Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken...

51
Samenonderwijsmaken.nl is een initiatief van Pabo Arnhem en Pabo Groenewoud Nijmegen Titel les: Project thema ‘Winter’ Vakgebied: Beeldende vorming + techniek Doelgroep: Groep 1 t/m 8 Tijdsduur Korte beschrijving/doel: Een project met het thema ‘Winter’ waarbij beeldende vorming en techniek aan elkaar gekoppeld worden. Materiaal De verschillende materialen staan beschreven per les. Hoe richt je de omgeving in De inrichting van het lokaal staat beschreven per les. Voorbereiding Er moeten veel materialen besteld worden, begin hier op tijd mee. Verder moet er gebruik gemaakt worden van de methode ‘Uit de kunst’. Lesbeschrijving De lessen staan ieder apart beschreven in de basisplannen. Hierdoor is het overzichtelijk en kunnen ze ook als losse lessen gebruikt worden. Naam auteur(s) en e-mailadres Studenten: Jitte Utens ([email protected] ) Lieke Hegeman ([email protected] ) Carmen Hoesen ([email protected] ) Alice Metzelaar ([email protected] ) Linda Gunsing ([email protected] ) Patricia van Kalkeren Geplaatst d.d. 1

Transcript of Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken...

Page 1: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Samenonderwijsmaken.nl is een initiatief van Pabo Arnhem en Pabo Groenewoud Nijmegen

Titel les: Project thema ‘Winter’

Vakgebied: Beeldende vorming + techniek

Doelgroep: Groep 1 t/m 8 Tijdsduur

Korte beschrijving/doel: Een project met het thema ‘Winter’ waarbij beeldende vorming en techniek aan elkaar gekoppeld worden.

MateriaalDe verschillende materialen staan beschreven per les.

Hoe richt je de omgeving inDe inrichting van het lokaal staat beschreven per les.

VoorbereidingEr moeten veel materialen besteld worden, begin hier op tijd mee. Verder moet er gebruik gemaakt worden van de methode ‘Uit de kunst’.

LesbeschrijvingDe lessen staan ieder apart beschreven in de basisplannen. Hierdoor is het overzichtelijk en kunnen ze ook als losse lessen gebruikt worden.

Naam auteur(s) en e-mailadresStudenten:Jitte Utens ([email protected]) Lieke Hegeman ([email protected]) Carmen Hoesen ([email protected]) Alice Metzelaar ([email protected]) Linda Gunsing ([email protected]) Patricia van Kalkeren ([email protected]) Daniëlle Schreuder ([email protected])

Docenten:Jan Derksen ([email protected]) Mieneke Tempelmann ([email protected])

Geplaatst d.d.

1

Page 2: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Ideeënboek ‘Beeldende vorming en Techniek’Competentiegerichte taakPieter de Jongschool2011 – 2012

2

Page 3: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

InhoudInhoud...................................................................................................................................................3

Inleiding.................................................................................................................................................4

Thema: Winter......................................................................................................................................4

Theorie..................................................................................................................................................5

Praktijkonderzoek in de school......................................................................................................5

Onderzoekend en ontwerpend leren bij natuur en techniek......................................................6

Pabo Arnhem & KWTG zetten de onderzoekende houding op de kaart..................................7

Opbouw van de methode ‘Uit de kunst’........................................................................................9

Lesideeën groep 1/2..........................................................................................................................10

Lesideeën groep 3/4..........................................................................................................................14

Lesideeën groep 5/6..........................................................................................................................22

Lesideeën groep 7/8..........................................................................................................................26

Evaluaties groepsleden.....................................................................................................................30

3

Page 4: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Inleiding

Aan ons is de opdracht gegeven om met beeldende vorming en techniek aan de slag te gaan. Hier staat enerzijds centraal dat we ervoor zorgen dat beeldend vormen en techniek geïntegreerd worden en anderzijds de samenwerking tussen mentor en student. Daarbij werken we met veel foto’s om te documenteren en letten we op uitspraken van leerlingen die ons opvallen.

We zijn begonnen met een theorie onderzoek naar aanleiding van de introductie die Jan en Mieneke ons gegeven hebben. Hierin hebben we gekeken naar wat belangrijk is binnen wetenschap en techniek, Reggio onderwijs en verschillende artikelen waarin beeldende vorming en techniek samengebracht worden.

Daarna gaan we kijken naar een manier waarop de mentor en de student samen tot een uitwerking kunnen komen van een opdracht(en). In deze fase wordt een basisplan gemaakt waarin de opdracht naar voren komt en wordt er samen met de mentor een vorm gezocht waarin de opdracht tot uitvoering wordt gebracht.

Om het project af te sluiten is er een tentoonstelling waarin de werkjes van alle leerlingen worden samengebracht en tentoongesteld aan ouders, medeleerlingen en andere betrokkenen.

Thema: Winter

Wij hebben voor dit thema gekozen, aangezien we deze periode al erg druk zijn met het werken over Sinterklaas en Kerst. Hierdoor was er geen tijd meer om een heel ander onderwerp te kiezen.Aangezien de winter deze hele periode doorloopt was dit een leuke oplossing.

We gaan ervoor zorgen dat de school bij de eindtentoonstelling in winter-wonderland sferen terecht komt, waardoor de kinderen en ook de ouders zich in een heuse winterwereld wanen.

We gaan samen met de groepsleerkracht opdrachten aan de hand van dit thema met beeldende vorming en techniek doen, zodat we dit in januari kunnen tentoonstellen aan de andere klassen en de ouders.

Bij dit thema kunnen erg leuke opdrachten gedaan worden. Wel moeten deze opdrachten vallen binnen de vakken beeldende vorming en techniek.Per bouw kunnen de opdrachten gedaan worden. Zo doen de kleuters iets anders dan de middenbouw en doen zij weer iets anders dan de bovenbouw. De opdrachten worden in alle klassen van de bouw gegeven, zodat de kinderen ook kunnen zien hoe de andere klassen het gedaan hebben.

4

Page 5: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Theorie

Praktijkonderzoek in de school – Cyrilla van der Donk en Bas van Lanen Een onderzoek is een zoekproces gebaseerd op denken, intuïtie en creativiteit, waarin op een systematische manier gegevens worden verkregen, gebruikt en geanalyseerd, met als doel kennis te verzamelen (Migchelbrink, 2008).

Kernactiviteiten voor praktijkonderzoekOriënteren

- Een praktijkprobleem- Kiezen - Verkennen - Verbinden aan theorie - Beschrijven

Richten- De reikwijdte van het onderzoek bepalen - Het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag formuleren

Plannen - De methoden van dataverzameling kiezen (tekstbronnen bestuderen, observeren, bevragen of

bezoeken) - Het plannen van onderzoeksactiviteiten - Het onderzoeksplan opstellen

Ontwerpen - Het ontwerpeisen formuleren - De ontwerpvorm bepalen - Het ontwerp uitwerken - Het ontwerp evalueren

Verzamelen - Data verzamelen door te - Bestuderen - Bevragen- Observeren- En/ of bezoeken

Analyseren en concluderen - Voorgestructureerde data analyseren - Minder gestructureerde data analyseren - De conclusies trekken

Rapporteren en presenteren - De doelgroep bepalen - De doelgroep bereiken door te rapporteren en presenteren over het onderzoek- Het onderzoek evalueren

5

Page 6: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Onderzoekend en ontwerpend leren bij natuur en techniekHet proces bij natuurwetenschappen gaat bijna hetzelfde als bij techniek, alleen is het vertrekpunt een geconstateerd probleem of behoefte waar een oplossing naar wordt gezocht. Als lln informatie hebben verzameld, richten zij zich uiteindelijk op een oplossing of product. Daar komt een ontwerp(schets) van. Is dit besproken in de klas, dan komt er een definitieve ontwerptekening met meer detail. Vandaar het ‘ontwerpend leren’.

De ontwerpcyclus:1. Probleem constateren (herkennen probleem/behoefte).2. Verkennen (gegevens verzamelen, oplossingsmogelijkheden).3. Ontwerpvoorstel maken (materiaal kiezen, plannen, schematisch uitwerken).4. Uitvoeren (Materialen gebruiken, volgens plan werken).5. Testen en evalueren (relatie leggen tussen oplossing en gestelde eisen).6. Presenteren (verslag maken, presenteren, uitleggen).7. Verdiepen (reflecteren, vergelijken, discussiëren).

Natuurwetenschap en techniek zijn nauw met elkaar verbonden. Hierboven 2 schematische weergaves van onderzoekend en ontwerpend leren. Hierin zijn de overeenkomsten van die 2 schematisch weergeven. Soms heb je bij het onderzoekend leren een stuk ontwerpend nodig en andersom. Ontwerpend leren is net als onderzoekend leren een activerende werkvorm voor natuur en techniek. Ook in het basisonderwijs kan techniek en natuuronderwijs worden gehanteerd. Niet alleen voor kinderen, maar ook voor leerkrachten liggen er uitdagingen en opbrengsten op het gebied van onderzoekend en ontwerpend leren. Het onderzoeken naar antwoorden heeft te maken met onze nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid staat centraal bij onderzoeken.

Kinderen gaan op latere leeftijd een verklaring zoeken achter de onderzoeken. Hierbij gaan ze op bepaalde manieren experimenteren. Onderzoeken en ontwerpen doen een beroep op verschillende aspecten van de ontwikkeling van kinderen. De mogelijke ontwikkelingen bij ontwerpend en onderzoekend leren zijn als volgt: onderzoekend leren, ontwerpen leren, taal, rekenen, kunstzinnige oriëntatie, houden, inzichten en instelling. Leerlingen leren geduldig bezig te zijn met het waarnemen en uitvoeren van proefjes en ontwerpen. Daarnaast wordt er ook beroep gedaan op hun creativiteit bij vragen/problemen, maar ook bij het ontwerpen en uitvoeren van experimenten. Ook houdt taal hier zich mee bezig: mondelinge taalvaardigheden bij het formuleren van vragen, discussiëren, presenteren etc.

Een ander aspect van onderzoekend&ontwerpend leren is dat leerlingen zelf leren beslissingen te nemen. Door bijv. in groepen te werken leren ze beslissingen te nemen in samenwerking met hun groepsgenoten. In de schema’s komen vaardigheden voor die aansluiten bij de verschillende leerstijlen van kinderen (bijv. Kolb). Hij gaat uit van 4 fasen in een leerproces en dat lln die fasen op verschillende manieren doorlopen. Sommige leerlingen beginnen eerst met actief experimenteren, terwijl andere leerlingen eerst willen nadenken over hun onderzoek. Naast de leerstijlen zijn leerlingen ook verschillend ontwikkeld. Denk hierbij aan cognitief gericht, sociaal-emotioneel gericht, fijne motoriek of een meervoudige intelligentie. De verschillen in leerstijlen en competenties zijn daarom dan ook zo geschikt om in kleine groepjes te werken op het gebied van onderzoekend/ontwerpend leren. Door groepjes te vormen met verschillende leerstijlen en competenties, kunnen leerlingen elkaar aanvullen.

6

Page 7: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Onderzoekend en ontwerpend leren is meer dan het doorgeven van feiten instructies uitvoeren van proefjes. Hiermee krijgen de leerlingen een kennisbasis en zijn ze in staat om een nieuwsgierige houding te ontwikkelen, bepaalde concepten te ontwikkelen en zich een beeld te vormen van de aard van wetenschap en techniek en hoe hiermee in de maatschappij mee wordt omgegaan. Echter gaan onderzoeken in de basisschool meer over ‘iets uitzoeken’. Rol van de leer is ook essentieel bij onderzoekend leren omdat deze begeleiding en het onbewust onderzoeken van de leefwereld wel reëel is in de basisschool.

Door leerlingen een gestructureerd programma aan te bieden, wordt de omgeving erdoor overzichtelijker en kunnen ze gerichter kijken. Leraren kunnen hier goed bij helpen doordat ze lln kunnen uitdagen om bestaande ideeën in te wisselen in nieuwe ideeën.In de huidige maatschappij moeten leerlingen later ook dingen uit- en onderzoeken. In deze tijd maken mensen meer hun eigen keuzes dan vroeger. Een onderzoekende houding is tegenwoordig een vereiste om in deze samenleving te ‘overleven’.

Pabo Arnhem & KWTG zetten de onderzoekende houding op de kaart:“Wat is W&T?”Bij wetenschap en techniek wordt er nog heel veel aan harde techniek gedacht: stevige constructies, tandwielen en katrolien, excursies naar de bouw. Er is intussen echter veel veranderd. Er heeft een verbreding plaatsgevonden naar wetenschap en onderzoekend en ontwerpend leren. Het gaat er niet om dat kinderen na acht jaar basisschool een leergang stevige constructies of solderen hebben doorlopen, het gaat erom dat ze kunnen denken en handelen als onderzoekers en ontwerpers. Natuurlijk doe je daarbij kennis op en heb je daarvoor kennis nodig. Inhoudelijke kennis, gebaseerd op de kerndoelen, maar ook kennis t.a.v. onderzoeks- en ontwerpvaardigheden. Naast kennis en vaardigheden zijn houdingsaspecten cruciaal. Opmerkzaam zijn en vragen stellen, willen begrijpen en doorgronden, initiatieven nemen, streven naar innovatieve ideeën en kritisch willen zijn; dit zijn allemaal eigenschappen die horen bij een onderzoekende houding en eigenschappen waar de maatschappij van de toekomst om vraagt.

Scholingstraject ‘Onderzoekende houding’ nader bekekenDe kennismaking met de onderzoekende houding kan soms confronterend zijn, omdat men vrijwel altijd het belang ervan onderstreept en tegelijkertijd ziet dat het huidige onderwijs hier niet altijd een positieve bijdrage aan levert. Veel scholen beamen daarbij dat het leren uit een boek alleen niet beklijft, bovendien ziet men dat de betrokkenheid niet altijd groot is. Onderzoekend leren kan een plaats krijgen in ieder schooltype en in verschillende onderwijssituaties. Een methodeles kan onderzoekend worden gemaakt door hem uit te voeren volgends de didactiek van het 7 stappenplan (hieronder weergegeven), maar ook in de inrichting van ontdekhoeken of ateliers kan dusdanig vormgegeven worden dat er onderzoekend leren plaats vindt.

Onderzoekend leren Ontwerpend lerenConfrontatie: Probleem vaststellen:

Verkennen: Verkennen:

Opzetten experiment: Ontwerpvoorstel maken:

Uitvoeren experiment: Ontwerpvoorstel uitvoeren:

Concluderen: Testen en evalueren:

Presenteren resultaten: Presenteren:

Verdiepen: Verdiepen:

De onderzoekende houding stimuleren? Wat is hiervoor nodig?De ervaring is dat het op alle scholen mogelijk is de onderzoekende houding te stimuleren. Naast het werken met de didactiek van onderzoekend leren zijn er enkele aspecten van onderwijs te noemen die

7

Page 8: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

bijdragen aan de ontwikkeling van een onderzoekende houding bij kinderen, maar in de eerste plaats bij de leerkrachten.Er moet ruimte en tijd zijn om aan eigen onderzoeksvragen te werken. Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd creëren om kinderen aan eigen onderzoeksvragen te laten werken.

Onderzoekend leren; kennis blijft belangrijkRecent onderzoek naar hersenfuncties en cognitief functioneren heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd, zoals het belang van motivatie bij het leren. Persoonlijke motivatie en emotionele betrokkenheid zijn belangrijke inspiratoren die bepalen of onze hersenen iets nieuws al dan niet opslaan. Prikkels die niet belangrijk zijn, worden niet vastgelegd. Juist bij onderzoekend leren is er sprake van persoonlijke motivatie en emotionele betrokkenheid, al dan niet bewust opgeroepen door concrete ervaringen en materialen.Onderzoekend leren betekent echter niet dat de leerlingen het zelf maar uit moeten zoeken. Niets is minder waar! Uit hetzelfde hersenonderzoek blijkt dat pas in de leeftijd van ongeveer zestien tot ruim na het twintigste jaar zich de eest complexe hersenfuncties ontwikkelen: structureren die te maken hebben met planning en organisatie, met prioriteiten stellen en het opdelen van taken in deeltaken leren. Dit is essentieel bij het maken van verantwoorde keuzes. Ook kennis is nodig tot goede keuzes te komen. Bij onderzoekend leren gaat het aanleren van strategieën en procedures dus hand in hand met adequate kennis om ze op toe te passen. Dit impliceert dat de rol van de leerkracht essentieel blijft voor het verwerven van kennis, inzichten en vaardigheden. De leerkracht moet hierbij ook actief sturen, prikkelende vragen stellen en het kind helpen om relevante en verantwoorde keuzes te maken. Maar ook voor de leerkrachten geldt: kennis blijft nodig om de goede keuzes te maken. Eigen kennis kun je ontwikkelen en (van tevoren) bewust opdoen, wanneer je een focus hebt op het geen geleerd gaat worden. Ook leerkrachten kunnen niet alles van alles weten en kunnen kinderen dus ook niet stante pede ondersteunen bij het verwerven van kennis, inzichten en vaardigheden bij allerlei willekeurige onderwerpen. Zelf het onderwerp verkennen als leerkracht is dan ook essentieel bij het behalen van succes en leerervaringen.

Geïnspireerd door Reggio Emilia, maar wat betekent dat voor een Nederlandse basisschool?Het kindbeeld ligt ten grondslag aan de visie op leren en het idee van educatie. Richtinggevend hierbij is:

- Ontwikkeling als individu en ontwikkeling in de groep- Sociaal constructivisme als grondlegger (Dewey, Bruner)- Kennis is niet los te zien van een sociale context- Een leerproces is individueel, voor iedereen anders, maar altijd in een (sociale) context- Leren is geen lineair proces- Uitwisseling met anderen is fundamenteel- Hoe wordt geleerd i.p.v. wat- Een kind beschikt over 100 talen

Kindbeeld:- Het kind is competent vanaf de geboorde om relaties aan te gaan.- Het kind is vanaf de geboorte voorbestemd tot interactie.- Het kind beschikt over een plastisch brein dat beïnvloedbaar is door de omgeving.- De eerste 6-8 jaar zijn de hersenen het meest ontvankelijk en vruchtbaar.- Ieder kind leert op z’n eigen manier en hanteert z’n eigen strategieën.

Men gaat uit van 3 pedagogen, de kinderen leren van zichzelf en elkaar; de eerste pedagoog. Er wordt geleerd met en door de volwassene en de omgeving, de tweede en derde pedagoog. De groepsleerkrachten moeten door nauwkeurig observeren van kinderen begrijpen en zich afvragen hoe ze hen kunnen ondersteunen. De onderwerpen waaraan gewerkt wordt, worden breed verkend, waarbij groepsleerkrachten zichzelf vragen stellen, zij zijn voortdurend op zoek naar verbreding en verdieping en doen zo eigen kennis op voor de onderwerpen. Dit gebruiken zij om voorspellingen te kunnen maken. Deze hypotheses maken dat leerkrachten voorbereid zijn op de activiteiten van kinderen en hierop in kunnen spelen. Voortdurend maken zij de processen zichtbaar in documentatie. Deze dienen als basis voor de gezamenlijke reflectie waarin men terugkijkt op de processen en activiteiten en op basis waarvan men tot vervolgactiviteiten komt. Dit proces noemt men de pedagogische cyclus: kijken en luisteren > onderzoeken en documenteren > reflecteren, interpreteren en plannen maken.

8

Page 9: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Eigen verkenning: Het goed organiseren van het onderwijs en begeleiden van kinderen hierin, kan niet zonder eigen verkenning. Welke mogelijkheden heeft het onderwerp? Welke (kern)doelen moeten we behalen, welke kunnen we behalen? Wat is er betekenisvol en boeiend voor de kinderen? Wat weet ik zelf van het onderwerp, kunnen we gebruik van elkaar expertise? Welke materialen zijn geschikt voor het doen van onderzoek? Hoe kunnen we gebruik maken aan de voorkennis van de kinderen?

Pedagogische cyclus: Door zelf inhoudelijk de onderwerpen te verkennen, samen te denken over de inhoudelijke activiteiten en materialen en hier voorspellingen over te doen, is het makkelijker de focus te houden en voorkomen we dat projecten te breed worden en de doelen niet behaald. Maar ook frequent terugkijken levert veel op. Waarom zijn de opbrengsten van een (start) activiteit niet wat we ervan verwachtten? Hadden we echt toch anders moeten inrichten, waren de aangeboden materialen wel zorgvuldig uitgekozen? En welke interventies moeten we nu plegen om een goed vervolg vorm te geven? Onmisbaar bij deze reflectie is hetgeen de kinderen te vertellen hebben. Door goed te observeren en vast te leggen wat de kinderen doen, zeggen en denken wordt inzicht verworven in het leerproces en in wat er nodig is dit te faciliteren en waar nodig te regisseren.

De ruimte voor de derde pedagoog: Met de inrichting van de ruimte en de materalen kun je de leervragen van kinderen oproepen en sturen en het onderzoek ondersteunen.

Documenteren: Het maken van foto’s en het opschrijven van opmerkingen, vragen en bevindingen van kinderen ondersteunt het proces van bewustwording, reflectie en het bepalen van de voortgang. Het dwingt je als leerkracht ook af en toe letterlijk een stap achteruit te doen, het proces even geheel aan de kinderen over te laten en jezelf tijdelijk buiten het proces te plaatsen. Deze rol van de leerkracht zijn de kinderen vaak nog niet gewend, waardoor ze voortdurend een beroep op je doen. Observeren en documenteren dwingt de kinderen dus ook onderling de interactie aan te gaan, de vragen aan elkaar te stellen en conclusies met elkaar te delen.”Uit het artikel: Pabo Arnhem & KWTG zetten de onderzoekende houding op de kaart! OSPA Bulletein van mei 2010. Auteurs: Janneke van ’t Einde en Linda Hollink.

Reden dat we voor dit artikel gekozen hebben is omdat het duidelijk maakt hoe je de onderzoekende houding kunt inzetten in de klas, waarom een onderzoekende houding belangrijk is en wanneer je een onderzoekende houding kunt gebruiken. Daarbij wordt er duidelijk en praktisch verteld wat jij als leerkracht voor een gedrag moet vertonen. Ook komt de samenwerking tussen leerkrachten (leerkrachten – student) naar voren en omdat daar in onze keuzelijn een nadruk op wordt gelegd vonden wij dit daarom ook een goed artikel om toe te voegen. Tenslotte komt goed naar voren de achtergrond, inspiratie en doelen van een onderzoekende leerling en leerkracht naar voren.

Opbouw van de methode ‘Uit de kunst’De methode ‘Uit de kunst’ is thematisch van opzet. Er is gekozen voor 8 wereld oriënterende thema’s die aansluiten bij de directe leefwereld van de kinderen. Deze 8 thema’s staan in elk leerjaar centraal.

In ‘Uit de kunst’ is gekozen voor een breed aanbod van materialen en technieken. De belangrijkste materialen en technieken komen elk jaar weer terug. Op deze wijze worden de kennis en de ervaring die de leerlingen hebben opgedaan, steeds verder uitgebreid. Bij de uitwerking van de leerinhouden komen alle kerndoelen in een geleidelijke opbouw gedurende alle leerjaren aan bod.Het groepsboek bevat 4 uitgewerkte lessen voor tekenen en 4 uitgewerkte lessen voor handvaardigheid. Het ideeënboek is opgezet als bronnenboek waaruit de leerkracht zelf een selectie kan maken, zowel uit thema lessen als algemene lessen.

De lessen sluiten aan bij deze doelen:- Doelen betreffende de inhoud of voorstelling- Doelen betreffende de vormgeving- Doelen betreffende materialen en technieken- Doelen betreffende beschouwing- Doelen betreffende techniek

Bron: Uit de kunst. Opbouw van de methode. Uitgeverij : Delubas educatieve uitgeverij

9

Page 10: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Lesideeën groep 1/2

Les 1 – Basisplan ‘Sneeuwvlokjes’Het is winter.. Wat ligt er buiten? Sneeuw!

Titel SneeuwvlokjesGroep 1 - 2 Onderwerp: Kerst, sneeuw, winter, vlokjes Vlak/ruimtelijk RuimtelijkBeeldaspect Vorm, textuur, decoratieMateriaal/techniek Ijsstokjes, lijm, crêpepapier, touwType les Vormgeven naar voorstelling Vakgebied Beeldende vorming en techniek, natuur

BASISPLAN vakgerichte doelenOpdrachtDe beeldende probleemstelling

De kinderen maken een ijskristal van ijsstokjes en crêpepapier. Ze proberen hem allemaal verschillend te maken omdat geen enkel sneeuwvlokje hetzelfde is.

Betekenis De kinderen leren over de sneeuwvlokjes dat ze allemaal een andere vorm hebben en misschien zelfs een andere kleur.

Vorm De kinderen kijken goed naar de plaatjes van sneeuwvlokjes en zien verschil hiertussen. Dit kunnen ze straks vormgeven door de ijsstokjes op verschillende manieren aan elkaar vast te lijmen.

Materiaal De kinderen doen ervaring op met gekleurd crêpepapier en lijm op ijsstokjes. Voor het lijmen van fijne onderdelen kan een satéstokje worden gebruikt.

Beschouwing De kinderen leren kijken naar de samenstelling van sneeuwvlokjes. Ze zijn alert op variaties daarin en kunnen verschillen benoemen.

Werkwijze De kinderen breiden hun vaardigheden uit op het gebied van scheuren en lijmen. Ze leren texturen aanbrengen door in zekere mate de crêpepapier op de ijsstokjes te plakken.

Onderzoek De kinderen leren zoeken verschillen in de ijskristallen en sneeuwvlokjes, waardoor we allemaal verschillende sneeuwvlokjes krijgen.

LES/ PROCESFASEN een korte handleiding Introduceren ‘Wie van jullie weet in welk seizoen we nu zitten? Inderdaad, de herfst. Maar die is al bijna weer afgelopen. Welk seizoen komt daarna? De winter, daar gaan we over werken. Welke dingen horen allemaal bij winter, wat zie je allemaal in de winter?’ Nu komen een aantal ideeën en uiteindelijk moeten ook ijskristallen en sneeuwvlokjes wel genoemd worden. Hier kan dan op doorgegaan worden. ‘Hoe zien sneeuwvlokjes eruit? Ik heb hier een aantal voorbeelden.’ Kijk met de kinderen naar de afbeeldingen van de verschillende sneeuwvlokjes, benoem de verschillen.Informeren De kinderen hebben de verschillen benoemd van de verschillende sneeuwvlokjes. Waar bestaat sneeuw eigenlijk uit? ‘Hebben jullie wel eens lang sneeuw in je hand gehad? Wat gebeurt er dan? Dan smelt het, wat heb je dan in je hand? Inderdaad, water. Sneeuw bestaat uit water, maar dan is het bevroren.’

10

Page 11: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Instrueren ‘Wat gaan wij nou doen? Wij gaan ook zulke mooie sneeuwvlokjes maken! Wat zien jullie allemaal liggen?’ Benoem de materialen die op tafel liggen en vertel waar ze voor zijn. Hierna laat je met behulp van de voorbeelden nog een keer de verschillen zien zodat de kinderen weten dat er geen sneeuwvlokje hetzelfde is. Hierna maak je zelf een voorbeeldje terwijl de kinderen ernaar kijken, benadruk wel dat het niet de bedoeling is dat ze je namaken aangezien alle sneeuwvlokjes verschillend moeten zijn. Ieder ontwerpt eigenlijk zijn eigen sneeuwvlokje.UitvoeringsfaseHierna krijgen de kinderen allemaal materialen die ze nodig hebben. Ze krijgen zes ijsstokjes en mogen zelf weten hoe ze deze op elkaar plakken, als het maar op een sneeuwvlokje lijkt. Zorg ervoor dat de voorbeelden erbij liggen, zodat ze kunnen kijken hoe het er ook alweer uitziet. Benadruk steeds dat geen sneeuwvlokje er hetzelfde uitziet.Als de stokjes op elkaar geplakt zijn gaan we kleine stukjes scheuren van crêpepapier en dit plakken we erop. Zorg dat de kinderen niet teveel lijm gebruiken omdat het dan erg nat wordt. Laat ze zien dat ze maar een klein druppeltje nodig hebben en dat ze dit op het stokje (!) smeren en niet op het papier. Hierna laten ze het werkje even drogen en gaan ze iets anders doen.Hang samen met de kinderen de werkjes in de boom met behulp van een touwtje. Nabeschouwingsfase Kijk samen met de kinderen naar de resultaten en vraag aan de kinderen wat ze opvalt. Als het goed is moeten er veel verschillende sneeuwvlokjes gemaakt zijn. Kijk naar de verschillen en misschien zie je ook een paar dezelfde. Versier de boom eventueel met wat watten voor een leuk sneeuweffect.

11

Page 12: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Les 2 – Iglo’s bouwen

Basisplan Doelstellingen

Betekenis De kinderen leren in deze les de wijze waarop een iglo wordt gebouwd. De kinderen kijken hierbij naar illustraties van iglo’s en de Noordpool. Zij krijgen een indruk van het leven van de Eskimo’s die in iglo’s wonen. Dit onderwerp sluit aan bij het thema Winter dat wordt gebruikt in de keuzelijn.

Vorm De kinderen leren dat er meerdere vormen en mogelijkheden zijn om een huis te bouwen. Een huis is niet altijd van steen, maar kan dus ook van ijs zijn. Ook zien de kinderen dat een iglo van boven rond is en zij gaan ervaren dat het niet gemakkelijk is om een rond huis te bouwen.

Materiaal De kinderen doen ervaring op met het materiaal piepschuim. Ze kunnen hieraan voelen, ruiken en ze gebruiken het materiaal voor het maken van een iglo.

Beschouwing De kinderen kijken naar platen van iglo’s, de Noordpool en grote ijsvlaktes. Hierbij kijken ze naar de structuur van de iglo’s en van het ijs. De kinderen kunnen veel ideeën op doen uit deze platen en ze kunnen daarbij een eigen beeld vormen van een iglo.

Onderzoek De kinderen experimenteren en onderzoeken het materiaal en de dingen die je daarmee kunt doen en maken. Is het materiaal bijvoorbeeld buigbaar of brokkelt het af?

Werkwijze De kinderen leren voorzichtig om te gaan met piepschuim, omdat piepschuim een kwetsbaar materiaal is maar wel een bewerkelijk materiaal.

Inleiding: (Oriëntatie)Voorbereiding: de leerkracht bereidt de les voor door de benodigde materialen klaar te leggen. (Wit karton, piepschuim (stukken), lijm, kwastjes, lijmmatjes)

Introduceren: De leerkracht introduceert de les door middel van een kort versje*.

Informeren:De leerkracht stelt vragen over het versje: - Wat is een witte winter?- Waar sneeuwt het altijd?- Wie leven er bijna altijd in de sneeuw? - Waar leven die mensen dan in? In een huis?- Hoe ziet een iglo eruit? Rond, vierkant, lang of kort?Ook laat de leerkracht platen zien van iglo’s**. De leerkracht laat de kinderen even kort kijken naar deze platen.De leerkracht laat de kinderen praten over de verschillende platen. Hoe is een iglo gebouwd? Staan alle blokken recht op elkaar of verspringen de blokken? De leerkracht spoort de kinderen aan om na te denken over de bouwtechniek van de iglo door vragen te stellen. De leerkracht geeft in de inleiding aan wat zij/hij van de kinderen verwacht (zie leerdoelen kinderen).

Instrueren:De leerkracht vertelt aan de kinderen wat ze gaan doen. De leerkracht laat de materialen zien en vertelt daarbij dat de kinderen een iglo gaan maken en dat ze zelf mogen beslissen hoe ze dit gaan doen. De kinderen mogen daarbij lijm gebruiken, om de verschillende stukken piepschuim aan elkaar te maken.

12

Page 13: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Kern: (Uitvoering)De leerkracht geeft aan dat de kinderen mogen beginnen.

Observeren:De leerkracht observeert hoe de kinderen te werk gaan. Is de instructie duidelijk geweest? Is de opdracht op het juiste niveau en hoe gaan de kinderen te werk? Zijn er eventueel kinderen die extra begeleiding nodig hebben of extra instructie bij de opdracht? Hierdoor krijgt de leerkracht zicht op de omanier waarop een kind individueel een vormgevingsproces doorloopt.

Begeleiden:Vanuit het observeren kan de leerkracht de kinderen de juiste begeleiding beiden. Door het observatie moment hebben de kinderen wel de tijd gehad om zelf even aan te rommelen, maar wanneer een kind echt niet verder komt is begeleiding zeer gewenst. Geef het kind zo nodig tips waardoor het verder kan. Bijvoorbeeld wanneer de iglo’s blokken niet goed blijven zitten: Houd de blokken iets langer vast waarop je de lijm de tijd geeft om te drogen en het blok er niet meteen van af valt.

Afronden:Bij het afronden van de opdracht geeft de leerkracht aan wat de kinderen moeten doen met het werkstuk wanneer ze klaar zijn, wanneer ze klaar zijn en wat ze moeten doen met hun tafel.De leerkracht geeft aan dat het werkstuk op de tafel mag blijven staan. De iglo is af wanneer hij helemaal dicht is. De tafel mag opgeruimd worden en daarna mag het kind een andere keuze opdracht gaan doen.De werkstukken kunnen dan nog goed drogen en vervolgens kan er een plek voor worden gezocht in de klas.

Afsluiting: (nabeschouwing)Nabespreken/Evalueren:De leerkracht stelt de volgende vragen aan de kinderen:- Wat vond je ervan?- Hoe ben je begonnen?- Wat waren je eerste ideeën en plannen?- Waarom heb je dat zo gemaakt?- Vind je dat het goed is gelukt? - Zie je veel verschillen tussen de iglo’s?- Vond je het moeilijk/gemakkelijk? En waarom?Dit gebeurt individueel met het kind, omdat niet alle kinderen tegelijkertijd klaar zijn. Aan het einde van de les wanneer iedereen in de kring zit, kijken we allemaal samen (ook de kinderen die geen iglo’s hebben gemaakt) naar de werkstukken en bekijken we de verschillen.Bron: Onna, van J, Jacobse, A. (2001) Laat maar zien. Plaats:Groningen. Uitgeverij: Wolters Noordhoff

13

Page 14: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Lesideeën groep 3/4

Les 1 – Basisplan ‘De huizen in de nacht’ Buiten is het donker en een beetje guur. Het is gezellig in huis, de lichtjes branden achter de ramen. Als je naar buiten kijkt, zie je de maan schijnen boven de daken van de huizen.

Titel Zie de maan schijnt…Groep 3 - 4 Onderwerp: Sinterklaas, nacht, straat, verlichting Vlak/ruimtelijk Vlak Beeldaspect Kleur (lichtdonker) en compositie Materiaal/techniek Tekenen met waskrijt Type les Vormgeven naar voorstelling Vakgebied Mens en samenleving

BASISPLAN vakgerichte doelen Opdracht Met waskrijt teken je een straat met allemaal huizenDe beeldende probleemstelling naast elkaar. Het is nacht. De lucht is donker maar de

maan schijnt helder. Deze heeft een lichte kleur. In de huizen is het gezellig: achter de ramen brandt bijnaoveral licht.

Betekenis De nacht is altijd spannend voor kinderen, overal is het donker. De kinderen leren dat de maan veel lichtkan geven. Ook leren de kinderen dat het binnen lichtkan zijn.

Vorm Ze leren dat vormen van gevels en straten globaal lineair kunnen worden weergeven. De aandacht is daarna vooral gericht op het lichtaspect.

Materiaal De kinderen doen ervaring op waskrijt op tekenpapier. Mogelijk gebruiken ze daarnaast een tissue.

Beschouwing Ze leren kijken naar nachtelijke taferelen. Ze ontdekken hoe het licht tegen het donkere gaat. Ze kijken naar werk van anderen en leren over de wijze waarop lichtjes in de huizen zijn bij nacht.

Werkwijze De kinderen kleuren alles stevig in met waskrijt. De lampen en maan kleuren ze met een lichte kleur, de rest is allemaal erg donker. Ze zorgen ervoor dat er

geen stukje van het tekenvel meer te zien is Onderzoek Ze onderzoeken tekenend houdingen. Ze zoeken naar

de versteking van licht en donkereffecten door het aanbrengen van toonvlakken. Ook zoeken ze naar klein/groot indelingen voor ruimtelijkheid.

LES/ PROCESFASEN een korte handleiding Organisatie Lesduur: ca. 60 minuten

Per kind nodig: Een stevig tekenpapier (min. 120 grs.) op A4 formaat

Waskrijt Introduceren In de introductie wordt er een verhaal voor de kinderen voorgelezen. Het gaat over sinterklaas die samen met zijn piet op de daken loopt. Het is donker buiten maar binnen ziet hij nog lampjes branden en de maan schijnt buiten erg mooi. Na afloop bespreek ik het verhaal met de kinderen. - ‘Hebben jullie ook wel eens zoiets gezien?’

- ‘Hoe zag het eruit?’

14

Page 15: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Informeren Na het verhaal verdiep ik me samen met de kinderen in ‘de geheimzinnige kleuren van de nacht’, veroorzaakt door maan en de lampjes binnen. Zie foto’s beeldrijke start. Kijk met de kinderen naar de afbeeldingen van maanlicht:- Welke kleur heeft de maan? (wit, licht geel)- En de krans? (verloopt van de kleur van de maan naar die van de hemel)- En de nachtelijke hemel? (blauw, paars, diep ultramarijn) - Hoe ziet het er in de huizen uit? Instrueren Nu is straks de vraag hoe de nacht eruit ziet en wat je in de huizen nog ziet. Het lijkt heel moeilijk, maar het gaat helemaal goed komen. - Kijk, je neemt straks je tekenpapier in de breedte voor je. - Je bedenkt een denkbeeldige middenlijn. - Op het bord zie je waar deze ongeveer zit. - Je tekent eerst dun allemaal huizen of flats, kijk maar naar het bord. - Hierna teken je grote of kleine ramen in de huizen. - Als je huizen helemaal klaar zijn, teken je de maan. Je mag zelf weten of het een volle of een halve maan is en waar de maan zit. - Je weet nu precies wat een lichte kleur moet en wat een donkere kleur moet hebben. Je kunt de vormen lekker inkleuren. - Je krijt heel het blad vol. Ik wil geen witte stukjes meer zien. - Om de zijkanten te kleuren krijg je extra papiertje, zo teken je niet op de tafels. Uitvoeringsfase De kinderen gaan aan de slag met de oefening. - Geef aan dat het erg belangrijk is dat je zorgt dat je een schoon krijtje hebt. - Help hen waar nodig door de stapjes nog een keer mondeling te herhalen. - Laat ze even de tijd nemen om van alles uit te proberen. - Als ze alles dun geschetst hebben, kunnen ze echt beginnen. - Geef aan dat de lucht het best eerst licht opzet kan worden. (dan te donker)- Geef aan dat een werkstuk nooit ‘verknoeid’ is omdat het jouw eigen werk is. - Pas op dat de kinderen niet te lang op een plek krijten en het papier scheurt. - Leg het werk tussentijds even stil om de kinderen bij elkaar te laten kijken. Overweeg met hen wanneer een werkstuk ‘klaar’ is. (dat is als alles is dicht gekrijt) - Laat ze steeds verder naar details toewerken in steeds donkere tonen. Nabeschouwingsfase Als het werk helemaal klaar is kan de nabeschouwing plaats vinden. Een plek op het prikbord of aan de muur zou mooi zijn. Laat drie kinderen aan het woord over tekeningen die hen opvallen. Laat ze vertellen over de sfeer/de gebeurtenis in de tekening en waarom hen die tekening opvalt. Bespreek met de kinderen kort wat criteria waarover ze hebben geleerd in deze lessen. Wat is er te zien van (geef daarbij beurten door en laat ze in werkstukken de genoemde verschijningen aanwijzen):- Licht van de maan- Contour van de huizen- Ramen van de huizen - Licht in de huizen - Kleurverloop Laat een (ander) drietal iets vertellen over hun aanpak en hoe het is geworden. Op welke tekening is het erg spannend en eng? Of welke tekening is betoverend mooi of juist heel apart? Eindig met complimenten van de kinderen naar elkaar.

15

Page 16: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Les 2 – Basisplan ‘De Grote Sterrenman’Eefje zucht. ‘Oke,’ zegt ze. ‘Jij je zin. De sterren worden vastgehouden door de Grote Sterrenman.’ ‘Zie je wel,’ zegt Dolf tevreden, ‘ik wist het wel. En hoe ziet die Sterrenman eruit?’ ‘Dat weet ik niet, ik heb hem nog nooit gezien. Maar hij moet in ieder geval heel grote handen hebben, want er zijn zoveel sterren die hij moet vasthouden dat…’

Titel De Grote Sterrenman Groep 3 - 4 Onderwerp: Sterren, donkere hemel, licht Vlak/ruimtelijk Vlak Beeldaspect Vorm en kleur Materiaal/techniek Het buigen van ijzerdraad en beplakken met

cellofaan papier Type les Voorstelling Vakgebied Beeldende vorming en techniek.

BASISPLAN vakgerichte doelen Opdracht We hebben het nu al een aantal lessen over de nacht De beeldende probleemstelling gehad. We hebben alleen nog geen sterren gemaakt. Dat

gaan we vandaag doen. Betekenis De kinderen leren de vorm van een ster te tekenen.

Dit kan op verschillende manier. Welke manier vind jij het makkelijkste?

Vorm De vorm die deze les vooral aanbod komt is de ster. Een ster met 5 punten. De kinderen leren ook hoe je iets kan uitdrukken in vorm en kleur: strepen, vegen, vlekken, stippen en spatten.

Materiaal De kinderen doen in de eerste ervaring op met bordkrijt op zwart tekenpapier.

Beschouwing De kinderen leren hun fantasie te gebruiken en deze vorm te geven op papier.

Werkwijze De kinderen tekenen met bordkrijt hun Sterrenman. Ze kunnen het krijt uitvegen waardoor er mooie effecten ontstaan. De kinderen kunnen ook kleuren door elkaar gebruiken.

Onderzoek De kinderen onderzoeken de vorm van een ster. Ze gebruiken hiervoor hun fantasie voor de Sterrenman. Ze ontdekken wat ze allemaal met het bordkrijt kunnen doen.

LES/ PROCESFASEN een korte handleiding Organisatie Lesduur: ca. 60 min

Per kind nodig: Zwart A4 papier en bordkrijt.

Oriëntatiefase IntroducerenIn de introductiefase wordt het verhaaltje van de sterrenman voorgelezen.

Eefje zucht. ‘Oke,’ zegt ze. ‘Jij je zin. De sterren worden vastgehouden door de Grote Sterrenman.’ ‘Zie je wel,’ zegt Dolf tevreden, ‘ik wist het wel. En hoe ziet die Sterrenman eruit?’ ‘Dat weet ik niet, ik heb hem nog nooit gezien. Maar hij moet in ieder geval heel grote handen hebben, want er zijn zoveel sterren die hij moet vasthouden dat…’

- Zet met de kinderen een eenvoudige verhaallijn op. - Laat ze eerst reageren op wat ze zien en kort hun eigen ervaringen verwoorden.

Informeren Ga met de kinderen in op de Grote Sterrenman. Laat alle kinderen hun ogen dichtdoen en vraag een aantal vragen aan de kinderen.

- Hoe ziet jou sterrenman eruit?

16

Page 17: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

- Hoeveel armen en benen heeft jou sterrenman? - Waar zitten zijn ogen en wat heeft die aan?

Laat de kinderen kort wat ervaringen vertellen. Leg het accent op hoe dat eruit zag.Instrueren ‘Dat weer kun je prachtig tekenen met krijt op papier; ’bordkrijt’. Kijk maar eens wat je er allemaal mee kunt doen!’ Neem een vel papier en het krijt en toon wat techniekvoorbeelden, bijvoorbeeld het vegen. Bij het instrueren worden ook een aantal verschillende manieren uitgelegd om een ster te tekenen. Uitvoeringsfase Je kunt de instructies tussendoor aan de tafel met de kinderen herhalen. - Tekenen met de punt van het krijt en met de zijkant worden afgewisseld met vegen. Wit als basis werkt lekker. Daarna kunnen er allerlei kleuren doorheen worden gemengd, arcerend en vegend.

- Nodig ze uit lekker met het krijt te experimenteren. - Laat ze zelf de verhaallijn van het avontuur van de grote sterrenman voorzetten en

meebeleven. - Daarmee stuur je hun experimenten aan en stimuleer je het associëren. - Kijkend naar de resultaten van hun onderzoek interpreteren ze de effecten in krijt. - Nodig ze uit een eenvoudige voorstelling te tekenen van de sterrenman en arceren. - Laat ze ervaren dat vlekken, uitstrekken van de vormen krassen, stippen, strepen, en vegen

werken als weergave van versiering. - Doe af en toe zelf een handeling voor op een kladblaadje. - Als het te onduidelijk wordt tekenen ze de vormen er weer duidelijker in. - Neem tussendoor de tijd om de kinderen elkaar hun vondsten te laten zien. - Stimuleer ze ontdekkingen van anderen ook in hun tekening uit te proberen.

- Als ze klaar zijn kunnen ze hun tekening wegleggen, hun spullen opruimen en handen gaan wassen. NabeschouwingsfaseVorm een kring. De kinderen leggen de tekening voor zich op de grond. Vraag wie er wil vertellen over zijn tekening. Neem dan zelf de tekening en houdt die goed zichtbaar voor de groep, terwijl de maker ernaast staat. - Wat heb je gemaakt?

- Wat is er te zien? - Hoe heb je het krijt gebruikt?

De kinderen verglijken hun werk met dat van anderen. Ook in de nabespreking kun je de verhaallijn van De Grote Sterrenman gebruiken. Houd er rekening mee dat sommige tekeningen weinig herkenbare aanknopingspunten hebben. Laat dan zien dat je kleuren/vormen/vlekken steeds opnieuw kunt interpreteren.

17

Page 18: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Les 3 – Basisplan ‘De sterren in de nacht’Nu we al een aantal weken over de nacht bezig zijn gaan we vandaag de sterren van de nacht maken. Wie weet er nog wat we de allereerste les hebben gemaakt? En waar moesten we op letten? En de tweede les, wat hebben we toen gedaan?

Titel De sterren van de nacht Groep 3 - 4 Onderwerp: Sterren, donkere buiten, kleur, nacht Vlak/ruimtelijk Ruimtelijk Beeldaspect Vorm, kleur en compositie Materiaal/techniek Tekenen en vegen met bordkrijt op

tekenpapier Type les Vormgeven naar fantasie Vakgebied Aardrijkskunde en beeldende vorming

BASISPLAN vakgerichte doelen Opdracht ‘En hoe ziet die Sterrenman eruit?’ Nadat het verhaal De beeldende probleemstelling is voorgelezen bedenken de kinderen hoe hun

sterrenman eruit ziet. De kinderen tekenen met krijt hun Sterrenman op zwart papier. De kinderen onderzoeken de effecten van het tekenen en vegen.

Betekenis Sterren zijn mooie vormen. Hoe kunnen wij ze nog mooier maken?

Vorm De vorm die deze les vooral aanbod komt is de ster. Een ster met 5 punten. Wanneer de kinderen snel klaar zijn kunnen ze ook andere vormen maken.

Materiaal De kinderen doen in de eerste ervaring op metijzerdraad. Hoe is het om dit te buigen en wat kan je er eigenlijk mee?

Beschouwing De kinderen leren dat ijzerdraad niet alleen gebruikt wordt om dingen mee te maken maar ook om bijvoor-beeld te gebruiken in een beeldende vorming les

Werkwijze De kinderen leren eerst het ijzerdraad in de vorm vaneen ster te krijgen. Hoe kan je dit het beste aanpakken? Hierna beplakken de kinderen het met doorzichtig folie en uiteindelijk beplakken ze het met gekleurd cellofaan papier.

Onderzoek De kinderen onderzoeken de vorm van een ster met ijzerdraad en kijken hoe ze het beste deze vorm kunnen krijgen.

LES/ PROCESFASEN een korte handleiding Organisatie Lesduur: ca. 60 min

Per kind nodig: IJzerdaad, doorzichtig folie en gekleurd cellofaanpapier.

Oriëntatiefase IntroducerenIn de introductiefase gaan we terug kijken op de vorige lessen. Wat hebben we allemaal gedaan en wat was de opdracht?

- Zet met de kinderen eenvoudig op wat we gedaan hebben. - Laat ze reageren en kort hun eigen ervaringen verwoorden.

Informeren Ga met de kinderen in op het ijzerdraad. Wat wordt er allemaal gedaan met ijzerdraad? Gebruiken jullie het zelf wel eens? En waarvoor? De kinderen krijgen een stuk ijzerdraad en mogen 5 minuutjes ontdekken wat ze ermee kunnen doen. Laat de kinderen kort wat ervaringen vertellen. Leg het accent op het buigen.

18

Page 19: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Instrueren Bij het instrueren wordt aan de kinderen uitgelegd wat ze deze les gaan doen. De kinderen buigen eerst een ster van het ijzerdraad. Leg uit hoe je het ijzerdraad het beste kan buigen en hoe je de hoeken van de ster goed in het ijzerdaad kan krijgen. (door middel van dubbelvouwen en uit elkaar halen) Hierna beplakken ze het met doorzichtig folie en uiteindelijk versieren ze het met cellofaan papier. De opdracht die erbij zit is dat de kinderen een gezichtje maken op de ster. Zo sluit het aan bij de sterrenmannetjes van vorige keer. Uitvoeringsfase Je kunt de instructies tussendoor aan de tafel met de kinderen herhalen.- Het maken van de ster gaat het makkelijkste door het puntje naar elkaar toe te vouwen en dan weer uit elkaar te halen.- Stimuleer het samenwerken van de kinderen. - Laat de kinderen de ster helemaal zelf ontwerpen. Wijs ze wel op het gezichtje van de sterrenman. - Wanneer ze het folie moeilijk om het ijzerdraad heen krijgen, leg de kinderen uit dat ze het kunnen in knippen en omvouwen. - Probeer op een prettige manier het tempo te verhogen. Laat kinderen die echt veel sneller werken tussendoor een achterblijver helpen. - Neem tussendoor de tijd om de kinderen elkaar hun vondsten te laten zien. - Bij het ruimtelijk maken en vastplakken kunnen de kinderen elkaar even helpen. - Kinderen die klaar zijn kunnen hun hele tafel schoon maken en de papiertjes die op de grond zijn gevallen opruimen. - Tijdens de eindfase wordt het een gezamenlijk project om het geheel af te krijgen. NabeschouwingsfaseVoor de nabeschouwing wordt een snoer met kerstverlichting als lijn in het lokaal opgehangen. Daaraan worden de werkstukken bevestigd. Dan wordt het lokaal verduisterd. Na een moment van bewondering wordt kort ingegaan op de verschillen. Dan krijgen enkele kinderen het woord over hun bevindingen:

- Wat vind je goed gelukt aan je eigen ster? Welke keuzes heb je gemaakt?- Welke ster van een ander valt je op?

- Welke verschillen zijn er tussen die van jou en anderen?

19

Page 20: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Les 4 – Basisplan ‘Wintermobiel’

Titel WintermobielGroep 4 Onderwerp: Winter Vlak/ruimtelijk Ruimtelijk Beeldaspect Vorm en compositie Materiaal/techniek Hout,ijzerdraad,linten,zaag,boor,tangen,scharen,

ontwerp-bladeren, houten planken onder boor, ondervloer,mobiel Type les Project van 4 lessen. ontwerpproces Vakgebied Techniek en beeldende vorming

BASISPLAN vakgerichte doelen Opdracht Hoe maak je een mobiel?

De kinderen maken een mobiel. Ze beginnen hierbij met een ontwerpblad, hierop komt precies te staan hoe het eruit moet zien en welke materialen ze nodig hebben, maar ook hoe ze het willen verbinden. Het is erg belangrijk dat de kinderen dit laatste goed bedenken tijdens het ontwerpen. Dit moet dus ook duidelijk zijn op hun ontwerpblad.

Betekenis De mobiel wordt gemaakt voor de tentoonstelling. Alle klassen hebben hun eigen opdracht met het thema winter. Deze word 13 januari aan ouders en andere kinderen getoond in de entreehal van de school. De kinderen maken versiering voor de school.

Vorm De kinderen moesten een mobiel maken. We hebben hier ingezoomd op de vormen van de figuren. Hoe laat je zien met alleen omtrek (geen vulling) wat het is. (pictogrammen) les 1 en 2 Compositie. (in kinderwerk. Bouw- en verbindingswijzen en decoratie) les 3 en 4. Al bij het maken van het ontwerp, moesten kinderen goed nadenken over verbindingen. Hoe zorg je dat het aan elkaar komt. Ze hebben hierbij zelf een materialen lijst gemaakt. Ik heb uitleg gegeven over evenwicht en heb het laten zien. Als je een plankje hebt en je wilt er 1 touwtje aan maken en het plankje moet recht aan het touwtje hangen, hoe moet ik het dan verbinden (midden)

Materiaal We hebben veel gebruiksmaterialen gebruikt. De gebruik- en verbruiksmaterialen zijn nieuwe materialen voor de kinderen. Deze worden dus ook goed geïntroduceerd. De materialen zijn door kinderen bedacht en verzameld. Ik heb voor de meeste gebruiksmaterialen gezorgd en de grote verbruikmaterialen (hout)Tijdens de ontwerpfase wordt er een materialenlijst gemaakt. Ik heb voor de les al een opzet gemaakt. Er wordt dan besproken welke materialen mogelijk zijn. We maken gebruik van boren en zagen. We zorgen voor een duidelijk instructie voor - en begeleiding tijdens de les. We geven duidelijk aan bij de kinderen dat ze verstandig moeten werken. Lukt het je niet alleen vraag dan hulp erbij.

Beschouwing Introductie. ’s Morgens hangt er een mobiel in de klas. ’s Morgens bespreken we alleen wat het is en waar we het nog meer zien. ’s Middags gaan we weer op die mobiel in en kijken nu naar hoe het gemaakt is. Ik laat d.m.v. een PowerPoint zien welke mobielen er nog meer zijn. Dan geef ik de uitleg van de opdracht. Ik bespreek nu stapsgewijs punten die van belang zijn voor het ontwerpen. Er staan plaatjes van mobiels op het bord. Ook liggen er foto’s in elk groepje. Verder laat ik een paar kinderen eerst een ontwerp op het

20

Page 21: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

bord tekenen.Dit bespreek ik dan met de klas. Ik laat de ontwerper (en de klas) nadenken over constructies (hoe maak je ze aan elkaar, van welk materiaal wil je het maken) De kinderen mogen zelf hun ontwerp maken.

Werkwijze We hebben het project in delen gesplitst. De eerste les word er besproken over mobiels. Hoe zijn ze gemaakt, waar zie je ze nog meer. Ook leggen we de eerste les de werkwijze uit. We hebben al overlegd hoe ze gemaakt zijn, dus de kinderen kunnen misschien al beter aangeven wat ze moeten doen. De opdracht wordt uitgelegd. De tweede les worden de pictogrammen gemaakt. Weer begint de les met een introductie. De inleiding van les 1 word herhaald. De derde les begint met het uitleggen hoe je gereedschap moet gebruiken. Hier neem ik de tijd voor. Het is belangrijk om de kinderen goed en duidelijk te leren hoe ze met gereedschap om moeten gaan. Veiligheid is hierbij erg belangrijk. Bij de laatste les word herhaal wat de regels bij het werken met gereedschap zijn. Kinderen mogen naar voren komen om te laten zien hoe je het goed moest doen. Als het niet klopt, laat je de klas helpen. Belangrijk is dat de regels weer worden opgefrist.Verder wordt er herhaald hoe je goed kan verbinden. Of wie liep ergens tegen aan in de vorige les.

Onderzoek Na de uitleg over het proces mogen kinderen zelf aan het werk. Hierbij gebruiken ze hun ontwerpblad. Kijk goed hoe je het wou hebben en wat moet je ervoor doen om het zo te krijgen. Ik loop rond om te begeleiden. Vraag de kinderen wat ze doen, wat ze nog moeten doen en hoe ze dat gaan doen. Kinderen moeten ook leren zelf te ontdekken als iets niet lukt en hiervoor een andere manier leren vinden. Ze hebben hun uitleg, de materialen en ontwerpblad. Ze kunnen zelf goed aan de slag.

21

Page 22: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Lesideeën groep 5/6

Les 1 – Bewegende sneeuwpoppen

Stap 1VouwstrookLijm

a. Pak de strook.

b. Vouw de stippellijnen en de plakrand.

Stap 2LiniaalPenPrikpenSatéstokje

a. Prik in het midden van het kruis een gaatje door je bakje met een satéstokje of prikpen.

c. Duw de gaatjes iets groter met een satéstokje als je het gaatje met een prikpen gemaakt hebt.

d. Haal de satéprikker eruit en leg deze weer naast je neer.

22

Page 23: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Stap 3SatéprikkerRietjeSchaar

a. Knip het bovenste stukje van het rietje af.

b. Prik met de prikpen of de satéprikker een gaatje in het rietje.

Stap 4Wit papierBekertjePotloodSchaar

a. Pak het witte stuk papier en teken net als op de foto de 4 rondjes op het vel. Als je dit gedaan hebt kun je deze uitknippen.

Stap 54 rondjesRietje

a. Pak het rietje en plak de 4 rondjes er bovenop net zoals op het voorbeeld te zien is. 2 rondjes aan de ene kant van het rietje en de andere 2 rondjes aan de andere kant.

23

Page 24: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Stap 6Wit papierPotloodSchaar

a. teken op je witte papier een bodem net zoals op het voorbeeld. Teken ongeveer in het midden een stip en een lijn net zoals op het voorbeeld. Je knipt over de lijn en knipt een klein rondje net zoals op het voorbeeld.

Stap 7Ijzerdraad: 1 mm Tang voor buigen Tang voor knippen

Knip 16 cm ijzerdraad af. Volg de lijn met ijzerdraad en buig een KRUKAS. Het ijzerdraad moet VLAK op tafel kunnen liggen.

Stap 8Tang

a. Zet de krukas in je bakje. b. Pak een tang. Buig links om.

24

Page 25: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Stap 9Gekleurd papierSchaarLijmstift

Nu mag je je sneeuwpop en het bakje gaan versieren met het gekleurde papier en watten.

Bezemsteel, hoed, neus, ogen, mond

Stap 10NiettangLijmstift

Zet de krukas in de laagste stand. Plak beide delen van het kuiken tegen elkaar met het rietje ertussen en zo laag mogelijk.

Kan de krukas draaien?Maak dan het kuiken stevig met een nietje op het rietje vast.

Lesideeën groep 7/8

Les 1 – Iglo’s maken

Vakgerichte lesdoelen

Beeldende doelen

De kinderen kunnen door middel van schuimblokken de constructie van een iglo maken.

Doelgroep: Bovenbouw

Activiteiten Korte beschrijving van de activiteit/opdracht

De leerlingen gaan met schuimblokken een iglo bouwen. Het is de bedoeling dat de blokken op en aan elkaar geplakt worden en dat er rekening gehouden

25

Page 26: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

wordt met een opening.Betekenis Waar gaat het over, wat is het thema, welke associatiemogelijkheden zie je?

Het thema is winter. De kinderen konden kiezen tussen verschillende activiteiten die bij het thema winter passen. Deze activiteit is daar één onderdeel van.

VormAan welke beeldaspect wordt specifiek aandacht besteed?

Aan de constructie van een iglo.

MateriaalWelke materialen en gereedschappen laat je gebruiken?

- Piepschuim blokken- Lijm- Karton- Witte verf

BeschouwingWat laat je de kinderen lezen/ zien in verband met een ‘beeldrijke start’?

De leerlingen krijgen de vorm van een iglo te zien zodat ze weten hoe de constructie van een iglo eruit ziet.

WerkwijzeWelke technieken en werkwijzen laat je de kinderen toepassen?

Dat de rondingen van de iglo zichtbaar zijn.

OnderzoekOp welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden?

De kinderen onderzoeken met welke techniek je een iglo kan bouwen met behulp van schuimblokken. Ze moeten onderzoeken hoe je de ruimte voor een ingang vrij houd.

26

Page 27: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Les 2 – Pinguins maken

Vakgerichte lesdoelen

Beeldende doelen

De kinderen kunnen aan het eind van de les een pompon maken.

Doelgroep: Bovenbouw

Activiteiten Korte beschrijving van de activiteit/opdracht

De kinderen maken in twee bierviltjes ronde gaten van ongeveer 3cm Ø. Vul met zwarte wol en de rest met witte wol. Als de bierviltjes bijna dichtzitten, wordt er tussen de twee bierviltjes al het wol losgeknipt. Bind er een dubbele draad tussen en trek die strak aan en vastknopen. Schud het bolletje uit en je kunt hem eventueel nog bijknippen. Knip een snavel, ogen en poten van papier en plak dat erop.

Betekenis Waar gaat het over, wat is het thema, welke associatiemogelijkheden zie je?

Het thema is winter. De kinderen konden kiezen tussen verschillende activiteiten die bij het thema winter passen. Deze activiteit is daar een activiteit van.

Vorm Aan welke beeldaspect wordt specifiek aandacht besteed?

De kinderen gaan rondjes prikken met de prikpen. De kinderen wikkelen wol om de bierviltjes heen totdat ze hem niet meer zien. Daarna knippen ze alles los en plakken ze er bijvoorbeeld een neusje en oogjes op om het een echte pinguïn van te maken.

Materiaal Welke materialen en gereedschappen laat je gebruiken?

2 witte bollen wol2 zwarte bollen wol30 bierviltjes Vilt Prikpennen met prikmatten

Beschouwing Wat laat je de kinderen lezen/ zien in verband met een ‘beeldrijke start’?

Als voorbeeld krijgen de kinderen verschillende vormen van pomponnen te zien en dit is in de PowerPoint presentatie verwerkt. Ook krijgen de kinderen verschillende voorbeeld te zien die zijn gemaakt.

Werkwijze Welke technieken en werkwijzen laat je de kinderen toepassen?

De kinderen prikken een gat in de bierviltjes en draaien er wol omheen totdat je het bierviltje niet meer ziet. Daarna knippen de kinderen alles weer los en gaan knippen en plakken om zo de pinguïn af te maken.

Onderzoek Op welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden?

De kinderen onderzoeken hoe je van wol een bolletje kan maken.

27

Page 28: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Les 3 – Pop-upkaarten

Vakgerichte lesdoelenBeeldende doelen

De leerlingen kunnen een pop-up effect verwerken in een kaart.

Doelgroep: Bovenbouw

Activiteiten Korte beschrijving van de activiteit/opdracht

Een pop-up kaart. Vouw een royale kaart van stevig karton, in tweeën. Maak een leuk Poollandschap op de achtergrond. IJsschotsen op de ondergrond. Een randje met golven erbij plakken. Dan een ijsbeer op een ijsschots (op stevig karton) met een splitpen vastzetten. Nog een extra strookje ertussen voor de stevigheid. Het mag ook met een skiër of andere ideeën mogen ook gebruikt worden.

Betekenis Waar gaat het over, wat is het thema, welke associatiemogelijkheden zie je?

Het thema is winter. De kinderen konden kiezen tussen verschillende activiteiten die bij het thema winter passen. Deze activiteit is daar één onderdeel van.

Vorm Aan welke beeldaspect wordt specifiek aandacht besteed?

De kinderen gaan met stevig karton een pop-up kaart maken. Door middel van voorbeelden krijgen zij verschillende manieren aangeboden om dit effect te maken.

Materiaal Welke materialen en gereedschappen laat je gebruiken?

- Gekleurd papier.- Stevig karton.- Schaar- Lijm- Glitters- Stiften- Potloden

Beschouwing Wat laat je de kinderen lezen/ zien in verband met een ‘beeldrijke start’?

Als voorbeeld krijgen de kinderen verschillende vormen van pop-up kaarten te zien. Dit is in een PowerPoint presentatie verwerk. Ook krijgen de kinderen verschillende malletjes te zien die ze kunnen gebruiken op de kaart en die in verband staan met winter.

Werkwijze Welke technieken en werkwijzen laat je de kinderen toepassen?

Vouwen en zorgen voor een pop-up effect. Klippen en plakken.

Onderzoek Op welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden?

De kinderen onderzoeken hoe je met papier een pop-up kaart kan maken en hoe je dit aantrekkelijk maakt.

28

Page 29: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Les 4 – Skiliften maken

Vakgerichte lesdoelen

Beeldende doelen

De kinderen kunnen aan het eind van de les een draaiende skilift maken. De kinderen kunnen aan het eind van de les kleine bakjes maken die ze aan de draad van de

skilift kunnen vastmaken.

Doelgroep: Bovenbouw

Activiteiten Korte beschrijving van de activiteit/opdracht

De kinderen gaan zelf aan de slag om een skilift te maken. Ze gaan dit zelf ontdekken en zelf proberen de skilift draaiende te maken. Lukt dit niet dan ligt er een opdrachtkaart die de kinderen stap voor stap uit kunnen voeren.

Betekenis Waar gaat het over, wat is het thema, welke associatiemogelijkheden zie je?

Het thema is winter. De kinderen konden kiezen tussen verschillende activiteiten die bij het thema winter passen. Deze activiteit is daar een activiteit van.

Vorm Aan welke beeldaspect wordt specifiek aandacht besteed?

De kinderen gaan zelf ontdekken hoe ze een skilift moeten maken en draaiende moeten maken. Daarbij speelt techniek een grote rol. Ook maken de kinderen bakjes aan het draad zoals bij een echte skilift en die mogen de kinderen versieren.

Materiaal Welke materialen en gereedschappen laat je gebruiken?

60 wc-rollen Gekleurde papieren rondjesGekleurde A4tje Gekleurde kleine vierkantjesDraad

Beschouwing Wat laat je de kinderen lezen/ zien in verband met een ‘beeldrijke start’?

Als voorbeeld krijgen de kinderen verschillende vormen van skiliften te zien en dit is in de PowerPoint presentatie verwerkt. Ook krijgen de kinderen verschillende voorbeeld te zien die zijn gemaakt.

Werkwijze Welke technieken en werkwijzen laat je de kinderen toepassen?

De kinderen gaan eerst zelf ontdekken. Er staan wel voorbeelden in de klas waar ze naar kunnen kijken. Als de kinderen er niet uitkomen, liggen er opdrachtkaarten waar stap voor stap op staat hoe het in elkaar gezet moet worden. Zie opdrachtkaart voor de juiste stappen.

Onderzoek Op welke onderdelen wil je dat er variaties onderzocht worden?

De kinderen onderzoeken hoe je een skilift van verschillende materialen kunt maken en kunt laten draaien. Techniek speelt hier een grote rol bij.

29

Page 30: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Evaluaties groepsleden

Jitte Utens:De keuzelijn stond in het teken van samenwerking. Allebei kunnen we heel goed met andere mensen samenwerken. Ik vond de samenwerking tussen mij en Cindy erg fijn. We hebben geleerd dat we elkaar eigenlijk nodig hebben. We hebben gemerkt dat je elkaar kunnen helpen en dat je veel aan elkaar kunt hebben. Vaak wordt er gezegd dat de student alleen van de mentor leert maar wij weten nu dat het ook andersom kan zijn. We zijn begonnen met een middag te plannen om te gaan zitten voor de keuzelijn. Eerst hebben we de methode van school erbij gepakt. We hebben gekeken hoe de methode was opgebouwd. Samen hebben we toen de les van de nacht eruit gehaald. We vonden dit een leuke les om te geven. Cindy zou toen zorgen dat de materialen en het verhaal klaar zouden liggen en Jitte zou de les geven. In de kern van de les zijn we allebei gaan rondlopen om de kinderen te helpen. Bij de les van de sterrenmannetjes hebben we dit eigenlijk hetzelfde aangepakt. Jitte had nu alleen voor het verhaal en de materialen gezorgd en Cindy had de les gegeven. De laatste les hebben we eigenlijk helemaal samen gegeven. Het werken met ijzerdraad viel nog best wel tegen. We hebben toen allebei een groepje begeleidt waardoor het wel is gelukt. De kinderen vonden alle les erg leuk. We hebben veel leuke reacties op de lessen gehad. We merkten wel aan de reacties dat ze de les met het sterren maken het moeilijkste vonden. Dit was de les waar we techniek hadden ingezet. De beeldende vorming (en techniek) lessen waren nu een stuk beter voorbereidt dan anders. We denken allebei dat de kinderen dit wel gemerkt hebben. We hebben samen nagedacht over bijvoorbeeld de nabeschouwingsfase. Vaak schoot dit erbij in omdat er te weinig tijd was. Nu hadden we zelfs goed gekeken naar de vragen die we aan de kinderen wouden stellen. We hebben in de literatuur opgezocht wat nou eigenlijk het doel van nabeschouwen is. Ook hebben we samen gekeken naar het niveau van de kinderen. We hebben gekeken welke les er goed mogelijk was voor alle kinderen. We wilden dat alle kinderen een mooi eindresultaat neer konden zetten ondanks het niveauverschil van de kinderen. We vinden allebei dat onze doelen zijn bereikt. Het samenwerken was natuurlijk het hoofddoel van deze keuzelijn. Dit is helemaal goed gekomen. We konden goed met elkaar opschieten. Dit was eigenlijk niet alleen het geval tijdens de beeldende vorming lessen maar de gehele stage periode. De doelen die we bij de lessen hadden gesteld hadden we ook bereikt. De leerdoelen voor de kinderen en onze eigen persoonlijke doelen. Terugkijkend op deze keuzelijn heb ik veel geleerd. Ik dacht eerst altijd dat ik alleen maar van mijn mentor wat kon leren maar zoals ik hierboven heb beschreven geldt dit ook andersom. De kinderen waren erg enthousiast over het maken van de kunstwerken voor de tentoonstelling. Op de tentoonstelling heb ik eigenlijk ook alleen maar leuke reacties gehad. De kinderen wilden het graag aan hun ouders laten zien. Door samen na te denken bereikt je veel meer. Wanneer ik later een eigen groep heb, wil ik ook graag overleggen met mijn collega’s. Samen kom je vaak een stuk verder. Je kunt dingen van elkaar overnemen en elkaar helpen wanneer je vastloopt.

Carmen Hoesen:We hebben in deze keuzelijn gewerkt aan beeldende vorming en techniek. De school had al een methode voor beeldende vorming waar we mee aan de slag konden. Deze methode hadden ze helaas niet voor groep 1/2. Hierdoor hebben we op de pabo de lessen voor groep 1/2 moeten zoeken. Eerst hebben we de theorie gelezen in boeken en ook in de methode. Hierdoor kregen we een beter beeld. Hierna zijn we met de studenten en de opleider in de school gaan nadenken over een thema. We hadden eerst een ander thema maar zijn uiteindelijk op winter gekomen omdat de kinderen ook al bezig waren met sinterklaas en kerst.Dit hebben we hierna voorgelegd aan onze mentoren en Lieke en ik hebben intensief samengewerkt met onze mentoren en ook met elkaar. We hebben besloten twee lessen voor de kleuterbouw te ontwerpen en deze lessen allebei te geven in de klas. De mentoren hebben niet bij de voorbereiding geholpen, maar bij het uiteindelijke lesgeven wel. Ook was het bij ons wat lastiger aangezien de andere kinderen ook een les moeten krijgen. Niet ieder kind heeft dezelfde opdracht gedaan. We hebben ons erg gefocust op hoe het in het dagelijks programma toegevoegd kon worden waarna we dit zo goed mogelijk hebben ingepland. Het was voor de kinderen erg leuk omdat zij zich goed in kunnen leven in de winter. Ze weten wat er met de natuur gebeurd en weten dat het koud wordt en ze dikke kleren aan moeten trekken. Ook vinden ze sneeuw leuk, waardoor we gekozen hebben voor sneeuwvlokjes en iglo’s. Dit sluit goed aan bij de interesses van de kinderen. Ook de samenwerking met de andere studenten ging erg goed. Iedereen is aanwezig geweest en dat maakt het makkelijk om te communiceren. De notulen van de vergaderingen werden die middag nog doorgestuurd waardoor iedereen op de hoogte was van wat er speelde. De taken waren goed verdeeld en iedereen heeft zich aan de afspraken gehouden. Dit maakt het erg makkelijk om met elkaar samen te werken. Ik heb hiervan geleerd dat je goed twee vakken met elkaar kan combineren en er leuke dingen mee kan doen. De tentoonstelling was erg leuk omdat de ouders de werkjes van hun eigen kinderen op een andere manier konden zien. Hierdoor laten we zien dat we leuke dingen doen die aansluiten bij de seizoenen en dat we leuke dingen kunnen doen met de werkjes die de kinderen gemaakt hebben. Ik heb erg fijn samengewerkt met de andere studenten, de mentoren en de opleider in de school. Door de goede communicatie was het een fijne keuzelijn waarbij iedereen met zijn/haar ideeën kon komen en iedereen elkaar accepteerde.

30

Page 31: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

31

Page 32: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Lieke Hegeman:In deze keuzelijn hebben wij gewerkt aan een verbetering van de koppeling tussen beeldende vorming en techniek. We hebben een plan opgezet en we hebben de onderzoeksfasen volgens B. van Lanen gevolgd. We hebben als eerste de theorie onderzocht. We hebben verschillende artikelen over ontdekkend leren gevonden. We hebben onderzoek gedaan naar de methode die op school aanwezig was: Uit de kunst. Mijn aandeel hierbij was de theorie onderzoeken over de methode: Uit de kunst. De samenwerking tussen de studenten, de opleider in de school en de docent beeldende vorming verliep vlot en soepel. De taken waren goed verdeeld en iedereen wist zijn of haar taak. Ik had als taak in de uitwerking om lessen te ontwerpen voor groep 1/2b waarin de koppeling tussen beeldende vorming en techniek werd gemaakt. Ik heb hierbij samen gewerkt met Carmen en onze mentoren Deze samenwerking verliep goed en we hebben ons vooral gefocust op de organisatorische aspecten van de les. Hoe konden deze lessen in het bestaande programma worden opgenomen en welke tijd en plaats zouden we hiervoor willen gebruiken. Ook heb ik geprobeerd om met de les iglo’s bouwen aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen.¹Iglo’s en winter zijn een onderwerp die past binnen de belevingswereld van de kinderen. Vooral als het buiten zich sneeuwt, komt het onderwerp vanuit de kinderen zelf de klas in. Helaas heeft het buiten niet gesneeuwd, maar het was geen probleem voor de kinderen om zichzelf te verplaatsen in het thema winter. De kinderen wisten veel te vertellen over de winter. De kinderen kregen ruimte voor eigen inbreng en ze konden de iglo’s bouwen op eigen niveau. Ik heb de samenwerking tussen mijn mentor en ik als zeer prettig ervaren en de kinderen hebben ook zeker meegewerkt aan het resultaat van de les. De kinderen hebben hierbij ervaren dat de les goed in elkaar zat en de les paste goed binnen het normale lesprogramma. Mijn mentor en ik hebben binnen deze keuzelijn samengewerkt aan het grote kring/kleine kring. Hierbij hebben we besproken hoe we samen de taken zouden verdelen tijdens het lesgeven tijdens de kleine kring. Ik heb om te oefenen een keer een kleine kring voorbereid en uitgevoerd en mijn mentor heeft hierop feedback gegeven. Daarna hebben we uitgeprobeerd om twee kleine kringen te begeleiden en hierbij hebben we allebei een kleine kring gegeven waardoor meer kinderen begeleiding krijgen naar de behoeften van het kind en de kinderen krijgen meer begeleiding, omdat er per kring meer tijd is. Naar mijn mening hebben wij de doelen van deze keuzelijn behaald.

- De student heeft in samenwerking met zijn mentor in kaart gebracht hoe beeldende vorming en techniek geïntegreerd kunnen worden binnen de eigen groep.

- De student heeft een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het vakgebied beeldende vorming vanuit de kerndoelen en de methode “Uit de kunst” waar de leerkrachten van de PDJ gebruik van kunnen maken bij het verbeteren van het curriculum w.b. beeldende vorming en techniek.

Eikeren, van M (2005). Werken in het basisonderwijs. Hfdst. 3.3.4 Adaptief onderwijs. HB uitgevers. Plaats: Baarn.

Alice Metzelaar:Wat willen wij leren? De focus lag voor ons beide voornamelijk op het samen een opdracht uitvoeren waarbij de leerlingen onderzoekend aan de slag kunnen gaan. Daarbij vullen mijn mentor en ik elkaar goed aan om samen tot een vorm te komen waarbij iedere leerling aan de slag kan gaan en weet wat er verwacht wordt. We willen leren om samen een vorm van samenwerken te vinden waarin mentor en student samen tot een opdracht te komen waarbij de leerlingen aan de slag kunnen met een onderzoekende houding binnen een beeldend vormen en techniek opdracht. Bij ons stond centraal om de uitwerking van de opdracht samen te geven. Mentor aan een groepje en ik als student aan een groep. In het voorstadium hebben wij samen de opdracht uitgewerkt en gevormd in een vorm die paste binnen het thema en aansloot bij het niveau van de leerlingen.

Hoe hebben jullie het aangepakt?Meteen na de vergadering over de keuzelijn zijn Marco en ik aan de slag gegaan met hoe we dit wilden gaan vormgeven. Ik had al een opdracht binnen beeldend vormen en techniek (wetenschap en techniek week) gedaan op de Pabo waarvan ik vond dat die goed paste bij dit thema en aansloot bij het niveau van de leerlingen. Samen hebben we op een middag gezeten en bedacht hoe we de opdracht gingen maken, wat en hoeveel we van alle materialen nodig hadden. Daarbij hadden we nagedacht hoe we de opdracht aan de leerlingen konden introduceren en in welke werkvorm we dit konden aanbieden, zodat de leerlingen betrokken, gemotiveerd en onderzoekend zouden bezig gaan. Hier hadden we samen over gepraat en overlegd wat volgens ons beide de beste manier zou zijn.

RolverdelingDe rolverdeling was dat we samen de opdracht voor de leerlingen vorm gegeven hebben en uitgetest hebben. Ook hebben we samen een manier van werken bedacht die volgens ons beide het best voor ons en de leerlingen zou werken. In het maken van de opdrachtkaarten, basisplan en het bedenken van een 2e opdracht voor als de leerlingen klaar waren met de 1e opdracht daarin heb ik meer het voortouw genomen. En ook het vormgeven van de tentoonstelling heb ik voor mijn rekening genomen.

Wat verwacht je van de opbrengst?Voor de kinderen: een nieuwe, uitdagende en motiverende opdracht. Waarbij op een manier gewerkt wordt die voor de leerlingen nieuw is binnen het beeldend vormen. Het geeft hen een nieuw inzicht in hun kunnen en interesses.

32

Page 33: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

Voor de mentor: een manier van samenwerken ervaren met de student die nieuw is. De benadering van een project samen met de hele school een tentoonstelling samen stellen is ook nieuw voor mijn mentor en het team.Voor de student: een manier van samenwerken met de mentor waarin ik als student samen een opdracht bedenk, uitvoer en evalueer met de leerlingen. Ook het samenwerken binnen de studentengroep op deze manier is nieuw. Je oefent hier in overleggen en samenwerken die een goede bijdrage levert aan als je straks een project in een team moet gaan uitvoeren.

Wat heeft het mij gebracht?De manier van samenwerken binnen een studentengroep heeft mij een goede oefening gegeven in hoe ik functioneer binnen een team. Daarbij bracht het mij dat ik op een manier met mijn mentor heb samengewerkt waarin ik samen naar een doel toewerkten en dat deze opdracht een opdracht van ons samen geweest is.Het koppelen van techniek en beeldende vorming heeft mij gebracht dat het voor de leerlingen een nieuwe uitdaging bied en dat de leerlingen zelf tot inzicht komen dat ze het zelf kunnen en dat ze zelf een techniek werkje kunnen maken waarvan vele vooraf dachten dat het hen niet zou lukken of dat het hen moeilijk leek om te maken. Maar ook andersom heb ik meegemaakt. Dat de leerling dacht en uitsprak dat het heel makkelijk leek, maar dat het er gaandeweg erachter kwam dat deze techniekles misschien toch niet zo makkelijk was als dat het leek. Het gaf deze leerling een extra uitdaging om er toch voor te gaan zorgen dat het ook hier ging lukken. Dit geeft de leerling, mijn mentor en mij een voldaan gevoel.

Linda Gun:Samenwerking:Ik vond het een fijne groep om mee samen te werken. Er was een duidelijke lijn door het onderzoek. Het was voor mij helder en dat vond ik fijn, vooral omdat het de eerste keuzetaak is. Je kon makkelijk terecht met vragen. Verder hebben we vaak overleg uurtjes ingepland, iedereen was hier ook bij aanwezig. Er is vaak overlegd over het project maar ook vooral over de tentoonstelling. De tentoonstelling was een groot succes. Het liet de kinderen zien hoe belangrijk hun producten waren. De opdracht was bij mij helder en verliep daarom zonder fouten. Er was een ontspannen sfeer in de groep, en iedereen had zijn eigen inbreng. We waren het snel met elkaar eens en allemaal erg enthousiast. Verder was ook samenwerking met mentor. Ik vond zelf dat de mentoren niet voldoende waren ingelicht en ook niet wisten wat er van hen verwacht werd. Mijn mentor stond ervan te kijken dat hij ook wat moest doen. Hij vond het mijn project. Na overleg hebben we samen een leuke project gemaakt, met duidelijke taakverdeling maar ook

veel samenwerken.

Student – mentor:Wat heeft deze opdracht opgebracht voor:Mentor:Als eerst heeft mijn mentor nu een project die hij nog een keer kan uitvoeren. Hij heeft een leuke beeldende vorming/ techniek project. Verder heeft mijn mentor deze stage moeten samenwerken met een student. We hebben elkaars inbrengt gebruikt en uitgevoerd. De les was van de mentor maar ook van de student. De mentor is ook de bedenker van de les die ik geef. Zo heeft hij tijdens de les ook invloeden gehad. Er was een duidelijke taakverdeling. De mentor hielp me in mijn les, maar ik hielp de mentor ook in zijn les. Er komt een gelijknamige samenwerking. De kinderen:Ik denk dat de kinderen goed gemerkt hebben dat dit een belangrijke proces was. Als de meester en ook de juf de les geeft is het wel erg belangrijk. Verder konden de kinderen ook zien hoe de meester en juf samenwerken, een soort voorbeeld voor de kinderen. Het zorgt voor een goede relatie en sfeer in de klas. Omdat wij allebei erg enthousiast waren, waren de kinderen dat ook. De opdracht werd daarom ook serieus uitgevoerd. En het was

duidelijk dat ze goed hun best moesten doen. Iedereen was in dit project betrokken, dat versterkt de relatie. Student:Ik heb in mijn vorige stage ook een goede band gehad met mijn mentor. Ook hier merkte ik dat er een goede band was. Ik had het gevoel dat mijn ideeën ook gewaardeerd werden. Er werd ook naar mij geluisterd en mijn inbreng had ook betekenis. Ik vond het fijn om met de mentor op een niveau te werken. Normaal ‘beoordeeld; je mentor jou. Nu was er geen beoordeling en werk je goed samen. Je wilt er beide voor zorgen dat het goed loopt. Je vult elkaar erbij aan. Het was niet mijn les die gegeven werd. Het was onze les. Door dit project kwam er een goede collegiale band. Je bent nu niet de student, maar meer een collega. Conclusie: het voelt goed als ook jouw inbreng belangrijk is.De taken tussen student en mentor was snel verdeeld. Mijn mentor zal de gereedschappen uitleggen en ik zou zo wie zo de introductie doen. Dit waren de grootste lessen. De begeleiding tijdens de les zouden we samen doen. Verder zou ik het schriftelijke werk voor me nemen, mijn mentor gaf aan dat dat niet zijn sterkste vak was. Mijn

33

Page 34: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

mentor gaf aan dat hij voor de materialen zou zorgen. De herhalingslessen (uitloop) zouden we beide geven. Wanneer ik er was zou ik de les geven en wanneer niet, dan zou mijn mentor de les geven. Mijn mentor moest het project afronden met de kinderen, want mijn stage was afgelopen. Dit heeft mijn mentor ook gedaan, alle werkjes waren afgerond. Je overlegd met je mentor na elke les, wat er die les goed ging en wat er verbeterd moet worden. Je beoordeeld dus samen de les en zorgt er samen voor dat je dat meeneemt naar de volgende les. Ook tussen de studenten waren de taken verdeeld. De taken die gedaan moesten worden waren snel verdeeld. Bij de voorbereiding van de tentoonstelling moest veel klaargezet worden. Iedereen had zijn aandeel in

het versieren van de tentoonstelling.

Evaluatie keuzetaak:Ik vind dat deze keuzetaak soepel verliep. We waren er snel over uit wat we zouden gaan doen. De lessen zijn snel gemaakt, en hierbij werkte de mentoren goed mee. Ook het uitvoeren verliep soepel. Het is hierbij fijn dat je samen met je mentor de verantwoording voor de les hebt. De afspraken die gemaakt werden, stonden ook. Je kon goed om hulp vragen , bij je medestudenten maar ook bij de stagebegeleider. Het voelde voor mij als een geleidelijk proces. Je had een stukje eigen verantwoordelijkheid, doordat je je eigen lessen had. Maar verder was het belangrijk dat er samengewerkt werd. Ik vond het fijn dat mijn mentor ook inbreng had en dat je samen de les gaf. Ik vond de betrokkenheid van de leerkrachten fijn en stimulerend. Ik was trots op onze tentoonstelling. Dat hadden de kinderen allemaal mooi gemaakt en het zag er leuk uit. Ook de trots van de kinderen was bij ze af te lezen. Ze wilden dolgraag hun werkjes aan hun ouders laten zien. Het was leuk om te zien hoe betrokken de ouders kunnen zijn bij de werkjes van de kind. En dit ook op gewone dagen. Een leuke start voor de kinderen.

Daniëlle Schreuder:Samenwerking tussen mentor en studentWat willen jullie leren? Wij willen samen ideeën opdoen om een leuke en intensieve les neer te zetten wat met beeldende vorming en techniek te maken heeft. Hierbij staat tussen ons de samenwerking centraal.

Hoe hebben jullie het aangepakt?Er waren een aantal klassen die geen stagiaire hadden en die klassen moeten we ook vullen. Ik heb samen met een andere stagiaire (Patricia) gekeken hoe we het in de bovenbouw konden aanpakken. We hadden besloten om vier activiteiten uit te zoeken die we in de klassen gaan aanbieden. We hadden vier klassen en elke klas ging een activiteit uitvoeren. We hebben het besproken met de leerkrachten van de klassen en onze mentoren. Een leerkracht kwam op het idee om de kinderen te laten kiezen tussen de activiteiten en alle kinderen van de vier klassen door elkaar te gooien. Zo kreeg je in een klas een activiteit met verschillende kinderen uit alle groepen. Wij vonden dit een heel goed plan en zijn dit toen gaan uitwerken. We hebben de activiteiten gekozen en hebben een draaiboek gemaakt. Dit hebben we weer voorgelegd aan alle leerkrachten en die hebben ernaar gekeken. Mijn mentor kwam toen op het idee om de activiteiten in de klas aan de leerkrachten over te laten en dat wij (Patricia en ik) rondliepen om te helpen waar het nodig was op die middag. Zo konden wij het proces zien en als het eventueel mis mocht gaan ergens, konden wij bijspringen of nog voor extra materialen zorgen. Ook dit hebben we meegenomen in ons proces en hebben dit toegepast in het draaiboek. Mijn mentor kwam ook met het idee om het niet al te lang te doen. Dus op een middag en dan een uur eraan werken, anders werd het voor de kinderen wat te lang en zou de aandacht er niet meer bijliggen. We hebben dit ook verwerkt. Het aangepaste plan hebben we weer voorgelegd aan alle leerkrachten en nog een keer goed doorgenomen hoe we het die middag gaan aanpakken. Alles stond op papier en was geregeld.

Wat was de rolverdeling?De rolverdeling was bij ons heel duidelijk en iedereen wist was zijn rol was. De leerkrachten voerden alles uit die middag en deden ook de uitleg. Wel heb ik in mijn eigen klas de uitleg gedaan, omdat ik dat leuk vond om te doen. Onze rol was voor de leerkrachten ook duidelijk, want als ze vragen hadden die middag of hulp dan kwamen ze hiermee naar ons toe en wij hielpen waar nodig was. Als er geen hulp nodig was, dan maakte wij foto's en noteerde uitspraken van de kinderen. De rolverdeling was dus duidelijk en iedereen hield zich hier ook aan.

Wat verwacht je van de opbrengst: voor de kinderen, de mentor, en voor jou.Ik verwachtte een leuke en gezellige middag die goed georganiseerd was voor de kinderen. Het was de bedoeling dat ze helemaal in het thema zouden zitten en dat ze creatief met beeldende vorming en techniek bezig waren. Niet elke activiteit had heel erg te maken met techniek, maar we hebben wel zo veel mogelijk hier aan gedacht. In elke activiteit was een beetje techniek nodig. Wat ik wel had verwacht was de samenwerking tussen mijn mentor en mij. We hadden samen al een goede band waarin we alles tegen elkaar konden zeggen. Zo kon ik het idee laten zien en mijn mentor kon hierop reageren. Doordat we allebei heel open tegen elkaar waren liep het zoals verwacht en kwam er iets moois uit. Mijn opbrengst was wel zoals verwacht. Ik heb veel geleerd van anderen en met name de leerkrachten waarmee we samenwerkten. Die kwamen met goede ideeën die ik zeker later in de praktijk mee kan nemen en niet alleen tijdens dit project. Ik heb ook geleerd hoe je het

34

Page 35: Web viewOnderzoeken en ontwerpen doen een beroep op ... Maar ook scholen die methodisch werken kunnen ruimte en tijd ... Deze word 13 januari aan ouders en

beste beeldende vorming en techniek mee kan nemen in leuke activiteiten waar de kinderen mee aan de slag kunnen. Door dit project heb ik veel ideeën opgedaan.

Samenwerking tussen de studenten. Hoe ging de samenwerking?De samenwerking tussen de studenten verliep heel goed. We hebben vaak bij elkaar gezeten om het project op te starten. We hebben ideeën opgedaan en keuzes gemaakt. We kwamen samen tot mooie oplossingen en iedereen ging zijn eigen activiteiten uitvoeren in de klas. We hadden ook snel geregeld wie welke klassen erbij pakte voor diegene die geen stagiaires hadden. Ook onderling liepen we snel naar elkaar toe als we er niet uitkwamen en dat gaf een zeker gevoel dat je bij iedereen terecht kon. Ook na afloop toen we alles gingen opbouwen voor de tentoonstelling was het gezellig en iedereen hielp mee. Zo kwamen we tot mooie resultaten en ook die dag kwamen we nog op leuke ideeën waar iedereen over na heeft gedacht. Achteraf was het erg fijn om met de andere studenten samen te werken en kwamen we tot een leuke tentoonstelling met veel waardering van de kinderen en de ouders.

Het project Had je verwacht zoals het liep?Ik had niet verwacht dat we zo goed met elkaar op konden schieten. Iedereen dacht mee en deed mee met alles. Dit kwam vooral denk ik doordat iedereen zich inzette voor alles en alles wilden uitproberen. De verwachtingen van het project liep zoals ik had verwacht en het resultaat had ik ook in die vorm verwacht. Wat ik wel tegen vond vallen was dat de leerkrachten later niet meer zo betrokken waren bij de tentoonstelling. Ik heb ook geen een leerkracht bij de tentoonstelling gezien of voor de tentoonstelling om te komen kijken wat het resultaat was. Dit vond ik erg jammer, want het was toch ook een project van de leerkrachten die hadden namelijk ook meegeholpen met de uitvoering.

Patricia van Kalkeren:Samenwerking tussen student en mentorToen de opdracht voor mij duidelijk was heb ik dit besproken met Suzan. We hebben gekeken naar lesideeën en wat we beide zouden kunnen doen. Omdat ik nog geen uitgewerkt idee op papier had hebben we het de eerste keer globaal besproken. Toen er besloten was dat Danielle en ik de opdrachten samen zouden voegen hebben we activiteiten bedacht. Deze heb ik besproken met Suzan. Ze vond het leuke activiteiten. Daarna is Suzan geopereerd en hebben wij een tijdje niet meer samengezeten aan de keuzelijn. Toen ze weer terug was had ik de voorbereiding klaar. Suzan heeft dit bekeken en we hebben de knutselmiddag doorgenomen. Suzan heeft de les gegeven en ik heb als ‘vliegende kiep’ rondgelopen. De samenwerking is goed verlopen ondanks dat Suzan er even tussenuit was. Ik kon verder met de opdracht en Suzan hier later weer bij betrekken. De opbrengst voor ons was een prettige samenwerking.

Eigen terugblikVoor mijn gevoel ging er een tijd overheen voordat ik daadwerkelijk begon aan de keuzelijn. We hadden al een paar bijeenkomsten gehad maar omdat het thema een keer is veranderd en er nog een aantal onduidelijkheden waren ben ik niet direct begonnen. Na een aantal bijeenkomsten had ik een idee hoe ik eraan moest gaan werken. Ik heb dit besproken met Suzan en samen hebben we wat ideeën bedacht. Tijdens de vergadering kwam er te sprake dat de klassen die geen student hebben ook mee wilden doen. Danielle en ik hebben toen besloten om de opdracht samen aan te pakken. We hebben ideeën bedacht en een PowerPoint gemaakt. Ook hebben we veel overlegt, zowel met als zonder mentoren. We hebben een taakverdeling gemaakt en daar ben ik aan begonnen. We hadden in totaal 4 activiteiten en ik heb van 2 activiteiten een basisplan geschreven. Danielle van de andere 2. Vervolgens zijn we weer samengekomen en hebben we alles samen doorgekeken. We hebben in het materialenhok gekeken wat er al op school was. De overige materialen hebben we samen gekocht. Op de dag dat we de activiteiten hadden hebben we in alle 4 de lokalen de leerkrachten ingelicht wat er moest gebeuren en de materialen klaar gelegd. De leerkrachten gaven de les en ik liep rond om overal te helpen en te zorgen dat er voldoende materiaal aanwezig was. Dit deed ik in de 4 lokalen, afgewisseld door Danielle. Er zijn leuke werkjes gemaakt en de leerkrachten waren te spreken over de activiteiten. Zelf vond ik het een gezellige middag. De samenwerking tussen mij en Suzan is prima verlopen maar ook de samenwerking met de andere leerkrachten. Mijn rol hierna was dat ik en mijn mede studenten ervoor moesten zorgen dat de tentoonstelling leuk werd aangekleed. Suzan heeft de werkjes met de kinderen afgemaakt.

35