Examenvragen strategisch management (Robine)

Vdbempt 1: Wat zijn de verschillende bronnen van macht? En hoe passen die binnen de verschillende configuraties?

Bronnen van macht geven + uitleggen (H11) Configuraties van Mintzberg (5) + voorbeelden kunnen geven en de verschillende bronnen

van macht kunnen toepassen (H11)

Vdbempt 2: Citaat ivm stabiliteit en verandering.

Ik heb dan uitgelegd dat dit nodig is om zowel op korte termijn als op lange termijn winstgevendheid te garanderen. En verder doorgetrokken naar hoofdstuk van strategische verandering (revolutie vs evolutie).

Bijvragen:

- Wat organizational system was, of dit citaat hier bij paste. - Of het citaat eerder bij de contingentiebenadering paste of Population ecology

(contingentiebenadering want structuur aanpassen aan omgeving) - Strategic agility uitleggen + 3 elementen (sensitivity, leadership, resources) en dan zeggen of

dit bij het citaat past of niet en welk element er ontbreekt (was sensitivity want leadership is star, nodig om keuzes te maken en resources moeten over kunnen worden ingezet dus dynamisch)

Martens 1: Wat zijn de cognitieve beperkingen bij het strategievormingsproces? Hoe kunnen managers hier het meest effectief mee omgaan? En hoe kan dit toegepast worden op network level strategy?

Ik heb het proces van strategievorming uitgelegd (Identificeren – diagnose – ontwerpen – realiseren). De verschillende cognitieve beperkingen opgenoemd:

- Niet in staat alles waar te nemen- Niet in staat alles te verwerken - Niet in staat alles op te slagen

Dan heb ik ook nog de cognitieve mappen vermeld.

Network level strategy draait rond de paradox competitie vs coöperatie, dus dit uitgelegd.

Bijvragen:

- Wat is een alliantie?- IKEA: vraag ivm kennismanagement (hij bedoelde dan die onderverdeling van VMI e.d.) - IKEA: is dit een alliantie? Ja, win/win-situatie voor alle partijen. - Wat weet je over het gastcollege van Tom Wallaert (da was nen dikke lol, wist ik niks van)

Martens 2: Citaat ivm winst maken en maatschappelijk voordeel. En er stond dan nog welke richtlijnen er konden worden gegeven voor effectieve strategische planning.

Uitgelegd aan de hand van het stakeholders en shareholders perspectief.

Die tweede vraag van strategische planning had ik fout, moest iets zijn met CSR en CSV (en wat de link met de missie was).