rompspieren gemeld krijgen dat er iets wordt getild. Een van de redenen van lage rug klachten is het tillen van objecten die onverwacht zwaar zijn. Hoewel het mechanisme van de spiercontrole een reactie ontvangt bij instabiliteit, wordt er veel aandacht gelegd bij de rugspieren en weinig in de romp.

Methode Er doen 11 mannen zonder lage rugklachten mee aan dit onderzoek. Mannen die in het verleden leden aan aandoeningen als spinale aandoeningen en neurologische aandoeningen hadden, werden uitgesloten. Elke test wordt begonnen vanuit eenzelfde positie. Er wordt gezeten op een kruk in een rechte houding, de voeten hebben contact met de vloer en de knieën zijn 90 graden gebogen. De rechterarm ligt op tafel en de linkerarm hangt langs het lichaam. De proefpersoon lift met zijn rechterarm elk object omhoog tot ooghoogte. De spieractiviteit tijdens het tillen wordt gemeten door een electromyografie.

De test wordt in de volgende 5 stappen uitgevoerd:Stap 1: Herkennen van een 1 kg gewicht. De proefpersoon tilt een gewicht van 1 kilo en zoals hij verwacht kan hij dit een keer of 10 doen.Stap 2: Het tillen van de verwachte 1 kg en het meten van de spieractiviteit. Een object dat identiek in gewicht is als bij stap 1, ligt in een andere vorm op tafel. Het gewicht wordt opgetild en de spieractiviteit wordt gemeten.Stap 3: Het tillen van een onverwacht zwaar object van 4 kg en het meten van de spieractiviteit. Een object dat er precies zo uitziet als in stap 1 wordt op tafel geplaatst alleen is deze 4 kg. De proef-persoon moet het object tillen en de spieractiviteit wordt gemeten.Stap 4: Herkennen van het 4 kg gewicht. Het 4 kg object wordt op tafel geplaatst. De proefpersoon moet deze 10x liften om te wennen aan het gewicht.Stap 5: Het tillen van het verwachte 4kg gewicht en het meten van de spieractiviteit. Een object identiek als werd gebruikt in stap 4 wordt op tafel gelegd. De proefpersoon moet dit object liften en de spieractiviteit wordt gemeten.

De gebruikte materialen waren een zak van 1 kg zand en een stuk lood van 4 kg. De identiek doosjes waar ze in zaten maakte het onmogelijk om ze te herkennen.

ResultaatAbdominus transversusTen opzichte van de uitgangswaarde van de MVC(maximale vrijwillige contractie) verhoogt de activiteit in de AT (abdominus transversus) niet tijdens het liften van het verwachte 1kg object. Hoewel bij het liften van het verwachte 4kg object verhoogde de activiteit in de rechter kant in fase 5 en 6 (direct na de tiltest) ook werd hierbij activiteit gemeten in de linker AT tijdens de fase 5 tot 7. Bij het niet verwachte 4 kg object was een significantie verhoging alleen in de rechter abdominus transversus en dit tijdens fase 8.

Rug musculatuurTen opzichte van de uitgangswaarde van de MVC ,verhoogd de activiteit in de ES(erector spinae) en LM(lumbale multifidus) tijdens fase 3 en 4(direct voor de start van de tiltest) dit was tijdens stap 2. Verder steeg the activiteit ook tijdens het tillen van het verwachte 4 kg object. Tijdens het tillen van het onverwachte 4 kg object steeg de activiteit in de rechter ES en LM in fase 6 tot 8 en de activititeit in de linker ES en LM in fase 7 en 8.

ConclusieDe bevindingen suggereren dat de rompspieren niet functioneren zoals het hoort tijdens het tillen van onverwacht zwaar gewicht.

Waarom ondersteunt dit artikel onze visie?Bij dit onderzoek wordt er bewezen dat bij het tillen van zware objecten de spanning later optreed dan bij het tillen van lichte objecten. Dit is vooral het geval bij het tillen van onverwacht zware objecten. Dit laatste is natuurlijk zeer regelmatig aanwezig in een verzorgingstehuis. Door middel van voorspanning tijdens een transfer zou je de mogelijkheid verkleinen te een verpleegkundige een transfer uitvoert zonder spanning in haar AT, ES en LM.

Artikel 2

Titel Low back pain: prevalence and associated risk factors among hospital staffDoor Karahan A, Kav S, Abbasoglu A, Dogan NIn Nursing 65 (3), 516-524, 2008Geraadpleegd op 28-6-2013Link http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1365-2648.2008.04905.x/

abstract;jsessionid=7A0516C8A9037678AA8F470E9613CCA0.d03t01Bron Azize Karahan, Sultan Kav. Aysel Abbasoglu &Nevin Dogan, Low back pain:

prevalence and associated risk factors among hospital staff [internet]. Work 28 2007 [Laatste update: 03-02-2009; geraadpleegd op: 25-06-2013]. URL: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1365-2648.2008.04905.x/abstract;jsessionid=7A0516C8A9037678AA8F470E9613CCA0.d03t01

SamenvattingZiekenhuismedewerkers ondervinden meer lage rugklachten dan veel andere beroepen, de incidentie varieert per land. Werkactiviteiten zoals bukken, draaien, vaak zwaar tillen, ongemakkelijke statische houdingen en stress worden gezien als mogelijke oorzaken voor het ontstaan van vele rugaandoeningen.

Het doel van het onderzoek was het beschrijven van de prevalentie en de risicofactoren die betrekking hebben op lage rugklachten bij medewerkers van een ziekenhuis in Turkije. De medewerkers bestonden uit verpleegkundigen, fysiotherapeuten, artsen, technici, secretaires en eerste hulpartsen.

Methode 1600 medewerkers van 6 ziekenhuizen hebben een vragenlijst van 44 vragen ingevuld, die was gemaakt door een Turkse universiteit die gebruik maakte van cross-sectioneel onderzoek. De vragenlijst was gebaseerd op voorgaand werk wat was gedaan door Karahan (Karahan & Bayraktar 2004, Karahan 2005) en andere auteurs (Engels et al. 1996, French et al. 1997, Duguesnoy et al. 1998, Retsas 1998, Scheldenfrei 1998, Smith et al. 2004, Yip 2004). De vragenlijst bestond uit 17 multiple-choice vragen en de rest was open vragen. Een aantal vragen gingen over demografische gegevens van de deelnemers ( leeftijd, lengte, gewicht, geslacht, opleidingsstatus, werkplaats, werkpositie, werkduur, aantal uren per werkweek en eerdere werkervaring). Risicofactoren die werden bevraagd waren roken, de tijd die de deelnemer staat of zit tijdens een werkdag, de frequentie en de hoeveelheid van zwaar tillen tijdens het werk, de waargenomen werkstress, werkgerelateerde activiteiten die zouden kunnen leiden tot lage rugklachten en informatie over hoevaak iemand sport. Daarnaast werd gevraagd hoe vaak medewerkers bepaalde risicovolle werkzaamheden moesten uitvoeren zoals het tillen van voorwerpen boven de romp en het positioneren en verplaatsen van patiënten. Bovendien werden werknemers gevraagd naar de incidentie, wijze van optreden, uitlokkende factoren, duur, intensiteit, impact, het zoeken naar behandeling en het effect daarvan voor diegene met lage rugklachten. Tot slot werd ook nog gevraagd of werknemers onderwijs hadden gekregen over de preventie van lage rugklachten en hoe zij zelf dachten de aandoening voor te kunnen zijn op hun werkplek.

De uitkomsten werden verzameld in de 9 maanden van december 2005- augustus 2006. De uitkomsten werden geanalyseerd voor gebruik te maken van Chi-kwadraattoets. Door middel van de backward stepmethode werden multivariate gegevens geanalyseerd.

ResultaatDe meeste deelnemers (65,8%) had last van lage rugklachten, waarbij 61,3% aangaven dat ze er last van hadden gehad in de laatste 12 maanden. De hoogste prevalentie werd gevonden bij verpleegkundigen (77,1%) en de laagste onder secretaires (54,1%) en eerste hulpartsen (53,5%). In de meerderheid van de gevallen (87,3%) begonnen de lage rugklachten op te spelen wanneer werd gewerkt in het ziekhuis, 33,3% medewerkers hadden medische hup gezocht voor matige klachten terwijl 53,8% waren gediagnosticeerd met een hernia in de lumbale regio. Leeftijd, het vrouwelijke geslacht, roken, beroep, te ervaring van werkstress en zwaar tillen waren statistisch significante risicofactoren.

ConclusieHet artikel raad aan om preventieve maatregelen te nemen om de risicofactoren op het krijgen van lage rugklachten bij medewerkers van een ziekenhuis te verminderen. De maatregelen zijn genoeg rustperiodes, stoppen-met-roken programma’s en educatieve programma’s om medewerkers te leren hoe zij met hun lichaam om moeten gaan wanneer zij patiënten of zware voorwerpen verplaatsen. De resultaten toonden ook dat lage rugklachten toenemen in relatie tot werkstress dat per individu kan verschillen. Deze laatste informatie zou nog verder onderzocht moeten worden.

Waarom ondersteunt dit artikel onze visie?In het artikel komt naar voren dat er wordt aanbevolen om bij medewerkers van een ziekenhuis, waaronder veel verpleegkundigen, educatieve programma’s aan te bieden waarin zij leren hoe zij moeten omgaan met hun lichaam tijdens het verplaatsen van patiënten of zware voorwerpen om lage rugklachten te verminderen. Ons MW product had ook als visie om niet de transfers aan te leren maar juist de verpleegkundigen te leren hoe zij met hun lichaam om moeten gaan tijdens de transfer.

Artikel 3

Titel Determination of the usage of body mechanics in clinical settings and the occurrence of low back pain in nurses

Door A Karahan, Bayraktar NIn International Journal of Nursing Studies 41, 67-75, 2004Geraadpleegd op 28-06-2013Link http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/14670396 Bron Azize Karahan, N. Bayraktar. Determination of the usage of body mechanics in

clinical settings and the occurrence of low back pain in nurses [internet]. International Journal of Nursing Studies 41, 2004 [Laatste update: jan 2004; geraadpleegd op: 25-06-2013]. URL: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/14670396

SamenvattingUit een ziekenhuis in Turkije zijn de artsen gevraagd mee te doen aan een onderzoek naar lage rugklachten. Tijdens het onderzoek werden veel gegevens over de artsen verzameld en zijn zij geobserveerd op hun werk. Bij dit onderzoek ging het er vooral om hoe de artsen hun lichaam gebruiken tijdens het werken en hoe hoog de frequentie van rugklachten is onder artsen die op de chirurgische, spoed- en intensive care afdelingen werken en artsen die in de directe patiëntenzorg werken.

MethodeDe artsen die meewerkten aan het onderzoek moesten voldoen aan een aantal eisen. Zij moesten namelijk op de chirurgische afdeling werken of op de spoed- en intensive care afdeling. Ook mochten het artsen zijn die in de directe patiëntenzorg werken. De onderzoekers hielden met iedere arts een interview over allerlei aspecten uit het dagelijks leven waarbij gedacht kan worden aan hoeveel kinderen diegene heeft, of de arts vaak hoge hakken draagt, hoe lang de arts al werkt bij het ziekenhuis, rookgedrag etc. Ook werden de artsen allemaal een maand lang geobserveerd tijdens het werk. Hierbij letten de onderzoekers op de houding van de artsen onder allemaal verschillende omstandigheden (zitten, staan, tillen, dragen, strekken, duwen en trekken, een patiënt naar de rand van het bed brengen zonder hulp, een patiënt laten zitten in bed en een patiënt naar een staande positie brengen). Deze observaties werden geregistreerd en besproken met de artsen. Aan de hand van de observaties en interviewgegevens werd er geanalyseerd op welke momenten de artsen het meest last van hun rug hadden.

ResultatenVan alle artsen had 87,5% wel eens rugklachten. 87,7% van die artsen gaf aan dat de klachten startten nadat zij hun werkleven waren begonnen. Dan is het interessantste dat 87,8% van de artsen aangaf dat de klachten beginnen nadat zij een handeling hebben uitgevoerd, zoals een transfer uitvoeren bij een patiënt (35%), iets zwaars optillen (20,9%), een lange tijd achter elkaar staan (11,6%) of veel huiswerk doen (11,6%). Ook werken onder een hoge druk zorgt voor rugklachten (20,9%). Het gebruik van het lichaam tijdens verschillende activiteiten is ook niet goed onder de onderzochte artsen. Tijdens iets optillen deed 57,1% van de artsen dit verkeerd en strekte 82% van de artsen verkeerd.

ConclusieDoor verkeerd het lichaam te gebruiken tijdens verschillende handelingen ontstaan rugklachten. Ook een hoge werkdruk kan een oorzaak zijn van de klachten. Artsen gebruiken hun lichaam niet efficiënt tijdens het werk. Vooral als het gaat om transfers uitvoeren bij een patiënt gaan veel artsen de fout in.

Waarom past dit bij onze visie?Met onze workshop willen we de houding van verpleegkundigen verbeteren. Dit onderzoek toont aan dat een verkeerde houding tijdens het maken van transfers inderdaad een oorzaak is van rugklachten. Ook willen wij dat rugklachten verminderen zodat de werkdruk omlaag gaat. Uit dit onderzoek komt ook dat dit ook een verergerende factor is van de klachten.

Literatuurlijst

Bekkering GE, Hendriks HJM, Koes BW, Oostendorp RAB, Ostelo RWJG, Thomassen J, van Tulder MW. KNGF-richtlijn Lage-rugpijn. [Internet]. Supplement bij Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, KNGF-richtlijn Lage-rugpijn [2001; Geraadpleegd 21 april 2013]. URL: http://www.ohcbv.nl/hulppagina/documenten/KNGFrichtlijn%20lagerugpijn.pdf.

Bekkering GE, Hendriks HJM, Koes BW, Oostendorp R, Ostelo RW, Thomassen J, et al. KNGF-richtlijn Lage rugpijn. Tijdschr Fysiother 2001, p. 1-24.

Burdorf A, Miedema HM, Verhoeven AC. Risicofactoren voor lage rugklachten in het beroep. TBV. Januari 2003;11:11-8

Croft PR, Macfarlane GJ, Papageorgiou AC, Thomas E, Silman AJ. Outcome of low back pain in general practice: a prospective study. Br Med J. 1998; 316: 1356-9.

Duyfjes JC. Tilwijzer, instructieboekje voor tiltechnieken. Utrecht. 1e druk. Uitgeverij LEMMA BV; 1996.

Farfan HF. mechanical disorders of the lower back. Philadelphia: Lea & Febiger, 1973

Fahrni WH, Trueman GE. comparative radiological study of spines of a primitive population with north americans and north Europeans. J. Bone Joint surg, 1965, 47-b: 552

Goderis T, Vandewalle M, Maes C. Ruggesteun voor hulpverleners. Standaard Uitgeverij; 2008, p. 34-42

Hodges P, Hides J. Therapeutic exercise for spinal segmental stabilization in low back pain. Edinburgh London New York Philadelphia Sydney and Toronto: Churchill Livingstone; 1999, p. 26

Kapandji IA. Bewegingsleer: Deel III De Romp. Houten/Diegem:Bohn Stafleu van Loghum; 1984, p. 33.

Karahan A, Bayraktar N. Determination of the usage of body mechanics in clinical settings and the occurrence of low back pain in nurses [internet]. International Journal of Nursing Studies 41, 2004 [Laatste update: jan 2004; geraadpleegd op: 25-06-2013]. URL: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/14670396

Karahan A, Kav S, Abbasoglu A, Dogan N. Low back pain: prevalence and associated risk factors among hospital staff [internet]. Work 28 2007 [Laatste update: 03-02-2009; geraadpleegd op: 25-06-2013]. URL: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1365-2648.2008.04905.x/abstract;jsessionid=7A0516C8A9037678AA8F470E9613CCA0.d03t01

Koehl W. Rol van de mm. multifidi en m. transversus abdominus bij lage rugklachten [Internet]. Hogeschool Utrecht, Afdeling Fysiotherapie; mei 2006 [geraadpleegd 25 mei 2013]. URL: http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/hu/show.cgi?fid=6160

Mol IM. Tillen in de thuiszorg, hoe je rugklachten kunt voorkomen. 2e druk.Maarssen. Elsevier gezondheidzorg, 2001.

van Nugteren K, Winkel D. Onderzoek en behandeling van lage rugklachten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2005.

Peterson Kendal F, Kendall McCreary E, Geise Provance P, McIntyre Rodgers M, Romani WA. Spieren, tests en functie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2008

Picavet HSJ. Aspecifieke lage rugklachten: omvang en gevolgen [Internet]. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2007 [geraadpleegd 21 april 2013]. URL: http://www.rivm.nl/Images/20060228%20Lagerug_tcm4-27334.pdf.

Pope MH, Wilder D, Booth J. The biomechanics of low back pain. Surg Rounds Orthop, 1990, 10: 35-42

Rijksoverheid. Arbobeleid [Internet]. [Geraadpleegd 21 april 2013].URL: www.rijksoverheid.nl/arbobeleid

Schünke M, Schulte E, et al. Anatomische atlas. Algemene anatomie en bewegingsapparaat. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2005, p.88 en p. 92

Transferwerkboek. Loosdrecht. 2e druk. Stichting zorginstellingen Loosdrecht; 1996.

Watanabe M, Kaneoka K, Okubo Y, Shiina I, Tatsumara M, Miyakawa S. Trunk muscle activity while lifting objects of unexpected weight [internet]. [Laatste update: maart 2012; geraadpleegd op: 25-06-2013]. URL: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23219652