'Besluit Wob-verzoek meldingen van (mogelijke ...

152
Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Directie Personeel & Organisatie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 6H Den Haag www.rijksoverheid, nh/venj Contactpersoon Adviseur juridische zaken T F Ons kenmerk Datum 25 maart 2016 735169 Onderwerp Besluit Wob-verzoek Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Geachte Bij brief van 7 juli 2015, ontvangen op 8 juli, hebt u bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie verzocht over kort gezegd, jaarverslagen, jaarcijfers en rapporten over integriteit. Over uw verzoek hebben medewerkers van BZK en het ministerie van Financiën op 27 augustus 2015 met u overlegd. Daarbij zijn afspraken gemaakt over de reikwijdte van het verzoek. Deze zijn op 25 november 2015 door u bevestigd. Hoewel u uw verzoek bij EZK hebt Ingediend, betreft het een verzoek om informatie die berust bij meerdere ministeries. BZK heeft uw Wob-verzoek daarom, op 11 december 2015, naar mijn ministerie doorgezonden. Uw verzoek, zoals door u toegelicht en deels beperkt in het bovengenoemde overleg, heeft betrekking op informatie die wat betreft bij mijn ministerie berust bij het bestuursdepartement (hierna: BD), de Immigratie- en naturalisatiedienst (hierna: IND) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: Dii). U hebt verzocht om de volgende informatie: 1. Jaarverslagen over het gevoerde integriteitsbeleid en de naleving van de gedragscode over de periode 2009-2014. Deze documenten worden in het vervolg van dit besluit aangeduid als ‘de jaarverslagen’. 2. Jaarverslagen/rapporten met alle vragen en meldingen die binnenkomen bij de Vertrouwenspersonen Integriteit, eveneens over de periode 2009-20 14. Gebleken is dat u onder jaarverslagen tevens verstaat overzichten van de interne onderzoeken. Hierover is met u afgesproken dat de ministeries de overzichten van de interne onderzoeken ontsluiten conform de Uniforme registratie Integriteitsschendingen over de jaren 2009 tot en met 2014. Een aantal daarvan is eerder naar aanleiding van Wob-verzoeken openbaar gemaakt. De hier bedoelde documenten worden in het vervolg van dit besluit aangeduid als: ‘de jaarcijfers’. Pagina 1 van 7

Transcript of 'Besluit Wob-verzoek meldingen van (mogelijke ...

Ministerie van Veiligheid en Justitie

> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Directie Personeel &Organisatie

Turfmarkt 1472511 DP Den HaagPostbus 203012500 6H Den Haagwww.rijksoverheid, nh/venj

Contactpersoon

Adviseur juridische zaken

TF

Ons kenmerkDatum 25 maart 2016 735169

Onderwerp Besluit Wob-verzoekBij beantwoording de datumen ons kenmerk vermelden.Wilt u slechts één zaak in uwbrief behandelen.

Geachte

Bij brief van 7 juli 2015, ontvangen op 8 juli, hebt u bij het ministerie vanBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) met een beroep op deWet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie verzocht over kortgezegd, jaarverslagen, jaarcijfers en rapporten over integriteit.

Over uw verzoek hebben medewerkers van BZK en het ministerie van Financiënop 27 augustus 2015 met u overlegd. Daarbij zijn afspraken gemaakt over dereikwijdte van het verzoek. Deze zijn op 25 november 2015 door u bevestigd.

Hoewel u uw verzoek bij EZK hebt Ingediend, betreft het een verzoek ominformatie die berust bij meerdere ministeries. BZK heeft uw Wob-verzoekdaarom, op 11 december 2015, naar mijn ministerie doorgezonden.

Uw verzoek, zoals door u toegelicht en deels beperkt in het bovengenoemdeoverleg, heeft betrekking op informatie die wat betreft bij mijn ministerie berustbij het bestuursdepartement (hierna: BD), de Immigratie- en naturalisatiedienst(hierna: IND) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: Dii). U hebt verzochtom de volgende informatie:

1. Jaarverslagen over het gevoerde integriteitsbeleid en de naleving van degedragscode over de periode 2009-2014. Deze documenten worden in hetvervolg van dit besluit aangeduid als ‘de jaarverslagen’.

2. Jaarverslagen/rapporten met alle vragen en meldingen die binnenkomenbij de Vertrouwenspersonen Integriteit, eveneens over de periode2009-20 14.

Gebleken is dat u onder jaarverslagen tevens verstaat overzichten van deinterne onderzoeken. Hierover is met u afgesproken dat de ministeries deoverzichten van de interne onderzoeken ontsluiten conform de Uniformeregistratie Integriteitsschendingen over de jaren 2009 tot en met 2014.Een aantal daarvan is eerder naar aanleiding van Wob-verzoekenopenbaar gemaakt. De hier bedoelde documenten worden in het vervolgvan dit besluit aangeduid als: ‘de jaarcijfers’.

Pagina 1 van 7

Directie Personeel &Organisatie

Datum25 maart 2016

3. Rapporten met betrekking tot integriteit en meldingen in de breedste zinop verzoek van BD, IND en DII.

U hebt aangegeven daaronder te verstaan externe rapporten!onderzoeken die op verzoek van departementen zijn opgesteld,bijvoorbeeld door wetenschappers. Dit betreft aldus op verzoek van hetministerie opgestelde externe rapporten die betrekking hebben opalgemene situaties van (meldingen over) integriteits-schendingen zonderherleidbaarheid naar individuele gevallen dan wel naar individuelepersonen. De hier bedoelde documenten worden in het vervolg van ditbesluit aangeduid als: ‘externe rapporten’.

Zoals BZK met u heeft afgesproken is bij het opstellen van de overzichten over2014 dezelfde werkwijze gevolgd als bij de eerder gemaakte en gepubliceerdeoverzichten. Dat wil zeggen dat de gegevens/cijfers over vermoedelijkeintegriteitsaantastingen zoals opgenomen in de Jaarrapportage BedrijfsvoeringRijk als vertrekpunt zijn genomen bij de behandeling van uw Wob-verzoek.Daarbij wordt, eveneens conform de eerdere werkwijze, achtergrondinformatieverstrekt.

Wettelijk kaderUw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelenverwijs ik u naar de bijlage A.

Inventarisatie documentenOp basis van uw verzoek zijn in totaal 33 documenten aangetroffen en 3documenten zijn voor u vervaardigd. Deze documenten zijn opgenomen in eeninventarislijst, die als bijlage B bij dit besluit is gevoegd. In dit besluit wordtverwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat perdocument duidelijk is wat is besloten.

BesluitIk heb besloten uw besluit grotendeels in te willigen en gedeeltelijk af te wijzen.Dit besluit wordt hieronder toegelicht.

Overwegingen

Jaarverslagen (documenten 1 tot en met 15)

Naar aanleiding van uw verzoek is bij het bestuursdepartement (document 1 t/m6), bij IND (document 7 t/m 12) en bij DJI (document 13 t/m 15) een aantaljaarverslagen aangetroffen. Alvorens voor BD, IND en DII nader toe te lichten inhoeverre ik deze stukken openbaar maak, merk Ik hierover in algemene zin hetvolgende op. De jaarverslagen hebben alle een intern karakter en een deeldaarvan bevat persoonlijke beleidsopvattingen. Artikel 11, eerste lid, van de Wobbepaalt dat in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteldten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarinopgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.

Pagina 2 van 7

Directie Personeel &Organisatie

Datum25 maart 2016

Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat onder het begrip “documenten opgesteld ten Ons kenmerk

behoeve van intern beraad” onder meer moeten worden begrepen: nota’s vanambtenaren en hun politieke en ambtelijk leidinggevenden, samenvattingen enconclusies van interne besprekingen en rapporten van ambtelijkeadviescommissies. Ten aanzien van deze stukken moet de bedoeling om ze alsstukken voor intern beraad beschouwd te zien uitdrukkelijk blijken, of men moetdeze bedoeling redelijkerwijs kunnen vermoeden. Deze beperking op deinformatieverplichting is in de Wob opgenomen omdat een ongehinderde bijdragevan ambtenaren en van hen die van buiten bij het intern beraad zijn betrokken bijde beleidsvorming en -voorbereiding gewaarborgd moet zijn. Zij moeten in alleopenhartigheid onderling en met bewindspersonen kunnen communiceren.Staatsrechtelijk zijn slechts de standpunten die het bestuursorgaan voor zijnrekening wil nemen relevant. Onder persoonlijke beleidsopvattingen wordenverstaan: meningen, opinies, commentaren, voorstellen, conclusies met dedaartoe aangevoerde argumenten.

Met toepassing van artikel 11, eerste lid, van de Wob, heb ik de persoonlijkebeleidsopvattingen in de aangetroffen documenten gelakt. Het betreft een beperktaantal passages. Deze persoonlijke beleidsopvattingen, die in de kantlijn zijnaangegeven met de letter ‘b’, maak ik dan ook niet openbaar.

Ik acht het niet in het belang van een goede en democratische bestuursvoeringindien de standpunten van ambtenaren zelfstandig worden betrokken in depublieke discussie. Ik zie dan ook geen aanleiding om met toepassing van artikel11, tweede lid, van de Wob in niet tot personen herleidbare vorm informatie teverstrekken over de persoonlijke beleidsopvattingen die in de geïnventariseerdestukken zijn opgenomen.

Bestuursdeoartement

Als document 1 tot en met 6 treft u aan de jaarverslagen van BD. Met betrekkingtot deze verslagen merk ik het volgende op.

Tot en met 2013 werden de taken van de Vertrouwenspersoon Integriteit enCoördinator Integriteit door één persoon uitgeoefend. Met Ingang van 2014 zijndeze taken gescheiden. Dientengevolge is voor 2014 een afzonderlijk verslagopgesteld door de Vertrouwenspersoon Integriteit en de Coördinator Integriteit.Het betreft de documenten met nummer 5 en 6.

Deze documenten zijn reeds openbaar gemaakt. Voor de vindplaats verwijs ik unaar de inventarislijst (bijlage 2). De Wob is hiermee niet meer van toepassing opdeze documenten. De Wob is immers niet van toepassing op reeds openbaargemaakte stukken.

Het document met nummer 6 is in het kader van een Wob-verzoek eerdergedeeltelijk openbaar gemaakt. Nadien is het document integraal aan de TweedeKamer gestuurd en daarmee volledig openbaar gemaakt. Deze vindplaats isopgenomen op de inventarislijst.

Pagina 3 van 7

Directie Personeel &Organisatie

Datum25 maart 2016

Ons

kenmerkDe documenten met nummer 1 tot en met 4 maak ik hierbij grotendeels738169openbaar. Na een uitgebreide zoeksiag, heb ik moeten vaststellen dat er over de

jaren 2009 en 2013 geen jaarverslag is opgemaakt. Het is mij niet bekendwaarom de destijds functionerende integriteitsfunctionarissen deze verslagen niethebben opgemaakt. Over het jaar 2013 heb ik wel een deelverslag aangetroffen.Dit maak ik hierbij grotendeels openbaar. Ik verwijs u naar het document metnummer 4.

Met betrekking tot deze openbaar te maken documenten merk ik het volgende op.

Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijftverstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan nietopweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geêerbiedigd.

In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens. Hetbetreft de namen en de directe contactgegevens van de ambtelijke opstellers vande documenten en bij integriteit betrokken ambtenaren. Deze persoonsgegevensmaak ik niet openbaar.

Voor zover het de namen van ambtenaren betreft is hierbij het volgende vanbelang. Waar het gaat om het beroepshalve functioneren van ambtenaren kanslechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang vaneerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betrefthet openbaar maken van namen van de ambtenaren. Namen zijn immerspersoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeerkan zich tegen het openbaar maken daarvan verzetten. Daarbij is van belang dathet hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger diemet een ambtenaar in contact treedt, maat om openbaarmaking van de naam inde zin van de Wob. Ik heb daarbij ook laten meewegen dat het geen ambtenarenbetreft die een functie vervullen waarbij zij regelmatig in de publiciteit komen.Daarom vind ik hier het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeerzwaarder wegen dan het belang van openbaarmaking van deze gegevens. Dezegegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik derhalveniet openbaar.

Voorts blijft op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wobverstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan nietopweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling ofbenadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen ofrechtspersonen dan wel van derden.

Openbaarmaking van bepaalde passages uit de documenten met nummers 1 toten met 4 zou naar mijn oordeel leiden tot onevenredige benadeling van depersonen op wie deze informatie betrekking heeft en mijn ministerie. Indien dezeinformatie openbaar gemaakt zou worden, is het voor een ieder mogelijk aan dehand daarvan te herleiden welke zaak het betreft en derhalve wie daarbijbetrokken waren. Ik acht het onwenselijk dat openbaar wordt welke personendirect betrokken zijn geweest bij meldingen over integriteitsschendingen. Ik maak

Pagina 4 van 7

Directie Personeel &Organisatie

Datum25 maart 2016

daarom de afdelingen waar deze personen werk(t)en en de zaaknamen, die in deOns kenmerk

kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘o’, niet openbaar.

Immiratie- en Naturalisatiedienst

Als document 7 tot en met 12 treft u aan de jaarverslagen van IND. Dezedocumenten maak ik hierbij grotendeels openbaar. Over het jaar 2009 heb ikgeen jaarverslag, maar wel een conceptjaarverslag, aangetroffen. Teneinde u zogoed mogelijk van dienst te zijn, maak ik dit concept hierbij grotendeelsopenbaar.

Met betrekking tot de openbaar te maken documenten merk ik het volgende op.

In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens. Dezegegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik nietopenbaar. Voor de motivering daarvan verwijs ik u naar hetgeen ik daaroveronder het kopje ‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.

Openbaarmaking van bepaalde passages uit de documenten met nummers 7 toten met 12 zou naar mijn oordeel voorts leiden tot onevenredige benadeling vande personen op wie deze informatie betrekking heeft en mijn ministerie. Dezegegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘o’, maak ik nietopenbaar, gelet op het bepaalde in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, vande Wob. Voor de motivering daarvan verwijs ik u eveneens naar hetgeen ikdaarover onder het kopje ‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.

Dienst Justitiële Inrichting

Als document 13 tot en met 15 treft u aan de jaarverslagen van DJI.

Deze documenten maak ik hierbij grotendeels openbaar. Aangezien deverslaglegging bij D]I tweejaarlijks plaatsvindt, is het verslag over 2014 nog nietopgesteld. Dit verslag zal — tezamen met het verslag over het jaar 2015 — dit jaarworden opgesteld.

Met betrekking tot deze openbaar te maken documenten merk ik het volgende op.

In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens en foto’svan de individuele ambtelijke vertrouwenspersonen. Deze gegevens, die in dekantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik niet openbaar. Voor demotivering daarvan verwijs ik u naar hetgeen ik daarover onder het kopje‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.

Openbaarmaking van bepaalde passages uit de documenten met nummers 13 toten met 15 zou naar mijn oordeel leiden tot onevenredige benadeling van depersonen op wie deze informatie betrekking heeft en mijn ministerie. Dezegegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘o’, maak ik nietopenbaar, gelet op het bepaalde in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van

Pagina 5 van 7

Directie Personeel &Organisatie

Datum25 maart 2016

Ons kenmerkde Wob. Voor de motivering daarvan verwijs ik u andermaal naar hetgeen ik 738169daarover onder het kopje ‘8estuursdepartement’ heb opgemerkt.

JaarcijfersAls document 16 tot en met 21 treft u aan de jaarcijfers van BD. Als document 23tot en met 28 treft u aan de jaarcijfers van IND. Als documeit 30 tot en met 35treft u aan de jaarcijfers van Dii.

De overzichten van de (vermoedens van) integriteitsschendingen voor mijnministerie zijn reeds openbaar wat betreft:

- 2009 tot en met 2014 voor BDHet betreft de documenten met nummer 16 tot en met 21

- 2011 tot en met 2013 voor INDHet betreft de documenten met nummer 25 tot en met 27

- 2009 tot en met 2013 voor DIIHet betreft de documenten met nummer 30 tot en met 34

Voor de vindplaats van de reeds openbare documenten verwijs ik u naar deinventarislijst (bijlage 2). De Wob is niet van toepassing op reeds openbaargemaakte stukken.

De overzichten van de (vermoedens van) integriteitsschendingen voor mijnministerie maak ik grotendeeTs openbaar wat betreft:

- 2009 en 2010 voor IND (documenten met nummers 23 en 24)- 2014 voor DII (document met nummer 35)

Met betrekking tot deze documenten merk ik het volgende op.

In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens. Dezegegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik nietopenbaar. Voor de motivering daarvan verwijs ik u naar hetgeen ik daaroveronder het kopje ‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.

Hoewel de Wob geen verplichting kent om informatie te vervaardigen die niet inbestaande documenten is neergelegd, ongeacht de mate van inspanning, heeftBZK met u afgesproken dat de ministeries op basis van de gegevens over 2014een overzicht van de interne onderzoeken voor u zouden opmaken op de wijzewaarop zij dit voor vorige jaren ook hebben gedaan. Als de documenten 22, 29 en36 treft u aan de overzichten van respectievelijk BD, IND en DII.

Externe rapportenMijn ministerie beschikt niet over rapporten als door u gevraagd onder punt 3 vande hierboven gegeven samenvatting van uw verzoek. In zoverre kan ik uwverzoek dan ook niet inwilligen.

Pagina 6 van 7

Wijze van openbaarmakingDe documenten met de nummers 1 tot en met 4, 7 tot en met 15, 22 tot en met24, 28, 29, 35 en 36 treft u bij dit besluit in kopie aan.

De documenten met de nummers 5, 6, 16 tot en met 21, 25 tot en met 27 en 30tot en met 34 zijn reeds openbaar en voor een ieder beschikbaar. Op diedocumenten is de Wob dus niet van toepassing. Voor de vindplaats van dezedocumenten verwijs ik u naar bijlage 2. De documenten met nummer 17, 20, 27,31 en 34 zijn weliswaar met een eerder Wob-verzoek openbaar gemaakt, maarniet geplaatst op de website www,rilksoverheid.nI. U treft deze documentenderhalve eveneens bijgaand in kopie aan.

Plaatsing op internetDit besluit en de bijlagen worden op www.rijksoverheid.nI geplaatst.

‘-e voldoende te hebben geÏnformeerd.

en Justitie,

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indienerzijn ondertekent en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, eenomschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de grondenwaarop het bezwaar rust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht aan: de Ministervan Veiligheid en Justitie, t.a.v. de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, sectorJuridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag.

Directie Personeel &Organisatie

Datum25 maart 2016

Ons kenmerk738169

Ik vertrouw erop uhi

Hoogachtend,De Ministerynamens d’

SecrØtri3&ier$I

Pagina 7 van 7

BIae ‘t

Ministerie van Veiligheid en Justitie

P

T’

Secretaris-Generaal

notaVan

Datum/eind pa raaf

Jaarverslag 2010: activiteiten coördinatorintegriteit/vertrouwenspersoon integriteit

Directie Personeel &Organisatie

Schedeldoekshaven 1002511 EX Den HaagPostbus 203012500 EH Den Haagwww.rijksoverheid.nl/venj

Contactpersoon

senior beleidsmedewerker

Datum14 april 2011

Ons kenmerk

DDS 5693437

T’

Hierbij bied ik het jaarverslag aan van mijn werkzaamheden in 2010 alscoördinator integriteit. Het verslag biedt tevens een overzicht van de meldingenvan integriteitschendingen die bij mij zijn neergelegd.

Activiteiten als coördinator integriteit in 2010De taak van de coördinator integriteit bestaat uit meerdere bestanddelen. Hetbetreft het verzorgen van de Justitiebrede kaders, activiteiten op het gebied vanbewustwording, de controle op de uitvoering, het ondersteunen vanvertrouwenspersonen en het fungeren als vraagbaak en ‘vertrouwenspersoon’voor heel Veiligheid en Justitie.

Voor de departementale vertrouwenspersoon integriteit, is de

Vcoördinator integriteit het voorportaal. is op grond van deKlokkenluidersregeling slechts verantwoordelijk voor de behandeling van deernstige integriteitmisstanden. Afgesproken is dat melders van een vermoedenvan integriteitbreuk eerst een gesprek met de coördinator integriteit hebben omte bezien of de aard van de melding valt onder de klokkenluidersregeling. In 2010viel geen van de meldingen onder deze regeling.

Visie voorafHoofd E&0 Directeur DP&0Datum/paraaf Datum/paraaf

Concipiënt

Datum/paraaf

Pagina 1 van 4

Voorts is de coördinator integriteit de lokale vertrouwenspersoon integriteit voor Directie Personeel &

het Bestuursdepartement. In de dagelijkse praktijk wordt hij ondersteund door Organisatie

een secretaris. Deze secretaris is tevens coördinerend beleidsmedewerkerintegriteit. Mijn activiteiten als coördinator heb ik opgepakt in november 2010. In

1mat 2011de periode van januari tot en met oktober 2010 was er geen coördinator

Ons kenmerkintegriteit.DDS 5693437

Gedragscode e-mail en internetgebruikIn de zomer van 2010 is een aantal medewerkers op het Bestuursdepartementaangesproken op het overtreden van de gedragscode email- en internetgebruik.De secretaris van de vertrouwenspersoon is hier in adviserende zin bij betrokkengeweest. De uitvoering lag bij de Beveiligingsambtenaar. Bij een aantalmedewerkers heeft het overtreden van de code geleid tot een aantekening in hetpersoneel sd oss ier.

Veiligheid en Justitiebreed integriteitsbeleidOp verzoek van de coördinator integriteit is eind 2009 gestart met eenherziening van de gedragscode van Veiligheid en Justitie. De code uit2003 moest onder andere worden geactualiseerd. Het beleid over deherziening van de code is in 2010 afgerond. Het voorstel tot herziening ende inhoud is positief ontvangen door de taakorganisaties. Dat bleek uiteen ex ante evaluatie van het beleid in juni 2010. Het nieuwe beleid iseen antwoord op de eerder door onder meer de Algemene Rekenkamer ende departementale Auditdienst (DAD) geschetste risico’s ten aanzien vanhet integriteitsysteem.

• In 2010 is een nieuwe opleiding voor vertrouwenspersonen ontwikkelddoor DJI opleidingsinstituut. Deze opleiding wordt vanaf 2011 aangebodenen vervangt de eerder door een externe partij aangeboden opleidingen.

• Een circulaire voor vertrouwenspersonen is in 2010 vastgesteld enverspreid.

Meldingen van integriteitdilemma’s en inbreukenOok in 2010 hebben individuele medewerkers een beroep gedaan op decoördinator integriteit.

Melder / Aard Afdoening /betrokkene (vermoedelijke) conclusie

integ riteitsbreuk1 Medewerker DJI Ongewenste In behandeling bij DJI

omgang svo rm en2 Medewerker Vervolg op Gesprekken hebben

pSG-cluster melding 2009 plaatsgevonden tussenOngewenste betrokkene, directeuromgangsvormen en pSG

3 IND Discriminatie Oordeel CGB4 Medewerker DJI Meld Misdaad In behandeling bij DJI

Anoniem (MMA)5 Medewerker Ongewenste Diverse gesprekken

DGRR omgangsvormen hebbenplaatsgevonden.

Pagina 2 van 4

BedrijfsmaatschappelijkWerk (BMW) isbetrokken.

6 Medewerker DII Diverse In behandeling bij DIIvermoedens vanmisstanden

7 Medewerker DII Ongewenste Diverse gesprekkenomgangsvormen hebben plaatsgevonden

met directeur inrichting8 Medewerker Onbekend Onbekend

ACVZ9 Medewerker pSG Discriminatie Na diverse gesprekken

cluster is een mediationtrajectingezet

10 Medewerker DII Ongewenste Diverse gesprekkenomgangsvormen met zowel de

coördinator integriteitals directeur

11 Medewerker IND Misbruik van Diverse gesprekkenbevoegdheden hebben plaatsgevonden

bij DP&O en IND. BMWis betrokken

12 Medewerker pSG Ongewenste Mediationtrajectcluster omgangsvormen

13 Medewerker DII Ongewenste In behandeling bij DJIomgangsvormen

14 Medewerker Dii Diverse In behandeling bij Diivermoedens vanmisstanden op deBES-eilanden

15 Medewerker DII MMA Informatie nietbruikbaar, onderzoekniet ingesteld.

16 Medewerker COA Fraude Overgedragen aan BZK

Klachtencommissie seksuele intimidatieIn 2010 vond de afhandeling van een klacht uit 2009 plaats. In 2010 zijn geennieuwe klachten binnengekomen bij de commissie.

Meldingen via Meldpunt MMeldingen die bij het Meldpunt Anoniem Melden (meldpunt M) binnenkomen enbetrekking hebben op het Ministerie van Justitie worden aan de coördinatorintegriteit toegezonden. In 2010 zijn twee klachten binnengekomen die ook inbovenstaa nd overzicht zijn verwerkt.

Aandacht voor klachten buiten het eigenlijke gebied van integriteitZoals door mijn voorganger al vaker aangegeven bereiken de vertrouwenspersoonintegriteit regelmatig klachten waarbij de klager, al dan niet aarzelend, het woord‘integriteitschending’ gebruikt. Mijn korte ervaring als vertrouwenspersoon op hetbestuursdepartement is dat het in die gevallen bijna altijd om zaken gaat waarinniet integriteit centraal staat, maar een (potentieel) personeelsconflict, waarineen medewerker zich onzeker voelt en vooral over zijn probleem met een

Directie Personeel &Organisatie

Datum1 maart 2011

Ons kenmerk

DDS 5693437

Pagina 3 van 4

vertrouwenspersoon wil praten. In enkele gevallen heb ik aan die behoefte Directie Personeel &

voldaan en de betrokken Veiligheid en Justitiemedewerker gewezen op de zwakke Organisatie

en sterke punten in zijn verhaal, advies gegeven, overigens pas nadat ik kenbaarhad gemaakt dat ik de klacht niet beschouwde als klacht over integriteit. Ik stel Datum

1 maart 2011de behoefte aan een dergelijk luisterend oor vast. Door in een vroegtijdig stadium

Ons kenmerkhet probleem van betrokkene serieus te nemen, te spiegelen en verstandige DOS 5693437adviezen te geven kan een bijdrage worden geleverd aan voorkomen vanescalatie en juridisering van reële problemen.

Bij de vormgeving van het beleid op het gebied van integriteit en beveiliging inhun onderlinge samenhang aan dit aspect aandacht te besteden.

OverigIn 2009 is de DAD gestart met Justitiebrede integriteitaudits. In 2010 zijn volgensplanning 3 audits uitgevoerd Bij JustID, RvKb en IND.

Formatie voor integriteitsbeleidVoor zowel de huidige situatie als met het oog op de toekomst een paarobservaties van mijn kant.

• Het integriteitsbeleid kan alleen maar werken als decoördinator/vertrouwenspersoon die binnen het departement werkzaam isruimte krijgt om aan integriteit aandacht te besteden.

• Verder is de ondersteuning van een full time beleidsmedewerkerintegriteit c.a. van belang. Deze dient structureel in de formatie van (in dehuidige omstandigheden de directie P&O) beschreven en opgenomen.

Speerpunten 2011• Implementatie Gedragscode Veiligheid en Justitie (mcl.

co mm u n i cati etraj ect)• Bezien op welke wijze gestructureerde, periodieke risicoanalyses op het

gebied van integriteit plaats kunnen vinden.• Verbeteren van de melding, registratie en afhandeling van vermoedens

van integriteitschendingen• Bezien van samenhang integriteit en beveiliging

Pagina 4 van 4

2.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Bureau Secretaris-

Secretaris-Generaal Generaal8SG

Schedeldoekshaven 1002511 EX Den HaagPostbus 203012500 EH Den Haagwww.rijksoverheid.nh/venj

Contactpersoon

nota Jaarverslag integriteit 2011

Datum10 oktober 2012

Ons kenmerk

Concipiënt 312327

IJ Dossiernummer312318

Verslag van de vertrouwenspersoon integriteit en ongewensteomgangsvormen voor het bestuursdepartement en coördinator integriteitvoor het ministerie van Veiligheid en Justitie over het jaar 2011

Hierbij bied ik het verslag aan van mijn werkzaamheden in 2011. Het verslagbiedt tevens een overzicht van de meldingen van integriteitschendingen die bijmij zijn neergelegd.

Activiteiten als coördinator integriteit in 2011De taak van de coördinator integriteit bestaat uit meerdere bestanddelen. Hetbetreft het verzorgen van de Justitiebrede kaders, activiteiten op het gebied vanbewustwording, de controle op de uitvoering, het ondersteunen vanvertrouwenspersonen en het fungeren als vraagbaak voor heel Veiligheid enJustitie.

Voor de departementale vertrouwenspersoon integriteit, is de

P coördinator integriteit het voorportaal. is op grond van deKlokkenluidersregeling verantwoordelijk voor de behandeling van de misstandenin de zin van deze regeling. Afgesproken is dat melders van een vermoeden vanintegriteitbreuk eerst een gesprek met de coördinator integriteit hebben om tebezien of de aard van de melding valt onder de klokkenluidersregeling. In 2011viel geen van de meldingen onder deze regeling.

Voorts is de coördinator integriteit de vertrouwenspersoon integriteit voor hetBestuursdepartement. In de dagelijkse praktijk word ik ondersteund door eencoördinerend beleidsmedewerker integriteit, In geval vanmijn afwezigheid, fungeert zij als mijn plaatsvervanger. Mijn activiteiten alscoördinator heb ik opgepakt in september 2011. In de periode van januari tot en

P met augustus 2011 was coördinator integriteit. Deportefeuille integriteit is verder in september 2011 verhuisd van DirectiePersoneel & Organisatie naar Bureau Secretaris Generaal.

Pagina 1 van 6

Bureau Secretaris-

The issue of ethics in public service is as old as government itself” aldus Bowman Generaal

en Williams (1997: 517). Volgens hen is de zorg voor de ethiek en integriteit vanpublieke organisaties en functionarissen onlosmakelijk verbonden met het

Datumbestaan 10 oktober 2012van de overheid zelve. Hoewel integriteit geen nieuwe onderwerp is, is de 0n5 kenmerkaandacht voor integriteit in de publieke sector wel toegenomen. Dat is zichtbaar 312327

in onder andere het aantal verzoeken van de media om informatie, bijvoorbeeldvia de Wet Openbaarheid voor Bestuur (WOB). Maar ook in het aantalKamervragen. Zo maakte in 2011 RTL Nieuws voor haar onderzoek naarintegriteitschendingen bij het bestuursdepartement, DII en het OpenbaarMinisterie tot twee keer toe gebruik van een WOB-verzoek bij het vergaren vande informatie en de beantwoording van een dergelijk verzoek. Doorgaans speeltde coördinator ook een rol bij beantwoording van Kamervragen waarbij integriteiteen rol speelt.

Schendingen van integriteitOmdat het vertrouwen van de burger in de (integriteit van) de overheid medewordt beïnvloed door een correcte afhandeling van signalen van (vermoedelijke)schendingen worden ook vermoedens van integriteitschendingen geregistreerd.Zelfs als dit tot de conclusie leidt dat er geen sprake is gebleken van eenschending. Voor heel Veiligheid en Justitie (exi. Rechtspraak en Politie) ging het in2011 om 242 vermoedens waarvan 185 geconstateerde schendingen.

In 2011 hebben individuele medewerkers ook direct een beroep gedaan op decoördinator integriteit. Deze zaken worden hieronder geanonimiseerd en nietherleidbaar weergegeven.

Melder / Aard Afdoening /betrokkene (vermoedelijke) conclusie

integriteitsbreukMedewerker Ongewenste MediationRvdK omgangsvormen

(intimidatie)2 Medewerker DJI Diverse vermoedens Diverse gesprekken

van misstanden. met betrokkene.Onder anderebetrokkenheidstaatssecretaris.Resultaatoverplaatsing.

3 Medewerker Dii Misbruik van Diverse gesprekkenbevoegdheden met betrokkene.

Uitspraakbezwarencommissie.

4 Medewerker BD Financiële schendingen Diverse gesprekkenmet betrokkene.

5 Directeur / Financiële schendingen SchriftelijkeMedewerker BD / misdragingen in de berisping

p rivésfee r6 Medewerker DII Misbruik van Diverse gesprekken

informatie met betrokkene.

Pagina 2 van 6

7 Medewerker DII Misbruik Diverse gesprekkenbevoegdheden met betrokkene

8 Medewerker BD Ongewenste Gesprek metomgangsvormen betrokkene.

9 Medewerker DII Ongewenste Gesprek metomgangsvormen. betrokkene.

10 Medewerker DII Onvolledige Diverse gesprekkenrehabilitatie, met betrokken en

medewerkers Dii.Excuusbriefverzonden.

11 Medewerker BD Oneigenlijk gebruik Gesprek metvan dienstmiddelen. directeur. Directeur

onderzoek gestart.12 Burger! Misdragingen in de Diverse gesprekken

Medewerker DII privésfeer (social met betrokkene.media) doormedewerker.

13 Medewerker BD Ongewenste Gesprek metomgangsvormen. betrokkene.

14 Medewerker BD Ongewenste Mediationomgangsvormen.

15 Politie / Misdragingen in de Gesprekken hebbenMedewerker BD privésfeer plaatsgevonden met

betrokken en pSG.16 Medewerker BD Conflict Mediation.17 Medewerker BD Ongewenste Diverse gesprekken

omgangsvormen met betrokkene.18 Medewerker BD Machtsmisbruik Diverse gesprekken

met betrokkene.19 Meld Misdaad Misbruik positie / SG en

Anoniem / belangenverstrengeling Hoofddirecteur DIIMedewerker DII geïnformeerd.

Rijksrecherchebetrokken. Aflooponbekend.

20 Meld Misdaad Financiële BetrokkenAnoniem / Politie integriteitsschending regiokorps

geïnformeerd.21 Meld Misdaad Misbruik positie / SG en

Anoniem / belangenverstrengeling Hoofddirecteur DIIMedewerker DII geïnformeerd.

Rijksrecherchebetrokken. Aflooponbekend.

22 Meld Misdaad Lekken / misbruik van Onderzoek looptAnoniem / informatie nog.Medewerker OM

Meldingen via Meldpunt MMeldingen die bij het Meldpunt Meld Misdaad Anoniem (stichting M) binnenkomenen betrekking hebben op het Ministerie van lustitie worden aan de coördinator

Bureau Secretaris-GeneraalBSG

Datum10 oktober 2012

Ons kenmerk312327

Pagina 3 van 6

integriteit toegezonden. In 2011 zijn vier meldingen binnengekomen die ook in Bureau Secretaris

bovenstaand overzicht zijn verwerkt. Generaal

BeleidDatum

In 2011 is gestart met het actualiseren van het integriteitsbeleid. Doel is om te 10 oktober 2012komen tot een centraal overkoepelend integriteitsbeleidspian met hieraan Ons kenmerkgekoppeld een geactualiseerde gedragscode. 312327

Communicatie en voorlichtingIn 2011 is een nieuwe dilemmatraining ontwikkeld op basis van de deugdethiek.Ook is samen met mijn medewerker de jaarlijkse integriteitsdag voor traineesverzorgd in januari 2011.

IntegriteitsauditIn 2011 is wederom een integriteitsaudit uitgevoerd door de DAD. Deze auditsmaken deel uit van een vijfjarenplan dat steeds een andere sector onderwerp vanonderzoek maakt. In 2011 was het SG-cluster aan de beurt. De DAD legde onderandere bevindingen voor over de onduidelijkheid m.b.t omgang metvertrouwelijke informatie en twijfels over de declaraties naar aanleiding vanbuitenlandse dienstreizen.

Samenwerking PolitieEr is met succes samenwerking gezocht met de projectleider integriteit van dePolitie. Meerdere keren is aangesloten bij het overleg morele weerbaarheidwaarbij verschillende korpsen aanwezig waren.

Aandacht voor klachten buiten het eigenlijke gebied van integriteitZoals door mijn voorganger al aangegeven bereiken de vertrouwenspersoonintegriteit regelmatig klachten waarbij de klager, al dan niet aarzelend, het woord‘integriteitschending’ gebruikt, Ook mijn ervaring als vertrouwenspersoon op hetbestuursdepartement is dat het in die gevallen bijna altijd om zaken gaat waarinniet integriteit centraal staat, maar een (potentieel) personeelsconflict, waarineen medewerker zich onzeker voelt en vooral over zijn probleem met eenvertrouwenspersoon wil praten. In de regel heb ik aan die behoefte voldaan en debetrokken Veiligheid en Justitiemedewerker gewezen op de zwakke en sterkepunten in zijn of haar verhaal, advies gegeven, overigens nadat ik kenbaar hadgemaakt dat ik de klacht niet beschouwde als klacht over integriteit. Ik stel debehoefte aan een dergelijk luisterend oor vast. Door in een vroegtijdig stadiumhet probleem van betrokkene serieus te nemen, te spiegelen en advies te gevenkan een bijdrage worden geleverd aan het voorkomen van escalatie enjuridisering van reële problemen.

Observaties en aanbevelingenVoor zowel de huidige situatie als met het oog op de toekomst een paarobservaties en aanbevelingen van mijn kant.

Integriteitschendingen of vermoedens daarvan kenmerken zich in hoge mate doorde onvoorspelbaarheid wat betreft aard, herkomst, omvang en tijdstip vanopduiken. Voorspelbaar is wel dat er schendingen zullen zijn. Een cruciale fase ishet eerste moment: bij het waarnemen van een schending of eenveiligheidsrisico. Zij moeten ook als zodanig worden gepercipieerd engedefinieerd. En vervolgens moet er naar worden gehandeld.

Pagina 4 van 6

b

Om goed te kunnen handelen in een dergelijke situatie is van belang dat er eengoed begrip is van wat wel en wat niet kan. Eveneens dient de Organisatie daaropafdoende te zijn ingericht. Dit beleid moet met enige regelmaat wordenbijgesteld. Redenen hiervoor kunnen zijn organisatieveranderingen (denk aan dekomst van de Politie en de vorming van de Nationale Politie) of het oprichten vannieuwe organisaties zoals de Kansspelautoriteit. Maar redenen kunnen ook zijn(mogelijk ongewenste) effecten van het gebruik van social media doorambtenaren of een noodzakelijke wijziging van het beleid op het terrein vaninformatiebeveiliging. Ter illustratie: de komst van Digijust heeft onder meergetriggerd dat er een noodzaak is om het informatiebeveiligingsbeleid tebeschrijven, te verspreiden en te coördineren. En hiermee is zichtbaar dat zakendie we vooraf niet als integriteitrisico zijn onderkend of aangekaart, dat welblijken te zijn.

Op dit moment is de situatie bij Veiligheid en Justitie zo dat er wel wordtgereageerd op schendingen en op veiligheidsrisico’s. Maar er is niet altijdvoldoende zicht op het vervolg van de handelingen omdat het monitoren hiervante veel tijd vergt. Als bekend heeft een proces een begin en een einde. Zonderzicht te hebben op het einde is het ook onmogelijk om hier adequaat op tekunnen sturen. Daarnaast is het integriteitsplan verouderd (laatste wijziging isvan 2003), niet bekend genoeg en moeten er nieuwe integriteitinstrumentenworden ontwikkeld om het beleid goed uit te kunnen dragen.

Wat doet zich (nog meer) voor op het terrein van integriteit?

De context is altijd van belang bij integriteit evenals kennis van de lokale situatie.Mede om die redenen heeft ieder organisatieonderdeel van het ministerie eenverantwoordelijkheid m.b.t. integriteit. Ondanks die eigen verantwoordelijkheidvalt het op dat de noodzaak om met enige regelmaat bij te sturen (zowel opproces als op inhoud) bij bepaalde organisaties aanwezig is. Dit geldt in sterkemate voor Dienst Justitiële Inrichtingen en is iets minder mate de andereonderdelen van Veiligheid en Justitie. Met de andere taakorganisaties zoals DienstJustis, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en hetNederlands Forensisch Instituut is doorgaans de kenniskring-integriteit-delen hetpodium om vragen voor te leggen.

Tegelijk valt op dat het ministerie van Veiligheid en Justitie door de buitenwachtsteeds vaker wordt geconfronteerd met de vraag naar haar integriteit. Het aantalmediaverzoeken om informatie — bijvoorbeeld op grond van de Wet openbaarheidvan bestuur (WOB)— stijgt. Het aantal Kamervragen over integriteit stijgt ook.Ook wordt het ministerie met enige regelmaat door bijvoorbeeld BZK bevraagdover het systeem van integriteit. Tevens is integriteit (en daarmeesamenhangende onderwerpen als informatiebeveiliging) ook onderwerp vanmetingen door de Algemene Rekenkamer. Het ministerie van Veiligheid en Justitiescoort op die metingen niet hoog.

Als bekend is de organisatie met de komst van de politie uitgebreid. De op depolitie betrekking hebbende cijfers over 2011 zijn niet in dit overzicht verwerkt.Maar de komst van de politie betekent zonder twijfel een stijging van het aantal(vermoedens van) integriteitschendingen

““ om a-1”-- “rdt c

Bureau SecretarisGeneraa’BSG

Datum10 oktober 2012

Ons kenmerk312327

Pagina 5 van 6

1’Op het terrein van seksuele intimidatie heeft de voorzitter Bureau Secretaris-

van de Klachtencommissie seksuele intimidatie, al meerdere malen erop gewezen Generaal

bdat haar commissie al enkele jaren geen klachten meer bereiken.

Datum10 oktober 2012

Hoe is de organisatie op dit moment ingericht?Ons kenmerk312327

Voor het Veiligheid en Justitiebrede integriteitbeleid ben ik als coördinatorintegriteit aangesteld. Ik word in de dagelijkse werkzaamheden uitstekendondersteund door een senior beleidsmedewerker integriteit. Deze laatste fungeertin de praktijk ook als mijn achtervang. Dit in verband met de noodzaak vanfulltime bereikbaarheid. Waar voorheen een coördinerend beleidsmedewerkerintegriteit fulltime op dit onderwerp zat, wordt de medewerker sinds september2011 voor twee dagen geleverd vanuit het Bureau Nationaal RapporteurMensenhandel. Met mij is inmiddels onderkend dat met deze constructieintegriteit niet op voldoende wijze binnen de Veiligheid en Justitie Organisatie S

geborgd. Evenals mijn voorganger in het jaarverslag 2010 acht ik voor deondersteuning een fulltime medewerker onverminderd nodig.

Den Haag, 10 oktober 2012

P(Vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen voor hetbestuursdepartement en coördinator integriteit voor het Ministerie van V en J)

Pagina 6 van 6

3

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Bureau Secretarl5-

SG GeneraalBSG

Turtmarkt 1472511 DP Den HaagPostbus 203012500 EH Den Haagwww.rijksoverheld.nh/vei-ij

Contactpersoon

Beîeldsadvfseur Integriteit

nota Jaarverslag 2012

_________

Datum- 19 november 2013

Concipient Projectnaam

P Jaarverslag 2012

Ons kenmerk454813

Dosslernumnier454812

Bijlagen

Jaarverslag 2012

Hierbij bied ik u het jaarverslag van de coördinator integriteit over het jaar 2012aan. Het is het laatste jaarverslag in deze vorm. Medio 213 ben ik overgegaan ophet tussentijds rapporteren over zaken omtrent integriteit en dit zal ook zijnweerslag hebben op de vorm en opzet van het jaarverslag.

Integriteit was voor het ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 eenbelangrijk thema. Een aantal beleidszaken uit 2012 wil ik in het bijzondernoemen omdat zij hebben geleid tot veel werk voor de coördinator integriteit.Zowel op het vlak van beleidsontwikkeling als het maken van werkafspraken. Hetgaat dan om het zwartboek klokkenluiders, de commissie seksuele intimidatie, decommissie integriteit overheid, het advies- en verwijspunt klokkenluiders en hetinitiatiefwetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders.

Integriteitschendingen of vermoedens daarvan kenmerken zich in hoge mate doorde onvoorspelbaarheid wat betreft aard, afkomst, omvang en tijdstip vanopduiken. Voorspelbaar is enkel dat er schendingen zullen zijn. Een cruciale faseis het eerste moment: bij het waarnemen van een schending of eenveiligheidsrisico. Zij moeten ook als zodanig worden gepercipieerd engedefinieerd. En vervolgens moet er naar worden gehandeld.

Om goed te kunnen handelen in een dergelijke situatie is van belang dat er eengoed begrip is van wat wel en wat niet kan. Eveneens dient de organisatie daaropafdoende te zijn ingericht. Dit beleid moet met enige regelmaat wordenbijgesteld. Redenen hiervoor kunnen zijn organisatieveranderingen zoalsbijvoorbeeld de vorming van de Nationale Politie. Maar redenen kunnen ookzijn(mogelijk ongewenste) effecten van het gebruik van social media doorambtenaren of een noodzakelijke wijziging van het beleid op het terrein vaninformatiebeveiliging. Ter illustratie: Digijust heeft onder meer getriggerd dat ereen noodzaak is om het informatiebeveiligingsbeleid te beschrijven, teverspreiden en te coördineren. En hiermee is zichtbaar dat zaken die we voorafniet als integriteitsrisico hebben aangekaart, dat wel blijken te zijn. Op ditmoment is de situatie bij Veiligheid en Justitie zo dat er wel wordt gereageerd op

Pagina 1 van 5

schendingen en op veiligheidsrisico’s. Maar er is (nog) onvoldoende zicht op het Bureau Secretaris-vervolg van de handelingen omdat een goed monitoringsmechanisme ontbreekt. Generaal

Als bekend heeft een proces een begin en een einde. Zonder zicht te hebben op BSG

het einde is het ook onmogelijk om hier adequaat op te kunnen sturen. Daarnaastis het integriteitspian verouderd (laatste wijziging is van 2003), niet bekend Datum

genoeg en moeten er nieuwe integriteitinstrumenten worden ontwikkeld om het 19november2013

beleid goed uit te kunnen dragen. Een start hiervoor is gemaakt in 2012 door Ons kenmerkonder andere de ontwikkeling van een nieuwe dilemmatraining. Ook ligt er al een 454813

tijd een plan klaar voor een nieuwe code voor Veiligheid en Justitie.

Wat doet zich (nog meer) voor op het terrein van integriteit?De context is altijd van belang bij integriteit evenals kennis van de lokale situatie.Mede om die redenen heeft ieder organisatieonderdeel van het ministerie eenverantwoordelijkheid m.b.t. integriteit. Ondanks die eigen verantwoordelijkheidvalt het op dat de noodzaak om met enige regelmaat bij te sturen (zowel opproces als op inhoud) bij bepaalde organisaties aanwezig is. Dit geldt in sterkemate voor Dienst Justitiële Inrichtingen.

Tegelijk valt op dat het ministerie van Veiligheid en Justitie door de buitenwachtsteeds vaker wordt geconfronteerd met de vraag naar haar integriteit. Het aantalmediaverzoeken om informatie — bijvoorbeeld via de Wet Openbaarheid voorBestuur — stijgt. Het aantal Kamervragen over integriteit stijgt ook. Ook wordt hetministerie met enige regelmaat door bijvoorbeeld BZK bevraagd over het systeemvan integriteit. Tevens is integriteit (en daarmee samenhangende onderwerpenals informatiebeveiliging) ook onderwerp van metingen door de AlgemeneRekenkamer. Het ministerie van Veiligheid en Justitie scoort op die metingen niethoog.

Als bekend is de organisatie met de komst van de Politie uitgebreid. Dit betekentonder meer toename van het aantal kwesties waarin om advies wordt gevraagd.

Op het terrein van seksuele intimidatie heeft de voorzitter van deklachtencommissie seksuele intimidatie al meerdere malen haar zorg geuit of ditonderwerp wel voldoende leeft op het departement.

Hoe was de organisatie in 2012 ingericht?Voor het Veiligheid en Justitiebrede integriteitbeleid ben ik als coördinatorintegriteit aangesteld. Ik word in de dagelijkse werkzaamheden uitstekendondersteund door een beleidsadviseur integriteit. Deze laatste fungeert in depraktijk ook als mijn achtervang. Dit in verband met de noodzaak van fulltimeaanwezigheid. In het verslagjaar 2012 werd deze voor twee dagen geleverdvanuit het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Ik was van mening datmet deze constructie integriteit niet op de juiste wijze is geborgd binnen deVeiligheid en Justitie organisatie. Dit was reden voor mij om dt bij uw voorgangerin 2012 te melden. Sinds mei 2013 is de fulltime aanwezigheid overigens wel eenfeit.

CasuïstiekVoor onze zaken wil ik kort de casuïstiek opschrijven. De feiten zoals die aan onszijn gepresenteerd en het gevolg van de zaken. Het kan betekenen dat er dus eenverschil zit tussen het aantal zaken dat wij hebben behandeld en dedaadwerkelijke cijfers. Maar dat heeft te maken met het feit dat sommige zakennog niet zijn afgerond.

De cijfers

Pagina 2 van 5

•Aantal betrokkenen met vermoedens van integriteitschendingen was in 2012 Bureau Secretaris-

in 348 gevallen. Generaal

•Aantal betrokkenen waarvan vermoedens van integriteitschendingen zijngeconstateerd was in 2012 in 256 gevallen.

Datum19 november 2013

In het verslagjaar 2012 hebben twintig personen een rechtstreeks beroep gedaan Ons kenmerkop de coördinator integriteit. In bijlage 1 wordt een korte beschrijving gegeven 454813

van de meldingen en de verdere afwikkeling.

Den Haag, 19 november 2013

(Vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen voor hetbestuursdepartement en coördinator integriteit voor het Ministerie van V en J)

Bijlage 1

1. Melding inzake valsheid van geschrifte.De melder was werkzaam bij de politie. Melder maakte melding van diversevermoedens van schendingen waaronder valsheid van geschrifte. Naar datlaatste is een onderzoek gestart. Resultaten van het onderzoek zijn kenbaargemaakt aan de melder.2. Ongewenste omgangsvormen.Melder is werkzaam in een gevangenis. De melding bezag op het gedrag vaneen aantal leidinggevenden.3. Weigering tot rehabilitatie.I4. Niet onafhankelijk5 Financieel wangedrag.( t T6. .n verplichtingen ,..Je regeling.7. P

;tdrag.10. Ongewenst gedrag.11. lekken / misbruik van inform ie. Stichting M.12. Misbruik bevoegdheden. Stichting M.13. ongewenst gedrag.14. pesten. via bedrijfsarts.15. seksuele intimidatie.16. misbruik positie en belangenverstrengeling. DP&O17. misbruik positie en belangenverstrengeling. DP&O.18. voodoopraktijken. 019. financieel wangedrag. Financiele afdeling DBOB.20. Informatie lekken. D]OA. (Navragen).

Schendingen van integriteitOmdat het vertrouwen van de burger in de (integriteit van) de overheid medewordt beïnvloed door een correcte afhandeling van signalen van (vermoedelijke)schendingen worden ook vermoedens van integ riteitschendingen geregistreerd.Zelfs als dit tot de conclusie leidt dat er geen sprake is gebleken van eenschending. Voor heel Veiligheid en Justitie (exl. Rechtspraak en Politie) ging het in2011 om 242 vermoedens waarvan 185 geconstateerde schendingen.

1

Pagina 3 van 5

Melder / Aard Afdoening /betrokkene (vermoedelijke) conclusie

integriteitsbreuk1 Medewerker Ongewenste Mediation

RvdK omgangsvormen(intimidatie)

2 Medewerker Dii Diverse vermoedens Diverse gesprekkenvan misstanden. met betrokkene.

Onder anderebetrokkenheidstaatssecretaris.Resultaatoverplaatsing.

3 Medewerker Dii Misbruik van Diverse gesprekkenbevoegdheden met betrokkene.

Uitspraak________________ bezwarencommissie.

4 Medewerker BD Financiële schendingen Diverse gesprekkenmet betrokkene.

5 Directeur / Financiële schendingen SchriftelijkeMedewerker BD / misdragingen in de berisping

privésfeer6 Medewerker DJI Misbruik van Diverse gesprekken

informatie met betrokkene.7 Medewerker Dii Misbruik Diverse gesprekken

bevoegdheden met betrokkene8 Medewerker BD Ongewenste Gesprek met

omgangsvormen betrokkene.9 Medewerker Dii Ongewenste Gesprek met

omgangsvormen. betrokkene.10 Medewerker DJI Onvolledige Diverse gesprekken

rehabilitatie, met betrokken enmedewerkers DJI.Excuusbriefverzonden.

11 Medewerker BD Oneigenlijk gebruik Gesprek metvan dienstmiddelen. directeur. Directeur

onderzoek gestart.12 Burger / Misdragingen in de Diverse gesprekken

Medewerker Dii privésfeer (social met betrokkene.media) doormedewerker.

1.3 Medewerker BD Ongewenste Gesprek metomgangsvormen. betrokkene.

14 Medewerker BD Ongewenste Mediationomgangsvormen.

15 Politie / Misdragingen in de Gesprekken hebben

coördinator integriteit. Deze zakenherleidbaar weergegeven.

In 2011 hebben individuele medewerkers ook direct een beroep gedaan op deworden hieronder geanonimiseerd en niet

Bureau Secretaris-GeneraalBSG

Datum19 november 2013

Ons kenmerk454813

Pagina 4 van 5

Medewerker BD privésfeer plaatsgevonden metbetrokken en pSG.

1.6 Medewerker BD Conflict Mediation.17 Medewerker BD Ongewenste Diverse gesprekken

omgangsvormen met betrokkene.18 Medewerker BD Machtsmisbruik Diverse gesprekken

met betrokkene.19 Meld Misdaad Misbruik positie / SG en

Anoniem / belangenverstrengeling Hoofddirecteur DJIMedewerker DJI geïnformeerd.

. Rijksrecherchebetrokken. Aflooponbekend.

20 Meld Misdaad Financiële BetrokkenAnoniem / Politie integriteitsschending regiokorps

geïnformeerd.21 Meld Misdaad Misbruik positie / SG en

Anoniem / belangenverstrengeling Hoofddirecteur DIIMedewerker DII geïnformeerd.

Rijksrecherchebetrokken. Aflooponbekend.

22 Meld Misdaad Lekken / misbruik van Onderzoek looptAnoniem / informatie nog.Medewerker OM

Meldingen via Meldpunt MMeldingen die bij het Meldpunt Meld Misdaad Anoniem (stichting M) binnenkomenen betrekking hebben op het Ministerie van Justitie worden aan de coördinatorintegriteit toegezonden. In 2011 zijn vier meldingen binnengekomen die ook inbovenstaand overzicht zijn verwerkt.

Bureau SecretarisGeneraal5G

Datum19 november 2013

Ons kenmerk454813

Pagina 5 van 5

iae 4

Rapportage coördinator integriteit over de periode juni tot en met augustus 2013

Verslag van mijn activiteiten over de periode juni tot en met augustus 2013. Ik heb eenonderscheid gemaakt in casuïstiek, beleidsmatige zaken en diversen.

Casuïstiek

Anonieme brieven over vermoedens van integriteitsschendingenIk begreep van de directeur DP&O dat nu ook de SG een vervalste brief heeft gekregen over eenvermoeden van integriteitschending van een medewerker van DJI. Deze brief blijkt onderdeel tezijn van een reeks vervalste brieven die al sinds 2008 worden verstuurd en waarin verschillende -

met name - leidinggevenden van DiT worden beschuldigd van allerlei misstanden. Inmiddels liggener drie aangiftes bij de politie. De Nationale Ombudsman en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)hebben aangifte gedaan van valsheid in geschrift. Eén van de in de brieven genoemdemedewerkers deed aangifte van smaad. N.a.v. de aangiften is een strafrechtelijk onderzoekgestart. Er is ook een mogelijke verdachte in beeld. Mijn medewerker (senior beleidsadviseur

P fungeert als liaison tussen het ministerie en de politie/OM in deze zolang hetonderzoek duurt.

Seksuele intimidatie

0 Een medewerker van heeft een klacht ingediend bij de commissieseksuele intimidatie (ST). Een eerste zitting van de commissie n.a.v. deze klacht was op 6september. De commissie was al geruime tijd niet meer bijeen gekomen om reden van uitblijvenvan aanbod van zaken. Ik heb daarvoor, en voor de opstelling in deze van Dii, uw aandachtgevraagd, een gesprek van SG met de voorzitter, heeft plaatsgevonden. Dezittingstermijn van commissieleden bleek inmiddels verstreken, tevens moest er, in verband metde kunne van de klager, een mannelijk commissielid aan worden toegevoegd. Minister Opsteltenheeft op verzoek van de commissie een ad hoc instellingsbesluit voor de commissie SI getekend.Inmiddels heb ik enige personen bereid gevonden om tot de commissie SI toe te treden.

Melding van een misstandEen concrete melding van een vermoeden van een misstand kwam eveneens binnen in dezeperiode. Ik informeerde en adviseerde u en de pSG eerder over. Het gaat om een vermoeden vaneen misstand bij de Nationale Politie (belangenverstrengeling). Ik wacht de uitkomst van hetingevolge de regelgeving in te stellen onderzoek af, waarna ik de melder ter zake kan informeren.

D pMijn medewerker werd door DG POL geconsulteerd inzake en een klacht m.b.t.

0Outla wbikersOp verzoek van Politie geadviseerd over medewerker met familielid dat lid is van zogenoemdeoutlawbikersclub.

0

_____________________

Zaak van Besluit voor de schorsing maken voor 0wegens geconstateerde belangenverstrengeling.

Adviezen aan medewerkersTwee adviezen aan medewerkers over mogelijk belangenverstrengeling i.v.m. politieke activiteiten

Meld Misdaad AnoniemAmbtenaren en particulieren die gegronde reden om een integriteitschending niet openlijk bij dedesbetreffende overheidsorganisatie aan de orde te stellen, kunnen de melding anoniem meldendoor zich te wenden tot Meld Misdaad Anoniem. In deze periode kwamen twee meldingen binnenvia deze weg. De een betrof een mogelijke fraudezaak bij reclassering, de andere melding gingover ongewenste activiteiten in de privésfeer m.b.t. een DIT-medewerker.

Beleid

Klokkenluidersregeling

De coördinator integriteit en diens medewerker zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van dezogenoemde klokkenluidersregeling (Besluit van 15 december 2009, houdende een regeling voorhet melden van een vermoeden van een misstand bij de sectoren Rijk en Politie.). Derhalve, ensamen met DWJZ/PR voor de arbeidsrechtelijke aspecten, ook voor aan de orde zijn nieuweregelgeving ter zake. Hier zijn hier twee ontwikkelingen aan de orde, te weten het Huis voorKlokkenluiders en werk aan een ontwerp-aanbeveling van de Raad van Europa.

Inzake het initiatiefwetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders van Van Raak e.a. (33 258) neemt mijnmedewerker deel aan een interdepartementale werkgroep ten behoeve van het kabinetsstandpunt.In juli leverde zij op verzoek van BZK ondersteuning in de Tweede Kamer bij de behandeling(eerste termijn) van dit wetsvoorstel. Tevens organiseerde zij in deze verslagperiode een ambtelijkvooroverleg met onder andere een afgevaardigde van het College van PGs en BZK om op kortetermijn een advies te krijgen van het College van PGs. Het advies is inmiddels binnen. Het Collegebeoordeelt het wetsvoorstel positief. Kort samengevat adviseert het College als volgt:

1. Afstemming tussen het Huis voor klokkenluiders en het Openbaar MinisterieHet Openbaar Ministerie onderschrijft de gedachte dat afstemming met het Huis voorklokkenluiders in voorkomende gevallen wenselijk is en dat in een protocol afspraken hieroverkunnen worden gemaakt. Dit teneinde zoveel mogelijk te voorkomen dat, in het geval eenonderzoek door het Huis voor klokkenluiders samenloopt met een strafrechtelijk onderzoek, deonderzoeken elkaar hinderen.

2. Samenloop van onderzoeken

De voorgestelde regeling op dit punt houdt in dat het Huis voor klokkenluiders geen onderzoek zalinstellen naar een vermoeden van misstand als de melding betrekking heeft op een gedraging tenaanzien waarvan een procedure bij de stafrechter aanhangig is, dan wel dan wel beroep openstaattegen een uitspraak die in een zodanige procedure is gedaan. Voorts hebben de indieners (in denota naar aanleiding van het verslag) voorgesteld dat het Huis voor klokkenluiders eveneens geenbevoegdheid tot instellen van onderzoek zal hebben als het Openbaar Ministerie een strafrechtelijkonderzoek is gestart.

Het advies van het Openbaar Ministerie wijkt enigszins af van dit voorstel, in die zin datgeadviseerd wordt om het Huis van klokkenluiders wel de bevoegdheid toe te kennen om eenonderzoek in te stellen, ook als reeds een strafrechtelijk onderzoek of een procedure bij de rechterloopt. Het is in die situaties aan het Huis om te beslissen om een onderzoek niet in te stellen cq.voort te zetten. Deze regeling acht het Openbaar Ministerie beter uitvoerbaar en wenselijker. Devoorgestelde regeling zou in de praktijk immers vergen dat de meldingen bij het Huis wordenafgezet tegen (alle) lopende onderzoeken of zaken; ook kan het in de praktijk lastig zijn om vastte stellen of er wel sprake is van samenloop van een strafrechtelijk onderzoek en een onderzoekdoor het huis. Onderzoeken kunnen raakvlakken hebben met elkaar zonder dat sprake is van eensamenloop: een strafrechtelijk onderzoek kan zich bijvoorbeeld richten op feiten die mede eenmisstand omvatten en een onderzoek naar misstand hoeft niet een strafbare gedraging teomvatten etc. Verder schat het Openbaar Ministerie in dat het maatschappelijk gezien minderwenselijk is dat in alle gevallen het onderzoek door het Huis zou moeten worden opgeschort tothet strafrechtelijk onderzoek is afgerond en tot een onherroepelijk oordeel heeft geleid.

Voor alle Kamerleden was dit, zo bleek tijdens de plenaire behandeling, een belangrijk aspect, datals een mogelijk knelpunt werd ervaren. Het College reageert echter constructief, waarmee eenbelangrijke hobbel voor de initiatiefnemers is weggenomen.

Vervolgtraject

Daar het verzoek aan het Openbaar Ministerie mede gedaan was namens BZK is het adviesinmiddels gedeeld met ambtelijk BZK, dat het ter kennis zal brengen aan minister Plasterk. Hetministerie van BZK zal voorts zorgen dat het advies van het College aan de initiatiefnemers en deTweede Kamer wordt aangeboden. In september wordt het plenaire debat met de Kamer over hetinitiatief wetsvoorstel voortgezet.

Raad van EuropaIn het kader van de Raad van Europa is een aanbeveling van het Comité van Ministers invoorbereiding inzake de positie en de bescherming van klokkenluiders. Aan het overleg nemen de

2

coördinator in diens kwaliteit van lid van het Bureau van het CDCJ (Comité Directeur deCoopération Juridique) en zijn medewerker deel. Voorbereidend interdepartementaal overleg (mcl.met de Nationale ombudsman) vond een en andermaal plaats.

OutlawbikersDe circulaire aangaande privé-contacten ambtenaren bij Rijk en Politie die op 31 augustus 2013 inde Staatscourant is gepubliceerd, is een aanpassing van het rijksbrede integriteitsbeleid. Dezeaanpassing is tevens onderdeel van de integrale aanpak van Outlawbikers van minister Opstelten.Het is het gevolg van het antwoord op een motie van de Kamerleden Dijkhoif en Marcouchaangaande outlawbikers werkzaam in domein Veiligheid en Justitie. Over de aanpassing van hetbeleid is inmiddels door mijn medewerker met de taakorganisaties gesproken, eveneens is er eenbericht verschenen op rijksweb. Zie hiervoor ook nota 17591.

Brochure commissie SIMedewerking is gegeven aan de opstelling van de tekst en de vormgeving van een nieuwebrochure over de commissie seksuele intimidatie. Deze brochure zal in september wordenverspreid onder alle vertrouwenspersonen bij Veiligheid en Justitie. De interactieve webversiewordt op de nieuwe ontwikkelde intranetsite geplaatst.

DilemmatrainingMijn medewerker heeft samen met Bureau Integriteit Openbare Sector (BIOS) en het Centrumvoor Ethiek van de Radboud Universiteit Nijmegen, een integriteitstraining ontwikkeld. Dezetraining wordt op verzoek gegeven en is ook opgenomen in de nieuwe leergang beleid van deBeleidsacademie. De training is gebaseerd op de deugdethiek en is in die zin bijzonder omdatnogal eens in dilemmatrainingen met grote stelligheid wordt onderwezen dat er maar één moreeljuist oordeel zou bestaan. De deugdethiek bepleit juist dat integriteit afhankelijk is van tijd, plaatsen context. De deugdethiek richt zich ook niet op regels of procedures, maar eerder op de houdingen motivatie van de individuele ambtenaar. Daarvoor worden de eeuwenoude kardinale deugden(moed, maat, verstand en gerechtigheid) vertaald naar de hedendaagse overheidspraktijk.Ook kenmerkend is de pedagogische invalshoek: integriteit is geen kwestie van je bent het, of jebent het niet’, maar trainbaar en verbeterbaar. Tot slot heeft de deugdethiek een positieve inzet,het gaat er niet primair om het slechte op te sporen en te bestraffen, maar vooral om het goede tebenadrukken en tot voorbeeld te stellen. Daarmee sluit de deugdethiek aan bij actuele begrippenals beroepstrots en beroepseer.

Diversen

Met directeur BSG voerde ik overleg over de wenselijke vormgeving en borging van dei nteg riteitsfu nctie.Met directeur DP&O had ik overleg over haar concept-nota van 15 augustus ji. met voorstellenover datzelfde onderwerp. Mijn kritische commentaar heb ik vervolgens eind augustus ookschriftelijk aan haar doen toekomen, met cc aan directeur BSG. Ook stelde ik directeur DP&Owederom op de hoogte van het nog steeds voortdurende probleem van het ontbreken van eenvaste werkruimte en een plaats waar de voor mij en mijn medewerker bestemde post opverantwoorde wijze kan binnenkomen (het wekt slechts verbazing en onbegrip bijbelanghebbenden en belangstellenden dat, anders dan bijv. de Personeelsvereniging en Sticol,integriteit niet over een vaste werkruimte beschikt; het komt bij voorbeeld voor dat post in hetkader van Meld Misdaad Anoniem geopend ons bereikt etc.).

6 september 2013

3

BIae

Justitie

Aan HOND

Van directeur HRCnncipint coördinator vertrouwenspersonen

—Joorkiesnummer(s)Datum 24 februari 2010

Ons kenmerkUw kenmerk

flijlage(n)Onderwerp Concept jaarverslag vertrouwenspersonen 2009

Meldingen

Onderstaand overzicht geeft aan hoeveel meldingen devertrouwenspersonen ontvingen in 2009, onderverdeeld in drie categorieën:ongewenst gedrag, integriteitschendingen en overige meldingen.Het betreft steeds een IND-totaalcijfer.

Categorie: Totaal 2009 Totaal 2008 Verschil

_____________

2008/2009A. Ongewenst gedrag 54 84 -30

B, Integriteitschendingen 4 6 -2

C. Overige meldingen 13 10 +3

Totaal 71 100 -29Rijen A+B+C

Meldingen

Voor het tweede achtereenvolgende jaar is er een daling vanhet aantal klachten. Waren er in 2007 nog 151 klachten, in2008 waren het er 100 en vorig jaar telde het aantal klachten71. Procentueel een daling van 29 procent ten opzichte van2008 en 53 procent ten opzichte van 2007. Er is zonder meersprake van een significante daling van het aantal meldingen.

Bezien wij nu de verschillende categorieën dan blijkt dat ereen absolute daling heeft plaatsgevonden in de categorieongewenst gedrag (54 meldingen in 2009 versus 84 meldingenin 2008) .Het percentage in het geheel van klachten is ookgedaald van 84 procent naar 76 procent. Kijken wij naar hetaandeel van klachten waarbij een leidinggevende is betrokken

dan blijkt dat dat cijfer in absolute zin is gedaald — wat logischis, immers het totaal aantal meldingen is ook fors gedaald —

maar ook procentueel met een bescheiden drie procent (- van81% naar 78%). Voor het overgrote deel betreft het klachtenwaarbij een arbeidsconflict/onheuse bejegening of het gevoelvan onjuiste behandeling speelt.Dit betekent niet dat er altijd recht wordt gedaan aan demelder. Klachten bereiken soms niet het bevoegde gezag uitangst voor nadelige (rechtspositionele) gevolgen.

Er is één melding van seksuele intimidatie. Het betreft hiereen IND medewerker en een uitzendkracht. Deze laatste zouzich schuldig hebben gemaakt aan SL

In de categorie integriteitschendingen vallen de meldingenonder de noemer ‘oneigenlijk gebruik van verstrektediensten’.

In de categorie overige meldingen betreft het voor hetmerendeel kwesties die zich in de privésfeer afspelen. Er is eenlichte stijging van het aantal klachten ten opzichte van 2008(÷3). Een directe relatie met het werk is er meestal niet.

Het aantal meldingen is niet gelijkelijk verdeeld over delocaties. De locatie Zwolle neemt met 39 klachten, 54 procentvan het totaal aantal klachten voor haar rekening. Wat hiervande reden is is aanleiding tot nader onderzoek. De overigelocaties verschillen niet veel in het aantal klachten.Nader onderzoek is ook nodig om te ontdekken of er een lijn isin de herkomst van de klachten. Navraag bij devertrouwenspersonen leert dat het - tot nu toe - niet komtdoordat de IND organisch in beweging is; dus geenmedewerkers die zich bij de vertrouwenspersoon meldenomdat ze weliswaar doorzien dat het allemaal anders wordt,maar niet weten hoe het dan anders wordt en als gevolgdaarvan zich niet meer veilig weten bij de gemeenplaatsenwaaraan zij vroeger geloofde. Voorzover er wel sprake is vaneen diep onbehagen als gevolg van deorganisatieontwikkelingen uit het zich niet in de vorm vanklachtmeldingen.

Ten slotte, in de beoordeling van de werklast van devertrouwenspersonen vergeet men gemakkelijk dat er nogaltijd een aantal klachten speelt die hun oorsprong hebben inde jaren ervoor. Hiermee is veel werk gemoeid. De kroonspant een klacht uit 2007 die nog steeds niet is afgerond.

2

Ontwikkelingen

- In 2009 is er met succes geworven voorvertrouwenspersonen voor de locaties Ter Apel, Zwolle, DenHaag (Mariahoeve) en Rijswijk (Churchhillhof). Voor het eerstsinds lange tijd heeft nu iedere locatie een eigenvertrouwenspersoon. Zwolle heeft er nu, gezien de werklast,twee.

- Met de herziene en gewijzigde herdruk van de ‘INDuitwerking van de gedragscode’ is door de OR op 26november 2009 ingestemd met uitzondering van hethoofdstuk over kledingsvoorschriften. Wij zijn nu inafwachting van een besluit door het bevoegd gezag over denieuwe gedragscode.

- Met de opheffing van de stafdirectie POl/Bedrijfsvoering is ereen periode van onduidelijkheid geweest over de beleggingvan de zorg voor de vertrouwenspersonen in de Organisatie.Deze is nu per 1januari 2010 belegd bij de directeur HR.Het Besluit en de Richtlijnen Vertrouwenspersonen moetderhalve worden geactualiseerd.

Canon

? die werkt aan een losbladig canon — in debetekenis van regel, richtsnoer, maatstaf— voor devertrouwenspersonen heeft als afgeleide van dit project zichook georiënteerd op de mogelijkheden van een opleiding voorde vertrouwenspersonen, Dit heeft geresulteerd in een contactmet Nyenrode Business Universiteit en het CentrumArbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) die eenopleiding Vertrouwenspersonen Integriteit zullen verzorgen.Het onderdeel van het CAOP dat direct bij de opleiding isbetrokken is het Bureau Integriteitbevordering voor deOpenbare Sector (BIOS).Veel van de onderwerpen die in de canon behandeld wordenkomen terug in de opleiding.

Gastspreker/ docent

Ook weer als afgeleide van de canon: Fred van lersel en AlexBelling zijn uitgenodigd op onze bijeenkomst(en) De eerste isbijzonder hoogleraar vraagstukken geestelijke verzorging bijde krijgsmacht aan de Theologische Faculteit van deUniversiteit van Tilburg en schrijver van onder andere‘Militaire ethiek: ethische vraagstukken, morele vorming,dilemmatraining’ (2004). Hij is bereid gevonden ons in teleiden in de ethiek.Alex Belling werkt bij het Ministerie van Binnenlandse zakenen Koninkrijkrelaties (BZK) waar hij aan de totstandkoming

3

van de nieuwe klokkenluiderregeling (Staatsbiad, 15 december2009) heeft gewerkt. Hij is ook verbonden aan het BIOS waarhij werkt aan de realisering van diverseintegriteitinstrumenten.

Samenwerking met HR

Zoals opgemerkt, vallen de vertrouwenspersonen sindsjanuari 2010 direct onder de directeur HR.Ook in 2010 wordt er gewerkt aan het verder vorrngeven vande samenwerking met HR. In 2009 resulteerde dat al direct inhet deelnemen van een HR adviseur aan desollicitatiegesprekken in het kader van de werving van nieuwevertrouwenspersonen.

4

B1oe 8

Jaarverslag VertrouwenspersonenImmigratie- en Naturalisatiedienst

2010

-;

%b \

Inleiding

Voor u ligt het jaarverslag van de vertrouwenspersonen over hetjaar 2010. In dit jaarverslagzullen we ingaan op de werkzaamheden en het werkgebied van de vertrouwenspersonen.Daarna gaan we in op de meldingen die er zijn geweest. Er wordt gekeken naar vervolgactiesnaar aanleiding van de behandeling van een klacht. Ook wordt aandacht besteed aan de andereactiviteiten die de vertrouwenspersonen hebben uitgevoerd.

De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden

Vertrouwenspersonen:De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangewezen medewerker, bij wie je alsongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag aanhangig kunt maken als je dat niet bijjeleidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst of ontoelaatbaar gedrag vallen ookseksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook. De aanwijzing door dedirecteur HR gebeurt na de opheffing van de stafdirectie POl/bedrijfsvoering. Binnen deOrganisatie zijn de taken “Integriteit” en vertrouwenspersoon “Seksuele Intimidatie” verenigdin één vertrouwe L. De or ie kende in 2010 één coördinatorvertrc Rijswijk) en 1 1

Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zogroot mogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstellingen. Als gevolg van deveranderingen in de Organisatie 5 de huidige locatiebezetting tot stand gekomen.

Werkzaamheden:De vertrouwenspersoon heeft een belangrijke rol binnen de organisatie. Het motto hierbij is“help de cliënt zichzelf helpen”, waarbij de vertrouwenspersoon een vorm van steun biedt enniet het probleem overneemt. Zeker omdat er vaak geen pasklare of”goede” antwoorden zijn.F-Iierbij geldt in principe dat van iedere medewerker, waar mogelijk, wordt verwacht dat dezede persoon die het ongewenste of ontoelaatbare gedrag vertoont hierop in beginsel zelfaanspreekt.

De vertrouwenspersoon is er voor de medewerker in de ruimste zin van het woord.Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking totintegriteit en ongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. Devertrouwenspersoon ondersteunt de medewerker bij het zoeken naar een oplossing. Demedewerker zelf speelt een actieve rol hierin, en maakt zelfde keuzes. Devertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig, maar zal zoveelmogelijk bij de medewerker neerleggen. De vertrouwenspersoon biedt zoals vastgelegd in derichtlijn voor het verrichten van de taak, een lLlisterend oor, waardoor de medewerker zijnverhaal kwijt kan. In overleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bijderden. Er kan indien nodig of wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeldeen onafhankelijke derde of een manager. De vertrouwenspersoon kan met de medewerkermeegaan ter ondersteuning.

p{In 2

- (Zwolle),

_________

(Zevenaar) en(Ter Apel) aangewezen voor de vervulling van de taak van vertrouwenspersoon.

2

Indien een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierinbijstaan. Indien nodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeldgespecialiseerde hulpverlen ingsinstanties, de bedrijfsarts of bedrij fsmaatschappel ijk werk.

De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht; alles wat besproken wordt, wordtvertrouwelijk behandeld. Ofwel de vertrouwenspersoon draagt er zorg voor dat de anonimiteitvan medewerkers, voor zover vereist, is gewaarborgd. Dit impliceert dat devertrouwenspersoon wat aan de orde is gekomen in beginsel niet met anderen bespreekt,tenzij de melder daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven. In rapportages wordende meldingen geanonimiseerd opgenomen.

NB: Indien het gaat om ongewenst gedrag of ontoelaatbaar gedrag op het gebied vanintegriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ingevolge art. 162 van het Wetboek vanStrafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij de uitoefeningvan zijn functie kennis krijgt van een misdrjf daarvan melding in de lijn of aangifte te doen,en kan anonimiteit en bronbescherming op grond van de wettelijke verplichting nietgegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat voorop, zoals bij ongewensteomgangsvormen, maar het belang van de Organisatie. Dat betekent dat de klager ook nietvanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt.

Indien het gaat om een misdrjf conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerkermedegedeeld worden dat, hoe dan ook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden.Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal de vertrouwenspersoon dit moeten doen.

Indien de gedraging gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit, waaraan een strafsanctieis verbonden, dan wordt de melder in overweging gegeven om ook het Bureau Veiligheid enIntegriteit (BV&l) in de zaak te kennen. In overleg met de melder en het BV&l wordtafgesproken welke bemoeienis de vertrouwenspersoon bij de verdere aanpak eventueel zalhebben en welke stappen het BV&I zet.

Meldingen / Gesprekken vertrouwenspersonen

Aantal:De vertrouwenspersonen hebben in 2010 in totaal met 165 personen gesprekken gevoerd.In een aantal gevallen was één gesprek voldoende en in een klein aantal gevallen zijn meerdan drie gesprekken per persoon gevoerd, het grootste deel zit daar qua aantal gesprekkentussenin. De gesprekken werden gevoerd met zowel mannen als vrouwen. Het zijn met nameniet leidinggevenden die de vertrouwenspersonen benaderen. De collega’s kwamen uit alleprocessen op de diverse locaties. Opvallend is dat er (verhoudingsgewijs) meer collega’s uithet proces regulier sociaal kwamen met een gevoel onheus bejegend of behandeld te zijn.

Inhoud:De vertrouwenspersonen zijn aangesteld voor kwesties betreffende integriteit en ongewensteomgangsvormen. Welk probleem speelt wordt duidelijk in (een) gesprek(ken).

Bij 14 collega’s was sprake van ongewenst gedrag. Het ging om pesten of over het gevoelgeïntimideerd te worden. Dit laatste speelt vooral in de hiërarchische verhouding tot deleidinggevende. In enkele gevallen gaven collega’s aan zich seksueel geïntimideerd te voelen.

3

Er zijn 9 collega’s geweest die wilden sparren over integriteitkwesties, bijvoorbeeld omgangmet vertrouwelijke informatie en de vraag wanneerje iets moet melden als je kennis hebt vanstrafbaar gedrag in je privé omgeving. Indien sprake was van een vermoeden van eenintegriteitschending zijn de vertrouwenspersonen in gesprek gegaan met de medewerker overde verplichting van en de mogelijkheden om een melding te doen.

In 14 gevallen voerden collega’s gesprekken met de vertrouwenspersonen in verband metprivé problemen welke direct of indirect van invloed waren op het functioneren van debetreffende medewerkers.

Er zijn 28 collega’s bij de vertrouwenspersonen geweest omdat er sprake was van een vormvan arbeidsconflict of een arbeidsvraagstuk. Hoewel het omgaan met arbeidsconflicten niettot de taak van de vertrouwenspersoon behoort, wordt hier wel serieus op ingegaan, omdatook (het gevoel van) onheuse bejegening of intimidatie een rol kan spelen.

43 collega’s hebben hulp ingeroepen van een vertrouwenspersoon omdat zij zich onheusbejegend / onheus behandeld voelden. Hierbij ging het in de meeste gevallen om eenmedewerker die zich onheus bejegend of behandeld voelde door zijn of haar leidinggevende.

Daarnaast waren er ook collega’s, zeker 52, die met niet nader te rubriceren zaken kwamen.Zo wilden een aantal collega’s praten over de morele kant van het werk, wilde men hunverhaal kwijt na incidenten bij het uitreiken van beschikkingen of problemen met collega’s.

Een ieder is altijd een luisterend oor geboden, wat in een aantal gevallen al afdoende was. Bijandere personen is gekeken naar de mogelijkheden van het oplossen van probleemsituaties enzijn zij gesteund en /of begeleid om zelfde nodige stappen te zetten. Daar waar nodig zijncollega’s gewezen op de aanwezigheid van of doorverwezen naar bevoegd gezag, debedrijfsarts, bedrjfsmaatschappelijk werk, HR, advocaat of mediator.

Altijd is getracht de zelfredzaamheid van melders bij het oplossen van het probleem testimuleren. Vertrouwenspersonen hebben daarbij hulp geboden, bijvoorbeeld door hetmeedenken en adviseren over de te zetten stappen. In sommige gevallen zijn devertrouwenspersonen meegegaan naar gesprekken, in de rol van toehoorder of mettoestemming van beide partijen als gesprekspartner, en ter ondersteuning van de medewerkerom datgene te kunnen doen wat nodig is.

• Meldingen vertrouwenspersonen 2011 / Schematische weergave

Arbeidsconflict / onheuse bejegening 43Arbeidsconflict 28Intimidatie 3Integriteit 1 — alcoholgebruik

2 — gewetensconflict1 — misbruik positie / neventaak2 — ongeoorloofd gebruik computer2 — doorspelen vertrouwelijke informatie1 — ongeoorloofde afwezigheid1 — relatie met getrouwde collega / u.m. etc1 — relatie met illegale vreemdeling

Overig 15

4

Pesten 6

Totaal aantal meldingen 160

Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen

In 2010 hebben alle vertrouwenspersonen deelgenomen aan de opleiding VertrouwenspersoonIntegriteit. De opleiding is gegeven door Nyenrode in samenwerking met BIOS (BureauIntegriteitbevordering Openbare sector). In de opleiding is onder andere aandacht besteed aanrelevantie wet- en regelgeving, de positionering en het speelveld van de vertrouwenspersoon,het begrip integriteit en de schendingen, meldingen en onderzoeken met daarin de rol van devertrouwenspersonen.

Daarnaast hebben de meeste vertrouwenspersonen deelgenomen aan de Justitiedag voorvertrouwenspersonen en heeft er een groep een cursus conflicthantering gevolgd.

Elke twee maanden komen de vertrouwenspersonen bij elkaar voor overleg en intervisie. Driemaal per jaar wordt de intervisie begeleid door een externe psycholoog.

Een aantal vertrouwenspersonen hebben jaarlijks of indien nodig, een gesprek met eenprocesdirecteur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door de vertrouwenspersonengesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts of bedrjfsmaatschappeljk werk.

De vertrouwenspersonen hebben in 2010 een kennismakingsgesprek gevoerd met dehoofddirecteur, met de directeur HR en haar plaatsvervanger. In 2010 heeft er tevens eenkennismakingsbijeenkomst plaatsgevonden met collega’s van BVen 1.

Vooruit kijken

Gezien het feit dat het besluit en de richtlijn Vertrouwenspersonen zijn geactualiseerd in 2008en er in de tussentijd de nodige ontwikkelingen zijn geweest (o.m. aanpassenGedragscode, Organisch veranderingsproces, andere inpassing in de Organisatie etc.) zal doorde directie HR actualisering plaats moeten vinden.

Ook is het goed om tegen de achtergrond van de veranderingen, in samenspraak niet dedirecteur HR, een concrete invulling te geven aan de begeleiding zoals beschreven in deRichtlijn.

Privé gerelateerde zaakSexuele intimidatieRoddelenDi scri mi natieGewetensconflict / onvrede over werkOngewenste omgangsvormen/intimidatie

142861212

5

£kIe 9

Jaarverslag VertrouwenspersonenImmigratie- en Naturalisatiedienst

2011

;t;—

-

ir--

1

Inleiding

In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van devertrouwenspersonen beschreven. Ook het aantal meldingen van 2011 en een vergelijking metvoorgaande jaren. Hieruit blijkt dat het totaal aantal meldingen met meer dan 1/3e is teruggelopent.o.v. 2010.

De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden

De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND iservoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “OngewensteOmgangsvorinen” te verenigen in één functie.Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag tebespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst ofontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.

Bezetting 2011:Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo grootmogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstellingen. Uiteraard staat het demedewerker vrij om contact te leggen met een vertrouwenspersoon van een andere locatie.

Als gevolg van de veranderingen in de Organisatie is de huidige locatiebezetting tot stand gekomen.

Functie: Naam: Locatie: Periode:t/rn juni 0

Coördinator RijswijkCoördinator Rijswijk vanafjuliVertrouwenspersoon Den BoschVertrouwenspersoon Den BoschVertrouwenspersoon ZevenaarVertrouwenspersoon RijswijkVertrouwenspersoon RijswijkVertrouwenspersoon RijswijkVertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon Zwolle t/nl juni waarnemend coördinator

Vertrouwenspersoon Zwolle t/m augustusVertrouwenspersoon Zwolle vanaf juliVertrouwenspersoon Ter Apel: t/m juni

* Vacature

Werkzaamheden:

Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit enongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteuntde medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol enmaakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als hetgaat om strafbare feiten). De vertrouwenspersoon biedt zoals vastgelegd in de richtlijn voor hetverrichten van de taak, een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. Inoverleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodigof wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of eenmanager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan terondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen

2

(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indiennodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerdehuipverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsrnaatschappelijk werk.

De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht; alles wordt vertrouwelijk behandeld. Tenzij demelder uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. Inrapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag ofontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162van het Wetboek van Strafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij deuitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte tedoen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting nietgegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewensteomgangsvormen, maar het belang van de organisatie. Dat betekent dat de klager ook nietvanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om eenmisdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe danook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal devertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om ook het BureauVeiligheid en Integriteit (BV&I) in te lichten. In overleg iiet de melder en het BV&1 kan wordenafgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappen het BV&I zet.

Meldin2en

De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën. Onderstaand treft u het overzicht aan over demeldingen 2008 tot en met 2011.

180

160

140

120

100

80

60

40

20

0Totaal Totaal Totaal Totaal2011 2010 2009 2008

DA. ongewenst gedrag

Integriteitschendingen

D C. Oerige meldingen

Categorie: Totaal 201 1 Totaal 2010 Totaal 2009 Totaal 2008A. ongewenst gedragB. IntegriteitschendingenC. Overige meldingen

64 134 54 847 11 4 6

32 -________ 1 5 13 10

Totaal 103 160 71 100

• B.

D Totaal

3

Opvallend is dat van het aantal meldingen in 2011, de grootste groep onheuse bejegeningen (41) is. Ineen aanzienlijk aantal gevallen blijkt het bij nader onderzoek te gaan om voornamelijk het gevoel vanonheuse bejegening van een medewerker door een manager. Dit geldt voor alle locaties enklantdirecties.

Bij ‘overige meldingen’ is het aantal gesprekken over zaken in de privésfeer wat opvalt. Dit isaanzienlijk gegroeid ten opzichte van 2010.

Meldingen per locatie

Den BoschTer ApelRij swijkZevenaarHoofddorp/SchipholZwolle 25Totaal 103

* vanafjuni 2011 geen VP ter plaatse beschikbaar

Onderstaand staafdiagrarn betreft het totaal van 2010 en 2011 per locatie en specifiek die van RegulierSociaal. Dit omdat Regulier ca 1/3e van de totale IND personele bezetting vertegenwoordigt. Om hetbeeld te nuanceren, treft u onder het staafdiagram de bezetting van Regulier Sociaal per locatie.

40

20

DTotaaI 2011

•Totaal 2010

Totaal 2011330*

815

Totaal 2010369

258

2638142

160

140

120

100

80

60

0

0 x_.o

4

120

• regulier sociaal

Loiotaal_2011

Bezetting per locatie van KDRS:Den Bosch 222Ter Apel 18Rij swijk 294Zevenaar 16Hoofddorp/Schiphol 101Zwolle 166

Meldingen / Gesprekken vertrouwenspersonen

Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van dehoeveelheid van gesprekken.De vertrouwenspersonen hebben in 2011 in totaal met 103 personen gesprekken gevoerd.

De gesprekken werden gevoerd met zowel mannen als vrouwen. De colleg&s kwamen uit alleprocessen op de diverse locaties. Opvallend is dat er toch verhoudingsgewijs veel meldingen uit hetproces regulier sociaal komen.

Signalen

1. Aandacht voor personele zorg tegen de achtergrond van klantgericht gedrag met demedewerker als klant in zijn algemeenheid.

2. Aandacht voor personele zorg bij ziekteverzuimbegeleiding

Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen

In 2011 hebben 5 vertrouwenspersonen deelgenomen aan de cursus Geweldloos communiceren’ en‘Ben ik duidelijk zo?’. De cursus is gegeven vanuit het kerndeparternent BZK.

Elke twee maanden komen de vertrouwenspersonen bij elkaar voor overleg en intervisie. Drie maalper jaar wordt de intervisie begeleid door een externe psycholoog.

Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meermalen, een gesprek met eenprocesdirecteur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door de vertrouwenspersonen gesprekkengevoerd met colleg&s van HR. de bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werk.

100

80

60

40

20

0\ .4

i

5

De vertrouwenspersonen hebben in 2011 twee gesprekken gevoerd met de (plv) hoofddirecteur. Elkevertrouwenspersoon heeft een gesprek gevoerd met de directeur HR en de nieuwe coördinator.

BV&1 heeft een dagdeel een vergadering bijgewoond om informatie te geven over hoe zij omgaan metmeldingen. Daarnaast is met de coördinator integriteitszaken van BV&I gesproken over de gedachteom het melden van integriteitinbreuken te stimuleren en laagdrernpeliger te maken.Daarbij is gewezen op het belang van goede definities en gedegen onderzoek over de belegging vanintegriteitszaken binnen de organisatie, bijvoorbeeld over de vraag waar is beleid en waar is deuitvoering het best te beleggen.

Vooruitblik

De coördinator van de vertrouwenspersonen oriënteert zich in opleidingen ter verdereprofessionalisering en faciliteren van studie/scholing.

In 2012 komt er extra aandacht voor de rol en werkzaamheden van vertrouwenspersonen.De vertrouwenspersonen zullen zelf ook bijdragen aan grotere zichtbaarheid en verduidelijking overwat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij een actievere rol gaan vervullenm.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkelingen op het gebied van integriteit en ongewenstgedrag.Voor de vacatures, Ter Apel en Zwolle, zijn er sollicitatiegesprekken gepland (februari 2012).Samen met de Integriteitsprogrammamanager BZK wordt er gekeken naar harmonisatie ensamenwerking en hoe dit ingevuld kan worden.Het jaarverslag Vertrouwenspersonen 2012 zal een andere vorm gaan krijgen die beter aansluit op hetgewenste format van BZK.

6

lQe 10

Jaarverslag VertrouwenspersonenImnflgratie- en Naturalisatiedienst

2012

.. w_w•‘r

Jaarverslag 2012 VP: versie definitief d.d. 5 maart 2013 1

Inleiding

Voor u ligt het jaarverslag van de Vertrouwenspersonen IND over het jaar 2012.In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied en de activiteiten van devertrouwenspersonen beschreven en wordt verslag gedaan over de meldingen van 2012. In afwijkingvan voorgaande jaren worden er ook een aantal aanbevelingen gedaan om beter mogelijke trends ensignalen in kaart te brengen.

Dit Jaarverslag bevat de volgende informatie:1. Korte beschrijving van de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van de

vertrouwenspersonen;2. Het aantal meldingen van 2012 met een vergelijking met voorgaande jaren;3. Meldingen 2012 specifiek;4. Overzicht meldingen per locatie;5. Aanbevelingen;6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen;7. Vooruitblik.

Aanpak jaarverslag 2012Er wordt gekozen voor een andere aanpak om het jaarverslag 2012 onder de aandacht te brengen vande directeuren. In 2013 zullen de Vertrouwenspersonen contact opnemen met de directeuren om hetjaarverslag met hen te bespreken.

1. De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden

De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND iservoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “OngewensteOmgangsvormen” te verenigen in één functie.Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag tebespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst ofontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.

Bezetting 2012:Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo grootmogelijke bereikbaarheid en Iaagdrempeligheid te bewerkstellingen.De bezetting is als volgt:

Functie: Locatie: Periode:Vertrouwenspersoon Den BoschVertrouwenspersoon Den BoschVertrouwenspersoon ZevenaarVertrouwenspersoon Rij swijkVertrouwenspersoon Rijswijk Tot 1juli 2012

PVertrouwenspersoon Rijswijk Vanaf september 2012Vertrouwenspersoon Rij swij kVertrouwenspersoon Rijswijk Vanaf september 2012Vertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon ZwolleVertrouwenspersoon Ter Apel Vanaf medio 2012Coördinator Rij swijk

Uiteraard staat het de medewerker vrij om contact te leggen met een vertrouwenspersoon van eenandere locatie.

Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013 2

Werkzaamheden:

Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit enongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteuntde medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol enmaakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als hetgaat om strafbare feiten). Zoals vastgelegd in de richtlijn voor het verrichten van de taak, biedt devertrouwenspersoon een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. Inoverleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodigof wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of eenmanager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan terondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indiennodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerdehulpverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werk.

De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht. Alles wordt vertrouwelijk behandeld, tenzijde melder uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. Inrapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag ofontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162van het Wetboek van Strafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij deuitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte tedoen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting nietgegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewensteomgangsvormen, maar het belang van de Organisatie. Dat betekent dat de klager ook nietvanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om eenmisdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe danook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal devertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om het bevoegd gezag(directeur) in te lichten. Het bevoegd gezag bepaalt of BV&l ingeschakeld wordt. In overleg met demelder en het BV&l kan worden afgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappenhet BV&l zet.

2. Meldingen per categorie

Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van dehoeveelheid van gesprekken. Het aantal gesprekken varieert per situatie.De gesprekken werden gevoerd met meer vrouwen (84%) dan mannen (16%). De collega’s kwamenuit alle processen op de diverse locaties.

De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën. Onderstaand treft u het overzicht aan over demeldingen 2008 tot en met 2012.

Categorie 2012 2011 2010 2009 2008A.Ongewenstgedrag 57 64 134 54 84B. Integriteit 9 7 1 1 4 6C. Overig 13 32 15 13 10Totaal 79 103 160 71 100

Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013 3

180

Het totaal aantal meldingen is gedaald. De meest voorkomende categorie zijn de meldingen rn.b.t.“ongewenst gedrag”. Hiervan is net als in voorgaande jaren de grootste groep meldingen “het ervarenvan onheuse bejegening”. Bij nadere analyse blijkt dit in 90% voornamelijk het gevoel van onheusebejegening van een medewerker door een leidinggevende.Regulier Sociaal en Asiel (landelijk) nemen ieder ca. 25% (=50%) van het totaal aan meldingen voorhun rekening dat op zich niet bijzonder is, gezien zij ook 50% van de IND populatievertegenwoordigen.Vanuit Communicatie, HR en DUSA zijn geen meldingen gedaan bij een Vertrouwenspersoon..M&C, BOH, SDIS. Reg. Eco. Nat, PV en DIV vertegenwoordigen de andere 50% van het totaal aanmeldingen.

3. MeIdinen in 2012 meer specifiek

Categorie A (57): ongewenst gedrag (onheuse bejegening), - escalerende functioneringproblernatiek,ervaren van discriminatie, -pestgedrag, - intimidatie, -seksuele intimidatie, en ervaren van verbaleagressie.Doorverwijzingen zijn in een aantal zaken (voor zover bekend) gedaan naar o.a. BMW (9x), LAC(3x), HR (3x), Leiding (13x).Categorie B (9): integriteit — dit betrof misbruik van informatie, verstrekken van onjuiste informatieIn drie gevallen van vermeende integriteitschendingen is BV&l betrokken.Categorie C (13): overig - privé problematiek, functiegerelateerde problematiek/-dilemma’s.Doorverwijzingen zijn in een aantal situaties gedaan naar o.a.BMW en leidinggevende.

160

140

120

100

80

60

40

o A. ongeenst gedrag

• B.Integriteitschendingen

o C. Overige meldingen

0 Totaal

20

0Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal2012 2011 2010 2009 2008

Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013 4

4. Meldingen per locatie

Ten aanzien van meldingen per locatie valt op dat Zwolle één melding heeft gehad in 2012 t.o.v. 25 in2011. De reden van deze daling is niet bekend, anders dan dat er een aantal aannanies kunnen wordengedaan, zoals extra aandacht voor gewenst gedrag door leidinggevenden n.a.v. de R1&E/MTO. Enmogelijk de wisseling van vertrouwenspersoon op de locatie Zwolle.

Totaal 2012 Totaal 2011 Totaal 2010Den Bosch 28 33 36Ter Apel 1 0* 9Rijswijk 17 22 25Zevenaar 17 8 8Hoofddorp/Schiphol 15 15 26Zwolle 1 25 38Totaal 79 103 142

* gedurende 2011 geen VP ter plaatse beschikbaar

5. Aanbevelin2en:

Hoewel het aantal meldingen is gedaald, blijkt uit de R1&E 2011 dat ongewenst gedrag extra aandachtbehoeft. In het plan van aanpak RI&E zijn hier een aantal maatregelen voor opgenomen welkeaansluiten op VMOG en IND 2015, zoals:• aandacht voor leiderschap en medewerkerschap;• aandacht voor communicatie tussen medewerker en leidinggevende;• samenwerking;• gesprekscyclus/resultaatsturing;

Om beter inzicht te krijgen in meldingen en de (tijdige) afronding van meldingen zal er eenaanvullende registratie worden gedaan. Dit wordt vormgegeven door nazorg/navraag bij de melders ofde betreffende situaties naar tevredenheid zijn opgelost of afgehandeld. Of wat eventueel nog nodig is.Hiervoor worden de onderstaande onderwerpen verder uitgewerkt:• Ontwikkelen van een aangepast format t.b.v. registratie en afronding meldingen;

• Extra aandacht voor samenwerking t.a.v. registratie meldingen VP/BV&l en HR(JZ);

• (i.o.rn. V&J) Afspraken en duidelijkheid over de klachtencommissie (procedures en protocollen),

• Aandacht voor vindbaarheid en toegankelijkheid van informatie.

6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen

• In 2012 hebben de vertrouwenspersonen deelgenomen aan:o training conflicthantering, hoe zit ik zelf in een conflict en wat doet dat met mij,o training conflictmanagement, het verkrijgen van inzicht over het verschil van zienswijzen,

opvattingen, meningen en/of werkelijkheidsperspectieven, hoe hier mee om te gaan, te de-escaleren en de interactie te herstellen, blokkeringen op te heffen.

• De startende vertrouwenspersonen (3) hebben de basistraining VP bij BIOS gevolgd of gaan dezevolgen (begin 2013).

• De vertrouwenspersonen hebben vijf maal intervisie gehad, begeleid door een externe psycholoogen 4 maal aansluitend werkoverleg. Hierbij is tevens aandacht gegeven aan de rol als lid van hetBedrijfsopvangTeam (BOT);

• Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meerdere keren per jaar, eengesprek met een directeur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door devertrouwenspersonen gesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts enbedrijfsmaatschappelijk werk.

• Een aantal vertrouwenspersonen hebben zich gevraagd / ongevraagd gepresenteerd in diversewerkoverleggen.

Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013 5

• De vertrouwenspersonen hebben in 2012 één gesprek gevoerd met de SG van BZK en de plv.hoofddirecteur van de IND.

• Er heeft overleg plaatsgevonden tussen het hoofd BOH/BV&I en de coördinator VP om desamenwerking te bevorderen.

• De vacature voor Ter Apel is ingevuld.• De vacature voor Rijswijk is ingevuld• In samenwerking met BV&I en het clusterjuridische zaken zal er over 2012 gerapporteerd worden

aan BZK, waarbij de anonimiteit van de nielders zal worden gewaarborgd.

7. Vooruitblik

In 2012 is er geen gesprek gevoerd met de directeur HR en de coördinator. Dit staat gepland voor2013.Er zal in 2013 een workshop worden georganiseerd, gericht op het samenwerken tussen VP en BV&l,met als thema’s rollen en verantwoordelijkheden.Voor 2013 staan de volgende thernabijeenkomsten op de agenda i.o.m. O&O:• Oplossingsgericht omgaan met conflicten• Hoe om te gaan met pestgedrag• Psychologie voor Vertrouwenspersonen• Invloed op BeleidDe vertrouwenspersonen zullen zelf ook bijdragen aan grotere zichtbaarheid en verduidelijking overwat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij een actieve rol gaan vervullenm.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkeling op het gebied van integriteit en ongewenstgedrag.Er zal op korte termijn samenwerking worden gezocht met V&J door de coördinator VP t.a.v. delenvan kennis, procedures, protocollen en afspraken, rapportages. etc.

Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013 6

Biae 11

Immigratie- en Naturalisatied ienstMinisterie an Justitie

Jaarverslag VertrouwenspersonenImmigratie- en Naturalisatiedienst

2013

Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014 1

Inleiding

Voor u ligt het jaarverslag van de Vertrouwenspersonen IND over het jaar 2013.In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied en de activiteiten van devertrouwenspersonen beschreven en wordt verslag gedaan over de meldingen van 2013.Door de invoer van een uitgebreider registratie systeem in 2013 zijn er meer gegevens beschikbaarDeze aanvullende informatie is te vinden onder “Meldingen 2013 specifiek”.

Dit jaarverslag bevat de volgende informatie:1. Korte beschrijving van de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van de

vertrouwenspersonen;2. Het aantal meldingen van 2013 met een vergelijking niet voorgaande jaren;3. Meldingen 2013 specifiek;4. Overzicht meldingen per locatie;5. Aanbevelingen;6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen;7. Vooruitblik.

Aanpak jaarverslag 2013In navolging van de aanpak in 2012 is er gekozen om liet jaarverslag 2013 op eenzelfde manier onderde persoonlijke aandacht te brengen van de directeuren. De Vertrouwenspersonen zullen z.s.m. contactopnemen met de directeuren om het jaarverslag te bespreken.

1. De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden

De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND iservoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “OngewensteOmgangsvormen” te verenigen in één functie.Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag tebespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst ofontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.

Bezetting 2013Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de bezetting van de vertrouwenspersonen tijdens2013.Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo grootmogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstellingen.De bezetting is als volgt:

Functie: Locatie:Vertrouwenspersoon Den BoschVertrouwenspersoon Den BoschVertrouwenspersoon ZevenaarVertrouwenspersoon Rij swijkVertrouwenspersoon Rijswij k() Vertrouwenspersoon Rij swijkVertrouwenspersoon Rij swij kVertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon ZwolleVertrouwenspersoon Ter ApelCoördinator Rijswijk

Uiteraard staat het de medewerker vrij om contact te leggen met een vertrouwenspersoon van eenandere locatie.

Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014 2

Werkzaamheden:

Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit enongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteuntde medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol enmaakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als hetgaat om strafbare feiten). Zoals vastgelegd in de richtlijn voor het verrichten van de taak, biedt devertrouwenspersoon een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. Inoverleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodigof wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of eenmanager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan terondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indiennodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerdehuipverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsrnaatschappelijk werk.

De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht. Alles wordt vertrouwelijk behandeld, tenzijde melder uitdrukkelijk toestel’nming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. Inrapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag ofontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162van het Wetboek van Strafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij deuitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte tedoen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting nietgegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewensteomgangsvormen, maar het belang van de organisatie. Dat betekent dat de klager ook nietvanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om eenmisdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe danook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal devertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om het bevoegd gezag(directeur) in te lichten. Het bevoegd gezag bepaalt of BV&I ingeschakeld wordt. In overleg met demelder en liet BV&l kan worden afgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappenliet BV&l zet.

2. MeIdinen per categorie

Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van dehoeveelheid van gesprekken. Het aantal gesprekken varieert per situatie.De gesprekken werden gevoerd met meer vrouwen (80 %) dan mannen (20 %). De collega’s kwamenuit alle processen op de diverse locaties.Ten opzichte van 2012 is er een stijging te zien van 12%.

Onderstaand treft u het overzicht aan over de meldingen 2008 tot en met 2013.De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën - Ongewenst gedrag, Integriteit, Overig. Voor meergedetailleerde informatie, zie meldingen 2013 specifiek.

Categorie 2013* 2012 2011 2010 2009 2008A. Ongewenst gedrag 58 57 64 134 54 84B. Integriteit 3 9 7 1 1 4 6C.Overig 34 13 32 15 13 10Totaal 95 79 103 160 71 100

Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014 3

180

De meest voorkomende categorie is, net als voorgaande jaren, de meldingen m.b.t. “ongewenstgedrag” van voornamelijk liet gevoel van onheuse bejegening van een medewerker door eenleidinggevende (45 keer), waarvan 18 x door een mannelijke leidinggevende en 27 x door eenvrouwelijke leidinggevende en 9 x onbekend.Hierin is een stijging te zien van 3 % t.o.v. vorigjaar, (93 % in 2013 vs 90% in 2012)

Regulier Sociaal en Asiel (landelijk) nemen ca. 75 % van het totaal aan meldingen voor hun rekening,ook dit is een stijging t.o.v. vorig jaar (75% in 2013 vs 50% in 2012).Vanuit Communicatie, HR en DUSA zijn geen meldingen gedaan bij een Vertrouwenspersoon..M&C, BOH, SDIS, Reg. Eco. Nat, PV en DIV vertegenwoordigen de andere 25 % van liet totaal aanmeldingen, dit laat een daling zien, (25% in 2013 vs 50% in 2012).

3. Meldingen in 2013 meer specifiek

N.a.v. een meer uitgebreidere registratie zijn de categorieën als volgt te definiëren:

A: Ongewenst gedragfunctioneringsproblematiek - 32 xervaren intimidatie - 14 xervaren pestgedrag - 4 xervaren seksuele intimidatie - 7 xervaren verbale agressie - lx

B: IntegriteitMisdragingen in de privésfeer - lxLekken/misbruik van informatie - lxMisbruik bedrijfsmiddelen - 1 x

C. OverigFunctie-/werkgerelateerde inhoudelijk problematiek - 8 xPrivé gerelateerde problematiek - 11 xArbeidsconflict - 15 x

160

140

120

100

80

60

40

20

DA. Ongewenst gedrag

•B. Integriteit

DC. Oeng

D Totaal

2013 2012 2011 2010 2009 2008

Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014 4

Van het totaal aan meldingen zijn58 opgelost waarvan 55 naar tevredenheid en 3 niet naar tevredenheid12 zijn niet opgelost en niet tevreden9 status onbekend26 casuïstieken lopen nog

De meldingen zijn gemeld bij:Ix aangifte bij de politie7x bij de directeur64 x nvt9 x onbekend

Doorverwijzingen (de melder is doorverwezen naar):Directeur 6xUM 4xLeidinggevende 25xHRA 4xBeklaagde 3xBA 3xBMW 3x

De Melders:De meldingen zijn gedaan door 68 vrouwen, 21 mannen, 6 onbekend

4. Meldingen per locatie

Totaal 2013 Totaal 2012 Totaal 2011 Totaal 2010Den Bosch 38 28 33 36TerApel 3 1 0* 9Rijswijk 16 17 25Zevenaar 8 17 8 8Hoofddorp/Schiphol 21 15 15 26Zwolle 9 1 25 38Totaal 95 79 103 142

* gedurende 2011 geen VP ter plaatse beschikbaar

5. Aanbevelingen:

Gezien een toch stijgende lijn van meldingen over bejegening vragen wij extra aandacht voor:• leiderschap en medewerkerschap;• aandacht voor communicatie tussen medewerker en leidinggevende;• samenwerking;• gesprekscyclus/resultaatsturing.

6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen

In 2013 hebben de vertrouwenspersonen deelgenomen aan:• Oplossingsgericht omgaan met conflicten;• Pestgedrag hoe herken je de symptomen bij het slachtoffer en waarom doet de dader wat hij doet;• De vertrouwenspersonen hebben vijf maal intervisie gehad, begeleid door een externe psycholoog

en 4 maal aansluitend werkoverleg. Hierbij wordt tevens aandacht gegeven aan de rol als lid vanhet BedrijfsopvangTeam (BOT);

Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014 5

• Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meerdere keren per jaar, eengesprek met een directeur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door devertrouwenspersonen gesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts enbedrijfsrnaatschappelijk werk;

• Een aantal vertrouwenspersonen hebben zich gevraagd / ongevraagd gepresenteerd in diversewerkoverleggen;

• In 2013 hebben alle vertrouwenspersonen een gesprek gevoerd met de directeur HR en decoördinator;

• De vertrouwenspersonen hebben in 2013 een gesprek gevoerd met de hoofddirecteur van de IND;• Er heeft overleg plaatsgevonden tussen het hoofd BOH/BV&l en de coördinator VP om de

samenwerking te bevorderen.

7. Vooruitblik

Door omstandigheden is de voorgenomen training gericht op samenwerken VP en BVI in 2013 nietgerealiseerd. Er zal in 2014 een workshop worden georganiseerd. met als thema’s rollen enverantwoordelijkheden.

Voor 2014 staan de volgende themabijeenkomsten op de agenda i.o.m. O&O:• Psychologie voor Vertrouwenspersonen;• Basis & opfris van vaardigheden mediation.De vertrouwenspersonen zullen ook gedurende 2014 zelf bijdragen aan grotere zichtbaarheid enverduidelijking over wat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij een actieverol gaan vervullen rn.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkeling op het gebied vanintegriteit en ongewenst gedrag.Er zal op korte termijn samenwerking worden gezocht met V&J door de coördinator VP t.a.v. delenvan kennis, procedures, protocollen en afspraken, rapportages. etc.• Er is een concept klachtenregeling ongewenste bejegening IND opgesteld. Deze zal in 2014

worden afgestemd met de recent aangestelde coördinator Integriteit van VenJ.

Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014 6

EIae 12

Immigratie- en NaturalisatiedienstMinisterie van Justitie

Jaarverslag VertrouwenspersonenImmigratie- en Naturalisatiedienst

2014

Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015

In1eidin en aanbeve1inen:

Voor u ligt liet jaarverslag van de Vertrouwenspersonen IND over liet jaar 2014.Dit Jaarverslag geeft een stabiel beeld ten opzichte van 2013. Er springen geen zaken in het oog.

Wat wel bijzonder is, is dat wanneer gekeken wordt naar de resultaten van de MedewerkerSpiegel2014 (MTO), daar het totaal aan meldingen over ervaren ongewenste bejegening aanzienlijk hoger ligtdan de meldingen bij de Vertrouwenspersonen (dader zowel collega als leidinggevende):

• ervaren seksuele intimidatie (MTO 8 vs. VP 3);• ervaren discriminatie (MTO 76 vs VP 0);• ervaren fysieke agressie (MTO 14 vs VP 2);• ervaren verbale agressie (MTO 92 vs VP 3 );• ervaren pestgedrag (MTO 147 vs VP 5);

Ten opzichte van de Rl&E PsA van 2011/2012 laat de medewerkerSpiegel op dit gebied eenverbetering laat zien. Laat onverlet dat de in de MedewerkerSpiegel genoemde aantallen zorgelijk zijn.

Aanbevelingen:

Gezien de resultaten van de MedewerkerSpiegel 2014 op het gebied van ongewenste omgangsvormenen de resultaten van de Voorliggendejaarrapportage van de Vertrouwenspersonen vragen wij blijvendeextra aandacht voor:

• Sturing vanuit het MT-IND op leiderschap en medewerkerschap;• aandacht voor communicatie tussen medewerker en leidinggevende;• samenwerking;• gesprekscyclus/resultaatsturing.• liet met spoed invoeren van de klachtenregeling ongewenste omgangsvormen;

• faciliteren en ondersteunen van de zichtbaarheid van de vertrouwenspersonen;

• liet bevorderen van de inzet van vertrouwenspersonen en HR adviseurs voor de managers metdilemma’s;

Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015 2

Toelichtin2:In navolging van de aanpak in 2012 is er gekozen om het jaarverslag 2014 op eenzelfde manier onder

de persoonlijke aandacht te brengen van de directeuren. De Vertrouwenspersonen zullen z.s.m. contact

opnemen met de directeuren om het jaarverslag te bespreken.

In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied en de activiteiten van devertrouwenspersonen beschreven en wordt verslag gedaan over de meldingen van 2014.Door de invoer van een uitgebreider registratie systeem in 2013 zijn er meer gegevens beschikbaar

Deze aanvullende informatie is te vinden onder “Meldingen 2014 specifiek”.

Dit jaarverslag bevat de volgende informatie:1. Korte beschrijving van de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van de

vertrouwenspersonen;2. Het aantal meldingen van 2014 met een vergelijking met voorgaande jaren;

3. Meldingen 2014 specifiek;4. Overzicht meldingen per locatie;5. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen;6. Vooruitblik.

1. De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden

De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND is

ervoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “Ongewenste

Omgangsvormen” te verenigen in één functie.Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag te

bespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst of

ontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.

Bezetting 2014Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de bezetting van de vertrouwenspersonen tijdens

2014.Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo groot

mogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstell ingen.De bezetting is als volgt:

Functie: Locatie:Vertrouwenspersoon Den Bosch

Vertrouwenspersoon Den BoschVertrouwenspersoon ZevenaarVertrouwenspersoon Rijswijk

P Vertrouwenspersoon Rij swijkVertrouwenspersoon RijswijkVertrouwenspersoon RijswijkVertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon HoofddorpVertrouwenspersoon ZwolleVertrouwenspersoon Ter Apel

L Coördinator Rijswijk

Uiteraard staat het de medewerker Vrij om contact te leggen met een Vertrouwenspersoon van eenandere locatie.

Werkzaamheden:

Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015 3

Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit enongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteuntde medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol enmaakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als hetgaat om strafbare feiten). Zoals vastgelegd in de richtlijn voor het verrichten van de taak, biedt devertrouwenspersoon een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. Inoverleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodigof wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of eenmanager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan terondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indiennodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerdehulpverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werk.

De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht. Alles wordt vertrouwelijk behandeld, tenzijde melder uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. Inrapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag ofontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162van het Wetboek van Strafvordering). dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij deuitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte tedoen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting nietgegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewensteomgangsvormen, maar het belang van de Organisatie. Dat betekent dat de klager ook nietvanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om eeni-nisdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe danook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal devertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om het bevoegd gezag(directeur) in te lichten. Het bevoegd gezag bepaalt of BV&l ingeschakeld wordt, In overleg met demelder en het BV&I kan worden afgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappenhet BV&l zet.

2. Meldingen per categorie

Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van dehoeveelheid van gesprekken. Het aantal gesprekken varieert per situatie.De gesprekken werden gevoerd met meer vrouwen (80 %) dan mannen (20 %). De collega’s kwamenuit alle processen op de diverse locaties.Ten opzichte van 2012 is er een stijging te zien van 12%.

Onderstaand treft u het overzicht aan over de meldingen 2008 tot en met 2014.De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën - Ongewenst gedrag, Integriteit, Overig. Voor meergedetailleerde informatie, zie meldingen 2014 specifiek.

Categorie 2014 *2013 2012 2011 2010 2009 2008A. Ongewenst gedrag 51 58 57 64 134 54 84B. Integriteit 2 3 9 7 1 1 4 6C.Overig 35 34 13 32 15 13 10Totaal 88 95 79 103 160 71 100

Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015 4

180

De meest voorkomende categorie is, net als voorgaande jaren, de meldingen m.b.t. “ongewenstgedrag” van voornamelijk liet gevoel van onheuse bejegening van een medewerker door eenleidinggevende (48 keer), waarvan 14 x door een mannelijke leidinggevende en 33 x door eenvrouwelijke leidinggevende en 1 x onbekend.Hierin is een stijging te zien een stijging bij vrouwelijke leidinggevende (27 vorig jaar) en een kleinedaling bij mannelijke leidinggevenden (18 vorig jaar).

Regulier Sociaal en Asiel (landelijk) nemen ca. 76 % van het totaal aan meldingen voor hun rekening,Vanuit BOH is geen melding gedaan bij een Vertrouwenspersoon.Corn, Dusa, HR, M&C, SDIS, Reg. Eco. Nat, PV en DIV vertegenwoordigen de andere 24 % van hettotaal aan meldingen, dit laat een gelijk beeld zien t.o.v. 2013 (verschil 1%).

3. MeIdinen in 2014 meer specifiek

N.a.v. een meer uitgebreidere registratie zijn de categorieën als volgt te definiëren:

A: Ongewenst gedragfunctioneringsproblernatiek - 29 xervaren intimidatie - 15 xervaren pestgedrag - 5 xervaren seksuele intimidatie - 3 xervaren verbale agressie - 3 xervaren fysieke agressie — 2 x

B: IntegriteitOnbekend 2x

C. OverigFunctie-/werkgerelateerde inhoudelijk problematiek - 18 xPrivé gerelateerde problematiek— 10 xArbeidsconflict - 1 x

Van het totaal aan meldingen zijn57 opgelost waarvan 48 naar tevredenheid en 5 niet naar tevredenheid.23 zijn niet opgelost waarvan 3 naar tevredenheid en 14 niet naar tevredenheid.18 status onbekend.

De meldingen zijn gemeld bij:4x bij de directeur84 x nvt

160

140

120

p

p

100

-)80

60

40

20

aA. Ongew enst gedrag

• B Integriteit

D C. Overig

o Totaal

0 J2014 *2013 2012

12011 2010 2009 2008

Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015 5

Doorverwijzingen (de mekler is doorverwezen naar):Directeur 6xLeidinggevende 20xHRA 2xBA 3xBMW lixAlleen gesprek 46 x

De Melders:De meldingen zijn gedaan door 64 vrouwen, 24 mannen

4. Meldinen per locatie

Totaal Totaal2014 2013 Totaal Totaal Totaal

2012 *2011 2010Den Bosch 18 38 28 33 36TerApel 6 3 1 0* 9Rijswijk 34 16 17 22 25Zevenaar 6 8 17 8 8Hoofddorp/Schiphol 16 21 15 15 26Zwolle 8 9 1 25 38Totaal 88 95 79 103 142

* gedurende 2011 geen VP ter plaatse beschikbaar

5. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen

In 2014 hebben de vertrouwenspersonen deelgenomen aan:• Mediationvaardigheden voor Vertrouwenspersonen;• Een aantal vertrouwenspersonen hebben deelgenomen aan de dag van de integriteir (BIOS)• De vertrouwenspersonen hebben vijf maal intervisie gehad, begeleid door een externe psycholoog

en 4 maal aansluitend werkoverleg. Hierbij werd tevens aandacht gegeven aan de rol als lid vanhet BedrijfsopvangTeam (BOT);

• Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meerdere keren per jaar, eengesprek met een directeur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door devertrouwenspersonen gesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts enbedrijfsrnaatschappelijk werk;

• Een aantal vertrouwenspersonen hebben zich gevraagd / ongevraagd gepresenteerd in diversewerkoverleggen;

• In 2014 hebben alle vertrouwenspersonen een gesprek gevoerd met de directeur HR en decoördinator;

• De vertrouwenspersonen hebben in 2014 tweemaal een gesprek gevoerd met de plv hoofddirecteurvan de IND;

• Er heeft een gezamenlijke trainingsdag plaatsgevonden BOH/BV&1 en de Vertrouwenspersonenom elkaars rollen/werkwijzen beter te leren kennen en begrijpen.

• De regeling Seksuele intimidatie VenJ is gepubliceerd op intranet

6. Vooruitblik

• Vervolg op samenwerken VP en BVI.• Dilemma training van BV&l voor de VP’s• Psychologie voor Vertrouwenspersonen en groepsprocessen;• De vertrouwenspersonen zullen ook gedurende 2014 zelf bijdragen aan grotere zichtbaarheid en

verduidelijking over wat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij eenactieve rol gaan vervullen m.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkeling op het gebiedvan integriteit en ongewenst gedrag.

• Er is een concept klachtenregeling ongewenste bejegening IND opgesteld. Deze ligt terinstemming bij de Medezeggenschap

Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015 6

Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015 7

Is

Dienst Justitiële InrichtingenMinisterie van Justitie

Jaarverslag 2008-2009Centraal VertrouwenspersoonIntegriteit Dii (CVI)

)aarverlag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Inhoudsopgave

1 Voorwoord — 5

2 Integriteitsbeleid DM — 7

3 Werkwijze CVI — 9

4 Meldingen 2008 en 2009 — 11

5 Conclusies en aanbevelingen — 13

6 Anonieme meldingen — 21

7 Financiën — 23

Bijlage 1: gegevens CVI — 25

Pagina 3 van 28

Jaarverslüg 2008 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Pagina 4 van 28

Jaarverslecj 2008 - 2009, Centraal Vertrauwerispersoon Integritea (CVI)

:1. Voorwoord

Dit is het tweede verslag van de Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit DJI (CVI).Het beslaat de werkzaamheden In de periode 2008-2009. Toen wij in december2005 aan deze taak begonnen, was niet duidelijk wat ons te wachten stond enhoeveel integriteitskwesties ons voorgelegd zouden worden. Na vier jaar hebben wijredelijk inzicht in deze materie verworven en kennen wij de praktijk binnen DJI.Medewerkers, groepen van medewerkers, contactpersonen integriteit van deInrichtingen en diensten en directies weten ons te vinden voor een vertrouwelijkadvies. Daarnaast voeren wij overleg met de hoofddirecteur DJI, met de directeurvan het Bureau Integriteit en Veiligheid (BI&V) en de beleidsmedewerker van DJI dleintegriteit in zijn portefeuille heeft.

DJ1 kent als bijzondere uitvoeringsorganisatie een eigensoortige integriteitsproblematiek die, evenals bij defensie en politie, samenhangt met de uitvoering vanhaar taak en haar personeelsopbouw. Kenmerkend voor DJI zijn de geslotenheld vanhaar bedrijfsvoering - die letterlijk achter gesloten deuren vorm en inhoud krijgt - ende geweldsaspecten die onderdeel uitmaken van de uitvoeringspraktijk. Binnen diecontext is het ook niet vreemd dat er veel integriteitskwesties binnen DJI voorkomen.

Wij constateren dat over integriteit nog steeds niet open wordt gecommuniceerd.Zo kan het bestaan dat de normen van inrichting tot inrichting verschillend wordengehanteerd en gehandhaafd, met als gevolg dat een medewerker in de ene inrichting geheel anders aangesproken of disciplinair gestraft wordt dan in een andereinrichting.

Regelmatig komen wij in inrichtingen afwijkende uitvoeringspraktijken van hetafgesproken integriteitsbeleid tegen. Maar ook is het uitvoeringsbeleid of de regelgeving bij de directies niet altijd voldoende bekend of wordt er binnen een inrichtingmet twee maten gemeten. Aan de ene beroepsgroep worden andere normen eneisen gesteld dan aan de andere; het ontbreken van goed voorbeeldgedrag staatoplossingen van integriteitskwesties in de weg.

We zien dat er hiervoor meer aandacht is gekomen binnen DJI. Er zijn inspanningengepleegd om met name de leidinggevenden te trainen in het omgaan metintegriteitsschendingen. Het is echter nog te vroeg om na deze investering eenafwachtende houding aan te nemen. Om substantiële verbeteringen tot stand tebrengen, moet de komende jaren nog sterk richting en inhoud worden gegeven aanhet integriteitsbeleid en de uitvoeringspraktijk. Dit vraagt om voortdurendeaandacht en ‘onderhoud’.

Van het aantal meldingen en de inhoud geven wij u in dit verslag een geanonimiseerdoverzicht. Tevens trekken wij op basis van de opgedane ervaringen een aantal conclusies en geven een aantal aanbevelingen. Wij hopen dat u onze aanbevelingen bestudeert, onderzoekt en in de uitvoeringspraktijk de juiste prioriteit weet te geven.

De Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit Dii

____en______

Den Haag, mei 2010

Pagina S van 28

Jaarverslag 2008 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Pagina 6 van 28

1JaversTag 2008 - 2009, Ceritreal Vert’-ouwcnspersoon Integriteit (CVI)

2 Integriteitsbeleid DJI

In het gedragsprotocol van 0)1 (zowel het oude als het nieuwe van november 2009)wordt benadrukt dat Justitie als geen ander staat voor rechtvaardigheid enveiligheid in de samenleving. Aan haar medewerkers worden daarom nog hogereintegriteitseisen gesteld dan aan andere rijksambtenaren. Wat precies van henverwacht wordt, vat het gedragsprotocol samen in kernbegrippen als: eerlijk, open,betrouwbaar en onberispelijk.

Klokkenluklers

Sinds 2001 kent DJI eveneens een specifieke uitwerking van de klokkenluidersregeling. Aan de basis van deze regeling ligt het grote belang dat binnen Dit gehechtwordt aan het bevorderen van een cultuur waarin op een open manier over normenen waarden wordt gesproken. Uitgangspunt van het DiT-brede integriteitsbeleid isdat vermoedens van schendingen van Integriteit in de eerste plaats worden gemeldaan en opgelost door het lijnmanagement. De lijnmanagers zijn dus als eersteverantwoordelijk voor de Integriteit binnen hun gezagsbereik.

Er is veel gebeurd in de verslag periode. Bij de sectoren Rijk, Politie en Defensie is deregeling verbeterd, zodat klokkenluiders beter beschermd zijn. Degenen die willenprocederen tegen hun organisatie, kunnen bovendien een tegemoetkoming in deproceskosten krijgen. Ook komt er een onafhankelijke instantie (het Advies- enVerwijspunt Klokkenluiders) die klokkenluiders gaat ondersteunen. Als dit besluitvan kracht wordt, moet de klokkenluidersregeling van DJI wellicht wordenaangepast,

Alternatieve procedure

Het komt voor dat een melder, bijvoorbeeld door het zeer vertrouwelijke karaktervan de melding, de klacht niet (meteen) neer wil leggen bij het lijnmanagement.Voor dit soort gevallen bestaat een alternatieve procedure, in de vorm van eenlokale contactpersoon integriteit. Deze contactpersoon is door het hoofd van dienstbenoemd en heeft tot taak de melding in goede banen te leiden en uiteindelijk terugte brengen in de lijn.

Heeft een melder geen vertrouwen in een melding binnen de eigen inrichting ofdienst, dan kan hij contact opnemen met de CVI. Het kan ook zijn dat de lokalecontactpersoon dit wenselijk of nodig acht. De CVI kan het (hogere) managementaansporen de melding op een adequate en integere manier op te lossen en hiereventueel ook bij adviseren.

In de verslagperiode is samen met het Bestuursdepartement gewerkt aan eenLeidraad Vertrouwenspersonen Ministerie van Justitie. Deze leidraad is eenuitwerking van de Handreiking van het Bureau integriteitsbevordering voor deOpenbare Sector (Bios) van het ministerie van BZK. In de handreiking staanhandvatten voor het inrichten en de globale taakinvulling van de functie vanvertrouwenspersoon. In de leidraad wordt ingegaan op een aantal Justitiespeciflekeaspecten van de functie van vertrouwenspersoon.

Pagina 7 van 28

Jaarverslag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Pagina 8 van 28

Jaerverslag 2008 - 2009, CenraaI Vertrouwenspersoon Integritee (CVt)

3 Werkwijze CVI

Het overgrote deel van de meldingen komt bij de CVI binnen per telefoon of e-mail.Blijkt de melder aan het juiste adres te zijn, dan volgt na het eerste telefonischcontact een intakegesprek. In dit gesprek wordt de melding besproken en dewerkwijze uitgelegd.

Twee belangrijke kenmerken van deze werkwijze zijn:

• de CVI voert zelf geen onderzoek uit. Als het nodig is, adviseert de CVI hetbevoegd gezag onderzoek uit te laten voeren door het Bureau Integriteit &Veiligheid. In sommige gevallen helpt de CVI, op verzoek van het bevoegd gezag,bij het formuleren van de onderzoeksvraag.

• de CVI komt alleen in actie als de melder hier uitdrukkelijk toestemming voorgegeven heeft. Vooraf bespreekt de CVI dan met de melder welke actie ondernomen wordt en of de naam van de melder genoemd kan worden. Op elke stapvolgt weer overleg met de melder en worden zo nodig vervolgacties besproken.Onder geen beding geeft de CVI zonder toestemming van de melder inhoudelijkeinformatie aan derden.

In de lijn

Integriteitsbreuken moeten in de lijn worden opgelost: dat is de kern van hetintegriteitsbeleid van Dii. Dit betekent dat de CVI meldingen niet zelf oplost, maarop verantwoorde wijze op de juiste plek teruglegt in de lijn. Dit gebeurt door demelder te adviseren over de te volgen aanpak of door de melding zelf voor te leggenaan het bevoegd gezag, met het verzoek actie te ondernemen. Uiteraard kunnen devertrouwenspersonen hierbij altijd adviseren of optreden als procesbegeleider bijeen gesprek tussen de melder en het bevoegd gezag. Het komt ook regelmatig voordat de vertrouwenspersonen op verzoek optreden als bemiddelaar. Is de meldingeenmaal in de lijn teruggelegd, dan trekt de CVI zich terug, maar blijft de afhandeling volgen.

Zijn de centrale vertrouwenspersonen van mening dat het betrokken lijnmanagement niet adequaat reageert op de melding, dan kunnen ze besluiten een ‘tree’hoger te gaan in de lijn. In sommige gevallen komen de vertrouwenspersonen, nahoor en wederhoor, tot de conclusie dat er geen sprake is van een integriteitsschending. Dit wordt dan aan de melder en aan het bevoegd gezag meegedeeld. Demelding wordt daarmee afgesloten.

Pagina 9 van 28

Jaarverslag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon IntegrIteit (CVI)

Pagina 10 van 28

Jaarverslag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

4 Meldingen 2008 en 2009 t

Onderstaande overzicht bevat een korte omschrijving van alle meldingen in 2008.

Meldingen 2008

Het totaal aantal meldingen in 2008 bedroeg 70, waarvan 4 anoniem. Ten opzichtevan 2006 (81, waarvan 7 anoniem) is het aantal afgenomen en ten opzichte van2007 (56, waarvan 4 anoniem) is het aantal meldingen toegenomen.

Ongewenste omgangsvormen

Intimidatie/pesten/kwaadspreken/agressie en geweld/discriminatie/St 22

Professionele integriteit

Voorbeeldgedrag/oneigenlijk gebruik D31-mlddelen/alcoflol/drugsgebruik/schenden van/niet

tijdig nakomen af5praken/nevenfuncties/belangenverstrengellng/niet or niet tijdig beant

woorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van Integriteitsmeldingen 10

Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leidlnggevenden

Verwaarlozing werknemer-werkgeverrelatle/(ontbreken van) rehabilitatie/oneigenlijk

gebruik van bevoegdhedenJniet correct toepassen van (rechtspositlonele) regels en

integriteitsprotocol 17

Strafbare gedragingen(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheid in geschrifte 0

Privérelatles op het werkMet collegas/met leidinggevenden/met ingeslotenen 4

Adviesaanvragen aan CVI

Melders/locale contactpersonen/functionarlssen/bevoegd gezag 17

Totaal 70

Pagina 11 van 28

jaarverslag 2008 - 2009, CentraP Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Meldingen 2009

Het totaal aantal meldingen in 2009 bedroeg 72, waarvan 1 anoniem. Ten opzichte

van 2006 (81, waarvan 7 anoniem) is het aantal afgenomen en ten opzichte van

2007 (56, waarvan 4 anoniem) is het aantal meldingen toegenomen. Ten opzichte

van 2008 is het aantal nagenoeg gelijk gebleven.

Ongewenste onigangsvormen

lntlmidatte/pesten/kwaadsprekeri/agressie en geweld/discriminatIe/St 15

Professionele integriteit

Voorbeeldgedrag/orieigenlijk gebnilk D)I-middelen/alcohol/drugsgebruik/schenden van/niet

tijdig nakomen afsprakeriJnevenfuncties/belangenverstrengeling/nlet of niet tijdig beant

woorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van integriteit5meldingen 9

zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leldinggevenden

Verwearlozing werknemer-werkgeverrclatie/(ontbreken van) rehabilitatie/oneigenlijk

gebruik van bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtspositlonele) regels en

integriteitsprotocol 21

Strafbare gedragingen

(vermoedens) van fraude/(vermocdens van) diefstal/geweld/valsheid in geschrifte 2

Prlvérelaties op het werk

Met collega’s/met leidinggcvenden/met ingesfoteneri 0

Adviesaanvragen aan CVI

Melders/locale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag 25

Totaal 72

Pagina t2 van 28

Jaarverslag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integ’ telt (CVI)

5 Conclusies en aanbevelingen

De CVI heeft voor dit verslag alle kwesties nogmaals nagelopen en komt op basisdaarvan tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

Allereerst constateren wij dat in vergelijking met de jaren 2006 en 2007:

1. de Dil-pool en de detentiecentra inmiddels over lokale contactpersonenbeschikken;

2. de CVI de hoofddirectie heeft laten weten dat wederom één onderdeel van Diiniet over contactpersonen beschikt;

3. de locale contactpersonen de CVI beter weten te vinden voor advies;4. melders zich niet meer zo snel neerleggen bij de wijze van afhandeling door de

lijn. Escalatie wordt minder uit de weg gegaan. Melders kiezen er vaker voor omde officiële weg te bewandelen door een klacht in te dienen op basis vanhoofdstuk 9 van de Algemene wet Bestuursrecht, waarbij ze uiteindelijk inberoep kunnen gaan bij de Nationale Ombudsman. Melders die zichzelf alsklokkenluider beschouwen, weten de weg te vinden naar de CommissieIntegriteit Overheid.

Algemene aanbevelingen

De ervaringen van de CVI staan niet op zichzelf. Het lijkt ons zinvol voor dehoofddirectie van DJI om de bevindingen in dit verslag te bezien in samenhang metbevindingen uit het jaarverslag van het BI&V en de uitkomsten van het BASAM-onderzoek ten aanzien van intimidatie, onderlinge agressie en geweld.

Bovendien lijkt het ons wenselijk om te onderzoeken welke rol integriteitskwestiesspelen in rechtspositionele geschillen. In hoeverre maken zij er deel van uit of liggenzij er zelfs aan ten grondslag? Een analyse van de uitkomsten van bezwaar- enberoepsprocedures zou hierop licht kunnen werpen.

Voor een zo helder en compleet mogelijk beeld van de integriteitproblematiek én hetformuleren van de juiste oplossingen, is een goede registratie noodzakelijk. Daarom

pleiten wij voor 100 procent registratie van integriteitskwesties. Een completeregistratie geeft ook inzicht in de resultaten van alle inspanningen binnen Dii op dit

gebied.

Pagina 13 van 28

iaarversldg 200d - 2009, Centraal Vertrouwensper500n Integrlte,t (CVI)

Specifieke aanbevelingen

Verplaatsing van medewerkers binnen de DJI-organisaties

Terugkijkend op de eerste vier jaar van het bestaan van de CVI, valt ons op datmeerdere meldingen over dezelfde personen gaan. Sinds een vorige melding zijn zijovergeplaatst naar een ander onderdeel van DJI of van Justitie. Vaak weet denieuwe leidinggevende niet dat de betreffende medewerker in een vorige functiebetrokken is geweest bij een integriteltskwestie.

Advies

Vraag alle directies om volledige melding en registratie van integriteitschendingenbij het BI&V en in de digitale P-dossiers. Adviseer leidinggevenden om bijoverplaatsingen transparant te zijn tegenover de leidinggevende op cie nieuwewerkplek van de betreffende medewerker.

Bekendheid van de gedragscode

Niet alle leldinggevenden zijn goed bekend met de gedragscode integriteit van DJI.Daardoor worden niet alle medewerkers aangesproken op normoverschrijding.Vooral hij de wisseling van management komt deze situatie voor.

Advies

Vraag Corporate Communicatie om in samenspraak met CP&O een communicatie-plan op te stellen, zodat alle medewerkers op de hoogte zijn. Neem het onderwerp‘integriteitsmeldingen’ op in het inwerkprogramma van Ieidlnggevenden.

OR-leden als contactpersoon integriteit

Bij herhaling komen wij OR-leden tegen die tevens contactpersoon integriteit zijn ofdiepgaand bemiddelen In integriteitskwesties. De rollen van contactpersoon en vanOR-lid laten zich echter niet verenigen. De OR heeft immers een controlerende taakten aanzien van de afhandeling van integriteitskwesties door de bestuurder. Dezecontrolerende taak verhoudt zich niet met een bemiddelende rol of met eenver-trouwensfunctie. In de praktijk heeft dit al tot problemen geleid en heeft debemiddeling van het OR-lid de kwestie onoplosbaar gemaakt of de relatie met ciebestuurder verstoord.

Advies

Zie erop toe dat alle directies onafhankelijk medewerkers benoemen als vertrouwenspersoon integriteit of als bemiddelaar. Houd de taak van OR-leden inintegriteitskwesties beperkt tot de controlerende taak.

Paçina 14 van 28

3aarverslag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspcr5oon Integriteit (CVI)

Overschrijding afhandelingstermijnen van gegronde bezwaarschriften

Diverse meldingen bij de CVI hadden betrekking op het niet binnen een redelijketermijn afhandelen van gegrorde bezwaarschriften. Al deze meldingen betroffen devoorwaarden bij overplaatsing na sluiting van inrichtingen. De melders moestenmeer dan een jaar op afhandeling wachten na een positief advies van debezwaarschriftencommissie. Ondertussen kregen ze geen bericht. De CVI kon nietanders dan melders adviseren een klacht In te dienen.

Advies

Het integriteitsprotocol en de kernwaarden van de overheid (betrouwbaarheid enopenheid) dienen ook tot uiting te komen bij de afwikkeling van juridischeprocedures. Dat kan door het werkproces voor het afhandelen van gegrondebezwaarschriften vast te leggen en daarin termijnen te stellen. Tevens dient teworden vastgesteld wie er binnen DJJ toeziet op de naleving hiervan.

Onbekendheid directies met meldings- en klachtenprocedures

In de verslagperiode is de CVI gebleken dat directies onvoldoende bekend zijn metde verschillende procedures rond het afhandelen van meldingen en klachten overintegriteit. Het gevolg is dat betrokkenen geen helderheid hebben over de Juridischecontext en dat er fouten worden gemaakt in de afhandeling.

Het systeem van lokale contactpersonen integriteit in de inrichtingen en van centralevertrouwenspersonen integriteit op landelijk niveau is In het leven geroepen omdathet de voorkeur verdient om (vermoedens) van Integriteitschendingen Intern binnenD)I op te lossen en daarvan als organisatie te leren. Als meldingen op eenzorgvuldige wijze worden behandeld, kunnen veel klachten voorkomen worden.

Integriteitsklachten, of klachten over bejegening op basis van hoofdstuk 9 van deAwb kunnen worden ingediend op het moment dat de schending zich voordoet,maar ook later als de melder ontevreden Is over de afhandeling van zijn melding.Het bevoegd gezag moet de klacht dan afhandelen volgens de regels van de Abw.Klagers die het niet eens zijn met de afhandeling van hun klacht, kunnen in beroepgaan bij de Nationale Ombudsman, De CVI Is dus niet cle beroepsinstantie voordergelijke klachten, zoals een van de directeuren abusIevelijk aan de advocaat vaneen klager had laten weten. BelangrIjk Is dat directies zich laten bijstaan doordeskundige adviseurs, dle niet alleen goede juridische kennis hebben, maar ook Instaat zijn te bemiddelen en escalatie tegen te gaan.

Verder is er op basis van het ARAR (Algemeen Rijksambtenarenreglement artikel 79be.v.) een beroep op de regeling voor klokkenluiders mogelijk. Bij ernstige misstandenis de Commissie Integriteit Overheid de instantie waar klagers terecht kunnen. Ookhierbij Is het zaak dat directies zich door deskundige adviseurs laten bijstaan.

Advies

Voorzie leldinggevenden van een beknopt overzicht van de verschillende proceduresrond integriteitskwesties. Zo is de juridische context bij een melding/klacht voor allebetrokkenen van meet af aan duidelijk.

Pagina 15 van 28

Jaarverslag 200B - 2009, Centraal Vertrouwanspersoon Tntegriteit (CVI)

Ondersteuning integriteitsbeleid naar inrichtingen onvoldoende

Integriteit is al jaren een beleidsspeerpunt bij DJI. Dat is ook noodzakelijk gezien

het grote aantal meldingen en klachten. Een van de beleidsadviseurs van CP&O

heeft enkele uren in het takenpakket beschikbaar voor integriteit. Dat is niet

voldoende voor het ontwikkelen van een Dil-breed integriteitsbeleid en het

ondersteunen van contactpersonen in vestigingen. Bijgevolg wordt er weinig

voortgang geboekt bij het ontwikkelen van beleid op onderdelen, krijgen directies en

contactpersonen geen ondersteuning bij het aanpakken van integriteitskwesties en

gaan inrichtingen zelf aan de slag met lokaal beleid.

Advies

Geef prioriteit aan het ontwikkelen van integriteitsbeleid door een beleidsadviseur te

benoemen die fulltime belast is met dit onderwerp.

Omgaan met ziekteverzuim

In veel inrichtingen is er sprake van een aanscherping van het ziekteverzuimbeleid.

Redenen hiervoor zijn onder meer het terugdringen van het hoge ziekteverzuim en

de invoering van de maatwerkregeling. Er is meer aandacht voor de zieke

medewerker en de focus wordt verlegd van de beperkingen naar wat iemand nog

wél kon. Op zich een goede zaak, maar de aanscherping van het verzuimbeleid heeft

ook tot meldingen geleid die de CVI graag onder de aandacht wil brengen.

In enkele inrichtingen is een verzuimconsulent aangesteld die een inschatting maakt

van de ziekte en het daarbij behorende verzuim. Soms weet de verzuimconsulent de

gang naar de bedrijfsarts te voorkomen, maar soms schieten de goede bedoelingen

door en werpt deze onnodige belemmeringen op voor een bezoek aan de

bedrijfsarts.

Daarnaast heeft de CVI enkele meldingen behandeld over de verzuimcontroleurs die

door steeds meer in richtingen worden ingezet. Zo is het voorgekomen dat het

salaris van een medewerkers werd Ingehouden omdat hij niet thuis was toen de

controleur kwam. Betrokkene was echter bij de apotheek voor zijn medicijnen.

Ook constateert de CVI dat leidinggevenden een medewerker soms bewust niet ziek

melden. Hierdoor zit de medewerker thuis zonder een duidelijke rechtspositionele

titel, met alle mogelijke gevolgen van dien. In andere gevallen vernamen wij dat er

buiten medeweten van de zieke contact is gezocht en overleg is gevoerd met de

bedrijfsarts.

Pagna 16 van 28

Jaarverslag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon integriteit (Cvi)

Leidinggevenden hebben veel mogelijkheden en middelen in de begeleiding vanzieke medewerkers. Het is hun taak daarover helder en open te communiceren metde zieke medewerkers. Daarin is een verbeterslag te maken, zo leidt de CVI af uitde meldingen. De vertrouwensprsonen hebben in de verslagperiode regelmatigmedewerkers gesproken die zich geïntimideerd voelen door de wijze waarop hunleidinggevende de verzuimbegeleiding uitvoert. Vaak is er daarbij sprake vanmeningsverschillen over het functioneren van de medewerker. Nu de maatwerkregeling binnenkort voor de hele Dil-organisatie een feit is, voorzien wij meer meldingenvan integriteitsschendingen.

Advies

Stel hogere eisen aan leidinggevenden als het gaat om verzuimbegeleiding. lietverdient aanbeveling na te gaan of de maatwerktrainingen leidinggevendenvoldoende hebben toegerust om ziekteverzuim op de juiste wijze te begeleiden.

Afrekenen na melding

Het doen van een ntegriteitsmelding Is voor de melder vaak een hele stap. In veelgevallen wordt de kwestie in de lijn goed opgepakt en besproken. Maar hettegenovergestelde komt ook met enige regelmaat voor. De melding wordtafgehandeld en betrokkenen gaan ogenschijnlijk goed uit elkaar. Na verloop van tijdgaat de melding echter op onbedoelde wijze een rol spelen in bijvoorbeeldfunctioneringsgesprekken en een daarop aansluitend functioneringstraject. Dokkomt het voor dat de oude kwestie weer opspeelt in een nieuwe kwestie binnen deinstelling. Dan heeft de afhandeling blijkbaar geen definitieve oplossing opgeleverd;vaak blijkt de betrokken leidinggevende een slechte ‘verliezer’, Dit laat zien hoebelangrijk het is om een integriteitskwestle met alle betrokkenen goed af tehandelen, zodat er daadwerkelijk een streep onder kan worden gezet.

Advies

Om afrekening na een melding te voorkomen zijn een aantal noties van belang.

1. Besef dat een melding geen nadelige gevolgen kan en mag hebben voor demelder. Als melders nadelen ondervinden, dan worden directies als onbetrouwbaar gezien en zullen anderen integriteitskwesties niet meer willen melden. Ditondermijnt het integriteitsbeleid van DJI.

2. Afhandeling moet op het juiste niveau gebeuren. Geef als directie prioriteit aanintegriteitsmeldlngen; laat ze niet afhandelen door een stafmedewerker. Zorgervoor dat alle betrokkenen zowel mondeling als schriftelijk worden geïnformeerdover de afhandeling.

3. Zorg dat in de schriftelijke afhandeling duidelijke afspraken staan vermeld en laaterin opnemen dat met de schriftelijke afhandeling alle partijen een streep onderde kwestie zetten. Er kan dan in ander verband niet op terug gekomen worden.

Pagina 17 van 28

Jrversag 2008 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

UBAA en integriteit

Binnen DJI-organisaties is het een wijdverbreide praktijk: medewerkers maken eenrapport of melding op over ongewenste of nit-professionele gedragingen van eencollega. Dit middel mist echter vaak doel. Wel roept het vaak heftige tegenreactiesop, omdat aan een basale voorwaarde niet voldaan is: eerst moet de medewerkerzelf op het ongewenste gedrag worden aangesproken. Zo is dat vastgelegd in eenvan de UBAA-regels uit de OAG-trainingen. In de praktijk wordt deze regel echterlang niet altijd toegepast,

Aan de basis van integriteit staat goed voorbeeldgedrag. Daarnaast doet binnen Diidc UBAA-vuistregel opgeld. Het valt de CVI op dat veel medewerkers, deOAG-trainingen ten spijt, niet bekend zijn met deze vuistregel. Dat concluderen weuit de vele gesprekken met medewerkers en de reacties tijdens voorlichtingsbijeenkomsten.UBAA staat voor Uitspreken, Bespreken, Afspreken en Aanspreken. Als er iets nietgoed gaat, of als iemand een collega onheus behandelt, onder druk zet of wat ookmaar, dan geldt dat er eerst gecommuniceerd moet worden. Communiceren begintbij uitspreken wat er aan de hand is en dat is wat anders dan een formele meldingmaken over iemands gedragingen of handelen: het gaat om contact leggen enuitspreken wat er volgens de melder aan de hand is.De CVI constateert dat de open communicatie die UBAA voorstaat regelmatigoverruled wordt door een veel oudere communicatiecultuur: een schriftelijkemelding maken over disfunctioneren en over professioneel onjuist gedrag. Toch gaatvolgens het gedragsprotocol aan het melden en/of rapporteren — al dan niet opverzoek van de leidinggevende — de open communicatie vooraf: UBAA.

Advies

1. Bij het rapporteren en/of schriftelijke melding maken over disfunctioneren vaneen collega moet de leidinggevende de betrokkenen eerst de open communicatieIn praktijk laten brengen door te wijzen op de UBAA-stappen. Pas daarna moetworden bekeken of er nog een formele route nodig is.

2. De basisregels over goed voorbeeldgedrag, afspraak is afspraak en UBAA,moeten veel strikter gehanteerd en geoefend worden.

Pagina L8 van 28

Jaarverslag 200fl 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Integriteit en functioneringsgesprekken

Het op orde zijn van de functioneringsgesprekken staat al jarenlang hoog op debeleidsagenda van Dii. De CVI constateert echter dat de functioneringsgesprekkenniet altijd plaatsvinden. En als ze wel plaats vinden, stelt de leidinggevende daarinniet altijd het gedrag aan de orde dat bij de betreffende medewerker eerder tot eenintegriteitskwestie heeft geleid. Toch zijn integriteit en professionaliteit onderwerpendie thuishoren in het functioneringsgesprek; regelmatig raken integriteitskwestieshet professionele functioneren van de medewerker of krijgen een rechtspositioneelgevolg.

Een melding kan grote invloed hebben op de verhouding tussen leidinggevende enwerknemer. Daarom is het van belang om een koppeling aan te brengen tussen hetlaakbare gedrag uit de melding en het functioneringsgesprek. In het functioneringsverslag behoort te worden opgenomen welke competenties de medewerker verdermoet ontwikkelen op grond van de integriteitsschending.

Advies

Verplicht leidinggevenden om de afronding van een melding te bespreken in heteerstvolgende functioneringsgesprek/-traject. Zorg dat de bespreking ervan ook inhet gespreksverslag wordt opgenomen.

Speciale categorie melders

De CVI constateert dat onderlinge verhoudingen op een opvallende wijze meespelenin meldingen. Zo komen veel meldingen van medewerkers die ver onder hun niveauwerken of leiding ontvangen van medewerkers die boven hun niveau/mogelijkhedenwerken, Hoewel de aangedragen kwesties in deze meldingen goede grondenhebben, blijkt er een wereld van onderlinge verhoudingen achter schuil te gaan.Onderlinge verhoudingen die scheefgegroeid zijn doordat medewerkers onvoldoendegewaardeerd worden, onder hun niveau werken en/of de leidinggevende overrulen.De integriteitskwestles zijn daar een gevolg van: een uiting van minachting voor deander of van uiting willen geven aan de eigen competenties. Het getuigt van slechtpersoneelsbeleid als medewerkers die te hoog geschoold zijn voor hun functie,langdurig in deze functie kunnen blijven hangen. Dit komt de onderlinge verhoudingen niet ten goede. Zelden kan de integriteitskwestie naar tevredenheid van beidepartijen worden opgelost.

Advies

Laat leidinggevenden regelmatig ontwikkelgesprekken voeren en laat ze persoonlijkeontwikkelplannen opmaken. Dit personeelsinstrument wordt nog te weinig gebruikt.

Pagina 19 van 28

Jaarverslag 2008 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integrit&t (CVI)

Geen zicht op kwaliteit van afhandeling van integriteitsmeldingen

Het integriteitsbeleid krijgt veel aandacht binnen DJI. Dat is ook noodzakelijk

omdat, zoals al eerder opgemerkt, Dit veel integriteitschendingen kent. In vrijwel

alle organisatieonderdelen van DII zijn contactpersonen integriteit aangesteld en

aan zowel de stijl van Ieidinggeven als aan de onderlinge omgangsvormen wordt

veel aandacht besteed. Als CVI merken wij echter dat het integriteitsbeleid van Dii

en met name het ‘terugleggen in de lijn’ ook een keerzijde heeft: het wordt

onvoldoende inzichtelijk of de problematiek op een juiste en transparante wijze

wordt aangepakt en opgelost. De integriteitsproblematiek kan ‘verdwijnen’ in de lijn,

blijven hangen en onopgelost blijven of onjuist worden ‘opgelost’ zonder dat het

wordt opgemerkt. Dan moet de melder zelf uiteindelijk tot een klachtprocedure

overgaan.

De CVI heeft hier onvoldoende zicht op. Daarnaast constateren we dat er zowel op

de werkvloer als bij IeidinggeVenden allerlei ‘particuliere’ opvattingen bestaan over

wat wel of niet integer gedrag is, het gedragsprotocol ten spijt.

Advies

1. Nog meer aandacht voor het opleiden van alle algemeen directeuren en

vestiglngsdlrecteuren op het gebied van integriteitsbeleid,

2. Alle Integriteltskwesties van een Organisatie moeten langs de algemeen directeur

of vestigingsdirecteur gaan.3. 100% melding aan BI&V4. In voortgangsgesprekken met leidinggevenden moet de wijze van afhandelen van

integriteltskwesties een vast agendapunt zijn.

Pagina 20 van 28

Jaarversiaçj 2008 - 2009, Centiaal Vertrouwenspersoon lntegnte.t (CVI)

6 Anonieme meldingen

Ook in de jaren 2008 en 2009 verzocht een aantal melders om anonimiteit. Vaak uitangst voor represailles van hun direct leidinggevende of de directie. Hoewel hetintegriteitsbeleid van DJ1 klip en klaar beschrijft dat melders geen nadeel mogenondervinden van hun melding, kan de CVI helaas nooit garanderen dat dit dooriedereen strikt wordt nageleefd.

Daarom is anoniem melden altijd mogelijk. Nadeel is dat de anonimiteit de mogelijkheden van de CVI begrenst. In contacten met het bevoegd gezag kan de CVI geeninformatie prijsgeven die tot de melder zou kunnen worden herleid. De speelruimtewordt daardoor flink beperkt. Uiteraard legt de CVI dit ook altijd uit aan de melder.Kiest deze er toch voor anoniem te blijven, dan wordt deze wens uiteraardgerespecteerd.

Pagina 2! van 23

Jaarverslag 2005 - 2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Pagina 24 van 28

pubIicatie

er)

Jaarverslag 2008 - 2009, Cenlraal Vertrouwenspersoon Jntegrteit (CVI)

Pagina 26 van 28

Jciarvir5Ia9 2005 2009, Ceririal Vertrouwcnspcrsoon Tritegrit&t (CVI)

P

Bijlage

Gegevens CVI

PSecretariële ondersteuning Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI

Telefoonnum meiE-maiI:PostadresPostbus 301322500 GC Den Haag

BezoekadresTerminal Zuid,Schedeldoekshaven 1012511 EM Den Haag

Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit Dii

Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit Dii

Pagina 25 van 28

Jaarversag

BIae 14

Dienst Justitiële InrichtingenMinisterie van Veiligheid en Justitie

Centraal VertrouwenspersoonIntegriteit DJl

2OiQ2O1 1

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon IntegrIteit (CVI)

Inhoudsopgave

1 Voorwoord — 5

2 Integriteitsbeleid DJI — 7

3 Werkwijze CVI — 9

4 Meldingen 2010 en 2011 — 11

5 Conclusies en aanbevelingen — 13

Bijlage 1: gegevens CVI — 18

Pagina 3 van 20

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Voorwoord

Dit is het derde verslag van de Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit Dii (CVI).Het beslaat de werkzaamheden in de periode 2010-2011.

Van het aantal meldingen en de inhoud geven wij u in dit verslag een geanonimiseerd overzicht. Tevens trekken wij op basis van de opgedane ervaringen een aantalconclusies en geven een aantal aanbevelingen.

Wij hopen dat u onze aanbevelingen bestudeert, onderzoekt en In de uitvoeringspraktijk de juiste prioriteit weet te geven.

De Centrale Vertrouwenspersoneri Integriteit DJI

p ei.

Den Haag, augustus 2012

Pagina 5 van 20

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

2 Integriteitsbeleid Dii

In de verslagperiode heeft Dii op diverse manieren nadere invulling gegeven aanhet integriteitsbeleid. Hieronder worden de belangrijkste genoemd.

Nieuwe stafdirectie Veiligheid en Integriteit bij reorganisatie Hoofdkantoor

Met de reorganisatie van het Hoofdkantoor Dii In 2011 is er een nieuwe stafdirectieVeiligheid en Integriteit ingericht. Het Bureau Integriteit (BI) maakt hier onderdeelvan uit. BI, die daarvoor een zelfstandige landelijke dienst was onder de hoofddirectie, heeft hiermee een andere positionering gekregen. Het is nog te vroeg om tebezien wat de effecten van deze gewijzigde positionering zijn voor de aanpak vanintegriteit binnen DJI.

Publiciteitscampagne rond nieuwe gedragscode Dii

De nieuwe gedragscode Dii werd in november 2009 van kracht en is met eenuitgebreide campagne Veiligheidsbewustzijn in 2010 bij alle medewerkers geïntroduceerd. Deze campagne werd ondersteund door een toolbox’ waarmee leidinggevenden op afdelingniveau het onderwerp integriteit bespreekbaar konden maken.Dergelijke voorlichting is een goede zaak, maar de ervaring leert dat informatie bijherhaling onder de aandacht moet worden gebracht, wil het voldoende beklijven.

Nieuwe Leidraad Vertrouwenspersonen Ministerie van (Veiligheid)en Justitie

De In ons vorige verslag genoemde nieuwe Leidraad Vertrouwenspersonen Ministerievan Veiligheid en Justitie is in juli 2010 ingevoerd. Naast het feit dat de benaming‘contactpersoon Is gewijzigd in ‘vertrouwenspersoon is ook het onderscheid tussenvertrouwenspersoon Integriteit en vertrouwenspersoon Seksuele Intimidatie komente vervallen. Het Opleidingsinstituut van DII heeft in haar jaarlijkse bijscholing voorlocale vertrouwenspersonen aandacht besteed aan deze taakverandering. Of delocale vertrouwenspersonen hiermee voldoende worden toegerust moet nog blijken.

Nieuwe circulaire Beleid ten aanzien van integriteitsonderzoeken

In maart 2011 is een nieuwe circulaire Beleid ten aanzien van integriteitsonderzoeken aangeboden ter besluitvorming aan het Groepsberaad van Di). Deze circulaire Isnog niet definitief, met name omdat nog overleg moest worden gevoerd met deVertrouwenspersoon Integriteit van het bestuursdepartement.Als deze circulaire onverkort van toepassing wordt, dan komt er een extra meldpuntvoor medewerkers voor het melden van vermoedens van integriteitsschendingen bijBI.Nog onduidelijk is hoe dergelijke meldingen zich gaan verhouden tot de rol van deCentrale Vertrouwenspersonen. De Centrale Vertrouwenspersonen hebben hunzorgen uitgesproken over de mogelijke gevaren van rolverwarring en van eenverdergaande versnippering van meldpunten.

Pagina 7 van 20

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Invoering Klachtenloket D)I

Eind 2011 is een Klachtenloket Di! geïntroduceerd speciaal voor klachten vanmedewerkers vallend onder hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht. Ditklachtenloket is gepositioneerd bij het SSC. Het doel van het loket om tot eeneenduidlge klachtafhandeling te komen wordt door ons van harte omarmd. E&i puntvan aandacht hierbij is wel dat deze formele klachtenprocedure niet in de plaatsmoet komen van de mogelijkheid van meldingen bij de locale en centralevertrouwenspersonen. Deze personen zijn immers in het leven geroepen om formeleklachten te voorkomen en intern Dii op te lossen.

Beleid n.a.v. aanbevelingen uit jaarverslag CVI 2008-2009

Terugkijkend moet geconstateerd worden dat de Hoofddirectie onvoldoendezichtbaar en planmatig met de aanbevelingen aan de slag is gegaan. De GOR Diiheeft hier meerdere malen in een overleg met de bestuurder op aangedrongen.Wij zullen in dit jaarverslag in het hoofdstuk ‘Conclusies en aanbeveIingen de oudeaanbevelingen wederom opnemen.

Pagina 8 van 20

)aarverslag 200 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

3 Werkwijze CVI

Het overgrote deel van de meldingen komt bij de CVI binnen per telefoon of e-mailvia het secretariaat. Blijkt de melder aan het juiste adres te zijn, dan volgt een(telefonisch) intakegesprek. In dit gesprek wordt de melding besproken en legt deCVI zijn werkwijze uit.

Twee belangrijke kenmerken van deze werkwijze zijn:

• de CVI voert zelf geen onderzoek uit. Als het nodig is, adviseert de CVI hetbevoegd gezag onderzoek uit te laten voeren door het Bureau Integriteit. Insommige gevallen helpt de CVI, op verzoek van het bevoegd gezag, bij hetformuleren van de onderzoeksvraag.

• de CVI neemt slechts actie als de melder hier uitdrukkelijk toestemming voorgegeven heeft. Vooraf bespreekt de CVI dan met de melder welke actieondernomen wordt en of de naam van de melder genoemd kan worden. Na elkestap volgt weer overleg met de melder en worden zo nodig vervolgactiesbesproken. Onder geen beding geeft de CVI zonder toestemming van de melder,inhoudelIjke informatIe aan derden.

In de lijn

Kern van het integriteitsbeleid bij Dii is dat integriteitsinbreuken opgelost moetenworden in de lijn. Dit betekent dat de CVI meldingen niet zelf oplost, maar opverantwoorde wijze en op de juiste plek teruglegt in de lijn. Dit doet hij door demelder te adviseren over de te volgen aanpak of door de melding zelf voor te leggenaan het bevoegd gezag, met het verzoek actie te ondernemen. Uiteraard kan de CVIhierbij altijd adviseren of optreden als procesbegelelder bij een gesprek tussen demelder en het bevoegd gezag. Het komt ook regelmatig voor dat de CVI gevraagdwordt op te treden als bemiddelaar. Is de melding eenmaal in de lijn teruggelegd,dan trekt de CVI zich terug, maar blijft indien gewenst, de afhandeling volgen. Zijnde Centrale Vertrouwenspersonen van mening dat het betrokken Iijnmanagementniet adequaat reageert op de melding, dan kunnen ze besluiten een ‘tree’ hoger tegaan en het naast hogere bevoegd gezag erbij betrekken.

In sommige gevallen komt de CVI, na hoor en wederhoor, tot de conclusie dat ergeen sprake Is van een integriteitsschending. Dit wordt dan aan de melder en aanhet bevoegd gezag meegedeeld. De melding wordt daarmee afgesloten.

Pagina 9 van 20

)aarverslag 2010 2011, Centraal Vertrouwenspersoon integriteit (CVI)

4 Meldingen 2010 en 2011

In dit verslag geven wij aan hoeveel gevallen bij ons in de verslagperiode zijngemeld en een korte omschrijving ervan.

Meldingen 2010

Het totaal aantal meldingen in 2010 bedroeg 50, waarvan S doorlopend uit 2009 en2 anoniem.Ten opzichte van 2008 (70, waarvan 4 anoniem) en 2009 (72, waarvan 1 anoniem)is het aantal meldingen afgenomen.

Ongewenste omgangsvormen

Intlmldatie/pesten/kwaadspreken/agressle en geweld/discriminatie/St

Professionele Integriteit

Voorbeeldgedrag/onelgenlijk gebruik DJt-middelen/alcohol/drugsgebruik/schenden van/niettijdig nakomen afspraken/nevenfunctles/belangenverstrengeling/niet of niet tijdig beantwoorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van integrlteltsmeldingen 6

Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leldinggevendenVerwaarlozing werknemer-werkgeverrolatlc/(ontbreken van) rehabilitatIe/oneigenlIjk gebruikvan bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtspositionele) regels en integriteitsprotocol 11

Strafbare gedragingen(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheid in geschrifte 0

Privérelaties op het werkMet coilegas/met ieidinggevcndcn/mot Ingeslotenen 1

Adviesaanvragen aan CVIMelders/locale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag 6

Oneigenlijke meldingenFunctiorlerings- en beoordelingstrajecten/zelf niet integer handelen 10

Totaal 51

Pagina 11 van 20

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Meldingen 2011

Het totaal aantal meldingen in 2011 bedroeg 44, waarvan 1 doorlopend uit 2010.Ten opzichte van 2008 (70, waarvan 4 anoniem) en 2009 (72, waarvan 1 anoniem)is het aantal meldingen afgenomen.

Ongewenste omgangsvormen

Intlmidatle/pesten/kwaadspreken/agressie en geweld/discrimlnatle/SI/afrekenen op oudebeelden 11

Professionele Integriteit

Voorbeeldgedrag/oneigenhljk gebruik D)I-middelen/alcohol/drugsgebrulk/schenden van/niettijdig nakomen afspraken/nevenfuncties/belangenverstrengeling/niet of niet tijdig beantwoorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige aftiandeling van lntegriteitsmeldingen 5

Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leidlnggevendenVerwaarlozing werknen-er-werkgeverrelatie/(ontbreken van) rehabilitatie/oneigenlijk gebruikvan bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtapositionele) regels en integriteitsprotocol 4

Stratbare gedragingen(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheId In geschrifte 0

Prlvérelaties op liet werk

Met collega’s/met leldlnggevenden/met Ingeslotenen 0

Adviesaanvragen aan CVI

Melders/locale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag 12

Oneigenlijke meldingenIntegriteitaschending door melder zelf/rehabilitatie had wei plaatsgevonden, maar wasvolgens melder onvoldoende/arbeidsconflict 11

Totaal 43

Pagina 12 van 20

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

5 Conclusies en aanbevelingen

De CVI heeft voor dit verslag alle kwesties die nogmaals nagelopen en komt opbasis daarvan tot de volgende conclusies en aanbevelingen.

Allereerst constateren wij dat in vergelijking met de jaren 2009 en 2010:1. het aantal meldingen is gedaald. Van diverse melders hebben we gehoord dat ze

wel willen melden om ‘hun hart te luchten maar geen vervolg willen geven aande melding omdat ze in verband met lopende reorganisaties, bang zijn voormogelijke negatieve consequenties. Ook is het regelmatig voorgekomen datmelders zich geïntimideerd voelen door uitspraken van hun leidinggevendewaardoor ze de melding niet durven voortzetten. Voorbeelden die hierbij kunnenworden genoemd zijn:Wie heeft hier het lef gehad om te klikken’ of ‘Ik breek jepoten als je naar BI gaat’;

2. locale vertrouwenspersonen ervaren dat in een aantal inrichtingen integriteit geenprioriteit (meer) heeft van de directie. Ze geven aan dat de directies hun handenvol hebben met de reorganisatie en alle veranderingen die hier inherent aan zijn;

3. er bij de CVI, maar ook bij de locale vertrouwenspersonen niet of nauwelijkssprake is van melding seksuele Intimidatie. Dezelfde ervaring heeft de CommissieSeksuele Intimidatie bij Veiligheid en Justitie.

4. de trend dat melders eerder geneigd zijn om te escaleren en zich niet meer zosnel neerleggen bij de wijze van afhandeling door de lijn, doorzet. Wij hebbenregelmatig melders doorverwezen naar een advocaat.

5. het voor melders steeds onduidelijker wordt waar ze moeten melden nu er naastde al bestaande mogelijkheden (locaal en centraal) ook melding bij BI en hetKlachtenloket D)I mogélijk is.

Algemene aanbevelingen

De eerste algemene aanbeveling uit het jaarverslag 2008-2009 Is nog steedsopportuun.De ervaringen van de CVI staan niet op zichzelf. Het lijkt ons zinvol voor dehoofddirectie van DJI om de bevindingen in dit verslag te bezien In samenhang metbevindingen uit het jaarverslag van het BI, de uitkomsten van de Intemetspiegel, deklachten ten aanzien van onderlinge agressie en geweld en de klachten ingediend bijhet Klachtenloket DJI.

Bovendien lijkt het ons wenselijk om te onderzoeken welke rol integriteitskwestiesspelen in rechtspositionele geschillen. In hoeverre maken zij er deel van uit of liggenzij er zelfs aan ten grondslag. Een analyse van de uitkomsten van bezwaar- enberoepsprocedures zou hier een licht op kunnen werpen. Hierin worden we gesterktdoor onze contacten met de voorzitters van de BezwaarschriftencommisiesPersonele aangelegenheden voor het ministerie van V en 3.

Voor een zo helder en compleet mogelijk beeld van de integritletsproblematiek enhet formuleren van de juiste oplossingen, is een centrale registratie van allemeldingen en klachten noodzakelijk. Hierdoor krijgt men daadwerkelijk zicht op detotale integriteitsproblematiek dle speelt binnen de Dii organisatie.

Tot op heden ontbreekt het aan een integrale visie op integriteitsbeleid en aaneenduidige coördinatie. Indien DJI Integriteit daadwerkelijk tot speerpunt van beleidwil maken Is dit het eerste wat moet worden opgepakt.

Pagina 13 van 20

Jaarver&ag 2010 - 2011, CentraI Vertrouwonspersoon Integriteft (CVI)

Specifieke aanbevelingen

OR-leden als contactpersoon Integriteit

Bij herhaling komen wij OR-leden tegen die tevens contactpersoon Integriteit zijn; ofdiepgaand bemiddelen in integriteitkwestles. De rollen van contactpersoon en vanOR-lid laten zich echter niet verenigen. De OR heeft immers een controlerende taakten aanzien van de afhandeling van integriteltskwestles door de bestuurder. Dezecontrolerende taak verhoudt zich niet met een bemiddelende rol of met eenvertrouwensfunctie. Deze aanbeveling uit het jaarverslag 2008-2009 blijftonverminderd van kracht. Ook in deze verslagperiode zijn we opnieuw geconfronteerd met deze rolverwarring door OR-leden.

Advies

zie er op toe dat alle directies onafhankelijk medewerkers benoemen als vertrouwenspersoon integriteit. Houd de ze taak van de OR-leden beperkt tot decontrolerende taak.

Onbekendheid directies met diverse procedures: melding/klacht

Deze aanbeveling uit de vorige verslagperlode blijft opportuun, zeker nu er in dezeverslagperiode twee nieuwe meldpunten bijgekomen zijn.

De CVI is gebleken dat directies onvoldoende bekend zijn met de verschillendeprocedures rond het afhandelen van meldingen en klachten over integriteit. Hetgevolg is dat betrokkenen geen helderheid hebben over de juridische context en dater fouten worden gemaakt In de afhandeling.

Het systeem van locale vertrouwenspersonen Integriteit in de inrichtingen en vanCentrale Vertrouwenspersonen integriteit op landelijk niveau is in het levengeroepen omdat het de voorkeur verdient om (vermoedens) van integriteit-schendingen intern binnen DJI op te lossen en daarvan als Organisatie te leren. Alsmeldingen op een zorgvuldige wijze worden behandeld kunnen veel klachtenvoorkomen worden.

Integriteitkiachten, of klachten over bejegening op basis van hoofdstuk 9 van deAwb kunnen worden gedaan als de schending zich voordoet, maar ook later als demelder ontevreden is over de afhandeling van zijn melding. Het bevoegd gezagmoet dan volgens de in de Awb gestelde regels de klacht afhandelen, waarna de klager nog In beroep kan gaan bij de Nationale Ombudsman. De CVI is dus niet deberoepsinstantie voor dergelijke klachten, zoals een van de directeuren aan deadvocaat van een klager had laten weten, Belangrijk Is dat directies zich latenbijstaan door deskundige adviseurs, dle zowel goede juridische kennis hebben, maarook in staat en bereid zijn te bemiddelen en escalatie tegen te gaan.

Verder is er op basis van het ARAR (artikel 79a e.v.) een beroep op de regeling voorklokkenluiders mogelijk. Bij ernstlge misstanden is de Commissie IntegriteitOverheid de Instantie waar klagers terecht kunnen. Ook hierbij is het zaak datdirecties zich door deskundige adviseurs laten bijstaan.

Pagina 14 van 20

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Advies

voorzie leidinggevenden van een beknopt overzicht van de verschillende proceduresrond integriteitskwesties. Zo Is de juridische context bij een melding/klacht vooralle betrokkenen van meet af aan duidelijk.

Ondersteuning integriteitsbeleld in het algemeen en naar inrichtingenonvoldoende

De constatering dat de aanbevelingen uit het vorige verslag van de CVI onvoldoendezichtbaar en planmatig zijn opgepakt illustreert dat deze aanbeveling uit de vorigeverslagperiode blijft staan.Integriteit Is al jaren een beleidsspeerpunt bij DJI. Dat is ook noodzakelijk gezienhet grote aantal meldingen en klachten. Een van de beleidsadviseur bij DPMO heeftenkele uren in het takenpakket beschikbaar voor integriteit. Dit is niet voldoendevoor het ontwikkelen van DJI-breed integritietsbeleid en het ondersteunen vanvertrouwenspersonen In vestigingen. Bij gevolg wordt er weinig voortgang geboektbij het ontwikkelen van beleid op onderdelen, krijgen directies en vertrouwenspersonen geen ondersteuning bij het aanpakken van lntegriteitskwesties en gaaninrichtingen zelf aan de slag met locaal beleid.

Advies

Geef prioriteit aan het ontwikkelen van integraal integriteitbeleid door eenbeleidsadviseur te benoemen clie fulltime belast is met dit onderwerp.

Omgaan met ziekteverzuim

Bij DJI wordt een aantal jaren gewerkt met de ‘Maatwerkregeling’. In veelinrichtingen Is er sprake van een aanscherping van het ziekteverzuimbeleid. Op zichis meer aandacht voor de zieke medewerker en de focus op wat iemand nog wel kanin plaats van wat iemand niet kan, een goede zaak.Met de Invoering van de maatwerkregeling in alle inrichtingen zijn de meldingenover dit onderwerp in de verslagperiode toegenomen, zoals wij in ons vorige verslagvoorzagen. Het betreft vooral meldingen over de wijze waarop leidinggevenden hunmedewerkers bejegenen. Ter illustratie een aantal voorbeelden:• ‘ook al lig je dood te gaan, je môet bereikbaar zijn’;• ‘Je komt maar werken, want Ik geloof je niet’;• ernstige zieke medewerker die met vorige leidinggevende afspraken heeft

gemaakt om in rooster rekening te houden met noodzakelijke bestralingen,zodat hij gewoon aan het werk kon blijven. Nieuwe leidinggevende had hiergeen boodschap aan met een beroep op de maatwerkregeling;

• leidinggevende belde meerdere malen per dag op om te vragen of medewerkeral weer beter was, zodat hij aan het werk kon gaan.

Vaak ontstaan deze praktijken waar meningsverschillen bestaan over hetfunctioneren van de medewerker. Medewerkers voelen zich regelmatig geïntimideerddoor hun leidinggevende door de wijze waarop de ziekteverzuimbegeleiding wordtuitgevoerd. Nu de maatwerkregeling binnenkort voor de hele DJI Organisatie een feitis voorzien wij meer integriteitsschendingen.

Paglne 15 van 20

)aarverslag ZOW - O1t, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Advies

Stel hogere eisen aan leldinggevenden als het gaat om verzuimbegeleiding. Hetverdient aanbeveling na te gaan of de maatwerktraining, leidlnggevenden voldoendehebben toegerust om ziekteverzuim op de juiste wijze te begeleiden.

Omgaan met meldingen door directies

Het doen van een integriteitmelding is voor de melder vaak een hele stap. In veelgevallen wordt de kwestie in de lijn goed opgepakt en besproken. Hiervan hebbenwe ook in deze verslagperiode weer een aantal goede voorbeelden gezien. Hierbijwerden meldingen integriteit direct door het naast hogere gezag opgepakt, somswerd er vooraf advies gevraagd aan de CVI hoe met zaken om te gaan. Weconstateren dat met de komst van sommige nieuwe (vestiglngs)directeuren, dewijze van aanpak van integriteitsmeidingen merkbaar verbetert, waardoor decultuur van de hele organisatie positief wordt beïnvloed. Het blijkt dat alsleidinggevende de melding van de medewerker direct en serieus oppakt, er geencommunicatiestoornissen ontstaan, gaat ‘de angel er snel uit’ en komt men inharmonie tot een vergelijk.

Maar het tegenovergestelde komt ook met enige regelmaat voor. Directies gevengeen prioriteit aan de melding, bellen bijvoorbeeld de CVI niet terug, incidentenworden toegedekt zodat ze volgens melders jarenlang kunnen blijven ‘etteren’. Ookkomt het voor dat rne)ders worden overgeplaatst en de betreffende leidinggevendeblijft zitten, zonder dat het probleem adequaat Is opgelost. Leidinggevenden wordenniet zichtbaar aangesproken op hun gedrag. Helaas hebben we moeten constaterendat naar mate het leidinggevenden betreft die ‘hoger In de lijn’ zitten, deondoorzichtigheid van de aanpak toeneemt. Dit schaadt het vertrouwen vanmedewerkers in het bevoegd gezag.Ook komt het regelmatig voor dat na afronding van de melding er geen rehabilitatieplaats vind naar de meider en/of de aangeklaagde. Het niet rehabiliteren leidt vaaktot nieuwe conflicten en het ondermijnen van het onderlinge vertrouwen. In eenaantal gevallen heeft dit geleid tot verzoek om overplaatsing door de melder die inhet gelijk gesteld was en in één geval was de werksituatie voor betrokkene zodanigverstoord dat zij vrijwillig ontslag heeft genomen..Belangrijk is dat een integriteitkwestie met alle betrokkenen goed wordt afgerond opeen manier dat er daadwerkelijk een streep onder de kwestie wordt gezet.

Advies

Om tot een constructieve afronding van een melding te komen zijn een aantalrioties van belang.

1. Besef dat een melding geen nadelige gevolgen kan en mag hebben voor de melder.2. Afhandeling, moet op het juiste niveau gebeuren. Geef als directie prioriteit aanintegriteitmeldingen en laat het niet afhandelen door een stafmedewerker. Zorgervoor dat alle betrokkenen zowel mondeling als schriftelijk worden geïnformeerdover de afhandeling.3. Zorg dat in de schriftelijke afhandeling duidelijke afspraken staan vermeld en zorgervoor dat wordt opgenomen dat met dit schrijven door alle partijen een streeponder de kwestie is gezet. Er kan dan in ander verband niet op terug gekomenworden.

Pagina 16 van 20

Jaarverslag 2010 - 2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

4. Spreek Ieidinggevenden aan op hun gedrag als de uitkomst van het onderzoek hiertoe aanleiding geeft. Wek niet de schijn dat ze de hand boven het hoofd wordtgehouden.

Over de melders

Dat het voor melders niet makkelijk is om de stap te zetten om daadwerkelijk totmelding over te gaan, hebben we hiervoor al besproken. Het is echter ook niet altijdeenvoudig voor de leidinggevenden en zelfs niet voor de CVI, om met alle meldersom te gaan. Sommige melders zijn zo verbitterd en beschadigd door jarenlangeslepende kwesties dat objectief naar hun verhaal luisteren een hele opgave is.Onze ervaring is dat als je als CVI of leidinggevende toch de tijd neemt om het heleverhaal aan te horen, je de vicieuze cirkel kunt doorbreken, waardoor somsjarenlang ‘oud zeer’ wordt opgelost.

Hiernaast is er een categorie van ‘oneigenlijke’ melders.Leidlnggevenden die een gerechtvaardigd arbeidsconflict hebben met eenmedewerker, waarbij de medewerker, dle zich hier niet bIj neerlegt, via eenintegriteitsmelding zijn gelijk wil halen. Het is de taak van de CVI om ditonomwonden te bespreken met de ‘melder’.Ook komt het voor dat In het gesprek over de melding duidelijk wordt dat de melderzélf niet integer handelt, zonder dat hij zich dat bewust is. Dit zijn de typischesituaties van ‘de splinter en de balk’. Het is aan de CVI om de melder hiermee teconfronteren. Dit wordt ons niet altijd In dank afgenomen.Verder zijn er melders die de neIging hebben om zich op te werpen als ‘het geweten’van de inrichting. Een sprekend voorbeeld Is het volgende. De CVI werd gebeld dooreen medewerker van een Inrichting die wilde melden dat zijn directeur oneigenlijkgebruik had gemaakt van overheidsmiddelen. Bij navraag bleek het te gaan om eenleidinggevende dle tijdens zijn werk zijn voet had gekneusd en met een dienstautonaar huis was gebracht.

Net als in voorgaande jaren waren er anonieme melders. In 2010 waren er tweeanonieme meldingen en in 2011 geen. Dit is mInder dan in het verleden. (2009 waser een en In 2008 waren er vier anonieme meldingen).Angst voor represailles van hun direct leidinggevende of de directie blijft nog steedsde belangrijkste reden om anoniem te melden. Hoewel het integriteitsbeleid van Diiklip en klaar beschrijft dat melders geen nadeel mogen ondervinden van hunmelding, kan de CVI helaas nooit garanderen door iedereen strikt wordt nageleefd.

Anoniem melden is dus altijd mogelijk. Helaas stelt dit wél grenzen aan wat de CVIkan doen. Voor de Vertrouwenspersonen betekent anoniem ook echt anoniem. Incontacten met het bevoegd gezag kan de CVI daarom geen informatie prijsgevendie tot de melder zou kunnen worden herield. De speelruimte wordt daardoor flinkbeperkt. Uiteraard legt de CVI dit ook altijd uit aan de melder Kiest deze er tochvoor anoniem te blijven, dan wordt deze wens uiteraard gerespecteerd.

Pagina 17 van 20

3aarveralag 2010 2011, Centraal Vertrouwcnperoon Integriteit (CVI)

P

Bijlage

Gegevens CVI

PostadresPostbus 301322500 GC Den Haag

BezoekadresTerminal Zuid,Schedeldoekshaven 1012511 EM Den Haag

---‘ steuning Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit Dii

Pagina 18 van 20

d

Blae 15

Dienst Justitiële InrichtingenMinisterie van Vefli,qheiden Justitie

Jaarverslag 2O122O13Centraal VertrouwenspersoonIntegriteit Dii

Jaarverslag 2012 - 2013, Centraal Vertrouwenspersonn Integriteit (CVI)

Inhoudsopgave

1 Voorwoord — 5

2 Ontwikkeling op het gebied van Integriteit Overheid — 7

3 Werkwijze Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit — 9

4 Meldingen 2012 en 2013 — 11

S Conclusies en aanbevelingen — 13

Bijlage 1: gegevens CV! — 18

Pagina 3 van 20

Jaarverslaç 2012 - 2013, Centraa’ Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Voorwoord

Dit is het vierde verslag van de Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit D)I (CVI).Het beslaat de werkzaamheden in de periode 2012-2013.

Van het aantal meldingen en de Inhoud geven wij u in dit verslag een geanonimiseerd overzicht. Tevens trekken wij op basis van de opgedane ervaringen een aantalconclusies en geven aanbevelingen.

Wij hopen dat u onze aanbevelingen bestudeert, onderzoekt en in de uitvoeringspraktijk cle juiste prioriteit weet te geven.

De Centrale Vertrouwer?spersonen Integriteit Dii

____en___

Den Haag, juni 2014

Pagina 20

Jaarverslag 2012 - 2013, Centraal Verrouwenspcrsoon Integriteit (CVI)

2 Ontwikkeling op het gebied van Integriteit Overheid

In de verslagperiode zijn er diverse ontwikkelingen gesignaleerd op het gebied vanintegriteit(beleid) binnen de Overheid die een weerslag hebben op het werk van deCentrale Vertrouwenspersonen Integriteit. Hieronder worden de belangrijkstegenoemd.

Inrichting Adviespunt Klokkenlulders

Op 27 september 2011 is het Adviespunt Klokkenluiders van start gegaan, opinitiatief van de ministeries van BZK en SZW in samenwerking met bedrijfsleven envakbonden. Dit adviespunt - ook wel ‘Commissie advies- en verwijspunt klokken-luiden’ - houdt zich tot 1 juli 2015 bezig met:1. potentiële klokkenluiders informeren, adviseren en ondersteunen bij mogelijke

vervolgstappen;2. ontwikkelingen en patronen signaleren waarmee organisaties hun

klokkenluidersbeleid kunnen vormgeven/verbeteren;3. voorlichting geven over het omgaan met vermoedelijke misstanden binnen

organisaties.

In hun jaarverslag 2012 maakt het adviespunt melding van 73 verzoeken omadvies; 14 van deze verzoeken werden gekwalificeerd als klokkenlulderszaak. In 14andere zaken was het (nog) niet mogelijk om vast te stellen of het een klokkenluiderszaak betrof. In 2014 wordt het Adviespunt geëvalueerd door de ministeriesvan BZK en SZW en de sociale partners.

De Centrale Vertrouwenspersonen hebben in de verslagperiode geen meldersdoorverwezen naar dit aclviespunt. Wij hebben er geen zicht op of medewerkers vanDJJ zich bij het Adviespunt hebben gemeld.

Wetsvoorstel Huis van de Klokkenluiders

Om klokkenluiders beter te beschermen en meer onderzoek te doen naar misstanden in de publieke en private sector, is in 2012 een wetsvoorstel ingediend omeen Huis van de Klokkenluiders In het leven te roepen en dit onder te brengen bij deNationale Ombudsman.Dit wetsvoorstel is ingediend op 14 mei 2012 en is in de Tweede Kamer aangenomen in december 2013. Op 20 mei vond de plenaire behandeling in de EersteKamer plaats, waar het Is aangehouden.

Samenwerking n.a.v. nieuwe circulaire ‘Beleid ten aanzien vanintegriteitsonderzoeken’

In ons vorige verslag maakten we melding van de D)I-clrculalre ‘Beleid ten aanzienvan integriteitsonderzoeken’ (2011) en de nieuwe taak van Bureau Integriteit (BI) vanDJI. Sinds deze wijzigingen kunnen medewerkers rechtstreeks bij BI melden. Na tweejaar werken met deze circulaire is duidelijker wat deze In de praktijk betekent. Onzeindruk is dat de Centrale Vertrouwenspersonen zich vooral richten op de bejegeningsmeldingen en BI de nadruk legt op de ‘hardere’ kant van integriteitsmeldingen.

Pagina 7 van 20

Jaarverslag 2012 - 2013, Centraal Vertrouwenspersoon Integritwt (CVI)

BI heeft in de verslagperiode regelmatig contact gezocht met de Centrale Vertrou

wenspersonen over medewerkers die zich rechtstreeks bij hen hadden gemeld (de

zogeheten ‘zelfmelders’). Als cle aard va?i de melding daartoe aanleiding gaf, namen

de vertrouwenspersonen de afhandeling van de melding over.

Invoering Klachtenloket DJI

Eind 2011 is een Klachtenloket DM geïntroduceerd speciaal voor bejegeningsklach

ten over medewerkers. Het betreft bejegeningskiachten die vallen onder hoofdstuk 9

Algemene Wet Bestuurs recht. Het klachten loket is ondergebracht bij het SSC. Over

het aantal en de aard van de klachten is bij de CVI niets bekend. Ook hebben we

geen informatie kunnen vinden of het Klachtenloket aan de verwachtingen voldoet.

Er bestaat geen samenwerking tussen de Centrale Vertrouwenspersonen en het

Klachtenloket. Hierdoor hebben we geen beeld of er sprake is van dubbele meldin

gen en onvoldoende inzicht in mogelijke trends. Dit zou wel wenselijk zijn.

Beleid n.av. aanbevelingen uit verslag Centrale Vertrouwenspersoon

2010-2011

De Centrale Vertrouwenspersonen hebben het verslag 2010-2011 gepresenteerd in

de Centrale Ondernemingsraad en In het Groepsberaad. In deze presentaties is

vooral aandacht besteed aan de versnippering van meldingen en het belang van

goed voorbeeldgedrag door leidinggevenden. Wij hebben niet kunnen constateren

dat naar aanleiding hiervan actie Is ondernomen door de hoofddirectle.

Pagina 8 ver, 20

Jaarverslag 2012 2013, Centraal Vertrouweispersoon Integriteit (CVI)

3 Werkwijze Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit

Het overgrote deel van de meldingen komt bij de Centrale VertrouwenspersonenIntegriteit binnen per telefoon of e-mail via het secretariaat. Blijkt de melder aanhet juiste adres te zijn, dan volgt een (telefonisch) intakegesprek. In dit gesprekwordt de melding besproken en leggen wij de werkwijze uit. In verband met het‘woud ‘aan meldpunten vragen wij of de melding al elders is neergelegd. Als dat zois, dan kunnen wij de melding niet verder in behandeling nemen.

Twee belangrijke kenmerken van onze werkwijze zijn:

De CVI voert zelf geen onderzoek uit. Als het nodig is, adviseren we hetbevoegd gezag onderzoek uit te laten voeren door Bureau Integriteit. Opverzoek van het bevoegd gezag helpt de CVI in sommige gevallen bij hetformuleren van de onderzoeksvraag.

• De CVI onderneemt alleen actie als de melder hier uitdrukkelijk toestemmingvoor gegeven heeft. Vooraf bespreekt de CVI met dc melder welke actieondernomen wordt en of de naam van de melder genoemd kan worden. Op elkestap volgt weer overleg met de melder over eventuele ver’volgacties. Ondergeen beding geeft de Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit zondertoestemming van de melder inhoudelijke informatie aan derden.

Oplossingen vinden in de lijn

Kern van het integriteitsbeleid bij DJI is dat integriteitsinbreuken opgelost moetenworden in de lijn. Dit betekent dat de meldingen bij de Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit niet door hen worden oplost, maar op verantwoorde wijze en op dejuiste plek worden teruggelegd in de lijn. Dit doen ze door de melder te adviserenover de te volgen aanpak of door de melding zelf voor te leggen aan het bevoegdgezag, met het verzoek actie te ondernemen. Uiteraard kunnen de Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit hierbij altijd adviseren, of optreden als procesbegeleiderbij een gesprek tussen de metder en het bevoegd gezag. Het komt ook regelmatigvoor dat de Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit gevraagd worden op te tredenals bemiddelaar. Is de melding eenmaal In de lijn teruggelegd, dan trekt de CVI zichterug, maar blijft indien gewenst, de afhandeling volgen.Zijn de Centrale Vertrouwenspersonen van mening dat het betrokken lijnmanagement niet adequaat reageert op de melding, dan kunnen ze besluiten een managementniveau hoger te gaan en het naast- hogere bevoegd gezag erbij betrekken.

In sommige gevallen komen de Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit, na hooren wederhoor tot de conclusie dat er geen sprake is van een integriteitsschending.Dit wordt dan aan de melder en aan het bevoegd gezag meegedeeld. De meldingwordt daarmee afgesloten.

Naast bovenstaande adviseren wij op verzoek ook directies en lokale vertrouwenspersonen over hoe met integriteitsproblemen om te gaan.

Pagina 9 van 20

Jaarverslag 2012 - 2013, Centreal Vertrouwenspersoon integriteit (CVI)

4 Meldingen 2012 en 2013

Hieronder geven we aan hoeveel gevallen bij ons in de verslagperiode zijn gemelden geven we een korte omschrijving ervan.

Meldingen 2012

Het totaal aantal meldingen in 2012 bedroeg 38, waarvan 1 doorlopend uit 2011. en2 anoniem.Ten opzichte van 2010 (50, waarvan 5 doorlopend en 2 anoniem) en 2011 (44,waarvan 1 doorlopend uit 2010 en 0 anoniem), is het aantal meldingen afgenomen.

Ongewenste onigangsvormen 1Intimidabe/pesten/kwaadspreken/agressie en geweldfdiscrlrninatefSi 9

Professionele Integriteit

Voorbeeldgedrag/oneigenlijk gebruik DJI-mlddeleri/alcohol/drugsgebruik/schenden van/niettijdig nakomen afspraken/rieverifuncties/belangenverstrengeling/rilet of niet tijdig beantwoorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van lntegrlteitsmeldingen 3

Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door ieidinggevcndenVerwaarlozing werknemer-werkgeverrelatie/(ontbreken van) rehabIlitatie/oneigenlijk gebruikvan bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtspositionele) regels en integritets-protocol 10

Strafbare gedragingen

(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheid In geschrifte 0

Privérelaties op het werk

Met collega’s/met leidinggevenden/met Ingeslotenen 1

Adviesaanvragen aan CVIMelders/lokale contactpersonen/functionarissenJbevoegd gezag 11

Oneigenlijke meldingen

Functionerings- en beoordeilngstrajecten/zelf niet integer handelen 4

Totaal

Pagina 11 van 20

Jaarverslag 20t2 - Ot3, Centraal Vercrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Meldingen 2013

Het totaal aantal meldingen in 2013 bedroeg 31, waarvan 1 anoniem.

Ongewenste omgangsvormen

Intimidatie/pestenfkwaadspreken/agressie en geweld/discriminetie/5I/afrekenen op oude

beelden5

Professionele Integriteit

Voorbeeldgedrag/oneigenlijk gebruik Dfl-mlddeien/alcohol/drugsgebruik/schericien van/niet

tijdig nakomen aFspraken/nevenfuncties/belangenverstrengeiing/niet of niet tijdtg beant

Lden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van integritetsmeldirgen 1

Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door Ieldinggevenden

Verwaarlozing werknemer-werkgeverreiatie/(ontbreken Van) rehabilitabe/oneigenlijk gebruik

van bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtspositionele) regels en integntelts

protocoi9

Strafbare gedragingen

(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefslal/geweld/valsheid In geschrifte 0

Privérelatles op het werk

Met colleges/met Ieidinggevenden/met ingeslotenen Oj

Adviesaanvragen aan CVI

Melders/lokale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag 10

Oneigenlijke meldingen

Iritegriteitsschending door nieider zelf/rehabilitatie had wel plaatsgevonden, maar was

volgens meider onvoidoende/arbeid5conf)ict 6

Totaal31

Pagina 12 van 20

)aarversIg 2012 - 2013, Ceritral Vertrouwcnsper500n Integrtei (CVI)

5 Conclusies en aanbevelingen

De Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit hebben voor dit verslag alle kwestiesnogmaals nagelopen en komen op basis hiervan tot de volgende conclusies enaanbevelingen

In vergelijking met de jaren 2011 en 2012 is het aantal meldingen bij de CVIgedaald. Het Is ons niet bekend of het aantal meldingen in zijn totaliteit (BI,Onderzoeksraad Integriteit Overheid, Klachtenioket, Nationale Ombudsman,Adviespunt Klokkenluiders e.d.) is gedaald. Wat onveranderd is ten opzichte vanvoorgaande jaren, is het feit dat melders graag hun ‘hart willen luchten maarverder geen formele melding willen doen vanwege mogelijke negatieveconsequenties voor hun loopbaan. Uitspraken die dit illustreren zijn: ‘Ik wil nietdat je dit met mijn vestigingsdirecteur bespreekt, want dan ligt het binnen dekortste keren op het Hoofdkantoor en dan kan ik mijn carrière wel vergeten’ of‘Ik kan me niet permitteren om mijn baan kwijt te raken, want ik hebmomenteel twee hypotheken’.

• Lokale vertrouwenspersonen weten ons te vinden voor advies en overleg.Daarentegen bleek in een aantal situaties dat de melders onvoldoendevertrouwen hadden in lokale vertrouwenspersonen, omdat zij te dicht bij deInrichtingsdirectie zouden staan.

• Ook in deze verslagperiode kwamen weinig (slechts 2) meldingen seksueleintimidatie voor. Een van deze meldingen betrof seksuele intimidatie bij desollicitatieprocedure. Deze melder hebben we direct doorverwezen naar eenadvocaat.

• Melders zijn geneigd om hun melding bij meerdere instanties tegelijkertijd aante kaarten.

• Er zijn in deze verslagperiode relatief veel meldingen binnengekomen vanzorgprofessionals (verpleegkundigen, psychologen en psychiaters).

Algemene aanbeveling

De algemene aanbeveling uit de verslagen 2008-2009 en 2010-2011 is nog onverkort van kracht. Het lijkt ons nog steeds zinvol voor de hoofddirectie van DJI om debevindingen in dit verslag in samenhang te bezien met de bevindingen van het BI,de uitkomsten van de Internetspiegel, de klachten over onderlinge agressie engeweld en de klachten ingediend bij het Klachtenloket OM.

Bovendien lijkt het ons wenselijk om te onderzoeken welke rol lntegriteitskwestiesspelen in rechtspositionele geschillen, In hoeverre maken zij er deel van uit of liggenzij er zelfs aan ten grondslag? Een analyse van de uitkomsten van bezwaar- enberoepsprocedures zou hier licht op kunnen werpen. De voorzitters van de Bezwaarschriftencommissies Personele aangelegenheden voor het ministerie van V en)beamen dit.

Pagrni 13 van zo

JaarverIag 2012 2013, Centraal Vertrouwcnsper500n Integriteit (CVI)

Voor een zo helder en compleet mogelijk beeld van de integriteitsproblematiek enhet formuleren van de juiste oplossingen, is een centrale registratie van alle meldingen en klachten noodzakelijk. Hierdoorkrijgt men daadwerkelijk zicht op de totaleintegriteitsproblematlek binnen Dii.

Tot op heden ontbreekt het aan een integrale visie op integriteitsbeleid en aaneenduidige coördinatie. Indien DJI integriteit daadwerkelijk tot speerpunt van beleidwil maken is dit het eerste wat moet worden opgepakt.

Specifieke aanbevelingen

Meer structurele aandacht voor integriteit nodig

In ons vorige verslag hebben we aangegeven dat het belangrijk is om - na decampagne Veiligheidsbewustzijn van DII waarmee de nieuwe gedragscode werdgeïntroduceerd — voorlichting over dit onderwerp structureel te laten terugkomen.Wij constateren dat een dergelijke voorlichting niet heeft plaatsgevonden, terwijl erIn het veld nog steeds te weinig kennis is van de gedragscode. Doordat bijvoorbeeldde verschillen tussen meldingen en klachten niet duidelijk zijn.

Advies

Zorg met follow ups op de campagne voor structurele aandacht voor integriteit.

Aandacht voor managementkwallte)ten bij aansturen zorgprofesslonals

Deze verslagperiode zijn er relatief veel (op vijf verschillende locaties) meldingengeweest van zorgprofessionals over hun leidinggevende. Het betreft vooral meldingen over onbehoorlijke bejegening. Uit deze meldingen blijkt dat er weinig aandachtis voor communicatie met de medewerker en voor het onderhouden van de relatie.Er is doorgaans een zakelijke en functionele aansturing, los van de persoon. Hierdoor voelen medewerkers zich onveilig en missen ze personele zorg. De meldingenvan de zorgprofessionals wekken de indruk dat hun leidinggevenden onvoldoendezijn toegerust voor het aansturen van hun medewerkers.

Advies

Leidinggeven aan professionals is een vak apart dat specifieke scholing vraagt. EenMO-programma specifiek voor deze (eidinggevenden zou op zijn plaats zijn.

PaIna 14 van 20

Jaarversleg 2012 - 2013, Centra& Vertrouwenspersoon Tnteriteit (CVI)

Aandacht voor moreel vakmanschap

Naar aanleiding van diverse meldingen moeten we constateren dat het morelevakmanschap door de hele DJI-organisatie te wensen overlaat.Dit komt op verschillende terreinen tot uitdrukking.

Grof taalgebruik.Dit betreft zowel kwalificaties over medewerkers als over ingeslotenen.Voorbeelden:‘nazihonden’: een medewerker over een collega.‘alle gedetineerden een nekschot’: een medewerker over gedetineerden.‘alle OR-leden tegen de muur’: een leidinggevende over OR-leden.

Het blijkt dat de personen die deze taal bezigen, niet worden aangesproken engewoon in functie blijven.

Afrekenen op ‘oude beelden’Voorbeelden:Een medewerker die niet goed kon opschieten met zijn leidinggevende, maarverder goed functioneerde, wilde graag dichter bij huis werken en wildeovergeplaatst worden op eenzelfde functie in een andere Inrichting. Devestigingsdirecteur belde met de vestigingsdirecteur van de nieuwe inrichtingom door te geven wat er speelde. De medewerker werd niet aangenomen.

• Verkeerd toepassen van de maatwerkregeling bij ziekteverzuim.Hetgeen hierover In de vorige verslagperiode is vermeld, is nog onverkort vantoepassing.Teveel wordt uitgegaan van de vooronderstelling dat er onrechtmatig gebruikwordt gemaakt van de regeling in plaats van het uitgangspunt dat demedewerkers echt ziek zijn.

• Onvoldoende professionele distantie bij arbeidsconflicten.Voorbeelden:‘ik had je meteen op straat willen flikkeren, maar ik wacht nu toch maar dezitting af’: een vestigingsdirecteur over een medewerker.‘maar dat vind ik niet eerlijk’: een leidinggevende tegen een medewerker dieterecht de kosten van zijn opleiding vergoed kreeg.

Het blijkt dat vooral persoonlijke opvattingen van leidinggevende de boventoonvoeren In plaats van de uitgangspunten van het ARAR.

Advies

Zorg voor herhaalde aandacht voor moreel vakmanschap. Een eenmalige dilemma-training is niet voldoende.

Pagina 15 ven 20

JaarversIa 2012 - 2013, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

Omgaan met melders door het bevoegd gezag na onderzoek BI.

En de afgelopen verslagperiode kregen wij diverse meldingen uit drie locaties vanmedewerkers die als getuigen waren opgeroepen door BI, maar daarna niet werdengeïnformeerd door het bevoegd gezag over de uitkomsten van het onderzoekwaaraan ze zelf hadden bijgedragen. Diegene waarnaar het onderzoek werd gedaankreeg het gehele onderzoek te zien. Hierdoor kwamen de meiders/getuigen in eenonveilige situatie.In één zaak heeft om deze reden een melder zelf ontslag genomen en een anderemeider heeft gevraagd om overplaatsing. Los van hun eigen getuigenverklaringkregen ze geen verdere verslagen te zien. Een en ander zal de meldingsbereidheidniet vergroten.

Advies

Maak als bevoegd gezag bij de beslissing over het afgeven van het rapport van BIeen zorgvuldige afweging met betrekking tot de belangen van de melders/getuigenen de beklaagde.

Over de melders

Hetgeen we in ons vorige verslag hebben geschreven over de diversiteit vanmelders, blijft onverkort van kracht.

En deze verslagperiode constateren we een tendens van meer collectieve meldingen.Soms komen melders gezamenTijk, om sterker te staan t.a.v. hun leidinggevende.Ook adviseren wij als we constateren dat meerdere collega’s betrokken zijn bij devermeende integriteitsschending, om gezamenlijk te melden. Hiermee heeft demelding meer impact.

Pagina 16 van 20

4

Jaarverslag 2012 - 2013, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)

p

Bij’age

Gegevens CVI

Secretariële ondersteuning Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI

DiII

E-mail:

PostadresPostbus 908292509 LV Den Haag

BezoekadresBezuictenhoutseweg 202594 AV Den Haag

Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI

Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI

Pagina 18 van 20

r--

t—

‘4--

1 1—

4

____

t

Dit Is een publicatie van:

Ministerie van Veiligheid en iustltieDienst 3ustltlëie InrichtingenPostbus 90829 1 2509 LV Den Haagwww.dji ni

September 2014

BIaC 1J

. 1O

;r

________

Alleen rapporteren ovOrde situatris dle fl2010 zijn afgerond onder verantwoord#l1)khe’d vo.n rot bevoegd gezag

(Een melding tin 2009, atgorond in 21)10 wordt dus dit jaar gerapporteerd(

Saaier: Ingevuld dear

VevetalJaeem 0010 taLnr.

IVraag 1 Aantal bekokkenen met vgrnedens van inter.• Aantal betrokkenen waarvan varmo.dena van en zijn qecon.telaerd eevahnl

Inclusief betrokkene onbekemrd en batrokkne Is niet in div;rst van de Org:nisatie

vraag in Type- vermoedelijk.- achendingen m&dlng.nlvermoed.na waarvan geconstateerdHet letsel aantal betrokkenen met - vermoedens van -ttnarrdale acriendingen gevaflwr gevallen

Ht totaal aantal betrokkenen met- vermoedens van - rrdbrrjlç positie en belangenserstengeling gevallen gevallenliet totaal aantal belrokkanen met - vermoedens van - lekken en misbruik van brtormnalla 9uellan gevallenHet totaal aantal betrokke%nn niet - vermoedens van - misbruik van bevoegineden genalanHel totail aantal betrokkenen niet - vernroederrs van - misbruik van gewelisbevoegdtnaid gevallen gevallenHet totaal aantal betrokkenen net - vermoedene van - ongewenste omvgangevormnn 5 aevaeen 0 gtoall.nHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misdragingen In de prtid-steer 1 gevallen 1 gevallenHet totaal aantal betrokkenen mllt - vermoedeva van- oneigenlijk gebruik van dlenslmlddelen 1 geraKen gevallenoverschrijding Interne regeleliet totaal aantal betrokkenen mei - ventrogdana van - mieeland volgens de kloldmerduklersregdkng geraKen

Totaal aantal type ache.dngen 6 g.,alee 1 ..v.aee(per betrokkene 4n nveeidsre type sdlenc5gen mogelijk)

Vraag 25__jBeatuurlijke i_ambtelijke)_behandeling

Volledig teitarronderzoek 1

PJisen vooronderzoek 5 gosajGeen onderzoek gevallenOnbekend gevallen(per betrokkene In onderzoek o ven/alle onderzoeken opgeven: crk waar uitkomst van onderzoek niet lot Constatertrng he4t geleid) 0 eevatlen

Vraag 2b Ond.rzo.kalnatentle (onder verintwoordelljklield bevoegd gezag)

Intern onderzoek gavailenExtern Onderzoek gevasen

Intern onderzoek gevolgd door extern onderzoek gevallen(per betrzklrxne kr onderzoeli opgaven t alle onderzoeken opgeven; ook waar ultlmoniet van onderzoek niet tol corstelming heeft galald)

Vraag 2c Aangifte hIj hel Openbaar Ministerie

Aenelfta hij het openbaar Minlatante gevallen

Vraag 3 Atdo.nlng

a) dIsciplinair (por betrokkene ajnari de cv 25r5.e aidoet*rç vermelden) vocewsard&c unnaotw.a’delljeclamelijke berisping gealtmr gevallenbtirgewona dienst gevallenvermindering vakantie gevallen Oeveltentkienclele aldoening gevallen OuSallefiverpleatafrrg geVallen gevallenschorsing met Inhoudtng ver bezolcllgkrg gevallenetratontalag gaIen gesotaeidtacWnalr II gevetlem 0

andere afdoening / amnbtalee afdoening (waarsotnjwbrgebrtef, coadtrkrg cle) gavulen geveleneen afdoening gevr gevel.

Totaal afdoevring 0 gevalain 0 geval.

b) etrafrechtelijk (die Intern zijn afgerond)

veroordetlngtrervaactlelboete g,eseponerkrg door OM gelegenoverig gevatenniet bekend gevallen

Uw antwoorden graag v66r 31 januari 2011 sturen naar;

Dank voor uw medewerking.Telefoon

TOELICHTINGDe vragen zijn gebaseerd op het Landelijk nrodelforrnuiier registratie integnteitsschendingen

1)Uitgangspunt isdo melding overeen vennoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1

cesus telt dit eis 3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van een

schending wordt vastgesteld (geconstateerd, schending).

De bedoeling is det bij meldingen/vermoederts van integriteitsschendingen Bile meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zalworden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.

Diverse ministeries hebben In het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zijn.

Tegelijkertijd weten we dat bepaalde type Schondingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv.ongewenste omgangsvormen of lekken van informatie) terwijl meldingen hierover wol een signaal kunnen zijn over mogelijke tisicos inda. ,vrr=vnleafia.

1 DEEL. vvI,mr.Jnm

‘.‘ tOflOI IOIU I.Z VJIOIflI, VI OftflUU WI IflIIIJII 1 mIn) 10, OljI IHOIUJU JCI,lIIUISJyoI IICI 0Il 10fl IUUJIO CII Jj t 1 ssoiljaa l1%lV 0 II

de organisatie.

2)Het formulier bevat de vraag al de melding bestuurlijk Is onderzocht (volledig teltenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek,onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is,

Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingenibetrokkenen is expliciet opgenomen dat hel gaat om meldingen waarvande behandeling is algerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.Een melding kan dus hebben plaatsgevonden In een eerder kalenderjaar. maar het gaat om het jaar van afdoening.Is het onderzoek onder verzntwoordelijkheld van hef bevoegd gezag (al dan niet met een sanctie) in 2010 afgerond, dan vindtregistratie over 2010 plaats, ook als aangifte gedaan Is bij het Openbaar Ministerie. U hoeft de afwikkeling bij het OM niet af te wachtenvoordat u rapporteert.

Er is een oriderscheld tussen het bestuursrechtelijke (disciplinaire traject) en het strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechtelijke trajectkan hel onderzoek intern door de eigen Organisatie worden verricht, of worden uitbesteed een een extern bureau waarbij het onderzoeknog steeds onder da eigen bestuurlijke verantwoording valt. Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een intern onderzoek en vervolgenseen extern onderzoek.

Daarnaast kan er aarigille worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk Is. Om hetonderscheid met het bestuursrechtelijke traject te maken Is deze vraag afzonderlijk opgenomen.

3)- Er is gexpliciteard dat tav. een betrokkene aNeen de zwaarste afdoening wordt opgenomen.- De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (961cft’o6te, inhouding- of vermindering salaris, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogeresalarisaschaal, indelirigs lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder financiële efdoening’.- -let begrip ‘andere afdoening’ is toegelicht. ‘geen afdoening’ is toegevoegd. Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijnaan het totaal aan betrokkenen.- De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden In het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag3b). Dat zal vaak ‘niet bekend’ zijn.

Voorbeelden- Van een vermoedelijke misdraging in de privésfeer In 2009 loopt een intern onderzoek door in 2010. In 2010 wordt deintegriteitsschendlng geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd (in beide kolommenlaenin3)- In 2010 komt een melding van een vermoedelijke ttnanclele schending binnen. Hiernaar wordt eerst een Intern onderzoek Ingesteld.Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feltenondarzoek uit. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangiftebij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontslag. Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek In 2011 en ook deberoepsprocedure tegen het strafontslag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door hel bevoegd gezag in 2010 isafgerond, wordt over deze situatie in 2010 gerapporteerd (Belde kolommen 1 a, bij 2b onder ‘zowel in- als extern onderzoek’, bij 3e‘strafontsieg’ en ‘niet bekend’ bij 3b)- Een vermoeden van misbruik ven bevoegdheid wordt In 2009 gemeld. In 2010 komt uit Onderzoek naar voren dat er niets aan dehand Is. Over deze melding/vermoeden wordt over 2010 gerapporleerd( In kolom le in ‘vermoedens’, In kolom 2a en 2b, In 3e ‘geen

Vraag la Aantal betrokkenen metvirmoedins vin InAantal betrokkenen waarvan vermoedens

gevallen

lii eaualten

Inclusief ‘betrokkene onbekend’ en ‘betrokkene is niet In dienst van de organisatie

Vraac Ib

Aantal interne meldingen 13 gevallen

Aantal externe meldingen 2 eenutlen

Totaal aantal meldingen 15 gevatlen

Aantal meldingen In het kader van de klokkentuidersregeting 3 gevallen

Aantal meldingen van Meldpunt M 2 gevallen

(per bnlroktsenr aongegeue:r of meld ng intern of extern In en of sprake is van meldingen In het kader van klokkaviurderarageling of van Me dpunt Ml

vraag le Type - vermoedelijke - schendinon nieldingan 1 vureneedene waarvan geconatateerdHet totaal uantot betrokkenen met - vermoedens van - Snancele schendingen gevallen — gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van minbruik posihe en betangenverslengeling 2 gevallen gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - lekken en misbruik van informatie 0 gevallen gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik van bevoegdheden 3 gevallen — gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik van geweldsbenoegdheid 1 gevallen — gevatenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - ongewenste omgangsvorrnen 3 gevallen gevallenHet totaat aantal betrokkenen met - vermoedens van - misdragingen In de privâ.sfeer 1 awabe — gavattanHet totaat aantal betrokkenen met - vernnoedena van - oneigenlijk gebruik van dienstmiddeten! 2 gevallen 2 gevallenoveroctirijding interne regels

liet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - mlsatand volgens de kiakkenluideromgeng 3 gwaien 1 gevallenTotaal aantal type echendtngen 1 g.nattas S genattee(per betrokkene zijrr meerdere type sctiendlngen mogetijk)

Vraag 2a (eestuurlijka 1 ambtelijke) behandelingVotledig feitenonderzoek 3 gevallen

Alleen vooronderzoek genegenGeen onderzoek gevallen

Onbekend 12 gevallen

(per betrokkene in onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook waar uItkomst van onderzoek niet tot constatering heeft geteld) gevallen

Vraag 2h OndsrzogkslnatgntJe (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)ntsro onderzoek 2 bis

Extern onderzoek t genegen

ntgrn onderzoek gevolgd door extern onderzoek 0 gevallen

(per betrokkene in onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ooit waar uitkomst van onderzoek niet tot constatering heeft geleId)

Vraag 2e Aangifte bij het Opgnbaar MinIsterieAangifte bij het openbaar MinIsterie 1 al gevallen

Vraag 3 Afdoeninga) discIplinair (per betrokkene alleen de zwaarste afdoening verrneldenl VOolWaardelNIt onvogrweardelkschriftelijke berisping 1 gevgsee 0 gevallenbuitengewone dienst gevallen gevelleevermindering vakantie gevallen gevallenfinandele afdoening gevallen gevallenverplaatsing gevallee gevallenschorsing met inhoud’ng van bezoldiging 0 gevallen 1 gevallenntrsfontslag gevallen gevallenTotaal discIplInaIr 1 gevallen 1 gevallen

andere afdoening 1 ambtelijke afdoening (waarsctsuwrngsbrlef coach ng etc( genaeen 1 gevallen

‘jean afdoening gevalee gevallen

Totaal afdoenIng ganaSes 5 pevallee

b) strafrechtelIjk (dle Intern zijn afgerond)veroordeling gevallentransactie 1 boete gevallenseponennrg door OM gevallenoverig gevallenniet bekend gevallen

TOELICHTINGDe vragen zijn gebaseerd op het Landelijk rnodelformu(ier registratie integrite(tsschendingen

1)Uitgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dal 1 meiding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1casus telt dit ais 3 meldingen Op de meldingibetrokkene wordl actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van eenschending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).Als bij een betrokkene meerdere vermoedelijke respectievelijk geconstateerde integriteitsschendingen zijn bij 1 melding, telt dit ais 1melding Bij vraag le dienen dan wel alle vermoedelijk respectieveljke geconstateerde type schendingen te worden geregistreerd (perbetrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk)

Alleen rapporteren over de attuatles dle it 2013 zijn afgerond onder verantwoordnttjkheld van tint bevoegd gezagleen melding In 2012, argorond In 2013 wordt dus dit jaar gerapportoerd)

De bedoeiing is dat bij meidingen/verrnoedens van integriteitsschendingen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zalworden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven,

Diverse minstenes hebben in het verieden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zjnTegelijkertijd weten we iat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv.ongewenste omgangsvormen. of lekken van informatie) terwijl meldngen herover wel een signaal kunnen zijn over mogeijke risico’s inde organisatie.

Vraag ib verwijst naar informatie over de melding, zoals opgenomen in het landelijk modelformulrer registrat.e integnteitschendingen.Per betrokkene (een melding met meerdere betrokkene, telt de registratie a!s meerdere meldingen) moet worden aangegeven of demelding intern of extern is. Ook per betrokkene aangeven of er sprake is van melding in het kader van de ktokkenluidersregelirrg of vanMeldpunt M

2)Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurlijk Is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek.onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is

Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingen)betrokkenen is expliciet opgenomen dat het gaat om meldingen waarvande behandeling is afgerond onder verantwoordelijkheid yen het bevoegd gezag.Een melding kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kaenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoeningIs het onderzoek onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (al dan niet met een sanctie) in 2013 afgerond, dan vindt registratieover 2013 plaats, ook als aangifte gedaan is bij het Openbaar Ministerie. t) hoeft de afwikkeing bij het OM niet af te wachten voordat urapporteert.

Er is een onderscheid tussen het bestuursrechtel.jke (discplinare traject) en het strafrechtelijke, Vanuit het bestuursrechtehjke trajectkan het onderzoek intern door de eigen organisatie worden vemcht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoeknog steeds onder de eigen bestuurijke verantwoording valt Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een intern onderzoek en vervolgenseen extern onderzoek.

Daarnaast kan er aangfte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk-is. Om hetonderscheid met het bestuursrechtelrike traject te maken is deze vraag afzonderlijk opgenomen

3)- Er is geëxpliciteerd dat t a v een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordt opgenomen.- De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (geldboete, Inhouding- of vermindering salaris niet toekennen periodiek, uitsluiting hogeresalarissschaal, iridelings lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder Tinanciele afdoening- Het begrip andere afdoening’ is toegelicht geen afdoening is toegevoegd. Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijn aanhet totaal aan betrokkenen.- De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag3b). Dat zat vaak niet bekend zijn.

VoorbeeldenVan een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2012 loopt een intern onderzoek door in 2013. In 2013 wordt de

integriteitsschending geconstateerd en ook een straf opgelegd Over dit vermoeden wordt over 2013 gerapporteerd (in beide kolommenleen in 3)- In 2013 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld.Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feitenoriderzoek uit Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangiftebij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontatag. Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2014 en ook deberoepsprocedure tegen het strafontslag loopt nog. Aangezien het Onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag In 2013 isafgerond, wordt over deze situatie in 2013 gerapporteerd (Beide kolommen la, bi] 2b onder ‘zowel In- als extern onderzoek’, bij 3a‘strafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)- Een vermoeden van misbruk van bevoegdheid wordt in 2012 gemeld. In 2013 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan de handis Over deze meldinglvermoederi wordt over 2013 gerapporteerd( in kolom le in ‘vermoedens’, in kolom 2a en 2b. in 3a ‘geenafdoening’)

BIae 22

Meldingen van (vermoedelijke) integriteitschendingen, geregistreerd tbvJaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014

Bestuursorgaan: bestuursdepartement

Jaar: 2014

Aantal Aard Soort onderzoek Handhavingambtenaren integriteitaantasting/

verdenking2 Ongewenste Vooronderzoek/Volledig Schriftelijke berisping

omgangsvormen feitenonderzoek1 Overschrijding interne Volledig Schorsing en inhouden

regels feitenonderzoek bezoldiging1 Misdraging in privésfeer Vooronderzoek Schriftelijke berisping1 Oneigenlijk gebruik Volledig Strafontslag

dienstmiddelen feitenonderzoek

Sociaal Jaarverslag 2009

BIae 23

1

1 DEEL 2: REGISTRATIEFORMULIER INTEGRITEIT

Alleen m.b.t. de zaken die in 2009 zijn afgerond (kan dus ook meldingen betreffen die in eerdere jaren zijn gestart)

P

Sector: IND Ingevuld door: BV&l t Directie HR

Verslagjaar: 2009 tel,nr.:

Vraag 1 Aantal betrokkenen met vermoedens van integriteitsschendingen 35 gevallen

Aantal betrokkenen met geconstateerde integriteitsschendingen 13 gevallenIrcI:sief ‘belrokkene onbekend’ en ‘betrokkere is niet in dienst van de organisatie

vraag 1 a Type - vermoedelijke - schendingen meldingen t vermoedens geconstateerdHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - financiele schendingen gevallen gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van- misbruik positie en belangenverstengeling 2 gevallen 1 gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - lekken en misbruik van informatie 13 gevallen 5 gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik van bevoegdheden 4 gevallen 1 gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik van geweldsbevoegdheid gevallen gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - ongewenste omgangsvormen 5 gevallen 3 gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misdragingen in de privé-sfeer 8 gevallen 5 gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - oneigenlijk gebruik van dienstmiddelen / 21 gevallen 7 gevallenoverschrijding interne regels

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misstand volgens de klokkenluidersregeling gevallen gevallen

Totaal aantal type schendingen 53 gevallen 22 gevallen(per betrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijki

Vraag 2a (Bestuurlijke) ambtelijke) BehandelingVolledig feitenonderzoek 34 gevallen

Alleen vooronderzoek 8 gevallen

Geen onderzoek 8 gevallen

Onbekend gevallen

50 gevallen

Vraag 2b OnderzoeksinstantieIntern onderzoek 42 gevallen

Extern onderzoek 1 1 gevallen

Aangifte bij het openbaar Ministerie gevallen

P

Vraag 3 Afdoeninga) discipinair (per betrokkene alleen de zwaarste afdoening vermelden) ‘ voorwaardelijk onvoorwaardelijkschriftelijke berisping gevallen 4 gevallen

buitengewone dienst gevallen 0 gevallen

vermindering vakantie gevallen 4 gevallen

geldboete gevallen 0 gevallen

inhouding salaris gevallen 0 gevallen

vermindering salaris gevallen 0 gevallen

niet toekennen periodieke salarisverhogingen gevallen 0 gevallen

uitsluiting van indeling in een hogere salarisschaal gevallen 0 gevallen

indeling lagere salarisschaal gevallen 0 gevallen

verplaatsing gevallen 1 gevallen

schorsing met inhouding van bezoldiging gevallen 1 gevallen

atrafontalag gevallen 1 gevallen

Totaal disciplinair gevallen II gevallen

andere afdoening t ambtelijke afdoening (waarsct-iuwingsbrief, coaching etc) gevallen 0 gevallen

geen afdoening gevallen 0 gevallen

Totaal afdoening gevallen ii gevallen

‘eroordeling

transactie / boete

seponenng door OM

averig

niet bekend

bi strafrechteliik0

0

0

0

Uw antwoord graag vôôr 1 februari richten aan: DP&O

tav. Telefoon e-matl

gevallen

gevallen

gevallen

gevallen

oevallen

B9Ici9e 24

::

DEEL 3: REGISTRATIEFORMULIER INTEGRITEIT 1

Alleen rapporteren over de situaties die in 2010 zijn afgerond ander verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag

(Een melding ie 2009, afgerond in 2019 wordt dus ditjaar gerapporteerd)

s.., IND

V 21/10

Vraag 1 Aantal betrokkenen met vermoedens van 91 eenallenAantal betrokkenen waarvan vermoedancs ingen zijn geconstateerd 6 enatten

relus vr bv/1c”cic orbekend en betrokkene is met in dienat van de vrgarisatie

vraag la Type - vermoedelijke - schendingen metdingen / vermoedens waarvan geconstateerdHet fataal aantal betrokkenen met - vermoedens van - 1/nanviele schendingen 11 gevallen aeoallenHel totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik pasitie ee belangenverstengeling 4 gevallen t gevallen

Hel totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - lekken en misbruik van informatie 3 gevallen gevallenHel totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik van bevoegdheden 1 gevallen gevallenHel totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik van geweldsbevnegdheid gevallen gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - ongewenste nmgangsvernten 7 gevaves 1 gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misdragingen ie de pdvé-sfeer 5 gevallen gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - oneigenlijk gebruik van diesstmiddelen t 20 gevallen d gevallennversnhd(dieg interne regels

Het lelaat aantal betrokkenen met - vermoedens van - misstand volgens de klvkkenlvidersregeling gevallen gevallenTotaal aantal type schendingen 51 aeaallen 6 enoallan

lpvr bvtrvkkvve zin mevrderv type schevdrgen mogelkl

Vraag_2e (Bestuurlijke 1_ambtelijke)_bahendelingVolledig feitenonderanek 2g gevallen

Alleen vnnrnnderznek ig gevallen

Geen endenzoek 12 gevallen

Onbekend gevallen

(per belrvkkene in onderzoek vpgevvn z’lv vvderzvokvv vpgvuvr 0o waar v kvmvi van c verzvvk viel cccuic -; benlr genn enoallen

Vraag 2b Onderzoekslnstentie (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)Inlem onderzoek 3g gevallen

Eatere onderzoek 1 gevallen

Idem onderzoek gevolgd door eotem onderzoek gevallen

(pvr bvtrvkkvnv in vrrdnrzvek vpgnvnn / alle onderzoeken opgeven ook waar vilkomat van onderzoek nint tot cvnvlalvvrg heetl gvlvdl

Vraag 2c Aangifte bi) het Openbaar MinisterieAengite bi) hel npenbaar Min/stede aevallen

Vraag 3 Afdoeningal disciplinair oer bvirukkene alleen de zwaarste afdoening vermelden) veerwaardelijk nneoorwaardeli(kschriftelijke bedsping 2 gevallen aevalleebuitengewone dienst gevallen aevallenvermindering vakantie 1 gevallen aevalleetinanniele afdoening gevallen gevallenverplaatsing 2 gevallen gevallengchorsing met inhosding van bezoldiging gevallen gevallenslrafontslag gevallen gevallenTotaal disciplinair S aavallan 0 gevallen

andere afdoening / ambtelijke afdoening lwaarsohawiegsbrief, vnavhing clv) 1 gevallen gevallengeen afdoening gevallen gevallenTotaal afdoening 6 gevallen 5 gevallen

bI strafrechtelijk (die intern zijn afgerond)veroordeling gevallentransactie / boete gevallensepnnedng daar OM gevallenvvedg gevallenniet bekend gevallen

Uw antwoorden graag vôér 31 januari 2011 aturen naar:Dank voor uw medewerking.

Telefoon:

TOELICHTINGDe vragen zijn gebaseerd op het Landelijk modelformulier registratie integriteitsachendingen

1)Uitgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1casus telt dit als 3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondemomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van eenschending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).

De bedoeling is dat bij meldingen/vermoedens van integriteitsschendingen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zalworden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.

Diverse ministeries hebben in het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zijnTegelijkertijd weten we dat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv.ongewenste omgangsvormen. of lekken van informatie) terwijl meldingen hierover wel een signaal kunnen zijn over mogelijke risicosin de organisatie

Sociaal Jaarverslag 2010

Enquête t.b.v. de rapportage over 2010

2)Het formulier bevat de vraag of de melding beatuurfijk ia onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geenonderzoek, onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenat ia.

Aangezien het uitgangapunt betrekking heeft op de meldingen/betrokkenen ia expliciet opgenomen dat het gaat om meldingenwaarvan de behandeling ia afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.Een melding kan dua hebben plaatagevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoening.Is het onderzoek onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (al dan niet met een aanctie) in 2010 afgerond, dan vindtregiatratie over 2010 plaats, ook sla aangifte gedaan ia bij het Openbaar Miniaterie. U hoeft de afwikkeling bij het OM niet af temachten voordat u rapporteert.

Er ia een onderacheid tuaaen het beatuurarechtelijke (diaciplinaire traject) en het strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechtelijke trajectkan het onderzoek intern door de eigen organiaatie worden verricht, of worden uitbeateed aan een extern bureau waarbij hetonderzoek nog ateeda onder de eigen beatuurfijke verantwoording valt. Ook beide optiea zijn mogelijk, eerat een intern onderzoek envervolgena een extern onderzoek.

Daamaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een atrafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk ia. Om hetonderacheid met het bestuurarechtelijke traject te maken ia deze vraag afzonderlijk opgenomen.

3)- Er ia geëxpliciteerd dat ta.v. een betrokkene alleen de zwaarate afdoening wordt opgenomen.- De afzonderlijke diaciplinaire maatregelen (geldboete, inhouding- of vermindering aalaria, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogereaalariaaachaal, indelinga lagere aalarisachaal) zijn aamengevoegd onder ‘financiële afdoening’.- Het begrip ‘andere afdoening’ ia toegelicht ‘geen afdoening’ ïa toegevoegd. Het totaal aan (diaciplinaire) afdoeningen zal geluk zijnaan het totaal aan betrokkenen.- De uitkomaten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond(vraag 3b). Dat zal vaak ‘niet bekend’ zijn.

Voorbeelden- Ven een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2009 loopt een intern onderzoek door in 2010 In 2010 wordt deintegriteitsachending geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd (in beidekolommen le en in 3)- In 2010 komt een melding van een vermoedelijke financiele schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intem onderzoek ingesteldVervolgens voert een extem onderzoeksbureau een feitenonderzoek uit Op basis ven de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangiftLbij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strsfontslsg. Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2011 en ook deberoepsprocedure tegen het strsfontslag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag in 2010 isafgerond. wordt over deze situatie in 2010 gerapporteerd (Beide kolommen le, bij 2b onder ‘zowel in- els extern onderzoek’, bij 3e‘strafontsleg’ en ‘niet bekend’ bij 3b)- Een vermoeden yen misbruik ven bevoegdheid wordt in 2009 gemeld. In 2010 komt uit onderzoek naar voren dat er niets een dehand is. Over deze melding/vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd( in kolom is in ‘vermoedens’, in kolom 2e en 2b, in 3e ‘geenafdoening’)

Vraag la Aantal betrokkenen met v,qmp,deris van lnteçAantal betrokkenen waarvan vermoedens vanIndunrot bolrokknrrn bnknr-d en ‘belrokkane is niet In dIenst van de organtsase’

lInnan ,Ilnaen,nnat.t.nrd1

1 eevallee

Vraag 1hAtl interne meldingen 68 genotenAantal externe meldingen 40 geestenTotaal aantal meldingen 125 gevallenAantal meldingen in het kadervan de klokkenluidersregeling genalenAantal meldingen van Meldpunt M genoten(per betroklçene aangegeven of meld,ng intern of extern Is en of sprake in van meldingen In hel kader van klolrkenluidersiegeling of van Meldpunt M)

vraag ic Type-vermoedelijke - schendingen meldIngen Ivem,oedenn waarvan geconstateerdHet totaal aantal beliokhenen met - vermoedens van - knandee schendingen 44 gevallenHet totaal aantal betrokkenen niet - vermoedens san - misbruik positie en belangenverslengeling 30 gevallen gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - lekken en rnlstrnrik van inlorrnatie gevallen geeeeenHel totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik von bevoegdheden 7 gevallen gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vennoedens van - misbruik van geweldsbauvegdhert gevallen gevaleeHel totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - ongewenste omgangsvormen 9 genoten genatenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misdragingen in de pnvé-sfoer 5 gevallen gevalenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - oneigenliik gebruik van dienstrniddelen / 31 gevaren gevallenoverschrijding interne regels

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misstand volgens de klokkenluidersregeing gevallen genotenTotaal aantal lype sohendlegen 120 .v.Uen gevee.e

(per betrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk)

Vraag_2a (Beetuurlljke_1 ambtelijke)_behandelingVolledig fnitnnondvrznek genaoenAlleen vooronderzoek genal.nGeen onderzoek gevallenOnbekend 3 gevallen

(per betrokkene In onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook waar uitkomst van onderzoek niet lol constatenng heeft geleid) gev.tl.e

“rang 2h Ondarzoekslngtanlle (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)ntem onderzoek 63 gevallen

Extern onderzoek geestenntem onderzoek gevolgd door extern onderzoek gevaren

(per betrokkene In Onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgaven ook waar uitkomst van onderzoek net tol constatering heeft geleldl

Vraag 2c Aangifte bij het Openbaar MinisterieAangifte bi) hel openbaar Mininlene ii gevaren

Vraag 3 Afdoeninga) disciplinair (per betrokkene alleen de zwaarste afdoenIng vermelden) voorwaardelijk onvoorwaardelijkschriftelijke berisping 1 gevallen gevallenbuitengewone dienst gevallen gevallenvermindering vakantie gevallen gevallenflnanciela afdoening gevallen gevallenverplaatsing gevetles gevallenschorsing met inhoud ing van bezoldiging gevallen gevatenslrafontslag 1 gevallen 3 gevallenTotaal dtsoipiinelr gevallen genallen

andere afdoening 1 ambteijke afdoening (waarnclruwingsbnel. coactring dcl gevallen 3 gevallenqeen afdoening gevallen gevallenTotaal efdoentng 2 gevallen e gevallen

b) strafrechtelijk (dle Intern zijn afgerond)veroordeling gevallentransactie 1 boete genatenseponenng door CM gevallenOveng gevagenniet bekend gevaren

TOELiCHTiNGDe vragen zijn gebaseerd op het Landelijk modelforrnulier registratie integriteitsschendingen

1)Uitgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1casus telt dit als 3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van eenschending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).Pils bij een betrokkene meerdere vermoedelijke respectievelijk geconstateerde integriteltsschendlngen zijn bij 1 melding, telt dit als 1rneldirtg. Bij vraag ic dienen dan wel alle vermoedelijk respectievelijke geconstateerde type schendingen te worden geregistreerd (perbetrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk).

AlInen rapporteren over de sItuatIes dIa In 2013 atjn afgerond onder veranlwoordelljkheld van het bevoegd gezag

(Een melding In 2012, afgerond In 2013 wordt dus dit jaar garvpporleerdl

De bedoeling Is dat bij meldingen/vermoedens van integniteitsscflendingen alle meldingen worden opgegeven Een deel daarvan zatcorden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.

Diverse ministeries hebben in het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zijnTegelijkertijd weten we dat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bvongewenste omgangsvormen, of lekken van informatie) terwijl meldingen hierover wel een signaal kunnen zijn over mogeijke risico’s inde Organisatie

Vraag ib verwijst naar informatie over de melding. zoals opgenomen in het landelijk modelformulier registratie inlegriteitschendingen.Per betrokkene (een melding met meerdere betrokkene, telt de registratie als meerdere meldingen) moet worden aangegeven of demelding intern of extern is Ook per betrokkene aangeven of er sprake is van melding in het kader van de ktokkenlurdersregeltng of vanMeldpunt M.

2)Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurljk is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek,onbekend) De aard van een rne’ding kan zodang zijn dat een vo’ledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is.

Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingen/betrokkenen is expliciet opgenomen dat het gaat om meldingen waarvande behandeling is afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezagEen melding kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoeningIs het onderzoek onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (al dan net met een sanctie) in 2013 afgerond, dan vindt registratieover 2013 plaats, ook als aangifte gedaan is bi1 het Openbaar Ministerie Ii hoeft de afwikkeling bij het OM niet af te wachten voordat urapporteert

Er is een onderscheid tussen het bestuursrechtelijke (disciplinaire traject) en het strafrechtelijke Vanuit het bestuursrechtelijke trajectkan hel onderzoek intem door de eigen Organisatie worden verricht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoeknog steeds onder de eigen bestuurlijke verantwoording valt Ook beide optes zijn mogelijk, eerst een intem onderzoek en vervolgenseen extern onderzoek.

Daarnaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk is Om hetonderscheId met het bestuursrechtelijke traject te maken is deze vraag afzonderlijk opgenomen.

3)- Er is geëxpliciteerd dat t a.v. een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordt opgenomen- De afzonderlijke disciptinaire maatregelen (geldboete, ïnhouding- of vermindering salaris, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogeresalarissschaal, ind&ings lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder ‘financiële afdoening’- 1-let begrip andere afdoening’ is toegelicht. ‘geen afdoening’ is toegevoegd Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijn aanhet totaat aan betrokkenen.- De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waarin hel onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag3b). Dat zal vaak ‘niet bekend’ zijn.

Voorbeelden- Van een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2012 loopt een intem onderzoek door in 2013. In 2013 wordt deintegriteitsschending geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2013 gerapporteerd (in beide kolommenla en in 3)- In 2013 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld.Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feitenonderzoek ut. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangiftebij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontslag Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2014 en ook deberoepsprocedure tegen het sirafontslag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag in 2013 Isafgerond, wordt over deze situatie in 2013 gerapporteerd (Beide kolommen la, bij 2b onder ‘zowat in- als extern onderzoek’, bij 3a‘strafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)- Een vermoeden van misbruik van bevoegdheid wordt in 2012 gemeld. In 2013 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan de handis. Over deze melding/vermoeden wordt over 2013 garapporteerd( in kolom is In ‘vermoedens’, In kolom 2a en 2h, in 35 ‘geenafdoening’)

Overzicht (vermoedelijke) integriteitsschendingen, die hebben geleid tot (voorwaardelijk) ontslagdan wel schorsing bij IND

2013

Oneigenlijk gebruik van dienstmiddelen/overschrijding Strafontslagvan interne regelsLekken en misbruik van informatie StrafontslagFinanciële schendingen StrafontslagMisbruik positie en belangenverstrengeling Voorwaardelijk strafontslag

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk

Enquête t.b.v. de rapportage over 2014

Deel 2t Registratieformulier integriteit

8Iae 2t

Alleen rapporterer. oet de situaties die fl2014 zin afgerond onder VenrrntWoordellkheld van het bovoegd gezag

Eer rreldrng in 20f.t, afgerond in 20t4 wordt dus dit1aur gerapporteerd)

MiolSterie: Mininsterie Veiligheid en Justitie

Vraag la AaotaI betrokkenen met neemuede 95 9.005.0

ii geoatleo

- - - . kOele er betrukkere -S net 1 woest -val do e:gan:500n

Vraag Ik

Aantal interne meldingen gevallen

Aantal externe meldingen gezetenTotaal aantal meldingen 55 gevallen

Aantal meldln gen In het kader van de klokkenluldnrnregeling 0 gevallen

Tantal nleldingao van Meldpunt M - fl gevallen

lpnrbotrnkkeneuangege.nnet ,cd,nu.:ie.nr’_n!iseflrfv::ukrnvannulrlgen..hf.:: -u_ii—- 1 ::.i-:lrtvanMeIdprirrltv4l

vraag 1 c Type - vermoedelijke - sehendiegen meldingen t nuoa,oed.eu WaaevaeoonatateardHet to taal aantal betrokkenen met - vermoed ons van- t: nanciale nolrnndlngen 16 geesten1 gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik posItIe en kelangenverstengeling ,nê28 ganallae 3 gavahenHot tataal aantal betrokkenen met- vermoedens van lekken en misbruik van informatie ir1l gevallen gevallen

Het totaal aantal betrokkenen met- vermoedeen van - mIsbruik van bevoegdheden gevallen geoarlaeHet totaal aantal betrokkonon met - vermoed ens van - mIsbruIk van geweldsbovoegdheid gevallen gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - ongewenste omgangsvormen 11 gevallen 3 gevallent-fel totaal aantal betrokkenen met - vermoedene van - misdragingen in do privé-sfeer 14 gevallen 3 gevallent-lat totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - oneIgenlijk gektuik van dienstmiddalan levensohrljdlng Interne 12 gevallen t ge-vallen

Hal totaal aantal betrokkenen met - vermoed ene van- mrnstand valgens de klokkenlvidersregellng gevallen ge-vallenTotaal aantal type sohendlngee 95 gevallen 11 geaallen

mr borrxkkonezqn moerdnrc ,de snhendrngnnmegoli1k:

Vraag 2a (Bestuurlijke! ambtelijke) behandelingVellndg fertanonderzaak 18 gv.avvn

Aleen vooronderzoek 37 geza lee

Coen omdoezoek 40 ge.a vrOnbekend gevaar

per betrokkene In onderzoek opge.nn 10€- vndn,zev koe epgovon ook waar uItkomst van onderzoek -le Ltr - ---.

S - gevallen

Vraag 2b Onderzoeksjnstarttie (onder verantwoordelIjkheId beeoegd gezag)etern Onderzoek 55 gevaar

Eotern onderzoek gevaren

from Onderzoek gevolgd door eotetn nnde,zaek gevaar

Iper vCr ier r .r.rZ: 0v r-ngn nil / alle onderzoeken opijoron ven vvv otkemst von nexozune niet tot conorateing heeft getere

(i Aangifte bij liet Openbaar Ministerie! Politie

LVaeglfte bij het openbaar Minlatehe 1 gevallen

Vraag 3 Afdoening

a) disciptieaie :prr heriokkene illle-n te mooiste afdoenIng vermelden) nOarWaardelijk oneeerwaandelfkSohrlltelijke berIsping gevallen 5 graaIen

BuItengewone dIenst gevallen gevallenVetmlndoring vakanije gevallen gevallenFinanolelo afdoenIng gevallen 1 geuauenVerplaatsing gevallen geuatenSohorsing met nh ouding van bezoldIging - gevallen gevatenSltafantslag 1 gevallen gevallenTotaal dlaoiplinair 1 gevallen gaoaeee

Andere andoonlng / ambtelijke afdoening lwaarsohuwngsbrlet. eeaohing etol geoallnn gevallenGeen afdoenIng gevallen j gevallenTotaal afdoening gevallen sj qeoalloe

zileafeeronell

Veroordeling

Transoorie / beote

Sepxnvtrng door OM

OverIg

NIet bekend

Uw antwoorden graag vc5fr 28 januari 2016 opsturen naar:

1 S

at seratreetoterrtn are macro -,- —- -- - —-

gavalleo

uaoallaogevallen

ge-aalen

aeu&Ien

TOELICH11NG:De vragen zijn gebaneerd ep het Landelijk eredelfermulier registratie ielagnileilnnchaedingan

1)Uitgangspunt is de melding nuer een vermeedelijke schending Hierbij geldt dal 1 melding = 1 belnekkene (dan bj 3 belrekkenen ie 1 canas telt dit als 3 ‘meldingee’j.Zie vraag la Op de meldieg/belrekkene werdl actie eedarnamen waaruit kan bljken dal een nemseedee van een ncheeding werdl vastgesteld (gecesstateerdenchendirgj.Als bij een belrakkene meerdere eermeedeljke respeclieunljk gecunslaleerde inlegrileilsschendingee eije bij 1 melding. telt dit als 1 melding Bij vraag Ic dienen daewel alle vermeedeljk respectieuel jke gacannlafeerde type scheedisgen le werdee geregistreerd lper belrakkene zijn meerdere type scheedingee megebjkj.

De bedeelieg is dal bij meldingen/vermeedees eae ielegrileilsnchendiegen alle meldingen werden apgegeven. Ben deel daarvan zul werden gecenslaleerd en dalwardl bj waarnan geuanstateerd apgegeven.

Diverse ministeries hebben in hel verleden aangegeven dal de gecnnslafeerde schendingen uiteindelijk hel meest van belaeg zije Tegelijbeeijd welee we dalbepaalde type schendingen vanwege ban kenmerken veel vaker niet kaenee wardee vastgesteld (be angewensle amgangsvermen, eI lekken uae infermaliej lerwijlmeldingen Eierauerwel aae signaal kunnen zije euermagelijke nisice’s ie de ergaeisalie

Vraag 1 b verwjsl eaar lelermalie suer de melding, ceals epgeenmen ie hel landelijk medelfermulier registratie inlegrileilschendingee Per belrekkeve jeee meldingmet meerdere balrekkeee, lef de registratie als meerdere meldinganj meel werden aangegeven af de meldieg intem af eelern is. Dek per belrakkene aangeven af ersprake is vae melding in het kader uae de klekkenluidersregelieg af vae Meldpunt M

Vraag td Er zije eieuwe Rijksbegnelingsvaerschriften ee die vragen am een scherpene aandacht veer fraude. De definitie van fraude is ‘epzetleljke misleidieg em eeneerechlmalig af anwellig vaardeel le verkrijgen’, Graag aaegeuea wclke vae de gecenslaleerde schendingen fraudezaken waree. En ee ja aldaar maatregelen ep zjngenemen en levens wal veer maatregelen dit waree,

2)Hel fermalier bevat de vraag al de melding benluurlijk in eederzachl jvalledig feileeenderzaek, alleen unernederzeek, geee anderzeek, enbekendj De aard van neemelding kan zedanig zje dal een velledig eederzaek niet megelijk af niet gewenst is.

Aaegezien het adgangspunl betrekking heeE ap de meldiegen/belrakkenen is eepliciel apgenemee dal het gaaf em maldingee waaman de behandeling is afgerendvader ueraetweerdelijkheid vae hef bevaegd gezag.Ben melding kae dus hebben plaalsgeveeden ie een eerder kaleadenjaar, maar hel gaat am hel jaar van afdeening.lv hel enderzeek ender verantweardelijkhaid uae her beeaegd gezag lal dan viel met een sanctiej in 2Ofd afgereed, dan uindl regislrahe auer2üfd plaats, nek alsaangifte gedaan is bij hel Openbaar Ministerie, U heeft de atwikkeling bj hel OM niel af le wachten vaandel u rappnrleerl.

Br ineen andemcheid tussen het besteursrechleljkn (disciplinaire traject) en hel slnafrechlelilke. Vanuit hel bnnlvurnrechlnlijke lrajncl kan hef anderzank inlern daar deeigen arganisalin werden verricht, af werden uilbesleed aan een eefarn bureau waarbij hel anderzank veg steeds ander de eigen benfavrljke verantwaanding valt. Gekbeide aplies zijn magelijk, eeml een intern anderzaek en vervalgnns aan nufnna nndnnzaek.

Daarnaast kan nr aangifte werden gedaan Inn behanee van enn strafrechtelijk traject waarbij hel OM veravlwaardeljk is Om hel anderscheid meI helbnsfuarsrechlelijke traject te maken is dnzn vraag atzunderlijk apgenamen.

3j- Br is gebaplicileerd dal Inn. een belrakkene alleen de zwaarsfn afdanning wardl apgenemen.- De afzandnrlijke disciplinaire maatregelen fgnldbueln, inhauding- af vermindering salaris, niet lnnknnnen paniadiek, uitsluiting hngere saladssschaal, indelings lageresalarisschaal) zijn samengeenegd ander ‘financiele afdeening’.

Hel begrip ‘andere afdaneing’ is leegelicht. ‘geen afdanning’ is lnngnvangd. Hal lelaal aan (disciplinaire) afdeeningea zal gelijk zijn aan hel fataal aan belrnhkennn.- De uilkamsren bij het OM heaven slechts gemeld le werden in hal jaar waarin het andarzank bij hel baveegd gezag is afgerand juraag 3h). Dal zal vaak ‘niet bekend’zijn.

Vaarbaalden- Van eer varmaadalijka misdraging in da pnivésfnvr in 2013 leapt aan mmm nndnrznnh daar in 20f 4. In 201 d wardl de inlagrilailsschanding gncanslalnard en nek eenstraf upgalegd. Dear dit vermaedan wendt avar 2014 garappvrfnnrd (in beide kalamman 1 a en in 3)- In 2014 knmI een melding van aan varmandaljka Enancibln schending binnnn. Hiernaar wnmdf eerst aan intern andanzank ingesteld. Vervelgans vaart aan nufernarderznaksburaaa aan faifanendarzank uif. Op basis van da uilkamstan van dit nndnrzaak wardl aangifte bij hal OM gedaan an wendt aeergngaan lat strafentslag. HalOM is eng bezig maf hef strafrechtelijk andarzaak in 2014 en nek de beraapvprecedure legen hal slnafanlslag 1sept nag. Aangezien hel andanzaak en da afdaaningdaar hal banaagd gezag in 2af4 is afgerand, wendt neer deze sduaha in 2014 garappagnard (Beide kalammen la, hij 2h ander ‘zewal in- als nefers anderzeak’, bij 3a‘strafanlslag’ ee ‘niet bekend’ bj 3b(- Een vanmaadan van misbruik van hevengdhnid werdl In 2013 gemeld. In 2014 keml ud andarzeak naar varen dal er niets aan da hand is. Over dezemaldingluermaadan werdl neer 20f 4 garappanlannd( in kalam 1 a is ‘eermaadaas’, is kelam 2a en 2b, in 3a ‘gaan afdaaning’f

BlQe 29

Overzicht (vermoedelijke) integriteitsschendingen, die hebben geleid tot(voorwaardelijk) ontslag dan wel schorsing bij IND, geregistreerd tbvJaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014

Bestuursorgaan: IND

Jaar: 2014

Aantal Aard Soort onderzoek Handhavingambtenaren integriteitaantasting/

verdenkingOneigenlijk gebruik Feitenonderzoek Voorwaardelijkdienstmiddelen strafontslag

31

.)PVtii(LIP ê* ‘t

____________

i

t L2EL. 3: REGISÎRAT1EFORMUUER INTEGRITEIT

Alleen rapporteren over do situaties dic in 2010 zijn afgerond Onder verentwo de4ljldrld von het bevoegd pozag

(Een melding in 2009, afgerond In 2010 wordt dus dit jaar gerapporteerd)

S.ctari Dienst Justitlela Inlichtingen Inavutd dsm

Vevatoean 2010 int.nn..

• 140 swri1ngen zijn geconstateerd 1

i’c1uslcl rrtere onbeknnd sri belekkene is nlI In diensivan de Organisatie’

vraag 1e Type vermoedelijke - schendingen meldingen! vermoedens waarvan geconstateerdHet totaal santal betiokkenqi, met - vermoedens na, - Ilnanciola schendingen 1 rvallan 0 gavailin

Het totaal Oental betlokkenen mat - vermoedens van - miebrulk pooltle en belangenveengeïng 2 netullan 2 eeseOleHel totaal aantal belookkarien m,,t - vermoedens ve,, - lekken en rrrisbwik van lnfurmatl 6 wealko 5 gavetamHet totaal aantal batrolitranee niet- vermoedens na,, misbruik veji bevoegdheden 5 gevallen 4 geseanHet totaal aantal betrokkenen mat - vermoedens van- irdabroik van gaweldabevoeg&reld 6 gevallen S gaselanHet totaal aantal bet,okkanen met - vemiviedens van- ongewenste omgangsvonrian 14 gew$.m 10 gavalarHet totaal aantal betrotdianen mei - virmoedens van - rnlsdreglngen In de pfivti-sleer 13 gavalen 5 gaseleeHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedenS veol - oflegenlijk gebrult van dlenstiTilddelen 1 93 eevaSen 45 ou%aI.noverschr(dlng interne regele

Het totaal aantal betrokkunen met - vermoedens van - missterid volgens de ktokttenluldersragelhlg gasetee gasiatenTotaal aantal type actwndtngen 140 gevalla 77 gevallen(per betrokkene 4e mecrdere type act,erid:rgvn eoeIk)

Vraag 25__(Butuurlijke 1 ambtelijk.) behandelingvooetagseeencnd.rzoek 140Afleen vooronderzoek gevaliaiGeen onderzoek

Irtekend gaviOen(per betrokkene In onderzoek opgeven! clie onderzoeken opgeven ooit waar uitkomatvan onderzoek niet tot conetatedng heeft geicid) gewaSeaVraag 21, Onderzoekaln.tentle (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)kiten, Onderzoek 140 oavnil.n

Extern onden,oek

rtem onderzoek gevolgd door extern ondeizoik eevallee(per betrokane in andorzoek opgeven! uSe onderzoeken rpgeven ook waar titleoniet van Onderzoek niet tak Oonstalaring hcitt geleid)

Vraag 2e Aangifte bi) het Openbaar MinisterieAan jhetpenbaartv%ilsterle 1 0 ges.aan

Vraag 3 Afdoeninga) diacipiinalr (per betrokkene aSsen de zweariate afdoening verm.lden) vooewaardeIIt onvoorwierdejijkechrlftelljke bertaplttg gevallen 7 gevelenbuitengewone dienst gevallen eevallarvermindethng vakantie gevelan 1 sevaSarittnanclele afdoening gasJien 8 gevallen

verptaatsln9 eesedan 2 eevakediorslng met Inhosating van bezolt5ngitratontsleg 3 5asslen 20 gevallen

Totaal dleciptlneir 3 gasr&t.ir 47 gevd.n

andere afdoening / ambtelce afdoenIng (wearechuwlngabrlef, coaoidng cle) tavaden 14 gevallen

geen afdoening gevallen 13 gevallen

Totaal afdoening 3 gevelen 74 gevallen

b) strafrechtelijk (dii intern zijn afgerond)veroordelingtruneadie 1 boete eewitanseporterhigdoorOMmatiget beland

TOELICHTiNGDe vragen zijn gebaseerd op hel Landelijk modelformulier registratie integriteltsschenciingen

Ivrugi

1)UItgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1casus telt dit eis 3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van eenschending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).

De bedoeling is dat bi) meldingerVverrnoodens van lntegriteitsschendjngen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zalworden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.

Diverse ministeries hebben In het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uIteindelIjk hel meest van belang zijn.Tegelijkertijd weten we dat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kujinn worden vrstgesteid (bv.ongewenaIe omgangsvormen. of lekken van informatie) terwijl meldingen hierover wel een signaal l.urlnLn zijit ovisr mogelijke risico’s Invia ntnsiniivnhin

til ftdCflCI 3W tilt tJflt fOWUl II ltl t, WflflCI 1 lllllSJtl t WUJ IwittIlI .llClt.J,l ltJCllllløltiVOt 001 CCII OflJI CCI II CII £.IJI t VVUI II lIJtJCIlJltC IIOlt.U 3 01

da organisatie.

2)Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurlijk Is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek,onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst Is.

Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldlngenlbetmkkenan is expliciet opgenomen dat het gaat om meldingen waarvande behandeling Is afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.Een melding kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoening.te het onderzoek onoer verantwoordelijkheid van het bevoegd tjezag (al dan niet met een sanctie) in 2010 afgerond, dan vindtregistratie over 2010 plaats, ook els aangifte gedaan Is bij het Openbaar Ministerie U hoeft de afwikkeling bij hef OM niet af te wachtenvoordat u rapporteert.

Er Is een onderscheid tussen het bestuursrechtelijke (disciplinaire traject) en hel strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechteliike trajectkan het onderzoek Intern door de eigen organisatie worden verricht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoeknog steeds onder de eigen bestuurlijke verantwoording valt. Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een Intern onderzoeken vervolgenseen extern onderzoek.

Daarnaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk Is. Om hetonderscheid met het bastuursrechtolijke traject te maken Is deze vraag afzonderlijk opgenomen.

3)- Er Is gespIiciteerd dat ta.v. een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordt opgenomen.- De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (gektoete, Inhouding- of vermindering salelis, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogeresalarissachaal, lndeli’rgs lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder tinanclle afdoening.- Het begrip ‘andere afdoening’ is toegelicht. ‘geen afdoening’ is toegevoegd. Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijnaan het totaal aan betrokkenen.- De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden In het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag Is afgerond (vraag3h). Dat zal vaak ‘niet bekend zijn.

Voorbeelden- Van een vetmoodeijke misdreging in de privésfeer In 2009 loopt een intern onderzoek door in 2010. In 2010 wordt deintegnt&tsschendlng geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd (In beide kolommenle enln 3)- In 2010 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen, Hiernaar wordt eerst een Intern onderzoek Ingesteld.Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feltenonderzoak uit. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangiftebij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontstag. Het OM Is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek In 2011 en ook deberoepsprocedure tegen het strafontalag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag In 2010 Isafgerond, wordt over deze situatie in 2010 gerapporteerd (Belde kolommen la, bi) 2b onder owul in- als extern onderzoek’, bi) 3estrafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)

- Een vermoeden van misbruik van bevoegdheId wordt in 2009 gemeld. in 2010 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan dehand Is. Over deze melding/vennoeden wordt over 2010 gerepportaerd( In kolom 1 a in ‘vermoedens’, in kolom 2a en 2b, In 3e ‘geen

Bijlage 3 bij brief aan

Beantwoording van deel 2 van het verzoek met betrekking tot cijfers DJI

2010/WOB

1 geweidsdelict in privé sfeer ovw ontslag

1 ongeoorloofd contact gedetineerde ovw ontslag

1 ongeoorloofd contact gedetineerde ovw ontslag

1 ongeoorloofde afwezigheid in werksfeer ovw ontslag

1 overschrijding geweldsbevoegdheid in werksfeer ovw ontslag

1 overschrijding geweldsbevoegdheld In werksfeer ovw ontslag

1 onthouden van informatie ovw ontslag

1 ongeoorloofd contact gedetineerde ovw ontslag

1 ongeoorloofd contact gedetineerde ovw ontslag

1 misbruik internet in werksfeer ovw ontslag

1 ongeoorloofde afwezigheid in werksfeer ovw ontslag

1 kwijtraken van een sleutelbos ovw ontslag

1 ongeoorioofde nevenwerkzaamheden ovw ontslag

1 invoer goederen tbv gedetineerde ovw ontslag

1 onjuist gebruik dlenstmateriaal ovw ontslag

1 ongeoorloofd contact gedetineerde ovw ontslag

1 overtreding email- en intemetprotocol ovw ontslag

1 ongeoorloofde nevenwerkzaamheden ovw ontslag

1 dIefstal ovw ontslag

1 ongeoorloofd contact familielid gedetineerde ovw ontslag

1 Invoer goederen tbv gedetineerde ovw ontslag

onjuist instrueren van externe medewerker ovw ontslag

1 onjuist instrueren van externe medewerker ovw ontslag

1 onjuist instrueren van externe medewerker ovw ontslag

1 onjuist instrueren van externe medewerker ovw ontslag

1 belangenverstrengeling irtkooptraject ovw ontslag

1 belangenverstrengeling inkooptraject ovw ontslag

.overtreding wegenverkeerswet privé sfeer ovw ontslag

Bureau Secretaris-Generaal

Datumiii juni 2011

Ons kenmerkDDS 5697723/it

Pagina 6 van 7

ovw ontslag1 ongeoorloofde afwezigheid tn werksfeer

i overtreding Opiumwet privé sfeer ovw ontslag

1 ongeoorloofd contact gedetineerde vw ontslag

1 diefstal privé sfeer vw ontslag

seksuele intimidatie in werksfeer vw ontslag

33

Bureau Secretaris-Generaal

Datum10 juni 2011

Ons kenmerkDDS 5697723/it

Pagina 7 van 7

iage 34

Vraag le Aantal betrokkenen metv*rmoedens van Int.grlteltescb.ndlngan 289 gevallen

Aantal betrokkenen waarvan vermoedens van lntegrttgltsschendlngen zijnaeconstet.erd 174Inclusief betrokkene onbekend en beitnkkena is niet In dtenst van de organisolin

Vraag IbAantal interne meldingen 289 gevalen

Aantal externe meldingen gevallen

Totaal aantal meldingen gevallen

Aantal meldingen In het kader van de Idokkenlulderoregaling gevallen

Aantal meldingen van Meldpunt M 3 gevallen

(per betrokkene aangegeven of melding inlem of extern Is en of sprake In van meldingen In het kader van klokkenluideroregekng of van Meldpunt M)

vraag Ic Type - vermoedelIjke, schendingen meldingen 1 vermoedens waarvan geconatatsentHet totaal aanlal betrokkenen mal - vermoedens van - finandele schendingen 12 gevallen 7 gesaflan

Het totaal aantal betrokkenen mei- vermoedens van - misbruik positie en belangenverstengeling 0 gevallen 0 gevatenHet totaal aantal betrokkenen mat - vermoedens van - lekken en misbruik van infornnatie 10 gevallen 2 aavallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misbruik van bevoegdheden 2 gevallen 1 gevellanHel totaal aantal betrokkenen met - vernrcedens van - misbruik van gnweldsbevoegdheid 9 gevallen 3 gevallaeHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - ongewenste omgangsvormen 21 gevallen 12 gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - misdragingen in de pnvé-sfeer 45 gevallen 24 gevallenHet totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - oneigenlijk gebruik van drenstmiddelen! 190 gevallen 125 gevallenoverschrIjding Isleme regels

t-tel totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - nrisstand volgens de klokkenluldnrsregelin gevallen gevallenTotaal aantal type schendingen 289 eeveges 174 gevallen

(per betrokkene zijn meerdere lype schendingen mogelijk)

Vraag 2a (Bestuurlijke 1 ambtelijke) behandelingVolledig leitensnderzoek 259 gevallen

Alleen vsnmnderzcek gevallee

Geen onderzoek gevallen

Onbekend gevallen

(per betrokkene In onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook weer uitkomst van nderzoek nel tot constatering heeft geleid) gevallen

Vraag 2b Onderzoeksinstantie (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)Inlem onderzoek 289 Oevallen

Extern onrdarzoak nevellenIntern onderzoek gevolgd door extern onderzoek eevalev(pertietrokkene in onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook waar uitkomst van onderzoek fiat tot oooatsterlng heeft geleId)

Vraag 2c AangIfte bij hal Openbaar MinIsterIeAangifte bij het openbaar Ministerie ii gevallen

Vraag 3 AfdoenIng

a) dlaclplinair (perbetroktrene alleen de zwaarste etdoenlng Vermelden) voorwaardelijk onvoorwaardelIjkschrIftelIjke berisping gevetee 24 gevellesbuitengewone dienst anneke 0 gevallenvermindering vakantie gevallen 4 gevellenfinancielo afdoening gevallen 15 gesellenverplaatsing 1 geveflee gevallenschorsing met inhouding van bezoldiging gevellen gevallentrafostslag 10 gevallen 45 gevallenTotaal dIscIplinaIr 11 gevallen 92 gensilen

andere afdoening lambteïjke afdoening iwaersctmuwlngnbrtef, coachilng etc) gevallen geneltee

geen afdoening gevallen -t-lti ganatseTotaal afdoening 11 gevallen 27 gevallen

b) strafrechtelIjk (die Intern zIjn afgerond)veroordeling gevallentransactie l boete gevallensaponenng door OM gevallenoverig gevallenniet bekend t gevallen

TOELICHTINGDe vragen zijn gebaseerd op het Landelijk modelformulier registratie integriteitsscheridingen

1)Uitgangapunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1casus telt dit als 3 meldingen) Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van eenschendIng wordt vastgesteld (geconstateerde schending).Als bij een betrokkene meerdere vermoedelijke respectievelijk geconstateerde integriteitsschendingen zijn bij 1 melding, telt dit als 1melding. Bij vraag 1 c dienen dan wel alle vermoedelijk respectievelijke geconstateerde type schendingen te worden geregistreerd (perbetrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk).

De bedoeling Is dat bij meldingen/vermoedens van Integriteitsschendingen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zalworden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven

Alleen rapporteren over de sItuatIes dle In 2013 zl(n afgerond onder verantwoordelijkheId vanhet bevoegd gszag

(Een melding In 2012, afgerond In 2013 wordt dus dttJaar gerapporteerdl

Diverse ministenes hebben in het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zijn.TegeIkertijd welen we dat bepaalde lype schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bvongewenste omgangsvormen. of lekken van informatie) lerwiji medingen hierover wei een signaal kunnen zijn over mogelijke risico’s inde organisatie

Vraag ib verwjst naar informatie over de melding, zoals opgenomen in het landelijk modelformulier regislretie inlegriteilschendingenPer betrokkene (een melding met meerdere betrokkene, telt de registratie als meerdere meldingen) moet worden aangegeven of demelding intern of extern is. Ook per betrokkene aangeven of er sprake is van melding in het kader van de klokkenluideraregeling of vanMeldpunt M

2)Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurljk is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek.onbekend) De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is

Aengezen het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingenlbetrokkenen is explicet opgenomen dat het gaat om meldtngen waarvande behandeling is afgerond onder veranfwoordelilkheid van het bevoegd gezag.Een meldng kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoeningte het onderzoek onder veranlwoordelijkhed van het bevoegd gezag (eI dan niet met een sanche) in 2013 afgerond, dan vindt registrat;eover 2013 plaats, ook als aangifte gedaan is bij liet Openbaar Mnjslerie. U hoeft de afwikkeling bij het OM niet af te wachten voordat urapporteert

Er is een onderscheid tussen het bestuursrechtelijke (disciplïnaire traject) en het strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechtelijke trajectkan het onderzoek intern door de eigen organisatie worden verncht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoeknog steeds onder de eigen bestuurlijke verantwoording valt Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een Intern onderzoek en vervolgenseen extern onderzoek.

Daarnaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk is Om hetonderscheid met het besluursrechtelijke traject te maken is deze vraag afzonderlijk opgenomen

3)- Er is geëxplicileerd dat t.a v. een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordl opgenomen• De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (geldboete, inhouding- of vermindering salaris, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogeresalarissschaal, Indelings lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder ‘financiële afdoening’.- Het begrip andere afdoening’ is toegelicht ‘geen afdoening’ Is toegevoegd Het totaal aan (disciplinaire) efdoeningen zal gelijk zijn aanhel totaal aan betrokkenen.- De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waann het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag3b). Dat zal vaak niet bekend zijn.

Voorbeelden-Van een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2012 loopt een intern onderzoek door In 2013 In 2013 wordt deinlegnteitsschending geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2013 gerapporteerd (in beide kolommenla en in 3)- In 2013 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld.Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een teitenonderzoek uit Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangiftebij liet OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontslag Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2014 en ook deberoepsprocedure tegen het strafontslag loopt nog Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag in 2013 isafgerond, wordt over deze sluat,e in 2013 gerapporteerd (Beide kolommen la. bj 2b onder ‘zowel in- als extern onderzoek’, bij 3a‘strafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)- Een vermoeden van misbruik van bevoegdheid wordt in 2012 gemeld. In 2013 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan de handis Over deze meldinglvermoederi wordt over 2013 gerapporteerd( in kolom le in ‘vermoedens’, in kolom 2a en 2b, in 3a ‘geenafdoening’)

DII: voorwaardelijke en onvoorwaardelijke ontsla en in 2013InrIchting Soort Aard Aannemelijk Maatregel bevoegd gezag

DV&O- HDU Advies Ongeoorioofde nevenwerkzaamheden 2365 ja Onvoorwaardelijk ontslagDV&O - HOU Di5ciplinair Ongesorloofde nevenwerkzaamheden 2274 ja Onvoorwaardelijk ontslagDV&O - HDU Disciplinair Privé gerelateerd 2292 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Heerhugowaard-Alkmaar Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2367 ja Onvoorwaardelijk ontslagUtrecht Pl Disciplinair Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal 2371 ja Onvoorwaardelijk ontslag

DV&O - 1-IDU Disciplinair Privé gerelateerd 2485 ja Onvoorwaardelijk ontslagAmsterdam Pl Disciplinair Pesten 2511 ja Onvoorwaardelijk ontslagZuid-Oost Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2523 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Almere Pl Disciplinair Overig plichtoverzuim 2580 ja Onvoorwaardelijk ontslagBreda Pl Disciplinair Overig plichtoverzuim 2582 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Ter Apel Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met (es)gedetineerde 2592 ja Onvoorwaardelijk ontslagZwaag-Hoorn Pl Disciplinair Overig plichtsverzuirn 2606 Ja Onvoorwaardelijk ontslag

Rotterdam Pl Disciplinair Contrabande 2534 ja Onvoorwaardelijk ontslagRotterdam Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met jeajgedetineerde 2696 ja Onvoorwaardelijk ontslg

Arnhem Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met (eejgedetineerde 2672 ja Onvoorwaardelijk ontslagHunnerberg De iii Disciplinair Privé gerelateerd 2500 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Arnhem Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2639 ja Onvoorwaardelijk ontslagHaaglanden Pl Disciplinair. Ongeoorloofd contact met (es)gedetineerde 2665 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Tilburg Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2757 ja Onvoorwaardelijk ontslagNieuwegein Pl Disciplinair Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2760 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Ter Apel Pl Disciplinair Diefstal 2766 ja Onvoorwaardelijk ontslagVught Pl Disciplinair Seksuele intimidatie 2631 ja Voorwaardelijk ontslag

Almere Pl Feiten Privé gerelateerd 2314 ja Onvoorwaardelijk ontslagAlphen ad Rijn Pl Feiten Contrabande 2320 ja Onvoorwaardelijk ontslag

8reda Pl Feiten Ongeoorloofde nevenwerkzaamheden 2382 ja Onvoorwaardelijk ontslagAmsterdam Pl Feiten Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2425 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Zeist DC Feiten Overige 2526 ja Onvoorwaardelijk ontslagOver Amstel Pl Feiten Privé gerelateerd 2537 ja Onvoorwaardelijk ontslagNieuwegein Pl Feiten Overig plichtsverzuim 2590 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Krimpen aan den Ijstel Pl - Feiten Ongeoorloofd contact met (ea)gedetineerde 2602 ja Onvoorwaardelijk ontslagTilburg Pl Feiten Fraude 2508 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Hoofdkantoor Feiten Privé gerelateerd 2635 ja Onvoorwaardelijk ontslagUtrecht Pl Feiten Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2695 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Alphen ad Rijn Pl Feiten Privé gerelateerd 2540A ja Onvoorwaardelijk ontslagOver Amstel Pl Feiten Privé gerelateerd 2678 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Hartelborgt De iii Feiten Overig plichtsverzulm 2686 ja Onvoorwaardelijk ontaiagAmsterdam Pl Feiten Ongeoorloofde afwezigheid 2723 ja Onvoorwaardelijk ontslagLeeuwarden Pl Feiten Contrabande 2768 ja Onvoorwaardelijk ontslag

DV&O - HDU Feiten Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2225 ja Voorwaardelijk ontslagOverAmstel Pl Feiten Contrabande 2418 Ja Voorwaardelijk ontslagOver Amstel Pl feiten Privé gerelateerd 2481 ja Voorwaardelijk ontslagDV&O - HOU feiten Overig plichtsverzuim 2503 ja Voorwaardelijk ontslag

Vught Pl feiten Overig plichtsverzuim 2687 ja Voorwaardelijk ontslagAlphen ad Rijn Pl feiten Privé gereiateerd 2721 ja Voorwaardelijk ontslagOver Amstel Pl Registratie inrichting Ongeoorloofde afwezigheid 2445 ja Ortvoorwaardeiijk ontslag

Hunnerberg De iii - Registratie inrichting Overig plichtaverzuim 2475 ja Onvoorwaardelijk ontslagHunnerberg De iii Registratie inrichting Handelen In strijd met protocol ziekteverzuim 2482 ja OnvoorwaardelIjk ontslag

Haaglanden Pl Registratie inrichting Contrabande 2622 ja Onvoorwaardelijk ontslagOostvaarderskilniek FPC Registratie inrichting Ongeoorloofd contact met (ea)gedetineerde 2802 ja Onvoorwaardelijk ontslagOoatvsardersklinlck FPC Registratie Inrichting Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde 2803 ja Onvoorwaardelijk ontslag

Over Amstel Pl Registratie inrichting Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal 2446 ja Voorwaardelijk ontslagOver Amstel Pl registratie Inrichting Overig plichtaverzulm 2546 ja Voorwaardelijk ontslagOver Amstel Pl registratie inrichting Overig plichtsverzulm 2584 ja Voorwaardelijk ontslag

Toelichting bij overzicht 2013 Dii

Bijgaand het overzicht van de voorwaardelijke en onvoorwaardelijke ontslagen in 2013. De opgavewijkt enigszins af van de opgegeven cijfers ten behoeve van de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijkover 2013. Daarbij zijn opgegeven 45 onvoorwaardelijke en 10 voorwaardelijke ontslagen. Er blijken44 onvoorwaardelijke en 9 voorwaardelijke ontslagen te zijn geweest. De oorzaak van de afwijking iséén verkeerde registratie bij de voorwaardelijke straffen (dat viel op bij de controle van de cijfers) enéén zaak betrof een zaak van eind 2012, waarvan de afloop pas in 2013 is gemeld.

siae 85

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk

Enquête t.b.v. de rapportage over 2014

Deel 2: Registratieformulier integriteit

Alleen rapporteren noor de situaties die in 2011 t(n afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag

(Een melding In 2011, afgerond in 20fl wordt des dit jaar gvrappwrtvnvjr

ht

1 gaaatloe1 gooaltoe

Aantal Interne ereldingen genot.

aet.l externe erehfrrgan geoatsTotaal aantal ereldlegen ms tesattenAantal meldingen ie het kader van de klakkenlnldoraregottng gevat.

Aantal meldingen van Meldpunt M goot.(per betrokkene aangegeven of melding intern al ontorn in neef sprake is van meldingen in hot kader van klokkenluidorstogeling of van Meldpunt Ml

vraag 1 c Type - nermoedelijko - scheediegee rrj2leerreaadena- 1—-—-- —- enelaleeed

-let totaal aantal betrokkenen mal - vermoedens van -0nonaele schendingen- -a genot.

Htttl tlbthknenmel md mbrkpn big tgLg 4( genot genot.Hol totaal aantal boltokkeeee met - vermoedens van - lekken en misbruik van informone vj+f genot.Hel totaal aantal boftokkeeron met - vermoodens van - misbruib van bevoegdheden 4(!ksi gena geooteHol totaal aantal bettokkenen met - vermoedens von - misbruik van geweidobevoegdhaid genot genot.Het totaal aantal boftokkenon met - vermoedens van - ongewenete omgangsu armen jit*i genie.Het totaal aantal bepekkanen mat - vormoodons van - misdragingon in do privh-sloor -ot geval.Het totaal aantal betrokkenen met - vermoedens van - aneigenljk gebruik von dienetmiddalen 1 overschrijding interne jradaa4Ø geno gevat,

1 let totaal aaetal betrokkenen met - vormoodo no van - missland voigons do kiokkonividorsregeing - gen 0 gaoete• eltaal aantal Ippe schendIngen 26 gennllee 122 genottee

(por bnlrvkknnn o(n moordorn typn tlrendivgnnniv0nIrjkj

Praag 2e leeslaarlllke 1 arnblellikel toehaedelieeVolledig toitenondorzook -. 29g g.oat.Alleen vooronderzoek genot.Geen onderzoek gecoibOnbekend oonoto

ivirr bvrivbbciiv v vvdcrvook npgnven felle onderzoeken opgeven veR wavI virkvmne van vvnvrznvk vel me :-vnlvlv’ivg hvvli gym-di gendm

Eatern onderonekvnnveZEE gevo

ÇSt&* geno

mm nnaeranee oevmoa anvr emere onoerzons iG gen.

mpvr hvrivbkvne in vndvrzvnk opgeven 0 alle nndzrzoeken opgeven ook vanor vilkuemst van nndzrzvnk niet tol vvnsfarv’ng neemt geleili

Vraag 3 Afdoening

Sennoolijke berisping aS ganolle 22enitongewone dronot v%F0 genot.Verminde ring vakantie r °4n4j genot. 1Frnanoole afdoening m)k4(OjPgnO g.oetavemplaatsing 1 n4dW2 geneta 1Snhottieg met rnboadmg van bozoidigrng v°n0Pl4dp genot. 0Strafonlalog vvdJL evzter genot. 27Totaal discipilsair

Andere afdoening 1 ombtel(ko afdoening (waorochnwlngsbdof, enanhing cOn) genot. 29 oen000neteen afdoening oonote 7 aanollon

°r( otrofrenhlellik Idie intern aiio afgeroed(Voroordelrng genolhnTransactie 0 boete gonoihrSeponorrng door OM gonollenOverig gevotenNiet bekend zl genoten

oiaaiarooeomno

Vraao 2h Oederzoekoleoteetle loedernoraegwoordeliibheld henaeod oezast

Intern ondevcek

genoten

genoten

genoten

genoihngenotengenot.

Vratg lIg

indusiol bvtrokke-it - - roitokkene is niet in honor van do nrganinzlio

orsurprmeamn mvi eeeivnnvrrv vinci vrvvmrernrn oroonrairg netrtreoeni noorwaatoegee oeoon°waaraorgo

Uwani- n neen

De vragen zijn gebaseerd np het Londelijk modnltarmulinr rngistratin intnghtnitsschnndingnn

Lfitgargspant is de melding over een uermondntijtun schending Hinrbt geldt dat t melding = 1 bntrnkknnn (dus bij 3 bnfrakknnen is t casos feb dd ats 3 ‘mnldingnn’(Zin vraag ta. Op de melding/betrokkene wordt actie eedememen waamit kan blijken dat eennennoeden van een snhnnding wordt vastgesteld (geconstateerdetchnnding(bis bi( ons betrokkene meerdern uenntnednt(ke respectievelijk geconstateerde istegriteitsschnedingen zi(n bi( t melding, telt dit als t melding. Bij vraag t n dienen danvel alle vermoedelijk rospectieunlijke geconstateerde tppe schendiegnn te worden gerngistrenrd (per bntrnkhnnn zi(n meerdere thpn schendingen mrgnlijk(.

De bedoeling is dat bi( meld(ngnn/unrmnndnnn van mtngritnitsnchnndingee atte metdinges worden opgegeven Enn doel daaman zat wnrdnn gncnnstatnerd nn datoordt b( waarnan genonstateerd npgngnunn

Diunree ministndns hebben in het sedndnn aangegnuen dat de geconstateerde schendingen uiteindnl(k het meest van belang z(n. Tngnl(knrli1dwntnn wn datsepaatde tppe schendingen nanwngn hun kenmnrken vent uaknr niet kunnen worden uastgesteld (bu ongewenste omgangsvurmen. of lekken van intnrmatie( terw(l‘seldingen hiernuer wol een signaal kunnen zgn over mogelijke dsice’s in de organisatie.

draag Ib verwijst naar retermatre nunr do melding, maIs opgeenmen in het londeldk modellormulier registratie intngdtedsclrendiegen. Per betrukkene (een meldingrent meerdere bnlrnkkene. lef de registratie als meerdere meldingen( moet worden aangngeuoe ot do melding intem of erdem is. Ook per betrokkene aangeven of errprake Is non melding in tref kader van de klokkoelaidorsregeling 01 van Meldpunt M

draag fd Er z(n nieuwe R(knbegrotingsuonrnchriffee ee die vragne om ene scherpere aandacht ueor fraude De defingie van fraude is ‘npzettel(ke misleiding om eenrnreebtmatig of onwettig voordeel te vedrdjgnn’. Oroag aangeven welke van de geconstateerde schendingen fraudezaken waren. En zo ja. of daar maatregelen op zijgeeumee en levens wat voor maatregelen dit waren

t)-Ier formulier bouat de uraag of de melding bestuadijk is onderzocht (uelledig leitenoederzonk. alleen uuornnderzeek. geen uederzuek. onbekend) De aard non eenmelding kan zodanig z(n dat een volledig onderzoek nier mnget(k of niet gewenst is.

boegezien het uitgangspunt betrekking heeb op de meldrngenrbetrokkenen is nepliciet opgennmen dol hel gaaf om meldingen waaman de behandeling is ofgeroodreder veroefwnordetijkheid von het bevoegd gezag.ben melding kon dus hebben plaatsgevonden in non eerder kaleederjoor, maar her gaat om hef jaar von afdoeningO hef onderzoek reder uerontwoordel(kheid von het bnuoegd gezag (af don nier met een sonctie( in 211f4 afgerond. dan vindt registratie over DOfd plaats, ook alsrongifte gedaan is bi( het Openbaar Ministede Ii heen de afwikkeling bi( het OM niet of te wachten nnordof 0 roppodeed

dr is een oederscheid lossen het bestoursrechfnl(ke (disciplinaire lronct( en het srrofrechtel(ke Vaeoit het bestoomrechtelijke traject kon hel onderzoek intern deerdefigee Organisatie worden verricht, of worden uitbesteed aan een erdem boreau waarbij het onderzoek nog steeds onder de eigen bnstuod(kn verantwoording voO 0erolde opties zijn mogelijk, eerst een intern onderzoek en nernelgees een nofern onderzoek,

Daarnaast kon er oongifle worden gedaan lee behoeve van een sfrafrechtelfk tralect woarbij hef OM verontwoerdelijk in Om hef ondnwcheid met hetresrouwrncbrelijke traject te maken is deze woog afzondedijk epgenomee.

Er is geneplicileerd dol ton een betrokkene alleen de zwaamle afdoening wordt opgenomen.De ofzeodedjke disciplinoim mootregetee (geldboete. inhooding- of vermindering salaris, niet toekennen pedodiek. oifsluitiog hogere soladssschaal, indnliegn logere

ralarisochoat) zijn samengevoegd ondnr ‘hnoecidle otdoenieg’.Hef begvp ‘andere ofdoeeieg’ is toegelicht ‘geen otdeening’ is toegevoegd. Het totool oor (disciplinaire) ofdeeningen zal geluk zijn aan hel fotoaf aan betrokkenen.De uitkomsten hij hel OM hoeven slechts geweld le werden in hef oor woods hef onderzoek bij hef bevoegd gezag is ofgereed (vraag 3b(. Dat zat vaak ‘niet bekend’

deerbeeldenVon een vermoedelijke miodroging in de prinesfenr in 20f 3 loopt nee mmm onderzoek door in 2bf 4. le 20f d wordt de intogrileitsschending geconstateerd ee nok ee

draf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2bf4 gerappodeerd (ie belde kolommen loco ie 3jle 2014 komt een melding ere een vermendnlgkn feancinle schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld. Vemelgnes eend nee nrdere

rederzoeksburnao een feilenenderzoek uit. Op basis von de odkeorstee van dd onderzoek wordt ooegihe bij het OM gndoon en wordt overgegaan tot strofrelstag HetDM is nog bezig met hef strotrechtefijk onderzoek in 20f 4 en ook de beroepsprecedore tegen het ntrofontnlog loopt nog. Aangezien het onderzoek en do ofdoeniegjoor hel bevoegd gezeg in 2314 is afgerond, wordt over deze siteafie ie 2Eld gerappogeerd (Beide kolommen to, b( 2h oeder’zowef in- als erdero onderzoek’, bj 3antrafentslog’ ee ‘niet bekend’ bij 3b(‘Een vermoeden von miobroik non bevoegdheid mordl ie 20f 3 geweld In 2014 komt od onderzoek noor veren dat er niets een de hoed is Over deze‘neldieg/vermeeden wordt over 20f4 gereppodeerd( in kolom la ie ‘vermeedees’, in kolom 2o en 2h, ie 3o ‘geen ofdeening’j

Meldingen

van

(v

erm

oed

elijk

e)

integriteitschendingen,

geregistreerd

tb

v

Jaarrapportag

eB

edrijfsvoering

Rijk

20

14

Bestu

ursorg

aan

:D

JI

Jaar:

2014

Aard

integriteitaantastin

gl

verd

en

kin

gS

oort

on

derzo

ek

Han

dh

av

in

g

Ove

rige

advi

esO

ngeo

orlo

ofd

cont

act

met

(ex)

gede

tine

erde

advi

esO

veri

gead

vies

n.v.

t.O

veri

gpl

icht

sver

zuim

advi

esO

ntho

uden

van

info

rmat

iead

vies

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

advi

esO

veri

gead

vies

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

dead

vies

Tra

inin

gad

vies

n.v.

t.L

ekke

nva

nin

foad

vies

Priv

ége

rela

teer

dad

vies

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

veri

gead

vies

onts

lag

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

dead

vies

Die

fsta

lad

vies

n.v.

t.G

ewel

ddel

ict

advi

esn.

v.t.

Ove

rige

advi

esO

veri

gpl

icht

sver

zuim

advi

esn.

v.t.

Sek

suel

ein

timid

atie

advi

esn.

v.t.

Die

fsta

lad

vies

Die

fsta

lad

vies

onts

lag

Priv

ége

rela

teer

dad

vies

Priv

ége

rela

teer

dad

vies

Ont

houd

enva

nin

form

atie

advi

esn.

v.t.

Priv

ége

rela

teer

dad

vies

onts

lag

1

Priv

éqe

rela

teer

dad

vies

onts

lag

Ove

rige

advi

esn.

v.t.

Priv

ége

rela

teer

dad

vies

ande

rsPr

ivé

gere

late

erd

disc

iplin

air

Lek

ken

van

info

disc

iplin

air

ande

rsO

ngeo

orlo

ofde

neve

nwer

kzaa

mhe

den

disc

iplin

air

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imdi

scip

linai

rPr

ivé

gere

late

erd

disc

iplin

air

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

dedi

scip

linai

ron

tsla

gO

ngeo

orlo

ofd

cont

act

met

(ex)

gede

tine

erde

disc

iplin

air

onts

lag

Pri

vége

rela

teer

ddi

scip

linai

rO

veri

gpl

icht

sver

zuim

disc

iplin

air

onts

lag

Pri

vége

rela

teer

ddi

scip

linai

ran

ders

Fra

ude

disc

iplin

air

Fra

ude

disc

iplin

air

onts

lag

Con

trab

ande

disc

iplin

air

onts

lag

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

dedi

scip

linai

ron

tsla

gPr

ivé

gere

late

erd

disc

iplin

air

onts

lag

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

dedi

scip

linai

ron

tsla

gO

ngeo

orlo

ofd

cont

act

met

(ex)

gede

tine

erde

disc

ipli

nair

Priv

ége

rela

teer

ddi

scip

linai

ron

tsla

gD

iefs

tal

disc

iplin

air

onts

lag

Con

trab

ande

disc

iplin

air

Ont

houd

enva

nin

form

atie

disc

iplin

air

n.v.

t.O

ntho

uden

van

info

rmat

iedi

scip

linai

rPr

ivé

gere

late

erd

disc

iplin

air

onts

lag

Ove

rige

disc

iplin

air

Priv

ége

rela

teer

ddi

scip

linai

rD

iefs

tal

disc

iplin

air

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

dedi

scip

linai

ron

tsla

gB

edre

igin

gdi

scip

linai

ror

gani

sato

risc

hem

aatr

egel

Pri

vége

rela

teer

ddi

scip

linai

rP

rivé

gere

late

erd

disc

iplin

air

nog

niet

beke

ndF

raud

edi

scip

linai

ran

ders

Ont

houd

enva

nin

form

atie

disc

iplin

air

onts

lag

Ont

houd

enva

nin

form

atie

disc

iplin

air

onts

lag

Ont

houd

enva

nin

form

atie

disc

iplin

air

onts

lag

Ont

houd

enva

nin

form

atie

disc

iplin

air

onts

lag

Ont

houd

enva

nin

form

atie

disc

iplin

air

onts

lag

Ont

houd

enva

nin

form

atie

disc

iplin

air

onts

lag

Con

trab

ande

disc

iplin

air

geen

maa

treg

elO

veri

gpl

icht

sver

zuim

disc

iplin

air

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

disc

iplin

air

Sek

suel

ein

timid

atie

disc

iplin

air

onts

lag

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

disc

iplin

air

onts

lag

Fra

ude

disc

iplin

air

ande

rsO

veri

gedi

scip

linai

rD

iefs

tal

feit

enPr

ivé

gere

late

erd

feit

enC

ontr

aban

defe

iten

verp

laat

sing

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

n.v.

t.

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Con

trab

ande

feit

enPr

ivé

gere

late

erd

feit

enn.

v.t.

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imfe

iten

onts

lag

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enn.

v.t.

Die

fsta

lfe

iten

Die

fsta

lfe

iten

Con

trab

ande

feit

enC

orru

ptie

feit

enL

ekke

nva

nin

fofe

iten

Lek

ken

van

info

feite

nO

neig

enli

jkge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

n.v.

t.D

igita

alon

derz

oek

feit

enD

igita

alon

derz

oek

feit

enD

igita

alon

derz

oek

feit

enD

igita

alon

derz

oek

feit

enD

igita

alon

derz

oek

feite

nn.

v.t.

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

n.v.

t.O

veri

gefe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Pes

ten

feit

enD

igita

alon

derz

oek

feit

enn.

v.t.

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enD

igita

alon

derz

oek

feit

enO

veri

gpl

icht

sver

zuim

feit

enO

neig

enli

jkge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enO

neig

enli

jkge

brui

kdi

enst

mat

eria

al-

feit

enO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enn.

v.t.

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feite

nO

neig

enli

jkge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

ande

rsO

neig

enli

jkge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

neig

enli

jkge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

Ove

riq

plic

htsv

erzu

imfe

iten

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

geen

maa

treg

el

Ont

houd

enva

nin

form

atie

feit

enan

ders

Ont

houd

enva

nin

form

atie

feit

ensc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ont

houd

enva

nin

form

atie

feit

ensc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ont

houd

enva

nin

form

atie

feit

enan

ders

Ont

houd

enva

nin

form

atie

feit

enge

enm

aatr

egel

Fra

ude

feit

en

Con

trab

ande

feit

enge

enm

aatr

egel

Ove

rige

feit

enn.

v.t.

Con

trab

ande

feit

en

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imfe

iten

onts

lag

Con

trab

ande

feit

en

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

en

Die

fsta

lfe

iten

n.v.

t.

Die

fsta

lfe

iten

Con

trab

ande

feit

en

Han

dele

nin

stri

jdm

etpr

otoc

olzi

ekte

verz

uim

feit

en

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

Con

trab

ande

feit

en

Ont

houd

enva

nin

form

atie

feit

enn.

v.t.

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imfe

iten

pers

oons

gebo

nden

maa

treg

el

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

en

Pri

vége

rela

teer

dfe

iten

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imfe

iten

n.v.

t.

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imfe

iten

n.v.

t.

Con

trab

ande

feit

enn.

v.t.

Con

trab

ande

feit

en

Con

trab

ande

feit

en

Gew

eldd

elic

tfe

iten

n.v.

t.

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

geen

maa

treg

el

Dis

crim

inat

iefe

iten

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

schr

ifte

lijke

beri

spin

g

Fra

ude

feit

en

Con

trab

ande

feit

enD

iefs

tal

feit

enPr

ivé

gere

late

erd

feit

enn.

v.t.

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

verp

laat

sing

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

n.v.

t.Pr

ivé

gere

late

erd

feit

enS

eksu

ele

intim

idat

iefe

iten

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enO

ntsl

agO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alfe

iten

Ont

slag

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

onts

lag

Ove

rige

feite

nO

veri

gefe

iten

geen

maa

treg

elO

veri

gpl

icht

sver

zuim

feite

nn.

v.t.

Dig

itaal

onde

rzoe

kfe

iten

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

Con

trab

ande

feit

enPr

ivé

gere

late

erd

feit

enC

ontr

aban

defe

iten

Con

trab

ande

feit

enC

ontr

aban

defe

iten

Con

trab

ande

feite

nC

ontr

aban

defe

iten

Han

dele

nin

stri

jdm

etpr

otoc

olzi

ekte

verz

uim

feite

nC

ontr

aban

defe

iten

Con

trab

ande

feit

enn.

v.t.

Con

trab

ande

feit

enn.

v.t.

Ove

rige

feit

enPr

ivé

gere

late

erd

feite

nD

iefs

tal

feite

nO

ngeo

orlo

ofd

cont

act

met

(ex)

gede

tine

erde

feit

enPr

ivé

gere

late

erd

feit

en

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imfe

iten

onts

laci

Con

trab

ande

feit

enn.

v.t.

Con

trab

ande

feit

enC

ontr

aban

defe

iten

Con

trab

ande

feit

enS

eksu

ele

intim

idat

iefe

iten

Con

trab

ande

feit

enC

ontr

aban

defe

iten

n.v.

t.P

rivé

gere

late

erd

feit

enge

enm

aatr

egel

Pri

vége

rela

teer

dfe

iten

n.v.

t.P

rivé

gere

late

erd

feit

enon

tsla

gPr

ivé

gere

late

erd

feit

enon

tsla

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

feit

enge

enm

aatr

egel

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

feit

enan

ders

Con

trab

ande

feit

enno

gni

etbe

kend

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

onts

lag

Die

fsta

lfe

iten

geen

betr

okke

neB

edre

igin

gfe

iten

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imfe

iten

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

Ont

houd

enva

nin

form

atie

feit

enL

ekke

nva

nin

fofe

iten

Sch

endi

ngva

nde

priv

acy

feit

enO

veri

gefe

iten

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

Pri

vége

rela

teer

dfe

iten

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

Fra

ude

feit

enn.

v.t.

Priv

ége

rela

teer

dfe

iten

Ong

eoor

loof

dco

ntac

tm

et(e

x)ge

deti

neer

defe

iten

onts

lag

Ove

rige

feit

enS

eksu

ele

intim

idat

iefe

iten

ande

rsO

ngeo

orlo

ofd

cont

act

met

(ex)

gede

tine

erde

feit

enon

tsla

gB

ehul

pzaa

mbi

jon

tvlu

chte

nfe

iten

Sek

suel

ein

timid

atie

reQ

istr

atie

inri

chtin

QP

rivé

gere

late

erd

regi

stra

tie

inri

chtin

gge

enm

aatr

egel

Pri

vége

rela

teer

dre

gist

rati

ein

rich

ting

Priv

ége

rela

teer

dre

gist

rati

ein

rich

ting

Gew

eidd

elic

tre

gist

rati

ein

rich

ting

Priv

ége

rela

teer

dre

gist

rati

ein

rich

ting

Pes

ten

regi

stra

tie

inri

chtin

gn.

v.t.

Gew

eidd

elic

tre

gist

rati

ein

rich

ting

verp

laat

sing

Priv

ége

rela

teer

dre

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsB

edre

igin

gre

gist

rati

ein

rich

ting

n.v.

t.O

ngeo

orlo

ofde

afw

ezig

heid

regi

stra

tie

inri

chtin

gon

tsla

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gon

tsla

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gon

tsla

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

teli

jke

beri

spin

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

onts

lag

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hors

ing

met

gehe

el/g

edee

ltel

ijk

inho

udin

gsa

lari

sO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gve

rmin

der

opva

kant

ie/v

erlo

fO

ngeo

orlo

ofd

cont

act

met

(ex)

gede

tine

erde

regi

stra

tie

inri

chtin

gon

tsla

gF

raud

ere

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndD

igita

alon

derz

oek

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsH

ande

len

inst

rijd

met

prot

ocol

ziek

teve

rzui

mre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndD

igita

alon

derz

oek

regi

stra

tie

inri

chtin

gan

ders

Ong

eoor

loof

deaf

wez

ighe

idre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alre

gist

rati

ein

rich

ting

pers

oons

gebo

nden

maa

treg

elO

neig

enlij

kge

brui

kdi

enst

mat

eria

alre

gist

rati

ein

rich

ting

pers

oons

gebo

nden

maa

treg

elO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gan

ders

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

schr

ifte

lijke

beri

spin

gF

raud

ere

gist

rati

ein

rich

ting

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

nd

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

geld

boet

eO

ntho

uden

van

info

rmat

iere

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gan

ders

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsO

ngeo

orlo

ofde

afw

ezig

heid

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Fra

ude

regi

stra

tie

inri

chtin

gpe

rsoo

nsge

bond

enm

aatr

egel

Fra

ude

regi

stra

tie

inri

chtin

gpe

rsoo

nsge

bond

enm

aatr

egel

Sch

endi

ngva

nde

priv

acy

regi

stra

tie

inri

chtin

gge

ldbo

ete

Sch

endi

ngva

nde

priv

acy

regi

stra

tie

inri

chtin

gge

ldbo

ete

Sch

endi

ngva

nde

priv

acy

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Sch

endi

ngva

nde

priv

acy

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

onts

lag

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ong

eoor

loof

deaf

wez

ighe

idre

gist

rati

ein

rich

ting

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gan

ders

Han

dele

nin

stri

jdm

etpr

otoc

olzi

ekte

verz

uim

regi

stra

tie

inri

chtin

gon

tsla

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gan

ders

Die

fsta

lre

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsO

ngeo

orlo

ofde

afw

ezig

heid

regi

stra

tie

inri

chtin

gge

deel

teli

jkof

gehe

elin

houd

ing

sala

ris

Ong

eoor

loof

deaf

wez

ighe

idre

gist

rati

ein

rich

ting

Ong

eoor

loof

deaf

wez

ighe

idre

gist

rati

ein

rich

ting

gede

elte

lijk

ofge

heel

inho

udin

gsa

lari

sO

ngeo

orlo

ofde

afw

ezig

heid

regi

stra

tie

inri

chtin

gO

ngeo

orlo

ofde

afw

ezig

heid

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

ande

rsL

ekke

nva

nin

fore

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ong

eoor

loof

deaf

wez

ighe

idre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

ngeo

orlo

ofde

afw

ezig

heid

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

One

igen

lijk

gebr

uik

dien

stm

ater

iaal

regi

stra

tie

inri

chtin

gan

ders

Die

fsta

lre

cjis

trat

iein

rich

ting

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

neig

enli

jkge

brui

kdi

enst

mat

eria

alre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ove

rige

regi

stra

tie

inri

chtin

gno

gni

etbe

kend

Ong

eoor

loof

deaf

wez

ighe

idre

gist

rati

ein

rich

ting

nog

niet

beke

ndPr

ivé

gere

late

erd

regi

stra

tie

inri

chtin

gn.

v.t.

Ong

eoor

loof

deaf

wez

ighe

idre

gist

rati

ein

rich

ting

verm

inde

rop

vaka

ntie

/ver

lof

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gge

ldbo

ete

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

schr

ifte

lijke

beri

spin

gO

veri

gpl

icht

sver

zuim

regi

stra

tie

inri

chtin

gsc

hrif

telij

kebe

risp

ing

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

niet

toek

enne

npe

riod

ieke

sala

risv

erho

ging

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

niet

toek

enne

npe

riod

ieke

sala

risv

erho

ging

Ove

rig

plic

htsv

erzu

imre

gist

rati

ein

rich

ting

schr

ifte

lijke

beri

spin

gC

ontr

aban

deve

rken

nend

Con

trab

ande

verk

enne

nd

Bijlage B | Inventarislijst

Nr. Document Openbaarheid Vindplaats Van toepassing zijnde Wob-artikelen

Jaarverslagen coördinator integriteit en/of vertrouwenspersoon integriteit (VPI)

Bestuursdepartement (BD) | Coördinator integriteit en/of Vertrouwenspersoon integriteit (VPI)

1. Jaarverslag 2010 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid,

aanhef en onder e, van de

Wob.

2. Jaarverslag 2011 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob en artikel 11, eerste lid, van de Wob.

3. Jaarverslag 2012 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob en artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van

de Wob.

4. Deelverslag 2013 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob en artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob.

5. Jaarverslag 2014 Coördinator Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2015/09/02/bij

lage-bij-besluit-wob-verzoek-over-integriteit-en-justis

-

6. Jaarverslag 2014 VPI Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2015/09/02/bijlage-bij-besluit-wob-verzoek-over-integriteit-en-justis (Wob-verzoek)

http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2016D05539&did=2016D05539 (Art. 68 Gw procedure)

-

Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) | Vertrouwenspersoon integriteit (VPI)

7. Concept Jaarverslag 2009 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de

Wob.

8. Jaarverslag 2010 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

9. Jaarverslag 2011 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

10. Jaarverslag 2012 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

11. Jaarverslag 2013 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

12. Jaarverslag 2014 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) | Vertrouwenspersoon integriteit (VPI)

13. Jaarverslag 2008-2009 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de

Wob.

14. Jaarverslag 2010-2011 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

15. Jaarverslag 2012-2013 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

Jaarcijfers

Bestuursdepartement (BD)

16. Jaarcijfers 2009 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2011/03/25/besluit-wob-verzoek-over-integriteit

-

17. Jaarcijfers 2010 Reeds openbaar - -

18. Jaarcijfers 2011 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-van-vermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj

-

19. Jaarcijfers 2012 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-

verzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-van-vermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj

-

20. Jaarcijfers 2013 Reeds openbaar - -

21. Jaarcijfers 2014 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-

verzoeken/2016/01/07/besluit-wob-verzoek-integriteitsschendingen-venj-2013-2014

-

22. Format 2014 Openbaar - -

Immigratie- en naturalisatiedienst (IND)

23. Jaarcijfers 2009 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

24. Jaarcijfers 2010 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

25. Jaarcijfers 2011 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-van-vermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj

-

26. Jaarcijfers 2012 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-van-vermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj

-

27. Jaarcijfers 2013 Reeds openbaar - -

28. Jaarcijfers 2014 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

29. Format 2014 Openbaar - -

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

30. Jaarcijfers 2009 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2011/03/25/besluit-wob-verzoek-over-integriteit

-

31. Jaarcijfers 2010 Reeds openbaar - -

32. Jaarcijfers 2011 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-

verzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-van-vermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj

-

33. Jaarcijfers 2012 Reeds openbaar https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-van-vermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj

-

34. Jaarcijfers 2013 Reeds openbaar - -

35. Jaarcijfers 2014 Gedeeltelijk openbaar - Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.

36. Format 2014 Openbaar - -