Waarom is de armoede niet gedaald? Reflectie op het (armoede)beleid
date post
12-Jan-2016Category
Documents
view
47download
0
Embed Size (px)
description
Transcript of Waarom is de armoede niet gedaald? Reflectie op het (armoede)beleid
Waarom is de armoede niet gedaald?
Reflectie op het (armoede)beleidBea CantillonCentrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, Universiteit Antwerpen
Eerst enkele kencijfersHet inkomen op de EU-armoedegrens
- alleenstaande: 821 euro - koppel met 2 kinderen: 1726 euro
Wat koopt een gezin op de EU-armoedegrens? Het geval van een alleenstaande moeder met 2 kinderen in Belgi
16% van alle personen leeft in een gezin met een inkomen gelijk of lager dan de EU-armoedegrens
25% van de 75-plussers23% van de niet werkenden36% van de kinderen van alleenstaande ouders78% van de kinderen die opgroeien in een gezin zonder arbeidsinkomen
-21% van de kinderen in arme gezinnen loopt schoolse achterstand op-22% heeft gedragsproblemen (heeft zorgen, is bang, wordt gepest, is overactief, heeft moeite om zich te concentreren)-Depressiviteit komt significant meer voor onder de armoedegrens-Problematische schuldsituaties-etc
Recente trends- Volgens PSBH ECHP: afname armoede in 90er jaren- Volgens SEP: lichte toename- Vanaf 2002: nieuwe data (SILC) onvergelijkbaar met voorgaande
At-risk-of-poverty rate after social transfers 1995-2007Source: EU Structural Indicators (Atkinson, 2009)
What lies behind?Trends in both directions, but more downTrends in both directions, broadly balanced
In de rijke Europese landen is definancile armoede niet gedaald
ofschoon:
1. nog nooit zoveel mensen aan het werk2. meer sociale overheidsuitgaven3. verdieping sociaal beleid4. armoede sterk aanwezig in beleidsdiscours
Aantal werkenden en aantal gewerkte uren (Belgi)
verdere groei sociale overheidsuitgaven
Chart4
16.514.512.4814.317.511.37.910.3
22.623.525.218.420.82324.118.928.6
23.72525.524.525.322.524.422.630.5
26.126.527.622.528.727.320.725.131.3
Oostenrijk
Belgi
Denemarken
Finland
Frankrijk
Duitsland
Nederland
Noorwegen
Zweden
Sheet1
1960198019902003
Oostenrijk16.522.623.726.1
Belgi14.523.52526.5
Denemarken12.425.225.527.6
Finland818.424.522.5
Frankrijk14.320.825.328.7
Duitsland17.52322.527.3
Nederland11.324.124.420.7
Noorwegen7.918.922.625.1
Zweden10.328.630.531.3
Sheet1
1960
1980
1990
2003
Sheet2
Oostenrijk
Belgi
Denemarken
Finland
Frankrijk
Duitsland
Nederland
Noorwegen
Zweden
Sheet3
Verdieping van het sociaal beleidkinderopvangloopbaanonderbreking/tijdskredietzorgverzekeringdienstenchequesbrugpensioenenfocus op gelijke kansen in onderwijsaktivering verheffen, verbinden, activeren (Nederlandse Raad voor het Regeringsbeleid)
Armoede in het beleidsdiscours
-EU-consensus rond Laken indicatoren (OMC)-regeringsverklaringen in Belgi en Vlaanderen-2010 jaar van de armoede
Waarom is de armoede dan toch niet gedaald?
De grote veranderingen sedert 19701.Economische groeivertraging2.Post-industrile transitie en globalisering3.Veranderingen in de gezinsvorming4.Emancipatie van de vrouw
GevolgenBudgettaire beperkingenNieuwe sociale risicos: - laaggeschooldheid - echtscheiding, n inkomen - combinatie arbeid-gezinToenemend gebruik SZ - werkloosheid - oudere werknemers
De beleidsuitdaging fiscale discipline
Nieuwe behoeften werkgelegenheid
The Social Investment State: beleidsingredinten -focus op werk (strijd werkloosheidsvallen, arbeidskostverlaging, aktivering, subsidiring)-kostenbesparingen (selectiviteit, privatisering)-bescherming van nieuwe sociale risicos (loopbaanonderbreking, kinderopvang )-focus op gelijkheid van kansen (meer dan op gelijkheid van uitkomsten)
Resultaten-groei tewerkstelling
-vertraagde groei sociale overheidsuitgaven -bescherming nieuwe sociale risicos
Maar: de paradox van de investeringsstaatmattheuseffecten in de nieuwe sociale risicos
- en verwaarlozing van oude sociale risicos
nieuwe sociale risicos en nieuwe Mattheuseffecten-Inzet op werk: tendentieel meer naar hogere inkomens (cf jobkorting)-Inzet op nieuwe sociale risicos: tendentieel meer naar hogere inkomens (cf kinderopvang)-Inzet op gelijke kansen: leidt vaak pas later naar grotere gelijkheid van uitkomsten (cf onderwijs)
Gebruik van kinderopvang naar opleiding moeder laag hoog -formele zorg 21% 40%-geen opvang/ flexibel werk 21% 16%-geen opvang/ werkt niet 39% 13%
= emancipatie in twee snelheden
Partipatie hoger onderwijs naar onderwijsniveau moeder 1992 2004
-laag 16% 17%-midden 30% 34%-hoog 52% 56%
Erosie van de minima in de kopgroep van de EUBron: CSB, 2004.
Bijstandsuitkering in % van gemiddeld loon: evolutie van 1992 tot 2002 KoppelAlleenstaand/2 kinderenDuitsland-12%-8%Noorwegen-10%-11%Belgi-6%-5%Frankrijk-+2%Nederland-25%-26%Zweden-19%-16%Luxemburg-19%-16%
Minima vergeleken met de EU-armoedegrenzen Bron: CSB, 2004
DAAROM : Sociale overheidsuitgaven worden minder herverdelend Bron: Eustat, CSB
Van investerings- naar participatiemaatschappij-Blijvende inzet voor gelijke kansen in onderwijs, werk, gezondheid, huisvesting-Met respect voor de gradatie van individuele mogelijkheden-En voor niet economische aktiviteiten-Zonder de oude sociale risicos te vergeten