VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de...

12
Sima Nieborg In dit nummer De armoede in Nederland is de afgelopen jaren toegenomen. Volgens het SCP leefden in 2010 971.000 personen in armoede. Ofwel een inkomen van 1310 euro voor eenoudergezinnen of 980 voor een alleenstaande. Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers uit Kinderen in Tel 2010 lieten zien dat kinderen die nu al in armoede leven het nog moeilijker gaan krijgen. Armoede isoleert. Armoede gaat vaak samen met andere problemen: in de gezondheid, sociale contacten, wonen en welzijn. Dat belemmert mensen om te werken of te participeren in de samenleving. Deze nieuwsbrief laat de vele inspanningen zien van gemeenten, maatschappelijke organisaties en burgers zelf om armoede en uitsluiting lokaal tegen te gaan. Op een nieuwe manier armoede bestrijden. Met perspectief. Armoedebeleid & Participatie Lopend onderzoek: Nieuws: Drift en Koers, De levens van Hilda Verwey-Jonker (1908-2004) VERWEY-JONKER INSTITUUT In dit nummer VERWEY-J O NKER IN S TIT UUT BRIEF 34 nummer 2 0 1 1 1 Pagina 2 en 3 • Ten geleide • Europees onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut • Stedenestafette onthult draagvlak voor armoedebestrijding • Nieuws: Aankondiging praktijkboek + vergelijkende studie Pagina 4 en 5 • Column: Een job met vele kanten • Lopend onderzoek: Kansen voor het kruispunt Wmo-Wwb-Wajong Armoedebestrijding in Roosendaal: Verhalen vertalen naar beleid Pagina 6 en 7 • Tijdschriftartikelen en boekbijdragen van medewerkers van het Verwey-Jonker Instituut • Recente publicaties Pagina 8 en 9 • Vervolg Recente publicaties • Lelystad: van armoedebeleid naar kansenbeleid Pagina 10 en 11 • ‘Gemeenten hebben meer met de Europese agenda dan ze denken’ • Lokale aanpak eenzaamheid • 3 vragen aan... Lex Heerma van Voss Pagina 12 • ‘We kunnen veel meer van elkaar leren!’ nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011 Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken Auteur: Margit van der Steen Drift en Koers belicht het fascinerende en veelzijdige bestaan van Hilda Verwey-Jonker (1908-2004). De vrouw die zelfs in haar autobio- grafie liever over haar persoonlijke leven zweeg, komt dankzij nieuw archiefmateriaal en verhalen van ooggetuigen opnieuw tot leven. Drift en Koers verscheen in februari 2011 bij uitgever Bert Bakker. Op 24 februari 2011 is Margit van der Steen op het boek gepromoveerd aan de Universiteit Leiden. Lezers kunnen gebruikmaken van de kortings- bon bij dit nummer. Opdrachtgever : Ministerie van VWS/Beter in Meedoen Projectleider : Drs. Marie-Christine van Dongen Product : Eindrapport en meetinstrument, december 2011 Tussen collectieve voorzieningen en maatwerk Het compensatiebeginsel verplicht een gemeente om de beperkingen van iemand zo te compenseren, dat hij kan meedoen in de samenleving. Daarbij kijkt de gemeente samen met de persoon naar diens leven en naar de beste oplossing. Dit vraagt om een andere manier van denken: vanuit de persoon en niet vanuit voorzieningen. Het doet een beroep op bepaalde competenties van Wmo-consulenten. Om de kwaliteit van het gesprek van de professional met de burger te meten, ontwikkelt het instituut een lijst met indicatoren. Categorieën zijn onder meer: deskundigheid (kennis, vaardigheden en houding), beoordeling functioneren (fysiek, psychosociaal en ten opzichte van de om- geving), opbouw van het gesprek (probleem- verkenning, probleemanalyse en –oplossing, en evaluatie). De opbrengst is een ‘handreiking competentieontwikkeling’ voor het vernieuwen en verbeteren van de uitvoering van het compensatiebeginsel door Wmo-consulenten van gemeenten.

Transcript of VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de...

Page 1: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

Sima Nieborg

In dit nummer

De armoede in Nederland is de afgelopen jaren toegenomen. Volgens het SCP leefden in 2010 971.000 personen in armoede. Ofwel een inkomen van 1310 euro voor eenoudergezinnen of 980 voor een alleenstaande. Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers uit Kinderen in Tel 2010 lieten zien dat kinderen die nu al in armoede leven het nog moeilijker gaan krijgen. Armoede isoleert. Armoede gaat vaak samen met andere problemen: in de gezondheid, sociale contacten, wonen en welzijn. Dat belemmert mensen om te werken of te participeren in de samenleving. Deze nieuwsbrief laat de vele inspanningen zien van gemeenten, maatschappelijke organisaties en burgers zelf om armoede en uitsluiting lokaal tegen te gaan. Op een nieuwe manier armoede bestrijden. Met perspectief.

Armoedebeleid & Participatie

Lopend onderzoek:

Nieuws: Drift en Koers, De levens van Hilda Verwey-Jonker (1908-2004)

V E R W E Y- J O N K E R I N S T I T U U T

In dit nummer

V E R W E Y- J O N K E R I N S T I T U U T

BRIEF34nummer

2 0 1 1

1

Pagina 2 en 3

• Ten geleide

• Europees onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut

• Stedenestafette onthult draagvlak voor armoedebestrijding

• Nieuws: Aankondiging praktijkboek + vergelijkende studie

Pagina 4 en 5

• Column: Een job met vele kanten

• Lopend onderzoek: Kansen voor het kruispunt Wmo-Wwb-Wajong

• Armoedebestrijding in Roosendaal: Verhalen vertalen naar beleid

Pagina 6 en 7

• Tijdschriftartikelen en boekbijdragen van medewerkers van het Verwey-Jonker Instituut

• Recente publicaties

Pagina 8 en 9

• Vervolg Recente publicaties

• Lelystad: van armoedebeleid naar kansenbeleid

Pagina 10 en 11

• ‘Gemeenten hebben meer met de Europese agenda dan ze denken’

• Lokale aanpak eenzaamheid

• 3 vragen aan... Lex Heerma van Voss

Pagina 12

• ‘We kunnen veel meer van elkaar leren!’

nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011

Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukkenOnderzoek naar maatschappelijke vraagstukken

Auteur: Margit van der Steen

Drift en Koers belicht het fascinerende en veelzijdige bestaan van Hilda Verwey-Jonker (1908-2004). De vrouw die zelfs in haar autobio-grafi e liever over haar persoonlijke leven zweeg, komt dankzij nieuw archiefmateriaal en verhalen van ooggetuigen opnieuw tot leven. Drift en Koers verscheen in februari 2011 bij uitgever Bert Bakker. Op 24 februari 2011 is Margit van der Steen op het boek gepromoveerd aan de Universiteit Leiden. Lezers kunnen gebruikmaken van de kortings-

bon bij dit nummer.

Opdrachtgever : Ministerie van VWS/Beter in MeedoenProjectleider : Drs. Marie-Christine van DongenProduct : Eindrapport en meetinstrument, december 2011

Tussen collectieve voorzieningen en maatwerk

Het compensatiebeginsel verplicht een gemeente om de beperkingen van iemand zo te compenseren, dat hij kan meedoen in de samenleving. Daarbij kijkt de gemeente samen met de persoon naar diens leven en naar de beste oplossing. Dit vraagt om een andere manier van denken: vanuit de persoon en niet vanuit voorzieningen. Het doet een beroep op bepaalde competenties van Wmo-consulenten. Om de kwaliteit van het gesprek van de professional met de burger te meten, ontwikkelt het instituut een lijst

met indicatoren. Categorieën zijn onder meer: deskundigheid (kennis, vaardigheden en houding), beoordeling functioneren (fysiek, psychosociaal en ten opzichte van de om- geving), opbouw van het gesprek (probleem-verkenning, probleemanalyse en –oplossing, en evaluatie). De opbrengst is een ‘handreiking competentieontwikkeling’ voor het vernieuwen en verbeteren van de uitvoering van het compensatiebeginsel door Wmo-consulenten van gemeenten.

Page 2: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

Ten geleideHet Verwey-Jonker Instituut zit in een nieuw pand, dat wil zeggen: het is nog steeds het vertrouwde adres, maar in een andere uitvoering. Eind juni begonnen we aan een grondige verbouwing en eind december was het pand aan de Kromme Nieuwegracht weer operationeel. Half februari knipte de burgemeester van Utrecht het virtuele lint door. Niet iets om u als lezer van de nieuwsbrief uitgebreid mee lastig te vallen, maar wel iets om stiekem trots op te zijn.

Onze prachtige panden op de nummers 4-6 (geen eigendom) zijn volledig gerestyled (met dank aan archi-tectenbureau Ontwerplab uit Tilburg). Het van binnen gereno-veerde pand is volledig afge-stemd op ‘nieuw werken’, met veel ruimte voor ontmoeting en overleg. Het geeft het

instituut een ferme douw de toekomst in. De vernieuwde huisvesting past bij de stijl van het instituut: innovatief en ondernemend.

Een voorbeeld van deze vernieuwingsgerichte stijl komt in deze nieuwsbrief uitgebreid aan de orde: de armoede-estafette. Als idee geboren aan onze vergadertafel wisten we al gauw een keur aan partners te interesseren om het internationale jaar van de armoede aldus vorm te geven. Vele gemeenten tekenden in en verbeterden hun armoede-beleid. Armoede is een raar woord, het doet denken aan de jaren dertig – échte armoede wordt er dan gezegd. Maar armoede is helaas ook erg van deze tijd. Onder de heden-daagse luxe en welvaart schuilen mechanismen van uitslui-ting en vastzitten aan de onderkant van de samenleving. Toch is er ook een verschil met de jaren dertig. Armoede-beleid is vandaag de dag tegelijk ook participatiebeleid. Daarin komen verschillende motieven samen, want armoede zet mensen persoonlijk, maar ook de samenleving als geheel op achterstand.

Emancipatorische en economische motieven spelen beide een rol in de hedendaagse armoedebestrijding. Dat inzicht zou wel eens kenmerkend kunnen zijn voor de komende jaren van schaarste. Gezamenlijk uit de crisis komen is beter voor mensen en beter voor het land (en is goed voor veel verbouwingen).

Hans Boutellier, Algemeen directeur2

Europees onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut:

Auteurs: Maarten Davelaar en Jessica van den Toorn

Geloof aan het werkDe rol van levensbeschouwelijke organisaties bij het bestrijden van sociale uitsluiting in Rotterdam (2010)

In veel Europese landen vervullen levensbeschouwe-lijke organisaties (religieuze gemeenschappen, zelfstandige dienstverlenende organisaties met een levensbeschouwelijke achtergrond) een maatschappe-lijke rol. Binnen het Europese onderzoeksproject Faith-based organisations and social exclusion in European Cities (FACIT) is in 7 landen en 21 steden de rol onderzocht van religieus geïnspireerde initiatieven in het ondersteunen van kwetsbare burgers en het bestrijden van sociale uitsluiting. Betekent dit de terugkeer van de liefdadigheid en de uitholling van de verzorgingsstaat? Of wordt de ‘welfare state’ een ‘welfare society’ met een grotere rol voor de civil society? Het Verwey-Jonker Instituut deed onderzoek in Amsterdam, Rotterdam en Tilburg. We keken naar de fi losofi e en werkwijze van organisaties en naar de functies die zij vervullen in het sociale domein. Bovendien is de samenwerking met anderen in de stad en hun verhouding tot de overheid in kaart gebracht. De rapporten zijn interessant voor levens-beschouwelijke organisaties en voor overheden die waarde hechten aan de maatschappelijke inzet van deze organisaties - en die zich tegelijkertijd bewust zijn van de mogelijke gevoeligheden. Verder is een European policy brief verschenen (beschikbaar via www.verwey-jonker.nl) met eerste bevindingen en aanbevelingen voor politici en ambtenaren.

Buitengewoon alledaagsDe rol van levensbeschouwelijke organisaties bij het bestrijden van sociale uitsluiting in Tilburg.

Auteurs: Maarten Davelaar, Roos van Veen en Jessica van den Toorn (2010).

Faith-based organisations and social exclusion in the Netherlands (verschijnt april 2011)

Auteurs: Maarten Davelaar, Jessica van den Toorn, Nynke de Witte, Justin Beaumont en Corien Kuiper

Page 3: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

In 2011 verschijnen twee slot- publicaties over het Europese jaar van de armoede. Het Verwey-Jonker Instituut brengt de vergelijkende studie uit van alle onderzoeken naar de Stedenestafette. De publicatie brengt de uitkomsten van de 23 deelnemende gemeenten in kaart,

biedt veel cijfermateriaal en een slotbeschouwing van de gemeente- lijke armoedeacties. MOVISIE heeft de organisatie van de armoede- manifestaties ondersteund en brengt daarover een praktijkboek naar buiten. In april 2011 worden beide publicaties gepresenteerd.

Opening pand3

nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011

Stedenestafette onthult draagvlak voor armoedebestrijding

2010 was het Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. MOVISIE, de Sociale Alliantie, Divosa, de gemeente Utrecht en het Verwey-Jonker Instituut organiseerden een Stedenestafette: er waren manifestaties en in 23 gemeenten deed het Verwey-Jonker Instituut onderzoek. Marian van der Klein leidde het onderzoeksproject. Belangrijke conclusies: lokale samenwerking wérkt en: er moet meer van elkaar geleerd worden.

Dé Nederlandse identiteit bestaat niet, althans niet volgens prinses Maxima. Dé Nederlandse armoedebestrijding bestaat evenmin, zo blijkt uit de lokale Stedenestafette-rapporten. Projectleider dr. Marian van der Klein: ‘Er zijn grote verschillen. De grote steden hebben de

hoogste armoedecijfers en bijbehorende problematiek. In kleinere gemeenten is er vaak debat over de vraag of er überhaupt wel armoede is. Dat is een vruchteloze discussie. Gemeenten zijn sterk in inkomensondersteuning, daar hebben ze ook veel ervaring mee. De grote vraag is nu hoe je die expertise verbindt met participatie, de belang-rijkste doelstelling van de Wmo.’ Samenwerking is daarvoor cruciaal, zowel binnen de gemeente als met lokale partners.

Succesvol initiatief

Volgens Marian van der Klein is de Stedenestafette een succesvol initiatief geweest. ‘In de 23 gemeenten hebben we de partijen uit het maatschappelijk middenveld en de gemeente bij elkaar gebracht om te bespreken hoe de toekomstagenda voor armoedebestrij-

ding er uit moet zien. Dat hebben we overal op dezelfde manier gedaan, dat maakt ook onderlinge vergelijking mogelijk. En hopelijk brengt het ‘t leren van elkaar beter op gang.’

De onderzoekers hebben gezien dat de bereidheid tot samenwerking groot is. Van der Klein: ‘Iedereen werkt zich drie slagen in de rondte om armoede te bestrijden. Minder duidelijk is wat de effecten van die inspanningen zijn. Dat willen wij graag onderzoeken. We willen analyses van beleidsrendement op dit gebied gaan maken en maatschappelijke kosten-batenanalyse zijn vast ook toepasbaar op armoedebestrijding. Het is dan wel belangrijk dat de betrokkenen van te voren vaststellen wat de samenwerking op moet leveren, wie ze willen helpen en waarmee.’

Marian van der Klein

Burgemeester Aleid Wolfsen feliciteert voorzitter raad van toezicht Frank de Grave met de geslaagde renovatie van het instituutsgebouw. Foto: Rob Lammerts.

Nieuws:

Aankondiging praktijkboek + vergelijkende studie

Page 4: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

Vrijwilligerswerk thuisadministratie: een job met vele kantenHenk van der Sterre is coördinator van de Th uisadministratie in Leiden en omgeving.

We komen ook soms tegen dat de ‘klanten’ van de Thuisadministratie bijkomende problemen hebben, bijvoorbeeld met hun lichamelijke of psychische gezondheid. Het is een valkuil voor de vrijwilligers om daar zelf oplossingen voor te willen bedenken, daar praten we ook veel met elkaar over. Het is onze taak om mensen dan door te verwijzen naar de juiste hulpinstanties. Wij hebben goed contact met die instanties en ook met de gemeente, ze zien ons als een gelijkwaardige partner. De Stadsbank heeft ons zelfs gevraagd of we actief willen worden in het voortraject van de schuldhulpverlening.

In het rapport De Onmisbare Schakel doet het Verwey-Jonker Instituut aanbevelingen om lokale coördinato-ren van vrijwilligerswerk te ontlasten. We mogen ons gelukkig prijzen dat we in Leiden geen overbelaste coördina-toren hebben. Ik zelf ben gepensio-neerd bedrijfseconoom en steek tien tot twintig uur per week in het project. Wij hebben de luxe dat de vrijwilligers zich spontaan aanmelden. Je kunt dan meer mensen inzetten en

kiezen uit verschillende kwaliteiten. We zijn nu tijdelijk zelfs met vier coördinatoren. Dan kun je met elkaar overleggen over de situaties die je tegenkomt. Dat doen we trouwens regelmatig met alle vrijwilligers en ook op districtsniveau wisselen we ervaringen uit. Op die manier steken we veel van elkaar op. Dus: wat mij betreft mogen we het een voordeel noemen dat de Thuisadministratie volledig op vrijwilligers draait.

Veel verborgen armoede wordt veroorzaakt doordat mensen hun eigen administratie niet op orde kunnen brengen en houden. Soms ook geven mensen meer geld uit dan er binnenkomt, waardoor zij steeds verder achterop raken. Gelukkig kunnen mensen in verschillende regio’s de kostenloze hulp inroepen van ons project van Humanitas: de Thuisadministratie.

Op dit moment ondersteunen 24 vrijwilligers van de Thuisadministratie Rijnland zo’n veertig hulpvragers. Het is mooi werk met vele kanten. Tegenwoordig hebben veel mensen moeite om zich staande te houden in deze complexe maatschappij. Ze hebben niet geleerd offi ciële papieren te lezen of ze bezwijken voor de ver- lokkingen van de reclame. Schulden zijn vaak het gevolg. Maar voordat deze mensen schuldhulp krijgen, moeten ze een heel traject door de bureaucratie doorlopen en stuk- ken overleggen zoals facturen, aan- maningen, dwangbevelen, belasting-aanslagen. Wij staan mensen ook daarin bij.

column

4

de gemeente, ze aardige partner. De Stadsbank

d of we actief

Opdrachtgever : Ministerie van VWS/Beter in MeedoenProjectleider : Dr. Monique StavenuiterProduct : Wmo-Wwb-Wajong Wijzer, december 2011

Lopend onderzoek:

Kansen voor het kruispunt Wmo-Wwb-Wajong

Gemeenten zijn inmiddels doordrongen van het belang van de koppeling tussen de Wwb en de Wmo. Met de plannen voor één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, wordt de verbinding met de Wmo voor gemeenten nog belangrijker. De Wmo versterkt bijvoorbeeld de aandacht voor de meest kwetsbare Wwb-cliënten en voor preventieve maatregelen. In 2010 hebben we gerapporteerd over

lokale praktijken op het kruispunt Wmo-Wwb. In 2011 betrekken we ook de Wajong erbij en maken we de slag naar een concrete handreiking voor gemeenten. Ook onderzoeken we of verdere uitwisseling plaats kan vinden via social media communities van betrokkenen. We ondersteunen de community met een databank van goede praktijken, een Wmo-Wwb-Wajong Wijzer en regionale bijeenkomsten.

Page 5: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

5

nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011

Sinds 2006 zijn in de gemeente Roosendaal zogenaamd STA-teams actief (STA = Samen Tegen Armoede). Dit zijn teams van (ex-)bijstands- gerechtigden die de wijk ingaan om verborgen armoede op te sporen. Jongmans: ‘Het oorspronkelijke idee achter deze teams was het terug- dringen van non-gebruik van de bijzondere bijstand. Dat doel is wel bereikt: het beroep op de bijzondere bijstand is met 40% toegenomen. Tegelijkertijd werd echter duidelijk dat onder dit non-gebruik van voor-zieningen een scala aan problemen ligt. Bijvoorbeeld schaamte, eenzaam-heid en isolement. We hebben daarom in 2008/2009 de opdracht van de STA-teams verbreed, ze maken nu ook participatieplannen voor de minima.’

Afgeslankt verder

Een andere doelstelling van het project STA-teams was dat de team-leden vanuit de Wwb zouden door-stromen naar regulier werk. Dat lukt niet zo goed en bovendien is het ziekteverzuim bij teams hoog. Jongmans: ‘We hebben uitgerekend dat het project ons toch zo’n 550.000 euro per jaar kost. Nu is dat ook wel ongeveer wat we aan bijstandsuitke-ringen kwijt zijn, maar van baten kun

Kees Jongmans

Armoedebestrijding in Roosendaal:

Verhalen vertalen naar beleid

Kees Jongmans is wethouder in de gemeente Roosendaal. Als PvdA-politicus is hij sterk gemotiveerd voor armoedebestrijding. Het Verwey-Jonker Instituut bracht de ‘verborgen armoede’ in 337 Roosendaalse huishoudens in beeld. De titel van het eind-rapport - Nergens in Beeld - is veelzeggend.

je dus niet echt spreken. Daarbij besef ik overigens wel dat het sociaal-maatschappelijk rendement van de STA-teams niet goed in geld uit te drukken is. We willen wel doorgaan met dit project, maar dan waarschijn-lijk in een afgeslankte vorm.’

Mensen die op de rand van de armoede leven, hebben vaak gezond-heidsproblemen die hen belemmeren om te werken of te participeren in de samenleving. Dat is één van de conclusies in het rapport Nergens in Beeld. Zou het participatiebeleid daarom niet ook gelinkt moeten zijn aan lokaal gezondheidsbeleid? ‘Wellicht, maar in Roosendaal zijn we nog niet zo ver’, zegt Jongmans. Wel gaat de gemeente voor elk van de dertien wijken een wijkperspectief ontwikkelen. ‘We zullen meer gaan samenwerken met lokale partners en vooral ook het gesprek aangaan met de burgers. De vraag is niet alleen: wat kan de gemeente doen, maar

zeker ook: wat kunnen de mensen zelf doen? Er is veel mogelijk op het snijvlak van Wmo en Wwb, maar het moet nog wel gebeuren. Ik hoorde laatst Jet Bussemaker (oud-staats- secretaris VWS – red.) zeggen dat de Wmo nog te veel ‘op zijn AWBZ’s’ wordt uitgevoerd. Dus vooral vanuit het aanbod geredeneerd en niet vanuit de vraag. Voor die kanteling is een cultuuromslag nodig. In het rapport van het Verwey-Jonker Instituut staan veelzeggende verhalen. Het is aan ons om die verhalen te vertalen naar effectief gemeentelijk beleid. Dat zal nog best lastig zijn, maar we gaan er wél voor!’

Page 6: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

Selectie van tijdschriftartikelen en boekbijdragen van medewerkers van het Verwey-Jonker InstituutWeek 15 (12 april) 2010 tot en met week 07 (18 februari ) 2011

Boonstra, N., & Ham, M. (2010). Overlast op het plein: Over de architectuur van de openbare ruimte. Justitiële verkenningen, 10(5), 80-90.

Boonstra, N., & Wonderen, R. van. (2010). Respect op het plein: Werken aan gedragsverandering in de buurt. MO Samenlevingsopbouw, 29(225), 30-32.

Boutellier, H. (2010). De improvisatiemaatschappij: Over de sociale ordening van een onbegrensde wereld. Den Haag: Boom Lemma.

Boutellier, H. (2010). Lokale wanordening: Over de rol van de politie bij de inrichting van de morele ruimte. In B. van Stokkum, J. Terpstra, & L. Gunther Moor (Red.), De politie en haar opdracht: De kerntakendiscussie voorbij (pp. 191-204). Apeldoorn: Maklu.

Boutellier, H. (2011). Burgers in veiligheid: Over de veronder-stelde beschermingsrelatie tussen staat en gemeenschap. In E.R. Muller & M.M.S. Mekel (red.), Burgers, bestuur en veiligheid: Over de rol van burgers en de verwachtingen die zij hebben van de overheid (pp. 7-17). Den Haag: Raad voor het Openbaar Bestuur ROB.

Boutellier, H., & Steden, R. van. (2010). Sociaal veilig: Paradoxen van zelfredzaam burgerschap. In I. Helsloot & B. van ‘t Padje (red.), Zelfredzaamheid: Concepten, thema’s en voorbeelden nader beschouwd (pp. 55-73). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.

Broekema, M., & Nederland, T. (2011). Gezondheidswinst verbindt gemeente en zorgverzekeraar: Effectieve participa-tiebevordering. WMO Magazine, 3(1), 20-23.

Broekhuizen, J. & Wonderen, R. van. (2010). Samenleven met verschillen: Over de ontwikkeling van een instrument om polarisatie en vertrouwen in buurten te meten. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Broekhuizen, J., Steden, R. van, & Boutellier, H. (2010). Versnipperde regie: De positie van de gemeente in een lokaal veiligheidsnetwerk. Tijdschrift voor Veiligheid, 9(3), 21-33.

Burgoon, B., & Dekker, F. (2010). Flexible employment, economic insecurity and social policy preferences in Europe. Journal of European Social Policy, 20(2), 126-141.

Corsi, M., Crepaldi, C., Samek Lodovici, M., Boccagni, P., & Vasilescu, C. (red.) (with Swinnen, H., et al.) (2010). Ethnic minority and Roma women in Europe: A case for gender equality? Luxembourg: Publication Offi ce of the European Union.

Davelaar, M., Toorn, J. van den, Witte, N. de, Beaumont, J., & Kuiper, C. (2011). Faith-based organisation and social exclusion in the Netherlands. Leuven: Acco.

Dekker, F. (2010). Opvattingen van zelfstandig ondernemers over sociale zekerheid. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 26(2), 146-161.

Distelbrink, M. & Berg, M. van den. (2010). Meer onderzoek nodig naar socialisatie migrantenjeugd en toegankelijkheid voorzieningen. Jeugd en Co Kennis, 2010(3), 52-54.

Distelbrink, M., Roeleveld, W., & Steketee, M. (2010). Kinderen over opvoeden en opvoeders. MO Samenlevings-opbouw, 29(225), 23-26.

Gilsing, R. (2010). De kunst van het overlaten. In L. Klinkers & L. van Vliet (red.), Uit de koker van: Praktijken van verkoke-ring en ontkokering (pp. 95-100). Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).

Gilsing, R., & Klerk, M. de. (2010). Wél stevige betrokkenheid van de civil society in de Wmo: SCP ziet centrale rol voor cliëntenorganisaties. Tijdschrift voor sociale vraagstukken TSS, 64(5), 16-18.

Groot, I.N.J. de, Drost, L.F., & Boutellier, J.C.J. (2010). Bedreigers van politici: Risico’s en interventiemogelijkheden. Den Haag: Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.

Hoogeboom, M., Giebels, E., & Bakker, I. (2010). Mensen- handel: Daders onderzocht. Het tijdschrift voor de politie, 72(7), 6-8.

Junger-Tas, J., Haen Marshall, I., Enzmann, D., Killas, M., Steketee, M., & Gruszcynska, B. (2010). Juvenile Delinquency in Europe and Beyond: Results of the Second International Self–Report Delinquency Study. New York: Springer.

Keulen, A. van, Beurden, A. van, & Pels, T. (2010). Van alles wat meenemen: Diversiteit in opvoedingsstijlen in Nederland. Bussum: Coutinho. (Derde herziene druk).

Lammerts, R., & Stavenuiter, M. (2010). Wajongers op de werkvloer: Inpassing en acceptatie van jonggehandicapten in bedrijven. Den Haag: Raad voor Werk en Inkomen.

Lammerts, R., Verwijs L.M., Homberg, J., Hekkert, K.D., Kroon, S. de, Kamphuis, H.C.M. (2010). Patiënten-, gehandi-capten- en ouderenorganisaties in Nederland: Cliëntenraden van GGz-instellingen (Brancherapport Cliëntenraden in beeld). Utrecht: LOC.Aparte uitgave voor: Cliëntenraden van revalidatiecentraCliëntenraden van thuiszorginstellingenCliëntenraden van ziekenhuizen

Lünnemann, K. (2010). Handreiking nazorg. In Federatie Opvang, Met verstand van zaken! Handreiking voor de vrouwenopvang bij de aanpak van eergerelateerd geweld. Amersfoort: Federatie Opvang.

Mak, J., Steketee, M., & Gilsing, R. (2010). Jeugdparticipatie, nog een wereld te winnen. MO Samenlevingsopbouw, 29(225), 26-28.

Mein, A. (2010). De veranderende rol van de burgemeester (boekbesprekingen). Tijdschrift voor Veiligheid, 9(4), 57-60.

Mein, A. (2010). Lusten en lasten: private aanpak van winkeldiefstal. Security Management, 2010(7/8), 24-25.

Mein, A. (2010). Uitbreiding bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid: Een versterking of verzwak-king van de positie van de burgemeester? Tijdschrift voor Veiligheid, 9(3), 34-44.

Mein, A. (2010). Voorzorg en bestuurlijke handhaving. In M. Hildebrandt & R. Pieterman (red.), Zorg om voorzorg (pp. 65-76). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.

Mein, A. (2010). Wie houdt er toezicht op de toezichthouders? Security Management, 2010(6), 34-35.

Mein, A. (2011). Externe inhuur BOA’s. Security Management, 2011(1/2), 14-15.

Prins, R., & Boutellier, H. (2010). De lokale voorzorgcultuur: Over de steeds verder naar voren werkende overheid in de aanpak van sociale onveiligheid. Tijdschrift voor Veiligheid, 9(2), 3-17.

Rutjes, L., & Mak, J. (2010). Inspraak van jongeren is vanaf heden te meten. Jeugdbeleid, 4(4), 233-239.

6

Page 7: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

Recente publicaties Verwey-Jonker InstituutOnderstaande publicaties (op alfabetische volgorde) zijn een selectie van uitgaven van het Verwey-Jonker Instituut vanaf december 2010. Alle publicaties zijn, tenzij anders vermeld, te bestellen en/of te downloaden via de website van het Verwey-Jonker Instituut: www.verwey-jonker.nl en via distributeur Euromail: Telefoon: 0182 645615, Fax: 0182 633029, Internet: www.euromail.nl

Selectie van tijdschriftartikelen en boekbijdragen van medewerkers van het Verwey-Jonker InstituutWeek 15 (12 april) 2010 tot en met week 07 (18 februari ) 2011

Steden, R. van, Vliet, M. van, Salman, T., & Boutellier, H. (2010). Gemeenschap als bron van positieve veiligheid: Een conceptuele verkenning en aanzet tot empirisch onderzoek. Tijdschrift voor Veiligheid, 9(2), 31-47.

Steketee, M. (2010). Belemmeringen tussen signalen en effecten. In B.P. Uittenbogaard (red.), Werken met multi- probleemhuishoudens (pp. 180-188). Baarn: ThiemeMeulenhoff.

Steketee, M., & Gruszczynska, B. (2010). Juvenile delinquency in six new EU member states. European Journal on criminal policy and research, 16(2), 111-125.

Steketee, M., & Vandenbroucke, M. (2010). Achttien Jaar en uit de Zorg? Deviant, 17(65), 17-20.

Swinnen, H. (2010). Germany 2010: The Federal Foundation Mother and Child for pregnant women in emergency situati-ons: Synthesis report (Peer Review in Social Protection and Social Inclusion and Assessment in Social Inclusion). S.l.: European Commission DG Employment, Social Affairs and Equal Opportunities. Gezien 20 april 2010 op: http://www.peer-review-social-inclusion.eu/peer-reviews/ 2009/federal-foundation-mother-and-child-for-pregnant- women-in-emergency-situations

Terpstra, J., & Mein, A. (red.) (2010). Themanummer De gemeente in de veiligheidszorg. Tijdschrift voor Veiligheid, 9(3), 3-75.

Uzozie, A., Neijboer, D., Mak, J., & Vandenbroucke, M. (2010). Ik heb wel een idee! Een verkennend onderzoek naar kinder-participatie in Amsterdam. Amsterdam: Stichting Alexander.

Wolthuis, A. (2010). Impressies van een reis door Nieuw-Zeeland, op zoek naar herstel. Tijdschrift voor Herstelrecht, 10(1), 47-59.

Wolthuis, A., & Vandenbroucke, M. (2010). Schade herstellen tijdens jeugddetentie. Proces, 89(3), 150-164.

Wonderen, R. van, & Boonstra, N. (2010). De buurt als opvoedingsomgeving: Buurtnetwerkoverleg geen doel, maar middel. Secondant, 24(2), 38-41.

Wonderen, R. van, & Broekhuizen, J. (2011). Spanningen in buurten: Theoretische verkenning en empirische toetsing van risico- en beschermingsfactoren voor polarisatieprocessen. Cahiers Politiestudies, 18(1), 53-77.

Wonderen, R. van, & Engbersen, R. (2010). Alleen samen optrekken tegen onveiligheid helpt. Tijdschrift voor Volkshuisvesting, 16(4), 30-35.

Wonderen, R. van. (2010). De buurt als opvoedingsomgeving: Buurtnetwerkoverleg geen doel, maar middel. Secondant, 24(2), 38-41.

‘Een vreemde in eigen land’Ontevreden autochtone burgers over nieuwe Nederlanders en de overheidMarjan de Gruijter, Eliane Smits van Waesberghe & Hans Boutellier, 2010,ISBN 978-90-5260-373-5Bestellen: Uitgeverij Aksant www.aksant.nl

Buitengewoon alledaagsDe rol van levensbeschouwelijke organisaties bij het bestrijden van sociale uitsluiting in TilburgMaarten Davelaar, Jessica van den Toorn & Roos van Veen, 2010,ISBN 978-90-5830-390-5, 129 pag. € 9,50.

De methodiek Oranje Huis in uitvoeringKatinka Lünnemann, Lisanne Drost & Willemijn Smit, 2011,ISBN 978-90-5830-420-9, 92 pag. € 9,50.Onderzoek naar een nieuwe vorm van vrouwenopvang die niet geheim is, maar wel veilig.

De publieke waarde van pleinenDe ontwikkeling en toepassing van een sterrensysteem voor Rotterdamse pleinenNanne Boonstra, Niels Hermens & Inge Bakker, 2010,ISBN 978-90-5830-384-4, 132 pag. € 23,00.

Evaluatie Pilot Internationale KinderontvoeringInge Bakker, Rianne Verwijs, Katinka Lünnemann & Irmgard Olthof, m.m.v. Mariëlle Bruning, 2010,ISBN 978-90-5830-428-5, 86 pag. € 12,00.Onderzoek naar de pilot ‘pressure cooker’.

Evaluatie Reglement CBF-KeurArnt Mein & Diane Bulsink, 2010,ISBN 978-90-5830-423-0, 40 pag. € 7,00.Onderzoek naar de werking van het in 2008 vernieuwde reglement CBF-keur.

Experimenteel onderzoek in de sociale werkelijkheidDrie voorbeelden: Communities that Care, Thuis op straat en VakmanstadHarrie Jonkman, Nanne Boonstra & Ron van Wonderen, 2010,ISBN 978-90-5830-391-2, 68 pag. € 7,00.

Buitengewoon alledaags

De publieke waarde van pleinen

7

nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011

Page 8: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

Geweld in afhankelijkheidsrelatiesOntwikkelingen in vraag naar en aanbod van hulp en opvangKatinka Lünnemann, Marjolein Goderie & Bas Tierolf, 2010, ISBN 978-90-5830-999-0, 110 pag. € 12,00.

Ik heb wel een idee!Een verkennend onderzoek naar kinder-participatie in AmsterdamJodi Mak & Myriam Vandenbroucke, 2010.Bestellen: Stichting Alexander www.st-alexander.nl

Lokale cöordinatie: de onmisbare schakelAdviezen aan vrijwilligersorganisatie in zorg en welzijnMarian van der Klein & Dick Oudenampsen, 2010,ISBN 978-90-5830-374-5, 101 pag. € 12,00

Nergens in beeldLeven op het minimum in RoosendaalTrudi Nederland, Monique Stavenuiter & Diane Bulsink, 2010,ISBN 978-90-5830-379-0, 73 pag. € 9,50.

Op het kruispunt van twee wettenGemeentelijke samenhang van Wmo en WwbMonique Stavenuiter & Marian van der Klein, 2010,ISBN 978-90-5830-385-1, 50 pag. € 7,00.

Participatiebevordering in de WmoParticiperen in drie leefdomeinenMarjan de Gruijter, Erik van Marissing & Trudi Nederland, 2010,ISBN 978-90-5830-391-2, 84 pag. € 9,50.

Praktijken voor de aanpak van eenzaamheid bij oudere migrantenOnderzoek in opdracht van de Coalitie ErbijMarjan de Gruijter & Rianne Verwijs, 2010,ISBN 978-30-5830-855-9, 83 pag. € 12,00.

Prenatale voorlichting in de regio Gooi en VechtstreekMarjolijn Distelbrink, Ouafi la Essayah, Rob Gilsing & Esmy Kromontono, 2010,ISBN 978-90-5830-414-8, 56 pag. € 7,00.Onderzoek naar de rol van gemeente en CJG bij prenatale voorlichting in de regio Gooi en Vechtstreek.

Refl ectie op de Nationale OmbudsmanArnt Mein, Hans Boutellier, Freek de Meere, Katinka Lünnemann & Freek Hermens, 2010ISBN 978-90-5830-413-1, 56 pag. € 7,00.Onderzoek naar de invulling van het ambt van de Nationale Ombudsman.

Slachtoffers van geweld binnen de publieke taakWouter Roeleveld & Inge Bakker, 2010,ISBN 978-90-5830-405, 68 pag. € 7,00.Deze publicatie bevat de resultaten van een verkennend onderzoek naar slachtof-fers van verbaal en fysiek geweld onder werknemers met een publieke taak.

Sporten, geen probleemOnderzoek naar het bevorderen van sportdeelname van jeugdigen met gedragsproblemenNanne Boonstra, Rob Gilsing, Niels Hermens & Erik van Marissing, 2010,ISBN 978-90-5830-404-9, 121 pag. € 17,00.

Tussen kwetsbaar en vitaalNieuwe burgerinitiatieven en zelfredzaam-heid in een ouder wordende samenlevingMonique Stavenuiter, Trudi Nederland & Jessica van den Toorn, 2010,ISBN 978-90-5830-409-4, 63 pag. € 7,00.

Tussen principes en pragmatismeEen onderzoek onder Nederlandse gemeenten naar de subsidiëring van levensbeschouwelijke organisaties Maarten Davelaar & Eliane Smits van Waesberghe, 2010,Bestellen: FORUM www.forum.nl

Samen voor succes in armoedebestrijdingOnderzoek en advies in het kader van de Nederlandse Stedenestafette 2010Auteurs in deze reeks: Marian van der Klein; Astrid Huygen; Trudi Nederland; Rob Lammerts; Marie-Christine van Dongen; Diane Bulsink; Hugo Swinnen; Fabian Dekker; Jessica van den Toorn; Freek Hermens

2010 was het Europese Jaar ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en daarom deden drieëntwintig gemeenten in Nederland mee aan de Stedenestafette. De Stedenestafette kwam tot stand op initiatief van MOVISIE en het Verwey-Jon-ker Instituut. Gemeenten krijgen door de Stedenestafet-te de gelegenheid om van elkaar te leren. Het gaat om versterking, vernieuwing en verbetering van de lokale samenwerking ten behoeve van de minima. Om goed advies te kunnen geven voerde het Verwey-Jonker Instituut in alle deelnemen-de gemeenten een lokaal onderzoek uit. Het instituut inventariseerde ook de wensen voor de lokale sociale toekom-stagenda. De rapporten gaan over de volgende gemeenten:AlkmaarAlmereBredaDelftDen HaagEindhovenEnschedeHengeloLeidschendam-VoorburgLelystadOssRidderkerkRoosendaalRotterdamSchiedamSittard-GeleenTilburgUtrechtVlaardingenWaddinxveenWoerden e.o.ZeistZoetermeer

Vervolg recente publicaties Verwey-Jonker Instituut

Geweld in afhankelijkheidsrelaties

Lokale coördinatie: de onmisbare schakel

Reflectie op de Nationale ombudsman

Samen voor succes in armoedebestrijding: Utrecht

en sociale uitsluiting

van de bestrijding van armoede

2010Europees Jaar

Stedenestafette

8

Page 9: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

9

Toen Willem de Jager in 2006 aantrad als PvdA-wethouder, lag het armoede-percentage in Lelystad op 14%. Het landelijk gemiddelde was 10%. Tegelijkertijd bleef er veel geld voor de minima op de plank liggen. ‘Mensen bleken de weg niet te weten naar de voorzieningen. Maar we ontdekten nog iets: armoede wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven. Die cirkel van over- erving kun je alleen doorbreken als je aan de voorkant begint: bij de kinderen. We hebben daarom samen met het maatschappelijk middenveld een nota armoedebeleid ontwikkeld, die sterk focust op preventie en het bieden van kansen. We willen nú voorkomen dat kinderen later in een achterstandspositie terecht komen. Armoede heeft namelijk niet alleen te maken met geld. Het gaat er ook om of je als kind mee kunt doen. Minstens zo belangrijk als geld zijn onderwijs, opvoeding, werk, de taal goed spreken, enzovoort. Daarom zetten we bijvoorbeeld in op extra begeleiding op school, mentorprojec-ten en opvoedondersteuning.’

Hart, hoofd en handen

Er is in Lelystad een groot draagvlak voor preventief armoedebeleid in het maatschappelijk middenveld, dat bestaat uit professionals en vrijwilligers. Hoe is dat ontstaan? Ingrid Bruin: ‘We hebben de nota armoedebeleid samen met deze partijen ontwikkeld. Men herkende zich dus in de aanbevelingen en voelde zich er medeverantwoordelijk voor. We zijn vervolgens begonnen met koffi ebijeenkomsten, gewoon met elkaar om tafel om kennis te maken en uit te wisselen. Die bijeenkomsten verliepen heel geanimeerd en bleken

Willem de Jager en Ingrid Bruin

Lelystad: van armoedebeleid naar kansenbeleid

Lelystad was één van de eerste Nederlandse gemeenten die sterk inzetten op preventief armoedebeleid. Dat blijkt uit een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut in het kader van de Stedenestafette. De onderzoekers noemen de stad ‘een voorbeeld voor andere gemeenten’. Hoe doen ze dat in Lelystad? Wethouder Willem de Jager en projectleider Ingrid Bruin leggen het uit.

ook een goede opstap te zijn naar de armoedeconferenties die wij hier jaarlijks houden. Vier jaar geleden hadden we daarvoor een bestand van 50 adressen, nu zijn het er meer dan 500.’

Hart (betrokkenheid), hoofd (kennis en kunde) en handen (uitvoeringskracht). Die combinatie is volgens Ingrid Bruin nodig voor succesvolle armoedebestrijding. Deze ingrediënten komen ook terug in de cursussen en de armoede-conferenties voor de samenwerkings-partners en vrijwilligers. Als belang-rijke succesfactoren noemt zij verder laagdrempeligheid, heldere doelen en de bereidheid om samen verantwoor-delijkheid te dragen. De Jager vult het rijtje aan met consistentie: ‘Als je focust op kinderen, heb je de lange termijn nodig om resultaten te boeken. Dat vraagt om consistent beleid en lange adem. Je moet als wethouder niet op de korte termijn willen scoren met een paar goed- lopende projecten.’

Eigen kracht

Bruin: ‘Wij hebben hier met z’n allen heel helder hoe we armoede kunnen signaleren, zonder te stigmatiseren. We gebruiken een armoederisico- profi el, dat al op het consultatie- bureau wordt ingezet. Ouders worden dus al heel vroeg gewezen op regelin-gen en kansen. Met vragen over armoede kan iedereen terecht bij het Kanspunt. Niet alleen krijgen mensen daar snel antwoord, na een tijdje wordt ook gevraagd of het probleem opgelost is. Die follow-up wekt vertrouwen.’

De Jager: ‘We gaan uit van een zo regulier mogelijk aanbod. Hoogleraar opvoedkunde Jo Hermanns zei op één van onze jaarlijkse conferenties: ‘Wat goed is voor kinderen, is ook goed voor arme kinderen.’ Onze aanpak is gericht op het versterken van eigen kracht van mensen. Wij bieden kansen en faciliteren het aanvragen van tegemoetkomingen. Vervolgens moeten de mensen het wel zelf doen.’ Dat aanvragen komt goed op gang in Lelystad. Zo goed zelfs, dat overschrijding van het budget dreigt. Om volgend jaar meer geld te krijgen, moet de wethouder aan de gemeenteraad kunnen uit- leggen wat de effecten zijn van het preventieve armoedebeleid. ‘Daarvoor ontwikkelen we momenteel een Armoedemonitor, op aanbeveling van het Verwey-Jonker Instituut. In het najaar zullen daar de eerste resultaten uitrollen.’ Ingrid Bruin en Willem de Jager zijn trots op wat er samen met alle partijen tot stand is gebracht. ‘Ons armoedebeleid gaat ergens over, het maakt direct het verschil voor mensen!’

nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011

Page 10: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

10

Hugo Swinnen

‘ Gemeenten hebben meer met de Europese agenda dan ze denken’

Hugo Swinnen is senior onderzoeker en adviseur internationalisering bij het Verwey-Jonker Instituut. Hij doet al jaren onderzoek naar armoedebestrijding en sociale uitsluiting in zowel Nederland als Europa.

Waar staat het Nederlandse armoede-beleidsonderzoek in relatie tot de Europese context?

‘Nederland heeft relatief lage armoe-decijfers in vergelijking met de andere lidstaten van de Europese Unie, dat is positief. Nederland scoort vergelijken-derwijs zwak op onder andere het aantal kinderen dat in arme gezinnen leeft en de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden. In 2008 is er vanuit Europa een mooie aanbeveling gekomen op het gebied van ‘Active Inclusion’. Deze aanbeveling is gericht op drie evenwaardige pijlers (een menswaardig inkomen, toeleiding naar arbeid of maatschappelijke activiteiten, en adequate dienstverlening). In Nederland worden deze pijlers niet altijd evenwaardig ingezet, het gaat hier vaak om werk boven inkomen. Werk is natuurlijk erg belangrijk, maar men moet niet vergeten dat werk hebben niet hetzelfde is als niet meer

arm zijn. Bovendien hecht Europa veel belang aan participatie van betrokkenen in de beleidsvorming.’

Kun je een voorbeeld geven van een Europees land dat dit laatste goed oppakt?

‘België doet het wat dat betreft erg goed. Ten eerste zorgen ze voor systematische consultaties van profes-sionals en ‘grassroot’-organisaties. Ten tweede maken ze in België ook meer gebruik van ervaringsdeskundigen. De overheid is daar al een tijd bezig met een experiment, waarbij mensen die ervaring hebben met armoede in over-heidsdienst als ervaringsdeskundige optreden. Zij leggen de verbinding tussen het beleven van armoede en het optreden van de overheid. Het systematisch consulteren van professionals en grassroot-organisaties gebeurt in Nederland overigens wel al veel op lokaal niveau, zo blijkt ook uit

de onderzoeken van de Steden- estafette. Gemeenten staan in hun armoedebeleid dichter bij de Europese agenda dan ze misschien in eerste instantie denken. Zij zouden dit feit ook in hun relatie met het Rijk meer kunnen benutten.’

Welke toekomstplannen zijn er vanuit Europa?

‘Europe 2020 is de vernieuwde Lissabon-strategie, die de doelstellingen voor 2020 bevat. Hiermee komt armoede-beleid op een hoger niveau in het beleid van de Europese Unie. Naast kenniseconomie en duurzaamheid is sociale insluiting een centrale pijler geworden. Er zijn nu 120 miljoen armen in Europa (volgens Europese indicatoren), de bedoeling is dat dit aantal in 2020 met 20 verminderd is. Of dit lukt zal onder andere afhangen van de commit-ment van alle Europese landen.’

Opdrachtgever : Ministerie van VWS/Beter in MeedoenProjectleider : Drs. Rianne VerwijsProduct : Factsheets Lokale aanpak eenzaamheid, najaar 2011

Lopend onderzoek:

Lokale aanpak eenzaamheid

Het Verwey-Jonker Instituut ontwikkelt een format om de lokale samen-werking rondom eenzaamheid te onderzoeken en verbeteren. Voor drie gemeenten analyseren we bestaand, onafhankelijk onderzoek, bestuderen we beleidsdocumenten, en houden we interviews met belangrijke spelers in de gemeente rondom eenzaamheid. Ook nemen we een digitale enquête af onder ambtenaren en medewerkers van maatschappelijke organisaties. De informatie uit het onderzoek verwerken we tot een factsheet die input is voor een discussie in gemeentelijke bijeenkomsten. Het project richt zich niet op kennislacunes, maar op knelpunten en randvoorwaarden bij lokale samenwerking, evenals op mogelijkheden en draagvlak om het lokale beleid op het gebied van eenzaamheid te verbeteren.

Page 11: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011

11

Drie vragen aan Lex Heerma van Voss, wetenschappelijk directeur Stichting Instituut Gak

Is werken goed voor een mens?

1 Hoe is het thema niet-uitkerings-gerechtigde vrouwen op de agenda gekomen?

‘Stichting Instituut Gak is een vermogens-fonds dat subsidie verstrekt aan projecten die de kwaliteit van de sociale zekerheid ten goede komen. De onderzoeksvraag over de arbeidsmotivatie van niet-uitkerings- gerechtigden past binnen die doelstelling. Meer mensen aan het werk betekent meer premie-inkomsten en dat is weer belangrijk om ons stelsel van sociale zekerheid in stand te kunnen houden. Bovendien denken wij dat het in principe voor iedereen goed is om te participeren op de arbeidsmarkt. Daar is trouwens momenteel ook brede consensus over.’

2 Waarom speciaal deze groep?

De overheid prikkelt mensen met een uitkering om zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan. Niet-uitkeringsgerechtigden vallen wat dat betreft buiten het bereik van de overheid. Onder hen vind je vrouwen met een goed verdienende partner – meestal autochtoon en hoog opgeleid – en vrouwen die vanwege hun – veelal allochtone – achter-grond een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Wij hebben ervoor gekozen om het onderzoek te richten op deze twee groepen vrouwen.’

3 Waarom is participatie belangrijk voor Stichting Instituut Gak?

‘Het is ook voor vrouwen belangrijk dat zij in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Sommigen zullen vast goed kunnen beargu-menteren waarom zij geen baan hebben en dan vind ik het ook prima. Ik verwacht echter dat er veel vrouwen zijn die wel willen werken maar daarin belemmeringen ervaren. Zodra we hier betrouwbare informatie over hebben, kunnen we een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over dit thema.’

Wat belemmert niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen om betaald werk te zoeken en wat zou hen kunnen motiveren om dat wel te doen? Stichting Instituut Gak is daar benieuwd naar en heeft daarom het Verwey-Jonker Instituut gevraagd om er onderzoek naar te doen.

co

3 vragen aan...

Page 12: VERWEY-JONKER INSTITUUT VERWEY-JO NKER INS TITUUT … · Veel mensen hebben moeite om uit de armoede te komen. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit is gestegen. De cijfers

Begin 2010 kreeg Rinda den Besten het symbo-lische startstokje voor de Stedenestafette aangereikt uit Europa. Dat was zeker niet de start van armoedebestrijding in Nederland, zegt de wethouder met nadruk. ‘Het motto van de Stedenestafette was: versterken, vernieu-wen en verbeteren van lokale samenwerking. Dat geeft aan dat er al het nodige gaande was op dit gebied. Utrecht bijvoorbeeld is al veel langer een sociale stad.’Zeer succesvol in Utrecht is de U-pas, die een bereik van bijna 100% heeft. Deze pas geeft mensen met maximaal 125% van het minimum-inkomen recht op allerlei tegemoetkomingen en kortingen. Den Besten: ‘Dankzij deze pas kunnen ook mensen die het niet breed hebben meedoen in de samenleving. En het werkt. We hebben recent gemeten dat 80% van de Utrechtse basisschoolkinderen aan georgani-seerde sport doet.

Rinda den Besten

‘ We kunnen veel meer van elkaar leren!’

Deze nieuwsbrief is ook te vinden in pdf-formaat op www.verwey-jonker.nl onder de rubriek Actueel, Nieuwsbrief. U kunt daar ook de nieuwsbrief bestellen: via het aanmeld- formulier, of via een e-mail met uw adresgegevens aan: [email protected] Aan dit adres zijn ook uw opmerkingen en vragen welkom.

Tekst: Verwey-Jonker InstituutAfke Hielkema, Ethiscript (www.ethiscript.nl)

Ontwerp en lay-out: Grafi tall, Eindhoven

Druk: PrintPlan, Eindhoven

Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken

Verwey-Jonker InstituutKromme Nieuwegracht 63512 HG UtrechtT: (030) 230 07 99F: (030) 230 06 [email protected]

Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken

Rinda den Besten

Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken

12

nieuwsbrief nummer 34 – maart 2011

De gemeente Utrecht was één van de initiatiefnemers van de Stedenestafette in het kader van het Europees jaar ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. PvdA-wethouder Rinda den Besten vindt het goed dat de focus een jaar lang extra op het armoedebeleid heeft gelegen. Maar de aandacht mag niet verslappen. Haar dringende oproep aan het kabinet: ‘Handen af van het armoedebeleid. Maak van de gemeente niet puur een uitkeringsfabriek.’

uitvoeren. Daar zouden heel veel mensen de dupe van worden.’

Samenwerken

Armoedebestrijding krijgt in Utrecht veel aandacht en dat is niet voor niets. In de Domstad leeft één op de tien huishoudens op of rond de armoedegrens. De gemeente zoekt in de strijd tegen armoede de samenwerking met het maatschappelijk middenveld, vertelt Den Besten. ‘Eén van de punten uit de effectrapportage van het Verwey-Jonker Instituut is dat partijen elkaar eerder en beter moeten vinden. Wij zijn hier net gestart met een Armoede-coalitie. Dat is een groep mensen uit welzijnsinstellingen, woningcorporaties, hulpverleningsinstanties, de gemeente, enzovoort. We bespreken daar wat ieder vanuit de eigen beleidsverantwoordelijkheid kan doen en vooral: wat kunnen we samen doen? Die uitdaging van samenwerking ligt er ook voor de gemeente intern. We zullen bijvoorbeeld beter de koppeling moeten leggen tussen het armoedebeleid en het Wmo-beleid.’

Rinda den Besten doet tot slot nog een oproep aan alle betrokken overheden en de VNG. ‘Er gebeuren allerlei goede dingen in Nederland op het gebied van armoede-bestrijding, dat is ook in de Stedenestafette weer duidelijk gebleken. Die best practices moeten beter onder de aandacht gebracht worden. Wij kunnen veel meer van elkaar leren!’

de VNG. ‘Er gebein Nederland op het gebied van

n de StedenestafetteInvesteren in de gezondheid en participatie van kinderen is belangrijk. Je kunt er veel maatschappelijke ellende mee voorkomen. Ik hoop dat het kabinet dat ook inziet en het voornemen om het minimabeleid te maximeren op 110% van het minimuminkomen niet zal

© Verwey-Jonker Instituut, maart 2011