Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016...Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016 5 2...
Transcript of Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016...Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016 5 2...
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
2
Inhoudsopgave
1 Inleiding ............................................................................................................................................ 4
2 Organisatie dekenberaad ................................................................................................................. 5
2.1 Algemeen ................................................................................................................................. 5
2.2 Samenstelling en werkwijze .................................................................................................... 5
2.1.1 Ondersteuning ..................................................................................................................... 5
2.1.2 Unit Financieel Toezicht Advocatuur ................................................................................... 5
2.3 Vergaderingen ......................................................................................................................... 6
2.4 Zichtbaarheid dekenberaad ..................................................................................................... 7
3 Prioriteiten voor 2016 ....................................................................................................................... 8
4 Activiteiten ...................................................................................................................................... 10
4.1 Toezicht ................................................................................................................................. 10
4.1.1 Opgave nieuw kantoor ....................................................................................................... 10
4.1.2 Centrale controle op de verordening over 2015 ................................................................ 10
4.1.3 Kantoorbezoeken ............................................................................................................... 11
4.1.4 Onderzoek door de deken ................................................................................................. 12
4.1.5 Risico gestuurd toezicht .................................................................................................... 13
4.1.6 Signaaluitwisseling ketenpartners ..................................................................................... 13
4.1.7 Financieel toezicht ............................................................................................................. 15
4.1.8 Wwft toezicht ..................................................................................................................... 16
4.1.9 Toezicht op de cassatie advocatuur .................................................................................. 18
4.2 Klachtbehandeling ................................................................................................................. 18
4.3 Handhaving ............................................................................................................................ 19
4.3.1 Beleidsregel handhaving Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
........................................................................................................................................... 19
4.3.2 Bestuursrechtelijke handhaving niet beschikken advocatenpas ....................................... 19
4.3.3 Handhaving gedragsregel 2 lid 2 ....................................................................................... 20
4.3.4 Tuchtrechtelijke handhaving: overwegingen bij het indienen van een dekenbezwaar ..... 20
4.4 Overige activiteiten ................................................................................................................ 21
4.4.1 Verschoningsrecht ............................................................................................................. 21
4.4.2 Professionalisering ............................................................................................................ 21
4.5 Vooruitzicht activiteiten 2017 ................................................................................................. 22
4.5.1 Evaluatie Wet positie en toezicht advocatuur .................................................................... 22
5 Verantwoording .............................................................................................................................. 23
5.1 Klachtregistratie ..................................................................................................................... 23
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
3
5.2 Kantoorbezoeken................................................................................................................... 26
5.3 Specifiek toezicht dossiers .................................................................................................... 27
5.4 Resultaten Centrale controle op de verordening over 2015 .................................................. 28
6 BIJLAGEN ...................................................................................................................................... 29
Bijlage 1 – Samenstelling dekenberaad 2016 ............................................................................... 29
Bijlage 2 – Aantallen reguliere onderzoeken unit FTA 2016 ........................................................ 30
Bijlage 3 – Consultatiereactie Vierde Europese anti-witwasrichtlijn .......................................... 31
Bijlage 4 – Resultaten klachtregistratie 2016 ................................................................................ 35
Bijlage 5 – Resultaten kantoorbezoeken 2016 .............................................................................. 40
Bijlage 6 – Resultaten s-dossiers 2016 .......................................................................................... 42
Bijlage 7 – Resultaten bestuursrechtelijke handhaving 2016 ..................................................... 46
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
4
1 Inleiding
Het ordejaar 2016 – het tweede jaar na de invoering van het vernieuwde toezicht op advocaten - heeft
voor het dekenberaad deels in het teken gestaan van het uitvoeren van eerder voorbereid beleid met
betrekking tot toezicht en handhaving (zie jaarplannen 2015 en 2016) en overigens aan het voortzetten
van deze taken en het optimaliseren van werkwijzen. Daarbij is aandacht besteed aan het ontwikkelen
van een methodiek voor inhoudelijk toezicht op de kwaliteit van advocaten.
Het landelijk dekenberaad - het overlegorgaan van alle lokale dekens - heeft maandelijks vergaderd,
gericht op het formuleren van uitgangpunten voor beleid, harmonisatie en versterking van toezicht,
handhaving en klachtbehandeling, mede aan de hand van de voor het jaar vastgestelde speerpunten.
Daarbij zijn tevens in aanmerking genomen de door het college van toezicht geformuleerde
aanbevelingen.
De speerpunten van het dekenberaad voor 2016 zijn uitgewerkt op diverse manieren. Zo is in de loop
van het jaar het financieel toezicht als belangrijk integraal onderdeel van toezicht gemarkeerd. De inzet
van de unit FTA is hierbij voor belang voor de dekens.
De inzet van bestuursrechtelijke toezicht- en handhavingsinstrumenten heeft meer vorm gekregen. In
specifieke gevallen kan naast de tuchtrechtelijke weg hiermee de meest effectieve aanpak worden
gekozen. De door het dekenberaad voor speciale aandacht en controle aangewezen onderwerpen zijn
bij onder meer tijdens kantoorbezoeken aan onderzoek onderworpen.
De kantoorbezoeken, die in alle orden in het kader van proactief toezicht plaatsvinden, zijn inhoudelijk
kwalitatief gestandaardiseerd, evenals wat betreft de voorafgaand aan een kantoorbezoek op te vragen
gegevens. De modaliteit en de frequentie van de kantoorbezoeken is in dialoog met het college van
toezicht vastgesteld.
In het dekenberaad is al sinds 2015 oriëntatie gaande op het formuleren van criteria voor risicogestuurd
toezicht. De resultaten van een tweetal pilots worden hierbij betrokken. Het (meer) inrichten van toezicht
op basis van risicosignalen en -inschatting blijft de actuele aandacht van dekens hebben.
In 2016 zijn ook twee pilots gehouden met het oogmerk te komen tot een vernieuwing van de jaarlijkse
uitvraag bij advocaten en kantoren van gegevens met betrekking tot de naleving van verplichtingen, de
“oude” CCV. De resultaten waren zodanig, dat de pilot – die voor een arrondissement voor twee jaar
was ingezet – inmiddels wordt overgenomen door twee andere arrondissementen.
Voor het dekenberaad zijn doorlopend van wezenlijk belang de verdergaande professionalisering van
het dekenaal toezicht, van de lokale bureaus (inclusief de automatiseringsslag), het Wwft toezicht en
de kwaliteit van de advocatuurlijke dienstverlening. Al deze onderwerpen blijven dan ook de aandacht
houden in 2017.
Emilie van Empel
Voorzitter Dekenberaad
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
5
2 Organisatie dekenberaad
2.1 Algemeen
Het dekenberaad is het overlegorgaan waarin alle dekens van de orden in de arrondissementen met
elkaar overleggen over de wijze waarop zij hun toezichttaken en -bevoegdheden uitoefenen en klachten
behandelen. Dit betekent dat het dekenberaad als zodanig geen besluiten neemt, maar dat als er iets
besloten wordt dit door alle elf de dekens afzonderlijk wordt gedaan. De dekens nemen aan dit overleg
deel zowel als toezichthouder en klachtbehandelaar en als voorzitter van de raad van de orde in het
arrondissement. Het dekenberaad vindt zijn grondslag in de Verordening op de advocatuur (Voda).1
2.2 Samenstelling en werkwijze
Alle dekens van de orden in de arrondissementen gezamenlijk vormen het dekenberaad. De algemeen
deken en algemeen secretaris van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) nemen deel aan het
overleg van het dekenberaad, tenzij het dekenberaad anders beslist.
De voorzitter van het dekenberaad is mr. Emilie van Empel, deken Zeeland-West-Brabant. De rol van
technisch voorzitter wordt vervuld door drs. Niels Hupkes MSc, manager van de afdeling Toezicht van
de NOvA. Het combineren van beide functies versterkt de positie van het secretariaat dekenberaad en
bewerkstelligt een verdere professionalisering en afstemming tussen de dekens en de afdeling Toezicht
van de NOvA, waaronder ook de unit Financieel Toezicht Advocatuur (hierna: unit FTA) valt.
2.1.1 Ondersteuning
Het dekenberaad wordt ondersteund door een secretariaat, bestaande uit medewerkers van de afdeling
Toezicht van de NOvA. Onder aansturing van de technisch voorzitter draagt het secretariaat zorg voor
structurele ondersteuning van de elf lokale orden van advocaten. Ook draagt het secretariaat
dekenberaad er aan bij dat er afstemming plaatsvindt tussen het dekenberaad enerzijds en de adjunct-
secretarissen en ondersteunende bureaus anderzijds. Op die manier wordt de beoogde harmonisatie
bewerkstelligd. Een ander belangrijk aspect is dat het secretariaat er zicht op houdt dat besluiten die in
het dekenberaad worden genomen ook leiden tot lokaal geharmoniseerd en uitgevoerd toezichtbeleid.
Het dekenberaad wordt indien nodig ook bijgestaan door de manager communicatie van de NOvA. Zij
is regelmatig bij vergaderingen van het dekenberaad aanwezig en heeft een adviserende rol daar waar
het de communicatie en zichtbaarheid vanuit het dekenberaad betreft. In concrete gevallen waarin
advocaten (mogelijk) in de media ter sprake komen, doen de dekens daarnaast een beroep op de
medewerkers van de afdeling communicatie van de NOvA.
2.1.2 Unit Financieel Toezicht Advocatuur
Onderdeel van de afdeling Toezicht van de NOvA is de unit FTA. De dekens maken in de eerste plaats
gebruik van de unit FTA bij de voorbereiding van kantoorbezoeken. In een deel van de
arrondissementen werd in 2016 standaard voorafgaand bij alle kantoorbezoeken de jaarcijfers van de
kantoren opgevraagd en worden deze voor een deskresearch naar de unit FTA gestuurd. In de overige
arrondissementen werden de jaarcijfers zelf vooraf of ter plekke beoordeeld. Begin 2017 hebben alle
dekens besloten dat zij standaard voorafgaand aan het kantoorbezoek de jaarcijfers voor een
deskresearch naar de unit FTA sturen.
1 Paragraaf 2.1.2 van de Verordening op de advocatuur.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
6
Indien de unit FTA wordt ingeschakeld voor een deskresearch, worden de uitkomsten van de
deskresearch bij de deken aangeleverd met, indien van toepassing, een lijst met vragen en
aandachtspunten ten behoeve van het kantoorbezoek. Dat komt de effectiviteit van het kantoorbezoek
ten goede en helpt bij het vroegtijdig signaleren van (mogelijke) financiële problemen.
Daarnaast kan de deken de unit FTA inschakelen als het gaat om individuele controle en onderzoeken
bij advocaten met specifiek de financiën als aandachtspunt. Medewerkers van de unit FTA kunnen de
deken vergezellen bij het kantoorbezoek of voeren op verzoek van een deken zelfstandig onderzoek uit
bij een kantoor. Daarnaast doet de unit proactief themaonderzoek en kan de unit FTA worden
ingeschakeld om te ondersteunen in het kader van de Wwft (§ 4.1.8). Ook voor de Wwft geldt dat dat
kan door middel van een deskresearch of door middel van (assistentie bij) een kantoorbezoek. De unit
FTA levert een substantiële bijdrage aan het uitvoeren van onderzoeken en het proactieve toezicht. Dit
alles onder verantwoordelijkheid van de dekens.
2.3 Vergaderingen
In 2016 is het dekenberaad elf keer bijeengeweest. De reguliere bijeenkomsten vonden plaats in
Utrecht. Tijdens die bijeenkomsten is gesproken over zeer uiteenlopende onderwerpen. De
onderwerpen hebben één ding gemeen: ze houden allen verband met de toezichttaak van de deken en
de werkzaamheden van het dekenberaad zoals genoemd in artikel 2.6 van de Voda. Zo wordt
bijvoorbeeld elk dekenberaad casuïstiek besproken. Iedere deken kan tijdens het dekenberaad casus
inbrengen om daarover van gedachten te wisselen met de andere dekens. Ook bespreken de dekens
de ontwikkelingen en (technische) innovaties rondom het beroep advocaat in relatie tot toezicht.
De bijeenkomst van april vond plaats in Arnhem, waar een volledige dag was uitgetrokken om dieper in
te kunnen gaan op een aantal onderwerpen. Zo is onder andere uitgebreid gesproken over de rol van
de raden van de orde na inwerkingtreding van de Advocatenwet op 1 januari 2015 en het functioneren
van het dekenberaad en het secretariaat dekenberaad. Het dekenberaad van november 2016 vond
plaats in Haarlem, zoals gebruikelijk in samenhang met het jaarlijkse Jonge Balie congres.
Gedurende het jaar heeft het dekenberaad een aantal gasten mogen ontvangen. Tijdens het
dekenberaad van juni zijn mevrouw mr. M.J. Bloos (HOvJ Functioneel Parket) en de heer mr. F.K.G.
Westerbeke (HOvJ Landelijk Parket) te gast geweest. Met hen is gesproken over de onderwerpen:
verscherping/verharding van de bejegening tussen advocaten en officieren van justitie, klachten over
advocaten in lopende strafzaken en over hoe om te gaan met mega-onderzoeken (geconcentreerd bij
vier rechtbanken) waarvoor een beperkte groep advocaten beschikbaar is. Zowel vanuit de dekens als
vanuit de hoofdofficieren werd deze bespreking als zeer waardevol ervaren. Afgesproken is hier een
jaarlijks terugkerend bezoek van te maken. Tijdens het dekenberaad van juni waren namens de
commissie herijking gedragsregels mrs. Jan Loorbach en Robert Sanders te gast. Zij hebben de taak
van de commissie en hun werkwijze nader toegelicht. Tijdens een aparte bijeenkomst in november is
inhoudelijk gesproken over de werking van de gedragsregels in de praktijk en gewenste veranderingen.
De commissie neemt de inbreng van de dekens mee bij de herijking van de Gedragsregels. In het
dekenberaad van juli waren ambtenaren van het ministerie van Financiën en de Belastingdienst te gast.
Zij hebben een aantal geanonimiseerde casus voorgelegd waarin de rol van een advocaat ter discussie
stond. Mr. drs. Hans Gerritsen (directeur Raad voor Rechtsbijstand) was tijdens het dekenberaad van
september te gast om met de dekens te spreken over een aantal actuele dossiers, waaronder
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
7
Rechtwijzer. Met het college van toezicht is tijdens het dekenberaad van december gesproken over een
aantal onderwerpen uit het tussentijds verslag van het college. Het bezoek was tevens bedoeld om
kennis te maken met het nieuwe lid van het college mevrouw drs. Andrée van Es (lid college van toezicht
per 1 januari 2017) en afscheid te nemen van de heer mr. Rein Jan Hoekstra. Ook een adjunct-secretaris
is uitgenodigd om nadere toelichting te geven op het automatiseringsproject van de lokale orden en de
unit FTA heeft de rapportage over de deskresearches 2015 toegelicht. Tot slot heeft in 2016
verscheidene keren een waarnemend en/of beoogd deken deelgenomen aan het dekenberaad. Dit ter
vervanging van een deken die verhinderd was of om alvast mee te lopen ter voorbereiding op het
aankomende dekenaat.
2.4 Zichtbaarheid dekenberaad
De dekens willen door middel van communicatie naleefgedrag stimuleren, draagvlak creëren en het
werk en de resultaten van het toezicht zichtbaar maken.
Het jaarplan van het dekenberaad en de daarbij behorende activiteiten zijn leidend voor de uitingen van
het dekenberaad. Om die reden is het jaarplan 2016 voor eenieder toegankelijk op de website van de
NOvA geplaatst. Ook de jaarverslagen van het dekenberaad zijn openbaar en te vinden op de
genoemde website. Op grond van artikel 2.24, tweede lid van de Voda wordt het verslag van
werkzaamheden eveneens ter kennis gebracht van het college van afgevaardigden en het college van
toezicht.
Een belangrijke publicatie dit jaar was de beleidsregel Wwft die op 1 juni 2016 in werking is getreden.
Zowel in het Advocatenblad als via de lokale nieuwsbrieven en websites is daar aandacht aan besteed.
Hetzelfde geldt voor de handhaving van gedragsregel 2 lid 2. Een aantal dekens heeft zich daarnaast
ook in andere media over dit onderwerp uitgesproken.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
8
3 Prioriteiten voor 2016
De dekens stellen jaarlijks een jaarplan vast met daarin de speerpunten voor het komende jaar. In het
jaarplan 2016 zijn vier speerpunten voor het dekenaal toezicht in 2016 geformuleerd. De speerpunten
zijn onder andere gebaseerd op de bevindingen van het college van toezicht zoals zij die geformuleerd
heeft in haar tussentijds verslag d.d. 7 september 2015. Daarnaast zijn twee speerpunten (1 en 3)
bepaald op basis van risico identificatie sessies in het kader van de pilot risico gestuurd toezicht. Het
gaat om de volgende speerpunten die voor 2016 zijn vastgesteld:
1. Financieel toezicht (§ 4.1.7)
Financieel toezicht is ook dit jaar weer één van de speerpunten. Financieel toezicht blijft belangrijk, zo
bleek ook in een van de risico identificatiesessies. Waar de dekens vorig jaar met name de focus hebben
gelegd op de Wwft, krijgen dit jaar ook de financiële kengetallen meer specifiek aandacht. Het toezicht
op de naleving van de Wwft blijft van groot belang. Komend jaar willen de dekens zich inzetten om het
financieel toezicht verder uit te bouwen. De dekens worden hierbij ondersteund door de unit FTA die
financiële onderzoeken en deskresearches uitvoert.
Een ander instrument in het kader van financieel toezicht is het opvragen en analyseren van
kengetallen. Het analyseren van financiële kengetallen biedt de mogelijkheid om in een vroeg stadium
systematisch financiële risico’s binnen een kantoor te kunnen onderkennen. Het is daarmee een efficiënt
en effectief instrument voor de deken en biedt het de dekens een manier om op een consistente en
geharmoniseerde wijze om te gaan met (mogelijk) financiële problemen. Naast de meer principiële
vraag over proportionaliteit spelen ook praktische zaken een rol bij de inzet van dit instrument. Om die
reden is in het dekenberaad besloten om te beginnen met een pilot in één arrondissement. De dekens
streven er naar in 2016 de pilot op te zetten, dit alles in nauwe samenwerking met de unit FTA.
2. Bestuursrechtelijke handhaving (§ 4.3.2)
In het jaarplan 2015 zijn vijf onderwerpen benoemd die in het kader van de bestuursrechtelijke
handhavingsbevoegdheden speciale aandacht kregen. Het relatief nieuwe karakter van deze
bevoegdheden maakt dat de dekens er voor hebben gekozen geen nieuwe onderwerpen voor 2016 te
benoemen, maar de onderwerpen uit 2015 te handhaven.
Het gaat om de volgende vijf onderwerpen:
Advocatenpas Iedere advocaat dient te beschikken over een advocatenpas (artikel 6.13, eerste
lid, van de Verordening op de advocatuur). De advocatenpas kan worden gebruikt als
identificatiemiddel, zowel in persoon als online. Alleen met een advocatenpas kan de advocaat zijn
jaarlijkse CCV-opgave doen. Voor het goed kunnen uitoefenen van zijn taak als toezichthouder is
het voor de dekens daarom van belang dat iedere advocaat beschikt over een advocatenpas.
Stichting derdengelden De advocaat heeft een stichting derdengelden ter beschikking (artikel
6.21 van de Verordening op de advocatuur). Deze verplichting betekent dat een advocaat voor zijn
praktijkuitoefening een stichting derdengelden ten dienste staat met welke hij of zijn kantoor een
overeenkomst heeft gesloten over het beheer van derdengelden. Het beheer van derdengelden via
een aparte stichting is in het belang van de cliënt en andere derden.
Kantoorklachtenregeling De advocaat beschikt over een kantoorklachtenregeling (artikel 6.28
van de Verordening op de advocatuur). Het is in het belang van de cliënt als hij op een adequate
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
9
manier wordt geholpen wanneer hij een klacht heeft. Daarnaast kan een adequate
kantoorklachtenregeling de deken ontlasten in zijn rol als klachtbehandelaar. Als klachten immers
correct worden afgehandeld door (het kantoor van) de betreffende advocaat, hoeft de deken minder
snel te worden ingeschakeld.
Informatieverstrekking De advocaat draagt zorg voor juiste en volledige informatieverstrekking
omtrent de wijze van praktijkuitoefening en omtrent enige vorm van samenwerking (artikel 7.4,
eerste en tweede lid, van de Verordening op de advocatuur). Deze verplichting moet voorkomen
dat een advocaat zich misleidend presenteert over de wijze van praktijkuitoefening.
Opdrachtbevestiging De advocaat draagt zorg voor een volledige opdrachtbevestiging (artikel
7.5, eerste en tweede lid, van de Verordening op de advocatuur). Wederom een verplichting in het
belang van de cliënt. Door middel van een opdrachtbevestiging wordt de cliënt namelijk duidelijk
wie aan de zijde van de advocaat partij is bij de overeenkomst en welke afspraken precies tussen
partijen zijn gemaakt.
3. Schriftelijke vastlegging van de afspraken met een cliënt (§ 4.1.3)
Advocaten die de afspraken die zij met hun cliënt maken onvoldoende schriftelijk vastleggen is een van
de risico’s geïdentificeerd tijdens de risico identificatiesessies. Naast het streven om dit punt zo veel als
mogelijk bestuursrechtelijk te handhaven (zie speerpunt 2), is dit onderwerp daarom als apart speerpunt
opgenomen. Het niet schriftelijk vastleggen van gemaakte afspraken heeft mogelijk schadelijke
gevolgen voor de advocaat, de (verhouding met de) cliënt en voor (aanpak van) de zaak. Zo kan het
niet overeenkomen van de exoneratie in het geval van een aansprakelijkstelling schadelijke financiële
consequenties hebben voor de advocaat. De cliënt weet bij het niet schriftelijk vastleggen van de
gemaakte afspraken niet goed waar hij aan toe is en heeft mogelijk te hoge of onjuiste verwachtingen,
wat niet alleen vervelende financiële gevolgen kan hebben voor de cliënt maar ook de verhouding
tussen de advocaat en de cliënt kan verstoren. Een verstoorde cliëntrelatie, met name als de cliënt de
publiciteit zoekt, kan leiden tot imagoschade (voor de individuele advocaat alsmede voor de
beroepsgroep in zijn geheel). Het niet schriftelijk vastleggen van gemaakte afspraken schept daarnaast
onduidelijkheid over de aanpak van de zaak en kan als gevolg hebben dat de zaak niet adequaat wordt
behandeld: schriftelijke vastlegging dwingt de advocaat zich vanaf het begin van het proces te verdiepen
in de zaak en goed na te denken over de aanpak en de haalbaarheid. Indien hij dit onvoldoende doet
kan dit schadelijke gevolgen hebben voor de kwaliteit van dienstverlening.
4. Toezicht op de cassatie advocatuur (§ 4.1.9)
Met ingang van 1 juli 2012 mogen ook advocaten buiten het arrondissement Den Haag cassatiezaken
doen. Naast de deken in het arrondissement Den Haag, die van oudsher met het toezicht op cassatie
advocaten was belast, houden nu ook de andere dekens toezicht op cassatie advocaten in het eigen
arrondissement. Aan cassatie advocaten worden specifieke eisen gesteld om in aanmerking te komen
voor de aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’. Dit geldt op dit moment voor advocaten die civiele
cassatiezaken doen. Voor advocaten die strafcassatiezaken doen wordt aan een vergelijkbaar systeem
gewerkt. De dekens besteden komend jaar extra aandacht aan advocaten die cassatiezaken doen.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
10
4 Activiteiten
In onderstaand overzicht treft u de door de dekens in 2016 uitgevoerde werkzaamheden aan.
4.1 Toezicht
De deken is op grond van de Advocatenwet belast met het toezicht op de naleving door advocaten van
de voor hen geldende wet- en regelgeving. De deken is toezichthouder in de zin van artikel 5:11
Algemene wet bestuursrecht: ‘een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden
van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift’.
De deken houdt toezicht op:
het bepaalde bij of krachtens de Advocatenwet;
de zorg die advocaten behoren te betrachten ten opzichte van degenen wiens belangen zij als
zodanig behartigen of behoren te behartigen;
inbreuken op verordeningen van de Nederlandse orde van advocaten;
enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt; en
de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren
van terrorisme.
Om goed toezicht te kunnen houden hanteert de deken verschillende toezichtinstrumenten en
methoden. Deze worden hier nader toegelicht.
4.1.1 Opgave nieuw kantoor
Ieder nieuw kantoor wordt bij de start verzocht de opgave nieuw kantoor in te vullen en aan de deken
gegevens te verstrekken over o.a. de externe presentatie, samenwerking,
beroepsaansprakelijkheidsverzekering, stichting derdengelden en geheimhouding. Deze informatie
geeft de deken een goed beeld van de organisatie van het nieuwe kantoor en van de wijze waarop de
verbonden advoca(a)t(en) voldoe(t)n aan de geldende regelgeving. De opgave nieuw kantoor is in 2016
vernieuwd en aangepast aan de huidige wet- en regelgeving.
4.1.2 Centrale controle op de verordening over 2015
De jaarlijks terugkerende Centrale Controle op de Verordening (CCV) is voor de deken ook een
belangrijk instrument in het kader van toezicht. In de CCV verklaren advocaten en kantoren of en op
welke wijze zij het voorgaande jaar de bepalingen uit de Verordening hebben nageleefd. Dit gebeurt via
een individuele opgave en een kantooropgave. De CCV bestaat uit verschillende categorieën vragen
die betrekking hebben op de bepalingen uit de Verordening die op de advocaat van toepassing zijn.
Naar aanleiding van de opgave kunnen bewijsstukken worden opgevraagd. Indien een advocaat
desgevraagd niet kan aantonen dat hij in het voorgaande jaar aan de voor hem geldende wet- en
regelgeving voldeed, kan de deken hem uitnodigen voor een gesprek, een kantoorbezoek afleggen
en/of besluiten over te gaan tot het indienen van een dekenbezwaar of het opleggen van een
bestuursrechtelijke maatregel.
In 2016 is de controle over 2015 uitgevoerd. De uitvraag van de gegevens is, namens alle dekens,
verzorgd door de afdeling Toezicht van de NOvA. Begin januari zijn alle advocaten en
advocatenkantoren uitgenodigd om binnen vier weken opgave te doen in het kader van de CCV. Alle
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
11
advocaten en kantoren die niet tijdig opgave hebben gedaan zijn overgedragen aan de dekens voor
verdere actie.
Na ontvangst van de opgaves heeft de afdeling Toezicht de eerste aanschrijving verzorgd, indien uit de
opgave bleek dat de advocaat of het kantoor in 2015 niet had voldaan aan de geldende wet- en
regelgeving. Daarbij kregen alle advocaten en kantoren de opdracht om hun tekortkomingen te
herstellen. De arrondissementen Amsterdam, Midden-Nederland, Oost-Brabant en Den Haag hebben
hierna zelf de opgaves afgehandeld. De afdeling Toezicht heeft zorggedragen voor beoordeling en
afhandeling van de opgaves in alle overige arrondissementen. De resultaten van de CCV 2015 zijn te
vinden in § 5.4 en op de website van het dekenberaad.
Pilot Centrale controle op de verordening over 2015
De CCV bestaat sinds 2002 en is aan verandering toe. Alle toezichtinstrumenten worden op termijn bot
en de komst van de nieuwe Advocatenwet en Voda is aanleiding om de CCV ingrijpend te wijzigen. Nog
steeds zal de naleving van de Verordening worden gecontroleerd. De focus zal echter liggen op het
normbesef van advocaten. Van belang wordt geacht dat de advocaat niet enkel de geldende regels
naleeft, maar ook de herkomst van de regels en het belang dat er mee gediend is kent en begrijpt. Om
hier in de praktijk mee aan de slag te gaan heeft in 2016 in het arrondissement Zeeland-West-Brabant
de pilot Vernieuwde CCV plaatsgevonden. Advocaten en kantoren in dit arrondissement hebben niet
deelgenomen aan de reguliere CCV, maar zijn uitgenodigd opgave te doen aan de hand van een nieuwe
vragenlijst.
In de pilot wordt veel meer aandacht besteed aan de ratio achter de regelgeving. Tegelijkertijd verklaren
advocaten op hoofdlijnen dat ze voldoen aan de regelgeving in plaats van op detailniveau. Dit betekent
dat advocaten meer dan voorheen het geval was op de hoogte dienen te zijn van de geldende
regelgeving bij het beantwoorden van de vragen.
De pilot is als zeer positief ervaren in Zeeland-West-Brabant, zowel door advocaten als door de deken
en de bureaumedewerkers. Wel bleek het een zeer intensief proces voor het bureau. Oorzaak was de
keuze om voor de pilot geen dure geautomatiseerde afhandeling in te richten; daardoor was veel
handwerk noodzakelijk.
De pilot wordt begin 2017 voortgezet met de CCV over 2016. Ten opzichte van de CCV over 2015 zijn
enkele vragen aangepast en een deel van de afhandeling is geautomatiseerd. Verder is de pilot
uitgebreid naar de arrondissementen Noord-Nederland en Overijssel; ook zij zullen de vernieuwde
vragenlijst hanteren. Op die manier wordt een beter en breder beeld verkregen van de werking van de
vernieuwde vragenlijst. De ervaringen met deze pilot worden meegenomen bij de landelijke invoering
van een nieuwe CCV. De ontwikkeling van de nieuwe CCV valt samen met de nieuwe
kantoorautomatisering van de lokale orden.
4.1.3 Kantoorbezoeken
Een van de instrumenten die de deken gebruikt om toezicht te houden is het kantoorbezoek. Het
kantoorbezoek dient om zicht te houden op de naleving van de Advocatenwet, de Voda en de
Gedragsregels. Jaarlijks bezoekt de deken, in samenwerking met zijn raad en bureaumedewerkers,
minimaal 10 procent van alle kantoren in zijn arrondissement. Een deel van deze kantoren wordt aselect
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
12
geselecteerd. Een kantoorbezoek kan ook worden afgelegd naar aanleiding van een signaal.2 Dit
instrument helpt bij het signaleren van eventuele overtredingen en biedt de deken de mogelijkheid tijdig
in te grijpen. Daarnaast geeft een kantoorbezoek de deken de mogelijkheid om relevante wet- en
regelgeving expliciet onder de aandacht te brengen en waar nodig op bij te sturen. Een overigens
belangrijke functie van de kantoorbezoeken is kennismaking. Een kantoorbezoek biedt de mogelijkheid
aan kantoren om kennis te maken met hun lokale deken en raad van de orde en vragen te stellen.
Bij de kantoorbezoeken wordt de best practice kantoorbezoeken, inclusief vragenlijst gehanteerd. Deze
vragenlijst wordt continu geëvalueerd en wanneer nodig besproken in het dekenberaad en het
adjunctenoverleg en opnieuw vastgesteld. Begin 2016 heeft een aantal wijzigingen plaatsgevonden en
begin 2017 staat ook weer een aantal wijzigingen in de planning. De huidige vragenlijst bevat ook al
enkele vragen over de Wwft, maar een meer uitgebreide vragenlijst is wenselijk. Deze is naar
verwachting ook begin 2017 gereed. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat de vragenlijst altijd up
to date is en vormt het een goede leidraad aan de hand waarvan de deken zijn kantoorbezoek aflegt.
Het merendeel van de kantoorbezoeken vindt plaats in goed overleg met het kantoor en zonder dat de
deken dwangmiddelen hoeft in te zetten. De ervaring is dat veel kantoren een bezoek juist erg op prijs
stellen. Advocaten die weigeren aan een kantoorbezoek mee te werken worden voor de tuchtrechter
gebracht. Het is inmiddels vaste (tucht)rechtspraak dat het kantoorbezoek een onmisbaar instrument is
voor de deken om zijn toezichthoudende taak uit oefenen en dat advocaten hier hun onvoorwaardelijke
medewerking aan moeten verlenen.3
Schriftelijke vastlegging van afspraken met cliënten
Dit jaar is tijdens de kantoorbezoeken extra aandacht besteed aan één van de speerpunten, namelijk:
schriftelijke vastlegging van afspraken met cliënten. Dit speerpunt komt uit een risico identificatie sessie,
gehouden in het kader van de pilot risico gestuurd toezicht (§ 4.1.5). Tijdens de kantoorbezoeken is
extra gecontroleerd op de aanwezigheid van een opdrachtbevestiging in dossiers. Deze informatie wordt
geanonimiseerd vastgelegd om vervolgens te kunnen onderzoeken of er bepaalde risicoprofielen zijn
vast te stellen. Als er in dit kader een onvolkomenheid is geconstateerd dat niet direct kon worden
opgelost is daarvan een s-dossier gemaakt.4
4.1.4 Onderzoek door de deken
De deken kan naar aanleiding van een signaal, incident of klacht over een advocaat of kantoor een
onderzoek starten. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een signaal van een ketenpartner maar ook
bevindingen bij een kantoorbezoek kunnen aanleiding geven tot nader onderzoek. Als uitgangspunt
geldt dat alle signalen die de deken ontvangt in beginsel worden onderzocht. Voor ieder onderzoek
wordt een zogenaamd Specifiek toezicht dossier geopend. In § 5.3 is de verantwoording van deze S-
dossiers te vinden.
De deken kan in het kader van een onderzoek nadere inlichtingen opvragen bij een advocaat. Op welke
wijze dit gebeurt is afhankelijk van de aanleiding en de aard van het onderzoek. Soms volstaat één
telefoontje waarin de advocaat de benodigde toelichting verschaft. De deken kan de inlichtingen ook
2 Zie voor de verantwoording van de kantoorbezoeken § 5.2 en bijlage 5. 3 Zie bijvoorbeeld de uitspraken van het van het Gerechtshof Amsterdam van 11 oktober 2016 (ECLI:NL:GHAMS:2016:4113) en
van het Hof van Discipline van 17 oktober 2016 (ECLI:NL:TAHVD:2016:182). 4 Zie voor de verantwoording van de speerpunten bijlage 6.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
13
schriftelijk opvragen of een advocaat uitnodigen om de casus mondeling te bespreken. Deze bespreking
kan plaatsvinden op het bureau van de orde in het arrondissement of op het kantoor van de advocaat.
Zo’n bezoek verschilt van een regulier kantoorbezoek, waarin de praktijkvoering in den brede wordt
doorgenomen (zie § 4.1.3). In 2016 is gebleken dat dit verschil niet voor alle advocaten duidelijk is. In
2017 wordt daarom extra aandacht besteed aan voorlichting over deze vorm van onderzoeken.
4.1.5 Risico gestuurd toezicht
Risico gestuurd toezicht is kort gezegd het op systematische wijze identificeren van mogelijke
problemen en het inzetten van beschikbare middelen met als doel deze problemen te voorkomen of op
te lossen. Het uitgangspunt is dat de deken daar aanwezig is, waar de risico’s het grootst zijn. Risico
gestuurd toezicht kan een zinvolle aanvulling betekenen op de wijze waarop momenteel het
advocatuurlijke toezicht is ingericht. Redenen hiervoor zijn de structuur en systematiek die het brengt,
de efficiënte en effectieve inzet van middelen, de tijdsbesparing op (middel)lange termijn, de snellere
detectie van risico’s waardoor eerder/sneller hulp kan worden geboden aan de advocaat dan wel kan
worden ingegrepen, de administratieve lastenverlichting voor (een groot deel van) de advocaten en de
uiteindelijke kostenbesparing.
Pilot risico gestuurd toezicht
In 2015 is begonnen met de pilot risico gestuurd toezicht om op deze manier deze vorm van toezicht
eigen te maken.5 Aan de hand van twee risico-identificatiesessies in de arrondissementen Den Haag
en Noord-Holland zijn risico’s geïdentificeerd. Deze zijn vervolgens opgenomen als speerpunten in het
Jaarplan dekenberaad 2016 (zie H3).
De volgende stap in de pilot was het verzamelen van informatie over het geïdentificeerde risico. Vanuit
beide projectteams is een plan van aanpak gemaakt dat is voorgelegd aan het dekenberaad. Na
goedkeuring van beide plannen is gestart met het verzamelen van informatie (data). Die informatie is
bedoeld om het risico te kunnen onderbouwen en om aan de hand daarvan risicoprofielen te kunnen
ontwikkelen. Gebleken is dat het verzamelen van informatie en het analyseren daarvan tijd kost. De
bedoeling is begin 2017 de volgende stap te kunnen zetten in de pilot: het opstellen van risicoprofielen.
Thema onderzoek gefinancierde rechtsbijstand
Eind 2014 is gestart met een thematisch onderzoek naar de gefinancierde rechtsbijstand. Het doel van
het onderzoek was het in kaart brengen van eventuele risico’s voor de continuïteit van de
dienstverlening door advocaten die binnen de gefinancierde rechtsbijstand werkzaam zijn, gelet op de
reeds gerealiseerde en voorgenomen bezuinigingen.
In de eerste fase van het onderzoek zijn door de Raad voor Rechtsbijstand beschikbaar gestelde
landelijke cijfers geanalyseerd door de unit FTA. In de tweede fase van het onderzoek is door de dekens
de hypothese getoetst aan de hand van de praktijksituatie bij de advocaten die uit de analyse naar voren
zijn gekomen. Naar aanleiding van die toetsing blijkt dat aan de resultaten geen algemene conclusies
kunnen worden verbonden. Het onderzoek is daarmee in 2016 afgerond.
4.1.6 Signaaluitwisseling ketenpartners
De dekens onderschrijven het belang van een goede informatie-uitwisseling over het functioneren van
advocaten in het kader van toezicht. Met verschillende partijen vindt op zowel formele als informele
5 Zie het verslag van werkzaamheden 2015 voor meer informatie over de start van de pilot risico gestuurd toezicht.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
14
basis informatie-uitwisseling plaats. Belangrijke ketenpartners zijn onder meer de Raad voor
Rechtsbijstand, de IND, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht.
Met de Raad voor Rechtsbijstand hebben de dekens formele afspraken gemaakt over informatie-
uitwisseling.6 In een zo vroeg mogelijk stadium wordt informatie uitgewisseld over gedragingen van
advocaten op grond waarvan (verscherpt) dekenaal toezicht nodig is en/of een inschrijving bij de Raad
voor Rechtsbijstand zou kunnen worden doorgehaald. In 2016 zijn door de Raad 27 signalen aan
dekens overgedragen. De afspraken tussen de dekens en de Raad zijn vastgelegd in een protocol en
worden regelmatig geëvalueerd. Begin 2017 vindt weer een evaluatie plaats.
Naast de uitwisseling van informatie met de Raad voor Rechtsbijstand voeren de dekens regelmatig
overleg met andere partijen die beroepshalve te maken hebben met advocaten. Het gaat dan
bijvoorbeeld om de hoofdofficier van justitie, de president van de rechtbank en de president van het
gerechtshof. Deze overleggen hebben in beginsel een organisatorisch en informeel karakter, maar
hieruit kunnen ook signalen voortkomen over incidenten met advocaten die de deken kan gebruiken bij
de toezichtuitoefening en waarop hij actie kan ondernemen. De deken onderzoekt een dergelijk signaal
altijd en geeft de aangever terugkoppeling van de ondernomen acties. Indien een signaal aanleiding
geeft tot het nemen van tuchtrechtelijke maatregelen, neemt de deken het signaal over en dient een
dekenbezwaar in. Op deze manier wordt de ketenpartner niet zelf ‘partij’ bij de zaak.
Specifiek in het kader van de vreemdelingenadvocatuur vindt overleg plaats met de voorzitter van de
Vreemdelingenkamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en met de IND. Deze
overleggen worden gevoerd door één deken die belast is met de portefeuille vreemdelingenrecht. Van
de overleggen doet zij altijd verslag in het dekenberaad, specifieke signalen over advocaten worden
doorgegeven aan de deken wiens arrondissement het betreft.
Begin 2016 bereikte de dekens het bericht dat verschillende personen zich negatief hadden uitgelaten
over de kwaliteit van de advocatuur en het toezicht daarop. Ondanks de regelmatige contacten tussen
dekens en ketenpartners, hebben de dekens bij alle ketenpartners gericht gevraagd naar of zij signalen
hadden over kwalitatief slechte advocaten. Uit deze extra uitvraag bleek dat de ketenpartners zich niet
herkenden in deze geluiden. Desalniettemin blijven de dekens alert op (signalen over) advocaten die
onder de maat presteren.
Verder vond ook in 2016 contact plaats tussen verschillende dekens en ringvoorzitters van de KNB.
Ook heeft de voorzitter van het dekenberaad gesproken met de FIU-Nederland in het kader van de
naleving van de Wwft. Dit overleg zal jaarlijks plaats vinden en heeft als doel om informatie zoals
bedoeld in artikel 13g van de Wwft uit te wisselen.
De overleggen die in 2015 gestart zijn met de Belastingdienst over de mogelijkheden om informatie uit
te wisselen hebben in 2016 geleid tot werkafspraken. Vanwege de strikte geheimhouding die geldt voor
medewerkers van de Belastingdienst is het niet eenvoudig voor hen namen van advocaten door te
geven wanneer zij daarvoor aanleiding zien. De werkafspraken die nu gemaakt zijn houden rekening
met die geheimhoudingsplicht. Een signaal over een advocaat wordt altijd eerst geanonimiseerd
voorgelegd aan de deken. De deken geeft op basis daarvan een eerste inschatting over de
6 De afspraken met de Raad voor Rechtsbijstand in het kader van informatie-uitwisseling zijn te raadplegen op www.advocatenorde.nl onder het thema dekenberaad.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
15
toelaatbaarheid van het gedrag van de advocaat. De deken geeft daarbij ook aan of hij het signaal
ongeanonimiseerd wil ontvangen. Als dat het geval is wordt door de Belastingdienst op grond van artikel
67, derde lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, aan de minister van Financiën ontheffing
gevraagd om het signaal ongeanonimiseerd door te kunnen geven aan de deken. De minister maakt
daarbij een eigen afweging. De deken krijgt vervolgens bericht over de uitkomst van die afweging.
Om de medewerkers van de Belastingdienst een idee te geven van wat de dekens ontoelaatbaar gedrag
vinden zijn twee bijeenkomsten georganiseerd. Een eerste bijeenkomst vond plaats bij de
Belastingdienst te Amsterdam. Daar is vanuit de NOvA en door de dekens gesproken over de wet- en
regelgeving waar advocaten zich aan dienen te houden. In vervolg daarop is een aantal medewerkers
van de Belastingdienst te gast geweest bij het dekenberaad. Zij hebben geanonimiseerd een aantal
casus voorgelegd aan de dekens waarin de rol van een advocaat ter discussie stond.
4.1.7 Financieel toezicht
Het financieel toezicht maakt een belangrijk onderdeel van het (proactieve) toezicht van de deken en
was in 2016 een van de speerpunten van de dekens.7 De unit FTA ondersteunt de dekens bij het
financiële toezicht op verschillende manieren.
4.1.7.1 Regulier onderzoek
Allereerst gaat het dan om ondersteuning via reguliere onderzoeken. Daarbij maakt de unit FTA
onderscheid tussen drie typen onderzoek. In de eerste plaats maken de dekens gebruik van de unit
FTA als het gaat om individuele onderzoeken bij advocaten met specifiek de financiën als
aandachtspunt. Het gaat hier om financiële onderzoeken op verzoek van de deken, waarbij het
onderzoeksdoel altijd ‘de financiële soliditeit van het kantoor’ is. In de tweede plaats kan ondersteuning
door de unit FTA ook plaatsvinden door middel van bijvoorbeeld deskresearch. De deken vraagt dan
relevante financiële informatie op bij een kantoor, al dan niet voorafgaand of na afloop van het
kantoorbezoek, en laat die informatie vervolgens beoordelen door de unit FTA op risico’s in de financiële
soliditeit van een kantoor. De unit FTA stelt een analyse op en adviseert de deken, zonder het kantoor
te bezoeken. In de derde plaats kan de unit FTA ook ondersteuning bieden door middel van het
bezoeken van een kantoor, al dan niet in aanwezigheid van de deken. Het gaat dan om inhoudelijke
onderzoeken op verzoek van de deken naar risico’s die niet direct de financiële soliditeit van het kantoor
betreffen, maar juist andere financiële componenten (bijvoorbeeld gebruik derdengeldenrekening).
In 2016 hebben 21 financiële onderzoeken en 380 deskresearches plaatsgevonden. De toename van
het aantal deskresearches met 159 is verklaarbaar doordat in een aantal arrondissementen gekozen is
voor het standaard door de unit FTA laten beoordelen van de cijfers van een nog te bezoeken kantoor.
Bovendien heeft de unit FTA 8 inhoudelijke onderzoeken uitgevoerd in 2016.8
4.1.7.2 Pilot kengetallen
In 2016 is de pilot kengetallen in het arrondissement Zeeland-West-Brabant volledig uitgevoerd. Hierbij
zijn de cijfers van de circa 350 kantoren in dit arrondissement over de boekjaren 2014 en 2015
betrokken. De deken en de adjunct-secretaris hebben de uitkomsten uitvoering besproken met de unit
FTA. Nadere vervolgacties zijn afgesproken en uitgevoerd. De pilot zal in 2017 in het arrondissement
7 Zie voor de verantwoording van de speerpunten bijlage 6. 8 Zie bijlage 2 voor alle aantallen reguliere onderzoek van de unit FTA in 2016.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
16
Zeeland-West-Brabant worden voortgezet. De arrondissementen Noord-Holland en Noord-Nederland
starten in 2017 eveneens met de pilot kengetallen.
4.1.7.3 Dienstenaanbod unit FTA
In het jaarverslag van het dekenberaad over 2013 werd gesproken over het groeiproces waarin de unit
FTA zich toen bevond. In het kader van dat groeiproces is een dienstenaanbod opgesteld. De diverse
soorten onderzoek die de unit FTA kan verrichten zijn overzichtelijk gerangschikt. De onderzoeken zijn
verdeeld in preventieve en repressieve onderzoeken. Het dienstenaanbod is bedoeld voor de dekens,
de adjunct-secretarissen en de stafjuristen. Zij krijgen zo een beeld van wat de unit FTA voor hen kan
betekenen, wat ze kunnen verwachten van een bepaald onderzoek en op welke termijn ze een advies
van de unit FTA mogen verwachten.
De unit FTA is er echter niet alleen ter ondersteuning van de dekens. Vanaf eind 2014 kunnen advocaten
bij de deken aangeven dat ze behoefte hebben aan een advies op een financieel onderwerp. Nadat de
deken het verzoek heeft doorgeleid naar de unit FTA, voert de unit het adviestraject uit. Doel van een
dergelijk adviestraject is advocaten inzicht te geven in de stand van zaken binnen hun praktijk en hen
tevens, indien nodig, aanbevelingen aan te reiken om verbeteringen door te voeren. De deken ontvangt
na hoor/wederhoor altijd een exemplaar van het advies van de unit FTA aan het kantoor en kan dit
eventueel gebruiken in het kader van toezicht. Van deze mogelijkheid is in 2016 in beperkte mate
gebruik gemaakt. 4.1.8 Wwft toezicht
De deken is naast toezichthouder op de naleving van de Advocatenwet, sinds 1 januari 2015 ook
toezichthouder op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
In dat kader hebben de dekens in augustus 2016 ook gereageerd op de consultatie van de Vierde
Europese anti-witwasrichtlijn (zie bijlage 3). De dekens zullen de voorgestelde wijziging van de Wwft
nauwlettend volgend omdat dit van belang is voor het toezicht dat de deken uitoefent en voor de praktijk
van advocaten.
4.1.8.1 Regulier Wwft toezicht
Bij de af te leggen reguliere kantoorbezoeken is de Wwft een vast onderdeel geweest van de
gehanteerde vragen. Hiervoor heeft de unit FTA een selectie van relevante vragen opgesteld die de
dekens kunnen gebruiken. Op dit moment worden die vragen uitgebreid naar een specifieke Wwft
checklist die wordt gehanteerd bij de af te leggen kantoorbezoeken.
In 2016 zijn er zeven inhoudelijke Wwft onderzoeken gestart waarbij de unit FTA is betrokken. In zes
gevallen is een klacht bij de deken aanleiding geweest voor het instellen van een onderzoek. In één
geval is het Wwft onderzoek gestart tijdens een financieel onderzoek van de unit FTA. In vrijwel alle
gevallen is een dekenbezwaar voorbereid door de betrokken deken.
Eind 2014 heeft het Bureau Financieel Toezicht (BFT) twee klachten ingediend over advocaten die de
Wwft hebben overtreden. In het eerste geval is uitspraak gedaan door de Raad van Discipline9. Deze
uitspraak is in kracht van gewijsde gegaan. In het tweede geval is na onderzoek door de deken en de
unit FTA niet vastgesteld dat de Wwft van toepassing is inzake de klacht die door het BFT is ingediend.
Dit heeft ertoe geleid dat er geen dekenbezwaar zal worden ingediend. De betrokken deken heeft deze
9 ECLI:NL:TADRAMS:2016:17.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
17
bevinding gedeeld met het BFT. Het BFT heeft besloten om de klacht door te zetten. Inmiddels hebben
zowel de Raad van Discipline als het Hof van Discipline geoordeeld dat de Wwft niet van toepassing
was in de betrokken zaak10.
4.1.8.2 Thema onderzoek Wwft
In 2016 heeft de unit FTA op verzoek van de dekens een themaonderzoek onder maximaal 50 kantoren
afgerond. Het onderzoek was er op gericht te onderzoeken hoe de onderzochte kantoren hun processen
hebben ingericht op het naleven van de Wwft. Het ging dan met name om het bewustzijn van de Wwft,
het adequaat uitvoeren van het cliëntenonderzoek en, indien nodig, het melden aan de Financial
Intelligence Unit (FIU). In het onderzoek zijn met name kleinere kantoren betrokken. Het onderzoek is
in oktober 2015 aangevangen en de rapportage is aan het eind van het eerste kwartaal in 2016
opgeleverd. De resultaten en aanbevelingen zijn besproken in het dekenberaad en waar nodig zijn
verdere acties ondernomen.
4.1.8.3 Kenniscentrum Wwft
Sinds 2013 is bij het bureau van de Haagse orde van advocaten het kenniscentrum Wwft gevestigd.
Advocaten en medewerkers van de lokale ordes kunnen contact opnemen met dit kenniscentrum voor
alle vragen over de Wwft. Het kenniscentrum is dagelijks te bereiken via telefoon 070 - 416 61 29 en
per e-mail: [email protected].
Werkwijze
Een vraag kan zowel telefonisch als per mail binnenkomen. De meeste vragen komen telefonisch
binnen en worden ook telefonisch afgedaan. In beginsel wordt advies gegeven na onderling overleg
tussen de medewerkers van het kenniscentrum. Bij ingewikkelde gevallen wordt de expertise van
derden ingeschakeld.
De medewerkers van het kenniscentrum hebben samen met een medewerker van de Unit FTA in
oktober en december 2016 voor de dekens, de bureaus en voor de leden van de raden van de orde een
tweetal cursussen georganiseerd waarbij met name de praktische toepassing van de Wwft en het
onderzoek naar de naleving van de bepalingen uit de Wwft tijdens kantoorbezoeken centraal heeft
gestaan. Ook in 2017 zal het kenniscentrum zich naast de advisering van individuele advocaten
bezighouden met het geven van voorlichting en cursussen.
Behandelde dossiers
In 2016 heeft het kenniscentrum Wwft 66 adviesaanvragen behandeld. De verzoeken om advies hadden
betrekking op de volgende onderwerpen:
Onderwerp Aantal
Uitleg art. 1 leden 1 en 2 Wwft en advies meldplicht 18
Advies op grond van artikel 16 Wwft 13
Cliëntenonderzoek (incl. UBO) 9
Art 35 Wwft (opleiding) 6
Advies over aannemen contant geld 3
Poging tot oplichting 1
10 ECLI:NL:TADRSHE:2016:44.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
18
Positief advies melding op basis van Wwft 1
Art. 10 lid 1 Wwft 1
Diversen 14
Eindtotaal 66
Diversen zag bijvoorbeeld op het aanpassen van protocollen in handboeken.
Ten opzichte van 2015 is een afname van het aantal adviesvragen gesignaleerd. Dat valt te verklaren
uit het feit dat er veel minder gevallen van oplichting zijn geweest (in 2015 nog 19, in 2016 slechts 1
geval). Wanneer deze zaken buiten beschouwing worden gelaten is een lichte stijging te zien. De indruk
bestaat dat de advocatuur het Kenniscentrum goed weet te vinden. In het komend jaar zal het
Kenniscentrum de balie informeren over de wijzigingen die voor de Wwft in de zomer van 2017 op stapel
staan. De verwachting is dat door deze geplande wijzigingen van de wet het aantal adviesaanvragen in
2017 zal toenemen.
4.1.9 Toezicht op de cassatie advocatuur
In het Jaarplan 2016 van het dekenberaad is als een van de speerpunten opgenomen dat de dekens
extra aandacht zouden besteden aan advocaten die cassatiezaken doen.11 Voor dat toezicht op de
civiele cassatiebalie is door de deken Den Haag een plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak
bevatte, kort gezegd het volgende voorstel: controle van de opleidingspunten en het aantal vlieguren in
het kader van de cassatievakbekwaamheidseisen en het afleggen van minstens één kantoorbezoek bij
een cassatie advocaat.
Het plan van aanpak is besproken in het dekenberaad en de voorstellen zijn langsgelopen.
Geconstateerd is dat het aantal behaalde opleidingspunten en het aantal behaalde vlieguren worden
gecontroleerd in de CCV. Om die reden is besloten niet alsnog een steekproef uit te voeren; de deken
beschikte al over de informatie en het nogmaals opvragen zou onnodig belastend zijn voor de
advocaten. Daarnaast gaven de dekens aan dat de cassatie advocaten een kleine groep advocaten
betreft die over het algemeen goed functioneren; de dekens hebben goed zicht op deze advocaten en
zien hen niet als risicogroep. In zijn algemeenheid hebben de dekens afgesproken, in het kader van de
uniformiteit, de Haagse deken te benaderen indien zij te maken hebben met problemen met een
cassatie advocaat en het onderwerp jaarlijks te bespreken in het dekenberaad.
4.2 Klachtbehandeling
Op grond van artikel 46c van de Advocatenwet behandelt de deken klachten over advocaten.
Klachtbehandeling is, naast toezicht, een van de meest belangrijke taken van de deken. Alle dekens
behandelen de klachten binnen de kaders van de Advocatenwet en de Leidraad dekenale
klachtbehandeling. Op die manier vindt de klachtbehandeling zo veel als mogelijk uniform plaats.
Desalniettemin heeft de deken een ruime mate van vrijheid om de klachtprocedure in te richten. Hij zal
van deze bevoegdheid gebruik maken indien hij dat noodzakelijk acht voor een goede behandeling van
de klacht.
11 Zie voor de verantwoording van de speerpunten bijlage 6.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
19
In het kader van de klachtbehandeling is in 2016 in het dekenberaad wederom gesproken over het
innemen van een dekenstandpunt. Dit onderwerp heeft de afgelopen jaren al meermaals op de agenda
van het dekenberaad gestaan, om te bezien of de werkwijze hieromtrent geharmoniseerd kan worden.
Een dekenstandpunt bevat de mening van de deken over de gegrondheid van de klacht. Het is echter
altijd aan de klager om te bepalen of de klacht wordt voorgelegd aan de tuchtrechter.
Uit de bespreking in het dekenberaad is gebleken dat iedere deken op een bepaald moment tijdens de
behandeling van een klacht een standpunt inneemt of een mening of visie verwoord. Dat gebeurt alleen
op verschillende momenten in het traject (bijvoorbeeld tijdens het bemiddelingsgesprek, in de brief aan
de klager na afloop van het onderzoek of bij het doorsturen van de klacht naar de raad van discipline)
en wordt niet altijd schriftelijk vastgelegd. Verder speelt nog mee dat de raden van discipline verschillend
denken over het aanleveren van dekenstandpunten.
De deken is vrij in het inrichten van de klachtbehandeling en dus ook in de keuze om wel of niet een
dekenstandpunt in te nemen. De dekens hebben besloten voorlopig de bestaande praktijk te
handhaven.
4.3 Handhaving
4.3.1 Beleidsregel handhaving Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Per 1 januari 2015 is deken aangewezen als toezichthouder op de naleving van het bepaalde bij of
krachtens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Alle wet- en
regelgeving die op een advocaat van toepassing is, is tuchtrechtelijk handhaafbaar. De deken kan
overtredingen van de in de Wwft genoemde voorschriften echter ook bestuursrechtelijk handhaven door
een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete op te leggen (artikel 26, tweede lid, en artikel 27,
tweede lid, Wwft), of door een aanwijzing te geven (artikel 32 Wwft).
Ten behoeve van de rechtszekerheid heeft elke deken in 2016 de Beleidsregel handhaving Wwft 2016
vastgesteld, waarin invulling wordt gegeven aan de bestuursrechtelijke handhavingsbevoegdheden van
de deken ter zake de Wwft. Om een uniforme uitoefening van deze handhavingsbevoegdheden te
waarborgen, hebben de dekens de inhoud van de beleidsregel met elkaar bepaald. De beleidsregel
handhaving Wwft is op 1 juni 2016 in werking getreden en gepubliceerd op alle websites van de lokale
orden in de arrondissementen.
4.3.2 Bestuursrechtelijke handhaving niet beschikken advocatenpas
Een van de speerpunten van het dekenberaad in 2016 was de bestuursrechtelijke handhaving van vijf
onderwerpen benoemd in het Jaarplan 2016.12 Een van die onderwerpen was de advocatenpas. Op
grond van de regelgeving dient iedere advocaat over een advocatenpas te beschikken. De eerste
advocatenpassen zijn eind 2012/begin 2013 verstrekt en hadden een geldigheidsduur van drie jaar. Dat
betekende dat eind 2015/begin 2016 de geldigheid van het merendeel van de passen verliep. Vanuit de
NOvA en de leverancier van de passen is daar veelvuldig aandacht aan besteed. In dat kader hebben
de dekens besloten gecoördineerd op te treden tegen advocaten die na 1 april 2016 nog geen nieuwe
pas hadden aangevraagd of advocaten die de door hen aangevraagde pas niet hadden opgehaald.
12 Zie voor de verantwoording van de speerpunten bijlage 6.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
20
Alle dekens hebben vanuit de leverancier van de passen een overzicht gekregen van de advocaten die
volgens hun gegevens niet over een pas beschikten. In een aantal arrondissementen beschikten alle
advocaten over een pas; de advocaten die niet over een pas beschikten zijn door de dekens
aangeschreven. Een aantal advocaten is dringend verzocht alsnog een pas aan te vragen. Andere
advocaten is op 1 juli 2016 schriftelijk een last onder dwangsom in het vooruitzicht gesteld; bij hen is
een zienswijze opgevraagd. Deze aanschrijving had als resultaat dat uiteindelijk bijna alle advocaten
alsnog aan hun verplichting voldeden en handhaving om die reden niet noodzakelijk was. Uiteindelijk is
er bij 1 advocaat daadwerkelijk een last onder dwangsom opgelegd. Deze last is niet verbeurd, de
advocaat heeft zich vrijwillig laten schrappen.
4.3.3 Handhaving gedragsregel 2 lid 2
Eind 2015 hebben de dekens gezamenlijk besloten actief op te treden tegen advocaten die zijn
aangesloten bij zogeheten koppelwebsites of vergelijkbare wervings- en doorverwijsinstanties, indien
deelname zich niet verdraagt met gedragsregel 2 lid 2. Deze regel bepaalt dat het een advocaat niet
geoorloofd is om een beloning of provisie toe te kennen of te ontvangen voor het aanbrengen van
opdrachten. Achtergrond van deze bepaling is dat de advocaat dient te vermijden dat zijn vrijheid en
onafhankelijkheid in de uitoefening van het beroep in gevaar zouden kunnen komen.
In januari 2016 hebben de dekens alle advocaten in hun arrondissement opgeroepen hun deken voor 4
april 2016 schriftelijk te informeren over de afspraken die zij met dergelijke aanbieders hebben gemaakt.
In totaal zijn meldingen ontvangen over 89 websites. Alle binnengekomen meldingen zijn per geval door
de deken beoordeeld. Over de beoordeling hebben de dekens onderling afspraken gemaakt.
Gebleken is dat het voor advocaten goed mogelijk is deel te nemen aan een koppelwebsite en niet in
strijd te handelen met gedragsregel 2 lid 2. Advocaten die wel in strijd handelden met het provisieverbod
maar zich tijdig bij de deken hebben gemeld, zijn in de gelegenheid gesteld de samenwerking conform
regelgeving aan te passen ofwel deze op te zeggen. Voorts hebben verscheidene aanbieders hun
arrangementen naar aanleiding van het optreden van de dekens aangepast.
In 2017 wordt de handhaving van gedragsregel 2 lid 2 voortgezet en worden maatregelen getroffen
tegen advocaten die ten onrechte geen gehoor hebben gegeven aan de oproep van de dekens.
4.3.4 Tuchtrechtelijke handhaving: overwegingen bij het indienen van een dekenbezwaar
Een van de manieren voor de deken om te handhaven is het indienen van een ambtshalve klacht tegen
een advocaat bij de tuchtrechter, een dekenbezwaar. In het kader van de uniformiteit en harmonisering
is in het dekenberaad gesproken over de verschillende overwegingen die een rol spelen bij het indienen
van een dekenbezwaar. Het blijkt lastig te zijn om in het algemeen criteria te geven voor het indienen
van een dekenbezwaar. Het uitgangspunt is dat het heel casuïstisch is en aan de deken om te bepalen
wat hij in een bepaalde situatie, gegeven de omstandigheden, wil doen.
Wel hebben de dekens een aantal algemene uitgangspunten benoemd:
1. Bij een dekenbezwaar gaat het vaak om ernstige overtredingen, die bijvoorbeeld zien op
inhoudelijke kwaliteit of integriteit;
2. Een dekenbezwaar wordt in de regel ook ingediend als een advocaat niet meewerkt aan toezicht
door de deken of afspraken met de deken niet nakomt;
3. Recidive speelt vaak een belangrijke rol bij de afweging om een dekenbezwaar in te dienen;
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
21
4. Een klacht of signaal van een ketenpartner wordt in de regel ook voor de tuchtrechter gebracht in
de vorm van een dekenbezwaar, zodat de ketenpartner geen partij wordt in de zaak;
5. Bij een klacht van een klager kan de deken besluiten mee te klagen als hij de klacht ernstig genoeg
vindt of als de advocaat niet heeft meegewerkt aan het klachtonderzoek;
6. Verder kan een deken meeklagen wanneer hij vreest dat de klager de klacht intrekt of wanneer de
deken vreest dat de klager niet ontvankelijk wordt verklaard;
7. De deken kan ook meeklagen indien de termijn voor de klager voorbij is, maar de deken de klacht
zodanig ernstig vindt dat hij de klacht toch voor de raad van discipline wil brengen.
Belangrijk om op te merken is dat ingewikkelde casus besproken worden in het dekenberaad. Op die
manier wordt ook gewerkt aan harmonisering.
4.4 Overige activiteiten
4.4.1 Verschoningsrecht
Het verschoningsrecht voor advocaten staat onder druk. Een van de argumenten die gebruikt wordt in
de discussie om het verschoningsrecht aan te passen is het onterechte beroep op het
verschoningsrecht, door sommigen gekwalificeerd als misbruik. Vanuit de NOvA wordt intensief
gesproken met alle partijen die het onderwerp aangaan; de NOvA levert actief een bijdrage aan de
discussie over het verschoningsrecht.
Naast de gesprekken die gevoerd worden moet goed toezicht er voor zorgen dat er geen onterecht
beroep wordt gedaan op het verschoningsrecht en dat indien dit wel het geval is, dit wordt aangepakt.
In 2015 hadden de dekens hier aandacht voor en ook in 2016 had dit onderwerp de aandacht van de
dekens. Wederom is in overleggen met het Openbaar Ministerie aangegeven dat de dekens graag
signalen ontvangen over gevallen waarin op een onjuiste wijze een beroep op het verschoningsrecht
zou zijn gedaan. Tot op heden heeft geen enkele deken hierover een signaal ontvangen via de eigen
hoofdofficier van Justitie.
4.4.2 Professionalisering
Professionalisering en ondersteuning van de deken is een belangrijk aandachtspunt van de dekens. Er
is in 2016 uitgebreid gesproken over de rol van de raden de orde, gelet op hun nieuwe positie sinds 1
januari 2015. In de praktijk blijkt dat bij de meeste orden weinig is veranderd in de werkzaamheden van
de raad; de raad vormt een belangrijke ondersteuning voor de deken. Ook is door de dekens uitgebreid
gesproken over het functioneren van het dekenberaad. Naar aanleiding van deze bespreking is besloten
een training vergadertechnieken te organiseren om zo efficiënter te vergaderen en te komen tot goede
besluitvorming.
Verder is dit jaar aandacht besteed aan de bureaubezetting en de benodigde kennis van de
bureaumedewerkers. In dat kader is nagedacht over de inzet van een flexibele klachtbehandelaar. Deze
klachtbehandelaar kan gezien worden als een soort flexibele schil die ingezet kan worden op een lokaal
ordebureau als daar behoefte aan is door plotseling capaciteitstekort. Ondanks het feit dat op dit
moment geen enkel ordebureau deze klachtbehandelaar nodig had is wel nagedacht over de
voorwaarden voor inzet. Op die manier kan er direct gebruik van worden gemaakt mocht dat nodig zijn.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
22
Ook wat betreft de automatisering zijn stappen gezet in 2016. De huidige automatisering wordt
vervangen en gemoderniseerd, omdat deze versnipperd is; informatie zit in meerdere systemen en is
deels enkel op papier beschikbaar. De nieuwe automatisering moet er uiteindelijk voor zorgen dat alle
lokale orden uniform registreren en rapporteren. Vanuit de adjunct-secretarissen wordt het project geleid
door drie adjuncten. Twee dekens zijn aangewezen om namens alle dekens te overleggen met de
projectgroep.
In 2016 is een projectleider gekozen die het project inhoudelijk begeleidt en is de leverancier gekozen
die het nieuwe systeem vormgeeft en bouwt. Er is hard gewerkt aan het verder specificeren van wat het
nieuwe systeem moet kunnen en bieden en er is gewerkt aan het harmoniseren van processen. De
verwachting is dat in het derde kwartaal van 2017 een nieuwe kantoorautomatiseringsomgeving voor
de lokale orden gerealiseerd is.
4.5 Vooruitzicht activiteiten 2017
De activiteiten voor 2017 zijn opgenomen in het Jaarplan dekenberaad 2017. Verder verdient de
aankomende evaluatie van de Advocatenwet aandacht.
4.5.1 Evaluatie Wet positie en toezicht advocatuur
De Wet positie en toezicht advocatuur (Wpta) (Staatsblad 2014, 354) is nu twee jaar in werking. In deze
wet is een evaluatiebepaling opgenomen (artikel VIa) die bepaalt welke onderdelen van de wet, binnen
vijf jaar na inwerkingtreding moeten worden geëvalueerd. De te evalueren artikelen uit de Advocatenwet
zijn grofweg in vier categorieën in te delen, te weten:
Tableau, inclusief de registratie en publicatie van tuchtrechtelijke beslissingen;
Toezicht, zowel het college van toezicht als de (nieuwe) taken en bevoegdheden van de dekens;
Tuchtrecht; en
Overig.
Het lijkt nog vroeg om nu al te kijken naar de evaluatie, maar de dekens vinden het van groot belang
dat deze evaluatie goed wordt voorbereid. Om die reden wordt in 2017 al nagedacht over de werking
van de huidige Advocatenwet en dan met name ten aanzien van de bepalingen die geëvalueerd
worden.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
23
5 Verantwoording
Registratie en verantwoording heeft continu de aandacht van de dekens, de adjunct-secretarissen en
de ordebureaus. Ook dit jaar is er weer veel tijd besteed aan de onderlinge afstemming van zowel de
inhoudelijke beoordeling van zaken als de weergave daarvan in de registratie. Dit alles om zo veel als
mogelijk een tussen arrondissementen vergelijkbare verantwoording te realiseren. Vooral de adjunct-
secretarissen hebben zich daarvoor ingespannen. De resultaten van die inspanningen zijn zichtbaar in
de verantwoording in dit jaarverslag. Opgemerkt wordt dat verschillen altijd zullen blijven; het is en blijft
mensenwerk en interpretatieverschillen kunnen nooit geheel worden weggenomen. Wel is het streven
de verschillen zo klein mogelijk te maken en te houden, om die reden blijft het onderwerp aandacht
houden.13
De cijfermatige verantwoording in dit verslag is nuttig en bruikbaar, maar staat niet op zichzelf. Meten
is een ding, weten is een ander. De cijfermatige verantwoording alleen is onvoldoende om een goed
beeld te krijgen van de stand van het toezicht en de klachtbehandeling. Daarvoor is het nodig om de
cijfers te duiden en daarmee context aan te brengen. In dit jaarverslag is daarom, nog meer dan in de
vorige verslagen, geprobeerd de cijfers te duiden. Daarbij hebben de dekens zich vragen gesteld als:
Wat zeggen de cijfers ons? en Wat is de verklaring voor een bepaalde ontwikkeling? De antwoorden op
die vragen zijn echter moeilijk te geven, omdat deze veelal zijn gebaseerd op aannames en
ontwikkelingen binnen en buiten de advocatuur (bijvoorbeeld grotere bewustwording bij advocaten,
meer aandacht voor gedrag en kwaliteit, nieuwe wet- en regelgeving, economische ontwikkelingen). Dit
is echter onvoldoende onderzocht. Waar mogelijk en zinvol worden in dit verslag de cijfers geduid. In
andere gevallen worden slechts trends of ontwikkelingen gesignaleerd zonder dat daarvoor direct een
verklaring kan worden gegeven.
In dit jaarverslag wordt een totale cijfermatige verantwoording gegeven.14 De cijfermatige
verantwoording van de klachten, kantoorbezoeken, s-dossiers, CCV en bestuursrechtelijke maatregelen
per arrondissement vindt u op de website van het dekenberaad.
5.1 Klachtregistratie
Met ingang van 1 januari 2013 worden alle klachten door de raden van de orde op uniforme wijze
geregistreerd. De klachten worden dus voor het vierde jaar op rij op uniforme wijze geregistreerd. Daar
waar mogelijk en zinvol worden de cijfers geduid en wordt een vergelijking met voorgaande jaren
gemaakt. De resultaten daarvan treft u in deze paragraaf en in bijlage 4 aan.
Klachten
In 2016 zijn in totaal 2.293 klachten geregistreerd.15 Er worden twee soorten klachten geregistreerd. De
eerste klacht betreft een schriftelijke uiting van ongenoegen die wordt ingediend bij de deken. De klacht
kan van een cliënt, een andere advocaat of een derde afkomstig zijn. Een ingediende klacht zegt op
voorhand niets over de gegrondheid van die klacht en dus de kwaliteit of het functioneren van een
13 Met de komst van de nieuwe automatisering wordt de registratie kritisch onder de loep genomen. Gekeken wordt of de huidige registratie en de huidige categorieën voldoen. Het kan dus zijn dat de verantwoording over 2017 er iets anders uit komt te zien dan de verantwoording over 2016. 14 Opgemerkt wordt dat het gaat om een momentopname; alle cijfers gaan over dossiers die in 2016 zijn gestart, maar nier per se in 2016 zijn afgerond. 15 Zie bijlage 4 – Resultaten klachtregistratie 2016
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
24
advocaat. Een ingediende klacht wordt altijd door de deken onderzocht. Het onderzoek is in alle
arrondissementen op dezelfde wijze ingericht en kenbaar via de leidraad dekenale klachtbehandeling
die te vinden is op alle websites van de lokale ordes16. Indien de deken er niet in slaagt de klacht in der
minne te schikken dan wordt de klacht ter kennis van de raad van discipline gebracht. Het is uiteindelijk
aan de tuchtrechter om een oordeel te vellen over de gegrondheid van de ingediende klacht en daarbij
eventueel een maatregel op te leggen. De tweede soort klacht betreft een dekenbezwaar. Onder
dekenbezwaar wordt verstaan een klacht van de deken tegen een advocaat die is ingediend bij de raad
van discipline (artikel 46f Advocatenwet).
In 2015 zijn in totaal 2332 klachten geregistreerd.17 Ten opzichte van 2015 zijn er dus in 2016 1,7
procent minder klachten geregistreerd. Er blijft dus een daling in het aantal klachten zichtbaar, maar de
daling is niet meer zo sterk als de afgelopen jaren. Zo daalde het aantal klachten in 2015 met 13 procent
ten opzichte van 2014. De verklaring voor die daling had verschillende oorzaken, waaronder de nieuwe
regelgeving waardoor advocaten worden gestimuleerd om bij een geschil er toch vooral zelf met de
cliënt uit te komen. De daling van dit jaar lijkt gewoon een normale schommeling.
Klachten per arrondissement
Wederom is in Amsterdam in absolute aantallen het meeste aantal klachten geregistreerd. Amsterdam
heeft ook het meest aantal ingeschreven advocaten. Om het aantal geregistreerde klachten in het juiste
perspectief te plaatsen is om die reden het aantal klachten afgezet tegen het aantal advocaten dat op 1
januari 2016 in een bepaald arrondissement kantoor houdt.
Aantal klachten geregistreerd per arrondissement 1 januari 2016 – 31 december 2016
Arrondissement Aantal klachten In verhouding tot aantal
advocaten per arrondissement
2016 2015 201618 2015
Noord-Nederland 180 210 13% 15%
Noord-Holland 179 170 12% 11%
Limburg 161 143 12% 10%
Den Haag 295 322 9% 10%
Midden-Nederland 274 330 9% 10%
Zeeland-West-Brabant 154 148 9% 9%
Oost-Brabant 185 167 9% 8%
Rotterdam 279 254 8% 8%
Overijssel 87 91 8% 8%
Gelderland 148 129 7% 6%
Amsterdam 351 368 4% 4%
Eindtotaal 2293 2332 100% 100%
Type klacht
Van de in totaal 2.293 geregistreerde klachten is bijna de helft (45 procent) gericht tegen de eigen
advocaat. Dit percentage komt overeen met het percentage in 2015 (47 procent). Het aantal
geregistreerde klachten tegen de advocaat van de wederpartij is in verhouding iets toegenomen,
16 Zie bijvoorbeeld: https://www.advocatenorde-amsterdam.nl/2348/de-klachtenprocedure. 17 Zie jaarverslag dekenberaad 2015, te raadplegen op www.advocatenorde.nl onder het thema dekenberaad. 18 Het percentage wordt berekend ten opzichte van het aantal advocaten dat op 1 januari 2016 op het tableau stond ingeschreven.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
25
namelijk 31 procent in 2016 tegenover 29 procent in 2015 en 25 procent in 2014. Gelet op eerdere jaren
lijkt hier sprake te zijn van een trend: het aantal geregistreerde klachten tegen de eigen advocaat daalt
al een aantal jaar op rij ten opzichte van het totaal aantal geregistreerde klachten (2014: 50%,
2013:51%) en het aantal klachten tegen de advocaat van de wederpartij stijgt (2014: 25%, 2013: 24%).
Het aantal ingediende dekenbezwaren is ten opzichte van vorig jaar gedaald. In 2016 zijn 79
dekenbezwaren geregistreerd tegenover 94 in 2015 De dekenbezwaren die in voorbereiding zijn, maar
waar het onderzoek van de deken dus nog loopt, worden geregistreerd bij de s-dossiers. Zie paragraaf
5.3.
Onderwerp per type klacht
Bij de registratie van de klacht wordt ook het onderwerp van de klacht geregistreerd. Het kan zijn dat
een klacht over meerdere onderwerpen gaat; al deze onderwerpen worden dan geregistreerd. Het
klachtregistratiesysteem kent 40 vooraf bepaalde onderwerpen waaruit bij de registratie van een klacht
kan worden gekozen. Een lijst van enkel onderwerpen zegt niet zoveel. Om die reden is per type klacht
(zie hierboven) bekeken over welk onderwerp de klacht gaat. Een groot deel van de klachten over de
eigen advocaat ziet op de kwaliteit van de dienstverlening. Veel klagers noemen de kwaliteit als
onderwerp van hun klacht als zij teleurgesteld zijn over de uitkomst van een zaak of als zij onterechte
verwachtingen hadden over wat een zaak kan opleveren. Bij verlies van een zaak of een hoge declaratie
wordt dan geklaagd over de kwaliteit van de dienstverlening. Na onderzoek blijkt in deze gevallen de
klacht vaak ongegrond. Hetzelfde geldt voor de categorie zorg in acht te nemen jegens wederpartij. Dit
onderwerp is de grootste categorie bij klachten over de advocaat van de wederpartij. Ook hier spelen
onterechte verwachtingen en teleurstelling over de uitkomst van een zaak vaak een rol bij het indienen
van een klacht en is de uitkomst vaak dat de klacht ongegrond is. Voor een totaaloverzicht van de
onderwerpen per type klacht wordt verwezen naar bijlage 4.
Rechtsgebieden per klacht
Bij de registratie van de klacht is in bijna alle gevallen ook het rechtsgebied geregistreerd. De meeste
geregistreerde klachten (39 procent) zien op het rechtsgebied civiel overig. Het gaat dan bijvoorbeeld
om beslag en executie zaken, cassatiezaken, burenruzies en consumentengeschillen. De categorie
‘overig’ ziet onder andere op klachten over de centrale controle op de verordeningen en overige
dekenbezwaren. De cijfers over 2016 zijn vergelijkbaar met die over 2015.
Hoedanigheid klager
In driekwart van de gevallen wordt een klacht ingediend door een burger (74 procent). Dat percentage
is vergelijkbaar met vorig jaar (75 procent). De categorie burger en advocaat houdt in dat een burger
gezamenlijk met een advocaat klaagt over een andere advocaat. De advocaat is dan dus ook klager en
niet de vertegenwoordiger van de burger. In sommige arrondissementen wordt de hoedanigheid van de
klager niet ingevuld als de klager de deken is, dat verklaart de categorie niet geregistreerd.
Bekend is dat er burgers zijn die vaak meerdere klachten tegen advocaten indienen. Zij dienen
meerdere klachten in tegen dezelfde advocaat of tegen verschillende advocaten. Vanwege de wijze
waarop klachten worden geregistreerd is een analyse van het aantal klagers dat meerdere keren een
klacht indient niet mogelijk. Kennis daarvan komt vooral door de ervaringen van de bureaumedewerkers
bij de lokale ordes.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
26
Klachtafhandeling
De behandeling van klachten is een continu proces. De in dit jaarverslag opgenomen cijfers zijn dan
ook een momentopname waarbij voor de cijfers over klachtafhandeling geldt dat het beeld een dag later
weer anders kan zijn. Op het moment van het verzamelen van deze cijfers (periode 1 februari - 1 maart
2017) was 39 procent van de in 2016 geregistreerde klachten nog in behandeling. Dat is niet vreemd
als je bedenkt dat het onderzoek van de deken enige tijd vergt. In 2016 ingediende klachten zullen dus
voor een deel in 2017 worden afgehandeld en een andere status krijgen. Bijna een kwart (23 procent)
van de klachten is in ruste, al dan niet na het innemen van een dekenstandpunt of het niet betalen van
het griffierecht. Dit betekent dat de klager na (herhaaldelijk) verzoek van de deken niet kenbaar heeft
gemaakt welk traject hij verder met zijn klacht wil inzetten, dat de klager tevreden was met het oordeel
van de deken of dat de klager na herhaaldelijk herinneren het verplichte griffierecht niet heeft betaald
zodat de klacht niet doorgezet wordt naar de raad van discipline. Als de klager op een later moment
alsnog betaalt, wordt de klacht op dat moment ter kennis gebracht van de raad van discipline.
5.2 Kantoorbezoeken
In ieder arrondissement bezoekt de deken, met behulp van de raad, de bureaumedewerkers en in
sommige gevallen de unit FTA, minimaal 10 procent van alle kantoren in zijn arrondissement. Op 1
januari 2016 waren er 5276 kantoren geregistreerd. Dat betekent dat 528 kantoren bezocht moesten
worden. In totaal zijn in 2016 559 kantoren bezocht.
Aantal kantoorbezoeken in 2016
Arrondissement Totaal kantoren per
1 januari 2016 10%
Bezocht per 31
december 2016
Amsterdam 1077 108 110
Den Haag 592 59 59
Gelderland 410 41 45
Limburg 301 30 34
Midden-Nederland 706 71 72
Noord-Holland 340 34 39
Noord-Nederland 298 30 31
Oost-Brabant 368 37 42
Overijssel 223 22 26
Rotterdam 617 62 67
Zeeland-West-Brabant 344 34 34
Totaal 5276 528 559
In deze cijfers zijn zowel unieke als tweede bezoeken meegenomen. Van de 559 bezochte kantoren
zijn er 80 (14 procent) bezocht naar aanleiding van een signaal en 476 kantoren (85 procent) zijn aselect
gekozen. In 2015 was de verhouding 30 – 70 procent. Er zijn dus meer kantoren aselect gekozen wat
bijdraagt aan het proactieve toezicht van de deken.
De meeste kantoorbezoeken (83 procent) vinden plaats bij kleine kantoren (1-5 advocaten). Dat is niet
vreemd als je bedenkt dat 89 procent van het totaal aantal kantoren in Nederland kleine kantoren zijn
(1-5) advocaten.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
27
Tijdens de kantoorbezoeken wordt de door de dekens gezamenlijk vastgestelde vragenlijst gebruikt als
leidraad bij het gesprek. Onderwerpen die aan de orde komen zijn samenwerking, financiële soliditeit,
bedrijfsvoering en beroepsaansprakelijkheidsverzekering, derdengelden, Wwft en contante betaling,
inrichting en kwaliteit van de dienstverlening, opleiding en klachtbehandeling. Verder wordt aandacht
besteed aan de toezichtspeerpunten zoals vastgesteld in het jaarplan van het dekenberaad. Relevante
stukken worden vooraf opgevraagd en/of ter plekke ingezien.
Tijdens het doornemen van de vragenlijst en het inzien van de stukken, kunnen onvolkomenheden
worden geconstateerd. In de meeste gevallen kan een onvolkomenheid direct worden opgelost of wordt
een termijn gegeven om de geconstateerde onvolkomenheid te repareren. Bij het constateren van
ernstige onvolkomenheden en/of het uitblijven van reparatie binnen een redelijke termijn wordt een
specifiek toezicht dossier (s-dossier) aangemaakt. In 2016 heeft bij 53 kantoren het kantoorbezoek
geleid tot één of meerdere s-dossiers. Dit betekent dat bij 9 procent van de bezochte kantoren een of
meerdere s-dossiers zijn aangemaakt. Dat aantal is een stuk lager dan in 2015 toen 18 procent de
bezochte kantoren heeft geleid tot één of meerdere s-dossiers. Dat is te verklaren door een betere
bewustwording bij advocaten en kantoren over de regelgeving betreffende kantoororganisatie, door
intensievere voorlichting en een grondige controle bij de opgave nieuw kantoor.
Zoals eerder aangegeven ondersteunt de unit FTA de deken bij de kantoorbezoeken. Dat doet zij op
verschillende manieren. Een aantal arrondissementen vraagt bijvoorbeeld voorafgaand aan een
kantoorbezoek relevante financiële gegevens op en laat deze standaard screenen door de unit. De unit
levert degenen die het kantoor bezoeken vervolgens een document aan met daarin de aandachtspunten
en vragen op financieel gebied. Daarnaast gaat de unit mee met kantoorbezoeken indien de deken dat
gewenst acht. De unit FTA is in 2016 21 keer mee geweest op kantoorbezoek.
Een complete cijfermatige verantwoording over de in 2016 afgelegde kantoorbezoeken treft u aan in
bijlage 5.
5.3 Specifiek toezicht dossiers
In overleg met de deken en/of de raad van de orde behandelt het lokale ordebureau dossiers in het
kader van toezicht en naleving van de regelgeving. Het gaat hier om toezichtactiviteiten anders dan de
uitvoering van kantoorbezoeken of de behandeling van klachten. Deze zogenaamde s-dossiers vormen
het hart van het toezicht. In 2016 zijn in totaal 887 s-dossiers aangemaakt.19
S-dossiers kunnen voortkomen uit bijvoorbeeld kantoorbezoeken of de CCV. Bij de CCV gaat het dan
voornamelijk om het niet behalen van de verplichte PO punten en het ontbreken van de schriftelijke
vastlegging van procedures. Ook onderzoeken van de deken naar aanleiding van signalen van
ketenpartners (zoals rechterlijke macht, openbaar ministerie, Raad voor Rechtsbijstand of de IND) of
derden worden een s-dossier. Tevens kan een s-dossier worden aangemaakt bij een eigen melding of
eigen verzoek van een advocaat. Hierbij kan gedacht worden aan (weigering van) verzoeken om
vrijstelling van te behalen PO punten voor herintreders, verzoeken om afgifte van de stage verklaring,
verzoeken om goedkeuring stage en patroon en verzoeken om inschrijving. Onder de aanleiding ‘overig’
vallen bijvoorbeeld meldingen van het juridisch loket, de NOvA of sociale instellingen zoals
maatschappelijk werk. Ook signalen van andere advocaten worden onder deze categorie geregistreerd.
19 Zie ook bijlage 6 – Resultaten s-dossiers 2016.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
28
De onderwerpen waarop s-dossiers zien zijn zeer divers en hebben betrekking op de praktijkvoering en
naleving van de regelgeving. Het idee bij de verantwoording van de s-dossiers is dat verantwoording
wordt afgelegd over deze onderwerpen en dus niet over de gebruikte instrumenten. Veel van de in 2016
aangemaakt s-dossiers zien op de kantoororganisatie en de gedragsregels.
Niet altijd is er een direct “resultaat” van een onderzoek; soms blijkt er (gelukkig) niets aan de hand te
zijn en eindigt een s-dossier zonder toezichtmaatregel. Hieronder vallen veelal de dossiers die
begonnen zijn naar aanleiding van een eigen melding of eigen verzoek. Ook bij een onderzoek naar de
financiële soliditeit ligt het niet direct voor de hand dat er een toezichtmaatregel volgt. Dit komt doordat
er, in tegenstelling tot bijvoorbeeld financiele administratie, geen regel wordt overtreden. Wel is het
mogelijk in zo’n dossier een coach in te zetten. In dat geval eindigt het dossier dus wel met een
toezichtmaatregel. Ook in andere gevallen kan een s-dossier eindigen met een toezichtmaatregel. Het
gaat dan in de meeste gevallen om een normoverdragend contact. Onder normoverdragend contact
vallen ook de situaties waarin een deken dreigt met tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke handhaving,
waarna een advocaat vaak alsnog voldoet aan wat de deken vraagt. Onder besluit Awb vallen met name
beslissingen genomen naar aanleiding van verzoeken inzake stage en inschrijving.
Ook in het kader van de s-dossiers wordt de unit FTA ingeschakeld. Daarnaast wordt in sommige
gevallen een rapporteur ex artikel 60c Advocatenwet benoemd.
Een complete cijfermatige verantwoording over de in 2016 geopende s-dossiers treft u aan in bijlage 6.
5.4 Resultaten Centrale controle op de verordening over 2015
Voor de cijfermatige verantwoording van de CCV over 2015 wordt verwezen naar de website van het
dekenberaad.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
29
6 BIJLAGEN
Bijlage 1 – Samenstelling dekenberaad 2016
Dekens
Secretariaat dekenberaad
Naam Functie
Niels Hupkes Technisch voorzitter vanuit de NOvA
Marieke Amersfoort-Neutel Secretaris dekenberaad vanuit de NOvA
Overige deelnemers dekenberaad
Naam Functie
Bart van Tongeren Algemeen deken
Raffi van den Berg Algemeen Secretaris NOvA
Lies Weitenberg Manager communicatie NOvA
Naam Deken arrondissement
Pieter van Regteren Altena Amsterdam
David de Knijff Den Haag
Vincent van Waterschoot Gelderland
Eduard Prickartz Limburg
Tonco Roest Crollius Midden-Nederland
Monique Brink Noord-Holland
Jan Dijkstra (tot 18 maart 2016)
Rob Geene (vanaf 19 maart 2016) Noord-Nederland
Jan Frederik Schnitzler Oost-Brabant
Paul Manning Overijssel
Rob Meijer Rotterdam
Emilie van Empel (voorzitter dekenberaad) Zeeland-West-Brabant
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
30
Bijlage 2 – Aantallen reguliere onderzoeken unit FTA 2016
Arrondissement Financieel onderzoek
Inhoudelijk onderzoek
Inhoudelijk onderzoek
Wwft
Desk Research
Desk Research
n.a.v. CCV Totaal
Amsterdam 5 1 2 17 1 26
Den Haag 2 1 0 3 0 6
Gelderland 0 0 0 74 5 79
Limburg 5 1 1 48 0 55
Midden Nederland 0 0 0 6 4 10
Noord-Holland 3 1 2 66 2 74
Noord-Nederland 1 4 1 9 3 18
Oost-Brabant 2 0 1 72 0 75
Overijssel 0 0 0 7 4 11
Rotterdam 2 0 0 10 9 21
Zeeland-West-Brabant 1 0 0 40 0 41
Totaal 21 8 7 352 28 409
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
31
Bijlage 3 – Consultatiereactie Vierde Europese anti-witwasrichtlijn
Ministerie van Financiën
Directie Financiële Markten
Afdeling Institutioneel Beleid en Integriteit
t.a.v. mevrouw Nicole van der Scheer
Postbus 20201
2500 EE DEN HAAG
Breda, 26 augustus 2016
betreft: consultatie wetsvoorstel implementatie RL (EU) 2015/849, uitvoering Verordening (EU)
2015/847 EP en Raad (20 mei 2015) betr. bij geldovermakingen te voegen informatie (PbEU 2015, L
141) d.d. 5 juli 2016
Geachte mevrouw Van der Scheer,
De dekens van de elf orden van advocaten hebben kennis genomen van de consultatie van het
wetsvoorstel ter implementatie van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad
van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen
van geld of terrorismefinanciering (PbEU 2015, L 141), alsmede in verband met de uitvoering van
Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij
geldovermakingen te voegen informatie (PbEU 2015, L 141) d.d. 5 juli 2016.
De deken is op grond van het huidige artikel 24, zesde lid, van de Wwft en op grond van artikel 45a,
tweede lid, van de Advocatenwet belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of
krachtens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. De dekens hebben om
die reden bij het bestuderen van het wetsvoorstel vooral gelet op aspecten die verband houden met
het toezicht. Voor wat betreft de overige aspecten sluiten de dekens zich aan bij de consultatiereactie
van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten.
De consultatiereactie van de dekens bevat vijf onderwerpen waar de dekens graag aandacht voor
vragen. Het gaat om:
1. Aanwijzing van de deken als toezichthouder.
2. Aanwijzing van de deken als toezichthouder op (niet-gereguleerde) juridische dienstverleners.
3. De mogelijkheid van de Minister van Financiën en de Minister van Veiligheid en Justitie om
nadere regels te stellen aan de taakuitoefening van de toezichthouder op de Wwft.
4. De mogelijkheid dat de toezichthouder een tijdelijk verbod oplegt aan een natuurlijk persoon
om een beleidsbepalende functie uit te oefenen.
5. De verplichte publicatie van sanctiebesluiten.
Hieronder volgt bij elk van de punten een nadere toelichting. Waar naar de Wwft wordt verwezen,
wordt bedoeld de nieuwe Wwft zoals voorgesteld in het consultatievoorstel.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
32
1. Aanwijzing van de deken als toezichthouder.
Artikel 1b, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van de Wwft wijst de deken aan als toezichthouder en
belast de deken met “de uitvoering en handhaving van deze wet”. Het gaat hier om de toezichthouder
als bestuursorgaan, die de feitelijke toezichthouders aanwijst. In dit artikel van de Wwft wordt
verwezen naar artikel 45a van de Advocatenwet. Artikel 45a, tweede lid, van de Advocatenwet wijst de
deken ook aan als toezichthouder maar belast de deken met “het toezicht op de naleving van het
bepaalde bij of krachtens de Wwft”. Het gaat hier om de toezichthouder als natuurlijk persoon, die de
feitelijke toezichtstaken uitvoert en die dus niet feitelijke toezichthouders kan aanwijzen. De wetgever
heeft in de Advocatenwet bedoeld de deken aan te wijzen als toezichthouder in de zin van artikel 5:11
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De dekens constateren dat op deze wijze twee verschillende definities van toezichthouder worden
gebruikt. Namelijk de toezichthouder als bedoeld in artikel 5:11 van de Awb (en die in de
Advocatenwet wordt bedoeld) en de toezichthouder gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, van de Wwft.
De wetgever benadert de deken in de Wwft zodoende in een andere hoedanigheid dan hij hem
benadert in de Advocatenwet en verleent de deken daarmee verschillende taken en bevoegdheden.
De verwijzing van artikel 1b, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van de Wwft naar “de deken, bedoeld
in artikel 45a van de Advocatenwet” is derhalve juridisch en feitelijk onjuist. In de Wwft wordt immers
het bestuursorgaan bedoeld en in de Advocatenwet de natuurlijke persoon. De dekens zien graag dat
de wetgever de definitie van toezichthouder, en daarmee de taken en bevoegdheden die worden
toegekend, overal consistent toepast, zodat daarover geen verwarring en/of onduidelijkheid bestaat.
2. Aanwijzing van de deken als toezichthouder op (niet-gereguleerde) juridische
dienstverleners.
In aansluiting op het eerste punt merken de dekens op dat de deken niet alleen wordt aangewezen als
toezichthouder op advocaten, maar ook als toezichthouder op niet-gereguleerde juridische
dienstverleners. In artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, van de Wwft wordt, behalve over advocaten, ook
gesproken over natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen “in de uitoefening van een
gelijksoortig juridisch beroep of bedrijf”. Deze formulering houdt in dat de deken op grond van artikel
1b, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van de Wwft ook toezichthouder wordt op die groep niet-
gereguleerde juridische dienstverleners. Deze uitbreiding achten de dekens onwenselijk; de deken is
enkel toezichthouder op advocaten.
Daarbij komt dat het Bureau Financieel Toezicht op grond van het huidige artikel 24, eerste lid, van de
Wwft jo. artikel 1, onderdeel c, van het Besluit aanwijzing toezichthouders Wwft is aangewezen als
toezichthouder op de (niet-gereguleerde) juridische dienstverleners. Dit is overgenomen in het
consultatievoorstel in artikel 1b, eerste lid, aanhef en onderdeel c. Nu het BFT wederom wordt
aangewezen als toezichthouder op de niet-gereguleerde juridische dienstverleners is er geen rol
weggelegd voor de dekens. De dekens verzoeken de minister dan ook om in artikel 1a, vierde lid,
onderdeel c, van de Wwft de zinsnede “of in de uitoefening van een gelijksoortig juridisch beroep of
bedrijf” te schrappen.
3. De mogelijkheid van de Minister van Financiën en de Minister van Veiligheid en Justitie
om nadere regels te stellen aan de taakuitoefening van de toezichthouder op de Wwft.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
33
De wetgever heeft in de Wwft vier bepalingen opgenomen op grond waarvan bij ministeriële regeling
of algemene maatregel van bestuur (AMvB) nadere regels kunnen worden gesteld aan de
taakuitoefening van de toezichthouder op de Wwft. De minister heeft hierdoor een ruime mate van
vrijheid om invloed uit te oefenen op de toezichtuitoefening door de deken. In zijn algemeenheid
achten de dekens dit principieel onjuist en zeer onwenselijk; toezicht op de advocatuur dient geheel
onafhankelijk te worden uitgeoefend. Nadere regels vanuit de overheid doen afbreuk aan de
onafhankelijkheid van de deken en miskennen de bijzondere positie die de advocatuur inneemt in de
rechtsstaat en het belang van onafhankelijk toezicht daarop. Zie in dat kader ook de
totstandkomingsgeschiedenis van de Wet positie en toezicht advocatuur (Stb 2014, 354).
Daarnaast is artikel 45h van de Advocatenwet van belang. Dit artikel bepaalt dat het college van
toezicht (CvT) beleidsregels vaststelt voor de uitoefening van de taken ingevolge artikel 45a, eerste en
tweede lid, en 46c. Deze beleidsregels zien op de toezichtstaken van de deken op de naleving door
advocaten van het bepaalde bij of krachtens de Advocatenwet (artikel 45a, eerste lid) en de Wwft
(artikel 45a, tweede lid) en op de klachtbehandeling door de deken (artikel 46c). Volgens de toelichting
wordt hiermee de uniformiteit van het toezicht gewaarborgd.
Met betrekking tot artikel 1b, zesde lid, van de Wwft achten de dekens doorkruising van de nadere
regels van de minister met de beleidsregels van het CvT op grond van artikel 45h van de
Advocatenwet, denkbaar. De nadere regels van de minister hebben betrekking op “de taakuitoefening
van de op grond van [artikel 1b] bevoegde bestuursorganen”. Het CvT stelt beleidsregels vast voor “de
uitoefening van de taken ingevolge artikel 45a, eerste en tweede lid, en 46c". De regels van de
minister zien derhalve op hetzelfde onderwerp als de beleidsregels van het CvT, namelijk de
taakuitoefening van de deken (voor wat betreft het toezicht op de naleving van de Wwft). Deze
doorkruising speelt, in meer of mindere mate, ook bij de regels die kunnen worden gesteld op grond
van artikel 24, tweede lid, artikel 27, derde lid, en artikel 32f van de Wwft.
De dekens horen graag hoe de bevoegdheid van de minister om nadere regels te stellen zich
verhoudt tot de bevoegdheid van het CvT om beleidsregels vast te stellen over de wijze waarop de
deken toezicht uitoefent op de naleving van de Wwft. De dekens stellen voor om voor hen een
uitzondering te creëren in die zin dat de nadere regels die eventueel worden gesteld niet op hen van
toepassing zijn.
4. De mogelijkheid dat de toezichthouder een tijdelijk verbod oplegt aan een natuurlijk
persoon om een beleidsbepalende functie uit te oefenen.
De dekens vragen graag aandacht voor de mogelijkheid om als toezichthouder een tijdelijk verbod op
te leggen aan een natuurlijk persoon (overtreder dan wel feitelijk leidinggevende) om een
beleidsbepalende functie uit te oefenen (artikel 32d van de Wwft). Allereerst is het in de advocatuur
aan de tuchtrechter voorbehouden om een advocaat te schorsen in de uitoefening van de praktijk voor
de duur van ten hoogste een jaar of te schrappen van het tableau. De dekens zien graag in de
toelichting een nadere uitleg over hoe deze twee bevoegdheden zich tot elkaar verhouden. Ten
tweede houdt de deken toezicht op advocaten en niet op niet-advocaten in beleidsbepalende functies.
Het behoort niet tot de taak en het betreft geen bevoegdheid van de deken om te beslissen over niet-
advocatuurlijke posities in organisatiestructuren.
5. De verplichte publicatie van sanctiebesluiten.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
34
Als laatste wijzen de dekens op artikel 32h van de Wwft. Dit artikel introduceert de verplichting voor de
toezichthouder om een opgelegde bestuurlijke sanctie (zowel aanwijzing, bestuurlijke boete, last onder
dwangsom als tijdelijke ontzegging van een beleidsbepalende functie) openbaar te maken zodra deze
onherroepelijk is geworden. De dekens vinden dat een zeer zware verplichting. Daarnaast moeten op
grond van het derde en vierde lid in bepaalde gevallen ook nog niet onherroepelijke besluiten worden
gepubliceerd.
Dit betekent dat publicatie al plaatsvindt vóór de rechterlijke toetsing (en het besluit mogelijk moet
worden herzien). De dekens achten dit zeer onwenselijk. Bovendien is één en ander niet in
overeenstemming met het bepaalde in artikel 8 en 8a van de Advocatenwet.
De wetgever wordt verzocht de verplichting om een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke
sanctie openbaar te maken als “kan-bepaling” te formuleren, zoals hij dat in artikel 32g van de Wwft
heeft gedaan, of een uitzondering van deze verplichting te maken voor de deken.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
namens de dekens van de elf orden van advocaten,
Emilie van Empel
Voorzitter dekenberaad
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
35
Bijlage 4 – Resultaten klachtregistratie 2016
1. Klachten per arrondissement
Aantal klachten geregistreerd per arrondissement 1 januari 2016 – 31 december 2016
Arrondissement Aantal klachten In verhouding tot aantal
advocaten per arrondissement
2016 2015 201620 2015
Noord-Nederland 180 210 13% 15%
Noord-Holland 179 170 12% 11%
Limburg 161 143 12% 10%
Den Haag 295 322 9% 10%
Midden-Nederland 274 330 9% 10%
Zeeland-West-Brabant 154 148 9% 9%
Oost-Brabant 185 167 9% 8%
Rotterdam 279 254 8% 8%
Overijssel 87 91 8% 8%
Gelderland 148 129 7% 6%
Amsterdam 351 368 4% 4%
Eindtotaal 2293 2332 100% 100%
20 Het percentage wordt berekend ten opzichte van het aantal advocaten dat op 1 januari 2016 op het tableau stond ingeschreven.
Basisinformatie
Periode van de analyse 01-01-2016 t/m 31-12-2016
Aantal klachten 2293
Aantal advocaten per 01-01-2016 17353
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
36
2. Type klacht
Type klacht 1 januari 2016 – 31 december 2016
Klachten Aantal klachten In %
over de eigen advocaat 1028 45%
over de advocaat van de wederpartij 719 31%
van advocaten tegen advocaten 244 11%
overig 152 7%
van de deken 79 3%
tegen de deken 71 3%
Eindtotaal 2293 100%
3. Onderwerp per type klacht
Klachten over de eigen advocaat Aantal klachten In %
Kwaliteit van de dienstverlening 478 32%
Communicatie cliënt of bejegening 171 11%
Financiën algemeen 132 9%
Traagheid 107 7%
Informatieverschaffing of instemming cliënt 105 7%
Opdracht 84 6%
Declaratie, aanvullende zekerheid of incasso 82 5%
Vrijheid terugtrekken of bijstand weigeren 70 5%
Toevoeging en financiën 64 4%
Beleidsvrijheid 55 4%
Andere bezwaren 37 2%
Belangenverstrengeling 36 2%
Termijnen 26 2%
Toevoegingsmogelijkheden en aanvraag 20 1%
Geheimhoudingsplicht 15 1%
Retentierecht 11 1%
Vereiste schriftelijke vastlegging 11 1%
Grievende uitlatingen of dreigementen 1 NIHIL
Zorg in acht te nemen jegens wederpartij 1 NIHIL
Totaal 1506 100%
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
37
Klachten over de advocaat van de wederpartij Aantal klachten In %
Zorg in acht te nemen jegens wederpartij 330 34%
Bewust gebruik onjuiste gegevens of informatie 181 19%
Vrijheid of ruimte van handelen 160 16%
Grievende uitlatingen of dreigementen 159 16%
Andere bezwaren 65 7%
Rechtsmaatregelen 53 5%
Schikkingsonderhandelingen 17 2%
Regels m.b.t. de juridische strijd 3 NIHIL
Kwaliteit van de dienstverlening 1 NIHIL
Tegenstrijdige belangen 3 NIHIL
Belangenverstrengeling 2 NIHIL
Confraternele correspondentie 1 NIHIL
Totaal 975 100%
Klachten van advocaten tegen advocaten Aantal klachten In %
Regels m.b.t. de juridische strijd 87 28%
Onwelwillendheid 65 21%
Overname van zaken 40 13%
Andere bezwaren 35 11%
Confraternele correspondentie 30 10%
Tegenstrijdige belangen 21 7%
Financiële verplichtingen of toezeggingen 16 5%
Grievende uitlatingen of dreigementen 5 2%
Zorg in acht te nemen jegens wederpartij 4 1%
Bewust gebruik onjuiste gegevens of informatie 3 1%
Wat in het algemeen niet betaamt 2 1%
Kwaliteit van de dienstverlening 1 NIHIL
Schikkingsonderhandelingen 1 NIHIL
Rechtsmaatregelen 1 NIHIL
Totaal 311 100%
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
38
Klachten van overig Aantal klachten In %
Van derden tegen advocaat 71 44%
Tegen advocaat andere hoedanigheid 62 39%
Tegen advocaat privé 9 6%
Varia 8 5%
Wegens inbreuk int. regels en richtlijnen 5 3%
Tegen kantoor of samenwerkingsverband 3 2%
Kwaliteit van de dienstverlening 1 1%
Wegens inbreuk statuut voor strafr.adv. 1 1%
Totaal 160 100%
Klachten van de deken Aantal klachten In %
Wat in het algemeen niet betaamt 41 44%
Andere bezwaren 20 22%
Informatie, onderzoek of aangifte(n) derde(n) 16 17%
Tekortkomingen uit de CCV 11 12%
Tekortkomingen uit de entreetoets 2 2%
Zorg in acht te nemen jegens wederpartij 2 2%
Grievende uitlatingen of dreigementen 1 1%
Totaal 93 100%
4. Rechtsgebied per klacht
Rechtsgebied van de klacht 1 januari 2016 – 31 december 2016
Rechtsgebied Aantal klachten In %
Civiel-overig 903 39%
Familierecht 633 28%
Overig 149 6%
Strafrecht 141 6%
Arbeidsrecht 125 5%
Bestuursrecht + sociaal zekerheidsrecht 104 5%
Huurrecht 100 4%
Ondernemingsrecht 66 3%
Curator + faillissementen 47 2%
Vreemdelingenrecht 21 1%
Niet geregistreerd21 4 NIHIL
Eindtotaal 2293 100%
21 Dit betreffen klachten tegen de deken die niet zien op een bepaald rechtsgebied.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
39
5. Hoedanigheid klager
Hoedanigheid klager 1 januari 2016 – 31 december 2016
Hoedanigheid klager Aantal klachten In %
Burger 1704 74%
Advocaat 358 16%
Bedrijf 186 8%
Burger en Advocaat 31 1%
Niet geregistreerd22 14 1%
Eindtotaal 2293 100%
6. Afhandeling klachten
Afhandeling klacht 1 januari 2016 – 31 december 2016
Soort afhandeling Aantal In %
In behandeling bij de deken 886 39%
Doorgezonden naar raad van discipline 514 22%
Ingetrokken 293 13%
In ruste of griffierecht niet betaald 267 12%
In ruste na dekenstandpunt 266 12%
Geschikt 60 3%
Naar geschillencommissie of andere instantie 7 NIHIL
Eindtotaal 2293 100%
22 Het gaat hier om dekenbezwaren, waarbij de klager dus de deken is.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
40
Bijlage 5 – Resultaten kantoorbezoeken 2016
Aantal kantoorbezoeken
Arrondissement Totaal kantoren per
1 januari 2016 10%
Bezocht per 31
december 2016
Amsterdam 1077 108 110
Den Haag 592 59 59
Gelderland 410 41 45
Limburg 301 30 34
Midden-Nederland 706 71 72
Noord-Holland 340 34 39
Noord-Nederland 298 30 31
Oost-Brabant 368 37 42
Overijssel 223 22 26
Rotterdam 617 62 67
Zeeland-West-Brabant 344 34 34
Totaal 5276 528 559
Aanleiding voor het kantoorbezoek
Aanleiding Aantal In %
Signaal 80 14%
Aselect 476 85%
Herhaalbezoek 3 1%
Omvang van de bezochte kantoren
Omvang kantoor Aantal In %
1 advocaat 262 47%
2-5 advocaten 202 36%
6-20 advocaten 85 15%
21-60 advocaten 5 1%
61+ advocaten 2 NIHIL
Kantoorbezoek geleid tot nader toezichtonderzoek (s-dossier)23
Aantal
Aantal kantoren waarbij het kantoorbezoek heeft geleid tot één of meer nadere
toezichtonderzoeken (s-dossier) 53
23 Eén kantoorbezoek kan leiden tot meerdere s-dossiers.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
41
Kantoorbezoek met unit FTA24
Aantal In %
Unit FTA 21 4%
24 Hiermee wordt bedoeld inschakeling van de unit FTA anders dan de standaardscreening die de unit FTA voor een aantal arrondissementen voorafgaand aan een kantoorbezoek verzorgt.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
42
Bijlage 6 – Resultaten s-dossiers 2016
Aantal s-dossiers25
Aantal
S-dossiers 887
Aanleiding voor het s-dossier26
Aanleiding Aantal
Advies 12
Bemiddeling 28
Kantoorbezoek 81
CCV 167
Entreetoets 19
Klacht 79
Geschillencommissie 2
Stage aangelegenheden 31
Eigen melding of eigen verzoek 115
Signaal Rechterlijke Macht 69
Signaal OM 34
Signaal Raad voor Rechtsbijstand 27
Signaal IND 7
Signaal Reclassering 0
Thematisch toezicht, dekenberaad 72
Overig 152
25 Er wordt in principe per toezichtonderwerp een s-dossier gemaakt. Dat betekent dat in de meeste gevallen één s-dossier één onderwerp heeft en dat als er bij een advocaat meerdere aspecten aanleiding geven tot nader toezichtonderzoek, er meerdere s-dossiers worden aangemaakt voor die ene advocaat. Er kunnen echter gevallen zijn waarin dat niet altijd gewenst is en een s-dossiers dus meerdere onderwerpen heeft. 26 Eén s-dossier kan meerdere aanleidingen hebben.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
43
167
152
115
81
79
72
69
34
31
28
27
19
12
7
2
0 20 40 60 80 100 120 140 160 180
CCV
Overig
Eigen melding of eigen verzoek
Kantoorbezoek
Klacht
Thematisch toezicht, dekenberaad
Signaal Rechterlijke Macht
Signaal OM
Stage aangelegenheden
Bemiddeling
Signaal Raad voor Rechtsbijstand
Entreetoets
Advies
Signaal IND
Geschillencommissie
Aanleiding s-dossier
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
44
Onderwerpen s-dossiers
Nalevingstoezicht Aantal Totaal aantal
Vakbekwaamheid 106
Praktijkstructuren en kantoornaam 48
Praktijkuitoefening in dienst 6
Kantoororganisatie 190
Beroepsaansprakelijkheid 5
Resultaat gerelateerde beloning 5
Kantoorhouden (art 12 Advw) 11
Gedragsregels 146
Onvoldoende kwaliteit 27
Uitvoering tuchtrechtelijke maatregel 8
Overig 101
Totaal nalevingstoezicht 653
Financieel toezicht
Financiële administratie 38
Derdengelden 56
Contante betalingen 7
Wwft 8
Financiële soliditeit 64
Overig 14
Totaal financieel toezicht 187
Toelatingstoezicht
Nader onderzoek inzake inschrijvingsverzoek 13
Stage zaken 34
Totaal toelatingstoezicht 47
Eindtotaal 887
Speerpunten dekenberaad27 Aantal
Financieel toezicht 97
Advocatenpas 86
Geen stichting derdengelden 4
Geen klachtenregeling 8
Informatie aan cliënt (7.4 Voda) 20
Opdrachtbevestiging 14
Toezicht cassatieadvocatuur 1
Totaal 171
27 In het Jaarplan van het dekenberaad voor 2016 is een aantal speerpunten opgenomen voor het dekenale toezicht. In de verantwoording is opgenomen hoeveel s-dossiers er zijn behandeld over onderwerpen die in dat jaar als speerpunt zijn aangemerkt.
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
45
Gebruikte toezichtmaatregelen s-dossiers28
Gebruikte toezichtmaatregelen Aantal
Normoverdragend contact 336
Dekenbezwaar 69
Gedoogbesluit 0
Boete 0
Last onder dwangsom 3
Afzien maatregel na zienswijze 36
Besluit Awb 56
Coaching 7
60ab 5
60b 5
60c 0
Geen toezichtmaatregel 217
Ingeschakelde derde
Ingeschakelde derde Aantal
Unit FTA 37
Rapporteur ex artikel 60c Advocatenwet 6
28 Eén s-dossier kan eindigen met meerdere toezichtmaatregelen.
336
217
69
56
36
7
5
5
3
0 50 100 150 200 250 300 350 400
Normoverdragend contact
Geen toezichtmaatregel
Dekenbezwaar
Besluit Awb
Afzien maatregel na zienswijze
Coaching
60ab
60b
Last onder dwangsom
Gebruikte toezichtmaatregelen s-dossiers
Verslag van werkzaamheden dekenberaad 2016
46
Bijlage 7 – Resultaten bestuursrechtelijke handhaving 2016
Bestuursrechtelijke maatregel Aantal
Last onder dwangsom 3