Stageverslag Naam: Fieke de Beuze Docentbegelei

der:Gabriëlle van Gelderen

Studenten nummer:

S1065513 Praktijkbegeleider:

Rob van Trier

Minordifferentiatie:

Geschreven Begindatum: 01/09/2015

Stageplaats: NOS Jeugdjournaal

Einddatum: 18/12/2015

Journalistiek Praktijkverslag/Stageverslag

1

InhoudsopgaveDeel A Praktijkverslag

Hoofdstuk 1 Inleiding..……………………………………………………………………………….……………………….4

1.1 Voorwoord……………………………………………………………………………………………….4

Hoofdstuk 2 Overzicht werkzaamheden…………………………………………….…………………………5-6

2.1 Planningsdienst………………………………………………………………………………………..52.2 Internetdienst……………………………………………………………………………….5

3.2 Redactiedienst……………………………………………………………………6

Hoofdstuk 3 Aandachtspunten …………………………………………………………………………………….7-10

3.1 Ideeën en plannen kunnen genereren voor de doelgroep……………………………………73.2 Interviews meer leiden/sturen………………………………………………………………….8

3.3 Beter leren luisteren………………………………………..……………………………93.4 Beter doelgroep gericht schrijven…………………………………….10

Hoofdstuk 4 Dwarsdoorsnede producties………………………………………………………………….11-21

4.1 Geschreven journalistiek…………………………………………………………………………114.2 Audiovisuele journalistiek …………………………………………………….......17

Deel B Stageverslag

Hoofdstuk 5 Analyse BOP- competenties………………………………………………………………..…22-40

5.2 Kiezen…………………………………………………………………………………………………………..……225.3 Plannen……………………………………………………………………………………………….….25

5.4 Verzamelen…………………………………………………………………………………275.5 Selecteren…………………………………………………………………..…..29

5.6 Ordenen…………………………………………………………….…315.7 Verwerken…………………………………………………33

5.8 Reflecteren…………………………………….35

2

5.9 Teamwork………………………….375.10 Werken in bedrijf….39

Hoofdstuk 6 Inzicht en visie stagebedrijf……………………………………………………..……….……41-43

6.1 De interne organisatie………………………………………………………………………………………..416.2 De maatschappelijke context………………………………………………………………….42

Hoofdstuk 7 Ethische kwestie……………………………………………………………………………………44-45

7.1 Foto aangespoelde jongetje……………………………………………………………………………….44

Bijlage 1 Stageplan……………………………………………………………………………………………..……….46-66 1.1 Contactgegevens van het bedrijf……………………………………………………………………….48

1.2 Sterkte- zwakte analyse………………………………………………………………………….501.3 Analyse van beroepsindicatoren…………………………………….……………52

1.4 Competenties ontwikkelen……………………………………………...641.5 Beschrijving van stage bedrijf………………………..…..…66

3

Hoofdstuk 1 Voorwoord

Beste lezer,

Voor u ligt het praktijkverslag over mijn stage bij het Jeugdjournaal. Bij het Jeugdjournaal heb ik stagegelopen bij drie verschillende diensten: internet, planning en redactie. In de verschillende diensten heb ik de verantwoordelijkheid en vertrouwen gekregen om zelf items te maken.

Toen ik vorig schooljaar een stage ging zoeken, wist ik dat ik graag een stage wilde waarbij ik verschillende taken mocht doen en dat de stageplek gericht was op nieuws. Zodoende kwam ik de Stagepitchdagen van de NOS tegen. Tegen mij verwachting in werd ik uitgenodigd voor de dag. Bij de Stagepitchdag had ik geen concreet doel, alle plekken bij de NOS leken mij leuk en interessant, behalve de economieredactie of de radio.

Toen ik voor het Jeugdjournaal werd uitgekozen, wist ik nog niet dat dit zo’n leuke stageplek zou zijn en ik er zoveel zou leren. In dit verslag kunt u lezen hoe mijn stage is verlopen en wat ik deze periode allemaal heb geleerd.

Graag wil ik nog een aantal mensen bedanken voor de fijne en leerzame stage. Als eerste mijn stagebegeleider Rob van Trier. Hij was erg betrokken bij mijn stage en gaf duidelijke en uitgebreide feedback bij de tussenevaluaties.

Verder wil ik mijn docentbegeleider Gabriëlle van Gelderen bedanken voor de goede begeleiding. Heel fijn dat ik soms een herinnering kreeg voor mijn schoolwerkzaamheden en dat het geen probleem was dat mijn stage iets werd ingekort in verband met mijn buitenland studie.

Natuurlijk wil ik ook de hele redactie van het Jeugdjournaal bedanken voor alle hulp en de gezelligheid. Ik heb erg veel van iedereen geleerd.

4

Ik wens u veel leesplezier toe,

Fieke de Beuze09-12-2015

Hoofdstuk 2 Werkzaamheden

Bij het Jeugdjournaal heb je drie soorten diensten: Planningsdienst (JPL), redactiedienst (JRD) of een internetdienst (JINT). Ik heb ongeveer bij alle diensten even veel meegedraaid.

2.1 Planningsdienst

Als planner kijk je naar de onderwerpen voor de volgende dag. Daarnaast beantwoord je alle telefoontjes, luister je de tiplijn af, ontvang je de post en houd je de mail bij. Van maandag tot en met donderdag en op zaterdag is er altijd een planner. Op vrijdag zijn er twee planners en op zondag is er geen. Bij het Jeugdjournaal plannen ze één dag vooruit. Alleen voor of in het weekend wordt er soms twee dagen vooruit gepland. De plandienst begint om 09.30 en eindigt om 18.00 uur.

Als ik begin bekijk ik eerst de overdracht. In de overdracht staat wat er allemaal al gepland is, welke onderwerpen er nog lopen en wat er nog gedaan moet worden. Daarna ga ik door alle mailtjes en sleep de relevante mails naar de verschillende mappen. Vervolgens maak ik een lijst van onderwerpen voor de volgende dag. Voor de onderwerpen kijk ik in de dag map en in de agenda op Inos. Sommige onderwerpen op de lijst bel ik gelijk na voor extra informatie en mogelijkheden. Rond elf uur wordt er kort vergaderd met de ochtendeindredacteur over welke onderwerpen we gaan plannen. Meestal is dat één onderwerp, soms twee. Er kunnen niet meer onderwerpen van tevoren worden gepland, want dan is er in de uitzending geen plek meer voor het nieuws van de dag zelf.

De onderwerpen bel je daarna nog een keer na om alles goed door te bespreken en om eventueel nog dingen te regelen op locatie. Als het mogelijk is, worden de kinderen voorgesproken. Het is belangrijk om te weten of kinderen vlot en duidelijk hun verhaal vertellen en dat ze goed over hun eigen idee of actie kunnen vertellen.

Als ik dat heb gedaan maak ik een de productiesheet. In de productiesheet staat alle informatie voor het item: Het verhaal, de invalshoek, vragen, wat de verslaggever gaat doen, productie informatie, locatie, contactpersonen en de achtergrondinformatie. Als ik de sheet af heb laat ik de sheet altijd controleren door iemand anders. Zo weet ik zeker dat ik niets ben vergeten en dat de sheet duidelijk is. Als laatste bel ik de verslaggever, daar bespreek ik nog even alles kort mee door. Ook bel ik met productie om een ploeg te boeken.

5

2.2 Internetdienst

De internetredactie bestaat uit twee personen. De JINT-er schrijft berichten voor de site en controleert de reacties in het gastenboek. De andere internetredacteur, de JINTv-er begint al in de ochtend en maakt van alle ochtenditems video’s voor op de site. Ook bekijkt hij de mediacloud. Mijn internetdienst begint altijd om 09.30 en duurt tot 18.00 uur.

Ik schrijf verschillende berichten en monteer filmpjes voor de site. Soms zijn het filmpjes die ingesproken moeten worden, daar schrijf ik dan ook de tekst voor. De meeste verhalen op de site bestaan uit een video met ingesproken tekst en een kortverhaal eronder. Ook houd ik het gastenboek bij. Verder hou je de site, Mediacloud en andere nieuwsite ’s bij om goed op de hoogte te blijven. Het is een erg leuke dienst, omdat je van alles doet. Af en toe als het druk is spring je ook bij om iets voor de uitzending te maken.

2.3 Redactiedienst

De redactiedienst begint altijd met een vergadering om 10.30 uur, tijdens de rondvraag kan iedereen zijn/haar nieuws inbrengen. Over de verschillende onderwerpen en invalshoeken wordt gediscussieerd. Aan het einde van de vergadering worden de onderwerpen verdeeld onder de redacteuren. Onderwerpen die al ingepland zijn worden gemaakt door de verslaggever, die gelijk van huis vertrekt. De eerste drie weken ben ik ook met verschillende verslaggevers mee op pad geweest. Om te kijken hoe het allemaal gaat op de locatie en waar je op moet letten. Ook heb ik toen zelf een paar kinderen geïnterviewd.

Later heb ik zelf ook twee keer zelfstandig een item gemaakt. Het is leuk dat je dan alles zelf mag regelen en de cameraman kan aansturen. Mijn item heb ik zelf gemonteerd, alleen wel ruw. Voor de audio, effects en naamtitels werd ik geholpen in de set.

Meestal maak je bij de redactiedienst ‘kortjes’. Dat zijn kleine meelees items van ongeveer 20 seconden. Je monteert de video en je schrijft de pr-tekst. Ook maak je de ‘headlines’, ‘straks’ of ‘promo’. Dat is ook een korte pr-tekst gevolgd door een klein fragmentje. Soms maak je een uitsmijt, een wat langer item als laatste luchtige item van de uitzending. Verder vang je reportages op van verslaggevers die op locatie afmonteren. Deze moeten nog gecontroleerd worden en meestal moeten de naambalken nog worden toegevoegd. Als de uitzending is afgelopen wordt er nog kort geëvalueerd.

De eerste paar weken heb ik vooral met iedereen meegekeken en schaduwonderwerpen gemaakt. Best snel mocht ik zelf al dingen schrijven en maken. In het begin werden mijn teksten veel verbeterd. Ik kreeg altijd wel veel feedback, daardoor begreep ik goed wat er niet goed was aan een tekst en wat juist weer wel. Alles wat ik maakte liet ik altijd controleren door een van de redacteuren. Tijdens de internetdiensten kon ik veel teksten schrijven en aan de slag gaan met mijn leerdoel. Ik merkte dat als je veel schrijft voor de doelgroep, je steeds beter wordt in de toon van het Jeugdjournaal te schrijven.

6

Bij de redactiedienst heb ik vooral geleerd om kort maar duidelijk nieuws uit te leggen en snel te monteren. In 30 seconden iets vertellen, is soms best wel moeilijk vooral in het begin. In het begin had ik zelfs moeite om twee ‘kortjes’ op een dag af te krijgen. De JRD dienst vond ik natuurlijk het leukst als ik zelf op pad mocht.

Hoofdstuk 3 Aandachtspunten

1 Ideeën en plannen kunnen genereren voor de doelgroep

Een belangrijk aandachtspunt voor deze stage was het ontwikkelen van meer plannen en ideeën. Voor ik aan mijn stage begon wist ik nog niet wat de doelgroep interessant vond en wat ze bezig hield. In het begin van mijn stage bedacht ik verschillende ideeën zonder een relevante invalshoek voor de doelgroep. Ik wist in het begin niet goed waar onderwerpen aan moeten voldoen en wat de doelgroep aansprak.

Tijdens mijn stage heb ik me veel ontwikkeld op dit vlak. Als er nu onderwerpen voorbij komen weet ik of het relevant is voor de doelgroep en of het juist iets is voor op de site of voor in de uitzending. Ik vind het nog wel lastig om tijdens een redactiedienst zelf met ‘nieuwe’ onderwerpen te komen, dit komt omdat er al veel onderwerpen standaard op de vergaderlijst staan.

Met de planningsdiensten kan ik voor verschillende onderwerpen goed de invalshoek bedenken en een onderwerp helemaal optuigen. Een goed voorbeeld hiervan is een reportage over het WK Trampolinespringen. De invalshoek die ik hierbij gekozen heb zijn niet de vijf dames die voor Nederland mee doen, maar 3 kinderen die in de doelgroep zitten en zij reizen een week later naar het Jeugd WK af.

Een belangrijk deel van dit leerdoel is dat je goed je doelgroep moet kennen. Het jeugdjournaal richt zich op kinderen tussen de 9 en 12 jaar. Voor de doelgroep schrijf je natuurlijk heel anders een tekst dan voor de doelgroep van het Achtuurjournaal. Bij het Achtuurjournaal laten ze vaak heftige beelden zien, dat doet het Jeugdjournaal nooit. Een goed voorbeeld hiervan waren de grote verschillen tussen de items van het Achtuurjournaal en het Jeugdjournaal over de aanslagen in Parijs. Het Achtuurjournaal liet veel nare en angstige beelden zien, terwijl het Jeugdjournaal dat niet deed. Ook liet het Jeugdjournaal de slachtoffers niet van dichtbij zien in beeld, terwijl het Achtuurjournaal dat wel deed.

7

2 Interviews meer leiden/sturen

Voordat ik aan deze stage begon was ik erg afwachtend in het interview. Ik wist niet goed wanneer ik iemand moest onderbreken of wanneer ik ergens op door moest vragen. Als ik dan het interview terugluisterde, miste ik soms informatie of belangrijke quotes.

In het begin van de stage toen ik voor het eerst mee op pad mocht. Merkte ik gelijk dat als ik een afwachtende houding aannam, kinderen dat ook deden en ze niet zoveel zeiden. Ik heb tijdens mijn stage meegelopen met andere verslaggevers en daar heb ik veel van geleerd. Wat ik vooral er nuttig vond van het meelopen was dat ik kon zien hoe andere redacteurs het aanpakte en wat voor vragen ze stelde. En wat ze bijvoorbeeld deden als iemand niet zo fijn sprak.

Ik merk dat als je kinderen interviewt het belangrijk is om rustig te blijven en vertrouwen uit te stralen. Het is voor kinderen natuurlijk best wel heel spannend om iets voor de camera te vertellen. Het rustig blijven en vertrouwen uitstralen vind ik ook bij het leerdoel interview sturen passen. Door je houding aan te passen kan je het interview namelijk ook leiden. Dit merkte ik toen ik meeliep met een verslaggever. De reportage ging over het Media lab bij Cinekid. Alle kinderen waren erg druk door alle activiteiten. De verslaggeefster bleef rustig en duidelijk. Ik merkte dat de kinderen vanzelf ook rustiger werden.

De afgelopen weken heb ik niet zoveel tijd kunnen besteden aan het zelfstandig interviews leiden/sturen. Dit komt omdat ik nu twee keer zelfstandig op pad ben geweest. Ik merk dat je daar het meest van leert, want opeens moet je het zelf doen en regelen. Bij de Lego Toren was het erg druk en waren er veel kinderen. Ik moest dan echt mijn eigen plan trekken en mij niet zoveel aantrekken van moeders die hun kind per se op tv willen. Voor de interviews heb ik zelf de kinderen uitgekozen en het interview goed gestuurd. Doordat ik het interview goed had gestuurd, had ik genoeg bruikbare quotes voor in de montage.

8

3 Beter leren luisteren

Dit leerdoel heb ik opgesteld, omdat ik voor mijn stage vaak het gevoel had dat ik in gesprekken informatie miste doordat ik niet goed luisterde. Ik was te druk met andere dingen of ik kon me niet goed concentreren. Hierdoor miste ik de helft of vroeg ik bij gesprekken en interviews niet goed door.

In het begin van mijn stage kwam er veel informatie op mij af en dacht ik soms: ‘wat hebben ze nou net verteld?’ Ik ben toen gelijk met mijn leerdoel aan de slag gegaan omdat ik niet steeds dat gevoel wilde hebben.

De eerste keer dat ik mee was op pad en voor het eerst zelfstandig kinderen interviewde merkte ik ook gelijk dat ik goed moest luisteren. Anders heb je niet door wat de kinderen precies zeggen en om je terug op de redactie met alleen maar quotes van ‘leuk’. Gelukkig hielp de verslaggever mij en gaf tips waar ik bijvoorbeeld op door kon vragen.

Tijdens mijn stage heb ik vooral bij de planning veel tijd besteed aan het leerdoel. Veel mensen bellen met soms lange verhalen, het is dan juist belangrijk dat je gefocust blijft en goed doorvraagt om aan extra informatie te komen.

In de afgelopen weken merk ik dat ik steeds beter ga luisteren en de informatie sneller binnenkomt. Ik merk dat ik sneller door heb waar het omgaat, omdat ik gelijk actief luister. Bij de planning maakte ik een sheet over de Groene top trein door Nederland, omdat allerlei organisaties en pr mensen verschillende dingen hadden georganiseerd was het lastig om overzicht te houden. Door goed te luisteren, de ‘rode vlag’ te zien en door te vragen is het mij gelukt om een duidelijk overzicht te maken van de activiteiten.

9

4 Beter doelgroep gericht schrijven.

Voor mijn stage had ik nog nooit voor een jonge doelgroep geschreven. Op school schreef ik wel voor verschillende doelgroepen, maar meestal rond mijn leeftijd of ouder. Dit leerdoel was voor mij het belangrijkste leerdoel van mijn stage.

In het begin van mijn stage merkte ik dat ik de doelgroep eigenlijk niet zo goed kende. Ik had natuurlijk wel veel informatie over het jeugdjournaal opgezocht en veel uitzendingen bekeken. Alleen zelf een tekstje schrijven voor de doelgroep was toch een stuk lastiger kwam ik achter. De teksten moeten voor de doelgroep begrijpelijk, maar ook interessant zijn. Lastige onderwerpen moet je gemakkelijker brengen, maar niet op een kinderachtige manier.

In de eerste weken zijn mijn teksten veel verbeterd en aangepast. Ik heb hier veel van geleerd. Van alle teksten heb ik ook verschillende versies, mijn eigen versie en die van de JINT’er zo kan ik goed zien wat er verbeterd is en waarom.

Elke dag was ik bezig met dit leerdoel, bijvoorbeeld bij het schrijven van presentatieteksten, voice-overs en internetberichten. Ik merk dat ik veel ontwikkeling heb doorgemaakt. Als ik een tekst van nu vergelijk met een tekst van september zie ik veel verschil. De koppen trekken meer de aandacht en de inleiding vertelt het nieuws niet meer zakelijk of saai.

Aan het einde van mijn stage kan ik goede teksten schrijven voor op de website. De teksten worden niet veel meer aangepast. Wel heb ik nog steeds moeite om lastige nieuwsonderwerpen kort en duidelijk te vertellen, bijvoorbeeld in een kortje voor de uitzending. Laatst maakte ik een kortje over de hack bij Vtech. Bij de hack waren gegevens van 124.730 kinderen gestolen. Het gaat om de naam, het geslacht en de leeftijd. Op de servers zou voor 190 GB aan foto's, een jaar aan chatberichten en audiobestanden aanwezig zijn. Ik vind het dan lastig wat ik wel moet vertellen en wat juist niet. Als het ware moet je dan boven je onderwerp ‘hangen’. Iets wat ik nog lastig vind en mij niet bij alle onderwerpen lukt, zoals bij het Vtech kortje.

10

Hoofdstuk 4 Dwarsdoorsnee producties

4.1 Geschreven journalistiek

Chinese stad verdwijnt in vervuilde mistDe tekst gaat over de smog, die al dagenlang in de Chinese hoofdstad Peking hangt. Correspondent Marieke de Vries maakte voor de NOS daar een item over. Graag wilde we nog kinderkwoots, maar dat was niet haalbaar.

Over het onderwerp was al een video gemaakt voor in de ochtenduitzending. Ik heb het onderwerp dus niet zelf bedacht en de video ook niet gemaakt. Wel heb ik de tekst geschreven voor op de website. Ik heb overlegd met de redacteur, die het item voor de ochtend maakte. Verder heb ik korte research gepleegd. De JINT’er heeft de kop wat spannender gemaakt en de tekst twee regels ingekort.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2072277-chinese-stad-verdwijnt-in-vervuilde-mist.html

11

Zeldzame wisent in Nederlands natuurpark

Dit bericht gaat over de nieuwe bewoner, wisent Durkan in het natuurpark. Verslaggever Joris Marseille was op pad om over dit onderwerp een reportage te maken. De reportage zou pas laat af zijn en de JINT’er wilde het nieuws al eerder brengen.

Doordat er nog geen filmpje bij zat kon ik een wat langere tekst schrijven met meer informatie. Bij het researchen heb ik overlegd met iemand van de binnenlandredactie, die over de wisent al een tekst had geschreven voor op de nos site. Verder heb ik gebeld met mensen van het Wisentproject. De JINT’er heeft de eerste alinea met de tweede alinea gewisseld.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2068679-zeldzame-wisent-in-nederlands-natuurpark.html

Hond Oliver is populair op Instagram

Op Facebook zag ik een bericht over een populaire hond genaamd Oliver. Eerst heb ik uitgezocht of de hond echt zoveel volgers had en of het een van de bekendste honden op Instagram is. Toen dat bleek, heb ik verder gezocht naar nog meer informatie over de hond.

12

Voor de site heb ik een paar leuke foto’s uitgezocht, die ingevoegd kunnen worden. De JINT’er heeft alleen de laatste zin van de tekst veranderd. Het is natuurlijk geen hard nieuws verhaal, maar het bericht wordt wel vaak aangeklikt.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2072294-hond-oliver-is-populair-op-instagram.html Postbode verstopt de postDit artikel gaat over een postbode uit Eelde, die drie jaar lang niet alle post heeft bezorgd. Voor internet heb ik er gelijk een tekst over geschreven, want de redactie van binnenland had al research gedaan. Toch heb ik nog even na de regionale omroep RTV Noord gebeld, alleen zij hadden geen beeld gedraaid.

We moesten het dus doen met alleen de foto van de politie Noord-Nederland. Ik heb de tekst expres wat langer geschreven dan normaal, zo komt de opmaak van de tekst beter uit.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2069483-postbode-verstopt-de-post.html

'Huh?!' Nederlander wint onderzoeksprijsDit item gaat over de IG Nobelprijzen, de vrolijke wetenschapsprijzen. Ik deed de research voor dit onderwerp. Het was aardig wat uitzoek werk, omdat de prijzen niet zo bekend zijn en de onderzoeken soms wat vaag. Over de IG-nobelprijs heb ik later een stuk geschreven

13

op de site. Een andere redacteur heeft toen een dag later de video erbij gemaakt. Samen met de JINT’er heb ik er een stelling bij gedacht.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/847531-huh-nederlander-wint-onderzoeksprijs.html

Geen aanraakscherm, maar een aanwijsscherm

Dit artikel voor de site gaat over nieuwe beeldschermen voor telefoons en tablets. Je hoeft het beeldscherm niet meer aan te raken, alleen maar aan te wijzen. Het onderwerp was als kortje in de ochtenduitzending aanbod gekomen, maar het was niet helemaal duidelijk uitgelegd. We hebben besloten om voor de site alleen een uitgebreide tekst te plaatsen.

Over het onderwerp was het een en ander al uitgezocht. Ik heb voor de tekst nog meer research gedaan en daar uiteindelijk de tekst van geschreven. De JINT’er heeft de tekst een klein beetje aangepast. Van de eerste alinea heeft hij twee alinea’s gemaakt en de laatste alinea heeft hij samengevoegd.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2068643-geen-aanraakscherm-maar-een-aanwijsscherm.html

Wat wil jij weten van Jochem van Gelder?Elke woensdag verschijnt er een artikel over de gast die zondag in het Zapp weekjournaal te zien is. Deze week is dat Jochem van Gelder. Het artikel gaat over wat Jochem allemaal doet en waar de kinderen hem kunnen kennen. Ook kunnen kinderen reageren op het artikel met een vraag voor Jochem.

Zelf wist ik eigenlijk niet wat Jochem van Gelder op dit moment allemaal doet. Dat heb ik dus eerst uitgezocht. Ik denk dat kinderen van alle programma’s het meest Het Beste Idee van Nederland kennen. Op dat programma heb ik mij ook het meest gefocust bij het schrijven

14

van deze tekst. Bij Jochem van Gelder leek het mij leuk om een leuk stukje van hem in Het Beste Idee van Nederland toe te voegen. Helaas was dat er niet en daarom heb ik gekozen voor een leuk fragment van een aparte uitvinding.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2069897-wat-wil-jij-weten-van-jochem-van-gelder.html

Arjen Robben maakt kans op Gouden Bal

Het artikel gaat over de kanshebbers op de Gouden Bal prijs. Kinderen volgen dit en reageren er veel op. Op de site stond al een bericht over de eerste selectie voor de Gouden Bal en nu is Arjen Robben als enigste Nederlander nog in de race.

Van de Internetredacteur kreeg ik de opdracht om over dit onderwerp een stukje te schrijven. Ik heb het onderwerp dus niet zelf bedacht. Wel heb ik zelf de research gedaan en het stuk geschreven. Het is een wat groter artikel dan normaal geworden, omdat we geen video of extra afbeelding hadden.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/860355-arjen-robben-maakt-kans-op-gouden-bal.html

15

Misschien een nieuwe vlag voor Nieuw-ZeelandDit internetbericht gaat over de vlag verkiezing in Nieuw-Zeeland. Ik heb de tekst geschreven, terwijl een andere redacteur het filmpje heeft gemaakt. De tekst en het filmpje vullen elkaar goed aan, omdat we goed hebben overlegd. Aan de tekst is niet veel veranderd door de JINT’er. We hebben samen een vraag bedacht waarop de kinderen kunnen reageren onder het bericht.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2070325-wat-wordt-de-vlag-van-nieuw-zeeland.html

De irritantste reclame van het jaarHet artikel gaat over de Loden Leeuw verkiezing, de verkiezing voor de irritantste reclame en de stomste BN’er in een reclame. Niet alle reclames waren geschikt om op de site te plaatsen, een reclame ging over een gedicht over de dood met een BN’er en een andere reclame ging over zeep voor de vagina. Doordat we niet alle reclames uit een van de twee categorieën konden laten zien. Hebben we gekozen om een paar reclames uit alle twee de categorieën te kiezen. Helaas konden de filmpjes niet worden toegevoegd op de site, dus was het uitzoekwerk voor niks geweest. Toch vind ik dat mijn tekst goed gelukt is. De JINT’er heeft een paar merknamen weggehaald, waar ik niet aan gedacht had. Later is er bij mijn tekst nog een video gemaakt voor de uitzending.

16

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2072417-wat-is-de-irritantste-reclame-van-het-jaar.html

4.2 Audiovisuele journalistiek

Nieuwe reuzenschildpadden hebben puntige schildHet artikel en het filmpje gaan over een nieuwe soort reuzeschildpadden, die ontdekt zijn op de Galapagoseilanden. Het item is gemaakt voor de website.

Het onderwerp en de beelden kwam ik tegen op de Mediacloud. Het leek mij een interessant en boeiend onderwerp voor de doelgroep. Ik heb met de JINT’er overlegd hoe het stuk en de video eruit moest komen te zien. Zelf heb ik het de tekst en voice-over geschreven en het filmpje gemonteerd. De JINT’er heeft alles nakeken.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/861241-nieuwe-reuzenschildpadden-hebben-puntige-schild.html

Hoogste Legotoren ter WereldDe reportage gaat over een wereldrecord. In Utrecht is de hoogste legotoren ter wereld gebouwd.

Dit item heb ik zelfstandig gedraaid. Het item heb ik zelf niet gepland, dat is gedaan door Lisa, zij had toen planningsdienst. De opzet van het item heb ik zelfstandig gemaakt en laten controleren door een van de redacteuren. Ook de voice-over teksten heb ik zelf geschreven. Na het draaien heb ik het op dezelfde dag zelf ruw gemonteerd.

De cutouts heb ik samen met de eindredacteur bedacht en deze zijn door de regisseur en Paintbox gemaakt. De audio is geperfectioneerd in de set. De effecten en de naambalken

17

heb ik samen met de editor gedaan in de set. Het item heb ik zelf niet ingesproken, maar dat heeft een andere redacteur gedaan.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/861680-hoogste-legotoren-ter-wereld-staat-in-utrecht.html

Nelles (15) breekt wereldrecord met reuzenrad

Het kortje voor de uitzending gaat over een groot reuzenrad. Een jongen van 15 heeft het grootste reuzenrad ter wereld gebouwd van K’nex.

Het onderwerp heb ik niet zelfgekozen, het was al gemaakt door het Belgische Jeugdjournaal Karrewiet. Van dit onderwerp heb ik een uitsmijt gemaakt voor in het Jeugdjournaal. De presentatietekst en de voice-over heb ik zelf geschreven. Ook heb ik het item zelf gemonteerd en ondertiteld.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2067682-nelles-15-breekt-wereldrecord-met-reuzenrad.html

Bibliotheek te paard

Het item gaat over een reizende bibliotheek. De bedenker wil kinderen in kleine dorpjes helpen. Die moeten soms wel een uur reizen voor een bibliotheek. Hij gaat daarom met zijn paard langs scholen om boeken uit te lenen.Het onderwerp kwam ik tegen op een andere nieuwssite en het leek mij ook wel geschikt voor het jeugdjournaal. Ik ben op zoek gegaan naar het beeldmateriaal en het verhaal erachter. Ik heb de opzet zelf gemaakt en de voice-overs geschreven. Ook heb ik de tekst op de site geschreven.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/860462-bibliotheek-te-paard-in-indonesie.html

18

Mahiro (9) opvallend goed in karate

Voor de uitzending heb ik een uitsmijt gemaakt over het karate meisje. Mahiro is heel goed in karate en mag zelfs meedoen in een videoclip van een bekende zangeres.

De uitsmijt heb ik zelf gemaakt. Ik heb de voice-over geschreven en de video gemonteerd. Later is de video na de uitzending op de website geplaatst.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2070109-mahiro-9-opvallend-goed-in-karate.html

Voetballen in het donker voor de wetenschap

De reportage gaat over een lichtonderzoek dat wordt uitgevoerd tijdens het Weekend van de Wetenschap. Op het Museumplein in Amsterdam werden kinderen ingezet als proefkonijnen. Een team speelde zonder glazen en het ander team speelde met donkere glazen een potje voetbal.

Ik ben met de verslaggever mee geweest op pad. Zelf heb ik ook nog drie kinderen geïnterviewd, zij zijn ook te zien in het item. Verder heb ik met de verslaggever meegekeken bij de montage.

19

http://jeugdjournaal.nl/artikel/852089-voetballen-in-het-donker-voor-de-wetenschap.html

50 jaar 3 FM

Voor de uitzending maakte ik een kortje over het jubileum van 3FM. Binnenland zou zelfstandig draaien bij de opening van de speciale tentoonstelling over 3FM in het Beeld en Geluidmuseum. Ik had veel tijd over, dus ik mocht even gaan kijken van de eindredactie.

Voor een kortje hoefde ik eigenlijk maar een quote te halen. Om te oefenen met interviewen, interviewde ik Giel Beelen, Domien Verschuuren en Eva Koreman. Voor mijn eigen item heb ik maar een kwootje gebruikt, maar ik zag later dat veel quotes waren uitgeschreven voor een stuk op nos.nl

Speciale voetbalmiddag voor vluchtelingen

Het item voor de site gaat over een voetbalmiddag voor vluchtelingen. Zo'n 2000 vluchtelingenkinderen staan op de Nederlandse voetbalvelden voor een speciale voetbalmiddag. Met het voetbalevenement hoopt de organisatie dat deze dag de kinderen een beetje kan helpen om die nare gebeurtenissen even te vergeten.Verslaggever Nick Renooij maakte een reportage over deze voetbalmiddag. Hij was laat terug, dus ik maakte alvast van het doorgezette materiaal een video voor op de site. Ik heb zelf de opzet gemaakt en de tekst en voice-overgeschreven. Ik heb geen research gepleegd voor het onderwerp, want dat was al gedaan door de verslaggever.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2068374-speciale-voetbalmiddag-voor-vluchtelingenkinderen.html

20

Blinden kijken film met speciale appHet item gaat over een nieuwe app waarin wordt verteld wat er in de film te zien is. Een groep kinderen van een school voor slechtzienden in Zeist, testte de app in de bioscoop. Het verhaal en de agenda waren al aangemaakt op Inos door Elsa. Ook is een deel van de achtergrond al eerder toegevoegd door Elsa. De rest van de sheet heb ik gemaakt en verder aangevuld met informatie. Verder heb ik de nodige telefoontjes gepleegd om alles te regelen. Ik heb alles door besproken met de verslaggever en contact gehouden met de mensen van de PR. Voor het item heb ik alvast een ingest verzoek gemaakt. Ook heb ik van verschillende bedrijven beeld opgevraagd en ingeladen.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/850121-blinden-kijken-film-met-speciale-app.html

21

WK Trampoline springen De reportage gaat over het WK Trampolinespringen, wat wordt gehouden in Denemarken. Vijf Nederlandse dames hebben zich voor het WK gekwalificeerd.

Het onderwerp en de invalshoek heb ik zelf gekozen. Ik heb de research gedaan en een trampolinevereniging gevonden waarbij we welkom waren om te filmen. Ook ben ik opzoek gegaan naar beelden van de WK kwalificatie van de Nederlandse vrouwen. Verder heb ik uitgezocht waar de jury oplet bij een sprong en hoe zo’n wedstrijd werkt. Het item ‘afplannen’ heeft iemand anders gedaan, omdat ik vrijdag er niet was. Zaterdag heeft de verslaggever het item gemaakt en de opzet en voice-over’s geschreven.

http://jeugdjournaal.nl/artikel/2071992-caitlin-sophie-en-emre-doen-mee-aan-wk-trampolinespringen.html

Hoofdstuk 5 Analyse BOP- Competenties

5.2. KiezenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden

Kan een selectie maken uit ideeën en daarbij het juiste medium kiezen, passend bij

Kiest op aansturing van een redactiechef relevante en actuele

Bepaalt zelf originele onderwerpen en invalshoeken binnen een gegeven enzelfgekozen

22

het doel en de doelgroep

onderwerpen die geschikt zijn voor een brede doelgroep, en zoekt bij die onderwerpen voor dehand liggende invalshoeken. Stemt keuze af op de beoogde media.

journalistieke context.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Vaak bepaal ik zelf originele onderwerpen en invalshoeken. Als ik een idee heb, dan werk ik het ook helemaal uit, zoals bij het item over het Tuinfeest. Bij toeval kwam ik het onderwerp tegen, doordat ik aan het researchen was over de boekenmarkt. Het tuinfeest is namelijk op de avond voor de boekenmarkt. De invalshoek bij het item was daarom ook de boekenmarkt.

Bij wat ingewikkeldere items, die gaan over politiek of economie vraag ik vaak aansturing van een redactiechef of coördinator. Ik vind het lastig om ingewikkelde onderwerpen ‘makkelijk’ te brengen. Soms worstel ik met de invalshoek. Bij de start van mijn stage ben ik op gevorderd niveau. Dit omdat ik vaak zelf onderwerpen bedenk, maar soms ook sturing nodig heb. (Item: http://deventerrtv.nl/mediatheek/video/episode/10603065/reportage-tuinfeest-2015/)STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.Ik zit op een gevorderd niveau halverwege mijn stage. Ik weet wat er in de doelgroep speelt en wat ze interessant en leuk vinden. Als ik iets tegenkom op bijvoorbeeld facebook, denk ik gelijk ‘oh dat moet ik onthouden’. Vaak is dat grappig of opmerkelijk nieuws voor op de site.

Het onderwerp WK Trampoline springen kwam ik tegen op de ANP agenda en het leek me een geschikt onderwerp voor de doelgroep. Trampoline springen kent natuurlijk iedereen, maar als sport niet. Vaak is er aandacht voor turnen, maar nooit eigenlijk voor trampoline springen. De invalshoek had ik snel gevonden drie doelgroepers die zelf meededen aan het Jeugd WK turnen een week later, maar wel op dezelfde locatie. We konden een middagje meetrainen met deze sporters. TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Gevorderd Niveau

23

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Tijdens mijn stage heb ik de doelgroep goed leren kennen. Ik heb geleerd welke onderwerpen en invalshoeken relevant zijn voor de doelgroep. Op de planningsdiensten heb ik het meeste geleerd, omdat je dan veel onderwerpen op de lijst hebt staan en dus goede keuzes moet maken en een goede invalshoek moet bedenken. Ik leerde vooral veel van het mee vergaderen en meekijken bij andere redacteurs.

In het begin van mijn stage wist ik niet waar onderwerpen en invalshoeken aan moesten voldoen voor het Jeugdjournaal. Vaak had ik onderwerp ideeën, maar wist ik niet wat we ermee konden doen. Als voorbeeld: er komen nieuwe cijfers uit van het CBS over armoede in gezinnen. Het onderwerp is goed, maar dan de invalshoek nog en het verhaal.

Aan het einde van mijn stage merk ik daar ik veel makkelijker invalshoeken bedenk en verhalen optuig. Het wordt steeds duidelijker welke onderwerpen relevant voor de doelgroep kunnen zijn. Op de planning heb ik zelf nu al een paar onderwerpen met de invalshoek bedacht en uitgewerkt. Zoals het onderwerp WK trampolinespringen met als invalshoek drie doelgroepers, die zelf meededen aan het Jeugd WK turnen een week later, maar wel op dezelfde locatie.

Ik moet nog werken aan het zelf vinden van originele onderwerpen voor de dag zelf. Bij de vergaderingen is er altijd een rondvraag. Vaak staan mijn ideeën al op de lijst of is mijn onderwerp niet geschikt voor een groot verhaal. Een voorbeeld hiervan waren de populaire armbanden voor politie, brandweer en ambulance om te laten zien dat ze soms hun leven op het spel zette. Het leek mij een leuk onderwerp voor een verhaal als een kind zo’n armband droeg voor zijn vader of moeder. Helaas hebben we er niks meegedaan, omdat ik niet zo’n verhaal kon vinden over een kind en het te klein was.

Ik zit tussen gevorderd en bachelor niveau in, omdat ik weet wat er in de maatschappij speelt, en weet hoe ik mijn doelgroep hiermee kan bedienen. Ook kan ik zelf originele onderwerpen en invalshoeken bedenken. Alleen kan ik niet zo goed originele onderwerpen voor de dag zelf bedenken. Vaak staan ze al op de lijst of zijn ze niet relevant genoeg.PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Gevorderd/bachelor niveau

24

25

5.3.PlannenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Journalistiek werk plannen en organiseren

Kan onder tijdsdruk werken, maakt daarvoor een planning.

Plant op basis van duidelijke opdrachten en afspraken werkzaamheden enhoudt daarbij de planning van het team in het oog. Gaat systematisch en geordend te werk.Houdt zich aan deadlines voor eenvoudige producten op kortere termijn.

Maakt zelfstandig een passende planning bij de productie van journalistiek werk. Kan met deadlines werken.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik al op bachelor niveau, dit komt doordat ik altijd alles goed organiseer en plan. Ik ben iemand die met lijstjes en agenda’s werkt. Voor de reportage over de Deventer boekenmarkt heb ik in totaal tien mensen geïnterviewd op 1 dag. Dit vereist een goede planning, dit omdat de markt 6 km lang is en je niet constant de hele markt over wil lopen. Het kost erg veel tijd en het is niet vol te houden met alle spullen. Voor deze reportage heb ik daarom een route uitgestippeld en alle interviews op een logische volgorde gepland. Sommige sprekers hadden namelijk een kraam of waren op een speciale plek. Ook heb ik met een paar sprekers telefonisch contact gehouden.

Doordat ik veel tijd in de voorbereiding had gestoken, liepen we op de dag zelf een uur voor op schema. Dit betekende een uur extra in de montage. (Item: http://deventerrtv.nl/mediatheek/video/episode/10419499/reportage-boekenmarkt-2015/)STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf Bachelor niveau

26

ingeschatte niveau bij de start:

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.Halverwege mijn stage zit ik op bachelor niveau, dit komt doordat ik altijd alles goed organiseer en plan. Ik ben iemand die met lijstjes en agenda’s werkt. Ik merk dat de planning bij het Jeugdjournaal mij ook goed afgaat. Het is duidelijk wat ik moet doen en wat er van mij verwacht wordt. Bij het Jeugdjournaal plannen we meestal een onderwerp voor de volgende dag of soms twee. Ook houden we onderwerpen die langer spelen in de gaten of onderwerpen die in de toekomst wat kunnen zijn. Zelf heb ik ook al enkele onderwerpen zelfstandig gepland voor de volgende dag. Een daarvan was een onderwerp over de Watson- app, een app voor slechtziende zodat zij toch van de film kunnen genieten.

Bij het jeugdjournaal zijn altijd deadlines, omdat we elke ochtend en avond een uitzending maken. Als ik de korte items moet maken, weet ik precies wanneer ik al mijn voice-over teksten moet hebben geschreven. En wanneer ik moet beginnen aan de montage, om het op tijd af te hebben. Aan mijn eigen planning kan ik mij goed houden en ik heb altijd alles op tijd af.

Ik zit op bachelor niveau, omdat ik weet hoeveel tijd ik nodig heb voor een item of een verhaal. Tijdens mijn eerste zelfstandige item liepen de opnames 1,5 uur uit. De avond ervoor had ik voor de zekerheid mijn opzet al geschreven en op de terugweg naar de NOS schreef ik mijn voice-over teksten. Doordat ik mijn planning wat had aangepast en goed wist in te schatten hoeveel tijd ik kwijt was voor de montage, was mijn item op tijd af.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Bachelor niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.In de afgelopen weken heb ik geleerd om deadlines te werken. Af moet ook echt af zijn. In het begin heb ik een keer een item bijna te laat afgekregen, omdat ik bleef prutsen. Iets proberen af te maken in vijf minuten, omdat het ook echt over vijf minuten in de uitzending moet, is niet echt fijn ben ik achter gekomen. Gelukkig is dit maar een keer gebeurt bij het kortje over 3FM. Ik had veel leuke beeldfragmenten en ik bleef maar aan het prutsen en verschuiven. De planning en de tijd hield ik niet in de gaten en daardoor moest alles nog gebeuren in de laatste minuten. In de rest van mijn stagetijd hield ik mij aan mijn eigen planning en had ik alles op tijd af.

Als ik nu kortjes maak of een uitsmijt, weet ik hoelang ik per item bezig ben en wanneer al mijn voice-overs klaar moeten zijn. Ik heb meer besef van de tijd. Een voorbeeld hiervan is dat ik nog een extra kortje moest maken om 6uur, omdat de eindredacteur zei dat de uitzending te kort was. Door mijn planning was het kortje om half 7 af en kon de tekst nog meegenomen worden in de repetitie voor de uitzending.

27

Ik zit bij deze competentie op Bachelor niveau, omdat ik een goede planning kan maken en mezelf eraan kan houden. Ik kan goed inschatten hoelang ik ergens mee bezig ben en hoeveel tijd er nog overblijft voor iets anders. Bij de planningsdienst kan ik ook duidelijke en overzichtelijke sheets maken over de geplande items.PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Bachelor niveau

5.4. VerzamelenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

4. Snel informatie verzamelen

Kan op aanwijzing van de redactie alle benodigde bronnen efficiënt en effectief gebruiken.

Kan over een actueel onderwerp gericht op een breed publiek derelevante vragen stellen en de voor beantwoording daarvan relevante informatie verzamelen uit schriftelijke, elektronische en mondelinge bronnen. Kan daarvoor putten uit bronnen in deNederlandse en eventueel Engelse taal.

Kan over complexe onderwerpen doelgericht en kritisch informatie verzamelen uit binnen- en buitenlandse bronnen.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Ik kan relevante informatie verzamelen uit schriftelijke, elektronische en mondelinge bronnen. Ook kan ik relevante vragen stellen over een actueel onderwerp en voor de beantwoording informatie verzamelen.

Voor mijn Geschreven minor heb ik een week meegelopen in een zorginstelling. Daar heb ik gericht informatie verzameld door verzorgers, maar ook bewoners te interviewen. De doelgroep van ons tijdschrift waren SPH studenten. Voor het tijdschrift ben ik naar een Thomashuis geweest, daar heb ik de eigenaren geïnterviewd en allerlei

28

achtergrondinformatie bij verzameld. Dit is uiteindelijk een artikel geworden voor een breed publiek. ( https://fdebeuze.wordpress.com/2015/04/07/thomashuis-ruinerwold/)

Verschillende kritische informatie verzamelen van buitenlandse bronnen vind ik erg lastig. Dit omdat ik niet altijd de strekking van het verhaal begrijp. Op de buitenlandreis moest je informatie verzamelen voor je internetproductie. Dit ging bij mij moeizaam, ik kon de grote lijnen wel kon volgen, maar ik vond het erg lastig om door te vragen. Daarom vind ik dat ik het bachelor niveau nog niet voldoende beheers.STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.Over onderwerpen kan ik doelgericht en relevante informatie verzamelen. Bij de planningsdienst komt dit het vaakste aanbod, omdat je dan goed uit moet zoeken of de onderwerpen wel relevant voor de doelgroep zijn. Ik merk dat ik veel vorderingen maak rond de competentie verzamelen. In het begin van mijn stage vergat ik soms weleens relevante zaken uit te zoeken of na te bellen. En nu halverwege mijn stage weet ik waar ik op moet letten en gaat het informatie verzamelen goed. Ik weet hoe ik bronnen moet benaderen en hoe ik ze effectief moet gebruiken.

Ik heb research gedaan over ongelukken in gymzalen. Hiervoor heb ik enkele verslagen van verschillende regionale GGD’s doorgenomen om de juiste cijfers te vinden. Daarnaast heb ik verschillende organisaties gebeld om te kijken of dit probleem speelt en wie er overgaat. Verder heb ik de woordvoerder van het ministerie van Onderwijs gevraagd om een reactie. Door verschillende bronnen te gebruiken, weet ik een onderwerp duidelijk te maken. Met dit onderwerp is uiteindelijk niks meegedaan omdat de organisaties geen beeld konden geven over de situatie. Ook ontbraken er landelijke concrete cijfers.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Gevorderd niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Aan het einde van mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Dit omdat ik weet waar ik informatie kan vinden en makkelijk deskundigen kan raadplegen. In het begin van mijn stage vergat ik nog wel vaak zaken uit te zoeken of vergat ik een belangrijke bron. Nu weet ik waar ik op moet letten en hoe ik de bronnen effectief kan gebruiken. Ik vind het nog wel lastig om informatie verzamelen uit buitenlandse bronnen. Dit omdat ik niet altijd de strekking van het verhaal begrijp.

Ik heb bij het verhaal over de Bibliotheek ter paard eerst informatie moeten verzamelen. Hiervoor heb ik meerdere bronnen op internet moeten benaderen om te kijken of het wel waar was en wat het verhaal erachter was. Doordat ik veel informatie met elkaar heb vergeleken, kon ik het echte verhaal weergeven in de tekst en het filmpje.

29

Deskundigen of organisaties bellen voor het verzamelen van informatie vind ik niet erg of spannend. Op de planning bel je continue met mensen of je wordt gebeld. Ik weet welke vragen ik moet stellen om aan de juiste informatie te komen. Soms duurt het lang voordat je de juiste aan de telefoon hebt, zoals bij de research over de gymzalen. PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Gevorderd niveau

5.5. SelecterenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Belangrijke informatie selecteren

Kan uit een beperkte en overzichtelijke hoeveelheid informatie hoofd- en bijzaken scheiden.

Kan uit een beperkte en overzichtelijke hoeveelheid informatie dieinformatie selecteren die noodzakelijk is om de doelgroep(en) van relevante en actuele feiten te voorzien. Houdt daarbijrekening met de beschikbare ruimte. Kan gericht ondersteunend materiaal selecteren bij het product.

Kan uit een grote hoeveelheid complexe informatie doelgericht selecteren endaarmee de doelgroep(en) vanuit verschillende invalshoeken over het onderwerpinformeren.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Uit verschillende informatiebronnen kan ik goed selecteren welke informatie ik nodig heb en welke ik beter kan weglaten. Uit interviews kan ik makkelijk de belangrijke quotes selecteren en de oninteressante dingen weglaten. Voor nieuwsflitsen selecteer ik altijd ondersteunend materiaal wat bij het item past. Soms kan ik complexe informatie niet goed interpreteren. Vaak als het lastige stukken zijn met veel jargon. Een voorbeeld daarvan zijn complexe raadsstukken of verklaringen over Cao’s. Uit een grote hoeveelheid complexe informatie kan ik niet doelgericht selecteren, daarom is deze competentie bij mij niet op bachelor niveau.

30

STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.Halverwege mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Uit verschillende informatiebronnen kan ik goed selecteren welke informatie ik nodig heb en welke ik beter kan weglaten. Bij de persconferentie van Mansveld over de Fyra is het belangrijk om alleen maar de relevante informatie eruit te halen. Veel dingen moet je weg laten, omdat het anders te veel informatie is voor de doelgroep en te ingewikkeld.

Vaak wil ik teveel vertellen, wat niet kan in maximaal 30 seconden. Bij het korte item over Mansveld schreef ik eerst een voice-over, die helemaal in het onderwerp dook. Dat was veel te veel informatie. Bij dit soort onderwerpen is het belangrijk om ‘boven het onderwerp te gaan hangen’. Zou kun je beter zien wat belangrijke informatie is en wat je beter weg kan laten.

De voice-over heb ik later aangepast, door mezelf een paar vragen te stellen. -Wat is het nieuws/-Waarom is het belangrijk? /Waarom brengen we dit nieuws? Ik heb geleerd om niet alles te willen vertellen en duidelijke keuzes te maken. Door soms informatie weg te laten, kan het verhaal een stuk duidelijker worden. Ik kan informatie selecteren die noodzakelijk is voor de doelgroep en ik weet hoofd- en bijzaken te onderscheiden.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Gevorderd niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Ik heb tijdens mijn stage geleerd dat het belangrijk is als je als het ware ‘boven’ je onderwerp gaat hangen en jezelf een paar vragen stelt. Zoals: Wat is het nieuws, waarom is het belangrijk. Graag wil ik altijd alles vertellen, maar niet alle informatie past ik een kort nieuwsbericht. Je moet soms dus dingen weglaten. Ik heb geleerd dat het niet per se fout is om iets weg te laten, het wordt er soms alleen wat onduidelijker van, maar niet fout. Ik merkte dat ik dat erg lastig vind en nog steeds. Ik moet hier dus nog aan werken. Niet alles kunnen vertellen, terwijl je het wel weet. Als je bijzaken weglaat wordt de tekst en het verhaal wel veel duidelijker. Bij de tekst over de IG- nobelprijzen is het veel beter als je niet de exacte naam noemt van de onderzoeken, anders wordt het verhaal erg onduidelijk en moeilijk. In dit geval is het beter dat je soms dingen weglaat, omdat de tekst duidelijker wordt voor kinderen.

In de afgelopen weken merk ik dat ik steeds meer met afstand naar het onderwerp kijk. Daardoor kan ik makkelijker relevante informatie selecteren en de bijzaken weglaten. Bij ingewikkelde onderwerpen merk ik dat ik nog niet helemaal beheers. Dan vind ik het vaak nog erg lastig zoals in een kortje over Mansveld. Er zijn zoveel dingen die meespelen, daar ga ik mij dan teveel op focussen. Terwijl ik eigenlijk van ‘bovenaf’ moet kijken en mezelf de vragen moet stellen: Wat is er nog uit belangrijk en waarom brengen we het? Ik denk

31

daarom dat mijn eindniveau gevorderd is. PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Gevorderd niveau

5.6. OrdenenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Informatie op een journalistieke manier structureren

Kan het geselecteerde materiaal in producten logisch en/of chronologischordenen

Kan het geselecteerde materiaal in producten logisch ordenen. Beheerst de ordeningsprincipes van de vereiste genres.

Ordent ook meer complexe producten. Beheerst de ordeningsprincipes van de voor het medium relevante genresen ordent gericht op medium, doelgroep en formule.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik tussen gevorderd niveau en bachelor niveau in. De ordeningsprincipes beheers ik, ook kan ik het geselecteerde materiaal logisch ordenen. Voor verschillende media heb ik al het geselecteerd materiaal logisch geordend. Namelijk voor het tijdschrift Lichtpunt, magazine Touchdown en Deventer RTV. (Fdebeuze.wordpress.com) Allerlei verschillende media met een verschillende doelgroep.

Bij het magazine Touchdown ging het ordenen goed. Dit komt doordat ik eerst een schrijfplan heb gemaakt, hierdoor orden je het materiaal logisch in je product. Ik hield mij goed aan het schrijfplan, daardoor was het gericht geordend op het medium en de doelgroep. Toch ga ik voor gevorderd niveau, omdat ik denk dat ik nog meer moet leren over ordenen op formule. Dit heb ik eigenlijk nog niet eerder gedaan.STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.

32

Bij het Jeugdjournaal maken we items voor in de uitzending en teksten en video’s voor op de website. Op het internet moet je dus opletten dat je tekst niet hetzelfde is als in de video, het moet elkaar aanvullen. Hetzelfde geldt in de uitzending, de presentatietekst moet niet hetzelfde zijn als wat er in het item wordt verteld. Het is dus belangrijk wat je in de presentatie tekst wil vertellen en wat het item zelf. Bij de presentatietekst schrijf ik het onderwerp meestal aan, terwijl ik bij de tekst op het internet extra informatie geef.

Bij het item over de smog in Peking gaat de video over hoe de mensen het ervaren en hoe het eruit ziet. De tekst geeft meer informatie over de smog. Zo vult het elkaar goed aan. Halverwege mijn stage zit ik tussen gevorderd niveau en bachelor niveau in.

De ordeningsprincipes beheers ik, ook kan ik het geselecteerde materiaal logisch ordenen en kan ik de vorm en inhoud op elkaar afstemmen. Om op bachelor niveau te komen wil ik nog beter worden om Social Media bij sommige verhalen te voegen. Tekst, video en een twitterbericht kunnen elkaar goed aanvullen. Niet altijd denk ik aan Social Media bij onderwerpen.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Gevorderd niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Tijdens mijn stage heb ik geleerd dat het belangrijk is om de vorm en inhoud op elkaar af te stemmen. Teksten en video’s ordenen je basis van relevantie. Op het internet moet je opletten dat je tekst niet hetzelfde is als in de video, het moet elkaar aanvullen. Hetzelfde geldt in de uitzending, de presentatietekst moet niet hetzelfde zijn als wat er in het item wordt verteld. In het item van de Reuzenschildpadden was dat in het begin wel zo. De tekst van de video was erg informatief en het dubbelde toen met de tekst van het web. We hebben ervoor gekozen om de tekst iets aan te passen, zodat het minder dubbelde.

Op de site wordt de video vaak gebruikt om het verhaal te laten zien in beeld of een persoonlijk verhaal weer te geven. De tekst op de site meer als extra uitleg. Bij het item over Nelles en zijn reuzenrad van Knexx, is de video meer om te kijken en het verhaal van Nelles te zien. Terwijl de tekst meer over de achtergrondinformatie gaat. Ik merk dat ik nog moet werken aan het toevoegen en ordenen van Social Media. Bij het stuk over de populaire hond Oliver op Instagram vind ik de ordening van de Social Media niet zo mooi. De foto’s zijn een lange rij onder elkaar geworden. Ik denk dat als ik het anders geordend had, dat de foto’s en de tekst meer een geheel zouden zijn. Nu lijkt het alsof het los van elkaar staat. Mijn eindniveau vind ik gevorderd, omdat ik Social media nog meer en beter moet integreren in mijn teksten op internet..PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Gevorderd niveau

33

5.7. VerwerkenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Informatie in een journalistieke vorm presenteren

Kan het geselecteerde materiaal helder en waar nodig compactpresenteren in verzorgd Nederlands en kan het taalgebruik afstemmen op dedoelgroep.

Kan het geselecteerde materiaal helder en waar nodig compactpresenteren in verzorgd Nederlands en kan het taalgebruik afstemmen op dedoelgroep. Maakt in alle basale genres gebruik van de in die genres gangbare journalistieketaal- en stijlconventies.

Kan producten van een of meer media presenteren in verzorgd Nederlandsen in taal en beeld vormgeven voor brede en specifieke doelgroepen. Je toont daarbij je creativiteit.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Ik heb voor verschillende doelgroepen geschreven. Bijvoorbeeld voor studenten bij het magazine Lichtpunt en het tijdschrift R+R = Back. Het taalgebruik kan ik per doelgroep afstemmen. Een inleiding als voorbeeld bij de doelgroep studenten “Kirsten Leafdes is een opvallende verschijning tussen alle andere studenten op hogeschool Windesheim. De journalistiek studente draagt alternatieve kleding maar wel met een eigen stijl. ‘Soms draag ik hippie broeken, maar deze broek is meer cybergothic. Ik denk dat de broek die ik nu aan heb zes tot acht jaar oud is.’ ‘’ Voor mijn internetproducties heb ik al het materiaal helder en compact gepresenteerd. (F.debeuze@wordpress.nl)

Het taalgebruik afstemmen op een specifieke doelgroep van kinderen van 9 t/m 12 jaar vind ik nog wel erg lastig. Dit omdat het onderwerp begrijpelijk, maar ook interessant moet zijn. Sommige onderwerpen moet je nog wel uitleggen, andere juist niet. Op dit moment vind ik dat lastig in te schatten. Bij de cursus taal liep ik er ook tegen aan, ‘Leg ik

34

Van Gogh wel uit of niet? en hoe dan?’ Het taalgevoel bij deze doelgroep moet ik dus nog echt ontwikkelen.STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.Ik probeer zo goed mogelijk de taal en de toon aan te passen aan de doelgroep. Ik merk dat ik er steeds meer gevoel voor krijg. In het begin schreef ik de teksten te zakelijk en nu veel meer in de stijl van het jeugdjournaal. Ik merk dat ik veel ontwikkeling doormaak, doordat er weinig veranderd wordt aan mijn teksten. Soms een andere titel of iets anders geformuleerd, vaak is het ook een kwestie van persoonlijke smaak.

Bij het Jeugdjournaal is bijvoorbeeld de inleiding totaal anders dan die bij de NOS site. Wordt het presentator Arie Boomsma die over water loopt, acteur Frank Lammers met zijn bijdehante kinderen of voetbalkenner Wilfred Genee met zijn voedingsadvies in de supermarkt? Vanaf nu kan je stemmen op de stomste reclame en de irritantste bekende Nederlander in een reclame. Deze inleiding heb ik geschreven over het onderwerp de Loden Leeuw. De inleiding pas goed bij het Jeugdjournaal, omdat het aantrekkelijk is geschreven en ik spreektaal.

Ik kan materiaal helder en compact presenteren in de stijl van het jeugdjournaal. Verder kan ik met technische middelen werken en mijn vormgeving ideeën laten uitwerken door de paintbox. Bij mijn eigen item over de Legotoren heb ik zelf de opzet en vormgeving bedacht. De eindredacteur vond dat het item goed past bij de doelgroep en dat het mooi was vormgegeven. Op dat punt vind ik dat ik het bachelor niveau beheers.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Gevorderd niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Ik heb geleerd om sneller en wat aantrekkelijker te monteren. Korte items kan ik vormgeven voor de doelgroep. Bij het item over het karatemeisje Mahiro heb ik de montage snel en flitsend gemaakt met veel geluidjes op. Het paste bij de doelgroep en het onderwerp. Het ging over een meisje dat in een videoclip te zien is als ze aan het karate is.

Ook heb ik geleerd om met cameramensen samen te werken. Door goed met te overleggen en duidelijk te vertellen wat de opzet is, is mijn item over de Legotoren mooi geworden met de juiste shots.

Bij video’s denk ik er niet gelijk aan om graphics toe te voegen, toch kan het veel toevoegen aan je verhaal. Ik zou meer moeten nadenken over vormgeving ideeën bij een onderwerp. Mijn eindniveau vind ik bachelor, omdat ik teksten en voice-overs kan schrijven voor de doelgroep in verzorgd Nederlands. Ook kan ik aantrekkelijke en creatieve video’s maken

35

voor het Jeugdjournaal, zoals bij mijn item over de Legotoren. Toen heb ik de opzet en de vormgeving bedacht en gemaakt samen met de editor in de set. PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Bachelor niveau

5.8. ReflecterenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Journalistiek(e) werk(wijze) kunnen verantwoorden

Kan kritisch kijken naar eigen producten en feedback van derden verwerken.

Kan met inzicht de eigen producten beoordelen opbasis van de in het beroep gebruikelijke criteria. Kan bovendien feedback van derden verwerken.

Kan - ook onder tijdsdruk - op basis van de in het beroep gebruikelijke ethische en persoonlijke criteria beoordelingen geven van eigen journalistieke producten en eigen journalistiek handelen. Kan dit, naast feedback van derden, in de producten verwerken.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Aan het begin van mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Ik kan goed mijn eigen producten beoordelen op basis van journalistieke criteria. Feedback van derden vind ik erg belangrijk. Je gaat namelijk met een ander beeld naar je werk kijken.

Bij Deventer RTV krijg ik veel feedback op mijn items. Soms maak ik een schaduwmontage en deze vergelijk ik dan met het echte item. Zo kan ik goed zien wat ik wel en niet goed doe. Of wat ik de volgende keer beter anders kan doen. Ik kijk altijd kritisch naar mijn werk, dit doe ik omdat ik de volgende keer niet dezelfde fout wil maken. Ook kijken we samen producties terug om te kijken wat beter kon of hoe ik het de volgende keer anders kan aanpakken.

Tijdens het terug kijken maken we allemaal een lijstje van verbeterpunten of aandachtspunten. Deze punten bespreken we dan samen. Deze momenten zijn voor mij

36

erg nuttig en belangrijk. De feedback schrijf ik op in een speciaal schrift, zodat ik de volgende keer de feedbackpunten kort door kan lezen. Zo weet ik gelijk weer waar ik op moet letten.STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.Halverwege mijn stage zit ik op bachelor niveau. Ik kan goed mijn eigen producten beoordelen op basis van journalistieke criteria. Feedback van collega’s vind ik erg belangrijk en fijn. Altijd vraag ik of ze de sheet, tekst of item nog even willen nakijken. Vaak dragen zij dan ideeën of opties aan die ik nog kan toevoegen of aanpassen.

Ik maakte een item over een megagroot K’nex reuzenrad. In dat item sprak een Belgische jongen. Hij was niet zo mooi in beeld en je kon hem ook wat lastiger verstaan. Bij dit item was het fijn dat ik iemand om advies kon vragen of ik het materiaal wel kon gebruiken. Samen besloten we dat we de jongen konden gebruiken door het shot wat bij te snijden en hem te ondertitelen.

Deze feedback kon ik gelijk in mijn item verwerken. Over het algemeen zijn collega’s wel tevreden over mijn werk.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Bachelor niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Doordat ik van bijna alle teksten en voice-overs de eerste en de twee versie heb, kan ik goed zien wat iemand anders heeft veranderd of als opmerking erbij heeft geschreven. De twee versies kan ik dan goed met elkaar vergelijken en zien wat ik beter of anders kon doen. Bij de internetitems bespreek ik de tekst meestal nog even kort door. Bij de tekst over de irritantste reclame van het jaar had ik in de inleiding de namen van de bedrijven genoemd waar het overging. Eigenlijk had ik daar niet over nagedacht. De JINT’er merkte dat op en zijn feedback heb ik toen gelijk aangepast.

Ik heb geleerd dat het helemaal niet erg is om feedback van andere redacteuren te vragen. En dat de redacteuren het ook onderling bij elkaar doen. Bij alle producties die ik maak vraag ik feedback, ik vind het fijn als iemand er met andere ogen nakijkt. Voor de reportage over voetballen in het donker voor de wetenschap heb ik eerst mijn eigen opzet geschreven en deze toen later vergelijken met de opzet van de verslaggever. Ook heb ik later mijn eigen item gemonteerd, zodat ik deze ook kon vergelijken met die van de verslaggever. Zo kan ik goed de verschillen en de aanpak zien van beide items.

Ik vind dat ik het bachelor niveau beheers, want ik kan kritisch naar mijn eigen producties kijken, maar ook feedback van anderen aannemen en doorvoeren. De feedback van anderen, zoals bij het stuk over de irritante reclames probeer ik te onthouden en bij het

37

volgende item toe te passen.

PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Bachelor niveau

5.9. TeamworkBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

In een team werkenKan met anderen samenwerken in een journalistiek team en houdt zich daarbij aan afspraken. Vraagt hulp indien nodig en toont inzet.

Kan met anderen samenwerken in een journalistiek team en houdt zich daarbij aan afspraken. Kan in een team de toegewezen rollen vervullen en stemt de activiteiten af op het door het team beoogde resultaat. Vraagt hulp indien nodig, toont inzet en flexibiliteit.

Kan met anderen samenwerken in een journalistiek team en houdt zich daarbij aan de afspraken. Kan in een team verschillende rollen vervullen enstemt zijn activiteiten af op het door het team beoogde resultaat. Toont initiatief en kanzelfstandig werken.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik op het gevorderd niveau. Ik kan goed zelfstandig werken en ik stem mijn activiteiten af op het door het team beoogde resultaat. Af en toe vind ik dat lastig om iets anders te doen dan wat ik bedacht had. Soms hecht ik me te veel aan mijn eigen idee en heb ik al helemaal uitgedacht hoe het eruit gaat zien. Maar voor mij is het door het team beoogde resultaat het belangrijkste.

Ik kan in een team verschillende rollen vervullen, namelijk planning, voorbereiding, verslaggever en montage. Dit doe ik ook erg vaak bij Deventer RTV. Mijn niveau is nog geen bachelor niveau omdat ik soms te weinig initiatief toon in een nieuwe werkomgeving. Ik ben iemand die eerst de kat uit de boom kijkt. Dit is niet altijd even handig en daarom is dit voor mij een leerdoel.STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één

38

voorbeeld uit je stage.Ik voel me echt een volledig lid van de redactie. Meestal werk ik zelfstandig aan een item, tekst of sheet, maar je moet natuurlijk wel alles afstemmen met andere redactieleden. Bij de planning doe je veel research en werk je een verhaal helemaal uit. Je moet dan wel goed de verslaggever bijpraten, die het verhaal gaat maken. Het is daarom ook erg belangrijk dat je goed communiceert en de activiteiten op elkaar afstemt. Bij grotere verhalen ben ik meestal gericht op research om een andere redacteur te ondersteunen.

Ik probeer flexibel te zijn en te helpen waar ik kan. Vorige week was ik eigenlijk klaar met mijn werkzaamheden, maar er moest nog een promo na de uitzending worden verstuurd. Ik vind het dan niet erg, omdat te doen en wat later thuis te zijn.

Mijn niveau is nog geen bachelor niveau, omdat ik niet snel of te laat hulp vraag aan collega’s. Ik ben erachter gekomen dat ik dat best lastig vind. Nu gaat het al stuk beter, ik probeer eerder aan de bel te trekken.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Gevorderd niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Ik vind dat ik op bachelor niveau zit. Dit komt omdat ik veel ontwikkeling heb doorgemaakt. In het begin van mijn stage vond ik het erg lastig om iets te vragen of iemand aan te spreken. Dit kwam omdat ik dacht dat ik alles zelf al moest weten en dat ik anderen tot last was.

De afgelopen weken heb ik geleerd en meegemaakt dat het niet erg is om dingen te vragen als je er even niet uitkomt. Ik merk dat ik de laatste weken sneller aan de bel trek. Voor mezelf vind ik dat een grote sprong vooruit.

Bij grote onderwerpen is het belangrijk dat je goed met elkaar communiceert. Dat je het uitzoekwerk of de telefoontjes met elkaar verdeeld. Ik merk dat ik door de samenwerking sneller communiceer en duidelijker ben. Als je veel moet regelen in een korte tijd op de planning is het belangrijk dat je helder en duidelijk bent, zodat de ander je ook snapt. Bij de docent van het jaarverkiezing moest er nog snel een taart geregeld worden. Het was nog niet duidelijk welke docent er won en op welke school we langs mochten komen. Het is dan belangrijk dat een van de planners de organisatie gaat bellen en de andere alle scholen. Je moet dan goed met elkaar overleggen.PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Bachelor niveau

39

5.10. Functioneren in een bedrijfBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer

Functioneert in een journalistiek bedrijf naar tevredenheid van de stagebegeleider/redactie en houdt zich aan de gemaakte afspraken. Toont een lerende grondhouding.

Functioneert in een journalistiek bedrijf als collega naartevredenheid van de stagebegeleider/redactie en houdt zich aan de gemaakte afspraken. Toont een lerende grondhouding en ontwikkeling.

Kan zelfstandig journalistieke producten maken voor de stageplaats. Toont ontwikkeling.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Op dit moment zit ik op een gevorderd niveau. Dit komt omdat ik op dit moment nog niet kan aangeven of ik zelfstandig journalistieke producten kan maken voor de stageplaats. Ik heb namelijk nog niet eerder ergens stagegelopen.

Bij Deventer RTV functioneer ik als een goede collega, mijn vorige coördinator heeft daarom een aanbeveling geschreven op LinkedIn: ”Fieke heeft zichzelf aangemeld om in de praktijk meer te leren en ervaring op te doen op journalistiek gebied en het produceren van nieuws- en tv-items. Zij is gemotiveerd en neemt initiatief. Fieke is prettig om mee te werken, positief, met eigen ideeën en frisse suggesties maar tegelijkertijd leergierig en bereid te luisteren. Zij durft ook nieuwe en lastige onderwerpen aan te pakken. Dankzij haar goede voorbereiding komt zij tot mooie reportages.”STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

TUSSENTIJDS: Waar zit jij halverwege je stage? Bewijs het aan de hand van één voorbeeld uit je stage.Op dit moment zit ik op een gevorderd niveau. Ik kan zelfstandig volledige producties maken, mits het tijdsbestek ruim is en het onderwerp niet te zwaar is. Ik kies voor gevorderd omdat ik nog niet zo sterk ben in de inhoud als de rest. Een luchtig sfeer onderwerp maken kan ik wel. Ik weet waar ik op moet letten en wat er van mij verwacht

40

wordt op de redactie.

De redactie weet dat ik mijn uiterste best doe als ik op pad ga en dat ik mij goed voorbereid. Bij het item over de legotoren had ik alles goed voorbereid en de opzet al uit getikt.TUSSENTIJDS: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau halverwege:

Gevorderd niveau

PORTFOLIO: Waar zit jij bij de afsluiting van je stage? Bewijs het aan de hand van twee voorbeelden.Ik zet me volledig en probeer zoveel mogelijk van mijn stage te leren. Ik merk dat mijn collega’s mijn inzet waarderen en opmerken. Aan de afspraken houd ik me en ik stel me flexibel op in het bedrijf. Ik probeer te helpen waar ik kan, ook al is het maar om de JINT’er te helpen met de reacties goed te keuren voor het gastenboek

Ik vind dat ik op bachelor niveau zit. Voor het Jeugdjournaal kan ik namelijk zelfstandig producten maken. Het Legotoren item heb ik zelfstandig gemaakt. Ik heb de opzet en de voice-overs zelf geschreven. Ook heb ik het item ruw gemonteerd en later afgemaakt in de set. PORTFOLIO: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau aan het einde van de stage:

Bachelor niveau

41

Hoofdstuk 5 Inzicht en visie stagebedrijf

5.1 Interne organisatie

De eerste uitzending van het Jeugdjournaal was op 5 januari 1981, de 25ste verjaardag van het NOS Journaal. Het Jeugdjournaal is een zelfstandige redactie die hoort bij De Nederlandse Omroep Stichting, die in 1960 is opgericht.

“In eerste instantie was het NOS Jeugdjournaal slechts drie keer in de week te zien op de Nederlandse televisie. Momenteel wordt het programma zeven dagen per week uitgezonden. Op 5 september 2005 ging de NOS van start met een korte uitzending van 5 minuten in de middag op het station Z@PP. Sinds 6 september 2010 is dit middagbulletin vervangen door een (volledige) ochtenduitzending om 8.45 uur op Zapp. “

(NOS,2015)

Het Jeugdjournaal kent de volgende uitgangspunten en missie:

Uitgangspunten

- “We zijn een serieus nieuwsprogramma voor kinderen, maar wel met gevoel voor humor.

- De toon is direct. Het Jeugdjournaal spreekt duidelijke taal, is soms brutaal en nooit belerend. We doen niet cool of hip, proberen ook nergens bij te horen. Het JJ is van alle tijden.

- De beeldtaal van Jeugd is innovatief en state of the art. Dat geldt ook voor graphics.- Bij ons zie je verhalen (gebracht op een manier) die je nergens anders tegenkomt- Wat in het Jeugdjournaal zit, dat is waar, daar kan je op vertrouwen- We beantwoorden de vragen die kinderen bij het nieuws hebben- We zetten aan tot nadenken en prikkelen kinderen een eigen mening te vormen.”

(Jeugdjournaal, missie en visie, 2013)

Missie

“Het Jeugdjournaal wil de belangrijkste nieuwsbron voor kinderen zijn. We willen kinderen het gevoel geven: Als je het Jeugdjournaal niet volgt, dan kan je niet meepraten op het

42

schoolplein. Nieuws dat de doelgroep aangaat, hebben wij het eerst. Wij weten wat de doelgroep beweegt, waar ze mee bezig zijn. We zetten aan tot nadenken en beantwoorden vragen die de doelgroep heeft bij het (dagelijks) nieuws. Het Jeugdjournaal legt uit, zet nieuws in een breder kader zodat kinderen het begrijpen maar de redactie brengt ook nieuws dat zich nog ontwikkelt. Als we sommige feiten (nog) niet weten, zeggen we dat er eerlijk bij. Duiding brengen we zo nodig in de follow up. De doelgroep pikt nieuws gedurende de dag overal op. Uit gesprekken met vriendjes, Social media, de sportclub en volwassenen. Hèt nieuwsprogramma voor kinderen mag niet (langer) achterblijven.”

(Jeugdjournaal, missie en visie, 2013)

Omgang met het nieuws

Voor het Jeugdjournaal is het belangrijk dat er een mix wordt gezocht van verschillende soorten onderwerpen voor de uitzending. Niet elk nieuwtje is interessant oor de doelgroep. Sommige onderwerpen van het Jeugdjournaal zullen niet snel het Achtuurjournaal halen. Bijvoorbeeld een jongen die voor de hele school kookt of een groep kinderen die geld inzamelen.

“Bij de keuzes die het jeugdjournaal maakt worden altijd de volgende vragen gesteld: wat betekent dit nieuws voor kinderen en in hoeverre zijn er kinderen bij betrokken of hebben ze er een mening over? Het jeugdjournaal kiest partij voor kinderen zonder de journalistieke regel van hoor- en wederhoor uit het oog te verliezen.”

(Jeugdjournaal, richtlijnen voor de redactie)

Bij het maken van onderwerpen zijn kinderen het belangrijkst. Hun verhaal of mening is het uitgangspunt. Het Jeugdjournaal gaat geen onderwerpen uit de weg. Wel zijn er voor sommige onderwerpen een hogere drempel dan voor andere.

Het Jeugdjournaal is voorzichtig met het tonen van schokkende beelden. Dode mensen laat je niet van dichtbij zien. Ook met het laten zien van dode dieren is het Jeugdjournaal voorzichtig. Vaak probeert het Jeugdjournaal bij een naar verhaal toch een positieve ontwikkeling te vertellen.

5.2 Maatschappelijke context

Het Jeugdjournaal is een nieuwsprogramma dat zich richt op alle kinderen van 9 tot 12 jaar. Of ze nou in een stad wonen, in een dorp, op het platteland, of ze denkers zijn of doeners. Het Jeugdjournaal sluit niemand uit. Het Jeugdjournaal omschrijft zichzelf als:

43

“Wij zijn die aardige, iets oudere buurjongen (neef, nicht, broer, zus) die een voorbeeld voor je is. Bij wie je terecht kunt als je iets wilt weten. Die je stoer vindt en die ook nog naar je luistert.”

(Jeugdjournaal, missie en visie, 2013)

Het jeugdjournaal brengt nieuws over kinderen en over onderwerpen die belangrijk zijn voor kinderen. Ook legt het Jeugdjournaal uit en zet nieuws in een breder kader zodat kinderen het begrijpen. Verder zet het Jeugdjournaal de aan kinderen tot nadenken en het vormen van een eigen mening.

“Het Jeugdjournaal is een journalistiek programma dat dezelfde werkwijze en regels hanteert als andere journaals. Maar het is meer dan een journaal. Het is een televisieprogramma met een eigen fanclub.”

(Jeugdjournaal, richtlijnen voor de redactie)

Welke concurrenten zijn er

Het Jeugdjournaal kent geen directe concurrenten. Dit komt omdat er in Nederland niet meer kindernieuwsprogramma’s worden gemaakt. Wel zijn er kindernieuwstijdschriften zoals Kidsweek of 7Days, maar deze tijdschriften zijn geen directe concurrentie omdat ze niet op de televisie verschijnen. Programma’s zoals het Klokhuis zijn wel informatief en voor kinderen, maar richten zich niet direct op het nieuws.

Persoonlijke visie

Wat ik er goed vind aan het jeugdjournaal is dat er een goede mix is in onderwerpen. Het heftige en ‘echte’ nieuws wordt duidelijk verteld en uitgelegd. Maar ook zijn er kleinere, minder belangrijke, onderwerpen in de uitzending. Zoals een reportage over het knotten van knotwilgen of een item over een meisje die sjaals breidt voor BN’ers. De afwisseling in onderwerpen maakt het jeugdjournaal erg breed en leuk.

Een avonduitzending van het jeugdjournaal duurt ongeveer 10 minuten. Meestal zijn er 3 lange onderwerpen en wat kortje items. Soms als er veel korte items zijn van 20 sec, merk ik dat ik het te flitsend vind. Er zijn dan voor mij te veel onderwerpen in een korte tijd. Dan heb ik het gevoel dat ik maar de helft onthoud. Ik weet niet of dat aan mij ligt of kinderen daar misschien ook wel moeite meehebben.

44

Hoofdstuk 6 Ethische kwestieIn het begin van mijn stage kwam ik gelijk al een ethische kwestie tegen. Op 2 september kwamen er beelden in de media van een jongetje van amper drie jaar oud, die aangespoeld was op het strand in Bodrum. De beelden van de jongen worpen voor veel mensen een ander licht op de vluchtelingencrisis en wakkerden de discussie op sociale media nog heviger aan.

Op 3 september besloot de redactie van het Jeugdjournaal een verhaal te maken over de bootvluchtelingen en ook de foto te tonen van het aangespoelde jongetje in de avonduitzending. ’s Ochtends heeft de redactie daarover uitgebreid vergaderd en gediscussieerd. Het uitgangspunt van de redactie was dat de foto beeldbepalend was en dat de foto vaker terug zal komen in de media.

Meteen na de uitzending kwamen er veel tweets binnen, zowel negatief als positief. De redactie vindt het item nog steeds heftig, maar wel met zorg gemaakt. Er is nog een korte discussie of de foto niet een paar seconden te lang in beeld stond.Het item heeft voor veel ophef gezorgd, veel ouders vonden de foto niet gepast in het Jeugdjournaal. De mailbox stond vol met boze en verontwaardigde mailtjes. Volgens de meeste reacties hoort het Jeugdjournaal de foto niet te laten zien. Een reactie van een ouder:

“Mijn zoontje kijkt op school naar het jeugdjournaal. Vorige week kwam hij thuis en vertelde dat hij in het Jeugdjournaal het nieuws heeft gehoord over Syrië en waar hij een foto heeft gezien van een klein verdronken jongetje waar hij heel erg van geschrokken is. Uiteraard wist ik meteen over welke foto dit ging, aangezien het overal in het gewone nieuws is. Deze foto vind ik helemaal niet geschikt voor kinderen en ook al vind ik dat het belangrijk is om met kinderen te praten over bepaalde zaken, aan deze beelden hebben kinderen helemaal niets. Ik vind het heel erg vervelend dat ik mijn kinderen bescherm tegen dit soort dingen door ze niet naar het gewone journaal te laten kijken en dat ze dan dit soort dingen te zien krijgen bij het jeugdjournaal. “

De redactie heeft ervoor gekozen om geen close-up van het jongetje te gebruiken. Ook zijn er in het item geen beelden laten zien dat het jongetje wordt weggedragen. Het beeld is alsnog heftig, maar het item is gemaakt volgens de richtlijnen van de redactie.

“Het jeugdjournaal is verder terughoudend met het tonen van schokkend beeld: bloed, geweld en dergelijke. Dode mensen laat je niet (herkenbaar) zien.”

45

(Jeugdjournaal, richtlijnen van de redactie)

De eindredactie schreef een antwoord als reactie op alle mailtjes. In de mail komt naar voren hoe de redactie tot de keuze is gekomen en waarom de foto is gebruikt en op welke manier.

“Het was meteen duidelijk dat deze foto in de hele wereld grote indruk maakt. En dat deze foto zo heftig is, dat die mensen raakt en in beweging zet. Het is een beeldbepalende foto die vaker terug zal komen in de media. Wij denken dat kinderen deze foto of al gezien hadden of in de aankomende tijd ergens zullen zien, op Social media, in rondslingerende kranten of op tv. Om die reden vonden wij het belangrijk om deze foto te duiden, om op een verantwoorde manier de impact van deze foto uit te leggen.”

(Jeugdjournaal eindredactie, antwoord op vluchtelingenjongen, 2015)

Niet alleen het Jeugdjournaal kreeg kritiek op het laten zien van de foto, ook het NOS journaal en de website kregen kritiek. De ombudsman van de NOS heeft daarom ook nog gereageerd op deze kwestie. Mevr Smit trekt de conclusie dat de foto niet uitzenden, ook geen optie was.

“Is het feit dat iets schokt niet juist een hele rare reden om iets niet uit te zenden, werd in de nabespreking gevraagd. Een terechte vraag, waarop het antwoord ‘ja’ moet zijn. Juist schokkend beeld vraagt om achtergrond en uitleg, iets dat het NOS Journaal van 20.00 uur, maar zeker ook NOS.nl kan en moet geven.”

(Smit, NOS ombudsman over beelden Aylan, 2015)

46

Naam: Fieke de Beuze Docentbegeleider:

Gabriëlle van Gelderen

Studenten nummer:

S1065513 Praktijkbegeleider:

Rob van Trier

Minordifferentiatie:

Geschreven Begindatum: 01/09/2015

Stageplaats: NOS Jeugdjournaal

Einddatum: 31/01/2015

Bijlage 1 stageplan

Stageplan

Journalistiek

47

InhoudsopgaveHoofdstuk 1 Contactgegevens van het bedrijf1.1 Student.…………………………………………………………………………………………………….…………………….3

1.2 Stageplaats …..…………………………………………………………………..………………………………..4

Hoofdstuk 2 Sterkte- zwakte analyse2.1 Intern………………………………………………………………………………………………………………..…………….5

2.2 Extern.……………………………………………………………………………………………………….………..6

Hoofdstuk 3 Analyse van beroepsindicatoren 3.1 Analyse journalistieke competenties……………………………………………………………………..….…7-9

3.2 Analyse competentiematrix……………………………………………………………………….…10-18

Hoofdstuk 4 Competenties ontwikkelen4.1 Aandachtspunten……………………………………………………………………………………………………19-20

Hoofdstuk 5 Beschrijving van het stagebedrijf5.1 NOS Jeugdjournaal……………………………………………………………………………………………………….21

48

Hoofdstuk 1 Contactgegevens van 1.1 Studenthet bedrijf

Fieke de Beuze ----------

Naam student Studentnr.

------------

HYPERLINK "mailto:fieke_debeuze@hotmail.com"fieke_debeuze@hotmail.com

Telefoon mobiel E-mailadres

31-12-2015 Eerste stage

Stageperiode (data begin-eind) Eerste of tweede stage

Geschreven Geschreven

Afstudeerrichting Minor

20 weken

13 of 20 weken

49

Opleiding JournalistiekPostbus 10090

8000 GB Zwolle

Hoofdstuk 1 Contactgegevens van 1.2 Stageplaatshet bedrijf

NOS Jeugdjournaal

Naam bedrijf

Media ParkJournaalplein 11217 ZK Hilversum

Adres Plaats

Rob van Trier

Naam stagebegeleider

------------------------------------------------

E-mailadres begeleider stagebedrijf Telefoonnummer

50

Hoofdstuk 2 Sterkte- zwakte 2.1 Internanalyse

Positief Negatief

51

Inte

rnJe sterkten

Ik ben goed in plannen en organiseren van mijn werkzaamheden. Mijn doorzettingsvermogen en zelfstandigheid draagt vaak bij aan mijn succes. Deze opleiding heb ik gekozen, omdat ik graag van veel dingen wat af wil weten. Bij mijn ‘droomberoep’ buitenlandcorrespondent past deze opleiding het beste. Mijn enthousiasme en gedrevenheid dragen bij aan mijn studiesucces. Ook mijn bijbaan bij Deventer RTV speelt een grote rol. De beste prestaties tot nu toe vind ik mijn reportage over de ‘Grote Kick-off’ met een interview met de band Sunday Sun. Wat ik ook een goede prestatie vind is een item over de CAO in de sociale Werkvoorzienig. Een lastig en complex onderwerp. Doordat ik goed plan en alles van tevoren duidelijk uitwerk, kom ik niet voor verrassingen te staan. Ik denk dat dit een verklaring kan zijn voor mijn succes.

Je zwakten

Ik ben zwak in dingen uithanden geven. Als ik aan iets begin wil ik het ook afmaken. Ik ben dan bang dat het item anders wordt dan het beeld wat ik in mijn hoofd heb. Soms heb ik moeite om helder en duidelijk te presenteren. Dit komt doordat ik op de middelbare school slechte ervaringen heb gehad met presentaties. Af en toe word ik erg zenuwachtig, terwijl dat nergens voor nodig is. Ik zou graag veel beter dingen uit handen willen geven. Op deze manier kunnen items sneller gemaakt worden. Ook zijn andere inzichten goed voor het item. Mijn prestaties worden beïnvloed door mijn zwakten, dit omdat ik soms erg zenuwachtig word. Door de zenuwen ga ik snel praten of blijf ik juist vasthangen op een woord. Dit beïnvloedt mijn prestatie erg, want dan kan niemand mij nog verstaan.

52

2.1.

2 Ex

tern

Kansen voor je studie/loopbaan

De trend die ik op dit moment zie in het werkveld, is dat veel meer mensen freelance gaan werken. Ook speelt Instagram een veel grote rol, dan bijvoorbeeld een half jaar geleden. De kansen die ik zie op dit moment, zijn vooral kansen op Social Media. Op dit moment laat ik via Social Media meer weten over mijn journalistieke bezigheden. Ook probeer ik mijn LinkedIn en website bij te houden. Verder probeer ik steeds meer te netwerken. In het begin vond ik het erg lastig, maar nu gaat het al aardig. Voor mijn studie/loopbaan heb ik verschillende doelen gesteld. Een van deze doelen is het verbeteren van mijn Engels. Dit ga ik doen doormiddel van een buitenlandstudie in januari. Voor het vakgebied zie ik veel kansen als gevolg van nieuwe ontwikkelingen. Voor mezelf zie ik kansen als ik goed op de hoogte blijf van de nieuwste technische ontwikkelingen?

Bedreigingen voor je studie/loopbaan

Ik ervaar af en toe bedreigingen van mijn omgeving. Zelf zou ik meer in de journalistiek willen doen, als bijbaan. Dit is helaas erg lastig, omdat veel functies onbetaald zijn of alleen geschikt voor fulltime stagiaires. Op dit moment heb ik een (onbetaalde) bijbaan bij Deventer RTV, maar ik werk betaald in de horeca. Op dit moment zie ik nog geen obstakels voor het verdere verloop van mijn studie/loopbaan. In mijn achterhoofd weet ik dat het later, als ik afgestudeerd ben, lastig wordt om aan een baan te komen. Dit omdat radio en tv gebruik afneemt en er nu veel ontslagen vallen. Dit kan later natuurlijk nog wel veranderen. Op dit moment vind ik het lastig te zeggen of er een bedreiging is, omdat de media zo erg in ontwikkeling is.

1

1 Bron: Jos Arets, Vivian Heijnen, Lei Ortmans, Werkboek POP, drie versies : Academie Service 2002, 2004,2004, ISBN 90 395 2033 X, 90 395 2236 7, 90 395 2238 3 (groen)

53

Hoofdstuk 3 Analyse van de 3.1 Analyse Journalistieke Competentiesberoepsindicatoren

Competentie 1

Reflecteren op de maatschappelijke rol

1 2 3

1 Betrokken zijn op de samenleving 3

2 Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek 2

3 Een onderbouwde visie op journalistiek hebben 2

4 De waarden begrijpen die journalistieke keuzes bepalen 3

5 Kunnen reflecteren op een toekomstige loopbaan 2

Competentie 2

Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden

6 De actualiteit kennen 2

7 De kenmerken van uiteenlopende media kennen 2

8 De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen 2

9 Maatschappelijk debat kunnen bevorderen 1

10 Nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken op basis van diepergaand onderzoek

1

Competentie 3

Journalistiek werk plannen en organiseren

11 Een realistisch plan van aanpak kunnen maken 2

12 Onder tijdsdruk kunnen werken 3

13 Aan onvoorziene situaties kunnen aanpassen 2

14 Bijdragen van het publiek kunnen organiseren 2

15 Binnen budgettaire grenzen kunnen werken 1

Competentie 4

54

Snel informatie verzamelen

16 Een goede algemene ontwikkeling hebben 3

17 Op een bepaald gebied gespecialiseerde kennis hebben 1

18 Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken 2

19 Meerdere perspectieven in een verhaal kunnen verwerken 2

20 Interactie met het publiek willen 2

Competentie 5

Belangrijke informatie selecteren

21 Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden 2

22 Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid 3

23 De geselecteerde informatie kunnen interpreteren 1

24 De informatieselectie kunnen afstemmen op genre-eisen 2

25 Bewust zijn van de impact van de informatieselectie op bronnen en publiek

2

Competentie 6

Informatie op een journalistieke manier structureren

1 2 3

26 Verschillende vertelstructuren kunnen toepassen 1

27 Vorm en inhoud kunnen afstemmen 3

28 Kunnen ordenen op basis van genre-eisen 2

29 Kunnen ordenen op basis van relevantie 2

30 Ordeningstechnieken van nieuwe media kunnen toepassen 2

Competentie 7

Informatie in een journalistieke vorm presenteren

31 Over grote taalvaardigheid beschikken 2

32 Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld

3

33 De beginselen van vormgeving beheersen 3

34 Kunnen werken met technische middelen 3

35 Met gespecialiseerde technici kunnen samenwerken 3

Competentie 8

Journalistiek(e) werk(wijze) verantwoorden

55

36 Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen 2

37 Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen 3

38 Kritiek van derden kunnen verwerken 3

39 Verantwoording nemen voor de gemaakte journalistieke keuzes 2

40 Verantwoording nemen voor het journalistieke eindproduct 2

Competentie 9

In een team werken

1 2 3

41 Sociaal vaardig zijn 3

42 Betrouwbaar zijn 3

43 Initiatief tonen 2

44 Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten 2

45 Inzicht tonen in samenwerkingsrelaties 3

Competentie 10

Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer

46 Ideeën overtuigend kunnen presenteren 1

47 Rechten en plichten binnen een organisatie kennen 2

48 Marktomstandigheden kennen 2

49 Redactioneel beleid kunnen evalueren 2

50 Praktische aspecten van het freelancen kennen 3

2

2Drok, N (2011). Bakens van betrouwbaarheid, Zwolle: Windesheim

56

Hoofdstuk 3 Analyse van de 3.2 Analyse Competentiematrix Beroepsindicatoren

2 KiezenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden

Kan een selectie maken uit ideeën en daarbij het juiste medium kiezen, passend bij het doel en de doelgroep

Kiest op aansturing van een redactiechef relevante en actuele onderwerpen die geschikt zijn voor een brede doelgroep, en zoekt bij die onderwerpen voor de hand liggende invalshoeken. Stemt keuze af op de beoogde media. Draagt soms zelfonderwerpen aan.

Bepaalt zelf originele onderwerpen en invalshoeken binnen een gegeven enzelfgekozen journalistieke context.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Vaak bepaal ik zelf originele onderwerpen en invalshoeken. Als ik een idee heb, dan werk ik het ook helemaal uit, zoals bij het item over het Tuinfeest. Bij toeval kwam ik het onderwerp tegen, doordat ik aan het researchen was over de boekenmarkt. Het tuinfeest is namelijk op de avond voor de boekenmarkt. De invalshoek bij het item was daarom ook de boekenmarkt.Bij wat ingewikkeldere items, die gaan over politiek of economie vraag ik vaak aansturing van een redactiechef of coördinator. Ik vind het lastig om ingewikkelde onderwerpen ‘makkelijk’ te brengen. Soms worstel ik met de invalshoek. Bij de start van mijn stage ben ik op gevorderd niveau. Dit omdat ik vaak zelf onderwerpen bedenk, maar soms ook sturing nodig heb. (Item: http://deventerrtv.nl/mediatheek/video/episode/10603065/reportage-tuinfeest-2015/)STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf Gevorderd niveau

57

ingeschatte niveau bij de start:

3 PlannenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau

Bachelor niveau

Journalistiek werk plannen en organiseren

Kan onder tijdsdruk werken, maakt daarvoor een planning.

Plant op basis van duidelijke opdrachten en afspraken werkzaamheden enhoudt daarbij de planning van het team in het oog. Gaat systematisch en geordend te werk.Houdt zich aan deadlines voor eenvoudige producten op kortere termijn.

Maakt zelfstandig een passende planning bij de productie van journalistiek werk. Kan met deadlines werken.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik al op bachelor niveau, dit komt doordat ik altijd alles goed organiseer en plan. Ik ben iemand die met lijstjes en agenda’s werkt. Voor de reportage over de Deventer boekenmarkt heb ik in totaal tien mensen geïnterviewd op 1 dag. Dit vereist een goede planning, dit omdat de markt 6 km lang is en je niet constant de hele markt over wil

58

lopen. Het kost erg veel tijd en het is niet vol te houden met alle spullen. Voor deze reportage heb ik daarom een route uitgestippeld en alle interviews op een logische volgorde gepland. Sommige sprekers hadden namelijk een kraam of waren op een speciale plek. Ook heb ik met een paar sprekers telefonisch contact gehouden. Doordat ik veel tijd in de voorbereiding had gestoken, liepen we op de dag zelf een uur voor op schema. Dit betekende een uur extra in de montage. (Item: http://deventerrtv.nl/mediatheek/video/episode/10419499/reportage-boekenmarkt-2015/)STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Bachelor niveau

4 VerzamelenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

4. Snel informatie verzamelen

Kan op aanwijzing van de redactie alle benodigde bronnen efficiënt en effectief gebruiken.

Kan over een actueel onderwerp gericht op een breed publiek derelevante vragen stellen en de voor beantwoording daarvan relevante informatie verzamelen uit schriftelijke, elektronische en mondelinge bronnen. Kan daarvoor putten uit bronnen in deNederlandse en

Kan over complexe onderwerpen doelgericht en kritisch informatie verzamelen uit binnen- en buitenlandse bronnen.

59

eventueel Engelse taal.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Ik kan relevante informatie verzamelen uit schriftelijke, elektronische en mondelinge bronnen. Ook kan ik relevante vragen stellen over een actueel onderwerp en voor de beantwoording informatie verzamelen. Voor mijn Geschreven minor heb ik een week meegelopen in een zorginstelling. Daar heb ik gericht informatie verzameld door verzorgers, maar ook bewoners te interviewen. De doelgroep van ons tijdschrift waren SPH studenten. Voor het tijdschrift ben ik naar een Thomashuis geweest, daar heb ik de eigenaren geïnterviewd en allerlei achtergrond informatie bij verzameld. Dit is uiteindelijk een artikel geworden voor een breed publiek.( https://fdebeuze.wordpress.com/2015/04/07/thomashuis-ruinerwold/) Verschillende kritische informatie verzamelen van buitenlandse bronnen vind ik erg lastig. Dit omdat ik niet altijd de strekking van het verhaal begrijp. Op de buitenlandreis moest je informatie verzamelen voor je internetproductie. Dit ging bij mij moeizaam, ik kon de grote lijnen wel kon volgen, maar ik vond het erg lastig om door te vragen. Daarom vind ik dat ik het bachelor niveau nog niet voldoende beheers.STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd Niveau

5 SelecterenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Belangrijke informatie selecteren

Kan uit een beperkte en overzichtelijke hoeveelheid informatie hoofd- en bijzaken scheiden.

Kan uit een beperkte en overzichtelijke hoeveelheid informatie dieinformatie selecteren die noodzakelijk is om de doelgroep(en)

Kan uit een grote hoeveelheid complexe informatie doelgericht selecteren endaarmee de doelgroep(en) vanuit verschillende invalshoeken over het onderwerpinformeren.

60

van relevante en actuele feiten te voorzien. Houdt daarbijrekening met de beschikbare ruimte. Kan gericht ondersteunend materiaal selecteren bij het product.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Uit verschillende informatiebronnen kan ik goed selecteren welke informatie ik nodig heb en welke ik beter kan weglaten. Uit interviews kan ik makkelijk de belangrijke quotes selecteren en de oninteressante dingen weglaten. Voor nieuwsflitsen selecteer ik altijd ondersteunend materiaal wat bij het item past. Soms kan ik complexe informatie niet goed interpreteren. Vaak als het lastige stukken zijn met veel jargon. Een voorbeeld daarvan zijn complexe raadsstukken of verklaringen over Cao’s. Uit een grote hoeveelheid complexe informatie kan ik niet doelgericht selecteren, daarom is deze competentie bij mij niet op bachelor niveauSTAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd Niveau

6 OrdenenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

Informatie op een

Kan het geselecteerde

Kan het geselecteerde

Ordent ook meer complexe producten.

61

journalistieke manier structureren

materiaal in producten logisch en/of chronologischordenen

materiaal in producten logisch ordenen. Beheerst de ordeningsprincipes van de vereiste genres.

Beheerst de ordeningsprincipes van de voor het medium relevante genresen ordent gericht op medium, doelgroep en formule.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik tussen gevorderd niveau en bachelor niveau in. De ordeningsprincipes beheers ik, ook kan ik het geselecteerde materiaal logisch ordenen. Voor verschillende media heb ik al het geselecteerd materiaal logisch geordend. Namelijk voor het tijdschrift Lichtpunt, magazine Touchdown en Deventer RTV. (Fdebeuze.wordpress.com) Allerlei verschillende media met een verschillende doelgroep. Bij het magazine Touchdown ging het ordenen goed. Dit komt doordat ik eerst een schrijfplan heb gemaakt, hierdoor orden je het materiaal logisch in je product. Ik hield mij goed aan het schrijfplan, daardoor was het gericht geordend op het medium en de doelgroep. Toch ga ik voor gevorderd niveau, omdat ik denk dat ik nog meer moet leren over ordenen op formule. Dit heb ik eigenlijk nog niet eerder gedaan. STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd Niveau

7 VerwerkenBeroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

62

Informatie in een journalistieke vorm presenteren

Kan het geselecteerde materiaal helder en waar nodig compactpresenteren in verzorgd Nederlands en kan het taalgebruik afstemmen op dedoelgroep.

Kan het geselecteerde materiaal helder en waar nodig compactpresenteren in verzorgd Nederlands en kan het taalgebruik afstemmen op dedoelgroep. Maakt in alle basale genres gebruik van de in die genres gangbare journalistieketaal- en stijlconventies. Kan aanvullend materiaal goed verwerken in product.

Kan producten van een of meer media presenteren in verzorgd Nederlandsen in taal en beeld vormgeven voor brede en specifieke doelgroepen. Je toont daarbij je creativiteit.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Ik heb voor verschillende doelgroepen geschreven. Bijvoorbeeld voor studenten bij het magazine Lichtpunt en het tijdschrift R+R = Back. Het taalgebruik kan ik per doelgroep afstemmen. Een inleiding als voorbeeld bij de doelgroep studenten “Kirsten Leafdes is een opvallende verschijning tussen alle andere studenten op hogeschool Windesheim. De journalistiek studente draagt alternatieve kleding maar wel met een eigen stijl. ‘Soms draag ik hippie broeken, maar deze broek is meer cybergothic. Ik denk dat de broek die ik nu aan heb zes tot acht jaar oud is.’ ‘’ Voor mijn internetproducties heb ik al het materiaal helder en compact gepresenteerd. (F.debeuze@wordpress.nl) materiaal.Het taalgebruik afstemmen op een specifieke doelgroep van kinderen van 9 t/m 12 jaar vind ik nog wel erg lastig. Dit omdat het onderwerp begrijpelijk, maar ook interessant moet zijn. Sommige onderwerpen moet je nog wel uitleggen, andere juist niet. Op dit moment vind ik dat lastig in te schatten. Bij de cursus taal liep ik er ook tegen aan, ‘Leg ik Van Gogh wel uit of niet? en hoe dan?’ Het taalgevoel bij deze doelgroep moet ik dus nog echt ontwikkelen. STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd Niveau

8 ReflecterenJournalistiek(e) Kan kritisch Kan met inzicht de eigen Kan - ook onder tijdsdruk -

63

werk(wijze) kunnen verantwoorden

kijken naar eigen producten en feedback van derden verwerken.

producten beoordelen op basis van de in het beroep gebruikelijke criteria. Kan bovendien feedback van derden verwerken.

op basis van de in het beroep gebruikelijke ethische en persoonlijke criteria beoordelingen geven van eigen journalistieke producten en eigen journalistiek handelen. Kan dit, naast feedback van derden, in de producten verwerken.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Aan het begin van mijn stage zit ik op gevorderd niveau. Ik kan goed mijn eigen producten beoordelen op basis van journalistieke criteria. Feedback van derden vind ik erg belangrijk. Je gaat namelijk met een ander beeld naar je werk kijken. Bij Deventer RTV krijg ik veel feedback op mijn items. Soms maak ik een schaduwmontage en deze vergelijk ik dan met het echte item. Zo kan ik goed zien wat ik wel en niet goed doe. Of wat ik de volgende keer beter anders kan doen. Ik kijk altijd kritisch naar mijn werk, dit doe ik omdat ik de volgende keer niet dezelfde fout wil maken. Ook kijken we samen producties terug om te kijken wat beter kon of hoe ik het de volgende keer anders kan aanpakken. Tijdens het terug kijken maken we allemaal een lijstje van verbeterpunten of aandachtspunten. Deze punten bespreken we dan samen. Deze momenten zijn voor mij erg nuttig en belangrijk. De feedback schrijf ik op in een speciaal schrift, zodat ik de volgende keer de feedbackpunten kort door kan lezen. Zo weet ik gelijk weer waar ik op moet letten. STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

9 Teamwork

64

Beroepstaken en indicatoren ▼

Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

In een team werken Kan met anderen samenwerken in een journalistiek team en houdt zich daarbij aan afspraken. Vraagt hulp indien nodig en toont inzet.

Kan met anderen samenwerken in een journalistiek team en houdt zich daarbij aan afspraken. Kan in een team de toegewezen rollen vervullen en stemt de activiteiten af op het door het team beoogde resultaat. Vraagt hulp indien nodig, toont inzet en flexibiliteit.

Kan met anderen samenwerken in een journalistiek team en houdt zich daarbij aan de afspraken. Kan in een team verschillende rollen vervullen enstemt zijn activiteiten af op het door het team beoogde resultaat. Toont initiatief en kanzelfstandig werken.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Bij de start van mijn stage zit ik op het gevorderd niveau. Ik kan goed zelfstandig werken en ik stem mijn activiteiten af op het door het team beoogde resultaat. Af en toe vind ik dat lastig om iets anders te doen dan wat ik bedacht had. Soms hecht ik me te veel aan mijn eigen idee en heb ik al helemaal uitgedacht hoe het eruit gaat zien. Maar voor mij is het door het team beoogde resultaat het belangrijkste. Ik kan in een team verschillende rollen vervullen, namelijk planning, voorbereiding, verslaggever en montage. Dit doe ik ook erg vaak bij Deventer RTV. Mijn niveau is nog geen bachelor niveau omdat ik soms te weinig initiatief toon in een nieuwe werkomgeving. Ik ben iemand die eerst de kat uit de boom kijkt. Dit is niet altijd even handig en daarom is dit voor mij een leerdoel.STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd niveau

10 Functioneren in een bedrijfBeroepstaken en Basisniveau Gevorderd niveau Bachelor niveau

65

indicatoren ▼Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer

Functioneert in een journalistiek bedrijf naar tevredenheid van de stagebegeleider/redactie en houdt zich aan de gemaakte afspraken. Toont een lerende grondhouding.

Functioneert in een journalistiek bedrijf als collega naartevredenheid van de stagebegeleider/redactie en houdt zich aan de gemaakte afspraken. Toont een lerende grondhouding en ontwikkeling.

Kan zelfstandig journalistieke producten maken voor de stageplaats. Toont ontwikkeling.

STAGEPLAN: Waar zit jij bij de start van je stage? Bewijs het aan de hand van voorbeelden.Op dit moment zit ik op een gevorderd niveau. Dit komt omdat ik op dit moment nog niet kan aangeven of ik zelfstandig journalistieke producten kan maken voor de stageplaats. Ik heb namelijk nog niet eerder ergens stage gelopen. Bij Deventer RTV functioneer ik als een goede college, mijn vorige coördinator heeft daarom een aanbeveling geschreven op LinkedIn: ”Fieke heeft zichzelf aangemeld om in de praktijk meer te leren en ervaring op te doen op journalistiek gebied en het produceren van nieuws- en tv items. Zij is gemotiveerd en neemt initiatief. Fieke is prettig om mee te werken, positief, met eigen ideeen en frisse suggesties maar tegelijkertijd leergierig en bereid te luisteren. Zij durft ook nieuwe en lastige onderwerpen aan te pakken. Dankzij haar goede voorbereiding komt zij tot mooie reportages.”

STAGEPLAN: Naar aanleiding van bovenstaande is mijn zelf ingeschatte niveau bij de start:

Gevorderd Niveau

66

Hoofdstuk 4 Competenties die ik 4.1 Aandachtspunten nog wil ontwikkelen

1 Ideeën en plannen kunnen genereren voor de doelgroepIk vind het moeilijk om ideeën en plannen te bedenken voor een specifieke doelgroep. Ik wil beter kunnen bepalen welke onderwerpen interessant zijn voor een doelgroep van 9 t/m 12 jaar. Dit wil ik bereiken zodat ik meer ideeën kan genereren, want hoe meer ideeën, hoe meer mogelijkheden je hebt om een onderwerp op een originele manier uit te werken. Dat is erg belangrijk voor een onderwerp en/of invalshoek. Ik wil dit doel bereiken, omdat als ik meer ideeën en plannen kan genereren voor de doelgroep, ik mij beter kan onderscheiden van de rest. Het leerdoel speelt deze hele periode, het is namelijk een proces. Bij elk nieuwsitem, flits, internetitem komt het aanbod. Als ik meer plannen en ideeën kan bedenken voor de doelgroep, kan ik ook meer inbrengen bij een redactievergadering.

2 Interviews meer leiden/sturenIk wil beter leren interviewen, want hoe beter ik dat doe, hoe meer informatie ik te weten zal krijgen en hoe minder de geïnterviewde kan afdwalen. Waar ik op dit moment tegenaan loop is dat een geïnterviewde geregeld veel en lang praat en dan afdwaalt van het onderwerp. Dit is niet handig en zo wordt het ook lastig om een goede vervolg vraag te stellen. Soms kan het bij interviews nodig zijn om de spreker te onderbreken. Graag zou ik dat ook willen kunnen, alleen ik vind het lastig om dat op een geschikt moment te doen. Bij dit leerdoel zijn mijn collega’s van DRTV en het NOS Jeugdjournaal betrokken. Ik wil dit doel bereiken, omdat ik zo sneller nuttige informatie te weten zal krijgen. Het leerdoel speelt deze hele periode, het is namelijk een proces. Ik wil aan het einde van deze stage mijn doel gehaald hebben. 3 Beter leren luisterenIk wil bereiken dat ik beter leer luisteren, zodat ik sneller door heb wat ‘de rode vlag’ is. Hierdoor kan ik daar beter op doorvragen en krijg ik echt de informatie waar ik naar op zoek ben. Vaak ben ik al bezig met mijn volgende vraag en dan let ik niet goed wat de spreker nou eigenlijk vertelt. Hier kom ik vaak pas achter als ik het terug luister of lees. Door goed te luisteren kan ik dit voorkomen. Bij dit leerdoel zijn mijn collega’s betrokken, want zij kunnen mij feedback geven. Tijdens de praktijk ga ik met dit leerdoel aan de slag. Het deel “beter luisteren” van de doelstelling is essentieel. Ik wil dit doel bereiken, omdat ik graag beter wil leren interviewen. Het leerdoel speelt deze hele periode en de volgende periode, het is namelijk een lang proces. Ik wil aan het einde van deze stage mijn doel gehaald hebben, zodat ik mij beter kan onderscheiden als journalist.

67

4 Beter doelgroep gericht schrijven.Op school heb ik voor veel verschillende doelgroepen geschreven, maar nog nooit voor kinderen in de leeftijd van 9 t/m 12 jaar. Dat lijkt mij soms een lastige doelgroep, omdat de teksten voor de doelgroep begrijpelijk, maar ook interessant moeten zijn. Lastige onderwerpen gemakkelijker brengen, maar niet op een kinderachtige manier. Tijdens de praktijk ga ik met dit leerdoel aan de slag. Het komt bij allerlei werkzaamheden aanbod, bijvoorbeeld bij presentatieteksten, voice-over teksten en internetberichten. Ik wil dit leerdoel bereiken, omdat ik informatie dan beter kan afstemmen op de doelgroep.

68

Hoofdstuk 5 Beschrijving van het 5.1 NOS Jeugdjournaal stagebedrijfHet NOS Jeugdjournaal is een journaal speciaal voor de jonge doelgroep: kinderen van 9 tot 12 jaar. Het Jeugdjournaal is het nieuwsprogramma voor kinderen in groep zes, zeven en acht van de basisschool. Vaak wordt het jeugdjournaal ook samen bekeken in de klas.

Op de 25ste verjaardag van het NOS Journaal werd voor het eerst het Jeugdjournaal uitgezonden. Straks vieren we op 5 januari 2015 alweer het 35jarige bestaan van het Jeugdjournaal. Eerst was het journaal maar drie keer per week te zien, later alle dagen. Het NOS jeugdjournaal heeft vijf jaar lang ook een middaguitzending gehad, dit is later vervangen door een ochtendjournaal. Het jeugdjournaal heeft vijf vaste presentatoren/verslaggevers.

Op alle schooldagen is er een ochtendjournaal en een avondjournaal. In vakanties en op feestdagen is er alleen een avonduitzending. Het ochtendjournaal begint om 08.45 en duurt 5 minuten. Altijd wordt er een nieuwstelling besproken. Na het journaal kan deze stelling worden besproken in de klas en kan er worden gereageerd op de website. In het avondjournaal wordt de uitkomst van de stelling nog even kort besproken. De uitzending duurt ongeveer 10 minuten en begint om 18.45. In een uitzending zitten vaak twee of drie reportages, enkele korte berichten, een weerbericht en een item waar het journaal mee wordt afgesloten.

69

70