Week 2

In groepen:

20 minuten:

Discussieer over het hoorcollege van week 1 en week 2:Wat is bijgebleven? Wat viel je op? Wat kende je nog niet?Vat de hoorcolleges samen in 5 zinnen.

Discussieer en beargumenteer welke posten op de balans van belang zijn voor een investering.

Discussieer en beargumenteer bij elke vorm van financiering wat de voor- en nadelen zijn voor een onderneming.

10 minuten: Bespreek met een andere groep de antwoorden

Maak als groep opgave: 10 minuten

Opgave uit de toets van vorig jaar(Formatief)

Onderneming Koni maakt schokdempers voor de auto-industrie. Het bedrijf maakt bij de inkopen gebruik van leverancierskrediet. In de leveringsvoorwaarden wordt bepaald, dat de betaling van de factuur dient te geschieden binnen 25 dagen na factuurdatum. Bij betaling binnen 7 dagen mag 1% korting van het factuurbedrag worden afgetrokken. Het bedrijf betaalt voor “rood staan” bij de bank 15% op jaarbasis. Stel een jaar op 360 dagen.

A. Bereken het percentage te betalen leverancierskrediet op jaarbasis. Rond af op 1 cijfer achter de komma. (3 pt)

B. Welke vorm van financiering is het meest gunstig en waarom. (2 pt)

Bespreek oefenopgave 10 minuten

15 minutenMaak als groep opgave 11.4 en 11.16

10 minutenBespreek met een andere groep de antwoorden

A. Bereken het percentage te betalen leverancierskrediet op jaarbasis. Rond af op 1 cijfer achter de komma. (3 pt)

Stel betaling van 1000 leverancierskrediet is de “omgekeerde korting”: oftewel 1% korting op 1000 (=10) voor 18 dagen eerder betalen, is gelijk aan 10/990 = 1,01% rente in de vorm van leverancierskrediet bij 18 dagen later betalen. Dit is op jaarbasis 360/18= 20 x 1,01% is 20,2%

A. Welke vorm van financiering is het meest gunstig en waarom. (2 pt)

Rood staan want 15% is lager dan lev. krediet van 20,2%