VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

19
TIJDSCHRIFT toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624 HET TIJDSCHRIFT DAT JE AAN HET SCHRIJVEN ZET Nieuwe vormen van auteursrecht Tips voor je eigen reisverhaal Saskia De Coster Schrijvers zijn een bende seuten Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzw Jaargang 6/nummer 3/juli-augustus-september 2011 V.U.: Guido Vereecke/Zirkstraat 36/BE/2000 Antwerpen/prijs €4/p.36 © Katrijn Van Giel

description

Saskia De Coster: "Schrijvers zijn een bende seuten".

Transcript of VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

Page 1: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

TIJD

SCH

RIF

Tto

elat

ing

gesl

oten

ver

pakk

ing

2030

- A

ntw

erpe

n X

- P6

0262

4

Het tijdscHrift dat je aan Het scHrijven zet

Nieuwe vormen van auteursrecht

Tips voor je eigen reisverhaal

Saskia De CosterSchrijvers zijn een bende seuten

Driemaandelijks tijdschrift van Creatief Schrijven vzwJaargang 6/nummer 3/juli-augustus-september 2011

V.U.: Guido Vereecke/Zirkstraat 36/BE/2000 Antwerpen/prijs €4/p.36

© K

atrijn Van Giel

Page 2: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

Auteursrechten12

02 03COLUMN /

COLOFON

Peter Mangel Schots

Enkele weken geleden was Jeroen Brouwers te gast in een Mechel-se boekhandel voor de presentatie van zijn recentste roman Bittere bloemen. De meester kuchte en sputterde als een oude locomotief, zich langzaam voortbewegend, één wiel een beetje kaduuk, maar met een oven die nog volop stoom blies. En sigarettenrook, ook in de winkel, want voor een monument moeten wegen omgelegd wor-den. Gastheer Johan interviewde de meester, die half gespeeld half gemeend zijn barse zelf was, de microfoon op armlengte hield, maar wel geduldig en gepassioneerd de vragen beantwoordde over zijn jongste telg. Een nieuw magnum opus. Tien jaar aan gewerkt, Johan, met tussendoor natuurlijk wel andere dingen die zich opdrongen.

Tussendoor waren er ook die twee kleine herseninfarcten, waardoor

sommige onderdelen van het schrijvende lichaam het wat lieten afwe-

ten. De rechterhand met name, en laat dat nu het werktuig par excel-

lence zijn van Brouwers. Voor computers of dictafoons haalt hij de neus

op. Literatuur wordt geschreven in inkt die als donker bloed rechtstreeks

uit de arm stroomt. De pen als injectienaald. Signeren gebeurt dan ook

met de grootste moeite. Zijn eigen naam staat onderaan een houten

stempel. Gespiegelde herhaalbaarheid. De naam van de koper schrijft

– kalligrafeert welhaast – de weerbarstige rechterhand van de meester.

Maar voor het zover was, praatte Brouwers dus over Bittere bloe-men. Hoofdpersonage Hammer is een oude schrijver die een cruise maakt op de Middellandse Zee. Hij blikt terug op zijn leven en doet dat op Brouweriaanse wijze: vol verwijzingen en mythologie. Het gesprek kwam op de symboliek van de dood, de laatste overtocht: geen toeval dat Hammer een bootreis maakt, Charon is zijn kapitein. Die mythologie sluipt er helemaal natuurlijk in, legde Brouwers uit. En wanneer Hammer dan uiteindelijk verdrinkt...

Op een stoel schuin voor me begon een jonge vrouw enigszins in-getoomd maar niet minder ontzet heen en weer te wiegen. Terwijl ze haar voorhoofd in haar handen steunde, fluisterde ze vol ongeloof: 'Hij verklapt het, hij verklapt het...' Een licht hysterisch, zij het nog steeds onderdrukt lachje: 'Hij verklapt het einde al!' De schouders gingen naar beneden, uit haar gezicht sprak: tja, dat was het dan…

Ook ik schudde het hoofd. Om zoveel misplaatste ontzetting. Ik moest terugdenken aan Onsterfelijkheid van Milan Kundera, waarin de auteur uithaalt naar boeken die zich alleen laten lezen als een wie-lerkoers richting ontknoping: ‘De dramatische spanning is eigenlijk een pest voor de roman, omdat die alles, ook de mooiste pagina’s […] verandert in niet meer dan een trede op weg naar de uiteinde-lijke ontknoping.’ Met andere woorden: wat maakt het in godsnaam uit wat er op de laatste pagina gebeurt? Het gaat erom wat er op al die andere pagina’s gebeurt! Neen, die vrouw had er helemaal niks van begrepen. Voor straf: Kundera lezen.

VERZ!N

juli/augustus/september 2011Jaargang 6, nummer 3

Verschijnt vier keer per jaar.

Oplage: 1000 exemplaren

Uitgever: Creatief Schrijven vzw

Hoofdredacteur: Veerle Goossens

Eindredactie: Patricia De Laet,

Anja Giegas

Redactieraad: An Leenders, Peter

Mangel Schots, Michiel Leen, Hedwig

Bogaerts, Maarten Billiet, Veerle De Meyer

Werkten ook mee aan dit nummer:

Yves Heymans, Ina Stabergh, Ken

Van de Steene, Dimitri Verbelen, Sophie

Siersack, Yves Joris, Bart Plouvier,

Jan Margot, Kirsten Cornelissen

Foto’s: Katrijn Van Giel, Siska

Vandecasteele, Ushi Lichter,

Mickey Verbeeck, Sam Lieveld

Vormgeving: Albino {www.albino.be}

Druk: Drukkerij Gazelle NV

Redactieadres:

[e] [email protected]

[w] www.creatiefschrijven.be

[t] +32 3 229 09 90

[a] Zirkstraat 36 – 2000 Antwerpen

Abonnementen

12 euro (voor 4 nummers) - met factuur

17 euro - 30 euro steunend + buitenland:

Over te schrijven op rekening

001-4238815-88 met vermelding

VERZ!N / BIC: GEBABEBB -

IBAN: BE56 0014 2388 1588

Los nummer: 4 euro

VERZ!N is te koop in:

Antwerpen: IMS: Meir 125, Melkmarkt 17

De Groene Waterman: Wolstraat 7

Mechelen: De Zondvloed:

Onze-Lieve-Vrouwestraat 70

Brugge: IMS: Noordzandstraat 26

De Reyghere: Markt 12

Gent: Poëziecentrum: Vrijdagmarkt 36

BVBA Jupiter: Zwijnaardsesteenweg 6

Leuven: IMS: Diestsestraat 115

Johannes: A. Smetsplein 10

Hasselt: IMS Demerstraat 80a

Copyright berust bij Creatief Schrijven

vzw. Overname van de teksten is toegela-

ten mits bronvermelding en voorafgaand

akkoord van de uitgever. Iedere medewer-

ker/inzender is verantwoordelijk voor zijn

of haar bijdrage.

Creatief Schrijven is het aanspreekpunt

voor iedereen die schrijven niet laten kan.

De vzw adviseert, ondersteunt en bege-

leidt niet-professionele schrijvers en lite-

raire verenigingen.

Advertentiemogelijkheden en -tarieven op

aanvraag: [email protected]

INHOUD

Saskia De Coster8

Workshop Kom op verhaal met een reisverhaal! ............................4

Cursus in de kijker Schrijven om te bloggen, spelen en vertellen ..6

Letterfabriek 3 stadsgedichten krijgen feedback .........................18

Column Peter Mangel Schots .................................................. 2

Interview Saskia De Coster ..................................................... 8

Vervolgverhaal Dimitri Verbelen zoekt een uitgever .............. 14

Interview Femke Ponsioen .................................................. 22

Interview Oud schrijftalent ontmoet jong schrijftalent ........... 26

Auteursrechten ................................................................ 12

Vakliteratuur Dialogen schrijven .................................... 16

Literair tijdschrift Kluger Hans ...................................... 24

Reportage Uitgeven in eigen beheer .......................... 17

Evenement in de kijker Nacht van de Poëzie ............. 29

Webkijker Online publiceren ................................... 30

Evenement in de kijker Schrijfdag .......................... 31

Taalspel Kruiswoordraadsel ............................. 32

Nieuws ............................................................ 34

Kom op verhaal met een reisverhaal!

4Workshop

Win een boek!

Websites waarop je teksten kan

publiceren

Nieuwe vormen van auteursrecht

Online publiceren30

Voor straf:

SCHRIJFTIPS

SCHRIJVERS AAN HET WOORD

INFORMATIE

REPORTAGE

EN VERDER

Kundera lezen

Page 3: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

04

met een reisverhaal!

PIxeLs aLs PrIkkeLs: sCHrIjveN Over wat je NIet zIet

Als je reisimpressies en/of -verhalen op papier wil zetten, hanteer je een in principe voor iedereen toeganke-lijk medium. Wie fotografeert, doet dat ook, maar met woorden kan je weer heel andere dingen doen dan met pixels. Zo kun je starten met een bepaalde foto en schrijven over wat

je net niet ziet. Probeer het met een van je eigen vakantiekiekjes of met een beeld geschoten door een reis-gezel. Staan er mensen op, vraag je dan af wie dat zouden kunnen zijn, waar ze vandaan komen, wat ze in de omgeving gezien hebben. Zijn ze ook in die kerk of in dat museum geweest? Je kan hen als kapstok ge-bruiken om jóuw verhaal aan op te hangen. Weten ze dat er in de buurt fantastische wijnen verbouwd wor-

den? Of zijn het autochtonen die jou dingen hadden kunnen laten zien die je gemist hebt, maar waar zij wel met graagte over vertellen? Laat hen je alsnog rondleiden! Zo loop je binnen bij hen thuis of in het beste restau-rant van de stad, een plek waar geen toerist weet van heeft. Geef ze een karakter, kijk door hun ogen en leg ze jouw woorden in de mond. Wat is er buiten beeld allemaal aan de hand? Achter die typische gevel, in de kajuit

— Cees Nooteboom schrijft wel eens over foto’s als stukjes ‘vastgelegde tijd’. In dit digitale tijdperk wordt er oneindig gefotografeerd: veel mensen fotograferen erop los om later, weer thuis, te achterhalen waar ze ge-weest zijn. Maar er zijn ook veel mensen die hun reiservaring niet alleen in beelden maar ook in woorden willen vangen. Het lijkt misschien simpel, maar het is heus niet altijd makkelijk om op basis van je reiservaring tot een literaire én boeiende tekst te komen. De volgende tips helpen je alvast een stuk op weg.

WORKSHOP

van de boot die net langsvaart, in dat donkere zijstraatje? Waar gaat dat vrouwtje met die hoed heen en wat denkt ze over al die vreemdelin-gen in haar stad?

De zee aLs getUIge

Het kan ook met landschappen. Schrijf lyrisch over wat je ziet én over wat je niet ziet. Zo’n beeld kan een schitterende aanleiding zijn om het over flora en fauna te hebben, als je interesse tenminste die kant uit zou gaan. Wie of wat leeft er op die berg, in dat bos, langs dat strand, in dat meer? Ben je er zelf gaan wan-delen en wat heb je dan gezien, ge-hoord en geroken? Je kan ook met-een de geschiedenis aansnijden.

Wie woonde er eeuwen geleden in dat bos en is er van die bewoning nog wat terug te vinden? Speelden er zich belangrijke historische fei-ten af? Was het strand ooit bevolkt met mondaine hoepelrokdames? Trokken vissers er hun sloepen de wal op? De zee klotst al eeuwen in eindeloze deining het land op en af. Waarvan is zij getuige geweest? Zit er achter een bepaald beeld misschien een episch verhaal? Een dik en avontuurlijk reisboek?

Ik werk zelf regelmatig op deze ma-nier en soms eindig ik dan al schrij-vend op heel onverwachte plekken en gebruik ik de onbekende figuren op de foto als vertellende tussen-personen, de landschappen als his-torische decors of een in poëtische taal gestelde flora & faunagids.

gOeIe geHeUgeNsteUNtjes

Idealiter schrijf je je reisverhalen ter plekke neer, maar dan heb je wel

tijd nodig – én liefst droog weer. Ik beperk mij meestal tot het maken van notities. Als je fietst of wandelt, of het water valt bij bakken uit de hemel, dan kan een dictafoon han-dig zijn. Zelf werk ik meestal met een schriftje en een potlood. Als je de tijd hebt, ga er dan rustig voor

zitten en probeer zo goed mogelijk met woorden te schetsen wat je ziet en wat je daarbij denkt en/of voelt. Zelfs al heb je geen tekentalent, een paar krabbels tussen de woor-den kunnen later vaak dienst doen als geheugensteuntje. Misschien zal er nu en dan een mooie zin of vergelijking uit je pen vloeien, maar als dat niet lukt, schrijf dan gewoon zoveel mogelijk gegevens op. Dat kan heel basic: kleuren, materialen, geuren, wat je opvalt. Beter te veel dan te weinig. Weer thuis kan je die aanzetten in zinnen gieten en je schetsen uitwerken.

Associëren en vergelijken kan ook interessante passages opleve-ren. Misschien ontdek je al schet-send dingen die je naar andere plekken en tijden voeren? Naar een ander eiland, naar je jeugdja-ren? Zo’n zijweggetje hoef je niet uit de weg te gaan. Dat is net het plezierige aan een reisverhaal: er kàn zoveel, je màg zoveel. En er is over elke plek op deze aard-kloot wel wat te schrijven, óók over Oostende of Benidorm. Je hoeft heus niet in een badkuip de Ama-zone af te varen of per kameel de

woestijn door te trekken om een boeiend reisverhaal te schrijven.

BeeLDeN OP waNDeL

Kunst kan een verhaal weer een totaal andere kant uit duwen. Loop een museum binnen en ga aan de slag met een doek geschilderd door iemand die in de bezochte stad of streek werkte. Of hangt er een Ru-bens en reis je met hem terug naar Antwerpen? De beeldhouwwer-ken die je langs straten en pleinen vindt, hebben ook allemaal een ver-haal te vertellen: generaals, schil-ders, rondboezemige koninginnen, schrijvers, ridders te paard, nobele onbekenden. Laat je gedachten de vrije loop. De beelden die ik op mijn weg vind, gaan ’s nachts vaak wan-delen en meestal kennen ze elkaar! Dan zet ik ze aan ’t converseren. Onwaarschijnlijk wat je dan soms allemaal te horen krijgt.

sMakeN, geUreN, kLeUreN

Waar ik ook kom, bijna altijd wijd ik een stukje aan de plaatselijke gas-tronomie. Dat is dan niet noodzake-lijk een netjes afgebakende alinea of een hoofdstukje. Wandelend en vertellend lees ik menukaarten, spring ik een kroeg of een restau-rant binnen. Als het even kan test ik de lokale specialiteiten en streek-producten, drink ik landwijn uit de omgeving en besluit met wat ze ook mogen serveren aan cognac of li-keur bij de koffie. Over eten is het heerlijk vertellen, zelden wordt mijn taal zo plastisch als wanneer ik een op Sardinië genoten ezelsteak of een in Rye geproefde Sint-Jakobs-schelp beschrijf. En over wie er aan het tafeltje naast mij zit, de duidelijk bezopen kelner en de oude heer die een steak saignant voor zijn hond heeft besteld.

Succes!

Kom op verhaal

Schrijf lyrisch over wat je ziet én over wat je niet ziet.

Zelf werk ik meestal met een schriftje en een potlood.

Je hoeft heus niet in een bad-kuip de Amazone af te varen

of per kameel de woestijn door te trekken om een boeiend reisverhaal te schrijven.

door Bart Plouvier

Page 4: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

CURSUS IN DE KIJKER

— De Zomeracademie komt er weer aan: een week voor iedereen die wil stunten met beeld, geluid, zang, dans, theater of schrijven. De klemtoon ligt op de overlap tus-sen verschillende disciplines en de uitwisseling van ideeën tussen gelijkgestemde creatieve zielen. Alsof dat nog niet genoeg is, staat Stefan Perceval de hele week aan het roer van het schrijfatelier Schrijven om te blog-gen, spelen en vertellen. Een titel die om uitleg vraagt.

door Yves Heymans

06

Schrijven om te bloggen, spelen en vertellen Verbeeldingskracht aanscherpen met Stefan Perceval

vIrtUeeL sPeL

Stefan Perceval: “De titel is bedacht door Tijl Bossuyt, een van de bezie-lers van de Zomeracademie. We ken-nen elkaar al een hele tijd maar heb-ben elkaar beter leren kennen door elkaar te volgen op het wereldwijde web. Dat heeft ervoor gezorgd dat we nu ook echt, fysiek contact heb-ben. Vanuit deze ontwikkeling leek het ons opportuun om te gaan zoe-ken naar nieuwe vormen van theater.”

Dat Perceval het belang van internet al kon inschatten, bleek uit het pro-ject Paola246, dat hij drie jaar gele-den maakte voor HETPALEIS. “Wie op zoek ging naar Paola246, kwam terecht bij een serie filmpjes met een tienermeisje in de hoofdrol. Ze zat in haar kamer en vertrouwde de virtuele bezoeker haar gedachten toe. Voor het eerst speelde een voorstelling al-leen op internet. Daarbij hebben we

in het midden gelaten of het om fic-tie of realiteit ging. Dat wakkerde de nieuwsgierigheid flink aan. Mensen vroegen zich af of er een politieke partij achter zat, dan wel of het een marketingstunt was. Een mooi voor-beeld van hoe internet de verbeel-ding stimuleert. Dankzij de opkomst van de virtuele wereld bestaat de kans dat ook binnen de theaterkunst een nieuw genre ontstaat. De ge-meenschappelijke beleving van een publiek in het theater maakt plaats voor een interactieve een-op-eener-varing achter het computerscherm.”

Het ‘spelen’ gebeurt tijdens de cur-sus dus vooral op een virtuele manier, met het web als venster op de wijde wereld. Tegelijk blijft Perceval trouw aan de principes van de Zomeraca-demie en bespeelt de cursus alle vlakken van het veld. “Alle disciplines hebben elkaar nodig. Deze ‘cursus’ - tussen aanhalingstekens, want ik

wil niet de verkeerde verwachtingen scheppen - gaat op zoek naar een spontane manier om jezelf te ont-wikkelen in de uitdrukkingsvorm die het best aansluit bij je mededeling.”

ZomeracademieVan maandag 18 juli om 10.30 u tot zondag 24 juli 2011 om 14 u in Vor-mingscentrum Destelheide, Destel-heidestraat 66, Dworp (bij Brussel).

De Zomeracademie kost 382 euro. Abonnees van VERZ!N krijgen 10 euro korting.Inschrijven kan via [email protected]. Meer info over de Zomeracademie en het schrijfatelier met Stefan Perceval op www.zomeracademie.be.

HÉT PODIUM VOOR TAAL, IN NOORD EN ZUID!

Onze Taal houdt voor u – ook in Vlaanderen – de vinger aan de pols. Het tijdschrift laat elke maand zien hoe veel zijdig en boeiend taal is. Probeer het uit met een abonnement.

Kijk voor meer informatie of een proefnummer op www.onzetaal.nl of bel met 0031 70 356 12 20

taal boeit mij. Ik abonneer me daarom op Onze Taal en

betaal € 20,- voor 7 nummers.

naam:

adres:

postcode/plaats:

De bon kunt u in een envelop sturen naar:Genootschap Onze Taal Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag, Nederland

VZ

Ja

‘ Onze Taal is een van die zeldzame bladen die je meteen van kaft tot kaft lezen wilt.’NRC Handelsblad

‘ Onze Taal schrijft niet voor, maar wijst de weg.’Het Financieele Dagblad

‘ Onze Taal - absolute aanrader voor de taalliefhebber.’ Dagblad de Limburger

U I T D E P E R S :

12M a a n d b l a d v a n h e t G e n o o t s c h a p o n z e ta a l

De taal van de prostituee

Spelfouten: wie maakt zich

er nog druk om?

Het taaljaar 2010

2010

Een half jaar Meldpunt TaalEen half jaar Meldpunt Taal

11M a a n d b l a d v a n h e t G e n o o t s c h a p o n z e ta a l

“Tweetaligheid heeft de toekomst”

Interview met prof. Janet van Hell

A capella, Awesome:

hedendaagse huisnamen

Hoe ontstaan literaire werken?

2010

Afasie: gewonde taal

De taal van de prostituee

Spelfouten: wie maakt zich

er nog druk om?

Het taaljaar 2010

Een half jaar Meldpunt Taal

De taal van de prostituee

Spelfouten: wie maakt zich

er nog druk om?

Het taaljaar 2010

Een half jaar Meldpunt Taal

“Tweetaligheid heeft de toekomst”

Interview met prof. Janet van Hell

Hoe ontstaan literaire werken?

1M a a n d b l a d v a n h e t G e n o o t s c h a p o n z e ta a l

“Meertalig zijn helpt relativeren”

Interview met prinses Mathilde

Hoe is taal ontstaan?

Stotteren en broddelen

De dreigtaal van aanmaningen

2011

Bruid brult ja ik wil in achtbaan

NOS Teletekst (2009)

Man schiet niet in zijn linkerknie

Bij bouwwerkzaamheden op de Kayersdijk is een 32-jarige

inwoner van Deventer onlangs gewond geraakt. “De man

was met een nietpistool aan het schieten met nieten van zes

centimeter”, meldt de politie.

Apeldoorns Dagblad (2002)

Kijk een Aziaat

nooit recht in

de ogen. Het is

beleefder om ze

neer te slaan. Zo zit dat (2006)

Pak wasmiddel vóór het openen

Pak wasmiddel na het openen

(2010)

Verwijder het achterwiel niet. Het

verwijderen van het wiel kan de

prestaties van de fiets beïnvloeden.

Handleiding Sparta lON-fiets (2006)

Reptielen spotten met Staatsbosbeheer

Staatsbosbeheer neemt zondag belangstellenden mee op een excursie, waarbij

reptielen worden waargenomen.

Nieuwe Apeldoornse Courant (2010)

Buschauffeur zat achter het stuur

De Gooi- en Eemlander (2004)

Advertentie eethuis (2009)

Inhoud:

- 1 set verlichting met 10 lampjes (24V/1.20W)

- 1 stuk reservelampje

Verpakking kerstverlichting (1999)

7 nummers voor

€ 20, -

AANBOD

NIet te vatteN

Of de theatermens Perceval niet te veel in de weg zal zitten? “Ik vertrek altijd meer vanuit de deelnemers dan vanuit mezelf. Tijdens deze cursus schakel ik mezelf als kun-stenaar uit. Ik ben meer een voyeur dan een kunstenaar. Uiteraard kan ik mijn theatermakerzijn wel gebrui-ken om te reageren en te sturen, in wat voor richting ook.” Het is duide-lijk dat Perceval nog niet het achter-ste van zijn tong wil laten zien. Het wordt het voorrecht van een handje-vol gelukkigen om te beleven waar Schrijven om te bloggen, spelen en vertellen om draait. Baart het Per-ceval geen zorgen dat de cursus misschien gewoon een van de vele is? “Och, het is gewoon de beste cursus die er is, omdat er geen pre-tentie van wetenschap aan hangt. Ik zal je iets verklappen: kunst kun je niet vatten. Ieders verbeelding is totaal anders. We zijn het gewoon in een gestructureerd leventje rond te dabberen en we kunnen alleen maar iets maken als we alert zijn voor wat er rond ons gebeurt.”

07

© Siska Vandecasteele

© Siska Vandecasteele

Page 5: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

Ben je momenteel al volop aan het schrijven?

Saskia De Coster: “Ik wil heel hard voortwerken aan mijn volgen-de boek, maar er komen steeds kleine, interessante dingen tus-sen. Opdrachten die ik nog heb aangenomen, lezingen, dat soort dingen. Telkens ik aan een boek begin, heb ik wel het gevoel “dit is voor echt”, dus in zekere zin is elk boek hét boek. Of je hebt toch het gevoel: dit is één hoekje van mijn nog te schrijven oeuvre dat ik ga stofferen. Ik zie mijn oeuvre als een huis met vele kamers. Maar dan wel eentje waar regelmatig iets van plaats verandert. Stilistisch kunst- en vliegwerk vind ik geen criterium om een boek al dan niet kunst te vinden. De juiste toon, die moet je vinden. Kijk naar Jan Arends: de taal waarin hij schreef, kende geen enkele opsmuk, maar boorde wel ergens een werkelijkheid aan. Dat is

de kern van de zaak. Maar ook het vertelstandpunt speelt een immens belangrijke rol. Voordat ik echt aan het schrijven ga, denk ik heel lang na over het standpunt van waaruit ik mijn verhaal wil vertellen. Dat gaat soms zo ver dat ik een hele lap tekst herschrijf vanuit het perspectief van een ander personage. Al schrijvend kruip je toch steeds in het hoofd van een ander. Kijken en bekeken worden is cruciaal als onderlig-gend thema in literatuur, en zeker

in mijn teksten. Personages zetten elkaar in beweging zoals de ballen op een biljart. Momenteel schrijf ik een tekst vanuit het perspectief van Calypso, de sirene uit de Odyssee. (ironisch) Ze hadden mij gevraagd omdat Calypso zo’n geweldige bitch is. Blijkbaar past dat bij mijn stijl. Een geweldig compliment: ik ga me daar enorm in uitleven.”

Gaat die inleving altijd even gemakkelijk?

“Er zijn natuurlijk ook personages wier perspectief ik minder gemak-kelijk zou kunnen innemen. Astro-nauten of zo. Ik weet niet wat die allemaal aan tests moeten uitvoe-ren en bovendien lijkt het me erg claustrofobisch. Je moet toch weer-haakjes vinden in je personage. Calypso heeft die wel: haar relatie met Odysseus is zo ambigu, dat je meteen vertrokken bent. Serieus: een dergelijke stem ligt me wel. Ik kan spelen met het idee, en dan gaat de bal aan het rollen. Noch-tans moet je er net dan op letten dat het geen spielerei wordt. Anders blijft er al snel enkel gerijmel over.”

Sommige schrijvers raken in een soort van trance als ze aan het schrijven gaan. Heb jij dat ook?

“Die roesachtige waas waarin je terechtkomt tijdens het schrijven, komt me wel bekend voor. Dat is een deel van de fun, al is het niet áltijd even fijn. Wanneer ik net aan een tekst ben begonnen, heb ik dat gevoel nog niet. Ik werk er-naartoe, het moet zich opbouwen.

Als een soort runners high. Schrij-ven is een uithoudingsrace. Erg praktisch is dat niet hoor, die on-derdompeling. Eenmaal je vertrok-ken bent, kun je niet loslaten. Uit angst dat je die drive waarmee je

aan de tekst begonnen was, niet meer terugvindt en opnieuw moet beginnen. Dus als je vertrokken bent, moet je er gewoon door.”

Afleiding genoeg toch, in de stad?

“Voor mij is dat geen probleem. Eenmaal ik beslis een boek te schrijven, kan niets of niemand me daar nog vanaf brengen. Als mensen op zo’n moment aan mijn mouw komen trekken, werkt dat op mijn zenuwen. Ik heb tijdens het schrijven nooit de aandrang om iets anders te gaan doen. Al heb ik wel momenten van radeloos-heid tijdens het schrijven, van mijn tekst wegrennen zou ik nooit doen.”

En zitten dagelijkse beslomme-ringen daarbij niet in de weg?

“Je kruipt echt in een bunker. Eigen-lijk heeft het iets van een coma: je legt je leven lam en er komt even iets anders voor in de plaats. Je bent alleen met je tekst. Op dat ogenblik zit je je ook niet af te vra-gen wat je uitgever of de critici er-van zullen vinden en of je dat wel moet doen, weer een boek schrij-ven. Al werk ik wel met een strikte deadline. De maanden die komen, zijn gereserveerd voor het schrij-ven van mijn boek. Ik zou niet we-ten hoe je het anders kunt doen.”

Je plant die dingen?

“Ja, omdat het anders niet gaat. Omdat je dan toch steeds in

door Michiel Leen

“Personages zetten elkaar in beweging zoals de ballen

op een biljart.”

“Schrijven is een uithoudingsrace.”

08

“Schrijvers zijn een

bende seuten, eigenlijk.”

Saskia De Coster

— We treffen schrijfster Saskia De Coster midden in de voorbereidin-gen van haar volgende roman. “Je hebt geluk,” klinkt het. “Enkele we-ken verder en ik zou dit interview niet gegeven hebben.” Een gesprek over schrijven als topsport, oefeningen in discipline en het belang van privégodjes.

foto

gra

fie K

atrij

n Va

n G

iel

mak

e up

Ger

linde

Ver

venn

e

Page 6: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

het ultieme boek schrijven. Voor minder deed ik het niet. Ik dacht dat het wel vanzelf zou komen na enkele nachten uitgaan. Nou, viel dat even tegen. Ik begon te twij-felen. Misschien was ik dan toch niet gemaakt om te schrijven?”

Kwam dat voort uit de confron-tatie met de canon?

“Neen, want als je schrijft omdat je ooit gecanoniseerd wilt worden, ben je verkeerd bezig. De confron-tatie met de literatuurwetenschap zorgt voor meer problemen: al die beslommeringen over actantiële schema’s, focalisatie, systemen … Alsof iemand je vertelt over seks, maar dan enkel de technische de-tails. De volgende keer dat je dan met iemand in bed belandt, lukt er ook niets meer, want je bent je bewust van elk kliertje en spiertje dat erbij komt kijken. Wanneer je aan de universiteit aankomt met een nogal bevlogen visie op wat literatuur en schrijverschap voor jou moeten zijn, clasht dat met die klinische blik. Anderzijds heb ik er ook nuttig advies gekregen. Pro-fessor Hugo Brems raadde me na het lezen van mijn vroege werk aan om Hugo Claus los te laten. Een terechte opmerking. Het was alsof hij mijn bootje van de kant duwde: op zoek naar een eigen richting.”

Zijn er genres die je bewust links laat liggen?

“Ik ben nu als tussendoortje be-zig aan een parodie op het chick-litgenre. En ik heb er enorm zin in. Het leuke aan een dergelijk genre zijn de formules en con-venties, die je als vertrekpunt hebt. Al ben ik wel van plan ze stevig naar mijn hand te zetten.”

Zorg je er dan voor dat het er zo dik opligt dat iedere lezer het ook als een parodie zal herkennen?

“Nee, dat vind ik flauw. Misschien

is parodie een te sterk woord. Het is eerder een vorm van gymnas-tiek met het genre. Chicklit op zijn Saskia’s is misschien beter: ik heb mijn stilistische eigenheden en ga zo’n genre waarschijnlijk meteen naar mijn hand zetten. Ik kan me al schrijvend moeilijk beperken tot nuchtere observatie. Dus als de opdracht was geweest: “schrijf nu eens een puur realistische roman”, zou het me zwaarder gevallen zijn.”

Je bent regelmatig op het podium te vinden. Moet een schrijver volgens jou de bühne op?

“Ik vind absoluut van niet. Zelf sta ik graag op het podium, daar niet van. Maar om mensen nu bijna te gaan verplichten om met hun teksten het podium op te kruipen ... Als jij lie-ver zegt: “Hier ligt mijn tekst, trek er uw plan mee”, is dat dan minder legitiem? Ik denk ook niet dat optre-den je verkoop erg beïnvloedt. Het publiek is meestal relatief klein. Een slecht optreden schrikt je potentiële lezers misschien gewoon af, wie weet? Omgekeerd: de poëzie van rappers en slampoets komt maar tot haar recht wanneer ze voorgedra-gen wordt, die werkt niet op papier.”

Je bent toch in andere disciplines bezig?

“Ik schilderde en maakte video’s, maar niet intensief. Op dit moment is de schrijverij het medium dat ik wil doorgronden. Ik ben aan een film bezig, maar ook dat is een uitbrei-ding van mijn gewone schrijven. Die disciplines raken elkaar wel in mijn werk. Dat vind ik het leuke. Die film past helemaal binnen wat ik schrijf.”

Dus toch een beetje Claus achterna?

“Nu je het zegt! Een film als Vrijdag maken, zou fantastisch zijn. Of zo’n Vlaamse Leeuw! Ik ga eens met Bart De Wever pra-ten, zeg! Die gaat mij ongetwijfeld

sponsoren. Nee, even serieus. Claus was in veel verschillende din-gen geïnteresseerd, liet zich door veel dingen voeden. Hokjesden-ken was hem vreemd, hij kwam ook uit de experimentele hoek.”

Dat symbooltje op je boeken, wat is dat?

“Dat is mijn privégodje, een sym-bool dat ik aan mijn naam heb toegevoegd. Saskia vond ik niet bijzonder mooi, als naam. Dus heb ik er dit symbool achteraan gezet. Het is wat het is, een echte naam

heeft het niet – zoals dat gaat met de opperwezens van monotheïs-tische godsdiensten. Maar in te-genstelling tot God en Allah is mijn godje strikt privé. Ik ga geen heilige oorlog voeren om je tot dit godje te bekeren. Het staat ook in witte inkt op mijn pols getatoeëerd. Ieder-een zou er eentje moeten hebben.”

Heb je een tip voor onze lezers?

“Zoals Van Ostaijen zegt: bloot zijn en beginnen. Ergens moet er een begin zijn. Als je op voorhand al te veel zit te redeneren, komt het niet goed. Wees een beetje roe-keloos en smijt jezelf gewoon.”

de verleiding komt om er nog een boel andere opdrachten bij te nemen. Die discipline leg ik mezelf wel op: nu schrijven!”

Wat is dat toch met schrijvers, die altijd over discipline beginnen?

“Discipline klinkt zo negatief, als iets dat van buitenaf wordt opge-legd. Maar bij mij komt ze van me-zelf. Ik zeg tegen mezelf: “en nu in een rechte lijn naar de finish”. Dan hoef ik mezelf niet de hele tijd dingen lopen te verbieden. Wij schrijvers zijn een bende seuten, eigenlijk. (lacht) De vergelijking met sport gaat alleszins op. Topspor-ters moeten ook leven als seuten in de periodes dat ze moeten pres-teren. Je moet in roulatie blijven, niet één keer een geweldige spurt neerzetten, maar telkens opnieuw. Daarin zit de discipline: in het her-halen. En dan wordt het eigen aan jou. Dan begint de verslaving.”

Schrijf je dan volledigehoofdstukken tegelijk?

“Ik ben een trage schrijver, die lang aan teksten kan prutsen. Ik zou graag drie weken aan een stuk loos gaan op mijn schrijfmachine, zoals Jack Kerouac dat deed, maar zo werkt het niet. Het heeft meer iets van sprinten: wanneer het vlot gaat, wil je dat gevoel zo lang mogelijk aanhouden, maar je kunt geen 500 kilometer sprinten, hé. Het reviseren volgt op die fase. Tijdens het schrij-ven doe je dat beter niet, omdat je dan algauw voor verrassingen komt te staan. Zo van: “Wat staat hier nu?” Daarbij is reviseren een traag werkje, waar veel tijd in kruipt.”

Schrijf jij met een tekst-verwerker?

“Ik schrijf niet graag met de hand. Dat kan ik gewoon niet. Boven-dien zit ik al schrijvend steeds te nagelbijten, dus als je vingers dan vol inkt hangen, heb je algauw

een kliederboel. En dan ben ik ook nog linkshandig. Misschien zou ik het wel doen als ik rechtshandig was. Per slot van rekening is het toch echter, zo’n handgeschreven tekst. Het geeft waarschijnlijk een ander soort literatuur. Meer veran-kerd, of erg gestileerd, zoals het werk van Brouwers, die achter zijn schrijftafel een hele dag kan zit-ten nadenken over één alinea.”

Maar als je rechtstreeks op de computer werkt, zit je dan nooit in met de tekstgeschiedenis? Houd je verschillende versies van je tekst bij?

“Af en toe print ik een versie van de tekst, om te corrigeren. Die dan opnieuw in de computer invoeren is een lastig werkje. Ik gebruik im-mers symbooltjes en afkortingen die alleen ik kan ontcijferen. Daar ben ik wat paranoïde in: mijn groot-ste angst is dat mijn laptop ooit verdwijnt, of dat mensen erin gaan rondneuzen. Bij mijn recentste ver-huizing heb ik dan weer enkele do-zen met dergelijke outprints naar de papiercontainer gedragen. Geen museumstukken voor mij. Het Let-terenhuis heeft nu al geen plaats meer in zijn archief, wat moeten ze dan aan met de verhuisdozen van Saskia De Coster? Natuurlijk, de ver-sies van mijn eerste boek heb ik wel bijgehouden. Maar da’s emo, he.”

Schrijf je soms onder invloed?

“Nee. Jij gaat toch ook niet dron-ken naar je werk? Onder invloed kan ik wel wat spelen en prutsen, wat soms leuke en onverwachte resultaten oplevert, maar voor het serieuze werk moet ik nuchter zijn. Je hebt die tegenwoordigheid van geest nodig om geconcentreerd te blijven. De waas die bijvoorbeeld al-cohol creëert, kun je dan missen als kiespijn. Ik ben ook geen fan van het cliché dat een ‘echte’ schrijver drinkt. Na de uren misschien, wan-neer het werk af is. Ik geloof nooit dat notoire dronkaards als Faulkner

of Poe meesterwerken konden schrijven met een stuk in hun kraag. Tijdens je vrije tijd moet je dan na-tuurlijk wel genoeg compenseren voor al die nuchterheid, al kan ik op het vlak van straffe drugs veel spul-len niet aan omdat ze mij compleet knettergek of paniekerig maken.”

Wat doe je wanneer het mecha-niekje begint te knarsen?

“Tijdens het schrijven van mijn tweede boek kwam ik vast te zitten op enkele dagen voor de deadline. Toen ben ik 24 uur achter mijn PC blijven zitten, in de hoop op een doorbraak. Door mezelf ‘straf’ te geven en daar te blijven zitten, zou het wel weer vlotten, dacht ik. Maar het haalde niet veel uit.Meestal begin ik te zagen. Tegen mijn lief, tegen mijn hond, tegen mijzelf vooral. Want soms is er niemand, he. Van die momenten waarop je jezelf zit op te peppen. Zoals sporters dat ook wel doen.”

Je hebt Germaanse talen gestudeerd. Tevoren schreef je al, maar tijdens je opleiding schreef je niet?

“Erg motiverend was die opleiding niet; ik vond het een dorre bedoe-ning. Maar het had ook met me-zelf te maken. Mijn streven was:

10 11

WinMaak kans op één van de 5 exemplaren van Eeuwige roem of één van de 5 exemplaren van Dit is van mij! Stuur een e-mail naar [email protected] met de antwoord op de volgende vraag: Hoeveel boeken heeft Saskia al op haar naam staan?

“Als je op voorhand al te veel zit te redeneren,

komt het niet goed.”

© Katrijn Van Giel

Page 7: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

12

1. Het auteursrecht bestaat al bijna driehonderd jaar en is pas sinds enkele jaren onderwerp van discus-sie. Dat heeft voornamelijk te maken met de ingrijpende veranderingen veroorzaakt door het internet en goedkope kopieertechnologieën als dvd- en cd-schrijvers, usb-sticks en externe harde schijven. Onenigheid over het kopiëren van data heeft het thema auteursrecht letterlijk binnen-gebracht in de huiskamers.

Internet is een gereedschap dat is ontwikkeld om iets heel snel van de ene naar de andere plek te kopiëren en computers zijn ontworpen om bits te knippen, snijden en herschik-ken. Deze gereedschappen vragen gebruikers om te kopiëren, knippen en snijden – rip, mix en brand! En ja, er zijn legale problemen. Ja, het is moeilijk om te bedenken hoe men-sen geld kunnen blijven verdienen.

2. Debuutromanschrijvers hebben een harde noot om te kraken. Uit-gevers hebben geen groot promo-tiebudget voor ongekende zielen. Meestal stijgen en dalen we met mond-aan-mondreclame. Ik ben niet zo slecht in mond-aan-mond-reclame. Ik heb een blog waarop ik veel aan mond-aan-mond-reclame doe. Komt er nog bij dat de meeste boeken, muziek en films die uitge-

geven zijn, nu online te koop blijven, ongeacht de licentie. In de korte tijd dat P2P netwerken als Napster flo-reerden, was de ad-hoc-massa van het Internet in staat om zo ongeveer alles wat bestaat online te zetten. Ik ben een infovoor en dat soort In-ternethysteries kan me opwindende toekomstfantasieën bezorgen. Wat volgde, was een golf van remixen en hergebruik, met juridische acties tot gevolg. We riskeren de artistieke productie van morgen te hypothe-keren als ons artistieke patrimonium gesloten blijft voor hergebruik omwil-le van auteursrechten. Is onze hele kunstgeschiedenis niet rijk en inspi-rerend, dankzij de kunst van het cite-ren, het herschrijven, het remixen en het hergebruik?

3. En ook, en ook... Is het moge-lijk om als kunstenaar een tekst te schrijven zonder utopisch verlan-gen, hoe vaag ook? Wat is een cre-atie anders dan een weigering mee te draaien, voor heel even, in de car-rousel die grote mensen de wereld noemen? Dit heeft niet per se met utopisme in strikte zin te maken, wel met ontsnapping. Geen ontsnap-ping aan de werkelijkheid, maar een eis voor méér werkelijkheid, meer creatie, meer liefde, meer toegan-kelijkheid. Een soort primordiale brul misschien. Als ik mijn roman

morgen deelbaar maak, zodat elke lezer mijn versie vrij kan inkijken, ko-piëren, veranderen en opnieuw uit-geven, waarbij elke nieuwe uitgave mijn werk aangeeft als oorspronke-lijke bron, is dat dan niet de grootste eer die ik als schrijver kan ontvan-gen? En als ik weet dat elke auteur dat per definitie kan, zonder dat er li-teratuurhistorici aan te pas hoeven te komen om de context van het werk uit te pluizen, creëren we een actief archief dat vanuit de persoonlijke creatie een collectief kunsthistorisch verhaal vertelt.

De wet

Volgens de wet is het auteursrecht automatisch van toepassing voor elke creatie, op welke drager ook, tenzij anders vermeld. Die wet zou het zomaar bijeenschrijven van de voorgaande drie paragrafen on-mogelijk maken. De zinnen zijn qua-si stuk voor stuk overgenomen uit teksten van andere auteurs. En als mijn openbare bibliotheek een systeem zou toelaten dat me van thuis uit via sleutelwoorden in vrije digitale teksten zou laten zoeken en kopiëren, zou ik met plezier heel dit artikel zo hebben geschreven! Cite-ren mag, mits bronvermelding. Ge-lukkig kozen twee van de drie door

mij beroofde auteurs voor een vrije licenties, zodat ik het experiment rustig kon lanceren.

De eerste paragraaf vond ik bij Lawrence Liang, een advocaat in Bangalore die onderzoek doet naar en campagne voert voor alternatie-ven op het huidige systeem van in-tellectuele eigendom. De volgende paragrafen kopieerde ik uit het voor-woord op Cory Doctorows' romans, waarin deze vermaarde sf-auteur zijn keuze voor een Creative Com-mons-licentie argumenteert. De derde paragraaf kopieerde ik van de blog van Jeroen Mettes (+2006), die onder auteursrecht valt, want het staat niet anders vermeld. Een van de redacteuren van zijn postuum werk antwoordde op mijn vraag hier-over: Als blogger hield Jeroen zich ook niet bezig met copyright. We gaan de blog nu dus zeker niet postuum ex-ploiteren of onder copyright zetten. Dat zou niet stroken met de werkwijze van Jeroen zelf, die im-mers ook gretig citeerde en plakte.

Is De wet DOOD?

Als de wet zo weinig gekend is en we kopiëren vanzelfsprekend doen, wat is dan nog de echte waarde van dat hangslot in de digitale wereld? Heeft de auteurswet zijn betekenis verloren? Is het tijd voor een alterna-tief? En wat kan het alternatief ons meer brengen dan we nu al heb-ben? Veel, heel veel. Dat is althans mijn huidige fantasie.

Dit artikel is geen pleidooi voor een nieuwe wetgeving, wel voor een nieuwe praktijk die vooral ama-teurschrijvers zonder veel poespas onvermoede mogelijkheden kan

bieden. En misschien leidt dat op termijn ook tot de overtuiging bij uitgevers en lobbyisten om het au-teursrecht op een radicaal andere manier aan te pakken.

LaNg Leve De wet!

De idee is eenvoudig. Je publiceert je boek via Print-on-Demand. Je betaalt amper 100 euro, voor een e-boek nog minder, je stuurt je op-gemaakte manuscript met cover als pdf, die wordt online geplaatst en is bestelbaar via boekhandels in Vlaanderen en Nederland. Je vrien-

den en familie kopen het boek per stuk, waarbij jij zelf

bepaalt hoeveel van de verkoopprijs in

jouw portemon-nee belandt. Het boek blijft een leven lang beschikbaar en met wat geluk

verkoop je in al die jaren tot over

de duizend exempla-ren, het gemiddelde van

een doorsnee publicatie met een Nederlandstalige uitgever. Zo een-voudig kan het nu. Zo weinig mid-delen en tijd vraagt het. Je publiek zijn de mensen die je liefhebt, je boek circuleert in de privésfeer. En wie het leest, een kind, een nicht of een neef en zin heeft om er een theaterstuk van te ma-ken, krijgt natuurlijk een positief antwoord. Als je voor een vrije licen-tie kiest, voeg je in je publicatie een stukje tekst toe waarin je de lezers aanmoedigt om het werk te kopiëren, aan te passen en opnieuw uit te brengen. Dat stukje tekst zou wel eens het verschil kunnen maken bij die vrien-den of familie die nog nooit aan de mogelijkheid gedacht hebben om iets met het werk van een ander te doen. Bovendien geef je hen de

mogelijkheid om het opnieuw te de-len met de mensen die zij liefheb-ben. Ctrl c of save as zijn bovendien zo eenvoudig en toegankelijk, kos-ten zo weinig moeite en tijd, dat het haast vanzelfsprekend is dat ze dat zullen doen.

Zo kan een open licentie 'goesting' geven en aanzetten tot meer cre-ativiteit. En er bestaan nog andere argumenten: Le plagiat est néces-saire. Le progrès l'implique. Il serre de près la phrase d'un auteur, se sert de ses expressions, efface une idée fausse, la remplace par l'idée juste.

CreatIve COMMONs

Het meest ingeburgerde alternatief is de Creative Commons licentie. Daarmee kies je zelf of je werk kan veranderd worden of enkel geko-pieerd (Gelijk Delen), of je naam wordt vermeld (Naamsvermelding) en of je werk mag worden gebruikt voor commerciële doeleinden. Alle afgeleide werken moeten onder de-zelfde licentie worden gepubliceerd. Wikipedia is een voorbeeld van een Creative-Commons-publicatie, waarvan alle inhoud mag worden gekopieerd, veranderd en opnieuw worden uitgegeven mits vermelding van de bron. Creative Commons is een eerste waardevol alternatief dat

intussen wereldwijd wordt toe-gepast. Voor wie versprei-

ding en remixen wil aan-moedigen, is dit een veilige oplossing. Het blijft echter een com-plex alternatief waar-

mee we een legale cul-turele toekomst creëren.

Free art LICeNse

Daarom kies ik zelf voor de Free Art License. Deze laat toe om werken vrij te kopiëren, te veranderen en op-nieuw uit te brengen onder dezelfde

13

— Hoe het auteursrecht een hangslot is geworden waarvan de sleutel nog zelden in handen is van de auteur, over het intuïtief geloof in de rijkdom die lonkt achter de horizon van een openlicentiecultuur en waarom schrijvers en uitgevers er op termijn baat bij hebben om © aan te vullen met Cre-ative Commons of Free Arts License. door An Mertens

Share your story! Over auteursrechten

Page 8: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

14 15

licentie mits naamsvermelding, gratis of tegen betaling. Dit type li-centie is geen negatie van het au-teursrecht, maar een herbevestiging ervan in een digitale infrastructuur. Ze impliceert een 'genealogie'. Door de naamsvermeldingen kan je voor elk werk of elke groep van werken een stamboom opstellen, die je bij het werk zou kunnen voegen. Op termijn zou je elk werk in zijn context en geschiedenis kunnen traceren, zowel online als op papier, want het systeem verplicht elke auteur om zelf de context te schetsen waarin het werk tot stand is gekomen en garandeert dat de auteursnaam wordt beschermd samen met het werk. Je geeft je bronnen op als een soort eervolle vermelding aan makers die je de moeite waard vindt en je garandeert dat jouw werk als een virus eindeloos kan worden ver-spreid en hergebruikt. Je werkt mee aan een toekomstige cultuur waarin het aanbod aan boeken, films, mu-ziek en beelden zo toegankelijk is dat remixen de norm zal zijn (als het dat nu al niet is) en zal worden ge-legaliseerd. En als de dag waarop je als auteur een onverhoopt succes kent, eerder komt dan de wereld-

wijde ingebruikneming van de Free Art License, heb je nog steeds de vrijheid om de licentie van je werk te veranderen.

Het DOeMsCeNarIO

Veel mensen vragen zich af wat je moet doen als je licentie niet wordt gerespecteerd? Net hetzelfde als wanneer mijn werk onder de huidi-ge auteurswet niet wordt gerespec-teerd: ik neem contact op met de persoon die inbreuk pleegt en pro-beer tot een overeenkomst te ko-men. Als dat niet lukt, dan neem ik een advocaat onder de arm en pro-beer via de juridische weg mijn ge-lijk te halen. In alle gevallen vraagt inbreuk op je werk een pro-actieve houding en veel tijd en inspanning. In het geval van het gebruik van vrije licenties, kan ik rekenen op de so-lidariteit van een internationale ge-meenschap voor wie toegankelijk-heid en delen essentiële elementen zijn van een democratische samen-leving, die dreigen verloren te gaan in exclusieve akkoorden.vOOr Deze tekst HeB Ik Het UItgeLezeN gezeLsCHaP

OPgezOCHt vaN:

Cory Doctorow, Down and Out in the Magic Kingdom (2003) / Eastern Standard Tribe (2004) Jeroen Mettes, juli 2005: http://www.n30.nl/poezienotities.html Lautréamont, Poésies. 1870, Flammarion 1990.Lawrence Liang, Guide to Open Content Licenses. 2004, Piet Zwart Institute. Creative Commons: http://creativecommons.nl/ enhttp://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/2.0/be/deed.nlFree Art License: http://artlibre.org/licence/lal/enNicolas Malevé, CC in Context, 2006: http://constantvzw.org/verlag/spip.php?article82

An Mertens is actief als kunstenaar, schrijver en kernlid van Constant, een organisatie voor kunst en media.

“Schrijven was al heel lang een droom van me. Maar pas toen er echt iets in mijn leven gebeurde, kon ik aan de slag.” Het startschot voor haar verhaal wordt gegeven wanneer Mar-gareta een homoseksu-ele architect ontmoet. Margareta schrijft zich in voor workshops van Creatief Schrijven en schrijfcursus-sen bij Wisper, en doopt haar pen in één van de inktpotten uit haar verzameling.

Edith haalt haar verbeelding meer uit observaties dan uit persoonlijke gebeurtenissen. “Meestal verzin ik een verhaal rond een passagier op de bus of iemand op school bij-voorbeeld. Dan ben ik vertrokken en volgt de rest wel vanzelf.”

Het resultaat van hun verbeeldings-kracht laat je als lezer niet los. Dat wordt meteen duidelijk bij de begin-zinnen van beide verhalen.

HOMOHeks

“Als u denkt dat u niet meer snel van uw à propos gebracht wordt door een roman, lees dan Homoheks, lieve homoheks van Margareta Degras,” beveelt redacteur Filip Huysegems aan in de De Standaard der Lette-ren. De beginzin van Margareta’s

roman verklaart met-een waarom: “Mijn verhaal gaat over een oude vrouw die in brand vliegt als een droge schuur

in een open vlakte.” Een keurige, nooit ge-

trouwde schooldirectri-ce op rust raakt emotioneel

op drift door haar ontmoeting met een jong homokoppel. Het verhaal blijkt nog echt gebeurd ook.

Margareta maakte zich een beetje

zorgen om haar boek. “Ik stel me kwetsbaar op. Vandaar dat ik on-der een pseudoniem schrijf. De Margriet in mijn boek is niet de Margriet die de meesten hebben gekend. Als schooldirectrice was ik een strenge en gereserveerde me-vrouw. Liefdesre-laties heb ik amper gehad. Veel men-sen keken vreemd op van mijn liefde voor homo’s.”

De meeste positieve reacties ko-

men van homoseksuele lezers. “Eigenlijk wou ik vooral schrijven voor mensen van mijn leeftijd, voor alleenstaanden. Mijn boek verbreekt misschien hun alledaagse sleur en creëert een nieuw perspectief. De toevallige ontmoetingen die ik in het boek beschrijf, brachten ein-delijk wat opwinding in mijn leven.”

De publicatie van haar boek ging niet ongemerkt voorbij. Margareta krijgt weleens een uitnodiging voor een lezing en werd geïnterviewd op de Boekenbeurs. Voor De Stan-daard besprak ze haar favoriete boeken, misschien niet toevallig van auteurs zoals Oscar van den Boogaard. Ondertussen werkt ze aan een tweede roman, dit keer met iets meer fictie.

LUL

De aanhef van Ediths kortverhaal Lul doet niet onder. “Mijn vader

was een lul. Mijn moeder was ook een lul. Mijn

ouders waren ego-istische, harteloze, oerdomme nut-telozen. Ze waren elkaar op dat vlak

meer dan waard.”

Wat volgt is een verfris-send verhaal vol jeugdige

hersenspinsels, relativering en on-derhuidse humor. Edith: “Ik heb

het kortverhaal een jaar geleden geschreven. Even daarna werd het gepubliceerd in het literair tijdschrift Gierik. Ondertussen merk ik bij me-zelf wel een evolutie. Ik zou zoiets niet meer schrijven. Sommigen von-

den de toon van mijn tekst kwaad. Ik voel dat ik beetje bij beetje groei. Daar helpt de Schrijfacademie ze-ker bij: één keer per week krijg ik les

van schrijfdocenten die me technie-ken aanleren en die me kennis laten maken met verschillende genres. En nee, je kunt schrijven niet leren maar je talent wel bijschaven als je het hebt.”

Het verwondert waarschijnlijk niet: Edith is veruit de jongste deelnemer aan de Schrijfacademie. “Met leef-tijdsgenoten praat ik niet echt over mijn werk. Die lezen enkel verplich-te schoollectuur. Ik heb altijd graag gelezen en weet al lang dat ik van schrijven mijn beroep wil maken.”Een nieuw kortverhaal zit nog niet in de pijplijn. “Veel huiswerk, veel op-drachten voor de Schrijfacademie.” Maar Edith heeft een duidelijk plan:

“Ik wil ooit een roman schrijven, als ik meer tijd heb. En verder wil ik andere auteurs ontmoeten, bij voorkeur Jeroen Brouwers en Her-man Koch. Ik hou ervan hoe man-nen nadenken over het leven. Niet toevallig zijn mijn personages vaak mannelijk. Er staat dus nog heel wat op mijn programma!”

Margareta Degras, Homoheks, lieve homoheks, ISBN 9789490382209, Witsand Uitgevers Edith Huybreghts, Lul, Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, ISSN 077-513X, nr. 108, herfst 2010, p. 42-49 (zie ook: www.gierik-nvt.be)

— De ene schreef haar eerste roman op haar 71ste, de andere publiceerde haar eerste kortverhaal toen ze 17 was. Terwijl Margareta Degras jaren wachtte op inspiratie, vertrouwde Edith Huybreghts erop dat de verbeelding wel komt tijdens het schrijven. Oud of jong, bedachtzaam of impulsief, beide debutanten vertellen openhartig: over een oude vrouw die in vuur en vlam staat voor een homokoppel, en over een lullige ouders.

Oud schrijftalent ontmoet jong schrijftalent

“Pas toen er echt iets in mijn leven gebeurde, kon ik aan de slag. Ik ontmoette een jonge homo en begon te schrijven.”

“Ik wil ooit een roman schrijven, als ik meer tijd heb. En voor een ontmoeting met Jeroen Brouwers of Herman

Koch teken ik ook.”

vervolg van p 13

door Kirsten Cornelissen

Page 9: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

16

— Onze recensent, Yves Joris, las kritisch het boek Dialogen schrijven van Don Duyns. Hij liet zich inspireren en geeft zijn mening in een fictieve dialoog met een beginnende schrijver.

Wat lees je?

Een boek over Dialogen Schrijven.

Dialogen schrijven, zo moei-lijk is dat toch niet. We voeren de ganse dag gesprekken. Een paar goede oren, een schriftje om leuke of beklijvende zinnen te noteren, meer heb je toch niet nodig?

Je gaat te kort door de bocht, denk ik. Volgens sommigen kan alles in een dialoog, als de taal maar swingt en leeft, terwijl voor anderen een dialoog dient om verbale informatie over te dragen over zichzelf, over anderen, over gebeurtenissen.

Zoals jij het stelt, kan iedereen zonder problemen een dialoog schrijven.

Nee, dat nu ook weer niet. Het schrij-ven van een dialoog is geen invul-oefening. Subtekst speelt een be-langrijke rol. Als er echt niks schuilt achter de woorden, dan biedt een dialoog geen meerwaarde.

Leg eens uit.

Tijdens de finale van Idool 2011 zegt een van de deelnemers tegen de vorige kandidate: “Dat was echt fantastisch.” Als je deze zin leest, dan kan je alleen maar bewondering

hebben voor de oprechtheid van deze woorden. Maar als je weet dat de deelneemster in kwestie de hoge noten totaal verkrachtte en het cock-tailkleedje haar niet flatteerde, dan snap je meteen de onderliggende betekenis.

Ik ben niet echt onder de indruk. Als we alles onverbloemd zeg-gen, dan zou er snel oorlog zijn, of zou het aantal echtscheidin-gen niet te tellen zijn. Reikt het boek geen betere inzichten aan?

Helaas niet. Theatermaker en schrij-ver Don Duyns stelde in opdracht van Uitgeverij Augustus het zoveel-ste deel samen in de Schrijfbiblio-theekreeks. Hij laat twaalf auteurs aan het woord over dialoog in proza, toneel, soaps, film, essays en strips. En dat allemaal op nog geen 170 bladzijden.

Bederven teveel koks de maaltijd?

Zo kan je het stellen ja! Dit boek schiet voor mij zijn doel voorbij. Te-veel info, teveel herhaling op te wei-nig pagina's. Wanneer ik de schrijver zijn beteuterde gezicht zie, zwak ik mijn opmerkingen af. Het hoofdstuk Dialogen vormgeven van René Ap-pel toont duidelijk wat er schort aan sommige dialogen van Merel Rozes debuut Fantastica. Teveel zegt hij, zegt zij. Zoek naar synoniemen. Of noem de personages gewoon bij naam, dan weet de lezer ook wie er aan het woord is. Of gebruik de indi-recte reden. Ook Nirav Christophes bijdrage waarin hij focust op Gerard Reves visie op de dialoog verdient

een vermelding. Reve onderscheid-de vier momenten in de dialoog: het exposé voorziet de lezer van kadering (wie, wat, wanneer). Dit is niet vol-doende om de dialoog levendig te houden, daarom is typering zo be-langrijk.

Bedoel je het risico op clichés?

Een minder goede schrijver zal wellicht over de gouden zon en de hagelwitte stranden oreren, maar in typering schuilt net de kracht van een goede auteur. “Kan je de fles Montrachet even decanteren” roept een ander beeld op dan “trek nog eens een pintje open”. Vervolgens moet het personage ook een ontwik-keling doormaken. In Stieg Larssons Millenniumtrilogie bijvoorbeeld moet Salander in Michael Blomkvist leren vertrouwen. En ten slotte moet de le-zer ook geboeid blijven door wat je schrijft. Creëer verwachting.

Dat weet ik allemaal wel. Een personage zonder ontwik-keling verveelt zichzelf en de le-zer en ik zouden ook niet verder lezen als woorden alleen maar dienen als bladvulling.

Ik wil nog in de verdediging gaan, maar geef forfait. De Schrijfbiblio-theek heeft beter werk te bieden dan Dialogen schrijven van Don Duyns.

Dialogen schrijven Don Duyns ISBN 9789045704760 Prijs: 16;50

Dialogen schrijven

VAKLITERATUURREPORTAGE

Een boek uitgeven zonder te veel uit te geven

vOOrBereIDINg

Een paar jaar terug begon mijn vader (Fons Margot) zijn oorlogs-herinneringen uit te schrijven. Hoe boeiend ook, zou dit boek op meer dan 150 kopers kunnen rekenen? Te weinig om het op de klassieke manier laten drukken, daar heb je een oplage van minstens 500 voor nodig. En dan valt mijn oog op een artikel in Trends: “Publiceer uw ei-gen boek”.

vaN eINDreDaCtIe tOt aFwerkINg

Ik verzorg de eindredactie. In-houdsopgave en colofon zijn snel klaar. We komen uit op 176 blz, 11 katernen van 16 blz.

Een bevriende lay-outer maakt een mooi omslagontwerp. Ons rest niets anders dan de tekst in pdf te gieten en de stap te wagen in de wereld van printing on demand.

PrIjsvraag aaN 8 NIeUwe ‘DrUkkers’

Ik stel een mail op waarin ik een offerte vraag voor 100, 150 en 200 exemplaren en voor een eventuele tweede druk. Ook wil ik weten wat de leveringstermijn is en of de prijs inclusief verzending is. Als bijlage stuur ik de tekst en het omslagont-werp als pdf mee.

Die mail stuur ik naar 8 adressen:www.maakmijnboek.nlwww.mijnboek.bewww.mijneigenboekuitgeven.be

www.unibook.comwww.freemusketiers.nlwww.writehistory.bewww.boekscout.nlwww.boekenplan.nl

Van alle 8 krijg ik snel antwoord. Bij nader inzien is een A4-formaat te cursusachtig. Na wat aanpassin-gen maak ik een nieuwe pdf op A5–formaat met in totaal 256 blz. De lay-outman zorgt voor een omslag-ontwerp met aangepaste rugdikte.

In een nieuwe mail vraag ik de of-ferte aan te passen aan het A5-formaat en het nieuwe aantal pa-gina’s. De offertes verschillen niet zo veel van elkaar. De iets duurdere aanbieders bedank ik vriendelijk. De meer commerciële voorstellen lijken me niet aangewezen omdat wij promotie en verkoop in eigen beheer willen doen.

Drie aanbieders blijven over: www.writehistory.be (Mechelen)www.unibook.com (Puurs)www.mijneigenboekuitgeven.be (Bilzen)

Ik laat hen weten dat we hun voor-stel in overweging nemen, maar dat we een proefexemplaar wensen. Het proefboek is gratis als ik de uiteindelijke bestelling plaats, twee van de drie zal ik dus betalen.

PrOMOtIe eN verkOOP

Om wat promotie te maken stuur ik een persbericht naar de regio-nale pers in Dilbeek en Brugge, met een foto van vader met het boek en

pdf van de omslag. Het resultaat overtreft de verwachtingen: artikels in Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws, Kerk en Leven, Brugsch Handelsblad, Streekkrant en zelfs een reportage met interview op Ring TV.

Samen met de Nieuwjaarswensen sturen we ook een foldertje aan vrienden en familie. We bieden het boek aan tegen 15 euro, verzen-ding inbegrepen. Nog voor Nieuw-jaar zijn er 25 bestellingen.

gOeD vOOr DrUk

Intussen wikken en wegen we de drie proefboeken. Qua prijs lig-gen ze dicht bij elkaar. De keuze valt op Writehistory. Iets duurder dan de goedkoopste offerte, maar de proef met omslag met (mat) la-minaat oogt het beste, en ook het papier valt goed mee. We gaan de 150 boeken zelf ophalen, zo sparen we 25 euro verzendkosten uit én winnen we tijd. Er zijn immers al 50 boeken besteld en ik heb ook aan 20 journalisten een recensie-exem-plaar beloofd.

Na tien dagen haal ik de boeken op in Mechelen. Later zal ik er nog 25 bijbestellen, tegen dezelfde stukprijs van de oorspronkelijke oplage. Nog een voordeel van deze formule: op-lage en verkoopprijs bepaal je zelf. Na een paar maand zijn er al 130 exemplaren van pa’s boek ver-kocht. Als ook de rest verkocht is, is het tekort van 300 euro weggewerkt.

door Jan Margot

Page 10: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

1.

Antw

erpen

18

Vijf jaar geleden waren stadsdich-ters in Vlaanderen nog een soort buitenaardse wezens die een ge-dicht schreven voor bijzondere ge-legenheden en feestelijkheden in de stad, van wie het Schepencollege hen had benoemd. Nu, vijf jaar later, telt Vlaanderen al 70 stadsdichters en aanverwante categorieën (zie lijst Poëziecentrum). Dit bewijst dat zowel de gemeenten er een meer-waarde in zien om op die manier cul-tureel in de belangstelling te komen, als dat de dichters het fijn vinden om hun poëzie dichter bij de mensen te brengen en ook de stad en haar ac-tiviteiten vanuit een historisch punt te benaderen.

Voor ik een keuze maakte uit de vele ingezonden stadsgedichten, heb ik even teruggedacht aan de eigen-schappen waaraan een stadsge-dicht moet beantwoorden.

1. De stadsdichter moet de poë-zie dichter bij de mensen brengen. Hij of zij mag dus geen gedichten schrijven die alleen door een beperkt publiek en door academici worden gelezen en gewaardeerd.

2. Vooral de geschiedenis en al wat geschiedenis kan worden moet aan bod komen in een stadsgedicht. In-dien de ‘ik’ van de dichter zelf een plaatsje wil in de gedichten, mag dat niet te opvallend of emotioneel zijn. Gevoelens mogen, maar gedoseerd.

3. Dichten is op een andere manier kijken naar de dingen om je heen. Stadsgedichten schrijven is werken met de oude en de nieuwe stenen waaruit een stad is opgebouwd.

4. Collectieve gevoelens van vreug-de, plezier, soms ook angst worden dichterlijk en beeldend verwoord. In stadsgedichten kunnen de meest onverwachte dingen aan bod ko-men. Als stadsdichter schrik je wel even als men je vraagt een herin-neringsgedicht te schrijven voor een meisje dat na een fuif verdween en vermoord werd terug gevonden.

Het kan bijna niet anders of de dichter van dit gedicht is een echte Genkenaar, doordrongen van elke mogelijkheid die de stad biedt aan haar inwoners. De stad die door de

geschiedenis heen is gegroeid uit vele lagen ‘intens beleven’ van de vele culturen die er een thuis vinden. Al in de eerste strofe kijk je mee naar het voetbal waarin Genk als ploeg uit eerste klasse sinds vorige week als kampioen nu ook buiten de gren-zen is bekend.

In de zin een panorama aan har-monieuze klinkers hoor je roepen in straten en op pleinen in een palet van talen en supporterend staccato. De sport en het multiculturele wor-den hier in vier zinnetjes schitterend samengevat.

Bij het lezen van de tweede strofe dacht ik in eerste instantie dat Genk misschien te ver van Brussel ligt waar de mannen en de vrouwen die onze stemmen vragen en er een jaar lang niets mee doen. kunstmatige stad/ als blauwdruk voor de toekomst/ koester ik jouw verleden/mijn verleden/

Ook in ik teken in gedachten je por-tret/ lijnen en krassen/ zwart goud als prijs op je geschiedenis/ lees je het ontstaan van een stad en haar groeigeschiedenis waarin andere

culturen een plaats hebben verwor-ven. Het economisch belang en het multiculturele lopen beeldend verder in alle strofen.

Door heel het gedicht voel je hoe een sensuele stroom door de stad loopt, getekend, geschilderd en in woorden. Een stad die mens wordt en al haar mogelijkheden toont om elkanders eigenschappen te verhef-fen tot een universeel beeld.

GENK is een stadsgedicht waarmee je als stadsdichter een lange reeks kunt starten, want uit elke strofe kun-nen twee of meer gedichten groeien zoals de zijtakken van een levens-boom. Een heerlijk sollicitatiegedicht voor een openstaand stadsdichter-schap.

Ook het gedicht ANTWERPEN be-antwoordt aan mijn verwachtingen voor een goed stadsgedicht. Wel een fractie minder dan het gedicht GENK, omdat het minder ruim ge-zien en enkel toegespitst wordt op de omgeving van de Meir en de Kei-zerlei. Beeldend en poëtisch laat de

geNk

welvaart je maakbaar begripgelegen op Kempisch plateau geven menig balkon een panorama aan harmonieuzeklinkers

kunstmatige stad als blauwdruk voor de toekomst koester ik jouw verleden mijn verleden

ik teken in gedachten je portret lijnen en krassen zwart goud als prijs op je geschiedenis lokvoer voor menig zuiderling

ik schilder je lichaam als kruispunt van export industriële motor op heideland je levensstroom gebetonneerd

onmisbaar ben jij als thuis geboren en getogen overleef je mij wij veranderen niet, wij groeien

Peter Martens

aNtwerPeN

opwaarts neerwaarts tegen haren ingestreken stroomt mensenmassa kleurrijk uitgelaten kuierend winkelend zoekend naar dat één dat niemand anders heeft gezien

bepakte plastiekzakken schreeuwen luid hoeveel euro’s vloeien nutteloos rollend thuisgekomen hangend tussen vele duplicaten tot de volgende inzameling voor een goed doel

onder Boeren- Lievevrouwentoren gemeird aan Keizerlei komt een slag van mensen die men nergens anders ziet

opwaarts neerwaarts tegen haren ingestreken woont mensenmassa kleurrijk uitgelaten kuierend winkelend zoekend naar dat ene dat budgetvriendelijk is

exotische ogen al dan niet burkaverpakt schuifelen met het hoognodige over ’n nieuw aangelegd trottoir wetend dat elke cent nu te veel uitgegeven op het einde van het geld nog weekdagen heeft

onder Boeren- Lievevrouwentoren richting Stuivenberg Noord armen lieve mensen die men nergens anders hoort vermaald met andere verhalen versmolten tot metropool stroomt Scheldewater zapig gratis voor elke sinjoor…

Ivo Mod

LETTERFABRIEK

aan de stadOde— In de Letterfabriek bespreekt een auteur of dichter de beste inzendingen van de schrijfuitdaging. Ina Stabergh boog zich dit keer over de drie stadsgedichten die als beste uit de vele inzendingen kwamen.

door Ina Stabergh

geNk

1. Genk

Page 11: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

20

SchrijfuitdagingSchrijf en verbaaS onS!

REISVERHAAL

De zomer komt eraan, misschien vertrek je op vakantie of maak je een daguitstap. Om een reisverhaal te schrijven moet je namelijk niet ver gaan.

Gebruik de tips van Bart Plouvier om een landschap, geuren, smaken of kleuren te beschrijven en stuur jouw reisimpressie van maximum 1 A4 pagina naar onze redactie. De geselecteerde gedichten worden beloond met feedback door een reisauteur.

• Maximaal 1 A4 pagina (Times New Roman 12, 1.5 interlinie)

• Mail je tekst voor 15 augustus naar [email protected]

• Eén zelfgeschreven tekst per persoon

• Gebruik geen bijlagen maar zet je tekst in de mail zelf

• Vermeld in de onderwerplijn van je e-mail: schrijfuitdaging VERZ!N

WinnenTwisted River van John Irving

Veroniek DevisserKatrien Vanhaezebrouck

Een jaarabonnement op Tirade

Danielle Van Horenbeek

1001 Liefdes. De mooiste liefdesbrieven

Veerle StappersVeerle Roetsdichter ons een deeltje van de ge-

schiedenis van dit stukje stad zien. Er wordt vaak gevraagd of er een verschil is tussen een gedicht en een stadsgedicht. Voor mij wel. Een stadsgedicht laat de lezer kennis-maken met een stad en haar ge-schiedenis, ook kan het gedicht een begeleidende verduidelijking zijn van speciale evenementen met of zonder plaatselijke anekdotiek. Een soort gelegenheidsgedicht dus dat ontstaat als antwoord op een op-dracht die van buitenaf komt.

Vanuit de culturele of andere stede-lijke sectoren. Een stadsdichter kan je vergelijken met een Middeleeuw-se troubadour of belleman. Terwijl het spontane gedicht beantwoordt aan een min of meer noodzakelijke drang of een toevallige inspiratie. In het gedicht ANTWERPEN wordt de stad vooral als winkelstad getekend. De stad aan de Schelde, met gebo-ren Antwerpenaars en inwijkelingen die zuinig leven naast de dagelijkse toeristen en etiketgeliefde kopers.

Opwaarts neerwaarts/ tegen haren ingestreken/stroomt mensenmassa/ zoekend naar dat één/dat niemand anders heeft gezien/

Waarom staat in de eerste strofe dat één en in de vierde dat ene? Is het een slordigheidje of een onuitge-sproken ‘droommeisje’ of ‘geheim

liefje’ of … Dat verschil zet echt wel aan tot herlezen en bijna wil men het verbeteren of aanpassen zoals in de vierde strofe.

Mooi en beklijvend vind ik vooral de eerste strofe: opwaarts neerwaarts/ tegen haren ingestreken/stroomt mensenmassa/kleurrijk uitgelaten/. Dit lijkt wel een strofe om te zingen. Of te rappen, misschien? Een strofe die de lezer nieuwsgierig laat verder lezen. Ook een goeie vondst is: dat

elke cent / nu te veel uitgegeven / op het einde van het geld nog weekda-gen telt/

De dichter heeft oog voor het maat-schappelijke, maakt een kritisch en beeldend onderscheid tussen het nutteloos consumeren door de ene en het al dan niet burkaverpakt schuifelen met alleen het hoognodi-ge van de andere groep. Niet alleen in de laatste strofe is er aandacht voor de armen, je leest ze ook tus-sen de regels in het hele gedicht.

Het GENT gedicht is heel mooi en veelzeggend. Er staat evenveel tus-sen de regels als wat letterlijk wordt gezegd. Het was vast die smoorver-liefde vent op de maan wiens pen of veer dit stadsgedicht geschreven heeft.

Het gedicht leest als muziek on-danks de statige, keizerlijke, meer archaïsche taal.

Mooi hoe de vogel en de stad zich dromend verheffen en de horizon veroveren om van daaruit de echte vrijheid te zingen.

geNt

stijg op zwevende Gent verover de kim, rijs eraan verdien de lof die je bent de troon van eeuwig bestaan

best Gent, neem ’t van mij eens aan een veer in uw vlerk, een sint zegenend uw reis naar de lente,een smoorverliefde vent op de maan

beste Gent langs de Leie, langs de Schelde waar u ook het liefst nestelde langs de nauwe stegen in kassei

waar ik me ook het liefst vlij broed me een pen, een zingende stem, een niet geknelde vastzittend in de klem.

Saidi Abdel Malek

1. Gent

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

C L I V E M I R O

R A O N L I N E M

A T N T E N A

S C A N E K S T E R

H O U E L L E B E C Q

E G A L M E U

A L B U M A T S E

S H O T A R O Z

T O R P R I E E L

E S U D O K U D E

R O T H B E R L IJ N

8

4

2

6 5

7 9

3

OPLOssINg krUIswOOrDraaDseL vorige editie VERZ!N

1

Page 12: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

Interview met Femke Ponsioen

schrijversclubje. Ik ben verhalen gaan schrijven en naar België ver-huisd. In de tussentijd heb ik nog het een en ander gepubliceerd. Ook ben ik altijd gewoon blijven werken als therapeut, om-dat ik het werk leuk vind. Ik voelde wel dat ik moest groeien als schrijver. Ik denk dat ik nu pas iets kan schrijven dat echt te pruimen is, ook over tien jaar nog (lacht).”

FeeLINg Met Het LeveN vaN aLLeDag

Ponsioen is ervan overtuigd dat je veel moet schrijven om je eigen stijl

te ontdekken. Zelf is ze gemakke-lijk afgeleid. Die afleiding is niet per definitie funest; de wereld om je heen zorgt voor inspira-

tie. “Ik ben altijd blijven schrijven. Maar ik vind dat er weinig regelmaat in zit. Ik zou het wel willen, maar op een of andere manier lukt dat niet. Ik heb weinig regelmaat, een grillig ritme, omdat ik heel moeilijk priori-teiten kan stellen. Meestal is mijn dag één chaos. Vaak denk ik ‘Van-daag ga ik schrijven!’. Daar kan ik me dan echt op verheugen. Toch ben ik nooit voor de middag op de uitgeverij. Maar eens ik begin te schrijven, schrijf ik een paar uur aan een stuk. Dat kan ik dan ook gedis-ciplineerd doen. Ik kan namelijk niet goed multi-tasken. Ik moet hele-maal in het verhaal duiken, maar ik mag er niet helemaal in verdwijnen. Het is voor mij ook belangrijk om op tijd te stoppen om te eten, mijn be-lastingformulier in te vullen of mijn teennagels te knippen. Ik hou graag feeling met het leven van alledag. Ik schrijf niet in een lange roes, soms neem ik even afstand om te kijken naar de inhoud en naar de vorm.”

wat aLs?

Van een writer’s block heeft Femke geen last: ze heeft eerder te veel

ideeën. Haar inspiratie haalt ze uit haar omgeving en uit persoonlijke ervaringen. “Ik ben geen auteur

die in een torentje zit. Ik wil midden in het

leven zitten. Persoonlijke ervaringen bewerk ik,

omdat het dan naar mijn

idee universeler wordt. Zodat het een verhaal is voor ieder-een. De meeste inspiratie haal ik uit de vraag: Wat als dit of dat gebeurt?

Het begint met de vraag Wat als… En dan gaat de molen aan het draaien. Dan zie ik het als een film en ik pen daar een beetje achter-aan. En soms, dat is heel raar, gaat dat boek een eigen leven leiden en gaat zichzelf schrijven. Dat vind ik eng. Dat wil ik niet, ik ben en blijf de regisseur. Dan stuur ik weer bij. Het

is belangrijk om de dingen even te laten bezinken. Je hebt dagen dat je denkt ‘Nu schrijf ik iets fantas-tisch, dit gaat de geschiede-nis in’. En dan kijk je er een dag later naar en denk je ‘Dit gaat de papierversnipperaar in’. Het is belangrijk om iets te laten lig-gen, te laten rijpen.”

Daag jezeLF UIt

Nieuwsgierig blijven is één van de motto’s van deze schrijfster. Ont-moetingen met anderen zijn be-langrijk voor een goed verhaal. “Ik raad iedereen aan om festivals te volgen als passa porta, of het groot beschrijf. Dus ga naar lezingen, blijf nieuwsgierig, lees, schrijf en ver-wonder je. En stel jezelf de vraag "Wat als"? Dan ontstaat het verhaal.

Daag jezelf uit door je te verdiepen in mensen en gebeurtenissen die je in eerste instantie niet begrijpt. Want dat worden verhalen. Maak het jezelf niet te gemakkelijk. Schrijf niet vanuit een comfortzone. Hou het spannend en daag jezelf uit. Mensen hebben verhalen nodig om situaties die ze niet begrijpen, waar ze geen controle over hebben, te kunnen begrijpen.”

Jezelf uitdagen is niet genoeg; je moet ook testen of je schrijfstijl aanslaat. “Toets je schrijfstijl een beetje. Publiceer waar het kan. Kijk

wat mensen ervan vinden. Hou het niet helemaal voor jezelf. Ik heb zelf vaste lezers. Als schrijver is het moeilijk om een bepaalde afstand te hebben om te kijken of iets werkt. Daarom wil ik het toetsen aan ie-mand die het proces niet in zijn

hoofd heeft, dus alleen het eindproduct ziet. Soms

zijn de visies van mijn lezers verschillend, maar uiteindelijk ben ik degene die het schrijft. Ik sta wel al-tijd open voor kritiek.

Je moet je schrijfsels niet voor jezelf houden.

Het moet de wereld in, het moet ademen, leven.”

De roman van Femke Ponsioen verschijnt later dit jaar.

— Ponsioen, van origine dramatherapeut, heeft de laatste acht jaar gewerkt in de psychiatrie. Nu is ze vrijwilliger in een bejaardentehuis. Ze werkt met beginnende dementerenden en maakt levensboeken met hen. Daarnaast bereidt ze zich voor op een reis naar Santiago de Compostela, omdat haar eerste roman zich daar zal afspelen. Een roman die ze bij haar uitgever op kantoor mag schrijven, wat een unieke kans is. Ze krijgt een werkplek, een laptop en wordt geredigeerd terwijl ze schrijft. Hoewel ze beseft hoe uniek die kans is, blijft ze zichzelf in vraag stellen en uitdagen. Want dat is nodig om goed te kunnen schrijven, vindt ze. door Veerle De Meyer

“Ga naar lezingen, blijf nieuwsgierig, lees, schrijf en verwonder je. En stel jezelf de vraag ‘Wat als’? Dan ontstaat

het verhaal. ”

“Het is belangrijk om iets te laten liggen, te laten rijpen.”

‘Ik ben geen auteur die in een torentje zit. Ik wil midden in het leven zitten’

Ze is niet van de ene op de an-dere dag op de uitgeverij terecht-gekomen. Als eindwerk voor de SchrijversAcademie in Antwerpen schreef ze een verhalenbundel, ge-inspireerd op psychiatrische diag-nostiek. “DSMIV is een classificatie die gebruikt wordt om mensen te di-agnosticeren. Zo van: Wanneer ben je schizofreen? Ik heb toen van zo’n droge opsomming van kenmerken tien verhalen over tien verschillende stoornissen gemaakt. In de jury zat Joos Kat, uitgever van de Wereld-

bibliotheek. Hij heeft dat toen gele-zen, mij gebeld en heeft gevraagd langs te komen. Hij vond een aantal verhalen goed, een aantal wat min-der. Dus het was niet in z’n geheel te publiceren. Jaren later is Koen van Gulik daar directeur geworden en die heeft het manuscript nog eens van stal gehaald. Ondertus-sen was ik tweede geworden met de schrijverswedstrijd van Contact. Hij heeft mij toen gevraagd of ik een roman wilde schrijven. Ik vond het interessant dat zij mij echt wilden

helpen om dat boek te schrijven, omdat ik met het schrijven van een roman weinig ervaring heb.”

Als kind al las Femke hele bibliothe-ken leeg. Ze stond gekend voor het vertellen van verhalen en anekdo-tes. Ze begon pas echt met schrij-ven toen ze ging studeren: “Toen ben ik een cursus creatief schrijven gaan volgen. Mensen waren en-thousiast over wat ik schreef en dat had ik helemaal niet zo bedacht. Daarna ben ik doorgegaan met een

Wat als

Page 13: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

door Sophie Siersack

— Kluger Hans is niet zomaar een literair tijdschrift, het noemt zichzelf “ongetemd literair”. Een fris en jong blad dat de lezer wil verrassen, uitdagen en laten re-flecteren.

Het verhaal van Kluger Hans begint bij een paard. Sterker nog: bij een paard dat kon tellen door met zijn voorbeen op de grond te tikken. Daarom kreeg het op Duitse plaat-selijke marktjes als bijnaam ‘slimme Hans’. Een legertje psychologen wilde dit begin twintigste-eeuwse fenomeen wel eens onderzoe-ken. Ze scheidden paard en baas, maar het paard bleef beter scoren dan de gemiddelde zesjarige. Pas toen ze de opdrachtgever van de oefeningen in het ongewisse lieten van de opdracht die hij aan Kluger Hans gaf, bleek het paard ook niet meer zo slim. Conclusie van het onderzoek: de opdrachtgever gaf onbewust en ongewild tekens aan het paard.

Dat mensen onbewust tekens ge-ven met hun lichaamstaal, heet

sindsdien het Kluger-Hanseffect. In de medische sector bijvoorbeeld mag de uitdeler van medicijnen bij een onderzoek niet weten aan wie hij de echte medicijnen geeft en aan wie de placebo. Het kunnen le-zen van die onbewuste tekens - zo-als waarzeggers doen - wordt 'cold reading' genoemd. En zo komen we bij de literatuur terecht want zo kwam dit tijdschrift aan zijn naam. Een tekst vertelt altijd meer dan de som van zijn woorden. Een tekst beïnvloedt op een manier die je op voorhand niet verwacht én als lezer haal je er altijd andere dingen uit dan de schrijver bewust bedoelde. Een Kluger-Hanseffect in de litera-tuur zeg maar.

De redactie van Kluger Hans is vrij jong. Ze bestaat uit zes schrijvers die vooral met poëzie bezig zijn en regelmatig op een podium staan. Maar dat wil niet zeggen dat er en-kel poëzie verschijnt: de redactie staat open voor alle genres. Ze is ook pragmatisch in de zin dat ze niet wil opleggen wat literatuur moet en niet mag zijn, maar vooral wat li-teratuur ook kàn zijn. Op die manier komt het tijdschrift onvoorspelbaar en uitdagend uit de hoek met litera-tuur die in de wereld wil staan.

En de wereld is groot. Een mooie rubriek die naar die wereld grijpt is ‘Richting EU’. Hier komen poëten en schrijvers aan bod die wonen in de landen die het voorzitterschap van de Europese Unie kregen. Zo kwamen al Tsjechië, Zweden, Span-je, België en Hongarije aan bod. Polen volgt. Op die manier krijgt de lezer literatuur die vanuit een ander standpunt en vanuit een andere (li-teraire) geschiedenis vertrekt.

LIgHts OUt, ears ON

Maar de jonge, dynamische redac-tie die niet aan classificeren doet, is niet het enige sterke punt van het tijdschrift. Kluger Hans is multime-diaal, vormt een platform zowel op papier als op het net of op het po-dium. Op het internet valt sinds kort vooral de nieuwe rubriek ‘4uurtje’ sterk op. Die biedt elke namiddag om – jawel – vier uur, een culturele ‘snack’ aan de surfers: van kauw-gumkunst, over lessen erotiek in de Balkan tot de architectuur van Le Corbusier. Iedere dag opnieuw on-voorspelbaar. “Onze kracht is dat we dingen brengen die niet in de top-10-cultuur staan,” laat hoofd-redacteur Xavier Roelens weten,

“ De middle-of-the-roadteksten kun- nen we negeren en we kiezen reso-luut voor die teksten die buiten de lijntjes durven te kleuren. De tek-sten en beelden die wij publiceren, mogen de lezer of surfer niet onver-schillig laten.”

Verder zijn er interessante blogs van dichter/ kunstenaar Renaat Ramon en dichter/musicoloog Jelle Meander, en kun je gedichten be-luisteren of ideeën opdoen via de vele tips. En heel misschien is de website er ook om mensen te in-spireren om zelf kunstzinnig uit de hoek te komen in plaats van in de luie zetel te zakken.

Maar om impulsen op te doen, moet je niet alleen bij blogs en tijdschriften blijven hangen, vinden ze bij Kluger Hans. Ook podia le-nen zich uitstekend voor literatuur. Zo organiseerde het blad eind maart Het Kluger Hans-Effect, een avond vol poëzie en performance, met zelfs een Skype-optreden van een Canadese dichteres ... vanuit IJsland. Eerder al lieten ze mensen in een centrum voor blindenzorg naar poëzie in het donker luisteren. Het publiek werd door een blinde binnengeleid en kregen er onder andere een speciaal voor de ge-legenheid geschreven droomtekst

door Tine Moniek en aan het eind een vierstemmige, indringende per-formance door de redactieleden zelf op basis van een tekst van de Dada-kunstenaar Tristan Tzara.

ONgeteMD LIteraIr

Kluger Hans is nog niet zo bekend als andere literaire tijdschriften, maar het aantal inzendingen is nog overzichtelijk en - belangrijk - de redactie pikt er altijd wel een inte-ressante debutant of overtuigende verrassing uit.

Eens een tekst wordt ingezonden, zijn er drie mogelijkheden: ofwel krijgt de auteur een standaardmail met de vermelding dat de tekst niet gepubliceerd wordt. Bij interne dis-cussie over een tekst worden de sterke en zwakke punten van een tekst opgesomd en meegedeeld aan de auteur. Zo weet de debutant onmiddellijk waar hij aan toe is. Als een tekst de redactie overtuigt voor publicatie, wordt er in overleg met de auteur verder aan de tekst ge-schaafd. Voor poëzie is dit uiteraard al moeilijker, maar ook hier gaan er enkele mails over en weer om tot het sterkste resultaat te komen. Na-tuurlijk behoudt de auteur altijd het laatste woord.

En ja, ook Kluger Hans kan een springplank zijn. Zo treedt de Brus-selse auteur Savitzkaya dankzij zijn vertaling in Kluger Hans in juni op op het Poetry International Festival in Rotterdam. Ook pikken andere tijdschriften auteurs op die eerst bij Kluger Hans verschenen. Er is ook vanuit Behoud de Begeerte een uitnodiging tot samenwerking ge-komen, maar daarover meer in het najaar. In het tiende nummer, dat midden juni verschijnt, staat bijna uitsluitend proza. Een opvallende bijdrage komt van de debutant Djamo van Luttervelt. Zijn kortver-haal was stilistisch zo goed dat de haren van de redactie er recht van kwamen te staan.

Moraal van het Kluger-Hansverhaal: kom uit je luie zetel, begin te schrij-ven en verras de redactie met een uitdagend en ongewoon stukje van jezelf. Inspiratie vind je alvast op de website: www.klugerhans.net.

LITERAIR TIJDSCHRIFT

Van paardtot podium: Kluger Hans

Win een abonnement oPKluger hanSOnlangs richtte Kluger Hans een nieuwe site op waar elke werk-dag een kunstwerk (foto, geluid, video) te zien valt. Wat is de naam van die site? Het antwoord is te vinden via www.klugerhans.net

Stuur je antwoord naar [email protected]

drie viervijf

één twee

Page 14: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

26vlees tussen zijn boterham ver-langt. En toch blijven we dromen. Dromen én schrijven. Want die dingen, die zijn pas onbetaalbaar.

zOLDer

Als aspirant-schrijver is die be-geerde bedelstaf een zorg voor later. Eerst moet dat eerste werk in de winkelrekken geraken. En ik gebruik de uitdrukking doelbewust. Tegenwoordig bestaan er moge-lijkheden genoeg om een boek gedrukt te krijgen. Met enkele muis-klikken is dat zo geregeld. Maar een kartonnen doos op zolder, volgestouwd met ongelezen werk van eigen hand, schenkt weinig voldoening. Dus gaan we actief op zoek naar de verlosdeskundige van je boek, naar een uitgever.

waarOM?

Ondanks alle mogelijk-heden die de heden-daagse middelen ons bieden, blijft de expertise van een goede uitgever nog steeds van goudwaar-de. Redactionele onder-steuning, distributie en een degelijke promotie zijn nu eenmaal onontbeerlijk in het boekenvak. Na-tuurlijk is het niet onmogelijk om al die zaken in eigen beheer te doen. Alles hangt ervan af hoe ver je am-bities reiken. Om evidente redenen zijn je slaagkansen natuurlijk een pak groter wanneer er een goed ge-oliede machine achter je staat, met ervaring en een voet in de deur bij de mainstream verkoopskanalen.

INvesterINg

Over het aantal uren dat een mens aan zijn schrijven besteedt, kan ik weinig zinnigs kwijt. Dat is als zee-water proberen te meten met een lintmeter. In mijn specifieke geval heeft het zo’n twee jaar geduurd.

Met pauzes natuurlijk, want een mens moet ook nog andere dingen doen. Maar tijd breng ik niet in rekening. De onweerstaanbare drang die schrijven voor mij is, valt in geen en-kele eenheid te vangen. De pakken duur(zaam) papier en de inktpatro-nen die tijdens het productieproces

van mijn roman sneuvelden, heb ik niet geteld. Maar het zal niet min zijn. Correcties en herlezingen schreeu-wen om de tastbaarheid van papier

en de doortastendheid van een rode pen. Daar zijn

een flikkerend scherm en rode oogjes niet tegen opgewassen. Ook de posterijen blijven een onmis-bare schakel in het

eerste contact met een potentiële uitgever.

Mijn teerhuidig manuscript smeekt om een gewatteerde en-veloppe van 1,40 euro. Ik wil ten slotte vermijden dat mijn noeste arbeid de uitgever bereikt als een verkreukelde prop. Iedereen weet waar proppen en ezelsoren uit-eindelijk belanden. De vriendelijke man in het postkantoor wil alles ver-sturen voor amper 5,90 euro, één euro extra als het een verzekerde zending mag zijn waarvoor men dient te tekenen bij ontvangst. Als-tublieftdankuwelm’neer. Want wie kijkt er nu op één schamele euro als het over zijn levenswerk gaat?

PaPIer

Waarom zijn uitgevers in digitale tijden trouwens zo gebrand op pa-

pieren inzendingen? Zou een digitaal manuscript niet makkelijker zijn, vlug-ger te verspreiden onder

medewerkers en bovendien ecologischer? Ik vroeg het aan

verschillende mensen waaronder Katrijn, die voor een bekende uit-geverij werkt, en Paul Sebes, die als literair agent reeds honderden manuscripten door zijn handen zag passeren. Die redenen blijken nogal traditioneel van aard te zijn: het gebruiksvriendelijk lezen en ma-nipuleren van papier is door de e-reader nog lang niet in het verdom-hoekje gedrumd. Bovendien werkt het effectief samenstellen van een postpakket door de aspirant-auteur enigszins drempelverhogend, een simpele druk op de verzendknop van een mailprogramma is vaak al te snel gebeurd en de instroom van manuscripten ligt al zo hoog. Ook de vrees voor verlies van data bij een eventuele computercrash speelt blijkbaar nog steeds mee, hoe gek dat in de eenentwintig-ste eeuw ook mag klinken. Paul Sebes vindt ook dat een papieren manuscript een belangrijke indruk kan nalaten als het visitekaartje van de auteur. Het werk en de begelei-dende brief geven aan of hij/zij de moeite nam om de richtlijnen van de uitgeverij (aantal bladzijden, let-tertype, regelafstand …) online te consulteren en nauwgezet op te volgen. Fragmenten worden hier trouwens meer geapprecieerd dan volledige manuscripten. Een ge-geven dat mijn sprankeltje hoop een aanzienlijke knauw verkoopt aangezien ik het natuurlijk wél no-dig vond om mijn zorgvuldig bij-eengesprokkelde 220 pagina’s als geheel in de strijd te gooien.

waCHteN

Dit is de las-tigste fase. Of toch de meest mach te loze . Als schrijver ligt je lot nu vol-ledig in vreemde handen. Het is exact 76 dagen geleden dat ik mijn roman bij het post-kantoor deponeerde. Minstens éénmaal per dag vraag ik mij af in wiens handen mijn manuscript zich nu zou kunnen bevinden. Uitgeverij-en drukken erop om absoluut geen contact met hen te zoeken. Ook niet wanneer de opgegeven wachttijd reeds ruimschoots werd overschre-den. Soms besluipt mij de drang om even ‘vluchtig’ te informeren naar de stand van zaken. Gelukkig blijkt mijn verstand over een groter soortelijk gewicht te beschikken dan mijn impulsiviteit. Gelaten pro-beer ik de tijd te doden. Schrijvend,

uiteraard, hoe anders? Maar enkel korte stukjes, co-lumns, flarden. Zelfs nog maar een aanzet

voor een tweede boek kan ik niet uit

mijn polsen schud-den zonder de weten-

schap dat mijn potentiële eersteling nu levensvatbaar is of niet. Nagelbijtend breng ik de uren

door, wachtend op de brief van de uitgeverij die mij uit mijn lijden moet verlossen. Of dat met een genade- of met een vreugdeschot gepaard zal gaan, blijft zowel voor mij als voor u nog een groot vraagteken.

DrOOM

Ik ga ervan uit dat iedere lezer van dit blad er op zijn minst ooit één keer van droomde om schandalig rijk te worden dankzij zijn of haar schrijfsels. Ondergetekende pleit alvast schuldig. Toch probeert haast iedereen uit het milieu je er-van te overtuigen dat pennenvruch-ten geen magen vullen. Het gemid-delde inkomen van de Vlaamse schrijver zou volgens een recent onderzoek niet meer dan 300 euro per maand bedragen. Amper ge-noeg om brood op de boekenplank te krijgen. Toch wat puur uitgege-ven werk betreft. De rest dient bij-eengeschraapt met columns, le-zingen, workshops, fruitpluk of een andere vorm van legale prostitutie. Ilja Leonard Pfeiffer laat je in zijn column even meegluren in de on-metelijke diepte van zijn schrijvers-portefeuille. Meer koper dan pa-pier, schoktherapie voor iedereen die minstens éénmaal per maand

— De voorbije twee jaar werkte ik aan een roman. In beetjes, in stuk-jes, in partjes. Het verhaal is nu helemaal af. Klaar om gelezen te wor-den. Nu nog uitgegeven worden. Geen sinecure. Voor de uitgevers onder jullie: hier moet je zijn, bij mij! Ik doe alle moeite van de wereld om de uitgever te vinden die mijn werk de moeite vindt. Of en hoe me dat lukt, lees je vanaf nu in VERZ!N. door Dimitri Verbelen

Uitgever gezocht

“Soms besluipt mij de drang om even ‘vluchtig’ te informe-ren naar de stand van zaken.”

“Ondanks alle mogelijkheden die de hedendaagse middelen ons bieden, blijft de expertise van een goede uitgever nog steeds van goudwaarde.”

Vindt hij, wie zoekt?

1. Manuscripten2. in de

3. postbus aub

Page 15: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

EVENEMENT IN DE KIJKER

Rond acht uur ’s avonds mo-gen mede-organisator Michael Vandebril en het orkest Score Man de aftrap van deze vijfde Nacht geven in de concertzaal.

Adriaan de Roover zorgt al vroeg voor een sterk moment. Behept met een wandelstok moet de kra-kend bejaarde dichter naar zijn voordraagstoel geholpen worden. Maar eenmaal hij zijn cadans heeft gevonden, dwingt De Roover res-pect af met zijn krakende dictie.

kOMrIj vs vaN BasteLaere: 0-0

De verwachtingen zijn ook hoog voor Gerrit Komrij en Dirk Van Bas-telaere. Tussen die twee botert het niet sinds Komrij een pornofilmpje de wereld in stuurde met Van Bas-telaere in een hoofdrol. Tot hand-gemeen komt het niet: de heren lijken elkaar vooral te ontwijken en zijn niet voor commentaar te vin-den. Van Bastelaere brengt samen

met enkele gemaskerde kornuiten onder de noemer “Poetry is Porn” teksten tegen een achtergrond van seksfilms en cartoonesk geweld. Op de tribune roept een veront-waardigde toeschouwer zo luid en zo vaak als hij kan “Bullshit!”

Ook de doortocht van eregast Michael Horovitz, de geestelijke vader van heel het poëzienach-tenconcept, komt niet uit de verf. Horovitz’ enthousiasme verhelpt niets aan het feit dat zijn act niet pakt. Net als Johan Joos botst ook Horovitz tegen de tijds- en decibellimiet aan. Licht aan, micro uit, afgelopen. Eregast of niet, de jonkies in het publiek gaan mas-saal elders een kijkje nemen. In het Vooruitcafé, op zolder en ook in de wandelgangen valt immers nog heel wat lekkers mee te pikken.

MytHe vs reaLIteIt: 1-0

Het grootste probleem dat deze Nacht over zichzelf heeft

afgeroepen, is de eigen legende gebruiken als promomateriaal. De backstage-akkefietjes van veertig jaar geleden, met in de hoofdrol dichters en artiesten die intussen de Styx zijn overgestoken, worden in deze overgeorganiseerde tijden vanzelf mythisch. En dat weegt door op de verwachtingen. Zeker als je bedenkt dat veel jonge toe-schouwers de vorige Nacht niet be-wust hebben meegemaakt. Presen-tator Stijn Meuris doet zijn duit in het zakje om de sterke verhalen uit de seventies tot hun reële proporties terug te brengen – gelukkig maar.

Want veel ambiance valt er niet te rapen, de eerste uren. Zelfs het nummertje van Bucquoy, die zijn publiek vrolijk in de zeik zet met seksfantasieën over Kristien Hemmerechts, oogst amper re-actie. “Bij gebrek aan revolutie,” scanderen Coenraed de Waele en muzikant Koen De Cauter, de betreurde Marcel Van Maele in het achterhoofd. Het mag niet baten: meer gesnurk dan geschreeuw in de zaal. Dat is ook Edmond Co-quyt Jr. niet ontgaan. De besnorde Gentenaar, bekend van de protes-ten tegen de politieke impasse, bezet zowaar even het podium, samen met enkele ontevredenen.

Saskia De Jong maakt het zich ex-tra moeilijk door middenin dit minst doorslapen uur van de Nacht haar teksten aan te kondigen als “anti-spektakelgedichten.” Stefan Hert-mans krijgt de mensen weer bij de les met een strakke voordracht..

En zo kan het kabbelen ongestoord verdergaan. De vermoeidheid kruipt in de benen als rond een uur of zes Spinvis aantreedt, met samples van Vinkenoog door de muziek geroerd. De patroonheilige van deze Nacht heeft, ten overstaan van het handje-vol slaapdronken achterblijvers, dan toch het laatste woord gekregen.

Nachtvan de Poëzie — Van Ramsey Nasr tot Bo Vanluchene, het kruim der Dietschen Dichtren blies op 2 april verzamelen in de Gentse Vooruit voor de vijfde Nacht van de Poëzie. Het werd een gezapige Nacht, met enkele minder doorslapen momenten. door Michiel Leen

Page 16: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

3130WEBKIJKER

WWW.GEDICHTENNET.NL en DUTCHpROBLOGGER.NL/START-GIDS/

Heb je al gedichten klaar of wil je een gesprek over je poëzie voeren met gelijkgezinden, dan kun je je registreren op gedichtennet.nl, het netwerk voor dichters. De site geeft dichters de kans om de bekend-heid van hun eigen gedichten of gedichtensite te verhogen. Je kunt er je nieuwe dichtbundel plaatsen of informatie achterlaten over een dichtersmanifestatie of poëziewed-strijd. Heb je nieuws over dichters en/of gedichten, dan kun je dat ook melden op deze Nederlandse site:http://dutchproblogger.nl/startgids

Heb je een goede blog, dan kun je rekenen op heel wat volgers. Maar hoe zorg je ervoor dat je eigen we-blog opvalt tussen al die andere? De tips and tricks van een goede blog vind je terug op de site van Ernst-Jan Pfauth. De Nederlandse Pfauth is au-teur van het boek Sex, blogs & rock-’n-roll. Vier jaar lang volgde hij alles wat er gebeurde op bloggebied. Hij is nu fulltime blogger voor nrc.next en geeft ook blogworkshops voor jongeren. Aan de hand van de weke-lijkse nieuwsbrief houdt Pfauth je op de hoogte van alles wat de moeite waard is voor een ambitieuze blogger.

SVATURA.NL

Op Svatura.nl kun je je literaire ambi-ties waarmaken. Je kunt er gratis tek-sten (fictie of non-fictie) plaatsen. Het enige wat je moet doen, is je aanmel-den op de site. Daarna kun je meteen aan de slag. Je krijgt ongetwijfeld feedback van de vele bezoekers op de site en je kunt ook zelf reageren op de verhalen van de andere schij-vers. Volgens de site maken “publiek en feedback van je schrijfhobby een ware passie”.

WWW.OpENCOLUMN.NL

In de media zie je hem steeds vaker opduiken: de column. Wil je zelf ook wel eens je mening openbaar maken, dan is opencolumn.nl iets voor jou. Op deze site, die eind 2010 opge-richt werd, kun je je zelfgeschreven columns plaatsen. Bezoekers kun-nen ze lezen en erop reageren. De webmasters van de site voeren wel eerst zelf een kwaliteitscontrole uit. Het kan dus zijn dat je column niet goedgekeurd wordt voor publicatie.

WWW.KORTEVERHALEN.NL

Laat je niet om de tuin leiden door de naam van de site, want het gaat hier niet alleen om kortverhalen. Kortever-halen.nl is een laagdrempelig online plekje waar iedereen zijn verhalen, gedichten en andere literaire, crea-tieve uitingen voor een breed publiek op het web kan plaatsen. Met twaalf verschillende categorieën is er voor ieder wat wils. Naast fictie, detective, kinderverhalen, drama en romantiek is er zelfs plaats voor een streepje erotiek.

WWW.WRITEHISTORy.BE

Op deze Belgische site staan schrijf-talent en leespassie centraal. Kies je profiel (lezer, dichter of schrijver), betaal je lidmaatschap en je kunt aan de slag. De site moedigt schrij-verstalent aan en zoekt lezers die ge-passioneerd zijn en eerlijk over talent willen oordelen. Op writehistory.be kun je soms terecht voor manuscrip-tanalyse en voor hulp om je verhaal in boekvorm uit te geven.

— Je eigen teksten op het wereldwijde web krijgen is tegenwoordig kinderspel. Er bestaan talloze schrijfsites waarop je je eigen poëzie, kortverhaal of roman kunt uploaden zodat miljoenen mensen je werk kunnen lezen. Daarnaast heb je nog blogs, persoonlijke websites, Facebook … Op welke site staan je schrijfsels het best? VERZ!N zocht het voor je uit. door Ken Van De Steene

1. Online 1. publiceren

— Op 14 mei vond in Hasselt de vierde Schrijfdag van Creatief Schrijven plaats. 250 deelnemers namen deel aan 17 verschillende workshops en 6 lezingen en debat-ten. Tijdens het literair spreekuur kregen de deelnemers feedback op hun ingezonden tekst. Wie een volledig af-gewerkt manuscript meebracht, kreeg instant advies van een uitgever.

1. Schrijfdag 2011

EVENEMENT IN DE KIJKER

Schrijfdag 2012Heb je de Schrijfdag gemist of wil je de beste tips uit de workshops ont-dekken? Bekijk dan zeker de filmpjes, lees de reportages of beluister de interviews en debatten op http://blog.creatiefschrijven.be/ ! De volgende Schrijfdag vindt plaats in het voorjaar van 2012 in de provincie Antwerpen.

Ochtendradio met Annelies Verbeke en Luuk Gruwez

Workshop met Daniel Billiet

Op bezoek bij uitgever Rudy Van Schoonbeek

foto's © Sam Lieveld (REC Radiocentrum)© Mickey Verbeeck© Uschi Lichter

Workshop Els Beerten

Kaat Vrancken

Page 17: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

Zin in literatuur? Wil je zelf schrijven? Werp een blik op de cursussen, wed-strijden en literaire evenementen in deze lijst. Een uitgebreid overzicht vind je op de website www.creatiefschrijven.be

SpREKENDE SCHILDERIJEN –JEFF WALL

Wat: ontmoeting tussen beeldende kunst en literatuurData: 27/5 tot 11/9Waar: Paleis voor Schone Kunsten, BrusselInfo: [w] www.bozar.be

ZOMER VAN HET SpANNENDE BOEK

Wat: spannende boeken zorgen voor leesplezierData: 14/6 tot 16/8Waar: in de boekhandelsInfo: [t] 03 230 89 23[w] www.boek.be

ARTSELINGEN

Wat: 3 poëzieroutes, haiku en poëzie-activiteitenData: 1/7 tot 30/9Waar: ElingenInfo: [t] 02 532 57 11[w] www.mansveld.be

STRANDBIBLIOTHEEK

Wat: spannende boeken zorgen voor leesplezierData: 1/7 tot 31/8 Waar: Zeebrugge Info: [t] 05 044 46 46[w] ] www.brugge.be

LIEFDE VOOR LyRIEK

Wat: tweejaarlijkse liedtekstwedstrijdDeadline: 31/8Organisatie: Creatief SchrijvenInfo: [t] 03 229 09 90[e] [email protected]

[w] www.creatiefschrijven.be

pROZA SCHRIJVEN

Wat: eendagscursus, kennismakingDatum: 6/7Waar: Wisper GentInfo: [w] www.wisper.be

VERHALEN SCHRIJVEN

Wat: workshopData: 7/7 Waar: BruggeOrganisatie: Vormingplus Brugge i.s.m. Wisper vzwInfo: [t] 050 33 01 12 [w] [email protected]

[w] www.vormingplus.be/brugge

STRIpFESTIVAL MIDDELKERKE

Wat: stripfestival, 25e editieData: 21/7 tot 7/8Waar: MiddelkerkeInfo: [w] www.stripbdmiddelkerke.be

ZIN IN ZOMER

Wat: : literaire ontmoetingen op mooie locatiesData: 14/8 tot 30/8Waar: Genk, Hasselt en Sint-TruidenInfo: [w] www.zininzomer.be

DE ANDERE STRIp

Wat: nieuwe strips in de spotlightData: 30/8 Waar: in de boekhandelsInfo: [t] 03 230 89 23 [w] www.boek.be

pOËZIE STIFDICHTEN

Wat: stifgedicht wedstrijdDeadline: 31/8Organisatie: De Tijd HervondenInfo: [t] 011 75 89 02 [e] [email protected]

[w] www.detijdhervonden.be

CULTUURMARKT VAN VLAANDEREN

Wat: culturele infomarkt met gratis optredens en animatieData: 28/8Waar: centrum van AntwerpenInfo: [t] 03 338 95 85 [w] www.cultuurmarkt.be/2011

KUNSTENFESTIVAL WATOU

Wat: kunstenfestival mét literatuurData: 9/7 tot 11/9 Waar: WatouInfo: [t] 058 62 39 29 [w] www.watou2011.be

ZUIDERZINNEN

Wat: festival van het woordData: 18/9Waar: centrum van AntwerpenInfo: [w] www.zuiderzinnen.com

ageNDa / Evenementen, cursussen en wedstrijden

3332

1

5

4

7

8

6 2

3

9

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Verticaal

1.

2.

3.

tegenovergestelde van 'eufemisme'

Nederlandse tv-omroep * oud IJslands dichtwerk

chemisch symbool van ijzer * Zwitsers stadje waar Rilke begraven ligt

Drank * Hoofdpersonage uit Bittere bloemen van Jeroen Brouwers

Hooizolder * Projectiel

Laatstleden * Rivier in Duitsland

Oude naam voor een (woon)plaats * Gemeente in West-Vlaanderen

trein tussen Brussel en Parijs * stadje in Henegouwen

Populair genre in de literatuur * Achter

onheilsgodin * stoomschip * persoonlijk voornaamwoord

Riviertje in Noord-Brabant * Middagdutje

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 De letters in de genummerde vakjes vormen een Vlaamse schrijver.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

automerk, tevens initialen van de Markies * vriendschap (Sp), tevens film van Spielberg

meisjesnaam, tevens personage uit 'Allo 'Allo! * Aziaat

de oudere * auteur van de beroemde roman Catch-22

discussieplaatsen op het internet * Duitse schrijver (1777-1811)

schrijfster van Frankenstein (voornaam en naam)

vreemde munt * voornaam van de auteur van Baudolino

1500 in Romeinse cijfers * voornaam van choreografe Stuart en actrice Ryan * Brusselse concertzaal

auteur van o.a. de roman Naar Merelbeke en de dichtbundel De val van vrije dagen

uitgave * voegwoord

dier * reeds * loofboom

indien * Chinese lengtemaat

Horizontaal

TAALSPEL

Kruiswoordraadsel

WinnenStuur de oplossing naar [email protected] en maak kans op een exemplaar van Homoheks, lieve homoheks van Margareta Degras. (zie p.14)

Page 18: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

bij unibook JOUW boekJOUW boekgratis

Publiceer

Bundel al jouw recepten in een uiterst

persoonlijk CookBook. Kies zelf een

stijl voor jouw boek, voeg je eigen

recepten toe en die van grootmoeder,

vul jouw boek eventueel aan met

leuke recepten uit onze database

en creëer erop los. Wij zorgen ervoor

dat je jouw eigen CookBook binnen

enkele dagen kan ontvangen. Een mooi

boek in kleur gedrukt met een harde

gepersonaliseerde kaft. Zo uniek. Een

echte cadeautip of toch eerder een

musthave voor elke hobbykok?

Je creëert een PhotoBook met de meest

professionele software waar ook

fotografen mee werken. De grafi sche

mogelijkheden zijn enorm. Je kan jezelf

eindeloos verdiepen in het creëren.

Na enkele dagen ontvang je dan jouw

PhotoBook in kleur gedrukt en met een

harde gepersonaliseerde kaft.

 

Of hou je het toch liever bij een volledig

zelf ontwikkeld boek?

Via UniBook kan je zelf jouw werk

opladen. De handige wizard helpt je

vervolgens bij de opmaak van jouw kaft.

Wil je anderen laten kennismaken met

jouw boek? Dan kan je het boek gratis

te koop aanbieden via onze online

bookshop. Via UniBook beschik je

immers over een wereldwijd verkoop-

en distributieplatform. UniBook zorgt

voor de productie, de betaling en de

verzending, zodat jij jezelf volledig kan

toeleggen op het schrijven zelf.

€ 6,46vanaf

Maak jouw eigen unieke CookBook!

Maak jouw eigen unieke PhotoBook!

Maak jouw eigen unieke boek!

NIEUWS

GOuDeN MeeuW

Gaf je een boek uit in eigen beheer? Een dichtbundel, je levensverhaal, een thriller, een fotoroman, een ver-halenbundel of een ander literair meesterwerk? Word nu beloond voor je inspanningen en maak kans op een mooie prijs. Creatief Schrijven reikt op de Boekenbeurs 2011 de derde Gouden Meeuw uit. De prijs voor het beste boek, uitgegeven in eigen beheer. Een vakjury beoor-deelt alle inzendingen op inhoud en vorm. De winnaar krijgt onder an-dere een prachtig kunstwerk, com-mercieel advies en eeuwige roem.

Lees eerst het reglement op www.creatiefschrijven.be en stuur je boek in drievoud in vóór 15 oktober.

ZOMeRACADeMIe

De Zomeracademie is de ideale plek voor wie een week lang intensief kunstdisciplines wil onderzoeken en wil experimenteren. In de workshop 'poëzie schrijven' neemt dichter Koen Stassijns je mee op een dichterlijk avontuur. Regisseur en theaterschrij-ver Stefan Perceval gaat aan de slag met jou en jouw verbeelding. In het atelier 'songwriting' begeleiden Ama-ryllis Uitterlinden en Frank Vanwed-dingen je in je muzikaal schrijfpro-ces. Alle workshops lopen van 18 tot 24 juli in Dworp.

Inschrijven doe je bij Lies Jacob via [email protected] Deelnemerskost 382 euro, abonnees van VERZ!N krijgen 10 euro korting. www.zomeracademie.be

SCHRIJVeRSACADeMIe

SchrijversAcademie is sinds 1991 een unieke schrijfopleiding in België. Vier jaar lang krijg je les van ervaren en professionele auteurs. Ze geven je concrete schrijfopdrachten, bege-leiden je persoonlijke schrijfproces en verklappen hun eigen literaire ervaringen. In het verleden leverde de opleiding al vele talenten af, zo-als Ruth Lasters, Betty Antierens en Hilde Keteleer. Schrijf je in voor 31 juli als je bij de 24 deelnemers wil horen!

Meer info en inschrijven op www.creatiefschrijven.be

34

Ja, ik neem

op VERZ!N. Ik ontvang vier nummers na betaling.

Knip deze bon uit en stuur hem op naar

Creatief Schrijven, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen, België

een jaarabonnement

Ik schrijf vandaag 12 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’.

Ik wil een factuur. Ik schrijf vandaag 17 euro over op rekeningnummer 001–4238815-88 met vermelding ‘abo VERZ!N’. Ik ontvang een factuur na betaling.

Ik woon in het buitenland en schrijf 30 euro over op rekeningnummer IBAN: BE56 0014 2388 1588 - BIC: GEBABEBB met vermelding ‘abo VERZ!N’.

naam voornaam

straat nr bus

postcode gemeente land

tel e-mail

Page 19: VERZ!N jaargang 6 nummer 3 (2011)

beeld: Sara Bomans

verzin voor druk.indd 1 13/05/11 09:47