Samenvatting : Textiel -  · Toepassingen: bovenkleding, sokken, dekens, tapijten, & Welke soorten...

26
Samenvatting : Textiel 1 Textielgrondstoffen 1.1 Indeling vezels Welke soorten vezels hebben we? 1. Natuurlijke 2. Kunstmatige 3. Synthetische 1.1.1 Natuurlijke vezels Wat zijn natuurlijke vezels? = groei afh v klimatologische en andere omstandigheden Vertonen daarom verschillen in kwaliteit + komen niet in onbeperkte hoeveelheden voor Welke soorten natuurlijke vezels zijn er? Plantaardige: Cellulose = saccharide door planten aangemaakt + geeft de plant stevigheid Deze stof zit in veel natuurlijke vezels Bv katoen is zuivere cellulose Zaadvezels: katoen en kapok Stengel- of bastvezels: vlas (linnen), hennep, jute, ramee Bladvezels: Manilla en sisal Vruchtvezels: Kapok en kokos Dierlijke: bestaan uit eiwitten Wol: schaap, angora- en kasjmiergeit, angorakonijn Haar: Kameel, lama Zijde: Zijderups Minerale Asbest De belangrijkste zijn Katoen, Vlas en Jute 1.1.2 Kunstmatige vezels Geef een ander woord voor? Halfsynthetische: gemaakt uit veranderde natuur producten

Transcript of Samenvatting : Textiel -  · Toepassingen: bovenkleding, sokken, dekens, tapijten, & Welke soorten...

Samenvatting : Textiel 1 Textielgrondstoffen

1.1 Indeling vezels Welke soorten vezels hebben we?

1. Natuurlijke 2. Kunstmatige 3. Synthetische

1.1.1 Natuurlijke vezels Wat zijn natuurlijke vezels?

= groei afh v klimatologische en andere omstandigheden

àVertonen daarom verschillen in kwaliteit + komen niet in onbeperkte hoeveelheden voor

Welke soorten natuurlijke vezels zijn er?

• Plantaardige: Cellulose = saccharide door planten aangemaakt + geeft de plant stevigheid àDeze stof zit in veel natuurlijke vezels àBv katoen is zuivere cellulose Ø Zaadvezels: katoen en kapok Ø Stengel- of bastvezels: vlas (linnen), hennep, jute, ramee Ø Bladvezels: Manilla en sisal Ø Vruchtvezels: Kapok en kokos

• Dierlijke: bestaan uit eiwitten

Ø Wol: schaap, angora- en kasjmiergeit, angorakonijn Ø Haar: Kameel, lama Ø Zijde: Zijderups

• Minerale

Ø Asbest

De belangrijkste zijn Katoen, Vlas en Jute

1.1.2 Kunstmatige vezels Geef een ander woord voor?

Halfsynthetische: gemaakt uit veranderde natuur producten

• Plantaardige: Ø Rayon( kunstzijde) en viscose Ø Papiergarens Ø Celluloseacetaat Ø Rubber( latex)

• Dierlijke:

Ø Proteïnevezels( melkwol)

• Minerale

Ø Metaaldraden (gouddraad, zilverdraad) Ø Glasvezel

1.1.3 Synthetische vezels = gemaakt ui chemische producten

Wat gebeurt er in de oorlogstijd?

• Gebrek aan natuurlijke vezels in oorlogstijd + uitvinding vd synthetische vezel à gebruik synth. Vezels

à stijging olieprijzen: remmen opnieuw af

Geef 2 etappes die kenmerkend zijn voorde ontwikkeling synthetische vezels?

• Cellulose uit hout gewonnen → Daaruit maakt men kunstmatige vezels en draden → “halfsynthetische vezels”

→ Geen goede eigenschappen (bv zoals katoen)

→ 1938:° nylonàOntwikkelen van synthetische vezels

Wat bedoeld men met vezels op maat?

• Talrijke vezelsoorten + varianten

• Vezels kunnen ofwel eindeloos als filamentgarens (op natuurlijk lijkend) ofwel in iedere gewenste lengte gesneden en daarna tot vezelgaren versponnen worden

à daardoor volumineuzer en lijken meer op katoen en op wollen garen

Wat is kenmerkend voor chemische vezels?

• Chemische vezels kunnen in verschillende doorsneevormen en fijnheden gemaakt worden • Kunnen door mechanische behandelingen veranderd worden. Bv rekbaarheid

Welke soorten synthetische vezels hebben we?

• Polycondensatie Ø Polymide: nylon, rilsan, enkalon Ø Polyester: Terlenka

• Polymerisatie Ø PVC Ø Dralon Ø Acrilan

• Polyaddities Ø Polystreen ( durabass, shalon) Ø Polyurethaan (lycra)

Samenvatting

1.2 Eigenschappen vezels Welke eigenschappen zijn er?

• Vezellengte • Vezelfijnheid • Vezelsterkte • Elasticiteit

Vezel

Natuurlijke

* Plantaardige* Dierlijke*Minerale

Kunstmatige

* Plantaardige* Dierlijke*minerale

Synthetische

*Polycondensatie* Polymerisatie* polyaddities

1.2.1 Vezellengte Wat is de vezellengte?

• Belangrijkste technische eigenschap • Hoe langer de vezel, hoe fijner de draad die kan gesponnen worden à hoe beter de kwaliteit • Steeds vezelsoorten met een regelmatige vezellengte

1.2.2 Vezelfijnheid Wat is de vezelfijnheid?

• Uitgedrukt in tex (massa in gram voor 1 km lengte)

bv vezel 0.1tex (1dtex): 0.1 g/km lengte

(mensenhaar: 5tex)

à Diameter van de vezel in µm maar niet praktisch, niet alle vezels zijn rond

1.2.3 Vezelsterkte Wat is de vezelsterkte?

= de kracht die nodig is om de vezel door rekken te breken

• Vezels kunnen beschadigd worden tijdens verschillende bewerkingen

“Rkm”: breeklengte

=Lengte die vezel of draad kan aannemen tot wanneer die breekt onder zijn eigen gewicht.

Men bekomt een kwaliteitsgetal door de Sterkte in Newton delen door texnummer (N/tex)

àhoe hoger het cijfer, hoe sterker de draad

1.2.4 Elasticiteit(= veerkracht) Wat is elasticiteit?

= de eigenschap waarbij een vezel na vervorming zijn oorspronkelijke lengte terug aanneemt

→ hoe sterker de vezel hoe minder elastisch → hoe elastischer de vezel, hoe beter kreukherstellend het eindartikel zal zijn

1.3 Natuurlijke vezels

1.3.1 Katoen Wat is katoen en zijn kenmerken?

=Zaadpluizen van de katoenstruik (cellulose) à lijkt op watten

Kenmerken:

• Vezellengte van 35mm – 50mm en meer àKunnen tot fijner garen versponnen worden Ø bv. middelmatige lengte Ø korte vezels Ø korter dan 10 mm (kunnen niet meer versponnen worden)

• Sterk en slijtvast • Goed vochtabsorberend • Kookbestendig (95°), hoge krimpwaarden • Brandbaar • Niet bestand tegen zuren • Sterke neiging tot kreuken • Geen elektrostatische oplading

1.3.2 Vlas (linnen) Wat is vlas en wat zijn de kenmerken?

• Uit plantaardige vlasstengel verkregen

à vlasstengels aan buitenlucht blootstellen à ROTTINGSPROCES

=> vlasstengels komen los vd houtpijp

Kenmerken:

• Sterkste van alle natuurlijke vezels (droog:0.52N/tex; nat 10% hoger) dekzeilen voorvrachtwagens; naaigaren; touw

• Pluizen niet! Tafellinnen, handdoeken, beddenlakens, gordijnen • Goed vochtabsorberend (tot 20%) à drooghanddoeken, zomerkleding • Niet kreukvrij

1.3.3 Wol Wat is wol en wat zijn de kenmerken?

= Afgeschoren haar van schapen

→ Haren van andere dieren: bv kasjmierwol, mohair,… • Kwaliteit hangt af van:

Ø Gezondheid vd dieren Ø Voedsel en verzorging Ø Manier van scheren Ø Ras Ø Leeftijd

Elk wolhaar à kan 70% groter worden door te rekken

Kenmerken:

• Voelt warm aan • Goede warmte-isolator • Neemt veel vocht op • Kreukvrij (elastisch)

à Toepassingen: bovenkleding, sokken, dekens, tapijten, …

Welke soorten schapen hebben we?

• Merinoschapen: fijne wol Ø Ter vervaardiging van elegante lichtgewicht weefsels en breisels

• Cheviotschapen :Grove wol Ø Sportkledij , Winterjassen ,Meubels,Tapijten

• Crossbredschapen :Middelfijne wol

Ø Sportkledij , Winterjassen, Meubels, Tapijten

Hoe gebeurt de wolwinning?

• Blootwol: = huidwol : chemische behandeling van vel van geslachte dieren, vezels worden afgeschraapt

• Looiwol: wol die vd huid wordt verwijderd alvorens de huis tot leder gelooid wordt

• Scheerwol: wolschapen worden 1x per jaar geschoren

Ø Lamswol: 1ste schering (korte, zachte vezel, maar niet sterk)

Ø Jaarlinsgwol: 2de schering (sterker)

Ø Moederwol: volgende scheringen ( 3de tot 5de jaar is veruit de beste kwaliteit)

Wat zijn de belangrijkste soorten wol?

• Mohair: Ø Haar vd angorageit Ø Gald, glanzend

• Alpaca: Ø Haar van een soort lama Ø Fijn en glanzend Ø Weinig gekroest Ø Gebruikt in breiwaren

• Kasjmier: Ø Haar van de kasjmiergeit Ø Glanzend, zeer zacht Ø Erg elastisch Ø Fijne damesbovenkleding, pullovers, shawls

• Angora:

Ø Haar van angorakonijn Ø Toegevoegd aan het vilt van hoeden, garen voor ondergoed,..

BRANDPROEF:

1.3.4 Natuurzijde Wat is natuurzijde en wat zijn de kenmerken?

• Door de zijderups gesponnen

• Zijderups: voedt zich met bladeren vd moerbeiboom à spint zich in tot een cocon (waarin hij zich ontwikkelt tot pop en daarna tot vlinder)

• Cocon à bestaat uit 1 enkele draad ( 4km lang!!!)

Kenmerken:

• Goed vochtopnemend • Glanzend,soepel en licht, fijn • Elastisch en kreukherstellend • Concurrentie van nylon

1.4 Kunstmatige vezels Wat gebruiken we bij kunstmatige vezels?

• Grondstof: cellulose uit naaldhout (40-50% cellulose)

à viscose-rayon

à cellulose-acetaat (mooie glans)

1.5 Synthetische vezels Wat zijn synthetische vezels?

= kunststoffen die de vorm van vezels kregen

• Volledig door de mens opgebouwd

à grondstof: aardolie

• Samenstelling: macromoleculen

à opgebouwd door chemische aaneenschakeling van kleinere eenheden(monomeren)

1.5.1 Polymerisatie Wat is polymerisatie?

• Monomeren worden als bouwstenen aaneengevoegd • Koppelingen komen tot stand omdat de uitgangsproducten onverzadigd (dus reactief)

genoeg zijn • Aantal monomeren (dat voorkomt in het polymeer) bepaalt de moleculegrootte

èMerknamen: orlon, acribel, crylon, dralon, zefran

èToepassingen:

§ Polyacrylonitril : dekens, tapijten; beroepskledij (bestendig tegen zuren)

§ PVC: vloerbedekking, regenjassen

Brandproef: DRALON

Bij de vlam In de vlam Uit de vlam Geur As

Pvc /dralon Smelt Brandt moeilijk met rokende vlam

Dooft uit Stikkende chloorgeur

Onregelmatig, zwart

1.5.2 Polycondensatie Wat is polycondensatie?

=Aaneenkoppelen van verschillende monomeren + door afsplitsen ve product (meestal water)µ

= Het onderling verbinden van een groot aantal monomeren gaat gepaard met de afsplitsing van kleine organische moleculen

VOORSTELLING: -A-B-A-B-A-B + afsplitsing

1.5.2.1 Polyesters Wat zijn polyesters?

= Condensatie tussen een hydroxylgroep en een carboxylgroep met afsplitsing van water

• Gebruikte zuur moet minstens voor 85% uit tereftaalzuur bestaan; gebruikte alcohol

kan verschillen

• Handelsnamen: dacron, terlenka

Wat zijn de kenmerken?

• Bijzonder sterk • Grote elasticiteit: vezel komt na vervorming terug in oorspronkelijke vorm àkreukherstellend

• Neemt weinig water op àdroogt snel, gevoelig voor statische elektriciteit

• Goed bestand tegen solventen (chemische reiniging geen probleem) • Mot-en schimmelvrij • Brandt met roetende vlam + smelten

Brandproef polyester:

Bij de vlam In de vlam Uit de vlam Geur As

Polyester Smelt Sterk, roetende vlam

Brandt smeltend verder

Zoet, flauw Bruin tot zwart , hard

• Toepassing o Mengvezel met wol als kostuumstof o Met katoen als lakenstof o Zuiver: zakken voor wasgoed, visnetten

1.5.2.2 Polyamide Wat is een polyamide?

= ontstaan door condensatie tussen een carboxylgroep en een aminogroep

• Handelsnamen: Nylon, Bruylon, Celon, Enkalon , Rislan

Wat zijn de kenmerken?

• Sterke vezel, goed bestand tegen schuren en wrijven • Gering vochtopnemend • Mot-en schimmelvrij • Vezel brandt traag en druipt (geur van selder)

BRANDPROEF POLYAMIDE

Bij de vlam In de vlam Uit de vlam

Geur as

Polyamide (nylon

Smelt Sterk druipend

Brandt traag en smeltend verder

Selder Bruingrijs, vlasachtig

• Toepassingen: Ø Breigoed: kousen, ondergoed, blouses Ø Weefnijverheid: regenjassen, tentzeilen, valschermen Ø Scheepstouwen, alpinistenkoorden, tapijten

1.5.3 Polyadditie Wat is polyadditie?

= Reactie tussen de karakteristieke groepen van de monomeren zonder afsplitsing van een kleine molecule

Vb. lycra

Schematische voorstelling

2 Van vezel tot doek Hoe bekom je vanaf een vezel een doek?

Vezel → SPINNEN → garen

Garen → WEVEN → weefsel

of

Garen → BREIEN → tricot

àTextielveredeling

àconfectionering

2.1 Het garen Wat verstaat men onder het garen?

• Als grondstof heb je steeds garen nodig

• Bestaat uit korte vezels (bv katoen, wol,..)

à Moeten versponnen worden tot garen

Wat is spinnen?

Het omvormen van een vezelmassa tot draad

Wat moet men doen bij spinnen?

• Uitgangspunt: massa vezels van (on)gelijke lengte: natuurlijke vezels en alle gesneden filamenten.

• Opeenvolgende bewerkingen: (bv katoenspinnerij)

a) reiniging

b) vezels evenwijdig strekken in vezelband

c) vezelband uitrekken

d) torsen

e) opwinden

Hoe gebeurt het reinigen?

plantage → samengeperste katoenbalen

=> 4 soorten reinigingsmachines

èvervlokken

= de samengeperste en ineengekoekte vezelmassa openen + in kleinere vlokjes verdelen

àom bij de kaarde tot uiterste verdeling te gaan; nl afzonderen van iedere vezel

àonreinheden verwijderen

Hoe gebeurt het vormen van een vezelband?

Kaarde = laatste machine waar de reiniging van het spinproduct gebeurt.

à vezelmassa: tot uiterste verdeeld

à kaarde levert vezelvlies af

à wordt tot lont samengebrachtàmin of meer evenwijdige vezels

Hoe rekt men de vezelband uit?

• Verder verfijnen door vezels tussen opeenvolgende cilinders te leiden

=> uitrekprincipe

• Verfijnen verhoogt de kans op onregelmatigheden in het afgeleverde product. à Vermijden: verschillende linten samen aanvoeren + als 1 spinproduct afleveren

Figuur:

Wat verstaat men onder torsen?

= omdraaien (omwringen) v/e bundel vezels

Doel: beletten dat bundel vezels uiteenschuift bij bepaalde trekkracht

Wat verstaat men onder opwinden?

• gelijktijdig met torsen

àdraad opwinden op spinspoel

Z- en S-torsie

2.2 Weven Wat is een weefsel?

Vlechtwerk van garen

Hoe gebeurt het weven?

• Ketting of schering

= eerste dradenstelsel vooraf opgesteld onder bepaalde spanning

• Inslag

= tweede dradenstelsel dat er daarna draad per draad wordt ingevlochten

• Kruising of binding

= de manier van dooreenvlechten van inslag en ketting

Welke soorten bindingen hebben we?

1. Linnen of platbinding 2. Keperbinding 3. Atlas- of satijnbinding

2.2.1 Linnen- of platbinding (eenvoudigst) Wat is de linnenbinding?

Iedere kettingdraad komt een keer boven en een keer onder de afzonderlijke inslagdraden te liggen

2.2.2 Keplerbinding Wat is de keplerbinding?

Bindingspunt wordt verplaatst, schuift telkens op à diagonaalstrepen

2.2.3 Atlasbinding Wat is de atlasbinding?

Ontstaat door gelijkmatig verspreide plaatsing van de kruispunten à vlak uitzicht, gladde structuur

2.3 Breien Wat zijn breisels of tricot?

Doek gevormd door 1 stelsel draden dat door lusvorming (steekvorming) in elkaar wordt gehaakt

Welke soorten tricot hebben we?

1. Inslagtricot 2. Kettingtricot

Wat is een inslagtricot?

Draad wordt door steekvorming horizontaal verwerkt

Wat is een kettingtricot?

Draad wordt door steekvorming verticaal verwerkt

2.4 Non-wovens of vezelvliezen Wat zijn vezelvliezen?

Onregelmatig dooreengelegde vezels die door bindmiddel of plaatselijk smelten aan elkaar gehecht worden

• Probleem?

goedkope artikelen

weinig personeel

àgeen spin-, weef- of (brei)proces

Hoe maakt men vezelvliezen?

Vergelijkbaar met papierproductie:

• Vezels (hout + textielafval) in waterige brij en op transportband uitgestreken

=> water uitsijpelen en verdampen

=> papierlaag blijft over

Kenmerken:

• Toepassingen: Artikelen voor eenmalig gebruik: zakdoeken, luiers, keukenrollen • Nadeel: Niet zo sterk à Betere kwaliteit door verstevigingtechnieken: dweilen, matrassen

• Vervilten van wol (vilt)à Vezels verwarren in elkaar haken àvliezen doorprikken met getande naalden àstapel van vliezen doorprikken àvlies stikken tussen 2 weefsels of tricots àanorak, bedsprei, kamerjas, slaapzak,…

• Hoge productiesnelheid: 300 meter per minuut

2.5 Tapijten Waar gebruikt men tapijten?

• Woningtextiel

-vloerbekleding

-wandbekleding

• Opbouw:

-grondweefsel

-fluweel of pool : loopvlak vh tapijt

Welke 2 soorten tapijten hebben we?

• Vlaktapijten • Pooltapijten

Wat verstaan we onder vlaktapijten?

Ø VLAKTAPIJTEN ( = zonder fluweel)

a. Met de hand geweven • Wandtapijten • Volgens kelimtechniek (legwerk) • Vb kelim, gobelin, …

b. Mechanisch geweven (tapisserie) • Nabootsing van de handgeweven tapijten • Maken van tekeningen en kortons à kunstwerk

c. Matten (+lopers) • Zeer grof gestructureerde enkelvoudige weefsels o.a uit koehaar- en kokosgaren

d. Naaldvilt

• Vervilting of vervlechting van vliesvezels (3;4 of meer lagen) wordt veroorzaakt door het prikken met een rij naalden; bevestigd op een onderlaag (jute of synthetisch weefsel) à vloertegels

e. vilttapijten (wol)

• van wol of wolmengsels

Wat verstaan we onder pooltapijten?

Ø POOLTAPIJTEN (=met fluweel)

a. handgeknoopte en geweven tapijten

bv oosterse, chinese tapijten

b. mechanisch geknoopt en geweven

-inzettapijten (andere mechanische manier)

=> getufte tapijten

ànaalden van machine bevestigen garen in een tuftdoek + pre-coat + secondary backing

àlusvormige pool (bouclé)

=> gesneden pool (velours)

=> ongesneden pool (lussentapijt)

Hoe gebeurt de classificatie van tapijten?

• Kwaliteitsnormen • T-classificatie (België), toegekend door ICCO

Ø T1: licht gebruik in woonhuizen Ø T2: middelmatig gebruik in woonhuizen Ø T3: aanzienlijk gebruik in woonhuizen en middelmatig beroepsgebruik Ø T4: intens gebruik in woonhuizen en aanzienlijk beroepsgebruik Ø T5: groot comfort in woonhuizen en intens beroepsgebruik

Hoe gebeurt dit in Duitsland en Europa?

• Duitsland (eigen gebruiksetiket) • Europa= UPEC-classificatie

=> geeft eigenschappen van tapijt aan (schaal van 1 tot 4)

U (usage): weerstand tegen slijtage

P (poinçonnement): weerstand tegen indrukken

E (eau): waterbestendigheid

C (chimiques): gevoeligheid voor chemische stoffen

Duitse classificatie:

3 Textielveredeling Wat bedoeld men met veredelen?

= Appreteren

Alle bewerkingen die stoffen (of doeken) geschikt moeten maken voor hun gestelde doel, en dat door hun eigenschappen/uitzicht te verbeteren

Hoe kan men dit uitvoeren?

1. Verven 2. Bedrukken 3. Andere veredelingsbehandelingen

3.1 Verven Hoe gebeurt het verven?

• Natuurlijke en synthetische kleurstoffen • Gebruiksechtheden

vb. wasechtheid, wrijfechtheid,… • Fabricage-echtheden

vb. merceriseerechtheid à katoen glans geven die bestand is tegen wassen • Kleurstoffen (on)oplosbaar in water • Verftechnieken: Ø vlokverven Ø verven van garen Ø verven van stoffen

3.2 Bedrukken Hoe gebeurt het bedrukken?

• Verven ≠ bedrukken

àDoel: welbepaalde figuren met verschillende kleuren op de textielwaren aanbrengen

• Zelfde kleurstof als bij verven (niet te dik, niet te vloeibaar)

àTekening mag niet uitlopen

Wat zijn de verschillende drukmethodes?

1. Directe druk (+ soms overdruk)

=Witte textiel bedrukt met een tekening die 1 of meer kleuren bevat

àIndien toegepast op effen geverfde stoffen = overdruk

2. Etsdruk

=Voorgeverfde stof bedrukt met een pap

Pap: bevat producten om de kleurstof plaatselijk te vernietigen

àMen verkrijgt witte motieven op gekleurde achtergrond à ‘wit-ets’

àIndien opgedrukte pap met etsmiddel ook kleurstoffen bevatà ‘bont-ets’

3. Reservedruk

=Een niet geverfde stof wordt bedrukt met een pap die produkten bevat, die het opnemen van kleurstoffen beletten

àBij het verfproces worden de bedrukte plaatsen niet geverfd à ‘wit-reserve’

àBevat de pap kleurstoffen die de stof wel kunnen verven: ‘bont-reserve’

4. Transferdruk

=Gewenste figuren in spiegelbeeld op papier gedrukt

àWordt met bedrukte kant tegen stof gelegd

àVerwarmingsapparaat

Welke soorten drukmachines gebruikt men hiervoor?

1. Roldruk (rouleauxdruk)

=motief gegraveerd in koperen rollen

• Uithollingen gevuld met drukpap • Worden overgebracht op textiel

= diepdruk

• Elke kleur: afzonderlijk gegraveerde rol • Moderne machines: 16 kleuren in 1 bewerking • Bestaan uit: Ø Grote trommel Ø Elastische laag

2. Film- of zeefdruk

= sjabloondruk

• Bedrukken van kleine partijen en voor grotere tekeningsrapporten • 2 types:

Ø Vlakdruk: sjablonen overspannen met gaas Ø Rotatiefilmdruk

3.3 Andere veredelingen Hoe kan dit gebeuren?

• Antistatisch maken • Vlamwerend maken • Motvrijmaken • Waterafstotend maken • Krimpvrij maken • Kreukherstellend maken

3.3.1 Antistatisch maken Wat bedoeld men met antistatisch maken?

Probleem:

synthetische stoffen vaak elektrisch geladen

= opeenhoping van statische elektriciteit

Oplossing:

Toevoegen van antistatische of vochtaantrekkende

Middelen => verhogen van de elektrische geleidbaarheid

3.3.2 Vlamwerend maken Wat bedoeld men met vlamwerend maken?

• Brandgevaar Ø katoen + andere cellulosevezels!! Ø synthetische vezels Ø wol Ø

• Cellulosevezels behandelen met brandvertragende middelen (vb. freonen) waardoor vlammen niet verder uitbreiden na doven van de vuurbron (zelfdovend)

àStof wordt ook kreukherstellend en krimpvrij + ev waterafstotend

• Belangrijk bij beroepskledij, beddengoed en gordijnen, kindernachtgoed,…

!Opgelet: niet permanent tegen wassen bestand

3.3.3 Mot vrijmaken Wat bedoeld men met mot vrijmaken?

Wol wordt opgegeten door motten + tapijtkevers

à Enkel larven

⇒ Giften toevoegen die de wol voor hen onverteerbaar maakt

⇒ Naftaline

⇒ Nadeel: weg door wassen of chemisch reinigen

⇒ Middelen tegen wassen beschermd: eulan, mitin

⇒ Bv pulls, tapijten, pelsen

3.3.4 Waterafstotend maken? Wat bedoeld men met waterafstotend maken?

= beletten dat draden in een stof door wateropneming gaan zwellen

‘Afparelend’ effect op tenten, regenkledij,…

à Producten op basis van paraffine of siliconen

3.3.5 Krimpvrij maken Wat bedoeld men met krimpvrij maken?

• Katoen (cellulosevezels) krimpt 10-15%

àOplossing:

• SANFOR-procédé (stuiken)

= bevochtigde weefsels in breedte rekken en in lengte met opzet in elkaar drukken

àResultaat:

Na wasbeurt slechts 1% krimp!!

3.3.6 Kreukherstellend maken Wat bedoeld men met kreukherstellend maken?

• Katoen, vlas en viscose: neiging tot kreuken

àScheikundige behandeling + mengen met polyester

(optimaal: 65% polyester, 35% katoen of viscose)

àSanfor –plus; wash and wear

4 Etikettering Welke 2 soorten etikettering hebben we?

1. Samenstellingsetiketten 2. Behandelingsetiketten

4.1 Samenstellingsetiketten Wat zijn samenstellingsetiketten?

• Informatie voor consument en verkooppersoneel

• Vezelsamenstelling (opgeteld => 100%)

• Enkel wettelijk voorgeschreven soortnamen

Ø Polyester Ø Viscose

Enkele regels bij de etiketten

• 1 enkele grondstof

=> ‘100%’ of ‘zuiver’ of ‘puur’

• 2 of meer grondstoffen, waarvan de ene minstens 85% bevat

Product bevat 85% katoen, 11% zijde en 4 % polyester

=> ‘85% katoenà 11 %zijde à 4 % polyester (onder elkaar)

’ of ‘tenminste 85% katoen’

• 2 of meer grondstoffen, waarvan geen enkele 85% bereikt Product bevat 60% katoen, 15% linnen, 13% polyester en 12% wol

=> belangrijkste stof in %

60% katoen, linnen, polyester en wol

=> andere in dalende volgorde met of zonder %

60% katoen

15% linnen

13% polyester

12% wol

• Grondstoffen met minder dan 10% => ‘andere vezels’ 78% linnen 22% andere

Wat is zijde?

Enkel voor textielproducten die uitsluitend vervaardigd zijn uit de cocons van zijde spinnende dieren

Wat is ‘halflinnen’ met vermelding ‘ketting zuiver katoen – inslag zuiver vlas’ ?

Product met een ketting van zuiver katoen en een inslag van zuiver vlas.

4.2 Behandelingsetiketten Wat zijn behandelingsetiketten?

= onderhoudsetiketten

àInlichtingen over maximaal toegelaten behandeling

àETITEX (www.etitex.be)

• Gebruik van symbolen voor: Ø -wassen Ø -bleken Ø -drogen Ø -strijken Ø -professionele reiniging

• Eigenschappen bepaald door meest gevoelige bestanddeel • Etikettering geldt voor volledige product • Europese Unie: Ø symbolen niet verplicht Ø samenstellingsetiket wel verplicht