Verzoek de overheid haar grondwettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te dragen in medische...

4

Click here to load reader

Transcript of Verzoek de overheid haar grondwettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te dragen in medische...

Page 1: Verzoek de overheid haar grondwettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te dragen in medische kwesties.

1

Mensen die niet in aanraking zijn gekomen met letselschadeperikelen gingen er allemaal van uit dat het netjes geregeld is in Nederland. Ook ik had deze visie, totdat ik zelf slachtoffer werd, en de problematiek letterlijk en figuurlijk aan den lijve ondervond. De problematiek die ik tegenkwam is voor ieder gelijk, of u nou slachtoffer bent van een medische misser, of van medisch experimenteel misbruik, of van medische beunhazerij, u wordt gediscrimineerd in uw patiëntenrechten, mede vanwege het gegeven dat er geen dwingende wetgeving is om medische oneigenlijkheden te vervolgen. Sterker nog Minister Hirsch Ballin van Justitie nota bene wenst medische oneigenlijkheden vooralsnog niet vervolgbaar te stellen. Als Minister van Justitie heeft hij een vetorecht in strafrechtelijke kwesties. Tegenwoordig komen wantoestanden meer en meer aan het licht met dank aan mede de moderne communicatievorm internet geheten. Andere partijen inclusief de media houden zich vaak op de vlakte over de werkelijke gang van zaken. Jarenlang heeft de wetgever haar verantwoordelijkheid in de wetgeving, de praktische uitvoering ervan, en de juridische beoordeling ervan zonder echte controle erop uitbesteed. In gevolge is mijns inziens de situatie ontstaan waarin patiënten gediscrimineerd worden in hun recht, waarbij hun recht op bescherming van de staat in medische kwesties ontzegd wordt, vanwege het in gebreke blijven van de eigen staatsrechtelijke verplichting tot het aanbieden van een deugdelijke gezondheidszorg als staatsrechtelijke garantie (naar de omschrijving van de constitutie der Staat met de Grondwet), wat zich met name toont in het geval van ontstane letselschade en hoe er daarna met het slachtoffer wordt omgegaan. Onderstaand staat een vergelijk in de uiteenzetting van de problematiek met de eenvoud die de oplossing biedt om de veiligheid van de patiënt ook in de medische aansprakelijkheid centraal te stellen. Op www.mensenrechten.org staat een geschrift van mij, wat de geschiedenis van de wetontwikkeling in het kort behandeld, om daar mee enerzijds uit te leggen dat de wet op redelijk besef is gebaseerd van normen en waarden, en dat de wet daarmee een universeel antwoord geeft op de cultivatie van wenselijk gedrag, en anderzijds dat de wet met name in de precisering van de wetgeving rondom medisch handelen een verdere uitwerking behoeft. Omgekeerd beschouwd concludeerde ik, dat uw redelijk besef van normen en waarden wel degelijk terug te vinden moet zijn in de wetgeving, en dat iedere raadsman die redelijk besef afwijst u in feite niet bediend in uw recht, immers uw rechter zal ook in redelijk besef een voorgelegde kwestie beoordelen met de maatstaven der wet. Uw raadsman hoeft het wetboek niet uit zijn hoofd te kennen, maar moet er de weg in thuis weten. www.mensenrechten.org concludeerde in 2008 terecht met hun titel aan mijn geschrift, dat de medische wetgeving een codificatie behoeft (samenbundeling van medisch relevante wetten in geschrifte) met een trias politica (scheiding der machten: een regelgevende macht (politiek), een uitvoerende macht (maatschappij / ordebewaking) en een beoordelende macht (rechterlijke en ordehandhaving). Tegenwoordig anno 2009 is er nogal wat te doen rondom de medische wetgeving in de media. Niet de jarenlange stroom van berichten over wantoestanden in de medische sector maakten dat er een belang tot bijstelling van de medische wetgeving ontstond, maar de verdere privatisering (het loslaten van overheidsverantwoordelijkheden) van de markt maakten juist dat de patiënt ineens als wederpartij (consument) ontstond. Ineens moesten er rechten toegekend gaan worden aan de patiënt die als natuurlijk rechtspersoon met de privatisering zichtbaar werd. Met het belang om expliciet rechten toe te kennen aan de zorgconsument werd de problematiek in de rechten van de patiënt ook nog meer zichtbaar. Vóór de komst van de wet geneeskundige behandeling overeenkomst (WGBO) waren de rechten een afgeleide van de zorgplicht. Een patiënt moest dan via een omweg zijn gelijk zien aan te tonen in het geval van een geschil (eerst aantonen dat niet aan de zorgverplichting is voldaan). De WGBO bleek naar willekeur echter gehanteerd en gerespecteerd te kunnen worden, omdat medische oneigenlijkheden tot op heden (volgens de minister van Justitie (nog steeds)) niet vervolgd (behoeven te) worden.

Page 2: Verzoek de overheid haar grondwettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te dragen in medische kwesties.

2

De patiënt moet rechten krijgen, maar gaan die rechten ook wel bewaakt worden? De patiënt als zorgconsument moet in het geval van letselschade zelf al aantonen dat hij/zij schade heeft ondervonden met het oorspronkelijke medische dossier in de uitvoering van de gevraagde medische hulp. Maar in de beoordeling van letselschade mag naar vernemen enkel met het oorspronkelijk medisch behandelend dossier gewerkt worden. Dit terwijl uit onderzoek van stichting De Ombudsman te Hilversum onder letselschadedossiers bleek, dat 75% (!) van de onderzochte dossiers onvolledig waren op cruciale punten om tot een beoordeling te kunnen komen van oorzakelijkheden tot letselschade. Externe consultancy kent hierbin geen inbreng in de beoordeling, dit terwijl externe expertise wel degelijk van belang kunnen zijn, om enerzijds de ontwikkeling van een pathologie en/of letselschade te onderzoeken en zichtbaar te maken, en anderzijds om significante aanvullingen te kunnen geven op het oorspronkelijke medische dossier (zeker als dat dossier gebrekkig blijkt). Bovendien wordt de benadeelde zorgconsument niet persoonlijk gehoord in een tuchtzitting: hij/zij mag enkel ja of nee antwoorden op de gestelde vragen, waarbij uitgegaan wordt van enkel een (veelal gebrekkig) medisch dossier. Prof. Johan Leegemate KNMG benoemde in 2006 het bestaan van de zwijgcultus rond de beoordeling van nadelig medisch handelen in gevolge, vanwege oorzakelijk aansprakelijkheid- verzekeringstechnische redenen. Prof. Here Kingsma, oud-inspecteur van Volksgezondheid benoemde eerder tijdens een hogere tuchtzitting het bestaan van subjectiviteit in het belang van de artsenij ten nadele van de cliënt; leden van de tuchtraad zijn vaak collegae van de besproken arts. Het slachtoffer moet zelf aantonen tegen de zwijgcultus in, dat er aanrekenbare schade is ontstaan. Armlastigere mensen hebben een extra probleem met het kunnen bekostigen van een externe expertise. Bovendien krijgt de advocaat op toevoeging slechts éénmalig een vaststaand bedrag als vergoeding, waar alles mee gedaan moet worden, hetgeen betekend dat de cliënt in een zware casus riskeert niet de bijstand te krijgen die hij/zij behoeft. De financiële offers die het slachtoffer moet maken, duiden op het ontbreken van geldelijk belang bij het slachtoffer. Maar of u nu wel of niet uw advocaat kan bekostigen, met de huidige wetgeving in uitvoering kan uw advocaat u slechts bijstaan in uw ‘voorbestemde juridische neergang’, vanwege de juridische en procedurele achterstelling van de cliënt in zijn recht. U begrijpt, eigenlijk wordt de patiënt systematisch achter gesteld in de uitoefening van zijn rechten. In theorie zouden we van een criminele organisatie kunnen spreken, die in samenwerkend verband onder de werking van de zwijgcultus letselschadeslachtoffer afhoudt van een realisatie van hun compensatierecht. Ironisch genoeg moet de patiënt nu ineens rechten krijgen gaan als zorgconsument, die in die rol ineens zichtbaar wordt als een bestaand rechtspersoon in/met de privatisering van de marktwerking, waarmee de overheid zich wenst verder terug te trekken uit die markt. Naast de openlijke onderkenning van het bestaan van de zwijgcultus bij aanvang van het ontstaan van letselschade vanwege oorspronkelijk verzekeringstechnische redenen, en de onderkenning van een zekere subjectiviteit in de tuchtrechtelijke uitspraken ten nadele van de benadeelde zorgconsument, en het door de minister van Justitie niet vervolgbaar willen stellen van medische oneigenlijkheden, bestaat dáárnaast ook nog eens openlijk de onderkenning van de achteropstelling van de patiënt in zijn rechtspositie. De patiënt komt met een hulpvraag bij de zorgaanbieder, en is bij aanvang van de hulpvraag de eerste persoon als aanstichter ervan, maar in de praktijk wordt hij enkel als de derde partij genoemd. De oorzaak hiervan ligt in het gegeven dat de zorgaanbieder al een ‘zorgwinkel’ heeft geïnstalleerd en daarmee gezien vanuit de positie van de zorgaanbieder eerste partij is, waarbij hij rekening moet houden met de eisen van de verzekeraar en de wetgever, waarna er dan een zorgvrager ‘x’ arriveert als derde partij: 1e positie zorgaanbieders, 2e verzekeraars en overheid, en pas als 3e de zorgconsument.) In de praktijk zeker in het geval van letselschade verwordt de patiënt echter zelfs tot vijfde partij. (N.B.: Ziekenhuizen bleken in de praktijk ook geen zeggenschap te hebben over het doen en laten van de medisch specialisten die als privé-onderneming werkzaam zijn voor hen.)

Page 3: Verzoek de overheid haar grondwettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te dragen in medische kwesties.

3

De arts biedt als eerste partij zijn kennis aan als meester in de artsenij, waarop de wederzijdse verzekeraars (zorg- en aansprakelijkheidverzekeraar) in belang als tweede partij volgen, waarna kennelijk de wetgever als derde partij volgt over het te voeren beleid in de wet, waarop in gevolge vervolgens de sociaal maatschappelijke omgeving van de patiënt haar belang laat gelden als vierde partij: met lokale beleidsuitvoerders waaronder keuringsartsen en ook vele van de sociale relaties -al dan niet afstand nemende van de erkenning van de medische status van letselschadeslachtoffers-, en eindelijk volgt dan de zorgconsument als vijfde partij; eigenlijk rechteloos -gelijke het vijfde wiel aan de wagen- in de rechtenproblematiek van zorgaanbieding en in het eisen stellen aan de kwaliteit en de bewaking van een deugdelijke gezondheidszorg voor een eerlijke afhandeling. Laten we wel wezen: de wetgeving toont pas haar gebreken voor de zorgconsument in de praktijk als er letselschade is ontstaan, pas dan laten belangen hun macht gelden. In principe is de problematiek onderkent door alle partijen. Maar er bestaat een fikse gap tussen de realiteit voor de zorgconsument op microniveau in de praktijk, en het gebied waar de diverse belangenorganisaties op macrostructuur in werken in zijn effectiviteit, in de praktijk verandert er nagenoeg niets ten bate van de zorgconsument. Klachtenprocedures vereenvoudigen met een verhoging van de maximale compensatie van Euro 25.000,= voor laagdrempelige casussen draagt in de probleemoplossing niet veel bij, immers de ernstige gevallen worden nog steeds niet gediend en de zorgconsumenten rechten blijven ondergeschikt als er geen deugdelijk sanctieapparaat onder de verantwoordelijkheid van de overheid wordt ingesteld. Juist het (nog steeds) niet vervolgbaar willen stellen van medische oneigenlijkheden maakt de medische wetgeving ‘invalide’en strijdig met de grondwet. Iedere partij heeft zijn eigen belangen te behartigen, en als zodanig wordt het feitelijk onderkennen van rechten aan de zorgconsument als een moeizaam proces ervaren, terwijl de oplossing vrij eenvoudig is: Stel de veiligheid van de patiënt centraal in de wettelijke aansprakelijk. Heeft een arts de veiligheid van de patiënt in acht genomen, dan is er geen probleem voor de arts in de beoordeling van oorzakelijkheden. Van de fouten kunnen we allemaal leren, en medische wantoestanden kunnen beter bestreden worden. De overheid kan als kennis- en database intermediair hierin bemiddelen. In de USA heeft men als zodanig al een beproefde oplossing gevonden, die haar uitkristallisatie aan het uitwerken is in de gehele praktijk aldaar. Op het moment dat de overheid zich als opdrachtgever terugtrekt, bekleedt de zorgconsument automatisch die positie. Juridische medische geschillen behoren door een onafhankelijke partij beoordeeld te worden, als de zorgaanbieder en de zorgconsument er samen niet uit komen, en als zodanig hoort het sanctioneringapparaat juist niet geprivatiseerd te zijn om verstrengeling in belangen tegen te gaan. Maar hiervoor moet er wel een echt sanctionerend apparaat bestaan, want ten hoogste wacht er nu een beroepsuitzetting, die enkel in het land van uitspraak zijn geldigheid heeft. Tuchtrechtelijke uitspraken ten nadele van de zorgaanbieder worden ook niet altijd in de praktijk uitgevoerd. En zo is het recht zoek. Kan medische ‘misdaad’ als zodanig gewoon bestaan? Alleen in de medische sector is men verplicht bij een ongeluk verder te gaan met verzwijging van het ongeval. Als spiegel voor de medische wetgeving zijn aspecten uit de verkeerswetgeving als wel uit de verkoop- en warenwetgeving ter vergelijk van toepassing. Laat men na het centraal stellen van de veiligheid van de patiënt deze vergelijkingen maken. Wat ik niet begrijp is het feitelijk kleinzielige gekissebis over de ‘rechten tussen organisaties en individuen’(, net als in andere probleemgebieden), terwijl het eigenlijk allang duidelijk is wat er werkelijk behoeft wordt, en dit terwijl er op termijn misschien wel veel grotere andere problemen staan te wachten (ecologisch etc.). Men zou beter de tijd kunnen benutten om een eerlijk en rendabel systeem op te zetten.

Page 4: Verzoek de overheid haar grondwettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te dragen in medische kwesties.

4

Reden om de overheid dwingend te verzoeken haar grondwettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te dragen in het beschermen van de burger (eerzaam arts incluis), en discriminatie in de uitvoering van de medische wetgeving te bestrijden om daarmee grondwettelijk het recht op het aanbieden van een deugdelijke gezondheidszorg te garanderen. Ervaringsdeskundigen in letselschadebehandeling dragen gezamenlijk de zelfde volgende wensen uit: Het medisch dossier moet goed leesbaar toegankelijk en volledig zijn. Er moet erkenning zijn voor het gegeven dat er een fout gemaakt is. Neem contra-expertises serieus in de beoordeling. Maak herstelbehandeling in alle redelijkheid (zelfs internationaal) mogelijk. Er moet een objectieve klachtenbehandeling zijn, met een scheiding van belangen. In het onafhankelijk orgaan moeten onafhankelijke deskundigen zitting gaan nemen. Disciplinaire maatregelen (zoals uit functie zetten) moeten ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. In het geval van grove beroepsdeformatie moet strafrechtelijk vervolg / strafvordering mogelijk zijn. De grondwet is duidelijk, en alle opvolgende wetten zijn feitelijk adaptaties en een verdieping om situaties in hun persoonlijke verschijningsvorm wettelijk te kunnen omschrijven. Ook de lagere wetten kennen dit gegeven. De WGBO begint met de omschrijving dat de medische behandeling tussen de zorgaanbieder en consument gezamenlijk moet zijn overeengekomen. Hierna volgen dan verdere bepalingen om elke denkbare situatie van een toepassing van de WGBO te kunnen voorzien. Er zitten ook risico’s betreffende de aansprakelijkheid in het geval van letselschade met zo’n overeenkomst, het is van belang dat een cliënt ook goed voorgelicht wordt dan. Uiteindelijk behoeft ook het compensatiesysteem een hervorming, want thans draait het om het vraagstuk van een afkoopsom in aansprakelijkheid, maar beter zou het zijn als men de nadruk in compensatie verlegd op wat men nodig heeft om maatschappelijk verder te kunnen. Stel om te beginnen de veiligheid van de patiënt wettelijk centraal, en installeer een werkelijk sanctieapparaat wat een overheidstaak hoort te zijn ook in de beoordeling van letselschade. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport is wel bezig met de nodige voorstellen tot aanpassing van de wet, en wil medische oneigenlijkheden wel strafbaar gaan stellen, maar vanuit de branche werd naar vernemen niet erg bereidwillig gereageerd, onder het mom dat wetten niets bijdragen aan een maatschappij, omdat mensen de maatschappij vormen. Wetten beschrijven echter de gewenste maatschappelijke normering en behoeven daarom een sanctieapparaat om ongewenste overschrijding van waarheden en normen te kunnen berechten. Bovendien voldoen de voorgestelde wetten nog niet voldoende om ernstige zaken het hoofd te kunnen bieden. Verlang daarom van uw overheid dat zij opkomt voor uw individuele rechten. Tot slot nog even dit: Er is een onderscheid tussen cure and care, resp. genezing en het draagbaar maken van een aandoening. Daarnaast bestaan ook preventieve ingrepen, waaronder de medisch cosmetische behandelingen. Tot mijn ontsteltenis vernam ik dat beunhazerij in de cosmetisch medische sector echter een bestaan kan hebben, waar IGZ aldus geen duidelijk signaal tegen afgegeven zou hebben. (IGZ komt wel vaker op dergelijke wijze in het nieuws.) Voor vrouwen is hun uiterlijke verschijning vaak belangrijker dan voor mannen. Stress kan iemand in haar gezicht tekenen, wat ook een reden kan zijn voor een cosmetische aanpassing van de ‘visuele verschijning’. Iemand die een borstverkleining ondergaat om rugklachten tegen te gaan, ondergaat ook een cosmetische correctie. Beide ingrepen zijn niet bepaald ingegeven vanuit een zekere ‘coquetterie’. En zelfs als er wel sprake zou zijn van een luxe cosmetische ingreep, dan nog behoort een deugdelijk zorgproduct aangeboden en geleverd worden. En het is de verantwoordelijkheid van de overheid dit vanuit grondwettelijk principe te garanderen. Verlang expliciet op basis van democratisch overwicht van uw overheid dat zij opkomt voor uw individuele rechten. Uiteindelijk zijn zorgconsumenten in aantal in de meerderheid. Siegfried van Hoek.