Web viewMarketing = verkoopbeleid gericht op beïnvloeding van wensen van afnemers. ... = een...

4
14.1 Marketing = verkoopbeleid gericht op beïnvloeding van wensen van afnemers. 4 P’s = product-, prijs-, plaats- en promotiebeleid; marketingmix. Concentratie = het samengaan/-werken van ondernemingen, bijv. overname, joint venture, fusie. Prijsdiscriminatie = verschillende prijzen voor hetzelfde product voor verschillende afnemers. Prijsdifferentiatie = verschillende prijzen voor product- en kostenverschillen. Productinnovatie = vernieuwing van een product of assortiment. Productdifferentiatie = het onderscheiden van een product door uiterlijk, kwaliteit, verpakking, enz. Prijsdumping = een product aanbieden onder de kostprijs. E-commerce = het kopen en verkopen van goederen via het internet. Kartel = wanneer ondernemingen in dezelfde bedrijfstak de concurrentie verminderen. Prijskartel = prijsafspraken. Productie-/quotumkartel = afspraken over productiebeperking om de prijzen op te drijven. Verkoopkartel = ontvangen opdrachten worden over de bedrijven verdeeld. Rayonkartel = afzetgebieden worden verdeeld. Mededingingswet = verbiedt kartels, misbruik van economische macht en niet gemelde concentraties van ondernemingen: (horizontale) prijsbinding. Verticale prijsbinding = leverancier verplicht detailhandelaar bepaalde verkoopprijzen te gebruiken. Warenwet = regels en voorschriften over veiligheid van speelgoed, gebruik van kleurstoffen, enz. Wet Productaansprakelijkheid = producent is aansprakelijk voor schade door een onveilig product. Prijzenwet = verkopers moeten hun producten van een prijs voorzien. Huurwet = regelt hoeveel procent de huur per jaar mag stijgen. Colportagewet = boven de €34,- mag een verkoop aan de deur in 8 dagen teruggedraaid worden. Nederlandse Mededingingsautoriteit = ziet toe op eerlijke concurrentie. Consumentenautoriteit = let op consumentenrecht. Autoriteit Financiële Markten (AFM) = houdt toezicht markten met sparen/lenen, enz.

Transcript of Web viewMarketing = verkoopbeleid gericht op beïnvloeding van wensen van afnemers. ... = een...

Page 1: Web viewMarketing = verkoopbeleid gericht op beïnvloeding van wensen van afnemers. ... = een product aanbieden onder de kostprijs. ... dominante strategie

14.1

Marketing = verkoopbeleid gericht op beïnvloeding van wensen van afnemers.4 P’s = product-, prijs-, plaats- en promotiebeleid; marketingmix.Concentratie = het samengaan/-werken van ondernemingen, bijv. overname, joint venture, fusie.

Prijsdiscriminatie = verschillende prijzen voor hetzelfde product voor verschillende afnemers.Prijsdifferentiatie = verschillende prijzen voor product- en kostenverschillen.Productinnovatie = vernieuwing van een product of assortiment.Productdifferentiatie = het onderscheiden van een product door uiterlijk, kwaliteit, verpakking, enz.Prijsdumping = een product aanbieden onder de kostprijs.E-commerce = het kopen en verkopen van goederen via het internet.

Kartel = wanneer ondernemingen in dezelfde bedrijfstak de concurrentie verminderen.Prijskartel = prijsafspraken.Productie-/quotumkartel = afspraken over productiebeperking om de prijzen op te drijven.Verkoopkartel = ontvangen opdrachten worden over de bedrijven verdeeld.Rayonkartel = afzetgebieden worden verdeeld.

Mededingingswet = verbiedt kartels, misbruik van economische macht en niet gemelde concentraties van ondernemingen: (horizontale) prijsbinding.Verticale prijsbinding = leverancier verplicht detailhandelaar bepaalde verkoopprijzen te gebruiken.

Warenwet = regels en voorschriften over veiligheid van speelgoed, gebruik van kleurstoffen, enz.Wet Productaansprakelijkheid = producent is aansprakelijk voor schade door een onveilig product.Prijzenwet = verkopers moeten hun producten van een prijs voorzien. Huurwet = regelt hoeveel procent de huur per jaar mag stijgen. Colportagewet = boven de €34,- mag een verkoop aan de deur in 8 dagen teruggedraaid worden.Nederlandse Mededingingsautoriteit = ziet toe op eerlijke concurrentie.Consumentenautoriteit = let op consumentenrecht.Autoriteit Financiële Markten (AFM) = houdt toezicht markten met sparen/lenen, enz.Nederlandse Reclame Code = regels waar reclame zich aan moet voldoen.

Franchising = de verlener staat de franchisenemer tegen betaling het merk/handelsnaam gebruiken.Systeemlicentie = het gebruik van een productiemethode of –proces.

Joint venture = een gezamenlijke nieuwe onderneming beginnen.Consortium = meestal tijdelijke samenwerking om risico’s te spreiden.Fusie = vermogens van bedrijven worden ondergebracht in een geheel nieuwe onderneming.Overname = een bestaande onderneming koopt minimaal 50% van de aandelen op van een ander.

Nadelen van concentratie:- Voor consumenten nadelig omdat vaak de prijzen stijgen door samenwerking- Minder werkgelegenheid- Toeleveringsbedrijven kunnen in een ondergeschikte positie komen- Mogelijke concurrenten kunnen moeilijker de markt betreden

Octrooi/patent = exclusief recht op een uitvinding.Auteursrecht = bescherming voor literair werk, wetenschappelijke publicaties en kunst.Merkenrecht = bescherming voor woord- en beeldmerken.Kwekersrecht = bescherming voor nieuwe gewassen.

Page 2: Web viewMarketing = verkoopbeleid gericht op beïnvloeding van wensen van afnemers. ... = een product aanbieden onder de kostprijs. ... dominante strategie

14.2

Monopolie OligopolieEén aanbieder Weinig aanbieders

Veel vragersOnvolkomen markten

Product- en prijsdifferentiatie Differentiatie van goederen en aanbiedenUitgangspunt volstrekte marktvrijheid

Concurrentie verhinderd door bijv. merkrecht Concurrentie verhinderd door bijv. kartels

Zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) = organisatie die zelfstandig een overheidstaak uitvoert. Zij hebben meestal een monopolie in hun functie (bijv. controles uitvoeren of toezicht houden). New public management = managementveranderingen bij de overheid.

14.3

Monopolistische concurrentie:- Veel aanbieders- Veel vragers- Onvolkomen markten (beleid verschilt sterk)- Ondoorzichtig- Uitgangspunt volledige vrijheid- Toch aan wetten e.d. houden- Pareto-inefficiënt (prijs is hoger en productie kleiner dan bij p=MK)

Retailondernemingen = bedrijven die direct producten aan consumenten leveren.

Detailhandel

Monopsonie = relatief veel aanbieders, één vrager.Oligopsonie = relatief veel aanbieders, weinig vragers.

Non-price competition = bijvoorbeeld differentiatie van goederen en aanbieding.Countervailing power = compenserende/neutraliserende macht; als tegenkrachten macht op de markt neutraliseren kan de optimale allocatie hersteld worden.

Page 3: Web viewMarketing = verkoopbeleid gericht op beïnvloeding van wensen van afnemers. ... = een product aanbieden onder de kostprijs. ... dominante strategie

14.4

De dominante strategie voor beiden is om de ander wel te verraden, maar als ze dat doen, krijgen ze meer straf dan wanneer ze allebei zwijgen: het prisonersdilemma. Het Nash-evenwicht is de combinatie van beide dominante strategieën, dus hier WEL/WEL. Het Pareto-evenwicht is dan NIET/NIET omdat qua combinatie de beste uitkomst biedt voor beiden.

Tit-for-tat-strategie = als jij de laatste keer zweeg, zal ik volgende keer ook zwijgen (oog om oog, tand om tand). Maar als jij verlinkt, verlink ik jou de volgende keer ook.

Simultaan spel = de spelers kiezen op hetzelfde moment.Sequentieel spel = de spelers kiezen na elkaar.

14.5

Verzonken kosten = bij het stoppen van de productie worden deze kosten niet terugverdiend.Berovingsprobleem = als door het opzeggen van de samenwerking één partij wordt benadeeld.