Bijlage bij besluit Wob-verzoek naar rapport onderzoek ...
Transcript of Bijlage bij besluit Wob-verzoek naar rapport onderzoek ...
Belastingdienst
VerkenningInterneteconomie
Handhavingsagenda 2 016-2
Expertisecentrum Handhaving
17 mel aoi6
Vekenning Interneteconornie HHA 2016-2 I
Colofon
Datum
Vetsie
Status
Opdrachtgever
Opdrachtnemer
Contactpersoon
Bijiagen
17 mei zoiG
0.99
Concept
CDOz
EH I
1O-2-e I1 j Fiscale informatieteksten website BeiastindienstzlEencasusterillustratie:larl 673 I Historie van handhavinsjc:uvILeIreII4 I Definities verwante begrippen
Opdrachtgever / Segment
MTEH
Vaktechniek
D&A
12-02-2016
10-05-2016
17-03-2016
n.v.t.
Interne afstemming
I I
Expertisecentrum Handhaving Paina I 2
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2
Inhoudsopgave
Managementsamenvatting 4Introductie 6
Leeswijzer 7i Korte schets van de context 8
1.1 Inleiding 8
1.2 I Ontwikkelingen op het technische vlak 8
1.3 I Ontwikkeling op het viak van internationalisering 8
1. 4 I Omvang interneteconomie, naleving en nalevingstekorten 8
2 Vernieuwingen op bet terrein van producten, diensten en toepassingen ii
2.1 Inlelding 11
2.2 Geld verdienen met Internet in brede zin 11
2.3 I Nieuwetechnischetoepassingen 13
2.4 I Nieuweonderwereld 13
3 Een kadervoor bet duiden van handhavlngsvraagstukken 74
3.1 I Inleiding 14
3.2 I Markten als kader voor verdere verkenning 14
3.3 I Focus op transacties tussen (markt)partijen 14
3.4 I Matkten 15
4 Handhavingsvraagstukken, terug- en vooruitkijkend 77
‘41 I Inleiding 17
4.2 I Handhavingsvraagstukken in relatie tot de gekozen kaders van mackten en actoren 18
4.3 Kansen voor de handhaving 20
5 Hoe nu verder? 27
5.1 I Inleiding 21
5.2 I Conclusies & aanbevelingen 21
Bijlage i TeksWoorstellen voor informatievoorziening via Belastingdienst website Z4
Bijlage zJ Een casus terillustratie -lart 67 I 30
Bijlage 3 Historie van handhauingsactiviteiten 34Bijlage 41 Definities verwante begrippen 36
Expertisecentrum Handhaving J Pagina I 3
I Vekenning nterneteconome HHA 2016-2
Managementsamenvatting
Het toenemend gebruik van Internet heeft voor de Belastingdienst gevolgen in de belastinghefflng en do
handhaving. Deze verkenning is opgesteld om een beeld te geven van de risico’s in de handhaving die
veroorzaakt worden door de globaflsering en do verandenng van bedrijfsmodellen door bet gebruik van
internet.
Beschrijving
De toename van de interneteconomie is in dit rapport geillustreerd door verwijzing naar verschillende
kwantitatieve schattingen van externe partijen.
Als gevoig van de opkomst van de interneteconomie vervagen bestaande traditionele markten en is sprake van
een opkomst van nieuwe verdienmodellen. Dok zien we bestaande relaties tussen bedrijf en consument
veranderen doordat de consument vaker als aanbieder optreedt. In dit rapport is daarop aangesloten door de
handhavingsvraag uit te werken op basis van een ordening naar de actoren op die markten/in die economie:
B2B (Business-to-Business), 82C (Business-to-Consumer), C2C (Consumer-to-Consumer) en C2B (Consumer-to
Business). Het grootste effect van do ontwikkelingen binnen de interneteconomie ligt in de opkomst van C2C-
markten; in platforms waar consumenten elkaar snel kunnen vinden en onderlinge prestaties aanbieden. Door
het onduidelijke ondersth&d tussen hobbyisme en (klein)ondernemerschap leidt deze nieuwe markt tot
nieuwe handhavingsvraagstukken. Dit geldt ook voor de opkomst van C2B activiteiten. De toename van het
aantal kleine ondernemers brengt uitvoeringskosten met zich mee, terwijl er nauwelijks inkomsten tegenover
staan.
Aanbevelingen
De verkenning die we hebben verricht Ieidt tot eon aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn tweeledig.
Aanbeveling 1 1 richt zich op he’c onderzoeken van rart 11
Aanbeveling 2 J lart 11
Langetermij nadvies
Het langetermijnadvies richt zich op een dñetal aandachtsgebieden:
Aandachtsgebied 1 I Monitoren• Monitor de impact van de ontwikkeling van de interneteconomie op bestaande traditionele markten
• Blijf monitoren op nieuwe ontwikkelingen en verdienmodellen in de interneteconomie. Nader onderzoek is
gewenst op bet moment dat deze ontwikkellngen concrete vormen aannemen, zoals delart_1O-2-d
Expertisecentrum Handhavng I Pagina j 4
Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2 I
art I 0-2-U Door een gefaseerde aanpak te hanteren, zoals bij lart 67 Ikunnenverschillende maten van verdieping plaatsvinden om zo aard, omvang, handhavingsvraagstukken enuiteindelljk (waar mogelljk) nalevingsgedrag te duiden. Dit leent zich voor efflciente allocatie van capaciteitop de vele fenomenen binnen interneteconomie.
art 10,2,U /art 11
Aandachtsgebied 2 Instrumentarium• Start met voorlichting/ communicatie over fiscale verplichtingen door opname van basisinformatie op de
website van de Belastingdienst (voorstel teksten opgenomen in bijlagel)• Onderzoek of aanpassingen van bevoegdheden (en/of verduidelijking daarvan) nodig is
• artl0,2,dIartll
Aandachtsgeb led 3 I Innovatie• Stimuleer de ontwikkeling van innovatieve manieren on belastingplichtigen te ondersteunen bij het
nakomen van hun fiscale verplichtingen, waarmee de compliance wordt vergroot.
Dit zljn aandachtsgebieden die binnen de Belastingdienst moeten worden opgepakt, gecoordineerd vanuit [HIin samenwerking met verschlllende betrokken partijen, waaronder Vaktechniek en Adviesregie. Maak eenkleine werkgroep binnen [HI verantwoordelijk, zodat de interneteconomie de focus blijft krijgen die hetverdient,
I Expertisecentrum Handhaving Pagina 5
I Vekenning interneteconornie HHA 2016-2 I
Introductie
Het Internet is niet meet ult ons leven weg te denken. Dit heeft gevolgen voor de Belastlngdienst in de
belastingheffing en de handhaving. Tot op heden heeft zij zich vooral gericht op (individuele) casuistiek. Een
onderzoek naar algemene gevolgen van deze ontwikkeling is tot nu toe niet uitgevoerd.
Doe! van deze verkenning is om een beeld te geven van de risico’s voor de handhaving die veroorzaakt
worden door de globalisering en de verandering van bedrljfsmodellen door het gebrulk van internet.
Is er reden tot zorg? Of is er sprake van een nieuwe situatie waar we aan moeten wennen, maar die geen
nieuwe handhavingsvraagstukken oplevert?
AanpakOm een beeld te kunnen schetsen van de interneteconomie voor bet CDO2, heeft EHI deze verkenning
uitgevoerd. Daarin staat de volgende vraag centraal:
I Brengt hettoegenomen internetgebruik(nieuwe) handhavingsvraagstukken met zich mee
voor de Belastingdienst? I
Omdat bet Internet een omvangrijk en divers onderwerp is, wordt bet terrein eerst globaal, dus niet
uitputtend, verkend. Die informatie vomit de basis voot diepgaandere analyses. De eerste drie hoofdstukken
hebben tot doel am een meet algemene bilk te werpen op verschillende terreinen van het internet. We richten
ons op een aantal onderwerpen waarmee een zo compleet mogelijke context kan wotden geschetst voor zover
die relevant is, om uiteindelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Aan de hand van die context
gaan we vervolgens meet de diepte in op bet vlak van de strategische handhavingsvraagstukken. Deze
vraagstukken zijn niet uitputtend. Ze zijn vooral bedoeld om bet bestuur van de Belastingdienst te informeren
over de meest relevante ondetwerpen die spelen. In bet kader van de negen stappen van de handhavingsregie
heeft deze verkenning voorat betrekking op de eerste stap: de probleemverkenning (wat is bet probleem en bij
welke doelgrop speelt het?). Op onderdelen heeft het ook kenmerken van de tweUe stap: de analyse (wat is
de ernst van bet probleem?). Van daaruit kan in onderling overleg warden bepaald welke onderwerpen meet
verdieping nodig hebben en wie bij die verdieping moeten warden betrokken.
Er is onderscheid gemaakt naat de volgende deel(onderzoeks)vragen:
• Wat zijn de digitale ontwikkelingen en welke daarvan zijn in dit verband relevant?
• Tot welke verandetingen in producten en diensten leiden die digitale ontwikkelingen?
• Met welk kader kunnen we de handhavingsvraagstukken duiden?
• Wat zijn handhavingsvraagstukken?
• Hoe kun je die vraagstukken verder uitdiepen/oppakken?
• Welke kansen biedt het Internet de handhaving van belastingen?
• Internet als bran van informatie, wat kan de Belastingdienst daarmee?
I Expertise.centrum Handhaving I Pagina I 6
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2
Leeswijzer
In dit rapport zijn de verkregen inzichten ult een door EHI uitgevoerde analyse op de interneteconomieweergegeven. Het analyserapport bevat 5 hoofdstukken, met de volgende inhoud:
HoofUstuk 1 I Besteedt aandacht aan de context van de vernieuwingen die de opkomst van internet met zichmeebrengt en geeft een impressie van de kwantitatieve ontwikkeling.
Hoofdstuk 2 Geeft vervolgens inzicht in de vernieuwingen op het terrein van producten en diensten.
Hoofdstuk 3 Schetst het kader dat wordt gebruikt om de fiscale aspecten en handhavingsvraagstukken vanhet toegenomen internetgebruik te duiden.
Hoofdstuk 41 Gaat aan de hand van dit kader in op de handhavingsvraagstukken van de interneteconomie.
Hoofdstuk 5 I Bevat aanbevelingen over hetvervolg.
Deze verkenning richt zich op de handhavingsvraagstukken. De verdere fiscale verdieping is gemaakt doorcollega’s van de Directie Vaktechniek en is in een aparte bijiage opgenomen. Ook vindt u in de bijiage eenverdieping op het onderwerPart 67
4
Expertisecentrum Handhaving I Pagina j 7
I Vekenning nterneteconomie HHA 2016-2
i Korte schets van de context
7.7 I tnleiding
In dit hoofdstuk geven we een korte schets van tUe oorzaken van) het toegenomen internetgebruik. We
onderscheiden twee thema’s. Net eerste betreft de ontwikkelingen op het viak van de informatie- en
communicatie technologie (ICT). Net tweede gaat over de toenemende internationalisering.
7.2 I Ontwikkelingen op hettechnischevtak
Op dit moment is de vijfde technologische golf gaand&. Vooral het internet speelt hierin een belangrijke rol.
De technieken rondom netwerken en apparatuur ontwikkelen zich steeds verder. De hoeveelheid
data/infotmatie die wordt gegenereerd via het internet neemt exponentieel toe (Big Data). Deze data is in
toenemende mate eenvoudiger te bereiken en te delen. Kennis op het Internet Is snel, faagdrempelig en
goedkoop (vaak gratis) toegankelijk. Naast mensen worden ook steeds meet apparaten via het Internet met
elkaar verbonden. Een term die bij dat laatste hoort, is het ‘internet of things’.
Door innovatieve ontwikkelingen ontstaat een nieuwe generatie ondernemingen. Deze zogenoemde ‘startups’
innoveren en opereren buiten bestaande paden. Dit doen zij door nieuwe goederen en diensten te leveren of
door vraag en aanbod slim samen te brengen. Van de jaarlijks 200 opgerichte startups in Nederland zijn er
volgens het Economisch Bureau van ING 5-10% die in korte tijd een wereldwijd schaalbaar verdienmodel
hebben gerealiseerd2. De Nederlandse overheid heeft de afgelopen jaren ingezet op investeringen in ICT om
daarmee groei van het (de) internetfeconomie) te stimuleren. Zij streeft daarbij near een zo vrij mogelijke
markt (level playing field) met zo mm mogelijk overheidsbemoeienis.
7.3 I Ontwikkellng op hetvlak van internationalisering
Een begrip dat nauw is verbonden met her Internet is jnternationalisering. Organisaties als de OESO
(Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ) hebben belangstelling en richten zich vooral
op de technische aspecten en de aandacht die landen aan het stimuleren en/of regulieren daarvan geven. In
mindere mate wordt ook aandacht besteed aan de gevolgen voor de fiscaliteit. Het kabinet constateert in de
kabinetsappreciatie, naar aanleiding van Actiepunt I van het BEPS programma van de OESO, dat op dit
moment geen speciale maattegelen nodig zijn voor de digitale economie op het gebied van de directe
belastingen. Binnen de EU is een werkgroep e-commerce actief. Resultaten van deze werkgroep wotden in het
voorjaar van 2016 verwacht.
7.4 Omvang interneteconomie, naleving en nalevingstekorten
Over de omvang van de interneteconomie bestaat veel uiteenlopend cijfermateriaal.
Een impressie
Deloitte schatte de omvang van de interneteconomie in 2014 op Ca. 5,8% van het Bruto Binnenlands Product.3
De eerste golf was de lndustriële revolutie, de tweede golf was de technoiogische revolutie op het gebied van stoom en spoorwegen,
de derde technologische revoiutie bestond uit staal, zware machines en elektriciteit en de vierde werd gevormd door Due, auto’s en
massale productieEconomisch Bureau van ING, near cijfer5 van KvK, Startupiuncture en investormatch.Het BBP was in 2014 ruim €600 miljard. Tot de interneteconomie rekent Deloitte 00k zogenoemde data centre housing en hosting.
I Epernsecentrurn Handhaving I Pagina I $
I Vekenning Interneteconomie HHA 20162 I
Ecommerce Europe 5chat het aantal B2C-webwinkels eind2014 op 650.000. Voor de komende jaren wordt eenjaarlijkse toename van nieuwe webwinkels in Europaverwacht van zo’n 15 tot 20%.De groei In onlinebestedingen houdt aan. De Europesekoepelorganisatie voorziet voor 2016 zelfs eenverkoopniveau van € 625 miljard. Bij gelijkblijvendepercentuele verhoudingen zou dat voor Nederland eenbelang van € 18,1 miljard betekenen.
Afbeelding 2 / Ecommerce Benchmark NC 2015EccmmtehndN.dedand 2015
+1113.053,- 55 2% 17,7%
A— J I —..v-
Ecommexte
b..
A I ——_ I — ._.. — —
J —
Met 6,5% van de totale omzet ult e-ccmmerce blijft ons land achter bi) het gemiddelde in de gehele EU (8,8%)en scoort zelfs veel mindec dan uitschieters als Portugal, Zweden, Denemarken en Tsjechie (meer dan 10%).Decijfers gaan niet alleen over e-commerce B2C (van bedrijven naar consumenten), maar ook over B2B (handeltussen bedrijven onderling).
Uit onderzoek blijkt dat er een aantal struikelblokken voor ondernemers op het gebied van internethandel is:• de lappendeken aan Europese wet- en regelgeving zorgt voor verwarring en veel administratie• de gebrekkige transparantie van het aanbod en de prijzen van pakketvervoer door Europa• de verschillende BTW-tarieven en de regels rondom export naar andere landen.
Deze drte punten staan op de lijst van actiepunten in Digital Single Market Strategy, het actieplan van deEuropese Commissie (EC).
fb!Jinq 2 / Infogrophic Europese e-cornrnerce 2014 in cijfers
Europe 2014 !2CE-mtj olGoodi a SesataGIance
1CLIb.13)% 4 ‘,
CZIL+1i%
-
W33b14J% 2.4SeGDPA
C%C7bU.7Sim (UT.4.. ( U
LI— I4, I ILl
Ll,c ‘ I’.’ —
Irr --— -
— C IA 1flasa
In 2013 bleek, uit onderzoek van Ecommerce Europe, dat de Europese online omzet van zogenoemde Business-to-Consumer (B2C) producten en diensten met ruim 16 procent groeide naar € 363 miljard. Ecommerce Europeis de Europese koepelorganisatie voor online retailing.
De Europese e-commercemarkt groeide in 2014 naar € 423,8 mlljard en de verwachting is dat dit in 2015 zelfsstijgt tot € 477 miljard. Het Verenigd Koninkrijk is koploper op het gebied van e-commerce met € 107 miljard.Gevolgd door Duitsiand (C 63 miljard) en Frankcijk (€ 51 miljard). Nederland staat op een zesde plaats met €13,9 miljard.
818 mllllcn
564 miRion—‘-‘I—-
331 mIllion—-‘I—,
2,475, tft+P,. 715,000÷
4.00 bIIHon+
In 2006 constateerde hetCBS al dat internethande)
met 15% groelt. Hetaandeel van dezogenaamde niet-winkelverkopen op de totaledetailhandelsverkopen isge5tegen tot 5%. Daartoe
behoren behalve deinternetverkopen ook demarkt, de postorderbedrijven en de colportage.
I Expertisecentrum Handhaving I Pagina I 9
I Vekenning tnterneteconomie HHA 2016-2 I
Ook KPN ziet een stijging van bezorgen van producten van internetverkopen. In 2012 bleek dat de
pakketbezorging een positieve invloed had op de cijfers van PostNL. Toen nam het volume van het aantal
verzonden pakketten met 6% toe. De toename van het aantal pakketzendingen gaat hand in hand met de
opkomst van het aantal webwinkels in Nederland. Uit het Ecommerce Behoeftenonderzoek Z013, van PostNL,
blijkt dat er momenteel ruim 40.000 webwinkels in Nederland zijn. In 2013 nam de opbrengsten van
pakketverzending door PostNL met 9% toe, tot een totaalomzet van € 16 miljoen. De bezorging van bestelde
producten door internetwinkels zorgt voor een substantieel aandeel in deze groel.
Het aantal webwinkels bIijft toenemen. ING verwacht dat in 2025 de fysieke winkels in de sectoren Boeken en
Entertainment (muziek, films en games), vrijwel geheel uit het straatbee)d zijn verdwenen. In andere sectoren
verwacht ING een stijging waardoor het marktaandeel van online winkels uitkomt op 10-50%. ThuiswinkeLorg
schrijft dat inmiddels 20% van de Nederlanders minstens één aankoop per jaar online doen. In 2014 is hiermee
een bedrag gemoeid van bijna € 14 miljard.
Sinds 2007 is het aantal ondernemingen in Nederland met 56% gestegen volgens de
internationaliseringsmonitor eerste kwartaal 2016 van het CBS. Ook het aantal opheffingen is flink
toegenomen. Hoewel deze stijging niet volledig is toe te rekenen aan de mogelijkheden van het Internet, kan
dit wel één van de stuwende krachten zijn. Internet maakt het mogelijk om met weinig of geen kosten
eenvoudig en snel een onderneming op te starten en veel afnemers te beceiken.
ING, Wink&gebied 2025, 12 JunI 2014, p.12
I Epertisecentrurn Handhaving I Pagina I 10
I Vekenning Intetneteconomie HHA 2O162
2 Vernieuwingen op het terrein vanproducten, diensten en toepassingen
2.1 I Inleiding
Het vorige hoofdstuk schetste de context. In dit hoofdstuk IIgt de focus op de concrete vernieuwingen alsgevoig van de toepassing van Internet. Dit hoofdstuk bestaat uit drie onderdelen: vernieuwingen op het vlakvan verdienmodellen, ontwikkelingen op het viak van nieuwe ftechnische) toepassingen en de gevolgen vanhet Internet op het viak van fraude en criminaliteit.
2.2 I Geld verdienen met Internet in brede zin
Internetondernemingen zijn snel en dynamisch. Dit geldt niet alleen voor hun producten en diensten, maar oakvoor hun levensloop. Het is makkelijk om een internetonderneming te starten, omdat het weinig arbeid enkapitaal vergt. Ook de laagdrempelige toegang tot het Internet draagt hieraan bij. Het wereldwijde karakter vanInternet zorgt ervoor dat een ondernem(er/ing) met goede ideeën snel toegang heeft tot de grootst denkbarewereldwijde afzetmarkt. Dit maakt het vooral voor startups mogelijk om zeer snel en soms explosief te groeien,zeket daar waat sprake is van een niche. Het gaat daarbij vaak om producten en diensten, of het verstekkenvan informatie daarover, waarbij de beleving van de gebruiker voorop staat. Die wordt afgestemd oppersoonlijke wensen en is erop gericht het leven interessant(er), leukfer) en makkelijkfer) te maken.
Nichemarkten kennen in Ue regel minder concurrentie dan een bestaande hoofdmarkt. Een onderneming diezich richt op een nichemarkt levert een goed of dienst die niet door de partijen in de hoofdmarkt wordtaangeboden. Wanneer dit succesvol is, levert dit concurrentie op met de hoofdmarkt en kan het zelfs totontwrichting daarvan leiden (disruptie). Waar ondernemingen in het verleden duidelijk waren tekarakteriseren, is dat tegenwoordig — en voor internetondernemingen geldt dat zo mogelijk nag meer — veelminder het geval. Die vervaging doet zich voor op het’vlak van de ontplooide activiteiten en op het viak vanklantgroepen. Maar ook scheiding tussen ondernemerschap, en (incidentele) bijverdiensten, al dan niet incombinatie met andere verdiensten, is vooral bij kielne internetondernemers veel minder scherp (hybrideondernemerschap).
Naast de mogelijkheid om producten en diensten af te zetten, biedt het Internet de mogelijkheid ominformatie te verzamelen over individuele en groepen klanten. Dit betreft niet alleen de ondernemer, oakderden hebben die mogelijkheid. Oak dit is een nichemarkt waar — vanwege de waarde die deze inforinatieheeft voor diverse (andere) doeleinden — grote belangen mee zijn gemoeid.
2.2.7 I WebwinkelsMet de komst van het Internet is de webwinkel de nieuwe plaats waar producten en diensten kunnen wordengekocht De webwinkel kan een verlengstuk zijn van een fysieke winkel dan wet een op zichzelf staande onlinewinkel glo,2,g Ietc Een (web)winkel kenmerkt zich door de transacties die daar plaatsvinden. Ditbetreft voornamelijk transacties tussen bedrijven onderling (B2B) en tussen bedrijven en consumenten (82C);zie meet hierover paragcaaf 3.2.
I Expertisecentrum Handhaving I Pagina I 11
I Vekenning Interneteconornie HHA 2016 2 I
Een variant op webwinkels zljn online casino’s. In bet regeerakkoord is de ambitie uitgesproken om deze
‘kansspelen op afstand’ te legaliseren
2.2.2 Faciliterende bedrijvenDe webwinkels liggen in het vedengde van bestaande manieren van handel. Maar de infrastructuur van
Internet biedt ook de mogelijkheid voor nieuwe soorten ondernemingen. Vanuit de overheid (Economische
Zaken) wordt dergelijke innovaties gestimuleerd. Medlo december 2015 heeft het Ministerie van Economische
Zaken een brief met verschillende bijlagen (waaronder een rapport van ShareNi) naar de Tweede Kamer
gestuurd. Hierin wordt vooral bet onderwerp deeleconomie beschreven: hoe kan de groei daarvan worden
gestimuleerd en wat is de betekenis van het fenomeen voor wet- en regelgeving. Net betreft verschillende
vormen van ondersteuning, al dan niet tegen betaling. Het gaat daarbij zowel om bet faciliteren van andere
ondernemingen bij hun (primaire) activiteiten, als het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. De faciliterende
bedrijven waar aan moet worden gedacht, betteft een heel diverse groep. Dit varieert van bedrijven die:
• informatie over individuen of groepen verzamelen en verkopen aan bedrijven (data brokers)
• faciliteren bij het afhandelen van betalingen (payment service providers)
• via een netwerk — vaak het internet — op aanvraag hard- of software beschikbaar stellen. Onder andere
software en opsiag van administratie(ve gegevens) (cloud computing bedrijven)
• online advertentieruimte en adverteerders bij elkaar brengen en zoveel mogelijk potentiële klanten naat de
adverteerder(s) toe leiden (affiliate netwerken)
• een online platform bieden aan ondernemers en/of particulieren die financiers zoeken voor bijvoorbee?d
een project en personen die daar vermogen in willen steken (crowdfunding-sites)
• een online platform bieden om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Dit kan zowel een commercieel
tproducten en/of diensten verhandelen als niet-commercieel (versoreiden of delen van producten en/of
diensten) doel hebben (platformen zoals I 02g
De onlineplatformen en ook de affiliate netwerken kenmerken zich door een vervaging van het onderscheid
tussen consument en ondernemerschap, omdat beide groepen zich zowel aan de aanbod- als aan de vraagkant
kunnen bevinden. Dit betreft transacties tussen bedrijven en consumenten (B2C) en tussen consumenten
onderling (C2C); zi meet hierover paragtaaf 4.2.
Net Internet stelt personen in staat om online cen dagboek bij te houden en te delen met anderen. Een
zogenoemde weblog of blog. Wanneer dit gebeurt in de vorm van een video, spreken we over een vlog7.
Bloggers of vloggers zijn in de basis (beroeps)vertellers die — vaak beginnend vanuit een persoontijke drijfveer —
hun volgers informeren, vermaken en (proberen te) beInvloeden. Nun persoonlijkheld/eigenheid staat daarbij
voorop. Ze bewegen zich over heel diverse terreinen, van inkijkjes in hun eigen leven en intetesses tot het
beoordelen en soms uiteindelijk promoten van (gesponsorde) producten. Hun invloedsfeer (die wordt bepaald
door bet aantal en soort volgers) maakt hen meet of minder interessant voor bedrijven die hier gebruik van
willen maken om hun elgen producten en/of diensten aan de man te brengen. Op dit viak is er een duidelijke
relatie tussen bloggers en vioggers en de hiervoor genoemde affiliate netwerken. Die relatie met affiliate
netwerken is er bijvoorbeeld oak bij online-streamers. Deze nieuw opkomende groep laat zich doneren —veelal
door tussenkomst van payment service providers — voor bet streamen (live) van hun activiteiten (gaming) via
daarvoor ingerichte kanalen/platformen. Een stap verder is het wanneer bloggers of vloggers zodanige
De wetswijziging van de wet op Kanspelen van het ministerie van Velligheld en Justitie is al enkele jaren in voorberelding. tieverwachting op dit moment is dat de wet In 2016 wordt aangenomen en dat daarmee bet online gokken In Nederland Iegaai wordt.Daaropvotgend zullen enkele licenties aan online goksites worden verstrekt.Aangeduid ale: economische systemen van decentrale netwerken en marktplaatsen dIe de waarde van onderbenutte Qoederen en
dlensten ontsluIten door vraag en eanbod direct blj elkaar te brenqen waardoor tradltionele InaUtutlonele tussenpersonen overbodigtaken.Een weblog In de vorm van audio heet een podcast.
I Expertisecentrum Handhaving I Pagna I 12
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2
bekendheid verwerven dat ze in staat zijn om zelfstandig omzetten/inkomsten te genereren en betondernemingen op zich zijn. Denk bij de grootste aan verdiensten van enkele tonnen euro’s per jaar. Terillustratiel
lart 67 en 1O,2,dI Enig zoekwerk op Internet levert op dat waarschijnlijk enkele tientallen personenmet dit type inkomen/vermogen in Nederland wonen.
Z.3 I Nieuwe technische toepassingen
In het onderzoeksrapport ‘Werken aan de robotsamenleving: visies en inzichten uit de wetenschap over derelatie technotogie en werkgelegenheid’ constateert het Rathenau lnstituut (juni 2015) dat we op dit momentop allerlei manieren worden geconfronteerd met nieuwe technotogische producten. Dit varieert vankunstmatige intelligentie en robots in de zorg tot zelfrijdende auto’s, sensornetwerken, Big Data, 3D-printen totdrones, etc. Bij robots gaat het met alleen om fysieke robots, maar ook technologieen als kunstmatigeintelligentie, sensornetwerken en data analytics. In dit verband spreken de onderzoekers over het zcgenoemderobotinternet. Ze steflen dat bet Internet daardoor als het ware wordt uitgebreid met zintuigen (sensoren) enhanden en voeten (actuatoren), en dat dankzij machineteren en kunstmatige intelligentie bet internet ook‘slim’ wordt. Oak bet beheren en analyseren van grote hoeveetheden data speelt daarbij een centrale rol. Dezetechnologie wordt ook wel machine-to-machine (M2M) genoemd. Dit houdt in dat verschillende machines (ofsystemen) onafhankelijk van menselijke inbreng met elkaar communicecen cm gegevens, bijvoorbeeld inlogistieke of andere processen, door te geven en te analyseren. Op bet terrein van betalingen is de blockchalntechniek ontwikkeld om geautomatiseerd en veilig flnanciële informatie uit te wisselen, buiten de traditionelepartijen als banken, notarissen en overheden om. Het kent verschillende mogelijkheden, maar is op ditmoment vooral bekend van het afhandelen van transacties van betalingen met Bitcoins feen van deverschillende cryptocurrency). Dit onderwerp heeft ook steeds meet de aandacht van grote banken.
24 Nieuwe onderwereld
Hoewel de naam World Wide Web doet vermoeden dat sprake is van een omgeving met vrije toegang en hetvrij delen van informatie, is een deel van bet Internet niet toegankelijk voor zoekmachines. Dit deel wrdt betdeep web genoemd. Dit web is alleen toegankelijk na authenticatie of met behuip van speciale software. Naastgrote databases die diverse organisaties, bedrijven en overbeden op het deep web hebben staan, maakt ookhet zogenoemde ‘dark web’ deel uit van bet deep web. Door de toepassing van encryptietechnieken kunnenbezoekers van dat deel van het deep web volledig anoniem blijven, evenals de (locatie en beheerders van)websites die zij bezoeken. Op bet dark web worden onder andere drugs, wapens, porno, geheime ofgefalsifieerde documenten etc. aangeboden. Dit trekt onderwer&dfiguren aan ats hackers, criminelen enterroristen. Omdat dit vooral frauduleuze/strafrechtelijke aspecten betreft, blijft dit onderwerp in de test vandeze verkenning buiten beschouwing. Oat neemt niet weg dat bet dark web veer de Belastingdienst cenbelangrijke bran van informatie kan vormen.
I Expertisecentrum Handhving •1 Pagina I 13
Vekenning Interneteconomie HI-IA 2016-2
3 Een kadervoorhetduidenvanhand havi ngsvraagstukken
31 I Inleiding
In dit hoofdstuk wotdt een kader geschetst voor de handhavingsvraagstukken die door bet toegenomen
internetgebruik In kaart worden gebracht.
3.2 Markten als kadervoorverdereverkenning
In de kern sluit de fiscaliteit aan bij economlsche activiteiten. WeAfbeelthng 3
zijn gewend om deze activiteiten te ordenen naar verschillendeThrgi.d to Taigited to
typologieën. Dit gebeurde meestal op basis van branches en bus sse_
sectoren. Een tegenwoordig regetmatig toegepast alternatief isfJdnee)
een ordening op basis van de actoren op die markten/in die j———-—-- f —--
hiiUatedby
c2C 028economie: consumenten en bedrijven. Hierbij Is er een cm.ann. [Ca ime conzumeit (corisumer.io.business)
onderscheid te maken tussen markten met gelijksoortige en met
ongelijksoortige actoren,
Bij de markten met gelijksoortige actoren gaat bet om de markten met transacties tussen bedrijven onderling
(B2B) of consumenten (C2C) onderling. Bij de markten met ongelijksoortige actoren gaat het om ttansacties
tussen bedrijven en consumenten tB2C) en die tussen consumenten en bedrijven (C2B). In de traditionele
economie waren en zijn de markten B2B en B2C het meest aanwezig, maar met de opkomst van het internet
zijn ook de C2C en C2B markten in opkomst. Om deze reden hebben we ervoor gekozen om dit
ordeningsprincipe (fhandels)markten) in bet komende deel van deze verkenning als uitgangspunt te hanteren
bij bet in kaart brengen van de gevolgen voor de handhaving van het toegenomen internetgebruik.
3.3 I Focus op transacties tussen (markt)partijen
Door de (handels)markten als uitgangspunt te nemen, ontstaat een sterke focus op de transacties die in bet
kader van de interneteconomle ptaatsvinden tussen (markt)partijen en de gevolgen daarvan.
Zoals gezegd onderscheiden we vier verschillende markten. Binnen die markten kan onderscheid worden
gemaakt tussen aanbiedende en afnemende partijen. Wie welke rot vervult komt tot uitdrukking in de volgorde
waarin de partijen in de naamgeving van de betreffende markten wotden genoemd. Bijvoorbeeld bij B2C is een
bedrijf (B) de aanbieder en de consument tC) de afnemer. Bij de volgende fiscale beschrijvingen Iigt de nadruk
steeds op de aanbiedende partij, dit kan afwisselend een bedrijf of een consument zijn. Omdat bet internet
nauwelljks grenzen kent, is at snel sprake van grensoverschrijdende markten met de daarbij behorende fiscale
vraagstukken. Deze behandelen we zoveel mogelijk ats onderdeel van de markten waar die internationate
vraagstukken zich voordoen.
Zeer btkend in dit verband Is het typologiemodel van Starreveld waarin bet aantal verschillende soorton organisaties sterk worthvereenvoudigd en teruggebracht tot een overzlchtelljk aantal basistypen.
Expertisecentrum Handhaving Pagina 14
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016 2
34 1 Markten
3.4.1 I BBIn deze markt zijn aanbieder en afnemer gelijksoortig en de fiscale regels voor internetondernemers verschillenniet wezenhifk van die van andere ondernemers.
3.4.2 I CCIn de definitie die we hier hanteren, is een consument (C) een zuivere consument. Elke vorm vanondernemerschap voor de omzetbelasting en/of inkomstenbelasting scharen we onder de noemer “bedrijP’ of“onderneming” (B).
Als een consument activiteiten in het economisch verkeer verricht kan dit betrekkelijk snel leiden totondernemerschap, als eerste voor de omzetbelasting en soms ook voor de inkomstenb&asting. Consumentenkunnen door het verrichten van (nieuwe) activiteiten via Internet gemakkelijk ondernemer In fiscale zin zijn,vaak zonder dat ze dat zelf doorhebben. Een consument die bijvoorbeeld zijn woning tijdelijk verhuurtLj
Ii O-2-g (heeft to maken met fiscale consequenties. Een beschouwlng van een deel van do relevante fiscaliteit isopgenomen in bijlage 1.
Het gebruik van internet faciliteert webshops of platforms om makkelijk goederen en diensten aan to bieden.Internet vervangt meet en meet de fysieke inrichting van waaruit prestaties worden verricht. Dat verlaagt dedrempel naar het ondernemerschap aanzienlijk. Als we daarbij in aanmerking nemen dat do lat voor hetondernemerschap in de btw al Iaag Iigt en ook aanvangsinvesteringen al tot aftrek van voorbelasting(teruggaaf) kunnen leiden zonder dat een daadwerkelijke onderneming tot stand komt, is het niet moeilijk tevoorspellen dat we de komende jaren -ook met hot oog op de opbloeiende interneteconomie- een grotetoename in het aantal btw-ondernemingen mogen verwachten die een zwaar beslag gaan leggen op deadministratieve processen. Dit zonder dat et sprake is van een noemenswaatdige opbrengst aan btw enmogelijk zelfs een negatieve belastingopbrengst zullen veroorzaken (BTW aftrek claimen opaanvangsinvesteringen en vervolgens gebruik maken van ontheffing).
De vraag of den consument handelt als consument of feitelijk als ondernemer, is ih principe een (handhavings-)vraagstuk van alledag.Binnende Internet economie dient dit vraagstuk zich meet prominent aan doordatpartijen elkaar — door het wegvallen van fysieke afstanden- makkelijker vinden,
3.4.3 I BCWanneer een bedrijf goederen of diensten levert aan een consument dan is hij daarover in de regelomzetbelasting en winst-/inkomstenbelasting verschuldigd. De fiscale regels voor internetondernemersverschillen niet wezenlijk van die van andere ondernemers.
3.4.4 f CaBBij deze C2B variant kan bijvoorbeetd worden gedacht aan een blogger of vlogger die voor een bedtijfproducten beoordeelt of daar reclame voor maakt en daar een vergoeding voor krijgt. In principe kan iedereeneen blog of viog maken, maar populaire bloggers/vioggers doen dit frequent en/of met vaste regelmaat encreëren zo een achterban van volgers. Het bereik van een zekere hoeveelheid volgers maakt dat websites vanbloggers/vloggers een zekere waarde hebben voor adverteerders. Hieraan kunnen fiscale consequentiesverbonden zijn. Voor de hoofdlijnen van de fiscale regels wordt verwezen naar bijlage 1.
Een opkomend fenomeen waar we hier flog bij stil willen staan is het zogenoemde crowdfunding (letterlijk:‘financiering door de massa). Dit is een verzamelbegrip voor allerlei initiatieven waarblj het doel van één partij
Expertisecentrum Handhavrng I Pagina I 15
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2
met de huip van velen wordt behaad. Er zijn vecschillende fmeng)vormen waarop die huip kan worden
verleend. Daarbij moet worden gedacht aan het uitlenen van geld, het schenken van geld of het investeren
daarvan. De vorm bepaalt ook de fiscale gevolgen. Dat geldt ook voor de hoedanigheid waarin de donor
handelt (ak particulier/consument of als bedrijt).
Gemakshalve gaan we in deze beschrijving er van ult dat de donor een particulier betreft. In de meeste
gevallen vaft de waarde van een lening in box 3 voor de lnkomstenbelasting. In bepaalde gevallen kan sprake
zijn van winst uit ondetneming, bijvoorbeeld in het geval van medegerechtigdheid of bij een winstdelende
lening. Voor de omzetbelasting zijn de gevolgen sterk afhankelijk van de feitelijke situatie9. De variant waarblj
sprake is van een donatie zal slechts bij hoge uitzondering voor de omzetbelasting tot heffing kunnen leiden,
namelijk daar waar de “donatie” toch leidt tot een afdwingbare tegenprestatie van enige (absolute en
relatieve) financiele omvang.
Zie verder de Working paper No 836 (tazud.c.1(2015)576037) van de Europese Commissie en het verslag van de 102k meeting van hetbtw-comlté op 30 maart 2015.
I Expertisecentrum Handhaving I Pgina I 16
Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2
4 Hand havingsvraagstukken, terug- envooruftkijkend
4.7 1 Inleiding
In dit hoofdstuk bekijken we de opkomst van de interneteconomie vanuit handhavingsperspectief. Webeginnen met de rode draad die uit de handhavingsactiviteiten tot flu toe te destilleren is, en welke inzichtendat oplevert. Daarna gaan we in op een aantal vraagstukken die relevant zijn voor de handhaving.In de afgelopen jaren zijn vanuit verschillende plekken binnen de Belastingdienst handhavingsactiviteiten ophet gebied van de interneteconomie ontwikkeld. Het gaat daarbij onder andere om regionale en landelijkeprojecten gericht op internetondernemers, multilaterale controles bij internetbedrijven en internationalegegevensuitwisseling. I
De diverse handhavingsactiviteiten zijn
alle vlakken art 10-2-U
Bovenstaande activiteiten hebben tot de volgende inzichten geleid:
Expertisecentrum Handhiving I Pagina 1?
Vekenning interneteconomie HHA 2016-2
4.2 Handhavingsvraagstukken in relatie tot de gekozen kadersvan markten en actoren
In hoofdstuk 3 hebben we aangegeven dat we de economische activiteiten niet traditioneel willen Indelen naarbranches en sectoren maar naar de relatie tussen de verschillende actoren die actief zijn op de (intecnet)markt:consumenten en bedrijven.
4.2.; I BaBVoor het verrichten van (handels-)activiteiten geldt als gevolg van de opkomst van de interneteconomie geenspeciale fiscale wetgeving. Voor ondernemers die onderling (handels-) activiteiten verrichten (B28) via internetzijn er voor een beperkte categorie felektronische diensten) nieuwe verplichtingen en mogelijkhedengecreeerd cm aangifte te doen (bijvoorbeeld MOSS).
I IDaarmee besteedt de Belastingdienst opverschillende manieren aandacht aan identificatie van internetondernemers. Voor geldentificeerde engeregistreerde ondernemers geldt dat de aanvaardbaarheid van hun aangifte random onderwerp van controlekan zijn binnen de steekproeven.
De toename van internetactivitelten leidt tot verschuivingen In de reguliere bedrijvigheid. Goederen die flunog in winkels worden verkocht, zijn straks atleen of bijna alleen nog beschikbaar via online-shops.Ondetnemers gaan zich aanpassen en zij die dat niet kunnen zullen stoppen, al dan niet gedwongen. Dit heeftconsequenties voor de handhaving, bijvoorbeeld door het toenemend aantal faillissementen in de retailsector.
4.2.2 I CaC ‘
Door de opkomst van internetptatforms vinden partijen elkaar snel in vraag en aanbod. Hierdoor begevenparticulieren zich makkelijker op de markt als aanbieder van producten of diensten en is voor de handhaving devraag relevant of zi] optreden als consument, als ROW’er of as ondernemer. Internet maakt het mogelijkeenvoudig en zonder (veel) kosten deel te nemen aan het economische verkeer. De overgang van acteren alsconsument naar acteren als ondernemer vervaagt waardoor het aantal ondernemers stijgt. In de praktijk is ditonderscheid vaak lastig te maken. Bij welk aantal is de hobbyist die fietsen opknapt en verkoopt via Markplaatsnog steeds hobbyist enbij welk aantal wordt hij ondernemer. Of treedt de thuiskok die vier keer per jaar zijnwoonkeuken openstelt als thuisrestaurant naar buiten als hobbyist of moet deze als ondernemer wordengezien. En wat als dit niet vier keer maar 24 keer is? Dit vraagstuk is niet specifiek voor internetactiviteiten,maar komt daar wel prominent naar voren doordat de afzetmarkt voor ondernemecs via internet wordtvergroot.
HandhavingUit contacten met diverse exploitanten van onlineplatformen (hun oprichters, bestuurders etc.) leiden we afdat daar vaak voldoende kennis is van de fiscale wet- en regelgeving die op hun eigen activiteiten vantoepassing is. Ook weten ze vaak dat de degenen die daarop goederen en diensten aanbieden, kunnen wordengeconfronteerd met fiscaliteit. Dit is anders bij de aanbieders zelf. Zeker in het geval van kleinschalige
Het Expertisecentrum handhaving en intelligence (Ehi) van de Belastingdienst Ibeiden 1 O-2-d
I Experbsecentrurn Handhaving Pagina I 18
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2
activiteiten. Het gaat dan vaak om personen die zich materieel geen ondernemer voelen, maar dit formeel welzijn.
Spanningsveld bestaande regelgevingBij deelname aan het economisch verkeer is er voor de omzetbelasting al snel sprake van ondernemerschap.Het maakt daarbij niet ult of een participant daarnaast in Ioondienst is, een uitkering heeft of een fandere)onderneming drijft. Dit zorgt voor extra ondernemers in bet al groeiende ondernemersbestand van deBelastingdienst (vooral ZZP’ers, semi- en quasi-ondernemers). Dit leidt tot groeiende administratieveverplichtingen zowel voor de Belastingdienst (opvoeren nieuwe ondernemer, afvoeren, weer opvoeren,toekennen (kielne ondernemers) faciliteiten, toezicht uitoefenen etc.) als voor de ondernemer (nieuwe fiscaleverplichtingen, voeren van een administratie, aangifte doen, administratieve bewaarplicht etc).Daarnaast signaleren we dat als gevoig van de opkomst van internetplatformen, eon groelende ruileconomieontstaat, waarbij consumenten goederen delen, uitlenen, gezamenlijk gebruiken etc. Dit heeft impact op deverkoop van nieuwe producten en roept de vraag op wat dit betekent voor de grondsiag van btw-hefting entoekomstige belastinginkomsten,
Binnen bet huidig wettelijk kader betekent deze ontwikkeling een aanzienlijke impact op alle vier decompliancefactoren, maarmet direct eon relatief beperkte materiële Impact. Zonder wettelijke maatregelenbrengt deze ontwikkeling een aantal keuzes voor de handhaving met zich mee.
Handhaving begint in die gevallen bij dienstverlening. De afgelopen tijd heeft de Belastingdienst gesproken metdiverse aanbieders van online platformen waarop C2C-diensten worden aangeboden. Onderwerp van gesprekwas o.a:
• verstrekken van informatie over fiscale verplichtingen door de aanbieders van online platforms• Verstrekken van gegevens van aanbieders die diensten aanbieden via bet betreffende online platform• Wensen ten aanzien van informatie op de site van de belastingdienst fiscale verplichtingen inzichtelijker te
maken voor de handelaars/aanbieders
• Helderheid ten aanzien van toepassing van fiscale regels.
4.2.3 I B2CDe Business-to-Consumerrelatie is ii het economisch verkeer een traditionele. De ontwikkelingen ir deinterneteconomie geven weinig specifieke problemen binnen deze groep. weinig De belangrijkste ontwikkelingdie Internet met zich meebrengt is dat vraag en aanbod elkaar gemakkelijker wereldwijd vindt.Voor aanbieders van digitale diensten geldt zoals vermeld een nieuwe regeling (Moss) op grond waarvanaanbieders in één EU-land aangifte kunnen doen voor hun gehete EU-omzet. DIt heeft gevolgen voor bettoezicht op de juiste en volledige afdracht, waarbinnen de betreffende regeling kaders voor zijn opgesteld.
art1O,2,deng
Via het Internet is het ook mogelijk am goederen over do hole wereld te bestellen en thuis te laten afleveren.Hier spelen aspecten van invoerrechten en BTW bij invoer een rol. Dit is problematiek die onder docompetentie van de Douane valt en wordt in doze verkenning buiten beschouwing gelaten.
4.24 I CzBDe opkomst van C2B prestaties van dienstverleners, zoals bloggers en vloggers, stelt de Belastingdienst veernieuwe handhavingsvraagstukken. Ook bier speelt de vraag tot wanneet lemand hobby blogger — en dus ‘C’ is -
en in welke situatie in de praktijk sprake is van ondernemerschap. Een ander vraagstuk is wat tot bet inkomenbehoort: naast een vergoeding voor bet bloggen (veelal afgesproken prljs per blog) genieten bloggers ook vaakmateriële voordelen als tegenprestatie. Dit kan oplopen tot serleuze bedtagen.
I Expertisecentrum Handhaving I Pagina I 19
I Vekenning Interneteconornie HHA 2016-2 I
We hebben momenteel nog onvoldoende zicht op de omvang van de belangen die hiermee gemoeld ziJn om
het belang voor de handhaving te kunnen kwantificeren. Het Is belangrijk om daat meet zicht op te ktijgen: het
zijn vooral jonge mensen die zich in deze ‘niche’ begeven en dit vraag om aandacht, zij zijn immers de
belastlngbetalers van de toekomst. Geadviseerd wordt dit vraagstuk projectmatig uit te werken..
43 Kansen voor de handhaving
De ontwikkelingen op en het toegenomen gebruik van het internet bieden mogelijkheden om de handhaving te
verbeteren en te vernieuwen. Daatbij valt onder andere te denken aan het gebruik van internet als bron van
informatie (onder andere dark web, rating systemen en OSINT) en het efficiënter maken van de handhaving
door aan te sluiten bi] de steeds verder gaande digitalisering van gegevens (onder andere XBRL en cloud
art 1O,2,U I art 11
ExpertisecentrLlm Handhaving Pagina I 20
S
Vekenning Interneteconornie HHA 2016-2
5 Hoenuverder?
5.1 I Inleiding
In voorgaande hoofdstukken hebben we geconstateerd dat er fiscale aspecten spelen. Vanuit het doel, eenverkenning van de interneteconomie, is geschetst welke handhavingsvraagstukken samenhangen met deinterneteconomie..
In de verkenning staat de volgende vraag centraal:
I Brengt het toegenomen internetgebruik (nieuwe) handhavings-vraagstukken met zichvoor de Betastingdienst? I
Om tot een antwoord te komen zijn de volgende deel(onderzoeks)vragen onderzocht:• Wat zijn de digitale ontwikkelingen en welke daarvan zijn in dit verband relevant• Tot welke veranderingen in producten en diensten leiden die digitale ontwikkelingen• Met welk kader kunnen we de handhavingsvraagstukken duiden• Wat zijn handhavingsvraagstukken
• Hoe kun je die vraagstukken verder uitdiepen/oppakken• Welke kansen biedt het Internet de handhaving van belastingen• Internet als bron van informatie, wat kan de Belastingdienst daarmee? Opsplitsen korte en lange termijn
In dit hoofdstuk formuleren we samenvattend een antwoord op deze vragen.) Ivan de verkregen inzichten ook aanbevelingen)
artt 10-2-U, lien art67
5.2, J Conclusies & aanbevelingen
De digitale economie is onderdeel van onze economie. Ze vertoont qua fiscale aspecten veel gelijkenissen metde regutiere economie. Echter, de dynamiek van de interneteconomie (veel in- en uitstroom van ondernemers,snelle groel, veel mengvormen, etc.), de verminderde aanwezigheid van fysieke goederenstromen, deinternationale dimensie, het doorgronden van de verdienmodellen en de daarbij gebruikte (mobiele)technieken fapps, websites etc.) en opkomende technieken fM2M) brengt (nieuwe) handhavingsvraagstukkenmet zlch mee.
De handhavingsvraagstukken liggen vooral in de detectie van intemetondernemingen. Dit gezien de snelheidvan veranderingen en de hoeveelheid veranderingen: de toename van het aantal ondernemers, de snelleopkomst en het soms net zo snel verdwijnen van start-ups, het onderscheid tussen ondernemerschap enhobby, de snelheid van veranderingen, levensduur van ondernemingen en de impact van de verschuivingen opbestaande markten. Ontwikkelingen die alle compliancefactoren taken.
De Belastingdienst heeft tot flu toe vootal
art i0,2,dlart 11
I Expettisecentrum Handhaving Pagina I 21
Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2 I
In dat verband is het van belang dat de Belastingdienst voortdurend activiteiten blijft ontplooien om zicht tekrijgen op, of verder te verdiepen in, activiteiten van internetondernemingen, bijvoorbeeld via lopendefinternationale) onderzoeken, door middel van projectmatige aanpak van fenomenen (zoals internetgokken),
maar ook via compliance bevorderende contacten met internetplatforms etc.
De aanbevelingen zijn tweeledig.
Aanbeveling 1
art 10,2,d I art 11
De grote opkomst van nieuwe kielne ondernemers leidt tot een zware belasting van de uitvoeringsorganisatie
van de Belastingdienst, maar daar staan geen of geringe extra belastingopbrengsten tegenover. (Registratievan veel nieuwe kleine ondernemers, die door toepassing van faciliteiten voor kleine ondernemers geenbijdrage teveren, maar voor omzetbelasting wel recht hebben op aftrek BTW etc.) Geadviseerd wordt te
art 10,2,d lart 11
Aanbeveling 2 I richt zich op hoe te handhaven binnen bestaande (wettelijke) kaders. Het advies is hier om
art 10,2,d /art 11
In de praktijk blijkt er bij zowel aanbieders als gebruikers van internetplatforms behoefte te bestaan aaninformatie over fiscale verplichtingen die samenhangen met het verrichten van activiteiten via het betreffendeinternetplatform. Dit kan bijvoorbeeld door een verwijzing op te nemen naar de website van de Belastingdienstwaarin specifieke informatie is opgenorien. TeksWoorstellen zijn aangeleverd door de Directie Vaktechniek enopgenomen in bijlage 1. Voorgesteld wordt deze te plaatsen op de website van de Belastingdienst.
Voor de langere termijn zijn er een drietal aandachtsgebieden:
Aandachtsgebied 1 I Mon itoren• Monitor de impact van de ontwikkeling van de interneteconomie op bestaande traditionele markten
• Blijf monitoren op nieuwe ontwikkelingen en verdienmodellen in de interneteconomie. Naler ondenoek isgewenst op het moment dat deze ontwikkelingen concrete vormen aannemen, zoals de art 1 0-2-U
I art 10-2-U I Door een gefaseerde aanpak te hanteren, zoals bij lart 67 kunnenverschillende maten van verdieping plaatsvinden om zo aard, omvang, handhavingsvraagstukken enulteindelijk (waar mogelijk) nalevingsgedrag te duiden. Dit leent zich voor efflciente allocatie van capadteit
op de vele fenomenen binnen interneteconomie.
• art 10,2,U/artll
Expertisecentrum Handhaving Pagina I 22
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2 I
Aandachtsgebied 2 I Instrumentarium• Start met voorlichting/ communicatie over fiscale verplichtingen door opname van basisinformatie op de
website van de Belastingdienst (voorstel teksten opgenomen in bijlage 1)
art 1O,2,dlart 11
Aandachtsgebied 3 j Innovatie• Stimuleer de ontwikkeling van innovatieve manieren om belastingplichtigen te ondersteunen bij het
nakomen van hun fiscale verplichtingen waarmee de compliance wordt vergroot.
Dit zijn aandachtsgebieden die binnen de Belastingdienst moeten worden opgepakt, gecoordineerd vanuit EHI,in samenwerking met verschillende betrokken partijen, waaronder Vaktechniek en Adviesregie. Maak eenkielne werkgroep binnen EHI verantwoordelijk, zodat de interneteconomie de focus blijft krijgen die hetverdient.
I Expertisecenirum Handhaving Pagina 23
“--.
I Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2 I
Bijiage 1 Tekstvoorstellen voor
informatievoorziening via Belastingdienstwebsite
art 11pagina’s 24 tIm 29 zijn conceptteksten van teksten die inmiddels op internet staan
I Vekenning Interneteconomie RHA 2016-2
Bijtage 2 Een casus ter illustratie!____________art 10-2-U en art 11 van Ue Wob en artikel 67 van Ue Awr voor de pagna’s 30 t/m 33
I Experttsecentrum HanUheving Pagina 30
I Vekenning lnterneteconomie HHA 2O162 I
Bijlage 31 Historie van handhavingsactiviteiten
In deze bijiage een niet-uitputtend overzicht van de activiteiten op het gebied van handhaving gericht op
activiteiten op Internet.
MeUlo 2003 is in opdracht van de toenmalige RBO (Risicokennisgroepen Handel en Zakelijke en Persoonlijke
dienstverlening) in kaart gebracht welke ffiscale) risico’s zich kunnen voordoen bij bedrijven die op enigerlel
wijze handel drijven via het internet (E-commerce).
Tijdens verkennende besprekingen is onder meet het volgende geconcludeerd:
• Er is binnen de Belastingdienst geringe kennis en informatie beschikbaar over internetbedrijven
• Het betreft geen nieuwe fiscale risico’s maar er ontstaan nieuwe verschijningsvormen en detectie- en
afdekkingmogelijkheden
• De materie is nieuw en complex. Daarom zinvol om te kiezen voor beheersbare en kortlopende
werkmethoden
In mel 2006 is het rapport controleaanpak internetbedrijven verschenen. Het doel van het rapport was de
controlemedewerker inzicht te verschaffen in de werking van internetbedrijven, de relevante
beheersingsmaatregelen die zij hierbij kunnen of mogen verwachten, de specifieke risico’s die hierbij kunnen
wotden onderscheiden en de manier waarop zij enkele geselecteerde controleobjecten kunnen controleren.
In de periode 2009 — 2011 zijn er zowel op regionaal niveau als op landelijk niveau verschillende
fpilot)projecten opgestart in het kader van internet. Dit betreft:
• Zuid-West en Holland Noord (WOK. en WIS)
• Amsterdam (webwinkels)
• Holland Noord- (adult sites)
• Amsterdam (affiliates)
• Utrecht-Gooi (affiliates)
• Limburg (handelssites/internetveilinghuizen) zochten in pilotvorm door naar onbekende ondernemers op
internet
• Oost-Brabant
• LTO (Onbekende inkomsten uit internetadvertenties)
In 2011 is een project internet ondernemen gestart (projectcode 2027) dat in 2013 rapporteerde._[
1O-2-d
I Expertisecentrum Handhaving I Pagina 34
t
Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2 I
ElnU 2013 is een onderzoek
1O-2-d
Eind 2014 is gestart met een onderzokJ
L.Begin 201% is aandacht beste
I Expertisecentrum Handhaving I Pagina 35
Vekenning Interneteconomie HHA 2016-2 1
Bijlage 41 Definities verwante begrippen
Zoals in de inleiding van deze verkenning al naat voren kwam, worden naast het begrip interneteconomie (ofdigitale economie) in het dagelijks spraakgebruik ook verschillende andere begrippen gebruikt om dit deel vande economie mee aan te duiden. De meest voorkomende zijn: deeleconomie, participatie economie en ecommerce. Hieronder werken we deze begrippen nader wt.
DeeleconomieWanneer consumenten hun bezittingen tijd&ijk en
tegen betaling delen met en/of uitlenen aan andere
consumenten, spreken we van een deeleconomie.
De tussenkomst van online platformen ondersteunt
dit en maakt het zelfs mogelijk om over delandsgrenzen heen te delen.
Participatie economieParticipatie economie is het systeem van delen vangoederen of diensten uit altruIstische bewegingen. Hetverschil met de deeleconomie is dat hier geen
(optionele) tegenprestaties in de vorm van geldtegenover staan. Het doel is dan ook niet om omzet of
winst te creêren.
E-commerce
Afbeelding 4 / Visu&e representatie van beschreven termen
E-commerce verwijst naar ‘elektronische commercie’,
wat duldt op de werkelijke transacties die in een economie plaats vinden. E-commerce wordt dan ookgedefinieerd als de transacties van het kopen of verkopen van goederen of diensten via cen digitaal netwerk.Dit Is in lijn met de definiti die de OESO in 2009 vastgestetd heeft. H
10Economlsch Bureau van ING, rapport ‘Deeleconomie in kaart’.Electronic Commerce, OECD Glossary of Statistical terms.
I Expertisecentrum Handhavrng I Pagina I 36