verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor...

51
VERSLAG JEUGDLITERATUUR 3 NOVEMBER 2016 MARRIT FABER PABO klas 1C1

Transcript of verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor...

Page 1: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

verslag jeugdliteratuur

Beoordelingsformulier verslag Jeugdliteratuur 2016/2017

3 NOVEMBER 2016mArrit faber

PABO klas 1C1

Page 2: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Er is voldaan aan de volgende voorwaardelijke eisen: * De tekst bestaat uit eigen formuleringen, op citaten en bronteksten na;* Het verslag is geschreven in lettertype Calibri, lettergrootte 12, regelafstand 1,15; * Het verslag is op het gebied van spelling en taalgebruik in orde;* Er is gebruik gemaakt van een geldige bronvermelding (APA-verwijssysteem);* Het verslag is ingeleverd in een snelhechter.

Inhoud Onvoldoende Voldoende Opmerkingen

Algemene indruk x

Voorwoord x

Inleiding x

Hoofdstuk 'Favoriete kinder-/jeugdboek' x

Hoofdstuk ‘Lezen van een kinderboek – Kinderboekenweek’

x

Hoofdstuk ‘Lezen van een prentenboek – recensie schrijven’

x

Hoofdstuk ‘Lezen van een klassiek kinderboek’

x

Hoofdstuk 'Boeken lezen/voorlezen op stage - stage-opdracht'

x

Hoofdstuk ‘Lezen van kindergedichten’ x

Hoofdstuk ‘Lezen van een sprookje’ x

Hoofdstuk ‘Lezen van een artikel – x

1

Naam student : Marrit Faber…………………………………………………………………………………..

Studentnummer: 465674….………………………………………………………………………………………

Klas: 1C………………………………………………………………………………………………….

Naam student die je

verslag beoordeeld heeft : Marleen Veenstra…………………………………………………………..........

Op tijd ingeleverd? Ja

Page 3: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Leesbevordering’ Nawoord x

Literatuurgebruik Onvoldoende Voldoende Opmerkingen

Eigen formuleringen x

Correcte bronvermelding (APA) x

Complete literatuurlijst x

Vorm Onvoldoende Voldoende Opmerkingen

Logische indeling verslag x

Voorblad x

Inhoudsopgave x

Paginanummering x

Lay-out x

Alle verplichte bijlagen aanwezig xSpelling en schrijfstijl Onvoldoende Voldoende Opmerkingen

Correct gebruik van spelling x

Correct gebruik van interpunctie x

Schrijfstijl en taalgebruik x

Voorwoord2

Eindbeoordeling : VMotivatie: Het verslag ziet er netjes uit. Alle onderdelen zijn aanwezig en compleet. De onderdelen zijn goed en uitgebreid. Er is correct verwezen naar bronnen. En het verslag ziet er over het algemeen goed uit

Page 4: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we begonnen met leren lezen moesten we van de boeken altijd een kleine samenvatting met een tekening maken. Ik was eerst niet een hele sterke lezer daarom moest ik in groep 4 en 5 ook met iemand van de bovenbouw lezen als extra ondersteuning. Van jeugdliteratuur zelf weet ik niet veel af, en dan bedoel ik wat het eigenlijk is en wat er allemaal onder valt. Op de middelbare school hebben we hier ook niet veel over gehad. We hebben het alleen in het examenjaar een keer over literatuurgeschiedenis gehad maar daar kwam de jeugdliteratuur niet aanbod.

Ik denk dat het doel van dit verslag om een zicht te krijgen op hoe groot de jeugdliteratuur eigenlijk is en dat je er veel meer mee kan. Ook denk ik dat het bedoelt is om studenten weer kennis te laten maken met de kinderboeken en ervoor zorgen dat die weer meer gelezen worden. En dan niet alleen voor zichzelf gaan lezen maar het ook gaan voorlezen in de klas en het bij de kinderen gaan promoten.

Inhoudsopgave 3

Page 5: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Inleiding 5Hoofdstuk 1 favoriete kinder-/jeugdboek 6Hoofdstuk 2 lezen van kinderboek – Kinderboekenweek 7Hoofdstuk 3 lezen van prentenboek 8Hoofdstuk 4 lezen van klassiek kinderboek 9Hoofdstuk 5 voorlezen op stage 10Hoofdstuk 6 lezen van kindergedicht 13Hoofdstuk 7 lezen van sprookje 15Hoofdstuk 8 lezen van artikel 17Nawoord 18Bronnenlijst 19Bijlage 1 21Bijlage 2 25Bijlage 3 27Bijlage 4 34Bijlage 5 35Bijlage 6 38

Inleiding

4

Page 6: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

In dit verslag komen verschillende onderdelen van jeugdliteratuur aan de orde, zoals een klassiek kinderboek, prentenboeken en kindergedichten. In hoofdstuk één is mijn favoriete kinderboek en dat van mijn ouders te vinden. Het zal dan ook over de verschillen tussen deze boeken gaan.Hoofdstuk twee zal gaan over de Kinderboekenweek en het thema voor altijd jong! Opa en oma. In het derde hoofdstuk staat een recensie over een prentenboek van het jaar.In het volgende hoofdstuk wordt een klassiek kinderboek behandelt en vergeleken met boeken van nu. In hoofdstuk vijf worden verschillende kinderboeken samengevat en teruggekeken naar het voorlezen.Hoofdstuk zes gaat over kinderpoëzie en een lesactiviteit met poëzie. In hoofdstuk zeven wordt het genre sprookjes behandelt en de kenmerken ervan. Het laatste hoofdstuk gaat over een artikel waar het onderwerp jeugdliteratuur in de klas van is. Vervolgens is er nog een nawoord en een bronnenlijst en als laatst zijn de bijlagen één tot en met zes van het verslag te vinden.

Hoofdstuk 1

5

Page 7: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

A. Het favoriete kinderboek van mijn vader: Arendsoog geschreven door Jan (Johannes) Nowee. Volgens mijn vader gaan deze boeken over het wilde westen. In het boek leven de cowboys en indianen samen. Het boek beleef je door de jongen met de bijnaam Arendsoog, hij was een hulp sheriff in een district. Deze boeken zijn mijn vader bijgebleven omdat hij dit hele leuke boeken vond en eigenlijk niet zo van lezen hield. Het favoriete kinderboek van mijn moeder: Mark en Mieke deze boekjes zijn geschreven door Els Stam. Mark en Mieke zijn buren van elkaar en in de verschillende boekjes beleven ze samen allemaal avonturen.

B. Mijn favoriete kinderboeken zijn de boeken van hoe overleef ik…. van Francine Oomen. Welke maakt mij niet zoveel uit ik vind ze allemaal wel leuk. Deze boeken gaan over Rosa van Dijk en de problemen die ze allemaal heeft zoals dingen die ze tegen komt tijdens de pubertijd of door gescheiden ouders. Deze boeken zijn mij bij gebleven omdat er in het boek gebruik wordt gemaakt van verschillende lettertype en het niet alleen maar lappen tekst zijn maar er is ook mail contact tussen Rosa en haar vrienden. Ik vond dit altijd heel prettig omdat ik bij het lezen van een boek wel wat afwisseling nodig heb omdat ik anders snel afgeleid raakte.

C. Het boek Mark en Mieke is bedoel voor beginnende lezers, de boeken hoe overleef ik zijn voor kinderen van een jaar of 12 en die hebben al wat meer lees ervaring. Het onderwerp van de boeken is te vergelijken maar dan op een ander niveau, bij Mark en Mieke gaat het over dingen die je dagelijks mee maakt of kan doen. Bij de hoe overleef ik-boeken gaat het over de dingen die een puber mee maakt. Het aantal bladzijdes van het boek verschillen wel, het favoriete boek van mijn moeder is een dun boekje en mijn favoriete boeken hebben ongeveer 150 bladzijdes. Het favoriete boek van mijn vader is wel te vergelijken met mijn favoriete boek. De boeken hebben ongeveer evenveel bladzijdes en zijn voor dezelfde leeftijdscategorie. Ik zou het favoriete boek van mijn vader niet snel lezen omdat het mij niet echt aanspreekt. Het favoriete boek van mijn moeder zou ik wel hebben willen lezen toen ik moest leren lezen maar ik zou het nu niet meer voor mezelf lezen. Ik zou het wel lezen als ik het boek nodig heb in de les.

Hoofdstuk 2

6

Page 8: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

A. Pas op, opa! (Hollander, 2016)Tom en Mila zijn net verhuisd en gaan belletje trekken in hun nieuwe buurt. Ze kijken op een bordje en daar staat Bert Bak. Ze lopen naar de deur drukken op de bel en rennen snel weg. Maar dan doet een man met een grote grijze baard de deur open, en de kinderen hollen snel weg. Als ze thuis komen verteld hun moeder dat ze en nieuwe oppas heeft gevonden. Later die middag gaat de bel en komt de man met de grote grijze baard binnen. ‘Dit wordt jullie nieuwe oppas’, zegt hun moeder. Tom en Mila stellen zich voor maar vinden de oppas maar niks. Wanneer meneer Bak weggaat vertellen ze hun moeder dat ze de oppas niks vinden. Hun moeder zegt dat ze het één week moeten proberen en als het dan nog niks is gaat ze kijken wat ze kan doen. De volgende dag ga ze na schooltijd naar opa Bak. Ze komen binnen krijgen wat eten en drinken, daarna gaan ze muziek maken, tikkertje spelen en voetballen. Opa Bak blijkt nog heel fit te zijn zo kan hij aan een boom slingeren en een radslag maken. En opa Bak is toch wel een leuke oppas.

B. Dit boek pas bij het thema altijd jong! opa en oma omdat het over opa Bak gaat, de oppas van de kinderen, die nog heel fit is en nog heel veel kan met de kinderen. Dit blijkt ook uit de fragmenten (bijlage 1). Ik heb deze fragmenten gekozen omdat hier opa Bak dingen doet die opa’s meestal niet meer doen zoals een handstand en op een fiets met één wiel rijden. Uit de fragmenten blijkt dat opa’s, hoewel ze oud worden, toch jong van geest blijven en dus altijd wel een beetje jong.

C. Als je kijkt naar de doelstelling van het boek dan valt het boek onder het genre verhalende teksten. Het thema valt onder het genre hier-en-nu-verhalen.

D. Ik vind dat dit boek geen literaire waarde heeft dit komt omdat de personages geen diepgang hebben en ook maken de personages geen ontwikkeling. Het boek heeft simpel taalgebruik waardoor het boek toegankelijk is voor een groot publiek. Met dit boek kun je ook niet een kringgesprek hebben met de leerlingen om ze over een bepaald onderwerp na te denken. Het is een gewoon leuk voorleesboek.

Hoofdstuk 3

7

Page 9: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Het prentenboek Krrrr... okodil! (Rayner, 2012) gelezen, dit boek was prentenboek van het jaar in 2014.

Het boek Krrrr... okodil! gaat over een jonge krokodil die wil spelen met andere dieren. Alleen zijn alle andere dieren bang voor de krokodil en vinden ze hem vervelend omdat hij allemaal kattenkwaad uithaalt. Als krokodil bij bijna alle dieren is langs geweest, ziet hij een groep nijlpaarden. Hij sluipt zachtjes naar de groep toe en wil ze laten schrikken maar de nijlpaarden zij hem voor, en ze brullen zo hard dat de krokodil er van schrikt en snel weg loopt. Niemand wil met krokodil spelen en hij voelt zich alleen tot dat hij merkt dat iemand anders ook de dieren aan het pesten is. Het blijkt een andere krokodil te zijn. Samen worden ze vriendjes en gaan ze alle andere dieren samen pesten. Het boek Krrrr…. okodil! is een boek met hele mooie illustraties. De plaatjes zijn namelijk heel duidelijk en groot getekend, ook zie je heel goed de gezichtsuitdrukking op de illustraties waardoor het verhaal ook weer duidelijk wordt voor de kinderen. De tekst is goed te begrijpen voor de kinderen en leuk om voor te lezen. Overal staat in het boek ook Krrrr… okodil geschreven wat voor de kinderen ook heel leuk is en je kan er dan een stemmetje bij gaan gebruiken en voor de kinderen wat spanning opbouwen. Het verhaal van het boek vind ik alleen vreemd gekozen omdat er eigenlijk staat dat pesten en andere irriteren goed is en als je dat met z’n tweeën doet is het nog beter. Wel kun je met kleuters een gesprek beginnen over pesten en wat de kinderen er van vinden wat de krokodillen doen. Wel wil het boek zeggen dat er voor iedereen wel een vriendje of vriendinnetje is. Ik vind het mooi dat dit in het boek staat omdat er op scholen vaak ook kinderen gepest worden.

Hoofdstuk 4

8

Page 10: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

A. Het boek Kruimeltje (Abkoude, 1923) gaat over een jongetje die bij mevrouw koster woont omdat zijn eigen moeder niet voor hem kon zorgen en zijn vader in Amerika is. Maar omdat mevrouw koster ook niet veel geld heeft zwerf Kruimeltje vooral op straat rond. Dan komt hij meneer Wilkes tegen en hij krijgt bij hem wat te eten. Maar dan gaat mevrouw Koster dood en komt Kruimeltje er alleen voor te staan. Hij kan bij meneer Wilkes komen wonen en die gaat voor hem zorgen. Dit gaat goed tot het huis in de brand vliegt en meneer Wilkes naar het ziekenhuis moet. Kruimeltje staat er nu alleen voor en leeft op straat tot een agent hem vind en hem in een gesticht stopt. Kruimeltje loopt weg uit het gesticht omdat zijn hond er niet mag wonen. Meneer Wilkes wordt ontslagen uit het ziekenhuis en ze gaan een huis zoeken om veel sterk te worden. Wanneer meneer Wilkes sterk genoeg is gaat hij naar Amerika om de vader van Kruimeltje te zoeken, alleen heeft hij niet veel aanknopingspunten van waar hij kan zijn.

B. In het boek kruimeltje zijn er bepaalde momenten dat er van bovenaf naar het verhaal wordt gekeken, iemand anders verteld het verhaal en je beleeft het niet in de huis van kruimeltje. Ook zijn er veel dialogen in het boek maar dan met veroudert Nederlands waardoor het soms ook niet te begrijpen is. In kruimeltje worden kinderen ook veel harder gestraft als ze iets stouts of niet goed hebben gedaan in de ogen van hun ouder of verzorger. Zo wordt er in het boek ook een jongen met stok geslagen door zijn pleegvader en dit zou nu niet veel meer gebeuren. ook kun je in het boek merken dat er veel meer armoede is want je hebt nu wel boeken waar ook weeskinderen in voor komen maar deze kinderen hoeven niet op straat te leven of werken voor geld dat ze dan in moeten leveren bij hun verzorger.

Hoofdstuk 5

9

Page 11: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

A. Het boek Kikker is verliefd (Velthuijs, 2006) gaat over Kikker. Hij loopt al dagen met een vreemd gevoel rond en weet niet wat het is. Hij komt dan Varkentje tegen en die zegt tegen hem dat hij een koud heeft gevat en dat hij in bed moet liggen. Toch loopt hij nog even verder en komt dan bij het huis van Haas. Tegen Haas zegt Kikker dat zijn hart steeds boem-boem doet. Haas kijkt in een dik boek en komt tot de conclusie dat Kikker verliefd is. Kikker is weer blij en gaat meteen naar Varkentje en verteld dat hij verliefd is maar Varkentje vraag op wie dan? Op Eend zei Kikker. Thuis gaat Kikker een tekening maken voor Eend maar hij durft hem niet binnen te brengen dus schuift hij hem onder de deur door. En de volgende dag gaat Kikker bloemen plukken en die legt hij ook voor de deur. Maar Kikker wordt ondertussen steeds verliefder maar durft het niet te vertellen dus wil hij proberen het record springen te verbreken zodat Eend van hem zal houden. Naar heel lang oefenen gaat kikker het record proberen te verbreken, maar in de lucht verliest hij zijn evenwicht en hij valt naar beneden. Eend rent naar Kikker toe en zegt dat hij voorzichtig moest doen want Eend hou zoveel van hem. Vanaf die dag zijn Eend en Kikker onafscheidelijk.

In het boek bij ons in de straat (Meinderts, 2012) worden alle bewoners van een straat voorgesteld. Op nummer één woont een dikke koningin. Op nummer twee woont Arie B een ouwe dief en op nummer drie woont mooie Molly in een woonwagen, dit gaat zo door tot en met nummer tien. Op nummer 11 woont de schrijver van het boek met zijn vrouw, die ook de tekeningen van het boek heeft gemaakt.

Het boek help! Juf is verliefd (Slee, 1997) gaat over leerlingen van groep 5 en deze leerlingen uit deze groep maken van alles mee. In deze groep zit Daan en hij is heel erg verliefd op Kim, alleen is Kim niet verliefd op Daan. Er ontstaat een ruzie in de klas en juf Judith wil het oplossen maar als het over het onderwerp verliefdheid gaat begint ze te blozen. De leerlingen willen meteen weten op wie juf verliefd is. Een paar leerlingen uit de klas beginnen een krant dei ze Beerbericht noemen, in de krant moet al het nieuws uit de klas komen. Zo moet er op de voorpagina komen te staan op wie juf verliefd is. De kinderen gaan op onderzoek uit en regelen een etentje voor de juf en haar vriend en dit komt op de voorpagina van het Beerbericht. Ook hebben de leerlingen zwemles en is er een voetbaltoernooi. In de aanloop en tijdens het toernooi hebben Lisa en Sid ruzie over wie er moet keepen. Aan het einde van het jaar voeren de leerlingen nog een toneelstuk op voor juf Judith. Het toneelstuk gaat over de liefde van juf. En als ze klaar zijn kan de vakantie beginnen.

In het boek Minoes (Schmidt, 1970) woont Juffrouw Minoes bij meneer Tibbe omdat ze zelf geen huis heeft. Minoes is een vrouw die kan communiceren met katten omdat ze vroeger een kat geweest is. Doordat zij met katten kan praten krijgt ze als eerste alle

10

Page 12: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

nieuwtjes uit de stad. Tibbe schrijft stukjes voor een krant en kan al deze nieuwtjes van de katten goed gebruiken. Maar dan komen de katten met berichten dat meneer Ellemeet de haring man heeft aangereden en kleine poesjes in een vuilnisbak heeft gegooid. Maar als Tibbe dit gaat plaatsen in de krant geloofd niemand hem want meneer Ellemeet doet allemaal goede dingen voor de stad en is bovendien voorzitter van de vereniging van dierenvrienden. Minoes gaat samen met alle poezen proberen bewijs te verzamelen door meneer Ellemeet te gaan achtervolgen en op die manier proberen ze een reactie van meneer Ellemeet uit te lokken.

Boy 7 (Mous, 2009)Een jongen wordt wakker in een weiland. Hij weet niet meer wie hij is, waar hij is en hoe hij daar gekomen is. Hij gaat wachten tot er iemand langs komt en probeert een lift te krijgen. Er rijdt een meisje langs, Lara, en hij mag met haar mee naar het huis van haar tante. De tante van Lara heeft een B&B en de jongen krijgt een kamer. Op zijn kamer probeerde hij er achter te komen wie hij was. Op al zijn spullen zoals rugzak, broek en zijn in zijn schoenen stond hetzelfde: Boy7. Om erachter te komen hoe in het weiland was beland ging hij zijn spullen onderzoeken, hij vond een sleutel met nummer 31, een foto van een gebouw, een mobieltje en een bestellijst van de Pizza Hut. Hij keek in de telefoon of er ook nummers in stonden maar de telefoon was leeg alleen was er een voicemail in gesproken. Boy7 wou ook weten waar het sleuteltje bij hoorde dus ging hij met Lara naar het centrum van Flatstaff. Na lang zoeken vonden ze een kluisje waar het sleuteltje bij hoorde, in het kluisje zat een usb-stick en een notebook. Door de gegevens van deze spullen werd alles veel duidelijker.

Hoe overleef ik mezelf? (Oomen, 2002)Rosa van Dijk is een onzeker meisje omdat ze altijd gepest wordt op school en vaak ruzie heeft met haar moeder en stiefvader. Op school noemen anderen haar ‘miss Piggy’ waardoor ze heel onzeker wordt en wil gaan afvallen. Ze besluit ook dat ze wil veranderen zo neemt ze een piercing verft ze haar haar en wil ze gaan graffiti spuiten. Door het spuiten ontmoet ze Neuz, een andere graffiti spuiter. Samen gaan ze ’s avonds op pad om tekeningen te maken. Ze vertrouwen elkaar en Roos verteld hem dingen die niemand verder nog weet zoals dat ze haar vinger in haar keel steekt en twee stemmen in haar hoofd heeft. Op een avond horen ze iemand in een steeg gillen, een oude man wordt in elkaar geslagen door drie jongens. Roos en Neuz gaan er heen maar dan wordt het zwart voor de ogen van Roos.

B. Ik ga het boek Minoes voorlezen in mijn stageklas. Ik ga dit boek voorlezen omdat er veel katten in voorkomen en ik wil het dan ook voorlezen op dierendag. Dit lijkt met leuk om te doen omdat je daarna ook nog een gesprek kan voeren met de leerlingen over welke dieren ze hebben en of ze die ook gaan verwennen.

11

Page 13: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

C. Ik het dit fragment gekozen omdat er veel katten in voorkomen en de man in dit fragment de katten wat aan wil doen en dat is juist niet de bedoeling voor dierendag. Ook kun je met dit fragment je stem verheffen en ook een beetje spanning opbouwen.

D. Bijlage 4 E. Ik vond het voorlezen op zich wel goed gaan voor de eerste keer. Wel was ik een beetje

zenuwachtig waardoor ik wat sneller ging praten. Een tip van mijn coach was ook dat ik wat meer in de klas moest kijken zodat ik contact kon maken met de leerlingen. Ook vond mijn coach dat ik mijn stem wel meer mocht verheffen dus iets harder dan wat ik nu deed.Het fragment wat ik had gekozen was leuk in combinatie met het feit dat het dierendag was waardoor je ook een gesprek kon hebben met de leerlingen wat voor dieren zij hebben en of ze ook iets doen voor de dieren op dierendag hierdoor werd het niet alleen een voorleesactiviteit. Hoe ik de vragen aan de leerlingen stelde waren wel wat te open waardoor er veel reactie van uit de leerlingen kwam en het moeilijker te leiden was dus zei mijn coach dat ik dat de volgende keer iets gerichter moest doen of er afspraken met de leerlingen over moest maken.

Hoofdstuk 6

12

Page 14: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

A. Ik heb het gedicht Rosalind en de vogel Bisbisbis (Schmidt, Het fluitketeltje en andere versjes, 1992) gekozen omdat ik dit een heel leuk gedicht vind voor kinderen omdat ze er een beetje bang meegemaakt kunnen worden. Als tweede gedicht heb ik gekozen voor bang in het donker (Leeuwen, 2004). Dit gedicht vind ik heel herkenbaar voor kinderen omdat ze allemaal ver een keer bang zijn in het donker en je met dit gedicht leuke gesprekken kan voeren in de klas. Mijn derde gedicht is woordenregen (Schouwenaar, 2010). Dit gedicht sprak mij aan omdat ik stageloop bij groep drie en hun soms help met het maken van woorden en dat je aan hun gezichtsuitdrukking dan kan zien dat ze het heel leuk vinden om woorden te maken en te leren schrijven. En het laatste gedicht is boekje open (Lieshout, 2011). Het onderwerp van dit gedicht sprak mij heel erg aan omdat je hier hele leuke gesprekken mee kan voren met de leerlingen.

B. Op de basisschool kun je gebruik maken van een naamkwatrijn (Paus , et al., 2002), hierbij hebben de leerlingen dan steun aan het rijm. De structuur is zo:- Regel 1 bevat de naam van iemand- Regel 2 een kenmerk of eigenschap van diegene en deze rijmt op regel 1- Regel 3 gaat over wat je samen doet - Regel 4 rijmt op regel 3Ook kun je een gedicht schrijven aan de hand van zintuigelijke ervaringen (Paus , et al., 2002). Bij deze vorm is ook een stappenplan voor een vijfregel gedicht. - Regel 1: de naam van het voorwerp- Regel 2 wat gebeurt er als je het voelt of ziet- Regel 3 een tegengesteld gevoel hiervan van regel 2 - Regels 4 een herinnering - Regel 5 een verzuchting of iets dergelijks Een andere dichtvorm is bokje-over (kinderen en poëzie , 2008). Je begint met een plek dan doe je twee regels die beginnen met die of dat en je eindigt weer met een plek. Eén van de bekendste dichtvorm is het elfje (elfje , 2008). Bij deze dichtvorm moet je een gedichtje maken van 11 woorden in een bepaalde structuur. - Regel 1 heeft één woord - Regel 2 heeft twee woorden - Regel 3 heeft drie woorden - Regel 4 heeft vier woorden - Regel 5 heeft weer 1 woord Naamdicht (naamdicht, 2008) is ook een dichtvorm. Bij deze vorm zijn de alle eerste letters samen van het gedicht een naam.

C. De leerlingen moeten een elfje maken over het thema voor altijd jong! opa en oma van de Kinderboekenweek. De kinderen mogen zelf weten of het over opa of oma gaat. De leerlingen maken het elfje op een wit A4 papier en als het elfje klaar is maken ze er nog

13

Page 15: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

een tekening bij. De lesactiviteit duurt een half uur en alleen A4 papier is nodig. De leerlingen werken aan hun tafel en de leerkracht loopt door het lokaal heen om te helpen of zit achter in het lokaal bij de tafel waar de leerlingen dan mogen komen met vragen.

Hoofdstuk 7

14

Page 16: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

A. In het sprookje zijn maar een beperkt aantal personages: de weduwe, de dochter van de weduwe, assepoes en de oude dame. Deze personages komen in het verhaal steeds terug en er worden tijdens het sprookje geen andere personages geïntroduceerd. Er wordt ook gebruik gemaakt van contrasten zo is de dochter van de weduwe lelijk en lui en is assepoes mooi ijverig. Aan het einde heeft de held een soort van gewonnen want doordat Assepoes alle klusjes goed doet komt zij aan het einde niet onder de pek maar de werd bedekt met goud. En de dochter van de weduwe is te lui voor de klusjes en als straf wordt ze besmeurt met pek. Het laatste kenmerk is dat het hele sprookje in chronologische volgorde wordt verteld. Eerst valt de spoel in de put, Assepoes gaat de spoel terug halen door de put in te gaan. Alle klusjes worden goed uitgevoerd en Assepoes wordt besproeid met goud en vervolgens gaat de dochter van de weduwe ook de put in omdat zij dat ook wil. De dochter voert de klusjes niet goed uit en wordt besmeurd met pek.

B. Het sprookje repelsteeltje (Repelsteeltje, sd)Er was eens een arme, opscheppende molenaar met een hele mooie dochter. De molenaar had tegen de koning gezegd dat zijn dochter stro kon omspinnen tot goud. De koning werd hebberig en zette het meisje in zijn kerker. In de kerker moest het meisje ervoor zorgen dat de bult stro die er lag werd om gespind in goud. Het meisje was hopeloos maar toen kwam er een klein mannetje binnen die zei dat hij er wel goud van kom maken maar hij wou er wel wat voor terug. Ze gaf hem iets en hij ging aan de het werk. De volgende ochtend zag de koning het goud en bij de koning smaakte dit naar meer en hij bracht nog meer stro binnen. Dit ging drie dagen door en het kleine mannetje kwam steeds terug maar het meisje had niks meer om te geven dus bedacht het mannetje dat ze haar eerste kind moest geven wanneer ze koningin werd en hij ging het stro spinnen tot goud. Het meisje werd koningin en een jaar later kwam er een kindje ter wereld. Het kleine mannetje kwam weer om het kindje op te halen maar de koningin was de afspraak vergeten. Ze wou haar kind niet afstaan en het mannetje gaf haar drie dagen om zijn naam te raden. Ze stuurde haar bode het land in om alle namen op te schrijven, die hij hoorde. De bode was twee dagen op pad geweest maar alle namen waren fout. De derde dag hoorde de bode in het bos een klein mannetje bij het kampvuur die zei: ‘niemand weet, niemand weet dat ik Repelsteeltje heet!’ de bode ging naar de koningin en toen het mannetje weer kwam en de naam vertelde werd het kleine mannetje zo boos dat hij zichzelf in tweeën scheurde. Het sprookje is een volkssprookje die vroeger door mensen aan elkaar werd verteld. De gebroeders Grimm hebben het sprookje opgeschreven.

C. In de groep 3 en 4 wordt het sprookje Repelsteeltje voorgelezen en naar aanleiding van dit verhaal gaan de kinderen een beeld schilderen uit het sprookje wat hun bij is gebleven. Voor deze activiteit heb je papier, verf, kwasten, eierdozen en kranten nodig het verhaal van Repelsteeltje kun je op verschillende manieren vertellen door een filmpje op een digibord te laten zien of het voor te lezen uit het boek, dus er is ook een

15

Page 17: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

digibord of boek nodig. De kinderen zitten aan hun tafel eerst te luisteren naar het verhaal en later zitten ze daar ook te werken. De leerkracht leest het verhaal voor of zet het digibord aan, tijdens het schilderen loopt de leerkracht door het lokaal om te helpen waar dat nodig is. Bij het opruimen brengen de kinderen de kwasten bij het keukenblokje en de bakjes met verf en de vieze kranten worden weg gegooid.

Hoofdstuk 8

A. Aan de slag met verhalende prentenboeken (José van der Hoeven, 2015)

16

Page 18: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

In het artikel worden de voordelen verteld van het interactief voorlezen van prentenboeken bij de kleuters. Interactief voorlezen stimuleert de taalontwikkeling bij kleuters maar ook het leren herkennen van emoties en begripsontwikkeling bij rekenen-wiskunde. Door de leerlingen bij het verhaal te betrekken kunnen de leerlingen hun gedachten uitwisselen, hierdoor leren ze gesprekken te voeren en krijgen ze een actieve leerhouding. Voor deze manier van voorlezen zijn er verschillende prentenboeken geselecteerd waarbij ook voorleesaanwijzingen zijn gemaakt. Het doel van de voorleesaanwijzingen is de aandacht van de kleuter te richten op relevante aspecten van de voorleestekst, de afbeeldingen en het onderliggende verhaal. Het is wel belangrijk dat het voorlezen aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind, zijn behoeften en onderwijsdoelen. Om ervoor te zorgen dat deze voorlees manier haalbaar is voor de leerkracht zijn er cursussen opgezet zodat de leerkracht niet terugvalt in de oude routines.

B. Ik ben dit artikel gaan lezen omdat het over prentenboeken ging. Nadat ik de inleiding had gelezen leek dit mij een heel leuk artikel omdat het eigenlijk voorlezen is samen met de kinderen en de leerlingen er ook nog veel meer mee leren dan alleen maar nieuwe woorden die ze horen.

C. Met interactief voorlezen leer je de leerlingen veel meer zoals het leren herkennen van emoties, begripsontwikkeling bij rekenen-wiskunde en je stimuleert de taalontwikkeling.

D. Is er ook manier of zijn er boeken met voorleesaanwijzingen voor de hogere groepen? Werkt deze manier van voorlezen ook als er grote niveau verschillen zijn of als er een combinatie groep is?

Nawoord

17

Page 19: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Van dit verslag heb ik geleerd dat jeugdliteratuur iets heel breeds is en veel verschillende kanten heeft, bijvoorbeeld de gewone boeken of gedichten. Ook heb ik geleerd dat je dit onderwerp op veel verschillende manieren kan geven op de basisschool.Bij jeugdliteratuur hoef je ook niet altijd leerlingen zelfstandig te laten lezen, je kan zelf voorlezen of je laat de leerlingen zelf iets maken of schrijven dat met een bepaald onderwerp te maken heeft. Wat ik het leukste vond van dit verslag was het voorlezen. Ik keek hier eerst wel een beetje tegenop om al die oogjes op mij gericht te hebben maar toen ik er eenmaal zat vond ik het wel heel leuk. En bij deze activiteit hoef je ook niet alleen te lezen maar je kan ook met de leerlingen een gesprek houden. Ik deed een gesprek over dierendag waardoor je ook meteen meer te weten kwam over de kinderen. Het lijkt mij ook wel leuk om aan het einde van het jaar weer voor deze groep te gaan zitten en mijn coach een feedbackformulier in te laten vullen en te kijken naar de ontwikkeling van mij in dit jaar. Bij het hoofdstuk poëzie in de klas heb ik geleerd hoeveel verschillende structuren er wel niet zijn voor het maken van kleine gedichtjes en eigenlijk moet dit veel meer gebruikt worden in de klas omdat de leerlingen er heel creatief mee kunnen zijn.

Ik zou wel meer willen weten hoe je in plaats van gewoon kan voorlezen ook er meer op de tekst in kan gaan en er met de kinderen over praten en dan vooral bij de kleuters en hoe je voorlezen ook aantrekkelijk houd voor de bovenbouw. Ik vond het onderwerp gedichten van dit verslag heel leuk maar hoe kan je dit onderwerp ook leuk brengen bij kleuters?Ik vond het voorlezen een hele leuke activiteit maar hoe kan ik hier nog beter in worden? En wat voor verschillende manieren zijn er om voor te lezen aan een klas?

Bronnenlijst

18

Page 20: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

BibliografieAbkoude, C. v. (1923). Kruimeltje . Alkmaar: uitgeverij Kluitman .

elfje . (2008). Opgehaald van alles over gedichten: http://www.allesovergedichten.nl/elfje.html

Hollander, V. d. (2016). Pas op, opa! Houten : Unieboek | Het Spectrum, 2016.

José van der Hoeven, M. v. (2015, februari). Aan de slag met verhalende prentenboeken. Opgehaald van HJK wereld van het jonge kind : file:///C:/Users/marrit/Downloads/42-06-vanderHoeven-vanderMaas-Verhalende.pdf

kinderen en poëzie . (2008). Opgehaald van schrijvenonline : http://www.schrijvenonline.org/oefening/kinderen-en-po%C3%ABzie

Leeuwen, J. v. (2004). Joke van Leeuwen . Opgehaald van poëzie leestafel: http://www.poezie-leestafel.info/joke-van-leeuwen

Lieshout, T. v. (2011, augustus 29). Boekje open (Ted van Lieshout). Opgehaald van Snotneusjes: poëzie/gedichten voor kinderen en jongeren: https://snotneusjes.wordpress.com/2011/08/29/boekje-open-ted-van-lieshout/

Meinderts, K. (2012). Bij ons in de straat . Rotterdam : Lemniscaat, Uitgeverij.

Mous, M. (2009). Boy 7. Amsterdam : van Holkema & Warendorf.

naamdicht. (2008). Opgehaald van alles over gedichten: http://www.allesovergedichten.nl/naamdicht.html

Oomen, F. (2002). Hoe overleef ik mezelf? . Houten : Van Holkema & Warendorf.

Paus , H., Bacchini, S., Dekkers , R., Hofstede, D., Markesteijn, C., Meijer, H., & Pullens , T. (2002). portaal. Bussem: uitgeverij coutinho.

Rayner, C. (2012). Krrrr... okodil! Antwerpen, België : Vries-Brouwers, Uitgeverij C. De,.

Repelsteeltje. (sd). Opgehaald van sprookjes van Grimm: http://www.grimmstories.com/nl/grimm_sprookjes/repelsteeltje

Schmidt, A. M. (1970). Minoes . Amsterdam: Querido.

Schmidt, A. M. (1992). Het fluitketeltje en andere versjes. Opgehaald van digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren : http://www.dbnl.org/tekst/schm001flui01_01/schm001flui01_01_0034.php

Schouwenaar, M. (2010). M.Schouwenaar kinderpoëzie. Opgehaald van poëzie leestafel : http://www.poezie-leestafel.info/margreet-schouwenaar-kinderpoezie

Slee, C. (1997). Help! Juf is verliefd . Amsterdam : Prometheus .

Velthuijs, M. (2006). Kikker is verliefd. Amsterdam : Leopold B.V.

19

Page 21: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Bijlage 1

20

Page 22: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

21

Page 23: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

22

Page 24: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

23

Page 25: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

(Hollander, 2016)

Bijlage 2

24

Page 26: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

25

Page 27: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

(Abkoude, 1923)

Bijlage 3

26

Page 28: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

27

Page 29: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

28

Page 30: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

29

Page 31: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

30

Page 32: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

31

Page 33: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

32

Page 34: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

(Schmidt, Minoes , 1970)

Bijlage 4

33

Page 35: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Bijlage 5Gedicht 1Rosalind en de vogel Bisbisbis (Schmidt, Het fluitketeltje en andere versjes, 1992)Kind, zei de moe van Rosalind,als jij het thuis niet prettig vindt,als jij blijft zaniken en blijft morren,als jij blijft luieren en blijft knorren,als jij blijft mokken en kniezen en zeuren,dan zal er nog wel eens iets met je gebeuren!Wat zal er gebeuren? vroeg Rosalind.Dat zal ik je zeggen, zei moeder: Kind,dan komt de vogel Bisbisbiswaar iedereen zo bang voor is. Maar ik ben niet bang, zei Rosalind(ze was een heel ondeugend kind),ze bleef maar zaniken, bleef maar morren,ze bleef maar luieren, bleef maar knorren,ze bleef maar mokken en kniezen en klagentotdat, op een van de najaarsdagen...daar kwam de vogel, o, kijk toch 's even!Daar kwam de vogel door 't luchtruim zweven,dat was de vogel Bisbisbis,waar iedereen zo bang voor is. Hij pakte de vlechtjes van Rosalind,en vloog er vandoor zo snel als de wind,en Rosalind ging aan het gillen en schreeuwenen brulde als zevenentwintig leeuwen,daar vloog de vogel al boven de huizen.De mensen beneden hoorden het suizen,ze keken naar boven en riepen: O, jee,dat beest neemt zowaar een meisje mee,dat is de vogel Bisbisbis,waar iedereen zo bang voor is. De vogel vloog voort op de noordenwind.Waar bracht hij het meisje Rosalind?Hij bracht haar verschrikkelijk ver hiervandaannaar een eilandje ver in de oceaan,

34

Page 36: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

daar wonen wel duizend kinderendie altijd en altijd maar hinderendie mokken en zeuren en klagen en morrenen luieren, kniezen en drenzen en knorrenen daar, bij die stoute broertjes en zussen,daar zit nu het meisje Rosalind tussen.Ze blijft bij de vogel Bisbisbistotdat ze weer lief en aardig is.

gedicht 2Bang in het donker (Leeuwen, 2004)Mama, papa, blijf je thuis? Er lopen dieven door het huis. Er lopen boeven op de gang. In het donker ben ik bang.

Er zit een kater in de kast, die daar met zijn nagels krast. Moet ik ’s nachts naar de wc, lopen spoken met me mee.

Op de zolder zit een beest. Ik ben er weken niet geweest. Hoor ik ’s nachts een harde klap, dan is het oorlog op de trap.

Dan loopt een vent met een geweer in het donker op en neer en loert-ie naar me door een kier. Blijf liever hier. Blijf liever hier.

gedicht 3woordenregen (Schouwenaar, 2010)Eerst was dit papier wit.Toen zette ik een stip,Daarna ging het vanzelf;een streep, een lus, een haal … Woorden regenden alseen buitje uit mijn pen:eerst, was, dit … daarna:dit allemaal. En het mooie

35

Page 37: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

is dat je aan het slotgeen parapluutje mist.

gedicht 4boekje open (Lieshout, 2011)hoe ga ik open als een boekik wil mezelf eens lezenbladeren en kijkenhoeveel pagina’s ik tel.of ik een sprookje benof meer een studieboek.zou ik mij kopen?lenen bij de bieb?alleen stiekem lezenhoe ik afloop en zachtjesterugzetten in de kast?

36

Page 38: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Bijlage 6

Nieuwe uitwerkingen van interactief voorlezen Aan de slag met verhalende prentenboeken

Interactief voorlezen is een leuke, motiverende en leerzame activiteit die de taalontwikkeling van kleuters bevordert. Maar wist je dat deze manier van voorlezen ook voor andere doelen kan worden ingezet? Een kennismaking met nieuwe mogelijkheden op basis van wetenschappelijk onderzoek.

In dit artikel verkennen we nieuwe uitwerkingen van interactief voorlezen. We onderstrepen daarbij de waarde van interactief voorlezen; een hot item in onderwijsland. Door interactief voor te lezen stimuleer je de taalontwikkeling van kleuters, maar je kunt het ook voor andere doelen inzetten, zoals bijvoorbeeld voor het leren (her)kennen van emoties, begripsontwikkeling bij rekenen-wiskunde en het verwerven van literaire competenties.

Begripsontwikkeling en competentieDe juf zit in de kring en leest de kleuters voor. Zij heeft het prentenboek Ridder Rikki op schoot. Ze vraagt de kinderen of ze Ridder Rikki kunnen bezoeken in zijn kasteel. De kinderen reageren enthousiast, want wie wil dat nou niet, een kasteel bekijken. Totdat een van de kinderen oppert dat dat niet kan, omdat Rikki in het verhaal droomt. Een dergelijke ontdekking van een verhaal in een verhaal is een duidelijke aanwijzing van literaire competentie. Een kleuter die literair competent is weet dat de wereld in een prentenboek is opgebouwd uit tekst en beeld. Deze wereld kan lijken op de echte wereld, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Een literair competente kleuter is zich bewust van deze verschillen. Verhalende prentenboeken staan vol met dit soort leerrijke inhouden. Zo blijken kleuters in staat om personages, spanning en ironie te herkennen in deze prentenboeken. In haar onderzoek laat Van der Pol (2010) zien dat de literaire competentie van kleuters wordt gestimuleerd door het voorlezen van en praten over prentenboeken. Het gaat daarbij om het voorlezen van prentenboeken als literatuur. Een benadering waarin de aandacht van de kleuters bij het voorlezen van een prentenboek op de structuur, de werking van de tekst en de illustraties wordt gericht. Een ander voorbeeld: Jessa moet witte schoenen passen van haar moeder. ‘Met een pruillip staat ze voor de grote spiegel.’ Dit is een passage uit het prentenboek Ik wil bloemetjesschoenen waarin de emotie van de hoofdpersoon duidelijk wordt verwoord en ook zichtbaar wordt in de illustratie (zie pagina 6). Dit is een voorbeeld van een tekst-/ beeldfragment uit het proefschrift van Kwant (2011). Zij laat zien dat kleuters de basisemoties (blij, boos, bang, verdrietig) en complexe emoties (verlegen, jaloers, schuldig) bij personages in verhalen kunnen (leren) herkennen door het voorlezen van en het praten over prentenboeken met een sociaal-emotionele inhoud. Ten slotte bevatten verhalende prentenboeken reken- en wiskundige aspecten. Bijvoorbeeld het prentenboek De prinses met de lange haren. In hun onderzoek zagen Van den Heuvel-Panhuizen en collega’s (2008; 2010; 2015) dat kleuters met hun vingers gingen meten hoeveel het haar van de prinses tussen twee momenten was gegroeid. Uit gesprekjes tijdens voorleessessies over verschijnselen die te maken hebben met perspectief, groei en aantallen bleek dat de kleuters meer inzicht in rekenen en wiskunde op bouwen.

37

Page 39: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

Interactie De inhoud van prentenboeken biedt mogelijkheden om op speelse wijze diverse vaardigheden te leren en helpt bij het bereiken van doelen. De inhoud van prentenboeken komt echter pas tot leven als er een gedachtewisseling over ontstaat. Door kleuters te betrekken bij en te laten deelnemen aan leerzame gesprekken over prentenboeken, wordt hun leerhouding actief. Uit literatuur weten we dat de kwaliteit van de voorleessessie belangrijk is. Zo blijkt bij kinderen bij wie de taalen leesontwikkeling minder voorspoedig verloopt dat de voorleesstijl ertoe doet (Mol, Bus en De Jong, 2009; What Works Clearinghouse, 2007). Vanuit de onderwijspraktijk weten we dat groepsvorming, de klas- of groepsopstelling en de toegang tot tekst en beeld van het betreffende boek de kwaliteit van het voorlezen beïnvloeden (Bus en De Jong, 2007). In de voorbeelden van Ridder Rikki, Ik wil bloemetjesschoenen en De prinses met de lange haren worden kleuters met behulp van voorleesaanwijzingen aan het woord gelaten (Van den Heuvel-Panhuizen en Elia, 2015; Van der Pol, 2010 & Kwant 2011). Zo zijn in deze drie onderzoeken onderzoeken bij vierentwintig inhoudelijk interessante prentenboeken voorleesaanwijzingen gemaakt. Deze boekspecifieke aanwijzingen kun je gebruiken bij het voorlezen van en praten over prentenboeken. In de voorleesaanwijzingen staan hints of vragen, aanwijzingen voor het laten vallen van pauzes of het spelen van verwondering of onbegrip op bepaalde plaatsen in het boek (zie voorbeelden van dergelijke aanwijzingen in het kader op pagina 5).

Het doel van de voorleesaanwijzingen is de aandacht van de kleuter te richten op relevante aspecten van de voorleestekst, de afbeeldingen en het onderliggende verhaal. Deze aanpak onderscheidt zich daarmee van de gebruikelijke aanpak van interactief voorlezen. Daarin worden vanuit het onderwerp of de leefwereld van de hoofdpersoon in het prentenboek verbindingen gelegd met de belevingswereld van de kleuter en wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. Leerkrachten kunnen zich bekwamen in het voorlezen met voorleesaanwijzingen en in het eventueel ook zelf maken van voorleesaanwijzingen bij nieuwe prentenboeken (Van der Hoeven, Van der Maas en Verbeeck, 2013).

Relatie met onderwijsdoelen Voorlezen met een focus geeft kleuters de mogelijkheid om te leren. Het is daarbij wel belangrijk aan te sluiten bij de ontwikkelingsfase van het jonge kind, zijn ontwikkelingsbehoeften en de onderwijsdoelen. In dat kader zijn door SLO doelen voor taal, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling voor groep 1 en 2 opgesteld (2014). Met voorleesaanwijzingen kun je een verbinding leggen tussen verhaalaspecten in prentenboeken en deze SLO-doelen. Bij Ridder Rikki is er een relatie te leggen met beginnende geletterdheid. Daarbij worden onder andere de volgende SLO-doelen aan de orde gesteld: begrijpen dat in prentenboeken beeld en tekst samen het verhaal vertellen, weten dat boeken een opbouw, een begin en een einde hebben en het kunnen navertellen van een verhaal. Aan de emotie bij het passen van de witte schoenen in Ik wil bloemetjesschoenen kun je bijvoorbeeld het doel koppelen van het onder woorden brengen van gevoelens. Het met de vinger volgen van de lengte van het haar in De prinses met de lange haren kun je verbinden aan doelen voor de rekenontwikkeling. Denk daarbij aan het kunnen herkennen en gebruiken van het begrip lengte en het kunnen redeneren over lengte. De drie onderzoeken hebben evidentie opgeleverd dat het doelgericht voorlezen van verhalende prentenboeken (met behulp van bovenstaande voorleesaanwijzingen) bijdraagt aan groei in de verschillende ontwikkelingsdomeinen (Van den Heuvel-Panhuizen en Elia, 2015; Van der Pol, 2010; Kwant 2011). Het werken met prentenboeken hoeft dan ook niet iets vrijblijvends te zijn in de kleutergroep, maar kan gericht worden ingezet als onderwijsactiviteit.

38

Page 40: verslag jeugdliteratuur  · Web view2016. 12. 10. · Voor mij staat jeugdliteratuur voor kinderenboeken. Vroeger op de basisschool moest ik ook altijd veel boeken lezen. Toen we

De praktijk Een inhoudelijke focus bij het voorlezen is voor iedere onderbouwleerkracht haalbaar, maar vergt een onderzoekende en lerende houding. Daarbij is het van belang dat je de vereiste didactische aanpak eigen maakt om te voorkomen dat je snel in de routines vervalt die je hebt ontwikkeld. De wetenschappelijke kennis uit de diverse genoemde onderzoeken is in samenwerking met de wetenschappers vertaald naar een scholing voor leerkrachten onderbouw. Inmiddels heeft een eerste groep cursisten deze scholing gevolgd. De kleuterleerkrachten die hebben geoefend met de bestaande voorleesaanwijzingen waren verrast over de reactie van hun eigen kleuters. Stapels prentenboeken werden bekeken op rekenbegrippen en opeens zagen ze in bepaalde prentenboeken de thema’s perspectief, groei of aantallen zonder dat de schrijver expliciet de bedoeling had deze thema’s aan de orde te stellen. Deze leerkrachten gaven aan veel te hebben bijgeleerd. Zo merkte een leerkracht op: ‘Ik kijk voortaan nog veel diepgaander naar woorden en beeld.’ Ook in verschillende groepen 3 en het speciaal (basis)onderwijs waren leerkrachten enthousiast over de diepgang die met behulp van de voorleesaanwijzingen in de gesprekken met de leerlingen ontstond.

Tot besluit Interactief voorlezen wordt vaak ingezet voor het stimuleren van de mondelinge taalontwikkeling, leesbevordering en de algemene ontwikkeling van kleuters. Maar het interactief voorlezen van verhalende prentenboeken biedt nog veel meer mogelijkheden. In dit artikel is een focus op de leerinhoud van verhalende prentenboeken verkend. Deze focus opent de weg naar de bevordering van literaire competentie, sociaal-emotionele competentie en/ of de begripsontwikkeling bij rekenen en wiskunde. De voorleesaanwijzingen die tot interactie leiden zijn daarbij gericht op het gekozen domein. Leerkrachten in de onderbouw zijn in de praktijk vaak nog niet vertrouwd met een dergelijke gefocuste aanpak. Voor deze aanpak is kennis van de domeinen, de ontwikkelingslijnen van kleuters en het kunnen stellen van passende doelen binnen deze domeinen nodig om aan te sluiten bij de ontwikkelingsbehoeften van de kleuters in de eigen groep. De in deze bijdrage beschreven aanpak is volgens de leerkrachten die de uitdaging zijn aangegaan een verrijking van hun beredeneerd en doelgericht onderwijsaanbod en een versterking van het gevarieerd voorlezen van en praten over prentenboeken. (José van der Hoeven, 2015)

39