· Web viewHet is ongelofelijk door een hoe groot verlangen naar jou ik word vastgehouden. De...

2
15 - Hartenkreet 1 C. Plinius Calpurniae suae s. Gaius Plinius groet zijn Calpurnia. 2 Incredibile est quanto desiderio tui tenear. In causa amor primum, deinde quod non consuevimus abesse. Het is ongelofelijk door een hoe groot verlangen naar jou ik word vastgehouden. De reden daarvan is ten eerste liefde, vervolgens dat wij niet gewoon zijn afwezig te zijn. - Tui = genitivus objectivus 3 Inde est quod magnam noctium partem in imagine tua vigil exigo; Daardoor komt het dat ik een groot deel van de nachten wakend doorbreng met jouw beeld voor ogen; - Noctium = gen. mv. 4 inde quod interdiu, quibus horis te visere solebam, 5 ad diaetem tuam ipsi me, ut verissime dicitur, pedes ducunt; daarom dat overdag, op de uren waarop ik gewend was jou te zien, de voeten zelf mij naar jouw kamer leiden, zoals zeer eerlijk wordt gezegd; - Ut = met een indicatief - Verissime = superlativus bijwoord 6 quod denique aeger et maestus ac similis excluso a vacuo limine recedo. dat ik tenslotte ziek en bedroefd en gelijk aan een afgewezene uit het lege vertrek terugtrek. 7 Unum tempus his tormentis caret, quo in foro et amicorum litibus conteror. Eén moment mist deze kwellingen, wanneer ik me uitsloof op het forum en in processen van vrienden. - Litibus = komt van ‘lis’ - Plinius is blijkbaar advocaat

Transcript of · Web viewHet is ongelofelijk door een hoe groot verlangen naar jou ik word vastgehouden. De...

Page 1: · Web viewHet is ongelofelijk door een hoe groot verlangen naar jou ik word vastgehouden. De reden daarvan is ten eerste liefde, vervolgens dat wij niet gewoon zijn afwezig te zijn.

15 - Hartenkreet

1 C. Plinius Calpurniae suae s.

Gaius Plinius groet zijn Calpurnia.

2 Incredibile est quanto desiderio tui tenear. In causa amor primum, deinde quod non consuevimus abesse.

Het is ongelofelijk door een hoe groot verlangen naar jou ik word vastgehouden. De reden daarvan isten eerste liefde, vervolgens dat wij niet gewoon zijn afwezig te zijn.

- Tui = genitivus objectivus

3 Inde est quod magnam noctium partem in imagine tua vigil exigo;

Daardoor komt het dat ik een groot deel van de nachten wakend doorbreng met jouw beeld voorogen;

- Noctium = gen. mv.

4 inde quod interdiu, quibus horis te visere solebam, 5 ad diaetem tuam ipsi me, ut verissime dicitur, pedes ducunt;

daarom dat overdag, op de uren waarop ik gewend was jou te zien, de voeten zelf mij naar jouwkamer leiden, zoals zeer eerlijk wordt gezegd;

- Ut = met een indicatief- Verissime = superlativus bijwoord

6 quod denique aeger et maestus ac similis excluso a vacuo limine recedo.

dat ik tenslotte ziek en bedroefd en gelijk aan een afgewezene uit het lege vertrek terugtrek.

7 Unum tempus his tormentis caret, quo in foro et amicorum litibus conteror.

Eén moment mist deze kwellingen, wanneer ik me uitsloof op het forum en in processen van vrienden.

- Litibus = komt van ‘lis’- Plinius is blijkbaar advocaat

8 Aestima tu, quae vita mea est, cui requies in labore, in miseria curisque solacium. Vale.

Schat jij eens in, wat mijn leven is, voor wie rust in werk is, troost in zorgen en ongeluk is. Gegroet.