G:%5CFrank%5CIndische jeugdliteratuur

743
INDISCHE JEUGDLITERATUUR

Transcript of G:%5CFrank%5CIndische jeugdliteratuur

INDISCHE JEUGDLITERATUUR

Omslag: Zendingsschool in de christendessa Modjowarno, Oost-Java, omstreeks 1896. Kleurenlitho naar een tekening van D.W. Meeles en G.J. Bos uit E. Nijland, Schoolplaten van Ned. Oost-lndië. Leiden, Brill; Utrecht, Breijer, 1897.

KONINKLIJK INSTITUUT VOOR TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE

Bibliographical Series 20

DOROTHEE BUUR

INDISCHE JEUGDLITERATUUR

GEANNOTEERDE BIBLIOGRAFIE

VAN JEUGDBOEKEN OVER

NEDERLANDS-INDIË EN INDONESIË, 1825-1991

1992

KITLV Uitgeverij Leiden

Uitgegeven door:

KTTLV UitgeverijKoninklijk Instituut voor Taal-, Land- en VolkenkundePostbus 95152300 RA LeidenNederland

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

Buur, Dorothée

Indische jeugdliteratuur: geannoteerde bibliografie van jeugdboeken over Nederlands-Indië en Indonesië, 1825-1991 /Dorothée Buur. - Leiden : KTTLV Uitgeverij. -111. -(Bibliographical series / Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, ISSN 0074-0462; 20) Met bibliogr., reg. ISBN 90-6718-037-8Trefw.: Nederlands Oost-Indië in de jeugdliteratuur; bibliografieën / Indonesië in de jeugdliteratuur; bibliografieën.

ISBN 90 6718 037 8

© 1992 Koninklijk Instituut voor Taal-, Land-en Volkenkunde

No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopy, recording, or any information storage and retrieval system, without permission from the copyright owner.

Printed in the Netherlands

Inhoud

Voorwoord vii

Inleiding l

Literatuuropgave

Woordenlijst 31

Afkortingen van instellingen 39

BIBLIOGRAFIE

Geannoteerde bibliografie 41

Nagekomen titels 398

REGISTERS

Auteursregister 403

Illustratorenregister 417

Uitgeversregister 423

Titelregister 429

Trefwoordenregister 457

Voorwoord

In 1982 begon ik met het verzamelen en beschrijven van Indische kinderboeken en jeugdromans, oorspronkelijk in het Nederlands verschenen. Een klein aantal titels was toen reeds opgenomen in de bibliografie Persoonlijke documenten; Nederlands-Indië/Indonesië, een keuze-bibliografie (1973). Mede door de nostalgische reizen naar Indonesië en het zoeken naar de eigen identiteit van Indische en Molukse jongeren nam de belangstelling voor de Indische bellettrie toe. Ook de oprichting van de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde in 1986 heeft hiertoe bijgedragen. Het Indische kinder- en jeugdboek was echter een tot nu toe achtergebleven gebied binnen de studie van de Nederlandse jeugdliteratuur. Deze bibliografie is een poging die leemte te vullen.

Bij het samenstellen van de bibliografie kreeg ik de gewaardeerde steun van collega's binnen en buiten het KITLV en van belangstellenden die door het uitlenen van één of meer boeken uit hun bibliotheek hebben bijgedragen aan de totstandko-ming van dit werk. Het is ondoenlijk hen allen hier met name te noemen. In dit verband noem ik wél dr. GJ. Knaap, hoofd van de afdeling Documentatie Geschie-denis Indonesië, voor zijn deskundig advies, en drs. Aleida Sluijk voor haar nauw-gezetheid bij de tekstverwerking en de typografische vormgeving.

Het spreekt voor zichzelf dat ik opensta voor aanvullingen, correcties en opmerkingen op deze bibliografie. De bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde die, zoals uit dit boekwerk blijkt, een unieke verzame-ling Indische jeugdliteratuur beheert, houdt zich gaarne aanbevolen voor uitbreiding van haar collectie.

Nederlandsch-Indië

Inleiding

S jm- is een SCHIP

Dat zeilt op de zee;

Wie wil naar de Oost,

Die vare vrij mee!

(uit: AB en Prentgeschenkje. Amsterdam, D. Jacobs, 1841.)

Het bovenstaande rijmpje neemt u mee naar een andere wereld aan de hand van ruim twaalfhonderd titels van jeugdboeken die in deze bibliografie zijn bijeenge-bracht. Met elkaar zullen ze een beeld oproepen van de verschillende tijdperken in de Nederlandse koloniale en post-koloniale geschiedenis met verhalen over ontdek-kingsreizen, de VOC-tijd, avonturen van schipbreukelingen en zeerovers, militaire expedities, de komst van zending en missie, de sfeer van tempo doeloe, de ethische politiek, het nationalisme, de Japanse bezetting en de dekolonisatie. In deze vertellingen wordt het dagelijks leven van de bewoners van Nederlands-Indië/Indone-sië beschreven, waarbinnen de Nederlanders en andere Europeanen een minderheid vormden. Uit de samensmelting van deze twee bevolkingsgroepen, de oorspronkelijke bewoners van Insulinde en de Europeanen, kwamen de Indo-Europeanen voort die veelvuldig in de verhalen optreden. Vreemde Oosterlingen, zoals Arabieren en Chinezen, die ook deel uitmaakten van de maatschappij in Nederlands-Indië, spelen slechts zelden een rol. Hoe gingen zij allen met elkaar om, en in welke verhouding stonden zij tot elkaar? Hoe keek men in Nederland tegen hen aan? Met welk doel voor ogen ging de Nederlander naar de Oost: avontuur, carrière, een vlucht uit bittere noodzaak wegens schande of schulden, of uit roeping?

Tot nu toe is er in de geschiedenis van het Nederlandse kinderboek weinig aan-dacht geschonken aan deze zaken, terwijl Nederland ruim drie eeuwen delen van Indië als kolonie heeft bestuurd en daarna vele officiële en onofficiële banden met het onafhankelijke Indonesië zijn blijven bestaan. Wél is er zo nu en dan geschreven over het Friese, het Vlaamse, het Antilliaanse en Surinaamse jeugdboek (Van wormcruyt met suiker 1973). Waarom was er in Nederland nauwelijks belangstelling voor het Indische jeugdboek? Misschien heeft men in de jaren na de Tweede Wereldoorlog de term koloniaal niet willen gebruiken, was de belangstelling voor het koloniale verleden aan het afnemen en werden repatrianten in beslag genomen door hun nieuwe bestaan in Nederland. Of lag Nederlands-Indië nog zó dichtbij dat men er niet toe kon komen om er over te schrijven, moest alles eerst bezinken? In de

2 Inleiding

periode van vóór de Tweede Wereldoorlog ben ik wel het onderwerp 'Indische boeken' tegengekomen in het artikel 'Het Europese kind in Indië en zijn lectuur' van de hand van mevrouw M.A.E. van Lith-van Schreven (Indisch vrouwen jaarboek 1936:161-88). Pleitend voor het Indische boek zegt zij:

'Naast het echt Hollandse boek, moet m.i. echter het typisch Indische meer naar voren komen, dat ook zeer nuttig zou zijn voor de kinderen in Holland, die over het algemeen nog veel te weinig van het normale leven in de belang-rijke en schone koloniën afweten.'

En zij geeft bij haar artikel een lijstje van Indische kinderboeken met de opmerking:

'Het zal wel niet volledig zijn, omdat ik in vele gevallen slechts op de titel af kon gaan. Nergens staan deze boeken apart gecatalogiseerd of is er bij vermeld, dat ze in Indië spelen.'

Mede hierdoor ontstond bij mij het idee om materiaal te verzamelen over dit specifieke genre kinderboeken dat in de studies van de Nederlandse jeugdliteratuur op de achtergrond is gebleven.

OPZET EN WERKWIJZE

De samenstelling van dit materiaal is gebaseerd op de collecties van een aantal Nederlandse (jeugd)bibliotheken en van de in de 'lijst van geraadpleegde werken' genoemde bibliografische publikaties en catalogi. Het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) te Leiden komt als eerste en belangrijkste vindplaats in aanmerking, daarna volgen andere bibliotheken, zoals vermeld in de 'Afkortingen van instellingen'. Verschillende uitgevers zijn benaderd om gegevens te achterhalen. In sommige gevallen waren uitgeversarchieven niet te raadplegen of vernietigd.

De titelbeschrijvingen staan in chronologische volgorde gerangschikt (1825-1991); daarbinnen alfabetisch op auteur of titel. In principe is uitgegaan van de eerste druk en, als deze niet was te vinden, van een latere druk. Bij meerdere drukken zijn deze voor zover mogelijk vermeld, en worden ook bewerkingen en de verschijning in serie-uitgaven en pocketreeksen apart genoemd. Indien een boek niet werd aangetroffen, wordt verwezen naar Brinkmans catalogus van boeken en tijdschriften, de Catalogus van boeken en tijdschriften uitgegeven in Ned. Oost-Indië door G. Ockeloen, Het ABC voor Indië van Kees Groeneboer of een andere bron.

Ten aanzien van de oudere boeken — en dat zijn er veel — moest Brinkmans catalogus worden geraadpleegd voor het jaar van uitgave omdat dit bijna nooit op het titelblad is gedrukt of elders in het boek te vinden. Het gevonden jaartal staat tussen vierkante haakjes vermeld. Dit geldt eveneens voor de latere drukken die, voorzover te achterhalen, zijn opgenomen. Voorzover een boek voorhanden was of in een uitgeverscatalogus iets over de inhoud stond vermeld is het geannoteerd, waarbij van een drietal punten werd uitgegaan.

Inleiding 3

1. het geografisch element: waar speelt het verhaal zich af?a. in Nederlands-Indië/Indonesië en in welk gebied of welke plaats?b. in Nederland en waar in Nederland? Op het platteland of, zoals inzovele gevallen, in Den Haag of een andere stad?c. aan boord van een Oostindiëvaarder, mailboot, passagiers- of vracht-boot?

2. het etnische milieu. Betreft het een Nederlands milieu, een Indonesisch milieu,met eventueel daarbinnen aangegeven: Balisch, Bataks, Javaans, Moluks, Timo-rees, Papoea enzovoort, of een Indo-Europees milieu, ook wel 'Indisch' genaamd.3. het maatschappelijke klimaat, de sociale status van een persoon of een familie.Gaat het over een gezin van een arts, militair, onderwijzer, planter, zakenman ofzendeling? Of over een rijstbouwer, doekoen, datoe(k), hadji, radja, regent ofsultan?

Zoals uit het voorgaande blijkt, spelen lang niet alle verhalen zich af in Nederlands-Indië/Indonesië. Meestal begint een verhaal in Indië en eindigt na een aantal hoofdstukken in Nederland, of omgekeerd: het begint in Nederland en eindigt met Indië. Ook zijn er verhalen die én in Nederland én in een Nederlands milieu zijn geplaatst, maar waarin Indische mensen of situaties worden opgevoerd of ter sprake komen. Deze publikaties zijn ook opgenomen. En er zijn véél van dit soort verhalen verschenen. De beslissing voor het wel of niet opnemen van een verhaal met een Indisch fragment is een weloverwogen keuze geweest. Als voorbeeld neem ik het werk van de schrijfster Marie C. van Zeggelen. Veel van haar kinder- en jeugdboe-ken spelen in Nederlands-Indië. Daarentegen heeft ze ook verhalen geschreven met een Nederlandse achtergrond, waarin nu en dan wat fragmenten over Indië voorko-men die op zichzelf belangrijk genoeg waren om vermeld te worden.

In vele gevallen dekt de titel van een boek of verhalenbundel niet de 'Indische lading'. Bij een auteur van één of meer Indische verhalen heb ik nagegaan of er in zijn of haar eventuele andere boeken ook passages over Indië stonden. Een toevals-treffer was het een boek te ontdekken waarvan noch de auteur, noch de titel be -kendheid genoot en waarvan de inhoud geheel of gedeeltelijk in Indië speelt.

Het oudste aangetroffen jeugdboek dateert van 1825 en de laatste uitgave van 1991. De periode van het onafhankelijke Indonesië is hierbij dus inbegrepen. Verhalen uit die tijd gaan over de Japanse bezetting, de bersiaptijd, de Indonesische revolutie, repatriëring, herinneringen aan het vooroorlogse Nederlands-Indië en de zending in Nederlands Nieuw-Guinea, het tegenwoordige Irian Jaya. Slechts een enkel verhaal roert een onderwerp van ruimere betekenis aan, zoals het Poster Pa-rents Plan en de ontbossing van Kalimantan, vroeger Borneo genoemd.

In de annotaties is de spelling van Maleise woorden, Maleise geografische en persoonsnamen in de oude spelling gehandhaafd, zoals ze in Nederlands-Indië werden geschreven.

Om het materiaal zo toegankelijk mogelijk te maken zijn aparte registers op auteur, illustrator, uitgever, titel en trefwoord opgenomen.

Tenslotte wordt nog eens benadrukt dat alléén oorspronkelijk Nederlands materiaal is opgenomen, vertaald werk derhalve niet. Bij uitzondering is er nu en dan een schoolleesboek vermeld, als de strekking van het verhaal of een bepaald onderwerp daartoe aanleiding gaf.

4 Inleiding

INDISCHE JEUGDLITERATUUR: PLAATSBEPALING EN THEMATIEK

De positie van het kind in gezin en onderwijs

De opvoeding en verzorging van kinderen in Indië waren anders dan in Nederland, waar de jeugd uit gegoede stand voor het onderwijs aan huis was aangewezen op een gouverneur of gouvernante, en een kinderjuffrouw die met de huiselijke verzorging was belast. In Indië kende men in de betere kringen ook deze vorm van huisonder-wijs, vooral nadat in 1869 met de opening van het Suezkanaal de bereikbaarheid van Indië zeer was toegenomen. De minderbedeelden konden pas veel later van onder-wijs profiteren. De gegoede, tot de trekkersbevolking behorende Europeanen zonden hun kroost echter naar Holland, of naar de in Indië bestaande particuliere instituten. Dit gebeurde eveneens bij de welgestelde Indo-Europeanen. Een ander element van verschil in opvoeding en verzorging tussen Nederland en Indië is de rol van de inheemse — niet-Nederlandse — bedienden of huispersoneel. Zij hadden weliswaar een ondergeschikte positie, maar hun invloed op het Hollandse of Indo-Europese kind was soms vergaand; vooral van de baboe — in tempo doeloe aangeduid met het Nederlandse 'lijfmeid' — die de zorg had voor het kleine kind. Van haar leerde het jonge kind de Maleise taal begrijpen en spreken, waarmee de baboe ook een deel van de inheemse denk- en leefwereld overbracht.

Reeds in 1617 werd door de Oost-Indische Compagnie de zorg uitgesproken voor 'de voortplanting van de Christelijke religie, opbouwing van goede scholen en andere zaken daartoe nodig [...]'. De nadruk lag op de handhaving en verbreiding van de protestantse godsdienst en de oprichting van christelijke scholen op protestantse grondslag. Met het toezicht op het onderwijs waren in de eerste plaats de predikan-ten belast (Brugmans 1938:hoofdstuk II). Eerst tegen het eind van de achttiende eeuw deden zich met de komst van de Verlichting nieuwe inzichten gelden op het gebied van onderwijszaken. Scheiding van kerk en staat, en een nieuwe vorm van onderwijs: de staatsschool, werden echter pas in de negentiende eeuw gemeengoed (Brugmans 1938:hoofdstuk III).

Na het Engels tussenbestuur (1811-1816) kwam de oprichting van Nederlandse lagere scholen op gang. De eerste werd op 24 februari 1817 in Batavia (Weltevre-den) geopend, waarvoor onderwijzers uit Nederland werden aangetrokken. Spoedig daarop volgden de hoofdplaatsen, zoals Cheribon, Semarang, Soerakarta, Soerabaja en Grissee. De Gouvernements Lagere School was van meet af aan bestemd voor de grote groep Indo-Europeanen, die vaak onder armoedige omstandigheden leefde. Kinderen uit gemengde huwelijken spraken het Maleis als hun moedertaal. Ze kenden geen behoorlijk Nederlands omdat ze een inheemse moeder hadden en vaak aan de zorg van de bedienden waren overgelaten. Het Nederlands moest als tweede taal worden geleerd. In de eerste helft van de negentiende eeuw telde men op Java slechts een handjevol Gouvernements Lagere Scholen en een iets groter aantal particuliere onderwijsinrichtingen.

De Europeesche Lagere School was er tot na het midden der negentiende eeuw één voor paupers. Het aantal leerlingen dat wegens onvermogen werd vrijgesteld van schoolgeldbetaling was groot. Het lage ontwikkelingspeil van de ouders had tot gevolg dat het schoolverzuim een ontstellende omvang aannam. De leerlingen van de laagste klas moesten in het Maleis worden toegesproken, zelfs zij, die uit Europese ouders waren geboren. Zo bestond in 1849 de lagere school in Padang (Sumatra) voor het merendeel uit kinderen van gemengd bloed en onwettige geboorte (Brug-mans 1938:hoofdstuk V).

Inleiding 5

Eerst in de tweede helft van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het Europese onderwijs op gang te komen. Vrouwelijke leerkrachten deden hun intrede in de openbare school: in 1875 kwamen dertien onderwijzeressen uit Nederland naar Indië.

Voor de voortzetting van de schoolopleiding en studie bleven kinderen echter hoofdzakelijk aangewezen op Nederland. Dit betekende een zwaar offer voor de ouders, financieel en emotioneel. In mindere mate gold dit ook voor gezinnen die ver van een hoofdplaats in het binnenland van Indië woonden en van wie de kinderen op een particulier internaat onderwijs volgden. De eerste officiële middel-bare school van staatswege werd in 1860 in Batavia geopend: het Gymnasium Koning Willem III, waaraan een internaat was verbonden dat in 1879 werd opgehe-ven. De naam Gymnasium is gebleven, maar dan ook alleen de naam, want het is een HBS met vijfjarige cursus geworden. Een meisjes-HBS werd in 1882 in Batavia opgericht en ook in Semarang en Soerabaja kwam een HBS-opleiding.

Naast het Europese kwam er voor de inheemse bevolking het inlands onderwijs van gouvernementswege, dat na 1848 een aanvang nam. Voor de inheemse bevolking hebben missie en zending vaak onder zeer moeilijke omstandigheden veel werk verzet ten behoeve van de ontwikkeling en scholing van de jeugd. De regering stelde zich aanvankelijk afhoudend tegen dit bijzonder onderwijs op, maar heeft het naderhand met subsidies gesteund. Talloze keren zijn de regels daarvoor veranderd, totdat tenslotte het bijzondere onderwijs in alle opzichten de zelfde behandeling als het openbare onderwijs genoot.

Aan het begin van de twintigste eeuw kwam er een stroomversnelling op gang door de economische ontwikkeling en de uitbreiding van het Europese bedrijfsleven. Onder invloed van de 'Ethische politiek' werden de onderwijsmogelijkheden voor inheemsen verruimd.

Het onderwijs onderging na 1905 een sterke uitbreiding en reorganisatie. In 1914 werd bijvoorbeeld de eerste Muloschool opgericht en gold de Europeesche Lagere School als dé onderwijsinstelling voor dat deel van de inheemse bevolking dat reeds deels in het westerse milieu verkeerde, zoals de aristocratie en de elite.

In 1914 werd de eerste Hollandsch-Inlandsche School geopend, waar de inheem-se jeugd niet in de eigen taal, maar in het Nederlands onderwijs ontving dat parallel liep met het aan de Europeesche Lagere School gegeven onderricht.

Oprichting van Nederlandse onderwijsinrichtingen voor meisjes uit de inheemse aristocratie was te danken aan het particulier initiatief van de Vereeniging Kartini-fonds, waarvoor mr. C.Th. van Deventer zich in 1913 een warm pleitbezorger betoonde. De Kartinischolen met hun onderricht in de Nederlandse taal waren geheel gebaseerd op de idealen van de vroeg gestorven Javaanse regentsdochter, Raden Adjeng Kartini. De meisjes werden voorbereid op haar toekomstige taak als huisvrouw en moeder, eventueel ook van onderwijzeres. Dit type school met een eigen karakter kwam tot een bloeiend bestaan.

Ook voor de grote groep Chinezen werd in 1908 een schooltype gesticht met Nederlands als voertaal: de Hollandsch-Chineesche School.

Op het Eerste Koloniaal Onderwijs Congres dat eind augustus 1916 in Den Haag werd gehouden, kwam de taalkwestie aan de orde. Overeenstemming werd bereikt op basis van de uitspraak: 'Het Nederlandsch moet slechts dienen, zooals vroeger het Latijn, om de Indiërs in staat te stellen de geestelijke beschaving van het Westen deelachtig te worden. De Inlandsche talen mogen niet verwaarloosd worden' (Hilgers 1917:324-6). Op overtuigende wijze pleitten twee spreeksters, mevrouw A. Kandou uit Menado en Raden Ajoe Siti Soendari Darmabrata uit Java, voor onderwijs aan inheemse meisjes. Algemene conclusie was dat de oosterlingen onder geen voor-waarden tot westerlingen mochten worden getransformeerd.

6 Inleiding

Hoger onderwijs heeft lang op zich laten wachten. In juli 1920 werd in Bandoeng de Technische Hoogeschool als eerste instelling voor hoger onderwijs geopend. In 1924 volgde de Rechtshoogeschool te Batavia, en aldaar in 1927 ook de Genees-kundige Hoogeschool. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd de Litteraire Faculteit te Batavia opgericht.

Aan het eind van het schooljaar 1937-1938 waren er in totaal 723 scholen voor Lager Onderwijs met Nederlands als voertaal, 19.644 instellingen voor Lager Onderwijs met een inheemse taal als voertaal, waaronder 17.016 volksscholen, 62 Muloscholen, 27 HBS'en (3-jarig), 14 HBS'en (5-jarig), 8 Algemeene Middelbare Scholen (AMS) en 4 Lycea, één 5-jarige Middelbare Meisjes School, 57 scholen voor vak-, handels- en nijverheidsonderwijs met Nederlands als voertaal, 452 van dit laatste type scholen met een inheemse voertaal, 3 hogescholen en 2 inheemse Muloscholen (Bos 1941:31-2).

Verloftijd in Nederland

Europese ambtenaren in dienst van de koloniale overheid en werknemers van particuliere ondernemingen hadden eens in de vijf è tien jaar recht op Europees verlof. Verlofgangers uit Indië brachten hun verloftijd in Nederland of elders in Europa door. Den Haag — de stad van 'het gouvernement' — telde tal van Indische hotels en pensions. Gezinnen met kleine kinderen namen één of meer bedienden mee naar Nederland, meestal was dit de baboe, of een zeebaboe die speciaal voor de bootreis was aangenomen.

Dikwijls kwam het voor dat na afloop van de verloftijd één of meer kinderen uit een gezin in Holland achterbleven voor hun schoolopleiding of studie. Ze werden ondergebracht bij familie, of vonden als betalende gast onderdak bij een onderwij-zers- of leraarsgezin. Soms werden ze uitbesteed in speciale pensions voor Indische schoolkinderen, waar ook zoons en dochters van verlofgangers tijdelijk verbleven omdat bijvoorbeeld de ouders een lange reis door Europa maakten.

Als de kinderen na de verloftijd met hun ouders naar Indië teruggingen hadden ze, om het langdurig schoolverzuim te ondervangen, met de nodige aanpassing in Holland een school bezocht. Het merendeel van de ouders stuurde hun kinderen in de verloftijd naar een Hollandse school om hen de 'Nederlandse sfeer' te laten ondergaan. Vaak verspeelden ze daarmee wel een studiejaar.

In Den Haag had men in de dertiger jaren een oplossing voor dit probleem gevonden, namelijk 'De Indische School' (D'Oriënt, 25-1-1936). Dit was een Euro-peesche Lagere School voor kinderen van verlofgangers, gericht op het Indisch-Europees lager onderwijs, aangezien het onderwijs in Nederland niet aansloot door het verschil in methodiek en de afwijkende leervakken, zoals Indische geschiedenis en Indische aardrijkskunde.

Het was van het grootste belang voor het Indische kind met verlof, dat men probeerde de achterstand of het verlies van een leerjaar, als gevolg van het verblijf in Nederland, te compenseren. Aan het hoofd van 'De Indische School', geopend in september 1932, stond een oud-hoofdonderwijzer van een school uit Bandoeng; de leerkrachten, geselecteerd op hun onderwijservaring in Indië, gebruikten het Indische leerplan. Voor leerlingen die in Nederland moesten achterblijven was er een gezinsinternaat aan verbonden. De school voorzag in een behoefte en bleek een succes te zijn.

Inleiding De

eerste 'Indische' kinderboeken

Ontspanningslectuur voor kinderen zoals wij die nu kennen bestond er aan het begin van de negentiende eeuw nauwelijks in Nederland, laat staan in Nederlands-Indië. Er waren de gebruikelijke schoolboekjes en tot verpozing sprookjes, vertellingen, gedichten en versjes — waarin de nadruk lag op godsdienst en moraal. Wél groeide er een nationaal-historisch besef dat leidde tot de uitgave voor kinderen van geschiedenisboekjes.

In dit kader verschijnen in het begin van de negentiende eeuw de eerste boeken voor de jeugd over Nederlands-Oost-Indië. Het zijn historische verhalen en beschrij -vingen van gevaarlijke zeereizen, waarin schipbreuk en zeerovers een belangrijke rol spelen. De kinderen konden lezen over het leven van beroemde Nederlandse mannen en hun heldendaden uit de Nederlandse koloniale geschiedenis.

De eerste kinderboeken waren zoals gezegd niet primair gericht op ontspanning of vermaak, maar moesten vooral leerzaam en nuttig zijn. Voor zover bekend dateert het oudste boek uit 1825, van de hand van J.A. Oostkamp, een godsdienstleraar, die veel schoolboekjes over vaderlandse geschiedenis heeft geschreven. Hij brengt met zijn werkje De merkwaardigste Nederlandsche zeereizen sedert den jare 1594; Voor de vaderlandsche jeugd een historisch overzicht voor leergierige landgenoten.

Een jaar later verschijnt een geschiedenisboekje van de uit Hoorn afkomstige onderwijzer Gerrit Engelberts Gerrits. Het draagt de titel: Het leven en de daden van den doorluchtigen zeeheld J.Psz. Koen; Gouverneur generaal en voomaamsten grondlegger van Neêrlands uitgebreide heerschappij in de Oost-Indië; In gesprekken tusschen eenen vader en zijne kinderen.

In zijn 'Voorberigt' haalt Engelberts Gerrits een lange zinsnede aan van de Utrechtse hoogleraar G. Moll (Moll 1825) die constateerde dat

'onze vaderlandsche jongelingen weinig weten van de gebeurtenissen, welke vergezeld zijn gegaan met de vestiging en uitbreiding van onze Oost- en Westindische koloniën [...]'

Het werkje is geschreven in de vorm van een dialoog, wat in die tijd vaak voorkwam. De strekking van dit boek is met hedendaagse ogen zéér chauvinistisch. In het zevende gesprek vertelt de vader aan zijn drie zoontjes Eduard, Hendrik en Koen-raad nog enkele bijzonderheden over het karakter, de leefwijze en de zeden van de Javanen. Engelberts Gerrits, die nooit in Indië is geweest, schetst hierbij een eenzijdig en negatief beeld van de Javaan.

Van geheel andere signatuur zijn de reisverhalen van Johannes Olivier Jzn., een auteur die wél in Indië heeft gereisd en gewerkt. Olivier schrijft met kennis van zaken en waardering over Indië en haar bewoners. In zijn eerste boek Elviro's reis naar en door Java en de Molukkos dat in 1835 verschijnt, zegt Elviro (letteromzetting van Olivier) in zijn inleiding:

'Het lezen van reisbeschrijvingen is, buiten twijfel, voor jonge lieden eene der nuttigste uitspanningen [...], maar dan moeten die reisbeschrijvingen wél de waarheid behelzen. Bij vele werken van dien aard is dit niet het geval.'

In 1840 volgt het reisverhaal Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei kunne. In dit tweedelige werk geeft Olivier zeer persoonlijke en gedetailleerde beschrijvingen van zijn zeereis, het leven aan boord van een zeilschip en van zijn ervaringen in Oost-Indië. Vol lof is Olivier over de Javaanse samenleving, de gastvrijheid en de eerbied die aan de ouderen wordt betoond. Ook de Java-oorlog

T ' /

Johannes van Soest

(naar een h'tho van L. Springer Jr.)

Nellie van Kol-Porrey

Inleiding

(1825-1830) en de gevangenneming van prins Diponegoro door de Nederlanders komen ter sprake. In het tweede deel besteedt Olivier ruim aandacht aan het inheemse bestuur, de Chinese bevolking, opium, Ambon en de Alfoeren. Of de bijbehorende prentjes die in het boek staan door Olivier zelf zijn getekend, is niet met zekerheid te zeggen. Wel schrijft hij:

'De beweging van de blekkang (palankijn of draagstoel) is zoo zacht, dat men daarin ongehinderd kan schrijven en zelfs teekenen, althans losse schetsen van de schilderachtige landstreken op het papier kan werpen, die naderhand gemakkelijk tot meer uitvoerige afbeeldingen uitgewerkt kunnen worden.'

Oliviers verteltrant is voor die tijd levendig en boeiend. In 1840 kreeg hij een kans om voorgoed naar Indië terug te keren, waar hij tot 1849 hoofdonderwijzer was aan de Gouvernements Eerste Lagere School te Weltevreden (Batavia). Daarop volgde zijn benoeming tot directeur van de Landsdrukkerij met daarnaast het redacteur-schap van de van gouvernementswege uitgegeven Javasche Courant, tot aan zijn dood in 1858. Deze twee functies hebben, tezamen met zijn persoonlijke omstandigheden, veel van zijn krachten gevergd. Olivier had dertien kinderen van wie slechts één zoon in leven bleef. Batavia was in die tijd een bijzonder ongezond oord, ook voor Europeanen. Vooral de kindersterfte was schrikbarend.

Kinderboeken voor de jeugd in Indië

Wat de jeugd in Indië las, bleef vermoedelijk beperkt tot de schoolleesboekjes, waarin de onderwerpen van de verhaaltjes waren afgestemd op de situatie in Nederland. Voor Indo-Europese en Hollandse kinderen die in Indië waren opge-groeid, was het moeilijk zich een denkbeeld te vormen van de typisch Nederlandse onderwerpen, zoals sneeuw en ijs, een kachel, schaatsen, de vier jaargetijden, vruchten als appels en peren en de algemene eet- en leefgewoonten.

In zo'n situatie moet de Nederlandse onderwijzer Johannes van Soest (1807-1850) hebben gewerkt. Op achtentwintigjarige leeftijd was hij met zijn vrouw naar Java gekomen, waar hij eerst een aantal jaren werd aangesteld in Pasoeroean en Soerabaja. Daarna volgde zijn overplaatsing naar Batavia. Het onderwijzerschap en het ongezonde klimaat van Batavia in die tijd stelden zware eisen aan zijn gestel. Bovendien had hij vijf van zijn kinderen ten grave gedragen op Tanah Abang, het Europese kerkhof aldaar. Batavia werd toen 'het graf van de Europeanen' genoemd. Van Soest heeft in zijn situatie het gemis aan leesboekjes met Indische onderwerpen heel duidelijk ervaren. Ondanks zijn moeilijke huiselijke omstandigheden schreef Van Soest een bundel versjes, genaamd Oost-Indische bloempjes; Gedichtjes voor de Nederlandsch-Indische jeugd. Zijn boekje werd in 1846 gedrukt en uitgegeven door het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. De gedichtjes waren in de eerste plaats bestemd voor de jeugd in Nederlands-Indië. In zijn voorbericht schrijft Van Soest:

'Ofschoon er reeds zeer vele gedichtjes voor kinderen zijn in het licht gege-ven, en men daaronder keurige juweeltjes vindt, zoo als de versjes van Van Alphen, van Francijntje de Boer enz. enz., zoo voldoen zij echter niet geheel en al aan de behoefte van de Nederlandsch-Indische jeugd; - immers hande-len zij veelal over voorwerpen, welke alleen in Europa te huis hooren, en daarom geheel buiten het bereik der zintuigen van de kinderen, hier te lande, liggen, zoo als in Van Alphen's gedichtjes.

Marie C. van Zeggelen

(naar een tekening van J. Gabriëlse)

Diet Kramer

m

Inleiding 11

Om nu enigszins in die behoefte te voorzien, besteedde ik mijne vrije uren tot het zamenstellen van het volgende zestigtal dichtstukjes, onderwerpen behelzende, welke, zoo ik mij niet bedrieg, alle door de Indische jeugd begrepen worden, daar bijna al de onderwerpen, in die versjes voorkomende, haar bekend zijn.'

Johannes van Soest wordt met zijn gedichtjes de 'Indische' Van Alphen genoemd. Na zijn dood volgde nog een aantal herdrukken die steeds fraaier werden uitgevoerd. Zo is de derde druk geïllustreerd met kleurenlitho's naar tekeningen van Auguste van Pers. Ook werden verschillende van zijn versjes op muziek gezet — voor zang en piano — door de componist C. Hüne en in Haarlem uitgegeven door de muziekuit-gever Derx.

De Indische roman- en toneelschrijver Hans van de Wall heeft in 1936 voor de NIROM (Nederlandsch-Indische Radio Omroep) een serie voordrachten gehouden over 'Indië in den goeden ouden tijd' en daarin gezegd dat de invloed van Johannes van Soest niet onderschat mag worden omdat zijn verzen waren vervaardigd in en voor de tijd, waarin elke geestelijke ontspanning voor het Indische kind ontbrak (Ido 1936, 11:35-40).

In dezelfde tijd als Van Soest ontwikkelde de onderwijzer D.Q de Bruin een taalmethode die was aangepast aan de behoefte van de Nederlands-Indische scholen. De leesboekjes, in Nederland uitgegeven, sloegen niet aan op de scholen in Indië. De kinderen hadden geen belangstelling voor de typisch Nederlandse onderwerpen: ze begrepen ze niet. Omstreeks 1845 verscheen zijn Eerste leesoefeningen, overeenkomstig de leerwijze van P J. Prinsen, ten gebruike der scholen in Nederlandsch-Indië, (Groeneboer 1991:4). Vier deeltjes heeft De Bruin aangepast, Verindischt', met woorden zoals baboe, djongos, senang en ook in de afbeeldingen. Deze uitgave beleefde maar liefst vijftien drukken.

De journalist en redacteur van het 'Soerabaiasch Handelsblad', J.A. Uilkens, droeg een steentje bij met zijn leesboek voor de Indische jeugd, De lotgevallen van Djahidin, avonturen van een Soendanese jongen op Java, Singapore, Japan en Nieuw-Guinea. Het boekje verscheen in 1873 bij de firma Kolff in Batavia. Het verhaaltje viel zó in de smaak dat het een aantal herdrukken beleefde en in verschil-lende inheemse talen werd uitgebracht.

Vermeldenswaard is dat bij uitgeverij Visser in Batavia in 1880 een Geïllustreerd Nederlandsen Indisch alphabet verscheen. Het was bestemd voor kinderen die bekend waren met de Maleise taal. Aan de hand van dit alfabet konden ze de uitspraak van de Nederlandse letters leren.

Vanaf ca. 1845 tot de eeuwwisseling werden er ruim 75 taaiboekjes en meer dan 140 leesboekjes samengesteld en voor het merendeel in Indië uitgegeven. Door de uitbreiding van het onderwijssysteem in de tweede helft van de negentiende eeuw volgde een omvangrijke produktie van Indische taaiboekjes voor het onderwijzen van de Nederlandse taal. Dit was mede te danken aan de groeiende activiteit van uitgeverijen en drukkerijen, zoals de firma's Kolff (Batavia) en Van Dorp (Sema-rang).

In de twintigste eeuw zijn de schoolleesboekjes van Jan Ligthart en H. Scheep-stra klassiek geworden zowel in Nederland als in een aangepaste vorm voor Neder-lands-Indië. Beroemd is hun boek Ot en Sien; Voor de scholen in Nederlandsch Oost-Indië bewerkt door A.F.Ph. Mann. Ook de plaatjes van Cornelis Jetses, die overigens nooit in Indië is geweest, geven een heel herkenbaar en natuurlijk beeld van het dagelijks leven in de Oost. De eerste druk verscheen in 1911, de veertiende 'nostalgi-sche' uitgave in 1978.

Simon Franke

M.A.M. Renes-Boldingh

Inleiding 13

Het merendeel van de schrijvers die zich in de negentiende (en twintigste) eeuw op het gebied van de 'Indische' jeugdliteratuur bewoog, oefende het beroep van onderwijzer uit — al vanaf het oudste boek in deze bibliografie. Veel later, zo rond 1880, volgden gouvernantes, onderwijzeressen en (huis)vrouwen die gaan schrijven voor kinderen. Een aparte categorie vormen de zendelingen, die al of niet in opdracht van een zendingsgenootschap of -vereniging, verslag deden van hun ervaringen en verhalen vertellen over het zendingsgebied waar ze waren geplaatst.

Vanaf de eeuwwisseling zijn er in Nederlands-Indië pogingen gedaan om het lezen buiten schooltijd aan te moedigen. De onderwijzers Th.J.A. Hilgers en P.J. van Ravesteijn zetten in samenwerking met uitgeverij Kluwer in Deventer de Bibliotheek voor de Indische Jeugd op. In deze serie verschenen in eenvoudig Nederlands geschreven verhalen en sprookjes van Indische herkomst. De boekjes kregen zowel in Nederland als in Indië een gunstige ontvangst. Deze reeks is vroegtijdig stopgezet omdat noch de Indische onderwijzers, noch de ouders deze poging voldoende hebben gesteund.

Door de Afdeling Batavia van het Nederlandsch-Indisch Onderwijzers Genoot-schap werd in 1901 een Kommissie ter Beoordeling van Kinderlectuur in het leven geroepen. Zij stelde een Katalogus van Leesboeken samen die in 1913 in Batavia door de Landsdrukkerij werd uitgegeven.

De catalogus bestaat uit twee afdelingen: A aanbevolen en B afgekeurd. In de tweede afdeling wordt De gouden kris van Marie C. Kooy-van Zeggelen ondanks de zeer lovende beoordeling afgewezen omdat dit verhaal niet in een kinderbibliotheek thuishoort, 'noch door de vorm, noch door de inhoud, die boven de bevatting der kleinen gaat, ook zelfs boven die van 12 jaar en ouder'.

In samenwerking met de Koninklijke Vereeniging Koloniaal Instituut en de Keuringscommissie voor Koloniale Jeugdlectuur die uit bibliotheek- en onderwijs-mensen bestond, verscheen in 1935 en 1936 de Raadgever voor koloniale jeugdlectuur. Dit was een brochure waarin aanbevolen boeken met een korte inhoudsbeschrijving vermeld stonden. Ze was bestemd voor bibliotheken van lagere, ulo-, kweek- en middelbare scholen en van kinderleeszalen, voor clubs of in het gezin.

Om het koloniale jeugdboek te stimuleren stelde de Keuringscommissie in 1937 de Garoeda-prijs in voor het beste koloniale jeugdboek dat op een onderhoudende wijze vertelde over de Nederlandse overzeese gewesten.

Belangrijke thema's in de Indische jeugdliteratuur

Een veel voorkomende categorie zijn de historische avonturen en heldenverhalen waarin ontdekkingsreizigers, zeehelden en de voornaamste grondleggers van de Verenigde Oostindische Compagnie worden geprezen om hun dapperheid en moed, zoals Willem IJsbrandszoon Bontekoe, Comelis de Houtman, Jan Huygen van Linschoten en Jan Pieterszoon Coen. Aan het eind van de negentiende eeuw komen ze opnieuw tot leven in de serie De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land van J.H. van Balen. Avonturenverhalen in een historisch kader, waarin grof geweld niet wordt geschuwd. In de twintigste eeuw verschijnen in de categorie jongensboe-ken regelmatig avontuurlijke of educatieve verhalen over de VOC-tijd.

Het militaire leven geniet populariteit in romantisch-historische levensbeschrijvin-gen van bekende militairen: J.B. van Heutsz, Karel van der Heijden, Toontje Poland, en in verhalen met de veelzeggende titels Onder van Heutsz, Generaal Van Heutsz, Waar kris en klewang dreigden, De worstelstrijd in de Vorstenlanden, en Onze helden van Lombok.

14 Inleiding

Er zijn nogal wat verhalen met Indische fragmenten waarin Nederlandse jongens als koloniaal (vrijwillig militair) naar Indië vertrokken. Ze gingen naar de Oost uit armoede, zucht naar avontuur, of omdat ze in Holland nergens voor deugden door diefstal, dronkenschap, schulden of crimineel gedrag. Aan boord, op weg naar Indië, vielen ze meestentijds in handen van allerlei gespuis, tenzij een vaderlijke zendeling die toevallig de reis meemaakte, de jongens op het rechte pad trachtte te houden. Eenmaal in Indië stelde hij als dat mogelijk was, zijn huis open voor kolonialen, zodat ze in hun verloftijd niet alleen afhankelijk waren van het vertier dat het kazerneleven bood. Phillp's loopbaan van Louise van E. (ps.), is zo'n geschiedenis, evenals Jaap vloog uit door Jacoba Hazevoet.

De Oosterse wereld en zijn bewoners zijn vertegenwoordigd in informatieve reisbeschrijvingen waarin kleine prentjes zijn opgenomen, zoals in de boeken van Johannes Olivier Jzn. en G. van Sandwijk. Onder het pseudoniem van Een Oost-Indisch Oudgast verschijnen twee deeltjes genaamd Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd waarin allerlei beroepen en volkstypen staan afgebeeld en beschreven. De inhoud van het eerste boekje is voor die tijd zeer verdraagzaam ten opzichte van de islam. In het tweede bundeltje van 1859 wordt in het hoofdstukje 'De slavin' verteld over de pogingen tot afschaffing van de slavernij die uiterlijk l januari 1860 in Nederlands-Indië een feit zal moeten zijn. Vervolgens wordt De negerhut van Oom Torn van Harriet Beecher Stowe ter lezing en ter lering aanbevo-len.

Melati van Java (ps. van N.M.C. Sloot) en W.F. Oostveen schreven teksten bij dezelfde grootformaat kleurenlitho's die Java tot onderwerp hebben. Het Koloniaal Instituut in Amsterdam verzorgde een educatief en voorlichtend boek, Verhalen over Indië voor Nederlandsche jongens en meisjes van CJ. Rutten-Pekelharing, waarin alle facetten van het leven in Insulinde ter sprake komen.

Los van de neutraal getinte beschrijvingen over de inheemse wereld treft men ook tal van schetsen aan waarin inheemse figuren en situaties worden beoordeeld vanuit een Westers waardenpatroon. Een voorbeeld hiervan zijn de hadji's die bijna altijd de anti-christelijke en anti-Nederlandse rol krijgen toebedeeld. In de verhalen zijn ze leiders van opstanden en kètjoepartijen. De doekoen wordt soms sympathiek, maar in het algemeen afgeschilderd als een griezelige man of vrouw, tuk op geld of goederen van de goedgelovige patiënten. De zendingsverhalen over Irian Jaya staan bol van tirannieke medicijnmannen die veel macht over de bevolking bezitten.

Romantische verhalen voor kinderen verschijnen in de tweede helft van de negentiende eeuw. Javaanse kinderen worden meegenomen naar Nederland, waar ze in een pleeggezin opgroeien. Zulke situaties beschrijven Evangeline (ps. van H.M.C. van Oosterzee) en H.J. Bomhoff. De eerste verhalen over baboes die met Hollandse gezinnen uit Indië naar Nederland meekomen en met hun verschijning veel opzien baren, staan in publikaties van H. Karssen en C.E. van Koetsveld.

Soms stuurde een zendeling een gekerstend inheems weeskind naar patria voor beter onderwijs. Dit overkwam de dertienjarige Dja-Ogot die midden vorige eeuw uit de Bataklanden naar Rotterdam vertrok. De onderwijzeres M.C Frank (M.C. Vanger-Frank) genoot bekendheid met haar Indische romans (Nieuwenhuys 1972: hoofdstuk IX). In 1884 verscheen haar meisjesboek Bruintje; een treurige geschiede-nis van een Indo-Europees meisje dat alleen in Den Haag achterblijft en bij voortdu-ring wordt gediscrimineerd en uitgebuit door haar Hollandse familie.

Aan het einde van de negentiende eeuw komt de stroom verhalen op gang over Hollandse en Indo-Europese kinderen die voor hun opvoeding en schoolopleiding naar Holland worden gestuurd. De Indische damesromanschrijfsters, Thérèse Hoven en Melati van Java (ps. van N.M.C Sloot) volgden met Nonnie en andere verhalen en Angeline's beloften.

Inleiding 15

Het is in deze verhalen een uitzondering als kinderen uit Indië een geschikt pension, kosthuis of pleeggezin treffen. In het populaire verhaal van J.B. Schuil, Hoe de Katjangs op de kostschool van Builde kwamen, wordt het slechte kosthuis tot in het karikaturale weergegeven. Daarentegen zijn er ook boeken waarin onaangepaste of verwilderde kinderen voorkomen. Ze zijn bedorven of verwend door hun ouders of de baboe; ze hebben tinka's (streken).

J.H. Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp beschrijft in De grote vondst van Juul en Peter de situatie van een Hollandse zwerversjongen op Java. Hij wordt geplaatst in het tehuis van Pa van der Steur die veel heeft gedaan voor de in de steek gelaten en verweesde kinderen van Nederlandse militairen en hun inheemse vrouwen.

Pioniers in de Buitengewesten zijn de zendelingen, mannen van het eerste uur. De reis naar hun arbeidsterrein was op zich al een waagstuk. Vooral op eenzame posten in de Buitengewesten hebben zij veel ontberingen moeten lijden. Bij aan-komst stond er meestal geen huis voor hen gereed, ze liepen kans te worden gedood of ze werden ernstig ziek door het ongezonde klimaat, zodat ze hun taak niet konden uitoefenen. Zendelingen als Capelle, Fortgens, Van Hasselt, Hueting en Albert Zaaier (ps. van A.J. de Neef) hebben een schat aan informatie verzameld over de cultuur en de leefgewoonten van de bevolking waaronder zij hebben gewerkt. In dit verband is het opvallend dat missieverhalen — in tegenstelling tot zendingsverhalen — in deze bibliografie in veel geringere mate zijn vertegenwoor-digd.

Eveneens tot de pioniers behoren de bestuursambtenaren en allerlei 'particulie-ren', dat wil zeggen mensen uit het bedrijfsleven, zoals houtvesters, planters, eigenaren van een diamant- of kolenmijn, ingenieurs en boormeesters van oliemaat-schappijen. Ze trokken naar een te ontginnen gebied, waren verstoken van alle contact met de westerse wereld en moesten leiding geven aan of samenwerken met inheems personeel. Deze baanbrekers leefden in een isolement dat slechts door een verlofperiode werd doorbroken. Gezinnen met kinderen namen een gouverneur of huisonderwijzer in dienst of stuurden hun kinderen naar een internaat op Java of naar Nederland. Later werden ouders in staat gesteld om zelf hun kinderen thuis onderwijs te geven volgens de schriftelijke methode van H.G. Clerkx. Zo'n situatie wordt geschetst in 't Rimboekind, een meisjesroman van F. de Clercq Zubli.

M.A.M. Renes-Boldingh (1891-1968) die jarenlang in de Bataklanden heeft gewoond, beschrijft in Hoog in de bergen het gezinsleven van een Nederlandse planter op Sumatra. In Pioniers en Papoea's van Albert Zaaier zien een jonge Nederlandse bestuursambtenaar en een zendeling zich voor de moeilijke taak geplaatst om twee vijandige dorpen, ergens in Nieuw-Guinea, met elkaar te verzoe-nen. Op Nieuw-Guinea speelt ook De pionier van Sentani van Rudolf Voorhoeve, waarin een ondernemende Nederlander die een goudader heeft ontdekt door het gouvernement wordt tegengewerkt.

De turbulente periode van de Tweede Wereldoorlog heeft ook zijn weerslag gevonden in een aantal verhalen, waarin niet alleen het klassieke thema van de internering ter sprake komt. Verschillende facetten worden belicht, zoals de gevech-ten die zijn geleverd voor de verdediging van de Indische archipel en de ondergang van de kruiser 'De Ruijter', in de biografie van de schout-bij-nacht Karel Doorman, De held van de lavazee door J.D. Degreef. Een aangrijpend verhaal over een jonge marineman die op een onderzeeër is geplaatst vertelt K. Norel in O 16. Ontvluch-tingspogingen staan in Vier maanden onder de Jappen op Java en mijn ontsnapping; drie jongelui bereiken begin augustus 1945 het eilandje Rodriguez, waar ze zich aansluiten bij de invasietroepen die naar Nederlands-Indië gaan. Een levensgevaarlijke tocht over de Bandazee naar Australië wordt ondernomen in Saka, de vluchteling uit Ambon van A. Algra.

16 Inleiding

Een uitstekend verhaal over de interneringstijd is De tweeling van de plantage door Johan van Hulzen. Tot ziens Achmad; van Hollandse jongens in Japanse tijd door A. Middelkoop laat zien hoe een Indonesische klasgenoot een spion voor de Jap blijkt te zijn en naderhand opduikt als 'Heiho'. F. van den Dungen vertelt over de gezamenlijke strijd van Nederlanders en de inheemse bevolking, onder wie Chinezen, in De eer van de vlag; Een boek over de strijd in Indië tijdens de Japanse bezetting.

De zendeling F.C Kamma verneemt van een oude Papoea Het verhaal van het schild, opgenomen in de bundel Alle volken zullen komen, samengesteld door CCh.CJ. Swaan-Koopman. Een ware geschiedenis over de zuidkust van het eiland Biak, waar Japanse troepen hebben huisgehouden onder de bewoners van het dorp Wardo. Kon ik maar weer een gewoon meisje zijn; Dagboek uit Japanse kampen '44-'45 van Carla Vermeer-van Berkum bevat aantekeningen die zij als dertienjarig meisje heeft gemaakt in het kamp Lampersari bij Semarang.

Na de Japanse terreur volgt een nieuwe terreur, de bersiaptijd, die in Mickey achter prikkeldraad wordt beschreven door A.P. Cortenbach. Over de revolutietijd vertelt ook K. Norel. Twee bange dessakinderen op Java worden door een Neder -landse militair in hun schuilplaats ontdekt in zijn kerstverhaal Stille nacht. Fenna Feenstra schrijft in het tweede deel van Langs eigen wegen over jongelui die, na de Duitse bezetting te hebben meegemaakt, naar het roerige Indonesië vertrekken om dienst te doen in het Nederlandse leger en de marine.

Hoewel de volgende verhalen voor het merendeel in Nederland spelen, bevatten ze fragmenten over de oorlog en de Indonesische revolutie. Trauma's over de kampen en nachtmerries van Indonesische rampokkers worden verwerkt tijdens een vakantie op Ameland in De geheimzinnige gast van M.A.M. Renes-Boldingh. Rona Lentinck vertelt in haar jeugdroman Ergens wacht het geluk over een jonge vrouw die naar Nederland is gerepatrieerd en vertier wil zoeken om de verschrikkingen van de Japanse bezetting te vergeten, maar geconfronteerd wordt met een aantal oorlogsin -validen.

Nietha den Hartogh laat in Op onze schouders de problemen zien van een Indo-Europees meisje dat tijdens de revolutie veel persoonlijke verliezen heeft geleden. In Frank komt terug is de hoofdpersoon een Nederlandse militair die in Indonesië heeft gevochten tijdens de politionele acties. Terug in het vaderland moet hij, met de nodige conflicten, zich weer aanpassen aan de burgermaatschappij.

Voor veel repatrianten en spijtoptanten leverde de integratie in de Nederlandse samenleving een gevoel van frustratie op bij het behouden of zoeken naar de eigen identiteit. Indische clubs en verenigingen en zelfs een tijdschrift (Tong Tong) werden opgericht.

Jeugdboeken met de titel Hoor ik er wel bij? van Margreet Velsen-Quast, Ik heb een mes door Sipke van der Land, Mop, een jeugdroman van Rie Smaal-Meeldijk en Toetie's moeilijke eerste jaar door Hella Jansonius geven de problematiek van het Indische kind al aan dat om zijn uiterlijk en maatschappelijk milieu niet door klas-of leeftijdgenoten wordt geaccepteerd of begrepen.

De Molukse groeperingen — KNIL-militairen en hun gezinnen — die in speciale kampen of woonwijken werden ondergebracht kregen ook aanpassingsproblemen, maar zij hadden wel een eigen achtergrond en cultuur. De onderwijzeres Phia van den Berg die in het Molukse kamp Schattenberg bij Westerbork woonde, en daar voor de klas heeft gestaan, schrijft over Ambonese schooljongetjes uit deze omge -ving: Oleng en Ateng, leden van de tweede generatie Molukkers in Nederland.

In Joyce, een Moluks meisje en Een vakantie op de Molukken is een derde generatie van jonge Molukkers in Nederland aan het woord die niet meer in een Molukse wijk woont. Ze houden de christelijk-Molukse traditie in ere en brengen een familiebezoek op Ambon en Haruku, de geboortegrond van hun grootouders.

Inleiding 17

Een onderwerp dat onder dezelfde categorie valt vormt de problematiek van de Papoea's op het huidige Irian Jaya, dat pas in 1962 aan Indonesië werd overge -dragen. Miek Dorrestein, een onderwijzeres, heeft tien jaar (1954-1964) op verschil-lende plaatsen in dit onmetelijke land gewerkt. De ervaringen met Papoeakinderen heeft ze in een aantal verhalen vastgelegd. Voor haar eerste jeugdboek Geesten houden niet van regen ontving ze in 1979 een eervolle vermelding van de Europese Jeugdboekenprijs. De jeugdroman Vogelvrij verklaard gaat over geweld en onrecht als Papoea's door Indonesische ambtenaren en militairen onder de voet worden gelopen. Tegelijkertijd wordt een schrijnend beeld geschetst van Bertos, een jonge halfbloed-Papoea, die zijn Nederlandse vader nooit heeft gekend.

Een selectie van belangrijke auteurs

Evenals destijds Johannes van Soest constateerde Nellie van Kol (1851-1930) -bijna veertig jaar later — dat praktisch alle schoolleesboeken en ontspanningslectuur in Indië gericht waren op kinderen die in een Nederlands milieu leefden, of een deel van hun jeugd in Nederland hadden doorgebracht.

Op vijfentwintigjarige leeftijd vertrok Nellie Porrey als gouvernante naar Indië. Daar ontmoette ze de ingenieur H.H. van Kol, het latere Tweede-Kamerlid voor de SDAP, met wie zij in het huwelijk trad. Met haar ethisch-pedagogische artikelen, eerder verschenen in het Soerabajaasch Handelsblad, gebundeld als Brieven aan Minette (1884), had Nellie de aandacht getrokken. In een van de hoofdstukken komt nadrukkelijk het gemis aan lectuur over het eigen karakter en de leefwereld van het Indische kind ter sprake (Nellie 1884:121-2). Ze deed daadwerkelijk iets aan dit gemis met haar Bloemensprookjes (1883) en Sprookjes en vertellingen (1886), oorspronkelijke verhaaltjes afgestemd op de leefwereld van het kind in Indië.

Nellie van Kol was de eerste redactrice van de 'Indische Kinder Courant' (1883). Deze taak moest ze na een jaar, om gezondheidsredenen, neerleggen. In Nederland hield ze zich onder meer jarenlang bezig met de redactie van de 'Volks-kinderbiblio-theek' (1898-1914).

Onder invloed van Nellie van Kol schreef Marie C. Kooy-van Zeggelen (1870-1957) haar eerste Indische verhalenbundel, Jong Java's lief en leed (1904). Karakteris-tieke vertellingen over het dagelijks leven van Javaanse dessabewoners, van wie de kinderen al op jonge leeftijd moeten meehelpen om geld te verdienen voor het gezin. Ze trekt een scheidslijn tussen de Javaan die dienstbaar moet zijn en de Nederlander die bediend moet worden. Het boekje kreeg een inleiding van Nellie van Kol en werd door haar opgenomen in de 'Volks-kinderbibliotheek'. Eveneens voorzien van een inleidend woord door Nellie van Kol volgde in deze serie De gouden kris (1908). Het verhaal is gesitueerd op Zuid-Celebes, een gebied dat nog maar kort tevoren was gepacificeerd door het Nederlandse gezag. Marie C. Kooy-van Zeggelen verbleef van 1890-1918 in Indië en woonde lange tijd op Zuid-Celebes, waar haar man officier was in het Nederlands-Indische leger. De gouden kris is helemaal geschreven vanuit het gezichtspunt van de Boeginese bevolking. In haar korte voorwoord vermeldt ze dat bijna alles in dit verhaal op waarheid berust. Een viertal tekeningen en de foto-illustraties zijn van de schrijfster, die voor haar huwelijk in haar geboortestad Den Haag een teken- en schilderopleiding aan de kunstacademie had gevolgd.

De tweede druk (1919) verscheen met een inleiding van C. van Vollenhoven, destijds hoogleraar in het adat- of gewoonterecht van Nederlands-Indië in Leiden. Hij prijst De gouden kris als een verhaal dat zo goed past bij 'onze jongste inlanders-politiek'.

18 Inleiding

In bijna gelijke stijl werd geschreven De schat van den armen jongen (1913) dat ook onder de Boeginezen in Zuid-Celebes speelt en het vervolg hierop Din en Aroe naar het land van beschaving (1922), waarin twee Boeginese jongens, het prinsje Aroe La Tanroewa en zijn slaafje Din, een reis naar Java maken. Ze vergapen zich aan de technische wonderen, zoals de bioscoop, en genieten gastvrijheid bij een prins in Djokjakarta. waar wajangspelers een voorstelling geven op de klanken van de gamelan.

Een heel bijzonder boekje is Het zeeroaversjongetje (1920). Ook in dit verhaal zijn historische gegevens verwerkt. De geschiedenis speelt zich af op het eiland Banggai, bij Celebes, waar Alfoerse zeerovers vrouwen en kinderen ontvoeren en als slaven aan de sultan van Ternate verkopen. Op voorspraak van een Nederlandse zendeling worden alle slaven in vrijheid gesteld. Een geliefd verhaal dat vele keren werd herdrukt en in 1989 opnieuw uitkwam, ingeleid en toegelicht door Rob Nieuwen-huys.

Markante figuren uit de Indische geschiedenis hadden de belangstelling van Marie C. Kooy-van Zeggelen en zij gaf hen gestalte, zoals Tjoet Nja Din. Deze was de vrouw van de beruchte Toekoe Oemar, een fel tegenstander van het Nederlandse gezag in Atjeh. In het verhaal Een kleine gids (1924) weigert de Atjehse jongen Amat de schuilplaats te verraden van de blinde Tjoet Adin (Tjoet Nja Din) aan een officier van het Nederlands-Indische leger.

Simon Franke (1880-1957) vertrok op zeventienjarige leeftijd als militair voor een aantal jaren naar Indië, het land dat als inspiratiebron heeft gediend voor zijn vele Indische kinderboeken, jeugdromans en Indische romans voor volwassenen.

Franke moet begiftigd zijn geweest met een diep inlevingsvermogen, waardoor hij de denk- en leefwereld van het Javaanse en Indo-Europese kind zo treffend kan weergeven. Op een gevoelige, maar nooit sentimentele manier, beschrijft hij haarfijn gedachten en gevoelens in een bijna eenvoudig aandoend taalgebruik. Daarmee bereikt hij een sfeer die uniek is te noemen. Uit zijn werk spreekt sociale bewogen -heid. Franke, actief sociaal-democraat, is sterk begaan met het lot van de kleine man in de dessa die door Arabieren en Chinezen wordt uitgebuit. In Kantjil het dwerghertje (1936) probeert hij de Javaanse en Chinese leefwereld met elkaar te verzoenen. Een innerlijke strijd maakt de twaalfjarige Indo-Europese schooljongen Sinjo Juul (1939) door in zijn verhouding tot zijn Javaanse moeder. Het verhaal kreeg een eervolle vermelding van de Garoeda-prijsvraag voor de oudere jeugd.

Voor de Javaanse cultuur heeft Franke een buitengewone belangstelling getoond in De wajangpop (1940), dat werd bekroond met de Garoeda-prijs voor de oudere jeugd. De bundel Gevleugelde paarden; Indonesische legenden (1953) bevat voor het merendeel Javaanse overleveringen.

Clémence M.H. Bauer (1887-1971) was een onderwijzeres. Haar jeugd bracht zij afwisselend door in Nederland, Amerika en Nederlands-Indië. Van de Javaanse cultuur en van het sociale leefklimaat van de Indo-Europeanen was ze goed op de hoogte. Haar eerste jeugdverhaal Vriendinnetjes (1913) — typisch een meisjesboek -ademt nog de sfeer van tempo doeloe, waarin zij de maatschappelijke verhoudingen van schoolkinderen in een kleine plaats op Oost-Java beschrijft. Op een indringende wijze laat ze het schrijnende lot zien van het Indo-Europese meisje Rosina, die door haar afkomst en haar gebrekkige Nederlands het mikpunt wordt van discriminatie en spotternij.

Vijfentwintig jaar heeft Clémence Bauer voor de klas gestaan in Den Haag, waar ze veel sociaal onrecht heeft gezien. Haar verontwaardiging over de slechte behande-

Inleiding 19

ling van inheemse bedienden in Nederland1 — die vaak aan het lijntje werden gehouden over het tijdstip van terugkeer naar Indië — verwerkte ze in Kleine Sarina (1916). Sarina, een Javaans meisje, praktisch nog een kind, is de baboe van een Hollands gezin dat op het punt staat naar Nederland te vertrekken. Om haar bruidsschat te kunnen verdienen gaat Sarina mee, voor één jaar. Het verblijf in Nederland loopt langer uit. Sarina wordt verwaarloosd en loopt rond in veel te grote afdankertjes van haar mevrouw. Als het vertrek naar Indië opnieuw wordt uitgesteld, is Sarina radeloos. Ze wil naar Java terug en neemt geld van haar mevrouw weg om haar reis te kunnen betalen. Nog dezelfde dag ontdekt mevrouw de diefstal en ze stuurt Sarina de straat op. Het verhaal loopt gelukkig nog goed af.

Lina van Suchtelen-Leembruggen (1878-1948) zag het levenslicht in Indrapoera aan de Oostkust van Sumatra. Ze volgde een opleiding voor grafisch kunstenaar. Praktisch al haar kinderboekjes en jeugdromans heeft ze zelf vormgegeven en van illustraties voorzien, zoals Het apenboekje (1944), Het eigenwijze Puntje (1943) en Het kikkerboekje (1946). Het zijn eenvoudige en grappige verhaaltjes voor de allerklein-sten. De boekjes werden in de jaren vijftig in het Maleis vertaald en in Indonesië uitgegeven (zie Brinkman 1954). Haar jeugdboeken zijn nogal romantisch van aard. De verhalen spelen zich af in de Buitengewesten, vaak diep in het oerwoud, waarbij spanning en avontuur niet ontbreken. In De zilveren vogel (1937) zet een oude Dajak, Maying genaamd, zich in om een Nederlands meisje te bevrijden dat als mensenoffer moet dienen voor een gevaarlijke Dajakstam op Borneo. Transmigratie van Javanen naar de Lampongse districten op Sumatra en de daar levende bosmensen, Koeboes, zijn twee onderwerpen die de schrijfster bezighouden in Djaidin (1941). Dit verhaal, dat ze ook illustreerde, werd bekroond met een Eerste Prijs in de Garoeda-prijsvraag 1941. Na haar dood kreeg het nog een herdruk (1959).

Van verschillende stam (1947) is een jeugdroman over Celebes. Het Boeginese meisje Langkati weigert slaafs de traditie te volgen. Ze verzet zich tegen haar vader als hij haar wil uithuwelijken. Voor dit boek verzorgde de schrijfster de omslagteke-ning. Haar laatste jeugdroman Twee Indische meisjes (1948) speelt op Java en schetst de situatie van een Indo-Europees meisje dat niet wordt begrepen door haar Hollandse tante bij wie ze in huis woont. Ze is bevriend met een Soendanese regentsdochter die op het punt staat uitgehuwelijkt te worden. Een tijdelijk verblijf in Den Haag brengt de vriendinnen in contact met hun toekomstige levensgezellen met wie ze — met een idealistisch doel voor ogen — voorgoed naar Java terugkeren.

Diet Kramer (1907-1965) werd in Amsterdam geboren en doorliep de HBS, waarna ze cursussen volgde in kunst- en literatuurgeschiedenis en muziek. Ze werkte bij uitgeverijen en woonde enige tijd in Engeland. In 1933 vertrok ze naar Indië, waar ze trouwde met mr.dr. W.A. Muller, rector van het Lyceum in Batavia.

In haar HBS-jaren werden er al, van 1923 af, verhalen van haar gepubliceerd. Diet Kramer kreeg grote bekendheid en waardering voor haar meisjesromans en romans voor jongeren. Na de bekroning van Ons Honk (1928) besloot ze definitief schrijfster te worden, waarna ze een aantal baanbrekende jeugdromans aan het papier toevertrouwde, zoals De Bikkel (1935) en Roeland Westwout (1936). Ze schetst levensechte situaties, waarin jonge mensen zichzelf herkenden, geschreven in een directe stijl.

In 1918 werd Persinggahan opgericht, een Tehuis en Adviesbureau voor Ned.-Ind. Bedienden in Den Haag. Als een baboe door haar 'meesteres' slecht werd behandeld, of te weinig of niets aan loon uitbetaald kreeg, greep de Nederlandse directeur in (Indië in Den Haag 1982:19 en Poeze 1986:236-8).

20 Inleiding

In Nederlands-Indië verscheen Eindexamen 1940 (1941), een jeugdroman die in Batavia door Kolff werd uitgegeven en door de oorlogssituatie in Nederland tamelijk onbekend is gebleven. In Eindexamen 1940 wordt na het uitbreken van de oorlog in de meidagen een groepje middelbare scholieren op Midden-Java geconfronteerd met de Duitse bezetting in Nederland. Ze moeten hun houding bepalen als ze in hun directe omgeving te maken krijgen met NSB'ers en Duitse sympathisanten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleed de man van Diet Kramer en overleef-de ze zelf ternauwernood verschillende Japanse kampen. Ze keerde naar Nederland terug en vestigde zich in Den Haag, waar ze Thuisvaart (1948) schreef. Een realisti-sche roman over de Japanse bezetting en de repatriëring van een groepje jongelui naar Nederland, waar hen opnieuw conflicten en problemen wachten: slechte opvang, woningnood, het zoeken naar een passende werkkring, discriminatie en onbegrip.

Boekverzorging, illustraties en uitgevers

De vroeg-negentiende-eeuwse jeugdboeken, in dit geval de historische verhalen en reisbeschrijvingen, variëren in formaat en uitvoering. Het kleinste formaat, 12.5 x 10 cm, is een werkje over Willem IJsbrandsz. Bontekoe dat in 1835 door Beijerinck is uitgegeven. De omslagen van de boeken zijn van karton of van papier. Het binnen-werk is doorgaans gedrukt op houtvrij effen of vergépapier (papier met waterlijntjes) en geïllustreerd met gravures en zwartwit litho's. Halverwege de negentiende eeuw worden gravures met de hand ingekleurd en begint de chromolitho (kleurenlitho) terrein te winnen. De op de prentjes afgebeelde oosterlingen, en dan met name de Javanen, hebben meer weg van (gebruinde) Europeanen met negroi'de trekken. De uitgevers Sijthoff en Kolff veroveren de markt met hun Indische plaatwerken en prentenboeken. Namen van illustratoren worden meestal niet vermeld. Wel wordt er in de uitgave van De aap en de schildpad in het voorwoord door K.F. Holle verteld dat de illustraties door een Soendanees zijn vervaardigd. Ook zijn naam is niet bekend.

Drie uitgevers van kinderboeken hebben van 1900 tot 1940 een belangrijke bijdrage geleverd aan de produktie van Indische kinder- en jeugdboeken. Tussen 1930 en 1941 is het hoogtepunt bereikt.

Eén van deze populaire producenten is de protestants-christelijke uitgeverij Callenbach die qua aantal aan de top staat. In samenwerking met de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging wordt het jaarlijkse geschenkmateriaal voor de leerlin-gen verzorgd: verhalen met een geheel eigen christelijk karakter, waarin de zending in Nederlands-Indië een geliefd onderwerp is. Op het kerstfeest van de zondagsscho-len krijgen de kinderen zo'n boekje cadeau.

De boekjes zijn herkenbaar aan de witte omslag met een gekleurd plaatje. Ze zijn ingenaaid of gebonden in een kartonnen bandje, voorzien van een rood linnen rug. Het formaat is circa 20 x 14 cm. De illustraties zijn vervaardigd door een aantal vaste illustratoren zoals Frans van Noorden, Henk Poeder en Sierk Schröder. Na de Tweede Wereldoorlog veranderen formaat en uitvoering; de boekjes zijn aangepast aan het nieuwe tijdsbeeld.

Op de tweede plaats volgt het kinderboekenfonds van uitgeverij Van Goor. Er worden jongens- en meisjesboeken in verschillende reeksen uitgegeven waarin Indische verhalen voorkomen, zoals de Canneheuveltjes-serie. Het zijn smaakvol door Sijtje Aafjes, Johanna Coster en Rie Cramer geïllustreerde boeken. Vooral de illustrator J.H. Isings heeft met zijn tekeningen in Tante Noep door Gerda van der Horst-van Doorn de Indische sfeer en typen goed weergegeven. Aan de vormgeving

Inleiding 21

van de boeken is buitengewoon veel aandacht besteed; ze zijn gebonden in een fraaie linnen band.

Uitgeverij Kluitman neemt de derde plaats in en geeft ook verschillende catego-rieën boeken uit, zoals een aparte reeks jongens- en meisjesboeken. In de jaren dertig doen vooral de romans voor oudere meisjes, de bakvisverhalen, opgang. Ze vinden gretig aftrek en zijn uitgevoerd in kloeke linnen banden. Het volume is bepaald door het al of niet gebruiken van opdikkend romandrukpapier. Hans Borrebach heeft met zijn stereotype tekeningen tal van meisjesromans geïllustreerd. Ze dragen nauwelijks bij aan het Indische karakter van de verhalen. Slechts een palmboom of een voorgalerij doen vermoeden dat het Indië betreft. Evenzo geldt dit voor de illustraties van Anni van de Ruit. Zij heeft bandtekeningen en illustraties verzorgd voor de Indische meisjesromans van Ems LH. van Soest, waarbij het inheemse personeel slecht uit de verf komt.

Er is in Nederlands-Indië zelf geen specifieke markt geweest voor het uitgeven van jeugdboeken van eigen bodem. De overgrote meerderheid van kinderboeken verschijnt in Nederland. Uitgevers in Nederland exporteren hun boeken in grote aantallen naar Indië, waar ze soms een filiaal hebben. Boeken worden gedistribueerd naar de boekhandel, kantoorboekhandel of boekendepots in de steden op Java en in de Buitengewesten. Het type boekhandel in Indië wijkt enigszins af van dat in Nederland, dat wil zeggen: het assortiment is beperkt. Het nieuwste boek moet altijd in Nederland worden besteld. Als in Europa de Tweede Wereldoorlog uitbreekt wordt het contact tussen Nederland en Indië verbroken. Vanaf 1940 is Indië voor de boekenproduktie op zichzelf aangewezen. Nadien publiceren uitgevers als Kolff in Batavia, Vorkink in Bandoeng, Van Ingen in Soerabaja en Ribbens Boekendepot in Djokjakarta nu en dan een kinderboek of een jeugdroman.

Omstreeks 1951 is er een laatste opleving, maar dan is Indonesië al onafhanke-lijk. Uitgeverij Van der Peet in Amsterdam en De Moderne Boekhandel Indonesië in Djakarta gaan een samenwerkingsproject aan: de serie Badjing Boeken voor de Jeugd. Aardige kleine informatieve boekjes over onder andere de Vorstenlanden, een gamelanorkest, tropische bloemen en planten, en vulkanen op Java, in een oblong formaat uitgegeven en in meerkleuren-offset uitgevoerd.

Literatuuropgave

Als ik later groot ben, wil ik kind worden; Een verhalenbundel; Verzameld vanuit de werkgroep organisatie Landelijke Dag 8 december 1990, met als thema: "Onbegon-nen oorlog, onbegonnen werk'. Voorwoord en eindverantwoording Cor van Dronge-len. [Uitgave van de Vereniging 'Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bersiap 1941-1949'. Amsterdam, Algemeen Secretariaat KJBB 41-49, 1990]. 224 blz., afbn.

Bastin, John and Bea Brommer. Nineteenth century prints and illustrated books of Indonesia with particular reference to the print collection of the Tropenmuseum, Amsterdam; A descriptive bibliography. Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum, 1979. XIV, 386 p., ills.

Berg, Joop van den. Soebatten, sarongs en sinjo's; Indische woorden in het Nederlands. 's-Gravenhage, Uitgeverij BZZTöH, 1990. 111 blz., afbn.

Bernet Kempers, A.J. 'Ot en Sien in Indië'. Neerlands Volksleven; Tijdschrift van het Nederlands Volkskundig Genootschap, jaargang 28, no. 1/2 (1978), blz. 103-108.

Bos, R. Hoe het groeide; Het onderwijs in Nederlandsch-Indië. Amsterdam, Koloniaal Instituut, 1941. 32 blz. [Serie Tropisch Nederland in Zakformaat; VUL]

Bottema, Tjeerd. Mijn leven; [met een woord vooraf van Lykele Jansma]. Buitenpost, Jansma, [c. 1980]. 207 blz., prtn., afbn.

Brakkee, C.H.G.H. Pa van der Steur; Vader van 7000 kinderen; [met een voorwoord van Jan C. Sirag. Eindhoven, Bond van Oud Steurtjes (B.O.S.), 1981]. 105 blz.

Brandenburg, Angenies. 'Indië en Indonesië, omzien naar twee passages; De bittere jaren van Annie Romein-Verschoor'. De Tijd, 27 november 1987, blz. 60-64.

Brantas, G.C. 'Het staat er allemaal in; Indische jeugdboeken vertellen over de Indische samenleving', in: Indisch-Nederlandse Literatuur; Dertien bijdragen voor Rob Nieuwenhuys; onder redactie van Reggie Baay en Peter van Zonneveld, blz. 278-305. Utrecht, Hes, [1988].

Brantas, Gerard C. Ideologische aspecten van Nederlands-Indische kinder- en jeugdboe-ken. Doctoraalscriptie voor de studierichting geschiedenis. Rijksuniversiteit Leiden, 1989. II, 136 blz., afbn., grafn.

Brantas, G.C 'Ideologische aspecten van Nederlands-Indische kinder- en jeugdboe-ken'. Documentatieblad Kinder- en Jeugdliteratuur, jaargang 3, no. 12 (1989), blz. 24-38.

24 Literatuuropgave

Brinkmans catalogus van boeken en tijdschriften, [1833-1990]. Amsterdam, Brinkman, 1833-1890; Leiden, Sijthoff, 1891-1980; Alphen aan den Rijn, Samsom, 1981-1989; Houten, Bonn Stafleu Van Loghum, 1990- . 38 delen.

Brugmans, IJ. Geschiedenis van het onderwijs in Nederlandsch-Indië. Groningen/ Batavia, Wolters, 1938. XI, 370 blz., afbn.

Buitenweg, Hein [ps. van H.C. Meyer]. fond in tempo doeloe. Wassenaar, Servire, [1969]. 144 blz., prtn., afbn.

Burgers, Jacqueline. Brood op de leesplank; Zes illustratoren in dienst van het onder-wijs: C. Jetses, J.H. Isings, Tj. Bottema, W.K. de Bruin, B. Bueninck, J. Gabriëlse. Leiden, Sijthoff, 1977. 152 blz., prtn., afbn.

Buur, Dorothée. Persoonlijke Documenten; Nederlands-Indië/Indonesië (1800-1970), keuze-bibliografie. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, 1973. XI, 241 blz.

Buur, Dorothée. 'Het "Indische" element in de Nederlandse jeugdliteratuur'. Indische Letteren, jaargang l, no. 4 (1986), blz. 173-192.

Clercq, Hannah de. Jan Sluyters en tijdgenoten. 's-Gravenhage, Nederlands Biblio-theek en Lektuur Centrum, 1991. 95 blz., afbn.

Cornelissen, Igor. De GPOe op de Overtoom; Spionnen voor Moskou 1920-1940. Amsterdam, Van Gennep, 1989. 306 blz. [Hoofdstuk zes bevat biografische gegevens over de illustrator Henri Pieck.]

Cottaar, Annemarie en Wim Willems. Indische Nederlanders; Een onderzoek naar beeldvorming. ['s-Gravenhage], Moesson, [1984]. 191 blz.

Daalder, D.L. Wormcruyt met suycker; Historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur; met illustraties en portretten; herdruk met een inleiding van F. Daalder. Schiedam, Interbook International, 1976. X, 298 blz. [Eerste druk 1950.]

Door tyd en vfyt; Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de N.V. Koninklijke Boekhandel en Drukkerij G. KoJff & Co. [Batavia, 27 October 1948]. 102 blz., prtn., afbn., pltgrn., krt.

Dornseiffer, Sylvia. Marton Bloem. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noord-hoff, 1986. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Dornseiffer, Sylvia. Indië/Indonesië in het jeugdboek. Alphen aan den Rijn, Sam-som/Wolters-Noordhoff, 1988. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

D[rost], F. 'Harlingers die naam maakten; Jouke Broer Schuil'. Harlinger Courant, 29 oktober 1991, blz. 9.

[Ducelle, Lilian]. 'Afscheid van Ems v[an] Soest'. Moesson, jaargang 29, no. 17 (1984), blz. 4-5.

Literatuuropgave 25

Duijx, Toin en Joke LJnders. De Goede Kameraad; Honderd jaar kinderboeken. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1991. 136 blz., afbn., prtn.

Ekkers, Remco. Johan Fabridus. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff, 1983. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Ekkers, Remco. Melati van Java. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff, 1986. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië. 2e druk. 's-Gravenhage/Leiden, Nijhoff/Brill, 1917-1939. Acht delen.

'S. Franke (77) overleden'. Dagblad Kennemerland, 25 september 1957. [Levens-bericht.]

Gonggrijp, G.F.R Geïllustreerde encyclopaedie van Nederlandsch-Indië; met medewer-king van W.K. Boogh, E.A. Douglas, G.J. du Marchie Sarvaas, A. Neijtzell de Wilde en J.Th. Petrus Blumberger. Leiden, Leidsche Uitgeversmij., 1934. 1583 blz., afbn., prtn., krt. [Herdruk 1991.]

Groeneboer, Kees. Het ABC voor Indië; Bibliografie van leermiddelen Nederlandse taal voor Nederlands-Indië. Leiden, KITLV Uitgeverij, 1991. VIII, 136 blz., afb. [Werkdo-cumenten 5.]

Hazeu, Wim. Het literair pseudoniemen boek. Uitgegeven door 'de Bijenkorf, 1987. 319 blz., prtn. [Verschenen in opdracht van Magazijn 'de Bijenkorf BV, ter gelegen-heid van De Literaire Boekenmaand, 1987.]

De hele Bibelebontse berg; De geschiedenis van het kinderboek in Nederland en Vlaanderen van de middeleeuwen tot heden; eindredactie Nettie Heimeriks en Willem van Toorn. Amsterdam, Querido, 1989. 710 blz., afbn., facs.

Heijboer, Joke en Odil Besselink. Lezen over Marion Bloem. 's-Gravenhage, Neder-lands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1989. 16 blz., prtn., afbn.

Heijs, Marlen. Jenny Dalenoord. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters Noordhoff, 1991. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Hielkema, Haro. 'Indo's zwegen over hun lot'. Trouw, 16 juni 1990, blz. 9.

Hilgers, ThJ.A. 'Indrukken van het eerste Koloniaal Onderwijs Congres'. Neder-landsch Indië Oud en Nieuw, jrg. l, 1917, blz. 324-326.

Hofman, Anton. Miek Dorrestein. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff, 1988. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Holtrop, Aukje. 'Goede huisvaders; "Ik heb roetmoppen vervangen door inlanders. Dat laat je toch niet staan, stel je voor." Ouderwetse kinderboeken krijgen een -discutabele? - opknapbeurt'. Vrij Nederland, jaargang 50, 15 juli 1989, blz. 8.

Ido, Victor [ps. van Hans van de Wall]. Indië in den goeden ouden tijd; Radio-voordrachten voor de NIROM gehouden door -. Bandoeng, Nix, 1936. 2 delen.

26 Literatuuropgave

Indië in Den Haag; Portret van een verlofganger; Catalogus van de gelijknamige tentoonstelling, georganiseerd door de afdeling Haagse Historie van het Haags Gemeente-museum; Samengesteld door Rob Claassen, Liesbeth Kamerbeek, Robert van Lit e.a. 's-Gravenhage, Gemeentedrukkerij, 1982. 39 blz., afbn., prtn., krt.

Indisch vrouwen jaarboek 1936 samengesteld door M.A.E. van Lith-van Schreven en J.H. Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp; Met een ten geleide van A.C. de Jonge-van Wassenaer. Jogjakarta, Kolff-Buning, 1936. X, 318 blz., ills. en tabn.

Indische Kinder-Cowant; Onder redactie van Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Soerabaia, Thieme, 1883-1884. Jaargang 1-2. [In maart 1884 werd de redactie overgedragen aan ds. Schagen van Soelen.j

Indische Kinder-Cowant; Onder redactie van S. Radersma-van Lingen en medewer-king van J. Dessauvagie-van der Noorda. Rijswijk/Weltevreden, Boekhandel Visser, 1909-1910. Jaargang 17-18.

Jubileum uitgave Koning Wiüem III Schoolvereniging; Met medewerking van Chr. W. Vooren-Vogelesang, C. Ouwehand, Rob Nieuwenhuys e.a.; Eindredactie W. Doeve. Uitgave van de Koning Willem III School Vereniging, Den Haag, 1975. 88 blz., afbn., prtn., tekn., fac.

Katalogus van leesboeken; samengesteld door de Kommissie ter Beoordeling van Kinderlectuur. Batavia, Landsdrukkerij, 1913. 122 blz.

Kempenaer, A. de. Vermomde Nederlandsche en Vlaamsche schrijvers; vervolg op J.I. van Doominck. Leiden, Sijthoff, 1928. 3 delen in l band.

Kromhout, Rindert. Lezen over Akt Schouten; Onder redactie van Martin Bartling, Jef van Gooi en Herman Verschuren. 's-Gravenhage, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1984. 19 blz., prtn., afbn.

Kuipers, Reinold. 'In memoriam S. Franke'. Het Vrije Volk, 25 september 1957. [Levensbericht.]

Laan, K. ter. Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid. 2e vermeerderde druk. 's-Gravenhage, Van Goor, 1952. IV, 635 blz.

Lectuur-repertorium; Auteurslijst bevattende bio- en bibliografische notities en portretten van auteurs behorende tot de Nederlandse en de algemene literatuur enz. Antwerpen/ Tilburg, Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, 1952-1954. Supplementen over de periode 1952-1966 en 1967-1978.

Lier, Bas van. 'Overtocht naar Indië belicht; Tentoonstelling "Souvenir de voyage" in het Tropenmuseum, Amsterdam, januari-februari 1991'. NRC Handelsblad, Achterpa-gina, 15 januari 1991.

Marsman, José. Johan Fabricius. 's-Gravenhage, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1978. 30 blz., prt. en afbn. [Monografieën Serie k; no. 3.]

Literatuuropgave 27

Marsman, J.M. De opvoeding van het Europeesche kind in Indië; Inlichtingen en mededeelingen voor ouders en belangstellenden. Brastagi, Plantersschoolvereeniging 'Brastagi', 1933. 71 blz., foto-ills. [2e druk 1934. 77 blz.]

Meijer, Conny. FJ. de Clercq Zubli. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters Noord-hoff, 1991. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Moll, G. Verhandeling over eenige vroegere zeetogten der Nederlanders. Amsterdam, Van der Hey, 1825. XII, 223 blz.

Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Brieven aan Minette; met een voorwoord van Gerard Keiler. 's-Gravenhage, Sternberg, 1884. VI, 191 blz.

Nieuwenhuys, Rob. Oost-Indische spiegel; Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven, vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden. Amsterdam, Querido, 1972. 645 blz.

Ockeloen, G. Catalogus van boeken en tijdschriften uitgegeven in Ned. Oost-Indië, 1870-1941. Twee delen.

Poeze, Harry A. In het land van de overheerser; I. Indonesiërs in Nederland, 1600-1950; met bijdragen van Cees van Dijk en Inge van der Meulen. Dordrecht, Foris, 1986. IX, 398 blz., afbn., facs., prtn. [KITLV, Verhandelingen 100.]

Poeze, Harry. 'Nederlandse en Indische belletrie over Indonesiërs in Nederland; De weerspiegeling van historische feiten en waarden in romans en verhalen'. Indische Letteren, jaargang 2, no. 2 (1987), blz. 81-96.

Pseudoniemen; Lijst samengesteld in opdracht van het Studiecentrum voor Openbare Bibliotheken; 2e vermeerderde druk. 's-Gravenhage, Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken. 19 blz.

Raadgever voor koloniale jeugdlectuur; Deel I; Samengesteld door een daartoe speciaal gevormde commissie. Uitgave van de Kon. Vereeniging 'Koloniaal Instituut' te Amsterdam. Amsterdam, De Bussy, 1935. 32 blz.Ie Supplement op den Raadgever voor Koloniale Jeugdlectuur; deel I. Amsterdam, De Bussy, 1936. 4 blz. [Verder niet verschenen.]

Raephorst, Marijke van. 'Herinnering aan S. Franke'. De Oprit; Maandblad voor Klank-Kleur-Vorm, [jaargang 1], no. 2, november 1957, blz. 24-26

'Maria FJisabeth Reitsma-Brutel de la Rivière (1880-1929)'. D'Oriënt; Indië's Geïllustreerd Weekblad, jaargang 8, no. 17 (1929), blz. 42. [Levensbericht.]

Riemens-Reurslag, J. Het jeugdboek in de loop der eeuwen. Herdruk. Schiedam, Interbook International, 1977. XV, 260 blz., afbn. [Eerste druk 1949.]

Rooij, Marja van. Achter gedèk en prikkeldraad; Nederlandse jeugdboeken over de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Doctoraalscriptie. Leiden, Vakgroep Neder-landse Taal- en Letterkunde van de Rijksuniversiteit Leiden, 1987. IV, 118 blz.

28 Literatuuropgave

Saal-Zuurveen, Toos. 'Blank en bruin; Het kinderboek in "Ons Indië" (1)'. Moesson, jaargang 34, no. 6 (1989), blz. 8-10.

Saal-Zuurveen, Toos. 'Blank en bruin; Het kinderboek in "Ons Indië" (slot)'. Moesson, jaargang 34, no. 7 (1989), blz. 24-25.

Sablonière, Margrit de. 'Nellie van Kol, 1851-1951'. Nieuwe Rotterdamse Courant, 8 december 1951.

Schuhmacher, Peter. 'Sociaal ongewenst; Tentoonstelling over opvang "Oosterse Nederlanders" '. NRC Handelsblad, Achterpagina, 7 februari 1990.

Schuhmacher, Peter. 'Jonge Molukkers geloven niet meer zo in "eigen" staat'. NRC Handelsblad, 25 april 1990.

Schuhmacher, Peter. 'Van Indo's en Totoks; Indische Nederlanders zijn onze minst bekende minderheden'. NRC Handelsblad, 3 juli 1990, blz. 19. [Geschreven naar aanleiding van de tentoonsteling: Sporen van een koloniaal verleden; De komst van Indische Nederlanders naar Apeldoorn, in Historisch Museum Marialust, 1-18 maart 1990.]

'Nicolina Maria Christina Sloot (Melati van Java); Karakterschets'. De Hoüandsche Revue, 1922, blz. 240-246.

Soest, Ems I.H. van. 'Het heerlijke Indische huis van mijn jeugd'. Moesson, jaargang 23, no. 7 (1978), blz. 2-3.

Soest, Ems LH. van 'De Tjemaralaan van Malebari'. Moesson, jaargang 23, no. 10 (Kerstnummer 1978), blz. 4-6.

Tresoor der zee- en landreizen; Beredeneerd register op de werken der Linschoten-Vereeniging, deel XXVJ-L; bewerkt door C.G.M. van Romburgh en C.E. Warnsinck-Delprat. 's-Gravenhage, Nijhoff, 1957. XI, 829 blz.

Turksma, L. Nederlanders in Nederlands-Indië; Sociologische interpretatie van een verleden tijd. Amersfoort, Acco, [1987]. 148 blz.

Van wormcruyt met suycker tot jeugdliteratuur, samengesteld door F. Daalder en I. Daalder-Schripsema; tweede druk. Purmerend, Muusses, 1973. 238 blz., afbn. [Eerste druk 1971.]

Verschuren, Herman. J.B. Schuil. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff, 1983. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Vos, Rik en Rudolf Geel. We hebben ze weer met genoegen bekeken...; Comelis Jetses, uitgeverij J.B. Wolters en het Nederlandse taalonderwijs. [Assen, Drents Museum/Dor-drecht, Museum Mr. Simon van Gijn/Venlo, Goltziusmuseum, 1989]. 120 blz., afbn., fac. [Uitgave ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling.]

Wirth, LJ.Th. Een eeuw kinderpoëzie, 1778-1878. Groningen/VGravenhage, Wolters, 1926. VI, 244 blz.

Literatuuropgave 29

Wubben, H. Chinezen en ander Aziatisch ongedierte; Lotgevallen van Chinese immi-granten in Nederland, 1911-1940. Zutphen, De Walburg Pers, 1986. 176 blz.

Wijk, Jetteke van. 'Assimilatie, adoe; De kille ontvangst van de Indische Nederlan-der1. Het Weekblad HP/De Tijd, no. 14, week 50, 14 december 1990.

Wijk-Sluyterman, Margreet van. Van anonieme boekversierders tot erkende kunste-naars; Twee eeuwen boekverzorging en illustraties van het Nederlandse jeugdboek. 's-Gravenhage, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1982. 170 blz., afbn. [Buiten het Boekje; no. 25.]

Wijma, Marleen. Diet Kramer. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff, 1985. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Woordenlijst

AMS

adatadipatiAdipati Malajaadoehalang alangaloen aloen, aloon aloon

amokanak kolong anak totok arak

aroembai (Moluks) babi baboebalé(h) balé(h) bandjir bantèng batatas bégoe Belandabèntèng, bènting Bersiap-tijd zie ook Indonesische Revolutie

betjakblanda'sboeajaBoedi Oetomo

boei

Algemeene Middelbare School; gericht op specifiek Indische eisen en behoeften. Aan het diploma zijn dezelfde rechten verbonden als van de HBS met een vijfjarige cursus.

inheems gewoonterechttitel van een inheemse regenttitel van een inheemse regent of vorstuitroep van verbazing, teleurstelling, pijnhoge grassoortgroot grasveld in het midden van een dorp

of stadtoestand van bloeddorstige razernijsoldatenkindHollands kindbrandewijn, gestookt van rijst of sap van de

arecapalmprauw, grote roeibootvarkenkindermeid, vrouwelijke bedienderustbank, bedoverstromingstiereetbare knollen, soort aardappelgeestNederlander; Europeaanfort, schans, versterking, vestinghet begin van de gewapende strijd van de

Indonesiërs tegen de Nederlanders na de capitulatie van Japan, eind 1945

fietstaxiHollanders, Nederlanderskrokodilvereniging van Javaanse intellectuelen,

hoofdzakelijk de aristocratie, opgericht in 1908, die streefde naar verheffing van het Javaanse volk.

gevangenis

32

busschieter

controleur

dalang datoe, datoek

demadentidesa, dessadjagadjahatdjaïtdjakatdjaksadjimatdjoeragandjoerigdjoeroemoedidjongosdoekoen

factorij

gamelanganggepasporteerd

gobanggoena goenagoenoenggoeroegoestiHBSHIShadjhadji

handschoentje

harimau Heiho

hongitochten

Woordenlijst

kanonnier; matroos of soldaat belast met het onderhoud van het geschut

bestuursambtenaar die het Nederlandse gezag in een bepaald gebied vertegen-woordigde

wajangpoppenspeler, volksvertellertoverpriester, medicijnman bij de Bataks

(Sumatra)geestdorpshoofddorp(nacht)waker, oppassermisdadigerkleermaker, naaisteropstandelingrechterlijk ambtenaar, officier van justitieamulet, talismankapitein, schipperspookstuurman van een boothuisjongen; mannelijke bediendemedicijnman/vrouw, tovenaar, kruidendok-

ter, toverpriesternederzetting of handelskantoor van de

Oostindische Compagnie; handelspostJavaans orkestsmalle weg, straat of steegmet een paspoort eervol uit de militaire

dienst ontslagentwee-en-een-halve centstuk, halve stuiverzwarte kunst, tovermiddelenberg, vulkaanonderwijzer, evangelistvorstHogere Burger SchoolHollandsch-Inlandsche Schoolbedevaart naar Mekkamoslim die bedevaart naar Mekka heeft

gemaaktbruid die trouwt terwijl de bruidegom

afwezig (in Nederlands-Indië) istijgerIndonesische hulpsoldaat (vrijwilliger) in

het Japanse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog

een uit prauwen (kora kora's) bestaande oorlogsvloot in de Molukken; tijdens het

Woordenlijst 33

hulpschrijverimaminangIndoIndonesische Revolutie zie ook Bersiaptijd

Irian BaratIrian JayajoewooKNILKPMkaaidraaierkaaimankabajakabajan (Soendanees)

kakékalikalongkambingkamitoeakampongKampong-Europeanen

kantjilkapala, kepala kapanditan kaphé's (kafirs) karbouw karero katjang katjong

kaurie

kebon

bewind van de VOC organiseerden de gouverneurs van de Molukken regel-matig hongitochten, onder andere tot uitroeiing van ongeoorloofde specerij-cultuur

klerkislamitische voorganger (bij het gebed)eierkoopvrouwIndo-Europeaan, Indische Nederlanderonafhankelijkheidsstrijd, augustus 1945 -

augustus 1949West-Nieuw-GuineaWest-Nieuw-Guineadansfeest bij de bergpapoea'sKoninklijk Nederlands-Indisch LegerKoninklijke Paketvaart Maatschappijparlevinker, koopman te waterkrokodilbaadje, nauwsluitend jakje of jasjeopziener (van een dorp, bij wie men zich

bij binnenkomst moet vervoegen)grootvader; opa; oude manriviervleermuisgeitdorpshoofddorp, buurt, woonwijkaan lager wal geraakte (Indo-)Europea-

nen, die hun heil buiten de blanke gemeenschap zochten, zoals gepensio-neerde kolonialen (militairen), of werkloze employés van cultuuronder-nemingen, die een huisje in de kampong bewoonden

dwergherthoofdhuis van een inheemse godsdienstleraarongelovigenbuffelmedicijnman, tovenaar in Irian Jayapinda; scheldnaamkleine jongen; huisjongen, jongste bedien-

deschelp (ruil- of betaalmiddel bij de berg-

papoea's)tuinman; cultuurtuin, onderneming, plan-

tage

34 Woordenlijst

kèdjoekètjoepartijkettingganger, kettingbeerkiajiklapperboomklewangkodokkoeliekoeliewerver

koewoe (Javaans)kokkiekoloniaal

Kompenie Kompeuni (Atjehs) konoor

kora-korakorwar, korwarikotakotekakranikratonkriskwee kweekweepoetiladanglata, latah

latexLebaranlélangliplaploemboengloerahMULOmadatmaloemandiënmandikamermandoermarapoe

kaas; kaaskopeen inheemse roversbendegevangenegodsdienstgeleerdekokospalmzwaardkikkerarbeider, dagloner, kruier, sjouwerronselaar van arbeiders voor plantages en

andere arbeiddorpshoofdkok, kookster, keukenmeidNederlands soldaat die vrijwillig voor een

aantal dienstjaren naar Nederlands-Indië ging; in Harderwijk was een Koloniaal Werfdepot, waar allerlei nationaliteiten zich aanmeldden om dienst te nemen in het Nederlands-Indische leger

Nederlands bestuurNederlands bestuurmedicijnman, tovenaar in Noord-Nieuw-

Guinearoeiboten, prauwenvoorouderbeeldstadpeniskokeropperschrijver, hoofdklerk op een kantoorpaleis van een inheemse vorstdolk; een teken van waardigheidkoekjesvruchtdroge rijstbouw; rijstveldnaaperij; in een zenuwachtige toestand

alles nadoen of napratenrubbervloeistofeinde van de islamitische vastentijdverkoping, veiling, vendutieIndo-Europeaan; negerrijstschuurdorpshoofdMeer Uitgebreid Lager Onderwijsopiumbedeesd, beschaamd, verlegenbadenbadkameropzichter(bescherm)geest van een voorouder

Woordenlijst 35

Mardijkers

matjan, Si Matjan matjan tutul menariën mesdjid

mesties

missigit

moerid

moessonmoskee

nakoda negorij nènè, nènèk NICA

njaiNjai Loro Kidoel, Njai Roro Kidoel

njonjonjanjora

nonnanonnieobatOelanda'soemboeoetanoppasserorembaaipaddi, padipaggar, paggerpah, pakPakpandita, pendeta, penditapanembahanpangeranpan glim apasanggrahanpasar, passar, passer

tijdens het Portugese of Nederlandse bewind vrijgelaten of vrijgekochte slaven van buiten de archipel en hun afstamme-lingen

tijgerpanterdansenislamitisch gebedshuis, ook missigit en

moskeeafstammeling van een Hollandse vader en

een 'zwarte moeder'; halfbloedislamitisch gebedshuis, ook mesdjid en

moskeeleerling, pupiljaargetijde (twee seizoenen: droog en nat)islamitisch gebedshuis, ook mesdjid en

missigitschipperdorpgrootmoeder, oude vrouwNetherlands Indies Civil Administration,

1945-1949huishoudster, en tevens levensgezellinGodin van de Zee, ook Ratoe Loro

Kidoelafkorting van sinjo, jongeheermevrouwvrouw van een inheemse onderwijzer of

godsdienstleraarjuffrouwjong meisjemedicijnNederlandersdorpshoofdbos, oerwoudinheemse soldaatMolukse prauwrijst; rijstplantomheining, hegvader; mijnheervaden aanspreektitel voor mijnheergeestelijke, priester, zendeling, domineevorst, heerinheemse titel; prinsbevelhebber, hoofd, aanvoerderherberg, eenvoudig hotelmarkt

36

Pasar Gambir

pasar malampasebanperkenier

pasantren, pesantrenpenghoeloeperkoetoetpisangpoeripoesakapoetriPolitiële Acties

pondokprang sabil, Perang Sabilprauw

Raden Masradjarampassenram pokkersrasphuisRatoe Loro Kidoel, Ratoe Roro Kidoel

regent

resident

romoesha

ronggèng

sago

sagoweer

sajoersalamatan, selamatan, slamatanSarekat Islam

sarong

Woordenlijst

jaarlijks terugkerende tentoonstelling in Batavia waar onder andere voorwerpen van inheemse kunst werden gepresen-teerd en verkocht

jaarmarktaudiëntie- of ontvangstzaalbezitter van een specerijtuin in de Moluk-

kenislamitische godsdienstschooldesahoofd; hoogste moskeebeambtekoerduifbanaantempelcomplexerfstukdochter, prinses, vorstinbenaming voor het ingrijpen van de Ne-

derlandse troepen in Indonesië in juli 1947 en december 1948

primitief (vakantie)huisje, schuur, loodsheilige oorloglange smalle boot, bootjeJavaanse adel of hogere standadellijke titel voor een manvorst, dorpshoofdwegkapen, wegrovenroversbende, bandietengevangenis, tuchthuisGodin van de Zee, ook Njai Loro Kidoelhoge Javaanse bestuursambtenaar, vaak

van vorstelijke afkomstEuropese bestuursambtenaar van hoge

rangIndonesische dwangarbeider die werd

ingezet voor het Japanse legerJavaanse straatdanseres, dansmeisje dat

tegen betaling op een feest dansthet merg uit de stam van de sagoboom

dat het voornaamste voedsel vormt van de Papoea's

gegist sap van de aren- of suikerpalm, palmwijn

groentesaus, groentesoepfeestmaaltijdIslamitische organisatie die een belangrij-

ke plaats innam in de nationalistische beweging in Nederlands-Indië

rok

Woordenlijst 37

sawa, sawahschrijverschuiermakersenang

sinjo

sirih sirihstel

sirih spugen

sjabandar, sjahbandaar slavernij

slendang

soeling soesoehoenan soos, sociëteit

strootjesultanTNI

tandakken; tandakpartij

tandoetangsitanitempajangtinka'stjalaka besartjanditjitjak kringtoeankoetoewan, toewan blandatoe(w)an pandeta

toké, tokèh toko; tokohouder tolkantoor

rijstveldklerkborstelmakerlekker, prettigjongeheer; Indo-Europees jongetje of

jongemanbetelplant waarvan de bladeren als pruim

worden gekauwdschaal waarin de betelnoot of sirihpruim

wordt bewaard en gepresenteerdhet rode sap van de sirihpruim dat wordt

uitgespuugdhavenmeesterslavernij werd door de Indische wetgever

in 1860 wettelijk afgeschaft. In gebieden niet onder Nederlands gezag bleef de traditionele slavernij nog voortbestaan.

draagdoek waarin de baboe of een vrouw haar kind draagt

fluittitel van de vorst van Soerakartahet trefpunt van de Europese samenleving

waar allerlei feesten, zoals Koninginne-dag, Sinterklaas en Kerstmis werden gevierd

inheemse sigarettitel van een vorst, o.a. van DjokjakartaTentara Nasional Indonesia; het Indone-

sische legerinheemse wijze van dansen; in Nederland-

se betekenis ongeduldig staan te wachten, al of niet trappelend

draagstoelkazerneboer, landbouwerstenen kruikgrillen, nukken, kurengroot onheilheiligdom, tempeluitgedroogde hagedisdorpshoofdheer, meester; blanke heerzendeling, geestelijke, ook pandita,

penditagekko; grote hagediswinkel; winkelierdouanekantoor

38 Woordenlijst

totok volbloed Nederlandertraktement loon, salarisULO Uitgebreid Lager Onderwijsvendutie veiling of verkoop van huis en huisraad

van verlofgangers of voorgoed naar Nederland terugkerende families

wajang schimmenspelwaringin reuzenboom met luchtwortels; heilige

boom van Javawarong, waroeng eetstalletje of eetwinkeltje langs de wegwedana, wedono Javaans bestuursambtenaar van middel-

bare rang, districtshoofdWolanda hitam 'zwarte Hollander', Javaanse benaming

voor negers in Nederlandse krijgsdienstwong islam de islamietenzielverkoper, zieleverkoper ronselaar die jongens en mannen over-

haalde om als matroos of soldaat dienst te nemen in het leger of op de schepen van de Oostindische Compagnie

Afkortingen van instellingen

AS Archief Uitgeverij Samsom/Sijthoff, Alphen aan den RijnBBJ Dienst Bureau Boek en Jeugd, Nederlands Bibliotheek en Lektuur

Centrum, 's-GravenhageBN Bibliotheek Museum Nusantara, DelftBZO Bibliotheek Zendingshuis Oegstgeest, Hendrik Kraemer InstituutGBR Gemeente Bibliotheek, RotterdamKB Koninklijke Bibliotheek, 's-GravenhageKDC Katholiek Documentatie Centrum, NijmegenKHA Koninklijk Huis Archief, 's-GravenhageKIT Koninklijk Instituut voor de Tropen, AmsterdamKITLV Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, LeidenMHM Bibliotheek Stichting Moluks Historisch Museum, UtrechtNBLC Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Almere-StadOBA Openbare Bibliotheek, AmsterdamOLBG Openbare Leeszaal en Bibliotheek, 's-GravenhagePB Particulier BezitPBZ Provinciale Bibliotheek Zeeland, MiddelburgPN Perpustakaan Nasional, Jakarta, IndonesiëSH Stadsbibliotheek, HaarlemSKCB Stichting Kinderboek-Cultuurbezit, WinsumUBA Universiteits-Bibliotheek, AmsterdamUBL Universiteits-Bibliotheek, Leiden

Geannoteerde bibliografie

0001 Oostkamp, J.A. De merkwaardigste Nederlandsche zeerelzen sedert den jare 1594; Voor de vaderJandsche jeugd; met platen. Amsterdam/Leeuwarden, Beijerinck/Suringar, [1825]. 2 delen in l band. 1. XXIV, 224 blz. 2. VIII, 200 blz. Vindplaats: KITLV k 45 N

In zijn inleiding schrijft de samensteller dat dit Vader!andsche geschenk' vervaardigdis voor leergrage landgenoten die de waarheid boven de leugen verkiezen. Metandere woorden: géén denkbeeldige avonturen. Hij twijfelt er niet aan of de leerlustzal worden opgewekt! Aan de hand van voorbeelden beschrijft hij een aantal veelvoorkomende aardrijkskundige termen en met het voornaamste scheepsinstrument,het kompas, eindigt hij om de jeugd uit te nodigen tot het nuttige en aangename datin de vele en hoogstmerkwaardige Nederlandse zeereizen is te vinden.In het eerste deel staan de Indische reizen van Jacob van Heemskerck, Jan JanszoonMolenaar, Jacob van Neck en Wijbrand van Warwijck. Het eindigt met de eerstezeereis der Nederlanders om de aardbol van Olivier van Noort en Jacob vanEpendam.In het tweede deel zijn reizen naar de Oost opgenomen van Pieter Both, Paulus vanCaerden, Joris van Spilbergen, Jacob Le Maire en Willem Schouten, WillemIJsbrandszoon Bontekoe, Jacob Heremiet en Abel Tasman.In het exemplaar van KITLV ontbreken de zwart/wit gravures. Deze zijn eruitgescheurd.

0002 Engelberts Gerrits, G. Het leven en de daden van den doorluchtigen zeeheld J. Psz. Koen; Gouverneur generaal en voomaamsten grondlegger van Nêerlands uitgebreide heerschappij in de Oost-Indië; in gesprekken tusschen eenen vader en zijne kinderen; met portret en platen; [met drie gravures van H.P. Oosterhuis, del. en D. Veelwaard, sculp.]. Amsterdam, Schalekamp & Van de Grampel, 1826. VIII, 187 blz. Herdrukken: 2e druk 1832. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk SH; 2e druk KITLV aa 1536 N

Dialoog tussen een vader en zijn drie zoontjes over het leven van Jan Pieterszoon Koen en de geschiedenis van de vestiging van het Nederlands bestuur in Indië. Bevat tevens 'eenige bijzonderheden aangaande het karakter, de leefwijze en de zeden der Javanen'.

0003 Jong, Cornelius de. Reizen naar de Kaap de Goede Hoop, enz.; Voor jonge lieden bearbeid door J[ohannes] Olivier Jz.; met platen; nieuwe uitgave. Amsterdam, Beijerin[c]k, [1833]. XII, 208 blz. Vindplaats: KITLV 3d 271 N

42 Geannoteerde bibliografie

Het zesde hoofdstuk bevat een paar Indische fragmenten over de eerste schipvaart van de Nederlanders naar Indië. De overige hoofdstukken gaan over de Kaapkolonie en zijn bewoners, Ierland, Noorwegen, Zweden en Denemarken. Zwarte gravures, sommige prenten zijn uitvouwbaar.

0004 Zeeman, H. Het leven, de daden en lotgevallen van Jan Camphuis, gouverneur-generaal van Neerlands-Indië; met platen. Amsterdam, Schalekamp & Van de Grampel, [1833].Herdrukken: [2e druk] idem. Delft, Van Alphen, [1833]. VI, 99 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk OBA

Romantisch historisch Compagniesverhaal over Joannes Camphuis die als klerk wordt aangesteld bij de secretarie van de Hooge Regeering te Batavia in 1654. Pas na elf jaar wordt hij bevorderd tot eerste klerk met koopmansrang. In 1670 vertrekt hij als opperhoofd naar de handelspost Decima in Japan; na een jaar keert hij weer terug naar Batavia. In 1684 wordt hij benoemd tot gouverneur-generaal van Neder-lands-Indië. In december 1690 legt hij deze functie neer. Hij blijft in Batavia wonen en soms vertoeft hij op het eiland Edam waar hij een huis naar Japans model heeft laten maken. Hij overlijdt in 1695.

0005 Olivier Jzn., J[ohannes]. Elviro's reis naar en door Java en de Molukkas. Amsterdam, Weytingh, [1835]. VI, 219 blz., afb. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV a 197

In dit boekje introduceert Olivier zich bij zijn jeugdige lezers onder de naam Elviro (een letteromzetting van Olivier). Hij vertelt hen uitvoerig over zijn jeugd en hoe hij onder de bescherming van een scheepskapitein als schrijver bij de marine komt. In 1817 vertrekt Elviro uit Texel naar Oost-Indië. In september gaat hij in Batavia van boord. Hij vertelt over de vervallen staat waarin de oude stad zich bevindt. Vele gebouwen zijn gesloopt of verkeren in een bouwvallige staat. De weinige huizen worden bewoond door arme Portugese, Javaanse en Ambonese gezinnen. De nieuwe stad daarentegen ligt in een gezonder klimaat. Er staan fraaie huizen, kazernes en officierswoningen in de stadsdelen Rijswijk, Noordwijk en Weltevreden. Elviro beschrijft het karakter van de Javaan als zedig en ingetogen. Zelden of nooit hoort men Javanen schaterend lachen: ze glimlachen. Over het algemeen zijn ze vriendelijk en beleefd. Ze beledigen elkaar niet met scheldwoorden. De Europeanen die de Javaanse of Maleise taal nog niet goed spreken of verstaan, moeten geduld met de zachtzinnige Javanen hebben omdat deze weinig respect hebben voor driftige en opvliegende meesters.Indrukken over Buitenzorg, de koffieaanplant, Java's Noordkust volgen elkaar op. Het laatste hoofdstuk beschrijft in het kort Ambon, Banda en Ternate.

0006 Wiüem IJsbrandsz. Bontekoe; Een geschiedkundig tafereel voor de Nederlandsche jeugd; met platen; [vijf kopergravures van Sluyter naar tekeningen van [H.P.] Oosterhuis]; tweede druk. Amsterdam, Beijerinck, 1835. II, 72 blz. [Ie druk niet bekend]. Herdrukken: 3e druk verschenen onder de titel Reizen en avonturen van kapitein Wiüem IJsbrandsz. Bontekoe; Tafereel uit de vaderlandsche geschiedenis der 17e eeuw

Geannoteerde bibliografie 43

voor de Nederlandsche jeugd; met 4 gelithografeerde plaatjes. Leiden/Schoonhoven,Van den Heuvell & Van Santen/Van Nooten, [1863].Bevat poëzie.Vindplaats: 2e druk KITLV cc 2110 N; 3e druk Brinkman

De heer Van Wimpel vertelt aan zijn vier kinderen over de reis van schipper Bontekoe uit Hoorn die in 1618 met de 'Nieuw Hoorn' naar de Oost vaart. Onder -weg vliegt zijn schip door ontploffing van een kruitvat in brand. Na barre omstandig-heden op zee en op Sumatra komt Bontekoe slechts met een klein groepje schepe -lingen op Java aan.In opdracht van Jan Pieterszoon Coen wordt Bontekoe op verschillende schepen geplaatst om in de Indische wateren de Nederlandse vloten van levensmiddelen en munitie te voorzien, of om muitelingen op de eilanden te bedwingen. Ook maakt hij een aantal reizen naar China. Na zes jaar en elf maanden is Bontekoe in het vaderland terug.Het verhaal wordt regelmatig onderbroken door opmerkingen van de kinderen en door onderwijzende of godsdienstige vermaningen van hun vader. Op de kinderen heeft deze geschiedenis zo'n diepe indruk gemaakt dat ze in moeilijke ogenblikken uitroepen: 'Denkt aan kapitein Bontekoe!'. Dit gezegde beurt hen op of geeft hen moed.

0007 Olivier Jz., J[ohannes]. Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei kunne', met platen [gravures van J.W. Kaiser] en eene kaart [van G.J.A. Beijerinck]; in twee deelen. Zaltbommel, Noman, [1836-1838]. 1. [1836]. XIV, 204 blz., afbn.; 2. [1838]. IV, 196 blz., afbn. en kaart. Herdrukken: Herdrukt in 1840. 2 delen in l band. Vindplaats: Ie druk KITLV a 119; Herdruk Brinkman

Het eerste deel begint met de zeereis naar Indië, de aankomst in Batavia en de persoonlijke indrukken van deze stad en haar omgeving. Na de Javanen bevolken de Chinezen met hun eigen cultuur voor een belangrijk deel Batavia. Volgens Olivier heeft men in Europa een verkeerde voorstelling van de Javanen. Ze zijn beslist niet zo heidens en barbaars als men wel denkt. De Javanen hoeven niet voor de Europe-anen onder te doen. Het ontbreekt hen alleen aan een zorgvuldige opvoeding en scholing. Ze hebben talent voor muziek. Veel aanzienlijke Europeanen hebben onder hun bedienden of slaven een aantal bekwame Javaanse muzikanten, die aan tafel, in de tuin of bij feesten zelfs werken van beroemde componisten kunnen spelen.Beschrijvingen over de binnenlanden van Java, Soerabaja, het eiland Madoera, de Preanger-regentschappen en de Vorstenlanden wisselen elkaar af. Zelfs een hoofd -stuk over de Java-oorlog (1825-1830) tegen Prins Dipo Negoro ontbreekt niet. Daarna volgen hoofdstukken gewijd aan Sumatra, Banda, Amboina, Borneo, Celebes, Bali, Leti en Timor, waartussen ook beschrijvingen voorkomen over Brits-Indië.

0008 Witsen Geysbeek, P.G. De Kleine Zimmerman; Of, De aarde en hare bewoners; Een leesboek voor de beschaafde jeugd. Amsterdam, Portielje, 18[..]-1838. 3 delen. Derde deel; nieuwe uitgave met platen. 1838. VI, 164 blz. Vindplaats: KITLV cc 1780 N

44 Geannoteerde bibliografie

In het derde deel staan de hoofdstukken 'Batavia' (blz. 1-36) en 'Het eiland Timor' (blz. 70-79). Wat betreft Batavia wordt, behalve op geschiedkundige feiten, uitvoerig ingegaan op de Chinese bevolkingsgroep en de Chinezenmoord van 1740. 'Timor' vertelt in het kort iets over de bevolking, zoals het karakter ('Zij zijn lui, lafhartig en valsch'), de kleding en het koppensnellen. Een bijzonder voorval is de vriendschap die wordt gesloten tussen de Timorese vorst Amadima en de Franse kapitein en natuuronderzoeker F.G. Péron die dit eiland bezocht.

0009 Robidé van der Aa, C.P.E. Voedsel voor verstand en hart; Voor jonge lieden vanbeiderlei kunne; verzameld door -; met platen. Purmerend, Post, [1840]. IV, 148 blz. Bevat poëzie. Bevat de bijdrage 'De Indische goochelaars; eene mededeeling van eenen ooggetuige' door Johannes Olivier Jz. Vindplaats: PB

Dit is een bekorte versie van hoofdstuk XXIV 'Goochelaars en toovenaars' uit het tweede deel van Oliviers Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei kunne (zie no. 0007). Een beschrijving over de kunststukjes en trucs die fakirs, goochelaars en acrobaten op Java verrichten. Ze worden vaak gevraagd om voorstellingen te geven op familiefeesten, zoals een besnijdenis of een huwelijk.

0010 Reizen van Nederlanders rondom de wereld; Van Noor[t], Schouten en Le Maire,Heremiet, Abel Tasman. 's-Gravenhage, Nederlandsche Maatschappij van Schoone Kunsten, 1841. 93 blz., afbn. [Bibliotheek voor de jeugd.] Vindplaats: KITLV 3d 258 N (fotokopie)

Een korte samenvatting van historische wereldreizen waarin fragmenten voorkomen over Nieuw-Guinea, de Molukken en Batavia.

0011 Til, H.N. van. Tafereelen uit het leven van belangrijke Nederlandsche mannen van vroegeren en lateren tijd. Utrecht, Van der Peet Jr., [1841]. Herdrukken: 2e druk Utrecht enz., Van der Post Jr., [1850]; 3e druk Leiden, Noothoven van Goor, [c. 1860]. VI, 169 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2010 N

Bevat een hoofdstuk gewijd aan Pieter van den Broecke die in 1575 in Antwerpen is geboren. In 1605 komt hij als koopman in Oost-Indië aan. In 1613 wordt hij als opperkoopman van de Oost-Indische Compagnie aangesteld. Hij onderneemt dan reizen naar de Molukken, Ceylon en India. Tussen 1618 en 1619 verblijft hij op Java waar hij door een list gevangen wordt genomen door Engelsen en Javanen. In 1620 staat Van den Broecke aan het hoofd van een vloot om ten strijde te trekken tegen Engelse schepen in Straat Soenda. Op 9 juni 1620 komt er een einde aan de vijandelijkheden. Van 1620 tot 1626 verblijft Van den Broecke als gezaghebber in Suratte (India) en in 1629 is hij weer terug in Batavia. In 1640 en 1641 neemt hij als commandeur deel aan het beleg van Malakka, waar hij overlijdt.

0012 Vertellingen van eenen vader aan zijne kinderen, over de Oost-Indien; Een leesboek ten dienste der lagere scholen. Tiel, Campagne, 1841. 63 blz.

Geannoteerde bibliografie 45

Bevat poëzie. Vindplaats: PB

Een koopvaardijkapitein uit Dordrecht die op een fregat naar de Oost is geweest, vertelt aan zijn twee zoontjes Adolf en Antoni eerst iets over scheepszaken, de zeereis en geschiedkundige feiten over De Houtman, Coen, generaal De Koek, Dipo Negoro, en het soldatenleven in de Oost. Daarna volgt een beschrijving van Batavia, de leef- en kleedgewoonten van de Javanen, de levenswijze van de Europeanen. Tot slot een lofprijzing op de koloniale handelswaar en de wens: 'dat ons nimmer het ongeluk treft, die zoo allerbelangrijkste kolonie te verliezen.'

0013 Sandwijk, G. van. Prenten-magazijn voor de jeugd; met houtsnee-gravures. Purmerend, Schuitemaker, [1842-1845]. Vierde jaargang, aflevering 2, 1845. Aardrijkskunde. [36 blz.]. Met kaartjes. I. De Nederlandsche bezittingen in Afrika. II. Java, het voor-naamste eiland der Nederlandsche bezittingen in Azië. III. De Oost-Indische eilanden. IV. De Nederlandsche bezittingen in Amerika. Vindplaats: KITLV j 306 N

Willem, bijgenaamd 'De kleine reiziger', is op 7 januari 1844 met zijn vader uit Texel vertrokken. Aan boord van het korvet 'Dolphijn' maken ze een reis naar Oost- en West-Indië. Aan zijn vrienden in Holland, Hendrik en Karel, stuurt hij twee brieven uit Batavia. Op 28 oktober 1844 vertelt hij over zijn tocht per diligence dwars door Java en op 27 januari 1845 beschrijft hij de zeereis met de stoomboot 'Indiaan' naar Sumatra. Vanuit Billiton worden Borneo, Celebes, de Molukken, Timor en Bali bezocht.

0014 [Noothoorn, A.E. van]. Reizen en lotgevallen van Lodewijk Vermeer in de Nederlandsch Oost-Indische bezittingen; met platen en eene uitvoerige kaart. Amsterdam, Portielje, 1843. VIII, 159 blz. Vindplaats: SH/UBL/KITLV a 214

In zijn voorwoord zegt de schrijver dat dit boekje een aanvulling is op de saaie en slaapverwekkende aardrijkskundeles en ook bedoeld als 'klein lettergeschenk om ter belooning op de scholen of bij verjaardagen in de huisgezinnen aan knapen en meisjes te worden geschonken'.Op bijna twintigjarige leeftijd vertrekt Lodewijk in januari 1819 voor ƒ 600 naar Indië. Na drie maanden en zeventien dagen komt hij op Java aan. Hij leert de 'Maleise taal' en maakt met een vriend van zijn oom en diens bedienden Sadien en Raksa een tocht over Java. Voor de Nederlandsche Handelmaatschappij gaat hij naar Amboina om specerijen te halen. Na enige jaren op de Molukken te zijn geweest wordt hij te Batavia aangesteld als pakhuismeester.Inmiddels is hij getrouwd, heeft twee kinderen en verlangt naar Nederland terug te gaan. Bij de kust van Afrika lijdt hij schipbreuk en er kan maar een deel van zijn gespaard fortuin gered worden. Na zeven weken arriveert hij met zijn familie in Rotterdam en koopt hij een buitenplaats in het schone Gelderland.

0015 Bosch Dsz., D.W. Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van Neêrlands Oost- en West-Indische bezittingen; Met een aanbeveling van A. van der Swan en W. Oost-meijer. Amsterdam, Schalekamp, Van de Grampel en Bakker, 1844. VIII, 200 blz.

46 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: UBL

Dit werkje is het antwoord op een door de bestuurders der Taal- en Letteroefenen-de Maatschappij: Tot Nut der Jeugd uitgeschreven prijsvraag. Oorspronkelijk was het niet voor de pers bestemd, maar de overtuiging dat een ruimere verspreiding van dit werk, dat als lees- en leerboek voor de scholen is ingericht, in een bestaande behoefte kon voorzien, met daarbij gevoegd de aansporing van bevoegde deskundi -gen, 'dwongen' de auteur om het meer algemeen verkrijgbaar te stellen. Het geschiedkundige gedeelte bevat een doorlopend overzicht van de voornaamste lotgevallen van onze overzeese gewesten sedert de vestiging van de Nederlanders aldaar (1596-1830). Voor het tweede, aardrijkskundige, gedeelte is door de auteur gebruik gemaakt van de werken van gouverneur-generaal J. van den Bosch, S. en P.P. Roorda van Eijsinga, R.J.L. Kussendrager, M.D. Teenstra, G.B. Bosch en J. Olivier Jzn. Als handleiding gebruikte de auteur de fraai bewerkte Kaart onzer overzeesche bezittingen van J. van Wijk Rz., uitgegeven in Groningen door J. Oom-kens Jz. [c. 1840].De bedoeling van de auteur is de jeugd met dit boekje van nut te zijn en hen aan te sporen tot een meer grondige kennis van onze Overzeese Bezittingen, omdat de bloei en het verval sedert meer dan twee eeuwen van zoveel invloed is geweest op de bloei van Nederland en de welvaart van haar bevolking.Vermoedelijk is dit het eerste uitgebreide boekje over onze koloniën, bestemd voor de jeugd. Het is zeer gedetailleerd en, voor die tijd, leesbaar geschreven.

0016 Buren Schele, A.D. van. Keur van gedenkwaardigheden; Uit de geschiedenis vanNederlands Oost- en West-Indische bezittingen; Voor jonge lieden door -; met platen [3 zwart/wit litho's van Steendrukkerij Backer, Dordrecht]. Amsterdam, Ten Brink & De Vries, [1844]. IV, 202 blz.Herdrukken: 2e herziene en vermeerderde druk; met gekleurde platen [4 gekleurde litho's. Naam niet vermeld]. Nijmegen enz., Cohen, [1892]. VIII, 280 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV i 43/KB; 2e herz. druk PB

Bevat een naamlijst van gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië en 'Een korte kroniek der belangrijkste gebeurtenissen in de Oost Indische bezittingen, sedert de vestiging van ons bestuur'.

0017 Sandwijk, G. van. De kleine reiziger door ons vaderland en onze buitenlandsche bezittingen, in zamenspraken en in brieven van Wittem en zijne vriendjes; [met 16 kaartjes en 48 plaatjes]. Purmerend, Schuitemaker, [1846].Herdrukken: 2e druk idem [1848]; 3e druk verscheen onder de titel De kleine reiziger door ons vaderland en onze buitenlandsche bezittingen; Een lees- en prentenboek voor de jeugd; opnieuw bewerkt door J.P. Lancel; met 20 gekleurde platen en 2 uitslaande kaarten. Leiden, Noothoven van Goor, [1865]. [Ongepagineerd; 162 blz.]. Vindplaats: Ie en 2e druk Brinkman; 3e druk KB

Bevat het hoofdstuk: 'De Nederlandsche bezittingen in Azië' dat een overzicht geeft van de geschiedenis van de belangrijkste eilanden in de Indische archipel.

Geannoteerde bibliografie 47

0018 Soest, Jfohannes] van. Oost-Indische bloempjes; Gedichtjes voor de Nederlandsch-Indische jeugd, door -. Batavia, Ter Drukkerij van het Bataviaasch Genootschap, 1846. VIII, 109 blz.Herdrukken: 2e verbeterde druk. Batavia, Lange, 1854. VIII, 72 blz.; [3e druk]. Batavia, Lange, [1857]. VI, 108 blz., portret, afbeeldingen [zes kleurenlitho's naar tekeningen van Auguste van Pers].Vindplaats: Ie druk UBL; 2e verb. druk KITLV cc 2513 N; 3e druk UBL/KITLV cc 1416 N (fotokopie)

Taferelen uit het dagelijks leven van en voor het Indische kind in Nederlands-Indië, dat in die tijd voortdurend werd geconfronteerd met onderwerpen en begrippen uit de Nederlandse leefwereld waarmee het niet bekend was. Met deze versjes verwierf Johannes van Soest de bijnaam 'de Indische Van Alphen'.Verschillende van deze versjes zijn indertijd op muziek gezet door de componist C. Hüne: Oost-Indische bloempjes; Twaalf gedichtjes voor de Nederlandsch-Indische jeugd. Met muziek voor zang en piano. Haarlem, Derx, z.j. 22 blz. in twee stukjes. Vind-plaats: PN.

0019 Voormeulen van Boekeren, G.R. Reizen en ontdekkingstogten van Abel Jansz. Tastnan, van Lutkegast; Met een voorwoord van Th. van Swinderen; uitgegeven door het Bestuur der Gewestelijke Vereeniging Groningen van het Nederlandsche Onderwij-zers Genootschap; met plaatjes [3 zwart/wit lithootjes van de Kon. Steendrukkerij C.W. Mieling]. Groningen, Scholtens, 1849. VI, 124 blz. Vindplaats: UBL

Geschiedkundig leesboek over de in Groningen geboren Abel Tasman met denadruk op zijn vele reizen. Wanneer hij op 11 oktober 1638 als schipper van de'Engel' in Batavia aankomt, is dit niet de eerste keer dat hij in Indië is. Om zijngrote bekwaamheid wordt Tasman door gouverneur-generaal Van Diemen voorverschillende reizen in opdracht van de VOC uitgezonden, onder andere naar Japanen Formosa (Taiwan). Vervolgens wordt Tasman in 1642 als commandeur van vierschepen van Batavia naar Sumatra gezonden om met de sultan van Palembang teonderhandelen over het herstel van de wederzijdse handelsbetrekkingen.Bij Tasmans terugkomst uit Palembang, in datzelfde jaar, wordt hij met de schepen'Heemskerk' en 'Zeehaan' uitgezonden om de uitgestrektheid van het onbekendeZuidland (Australië) te onderzoeken. Op zijn terugweg doet hij ook Nieuw-Guineaaan.Opnieuw zeilt Tasman in 1644 uit om de zuidpunt van Nieuw-Guinea te zoeken,maar hij belandt eerst in de Golf van Carpentaria (noordelijk Australië) dat geengunstige vooruitzichten biedt voor handelsdoeleinden.Na 1644 vestigt Tasman zich aan de Tijgersgracht in Batavia en overlijdt aldaar inoktober 1659. In zijn testament is sprake van een legaat, bestemd voor de armen vanzijn Groningse geboorteplaats Lutkegast.Het formaat van het boekje is 16 x 10 cm.

0020 Weeda, P[ieter]. Geschiedenis van de togten en ontdekkingen der Nederlanders inAziën, Africa, America en Australië; Van het laatst der 16e eeuw tot op onzen tijd; een leesboek voor de jeugd; met platen; tweede druk. Dordrecht, Blussé & Van Braam, 1849. VIII, 216 blz. Vindplaats: SH

48 Geannoteerde bibliografie

Bevat beknopte historische reisbeschrijvingen van Nederlanders naar de Oost, onder andere van Jacob van Neck, Olivier van Noort, Willem IJsbrantszoon Bontekoe, Abel Tasman, Francpis Valentijn en Jacob Roggeveen.Het is de bedoeling van de samensteller dat de jeugd door het lezen van deze verhalen 'gemakkelijker en spoediger vorderingen maakt in de aardrijkskunde'.

0021 Noack, W.C. Tafereelen van de zee in verhalen van schipbreuken, reizen en lotgevallen van beroemde personen; [met 6 gekleurde litho's van de firma F.W.M. Trap]. Rotterdam, Van Gogh, [1850]. IV, 99 blz. Herdrukken: [2e druk, 1854]. idem.Bevat het verhaal 'Reis van W. IJ. Bontekoe, van Holland naar Oost-Indië'; (Bonte-koe verhaalt zelf zijn reis) (blz. l t/m 18). Vindplaats: Ie druk Bibl. Museum Nusantara, Delft; 2e druk Brinkman

0022 Sandwijk, G. van. Onze beroemde mannen, der jeugd ten voorbeeld gesteld; met vele plaatjes [kleine zwart/wit gravures]. Leyden, Noothoven van Goor, [c. 1850]. 36 blz. Vindplaats: SH

Bevat een korte levensbeschrijving met gedichtjes over Jan Pieterszoon Koen. Opnieuw uitgegeven door P.J. Andriessen onder de titel: Neerlands roem (zie no. 0047).

0023 Veegens, Daniël. Merkwaardige karakters en belangrijke verhalen uit de geschiedenis des vaderlands. Haarlem, Bohn, [c. 1850]. VIII, 164 blz., afbn. Bevat het verhaal 'De schipbreuk van het stoomschip Willem I'. Vindplaats: KITLV cc 2285 N

Het betreft de ongelukkige zeereis van luitenant-kolonel F.V.H.A. Ridder de Stuers die in 1837 is benoemd tot gouverneur van de Molukken. Op weg naar zijn nieuwe bestemming loopt het schip vast op een van de vele koraalrotsen, de Lucipara's. Daar brengt de bemanning zevenendertig dagen door op een koraalplaat onder de meest erbarmelijke omstandigheden aleer ze worden opgehaald door de schepen 'Nautilus' en 'Erich' (zie ook no. 0037).

0024 Aa, AJ. van der. Lotgevallen van Willem Heenvliet; Vooral ook op Borneo en Bali; Voor jonge lieden bewerkt; met platen en kaarten [3 zwart/wit litho's van de firma Desguerrois & Co, Amsterdam]. Haarlem, Van Brederode, [1851]. XII, 274 blz. Ook verschenen in Amsterdam, Bom, [c. 1850]. VIII, 274 blz. Zwart/wit steendrukken van A.P.C Hoffman; Lith. van Hoogstraten. Vindplaats: KITLV a 215

Jongeman uit Delft vertrekt als stuurman naar de Oost. Na schipbreuk in een storm gaat de reis verder per sloep naar Batavia. Na zijn verloftijd op Java vaart hij uit om de zeerovers die de Javazee en de Straat van Makassar onveilig maken te bestrijden. Op Borneo valt hij in handen van zeerovers en wordt bevrijd, maar houdt letsel over aan zijn arm. In Bandjermasin krijgt hij een baan aan de wal. Tijdens de Balische

Geannoteerde bibliografie 49

Expeditie van 1849 meldt hij zich als vrijwilliger bij een marine-eskader met bestem-ming Bolèlèng. Na eervol ontslag uit de dienst keert hij naar Nederland terug.

0025 [Bor, L. van den]. Schets van de geschiedenis der Nederlanders in den Oost-Indischen Archipel; Op rijm gebragt en met de noodige zangwijzen voorzien, ten einde door de jeugd zingende beoefend te kunnen worden. Arnhem, Nijhoff, 1857. 115 en VII blz. Gedrukt voor rekening van den auteur en uitgegeven ten voordeele der Algemeene Armen te Arnhem.Bevat verklarende aantekeningen, alsmede een lijst van gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië, een tijdtafel van de voornaamste gebeurtenissen en zeven bladzijden notenschrift met de tekst van de begin- en eindcoupletten van het rijm. Vindplaats: UBL/KITLV i 241 N (fotokopie)

De auteur zegt in zijn voorwoord dat hij met dit grote rijmwerk geen verheven dichtstuk heeft gemaakt, maar een eenvoudig verhaal dat eventueel ook gezongen kan worden. Deze schets geeft een geschiedkundig overzicht (1596-1849) van de reis van Cornelis de Houtman naar de Oost tot en met A.J. Duymaer van Twist, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.

0026 Oost-Indisch Oudgast, Een [ps.]. Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indischejeugd; [met gekleurde gravures naar aquarellen van Ernest Alfred Hardouin]. Bataviaenz., Van Haren Noman & Kolff enz., 1857. X, 176 blz.Herdrukken: [Herdruk] verscheen onder: Oud-Indiër, Een [ps.]. Platen en prenten uitNederlandsch-Indië met bijschriften voor de jeugd; Nieuwe uitgaaf met nieuwe plaatjes;[met gekleurde gravures en vier kleurenlitho's naar aquarellen van Ernest AlfredHardouin]. Leiden, Kolff, [c. 1857]. VIII, 176 blz.Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk KITLV b 352; [Herdruk] KITLV cc 492

Korte hoofdstukjes over allerlei volkstypen en onderwerpen, vergezeld van een gedichtje of een paar versregels, voor het merendeel van Johannes van Soest (zie no. 0018). Het boekje is een bekorte en bewerkte versie van Java; Tooneekn uit het leven, karakterschetsen en kleederdragten van Java's bewoners door E(rnest Alfred) Hardouin met tekst van W.L. Ritter dat in 1855 werd uitgegeven.

0027 Evangeline [ps. van H.M.C, van Oosterzee]. De reis naar Java; Verhaal voor de jeugd; met gekleurde plaatjes. Leiden, Sijthoff, [1858]. VI, 127 blz. Herdrukken: [2e druk c. 1880]. Zie: A. van Westrheene Wz. e.a. Prettige verhalen (no. 0083). Vindplaats: UBA/UBL/KITLV cc 333 N (fotokopie)

Een romantisch verhaal over de elfjarige Klaartje de Bruyn, enig kind van een welgestelde Amsterdamse koopman. Onverwacht moet haar vader voor zijn handels-zaak naar Batavia. Hij neemt zijn vrouw en Klaartje mee. Ze betrekken een woon -huis in Weltevreden, een buitenwijk van Batavia. Om met het echte Javaanse leven in aanraking te kunnen komen, maakt het gezin een tocht naar een dessa en het geniet van de overweldigende schoonheid van de natuur. Op haar twaalfde verjaar-dag krijgt Klaartje er een Javaans pleegzusje bij, Lisa. Omdat mevrouw De Bruyn nog een vrouwelijke bediende nodig heeft, gaat ook Lisa's moeder - die weduwe is -

50 Geannoteerde bibliografie

mee naar Weltevreden. Klaartje moet wennen aan de manier waarop haar nieuwe huisgenootje zich beweegt: langzaam, sluipend en met een grote soepelheid. Op haar beurt moet Lisa wennen aan de knellende Europese kleding, al raakt ze er langza-merhand aan gewoon. Behalve aan het schoeisel; ze blijft op blote voeten lopen! Voor het definitieve vertrek naar Nederland gaat de familie De Bruyn naar een koeler bergklimaat. Dsa kan dan vast wennen omdat ze meegaat naar Europa. Na terugkeer in Weltevreden krijgen de meisjes huisonderwijs. Als de heer De Bruyn zijn landerijen voor een goede prijs heeft verkocht, vertrekt hij met zijn gezin naar Nederland. Lisa en haar moeder gaan mee.In Amsterdam trekt Lisa op een bal voor jongelui de aandacht door haar verschij -ning. 'Een kind der Indische zon, geleek zij op haar elfde jaar volkomen op eene vijftienjarige Europesche, en slechts weinige der aanwezige meisjes overtroffen haar in gestalte'.

0028 Het nuttige prentenboek; Waarin de spelende jeugd door fraaije platen en bijschriften en onderhoudende vertellingen geleid wordt tot opmerken en nadenken over allerlei dingen uit het dierenrijk, de plantenwereld, het delfstoffelijke en de bewerktuigde natuur, en hoe de menschen dat alles tot hun nut, gemak en voordeel weten aan te wenden. Leyden, Noothoven van Goor, [1858]. VI, 228 blz.Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaal 'Het gevecht om de schildpad'. Indische fragmenten in 'Zout en suiker' en 'Nederland en zijne overzeesche bezittingen'. Vindplaats: UBL

In het exemplaar van UBL ontbreken blz. 58-61 en 160-165; bovendien staat met potlood op het titelblad 1881.

0029 [H.R. de Breuk.] Java; Schetsen en tafereelen voor de Nederlandsche jeugd; met gekleurde plaatjes. Leiden, Sijthoff, 1859. VIII, 126 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Een bewerking van Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd door Een Oost-Indisch Oudgast (zie no. 0026).

0030 Oost-Indisch Oudgast, Een [ps.]. Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd; Tweede bundel; [met zwart/wit gravures]. Batavia enz., Van Haren Noman & Kolff enz., 1859. V, 142 blz.Herdrukken: [Herdruk] verscheen onder: Oud-Indiër, Een [ps.]. Typen en tafereelen uit Nederlandsch Indië, geschreven voor de jeugd; Nieuwe uitgaaf met nieuwe plaatjes [gekleurde gravures]. Leiden, Kolff, [1859]. V, 142 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KB; [Herdruk] Bastin en Brommer, blz. 181, no. 556

Afbeeldingen en beschrijvingen van allerlei beroepen en volkstypen, zoals bijvoor-beeld 'De kwee-poetie verkoopster', 'De slavin en de sinjo', 'Een Chinees in een tandoe'. Alle onderwerpen eindigen met een al of niet moraliserend rijmpje.

Geannoteerde bibliografie 51

0031 Andriessen, P.J. De weezen van Vlissingen; Of, Hoe onze Republiek onafhankelijk werd; Een verhaal uit het derde tijdperk van den Tachtig]arigen Oorlog, 1609-1648. Amster-dam, Tielkemeijer, [1861]. 225 blz., afbn.Herdrukken: 4e druk. Leiden, Sijthoff, [1881]; 6e druk met illustraties van A. Ronner. Leiden, Sijthoff, [1900]. VIII, 184 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk BBJ; 5e druk KB; 6e druk NBLC Almere

Bevat het hoofdstuk 'Wat Jeroen in de Oost-Indien overkwam'. Met de Oostindië-vaarder 'Zwarte Leeuw' vertrekt begin april 1618 het scheepsmaatje Jeroen naar Indië waar het schip wordt overmeesterd door een Engels fregat. Jeroen ziet kans om met twee kameraden in een bootje te ontsnappen aan de Engelsen en ze komen in Bantam aan. Eenmaal aan land worden ze gevangen gehouden maar kunnen in augustus 1619 met de 'Walvisch' de rede van Jacatra verlaten om naar huis terug te keren.

0032 [H.R. de Breuk.] Java; Nieuwe schetsen voor de Nederlandsche jeugd; met gekleurde plaatjes. Leiden, Sijthoff, 1861. VIII, 128 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Een bewerking van Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd; Tweede bundel; door Een Oost-Indisch Oudgast (zie no. 0030).

0033 [H.R. de Breuk.] Java; Nieuwe tafereelen voor de Nederlandsche jeugd; met gekleurde plaatjes. Leiden, Sijthoff, 1861. VIII, 106 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Een bewerking van Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd; Tweede bundel; door Een Oost-Indisch Oudgast (zie no. 0030).

0034 Kessel, O. v[an]. Bombonnel, de pantherjager; Wiüiam Rice, de tijgerjager en anderereis- en jagtavonturen voor de jeugd; met 14 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1862]. 112 blz. Vindplaats: OBA

William Rice, een Engels officier, vertelt zijn belevenissen met wilde dieren in de oerwouden van Sumatra en Java in het hoofdstuk 'Toestanden der jagt op de Sunda-eilanden'. Ongevallen met krokodillen waren in die tijd geen zeldzaamheid. Er zijn in die tijd talloze soldaten, die aan de oever van de rivier van Sinkel (Sumatra) hun kleding wasten of water haalden, door krokodillen omgekomen. Ook de tijgergevech -ten die als een belangrijk schouwspel aan de hoven van de vorsten van Solo en Djokjakarta worden gehouden, komen ter sprake.

0035 Kessel, O. van. Van Java naar Borneo en andere reis- en jagtavonturen voor de jeugd; met 12 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1862]. II, ongepagineerd, [190 blz.].

52 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: PB

Tegelijkertijd verschenen onder de titel: Bombonneï, de pantherjager; Wiüiam Rice, de tijgerjager en andere reis- en jagtavonturen voor de jeugd (zie no. 0034).

0036 [Meyer, A.]. Dja-Ogot. Rotterdam, Van den Briel Gz., 1862. 24 blz. Bevat poëzie.Vindplaats: BZO/KITLV cc 1085 N (fotokopie). In facsimile opgenomen in Poeze 1986; blz. 8-11.

Aandoenlijk en waar gebeurd verhaal over een (dertienjarige) Batakjongen die wordt ontvoerd en als slaaf zeven keer voor een steeds hogere prijs doorverkocht. Tenslot-te koopt de Ermelose zendeling G. van Asselt Dja-Ogot voor ƒ 96 vrij. Om Dja-Ogot een betere ontwikkeling te geven reist hij (in 1860) naar Nederland. Hij wordt in het huisgezin van bovengenoemde schrijver te Rotterdam opgenomen waar hij in 1862 aan tering overlijdt.

0037 Bergh, S.J. van den. De schipbreukelingen van de Lucipara en andere hoogst belangrijke zee- en landavonturen; Naar het Fransch van F. Denis en V. Chauvin; met 16 gekleurde plaatjes. Leiden, Noothoven van Goor, [1863]. [H, 123 blz.]. Vindplaats: KITLV cc 2155 N

Het titelverhaal is een beknopt verslag over de ongelukkige zeereis van luitenant-kolonel F.V.H.A. Ridder de Stuers. In Soerabaja gaat hij op 26 april 1837 met zijn gezin en de bonne (kinderjuffrouw) aan boord van het stoomschip 'Willem I'. De bestemming is Amboina, waar De Stuers tot gouverneur van de Molukken is benoemd. In de nacht van 5 op 6 mei loopt het schip vast op een klip (Koraaleilan -den in de Bandazee). Met moeite kunnen de opvarenden een koraalbank bereiken. Een groot deel van de mondvoorraad is in zee verdwenen. Met het restant moet zuinig worden omgegaan. De Stuers probeert onder de honderdveertig schipbreuke-lingen de orde te handhaven. De voorschriften zijn voor allen gelijk, ook voor zijn hoogzwangere vrouw en hun vier kinderen.De omstandigheden zijn hopeloos: men is overgeleverd aan regen, wind en zonne-hitte. Bovendien wordt de sterke branding door alle scheepvaartverkeer gemeden. Herhaalde pogingen om een sloep op verkenning te sturen mislukken. Op 7 juni komt het oorlogsschip 'Nautilus' uit Amboina opdagen en op 9 juni de 'Erich'. Sloepen worden naar het rif uitgezonden, maar de onstuimige zee bemoeilijkt de inscheping. Midden op de dag moet zelfs het overbrengen van de schipbreukelingen worden gestaakt door de hevige branding. Hierbij verongelukt één man, een Javaanse matroos. De overlevenden hebben zevenendertig dagen op de koraalbank doorgebracht als ze op 12 juni Amboina bereiken.Het oorspronkelijke verslag van De Stuers verscheen in het Frans dat in die tijd in Nederland de voertaal was in de hogere kringen.Het vierde verhaal 'De schipbreuk van den Duroc op het Mell sh-rif, 1856-1862' bevat een paar korte Indische fragmenten over Timor en Java. Het betreft hier een Frans zeil- en stoomschip dat een wetenschappelijke expeditie onderneemt om verschillende zeestromen te onderzoeken.

Geannoteerde bibliografie 53

0038 Weyhenke, J.A. Lesjes en vertellingen; Tweede leesboekje voor de Nederlandsch-Indische jeugd. Batavia, Kolff, 1863. 38 blz. Herdrukken: 7e druk 1880; 9e druk 1885 Vindplaats: Ie druk KITLV p 128; 7e druk PN; 9e druk Groeneboer

Heel korte leerzame stukjes over het dagelijks leven in Nederlands-Indië, geschreven voor jonge kinderen.

0039 Weyhenke, J.A. Tante Geertruida; Derde leesboekje voor de Nederlandsch-Indische jeugd. Batavia, Kolff, 1863. 72 blz. Herdrukken: 6e druk 1880; 8e druk 1885 Vindplaats: Ie druk KITLV p 128; 6e druk PN; 8e druk Groeneboer

Een tante uit Semarang verhuist naar Batavia waar haar nichtjes en neefjes wonen, ledere woensdag en zaterdag mogen zij bij haar komen om hun huiswerk te maken en daarna gaat tante verhaaltjes vertellen.

0040 Weyhenke, J.A. Vertellingen; Vierde leesboekje voor de Nederlandsch-Indische jeugd. Batavia, Kolff, 1863. 80 blz. Herdrukken: 5e druk 1879; 7e druk 1885 Vindplaats: Ie druk KITLV p 128; 5e druk PN; 7e druk Groeneboer

Verhaaltjes met een moraliserend karakter die zich voor het merendeel op Java afspelen en sociale toestanden beschrijven zoals in 'De brave zoon', dat vermoedelijk in een Indisch milieu speelt.

0041 Duys, P. Vermaarde Nederlanders, geschetst voor de jeugd; met drie platen. Kampen, Van Nes, 1864. 95 blz. Vindplaats: KITLV cc 2438 N

Bevat twee hoofdstukken uit de geschiedenis van Nederlands-Indië. 'De stichter van Batavia (Jan Pieterszoon Koen)' en 'De negende gouverneur-generaal van Neder-landsch-Indië (Anthonie van Diemen)'.

0042 Sandwijk, G. van. Een kijkje in Batavia en omstreken; Of, Beschrijving van de gebruiken en levenswijze hunner bewoners; Een leer-, lees- en prentenboek voor de jeugd van -; verzameld door J.J.A. Goeverneur; met 4 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [c. 1865]. 34 blz.Vervolgd als: Een uitstapje in Samarang en omstreken (zie no. 0043). Vindplaats: UBL/KITLV b 1298 N (fotokopie)

Door de ogen van een Nederlandse landmeter, die naar de Oost is uitgezonden, wordt een beeld geschetst van zowel de inheemse bevolking als van de Europeanen die in Batavia en omgeving wonen. Hij logeert in het Marine Hotel en bezoekt S., een officier die verbonden is aan het Topographisch Bureau, en die al veel opme-tingen heeft verricht op Java en Sumatra. De heer S. staat hem met raad en daad bij als ze de binnenlanden van Java intrekken voor terreinopmetingen. De jonge landmeter beleeft daarbij avonturen met slangen en een tijger. Hij maakt ook een

54 Geannoteerde bibliografie

korte, zware aardbeving mee die veel schade aanricht. Tegelijkertijd wordt Banda-neira (Molukken) getroffen door een zware aardbeving met vloedgolven waarbij honderden mensen omkomen (1852).Zie ook: J.J.A. Goeverneur. Nederlandsch Indië; Of, De bewoners dezer streken, geschetst in tafereelen uit hun dagetijksch leven, zeden en gebruiken (no. 0051).

Sandwijk, G. van. Een kijkje in de Nederlandsche bezittingen in Azië, Afrika en Amerika, [c. 1865]. Zie no. A001.

0043 Sandwijk, G. van. Een uitstapje in Samarang en omstreken; Of, Beschrijving van degebruiken en levenswijze hunner bewoners; Voor het Prentenmagazijn van -; verzamelddoor J.J.A. Goeverneur; met 4 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [c.1865]. 34 blz.Vervolg van: Een kijkje in Batavia en omstreken (zie no. 0042).Vervolgd als: Timor, Sumatra en Borneo's Westkust (zie no. 0044).Vindplaats: UBL/KITLV b 261 N (fotokopie)

De jonge landmeter heeft opdracht gekregen om enkele opmetingen te doen in de omgeving van Samarang. Tijdens zijn verblijf wordt hij uitgenodigd voor een fantastisch feest ter ere van de resident, die een ridderorde heeft ontvangen van Koning Willem III. Aan het souper maakt de landmeter kennis met de Javaanse kunstschilder Raden Sidin Alan (Raden Saleh) die geruime tijd in Berlijn heeft gewoond en hem in het Duits aanspreekt. Met een paar Fransen die hij op dit feest heeft ontmoet, maakt hij later een prauwtocht naar het eiland Karimoendjawa waar het gezelschap door de kapala-kampong wordt ontvangen met een slamat(an) en een tandakpartij met rijkelijk vloeiende angor poef oftewel champagne. In het hoofdstuk 'Onder de zeeroovers op de Soloo-eilanden' wordt de landmeter uitgezonden naar Djailolo (Halmahera) en nog een aantal kleinere eilanden. Hij stapt aan boord van de bark 'De schoone Amalia'. In Straat Makassar wordt het schip door zeerovers overmeesterd en in brand gestoken. De passagiers gaan als gevangenen mee naar de Soloo- (Soeloe-)eilanden en worden daar overgeleverd aan de zeeroversvorst Sidin-ben-Hamet. Een ontvluchtingspoging slaagt en het gezelschap belandt op het eiland Sangir. De bewoners varen de Hollanders met een snelle prauw over naar Menado. Van hieruit vervolgt de landmeter zijn reis naar Djailolo waar hij zes maanden later aankomt dan verwacht.Zie ook: J.J.A. Goeverneur. Nederlandsch Indië; Of, De bewoners dezer streken, geschetst in tafereelen uit hun dagelijksch leven, zeden en gebruiken (no. 0051).

0044 Sandwijk, G. van. Timor, Sumatra en Borneo's Westkust; Of, Vertellingen over hunne bewoners, gebruiken en levenswijze; Een leer-, lees- en prentenboek voor de jeugd van -; verzameld door J.J.A. Goeverneur; met 4 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [c. 1865]. 34 blz.Vervolg van: Een uitstapje in Samarang en omstreken (zie no. 0043). Bevat vier op zichzelf staande hoofdstukken: 'Leila; een geschiedenis van het eiland Timor'; 'Tusschen de tanden van een kaaiman'; 'Fragment eener reize langs de Kapoeas (Borneo's Westkust)'; 'Brief van een soldaat op Java'. Vindplaats: UBL/KITLV a 407 N (fotokopie)

Geannoteerde bibliografie 55

'Leila; een geschiedenis van het eiland Timor' is de geschiedenis van een Timorese huishoudster (huishoudster in de betekenis van njai) van een kapitein van het Nederlands-Indische leger. Na een innerlijke strijd met zichzelf te hebben gevoerd, waarschuwt ze de kapitein dat haar volk met een groep Baliërs een overval beraamt op het fort. Als de overval mislukt en de rust is teruggekeerd, wordt Leila door haar broer doodgestoken.'Tusschen de tanden van een kaaiman' vertelt over Mahomad Taijp, een handwerks-man die in Palembang aan de rivier de Moesi woont. Als hij 's morgens na een bad in de rivier zijn door de Koran voorgeschreven gebeden verricht en overeind wil gaan staan, wordt hij door een krokodil het water ingesleurd. Wanneer het monster vermoeid door zijn vracht naar de oever zwemt, ontsnapt Mahomad. 'Fragment eener reize langs de Kapoeas (Borneo's Westkust)'. Hier is de jonge landmeter (zie nos. 0042 en 0043) weer aan het woord die met een aantal roeiers en een jongen (een bediende) een tocht over de Kapoeas maakt met bestemming Sintang. Onderweg doen ze een gehucht met een lange naam aan: Tandjak-ketoed-joe. Het telt drie bewoonde boomhutten met ongastvrije ouden van dagen! Na zijn dagtaak eet de landmeter met zijn bediende en roeiers in het donker aan de rivieroever en speelt de djoeragan een weemoedige melodie op zijn fluit. De landmeter is blij Sintang aan te doen waar hij de assistent-resident zal bezoeken. 'Een man die in het vaderland, een eenvoudig burger zou zijn, maar hier heerscher is over een gebied, grooter dan Nederland.''Brief van een soldaat op Java'. Vanuit Samarang schrijft een militair naar Neder-land over een expeditie in Badjoea (Badjoa, 1859) in Zuid-Celebes waar zijn bataljon aan het strand met een 'duivels moordgehuil' wordt verwelkomd door inlanders die op hen afstormen. Maar de ergste vijanden zijn de tijgers, die zijn kameraden in het donker overvallen, buikloop en gele koorts. Het drinkwater is slecht en de fourage steeds hetzelfde gezouten eten: spek of vlees met rijst. De jonge mensen die pas uit Europa komen, zijn niet opgewassen tegen dit ruige leven en sterven vroegtijdig. Het grootste bezwaar voor een Europeaan vindt hij de vele talen die er worden gesproken: Arabisch, Boeginees, Chinees, Javaans, enzovoort. De plunderende bendes bezorgen de soldaten veel werk. Ze vallen Europeanen aan, roven en mishandelen hen op een beestachtige manier. Vooral plantagebezitters en rijke kooplieden zijn het slachtoffer. Voor de hulp van de militairen zijn de Europeanen dan ook heel dankbaar en zij onthalen hen gastvrij.De soldaat - de briefschrijver - is een tevreden mens. De marsen bevallen hem uitstekend, vooral als hij daarbij zijn pijp kan roken en zijn veldfles gevuld is met helder rivierwater.Zie ook: J.J.A. Goeverneur. Nederlandsen Indië; Of, De bewoners dezer streken geschetst in tafereelen uit hun dagelijksch leven, zeden en gebruiken (no. 0051)

0045 Weyhenke, J.A. Iets voor jonge kinderen. Batavia, Kolff, 1865. 42 blz. Herdrukken: 7e druk 1880; 8e druk 1885 Vindplaats: Ie druk KITLV p 127; 7e druk PN; 8e druk Groeneboer

Eenvoudige korte verhaaltjes met een moraliserende inslag. Uit 'De Bluffer' en 'Het opstel van Leentje' blijkt dat deze stukjes in Nederlands-Indië spelen.

0046 Zwart, A.C. de. Tafereelen uit de geschiedenis der zending voor school en huisgezin. Groningen, Schierbeek, 1866. VIII, 112 blz.

56 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie. Bevat de Indische verhalen: 'Pagandja'; 'De Dajakkers'; 'Frederik Bekker'; 'Bekker in Palingkau'; 'Stroomop, stroomaf; 'Johannes Java'; 'De zendeling Van Hasselt'. Vindplaats: PB

0047 Andriessen, P.J. Neerlands roem; Vertellingen voor de Nederlandsche jeugd uit het leven van eenige beroemde mannen die ons vaderland heeft opgeleverd; met 16 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1867]. 131 blz. Vindplaats: UBL

Bewerking van Onze beroemde mannen door G. van Sandwijk. Bevat korte schetsenover Willem IJsbrandsz. Bontekoe, Jan Camphuis en Jan Pietersz. Koen (zie no.0022)Zie ook: P.J. Andriessen Beroemde mannen; geheel omgewerkt door G.L. Kepper(no. 0121).

0048 Koopmans van Boekeren, R. Strooi-avonden; Novellen voor jonge lieden; [met vier gekleurde litho's van G.J. Bos]. Leiden, Sijthoff, [1867]. IV, 175 blz. Herdrukken: 2e druk [1883]; 3e verbeterde druk fc. 1886]. VIII, 150 blz.; 4e verbeterde druk [c. 1890]. VI, 176 blz. Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2195 N; 2e druk Brinkman; 3e verb. druk UBL; 4e verb. druk PB

Het verhaal 'De tocht naar het Krabbeneiland' bevat een paar Indische fragmenten over een groepje Nederlandse zeelieden op Java's noordoostkust, in de buurt van Probolinggo.

0049 Looman, T.M. Si Padi; De geschiedenis van een Battakind op Sumatra; Eene pinkster-gave. Uitgegeven voor rekening van het Amsterdamsche Kindergenootschap, ten behoeve der Zendingszaak. Amsterdam, Höveker, 1867. 22 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KIT/KITLV cc 2571 N (fotokopie)

Een Bataks slavenjongetje, Si Maria Hoeta, later Si Padi genaamd, wordt verkocht aan de wrede vorst van Angkola met de bijnaam Patoean Noga, de drakenkoning. Hij laat zijn slaven en slavinnen om 't minste of geringste mishandelen, onder wie ook Si Padi. De controleur van Angkola grijpt namens de Nederlandse regering in en brengt Si Padi bij de zendeling Van Asselt. Daar krijgt hij onderwijs en wordt hij de kok van de zendeling en diens jonge vrouw. Op 11 juni 1865 wordt Si Padi gedoopt en ontvangt hij een nieuwe naam: Johannes.

0050 Moeders schoot; Godsdienstige en zedelijke verhalen en versjes voor kinderen; [met 6 kleurenlitho's]. Schoonhoven, Van Nooten, 1868. IV, 96 blz. [Moeders Schoot. Nieuwe serie; dertiende deel.]Bevat het verhaaltje 'De baboe' door C.E. van Koetsveld [met een kleurenlitho van G.J. Bos, lith. Steendruk van H.L. van Hoogstraten, 's-Grav.]. Vindplaats: PB

Geannoteerde bibliografie 57

Het verhaaltje speelt in Nederland waar een Hollands plantersgezin uit de Oost korte tijd verblijft om de grotere kinderen achter te laten voor hun opvoeding. Uit een christelijke achtergrond worden de bekrompen vooroordelen van Nederlanders ten opzichte van het Maleise ras beschreven. In dit geval over de baboe van boven-genoemd gezin, die haar eigen leven niet spaart om dat van haar kleine nonna Mary te redden.

0051 Goeverneur, JJ.A. Nederlandsch Indië; Of, De bewoners dezer streken, geschetst in tafereelen uit hun dageUjksch leven, zeden en gebruiken verzameld door -; met 12 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1870]. II, 96 blz. Vindplaats: KITLV cc 2574 N

Eerder verschenen in drie delen. Zie: G. van Sandwijk. Een kijkje in Batavia en omstreken; Een uitstapje m Samarang en omstreken en Timor, Sumatra en Borneo's Westkust (nos. 0042, 0043 en 0044).

0052 Koetsveld, C.E. van. Op de wandeling en bij den haard; Vertellingen aan mijne jeugdige vrienden door -; met platen [gekleurde litho's van Steendrukkerij P.W.M. Trap]. Schoonhoven, Van Nooten, 1870. VI, 212 blz.Bevat twee verhaaltjes met Indische fragmenten: 'De baboe'; 'Een oom uit de Oost'. Vindplaats: KB

Het eerste verhaal 'De Baboe' werd eerder opgenomen in Moeders schoot, 1868 (zie no. 0050). Bij dit verhaal werd in deze uitgave geen plaatje opgenomen. Het tweede verhaal 'Een oom uit de Oost' beschrijft op moraliserende toon het eigenwijze en egoïstische neefje voor wie oom een aap heeft meegebracht.

Voor onzen kleinen in Indië, [c. 1870-1880]. Zie no. A002.

0053 Andriessen, P.J. Insulinde; Of, De lotgevallen van Wouter van Doom; [met viergekleurde litho's van Tresling & Co., Hof lith., Amsterdam]. Amsterdam, Centen,1872. 224 blz.Herdrukken: 2e druk [1878].Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1834 N; 2e druk KITLV cc 1436 N (fotokopie)

Twee wezen - een broer en een zus - worden door een kapiteinsfamilie geadopteerd en gaan met het gezin mee op reis naar de Oost. In de Indische archipel beleven ze allerlei denkbare avonturen en verschrikkingen: aardbevingen, schipbreuken, een vulkaanuitbarsting, slangen, tijgers en zeerovers.Als leidraad voor dit verhaal maakte de auteur gebruik van In the Eastem Seas; A tale for boys door William H.G. Kingston (London 1871; in Bibliotheek Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden).

0054 Cheribon [ps.]. De zwarte jager; Avonturen in de wildernissen, wouden en zeeën van Neêrlandsch Indië; [met 4 gekleurde plaatjes]. Amersfoort, Slothouwer, [1872]. IV, 236 blz.

58 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk. Haarlem, Schalekamp, [1877]. 224 blz.; 3e herziene druk.Amsterdam, Veen, [1888]. 216 blz.Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk KITLV cc 635; 2e druk Brinkman; 3e druk UBL

De held van deze romantische geschiedenis die zich omstreeks 1832 afspeelt in en rond Batavia, is een Afrikaan. Via het werfdepot aan de kust van Guinea (Ghana), het fort St. George Delmina, is hij zijn moordzuchtige broer ontvlucht. Als korporaal van de negercompagnie* doet hij dienst in Batavia. In het stamboek van de compagnie staat hij onder de naam Jan Prins ingeschreven omdat hij in werkelijkheid ook van prinselijke bloede is. Maar hij noemt zichzelf Wamba. Wamba wordt beschuldigd van moord op een Europese luitenant en veroordeeld tot de galg. Op het moment van de terechtstelling kan hij ontsnappen. Van nu af aan is hij vogelvrij en vindt hij nergens rust. Zijn geliefde Nira, een jonge negerslavin, in dienst bij de resident van Batavia, probeert Wamba vrij te kopen.Op zijn vlucht vindt hij een tijdelijke schuilplaats bij Estella Zorgvliet, een nonna. Haar vader bekleedt een hoge functie bij het gouvernement en wil zich ontdoen van de 'zwarte schurk'. Wamba ontsnapt en houdt zich in leven met katjoe- (kètjoe-) partijen tesamen met een groep Javaanse bandieten.Als de grond te heet onder zijn voeten wordt wijkt hij uit als bootsman op een Chinese zeeroversjonk die het schip 'Orion' overvalt. Behalve een groepje Neder-landse militairen bevinden zich ook Estella en haar vader, die nu resident van Tagal (Tegal) is, aan boord. Ze verliezen elkaar uit het oog. Per sloep ontvluchten Wamba en Estella de zeeroversjonk. Na een moeizame zwerftocht bereiken ze Tegal. Tot hun grote verrassing zien vader en dochter elkaar terug, dankzij de goede zorgen van Wamba. Uit een gesprek met een hoofdofficier van het Indische leger verneemt de vader van Estella dat Wamba onschuldig is veroordeeld en dat deze het Nederlandse gouvernement een grote dienst zou kunnen bewijzen door terug te keren naar de kust van Guinea, waar een Nederland vijandig gezinde overweldiger zich op de troon heeft gezet van de vermoorde koning van Bournou die tot Wamba's familie behoor-de. Wamba zal de troon gaan veroveren. Met een eervol paspoort vaart Wamba op het zeilschip 'Salamander' naar Batavia waar ook zijn geliefde Nira aan boord komt: de aanstaande gemalin van de koning van Bournou.De vier plaatjes in de eerste druk zijn in de herziene druk teruggebracht tot twee totaal andere afbeeldingen, vermoedelijk omdat de fysionomie van de Javaan te veel op die van een neger geleek.

*) De werving van Afrikaanse recruten voor het leger in Nederlands-Indië begon in 1830 onder de regering van gouverneur-generaal Johannes van den Bosch. Op aandringen van Engeland dat hierin een Vermomde slavenhandel' zag, kwam in 1848 hieraan een eind. Op de Wollanda hitam, de zwarte Hollanders, zoals de negers in Nederlands-Indië werden genoemd, keek de Javaan met verachting neer.

0055 Andriessen, P.J. Eva; met 4 gekleurde platen. Deventer, Van den Sigtenhorst, [1873]. Herdrukken: 3e druk met 4 platen van L.W.R. Wenckebach. Amsterdam, Veen, [1893]. 207 blz.; 4e druk idem. [1904]. 202 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 778 N; 4e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat een aantal Indische fragmenten over een gepensio-neerd oud-militair die aan de Bali-expeditie (1849) heeft deelgenomen. Hij bewoont met zijn schatrijke en heerszuchtige Indische vrouw - die in sarong en kabaja gekleed gaat en gebrekkig Nederlands spreekt - een villa, 'Rembang' genaamd. Onverwacht

Geannoteerde bibliografie 59

komt hij op het spoor van zijn verloren gewaande nichtje Eva. Haar vader heeft in de Oost als luitenant gediend onder zijn bevel.

0056 Uilkens, J.A. De lotgevallen van Djahidin; Leesboek voor de Indische jeugd. Batavia, Kolff, 1873. 73 blz.Herdrukken: 2e verbeterde druk. 1878. 77 blz.; 3e verbeterde druk. 1880. 75 blz.; 4e druk. 1891.Vindplaats: Ie druk Groeneboer; 2e verb. druk UBL; 3e verb. druk UBL; 4e druk onvindbaar.

Djahidin, een Soendanese jongen, is de enige zoon van een welgestelde landbezitter uit de dessa Pasaoeran, in de residentie Banten op West-Java. Na ruzie met een vriendje loopt hij van huis weg. In Batavia krijgt hij onderdak en werk bij een rijke Chinese tokohouder, wiens broer een vrachtboot bezit, de 'Bintang-Barat'. Hij neemt Djahidin in dienst en ze varen naar Singapore. Op een tochtje door deze stad verdwaalt Djahidin. Hij valt in handen van een Chinese ronselaar die hem meelokt en bedwelmt met opium. Als Djahidin ontwaakt bevindt hij zich als matroos op een andere vrachtboot, op weg naar Japan. Het schip blijft een maand in Yokohama voor het laden en lossen van goederen, waarna de reis naar Amerika zal gaan. In een vliegende storm vergaat het schip en Djahidin spoelt aan land op de noord-kust van Nieuw-Guinea, waar hij een aantal jaren onder de Papoea's verblijft en als een vorst wordt behandeld. Een stoomboot met Europese natuuronderzoekers die op Nieuw-Guinea vreemde planten- en diersoorten zoeken, neemt Djahidin mee terug naar Batavia. Hoewel hij bang is herkend te worden vanwege de ruzie met zijn vriend, is het verlangen naar zijn ouders en Pasaoeran zo groot, dat hij naar huis teruggaat. Na het onverwachte weerzien met zijn ouders, blijft Djahidin in Pasaoeran, wordt rijsthandelaar en trouwt met de dochter van de koewoe.

0057 Louwerse, P[ieter]. Mannen van sta-vast; Of, De Oost-Indische Compagnie onder den gouverneur-generaal Jan Pietersz. Koen; Een verhaal voor 't jonge Nederland; [met twee gekleurde plaatjes]. Amsterdam, Hassels, 1874. VI, 203 blz.Herdrukken: 2e verbeterde druk verscheen met de ondertitel: Geschiedkundig verhaal voor oud en jong Nederland; [met vier gekleurde plaatjes]. Schiedam, Roelants, [1882]. VI, 213 blz.Bevat poëzie en een lijst van aantekeningen van de noten in de tekst. Vindplaats: Ie druk KITLV i 546; 2e druk KITLV i 588

Het boekje is een lofzang op de daden van Jan Pieterszoon Coen. In zijn voorbericht bij de tweede verbeterde druk schrijft Louwerse dat de nadruk ligt op Coen die als gouverneur-generaal van de Oost-Indische Compagnie het Nederlands gezag in de Oost vestigde. Als bronnenmateriaal diende De opkomst van het Nederlandsch gezag in Oost-Indië van J.K.J. de Jonge (1862-1865). Voor het beschrijven van de Indische taferelen kreeg Louwerse hulp van zijn vriend J.F.W. Winterberg, een Oostindisch ambtenaar die met verlof in Nederland verbleef.Historisch romantisch avontuur van vijf Hoornse vrienden, van wie er vier in 1617 naar Bantam, op Java, uitzeilen. Ze zijn betrokken bij de verovering van de vesting Jacatra en de stichting van de stad Batavia in 1619 door Jan Pieterszoon Coen. De vijfde vriend blijft in Nederland en gaat in Leiden rechten studeren. Na 27 jaar zien de vijf vrienden elkaar in Hoorn terug. Twee van hen zijn schepen van de stad Hoorn geworden en de derde zal tot burgemeester van deze stad worden benoemd.

60 Geannoteerde bibliografie

De in Nederland achtergebleven vriend is jurist en bewindhebber van de West-Indische Compagnie in Hoorn. De vijfde is kapitein van het fregat 'de Koen', dat eigendom is van de vier genoemde Hoomse notabelen. Bij de tweede behouden thuisreis van de kapitein uit Indië bieden zijn vier Hoornse vrienden hem een portret van Coen aan, bestemd voor zijn kajuit.

0058 Wijma, J. en J.C Sander. Bezoek aan Nederlandsch-Indië; Leesboek voor de lagere school, burger- en avondschool en het huisgezin; met eene voorrede van P.J. Veth. Schiedam, Odé, 1874.Herdrukken: 4e herziene druk met medewerking van J.M. Rosskopf. 1880. Vindplaats: Brinkman

Onvindbaar.

0059 Bergen, H. van. Melattikrans; Versjes voor de Ned. Ind. jeugd. Semarang, De Groot [en] Kolff, 1876. 50 blz.Herdrukken: 2e druk 1876; 7e (?) druk 1885 (zie Groeneboer 1991). Vervolgd als: Katja Püing (zie no. 0060). Vindplaats: 2e druk KIT/KITLV cc 1438 N (fotokopie)

In deze gedichtjes is het dagelijks leven van het Indische kind verwerkt, zoals het familieleven en de bedienden, huisdieren, een arme invalide man wiens benen in de (Atjeh-)oorlog zijn afgeschoten en de viering van de verjaardag van Koning Willem III.

0060 Bergen, H. van. Katja Piring; Versjes voor de Ned. Ind. jeugd; Vervolg op den Melatti-krans. Semarang, De Groot [en] Kolff, [1876]. 74 blz. Herdrukken: 4e druk ca. 1885; 6e druk 1893 (zie Groeneboer 1991). Vervolg van: Melattikrans (zie no. 0059). Vindplaats: Ie druk PN; 4e druk KIT/KITLV cc 1437 N (fotokopie)

Hoewel deze gedichtjes zijn bedoeld om de Indische schooljeugd meer kennis van het Nederlands bij te brengen, geven ze een indruk hoe men in die tijd dacht over de oorlog op Sumatra (Atjeh), het belang van het klein-ambtenaarsexamen, een amokmaker die wordt doodgeschoten en een gelukzoeker uit Holland die op Java aan cholera overlijdt.

0061 Duisdeiker Lz., J.H. Thomas de Blinde; Of, Vriendentrouw in lief en leed; met vier gekleurde plaatjes. Amsterdam, Duisdeiker LJrsz., [1877]. VIII, 152 blz. Vindplaats: PB

Verhaal dat grotendeels in Nederland speelt en fragmenten bevat over het militaire leven in de Oost. Door armoede gedreven trekt Thomas Laanders, een fatsoenlijke jongeman, als koloniaal naar Nederlands-Indië. Tijdens een reddingspoging om zijn luitenant uit het water te halen raakt Thomas blind aan beide ogen. Met ƒ 633 op zak keert Thomas als gepasporteerd militair terug naar Nederland. Onverwacht zit het geluk hem toch nog mee en krijgt hij van de familie van de geredde luitenant en van de overheid een pensioen toegekend. Hoewel Thomas nu terug in het vaderland

Geannoteerde bibliografie 61

is heeft hij regelmatig contact met militairen uit het Indische leger. Jaren later krijgt hij een uitnodiging om voorgoed naar Indië terug te keren. Daar ontmoet hij een schuiermaker uit Holland die hem indertijd heeft opgelicht en nu als militair voor de Oost heeft getekend. Deze schuld wordt nu vereffend.

0062 Goeverneur, J.J.A. De avonturen van een kleermakersgezel in vier werelddeelen; Een boek voor onze Nederlandsche jeugd [van] Onkel Torn nageschreven door -; met 6 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1877]. IV, 126 blz. Herdrukken: Nieuwe uitgave verscheen in Heusden, Veerman, [c. 1887]. Precies dezelfde uitvoering en aantal blz. en platen. Vindplaats: KITLV cc 1478 N; Nieuwe uitgave UBL

Gewapend met een landkaart, getekend volgens Mercators projectie, verlaat de tweeëntwintigjarige Andreas Jelky in 1754 zijn Hongaarse geboortestad Baja, op zoek naar wereldzeeën, schipbreuken en woeste avonturen. In 1757 verbindt hij zich voor vier jaar als militair in het leger van de Oost-Indische Compagnie en komt zijn kleermakerskunst te pas bij gouverneur-generaal Van der Parra te Batavia. Hij trouwt een Hollands meisje en wordt als luitenant naar Ceylon gestuurd voor het herstel van de orde. Van hier reist Andreas naar de Molukken (onder andere Temate) en maakt hij ongewild kennis met opium, animisme, Papoea's (vermoede -lijk Alfoeren) en koppensnellers. Terug in Batavia wordt hij ontslagen uit de krijgsdienst en komt hij bij de burgerwacht met behoud van zijn rang. Later wordt hij benoemd tot gezant aan het hof van de Japanse keizer in Jeddo (Tokio) en zijn tweede diplomatieke tocht voert naar Banda waar hij de zoon van de stokoude vorst tot koning kroont. In 1776 keert Andreas als weduwnaar met zijn twee dochters naar Europa terug, waar hij in 1783 in Hongarije overlijdt.

0063 Gram, Johan. Een tocht met hindernissen; Avonturen van Jan en Agnes de Molenaere; met 40 platen. 's-Gravenhage, IJkema, 1877. VIII, 176 blz. [Geïllustreerde Biblio-theek voor Jonge Lieden.] Vindplaats: KITLV cc 1785 N

In Brits-Borneo in de omgeving van Serawak aan de rivier de Simoenjan woont een Nederlandse directeur van de kolenmijnen met zijn vrouw, hun twee kinderen Jan en Agnes en de Javaanse baboe Tinka. De opzichter van de mijn, een Chinees, is bevriend met de kinderen. In zijn vrije tijd schuift hij opium in het huis van baboe Tinka's vader die hiervoor een speciaal vertrekje heeft ingericht. Uitvoerig wordt verteld hoe het opium voor gebruik wordt toebereid en hoe het van de Chinees een heel ander mens maakt. Jan en Agnes zijn al zo groot dat ze voor hun verdere scholing naar Nederland zullen gaan. Voor dit vertrek beleeft Jan een ongewoon griezelig avontuur met een orang-oetan of mensaap*. Onder de hoede van een kapitein reizen de kinderen eerst naar familie in Engeland, waar ze worden ontvoerd en gedwongen worden op te treden in een kinderpantomime. Tijdens een uitvoering worden ze door hun familie herkend.Het laatste en derde deel speelt in Nederland waar de kinderen kennismaken met hun oom Tobias in Voorburg. Omdat zijn huishoudster geen drukte van kinderen kan velen gaan Jan en Agnes ieder apart naar een pension in Delft. Jan kan zich prima handhaven op het pensionaat tot verbazing van zijn medeleerlingen. Hij is hen in alles de baas! Agnes woont op een zolderkamertje bij een 'deftige' familie zonder fortuin. Om hun geldkist te spekken zijn ze 'in Oostersche kinderen gaan doen'. Het

62 Geannoteerde bibliografie

leven in dit pension is voor Agnes ondraaglijk. Ze vlucht naar oom Tobias. Na vijf jaar komen hun ouders voorgoed uit Borneo naar Nederland.

* De auteur heeft voor dit voorval gebruik gemaakt van Elie Berthet, l'Homme des bois; en voor de natuurbeschrijvingen van Borneo het werk van R.A. Wallace, vertaald door professor PJ. Veth.

0064 Andriessen, Suze. Hoe raar een bal soms rollen kan; Een verhaal voor meisjes. Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1878].Herdrukken: 4e druk [c. 1904]; met twee platen van C. Koppenol [naar tekeningen van Jan Sluyters]. 60 blz. Ook opgenomen in Suze Andriessen, Bosch en duin; Drie verhalen voor jongens en meisjes; vierde druk; met zes platen van C. Koppenol [naar tekeningen van Jan Sluyters]. Amsterdam, Becht, [1903]. 58 blz.. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk Brinkman; herdruk in Bosch en duin PB

Bevat poëzie en een Indisch fragment over een Hollands meisje dat haar ouders bij een scheepsramp heeft verloren, op een kostschool in Gelderland zit en bij toeval in contact komt met haar grootmoeder.

0065 Praasterink, H.W. en R. Thierbach. Stekjes; tweede stukje; Leesboek voor de Indische scholen. Semarang, Bisschop, 1878. VI, 44 blz. Herdrukken: 2e druk 1878; 9e druk 1894 (zie Groeneboer 1991). Vervolgd als: Knopjes (zie no. 0066). Vindplaats: Ie druk niet gevonden; 2e druk KITLV p 158

Korte stukjes over het dagelijks leven van schoolkinderen in Nederlands-Indië. Zoals de ochtend- en avondstemming rondom het Indische woonhuis, waar bedienden de kinderen aankleden of naar bed brengen, de lamp aansteken en muskieten verdelgen.

0066 Praasterink, H.W. en R. Thierbach. Knopjes; derde stukje; Leesboek voor de Indische scholen. Semarang, Bisschop, 1878. IV, 48 blz. Herdrukken: 2e druk 1878; 9e druk 1894 (zie Groeneboer 1991). Vervolg van: Stekjes (zie no. 0065). Vindplaats: Ie druk niet gevonden; 3e druk KITLV p 118

In deze korte verhaaltjes zijn twee Indische dierenfabels opgenomen, 'De schildpad en de aap' en 'De kantjil en de tijger'. In het hoofdstukje 'Spook' wordt de kleine Karel, die 's avonds niet in slaap kan komen, door een oude baboe bang gemaakt. Ze vertelt griezelige verhalen over een spook dat op het erf in de waringinboom huist.

0067 Het aardige Indisch A.B.C, voor aardige jong-Indiërs; Vervaardigd en uitgegeven door een paar aartstiefhebbers van Indië; 13 platen met bijschrift. Leiden, Kolff, [1879]. Vindplaats: UBL/KITLV cc 1095 N (fotokopie)

Simpele tweeregelige versjes (met hier en daar Maleise woordjes) vergezeld van kleurenlitho's over het leven van de Javaan en de Europeaan. Hoewel 'aardig' van kleur en sfeer, zijn de afgebeelde Europese kinderen letterlijk 'misbaksels'.

64 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk [1896]. 252 blz., afbn.; 3e druk [1902]; met ülustraties van [L.] W.R. Wenckebach. Alkmaar, Kluitman; 5e druk [1917]. idem, 183 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie B, Meisjesboeken]; 6e druk [c. 1920]. idem, 189 blz.; 7e druk [1926]. idem, 192 blz.Vindplaats: Ie druk Brinkman/PB; 2e druk KB; 3e druk Brinkman; 5e druk KB; 6e druk KITLV cc 766 N; 7e druk KB

Speelt eerst in Batavia (tempo doeloe) en daarna in Nederland. De chef van een groot handelshuis in Batavia bewoont met zijn gezin en een stoet van bedienden een ruim huis in de rijke omgeving van het Koningsplein. Onverwacht raakt hij bankroet, het huis wordt verkocht en er wordt vendutie gehouden, zelfs van het speelgoed van zijn dochtertje Angeline. De familie verhuist naar een kleine woning en alleen de kokkie en de kebon worden aangehouden. Kort daarop overlijdt de moeder en wordt Angeline naar een tante in Holland gestuurd, waar ook haar oudere broer Rudolf woont. Tegen zijn zin wordt hem door zijn vader een studierichting opgedrongen en hij loopt weg.Ook Angeline verlaat haar tante en gaat naar familie op het platteland. Op een deftig meisjespensionaat wordt Angeline geconfronteerd met een zeer standsbewust klasgenootje uit Batavia en raakt ze tevens in een moeilijk parket over de verblijf -plaats van haar gevluchte broer.

0072 Tjebbes, A.C. Korte vertellingen voor de jeugd in Nederl.-Indië. Semarang, Van Dorp, 1879. VIII, 103 blz.Herdrukken: 3e druk 1883 (zie Groeneboer 1991). Vindplaats: KB/KITLV p 124

Leesboekje voor huis en school voor kinderen die niet in een Nederlandse omgeving zijn opgegroeid en moeite hebben om de taal te begrijpen. De verhaaltjes hebben een moraliserend karakter en spelen in een Javaans milieu.

0073 Visser, A[rnold] de. Onder vrienden en vijanden; [met vier gekleurde platen]. Deventer, Van den Sigtenhorst, [1879]. IV, 215 blz.Herdrukken: [2e druk]. Amsterdam, Veen, [1891]; [3e druk]. Arnhem, Ten Brink, [1923]. IV, 249 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2397 N

Speelt voor het overgrote deel in Nederland en vertelt over Willem, een weesjongen, die door familie wordt grootgebracht. Daarna moet hij in een benepen kruideniers-wereldje zijn brood verdienen. Een sociaal voelende zakenman bezorgt Willem een goede betrekking op een handelskantoor in Rotterdam.Verregaande jaloezie van een collega drijft Willem naar de Oost. Daar vervangt hij een zieke administrateur van een tabaksplantage in Pasoeroean (Java). Hij werkt hard en is overal een graag geziene gast. Ook bij de regent die hem uitnodigt voor een jacht op wilde bantèngs. Op een van zijn tochten in het binnenland raakt Willem gewond en wordt hij verpleegd door Leonie, een jonge Indische vrouw. Haar vader is een planter met veel landerijen, haar moeder 'eene schatrijke inlandsche vrouw'. Willem trouwt met Leonie en komt aan het hoofd te staan van een grote zaak. Voor herstel van zijn gezondheid gaat Willem met zijn Indische vrouw naar Nederland en vestigt zich te Velp. Hij ontvangt daar zijn oude weldoeners en hoewel Leonie geen

Geannoteerde bibliografie 63

Dekker, J. Rozeknopjes, 1879. Zie no. 0076.

0068 Gambar-gambar ukan peladjaran dan kasoekaan anak-anak dan iboe-bapanja. Nederlandsch-Indische prenten. Dikaloewarkan olèh Toewan [G.] Kolff, jang dahoeloe di negeri Batawi. Arnhem, Lithographische druk van G.J. Thieme, [1879]. 24 blz.Vindplaats: KITLV dd 259, berust op de Prentenverzameling van DGI (20.101 t/m 20.124)

Op iedere bladzijde staat een aantal zaken afgebeeld, als beroepen en gebruiksvoor-werpen enzovoort, die in het dagelijks leven in Nederlands-Indië voorkwamen. Zie voor een uitvoerige beschrijving van de prenten: Entjik Pemboenji [ps. van H.C. Klinkert]. De Oost te kijk! Voor oud en jong; Of, De Neerlandsch-Indische prenten met Hoüandsche en Maleische onderschriften, nader beschreven (no. 0087).

0069 Karssen, H. Sia; Of, De Indische baboe op het Kerstfeest. Utrecht, Van Peursem, [1879]. 16 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: PB

Na drie jaar huwelijksgeluk keert de negentienjarige Javaanse Sia terug in het huis van haar moeder te Batavia omdat haar man aan dobbelen en drank is verslaafd. Om in haar levensonderhoud te voorzien verhuurt Sia zich als baboe bij een gezin van een Oostindisch ambtenaar dat voor twee jaar naar Nederland gaat. De familie vestigt zich op een bovenhuis in een Gelders stadje. Sia moet de kinderen altijd naar de Zondagsschool brengen hetgeen ze niet graag doet omdat ze wordt achtervolgd door kinderen voor wie haar huidskleur en haar kleding vreemd zijn. Wél gaat Sia naar het Kerstfeest van de Zondagsschool, maar ze leent Hollandse kleren en poedert haar gezicht wit om er maar zo Europees mogelijk uit te zien zodat de aandacht van de kinderen niet teveel wordt afgeleid.

0070 Louwerse, P[ieter]. Een Delfshavensche kwajongen; Geschiedkundig verhaal voor oud en jong Nederland. Schiedam, Roelants, (Leiden, Sijthoff), [1879]. Herdrukken: 2e verbeterde druk verscheen onder de titel: Een Delftshavensche kwajongen; Of, Het leven van luitenant-admiraal Piet Heyn; Geschiedkundig verhaal voor oud en jong Nederland. Leiden, Sijthoff, [1890]. VIII, 208 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1572 N

Bevat Indische fragmenten over de Oostindiëvaarder 'De Muskaatboom' die in 1608 van Rotterdam uitzeilt met bestemming Amboina, op welk eiland in die tijd de voornaamste handel werd gedreven door de Oost-Indische Compagnie. Het schip komt echter niet zover, want in Ceylon is de lading zo rijk dat men besluit naar het vaderland terug te keren.

0071 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Angeline's beloften; Een boek voor meisjes; [met 4 platen]. Leiden enz., Blankenberg enz., [1879]. 227 blz.

Geannoteerde bibliografie 65

schoonheid is, wordt zij door de armen uit de omgeving mooi genoemd, met een hart van goud.

0074 Weijhenke, RJ.L. Brieven voor de Indische jeugd; Uitgegeven ten voordeek van de Bewaarschool te Batavia. Batavia, Kolff, 1879. IV, 64 blz. Vindplaats: KTTLV p 120

Briefwisseling tussen opgroeiende jongelui over hun dagelijks leven in Batavia en ergens in de binnenlanden.

0075 Andriessen, PJ. Het heidebloempje; Een verhaal uit onzen tijd; met platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [c. 1880]. Herdrukken: 2e druk [1887]; 3e druk [1896]. IV, 256 blz. [Geïllustreerde Leliebibliotheek; deel 1], Vindplaats: Ie en 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1536 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een kinderloos welgesteld oud-Indisch echtpaar dat met hun twee bedienden in Den Haag woont. Ze hebben een jonge domineesdochter - het heidebloempje - uit de provincie geïnviteerd. Mevrouw is een 'Oostersche' (Indische) en zou het jonge meisje graag voorgoed bij zich willen houden, zoals wel vaker gebeurt in Indische kringen. Het meisje en haar ouders staan verstomd door deze vraag.Al spoedig komt in haar plaats een beeldschoon Indisch meisje van Franse adellijke afkomst. Door familieomstandigheden is ze naar Nederland gekomen, waar ook haar oudere broer rondzwerft die uit het leger is gedeserteerd. Samen zijn ze op een suikeronderneming in Java opgegroeid en hebben door een treurig ongeval hun Franse vader op jonge leeftijd verloren.

0076 Dekker, J. Rozeknopjes; Leesboekje voor de Indische jeugd. Batavia, Kolff, 1879. 47 blz.Herdrukken: 2e druk 1880; 4e druk 1888 (zie Groeneboer 1991). Vindplaats: PN; 2e druk KITLV p 115

Verhaaltjes over kinderen op Java in een Nederlands en een Indo-Europees milieu. Soms geven ze een scherp beeld van het sociale leven uit die tijd, zoals bijvoorbeeld de verhouding van kinderen tot bedienden; maar ook over 'Een weesjongen'. Hij heeft een inlandse moeder en een Hollandse vader die als korporaal in de Atjeh-oorlog sneuvelt.

0077 Geïllustreerd Nederlandsch Indisch alphabet; Ten dienste van kinderen, die het Maleisch verstaan, en aan wie men met behulp van die taal, de waarde en klank der Nederland-sche letters wil leeren. Batavia, Visser, [1880]. 24 blz.. Vindplaats: PN Jakarta/PB

In dit alfabet ontbreken de letters Q, U en de X. ledere letter bestaat uit een kleine letter en een hoofdletter, geïllustreerd met kleine afbeeldingen waarin de betreffen de letter voorkomt in de Maleise woorden. Naast de Hollandse vertaling zijn ook de Maleise woorden in Arabische karakters gedrukt.

66 Geannoteerde bibliografie

De illustrator of samensteller is niet bekend. Aankondiging in de rubriek Nieuwe uitgaven in Nederlandsch-Indië van 'De Indische Gids' van 1881, derde jaargang, blz. 339.

0078 Maas Jr., J.P. van der. In de Oost; Kerstverhaal voor jongelieden. Delfzijl, Haan, [1880]. 20 blz.Vindplaats: Onvindbaar. Aankondiging in de rubriek Nieuwe uitgaven in Nederland van 'De Indische Gids' van 1881, derde jaargang, blz. 338.

0079 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Kijkjes in onze Oost. Leiden, Sijthoff, [1880]. 3 losse deeltjes. 1. [Het leven van de Javaan]. 14 blz., afbn. 2. [Kinderspelen]. 14 blz., afbn. 3. [Korte schetsjes over Europese en Javaanse kinderen]. 14 blz., afbn. Vindplaats: AS/KITLV cc 301 N+ (fotokopie)

Per deeltje staan er zes pagina's kleurenlitho's tussen de tekst. De afbeeldingen van de personen, vooral van de Javanen, zijn tamelijk gebrekkig. Er komen nogal wat Maleise woorden voor in de verhaaltjes waarvan onderaan de bladzijden verklarende voetnoten staan. Naam van de illustrator en lithograaf zijn niet vermeld. Eveneens in 1880 verscheen bij dezelfde uitgever en in dezelfde uitvoering de driedelige serie van W.F. Oostveen: Wat Herman en Louis van onze Oost vertelden (zie no. 0080), maar met een andere tekst.

0080 Oostveen, W.F. Wat Herman en Louis van onze Oost vertelden. Leiden, Sijthoff,[1880]. 3 losse deeltjes. 1. [Het leven van de Javaan]. 14 blz., afbn. 2. [Kinderspelen]. 14 blz., afbn. 3. [Korte schetsjes over Europese en Javaanse kinderen]. 14 blz., afbn. Vindplaats: AS

Om beurten vertellen twee jongens op een belerende toon over het leven op Java. Per deeltje staan er zes kleurenlitho's tussen de tekst. De afbeeldingen van de personen, vooral van de Javanen, zijn tamelijk gebrekkig. Naam van de illustrator en lithograaf zijn niet vermeld.Eveneens in 1880 verscheen bij dezelfde uitgever en in dezelfde uitvoering de driedelige serie van Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]: Kijkjes in onze Oost (zie no. 0079), maar met een andere tekst.

0081 Op de reede van Batavia. 's-Gravenhage, Voorhoeve, 1880. 20 blz.Herdrukken: [2e druk met een tekening van Frans van Noorden]. 's-Gravenhage,Voorhoeve, [1905]. 16 blz.Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 2082 N

Een Rotterdamse jongeman - enige zoon van een weduwe - is aan de drank geraakt. Hij monstert aan als halfwas-matroos op een vrachtboot met bestemming Batavia, waar hij bij aankomst overlijdt.

0082 Tante Margot [ps.]. De vriendelijke koopman en andere verhalen; met 4 plaatjes. Haarlem, De Haan, [c. 1880]. 64 blz.

Geannoteerde bibliografie 67

Vindplaats: KB

Het titelverhaal vertelt over een Hollandse smidsknecht die naar Indië is getrokken om daar fortuin te maken. Hij komt bij 'Indianen' (!) in de kost, een echtpaar: 'maar ofschoon zij zwart waren, zat er in beiden, zoowel de man als de vrouw, een goed hart en beiden werkten op het land'. Hun achttienjarige dochter trouwt met de Hollandse smidsknecht en ze krijgen een zoontje. Door een ongeluk in de smederij wordt een been van de jonge vader verbrijzeld waardoor hij ongeschikt is voor zijn werk. Hij neemt zijn vrouw en kind mee naar Holland en begint in zijn geboorte -plaats een winkel in ijzerwaren.

0083 Westrheene Wz., A. van, A. Ising en Gerard Keiler. Prettige verhalen. Amsterdam, Brinkman, [c. 1880]. 226 blz.Bevat 'De reis naar Java; verhaal voor de jeugd' door Evangeline [ps. van H.M.C, van Oosterzee]. [2e druk]. Niet geïllustreerd (zie no. 0027). Vindplaats: KB

0084 Balen, J. Hendrik van. De adelborst van de 'Hoüandia'; Of, De weg naar de Oost,1595-1597; met 4 platen [4 gekleurde litho's van Tresling & Co, Amst.]. Amsterdam,Leendertz, [1881]. 222 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land,Ie serie; no. L]Herdrukken: 2e druk [1884].Vervolgd als: De avonturiers (zie no. 0085).Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2366 N; 2e druk Bibl. Museum Nusantara, Delft

Op 2 april 1595 verlaat een kleine Nederlandse vloot, bestaande uit vier schepen, de rede van Texel om de weg naar Oost-Indië te zoeken die zo angstvallig door de Portugezen verborgen werd gehouden. Cornelis de Houtman is de kapitein-majoor die bij aankomst in Bantam op Java het eerste handelsverdrag sluit met de Rijksbe-stierder, de sultan van Bantam.Hoofdpersoon in dit verhaal is de bootsman Joost Adriaensz die indertijd aan de Portugezen is ontsnapt. In Bantam verneemt hij van een hem bekende Portugese stuurman dat de soesoehoenan van Mataram door de Portugezen is omgekocht om de schepen van de Nederlanders te overrompelen.

0085 Balen, J. Hendrik van. De avonturiers; De grondleggers van den Nederlandschen handel en de eerste vestiging in de Oost, 1598-1603; met 4 platen [4 litho's van Gebr. Braa-kensiek]. Amsterdam, Leendertz, [1881]. 196 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land, Ie serie; no. II.] Herdrukken: 2e druk [c. 1890].Vervolg van: De adelborst van de 'Hollandia' (zie no. 0084). Vindplaats: KITLV cc 884 N/OBA/OBLG

Bootsman Joost Adriaensz heeft op zijn thuisreis uit Indië met het Zeeuwse Compagnieschip de 'Leeuw' schipbreuk geleden. Ter hoogte van Sint Helena - een druk bezochte aanlegplaats voor schepen op weg naar Indië - wordt Joost met een tweetal maats opgepikt door de 'Amsterdam', onder bevel van admiraal Jacob van Neck die met zijn vloot op weg is naar de specerij-eilanden. Joost wordt als boots-man aangesteld en begint nu aan zijn derde reis naar de Oost. Op zijn tweede reis

68 Geannoteerde bibliografie

voer hij mee met Cornelis de Houtman, die op verraderlijke wijze door de sultan van Atjeh werd vermoord.Met zijn vloot koerst Van Neck naar de Molukken, waar Ternate wordt bezocht. Daar ziet Joost een bekende terug, de jonker Frank van der Does. Hij woont al geruime tijd op Ternate waar hij is aangesteld als koopman van het eerste Hollandse handelskantoor dat door Wijbrand van Waerwijck in 1599 werd gesticht. Op Tidore raakt de Hollandse vloot in gevecht met de Portugezen en Van Neck wordt versla -gen. Joost komt er goed van af. De Hollandse vloot zeilt terug naar Ternate. Van hier zeilt men naar Macao, Patani (Malakka) en Bantam, waar admiraal Wolfert Harmensz de Spaanse vijandelijke vloot verslaat en de Nederlanders wordt toege -staan een factorij te stichten. Ook Van Neck vestigt er een handelskantoor voor hij naar het vaderland vertrekt.

0086 Balen, J. Hendrik van. De Roode Paradijsvogel; Eene handelsreis naar Nederlandsen Nieuw-Guinea; met 12 houtgravuren van Ch. Rochussen. Rotterdam, Robbers, [1881]. IV, 168 blz. [Avontuurlijke Reizen door Alle Werelddeelen; [no. III].] Herdrukken: 2e herziene druk verscheen onder de titel: De Roode Paradijsvogel; geïllustreerd door B. en J.[J.] Midderigh-Bokhorst. Alkmaar, Kluitman, [1919]. 208 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1781 N; 2e druk KITLV cc 595

In 1871 vertrekt een groepje Nederlanders en Maleiers met een stoomschip van Ternate om een handelsreis te maken langs de kust van Nederlands Nieuw-Guinea. Ze bezoeken Sorong, de Dore- en de Geelvinkbaai, het eiland Japen en de Hum-boldtbaai. In de kampongs worden produkten gekocht, of contracten gesloten. Tijdens een tocht in het woud, op zoek naar insekten en vlinders, ontmoet het Nederlandse gezelschap de Papoea Séboem, bijgenaamd 'Roode ParadijsvogeP. Hij spreekt Maleis en is hen tot gids bij de jacht op casuarissen en paradijsvogels. Bovendien redt hij het leven van een zwaargewonde Nederlandse zendeling, die in de omgeving van de Torres Straat door een groep koppensnellende Papoea's wordt gevangen gehouden.

0087 Entjik Pemboenji [ps. van H.C. Klinkert]. De Oost te kijk! Voor oud en jong; Of, De Neerlandsch-Indische prenten met Hoüandsche en Maleische onderschriften, nader beschreven door -. Leiden, Kolff, 1881. IV, 123 blz. Vindplaats: KITLV dd 291

H.C Klinkert (1829-1913), een geboren en getogen Amsterdammer, heeft vele jaren in Indië gewerkt. Eerst als zendeling en later als taalgeleerde voor het Nederlandsch Bijbel Genootschap. Terug in Nederland schreef hij De Oost te kijk! In zijn woord vooraf schrijft Klinkert dat het niet voor iedereen mogelijk is om naar Indië te gaan, maar men kan wel het nodige over onze koloniën te weten komen. Voor hen is dit boek dan ook bedoeld. Eén voor één worden de prenten door levendige en uitvoerige beschrijvingen toegelicht, ontleend aan zijn eigen indrukken of ervaringen waarin ook de humor een ruime plaats is toebedeeld.Deze tekstuitgave behoort bij het prentenboek Gambar-gambar akan peladjaran dan kasoekadn anak-anak dan iboe-bapanja (zie no. 0068).

Geannoteerde bibliografie 69

0088 Ferwerda, R. De koloniaal en zijn stervend kind; Een waar verhaal voor jong en oud; [met l plaat]. Harderwijk, Berends, [1881]. Vindplaats: Brinkman

0089 Koetsveld, C.E. van. Op de wandeling; Vertellingen aan mijne jeugdige vrienden; met plaatjes [4 gekleurde litho's vervaardigd door de Fa. Emrik & Binger, Haarlem]. Schoonhoven, Van Nooten, [1881]. VIII, 164 blz. Bevat het Indische verhaaltje: 'Een oom uit de Oost'. Vindplaats: BBJ/UBL

Het Indische verhaaltje: 'Een oom uit de Oost' werd eerder opgenomen in Op de wandeling en bij den haard; Vertellingen aan mijne jeugdige vrienden (zie no. 0052).

0090 Balen, J. Hendrik van. De avonturen van Jacob Everts; Olivier van Noort; De eerste reis der Nederlanders rondom de wereld, 1598-1601; met 4 platen [4 litho's in bruin en blauw van Lith. Gebr. Braakensiek, Amsterdam]. Amsterdam, Leendertz, [c. 1882]. 182 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; [Ie serie; no. V].] Vindplaats: UBL

Bevat een fragment over de Westkust van Borneo.

0091 Balen, J. Hendrik van. De trompetter van Admiraal Spilbergh; De eerste Nederlanders op Ceylon, 1601-1604; met 4 platen [4 bruinzwarte litho's van Tresling & Co, Amsterdam]. Amsterdam, Leendertz, [1882]. 208 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; no. III.] Herdrukken: 2e druk [c. 1884]. VI, 208 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk BBJ/KITLV cc 1255 N

Bevat in de laatste hoofdstukken fragmenten over Atjeh en Bantam.

0092 Bomhoff, H.J. Liefde loont; [met 4 platen]. Maassluis, Van der Endt, [1882]. VI, 375 blz. [Geïllustreerde Kinderlectuur; Ie serie, deel 3.] Vindplaats: KB

Op Java ontfermt een jonge Nederlandse officier zich over een elfjarig Javaans jongetje van wie de familie tijdens een hongersnood is omgekomen. Hij neemt Achmet mee als 'geschenk' voor zijn veel jongere zusje Margot. Ze worden samen opgevoed en volgen huisonderwijs van een Schotse gouvernante. Natuurlijk zijn er wat aanpassingsproblemen die soms tot koddige situaties leiden. Onder invloed van zijn pleegzusje neemt Achmet het christelijk geloof aan en ontvangt hij de doopnaam George. Voor zijn verdere studie gaat hij naar de polytechnische school en in Engeland raakt hij vertrouwd met de nieuwste techniek op het gebied van de stoomspinnerij en -weverij. Terug in Nederland wordt hij de eigenaar van een textielfabriek en trouwt hij met zijn pleegzusje Margot.

70 Geannoteerde bibliografie

0093 Obdeyn, H.G.P. fSnderpret; Versjes en liedjes voor kleine en groote Indische kinderen. Batavia, Kolff, 1882. 110 blz. Vindplaats: PBZ/KITLV cc 783 N (fotokopie)

Eenvoudige alledaagse rijmpjes waarin nu en dan Maleise woorden - die niet zijn vertaald - de sfeer bepalen van de Indische kinderwereld.

0094 Balen, J. Hendrik van. De schipbreukelingen; De avontuurlijke reizen van kapitein Wiüem IJsbrandtsz. Bontekoe, 1618-1625; met 4 houtgravuren van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1883]. 182 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; deel VIII.] Vindplaats: PB

Bewerkt naar het oorspronkelijke reisjournaal van kapitein Bontekoe.

0095 Balen, J. Hendrik van. De twee musketiers; Het beleg van Malakka; De Nederlanders in de Molukken, 1606-1608; met 4 platen. Amsterdam, Leendertz, [1883]. 180 blz. [De Nederlanders in Oost en West,.te Water en te Land; Ie serie; no. VI.] Vervolgd als: Lorengo da Süva (zie no. 0100). Vindplaats: KITLV i 620

In 1605 zendt de Oost-Indische Compagnie een vloot onder bevel van admiraal Cornelis Matelief naar Indië. Met zijn strijdmacht wil hij de stad Malakka op de Portugezen veroveren. Na vier maanden komt er een Spaans-Portugese vloot om de stad te ontzetten. De Nederlanders moeten zich tevreden stellen met de factorij in Djohor. Onder de Nederlandse soldaten bevindt zich de Vlaming Huydecoper, die jacht maakt op de Spanjaard Lorengo da Silva. Hij is de aanvoerder geweest van een troep moordenaars die in 1597 in het Kempenland heeft huisgehouden tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Huydecopers vrouw en kind kwamen hierbij om het leven. Als Tidore en Temate in handen van de Spanjaarden zijn gevallen, wendt Matelief de steven naar de Molukken. Daar hoopt Huydecoper wraak te kunnen nemen als hij hoort dat Da Silva in Tidore verblijft.

0096 Fransen Jz., P. Te land en ter zee; Reis- en jachtavonturen; met plaatjes*. Tiel, Campagne, [1883]. IV, 124 blz. Vindplaats: PB

Het eerste deel 'De eerste reis van een scheepsjongen' gaat over de twaalfjarige Willem Kroonstuiver, zoon van een scheepstimmerman, die in 1856 uitvaart met de brik 'Zeemeeuw' geladen met katoenen goederen bestemd voor Batavia. Onder geleide van een bootsman bekijkt hij het oude en nieuwe Batavia, waar vooral de kampong der Chinezen hem verbaast. Op een uitstapje met de kapitein ziet Willem een Javaanse bruiloftsstoet en worden ze uitgenodigd voor het feestmaal. Aan tafel worden de gasten opgeschrikt door een amokmaker, een Javaanse bediende. Bedwelmd door opium vermoordt hij met zijn kris een vijand die hem vals heeft beschuldigd.

*) Er komt één plaatje in voor tegenover de titelpagina. Ook Brinkman's Catalogus vermeldt: met l plaatje.

Geannoteerde bibliografie 71

0097 Kepper, George. De worstelstrijd in de Vorstenlanden; Lotgevallen van Karel Bronk-horst. 's-Gravenhage, Belinfante, 1883. 187 blz. Vindplaats: KITLV cc 378

Episode uit de Javaoorlog (1825-1830). Een romantisch historisch verhaal over een Amsterdamse notariszoon, Karel Bronkhorst, die tegen de wil van zijn vader officier wordt. Het gamizoensleven in Den Bosch vindt hij maar saai. Zijn oppasser, Stam, is dezelfde mening toegedaan en gaat als koloniaal naar de Oost: 'daar is nog 'res wat te verhapstukken'. Als het leger in Indië officieren vraagt die daar gedetacheerd willen worden, biedt Karel zich aan. Hij vertrekt met de 'Zeemeeuw' naar Batavia, waar hij al spoedig te horen krijgt dat er in de Vorstenlanden een einde moet worden gemaakt aan de guerrillaoorlog die door Prins Dipo Negoro op gang is gebracht. Karel wordt in het hart van het vijandelijk gebied geplaatst, in een benting te Kedoe, waar ook de oppasser Stam van de partij is. De benting wordt herhaalde keren door Javaanse muitelingen aangevallen. Als de situatie onhoudbaar wordt, gaat oppasser Stam, verkleed als Javaan, 's nachts op weg om hulptroepen te halen bij overste Cleerens. De Javanen worden verslagen.

0098 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Bloemensprookjes. Batavia, Kolff, 1883. 2 delen in een band. Eerste twaalftal. IV, 56 blz. Tweede twaalftal. IV, 101 blz. Bevat in het eerste deel 'De lombok' (I 1-9); 'De kembang-spatoe' (III 1-4); 'Het viooltje' (VIII 1-4); 'Manga en kenanga' (IX 1-4); 'Witte rozen en kleine klokjes' (XII 1-5). In het tweede deel 'Het tjemaraboompje' (XV 1-9); 'De kina' (XVIII 1-3) en 'Een bal in de bloemenwereld' (XXIV 1-28). Vindplaats: KB/KITLV cc 483 N (fotokopie)

Een bundel eenvoudige verhaaltjes waarin bovengenoemde Indische bijdragen zijn opgenomen.

0099 Agatha [ps. van Reina de Goeje]. Jonge meisjes; Een verhaal van -; [met l plaat]. Leiden, Brill, [1884]. VIII, 245 blz. Vindplaats: KB

Bevat fragmenten over een Indisch meisje dat op jonge leeftijd haar ouders heeft verloren. Ze is door baboes grootgebracht en 'bedorven'. Ze woont bij haar familie in Nederland en wil zich graag nuttig maken in de maatschappij.

0100 Balen, J. Hendrik van. Lorengo da Silva; De avonturen van Tholinx en Huydecoper (vervolg van de twee musketiers); De Nederlanders in de Molukken; De verovering van de Banda eilanden en Batsjian, 1608-1610; met 4 platen [4 kleurenlitho's van Tresling & Co, Amst.]. Amsterdam, Leendertz, [1884]. 144 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; [Ie serie; no. IX].] Vervolg van: De twee musketiers (zie no. 0095).Bevat bijgebonden: De Ronselaars; Het beleg van het Kasteel van Mozambique door Pieter Wiüemsz. Verhoeven, 1608 (blz. 145-198). Vindplaats: KITLV cc 2350 N

72 Geannoteerde bibliografie

De invloedrijke Spaanse officier Da Silva houdt de Nederlandse musketier van de Compagnie, Huydecoper, gevangen in het Spaanse fort op het eiland Tidore in de Molukken. Huydecoper heeft Da Silva al jarenlang vanuit Nederland naar de Oost achtervolgd en hij rust niet voordat de Spanjaard uit de weg is geruimd. Da Silva is schuldig aan de dood van Huydecopers vrouw en kind die hij in 1597 in koelen bloede heeft laten ombrengen in het Brabantse Kempenland. De persoonlijke vete wordt bij de verovering van het Spaanse fort op het eiland Batsjian (Batjan) door soldaten van de Compagnie op een wrede wijze beslecht.

0101 Balen, J. Hendrik van. Een ruiter van de Compagnie; De Engelschen op Amboina; Het beleg van Batavia, 1619-1630; met 4 platen [4 kleurenlitho's van Tresling & Co, Amst.]. Amsterdam, Leendertz, [1884]. 182 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; [Ie serie; no. XII].] Vindplaats: KTTLV cc 2348 N

Beschrijft de nederlaag van de Engelse Compagnie in de Molukken en de strijd van de Nederlandse Compagnie op Java, waar het leger van de soesoehoenan van Mataram, onder aanvoering van toemenggoeng Boereksa, Batavia probeert te veroveren. In dit bloedige oorlogstafereel staan de jonge Javaanse vrouw Adinda en de Hollandse cavalerist Hessel centraal.

0102 Balen, J. Hendrik van. De verovering van Jacatra; Pieter van den Broeck in Azië; Jan Pietersz. Coen en de stichting van Batavia, 1618-1619; met 4 platen. Amsterdam, Leendertz, [1884]. 173 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; Ie serie; no. X.] Vindplaats: KITLV i 575

In 1619 besluit Coen om zijn manschappen, schepen en hoofdkantoor van Bantam naar Jacatra te verplaatsen. Hij laat de factorij ommuren en versterken door een aarden wal omdat hij een samenzwering tegen de Hollanders door de soesoehoenan van Mataram niet uitsluit. De Engelsen krijgen ook toestemming van de sultan van Jacatra om een pakhuis te bouwen. Zij spannen met de eerste sultan van Bantam en Jacatra samen tegen de Hollanders. Als dan plotseling de vloot van de Engelse admiraal Thomas Dale verschijnt om de Hollanders uit de Indische archipel te verjagen, geeft Coen het bevel om tegen de vijandelijke scheepsmacht te strijden. Hij gaat zelf naar de Molukken om hulp te halen.Pieter van den Broecke krijgt de leiding over de factorij in Jacatra. De Engelsen laten de sultan van Jacatra Pieter van den Broecke verraderlijk gevangen nemen en willen hem tot overgave van de factorij dwingen. Van den Broecke weigert standvas-tig. Eind mei 1619 komt Coen terug en verovert de stad Jacatra. Pieter van den Broecke wordt benoemd tot commandeur en directeur van de handelskantoren in India, Perzië en Arabië.In juli 1619 wordt in Londen een verbond gesloten tussen de Engelse en de Neder-landsche Oost-Indische Compagnie. De overeenkomst heeft tot doel de Portugezen en de Spanjaarden uit Indië te verdrijven en de in- en verkoopprijzen van de diverse handelsartikelen voor beide partijen gelijk te stellen. Tot grote ergernis van Coen.

Geannoteerde bibliografie 73

0103 Frank, M.C [M.C. Vanger-Frank]. Bruintje; Een verhoed voor de jeugd. 's-Graven-hage, Visser, 1884. IV, 327 blz.Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Bruintje; Een verhaal voor meisjes; met 4 platen [van O. Geerling]. Rotterdam, Bolle, 1910. IV, 269 blz.. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 503; 2e druk KB

Al op jonge leeftijd heeft Gonda van Bergen haar Javaanse moeder verloren en is ze grootgebracht door baboe Nina. Wanneer haar Hollandse vader tegenslag krijgt met zijn koffieondememing en bovendien nog ziek wordt vertrekken ze samen naar Europa.Bij een verre armelijke neef van Gonda's vader en zijn vrouw in Den Haag gaan ze in pension. Na een kort ziekbed overlijdt Gonda's vader en is ze wees. Haar tante -een simpele poetsvrouw - vindt haar een 'onwelkome lastpost'. In dit gezin wordt Gonda voortdurend gediscrimineerd en uitgebuit.

0104 Louwerse, P[ieter]. Janmaat in de Oost; Of, Vestiging van het Nederlandsen gezag op Celebes; Geschiedkundig verhaal voor oud en jong Nederland. Leiden, Sijthoff, [1884]. 196 blz., afbn.Herdrukken: 2e veel verbeterde druk [1894]. VIII, 220 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk UBL; 2e druk KITLV i 685/UBL

Lotgevallen van twee Haarlemse broers die in 1658 als matroos met de 'Leerdam' naar de Oost vertrekken. In Batavia gaan ze aan wal en tijdens een Chinees volksfeest raakt een van hen slaags met een Javaanse amokmaker. In opdracht van de Oost-Indische Compagnie gaan ze scheep met de 'Koning van Polen' naar de specerij-eilanden (Molukken). Daarna trekken ze op naar Zuid-Celebes waar ze de Portugezen moeten verjagen om de Makassaren voor zich te winnen met het oog op de vestiging van de Oost-Indische Compagnie aldaar. In Celebes zien de broers hun doodgewaande vader terug die indertijd dronken is gevoerd door ronselaars voor het leger van de Oost-Indische Compagnie.

0105 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Eigen schuld; Een verhaal voor meisjes.'s-Gravenhage, Ewings, [1884]. IV, 189 blz., afbn. [Bibliotheek voor Meisjes; deel 3.] Vindplaats: BN

Bevat slechts een opmerking over het meisje Emma van wie de ouders in Indië zijn overleden en dat nu bij haar familie in Holland woont.

0106 Visser, Afrnold] de. Het zonnetje van binnen; met vier platen. Leiden, Blankenberg (Firma Couvée & Co.), [1884].Herdrukken: 2e druk. Het zonnetje van binnen; Een verhaal voor meisjes; met vier platen. Amsterdam, Veen, [1888]. 202 blz. [Bibliotheek voor Meisjes.] Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk UBL

Bevat een fragment over de zevenjarige Leo, een Indisch ventje, met 'zwart kroes-haar en met zoo'n bruine tint, maar met zoo'n paar heimweeachtige oogen, die altijd weer spraken van verlangen naar de Oost'. Na de dood van zijn Hollandse vader -over zijn inheemse moeder wordt niet gesproken - die verkeerd en dwaas heeft

74 Geannoteerde bibliografie

gehandeld, werd de kleine Leo als een lastig postpakketje uit de binnenlanden van Java afgeleverd bij zijn tante in Nederland. Leo spreekt gebrekkig Nederlands, is ernstig ziek en overlijdt na enkele dagen. Van een reisgenoot hoorde zijn tante 'dat de jongen altijd een zwak plantje was geweest; daarom wilden ze in Indië er wel graag van af.

0107 Agatha [ps. van Reina de Goeje]. Vertel eens wat; Praatjes bij plaatjes. Rotterdam, Robbers, [1885]. IV, 46 blz., afbn. Bevat het Indische verhaaltje 'Wat Elize zeide'. Vindplaats: KITLV qq 1271 N

Klein meisje dat in Indië is geboren ziet samen met haar baboe voor het eerst sneeuw tijdens de winter in Nederland.

0108 Flint, Kapitein [ps.]. Jacht- en krijgstafereelen; Naverteld door -; met een plaat, 's-Gravenhage, Nierstrasz, [1885]. VI, 144 blz. Vindplaats: KITLV cc 2153 N

Bevat het verhaal 'Moed en trouw; Een schoon voorbeeld uit onze Indische geschie-denis' (blz. 111-122). Een beschrijving van de felle strijd die een groep Nederlandse en inheemse soldaten in 1841 heeft geleverd bij de verdediging van hun fort in Goe-goer-Malintang, op de Westkust van Sumatra, tegen een hevig plaatselijk oproer (een laatste opleving van de Padriopstand van door de Islam geïnspireerde Minang-kabauers).

0109 Holle, K.F. De aap en de schildpad; Eene Soendaneesche fabel voor de Hollandsche jeugd; naverteld door -. Batavia, Kolff, 1885. 29 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: NBLC-Almere/UBL

In deze fabel staan geestige hoofdstukken over een aap die telkens probeert om eenschildpad bij de neus te nemen.De illustraties zijn van de hand van een Soendanees wiens naam niet in de uitgavestaat vermeld. In tegenstelling tot veel prenten uit die tijd zijn de personages goedgetroffen; ze lijken niet alleen op Javanen, maar het zijn Javanen!In het exemplaar van de UB Leiden ontbreken een paar bladzijden tekst.

0110 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Waarheen? Amsterdam, Leendertz, [1885]. Herdrukken: 2e herziene druk Rotterdam, Bolle, [1906]. IV, 201 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e herziene druk KITLV cc 1014 N

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland. Een Nederlandse jongeman uit een welgesteld militair milieu heeft schulden gemaakt en om deze te kunnen dekken geld verduisterd van zijn patroon. Zijn vader stuurt hem naar Java om te werken op een koffïeplantage, maar voor dit werk is hij ongeschikt. Hij gaat in militaire dienst, maakt de veldtocht mee naar Atjeh, brengt het tot officier en wordt later onder-scheiden met de Militaire Willemsorde.

Geannoteerde bibliografie 75

0111 William, Kapitein [ps.]. De gefopte koningstijger; [met zes kleurenlitho's]. Amsterdam, Koster, [c. 1885]. 12 blz. Vindplaats: KITLV cc 2126 N+

Van de Nederlandse regering heeft de rijke Amerikaan Dolly een vergunning gekregen om op Java naar petroleumbronnen te zoeken. Zijn landgenoot Sandham vergezelt hem op de reis. Tijdens een picknick worden de vrienden door een tijger overvallen. Dankzij een oude geschiedenis 'Van een tijger in de ton' slaagt het tweetal erin hun leven te redden. Zie ook: JJ.A. Goeverneur. Het vertelsel van den tijger en de ton (no. 0125).

0112 Koopmans van Boekeren, R. Haafner's reisavonturen; Voor jongelieden bewerkt door -; met 4 platen. Zwolle, Tjeenk Willink, [1886]. VIII, 174 blz. Vindplaats: UBL

In zijn 'Voorrede' vermeldt de bewerker dat de kennismaking met Haafhers pennevruchten zich bepaalt tot brokstukken uit de verschillende werken (onder andere: Lotgevallen op eene reize van Madras over Tranquebaar naar het eiland Ceilon, 1806 en Reize naar Bengalen en terugreize naar Europa, 1822). 'Bij de keuze van die fragmenten heb ik mij vooral jeugdige lezers voorgesteld, en getracht een bundeltje naar hunnen smaak en genoegen te bezorgen.'Het eerste hoofdstuk, 'Korte levensschets van Jacob Haafner' (1755-1809), bevat een fragment over Haafners verblijf in Batavia. Hij werd geboren in Halle (Saksen) en kwam op achtjarige leeftijd met zijn ouders naar Amsterdam. Op elfjarige leeftijd gaat hij met zijn vader - een opperchirurgijn - mee op een schip van de Oost-Indische Compagnie om troepen, bestemd voor Batavia, over te brengen. Zijn vader overlijdt bij Kaap de Goede Hoop. Jacob komt als elfjarige jongen berooid op Java aan. De beloofde plaatsing op een handelskantoor van de Compagnie in Batavia gaat niet door. Om in zijn levensonderhoud te voorzien vervult hij de ondankbare taak van huisonderwijzer.Terug in Kaap de Goede Hoop komt hij in dienst van een slavenhandel aar en vervolgens is hij kapiteinsklerk of kajuitwacht op verschillende schepen van de Oost-Indische Compagnie. Van zijn elfde tot zijn achttiende jaar overleeft Haafner schipbreuken, doodsgevaren en rampen van allerlei aard.Als kajuitwachter op het Compagnieschip 'Comelia Jacoba' vertrekt hij in 1773 uit Batavia naar Bengalen. Hij maakt reizen door India en Ceylon die hij later in zijn boeken beschrijft.

0113 Louwerse, Pfieter]. Janmaat en zijne vriendjes; met 4 plaatjes. Alkmaar, Kluitman, [1886].Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Janmaat en zijn vriendjes; met twee plaatjes van Louis Landré. [1909]; 3e druk; geïllustreerd. [1917]; 4e druk idem. [c. 1920]. 79 blz. [Geïllustreerde Bibliotheek.].Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 3e druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 2025 N (fotokopie)

Twee jongens uit de Oost zijn in Nederland op kostschool. Hun zomervakantie kunnen ze dit keer niet bij familie in Nederland doorbrengen. De onderdirecteur van de school neemt de beide jongens mee naar zijn zomerhuisje aan het strand. Daar vertelt een oud-matroos - Janmaat - hen over zijn zeemansavonturen. In het

76 Geannoteerde bibliografie

hoofdstuk 'Op een vlot in den Oceaan' ziet Janmaat een groep van honderdvijftig militairen, die als koloniaal naar de Oost gaan, bij een storm op zee omkomen. Het laatste hoofdstuk 'De scheeps-aap' (zie ook no. 0172) gaat over de bark 'Albert Willem' die voor herstel van averij van Straat Malakka richting Noord-Sumatra koerst. Midden in de nacht overvallen Atjehse strandrovers de bark. Een dappere Hollandse matroos, bijgenaamd 'De Scheeps-aap', ontsnapt en roept de hulp in van een Amerikaans koopvaardijschip. Na een stevig gevecht en kanongebulder worden bark en bemanning uit handen van de Atjehers bevrijd.

0114 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Sprookjes en vertellingen door -; met 4 plaatjes door W[ilm] Steelink. Leiden, Brffl, 1886. VI, 243 blz. Bevat poëzie. In deze bundel staan verhalen over de natuur van Indië, zoals 'Uilengeschiedenissen'; 'Geschiedenissen uit de bergen'; 'Nihil'; 'Vertellingen van de maan', waarin de uitbarsting van de Krakatau ter sprake komt; 'De kikkers'; 'Titi'; 'De vrucht van den arbeid'; 'Een reisje met St. Nikolaas'. Vindplaats: UBL/KITLV cc 2127 N (fotokopie)

'De vrucht van den arbeid' vertelt over een schoolmeisje dat haar traagheid overwint door een prijsvraag van de Indische Kinder-Courant op te lossen. Met de te winnen premie wil ze een arm klasgenootje helpen.'Een reisje met St. Nikolaas' gaat over een afgunstig Hollands jongetje dat in Indië woont. Sinterklaas laat hem het armelijke bestaan zien van dessakinderen, en hoe 5 december op een sociëteit in de binnenlanden van Java wordt gevierd, waar de Europese schooljeugd afhankelijk is van de liefdadigheid van de meer gegoede burgers, zoals dit ook in Nederland het geval is.

0115 Andriessen, Suze. Het leven op den Erckensteijn; Een verhaal voor meisjes; geïllu-streerd door Johan Braakensiek. Amsterdam, Warendorf Jr., [1887]. II, 196 blz. Vindplaats: KITLV cc 1443 N

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten over een oud-Atjeh-soldaat en familieverwikkelingen rond een aangenomen zoon van wie de ouders in Indië zijn overleden toen hij nog heel jong was.

0116 Roosjes zonder doornen; Vertellingen voor jongens en meisjes door Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot], W.F. Oostveen, J. Gijlstra e.a. Purmerend, Muusses, 1887. II, 144 blz., afbn.Bevat de Indische verhalen: 'Het oog van Tomis' door Melati van Java; 'Wat liefde vermag; een waar verhaal' door Een Moeder [ps.]. Vindplaats: KB

Het eerste verhaal gaat over Paul, een verwend en tyranniek enig kind van Holland-se ouders. Hij behandelt zijn Javaanse speelmakkertjes meer als slaven dan als vriendjes. Zijn gedrag loopt zo uit de hand dat hij in zijn drift een van de jongens oogletsel toebrengt. Tegelijkertijd zit in deze korte geschiedenis maatschappelijke onvrede verweven wanneer een hadji en een kettingganger Paul ontvoeren en van plan zijn een kètjoepartij aan te richten bij de Hollandse administrateursfamilie. Het tweede verhaaltje vertelt het treurige lot van een Indische jongen. Na het overlijden van zijn Hollandse vader reist hij alleen per boot terug naar Indië onder

Geannoteerde bibliografie

toezicht van een zelfzuchtige zeebaboe die meer een kwelgeest en een cipier is dan zijn natuurlijke verzorgster. Een alleen reizende dame ontfermt zich over de lastige jongen en bij aankomst in Indië is het resultaat verbluffend want de jongen blijkt dan een lief kereltje te zijn.

0117 Rop, Ant. L. de. Otto en Zwart; Een verhaal voor jongelieden; met 4 platen. Tiel, Campagne, [1887]. VI, 223 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 2267 N

Bevat een paar Indische fragmenten uit het leven van twee Amsterdamse zeelieden. De één wordt na een nacht passagieren in Batavia invalide en moet in Nederland als poppenkastspeler in zijn levensonderhoud voorzien. De ander, een stuurman wiens vrachtschip in de Indische wateren averij heeft opgelopen, brengt zijn noodge -dwongen verlof door op Sumatra. Daar ontmoet hij een voormalige buurjongen - een opzichter van de posterijen - die hem uitnodigt op zijn inspectietocht naar de Padangse Bovenlanden.

0118 Voor oog en hart; Door de dames M.E. Pijnappel, Christin[e] Doorman, Marie Soer e.a. Leiden, Blankenberg, [1887]. IV, 88 blz., afbn. Bevat het verhaaltje 'Torn en Sim' door Titia van der Tuuk. Vindplaats: KB

Een Hollandse zeekapitein neemt uit Indië een aapje mee dat het speelkameraadje wordt van zijn zoontje Torn.

0119 Soer, Marie. Frieda en Kitty Sanders; Twee verhalen voor jonge dames. Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, [1888]. VI, 202 blz. Vindplaats: KITLV cc 1768 N

In haar voorwoord zegt de schrijfster dat deze verhalen aan de werkelijkheid zijn ontleend.Het eerste verhaal bevat de treurige lotgevallen van het Indische meisje Frieda Nielsen, dochter van een assistent-resident en een Javaanse moeder die is overleden. Op jonge leeftijd is Frieda door haar vader naar Nederland gebracht.Voor haar opvoeding is ze op een particuliere meisjeskostschool. Wanneer haar vader -inmiddels hertrouwd met een Nederlandse gouvernante - op reis is naar Holland, overlijdt hij aan boord. Spoedig daarop komt Frieda's stiefmoeder met zeven kinderen naar Nederland en neemt haar intrek op een bovenhuis in Rotterdam. Daar haar pensioen niet toereikend is voor Frieda's kostschool komt ze bij haar stiefmoeder in huis. Bij een onverwacht bezoek van een der dames van de kostschool treft deze Frieda in een allerellendigste situatie aan. Ze neemt Frieda mee voor herstel van haar gezondheid. Wanneer ze is aangesterkt wordt ze kinderjuffrouw bij een welgestelde Haagse familie.Het tweede verhaal bevat een Indisch fragment en speelt in Rotterdam. De hoofd-persoon - Kitty Sanders - raakt verloofd met een jongeman die in Delft voor zijn groot-ambtenaarsexamen studeert. Wanneer hij is geslaagd vertrekken ze naar de Oost.

78 Geannoteerde bibliografie

0120 Verhagen Jr., J. Voor moeder, Een verhaal. 's-Gravenhage/Amsterdam, Nier-strasz/Vlieger, [1889]. 16 blz. [Kerstboekjes; no. 4.] Vindplaats: KITLV cc 1778 N (fotokopie)

Bevat een Indisch fragment. Een Hollandse jongen vaart als kajuitsjongen naar de Oost om zijn moeder financieel te steunen omdat zijn vader aan de drank is. Door zijn godsdienstige aard en zijn rechtschapen gedrag neemt een sociaalvoelend bevrachter te Batavia hem in dienst. Hij laat de jongen onderrichten in de stuur-manskunst waardoor hij later zelfs kapitein wordt en in die rang naar Nederland terugkeert. De inhoud van het verhaal heeft geen betrekking op het Kerstfeest. De kleurenlitho tegenover de titelpagina is van Lith.Mij.Dij. Bogaerts, Vucht (Vught).

0121 Andriessen, P.J. Beroemde mannen; geheel omgewerkt door G.L.Kepper; vijfde druk. 's-Gravenhage, Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij, [c. 1890]. 278 blz., afbn.Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Bevat korte hoofdstukken waarin opgenomen 'Jan Pietersz. Koen', 'Willem Us-brandsz. Bontekoe', 'Jan Camphuis' en 'Karel van der Heijden' en hun betekenis voor de geschiedenis van Nederlands-Indië. Zie ook: P.J. Andriessen. Neerlands roem (no. 0047).

0122 Balen., J. Hendrik van. In dienst van den Grooten Mogol; Historisch verhaal van de wonderbare avonturen en omzwervingen der bemanning van het Oost-Indisch jacht 'Terschelling', 1661-1663; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1890]. 173 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. II.]Bevat 'Een Nederlandsche zeeroover; Historisch verhaal van de schipbreuk van de 'Batavia' in het jaar 1628, op de kust van Nieuw-Holland' (blz. 141-173). Vindplaats: KITLV cc 1923 N/BMN

Het tweede verhaal 'Een Nederlandsche zeeroover' beschrijft de gruwelijke muiterij door de bemanning van het Compagnieschip 'Batavia' onder bevel van Frangois Pelsaert, dat in juni 1629 bij Australië op de klippen is gelopen. Zie ook: Johan Diepstraten. De ondergang van de Batavia (no. 1229)

0123 Balen, J. Hendrik van. De kroon van Mataram; Historisch verhaal van den eersten krijgstocht der Nederlanders in de binnenlanden van Java; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1890]. 199 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. L] Vindplaats: KITLV i 542

Het leger van de Compagnie is naar Kediri (Oost-Java) getrokken om de zoon van de oude soesoehoenan op de troon te zetten en de strijdmacht van de Madoerese veroveraar, prins Troeno Djojo, die al half Java in zijn macht heeft, te verslaan. Met de Makassaren heeft hij een verbond gesloten om de gehate Hollanders uit Java te verdrijven. In deze geschiedenis speelt een drietal Hollandse soldaten een rol. Ze

Geannoteerde bibliografie

zijn overgelopen naar het leger van Troeno Djojo. Eén doet dienst als kanonnen-bouwer; de andere twee als raadgevende officieren voor de Javaanse en Madoerese manschappen, maar zij keren later weer terug in het Compagniesleger. Onder aanvoering van kapitein Tack wordt de slag bij Kediri gewonnen. In het vorstelijk verblijf van Troeno Djojo ontdekt hij de rijkssieraden van de soesoehoenan van Mataram, waaronder de beroemde koninklijke kroon van Madjapahit. De veroverde kroon wordt door de bevelhebber Anthonio Hurdt plechtig overhandigd aan Amangkoerat II, de zoon van de oude soesoehoenan, die een verbond sluit met de Compagnie.Troeno Djojo is verslagen en gevlucht naar Kappar (Kakappar). Een van de oorza -ken van zijn nederlaag is het overlopen van de verschillende Javaanse afdelingen naar het leger van Amangkoerat II. Alle aanbiedingen om vrede te sluiten met de nieuwe soesoehoenan slaat Troeno Djojo af.In het strijdgewoel vinden een wapensmid en zijn zoon elkaar terug. De vader werd als krijgsgevangene gedwongen dienst te doen als blanke lijfwacht van Troeno Djojo omdat hij weigerde wapens voor hem te smeden. De Hollandse kanonnenbouwer wordt aan het eind van de oorlog op wrede wijze vermoord door Indra, een Javaanse ronselaar uit het leger van Troeno Djojo, die de Hollandse soldaten omkocht. Kort daarop wordt Indra verscheurd door een koningstijger!

0124 Brons Middel, R. Losse schetsen over Nederlandsch Oost-Indië; Leesboek voor school en huis. Groningen, Noordhoff, 1890-1891. 2 dln. 1. 1890. IV, 96 blz. 2. 1891. IV, 91 blz. Vindplaats: UBA; KITLV (fotokopie van deel 2)

Beknopte beschrijving van de verovering van Nederlands-Indië, haar verschillende bevolkingsgroepen en de islam als de belangrijkste godsdienst. Het hoofdstuk 'De Europeaan in Indië' (deeltje 2) geeft praktische informatie over de Indische maatschappij, gekenmerkt door een sterk ambtelijk standsbewustzijn. Ook wordt in hetzelfde hoofdstuk ingegaan op de omgang van Europeanen met de inheemse bevolking en de positie van de njai (inlandse huishoudster) waaruit de Indo-Europese bevolkingsgroep is ontstaan.

0125 Goeverneur, J.J.A. Het vertelsel van den tijger en de ton; 3e druk; [met 6 platen: gekleurde litho's van de fa. P.W.M. Trap. Ook het omslag is een kleurenlitho]. Utrecht, Van der Post, [c. 1890]. IV, 12 blz. [Rijmen en Vertelsels voor de Kinder-kamer.]Herdrukken: Ie en 2e druk niet bekend; 3e druk ook verschenen in Leeuwarden, Suringar, z.j. Vindplaats: Ie en 2e druk niet in de Brinkman; 3e druk KB

Berijmd verhaal over twee Hollandse matrozen op Java die onverwachts door eentijger worden overvallen, maar door een slimme truc zich van dit gevaarlijke beestweten te ontdoen.De auteur noemt zichzelf in dit verhaaltje 'Oom Jan'.Zie ook: Kapitein William. De gefopte koningstijger (no. 0111).

0126 Louwerse, Pfieter]. Een reisje van Bontekoe en andere verhalen in proza en berijmd; Verzameld door -. Zutphen, Van Belkum, [c. 1890]. II, 92 blz., afbn.

80 Geannoteerde bibliografie

Bevat 'Te laat berouw' door Piet Jansen Jz. (blz. 25-32); 'Een reisje van Bontekoe' door Walter [ps.] (blz. 67-89). Vindplaats: KITLV cc 2321 N

Het titelverhaal 'Een reisje van Bontekoe' beschrijft de bootreis en de schipbreuk van een ernstig zieke Nederlandse ambtenaar die met zijn gezin uit Borneo op weg naar Java is. De stoomboot 'Zeemeeuw' raakt onklaar en ze stappen over op de 'Kendang'. In een storm vergaat dit schip en komen ze opnieuw aan boord van de herstelde 'Zeemeeuw' die de haven van Mangkasar (Makassar) aandoet. Van hieruit reist de inmiddels herstelde ambtenaar met zijn familie via Java naar Nederland, waar hij na een medisch onderzoek voorgoed wordt afgekeurd. Hij vestigt zich in een van de mooiste villadorpen. Zijn kinderen denken nog vaak terug aan die heerlijke tijd op Borneo.'Te laat berouw' speelt in Nederland, waar de schooljongen Jan jaloers is op zijn neefje George die uit Indië komt en zo prachtig landkaartjes kan tekenen. Door ruzie ontstaat een breuk in de familieband die pas veel later wordt hersteld.

0127 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Johan 's avontuur; Een vertelling uit Indië.Schoonhoven, Van Nooten, 1890. Afbn. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, 4eserie; no. 2.]Herdrukken: 3e druk. Heusden, Veerman, [c. 1910]. 93 blz., afbn. [naam illustratorniet vermeld]. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd. Serie IV; no. 2.]; 4e druk [mettekeningen van B. Reith]. Baarn, Bosch Jbzn., [1922]. 119 blz. [Stamperius-biblio-theek.].Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KB; 4e druk KIT/KITLV cc 693 N

Johan is een verwend en driftig Nederlands jongetje uit Bodjong, het Europese stadsdeel van Semarang. Als hij het vriendinnetje van zijn zusje met een steen heeft verwond, wil hij zijn straf ontlopen. Hij laat zich door Pan Sintro, een hadji, meevoeren naar diens kampong, gelegen op de glooiing van de berg Oenarang (Oengaran). Zijn Europese kleren moet hij verwisselen voor Javaanse, zodat hij op een kleine inlander lijkt. Johan woont nu in het Koranschooltje. Pah Sintro haat Europeanen. Hij wil Johan als een Javaan opvoeden om hem later te kunnen gebruiken in de strijd tegen de Hollanders die hij uit Indië wil verdrijven. Met het Javaanse jongetje Birin, die het hier ook niet naar zijn zin heeft, ontsnapt Johan uit het kostschooltje. Een Javaanse familie ontfermt zich over hen en als Pah Sintro zijn Hollandse leerling onder bedreigingen komt opeisen, grijpt een Nederlandse planter in. Johan komt veilig thuis en zijn ouders nemen de zorg voor Birin op zich, aan wie hun zoontje zoveel te danken heeft.

0128 Philopaedion [ps. van D. Harting]. Oranjebloesems; Versjes en liedjes voor de jeugd. Groningen, Noordhoff, [1890]. 80 blz., pit. Het boekje is opgedragen aan het koningskind, Prinses Wilhelmina van Oranje-Nassau.Bevat drie Indische versjes: 'Mijn kakatoea'; 'De lont in 't kruit (Aan de nagedach-tenis van majoor Mulder)' en 'De genezing (Eene vertelling)'. Vindplaats: BN

'Mijn kakatoea' vertelt over een kind dat zijn papegaai heeft verwaarloosd en daar spijt van heeft.

Geannoteerde bibliografie

'De lont in 't kruit' is een postume hulde aan de in Nederland onbekende majoor Mulder (Muller), commandant van Lunette no. 2 bij Meester Cornelis (West-Java). In augustus 1811 heeft hij zich dapper verzet toen het Engelse leger Java binnenviel. 'De genezing' is de geschiedenis van Jan die op dertienjarige leeftijd zonder zijn ouders van Java naar Nederland reist, waar hij medicijnen gaat studeren. Hij wordt oogarts en bij terugkeer in Batavia kan hij door een operatie zijn blind geworden vader zijn gezichtsvermogen teruggeven.

0129 Pijnappel, M.E. Een klaverblad van vier, met penteekeningen van A. Ogterop. Z. pi. en uitg., [c. 1890]. IV, 119 blz. Vindplaats: KB/BBJ

Het verhaal 'Goudhaantje' vertelt over een moederloos vierjarig Indisch meisje, Nonnie genaamd. Ze is door haar vader naar zijn familie in Nederland gebracht, waar ze als een welkom pleegzusje wordt opgenomen.

0130 Schuurman, M. Jakobus Chalmers; De bode des vredes op Nieuw-Guinea; met een plaatje [kleurenlitho]. Leiden, Donner, [1890]. 40 blz. Vindplaats: Archief van Uitgeverij Callenbach

De zendeling Chalmers en zijn vrouw komen in 1867 op het eiland Rarotonga in de Zuidzee aan. In 1877 vertrekken zij naar (Australisch) Nieuw-Guinea waar de vrouw overlijdt. In 1886 keert hij alleen terug naar Engeland.

0131 Tuuk, Titia van der. Het neefie uit de Oost; Een verhaal voor meisjes; met plaatjes. Deventer/Amsterdam, Van den Sigtenhorst/Vlieger, [c. 1890]. 66 blz. Vindplaats: KITLV cc 1713 N (fotokopie)

Bevat Indische fragmenten over een majoor van het Indische leger uit Atjeh. Hij is met zijn vrouw en zoontje Willem met verlof in Brussel. Wanneer zijn vrouw overlijdt gaat hij met Willem naar zijn familie in Nederland. Daar is het nichtje Suze hogelijk verbaasd dat haar neefje Willem er helemaal niet Oosters uitziet. Ze denkt dat alle mensen die uit Nederlands-Indië komen 'zwart' zijn. Haar kinderjuffrouw oppert bezwaren tegen de komst van Willem: 'En Indische kinderen zijn toch al zoo lastig; die zijn zoo gewoon te bevelen en ze zijn haast altijd driftig ook'. Willem bewijst het tegendeel. Wanneer zijn verloftijd om is neemt de majoor ontslag uit de militaire dienst. Hij besluit voorgoed met Willem in Nederland te blijven. Dit verhaal is ook opgenomen in Rijk en arm; Twee verhalen voor meisjes door Titia van der Tuuk (zie no. 0132).

0132 Tuuk, Titia van der. Rijk en arm; Twee verhalen voor meisjes; met plaatjes. Deventer/Amsterdam, Van den Sigtenhorst/Vlieger, [c. 1890]. 66 blz.Bevat 'Het neefje uit de Oost' (zie no. 0131). Vindplaats: PB

0133 Vlies-van Hogendorp, v[an] d[er]. Gezellige uurtjes; [met 4 gekleurde plaatjes].Utrecht, Idema Greidanus, [c. 1890]. VIII, 125 blz.

82 Geannoteerde bibliografie

Bevat 'De stiefmoeder'; 'De geschiedenis van een cent'; 'Wat grootmama alzoovertelde'.Vindplaats: KITLV cc 2240 N

Bevat Indische fragmenten en verhalen.'De stiefmoeder' vertelt de geschiedenis van Marietje, die in Indië op vijfjarigeleeftijd haar moeder verliest. Haar tweede moeder doet geen pogingen om dit verlieste vergoeden. Ook niet als er een zusje wordt geboren. Haar vader lijdt hieronder,maar is niet tegen zijn nieuwe vrouw opgewassen. Uiteindelijk mag Marietje naarHolland en gaat bij een tante in Haarlem wonen. Ze wordt later hoofd van eenschool en neemt haar stiefmoeder en -zusje bij haar in huis als haar vader in Indië isoverleden.'De geschiedenis van een cent'. Na een bloedig avontuur in Nederland belandt eencent in de zak van een matroos die naar de Oost vaart. In Batavia gaat de zeemanaan wal en het geldstuk geeft commentaar op alles wat het onderweg 'ziet':'Wat keek ik vreemd op, toen ik daar al die leelijke zwarte inlanders zag, met lippenzoo dik, dat ik er met gemak op had kunnen liggen en met neuzen zoo plat, dat menzou denken dat ze er allen een fermen slag op gehad hadden. De menschen die eenlange staart aan hun hoofd hadden, en van wie ik later hoorde dat het Chineezenwaren, zagen er niet zoo donker en ook lang niet zoo dom uit, ook schijnen ze nietzoo lui te zijn, want 't viel me op, dat ze allen zoo veel harder liepen'.Nadat de matroos geschenken heeft gekocht bij een Chinees blijft de cent daar meteen massa ander geld in een kistje liggen en vertelt:'Ik heb daar toen heele rare dingen gezien, bijv. hoe die lange staarten eten; zegebruiken dan in de plaats van een vork twee dunne stokjes, en daar krijgen ze deboel gauw mee naar binnen, 's Avonds gingen ze allen op en om de tafel zitten endan rookten ze uit lange pijpen; een andere cent vertelde me, dat ze geen tabakmaar opium rookten, en dat ze daar dronken en slaperig van werden, en dat waswaar ook, want al heel spoedig kon men ze horen snurken'.Van de Chinees verhuist de cent naar een Hollandse huisvader die met zijn gezinnaar Nederland vaart.'Wat grootmama alzoo vertelde'. Een grootmoeder vertelt aan haar kleinkinderen inNederland over haar jeugd in Indië waar haar vader resident was. Ze groeide op ineen heerlijk huis met een grote tuin. Er was een Hollandse juffrouw voor dehuishouding die niet gemakkelijk was voor de twintig inheemse bedienden. Zohaalde ze zich de wraak van kokkie op haar hals door haar uit te schelden omdat heteten niet lekker was.Kokkie probeerde haar te vergiftigen, maar Sidin, de huisjongen, waarschuwdebijtijds. Een onderzoek wees uit dat er vergif in haar eten zat en kokkie moest naarde gevangenis. De oude baboe daarentegen redde het leven van haar Hollandsemevrouw toen die door een slang in haar voet was gebeten. Baboe nam de voet inhaar hand, zoog de wond uit en spuugde het vocht telkens uit zodat het leven vanhaar mevrouw was gered. Baboe kreeg toen een kamertje in het grote huis en werdtot aan haar dood liefderijk verzorgd door de Hollandse familie.

0134 Balen, J. Hendrik van. Het geheim van mijnheer Tukker; De opstand van het Kakihan-verbond op Ceram in 1860; Indische zeeroovers; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1891]. 194 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie, no. IV.] Vindplaats: KITLV cc 2006 N

Geannoteerde bibliografie

De dertigjarige handelsman Willem Tukker is niet alleen naar Indië gekomen om fortuin te maken, maar ook om de hand van zijn vroegere buurmeisje dat in Makassar woont te vragen. Haar vader, assistent-resident, wijst zijn aanzoek af. Tukkers vermogen biedt geen vooruitzichten. Bovendien moet hij zijn handelson-derneming nog op touw zetten. Hij gaat zijn geluk beproeven en hij reist af met een Boeginese prauw met een inheemse bemanning, waaronder zijn Javaanse bediende Ali en een Makassaarse kok, Baso.Voor de kust van Ceram slaat het schip lek en hun aankomst op dit eiland wordt wreed verstoord door een bende vijandige Alfoeren. Soldaten van het Nederlands-Indische leger grijpen op tijd in en nemen de schipbreukelingen mee naar hun bivak. Willem Tukker sluit zich bij het leger aan en neemt met zijn bediende Ali deel aan een strafexpeditie tegen de opstandige Alfoerse bergbevolking die zich verzet tegen het Nederlandse gouvernement. Tukker laat het bij deze ene krijgstocht. Hij vertrekt met zijn gerepareerde prauw richting Aroe-eilanden. Op zijn tocht door de Bandazee is er een voortdurende strijd tegen zeerovers, Alfoeren en Papoea's, en redt hij het leven van een gefortuneerde Amerikaan die compagnon wordt van Tukkers handels-onderneming in tripang (zeekomkommer of eetbare zeeslak die wordt gekookt, gedroogd en gerookt).Hierna volgt een kort op zichzelf staand verhaal 'Aan den menscheneters ontsnapt'. Het bevat geen Indische fragmenten en speelt zich af op het eiland Nieuw-Caledonië.

0135 Balen, J. Hendrik van. De page van de sultane; Historisch verhaal van den oorlog met Bantam in 1682; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1891]. IV, 181 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie, deel V-]Vervolgd als: De verborgenheden van Tirtyassa (zie no. 0136). Vindplaats: KITLV cc 72 N

In 1682 ontbrandt de strijd tussen de oorlogszuchtige sultan Ageng van Bantam en zijn oudste zoon, sultan Hadji. De zoon is voor vrede en samenwerking met de Compagnie. Dit is tegen de zin van zijn vader, die alle Hollanders uit Java wil verdrijven. Sultan Hadji roept de hulp in van resident Caeff, die een dappere musketier, Dirks, naar Batavia laat gaan om aan de regering aldaar hulptroepen te vragen. Tegelijkertijd laat ook de sultane, de vrouw van sultan Hadji, haar page Atjong een brief in Batavia bezorgen om steun te vragen voor haar man. De twee ijlboden, de musketier Dirks en de page Atjong, bereiken hun doel. Dirks gaat terug met een oorlogsschip en Atjong loopt met een troepenmacht mee naar Bantam. Onderweg sluit Atjong vriendschap met een Hollandse militaire wondheler, meester Machielszoon. Bezeten van de Indische natuur heeft hij plaatsing aangevraagd bij het veldleger om zo onderweg in de vrije natuur aan zijn trekken te kunnen komen. Als Machielszoon en Atjong te ver van hun konvooi afdwalen, worden ze door een groep vijandige Makassaren gevangen genomen om aan sultan Ageng te worden overgeleverd. Na allerlei gruwelijke en bloedige avonturen komen Atjong en meester Machielszoon in Tirtyassa (Tirtajasa) aan, het buitenverblijf van sultan Ageng. Bantam is inmiddels in handen gevallen van het leger van de Compagnie, waar sultan Hadji nu heer en meester is in het kasteel van Bantam.Zowel de sultane als Atjong zijn blij zich te kunnen wreken op sultan Ageng. Indertijd heeft sultan Ageng de vader van Atjong en zijn familie, die onschuldig waren, laten uitmoorden. Alleen Atjong is in leven gebleven, dankzij de goedheid van een vrouwelijke bediende die Atjong voor haar zoon heeft laten doorgaan,

84 Geannoteerde bibliografie

totdat hij bij de jonge vrouw van sultan Hadji in dienst werd genomen. Zij is de enige die Atjongs achtergrond kent; sultan Ageng weet echter niets af van Atjongs verleden.

0136 Balen, J. Hendrik van. De verborgenheden van Tirtyassa; (vervolg van De page van de sultane); met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1891]. 183 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. VI.] Vervolg van: De page van de sultane (zie no. 0135). Vindplaats: KITLV cc 628 N

Sultan Ageng van Bantam blijft een onbuigzame tegenstander van de Compagnie. Hij wil Java vrijmaken van de vreemde overheersing en schuwt dan ook geen enkel middel dat hem tot dat doel zou kunnen voeren. Hij is uitgeweken naar zijn buitenverblijf Tirtyassa (Tirtajasa), waar zijn tweede zoon, zijn oogappel, prins Poerbaja ernstig ziek ligt. Hij is de hoop van Bantam.Sultan Ageng laat een gevangen genomen Hollandse militaire wondheler, meester Machielszoon, bij zich roepen. Onbevreesd verschijnt Machielszoon voor de sultan; hij heeft de Javaanse jongen Atjong met zich meegenomen. Hij is de page van de sultane van Bantam en is op haar verzoek de hulp van de Compagnie gaan inroepen in Batavia, toen sultan Ageng de stad Bantam in brand liet steken. Atjong is door sultan Ageng ter dood veroordeeld, omdat hij verraad heeft gepleegd aan vorst en volk.Meester Machielszoon kan prins Poerbaja genezen en de sultan vraagt de genees-heer wat hij verlangt nu zijn zoon beter zal worden. Machielszoon wil slechts zijn vrijheid terug en hij pleit er ook voor dat Atjongs leven behouden blijft. Sultan Ageng stemt hierin toe en hij laat Atjong onderbrengen bij een groep Europese zeelieden van verschillende nationaliteit.Onder toezicht van een Arabische slavenopzichter moet er gewerkt worden aan de versterkingen langs de kust van Bantam. Een gevangen genomen Javaan, Wongso, wijst Atjong een geheime onderaardse gang in Tirtyassa, waar sultan Ageng kruit heeft opgeslagen om oorlog te kunnen voeren. Ook ligt er geld en goud dat hij van zijn onderdanen heeft afgeperst.Het Compagniesleger onder kapitein Tack en de Ambonese soldaten onder kapitein Jonker veroveren de versterkingen van Bantam en rukken op naar Tirtyassa. Als sultan Ageng dit hoort, neemt hij Atjong mee om hem buiten Tirtyassa levend te begraven. Daarna vlucht hij met prins Poerbaja naar Lebak. Intussen heeft de Javaan Wongso het kruit in de onderaardse gang van Tirtyassa in brand gestoken. Atjong wordt bijtijds uit zijn levensgevaarlijke toestand bevrijd door een Hollandse matroos. Met de val van Tirtyassa is de tegenstand van sultan Ageng gebroken. Bantam valt in handen van de Compagnie, waar zijn zoon sultan Hadji aanblijft onder dit opper-bestuur.

0137 Doorman, Christine. Appelbloesems; Schetsen voor jongens en meisjes; geïllustreerd door J.A.S.Z.-D.K. Utrecht, Van der Post, [1891]. VI, 127 blz. Bevat het verhaaltje 'Een Indische jongen'. Vindplaats: OBA

Een tienjarige Indische jongen, Theo, neemt afscheid van Indië, van zijn zusje Nonnie en van Sidin, een oudere bediende. Theo komt in Holland in een kosthuis

Geannoteerde bibliografie 85

met drie andere jongens. Aan Sidin schrijft hij over zijn ervaringen en zijn heimwee, gedateerd l maart 1890.

0138 In 's levens opgang; Een boek voor jongelieden onder redactie van G. van Rossem; met medewerking van J.A. Beijerman, J.A. Böhringer, H.G. Hagen e.a. 's-Gravenhage, Couvée, 1891. VIII, 216 blz., afbn. Herdrukken: 3e druk 1907.Bevat poëzie. Bevat de Indische bijdrage 'In het ouderlijk huis; Onder den werien-gien [waringin]' door P. Heering (blz. 68-79). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1425 N; 3e druk KITLV cc 2457 N

Overpeinzingen van Heering over zijn jeugd te Pasoeroean op Java.

0139 Reule Nzn., Ant.S. Door Oost en West; Avontuurlijke verhalen; met 6 gekleurde plaatjes. Almelo, Hilarius, [1891]. IV, 287 blz.Bevat de Indische verhalen 'De dappere verdediging'; 'In het leven terug'. Vindplaats: PB

'De dappere verdediging' speelt zich af op Sumatra waar een Nederlands militair fort door inlanders wordt belegerd, geplunderd en verwoest. Een oud-Indisch officier die hier heeft gevochten is voor zijn dapper gedrag onderscheiden met de Militaire Willemsorde. Het verhaal 'In het leven terug' bevat een Indisch fragment over Sumatra en speelt verder in Brits-Indië.

0140 Balen, J. Hendrik van. Het verraad van den soesoehoenan; Einde van den Bantam-schen opstand; Aan het hof van den soesoehoenan, 1683-1686; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1892]. 181 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. VIL] Vindplaats: KB/KITLV cc 906 N

Na de verovering van Tirtyassa (Tirtajasa) vluchten de oproerige oude sultan Ageng van Bantam en zijn lievelingszoon Poerbaja met een groot aantal volgelingen naar de zuidelijk gelegen bergen. Toch laat hij zich gevangen nemen als een groot deel van zijn aanhang hem in de steek laat. Zijn zoon Poerbaja blijft met de Makassaarse priester Sjeikh Yoessoef en een aantal fanatieke aanhangers zich verzetten tegen de Compagnie. In de wouden van de Preanger heeft prins Poerbaja zich verschanst; hij overvalt en plundert met zijn bende de omliggende kampongs. Wanneer een Hollandse verkenningstroep de prins zoekt, komt ze in contact met een slaaf die uit Batavia is gevlucht, de Baliër Soerapati. De regering kan deze roverhoofdman gebruiken als patrouillecommandant.Met zijn roversbende vormt Soerapati nu een keurige Compagniesbrigade. Hij spoort prins Poerbaja op, maar omdat er ook een Hollandse vaandrig in zijn buurt komt en zij ruzie krijgen over de gevangenneming van Poerbaja, overrompelt Soerapati met zijn troep de Hollandse patrouille en moordt een deel van hen uit. De gewezen slaaf keert terug tot zijn oude beroep: roverhoofdman!Generaal Couper verslaat de bende, maar hij krijgt Soerapati niet in handen. Hij is naar Kartasoera gevlucht waar hij bescherming krijgt van Amangkoerat II, de soesoehoenan van Mataram. Soerapati wordt aangesteld als bevelhebber van een kleine Balische krijgsmacht. Majoor Tack wordt door de regering van Batavia hierop

86 Geannoteerde bibliografie

afgestuurd en vraagt om uitlevering van Soerapati. Voordat Tack in Kartasoera komt, bericht Amangkoerat II hem dat hijzelf ook jacht maakt op de Baliër. Maar Tack wordt misleid. Soerapati is met een paar honderd Baliërs in de kraton en heeft tijdens Tacks afwezigheid de niets vermoedende Hollandse soldaten overvallen en afgemaakt. Als Tack weer met zijn afdeling voor de kraton verschijnt, wacht hem eenzelfde lot. Een overmacht van Baliërs doet een verwoede uitval en richt een verschrikkelijke slachting aan. Onder de doden bevindt zich ook majoor Tack. Dit alles gebeurt zonder ingrijpen van Amangkoerat II om deze moordpartij te beletten. Integendeel, hij speelt dubbel spel. Hij betuigt wel zijn spijt aan de regering van Batavia, maar hij geeft Soerapati intussen de gelegenheid om naar Oost-Java te trekken.

0141 Noordwal, Cornélie. O, die lastige juf!; Een boek voor meisjes van 13-16 jaar, geïllu-streerd door A. Rünckel. 's-Gravenhage, Blankwaardt & Schoonhoven, [1892]. Herdrukken: 4e druk Utrecht, Bruna, [1906]. VIII, 316 blz.; 5e druk idem [1913]. Vindplaats: Ie en 5e druk Brinkman; 4e druk SH

In een moederloos notarisgezin in Den Haag is een strenge en bedilzieke kinder-juffrouw. Tante Gien - een Indische dame - heeft een goede invloed op de sfeer in huis en de kinderjuf krijgt haar ontslag.

0142 Woude, Johanna van der [ps. van S.M.C, van Wermeskerken-Junius]. Mijn vertelsel-boek; Keur van nieuwe, oorspronkelijke vertellingen van de beste auteurs, voor school en huis, bijeengebracht door -. Deventer, Kluwer, [1892]. VIII, 310 blz. Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Mijn vertelselboek; Keur van nieuwe, oorspronkelijke vertellingen van de beste auteurs, bijeengebracht door -; met penteeke-ningen van E.S. Witkamp Jr.; [deel] II. Deventer, Kluwer, [c. 1892]. IV, 224 blz.; 3e druk idem; geïllustreerd door J.A.S.Z.D.K. en E.S. Witkamp Jr. Deventer, Kluwer, [1892]. IV, 354 blz.Bevat twee verhalen van Thérèse Hoven: ' 't Is nu eenmaal een gewoonte' (blz. 47-56) en 'De geschiedenis van een kokosnoot' (blz. 155-161). Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk KITLV cc 1332 N; 3e druk Brinkman

Het eerste verhaal speelt in Nederland en bevat een kort Indisch fragment over een gouvernante die uit Indië is teruggekeerd. Het tweede verhaal speelt in het noord-westen van Sumatra en bevat een paar korte opmerkingen over de Atjeh-oorlog.

0143 Balen, J. Hendrik van. De avonturen van kapitein De Roy; In de binnenlanden vanBomeo, 1691; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Vlieger, [1893]. 176 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie, no. XL] Vervolgd als: Onder de Dayakkers (zie no. 0144). Vindplaats: KITLV cc 993 N/OBLG

De bij de Compagnie in ongenade gevallen officier Jacob Janszoon de Roy zeilt met een handjevol Nederlanders, Chinezen en Javanen op een Hollands scheepje van Batavia richting Malakka. Na een dagenlange storm strandt het gezelschap voor de kust van Borneo op het eiland Karimata. Men houdt zich onder andere in leven met zwaluwnestjes, waarover uitvoerig door de Chinezen wordt verteld. Wanneer men langs de zuidkust van Borneo verder trekt, blijkt het daar te wemelen van zeerovers.

Geannoteerde bibliografie

Bovendien gaat op een onbewaakt moment een deel van de Chinese en Javaanse bemanning er met het scheepje vandoor.Kapitein De Roy met de achtergebleven schepelingen, onder wie een groepje Javaanse vrouwen en kinderen, maken een noodgedwongen tocht vol ontberingen door het oerwoud. Bij de kust aangekomen biedt een kapotte prauw, die wordt opgelapt, uitkomst. Een groepje Dajaks pikt hen onderweg op in hun prauw. Met levensgevaar worden De Roy en zijn gevolg meegenomen in de richting van Bandjer-masin.

0144 Balen, J. Hendrik van. Onder de Dayakkers; Vervolg van de avonturen van kapitein De Roy; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Vlieger, [1893]. 176 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie, no. XII.] Vervolg van: De avonturen van kapitein De Roy; In de binnenlanden van Bomeo, 1691 (zie no. 0143). Vindplaats: KITLV cc 993 N

Als haveloze ballingen komen De Roy en zijn schepelingen op het vaste land van Borneo aan. Aanvankelijk wacht een gunstige ontvangst bij de sultan van Bandjer-masin. Maar de anti-blanke sjahbandar wekt bij de bevolking een vijandige houding op. Alleen de Chinese koopman Pak-ho komt De Roy spontaan te hulp en geeft hem werk als kanonnenmaker.Intussen weet De Roy het vertrouwen te winnen van de sultan van Bandjermasin. Met een uitgeruste vloot trekken ze over de Barito en bezoeken allerlei negorijen waar de voornaamste rijkdommen van het land, goud en peper, zijn te halen. Hierdoor groeit er afgunst en vijandschap bij de hovelingen tegen De Roy. Ze stellen hem voor de keus: 'Mahomedaan' (moslim) worden, of sterven! De Roy's poging om te ontvluchten mislukt. Hij wordt gevangen gehouden en ziet hoe zijn twee trouwe Hollandse metgezellen worden gesneld (vermoord). Met een Engels schip kan De Roy uit deze gevaarlijke omgeving wegkomen naar Malakka. Met de eerste de beste scheepsgelegenheid vertrekt hij naar Atjeh waar het uit Borneo meegebrachte goud hem goed van pas komt.

0145 Stamperius, J[acob]. Abel Tasman; [met platen]. Haarlem, Van Nooten, [1893]. 120 blz., kaart. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd.]Herdrukken: 2e druk. Heusden, Veerman, [c. 1910]. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd; Serie VII, no. 4.] Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk Uitg. cat.

Bevat een Indisch fragment en beschrijft de tocht naar het Zuidland (Australië) die op 14 augustus 1642 op de rede van Batavia begint en op 14 juni 1643 - na tien maanden - is volbracht.

0146 Fabius-Cremer Eindhoven, [M.E.]. Een oom met vijf neven; Een boek voor jongens; met 4 gekleurde platen. Amsterdam, Allert de Lange, [1894]. VIII, 175 blz. Vervolgd als: Jongens lief en leed (zie no. 0156). Bevat poëzie. Vindplaats: UBL

88 Geannoteerde bibliografie

Bevat slechts een kort fragment over 'twee Oost-Indische neefjes, Gijs en Jaap', die bij familie in Nederland worden grootgebracht.

0147 Gram, Johan. Een hoorn van overvloed; Verhalen voor onze jongens en meisjes', met vier platen. Tiel, Campagne, [1894]. IV, 239 blz. Bevat het verhaal 'Aan boord van de "Mars" ' (blz. 148-199). Vindplaats: KITLV cc 2522 N

'Aan boord van de "Mars" ' beschrijft een bootreis van Hongkong naar Batavia. Aan boord bevinden zich een honderdvijftig Chinese dekpassagiers, zogenaamde koelies die door een rijke Chinese koopman worden meegenomen naar zijn plantage op Java. Maar deze passagiers ontpoppen zich later als zeerovers en proberen het schip en zijn bemanning te overmeesteren.

0148 Louwerse, P[ieter]. Krijgsman en koopman; Of, Hoe het eiland Formosa voor de O.-I. Compagnie verloren ging; Geschiedkundig verhaal voor oud en jong Nederland. Leiden, Sijthoff, [1894]. VIII, 188 blz., afbn. Herdrukken: 2e druk [1895]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1108 N (fotokopie); 2e druk Brinkman

Bevat een Indisch fragment.

0149 Otto, Willem. Torn. Doesburg, Van Nooten, [1894]. 123 blz., afbn. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, [Serie VIII; no. 1].] Vindplaats: OBA

Na de dood van zijn verongelukte vader - een leidekker - moet de dorpsjongen Toni de kost verdienen voor zijn moeder. Wanneer ze worden gedwongen te verhuizen, tekent Torn voor koloniaal bij het Nederlands-Indische Leger te Harderwijk. Van het handgeld dat hij ontvangt koopt hij een huisje voor zijn moeder en Torn vertrekt naar de Oost. In Batavia wordt hij al spoedig opgeroepen om zich in te schepen voor Atjeh. Torn wordt gelegerd in de omgeving van Kota-Radja, waar een oude sergeant een stukje geschiedenis vertelt over de Atjeh-oorlog vanaf 1873 tot heden (1877). Bij een gevecht redt Torn het leven van zijn luitenant, maar houdt zelf een stijve knie over. Torn wordt afgekeurd voor de dienst en keert als een invalide naar Nederland terug. De dankbare familie van de geredde luitenant zorgt er voor dat Tom een eigen zaak kan beginnen.

0150 Schaap, J.M. Twee jaar op den Rozenhof; Verhaal voor meisjes. Leiden, Bril], [1894]. VI, 232 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1573 N (fotokopie)

Buiten zijn schuld raakt een Hollandse zakenman in Batavia failliet. Hij moet zijn bezittingen verkopen en werk zoeken in de binnenlanden van Java. Zijn enig dochtertje Ellie kan niet bij hem blijven omdat hij financieel aan de grond zit en bovendien weduwnaar is. Ellie is grootgebracht door baboe Nana en heeft huison-derwijs genoten. Haar vader stuurt haar naar zijn zuster in Nederland. Tante is een

Geannoteerde bibliografie

kille en hardvochtige vrouw die haar nichtje alle vreugde ontneemt. Het enige lichtpuntje voor Ellie is een logeerpartij bij Indische vrienden in Den Haag.

0151 De zevenster, Verhalen van Chrfistine] Doorman, Thérèse Hoven, Truida Kok e.a.; geïllustreerd door J.A.S.Z.D.K. Deventer, Kluwer, [1894]. 116 blz. [Zestig cents-bibliotheek; Lectuur voor Jongens en Meisjes.] Bevat het verhaal 'Betaald gezet' door W. Mets Tzn. (blz. 92-97). Vindplaats: KB

Kort zeemansverhaaltje over een vete tussen twee matrozen aan boord van een koopvaardijschip op weg naar Nederlands-Indië, dat eindigt in de haven van Soerabaja.

0152 Arme Louise. Z. pi. en uitg., [c. 1895]. 59 blz. Uitgave in eigen beheer. Vindplaats: KITLV cc 2367 N (blz. 25-32 ontbreken)

Een Indisch meisje, Louise, woont met haar ouders binnen de kraton (paleis van de vorst van Atjeh door de Nederlandse militairen veroverd, 23 januari 1874) van Kota-Radja in Atjeh. Om wat bij te verdienen maakt haar moeder japonnen voor de officiersvrouwen en houdt haar vader, die sergeant is, de boekhouding bij van een tokohouder. Als haar moeder aan cholera overlijdt en haar vader zijn dagtaak heeft in de kazerne, is Louise vaak de gast van kapitein Van der Belt en zijn vrouw die zelf kinderloos zijn.Wanneer Louise's vader heelhuids is teruggekomen in Kota-Radja van een opstand in Edi, blijkt de rust van korte duur. Op 25 en 26 juli 1889 moeten alle officieren en onderofficieren opnieuw aantreden in Kota-Pahama waar opstandige Atjehers vanuit een bèntèng aanvallen doen op militairen die daar zijn gelegerd. Aan beide zijden vallen veel slachtoffers, onder wie ook de vader van Louise, die met inzet van zijn eigen leven dat van kapitein Van der Belt heeft gered. Met de andere gesneuvelde militairen wordt de vader van Louise in een monument bijgezet. Door een onbeduidend wondje houdt kapitein Van der Belt een stijve arm over, zodat hij voor alle militaire diensten wordt afgekeurd. Hoewel zij op andere plaatsen in Indië prettig heeft gewoond, is zijn vrouw blij Atjeh te kunnen verlaten. Ze heeft steeds in angst geleefd dat haar man onverwacht zou worden opgeroepen om te vechten tegen de Atjehers, het volk dat ondanks zijn vele gebreken en ondeugden toch haar bewondering afdwong om zijn vrijheidszin.Gepensioneerd in de rang van majoor gaat Van der Belt met zijn vrouw en Louise voorgoed naar Nederland. Daar zullen zij hun pleegkind een goede opvoeding geven, zodat ze later 'een fatsoenlijk stuk brood kan verdienen'.

0153 Balen, J. Hendrik van. Het beleg van Kappar; De oorlog met de Makassaren in 1679; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [c. 1895]. 178 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. VIII.] Vervolgd als: Troeno Djojo (zie no. 0154). Vindplaats: KITLV cc 372 N/BMN/UBL

In Kediri is de Madoerese prins en veroveraar, Troeno Djojo, door zijn Makassaarse bondgenoten in de steek gelaten. De Makassaren hebben zich in de Brantas-delta verscholen en zich daar sterk gemaakt. Het duurt bijna een jaar voordat het leger

90 Geannoteerde bibliografie

van de Compagnie hen uit hun schuilhoeken in Kappar (Kakappar) kan verdrijven. In het Compagniesleger zijn het vooral de hulptroepen van Aroe Palakka met zijn Boeginezen en Kapitein Jonker met zijn Ambonezen die zich onderscheiden. Temidden van dit strijdtoneel is een Javaanse jongen, Wira, de held van dit verhaal. In Soerabaja waar hij woonde, heeft hij zijn ouders op wrede wijze zien vermoorden door een troep Makassaren die hem als gevangene hebben meegevoerd. Hij wordt gevonden door een paar Nederlandse soldaten en een militaire geneesheer neemt hem als knechtje. in de goede zin van het woord, aan.Wira wil zich wreken op de aanvoerder van de Makassaren, een Europeaan. Het blijkt een Hollander van goeden huize te zijn met een misdadig verleden. Onder de Engelse naam Browne vecht hij in het leger van de Makassaarse prins Kraeng Galesoeng tegen de Hollanders. Als de Makassaren aan de verliezende hand zijn laat hij hen in de steek en zoekt hij zijn heil bij het leger van prins Troeno Djojo. Er zijn 11 platen in plaats van 12 opgenomen.

0154 Balen, J. Hendrik van. Troeno Djojo; Einde van den opstand van Troeno Djojo; De oorlog met den priestervorst van Giri, 1679-1680; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [c. 1895]. 179 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. IX.] Vervolg van: Het beleg van Kappar (zie no. 0153). Vindplaats: KITLV cc 905 N/UBL

Browne, de Hollander met de Engelse naam, is vanuit Kappar (Kakappar) naar prins Troeno Djojo gevlucht. Hij geeft de prins advies en inspecteert diens bentings Limbangan en Rarato voor de toekomstige aanval van de soldaten van de Compag-nie en het Ambonese leger onder bevel van kapitein Jonker.Commandant Couper doet een geslaagde poging en verovert de versterkingen van Troeno Djojo, die nu in de macht is van zijn vijand, de soesoehoenan van Mataram, Amangkoerat II. Het lijkt er op dat de soesoehoenan van Mataram hem in genade aanneemt. Hij verheft de prins zelfs tot Adipati Malaja. Maar dit staat de hof-houding van de soesoehoenan niet aan. Tijdens een onderhoud trekt de vorst zijn kris en steekt Troeno Djojo dood.Als het leger van de Compagnie de bentings van Troeno Djojo heeft veroverd, vlucht Browne naar de panembahan, een priestervorst, van Giri in Grissee (Gresik). De priestervorst wil geen eer betuigen aan Amangkoerat II, de soesoehoenan van Mataram. Hij pleegt verzet en wordt hierin versterkt door de komst van Browne, die de panembahan en zijn bevolking opzweept tegen de soesoehoenan en het leger van de Compagnie. De priestervorst raakt zwaar gewond. Hij wordt gevangen genomen en op last van de soesoehoenan gedood. Wira, de Javaanse jongeman die dienst doet in het leger van de Compagnie als helper van een militaire geneesheer, brengt met zijn kris Browne dodelijke verwondingen toe. Nu de oorlog is afgelopen en hij de dood van zijn ouders heeft gewroken, verlaat hij het leger van de Compagnie. In Soerabaja krijgt hij een vertrouwensfunctie bij een chef van de Hollandse factorij.

0155 Dijkstra, H. Kom en zie.' Verhalen uit de zending in Oost-Indië. Leiden, Donner, [1895]. IV, 156 blz. Vindplaats: KITLV q 82

De bundel begint met de bootreis naar Indië, waarin de schrijver het opneemt voor de Javaanse bedienden aan boord, die door veel Nederlandse passagiers met

Geannoteerde bibliografie 91

minachting worden bekeken. Maar ook de soldaten, die vermoedelijk naar Atjeh zullen gaan, hebben nogal wat praats.Eenmaal aan wal op Sumatra volgen verhalen over bekende zendelingen die hier hebben gewerkt, zoals J. Dornsaft en L. Nommensen. Daarna steekt de schrijver over naar Java, en geeft een overzicht van bekeringsgeschiedenissen in de Soenda-landen. Hij vertelt hoe plantage-eigenaren hun christelijk werkvolk zeven dagen per week laten werken, zodat ze zondags niet naar de kerk kunnen gaan. Over Midden-Java staan een paar karakteristieke verhaaltjes, zoals over de tijger, een slangebeet en de verering van Ratoe Loro Kidoel, de godin van de zee. Alhoewel de zending tegenwerking ondervindt van de islam, hebben er tal van opmerkelijke bekerings -geschiedenissen onder Chinezen en Javanen plaatsgevonden.De schrijver licht toe dat de adat een hinderpaal is voor de verbreiding van het christendom (het betreft hier vooral de offers die aan de geesten moeten worden gebracht en de plechtigheden die er aan verbonden zijn). Er is voor de Javaan heel wat moed nodig om de adat niet meer te volgen. De Javaan die christen wordt, is een vreemdeling in zijn dorp, een uitgestotene van zijn familie, een man die men mijdt en veracht.

0156 Fabius-Cremer Eindhoven, [M.E.]. Jongens lief en leed; Een boek voor jongens in hetwelk de lezers van 'Een oom met vijf neven' eenige oude bekenden aantreffen', geïllustreerd met 4 gekleurde platen door Jacoba. Amsterdam, Allert de Lange, [1895]. VIII, 154 blz.Vervolg van: Een oom met vijf neven (zie no. 0146). Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1583 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over twee neefjes uit de Oost die bij familie worden grootgebracht. Ze maken kennis met een luitenant van het Indische leger die met verlof is. De luitenant vertelt de jongens hoe hij - vergezeld van zijn trouwe Javaanse bediende Waringo - in Atjeh heeft gevochten. Beiden werden ze onderscheiden met de Militaire Willemsorde: de luitenant met het kruis en Waringo met de medaille.

0157 Hilgers, ThJ.A. Onze helden van Lombok; De oorlog op het eiland Lombok; Voor de jeugd bewerkt door -. Samarang, Van Dorp, 1895. IV, 119 blz., prtn., afbn. en krtn. Herdrukken: Ook verschenen in Amsterdam, Scheltema & Holkema, 1895. Bevat poëzie. Vindplaats: UBL

Beknopte beschrijving van de twee Lombok-expedities van 1894, waarbij aan de kant van het Nederlands-Indische Leger gevoelige verliezen werden geleden. Dit boekje werd dan ook geschreven ter ondersteuning van het 'Lombokfonds' ten behoeve van invalide militairen en weduwen en wezen van de gevallen slachtoffers. In zijn voorwoord schrijft de auteur dat hij voor dit werkje gebruik heeft gemaakt van de berichtgevingen uit de 'Java Bode' en andere nieuwsbladen.

0158 Hoven, Thérèse. Nonnie en andere verhalen. Tiel, Campagne, [1895]. II, 178 blz., afbn.

92 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk. Amsterdam, Campagne, [1895]. VI, 234 blz., afbn.; 3e druk [1902].Bevat 'Nonnie' (blz. 3-75).Vindplaats: Ie druk KITLV cc 403; 2e druk Bibl. Nusantara, Delft; 3e druk Brink-man

Frida Valkers (Nonnie), is een verwend en onhandelbaar tienjarig Indisch kind. Ze is het dochtertje van een strenge Hollandse koffieplanter en een toegeeflijke Indische moeder.Ondanks de lessen van haar gouvernante spreekt Nonnie gebrekkig Nederlands. Haar vader wil dat Nonnie naar Holland gaat om bij zijn familie in Den Haag te worden opgevoed. Na véél tegenstribbelen gaat Nonnie met haar gouvernante te Batavia aan boord van de 'Wilhelmina'. Onderweg overleven ze een schipbreuk en ontsnappen bijtijds aan de gevaren op het eiland Socotra.

0159 Mets Tzn., W. Op den baren; Zeemansvertellingen uit den ouden en nieuwen tijd. Alkmaar, Kluitman, [1895]. IV, 148 blz., afbn.Bevat de verhalen 'Gevaarlijke passagiers' (blz. 1-15), 'Avontuur van kapitein Bligh' (blz. 72-94), 'Flip de Haaiendooder' (blz. 95-110). Vindplaats: KITLV cc 2101 N/UBL

Het eerste verhaal 'Gevaarlijke passagiers' vertelt van de reis van het koopvaardij-schip 'Admiraal Jan Evertsen' dat in 1858 naar Batavia koerst. Aan boord bevindt zich een groep kolonialen - waaronder ook gespuis - uit alle windstreken van Europa. Zij brengen de tijd door met kaartspelen, zingen en vertellen. Tijdens een toneeluitvoering probeert een aantal muiters onder hen bemanning en schip te overmeesteren.Het vierde verhaal 'Avontuur van kapitein Bligh' bevat een Indisch fragment over het verblijf van Bligh met zijn uitgeputte schepelingen op Nederlands-Timor. Daar wordt hij (op 12 juni 1789) in Koepang gastvrij ontvangen door de resident (toenter-tijd opperkoopman en opperhoofd genoemd) Willem Adriaan van Este. Het vijfde verhaal 'Flip de Haaiendooder' bevat eveneens een Indisch fragment over twee lichtmatrozen die tijdens een zwempartij in de haven van Soerabaja door haaien worden aangevallen.

0160 Hilgers, Th.LA. De avonturen van Paul Kreutzer; Een verhaal uit het Indische krijgs-leven. Deventer, Kluwer, [1896]. 162 blz., afbn., kit.Herdrukken: 2e druk [1900]. Op de titelpagina staat vermeld: Met 5 platen en een terreinkaartje. Toegevoegd is een voorbericht, waarin wordt medegedeeld dat hoofdstuk VIII is bewerkt naar 'De veldtocht tegen Edi' uit J.P. Schoemaker's Schetsen uit den Atjeh-oorlog, 1887; Tegelijkertijd verscheen dezelfde uitgave voor Nederlands-Indië in de reeks: Bibliotheek voor de Indische Jeugd; serie C, no. 1. Vindplaats: Ie druk KITLV s 369; 2e druk PB; Gegevens Bibliotheek voor de Indische Jeugd gevonden in Brinkman

Aan lager wal geraakte Berlijnse jongeman van goeden huize geeft zich op bij het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk. Als recruut wordt hij naar Sumatra uitgezon-den. Het soldatenleven bevalt hem wel en hij maakt goede vorderingen met de Nederlandse en Maleise taal. Na verloop van tijd wordt hij gedetacheerd in Atjeh en daar slaagt hij voor zijn korporaalsexamen. In 1889 gaat hij met een bataljon

Geannoteerde bibliografie

Ambonese militairen op expeditie naar Edi, waar een vreselijke slachtpartij plaats -vindt tussen Atjehers en het Nederlands-Indische leger. Paul, de hoofdpersoon, raakt zwaar gewond en wordt overgebracht naar een groot militair hospitaal te Kota Radja. Trouwe ziekentroosters zijn pastoor Verbraak en de Ambonese prediker Patisilana. Wanneer Paul verneemt dat hij blijvend invalide is zorgt pastoor Ver-braak dat hij een geschikte betrekking als fotograaf in Nederland krijgt.

0161 In onze Oost; [uitg. door Gereformeerd Traktaatgenootschap 'Filippus']. Breukelen, Drukkerij De Vecht, 1896. 10 blz., afbn.Bevat poëzie. Bevat de Indische verhaaltjes: 'De Dajakkers'; 'De zendelingen'; 'De moord'. Vindplaats: PB

0162 Andriesse, K. Vóór den grooten mast; Van vier jonge matrozen. Heusden, Veerman, [1897]. 111 blz., afbn. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd; [Serie XI, no. 3].] Bevat poëzie. Bevat drie Indische hoofdstukken: 'Op reis met de Soenda' (X 76-86); 'In de wateren van Atjeh' (XI 86-95) en 'Tamiang' (XII 95-109). Vindplaats: KB/KITLV cc 1747 N (fotokopie)

Na een opleiding aan de Kweekschool voor de Zeevaart in Leiden en de praktijk op een marine-opleidingsschip zien vier Hollandse zeelui elkaar terug op de rede van Oleh-leh (Atjeh). Ze worden allen op verschillende oorlogsschepen geplaatst die de kust van Atjeh moeten blokkeren om de handel van de Atjehers, zoals munitie en wapens, tegen te gaan. Maar ook moet de Nederlandse marine in de rivier de Tamiang een versperring van de Atjehers wegruimen. Bij de verovering van een bèntèng op de Atjehers in Seroewai raakt een van de Hollandse zeelui zwaar gewond en overlijdt in het hospitaal. Zijn vader die in 1866 als constabel (onder-officier bij de marine die als commandant optreedt bij de bediening van het geschut) op de 'Doggersbank' in de wateren van Atjeh heeft gevochten tegen Atjehse slavenhalers, kwam er iets beter vanaf. Hij raakte invalide en ontving een onder -scheiding, het kruis van de Militaire Willemsorde.

0163 Dea Lize [ps.] en Th.J.A. Hilgers. De tooverspiegel en andere verhalen. Deventer, Kluwer, [1897]. 95 blz., afbn. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd; Serie B, no. 1.] Bevat poëzie. Bevat behalve het titelverhaal van Dea Lize twee verhalen van Th.J.A. Hilgers: 'Een krans van melati's' (blz. 30-55) en 'Een lief vriendinnetje' (blz. 56-93). Vindplaats: KITLV cc 1522 N

Drie korte verhalen uit 'tempo doeloe' waar vooral in het eerste discriminatie en standsbesef worden aangeroerd wanneer het Indische meisje Mientje van een rijk Nederlands meisje krijgt te horen dat 'zij zich moet schamen voor haar moeder die maar een Javaansche vrouw is.'De andere twee verhaaltjes spelen in een Nederlands milieu op Java. 'Een krans van melati's' gaat over een sterfgeval van een klein meisje. 'lïen lief vriendinnetje' laat heel treffend het standsverschil uitkomen tussen de dochtertjes van de president van de landraad en het enige dochtertje van een overleden eerste machinist van een suikeronderneming.

94 Geannoteerde bibliografie

0164 Hilgers, ThJ.A. Gewond voor den vijand; Verhalen voor de Indische- en Nederlandsche jeugd. Soerabaia, Van Ingen, 1897. IV, 102 blz., afbn.Bevat de verhalen 'Gewond voor den vijand' (blz. 1-81) en 'Een tijgergeschiedenis' (blz. 82-102). Vindplaats: PN XL 410/KITLV cc 2347 N (fotokopie)

Het titelverhaal is de geschiedenis van het legerpaard Vos dat voor alle militaire diensten is afgekeurd. Van Java is hij met zijn eigenaar, een kapitein, naar Atjeh gegaan om in de omgeving van Kota-Radja te vechten tegen de oorlogszuchtige Atjehers. Zijn baas gaat voor herstel naar de Preanger op Java, maar moet uiteinde-lijk toch naar Holland. Een majoor (en paardenliefhebber) koopt Vos en neemt hem mee naar Lombok, op expeditie tegen de Baliërs. In de strijd valt Vos in handen van de Baliërs die hem bij de zoon van de oude vorst K'toet brengen. Vos krijgt kans om te ontsnappen, verlaat Lombok en ziet in Malang zijn oude meester, de majoor, weer terug. Al spoedig wordt zijn baas opgeroepen om in Atjeh de wapens op te nemen tegen het verraad van Toekoe Oemar. Vos raakt gewond door een kogel in zijn dij en wordt voor een prikje verkocht aan een particulier in Fort de Koek. Zijn meester vertrekt naar Holland met ziekteverlof.'Een tijgergeschiedenis' vertelt van de dappere Javaan Pa-Hir die met zijn vrouw en zoontje op het erf van de koffieonderneming Goenoeng-Krikil woont. Hij verzorgt het rijpaard van zijn heer, de Hollander Westerman, die als een vader voor zijn werkvolk is. Pa-Hir is onbevreesd voor tijgers, maar uiteindelijk moet hij toch het onderspit delven als hij het leven van zijn zoontje Doelah uit de klauwen van een tijger weet te redden. Met toestemming van zijn moeder komt Doelah bij Wester -man in huis, waar die hem lezen, schrijven en vele andere nuttige zaken leert. Op achttienjarige leeftijd komt hij bij Westerman in dienst als mandoer en later hoofdmandoer. Hij krijgt een eigen huisje waar hij de kris van vader als een kostbare poesaka bewaart; de bevolking spreekt tot ver in de omtrek met eerbied en ontzag over dit wapen.

0165 Joop [ps.]. De avonturen van Langstaart; geïllustreerd. Almelo, Hilarius Wz., [1897], IV, 48 blz. Zie ook: Nieuwe vertellingen en prentjes van Joop (no. 0190). Vindplaats: KB

Verhaaltjes over dieren en kinderen in Nederlands-Indië met een moraliserende inslag.

0166 Tuuk, Titia van der. De geschenken van een dwerg; Een sprookje; met vier gekleurde platen. Deventer, Kluwer, [1897]. 51 blz. Vindplaats: PB

Nadine's Javaanse moeder Moesina is bijna altijd ziek. Ze leiden een armoedig bestaan. Als Nadine in het bos hout sprokkelt helpt ze een aardmannetje met een verstuikte enkel.Als dank mag ze kiezen tussen mandjes met geld of een geneeskrachtige toverdrank. Nadine kiest de geldmandjes en krijgt nu een rijk bestaan met haar moeder die ziek blijft. De brouwsels van de kruidenvrouw Perita helpen haar niet en ook het ziekenhuis biedt geen kans op beterschap. Nadine keert terug naar het bos en ruilt de geldmandjes in voor de toverdrank.

Geannoteerde bibliografie 95

De plaatjes in dit sprookje werden ook opgenomen in De tooverspiegel en andere verhalen door Dea Lize [ps.] en ThJ.A. Hilgers (zie no. 0163).

0167 Ahn-de Jongh, L. Goede kameraads. Deventer, Kluwer, [1898]. afbn.Herdrukken: 2e druk met 6 lichtdrukken van C. Koppenol. Deventer, Kluwer, [c.1900]. IV, 113 blz.Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB

Frans, een muzikale Indische jongen is voor zijn HBS-opleiding in Nederland. Het pleeggezin waarbij hij in huis is, dringt er bij zijn vader in Indië op aan dat Frans muzieklessen mag nemen. Wanneer de zaken van zijn vader in Indië achteruit gaan, moet hij zijn vioollessen staken. Een onverwachte muzikale ontmoeting heeft tot gevolg dat hij toch doorzet en violist wordt.

0168 Cremer, A.F. Op expeditie tegen de Dajaks; met platen van J. van Oort. Amsterdam, Van Dantzig, [1898]. 223 blz. Herdrukken: 2e druk [c. 1900]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 40 N; 2e druk PB

Na een schipbreuk komen twee jonge circusartiesten, Max en Jack, op Java terecht. Om in hun levensonderhoud te voorzien melden ze zich als vrijwilligers bij het Nederlands-Indische Leger te Batavia. Max en Jack komen bij de reservetroepen en worden al spoedig naar Borneo gestuurd.Tijdens een gevecht worden ze door Dajaks gevangen genomen en naar hun dorp meegevoerd. Daar wacht hen zeker de marteldood, maar omdat Max het zoontje van het opperhoofd uit de muil van een krokodil redt mogen de soldaten in leven blijven. Door tussenkomst van een rondreizende Chinese koopman wordt een ontsnappingsplan beraamd. Op hun vlucht ontdekken ze ruwe diamanten waarmee Max en Jack zich in Batavia uit de militaire dienst kopen en naar Amerika vertrek -ken.

0169 Dea Lize [ps.]. Gezellige uurtjes bij -; met illustraties van I. Fokker. Deventer, Kluwer, [1898]. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd, Serie B; no. 2.] Vindplaats: Uitgeverscat./Brinkman

0170 Lingen, S[uze] van. Toetie's avonturen en Mariëtta; met 6 gekleurde platen. Almelo, Hilarius, [1898]. II, 89 blz. [Jong Holland Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Herdrukken: Dezelfde uitgave met een andere omslag verscheen in Deventer, Kluwer, [1898]. IV, 89 blz. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd, Serie B; no. 4.]; [2e bewerkte en herziene druk] verscheen onder de titel: Toetie's avonturen en trouwe vriendinnetjes; met 6 gekleurde platen. Deventer, Kluwer, [1899]. IV, 92 blz. [Lectuur voor Jongens en Meisjes.]; [Bewerkte en herziene druk] verscheen onder de titel: Toetie's avonturen; geïllustreerd door Willem Hardenberg. Alkmaar, Kluitman, [1920]. IV, 151 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B -Meisjesboeken; deel 18.]Bevat tevens het Indische verhaal 'Mariëtta', dat eerder verscheen onder de titel 'Trouwe vriendinnetjes'.

96 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk (Hilarius) PB; Ie druk (Kluwer) KITLV cc 1528 N; 2e [bew. en herz. druk] KITLV cc 780 N; [Bew. en herz. druk] PB

In de eerste twee uitgaven van 1898 staan in het verhaal 'Mariëtta' (blz. 43-89) ter verduidelijking voor de jeugd in Nederlands-Indië een paar toegevoegde verklarin-gen. In de tweede druk is het verhaal 'Trouwe vriendinnetjes' (blz. 49-92) een bewerking van 'Mariëtta' waar de Indische fragmenten zijn weggelaten. Over een ondernemend zesjarig meisje gaat het titelverhaaltje uit 'tempo doeloe'. Wanneer Toetie - een Hollands meisje - regelmatig van huis wegloopt of bijna in een put verdrinkt, vinden haar ouders het hoog tijd worden dat ze naar de grote school gaat. Thuis heeft ze van haar moeder al leren lezen en schrijven.

0171 Loenen, Johan van. Drie vrienden; met 4 platen van [H.M. Krabbé]. Utrecht, Den Haan, [1898]. 211 blz. Vindplaats: KITLV cc 2469 N

Het verhaal speelt in het gezin van een Nederlandse marineofficier in Den Helder, die zojuist naar Atjeh is vertrokken. Zijn vrouw is met hun twee zoons en een Indische neef achtergebleven. De neef is enig kind. Zijn Indische moeder is overle-den en zijn vader is bestuursambtenaar in het pas voor de cultuur opengestelde Deli. De vakanties worden doorgebracht op de buitenplaats 'Insulinde' bij Apeldoorn, waar een oom woont, een gepensioneerd overste uit Indië. De Indische neef gaat later studeren in Wageningen en komt op Java in de bosbouw terecht. Bevat verder fragmenten met betrekking tot de Atjeh-oorlog.

0172 Louwerse, P[ieter]. Van dichtbij en verre; Verhalen voor jongens en meisjes; met 4 pltn. Alkmaar, Kluitman, [1898]. VI, 160 blz.Bevat twee verhaaltjes met Indische fragmenten: 'Een verbeuzeld leven' en 'De scheeps-aap'. Vindplaats: UBL

Het eerste verhaaltje gaat over een Nederlandse militair die als koloniaal naar de Oost gaat en na zijn dienstjaren in Nederland terugkeert en door luiheid en drank-zucht in een inrichting (De Ommerschans) terechtkomt.Het tweede verhaaltje betreft een heldhaftige matroos die in Sumatra de bemanning van zijn schip bevrijdt uit handen van Atjehse zeerovers.

0173 Rije, AJ. van, en E.C. Houbolt. Herman 's eerste zeereis; [met illustraties van A. Wything]. Amsterdam, Allert de Lange, [1898]. IV, 166 blz. Vindplaats: KITLV cc 1344 N/SH

Herman van Kniphuijsen uit Hoorn gaat in 1618 met schipper Willem IJsbrandszoon Bontekoe mee naar de Oost. Als een van de weinigen keert hij behouden in Nederland terug.

0174 Verre landen en vreemde volken', Een boek vol vertellingen, verzen en platen voor de jeugd; ingeleid door AJ. Hoogenbirk. Amsterdam, Kirchner (Fernhout), [c. 1898]. 240 blz.

Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1461 N

Een bloemlezing van zendingsverhalen - voor het merendeel uit Nederlands-Indië -met als doel 'zendingsvrienden' in Nederland te verwerven en begrip te kweken voor de gebieden waar zendelingen werkzaam zijn.

0175 Brouwer, P. God zoekt het verlorene; [met 3 gekleurde platen]. Nijkerk, Callenbach, [1899].Herdrukken: 2e druk [1913]; 3e druk geïllustreerd door O. Geerling. Nijkerk, Callenbach, [1924]. 94 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1710 N

Jongeman uit een sociaal zwak milieu heeft geld weggenomen van het bedrijf waar hij werkt om zijn speelschulden terug te kunnen winnen. Hij krijgt op staande voet ontslag en raakt aan lager wal. Ten einde raad tekent hij voor zes jaar als koloniaal naar de Oost. Zijn eerste dienstjaar brengt hij op Java door; daarna vertrekt hij met een legeronderdeel naar Atjeh. Bij het veroveren van een bèntèng raakt hij zwaar gewond en belandt hij in het hospitaal te Kota Radja. Een christelijke officier is met het lot van de jonge gewonde militair begaan. Hij brengt hem tot het geloof van zijn prille jeugd terug. Genezen, maar verder ongeschikt voor de militaire dienst, verlaat hij Atjeh en keert naar Nederland terug.

0176 Coolsma, S. Ismaïl en Moerü; De eerstelingen uit de Soendaneezen. Rotterdam,Bredée, [1899]. 34 blz., afbn. [Lichtstralen op den Akker der Wereld; Ie jrg., no. VI.]Herdrukken: [2e] nieuwe druk; [omslagtekening van W. Hoogenbos]. Rotterdam,Bredée, [1911]. 63 blz., afbn., krt.; 3e druk; [omslagtekening van C. Oudenaarden].Rotterdam, Bredée, [1931]. 64 blz., afbn., krt.Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk KITLV q 450; 3e druk Brinkman

Een waar gebeurd zendingsverhaal uit Tjiandjoer (West-Java).Onder felle tegenwerking van de hen omringende islamitische gemeenschap gaat eenSoendanees echtpaar, Ismail en zijn vrouw Moerti, omstreeks 1867 over tot hetchristelijk geloof. Het is jammer dat de Bijbel nog niet in hun taal, het Soendanees,is gedrukt (in 1877 verscheen Coolsma's vertaling van het Nieuwe Testament in hetSoendanees).Wanneer zendeling Coolsma (die hen heeft begeleid en gedoopt) met zijn gezinwordt overgeplaatst naar Buitenzorg, komen Ismail en Moerti bij hen logeren. Daarworden ze in 1869 op het paleis ontboden door gouverneur-generaal Mijer en zijnvrouw. Het zendingswerk heeft hun intense belangstelling en ze willen graag metdeze eerste twee Soendanese christenen kennismaken.

0177 Ila [ps.]. Lief en leed uit een meisjesleven', [met drie gekleurde platen]. Nijkerk,Callenbach, [1899]. 64 blz.Vindplaats: KITLV cc 1924 N (fotokopie)

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. Een Nederlandse procuratie-houder verliest buiten zijn schuld zijn betrekking. Hij vertrekt met zijn gezin naar Batavia, waar hem een baan op een handelskantoor is aangeboden. Zijn oudste

98 Geannoteerde bibliografie

dochter Louise moet bij familie in Nederland achterblijven voor haar schooloplei-ding. Als haar vader in Indië komt te overlijden, keert haar moeder met het gezin terug naar Nederland. Alle zorgen komen nu op Louise neer totdat ze jaren later met een ingenieur trouwt en met hem naar Indië gaat.

0178 Kok, Truida. Twee zusjes; Een verhaal voor meisjes van 9-12 jaar, geïllustreerd door Wilm Steelink. Amersfoort, Valkhoff & Van den Dries, [1899]. 212 blz. Herdrukken: 2e druk geïllustreerd door Nettie Heyligers. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1906]. 173 blz. [Neerlands Jeugd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; nr. III.]; 4e druk idem, [c. 1930]. IV, 172 blz. Vindplaats: Ie druk SH; 2e druk OBA; 4e druk OBA

Ouders gaan voor zaken naar Indië en hun kinderen komen bij grootmoeder in huis. Bevat een Indisch fragment.

0179 Lingen, Sfuze] van. Polfy's gedenkschriften; De levensgeschiedenis van een poes door -. Bandoeng, De Vries & Fabricius, 1899. VI, 114 blz., ills. Bevat poëzie. Vindplaats: Bibl. Museum Nusantara, Delft

Jong poesje wordt geboren en grootgebracht bij een Hollandse familie te Semarang. Wanneer het gezin met verlof naar Nederland gaat wordt poes naar Salatiga vervoerd en komt door allerlei avonturen terecht in het gezin van een Javaanse kebon. Hier krijgt hij niet zo'n uitgelezen behandeling en fijne kostjes te eten als bij zijn Hollandse familie. Hij vervalt dan ook al gauw tot een lelijke en verwaarloosde 'kampongkat'. Via een omweg komt hij weer bij zijn eerste familie in Semarang terug.

0180 Weruméus Buning, A. Sidin en ik; Een reisje over Java; [met foto-illustraties tussen de tekst]. Amsterdam, Cohen, 1899. 195 blz. Vindplaats: KITLV b 187

Twee jonge matrozen, de Javaan Sidin en een Nederlandse jongeman, deserteren van de Oost-Indiëvaarder 'Suzanna Cornelia' aan Java's noordkust. De Nederlandse matroos verkleedt zich in sarong en baadje en zo vluchten ze het binnenland in, naar de kampong waar Sidins familie woont.Gewaarschuwd door een waronghoudster dat men de deserteurs op het spoor is, moeten ze de kampong snel verlaten. Onderweg redt de Nederlandse matroos het enig dochtertje van een planter van de verdrinkingsdood. De planter zorgt door bemiddeling van een bestuursambtenaar dat de twee matrozen worden 'afgemon-sterd' en ze komen in dienst op zijn suikeronderneming. Vanaf dat moment wordt tussen blank en bruin, hoewel ze de beste vrienden blijven, het 'standsverschil' een feit. De Nederlandse jongeman volgt de planter op als deze voorgoed naar Europa vertrekt en trouwt diens dochter die hij het leven heeft gered. Op een gegeven moment bepeinst hij zijn verhouding tot Sidin: 'Ja, zoo gauw raakt men gewend aan een verheven positie in de maatschappij. Sidin, die naast den voerman of koetsier voorop zat, op het verlengde van den bodemkar, rekende ik dus eigenlijk al niet meer mee. Ik was nu de toewan blanda, de heer, en hij maar een gewone Javaan'.

Geannoteerde bibliografie

Behalve zijn eigen herinneringen heeft de auteur gegevens gebruikt uit tal van artikelen en boeken om zijn verhaal zo levendig mogelijk te houden.

0181 Blekkink, E.J. Kees Huisman; geill. door C. Koppenol. Amsterdam, Becht, [1900]. IV, 228 blz.Herdrukken: 2e druk [c. 1935]. 182 blz. [Voor Rakkers en Bengels.] Bevat Indische fragmenten in het derde deel: 'Naar Indië'. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 486; 2e druk BBJ

Als boekhouder wordt Kees ten onrechte van diefstal beschuldigd. Er wordt geen zaak van gemaakt, maar hij wordt op staande voet ontslagen. Uit wanhoop gaat hij naar het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk en meldt zich bij het Indische Leger. Tijdens een expeditie in Atjeh raakt hij zijn rechterarm kwijt. Terug in Holland wordt hij gerehabiliteerd.

0182 Brouwer, W. Karel van der Heijden; met 12 illustraties. Amsterdam, Veen, [1900]. XI, 140 blz. Vindplaats: KITLV aa 291

Deze biografie legt de nadruk op de militaire loopbaan van de in 1826 te Batavia geboren Indische generaal. In de vorige eeuw nam hij deel aan de belangrijkste expedities, zoals in de jaren 1848-1849 in Bali, in 1850 in Palembang en in 1859 aan de Bandjermassinsche Krijg. Veel later aan de Atjeh-oorlog in 1877. Tijdens de verovering van een bèntèng bij Samalangan (Samalanga) raakt een kogel zijn linkeroog. De onderwerping van Samalanga maakt diepe indruk op alle hoofden in Atjeh en de rust keert terug. In 1878 wordt Van der Heijden tot generaal-majoor en tevens tot gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden benoemd. Voor zijn uitste-kende verdiensten krijgt hij de rang van luitenant-generaal. In 1879 legt hij de eerste steen van de missigit te Kota-Radja die geheel voor rekening van de Nederlandse regering zal worden gebouwd.Zijn eervol ontslag als gouverneur van Atjeh en als militair bevelhebber aldaar wordt hem afgedwongen omdat er in Batavia veel klachten over hem de ronde doen. Deze zijn ongegrond. Van der Heijden vertrekt op 23 mei 1881 naar Nederland, waar hij wordt gerehabiliteerd en benoemd tot Ridder-Grootkruis in de Orde van de Eikenkroon. Op 5 november 1887 wordt Van der Heijden benoemd tot commandant van het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis 'Bronbeek' in Arnhem. Hij vestigt zich daar tot zijn dood in januari 1900. Twee zonen van Van der Heijden treden in zijn voetspoor en dienen ook in het Indische leger. Ze nemen beiden deel aan de Lombok-expeditie van 1894, waarbij de jongste zoon Hubert sneuvelt en Eduard een onderscheiding krijgt.

0183 Brouwer, W. Vriendschap - dankbaarheid; Twee verhalen voor jongens; geïllustreerd door Wilm Steelink. Rotterdam, Wenk & Birkhoff, [1900].Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Vriendschap; geïllustreerd door A. Rünckel. Alkmaar, Kluitman, [1909]. 155 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes. Serie A - Jongensboeken; deel 5.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB

100 Geannoteerde bibliografie

Het verhaal speelt voor het overgrote deel in Nederland en bevat Indische fragmen-ten. Een tabakshandelaar/planter moet voor zijn zaken naar Indië. Omdat zijn vrouw is overleden brengt hij zijn zoon Johan onder bij een hoofd van een lagere school die nog twee jongens in de kost heeft. Hij leidt hen op voor het toelatingsexamen HBS en gymnasium. Uit brieven blijkt dat Johans vader niet uit Indië zal terugkeren. Johan studeert af als jurist en vertrekt naar Indië, waar hij na enige tijd eigenaar wordt van een tabaksplantage.

0184 Dea Lize [ps.]. Indische vertellingen; met [twee] gekleurde platen. Almelo, Hilarius, [1900]. 48 blz. [Dertig Cents-bibliotheek; no. 21.]Bevat drie verhaaltjes: 'Ami' (blz. 1-30); 'Wat de kraaien al zoo vertelden' (blz. 31-42) en 'De sirih-kaja' (blz. 43-48). Vindplaats: PB/KITLV cc 2022 N (fotokopie)

Het eerste verhaaltje speelt in Soerabaja waar vier schoolmeisjes op een gewelddadige manier van hun sieraden worden beroofd door een Madoerees. Ami, de hond van een van de meisjes, komt de dief op het spoor. Hij krijgt tien jaar dwangarbeid. De schrijfster zegt aan het eind van dit avontuur over de hond: 'Zijn haat tegen de inlanders was nu zoo sterk geworden, dat zelfs Clara hem zonder ketting niet meer mee durfde nemen'.Het daaropvolgende verhaaltje bestaat uit twee aparte vertellingen: een sprookje over de melatibloesem en de geschiedenis van de Javaan Pah Darman, die zó gierig is, dat zijn vrouw en kinderen van de honger weglopen.Het derde verhaaltje vertelt over het ontstaan van de naam van een vrucht, de sirih-kaja. Een arme Javaanse jongen, Kassim genaamd, gaat voor zijn moeder blaadjes zoeken van de sirihplant, zodat zij haar sirihpruimpje kan blijven kauwen. Ze heeft namelijk teveel schuld bij de waronghoudster om nog een sirihpruimpje te kunnen vragen. Kassim vindt in het bos een verwelkte plant, waarvan de vruchten later zoveel geld opbrengen dat ze er een rijk bestaan door krijgen. Behalve twee gekleurde platen staat er in het boekje ook nog een aantal onscherpe zwartwit tekeningetjes. De naam van de illustrator is niet vermeld.

0185 Gobius, T. Het Indische nichtje; [verhalen]; geïllustreerd door [L.W.R.] Wenckebach. Amsterdam, Van Dishoeck, [1900]. VI, 162 blz.Herdrukken: 2e druk verscheen als T. de Kruyff-Gobius; geïllustreerd door L.W.R. Wenckebach. Alkmaar, Kluitman, [1909]. 167 blz. [Bibliotheek 'Ons Leesuurtje'.]; 4e druk geïllustreerd door Willem Hardenberg. Alkmaar, Kluitman, [c. 1928]. 160 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes. Serie B - Meisjesboeken; no. 6.]; 5e druk verscheen als T. Gobius; geïllustreerd door Willem Hardenberg. Alkmaar, Kluitman, [1928]. 159 blz. [Bibliotheek 'Ons Genoegen', Serie B, Meisjes-boeken; no. 6.]. Vindplaats: Ie en 2e druk Uitg.cat; 4e druk KITLV cc 342 N; 5e druk BBJ

Alleen het titelverhaal bevat Indische fragmenten (blz. 3-51).Tilly, een verwilderd Indisch meisje met een gevoelig karakter, komt voorgoed uit Indië om bij haar Hollandse familie in Amsterdam te wonen. Haar tante heeft alle begrip voor haar aanpassingsmoeilijkheden, vooral met haar Indisch-zijn op school.

Geannoteerde bibliografie 101

0186 Hilgers, ThJ.A. Op een koffieland; Een verhaal uit Java's binnenlanden; met 4 platen. Deventer, Kluwer, [1900]. IV, 175 blz.Herdrukken: Tegelijkertijd verschenen onder de titel: Vacantie herinneringen uit Java's binnenlanden (zie no. 0188). Vindplaats: KITLV cc 90

Twee Hollandse jongens van een onderwijzersfamilie uit Banjoewangi (Oost-Java) logeren in de schoolvakantie op een koffieonderneming in Djamboe. De planter is een goede vriend van hun vader. Ze zijn samen uit Nederland naar Java getrokken. De planter legt zijn belangstellende logeetjes tot in details uit hoe eerst de woeste gronden werden ontgonnen, hoe de verzorging van de koffietuinen plaatsvindt en hoe de koffievruchten worden verwerkt tot koffiebonen.Met hun gastheer maken de jongens een uitstapje naar de hoogvlakte van Idjen. In de pondok, waar ze overnachten, komen een djaksa, een assistent-wedono en een aantal politie-oppassers hen gezelschap houden. Ze zijn op zoek naar drie ontvluchte Chinese opiumsmokkelaars. De volgende dag maken de jongens met de planter een voettocht naar het blauwgroene kratermeer van Kawa, 7200 voet boven de zeespie-gel. De laatste dag van de vakantie komen de ouders hun jongens ophalen. Onder -weg zien ze drie zwaar geboeide mannen onder politiebegeleiding; het zijn de Chinezen over wie de djaksa heeft verteld.Bevat een legende over de heuveltop de Doodkist, zoals die indertijd door een Javaan aan de koffieplanter werd verteld.

0187 Hilgers, ThJ.A. De schat van den Javaan; met 4 platen. Deventer, Kluwer, [1900]. IV, 163 blz. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd. Serie C, no. 3.] Herdrukken: In Brinkman vermeld onder de titel: De poesaka; Of, Het wonderwapen van de Javaansche familie; met 4 platen. Deventer, Kluwer, [1900]. Vindplaats: KITLV cc 91/Brinkman

Geschiedenis van de Javaan Ardjo-di-Wirijo uit kampong Wangkal in de omgeving van Banjoewangi. Van oudsher bezit zijn familie een prachtige kris waarvan het heft is vervaardigd van fijn been, ingelegd met zuiver goud. Hij is zeer gehecht aan dit wapen en wil dit dan ook voor geen prijs missen. Het is een erfstuk, een 'poesaka', waarmee heel vroeger een tijger is gedood. Zo lang de kris in huis hangt ondervindt zijn gezin en zelfs de gehele kampong geluk en bescherming. Toen nu op een keer Ardjo-di-Wirijo de kostbare kris meenam naar een familiefeest te Glagah brak er tijdens zijn afwezigheid brand in zijn dorp uit.Volkomen geruïneerd keert Wirijo naar kampong Wangkal terug. Zijn eerlijkheid is zo groot dat hij meteen al zijn land in pacht geeft aan Hollandse planters en bij hen in dienst treedt om alle schulden terug te betalen aan de kampongbewoners die hem indertijd hun geld en hun sieraden in bewaring hadden gegeven. Dit alles is nu door het vuur vernietigd. Een rijke Chinees die de grote armoede ziet waarin Wirijo is vervallen, maakt hem de kris op een listige manier afhandig. Door tussenkomst van een assistent-resident ontvangt Wirijo zijn kris terug en daarmee ook zijn voorspoed. De schrijver beoogt met dit verhaal de verschillende denkwijzen te verduidelijken, namelijk de Javaanse opvatting die een beschermende kracht toekent aan de kris, en de Europese die uitgaat van het eerlijke karakter van de persoon in kwestie die door zijn grote hulpvaardigheid de macht bezit om ook anderen gelukkig te maken.

102 Geannoteerde bibliografie

0188 Hilgers, TH.J.A. Vacantie herinneringen uit Java's binnenlanden; met 4 platen.Deventer, Kluwer, [1900]. IV, 175 blz. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd; Serie C,no. 2.]Herdrukken: Tegelijkertijd verschenen onder de titel: Op een koffieland; Een verhaaluit Java's binnenlanden (zie no. 0186).Vindplaats: KITLV cc 1439 N (fotokopie)

0189 Homoet, J.C. De bruine prins en zijne vrienden; Een verhaal uit de eerste jaren derOostindische Compagnie; met 8 platen [van A. Rünckel]. Nijkerk, Callenbach, [1900].212 blz.Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 378 N

Historisch-romantisch verhaal dat op Java speelt tijdens de regering van sultan Agoeng van Mataram en het Nederlandse bewind van Jan Pieterszoon Coen in Batavia.Een adellijke Javaanse jongeman, Boetolowo genaamd, raakt bevriend met een Chinese kunstenaar die is verbonden aan het hof van sultan Agoeng, en met prins Wira, een zoon van de legeraanvoerder van de sultan. Tijdens een toernooi in de kraton heeft Boetolowo zonder dit te weten de sultan beledigd door het dragen van een gele sarong. Hier staat de doodstraf op, maar Boetolowo kan nog ontsnappen. Hij vlucht naar Batavia en wordt opgenomen in het huisgezin van de zendeling-predikant Sebastiaan Dankaerts.Ds. Dankaerts brengt Boetolowo de eerste beginselen bij van de christelijke gods-dienst en zendt hem met zijn dochter Betje naar de school aan de Tijgersgracht. Kinderen van Europeanen, Javanen en Maleiers ontvangen daar naast gewoon onderwijs ook godsdienstlessen.De drie vrienden - Boetolowo, Tsjiqua de Chinees en prins Wira - zijn elkaar even uit het oog verloren, maar ontmoeten elkaar bij het politieke gebeuren van 1629 in Batavia en omgeving. Het Javaanse leger onder bevel van prins Wira's vader - de toemenggoeng Boereksa - valt de stad Batavia binnen om deze te veroveren voor sultan Agoeng. Tijdens deze belegering ondervinden niet alleen Boetolowo, maar ook zijn familie en vrienden bescherming van Ds. Dankaerts.

0190 Joop [ps.]. Nieuwe vertellingen en prentjes van -. Deventer, Kluwer, [c. 1900]. II, 61 blz. Vindplaats: KITLV cc 1362 N

Eerder verschenen onder de titel: De avonturen van Langstaart (zie no. 0165). In deze bundel is toegevoegd het verhaaltje 'Baboe Sina' (blz. 52-61) dat een aandoen-lijk beeld geeft van een vrouwelijke bediende en de aan haar zorg toevertrouwde kinderen.

0191 Kramer, J.G. De kajuitsjongens van Admiraal Heemskerk; [tekeningen van H.M. Krabbé]. Leiden, Sijthoff, [1900]. 214 blz.Herdrukken: Herdrukt onder de titel: Met Heemskerk naar de Oost; met tekeningen van Pol Dom. Amsterdam, De Gulden Ster, [1927]. 232 blz.; 2e druk [1929]. Vindplaats: Ie druk SKCB/KITLV cc 2410 N (fotokopie); 2e druk KB

Geannoteerde bibliografie 103

Geromantiseerd historisch verhaal over Andries van Merkenbach, een ontvoerde zoon van een welgestelde Antwerpse koopman, die in april 1601 als kajuitsjongen op de vloot van Heemskerk naar Indië zeilt. Op 6 februari 1602 valt het anker op de rede van Bantam om een lading goederen in te nemen. Op weg naar de Molukken doen ze Japara aan, waar ze door de vorst worden gevangen gehouden. In ruil voor schietlood wordt een deel van de schepelingen vrijgelaten. Maar in de nacht worden ze door Javanen overvallen. Andries kan met een paar maats ontsnappen om te voet terug te keren naar Bantam. Onderweg, in de residentie Cheribon op de grens van Krawang, houden ze rust. Een oude Javaanse grootmoeder die aan haar kleinkinde -ren een sprookje vertelt over de herkomst van de namen van de bergen in de omtrek, ontfermt zich over de Hollandse zwervers.Voor ze Bantam terugzien overvalt een tijger de oudere matroos Krelis die, voor hij zijn ogen voorgoed sluit, aan Andries bekent hem als klein kind te hebben ontvoerd om later losgeld van zijn vader te eisen. In Bantam liggen nog een paar schepen van de vloot van Heemskerk die naar het vaderland vertrekken. Andries gaat aan boord en in Amsterdam volgt het gelukkig weerzien met zijn ouders.

0192 Lekkere krummels voor kleine hummels; Verhalen en versjes voor jongens en meisjesdoor Thérèse Hoven, Ida Corn, Tfruida] Kok e.a.; verzameld door Thérèse Hoven; met 4 gekleurde platen en 100 houtgravures. Amsterdam, Robbers, 1900. 130 blz. Bevat 'Ons nieuw vriendje' Vindplaats: KB

Bevat een kort verhaal in briefvorm: 'Ons nieuw vriendje', waarin twee Nederlandse kinderen in Batavia vriendschap sluiten met een voornaam Chinees jongetje. De auteur van dit verhaaltje is niet bekend.

0193 Sint-Nicolaas; Geïllustreerde verhalen en versjes voor jongens en meisjes door Thjerèse] Hoven, Chr[istine] Doorman, Truida Kok, Afgatha] Snellen, Th.[J.A.] Hilgers e.a.; met gekleurde platen en illustraties. Zutphen, Van Belkum, [c. 1900]. 377 blz. Bevat Indische verhaaltjes en Indische fragmenten. 'Recht houden. (Een ware geschiedenis)' door Thérèse Hoven; 'Wonderlijke geleipotjes' door Truida Kok; 'Tommy' en 'Onze Baroe' door Nonnie Mary [ps.]; 'Ons nieuw vriendje' [auteur niet vermeld]. Vindplaats: UBL

0194 Trio [ps.]. De ongelukkige tuinjongen. Deventer, Kluwer, [c. 1900]. 27 blz., afbn. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd; Serie A, no. 3.]Bevat ook een gedicht 'De ongelukkige tuinjongen'; op muziek en woorden van G.H. Prinsen Geerligs. Vindplaats: KITLV cc 1714 N (fotokopie)

Mevrouw Verheul zal ter ere van koninginnedag een klappertaart (kokostaart) bakken voor haar kinderen Erna en Frits. Ali, de oude kebon, wordt gevraagd wat klappers (kokosnoten) te halen. Omdat Ali niet meer zo jong is, ziet hij tegen dit karweitje op. Tijdens het plukken valt hij uit de boom en hij breekt zijn been. Ali wil geen dokter laten komen, maar de doekoen. Hij kan Ali echter niet genezen, zodat de familie Verheul toch de dokter er bij haalt.

104 Geannoteerde bibliografie

Maar dan is het te laat: Ali's been wordt geamputeerd. Voortaan moet Ali zich behelpen met een houten been en een kruk om op te steunen. Na dit ongeval blijft Ali bij de familie Verheul in dienst, behoudt zijn loon en wordt door het gezin op handen gedragen.

0195 Hilgers, ThJ.A. Uit zonneland; Land- en volkenkundige schetsen voor de jeugd in sprookjes en vertellingen. Deventer, Kluwer, [1901]. 130 blz., ills. Vindplaats: KITLV cc 495 N (fotokopie)

De schrijver van dit boekje wordt voor zijn werk overgeplaatst van Batavia naar Malang. Tijdens de treinreis vertelt hij zijn gezin over de bijzonderheden van het landschap. Onderweg, tussen Wlingi en Malang, ontstaat er oponthoud. Er heeft een kolossale aardverschuiving plaatsgevonden. Om de tijd te doden vertelt een Malang-se koffïeplanter een sprookje over de heilige waringin, het ontstaan van de stad Malang en de vulkaan de Brorao.Na verloop van een aantal uren kan de reis worden hervat en arriveert men in Malang, de plaats van bestemming. Daar raakt het zoontje van de schrijver bevriend met de oude schoolbediende Amat, die goed Hollands spreekt en schrijft, maar ook prachtig sprookjes kan vertellen, onder andere over de Bromo en de Zandzee. Later brengt het gezin een bezoek aan de koffieonderneming Madoeardjo van de Malang-se koffïeplanter.Samen met hem maken ze een voettocht door het Tenggergebergte. Een kamitoea uit deze omgeving vertelt hen het sprookje van 'De wonderbare genezing van de schoone prinses Dinar'.

0196 Naeff, Top [A. van Rhijn-Naeff]. De tweelingen; met 8 platen naar teekeningen van A. Klinkhamer. Amsterdam, Becht, [1901]. Herdrukken: 4e druk [1906]; 7e druk [1915]. IV, 294 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk Brinkman; 7e druk PB

Het verhaal van Non (Abramine, ook wel 'Bram' voor intimi) die met haar even oude zusje Annie op jonge leeftijd uit Indië naar Nederland is gekomen. Ze wonen in huis bij hun grootvader - een gepensioneerd advocaat - en een zuurzuinige tante. Non is donker van uiterlijk en wordt door grootvader liefkozend 'mijn nikkerkind' genoemd. In tegenstelling tot haar blonde en meegaande zusje Annie is Non een echte rakker. Ze wordt van school gestuurd en moet naar een meisjespensionaat in Brussel om een 'jongedame' te worden. Omdat Non impulsief van aard is komt de directrice van het pensionaat met de stereotype opmerking: 'Alle Indische kinderen zijn driftkopjes'. Wanneer grootvader onverwacht overlijdt moeten de zusjes voortaan in hun eigen levensonderhoud voorzien.

0197 As, G. van. In veilige haven. Nijkerk, Callenbach, [1902]. 111 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 355 N (fotokopie)

Een jonge timmermansknecht met een Verleden' tekent voor zes jaar Atjeh als koloniaal. Zijn leefwijze wordt er echter niet beter op. Wanneer hij zwaar gewond raakt kan zelfs zijn beste vriend hem niet op zijn geloofsweg helpen. Dood gewaand blijkt hij nog in leven te zijn. Berooid en ziek komt hij in Nederland aan.

Geannoteerde bibliografie 105

0198 Boschma, Hilbrandt. Blank en bruin; (met illustraties van A. Rünckel). Rotterdam, Daamen, [1902]. VIII, 213 blz. [Bibliotheek voor Hoofd en Hart.] Herdrukken: 2e druk. 's-Gravenhage, Daamen, [1912]. VIII, 182 blz.; 3e druk. [omslagtekening van J.G.K. en illustraties van A. Rünckel]. 's-Gravenhage, Daamen, [c. 1920]. VII, 180 blz. Bevat woordenlijst. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 380 N; 2e druk OBA; 3e druk PB

Voor zijn opvoeding komt de weesjongen Leo, zoon van een Javaanse moeder en een Nederlandse zendeling, naar Holland. Hij wordt begeleid door Bamboe, een oudere Javaan die hem ook verzorgt. Wanneer Leo en Bamboe in het stadje arriveren waar ze gaan wonen, worden ze door schooljongens uitgemaakt voor: 'menscheneter, heiden, schoorsteenveger'. De zachtmoedige Leo moet vernederingen en gemene pesterijen verduren van zijn verwende Hollandse neef Rudolf. Later, wanneer Rudolf door de Lombok-expeditie van 1894 invalide is geworden verzoent hij zich met Leo die dan zendeling is.

0199 Brug, O. van der. Aan 't strand der Java-Zee. Rotterdam, Bredée, [1902]. 16 blz., prtn. [Korenhalmen; Vertellingen voor de Jeugd; no. 26.] Vindplaats: KITLV cc 2403 N (fotokopie)

In het kort wordt verteld over de komst van de islamitische godsdienstleraar Sjeiq Ibn Maulana die in de 15e eeuw voet aan wal zette in de havenstad Cheribon. Daarna volgt de geschiedenis van het christelijk zendingswerk in dezelfde stad en haar omgeving vanaf 1864 toen de eerste zendeling, A. Dijkstra, daar aankwam. In 1866 was hij zover met het Javaans gevorderd dat hij zijn eerste openbare gods-dienstoefening kon houden. Tot aan zijn dood in 1893 heeft hij onder Chinezen en Javanen gearbeid die vaak veel haat en vijandschap moesten verduren van hun familie.

0200 Hoekendijk, CJ. Een bezoek aan Indramajoe. Rotterdam, Bredée, [1902]. 16 blz., prtn. [Korenhalmen; Vertellingen voor de Jeugd; no. 25.] Vindplaats: KITLV cc 2402 N

Aan de heer Z., een zendingsvriend, vertelt zendeling Hoekendijk over het ontstaan van de eerste christelijke gemeente in Indramajoe (residentie Cheribon, West-Java) waar de Chinees Ang Boeng Swi door het lezen van een Javaanse uitgave van het Nieuwe Testament tot het christelijk geloof komt. In 1858 wordt hij met zijn familie en enkele vrienden gedoopt door de predikant van Cheribon. In 1864 vestigt zendeling DJ. van der Linden zich te Indramajoe. Om gezondheidsredenen wordt hij in 1871 opgevolgd door zendeling J.L. Zegers onder wiens leiding de Lemahabang-kerk wordt gebouwd. Van 1890-1899 is zendeling O. van der Brug (zie Aan 't strand der Java-Zee door O. van der Brug (no. 0199)) in Indramajoe en vinden door zijn werkzaamheid treffende bekeringen plaats. Midden in de buurt van de Chinezen wordt een tweede kerk gebouwd, geschonken door de ouderling Tjan Hiang Eng. Zendeling Hoekendijk komt begin 1900 naar Indramajoe als Van der Brug naar Cheribon wordt overgeplaatst.De zendingsvriend Z. bezoekt met Hoekendijk tijdens een samenkomst het nieuwe, goedgevulde bedehuis, waarbij de voorganger een glimlach bemerkt op het gezicht van zijn gast. 'en dat kon ik hem niet kwalijk nemen, want het zingen is in één

106 Geannoteerde bibliografie

woord slecht. Het gelijkt soms meer op noodkreten van schipbreukelingen dan op een lied ter eere Gods.'

0201 Hoogenbirk, A.J. Op de hoogeschool des levens; Een verhaal. Nijkerk, Callenbach, [1902]. 112 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1863 N

Op zoek naar avontuur stapt Nicolaas Pietersz in juni 1600 aan boord van het koopvaardijschip 'De Zwarte Arend'. Hij vaart mee als carga (cargadoor/ladingmeester) en boekhouder in dienst van de Nieuwe Brabantsche Compagnie met bestemming de handelspost Bantam op Java. Het wordt een rampzalige reis en zodra Nicolaas voet aan wal op Java zet ziet hij kans om weer spoedig naar Nederland terug te keren met de 'Dordrecht'. Hij heeft nauwelijks iets van de Oost gezien. Terug in het vaderland wordt hij aangesteld als opziener en boekhouder op het kantoor van de Oost-Indische Compagnie in Amsterdam.(Naam zwart/wit illustrator niet bekend; slap kaftje in kleurendruk met initialen AR (A. Rünckel?)).

0202 Jaeger, F.A.W. Reinout; [bandtekening en illustraties van Louis Raemaekers]. Groningen, Wolters, 1902. IV, 260 blz. Vindplaats: KITLV cc 2149 N/UBL

Op het deftige internaat 'Heiderust' in Gelderland zijn twee jongens uit Java: de donkere Emil Lansing, zoon van een Indisch landheer, en de blonde Reinout Stadama, zoon van een koopvaardijkapitein. Beiden volgen middelbaar onderwijs en hun vakanties brengen ze door op het internaat omdat ze geen familie in Nederland hebben. Op een van hun tochtjes in de omtrek komen ze in aanraking met de heer Warental, de eigenaar van villa 'Insulinde'. Hij is een rijke Indische suikerplanter uit Oost-Java.De heer Warental heeft Reinouts vader goed gekend toen die nog aan het Konings-plein in Batavia woonde. Reinout kan zich daar niet veel meer van herinneren. Van zijn vader weet hij nauwelijks iets af; zijn moeder overleed toen hij nog heel jong was. Op villa 'Insulinde' ontmoet Reinout de grootgrondbezitter Braun, die onge-woon veel belangstelling voor hem heeft en zelfs zijn studie wil financieren. Met goed resultaat verlaat Reinout op zestienjarige leeftijd het internaat. Hij gaat in Amsterdam in pension en volgt daar de handelsschool. Maar wie zijn financiën beheert, is hem niet duidelijk. Totdat kapitein Reeving - een vriend van zijn vader -onverwacht opduikt. Deze onthult de geheimzinnigheid rond zijn inmiddels overleden vader die indertijd een eigen schip, de 'Hollandia' bezat. Samen voeren zij met een Javaanse bemanning naar de kust van Atjeh. Daar was na de opheffing van de blokkade veel vraag naar Europese goederen. Op de kust van Simajoe laat een sjahbandar kapitein Stadama in de val lopen. Bij controle door de havenpolitie worden oude voorlaadgeweren aan boord gevonden. Een Atjeher heeft zich in het schip laten opsluiten om 's nachts deze wapens binnen te kunnen smokkelen. Kapitein Stadama wordt opgebracht naar het plaatselijke hoofd, Toekoe Amat van Simajoe, een door opiumgebruik ontaarde hadji. Achteraf geen onbekende voor Stadama, die deze Arabische fanatiekeling meemaakte toen hij als zeeofficier diende bij de onderwerping van Simajoe door het Nederlandse gezag. De sjahbandar en Toekoe Amat spelen onder één hoedje om Stadama te ruïneren. Na een hevig

Geannoteerde bibliografie 107

gevecht ontsnapt Stadama. Met Reeving en een handjevol Javaanse matrozen vlucht hij met een sloep de haven uit.Als doodgewaande vluchteling probeert Stadama bemoeienissen met het Nederland-se gouvernement uit de weg te gaan. Op Oost-Celebes gaat hij nu voor rekening van inheemse reders, rijke Arabieren en Makassaren, varen. Stadama wordt weer een gefortuneerd man. Terug in Europa vestigt hij zich onder de naam Braun op Duits grondgebied, in de buurt van villa 'Insulinde', dichtbij Reinout. Op zijn laatste reis vindt hij het zeemanskerkhof.Met deze geschiedenis van kapitein Reeving ontvangt Reinout uit handen van de heer Warental het testament van zijn vader.

0203 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Van de reis mee thuisgebracht; Vertrouwelijk gekeuvel met grootere kinderen. Rotterdam, Masereeuw & Bouten, [1902]. 299 blz. 3 losse deeltjes. Deel 1. [1902]. 87 blz. (no. 8). Bevat ook poëzie en notenschrift. Deel 2. [1902]. blz. 88-192. (no. 9). Met foto's tussen de tekst waarop Nellie's kinderen staan. Deel 3. [1902]. blz. 193-299. (no. 10). Met foto's tussen de tekst waarop Nellie's kinderen staan. [De Volks-kinderbibliotheek van Nelllie; 2e groep, nos. 8, 9 en 10.] Vindplaats: KITLV cc 1681 N

In het eerste deeltje staan een paar opmerkingen over Indië toen Nellie en haar man op Java verbleven.

0204 Osselen-van Delden, [B.E.] van. Twee vrinden. Amsterdam, Allert de Lange, [1902]. Herdrukken: 2e geïllustreerde druk Amsterdam, Allert de Lange, [1914]. 156 blz.. Vervolgd als: Grootmoeder en kleinzoon (zie no. 0223). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB

Bevat een paar korte Indische fragmenten over de Hollandse jongen Arthur die uit Indië is gekomen en voor zijn HBS-opleiding bij zijn grootmoeder in Nederland woont.

0205 Brouwer, P. Uit nood en dood gered; [met twee chromolitho's van A.P.]. Nijkerk, Callenbach, [1903]. 80 blz.Herdrukken: 2e druk [1910; met illustraties van O. Geerling]. 78 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 395 N

De reis van schipper Willem IJsbrandtzoon Bontekoe met het schip 'Nieuw Hoorn' op weg naar Java in opdracht van de Oost-Indische Compagnie. Onderweg vergaat het schip en worden onmenselijke ontberingen geleden. Slechts een handjevol schepelingen bereikt Java.

0206 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Het boschmeisje; met 4 illustraties. Amster-dam, Vivat, [1903]. 159 blz.Herdrukken: 2e druk Amsterdam, Veen/De R.K. Boekcentrale, [1920]. 197 blz. [geen illustraties]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1505 N; 2e druk Brinkman

108 Geannoteerde bibliografie

Bevat Indische fragmenten en speelt grotendeels in Frankrijk, waar een totaal verwilderde jonge vrouw wordt ontdekt in de tuin van een landgoed. Wanneer het meisje door de bewoners van het kasteel tot een niveau van beschaving is gekomen laat men haar in Parijs testen door een wetenschapsman. Het blijkt een Hollandse te zijn, afkomstig uit Menado (Celebes). Het schip waarmee zij met haar ouders van Indië naar Europa reisde is voor de Franse kust vergaan. Vóór zij echter bij haar gefortuneerde grootouders in Amsterdam komt, tracht een neef die tot dan toe de enige erfgenaam was haar uit de weg te ruimen.

0207 Vries, W.P. de. Midan de Dajak; Een oorspronkelijk verhaal uit de binnenlanden van Borneo; met 8 illustraties van L. Groen. Amsterdam, Uitgeversmij Vivat, [1903]. 158 blz.In vertaling verscheen dit boek onder de titel: Hikajat Midan, orang Dajak; Maleise vertaling van F.B. Sanders. Amsterdam/Soerabaia, Graauw, z.j. 176 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 1531 N/BMN; Maleise vertaling KITLV hh 1407

Oud-zeeofficier Van Haaien (oom Henk) vertelt aan zijn neefje Koos de geschiede -nis van de jonge Dajak, Midan, die hij in Pontianak uit handen van valsspelende Maleiers heeft gered. Midan wil graag met Van Haaien mee als bediende. Ze varen met de stoomboot - waarvoor Midan in het begin doodsbang is vanwege de boze geesten - naar de rivier de Sambas. Ze reizen verder naar Montrado waar Midan verbaasd is over het grote aantal Chinezen dat hier werkt aan de ontginning van de goudmijnen.Er tussendoor vertelt oom Henk aan zijn neefje Koos over de Chinezenopstand tegen het Nederlandse gezag (2 juni 1853). Hij weet hoe Chinese kooplieden argeloze Dajaks kunnen uitbuiten door hun bosprodukten op een slimme manier afhandig te maken. Waar Chinezen in de meerderheid zijn proberen ze Dajaks vaak uit te roeien. Ook rondzwervende Maleiers bedriegen en bestelen Dajaks en ze aarzelen niet om graven van voorname Dajaks leeg te plunderen. Midan maakt een oversteek mee naar Batavia. Van hieruit vaart Van Haaien naar Borneo om een kruistocht tegen zeeroof te ondernemen in de Celebeszee. Als het schip in Bandjermasin aanlegt en Midan terug wil naar het binnenland, hoort hij dat dit levensgevaarlijk is. Er zijn hadji's die de kampongs afreizen en ontevreden Maleiers opzetten tegen de Dajaks en de 'Kompenie'. Tegen beter weten in wil Midan naar zijn kampong terugkeren. Hij vraagt Van Haaien om raad. Op zijn oorlogsschip neemt hij Midan mee tot Koetei, waar ze afscheid nemen. In veiligheid kan Midan nu zijn kampong bereiken.

0208 Flier, A. van der. Van Jacatra tot Batavia; Historisch romantisch verhaal; [bandtekening en illustraties van A. Rünckel]. Nijkerk, Callenbach, [1904]. 154 blz. Vindplaats: KITLV cc 1659 N

Om de financiële nood van zijn moeder (die weduwe is) te lenigen, vertrekt de vijftienjarige klerk Jan Willemsz uit Hoorn in 1618 naar de Oost. In Jacatra komt hij onder Jan Pieterszoon Coen te werken die is verwikkeld in de strijd tegen de eerste sultan van Bantam, de Engelsen en de koning van Jacatra, pangeran Wizia Garama. Jan komt in contact met pangeran Mian, een jeugdige pleegzoon van de pangeran van Bantam. Mian blijkt een verwende en despotische jongeling te zijn. Na de vestiging van Batavia op de puinhopen van Jacatra heeft Jan door zijn kordaat optreden de rang van onderkoopman gekregen. Tijdens de belegering van Batavia

Geannoteerde bibliografie 109

door de troepen van de soesoehoenan van Mataram wordt Jan opnieuw geconfron -teerd met Mian als deze in het kasteel van Batavia zijn laatste adem uitblaast. Voortdurend wordt de tegenstelling opgeroepen tussen christendom en islam. Het verhaal eindigt in 1629 met de dood van Jan Pieterszoon Coen en de terugtrekking van het leger van de soesoehoenan van Mataram.

0209 Gerth van Wijk, A.M. De jeugd van Djimin. Batavia, Kolff, 1904. II, 35 blz. Bekroon-de novelle voor de prijsvraag, uitgeschreven door de Groep Nederlandsen Indië van het Algemeen Nederlands Verbond (A.N.V.). Vindplaats: KIT/KITLV cc 1058 N (fotokopie)

De Verheffing van de Inlander' Djimin, zoontje van een huisbediende, dat opgroeit met de jongste zoon van een Nederlandse controleursfamilie op Java. Djimin ontwikkelt zich zó goed dat de controleur meer van hem wil maken dan een gewone huisjongen. Dikwijls laat hij Djimin schrijfwerk verrichten en brieven bezorgen, zodat hij betrokken raakt bij bestuurszaken. Via Djimin verneemt hij dan regelmatig wat er onder de mensen in de dessa leeft. Samen met de familie reist Djimin per boot naar Nederland, echter niet als bediende, maar als passagier. In Nederland is hij onder andere getuige van de kroning van Koningin Wilhelmina. Bij de terugreis naar Indië zegt Djimin vol dankbaarheid tegen de familie dat ze 'van een kleine inlandse jongen een mens hebben gemaakt!'

0210 Hoven, Thérèse. Knap Suusje - blauw vlindertje. Alkmaar, Kluitman, [1904].Herdrukken: 4e druk verscheen onder de titel: Knap Suusje en andere verhalen; [met illustraties van A. Rünckel]. Alkmaar, Kluitman, [1918]. 160 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B. Meisjesboeken; no. 11.] ; 5e druk [1926]. idem. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 1312 N; 5e druk Brinkman

Alleen het titelverhaal 'Knap Suusje' bevat een paar Indische fragmenten. Het verhaaltje speelt in Nederland waar de getrouwde zus van de tweeling Suusje en Truus voor herstel van haar gezondheid uit Indië overkomt.

0211 Hoven, Thérèse. Tante Stanny; met 20 illustratiën naar foto's door Henri A. Fuik. 's-Gravenhage, Fuik, [1904]. IV, 253 blz. Vindplaats: KITLV cc 771 N

Onverwacht wordt het rustige Haagse leventje van een dertigjarige ongehuwde tante verstoord door de komst van vier weesjes. Het zijn de kinderen van haar aan cholera overleden broer en schoonzus die in de binnenlanden van Indië zijn opgegroeid. Ze begrijpt niets van hun aanpassingsproblemen, het verdriet om hun ouders en het heimwee naar het Indische leven. Hadden de kinderen vroeger een (lijf)baboe, nu hebben ze een afstandelijke kinderjuf. Tante denkt dat een goede verzorging meer dan voldoende is.

0212 Kooy-van Zeggelen, M.C. Jong Java's lief en leed; Drie verhalen voor kinderen van 10-15 jaar, met een inl. van Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Rotterdam, Masereeuw & Bouten, [1904]. IV, 106 blz., afbn. [Volks-kinderbibliotheek; no. 32.]

110 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk met oorspr. teekn. van G.B. Hooijer. 1910. VIII, 112 blz.; 3edruk verscheen onder de naam: Marie [C] van Zeggelen. 1921. 99 blz.Bevat de verhalen 'Pa Kromo' (2e druk blz. 1-16; 3e druk blz. 11-23); 'Rama' (2edruk blz. 17-39; 3e druk blz. 24-41); 'Een desajongen' (2e druk blz. 40-112; 3e drukblz. 42-99).Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV cc 617; 3e druk KITLV cc 251 N

Pa Kromo is een bejaarde huisbediende. Hij kan er maar niet toe besluiten met zijn werk te stoppen. Pas wanneer hij voelt dat de arbeid hem te zwaar wordt wil hij graag bij zijn getrouwde zoon gaan inwonen. Maar zover zal het niet komen omdat plotseling een bandjir (overstroming) de gehele rijstoogst van zijn zoon heeft vernietigd. Pa Kromo moet nu wel doorgaan met werken. Hij mag blijven wonen op het erf van de Hollandse familie bij wie hij in dienst is.Rama hoedt iedere dag de geitjes van haar grootmoeder, samen met haar buur-jongen Nassid die koeien weidt voor een rijke Javaan. Eens gaat Rama met groot-moeder mee naar de stad waar ze eigengemaakte koekjes verkoopt aan een rijke Hollandse familie. Het verwende enig dochtertje Louise wil dat Rama bij haar blijft. Nu Rama de weelde heeft gezien bij Louise wil ze graag bij haar in huis wonen. Onder dwang van Louise wordt Rama aangespoord tot het stelen van allerlei lekkers. Wanneer ze op heterdaad wordt betrapt, vlucht ze naar haar grootmoeder. Nassid is blij dat zijn vriendinnetje terug is. Hij had Rama tevoren gewaarschuwd: 'Je zult wel zien dat je niet bij blanke mensen hoort'.'Een desajongen'. Ming, een kleine Javaanse kippen- en koekjesverkoper, is een leergierige jongen. Hij onderneemt van alles om maar te leren lezen en schrijven. Zijn oudere zusje Jem die werkt in het huis van de Javaanse regent probeert hem te helpen, zó zelfs dat haar baantje op het spel komt te staan.

0213 Noordwal, Cornélie. Nina Donker, [met tekeningen van Meta Cohen Gosschalk]. Utrecht, Bruna, [1904]. 303 blz. Herdrukken: 3e druk [1917]. idem. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1442 N

Bevat fragmenten over twee Indische jongetjes, weesjes, van wie de vader als kapitein in Atjeh is gesneuveld, en die in Nederland zijn geadopteerd.

0214 Sterkenburg, O.G. Insulinde en de zending; Een leesboek voor huls en school. Rotter-dam, Bredée, 1904. VIII, 168 blz., prtn., afbn. en krtn.Herdrukken: 2e herziene druk Rotterdam, Bredée, [1908]. VIII, 185 blz., prtn., afbn. en krtn. Vindplaats: Ie druk UBL; 2e druk BZO

Korte schetsen over zendelingen en hun arbeid op de zendingsvelden in Nederlands-Indië en Suriname, 1596-1902.

0215 Tervooren, Lina. Sprookjes uit Indië; geïllustreerd door Agnieta Gijswijt. Alkmaar, Kluitman, [1904]. 118 blz. Herdrukken: 2e druk [1904]. Bevat een vertaling van de Maleise woorden. Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk KITLV cc 78 N+

Geannoteerde bibliografie 111

Een achttal korte vertellingen waarin de Javaanse invloed overheerst en de dieren-wereld een schakel is tussen Europeanen of Javanen.Aan het verhaal 'De Pontianak' is hier een andere betekenis gegeven dan de gebruikelijke. Het betreft geen vrouwelijk spook dat als 't donker wordt op zoek gaat om onschuldige kinderen te roven, maar de ziel van een gestorven moeder die in de gedaante van een vogel naar de aarde terugkeert om haar kind te kunnen zien. 'Bij de dwarsneuzen' vertelt hoe rijst het hoofdvoedsel van de Javaan is geworden.

0216 Tuuk, Titia van der. Met verlof in 't vaderland; [met illustraties van Leo Gestel]. Amsterdam, Vennootschap 'letteren en Kunst', [1904]. 239 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1424 N

Hollandse houtvester komt uit Indië met verlof bij zijn zuster in Gelderland. Hij brengt haar gezin in contact met twee Nederlandse kinderen - broer en zus - uit Java. Ze zijn naar Nederland gekomen omdat hun moeder ziek is en hun vader te veel in beslag wordt genomen door zijn suikeronderneming. Zie ook: Lydia van der Mark. Het logeetje uit Indië (no. 0613)

0217 Hermanna [ps. van A.H. Schlüter]. De zusjes van de Berkenhoeve; geïllustreerd door A. Rünckel. Alkmaar, Kluitman, [1905]. 191 blz. [In de vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B - Meisjesboekjes. Deel 1.]Herdrukken: 2e druk [c. 1908]. 207 blz.; 3e druk [1918]. 176 blz.; 5e druk [1926]. 194 blz.Vindplaats: Ie druk BBJ; 2e druk KITLV cc 2157 N; 3e druk Brinkman; 5e druk Brinkman

Het verhaal speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over twee Hollandse schoolmeisjes, van wie de ouders in Indië verblijven. Ze logeren bij hun oma, die in een dorp in een bosrijke omgeving woont. Eén van hun poppen heet Sidin, de Indische bediende, waarmee ze buiten spelen. Tijdens hun spel horen ze ineens fjuitmuziek, waarop ze een dansje maken. De muzikant is een straatarme Joodse jongen die in een plaggenhut woont. Hij rammelt van de honger en benijdt pop Sidin die koek krijgt voorgezet: ' 'k Wou, dat ik die bruine was. Hij heeft geen honger en krijgt toch wat!'Als hun ouders langer in Indië blijven dan is afgesproken, gaan de zusjes in pension in de stad om daar hun schoolopleiding voort te zetten.

0218 Jehu, Felicie. Nel, de ontembare. Almelo, Hilarius, [1905]. afbn.Herdrukken: 3e druk met bandontwerp van J. Gabriëlse en illustraties van A. Rünckel. Utrecht, Bruna, [c. 1920]. 216 blz.; 4e druk geïllustreerd door Netty Heyligers. Alkmaar, Kluitman, [1925]. 189 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1346 N; 4e druk Brinkman

Speelt in Nederland waar de zestienjarige onhandelbare Nel zich heeft misdragen tegenover haar gouvernante. Ze wordt naar een pension voor jongedames in Amsterdam gestuurd. Daar kan haar gedrag niet meer worden beïnvloed door Toet,

112 Geannoteerde bibliografie

haar Indische vriendin. Toet is een grote baas en door en door verwend door de toegeeflijkheid van haar moeder.

0219 Keiler, Ida. Ismaël's eerste zendingsreis. Nijkerk, Callenbach, [1905]. 157 blz.Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel -.Ismaëls eerste zendingsreis; Verhaalvoor de jeugd; [met vier platen van W. Hoogenbos]. Nijkerk, Callenbach, [1913]. 158blz.Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1751 N; 2e druk KB

Bevat een paar Indische fragmenten over Ismaël en Benjamin, twee zoontjes van een zendelingsechtpaar uit Batavia die met de 'Elviera' uit Tandjong Priok naar Neder-land vertrekken voor hun opvoeding. Later keert Ismaël als zendeling terug naar Java.

0220 Marie [ps.]. Bijna gestrand; Een verhaal; [omslag en illustraties van A. Rünckel]. Nijkerk, Callenbach, [1905]. 48 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: PB

Bevat Indische fragmenten over de jongeman Albert die door omgang met een slechte kameraad van huis wegloopt. Hij tekent voor soldaat bij het Indische leger. Aan boord ontmoet hij een degelijke christelijke soldaat die hem tot zelfs in Indië op het rechte pad probeert te houden. Albert krijgt later een eervolle vermelding voor zijn krijgsverrichtingen in Atjeh. Aan een van deze gevechten houdt hij een stijf been over en is hij ongeschikt voor de militaire dienst. Als de Verloren zoon' keert Albert naar Nederland terug.

0221 Melati van Java [ps. van N.M.C Sloot]. Orchidee. Utrecht, Bruna, [1905]. 285 blz., afbn.Herdrukken: 2e druk idem; [met illustraties van A. Rünckel, 1905]. 285 blz.; 3e druk. Amsterdam, De R.K. Boek-Centrale, 1915. IV, 185 blz. Vindplaats: Ie druk KHA; 2e druk KITLV cc 801 N; 3e druk KITLV cc 426 N

Speelt in Utrecht en bevat Indische fragmenten over een bestuursambtenaar uit de Molukken die voor zijn gezondheid en voor de studie van zijn enige dochter Orchidee naar Holland is gekomen. Ook een oude Javaanse baboe die erg aan Orchidee is gehecht, woont bij hen. Vader en dochter gaan zó in hun studie op dat ze niet alleen zichzelf, maar ook de baboe verwaarlozen die longontsteking krijgt en overlijdt. Hun vroegere leefwijze op het eenzame eiland Makau (bij Banda) heeft vader en dochter vervreemd van de maatschappij. Een levendige student in de medicijnen doorbreekt hun tobberig bestaan.

0222 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Van blond en bruin; Kinder-levensbeeldjes bijeengebracht door -. Amsterdam, Cohen, [1905]. 323 blz. Bevat het Indische verhaal: 'Hoe geluksvogeltjes kweelen; Uit het Dagboek van Mama N'. Vindplaats: OBA

Geannoteerde bibliografie 113

0223 Osselen-van Delden, [B.E.] van. Grootmoeder en kleinzoon; (Vervolg van 'Twee vrinden'); met plaatjes. Amsterdam, Allert de Lange, [1905]. Herdrukken: 2e druk idem, [1919]. 176 blz. Vervolg van: Twee vrinden (zie no. 0204). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk PB

Arthur komt uit Indië en woont al twee jaar bij zijn grootmoeder in huis voor zijn schoolopleiding. Om gezondheidsredenen komen zijn ouders met zijn zusjes en kleine broer onverwacht naar Nederland en brengen ook Sipa, een Soendanese baboe, mee. Sipa is een niet alledaagse verschijning in het dorp. Op een wandeling met het jongste broertje in haar slendang heeft ze veel bekijks. Sipa weet dat de dorpsjongens haar nalopen en lachen, maar daar is ze best tegen opgewassen. Een vriend van Arthur maakt dan de opmerking: 'Neen, ze zijn hier zoo kwaad niet, in de stad zijn ze heel anders'.

0224 Penning, L. Onder de vlag van Jan Pz. Coen; met een honderdtal illustraties naar penteekeningen van J.H. Isings Jr. Rotterdam, Daamen, 1905. VI, 327 blz. Herdrukken: 2e druk 1917. Vindplaats: Ie druk KITLV i 539; 2e druk Brinkman

Een romantisch historisch verhaal rond de persoon van Jan Pieterszoon Coen en twee van zijn Hoornse jeugdvrienden, de opperkoopman Reinier Trouw en de schoolmeester Izaak Wolders. Alle drie gaan ze naar Java, Coen en Trouw voor de VOC naar Bantam; Wolders naar de Compagniesschool te Batavia, waar hij kinderen van Javanen en Mardijkers les geeft in lezen, schrijven, rekenen en hen de eerste beginselen bijbrengt van de christelijke godsdienst.Coen en Trouw worden het slachtoffer van list en intriges door de eveneens uit Hoorn afkomstige opperkoopman van de VOC, de half-Portugees Pedro Ewouts. Hij staat in nauw contact met prins Boereksa, de aanvoerder van het leger van sultan Agoeng van Mataram. De sultan wil Batavia veroveren en de Hollanders uit Java verdrijven. In dit leger bevindt zich een pupil van Izaak Wolders, de Javaanse jongeman Prawira. Onder de banier van de islam trekt hij ten strijde tegen de Hollanders en sneuvelt.

0225 Schmidt auf Altenstadt, A. von. Jack's gedenkschriften; met illustraties van J.B. Midderigh-Bokhorst. Haarlem, Loosjes, 1905. VIII, 144 blz. Vindplaats: KITLV cc 1511 N

Belevenissen van een hondje dat uit Amsterdam een zeereis maakt naar Batavia. Het moet wennen aan het tropische land en aan zijn tehuis bij een gegoede Hollandse familie. Na terugkeer in Nederland is Jack een 'Indische' hond geworden. Hij heeft het land aan de beperkte leefruimte en aan de deuren in het bijzonder.

0226 Korff, A.B. Een vacantie-reisje van een Hoüandschen jongen naar Java; Een oorspron-kelijk jongensboek; [met foto-illustraties en tekeningen van A. Rünckel en Joh[an] Braakensiek]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1906]. IV, 256 blz. Herdrukken: [2e druk] verscheen onder de titel: Een Hoüandsche jongen naar Java; [met] illustraties van W[am] Heskes. Dordrecht, Pieters, [c. 1928]. 157 blz.; [3e druk] verscheen onder de titel :Een vacantiereisje naar Java; [met illustraties van W.

114 Geannoteerde bibliografie

Heskes], Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1930]. 178 blz. [Tip-Top Serie; no. 7.].Vindplaats: Ie druk Bibl. Museum Nusantara, Delft; 2e druk KITLV k 257; 3e druk KITLV cc 295 N

De eerste druk verschilt van de latere drukken. In de derde druk is een tekening van W. Heskes opgenomen die niet in de tweede druk voorkomt, namelijk een op de Javaanse overvallers schietende Piet, de Hollandse jongen, die met zijn vader op een suikeronderneming logeert.Piet, een vijftienjarige HBS'er, gaat met zijn vader uit Nederland op zakenreis door Java. Ze bezoeken allerlei cultuurondernemingen. In de omgeving van Djokjakarta maken ze een kètjoepartij mee bij een suikerfabrikant. Het hoogtepunt van hun reis is het bezoek aan de regent van Blitar en zijn vrouw.

0227 Savornin Lohman, Anna de. In den opgang; Boek voor jonge meisjes; geïllustreerd door Willy Sluiter. Alkmaar, Kluitman, [1906]. IV, 219 blz. Vindplaats: KITLV cc 1975 N

Speelt in Den Haag en bevat een paar fragmenten over tante Poppie (Adèle) - een Indische dame - getrouwd met een Hollandse zeeofficier. Tante loopt thuis altijd in sarong en kabaai rond en ze heeft een hekel aan 'die echt-Hollandsche zuinigheden'.

0228 Wehl, Nannie van [ps. van SJ.A. Lugten-Reys]. De tante van het duinveld; met teekeningen van C. Rovers. Amsterdam, Veen, [1906]. IV, 211 blz. Herdrukken: [Herdruk]. Dordrecht, Morks, [1910]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1547 N; [Herdruk] Brinkman

Speelt op de grens van Den Haag en Scheveningen. Bevat Indische fragmenten over een familie die uit Java is gerepatrieerd, scholieren uit Indië die voor hun opvoeding in Nederland wonen en de hoofdpersoon die met een pas afgestudeerde ingenieur trouwt en met hem naar Indië vertrekt.

0229 Bassecour Caan, [H.B.] de la. Samoea en Ronto; [met illustraties van O. Geerling]. Nijkerk, Callenbach, [1907]. 54 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV q 742

Beschrijft het dagelijks leven van de Toradjabevolking tussen 1887 en 1907, waar toen nog regelmatig koppen werden gesneld.In 1892 arriveren de zendeling Albert C. Kruyt en zijn vrouw. Hij probeert hun taal, het Barée, te leren. De bevolking beschouwt Kruyt als een spion van de 'Kompanie'. Men probeert Kruyt en zijn vrouw door goena-goena ziek te maken. Als dit niet het gewenste resultaat heeft, wil men hem laten vermoorden. Maar ook deze poging mislukt. Naderhand komt het zendelingsechtpaar Adriani-Gunning over om een school in Posso op te zetten. In 1906 komt er een militaire expeditie in de Posso-streek om de Toradja's en andere stammen te bevrijden van de heerschappij van de vorst van Loewoe, die ook de Hollanders wil verjagen. Het rijk van deze vorst wordt aan de Nederlands-Indische regering onderworpen.

Geannoteerde bibliografie 115

Het verhaal bevat gegevens over het dodengebruik bij de Toradjakoppensnellers, het ceremonieel bij de rijstoogst, een aantal raadsels en een muizenfabel.

0230 [Borst, L.]. Aan de leden van het Rotterdamsch Kinder-Zendingsgenootschap. Rotter-dam, Van Sijn, [1907]. 16 blz., prt. Vindplaats: BZO

Brief van zendeling L. Borst uit Weltevreden (Batavia) aan de kinderen van boven-genoemd zendingsgenootschap. Reisverslag van Rotterdam met de boot 'Kawi' en zijn aankomst in Batavia.

0231 Elizabeth [E. Kuipers-van der Koogh]. Twee vriendinnen; met illustraties van Jan Sluyters. Amersfoort, Valkhoff, [1907]. 132 blz. Vindplaats: KITLV bb 193 (In: Katalogus van leesboeken. Batavia, 1913)

Jet wordt door haar ouders uit Indië naar een Hollandse kostschool gestuurd. Zesluit vriendschap met een gehandicapt meisje.Volgens een recensie doen de illustraties van Jan Sluyters de tekst geen eer aan.

0232 Junius, S.H. Twee Hoüandsche jongens op reis. Rotterdam, Boogaerdt Jr., 1907. VIII, 195 blz., afbn., kit. Vindplaats: KITLV cc 2088 N

Bevat Indische fragmenten over de Keeling- of Cocoseilanden waar de twee Hol-landse zeelui na geleden schipbreuk belanden en geholpen worden door de jonge mevrouw Ross, die getrouwd is met de kleinzoon van de bekende J.G. Qunies Ross, gouverneur van dit eilandenrijkje. Op Java maken zij kennis met een Hollandse theeplanter die hen gastvrij onthaalt. De jongelui komen in aanraking met kina-planters met wie ze een uitstapje maken in de omgeving van Lembang en de vulkaan Tangkoeban Prahoe beklimmen.

0233 Slooten, Augusta van. Lucie van Hees; geïllustreerd door Jan Sluyters. Amsterdam, Becht, [1907]. VIII, 341 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1298 N

Bevat een Indisch fragment over een weduwnaar die voor drie jaar naar Indië gaat en zijn twee dochtertjes in Holland moet achterlaten.

0234 Been, Joh. H. Uit ons heldentijdperk; geïllustreerd met oorspronkelijke historiepren-ten onder toezicht van G. van Rijn. Amsterdam, Van Looy, 1908. XII, 285 blz. Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Van Neêrlands helden; geïllustreerd met oorspronkelijke historieprenten. Amsterdam, Uitgeversmij 'Groot Nederland', [1929]. IV, 192 blz. [Jongensboeken van 'Groot Nederland'.]. Bevat vier hoofdstukken met betrekking tot Nederlands-Indië: 'De noordelijke doorvaart'; 'De weg naar Indië'; 'Een waagstuk'; 'Nog eens Indië'.

116 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk KB/OBA; 2e druk KB

'De noordelijke doorvaart'. De mislukte poging om een andere zeeroute via deNoordpool naar Indië te vinden door Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck,1596-1597.'De weg naar Indië'. De reis van Jacob van Heemskerck naar Java in 1598 en destrijd aldaar tegen de Portugezen en de Bantammere.'Een waagstuk'. De oorlog die Jan Pieterszoon Coen voert tegen de Engelsen en deJavanen in 1619. De stichting van Batavia.'Nog eens Indië'. Sultan Ageng (Agoeng), de soesoehoenan van Mataram, belegertin 1628 en 1629 Batavia. Coen leidt de verdediging, maar sterft onverwachts in denacht van 20 op 21 september 1629.

0235 Deun, J. van. Twee vrienden; De levensgeschiedenis van een karrepaard en een kam-ponghond; geïllustreerd naar photo's en penteekeningen van de schrijfster. Weltevre-den, Visser, 1908. 88 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Lotgevallen van Bruin, een te vroeg afgejakkerd paard, eigendom van een Javaanse koetsier uit Soerabaja. 's Avonds heeft Bruin gezelschap van een uitgemergelde zwerfhond. Ze vertellen elkaar hun levensverhaal waarin volwassenen vaak wreed en ongevoelig zijn, kinderen daarentegen niet. Vooral de hond treft het goed wanneer hij door een blind Hollands meisje regelmatig wordt gevoerd. Ze mag hem houden als verjaarsgeschenk en hij krijgt de Javaanse naam Klito, hetgeen 'trouw' betekent. Klito blijft zijn vriend Bruin 's avonds opzoeken totdat deze van ellende bezwijkt.

0236 Kooy-van Zeggelen, M.C. Feestavonden; Drie verhalen voor kinderen van 8 tot 10 jaar. Inleidend woord [van] Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Rotterdam, Mase-reeuw & Bouten, [1908]. IV, 96 blz. [Volks-Kinderbibliotheek; no. 66.] Herdrukken: Herdruk verscheen onder Marie C. van Zeggelen. Feestavonden. Amsterdam, Uitgeversmij 'Groot Nederland', [c. 1930].Bevat twee Indische verhaaltjes: 'Sint Niklaasavond (Een Indische geschiedenis)' (blz. 3-22) en 'Kerstmis' (blz. 23-54). Vindplaats: KITLV cc 1612 N; herdruk PB

Het eerste verhaal vertelt over een afgelegen garnizoensplaats (vermoedelijk op Celebes) waar het Nederlands officierszoontje Frans met zijn moeder Javaanse en Soendanese kazemekindertjes op Sinterklaasavond een verrassing bezorgt. De tweede vertelling speelt zowel in Indië als in Nederland. Om beurten vertellen de maan en de zon aan de schrijfster hoe een Hollandse schooljongen uit Indië in Nederland voor het eerst een Kerstavond bij zijn familie meemaakt, maar ook hoe zijn ouders, broer en zusjes in Indië dit feest gewoonlijk vieren. De maan zegt tegen de schrijfster: 'Och, menschenkind, als ik in Indië schijn, dan kan ik bijna huis aan huis zoo'n waterlandertje ontdekken om een lief zoontje of dochtertje dat ver weg is. Als we al die tranen van Vaders en Moeders bij elkaar konden doen zou er misschien al een heele rivier zijn!'

Geannoteerde bibliografie 117

0237 Kooy-van Zeggelen, M. G De gouden kris; Een verhaal uit de nieuw veroverde streken van Zuid-Celebes; Voor kinderen van 12 jaar en daarboven; met een inleidend woord van Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]; met teekeningen van de schrijfster en foto-illustraties. Rotterdam, Masereeuw & Bouten, [1908]. 315 blz. [Volks-kinderbi-bliotheek; no. 68-71.]Herdrukken: 2e druk met een inleidend woord van C. van Vollenhoven; met 9 platen [van M.C Kooy-van Zeggelen en J.G. Sinia]. Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1919]. XII, 212 blz.; 3e druk verscheen onder de naam Marie [C.] van Zeggelen, [1928]; Herdruk met platen van E.J. Veenendaal. Amsterdam, Uitgeversmij 'Groot Nederland', [c. 1930]. 211 blz.Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1500 N/BMN; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV e 155; herdruk PB

Het jongetje La Ballo wordt opgevoed door zijn oom Aroe Lipa, stammend uit een oud vorstelijk Boeginees geslacht. Aroe Lipa, een rechtschapen en geliefd man, heeft zich onderworpen aan het Nederlands bestuur waardoor zijn macht nu beperkt is tot de functie van districtshoofd. Hij is de halfbroer van La Ballo's vader, Deng Pabéle, een bergrover die zich niet aan de blanda's wil onderwerpen. Na een zware twee -strijd belooft Aroe Lipa de roversbende, onder wie zich ook Deng Pabéle bevindt, uit te leveren. Zijn gouden kris laat hij als onderpand achter bij de Nederlandse gezaghebber. Wanneer La Ballo de kris probeert te bemachtigen wordt hij door La Tjoebo, een listige oproerkraaier, ontvoerd. La Tjoebo zet zijn bergvolk aan tot een roekeloos verzet, waardoor het Nederlandse leger wordt gedwongen tot het onderne-men van een strafexpeditie. Er vallen slachtoffers onder de opstandelingen. Deng Pabéle vlucht, maar vindt zijn dood in de 'Kuil van Satan', een ravijn. Zijn zoontje La Ballo wordt gered en de gouden kris teruggevonden.

0238 Kramer, J.G. Met Roggeveen de wereld om; Historisch verhaal uit de 18e eeuw;geïllustreerd door Tjeerd Bottema; met een kaart van Roggeveens reis. Bussum, VanDishoeck, 1908. VIII, 259 blz.Herdrukken: 2e druk. Alkmaar, Kluitman, [c. 1925].Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2529 N; 2e druk KB/OBA

In zijn voorbericht vermeldt de auteur dat hij onder andere gebruik heeft gemaakt van Roggeveens 'Dagverhaal' (1721-1722) dat in 1838 door het Zeeuwsch Genoot-schap der Wetenschappen werd uitgegeven. Het boek bevat drie Indische hoofdstuk-ken: 'Roggeveen had gelijk'; 'Over hardvochtigheid en koffie' en 'Batavia in de achttiende eeuw'.

0239 Schrijver, G. [ps. van G.J. van As]. De jongens van de club; met 'n zestal plaatjes naar teekeningen van Jan Visser. 's-Gravenhage, Daamen, [1908]. 260 blz. Vindplaats: KITLV cc 2100 N

Speelt in Nederland en bevat fragmenten over de vijftienjarige schooljongen Henk, die tot zijn zesde jaar in Indië heeft gewoond. Zijn vader, die vroeger in Holland timmerman was, is nu zendeling op Java. Zijn moeder is in Indië overleden. Henk woont bij familie in Amsterdam en wil ook zendeling worden.Zijn vriend Pim die het boek Blank en Bruin van Hilbrandt Boschma (zie no. 0198) heeft gelezen, raakt zo onder de indruk van Henks verhalen over het zendeling zijn in Indië, dat hij ook naar de Zendingsschool wil gaan. Voor beide vrienden loopt het

118 Geannoteerde bibliografie

anders af. Henk wordt zó ziek dat hij overlijdt en huiselijke omstandigheden dwingen Pim om zijn liefste wens op te geven.

Stamperius, J. Neêrland weer vrij, 1908. Zie no. 0524

0240 Bassecour Caan, H.B. de la. Lasso, een verhaal uit de zendingsgeschiedenis. Doetin-chem, Drukkerij Misset, [1909]. 46 blz., afbn., pit. Vindplaats: BZO

Bewoners van het eiland Banggai (Celebes) worden door zeerovers overvallen, weggevoerd en vermoord. Jongetje dat alleen is overgebleven wordt als pleegzoon opgenomen in het gezin van een zendeling op Ternate. Later wordt hij verpleger in het Diaconessenhuis in Batavia. Dit is een waar gebeurd verhaal. Zie ook: M.C. Kooy-van Zeggelen. Het zeerooversjongetje (no. 0333)

0241 Betsy [ps. van B. de Heer]. Het Oostersche nichtje; Een paaschverhaal. Nijkerk, Callenbach, [1909]. 47 blz., afbn.Herdrukken: 3e opnieuw bewerkte druk; met illustraties van O. Geerling. Nijkerk, Callenbach, [1922]. 47 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2105 N

Nanny wordt na de dood van haar Indische moeder door haar Hollandse vader naar zijn familie in Nederland gestuurd. In het begin is er geen land met haar te bezeilen. Nanny is zowel door haar moeder als door haar baboe bedorven. Wanneer ze terloops een bijgelovig praatje opvangt van dienstbode Jaantje over een blanke huid, maakt ze een geheim plannetje. Als dit mislukt brengt dominee Velthof met een psalmtekst Nanny tot betere gedachten.

0242 Brouwer, C. Mijn oom Torn. [Neerbosch], Neerbosch' Boekhandel, [1909]. 39 blz., afb.Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1964 N

Bevat een Indisch fragment. Omstreeks 1854 vaart een jonge matroos uit Hellevoet-sluis op een geladen driemaster naar Batavia en vervolgens naar de Wijnkoopsbaai (Zuid-Java) om koffie te laden. Op een tochtje te paard in het binnenland zorgt een troep wilde varkens voor een angstig avontuur.

0243 Heijden, J. van der. Indisch prentenboek. Amsterdam, De Bussy, [1909]. 14 blz. Deel 1. Bedienden en beroepen. [Verdere delen niet verschenen.]. Vindplaats: KITLV Prentenverzameling 3/240 (incompleet; 2 afbn. ontbreken)

Gekleurde prenten met een onderschrift in het Maleis en in het Nederlands.

0244 Slooten, Augusta van. 't Pension van tante Saar, geïllustreerd door Jan Sluyters. Amsterdam, Becht, [1909]. VI, 321 blz.

Geannoteerde bibliografie 119

Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 1637 N/OBA

Speelt in Nederland en bevat fragmenten over het Indische meisje Lili van den Berg. Ze is in pension omdat haar ouders - die in Indië wonen - haar een lastig en moeilijk opvoedbaar kind vinden. Lili wordt nogal eens uitgescholden om haar bruine huid en ze krijgt daardoor een ingewortelde hekel aan haar eigen donker gezichtje. Vooral wanneer een troep straatjongens haar sarren met: 'Nikker, zwart monster, roetmop, Chinees, bruine boon' en 'Nikker met je bruine knikker!' Dan is de maat vol en gooit ze in haar grote woede een steen door een winkelruit.

0245 Wehl, Nannie van [ps. van S.J.A. Lugten-Reys]. Vooruitgestuurd; met teekeningen van G. van Doorn. Amsterdam, Veen, [1909]. IV, 175 blz. Vindplaats: KITLV cc 741 N

Hartje winter komt de Indische Frida ['nonnie'] met haar oude lijfbaboe Amina in Holland aan. Voor haar schoolopleiding gaat Frida bij grootmoeder wonen aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag. Frida is opgegroeid op een koffie-onderne-ming bij Bandoeng. Haar moeder is overleden en haar vader en jongere zusje zijn achtergebleven. In de gezellige sfeer van familie en vrienden wordt Frida direct opgenomen en heeft ze nauwelijks heimwee naar Indië. Door haar familie- en kennissenkring wordt Frida om haar mooie stem gevraagd niet alleen Europese liedjes te zingen, maar vooral 'het Maleise lied, de Stamboel'. Ze doet dat op een voortreffelijke manier.Wanneer de zelfmoord (zelfverdrinking) van een zeebaboe ter sprake komt die door haar mevrouw niet alleen tekort is gedaan in salaris, maar die bovendien kou en honger heeft geleden gaat Frida op haar kordate manier naar die vrouw toe en gaat daar driftig tekeer. Het tweede huwelijk van haar vader maakt haar woedend en opstandig. Een telegram uit Indië met het doodsbericht van haar jongere zusje brengt Frida tot inkeer en ze is bereid haar tweede moeder en haar stiefzusje te accepteren.

0246 Buul, T. van. Kardi en andere verhalen. Bussum, Van Dishoeck, [c. 1910]. 176 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1607 N

Bloemlezing waarin twee korte Indische verhalen 'Vendutie' (blz. 138-143) en 'Kardi'(blz. 165-167) zijn opgenomen, afkomstig uit Heilig Indië van J.B. Ruzius welk boekin 1905 bij bovengenoemde uitgeverij verscheen.Beide verhaaltjes spelen op Java. Het eerste beschrijft de veiling van een inboedelvan een vertrokken controleur en het tweede de toewijding van een Javaansebediende.

0247 Hasselt, F.J.F. van. Petrus Kafiar, de Biaksche evangelist. [Utrecht], Utrechtsche Zendings-Vereeniging, [c. 1910]. 62 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BZO/KITLV q 3851 N (fotokopie)

120 Geannoteerde bibliografie

De schrijver, zendeling te Kwawi in Nieuw-Guinea, begint met de korte geschiedenis over de ontdekking in 1616 van het Schouteneiland, nu Biak genaamd, dat door de Nederlanders Schouten en Le Maire is ontdekt. Daarna volgt een beschrijving van de natuur en van de bewoners van het dorp Maudorri, waarvan omstreeks 1880 Singhadji Oerembo het hoofd is. Wanneer hij in 1885 overlijdt, overvallen mannen uit Koredo onverwacht het dorp omdat ze weten dat de bewoners er op uit zijn om voorbereidingen te treffen voor het dodenmaal. Na de inval blijkt dat Nosseni, de zoon van Singhadji, is geroofd om als slaaf verkocht te worden. Als koopwaar gaat hij van hand tot hand, totdat hij bij een ambeer (vreemdeling) uit Ternate komt. Het is een christen-timmerman die nog een paar vrijgekochte pleegkinderen in zijn huis heeft opgenomen.Nosseni wordt in 1887 gedoopt door zendeling J.L. van Hasselt (de vader van de schrijver) en krijgt de naam Petrus. Het is in 1894 dat de schrijver van dit verhaal Petrus ontmoet in Depok (Java), waar hij wordt opgeleid tot zendelinghelper om later in zijn geboortedorp Maudorri het evangelie te verbreiden. Zie ook: J.L.D. van der Roest. Van slaaf tot evangelist; 'Petrus Kafiar' (no. 0272).

0248 Ljoen, Julie van. De onafscheidelijken; Een verhaal voor bakvisschen. Amsterdam, Uitgeversmij 'Vivat', 1910. VIII, 230 blz. Vindplaats: KITLV cc 2361 N

De hechte band tussen twee HBS-meisjes in Den Haag: de Indische Non van Lanen en haar Hollandse vriendin. Behalve een korte beschrijving van Nons uiterlijk wordt er verder niet gesproken over haar Indische achtergrond.

0249 Mets Tz[n]., W. De goochelaar, met illustraties van Jan Rinke. Buitenpost, Kalis, [c. 1910]. 214 blz. Vindplaats: KITLV cc 1664 N

De jonge Hollandse bootsman en goochelaar Piet ontmoet op zijn zeereis naar Indië een Engelsman die is geïnteresseerd in zijn goochelkunst. In Java gaan ze van boord en reizen samen langs de belangrijkste stadjes: Piet als goochelaar, de Engelsman als zijn impresario. Aan het einde van de toernee blijkt dat de Engelsman Piet heeft bestolen en met de noorderzon is vertrokken. Ten einde raad monstert Piet aan op een Duits schip met bestemming Cooktown in Australië. Onderweg loopt het schip op een rif te pletter. Met een sloep bereikt Piet de kust van Nieuw-Guinea, waar Papoea's het op zijn leven hebben voorzien. Dank zij zijn goochelkunst weet hij zijn leven veilig te stellen. Nu hij gedwongen is hier te blijven leert hij de Papoea's netten te boeten, fuiken in kreken te plaatsen en meer praktische zaken waardoor hij in hun achting stijgt. De hoofdman wil zelfs zijn dochter aan Piet uithuwelijken. Voor het echter zo ver komt is Piet hen ontsnapt op een Engels oorlogsschip dat de kuststreek van Nieuw-Guinea in kaart brengt. Piet komt in Cooktown terecht en hij gaat in het binnenland van Australië zijn geluk beproeven op de goudvelden. De zeer primitieve omstandigheden, het grote drankmisbruik en de weinige goudkorrels doen Piet besluiten voorgoed naar zijn vaderland terug te keren.

0250 Mets Tz[n]., W. De pleegkinderen. Amsterdam, Cohen, [c. 1910]. IV, 180 blz., afb. Vindplaats: PB; Niet in Brinkman

Geannoteerde bibliografie 121

Bevat Indische fragmenten. Bootsman Jaap Kraling wordt na de dood van zijn scheepsmaat Hein Baarhof voogd over diens dochter en zoon. Zijn pleegzoon komt als scheepsjongen bij hem aan boord; zijn pleegdochter gaat naar de kweekschool. Wanneer zij is geslaagd dwingen omstandigheden haar om een betrekking buitens-lands te zoeken. Ze wordt gouvernante van twee Hollandse meisjes op een afgelegen plantage op Java. Het toeval wil dat ze in Batavia haar doodgewaande pleegvader en haar broer terugziet.

0251 Vletter, A.C.C de. De roode molen; met platen van Nelly Spoor. Meppel, Ten Brink, [1910]. IV, 172 blz. [Juliana Bibliotheek; no. IV.] Herdrukken: 2e druk [1920]. Vindplaats: Ie druk SH; 2e druk KB

Loerie, een Indische jongen, woont in Nederland voor zijn schoolopleiding. Hij is bij een leraar in huis en zit op het gymnasium. Loerie is driftig van aard en daagt iedereen uit om met hem te vechten. Ook Pim van de dokter. Ze blijken even sterk te zijn en sluiten vriendschap. Loerie wordt opgenomen in de vriendenkring van Pim. Een oude vervallen molen bezorgt hen een paar opwindende maanden.

0252 Wehl, Nannie van [ps. van S.J.A. Lugten-Reys]. Do en Lo Verster, met platen van Louis Raemaekers. Meppel, Ten Brink, [1910]. IV, 179 blz. Herdrukken: 2e druk [1919]. [Juliana Bibliotheek; no. III.]; 3e druk [c. 1922]. 182 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1392 N

Hoewel de twee hoofdpersonen Nederlandse kinderen zijn, bevat het verhaal voor het merendeel Indische fragmenten.In de Delistraat in Den Haag houdt juffrouw Bergsma haar pension voor 'eenzame kinderen', veelal scholieren van wie de ouders in Indië wonen en werken. Juffrouw Bergsma staat uitstekend bekend bij de Indische families die hun kinderen zelf kwamen brengen of ze vooruit stuurden. Nu wonen de Indische meisjes Stientje en Loesje bij haar, van wie de moeder naar Indië teruggaat. Ze weet de bedroefde kinderen te troosten. Op een dag arriveert het Indische meisje Non die al negen pensions heeft 'afgewerkt'! Maar ook bij juffrouw Bergsma heeft ze het in de kortste keren verbruid. Non dwingt door haar onmogelijk gedrag af dat ze terug kan naar Indië; een baboe komt haar ophalen. Daarna komen Elly en Toetie, twee Hollands uitziende zusjes, van Ambon waar ze een vreselijke aardbeving (1898) hebben meegemaakt. Over vijf jaar zal hun vader, die officier-machinist is bij de gouverne-mentsmarine, voorgoed naar Nederland terugkeren. Op de Haagse voorjaarskermis ontmoeten de meisjes twee reisgenootjes van de boot: de Javaanse prinsjes Raden Mas Sasra Kartana en Raden Mas Hoessein (Djajadiningrat) die bij een statige kolonelsweduwe in pension zijn.

0253 Alkema, B. Kiekjes uit de Soendalanden; Geschreven voor kinderen. ['s-Gravenhage], Nederlandsche Zendingsvereeniging, 1911. 231 blz., afbn.Herdrukken: 2e verbeterde en aangevulde druk [1914]; 3e druk Rotterdam. [1917]. Vindplaats: Ie druk UBL; 2e druk KITLV b 321

122 Geannoteerde bibliografie

Een oud-zendeling vertelt over het Soendanese landschap, de rijstbouw en het dagelijks leven van de inheemse bevolking, en over de islam als de godsdienst waarmee de zending wordt geconfronteerd.

0254 Bassecour Caan, H.B. de la. Kamo en Rano; Met een inleidend woord door Jan Ligthart. 's-Gravenhage, Bootsma, [1911]. VIII, 84 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 129

Twee Javaanse vriendjes krijgen een verschillende godsdienstige opvoeding. Rano komt na het overlijden van zijn moeder bij een christelijke oom te Modjowarno in huis. Karno gaat naar zijn grootvader Kjai Abdoerahman te Sidoardjo en wordt onderricht in de Koran. Zijn grootvader staat onder invloed van een zogenaamde mahdi (profeet), genaamd Kassan Moekmin.Deze is fel gekant tegen de Nederlandse regering. Hij organiseert een opstand die door de resident en zijn hulptroepen wordt neergeslagen. Er vallen slachtoffers, onder wie Karno's grootvader. Als Karno weer thuis is bij zijn vader valt de beslis-sing dat hij in dezelfde christendessa naar school zal gaan als zijn vriendje Rano.

0255 Hoogenbirk, AJ. Uit verlies winst; Een verhaal; [omslag en illustraties van O. Geerling]. Nijkerk, Callenbach, [1911]. 109 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Bevat een kort Indisch fragment en speelt omstreeks 1782. De Hollandse weesjongen en scheepsmaat Jan Velders is op de thuisreis aan boord van de Oostindiëvaarder 'Amsterdams Welvaren' die door een Engels schip wordt overvallen voor de Spaanse kust.

0256 Jehu, Felicie. Wies Ongeluk; geïllustreerd door Nelly Spoor. Alkmaar, Kluitman, [1911].Herdrukken: 3e druk [1925]. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.]; 4e druk geïllustreerd door Henri Pieck. Alkmaar, Kluit-man, [1928]. 192 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.]; 5e druk geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1934]. idem.Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 1761 N; 5e druk Brinkman

Speelt in Nederland. Bevat een paar korte fragmenten over een zeeofficier die voor drie jaar zijn gezin verlaat om in Indië dienst te doen.

0257 Louise v.d. E. [ps.]. Philip's loopbaan; [omslagtekening en illustraties van J.G. Gerstenhauer]. Rotterdam, Bredée, [1911]. 72 blz. Op de omslag staat de schrijfster vermeld onder het pseudoniem Louisa. Vindplaats: KITLV cc 1871 N

Bevat Indische fragmenten over de jonge Hollandse scheepsmonteur Philip die voor drie jaar naar Java gaat. Aan boord sluit Philip vriendschap met een zendeling en

Geannoteerde bibliografie 123

zijn gezin van wie de drie oudste jongens in een Zendingshuis in Nederland zijn achtergebleven voor hun opvoeding. Bij deze familie is hij later regelmatig een welkome gast tijdens zijn vrije dagen. Wanneer de postbode een brief uit Indië aan Philips vader overhandigt merkt hij op: 'Ze zeggen, dat 't in Indië, voor de jongelui een gevaarlijk land is, en dat zij aan zooveel verzoekingen blootstaan. Maar onze Philip zal zich een Christen toonen, dat geloof ik zeker.' Over Java en zijn bewoners wordt als zodanig niets verteld. Het gaat hier duidelijk om de christelijke boodschap.

0258 Bassecour Caan, [H.B.] de la, en Aletta Hoog. Kijkjes in een ver land; [omslag en illustraties van J.G. Gerstenhauer]. Nijkerk, Callenbach, 1912. 79 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 137

Dit verhaal beschrijft de komst van de zending naar het kustplaatsje Lobbo op éénvan de Talaudeilanden, ten noordoosten van Celebes (boven Menado). Voor die tijdwordt het eiland nog overvallen door koppensnellers uit Siauw en zetten Chinese ofandere handelaars, die de bevolking bedriegen of afpersen, voet aan wal. Debevolking wordt overgehaald tot het drinken van arak en aangezet tot dobbelen. Zokomen de Lobboërs in de schuld te staan en worden ze als slaven aan een radjaverkocht.Wanneer op een van de omliggende eilanden een pokkenepidemie uitbreekt, wordteen geestenprauwtje, voorzien van tabak en etenswaren, met de ziektegeest, aan dezee geofferd. Het dobbert richting Lobbo, maar door het getij wordt het weggedre-ven. Toch wordt Lobbo door de pokken geteisterd. Velen sterven.De nieuwe denti volgt zijn aan pokken overleden voorganger op. Hij is door de radjaaangesteld, maar het heeft hem wel een centje gekost. Dit heeft hij verdiend bij detoewan pendita waar hij nootmuskaatvruchten hielp plukken. Aan de zendeling heefthij toen ook beloofd geen druppel sagoweer meer te drinken. Zo heeft hij lerensparen.Hij heeft bovendien gemerkt dat de kinderen naar school gaan en de volwassenendoor toedoen van de zendeling nu goed kunnen rekenen en Maleis spreken.Voortaan zullen ze niet meer door Chinese of andere handelaars worden afgezet ofmisbruikt. Ze hebben geen angst meer voor de geesten en ze zijn ook niet bang voorde dood.Veertig jaar later zijn er ook christenen op Lobbo. De zoon van de denti kijkt metdankbaarheid terug op de veranderingen ten goede in zijn huis en in zijn dorp.

0259 Bauer, C[lémence] M.H. Een Indisch troepje; met bandteek, en 10 platen van Rie Cramer. Gouda, Van Goor, [1912]. V, 182 blz. Herdrukken: 2e druk 1918. 190 blz.; 3e druk 1920. 190 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk OBA; 2e druk KITLV cc 500 N; 3e druk PBL

Verloftijd van een Hollandse ingenieur, zijn Indische vrouw, hun vier kinderen en de baboe in Den Haag. Ze wonen dichtbij grootmoeder en haar kleindochtertje Aukje. Als het gezin naar Soerabaja teruggaat, blijft Etty, het oudste meisje, achter voor haar schoolopleiding. Ze komt bij oma in huis en zo krijgt Aukje gezelschap.

124 Geannoteerde bibliografie

0260 Bauer, Clémence M.H. Een nieuwe wereld in; Verhalen voor kinderen van 6-12 jaar, met bandteekening en 10 platen van B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, Van Goor, [1912]. 159 blz. [Voor 't kleine volkje.] Herdrukken: 2e druk [1917]. Bevat het verhaal: 'Van Pim en Peter' (blz. 59-84). Vindplaats: Ie druk OBLG; 2e druk Brinkman

In het verhaal: 'Van Pim en Peter' komen Indische fragmenten voor.

0261 Ovink-Soer, E. [Marie C.E.]. De Canneheuveltjes; Een verhaal uit het Indisch kinderle-ven; met platen van Rie Cramer. Gouda, Van Goor, [1912]. VIII, 177 blz. Herdrukken: Ook verschenen onder: Mevrouw Ovink-Soer. De Canneheuveltjes; Een verhaal uit het Indisch kinderleven; met plaatjes van Rie Cramer. 's-Gravenhage, Dickhoff, 1913. 177 blz. (In deze uitgave ontbreekt de inhoudsopgave); 2e druk. Gouda, Van Goor, [1917]; 4e druk. Idem [1927]. 160 blz. en verscheen in een genummerde reeks onder de titel: [Canneheuveltjes-serie; no. 1.]; 5e druk. Idem [1932].Vervolgd als: De Canneheuveltjes in Holland (zie no. 0283). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 253 N; [Herdruk 1913, PB]; 2e druk Brinkman; 4e druk BBJ; 5e druk KITLV cc 252 N

Een moederloos Hollands gezin in Soerabaja heeft verschillende kinderjuffrouwen gehad totdat de goedhartige Nonna Duijk, oftewel Tante Letje - een Indische juffrouw - de kinderen komt verzorgen. Baboe Tidjem neemt de kleinere kinderen vaak mee naar de kampong, waar haar moeder, Bok Sidin, hen op allerlei lekkers trakteert. Vooral de wandeling door de kampong vinden de kleintjes knus en gezellig. Met Wongso, de huisbediende en met Wiro, de koetsier hebben de kinde-ren ook een goede verstandhouding. Wanneer de vader, een zakenman, voor zijn werk naar Nederland moet en met zijn tweede vrouw naar Indië terugkeert, wordt het evenwicht in het gezin hersteld. Als uit dit huwelijk een tweeling is geboren en later één van hen overlijdt, wordt de band met de nieuwe moeder inniger. Het klimaat van Oost-Java blijkt niet zo gezond te zijn voor de oudste kinderen en ook de moeder verliest haar krachten. Een vakantie in de bergen bij Sinkir doet hen goed. Tenslotte nemen de ouders een weloverwogen beslissing: voor het klimaat en voor de studie van de kinderen zullen ze voorgoed in Nederland gaan wonen.

0262 Schrijver, G. [ps. van G.J. van As]. Toen moeder weg was...; Een verhaal voor jongens en meisjes. 's-Gravenhage, Daamen, [1912]. [2e druk [c. 1914]. 301 blz., afbn.] Vervolgd als: In 't Geuze-huis (zie no. 0301). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk OBA

Speelt in Den Haag in een Hollands gezin en bevat Indische fragmenten. De vader, een ingenieur, wordt naar een onontgonnen gebied op Java uitgezonden voor de aanleg van een spoorweglijn. Dit betekent dat hij vier of vijf jaar van huis is. Plotseling krijgt het gezin bericht uit Djember dat vader een ernstig ongeluk is overkomen. De kinderen komen bij grootvader in huis en moeder vertrekt naar Indië. Wanneer ze samen voor zijn herstel naar Nederland terugreizen, overlijdt hij aan boord van de 'Soenda'.

Geannoteerde bibliografie 125

0263 Schuil, J[ouke] B[roer]. De Katjangs; geïllustreerd door O. Geerling. Amsterdam, Becht, [1912]. IV, 355 blz.Herdrukken: 10e druk geïllustreerd door A. van Bommel. [1962]. 234 blz.; lle druk [1967]; 14e druk geïllustreerd door Reindert de Jong. [1981]. 234 blz.; 15e opnieuw bewerkte druk door Suzanne Braam; [omslagontwerp Jan Wesseling]. Haarlem, Gottmer, [1987]. 223 blz.Vervolgd als: Hoe de Katjangs op de kostschool van Builde kwamen (zie no. 0494). Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk Brinkman; 10e druk BBJ/KITLV cc 325 N; lle druk BBJ; 14e druk Brinkman; 15e druk KITLV cc 1653 N

Torn en Thijs Reedijk, twee Hollandse jongens, opgegroeid in Pontianak (Borneo) waar hun vader assistent-resident is, worden door hun ouders naar Batavia gebracht. Hier nemen ze hartroerend afscheid van elkaar omdat de jongens voor hun HBS-opleiding naar Nederland vertrekken. Ze reizen onder de hoede van een luitenant en komen in Nederland bij twee oude tantes in huis. De eerste schooldag worden ze uitgemaakt voor 'katjang' en 'pisang'. Toni en Thijs moeten zich invechten, maar door hun sportieve houding worden ze meteen door de klas geaccepteerd.

0264 Stamperius, J[acob]. De reis van schipper Bontekoe en andere verhalen; bijeengebracht door -; [met tekeningen van o.a. Albert Hemelman en B. Midderigh-Bokhorst]. Amsterdam, Veen, [1912]. IV, 159 blz.Bevat poëzie. Bevat behalve de avonturen van schipper Bontekoe (blz. 1-36) nog het verhaal 'Het verdwenen zusje' (blz. 79-118) door Aleida [ps.]. Vindplaats: KB/KITLV cc 2039 N+

'Het verdwenen zusje'. Een Hollandse kostschooljongen uit Indië krijgt bericht dat zijn ouders met zijn twee zusjes, de baboe en de gouvernante naar Nederland komen. Hun reis wordt vertraagd door een spoorwegongeluk nabij Genua. Zijn ouders en oudste zusje zijn ongedeerd, maar baboe Kassima heeft een gebroken arm en Emmy, het jongste zusje, is zoekgeraakt. Het gezin en de baboe reizen zonder zusje naar Nederland. Emmy is intussen door een oude Italiaanse vrouw ontvoerd die haar verkoopt aan een Frans echtpaar.

0265 Vletter, A.C.C de. Pipper valt door de aarde; geïllustreerd door Frans Lazarom. Utrecht, Bruna, [1912]. 285 blz.Herdrukken: 2e druk verscheen te Alkmaar, Kluitman, [1928]. 258 blz. Vindplaats: Ie druk Uitg.cat; 2e druk KB

In dit Jules Verne-achtige verhaal komen een paar zeer korte Indische fragmenten voor over een Hollandse ingenieur die op de bodem van de Zuiderzee een koker wil plaatsen die door de aarde gaat en uit moet komen op een eilandje ten zuidwesten van Sumatra.

0266 Bauer, Clémence M.H. Vriendinnetjes; Een verhaal voor meisjes; met titelplaat. Zutphen, Van Belkum, [1913]. II, 256 blz.Herdrukken: 2e druk [1923]. IV, 235 blz.; 3e druk geïllustreerd door Anneke Polderman. Lochem, De Tijdstroom, [1937]. 165 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1523 N; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 501 N

126 Geannoteerde bibliografie

Beschrijft het sociale gedrag van schoolmeisjes in een kleine plaats op Oost-Java. Het verhaal ademt nog de sfeer van 'tempo doeloe' en vertelt over het Indische meisje Rosina. Ze woont met haar moeder - die weduwe is - niet in de Europese buurt, maar ver weg aan de rand van de kampong. Door haar afkomst en haar gebrekkige Nederlands wordt Rosina het mikpunt van discriminatie en spotternij. Zó hevig, dat ze wegloopt van school.In dit verhaal zitten allerlei aspecten verweven van de inheemse cultuur en leef-wereld, zoals het optreden van een doekoen, goena-goena, het bidden op heilige moslimgraven, een cholera-epidemie waarbij een Hollands jongetje door Pah Kromo met zijn kruidenbehandeling weer beter wordt en de feestelijke selamatan ter ere van zijn genezing.

0267 Been, Joh. H. Winteravondverteüingen; geïllustreerd door O. Geerling. Alkmaar, Kluitman, [1913]. 160 blz.Herdrukken: 2e druk [1927]. 160 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie A, Jongensboeken.]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1606 N; 2e druk Brinkman

In het eerste verhaal 'De surprise van den ouden majoor' (blz. 5-22) staan Indische fragmenten over de Atjeh-expeditie onder generaal Van Swieten.

0268 Dane, Ari. Jongens en meisjes van alk-dag. Nijkerk, Callenbach, [1913]. 190 blz., afbn. Bekroond door de Nederlandsche Zondagsschool-Vereeniging. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1602 N

Bevat een kort fragment over een neefje uit Indië en over een zendingsvereniging die geld nodig heeft om een Hollandse zendeling uit te sturen naar een zendingspost aan de Humboldtbaai in Nieuw-Guinea.

0269 Hoog, A[letta]. Van een kleinen Papoea; Met medew. van H.B. de la Bassecour Caan; geïll. door W[illem] Hardenberg. Arnhem, Ten Brink, 1913. [Leesboek voor School en Huis.]Herdrukken: 2e druk 1917. 74 blz., kaartje; 3e druk 1923. 72 blz., kaartje. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk BZO/KITLV cc 1053 N (fotokopie); 3e druk KITLV qq 1817 N

Het zoontje van een gestorven opperhoofd wordt ontvoerd en als slaaf verkocht aan een andere Papoeastam. Door een ongeval (buiten zijn schuld) moet hij levend begraven worden. Op tijd weet hij te ontvluchten door het oerwoud naar de zee. Daar vindt hij aan de kust een leeg prauwtje om naar de tegenoverliggende kust over te steken. Hij komt nu op het eiland Mansinam waar hij door de zending een ander mens wordt.Aan de orde komen: angst voor witte mensen en antropologische beschrijvingen (onder andere beeldjes, 'korwars' voor de voorouderverering, het bevechten van de zee, doodsvergelding, enzovoort). Als er iemand door een ongeluk sterft moet er nog een van de levenden worden geofferd.

Geannoteerde bibliografie 127

0270 Koning, J.C. de. Van strijd en overwinning; Verhalen uit de geschiedenis der zending;[met een voorbericht van de Zendings Studie Raad: J.W. Gunning Jhzn., B. Berends ten Kate, A.J. Drewes e.a.]. Utrecht, Kemink, [1913]. IV, 148 blz., afbn. Herdrukken: 4e herziene druk [1929]. IV, 126 blz., afbn.Bevat de Indische verhalen: 'Van heiden tot christen-leeraar'; 'Ama Gahonoa'; 'De geschiedenis van den Djonggol'; 'Eerstelingen van den oogst'; 'Als een mosterdzaad'; 'Op reis met hadji's'; 'Een harde strijd'; 'Iets uit de Minahassa'; 'Een brief van een vergelegen eiland'; 'De eilanden wachten naar zijn leer'; 'In het uiterste oosten'. Vindplaats: Ie druk BZO; 4e druk Brinkman

Korte schetsen over de Bataklanden, Nias, Borneo, Java (islam en zending), Celebes, Halmaheira, Timor en Nieuw-Guinea (Mansinam).

0271 Kooy-van Zeggelen, M.C. De schat van den armen jongen. Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1913]. VI, 220 blz., afbn.Herdrukken: 2e druk verscheen onder de naam Marie [C.] van Zeggelen. [1922]. VI, 220 blz., afbn.; [3e druk; met illustraties van F. Gebhard. [c. 1925]. 158 blz.]. Vervolgd als: Din en Aroe naar het land van beschaving (zie no. 0360). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 290; 3e druk Antiquar. cat.

Speelt op Zuid-Celebes onder de Boeginezen, waar het schrandere weesjongetje Din het slaafje is van het domme prinsje Aroe La Tanroewa. Ze zijn even oud en groeien samen op, totdat Din overhaast uit het dorp moet vluchten omdat hij uit bijgeloof een paar bekkens heeft gestolen. Hij valt in de handen van de Pagorra, een primitief boomvolk en voor een deel een roversbende. Als hij hen rijst leert verbouwen wordt hij als een meerdere, als een leider, erkend. Op last van het Nederlands gezag gaan Aroe en zijn vorstelijke vader de schuilplaats van de Pagorra zoeken. Het boomvolk wil hen overrompelen en als Din dit ontdekt, slaat hij alarm. Aroe en zijn vader worden gered en het boomvolk krijgt vijftien jaar dwangarbeid opgelegd. Din wordt in genade aangenomen door Aroe's vader. Hij keert terug naar zijn geliefde landstreek waar hem een grote beloning wacht: een reis naar Java met Aroe.

0272 Roest, J.L.D. van der. Van slaaf tot evangelist: 'Petrus Kafiar'; Naverteld door -; [met een inleiding van J.W. Gunning Jhzn.]. Utrecht, Utrechtsche Zendings Vereeniging, [1913]. 61 blz., afbn. Vindplaats: KITLV q 3777 N

Een waar gebeurd verhaal dat rond de eeuwwisseling op Nieuw Guinea speelt.Na de dood van zijn vader - een moedig dorpshoofd - wordt Nossensi (in deoorspronkelijke uitgave wordt hij Nosseni genoemd), een jonge Papoea uit het dorpMaudorri op het eiland Biak, door naburige Papoea's geroofd. Als slaaf wordt hijvoor ƒ 50 verkocht aan een christelijk Papoeagezin in Mansinam dat nog meerlotgenoten, geroofde jongens en meisjes, heeft opgenomen. Allen zijn ze door hunpleegouders vrijgekocht en ze worden als zonen en dochters behandeld.In zijn nieuwe tehuis ziet Nossensi geen korwars, kleine houten afgodsbeeldjeswaarin de geest van de voorouders door een tovenaar kan worden aangeroepen. Wélziet hij voor het eerst blanken: de zendeling J.L. van Hasselt en zijn vrouw. Nossensigaat nu naar school, wordt gedoopt en krijgt de naam Petrus.Omdat zijn pleegvader als timmerman te weinig verdient, neemt hij Petrus mee naarhet binnenland om op paradijsvogels te jagen. Door de omgang met vreemdelingen

128 Geannoteerde bibliografie

ziet Petrus hoe de Papoea's met de handel in deze vogels slechte dingen wordt geleerd: dobbelen en drinken. Zijn pleegvader ziet in dat Petrus liever weer naar school gaat. De zendeling zorgt er voor dat hij in 1892 een plaats krijgt op de Zendingskweekschool in Depok (West-Java), zodat hij later onder zijn eigen mensen kan werken.In 1896 is Petrus in Mansinam terug. Hij gaat niet bij zijn pleegouders wonen, maar bij zendeling Van Hasselt om als onderwijzer in zijn school te werken. Later gaat Petrus een tijdje werken onder de Arfakkers, Papoea's uit het binnenland. Van 1903 tot 1907 keert Petrus als helper op de zendingspost in Mansinam terug, waar ook zijn echte 'heidense' moeder dikwijls bij hem is.Op 25 april 1908 komt hij in zijn geboortedorp Maudorri terug, de plaats waar hij als kind werd geroofd en als slaaf weggevoerd. De zoon van zendeling Van Hasselt, ook zendeling, is met Petrus meegekomen. Zijn dorpsgenoten breken met het heidendom: 72 korwars worden weggegooid of verbrand. Uit Koredo komt een oude man naar Petrus. Hij heeft Petrus als kind geroofd en hij heeft berouw van zijn daad. Ook hij neemt het evangelie aan.Dit boekje is een bewerking van Petrus Kafiar van de zendeling F.J.F. van Hasselt dat rond 1910 door de Utrechtsche Zendings Vereeniging werd uitgegeven. Het werd indertijd gunstig ontvangen, maar eiste in sommige opzichten teveel van de lezer, vooral van de jeugdige lezer, aldus de besprekingen (zie no. 0247).

0273 Smelders, Miep. Nonnie Dorsvliet; Het leven van een Indisch meisje in Holland', bandteekening en 4 illustratiën van Daan Hoeksema. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1913]. IV, 216 blz. Vindplaats: KITLV cc 756 N

De veertienjarige Toosje (Nonnie) Dorsvliet is in een kleine garnizoensplaats op Java geboren. Haar Nederlandse vader is kapitein in het leger; haar Indische moeder, dochter van een koffieplanter, is overleden. Nonnie heeft op school weinig Europese vriendinnetjes. Het merendeel wordt gevormd door inheemse kinderen. Thuis wordt ze door haar oude lijfmeid, baboe Sarina, verzorgd en verwend. Een kinderjuffrouw was al weer snel vertrokken; ze had geen macht over dat koppige Indische ding. Wanneer haar vader naar Atjeh wordt overgeplaatst, vertrekt Nonnie onder geleide van een Nederlandse gouvernante naar Holland. Ze komt in huis bij twee ongetrouwde tantes - zusters van haar vader - die in Den Haag wonen. Op school raakt Nonnie bevriend met Jo Welders, een Indisch meisje. Haar vader was officier van gezondheid in Indië; haar oudere broer Louis studeert medicijnen in Leiden. Bij de familie Welders voelt Nonnie zich thuis.Kapitein Dorsvliet komt voor een jaar naar Nederland met verlof. Hij trouwt met de Hollandse gouvernante die Nonnie naar Nederland heeft vergezeld. Als Nonnie van school afgaat wordt ze leerling-verpleegster. Na een ongelukkig misverstand trouwt ze met dokter Louis Welders. Ze gaan samen naar Indië.

0274 Steunenberg, D.J. Een Hoüandsche zeeman uit den Franschen tijd; met bandteekening en elf illustraties van G.D. Hoogendoorn. Utrecht, Cenijn & Van Strien, [1913]. Herdrukken: 2e druk [c. 1916]. VIII, 230 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1663 N

Bevat een paar korte Indische fragmenten.

Geannoteerde bibliografie 129

0275 Tervooren, Lina. Mia van Randwijck. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1913]. 192 blz. Vindplaats: Uitgeverscat.

Een Indisch meisje gaat naar haar familie in Holland waar ze allerlei moeilijkheden ondervindt, zoals tegenwerking bij haar verloving. Uiteindelijk loopt alles goed af.

0276 Bokma, T. De Indische oom. Rotterdam, Bredée, [1914]. 88 blz., afb. Vindplaats: KITLV cc 1542 N

Na de dood van hun zoontje repatrieert een Nederlandse arts met zijn vrouw en hun baboe van Java naar Nederland. Ze gaan logeren bij zijn broer en diens gezin die een boerderij bezit in de omgeving van Woerden. Vooral de kinderen van zijn broer zijn nieuwsgierig naar de baboe, want ze denken dat dit een baby is. De Indische oom vestigt zich in Overijssel en in de zomervakantie komen de kinderen daar logeren. De jongens krijgen tijdens het spelletje 'Atjeh-oorlog' de schrik van hun leven als er een bosbrand ontstaat.

0277 Hoog, Aletta. Eeuwfeest; [1814-1914]; Uitgave van het Nederlandsch Bijbelgenoot-schap. Amsterdam, Drukkerij Spin, [1914]. 47 blz., afbn., prtn. en facs. Vindplaats: KITLV q 1995 N

Fragmenten uit de geschiedenis van de zending op Borneo, Celebes (met de bekende taalkundige dr. N. Adriani) en Java.

0278 Loon, Mary van. Het geheim van het oude huis; geïllustreerd door O. Geerling. Amsterdam, Becht, [1914].Herdrukken: 2e druk [1925]. IV, 250 blz. [De 'Radio' Serie.] Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2165 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een zestienjarig Neder -lands/Engels meisje, Edith. Na de dood van haar ouders komt ze uit Soerabaja naar Nederland en is ze geheel aangewezen op een eenzelvige oom. Hij bewoont een verwaarloosd buiten en wijst alle persoonlijk contact met zijn nichtje af. Op de HBS wordt Ediths vriendschap zwaar op de proef gesteld door een kwaadwillige klasgenote die mompelt: 'Dat zal ik je betaald zetten, Indische mop!' en waarschuwt: 'het Indische kind niet te vertrouwen' en daarbij staaltjes geeft van 'den lelijken aard van zulk soort schepsels'. Dan ontpopt oom zich als een zorgzaam en meelevend man.

0279 Nittel-de Wolff van Westerrode M. Indisch kinderleven; [met illustraties van Menno van Meeteren Brouwer]. Groningen, Römelingh, [1914]. 2 delen. 1. [1914] ... blz. 2. [1914]. II, 192 blz. Vindplaats: KITLV cc 817 N (alleen deel 2)

Het eerste deel is onvindbaar.Deel twee bevat korte verhalen over het dagelijks leven op Java en Batavia. Ze zijngesitueerd in een Nederlands milieu waarin Maleis de omgangstaal is tussen

130 Geannoteerde bibliografie

kinderen en hun inheemse bedienden. Huisdieren spelen een belangrijke rol in het leven van de kinderen.

0280 Graaff-Wüppermann, Annie de. Bakvischjes; geïllustreerd door O. Geerling. Amster-dam, Becht, [1915]. VI, 240 blz.Herdrukken: [Herdruk] met andere bandtekening; geïllustreerd door O. Geerling. Amsterdam, Becht, [1915]. VI, 240 blz. [Lelie- en Rozeknoppen; Bibliotheek voor Meisjes, deel 1.]. Vindplaats: Ie druk KB; [Herdruk] KB

Speelt in Nederland en bevat een Indisch fragment over een vader die plotseling naar Indië moet voor zijn werk. Hij is genoodzaakt zijn dochtertje in een pension onder te brengen omdat zijn vrouw ziek is.

0281 Muijlwijk, J. van. West-Nieuw-Guinee; Met de 'Jong Holland' op reis. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1915]. 96 blz., foto's. Vindplaats: KITLV g 457

Avonturen van een zendeling met zijn motorbootje, 'Jong Holland', dat hij van de leden van het Nederlandsch Jongelings-Verbond cadeau heeft gekregen.

0282 Osenbruggen, Cor van. Wilde Jo; met vier platen en bandteekening van B. Midde-righ-Bokhorst. Gouda, Van Goor, [1915]. Herdrukken: 2e druk [1919]. 144 blz.; 3e druk [1925]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 998 N; 3e druk Brinkman

Bevat fragmenten over een weduwnaar die met zijn enig dochtertje voor een kort verlof uit Indië overkomt. Als zijn verloftijd om is laat hij zijn kleine meisje voorlo-pig achter bij familie in Amsterdam. Wanneer hij echter een vriendin van zijn overleden vrouw ontmoet die als verpleegster in Indië werkt gaat hij zijn dochtertje terughalen.

0283 Ovink-Soer, Marie [CE.]. De Canneheuveltjes in Holland; met bandteekening en platen van Rie Cramer. Gouda, Van Goor, [1915]. 191 blz.Herdrukken: 2e druk [1919]; 4e druk [1929]. 164 blz. [Canneheuveltjes-serie; no. 2.]. Vervolg van: De Canneheuveltjes; Een verhaal uit het Indisch kinderleven (zie no. 0261).Vervolgd als: Puck (zie no. 0300). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 254 N; 2e druk Brinkman; 4e druk Brinkman

De uit Soerabaja gerepatrieerde familie Canneheuvel heeft zich in Utrecht gevestigd, waar de oudste zoon medicijnen studeert en de andere kinderen schoolgaan. Door het gezellige gezinsleven dat de tweede moeder weet te scheppen, heeft geen van hen heimwee naar Java. De grootmoeder (moeder van de overleden eerste moeder) is blij dat haar kleinkinderen voorgoed in Holland wonen. Wél is ze door goede vrienden voorbereid en gewaarschuwd voor een ontgoocheling: 'Die Indische aapjes gedroegen zich meestal nog al ongemanierd, schuw en verlegen, als ze niet luidruch-tig en overmoedig waren. Daarbij zagen zij er niet voordeelig uit met hun gele, door

Geannoteerde bibliografie 131

de zon verbrande snoetjes' Alleen dit laatste was uitgekomen. Grootmoeder is verrukt van haar kleinkinderen die zichzelf nu moeten leren behelpen bij gebrek aan het vroegere vele huispersoneel in Soerabaja.Het is een groot feest als baboe Tidjem hen komt bezoeken. Ze is nu als zeebaboe met een familie meegekomen die met verlof is in Den Haag. Alleen Betje de dienstbode is niet zo blij met haar komst: 'Als dat zwarte mirakel maar uit m'n keuken blijft, ik wil'Onverwacht moet mijnheer Canneheuvel naar Indië vertrekken. Zijn compagnon in Soerabaja is aan cholera bezweken. Het zal wel een jaartje duren eer hij weer terug in Holland is. Uit Indië brengt hij het dochtertje van zijn overleden compagnon mee; haar moeder was al eerder overleden. Het is een Indisch meisje, Jootje van Vorden, bijgenaamd Puckie. Omdat haar vader weinig aandacht aan haar heeft besteed is het een moeilijk en ongezeglijk kind. Puckie regeerde de inheemse bedienden. Ze dreef haar willetje door en deed waar ze zin in had.

0284 Schotje [ps. van A. van der Meer-Brondgeest]. Meisjes van de H.B.S.; Herinneringen uit vijf B van -; geïllustreerd. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1915]. IV, 220 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1485 N+

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten over een meisje dat tussentijds de HBS verlaat. Financiële problemen thuis dwingen haar een betrekking te accepteren als boekhoudster in Soerabaja.

0285 Visscher, G.J. Sprekende dieren; geïllustreerd [met foto's]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1915]. 173 blz.Bevat de hoofdstukken 'De Indische olifant' (blz. 5-22) en 'De tijger' (blz. 23-36). Vindplaats: KITLV cc 1088 N

Een jonge olifant vertelt hoe zijn kudde door de voortdurende oorlog uit Atjeh wordt verdreven. In Deli brengt de kudde schade toe aan rijstvelden en neemt de vlucht naar het oerwoud. Daar wordt het jong gevangen door een Europeaan die zijn tienjarige zoon wagentje laat rijden met de nieuwe huisvriend. Door een verkeerd commando rijdt de jonge olifant een bamboehut van een Sumatraan in elkaar, waarna de olifant cadeau wordt gedaan aan 'Artis', de Amsterdamse dierentuin. De Javaanse koningstijger wordt in een tijgerval gelokt, naar Soerabaja getransporteerd en naar Hamburg overgevaren, waar de dierenhandelaar Hagenbeck hem inspecteert en hem onderbrengt in zijn dierenpark te Stellingen, dichtbij Hamburg.

0286 Bauer, Clémence M.H. Kleine Sarina; Een schets uit het leven van een Inlandschmeisje; met bandteekening en platen van B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, Van Goor,[1916]. 162 blz.Herdrukken: 2e druk [1921]. 152 blz.Bevat een verklarende woordenlijstVindplaats: Ie druk KITLV cc 557; 2e druk Uitgeverscat.

Een Javaans meisje - praktisch nog een kind - wordt baboe van twee Hollandse kinderen in Soerabaja. Wanneer ze de huwbare leeftijd bereikt bezit ze geen geld

132 Geannoteerde bibliografie

voor de bruidsschat. Deze wordt haar beloofd door de Hollandse familie onder voorwaarde dat ze voor een jaar meegaat naar Nederland. In Holland (in de omgeving van Den Haag) valt het leven Sarina zwaar. Als ze hoort dat de familie langer in Holland wil blijven krijgt ze ontzettend heimwee. Op haar manier zoekt Sarina een uitweg om naar Java terug te gaan.Sociale schets over de machtsverhouding tussen Europeanen en de inheemse bevolking. Dit komt heel duidelijk naar voren in de dialogen en de gedachtengang van de verschillende personen.

0287 Blinde, J.H. Wat de heilige kris vertelde; Opgevangen en naverteld door -; [omslag-tekening van W. Hoogenbos en een foto-illustratie van een Javaanse krissensmede-rij]. [Rotterdam, Nederlandsche Zendingsvereeniging, c. 1916]. IV, 16 blz. Herdrukken: [2e herziene druk met tekeningen van D.H.]. Oegstgeest, Zendings-bureau, [1926]. IV, 16 blz. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk BZO/KITLV q 676

Eerst wordt verteld hoe een heilige kris wordt vervaardigd. Vooraf wordt een offer gebracht om de geesten gunstig te stemmen, daarna wordt door de (islamitische) priester een goede dag uitgezocht om te gaan smeden. In dit verhaal, dat echt is gebeurd, bestaat de heilige kris uit fijne laagjes gewoon staal en meteoorstaai die om en om zijn aangebracht. Dat meteoorstaai geeft de kris een 'ziel' die een grote kracht bezit, ten goede of ten kwade. Het motief dat op deze kris ontstaan is, wordt Sekar Pala genoemd. De figuren lijken op de bloemen van de notemuskaatboom. Als de kris klaar is, wordt hij naar het huis van een Javaanse vorst gebracht en is nu een vorstenkris. Na de dood van de vorst komt de kris in het bezit van een hadji. In oktober 1902 gebruikt hij de kris om een brand in zijn kampong, Tjitepoes te Bandoeng, te kunnen keren. Met de kris steekt hij naar de vlammen en de wind draait van zijn huis af!De beroemde kris verandert van eigenaar en komt in het bezit van een hadji te Rangkasbitoeng. Hij is een rijke stoffenhandelaar en voelt zich met de Sekar Pala-kris in huis onbevreesd. Totdat op 21 mei 1915 ook hier een brand uitbreekt. Als het vuur de hadji de baas wordt, gooit hij de kris in de vlammen. Zijn huis en inboedel zijn verwoest en de macht van de heilige kris is gebroken.

0288 Hoog, Aletta. De blijde boodschap brengen. [Amsterdam], Nederlandsch Bijbel-genootschap, 1916. 15 blz., prtn., afb. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV q 3617 N

Korte stukjes over een afgevaardigde van het Nederlandsch Bijbelgenootschap die met zijn vrouw naar Celebes gaat om daar een nog onbekende taal te bestuderen; over het leven van Toradjase pleegkinderen van de taalkundige Adriani en over twee dochtertjes van een zendeling in Oost-Java die met hun kippen geld sparen (eieren verkopen) voor het zendingswerk van het Bijbelgenootschap in Amsterdam.

0289 Hoog, Aletta. Tombo, het Soendaneesje; (leesboek voor school en huis); geïllustreerd door W[illem] Hardenberg. Arnhem, Ten Brink, [1916].Herdrukken: 2e herziene druk [1919]. 77 blz. [Mijn Bibliotheek; no. 14.]; 3e herziene druk [1922]. 76 blz.; 4e druk [1930]. 76 blz.

Geannoteerde bibliografie 133

Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e herz. druk KITLV cc 755 N; 3e herz. druk BZO/Bibl. Museum Nusantara, Delft; 4e druk Brinkman

Een tante die voor de zending in de Soendalanden heeft gereisd vertelt bij thuis -komst in Nederland aan haar nichtje over de leefwijze van een Soendanees jongetje uit een islamitisch milieu dat christen wordt. Bevat ook Soendanese kinderspelen en twee sprookjes.

0290 Krayer van Aalst, H. Van een Ceramschen jongen, 's-Gravenhage, Boekhandel van den Zendingsstudie Raad, [1916]. 54 blz., afbn.Herdrukken: Opnieuw uitgegeven onder de titel: Solé en zijn vriendjes (zie no. 0488). Vindplaats: BZO

Uit het dagelijks leven van een Alfoerenjongetje in Noord-Ceram dat een 'christen -goeroe' wordt. Aan de orde komen kinderarbeid voor de ouders door de meisjes terwijl jongens veel vrijer worden gelaten, niet hoeven te werken en lekker kunnen gaan spelen. Men leeft van de visvangst en hertenjacht. Er komt een krijgsdans in voor en op de invloed van de zending wordt ingegaan.

0291 Oost, Jan. Onder de koppensneüers van Bomeo; met platen van Willem Hardenberg en een kaartje van Westerafdeeling van Borneo. Arnhem, Ten Brink, 1916. IV, 177 blz. [Juliana-Bibliotheek; no. XIV.] Vindplaats: KITLV cc 447 N

Oud-koloniaal Kees Smit gaat met zijn Dajakse bediende Marti op zoek naar diamanten die zijn overleden kameraad Jan Verveer bij een bepaalde rivier in het oerwoud van West-Borneo heeft verborgen. Vóór Kees de schat in handen krijgt zijn er allerlei hindernissen te nemen om over de Goenoeng Lawit te komen en raakt hij betrokken bij koppensnellende Sibaoe- en Kenjaoe-Dajaks. Bovendien is het geheim van de diamanten de Maleier Amat, de huisjongen van zijn overleden vriend te Pontianak ter ore gekomen.

0292 Rutten-Pekelharing, C.J. Verhalen over Indië voor Nederlandsche jongens en meisjes; Uitgave van het Koloniaal Instituut te Amsterdam. Amsterdam, Drukkerij De Bussy, [1916]. 140 blz., afbn., krtn.Herdrukken: 2e druk. 1925. 143 blz., krtn., afbn., plgr. Vindplaats: Ie druk KITLV a 254; 2e druk KIT

Uitvoerige beschrijving met praktische opmerkingen voor Europese kinderen over Nederlands-Indië, zoals bijvoorbeeld het leven van allerlei insekten in en om huis, het inheemse en het Europese woonhuis, de bedienden, het straatleven.

0293 Schuyt-Mansvelt, A.M. Padjangko; een Toradja-'boefje'; Met een woord vooraf door A[lbert] C. Kruyt; en 10 ills. 's-Gravenhage, Boekhandel van den Zendingsstudie Raad, [1916]. 76 blz. Vindplaats: KITLV e 68

134 Geannoteerde bibliografie

Een Toradja-jongetje wordt in Posso (Celebes) opgenomen in het gezin van de familie Schuyt.

0294 Slooten, Augusta van. Op haar post; [bandtekening en illustraties van Frans van Noorden]. Utrecht, Bruna, [1916]. 274 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1593 N

Bevat Indisch fragment. Rens heeft haar studie opgegeven om de plaats van haar overleden moeder in te nemen en te zorgen voor haar jongere broers en zusjes. Hun vader moet voor een tijd naar zijn filiaal in Semarang.

0295 Bieger, J.N. De zendingsklok; Een verhaal uit den zendingsarbeid op Nias; [omslag en illustraties van Johan Prins]. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1917. 48 blz. Herdrukken: 2e druk 1918. Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk KITLV q 2789 N (fotokopie); 2e druk KITLV q 2789 N (fotokopie)

In de jaren 1883-1915 ondervond het werk van de Nederlandse zendelingen van het Rijnsch Zendingsgenootschap een geweldige weerstand onder de koppensnellende bevolking van Bawo-Lowalangi (Bawelawalani) in het zuiden van het eiland Nias. Het verhaal bevat een beschrijving over de zeden en gebruiken van de bewoners van Zuid-Nias, zoals het houden van slaven, de Boro-Nadoe (priesterkoning die de bewaarder of hoeder is van het afgodsbeeld), het koppensnellen en de rituelen bij huwelijk en dood.

0296 Blomberg-Zeeman, W. Nonnie; geïllustreerd door Jan Franse. Arnhem, Ten Brink, [1917]. 60 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 27.] Herdrukken: 2e druk [1923]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1742 N; 2e druk Brinkman

Van Java komt een Hollandse suikeremployé om gezondheidsredenen naar zijn familie in Nederland. Hij brengt zijn Indische vrouw Lina en hun enig kind, de negenjarige Nonnie mee. Omdat het gezin uren buiten Batavia woont, heeft Nonnie nooit school kunnen gaan. Ze kreeg onderwijs aan huis van een gouvernante. Nu wordt het tijd dat ze in Holland onder leeftijdsgenootjes wordt opgevoed, want haar gedrag is onaangepast door verwennerij van haar toegeeflijke moeder. Dit onder -vindt haar nichtje Bets die met Nonnie in dezelfde klas zit. Met overredingskracht weet Bets de onderwijzeres te bewegen dat Nonnie op het Kerstfeest mag komen en dat ze niet naar een strenge kostschool hoeft wanneer het verlof van haar vader om is.

0297 Hoog, Aletta. Bert z'n Kerstvacantie; geïllustreerd door Jan Franse. Arnhem, Ten Brink, [1917]. 23 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 24.] Vindplaats: OBA

Bevat Indische fragmenten over de aanpassingsproblemen van de schooljongen Njo -zo wordt Paul genoemd - die van Java komt en bij zijn grootouders woont. Hij mist

Geannoteerde bibliografie 135

zijn ouders en zusjes, maar ook de bedienden, want de dienstboden in Holland 'bedienen' (verwennen) hem niet. Vergeleken met Indië komt alles hem hier in Nederland klein voor. 'Is me dat hier 'n land! Je boemelt overal tegenaan!' Gezel -schap van een even oude schooljongen doet Njo opleven wanneer ze een bazaar organiseren. Vooral wanneer hij een 'Indische tentoonstelling' mag houden van zijn krissen, dolken en gouddoorstikte gewaden en hij daarbij verkleed gaat als een echte Raden Mas (Javaans hoofd of adellijke heer).

0298 Kramer, J.G. Dertien jaar krijgsgevangen; geïllustreerd door J.H. Isings Jr.; tweede druk. Alkmaar, Kluitman, [1917]. 71 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie A, Jongensboeken; deel 9.]Herdrukken: Ie druk opgenomen in J.G. Kramers verhaal Een Hollandsche jongen in China (zie no. 0514). Vindplaats: Ie en 2e druk BBJ

Verhaal uit de tijd van de VOC. Bevat een Indisch fragment over Hollandse schepelingen die op weg naar Japan in 1655 door Chinezen gevangen worden gehouden totdat een Hollands schip uit Batavia hen in 1668 komt bevrijden.

0299 Osenbruggen, Cor van. Tante Doortje's erfenis; met vier platen en bandteekening van B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, Van Goor, [1917]. 236 blz. Herdrukken: 2e druk [1923]. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk Brinkman

Vanaf hoofdstuk IX: 'De Indische komt'. Fragmenten over een Indisch schoolmeisje ('Kitty van Walzen, een snoes om te zien, wat een prachtige ogen en tanden en wat is ze beeldig gekleed') dat voor een halfjaar in Amsterdam komt wonen omdat haar ouders een reis door Europa maken. Ze is verwend en ijdel en brengt in haar jaloezie tweespalt in een bestaande vriendschap.

0300 Ovink-Soer, Marie [C.E.]. Puck; met bandteekening en platen van Johanna Coster. Gouda, Van Goor, [1917].Herdrukken: 2e druk [1925]. 191 blz.; 3e druk [1928]. 192 blz. [Canneheuveltjes-serie; no. 3.].Vervolg van: De Canneheuveltjes in Holland (zie no. 0283). Vervolgd als: Hoe Puck een Canneheuveltje werd (zie no. 0335). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB; 3e druk KITLV cc 2196 N

De familie Canneheuvel is verhuisd naar Den Haag. De tienjarige Puck, Jootje van Vorden, is na de dood van haar vader uit Soerabaja meegenomen door de heer Canneheuvel. Het is een eigenzinnig en verwend Indisch meisje dat zich nu moet leren aanpassen. Vlagen van heimwee naar Indië en naar haar baboe Ralina maken Puck opstandig.De oudste zoon van de Canneheuveltjes is getrouwd met een vriendin van zijn jongere zus. Kort na zijn huweljk is hij met zijn vrouw naar Semarang vertrokken, waar hij zich als arts heeft gevestigd. De tweede zoon van Canneheuvel gaat na zijn handelsopleiding ook naar Indië. Hij werkt in Soerabaja voor dezelfde zaak als voorheen zijn vader.

136 Geannoteerde bibliografie

0301 Schrijver, G. [ps. van G.J. van As]. In 't Geuze-huis; geïllustreerd door Jan Rinke. 's-Gravenhage, Daamen, [1917]. 319 blz. Vervolg van: Toen moeder weg was... (zie no. 0262). Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. Grootvader vertelt zijn kleinkin-deren over Kota-Radja (Atjeh) waar hij als kapitein met zijn patrouilletroepen was gelegerd.Een 'koloniaal', een verlopen student uit een goed en gelovig milieu, zegt: 'Ik ben naar Indië gegaan om me te laten doodschieten, kapitein. Geef me de gevaarlijkste baantjes maar, U doet mij er een pleizier mee, sterven moet ik toch, en of een kogel of een klewang mij vandaag vindt of morgen, 't is me precies gelijk.' Hij krijgt inderdaad een kogel, wordt afgekeurd voor de dienst en gaat met 'n klein pensioen-tje naar Holland. Jaren later keert hij terug naar Indië als zendeling.

0302 Stoop-Snouck Hurgronje, J. Het zijden hemdje en andere vertellingen; met platen en omslagteekening door Tjerk Bottema. Dordrecht, Boekhandel Blussé & Van Braam, 1917. 128 blz.Bevat 'In de Soerabajasche bioscoop. (Heusch gebeurd)' (blz. 59-61). Vindplaats: PB

Een dierenverzamelaar bezoekt met zijn twee orang-oetangs een filmvoorstelling.

0303 Tervooren, Lina. Toetie Roetmop; met vier oorspronkelijke penteekeningen van W[am] Heskes. Amsterdam, Querido, 1917. IV, 271 blz. Herdrukken: 2e druk idem. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1923]. Vindplaats: Ie druk SH; 2e druk KITLV cc 396

De elfjarige Toetie van Bazel is opgegroeid in de omgeving van Medan, op Tanah Moeda, een tabaksplantage van haar Nederlandse vader. Toetie is enig kind en na de plotselinge dood van haar Indische moeder gaat ze naar een katholieke kost -school in Weltevreden (Batavia). Haar vader heeft intussen plannen gemaakt om Toetie voor haar middelbare schoolopleiding naar zijn familie in Nederland te vergezellen, maar op 't laatste moment kan hij niet meegaan. Toetie maakt nu de bootreis alleen, maar wordt in Genua door een nichtje afgehaald. Bij aankomst in Amsterdam roept een jonger neefje ondoordacht uit: 'Wat een roetmop!' Toetie voelt dat dit niet gemeen is bedoeld, want de ontvangst thuis bij de familie is allerhartelijkst. Later, in een spiegel kijkend, zegt ze tegen een van haar nichtjes: 'Roetmop! Je broer heeft gelijk, Bertha. Bij jullie vergeleken bén ik net 'n roetmop.' Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komen veel Belgische vluchtelingen naar Amsterdam. Het dreigende oorlogsgevaar in Nederland maakt Toetie bang, vooral nu haar vader zo ver weg zit. Uit opgevangen gesprekken en daarbij haar eigen angst ziet ze in haar verbeelding hoe Indië wordt overstroomd door Japanners die de mensen onderwerpen aan hun wil. Toetie droomt zelfs dat een Japanse tokohouder in Medan haar vader dreigend toeschreeuwt! Een verrassing is dan ook de aankomst van een kostschoolvriendin met haar Indische moeder. Ze logeren voorlopig in een hotel, maar durven vanwege de drukte op straat niet naar buiten te gaan. Kennissen hebben ze niet in Holland, zodat de Indische moeder opmerkt: 'De menschen zijn hier héél anders dan in Indië, ja?

Geannoteerde bibliografie 137

Niemand bemoeit zich met je. - Als er bij ons zoo'n vrouwtje uit Holland aankomt, dan zijn alle dames uit de buurt dadelijk in de weer, om haar te helpen met alles! -En hier kijkt niemand naar je om - zoo verlaten voel je je dan, ja?' Toetie is geschokt als haar vader inmiddels is hertrouwd en nu voorgoed naar Nederland zal komen met haar nieuwe moeder. Ze koestert wrok en als het passagiersschip waarop haar vader zal reizen op een mijn is gelopen, voelt ze zich de moordenares van haar vader. Op de lijst van vermisten komt hij echter niet voor; door een ongeval in Medan heeft haar vader deze ongeluksboot gemist.

0304 Wehl, Nannie van [ps. van SJ.A. Lugten-Reys]. Constance trok van huis tot huis; met platen en bandteekening van Enna F. Nieuwenhuis. Arnhem, Ten Brink, 1917. IV, 238 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten. Een Hollandse gouver-nante is voor twee jaar met verlof uit Indië gekomen. Omdat de haar toevertrouwde Indische kinderen naar school gaan heeft ze een betrekking aangenomen om een Hollands meisje, van wie de ouders in het buitenland verblijven, bij te werken voor het toelatingsexamen van de HBS. Intussen leeft ze erg mee met 'haar Indische kinderen', hun moeder en de baboes die voor het eerst in Holland zijn. Ze moeten wennen aan de kou en aan een Hollandse huishouding.

0305 Abramsz, S. e.a. Wie leest wordt wijs; met 69 [foto]-illustraties. Velp, Van Belkum Az., [c. 1918]. II, 140 blz.Bevat de Indische bijdragen: 'Een onvergetelijke week' door Totok [ps.]; Hoofdstuk 'Bont allerlei', I, no. c 'Een pisangplantage' [auteur niet bekend]. Vindplaats: KB, ook het schoolleesboek

Het verhaaltje van Totok beschrijft een tocht van Padang naar de omstreken van Paja Kombo (Pajakoemboeh).Eerder verschenen in de serie leesboeken voor de hoogste klas van de lagere school onder de titel: Kennis is macht, 1916, deel II.

0306 Brinkgreve-Wicherink, Tine. De zusjes Breesma; geïllustreerd door Netty Heyligers. Alkmaar, Kluitman, [1918].Herdrukken: 3e druk [1924]. 159 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1756 N

Speelt in Nederland en beschrijft het familieleven van twee onafscheidelijke zusjes. Hun vader is als zeeofficier voor een paar jaar naar de Oost vertrokken, maar overlijdt al gauw na zijn aankomst in Nederlands-Indië aan cholera.

0307 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Tineke; Een verhaal uit het Indische kinderleven; met een inleiding van R.A. Schotman; illustraties van Winnie van Leeuwen-Kruse-man. Weltevreden, Visser, 1918. VIII, 193 blz.

140 Geannoteerde bibliografie

meer wilden erkennen en er een strijd ontlaaide onder de leuze: Timor voor de zwarte Portugezen!'

0312 Tervooren, Lina. De drie vacantieboomen; [bandteekening van Wam Heskes]; met 13 teekeningen van P. van Geldorp. Amsterdam, Querido, [1918]. IV, 188 blz. Vindplaats: KITLV cc 1432 N

Speelt in een Nederlands dorp waar een gezinnetje uit Nederlands-Indië met hun Javaanse baboe tijdelijk bij particulieren zijn ondergebracht na een auto-ongeval. Grappige verwikkelingen tussen een oude knorrige dienstbode die geen Maleis verstaat en de hulpvaardige baboe die gebrekkig Hollands spreekt. Baboe lacht zelfs nog vriendelijk tegen de dorpsjeugd die telkens voor het huis samenschoolt om "t zwarte wief te zien.

0313 Ufkes, Jo. Bremheuvel; met illustraties van B. en J.[J.] Midderigh-Bokhorst. Amers-foort, Valkhoff, [1918]. 215 blz. Vindplaats: KITLV cc 1375 N+

Else Sanders is in Indië geboren en getogen. Toen ze met haar ouders voorgoed naar Nederland ging is haar moeder tijdens de reis overleden. Nu woont ze met haar vader in Noord-Brabant waar hij rentmeester is van het familielandgoed en een studie schrijft over de Indische cultures. Hij heeft weinig tijd voor Else omdat hij teveel in zijn bezigheden opgaat. Naaste familieleden hebben dit in de gaten en proberen het 'heideplantje' uit haar isolement te halen.

0314 Wehl, Nannie van [ps. van SJ.A. Lugten-Reys]. De vriendschap van Bertha en Beata; met teekeningen van Frida Langeler. Amsterdam, Veen, [1918]. VI, 228 blz. Vindplaats: KITLV cc 1446 N

Speelt in Den Haag aan het einde van de vorige eeuw. Bevat Indische fragmenten onder andere over twee vrienden die na hun studie voor Indisch ambtenaar te Delft een betrekking krijgen op de secretarie te Batavia. Hun meisjes, Bertha en Beata, komen als 'handschoentjes' uit.

0315 Alkema, B. Twaalf Soendaneesche en Javaansche sprookjes aan Hoüandsche kinderen naverteld door -. Amsterdam, De Bussy, 1919. 100 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 153

De samensteller van deze bundel, een leraar aan de Middelbare Koloniale Land-bouwschool in Deventer, geeft de oorspronkelijke bronnen op waarvan hij gebruik heeft gemaakt.Van het hoofdstuk 'De aap en de schildpad' verscheen in 1885 een geïllustreerde uitgave verzorgd door K.F. Holle (zie no. 0109).

0316 Hana, H.J. De verdwaalde bal; Opnieuw bewerkt door W. Wijker; geïllustreerd door Willem Hardenberg. Alkmaar, Kluitman, [1919]. 79 blz.

Geannoteerde bibliografie 141

Bevat het verhaal 'De Sirih-Kaja' (Een Oostersche vertelling). De auteursnaam is niet vermeld. Vindplaats: SKC

Zie Indische vertellingen door Dea Lize (no. 0184) waarin bovengenoemd verhaaltje eerder is verschenen.

0317 Hazevoet, Jac[oba]. Jaap vloog uit; [bandillustratie en tekeningen van Henk Poeder]. Nijkerk, Callenbach, [1919]. 125 blz. Herdrukken: 2e druk [1940]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 927 N; 2e druk KB

De achttienjarige Jaap voelt zich teveel opgesloten in het christelijk milieu van zijn ouders. Hij verlangt naar een avontuurlijk bestaan in het buitenland. Wanneer de zaak van zijn vader achteruitgaat, grijpt hij zijn kans. Jaap vertrekt als koloniaal naar Java en van het geld dat hij verdient kan zijn zusje de opleiding voor apothekersas-sistente volgen.Het kazerneleven in de Oost valt Jaap niet mee. Bovendien ervaart hij dat een militair niet in alle openbare gelegenheden welkom is. Zijn vrije tijd brengt hij door bij een kinderloos echtpaar, van wie de man een oud-Atjeh-militair is. Zij houden open huis voor jonge Nederlandse militairen van allerlei gezindten. Van een houtvestersfamilie krijgt Jaap morele steun, zodat zijn ouders in Nederland zich geen zorgen over hem behoeven te maken.

0318 Henri, Oom [ps. van H.C Catenius]. De geschiedenis van Boentoeng en andereverhalen uit het werkelijke dierenleven in Indië; Voor jongens van 8 tot 12 jaar. Batavia, Kolff, [1919]. IV, 90 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 513

Een oud-militair van het Indische leger vertelt in Holland aan zijn neefje Karel over zijn belevenissen met verschillende huisdieren, waaronder zelfs hagedisjes, een grote spin en een hert. De verhaaltjes geven tevens een indruk over het leven van een militair in Indië (1866-1885) met zijn vele overplaatsingen op Java en naar Sumatra, waaronder ook Atjeh.

0319 Hoogenbirk, AJ. Bij God verkoren; geïllustreerd door Frans van Noorden. Nijkerk, Callenbach, [1919]. 155 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1495 N

levensverhaal van een jonge vrouw, een kind van circusartiesten, die haar ouders verliest bij een schipbreuk op weg naar Indië. Zij wordt opgevoed in Zuid-Afrika en trekt daarna als dame van gezelschap naar Indië. Op Java komt zij in een zendings-milieu terecht.

0320 Hueting, A. Van zeeroover tot christen. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1919]. 31 blz., afbn., krt.

144 Geannoteerde bibliografie

gaan. In mei 1620 keert het schip terug in het Goereese Zeegat en is 'Witte' ondertussen een volleerd matroos en korporaal geworden.

0329 Graaf-Wüppermann, Afnnie] de. Roetmop; geïllustreerd door Ina Rahusen. Nijkerk, Callenbach, [1920]. 61 blz. Vindplaats: KITLV cc 1513 N

Na de dood van haar ouders komt het Indische schoolmeisje Vera bij familie in Holland voor haar opvoeding. Haar tante Pauline is afwezig en ligt in een herstel-lingsoord. Tante wordt vervangen door een juffrouw voor de huishouding. Een bekrompen vrouw, die bij voortduring tegen Vera zegt: 'Och stumpert, jij kunt ook niet helpen dat je bruin ziet.' En op straat wordt ze uitgejouwd. Vera krijgt een gevoel of ze tot een veracht soort mensen behoort. Vera's even oude nichtje, met wie ze naar school gaat, staat onder invloed van een jaloers vriendinnetje, dat de komst van 'die roetmop' als een bedreiging ziet.Van haar oude baboe Sarina heeft Vera een talisman gekregen. Aan een lintje hangt het om haar hals. Het zal haar helpen als ze in het vreemde verre Holland in nood zit.Vera stort haar hart uit bij de eenvoudige vrouw Withuis, die de was verzorgt. Ze vertelt dat kinderen haar uitlachen om haar gezicht. Ook op de zondagsschool. Vera twijfelt zelfs of de Heere Jezus Indische kinderen wil helpen. Op plaatjes in de kinderbijbel ziet ze nooit kinderen met Indische gezichten staan. Vrouw Withuis stuurt een brief over Vera's omstandigheden aan tante Pauline. Na haar bezoek in het herstellingsoord bij tante Pauline krijgt Vera haar gevoel van eigenwaarde terug.

0330 Hoven, Thérèse. 't Eha-Boek; Kinden-eizen en verhaaltjes. Doetinchem, Misset, [1920]. VI, 183 blz., afbn., facs. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1466 N

Bootreis naar Indië van een Nederlandse mijningenieur, zijn vrouw, hun enig dochtertje Elsa en haar baboe Timah. Vanuit Java reizen het gezin en de baboe met een eenvoudige kustboot (met veel kakkerlakken!) naar de noordpunt van Celebes, waar een mijn ligt. In deze uithoek valt weinig meer te beleven dan huiselijke gezelligheid. Elsa heeft geen speelkameraadjes, slechts nu en dan een dokterstwee-ling of een kleindochtertje van een radja. Van haar moeder krijgt Elsa huisonderwijs en uit angst dat ze alleen naar Holland moet voor haar schoolopleiding durft ze hierover nauwelijks te praten. Maar wanneer haar vader ernstig ziek wordt moet hij op doktersadvies naar Nederland. Het gezin vestigt zich in Den Haag waar Elsa voor het eerst van haar leven naar school gaat. Graag wil Elsa nu een Maleise brief aan baboe Timah schrijven, maar die kan helaas niet lezen! 'Tegenwoordig zijn er wel scholen voor Inlandsche kindertjes, maar vroeger leerden ze niets', zegt Elsa's moeder.

0331 Hoven, Th[érèse]. Elsies' werk en andere vertellingen. Deventer, Kluwer, [1920]. IV, 48 blz.Bevat een Indisch verhaal: 'De geschiedenis van een kokosnoot' (blz. 23-27). Vindplaats: UBA

Geannoteerde bibliografie 145

Dit verhaaltje zinspeelt op de oorlog in Atjeh.

0332 Jehu, Felicie. De kinderen van haar jongen; met illustraties van Chr. Damen. Utrecht, Bruna, [1920]. IV, 284 blz. Vindplaats: PB

Een grootmoeder in Den Haag neemt haar vier kleinkinderen uit Indië bij zich in huis. Haar zoon, een ingenieur, blijft nog twee jaar voor zijn werk met zijn vrouw in Indië achter. Het viertal reist per boot onder begeleiding van een gewezen gouver-nante naar Nederland. Aan boord flirt het oudste meisje Irene wat met een jonge zeeofficier, haar jongere zusje Alex leert een dove Indische jongen te spreken met de vingers door middel van het vingeralfabet. Hun jongere broertje Bob en zusje Lili amuseren zich met het plagen van passagiers. Bij grootmoeder moeten ze leren zich aan te passen aan het leven in Holland. Vooral de kleine Bob die het kindermeisje aanspreekt met Svitte Boe' (baboe). Het een keer per week in de kuip gaan in plaats van elke dag te mandiën doet hem spontaan zeggen 'dat de menschen hier echte vieserikken waren'.

0333 Kooy-van Zeggelen, M[arie] C. Het zeerooversjongetje; met platen van HenriëtteHubregtse-Lansing. Gouda, Van Goor, [1920]. 110 blz. [Van Goor's Keurbibliotheekvoor Jongens en Meisjes.]Herdrukken: 4e druk verscheen onder M.[C] van Zeggelen. Met platen van H. Verstijnen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 127 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.]; 5e druk [1934]. [Na de School; no. 6.]; 8e druk met omslagtekening en illustraties van T. van der Zee. 's-Gravenhage, Van Goor, [1958]. 80 blz. [Zilverserie; no. 7.]; Herdruk verscheen onder Marie van Zeggelen. Het zeeroversjongetje; Indisch jeugdboek; ingeleid en toegelicht door Rob Nieuwenhuys. Schoorl, Conserve, 1989. 107 blz., kit. [Indische Letteren-reeks; no. 9.]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 206 N; 4e druk KITLV cc 299; 5e druk Brinkman; 8e druk Bibl. Museum Nusantara, Delft; Herdruk KITLV cc 2001 N

De geschiedenis speelt zich af op het eiland Banggai, bij Celebes. Wanneer de mannen zijn weggetrokken om elders sagopalmen te kappen, worden 's nachts hun vrouwen en kinderen onverwachts overvallen door Alfoerse zeerovers die hun menselijke buit in hun kora-kora meenemen en als slaven aan de sultan van Ternate verkopen. Enkele slaven, onder wie het jongetje Bo, komen in dienst van de kimalaha, een Alfoers dorpshoofd op Halmahera. Als Bo in aanraking komt met de 'sterke witte man', een Nederlandse zendeling, worden op diens voorspraak alle slaven in vrijheid gesteld.Zie ook: H.B. de la Bassecour Caan. Lasso, een verhaal uit de zendingsgeschiedenis (no. 0240).

0334 Looman, C.N. Vrede op aarde; Zendingsboekje met een plaatje', uitgegeven door deNederlandsche Zondagsschool-Vereeniging. Amsterdam, Egeling, [c. 1920]. 48 blz.Vindplaats: BZO

Taakbeschrijving van de zending. Bevat het onderwerp 'Iets van Nederlandsch-Indië".

148 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KTTLV cc 1261 N

Egoïstische kwajongen uit de provincie wordt als stokersleerling op het schip 'Banka' geplaatst. In Batavia krijgt hij hevige malaria-aanvallen, komt in een hospitaal terecht en heeft de tijd om daar zijn verleden te overdenken. Als een beter jongmens keert hij voorgoed naar Nederland terug.

0343 Horst-van Doorn, Gjerda] C. van der. Een Hollandsch gezin in Indië; met platen van Sijtje Aafjes. Gouda, Van Goor, [1921]. 176 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KTTLV cc 317 N

Om zijn positie te verbeteren vertrekt vader Frank met vrouw en kinderen uit Utrecht naar Batavia. De familie moet wennen aan het nieuwe vaderland, vooral de moeder die overdag, als man en kinderen weg zijn, te veel tijd heeft om te piekeren. Vriendschap met een administrateur van een thee-onderneming leert hen Indië beter begrijpen en waarderen. Zijn opmerking over de doorsnee-totok die niet veel wijzer uit Indië naar Holland terugkeert maakt hen beschaamd.

0344 Nanda [ps. van Fernanda M.B. Trautwein]. 'n Wildzang; [met illustraties van C. Damen]. Utrecht, De Haan, [1921]. 240 blz. Vindplaats: SH/KITLV cc 1294 N

Voor haar gezondheid is de elfjarige Nederlandse Emmy uit Indië naar Holland gekomen. In Amsterdam woont ze bij drie degelijke tantes met een saai neefje. Wanneer ze nogal wat kattekwaad heeft uitgehaald en een slecht rapport krijgt ontpopt het saaie neefje zich als een trouwe bondgenoot.

0345 Ophof-Sterk, Tine. Een moeilijk jaar voor de Van Heerdentjes; Een meisjes-verhaal uit het Bataviaasch familieleven; met illustraties van B. en J.J. Midderigh-Bokhorst. Weltevreden/Amersfoort, Boekhandel Visser/Valkhoff, [1921]. 212 blz. Herdrukken: 2e druk [c. 1925]. Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk KITLV cc 1849 N

Speelt in een Nederlands milieu in Weltevreden (Batavia) waar kort na de geboorte van haar tweeling mevrouw Van Heerden overlijdt. Haar echtgenoot, een welgestelde zakenman, blijft met vijf kinderen achter. Er komt tijdelijk hulp, maar na haar eindexamen neemt de oudste dochter de huishouding op zich. Zo'n Indisch huishou-den valt haar niet mee, want ze moet de bedienden voortdurend controleren in hun bezigheden. Haar jongere zus wordt terloops geconfronteerd met de situatie van 'kampong-Europeanen', die vaak buiten hun schuld aan lager wal zijn geraakt en waarvan de doorsnee gegoede families in Indië geen weet hebben.

0346 Roest, J.L.D. van der. Van een Papoesch slavenkind; Een vertelling voor kinderen. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1921. 27 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1020 N

Geannoteerde bibliografie 149

Papoea-meisje is door haar moeder verstoten en wordt door een zendeling bevrijd uit de handen van een Temataans koopman.

0347 Slooten, Augusta van. De trossen los!; met illustraties van J.G. Kesler. Utrecht, Bruna, [1921]. 297 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat een Indisch fragment over een afgestudeerde jongeman van de T.H. Delft die voor vijfjaar naar Bandoeng gaat.

0348 Tuiten-Huvers, J. Naar het land van de Sangireezen; Reisverhaal voor kinderen. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1921. 31 blz., ills. Vindplaats: KB/KITLV cc 2114 N

Een zendelingsvrouw vertelt van de bootreis die zij met haar man naar Indië maakt, op weg naar het zendingsgebied. Voor zij doorreizen naar hun bestemming doen ze Java aan. Haar intense belangstelling gaat in Batavia naar de Chinese bevolkings-groep uit, vooral naar het lot van opiumschuivende Chinezen, voor wie een Anti-Opium Hospitaal (in 1890 werd de Anti-Opiumbond opgericht) is opgericht. Ook geeft zij het culturele verschil aan tussen een 'rare Chinees' en een Hollander. Uit Batavia gaat de reis per boot verder via Makassar en Paleleh (Celebes) naar één van de Sangireilanden, waar het zendelingsechtpaar - in november 1913 - door zingende schoolkinderen wordt verwelkomd. Hier wacht hun taak.

0349 Feith, Louise. Het huis bij den toren; geïllustreerd door Netty Heyligers. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1922]. 287 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1440 N

Bevat Indische fragmenten over een Hollands gezin in Groningen. Op verzoek van de regering wordt de vader - een ingenieur - naar Java uitgezonden om een brug te bouwen. Het gezin gaat niet mee. Naar vier maanden keert de vader al weer terug naar Nederland omdat hij niet tegen het klimaat is bestand.

0350 Hoekendijk, C.J. De Soendaneesche hemelling; geïllustreerd door Frans van Noorden. Nijkerk, Callenbach, [1922]. 91 blz. Vindplaats: KITLV cc 687 N

Beschrijft de moeizame taak van een Nederlandse zendeling die zich heeft gevestigd in de Soendalanden (West-Java). De inheemse (islamitische) bevolking vertelt elkaar de dolste verhalen als zou de zendeling soldaten komen werven voor het Nederlands-Indische Leger of koelies voor de tabaksplantages in Deli. Intussen mogen er al wat kinderen naar het zendingsschooltje gaan. De zevenjarige Abdoerahman wil er ook heen, maar zijn vader is er op tegen. Wanneer Abdoerahman door een slang is gebeten, roept hij toch maar de hulp van de zendeling in. Abdoerahman geneest en mag nu ook naar school toe. Onverwacht breekt cholera uit. De islamitische dorpsgeestelijke geeft de schuld aan de komst van de zendeling die wordt tegen-gewerkt. De moeder van Abdoerahman wordt ziek en sterft een kalme dood door

152 Geannoteerde bibliografie

0358 Sonnega Ez., H.W. Henk en Bert; Avonturen van twee Indische jongens op de reis en in Holland; geïllustreerd door Jeanne Fauré. Arnhem, Ten Brink, [1922]. 176 blz. [Juliana-bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Herdrukken: 2e druk idem [c. 1924]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 368 N; 2e druk Brinkman

Van hun wederzijdse ouders moeten Bert (uit Batavia) en Henk (uit Soerabaja) naar Nederland voor hun HBS-opleiding. Ze komen in huis bij een oom van Henk in Amsterdam. Bert voelt zich al gauw 'senang', maar Henk heeft aanpassingsmoeilijk-heden en komt dan soms driftig uit de hoek, vooral op school.

0359 Starrenburg, D.B. Op de rotsen geworpen. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1922. 16 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV g 1114 N

Een zendeling-leraar van de Utrechtsche Zendings Vereeniging vertelt over het zendingswerk onder de Papoea's op het eiland Roon in de Geelvinkbaai (Nieuw-Guinea) en de zeer primitieve omstandigheden waarin hij met zijn gezin moet leven.

0360 Zeggelen, Marie [C.] van. Din en Aroe naar het land van beschaving; met 20 platen. Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1922]. 215 blz. Vervolg van: De schat van den armen jongen (zie no. 0271). Vindplaats: KITLV cc 477

De twee Boeginese jongens gaan aan boord van de 'Zeemeeuw' die hen via Lombok en Bali naar Java brengt. Ze reizen onder geleide van een Nederlandse bestuurs-ambtenaar die naar Java terugkeert met zijn gezin en zijn Javaanse secretaris, een man van adel, die Din en Aroe Javaans leert. Ze zullen een half jaar wegblijven om van allerlei zaken kennis te nemen: ambachten, landbouw en nijverheid, maar ook om de technische Svonderen' te aanschouwen. Het gezelschap logeert op een suikeronderneming en later geniet men de gastvrijheid bij een prins in Djokjakarta. De jongens ondergaan hier de Javaanse cultuur ten volle: ze horen de klanken van de gamelan waarbij wajangspelers hun voorstelling geven. Din raakt nog verwikkeld in een avontuur waarin de Sarekat Islam een rol speelt, wanneer hij een kostbare bloem voor een archeoloog moet zien te bemachtigen op een tocht naar de zuidkust van Java.

0361 Blinde, J.H. Karon, de kleine verschoppeling. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1923. 37 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV q 556

Een ware gebeurtenis.In de Soendalanden doolt een Javaanse vrouw met haar zoontje Larti. Ze is op zoek naar haar man die haar in de steek heeft gelaten. Op haar zwerftocht door de achterbuurt van Bandoeng wordt de argeloze vrouw aangeklampt door een Javaanse koeliewerver. Hij haalt haar over om naar Deli te gaan om daar op de tabaksplanta-ges te werken. Haar zoontje laat ze achter bij een kinderloos echtpaar. Larti groeit niet voldoende en zijn pleegmoeder koopt voor hem bij een *wijze man' een nieuwe

Geannoteerde bibliografie 153

naam: Karon. Die naam moet hem meer geluk aanbrengen. Wanneer hij acht jaar is hoort hij bij toeval dat zijn echte moeder hem heeft verlaten. Karon gaat piekeren en komt zó onder de uitslag te zitten dat zijn pleegvader hem de deur wijst. Karon komt in een zendingsziekenhuis terecht waar hij wordt verpleegd. Als hij genezen is wordt hij als pleegzoon aangenomen door een kinderloos echtpaar, Soendanese christenen, in het dorpje Palalangon.

0362 Bout-Muller, A.K. Geen verworpene meer. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1923. 24 blz., ills. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1336 N

Blinde Papoeajongen, Kan-Kanem (betekent 'de verworpene') genaamd, uit de omgeving van Fak-Fak wordt in 1918 als pleegkind opgenomen bij het zendelings -echtpaar Bout-Muller. Zijn naam wordt veranderd in het Nederlandse Niko. Als het echtpaar Bout naar Holland gaat komt Niko in Bandoeng op een blindeninstituut waar hij een christelijke opvoeding zal krijgen.

0363 Hazevoet, Jac[oba]. Keesje's leertijd in de tropen; geïllustreerd door Henk Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1923]. 94 blz. Vindplaats: KITLV cc 382 N

Op Java leren een Nederlandse weesjongen en zijn tante hoe zij hun levens in Holland inhoud kunnen geven op een christelijke grondslag. Zie ook: Winterbloemen (no. 0372).

0364 Hilgers, Th.J.A. Indische sprookjes; [met illustraties van Netty Heyligers en W.K. de Bruin]. Rijswijk, Blankwaardt & Schoonhoven, [1923]. 144 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV a 635

In deze sprookjes die zich voornamelijk op Java afspelen, maar ook op Sumatra, Celebes en de Molukken, hebben bloemen en dieren een belangrijke functie. Het hindoeïsme en de islam voeren in de ruimste religieuze betekenis de ondertoon: hadji's en kluizenaars bezitten macht of beschikken over een bovennatuurlijke gave om de eenvoudige kampongbewoners uit te buiten of belangeloos te helpen.

0365 Hoe een kleine jongen 'goeroe' is geworden. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1923]. 16 blz., afb., prt. Vindplaats: KITLV 1619 N (fotokopie)

Zendingsverhaaltje uit Celebes waar een inheemse goeroe, Joost Kaligis, afkomstig uit de Minahassa, in opdracht van de zendeling A.C. Kruyt naar Midden-Celebes trekt om daar de bevolking te leren in hun levensonderhoud te voorzien en het evangelie te verkondigen.

0366 Hoog, Aletta. Het boek voor alle volken; [omslag van R. Gerbrands]. Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 1923. 15 blz..

154 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV q 3874 N

Bevat fragmenten over de Toradja-bevolking .op Celebes.

0367 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Ktty's leed en vreugde; Van Indisch meisjesleven; met platen en bandteekening van A.J. van 't Hoff. Gouda, Van Goor, [1923]. 171 blz.Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 487 N

Kitty 'kruidje-roer-me-niet' - een Hollands meisje - groeit in Batavia op. Zowel het huwelijk van haar zusje als dat van Nella, de Ambonese hulp laten een leegte achter. Maar de plotselinge dood van haar veel jongere broertje is een blijvend gemis. Na haar HBS-opleiding trouwt ze al spoedig met een jonge beheerder van een kleine rubberonderneming op Java.

0368 Keiler, Ida. Niet met handen gemaakt; geïllustreerd door O. Geerling. Nijkerk, Callenbach, [1923]. 110 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1629 N

Bevat Indische fragmenten.Aan boord van de 'Amalia' maakt Arie, een scheepsmaatje van dertien jaar, zijn eerste zeereis naar Indië. Hij is de armoede van thuis ontvlucht. Onderweg maakt hij kennis met de jonge mevrouw Wensel en haar pasgeboren zoontje David. Zij is de vrouw van een vermogend suikerplanter uit Oost-Java. Hij komt haar in Soerabaja afhalen.Na zeven jaar vaart Arie weer met dezelfde boot naar Indië en ziet hij David terug, die door zijn ouders naar Holland wordt gestuurd voor zijn schoolopleiding. Het afscheid is zwaar, maar zijn ouders vinden dat het tijdelijk afstand doen van je kinderen nu eenmaal aan het leven in Indië verbonden is. Als twee jaar later mijnheer Wensel overlijdt, keert zijn vrouw naar Nederland terug om voorgoed bij David te blijven. Op meerderjarige leeftijd gaat David naar Indië terug om de bezittingen van zijn vader, die een oom tijdelijk heeft beheerd, over te nemen. Zie ook: Winterbloemen (no. 0372).

0369 Ophof-Sterk, Tine. Morgennevelen; met boekversiering van W. Ising. Weltevreden enz., Visser enz., [1923]. 208 blz. Herdrukken: 2e druk [1923]. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk KITLV cc 453

Het verhaal is gesitueerd vlak na de Eerste Wereldoorlog en geeft een karakter-beschrijving van twee jonge meisjes uit een verschillend milieu. Beiden zijn uit Nederland naar Java teruggekeerd, waar hun ouders wonen. Vera Dumas, een Hollands meisje, heeft in Utrecht haar lager-onderwijsakte gehaald. Op de bootreis naar Indië deelt ze een hut met Nelly Mesgert, een Indisch meisje. Zij is een verwend enig kind van een Hollandse kolonel en een eenvoudige Indische moeder.

Geannoteerde bibliografie 155

Voor veel geld is Nelly in huis geweest bij een Haagse familie die zich richtte op het uitgaansleven en waar alles draaide om uiterlijke zaken, zoals geld en aanzien. Voor beide meisjes brengt het leven in hun vaderland ingrijpende veranderingen. Vera's ouders zijn van een royaal huis met een grote tuin in Batavia verhuisd naar een eenvoudig huis in Bandoeng. Haar vader is tijdens haar verblijf in Holland ernstig ziek geweest en werd gedwongen met vervroegd pensioen te gaan. Zijn financiën waren niet toereikend om hetzelfde leefpatroon voort te zetten, zodat hij in Bandoeng toch nog een betrekking heeft moeten zoeken. Vera ziet in dat ze geen luxe leventje kan leiden van uitgaan en pretjes. Zij vindt al spoedig een baan als onderwijzeres. Nelly Mesgert, die inmiddels op de hoogte is van de financiële situatie van Vera's vader, laat haar weten dat zij als kolonelsdochter geen verdere omgang met haar wil omdat dit beneden haar stand is.Wanneer kolonel Mesgert een dodelijke val te paard maakt, worden Nelly en haar moeder liefderijk opgevangen door Vera's ouders, die hen tijdelijk onderdak verlenen. Er is financieel weinig eer meer te behalen omdat het kolonelsgezin op te grote voet heeft geleefd. Moeder en dochter gaan voorgoed naar Nederland, waar Nelly in Den Haag op een kantoor gaat werken om in haar levensonderhoud te voorzien.Een eenvoudige jonkheer die Vera op de boot naar Indië heeft leren kennen, wordt na wat misverstanden over en weer haar levensgezel. Hij werkt als assistent op het koffieland van de onderneming 'Pasir Mas', waar Nelly met haar ouders de vakantie doorbrengt.

0370 Tabai, de blinde Papoea-jongen; Verhaal naar aanleiding van eenige berichten van zendeling [D.CA.] Bout. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1923]. 15 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1537 N

De blinde wees Tabai wordt als pleegzoon opgenomen in het gezin van een zende-ling.

0371 Vémor, Ella [ps. van Annie van Essen-Bosch]. Sonja; geïllustreerd door Sijtje Aafjes. Alkmaar, Kluitman, [1923]. 208 blz. Vindplaats: Uitgeverscat./PB

Bevat een Indisch fragment en speelt in Nederland.Tweejarig meisje (Indisch?) blijft in Nederland achter wanneer haar ouders voor dringende zaken naar Indië worden teruggeroepen. Door omstandigheden in Nederland verliezen de ouders het contact met hun dochtertje.

0372 Winterbloemen; Verhalen voor de jeugd door C. van Dort, Heleen [ps.], W.G. van de Hulst, Jac[oba] Hazevoet, Ida Keiler. Nijkerk, Callenbach, 1923. [IV, 375 blz.], afbn. [36ste serie, derde deel.]Bevat de Indische verhalen: 'Keesje's leertijd in de tropen' door Jac[oba] Hazevoet [en] geïllustreerd door Henk Poeder; 'Niet met handen gemaakt' door Ida Keiler [en] geïllustreerd door O. Geerling (zie ook nos. 0363 en 0368). Vindplaats: PB

156 Geannoteerde bibliografie

0373 Wijsman-Goedkoop, E. Op den rand van het nest; geïllustreerd door Netty Heyligers. Alkmaar, Kluitman, [1923]. 199 blz. Vindplaats: KITLV cc 1764 N

Speelt in Nederland en bevat een kort fragment over de situatie van een geïsoleerd geraakt gezin uit Nederlands-Indië. De vader, een mijningenieur, heeft daar bij een ontploffing zijn gezichtsvermogen verloren. Hij tiranniseert zijn jonge Indische vrouw en hun enig dochtertje.

0374 Adams, Eva [ps. van J. Tersteeg-Frank]. Tusschen de vijftien en achttien; bandteeke-ning en illustraties van Piet C. Wagner. Leiden, Leidsche Uitgeversmij, [1924]. 229 blz.Herdrukken: 2e druk [1926]. idem. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk BBJ/KB/NBLC-Almere; 2e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. De eigengereide bakvis Tonia maakt kennis met de nieuwe buren, de Indische familie Drummei en hun baboe. Tonia's spontaan gedrag komt haar echter duur te staan wanneer ze haar zakgeld in 'bewaring' geeft aan mevrouw Drummei die verslaafd is aan snoepen en lekker eten. De aanstaande zwager van Tonia heeft plannen om naar zijn 'puissant' rijke oom in Indië te gaan, maar hij ziet er vreselijk tegenop om uit Holland weg te gaan. Hij staat onder druk van zijn moeder die bang is 'dat oom daar nog eens met een zwarte vrouw trouwt en die het geld nalaat'.

0375 Fabricius, Johan. De scheepsjongens van Bontekoe; teekeningen van den schrijver, 's-Gravenhage, Leopold, 1924. XII, 569 blz.Herdrukken: 7e-8e druk [1956-1960]. Met tekeningen van Hylke van der Harts. 436 blz.; 9e druk [1965]. Met tekeningen van Dick de Wilde. 415 blz.; lle herziene druk [1969]. Met tekeningen van Dick de Wilde. 401 blz.; 18e druk verscheen in Amster-dam, Leopold, [1989]. Met tekeningen van Dick de Wilde. 401 blz. Bevat poëzie en een kantjilverhaaltje.Vindplaats: Ie druk KITLV hh 8137 N; 8e druk BBJ; 9e druk Brinkman; lle herziene druk KITLV cc 835 N; 17e druk PB; 18e druk Brinkman

Het verhaal is ten dele gebaseerd op het oorspronkelijke scheepsjournaal van schipper Willem Ysbrantszoon Bontekoe uit Hoorn. In 1618 vertrekt de schipper uit Texel naar Java met het VOC-schip 'Nieuw Hoorn'. Aan boord bevinden zich Rolf, een neef van Bontekoe, met twee Hoornse vrienden, Hajo en Padde, die met Harmen, een wat oudere bootsman en de hond Joppie, elkaar onder alle omstandig-heden trouw zullen blijven.De reis loopt in het begin voorspoedig, tot er bij de Kaap scheurbuik uitbreekt onder het scheepsvolk. Bij een baai wordt vers drinkwater ingenomen en voedsel bemachtigd. Gesterkt zeilt men verder naar het eiland Santé Marie waar met de inheemse bevolking een levendige ruilhandel wordt gehouden: Hollandse voorwerpen tegen gevogelte en vruchten. Bij het brandewijn pompen veroorzaakt Padde met zijn brandende kaars een onblusbare brand die zich uitbreidt naar de kruitkelder, waardoor het schip de lucht in vliegt. Schipper Bontekoe dobbert met een groep overgebleven schepelingen, onder wie de vier vrienden en hun hond, zonder kompas

Geannoteerde bibliografie 157

onder barre omstandigheden op zee rond. Op de stand van de zon en de sterren koersen ze, meer dood dan levend, op de kust van Sumatra aan. In het tweede deel worden de schipbreukelingen vijandig ontvangen door de Suma-traanse bevolking. Een aantal van hen wordt zelfs gedood en slechts een klein groepje weet later Batavia te bereiken. Het tweede deel wijkt af van het oorspronkelijke scheepsjournaal, waarin van vier achterblijvers nooit meer iets wordt vernomen. De vier scheepsjongens nemen nu hun plaats in en maken een avontuurlijke tocht door Sumatra. Onderweg is Dolimah, een weggelopen dochtertje van een Suma- traans dorpshoofd, hun gids.Zij vertelt hen over de geneeskracht van planten, vertelt een kantjilverhaaltje en een legende over hoe het vuur op aarde is gekomen. Als de jongens geen vuur kunnen maken, komt het schriele jongetje Saleiman hen te hulp. Op zijn soeling tovert hij de mooiste melodietjes. Als Padde ziek wordt en ijlt over een brand, haalt Saleiman er een doekoen bij, Pak Samirah. Hij beheerst de geesten en door zijn eentonig klankloos geprevel geneest Padde. Ze trekken verder tot ze bij een rivier komen die volgens Dolimah in zee moet uitmonden. De jongens bouwen een stevig vlot en als het klaar is, vlucht Dolimah 's nachts weg, terug naar haar dorp. Met het vlot bereiken de jongens Straat Soenda en steken binnen een paar dagen over naar Batavia. Daar worden ze aan boord gehesen van de 'Nieuw Zeeland' door een maatje afkomstig van de 'Nieuw Hoorn'. Schipper Bontekoe ligt ook in de haven met de 'Berger Boot', waar de jongens heenvaren om af te monsteren en waar ze hun gage in ontvangst nemen.Hajo, Harmen en Padde monsteren aan op de 'Nieuw Zeeland' die naar het vaderland terug zal gaan. Rolf gaat met Bontekoe mee om te worden opgeleid voor stuurman. Aan wal gaan ze passagieren in Batavia, waar een nog in leven zijnde scheepsmaat hen opwacht. Hij neemt hen mee naar zijn huis. Intussen is hij ge -trouwd met een Javaanse, die op dat moment afwezig is. Door zijn maats overge-haald laat hij haar in de steek om ook aan te monsteren op de 'Nieuw Zeeland'. Voor hun maaltijd bezoeken ze een Chinees eethuis, doen hun inkopen voor thuis en bestellen zeemanskisten. Ze zwerven nog wat rond op de Pasar Malam, waar ze hun ogen uitkijken naar al die verschillende Oosterlingen die er rondlopen. Ze komen onder de indruk van Javaanse ronggèngs, die op gamelanmuziek hun dansen uitvoeren, ze zien een wajangspel en, naar hun mening, een wreed hanengevecht. Begin maart 1620 zeilt de 'Nieuw Hoorn' uit Batavia weg en eind december van datzelfde jaar komen het schip en zijn bemanning behouden in Vlissingen aan. Een bewerking als stripverhaal verscheen c. 1970 (no. 1131).

0376 Hazevoet, J[acoba]. Het engeltje van kampong Rhanka; geïllustreerd door Henk Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1924]. 78 blz. Vindplaats: KITLV cc 506 N

Sandy, het zoontje van een Nederlandse garnizoensarts, en de Christen-Ambonnees Saleika spelen een belangrijke rol bij de oprichting van een zendingsziekenhuisje op Java.

0377 De kleine gids; Vijf verhalen door N[ienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje M.D.Troelstra-Bokma de Boer], L[ode] Baekelmans, J.S. Brandts Buys e.a.; versierd met origineele houtsneden van Chris Lebeau. Santpoort enz., Mees enz. , 1924. 128 blz. Bevat een Indische bijdrage van Marie C. van Zeggelen, 'Een kleine gids' (blz. 85-106).

158 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1550 N+

In de wouden van Groot-Atjeh zwerft Tjoet Adin, de blinde vrouw van de overleden Atjehse roofridder Toekoe Oemar, rond. Toekoe Oemar was een geduchte tegen -stander van het Nederlandse gezag in Atjeh en sneuvelde (1899) in de Atjeh-oorlog. Tjoet Adin heeft haar bezittingen verlaten, maar haar bedienden zijn haar trouw gebleven. In haar gevolg bevindt zich het jongetje Amat, dat door een patrouille soldaten van het Nederlands-Indische leger wordt meegenomen. Een officier probeert Amat uit te horen naar de verblijfplaats van Tjoet Adin. Amat weigert, en wil terug naar zijn dorp, maar hij weet dat als hij terugkomt Tjoet Adin hem eigenhandig zal doodschieten wegens verraad aan de 'Kompanie'. Een van de officieren geeft Amat een brief mee. Bij thuiskomst wordt de inhoud voorgelezen aan Tjoet Adin door Abdoellah, haar oude raadsman. In de brief staat dat Amat werd gedwongen met de soldaten mee te gaan en dat hij heeft geweigerd de verblijfplaats van Tjoet Adin te verraden. Amats leven wordt gespaard. Zie voor de figuur van Tjoet Adin de historische roman van M.H. Székely-Lulofs Tjoet Nja Din; De geschiedenis van een Atjehse vorstin. (Eerste druk 1948; tweede druk 1985).

0378 Max [ps.]. De wonderlijke reizen van Meelmuts en Roetkop; teekeningen van [O.] Roland; versjes van -. Amsterdam, Van Campen, [1924]. 44 blz. [Derde serie.] Vindplaats: KITLV cc 109 N

Een veredeld stripverhaal op rijm gezet met avonturen op zee, Sumatra en Java.

0379 Menno's Indisch prentenboek [Menno van Meeteren Brouwer]; Uit het dageüjksche Indische leven van het Indische kind; Met versjes voor de jeugd; 12 groote gekleurde platen en 24 kleinere tusschen den tekst. Utrecht, De Haan, [1924]. 25 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1452 N (fotokopie)

In een twaalftal rijmpjes is een aantal woordjes en Maleise uitdrukkingen verwerkt waarin het kleine meisje Non en haar broertje Piet met hun baboe de hoofdpersonen vormen.

0380 Meijboom-Italiaander, J[os]. Javaansche sagen, mythen en legenden; verzameld door -; [met illustraties van Menno van Meeteren Brouwer]. Zutphen, Thieme, 1924. XII, 323 blz.Herdrukken: Fotografische herdruk, opnieuw geïllustreerd door Mick Kamper, [1977].Bevat een verklarend register. Vindplaats: Ie druk KITLV b 326; Herdr. Brinkman

Mythen en legenden zoals de schrijfster ze uit de volksmond heeft gehoord. Het zijn eenvoudige volkssagen zoals die door de kakès en de nènèks aan hun kleinkinderen worden verteld. Behalve Javaanse verhalen over mensen, reuzen, de natuur en de sagen van Ratoe Loro Kidoel, komen er ook mythen van Borneo en de Kei-eilanden in voor.

Geannoteerde bibliografie 159

0381 Scherpenzeel, J. van. Klein Jantje van Grisee; met prentjes van Jan Wiegman. Batavia enz., Kolff, 1924. 107 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1825 N

Beschrijft het dagelijks leven van een Hollands gezin op Oost-Java, waarin ook de bedienden zoals de baboe, de kebon, de kokkie een rol spelen. Het verhaal is afgestemd op de kinderen in Nederlands-Indië door de vele onvertaalde Maleise woordjes en uitdrukkingen. Zie ook: J. van Es. Sinjo Jan; Klein Jantje in de tropen (no. 0814).

0382 Snellen, Agatha. Timon en Matjan; Een Indisch sprookje; met illustratiën van CJ. Mension. 's-Gravenhage, Drukkerij Voortvaren, [1924]. 99 blz. Herdrukken: 3e druk [c. 1926]Vervolgd als: Timon's avontuurlijke vliegtochten (zie no. 0448). Vindplaats: Ie druk KITLV a 750; 3e druk Antiquariaatscat.

Timon, een kleine jongen die in Probolinggo (Java) woont, is op het ruime erf rondom zijn huis opgegroeid met allerlei dieren. Graag zou hij de dierentaal verstaan zodat hij met alle dieren kan praten. Deze wens wordt tijdelijk vervuld wanneer hij door een oud Javaans vrouwtje de kroon van de slangenkoning aan zijn vinger krijgt geschoven. Op een tocht te paard naar de vulkaan de Bromo en de Zandzee verlaat Timon het gezelschap van zijn ouders. Voorbij de Mungalpas begint zijn avontuur als hij op de rug van Matjan de tijger naar het apenwoud wordt gereden. Dit sprookje is opgedragen aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana.

0383 Visscher, G.J. Onverwacht wederzien; met platen van Henk Poeder. Gouda, Van Goor, [1924]. 126 blz.Herdrukken: 2e druk [1928]. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.]. Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk BBJ/NBLC-Almere

Bevat een kort Indisch fragment over een Nederlandse stuurman op de 'wilde vaart'. Na het overlijden van zijn vrouw komt hun enige schoolgaande jongen bij een inhalige oom en tante in huis.

0384 Zeggelen, Marie [C.] van. Het kippendagboek; teekeningen van Alexander de Haas Jr. Rotterdam, Masereeuw & Bouten, [1924]. 38 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 2440 N+ (fotokopie)

Een met veel fantasie en humor geschreven verhaaltje dat in Indië speelt. Oom Jan laat aan zijn neefje Hans een vuil grijspapieren pakje zien, dat de kebon in het kippenhok heeft gevonden. Kleine bekraste papiertjes. Aan de hanepoten kan oom zien dat het een kippendagboek is. 's Avonds leest hij zijn neefje voor uit 'Dagboek van Hanestaart en familie', waarin de kippen neerkijken op Grauwbekje, een soepkip, die in hun hok is gesmeten.

160 Geannoteerde bibliografie

0385 Amerika, J.L. en A. Soeardi. Javaansche sagen en legenden, zeden en gewoonten;Leesboek voor de hoogste klassen der lagere scholen en de laagste klassen der scholen voor voortgezet lager onderwijs in Nederland en Indië; met illustraties van Yang Lain [ps.]. Gouda, Van Goor, 1925. 111 blz. Vindplaats: KITLV b 504

In deze bundel staan ondermeer de legende van de Tangkoeban Prahoe, de verhalen over de zoutbronnen te Koewoe Grobogan, het ontstaan van het Javaanse alfabet en de legende van Dewi Sri, de godin van de rijst.

0386 Berg, W. van den. De koning van Tjilatjap; met 4 platen en bandteekening van Rob. Graafland; uitgegeven onder goedkeuring van den Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur. 's-Hertogenbosch enz., Malmberg, [1925]. 195 blz. [Malmberg's Jeugdlectuur; no. 46.] Vindplaats: KITLV cc 1405 N

De titel en de inhoud van dit jongensboek (een missieverhaal) hebben niets met Nederlands-Indië te maken, maar met het voormalige Brits-Indië. Het verhaal speelt in katholieke kringen in Nederland, waarin een Brits-Indiër van hoge afkomst zijn levensverhaal vertelt en zijn overgang tot het christendom. De naam 'Tjilatjap' is een scheldnaam van Hollandse jongens die zijn moeilijke Indische naam niet kunnen uitspreken.

0387 Beijl, K. de. Klaas Hamer, met 4 illustraties van C. Damen. Amsterdam, Veen, [1925]. 168 blz. Vindplaats: KB

Bevat een paar korte Indische fragmenten.

0388 Bonnema, Tine [ps. van Tine de Vries-Vrisou]. Oude en nieuwe vertellingen; geïllu-streerd door W.G. van de Hulst Jr. 's-Gravenhage, Daamen, [1925]. 191 blz. Bevat poëzie. Bevat de Indische verhaaltjes en sprookjes: 'Op visite'; 'De droom van Onno'; 'Hoe Betty haar les leert'; 'De kleine tuinman'; 'Het geweer'; 'Verboden waar'; 'Het sprookje van de mangga's'; 'De moeite wel waard'; 'Onvoorzichtig'. Vindplaats: OBA/KB

De verhaaltjes, waarin het pedagogische element sterk overheerst, spelen op Java in een Nederlands milieu.

0389 Brinkgreve-Wicherink, Tine. De Meiclub uit kampeeren; geïllustreerd door Netty Heyligers. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1925]. 228 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1762 N

Speelt in Nederland en bevat een kort Indisch fragment.

Geannoteerde bibliografie 161

0390 Hoven, Th[érèse]. Een meisjesdetective; met vier platen van Ella Riemersma. Gouda, Van Goor, [1925]. 239 blz. [Serie Meisjesleven.] Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/OBLG/KITLV cc 1292 N

Uit Soerabaja komt de impulsieve Wilna haar stijfdeftige Amsterdamse familie bezoeken. Tijdens haar verblijf valt een antiek bord in gruzelementen. Goede raad is duur... Wilna gaat op 'rooftocht' bij twee tantes in Overveen en Den Haag. Wanneer ze eindelijk zo'n zelfde bord eerlijk heeft gekregen en dit aan haar familie in Amsterdam overhandigt komt hun oude dienstbode met een bekentenis.

0391 Liefde, J.L.F. de. Toch naar Holland; Zendingsverhaal; geïllustreerd door Jeanne Faure. Arnhem, Ten Brink, [1925]. 34 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 91.] Vindplaats: KITLV cc 1556 N/cc 2266 N

Wim, enig kind van een zendelingsechtpaar uit de binnenlanden van Java, zal voor zijn schoolopleiding naar Nederland gaan. Hijzelf, maar ook zijn ouders zien tegen deze scheiding op. De vriendschap met het manke jongetje Oentoeng maakt dat Wim zijn belofte om naar Holland te gaan niet verbreekt.

0392 Volksverhalen uit Oost-Indië (Sprookjes en fabels); Verzameld door Jan de Vries. Zutphen, Thieme, 1925-1928. 2 delen. 1. Met illustraties van G.J. Overbeek. 1925. XI, 388 blz. 2. Met illustraties naar foto's. 1928. XII, 416 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV a 342 (In deel l ontbreken de illustraties)

Fabels en sprookjes die voorheen in handschrift werden bewaard zijn in deze uitgaven voor het eerst in druk verschenen. Bevat een lijst van geraadpleegde bronnen en aantekeningen.

0393 Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]. Een Indisch meisje en andere Indischeverhalen; geïllustreerd door P. van Geldorp en Rob. Graafland; uitgegeven ondergoedkeuring van den Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur. 's-Hertogenbosch enz.,Malmberg, [1925]. 163 blz.Bevat behalve het titelverhaal nog de verhalen: 'Uit het land van over de zee' (blz.51-107); 'Oorsprong van 't Javaansche letterschrift' (blz. 108-118); 'Jopo' (blz. 119-141) en 'Te Redjo Sarie' (blz. 142-161) die allemaal op Java spelen.Vindplaats: KITLV cc 89 N

Het titelverhaal gaat over het Indische meisje Jo dat in Weltevreden op een kostschool zit bij de zusters Ursulinen. Haar vader - administrateur op een thee-onderneming bij Bandoeng - en haar (Indische) moeder sturen de dertienjarige Jo voor haar HBS-opleiding naar een peettante in Holland. Daar ziet Jo voor het eerst van haar leven een Hollandse koetsier, een Hollandse tuinman en een Hollands keukenmeisje, in tegenstelling tot Indië waar je inheemse bedienden ziet. Ook moet Jo leren zichzelf te helpen. In Indië was ze gewend dat de baboe alles voor haar deed.

162 Geannoteerde bibliografie

'Uit het land van over de zee' en 'De oorsprong van 't Javaansche letterschrift' zijn twee bewerkte legenden; de eerste over de geldgodin Kjai Belorong en de tweede over de vorst Adji Soko.'Jopo' is een aapje dat als huisdier wordt gehouden in een Nederlands gezin. Het diertje wordt door de huisbediende Amat getreiterd en getraind om te leren stelen bij dit zelfde gezin.'Te Redjo Sarie' speelt op een Kendalse koffïe-onderneming in de residentie Semarang. Daar woont een jonge Haagse administrateursvrouw met haar zoontje Jan die speelt met Wiro, een Javaans dessajongetje. Wiro bekent dat hij graag katholiek wil worden en wanneer hij zijn vriendje Jan redt ten koste van zijn eigen leven, wordt hij nog bijtijds gedoopt voor hij zijn ogen voorgoed sluit. Wiro wordt niet begraven op het algemene Javaanse kerkhof, maar hij krijgt een mooi plekje in de tuin van de koffïe-onderneming.

0394 Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]. Javaansche legenden. 's-Hertogenbosch enz., Malmberg, 1925. 174 blz. Vindplaats: KDC/KITLV b 336

liegenden over de waringinboom, de orchidee, hoe de wind ontstond, over verschil -lende Javaanse steden en zelfs nog een heel bijzondere legende uit Nieuw-Guinea.

0395 Benard, Emmy. Bakvtschjes lief en leed; met illustraties van Freddie Langeler. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1926]. IV, 234 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over een Amsterdamse huisarts die met zijn gezin voor een tijd naar Indië gaat. De vijftienjarige dochter Mies blijft in Nederland achter op een particulier meisjesinternaat in de provincie.

0396 Beijl, K. de. Henk Halbers; Een reis door het Panamakanaal naar Indië; met platen en omslagteekening van Menno van Meeteren Brouwer. Gouda, Van Goor, [1926]. 159 blz. [G.B.-serie; deel VIL]Vervolgd als: Onder de tropenzon; of, Henk Halbers in Indië (zie no. 0432). Vindplaats: BBJ/KITLV cc 83 N

Door financiële verliezen en geen uitzicht op salarisverhoging heeft de vader van Henk Halbers een benoeming als gemeentesecretaris aanvaard in Toeloeng-Benteng op Java. In 1917 vertrekt het gezin met de 'Grotius' uit Amsterdam. De scheepsrou-te loopt vanwege het Duitse duikbotengevaar via de Westindische eilanden, Panama, San Francisco, Japan en Hongkong naar de haven van Tandjong Priok.

0397 Crevels, H.H. en T. van Buul. De twee rijstaren en andere verhalen voor kinderen van 6-8 jaar, geïllustreerd door Tjeerd Bottema en Albert Geudens. Bussum, Van Dishoeck, [c. 1926]. 88 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: PB

Geannoteerde bibliografie 163

Het titelverhaal vertelt over de trotse lege rijstaar die rechtop staat en de diep gebogen rijstaar, zwaar van de vele rijstkorrels. Bevat naast de Indische verhaaltjes een Javaanse bewerking van het sprookje van 'Vrouw Holle'.

0398 Croes, J.W. en W. Vink. Uit polder- en zonneland; Proeve van briefwisseling tusschen Nederlandsche en Indische kinderen van de hoogste klasse eener lagere school', met 180 plaatjes en 3 kaartjes. 's-Gravenhage, Ykema, 1926. 104 blz. Vindplaats: KITLV cc 1836 N

Schoolkinderen uit Probolinggo (Oost-Java) schrijven naar een klas in Capelle a/d IJssel over hun dagelijks leven in de tropen en het schoolreisje naar Tosari met een rit te paard naar de Zandzee en de Bromo.

0399 Droomfee en andere verhalen; Samengesteld door Marie [C.E.] Ovink-Soer; met medewerking van Clémence [M.H.] Bauer, Elis[abeth] van Beymerwerdt, Willy Brinkgreve en anderen; met illustraties van Sijtje Aafjes, Rie Cramer, J. Gabriëlse en anderen. Utrecht, De Haan, [1926]. 191 blz. [Zonneschijntjes; deel II.] Bevat poëzie en muziek. Bevat het verhaal 'De patiënten van dokter Kras' door Jan Wagenaar dat een paar korte Indische fragmenten bevat, en 'Hernieuwde vriendschap en 't treurig einde van Oesoep de karbouw' door Marie Ovink-Soer. Vindplaats: OBA

Onder het hoofdstuk 'Uit Indisch en Inlandsch kinderleven' staat het verhaal 'Hernieuwde vriendschap en 't treurig einde van Oesoep de karbouw' door Marie Ovink-Soer dat zich afspeelt in het gezin van een Hollandse theeplanter op Java.

0400 Gunning, C.P. Indië en jong-Nederland; Bijdragen uit veler pen, beoogende onsopgroeiend geslacht Indië beter te doen kennen en begrijpen; verzameld en ingeleid door -; met een aanbevelend woord van J.C. Koningsberger; geïllustreerd met 54 foto's. Amsterdam, Kosmos, [1926]. 239 blz. Vindplaats: KITLV a 350

Informatief naslagwerk voor de oudere jeugd.

0401 Hans, Doe. De Knalchtb van 3A; Met een inleidend woord van H.A. MeerumTerwogt; met penteekeningen van Menno [van Meeteren Brouwer] en bandteeke-ning van Louis Bron. Rotterdam, Handel-Mij Stokvis, [c. 1926]. 232 blz..Vervolgd als: Zonnebloem; Nieuwe lotgevallen van de Knaldub van 3A (zie no. 0415).Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 1281 N

Bevat een Indisch fragment over een HBS'er, afkomstig uit de Oost die voor zijn schoolopleiding bij twee tantes in Rotterdam woont. Door zijn klasgenoten wordt hij vriendschappelijk 'De Rookworst' genoemd.

0402 Hasselt, F.J.F. van. In het land van de Papoea's. Utrecht, Kemink & Zoon, [1926]. 151 blz., afbn. kit. en prtn.

164 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV g 103 N

Zendingsverhalen over Nieuw-Guinea, waar de ouders van de schrijver, een zende-lingsechtpaar, ruim vijfenveertig jaar werkzaam zijn geweest. De schrijver werkte er op zijn beurt meer dan dertig jaar met zijn vrouw.Vooraf wordt in het kort iets verteld over de geschiedenis van Nieuw-Guinea, dat in 1526-1527 door de Portugees George Menezes werd ontdekt. Daarop volgt een uitvoerige beschrijving van de Papoeabevolking, hun natuurlijke omgeving, hun behuizing, hun zeden en gewoonten en een aantal korte schetsen over Papoea's die tot het christendom zijn overgegaan.Zendeling A.J. de Neef, die ook lange tijd in Nieuw-Guinea heeft gewerkt, maakte de tekeningen voor deze bundel.

0403 Hazevoet, Jacfoba]. Van twee Indische meisjes; met teekeningen van E.J. Veenendaal. Nijkerk, Callenbach, [1926]. 92 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 443 N

Omdat haar ouders veel uit gaan wordt Marianne door haar Javaanse baboe grootgebracht, 's Avonds voor ze gaat slapen vertelt baboe (die 'een Mohammedaan-sche' is) allerlei griezelige verhalen waarvan de kleine meid benauwde dromen krijgt en bang en bijgelovig wordt. Wanneer haar ouders bij een auto-ongeluk om het leven komen wordt Marianne door baboe naar een christelijk weeshuis gebracht. Daar gaat ze om met Laura die overwicht op haar heeft en Marianne 'een kleine heiden' vindt. Een plotseling tragisch ongeval maakt een einde aan hun vriendschap.

0404 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Gulden weken; met platen, band- en omslag-teekening van Johanna Coster. Gouda, Van Goor, [1926]. 207 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 492 N (fotokopie)

Hollands gezin uit Batavia met twee schoolgaande meisjes, Non en Deetje, brengt met hun baboe Inem de grote vakantie door bij familie op een rubberonderneming in de Soendalanden. De stadskinderen ravotten in de natuur, zien de inheemse bevolking aan het werk op de onderneming, raken onder de indruk van heilige bomen, huiveren bij een inlands kerkhof en zien een grappige Soendanese komedie. Hun moeder die tobberig van aard is ziet dat op een afgelegen onderneming vaak van alles geïmproviseerd moet worden en waardeert ondanks de hitte het stadsleven.

0405 Horst-van Doom, Gerda C. van der. Tante Noep; met platen, band- en omslagteeke-ning van J.H. Isings [Jr.]. Gouda, Van Goor, [1926]. 164 blz. [Serie Voor 'Bakvisch-jes'.]Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 511

Tante Noep is het kind van een Javaanse vrouw en een Hollandse fuselier, opge -groeid in de tangsi. Ze woont in een gang in het Batavia van 'tempo doeloe'. Na de dood van haar ouders heeft ze een nichtje in huis genomen. Tante zorgt voor het

Geannoteerde bibliografie 165

levensonderhoud met het maken van Indische lekkernijen. Als haar nichtje van school komt wordt ze verkoopster bij toko 'Onderlinge Hulp' en ze laat tante na haar huwelijk niet in de steek.

0406 Jehu, Felicie. Zonnekind; geïllustreerd door W[am] Heskes; (leeftijd 10-15 jaar). Alkmaar, Kluitman, [1926]. 272 blz. Vindplaats: SH/KITLV cc 2228 N

Bakvisverhaal met een Indisch fragment.Meta belooft haar vader haar bijnaam 'zonnekind' eer aan te doen als hij voor zakennaar Indië moet en de omstandigheden thuis in Nederland niet meer zo rooskleurigzijn.

0407 Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkeesj. 'Huize Levenslust'; met platen en bandteeke-ning van Sijtje Aafjes. Gouda, Van Goor, [1926]. 143 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 1334 N

Bevat een paar Indische fragmenten.

0408 Krienen, Ch[arles]. Twee echte jongens; met vier illustraties van M.L. Middelhoek. Alkmaar, Kluitman, [1926]. 174 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie A, Jongensboeken.] Herdrukken: 5e druk [c. 1930]. idem. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1481 N

In een Gelders dorp moeten twee Indische broers, Max en Henry, zich letterlijk en figuurlijk 'invechten' op hun eerste schooldag in Nederland. Daarna sluit Max vriendschap met Ernst, de zoon van een fabrieksarbeider. Door toedoen van de vader van Max gaan de jongens naderhand samen naar Sumatra om daar te worden opgeleid in de tabakscultuur.

0409 De Kruisvlag in top, [I]; Zendingsvertelboek voor school en huisgezin; in opdracht van de Onderwijzers Zendingscommissie samengesteld en van inleidingen en aanteke-ningen voorzien door J. Hobma, H.A. van den Hoven van Genderen en Annie C. Kok; met een voorwoord van P. Oosterlee. Zwolle, Kok, 1926. XVI, 399 blz., afb. Bevat de Indische verhalen: 'Van Sojo en zijn broertje' door H.A. v.d. Hoven van Genderen (blz. 26-43); 'Din's eerste schooldag' door Anna Ooms (blz. 44-57); 'Maniosi' door Fien van Hasselt en aantekeningen van J. Rauws (blz. 58-67); 'Gods wegen' door A. ten Kate-ten Kate (blz. 68-77); 'Bando, de vioolspeler' door P. Schuyt (blz. 117-131); 'Het wee van Ceram' door H.A. v.d. Hoven van Genderen (bewerking naar 'Van wee en vree' door H. Krayer van Aalst) (blz. 165-177); 'In het oerwoud van Sumatra' door L. Bodaan (blz. 178-195); 'Bataksche kinderen' door Aletta Hoog (blz. 196-203); 'Kijkjes op Windessie' door J. Hobma (blz. 204-223); 'Van marskramer tot zendingsorganisator' door J. Hobma (blz. 289-303); 'Ludwig Nommensen, de apostel der Bataks' door J.N. Bieger (blz. 304-328); 'Dr. J.G. Scheurleer, de pionier van de medische zending op Java' door J.H. Kuyper (blz. 329-

166 Geannoteerde bibliografie

341); 'Hoe Moertinah op de Koningin Wilhelminaschool kwam' door J.H. Kuyper (blz. 342-351); 'De Bijbel en de zending' door H.A. v.d. Hoven van Genderen (blz. 353-368); 'Van het eiland Bali' door P. Lok (blz. 369-379). Vindplaats: KITLV q 3236 N

Verhalen over zendelingen en het zendingswerk op Java, Bali, Celebes, Ceram, Nieuw-Guinea en Sumatra.

0410 Masdorp, D. Bram Boeije; Of, De reis naar de maan in 2 uur - 55 min. - 12 sec.; [vier platen, titel- en omslagteekening van Henk Poeder]. Gouda, Van Goor, [1926]. 136 blz. [G.B.-serie; no. VIII.] Vindplaats: KITLV cc 1477 N

Fantasieverhaal met Indische fragmenten over een Hollandse schooljongen uit Java die naar Nederland gaat voor een technische studie.

0411 Masdorp, D. Frits Verster en zijn vrienden in patria en op Celebes; met vier platen, band- en omslagteekening van Henk Poeder. Gouda, Van Goor, [1926]. 168 blz. [G.B.-serie; deel 6.] Herdrukken: 2e druk [1928]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 340 N; 2e druk Uitgeverscat.

De hoofdpersoon, Frits Verster, gaat met drie vrienden voor een wetenschappelijk doel naar Nederlands-Indië. Frits gaat naar de sterrenwacht in Bandoeng als assistent van een professor. Zijn vriend Gerard gaat als botanicus werken in 's Lands Plantentuin te Buitenzorg. De andere twee kameraden, Jan en Piet, gaan mee op een wetenschappelijke expeditie door de binnenlanden van Celebes om de zeden en gewoonten van de Toradja's te bestuderen. Op hun tocht hebben zij een ontmoeting met een zonderlinge figuur die bij nadere kennismaking een gedeserteerde Neder -landse officier blijkt te zijn. Hij reist met hen terug naar Java en Nederland wanneer zijn desertie is verjaard.

0412 Meijboom-Italiaander, Jos. Kerstvertellingen; met gekleurde en zwarte platen van Rie Cramer. Utrecht, De Haan, [1926]. IV, 192 blz. Vindplaats: KB

In het verhaal 'Het devies' staat een kort fragment over een vader die ruim drie jaar in Indië is geweest als zeeofficier en met een groot oorlogsschip naar Nederland is teruggekomen.

0413 Veen-Spieth, L. van der. Een Godgewijd leven. Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, [1926]. 15 blz., prtn., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV aa 1525 N (fotokopie)

Korte levensbeschrijving van de taalgeleerde dr. N. Adriani (1865-1926) die door het Nederlandsch Bijbelgenootschap in 1894 met zijn vrouw naar Nederlands-Indië werd

Geannoteerde bibliografie 167

uitgezonden als bijbelvertaler. Hij vestigde zich onder de Bare'e sprekende Toradja's van Midden-Celebes, waar hij het grootste deel van zijn leven doorbracht (J. Fortgens, Toea Boba, zie no. 0509).Met zijn vrouw, M.L. Adriani-Gunning, legde hij de grondslag voor de kerstening van dit gebied, mede door zijn vertaling van de Bijbel in de taal van de Toradja's. Hij overleed op l mei 1926 te Poso.

0414 Het gulden jongensboek; Samengesteld door A.B. van Tienhoven; met medewerking van Bato [ps.], D.L. Daalder, E.L.B. van Heeckeren van Waliën e.a.; illustraties van J.W. Bloem, Pol Dom, H.L. de Hoog e.a. Utrecht, De Haan, [1927]. 208 blz. Bevat poëzie, toneel- en muziekstukjes. Bevat de Indische verhalen 'Soekarjo' (blz. 37-49) door D.L. Daalder met illustraties van Menno [van Meeteren Brouwer] en 'Een dappere daad' (blz. 107-112) door J. Treffers met illustraties van [J.W.M.] Wins. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 2247 N+

Soekarjo is een overgevoelige dessajongen die in een grote stad, aan de kust van Java, middelbaar onderwijs volgt. Zijn klasgenoten komen uit een overwegend Javaans aristocratisch milieu. Eén Hollandse leraar begrijpt hun achtergrond en hij luistert aandachtig als de jongelui vertellen over hun idealen, Boedi Oetomo* en de Sarekat Islam (S.I.)**. Hij wordt overgeplaatst naar Bandoeng. In zijn plaats komt een andere Nederlandse docent, een bullebak. Soekarjo houdt het niet uit op school. Hij reist naar Bandoeng, waar hij zijn vroegere leraar met zijn komst overrompelt. Hij mag nu in Bandoeng naar school en verblijft in een kosthuis, 's Avonds is hij te vinden bij zijn Hollandse leraar waar hij zijn huiswerk maakt en hem deelgenoot maakt van zijn gedachten en toekomstdromen.De leraar weet dat Soekarjo lid is van de Sarekat Islam, maar hij weet niet dat Soekarjo deel uitmaakt van een misdadig complot. Een ambtenaar van politie komt hem waarschuwen: 'In de huizen van de hoogere ambtenaren en officieren hebben de laatsten tijd allerlei Inlanders zich ingedrongen als huisbedienden, die behooren tot de revolutionaire afdeeling van de S.I. Op een bepaalde dag zullen ze die blanda's vergiftigen, in het kampement zal door ontploffing brand gesticht worden en dan breekt het oproer los.'Met tact probeert de leraar Soekarjo te overreden, zonder ook maar iets te zeggen over hetgeen hij al weet. Hij spreekt over goedwillende Hollanders die een roeping hebben te vervullen en over het langzaam rijp maken van Nederlands-Indië voor zelfbestuur. 'Maar er zijn zo weinig Hollanders, die het goede willen', zegt Soekarjo verbitterd. Hij loopt weg en keert niet meer terug naar de schoolbanken. Later duikt Soekarjo op in Djokja en stuurt hij zijn leraar een ongetekend briefje: 'Als wij winnen, wordt u gespaard. Want u is goed voor ons.'Jaren later, met verlof in Nederland, leest de leraar in de krant dat bij onlusten in Bantam drie verzetslieden zijn omgekomen, onder wie de bekende leider Soekarjo naar wie al geruime tijd werd gezocht.'Een dappere daad' vertelt over de Nederlandse schooljongen Wim, die nog maar kort in Weltevreden (Batavia) woont. Hij moet wennen aan zijn klasgenoten die zó verschillen in uiterlijk en kleding: de Javaan Boerhamoedin die slecht Nederlands spreekt, een sarong draagt en met zijn tenen een penhouder opraapt; de Indo-Europese Hein met de deftige Hollandse naam die allerlei ringen draagt en de Chinees Liang die onder de les stilletjes een boek leest. Door een misverstand raakt Wim op gespannen voet met zijn onderwijzer - hij heeft Boerhamoedin uitgelachen

168 Geannoteerde bibliografie

om zijn krom Nederlands - en krijgt strafwerk. Het komt weer goed als Wim op straat het leven redt van zijn onderwijzer.

* Vereniging van Javaanse intellectuelen, hoofdzakelijk uit de aristocratie, opgericht in 1908 die streefde naar verheffing van het Javaanse volk.** Islamitische organisatie die een belangrijke plaats innam in de nationalistische beweging in Nederlands-Indië.

0415 Hans, Doe. Zonnebloem; Nieuwe lotgevallen van de Knalclub van 3A; [met illustraties van Menno van Meeteren Brouwer]. Rotterdam, Handel-Mij Stokvis, [c. 1927]. 232 blz.Vervolg van: De Knalclub van 3A (zie no. 0401). Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1204 N

Max Doelestein, afkomstig uit Medan, is voor zijn HBS-opleiding bij twee tantes in Rotterdam in huis. Om zijn uiterlijk: kort, dik en bruin, krijgt hij op school de bijnaam 'Rookworst'. Met een paar klasgenoten - ook al met toepasselijke bij-namen - heeft hij een hechte vriendschapsband.

Heleen [ps.]. Ver van huis. [1927]. Zie no. A003

0416 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Ik wil; met platen en bandteekening van J.H. Isings [Jr.]. Gouda, Van Goor, [1927]. 222 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 496 N

Elly, een Nederlands meisje met een voetgebrek, groeit uit van een 'lelijk jong eendje' tot een muzikale talentvolle jonge vrouw. Haar vader, een officier, is in Atjeh gesneuveld en zij heeft hem nooit gekend. Met een klein pensioen en met naaiwerk probeert haar moeder te Batavia in hun beider levensonderhoud te voorzien. Doorzettingsvermogen en de wil tot volharding brengen Elly tenslotte op het podium van 'Concordia'.

0417 Kramer, J.G. Ton en Kees op 'n sleepboot naar Singapore; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1927]. 286 blz. Vindplaats: KITLV cc 15% N/OBA

Twee Amsterdamse HBS'ers maken noodgedwongen een avontuurlijke zeereis naar Arabië en Colombo met als eindbestemming Sabang.

0418 Loman, Mies. Loekie's proeftijd; geïllustreerd door H[enri] Pieck. Amsterdam, Becht, [c. 1927]. IV, 168 blz. [Voor Rakkers en Bengels.] Vindplaats: KITLV cc 1284 N

Bevat nu en dan een Indisch fragment. Speelt in Nederland in een Nederlands milieu waarin een paar neefjes uit Indië ter sprake komen.

Geannoteerde bibliografie 169

0419 Loman, Mies. Miep ter Haar, geïllustreerd door H[enri] Pieck. Amsterdam, Becht, [1927]. 188 blz. [Voor Rakkers en Bengels.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1605 N

Bevat een paar korte Indische fragmenten over een welgestelde Nederlandse zakenman. Na financieel verlies is hij naar zijn petroleumonderneming in Indië gereisd om te zien of er nog iets te redden valt. Zijn gezin blijft achter en moet voortaan een sober leven leiden.

0420 Loman, Mies. Zieltjes zonder zorg; geïllustreerd door Hfenri] Pieck. Amsterdam, Becht, [1927]. 192 blz. [Voor Rakkers en Bengels.] Vindplaats: KITLV cc 1697 N

Speelt in Nederland en bevat Indische herinneringen van het twaalfjarige moeder-loze (Indische) meisje Pop (Betty) Freser.Ze is met haar vader, een zakenman, uit Indië naar Europa gekomen en ze leiden een zwervend bestaan. Wanneer haar vader voor zaken naar Java terugkeert laat hij Betty bij familie achter. Eerder dan gepland keert hij naar Nederland terug om Betty te verrassen: hij is inmiddels op Java getrouwd met een verpleegster die een lieve moeder voor haar zal zijn.

0421 Het meisjes-jaarboek; Tweede jaar. 's-Gravenhage, Leopold, [1927]. 167 blz., ills. Bevat het verhaal: 'Niny van Wijk in Indië' (blz. 99-107) door Ant. Meyer met tekeningen van W.F. Westenenk. Bevat poëzie en toneel. Vindplaats: KITLV cc 1838 N+

Beschrijft het gewenningsproces van een achtjarig Hollands meisje dat met haar ouders in Batavia is komen wonen. Door haar Indische klasgenootjes wordt ze in het begin uitgemaakt voor 'anak totok' en 'kedjoe'. Ze ervaart het verschil tussen haar Hollandse kindermeisje Jannetje en baboe Mahani. In een brief aan oma in Neder-land vertelt ze over de bedienden, zoals de kokkie die latah is, een bezoek aan de kampong waar de djait woont en de afkeer van honden die de bedienden hebben.

0422 Meijboom-Italiaander, Jos. Connie en haar stiefzusje; met teekeningen van Pol Dom. Amsterdam, De Gulden Ster, [1927]. 239 blz. Vindplaats: KB/KITLV cc 2089 N

Op de koffieonderneming 'Soeka Oentoeng' (Vreugde-Geluk), gelegen op een van de hellingen van de vulkaan Kawi in Oost-Java, groeit Connie de Perronne op als enig kind van een Frans-Nederlandse vader en een Indische moeder. Ze heeft geen tinka's en is door haar lijfbaboe Moenah niet verwend. Op haar achtste verjaardag krijgt ze van haar moeder een aapje en gaat die dag met haar naar Malang om bij oom Johan en tante Kootje de grote optocht te zien van de Chinezen die het Lentefeest vieren.Tante Kootje is een halfzuster van mevrouw De Perronne. Hoewel tante's vader een volbloed Europeaan was, lijkt ze meer op een Javaanse vrouw. Bijna iedereen denkt dat ze een baboe is. Ze loopt altijd rond in een kleurig gebatikte sarong waarover ze

170 Geannoteerde bibliografie

een witte met kant gegarneerde kabaja draagt. Haar kleine bruine voeten zijn gestoken in fluwelen met gouddraad beslikte muiltjes. Bovendien spreekt ze het liefst Maleis of Javaans. Haar Nederlands is zó gebrekkig dat het vaak grappig is om aan te horen.Na een kort ziekbed overlijdt Connies moeder. Met baboe Moenah gaat Connie een tijdje naar familie op Borneo. Bij terugkeer op Java is haar vader hertrouwd met een Hollandse weduwe. Het is een koele trotse vrouw die met haar verwende dochtertje Elsa voortaan de scepter zwaait op 'Soeka Oentoeng'. Als een vuurproef ondergaat Connie deze ingrijpende verandering. Haar stiefmoeder, haar stiefzusje Hsa en haar vader kiezen niet onmiddellijk partij voor haar. Zo raakt Connie in een isolement. Alleen baboe Moenah begrijpt wat er in Connie omgaat. Ze voelt precies aan wat de blanke mevrouw van plan is. Ook tante Kootje doorziet de situatie. De stiefmoeder wil Connie beletten dat ze omgaat met Indo's en Javanen. En Connies vader schikt zich naar de wil van zijn vrouw.Baboe Moenah moet voortaan kokkie in de keuken helpen en wordt vervangen door Elsa's baboe die op de hand is van de nieuwe mevrouw. De goede oude bedienden Sidin en Kromo willen weg. Ze hebben genoeg van de situatie. Mevrouw is altijd boos op hen. 'Ze zegt, dat ze alles verkeerd doen en lui zijn.' Ook Kario, de chauffeur, gaat zijn ontslag nemen. Hij is moe van het werken bij de nieuwe mevrouw die hem beveelt.Mevrouw kan geen Indo's uitstaan en de Javaanse bedienden beschouwt ze als een noodzakelijk kwaad. Wanneer dit alles tante Kootje ter ore komt, is ze furieus. Ze gaat niet naar het huis van haar zwager, maar zoekt hem op in de koffietuinen. Daar leest ze hem eens flink de les: 'Jij Ru, jij jouw Con niet meer bij ons wil geven. Nou jij bent getrouwd met tótök-vrouw, jij vergeet ik Mies' zuster ben, en Con, zij is mijn nicht. Waarom jij alles vergeet, Ru? Waarom die Con, zij niet meer komen mag bij Johan en mij?' Tante Kootje gaat verder en zegt: 'Neen, Ru, ik wil niet meer komen in jouw huis. Jouw vrouw onbeleefd, erg onbeleefd met mij. Jouw vrouw denkt, zij, tötök, te hoog, veel te hoog voor Indomenschen. Ik geef haar mijn hand, ja, zij wil niet zien die hand; zij denkt: bruine hand van Indo is vuil, is leelijk, maar zij nog niet begrijpt, dat hart van bruine Indo dikwijls veel meer wit, dan hart van witte tötöks.' Connie en haar vader zijn echter altijd welkom bij tante Kootje, maar niet zijn trotse vrouw die 'niet wil zien bruine liplap hand'.Ook Elsa maakt het leven van Connie ondraaglijk. Connies aapje laat ze op een wrede manier ombrengen en moedwillig vernielt ze de rozen die bestemd zijn voor het graf van haar moeder. Intussen heeft haar stiefmoeder het plan beraamd om Connie voor haar opvoeding naar Europa te zenden. 'Alles, wat bruin is en hier in Indië is opgevoed, heeft nukken en leelijke streken, Connie. Alleen door een strenge Europeesche opvoeding, kunnen die karakterfouten worden verbeterd. Ten minste, als de kinderen bijtijds naar Europa worden gezonden.'Een verboden uitstapje moet Elsa bijna met de dood bekopen. Dankzij Connies moedig optreden blijft ze in leven. Als bij toverslag verandert nu de houding van haar stiefmoeder die spijt heeft van haar liefdeloosheid en haar vooroordeel ten opzichte van bruine mensen. Bevat twee korte legenden, over de kembodjaboom en de perkoetoet.

0423 Musbach, Dora [ps. van Mia Smelders]. Moderne bakvischjes; Een boek voor jonge meisjes; met vier platen en bandteekeningen van Anny Leusink. Gouda, Van Goor, [1927]. 144 blz.Vervolgd als: 's Levens lentetijd (zie no. 0491). Bevat poëzie.

Geannoteerde bibliografie 171

Vindplaats: KITLV cc 1293 N

Franzi, dochter van een officier die in Atjeh is gesneuveld, en Maud, dochter van een schatrijke rubberplanter worden schoolvriendinnen in Nederland.

0424 Voorst van Beest, M. van, en V[alerie] Witte Eechout. Van broertjes en zusjes uitverre landen; [met een voorwoord van] J.H. Gunning Wz; met plaatjes van Mia van Oostveen en anderen; uitgegeven uit naam van de Vereeniging voor Godsdienstige Opvoeding. Assen, Drukkerij Floralia, [1927]. 60 blz. [Westhill-Bibliotheek; no. 5.] Bevat poëzie. Bevat twee Indische zendingsverhaaltjes: 'Jantje's gave' en 'Verhaaltjes over Papoea; De cocosnoot en San, een Papoesch meisje'. Vindplaats: OBA/BZO

0425 Wilde, G.K. de. Krijn Touw, de scheepsjongen van Abel Tasman; [omslag en illustra-ties van Louis Bron]. 's-Gravenhage, Van Bleek (Booysma & Co.), [1927]. 208 blz. Herdrukken: 2e druk [1929]. Vindplaats: KITLV cc 1613 N

Bevat een paar Indische fragmenten over Batavia ten tijde van de Oost-Indische Compagnie waar Krijn Touw, een neefje van Abel Tasman, woont die graag wil varen. In 1642 gaat hij met oom Tasman mee op de 'Heemskerck'. Op hun tocht naar het Zuidland (Australië) ontdekt de bemanning de doodgewaande vader van Krijn.

0426 Zeeuw JGz., P. de. Zonneglans in schaduwland; Vertellingen uit de zending in Ned[er-landsch] Oost-Indië; met illustraties. Arnhem, Ten Brink, [1927]. 32 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 104.]Bevat poëzie. Bevat drie verhaaltjes: 'Om 't kranke kind. Een zendingsverhaal van Midden-Java' (blz. 3-11); 'Boloe, de kleine Soendanees' (blz. 12-21); 'De kleine Kasimin met de puisten' (blz. 22-32). Vindplaats: KIT/KITLV q 5008 N

'Om 't kranke kind. Een zendingsverhaal van Midden-Java'. De rijstbouwer Paq Kerta zit financieel aan de grond door misoogsten en zijn buffel die is gestorven. Hij is gedwongen zijn geit en kippen te verkopen. Maar als de oogst weer tegenvalt gaat hij naar een rijke Chinees aan wie hij zijn huis in onderpand geeft. Als Djoehro, een van de dochtertjes van Paq Kerta, ziek wordt raakt al zijn geld op. De Chinees verkoopt het huis van Paq Kerta en voor het beetje dat Paq Kerta ervan krijgt kan hij nog net een klein bamboehuisje kopen in Poerworedjo.Maar hier werken, waar zijn dessamensen hem zouden zien, daar schaamt Paq Kerta zich voor. Ten einde raad verkoopt hij zijn huisje en trekt naar Deli met zijn gezin. Daar vindt hij werk als koelie op een tabaksplantage. Maar zijn zieke dochtertje Djoehro wordt niet toegelaten. Zijn vrouw Saihah gaat met de kinderen terug naar Java en probeert met batikken geld te verdienen. Dit levert bijna niets op. Ten einde raad gaat ze naar het zendingshospitaal, waar Djoehro wordt opgenomen. Als ze genezen is keert Sai'nah met de kinderen naar Deli terug.'Boloe, de kleine Soendanees' is het zoontje van een eenvoudige en hardwerkende Javaanse rijstbouwer, die de galerij van zijn huis beschikbaar stelt voor de zendeling uit Holland om de dessabewoners te onderrichten.

172 Geannoteerde bibliografie

'De kleine Kasimin met de puisten' is de oudste zoon van een Javaanse boer in Solo die genezing vindt in het hulphospitaal van de gereformeerde zending in Wonosari. Tot grote opluchting van zijn vader die zegt: 'En met den godsdienst is het mee-gevallen. Ze hebben heelemaal niet gezegd, dat ik geen Mohammedaan mocht blijven!'

0427 Zonneschijn en andere verhalen; Met medewerking van Clémence Bauer, Elis[abeth] van Beymerwerdt, Willy Brinkgreve e.a.; met illustraties van Sijtje Aafjes, Rie Cramer, J. Gabriëlse e.a.; samengesteld door Marie [C.E.] Ovink-Soer. Utrecht, De Haan, [1927]. IV, 192 blz. [Zonneschijntjes; deel VI.]Bevat onder het hoofdstuk 'Uit Indisch en Inlandsen kinderleven' het verhaal 'Baboes kind' (blz. 56-64) door Clémence [M.H.] Bauer dat is geïllustreerd door Netty Heyligers. Vindplaats: KITLV cc 1371 N+

Dini is een verwaarloosd Indisch kind, dochtertje van een Hollandse vader en een inheemse moeder (vermoedelijk baboe Tima). Wanneer Dini in Nederland komt voor haar opvoeding brengt haar grootmoeder haar onder bij een onderwijzersgezin in Den Haag waar ze een prettig tehuis krijgt.

0428 Zoomers-Vermeer, J.P. Stormvogeltje; met illustraties van Freddie Langeler. Amster-dam, Van Holkema & Warendorf, [1927], 244 blz. Vindplaats: KITLV cc 1563 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een vereenzaamd school-meisje uit Indië. Na de dood van haar moeder is ze bij twee tantes in huis gekomen. Haar vader is sergeant-majoor in het leger in Indië. Op school wordt ze door haar klasgenootjes gediscrimineerd omdat ze niet deftig genoeg is, totdat 'stormvogeltje' bij haar in de klas komt en haar vriendinnetje wordt.

0429 Als de school uit is; Verhalen, versjes, liedjes met muziek, gezelschapsspelletjes, raadsels, rebussen, grapjes, puzzles, schaduwbeelden enz. samengesteld door C.M. van Hille-Gaerthé; met medewerking van Eelco ten Harmsen van der Beek, Freddie Langeler, Nfienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje M.D. Troelstra-Bokma de Boer]; geïllustreerd door Henri Pieck. Amsterdam, Becht, [1928]. IV, 183 blz. Bevat het verhaal: 'Een oud vertelseltje van de Papoea's' door N[ienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer]. Vindplaats: PB

Legende over het bouwen van de eerste 'grashuisjes'.

0430 Belinfante-Belinfante, Emmy. In het gareel; geïllustreerd door Henri Pieck. Alkmaar, Kluitman, [1928]. 208 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten.Corry, een meisje uit Tebing Tinggi (Sumatra), volgt een tekenopleiding aan eenacademie in Parijs. Wanneer ze trouwt met de broer van haar beste vriendin komen

Geannoteerde bibliografie 173

haar ouders met verlof over. Het huishouden kan haar niet boeien omdat ze graag wil blijven tekenen.

0431 Berg, W. van den. Snoes; geïllustreerd door Jan Wiegman. Alkmaar, Van Putten & Oortmeijer, [1928]. 223 blz. Vindplaats: KITLV cc 728 N/OBLG

Ernst, een jonge katholieke accountant, wordt door zijn firma in Amsterdam naar haar cultuuronderneming in Medan uitgezonden om de boekhouding te controleren. Tijdens een jachtpartij bij het Tobameer raakt de boekhouder van de onderneming zwaar gewond en bekent hij aan Ernst zijn geknoei met de cijfers. De directeur van de Medanse onderneming blijkt een oude schoolkameraad van Ernst te zijn die indertijd onder druk van zijn schoonfamilie vrijmetselaar is geworden. Om zijn enige zoon Bert ('Snoes') toch een katholieke opvoeding te geven laat hij hem onverwacht met Ernst mee teruggaan naar Nederland. Bert wordt priester en gaat als missionaris werken op Borneo.

0432 Beijl, K. de. Onder de tropenzon; Of, Henk Halbers in Indië; met platen en omslag-teekening van Menno van Meeteren Brouwer. Gouda, Van Goor, [1928]. 152 blz. [Jongensbibliotheek Minerva; G.B.-serie; no. XIV.]Vervolg van: Henk Halbers; Een reis door het Panamakanaal naar Indië (zie no. 0396). Vindplaats: KITLV cc 83 N/OBLG

Beschrijft het eerste jaar in Indië van de Hollandse scholier Henk Halbers die met zijn ouders op Midden-Java woont.

Blokker, Wilhelmina. Twee pleegzusjes. [1928]. Zie no. A004

0433 Blomberg-Zeeman, W. Villa 'Flora', het spookhuisje; met illustraties van JeanneFaure. Arnhem, Ten Brink, [c. 1928]. 93 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 114.] Vindplaats: KITLV cc 1545 N (fotokopie)

Om te herstellen van malaria, komt een Hollandse dame met haar vier dochtertjes en de baboe uit Indië naar Nederland. Het gezin betrekt een huis dat lange tijd onbewoond is geweest. Baboe Sarina kan niet wennen en zij wordt bovendien vreselijk bang als ze 's nachts geluid hoort. Door haar angst raakt ze overspannen en wordt het gezin gedwongen om naar het dorpslogement te verhuizen. Tijdens een hevig onweer wordt een dakloze marskramer - de nachtelijke insluiper - op heter -daad betrapt.

0434 Geerke, H.P. Onder Van Heutsz; Het leven van drie Hollandsche jongens in Indië; [illustraties van Merjenburgh]. Amsterdam, Meulenhoff, 1928. 272 blz. Vindplaats: KITLV i 665

Drentse schoolvrienden zien elkaar na jaren terug op Sumatra tijdens de Atjeh-oorlog. Henk Verser is luitenant te Kota-Radja en neemt deel aan de expedities

174 Geannoteerde bibliografie

naar Pidië en Meulaboh. Intussen ontmoet hij Kees Verdonk die in de cultures is verzeild geraakt, maar overstapt naar het leger en onderluitenant wordt. Wanneer Atjeh is gepacificeerd keert hij terug in de tabakscultuur en maakt carrière als administrateur. De andere klasgenoot, Jan Postma, zit ook 'in de tabak' en brengt het tot commissaris van diverse cultuurondememingen.Van Heutsz wordt beschreven als een beminnelijk persoon. Hij was goed voor zijn manschappen, had een vooruitziende blik en oog voor details. Op 9 juni 1927 zijn de drie vrienden getuige van de plechtige herbegrafenis van Van Heutsz in Amsterdam.

0435 Gruys-Kruseman, S. Tusschen licht en donker; Een kippenhistorie; verzameld door -; met medewerking van A.A.H. Horsting-Boerma, Tine Brinkgreve-Wicherink, A. de Vries (Lealini) en anderen; met illustraties van Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1928]. II, 83 blz.Bevat het Indische verhaal 'Njootje' (blz. 48-50) door A.H. Lemei-Rencker. Vindplaats: KITLV cc 1486 N

Schooljongetje van wie de ouders zijn overleden komt uit Indië naar Nederland en wordt door zijn familie als eigen kind aangenomen. Wanneer Njootje zijn neefjes allerlei verhalen uit Indië heeft verteld, laat hij zich door hen bruin schilderen zodat hij op een inheemse bediende lijkt.

0436 Het gulden meisjesboek; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap; met medewerking van Adacee [ps. van A. Citroen], Tine Kool, Nan Copijn e.a.; met illustraties van Adri Alindo, Hans Borrebach, Rie Cramer e.a. Tweede deel. Utrecht, De Haan, [1928]. 253 blz.Bevat het Indische verhaal 'Moederland' (blz. 60-70) door E[lisabeth] Zernike. Vindplaats: KB/KITLV cc 1787 N+

Na de dood van haar moeder komt de zeventienjarige Fenna uit Indië bij haar grootmoeder in Nederland wonen. In haar strijden twee leefwerelden: het open en wat oppervlakkige leven in Indië met zijn feestjes tegenover het stille intieme huiskamerleven in Nederland bij grootmoeder. Nu begrijpt ze hoe ongelukkig moeder zich in Indië heeft gevoeld toen ze eens tegen vader zei: 'Ik heb een heel leven achtergelaten'.

0437 Koekoek, P. De avonturen van Max en Kees; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1928]. 189 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over de ULO-scholier Kees die bij zijn oom en tante in Den Haag woont. Zijn ouders hebben hem bij hun laatste verlof uit Indië achtergela-ten. Wanneer zijn vader - die ambtenaar bij het Binnenlands Bestuur is - naar Batavia wordt overgeplaatst gaat Kees terug naar huis.Als Kees een hele tijd geen brief van thuis krijgt maakt hij zich zorgen: 'Indië is een vreemd, geheimzinnig land. Je weet, dat mijn vader bij het binnenlandsch bestuur is. Als zoo'n inlander meent, verongelijkt te zijn, of onschuldig veroordeeld te zijn, neemt hij vaak wraak met een dolk, of met vergif (blz. 176).

Geannoteerde bibliografie 175

0438 Kok, Truida. In veilige haven; geïllustreerd door Henri Pieck. Alkmaar, Kluitman, [1928]. 174 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 1754 N

Bevat een paar korte Indische fragmenten. Een Hollandse ingenieur die weduwnaar is, wordt voor twee jaar naar Bandoeng uitgezonden voor zijn werk. Zijn kinderen komen onder de hoede van familie.

0439 Koning-Coeterier, Jeanne. Lousje's kunstreis door Indlë; met platen en bandteekening van J.H. van Ingen Jr. en E. van Ingen-Reerink. Gouda, Van Goor, [1928]. 192 blz. [Meisjesleven; deel 9.] Vindplaats: KITLV cc 288 N

Om een zangeres/voordrachtskunstenares te begeleiden gaat Loes, een conservato-riumstudente uit Amsterdam, met haar mee op tournee door Indië. Ze treden op voor allerlei soorten clubs, scholen en verenigingen op Java en Sumatra en in Makassar. Gedurende een korte rustperiode in Malang ontmoet Loes de Nederland-se journalist Bob die een grote leegte achterlaat als hij eerder met verlof naar Holland gaat.Vrolijk geschreven verhaal, waarin weinig over kunst of muziek in het algemeen wordt gesproken.

0440 Koopmans, Marie, 'n Indisch student in Holland; Verhaal voor jongens; geïllustreerd door Frans van Noorden. Utrecht/Amsterdam, St. Gregoriushuis/R.K Boek-Centra-le, 1928. VIII, 174 blz. [Gregoriaantjes; no. 12.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 583

Okko Geenhof - zoon van een Hollandse koffieplanter en een Javaanse moeder -komt uit Bandoeng bij zijn familie in Baarn te wonen. De ontvangst is niet bepaald hartverwarmend en het weer is grauw en vochtig. Wanneer Okko heimwee heeft warmt hij zich aan de naburige residentsfamilie en hun baboe. Ongewild brengt de komst van de Indische neef veranderingen ten goede binnen de familiekring. Vooral neef Hent die zijn Indische neef heeft gekleineerd en gediscrimineerd onder andere door Okko uit te maken voor 'bruinvis' en 'bruintje'. Wanneer Okko op een keer door de vrienden van zijn neef wordt uitgedaagd in een discussie dan krijgen de Hollandse jongelui van hem nog een lesje te leren over Java en de Javanen. Voor zijn opleiding vertrekt Okko naar de Landbouwhogeschool in Wageningen. De studie geeft hem geen voldoening. Hij wil graag priester worden om in zijn geboorteland onder zijn eigen mensen te kunnen werken.Het verhaal speelt in een katholiek milieu en heeft als ondergrond het thema missie en priesterroeping.Verwarrend in dit verhaal werkt de beschrijving van de Indische jongeman Okko, die nu eens als 'Indiër' en dan weer als 'Javaan' wordt bestempeld.

Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Eef Hubrechts. [1928]. Zie no. A005

176 Geannoteerde bibliografie

0441 Loon, K van. Keesje Eénarm; [bandontwerp van Jan Wiegman; illustraties van Hein Kray]. Rotterdam, Bredée, [1928]. 143 blz. [Jeugdbibliotheek.] Vindplaats: KITLV cc 1546 N

Nederlandse straatjongen Kees vertrekt na zijn militaire dienstplicht naar Indië. Hij komt te werken op een zaagafdeling van een houtonderneming in Padang (Sumatra's Westkust). Daar maakt hij kennis met het 'half-heidens, half mohamedaansch' geloof van de koelie Patti en vertelt de oude vader van Patti aan Kees de legende van Kjiai Belorong en Pak Saridji. Wanneer Kees het dochtertje van zijn directeur uit de klauwen van een tijger redt gaat dit ten koste van zijn arm. Ongeschikt voor zijn werk keert hij naar Nederland terug, leidt een zwerversbestaan en bekeert zich tot het christendom.

0442 Masdorp, D. Gerbrand Douma's reis om de wereld; met platen van O[tto] Verhagen. Gouda, Van Goor, [1928]. 141 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 445 N

Bevat twee hoofdstukken met Indische fragmenten over Java en Celebes.

0443 Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienhoven-Mulder]. Huize Onrust; geïllustreerd door Netty Heyligers. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1928]. 235 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1688 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een administrateurszoontje uit Indië. Voor zijn schoolopleiding wordt hij naar Nederland gestuurd, maar zijn grootvader wil niets van hem weten. (Het betreft hier geen Indische jongen. Het gaat om een standsverschil. De vader is indertijd met een smidsdochter getrouwd en naar Indië vertrokken.) Bij een artistieke familie vindt hij een prettig tehuis.

0444 Pikoe Matti en andere verhalen; Samengesteld door Marie [C.E.] Ovink-Soer; met medewerking van Clémence [M.H.] Bauer, E[lisabeth] van Beymerwerdt, Willy Brinkgreve e.a.; met illustratiën van Sijtje Aafjes, Rie Cramer, J. Gabriëlse e.a. Utrecht, De Haan, [1928]. IV, [195] blz. [Zonneschijntjes; deel III.] Bevat poëzie en notenschrift. Bevat de Indische verhalen: 'Zonder moeder' door Cl[émence] M.H. Bauer (blz. 598-609); 'De baljurk' door S. Gruys-Kruseman (blz. 654-664); 'Nonnie en haar baboe', uit Indisch en Inlandsen kinderleven door Marie Ovink-Soer (blz. 666-682). In de rubriek Anecdoten en Grapjes: 'Eigenaardige gebruiken' (blz. 630), 'De Zeeduivel' (blz. 732) en 'Gevecht met een tijger' (blz. 733-734) door Peter Hans. Vindplaats: KITLV cc 1675 N+

Hoewel het titelverhaal 'Pikoe Matti' Indisch lijkt, is dit niet het geval. Het is een Zweeds verhaal.Het eerste verhaal 'Zonder moeder' door Clémence Bauer gaat over een klein Indomeisje dat na de dood van haar (inheemse) moeder voor de verzorging is aangewezen op haar lijfbaboe Timah die aan haar grillen en nukken gehoorzaamt, tot wanhoop van haar Hollandse vader.

Geannoteerde bibliografie 177

'De baljurk' door S. Gruijs-Kruseman bevat Indische fragmenten, maar speelt in Nederland. Een schoolmeisje komt bij familie in huis wanneer haar ouders voor een aantal maanden naar Batavia gaan.'Nonnie en haar baboe' door Marie Ovink-Soer beschrijft de situatie van een gehandicapt moederloos Hollands meisje. Ze is aan de zorgen toevertrouwd van haar baboe Sarina die haar echter in alles toegeeft waardoor ze lastig en onhandelbaar is. Haar vader besluit haar naar familie in Holland (Den Haag) te brengen samen met baboe Sarina. Tijdens de bootreis wordt baboe zó ziek dat ze in verwarring over-boord springt.

0445 Reitsma-Brutel de la Rivière, M.E. Aan moeders schoot; Wondere sprookjes envertellingen; met gekleurde platen van O[tto] Verhagen. Gouda, Van Goor, [1928]. 96 blz. [De Wónder-serie; deel III.] Vindplaats: KB/KITLV cc 273 N

Negen eenvoudige verhaaltjes die in Nederlands-Indië zijn gesitueerd. Het meren-deel ervan is gericht op de liefde en zorg voor plant en dier. De in de tekst voorko-mende Maleise woorden en korte zinnetjes worden in voetnoten verklaard.

0446 Romein-Verschoor, Annie [H.M.]. Aan den Oedjoeng', geïllustreerd door W.K. de Bruin. Santpoort, Mees, 1928. 235 blz. Vindplaats: KITLV cc 422

Lien ten Dam is op Sumatra op de verafgelegen koffieonderneming 'Batoe Merah' opgegroeid als enig kind van Hollandse ouders. Haar vader is administrateur. Na de dood van haar moeder regelt Lien het huishouden met baboe Smienten en leidt ze verder een verwilderd bestaan. Haar vader is een neurotische en weltfremde man die maatschappelijk is mislukt, in Nederland en in Indië. Bij vlagen sluit hij zich dagenlang op in zijn kamer. Tegen deze situatie is Lien niet opgewassen. Een familielid uit Semarang stelt haar vader voor de keus: Lien naar Holland sturen voor haar schoolopleiding, of een administratieve betrekking aannemen bij de marinewerf in Soerabaja. Haar vader kiest voor het laatste. Lien komt voor het eerst onder leeftijdsgenoten als ze naar de HBS gaat. Ook nu drukt weer de verantwoor-ding van het huishouden en de zorg voor haar vader op Lien. Aan Floor, een jongen van school die ook weinig vreugde beleeft aan zijn ouders, heeft ze een goede kameraad. Beiden ondervinden veel hartelijkheid in het gezin Gerber, waar ze steeds welkom zijn.Op een keer dat Lien haar vader bewusteloos aantreft in zijn kamer, komt ze er achter dat hij is verslaafd aan verdovende middelen. Op doktersadvies besluit hij naar een verpleeginrichting te gaan. Zover komt het niet, want even later overlijdt hij aan een overdosis morfine. In deze situatie is de jonge marinearts Jaap Fernhout een geweldige steun voor Lien. Onder zijn hoede reist ze - na nog een tijdje in huis te zijn geweest bij het gezin Gerber - voorgoed naar Nederland. Lien gaat bij haar grootmoeder in Zwolle wonen, vervolgt haar schoolopleiding en wordt onderwijzeres. Als Jaap Fernhouts diensttijd bij de marine om is, neemt hij een praktijk over in Friesland en trouwt met Lien.

0447 Schuil, Jfouke] B[roer]. Doodverklaard; geïllustreerd door H[enri] Pieck. Amsterdam, Becht, [1928]. IV, 261 blz.

178 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: [2e druk] verscheen onder de titel Rob en de strooper van Tjot-Idï, met illustraties van H. Pieck. Amsterdam, Becht, [1932]. 261 blz.; 5e druk geïllustreerd door Rein van Looy. Amsterdam, Becht, [1969]. 250 blz.; 6e druk geïllustreerd door Reint de Jong. Amsterdam, Becht, [1976]. 250 blz.; 8e opnieuw bewerkte druk door Suzanne Braam; [omslagontwerp Jan Wesseling]. Haarlem, Gottmer, [1987]. 267 blz. Vindplaats: Ie druk BBJ/Bibl. Museum Nusantara, Delft; 2e druk Brinkman; 5e druk KITLV cc 274 N; 6e druk BBJ; 8e druk KITLV cc 1654 N

Vriendschap in Nederland tussen de middelbare scholier Rob wiens vader als officier in Atjeh is gesneuveld en de oud-fuselier Dirk met zijn herinneringen aan de Atjeh-expedities waarvoor hij is onderscheiden met de Militaire Willemsorde. Samen redden Rob en Dirk een paar jongens van de verdrinkingsdood waarvoor ze feestelijk worden gehuldigd.

0448 Snellen, Agatha. Timon 's avontuurlijke vliegtochten; Een verhaal voor kinderen van 6-9 jaar, met gekleurde platen van Oftto] Verhagen. Gouda, Van Goor, [1928]. 87 blz. [De Wónder-serie; deel V.]Vervolg van: Timon en Matjan; Een Indisch sprookje (zie no. 0382). Vindplaats: BBJ/KITLV cc 689 N

Opnieuw ontvangt Timon, die bij familie in Djokja zal gaan logeren, van het oude Javaanse vrouwtje de kroon van de slangenkoning om daarmee de taal van de dieren te kunnen verstaan. Wanneer het vrouwtje op een fluitje blaast komen Timons vrienden tevoorschijn: Matjan de tijger en Sim het aapje. Maar nu komen er ook kalongs aangevlogen.Een toverstafje zorgt er voor dat Timon met grote snelheid door een der vleermui -zen op Zuid-Sumatra belandt. Daar ontmoet hij de inheemse jongen Ketjil met zijn Maleise beer Biroeang. Met behulp van de vleermuizen brengen ze een kudde olifanten in veiligheid. Voordat Timon naar Java teruggaat wil hij Palembang zien, de stad waar zijn vader voor zijn trouwen heeft gewoond. Wanneer Timon na een paar dagen uit zijn betovering ontwaakt, komt zijn familie hem ophalen.

0449 Son, L.D.A.P. van. De stem in het bosch; [geïllustreerd door Harmsen van Beek].Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1928]. 230 blz. [Serie Bekroonde Boeken.] Vindplaats: KITLV cc 2171 N

Bob Heuveling is een uit Indië afkomstige HBS'er die sinds kort in een dorpje in Nederland woont. Zijn klasgenoten noemen hem onder elkaar 'theeplanter' of 'koelie', maar zijn sportief optreden dwingt respect af. Zijn moeder heeft hij niet gekend. Op jonge leeftijd is hij met vreemden mee naar Indië gereisd, waar zijn vader op de thee-onderneming van zijn oom werkte. Zijn vader overleed toen Bob tien jaar was; hij kreeg met de drie jongens van zijn oom huisonderwijs van een Nederlandse gouverneur. Op den duur kon hij niet tegen het tropische klimaat, zodat hij nu voorgoed in Nederland is. Hij woont bij een leraar in huis. Het geld dat zijn vader hem heeft nagelaten is door een vriend van zijn vader - een oud-notaris -verduisterd. Samen met de leraar werkt Bob op een geheimzinnige, maar doeltref -fende manier op het geweten van deze zwendelaar, die zich ontpopt als een goede vriend.

Geannoteerde bibliografie 179

0450 Tervooren, Lina. Bep doet de huishouding; geïllustreerd door W. Huysmans. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1928]. 219 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1441 N

Uitgegeven met goedkeuring van den Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur. Bevat een Indisch fragment over een Hollandse jongen die uit Indië komt om in Nederland medicijnen te studeren.

0451 Vlasveld, C. Ditje Wessels in Holland; [voorwoord van N.W. van Diemen de Jel]; geïllustreerd door H. Cano. Groningen/Den Haag, Wolters, 1928. 64 blz. [Juliana-serie; eerste deeltje.] Vindplaats: PB

Het Indische meisje Ditje (Edith) woont sinds kort met haar Indische moeder en Hollandse vader in Nederland. Ze gaat naar de lagere school ergens in de provincie. In het begin wordt ze door de jongens van school nageroepen: 'Ditje, kolenkitje', omdat ze zulk zwart haar heeft. Maar daar blijft het bij.

0452 Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]. Sarina; illustraties van Rob Graafland;uitgegeven onder goedkeuring van den Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur, 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1928]. 30 blz.Bevat naast het titelverhaal ook het verhaal 'Wat een klein Indisch meisje deed, ofAnneke's suikervarkentje' (blz. 21-30).Vindplaats: KITLV cc 594

Javaans schoolmeisje uit de omgeving van Bandoeng trekt in haar eentje naar Batavia waar zij de hulp inroept van een Nederlandse familie, zodat haar oude grootmoeder in haar huisje kan blijven wonen. Het tweede verhaal speelt in de omgeving van Parapattan en vertelt hoe een arm Javaans meisje een treinontsporing weet te voorkomen en haar liefste wens in vervulling ziet gaan.

0453 Zeggelen, Marie C. van. Averij; geïllustreerd door Tjeerd Bottema. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1928]. 236 blz. [Serie 'Bekroonde Boeken'.] Herdrukken: 3e druk geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1939]. 184 blz. [Knal-serie]; 4e druk geïllustreerd door Rein van Looy. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1951]. 224 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 328 N; 3e druk KB; 4e druk KB

Bevat Indische fragmenten over twee Hollandse jongens van wie de vader officier van gezondheid is in Bandoeng. Voor hun schoolopleiding wonen ze bij hun familie in Nijmegen. Wanneer Ru, de oudste broer, is geslaagd voor zijn eindexamen gymnasium mag hij van zijn ouders nog een half jaar naar Indië komen. Daarna komt hij met zijn ouders voorgoed naar Nederland terug. Zijn jongere broer Kees die moet achterblijven duikt onverwacht op als verstekeling op de boot waarmee Ru reist. Wanneer Kees als 'blinde passagier' is ontdekt krijgt het schip door dichte mist een aanvaring met een Engelse boot. Consternatie onder passagiers die naar Engeland moeten terugkeren om daar op een andere boot naar Indië te wachten.

180 Geannoteerde bibliografie

0454 Zeggelen, Marie C. van. Dona Alve; met illustraties en bandteekening van J. Gabriëlse. Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1928]. IV, 218 blz. Vindplaats: KITLV cc 504

Opgegroeid temidden van de natuur op een koffie-onderneming in Oost-Java gaat Dona, een zeventienjarig Indisch meisje, met haar Hollandse oom - een broer van haar vader - naar Batavia voor haar opvoeding. Met veel verdriet neemt ze afscheid van haar Javaanse moeder Embok Ajoe en haar baboe Isa. Haar vader, een Holland -se koffieplanter is dan nog maar net een jaar geleden gestorven. Bij haar Hollandse familie aan het Koningsplein te Batavia is Dona niet direct een welkome huisgenote. Omdat tante haar als een kampongkind beschouwt, wordt Dona in de 'behulplogeer-kamer' van de bijgebouwen ondergebracht. De raadgeving van een jonge Nederland-se heilgymnastieklerares dat ze zich niet moet schamen voor haar Javaanse moeder, neemt Dona ter harte.Dona begint haar nieuwe leven op het kantoor van haar oom, die een koffiegroot-handel heeft. Tijdens ooms afwezigheid wordt Dona in het nauw gedreven door de Indoklerk Tobis die communistisch gezind is en ook door het geraffineerde gedrag van de aan opium verslaafde Javaanse huisjongen Cromo.Het nichtje Corrie neemt Dona mee naar een zangkoor. Bij een solopartij van Dona wordt haar muzikaliteit ontdekt door de componist-dirigent. Dit heeft tot gevolg dat Dona voor haar zangstudie naar Europa vertrekt en later in Den Haag een concert geeft. Podiumangst en haar heimwee naar Java maken dat Dona uiteindelijk besluit de vrouw te worden van een 'koffieboer'.Ook verschenen als vervolgverhaal in 'Droom en daad'; Maandblad voor Jonge Meisjes. Jaargang VI, 1928.

0455 Zeggelen, M[arie] C. van. De fabel van het dwerghert; geïllustreerd door E. van Rees; uitgegeven door E. Dunlop & Co., vertegenwoordigers van Biscuitfabriek 'Patria'. Amsterdam, [c. 1928]. 43 blz. Vindplaats: KB

Kantjil, het dwerghertje, gaat op aanraden van de plagerige aap Kila-Kila naar de berg Indrakila om uit naam van alle dieren op te treden als een wijze vredesrechter tussen Koning Tijger en de Opperste der Geiten.

0456 Zeggelen, M[arie] C. van. Pim's verjaardag; met vele plaatjes van E[lla] Riemersma. Amsterdam, Meulenhoff, [1928]. 97 blz. [De Zonne-bibliotheek voor Onze Kinde-ren.] Vindplaats: KITLV qq 1921 N

Speelt in Nederland in een Nederlands milieu en bevat Indische fragmenten over een vader die voor zijn werk in Indië is. Op de verjaardag van zijn zoontje Pim stuurt hij als cadeautje het Indische verhaal 'De geschiedenis van het dwerghertje'. Maar de mooiste verrassing (die zijn moeder tot het laatst geheim heeft weten te houden) is dat vader 's avonds op Pims verjaardag uit Indië thuiskomt.

0457 Bauer, Cl[émence] M.H. en K. Breebaart. De passagiers van de blauwe tram; metplaten en bandteekening van Hans Borrebach. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 323 blz.

Geannoteerde bibliografie 181

Vindplaats: KITLV cc 1687 N

Beschrijft een groepje scholieren onder wie de Indische zusjes Daisy en Non die tijdelijk in Nederland wonen; het Hollandse meisje Blanche trouwt een oudere schatrijke Indischman die ze in Scheveningen heeft ontmoet en gaat naar Batavia.

0458 Bauer, Clémence M.H. Twee Adri's; met platen van Sijtje Aafjes. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 87 blz. [Gezellige Uurtjes; no. XXXII.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1166 N (fotokopie)

Twee nichtjes met dezelfde naam, maar verschillend van karakter en uiterlijk. Na het overlijden van haar vader komt de Indische Adri* met haar moeder en jongere zusjes naar Nederland. Slechte financiële omstandigheden dwingen hun moeder pension te houden. Adri moet flink meehelpen ondanks dat ze nog op school zit. Hollandse Adri schaamt zich voor haar Indische nichtje en heeft bovendien nog commentaar op haar bril, kleding en serieus gedrag. Wanneer Hollandse Adri een ongeluk overkomt beseft ze pas hoe lelijk ze heeft gedaan.

*) Vermoedelijk is Indische Adri een Voorkind' van haar Hollandse vader en geboren uit een Indonesische moeder omdat ze donker van uiterlijk is en bovendien stukken ouder dan haar drie veel jongere en blonde zusjes.

0459 Een boek vol avontuur uit 'Stavast'; [met medewerking van David Tomkins, J.A.Slemkes, P. van der Lijn e.a.; illustraties van Hans Borrebach, H. Verstijnen, Mennovan Meeteren Brouwer e.a.]. Utrecht, De Haan, [1929]. VIII, 474 blz., krtn. ['Sta-vast'-boekerij.]Bevat poëzie en notenschrift. Bevat het verhaal 'Negen maanden op Krakatau' doorB.L. Kailola met illustraties van Menno [van Meeteren Brouwer].Vindplaats: PB

Samengesteld uit de afleveringen van de eerste halve jaargang van het jongenstijd-schrift 'Stavast'. De volgorde van het pagineren wijkt af. (Zie het 'Woord vooraf). In het kort wordt verteld over de vulkaanuitbarsting van 1883 en de geologische gesteldheid van het eiland na deze natuurramp. Eind 1917 vestigt zich tijdelijk een groepje Europeanen op Krakatau, onder wie een civiel ingenieur met zijn twee kinderen en een aantal koelies. Hij wil op het eiland puimsteen gaan winnen om dit te verwerken als bouwmateriaal voor inheemse woningen op Java. Zijn plannen worden door het lijdelijk verzet van de koelies tegengewerkt.

0460 Feith, Jan. Het Indische monster; Een jongensboek; omslag en teekeningen van den schrijver. 's-Gravenhage, Boek en Periodiek, [1929]. 419 blz., krtn. Herdrukken: 2e druk [1929]. Vindplaats: KITLV cc 226 N+

Fantasierijk verhaal over een voorwereldlijk monster, 'Bront' genaamd. Ongemerkt reist het zijn jonge vriend en meester Pim en zijn oom Harry achterna naar Java. De komst van het monster zaait overal paniek en verschrikking, zowel onder de inheemse bevolking als onder bestuurders en wetenschappers. De zee aan Java's zuidkust buldert en de Javanen denken aan de wraak van de godin Njai Loro Kidoel. Bijna alle vulkanen, zelfs de gedoofde kraters, beginnen tijdelijk te werken. Wanneer

182 Geannoteerde bibliografie

er echter levensgevaar voor Pim dreigt door de op een mensenoffer beluste Brahmaanse priesters in Midden-Java, waarschuwt het monster zijn kleine meester. Het verhaal eindigt met een grootscheepse klopjacht op het monster door land- en zeemacht. Maar het slimme reuzenmonster bepaalt tot het laatst toe zijn eigen leven, ook zijn eigen ondergang in vuur en rook.Eerder verschenen als vervolgverhaal onder de titel: 'Het Indische monster; Of, Het geheim van den Boeroeboedoer; Een fantastisch verhaal'; met teekeningen van den schrijver in: Jong Nederland; Weekblad voor Hollandsche Jongens en Meisjes, 1924. Jaargang 8, no. 1-26.

0461 Geerke, H.P. Jan Pieterszoon Coen; De baanbreker in ons Indië. Utrecht, De Haan, [1929]. IV, 253 blz., prtn., afbn. en krtn. [De Roman van Groote Levens.] Vindplaats: KITLV aa 396

Geschiedkundig verhaal over de stichter van Batavia en zijn tijdgenoten.

0462 Hazevoet, Jac[oba]. Bram's ontdekkingstocht; teekeningen van Henk Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1929]. 61 blz. Vindplaats: KITLV cc 940 N

Speelt op Java en schetst het karakter van de veertienjarige HBS'er Bram Verbeek -zoon van een arts - die zich laatdunkend gedraagt tegenover de huisbediende Satiman. Ook Brams houding ten opzichte van de inheemse bevolking geeft te denken. Hij spreekt op een neerbuigende toon over 'roetmoppen'. In Nederland is een hevige watersnood uitgebroken (Borculo, 1925). Op Brams school, maar ook bij de inheemse kerkgemeenschap wordt voor de slachtoffers gecollecteerd. Hiervan zijn Bram en zijn vriend Jan getuige. Ze vinden de inheemse kerkdienst boeiender dan de Europese. Tijdens de dienst zien ze altijd een zonderlinge Javaan achteraan zitten. Dit prikkelt de twee vrienden om de Javaan na kerktijd te volgen. De man woont ver van de kampong, waar hij vooral op tijgers jaagt. Indertijd heeft hij een zoontje verloren dat door een tijger werd overvallen en door dit verlies loopt hij met wraakzuchtige gedachten rond. De goeroe kent deze man niet persoonlijk, maar hij vermoedt dat de man een geheim heeft. Wanneer de goeroe dit van Bram verneemt, zegt hij dat hij geen rust zal hebben voor hij die man begrijpt en wanneer hij zich eenzaam mocht voelen de man een welkome gast in zijn huis zal zijn.

0463 Heijermans-Jurgens, Annie. De club der onafscheidelijken; geïllustreerd door W[am] Heskes. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1929]. 262 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1492 N

Bevat fragmenten over een Indische jongeman die in Nederland is voor zijn studie en die zich met een Hollands meisje verlooft. Ze moeten allebei nogal wat kritiek verdragen, maar de opmerking 'die klapperboomvent', die niet grievend bedoeld is, komt toch wel hard aan. De jongeman voelt het wel als zodanig en hij maakt zich sterk dat alle jongens die een 'inlandse' moeder hebben zich vernederd zouden voelen. Buiten verwachting komt alles door tactvol optreden in orde en worden de jongelui de beste vrienden.

Geannoteerde bibliografie 183

0464 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Indische sprookjes, legenden en fabelen; geïllus-treerd door Suzon Beinon. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 136 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV b 470

Betoverde prinsen en prinsessen, armoede en rijkdom, de natuurelementen en de dierenwereld wisselen elkaar af in deze voor het merendeel uit Java afkomstige sprookjes.

0465 Kok, Truida. Jona en San; geïllustreerd door Adri Alindo. Alkmaar, Kluitman,[1929]. 151 blz. [Stamperius-Bibliotheek; Nieuwe Uitgaven en Herdrukken, Meisjes-boeken.] Vindplaats: KITLV cc 1753 N

Speelt in Nederland en vertelt over de omzwervingen van twee ouderloze zusjes. Verlangend wachten ze op de komst van hun familie uit Indië bij wie ze tenslotte een prettig en veilig tehuis vinden.

Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Met z'n drieën en een oom. [1929]. Zie no. A006

0466 Langerhorst, Tine. Gravinnetje, een verhaal voor meisjes; geïllustreerd door Jan Post. Rotterdam, Van Waesberge, [1929]. 150 blz. [Na Les en Spel.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1959 N

Speelt in Nederland en bevat een paar korte fragmenten over een uit Indië terugge-keerde gefortuneerde 'Indischman' (in dit geval is er sprake van een volbloed Hollander) met zijn veeleisende en verwende dochter.

0467 Marxveldt, Cissy van [ps. van S. van Beek-de Haan]. Marijke; met teekeningen van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff, [1929]. 238 blz.Herdrukken: opgenomen in de trilogie genaamd Marijke; [omslag en illustraties van Anke van Dun-Verstegen]. Hoorn, Uitgeversmij West-Friesland, [1970]. 383 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KB; Trilogie KB

Bevat een paar korte Indische fragmenten onder andere over het zusje van Marijke dat met een planter uit Indië trouwt.

0468 Nauta, Annie. Wlüem; Een kerstvertelling; [omslag van L. Pinkhof]. Den Helder, Drukkerij Egner, 1929. 59 blz. Uitgave ten bate van het Helden-der-Zee-Fonds 'Dorus Rijkers' te 's-Gravenhage. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1540 N

184 Geannoteerde bibliografie

De enige zoon van een Friese architect-aannemer uit Indië gaat naar Nederland voor een opleiding tot stuurman. Wanneer zijn moeder ernstig ziek is breekt hij zijn studie af en gaat hij terug naar huis. Spoedig daarop overlijdt zijn moeder en wordt hij compagnon van zijn vader.

0469 Saerdam, W. van. Jan Jansen Struys; De omzwervingen van een Zaansch zeilmaker; eerste reis 1648-1651; platen en bandteekening van Oftto] Verhagen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 180 blz. Vindplaats: KITLV cc 632

Bevat het hoofdstuk 'Opgebracht naar Batavia', alsmede hoofdstukken over Siam, Formosa en Japan.Dit verhaal is gebaseerd op Aenmerckelijke reizen en ontmoetingen van de Zaankanter Jan Jansen Struys. De auteur heeft gebruik gemaakt van de diensten van de Zaan-landsche Oudheidkamer (Zaanlands Museum) in Zaandijk.

0470 Schroo Jr., H. Dapat, de meester van den wonderzwaan; Oorspronkelijk sprookje; met illustraties van Tjfeerd] Bottema. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1929], 230 blz.Bevat een verklaring van de Maleise woorden. Vindplaats: PBL/KITLV cc 331 N

Een fantastisch verhaal dat zich afspeelt op Java, in Europa en in Brits-Indië. In een Javaanse kampong is een jongetje te vondeling gelegd. Zijn pleegouders noemen hem Dapat (Maleise woord voor vinden). Na de dood van zijn pleegmoeder laat zijn pleegvader hem achter bij een Javaans gezin, waar hij een ellendige jeugd heeft en bovendien onschuldig in de gevangenis belandt. Zodra Dapat vrij komt, trekt hij het binnenland van Java in. Op zijn tocht is hij de gast van een zonderlinge oude man die hem in het Javaans aanspreekt, maar geen Javaan is. Door toedoen van deze grijsaard komt Dapat in het bezit van een wonderlijke stok van houtsnij werk en een ivoren fluitje. In moeilijke situaties zullen deze voorwerpen Dapat van pas komen. Ook een plantenzoeker, een Hollandse professor, kruist zijn pad. Hij raadt Dapat aan om een opleiding in Nederland te volgen. Daar studeert hij af als jurist, wordt benoemd tot burgemeester en trouwt met Ina, de dochter van de professor.Als Nelly, hun dochtertje, ernstig ziek wordt kan alleen een mild klimaat haar genezen. Met vrouw en kind gaat Dapat tijdelijk naar Java terug. Ze verblijven op het eilandje in het meer waar Dapat indertijd de oude zonderlinge man heeft ontmoet. Juist op dat moment probeert een Javaans vorst het eilandje in te nemen. Volgens zeggen zouden er geweldige schatten zijn te vinden. Grote moeilijkheden en geheimzinnige tegenslagen beletten hem zijn doel te bereiken. Inmiddels is Nelly weer zo gezond als een vis. Bij een stoeipartij trekt ze een Japans kastje omver, waarin een geheime lade zit die Engelse documenten bevat waartussen een portret ligt van een mooie jonge Hindoestaanse prinses. Het raadsel van Dapats afkomst is hiermee opgelost.

0471 Wielenga, D.K. Loda het Soembaneesche weesmeisje; met illustraties van Jeanne Faure. Arnhem, Ten Brink, [1929]. 96 blz. [Leesboek voor School en Huis.] Vindplaats: KITLV cc 2023 N

Geannoteerde bibliografie 185

De moeder van de kleine ziekelijke Loda is in de rivier door een krokodil veronge -lukt. Het meisje blijft alleen met haar knorrige vader achter. Nu moet zij al het werk van haar moeder doen. Ze raakt hierdoor zó uitgeput en ziek, dat Lapoe, haar vader, haar te vondeling legt. Een Nederlandse zendingsverpleegster vindt Loda en neemt haar op in het ziekenhuis. Voor Loda gaat ineens een totaal andere wereld open: ze krijgt veel aandacht en liefde. Na haar herstel blijft ze op eigen verzoek in het huis van de verpleegster wonen en leert het Europese huishouden. Op een dag komt Lapoe zijn dochtertje opeisen. Hij wil haar uithuwelijken waarvoor hem een grote bruidsschat in het vooruitzicht is gesteld. Loda weigert mee te gaan; voor haar vader is ze nu 'gestorven'. Wanneer een jonge inheemse onderwijzer, Habokoe, met brandwonden in het zendingsziekenhuis wordt opgenomen, blijkt hij een neef van Loda te zijn. Ze wordt zijn vrouw en gaat met hem mee naar een verafgelegen zendingspost.Bevat de fabel 'Waarom de muizen en de katten vijanden zijn', een tweetal liedjes met refrein en een paar raadsels.

0472 Zee, D. van der. De stad van Coen; Vertellingen en schetsen uit de geschiedenis van Batavia; Geïllustreerd leesboek voor school en huis door -; geïllustreerd door L.C. Bouman. Groningen enz., Wolters, 1929. 148 blz., plgrn. Vindplaats: KITLV i 2585 N

De schrijver, de toenmalige gemeentesecretaris van Batavia, geeft een uitvoerig overzicht van drie eeuwen Nederlands bewind (1596-1928), waaronder het oude Soenda Kalapa of Jacatra is uitgegroeid tot de moderne stad Batavia, die voor de ontwikkeling van Nederlands-Indië van grote betekenis is geweest.

0473 Bernardsz, Daan. Joost Dircksz. onder de vrijbuiters; [met illustraties van Albert Hahn Jr.]. Amsterdam, De Arbeiderspers, [1930]. 139 blz. Vindplaats: KB

Romantisch historisch verhaal over de zeereis naar Indië door de zeeman en ontdekkingsreiziger Olivier van Noort in de jaren 1598-1601.Een grootvader vertelt zijn kleinzoon hoe hij als jongen in 1598 als verstekeling aan boord gaat van de 'Mauritius' onder bevel van Olivier van Noort. Het doel is om via Zuid-Amerika een zeeroute naar Indië te ontdekken. Rond Kerstmis 1600 bereikt men de Baai van Broenei (Noord-Borneo). Van hieruit zeilt men naar Java. In de Straat van Madoera wordt het plaatsje Joertan (Jortan, Gresik), een uitvoerhaven van specerijen, aangedaan. De lading valt tegen, maar een tocht naar de Molukken om nootmuskaat en kruidnagelen in te nemen is op dat tijdstip te riskant. De thuisreis gaat nu via een andere route: langs de Afrikaanse kust naar Kaap de Goede Hoop. Op 28 augustus 1601 bereikt het schip de haven van Rotterdam.

0474 Bieger, N.K. Flips Indische lotgevallen; met ills. van P[ol] Dom. Alkmaar, Kluitman, [1930]. 205 blz. Vindplaats: KITLV cc 560

Flip, een Indische schooljongen, woont bij een broer van zijn Hollandse vader in Nederland. Destijds is zijn vader als koloniaal naar Indië gegaan en daar overleden.

186 Geannoteerde bibliografie

Met zijn Javaanse moe sr die in Indië is gebleven en een kleine onderneming beheert, heeft Flip geen contact. Zonder aanwijsbare reden koestert Flips tante een haat tegen alles wat Indisch is. Wanneer dit tot een climax komt ontvlucht Flip Nederland als hutbediende op een mailboot naar Indië. In Batavia informeert Flip naar het adres van zijn moeder. Wanneer hij haar heeft gevonden blijft hij bij haar en krijgt hij de leiding op haar onderneming.Op blz. 196 komt het minderwaardigheidscomplex van Flip naar boven als hij een huwelijksaanzoek doet aan zijn Hollandse vriendin Irene: 'En dan Irene... ik ben maar een Indo, een liplap...' enzovoort.

0475 Boelkens, Cato M. Emmy's eerste voordracht; met illustraties. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 157 blz.Herdrukken: Ook verschenen onder de titels: De Indische reis en De HBS-tijd van Emmie Hoogland (zie no. 0592 en 0476). Vindplaats: BBJ

Voor haar HBS-opleiding komt het Hollandse meisje Emmy uit Java bij haar tante in Amsterdam wonen. Met een lezing over haar Indische reis voor de clubavond van de Meisjes-HBS oogst ze zoveel succes dat ze dezelfde lezing mag houden voor de Huisvrouwenbond.

0476 Boelkens, Cato M. De HBS-tijd van Emmie Hoogland; met illustraties. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 157 blz.Herdrukken: Ook verschenen onder de titels: De Indische reis en Emmy's eerste voordracht (zie nos. 0592 en 0475). Vindplaats: Antiq. catalogus

0477 Chits-Rosen, R Zonnekind; met illustraties [van Rie Stoffers]. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 158 blz. [Serie 113.] Vindplaats: PB

Voor haar schoolopleiding én om haar moeders zorgen te verlichten komt het Indische meisje Nelly na de dood van haar vader naar Holland. Ze woont bij familie in huis. Plagend zegt oom tegen Nelly 'koffieboontje' om haar bruin gezichtje, maar het is niet kwaad bedoeld. Wanneer Nelly's moeder met de kinderen voorgoed naar Holland komt, en ze het zonder hulp van bedienden moet stellen, is Nelly een grote steun voor haar. Achterstand op school en heimwee naar Indië vormen de aanpas-singsmoeilijkheden van haar broertje Wim. Zie ook E. Chits-Rosen. Een gezellige winter (no. 0593)

0478 Crevels, H.H. en T. van Buul. Toon en andere verhalen voor kinderen van 6-7 jaar, geïllustreerd door Tjeerd Bottema en Albert Geudens. Bussum, Van Dishoeck, [c. 1930]. 64 blz. Vindplaats: PB

Korte afgeronde verhaaltjes over een Hollands gezin met drie kinderen en hun dagelijks leventje in Nederlands-Indië waarin de huisbediende Karto een belangrijke rol speelt.

Geannoteerde bibliografie 187

0479 Crevels, H.H. en T. van Buul. Vrooüjke Frans door de Gebr. Grimm en andereverhalen uit Oost en West en eigen land voor kinderen van zeven tot tien jaar, verzamelden bewerkt door -; illustraties van Tjeerd Bottema en Albert Geudens. Z.pl. en uitg.,[c. 1930]. 112 blz.Vindplaats: KITLV cc 2326 N

De verhaaltjes zijn op een enkele uitzondering na allemaal gesitueerd op Java. Niet duidelijk is of het een schoolleesboekje betreft of een ongedateerd recensie-exem-plaar.

0480 Delachaux, A. De voetbalclub Volharding'; met illustraties. Z.pl. en uitg., [c. 1930].158 blz. [Serie D.]Vindplaats: PB

Speelt in de voetbalwereld in Nederland en Nederlands-Indië. Hein Spekkerd, een kantoorbediende van een lm- en Exportmaatschappij wordt uitgezonden als employé naar het kantoor in Kisaran op Sumatra. Met de 'Marnix van St. Aldegonde' reist hij via Medan naar het hulpkantoor in Kisaran. Hij wordt als een goede Hollandse voetbalspeler binnengehaald en hij moet het kampioenschap van Sumatra's Oostkust verdedigen. Hein wordt een van de beste spelers in Asahan (omgeving Kisaran). Zijn vriend Jan Versluis, een ingenieur die ook in Medan voetbalt, wordt naar de binnenlanden van Atjeh overgeplaatst waar een spoorweg zal worden aangelegd. Maar bij de komst van de Hollanders beginnen Atjehse oproerlingen het 'Jan Compagnie', zoals zij het Nederlandse gezag noemen, lastig te maken. Jan zit in een gebied waar hij de enige blanke is. Als hij ernstig ziek wordt komt zijn Javaanse kokkie Hein Spekkerd om hulp vragen. Samen met kokkie en een oud-militair die Indië door en door kent, trekt Hein naar zijn zieke vriend. Als ze Jan naar Medan willen rijden ontstaat er een levensgevaarlijk gevecht met een groep Atjehers waaraan ze ternauwernood kunnen ontsnappen.Hein krijgt door de economisch slappe tijd zijn ontslag en moet met een halfjaar salaris en een vrije overtocht terug naar Holland. Hij vindt door de crisis die ook in de koloniën heerst geen andere baan. Aan boord van de 'Johan de Witt', in een derde-klas-hut, overpeinst hij zijn situatie als werkloze. Onder de passagiers treft hij zijn sportvriend Jan Versluis, die ziekteverlof heeft en eerste klas reist. Een invloed rijke oom van Jan bezorgt Hein een vaste betrekking bij een bank in Nederland.

0481 Dietz, Henr[iëtte], Cath[arina] van Rennes, A.C. Kuiper, e.a. Weggeloopen; Vertel-lingen voor jongens en meisjes; met platen van Netty Heyligers, C. Damen, A. Tinbergen e.a.; Voor kinderen van 6-10 jaar. Amsterdam, Veen, [c. 1930]. IV, 64 blz. [Ons Thuis-serie.]Bevat het verhaaltje 'Dapper!' (blz. 1-7) van A.C. Kuiper met een illustratie van Netty Heyligers. Vindplaats: KITLV cc 1559 N

In 'Dapper!' komt een Indisch fragment voor over een schoolmeisje uit Indië dat bij haar tante in Holland woont.

188 Geannoteerde bibliografie

0482 Gieber, Karel [ps. van N.K. Bieger]. Het booze oog; Avonturen op de Veluwe; met 8 illustraties en bandteekening van W[am] Heskes. Rotterdam, Bolle, [1930]. IV, 183 blz. [Goede Jeugd-lectuur.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1406 N

Bevat Indische fragmenten van een Nederlands oud-militair uit onder andere Fort de Koek die na zijn diensttijd in een Gelders dorpje nachtwaker is. Door de dorpelingen wordt hij 'Indische kieker' genoemd, een scheldnaam voor gepasporteer-de Indische militairen.

0483 Hou zee!; Eerste Christelijk jeugd-jaarboek onder redactie van Q.A, de Ridder en P.J. Risseeuw. Kampen, Kok, 1930. IV, 283 blz.Bevat het verhaal 'Katongoe' van D.K Wielenga met illustraties van Pol Dom (blz. 1-19). Vindplaats: KITLV cc 1638 N

Katongoe, een jongeman op Soemba, breekt zijn opleiding aan een zendingsschool af. Hij zoekt een leven van geld en plezier. Wanneer hij ernstig ziek wordt krijgt hij berouw over zijn gedrag. Na zijn herstel blijft hij in het ziekenhuis en wordt opgeleid tot verpleger.

0484 Hoven, Thérèse. Op den daktuin; met één plaat en bandteekening van Hans Borre-bach. 's-Gravenhage, Van Goor, [1930]. 180 blz. [Gulden-bibliotheek.] Vindplaats: KITLV cc 1398 N

Twee zusjes uit de Achterhoek vinden een werkkring in het warenhuis 'De Bijenkorf in Den Haag en bewonen een paar zolderkamertjes bij een weduwe die door haar dienstbode wordt getiranniseerd. Onverwacht komt haar enige dochter met man (een theeplanter uit de Preanger) en kinderen met verlof. Om hun moeder uit 'de greep' van de dienstbode te verlossen vragen ze het oudste zusje als gezelschapsdame voor hun moeder die ze mee terugnemen naar Java.

0485 Hulst, W.G. van de. De gescheurde Bijbel; met plaatjes van N[ettie] Kerkhoven-Heyligers; uitgegeven door de Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenoot-schap. Amsterdam, Nederlandsch Bijbelgenootschap, [1930]. 13 blz. Vindplaats: KITLV cc 484 N (fotokopie)

Een beschadigde Bijbel 'in ruste' vertelt wat hem in Neder!ands-Indië overkwam toen hij - jaren geleden - het eigendom was van een zendeling. De bijgelovige bevolking zag de Bijbel letterlijk als een toverboek.

0486 Kingmans, Hugo. De kajuitsjongen van Heemskerck; met 4 penteekeningen van Jan Wiegman. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1930]. 176 blz.Herdrukken: 2e druk. [1944]. 152 blz.; 3e druk. [1945]. 152 blz.; Herdruk. Hierden-Harderwijk, Reijnders, [1980]. 152 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB; 3e druk Brinkman; Herdruk BBJ

Geannoteerde bibliografie 189

Over de poging om via 'de Noord' een kortere zeeroute naar China en Indië te vinden.

0487 Knuttel-Fabius, Elize [Johanna Christina Frederika]. Hans en Hannie; omslag enteekeningen van Lida von Wedell. 's-Gravenhage, Boek en Periodiek, 1930. 118 blz. Vindplaats: GBR

In het hoofdstuk 'Hannie' komt een logeetje voor, een onhandelbaar meisje uit Indië, dat na de dood van haar moeder naar Nederland is gekomen.

0488 Krayer van Aalst, H. Solé en zijn vriendjes; met plaatjes. 's-Gravenhage, Algemeene Boekhandel voor Inwendige en Uitwendige Zending, [1930]. 47 blz. Nieuwe herziene uitgave van: Van een Ceramschen jongen (zie no. 0290). Vindplaats: BZO/KITLV cc 1019 N (fotokopie)

0489 Labberton, Mien. Een jaar bij de familie De Bloeme; Een boek tot religieust; inwijding voor kinderen van 7-12 jaar door -; muziek van Eveline Sypkens; teekeningen van G.D. Hoogendoorn. Zeist, Ploegsma, 1930. 297 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Een verhaal over een Hollands doktersgezin in Den Haag. Het bevat een paar korte Indische fragmenten over Han - een neefje uit Indië - die tijdelijk bij hen woont voor zijn schoolopleiding.

0490 Het meisjes-jaarboek; Vijfde jaar, [met bijdragen van Diet Kramer [D.M. Muller-Kramer], E[mmy] Belinfante-Belinfante, Catharina Bronsveld en anderen; illustratiesvan Hermy Kalis, Freddie Langeler, Jan Lutz en anderen]. 's-Gravenhage, Leopold,[1930]. 168 blz.Bevat het Indische verhaal 'Kembodja; een verhaal van heimwee' door Willy Corsari[ps. van W.A. Douwes-Schmidt]; met illustraties van Titus Leeser.Vindplaats: KB

Nini, een Hollands meisje, geboren op Sumatra woont met haar ouders op een rubberonderneming ver van Medan. Voor haar schoolopleiding gaat ze naar een tante in Nederland. Ondanks Nini's uiterlijke aanpassing wordt ze door een ver -langen naar Indië overmand. Eenmaal terug bij haar ouders krijgt ze heimwee naar Nederland.

0491 Musbach, Dora [ps. van Mia Smelders]. 's Levens lentetijd; Vervolg op 'Modernebakvischjes'; met vier platen van Netty Heyligers. Amsterdam, Veen, [c. 1930]. 152blz.Vervolg van: Moderne bakvischjes (zie no. 0423).Vindplaats: KITLV cc 1861 N

Bevat Indische fragmenten en speelt in Amsterdam, waar het meisje Franzi kennis-maakt met de nieuwe buurkinderen. Hun vader is eerste luitenant en voor zijn

190 Geannoteerde bibliografie

leverkwaal met verlof uit Java naar Holland gekomen. Zijn vrouw is overleden en zijn dochtertje Nonnie en zoon Njootje zijn daardoor op hun toegeeflijke baboe aangewezen. Met vriendinnen organiseert Franzi kindermiddagen waar zij haar Indische buurkinderen mee naar toe neemt. Tot groot verdriet gaat hun baboe met een andere familie terug naar Java en blijven zij in Holland voor hun schooloplei-ding.

0492 Oom Bert [ps. van Albert J. de Neef). Van kleine Papoeas; Versjes en prentjes van -. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1930]. 16 blz. Vindplaats: BZO/KITLV 2177 N

Een zestal eenvoudige versjes over het dagelijks leven van gekerstende Papoeakinde-ren, bestemd voor de jeugd in Nederland. In 'Bettie's brief verzoekt een Papoea-meisje het zendingswerk te blijven steunen.

0493 Op reis en thuis; Winterboek voor de Nederlandsche jeugd. Amsterdam, Stella-editie, 1930. 160 blz., afbn., krt.Bevat de Indische verhalen: 'Hantoe, de spooktijger' door Boreas [ps.] en 'De wreede macht' door Dikon [ps.]. In deze bundel staat een beschrijving van het passagiersschip 'M.S. Baloeran; 'n Prachtboot van den Rotterdamschen Doyd', waarbij de auteursnaam niet is vermeld. Vindplaats: PB

Het eerste korte verhaal speelt zich af op een koffieonderneming op Java; de tweede vertelling, eveneens op Java, gaat over een huis waar onder de vloer schatten verzameld zouden liggen en dat heeft toebehoord aan een rijke suikerplanter.

0494 Schuil, J[ouke] B[roer]. Hoe de Katjangs op de kostschool van Builde kwamen; geïllustreerd door T[itius] Leeser. Amsterdam, Becht, [1930]. IV, 256 blz. Herdrukken: 5e druk [1954]. 256 blz.; 7e druk geïllustreerd door Reint de Jonge. [1976]. 256 blz.; 9e druk idem. [1981]. 258 blz. Vervolg van: De Katjangs (zie no. 0263).Vindplaats: Ie druk Brinkman; 5e druk BBJ/KITLV cc 1552 N; 7e druk Brinkman; 9e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten over de twee broers Torn en Thijs Reedijk, bijgenaamd 'de Katjangs' die van Den Haag zijn verhuisd naar een kleinere stad. Hun ouders zijn na hun verlof teruggereisd naar Java, waar de heer Reedijk is benoemd tot Raad van Indië. De jongens zijn in pension bij een zuur en vrekkig kinderloos echtpaar, van wie de man - een oud-onderwijzer - bij de jeugd bekend staat als 'de Kachelpijp'.

0495 [Slinger, N.]. Een reis naar Indië; [bandontwerp en penteekeningen van G. Röling]. Zaandam, Keg's Theehandel, [c. 1930]. 38 blz. tekst en 20 blz. gekleurde ingeplakte plaatjes, 2 kaarten. Vindplaats: KITLV k 263 N+

Geannoteerde bibliografie 191

Album over een bootreis met de 'Jan Pieterszn Coen' naar Insulinde. Het eerste deel vertelt over de landen en steden waar de mailboot langs vaart. Het tweede deel geeft een beknopte beschrijving van Nederlands-Indië.

0496 Soest, Ems LH. van. De pauw; Een verhaal van modem meisjesleven in Indi'é; geïllu-streerd door Annie van de[r] Ruit. Alkmaar, Kluitman, [1930]. 272 blz. Herdrukken: 2e druk met illustraties van Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1944]. 189 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 736 N; 2e druk Bibl. Museum Nusantara, Delft

Op jonge leeftijd is Inka met haar ouders uit Nederland naar Java gekomen. Om haar familie financieel te steunen werkt ze als secretaresse. Op buitenstaanders komt Inka stug en trots over en ze is kieskeurig in haar vriendschappen. In haar vrije tijd schrijft ze gedichten en verhalen. Haar talent krijgt door toedoen van een vriend, de journalist Paul, een kans en haar werk verschijnt regelmatig in de krant.

0497 Tante An [ps.]. Robbedoes; Een verhaal voor de jeugd. [Semarang enz., Van Dorp], [c. 1930]. IV, 63 blz. Vindplaats: KITLV cc 2147 N

De ouders van het schoolmeisje Willy, bijgenaamd Robbedoes, gaan om gezond-heidsredenen van Java een Molukkenreis maken. Willy logeert bij een bevriend echtpaar met wiens zoontje Theo zij allerlei streken uithaalt. Ze ontpopt zich als een wildebras.Het verhaal is afgestemd op kinderen in Nederlands-Indië omdat de Maleise woorden niet worden verklaard en bepaalde situaties zijn toegespitst op de Indische samenleving.

0498 Terwinde, Pam. Luuk's laatste schooljaar, met teekeningen van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff, [1930]. 241 blz. Vindplaats: KITLV cc 327 N

Over een Hollands meisje dat op Midden-Java woont en in de eindexamenklas van de kweekschool zit.

0499 Vos, Daan. Bonte dagen uit het leven van Bram Schenk; (Voor jongens van 8 tot 14jaar); geïllustreerd. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 93 blz. [Serie CD.]Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc N (kopie)

Bevat Indische fragmenten over een Nederlandse hofmeester uit Den Helder die met de 'Indrapoera' en de 'Berandina' op Indië heeft gevaren.

0500 Vos, Daan. Om den voetbalbeker, geïllustreerd. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 60 blz. [SerieHM.]Herdrukken: Ook verschenen onder de titel Voetbalvictorie. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 60 blz. [Serie DK].

192 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1538 N (fotokopie)

Dokter De Vletter is met zijn Javaanse vrouw, hun zeventienjarige zoon Jan en hun huisjongen AH naar Nederland gekomen waar hij een bloeiende praktijk heeft overgenomen. Bij zijn entree op de HBS wordt Jan al direct door zijn klasgenoten uitgemaakt voor 'katjang'. De directeur is woedend en neemt de klas onder handen, maar Jan is diep teleurgesteld. Discriminatie en plagerijen blijven voortduren totdat hij met het schoolelftal een overwinning behaalt. Door zijn integere houding heeft hij eindelijk de plaats veroverd die hem toekomt.

0501 Arends, W.F. Wildebrassen; bandteekening door Pol Dom; illustraties van H[enri] Pieck. Rotterdam, Bolle, [1931]. 203 blz. [Goede Jeugd Lectuur.] Vindplaats: PB

Speelt in Nederland en bevat een kort Indisch fragment over het Indische nichtje Thee (afkorting van Thea) dat door haar ouders uit Indië naar Holland is gebracht. Ze woont bij familie en gaat met haar even oude Hollandse nichtje naar de Mulo.

0502 Bieger, N.K. De jongen van de plaggenhut; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar,Kluitman, [1931]. 192 blz. [Bibliotheek 'In de Vacantie'; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie A, Jongensboeken.] Vindplaats: KB

Speelt in Nederland en bevat een Indisch fragment over 'de Zandzee' met de legende van de Goenoeng Batok.

0503 Brinkgreve-Entrop, J.H. Betty en haar neven; geïllustreerd door C. Oudenaarden. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 189 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 2048 N

Speelt in Nederland waar Betty, een Indisch meisje, na de dood van haar Javaanse moeder bij haar vaders familie woont. Haar vader - een volbloed Europeaan - woont in Indië waar hij een uitgebreide handelszaak bezit. Hij heeft Betty op zesjarige leeftijd naar zijn moeder in Breukelen gebracht voor haar opvoeding. Nu ze naar de HBS gaat verhuist ze naar zijn getrouwde zus in Utrecht. Op weg naar school - met een iets te klein regenhoedje op - wordt Betty aangestaard en uitgescholden voor 'nikker'. Een van haar neefjes grijpt in.

0504 Dijk, A. van. Pa Oï, die Christus wet vervulde. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1931]. 40 blz., afbn. Vindplaats: KITLV q 464

In de Preanger (West-Java) voert een eenvoudige Soendanese boer een strijd met zichzelf om tot het christelijk geloof over te gaan.

Geannoteerde bibliografie 193

0505 Dijk, A. van. Sadjem, het sloofje uit de waroeng. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1931]. 48 blz., afbn. Vindplaats: KITLV q 465

Na veel tegenstand van haar islamitische familieleden komt het verwaarloosde meisje Sadjem, een Soendanese, tot het evangelie.

0506 Dijk, A. van. Een Soendaneesche droom en zijn uitlegging. Oegstgeest, Zendings-bureau [1931]. 48 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV q 466

Sarijoen, een jonge Soendanees uit een islamitisch milieu, ondervindt alom tegen-stand wanneer hij christen is geworden. Hij overwint en wordt zelfs voorganger in de ontstane zendingsgemeente.

0507 Fortgens, J. Salóka; [inleiding van D. Wouters]; geïllustreerd met platen naaroorspronkelijke foto's. Groningen, Noordhoff, 1931. 95 blz. [Vrij en Blij; Leesboekvoor de Christelijke Scholen, 7e leerjaar.]Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 267 N/OLBG

Dit verhaal is indertijd door het Zendingsbureau te Oegstgeest uitgegeven voor volwassenen onder de titel Het volle koren (1924). Zendeling Fortgens bewerkte het voor de jeugd. Op een indrukwekkende wijze vertelt hij over de cultuur en leefwijze van de bevolking in Sidangóli, het eerste christendorp op de westkust van Halmahe-ra. Hij beschrijft de angst en de eerbied van de dorpelingen als ze vernemen dat Koning Pokken, hun benaming voor de pokken, in aantocht is. De medicijnmeester Dalakoe trekt met witte kalk grenslijnen bij de in- en uitgang van het dorp om de ziekte een halt toe te roepen. Het is stil in het anders zo rumoerige dorp. Er kraait geen haan meer; ze zijn allemaal gedood. De kippen zijn naar de tuinhuizen gebracht en de jachthonden geïsoleerd. Dalakoe zingt met angstaanjagende stem zijn bezweringen tot de geesten van zijn voorouders.Toch is de epidemie niet tegen te houden. Er vallen slachtoffers, onder wie de goede echtgenoot en vader, Salaka. Hij is een van de trouwste leerlingen van de goeroe die hij met veel toewijding heeft geholpen bij het verplegen van de zieken. Salaka zweeft tussen leven en dood. Hij herstelt, maar is blind geworden. Als zijn gezichtsvermo-gen ten dele is teruggekeerd en Salaka op een zondagmorgen de dienst van de goeroe waarneemt, vertelt hij over zijn lichamelijke en geestelijke duisternis en de verhoring van zijn gebed.

0508 Fortgens, J. Toea Boba; [inleiding van H.A. van den Hoven van Genderen en G.W. Beumer]; geïllustreerd met platen naar oorspronkelijke foto's. Groningen, Noord-hoff, 1931. 96 blz. [Vrij en Blij; Leesboek voor de Christelijke Scholen, 6e leerjaar.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV p 568/OLBG

Een verhaal over de taaigeleerde-zendeling dr. N. Adriani, geschreven door zijn zwager die getrouwd is met de jongere zus van Adriani. In 1901 varen zendeling Fortgens en zijn vrouw met de 'Pieter Both' van Gorontalo (Celebes) naar het

194 Geannoteerde bibliografie

kustplaatsje Posso in het zuidoosten, waar in de wildernis van het binnenland dr. Adriani met zijn vrouw woont en werkt. Daar wordt dr. Adriani door de Toradja's aangesproken met Toea Boba - de heer met het kale hoofd. Verschillende Toradja-gezinnen worden bezocht, waarmee de familie Adriani vriendschap heeft gesloten. Al acht jaar wordt hier het evangelie gepredikt door een goeroe uit de Minahassa, maar nog geen enkele Toradja heeft de grote stap gewaagd om het heidendom vaarwel te zeggen. Het invloedrijke stamhoofd Papa i Woenté is nog gehecht aan de voorouderverering en het koppensnellen. Dit gebeurt niet uit moordlust of bloeddor-stigheid, maar om zeker te zijn van een lang leven, waartoe men zich de levenskracht van een ander mens moet zien toe te eigenen, met de bedoeling diens levenskracht op de eigen stam over te brengen. Van alle lichaamsdelen is het hoofd het meest voorzien van levenskracht. In de lobo, dit is het 'godshuis', tevens raadhuis en herberg voor vreemdelingen, die in elk groot dorp is te vinden, hangt het vol met gesnelde schedels. Op hun tocht naar de Spelonkenberg (Boejoembajaoe) overnach-ten dr. Adriani en Fortgens in zo'n lobo, waarvan sommige palen zijn versierd met gebeeldhouwde figuren van een man en een vrouw, van apen en hagedissen, en van krokodillen die een aap in de bek houden. (Alb. C. Kruyt, De krokodil in het leven van de Posoërs, zie no. 0609). Ze hebben allemaal hun eigen betekenis. Kerstmis 1909 is een gedenkwaardige dag. In het school-kerkgebouw worden niet alleen het Toradjahoofd Pépa i Woenté en zijn familie gedoopt tot christenen, maar ook een groot aantal volwassenen, jongelui en kinderen. Totaal 167 zielen. Vlak voor zijn overgang naar het christendom zei Papa i Woenté tot zijn mensen dat ze het christen-worden moesten bespreken onder elkaar. 'Dit is mijn woord. Het is geen bevel van de Kompania [Nederlands-Indische regering] -, ons hart moet beslissen.' Ruim dertig jaar heeft dr. Adriani met zijn vrouw onder de Toradja's gewerkt. Zijn buitengewoon sterke geest won het van zijn zwakke gezondheid. Na jaren van rusteloze arbeid gaat hij in 1926 afscheid nemen van zijn mensen in Toradjaland om naar het vaderland terug te gaan. Dit was te veel voor zijn wankele gezondheid. Hij wordt zwaar ziek, overlijdt op l mei 1926 en wordt de volgende dag in Posso begraven.

0509 Franke, S. Si Taloe, de dessajongen; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 187 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 695 N

Si Taloe is het oudste zoontje van een Javaanse rijstbouwer. Wanneer onverwachts een vulkaanuitbarsting plaatsvindt blijft zijn familie ongedeerd, maar hun huisje en dessa zijn vernield. Si Taloe gaat dan naar de stad en hij vindt werk als kebon bij de resident. Nu kan hij met zijn verdiende geld zijn ouders helpen. In zijn vrije tijd slentert hij door de stad met de huisjongen Tjaminta die hem probeert te verleiden tot het dobbelspel.De enige zoon van de resident, Willem, is een treiteraar. Hij pest niet alleen de huisdieren, maar ook de bedienden, in het bijzonder Si Taloe, die door zijn onder-geschikte positie niets terug kan doen. Als Willem op een keer Si Taloe tot het uiterste heeft getergd, geeft Si Taloe hem een geduchte aframmeling. Hierdoor belandt Si Taloe in de cel tussen allerlei geboefte. De resident laat Si Taloe uit de gevangenis halen en Willem moet in het bijzijn van zijn vader vergiffenis vragen voor het onrecht dat hij Si Taloe heeft aangedaan.Een Indonesische vertaling/bewerking verscheen onder de titel Talu Anak Desa; Saduran sjair. [omslag en tekeningen van Pol Dom]. Djakarta, Penerbit Buku Tehnik/De Technische Uitgeverij H. Stam, 1951. 128 blz. (KITLV hh 8366 N)

Geannoteerde bibliografie 195

0510 Hazevoet, J[acoba]. Ella's eerste tropenjaar, geïllustreerd door Sierk Schröder. Nijkerk, Callenbach, [1931]. 110 blz. Vindplaats: KITLV cc 401 N

Dochtertje van een Nederlandse zendeling-arts komt op Java tot de ontdekking waar haar roeping ligt.

0511 Hazevoet, Jacoba. Grootmoeders tuin; geïllustreerd door C. Oudenaarden. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 156 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KB/KITLV cc 1684 N

Speelt in Den Haag en bevat fragmenten over twee Indische broertjes die na de dood van hun moeder door hun vader naar Nederland zijn gebracht. Ze logeren bij een tante en maken kennis met Hollandse buurkinderen.

0512 Hertog, A. den. De nar van Jacatra; Een verhaal uit den tijd van Jan Pieterszoon Coen; met bandteekening en platen van J.W.M. Wins. 's-Gravenhage, Van Goor, [1931]. 307 blz., plgrn. Vindplaats: KITLV cc 167

Een verhaal uit de VOC-tijd over de wederwaardigheden van Pieter Weert, een Amsterdamse jongen die tegelijk met een gevluchte Franse jongeman wordt geron -seld als matroos op een Oostindiëvaarder. Na een reis van negen maanden komen ze in Bantam waar ze onverwachts met Jan Pieterszoon Coen worden geconfronteerd, die dan nog boekhouder is op de Bantamse factorij. Beide jongens worden als klerk door hem in dienst genomen. Na drie jaar gaan ze met Coen mee naar Jacatra waar hij is bevorderd tot gouverneur-generaal (1618). Hier raken ze betrokken bij de strijd tegen de Bantammers en de Engelse vloot.

0513 Hes, Wim. De koksmaat van de 'Graaf Zeppelin'. Amsterdam, 'De Steenuil', [1931]. 186 blz., afbn. Vindplaats: KB

Bevat een paar Indische fragmenten.'Aapie' (Albert), een Amsterdamse jongen, maakt een luchtreis via New Yorkrichting Nederlands-Indië met bestemming Bandoeng.

Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Razende Koeltje. [1931]. Zie no. A007

0514 Kramer, J.G. Een Hoüandsche jongen in China; [omslag van Willem Hardenberg;geïllustreerd door J.H. Isings Jr.]; tweede druk. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 157 blz.[Stamperius-bibliotheek.]Bevat ook het verhaal van J.G. Kramer: 'Dertien jaar krijgsgevangen' (zie no. 0298)Vindplaats: Ie druk onvindbaar; 2e druk BBJ

196 Geannoteerde bibliografie

Geromantiseerd historisch verhaal over een verwilderde Amsterdamse knaap die op het schip 'Hollandia' kajuitsjongen wordt. Aan boord maakt hij kennis met de kok, Joan Nieuhof, die bekend is geworden door zijn reisbeschrijvingen. Van Amsterdam gaat de reis via Batavia, van waar een gezantschap van de gouverneur-generaal meereist, naar China.

0515 Kramer, J.G. Jan Pieterszoon Coen; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 186 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie A -Jongensboeken.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1377 N

Geromantiseerd levensverhaal over J.P. Coen, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.

0516 Nanda [ps. van Fernanda M.B. Trautwein]. Netteke Dottemans; geïllustreerd door Henri Pieck. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 219 blz. Vindplaats: OBA

Bevat een Indisch fragment over een Nederlands meisje van wie de moeder is overleden en de vader zijn werk in Nederlands-Indië heeft. Ze wordt in Nederland door twee tantes opgevoed.

0517 Neüie's groote vertelselboek; Sprookjes en vertellingen van mevrouw [J.M.P.] van Kol-Porrey]; bijeengebracht door N[ienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje M.D. Troelstra-Bokma de Boer]; met zwarte en gekleurde platen van Tjeerd Bottema; met een voorrede van L. Schaank-van Kol. 's-Gravenhage, Van Goor, 1931. [442 blz.]. Bevat 'Een reisje met St. Nikolaas' uit de bundel Sprookjes en vertellingen door Neüie (zie no. 0112). Vindplaats: KB/BBJ/NBLC-Almere

0518 Oom Pol [ps.]. Sobat Amat; Mijn vriendje Amat; verteld door -; [bandtekening en illustraties van Rie Reinderhoff]. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1931. 160 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 364

Op Hari-Rajah (grote islamitische feestdag) ontmoet de twaalfjarige Minangkabause dorpsjongen de Hollandse Njo Willem met zijn vader, een koffiehandelaar uit Padang. Amat wil graag uit zijn kampong weg om de wijde wereld te verkennen. Hij krijgt van zijn familie toestemming om met Willem en zijn vader mee te gaan naar Padang. Een stoet van inheemse dragers - voor de opgekochte goederen - trekt door de wildernis met hen mee naar Bangkinan, waar een aantal karren voor verder vervoer klaar staat. Hun gids is Ali, die geen onderwijs heeft genoten, maar wel van alle markten thuis is. Hij heeft overal rondgezworven: in de bossen om bruikbare waar op de markt te verkopen, hij heeft goud gezocht, peper geplant in Malakka, ijs verkocht in een warong in Semarang. Bovendien spreekt hij een mondje Frans doordat hij jarenlang op Franse schepen van Saigon naar Marseille heeft gevaren, waarbij hij zijn ogen goed de kost heeft gegeven.Ali ontfermt zich over Amat; en hij ontnuchtert hem door te vertellen hoe de door-snee-Europeaan zijn inheems personeel behandelt. Onderweg met de trein naar

Geannoteerde bibliografie 197

Padang Pandjang leest Ali een stel onbehouwen Nederlanders de les, wanneer een van hen opmerkt: 'Als wij, Europeanen, niet zorgen baas te blijven, worden die Maleiers ons de baas!' Maar Ali schroomt ook niet om de vrome islamitische geestelijke Sajjid Abdoel Hassan ben Mahid als een bedrieger en afperser van pelgrims te ontmaskeren in het bijzijn van Amat.Aan het einde van zijn verhaal heeft de schrijver het over het ontgroend zijn van Amat en Willem. Onder het toeziend oog van de oudere en wereldwijze Ali heeft Amat het gedrag van de blanken leren onderscheiden en de bedrieglijkheid ingezien van sommige islamitische geestelijken. Willem daarentegen heeft een lesje gehad om voortaan niet meer zo geringschattend over de 'domme Maleiers' te oordelen.

0519 Osenbruggen, Cor van. Doortrappen!; met illustraties en bandteekening van Nans van Leeuwen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1931]. IV, 212 blz. Vindplaats: KITLV cc 1597 N

Speelt tijdens de crisisjaren in Nederland en bevat Indische fragmenten. Het verhaal vertelt over de offers die een gezin zich moet getroosten wanneer de vader naar een broer in Nederlands-Indië vertrekt om daar werk te zoeken. De moeder die ver-pleegster is blijft achter om in het levensonderhoud te kunnen voorzien en de vier kinderen worden bij verschillende familieleden ondergebracht. Het oudste dochtertje komt in aanraking met een invloedrijke zakenman uit Java die met zijn gezin en hun baboe met verlof in Nederland verblijft. Hij steunt de moeder en haar kinderen bij het vertrek naar Indië waar de vader intussen een betrekking heeft gevonden bij een handelszaak in Djokjakarta.

0520 Randers, Hellen. Hoe Tineke Tine werd; met platen van Hans Borrebach. 's-Graven-hage, Van Goor, [1931]. 111 blz. [De Nieuwe Serie; no. XVII.] Vindplaats: KB/KITLV cc 1203 N/OLBG

Bootreis van een vijfjarig Hollands meisje dat met haar ouders en broertje op weg is naar Indië. Daar gaat het gezin in Djokjakarta wonen en vertelt de trouwe baboe Amina verhaaltjes aan Tineke, zoals onder andere het sprookje van de Merapi, of de heks van Kalioerang. Op elfjarige leeftijd gaat Tineke naar een meisjeskostschool in Nederland en groeit ze op tot een onuitstaanbaar wicht. Bevat ook 'Het sprookje van Guardafui'.

0521 Randers, Hellen. Jimmy en ik; geïllustreerd door Anni[e] van de[r] Ruit. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 185 blz. Vindplaats: KITLV cc 1011 N/OLBG

Twaalfjarig Nederlands meisje reist met haar vader die schrijver is en haar trouwe hond Jimmy over Java. Uit Soerabaja keren ze per boot terug naar Europa.

0522 Rijkhoek, D. Hoe wij onze vacantie op Samosir doorbrachten. Amsterdam enz., Versluys, 1931. 117 blz., afbn., krtn. Vindplaats: KITLV c 503

198 Geannoteerde bibliografie

Groepje Hollandse scholieren reist onder leiding van een zendeling per boot uitNederland naar Sumatra. Ze gaan naar het Tobameer waar ze de zendingsposten ophet eiland Samosir bezoeken en kennismaken met het dagelijks leven van deBatakbevolking.Bevat een Batakse legende, genaamd 'De strijd van de zon en de maan'.

0523 Soest, Ems LH. van. Op den achtergrond; geïllustreerd door Annie van der Ruit. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 217 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 966 N

Gritty en Carrie zijn twee Hollandse zusjes die op Java wonen. Het valt Gritty niet mee om voortdurend in de 'schaduw' van haar jongere en vlotte zusje Carrie te moeten leven. Met steun van een lerares probeert ze haar talenten te ontwikkelen door het schrijven en illustreren van kinderverhalen.

0524 Stamperius, J[acob]. De bootsman op het Gardameer, geïllustreerd door L[ouis]Landré; derde druk. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 158 blz. [Stamperius-bibliotheek.] Herdrukken: Eerder verschenen in Meerland weer vrij; met platen van W.K. de Bruin; [omslag van D.A. Bueno de Mesquita]. Alkmaar, Kluitman, [1908]. 200 blz. [Ons genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes. Serie A - Jongensboeken.]. Vindplaats: Ie druk PB; 3e druk BBJ/KB/KITLV cc 877 N

Bevat Indische fragmenten in Hoofdstuk I, 'Op Sumatra'.Nederlands gezin vertrekt uit Indië naar Europa. Alvorens definitief naar Nederlandterug te keren verblijft de familie een poosje in Italië voor de gezondheid van devader.

Amerika, J.L, Alleen van huis. 1932. Zie no. A008

0525 Beijl, K. de. Anton Romijn; De avonturen van een Hoüandsche jongen in Indië; metillustraties van Menno van Meeteren Brouwer. Laren, Schoonderbeek, [c. 1932]. 152blz.Vindplaats: BBJ/KITLV cc 629

Van Solo verhuist Anton met zijn ouders naar Sumatra. Zijn vader is voor zijn werk bij de PTT naar Brandan overgeplaatst. Anton gaat in Medan op de HBS en is bij een Hollandse familie in pension. Als de verloftijd van zijn vader aanbreekt gaat het gezin van Belawan per boot naar Genua. Per boottrein zetten ze de reis voort naar hun familie in Amsterdam.

0526 Bieger, N.K. Avonturen op Zonnehoek; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar,Kluitman, [1932]. 207 blz. [Bibliotheek 'In de Vacantie'; Serie A, Jongensboeken.] Vindplaats: KB

Speelt in Nederland en bevat Indische herinneringen van oom Frans, een bestuurs-ambtenaar in de Buitenbezittingen (Savoe), waar nog kinderhuwelijken worden gesloten.

Geannoteerde bibliografie 199

0527 Breevoort, Johanna [ps. van M.G. Bakhoven-Michels]. Cosmo, de generaal. Amster-dam, Bosch JBzn, [1932]. 185 blz., ills. Vindplaats: KTTLV cc 752 N

Speelt in de provincie in Nederland waar een Hollandse oud-kapitein, door een duistere moord op zijn dochter op Java gepleegd, aan vervolgingswaanzin lijdt. Tegen alles wat Javaans, Indisch en donker getint is, gaat hij tekeer. Ook tegen Fer(dinand) die met zijn jonge Javaanse moeder in Olmenhove woont. Kort na de terugkeer uit Java is Fers Hollandse vader, een ingenieur, overleden. Fer en zijn moeder leiden een teruggetrokken leven waardoor ze zich afsluiten van de dorps-gemeenschap. Fer haat alles wat Hollands en luidruchtig is. Hij heeft ontzettend heimwee 'naar zijn mooie land, waar de palmen wuiven en de pisangs groeien, waar hij de meerdere was onder de dienende Javanen. Hij onderging dat niet uit te spreken weemoedige van een vreemde te blijven onder de blanda's. "Maar toch óók onder de bruinen", stelde hij verdrietig vast.'Tegelijkertijd is er het gezinsleed van een huisschilder die door de economische teruggang aan de .drank is geraakt. Om wat bij te verdienen helpt zijn vrouw Fers moeder in het huishouden. Haar zoontje Leo die goed kan leren probeert Fer bij te werken voor school. Door zijn dromerigheid en laksheid kan Fer niet meekomen in de klas, maar dat komt ook doordat hij zijn vader mist. Hij is artistiek van aanleg en hij kijkt met een zekere minachting op deze Hollandse familie neer die door zijn moeder wordt betaald. Als de overgangsrapporten worden uitgereikt zijn door een vergissing de achternamen van Fer en Leo verwisseld. Leo is blijven zitten en Fer is overgegaan. De dramatische gebeurtenissen op Java en in Nederland sluiten als een cirkel in elkaar en de oplossing wordt gevonden in de verzoening en aanvaarding door het christelijk geloof.

0528 Dina [ps.]. Offers; [met penteekeningen van Henk Poeder]. Nijkerk, Callenbach, [1932]. 125 blz. Herdrukken: 2e druk [1935]. Vindplaats: KITLV cc 1394 N; 2e druk Brinkman

De jonge onderwijzeres Marie gaat in haar vrije tijd helemaal op in het werk van de zendingskring 'Kasihan Goesti', zodat zelfs haar broertje Frans nieuwsgierig wordt. Tijdens een groot landelijk zendingsfeest wordt Marie zich bewust van haar taak. Na een innerlijke strijd om hetgeen ze moet achterlaten vertrekt ze als zendingsonder-wijzeres naar Indië. Ook Frans ziet zijn bestemming en volgt jaren later als zende-ling.

0529 Dolores, [Zuster] M[aria] [ps.] Kinderen uit het land der zon; geïllustreerd door Rob Graafland. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1932]. 140 blz. Vindplaats: KITLV cc 420 N (ingenaaid); KITLV cc 868 N (gebonden)

Een missieverhaal uit Midden-Java.Het meisje Soetimah zit op de katholieke Hollandsch-Inlandsche School van de zusters in Mendoet; haar oudere broertje Cyprianus (voorheen Sidik genaamd) is op het Xaverius-college van de paters in Moentilan. Diep in hun hart hebben hun ouders geen bezwaar dat de kinderen naar een katholieke school gaan. Maar ze staan onder druk van Dirdjodipoero, de nieuwe hadji, die de dessabewoners aanspoort om lid te worden van de Sarekat Islam. Voor deze vereniging haalt de

200 Geannoteerde bibliografie

hadji ook geld op. Hij waarschuwt Pak Sidik, de vader van Cyprianus en Soetimah, dat zijn kinderen geen christenschool mogen bezoeken. Ze zijn wong islam (islamie -ten) en moeten islamitisch worden opgevoed.Door toedoen van de Sarekat Islam is de vader een fanatiek hater van de wong londo (Hollanders) geworden en financieel zo uitgeknepen door deze vereniging dat hij tot bittere armoede is vervallen. Wanneer zijn vrouw, Mah Karto, onverwacht overlijdt wordt Soetimah tot haar groot verdriet door hem van school gehaald. Hij brengt haar naar een onbekende tante in een andere dessa. Tante Sedamirah is doekoen. Ze ziet er uit als een toverkol. Soetimah griezelt van haar en is in het begin doodsbang. Tante verwaarloost haar nichtje, laat haar in vuile vodden rondlo-pen en buit haar werkkracht uit. Gelukkig voor Soetimah komt een kennisje uit Mendoet op bezoek. Zij is getrouwd met een goeroe en woont in de omgeving. Ze weet tante te overtuigen dat Soetimah bij haar man op school moet gaan. Maar in de dessa waar Soetimah schoolgaat heeft zich opeens een hadji, Reksatmodjo, gevestigd. Hij heeft een Koranschooltje geopend en alle dessabewoners om kinderen voor zijn school gevraagd. Er ontstaat een schoolstrijd, waarin de rol van tante Sedamirah nogal twijfelachtig is. Ze heeft een hekel aan Reksatmodjo. Ze probeert de hadji met haar geheimzinnige kunsten onschadelijk te maken. Aan de andere kant is ze gebeten op de goeroe die gratis medicijnen verstrekt en haar op die manier in de wielen rijdt.Met de hadji beraamt ze een plan om de goeroe uit de weg te ruimen. Sedamirah is intussen schatrijk geworden. In een onbewaakt moment ziet de hadji waar ze haar geld heeft verborgen. Op haar sterfbed vermaakt tante haar geheime spaarpot aan Soetimah. Ze kan het geld gebruiken om verder te leren op de zusterschool in Mendoet. Na de begrafenis wil Soetimah voorzichtig het spaargeld uit de geheime bergplaats halen, maar dan is het verdwenen. Toch krijgt ze een plaatsje in Mendoet.

0530 Dijk, Rie van. Het nichtje uit de rimboe; met bandteekening en 31 illustraties van Jan B. Kempers. Amsterdam, Smit, [1932]. 250 blz. Vindplaats: KITLV cc 763 N

De zesjarige Rizzi Roelofs is grootgebracht op een thee-onderneming op Oost-Java en wordt voor haar opvoeding naar een tante in Holland gestuurd. Rizzi's moeder, een Javaanse, is bij haar geboorte overleden. Haar Hollandse vader, een theeplanter, blijft op Java. Hij denkt dat er van Rizzi niet veel meer terecht zou komen dan een wilde ongemanierde robbedoes als ze onder de hoede bleef van de oude baboe. Ze moet een kind van haar vader worden en 'niet een als die vele uitgeworpen half-casts'.Bij haar tante in Den Haag krijgt Rizzi een exclusieve opvoeding, samen met haar neefje Cees. Door de komst van haar 'bruine' nichtje wordt tante door haar vrienden in de steek gelaten. Pas veel later wordt dit contact hersteld en wordt Rizzi spontaan in de vriendenkring opgenomen. Na verschillende buitenlandse kostscholen bezocht te hebben gaat Rizzi voor haar pianostudie naar het conservatorium. Haar eerste concert geeft ze in Den Haag in 'Diligentia'. Wanneer haar neef Cees door haar vader is aangesteld als zijn compagnon brengt ze hem samen met haar tante naar Indië. Na verloop van tijd draagt haar vader de thee-onderneming aan Cees over en keert hij voorgoed naar Nederland terug. Cees heeft om de hand van zijn nichtje Rizzi gevraagd. Rizzi geeft haar toekomst als pianiste op en trouwt met de hand-schoen om naar haar geboortegrond terug te gaan.

Geannoteerde bibliografie 201

0531 Feitsma, J. De goudschatten van Siam; met platen en bandteekening van L. Hanff. Amsterdam, 'De SteenuU', [1932]. 226 blz. Vindplaats: PB

Bevat een Indisch fragment en betreft de internationale jacht op een kostbare scheepslading van een gestrand schip uit Siam waarvan de schatten op een van de Cocos- of Keeling Eilanden moeten liggen.

0532 Groen-Zeegers, B[é] van der. Jim; geïllustreerd door Sijtje Aafjes. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1932]. 139 blz. Vindplaats: KITLV cc 299 N

Een Hollandse kleuter op Java dwaalt tijdens een gezamenlijke wandeling weg van zijn kleinere zus en hun baboe Kario. Na enige omzwervingen door de kampong en over de pasar sluipt hij stilletjes de dierentuin binnen. Daar gaat hij op zoek naar zijn vriendje, het aapje Jimmy, dat hem met zijn scherpe tanden laat kennismaken. Ondanks deze pijnlijke ontmoeting wordt Jimmy naderhand zijn beste huisvriend.

0533 Hazevoet, J[acoba]. Kawina; [bandtekening en illustraties van Hans Borrebach]. Alkmaar, Kluitman, [1932]. 191 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KB/OLBG

Een Hollands meisje is geboren op reis van Indië naar Nederland aan boord van het schip 'Kawi'. Op verzoek van de kapitein wordt ze Kawina gedoopt. Met deze naam wordt ze later op school in Holland geplaagd. Op de titelpagina staat abusievelijk gedrukt: Geïllustreerd door Rie Reinderhoff.

0534 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Een jaar van huis; Wat Wongso, Willem en Way medemaakten, op reis en in Holland. Amsterdam, Bosch JBzn., [1932]. 176 blz., afbn. Herdrukken: Hilversum, Uitgeverij Aldus, [1932]. Vindplaats: KITLV cc 486 N

Uit Tandjong Priok vertrekken drie schooljongens met de 'Prinses Juliana' naar Nederland voor hun opvoeding. De Chinese jongen Way, zoon van een zakenman, de Javaanse jongen Wongso, zoontje van een Javaans districtshoofd bij Poerwokerto en de Nederlandse Willem, zoon van een suikeradministrateur op Midden-Java. Vlak voor hun vertrek uit Batavia worden ze onverwachts eigenaars van een aapje, Kees, dat.aan boord voor de nodige opschudding zorgt. In Amsterdam worden de jongens afgehaald door de eigenaar, Vader', van het pension voor Indische kinderen in Baarn.De oudste twee jongens, Willem en Way, gaan naar het (Baarns) lyceum; Wongso die twaalf jaar is gaat naar de lagere school. Voor ze naar school gaan bezoeken ze met hun Vader' Amsterdam, waar ze inkopen doen in De Bijenkorf en Wongso zich doodschrikt van een opgezette tijger. Op het leven in Holland reageren ze alle drie verschillend in de brieven aan hun ouders. Ze hebben het best naar hun zin. Als de zomervakantie aanbreekt gaan ze bij een boer in Bunschoten logeren en in de nazomer maken ze met hun Vader' een tochtje naar Den Haag en Scheveningen en tot besluit gaan ze rijsttafelen bij 'Warong Djawa'. Nog voor de winter om is

202 Geannoteerde bibliografie

ontvangen Willem en Way belangrijk nieuws van thuis. Willems vader moet voor zaken een tijdje naar Cuba. Zijn vrouw en Willem zullen van de partij zijn. Way moet terug naar Java omdat zijn oudste broer gaat trouwen, zodat Wongso met hen mee terugreist. Kees, hun aapje, heeft de winter niet overleefd.

0535 Hoe Paulus Tampilang van mohammedaan christen werd; Door hemzelf verhaald; vertaald door G.J. Ellen. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1932]. 47 blz., afbn. Vindplaats: KITLV q 459

Speelt op de Sangir-eilanden ten noorden van Celebes. Het ware verhaal van een islamiet die tot het christendom komt en evangelist wordt in de afdeling Tobelo op het eiland Halmahera.

0536 Hoekstra, I.R. Gouden vacantiedagen; met 24 illustraties en bandteekening van Netty Heyligers. Amsterdam, Nederlandsche Keurboekerij, 1932. 231 blz. Vindplaats: KITLV cc 1639 N

Speelt in Nederland waar drie scholieren een fietsvakantie houden. Op hun tocht ontmoeten ze een oud-opzichter van een rubberplantage die jarenlang in Indië heeft gewoond. Hij vertelt dat hij veel boeken over Indië bezit en hij verhaalt hen de geschiedenis van 'Ki Satoe en Ki Doea' (twee Soendanese jongelingen). Wanneer de jongens hem later een bezoek brengen horen ze nog de fabel 'De aap en de schildpad' (zie ook: K.F. Holle. De aap en de schildpad (no. 0109) en B. Alkema. Twaalf Soendaneesche en Javaansche sprookjes aan Hollandsche kinderen naverteld (no. 0315)).Op titelblad: Ter herinnering aan de Groote Vacantie 1932. Aangeboden door het Sluis Bakkertje.

0537 Hou zee!; Tweede Christelijk jeugd-jaarboek onder redactie van Q.A. de Ridder en P.J. Risseeuw. Kampen, Kok, 1932. 207 blz., afbn.Bevat het verhaal 'Luthers jongen' van M.A.M. Renes-Boldingh met illustraties van [Henk] Poeder (blz. 17-36). Vindplaats: KITLV cc 1638 N

Moeara is het zoontje van een jong christen-Batak echtpaar. Zijn vader is kok bij een Europese familie in Taroetoeng. Het loopt tegen kerstmis en Moeara verlangt naar de lichtjesboom in de kerk van Pea Radja. Maar dit jaar kan hij er niet naar toe. Hij ligt met een gebroken been alleen thuis, want zijn vriendjes zitten niet graag in de warme donkere hut. Zijn vader is naar het werk en zijn moeder is naar de markt om inkopen te doen. Moeara is zó verdrietig, dat de oude datoe op zijn klagend geluid afkomt en hem graag wil helpen. Hij neemt zich voor boven op de berg een denneboompje te halen voor Moeara. Wanneer moeder thuiskomt schrikt ze als Moeara vertelt dat de datoe op bezoek is geweest. Ondanks dat ze christen is, kan ze haar angst voor de toverpriester maar niet kwijtraken. De datoe brengt niet alleen het denneboompje, maar haalt ook nog kaarsjes en versiering bij de Hollandse arts in Pea Radja. Als de lichtjes zijn aangestoken en Moeara zijn Bijbelspreuk opzegt, komt de heidense toverpriester onder de indruk van hetgeen hij heeft gezien en gehoord.

Geannoteerde bibliografie 203

0538 Kanter, F. de. Jo-Jo, 't grappige Javaantje; [met plaatjes van de schrijver]. Alkmaar, Kluitman, [1932]. 49 blz. Vindplaats: KITLV cc 828 N

Supergrote letters bij geestige plaatjes over de avonturen van een Javaans jongetje, zijn ouders, een tijger en andere gevaarlijke dieren.

0539 De Kruisvlag in top [II]; Zendingsvertelboek voor school en huisgezin; in opdracht van de Qnderwijzers-Zendingscommissie samengesteld en van inleidingen en aanteeke-ningen voorzien door Truus Beumer, J. Hobma en H.A. van den Hoven van Genderen; Nieuwe bundel; met een voorwoord ter inleiding van C.W.Th, van Boetzelaer van Dubbeldam. Zwolle, Kok, 1932. XI, 397 blz., afbn. Bevat de Indische verhalen: 'Van een Soembaneeschen jongen' door G. Berg-Miedema (blz. 27-33); 'Op de zendingsschool' door J.C Hes (blz. 62-74); 'De diamanten kris' door H.A. van den Hoven van Genderen (blz. 90-101); 'Moeder en kind' door J. Fortgens (blz. 102-133); 'De arme Saridjah' door A.P. Ketel (blz. 134-142); 'De man, die deed, wat pemali was' door W.G. van de Hulst (blz. 143-152); 'De kleine ziekenverpleger' door Truus Beumer (blz. 165-173); 'In de donkere dessa' door P. Lok (blz. 186-199); 'Vader Van Hasselt en zijn Papoea's' door Annie C. Schakel-Kok (blz. 212-223); 'Pa Sarmi' door J.H. Blinde (blz. 262-273); 'In groot gevaar' door P. Vink (blz. 287-298); 'De ploeger' door D.B. Starrenburg (blz. 311-322); 'Van de Marapoe's tot Jezus' door A. Wapenaar (blz. 323-349). Vindplaats: KITLV q 2146 N

Verhalen over zendelingen en het zendingswerk op Java, Celebes, Sumatra, Nieuw-Guinea en Soemba.

0540 Meijboom-Italiaander, J[os]. Sagen, mythen en legenden uit den Oost-Indischen Archipel; Verzameld door -; [met foto-illustraties van het Koloniaal Museum te Amsterdam]. Zutphen, Thieme, 1932. XII, 392 blz. Bevat een bronnenopgave en een verklarend register. Vindplaats: KITLV a 404

Alleen het eerste deel van deze bundel, 'Sagen en legenden van Java en Madoera', heeft de schrijfster uit de volksmond vernomen. Voor de overige eilanden is gebruik gemaakt van in het Nederlands vertaalde en gedrukte bronnen afkomstig van missionarissen en zendelingen.

0541 Soest, Ems LH. van. Harriët; geïllustreerd door Annie van der Ruit. Alkmaar, Kluitman, [1932]. 256 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1427 N

Harriët, een Hollands meisje, woont in pension in Semarang waar zij op kantoor zit om de studie van haar broer te bekostigen. Het kantoorleven is een sleur en tussen haar collega's voelt ze zich niet thuis. Haar leven krijgt weer fleur als haar familie ook naar Semarang verhuist. De ontmoeting met huisvriend Clement is bepalend voor haar toekomst.

204 Geannoteerde bibliografie

0542 Sutorius, Anna. De kinderen van 'Het Btoemenhuis'; met platen van Nans vanLeeuwen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1932]. 132 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Vindplaats: BBJ

Bevat een Indisch fragment over Dolf, alias 'Kuif, een schooljongen uit Indië. Voor zijn opleiding is hij in Nederland en woont bij een familie in pension die hem nogal verwaarloost. Vriendschap met de kinderen van 'Het Bloemenhuis' van wie de ouders onverwacht voor zaken naar Indië gaan.

0543 Valkhoff, Rein. Commandant Padje. Amsterdam, Meulenhoff, [1932]. 196 blz. [De Gulden Serie.] Vindplaats: KITLV cc 1524 N

Bevat fragmenten over twee Indische jongens, zonen van een theeplanter, bijge -naamd Sjang en Sjing of kortweg 'de Siamezen'. Ze zitten in Nederland op de handelsschool en brengen de zomervakantie in de Zwitserse Alpen door waar de zoon van hun pensionhoudster voor zijn gezondheid een kuur ondergaat. Hier en daar wat spottende/plagende opmerkingen tegenover de tweelingen, maar altijd in de goede zin bedoeld.

0544 Wagenaar, Jan. Tusschen kannibalen en kokospalmen; met bandteekening en platen van Jo Schrijnden 's-Gravenhage, Van Goor, [1932]. 263 blz. [Voor Jongeren en Ouderen.] Vindplaats: KB/KITLV cc 1649 N

Avonturen in de Grote of Stille Oceaan die eindigen met een Indisch fragment.

0545 Berendsen, G.A. en W. van Leuven. Hoe Kees sparen leerde en andere bijdragen;Bewerkt naar inzendingen op een prijsvraag van de Postspaarbank; [met] illustraties van J.W. den Hartog e.a. [Batavia, Landsdrukkerij], [1933]. 32 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 2315 N (fotokopie)

Propagandaboekje voor Europese kinderen dat op de scholen werd verspreid door bemiddeling van de Directeur van Onderwijs en Eeredienst. Het was bestemd voor de hoogste klassen van de lagere school.'Hoe Kees sparen leerde' is een pedagogisch verhaaltje dat zich afspeelt in een lagere schoolklas in een grote stad op Java. Een snoeplustige leerling, Kees, wordt door zijn onderwijzeres tot sparen aangezet. Enige tijd later komt de onderwijzeres met spaarkaarten en spaarzegels voor de dag, waarmee haar klas in staat wordt gesteld het zakgeld voortaan bij de Postspaarbank onder te brengen.

0546 Boom, Bob van den. Langs den luchtweg van Amsterdam naar Batavia; [omslag enillustraties van E.M. ten Harmsen van der Beek]. Kampen, Kanis & Gunnink, [1933].64 blz., krt.Vindplaats: KITLV 332 N+

Een plaatjesalbum met bijbehorend reisverhaal.

Geannoteerde bibliografie 205

De HBS'er Aart Verheest, geboren op Java, is voor zijn schoolopleiding bij zijn oom in Nederland. In de grote vakantie krijgt Aart van zijn oom een vliegretour naar Indië om zijn ouders te bezoeken.

0547 Carla [ps.]. Het Indische neefje; geïllustreerd door Jan Lutz. Delft, Meinema, [1933]. 75 blz. [Bibliotheek voor Zondagsschool, School en Huis; no. 72.] Vindplaats: KITLV cc 2093 N (fotokopie)

Tijdens de crisisjaren in Nederland komt in een onderwijzersgezin een Hollands neefje uit Indië in huis voor zijn opvoeding. Hij is enig kind van een zendelingsecht-paar. De jongen is driftig van aard en moet zich leren aanpassen. Verlangend ziet hij uit naar de komst van zijn ouders, die hun verloftijd in Nederland komen doorbren-gen.

0548 Feijter, J.M. de en A. Viruly. Met de K.L.M. naar Indië. Groningen enz., Noordhoff, 1933. IV, 223 blz., afbn., krt.Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel Met de K.L.M. naar Indië; Leesboek voor school en huis; tweede druk. Groningen enz., Noordhoff, 1934. IV, 224 blz., prt., afbn. en krt. Vindplaats: Ie druk UBA; 2e druk KB

Vliegreis van de 'Duif, een Fokker F XII, van Schiphol naar Batavia. De laatste hoofdstukken gaan over Nederlands-Indië. De reis wordt gemaakt door een zaken-man uit Middelburg die een bezoek brengt aan Medan, Batavia en Bandoeng. De inhoud van de tweede druk heeft hier en daar een kleine verbetering ondergaan en er staan een paar andere foto's in afgedrukt, onder andere van de beroemde Pelikaanbemanning.

0549 Gouw, A.C. ter [ps. van A.C. Lafeber]. Indische Joop; [met teekeningen van Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1933]. 223 blz. Vervolgd als: Indische jongens (zie no. 0629). Vindplaats: OLBG/KITLV cc 1027 N

Bootreis van twee Nederlandse schooljongens en hun ouders naar Batavia. Aan boord sluiten ze vriendschap met een koffieplanter uit Ambarawa en een jonge Javaanse hutbediende. Deze laatste speelt een heldenrol door een kleine passagier van de verdrinkingsdood te redden.

0550 Heerkens s.v.d., Piet. Sinjo, de slimme aap; [illustraties van J. Rothvic]. [Uden, Boekhandel Sint Willibrordus], [1933]. 45 blz. Vindplaats: KITLV h 103

Op het eiland Flores krioelt het van de apen. De aardigste apeverhaaltjes uit allerlei delen van Flores zijn hier bij elkaar gebracht.

206 Geannoteerde bibliografie

0551 Kieviet, C. Joh. Benito, de jongen zwerver, Deel III; [illustraties van P[iet] van derHem]. Rotterdam, Paul C. Kaiser Biskwie-, Koek- en Beschuitfabrieken, [1933]. IV, 93 blz., met portret van de schrijver. Vindplaats: KITLV cc 480

Dit deel vormt, evenals het eerste en tweede deel, een compleet verhaal. Rondreis over Java van de dertienjarige weesjongen Benito met zijn pleegvader, Arnold Foestingh, de Javaanse chauffeur Sidin en het Afrikaanse slavenjongetje Samba. Benito en mijnheer Foestingh, een zakenman, logeren in Hotel des Indes te Batavia, maken een tocht naar de Planten- en Cultuurtuin in Buitenzorg en lossen in Bandoeng een spookgeschiedenis op bij het huis van een familielid. Ze trekken verder naar Djokjakarta, bezoeken de Boroboedoer, logeren op een suikeronderneming waarvan de heer Foestingh mede-eigenaar is en waar avonturen worden beleefd met een krokodil. Vandaar wordt de tocht voortgezet naar Oost-Java waar ze onderweg getuige zijn van de vangst van een octopus en bij nacht een onverwachte ontmoeting hebben met een tijger.

0552 Moussault, Mies en Dola de Jong. Pieter loopt een blauwtje; 'n Bakvisch roman; met teekeningen van Co Enter. Amsterdam, Strengholt, [1933], 202 blz. Herdrukken: 2e druk [c. 1936]. Vindplaats: Ie druk KIT; 2e druk KITLV cc 2479 N

Op een humoristische manier wordt verteld over twee vriendinnen die in Nederland hun HBS-opleiding hebben voltooid. Samen reizen ze met het passagiersschip 'Fugi-Yamen' naar Indië. Adri, een residentsdochter, gaat naar haar ouders in Batavia, en Marianne gaat daar een baan zoeken omdat ze haar familie niet langer tot last wil zijn. Diefstal aan boord en later bij Adri thuis - door baboe Aitja ontdekt - wordt op een tactvolle wijze opgelost.

0553 Munnik, Ch. A. de. De groote vlinderreis van Aoesa; omslagteekening van Nico Baak; met 6 kleurendrukplaten van vlinders van Java, op ware grootte en 6 afbeeldingen van vlinders om na te kleuren. Bloemendaal, Dunlop, [1933]. 16 blz. Bevat een lijst met gegevens over de vlinders in dit boekje. Vindplaats: KITLV cc 1773 N (fotokopie)

Vlindermoeder Aoesa ontdekt op een dag dat haar eieren zijn verdwenen. Koem-bang, de mesttor, komt haar te hulp. Hij brengt Aoesa naar de kampong. Daar woont Simin, een Javaanse jongen, die eieren van torren en vlinders verzamelt voor een professor in Batavia (W. Roepke, die in 1932 De vlinders van Java publiceerde).

0554 Munnik, Ch. A. de. Een Sumatraansche olifanten-geschiedenis en andere verhalen; [met] bandteekening en illustraties door den schrijver]. Amsterdam/Batavia enz., Hollandsen Uitgeversfonds/Dunlop, 1933. 119 blz. Vindplaats: KITLV cc 919 N

Een Hollandse jager die op een rubberplantage woont neemt een jonge olifant die van de kudde is afgedwaald, als huisdier op in zijn eenzaam bestaan. Het olifantje blijkt een uitstekende werkkracht te zijn en een prettige kameraad. Samen onderne -men ze een tocht door het oerwoud naar Padang. Daar moet de jager echter zijn

Geannoteerde bibliografie 207

huisdier overdragen aan een plaatsvervanger omdat hij voorgoed naar Nederlandwordt teruggeroepen door zijn familie.Het bijzondere van dit verhaal is dat het ook als spel gespeeld kan worden. Deschrijver heeft voorbeelden gegeven om de dieren die in dit verhaal voorkomen na temaken.Het verhaal 'De chrysanten-hoedjes' (blz. 89-94) bevat een Indisch fragment. Eenstraatarme Chinese koelie krijgt in Oost-Java een slim idee zodat hij voortaan geenhonger meer hoeft te lijden.

0555 Musbach, Dora [ps. van Mia Smelders]. Hoe Josientje schrijfster werd; band enillustraties van B.J. Kempers. Amsterdam, Meulenhoff, [1933]. 190 blz. [De GuldenSerie.]Herdrukken: [2e druk]. 's-Gravenhage, Letteren en Kunst, [c. 1950]. 159 blz. [L.K.Jeugdserie.].Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1829 N; 2e druk PB

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten. Josientje is een Indisch meisje, het enig dochtertje van een Hollandse administrateur van een rubberonderneming. Haar moeder is overleden. Omdat Josientje in Indië voortdurend last had van malaria is ze 'in penson' bij haar vaders familie in Amster-dam, waar ze naar de HBS gaat. Josientjes ruime kostgeld is een welkome aanvul-ling, vooral in deze crisistijd nu de zaken van haar oom niet meer floreren. Na verloop van tijd komt Josientjes vader om gezondheidsredenen naar Nederland en gaat ze met haar vader in Den Haag wonen.

0556 Nissen-Franken, C.C. en G.A. Berendsen. De talisman; Arme Isah en andere bijdragen bewerkt naar inzendingen op een prijsvraag van de Postspaarbank; [met] illustraties van L. van Suchtelen[-Leembmggen] en L. Eykman-Walther e.a. [Batavia, Landsdrukke-rij], [1933]. 32 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 2310 N (fotokopie)

Propagandaboekje voor kinderen van 'andere landaard' dat op de H.I.S. werd verspreid door bemiddeling van de Directeur van Onderwijs en Eeredienst. Het was bestemd voor de hoogste klassen van de lagere school.'De talisman' is een klein leren zakje dat de inheemse schooljongen Soen aan een koordje om zijn hals draagt en gekregen heeft van een oude kiaji. ledere dag moet Soen de laatste woorden die zijn vader op zijn sterfbed tot hem sprak herhalen en overdenken: 'Wees eerlijk, werkzaam en vooral spaarzaam'. Hij voelt zich hierdoor gesterkt. Op school vertelt de onderwijzer dat alle kinderen van de klas een spaar-kaart van het postkantoor kunnen krijgen. Voor verschillende bedragen, zoals een gobang, een dubbeltje of een kwartje zijn er zegels te koop die ze moeten inplakken op de spaarkaart. Soen zorgt dat hij een baantje vindt na schooltijd in een bioscoop waar hij chocolade en sigaretten verkoopt, zodat hij zijn verdiende geld in spaarze-gels kan omzetten. Als hij van school afgaat heeft Soen tweehonderd gulden bij elkaar. Een oom bezorgt hem een baantje op een handelskantoor, waarvan hij later aandelen krijgt. Soen wordt een welgesteld man. Nieuwsgierig naar wat er nu wel in zijn talisman zit, maakt hij hem open en vindt hij alleen maar een stukje papier waarop in verbleekte Arabische letters de laatste woorden van zijn vader staan geschreven! Maar de Postspaarbank heeft Soen daadwerkelijk geholpen.

208 Geannoteerde bibliografie

'Arme Isah' is een baboe die, na een dagje uit in Soerabaja in haar huisje in de kampong teruggekeerd, ziet dat al haar sarongs en baadjes uit haar klerenkist zijn verdwenen. Ook de vijfentwintig gulden die ze met veel moeite bij elkaar heeft gespaard en verstopt lagen onder haar sirihstel. De Nederlandse 'njonja' heeft medelijden met haar trouwe baboe. Ze vertelt Isah voortaan haar geld naar de Postspaarbank te brengen. Daar is het veilig en je krijgt nog rente op de koop toe. Mevrouw laat een boekje op Isahs naam openen met tien gulden inleg. Bij het bedrag dat Isah van nu af spaart legt haar mevrouw er telkens even veel bij tot ze aan de vijfentwintig gulden komt. Daarna moet Isah zelfstandig leren sparen.

0557 Norel-Straatsma, A. Een kindeke geboren; Bundel kerstverhalen samengesteld door -; [bandontwerp van A. Visser en een kleurenplaat van Tjeerd Bottema]. Kampen, Kok, 1933. 239 blz.Bevat het verhaal 'Het eerste Kerstfeest te Kasigoentjoe' door J. Hobma (blz. 94-111). Vindplaats: KITLV cc 2070 N

Een verhaal uit Midden-Celebes, waar de zendelingen Hobma en Kruyt werken onder de Toradja's. Wanneer na jaren van innerlijke strijd en twijfel het dorpshoofd Papa i Woente zich met vrouw en kinderen laat dopen volgen ook de overige dorpelingen. Een ware gebeurtenis die plaatsvond op Eerste Kerstdag 1909.

0558 Renes-Boldingh, M.A.M. Annetjes geluk; [omslagillustratie van C. Laus]. Kampen, Kok, 1933. 140 blz. Vindplaats: KITLV cc 1103 N

Vereenzaamd moederloos elfjarig meisje woont met haar vader, die gouvemements-arts is, bij het Tobameer. Door een logeerpartij bij vrienden in Medan komt zij uit haar isolement. Vriendschap met een onderwijzeres leidt tot een zonnige toekomst voor haar en haar vader.

0559 Renes-Boldingh, M.A.M. Van een schooljongen in Batakland; [met penteekeningen van Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1933]. 110 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 174 N

Tomahon, zoontje van een goeroe uit Nias, komt op een zendingsinternaat in de omgeving van Sibolga (Sumatra). Hij heeft zo'n heimwee naar huis dat hij ziek wordt. Van zuster Hedwig, die ook op Nias heeft gewerkt, krijgt hij een kiekje van zijn familie en leert zo over zijn heimwee heen te komen.

0560 Schippers, W. De wapenbroeders; met teekeningen van W. Broggel. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1933]. 160 blz.Herdrukken: Herdruk. Leiden, Groen, [1956]. 148 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1193 N; 2e druk KITLV cc 1193 N

Amsterdamse slagerszoon, Jeroen van Burkel, heeft een tijdje vastgezeten in het spinhuis (gevangenis). Als hij vrijkomt tekent hij als soldaat bij de Oost-Indische Compagnie. Nauwelijks te Bantam aangekomen moet hij zich inschepen om met de

Geannoteerde bibliografie 209

troepen van gouverneur-generaal Van Diemen de opstand in de Molukken te bedwingen. Op Amboina sluit Jeroen vriendschap met twee Ambonese broers, Assidin en Nogari, en hun zestienjarige zuster Sarita. Hun vader was dorpshoofd van een kustplaats en door jarenlange handel zijn ze vertrouwd geraakt met de gewoon-ten van de Hollanders. Nu staan ze onder bescherming van het Nederlandse leger. Als Jeroen en Sarita van elkaar blijken te houden wordt hun liefde wreed verstoord door Krotang Itoe, zoon van een dessahoofd uit Ternate.

0561 Sibbelee, DJ. Katjoeng Poetih's thuisreis; [met teekeningen van Rie Reinderhoff]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1933]. 174 blz. [Oranje-bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 364 N

Na de dood van haar man die arts was te Balikpapan (Borneo) reist mevrouw Wouterse met haar dochtertje Maudi en zoontje Huub naar Soerabaja. Daar gaan ze aan boord van de 'Ferdinand Huyck' om voorgoed naar Europa terug te keren met Den Haag als woonplaats. Onderweg wordt Huub - een vrolijke kwajongen - dikke maatjes met de chef-marconist 'Oom Lex'. Deze dwingt Huub als het ware om Indië nooit te vergeten en zegt: 'De menschen die hier komen en hier werk vinden, worden na eenigen tijd heel anders. Ook de kinderen die hier geboren worden, zijn anders, héél anders dan Hollandsche kinderen'.

0562 Soest, Ems LH. van. Astrid; geïllustreerd door Annie van der Ruit. Alkmaar, Kluitman, [1933]. 244 blz. Bevat poëzie, Vindplaats: KITLV cc 392 N

Hollands gezin op Oost-Java waarvan de vader pas is overleden. Astrid, een van de dochters, werkt op kantoor om haar moeder financieel te steunen. De baan bevalt haar matig. In haar vrije tijd schrijft ze verhaaltjes en gedichten. Als ze in contact komt met de hoofdredacteur van 'Het Weekblad' gaat haar wens in vervulling.

0563 Tollenaar, Emmy. Nannie van Heusde; geïllustreerd door Nans van Leeuwen. Alkmaar, Kluitman, [1933]. 189 blz. [In de Vacantie; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 2026 N

Dit verhaal speelt in Nederland tijdens de economische malaise. Het bevat een paar korte Indische fragmenten. Een moederloos dertienjarig meisje uit Den Haag moet met haar jongere broertje tijdelijk bij familie in Haarlem wonen wanneer hun vader voor zaken naar Indië vertrekt. Na zijn terugkeer trouwt hij met een Nederlandse onderwijzeres die hij in Batavia heeft ontmoet.Bevat een fragment over werkloze Chinese matrozen en scheepsstokers die in hun levensonderhoud moeten voorzien als pindaman of bananenverkoper.

0564 Wermeskerken, Henri van. Jojo, de Sumatraan; De geschiedenis van een olifant; rijk geill. door Piet van der Hem. Vlaardingen, Lever's Zeepmaatschappij, [1933]. VI, 75 blz. Vindplaats: KITLV cc 82 N+

210 Geannoteerde bibliografie

Jonge olifant, opgegroeid in het oerwoud van Sumatra, komt op een plantage als huisdier bij een Hollandse familie. Wanneer de onderneming van eigenaar wisselt, wordt Jojo naar Europa verscheept en aan een circus verkocht.

0565 Westen, Ina van. De Indische club; geïllustreerd door Daan Hoeksema; Voor jongens en meisjes van 11-16 jaar. Z.pl., Vroom & Dreesmann, [c. 1933]. 186 blz.. Vindplaats: KITLV cc 1071 N

Wel en wee van een groepje Hollandse scholieren in Balikpapan, hun gezamenlijke bootreis naar Nederland om daar een voortgezette schoolopleiding te volgen, de aanpassingsproblemen in Nederland en het verwerken van het plotseling overlijden van een clubgenoot.

0566 Wielenga, D.K. Het groote boek; Uitgegeven door de Jeugdcommissie van het Neder-landsch Bijbelgenootschap Amsterdam. Amsterdam, De Bussy, 1933. 16 blz., ills. Vindplaats: KITLV cc 1337 N

Bakoe, zoontje van een dorpshoofd op Soemba, overwint zijn angst voor de 'Witte Heer' (zendeling) en gaat als eerste van zijn dorp naar de zendingsschool.

0567 Akker, W. van de. Van weesjongen tot gouverneur-generaal; met 17 ills. van M.CA. Meischke. Delft, Meinema, [1934]. 147 blz. Herdrukken: 2e druk idem. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV 366 N

Uit het leven van gouverneur-generaal Rijcklof van Goens (1619-1682), die al op jonge leeftijd met zijn ouders naar Batavia ging. Zijn loopbaan in dienst van de Oost-Indische Compagnie op Ceylon en Java en in Voor-Indië.

0568 Avonturen van Katoetie, De; Uitgegeven door de NIROM [Nederlandsch-Indische Radio Omroep]. Batavia, Kolff, 1934. Vindplaats: Ockeloen

0569 Beyer, Rie. Aapje; geïllustreerd door F. Manders Tzn. [Helmond, Boek- en Handels-drukkerij 'Helmond'], [1934]. 157 blz. [Meisjesbibliotheek; no. 17.] Vervolgd als: De firma Buitje en Aapje (zie no. 0591). Vindplaats: KITLV cc 1099 N+

Aapje is de troetelnaam voor een veertienjarig Hollands meisje dat met haar zieke moeder uit Balikpapan naar Amsterdam is gekomen. Kort daarop overlijdt haar moeder. Na eerst bij een akelige tante in huis te zijn geweest, komt ze bij een eenvoudig gezin in pension waar ze zich gelukkig voelt.

Geannoteerde bibliografie 211

0570 Hazevoet, J[acoba]. Marianne's thuisreis; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1934]. 192 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 770 N

Omdat haar vader is overgeplaatst naar een suikeronderneming bij een grote stad op Java waar ook een HBS is, verlaat de zestienjarige Marianne met tegenzin Neder-land. De bootreis maakt ze in gezelschap van een onderwijzersgezin. Bij aankomst te Batavia is ze gedwongen hier nog te blijven omdat haar familie een besmettelijke ziekte heeft opgelopen. Intussen ontmoet ze een kennis van het zangkoor uit Holland die nu in het weeshuis 'Roema-Waringin' werkt en een ontstellend heimwee heeft. Marianne is bang voor insekten, vooral voor de grote kodok (kikker) die in haar zitkamer huist. Onverwacht komt Marianne's vader haar ophalen en gaat ze eindelijk naar huis.

0571 Heerkens, Nor. Met de 'Uiver' naar Melbourne; Een actueel boek voor de Nederland-sche jeugd; verlucht met origineele foto's en kaarten. [Helmond, Boek- en Handels-drukkerij 'Helmond'], [1934]. 124 blz. [Jeugdbibliotheek; no. 36A.] Vindplaats: KITLV cc 1379 N+

Bevat een paar Indische fragmenten uit de geschiedenis van de Oost-Indische Compagnie met betrekking tot de ontdekking van Australië door de Nederlanders, en over de Indië-route voor de KLM die in oktober 1934 een feit werd.

0572 Heerkens, Nor. Het Pelikaantje; Een koen vliegersverhaal; [illustraties van FransMandos Tzn.]. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 153 blz., kit. [Jeugdbibliotheek; no. 32.]Bevat het gedicht 'Pelikaan' van Melis Stoke [ps. van H. Salomonson] Vindplaats: KITLV cc 2092 N+

Een Brabantse notariszoon maakt van een hobby zijn beroep: vliegen. In december 1933 volgt hij met spanning de krante- en radioberichten over het KLM-vliegtuig de 'Pelikaan' die met kerstpost op weg is naar Indië. Na de HBS gaat hij naar de luchtvaartschool, waar hij 'Het Pelikaantje' wordt genoemd.Als verkeersvlieger wordt hij bij de KLM aangenomen en vliegt nu zelf menig keer de Indië-route. In opdracht van de ministers van oorlog en koloniën maakt hij met Iwan Smimoff (de beroemde vliegenier uit die tijd) een voor hen geheimzinnige recordvlucht met de 'Albatros' naar Indië, die verband houdt met de toestand in de Oost. Er dreigt gevaar door het steeds oorlogzuchtiger optreden van Japan. De terugreis eindigt met een officiële huldiging op Schiphol en een ridderorde voor deze topprestatie.

0573 Heerkens, Nor. Het zwarte kaperschip; Een spannend verhaal voor jongens. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 158 blz., afbn. [ Jeugdbibliotheek; no. 37.] Vindplaats: KITLV cc 2316 N+

212 Geannoteerde bibliografie

Bevat Indische fragmenten en speelt in de tijd van de beruchte Duinkerker kapers die voortdurend in gevecht waren met de handelsvloten van de Oost-Indische Compagnie.

0574 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. De Uiver, Frits Ruyver en een nikkelen stuiver, geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1934]. 155 blz. [Meinema's Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; no. 31.] Vindplaats: KITLV cc 1813 N

Bevat geen echte Indische fragmenten, maar beschrijft de vliegrace Londen-Mel-bourne die in oktober 1934 plaatsvond en waaraan de KLM met de DC-2 'Uiver' deelnam.

0575 Klaveren, Tine van. Freule Thea; Een verhaal voor jonge meisjes; geïllustreerd door C[harles] Boost. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 156 blz. [Geïllustreerde Meisjesbibliotheek; no. 22.] Vindplaats: KITLV cc 1181 N+

Verwend hooghartig meisje - dochter van een rubberemployé uit West-Java - leert tijdens de verlofperiode met haar familie in Nijmegen wat armoede is als haar vader in de crisistijd plotseling zijn baan in Nederlands-Indië verliest. Hun trouwe baboe Sarmih komt dan met een fantastisch plan voor de dag, maar een telegram brengt uitkomst.

0576 Lindeman, Cor. Verschoppelingetje; Een boek voor jonge meisjes; geïllustreerd door Frans Mandos Tzn. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 158 blz. [Meisjesbibliotheek; no. 16.] Vervolgd als: Nonnie's tweestrijd (zie no. 0611). Vindplaats: KITLV cc 1988 N+

Bevat Indische fragmenten en speelt in Den Haag. Na twintig jaar wonen en werken in Indië repatrieert de Nederlandse planter en weduwnaar Otto van Wemeldinge als een welgesteld man uit Bandoeng naar zijn vaderland. Zijn enig kind, Nonnie, is bedlegerig en ziet tegen het nieuwe leven op. Voordat ze op zichzelf gaan wonen nemen zij eerst hun intrek bij familie, waar een aangenomen nichtje wordt uitgebuit.

0577 Matthijsse, S J. Kalif Ooievaar en andere vertellingen voor de jeugd; verzameld en naverteld door -. Kampen, Kok, 1934. 223 blz.Bevat de Indische verhalen: 'Wat de kleine sawah voortbracht; Een Javaanse legende' (blz. 64-68); 'Rob' (blz. 69-78); 'De scheepsaap; Een vertelling uit het dagboek van een ouden zeerob' (blz. 112-122). Vindplaats: KITLV cc 1949 N

'Wat de kleine sawah voortbracht' vertelt van een arme Javaanse dagloner die door zijn rijke werkgeefster wordt weggestuurd als de rijstoogst niets oplevert. Hij zwerft rond en komt aan de slag bij een arme vrouw met een kleine sawah. Zijn geduld wordt op de proef gesteld alvorens de sawahgeest de rijstaren heeft gevuld met goudkorrels.

Geannoteerde bibliografie 213

'Rob'. Een zoontje van een Hollandse ingenieur die bij de staatsspoor- en tramwe-gen werkt, weet een trein veilig naar het station van bestemming te brengen wanneer een krankzinnig geworden stoker de machinist van de in volle vaart rijdende locomotief bewusteloos slaat.'De scheepsaap; Een vertelling uit het dagboek van een ouden zeerob'. Een Neder-lands schip wordt bij Sumatra door Atjehse strandrovers overvallen. Een jonge matroos brengt met inzet van zijn eigen leven uitkomst in de situatie. Over dit zelfde onderwerp gaan no. 0114 en no. 0172.

0578 Renes-Boldingh, M.A.M. De oUfantennacht; [met teekeningen van Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1934]. 61 blz. Vindplaats: KITLV cc 452

Wanneer een kudde olifanten rijstvelden en een dorpje heeft vernield, brengt een Batakse schooljongen de radja en de datoe tot het christelijk geloof. Zie ook het verhaal 'Kerstnacht in de wildernis' in de bundel Om de kribbe van Bethlehem (no. 1030), en Kerstvertellingen (no. 1078).

0579 Renes-Boldingh, M.A.M. Het verhaal van een ouden koning; penteekeningen van Nettie Kerkhoven-Heyligers. Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 1934. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 407 N

Zendingsverhaaltje dat onder de Christen-Bataks speelt op Sumatra.

0580 Rover, P.A. de. Wolken en zon; Een boek voor jongens en meisjes van 8 tot 14 jaar. Hoorn, Drukkerij Edecea, [1934]. 153 blz. [Edecea Editie; no. 7.] Herdrukken: 2e druk [1938]; 3e druk geïllustreerd door Jaap Veenendaal. [19..]. 127 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk BBJ; 3e druk KITLV cc 2564 N

Bevat een fragment over een oom die met verlof uit Indië naar Nederland is gekomen. Hij is officier in het Indische leger en vertelt aan een neefje, dat in het ziekenhuis ligt, over zijn militaire patrouille in Atjeh die het tegen een grote groep bandieten en tweehonderd kampongbewoners moest opnemen.

0581 Smit, Annie. 't Getij verandert...; gekleurde omslagteekening van Rie Cramer. 's-Gravenhage, Van Goor, [1934]. 176 blz. [De Meisjes Roman.] Vindplaats: KITLV cc 1283 N

Bevat een paar Indische fragmenten en speelt in Nederland tijdens de crisisjaren. Een Hollands meisje van wie de verloofde in Semarang een betrekking heeft, gaat met de handschoen trouwen.

0582 Soest, Ems LH. van. Het bergkoninginnetje; geïllustreerd door Annie van der Ruit. Alkmaar, Kluitman, [1934]. 259 blz. Bevat poëzie.

214 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 389 N

Na haar HBS-diploma blijft Myra thuiswonen bij haar ouders op de thee-onderne-ming Bariloko in de Preanger; ze leidt een plezierig leventje. Wanneer ze de artistieke en zelfstandige Lenny ontmoet daagt Myra zichzelf uit. Ze gaat een kantooropleiding volgen in de stad en woont daar bij vrienden in huis. Ze vindt een baan, maar ze valt uit de toon bij haar collega's. Met steun van Lenny slaat ze zich er doorheen en vindt ze bovendien haar 'happy-end'.

0583 Soest, Ems LH. van. Pauli's leerschool; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1934]. 240 blz. Vindplaats: KITLV cc 1000 N

Nederlands meisje uit Midden-Java zit met tegenzin op de kweekschool en haar illusies gaan in rook op als haar vriend van een ander houdt. Door het beste ervan te maken overwint ze zichzelf en vindt ze uiteindelijk toch haar geluk.

0584 Venema, S. Een onderwijzersgezin in Indië; met ills. van J.J. Midderigh. Gouda, Van Goor, [1934]. 128 blz. Vindplaats: KITLV p 4067 N (fotokopie)

Een kijkje in het dagelijks leven van een Nederlands gezin in Djokjakarta. Uitvoerige beschrijvingen over wetenswaardigheden en de uitstapjes die voornamelijk op Java worden gemaakt.Ook verschenen als: Aardrijkskundig leesboek over Indië. Den Haag, Van Goor, 1932. Deel I.

0585 Voorhoeve, Rudy. Tiliauw, de Sawia; met teekeningen van Nelly Bodenheim. Amsterdam enz., De Spieghel enz., [1934]. 126 blz.Herdrukken: Herdruk. Met illustraties van F. van Bemmel. Amsterdam, Veen, [1950]. 177 blz.; Herziene druk verscheen onder de titel: Tiliauw de jager. Amsterdam enz., Elsevier, 1962. 158 blz. [Elsevier Jeugdpockets; no. Jl.]. Vervolgd als: De jagers van de Tamirivier (zie no. 0645) Vindplaats: Ie druk KITLV cc 176; Herdruk Brinkman; Herz. druk KITLV cc 578 N

De jonge bospapoea Tiliauw die behoort tot de Sawiastam uit het noord-oosten van Nederlands Nieuw-Guinea, heeft twee belangrijke zaken van zijn vader geleerd: jagen en oorlog voeren. Als zijn vader wordt gedood door de koppensnellende Wari's, wordt Tiliauw geroofd door Hassan. Hij is afkomstig uit Halmahera en jaagt op paradijsvogels die hij aan een Chinese handelaar in een kustdorp verkoopt. Hassan kan Tiliauw goed gebruiken omdat hij de 'speelbomen' aanwijst van deze veel begeerde vogels. Hij koopt voor Tiliauw een jonge jachthond, Frao genaamd, maar als Hassan in een dronken bui de hond een schop geeft, steekt Tiliauw Hassan met een mes en loopt weg. Een Papoea-zendeling en zijn vrouw nemen Tiliauw op in hun huis en school. Zij zorgen er ook voor dat Frao bij Tiliauw terugkomt. De drang naar het vrije leven in het bos en de jacht zijn zó sterk dat Tiliauw samen met Jacob, ook een bospapoea en een pleegkind van de zendeling, wegloopt. Met Hassan gaan ze terug naar het dorp van Tiliauw, Sawia-Arso. In Hoofdstuk VI staat een aardige overlevering over de Maleovogel.

Geannoteerde bibliografie 215

0586 Wielenga, D.K. De verbannen prins; met teekeningen van Henk Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1934]. 142 blz. Vindplaats: KTTLV cc 535

Op het eiland Soemba komt onverwachts de radja van Waloe aan zendeling Van Noord vragen of zijn zoontje Oemboe Dai voor zijn opvoeding bij hem in huis mag wonen. Dit is een hele overwinning voor de radja omdat hij het zendelingswerk jaren heeft gedwarsboomd. De jonge prins heeft moeite zich aan te passen in het gezin van de zendeling omdat hij thuis was gewend te bevelen en zijn eigen zin te doen. Wanneer hij tot het christelijk geloof overgaat jaagt zijn vader hem uit het stamdorp weg.

0587 Wilkens, Duco. De verlaten kampong; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluit-man, [1934]. 190 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie A, Jongensboeken.] Vindplaats: KITLV cc 369 N

De jonge Nederlandse planter Wil en zijn vriend Frans trekken onder leiding van de oudere Javaan Pa Wiro te voet naar zijn geboortedorp aan Java's zuidkust. Ook zijn zoon Amat is van de partij, benevens een aantal koelies onder wie Tahir die een koningstijger doodt en de snorharen afsnijdt voor een djiniat en voor medicijn. Wanneer Pa Wiro met de planter Wil bij de plaats van bestemming komt - een onderaardse grot - krijgt Wil de schrik van zijn leven bij de aanblik van een drietal geraamten. Voor Pa Wiro echter wordt door deze ontdekking een duistere zaak opgelost. De goudkorrels die ze aantreffen laten ze liggen. Er rust een vloek op.

0588 Zwegers, B[roeder] V[igilius] [Johan Zwegers]. Mensen en wilde dieren; geïllustreerd door [J.] Rothvic. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1934]. 246 blz. [Het Boeiende Avontuur; no. 4.] Vindplaats: PB

Bevat twee Indische hoofdstukken: 'De wraak van de orang oetans' beschrijft een levensgevaarlijke tocht door het oerwoud in de omgeving van Deli. 'De gevangen tijger' speelt zich af in een bos bij een kina-onderneming waar een jager in een tijgerkuü valt. Hij rookt zich misselijk aan sigaren om een tijger van zich af te kunnen houden.

0589 Beek, E. van. De jongens van de Z-Club S.K.; geïllustreerd door Menno van Meete-ren Brouwer. Delft, Meinema, [1935]. 158 blz., krt. Herdrukken: 3e druk [1939]; 4e druk [1942]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1069 N; 4e druk Brinkman

Een groepje schooljongens in Nederland richt een zendingsclub op. Tegelijkertijd beloven ze elkaar nooit in de steek te zullen laten. Eén van hen komt als beroeps-onderofficier in het Nederlands-Indische leger te Medan (Sumatra). Aan een clubgenoot in Nederland schrijft hij over het militaire leven en een tocht door de Bataklanden waar hij bij de Karo-Bataks een geestenbezwering meemaakt, maar waar hij ook het werk ziet van een Nederlandse zendeling in de melaatsenkampong

216 Geannoteerde bibliografie

Lao Si Momo. Bij de terugtocht wordt hij als scherpschutter ingeschakeld voor een olifantenjacht op een rubberonderneming waar deze dieren schade hebben aange -richt.Onverwacht komt er een nieuwe luitenant bij zijn compagnie. Deze blijkt een oud-clubgenoot te zijn, die met het zendingswerk heeft afgerekend en zegt: ' 'k Hou niet van die eh - gemoderniseerde Inlanders! Waarom bemoeien wij ons eigenlijk met die lui d'r godsdienst?! Laat ze gelukkig blijven met wat ze hebben.' Op een patrouilletocht door de rimboe loopt de luitenant door zijn eigenwijs gedrag een krokodillebeet op en moet hij een been missen, waarna hij tot inkeer komt.

0590 Bevers, Ad. Plicht gebood; [met een voorwoord van] Kees Spierings; geïllustreerd door Jan Lutz. Uitgave voor de Federatie der Diocesane Bonden van Katholieke Coöperatieve Vereenigingen. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [c. 1935]. 141 blz. Vindplaats: PB

Tijdens de crisisjaren moet de oudste zoon van een rooms-katholiek gezin in Brabant na de dood van zijn vader van school af om als arbeider te gaan werken. Hij heeft zijn verlangen om naar het klooster te gaan moeten opgeven. Als zijn moeder later hertrouwt, kan hij aan zijn roeping gehoor geven en vertrekt hij als missiebroeder naar de Oost.

0591 Beyer, Rie. De firma Buitje en Aapje; geïllustreerd door F. Manders Tzn. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 159 blz. [Meisjesbibliotheek; no. 25.] Vervolg van: Aapje (zie no. 0569). Vindplaats: KITLV cc 1382 N+

Bevat Indische fragmenten en speelt in Amsterdam waar Aapjes vader, die uit Balikpapan is overgekomen, in pension woont. Met haar 'pleegzusjes' begint Aapje een modezaak, terwijl haar vader ondertussen een betrekking in Den Haag heeft aangenomen. Achteraf geeft dit werk hem geen voldoening. Onverwacht krijgt hij een aanbod voor een baan in Batavia die meer in zijn lijn ligt. Aapje moet deze grote beslissing van haar vader eerst verwerken om te kunnen begrijpen wat dit voor hem betekent. Ze is flink genoeg om de scheiding te kunnen verdragen nu ze haar eigen bestaan in Nederland heeft opgebouwd.

0592 Boelkens, Cato M. De Indische reis; [omslag van Rie Stoffers]. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 157 blz., ais.Herdrukken: Ook verschenen onder de titels: De HBS-tijd van Emmie Hoogland en Emmy's eerste voordracht (zie nos. 0476 en 0475). Vindplaats: KITLV cc 1124 N

0593 Chits-Rosen, E. Een gezellige winter; (Een boek voor meisjes); met illustraties [en bandtekening van Rie Stoffers]. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 158 blz. Herdrukken: Eerder verschenen onder de titel: Zonnekind (zie no. 0477). Vindplaats: KITLV cc 1297 N

Geannoteerde bibliografie 217

0594 Clercq Zubli, F. de. 't Rimboekind; met illustraties van Rie Reinderhoff. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1935. 189 blz. [De Knal-serie.] Herdrukken: [2e druk] Amsterdam, Becht, [1948]. 192 blz. Vindplaats: Ie druk KIT; 2e druk KITLV cc 467

Op de Westkust van Sumatra leidt de zestienjarige Puck een geïsoleerd leventje op de theeonderneming Tanah Baroe (Barisangebergte), waar haar vader administrateur is. Van haar ouders krijgt ze huisonderwijs volgens de methode-Clerkx, zodat ze in Nederland naar de eindexamenklas van de HBS kan gaan. Met verlangen ziet ze hiernaar uit omdat ze het contact met leeftijdsgenoten erg mist. Haar twee broers zijn al in Nederland; de oudste voor zijn universitaire studie, de andere voor zijn HBS-opleiding. Ze hebben steun aan elkaar in den vreemde. Eerder dan gepland moet Puck met haar ouders naar Nederland vertrekken, definitief. Door de economi-sche malaise heeft haar vader plotseling ontslag gekregen. De onderneming wordt gesloten. De rijke theetuinen en alle nieuwe ontginningen zullen verwilderen. Het werk van jaren in één klap weg. Op een laatste paardrijtocht met haar vader door de omgeving vertelt hij Puck over zijn moeilijke eerste jaren op Java. Hij werkte toen onder een tirannieke chef die zijn humeur op de koelies botvierde en daarbij niet schroomde een vermoeide gehandicapte theeplukster met de rottan te slaan.

0595 Constant, B. 'k Wou je wat vertellen over Indië; met talrijke illustraties. 's-Hertogen-bosch, Malmberg, [1935]. 141 blz. Vindplaats: KITLV a 760

Hoewel de titel van het boekje over Indië spreekt is de inhoud ervan geheel aan Java en de Javaanse cultuur gewijd. In verhaalvorm wordt op instructieve wijze verteld over de verschillende godsdiensten, de dierenwereld, Javaanse dansen, over de Koningin van de Zuidzee (Njai Roro Kidoel), de vulkanen, het Javaanse alfabet en de legende over de oorsprong van de Javaanse taal. Het laatste hoofdstuk beschrijft het gedrag van de Hollander 'oude' en 'nieuwe' stijl, gezien door de ogen van een Javaan.

0596 Dolores, Zuster M[aria] [ps.]. Bij oom in Indië; Jeugd-uitgave; [bandtekening en illustraties van Rob Graafland]. Haarlem, De Spaarnestad, [1935]. 160 blz. Vindplaats: KITLV cc 597

Voor zijn opvoeding komt Leo, een schuchtere Hollandse weesjongen, bij een ongetrouwde oom die kapitein is bij het Nederlands-Indische leger op Oost-Java. Leo is een boekenwurm en oom vindt hem geen 'kerel'! Maar zodra Leo met Hollandse buurkinderen speelt en met hen naar school gaat, dan staat hij zijn mannetje.Het verhaal beschrijft het dagelijks leven van kinderen van militairen in de garni-zoensplaats Ngawi, bij het Fort Van den Bosch. Ze maken een bandjir mee en zien hoe op een krokodil wordt geschoten. Ze zijn te gast op een kinderpartij bij de resident en maken tijdens een logeerpartij op een suikerfabriek een spannende tijgerjacht mee.

0597 Door de lucht naar Indië. Amsterdam, uitgave van Ph. van Amerongen, [c. 1935]. 6 blz.

218 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: PB

Twee bladzijden tekst en vier bladzijden illustratiemateriaal, dat wil zeggen insteek-figuren zoals vliegtuigen, zeppelins en schepen en de reis van de 'Postduif naar Indië. Op het omslag in aparte inzet 'Koppens aankomst - Batavia'. (Luitenant Koppen vervoerde in 1927 2092 poststukken naar Nederlands-Indië en vloog met 4642 stukken terug naar Nederland.)

0598 De feeënopstand en andere verhalen; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap; met medewerking van Adacee [ps. van A. Citroen], Clémence [M.H.] Bauer, D.L. Daalder en anderen; met illustraties van Sijtje Aafjes, Adri Alindo, Jan Bloem en anderen. Utrecht, De Haan, [c. 1935]. II, 192 blz. [Zonneschijntjes; deel XXVIII.] Bevat vier Indische bijdragen: 'Verhalen uit Indië' door Annie Ie Comte (blz. 46-50); 'De kleine wereld' door Bé van der Groen-Zeegers (blz. 161-164); 'Djamoeran; Een spel in Indië' door S. Oenoen (blz. 15); 'Onverschillige Jaap' door Agatha Snellen (blz. 52-59). Vindplaats: KITLV cc 1448 N+

'Verhalen uit Indië' vertelt van het Javaanse weesjongetje Makno uit een bergdorpje op Midden-Java. Hij woont bij een oom, Pa Soero. Hij is mandoer van een grote pasanggrahan. De komst van een Nederlandse controleur en zijn gezin brengt wat opschudding teweeg. De Javanen, onder wie Makno, zien voor het eerst blanken. Ze staan verbaasd over het uiterlijk van die Hollanders en denken zelfs dat ze blind zijn omdat ze lichtblauwe ogen hebben.'De kleine wereld' is het dagelijks leventje van een Hollandse kleuter die op een rubberonderneming woont. Door de komst van haar pasgeboren zusje kan haar moeder niet die aandacht aan haar besteden die ze gewend was. Nu wordt ze aan de baboe overgelaten die haar taak gemakkelijk opvat.'Djamoeran; Een spel in Indië' beschrijft een kringspelletje waarbij een groepje kinderen allerlei soorten paddestoelen uitbeeldt.'Onverschillige Jaap' is de geschiedenis van de zoon van een metselaarsbaas die bij zijn vader in de zaak werkt. Jaap heeft geen plezier in het metsel aarsvak; hij wil naar zee. Dankzij de hulp van een onderwijzer komt Jaap als kelner te werken op een passagiersschip van de Rotterdamsche LJoyd dat op Java vaart. Aan boord wordt Jaap door een zakenman ten onrechte van diefstal verdacht. Bij aankomst in Batavia is hij zijn baantje kwijt. Samit, een Javaanse hutbediende, is overtuigd van Jaaps onschuld. Uit solidariteit neemt hij zijn ontslag. Jaap neemt zijn intrek in een eenvoudig hotel in Batavia, waar 's nachts zijn beurs en horloge worden gestolen. Hij krijgt onderdak bij Samits familie die in de kampong woont. ledere dag gaat Jaap er op uit om werk te zoeken, zonder succes. Tenslotte slaagt Samit er in te regelen dat ze allebei in dienst komen van de zakenman die Jaap van diefstal aan boord heeft verdacht, maar inmiddels overtuigd is van zijn onschuld.

0599 Franke, S. Djojo uit de kampong; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Amsterdam, Becht, [1935]. 151 blz. Vindplaats: KITLV cc 332

Na een bandjir staat de tienjarige Javaanse jongen Djojo alleen op de wereld: zijn dessa is weggevaagd en zijn familie is omgekomen. Een arm vrouwtje, 'm Bok

Geannoteerde bibliografie 219

Soeroe, neemt Djojo op in haar schamele huisje. Djojo wil graag voor haar zorgen en hij gaat met een Chinese koopman mee naar de stad (Batavia). De Chinees brengt Djojo echter aan bij een havenkantoor en Djojo komt als djongos op een Hollandse mailboot. Aan boord voelt hij zich verlaten tussen allemaal vreemde Javanen met wie hij de si aapruimte moet delen: een magere oude man zit stiekem opium te schuiven, anderen zijn aan het dobbelen. De kok en de mandoer hebben losse handen, zodat Djojo nog wel eens wordt geslagen. Als troost heeft hij een aapje en zijn fluit. Een Hollandse roerganger heeft met Djojo te doen en neemt het steeds voor hem op. Wanneer het schip Amsterdam binnenloopt is het bar winter-weer. De roerganger neemt Djojo mee naar zijn gezin in Amsterdam, dat hem hartelijk ontvangt. Op straat wordt Djojo door jongens uitgescholden voor 'Chinees, neger, bokkenees'. Ze vallen hem aan, rukken zijn hoofddoek af en lachen om zijn lange haar. Het wordt zó erg dat de politie er aan te pas komt. Terug aan boord heeft hij longontsteking, maar hij komt er bovenop. Djojo is blij om naar Java terug te varen en in zijn hart blijft hij stilletjes hopen op een weerzien met zijn dessa.

0600 Franke, S. Jan Blok en de vliegtocht; met talrijke [foto-]illustraties. Amsterdam, VanHolkema & Warendorf, [1935]. 216 blz.Vindplaats: KITLV cc 1224 N

Over een Amsterdamse schooljongen die bezeten is van vliegtuigen. In dit verhaal is de vliegtocht van 'De Uiver' verweven. Bevat twee Indische hoofdstukken, te weten 'Te Batavia' (blz. 114-127) en 'Over Java' (blz. 154-162).

0601 Geraerds, Netty. De lotgevallen van Dikkie Duizendpoot; tekeningen van CobiGonggrijp. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 94 blz.[Kinderbibliotheek; no. 17.]Vervolgd als: Dikkie en Eddie bij de apen (zie no. 0602). Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Een duizendpoot en een egel kruipen als verstekelingen aan boord van een passa-giersschip dat naar Indië vaart. Bij aankomst worden ze verwelkomd door de Javaanse dwerg Pa Kromo.

0602 Geraerds, Netty. Dikkie en Eddie bij de apen; tekeningen van Cobi Gonggrijp.[Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 94 blz. [Kinderbibliotheek; no. 18.]Vervolg van: De lotgevallen van Dikkie Duizendpoot (zie no. 0601).Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 1229 N

Om familie op Java te bezoeken zijn een duizendpoot en een egel naar Indië gereisd. Door tussenkomst van kabouter Pa Kromo worden ze wegwijs gemaakt in het oerwoud en beleven ze angstige avonturen met de oude wijze aap Si Orang. Wanneer de twee vrienden in de tropische natuur heimwee krijgen keren ze naar Holland terug.

220 Geannoteerde bibliografie

0603 Haaren, Harry van. Een avontuurlijke vaart; [illustraties van Ben Horsthuis]. Delft, Delftsche Uitgevers-Mij, [c. 1935]. 198 blz. [De Bourdon; Afdeling Jeugd- en Ontspanningslectuur.]Herdrukken: [2e herziene druk] met illustraties van Anneke Polderman. Lochem, De Tijdstroom, [1947]. 187 blz. Vindplaats: Ie druk KB; 2e herziene druk KITLV cc 1974 N

Bevat een paar korte Indische fragmenten. Op zolder bij hun oom ontdekken twee broers een kast met een geheime lade. Hierin ligt een scheepsjournaal over een reis om de wereld, gemaakt met het kleine driemastfregat 'Bernard Hertog van Saxen Weimar' in de jaren 1852-1854.

0604 Heerkens, Nor. Amsterdam-Batavia in 24 uur, Een spannend verhaal voor jongens; geïllustreerd door Frans Mandos Tzn. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 125 blz. [Jeugdbibliotheek; 38A.] Vindplaats: KITLV cc 882 N

Avontuurlijk verhaal met Indische fragmenten over een gefortuneerde Nederlandse tabaksplanter uit Deli die zich met zijn gezin in Weltevreden op Java heeft gevestigd. Zijn enige zoon is een verwoed sportvlieger, wat in die jaren iets uitzonderlijks is. De vader houdt zich nu bezig met de handel in konijnenpelzen die hij uit Australië en Tasmanië betrekt voor Europa. Door de uitstekende vliegkunst van zijn zoon kan een misdadig concurrentieplan worden ontmaskerd.

0605 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Het sultanskind; geïllustreerd door Jan Lutz. Delft, Meinema, [1935]. 147 blz. Herdrukken: 4e druk [1940]. 142 blz. Vindplaats: Ie druk OLBG; 4e druk KITLV cc 1070 N

Raden Mas Wardjono groeit op in twee werelden: de Javaanse kratonwereld thuis en de Europese wereld van de Hollandsch-Inlandsche School overdag. Hij raakt bevriend met een zendelingsfamilie. Zijn vader, een sultan, is hier tegen. Tezelf -dertijd wordt er een islamitisch-politieke opstand beraamd tegen de zendeling en het Nederlands bestuur, geleid door Hadji Abdoelrachman. (Zijn vader was een vriend van Toekoe Oemar, de Atjehse vorst die 'verraad' pleegde tegen de Hollandse regering.) Dit oproer wordt tijdig ontdekt voor er slachtoffers vallen. In Wardjono speelt zich een tweestrijd af tussen islam en christendom. Als toekomstig bestuurder van zijn volk zal hij hiermee moeten leren leven.

0606 Hulzen, Johfan] van. Kees; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1935]. 32 blz.Herdrukken: 3e druk [1951]. 28 blz.; 5e druk [1957]. 24 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 3e druk KITLV cc 1906 N; 5e druk Brinkman

Vertelt op simpele wijze over een Hollands jongetje op Java. Wanneer hij op een avond met zijn moeder naar de passar gaat mag Kees, zijn hondje, met hen mee. Onder het winkelen loopt Kees ongemerkt een andere hond na waardoor hij het spoor bijster raakt. Zwervend zoekt Kees zijn weg door de natte moesson.

Geannoteerde bibliografie 221

0607 Kerstboek van Zonneschijn 1935; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap. Utrecht, De Haan, 1935. IV, 49 blz.Bevat het verhaal 'Kerstmis in Indië' door M. Wally-Roelofsma met een illustratie van Adri Alindo (blz. 10-13). Vindplaats: KITLV cc 1369 N+

Zwitsers gezin op Sumatra waarvan de moeder door reuma en heimwee wordt geplaagd en van haar Hollandse buurvrouw leert hoe ze met eenvoudige middelen toch voor een sfeervolle Kerst kan zorgen.Opmerking van de Nederlandse buurvrouw tegen de Zwitserse huisvrouw: 'Je bent nooit echt in Indië geweest, al woon je er nu al 12 jaar. Je hebt je hart in Europa gelaten en dan zie je niet, wat hier óók nog goed is.'

0608 Klaveren, Tine van. Het meisje in de rimboe; Een verhaal voor jonge meisjes; geïllu-streerd door Gerrit de Morée. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 154 blz. [Geïllustreerde Meisjesbibliotheek; no. 27.] Vindplaats: KITLV cc 880 N+

Nederlandse cultuurtuinopzichter op Sumatra's Oostkust heeft zich onrechtmatig geld van zijn werkgever toegeëigend voor speculaties en zit in de gevangenis van Medan. Zijn half-Javaanse vrouw en Indisch dochtertje Annie zijn daardoor zwaar gedupeerd. Ze leiden een bestaan als kampong-Europeanen, hetgeen armoede, discriminatie en vernedering betekent. Bij een cholera-epidemie in de kampong overlijdt Annies moeder. Ze wordt op een armoedig (islamitisch) kampongkerkhof begraven, terwijl ze door haar geboorte recht heeft op een graf op een Europese begraafplaats. Doordat Annie het leven redt van de dochter van haar vaders werkge -ver, wordt haar vader gratie verleend. Ook krijgt hij een eigen kebon waarmee een 'ereschuld' wordt ingelost.Geeft een scherpe kijk op de sociale verhoudingen op een afgelegen plaats in de buitengewesten en de positie van Indo-Europeanen.Jammer dat de illustraties niet aan de tekst beantwoorden, want Annie heeft geen kort haar, maar 'haar matgeteint gelaat, omkransd door lange, donkere vlechten' (blz. 137).

0609 Kruyt, Alb[ert] C. De krokodil in het leven van de Posoërs; [met foto-illustraties]. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1935]. 24 blz. Vindplaats: KITLV e 125

De zendeling Kruyt vertelt over de grote plaats die de krokodil in het leven van de bewoners van Poso, Midden-Celebes, inneemt. Ze beschouwen dit koudbloedige dier als een bloedverwant, alleen zijn uiterlijke vorm is anders; innerlijk is het dier net als de mens. Op een krokodil wordt door een Posoër niet gejaagd of geschoten. De manier waarop een krokodil zijn prooi beloert, er op afschiet en haar pakt, is een voorbeeld voor de krijger. In de godenwereld, de rechtspraak en in de volksverhalen speelt de krokodil een belangrijke rol. Eerder verschenen in 'Wolanda-Hindia'; jaargang 8, 1934-1935; nos. 2-8.

222 Geannoteerde bibliografie

0610 Leeuw, Hendrik de. Ank en Hans in de rimboe; Bewerkt door A.A. Robertson-Klaar; [band, kaartje en illustraties van K. Wiese]. Amsterdam, Van Holkema & Waren-dorf, [1935]. 188 blz. Vindplaats: KTTLV cc 35 N

Een oude rubberplanter op Sumatra - oom Hendrik - heeft zijn assistent met vrouw en twee kinderen, Ank en Hans, te logeren. In de ruime planterswoning worden de logeetjes naar de keuken gebracht waar een oude inheemse grootvader hen allerlei kantjil- en dierenverhalen vertelt. Oom Hendrik neemt de kinderen ook mee naar zijn onderneming waar hij hen laat zien hoe de rubber (latex) uit de bomen wordt getapt. Hij vertelt over zijn tochten naar het binnenland waar het oerwoud wordt ontgonnen voor de rubbercultuur. Tijdens hun logeerpartij worden Ank en Hans met verschillende kinderen mee uitgenomen naar de kampong waar ze een Chinese optocht voorbij zien trekken en een echte Javaanse wajangvoorstelling zien. Daarna mogen ze tot diep in de nacht luisteren naar rimboeverhalen van een dorpsverteller waarin de kantjil een belangrijke rol speelt. Als het ochtendgloren aanbreekt worden Ank en Hans slapend naar huis gedragen zoals het bij een echte inheemse voorstel-ling gebeurt.

0611 Lindeman, Cor. Nonnie's tweestrijd; geïllustreerd door Gerrit de Morée. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 157 blz. [Meisjesbibliotheek; no. 26.] Vervolg van: Verschoppelingetje (zie no. 0576). Vindplaats: KITLV cc 1380 N+

Speelt in Nederland waar de gefortuneerde zakenman en weduwnaar Otto van Wemeldinge met zijn verwende dochter Nonnie is teruggekeerd uit Indië. Onver-wacht wordt Van Wemeldinge voor zaken naar Indië teruggeroepen waar hij zijn tweede vrouw leert kennen. Wanneer ze samen naar Nederland komen betekent dit voor Nonnie dat zij voortaan niet meer nummer één is voor haar vader, maar haar plaats moet delen met haar nieuwe moeder.

0612 Mark, Lydia v.d. Haar reis naar huis. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 120 blz., afbn. [Serie Kolos.]Bevat bijgebonden het verhaal van Daan Vos Mieke (zie no. 0618) Vindplaats: KB

Het titelverhaal verscheen in 1904 onder de titel Met verlof in 't vaderland door Titia van der Tuuk (zie no. 0216). Daarna is het opnieuw uitgegeven omstreeks 1935 onder de titel Het logeetje uit Indië door Lydia v.d. Mark (zie no. 0613).

0613 Mark, Lydia v.d. Het logeetje uit Indië. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 116 blz., afbn. [Serie V.B.] Vindplaats: KITLV cc 1324 N

Dit verhaal is een verkorte versie van Met verlof in 't vaderland door Titia van der Tuuk (zie no. 0216).

Geannoteerde bibliografie 223

0614 Roelofs, Jac. Met de 'Hollandsch-Diep' op avontuur, geïllustreerd door P[iet] Stempels. Amsterdam, Meulenhoff, [c. 1935]. 185 blz. [Serie 'Jeugdleven'.] Vindplaats: KITLV cc 988 N

In plaats van zijn HBS af te maken wordt een Nederlandse scholier scheepsjongen op een wilde-vaart-boot met bestemming Nederlands-Indië. Opiumsmokkel, ziekte onder de bemanningsleden en een hachelijk avontuur op een eilandje in de Zuid-Chinese Zee volgen.

0615 Soest, E[ms] LH. van. 't Stuur in handen; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1935]. 237 blz. Herdrukken: 2e druk idem [1945]. 187 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 1001 N/GBR

Sportief Nederlands meisje zonder ouders woont bij haar tante op Java die pension houdt. Ze kan daardoor te weinig aandacht schenken aan haar nichtje. Een sympa-thiek echtpaar neemt haar als pleegdochter aan. Er duiken wat problemen op met een vriend die een auto bezit. Ze gaat terug naar Nederland voor het diploma van apothekersassistente en er is een happy-end in het verschiet.

0616 Tesselhoff, P. Bootsman Krans; [omslag van N[etty] H[eyligers]]; met illustraties [van Jo Tromp]. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 160 blz. [Serie no. 1387.] Vindplaats: KITLV cc 1690 N

Bevat een kort Indisch fragment en speelt later in Brits-Indië.

0617 [Veer, W.C.P. van der]. Met vacantie in de bergen van West-Java. [Amsterdam],Uitgave van den Nederlandschen Spaarbankbond, [c. 1935]. 32 blz., tekn. en kaartjes. Vindplaats: KITLV k 420 N (fotokopie)

Een Hollands gezin met vier kinderen reist (uit Batavia) naar een pondok op de hoogvlakte van Pengalengan (Priangan). Omdat het verlof naar Holland steeds is uitgesteld gaan ze een maand 'naar boven' om een 'koude neus' te halen, dat wil zeggen met vakantie. Eerst met de trein naar Bandoeng en verder per taxi. Ketjil, de bediende, volgt hen in een vrachtauto met de grote bagage. In het holst van de nacht komt hij aan omdat hij onderweg met de chauffeur verschil van mening heeft gehad over de te volgen weg. De kinderen valt de omgeving tegen: ze vervelen zich dood. Er zijn geen speelkameraadjes. Ze zijn balorig, halen allerlei kattekwaad uit. Vader vindt dat ze zich moeten proberen in te denken dat moeder en hij het hele jaar door hard voor hen werken en dat ze een paar rustige weken nodig hebben. Moeder vindt het heerlijk eens helemaal zonder bedienden in een gesloten kamer met haar gezin te eten; dat heeft ze als moeder nog niet beleefd. In een kustplaats is het in een gesloten kamer niet uit te houden en kan men de bedienden zelfs geen avond missen.De kinderen hebben een huis, 'De Burcht' zoals ze het noemen, ontdekt dat hoger ligt dan hun pondok. Ze willen op onderzoek uit en krijgen toestemming er heen te wandelen. Onderweg overvalt hen een tropische regenbui. Doornat komen ze bij het grote huis aan. Ze worden direct binnengelaten door een Europese mevrouw die geen woord Nederlands verstaat. De bedienden spreken Soendanees of een beetje

224 Geannoteerde bibliografie

stads-Maleis. De Engels sprekende mevrouw begrijpt hen wel. Haar chauffeur brengtde kinderen veilig thuis.Uitgave waarin losse plaatjes behoren te worden ingeplakt.

0618 Vos, Daan. Mieke. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 118 blz., afbn. [Serie V.B.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 811 N

Tijdens de crisisjaren in Nederland woont Mieke met haar ouders bij haar oma in Baarn omdat haar vader zonder werk is. Via een relatie krijgt hij voorlopig voor zes jaar een baan als personeelschef in Batavia aangeboden. Mieke gaat met haar ouders mee naar Indië en is daar sneller gewend dan haar moeder die het overdag nogal eenzaam heeft gehad in het begin als man en dochter naar kantoor en school waren. Wanneer oma in Holland jarig is telefoneert de familie met haar vanuit een speciale studio in Batavia, hetgeen voor die tijd iets geweldigs was. Een van de grote schoolvakanties wordt op een thee-onderneming in Soekaboemi (West-Java) doorge-bracht. Na zes jaar gaat de familie met verlof naar Nederland en de kokki die zo aan Mieke is gehecht gaat met hen mee.Dit verhaal verscheen bijgebonden bij Lydia v.d. Mark: Haar reis naar huis (zie no. 0612).

0619 "Winter, Minnie de. De drie; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1935]. 222 blz. Vindplaats: KITLV cc 1689 N

Speelt in een Nederlands artsengezin in Bandoeng met opgroeiende dochters. De vader wordt volkomen door zijn praktijk in beslag genomen en de moeder is een uithuizige en prikkelbare vrouw. Wanneer de oudste dochter op haar bestemming raakt probeert zij een scheiding tussen haar ouders te voorkomen. Bevat een fragment over kinderen van de Hollandsch-Chineesche kleuterschool.

0620 [Witzenburg, A.HJ. van]. De schat van de Boroboedoer, [uitgegeven door de Kruis-vaarders van St. Jan]. Rijswijk (Z-H), Nieuwvoorde, [1935]. 152 blz., ills. [Leesboek voor de Hogere Klassen der Katholieke Lagere School; no. 2.] Vindplaats: KITLV cc 400 N (titelpagina met volledige gegevens ontbreekt)

Science-fictionachtig verhaal. Bevat Indische fragmenten over de ontdekking van een geheime inscriptie op een afbeelding van de Boroboedoer. Gegevens hierover liggen in een klooster te Lhasa in Tibet.

0621 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Twee Hollanders in het oerwoud; [geïllus-treerd door Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1935]. 142 blz. Herdrukken: 2e druk [1937]. Vervolgd als: Onder de Papoea's (zie no. 0717). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 114 N

De vriendschap tussen de ervaren Zeeuwse zendeling Harpert Kozijnse en de jonge bestuursambtenaar Gijsbert Hardeman, door iedereen kortweg Habébé genoemd. Ze

Geannoteerde bibliografie 225

werken in het gebied van Waropen en Awek. Hun opvattingen ten aanzien van het bestraffen van het koppensnellende stamhoofd Diramaoe verschillen hemelsbreed. De jonge bestuursambtenaar komt daardoor in een levensgevaarlijke situatie te verkeren omdat geweld en gezag niets uithalen om de Papoeabevolking aan het Nederlands bestuur te onderwerpen. Hij leert inzien dat de adat hen doet moorden uit vrees. Alleen een liefdevol optreden is de basis tot samenwerking. Een jonge christen-Papoea, een goeroe, vertelt aan de bestuursambtenaar het scheppingsverhaal van Urib en Tawai en geeft een verslag van zijn inwijdingsritueel van jongen tot man toen hij werd opgenomen als 'slangenridder' van zijn stam. Bekroond door de Nederlandsche Zondagsschoolvereeniging.

0622 Zanden, P. van der. Geurt Boots vaart naar Indië; Historisch verhaal voor jongens over de eerste zeereis naar Oost-Indië; geïllustreerd door Charles Boost. Helmond, Boeken Handelsdrukkerij 'Helmond', [1935]. 157 blz. [Jeugdbibliotheek; no. 44A.] Vindplaats: KITLV cc 1048 N+

Veertienjarige Amsterdamse zeemanszoon mag in 1595 mee op de vloot van Cornelis de Houtman, op zoek naar Oost-Indië. De reis is vol ontberingen en de noordkust van Java is onveilig. Alleen op Bali worden contacten gelegd. In 1597 komen de schepen behouden terug in Amsterdam.

0623 Zeggelen, M[arie] C. van. Een dessajongen; Vrij naverteld door L. Gerlach; met tekn. van A. Boumeester. Assen, Van Gorcum, [1935]. 46 blz. [Naar 't Zonlicht Toe; no. 25.]Herdrukken: 2e druk [1949]; Oorspronkelijk verschenen in 1904 onder de titel Jong Java's lief en leed door M.C Kooy-van Zeggelen (zie no. 0212). Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 617 N

0624 Zimmerman, A. [ps. van C. Kijdsmeir Jr.]. Wij kijken omhoog; Een Indisch jongens-boek over vliegen en vliegers; met een voorwoord van H. Nieuwenhuis. Amsterdam, Kolff, [1935]. 147 blz., afbn., facs., kit., tekn. en prtn.Herdrukken: Ook verschenen in 1936 te Amsterdam, Blitz. 298 blz., afbn., krt. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV u 335

Bevat een korte inleiding over de uitvinding en de ontwikkelingen van het vliegen en de vliegmachine. Daarna komt de nadruk te liggen op de Indische luchtvaartgeschie-denis, de oprichting in 1928 van de Koninklijke Nederlandsch Indische Luchtvaart Maatschappij (KNILM) te Batavia met de verschillende luchtlijnen over Java en Sumatra en de Indische Marinevliegdienst te Soerabaja. Ook wordt uitvoerig ingegaan op de keuring en opleiding van beroepsvliegers. Tot slot komt de sportvlie-gerij nog ter sprake en de eerste solovlucht.

0625 Beek, Henk van. Toewan Tijger, 2e druk; [stofomslag en] tekeningen van Gerrit de Morée. [Helmond], Boekdrukken) 'Helmond', 1936. 64 blz. [Lief en leed uit het leven der dieren; serie Uitheemse Dieren, deel II A.] Vindplaats: Ie druk onvindbaar (1936); 2e druk OBA/KITLV cc 1786 N (fotokopie)

226 Geannoteerde bibliografie

In het noordoostelijk deel van Sumatra worden de inwoners van een kleine kam-pong, maar ook Nederlandse kolonisten, voortdurend belaagd door een tijger. Het eerste slachtoffer is het zoontje van Sai'dja. Op een inheemse manier gaat Sai'dja het bloeddorstige dier letterlijk te lijf.

0626 Bruyn-Ouwehand, Mia. Hermelijn; (Een roman voor oudere meisjes). Zutphen, Thieme, 1936. 324 blz.Herdrukken: 3e druk Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1957]. 240 blz.; Herdrukken. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1966, 1969]. 183 blz., afbn. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 134.]. Vervolgd als: Hermelijn's huwelijk (zie no. 0684). Vindplaats: Ie druk BBJ; 3e druk KITLV cc 1270 N; Herdruk KITLV cc 1040 N

Marian Manders ('Hermelijn') is met haar familie uirlndië naar Nederland gerepa-trieerd. Ze voelt zich onwennig en verloren op het lyceum, maar de komst van een nieuwe leraar brengt daar verandering in.

0627 Franke, S. Kantjil, het dwerghertje; geïllustreerd door H. Verstijnen. Alkmaar, Kluitman, [1936]. IV, 192 blz. [Serie 'Paedagogische Boeken'.] Herdrukken: 2e druk [c. 1938].Bevat 'De legende van den waringin', ontleend aan Jos. Meijboom-Italiaander, Javaansche sagen, mythen en legenden (zie no. 0380). Vindplaats: OLBG/BBJ

Speelt in een dessa op Midden-Java, onder de rook van de vulkaan Merapi, waar de jager en dessaman Pah Kariman een moederdwerghert heeft gevangen voor een rijke Chinees. Nina, zijn dochtertje, ziet aan de ogen van het dwerghert dat het een jong heeft. Ze gaat naar het bos en vindt Kantjil, het dwerghertejong. Het volgt haar naar de dessa. Op de pasar in de stad raakt ze Kantjil kwijt. Een Chinese jongen neemt het mee voor Sun, zijn zieke zusje, die door de komst van het dwerghertje geneest. Nina krijgt bezoek van Kwi-Hang-Li, de vader van Sun. Hij biedt zijn verontschuldi-gingen aan en vertelt hoe zijn zieke dochtertje naar een dwerghertje heeft verlangd. Hij wil het diertje kopen, maar Nina voelt daar niets voor. Sun mag het dwerghertje van haar houden. Na maanden komt er een pakje voor Nina: een portret van Sun met Kantjil, gevat in een sierlijk en kunstig bewerkt medaillon. De komst van Kantjil heeft niet alleen Sun genezing gebracht, het heeft ook haar hooghartige Chinese vader en broer milder gestemd ten opzichte van de eenvoudige Javaanse mensen, en Nina en Sun tot twee gelukkige vriendinnen gemaakt. Het verhaal ademt een sfeer waarin het karakteristieke van de Javaanse en Chinese samenleving tot uiting komt.

0628 Franken, Nanny. Nonnie's proeftijd; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Alkmaar, Kluitman, [1936]. 192 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vervolgd als: Zuster Nonnie (zie no. 0652). Vindplaats: KITLV cc 428 N

De zestienjarige verwende Nonnie van Kol, afkomstig uit een Nederlands zaken-milieu, is naar Nederland gekomen om haar HBS-opleiding te voltooien. Als

Geannoteerde bibliografie

betalend logé woont ze bij een leraarsgezin in Den Haag. Door het prettige tehuis weet ze haar aanpassingsproblemen te overwinnen.

0629 Gouw, A.C. ter [ps. van A.C. Lafeber]. Indische jongens; [met pentekeningen van Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1936]. 157 blz., krtn. Vervolg van: Indische Joop (zie no. 0549). Vindplaats: KTTLV cc 601

Nederlandse schooljongens uit Weltevreden (Batavia) gaan logeren op een koffie-plantage bij Ambarawa. Van daaruit maken zij een uitstapje naar de haven van Semarang en de Boroboedoer. Ook zijn ze aanwezig bij een tijgerjacht. Twee van de jongens reizen door naar Celebes, waar ze in de Toradja-landen een dodenfeest en een hanengevecht meemaken en in aanraking komen met het werk van de zending.

0630 Groot, ThJoh. de. De zwarte zeerover, geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1936]. IV, 188 blz. Vindplaats: PB

Bevat een Indisch fragment en speelt ten tijde van de VOC. Marius, een wees, vertrekt als scheepsjongen in 1613 met de 'Stadt Hoorn' uit Amsterdam naar de Specerij-eilanden (de Molukken). Voorbij het Kanaal wordt de Oostindiëvaarder door een Spaans kaperschip overmeesterd en tot zinken gebracht. Marius en een aantal overgebleven bemanningsleden komen tezamen met de meest kostbare lading aan boord van het kaperschip. De kapitein kiest Marius uit om opgeleid te worden tot zeerover; de overige Hollandse bemanningsleden worden in Algerije als slaven verkocht. Het kaperschip zeilt naar het vasteland van Zuid-Amerika om van daaruit scheep te gaan naar Oost-Indië. Na veel omzwervingen strandt het schip bij de Galapagos-eilanden, waar muiterij ontstaat. Marius en de Nederlandse schepeling Livio blijven achter.Ruim twee jaar later komt een konvooi van Nederlandse schepen in de baai te liggen. Marius en Livio worden aan boord gehaald waar zich ook Jan Pieterszoon Coen bevindt. Hij neemt de beide jongemannen mee naar Jacatra waar ze in 1619 meehelpen om de factorij te verdedigen tegen de Engelsen en de Bantammere.

0631 Hilgers, Th.J.A. Als de gamelan speelt; Roman uit het Indische jeugdleven. 's-Graven-hage, Veenstra, [1936]. 286 blz. Vindplaats: KITLV cc 660

Deze jeugdroman is opgedragen aan de nagedachtenis van Raden Adjeng Kartini. Haar ideaal - de educatie van de inheemse bevolking - is het thema van dit verhaal. Daarbij komt ook het opiummisbruik en het opkomend nationalisme ('Indië los van Holland') uitvoerig ter sprake in een groepje middelbare scholieren van verschillend milieu en ras op West-Java.Een ervaren Hollandse koffieplanter stimuleert deze jongelui om het ideaal van Kartini te verwezenlijken. Op zijn onderneming richten zij een 'Kartini Paviljoen' op waar ze zieken kunnen verplegen en een eenvoudig schooltje huisvesten om prakti-sche vakken, zoals handenarbeid en tuinbouw, aan inheemse kinderen te onderwij-zen.

228 Geannoteerde bibliografie

Ook de wederzijdse gevoelens van de jonge mensen worden beschreven, speciaal die van het Nederlandse meisje Rie en van de aristocratische Javaan Ismangoen. De koffieplanter houdt een vurig betoog tegen Ismangoen over het zinvol dienen van zijn land en volk, in plaats van toe te geven aan opstandige nationalistische gedach-ten die slechts leiden tot verbanning naar Nieuw-Guinea.

0632 Hölscher, To. Niek en Miek uit Indië; geïllustreerd door Johanna Bijvoet. 's-Herto-genbosch, Mosmans, [1936]. 66 blz. Vindplaats: KDC/KITLV cc 1078 N

Verloftijd van een Nederlands katholiek gezin uit Indië (Java) in Holland. Korte beschrijvingen van de bootreis, het leven aan boord en het verblijf bij familie.

0633 Kerstboek van Zonneschijn 1936; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap. Utrecht, De Haan, 1936. 48 blz., ills.Bevat de Indische verhalen: 'Stemmen uit Indië' door M. Doekes-de Wilde met illustraties van Nans van Leeuwen (blz. 33-36) en 'Pierewiets heerlijkste Kerstfeest' door M. Wally-Roelofsma met illustraties van Nans van Leeuwen (blz. 43-48). Vindplaats: KITLV cc 1370 N+

'Stemmen uit Indië'. Twaalfjarig Hollands meisje is voor haar schoolopleiding bij familie in Nederland en viert voor het eerst een witte Kerstmis. Als verrassing komt op het postkantoor een telefoongesprek met haar ouders in Indië. 'Pierewiets heerlijkste Kerstfeest'. Aan huis van een kapiteinsgezin in Atjeh wordt voor de Hollandse militairen met hun inheemse vrouwen en kinderen uit de kazerne een onvergetelijk Kerstfeest gevierd.

0634 Koning, Johan. 600 jongens met de 'Tarakan' naar Noorwegen; met illustraties en bandtekening van Jo Spier. 's-Gravenhage, Van Goor, [1936]. 207 blz. Vindplaats: KITLV cc 1372 N+

Bevat Indische fragmenten en vertelt over een bootreis van Nederlandse middelbare scholieren die langs de Noorse kust varen met de 'Tarakan', een schip dat ook dienst doet voor Mekkagangers. De afdeling toiletten wordt door de jongelui gekscherend omgedoopt tot 'Mekka' omdat de pelgrims op de hadj van Priok naar Djeddah niet veeleisend zijn wat betreft scheepsaccommodatie. Aan de Noorse wal vindt een ontmoeting plaats met het Indische meisje Toetie Weber, afkomstig uit Batavia. Adressen worden uitgewisseld want na Noorwegen gaat Toetie naar het Haags conservatorium. Zie ook: Dick Laan. Tarakanner tegen wil en dank (no. 0635).

0635 Laan, Dick. Tarakanner tegen wil en dank; [bandtekening van Rein van Looy];geïllustreerd [met foto's]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1936]. 268 blz. [De Goede Kameraad; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Geannoteerde bibliografie 229

Een pelgrimsboot voor Mekkagangers uit Nederlands-Indië doet nu dienst alskampeerschip voor Hollandse middelbare scholieren die een reis naar Noorwegenmaken.Zie ook: Johan Koning. 600 jongens met de 'Tarakan' naar Noorwegen (no. 0634).

0636 Nachenius-Roegholt, A.M. De wereld draait om Jessie; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Alkmaar, Kluitman, [1936]. III, 203 blz. [ Meisjes-roman-serie.] Herdrukken: 2e druk [c. 1939]; 3e druk geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1950]. 200 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk SKBQ 3e druk Brinkman

Het verhaal speelt in Nederland in een Hollands milieu. Het bevat een paar korte fragmenten over een jongeman die na zijn studie Indisch recht en Maleis een baan in Indië krijgt in de zaak van zijn vader. Wanneer hij met vrouw en baby in Neder -land aankomt, maakt een dienstmeisje opmerkingen over de baboe, zoals: 'Al bracht ze Papoea's en Hottentotten mee, mijn is het best, hoor! Maar ik zal dat zwartje in de gaten houden, als ze bij de kleine meid is.' En even verder: 'Denkt U nou werkelijk ook, dat zoo'n mensch niet afgeeft, mevrouw?'

0637 Oehmke, T.R.L. Waar kris en klewang dreigden; Een episode uit den heldenstrijd opAtjeh, 1895-1897; met een voorwoord van C.J. Snijders. Amsterdam, Noord-Holland-sche Uitgevers-Mij, 1936. X, 243 blz., krt. Vindplaats: KITLV c 493

Een oud-adjudant-onderofficier van het KNIL vertelt dit historisch-romantisch verhaal. De belangrijkste personages zijn aan de werkelijkheid ontleend. Drie jongemannen vertrekken in 1896 als koloniaal naar Indië. Eén van hen geeft aan boord blijk van crimineel gedrag en eenmaal in Atjeh aangekomen deserteert hij uit het leger. Hij sluit zich aan bij de vijand, een groep rebellerende Atjehers. Intussen is de Atjeh-oorlog in volle gang en beleven de twee andere militairen een benarde situatie. De benteng waarin zij zijn gelegerd wordt bestormd door Atjehers, bedwelmd door opium; zij zijn opgehitst door de roemruchte Panglirna Toekoe Oemar. Een dappere inheemse soldaat van het KNIL stelt zich beschikbaar als koerier om versterkingen te vragen aan de stafchef, Van Heutsz. Na afloop van de strijd krijgen de twee soldaten de Militaire Willemsorde opgespeld door Van Heutsz en worden ze opgenomen in het zojuist opgerichte 'Corps Marechaussee'. Dit verhaal is speciaal voor de rijpere jeugd geschreven, zowel voor jongens als meisjes, om hun aandacht te vestigen op hetgeen de Nederlandse, de Nederlands- Indische, de Javaanse en de Ambonese soldaat in Atjeh aan dapperheid en trouw heeft bewezen.

0638 Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienhoven-Mulder]. Tinker's vrienden; met tekn. van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff, [1936]. 194 blz.Herdrukken: 3e druk met omslagtekening en illustraties van Hans Borrebach. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1954]. 156 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat; 3e druk BBJ/KITLV cc 1172 N

Omdat haar vader majoor is bij het leger in Indië en haar moeder overleden, woont Katinka ('Tinker') bij haar stijf-deftige grootouders in Nederland. Haar saaie leventje

230 Geannoteerde bibliografie

wordt doorbroken door de vriendschap met een klasgenootje wat verrassende gevolgen heeft.

0639 Renes-Boldingh, M.A.M. Vaders held; geïllustreerd door G.A. Femhout. Rotterdam, Voorhoeve, [1936]. 111 blz. Vindplaats: KITLV cc 442

Dirk, enig kind van een Hollandse houtvester op Sumatra, gaat met zijn Batakseklasgenoten kamperen. Een levensgevaarlijke dwaaltocht door het oerwoud en hetdoortastend optreden bij het auto-ongeluk van zijn vader maken hem tot een flinkeknaap.Goedgekeurd door de Jury der Prijsvraag voor het beste christelijke jeugdverhaal.

0640 Reijnen, Gertrud [ps. van A. Berkvens-Hulsmans]. De brief uit Indië; Een spannend verhaal voor jonge meisjes; geïllustreerd door Gerrit de Morée. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1936]. 155 blz. [Geïllustreerde Meisjesbibliotheek; no. 46.]Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 2372 N+

Na de dood van haar moeder moet Nonnie Slotemakers van haar vader, die inspecteur is te Soerabaja, naar Holland. Daar komt ze bij twee ongetrouwde zusters van haar moeder in huis. De tantes hebben begrip voor haar heimwee en zorgen dat ze eerst aansterkt alvorens ze naar de middelbare school gaat. Wanneer Nonnie zich zorgen maakt over het uitblijven van een brief van haar vader is ze ondertussen gewend aan het leven in Nederland.

0641 Schoonevelt, Fine. Siti, het waroengmeisje; bandontwerp en illustraties van M.CA. Meischke Jr. Delft, Meinema, [1936]. 91 blz. Herdrukken: 5e druk [1952]. 86 blz.; 8e druk [1957]. 78 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 5e druk KITLV cc 320 N en cc 876 N; 8e druk Brinkman

Bij een suikeronderneming op West-Java drijft de Javaanse Maryam met haar dochtertje Siti een goedlopende waroeng, totdat een auto de waroeng ondersteboven rijdt en Maryam om het leven komt. Haar man hertrouwt en Siti wordt door haar stiefmoeder voor ƒ 50 verkocht als werkmeisje aan een gierige, wrede Arabier. Siti loopt weg naar njonja De Lange van de suikerfabriek, die haar niet als baboe, maar als pleegdochter aanneemt. Als de malaise in de suikercultuur uitbreekt verhuist de familie naar Bandoeng waar Siti naar de zendingsschool gaat en omgang heeft met leeftijdsgenoten. De economische toestand op Java verslechtert. Mijnheer De Lange kan geen andere betrekking vinden. De familie wil terug naar Nederland, maar ze is erg gehecht aan Siti. Op advies van de directeur van de zendingsschool blijft Siti in Bandoeng achter, omdat Indië jonge vrouwen nodig heeft die wat voor hun volk kunnen betekenen. Onverwachts staat Siti oog in oog met haar vader. Hij ziet er ziek en haveloos uit en vraagt om hulp, want zijn tweede vrouw is weggelopen. Siti brengt een groot offer: ze verlaat de school en gaat voor haar vader zorgen. Daarnaast begint ze een waroeng, waar ze niet alleen eetbare zaken verkoopt, maar

Geannoteerde bibliografie 231

tegelijkertijd probeert de kinderen van haar klanten met het evangelie in aanraking te brengen.

0642 Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. Tussen sawahs en bergen; met tekeningen van Rie Reinderhoff. Amersfoort, Valkhoff, [1936]. 152 blz. Vindplaats: KITLV cc 556

Na een kort verblijf in Nederland komt een Hollands gezin terug in Bandoeng. De kinderen gaan als vanouds weer naar school, maken uitstapjes en vieren een 'Hollandse Kerst'. De omgang met de bedienden is op vertrouwelijke voet. Op uitnodiging van hun kokkie mogen ze naar de selamatan voor het besnijdenisfeest van haar kleinzoon in een nabij gelegen kampong.

0643 Soest, Ems LH. van. Joke wordt mensch; Meisjesroman uit Indië; geill. door B. Midde-righ-Bokhorst. Alkmaar, Kluitman, [1936]. IV, 237 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 1170 N

Hollands meisje uit Midden-Java, zonder levenservaring en met een ouderwets beschermde jeugd, logeert in een mondain zakenmilieu te Soerabaja. Door het oppervlakkige leventje leert ze haar eigen familie waarderen. Liefde voor een jurist brengt haar tot volwassenheid.

0644 Tervooren, Lina. Een rare familie. Haarlem, Drukkerij 'De Spaarnestad', [1936]. 160 blz., ills. [Jeugdbibliotheek; no. 95.] Vindplaats: PB

In de crisisjaren brengt een Hollands ingenieursgezin uit Soerabaja met hun baboe de verloftijd in Nederland door. In het dorpje waar ze wonen valt hun origineel en spontaan gedrag op. Hun houding heeft een positieve uitwerking op de roddelende dorpsgemeenschap.

0645 Voorhoeve, R[udy]. De jagers van de Tamirivier; Avonturen in de oerwouden vanNieuw-Guinea; [met een voorwoord van J. Tideman]; met illustraties van F. Ockerse.Amsterdam, Veen, [1936]. 191 blz.Herdrukken: Herdruk. [Met l kleurenplaat van F. van Bemmel]; illustraties van F.Ockerse. Amsterdam, Veen, [1950]. 215 blz.; Herziene uitgave verscheen onder detitel: Tiliauw en de medicijnman. Amsterdam enz., Elsevier, 1962. 159 blz. [FJsevierjeugdpockets; no. J 2.].Vervolg van: Tiliauw, de Sawia (zie no. 0585).Vervolgd als: Tiliauw en het geheim van de kloof (zie no. 0735).Vindplaats: Ie druk KITLV cc 863 N; Herdruk KITLV cc 376 N; Herz. uitg. BBJ

Tiliauw is terug in zijn dorp, Sawia-Arso. Na de dood van zijn vader is de medicijn-man Ratunasoa tijdelijk stamhoofd geweest. Nu is Tiliauw het hoofd en dat zint Ratunasoa niet. Hij is jaloers op Tiliauw en heeft hem zijn hond Frao afgetroggeld. Ratunasoa vlucht naar de Njao's, een vijandige stam. Tiliauw gaat hem achterna, maar wordt gevangen gehouden door het dorpshoofd van de Njao's. Taoeri, het dochtertje van het dorpshoofd, bevrijdt Tiliauw die kort daarop Ratunasoa onscha-

232 Geannoteerde bibliografie

delijk maakt en Frao weer terug heeft. Slechts voor korte tijd, want ze wordt door een krokodil gepakt. Met een groep mannen en vrouwen van zijn dorp trekt Tiliauw naar de kust en sticht daar een nieuw dorp, Tanah Poeti (Witte Aarde), waar geen vijandige buren zijn.De kustpapoea's schakelen de politie in. Ze hebben het niet zo begrepen op de bospapoea's die hun kokosnoten wegroven. Bovendien bezit Tiliauw een geweer en dat is verboden. Hassan de jager, die de Sawia's aan wapens heeft geholpen moet de gevangenis in en Tiliauw komt er door bemiddeling van zijn goeroe goed af. In de herziene pocketuitgave ontbreekt het voorwoord van J. Tideman.

0646 Winter, Minnie de. Mamma Inez; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1936]. 220 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OLBG/KITLV cc 1208 N

In een Nederlands milieu in de omgeving van Bandoeng heeft na de dood van haar moeder en haar schoonzusje de vierentwintigjarige Inez de zorg voor beide huishou-dens op zich genomen. Door haar opofferingsgezindheid zou ze bijna haar eigen levensgeluk verspelen.

0647 Artz, Marcel J.A. Hoe Dikke Gijs in de cockpit verzeilde; met illustraties en bandteke-ning van Hans Borrebach. 's-Gravenhage, Van Goor, [1937]. 252 blz. Herdrukken: Herdrukt onder de titel: Met Dikke Gijs het luchtruim in; met tekeningen van Hans Borrebach en Piet Stempels. 's-Gravenhage, Van Goor, [1943]. 408 blz. 3 delen in l band. Deel 1. Hoe Dikke Gijs in de cockpit verzeilde. Deel 2. Met Dikke Gijs over de Equator. Deel 3. Dikke Gijs geeft opnieuw contact. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; Herdruk KITLV cc 1474 N

Het eerste deel bevat een Indisch fragment over een vliegtocht van Nederland naar Nederlands-Indië via Duitsland, Rusland en China.

0648 Boone-Swartwolt, I.C de en A. Hamaker-Willink. Het nieuwe omnibus-boek voor onze kinderen; Tweede rit; met veel plaatjes en tekeningen; samengesteld door -. Amsterdam, Meulenhoff, [1937]. 148 blz.Bevat het Indische verhaal 'Hoe Marto een fiets kreeg' door L. van Suchtelen-Leembruggen. Vindplaats: PB

Bij een bandjir op Midden-Java redt de dessajongen Marto het leven van het karbouwenhoedertje Kromo.

0649 Bree, L. van. Joost, de 'Indiaan'; Een verhaal voor jongens en meisjes; illustraties van Nans van Leeuwen. Rotterdam, Van Nelle, 1937. 152 blz. Vindplaats: KITLV cc 1529 N

In Indië heeft Joost op school achterstand opgelopen door ziekte en doordat zijn vader is overgeplaatst naar een klein dorp in de rimboe. Zijn ouders sturen hem naar familie in Nederland voor een goede schoolopleiding. Het royale en ruime

Geannoteerde bibliografie 233

leven in de Oost tegenover het eenvoudige leven op een Amsterdams bovenhuis maakt dat Joost in de ogen van zijn familieleden en klasgenoten vaak opschept en overdrijft. Door de tijd heen leert Joost zich aan te passen in gezins- en school-verband.

0650 Cramer-Schaap, D.A. Kerstboek van Zonneschijn; Samengesteld door -. Utrecht, De Haan, 1937. 47 blz., ills.Bevat het Indische verhaal van R[udy] Voorhoeve: 'Ga het licht tegemoet, dan blijven de schaduwen achter je' (blz. 19-22). Vindplaats: KITLV cc 1315 N

Kort verhaal over een Nederlandse jongeman die tijdens een jachtpartij in het oerwoud van Sumatra verdwaalt.

0651 Entrop, G[errit] en N[ico]. Met onze kano naar Indië; De avonturen van twee Indië-vaarders. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1937]. 224 blz., prtn. en afbn. Vindplaats: KIT/KITLV 2413 N

Een reisverslag van twee Haarlemse jongemannen die in 1935, ondanks welgemeen-de raad en bezwaren van familie en kennissen, met hun eigengebouwde kano 'Kali Mas' naar Indië peddelen. Door de economische malaise zijn ze beiden werkloos geworden en hopen nu in Indië een bestaan te kunnen opbouwen. Na twee jaar zetten ze voet aan wal in de haven van Tandjong Priok. Gerrit krijgt een baan als typograaf in Batavia en Nico gaat aan de slag bij een grote industriële onderneming in Soerabaja.Hoe het verder allemaal is afgelopen staat in het artikel van Rudie Kagie 'Koene peddelaars van de jaren dertig' in NRC-Handelsblad van zaterdag 18 mei 1985. Uit bovengenoemd artikel blijkt dat Gerrit en Nico in Soerabaja zijn geboren. Hun vader bekleedde een hoge rang bij de marine. Door een noodlottig ongeval in een scheepsruim kwam hij te overlijden. In 1923 kwam de weduwe Entrop met haar kinderen naar Nederland en vestigde zich in Haarlem.

0652 Franken, Nanny. Zuster Nonnie; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1937]. 191 blz. [Serie 'De Nieuwe Leeskring'.] Vervolg van: Nonnie's proeftijd (zie no. 0628). Vindplaats: KITLV cc 1385 N

Na haar eindexamen HBS in Den Haag gaat Nonnie van Kol terug naar haar ouders in Batavia. Aan boord van het passagiersschip maakt ze kennis met de scheepsarts Joop Gerlings. Wanneer Nonnie weer is opgenomen in het uitgaanswereldje van Batavia krijgt ze onverwacht een brief van Joop. Ze neemt dan haar besluit en gaat terug naar Nederland om in Amsterdam een verpleegstersopleiding te volgen. Indonesiërs komen alleen als bedienden ter sprake: bijvoorbeeld een dansavond aan boord. 'De zwartjes hadden 't druk met 't ronddienen van allerlei verfrisschenden dranken, cocktails en sandwiches.' (blz. 24).

0653 Ginkel, A.J. van, en T. van Buul. Het luchtvaartboek voor de jeugd; Een leesboek over de luchtvaart voor het gezin, de hoogste klassen van lagere scholen en voor het voortgezet

234 Geannoteerde bibliografie

onderwijs; verlucht met talrijke foto's, pentekeningen en kaarten. Bussum, Van Dishoeck, [1937]. VI, 156 blz. Vindplaats: KITLV u 490 N

Bevat het hoofdstuk 'De luchtweg naar Indië' (blz. 111-128). Een Hollandse ULO-scholier maakt met zijn oom - een welgesteld zakenman - tijdens de kerstvakantie een retourvlucht naar Batavia met een Douglas DC III van de KLM. De reis is door oom betaald en bedoeld als een grote repetitie van de aardrijkskundeles over Azië. Over het verblijf op Java wordt weinig informatie gegeven.Tegelijkertijd verscheen een zelfde editie onder de naam: Een leesboek over de luchtvaart voor het gezin, de hoogste klassen van lagere scholen en voor het voortgezet onderwijs.

0654 Groothedde, I[vo] F.J. De avontuurlijke vacantie van Fer en Nonnie; [bandontwerp en illustraties van Mies Deinum]. Haarlem, De Spaarnestad, [1937]. 160 blz. [Jeugdbibli-otheek; no. 83.] Vindplaats: KITLV cc 1515 N

Over samenzwering en wraak van het vroegrijpe zoontje van een Nederlandse bestuursambtenaar en zijn Chinese klasgenoot. Met behulp van een inheemse bediende laten zij op een misdadige manier Nonnie, het dochtertje van de Neder -landse hoofdonderwijzer in Lota (omgeving van Menado op Celebes), ontvoeren. Dit verhaal schetst het isolement van Europese kinderen op een kleine plaats in de Buitengewesten, zoals de tweeling Fer en Nonnie, die sterk op eikaars gezelschap zijn aangewezen.

0655 Groothedde, I[vo] F.J. De tijger van Kloemboeng; [bandtekening en illustraties van Frans Piet]. Haarlem, De Spaarnestad, [1937]. 167 blz. [Jeugdbibliotheek; no. 88.] Vindplaats: KITLV cc 1256 N

Op geheimzinnige wijze verdwijnen geiten en karbouwen uit een Javaanse dessa. Tovenaar Bagiro zegt dat de tijger die hieraan schuldig is niet mag worden gedood. Bovendien eist hij dat de bevolking meer moet offeren aan de geesten. Kees, zoontje van een Hollandse suikerplanter, heeft dit gehoord van Sidin die op de suikerfabriek werkt. Dan gaat Kees met zijn vader en een groepje Javanen op onderzoek uit. Met veel moeite krijgt men de 'tijger' in handen. Er volgt een grote slamatan die eindigt met een kètjoe-partij bij de suikeronderneming.

0656 Heijden, J.H. van der. Hoe Menko over de brug kwam; platen van Ko Koster.[Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 107 blz. [Serie: Waar isMenko Minkema?; no. 1.]Vervolgd als: Menko ontmaskert den 'Bonze' (zie no. 0657).Vindplaats: KITLV cc 2371 N+

Menko Minkema is uit Hollandse ouders geboren in het binnenland van Nieuw-Guinea waar zijn vader een grote houtzagerij beheert waar Papoea's en Chinezen werken. Het klimaat is voor de kleine Menko funest en zijn moeder brengt hem naar Nederland waar ze hem achterlaat bij haar familie in Den Haag die een pension houdt. Als Menko dertien jaar is moet hij in zijn vrije tijd meewerken om de gasten

Geannoteerde bibliografie 235

te bedienen. Hij voelt zich misbruikt en zijn heimwee naar zijn geboorteland wordt versterkt tijdens het huwelijksfeest van prinses Juliana. Op straat ziet hij mensen uit Indië, zoals een groepje kolonialen met gebruinde gezichten, baboes in sarong en kabaja met kinderen aan de hand... De drang om naar Indië te gaan is zó groot dat hij het kosthuis van zijn oom en tante ontvlucht.

0657 Heijden, J.H. van der. Menko ontmaskert den 'Bonze'; [met] platen van Ko Koster. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 117 blz. [Serie: Waar is Menko Minkema?; no. 6.]Vervolg van: Hoe Menko over de brug kwam (zie no. 0656). Vervolgd als: Het vliegtuig in de rimboe (zie no. 0658). Vindplaats: KITLV cc 1859 N+

Bevat Indische fragmenten.In Nederlands Nieuw-Guinea wonen de ouders van Menko Minkema. Zijn vader houdt zich bezig met de ontwikkeling van katoenplantages en raakt op een tocht door het binnenland gewond. Menko die in Nederland woont wordt verzocht naar huis te komen. Intussen heeft hij nog kans gezien in het pension in Den Haag waar hij verbleef een geheime bende te tippen. Van Amsterdam reist Menko met de mailstomer 'Johan van Oldenbarneveldt' naar Singapore. Daar stapt hij over op een Chinese vrachtboot die hem dwars door de wateren van Nederlands-Indië naar Merauke voert waar zijn ouders hem verwelkomen.

0658 Heijden, J.H. van der. Het vliegtuig in de rimboe; platen van Ko Koster. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 121 blz. [Serie: Menko in den vreemde; no. 1.]Vervolg van: Menko ontmaskert den 'Bonze' (zie no. 0657). Vervolgd als: De geheimzinnige Yamadan (zie no. 0659). Vindplaats: KITLV cc 2317 N+

De veertienjarige Menko is thuis bij zijn ouders in Nieuw-Guinea, waar zijn vader in de omgeving van Merauke een stuk oerwoud ontgint voor een aan te leggen katoenplantage. Gerdes, zijn assistent, wil dolgraag weg uit deze verlaten negorij, waar behalve Marindinezen (Papoea's) nog een aantal Chinezen werkzaam is. Vooral als er een 'koei' - een koppensnellersfeest - wordt gevierd door Papoea's van Sangasee.De noodlanding van een Junker-vliegtuig dat Nieuw-Guinea verkent voor een Amerikaanse katoenindustrie, brengt Menko in zijn element omdat hij vliegenier wil worden. Met veel handigheid repareert hij een defect onderdeel. De piloot haalt Gerdes over om op de plantage te blijven, zodat Menko voor een vliegeniersoplei-ding naar Batavia kan gaan. Daar zal de Chinees Tai Fa Min hem op weg helpen. Alvorens naar het adres van de Chinees te gaan loopt Menko langs de grote Pasar Gambir, een kleurrijke jaarmarkt waar hij zijn ogen uitkijkt.Tai Fa Min woont aan de brede doorgang naar Pasar Baroe, waar Menko de kluts kwijt raakt door de vele Chinese poorten. Geheel onverwacht staat hij al in het huis van Tai Fa Min die inmiddels is overleden en staat opgebaard. Van een oude Chinees krijgt Menko de uitnodiging dat hij welkom is bij de uitvaart van zijn zoon in het dodenhuis op het kerkhof van Djatti. Menko keert onverrichterzake terug op straat, waar hij doodmoe op een bank in slaap valt.

236 Geannoteerde bibliografie

0659 Heijden, J.H. van der. De geheimzinnige Yamadan; platen van Ko Koster. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 119 blz. [Serie Menko in den Vreemde; no. 2.]Vervolg van: Het vliegtuig in de rimboe (zie no. 0658). Vindplaats: KITLV cc 2394 N (fotokopie)

In Batavia is Menko aanwezig bij de uitvaart van de welgestelde en invloedrijke Chinees Tai Fa Min, die zou bemiddelen voor een opleiding tot vliegenier. Op het Chinese kerkhof wordt Menko opgesloten in de dodenschuur door Djaoud Pingsi, een vertegenwoordiger van de begrafenisonderneming Hong Gie Soen. Het kantoor van genoemde firma huisvest echter ook nog een speelhol, een opiumkit en een kantoor van de Japanse spion Yamadan San. Door tussenkomst van Djaoud Pingsi wordt Menko door Yamadan geronseld voor de Japanse staatsdienst. De keuring voor de Japanse militaire luchtvaartdienst valt positief uit voor Menko, maar na lezing weigert hij het zesjarig contract te ondertekenen.

0660 Heymans, Justus. Als sportvlieger naar Indië en terug; Gevlogen en verteld door -;geïllustreerd [door Bernard van Vlijmen]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1937]. 182 blz., krt., foto-ills., tabn. [De Goede Kameraad; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.]Vindplaats: KITLV k 223 (verkeerd gebonden exemplaar; ontbreken blz. 18, 19, 22, 23, 26, 27, 30 en 31)

Met zijn eigen vliegtuig, de Leopard Moth van De Havilland Aircraft Co., vertrekt de schrijver op 23 oktober 1936 van Schiphol naar Nederlands-Indië waar hij op 8 november 1936 landt op het vliegveld Tjililitan bij Batavia. Na een kort verblijf in Bandoeng en een bootreisje naar Bali, vliegt hij weer terug naar Nederland.

0661 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Wongo's offer, Een Indisch kinderverhaal door -. Hoorn, Drukkerij Edecea, [1937]. 103 blz., afbn. [Edecea-editie voor de Jeugd; no. 5.] Vindplaats: KITLV cc 422 N

Het enig dochtertje Nonnie (Catrien) van de Hollandse zakenman Van Dongen uit Tjirebon (Cheribon) heeft een zwakke gezondheid. Ze gaat bij vrienden in Buiten-zorg logeren waar de koelere berglucht haar zal aansterken. De zorgzame oude huisbediende Wongo heeft bij een doekoen een djimat gekocht die de kleine Nonnie moet beschermen tegen ziekte en gevaar op reis. Hij heeft de djimat tussen een rand van haar koffer gestopt. Tijdens een uitstapje loopt Nonnie een dodelijke slangebeet op. Ondanks snelle hulp blijft ze in levensgevaar verkeren. Wongo is zó met Nonnies lot begaan dat hij zonder toestemming verlof neemt. Hij heeft behoorlijk gespaard en met dat geld vliegt hij van Batavia naar Singapore. Daar bezoekt hij de beroemde Chinese wonderdokter, Wong Po. Tegen een fors bedrag ontvangt Wongo de medicijnen.Als hij na drie dagen terugkomt en verslag uitbrengt aan mijnheer Van Dongen, gelooft hij Wongo niet. De behandelende arts die Chinees kent en de Chinese medicijnen ziet staan brengt klaarheid in de zaak. De ouders vragen Wongo vergeving voor hun wantrouwen en niet ontroering wordt Wongo in zijn eer hersteld.

Geannoteerde bibliografie

0662 Hulzen, Johan van. Een jongen in de tropen; [met bandteekening en illustraties van F. Funke]. Hoorn, Drukkerij 'Edecea', [1937]. 100 blz. [Edecea-editie voor de Jeugd; no. 9.] Vindplaats: KB/KITLV cc 1945 N

Een Hollandse familie woont nog maar kort in Bandjermasin (Borneo) waar de vader een betrekking heeft bij het boswezen. Vaak gaat hij met een prauw op tournee door de rimboe. Zijn oudste zoontje Chris gaat naar de lagere school en moet in het begin wennen aan de uitspraak van de Maleise woorden en de klanken van de aardrijkskundige namen. Hij sluit vriendschap met Carl, het zoontje van een Duitse zendeling. Door klasgenoten wordt dit niet op prijs gesteld omdat er in Europa voortdurend schermutselingen zijn met de Duitsers. Pas wanneer de zendeling mensen redt bij een brand wordt hij in ere hersteld en zelfs een 'held' genoemd.Het leven in dit gebied van Nederlands-Indië is niet altijd even geriefelijk. Water kost geld en de familie heeft bij huis een aantal martavanen (stenen potten) om daarin het regenwater op te vangen. Maar grote droogte brengt ook gevaar mee: krokodillen die nu dicht bij de kampongs komen. Per prauw mag Chris met zijn vader mee over de rivieren de Martapoera en de Barito naar het apeneiland op weg naar een krokodillenjacht.Na ongeveer een jaar wordt de vader overgeplaatst naar Magelang (Midden-Java) waar het gezin een rampzalige uitbarsting meemaakt van de vulkaan Merapi. Wanneer Chris dertien jaar is wordt hij voor zijn gymnasiumopleiding naar zijn grootvader in Utrecht gezonden en reist hij onder de hoede van een predikantsfami-lie naar Nederland.

0663 Jeanne Marie [ps. van M. Marijs-Visser]. Sterke Jo; met tekeningen van Annie van de[r] Ruit. Nijkerk, Callenbach, [1937]. 121 blz. Herdrukken: 2e druk [1940]. idem. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman: 2e druk KITLV cc 2156 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over het gezin van een suikerem-ployé uit Java dat met verlof naar Nederland komt. De familie gaat in pension bij een weduwe, van wie de oudste dochter Jo bezwaren maakt tegen de komst van de Indische verlofgangers. Vooral met Grace, het oudste meisje dat trots en nuffig overkomt, heeft Jo veel moeite. Achteraf blijkt dat Grace op de afgelegen suiker -fabriek, waar ze praktisch Engelstalig is opgevoed en huisonderwijs kreeg, weinig omgang heeft gehad met jongelui van haar eigen leeftijd.

0664 Kraan-van den Burg, G. De mensen van boven. Nijkerk, Callenbach, [1937]. 24 blz., afbn.Herdrukken: 2e druk [1939]. Vindplaats: Uitgeverscat.

Een Indische moeder verblijft met haar twee zoontjes in Holland; de vader is op zee.

0665 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Roeland Westwout; Roman voor jonge mensen. Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland', [1937]. 228 blz.

238 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 9e druk [met omslag- en titelpagina-tekening van J.H. Moriën]. Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland', [1960]. 229 blz.; 10e druk [1966]. Vervolg van: Razende Roehje (zie no. A007 ). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 9e druk KITLV cc 1169 N; 10e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over jongelui uit Java die in 'Heidehuis', een familiepension, wonen en een HBS-opleiding volgen: Timo, de zoon van een administrateur die zijn eerste twaalf levensjaren op een suikeronderneming heeft doorgebracht, en de zusjes Paula en Lientje die in Batavia op een kostschool hebben gezeten. Ze zijn opgegroeid in Garoet waar hun vader administrateur is van een thee-onderneming. Ze zijn Vooruitgestuurd' omdat hun ouders over twee jaar voorgoed naar Nederland komen. De schuchtere Lientje lijdt onder het arrogante gedrag van Paula, die vindt dat ze te weinig aandacht krijgt. Ze moet zich door de omgang met de andere huisgenoten leren aanpassen.

0666 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. De zilveren vogel; geïllustreerd door L van Suchtelenf-Leembruggen]. Amsterdam, Meulenhoff, [1937]. 187 blz. [De Gulden Serie.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 300 N

Wanneer Alex voor de Landbouwschool is geslaagd keert hij terug naar Soengei Pasir, de onderneming van zijn oom, op Borneo. Bij aankomst hoort hij dat zijn nichtje Nora en haar hond Toetoel door een krokodil zijn overvallen en gedood. Alex kan dit niet geloven en vraagt aan de Dajak Maying - een oude doekoen - om raad. Maying vertelt Alex dat Nora door een groepje gevaarlijke Dajaks is ontvoerd om als mensenoffer te dienen aan hun geheime afgod. Ze besluiten Nora te gaan bevrijden.

0667 Marijo [ps.]. De Indische armband; [bandteekening en illustraties van R.W. Snapper]. Nijkerk, Callenbach, [1937]. 107 blz. Vindplaats: KITLV cc 1661 N

Tijdens de crisisjaren in Nederland verkoopt een schoolmeisje haar armband met wajangfïguurtjes om het schoolreisje van haar broer te kunnen bekostigen.

0668 Menkens-van der Spiegel, D. Nikkertje; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Rotter-dam, Voorhoeve v/h Bredée, [1937]. 199 blz. Herdrukken: 2e druk [1938]. [Banier-serie.]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk KITLV cc 1636 N

Na de verlofperiode in Nederland met haar familie, blijft de twaalfjarige Ebby van Ravesteyn achter voor haar HBS-opleiding. Ebby is de oudste dochter van een Hollandse koffieplanter en een Indonesische moeder die voor haar trouwen onder-wijzeres was. Haar vader had graag gewild dat ze in Den Haag op de HBS zou gaan omdat men in die stad is gewend aan Indischen, dat wil zeggen: donkere mensen. Maar Ebby en haar moeder geven de voorkeur aan hun Hollandse domineesfamilie in de Gelderse Achterhoek. Ze gaat daar met haar even oude nichtje Bep naar school. Bep verwaarloost haar Indische nichtje opvallend door vriendschap te sluiten

Geannoteerde bibliografie 239

met een klasgenootje dat Ebby discrimineert en bovendien een gemene opmerking maakt over haar Indische afkomst. Wanneer Ebby ook nog eens van diefstal op school wordt verdacht komt het tot een crisis, waarna alles ten goede keert.

0669 Merwe, H. te [ps. van N. Heiner]. Vertellingen voor kerstfeest en posen; verzameld door -. Delft, Meinema, [1937]. 172 blz.In het hoofdstuk Paasverhalen staat onder VI. het Indische verhaal van E. van Beek 'Poeangko's opstanding' (blz. 115-139). Vindplaats: KITLV cc 2456 N

Een ambtenaar van het Binnenlands Bestuur in Indië is met verlof in Nederland. Op uitnodiging van een zondagsschool komt hij de jongens vertellen van zijn ervaring in het binnenland van Celebes. Daar wordt hij voor het paasfeest van zijn kantoor in Rantepao weggeroepen naar het gehucht Simboeang. Het hoofd van deze kampong vraagt om hulp. Er zou een opstandige beweging zijn, gericht tegen het Nederlandse gezag, onder aanvoering van Poeangko, een oude en beruchte Toradja. Omstreeks 1907 toen de Kompenie in Toradjaland was gekomen, had hij zijn hoofd moeten buigen, na hardnekkig verzet. In zijn hart was hij een onverzoenlijke vijand gebleven, die al wat blank was, fel haatte. Op een paasdienst van de christen-Toradja's ziet de Nederlandse bestuursambtenaar ook de oude en zieke Poeangko zitten, die aan het eind van deze paasdag het tijdelijke met het eeuwige verwisselt.

0670 Neef, Albjert] J. de. Papoealand; Het arbeidsveld van de Utrechtsche Zendings-Vereeniging; tekst en illustratieve bewerking van -; uitgave van het Zendingsbureau, Oegstgeest. Rotterdam, Drukkerij Van de Rhee, [1937]. 119 blz., afbn., prtn. en kaart. [Onze Zendingsvelden; no. 1.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV g 246

Beschrijft de geschiedenis van de zending, voornamelijk op Noord-Nieuw-Guinea, de zendingspioniers, de ontginning van het land, de komst van het gouvernement en de primitieve cultuur van de Papoeabevolking, zoals het koppensnellen, waarmee de zendelingen vaak werden geconfronteerd. Het boek bevat een naamlijst van de zendelingen en hun dienstjaren doorgebracht op Nieuw-Guinea, van 1855-1937.

0671 Norel, K[laas]. De grote gouverneur, met pentekeningen van J.H. Isings Jr. Nijkerk, Callenbach, [1937]. 195 blz. Vindplaats: KITLV cc 1067 N

Geromantiseerd levensverhaal over de eerste gouverneur-generaal van Indië, Jan Pieterszoon Coen.

0672 Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienhoven-Mulder]. Brenda weet uitkomst; geïllu-streerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1937]. II, 204 blz. [ Meisjesroman-serie.] Vindplaats: KB

240 Geannoteerde bibliografie

Bevat Indische fragmenten en speelt in Den Haag in een Nederlands milieu. De ouders van Brenda zijn financieel aan lager wal geraakt. Om uit de zorgen te raken zijn ze van plan een tijgerbeeldje te verkopen. Een koloniaal, die indertijd betrokken was bij de verovering van de kraton van Atjeh, heeft dit beeldje aan de familie van Brenda's moeder geschonken. Een jeugdvriend van Brenda's vader die lange tijd in Indië heeft gewoond, herkent dit type beeldje. Oorspronkelijk zijn er zes van zulke tijgertjes geweest. Een van de oude vorsten van Atjeh liet voor zijn zes zonen, na de gelukkige afloop van een tijgerjacht, zo'n talisman maken. Met goud uit de schatkist vervaardigde een goudsmid een afbeelding van de tijger waarop zij hadden gejaagd. Hoewel het beeldje een fortuin waard is besluit de familie, ondanks hun mindere welstand, het niet te verkopen.

0673 Soest, Ems LH. van. Alleen in 't volle leven. Alkmaar, Kluitman, [1937]. 235 blz., afb. Vindplaats: KITLV cc 1503 N

Tegen de zin van haar familie verlooft het meisje Hans zich met de in Indië geboren Charles die in Holland is afgestudeerd. Hij is door de crisistijd zijn baan kwijtgeraakt en werkt als taxichauffeur in Den Haag. Met geld van Hans kan hij zijn overtocht naar Indië betalen om daar een bestaan op te bouwen. Later dan gepland reist ook Hans naar Indië en wanneer Charles haar afhaalt in Tandjong Priok werkt hun weerzien zó ontnuchterend dat ze al gauw hun verloving verbreken. Hans zoekt moeizaam haar eigen weg in Batavia en komt als modiste/verkoopster in een exclusieve hoedenzaak.Wanneer het jonge gezinnetje waar ze bij inwoont naar Midden-Java moet verhuizen trekt ze in een pension. Op zichzelf aangewezen neemt ze een radicaal besluit: ze keert naar Nederland terug.

0674 Soest, E[ms] LH. van. Jonge zwervers; Moderne meisjesroman; geïll. door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1937]. IV, 236 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 250 N

Over twee Hollandse vriendinnen uit Java van verschillend milieu. Lennie gaat met haar familie met verlof naar Europa. Ze maakt een uitgebreide tour door het Spanje van vlak voor de Burgeroorlog en reist dan door naar Parijs waar ze haar ex-verloofde onverwachts ontmoet. Marian blijft op Java en werkt op het kantoor van de griffie om haar moeder financieel te steunen. Na een pijnlijke ervaring in de liefde ontdekt ze de ware levenskameraad.

0675 Stille nacht, heilige nacht; Een bundel kerstverhalen door Bert Bakker, Johanna van Broekhuizen, J.A. van Heuven e.a. 's-Gravenhage, Voorhoeve, 1937. 191 blz., afbn. Bevat twee Indische verhalen: 'Oesop' door Nalo Kamu en 'Kerstfeest in Papoea-land' door Alb[ert] J. de Neef. Vindplaats: OBA

'Oesop'. De schooljongen Oesop, uit de Minahassa (Noordoost-Celebes), is teleurge-steld over zijn kerstgeschenk van de zondagsschool. Hij had zo graag het liedboek waarin het 'Malam Koedoes' (Stille Nacht) stond willen hebben. Als hij van de njora

Geannoteerde bibliografie 241

een boek meekrijgt dat voor zijn moeder is bestemd, blijkt tot zijn grote vreugde dit mooie kerstlied erin te staan.'Kerstfeest in Papoealand'. Zendeling Albert de Neef vertelt hoe hij het Kerstfeest doorbrengt in het paaldorp Mantenboe in het bergland van Nieuw-Guinea. Hij logeert bij Papoeagoeroe Christiaan en zijn gezin, 's Avonds vertelt de goeroe over de angsten en de vrees die onder de bevolking leven voor 'De Sprekende Steen', een geweldig stuk koraalsteen op een van de hoogste toppen van het gebergte. Papoea's die in de nabijheid van deze steen komen worden stom, ziek en moeten sterven. Zelfs een karero (medicijnman) kan niets meer voor hen doen. Zendeling De Neef begrijpt de strijd van goeroe Christiaan, die ook niet los kan komen van de gedachte, dat die steen grote macht bezit over de geesten van de mensen. Hij vertelt goeroe Christiaan van de overwinning van de vrijgekomen slaven over de stenen muren van Jericho. Zolang de Papoea's blijven geloven in de kracht van 'De Sprekende Steen', gaat de angst niet weg. Goeroe Christiaan is diep getroffen. Op kerstavond vertelt hij dit bijbelse verhaal aan zijn mensen in de schoolkerk.

0676 Tjoklat sagen; Indische vertellingen; [met illustraties van F. van Bemmel]. Uitgave van de N.V. Hollandsch-Zwitsersche Chocoladefabriek, Amsterdam, 1937. Haarlem, Drukkerij De Spaarnestad, [1937]. IV, 60 blz. Vindplaats: NBLC, Almere

De sagen zijn ontleend en vrij bewerkt naar de volgende uitgaven: Volksverhalen uit Oost-Indië door Jan de Vries, Javaansche sagen, mythen en legenden en Sagen, mythen en legenden uit den Oost-Indischen Archipel door Jos. Meyboom-Italiaander, Volks-dichtung aus Indonesien door K. [T.J.] Bezemer.

0677 Wielenga, D.K. De brand in het zendingshuis; geïllustreerd door Menno [van Meete-ren Brouwer]. Delft, Meinema, [1937]. 24 blz. Herdrukken: 2e druk [1941]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 485 N

Op het eiland Soemba wordt tegelijk met een nieuwe zendingspost een militair kampement gebouwd om orde en rust tussen de verschillende inheemse bevolkings -groepen te handhaven. De bergbevolking echter voelt zich door de aanwezigheid van de militairen bedreigd.

0678 Aardweg, H[ans] P. van den. De klawirit; Of, Mijnheer Lans en zijn leerlingen doen een uitvinding; Oorspronkelijk spannend jongensboek; [illustraties van Jos [ps.]]. Amster-dam, Uitgave 'Goede lectuur', [c. 1938]. 222 blz. Vindplaats: PB

Het verhaal speelt in Nederland en bevat een Indisch fragment.Bakker Hemert overpeinst tijdens een koude wintermaand hoe goed zijn broer Dirkhet heeft in Indië. Hij woont in Semarang en heeft fortuin gemaakt. Op de foto's diehij stuurt zie je een huis als een paleis, met pilaren en zo! En zijn vrouw Mien houdter drie bedienden op na. Bakker Hemert betreurt het dat hij niet het voorbeeld vanzijn ondernemende broer heeft gevolgd die indertijd op de bonnefooi naar Indië isgegaan.

242 Geannoteerde bibliografie

0679 Amstel, Max van [ps. van J. Blinxma]. Straat Soenda; De zeer avontuurlijke reis van W. Ysbrantszoon Bontekoe naar Nederlands-Oost-Indië; Historisch jongensboek; geïll. door Ch[arles] Boost. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1938]. 107 blz. [Nederlandse Jeugdbibliotheek; no. 82.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 390

Twee Hoornse jongens monsteren aan op het schip 'Nieuw-Hoorn' dat met schipper Bontekoe naar de Oost gaat. Op hun reis beleven ze de ene rampspoed na de andere alvorens ze met Bontekoe behouden op Java aankomen.

0680 Asperen van der Velde, C.P. Van binnen uit; geïllustreerd door Nans van Leeuwen. Alkmaar, Kluitman, [1938]. IV, 219 bl/. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over een oom Leo - administrateur op een tabaksonder-neming op Sumatra - die tijdens zijn verlof in Nederland veel optrekt met zijn jonge nichtjes en neefjes en voor hen een wajangvoorstelling organiseert.

0681 Beek, E. van. Guus de durfal; geïllustreerd door Jan Lutz. Delft, Meinema, [1938]. 151 blz.Herdrukken: 2e druk [1938]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2376 N (fotokopie)

Een onderwijzer uit de Krimpenerwaard krijgt zijn broer met gezin uit Indië over, een koffie- en rubberplanter uit Pematang Siantar (Sumatra's Oostkust). Diens zoon Frans geniet van de verloftijd en kan zijn verhalen over Indië kwijt aan de jongens van de indianenclub, onder wie zijn neef Wim en zijn vriend Guus, die zo'n heel andere voorstelling van de Oost hebben. Vooral Guus, zoon van een overleden sergeant, wordt door die verhalen zó enthousiast dat hij later naar Indië wil gaan. Als hij van school afgaat kan hij door zijn waaghalzerij nauwelijks geschikt werk vinden. Eenmaal in dienst als huzaar wil hij graag tekenen om voor een aantal jaren als koloniaal naar de Oost te gaan. Dit wordt hem afgeraden. Door toedoen van zijn onderwijzer wordt hij uitgezonden als employé op een nieuw aan te leggen tabaks-plantage in Silaudjawa (Sumatra's Oostkust). Zijn Nederlandse collega's dagen Guus op alle mogelijke manieren uit, maar hun jongere makker is niet vatbaar voor hun plagerijen. Wel is de verleiding tot kaartspelen en bierdrinken erg groot. Bovendien gedraagt hij zich uitermate roekeloos onder alle omstandigheden, op jacht of tijdens een bandjir. Dit komt hem duur te staan. Bij een malaria-aanval zweeft hij tussen leven en dood. Zijn oude schoolkameraden staan aan zijn ziekbed: Frans, de zoon van de koffie- en rubberplanter, die intussen bestuursambtenaar is in Padang en Wim, de onderwijzerszoon uit de Krimpenerwaard, die zendeling is. Hij brengt Guus weer op het rechte spoor.

0682 Blijde lichten; Kerstvertelboek; samengesteld onder redactie van Anne de Vries; met medewerking van N[etty] Faber-Meynen, Johan van Hulzen, C.Th. Jongejan-de Groot en anderen. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 203 blz.

Geannoteerde bibliografie 243

Bevat twee Indische verhalen. 'Met de Kerstvloot naar de Oost' door Johan van Hulzen (blz. 61-81) en 'De stille ster; een Kerstverhaal van Noord-Nieuw-Guinee' door Albert Zaaier [ps. van Albert J. de Neef] (blz. 11-34). Vindplaats: KITLV cc 2497 N

'Met de Kerstvloot naar de Oost' schetst de situatie van een Amsterdamse weeshuis-jongen die als soldaat wordt geronseld door een 'zielverkoper' voor een der schepen van de VOC'De stille ster' beschrijft de gevaarlijke tocht met een prauw over zee van een Papoeavader met zijn zieke kind om genezing te vinden bij de zendeling op het eiland Mansinam. Met verbazing en angst zien ze voor het eerst blanke mensen. Maar die vrees blijkt ongegrond. Het zieke Papoeajongetje geneest van zijn kwaal en bewaart een onvergetelijke herinnering aan het. kerstfeest dat hij mee mag vieren. Bevat behalve enige poëzie ook een mythe over Sampari, de stille ster van de dood.

0683 Het boek voor de jeugd; Samengesteld door Cor Bruijn, Arie Pleysier, Age Scheffer en anderen; ingeleid door R. Casimir. Amsterdam, Amsterdamse Boek- en Courant-maatschappij, 1938. 768 blz., afbn. Herdrukken: 5e druk 1947.Bevat de Indische verhalen: 'Saïdjah en Adinda' (blz. 31-48) en 'De Japanse steenhouwer' (blz. 301-302) door Multatuli [ps. van E[duard] Douwes Dekker]; 'De sawah van Ranjah Dermah' door Cor Bruijn (blz. 341-343); 'Pa Kromo' door Marie [C] van Zeggelen (blz. 249-256). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1469 N+; 5e druk Brinkman

Drie van de vier verhaaltjes spelen op Java; 'De Japanse steenhouwer' bevat Maleisewoorden.De twee verhalen van Multatuli zijn eerder verschenen in zijn boek Max Havelaar.Het verhaaltje van Cor Bruijn is genomen uit de bundel van N. van Hichtum en CorBruijn Uit het sagenland (zie no. 0887). Het verhaal van Marie van Zeggelen isafkomstig uit M.C Kooy-van Zeggelen Jong Java's lief en leed (zie no. 0212).

0684 Bruyn-Ouwehand, Mia. Hermelijn's huwelijk; [band en illustraties van Hans Borre-bach]. Zutphen, Thieme, 1938. IV, 270 blz.Herdrukken: 3e druk Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1957]. IV, 206 blz.; Herdrukken. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1966, 1969]. 151 blz., afbn. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 135.]. Vervolg van: Hermelijn (zie no. 0626). Vervolgd als: Welkom thuis, Hermelijn (zie no. 1024). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 290 N; 3e druk BBJ; Herdruk Brinkman

Kort na haar huwelijk is Marian naar Indië vertrokken waar haar man Henri is benoemd tot leraar aan een middelbare school in Bandoeng. Marian voelt zich alweer snel thuis in Indië, haar man daarentegen wordt overweldigd door heimwee en maakt een crisis door.

0685 Driel, Agnes van. De zendingsvriendinnen; bandomslag en tekeningen van Henk Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 93 blz. Vindplaats: BZO

244 Geannoteerde bibliografie

Schoolkinderen in Nederland zetten zich in voor het zendingswerk en mogen deelnemen aan de jaarlijkse Zendingsdag. Nederlands-Indië komt niet ter sprake.

0686 Fokker, Aafje. Twee kleine meisjes in Holland; Een geschiedenis die echt gebeurd is; illustraties van Aafje Bruyn. Assen, Van Gorcum, 1938. 94 blz. [Van Gorcum's Verhalenbundels; no. 12.] Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1760 N

Hollands gezin komt uit Bandoeng om de verloftijd bij grootmoeder door te brengen. De zusjes moeten wennen aan dikke kleding en lange kousen. Ze verbazen zich over de hoge gebouwen in de stad, ze vieren Sinterklaas en Kerstmis en maken de feestelijkheden mee bij het huwelijk van prinses Juliana. Vlak voor de terugreis naar Indië genieten ze onverwacht van sneeuwpret.

0687 Franke, S. Si Ardjoe en zijn buffel; band en tekeningen van Nancy Schotel. Amster-dam, Wereldbibliotheek, 1938. 193 blz. [Wereldbibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Herdrukken: 3e druk 1959. 230 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1888 N; 3e druk KITLV cc 938 N

De Javaanse jongen Si Ardjoe woont met zijn familie en hun karbouw in de dessa. Een oude vrouwelijke doekoen voorspelt Si Ardjoe dat de karbouw tegenspoed zal brengen, maar naderhand véél geluk. Ze heeft dit aan zijn hoorns gezien. Zo gebeurt het ook. Wanneer de vader van Si Ardjoe zijn schulden niet kan betalen omdat zijn rijstoogst is mislukt, is hij gedwongen de karbouw te verkopen aan een Chinees. Deze verkoopt de karbouw weer door aan een Arabier. Telkens gaat Si Ardjoe zijn trouwe viervoeter achterna, maar bij de gierige Arabier wordt hij ten onrechte van diefstal beschuldigd en weggejaagd. Onderweg ontmoet hij een kokkie die bij een Nederlandse familie in dienst is. Zij ontfermt zich over Si Ardjoe en hij wordt kebon bij dezelfde Nederlandse familie. Nu kan Si Ardjoe sparen om zijn karbouw terug te kunnen kopen. Dit gebeurt eerder dan hij kan vermoeden en als een held keert Si Ardjoe met de karbouw terug naar zijn dessa.

0688 Franken, Nanny. Tehuis voor meisjes; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1938]. IV, 203 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vervolgd als: Met vatten en opstaan (zie no. 0742). Vindplaats: PB

Speelt in Amsterdam in een pension voor studerende meisjes waar de eenzame Indische Lonnie van Rossum zich prettig voelt, alhoewel ze vanwege haar donkere uiterlijk nog wel eens last heeft van een minderwaardigheidsgevoel. Haar moeder, een inheemse, heeft ze niet gekend en haar vader heeft nooit met Lonnie over haar gesproken. Op dertienjarige leeftijd heeft hij Lonnie naar een kostschool in Zwitser-land gezonden.Ondertussen is haar vader hertrouwd met een dame uit Den Haag die hij op de terugweg naar Indië heeft leren kennen. Wanneer Lonnie als achttienjarige naar Indië terugkeert is ze van haar vader vervreemd en behandelt haar stiefmoeder haar met een neerbuigende vriendelijkheid. Ze wil weg van huis, terug naar Holland, om

Geannoteerde bibliografie 245

zich door studie onafhankelijk te maken. Haar vader stemt hierin toe en nu volgt ze een opleiding voor gymnastieklerares. Pas wanneer ze voor een operatie in het ziekenhuis ligt wordt de verstandhouding met haar vader hartelijker.

0689 Goens, R. van. Met de V.O.C, naar Voor-Indië; [met illustraties van V. Trip]. Amsterdam enz., Kolff, 1938. 351 blz., krt. Bevat een woordenlijst en een lijst van geraadpleegde literatuur. Vindplaats: KITLV i 436

Het eerste deel van dit historisch-romantische verhaal speelt in 1657 te Batavia waar voorbereidingen worden getroffen om de Portugezen uit Ceylon en Voor-Indië te verdrijven, waartoe een speciale vloot wordt uitgezonden met admiraal Rijcklof van Goens aan het hoofd.

0690 Groothedde, I[vo] F.J. De Sanggau diamant; [omslag en] illustraties van J[o] Schrijn-der. Alkmaar, Van Putten & Oortmeijer, [1938]. 191 blz. Vindplaats: KB

De heer Ermelo bezit een diamantmijn in de omgeving van Sanggau (Wester-afdeeling van Borneo). Hij komt tot de ontdekking dat de mijn zó weinig stenen oplevert dat er sprake moet zijn van diefstal. Op de Chinese voorman kan hij geen greep krijgen en de Chinese koelies worden met de dag brutaler. Dit komt door de slechte invloed die uitgaat van de nieuwe Nederlandse chef-bedrijfsleider die zelfs het huispersoneel van de familie Ermelo opstookt. Het gedrag van de bedienden, dat altijd correct was, verandert in een houding van lijdelijk verzet met uitbarstingen van agressie. De vier kinderen worden bedreigd en één van zijn dochtertjes wordt met haar huisonderwijzer door Chinese koelies ontvoerd. Ze hebben het voorzien op de grote ruwe diamant die Ermelo bezit, maar waarvan de vindplaats niet bekend is. Een Dajak die op vogeljacht is ontfermt zich over Ermelo's ontvoerde dochtertje en de huisonderwijzer. Een regiment soldaten dat de omgeving verkent en waarvan de officier een oude vriend is van Ermelo, komt op tijd te hulp.

0691 Güthschmidt, M. Hompie Smeergraag in Nederlands-Oost-Indië. [Woerden], uitgege-ven door ERU Kaasfabriek, [c. 1938]. 14 blz., afbn. en een kleurplaat. [Serie Hompie Smeergraag; no. 5.] Vindplaats: KITLV cc 1275 N

Koning Eru en Hompie Smeergraag reizen met hun vliegende koe Mekkie-Boe naar de Oost. Ze maken hun opwachting bij de gouverneur-generaal in Batavia en brengen een bezoek aan een sultan. Hompie verkoopt voor de grap pakjes smeer-kaas op de passar in Bali.

0692 Hertog, A. den. Van drie vrienden en een koningin; [omslagteekening en illustraties van Johfan] Prins. [Rotterdam], Rotterdamsch Nieuwsblad, 1938. 152 blz., prt. Vindplaats: BMN/KITLV cc 1514 N

246 Geannoteerde bibliografie

Levensgeschiedenis van drie jongens uit het Burgerweeshuis van Amsterdam. Eén van hen meldt zich op achttienjarige leeftijd aan bij de Koloniale Reserve in Harderwijk. Tijdens een bivak in Atjeh raakt hij gewond aan zijn schouder en wordt voor de dienst afgekeurd. In Medan beproeft hij zijn geluk op een tabaksonderne-ming; daarna trekt hij naar Midden-Java om carrière te maken op een suikeronder-neming in Poerworedjo.Uitgave ter gelegenheid van het veertigjarig regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina.

0693 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Het beeld in de tempel; geïllustreerd door Menno van Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1938]. 20 blz. Herdrukken: 2e druk [1940]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 494 N (fotokopie); 2e druk Brinkman

De dessajongen Kromo woont met zijn moeder die weduwe is op Midden-Java. Overdag zwerft hij rond terwijl zijn moeder op een tabaksplantage van een Chinees werkt. Kromo raakt bevriend met de tempelwachter (vermoedelijk de Ciwatempel van Tjandi Prambanan), Pa Karta. Hij vertelt Kromo oude hindoeïstische godenver-halen, zoals over Ciwa, en over de held Ardjoeno.Intussen heeft Kromo kennis gemaakt met de njonja (vrouw van de zendeling) toen hij in het zendingshospitaal lag met een gebroken been. Bijna elke week zoekt hij de njonja op die hem dan voorleest uit het Nieuwe Testament. Maar de imam (islami-tisch geestelijke) vindt dat het tijd wordt dat Kromo de Koranspreuken leert. Hij vindt Pa Karta maar een oude praatjesmaker en Kromo moet niet naar de njonja luisteren. Kromo is een Javaanse jongen. Hij moet Javaans, dat wil zeggen de profeet Mohammed trouw blijven. Kromo echter vindt de oude hindoeverhalen en het Nieuwe Testament veel boeiender dan de Koranspreuken.Onverwachts sterft Pa Karta en neemt Kromo zijn werk tijdelijk waar, maar hij is doodsbang geworden van die grote tempelbeelden. Wanneer er geen geschikte djaga is, vraagt de Oudheidkundige Dienst of Kromo de plaats van Pa Karta wil innemen. Kromo weigert, want hij wil niet meer onder invloed van afgoden staan. Alhoewel hij geen christen is, wordt hij verpleeghulp in het zendingshospitaal. Van dezelfde auteur verscheen een uitgebreide variant op dit verhaal: De tempel-wachter van Plamboen dat in 1939 verscheen (zie no. 0727).

0694 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. De korporaal van Peeldorp; Een verhaal van de grens; [bandtekening en illustraties van V.J.]. Hoorn, Edecea, [1938]. 111 blz. [Edecea-editie voor de Jeugd; no. 22.] Vindplaats: KB/KITLV cc N (fotokopie)

Een oud-koloniaal van het Nederlands-Indische leger - korporaal Jan Willem Dirksen - is na zijn diensttijd met zijn Javaanse vrouw naar Nederland teruggekeerd. Hoewel hij drager is van het Atjeh-kruis en de Militaire Willemsorde, moet hij van een klein pensioen rondkomen. Zijn vrouw die een mooie en betekenisvolle Javaanse naam heeft, wordt door hem Mina genoemd. Ze houdt zich het liefst op de achter-grond. Als ze goed gehumeurd is, bakt ze voor de dorpsjongens, die haar wel eens plagen, bananenkoekjes die door Dirksen 'smeerproppen' worden genoemd. Wanneer de jongens baldadigheden uithalen wacht Dirksen hen op. Hij laat hen allerlei exercities en oefeningen doen. Na afloop speelt hij 'Indisch oorlogje' met hen. De bosrijke omgeving van Brabant waar Dirksen woont, dichtbij de Belgische

Geannoteerde bibliografie 247

grens, leent zich goed voor dit spel. Over zijn afkomst laat hij niets los. Pas wanneer hij buiten zijn schuld bij een smokkelpartij wordt betrokken vertelt hij over zijn Amsterdamse jeugdjaren en hoe hij na zijn vader bestolen te hebben, in Atjeh verzeild is geraakt.

0695 Kaal, H. Jong Batakbloed; geïllustreerd door Menno van Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1938]. 94 blz., krtn. Herdrukken: 2e druk [1939].Bevat poëzie en een 'Bijschrift' waarin een korte opsomming wordt gegeven van het zendingswerk onder de Bataks. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk BBJ/KITLV cc 293

Vertelt over Masintan, kortweg Mas genoemd, een Batakse jongen. Hij zit in de zevende klas van de Hollandsch-Bataksche Zendingsschool te Naroemonda in Toba-land (Sumatra). Met de klas maakt hij een bustocht naar de grot die als schuilplaats diende voor de Batakheld en priestervorst Singamangaradja die tegen het Hollandse gezag in opstand kwam (± 1877). De onderwijzer ontdekt tekens op de wand (een onbekende Batakse sage over het scheppingsverhaal van de wereld) en de jongens vinden een geweer en een oude pot vol Spaanse matten. In de paasvakantie gaat Mas naar huis. Bij een brand redt hij zijn buurmeisje uit de vlammen. Met zijn vader bezoekt hij zijn zwaar zieke grootvader. Voor de stervende zijn ogen sluit vraagt hij Mas en zijn vader voor hem te bidden totdat hij met moeite uitbrengt: 'Alles licht!' Hoewel grootvader als een christen is gestorven, wordt hij op aandrang van de overige familieleden op Batakse wijze begraven. Van nu af aan weet Mas dat hij hulpzendeling wil worden.

0696 Kingmans, Hugo. Met Van Riebeeck naar de Kaap; geïllustreerd door Menno van Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1938]. 190 blz. Herdrukken: 2e druk [1950]. 186 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1400 N

Bevat Indische fragmenten.

0697 Lelie, Frans. Kapers op Nieuw-Guinea; geïllustreerd door [Rein] van Looy; leeftijd 12-16 jaar. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1938]. 198 blz. [De 'Knarserie.] Vindplaats: KITLV cc 575

Een Nederlandse bestuursambtenaar op een eenzame post in Nieuw-Guinea krijgt onverwacht zijn jongere broer en diens vriend over. In deze crisisjaren konden ze in Nederland geen betrekking vinden. Ze hebben zich agrarisch geschoold en Maleis geleerd om zich als kolonisten in Nieuw-Guinea te vestigen. Van het gouvernement hebben ze voor tien jaar een stuk grond in huur gekregen. Het land valt hen bitter tegen, alles moet nog ontgonnen worden. Van de Papoeabevolking krijgen ze nauwelijks medewerking ook al bieden ze een goede beloning. Met een handjevol Javaanse koelies gaan ze aan de slag.Tijdens zijn jaarlijkse inspectietocht door de dorpen ondervindt de bestuursambte-naar ineens opvallend veel tegenstand en vijandigheid van de Papoeahoofden. Hij beleeft een hachelijk avontuur, waarbij ook zijn broer en diens vriend betrokken

248 Geannoteerde bibliografie

raken. Een nieuwe tovenaar heeft de Papoeabevolking tegen de 'blanke toeans' opgezet. Bij gevangenneming blijkt deze opruier geen Papoea te zijn, maar een beruchte Chinese zeerover. Om in hun gebied te kunnen infiltreren wilde hij de Papoea's op zijn hand hebben.

0698 Luinenburg, O. Java; Illustratieve bewerking van Albjert] J. de Neef; uitgave van het Zendingsbureau, Oegstgeest. Rotterdam, Drukkerij Van de Rhee, [1938]. 92 blz., afbn., prtn. en krtn. ['Onze Zendingsvelden'; no. 2.] Vindplaats: KITLV b 442 N

Beschrijft de geschiedenis van de zending op Java, maar vertelt ook wetenswaardig -heden over de Javaanse cultuur, zoals de adat, het werk van een doekoen, de geschiedenis van de islam en de vestiging van deze religie op Java. Bevat tevens een aantal Javaanse legenden die zijn opgenomen in het hoofdstuk 'Van talen en vertalen'.

0699 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. Bij de laatste koppensneüers; Een verhaal uitde rimboe; [met illustraties van Gerrit de Morée]. Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond', [1938]. 154 blz.Herdrukken: Herdruk verschenen onder de gewijzigde titel: Bij de laatste koppensnel-lers; Een verhaal uit de rimboe door detective -; [bandtekening van Carol Voges en illustraties van Gerrit de Morée]. Helmond, Uitgeversmij Helmond, [1950]. 155 blz. [Kroonserie; no. 1.]; 2e druk idem. Amsterdam enz., Forum enz., [1952]. 155 blz. [Kroonserie; no. 1.]. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; Herdr. KITLV cc 1080 N; 2e druk Brinkman

Een 'orang polisie' vertelt over zijn verblijf in de omgeving van Merauke (Zuid-Nieuw-Guinea) en zijn contacten met de Marindinezen, een Papoeastam. Daarbij komt ook nog de bevrijding van een Amerikaanse geleerde die door een wraak zuchtige Dajak en een groepje pygmeeën gevangen werd gehouden.

0700 Moedjoer, Benger. De geschiedenis van een klappemoot. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. 16 blz., afbn. [Ken je Indië?]Vindplaats: KITLV cc 1631 N+

Een kokosnoot vertelt hoe hij in de aarde wordt geplant en uitgroeit tot een hoge kokospalm die op zijn beurt weer vruchten voortbrengt. Zie ook no. 0701.

0701 Moedjoer, Benger. De geschiedenis van een klappemoot; Hoe Roesa gevangen werd; Hoe Matjan in Artis kwam. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. [Ken je Indië?; deel 1.] Vindplaats: Gegevens van het omslag van deel 2

Van het eerste verhaal 'De geschiedenis van een klappemoot' is een aparte uitgave verschenen (zie no. 0700).

Geannoteerde bibliografie 249

0702 Moedjoer, Benger. Pimmie's reis met de K.P.M.; Hoe bouwt Amat z'n huisje?; Boe-aja, de rover in de rivier, met vele illustraties. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. 56 blz. [Ken je Indië?; deel 2.] Vindplaats: KITLV cc 2377 (fotokopie)

'Pimmie's reis met de K.P.M.' Met zijn ouders maakt de schooljongen Pimmie een bootreis. Zijn vader is voor zijn werk overgeplaatst van een grote havenplaats naar een kleine buitenpost. Daar kan de boot nergens aanleggen, want er is geen dam of pier. Een grote prauw brengt het gezin naar de wal, en omdat het eb is dragen de roeiers vader, moeder en Pimmie naar het strand. Daar worden ze verwelkomd door zingende schoolkinderen.'Hoe bouwt Amat z'n huis?' In een kampong op de Molukken heeft 's nachts een hevige aardbeving plaatsgevonden. Aminah's man en dochtertje zitten beklemd tussen de puinhopen van hun huisje, maar ze leven nog. Met vereende krachten bouwt Amat, haar man, met zijn broer Abdullah en alle kampongbewoners een nieuw huis. Als het gereed is wordt het feestelijk ingewijd, eerst met een feestmaal voor de bouwers en later voor de gasten die op de maat van de muziek van trommel en fluit gaan dansen.'Boe-aja, de rover in de rivier'. Een krokodil heeft bij een kampong aan een rivier een jongen meegesleurd en gedood. Als er bijna een tweede slachtoffer valt komt de controleur, die op dienstreis is, de kampong bezoeken. Met een goed getroffen schot worden de bewoners van het gevaarlijke monster verlost.

0703 Moedjoer, Benger. Joesoef in de boei; De avonturen van Roda; Bandjir. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. 55 blz., afbn. [Ken je Indië?; deel 3.] Vindplaats: KITLV cc 51 N

Het eerste verhaaltje gaat over Joesoef, de sagoverkoper wiens handen nogal los aan zijn lijf zitten, waardoor hij in de boei (gevangenis) terechtkomt. Het tweede stukje is het avontuur van de hond Roda die met zijn baas op toernee gaat, en het derde stukje beschrijft de angst van een echtpaar uit de dessa dat op het punt staat hun kindje te verliezen.

0704 Moedjoer, Benger. 'Lang leve onze Koningin!'; Oom Marcus blaast de reveille; Blank en bruin vieren feest; met vele illustraties. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. 55 blz. [Ken je Indië?; deel 4.] Vindplaats: KITLV cc 2193 N

In een garnizoensplaats [vermoedelijk Ambon] ergens op de Molukken wordt op 31 augustus koninginnedag gevierd door jong en oud. Jan, enig kind van de Nederland-se controleur (bestuursambtenaar), geniet 's morgens vroeg van de parade die zijn vader afneemt. Het is een grote groep Molukse oud-militairen. Bijna allemaal dragen ze een ereteken op de borst.Daarna volgt een kerkdienst met een receptie ten huize van de controleur. Na dit officiële gedeelte begint het feest voor de Maleise en Nederlandse schooljeugd. Gezamenlijk wordt het Wilhelmus gezongen en daarna geven ze om beurten uitvoeringen, waarbij de inheemse schooljongens een uitbundige Alfoerendans ten beste geven, 's Avonds eindigt koninginnedag met een lampionoptocht, waarin ook Jan meeloopt met zijn verlichte tijgerlampion.

250 Geannoteerde bibliografie

De volgende dag, l september, zijn er nog festiviteiten voor de volwassenen. Op de pier bij het strand spelen fluitorkesten en liggen er beschilderde en versierde prauwen gereed voor de roeiwedstrijden. De aloon-aloon voor het huis van Jans vader is nu veranderd in een feestterrein. Na de prauwwedstrijd worden hier tot besluit allerlei spelen gehouden.

0705 Nachenius-Roegholt, A.M. In gelijke pas; geïllustreerd door Hans Borrebach; meisjesboek. Alkmaar, Kluitman, [1938]. 176 blz. ['De Nieuwe Leeskring'.] Vindplaats: KITLV cc 1476 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over twee zusjes die voor hun opvoeding bij twee verschillende tantes in huis wonen.

0706 Renes-Boldingh, M.A.M. Begijntjes \vonderjaar, [bandteekening van K[arel] Hoeken-dijk]. Baam, Bosch & Keuning, [1938]. 230 blz. [Opgang-serie, 7e jrg.; no. 8.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1008 N

Annemarie, een onderwijzeres uit de provincie, gaat voor een jaar naar het gezin van haar broer op Sumatra. Onderweg aan boord maakt ze een innerlijke strijd door die ze met de kracht van haar christelijk geloof weet te overwinnen. Van nabij ziet ze hoe het tropenleven in het van de buitenwereld afgesloten Simara soms een negatieve uitwerking heeft op haar schoonzusje. Aan de andere kant geniet ze met volle teugen van het Batakse land en maakt ze kennis met de vrijbuiter Joost, een filoloog, die in eenzaamheid werkt aan een Nederlands-Bataks woordenboek.

0707 Renes-Boldingh, M.A.M. De blauwe bende; geïllustreerd door Sierk Schröder. Rotterdam, Voorhoeve, [1938]. 192 blz. Herdrukken: 2e druk [1938]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 60t

Groepje Nederlandse schooljongens in Taroetoeng (Bataklanden) vormt een hecht clubje. Een jonge enthousiaste zendingsarts wordt hun 'president'. Hij dringt er op aan dat het buitenbeentje Flip lid wordt van de club met alle gevolgen van dien...

0708 Renes-Boldingh, M.A.M. Edelsteentje; pentekeningen van Rein Stuurman. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 31 blz. [Zilverserie.] Herdrukken: 3e druk idem, 1951. 39 blz. Vindplaats: KITLV cc 423

De ouders van het blind geboren Batakse jongetje Hoemala (Edelsteentje) zijn wanhopig, totdat een zendingsarts door een operatie maakt dat Hoemala kan zien. Bekroond door de Nederlandsche Zondagsschool-Vereeniging.

0709 Rive Box, Hans de la. Maarten Wouters' zeereis; De avonturen van een Hoüandschen jongen tijdens de eerste tocht der Nederlanders naar Indië onder leiding van Comelis de

Geannoteerde bibliografie 251

Houtman; [platen en bandversiering naar teekeningen van E.M. ten Harmsen van der Beek]. Kampen, Kanis & Gunnink, [1938]. 64 blz. Vindplaats: KITLV 1823 N+

Plaatjesalbum waarbij de avonturen worden beschreven van een Amsterdamseweesjongen die in 1595 als scheepsmaatje zijn eerste reis naar de Oost (Java en Bali)maakt.Voor dit verhaal werden de historische gegevens ontleend aan: De eerste schipvaartder Nederlanders naar Oost-Indlë door G.P. Rouffaer en J.W. Ijzerman. 's-Gravenha-ge, Nijhoff, 1915, 1925 en 1929. 3 delen. [Werken uitgegeven door de Linschoten-Vereeniging; deel VII, XXV en XXXII.].

0710 Schoonevelt, Fine. De berg spreekt...; geïllustreerd door Menno van Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1938]. 20 blz. Vindplaats: OBA/KITLV cc 492 N (fotokopie)

Een luchthartige Soendanese weduwe hertrouwt met een Javaanse prijaji die schrijver is bij een assistent-resident. Hij wil haar enig dochtertje Risa niet in zijn huis opnemen. Het meisje blijft bij haar grootvader wonen waar ze moet meewerken op de sawah. Ze bezoekt haar moeder als haar stiefvader naar kantoor is. Tijdens de werking van de vulkaan de Tjiremai (Tjaremé) wordt de zieke Risa door een Nederlands zendelingsechtpaar liefdevol opgenomen en verpleegd. Wanneer ze beter is zal ze aansluiting zoeken bij een kring van inheemse christenen.

0711 Schoonevelt, F[ine]. Lambon, het meisje uit de poeri; Een verhaal van Bali; geill. door Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1938]. 128 blz. Herdrukken: 3e druk [1948]; 5e druk [1952]. Bevat verklarende voetnoten. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 821 N; 3e druk KITLV h 195; 5e druk Brinkman

Tegen de traditie in breekt een jong Balinees meisje uit de poeri haar opleiding voor lègongdanseres af. Ze is gedwongen naar familie in een ander dorp te vluchten. Ook daar is haar leven niet veilig. Ze loopt weg en ontmoet tijdens de tempelfeesten een Chinese vrouw die haar in aanraking brengt met het christendom. Bij haar mag ze in huis wonen, maar ook daar wordt ze nog achtervolgd. Er komt een oplossing: ze gaat met een controleursfamilie mee naar Java.In Bandoeng krijgt ze gelegenheid een opleiding voor inlandse onderwijzeres te volgen. Wanneer ze naar Bali terugkeert is ze een zelfstandige jonge vrouw. Ze richt een christelijk schooltje op en neemt haar moeder - die nog in de poeri woont - bij haar in huis.

0712 Slooten, Augusta van. Waar het bamboe ruischt; bandteekening naar het ontwerp van Sjoukje Tiemersma. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1938]. 300 blz.. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 496

Ine, een Hollands meisje, zit in Amsterdam op de kweekschool. Als haar vader -kapitein in het Indische leger - overlijdt, hertrouwt haar moeder met een administra-teur van een suikeronderneming. Na haar studie wil Ine graag in Nederland blijven,

252 Geannoteerde bibliografie

maar ze moet naar Java terugkomen. Het leven op de suikeronderneming bevalt haar niet: alles draait om carrière maken en tantièmes. Haar Indische halfbroer voelt zich door zijn vader tekort gedaan. Op aanraden van Ine gaat hij naar Nederland, waar hij liefdevol wordt opgevangen. Wanneer de crisis uitbreekt volgen ingrijpende veranderingen. Ine wordt onderwijzeres in Bandoeng en neemt afscheid van haar ouders die voorgoed naar Europa terugkeren.

0713 Soest, Ems LH. van. De wereld die wij veroveren moeten; [stofomslag en titelvignet van Hans Borrebach]. Alkmaar, Kluitman, [1938]. IV, 236 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1454 N/UBA

Mine, een Hollands meisje uit Semarang, heeft de moed gevonden om haar verloving te verbreken en vertrekt naar familie in Nederland.

0714 Sutorius, Anna. Meisjes-idylle; met illustraties van Willi Breedijk en Jac. Kerkmeester. Rijswijk, Kramers, [1938]. 228 blz. Vindplaats: PB

Het verhaal speelt in Den Haag en bevat een Indisch fragment over het meisje Non.

0715 Velsen-Quast, Margreet. Kruispunt. Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland', [1938]. 230 blz.Herdrukken: 2e druk [1948]. 258 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 332 N

Wendie, een Hollands meisje uit een zakenmilieu, zit in de hoogste klas van de kweekschool in Batavia. Voor een relatie van haar vader gaat ze een verplichting aan. De man leeft gescheiden van zijn vrouw en ziet geen kans om zijn verwaarloosde zoontje op te voeden. Wendie komt bij hem aan huis om de jongen bij te werken en uit zijn isolement te halen. Op een gegeven moment leidt dit regelmatig contact tot spanningen als Wendie verliefd wordt op de heer des huizes. Dank zij de steun van haar ouders kan ze nog op tijd haar keus bepalen en vertrekt ze naar Holland.

Verbrugh, Tippy. De droom van Liesje. [c. 1938]. Zie no. A009

0716 Veren, M. [ps. van M. van de Zwan-Nelck]. Eva's zending; [met illustraties van Pol Dom]. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 31 blz. Herdrukken: 2e druk [1939]. [Zilver Serie.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1074 N

Een veertienjarig moederloos meisje dat in Indië is opgegroeid, moet afscheid nemen van haar vader, haar lijfbaboe en Java. Voor haar opvoeding gaat ze naar Den Haag waar de ouders van haar overleden moeder wonen. Door zich aan te leren passen overwint ze haar heimwee en worden de conflicten met haar grootmoe-der bijgelegd.

Geannoteerde bibliografie 253

0717 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Onder de Papoea's; [geïllustreerd door Jaap Veenendaal]. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 237 blz. Vervolg van: Twee Hollanders in het oerwoud (zie no. 0621). Vervolgd als: Pioniers en Papoea's (zie no. 0758). Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 936 N

Zendeling Harpert Kozijnse, geplaatst aan de kust van het eiland Awek, is over -werkt. Om rust te vinden trekt hij er tussenuit met zijn schilderskist. Zijn vriend Gijs Habébé, de bestuursambtenaar, krijgt van zijn baas, de resident van Ternate, de opdracht alle uitvoer van goederen te controleren, speciaal de smokkel van paradijs-vogelhuiden.Op het pinksterfeest in Awek komen van alle kanten christen-Papoea's de open-luchtsamenkomst bijwonen en de pinkstermarkt, de pasar-Indjil. Honderden hebben hun gaven bij elkaar gebracht om eikaars goederen te kopen. Kozijnse levert een schilderij in waarvoor een Chinese handelaar het hoogste bedrag biedt. Chinese handelaars maken intussen handig gebruik van de Ambonees Jong Salmon die bij hen in de schuld staat. Hij laat zich overhalen om met een groepje bospapoea's op paradijsvogeljacht te gaan. Tofoi, de huisjongen van de bestuursambtenaar Habébé, wie dit ter ore komt, loopt weg om de Papoea's onder wie zich ook zijn vader bevindt te waarschuwen, maar wordt zelf het slachtoffer van geweld. Bij controle op bootdag blijkt de holle lijst van Kozijnse's schilderij de smokkelplaats van paradijsvogelhuiden te zijn tussen Awek en Makassar.

0718 Amstel, Hans van. De wraak van den Javaan; geïllustreerd door R.W. Snapper.'s-Hertogenbosch, Malmberg, [1939]. 207 blz. [Malmberg's Nieuwe Jeugdserie.] Her-drukken: 2e druk [1956]. 160 blz.; 3e herziene uitgave [1956]. 158 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KDC; 2e druk BBJ; 3e druk KITLV cc 1245 N

Speelt niet in Nederlands-Indië, maar in Suriname. Natiman, weesjongen van wie de Javaanse vader als contractarbeider op weg naar Suriname is gestorven en de moeder korte tijd er na, komt als pleegzoon bij een Hollands kinderloos echtpaar in Paramaribo. Daar wordt hij verwend en is totaal onhandelbaar. Wanneer zijn pleegouders voorgoed naar Nederland vertrekken mag hij niet met hen mee.

0719 Belinfante-Belinfante, Emmy. We slaan er ons door, met tekeningen van Els Bode. Amersfoort, Valkhoff, [1939]. 227 blz. Vindplaats: PB

Speelt in Amsterdam tijdens de economische malaise en bevat Indische fragmenten. Toet Numan is met haar zestiende jaar uit Indië naar Holland gekomen. Ze heeft haar akte MO-Engels behaald en is intussen verloofd geraakt met een apotheker. Door ernstige ziekte van haar vader - een ondernemingsarts - repatriëren haar ouders naar Nederland. Zijn frivole vrouw en zijn lichtzinnige zoon jagen er veel geld doorheen, zodat Toet gedwongen wordt met haar eigen spaargeld hun schulden te voldoen.

254 Geannoteerde bibliografie

0720 Bieger, N.K. Karel lost het op; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1939]. 160 blz. [Serie 'De 4 Jaargetijden'.]Herdrukken: Ook verschenen te Batavia, Kolff, [1941]. 160 blz. met illustraties van Pol Dom. Vindplaats: KB; Indische uitgave Ockeloen

Speelt in Nederland en bevat hier en daar wat korte Indische opmerkingen.

0721 Bieger, N.K. Onder de vliegdennen; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1939]. 144 blz. [Serie 'De 4 Jaargetijden'.] Vindplaats: KB

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten van een opzichter B.O.W. (Burgerlijke Openbare Werken) te Fort de Koek op Sumatra die langs telepathische weg het doodsbericht van zijn broer op Java doorkrijgt. In hoofdstuk VII 'Het spook van Poerworedjo' wordt een diefachtige kokkie met haar sirih-spugen ontmaskerd.

0722 Brinkgreve-Entrop, J.H. Op de kunstijsbaan; geïllustreerd door Miep de Feijter. Alkmaar, Kluitman, [1939]. 159 blz. [Serie 'De 4 Jaargetijden'.] Vindplaats: KITLV cc 1763 N

Speelt in Den Haag en bevat fragmenten over het lagere schoolmeisje uit Indië, Non Gemers. Ze is teleurgesteld als er nieuwe Indische klasgenootjes komen omdat ze blank zijn. Non had gedacht dat ze nog donkerder zouden zijn dan zij zelf. Met enige zelfspot zegt ze dan ook: 'Ik ben en blijf de enige Moriaan hier'. Non woont met haar moeder en broertjes voorgoed in Nederland. Haar moeder is weduwe en moet van een klein pensioen rond zien te komen. Het Sinterklaasfeest kan thuis niet worden gevierd en evenmin kunnen er een paar schaatsen voor Non af. Op haar tocht door de stad ontmoet ze een vriendelijke oude heer met een lange witte baard. Hij vraagt Non of ze tegen betaling voor Zwarte Piet wil spelen. Zijn voorgaande 'knecht' kwam uit de West en studeerde in Leiden. Nu is hij afgestudeerd en is vertrokken. 'En nu zag ik jou... ook een bijna echte Zwarte Piet. Of beledig ik je?' Eén ogenblik voelt Non zich kriegelig worden, maar ze stemt toe. Ze kan op deze manier geld verdienen om Sinterklaascadeautjes voor haar moeder en vier broertjes te kopen.

0723 Franke, S. Sinjo-Juul. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1939]. 295 blz. Vindplaats: KITLV cc 193

Juul is het enige kind van een Javaanse moeder en een van oorsprong Nederlandse vader die employé is op een suikeronderneming op Midden-Java. Wanneer zijn vader overlijdt moet de twaalfjarige Juul met zijn moeder van de onderneming naar de kampong verhuizen. Hij gaat niet meer naar school en zwerft met Kertosomo -het zoontje van het dorpshoofd - in en rond de kampong. Sinjo-Juul past zich snel aan. Onverwacht komt zijn tante Emilie - een zus van zijn overleden vader - hem opeisen. Juul gaat mee naar de stad en woont bij zijn kinderloze oom en tante die hem zijn inlandse gewoonten proberen af te leren. Hij gaat nu weer naar school en hij doet zijn uiterste best omdat de onderneming van zijn vader een beurs in het vooruitzicht heeft gesteld. Na een aardbeving die zijn kampong verwoest komt ook

Geannoteerde bibliografie 255

Juuls moeder bij oom en tante wonen: in de bijgebouwen bij de bedienden. Juul voert een innerlijke strijd met zijn gevoelens en eerlijkheid ten opzichte van zijn Javaanse moeder, het Indische milieu van oom en tante en zijn Europese klasgeno-ten die hem uitschelden voor 'blauwe' en 'liplap'. De onderwijzer, mijnheer De Groot, is een steun voor Juul. Hij moedigt hem aan vooral goed Nederlands te spreken. Over het rassenverschil zegt hij tegen Juul: 'Het zit dieper, Juul. De kleur van de huid doet er niets toe en ook niet de taal, welke iemands moeder spreekt. Het komt aan op het karakter. Als dat maar van de goeie kleur is, dan is het in orde.' Juul slaagt als tweede voor zijn eindexamen en hij krijgt de beurs om in Nederland techniek te gaan studeren. Bevat 'De legende van de Prambanan'. Eervolle vermelding van de Garoeda prijsvraag voor de oudere jeugd.

0724 Goens, R. van. Avonturen in Bomeo; [met illustraties van J. Korver]. Bandoeng, Kleijne, [1939]. 239 blz.Herdrukken: Herdruk verscheen onder de titel: Het meermonster; Verhaal uit Borneo's merengebied; omslag en platen van Dick Lammere. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1947]. 204 blz. Bevat lijst van vreemde woorden Vindplaats: Ie druk KJTLV cc 2264 N; Herdruk KITLV cc 277

Een Nederlandse handelaar in huiden en bosprodukten te Bandjermasin trekt met zijn neef door een bijna onbetreden oerwoudgebied van Borneo waar ze in aanra -king komen met koppensnellende Dajaks.

0725 Hagers, Freddy. De schouders er onder, geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1939]. IV, 187 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 1595 N

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten over het meisje Lexje de Winter uit Indië, die na haar studie aan de tekenacademie een reclamebureau is begonnen.

0726 Heerde-van Schreven, C.M. van. Mia's perikelen in de tropen. Baarn, Hollandia, [1939]. 232 blz. [Ster-serie.] Vindplaats: KIT/KITLV cc 1415 N (fotokopie)

Jong getrouwd stel vertrekt tijdens de crisisjaren in Nederland naar Indië waar de echtgenoot voor vijf jaar is benoemd als leraar Nederlands aan een HBS in Batavia. Zijn vrouw ziet vreselijk tegen het nieuwe leven op. Ze mist haar familie in Leiden en het Hollandse klimaat. Naarmate de tijd verstrijkt begint ze te wennen en vindt ze Indië geen moeilijk, maar een heerlijk land.

0727 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. De tempelwachter van Plamboen; [met illustraties van F. v.d. B.]. Hoorn, Drukkerij Edecea, [1939]. 96 blz. [Edecea-editie voor de Jeugd; no. 24.]Herdrukken: 3e druk [1942]; 4e druk [c. 1943]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 561; 3e druk KITLV cc 802 N; 4e druk Brinkman

256 Geannoteerde bibliografie

Pa Karta, een wajangpoppensnijder uit de kraton van Djokjakarta is overleden. Zijn vrouw M'bok Oera en zijn zoontje Ardjo verlaten de sultanstad. M'bok Oera gaat zich vestigen in de dessa Plamboen waar ze een stukje sawahgrond heeft gekocht. Als haar rijstoogst mislukt verkoopt ze het land en gaat ze werken op een suikerfa-briek. Ardjo heeft vriendschap gesloten met Si-Toewah, een oude tempelwachter (van de Ciwatempel, Tjandi Prambanan). Hij houdt van Ardjo als van zijn kleinzoon en vertelt hem de verhalen over de oude Hindoegoden, speciaal over Ciwa. Wanneer Ardjo het strenge gelaat van dit beeld ziet, gaat er een rilling door hem heen. Si-Toewah waarschuwt dat hij hierover nooit mag spreken met de imam en ook niet moet vertellen over zijn Javaanse kinderbijbel die hij van de doktersvrouw van het zendingshospitaal heeft gekregen.Si-Toewah wordt ernstig ziek en hij wordt verpleegd in het zendingshospitaal. Ardjo wordt door de wedono tijdelijk als tempelwachter aangesteld. Voor Si-Toewah sterft heeft hij nog een gesprek met Ardjo en vertelt hij hem dat hij christen is geworden. Hij wordt ook als een christen begraven. Wanneer Ardjo de aanstelling als tempel-wachter krijgt is zijn moeder voldaan. Ze hoeft dan niet meer op de suikerfabriek te werken. Maar Ardjo neemt het aanbod niet aan en zijn moeder is zó kwaad dat ze hem verstoot. Hij vindt onderkomen bij de doktersfamilie en wordt christen. In Djokjakarta gaat hij naar de opleidingsschool voor inlandse helpers. Na zijn studie werkt hij in het zendingshospitaal in Plamboen en wanneer zijn moeder als patiënt wordt binnengebracht komt hun verhouding weer goed. Ze gaat bij Ardjo inwonen, maar ze wordt geen christen.Van dezelfde auteur verscheen in 1938 een korte variant van dit verhaal onder de titel Het beeld in de tempel (zie no. 0693).

0728 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Kètap, de jongen van Rawoe; Een verhaal uit de Molukken; geïllustreerd door Jaap Veenendaal. Meppel, Huisman, [1939]. 151 blz. [Neêrlands Jeugdbibliotheek; no. 3.] Vindplaats: BBJ/OLBG/BMN

Controleursgezin uit Wajaboela (Morotai) strandt met een gouvernementsstomer op het eiland Rawoe. De controleursvrouw is behoorlijk ziek en alleen Loepang, de Alfoerse medicijnman, kan haar van de pijn af helpen. Hun zoontje Frits sluit vriendschap met Kètap, de 'pleegzoon' (slaafje) van Loepang. De controleur koopt Kètap van zijn stiefvader en hij gaat met de familie mee naar Java. In Bandoeng komt hij op het zendingsinternaat. Tegelijkertijd verdwijnt ook Loepang - als verstekeling - van Rawoe en komt in Soerabaja terecht. Hij wil veel geld verdienen en door toedoen van een slimme Chinees komt Loepang in de opiumsmokkel terecht. Hij loopt in de val en belandt in de gevangenis in Semarang. Als hij zijn straf heeft uitgezeten opent hij in Bandoeng een kleine warong, maar de plaatselijke bevolking wil niets van hem weten. Ten einde raad trekt hij naar Batavia, wordt ziek en is gedwongen naar Djailolo (Halmahera) terug te keren. Wanneer jaren later Kètap als zendelinghelper naar Djailolo terugkomt, ziet hij in het zendingshospitaal-tje Loepang terug.

0729 Jongejan-de Groot, C.Th. Goudhaantje; tekeningen van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1939]. 149 blz.Herdrukken: 2e druk [1940]; 3e druk [1954]. 128 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk BBJ; 3e druk Brinkman

Geannoteerde bibliografie 257

Hollands schoolmeisje Elsje ('Goudhaantje') komt bij familie in Den Haag wanneer haar vader, die leraar is, voor een aantal lezingen en een studiereis naar Indië vertrekt.

0730 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Vacantie-avonturen op Goe-noeng Tiga; omslagtekening, band en illustraties van Willy Schermelé. Amsterdam, Meulenhoff, [1939]. 158 blz. [U.N.I. Serie.] Vindplaats: KITLV cc 32 N

Nora en Wim gaan met hun vader, die inspecteur voor het inlands onderwijs is, een paar dagen mee op tournee. Samen met de chauffeur Sidin rijden ze door de Preanger en logeren ze in een Indisch pension of een pasanggrahan. Op deze route ligt ook het vakantieadres van de kinderen: de thee-onderneming van oom Jan. De weken die ze daar doorbrengen zijn vol belevenissen met allerlei dieren. Soms is het zelfs griezelig, wanneer de oude kluizenaar Mahmoed met zijn fluit achttien slangen bezweert en weglokt uit huis en tuin. Door de inheemse bevolking wordt hij dan ook Kiai, heilige of wijze, genoemd.

0731 De lichte nacht; Een bundel kerstverhalen door Guido van Deth, J. van der Heide, Piet Korthuys e.a. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1939]. 190 blz., afbn.. Bevat poëzie en de verhalen 'De liefde is uit God' door M.A.M. Renes-Boldingh (blz. 90-113); 'Advent' door Piet Korthuys (blz. 124-143); 'Hij die gekomen is; Kerstverhaal uit het oerwoud van Papoealand' door Albert Zaaier [ps. van Albert J. de Neef] (blz. 145-163). Vindplaats: KITLV cc 1767 N

'De liefde is uit God' speelt in Nederland. Twee kinderen van een theeplanter uit Indië wonen bij een tante in huis waar ze warmte en begrip ontberen. Het verhaal 'Advent' geeft het schrijnende beeld van een werkloze Hollandse machinist van een suikerfabriek uit Java's Oosthoek die met zijn gezin in de kampong van Batavia woont en langs de huizen van Europeanen vent met postpapier, tandenborstels en zeep.'Hij die gekomen is' vertelt over kustpapoea's (uit de omgeving van het eiland Japen). Hun stamhoofd Mantabori is zo ziek, dat zelfs de medicijnman hem niet kan genezen. De houtsnijder Nanasi gaat met een paar dorpsgenoten per prauw de zee over om de hulp in te roepen van de zendeling die in de baai van Jobi woont. Alleen hij is nog in staat hun stamhoofd beter te maken.Bevat poëzie en een verhaal over de held Mansren-Manggoendi die bij alle Papoea-stammen op Noord-Nieuw-Guinea bekend is. Zie ook Albert Zaaier. Papoea's in de branding (no. 0757).

0732 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. De wraak van Stalen Hand. [Amsterdam], De Volkskrant enz., [c. 1942]. 146 blz., ills. [Volkskrant Bibliotheek.] Vervolg van: De detective in de rimboe (zie no. 0788). Vindplaats: KITLV cc 1225 N

Opnieuw voert detective Hans een strijd op leven en dood in de oerwouden van Borneo. Dit keer bevrijdt hij Radjang, het jonge opperhoofd van de Boekatstam, en zijn gezin uit handen van zijn tegenstander. De priester-tovenaars vinden dat

258 Geannoteerde bibliografie

Radjang teveel westerse ideeën heeft overgenomen die in strijd zijn met het animisme van de stamgenoten.

0733 Putten, Ans van der. Luister uurtjes; Derde deel; Veertig vertellingen voor kinderen van 8-10 jaar. Haarlem, Drukkerij De Spaamestad, [1939]. 321 blz. Bevat poëzie en het verhaal: 'Hoe Dodo en Nini hun moeder in Indië verrasten' (blz. 133-140). Vindplaats: KITLV cc 2207 N+

Twee Indische zusjes, voor hun schoolopleiding tijdelijk bij familie in Holland, laten gelukwensen voor hun jarige moeder in Indië vastleggen op een grammofoonplaatje.

0734 Renes-Boldingh, M.A.M. Storm over Toba; geïllustreerd door C. Leeflang-Oudenaar-den. Rotterdam, Voorhoeve v/h Bredée, [1939]. 63 blz. Herdrukken: 2e druk [c. 1940]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 505 N (fotokopie); 2e druk KITLV cc 2175 N

Als Toempak, een Batakse schooljongen, met vakantie thuiskomt wacht hem weinig vreugde. Zijn moeder die graag christen wil worden is bang voor de wraak van de bégoe's. 's Nachts gaat Toempak in een prauwtje door de storm over het Tobameer om hulp te halen.Eerder verschenen in: Ferme jongens; Een boek voor jongens van twaalf tot zestien jaar, samengesteld door P.A. de Rover. Hoorn, Drukkerij Edecea, [1935]. Blz. 84-104, foto-ills. Vindplaats OBA.

Tersoest, Alex. De terugkeer van X. [1939]. Zie no. 0790

0735 Voorhoeve, R[udy]. Het geheim van de kloof; Avonturen in de oerwouden van Nieuw-Guinea; met illustraties van F. van Bemmel. Amsterdam, Veen, [1939]. 202 blz., krt. Herdrukken: Herdruk. Amsterdam, Veen, [1950]. 246 blz.; Herziene druk verscheen onder de titel: Tdiauw en het geheim van de kloof. Amsterdam enz., Elsevier, 1962. 160 blz.Vervolg van: Tdiauw en de medicijnman (zie no. 0645). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 178; Herdruk Brinkman

Het is een zware slag voor Tiliauw geweest dat hij zijn geweer bij de politie van het kustdorp moest inleveren. Hij wil naar de vijandelijke stam, de Njao's, waar hij vroeger gevangen heeft gezeten. Daar heeft hij acht jaar geleden Taoeri, het slanke katachtige meisje met de 'brandende ogen', leren kennen. Maar zonder geweer durft hij de tocht niet aan. De komst van twee Nederlandse onderzoekers geeft hem een kans als gids te dienen. Van hen krijgt hij een geweer, precies zoals hij het verlang -de. Op hun tocht over de Tamirivier ontdekken de Nederlanders een kloof in een rotswand waarin een zwart houten beeld staat, beschilderd met rode en witte aarde, met ogen van groene stenen. Er omheen liggen overal beenderen en schedels verspreid en resten van houtvuren. De wanden zijn versierd met tekeningen van vreemdsoortige dieren en er is ook een afbeelding van de zon die een belangrijke rol in de eredienst van de vroegere bewoners moet hebben gespeeld.

Geannoteerde bibliografie 259

Tiliauw ziet het beeld en zegt dat het een korwari is. Even later vindt een van de Hollanders goudkorrels, waarover hij zwijgt. Als ze op voor Tiliauw bekend terrein komen, zijn vroegere dorp Sawia-Arso, knijpt hij er op een gegeven moment tussenuit en gaat naar de vijandelijke Njao's, waar hij Taoeri met een donderende krijgslist ontvoert. In Sawia-Arso wordt ter ere van Tiliauw en Taoeri een groots feest gevierd. Ondertussen vertelt de Nederlandse onderzoeker over de goudvondst. Ze besluiten geen ruchtbaarheid aan de zaak te geven, maar het goud te gebruiken voor de kosten van hun verdere studie en om iets voor hun zwarte vrienden te doen zonder dat dit opzien baart.De schrijver is een van de twee onderzoekers die een jaar aan de Humboldtbaai onder deze Papoeastammen hebben geleefd.

0736 Voorhoeve, R[udy]. Harimau; De geschiedenis van een Sumatraansche tijger, omslag-teekening van Gunter. Antwerpen/Amsterdam, Het Kompas/De Spieghel, [1939]. 147 blz.Herdrukken: 2e druk. Amsterdam, Veen, [1955]. 128 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 181; 2e druk BMN

De schrijver, een jager, vertelt hoe hij met een groepje Sumatranen drie maanden aan één stuk de tijger Harimau achtervolgde in de Padangsche Bovenlanden. Telkens is de tijger hen te slim af. Tenslotte moeten de jagers tot een wrede en bovendien gevaarlijke methode van jagen hun toevlucht nemen: een klem.

0737 Vries, Gijsbert de. Pak Ibrahim, de blinde van Blondo; geïllustreerd door Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1939]. 110 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 399

Getroffen door blindheid wordt de Javaanse dagloner Pak Ibrahim tot de bedelstaf gedwongen. Noch de op geld beluste vrouwelijke doekoen, noch de djimat van zijn uitgekookte neef kunnen hem helpen. Zijn hardvochtige vrouw jaagt hem voortdu-rend op, buit hem uit en laat hem tenslotte in de steek. Dankzij Marto, een Javaanse christen, komt Pak Ibrahim op een blindeninstituut op Midden-Java waar hij een menswaardiger leven kan leiden.

0738 Winter, Minnie de. Alles om Renee; geïllustreerd] door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1939]. 220 blz. Vindplaats: KITLV cc 729 N

Speelt op Java tijdens de crisisjaren in een Nederlands milieu. Wanneer Renee's verloofde Max door de economische malaise als suikeremployé is ontslagen neemt hij genoegen met een eenvoudige betrekking in Semarang. Deze baan blijkt van korte duur te zijn. Max voelt zich zo bezwaard dat hij Renee geen toekomst kan bieden dat door spanningen en misverstanden de verloving wordt verbroken.

0739 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Carl's kerstfeest in Papoea-land; Eenzendingsverhaal; tekeningen van J[aap] Veenendaal. Nijkerk, Callenbach, [1939]. 109 blz., krt. [Zilver-serie.] Herdrukken: 2e druk [1940].

260 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV cc 848 N

In 1857 worden in de Geelvinkbaai drie jonge Duitse schipbreukelingen door Papoea's gevangen genomen. Door het moedig optreden van zendeling Geissler worden zij bevrijd.

0740 Beem-Paleologo, T. van. Een nachtelijk avontuur; [met illustraties van Willy Scher-melé]. Rotterdam, Rotterdamsche Verzekerings-Sociëteiten (R.V.S.), [c. 1940]. 15 blz. Vindplaats: KITLV cc 762 N

Tom gaat logeren bij zijn oom die administrateur is van een tabaksonderneming. Tegen beter weten in gaat Tom met zijn neefje Bob proberen de nacht door te brengen in de tent die op het erf staat.

0741 Franke, S. De wajangpop. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1940]. 228 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 200

Si Oentoeng, een achtjarig Javaans jongetje, heeft een wajangpop uit hout gesnedenen beschilderd. Hij brengt zijn pop naar de oude dalang en hoopt dat deze hem kangebruiken. Wanneer de dalang de pop afwijst als 'een kunstig gesneden stuk hout' isSi Oentoeng teleurgesteld.Alleen de tovenaar Ngabi Soliman kan zijn pop tot leven brengen. Hij doet dit doorSi Oentoeng te laten verdwijnen in de wajangpop die nu tot leven komt. De popmoet de wereld in om wijze lessen te leren waardoor hij een bruikbare wajangpopwordt en Si Oentoeng doet ervaring op die nodig is om later de oude dalang tekunnen vervangen.Bekroond met de Garoeda-prijs voor de oudere jeugd.

0742 Franken, Nanny. Met vallen en opstaan; geïllustreerd] door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1940]. IV, 203 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vervolg van: Tehuis voor meisjes (zie no. 0688). Vindplaats: KITLV cc 1575 N

In het laatste jaar van haar studie aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam komt Lonnie voor problemen te staan: de definitieve terugkeer uit Indië van haar ernstig zieke vader én de financiële terugslag die dit tot gevolg heeft.

0743 Haskos Vader, J. De wildernis in; Een zendingsverhaal voor jongens en meisjes; [met illustraties van Corrie van der Baan]. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1940]. 96 blz. Vindplaats: KITLV cc 1113 N

Met zijn vader die zendeling is en een groepje Papoea's maakt de schooljongen Jim een tocht vol gevaren per prauw en te voet door het oerwoud van Nieuw-Guinea. Ze gaan op zoek naar een plek voor een nieuw te stichten zendingspost.

Geannoteerde bibliografie 261

0744 Huisman-Schippers, J.H. Toen Go bij oom en tante was; geïllustreerd door Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1940]. 54 blz. Herdrukken: 3e druk [1952]. 48 blz.; 5e druk 1961. Vindplaats: Ie druk BBJ; 3e druk KITLV cc 2096 N; 5e druk Brinkman

Tijdens een verlofperiode in Holland wordt de vader van Go door zijn firma naar Indië teruggeroepen. Zijn enig dochtertje Go moet hij bij familie achterlaten. Go's heimwee naar Indië wordt versterkt door de gemene streken die haar nichtje Annie haar levert. Wanneer Go door haar vader wordt opgehaald om naar Indië terug te keren zijn ze echter echte vriendinnen geworden.

0745 Kerstboek voor jong Indië; Een bundel Indische kerstverhalen; met medewerking van S. Oegema, J. Lodder, N. Setjo e.a. Batavia, Kolff, 1940. IV, 90 blz. Bevat poëzie en de verhalen: 'Kerstfeest in de dessa' (blz. 23-30); 'Hoe Loeki haar angst verloor' (blz. 31-46); 'Het Kerstfeest van Jopie en Pietje' (blz. 47-54); 'Hoe zal ik U ontvangen?' (blz. 56-66); 'Kerstfeest in Papoealand' (door Aflbert] J. de Neef) (blz. 67-90). Vindplaats: KITLV cc N

De bundel begint met twee verhalen in een bijbelse sfeer; de daarop volgende vijf vertellen hoe het kerstfeest in verschillende milieus in Indië wordt gevierd. 'Kerstfeest in de dessa'. Een Javaanse weduwe moet hard werken voor het levens-onderhoud van haar gezin. Haar zoontje Min wil dolgraag naar de kerstboom van de kapanditan gaan kijken, maar hij bezit geen behoorlijke kleren voor het feest. 'Hoe Loeki haar angst verloor'. De hulpeloosheid van een Indisch schoolmeisje dat zich altijd vermoeid of ziek voelt. Haar moeder en haar Javaanse oma denken dat ze onder invloed staat van goena-goena. Op aanraden van haar Nederlandse klasseon-derwijzer gaat ze naar het ziekenhuis. Na onderzoek blijkt dat ze door verkeerde voeding beri-beri (een vitaminegebrek) heeft.'Het Kerstfeest van Jopie en Pietje'. In het gezin van een Nederlandse koffieplanter wordt kerstavond samen met alle bedienden gevierd. Ook de zieke djaït die in de kampong woont en eenzaam in haar huisje ligt, wordt niet vergeten. 'Hoe zal ik U ontvangen?' Door de oorlogssituatie in Nederland ontvangt een Hollands gezin in Indië geen kerstpakjes van opa en oma. Ondertussen treft de moeder voorbereidingen voor een groots kerstfeest met vrienden en kennissen, maar de malaria-aanval van haar zoontje Jan gooit roet in het eten. Voor hem wordt het nu een kerstfeest waar hij naar heeft verlangd: eenvoudig en stil. 'Kerstfeest in Papoealand'. Een verhaal van de zendeling A.J. de Neef, wiens vrouw en kinderen al met verlof naar Nederland zijn. Hij verlaat Seroei om het kerstfeest bij de bergpapoea's in kampong Mantenboe te vieren. De bevolking leeft hier nog onder de macht van bijgeloof en vrees omdat ze de 'heidense' denkbeelden niet kan loslaten.

0746 Kesteren, J. van. De held van Jacatra; geïllustreerd door Gerrit de Morée. Helmond, Drukkerij 'Helmond', [1940]. 122 blz. [Nederlandsche Jeugdbibliotheek; no. 111A. Serie: Hollandsche Helden; no. 5.] Vindplaats: KITLV cc 576

Doorkneed in boekhoudkundige zaken en ingewijd in het koopmanschap te Rome keert de jeugdige Jan Pieterszoon Coen terug naar Hoorn. Als opperkoopman wordt

262 Geannoteerde bibliografie

hij door de Heren Zeventien van de Oost Indische Compagnie naar het eiland Banda gestuurd om daar orde op zaken te stellen in de factorij. Evenzo op het eiland Ambon, waar alles uit de hand is gelopen omdat de Nederlandse Compagniesdienaren zich te buiten zijn gegaan aan drank en de inheemse bevolking door hen is mishandeld en beroofd. De grootste boeven krijgen de doodstraf en de overigen legt Coen een ijzeren tucht op.Na veel strijd tegen de Engelsen en Javanen vestigt hij in 1619 op de puinhopen van deze nederzetting de stad Batavia, het knooppunt voor de handelsbelangen van de Oost Indische Compagnie.

0747 Kingmans, Hugo. Veertien man in een boot; pentekeningen van G.D. Hoogendoorn. Nijkerk, Callenbach, [1940]. 153 blz. Vindplaats: KITLV cc 1328 N

Historisch verhaal uit 1657 waarin opperstuurman Abraham Leeman in Batavia opdracht krijgt van de Oostindische Compagnie om bij het Zuidland (Australië) te zoeken naar overlevenden, maar vooral naar de tachtigduizend gulden van het scheepswrak van 'De Vergulde Draeck'.Zie over dit onderwerp ook: Klaas van der Geest Op 't Zuydlandt gestrand (no. 0840) en Chr. A. Meijer De klauw van de Draak (no. 1029).

0748 Langs verre kust; Twaalf zendingsverhalen voor de jeugd; met medewerking van A. van Dijk, N. Heertjes, Joh[an] van Hulzen, H. Krayer van Aalst, P.M. Legêne, J.H. Meerwaldt Jr., M.A.M. Renes-Boldingh, A.M. Schuyt-Mansvelt, H. Vuurmans en Albert Zaaier [ps. van Albert J. de Neef]. Bandversiering en gekleurde platen van AJ. de Neef. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1940]. 93 blz. ['Onze Zendingsvelden'; no. 3.]Bevat tien verhalen over Nederlands-Indië: 'Naar Indië' (auteursnaam niet vermeld) (blz. 3-10); 'Een hertenjacht' door [H.] Krayer van Aalst (blz. 11-16); 'De twee wondervissen' door Albert Zaaier [ps. van A.J. de Neef] (blz. 17-21); 'De eerste kennismaking' door M.A.M. Renes-Boldingh (blz. 23-32); 'Batakleven' door H. Vuurmans (blz. 43-54); 'Merkwaardig gebeuren' door Albert Zaaier [ps. van AJ. de Neef] (blz. 55-64); 'De geestenboom' door J.H. Meerwaldt Jr (blz. 63-69); 'Hoe Widjaja de Bijbel vond!' door A. van Dijk (blz. 70-76); ' "Volleerd", "Uit"geleerd, Afgestudeerd' door N. Heertjes (blz. 77-86); 'Terug naar 't vaderland' door A.M. Schuyt-Mansvelt (blz. 87-92). Vindplaats: KITLV q 598

'Naar Indië' beschrijft de reis van het jonge onderwijzersechtpaar Mierevelt dat in 1915 naar Sumatra gaat om op de zendingspost Naroemonda (Bataklanden) aan een kweekschool te gaan werken.'Een hertenjacht'. In Loki (West-Ceram) schenkt een Benoengkoeman, die genezen is van een kogelwond, een hertebokje aan het zoontje van de pendeta die hem heeft genezen.'De twee wondervissen'. In Nieuw-Guinea gaan christen-Papoea's uit vissen. Het dorpshoofd offert echter drinkwater aan 'Woria', de zeegeest. Een jonge Papoea, Abjatar, keurt dit heidense offer af. Met een paar stamgenoten gaat hij zijn eigen weg, maar de vangst levert niet veel op, in tegenstelling tot die van het dorpshoofd, waarbij vis in overvloed wordt binnengehaald. In een droomgezicht ziet Abjatar de schoolkerk waar links en rechts van de opengeslagen Bijbel een gouden vis hangt.

Geannoteerde bibliografie 263

'De eerste kennismaking'. De datoe Si Ala Piso heeft een grondige hekel aan de witogen (blanken) die met hun zendelingen het volk tot slaven wil maken van de 'Kompenie'. Dit verhaal is een fragment uit De zoon van de Witte Olifant, blz. 158-182, van M.A.M. Renes Boldingh (zie no. 0902).'Batakleven'. Een zendeling reist naar Liang, een Bataks dorp, waar de goeroe Pa Ngapoeli hem ontvangt. De goeroe vertelt hoe zijn vader een dobbelaar en een zwerver werd, zijn gezin te gronde richtte, maar op een kerstavond tot inkeer kwam. 'Merkwaardig gebeuren'. De Ambonees Jong-Salmon komt naar Waropen-Kai (Nieuw-Guinea) om koelies te werven voor een Chinese planter. Met sarongs en tabak probeert hij fortuin te zoeken onder de Papoea's. Per prauw trekt hij door het oerwoud met een konoor (medicijnman) als gids. Onderweg zijn ze de onzichtbare toeschouwers van een groots dodenritueel van een fanatieke Papoeastam, de Sajatiërs (zie ook: Albert Zaaier Onder de Papoea's, no. 0717). 'De geestenboom'. Zendeling P.H. Johannsen komt in 1866 naar Silidoeng in de Bataklanden. Een stamhoofd, Ompoe Siantar, is tegen zijn komst. Natuurgeweld en een voorspellende droom doen hem de heidense godsdienst de rug toekeren. Aan Johannsen hebben de Bataks het te danken dat ze het Oude Testament in hun eigen taal bezitten.'Hoe Widjaja de Bijbel vond!'. De Soendanees Widjaja woont in de Arabische wijk van Indramajoe. Zijn geestelijk leven is op de achtergrond geraakt toen hij districts-hoofd was. Nu leidt hij een ambteloos bestaan om dit verzuim in te halen. Hij leest de Koran, bezoekt de moskee en de pasantren zo veel hij maar kan. Een familielid brengt hem aan het twijfelen over een paar verzen in hoofdstuk 2 van de Koran ten aanzien van de wet en het Evangelie.' "Volleerd", "Uit"geleerd, Afgestudeerd'. Een jongen uit Nias die bij een zendeling heeft gewerkt en geleerd gaat naar de kweekschool in Depok (West-Java) om tot goeroe te worden opgeleid. Terug op Nias ondervindt zijn christelijke gemeente zoveel haat dat het Nederlands bestuur moet ingrijpen en hij het slachtoffer wordt als hij op zijn post blijft.'Terug naar 't vaderland'. Korte schets van een zendelingsechtpaar dat direct na hun huwelijk (1908) naar Toradjaland (Celebes) wordt uitgezonden waar ze vijftien jaar hebben gewerkt.

0749 Lentinck, Rona. Marianne's verlangen; [bandtekening en foto-illustratie van Hans Borrebach]. Alkmaar, Kluitman, [1940]. IV, 187 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 1601 N

Uitgekeken op het welgestelde provinciale milieu van haar ouders vertrekt Marianne naar Indië. In Batavia heeft ze een baan aangenomen als secretaresse op het kantoor van een theecultuurmaatschappij. Eigenlijk te snel naar haar zin raakt ze verloofd met haar ambitieuze afdelingschef die slechts geïnteresseerd is in zijn carrière. Wanneer Marianne ziet hoe oppervlakkig en berekenend hij is, en dat hij bovendien speelschulden heeft gemaakt, verbreekt zij het contact. Haar toekomst wordt bepaald door een hardwerkende jonge Hollandse planter.

0750 Muijen, Clementine van. Van zeebloem en meermin; Sprookjes van hier en eldersverteld door -; geïllustreerd door A. v[on] Czernicki. Soerabaia, Drukkerij Van Ingen, 1940. 107 blz.Bevat poëzie en twee verhalen met Indische fragmenten: 'Ramboetans' (blz. 75-84) en 'De sawoh-manilla' (blz. 85-92).

264 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1765 N+

'Ramboetans'. Een oude ramboetanboom haalt herinneringen op over zijn leven waarin hij het middelpunt vormde van een Hollandse familie.'De sawoh-manilla'. Een nieuwsgierige sawoh op Java wordt met andere soortgeno-ten naar Nederland verscheept. De vruchten komen op een handkar van een straatventer. Tenslotte komen ze op tafel bij kinderen die door de geur van de vrucht terugdenken aan hun tuin in Indië.

0751 Norel, K[laas]. Jonker op de vloot van Houtman; [pentekeningen van Jan Lutz]. Nijkerk, Callenbach, [1940]. 135 blz. Herdrukken: 2e druk [1943]. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 1453 N

Wanneer er met de Amsterdamse koopmanszoon, Lambert Biesman, geen land meer te bezeilen valt wordt hij door zijn vader gedwongen naar zee te gaan. Hij komt aan boord van de 'Mauritius' en wordt door alle tegenslagen die hij op de reis naar Indië ondervindt een volwassen man.

0752 Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. Hanneke op reis naar Indië; [omslag en een] illustratie [van J.C Basart]. Z.pl., z.uitg„ [c. 1940]. 75 blz. [Serie no. 607.] Bevat bijgebonden het verhaaltje 'De koene ruiter' dat in Noord-Amerika speelt. Vindplaats: KITLV cc 430 N

Een Hollandse weduwe reist met haar enig dochtertje op de 'Jan Pietersz. Coen' naar Java, waar ze voorgoed zullen gaan wonen bij een broer van haar overleden man. Uitvoerig wordt het leven op het kinderdek aan boord beschreven, waar de jeugd wordt beziggehouden. Het laatste hoofdstuk vertelt over een uitstapje in de omgeving van Sabang op het eiland Poel au We.

0753 Veren, M. [ps. van M. van de Zwan-Nelck]. Udo's eerste kostschooljaar; [tekeningen van G.D. Hoogendoorn]. Nijkerk, Callenbach, [1940]. 92 blz. Herdrukken: 2e druk [1940]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1608 N

Speelt in Nederland en bevat fragmenten over de Indische jongen Daan die op een kostschool zit in Utrecht. Kort voor zijn vertrek naar Nederland is zijn moeder overleden. Op school is hij een saaie 'roetmop'. Een paar oudere Indische jongens vertellen 'dat Daans moeder niet eens een "dame" was geweest, zo maar gewoon een Javaanse vrouw en erg bruin. Ze sprak een klein beetje Hollands en anders alleen Maleis. Op Java wilde haast niemand met zulke mensen omgaan.' Daan sluit vriendschap met zijn klasgenoot Udo - enig kind van een huisarts - bij wie hij de weekends en de vakanties doorbrengt.

0754 Vries, Gijsbert de. Masora; De geschiedenis van een Alfoerse jongen; geïllustreerd door Menno van Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1940]. 96 blz.. Herdrukken: 3e druk [1948]. 94 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 733 N; 3e druk Brinkman

Geannoteerde bibliografie 265

Een verhaal uit de Molukken. Na allerlei tegenslagen komt de Alfoerse bergjongen Masora tot het christendom. Hij is pienter, gaat naar school en hij speelt in een fluitorkest. Omdat hij een goed handschrift heeft, wordt hij schrijver op het kantoor van de Nederlandse gezaghebber in de hoofdplaats aan de kust. Ten onrechte wordt hij daar van diefstal beschuldigd.

0755 Warnsinck, Margot. Het sein staat veilig. Alkmaar, Kluitman, [c. 1940]. Herdrukken: 2e druk [1944]. 176 blz. Vindplaats: Ie druk niet bekend; 2e druk PB

Speelt in Amsterdam en bevat een summier fragment over een meisje dat door een misverstand in de liefde naar een baan in Nederlands-Indië wil solliciteren.

0756 De windroos; Onder redactie van C. Boudens-van Heel, Broeder Gummarus [ps.], To Hölscher e.a. Utrecht, Het Spectrum, 1940. 410 blz., afbn. [Jaarboek voor de Katholieke Jeugd.]Bevat het Indische verhaal van Fr. Fritschy: 'Jongens van de zee' met illustraties van Gerard Huysser (blz. 131-154). Vindplaats: KITLV cc 1671 N

Speelt onder Indonesische vissersjongens van het dorpje Koemoe in de Minahassa op Celebes.

0757 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef). Papoea's in de branding; Een verhaal uit Nieuw-Guinea. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1940]. 93 blz., afbn. Vindplaats: KIT/KITLV g 464

Papoea's van het eiland Jappen komen in aanraking met de westerse maatschappij, maar leven nog volgens hun eigen cultuurpatroon. Nanasi, de houtsnijder, ervaart het verschil tussen de held Mansren Manggoendi uit een oude Papoea-overlevering en de verlosser Mansren Jesoes.

0758 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Pioniers en Papoea's; Een verhaal uit hetbinnenland van Noord-Nieuw-Guinea; [met illustraties van Jaap Veenendaal]. Nijkerk,Callenbach, [1940]. 189 blz.Herdrukken: 2e druk [1940].Vervolg van: Onder de Papoea's (zie no. 0717).Bevat poëzie.Vindplaats: BZO/MTLV g 812 N

Twee Nederlanders, de zendeling Harpert Kozijnse en de bestuursambtenaarGijsbert Hardeman (alias Habébé) zien zich voor de moeilijke taak geplaatst omtwee vijandige dorpen, Sikowai en Saberi, op het eiland Koeroedoe met elkaar teverzoenen.In het verhaal wordt uitvoerig de denk- en leerwereld van de Papoea's beschreven.

266 Geannoteerde bibliografie

0759 Aardweg, H[ans] P. van den. Generaal van Heutsz; Oorspronkelijk jongensboek;geïllustreerd door L. de Swart. [Helmond, Drukkerij 'Helmond'], [1941]. 123 blz. [Nederlandse Jeugdbibliotheek; no. 113 A. Serie: Hollandse Helden.] Vindplaats: KTTLV aa 79 N+

Geromantiseerd jongensverhaal over de jeugd en de militaire loopbaan van Jan van Heutsz in het opstandige Atjeh en zijn benoeming tot gouverneur-generaal van Oost-Indië.

0760 Brings, Alice. Zon, zee... en zeilen. Djokjafkarta], Ribbens Boekendepót, [1941]. 164 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 2021 N (fotokopie)

Dit verhaal speelt op Zuid-Celebes tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pim is het enige kind van welgestelde Hollandse ouders. Hij woont met zijn mondaine moeder in Makassar; zijn vader woont op Java. Hij lijdt onder de scheiding van zijn ouders. Nieuwe buren brengen verandering in zijn leven. Het is een eenvoudig, maar hartelijk gezin waarvan de vader voor zijn werk van Djokjakarta naar het kantoor in Makassar is overgeplaatst. Pim trekt met de oudste kinderen, Ruud en Merijntje, op. Aan de boulevard komen ze in aanraking met Bangai, een blinde inheemse jongen. Om wat te verdienen speelt hij op een soeling en verkoopt hij eigengemaakte spulletjes. Tijdens een verboden zeiltocht stranden Pim en Ruud in het avondduister op een van de kusteilandjes. Het is daar dat Bangai hen aantreft. Ondanks zijn blindheid kan hij hulp bieden. Als tegenprestatie voor zijn reddingsactie ondergaat Bangai een tweetal oogoperaties, waarna zijn gezichtsvermogen terugkeert. Ook aan Pims verdrietige situatie komt een eind; hij vertrekt met zijn moeder naar Java waar zijn ouders zich zullen herenigen.

0761 Dordt, A. van. Allemaal echt waar; Versjes; teekeningen van E. Weski. Batavia, Kolff, [1941]. 28 blz. Vindplaats: Ockeloen

Onvindbaar. Indisch?

0762 Dordt, A. van. Tropenkindjes; Versjes; teekeningen van E. Weski. Batavia, Kolff, [1941]. 30 blz. Vindplaats: Ockeloen

Onvindbaar.

0763 Etten, Ine van [G.B.M, van Etten-Sjoukes]. Idylle in de archipel; met tekeningen van Willi Bredyk. Amersfoort, Valkhoff, [1941]. 197 blz. Vindplaats: KITLV cc 577

In de crisisjaren solliciteert de achttienjarige Dorrit Feerstra met haar gymnasium-opleiding naar een betrekking als gezelschapsdame voor het gezin van een directeur van een grote olie-onderneming in Nederlands-Indië. Ze heeft geluk en wordt aangenomen. Ze vliegt met de KLM naar Batavia. Daar stapt ze op de boot naar de

Geannoteerde bibliografie 267

plaats van bestemming, Poela Sikat. Er is weinig gelegenheid voor heimweegevoe-lens, haar dagen zijn gevuld met de zorg voor een ziekelijke directeursvrouw en haar zoontje. Door de sociale contacten met het personeel van de onderneming doorziet ze de kleine wereld waarin deze mensen dagelijks verkeren en waarin wordt gerod-deld tot in het oneindige, maar waarin ook - wat betreft Dorrit - nog romances voorkomen.

0764 Feenstra, Fenna. Neüeke's opvoeding; geïllustreerd door Rein van Looy. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1941]. 236 blz.Herdrukken: 2e druk [1941]; 3e druk [1949]. 240 blz.; 4e druk [1951]; 5e druk [1954]; [Herdruk]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1970]. 192 blz., afbn. [Witte Raven-pockets; no. M 202.].Vervolgd als: Maar die vlag verlaten... nooit! (zie no. 0815). Vindplaats: Ie druk BBJ; 2e druk KITLV cc 1061 N; overige drukken Brinkman

Nederlands schoolmeisje dat wees is, groeit op tussen haar veel oudere broer en zijn studievriend. Deze vriend, die veel voor haar gaat betekenen, wordt voor drie jaar naar Nederlands-Indië uitgezonden als marine-arts.

0765 Feenstra, Fenna. Een zomer op Heidehoeve; Voor oudere meisjes. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1941]. 219 blz.Herdrukken: 2e druk [1949]. 254 blz.; 3e druk [1952]. 254 blz.; 5e druk [c. 1956]. 236 blz.Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1213 N; 3e druk Brinkman; 5e druk NBLC Almere

Administrateur van een suikeronderneming uit Oost-Java is met zijn gezin naar Nederland verhuisd omdat de suiker niets meer opbrengt. Zijn zoon Han, pas afgestudeerd ingenieur, probeert tijdens de crisisjaren aan werk te komen. Noodge-dwongen wordt hij particulier chauffeur bij een gegoede familie. Later krijgt hij op voorspraak een goede betrekking bij Java's Electrisch Bedrijf te Soerabaja en ziet hij ook zijn geliefde Mieke weer terug.

0766 Gerritsen, Gerda. Een wereld van wit en groen; Roman voor jonge mensen; omslagte-kening, band en illustraties van Mohr. Amsterdam, Meulenhoff, [1941]. 244 blz. Vindplaats: PB

Bevat fragmenten over de Indische student Han Keurman afkomstig uit Medan die voor zijn studie indologie in Utrecht op kamers woont. Hij leidt een tamelijk eenzaam bestaan en wordt door zijn Hollandse vrienden voor 'mystiekeling' versle-ten. Wanneer Han op de Velpse rodelbaan beide benen breekt en een eenzaam verblijf in het ziekenhuis doormaakt waardeert hij de vriendschap van Nederlandse jongelui en komt hij uit zijn isolement.

0767 Goens, R. van. Het spookschip der Celebes-Zee; met platen van M. Thomassen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1941]. 231 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1373 N+

268 Geannoteerde bibliografie

In 1656 vaart schipper Pieter Braems met het fluitschip 'Bonte Voghel' in opdracht van de VOC naar het eilandje Poeloe Batoe Besie (Riouw-archipel). Ruim een eeuw tevoren is daar door Spaanse en Portugese zeelui een schat begraven. Braems ontdekt de kostbaarheden, maar gewapende inboorlingen verhinderen dat de lading aan boord gehaald wordt. Dan begint Braems aan zijn tweede opdracht voor de VOC: het opsporen van de 'Zwarte Dood'. Jarenlang heeft dit Spaanse galjoen schade toegebracht aan de Nederlandse handelsvloot in de druk bevaren route van de Celebeszee. Schipper Braems ziet kans dit machtige schip te veroveren. Op de terugreis moet Braems nog strijd leveren tegen Makassaarse zeerovers. Bij thuiskomst in Batavia wordt hij op het Kasteel ontboden om zijn reis toe te lichten. De heren van de VOC nemen geen genoegen met zijn reisverslag en handelwijze. Braems wordt na bijna veertig jaar trouwe dienst ontslagen; alleen van gouverneur-generaal Maetsuycker ondervindt hij steun en waardering.

0768 Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp, J[acoba] H. De grote vondst van Juul en Peter. Batavia, Unie-Bibliotheek, 1941. VI, 180 blz., afbn.Herdrukken: 2e druk [met omslagtekening van F. van Bemmel en illustraties en bandstempel van C. Neytzell de Wilde]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 183 blz. ; 3e druk [met omslagtekening en illustraties van H. Veenstra]. 's-Gravenhage, Kramers, [1959]. 223 blz. Vindplaats: Ie druk Ockeloen; 2e druk KITLV cc 858 N; 3e druk BBJ

Met veel warmte worden de belevenissen verteld van een Nederlands gezin met jonge kinderen en hun huisdieren in Djokjakarta. In de grote vakantie logeert het gezin in de bergen vlakbij de kwekerij van hun grootouders. Oma vertelt over haar jeugd op Java waar ze met haar vader, die dominee was, haar moeder en haar broertjes en zusjes woonde. Op twaalfjarige leeftijd ging ze met haar familie per zeilschip naar Nederland voor haar opvoeding.Tijdens hun spel ontdekken Juul en Peter onder het huis (dat op neuten staat) een haveloze jongen, gewikkeld in een Javaanse sarong, en zijn herdershond. Hij wordt in het gezin opgenomen en aan de moeder vertelt hij zijn trieste lot. Hij heet Dirk en is een Hollandse jongen die met zijn ouders uit Nederland is gekomen omdat zijn vader daar in de crisistijd geen werk kon vinden. Vaders broer op Java zou hem wel aan een baan helpen, maar dit liep op niets uit. Bovendien begon zijn vrouw te sukkelen. Slechts korte tijd vond hij werk in een garagebedrijf. Tenslotte vertrok hij alleen naar Nieuw-Guinea. Kort daarop stierf zijn vrouw en leidde Dirk met zijn hond een zwerversbestaan totdat hij door Juul en Peter werd 'ontdekt'. Tijdens een flinke vechtpartij tussen Peter en Dirk loopt de laatste beschaamd weg en gaat op zoek naar het tehuis van Pa van der Steur*. Net als Dirk de eerste dag goed en wel door Pa is opgenomen, komen zijn 'pleegouders' met Juul en Peter hem terughalen. Dirks vreugde kent geen grenzen wanneer hij op Sinterklaas een brief in zijn schoen vindt van zijn vader die na veel tegenslag werk heeft gevonden in Soerabaja.

*) Johannes van der Steur, meer bekend als 'Pa van der Steur' (Haarlem, 10 juli 1865 - Magelang, 16 september 1945), was een Nederlandse filantroop en zendeling die zich speciaal het lot aantrok van de in concubinaat geboren kinderen van Europese KNIL-militairen. In zijn gesticht te Magelang werden van 1893 tot 1942 zo'n 7000 kinderen onder zijn leiding opgevoed.

Geannoteerde bibliografie 269

0769 Hulzen, Joh[an] van. Onze Indische geschiedenis; Verteld door -; met tekeningen van Menno van Meeteren Brouwer. Kampen, Kok, [1941]. 308 blz. Bevat een tijdtafel en een register op persoons- en plaatsnamen. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV i 450

In verhalende vorm worden de uiteenlopende gebeurtenissen beschreven die zich afspeelden op de voornaamste eilanden in de Indonesische archipel, van de komst van de Hindoes in ± 100 na Chr. tot en met de muiterij op de 'Zeven Provinciën' in het crisisjaar 1933. Het accent ligt vanzelfsprekend op de geschiedenis van Nederlands-Indië, 1596-1933.

0770 Hulzen, Joh[an] van. Om de Zuid naar de Oost; geïllustreerd door Menno vanMeeteren Brouwer; omslag van Rein van Looy. Meppel, Roelofs van Goor, [1941]. 191 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV k 177

Bootreis van een Hollands gezin naar Indië met de 'Oldebarneveldt' van Amsterdam. Door de politieke situatie (1939-1940) met Duitse duikboten en mijnen is een andere vaarroute noodzakelijk. Met veel oponthoud en een zinkend schip onder de Franse kust, gaat de reis via de Azoren richting Kaapstad en Durban naar Sabang met bestemming Batavia.

0771 Jongejan-de Groot, C. Th. De kerstvacantie van de Kortenaertjes; [omslag en teke-ningen van Pol Dom]. Nijkerk, Callenbach, [1941]. 91 blz. Herdrukken: 2e druk [1941]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc N; 2e druk Brinkman

Drie dokterskinderen logeren bij hun tante in Amsterdam. Met haar halen ze een Indisch neefje van de boot dat door zijn ouders naar Nederland is vooruitgestuurd. Het beeld dat de kinderen van hun Indische kameraad hebben gevormd, valt tegen. Nono is geen branieachtige jongen, maar een tenger en schuw kereltje dat boordevol heimwee zit. Zijn Hollandse nichtje en neefjes hebben er geen idee van, wat er in Nono omgaat. Ze laten tijdens een schaatspartij Nono letterlijk en figuurlijk in de kou staan; zijn aapje Jimmy moet het eveneens ontgelden door hun plagerij. Als ze berouw krijgen van hun liefdeloosheid bekent Nono dat hij het best kan begrijpen dat ze hem een vervelend jochie vonden.

0772 De jongste lichting; Eerste uitgave; samengesteld door P J.G. Huincks. Baam, Hollan-dia, [c. 1941]. 216 blz., afbn., prtn. [Werk van Jongeren onder de Twintig] Bevat het Indische verhaal 'Werdino's wraak' door Madzy van Lennep. Vindplaats: PB

Op de pasar verneemt de kreupele Javaan Werdino dat zijn zuster Soekardi van de suikerfabriek is weggestuurd omdat ze een fout heeft gemaakt. Werdino komt in opstand tegen de 'Nederlandse toean' en steekt in een vlaag van verstandsverbijste-ring de rietvelden in brand.

270 Geannoteerde bibliografie

In het voorwoord staat dat deze bundel in oorlogstijd is uitgekomen. Madzy van Lennep was tweeëntwintig jaar toen ze dit verhaal schreef en volgde een opleiding voor secretaresse in Amsterdam.

0773 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Eindexamen 1940. Batavia, Kolff, [1941]. 230 blz.Herdrukken: 2e verbeterde druk [1941]. Vindplaats: Ie druk GBR/KITLV cc 1024 N/OLBG; 2e verb. druk PB

Bertie de Lank, een zeventienjarig meisje uit een Hollands zakenmilieu op Midden-Java, zit in de hoogste klas van de HBS. Thuis en op school wordt ze voortdurend geconfronteerd met de Duitse bezetting in Nederland én de NSB'ers met hun sympathisanten in Nederlands-Indië. Dit leidt tot conflicten in de huiselijke kring en op school. Tussen de bedrijven door werkt Bertie aan een kinderverhaal waarmee ze een eerste prijs wint. Het overlijden van haar vader en de oorlogssituatie in Europa dwingen Bertie er toe om haar letterenstudie in Nederland op te geven. Volgens ingewijden is dit verhaal een bewerking van Stans van de vijfjarige. Door de oorlogssituatie kon dit boek niet in Nederland worden uitgegeven.

0774 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Het geheim van de gesloten kamer; [band en illustraties van F. van Bemmel]. Bandoeng, Vorkink, 1941. Herdrukken: [2e druk]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1947]. 132 blz.; Ook als schoolleesboek voor de 6e klas verschenen. Batavia, Noordhoff-Kolff, [c. 1947]. 132 blz. [Wilde Wingerd Serie.]. Vindplaats: Ie druk Ockeloen; 2e druk KITLV cc 582; schooleditie KITLV 2062 N

Al op de eerste dag van hun vakantie krijgen Hollandse schoolkinderen het vermoe-den dat het niet pluis is rond de bungalow van de koffie-onderneming waar ze logeren. Wirio, de Javaanse huisbediende, schijnt er meer van te weten.

0775 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Lodewijk de rattenvanger, [band en illustraties van Freddie Langeler]. Bandoeng, Vorkink, [1941].Herdrukken: 2e druk. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1947. 112 blz. 3e druk. idem, 1949. 5e druk met band en illustraties van W[im] A. van de Walle. Baarn, Hollandia, 1961. 107 blz. [Hollandia Jeugdboeken.]. Vervolgd als: Lodewijk de mensenredder (zie no. 0936). Vindplaats: Ie en 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 928 N; 5e druk BBJ

Avonturen van een jonge teckel (dashond) bij een Hollandse familie op Java.

0776 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Vijf rovers en een rovershol; geïllustreerd door Tilly Dalton; bandtekening van Van Mierop. Bandoeng, Vorkink, [1941]. 144 blz. Herdrukken: [3e druk met band en illustraties van F. van Bemmel]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1949]. 130 blz. Vindplaats: Ie druk BMN; 3e druk KITLV cc 257 N

Speelt op Java waar Hollandse schoolkinderen een vervallen en alleenstaand huis ontdekken. Volgens hun djongos is het een spookhuis dat spoedig zal worden

Geannoteerde bibliografie 271

afgebroken. De tuin er omheen is dichtgegroeid zodat het van de weg af niet is te zien. Voor de kinderen een ideaal oord om te kunnen griezelen en te spelen. Het wordt dan ook hun vaste plek waar ze bijna iedere middag naar toe trekken. Wanneer twee van de jongens op een avond stilletjes wegsluipen naar hun speelplek barst er een geweldig onweer los. De vader die er achter komt baant zich met een oudere zoon een weg naar het spookhuis. Dan is het voorgoed afgelopen met de pret. Maar wanneer vaders reiswekkertje is verdwenen - het ligt in het spookhuis -zitten de jongens in de piepzak omdat de bedienden er van worden verdacht dat ze het gestolen hebben. Dit moet worden voorkomen en dan gaat een van de meisjes het klokje uit het rovershol terughalen.

0777 Lentinck, Rona. De reis naar het geluk; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1941]. IV, 187 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 991 N

Jonge Nederlandse verpleegster ontvlucht haar stijve provinciale milieu om in een sanatorium in Nederlands-Indië te gaan werken. Aan boord van het schip wordt ze tot een vlotte jonge vrouw omgevormd en voor ze aan wal stapt in Batavia is ze al verloofd.

0778 Marle-Hubregtse, MJ. van. Ams houdt van Indië; [band en illustraties van Menno van Meeteren Brouwer; omslagtekening van H. Molenaar]. Deventer, Van Hoeve, 1941. 199 blz., plgr.Vervolgd als: Ams' ongeweten afscheid (zie no. 0851). Vindplaats: KITLV cc 559

Beschrijft het intieme gezinsleven van een Hollandse familie die in de bovenstad van Semarang woont. (Op blz. 16 staat een plattegrond van het huis met de bijgebou-wen.) Uitvoerig wordt de omgang met de bedienden beschreven; soms leidt het tot misverstanden door wederzijds onbegrip van eikaars cultuur. De vader - een zakenman - begrijpt niet veel van het Javaanse karakter en zegt op een gegeven moment: 'Het zijn toch moeilijke mensen, die Inlanders'.Het oudste meisje - de vijftienjarige Ams - zou aanvankelijk voor haar schooloplei-ding in Holland blijven, maar haar ouders zagen tijdens hun verlofperiode in Nederland ook de nadelen van het moeten achterlaten van hun dochter. Hoewel Ams op een gemengde HBS zit en er tijdens de schooluren een saamhorigheids -gevoel is, valt dit na schooltijd weg omdat de leerlingen van verschillende landaard zijn, zoals Chinees, Javaans, Nederlands en Indo-Europees. Buiten de school blijft ieder in zijn eigen kringetje.Het is in de kerstvakantie dat Ams met haar familie in aanraking komt met Soedar-so, haar Javaanse klasgenoot. Hij is de zoon van een wedono uit de omgeving van Pekalongan. Behalve de dagelijkse omgang met de bedienden heeft het gezin nooit contact gehad met Javanen van gelijkwaardig niveau. Ams' moeder merkt op: 'Het is voor het eerst sinds ik in Indië ben, dat ik een dergelijken Javaan ontmoet. Behalve onze bedienden hebben we geen contact met Javaanse families.'

0779 Over een klein Bataks meisje; [uitgave van het Zendingsnoodbestuur Batavia C.]. Batavia, De Unie, [1941]. 20 blz., prtn. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1457 N (fotokopie)/OBA

272 Geannoteerde bibliografie

Dochtertje van jonge Batak-christenen gaat naar een zendingsinternaat te Sigompoe-lon (omgeving Tobameer). Ondanks dat ze ver van huis is heeft ze nog angst voor de oude boze datoe die haar indertijd heeft vervloekt toen ze werd gedoopt.

0780 Renes-Boldingh, M.A.M. Een huis op wielen; geïllustreerd door Jaap Veenendaal. Meppel, Huisman, [1941]. 186 blz. [Neêrlands Jeugdbibliotheek.] Herdrukken: 2e druk met illustraties van Rein van Looy. Meppel, Roelofs van Goor, [1948]. 221 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1758 N; 2e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten over een Hollands gezin dat een tijd in Nederlands-Indië heeft gewoond. De vader is weer voor drie jaar naar Nederlands-Indië teruggegaan voor zijn werk in Soerabaja.

0781 Sibbelee, Nora. Wie luistert en kijkt mee?; met tekeningen van de schrijfster. [Bata-via, Unie-Bibliotheek], [1941]. 35 blz.Bevat twee Indische bijdragen: 'Naar de Plantentuin' en 'Mijn Kimono'. Vindplaats: PB

Het verhaal 'Naar de Plantentuin' vertelt over een Nederlandse moeder en haar twee dochtertjes die een wandeling maken in de beroemde botanische tuin in Buitenzorg. 'Mijn Kimono' is een gedichtje.

0782 Soest, Ems [I.H.] van. Magda bezint zich; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1941]. IV, 188 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 1759 N

Jonge Hollandse schrijfster/journaliste Magda uit Java woont met haar familie onder moeilijke financiële omstandigheden in Brussel. Later als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt verhuist ze naar Den Haag. Wanneer haar Hollandse vriend, een nuchter zakenman uit Soerabaja, overkomt met verlof heeft ze haar keus bepaald.

0783 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Djaidin; [met tekeningen van de schrijfster; band en bandomslag van S. Kunst]. Deventer, Van Hoeve, [1941]. 180 blz. Herdrukken: 2e druk met tekeningen van P. Velthuysen. 's-Gravenhage, Kramers, [1959]. 164 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 218; 2e druk BBJ

Met zijn ouders en zusje transmigreert Djaidin van de Soendalanden naar Sumatra. Daar krijgt zijn vader in de Lampongse Districten een ladang om zijn rijst te kunnen verbouwen. Bij het verkennen van de omgeving raakt Djaidin verdwaald in het oerwoud. Door een groepje bosmensen, Koeboes, wordt hij meegenomen. Samen met hen trekt hij door het oerwoud en deelt hun hachelijk bestaan. Naderhand komt deze ervaring Djaidin van pas wanneer de resident hem aanstelt tot bosopzichter. Bekroond met een eerste prijs van de Garoeda-prijsvraag 1941.

Geannoteerde bibliografie 273

0784 Vries, Gijsbert de. Pang Paneu, de Toenonger, [bandontwerp en teekeningen van Ronald Frijlingj. Deventer, Van Hoeve, [1941]. 263 blz.Herdrukken: [2e druk 1948]. 272 blz.; [Herdruk z.j.]. 272 blz. met foto-illustraties van het Koloniaal Instituut, Amsterdam. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KIT; 2e druk PB; Herdruk KITLV c 504

Avonturenroman over de strijd die voorafging aan de vestiging van het Nederlands gezag in Atjeh. Si Paneu, 'de Lange', zoon van een dorpshoofd en landbouwer uit het Toenonggebergte, is taai en sterk. Hij is een meester in het hanevechten. Als hij de haan van zijn tegenstander klopt, probeert die Si Paneu tijdens een ratèb sammaan (godsdienstoefening waarbij men door opwinding in extase of trance raakt) een hak te zetten. Si Paneu ruikt lont, rekent op een dodelijke manier met hem af en vlucht naar het oerwoud. Na omzwervingen wordt Si Paneu leerling van Sjech Abdoel Kadier, een beroemde goeroe in de geheime wetenschap van het ijzer. Zijn leerlingen zijn allen krijgslieden, voorvechters of bendehoofden die meer dan eens slaags zijn geweest met de 'Kompeunie'. Sjech Abdoel Kadier is een dweepzieke godsdienstfanaat. Zijn geliefde onderwerp is de 'prang sabil'. Hij waarschuwt Si Paneu voor de Oelanda's, die steeds verder in zijn streek, het Toenonggebergte, doordringen. Nu ontwaakt ook Si Paneu's haat tegen de kaphé's. Voor de 'Kompeunie' is Sjech Abdoel Kadier geen onbekende. Men weet dat hij de mannen opstookt tegen het Nederlands gezag. Van nu af aan leidt Si Paneu een bende djahats, die met regelmaat soldaten van de 'Kompeunie' bestookt. Ze rampassen geweren, munitie en fourage van de slachtoffers. Telkens weer weten ze brigades zo gevoelig te treffen, dat Si Paneu 'de Schrik der Bergen' wordt genoemd. Door zijn heldhaftigheid huwt hij de dochter van een voorname Atjehse bestuurder. Na diens onverkwikkelijke dood, een vergiftiging, erft Si Paneu de titel panglima van zijn schoonvader, afgekort: pang.Jaloezie en verraad leveren Pang Paneu en zijn getrouwen uit in handen van de 'Kompeuni'. Als held leefde Pang Paneu voort in de herinnering van de Toenonggers en zijn heldendaden worden door de barden bezongen.Bekroond met de eerste prijs van de Garoeda-prijsvraag (voor de oudere jeugd), 1941.

0785 Brugmans, W. Korang oewang (zonder geld). 's-Gravenhage, Voorhoeve, [c. 1942]. 211 blz., afbn. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 312 N

Tijdens de Duitse bezetting in Nederland ontvangt een groepje studerende jongelui uit Indië en de Antillen geen studietoelage en kostgeld meer. Gezamenlijk zoeken ze een oplossing voor hun problemen.

0786 Franke, S. De kortste weg; (Overwintering van Heemskerk en Willem Barents op Nova Zembla); illustraties van Wim [A.] van der Walle. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1942. 216 blz. Vindplaats: KITLV cc 1180 N+

Bevat een Indisch fragment.

274 Geannoteerde bibliografie

Onder leiding van dominee Plancius worden te Amsterdam voorbereidingen getroffen om een nieuwe zeeweg naar Indië te ontdekken. Op 10 mei 1596 vertrekt een tweetal zeilschepen om via de Noordelijke IJszee deze route te verkennen.

0787 Jager-Meursing, T. Illusies worden werkelijkheid; geill. door Hans Borrebach. Alk-maar, Kluitman, [1942]. 204 blz., afb. Vindplaats: KITLV cc 618

Voor een zeventienjarig alleenstaand meisje dat van een klein salaris moet rondko-men, gaat een wereld open wanneer zij kennis maakt met een gefortuneerde planter op leeftijd. Hij is met ziekteverlof in Nederland en hij vraagt haar mee te gaan naar Oost-Java waar hij suiker- en theeondememingen bezit. Overweldigd door dit aanbod stemt ze toe. Ze wordt dame van de huishouding en daarnaast zijn privé-secretaresse.

0788 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. De detective in de rimboe; geïllustreerd door J[an] Lutz. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1942]. 206 blz. Vervolgd als: De wraak van de Stalen Hand (zie no. 0732). Vindplaats: KITLV cc 1226 N

Letterlijk en figuurlijk gewapend trekt een Nederlandse particuliere detective de oerwouden van Borneo in. Hij spreekt de Boesangtaal vloeiend en is uitstekend op de hoogte van de adat van de verschillende Dajakstammen. Zijn opdracht is het bevrijden van de dochter van een rijke Chinees uit Sinkawang. Zij is ontvoerd en verkocht als slavin aan een Dajakhoofdman in Apo Kajan (Centraal Borneo). Tegelijkertijd redt de detective ook het leven van een Hollands meisje en dat van een jonge avontuurlijke Engelsman.

Lynch, Hans. De wraak van de Stalen Hand, c. 1942. Zie no. 0732.

0789 Pothast-Gimberg, C.E. De akker wordt bereid; illustraties van Rie Kooyman. Amster-dam, A.R.B.O., 1942. 190 blz. Vindplaats: PB

Bevat Indische fragmenten.Na verloftijd in Holland keert een Nederlands gezin terug naar Medan, maar noodweer in de Golf van Biscaje brengt het mailschip tot zinken. Margje is het enige overlevende gezinslid. Ze wordt in Nederland opgevangen door twee tantes en volgt een 'stoomcursus' voor onderwijzeres.

0790 Tersoest, Alex. De terugkeer van X; Een spannend verhaal voor jongens; geïllustreerd door Gerrit de Morée; derde druk. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Hel-mond'], [c. 1942]. 121 blz. [Nederlandse Jeugdbibliotheek; no. 102A. Serie: De Reis om de Wereld van een Amsterdamsen Straatjongen; no. 4.] Herdrukken: Ie druk [1939]. 121 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1582 N+

Geannoteerde bibliografie 275

Detectiveverhaal waarvan de laatste hoofdstukken zich afspelen in Nederlands Nieuw-Guinea. Een viertal Nederlanders probeert daar een internationale spion te ontmaskeren, maar op hun speurtocht krijgen ze met vijandelijke Papoea's te maken.

0791 Aardweg, Hans P. van den. Het nichtje uit Indië; Verhaal voor meisjes; [omslag en illustratie van Rie Stoffers]. [Amsterdam], [Goede Lectuur], [c. 1943]. 93 blz. [Serie no. 141.]Herdrukken: [2e druk c. 1946] met bijgebonden 'Op de schaats' door Max van Amstel [ps. van J. Blinxma] dat geen Indische fragmenten bevat. 114 blz., afbn. [Serie no. 505.] Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk KITLV cc 781 N

Gonnie, een enig kind, is uit het veld geslagen wanneer haar ouders vertellen dat haar even oude nichtje Gerrie uit Batavia tijdelijk bij hen in Amsterdam komt wonen. Maar als Gerrie er eenmaal is, en zich aan het Hollandse schoolleven heeft aangepast, verloopt alles hoe langer hoe plezieriger.

0792 De brug over de Djambi; De strijd tegen het bijgeloof op Sumatra. Amsterdam, Van Ditmar, [c. 1943]. 32 blz., afbn., krt. [Jan Stavast Reeks; no. 27.] Vindplaats: KITLV cc 1662 N

Een Nederlandse firma trekt in de crisisjaren een werkloze Duitse ingenieur aan die de opdracht krijgt een brug te bouwen in Moeara Kompee (Moearakompe). Bij zijn arbeid ondervindt hij tegenwerking van de toeankoes. Alleen Chinezen worden door het hoge loon aangetrokken. Op een listige manier wordt later alsnog door de dorpshoofden een aantal Sumatranen 'beschikbaar' gesteld. Ze hebben de opdracht gekregen de Chinezen door bijgelovige praatjes op te ruien en door sabotage de aanleg van de brug onmogelijk te maken.

0793 [Hart, George H.C.]. Het sprookje van de kleine prinses, het arme waschmeisje en de vlinder, met een voorwoord van Jeannie R. Gleesen-Hart en Dorothy E. van Holst Pellekaan-Hart; [met gekleurde platen van Ger.P. Adolfs]. Melbourne, z.uitg., 1943. 18 blz.Herdrukken: Volgens Ockeloen is dit sprookje omstreeks 1920 verschenen te Batavia bij De Unie.Bevat drie Indische hoofdstukken: 'De wijze tokèh' (blz. 4-9); 'De avonturen van Gajatri' (blz. 10-13); 'Hoe het Sarina en Sri Biroe verging' (blz. 14-18). Vindplaats: KITLV cc 1389 N+

Wanneer 's nachts in de tuin van een Javaanse pangéran de tokèh zeven keer roept, gaan tijdens de slaap de wensen van zijn dochtertje, hun wasmeisje en een blauwe vlinder in vervulling. Wanneer ze ontwaken ontstaan er allerlei verwikkelingen en misverstanden.

0794 Kars, Co. Roetmop; Roman voor oudere meisjes; illustraties Alfred Mazure. 's-Gravenhage, 'De Kern', [1943]. 272 blz. Herdrukken: 2e druk [1943]. 254 blz.

276 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 408 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een Hollands gezin dat in Indië heeft gewoond. Het kapitaal dat de vader in Indië heeft belegd geeft geen rente meer omdat door de oorlogstijd de verbindingen zijn verbroken. Een etage van het huis wordt verhuurd aan een gepensioneerde kolonel en de jongste dochter Renée ('Roetmop') gaat het huis uit. Ze wordt kinderjuffrouw van een moederloos Hollands meisje afkomstig uit Medan waar haar vader arts is. Het blijkt een lastig karaktertje te zijn en de grootmoeder bij wie ze in huis woont tolereert alles van haar kleinkind. Ook het standsverschil speelt een belangrijke rol in dit verhaal. Zodra de grootmoeder te weten komt wat voor positie Renée's vader in Indië heeft bekleed - hoofdmanager van een bekende rubbermaatschappij in Deli - stijgt Renée in haar achting.

0795 Schaveren, J. van. Een jongen vaart het leven in; Jeugdroman uit den tijd van de Compagnie. Hoorn, Uitgeversmij West-Friesland, [1943]. 242 blz. Vindplaats: KITLV cc 56 N

Beschrijving van de eerste zeereis van de weesjongen en leerling-chirurgijn Nicolaus de Graaff (1617-1701) aan boord van de Oostindiëvaarder 'Hollandia'. Ondanks het harde, ruwe en ontnuchterende leven aan boord, blijft Nicolaus in zijn ideaal geloven. De reis verloopt onder de meest gruwelijke omstandigheden: scheurbuik, gebrek aan vers drinkwater, honger en tenslotte de waanzin. Door de ontberingen waarvoor hij kwam te staan en zijn grote toewijding wordt Nicolaus tot opperchirur-gijn benoemd nog vóór Indië is bereikt.Zie ook: Johan van Hulzen. De avontuurlijke reizen van een scheepsdokter (no. 0844). Voor meer bijzonderheden zie: Reisen van Nicolaus de Graaff; gedaan naar alle gewesten des werelds, beginnende 1639 tot 1687 incluis. Uitgegeven en toegelicht door J.C.M. Warnsinck. 's-Gravenhage, Nijhoff, 1930. (Werken uitgegeven door de Linschoten-Vereeniging; deel XXXIII).

0796 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Het eigenwijze Fantje; [illustraties van de schrijfster]. Deventer, Van Hoeve, [1943]. 49 blz. Vindplaats: Brinkman

Onvindbaar.

0797 Verlaten op eenzame kusten. Amsterdam, Van Ditmar, [c. 1943]. 32 blz., afbn. [Jan Stavast Reeks; no. 22.] Vindplaats: gegevens uit prospectus

Reisverhaal uit de VOC-tijd waarin Nederlandse schipbreukelingen op het Zuidland (Australië) zijn gestrand. Ze worden gered en naar Java gebracht.

0798 Zeggelen, M[arie] C. van. Het zwarte zand van Palé; Hoe een klein meisje vredestichtte; met Ulustraties van Anneke Polderman. Assen, Van Gorcum, [1943]. 20 blz. [Akkerklokjes; no. 10.] Vindplaats: KITLV cc 735 N

Geannoteerde bibliografie 277

Een Boeginese geschiedenis uit Zuidwest-Celebes. In de omgeving van het meer van Tempé leeft het volk van Bila al jaren lang in tweedracht met de bewoners van het land van Palé. De leenheer van Palé heeft de vorstin van Bila bedrogen, maar deze heeft aarde meegenomen van Palé, hetgeen als een zwaar vergrijp wordt beschouwd. Door tussenkomst van lyolle, het kleindochtertje van de vorstin van Bila, overhan-digt een Nederlandse bestuursambtenaar zes kokosnoten gevuld met zwart zand aan de bewoners van Palé. Met dit rituele gebaar wordt de vrede tussen de naburige landen getekend. Dit verhaal berust vermoedelijk op een oude legende.

0799 Bij de koppensnetters op Borneo. Amsterdam, Van Ditmar, [c. 1944]. 16 blz., afbn. [Jan Stavast Reeks; no. 45.] Vindplaats: KITLV cc 2516 N

Met een klein groepje inheemse helpers verblijft de Nederlandse baron Van Flessen aan de Kajanrivier in Centraal-Borneo voor een etnografische studie over de Dajakbevolking, onder meer het filmen van een wetenschappelijke documentaire over de tot dan toe weinig bekende Poenanstam.

0800 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Het apenboekje; Drie stoute aapjes; [met illustraties van de schrijfster]. Deventer, Van Hoeve, [1944]. 49 blz. Vindplaats: OBA

Avonturen van de aapjes Iki, Toto en Diederik die in de kampong en in het bos allerlei kattekwaad uithalen. Toto ontmoet het apemeisje Adolfientje zodat ze voortaan met z'n vieren zijn.

0801 Walther, A.C.B. Eerst de H.B.S. en dan...!; geïllustreerd door Tilly de Roos. Amster-dam, Van Holkema & Warendorf, [1944]. 192 blz. Vindplaats: KITLV cc 1600 N

Over tweelingzusjes uit een Hollands notarisgezin in het Bandoeng van vóór de Tweede Wereldoorlog met hun school- en liefdesperikelen. Ze verschillen nogal van aard en aanleg: Aat (Mathilde) is nuchter en evenwichtig, Lex (Alexandra) is dromerig en opvliegend, maar muzikaal begaafd. Wanneer het gezin voor een jaar met verlof naar Nederland komt, slaagt Lex voor haar toelatingsexamen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Aat echter heeft intussen haar hart aan Indië verpand, want daar wacht een jonge Hollandse theeplanter op haar terugkeer.

0802 Achterhoek, E. van [ps. van Manuel van Loggemj. Koen Houdtcooper; Avonturen van een scheepsjongen. Amsterdam, 'Goede Lectuur', [c. 1945]. 158 blz., afb. Herdrukken: [2e druk] verscheen onder de titel: Koen vaart om de Kaap; Avonturen van een scheepsjongen; [omslag en tekeningen van Baten]. Spekholzerheide, Bindels, [c. 1950]. 164 blz.; [3e herziene druk]. Heemstede, 'Jeugdland', [c. 1955]. 200 blz., afbn. [Giraf Reeks.]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 520 N; 2e druk PB; 3e druk KITLV cc 1171 N

278 Geannoteerde bibliografie

Een Amsterdamse jongen die in een winkel in scheepsvictualiën (levensmiddelen)werkt gaat in 1595 als verstekeling aan boord van een van de schepen van Cornelisde Houtman. Via Kaap de Goede Hoop voert de reis naar Java om van daaruitspecerijen te halen. Voor de terugreis wordt er door de Hollanders nog een gevechtgeleverd tegen de Portugezen die beslag op de Nederlandse scheepslading willenleggen.Zie ook: Manuel van Loggem. De avonturen van Koen Scheepsbeschuit (no. 1046).

0803 Franke, S. De wegwijzer, Met Jan Huyghen van Linschoten naar Portugees Indië;illustraties van Wim [A.] van de Walle. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1945. 192 blz. Vindplaats: KITLV aa 555

In 1583 maakt de Enkhuizense jongen Jan Huyghen van Linschoten zijn eerste zeereis van Lissabon naar Goa (Portugees-Indië). De vaarroute en alle weder -waardigheden schrijft hij op in zijn aantekenboekje. In Goa werkt hij een aantal jaren in het aartsbisschoppelijk paleis en moet hij rekeningen optellen en stukken overschrijven. In zijn vrije tijd maakt hij aantekeningen van alles wat hij ziet en hoort. Terug in Enkhuizen schrijft hij zijn bekende reisjournaal dat vooral de belangstelling trekt van prins Maurits. De prins nodigt Jan uit naar Den Haag te komen en zegt dat zijn reisboek waardevolle gegevens bevat die de Verenigde Nederlanden van pas zullen komen. Als de vloot van Cornelis de Houtman voor vertrek naar Java gereed is ontvangt deze het eerste deel van het reisjournaal en wordt de vaarroute naar Indië gevonden.

0804 Lentinck, Rona. Dus toch...; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1945]. 174 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 547 N

Carla Marees heeft haar Nederlandse sleurleventje vaarwel gezegd in ruil voor een baan in Indië. Ze is directiesecretaresse bij een Hollandse firma. Ze heeft wat aanpassingsmoeilijkheden met haar nieuwe bestaan, het wonen op een kamer in een ongezellig Indisch hotel met zijn roddels en gebrek aan privacy.

0805 Met Piet Bosman door Nederlandsch Oost-Indië; tekst en reproducties naar originele schilderijen van L.[J.] Eland; pentekeningen van M. Eland. Z.pl., z.uitg., [c. 1945]. 42 blz. Vindplaats: KITLV k 174

Acht jaar geleden is Piet Bosman van Bandjermasin (Borneo) met zijn ouders naar Holland gegaan omdat hij leed aan malariakoortsen. Zijn ouders lieten hem bij familie achter om aan te sterken. Nu reist Piet weer met zijn ouders en zusje - na hun verloftijd - naar Indië. De heer Bosman is kapitein in het Indische leger en in Bandoeng ontvangt hij instructies voor een geheime militaire opdracht van vier maanden in de Molukken. Piet mag met zijn vader mee naar Ambon. Van Soerabaja reizen Piet en zijn vader met een boot van de KPM via Boelèlèng (Bali) naar Ampenan (Lombok), waar grootvader Bosman indertijd als militair betrokken was bij de Lombok-expeditie van 1894 en er heelhuids van af is gekomen. Op Soembawa maken Piet en zijn vader een strandwandeling. Na een week varen valt het anker voor korte tijd in de baai van Endé van het eiland Flores. Van hieruit

Geannoteerde bibliografie 279

gaat de reis naar Timor Koepang en eindigt bij Ambon. Vader Bosman kent Ambon bijna niet terug, zó is de stad veranderd. Hij is als kind in 18% uit Ambon vertrok-ken. In 1898 werd de stad verwoest door een zeebeving en alleen de poort van het oude Fort Victoria bleef toen overeind.

Monster, A.C. Om nooit te vergeten! [1945]. Zie no. A010

0806 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Een vondeling in Papoealand; Verhaal van -; [met illustraties van de schrijver]. Z.pl. en uitg., [c. 1945]. 59 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV g 506/UBL

In Noord-Nieuw-Guinea vindt de oude doekoen Widarépi tussen de koraalstenen bij de kust een pasgeboren jongetje. Hij is de helft van een tweeling. Zijn Papoea -ouders hebben hem weggedaan omdat het tweede kind wordt beschouwd als een boze geest. Widarépi voedt het jongetje op en noemt hem Bonsoren (Vrucht der Zee). Als Bonsoren groter is wordt hij het mikpunt van plagerijen door de kampong-bewoners en gaat hij zwijgzaam en stil zijn weg. Dan begint Widarépi hem in te wijden in haar geheime toverkunsten op hun weg door het oerwoud. Wanneer zij sterft aan de wonden van een krokodillebeet blijft Bonsoren als een eenzame zwerver achter. Als er plotseling drie kampongbewoners achter elkaar overlijden krijgt Bonsoren hiervan de schuld. Het stamhoofd brengt na rijp beraad Bonsoren naar de 'toean pandeta' die over deze kwestie een uitspraak moet doen.

0807 Aardweg, Hans P. van den. Als stewardess naar Indië; Oorspronkelijk meisjesboek. Amsterdam, Goede Lectuur, [c. 1946]. 108 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 786 N/OLBG

Sollicitatie en werkzaamheden spelen zich in Nederland af. Indië komt nauwelijks ter sprake.

0808 Broekman-ten Doesschot, Annie. De wereldreis van Freddy van Zanden; Tekeningen en versjes van -. Amsterdam, Allis, [c. 1946]. 32 blz. Vindplaats: KITLV cc 1314 N

Bevat een Indisch fragment in vier versregels.

0809 Buunk, Elisabeth. Bruine jongen; [illustraties van W.G. van de Hulst jr.]. Nijkerk, Callenbach, [1946]. 107 blz.Herdrukken: [2e gewijzigde druk 1949] verscheen onder de titel: Een bruine jongen; [met illustraties van V.]. 137 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 761 N; 2e druk PB

Batakse weesjongen wordt in het huisgezin van een Nederlandse zendeling opgeno-men. Samen met zijn pleegzusje gaat hij naar Holland voor zijn schoolopleiding. Aanpassingsmoeilijkheden, discriminatie en een gevoel van eenzaamheid overweldi-

280 Geannoteerde bibliografie

gen hem. Vriendschap met een invalide jongen en een verkeersongeluk maken dat hij zich niet meer alleen voelt.

0810 Comte, A[nnie] A. Ie. Het begon met een zeiltocht. Bussum, Het Goede Boek, 1946. 229 blz. ills. Vindplaats: KITLV cc 767 N

Groepje Nederlandse jongelui uit Batavia maakt een zeiltochtje voor de kust van Java. Tijdens een gedwongen overnachting op een onbewoond eilandje komen ze een bende opiumsmokkelaars op het spoor. Een Chinees die het opium Java binnensmokkelt heeft een toko in Bandoeng. Hij probeert leegstaande huizen in Buitenzorg goedkoop te bemachtigen door het er te laten spoken.

0811 Dreijer, G.K. Krijn Touw, de scheepsjongen van Abel Tasman; 3e druk. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1946]. 191 blz., afbn. Vindplaats: Ie druk niet in Brinkman; 3e druk BBJ

In Batavia woont de zestienjarige Krijn met zijn moeder die als wasvrouw voor hun levensonderhoud zorgt. Haar broer, Abel Tasman, neemt Krijn als scheepsjongen mee op de 'Heemskerk' op zijn tocht naar het Zuidland (Australië). Tijdens deze uitputtende reis ontdekken ze bij toeval op het eiland Amsterdam (Tongataboe) de vader van Krijn die indertijd als vermist werd beschouwd.

0812 Dungen, Fr. van den. De dappere Makassaar; Een verhaal uit de strijd om Nederlands Oost-Indië; geïllustreerd door P[iet] Broos. Helmond, Drukkerij 'Helmond', [1946]. 136 blz.Vervolgd als: De eer van de vlag (zie no. 0839). Vindplaats: BBJ/KITLV cc 468

Met zijn prauw bewijst Sidi Barangoeï de Nederlandse marine grote diensten wanneer de Japanse vlootstrijdkrachten de Straat van Makassar binnenvaren, het petroleumeilandje Tarakan bombarderen en Balikpapan bezetten. Bij de verdediging van zijn geboortestad - Makassar - sterft Sidi de heldendood.

0813 Durkstra, E. Bastiaan, de kleine Timorees; Een verhaal uit de zending op het eiland Timor, [met een inleiding van R. Oostra]; illustraties van Lies Veenhoven naar originele foto's. Assen, Van Gorcum, 1946. [Akkerklokjes; no. 11.] Vindplaats: KITLV cc 688 N

Het jongetje Bési wil ondanks zijn gebrekkige handjes naar het zendingsschooltje. Zijn vader is er op tegen, maar als Bési ernstig ziek wordt en de toverpriester steeds meer dierenoffers eist, brengt een zendeling de juiste medicijnen. De vader geeft dan zijn toestemming en Bési mag naar school. Hij wordt tegelijk met zijn ouders gedoopt. Van nu af aan heeft Bési een andere naam: Bastiaan. Dankzij een operatieve ingreep kan hij later al zijn vingers gebruiken die hij zo nodig heeft bij het schrijven en tekenen. Bastiaan wil graag goeroe worden en komt in huis bij de zendeling die hem samen met zijn vrouw hiervoor opleidt.

Geannoteerde bibliografie 281

0814 Es, J. van. Sinjo Jan; Klein Jantje in de tropen; Voor Holland bewerkt naar de Indische uitgave; 5-8 jaar. Amsterdam enz., Kolff, [1946]. 79 blz., afbn. Vindplaats: KTTLV cc 1623 N (fotokopie)

Bewerking van J. van Scherpenzeels verhaal Klein Jantje van Grisee uit 1924 (zie no. 0381). Hierin ontbreekt het hoofdstuk 'Rupsen bewaren'.

0815 Feenstra, Fenna. Maar die vlag verlaten... nooit!; geïllustreerd door Nettie Hendriks. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1946]. 234 blz.Herdrukken: 2e druk [1949]. 234 blz.; 3e druk [1951]. 224 blz.; 4e druk [1955]. 224 blz.; [Herdruk] met omslagillustratie van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1972]. 175 blz. [Witte Raven-pocket; S 215.]; [Herdruk] met omslagillustraties van Herson. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1980]. 177 blz.Vervolgd als: Terug in het vaderland (zie no. 0930). Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1195 N+; 2e, 3e, 4e druk Brinkman; Herdruk KITLV cc 793 N

Door haar huwelijk komt Nelleke in het marinemilieu van Den Helder en Soerabaja terecht. Ze raakt bevriend met Marijke, de dochter van een marinecommandant, die een steun voor haar is bij haar aankomst in Indië. Marijke is voortdurend met haar omgeving in conflict door haar pacifistisch ideaal. Dit geeft spanningen in haar vriendschap met de adelborst Frank die op een onderzeeër in de Indische wateren oefeningen houdt met de marine.

0816 Franke, S. De juiste weg; De eerste tocht naar Indië; geïllustreerd door W.A. van de Walle. Amsterdam, De Arbeiderspers, [1946]. 211 blz. Vindplaats: KITLV k 150

Avonturen van Krein, een jonge Amsterdamse scheepsbouwer/schipper, die meevaart met de vloot van Cornelis de Houtman die in 1595 de eerste tocht naar Java onderneemt met behulp van het reisjournaal van Jan Huyghen van Linschoten. In Bantam kopen ze specerijen voor de Compagnie van Verre in Amsterdam, maar de Portugezen hebben het op de Hollanders voorzien. Ze stoken de Javanen op en verjagen de Nederlandse vloot. Als De Houtman dan naar de Molukken wil wordt hem dit afgeraden. Op Bali is men een welkome gast en van hieruit keert de vloot terug naar Nederland. Hoewel het geen voordelige reis is geweest heeft men toch de weg naar Indië gevonden.

0817 Franke, S. Si Boeroeng; Bij de Javaanse vogelnestjesplukkers; ills. van L. Frank. Haarlem, De Gulden Pers, 1946. 214 blz. Vindplaats: KITLV cc 454

Op de dag dat Si Boeroeng tien jaar wordt is hij naar de Javaanse adat een 'man' geworden. Hij gaat voor het eerst met zijn vader de tocht ondernemen naar het Zuiderstrand. Daar leert hij (eetbare) zwaluwnestjes uit de rotsen te plukken. Een Chinese zakenman, bij wie de ouders van Si Boeroeng diep in de schulden staan, koopt deze nestjes op. Het aapje Si Monjet is er de oorzaak van dat Si Boeroeng

282 Geannoteerde bibliografie

door zijn eigengereidheid een ongeluk krijgt, maar ook dat hij wordt gered. Dat dit zou gebeuren werd door een vrouwelijke doekoen aan Ma Kariman, de moeder van Si Boeroeng, voorspeld.Een Indonesische uitgave verscheen onder de titel Si Burung; (Tjeritera pemetik sarang burung lajang-lajang). Diusahakan dalam Bahassa Indonésia N.St. Iskandar, [omslag en tekeningen van L. Frank]. Djakarta, Penerbit Buku Tehnik H. Stam, [c. 1951]. 254 blz. (KITLV hh 8444 N)

0818 Grift, Cornelis van der. Vier maanden onder de Jappen op Java en mijn ontsnapping; met illustraties van Reder. 's-Gravenhage enz., Van Goor, 1946. 120 blz., krtn. Vindplaats: KITLV aa 554

Gedurende de eerste maanden van de Japanse bezetting op Java lukt het drie jonge Nederlanders om op 6 juli 1942 met een klein zeewaardig bootje de haven van Pasar Ikan, ongezien door de Japanse bewaking, te verlaten. Via Straat Soenda zeilen ze onder de nodige ontberingen naar het geplande doel, het eilandje Rodriguez, waar ze op 5 augustus 1942 de haven van Port Mathurin binnenlopen. Van hieruit sluiten ze zich aan bij de invasietroepen om de Japanners in Nederlands-Indië te kunnen bevechten.

0819 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Wim Terhorst en zijn vriend Sarip; Een jongens-leven in Indië; [omslag en illustraties van M. Numans]. Amsterdam, Kuurstra, 1946. 215 blz. Vindplaats: KITLV cc 296 N

Bij het gezin Terhorst in Batavia is een nieuwe bediende gekomen: Sarip. Hij is nog een katjong die door de oudere bediende Kardi wordt ingewerkt. Wim is heel verbaasd, maar ook nieuwsgierig. Hij leert Sarip fietsen en zelfs lezen zodat hij thuis, in de kampong, wordt bewonderd. Maar Wim komt er achter dat hij niet zijn eigen Nederlandse maatstaven kan aanleggen bij Sarip; bovendien schieten ze allebei tekort in kennis en in eikaars taal. Toch leert Wim de leefwereld van Sarip kennen als ze er samen op uittrekken of de Pasar Gambir bezoeken. Wanneer Wim hem uitlegt waarom hij voor zijn verdere opleiding naar Nederland moet gaan, kan Sarip zich zoiets niet indenken omdat hij er een andere 'levensfilosofie' op nahoudt.

0820 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Om het goud in Nieuw-Guinea; [band en omslag van Ronald Frijling; illustraties van L. van Suchtelen-Leembruggen]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1946]. 183 blz. Vindplaats: KITLV g 445

Spannende tocht van een groepje Nederlanders en Dajaks die samen dwars door de oerwouden van Nieuw-Guinea trekken om het 'zwarte goud' (steenkool) te bemach-tigen.

0821 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]. Het maanboek; [met illustraties van de schrijf-ster]. 's-Gravenhage, Zuid-Hollandsche Uitgeversmij, [1946]. 80 blz. Vindplaats: KITLV cc 1257 N+

Geannoteerde bibliografie 283

Bevat een Indisch hoofdstuk (blz. 67-76) waarin de Indonesische grootmoeder Asri aan haar kleinkinderen Amat en Soeria het sprookje van de zeeprinses Soemidia vertelt.

0822 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]. Het zonneboek; [met illustraties van de schrijf-ster]. 's-Gravenhage, Stok enz., [1946]. 77 blz. Vindplaats: KITLV cc 1526 N+

Op de rug van de zonnevogel Soeria vliegt het Indische meisje Elleke met haar pop Minka naar Afrika, China en Indonesië (blz. 42-60). Bevat een paar Indonesische sprookjes zonder titel.

0823 Lith-van Schreven, Marijke [A.E.] van. De avonturen van Knibbeltje en Knabbeltje; Een Indische muizengeschiedenis; geïllustreerd door F[rieda] Nieuwenhuys-[van Bommel]; leeftijd 5-10 jaar. [Bandoeng], [Visser], [c. 1946]. 46 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1548 N (fotokopie)

Over een muizenechtpaar op Java dat in de garage van een Hollands gezin zijn onderkomen heeft gevonden. Zodra er gevaar dreigt van katten worden Knibbeltje en Knabbeltje gedwongen te verhuizen. Samen met hun muizenvrienden bedenken ze een slim plannetje om de katten onschadelijk te maken. De Maleise woorden en begrippen zijn niet in het Nederlands vertaald.

0824 Menkens-van der Spiegel, D. Eenlingetje; illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1946]. 123 blz. Herdrukken: 2e druk [1955]. 125 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2345 N

Bevat fragmenten over een Hollands meisje uit Indonesië. Ze is voor haar schoolop-leiding naar Nederland gekomen en woont bij familie. In Indonesië woonde ze 'in de rimboe' en kreeg ze thuis onderwijs van haar moeder.

0825 Norel, Kflaas]. O 16; met tekeningen van Jan Lutz. Nijkerk, Callenbach, [1946]. 73 blz.Herdrukken: 5e druk [1977]. 77 blz.; 6e druk [1980]. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: Ie en 6e druk Brinkman; 5e druk KITLV cc 1073 N

Joost, een Hollandse jongen, tekent als vrijwilliger bij de marine. Wanneer hij goed en wel in Indië is aangekomen breekt de oorlog met Japan uit. Hij wordt overge-plaatst op een onderzeeboot en wat hij dan moet doormaken is verschrikkelijk.

0826 Renes-Boldingh, M.A.M. Hoog in de bergen; illustraties van Jan Lutz. Nijkerk, Callenbach, [1946]. 175 blz. Vindplaats: KITLV cc 81 N

284 Geannoteerde bibliografie

In het gezin van een Hollandse theeplanter op Sumatra's Westkust komen door toedoen van een bevriende zendeling plotseling twee moeilijk hanteerbare kinderen in huis. Met elkaar beleven ze allerlei angstige avonturen zoals hevige aardschokken, de komst van een tijger op het erf en het zoekraken van een der pleegkinderen. Tenslotte de bekering van de oude in au g tot het christendom.

0827 Reijsen, Kees van. Varend vaderland; Een verhaal over de eerste zeereis der Hollanders naar Indië, 1595-1597. Naarden, Rutgers, 1946. 315 blz., afbn. en krtn. Vindplaats: KITLV k 221

Jan Berendsz, een kleermakersjongen uit Enkhuizen, monstert aan als kajuitjongen op de 'Hollandia'. Het tweede deel van dit boek, genaamd 'Kruitdamp onder de tropenzon' speelt zich geheel af in Nederlands-Indië.

0828 Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. Twee Tadema-kinderen op Java; [geïllustreerd door M. Numansj. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1946]. 122 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 310

In de bergen van West-Java woont een Friese familie die een boerderij en een bloemenkwekerij bezit. Hun dochtertje Tjitske komt in contact met het Indische meisje Ali, dat dezelfde Friese achternaam draagt, maar onder totaal andere omstandigheden opgroeit.

0829 Soest, FJHS LH. van. Een wajang in Gods handen. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1946]. 126 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 420

Wanda, een meisje uit een gegoed Hollands zakenmiiieu op Java, verlooft zich tegen de zin van haar moeder met een eenvoudige Amsterdamse jongeman. Tijdens de Japanse internering verliezen ze elkaar uit het oog. Na de kamptijd en de terugkeer naar Nederland blijft ze hopen op een weerzien.

0830 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Het kikkerboekje; De geschiedenis van KodokBangkong; [met gekleurde tekeningen van de schrijfster]. Deventer, Van Hoeve,[1946]. 49 blz.Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1137 N

Avonturen van een Indisch kikkertje op Java.

0831 Sutorius, Anna. De vierde Mulo; tekeningen van Nel Wiebenga. Rijswijk, Kramers, [1946]. 214 blz. Vindplaats: OBA

Bevat een paar korte Indische fragmenten over een groepje Nederlandse jongelui die na de Duitse bezetting naar Indië vertrekken.

Geannoteerde bibliografie 285

0832 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. De hemelprauw; Een verhaal van binnen-landers in nood op Noord-Nieuw-Guinea. ['s-Gravenhage], [Blommendaal], [1946]. 62 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV g 249

Papoea's in het binnenland moeten honger lijden door een aanhoudende droogte. Ook hun medicijnman weet geen raad meer. Een kleine jongen van hun stam gaat zelf op zoek naar eten, maar hij verdwaalt. Aan de kust komt hij in aanraking met een paar huisjongens van een zendeling. Tenslotte brengt de zendeling redding voor de uitgehongerde Papoea's.Aan de orde komen: angst voor witte mensen, de 'slangenvrouw' (de vrouw van de dominee die een vlecht om haar hoofd draagt!) en voorouderverering door de medicijnman.

0833 Ages-van Weel, Aleid. De bakvis; geïllustreerd door Hugo Kriens. Rijswijk, Kramers, [1947]. 185 blz. Vindplaats: KITLV cc 1551 N

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten. Op kosten van een welgestelde oom die voorgoed uit Indië is teruggekeerd kan de zestienjarige Josje die zangtalent heeft naar het conservatorium. Haar oudere zusje Wiek verlooft zich met een jonge Nederlandse arts die de praktijk van zijn vader in Indië zal overne -men wanneer deze met zijn vrouw naar Nederland repatrieert.

0834 Boogaard, W. van den. Het geheim van Kebon-Barat; [band- en omslagtekening van Ronald Frijling; illustraties van de schrijver en Ronald Frijling]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1947. 183 blz. Vindplaats: KITLV cc 523

De schrijver vertelt in zijn voorwoord dat vele gebeurtenissen in dit boek historisch zijn. Het verhaal speelt in de omgeving van Bandoeng en gaat over drie jongens die samen een geheim delen: een onderaardse gang behorend bij een oud Indisch huis. Deze ruimte wordt tijdens de Japanse bezetting gebruikt als schuilplaats. De drie jongens ondergaan ieder op hun manier de oorlog, maar ze blijven elkaar trouw onder alle omstandigheden. De Hollandse Niek komt met zijn vader in een mannen-kamp in Bandoeng terecht, zijn Indische neef Henk kan zich nog een tijdje buiten de kampen handhaven door zijn uiterlijk, om, verkleed als Javaanse tani, contact te houden tussen de schuilplaats en het mannenkamp. Tenslotte is er Nadi, een Javaanse dessajongen, die door de bezetter is geronseld en als heiho te werk is gesteld. Nadi buit zijn positie uit om zijn twee vrienden en hun familie binnen en buiten het kamp te helpen.

0835 Chattel, C.J.H. du en P.J. Zonruiter. Boven sawah en oerwoud; ills. van Max van der Wissel. Assen, Born, 1947. 255 blz. Vindplaats: KITLV cc 119 N

Vliegtuigavonturen van Hollandse jongens op Sumatra, Borneo en Java aan het begin van de Japanse bezetting.

286 Geannoteerde bibliografie

0836 Clarom, Bep. PU staat pal; [omslag en tekeningen van F.J.D. Boers]. Baarn, De Boekerij, [1947]. 175 blz. [Giraffe-serie; no. 2.] Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 777 N/OLBG

Avonturen van Pit, een administrateursdochtertje op een rubberonderneming aan de noordoostkust van Sumatra. Pit draagt zorg voor haar vader die weduwnaar is en regelt de huishouding met de bedienden. Omdat ze te ver van een middelbare school woont, krijgt ze huisonderwijs van haar vader. Af en toe heeft ze een uitje naar Medan of is er een feestelijke opening van een nieuw fabrieksgebouw met een selamatan voor het inlandse personeel en een rijsttafel voor de Europese medewer-kers. Na een korte vakantie in Brastagi (in de omgeving van Medan) volgt er thuis op de onderneming een traumatisch gebeuren. Een Javaanse mandoer probeert met zijn kris Pit overhoop te steken. Hij wil zich wreken op Pits vader, die hem heeft ontslagen omdat hij knoeide met de lonen van de koelies. Ze durfden niet te klagen. De Javaan leeft van afpersing en diefstal en hij dobbelt en drinkt. Kort na dit voorval gaat Pit met haar vader voor drie maanden met verlof naar Nederland. Ze vertrekken met een vliegtuig van de KLM.

0837 Claudius [ps. van CC Küpfer?]. De verovering van Venus; met teekeningen vanMenno [van Meeteren Brouwer]. Haarlem, Boom-Ruygrok, 1947. 228 blz. [Vliegwe-reld Bibliotheek; no. 5.] Vindplaats: KITLV cc 498 N

Speelt in 1942 tijdens de Japanse bezetting op Java (Bandoeng en Papandajan). Populair-technische uiteenzettingen over het vliegen in de verre toekomst. Humor, fantasie, een satirische kijk op de maatschappij en wat romantiek.

0838 Dreijer, G.K De ondergang van 'De Sperwer'; illustraties van G. Douwe; 2e druk. 's-Gravenhage, Voorhoeve, 1947. 190 blz. Herdrukken: Ie druk niet bekend. Vindplaats: 2e druk KITLV cc 1378 N

Historisch verhaal over de factorij op het eiland Formosa (Taiwan), dat onveilig wordt gemaakt door Chinese zeerovers. Bevat een kort Indisch fragment. Zie over dit onderwerp ook: C. Wilkeshuis. Hollanders op Korea (no. 1111).

0839 Dungen, Fr. v[an] d[en]. De eer van de vlag; Een boek voor de jeugd over de strijd in Indië tijdens de Japanse bezetting; met illustraties van Piet Broos. Helmond, Boek-drukkerij 'Helmond', [1947]. 126 blz. Vervolg van: De dappere Makassaar (zie no. 0812). Vindplaats: KITLV cc 134 N

Twee Makassaarse broers, Omar en Ali, leveren met hun aapje Torn een belangrijk aandeel om de gevangenen van het vrouwen- en kinderkamp in Long Iram (Cen-traal-Borneo) te helpen, op straffe van de dood. Maar het hoofd van de Koetei Dajaks, het Nederlands-Indische leger, de Chinese bevolking en een paar Hollandse

Geannoteerde bibliografie 287

schooljongens werken ook eensgezind om de Japanse militairen in een hinderlaag te lokken.

0840 Geest, Klaas van der. Op 't Zuydlandt gestrand; illustraties van M.CA. Meischke. Meppel, Roelofs van Goor, [1947]. 228 blz. Herdrukken: 2e druk [1955]. 201 blz. Bevat een lijst van scheepstermen. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1483 N

Historisch verhaal over de gruwelijke belevenissen van de bemanning van het schip 'De Waeckende Boey' onder leiding van Abraham Leeman die in 1657 samen met schipper Sam Volkertsen van de 'Eermeloort' uitvaart. In opdracht van de Oost-Indische Compagnie worden beide schepen uitgezonden om te zoeken naar de kostbare lading en overlevenden van de verongelukte 'Vergulde Draeck'. Dit schip was in 1655 uit Amsterdam vertrokken naar Batavia. Door een navigatiefout kwam het op de westkust van het Zuidland (Australië) terecht, sloeg lek op de rotsen voor de kust en zonk.Zie over dit onderwerp ook: Hugo Kingmans, Veertien man in een boot (no. 0747) en Chr. A. Meijer, De klauw van de Draak (no. 1029).

0841 Goens, R. van. De vallei der spinnen; omslagtek. en platen van Dick Lammere. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1947]. 224 blz. Vindplaats: KITLV cc 731 N/OLBG

Avonturen in het gebied Boven-Kapoeas op Borneo.

0842 Goens, R. van. Vuren op de bergen; De ondergang der Bandanezen; omslagtek. en pltn. van D[ick] Lammere. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1947]. 227 blz. Vindplaats: KITLV cc 278

Het leven van de perkeniers op Banda ten tijde van de Oost-Indische Compagnie.

0843 Heem, Rody van 't. Een maand in een drijvend hotel; Een boek voor meisjes; [band en illustratie van Greetje Kroone]. Hoorn, Uitgeveremij 'West-Friesland', [1947]. 179 blz. Vindplaats: KITLV cc 1618 N

Bevat een paar Indische fragmenten over de reis van het passagiersschip 'Hugo de Groot' naar Indië. Aan boord bevindt zich een gezin uit Amsterdam, waarvan de vader in Batavia tot directeur van een bijkantoor van een nationale bankvereniging is benoemd. Zijn tweelingdochtertjes hadden graag hun poes mee willen nemen. Een buurjongen die adelborst is vindt een geschikte oplossing: poes komt als verstekeling aan boord.

0844 Hulzen, Johan van. De avontuurlijke reizen van een scheepsdokter, [illustraties enbandomslag van Menno van Meeteren Brouwer]. Meppel, Roelofs van Goor, [1947]. 180 blz.

288 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1100 N+

Levensverhaal van de scheepschirurgijn Nicolaus de Graaff met daarin vervlochten de bewerking van zijn Reysen van Nicolaus de Graaff na Asia, Africa, America en Europa (1639-1687). Veel van zijn reizen waren in dienst van de Oost- en West-Indi-sche Compagnie.Zie ook: J. van Schaveren. Een jongen vaart het leven in; Jeugdroman uit den tijd van de Compagnie (no. 0795).

0845 Hulzen, Johan van. Nederlandse wereldreizigers; met platen van Tjeerd Bottema. Kampen, Kok, 1947. 256 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 165 N

Bevat de Indische hoofdstukken: 'De eerste schipvaart naar Indië' (Cornelis de Houtman) (blz. 87-107); 'Op zoek naar het Zuidland' (Abel Tasman) (blz. 150-166); 'Een verkenning van de Stille Oceaan' (Jacob Roggeveen) (blz. 170-184) en 'De eerste Hollandse luchtreis naar Indië' (Amsterdam-Batavia met de F VII van de KLM in het najaar van 1924) (blz. 187-209).

0846 Inah Ratoe [ps. van N.J.G. Engelkamp-Caesar]. Hariati; [band en bandomslag van Widija Boedi]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1947. 117 blz. Bevat poëzie en een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 251

De schrijfster heeft getracht de diepste gedachten en gevoelens weer te geven van het Javaanse meisje Hariati dat op het internaat van een Hollands-Inlandse Kweek-school op Midden-Java zit. Om in Indië vooruit te komen moet men de Nederlandse taal goed beheersen, zodat Hariati beter Nederlands kent dan Javaans, haar moedertaal. Haar vader is hoofd van een dessaschool en heeft in Nederland gestudeerd. Hij is niet gebonden aan een bepaalde godsdienst of politieke partij en hij houdt er slechts één vrouw op na. Hariati's schoolvriendin Soemami maakt haar opleiding niet af. Ze wordt de tweede vrouw van een Javaanse schoolopziener. Wanneer ze echter kinderloos blijft wordt ze door hem verstoten. Hariati heeft een dromerige aard en gevoel voor poëzie. Ze wordt verliefd op Hartono, een Javaanse intellectueel, getrouwd met een Hollandse vrouw.Er voltrekt zich een ramp in de omgeving van Hariati's woonplaats. Bij een vulkaan-uitbarsting zijn haar ouders, haar jongere zusje en ook Soemarni omgekomen. Hariati blijft met haar jongere broer achter. Wanneer Hartono een halfslachtig voorstel doet aan Hariati, maar niet van zijn Hollandse vrouw wil scheiden, ver -breekt ze het contact. Met genegenheid uit de tweede hand neemt Hariati geen genoegen. In één maand heeft ze alles wat haar dierbaar was verloren. Door tussenkomst van een oom-regent kunnen Hariati en haar broer hun studie voltooien.

0847 Kiek, Reggie E. Engelandvaarder en andere verhalen. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1947]. VI, 65 blz., afbn. Vindplaats: PB

Geannoteerde bibliografie

Bevat een Indisch verhaaltje over de Japanse invasie op Nieuw-Guinea, getiteld: 'Hoeplakeetje helpt een handje bij de landing op Hollandia'.

0848 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. 't Boek van Bob en Bep; [band- en omslag-tekening van Freddie Langeler; illustraties van Tilly Dalton]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1947. 188 blz. Herdrukken: 2e druk 1950. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1239 N; 2e druk BBJ

Twee Hollandse kleuters op Java. Het jongetje Bob logeert in de stad bij het meisje Bep. Wanneer zijn moeder is hersteld mag Bep logeren bij Bob die in de bergen op een thee-onderneming woont.

0849 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Van verschillende stam;[omslagtekening van L. van Suchtelen-Leembruggen; illustraties en bandtekening van Ronald Frijling]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1947]. 198 blz. Vindplaats: KITLV cc 633

Aan de kust van Celebes ontmoet Batjo, een Makassaarse jongen, zijn buurmeisje Langkati. Hij redt haar leven als ze met haar prauwtje omslaat wanneer ze op zee aan het vissen is. Langkati is geen doorsneemeisje dat slaafs de traditie van de vrouwen wil volgen. Zo leert ze stiekem paardrijden, hetgeen haar later van pas komt. Haar vader wil haar aan de gewetenloze handelaar Taleba uithuwelijken. Maar Batjo's grootvader Daëng Manoewa heeft intussen een slim plan beraamd en tijdens een hanengevecht wordt Taleba als een bedrieger ontmaskerd.

0850 Lentinck, Rona. Parade voor Viola. Bussum, Van Dishoeck, 1947. 268 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 311 N

Verwikkelingen tussen een groepje ongehuwde assistenten op een rubberonderne-ming op Sumatra door de komst van een jonge kinderjuffrouw uit Nederland. Ze is aangesteld voor het gezin van de administrateur wiens vrouw om gezondheidsrede-nen elders verblijft. Het is een oerdegelijk meisje dat door één van de assistenten wordt uitgemaakt voor 'tjitjak kring', maar door Minah, de huismeid, wordt omgeto-verd tot een aantrekkelijke jonge vrouw.De twee huisbedienden, Minah en Sidin, worden op een rake en realistische wijze getypeerd.

0851 Marle-Hubregtse, M.J. van. Ams' ongeweten afscheid; [met illustraties van Menno van Meeteren Brouwer; omslagtekening van R. Basoeki Abdullah]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1947. 212 blz., plgr. Vervolg van: Ams houdt van Indië (zie no. 0778). Vindplaats: BBJ/KITLV cc 439 N

Door het onverwachte contact met haar klasgenoot Soedarso raakt Ams bevriend met zijn zusje Roebiah. Zij zit op de Van Deventerschool - een speciale meisjes -school - waar de ideeën van Kartini* in praktijk worden gebracht. Op een bazaar van

290 Geannoteerde bibliografie

haar school laat Roebiah aan Ams en haar vriendin Els allerlei lokalen zien waar de karakteristieke Javaanse cultuur wordt onderwezen, zoals het bespelen van de gamelan, het leren batikken en het instuderen van Javaanse dansen. De Hollandse meisjes komen onder de indruk en zijn vol bewondering.De ouders van Ams zijn niet alleen begaan met het financiële wel en wee van hun bedienden, zoals het leren sparen voor een eigen huisje, maar Ams moeder helpt ook als leidster de Roemer Visscher-vereniging die in armoede geraakte (Indo-) Europese vrouwen van naaiwerk voorziet.Haar laatste vakantie in Indië brengt Ams met haar familie in de bergen van Oost-Java door. Het verbaast haar daar twee vreemdelingen te zien. 'Jappen', dacht Ams, die hun gebuig grappig vond. 'Komen die ook al boven met vakantie? Het wordt hier een wereldstad.' Met haar vrienden komt ze op het spoor van een spionagecomplot, waarbij een Japanse tokohouder uit Semarang betrokken is die in werkelijkheid een mijningenieur/militair van hoge rang blijkt te zijn.Binnen niet al te lange tijd gaat Ams met haar familie voorgoed naar Nederland, waar haar vader is benoemd tot directeur van het handelshuis waarvoor hij in Semarang werkzaam was.

*) Raden Adjeng Kartini (1879-1904), een Javaanse regentsdochter, die als eerste pleitte voor de ontwikkeling van het Javaanse meisje. Haar idealen hebben vorm gevonden in de Kartinischolen, waar meisjes tot veertien jaar een opleiding krijgen. De Van Deventerschool is een voortzetting van de Kartinischool. Mr. C. Th. van Deventer, 'de Vriend van Indië', heeft met zijn echtgenote en een aantal vrienden gezorgd voor de oprichting van speciale meisjesscholen om de ideeën van Kartini te verwezenlijken.

0852 Neilen s.c.j., Pater M. Avontuur in de desa; [omslag en illustraties van J. Schoenaker]. Rotterdam, Missieprocuur, [1947], 63 blz. Vindplaats: KITLV q 3438 N

Een Nederlandse missionaris beschrijft zijn ervaringen met een groep Javaanse kolonisten en landverhuizers die zich nog maar pas op Sumatra hebben gevestigd om een beter bestaan op te bouwen.

0853 Renes-Boldingh, M.A.M. De geheimzinnige gast; [tekeningen van Rie Reinderhoff]. Nijkerk, Callenbach, [1947]. 125 blz. Vindplaats: KITLV cc 1227 N

Vlak na de Tweede Wereldoorlog brengen een gerepatrieerd gezin van een zendings-arts uit Java en een Nederlandse oorlogsweduwe met haar invalide zoon uit Gronin-gen hun vakantie door op Ameland. Allen hebben trauma's te verwerken: van de Duitse bezetting, van de Japanse kampen, of zoals het Indische pleegbroertje Tonny dat steeds van Indonesische rampokkers droomt.De vriendschappelijke omgang van de jongens met de invalide knaap brengt ook de beide moeders tot elkaar die samen een oplossing vinden voor de toekomst.

0854 Renes-Boldingh, M.A.M. 'Ik kom terug', zegt Loes; illustraties en omslag van Bep Wagner. Meppel, Roelofs van Goor, [1947]. 300 blz.Herdrukken: 3e druk met illustraties van R. Basoeki Abdullah. [1948]. 324 blz.. Bevat een verklarende woordenlijst.

Geannoteerde bibliografie 291

Vindplaats: Ie druk KITLV cc 249 N; 3e druk Brinkman

Loes, dochter van een bestuursambtenaar, is op Sumatra opgegroeid. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt haar vader overgeplaatst naar Java als assistent-resident in de omgeving van Bandoeng. Daar sluit zij vriendschap met Coen, een Indische jongen. Tijdens de Japanse bezetting moeten zij hun studie aan de Geneeskundige Hogeschool te Batavia afbreken. De ellende van het kampleven blijft hen niet bespaard. Na de bevrijding maken zij plannen voor hun toekomst in het 'nieuwe Indië'.

0855 Ward, Fred. [ps. van W.G.G. Jansen]. Los van de amkdidvel; geïllustreerd door J. de Visser; voor 12-16 jaar. Maastricht, Schenk, [1947]. 160 blz. Vindplaats: KITLV cc 274

Een onderwijzer die hopman is bij de padvinderij vertelt over zijn kampeeravonturen in Indië. Hij is begaan met het lot van de Chinese weesjongen Fred die - onder hypnose gebracht door zijn stiefvader - tot smokkelen en stelen wordt gedwongen en mishandeld wordt als hij niet meewerkt. Wanneer de politie ingrijpt komt Fred op een katholiek jongensinternaat, waar hij zich gelukkig en veilig voelt. Een andere Chinese padvinder, Lau Seng, moet thuis flink aanpakken. Zijn moeder is weduwe en vaak ziek. Grootmoeder woont bij hen in huis en ze zet Seng voortdurend aan het werk. Hij mag van haar niet alle bijeenkomsten van de padvinderij bijwonen en ze is er bovendien op tegen dat Seng katholiek wil worden. Op een kritiek moment -Sengs sterfbed - gebeurt dit toch dankzij de hechte vriendschap tussen Fred en Seng. De karakterbeschrijving van deze twee Chinese padvinders uit de zelfkant van de inheemse samenleving werd in 1942 aan de schrijver verteld in de Palembangse gevangenis tijdens de Japanse bezetting.

0856 Zeeman, P. Haantje en z'n kornuiten; Jongensboek 10-15 jaar, [omslagtekening enillustraties van H. Bierman]. Hengelo, Uitgave Loek/Apeldoom, Drukkerij Boeijinga,1947. 213 blz.Bevat verklarende voetnoten van Maleise woorden en zinnen.Vindplaats: KITLV cc 1599 N

Speelt in Vlissingen waar een gepensioneerd zeekapitein het 'spookhuis', dat lang heeft leeggestaan, komt bewonen. Hij brengt zijn Indische vrouw, drie kinderen en een paar bedienden mee. Zijn twee zoontjes worden al gauw opgenomen in een clubje Hollandse schooljongens waarmee ze allerlei kattekwaad uithalen.

0857 Zeeuw JGzn., P. de. De kajuitsjongen van Frederik de Houtman; Een verhaal over de tweede tocht naar Indië; [bandontwerp en illustraties van Jan Kampman]. Amsterdam, Bottenburg, [1947]. 128 blz. Vindplaats: KITLV cc 1910 N

Door tussenkomst van dominee Plancius gaat de Amsterdamse Jaap Bestebouw in 1597 als scheepsjongen mee met de 'Leeuwin', een van de schepen van de gebroe-ders De Houtman. De bestemming is Atjeh waar in 1599 het anker valt en waar men met Sultan Aloëdin (Al'-ad-din) een pepercontract wil afsluiten. Door list en verraad van de Portugezen worden de Hollandse schepelingen door de Atjehers overvallen.

292 Geannoteerde bibliografie

Cornelis de Houtman wordt vermoord, zijn schip gaat verloren en tal van beman -ningsleden sneuvelen. Met moeite weten de overgebleven schepen zich te bevrijden om behouden naar Nederland terug te keren.

0858 Zutphen, Chr. van. De Vuurbal; Een alkravontuurlijkst jongensboek; illustraties van Cor Driessen. Heerlen, Leufkens, [1947]. 179 blz. Vindplaats: KITLV cc 2103 N

Beschrijft het korte leven van een roodharige jongen ('Vuurbal'). Hij is geboren en getogen op de schoener van zijn vader, een Nederlandse kapitein. Samen bereizen ze de Zuidzee-eilanden, China en Australië. Na de dood van zijn vader komt hij voor het eerst in Nederland, in Rotterdam, voor zijn Mulo- en scheepvaartopleiding. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog meldt hij zich als vrijwilliger bij de marine. In februari 1942 bevindt hij zich aan boord van de 'Java'. In de Straat van Makassar wordt het schip door een Japanse torpedojager tot zinken gebracht.

0859 Zwegers, Bjroeder] V[igilius] [Johan Zwegers]. Tijger-eiland; Een avonturen-verhaal uit Indië; geïllustreerd door H. Kluytmans. Maastricht, Schenk, [1947]. 211 blz. Vindplaats: KITLV cc 2013 N

Twee Hollandse vrienden hebben in Malakka op allerlei dieren gejaagd. Ze worden ingescheept op de 'Goentoer'. Onderweg naar Belawan (Noord-Sumatra) slaat er een aantal overboord tijdens een orkaan, maar er blijven nog genoeg exemplaren in leven voor de dierentuinen in Amerika en Europa. Thuis, in Belawan, gaan ze met bevriende rubberplanters uit Medan op olifantenjacht, waarvan ook de plaatselijke Batakbevolking profijt heeft.Wanneer de vrienden in de Alaslanden en in de omgeving van Palembang voldoende dieren hebben verzameld, besluiten ze naar Nederland te vertrekken. Met de 'Kiang', een Chinees stoomschip, vertrekken ze via Belawan naar Singapore. De Chinese kapitein vraagt een extra hoog verzekeringsbedrag, maar wanneer de dieren in goede staat arriveren krijgen de vrienden de helft van de premie terug. Er zijn geen passagiers aan boord en de marconist is een Amerikaan. Intussen heeft de Chinese kapitein het schip onklaar gemaakt en verdwijnt met de sloepen. De marconist blijft aan boord en helpt de vrienden met hun dieren. Ze kunnen het zinkende schip verlaten op een groot houten vlot. Ze drijven naar een onbewoond eilandje waar ze angstige uren hebben voordat ze door een Nederlands oorlogsschip worden opgepikt.

0860 Zwerver, Koert. Loek doet haar plicht; bandontwerp van J. de Vries. Meppel, Stenvert, [1947]. 200 blz. Vindplaats: KITLV cc 1830 N

Aan haar klasgenootje Loek vertelt het gerepatrieerde Indische meisje Tine dat Holland een paradijs is vergeleken met de vier jaren doorgebracht in de Japanse kampen. Uitvoerig maakt ze Loek deelgenoot van de ellende en de honger die ze heeft moeten doorstaan. Toch hoopt Tine terug te keren naar haar geboorteland met de vele dierbare herinneringen, zoals de eenvoudige kantjilvertellingen die ze van haar baboe heeft gehoord.

Geannoteerde bibliografie 293

0861 Arti Poerbani [ps. van A.P. Djajadiningrat]. Widijawati, het Javaanse meisje; met een inleiding van Dirk de Vries. Amsterdam, 'Keizerskroon', 1948. 228 blz. Bevat enige poëzie en een 'Verklaring van de Javaanse en Maleise woorden'. Vindplaats: KITLV cc 581

Autobiografisch verhaal van een meisje uit de hogere kringen van Midden-Java. Het geeft een uitvoerige beschrijving over de rijke culturele traditie, zoals allerlei feestdagen en plechtigheden. Het thema van dit boek is idealistisch: studeren om je landgenoten met je kennis vooruit te helpen. De jonge vrouw huwt een man van haar eigen stand die in Nederland heeft gestudeerd en echt van haar houdt.

0862 Boogaard, W. van den. De oude, wijze kakatoe; Indonesische sprookjes; [illustraties van Ronald Frijling]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 160 blz. Vindplaats: KITLV a 21 N

Deze bundel sprookjes is ontstaan op Indonesische bodem en de sfeer is geheel Indonesisch. Het zijn oorspronkelijke verhalen waarin oude overleveringen zijn verweven. Planten en dieren spelen hierin een belangrijke rol.

0863 Capelle, M.C. Towasi, het slaaf/e; [met ills. van Eddy Pater]. Baarn, Zendingscentrum der Gereformeerde] Kerken in Nederland, [1948]. 63 blz. [Jeugdzendingsboekjes; no. 1.]Herdrukken: 2e druk [1950]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 499 N; 2e druk PB

Een jongetje op Soemba ontvlucht met zijn zusje de kampong, waar de bevolking het zwaar te verduren heeft onder het nieuwe wrede kamponghoofd. Op hun zwerftocht krijgen ze hulp van een zendeling die hen onderdak verleent en later bij hun ouders terugbrengt.

0864 Dalton, Tilly. Freekje uit zonneland; Een verhaal over een klein jongetje uit Indonesië; met omslag en tekeningen van de schrijfster. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1948]. 64 blz.Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1715 N (fotokopie)

Beschrijft het leven van een Nederlands jongetje dat is geboren in Batavia en daar tot kleuter opgroeit. Het Chinese buurjongetje Tjeng-Ho wordt zijn vriendje. Met zijn ouders maakt Freekje een bootreis naar Nederland waar de verloftijd bij grootmoeder zal worden doorgebracht. In Suez gaat hij met zijn ouders naar Atakah - een plaatsje aan de rand van de woestijn - om zich te voorzien van warme kleding voor de Hollandse winter. De verloftijd is voor Freekje een aaneenschakeling van plezierige dingen: Sinterklaas, de eerste sneeuwpret, Kerstmis, de jaarwisseling en tenslotte nog zijn vijfde verjaardag. Kort daarop wordt zijn vader voor zijn kantoor teruggeroepen en vaart het gezin terug naar huis, naar Batavia.

294 Geannoteerde bibliografie

0865 Eyk, Henriëtte van. Avonturen op de Willem Ruys'; Een spannend verhaal voor jonge mensen; met tekeningen van Nita Veeren. Rotterdam, Rotterdamse Lloyd, [1948]. 119 blz.Herdrukken: Herdruk verscheen onder de titel: De reis van de saffieren ster, [teke-ningen van Nita Veeren]. Baarn, Het Wereldvenster, 1957. 119 blz. Vindplaats: Ie druk antiquariaatscat.; Herdruk KITLV cc 1357 N

Bevat Indische fragmenten over de thuisreis (Tandjong Priok - Rotterdam) van het passagiersschip de 'Willem Ruys' waar een detective-achtige toestand ontstaat wan-neer een oude excentrieke dame ontdekt dat een kostbaar sieraad uit haar hut is verdwenen. Ze reist samen met haar moederloze nichtje Ferry uit Bandoeng die naar een meisjespension in Amsterdam gaat omdat haar vader in Amerika lezingen moet houden voor zijn werk.

0866 Groenevelt, Adri. Carla, secretaresse van Mr. P.G. Roogers; Roman voor oudere meisjes. Haarlem enz., 'De Sleutel', 1948. 208 blz. Vindplaats: KITLV cc 1640 N

Na haar schooltijd en Schoeversopleiding in Amsterdam keert Carla terug naar Java, waar haar vader een rubberonderneming beheert. Op zijn verzoek gaat Carla als secretaresse tijdelijk in dienst bij een Amerikaans directielid van een Nederlandse rubbermaatschappij. Wanneer de Duitsers in 1940 Nederland bezetten, organiseert Carla met haar tennisclub allerlei activiteiten om vanuit Nederlands-Indië de Hollandse marine te steunen.

0867 Hulzen, Johan van. Het boek van de kantjil, het Indische dwerghert; [band en tekenin-gen van Ronald Frijling]. Deventer, Van Hoeve, [1948]. 77 blz., afbn. Vindplaats: KITLV a 749

In zijn voorbericht schrijft de samensteller dat deze dwerghertverhalen zijn bewerkt tot een doorlopend verhaal en dat hij zich bij de keuze heeft laten leiden door zijn oordeel over de geschiktheid voor de jeugd.

0868 Hulzen, Johan van. Indische volksverhalen voor de jeugd verteld door -; [illustraties en omslagtekening van Menno van Meeteren Brouwer]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 248 blz.Bevat een verklarend woordenlijstje. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1307 N

Bewerkte legenden en vertellingen uit Bali, Borneo, Celebes, Halmahera, Java en Madoera.

0869 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Thuisvaart. Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland', [1948]. 263 blz.Herdrukken: 4e druk [c. 1960]. idem; 6e druk [1965]. 229 blz. [Parel-paperbacks; no. 5.]. Vindplaats: Ie druk KB; 4e druk KITLV cc 534 N; 6e druk Brinkman

Geannoteerde bibliografie 295

In de persoon van Marja van den Oever - opgegroeid op een kleine suikeronderne-ming op Java - ondergaat men de sfeer in het vrouwenkamp van Ambarawa. Door de aftakeling en de dood van haar gelovige moeder sluit Marja zich van de buiten-wereld af. Na de 'bevrijding' ontmoet ze haar zusje uit een ander kampblok, dat kort daarop door Javaanse extremisten wordt doodgeschoten. Marja repatrieert met vrienden naar Holland, jonge mensen die de meest gruwelijke ervaringen hebben ondergaan in het kamp en in de bersiaptijd. Als ontheemden verlaten zij Java, waar ze hun jeugdherinneringen en familiegraven achterlaten zonder haat te koesteren tegen de eigenlijke bevolking. Na vier jaar kamptijd Van vechten om eten, zien gappen en leren gappen, bedriegen, lasteren en verraden, vloeken en vuilbekken zijn de jongelui achterdochtig en wantrouwend tegenover de volwassenen die slechts voor hun eigen hachje opkwamen' (blz. 167).Op de boot maken ze plannen voor hun toekomst in Nederland. Als repatrianten ondervinden ze in Nederland weinig begrip voor hun doorstane ellende en worden ze beschouwd als 'koloniale uitbuiters'. Marja komt in huis bij een getrouwde zus in Amsterdam, maar de sfeer benauwt haar. Ze gaat op zichzelf wonen, maar door dit vrijwillig gekozen isolement vereenzaamt ze nog meer totdat ze haar geloof in het leven terugvindt.

0870 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Twee Indische meisjes; [illustra-ties en omslagtekening van F. van Bemmel]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 187 blz.Bevat een verklaring van gebruikte Maleise woorden. Vindplaats: KITLV cc 465

Ina is een Indisch meisje uit de Preanger. Haar moeder is overleden en haar vader is administrateur van de thee-onderneming 'Gedong Waringin'. Ze woont bij familie in Batavia voor haar HBS-opleiding. Ina's Hollandse tante heeft weinig begrip voor haar in tegenstelling tot een lerares die zich over haar ontfermt. In de vakantie logeren Ina en haar lerares op 'Gedong Waringin'. Ook haar Soendanese vriendin Joeti (Sri Joewati, een regentsdochter) met haar Nederlandse gouvernante komen na het overlijden van Joeti's vader naar de onderneming.Ina's vader is nu voogd geworden over Joeti, tegen de zin van haar oom, pangeran Artawidjojo. Op een listige manier laat hij zijn welgestelde nichtje naar zijn huis in Djokjakarta ontvoeren. Na een goed doordacht plan kan men Joeti - die op het punt staat uitgehuwelijkt te worden - bevrijden.Na dit avontuur vertrekken Joeti en Ina voor een tijdje naar Europa. Samen nemen ze hun intrek in een gemeubileerd huis in Den Haag. In hun nieuwe vriendenkring ontmoet Joeti de Javaanse student Indisch recht Pradeksa en ontdekt Ina dat haar toekomst eveneens op Java ligt.

0871 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. De held van de rimboe. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1948]. 176 blz., afbn. Vindplaats: PB

Speelt op Sumatra waar een blanke kapitein van de resident van Palembang de opdracht krijgt een onderzoek te doen naar de leefwijze van de weinig bekende en geheimzinnige Koeboes. Tot nu toe kon deze nomadengroep die in de oerwouden leeft aan ieder politioneel toezicht ontsnappen zodat men niet wist of hun gedra -gingen in overeenstemming waren met het wettelijk gezag.

296 Geannoteerde bibliografie

0872 Numans, M. Wat Oeü hoorde vertellen; Indische verhalen voor Hollandse kinderen; [omslag en illustraties van de auteur]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1948]. 26 blz. Vindplaats: BBJ/K1TLV cc 411 N

Hein Javaans jongetje luistert naar een paar oude Indonesische volksverhalen die door een dalang worden verteld.

0873 Soest, Ems LH. van. Het komt allemaal in orde; Roman voor jongeren; [omslag en illustraties van Hans Borrebach]. Alkmaar, Kluitman, [1948]. 191 blz. Vindplaats: KITLV cc 1112 N

Bevat Indische fragmenten. Jongelui, onder wie ook het Indische meisje Toppie, zoeken in het naoorlogse Nederland hun weg.

0874 Stroh, Freddy. En waarom ben ik anders?; band en illustraties door Hans Borrebach. Baarn, Hollandia, [1948]. 274 blz. [Ster-serie.] Bevat poëzie. Vindplaats: UBL

Wel en wee in de crisisjaren van meisjes voor en na hun eindexamen van de kweekschool in Nederland en hun toekomstplannen die anders zullen uitpakken. De vlotte Indische Jos Heemskerk, dochter van een suikerplanter uit Malang, blijft degelijk getrouwd in Nederland wonen. De Hollandse Li Marlot daarentegen vertrekt als secretaresse naar Pangoeroeran, op het eiland Samosir (Sumatra), voor een project medische hulpverlening aan ooglijders onder de inheemse bevolking. Daarna trekt de medische ploeg naar Oost-Java waar Li haar broer Gerard opzoekt die op een suikeronderneming in Poerworedjo werkt. Wanneer de tournee is afgelopen ontmoet D een oude bekende, piloot bij de KLM, die haar levensgezel wordt.

0875 Vries, Gijsbert de. Dimin de dwangarbeider, [illustraties van I.F. Steevensz; omslag en bandtekening van F. van Bemmel]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 189 blz. Vindplaats: KITLV cc 306 N

Verhaal met een historische achtergrond. De jonge Javaan Dimin komt in opstand tegen zijn werkgever, een Javaanse grootgrondbezitter. Dimin moet vluchten, komt in Soerabaja terecht en wordt koelie. Gelokt naar een speelhol verliest hij zijn spaarcenten. Hij komt in aanraking met een gemeen sujet die hem opruit om mee te doen aan een kètjoepartij bij zijn gewezen werkgever, de grootgrondbezitter. Dimin belandt in de boei en wordt veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Om het eentonige gevangenisleven te doorbreken krijgt Dimin een kans om als vrijwilliger mee te gaan op een militaire expeditie. De tocht gaat naar Ceram, waar rebellerende Alfoeren (in Honitetoe en Wahai, ca. 1905) het Nederlandse gezag ondermijnen. Door zijn uitzonderlijk gedrag, zijn inzet en kameraadschap tussen 'blank en bruin', meerderen en minderen, krijgt Dimin algehele kwijtschelding van zijn nog resterende straftijd.

Geannoteerde bibliografie

0876 Vries, Sjoerd de. 2 x Wiüem Gaertman; Een boek voor jongens. 's-Gravenhage, Stok, [1948]. 191 blz., afbn. Vindplaats: KB/KITLV cc 1969 N

Avontuurlijk verhaal over goudsmokkel. Bevat tegen het einde enige Indische frag-menten.

0877 Vuyk, Beb [E. de Willigen-Vuyk]. De kinderen van Boeton Leon; [met illustraties van B. Abdullah]. Amsterdam, De Boer Jr., 1948. 223 blz. [Jeugdserie 'Vrije Vaart'.] Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1015 N

Beschrijft het gezins- en familieleven van de planter Van Merle, zijn Ambonese vrouw en hun kinderen in een kleine kustplaats op de Molukken, voor de Tweede Wereldoorlog. Wanneer Van Merle gedwongen rust moet houden voor zijn gezond-heid komt zijn zoon Boy plotseling uit Batavia over. Hij heeft de HBS in de steek gelaten om zijn vader te helpen op diens copra-onderneming. Met zijn broertjes gaat Boy per prauw naar de klappertuin. Daar leert hij kokosnoten open te kappen en het zachte vruchtvlees uit de harde bolster te halen zonder dat dit verkruimelt. In de grote vakantie komt Harry, een Hollandse HBS-vriend uit Batavia, bij Boy logeren. Samen maken ze met de familie een tocht per prauw langs de kust van Ceram, verblijven in een Alfoerse kampong, beleven avonturen met een krokodil en maken een karbouwenjacht mee. Wanneer de vakantie op een eind loopt is vader Van Merle weer hersteld. De kinderen gaan terug naar hun scholen in Ambon en Batavia. Boy mag op Ambon naar de Mulo-school zodat hij iedere vakantie kan thuiskomen om zijn vader te helpen.Op bladzijde 203 staat een opmerking over Japanse zeeofficieren die vermomd als vissers de kust in kaart brengen.

0878 Beers, Ton van. Hou vol, Govert!; Nieuwe avonturen van stuurman Govert Pits; met tekeningen van Pieter Kuhn. Amsterdam, 'Nieuwe Wieken', 1949. 200 blz.. Vindplaats: KITLV cc 1044 N

In het laatste deel stappen de jonge stuurman van de koopvaardij en zijn vrienden over op een olietanker. Deze wordt ingezet als bevoorradingsschip voor de Neder-landse marine tijdens de Japanse invasie. Na een zeegevecht stranden ze op Bali. Een jonge Balinees loodst hen op slimme wijze naar de kust terug waar ze per prauw ontsnappen aan de vijand.

0879 Bergen, Marian van. Het meisje voor het raam; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1949]. 77 blz. Herdrukken: 4e druk [1961]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1535 N; 4e druk Brinkman

De tienjarige Indische Warlientje is uit Java gerepatrieerd en ligt ziek bij haar deftige grootvader in een Hollands dorpje. Haar vader is in Japanse krijgsgevangen-schap gestorven en haar moeder heeft ze in het kamp verloren. Een groepje

298 Geannoteerde bibliografie

schoolmeisjes van haar leeftijd sluit vriendschap met Warlientje. Als ze hersteld is, wordt ze opgenomen in de christelijke schoolgemeenschap.Vermoedelijk een kerstgeschenk van de zondagsschool omdat in dit verhaal de viering van het kerstfeest centraal staat.

0880 Bongers, H. Het testament van Sachidananda; Verhaal van een H.B.S.-er, [omslag en illustraties van W.S. Bitter]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1949. 306 blz. Vindplaats: KITLV cc 186 N

In deze avonturenroman lopen waarheid en fantasie door elkaar. Het tijdsverloop is verdeeld over twee perioden, 1924-1926 en 1938-1945.'1924-1926'. Na een fikse ruzie met zijn ouders over slechte resultaten op de HBS, besluit de achttienjarige Rob van Renselaer Schuyler, zoon van een theeplanter uit de Preanger (West-Java), naar een kostschool in Nederland te gaan. Daar zal hij zijn HBS-opleiding voltooien. Met de 'Coen' vertrekt hij zonder zijn ouders uit Tandjong Priok. Aan boord oefent een oude Brits-Indiër, Sachidananda, een vreemde aantrek-kingskracht op hem uit. Hij kan Robs gedachten lezen. Sachidananda is schatrijk en hij nodigt Rob uit om met zijn filmploeg mee te gaan naar Japan en Amerika. Rob laat zijn reis naar Nederland schieten en schrijft zijn ouders over zijn plannen. In een filmstudio in Hollywood verongelukt Sachidananda. Rob staat nu alleen en zonder geld op straat. Hij vindt werk, maar het leven in Amerika bevalt hem niet. Met de 'Madioen' verlaat hij als matroos zonder gage New York en verdient zijn kost als schoonmaker op het schip. Zonder problemen arriveert hij in Tandjong Priok, waar zijn vader hem afhaalt.'1938-1945'. Rob heeft toch zijn eindexamen HBS gehaald en is in Delft geslaagd als radio-ingenieur. Daarna heeft hij een studiereis door Europa gemaakt, speciaal op het gebied van televisie-onderzoek. Hij is naar Java teruggegaan en bewoont een groot eigen huis, waarin een laboratorium is ondergebracht. Hier werkt Rob in het diepste geheim aan zijn uitvinding: een televisietoestel, dat zijn voltooiing nadert. Dit alles kan Rob zich veroorloven door een vermogen dat hij van Sachidananda heeft geërfd. Rob trouwt een Hollands meisje. Hun huwelijksreis op Midden-Java moeten ze afbreken. Een 'neef van Sachidananda heeft het testament aangevochten en beslag gelegd op Robs bezittingen en financiën. Als de tekeningen van zijn uitvin-ding veilig in een kluis in Bandoeng liggen, vertrekt Rob met zijn vrouw naar Amerika, waar hij een baan krijgt bij General Electrics. In 1941 rukt het Japanse leger op naar Nederlands-Indië. Hals over kop reizen Rob en zijn vrouw naar Java. Zijn laboratorium is nu niet meer veilig voor de Japanners. In de grootst mogelijke haast demonteert Rob alle apparatuur en hij vlucht met zijn vrouw en zijn familie naar Australië. Maar de Japanners en hun Nederlandse handlangers weten Rob te vinden; ze ontvoeren zijn vrouw naar Japan. Rob gaat naar Batavia, waar hij naar een goede Japanse vriend gaat (uit de tijd van Sachidananda's filmopnamen in Japan) die tot een geheime organisatie behoort die het oneens is met het Japanse regime. Hij helpt Rob in Japan zijn vrouw op te sporen en laat hen via Rusland ontsnappen naar Amerika. Na de capitulatie van Japan komt Rob met zijn vrouw en zoontje naar Java terug, waar zijn ouders reeds in Bandoeng verblijven. Hun huizen zijn platgebrand; de tuinen vernield. Rob en zijn vrouw zien hun trouwe djongos Kario weer terug, sterk vermagerd en verward. Hij is alles kwijtgeraakt in de oorlog: zijn vrouw en kinderen zijn gedood, zijn huis is verwoest, zijn bezittingen gestolen. Voorlopig vindt hij bij Rob een goed tehuis. Met elkaar gaan ze, ondanks de onzekere bersiaptijd, een nieuw bestaan opbouwen.

Geannoteerde bibliografie 299

0881 Brandt, Willem [ps. van W.S.B. Klooster]. Ambrosius de toverspin; Een oostersevertelling; illustraties van Ronald Frijling. 's-Gravenhage, Van Goor, 1949. 88 blz.Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 489 N

In het schemeruurtje op de voorgalerij van zijn huis krijgt Oom Wim (de auteur) inspiratie. Hij schrijft de twee sprookjes 'Prinses Hemelsblauw' (blz. 5-45) en 'In het rijk van de gouden tamarinde' (blz. 49-88) voor de lezertjes van zijn krant. Oorspronkelijk verschenen in de Deli Courant [c. 1940] waarvan Brandt hoofdredac-teur was.

0882 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Ursula trouwt in Singapore; Romanvoor oudere meisjes; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1949]. 220 blz.Herdrukken: 2e druk [1957]. 158 blz. [Sneeuwbal-serie.]; 3e druk [1959]. idem. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 789 N; 3e druk Brinkman

Detectiveverhaal dat zich voornamelijk afspeelt bij het Tobameer op Sumatra waar een Nederlandse nylonkousenfabrikant zijn dochter dwingt om hals over kop te trouwen, zodat patenten en octrooien worden veiliggesteld tegenover concurrenten.

0883 Eerdmans, Rie. Carla wordt lid van de club; [omslag en illustraties van Dirk Hart]. Amsterdam, Uitgeverij 'Relpi', [1949]. 223 blz. Vindplaats: KITLV cc 2433 N (fotokopie)

Met haar ouders is Carla de Jong uit Indonesië gerepatrieerd. Haar moeder is een Indische njonja; ze voelt zich eenzaam en onwennig in het nieuwe vaderland, evenals Carla. Ze wonen nog maar kort in Amsterdam, waar hun man en vader is geboren en getogen. Hij heeft zich veel voorgesteld van de terugkeer, maar het was moeilijk om een geschikte betrekking te vinden. Hij moet genoegen nemen met een baan op een bank. Door de ontmoeting met een Hollands meisje raakt Carla uit haar isolement waardoor ze de drang krijgt om iets te gaan presteren. Ook haar vader vindt dat het plantenleventje dat veel Indische meisjes leiden niet in Holland voortgezet kan worden. Ze moeten hun eigen brood kunnen verdienen en zelfstandig worden. Carla vindt een baan als assistente in een boekhandel waar ze het naar haar zin heeft.Haar Hollandse vriendin introduceert haar in de meisjesclub 'De Zonnebloemen' die - na een voorstelling van Indische dansen bijgewoond te hebben in de Stadsschouw-burg - van Carla een lezing willen horen over Javaanse danskunst. Later wordt ze gevraagd om een feestavond op touw te zetten voor kinderen van het Genootschap 'Nederland - Indië'. Samen met de clubleden wordt een Indisch programma in elkaar gezet. Carla geeft aanwijzingen voor een Javaanse dans die ze vaak door Sidjo, hun Javaanse bediende, heeft zien dansen. Hij danste dan alleen in de bijgebouwen op de klank van de gamelan die 's avonds uit de naburige dessa hoorbaar was. Carla wordt de spil van deze feestavond waarin Indische volkssprookjes worden verteld en Indische liedjes gezongen.

0884 Erics, Linda. Mijn vriend de pindaman; tekeningen van W.G. van de Hulst Jr.Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 1949. 16 blz.

300 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KTTLV cc 1363 N

In Nederland komt de Javaanse christen-Chinees Li, die als straatventer in zijn onderhoud moet voorzien, in contact met een Hollandse doktersfamilie van wie hij een Javaanse Bijbel cadeau krijgt.

0885 Franke, S. In de desa. Haarlem, De Gulden Pers, [1949]. 94 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 450

Beschrijft de dagelijkse belevenissen van een vijfjarige Javaanse tweeling, het meisje Tjinta en het jongetje Soeka met hun verschillende huisdieren. Na verloop van tijd komt een hadji op bezoek en moet Soeka naar de Koranschool. Tjinta blijft thuis bij moeder en gaat soms al mee naar de markt.

0886 Hartogh, Nietha den. Op onze schouders; met een 'ten geleide' van E. Kroeskop; geïllustreerd door George Schulein. Haarlem, Boom-Ruygrok, [1949]. 166 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 2412 N (fotokopie)

Bevat Indische fragmenten en beschrijft de situatie van een groepje Nederlandse en uit Indonesië gerepatrieerde jongelui in het na-oorlogse Rotterdam. Het Indische meisje Jackie zegt dat de Indo-Europeanen nu geen vaderland meer hebben: 'In Indonesië zijn wij niet meer gewenst en in Nederland zijn wij slechts gasten. Soms graag gezien; vaak ook gasten die men liever ziet vertrekken. Dit laatste ligt dikwijls aan onszelf, en er zijn er veel die zich totaal niet aanpassen.' Jackie werkte eind november 1945 als verpleegster in het Homanziekenhuis in Bandoeng waar Indonesische extremisten de dijken doorstaken. Er ontstond een bandjir en veel mensen kwamen om het leven. Ook Jackie's ouders die dicht bij de kali woonden. Na een kantoorbaantje in Batavia is ze met haar schoonzus en haar kinderen naar Holland . gekomen. Zij is de weduwe van Jackie's broer die in Indonesië is gesneuveld. Volgens Jackie begrijpen de Hollanders niets van Indonesië, zijn cultuur en zijn bewoners, van wie de Indo-Europeanen een belangrijke groep vormen. In Nederland is wel honderd maal aan Jackie gevraagd: 'Gunst, spreekt U Hollands?' Ze zegt: 'Ik lach er maar om, maar is het niet treurig?' Door heimwee geplaagd, keert Jackie terug naar Indonesië om dienst te doen bij het Rode Kruis. Ze komt op Midden-Java terecht waar ze enige tijd later aan tyfus overlijdt.

Bevat verder nog een aantal korte Indische fragmenten, onder andere over een schoolmeisje dat door het leven in een interneringskamp wantrouwend en schuw is geworden. Op haar eerste schooldag in Nederland wordt ze met spot en nieuws-gierigheid bekeken. Door tactvol optreden van de onderwijzeres verandert de houding van de klasgenootjes tegenover dit kampkind.

0887 Hichtum, Nienke van [ps. van Sjoukje M.D. Troelstra-Bokma de Boer] en Cor Bruijn. Uit het sagenland; Nederland, Indonesië en Suriname, Europa [en] andere werelddelen; illustraties van S. Pennink, J. Gabriëlse en J.H. Isings Jr. Amsterdam, Ploegsma, 1949. 406 blz.Herdrukken: [Herdruk]; illustratieve verzorging en bandontwerp J.G.J. Verheul. 's-Gravenhage, Schellens & Giltay, [1973]. 406 blz.; 2e druk; idem. Delft, Elmar, 1977. 406 blz.

Geannoteerde bibliografie 301

Vindplaats: Ie druk KB; Herdruk KB; 2e druk KITLV cc 562 N

Gecombineerde uitgave van N. van Hichtum Uit het sagenland (Ie druk 1928) en Cor Bruijn Nederlandse sagen (Ie druk 1946).Bevat verhalen over Java (waaronder enkele kantjil- of dwerghertsagen), Sumatra, Borneo, Celebes, Nieuw-Guinea en de eilanden Billiton, Timor, Kei en Halmahera.

0888 Huizinga, D.M. Oostinjevaarders; De verbinding tussen Nederland en Indonesië in de loop der eeuwen; [platen en bandversiering naar tekeningen van E.M. ten Harmsen van der Beek]. Kampen, Kanis & Gunnink, [1949]. 60 blz., krtn., prt. Vindplaats: KITLV k 333 N+

Plaatjesalbum met bijbehorend verhaal dat een overzicht geeft van de ontwikke-lingen die in de loop der tijden hebben plaatsgevonden op het gebied van het scheep- en luchtvaartverkeer tussen Nederland en Indië, van Cornelis de Houtman, Willem IJsbrantszoon Bontekoe tot en met de vliegroute van de KLM.

0889 Hulzen, Johan van. Dambing; [illustraties van Toos Koedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zendingscentrum Baam. 's-Gravenhage, Voor-hoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 642

Dambing, een Dajakjongetje uit de binnenlanden van Borneo, gaat op familiebezoek in de 'bewoonde wereld'. Vol bewondering kijkt hij naar de huizen, het kerkje en de school. De onderwijzer van zijn neefjes haalt hem over om hier te blijven, zodat hij ook naar school kan gaan.

0890 Hulzen, Johan van. Noerma; [illustraties van Toos Koedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zendingscentrum Baam. 's-Gravenhage, Voor-hoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 641

Dit verhaaltje speelt op Java. Van haar eigen verdiende centjes heeft het Javaanse meisje Noerma voor haar vader een nieuwe perkoetoet gekocht. Op haar beurt mag zij van haar vader iets voor zichzelf kiezen. Haar liefste wens gaat in vervulling: ze mag naar school.

0891 Kamma, F.C. Badesiw, de schrik der wouden; [met tekeningen van Jan Lutz]. Nijkerk, Callenbach, [1949]. 109 blz. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1267 N

Beruchte koppensneller uit de omgeving van Manokwari en behorend tot de stam der Kebars komt tot het christelijk geloof wanneer hij tijdens een kerstdienst zijn eigen mensen naast hun vijanden, de Karoners, ziet zitten.

302 Geannoteerde bibliografie

0892 Kerstboek van Zonneschijn 1949; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap; metillustraties van B. Midderigh-Bokhorst, Adri Alindo en C. Winkel. Utrecht, de Haan, 1949. 56 blz.Bevat het Indische verhaal 'Geen sprookje, toch een sprookje' door S. Franke. Vindplaats: PB

Op aanraden van een Chinese koopman is de kleine Javaanse rijstboer Pa Alie naar Sumatra getransmigreerd. Daar kan hij als koelie op een rubberplantage een beter bestaan opbouwen. Ook zijn zoontje Alie werkt mee en de mandoer vindt hem geschikt voor het tappen van de latex.Als de Tweede Wereldoorlog in Nederland en ook in Nederlands-Indië is afgelopen, kan Alie zijn lang begeerde katoenen jasje kopen. Dat is in Twente gesponnen door een Hollandse jongen die voor zijn fiets nieuwe banden koopt waarvoor Alie de latex heeft gewonnen.

0893 Kok, Truida. Dinie neemt de leiding; geïllustreerd door Nans van Leeuwen. Alkmaar, Kluitman, [1949]. 184 blz. Vindplaats: Uitgeverscat.

Bevat Indische fragmenten over een Nederlandse arts die zijn gezin voor anderhalf jaar verlaat om in Buitenzorg medische hulp te verlenen.

0894 Lange-Praamstra, Max de. Mieke van de Rozenlaan; bandtekening en illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1949]. 192 blz. Herdrukken: 2e druk [1952]. 181 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1463 N (titelpagina ontbreekt); 2e druk Brinkman

Bevat Indische fragmenten over Non, een Hollands meisje, dat met haar ouders de Japanse kampen heeft overleefd en naar Nederland is gerepatrieerd. Het gezin is bij grootmoeder in huis vanwege de naoorlogse woningnood. Hoewel Non veel heeft meegemaakt in het kamp, wil ze er toch niet over praten. Al na een paar weken is ze door haar spontaan en hulpvaardig gedrag volkomen geaccepteerd en ingeburgerd bij de kinderen uit de laan. Zaken waar haar vriendinnetjes waarde aan hechten, hebben voor Non geen betekenis. Ze heeft door haar 'kampverleden' geleerd de betrekkelijkheid van alles in te zien.

0895 Maerlo, J. van. Joesa; Een negermeisje naar Holland; [omslag en illustratie van Jos [ps.] ]. Z.pl. en uitg., [c. 1949]. 156 blz. Vindplaats: KITLV cc 1800 N (fotokopie)

Een Afrikaans weesmeisje wordt door een welgestelde Nederlander geadopteerd en meegenomen naar Batavia. Wanneer haar pleegvader voor zaken uit Nederlands-Indië vertrekt, komt Joesa op een kostschool voor meisjes in Batavia. Diefstal op school gepleegd door een Hollandse jongen brengt Joesa in aanraking met het gezin van een ontslagen suikeremployé dat van de steun moet leven. Haar pleegvader biedt uitkomst. Op bijna zestienjarige leeftijd, als zij haar schooltijd heeft afgesloten, ziet Joesa haar pleegvader terug. Hij vertelt Joesa over haar afkomst en de omstan-digheden waaronder zij Afrika moest verlaten. Met haar pleegvader reist Joesa naar Nederland om zich daar voor te bereiden op een universitaire studie.

Geannoteerde bibliografie 303

In de spelling van de auteursnaam op het omslag is een fout geslopen, namelijk J. van Mearlo (in plaats van J. van Maerlo).

0896 Nimpoeno, Raden S. De slimme kantjil; Een verzameling oude Javaanse sprookjes; [met illustraties van Sajuti Karim]. Amsterdam enz., Versluys, [1949]. 87 blz. Vindplaats: UBIVKITLV cc 1632 N (fotokopie)

Speciaal geschreven voor de kinderen in Nederlands-Indië/Indonesië. Vertelt over de avonturen van een dwerghertje.

0897 Norel, K[laas]. Stille nacht; [omslag en illustraties van Corrie van der Baan]. Nijkerk, Callenbach, [1949]. 53 blz. Herdrukken: 2e druk [1960]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 578; 2e druk Brinkman

Twee bange Javaanse dessakinderen worden in de bersiaptijd door een Nederlandse militair ontdekt in hun schuilplaats doordat ze zichzelf hebben verraden door het zingen van een bekend kerstlied. Hun angst voor een rondtrekkende inheemse guerrillabende verdwijnt en vol vertrouwen nemen ze de blanda mee naar het kerstfeest van de Javaanse christengemeente.

0898 Norel, K[laas]. Stuurman Aart; omslag en illustraties van G.D. Hoogendoorn. Meppel, Roelofs van Goor, [1949]. 207 blz. Herdrukken: 2e druk [1951]; 3e druk [1953].Bevat poëzie en een lijst met scheepstermen en uitheemse woorden. Vindplaats: Ie druk OBA; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2356 N

De Enkhuizer scheepsmaat Woeltje is opgeklommen tot stuurman. Hij wordt nu weer Aart genoemd, 's Winters krijgt Aart met een aantal zeelui in de doopkapel van de (Wester)kerk te Enkhuizen onderricht van de beroemde kaartmaker Lucas Jansz. Wagenaar.In opdracht van de Enkhuizer Kamer van de Verenigde Compagnie wordt een Oostindiëvaarder gebouwd, de 'Maagd van Enkhuysen'. Op dit schip gaat Aart als tweede stuurman mee naar Bantam. Zijn eerste reis naar de Oost. De reis gaat via de Kaap en onderweg worden onbekende kusten in kaart gebracht, ook door Aart. Hij ontdekt zelfs een kortere vaarroute voor de uitvaart (heenreis). In de factorij van Bantam wordt hij hiervoor gehuldigd. Van Bantam vaart men langs de noordkust van Java, waar in Japara peper wordt ingeladen en op het eiland Banda foelie en kruidnagelen. Op het eiland Lontor gaat het mis; de vorst bedriegt de Hollanders. Er ontstaat een gevecht dat eindigt met het platbranden van de kampong. Via Bantam keert de 'Maagd' naar Europa terug. Vlakbij huis wordt de Oostindiëvaarder door Duinkerker kapers overvallen die het op de rijke buit hebben voorzien. Met verlies van een flink aantal bemanningsleden is de 'Maagd' binnen anderhalf jaar - een record - in Enkhuizen terug.

0899 Omnibus voor de jeugd; samengesteld door Annie Winkler-Vonk; ingeleid door Rien Marsman; geïllustreerd door Nederlandse tekenaars. Amsterdam, Amsterdamsche Boek- en Courantmij, 1949. 528 blz.

304 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie en twee Indische bijdragen: 'Het geheim van het spookhuis' door M. Revis (blz. 9-17) en 'Kantjilfabelen' door S. Franke (blz. 421-434). Vindplaats: KITLV cc 2107 N

'Het geheim van het spookhuis'. Op een HBS op Java (Soerabaja) wordt herhaalde-lijk gestolen. Ook nu is er weer een fiets uit de stalling verdwenen. In een gesprek over 'stille kracht' met een groepje klasgenoten gaat een HBS'er een weddenschap aan om 's nachts een verlaten achttiende-eeuws landhuis binnen te gaan. Dit pand blijkt de verzamelplaats te zijn waar de gestolen goederen van school worden bewaard.'Kantjilfabelen'. Vier avonturen van het dwerghertje dat een tijger en een slang te slim af is. Maar wanneer hij op het land van Pa Kromo van de komkommers heeft gegeten is het uit met zijn vrijheid.

0900 Pothast-Gimberg, C.E. Rondom de toren; geïllustreerd door F. van Bemmel. Amster-dam, De Arbeiderspers, 1949. 239 blz. Vindplaats: OBA

Speelt in Nederland in een Hollands milieu en bevat een paar Indische fragmenten over een oom die in Indië in een interneringskamp heeft gezeten. Na een paar maanden voor zijn gezondheid in Australië te hebben doorgebracht komt hij naar Nederland om verder op te knappen. Hij is kapitein bij de KPM en brengt zijn ziekteverlof door bij zijn getrouwde zus met twee schoolgaande kinderen.

0901 Renes-Boldingh, M.A.M. Hoe Apoel haar vriend vond; [illustraties van Toos Koe-dam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zendingscentrum Baam. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 640

Ziek Batakmeisje wordt door een familielid meegenomen naar het stadje Balige om daar beter te worden. Daar komt ze in aanraking met het christelijk geloof.

0902 Renes-Boldingh, M.A.M. De zoon van de Witte Olifant; illustraties van Menno [van Meeteren Brouwer]. Nijkerk, Callenbach, [1949]. 192 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1114 N

Deze geschiedenis dateert van omstreeks 1877 en speelt zich af in de omgeving van het Tobameer. Daar groeit Si Ala Piso op tot een gevaarlijke datoe en een voorvech-ter van de priestervorst van de Bataks, Si Singa Mangaradja.De *witogen' (blanken) die dit gebied betreden worden vermoord. Ook de zende-lingen Metzier en Puse worden met de dood bedreigd, maar krijgen bijtijds bescher-ming van het leger van de 'Kompenie'. Wanneer Si Ala Piso met een zendeling in aanraking komt voert hij een geweldige strijd met zichzelf om met zijn oude leefwijze te breken.

0903 Smaal-Meeldijk, Rie. Zilvervosje; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1949]. 69 blz.

Geannoteerde bibliografie 305

Herdrukken: 5e druk [1955]. 63 blz.; Herdruk [1959]. 94 blz. [Bloesempockets; no.14.].Vindplaats: Ie druk KB; 5e druk KITLV cc 2097 N; Herdruk Brinkman

Bevat een paar korte fragmenten over de Indische schooljongen Leo die tijdelijk in Nederland woont. Met zijn moeder en zijn zusje heeft hij in een interneringskamp gezeten. Zijn Indo-Europese vader was militair bij het KNIL en sneuvelde tijdens de Japanse bezetting.

0904 Vermeer, C. Het geheim van de blauwe steen. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 176 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1098 N

In 1600 vaart Jacob van Neck met zijn vloot uit naar de Oost om de tegenstand der Portugezen te breken en de handelsbetrekkingen voor Nederland te versterken. Een blauwe diamant afkomstig uit de tempel van Patana (Malakka) en gestolen door de Portugezen komt in handen van een Hollandse schepeling. Hij beleeft weinig plezier van de steen. Bevat Indische fragmenten over Temate.

0905 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Het feest van de vijftig buffels; [illustraties van Toos Koedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zen-dingscentrum Baarn. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949], 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 820 N

Talassa, het trotse zoontje van een dorpshoofd op Celebes gaat met zijn vader mee naar het Possomeer waar een plechtige ontvangst wordt gevierd ter ere van het nieuwe inheemse regeringshoofd. Bij de jongens die in deze streek wonen en die kunnen lezen en zingen voelt Talassa zich een 'binnenlander'. Hij vraagt zijn vader of de blanke toean-pandeta ook naar hun dorp wil komen om een school op te richten.

0906 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Idris gaat het huis schoonmaken; [illustra-ties van Toos Koedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zen-dingscentrum Baarn. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 1266 N

Papoeajongetje Idris woont in een paaldorp ergens aan de kust van Nieuw-Guinea. Hij bezoekt een christelijk schooltje en thuis zingt hij zijn nieuw geleerde versjes bij zijn zieke grootvader.

0907 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neefj. De vuurberg; [illustraties van ToosKoedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het ZendingscentrumBaarn. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 16 blz.Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 694 N

306 Geannoteerde bibliografie

Op het eiland Ternate woont het achtjarige invalide jongetje Séhé met zijn ouders. Tijdens een vulkaanuitbarsting wordt hun stadje Ternate verwoest. Er komt hulp opdagen van de Nederlandse regering. Een jonge arts neemt Séhé per boot mee naar Celebes waar hij van zijn hinkelvoet zal worden genezen.

0908 Douma, S. en M.C. Capelle. Groot vertelboek van de zending. Baarn, Bosch & Keuning, [c. 1950]. 175 blz., afbn., prtn., krtn.Bevat de hoofdstukken 'Zending der Oostindische Compagnie - ondergeschikt aan handelsbelangen' (blz. 56-63); 'Ludwig Nommensen - apostel der Bataks' (blz. 96-112); 'Dr. Albert Kruyt - zendeling en ethnoloog' (blz. 113-125); 'Adat - een weerstand der zending' (blz. 126-131); 'Koppensnellen' [Ceram] (blz. 132-136) en 'Dr. J.G. Scheurer - apostel der liefde' [Midden-Java] (blz. 137-144). Vindplaats: BZO/KITLV q 2127 N+

Geschiedenis van de zending en de zendelingen in Nederlands-Indië, Afrika en Japan.

0909 Duynen, Toet van. Het meisje met de groene mantel; Oorspronkelijk meisjesboek. [Amsterdam, NHH.V], [c. 1950]. 128 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1624 N

Tijdens een inspectietocht over Java verongelukken een Hollandse bestuursambte-naar en zijn vrouw. Hun enig dochtertje Lies blijft in Soerabaja achter onder de hoede van baboe Nonna en een particulier onderwijzeres. Op haar dertiende jaar moet ze van haar voogd naar Nederland voor haar schoolopleiding. Ze komt in Amsterdam te wonen bij een zus van haar overleden moeder.

0910 Franke, S. Harimau, het üjgerjong; tekeningen van P[ieter] Kuhn. Amsterdam enz., Van Ditmar enz., [1950]. 42 blz. [Avontuur en Techniek Reeks; no. 13.] Vindplaats: KITLV cc 334

In het oerwoud van Sumatra wordt een jonge tijger, geplaagd door honger en nieuwsgierigheid, in een val gelokt. Per vliegtuig moet hij zijn geboortegrond verlaten en komt tenslotte in een dierentuin in Europa terecht.

0911 Franke, S. De zilveren lepel; geïllustreerd door H. Perdok. Amsterdam, De Arbeiders-pers, 1950. 216 blz. [AP Jeugdserie.] Vindplaats: KITLV cc 1586 N

Bevat een paar Indische fragmenten en beschrijft de moeilijke jeugdjaren van Jan Pieterszoon Coen in Amsterdam wanneer zijn vader - Govert Coen - niet met de retourvloot uit Java terugkeert en zijn moeder kort daarop overlijdt. Tenslotte belandt J.P. Coen in een gesticht voor verwaarloosde jongens. Na zijn leertijd in het weeshuis vertrekt Coen naar Java.

Geannoteerde bibliografie 307

0912 Keerde, G. van. Wan van de Koeboes; illustraties van Henk Poeder. Groningen, Haan, [1950]. 74 blz. Herdrukken: 3e druk [1960]. 89 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1211 N

Wan, een jongetje van de Koeboes op Sumatra, loopt weg van zijn ouders. Hij ontdekt de *wereld' die achter het oerwoud ligt. Samen met zijn vriendje Donkan wordt hij gekerstend door een zendeling die onder de Bataks werkt.

0913 Joecheü; Verhaknboek voor de jeugd, [deel 1]; geïllustreerd door Gerrit de Morée. [Kaatsheuvel], Missionarissen van de Heilige Familie, [1950]. 144 blz. Bevat twee verhalen uit Borneo: 'Met de duivel op jacht' (blz. 27-32) en 'De sterkste; verhaal uit de missie van Borneo' (blz. 127-131) door Pater J.A. Ogier m.s.f. Vindplaats: KITLV cc 1909 N+

Dajakse kinderen die op de missieschool zitten worden nog voortdurend geconfron-teerd met de heidense leefwereld van bijgeloof, tovenarij en voortekens.

0914 Jongejan-de Groot, C.Th. Greetje-Margriet; pen tekeningen van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1950]. 192 blz.Herdrukken: 2e druk [1953]; 6e druk [1978]. Omslag van Geeske van Tienhoven. 203 blz. [Goudenregen Reeks.].Vervolgd als: Greetje-Margriet wordt Margriet (zie no. 1076). Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk BBJ; 6e druk BBJ/KITLV cc 1182 N

De ouders van het Hollandse schoolmeisje Greetje wonen in Bandoeng. Voor haar opvoeding is zij in Nederland; eerst bij haar grootouders, naderhand in het gezin van een tandarts.

0915 Joswari, D.A. Met de 'Madjoe' langs de kust van Nieuw-Guinea; [met 32 ingeplakte kleurenplaatjes naar tekeningen van Menno van Meeteren Brouwer]. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1950]. 16 blz., krt. Vindplaats: KITLV g 1196 N

Een Nederlandse zendeling/arts, werkzaam op het eiland Japen, ziet in 1940 met de komst van de Duitse bezetter in Nederland zijn taak verdubbelen: er komen geen nieuwe zendelingen aan en hij blijft van geld en goederen verstoken die eerst regelmatig werden verstuurd.Een zendeling die met verlof naar Java gaat stelt hem tijdelijk zijn motorboot 'Madjoe' ter beschikking, zodat hij nu op een snellere manier meer zendingsposten kan bezoeken dan voorheen met een trage prauw. Op zijn reis van Seroei naar Noemfoor, de Dorehbaai, de eilanden Mansinam en Meos Noem, mijmert hij over de geschiedenis van de zending in Nieuw-Guinea en de grote moeilijkheden waar-voor de allereerste zendelingen zich in 1855 zagen geplaatst. Na vijfentachtig jaar evangelisatie ziet hij dat de meeste Papoea's heidenen zijn gebleven.

0916 Kars, Co. De boog vol belofte; [illustraties van Ena van Es]. 's-Gravenhage, Stok, [1950]. 258 blz. [Cultuurserie.]

308 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ

Na de Japanse bezetting is Janke Huyssens naar Nederland gerepatrieerd. Haar moeder heeft ze nauwelijks gekend en haar vader is in een kamp in Siam overleden. Janke woont in Wassenaar bij een artistieke halftante en haar zoon Siebold met wie ze vaak ongewild overhoop ligt. Ondanks het gezellige tehuis heeft Janke heimwee naar Indië. Herinneringen aan haar ouderlijk huis in Bandoeng en de oorlogsjaren doorgebracht in de kampen Tjipahit en Kampong Makassar komen telkens weer boven. In de late avonduren en 's nachts zet ze haar kampervaring op papier. Een geïnteresseerde uitgever is na lezing zó enthousiast dat haar werk in boekvorm zal verschijnen.

0917 Koen-Conrad, Netty [Antoinette Hendrika]. Hoe het na 1000 weken werd; Een roman voor oudere meisjes; met tekeningen van Hans Borrebach. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1950]. 207 blz.Herdrukken: 2e druk [c. 1953]. 190 blz.; [Herdrukken]. Alkmaar, Kluitman, [1960 en 1964]. [Kluitman-jeugdserie; no. 38.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2223 N; Herdrukken Brinkman

Het verhaal bevat Indische fragmenten en speelt zich hoofdzakelijk in Amsterdam af, waar een jonge Nederlandse arts meegaat niet een wetenschappelijke expeditie naar Nieuw-Guinea om daar onderzoek te verrichten onder de dwergpapoea's. Zijn vrouw moet in Nederland achterblijven; ze neemt haar Indische schoonzusje zolang in huis.

0918 Kuppeveld, Martin van. De witte geest van de Boroboedoer, [omslag en illustraties van H. Alleman]. Helmond, Uitgeverij 'Helmond', [c. 1950]. 157 blz., krtn. [Kroonserie; deel 8.] Vindplaats: KB/KITLV cc N

Dit verhaal werd geschreven in Japanse krijgsgevangenschap in de grote strafgevan-genis te Pekalongan (Midden-Java).Twee Nederlandse HBS'ers, de broers Jan en Thijs, trekken in de grote school -vakantie met hun tent naar Midden-Java. Met toestemming van de plaatselijke autoriteiten zetten ze hun tent op aan de voet van de Boroboedoer. Een oude Javaanse djongos, Nomo, waarschuwt de jongens dat ze daar niet moeten overnach-ten, dat brengt 'tjelaka besar'. Hij vertelt hen de gruwelijke lotgevallen van een sultanszoon uit vroeger tijden die nu nog als een witte geest bij volle maan over tjandi Boroboedoer rondwaart.Tijdens hun verblijf op het tempelcomplex beleven de broers spannende avonturen met twee 'Argentijnse professoren' die zich hier met 'wetenschappelijke' doeleinden bezighouden. Door hun typisch gedrag worden ze door de broers ontmaskerd en herkend als lang gezochte en beruchte juwelendieven afkomstig uit de Philippijnen.

0919 Mulders, J. van. De gedenkwaardige reis naar Oost-Indiê van Willem YsbrantszoonBontekoe; Bewerkt door -; met plaatjes van M. Moniquet. Brussel, Didier, [c. 1950]. 45 blz. [Nederlandse Lectuur voor de jeugd; no IX.] Vindplaats: KITLV cc 2378 N (fotokopie)

Geannoteerde bibliografie 309

Bevat in het kort de hoogtepunten uit het scheepsjournaal van Bontekoe.

0920 Neilen s.c.j., Pater M. Legenden en verhalen uit Zuid-Sumatra naverteld door -. Bergen op Zoom, Juvenaat [van de Congregatie van de Priesters van het] H. Hart, [c. 1950]. 96 blz., afbn. en facs. notenschrift. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1735 N

Bevat onder meer 'Vertelsel van Lidapait of Bittere Tong'; 'Orakata, of hoe de Krakatau ontstond' en 'Nog een Engganese legende'.'Marsim of de brugbouwer; Legende uit de Lampongsche Districten' verhaalt over de uit Bantam afkomstige Javaan Marsim. Om het mooiste meisje te kunnen huwen moet hij een brug slaan tussen Katapang in het Lampongse en Java, zijn geboorte -land.'Taboet; Ontroerende sage van Hasan en Hoesain' gaat over de oorsprong van dit islamitische volksfeest dat vooral in Benkoelen populair is.

0921 [Reith, B.AJ.]. Monki op Bati. [Haarlem, De Spaarnestad], [1950]. 111 blz., ills. Vindplaats: KITLV cc 67 N+

Op rijm gebracht verhaal over de omzwervingen van het aapje Monki door Bali. Door de pottenbakker Djoera wordt het aangezien voor de incarnatie van zijn in zee verdronken zoon Keraken. Djoera neemt Monki mee langs allerlei tempels waar hij vervolgens raad vraagt aan een dorpspriester, een tovenaar en een padanda (priester van hoge kaste), die het allemaal op Monki's leven hebben voorzien. Tenslotte neemt een dalang hem mee naar Singaradja waar een Chinese familie zich over Monki ontfermt.'Monki op Bali' is deel 4 van een achtdelig stripverhaal dat eerder [c. 1947] werd opgenomen in het jeugdtijdschrift 'Sjors'.

0922 Roofdierjacht op Sumatra. [Amsterdam, Van Ditmar], [1950]. 16 blz., afbn. [Jan Stavast Reeks; no. 41.] Vindplaats: KITLV cc N

Hoewel dit verhaaltje in een naoorlogse omslag is uitgegeven, dateert het, gezien de oude spelling, van vóór de Tweede Wereldoorlog.Dwars door de oerwouden van Sumatra jagen een groepje Europeanen met hun inheemse helpers op apen, neushoornvogels, panters en tijgers die per boot naar Europa worden verzonden.

0923 Soest, lïms [I.H.] van. Fenny krijgt het gedaan; Een meisjesroman; omslag en teke-ningen van Lida von Wedell. 's-Gravenhage, 'Boek en Periodiek', [1950]. 194 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten en enige poëzie, onder andere een gedicht van Sanoesi Pané, vertaald in het Nederlands.

310 Geannoteerde bibliografie

0924 [Swaan-Koopman, COi.CJ.]. Bij de rivier. [Oegstgeest, Zendingsbureau], [c. 1950]. 16 blz., afbn. Vindplaats: PB

Een zendingsverhaaltje van Java voor kinderen van zes tot acht jaar.

0925 Twaalf tropenstrips; De gordel van smaragd om het kampvuur in de nacht; samengesteld door de Sectie Algemene Zaken van het Bureau Algemene Voorlichting [van de] Kon[inklijke] Ver[eeniging] Indisch Instituut. Amsterdam, Kon[inklijk] Instituut voor de Tropen, [c. 1950]. 25 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 1616 N+ (fotokopie)

Geen stripverhalen in de gewone zin van het woord, maar een bundel korte geloof -waardige en fantastische verhaaltjes uit verschillende delen van Nederlands-Indië; onder andere over een poesakakris, tijgers, krokodillen, een spookhert, een hanenge-schiedenis en een herinnering aan de Japanse bezetting in de omgeving van Mano-kwari, Nieuw-Guinea. Gestencilde uitgave.

0926 Wal, Jo van der. Het lied van de Kokila; met tekeningen van Hans Borrebach. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1950]. 224 blz. [De Zonne-reeks voor Oudere Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 448 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten.Nonnie (Edda) Wilmers heeft met haar ouders in Indië gewoond. Haar vader - een Hollandse huisarts - was dol op de komedie Stamboel, de Indische opera. Voor een Indische culturele avond wordt Nonnie gevraagd in te vallen voor een pianiste. Ze begeleidt een paar Javaanse dansen met speciaal hiervoor aangepaste pianomuziek omdat er geen gamelan is.

0927 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. De goede gids; [met illustraties van Eva [ps.]]. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1950]. 103 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV g 252

Het Papoeajongetje Wompi groeit op in het paaldorp Randawaja, gelegen aan een kleine baai op het eiland Japen. Als de 'ziektegeest' Wompi in zijn macht heeft, wordt hij door zijn vader en een groepje mannen, onder wie de medicijnman, naar de Waropenkust gebracht. Daar is genezing te vinden bij de bintanggoerboom die de zieke nieuwe levenskracht zal schenken.Nog maar net aan land wordt Wompi door een Papoea, vergezeld van een blanke man, 'toean Salmon', geroofd. De blanke is een avonturier die jacht maakt op paradijsvogels. Wompi wordt door het goede eten dat hij krijgt weer gezond. Hij is het huisslaafje van 'toean Salmon', een verwoed dobbelaar en drinker. Bij een vals spel raakt Salmon tijdens een vechtpartij gewond. Hij stuurt Wompi naar de Papoeagoeroe om medicijnen. Pitjar, de huisjongen van de goeroe, vertelt Wompi over de blanke 'toean pandeta'. Wanneer deze in het dorp aankomt, ziet Wompi kans hem te ontmoeten. Hij wil met alle geweld met de zendeling meereizen, maar

Geannoteerde bibliografie 311

Salmon laat hem niet gaan; hij bindt Wompi zelfs vast. Toch komt Wompi als verstekeling op het schip van de zendeling en vaart mee naar zijn woning, waar hij als moerid wordt aangenomen op zijn school. Geheel onverwacht ziet Wompi zijn vader terug die de zendeling is komen waarschuwen voor de zoon van de medicijn -man uit Randawaja, die bang is zijn macht te verliezen én de winst van zijn tovenarij als de bevolking zich inlaat met de witmens. De zoon van de medicijnman bedenkt een listig plan om Wompi uit de weg te ruimen. Dit mislukt; zijn macht wordt gebroken. Later reist Wompi met een stoomboot naar de Wandammenbaai, naar het plaatsje Miei. Op een speciale opleidingsschool leert Wompi daar voor goeroe. Hij wordt gedoopt; zijn nieuwe naam is Willem. Hij is de eerste christen-Papoea van Randawaja.In dit verhaal is een korte legende verweven van de goede gids Sampari, de stille ster, die de schimmen van de gestorvenen door het hiernamaals leidt.

0928 Bartlema-van Ginkel, C.W. Kila's wraak; [met illustraties van Menno van Meeteren Brouwer]. Nijkerk, Callenbach, [1951]. 31 blz. Vindplaats: KITLV cc 45 N

Op klaarlichte dag wordt het Dajakjongetje Sim van de Kenjastam door een koppensneller van de Bahaustam gedood. Kila, zijn oudere broertje, trekt met zijn bootje over de Barito op zoek naar de moordenaar. Het loopt anders dan hij had verwacht.

0929 Capelle, M.C Wraak in Batakland; geïllustreerd door Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1951]. 86 blz. Herdrukken: 3e druk [1955]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 313 N; 3e druk BBJ

Over het leven van de zendeling Ludwig Nommensen in de Bataklanden op Sumatra en de geweldige tegenstand die hij bij het brengen van het evangelie ondervond.

0930 Feenstra, Fenna. Terug in het vaderland. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1951]. 256 blz.Herdrukken: 3e druk [1956]. 256 blz.; [Herdruk]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1972]. 197 blz. [Witte Raven-pockets; no. S 127.]. Vervolg van: Maar die vlag verlaten... nooit! (zie no. 0815). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1155 N; 3e druk Brinkman; Herdruk Brinkman

Uit Indië keren de marinearts Jan, zijn vrouw Nelleke en hun kinderen terug in het naoorlogse Nederland. Ze proberen de ellende van de Japanse bezetting te boven te komen, maar er zijn nogal wat aanpassingsmoeilijkheden in hun huwelijk.

0931 Glissenaar, J. De jeep-expres Java-Hoüand; 25.000 kilometer avontuur, met foto's van P. Pennarts. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1951]. 240 blz. Vindplaats: KITLV k 258/OBA

312 Geannoteerde bibliografie

Bevat een kort Indisch fragment over een sportieve thuisreis van vier gedemobili-seerde Nederlandse militairen die in 1950 uit Indonesië met een jeep door Azië en Europa trekken.

0932 Groot kinderkerstboek; [met medewerking van] Jaap Beekman, D. Bos, D.A. Cramer-Schaap en anderen. ['s-Gravenhage], [Voorhoeve], [1951]. 128 blz., afbn. Bevat 'Het Kerstfeest voor de menseneters; Een verhaal uit Nieuw-Guinea' door Babs Kamma. Vindplaats: OBA

0933 Jong, André de. Pietertje Ztwig; illustraties van J.W. Heyting. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1951]. 176 blz., krt. Vindplaats: KITLV cc 1757 N+

Bevat twee hoofdstukken met Indische fragmenten en beschrijft de eerste zeereis van een veertienjarige Rotterdamse dekjongen. Zijn reis voert hem via Sabang naar Singapore en de grote havens aan de noordkust van Java.

0934 Jong, Gjalt de. Bonar, het melaatse Batakjongetje; tekeningen van W.G. van de HulstJr. Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 1951. 16blz.Vindplaats: KITLV cc 1709 N

Bij de eerste sporen van zijn melaatsheid wordt Bonar, een tienjarige weesjongen, op bevel van de toverpriester uit het huis van zijn oom en tante weggejaagd. Uit zichzelf gaat hij naar de leprozenkolonie Hoeta Salem (Vrededorp) van de zending, waar hij wordt verpleegd en gekerstend. Na verloop van een jaar keert hij genezen naar zijn familie terug.

0935 Kamma, Babs. Sporen onder de waringin; [met een voorwoord van F.C. Kamma];tekeningen van H.C van Eek. [Oegstgeest], Zendingsbureau 'Oegstgeest', [c. 1951].79 blz.Vindplaats: KITLV cc 871 N

Ware gebeurtenissen die zich afspelen vóór de Japanse bezetting op Nieuw-Guinea en die de schrijfster zelf heeft meegemaakt of heeft horen vertellen. Twee kinderen van een zendeling gaan met hun vader en een aantal Papoea's met de zendingsboot, de schoener 'Bantara' (Heraut), de zendingsposten bezoeken. Omdat er in die dorpen geen winkels zijn nemen ze kisten met proviand, schoolmateriaal, medicijnen en kleding mee. Ook ontbreken er ziekenhuizen zodat hun vader zo'n beetje voor dokter moet spelen. De kinderen maken voettochten mee over bergplateaus, door het oerwoud en leren verschillende Papoeastammen kennen.

0936 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Lodewijk de mensenredder, band en illustraties van W[im] A. van de Walle. Baarn, Hollandia, 1951. 132 blz. [Hollandia Jeugdboe-ken.] Herdrukken: 14e druk. 1968.

Geannoteerde bibliografie 313

Vervolg van: Lodewijk de rattenvanger (zie no. 0775). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 14e druk PB

Beschrijft de bootreis naar Nederland en de repatriëring van een teckel die op Java is opgegroeid bij een Hollandse familie.

0937 Kunst, Jaap. Begdjd, het gamelan jongetje; met platen van Sjuwke Brinkgreve-Kunst. Batavia enz., Moderne Boekhandel Indonesië, [1951]. 30 blz. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no. 2.] Vindplaats: KITLV b 40 N

Musicoloog Jaap Kunst vertelt hoe een jongetje uit Midden-Java de gamelanmuziek als het ware met de paplepel krijgt ingegoten. Hij groeit op tussen de muziekinstru-menten waarvan zijn moeder de gendèr (instrument met bronzen toetsen) bespeelt en waarbij zijn vader als dalang de wajangpoppen hanteert.BegdjS hoort vertellen over de symboliek en het ritueel van de instrumenten en wat de taak is van een bepaald gamelanorkest. Wanneer hij zeven jaar is geworden mag hij voor het eerst meespelen in het wajangorkest van zijn vader.

0938 [Ladislaus, Broeder (ps.)]. Eeuwige jeugd; Een feestelijke uitgave over jongens, mannen en mannenbroeders bij het eerste eeuwfeest van de Congregatie van de Broeders van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten, 1851-1951. Amsterdam, Drukkerij Spin, 1951. 123 blz., afbn.Bevat het verhaal 'Nieuwe taak in Merauke; Uit een dikke luchtpostbrief door Broeder Stanislaus (blz. 97-101 en 116-123). Vindplaats: PB

Aan deze bundel werkten verschillende broeders mee, onder wie een missionaris die over zijn werk op Nieuw-Guinea vertelt.

0939 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. In de schemering der oerwouden; [illustraties van Hans de Jong]. Helmond, Uitgeversmij 'Helmond', [1951]. 151 blz. [Kroonserie; no. 3.) Vindplaats: KITLV cc 1156 N

Met een Zuidafrikaanse jongeman en een Nederlands meisje dat als jong kind door een Dajakstam werd ontvoerd trekt detective 'Stalen Hand' door het oerwoud van Borneo. Onder de meest gruwelijke omstandigheden gaan ze op zoek naar blanke goudzoekers die door de Olon Maanjans, een Dajakstam, worden gevangen gehou-den.

0940 Panen, G.J. Liar, de wilde; [omslag en illustraties van Rein van Looy]. Haarlem/Ant-werpen, Uitgeverij 'De Sleutei'/Gottmer, [1951]. 212 blz. Vindplaats: PB

Speelt in Nederland en bevat herinneringen van een Nederlandse houtvester die met zijn gezin uit Sumatra is gerepatrieerd. Wanneer hun oude hond wordt vervangen door een jonge wolfshond noemt de vader de nieuwe huisgenoot Liar, een Maleis

314 Geannoteerde bibliografie

woord voor wild. De houtvester is voor de gezondheid van zijn vrouw uit Indië teruggekeerd, maar ook omdat zijn werk afmattend was en zwaar, want de Maleiers waren geen gemakkelijke werklieden. Aan zijn kinderen vertelt hij van een tocht door de rimboe, waar in de omgeving van Fort de Koek plotseling een tijger opduikt die, voor er slachtoffers vallen, wordt overmeesterd.

0941 Pigeaud-van Zijp, Th. [Pigeaud] en A. De Javaanse Vorstenlanden; [met illustraties van T. van der Zee]. Djakarta enz., De Moderne Boekhandel Indonesia, [1951]. 28 blz. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no. 8.] Vindplaats: KITLV b 466

Geeft een overzicht van de geschiedenis, zeden en gewoonten van de Midden-Javaanse vorstendommen Surakarta en Yogjakarta.

0942 Pijl, L. van der. Bloemen en planten; met platen van Ojong Surjadi. Djakarta, De Moderne Boekhandel Jjidonesia, [1951]. 30 blz. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no. 7.] Vindplaats: OBA

Een aantal veel voorkomende bloemen en planten wordt op een aardige manier in het kort beschreven met daarbij duidelijke afbeeldingen in fraaie kleuren. De Badjing-serie werd in Amsterdam uitgebracht door Van der Peet.

0943 Soest, Ems [I.H.] van. Het dolle gebeuren in de club; Roman voor oudere meisjes; [stofomslag en illustraties van Hans Borrebach]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Fries-land', [1951]. 215 blz. [De Zonne-reeks voor Oudere Meisjes.] Vindplaats: BBJ

Bevat een enkele Indische opmerking en speelt voornamelijk in Spanje.

0944 Timmermans, Alphons. Een reis voor de Compagnie; met tekeningen van Gerrit de Morée. Helmond, Uitgeverij 'Helmond', 1951. 44 blz. [Ons Volk in Leven en Streven; deel 15.] Vindplaats: KITLV cc 1944 N

Een populaire beschrijving van de avontuurlijke reis van Willem IJsbrantszoon Bontekoe die in 1618 van Nederland voor de Oostindische Compagnie naar Indië vaart met de 'Nieuw Hoorn'.

0945 Uyldert, Erik. Bontekoe; met platen van Jan Beverdam; omslagtekening van J.W. Heyting. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1951]. 176 blz., kit. [Serie Avontuurlijke Reizen.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1075 N

De schipvaart van de 'Nieuw Hoorn' op 28 december 1618 uit Nederland met bestemming Batavia. Voor dit doel is bereikt hebben schipper Bontekoe en zijn bemanning de grootste beproevingen moeten doorstaan. Na zijn opwachting bij

Geannoteerde bibliografie 315

gouverneur-generaal J.P. Coen te Batavia gaat Bontekoe in de Indische archipel varen om onder andere de forten op Ternate van proviand en munitie te voorzien. Later krijgt hij de opdracht om de stad Macao uit handen van de Portugezen te bevrijden. Wanneer dit op een mislukking uitdraait keert Bontekoe naar zijn vaderland terug waar hij op 16 november 1625 in Zeeland aan wal stapt.

0946 Zwegers, B[roeder] V[igilius] [Johan Zwegers]. Geheimzinnige machten; geïllustreerd door H. Ramaekers; leeftijd 12-16 jaar. Maastricht, Schenk, [1951]. 191 blz. Vindplaats: PB

Avonturen in de Zuidchinese Zee van twee Nederlandse schipbreukelingen, op weg van Hongkong naar Singapore. Eén van hen, Walter, haalt herinneringen op. Na zijn opleiding aan de Koloniale Landbouwschool in Deventer vertrok hij naar Sumatra en vond hij in Blang Pedir (Atjeh) het graf van zijn vader die daar als officier is gesneuveld. Walter is op een tabaksonderneming in Deli gekomen en heeft daar met zijn vrouw en twee kinderen tot 1942 veilig gewoond. Tijdens de Japanse bezetting werd hij op transport gesteld om te werken aan de 'dodenspoorweg'. In 1945 heeft hij van het Rode Kruis vernomen dat zijn vrouw en kinderen nog in leven waren.

0947 [Arps, B.]. Een moslimjongen wordt predikant. Oostburg, Drukkerij Bronswijk, [c. 1952]. 8 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1052 N (fotokopie)

Zendeling Arps te Soekaboemi neemt een jonge islamiet als pleegzoon aan. De jongen voelt veel voor het christendom ondanks de moeilijkheden die hij met zijn familie krijgt en de gevaren tijdens de Japanse bezetting. Omstreeks 1950 wordt hij in het predikambt bevestigd te Meester Cornelis (Djatinegara).

0948 Bemmelen, R.W. van. De vulkanen op Java; illustraties van L.J. Eland. Batavia enz., Moderne Boekhandel Indonesië, [1952]. 32 blz., krt. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no. 5.] Vindplaats: KITLV j 248 N/OBA

Beschrijving van Java's grootste vulkanen: Merapi, Keloed en Krakatau met duidelijke illustraties.

0949 Bik-Meima, J. Roekminah; geïllustreerd door Henk Poeder. Delft, Meinema, [1952]. 60 blz.Herdrukken: 2e druk Groningen, Haan, [1957]. 75 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1072 N; 2e druk Brinkman

Wanneer haar vader door een aardbeving is omgekomen en haar moeder en zusje bij een verkeersongeval zijn gedood wordt een Javaans meisje liefdevol opgenomen in het christelijke gezin van haar oom. Haar islamitische grootvader wil haar van dat 'christengedoe' afbrengen.

316 Geannoteerde bibliografie

0950 Brinkgreve, Suze [ps. van Charles Krienen]. Tmeke van het postkantoor, met tekenin-gen van Thea Gregoor; voor meisjes van 8-10 jaar. Rijswijk, Kramers, [1952]. 123 blz. Vindplaats: KITLV cc N (de blz. 77-78 en 97-98 ontbreken)

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland. De directeur van het postkantoor te Laag-Keppel krijgt onverwacht bezoek van een jeugdvriend die met verlof uit Indonesië is overgekomen. Zijn (Javaanse) vrouw en hun Indische dochtertje Nonni vergezellen hem. De komst van de Indische familie in het dorp wordt met grote nieuwsgierigheid en luidruchtig commentaar gadegeslagen: 'Kijk die twee bruinen', 'Uit het apenland komen ze zeker!' en 'de twee koffiebonen'.Een oud-koloniaal die door de dorpelingen wordt onderschat, stijgt in hun achting wanneer hij Nonni in vloeiend Maleis aanspreekt.

0951 Broekhals, F.J. Geheimzinnige lichten in het Diëng-gebergte; [met illustraties van P. Nijmans]. Hoorn, West-Friesland, [1952]. 174 blz. Vindplaats: KITLV cc 294/OLBG

Twee HBS'ers, Fred en Harry, gaan hun vakantie doorbrengen bij een oom van Fred die administrateur is van de koffieonderneming 'Sukoredjo' op Midden-lava. Op weg naar hun logeerbestemming ontdekken ze in de trein een slapende Chinees die een revolver op zak heeft. Het is het begin van een avontuur waarin Fred op het spoor komt van Chinese opiumsmokkelaars die de omgeving onveilig maken met hun onderlinge schietpartijen.

0952 Broekhals, F.J. In de greep van het oerwoud; [met illustraties van P. Nijmans]. Hoorn, West-Friesland, [1952]. 174 blz., krt. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 591

Fred en Harry, twee vrienden, trekken samen met Freds oom naar de oerwouden in Zuid-Bantam op Java's Zuidwestkust. Ze gaan op zoek naar nieuwe cultuurgronden en nemen de gids Ali, een Bantammer, mee op hun tocht. Onderweg gebeuren allerlei geheimzinnige dingen die worden toegeschreven aan Njai Loro Kidul, de Godin van de Zee.

0953 Capelle, M.C. Domoe, de zoon van het dorpshoofd; [geïllustreerd door Bert Bouman]. Baarn, Bosch & Keuning, [1952]. 148 blz. Herdrukken: 2e druk [1952]. Schooluitgave. [Lentehof-serie.] Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk BBJ/KITLV cc 690 N; 2e druk Brinkman

In een kampong op het eiland Soemba wordt het leven van de bevolking beheerst door een sluwe dorpspriester die speculeert op haar angst en goedgeefsheid. Wan-neer zijn medicijn niet blijkt te helpen, roept men de hulp van de zendeling-arts in. De dorpspriester is hierover verbolgen, maar nog meer als hij hoort dat het zoontje van het kamponghoofd naar de zendingsschool gaat. Met allerlei listen probeert hij de jongen te overtuigen dat hij trouw moet blijven aan de marapoes van zijn voorou-ders.

Geannoteerde bibliografie 317

0954 Capelle, M.C 't Was maar een kleine nietsnut; geïllustreerd door Henk Poeder. Groningen, Haan, [1952]. 24 blz.Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel :Een kleine nietsnut?; [met illustraties van Beekman]. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1962]. 32 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1206 N

Verlamd Indonesisch meisje uit de Buitengewesten is door haar ouders en dorpsge-noten verstoten. Een rondreizende Indonesische goeroe neemt haar mee naar het zendingsziekenhuis in zijn woonplaats. Haar leventje verandert bij toverslag als ze een invalidenwagentje krijgt dat door schoolkinderen in Nederland bij elkaar is gespaard.

0955 Capelle, M.C Het weggeworpen toversnoer; Een verhaal van Ds. D.K. Wielenga, voor de jeugd bewerkt door -; [met] illustraties van Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1952]. 94 blz.Herdrukken: 3e druk [c. 1955]; Herdruk 1958. [Bloesem-pockets; no. 6.] Vindplaats: Ie druk KITLV cc 760 N; 3e druk Brinkman; Herdruk Brinkman

Slavengezin op Soemba, in dienst van de oemboe, heeft een kleine zieke jongen. Regelmatig brengen ze offers bij de dorpspriester. Op het laatst zijn ze helemaal berooid en de jongen blijft ziek. Omdat het kind 's nachts voortdurend huilt wordt het gezin naar een hutje buiten het dorp verbannen. Een 'Oude van Dagen' (bejaar-de man) die bij hen komt inwonen is redder in de nood. Door hem komen ze in aanraking met een zendeling-arts die hun zoontje geneest en voor zijn toekomst zal zorgen.

0956 Dengel, Kees van. Stan Tieman van Bosschenhoven; Golven breken op de kust; illustraties van Jacques Henkus. Rotterdam, De Forel, [1952]. 159 blz. Vindplaats: BBJ

Met enorme tegenzin vertrekt de scholier Stan uit Java naar Nederland voor zijn schoolopleiding. Aan boord van de 'Slamat' overdenkt hij nog eens alle fijne dingen die hij in Indië heeft moeten achterlaten. Hij sluit met Eddie vriendschap die in Holland wordt voortgezet als ze samen op dezelfde school in Haarlem zitten.

0957 Frinsel, J.J. De erepoort; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1952]. 46blz.Herdrukken: 2e druk [1954]; 5e druk [1965]; 6e druk [1968].Bevat poëzie.Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 5e druk BBJ/KITLV cc 1349 N(fotokopie); 6e druk Brinkman

De schooljongen Ab treft feestelijke voorbereidingen voor de thuiskomst van zijn oudere broer die in Indonesië als militair heeft gevochten tijdens de Indonesische dekolonisatiestrijd.

0958 Hartogh, Nietha den. Frank komt terug; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,Kluitman, [1952]. 151 blz. [Meisjesroman-serie.]

318 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 2432 N (fotokopie)

Na drieëneenhalf jaar militaire dienst komt Frank uit Indonesië naar Nederland terug. Hij heeft daar gevochten tijdens de dekolonisatiestrijd. Zijn vriendin Mariëtte heeft al die jaren op hem gewacht. Het wordt een hartverwarmende thuiskomst en twee maanden lang leiden Frank en Mariëtte een onbezorgd leventje van feesten en uitgaan. Mariëtte heeft wat moeite met zijn vriendenkring, jonge mensen die ook in Indonesië dienst hebben gedaan als militair of verpleegster. Ze gedragen zich nogal vrij en vinden Holland te klein en te benauwd. Ze moeten wennen aan de woning-nood. Een vriend van Frank, wiens huwelijk is stukgelopen toen hij als soldaat in Indonesië gelegerd was, emigreert naar Australië. Ook Frank moet zich leren aanpassen. Hij kan, na veel strubbelingen, de boekhandel van zijn bejaarde vader overnemen.

0959 Hoffman, Willem. Kaja-kaja; [band- en tekstversiering van Renaat Demoen].[Uitgegeven door het] Davidsfonds, Leuven. St. Niklaas, Drukkerij Scheerders van Kerchove, [1952]. 160 blz. [Jeugdreeks van het Davidsfonds; no. 69.] Vindplaats: KITLV cc 1793 N (fotokopie)

Historisch verhaal uit het leven van de Vlaamse missionaris pater Vertenten die werkzaam was onder de Marind-Anim of Marindinezen aan de zuidkust van Nederlands Nieuw-Guinea, omgeving van Merauke. Deze Papoea's werden door de blanke vreemdelingen 'kaja-kaja' (vrienden) genoemd. Ze hingen sterk aan hun oerreligie, waarin een gruwelijk bijgeloof, bloedwraak, koppensnellen en dema's hun doen en laten beheersten.Pater Vertenten heeft er voor gezorgd dat de Nederlandse regering voor dit volk modeldorpen ging bouwen met een strenge geneeskundige controle en dat zij zo onder leiding van missionarissen een nieuwe manier van leven leerden opbouwen.

0960 Joecheif; Verhalenboek voor de jeugd, deel 2; [geïllustreerd door Gerrit de Morée]. [Kaatsheuvel], [Uitgave Missionarissen van de Heilige Familie], [1952]. 175 blz. [Katholieke Keurraad voor Jeugdlectuur; no. 1494.]Bevat de verhalen 'Wat Luhat er van dacht! Een verhaal uit de binnenlanden van Borneo' en 'Pidang; een verhaal uit de binnenlanden van Borneo' door [Pater] J.A. Ogier, m.s.f. Vindplaats: PB

Een missionaris vertelt hoe Dajakse schoolkinderen in aanraking komen met het christelijk geloof.

0961 Renes-Boldingh, M.A.M. Maddy zoekt haar weg. Meppel, Ten Brink, [1952]. 252 blz., afbn.Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 2557 N

Nederlandse piattelandsdokter verlaat zijn gezin om voor een jaar in Indonesië te werken. Met een artsenteam verleent hij medische hulp aan de bevolking op Java waar dan nog veel Nederlandse militairen zijn gelegerd. Intussen wordt zijn praktijk

Geannoteerde bibliografie 319

door een jonge arts waargenomen die na geplaag en geharrewar in de familiekringtf*rt*r>ht tr\Tvit

terecht komt.

0962 Soest, Ems LH. van. Het mooiste beroep; geïllustreerd door H. van Ingen. Baarn, Hollandia, [1952]. 243 blz. [Ster-serie.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 2099 N

Frieda, in Indië opgegroeid, is tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland werkzaam bij het 'Aardrijkskundig Instituut' en schrijft artikelen over de rijstcultuur, over Borneo enzovoort. Wanneer ze is getrouwd vindt ze dat het beroep van huisvrouw dat van schrijfster overtreft.

0963 Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. Alle volken zullen komen; Vijf ware verhalen uit dewereldkerk; bijeengebracht door -; [met tekeningen van [H.C.] van Eek]. Oegstgeest,Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, [1952]. 32 blz.Bevat de Indische verhalen Timotheus' door C.Ch.CJ. Swaan-Koopman (blz. 14-17);'Het verhaal van het schild' door F.C Kamma (blz. 18-26); 'Vriend of vijand' doorCCh.CJ. Swaan-Koopman (blz. 27-31).Vindplaats: BZO/KITLV q 3239 N

Het eerste en het derde verhaal spelen op Java tijdens de Indonesische Revolutie; het tweede verhaal speelt op het eiland Biak in Nederlands Nieuw-Guinea. 'Timotheus'. Een geschiedenis uit Oost-Java, waar in 1948 communistische opstandelingen de boel onveilig maken. Gewapend trekken ze door de dorpen, waar ze moorden, roven en brandstichten. Uit zo'n dorp is jaren geleden de Javaan Moedi weggegaan om in Malang werk te zoeken. Bij een Nederlands zendelingsechtpaar is Moedi tot aan de Japanse bezetting tuinman geweest en christen geworden onder de naam Timotheus. Nu woont hij weer in zijn geboortedorp, waar de bewoners in angst leven voor de communistische rebellen. Door zijn rotsvast geloof weet Timotheus zijn dorpsgenoten gerust te stellen. Als ze hem allerlei vragen gaan stellen loopt hij in verwarring de weg op, waar op dat moment een Javaanse predikant naar hun dorp komt die door de opstandelingen uit zijn woonplaats is verdreven.'Het verhaal van het schild'. Een oude Papoea vertelde dit verhaal aan ds. F.C Kamma die in de zomer van 1952 in Nederlands Nieuw-Guinea reisde. De geschie-denis speelt zich af aan de zuidkust van het eiland Biak, in het dorp Wardo. Vóór de komst van de zending beschermt een groot schild, Kanken Koreri genaamd, de bewoners tegen de stammen uit het binnenland. Als de zending haar intrede doet, wordt een Papoeaslaafje, een jongen van de familie Kafiar, aan zendingsmensen bij de Dorehbaai verkocht. Hij wordt de eerste goeroe, Petrus Kafiar (zie no. 0247 en 0272).Zendeling F.J.F, van Hasselt komt met hem naar Biak, waar Petrus Kafiar wordt aangesteld in de kampong waar hij eens werd weggeroofd. Als een leugen wordt de boodschap van het evangelie afgewezen door de bewoners van Wardo. Bij hun roof-en sneltochten wordt het schild van Kanken Koreri weer in gebruik genomen. Als een goeroe is vermoord, grijpt het gouvernement in; de beruchte Papoeaheid Aweko wordt ter plaatse doodgeschoten. Voor de Papoea's is het verboden om eigen rechter te zijn. Dan komt de eerste goeroe in Wardo, Abrams, een Ambonees. Geleidelijk aan leren de bewoners het evangelie kennen en raakt het schild van Kanken Koreri in onbruik. Totdat de roep om de heidense heilstaat van de 'Messias'

320 Geannoteerde bibliografie

Manarmakeri opnieuw klinkt. Het gekerstende dorp Wardo wordt, omdat men deze heilstaat afwijst, bedreigd met moord. De aanvoerder van de heilstaat hoort in een visioen zeggen de bevolking van Wardo niet te straffen.Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Japanners met de mitrailleur de Koreribeweging uitgeroeid. De bewoners van Wardo worden gedeporteerd, vluchten de bossen in of moeten als koelies voor de Japanners dienst doen op gevaarlijke plaatsen. De opbrengst van hun tuinen gaat naar de Japanse troepen. Honderden Papoea's sterven van ellende en honger, anderen door het oorlogsgeweld. Langs de stranden van de Vogelkop vinden zij de dood.'Vriend of vijand?' Luitenant Goverts is gedetacheerd in de bergen van Soekaboemi (West-Java). Voor zijn vertrek naar Indonesië heeft hij zijn meisje verteld hoe ze die brutale inlanders wel eens mores zouden leren. Zijn meisje is furieus en leest hem de les. Dan komt het moment waarop een spion van de TNI, Soesanto genaamd, wordt opgepakt; een schamel geklede Soendanees. Soesanto is kolonel, spreekt voortreffe-lijk Nederlands en heeft in Engeland en Frankrijk gestudeerd. Luitenant Goverts komt onder de indruk van kolonel Soesanto, die vertelt dat hij zijn land en volk wil dienen door zijn ontwikkeling en ervaring in dienst te stellen van de bevrijding van Indonesië. Bovendien is hij een christen.

0964 Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. Uit alle streken; Vijf ware verhalen uit de wereldkerkbijeengebracht door -; [met tekeningen van [H.C.] van Eek]. Oegstgeest, Zendingsbu-reau der Nederlandse Hervormde Kerk, [1952]. 32 blz.Bevat twee ware gebeurtenissen uit Indonesië: 'De brug' door H. Biersteker en 'Chinese bruiloft' door C.Ch.CJ. Swaan-Koopman. Vindplaats: BZO

'De brug'. De auteur doet dienst als militair in de bersiaptijd in Tjepoe (Oost-Java). Hij vertelt hoe een tengere christen-Javaan op Goede Vrijdag zware balken helpt sjouwen van een door de Indonesische extremisten verwoeste brug. 'Chinese bruiloft' is een verhaal uit de Chinese christelijke kerk in Djakarta. Het beschrijft de moeilijkheden van een Chinees christenpaar dat de 'Hau', de traditionele Chinese kinderplicht ten opzichte van de ouders, doorbreekt.

0965 Voorhoeve, Rudolf. De pionier van Sentani; Geschreven voor de jeugd van 12 jaar en ouder, [met illustraties van H. Rotgans]. Haarlem, De Spaarnestad, [c. 1952]. 208 blz. Vindplaats: KITLV cc 862 N/UBL

Een Nederlandse militair uit Bandoeng heeft deelgenomen aan een geheime expeditie in het Cycloopgebergte op Nederlands Nieuw-Guinea, waar goud in de bodem is aangetroffen. Er worden geen stappen tot ontginning genomen. Terug in de kazerne op Java blijft hij met plannen rondlopen naar dit gebied terug te gaan. Hij neemt vervroegd pensioen en trekt met zijn vrouw en hun aangenomen Javaanse weesjongen naar de Humboldtbaai om daar een nieuw bestaan op te bouwen. De bestuursambtenaar in Hollandia is door een brief uit Batavia op de hoogte gebracht van de komst van de oud-militair met het verzoek hem in de gaten te houden omdat hij met pensioen niet naar Nederland, maar naar Nieuw-Guinea is gegaan. Zijn koloniseren wordt als een voorwendsel beschouwd.Op een handige manier maakt de bestuursambtenaar gebruik van de plannen en de werklust van de kolonist, die echter zijn geheim niet prijsgeeft. Bij zijn overplaatsing doet hij geen moeite om de samenwerking op dezelfde voet te laten doorgaan. De

Geannoteerde bibliografie 321

nieuwe bestuursambtenaar houdt zich aan de letter van de wet en spant zich al helemaal niet in om de Papoea's vooruit te helpen. Hij laat de gangen van de oud-militair bespioneren.Als de goudkoorts de oud-militair toch te pakken krijgt, vertrekt hij naar Java met zijn vrouw - zijn pleegzoon is inmiddels overleden - en later naar Nederland om de goudvondst aan te kaarten. Het uitbreken van de Duitse bezetting belet hem terug te keren naar Nieuw-Guinea. Na de oorlog, die hij dankzij het goud dat hij bezat heeft kunnen overleven, worden er concrete plannen gesmeed voor een deskundige aanpak van de goudontginning door een bekende industrieel.

0966 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Het meisje José; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1953]. 159 blz. Vindplaats: PB

Speelt in Nederland en in Engeland. Nu en dan komen Indische fragmenten voor van twee h artsvriend innen die hun jeugd op Java hebben doorgebracht en in hetzelfde interneringskamp hebben gezeten. In Amsterdam proberen ze een nieuw bestaan op te bouwen. Onverwacht doen zich verwikkelingen voor als een van hen een rijke erfgename blijkt te zijn.

0967 Broekhals, F.J. De slapende vulkaan; Een boek voor jongens; [omslag en illustraties van G. Wijstand]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1953]. 160 blz., krt. Vindplaats: KITLV cc 1365 N+

Twee Nederlandse HBS'ers uit Tegal beklimmen met een groepje Javaanse vulkano-logen en politiemensen de Goenoeng Slamet die een verhoogde werking zou vertonen. Als de expeditie boven komt dreigt er geen gevaar, maar de jongens komen op een spoor van afdrukken van blote voeten dat leidt tot een griezelige ontdekking: een mensenoffer aan de vulkaangeest.

0968 Ersebeek, Eva. Eindelijk thuis; Boek voor jonge meisjes; illustraties, band en omslag door Rein van Looy. Haarlem enz., Uitgeverij 'De Sleutel', 1953. 176 blz. Vindplaats: KITLV cc 1299 N

Na drie jaar interneringskamp te Batavia repatrieert een Hollands gezin uit Indone-sië naar Nederland. De vader - die commissaris van politie is - heeft nog geen baan en het gezin beschikt ook nog niet over een eigen woning, zodat ze voorlopig bij familie inwonen.Rietje, het dochtertje, heeft het hier te kwaad mee en ze verlangt naar een eigen plek. Op haar eerste schooldag wordt ze geplaagd omdat ze uit dat 'apeland' komt. Eenmaal gewend aan het nieuwe leven vindt ze het wel prettig. Tijdens een aard-rijkskundeles mag ze zelfs over haar ervaringen in het kamp vertellen. Na een periode van wachten en onzekerheid wordt de vader benoemd tot commissaris van politie in Den Bosch en is het woningprobleem ook opgelost.

0969 Feenstra, Fenna. Langs eigen wegen; Roman voor jonge mensen. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1953]. 328 blz. Herdrukken: 3e druk [c. 1960].

322 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1968 N/NBLC Almere; 3e druk KB

Twee Hollandse jongelui, Joek en Bob, zijn in Nederlands-Indië (Java) grootge-bracht als dochter van een koffieplanter en zoon van een marineman. Tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wonen ze in Nederland. Ze maken elk op hun eigen manier de Duitse bezetting mee. Na de bevrijding komen ze in het roerige Indonesië terecht. Joek als Nica-employé voor welfarewerk en Bob bij de marine. Voor ze elkaar ontmoeten zijn ze door een dal van ellende gegaan. Realistische beschrijving van de uiterst moeilijke omstandigheden waarin landmacht en marine in de naoorlogse periode in Indonesië verkeerden.

0970 Franke, S. Gevleugelde paarden; Indonesische legenden; omslag en illustraties van F. van Bemmel. Hoorn, West-Friesland, [1953]. 213 blz. Vindplaats: KITLV a 707

Bevat voor het merendeel Javaanse legenden waarin dieren, planten en vulkanen een rol spelen. De oorsprong van deze legenden is niet vermeld.

0971 Hazevoet, Jacoba. Een winter achter het hoge duin; met illustraties van Lies Veenho-ven. Assen, Van Gorcum enz., 1953. 108 blz. [Akkerklokjes; no. 20.] Vindplaats: BBJ

Speelt in Nederland. Kinderen uit een weeshuis, onder wie het guitige Indonesische jongetje Freddie, logeren in de kerstvakantie in een vissersdorpje. Freddie haalt een ondeugende streek uit door stilletjes een aapje mee te lokken naar zijn logeeradres.

0972 Kamma, Babs. De witte slang; illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1953]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 1527 N

Wirri, een Papoeajongetje, wil graag meehelpen bij het versieren van de kerk, als de goeroe iedereen van het dorp uitnodigt voor het kerstfeest. De vader van Wirri, het dorpshoofd, is hier fel op tegen, mede onder invloed van een islamitische handelaar. Op kerstavond moet Wirri met zijn vader mee in de prauw om te vissen bij de kust. De vangst valt tegen en ze keren terug. Op weg naar huis worden ze plotseling achtervolgd door een grote giftige slang zodat ze noodgedwongen de kerk in moeten vluchten waar het kerstfeest in volle gang is.

0973 Kis, Sandor [ps. van L.G. Weldering en Mariska Weldering-Fekete]. De gouden lotus. Haarlem, De Spaarnestad, [1953]. 127 blz., ills. Herdrukken: 2e druk [1957]. 132 blz., ills.; 3e druk [1960]. idem. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1340 N; 2e druk KDC Nijmegen; 3e druk Brinkman

Schatrijke Nederlandse suikerfabrikant uit Oost-Java en zijn Javaanse vrouw die verwant is aan het hof van Soerakarta gaan in 1918 met verlof naar Holland. Ze gaan aan boord van de 'Soemba' en nemen hun dochtertje Trudy en haar baboe mee. Onderweg voor de Franse kust loopt het schip op een mijn. De ouders overleven de ramp, de baboe verdrinkt en Trudy valt in handen van een Franse

Geannoteerde bibliografie 323

zeeschuimer die haar ontvoert. Na jaren van ontberingen ziet Trudy die inmiddels een bekende artieste is geworden haar ouders in het Kurhaus in Scheveningen terug.

0974 Lentinck, Rona. Ergens wacht het geluk; [omslag en illustraties van Hans Borrebach]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1953]. 253 blz.Herdrukken: Herdruk idem, [1963]. 175 blz. [Witte Raven-pockets; no. M 58.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; Herdruk KITLV cc 1122 N

Na de verschrikkingen van de Japanse bezetting waarbij haar ouders zijn omgeko -men, repatrieert Lily naar Nederland. Ze heeft zich voorgenomen haar verleden te vergeten en vertier te zoeken. In huis bij haar tante wordt ze echter voortdurend geconfronteerd met het oorlogsverleden van een aantal jonge mannen onder wie ook haar jeugdvriend.

0975 Naaykens, Jan. De grootste veroveraar, [omslag en illustraties van H.W. Lengs]. Nijmegen, Uitgeverij Brakkenstein, [1953]. 94 blz. [Serie 'Rijke Lading'; no. 3.] Vindplaats: KITLV cc 2369 N+

Levensbeschrijving van de Spaanse edelman don Francisco Xavier y Jassu (1506-1552) die in 1537 in Rome tot priester werd gewijd. Uit Lissabon vertrok hij in 1541 naar het oosten en verkondigde tien jaar lang in India en Japan vol ijver het evangelie. Op nieuwjaarsdag 1546 ging hij met een Portugese koopman scheep naar Amboina, waar hij de bewoners met hun blaaspijpen, speren en vergiftige pijlen overrompelde door zijn kwetsbare opstelling en zijn kennis van de Maleise taal. Na Amboina bezocht hij Ternate en het 'Eiland der Moren' (Morotai). In 1547 werd hij op zijn terugreis naar India gedwongen langer in Malakka te blijven omdat een Atjehse zeeroversvloot deze stad wilde plunderen en de haven blokkeerde.

0976 Noort, Annie van. De woudloper van Sumatra; Het leven van Ludwig Ingwer Nommen-sen; tekeningen van J. de Vries. Oegstgeest, Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, 1953. 71 blz. Herdrukken: 9e druk [1964]. Vindplaats: Ie druk BZO/KITLV cc 937 N; 9e druk Brinkman

Historisch verhaal over de strijd die de zendeling Nommensen in Sumatra moet voeren tegen slaven- en woekerhandel, kannibalisme en oorlogszucht onder de Batakbevolking. Vooral de voortdurende tegenwerking van de priestervorst Singa-mangaradja die het op het leven van Nommensen heeft voorzien maakt het hem moeilijk. Hij is fel gekant tegen de Nederlandse regering en duldt geen "witogen" in zijn gebied. Ook persoonlijk leed blijft Nommensen niet bespaard: zijn vrouw overlijdt bij een tyfusepidemie in Sigoempar, en zijn zoon, die graag zendingsarts wil worden, sneuvelt in Europa tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tot aan zijn levenseinde blijft Nommensen zijn zendingswerk trouw. Hij mag nog beleven dat de Ompoe Radja Poetih, de grote heerser van Samosir die nooit wilde buigen voor de nieuwe macht die in zijn gebied kwam, zich op het pinksterfeest in 1918 overgeeft en christen wordt.Ludwig Ingwer Nommensen werd op 6 februari 1834 geboren in Nordstrand (Slees-wijk-Holstein) en overleed op 23 mei 1918 in Sigoempar (Sumatra). In 1862 werd hij

324 Geannoteerde bibliografie

door de Rheinische Missionsgesellschaft naar Sumatra uitgezonden. In 1904 verleende de universiteit van Bonn aan Nommensen een eredoctoraat.

0977 Passier o.c.r., P.M. Tarcisius. Miranca's avonturen in de missie; Deel II; illustraties Rie Schouten; bandtekening van Frfater] Raphaël o.c.r. Achel, Cisterciënser-Abdij, [1953]. 72 blz. Vindplaats: KITLV q 3852 N

Een geadopteerd circusmeisje dat bij een katholieke familie in Nederland opgroeit, vindt haar bestemming als medische missiezuster onder de Javaanse en Chinese bevolking op Java. Het verhaal speelt vlak voor de Tweede Wereldoorlog.

0978 Soest, Ems [I.H.] van. Ekbeths vuurproef; Roman voor oudere meisjes; bandtekeningen illustraties van Hans Borrebach. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1953]. 208blz.Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1860 N

Als de economische malaise uitbreekt wordt de thee-onderneming van Elsbeth's vader verkocht en gaat het gezin weg uit de paradijselijke omgeving van de Merba-boe. Haar vader begint in Semarang een autoverhuurbedrijf en in huis komen paying guests. Bovendien moet Elsbeth op een handelskantoor gaan werken om in haar eigen onderhoud te voorzien.

0979 Stouthamer, P. Samo leert het verkeer, [tekeningen van R. Westra]. Alphen aan den Rijn, Samsom, 1953. 32 blz. [Sarno leert het verkeer; deel L] Herdrukken: 2e druk 1954; 3e druk 1955. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV qq 1874 N; 3e druk Brinkman

De achtjarige Sarno, een Indonesisch weesjongetje, is door een Nederlands pleeg-gezin geadopteerd en woont in Amsterdam. Hij moet erg wennen, vooral aan het drukke stadsverkeer. Spelenderwijs wordt Sarno door zijn pleegfamilie wegwijs gemaakt aan de hand van allerlei verkeersregels.

0980 Stouthamer. P. Samo leert het verkeer, [tekeningen van R. Westra]. Alphen aan den Rijn, Samsom, 1953. 51 blz. [Sarno leert het verkeer; deel IL] Herdrukken: 3e druk 1955; 5e druk 1957. Vindplaats: Ie en 3e druk Brinkman; 5e druk KITLV qq 1874 N

Op zijn tiende verjaardag krijgt Sarno een nieuwe fiets van zijn pleegouders. Hij voelt zich al helemaal thuis in Amsterdam. Wel heeft hij moeite met het onbeschaaf-de gedrag van de Nederlanders. Op school dringen de jongens hem altijd opzij bij het fonteintje en bij de tramhalte kruipen passagiers vaak voor hun beurt.

0981 Swaan-Koopman, C. [Ch.CJ.]. Het vuurtje op de berghelling. Oegstgeest, Zendings-bureau der Nederlands[e] Hervormde Kerk, 1953. 31 blz., afbn. Bevat een verklarende woordenlijst.

Geannoteerde bibliografie 325

Vindplaats: BZO/KITLV cc 384 N

Soepardi en Oereh, zoontje en dochtertje van een Javaanse goeroe, wonen op het erf van de zendingsschool. Wanneer hun moeder een ziek familielid gaat helpen, worden de twee kinderen naar het dorp van grootmoeder - die ouderling is -gestuurd. Daar raken ze bevriend met een oudere jongen, Salim, de zoon van een hadji die bezig is een vuurtje te stoken met de Kitab Indjil (Bijbel). De bladzijden gebruikt hij om er zijn sigaretten van te draaien. Toch gaat Salim met Soepardi mee naar de zendingsschool om daar het kerstfeest te vieren.

0982 Uit hoge hemel; Nieuw kerstvertelboek; Nieuwe verhalen en enkele gedichten voor jonge en oudere kinderen; samengesteld onder leiding van Aart Romijn; [illustraties van Bert Bouman]. Meppel, Roelofs van Goor, [1953]. 268 blz. Bevat het Indische verhaal 'Kerstfeest in de tropen' door Johanna E. Kuiper. Vindplaats: Antiquariaatscat.

Op kerstavond zijn drie Hollandse kinderen op Java alleen thuis. Hun ouders zijn naar een kerstdiner bij de directeur van de suikerfabriek, waar hun vaders werkzaam zijn. De kinderen vieren op hun eigen manier het kerstfeest. Ze laten baboe kaarsen en tjimaratakken halen en een van de kinderen voert met speelgoed en een paar wajangpoppen het kerstgebeuren op. Tot slot luisteren ze vol aandacht naar baboe, een diepgelovige vrouw, die hen het kerstverhaal vertelt en ze met 'Nu sijt welleko-me...' in slaap zingt.

0983 Bik-Meima, J. Het geschenk van opa; geïllustreerd door Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1954]. 82 blz. Herdrukken: 3e druk [1954]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1341 N

In de crisisjaren vertrekt het Hollandse gezin De Kruyf naar Nederlands-Indië. Van hun grootvader hebben de kleinkinderen Han en Nel een kinderbijbel als afscheids-cadeau meegekregen. Vader komt te werken op de rubberonderneming Boemi-djawa in Banjoemas (Midden-Java). Er is geen school in de omgeving zodat moeder Han en Nel tezamen met Amat en Siti, de kinderen van de mandoer, thuis onderwijst. Wanneer de Japanse bezetting uitbreekt wordt de familie gescheiden en in verschil -lende kampen ondergebracht waar Nel door gebrek aan medicijnen overlijdt. Na de bevrijding keert het gezin voorgoed naar Nederland terug met de kinderbijbel die door Amat zorgvuldig was bewaard.

0984 Brink, Lea van den. Een meisje in de rimboe. Amsterdam, Mulder, [1954]. 127 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 297 N

Nederlands meisje wordt door haar kantoor uitgezonden naar een tabaksonderne-ming in Lasem (Java).

Capelle, M.C. en A. Goudswaard. Onder alle heidenen uw heil, [1954]. Zie no. A011

326 Geannoteerde bibliografie

0985 Droppers, J.A. Wat dokter Slamet vertelt; tekeningen van Anny Rot. Nijkerk, Callen-bach, [1954]. 40 blz. Vindplaats: KTTLV cc 343 N/BN

Gerepatrieerd Hollands gezin uit Java krijgt onverwacht bezoek van hun Javaanse vriend. Hij is arts en komt een lezing houden over zijn zendingsziekenhuis te Malang. De oudste zoon Jan herinnert zich met heimwee hun leven op Java waar de Japanse bezetting abrupt een eind aan heeft gemaakt.

Faber-Meynen, Netty. Een nieuw begin, [1954]. Zie no. A012

0986 Hoogeveen, H. Toen de Amboneesjes kwamen; tekeningen van Nans van Leeuwen. Nijkerk, Callenbach, [1954]. 45 blz. Vindplaats: KITLV cc 303 N

Speelt op het platteland van Nederland en bevat fragmenten over twee Ambonese schoolkinderen, Orpa en Daniël. Met hun ouders zijn ze om politieke redenen uit Indonesië naar Holland gekomen waar ze zijn gehuisvest in een speciale woonwijk (kamp) voor Ambonese militairen en hun gezinnen.Orpa en haar broertje Daniël raken al gauw bevriend met twee Hollandse klas -genootjes die met hen meegaan naar het Ambonezenkamp. Daar krijgen ze een gevoel of ze heel ver van huis zijn, in een onbekend land.

0987 Hoorn, Henri van. Avonturen op zee; Oorspronkelijk spannend jongensverhaal uit het leven van Jan Pieterszoon Coen. Amsterdam, Mulder, [1954]. 63 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 510 N

Geromantiseerd verhaal over een episode uit het leven van Jan Pieterszoon Coen die op eenendertigjarige leeftijd wordt bevorderd tot gouverneur-generaal van Neder-lands-Indië.

0988 Kuiper, Johfanna] E. Het bootje van de regenboog; [omslag en illustraties van W.G. van de Hulst Jr.]. Amsterdam, 'Comité voor Jeugd en School' van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, [1954]. 19 blz. Vindplaats: SKCB/KITLV cc 2404 N (fotokopie)

Reo Tiwoloe is een klein meisje dat op Celebes woont. Ze kan lezen noch schrijven. Ze stelt haar moeder allerlei vragen over het uiteinde van de aarde en de sterren. Op één vraag krijgt ze geen antwoord: over het verbroken contact tussen de hemelgeest en de mensen op aarde. De zendeling en taaigeleerde dr. N. Adriani die in Reo's dorpje komt werken, leert haar lezen om het antwoord te kunnen vinden in de Bijbel. Reo was het eerste meisje op Celebes dat de letters kende. Zodra dr. Adriani een deel van het Nieuwe Testament had vertaald, kon Reo het lezen. Zie hierover ook Hoe een Posso'sch schoolmeisje den Bijbel hielp vertalen door M. Adriani-Gunning (no. 0325).

Geannoteerde bibliografie 327

0989 Noort, Annie van. Wardjo's grote plan; tekeningen van Gunhild Kristensen. Oegst-geest, Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, [1954]. 47 blz. Bevat poëzie en een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 952 N

Beschrijft het leven van een Javaans gezin in Bandjermasin (Borneo) waarvan de vader op een scheepskantoor werkt. Met zijn familie heeft hij geen contact sinds hij met zijn vrouw en twee kinderen tot het christelijk geloof is overgegaan. Wanneer de vader een flinke malaria-aanval heeft en het bovendien tegen kerstmis loopt, brengen onverwacht zijn twee kinderen een bezoek aan zijn familie en halen ze hun grootmoeder over om het kerstfeest bij hen te komen vieren.

0990 Ouden, Mieke den. Vacantie in de Bovenlanden. Blaricum, Bigot & Van Rossum, [1954]. 156 blz. [Hazelaar-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 414

Speelt in een Nederlands christelijk milieu en beschrijft het wel en wee van een groepje middelbare scholieren uit Medan, dat onder begeleiding van een jonge leraar vakantie houdt in de Padangse Bovenlanden. Vlak voor hun eindexamen breekt in Europa de Tweede Wereldoorlog uit. In Indië hangt de dreiging van Japan.

0991 Spoor, Peter. De nieuwe Albatros; Een verhaal van kapitein Judocus; met illustraties en omslag van de schrijver. Rhenen, Paters van de H. Geest, [1954]. 137 blz. Herdrukken: 3e druk [c. 1955]; 5e druk [c. 1960]. [Kruisboeken; no. 15.]. Vindplaats: Ie druk PB; 3e druk KITLV cc 1973 N; 5e druk PB

Een missieverhaal waarin een kapitein aan twee jongens in Nederland vertelt over zijn avonturen met een plezierjacht waarmee een Engelse miljonair en zijn gezin vakantie houden.Aan de kust van Sumatra ontvoeren Javaanse deserteurs (uit het leger van na de oorlog met Japan) de miljonair en zijn butler. Een slimme Koeboe (onder deze naam leeft een bevolkingsgroep in de oerwouden van Sumatra) en een Hollandse missionaris lossen de zaak op.In het binnenland van Borneo vaart men over de rivier de Kapoeas naar een kolonie Dajaks bij een missiepost. Belust op avontuur wordt de reis voortgezet naar de zuidkust van Nieuw-Guinea, bij Merauke. Onder geleide van een Papoeagoeroe van de missie gaat men over de rivier de Digoel naar de Mappiërs, een stam die nog op sneljacht (koppensnellen) gaat, en die het voorzien heeft op de dochter en de gouvernante van de miljonairsfamilie. Door een krachtig ingrijpen van een Neder-landse missionaris vallen er geen slachtoffers.Hoewel dit een leesboek is voor de lagere school geeft de inhoud een beeld van de situatie tijdens de eerste jaren van Indonesië's onafhankelijkheid en van de missie, die veel tegenwerking ondervindt van de regering die op alle mogelijke manieren de missionarissen buiten het land wil houden.

0992 Verschoor-van der Vlis, Nel. Ver van elkander; [met tekeningen van Mies Bloch]. Nijkerk, Callenbach, [1954]. 77 blz. Herdrukken: 2e druk [1960]. 77 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2024 N

328 Geannoteerde bibliografie

Bevat een paar fragmenten over Nederlands Nieuw-Guinea waar de ouders van twee in Nederland achtergebleven kinderen werkzaam zijn als predikant en verpleegster op een zendingspost.

0993 Wilkeshuis, C. De gouden keten van de Compagnie; geïllustreerd door P. van der Maaden. Haarlem, Boom-Ruygrok, [1954]. 172 blz. [De Pionier-serie.] Vindplaats: KTTLV cc 386 N

Geromantiseerd verhaal over Steven van der Haghen (1563-1624), een van de grondleggers van het Nederlandse gezag in de Molukken. De laatste hoofdstukken spelen in de Oost.In 1599 wordt hij door de Amsterdamse Oostindische Compagnie als bevelhebber van drie schepen naar de Molukken uitgezonden, waar hij een verdrag sluit met de Ambonezen die hem de alleenhandel afstaan van hun produkten: kruidnagelen en muskaatnoten. Daarbij belooft Van der Haghen hen te beschermen tegen de Portugezen die de streek onveilig maken. Hij laat een versterking bouwen, het Kasteel van Verre.In 1603 zendt de Verenigde Oostindische Compagnie een tweede vloot uit onder bevel van Steven van der Haghen. Nauwelijks in Bantam aangekomen wordt zijn bescherming ingeroepen door de Ambonezen tegen de Portugezen, volgens zijn vroeger gesloten verdrag. Van der Haghen zeilt naar Ambon (1605), valt de Portu-gese bezetting aan en neemt de vesting, het Kasteel van Verre, in. Ter nagedachtenis aan deze overwinning krijgt het fort nu de naam Kasteel Victoria. In 1615 levert Steven van der Haghen als admiraal van een oorlogsvloot slag tegen de Portugezen en Spanjaarden bij Straat Malakka. Het wordt een overwinning voor de Hollanders. Zijn taak in Indië is volbracht als hij in 1619 de Engelse vloot verdrijft die voor Jacatra ligt. Terug in het vaderland krijgt Steven van der Haghen in 1620 een gouden ketting met een waarde van 2000 karoligulden door de Heren XVII uitge-reikt. In 1624 sterft Van der Haghen te Utrecht en wordt begraven in de protestant-se Jacobikerk aldaar.

0994 Bakker, Piet. Bali in kleuren; kleurenfoto's van Wim Berssenbrugge; omslag, kaartvan Bali, illustraties en lay-out van F. ten Have; illustratief materiaal voor het omslag van het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Joure/Utrecht, Douwe Egberts, [c. 1955]. 72 blz. Vindplaats: KITLV h 141

Plaatjesalbum.Journalistieke indrukken van twee Balireizen, aangevuld met gegevens uit het boekBali van J. Kersten (1941) over de karakteristieke cultuur van dit eiland en zijnbewoners.

0995 Bullema, W.A. Kano, het gelukskind; geill. door J. Huizinga. Groningen, Haan, [1955]. 204 blz. [Haan's Bibliotheek voor de Jeugd.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1129 N

Beschrijving van het dessaleven van een arm gezin in Midden-Java, en zijn betrok-kenheid bij de rijstoogst en de aankoop van een vechthaan. Beschrijft een feestelijke

Geannoteerde bibliografie 329

Lebaran die een tragische afloop heeft, waarbij slechts de twee jongste kinderen een ongeval overleven. Deze worden in een christelijke omgeving grootgebracht.

0996 Capelle, M.C Een eiland wordt veroverd; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Groningen, Haan, [1955]. 88 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 999 N

Een jonge Nederlandse zendeling en zijn vrouw zijn naar Soemba gekomen om een oud en ziek zendelingsechtpaar op te volgen. Het eiland blijkt in alle opzichten een moeilijk zendingsterrein: zowel het onherbergzame land waar nooit een blanke één voet heeft gezet, als de bevolking zélf. Er is veel tegenwerking en bijgeloof. Hoewel de Soembanezen de zendeling na verloop van tijd niet meer als een vreemdeling beschouwen, blijven ze vasthouden aan de verering van de marapoes, de geesten, ledere kampong heeft zijn eigen marapoe waarvoor offers op een paar stenen worden neergelegd. De bevolking heeft het niet begrepen op de soldaten die op het eiland zijn gekomen om voortaan het koppensnellen en stelen tegen te gaan. De Soembanezen moeten zich van nu af aan onderwerpen aan het Nederlands gezag. Alleen één radja weigert: Oemboe Pomboe. Maar wanneer de zendeling zijn eigen leven in de waagschaal stelt voor dat van de vorst onderwerpt Oemboe Pomboe zich en krijgt het evangelie een kans in zijn kampong waar hij nu als vrij man is terugge-keerd.Dit verhaal berust deels op historische feiten en speelt zich aan het begin van deze eeuw af. De zendeling is vermoedelijk D.K. Wielenga.

0997 Capelle, M.C. De kleine brandstichter, geïllustreerd door Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1955]. 94 blz. Herdrukken: 2e druk [1958]. 94 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1128 N/OLBG; 2e druk Brinkman

Twee Soembase jongens komen op een zendingsinternaat, ver van hun kampong van-daan. Kaoemboe, de zoon van het kamponghoofd, bevalt het nieuwe leven goed. Rondja, zijn vriendje, kan niet wennen. Hij verlangt terug naar het ongebonden leventje van vroeger.

0998 Cortenbach, A. Paul. Mickey achter prikkeldraad; [voorwoord van G.J.F. Statius Muller; omslag en illustraties van Rudy van Giffen]. 's-Gravenhage, Voorhoeve, 1955. 159 blz. Vindplaats: KITLV i 666

Beschrijft de periode direct na de Japanse capitulatie: de bersiaptijd. Een eenvoudig Indo-Europees gezin ondergaat opnieuw de oorlogssituatie in Soerabaja. De vader wordt door de Indonesische extremisten gevangen genomen; de moeder met vier kleine kinderen meegevoerd naar een kamp midden in de stad. Na korte tijd worden ze naar kamp Tjeweng bij Djombang (80 km van Soerabaja) vervoerd. Na acht maanden van ellende en honger komt er een levensteken van hun man en vader. Hij leeft. Daarna volgt de echte bevrijding, gezinshereniging en repatriëring naar Nederland.

330 Geannoteerde bibliografie

0999 Grisnigt, J.W. Lengko, de karbouwenjongen; naar gegevens van G.C van der Hooff en A.P. van der Kooy; [omslag en illustraties van Ben Horsthuis]. Z.pl., Uitgave van de Gereformeerde] Zendingsbond in de Nederlandse] Herv[ormde] Kerk, [1955]. 48blz. Vindplaats: KITLV cc 2387 N (fotokopie)

Een ziek karbouwenhoedertje in Toradjaland (Celebes), Lengko, heeft geen baat bij de kruiden van de plaatselijke doekoen. Stiekem loopt hij van huis weg om met zijn vriendje Dadoe en diens grootvader mee te gaan naar het zendingsziekenhuis in Rantepao.Daar vallen ze van de ene verbazing in de andere als ze een pyama aankrijgen en in een ledikant moeten liggen. In hun kampong slapen ze op matjes en een pyama vinden ze maar raar. Lengko en Dadoe worden geopereerd en ze keren genezen terug naar hun kampong. De grootouders van Lengko die eerst afwijzend stonden ten opzichte van het ziekenhuis en de zending zien hoe gezond Lengko is terugge-keerd. Ze vergeten hun boosheid.

1000 Keerde, G. van. Matjan, de tijger. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1955]. 46 blz., afbn. Herdrukken: 3e druk [1965]; 5e druk [1968]. Vindplaats: Ie druk OLBG; 3e druk PB; 5e druk KITLV cc 872 N

Zendingsverhaaltje voor kleinere kinderen. Speelt op Sumatra in een Indonesisch milieu.

1001 Kamma, Babs. Feest in Papoea-land; Een panorama in kleuren; uitgegeven door het Zendingsbureau der Nederlands Hervormde Kerk. 's-Gravenhage, La Rivière & Voorhoeve, [c. 1955]. 28 blz., afbn., krt. Herdrukken: 4e druk 1961. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV g 836 N+ (titelpagina ontbreekt); 4e druk PB

Zendingsverhaal, tevens kleur- en knutselboek om een panorama te maken van een christelijk kustdorpje en zijn bewoners op Nieuw-Guinea.

1002 Keizer, W.G.N. de. Naar de tropen; kleurenfoto's van Wim Berssenbrugge en A.Hustinx; aangevuld met fotomateriaal van de Stoomvaartmij 'Nederland' en Holland Afrikalijn; omslag, routekaart, illustraties en lay-out van F. ten Have. Joure/Utrecht, Douwe Egberts, [c. 1955]. 74 blz. Vindplaats: KITLV k 206

Plaatjesalbum.Beschrijft in het kort de geschiedenis van de zee- en luchtvaart naar Indië en bevat een kort hoofdstuk 'Indonesië' waarin gezinspeeld wordt op een goede samenwer -king tussen Nederland en Indonesië.

1003 Kinderen in Indonesië. Amsterdam/Oegstgeest, Hervormde Jeugdraad/Zendings-bureau der Nederlands Hervormde Kerk, [c. 1955]. 99 blz., afbn. en notenschrift.

Geannoteerde bibliografie 331

Bevat twee verhaaltjes: 'In en om de kampong' door S. Franke (blz. 9-65) en 'De bandjir' door Annie van Noort (blz. 81-90). Vindplaats: KITLV cc 402 N

Deze uitgave, bestemd voor onderwijzend personeel, jeugdleid(st)ers en zondags-schoolleid(st)ers, is speciaal gericht op Java en bevat behalve Javaanse kinderspelen, liedjes en handenarbeid nog twee verhaaltjes: 'In en om de kampong' en 'Bandjir'. Het verhaaltje van S. Franke beschrijft het dagelijks leven van het jongetje Kerto en zijn zusje Din waarin vooral de nadruk ligt op het oogsten van de rijst. In het verhaaltje van Annie van Noort ligt het accent op het christelijk geloof wanneer de moeder van de elfjarige Pai'di bij een overstroming om het leven is gekomen. Hij wordt liefdevol opgenomen in het huis van de onderwijzer die ook evangelist is. Illustraties overgenomen uit J.A. Mulder, In en om de Javaanse desa. Deel I van de Tropen-serie uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam en verschenen te Amsterdam/Djakarta, Versluys, [1951].

1004 Lokman, Henk. Sergeant Boest van de X-14; [omslag en illustraties van F. van Bemmel]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1955]. 214 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 869 N

Jonge Nederlandse marineman beleeft avonturen met een vliegboot tijdens een patrouillevlucht boven Nederlands Nieuw-Guinea, waar hij op zoek moet gaan naar een weerspannig Papoea-opperhoofd dat zijn stamgenoten tot koppensnellen aanzet. Bovendien raakt hij nog betrokken bij een speurtocht naar een bende internationale parelsmokkelaars in Dobo, een parelstadje op het eiland Wokam in de Bandazee.

1005 Norel, K[laas]. Op de grote vaart; omslag en illustraties van Wim A. van de Walle;[kaart en schetstekeningen van H. Koops Jr.]. Meppel, Roelofs van Goor, [1955]. 208blz.Bevat een verklarende lijst van gebruikte scheepstermen.Vindplaats: OBA

Na de zeevaartschool maakt een Katwijkse vissersjongen zijn eerste reis mee op een vrachtboot naar Azië. Twee hoofdstukken spelen in Indonesië, onder meer in Djakarta en in de Riouwarchipel waar een Nederlandse zeeman door een slimme Chinees betrokken raakt bij opiumsmokkel. Hij verdwijnt van boord om niet meer terug te keren.

1006 Ons jeugdboek, Deel II; Samenstelling A.D. Hildebrand; met vele illustraties van Charles Boost, Gerard van Straaten, Henk Sprenger e.a. [Amsterdam], Het Parool/De Nieuwe Pers, [1955]. 208 blz.Bevat het Indische verhaal van H.Th. de Booy: 'Hr. Ms. Halmaheira zorgt voor een verrassing' (blz. 7-17). Vindplaats: KITLV cc 1333 N

Tijdens vlootoefeningen van de Koninklijke Marine in Nederlands-Indië krijgt een luitenant ter zee een lumineus idee om zijn schip onopgemerkt te laten blijven voor de vijandelijke partij.

332 Geannoteerde bibliografie

1007 Samsudi. Pasundan; illustraties Otto Djaya. Djakarta enz., Moderne Boekhandel Indonesië, [c. 1955]. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no. 9.] Vindplaats: Uitgeverscat.

Een beschrijving van de Soendalanden, een deel van West-Java.

1008 Smaal-Meeldijk, Rie. Mop; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1955]. 148 blz.Herdrukken: 2e druk [1957]. 146 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB/KITLV cc N (fotokopie)

Als haar vader een jaar na zijn terugkeer uit een Japans kamp is overleden, repatri-eren het Indische meisje Mop en haar moeder naar Nederland. Ze wonen in Den Haag. Omdat ze van een klein pensioen moeten leven, is Mops moeder weer als onderwijzeres gaan werken. TA wil haar dochter, die op de HBS zit, een goede opleiding geven. Ze heeft weinig contact met haar collega's die haar hebben geholpen zoveel ze konden. Maar ze voelt zich niet thuis in hun kringetje en ze houdt zich afzijdig. Mop daarentegen maakt gauw vrienden op de HBS, maar ze blijft naar haar geboorteland verlangen. Dit uit zich tijdens een schoolavond, waar ze een paar Javaanse dansen uitvoert die ze van haar Indonesische pleegzusje heeft geleerd. Toen haar ouders in de Japanse interneringskampen zaten, was Mop ondergebracht bij een bevriende inheemse familie. Haar heimwee komt vooral naar boven als ze wordt aangezet tot het lezen van Orpheus In de dessa van Augusta de Wit en 'Saïdjah en Adinda' van Multatuli. Als ze in een geloofscrisis komt, mist ze de geestelijke leiding van haar vader.Een brief uit Indonesië brengt verandering. Tijdelijk gaan Mop en haar moeder terug naar Java. Een gegoede - Hollandsgezinde - Indische familie heeft Mops moeder een baan aangeboden. Ze wordt belast met de opvoeding van hun twee jongetjes van acht en tien jaar. In Nederland wacht een collega-onderwijzer op hun terugkeer. Hij zal een goede vader en echtgenoot zijn voor Mop en haar moeder.

1009 Tiel, Gré van. 'Vader!... Komt toch!'; illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1955]. 125 blz. Vindplaats: KITLV cc 1342 N

Omdat hun vader nog voor onbepaalde tijd in Indonesië blijft werken en hun moeder is overleden komen Wim en Josje bij een stijve kinderloze oom en tante in huis. Ze verlangen erg naar de thuiskomst van hun vader en na een fikse ruzie tussen tante en Wim komt er onverwachts een oplossing.

1010 Uit kinderhand voor kinderland; onder redactie van P. Wardekker; samengesteld door A.J.W. Langeler. Groningen, Dijkstra, [1955]. 32 blz., afbn. Deel C 1. Peters grote reis.Herdrukken: 4e druk [c. 1960]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 2362 N (fotokopie)

Uit Genua vertrekt Peter met zijn ouders met de 'Oranje' naar Indonesië, waar zijn vader voor een tijdje op Nieuw-Guinea zal gaan werken. Onderweg vertelt vader aan

Geannoteerde bibliografie 333

Peter over de eerste zeereizen naar de Oost van De Houtman en De Keyser. InDjakarta gaat het gezin van boord en wordt de reis naar Nieuw-Guinea per vliegtuigvoortgezet.Dit boekje werd samengesteld uit teksten en tekeningen van een groep leerlingenderde klas van een lagere school, leeftijd acht tot negen jaar.

1011 Wardekker, P. Het verhaal van Nieuw-Guinea; Samengesteld door -. Groningen,Dijkstra, [1955]. 32 blz., afbn. en krtn. [Uit kinderhand voor kinderland; deel F 1.]Herdrukken: 3e druk [c. 1960]. 64 blz.Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1361 N

Uit Hollandia beantwoordt oom Jan, die bestuursambtenaar is, vragen van zijn nichtjes en neefjes uit Nederland die bezig zijn met een werkstuk over Nieuw-Guinea. Zijn verhalen hebben zo'n indruk op de kinderen gemaakt dat oom Jan tijdens zijn verlof in Nederland ziet met hoeveel fantasie en overgave er 'papoea'tje' wordt gespeeld. Bedoeld als schoolboekje.

1012 Zwaanswijk, Ton. Het geheim van de stalen kistjes; Een boek voor jongens van 10-14 jaar, illustraties van F. Wijnand. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1955]. 153 blz. Vindplaats: KITLV cc 1603 N

Speelt voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op de Oostkust van Sumatra (Brastagi). Tijdens hun vakantie komt een groepje middelbare scholieren in aanra-king met Amerikaanse gangsters en Duitse spionnen van de Geheime Inlichtingen-dienst. Beide partijen maken jacht op de waardevolle papieren van een Amerikaanse professor/uitvinder die van groot strategisch belang zijn voor de toekomst van Europa.Het verhaal staat vol Maleise woorden (die in de noten zijn vertaald) en Indische uitdrukkingen.

1013 Broekhals, F.J. Het geheim van de haaiendoder, met illustraties van J. Giling. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1956]. 176 blz., krt. Vindplaats: KITLV cc 2148 N/OLBG/SH

Twee Nederlandse jongens in Indonesië ondernemen na hun eindexamen HBS een boottocht. Van Semarang reizen ze als passagiers door de Indonesische wateren met eindbestemming Australië. Met Djajoes, een Indonesische bootsman, raken ze betrokken bij een internationale wapensmokkel.

1014 Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp, Jacoba [H.]. Sprookjes en verhalen van Bali; met 33 illustraties van Balische kunstenaars. 's-Gravenhage enz., Van Hoeve, 1956. X, 290 blz. Vindplaats: KITLV h 180

Voor de Tweede Wereldoorlog heeft de schrijfster met haar gezin een aantal jaren als enige Europeanen in een Balisch bergdorp gewoond, waar haar man als taal-

334 Geannoteerde bibliografie

geleerde onderzoek deed. Als ze een Balisch verhaal aardig of mooi vond, verteldeze dat aan haar kinderen. Op het Europese schooltje in die omgeving werden haarverhalen gebruikt als voorleesstof. Met deze verhalen, maar dan in een aangepastevorm, heeft ze vertelmiddagen en -avonden gehouden voor kinderen en volwassenentoen ze geïnterneerd was in een Japans kamp op Java.De sprookjes en verhalen spelen niet in een vage wonderwereld, maar in hetdagelijks leven op Bali: op de woonerven, op de rijstvelden en in de bossen. Gewonevertelsels, vaak met sappige, volkse humor.De kunstschilder Rudolf Bonnet (1895-1978), die jarenlang op Bali heeft gewoond, isde bemiddelaar geweest om de beste Balische tekenaars aan het werk te zetten voorde illustraties bij deze verhalen.

1015 Krijger, Ab. Het raadsel van de rubberplantage. Apeldoorn enz., Stenvert enz., 1956. 32 blz., afbn. [Non-stop Reeks; no. 18.] Vindplaats: KITLV cc 2194 N

Op de rubberondememing van een Hollandse planter op Midden-Java worden bij voortduring bomen ernstig beschadigd. Hij vermoedt dat een bende rondtrekkende bandieten er de oorzaak van is, maar hij sluit ook zijn inheemse personeel niet uit. Tijdens een nachtelijke inspectietocht komt hij tot de ontdekking dat noch het een, noch het ander het geval is.

1016 Laan, Piet van de. Dick en de WELO-stralen; omslag van John Hummel; platen van E. Leegstra. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1956]. 152 blz. [Fantasia Reeks.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1127 N

Indische schooljongen woont in Nederland bij een excentrieke oom die uitvinder is. Wanneer geheime documenten over een nieuw soort stralingsenergie uit zijn laboratorium verdwijnen komt zijn neefje in actie.

1017 Misschien?; met bijdragen van M.A.M. Renes-Boldingh, Tinie de Vries, A. Kroese en Babs Kamma; illustraties en bandontwerp Dea de Vries. Amsterdam, Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging, [1956]. 120 blz.Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaaltje van Babs Kamma: 'Lauren's overwinning' (blz. 109-120). Vindplaats: KITLV cc 1409 N

Een melaatse Papoeajongen wordt tijdelijk door de zending in een internaatopgenomen. Wanneer hij genezen wordt verklaard blijft hij daar om de oude goeroete kunnen opvolgen.Uitgegeven in het lustrumjaar van de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging1866-1956.

1018 Ons jeugdboek, Deel III; samenstelling A.D. Hildebrand; met vele illustraties van Charles Boost, Gerard van Straaten, Henk Sprenger e.a. [Amsterdam], Het Pa-rool/De Nieuwe Pers, [1956]. 202 blz.Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaal van H.Th. de Booy: 'Branding op Duivels-eiland' (blz. 9-27).

Geannoteerde bibliografie 335

Vindplaats: KITLV cc 1333 N

Het marine-opnemingsvaartuig 'Hr. Ms. Halmaheira' vaart met een groepje beman-ningsleden en Javaanse matrozen naar de Molukse Zee om daar een vergeten eilandengroepje in kaart te brengen.

1019 Schouten, N.M. De meisjes van Sparrelaan 33; tekeningen van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1956]. 62 blz. Vindplaats: KITLV cc 1578 N

Bevat korte Indische fragmenten over een Hollands gezin uit Indonesië dat met verlof in Nederland is. Als pensiongasten brengen ze hun vakantie door in een dorpje aan de kust. Hun enige dochter zal na de verlofperiode in Nederland moeten blijven voor haar HBS-opleiding, maar ook omdat de situatie op dat moment niet veilig is in Indonesië.

1020 Soedarma-Aten, A.M. Soejoeds pinksterfeest. [Oegstgeest], [Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk], [1956]. 15 Hz. Vindplaats: KITLV cc 491 N/OBA

Zendingsverhaaltje uit Indonesië.

1021 Theresita, Zuster [ps.]. Soetilah; met een voorwoord van M.E. Smiggels; omslag van Pan Beekman en illustraties van Flor Silvester. Rhenen, Paters van de Heilige Geest, 1956. 78 blz. [St. Paulus Boeken/Kruisboeken.] Vindplaats: KDC/KITLV cc 1263 N

Javaans dessameisje wordt plotseling wees en komt in een internaat bij missiezusters. Daar kan ze niet wennen aan het regelmatige bestaan. Ze verlangt naar het vrije dessaleventje en ze loopt weg. Als hulpje werkt en woont ze bij een waronghoudster. Maar als ze uitgroeit tot een jonge vrouw en lastig wordt gevallen door een fanate jongeling slaat ze op de vlucht. Onderweg krijgt ze een ongeluk en het toeval wil dat ze bij dezelfde nonnetjes terugkomt. Soetilah kan zich nu gemakkelijker aanpassen. Ze gaat over tot het katholieke geloof en vindt haar bestemming bij een Javaanse onderwijzer.

1022 Bik-Meima, J. Kinderen in een brandend land; geïllustreerd door Corrie van der Baan. Delft, Meinema, [1957]. 70 blz. Herdrukken: 2e druk [1958]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 302 N; 2e druk PB

Tijdens de Indonesische Revolutie komt Kardi, een islamitisch schooljongetje uit de omgeving van Bandoeng, door een oude Javaanse vrouw die christen is in aanraking met de Bijbel.

336 Geannoteerde bibliografie

1023 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Hanna zoekt haar vader, met tekenin-gen van Hans Borrebach. Hoom, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1957]. 210 blz. [De Zonne-reeks voor Oudere Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 521 N

Weggevlucht bij haar moeder reist de zeventienjarige Hanna Holt als kinderjuffrouw met een Hollands gezin naar Sumatra. Ze wil ten koste van alles de verblijfplaats van haar avontuurlijke vader vinden die ze nooit heeft gekend. Hanna's speurtocht leidt haar dwars door Sumatra, naar Java en de Molukken om tenslotte in Nieuw-Guinea te eindigen bij het graf van haar vader.

1024 Bruyn-Ouwehand, Mia. Welkom thuis, Hermelijn. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1957]. 239 blz.Herdrukken: Herdrukken. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1966, 1969]. 192 blz., afbn. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 136.]. Vervolg van: Hermelijn's huwelijk (zie no. 0684). Vervolgd als: Hermelijn's dochter (zie no. 1072). Vindplaats: Ie druk Brinkman; Herdruk KITLV cc 977 N

Marian komt met haar man Henri en de kinderen met verlof uit Java naar Neder -land. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kunnen ze nog op tijd met een boot naar Indië terugkeren.

Capelle, M.C en A. Goudswaard. Er gaat door alle landen, [1957]. Zie no. A013

1025 Degreef, J.D. De held van de Javazee. Helmond, Uitgeverij 'Helmond', [1957]. 90 blz. [Heldenserie; no. 10.] Vindplaats: KITLV aa 48 N

Korte levens- en karakterbeschrijving van de schout-bij-nacht Karel Doorman (1889-1942), die voortkwam uit een familie van generaals en admiraals. Ook Karel is deze familietraditie trouw gebleven. Met een vooruitziende blik zag hij aankomen dat Japan het op Nederlands-Indië had voorzien. De nadruk ligt in dit boekje op de periode van de Japanse aanval, de verdediging van de Indische archipel en de ondergang van de kruiser 'De Ruijter', waarbij Doorman omkwam.

1026 Emburg, PJ. van. Li'ing, de kleine Dajak; met omslag en ills. van J. van der Sanden. Hoom, West-Friesland, [1957]. 149 blz. Vindplaats: KITLV d 172

Aan de oever van een rivier in Borneo groeit de kleine jongen Goehé op. Bij een oogstfeest maakt zijn vader Goeha's ware naam bekend: Li'ing. Wanneer zijn ouders wegtrekken naar de ladangs wordt hij door een oude Dajak verzorgd die hem van alles bijbrengt wat nodig is voor het leven aan en op de rivier. Wanneer Li'ing bij een bandjir zijn been heeft gebroken gaat hij met een watervliegtuigje naar het ziekenhuis van een Amerikaanse zendeling. Het leven in de stad bevalt Li'ing zo goed dat hij van plan is daar naar school te gaan.

Geannoteerde bibliografie 337

1027 Hildebrand, A.D. Pete Johnson, de jongen uit de wildernis; met illustraties van G. van Straaten. Amsterdam, Meulenhoff, [1957]. 157 blz.Herdrukken: 2e druk; met illustraties van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn, 'West-Friesland', [1974]. 142 blz. [Witte Raven-pockets; J 515.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 847 N

Blanke jongen - zoon van een Engelse planter - leeft temidden van Papoea's in de jungle van Australisch Nieuw-Guinea. Drie Amerikaanse militairen die een vlieg-ramp in het binnenland hebben overleefd komen met hem in contact.

1028 Maren, G.H. van. Julia en het toversteentje; geill. door H[enk] Poeder. Groningen, Haan, [1957]. 62 blz.Herdrukken: 2e druk. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1966]. 62 blz.; 4e druk [1973]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 849 N

Van de eerste witmens die ze in haar leven ontmoet krijgt Julia, een Papoeameisje uit West-Irian, een glazen stuiter. Ze ziet dat de witmens zieken kan genezen. De stuiter is voor haar een kostbaar kleinood. Als Nokawa, de dorpsmedicijnman, de stuiter ziet wil hij Julia dwingen deze aan hem af te staan. Julia weigert, maar Nokawa is haar te slim af. Toch ziet Julia kans de stuiter uit zijn hut weg te halen. Een opgelopen schram aan haar been gaat zo hevig ontsteken dat Nokawa er aan te pas moet komen. Opnieuw dwingt hij Julia de stuiter aan hem af te staan, maar ze weigert weer. 's Nachts vluchten Julia en haar vader per prauw naar de zendeling. Hij alleen kan genezing brengen. Na een dagenlange uitputtende tocht wordt Julia behandeld door de zendeling. In haar knuistje ligt de glazen stuiter...

1029 Meijer, Chr. A. De klauw van de Draak; [met tekeningen van Hein Kray; band- en omslagontwerp van J. de Vries]. Kampen, Kok, 1957. 136 blz. Vindplaats: KITLV cc 926 N

Historisch verhaal over de speurtocht naar de overlevenden en de geldkisten van deverongelukte 'Vergulde Draeck' bij de kust van het Zuidland (Australië) in april1656.Bevat Indische fragmenten.Zie over dit onderwerp ook: Hugo Kingmans Veertien man in een boot (no. 0747) enKlaas van der Geest Op 't Zuydlandt gestrand (no. 0840).

1030 Om de kribbe van Bethlehem; Kerstvertelboek; [onder redactie van Foka van Loon;illustraties van Nellie Donker; omslagontwerp van J. de Vries]. Zwolle, La Rivière &Voorhoeve, [1957]. 208 blz.Bevat poëzie. Bevat een Kerstspel 'De Kerstplaat' door Joke van Mierlo-Kuipers,waarin een Indisch meisje, Sarina, voorkomt en twee Indische verhalen: 'Feest in dekampong' van Jo Kalmijn-Spierenburg, en 'Kerstnacht in de wildernis' door M.A.M.Renes-Boldingh.Vindplaats: PB

'Feest in de kampong'. In Nieuw-Guinea komen twee Papoeakinderen die nog in het 'stenen tijdperk' leven in aanraking met blanken. Ze vieren met hen het kerstfeest en

338 Geannoteerde bibliografie

verbranden een houten afgodspopje dat geen geneeskracht bezit, waardoor ze bevrijd worden van een van hun vele angsten.'Kerstnacht in de wildernis' is een bekorte versie van het verhaal De olifantennacht van M.A.M. Renes-Boldingh uit 1934 (zie no. 0578).

1031 Overzee, Jan van. Het wrak van Palmeneiland; omslag en pltn. van Th. J. Mathijsen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1957]. 144 blz. Vindplaats: KITLV cc 1117 N

Verscholen in de baai van een eilandje bij de zuidkust van Nieuw-Guinea ligt een scheepswrak met kostbare lading. Een groepje Hollanders haalt met hulp van een aantal Papoea's de schat naar boven, maar wordt door Chinese piraten overvallen.

1032 Teutscher, H.J. Van twee grote klokken in een ver land; geïllustreerd door Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1957]. 62 blz. Herdrukken: 3e druk [c. 1965]; 4e druk idem, [1969].Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1083 N; 4e druk KITLV cc 1083 N

Uit Nederland gaan twee kerkklokken per boot naar een zendingskerkje in Seroei op Nieuw-Guinea. Daar overleven ze het geweld van de natuur en de Tweede Wereld-oorlog.

1033 Water, H.J. de. Jan Pieterszoon Coen; met bandtekening en illustraties van F. Wijnand. Hoorn, 'West-Friesland', [1957]. 141 blz. [Klimop-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 925 N

Geschiedkundig verhaal over de onderkoopman van de Oost-Indische Compagnie die er in slaagde de specerij-eilanden onder het directe gezag van de Compagnie te brengen. In 1619 stichtte Coen de stad Batavia; hij was gouverneur-generaal van Indië in de perioden 1619-1623 en van 1627 tot zijn dood in 1629. Opmerking van de auteur, blz. 141 (slot): 'Het kolonialisme heeft een einde gemaakt aan de vreselijke en bloedige onderlinge oorlogen der inlanders en hen bekend en vertrouwd gemaakt met zeden en gewoonten van het blanke ras, dat hen in ontwikkeling ver vooruit was. Dat is, voor een niet onbelangrijk deel, het werk van enkele pioniers geweest.'

1034 Beek, Alice ter. Ida uit Indonesië; 4 tekeningen en bandomslag van Ben Fokker. Bussum, Het Goede Boek, [1958]. 146 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1126 N

Door de slechte situatie voor de Nederlanders in het na-oorlogse Indonesië en het overlijden van haar moeder wordt Ida door haar vader vooruitgestuurd naar zijn familie in Holland. Het eenvoudige provinciale milieu leidt in het begin tot bot-singen tussen Ida en haar nichtjes.

1035 Eerdmans, Rie. Muiterij op de Bontekoe. Haarlem, Eykenhof, [c. 1958]. 59 blz., ills.

Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 2337 N

Een dertienjarige Amsterdamse patriciërszoon, Arjan Sanders, gaat als verstekeling aan boord van de Oostindiëvaarder 'Bontekoe'. Omdat de koopman die altijd meereist het op het laatste moment heeft laten afweten, wordt Arjan door de kapitein belast met de goederen die zich aan boord bevinden. Als het scheepsvolk onderweg in opstand komt, verdedigt Arjan de kapitein. In Jacatra wordt Arjan officieel benoemd tot koopman van de Oost-Indische Compagnie. Hij komt na vier jaar terug in Amsterdam.

1036 Franke, S. Het grote huis; geill. door F. van Bemmel. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1958. 211 blz. [A.P.-jeugdserie.] Vindplaats: KITLV cc 202 N

Verhaal over een generatie Hollandse perkeniers van een nootmuskaatplantage op het eiland Banda ten tijde van de Oost-Indische Compagnie.Rein, geboren uit Hollandse ouders op Banda, is de zoon van een perkenier die aan lager wal is geraakt. Om gezondheidsredenen verlaat zijn moeder het eiland; zijn vader wordt gevangen genomen wegens smokkel. De nootmuskaatplantage wordt verkocht. Rein komt bij een Bandanese familie in huis. Door hard werken kan hij naderhand de plantage terugkopen en trouwt hij met Mirjam, de dochter van de Bandanese familie.

1037 Jeanne Marie [ps. van M. Marijs-Visser]. Geen vreemd kind; met illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1958]. 31 blz. Vindplaats: KITLV cc 1530 N

Speelt op een lagere school in Nederland, waar Annelies een nieuw klasgenootje naast haar in de bank krijgt. Het is Deetje, een Papoeameisje uit Nieuw-Guinea, die bij Hollandse pleegouders woont. In het begin hebben de kinderen uit de klas kritiek op haar uiterlijk en lachen ze om haar uitspraak.Annelies voelt zich opgelaten, maar door een gesprek met haar ouders verandert haar gedrag en ook dat van de klas ten opzichte van Deetje. Later wanneer Annelies volwassen is blijft ze met Deetje bevriend die als zendingszuster naar Nieuw-Guinea vertrekt.

1038 Kamadjojo, Indra [ps. van J.L. Broekveldt]. De avonturen van 'Kantjil', het stoute dwerghertje; met tekeningen van Wim Burger. Alkmaar, Kluitman, [1958]. 42 blz. [Kluitman Kinder-televisie.] Vindplaats: KITLV cc 408

Dwerghertverhaaltjes uit Java die worden verteld aan de Nederlandse jeugd. De auteur was jarenlang verbonden aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen, waar hij in het Tropenmuseum als danser en verteller deze kantjilverhalen voor het voetlicht bracht. Ook op de televisie bracht hij deze verhalen.

1039 Kasberg, P. De gouden amulet; Avonturen in Nieuw-Guinea. 's-Gravenhage, Voorhoe-ve, [1958]. 191 blz., afbn.

340 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 111 N

Omzwervingen van drie Papoeajongens, behorend tot een Vredelievende' stam, door de binnenlanden van Nieuw-Guinea. Wanneer ze in handen vallen van een oorlogs-zuchtige groep Papoea's en hun vijandige medicijnmeester, worden de jongens gedwongen tot koppensnellen. Na een spannende tocht worden ze gered door een zendeling en ontmoeten ze een Nederlandse emigrant uit Australië die op jacht is voor dierentuinen in Australië en Europa. Hij wil de jongens helpen zoeken naar hun geboortedorp, maar vraagt als tegenprestatie naar het riviertje waarin het goud is te vinden waarvan amuletten worden gemaakt.

1040 Luister... we gaan vertellen!; Een bundel kerstverhalen samengesteld door J. W. Ooms; verhalen van Kflaas] Norel, J.W. Ooms, P.A. de Rover e.a. Groningen, Haan, 1958. 88 blz.Bevat poëzie. Bevat het zendingsverhaal: 'Een koppensneller naar Bethlehem' door P.A. de Rover. Vindplaats: PB

'Een koppensneller naar Bethlehem' vertelt over de kerstening van Papa i Woente, het hoofd van de To Pebatostam van de Toradja's uit Midden-Celebes.

1041 Rover, P.A. de. De kerk op mars; Vertel- en voorleesboek van de geschiedenis der zending; met een voorwoord van J.H. Bavinck. Groningen, Haan, 1958. 486 blz., afbn., prtn., krt. Vindplaats: KITLV q 3410 N

Hoofdstuk D. 'De zendingseeuw: ± 1800-1918' behandelt de zending op Java, Bomeo, Sumatra (Batakland), Celebes, Soemba en Nieuw-Guinea. (blz. 204-270).

1042 Teutscher, H.J. Een gulden van Simon; prentjes [van] Jenny Dalenoord. Oegstgeest, Raad voor de zending der Nedferlandse] Herv[ormde] Kerk, [1958]. 28 blz. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1043 N (fotokopie)

In zijn wanhoop doet een Papoeajongetje iets verkeerds om aan geld te komen voor het grote kinderzendingsfeest in Seroei. De dorpsgoeroe neemt hem onder handen en geeft de jongen een kans om het goed te maken.

1043 Tisna, Udeyana Pandji en Jef Last. I Bontot en I Koese; De avonturen van tweeBatische jongens; [illustraties van H. de Vos]. Amsterdam, Van der Peet, [1958]. 216blz.Herdrukken: Herdruk verscheen onder Jef Last en Udeyana Pandji Tisna. Bontot enKoese; Avonturen van twee Balinese jongens. Nijkerk enz., Callenbach enz., [1971]. 216blz., afbn.Vervolgd als: Tjoebek in het Tijgerbos door Jef Last (zie no. 1135).Vindplaats: Ie druk KITLV cc 631 en cc 94 N; Herdruk Brinkman

Dit verhaal speelt zich af op Bali tijdens de eerste jaren van de Republiek Indonesië. Het beschrijft de vriendschap tussen de Balise boerenjongen I Bontot en de zoon

Geannoteerde bibliografie 341

van een goesti, I Koese. Ze zitten op dezelfde dorpsschool 'nieuwe stijl': jongens en meisjes, ongeacht hun rang of stand, zitten in één klas bij elkaar. Op een dag neemt I Koese zijn schoolvriendje mee naar de poeri waar hij woont. I Bontot komt onder de indruk en is verbaasd: I Koese heeft een eigen kamer, bezit een kist met wajangpoppen en speelt in een gamelanorkestje. Zijn moeder vindt I Bontot geen geschikte jongen om mee om te gaan. I Koese wordt naar een school in de stad gestuurd en komt bij een kinderloze oom en tante in huis. Het steekt I Bontot geweldig dat hij niet meer met I Koese kan omgaan. Hij loopt weg van huis naar de stad en zoekt daar een school. Om zijn schoolgeld te kunnen betalen gaat hij op werk uit. Zijn eerste baantje is bij een Chinees voor wie hij ijslollies verkoopt; daarna wordt hij hulp in een Arabisch eethuis en tenslotte komt hij bij een Indo-Europese veehandelaar. Diens vrouw - een Balise - is om 't minste of geringste uit haar evenwicht. Het echtpaar heeft in Japanse kampen gezeten, waar ze twee kinderen hebben verloren. De vrouw heeft hieraan een zenuwziekte overgehouden. In een vlaag van woede gooit ze een bijl naar I Bontot die gewond raakt en in het ziekenhuis wordt opgenomen. Hij knapt op en vindt werk bij een Joodse kunsthandelaar die schilderijen en houten beeldjes verkoopt aan toeristen. In het dorp van I Bontot en I Koese komt een vervolgschool. I Dajoe - tempeldanseresje en dochtertje van de hogepriester - wil hier graag naar toe om verder te leren. Haar vader is erop tegen, maar na het lezen van een artikel over de idealen van Kartini (zie noot bij no. 0851) stemt hij toe.Inmiddels is I Koese terug bij zijn ouders. In de stad heeft hij zó vaak van school gespijbeld dat hij is weggestuurd; I Bontot is van heimwee naar zijn dorp terugge-keerd. Het dorp komt in de belangstelling te staan wanneer een Hollandse pro -fessor - chef van de Archeologische Dienst - met zijn zoontje Henk uit Bandoeng is gekomen. Ze logeren bij de ouders van I Koese. De professor heeft zijn vakantie gecombineerd met zijn archeologisch werk: het zoeken naar een heel oud heiligdom. Henk gaat met I Koese en I Bontot ook op zoek. Onder het zand ontdekt I Bontot een groot plat dak waarin Sanskritletters staan. Dit is het verzonken klooster waar geleerden vijftien jaar tevergeefs naar hebben gezocht.

1044 Bruyn-Ouwehand, Mia. Marieke en haar vriendje; met plaatjes van Rie Kooyman. 's-Gravenhage, Van Goor, [1959]. 33 blz. [Marieke-serie.] Herdrukken: 4e druk [1964]. 35 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 2333 N

Eenvoudig verhaaltje over het (Indonesische) jongetje Hans, dat zijn eerste school-dag in Nederland meemaakt en zijn klasgenootje Marieke mee naar huis neemt. Hans woont bij zijn (Indonesische) tante in huis. Vol verbazing ziet Marieke dat de huiskamer geen behang heeft. Op de kale muren hebben de kinderen van tante van alles en nog wat getekend. Op de planken vloer staat midden in de kamer een kist waarover een zeiltje is gedekt. Marieke mag blijven eten en gaat met de kinderen om de kist zitten. Tante schept rijst met sajoer in kommen in plaats van op borden. Het smaakt Marieke lekker, maar haar keel wordt ontzettend heet. Een nieuwe wereld is voor haar opengegaan.

1045 Covens, Goos en Dora van der Meijden-Coolsma. Als één van ons; 25 Advents-verhaaltjes voor jonge kinderen; omslag en illustraties van Lies Veenhoven. Assen, Van Gorcum, 1959. 49 blz. ['Naar 't zonlicht toe'; no. 61.] Vindplaats: KITLV q 4961 N

342 Geannoteerde bibliografie

Het adventsverhaaltje van 8 december, 'Indonesië', speelt op Java. Kromo, het zoontje van een dalangspeler, houdt zoveel van een bepaalde wajangpop dat hij zijn vader vraagt hem niet meer te vertonen omdat hij anders stuk gaat.

1046 Loggem, Manuel van. De avonturen van Koen Scheepsbeschuit; [omslagontwerp entekeningen van Pim van Boxsel]. Amsterdam, De Kern, [1959]. 128 blz. [Kempocketsvoor de Jeugd; no. 23.]Herdrukken: Van bovengenoemd verhaal verschenen eerder drie drukken onder denaam E. van Achterhoek [ps. van Manuel van Loggem]. De titel veranderde, maarde inhoud van het verhaal is hetzelfde gebleven.Vindplaats: PB

Zie ook: E. van Achterhoek [ps. van Manuel van Loggem]. Koen Houdtcooper; Avon-turen van een scheepsjongen en Koen vaart om de Kaap; Avonturen van een scheepsjon-gen (zie no. 0802).

1047 Loon, Foka van. Het nieuwe vaderland; [omslag en tekeningen van Frits Klein]. Kampen, Kok, 1959. 142 blz. Vindplaats: KITLV cc 259 N

Mevrouw Verbruggen, een Javaanse, is met haar zes kinderen uit Indonesië gerepa-trieerd. Ze is een eenvoudige weduwe, opgegroeid in de kampong en ze spreekt nog gebrekkig Nederlands. Haar Hollandse man (vermoedelijk een militair) is tijdens de Japanse bezetting overleden. In Nederland aangekomen wordt het gezin onderge-bracht op de zolderverdieping van een hotel, waar de kinderen weinig bewegingsvrij-heid hebben en er conflicten komen met de hoteleigenares. Onverwacht krijgt de familie een woning toegewezen ergens in een dorpje in Noord-Holland. Door haar kinderlijk christelijk geloof houdt de weduwe de moed er in om zich aan te passen aan het Nederlandse klimaat én de moeilijke levensomstandigheden. Haar opgroei-ende dochter Lidy heeft het soms erg te kwaad: ze voelt zich eenzaam en gediscrimi-neerd. Pas nadat ze zijn ingeburgerd bij de dorpsgemeenschap kan Lidy de nieuwe situatie aanvaarden.

1048 Noort, Annie van. Sidja, een meisje van Java; tekeningen van Karel Hoekendijk. Oegstgeest, Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, 1959. 43 blz. Herdrukken: 2e druk 1964. Vervolgd als: Sidja speelt mee (zie no. 1098). Vindplaats: Ie druk BZO/KITLV cc 918 N; 2e druk Brinkman

Een Javaanse grootmoeder is ernstig ziek. Zelfs een doekoen kan haar niet genezen. Als haar kleindochtertje Sidja tijdelijk in een (zendings)ziekenhuis wordt verpleegd, komt er ook voor grootmoeder medische hulp. Zij voelt zich enigszins bevrijd van de druk die zowel de doekoen als de godsdienstplichten van de islam op haar uitoefe-nen. Ze begint vertrouwen te krijgen in het geloof van de christenen.

1049 Alers-Speldekamp, T.G. Een restje tropenkolder. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [c. 1960]. [Zonnereeks.]

Geannoteerde bibliografie 343

Herdrukken: [Herdr.] verscheen onder: Ellen Proos [ps. van T.G. Alers-Spelde-kamp]. 1969. 176 blz., afbn. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 217.]. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; Herdr. KITLV cc 268 N

Aanpassingsproblemen van een jong Hollands echtpaar dat uit Indonesië naar Nederland is gerepatrieerd.

1050 Algra, Arend. De generaal; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Groningen, Haan, [1960]. 82 blz. Vindplaats: KITLV cc 1210 N

Batoe, zoon van een Dajakse koppensneller, vlucht met zijn vader uit hun dorp. Na veel ontberingen komen ze terecht op een boot van de KPM waar de vader matroos wordt en Batoe hutjongen. Met het uitbreken van de Japanse bezetting zijn ze terug op Borneo.Batoe vormt dan een leger van Iban-Dajaks - tot welke stam hij ook behoort - om te vechten tegen de Japanse overheersers. Na de bevrijding ontvangt Batoe voor zijn moedig gedrag een onderscheiding van de Nederlandse regering. Maar zijn grootste wens gaat pas in vervulling als er een zendingsschool in zijn dorp komt en hij vrede vindt in zijn nieuwe geloof.

1051 Berg, Phia van den. Dorcas en de kinderen van Toeroe; met illustraties van Corrie van der Baan. Nijkerk, Callenbach, [1960]. 64 blz., afbn. Bevat woordenlijst Vindplaats: BBJ/KITLV cc 383 N

Over kinderen van een zendingsschooltje op het eiland Japen (Nieuw-Guinea) die in een kleine kampong aan de kust wonen in de omgeving van Seroei. Met de schrijf-ster - die daar toen onderwijzeres was - bereiden ze zich voor op het kerstfeest.

1052 Capelle, M.C. en anderen. Naar de koningsburcht en andere verhalen; met een woord vooraf door A. Rigters; uitgegeven door de Onderwijs Zendingscommissie van de Nederlandsche Zendingsraad, Amsterdam. [Goes], [Oosterbaan & Le Cointre], [c. 1960]. 190 blz., afbn.Bevat de Indische verhalen: Annie van Noort 'Hoe een klein dorp veranderde' [Java] (blz. 21-27); M.C. Capelle 'Een kleine prins' [Soemba] (blz. 74-86); 'Het avontuur van vader Karoen' [Java] (blz. 119-126); H. Krayer van Aalst 'Nani maakt zich boos' [Molukken] (blz. 127-136); M.C Capelle 'Zó begon het in de Stille Zuidzee...' [Nieuw-Guinea] (blz. 167-185). Vindplaats: KITLV cc 1233 N

Korte zendingsverhaaltjes.'Hoe een klein dorp veranderde' vertelt van Javaanse dessabewoners die hun bestaan vinden in de verkoop van aardewerk en fruit op de passar in de nabijgelegen stad. Door de heersende armoede is er dikwijls onenigheid tussen de ouders van het jongetje Mudi. Zijn moeder bezoekt regelmatig, tegen de zin van zijn vader, een christelijke samenkomst. Ze neemt ook Mudi mee. Er gaat een gunstige invloed uit van de goeroe, waardoor de dessabewoners elkaar helpen en er voor iedereen voldoende eten en kleding beschikbaar is.

344 Geannoteerde bibliografie

'Een kleine prins' speelt zich af op het paardeneiland Soemba. De radja is de rijkste man en bezit de meeste paarden. Hij is bezorgd over de gezondheid van zijn zoontje, prins Katongoe. Zijn knecht Kattoe raadt hem aan de jongen naar de blanke toean-dokter te brengen. Maar de angst voor de marapoes weerhoudt de radja. Na lang aarzelen brengt hij zijn zoontje toch naar het zendingsziekenhuis. Katongoe valt van de ene verbazing in de andere. Hij wordt voor het eerst van zijn leven gewassen. De verpleegster moet door vier lagen vuil heenwrijven voor de patiënt schoon is. In de kampong zijn de mensen zuinig met water, ze spoelen er alleen hun mond en handen mee. Na een paar weken is Katongoe hersteld en mag hij naar huis. De afkeer van zijn vader voor de vreemde dokter is verdwenen.'Avontuur van vader Karoen'. Een arme en ongeletterde Javaanse rijstboer, Karoen, staat diep in de schuld bij de geldschieter Si Manoe. Als schadeloosstelling probeert deze Karoen zijn stukje bouwland afhandig te maken. Dankzij een snelle cursus lezen, georganiseerd door een goeroe, blijft Karoen de woekeraar Si Manoe de baas. 'Nani maakt zich boos'. Een verhaal uit de Molukken, waar de huisvader Nani door onbeheerst gedrag zijn dochtertje per ongeluk verwondt, en later zelf in levensgevaar komt te verkeren door zijn drankzucht. Hij raakt invalide en schenkt de kerk een geldbedrag waarbij hij belooft nooit meer sterke drank te gebruiken. 'Zó begon het in de Stille Zuidzee...'. In 1877 wordt de wens van de zendeling James Chalmers vervuld. Hij wordt als pionier naar het onbekende Nieuw-Guinea uitgezonden, waar hij met zijn vrouw voortdurend in levensgevaar verkeert. Toch slaagt Chalmers er in twintig jaar lang zendingsposten te bouwen langs de moerassige kust. Totdat hij op een dag niet meer thuiskomt als hij naar een onbekende en gevaarlijke groep koppensnellers gaat.

1053 Mulder-van Hasselt, F. Kiki, het Papoea-meisje; met tekeningen en omslag van Jenny Dalenoord. Assen, Van Gorcum enz., 1960. 31 blz. [Naar 't Zonlicht Toe; no. 65.] Vindplaats: KITLV cc 88 N

Een waar gebeurd verhaal over een klein Papoeameisje dat door Papoea's bij haar moeder wordt weggeroofd en in handen valt van Indonesische slavenhandelaars. Als ze een jaar of vijf is wordt ze door een blanke politieman meegenomen en gaat ze terug naar Nieuw-Guinea. In het gezin van een zendeling wordt ze als pleegkind opgenomen.

1054 Noort, Annie van. Van land tot land... van kind tot kind...; Een bundel zendingsverha-len bewerkt door -; met een inleiding van J. Blauw; uitgegeven door de Onderwijs Zendingscommissie. Zeist, Dijkstra, [c. 1960]. 103 blz. Herdrukken: 2e druk [1963]. Bevat het verhaal: 'Vrienden helpen elkaar'. Vindplaats: BZO

Verhaaltje uit Indonesië over een Javaanse jongen die predikant wil worden.

1055 Renes-Boldingh, M.A.M. 't Perkoetoet mysterie; [met omslagillustratie van Hans Borrebach]. Nijkerk, Callenbach, [1960]. 191 blz. [Ster-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 1086 N

Geannoteerde bibliografie 345

Jong getrouwd stel in Nederland komt door de naoorlogse woningnood in huis bij een oud-planter/administrateur uit Java. Geheimzinnige avonturen volgen bij het opduiken van zijn tijdens de Japanse bezetting vermiste zoon.

1056 Steen-Pijpers, Co van der. Heimwee naar Nieuw-Guinea; met illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1960]. 149 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1036 N

Leo, een Hollandse schooljongen uit Manokwari (Nieuw-Guinea), is voor zijn gezondheid en studie in Nederland. Hij woont bij een oude vitterige tante in huis van wie hij niet veel mag. Heimwee knaagt aan hem. Een leraar heeft begrip voor zijn situatie en brengt uitkomst.

1057 Surink-Groen, Annie. Waar de wind mij drijft...; [omslag en illustraties van Coby C.M. Krouwel]. 's-Gravenhage, Kramers, [1960]. 196 blz.Herdrukken: 2e druk met illustraties van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1970]. 143 blz. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 272.]. Vindplaats: Ie druk KB/KITLV cc 2436 N (fotokopie); 2e druk NBLC-Almere

Het verhaal speelt in Nederland en bevat fragmenten over een Hollandse rubber-planter die met de 'Oranje' uit Indonesië is gerepatrieerd. Hij logeert tijdelijk als paying guest in het gezin van een vriend, waar hij zijn herinneringen en verhalen kwijt kan. Hij vertelt over zijn opleiding aan de Tropische Landbouwschool te Deventer, zijn ontgroening als jonge planter bij zijn aankomst op Sumatra en het werk op de rubberonderneming. Na bezetting en internering wordt de situatie in Indonesië onhoudbaar voor de Europeanen en zijn maatschappij stuurt hem terug naar Holland. Ondanks zijn uitstekende opleiding en ervaring lopen zijn sollicitaties telkens op een teleurstelling uit. Als hij ten einde raad op de bonnefooi naar Afrika besluit te gaan, krijgt hij een fantastische baan in Ghana aangeboden.

1058 Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. Tot de einden der aarde; Vijf ware verhalen uit dewereldkerk bijeengebracht. Oegstgeest, Zendingsbureau van de Ned[erlandse] Her-vformde] Kerk, 1960. 32 blz., vignetten.Bevat de Indische verhalen 'Wat de oude goeroe vertelde' (blz. 16-20) en 'Devreemde vergelding; Een verhaal uit Nieuw-Guinea' (blz. 28-32).Vindplaats: KITLV q 3614 N (fotokopie)

Het eerste verhaal speelt op Oost-Java en vertelt hoe het meisje Tidjah uit eenislamitisch milieu wordt verstoten door haar familie als ze tot het christelijk geloofovergaat.Het tweede verhaal beschrijft de spanning tussen de koppensnellende PapoeastamJapsi en de Nimbrongs, een groep Papoea's die in aanraking is gekomen met eenzendeling.

1059 Vliet-Ligthart Schenk, A. van. Lichtjes in de mist; [geïllustreerd door M. Bosch van Drakestein]. Delft, Meinema, [1960]. 32 blz.

346 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk [1964].Vindplaats: Ie druk KTTLV cc 2098 N; 2e druk Brinkman

Een Ambonese (staat niet in het verhaal vermeld; wél in de uitgeverscatalogus) tweeling maakt in Nederland voor het eerst de winter mee en verdwaalt op een schaatstocht.

1060 Benschop, B. Pluisje. Kampen, Kok, 1961. 146 blz. Vindplaats: KITLV cc 260 N

Hollands meisje, opgegroeid in Bandjermasin, repatrieert na de Japanse bezetting naar Nederland. Als ze volwassen is wordt de heimwee naar Indië zó sterk, dat ze op het punt staat een verkeerde beslissing te nemen.

1061 Berg, Phia van den. Het kind dat niemand hebben wou; met ills. van Corrie van der Baan. Oegstgeest, Raad voor de zending van de Ned[erlandse] Herv[ormde] Kerk, 1961. 77 blz.Herdrukken: 2e druk 1967. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: Ie druk BZO/HTLV cc 855 N; 2e druk Brinkman

Jozua, een Papoeavondeling, groeit op in het gezin van een inheemse pandita op Nieuw-Guinea. Op school in Seroei sluit hij vriendschap met Jefta die sprekend op hem lijkt. Tijdens een vakantie gaan ze naar Jefta's dorpje. Daar vindt een ontkno-ping plaats waaruit blijkt dat de band tussen beide jongens meer is dan vriendschap.

1062 Berg, Phia van den. Solo en de rode zeep; geïllustreerd door Toon de Haas. Oegst-geest, Raad voor de Zending van de Ned[erlandse] Herv[ormde] Kerk/Zendingsbu-reau, 1961. 60 blz. Herdrukken: 2e druk 1969. Vindplaats: Ie druk BZO/KITLV cc 1621 N; 2e druk Brinkman

Over het Papoeameisje Salo(mina) dat voortdurend tegenstribbelt als ze zich moet wassen met de speciale zeep die haar moet genezen van haar huidziekte.

1063 Butner, C[onstant]. Van schoolbank tot schietstoel; [omslag en illustraties R.N. Bar en J. van Reek]. 's-Gravenhage, Van Goor, [1961]. 180 blz. Vindplaats: KB

Bevat een kort Indisch fragment over de naar Nederland gerepatrieerde Indische jongen Frans Pawiro die een opleiding volgt voor leerling-vlieger op verschillende Nederlandse militaire vliegbases.

1064 Hartingsveldt, A. van. Woudlopers in Papoealand; geïllustreerd door Ben Horsthuis. Delft, Meinema, [1961]. 70 blz. Herdrukken: 2e druk [1964]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 686 N; 2e druk Brinkman

Geannoteerde bibliografie 347

Zendingsverhaaltje uit Nieuw-Guinea, waar het Papoeajongetje Oendi voor het eerst van zijn leven blanke mensen ontmoet. Wanneer zijn vader, de hoofdman van de stam, ernstig is getroffen door een slangebeet wordt hij genezen met medicijnen van de blanken. Als dank mag Oendi van zijn vader met de blanken mee naar de zendingsschool in Hollandia. In die nieuwe leefwereld heeft Oendi tot verbazing van het schoolbestuur zó goed zijn best gedaan dat hij de eerste prijs van zijn klas heeft verdiend: een horloge.

1065 Kloek, Dolf. Liselot. Delft, Meinema, [1961]. 183 blz., ills. [Mei-pocket; no. 41.] Vindplaats: KITLV cc 1123 N

Omdat haar ouders tijdens de Japanse bezetting op Java (Bandoeng) zijn omgeko-men is Liselot bij haar tante in Holland in huis gekomen. Ze zit voor haar eind-examen HBS en verlangt er naar een zelfstandig leven te leiden. Door het ziekbed van haar tante en de vriendschap met een klasgenoot gaat deze wens in vervulling.

1066 Kloek, Dolf. Marja en het bruine kind; met illustraties van Corrie van der Baan. Nijkerk, Callenbach, [1961]. 39 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1348 N

Op een christelijke lagere school komt een nieuw (Indisch) meisje. Juf vraagt of ze aardig voor haar willen zijn, want Jolanda komt uit een ver warm land. Bij Marja wekt dit wrevel op en ze stookt de meisjes van de klas op om Jolanda te plagen. Wanneer Marja door eigenwijsheid een verkeersongeluk overkomt heeft ze op haar ziekbed tijd om over haar gedrag na te denken.

1067 Norel, K[laas]. Van varen en vechten; Onze marine en koopvaardij in de oorlog1940-1945; illustraties Rein van Looy. Amersfoort, Roelofs van Goor, [1961]. 438 blz.Deel II. Hondenwacht; In het stikkedonker. 128 blz. Deel III. Dagwacht; Naar hetlicht. 160 blz.Herdrukken: 9e druk [1964]; 10e en lle druk. Amsterdam, Hsevier, [1972-1975]. 3losse delen. [Apollo-pockets.].Bevat een literatuuropgave.Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1634 N/OBA; 9e druk Brinkman; 10e en lle drukBrinkman

Bovengenoemde delen beschrijven in romanvorm de strijd van de Nederlandse marinemannen tegen de Japanners in de wateren van Nederlands-Indië.

1068 Prins, Piet [ps. van P. Jongeling]. Wambo, de jonge Papoea; illustraties van J[aap] Kramer. Rotterdam, Groenendijk, [1961]. 175 blz.Herdrukken: 2e druk. Groningen, Uitgeverij 'De Vuurbaak', [1979]; 3e druk. [1988]. Vervolgd als: Wambo, de zwarte zwerver (zie no. 1069). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 629 N; 3e druk Brinkman

Met veel kennis van zaken wordt tot in de kleinste bijzonderheden het dagelijks leven beschreven van koppensnellende Papoea's. Ze wonen in het zuiden van

348 Geannoteerde bibliografie

Nederlands Nieuw-Guinea en hun gebied is nog niet door het Nederlandse gouver-nement in kaart gebracht. Hier heerst de wet van eten en gegeten worden. Het leven wordt beheerst door angst voor boze geesten, tovenarij en bezweringen. De tovenaar-medicijnman Sendivar is afgunstig op de sterke en onverschrokken Hassewiets die een prachtige ijzeren bijl heeft gekregen van de *witte mannen'. Sendivar moet niets van die vreemdelingen hebben en Hassewiets is in zijn ogen een verrader. Zijn kop moet gesneld worden en zijn vlees zal gegeten worden om de geesten te verzoenen.Koresio moet, in opdracht van Sendivar, met zijn zoon Wambo de ontvluchte Hassewiets te pakken zien te krijgen. Als ze niet gehoorzamen zal een vloek hen treffen. Koresio en Wambo komen met lege handen terug en een tijdje later sterft Koresio's dochtertje Melania aan hoge koortsen. Als Wambo met zijn vader op jacht is ontdekken ze een meisje van een andere stam. Sirja is door een roofzieke Papoeastam bij haar ouders weggehaald. Zij neemt nu de plaats in van de gestorven Melania. Sirja heeft al contact gehad met de witte mensen en vertelt Wambo verhalen uit het evangelie. Ook denkt Sirja heel anders dan haar pleegfamilie. Sendivar heeft het echter niet op dit kind begrepen. Hij spoort zijn mannen aan om koppen te snellen in het dorp Kitoe om zo weer nieuwe zielekracht voor hun stam te krijgen, zodat de witte mannen hen niet kunnen overheersen. De sneltocht mislukt en Sendivar beschuldigt Koresio van deze tegenslag. Maar de mannen nemen het op voor Koresio.De bewoners van Kitoe ondernemen een wraaktocht en onverwachts klinkt hun snelhoorn in het dorp. De overrompeling is in het voordeel van de mannen van Kitoe. Alleen de kinderen blijven in leven en worden meegenomen naar Kitoe, waar ze nieuwe ouders krijgen toegewezen tijdens een groot avondfeest. Wambo ontsnapt en gaat op zoek naar de witte mannen die zijn zusje Mawi en zijn pleegzusje Sirja moeten bevrijden.

1069 Prins, Piet [ps. van P. Jongeling]. Wambo, de zwarte zwerver, [illustraties van Jaap Kramer]. Rotterdam, Groenendijk, [1961]. 179 blz. Herdrukken: 2e druk. Groningen, Uitgeverij 'De Vuurbaak', [1983]. Vervolg van: Wambo, de jonge Papoea (zie no. 1068). Vervolgd als: Wambo vindt het geluk (zie no. 1070). Vindplaats: KITLV cc 2349 N; 2e druk Brinkman

Wambo is uit het dorp Kitoe gevlucht en de achtervolging is mislukt. In het oerwoud leert hij zichzelf behelpen om te overleven en vindt hij zijn platgebrande dorp terug. Hij installeert zich in een varkenshok dat hem enige beschutting biedt. Uitgeput en ziek van de malaria treft Hassewiets, die indertijd dit dorp ontvlucht is, Wambo aan. Ze zijn de enige overlevenden. Hassewiets neemt Wambo mee in zijn prauw naar de witte mensen die hem zullen genezen.

1070 Prins, Piet [ps. van P. Jongeling]. Wambo vindt het geluk; [illustraties van Jaap Kramer]. Rotterdam, Groenendijk, [1961]. 189 blz. Herdrukken: 2e druk. Groningen, Uitgeverij 'De Vuurbaak', [1983]. Vervolg van: Wambo, de zwarte zwerver (zie no. 1069). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 983 N

Op een zendingspost is Wambo van de malaria genezen en in dit dorp opgenomen. Hij voelt zich hier veilig en leert het evangelie kennen, waardoor de duistere macht

Geannoteerde bibliografie 349

van het geestengeloof op de achtergrond raakt. Toch ervaart hij op een zwerftocht de bezwering van een verre stamgenoot, de tovenaar Kwamalo. Hij houdt Wambo in zijn macht om de zendingspost te kunnen overvallen. Na tussenkomst van een Nederlandse krokodillenjager biedt een detachement Papoeapolitiemannen bescher-ming. Nu vertelt Wambo aan de zendeling over de kinderen van zijn dorp die in Kitoe gevangen worden gehouden. Een politiepatrouille maakt hier een eind aan.

1071 Bootsma-Klein, F.G. Ramoeni zoekt een school; [met] tekn. van Corrie van der Baan. Oegstgeest, Raad voor de Zending der Ned[erlandse] Herv[ormde] Kerk, 1962. 39 blz.Herdrukken: 3e gewijzigde druk Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1970. 39 blz.Bevat een verklaring van de Indonesische woorden. Vindplaats: Ie druk BZO; 3e gew. druk KITLV cc 1250 N

Een blind (Javaans) meisje uit Soerabaja krijgt de gelegenheid om een christelijke school voor blinde kinderen te bezoeken.

1072 Bruyn-Ouwehand, Mia. Hermelijn's dochter. Amsterdam, Van Holkema & Waren-dorf, [1962]. 194 blz.Herdrukken: Herdruk. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1967]. 144 blz., afbn. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 161.]. Vervolg van: Welkom thuis, Hermelijn (zie no. 1024). Vindplaats: Ie druk BBJ; Herdruk KITLV cc 1963 N

Over Marjan (Hermelijn), haar man Henri en hun dochter Nélie tijdens de Japanse bezetting. Na de oorlog keren ze naar Nederland terug en vindt Nélie haar bestem-ming.

1073 Geest, Klaas van der. Helikopter Bell 37-D vermist; met illustraties van G. Gremmen. Nijkerk, Callenbach, [1962]. 157 blz. [ATO-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 1269 N

Door zijn handicap afgekeurd voor piloot kan Stephan Landers wél bestuurder worden van een helikopter. In dienst van een Amerikaanse oliemaatschappij beleeft hij in de Vogelkop van Nieuw-Guinea een avontuur dat hij gelukkig nog kan navertellen.

1074 Hilten-Brouwer, Ifmmy] van. Wat Dahlia kreeg; met tekeningen van de schrijfster. Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nedferlandse] Herv[ormde] Kerk, 1962. 32 blz.Herdrukken: 2e druk met omslagtekening van Corrie van der Baan, 1968. Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV cc 1016 N

Indonesisch meisje komt in het ziekenhuis van de zending in aanraking met het christendom.

350 Geannoteerde bibliografie

1075 Hulzen, Johan van. De tweeling van de plantage; [band en omslag van Hans Borre-bach; illustraties van Hein Kray]. Kampen, Kok, [1962]. 165 blz. [Iris-reeks; no. 5.] Bevat poëzie. Vindplaats: KTTLV cc 1842 N

Gezin van een Hollandse koffieplanter uit Oost-Java is met verlof op weg naar Nederland. Halverwege de bootreis komt het bericht dat Nederland door de Duitsers is bezet. Het passagiersschip keert naar Java terug. Het jaar daarop vallen de Japanners Nederlands-Indië binnen. De vader wordt als krijgsgevangene weggevoerd om aan de Birmaspoorweg te werken; de moeder en de tweeling, een jongen en een meisje, komen in een vrouwenkamp bij Semarang. Later wordt de tweelingbroer naar een mannenkamp overgebracht. Wanneer de Japanse bezetting is afgelopen vinden de moeder en de kinderen elkaar terug. Tijdelijk gaan ze naar de koffie-onderne-ming en vertrekken dan naar Bangkok. Daar wacht hen het weerzien met hun sterk vermagerde vader. Met veel moeite krijgen ze een plaats in een vliegtuig dat hen voorgoed naar Nederland brengt.

1076 Jongejan-de Groot, C.Th. Greetje-Margriet wordt Margriet; met illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1962]. 190 blz. Herdrukken: 2e druk [1979]. 187 blz. [Goudenregen Reeks.] Vervolg van: Greetje-Margriet (zie no. 0914). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk BBJ

Greetjes ouders moeten haar opnieuw voor een tijd in Holland achterlaten als zij naar Nieuw-Guinea vertrekken. Greetje komt bij haar vroeger pleeggezin terug.

1077 Loon, Chris van. Tuan G/OM; Een avonturenverhaal in Kalimantan; [met een inleiding van pater W. Demarteau, m.s.f.]; tekeningen van Ben Horsthuis. Tilburg, Zwijsen, [1962]. 108 blz., krtn. [Roodstaart Reeks.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1077 N/SH

Met een aantal Daya's onderneemt een jonge Nederlandse missionaris een gevaarlij-ke tocht dwars door Borneo om afgelegen missieposten te bezoeken. Van Samarinda varen ze per prauw over de rivieren de Koetai en de Mahakam en trekken zo richting Pontianak.

1078 Renes-Boldingh, M.A.M. Kerstverteüingen; illustraties van Laura Gerding. Nijkerk, Callenbach, [1962]. 160 blz.Bevat drie korte Kerstverhalen uit de Bataklanden: 'Het Kerstkindje van het grote huis' (blz. 111-124); 'Zij zagen de ster' (blz. 125-140); 'Kerstnacht in de wildernis' (blz. 141-159). Vindplaats: KB/BBJ

'Het Kerstkindje van het grote huis' vertelt van een jonge Batakvrouw die met haar pas geboren dochtertje vlucht voor haar man die het kindje wil doden omdat de adat dit vereist. Op kerstavond is ze op weg naar het zendingsziekenhuis waar ze bescher-ming zoekt. Meer dood dan levend bereikt ze het ziekenhuis. Wanneer ze kort daarop overlijdt, blijft het kindje achter in de veilige handen van de verpleegsters.

Geannoteerde bibliografie 351

'Zij zagen de ster'. Overpeinzingen op kerstavond van drie Nederlanders: een geoloog, een olifantenjager en een planter. Gezeten op de voorgalerij van het kleine plantershuis op het Barisangebergte zien ze in het duister de draagbare lichtjes van de inheemse bevolking die onder klokgelui naar de kerk in Si Patoer gaan. 'Kerstnacht in de wildernis' is een bekorte versie van De oüfanténnaeht (no. 0578). Zie ook Om de kribbe van Bethlehem (no. 1030).

1079 Sluyser, Meyer. Door storm en duisternis; Avonturen van Dirk Poldervaert; [bandomslag en illustraties van Wim Bijmoerj. Amsterdam, Het Parool, [1962]. 191 blz. Bevat twee hoofdstukken over de Japanse bezetting: 'Japan slaat toe' en 'Indië in nood*. Vindplaats: BBJ

1080 Spoor, Peter. Auki, de dwergpapoea; met illustraties van de schrijver. Rhenen, Patersvan de H. Geest, [1962]. 118 blz. [Kruisboeken.]Vindplaat*: KITLV cc 2086 N

Een missieverhaal dat zich afspeelt bij de Wisselmereti in Nieuw-Guinea. Daar woont de Papoea Mote met zijn vrouw Nawifa, hun zoon Auki en dochtertje Ekatje. Bij zijn werk gebruikt Mote een ijzeren bijl - een geschenk van de blanken - die de hebEueht opwekt van de tovenaar Kagati. Hij wil Mote dwingen de bijl aan hem af te staan. Mote geeft niet toe. Kagati dreigt hem met geesten én de dood. Mote en Nawifa worden vermoord. Hun kinderen Auki en Ekatje gaan bij een oom wonen. Ook hen maakt Kagati baflg met de enca's, de geesten. Maar Auki gelooft niet in zijn praatjes.De adat Verplicht hem zich te wreken op de moordenaar van zijn ouders. Auki's vader was bevriend met blanken voor wie hij heeft gewerkt. Om hen om hulp te vragen onderneemt hij een barre tocht. Onderweg valt hij letterlijk in handen van een Nederlandse bestuursambtenaar die hem bij een missionaris onderbrengt. Na drie jaar keert Auki, nu Mozes genaamd, als catechist/godsdienstleraar naar zijn dorp terug met een nieuwe missionaris uit Holland. Daar wijst zijn zusje Ekatje hem op zijn plicht: wraak nemen op Kagati de tovenaar. Onder invloed van de missionaris gebeurt dit zonder bloedvergieten. Kagati en zijn geesten worden ontmaskerd. De tovenaar vlucht naar het land van de Ndanis, waar nog geen missionarissen zijn doorgedrongen.

1081 Velsen-Quast, Margreet. Hoor ik er wel bij?; [omslag en illustraties van Addie Horn].Amsterdam, Ploegsma, 1962. 120 blz.Vindplaats: KITLV cc 261 N

Aanpassingsproblemen, dagdromen en heimwee van het vijftienjarige meisje Atie (Hatie*) Beekman die op haar negende jaar met haar ouders naar Holland is gerepatrieerd. Haar vader beheerde een thee-onderneming in het bergland van Celebes en haar moeder was een Menadonese onderwijzeres. In de bersiaptijd moest het gezin alles achterlaten en naar Java vluchten. Van hieruit werd per boot naar Nederland vertrokken. Nog binnen het jaar van repatriëring overlijdt Hatie's moeder. Ondanks het feit dat haar vader hertrouwt met een Nederlandse vrouw, die veel begrip heeft voor Hatie, blijft er toch een speciale verbondenheid met haar vader bestaan door hun gemeenschappelijk verleden. Het knelpunt is de ULO-school

352 Geannoteerde bibliografie

waar Hatie niet helemaal door haar klasgenoten wordt geaccepteerd, behalve door een gehandicapte boekhandelaarszoon.

*) Maleis woord voor hart, hartje, liefje.

1082 Woldendorp, H[enk]. Guru Christiaan; Een kerstverhaal voor ouderen; [met] ills. van Elly van Beek. Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Ned[erlandse] Hervform-de] Kerk, 1962. 68 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1050 N

Bijgeloof, angst, ziekten en mensenoffers zijn de dagelijkse problemen waarmee een jonge Papoeagoeroe te maken krijgt in de binnenlanden van Nieuw-Guinea. Zo hevig zelfs dat zijn leven in gevaar komt.

1083 Butner, C[onstant]. Voor de wind rond de wereld; illustraties van Rudy van Giffen. Den Haag/Antwerpen, Van Goor/De Nederlandsche Boekhandel, 1963. 164 blz. Vindplaats: BBJ

De familie Albada doet met haar zeiljacht mee aan een zeerace rond de wereld. Onderweg wil mijnheer Indonesië aandoen waar hij voor de Japanse bezetting heeft gewoond in Batavia. Zijn vrouw en kinderen hebben in het kamp gezeten en hijzelf werd naar Birma gestuurd als krijgsgevangene. De politieke situatie tussen Indonesië en Nederland is nog gespannen. Nederlanders die niet op tijd konden repatriëren naar Nederland leven in een miserabele toestand. Er is geen toekomst meer voor hen. Ze zijn beroofd van hun huis, raakten hun baan kwijt en wonen meestal in de kampong, de Javaanse wijk, in een bamboehutje.De heer Albada ziet een vervallen en vuil Djakarta; zijn vroegere huis is verwaar -loosd en uitgewoond. Met moeite vindt hij het adres van zijn oude vriend Remmers die vroeger administrateur was van een grote onderneming. Ook hij is aan lager wal geraakt en woont in de kampong. Zijn zoon Hans gaat niet meer naar school. Hij wordt door de Indonesische jeugd geplaagd en met stenen bekogeld omdat hij blank is én omdat zijn vader het schoolgeld niet meer kan opbrengen. Mijnheer Albada schrikt als hij zijn Nederlandse vriend terugziet; zijn vrouw is van verdriet en ontbering overleden. Het lukt hem Hans als bemanningslid aan boord te krijgen op zijn jacht. In de haven van Priok roept een vrouwenstem: 'Vertel ze in Holland dat er hier veel Nederlanders van honger en ellende omkomen!'

1084 Heinen-van der Meulen, Lyda. Halima blijft niet alleen; met illustraties van Corrie van der Baan. Nijkerk, Callenbach, [1963]. 93 blz. Vindplaats: BZO/KITLV cc 322 N

Speelt in Nederlands Nieuw-Guinea waar een Papoeameisje, Halima, afkomstig uit een (islamitische) kampong het hulpje wordt van het domineesgezin Renjani in de stad. Hier gaat het heel anders toe dan bij haar thuis in de kampong. Ze krijgt moeilijkheden met haar ouders wanneer ze tegen hun verbod in naar de zondags-school is geweest. De dominee gaat naar haar ouders en Halima krijgt toestemming. 'Maar wees lief voor je moeder', zegt de dominee dan nog. 'Ze begrijpt het allemaal niet goed. Ze denkt dat je niet meer naar haar wilt luisteren en alles anders wilt doen.'

Geannoteerde bibliografie 353

1085 Hoest-Bliek, F.E. de. Waar blijft Pa Sidin?; met illustraties van Jenny Dalenoord.Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk/Zendings-bureau, 1963. 47 blz. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1104 N

In een kinderziekenhuis van de zending, ergens op Java, wacht een klein meisje dat al beter is op haar vader. Maar voor hij haar komt ophalen wil hij eerst nog een belofte nakomen.

1086 Jansonius, Hella. Toetie's moeilijke eerste jaar, [omslag en illustraties van HansBorrebach]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1964]. 141 blz. [Butterfly-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 2035 N

Toetie, met een tikkeltje Indisch bloed, repatrieert alleen uit Indonesië naar haar familie in Rijswijk. Haar moeder is in een Japans kamp overleden en haar vader, administrateur van een suikeronderneming, blijft voorlopig in Bogor (Java) zolang de suikerfabriek nog niet door de Indonesiërs wordt genationaliseerd. Hoewel Toetie veel hartelijkheid van haar familie ondervindt heeft ze toch enorm heimwee. Op sommige momenten ervaart Toetie sterk het contrast tussen het gemoedelijke leven op Java en het koude, ongastvrije Holland.

1087 Vries, Johan de. Onheil bij Kaap Hoorn; [omslag en illustraties van M. Oortwijn]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1964]. 155 blz. Bevat een bronvermelding. Vindplaats: KITLV cc 497 N

Historisch verhaal over de reis van Jacob Le Maire en Willem Schouten die met hun schepen 'De Eendracht' en 'De Hoorn' in 1616 uit Nederland vertrekken om via de Atlantische Oceaan en de Straat van Magelhaes het Zuidland (Australië) te vinden. Bevat Indische fragmenten.

1088 Woldendorp, H[enk]. Waikri, een jongetje van Nieuw-Guinea; met tekeningen van Jenny Dalenoord. Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nederlands[e] Her -vormde Kerk, 1964. 51 blz.Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel Waikri. Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1969.Vervolgd als: Waikri's jachtavontuur (zie no. 1089). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 264 N

Beschrijving van de leefwereld van een vijfjarige Bospapoea, Waikri, die opgroeit in Karoon (West-Irian). Met zijn ouders maakt hij een lange voettocht dwars door het oerwoud naar oom Samuel. Hij vertelt hoe hij door de komst van de pendeta zijn angst en bijgeloof heeft overwonnen.In heel veel kampongs is al een goeroe en soms is er ook een school. Waikri's dorp ligt ver van de kust en is moeilijk te bereiken. Maar er komt een goeroe en er wordt een huis voor hem gebouwd. De kepala kampong maakte zich al zorgen omdat de jonge mensen naar de stad trekken om te werken. Ze komen terug en vertellen van allerlei vreemde dingen. Er is een nieuwe tijd aangebroken.

354 Geannoteerde bibliografie

1089 Woldendorp, H[enk]. Waikri's jachtavontuur, met tekeningen van Jenny Dalenoord. Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk, 1964. 62 blz.Vervolg van: Waikri, een jongetje van Nieuw-Guinea (zie no. 1088). Vindplaats: KTTLV cc 1051 N

Wilde varkens vreten de tuinen kaal. Met de kepala kampong, een groepje mannen en zijn vader gaat Waikri mee op varkensjacht. Door het plotseling niezen van Waikri ontsnapt hun prooi. Hij wordt daar in het dorp om uitgelachen door de jongens. In opdracht van de Nederlandse bestuursambtenaar trekt een aantal mannen als drager naar de kust om de blanke dokter op te halen. Waikri loopt ook mee. Op de terugtocht sjouwen ze zware blikken met medicamenten naar hun kampong. Op 'doktersdag' neemt oom Jacob, die een geweer draagt, Waikri mee. Hij plaagt Waikri die zijn speer van huis haalt. Bij een kaalgevreten tuin schiet oom Jacob op een slapend varken dat woedend op hem toe rent. Nog net op tijd raakt Waikri met zijn speer de tuinverwoester en redt hiermee het leven van zijn oom. Aan dit verhaal gaat de legende van de jager 'Metien Kalem, de vogeljager' vooraf.

1090 Zeeuw JGzn., P. de. Een band-recorder voor Ambe'Roeroe; Een verhaal uit Toradja-land; met tekeningen van Corrie van der Baan. Zeist, Gereformeerde Zendingsbond [in de Nederlandse Hervormde Kerk], [c. 1964]. 62 blz. Herdrukken: 2e druk [c. 1964].Vervolgd als: De toverdoos van Ambe'Roeroe (zie no. 1095). Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 965 N

Wanneer messemaker Ambe'Roeroe uit de dessa Kanoeroean christen is geworden en bij de Hollandse dominee in Rantepao een bandrecorder hoort spelen vat hij een plan op. Van zijn extra verdiende geld maakt hij een geheim spaarpotje om zo'n wonderkistje te kopen. Zijn geheim wordt echter door So'Sere, het zoontje van het dorpshoofd, ontdekt.

1091 Blei-Strijbos, CB. Ruby en het konijn; met illustraties van Tiny van Asselt. Nijkerk, Callenbach, [1965]. 53 blz. Herdrukken: 2e druk [1972]. 51 blz. Vindplaats: BBJ

Het Indische schooljongetje Ruby is nog maar kort geleden met zijn moeder uit Indonesië naar Nederland gerepatrieerd; zijn vader verblijft daar nog. Met twee van zijn klasgenootjes ontstaat onenigheid. Ruby was de eerste die het konijn van Frans, een boerenzoon, wilde kopen. Maar Frans geeft de voorrang aan Wout, die zegt de oudste rechten te hebben. Ruby is verdrietig en opstandig. Hij gedraagt zich schuw en zondags in de kerk zit hij helemaal alleen. Dit valt zijn klasgenootjes op. Wout voelt zich schuldig en Frans heeft spijt. Met kerstmis staat voor Ruby een mand met daarin het konijn onder de kerstboom in de kerk.

Geannoteerde bibliografie 355

1092 De dag van Bethlehem; Kerstvertellingen onder redactie van P J. Risseeuw, Jacoba M. Vreugdenhil, N. Warner, met illustraties van Bert Bouman. Nijkerk, Callenbach, [1965]. 139 blz.Bevat poëzie. Bevat, twee Indische verhalen. 'Het Kerstkleedje' door A.G. Lameris-Holt en 'Geen plaats in de herberg' door K[laas] Norel. Vindplaats: OBA

'Het Kerstkleedje' speelt zich in 1944 af tijdens de Japanse bezetting in het kamp Halmahera (Java) waar een Hollandse moeder met haar kinderen zit. De vader is naar Birma verscheept.'Geen plaats in de herberg' beschrijft de politieke situatie in december 1957 in Indonesië. Het gezin van een Nederlandse administrateur van een thee-onderneming op Java wordt gedwongen de onderneming te verlaten. Deze wordt door de nationa-listen opgeëist en de gebouwen worden in brand gestoken. Een Javaanse predikant verleent de familie onderdak.

1093 Meijer, C[hr.].A. We zijn niet bang; De reis van Mahu en De Cordes (1598-1601);[geïllustreerd door Ben Horsthuis]. Delft, Meinema, [1965]. 188 blz. [Mei-pocket; no.70.]Vindplaats: PB

Weesjongen Joris Adriaensz ziet kans om als kajuitjongen mee te varen naar de Oost. De route gaat via de Straat van Magelhaes naar Ternate. Van hieruit probeert men op het eiland Tidore specerijen te halen, maar de bemanning valt in handen van de Portugezen. Gebaseerd op historische gegevens.

1094 Thomson, Eliza [E.P.A. Putscher-Thomson]. Setengah mati (half dood). Amsterdam, Van Ditmar, 1965. 113 blz. [Van Ditmar Paperback.]Herdrukken: [2e druk] verscheen onder de titel Setengah mati; Kind in een Jappen-kamp. Met een woord vooraf van Margaretha Ferguson [M.D. Ferguson-Wigerink]. 's-Gravenhage, Lecpold, [1975]. 127 blz.; [3e druk] idem. [1983]. 127 blz. Vervolgd als: Naar het verre, koude land (zie no. 1223).Vindplaats: Ie druk KITLV cc 100 N; 2e druk KB/NBLC Almere; 3e druk KB/ NBLC Almere/OBA

Herinneringen van een Nederlands meisje dat van haar negende tot haar dertiende jaar de Japanse bezetting meemaakte op Java. De oorlogsdreiging begint met het luchtalarm, de schuilkelder bij school en bij huis in Soerabaja. Met het bombarde-ment op de fabriek van haar vader is de oorlog een feit geworden en zijn onverwachte afscheid maakt een eind aan het gezinsleven. Eliza blijft met haar moeder en twee zusjes achter totdat de bezetter beslag legt op hun huis. Van dat moment af begint het leven in de vrouwenkampen. Eerst het kamp 'Bangkong' in Soerabaja en later kamp 'Halmahera' in Semarang, waar hongeroedeem Eliza op het randje van de dood brengt.Het einde van de internering komt niet als een echte bevrijding. Wel ontvangt het gezin bericht dat hun man en vader leeft en bij het Amerikaanse leger is. De terugkeer naar Soerabaja betekent opnieuw angst en spanning door voortdurende dreiging van gewapende inheemse opstandelingen. Hun huis is onbereikbaar geworden. Ze gaan opnieuw op transport en maken een levensgevaarlijke tocht naar

356 Geannoteerde bibliografie

de haven van Soerabaja waar ze per boot naar Singapore worden gebracht. Daarworden moeder en kinderen onverwacht met hun man en vader herenigd.In 1964 bekroond met een prijs van de Indische Kulturele Kring.Vanaf de derde druk wordt Setengah mati; Kind in een Jappenkamp uitdrukkelijk alsjeugdliteratuur aangemerkt door de uitgever.

1095 Zeeuw JGzn., P. de. De toverdoos van Ambe'Roeroe; Een verhaal uit Toradja-land;met tekeningen van Corrie van der Baan. Zeist, Gereformeerde Zendingsbond [in deNederlandse Hervormde Kerk], [1965]. 62 blz.Vervolg van: Een band-recorder voor Ambe'Roeroe (zie no. 1090).Vervolgd als: Het grote verdriet van Ambe'Roeroe (zie no. 1099).Vindplaats: KITLV cc 965 N

Messemaker Ambe'Roeroe die christen is geworden bezit een bandrecorder waarop hij gezangen en verhalen kan beluisteren samen met zijn dorpsgenoten. De dorps -priester Ne'Bontong is jaloers en voelt zich bedreigd.

1096 Algra, A[rend]. Saka, de vluchteling uit Ambon; [met] ills. van Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1966]. 96 blz. Herdrukken: 2e en 3e druk [1971]. 93 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 293 N; 3e druk Brinkman

Belevenissen van een Ambonese jongen tijdens de Japanse bezetting van de Moluk-ken. Onder barre omstandigheden vlucht hij met een kruis-aroembai (ook wel gespeld orembaai of aroebai, een vaartuig voor transportgebruik) over de Bandazee naar Australië. Van hieruit vertrekt hij naar Nederland waar hij een veilig thuis vindt.

1097 Land, Sipke van der. Ik heb een mes; met illustraties van Bert Bouman. Nijkerk, Callenbach, [1966]. 135 blz. Vindplaats: KITLV cc 2106 N

Twee Indische broers, Rob en Rino, zijn met hun moeder uit Indonesië naar Nederland gerepatrieerd. Ze wonen in een dorp. Hun vader, een maatschappelijk mislukt man, is in Djakarta achtergebleven. Met Soeki, ook een Indische jongen, worden ze opgepakt wegens joy-riding. De twee broers worden in een christelijk (gezins)vervangend tehuis in Den Haag geplaatst. Rob, de oudste, is tegendraads en zorgt voor de nodige opschudding in het tehuis. Wanneer hij voor 'zwarte bosjesman' wordt uitgescholden is de maat vol. Woedend steekt hij zijn aartsvijand met een kris. Na deze uitbarsting wordt Rob vertrouwelijker tegen Rino en zegt: 'Weet je waarom ze ons altijd moeten hebben? Omdat we Indo's zijn. Ze kunnen voor mijn part allemaal naar de pomp lopen hier in Holland. Meermans ook met zijn vrome smoesjes. Als je je mond kunt houden, zal ik je zeggen wat ik ga doen. Ik ben zowat zestien. Van de zomer smeer ik 'm naar Rotterdam en ik laat me aanmonsteren op een boot naar Indonesië. Ik ga naar vader. Wij horen hier niet in dit land. Jij bent nog te jong. Maar dan weet je alvast wat ik doe. Denk erom: mondje dicht, want als je je mond voorbijpraat, loopt alles in 't honderd en dan ben je nog niet jarig. Je bent gewaarschuwd. En... ik wou dat mes (kris) mee hebben; het is van vader, daarom. Goed?'

Geannoteerde bibliografie 357

Rino kan het allemaal niet zo goed verwerken. Een gesprek met Meermans, de directeur van het tehuis, stelt hem gerust. Tijdens het zomerkamp waarin Robs zestiende verjaardag valt, vertelt de directeur hem dat hij als leerling-automonteur geplaatst zal worden in een grote garage in Amersfoort. Hij zal in een kostgezin worden opgenomen; een Indisch gezin, goede kennissen van zijn moeder. Dit boek werd bekroond met een eerste prijs in Callenbachs Landelijke Prijsvraag voor Jeugdlectuur.

1098 Noort, Annie van. Sidja speelt mee; tekeningen van C. Elzenga. Oegstgeest, Zen-dingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, 1966. 64 blz. Herdrukken: 2e druk 1966.Vervolg van: Sidja, een meisje van Java (zie no. 1048). Vindplaats: Ie druk BZO/KITLV cc 902 N; 2e druk Brinkman

Onverwacht krijgt Sidja buren. Haar grootmoeder is verbaasd: de familie houdt geen selamatan als ze het nieuwe huis gaan bewonen. Ze begrijpt er niets van, tot ze hoort dat ze christenen zijn. Op aandringen van Parta, de buurjongen, mag Sidja ook naar school. Uit grootmoeders dorp komt familie vertellen dat ze de zoon van de inmiddels overleden doekoen naar het (zendings)ziekenhuis hebben gebracht. Hij wilde zijn vader opvolgen. Maar deze heeft hem nog voor zijn dood gewaarschuwd en gezegd dat hij alleen doekoen moet worden als hij zeker weet dat het goed is. Hij heeft zijn zoon aangeraden eerst te gaan praten met de dokter van het ziekenhuis. Voor grootmoeder klinkt het bijna ongeloofwaardig, maar hiermee is haar angst voor de nieuwe doekoen voorgoed weggenomen.

1099 Zeeuw JGzn., P. de. Het grote verdriet van Ambe'Roeroe; Een verhaal uit Toradja-land', met tekeningen van Ben Horsthuis. Zeist, Gereformeerde Zendingsbond [in de Nederlandse Hervormde Kerk], [1966]. 61 blz. Vervolg van: De toverdoos van Ambe'Roeroe (zie no. 1095). Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 2386 N (fotokopie)

Omdat de heidense dorpspriester van Kanoeroean zo'n hekel heeft aan de christe-nen die daar wonen, is hij tegen zijn zin naar kampong Büalang verhuisd. Hij laat de tovenaar Kalondji met zijn vriend Tonjadji het zoontje van de christen geworden messemaker Ambe'Roeroe ontvoeren. De losprijs die hij vraagt is de toverdoos (bandrecorder). Ambe'Roeroe stemt hierin toe, maar bedenkt dat dominee Van Dijk uit Rantepao aan dit apparaat heeft meebetaald. Dominee lacht de bezwaren weg en zorgt ervoor dat Ambe'Roeroe zijn zoontje én de bandrecorder terugkrijgt.

1100 Beer, Ad P.M. de. De Scheepshal en de koningen van Borr, [met illustraties van Freek van Vliet]. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1967]. 152 blz. [Delta-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 1403 N

Avonturen van de scheepsjongen Reinboud van Utrecht, bijgenaamd de Scheepskat. Aan boord van de 'Zeearend' doorkruist hij de Oriënt. Het schip zal als oorlogsbo-dem bescherming bieden aan een konvooi van de Verenigde Oostindische Compag-nie, op weg van Batavia naar Amsterdam. Zie ook no. 1113.

358 Geannoteerde bibliografie

1101 Kraay, Gerty en Tinie Visser. Indonesië. Purmerend, Muusses, [1967]. 24 blz., afbn. [Serie 'Van Verre Landen'; deeltje 2.] Vindplaats: KTTLV qq 1424 N

Eenvoudig verhaaltje waarin het jongetje Amat die op het platteland van Java woont vertelt over zijn dagelijkse belevenissen.

1102 Middelkoop, A. Tot ziens, Achmad; Van Hollandse jongens in Japanse tijd. 's-Graven-hage, Voorhoeve, [1967]. 158 blz., afbn. Herdrukken: 2e druk [1968]. Vindplaats: Ie druk BBJ/KITLV cc 914 N; 2e druk Brinkman

Als de Japanse troepen Sumatra binnenvallen moet ook de Hollandse zakenman Verheul uit Medan als reservekapitein onder de wapenen komen. Zijn zoontje Hans is nog een schooljongen die met zijn klasgenoten de wereldpolitiek bespreekt. Maar hun klasgenootje Sachloel Simandjoentak houdt er een afwijkende mening op na en blijkt een spion voor Japan te zijn. Hans is getuige van het bombardement op het vliegveld van Medan en als hij de slachtoffers ziet heeft hij daar jaren later nog angstdromen van.Vóór de familie wordt geïnterneerd krijgen de bediende Achmad en de baboe Eba extra geld toegestopt, maar ook de laatst gekomen kokkie en tuinjongen krijgen hun deel en de levensmiddelen worden onder hen allen verdeeld. Moeder en de zusjes gaan naar het vrouwenkamp. Hans moet naar het mannenkamp evenals zijn vriendje Wim. Door hun vindingrijkheid leren de jongens allerlei afval opnieuw te gebruiken, zoals lege klapperdoppen, conservenblikjes en oude spijkers. Naast het kamp zitten de Nederlandse militairen gevangen, onder wie de vader van Hans. Hans ziet nog kans om het Bijbeltje met daarin een brief van moeder aan vader te geven. Plotse -ling wordt het kamp opgebroken en worden ze ver weg gevoerd naar een afgelegen onderneming waar minder voedsel en vrijheid is voor de gevangenen. Ongemerkt kunnen Hans en Wim naar Medan lopen om medicijnen te halen voor hun zwaar zieke onderwijzer.Het laatste kamp waar ze naar toe worden getransporteerd ligt in de rimboe; de rantsoenen zijn sterk verminderd en medicijnen ontbreken. Het aantal doden neemt toe en dat is nu juist de bedoeling van de Japanse bezetter. Ook maakt Hans nog eens kennis met zijn klasgenoot Simandjoentak die nu openlijk als heiho met de vijand samenwerkt en geniet van zijn macht tegenover de Europese gevangenen. Het gezin Verheul is door een wonder gespaard gebleven, want zelfs vader die in Birma aan de 'dodenspoorweg' moest werken, komt behouden terug. Achmad en Eba komen de familie opzoeken en Achmad wil vader geld geven dat hij heeft gespaard. Vader weigert, en moeder zegt dat hij daarvoor een fiets moet kopen omdat zijn fiets destijds door de Japanners is gestolen. Begin maart 1946 vertrekt de familie Verheul via Belawan naar Nederland. Veel bagage hebben ze niet, want al hun bezittingen zijn door de Japanners gestolen, maar ze hebben zich nog nooit zo rijk gevoeld.In dit verhaal staan enkele onjuistheden. Zo wordt op blz. 14 Pearl Harbor gesitu-eerd in de Philippijnen in plaats van op Hawaii. Op blz. 128 wordt de benaming hajo gebruikt in plaats van heiho.

Geannoteerde bibliografie 359

U03 Norel, K[laas]. Zarco de zeevaarder, [omslag en tekeningen Dick de Wilde]. Amers-foort, Roelofs van Goor, [1967]. 184 blz.Herdrukken: Herdruk [met een omslagontwerp van Freek van Vliet]. Amsterdam enz., Elsevier, [1979]. 183 blz. [Zeevaarders en Kooplieden; deel 1.]. Bevat lijst van scheepstermen en uitheemse woorden. Vindplaats: Ie druk KB/OBA; Herdruk Brinkman

In 1487 vertrekt uit Lissabon de vloot van Bartholomeus Dias om de scheepsroute naar Indië te ontdekken. Bevat een kort Indisch fragment over Java en de Molukken en beschrijft de carrière van een Portugese boerenjongen die opklimt tot de rang van kapitein.

1104 Berg, Phia van den. Oleng en Ateng; [geill. door Han Hehuat]. Delft, Meinema,[1968]. 94 blz.Herdrukken: 2e druk [1971]. Vindplaats: KITLV cc 292 N

Dagelijkse belevenissen in Nederland van twee Ambonese schooljongetjes uit een militair milieu. Beschrijft de sfeer van de Molukse families in het kamp Schattenberg bij Westerbork.

1105 Berg, Phia van den. Die vrinden van Bobbel; [illustraties van Corrie van der Baan].Delft, Meinema, [1968]. 112 blz.Herdrukken: 3e druk [1973].Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2066 N

Bevat een paar korte fragmenten over Nieuw-Guinea waar het gezin van een Nederlandse landbouwdeskundige een paar jaar heeft gewoond.

1106 Dreckmeier, W. Suwarto en de toverstokjes; met tekeningen van Jenny Dalenoord. Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1968. 38 blz. Herdrukken: 2e druk 1972. Vindplaats: Ie druk BBJ/KITLV cc 277 N; 2e druk PB

De Indonesische schooljongen Suwarto komt met vakantie thuis van een zendings-internaat. In de moestuin van zijn moeder ziet hij dat er aan de vier hoeken van de tuin stokken in de grond staan, waaraan bundels gras en droge bladeren zijn bevestigd. Die stokken moeten bescherming bieden tegen diefstal. Hoewel zijn moeder christen is, hecht ze nog waarde aan de oeroude adat. Suwarto haalt de stokken weg, want christenen gebruiken geen tovermiddelen. Als Suwarto ziek wordt, haalt zijn bijgelovige moeder er een doekoen bij. Zijn vader kan niet tegen zijn moeder op. Tenslotte vraagt Suwarto aan zijn vader om naar Pedro te gaan, een goeroe die de toevlucht en vraagbaak is van alle christenen in het dorp.

1107 Dreux, Dick. De Stormvogel van Edam; met illustraties van Carl Hollander. Amster-dam, De Arbeiderspers, 1968. 182 blz. [AP-Jeugdserie.] Vindplaats: BBJ

360 Geannoteerde bibliografie

Op een scheepswerf in Edam wordt ten tijde van de Verenigde Oost-Indische Compagnie een nieuw type schip gebouwd, wat met tegenwerking gepaard gaat. Uiteindelijk kan het schip toch het zeegat kiezen.

1108 Norel, K[laas]. Vuur onder de golven; omslag en tekeningen van Reint de Jonge. Amersfoort, Roelofe van Goor, [1968]. 198 blz. Vindplaats: KTTLV cc 2502 N

Bevat fragmenten over Nieuw-Guinea. De HTS'er Wessel is technisch tekenaar bij Rijkswaterstaat. Hij voelt zich gevangen in deze eentonige baan. Als hutbediende gaat hij varen in het Caraïbisch gebied. Aan boord ontmoet hij Veerman, een olieboormeester uit Venezuela. Op zijn aanraden solliciteert Wessel bij een olie-maatschappij. Als assistent-boormeester vliegt Wessel met Veerman naar Nieuw-Guinea. Via Biak en Sorong reizen ze naar het binnenland om proefboringen te doen. De Ambonees Paulus is hun kokkie. Voor de Papoea's die later als hun gidsen dienen heeft Veerman een doos spiegeltjes meegenomen.

1109 Van land tot land; Een bundel zendingsverhalen; [Eerste bundel; samengesteld door de Publicatie Commissie van de Nederlandse Zendingsraad, Amsterdam. Kampen, Kok, 1968. 112 blz., afbn.Bevat verhalen uit Indonesië: 'Een, twee, drie, vergeet mij niet' door G. Gilhuis-Smitskamp; 'De moeilijke opdracht' door F.C. Kamma; 'Pieter komt thuis' door HJ. Teutscher; 'De kali bandjirt (de rivier stroomt over)' door Janny Sierat-de Jong. Vindplaats: BZO

Het eerste verhaaltje speelt op Java, de andere op Irian Barat, vroeger NederlandsNieuw-Guinea.'Een, twee, drie, vergeet mij niet'. Het pinksterfeest van Javaanse christenen in eendorpsschool die als kerkje dienst doet. Twee Javaanse dominees en een Nederlandsedominee leiden een doopdienst waarbij honderden mensen worden gedoopt,volwassenen en kinderen.'De moeilijke opdracht'. Drie Papoeajongens uit het kustdorp Arefi aan StraatDampier steken in hun kleine prauw deze gevaarlijke zeestraat over om aan degoeroe van Jenbekwan kaarsen te brengen voor het kerstfeest.'Pieter komt thuis'. De Papoeajongen Pieter gaat met twee klasgenoten van deevangelistenschool in Ransiki op weg om rotan te kopen voor het vlechten vanmanden. Ze komen in het dorp van Pieter, wiens verbaasde vader hen in zijn hutontvangt, 's Nachts, als zijn twee klasgenoten al slapen, vertelt zijn vader over de tijddat Pieter nog een klein ventje was. Met zijn ouders woonde hij in het dorp Irai bijde Anggimeren (in het oosten van de Vogelkop). Japanse militairen staken dehuizen in brand en de bewoners vluchtten het bos in. Na de Japanse bezetting stierfPieters moeder die door een vijandelijke stam werd vergiftigd. Pieter werd door eenoom uit Ransiki meegenomen die hem een thuis gaf en voor zijn schoolopleidingzorgde.'De kali bandjirt'. De Bergpapoea Seppie gaat met zijn vader, die chauffeur is van deplaatselijke arts, naar het doktershuis. Ze halen de dokter op en gaan gedrieën metde jeep een zieke baby ophalen in het huis van de goeroe. De rivier die ze moetenoversteken is buiten zijn oevers getreden. De brug is weggeslagen door het kolkendewater. Van de slingerplanten, die langs de hoge bomen hangen, knopen Seppie enzijn vader een kabel die ze over de rivier spannen. Voor de baby wordt van takken

Geannoteerde bibliografie 361

een draagbaar gevlochten en onder grote inspanning schuift Seppie de kostbare lading over de woeste rivier. Vader en zoon nemen de draagbaar tussen hen in en spoeden zich door het bos. Ze halen op tijd het vliegtuig dat de baby naar het ziekenhuis brengt.

1110 Vilma [ps. van Vilma van Zadelhoff-van Heemskerk]. Om en bij de kleine anglo; met een inleiding van Tjalie Robinson [ps. van JJ.Th. Boon]. 's-Gravenhage, Tong Tong, [1968]. VIII, 97 blz. [Moesson-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 190 N

Herinneringen aan een zorgeloze jeugd van een meisje uit een Indo-Europees milieu. Ze groeit op in de Vorstenlanden (Djokjakarta) waar haar vader eigenaar is van een zeepfabriek. Van haar kindermeid, baboe Gemoek, hoort zij allerlei sprookjesachtige verhalen uit de Indonesische godenwereld. Een Indisch meisje -juffrouw Jetje - houdt toezicht op de kinderen en de bedienden. Ze is een meisje van Pa van der Steur (zie noot bij no. 0768).Het gezin is bevriend met de plaatselijke regentsfamilie die hen regelmatig uitnodigt, bijvoorbeeld voor het bijwonen van een wajangvoorstelling. Op de traditionele Nieuwjaarsreceptie van de gouverneur zien ze de sultan van Djokjakarta en zijn echtgenote in de gouden koets hun opwachting komen maken. In de vakanties zijn er logeerpartijen bij familie op een theeonderneming in de Soendalanden (West-Java). Het leven van alledag wordt nu en dan onderbroken door uitjes naar de 'soos', het centrum van feestelijkheden in de sultansstad, of de paardenraces. Tijdens de malaise van de dertiger jaren is het gezin genoodzaakt te verhuizen en worden de poorten van het kinderparadijs voorgoed gesloten. Eerder verschenen in het dagblad 'Het Vaderland', 1968.

1111 Wilkeshuis, C. Hollanders op Korea; Een historisch verhaal; [omslag en illustraties van Freek van Vliet]. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1968]. 130 blz. [Delta-pocket.] Vindplaats: KITLV cc 1216 N

Historisch verhaal over de schipbreuk van 'De Sperwer' die op weg is van Batavia naar Nagasaki. Bevat een kort Indisch fragment.Zie over dit onderwerp ook: G.K. Dreijer. De ondergang van 'De Sperwer' (no. 0838) en A.G. Eggebeen. De boekhouder van de Oost Indische Compagnie (no. 1126).

1112 Woldendorp, H[enk]. Permenas' grote reis; met tekeningen van Jenny Dalenoord. Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1968. 46 blz. Vindplaats: KITLV cc 271 N

Op Booteiland - een eilandje in de Ceramzee dichtbij het vasteland van Irian Barat -woont de christelijke Papoeaschooljongen Permenas. In de kerk kondigt de goeroe aan dat er in Gam, op het eiland Misool, voor het eerst een groot pinksterfeest zal worden gevierd. Iedereen moet iets eet- of bruikbaars meenemen dat op het feest wordt verkocht. Het geld is bestemd voor de kerk. Van Booteiland is het per prauw drie dagen varen naar Gam. Met zijn ouders en zijn vriendje Kaleb gaat Permenas er ook heen. Na de openluchtsamenkomst volgt de lélang van de meegenomen goederen. Permenas en Kaleb hebben een senat (vloermat) gemaakt die het eigendom wordt van de goeroe van Gam.

362 Geannoteerde bibliografie

1113 Beer, Ad P.M. de. De Scheepskat in Japan; [met illustraties van Freek van Vliet;omslag van H.W. Rutgers]. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1969]. 144 blz. [Delta-pocket.]Vindplaats: KITLV cc 1160 N

Bevat een Indisch fragment en speelt ten tijde van de Verenigde Oostindische Compagnie. Reinboud van Utrecht, alias Boudje de Kater (de Scheepskat) vaart als matroos met de 'Zeearend' uit om de Hollandse handelsvloot te beschermen tegen de Chinese zeeschuimer Tai-Ming. Zie ook no. 1100.

1114 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Het meisje van Java; [omslag vanHerson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1969]. 192blz. [Witte Raven-pocket; no. S 125.]Herdrukken: Eerder verschenen als Das Madchen aus Java. Uit het Duits vertaalddoor Johan de Vries.Vindplaats: KITLV cc 307 N

Een speurdersroman die zich aan boord van het passagiersschip 'Boroboedoer' afspeelt dat op weg is van Tandjong Priok naar Nederland. Als de boot de haven van Belawan heeft verlaten duikt er geregeld een 'blinde passagier' op die belang heeft bij aandelen en een patent van een rubbermaatschappij.

1115 Brunet, Beata. Als de krekels sjlrpen; [omslag en illustraties van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1969]. 172 blz. Herdrukken: Herdruk [1979]. 168 blz., ill. [Witte Raven-pockets; M 440.]. Vindplaats: PB

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland en Frankrijk. Annette is de dochter van een Nederlandse planter uit Java. Met haar Javaanse moeder heeft ze buiten het Japanse kamp als Javaanse geleefd. Haar vader heeft in Birma krijgsgevangen gezeten. Na de oorlog zijn haar ouders overleden. Annette gaat met een vriend van haar vader naar Nederland. Hij is na de oorlog uit Nederland naar Java teruggegaan. Hij neemt Annette mee naar Europa.

1116 Haas-Westerkamp, M. de. Victoria vaart over; met illustraties van L. Bombeeck-Landzaat. Nijkerk, Callenbach, [1969]. 125 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over het gezin van een Hollandse rubberplanter die uit Indonesië naar Nederland is gerepatrieerd en geen geschikt werk kan vinden. Helaas moet hij genoegen nemen met een kantoorbaan in een groot warenhuis. Hij mist de vrije natuur en vindt het vreselijk de hele dag opgesloten te zitten. Bovendien kan zijn gezin ternauwernood rondkomen van zijn salaris. Op aanraden van een goede vriend emigreert het gezin naar Nieuw-Zeeland.

Geannoteerde bibliografie 363

1117 Maran, Tim [ps. van A.L. Schilling]. De menseneter van Tjarinti; [omslag en illustra-ties van The Tjong Khing]. Blaricum, Bigot & Van Rossum, [1969]. 126 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 272 N

Een verhaal uit midden Oost-Sumatra, waar de Indonesische student Timo Hanak met de boot over de Indragiririvier in Rengat aankomt. Hij is met vakantie uit Java gekomen, waar hij op de bestuursschool zit. Zijn oude schoolvriend Hasim, die bij de douane is, haalt hem af. Met zijn jeep brengt hij Timo naar zijn ouders in Tjarinti. Het is een lange, eenzame rit door oerwoud en duisternis. Onderweg verschijnt plotseling in het felle licht van de koplampen een reusachtige tijger die een menselij-ke prooi over de weg sleept... Dit wordt het begin van een bloedstollend avontuur dat Timo met zijn oude vriend, de jager en spoorzoeker Pak Pusut, gaat beleven. De tijger heeft al meer dan achtendertig mensen overvallen en gedood. De beloning die door de regering is uitgeloofd voor het uitschakelen van de beruchte menseneter deelt Timo met Pak Pusut, zijn oude vriend en leermeester.Met grote kennis en liefde geeft de schrijver een indringend beeld van het dierenle-ven in de tropische wildernis: rivier en oerwoud.

1118 Maran, Tim [ps. van A.L. Schilling]. Verhaal voor Subandï, [omslag en illustraties van The Tjong Khing]. Blaricum, Bigot & Van Rossum, [1969]. 142 blz. Vervolgd als: Nieuw verhaal voor Subandi (zie no. 1127). Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 276 N

Spontane vriendschap tussen de Javaanse jongen Subandi, wiens vader krani is op een suikerfabriek op Oost-Java, en de Hollandse jongen Mart. Diens vader is administrateur van de suikerplantage. Met hun katapult stropen ze de omgeving af en zwerven ze door de riettuinen. Ze worden door de oude kokkie Umar bang gemaakt als ze hen waarschuwt niet over de rand van de waterput te kijken, want daar huist de gandruwoh (groot zwart spook dat kindervlees eet). Mart is verbaasd als Subandi een reusachtige waringin aanspreekt met 'Goedendag, grootvader', alvorens iets te ondernemen. In deze oeroude boom huist een goede wijze geest die over alles en iedereen waakt.Het jagen op een duif brengt hen bij de oude hadji Salim. De jongens schrikken hevig als ze zien hoe een python zijn witte geitje heeft verorberd. Nog spannender is het als ze de panter ontdekken die de omgeving onveilig maakt. Door de volwasse-nen wordt jacht op het dier gemaakt, maar door het medelijden van Subandi en Mart wordt het leven van de matjan tutul gespaard: ze wordt met haar jongen naar een dierentuin overgebracht.

1119 Norel, K[laas]. Krojoto's wonderbare reis; illustraties van L. Hengeveld-Beks. Nijkerk, Callenbach, [1969]. 53 blz.Bevat een toelichting op enkele gebruikte woorden. Vindplaats: KITLV cc 1076 N

Door de komst van een watervliegtuigje verandert het leven van een groep Bos-papoea's. Het brengt hen in contact met de Vitmensen', onder wie een zendeling die hun zieken verzorgt. Om een weg naar hun dorpje aan te leggen moeten er bomen

364 Geannoteerde bibliografie

worden gekapt. Ze staan verbaasd over het gereedschap en de machine, een ijzeren monster dat onder luid gegrom de bomen stuk bijt!Wanneer de kleine Papoeajongen Krojoto een ongeluk overkomt, wordt hij per vliegtuig naar het hospitaal vervoerd. Hij waant zich nu al in de hemel en wil eigenlijk niet meer naar zijn dorpje terug.

1120 Sluis, Corinne van. Prinses Morgenster en andere Indische sprookjes; geschreven en geïllustreerd door -. Amsterdam enz., Agon Hsevier, 1969. 243 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 212 N

Deze nog nooit in boekvorm verschenen sprookjes werden opgetekend in de tijd dat de schrijfster haar jeugdjaren doorbracht op de koffie-onderneming van haar vader, gelegen op de hellingen van de vulkaan Merbaboe op Midden-Java. Uit de mond van vertellers en vertelsters - plantagebedienden van haar vader - hoorde zij wondere verhalen over betoverde prinsen en prinsessen, heksen en feeën.

1121 Van land tot land; Een bundel zendingsverhalen; Tweede bundel', [samengesteld doorde Publicatie Commissie van de Nederlandse Zendingsraad, Amsterdam]. Kampen,Kok, 1969. 123 blz., afbn.Herdrukken: 2e druk 1971.Bevat twee verhalen uit Indonesië: 'Het examen van Yok en Yoram' door Phia vande[n] Berg en 'Guna-Guna (zwarte kunst)' door H. Goudswaard. Het eerste verhaalis herdrukt, zie no. 1149.Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk BZO

'Het examen van Yok en Yoram'. Op het eiland Japen (Irian Jaya) hebben twee vriendjes, Yok en Yoram, uit Ambokari examen gedaan voor de vervolgschool. Yok dreigt het slachtoffer te worden van een jarenlange vete binnen zijn dorpsgemeen-schap, die onderling verdeeld is over de houding en de huisvesting van de goeroe die ook hun dominee is. Onopvallend verdwijnt Yoram naar de hoofdinspecteur van onderwijs die er voor zorgt dat de goeroe niet wordt afgeranseld en dat de vrede wordt getekend.'Guna-Guna (zwarte kunst)'. Papoeajongens van de opleidingsschool voor dorps-onderwijzers in Fakfak (Irian Jaya) zien op hun internaatsterrein een haveloos Papoeamannetje met een cent over zijn ogen wrijven; hij laat het geldstuk daarna met een plechtig gebaar op de grond vallen. Hij heeft een besmettelijke oogziekte en de kruiden die hij heeft gebruikt helpen niet. Hij gelooft nu stellig dat iemand die de cent opraapt waarmee hij over zijn ogen heeft gestreken zijn oogziekte zal krijgen, zodat hij zelf beter wordt. De dienstdoende onderwijzer maakt de angstige jongens duidelijk dat dit niets heeft te maken met zwarte kunst. Alleen de ziektekiemen die aan de cent kleven, kunnen de oogziekte overbrengen.

1122 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Tekko en de witte man; [omslagillustratie van BenHorsthuis en tekeningen van de schrijfster]. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1969].107 blz.Vervolgd als: Tekko in het vreemde dorp (zie no. 1134). Vindplaats: KITLV cc 1003 N

Geannoteerde bibliografie 365

Met zijn ernstig zieke zusje vlucht de Papoeajongen Tekko uit zijn dorp. De kruiden van de tovenaar-medicijnman Wemale hebben niet geholpen. Hij vraagt hulp aan de Svitte tovenaar', een Nederlandse zendeling-arts, dokter Hunting. Door zijn vader en een groepje mannen wordt Tekko achtervolgd. Zijn vader eist zijn twee kinderen onmiddellijk op, maar alleen Tekko gaat met hem mee. Het zusje wordt door de zendeling-arts teruggebracht als ze genezen is. Wemale, de tovenaar, is woest omdat zijn macht wordt ondermijnd. Hij beveelt een groots feest aan te richten met gebraden varkens en dansende mannen om zo de geest van de witte man te kunnen verdrijven. Van nu af aan wordt het dorp bewaakt, zodat dokter Hunting geen kans krijgt om binnen te komen. Doet hij dat toch, dan zal Wemale hem eigenhandig pijlen en ook het zusje van Tekko! Door zijn Papoeaverpleger Ano met het zusje van Tekko vooruit te sturen, lukt het de zendeling ongezien het dorp binnen te gaan. Hij geneest Tani, het zoontje van het dorpshoofd Graniki, die ook geen baat heeft gevonden bij de kruiden van Wemale. Bovendien eiste Wemale telkens een varken voor zijn moeite. Als Wemale toch dokter Hunting in het dorp ziet, probeert hij hem en zijn verpleger Ano uit de weg te ruimen. Tekko heeft zijn plan doorzien en kan voorkomen dat ze worden vergiftigd.

1123 Zanen, Hilletje van. Tmi en Tomi; verteld door - bij plaatjes van Mieke S.D.; meteen nawoord van J. Blommendaal. Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1969. 40blz.Herdrukken: 2e druk 1972.Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV qq 1722 N

Uit het leven van alledag van twee Papoeakinderen in West-Irian.

1124 Bosma, Nanne J. Tochtgenoten; met illustraties van H.H. Prahl. Nijkerk, Callenbach, [1970]. 188 blz., krt. Vindplaats: KITLV cc 1149 N

Een historisch verhaal uit 1665 waarin fragmenten over de VOC voorkomen. Twee Rotterdamse weesjongens bevaren de wereldzeeën: Jacob in dienst van de West-Indische Compagnie; zijn broer Arie beleeft een lange en gevaarlijke thuisreis aan boord van de Oostindiëvaarder 'Rijzende Zon'.In zijn nawoord vermeldt de schrijver dat hij voor bovengenoemd verhaal veel bijzonderheden heeft ontleend aan het reisjournaal van de scheepschirurgijn Wouter Schouten, Oost-Indische Voyagie. Amsterdam, J. Meurs en J. van Someren, 1676. 2 delen in één band.

1125 Brunet, Beata. Parasol en klamboe; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeverij 'West-Friesland', [1970]. 159 blz. [Witte Raven-pocket; no. S 190.] Vindplaats: KITLV cc 270 N

Bij het opruimen van haar koffers vindt een grootmoeder van over de tachtig haar dagboek terug dat dateert van rond de eeuwwisseling. Ze beschrijft daarin haar leven als zestienjarig meisje uit een residentsfamilie op Oost-Java. Het dagboek eindigt bij haar negentiende jaar wanneer ze is getrouwd met een officier uit het Indische leger. Het geheel roept de sfeer op van 'tempo doeloe'. Grootmoeder woont intussen al

366 Geannoteerde bibliografie

lang in Nederland en stuurt het dagboek naar haar kleindochter die belangstelling heeft voor het oude Nederlands-Indië.

1126 Eggebeen, A.G. De boekhouder van de Oost Indische Compagnie; Een historisch verhaal naar gegevens van het scheepsjournaal (1653-1666) van Hendrik Hamel, boekhouder van de Oost Indische Compagnie. Vianen, Uitgeverij 'De Banier', [1970]. 96 blz., afbn., fac., prt. [Banier Pocketboeken voor de Jeugd.] Vindplaats: KITLV cc 1645 N

Bevat een Indisch fragment en beschrijft de schipbreuk van 'De Sperwer' bij de Koreaanse kust. Op 18 juni 1653 was dit schip uit Batavia vertrokken naar Japan in opdracht van de Oost-Indische Compagnie. Een deel van de bemanning overleeft de ramp en wordt ruim dertien jaar gevangen gehouden in Korea, totdat een aantal van hen kans ziet naar Japan te ontsnappen.Dit verhaal is gebaseerd op het oorspronkelijke reisjournaal van Hendrik Hamel, afkomstig uit Gorcum, dat in Rotterdam werd gedrukt en uitgegeven door Johannes Stichter in 1668.

1127 Maran, Tim [ps. van A.L. Schilling]. Nieuw verhaal voor Subandi; [omslag enillustraties van The Tjong Khing]. Blaricum, Bigot & Van Rossum, [1970]. 171 blz. Vervolg van: Verhaal voor Subandi (zie no. 1118). Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 275 N

De natte moesson, de regentijd, is aangebroken waardoor Mart en Subandi niet veel kunnen uitrichten. De woest kolkende kali kan hen niet weerhouden om op een ronddrijvende pisangstam te klimmen. Al direct gaan ze kopje-onder en worden in dolle vaart meegesleurd. Hun hulpgeroep wordt gehoord door een zonderlinge figuur die bij het Chinese kerkhof bivakkeert. Hij spreekt geen woord, maar wijst hen wel de weg terug naar huis.Als de lang verwachte bandjir losbreekt worden alle kampongbewoners met hun vee op het terrein van de suikerfabriek ondergebracht. Subandi komt met zijn moeder en zusje bij Mart logeren. Kokkie Umar vertelt 's avonds een griezelgeschiedenis over een rijke Chinees die door hard werken zijn rijstpellerij tot grote bloei heeft gebracht. Zijn enige zoon brengt hem geen geluk. Als hij dood wordt thuisgebracht laat hij zoveel schulden na dat ook zijn vader kort daarop overlijdt. Nu waart zijn geest als een vals spook over het Chinese kerkhof.Ondertussen zijn er in de kampong allerlei kostbare zaken gestolen, zoals gouden sierspelden, Djokjasarongs en een koperen sirihstel dat pusaka is van de vrouw van het dorpshoofd. Later blijkt de dief de zonderlinge man bij het Chinese kerkhof te zijn. Hij komt van het eiland Madura en heeft daar een naar leven achter de rug van pesterijen omdat hij door zijn halve tong niet goed kan praten. Als hij wordt vrijgesproken krijgt hij een selamatan voor zijn nieuwe huisje en werk op de suikerplantage, maar ook een Javaanse naam: Ingih hetgeen 'Ja' betekent. Bevat een kantjilverhaaltje.

1128 Norel, K[laas]. Spion of pionier, [met l illustratie van Reint de Jonge]. Amsterdam, Deltos Elsevier, [1970]. 212 blz.

Geannoteerde bibliografie 367

Herdrukken: Herdruk [met een omslagontwerp van Freek van Vliet]. Amsterdam enz., Elsevier, [1979]. 208 blz. [Zeevaarders en Kooplieden; deel 2.]. Bevat een lijst van scheepstermen en vreemde woorden. Vindplaats: Ie druk Brinkman; Herdruk KITLV cc 1167 N

In 1581 wordt de Enkhuizer jongen Pieter Gerrits naar Lissabon uitgezonden door de reder/koopman 'sinjeur' Semeyns, de geneesheer/regent Maelson en de karto-graaf/zeevaartkundige Lucas Jansz. Wagenaar. Onder valse naam monstert Pieter aan op een Portugese Oostindiëvaarder om de handelsroute naar het Verre Oosten te verkennen. Zeven jaar is hij onderweg naar factorijen in India, Ceylon, Malakka, de Molukken en China. Met gevaar voor eigen leven keert Pieter met aantekeningen en kaarten terug in Enkhuizen.In het hoofdstuk 'Naar de specerij-eilanden' staan een paar korte fragmenten over Bantam en Lontor.

1129 Norel, K[laas]. Secretaris op de vloot van Houtman; [omslag en illustraties van Reint de Jonge]. [Amsterdam], Deltos Elsevier, 1970. 180 blz.Herdrukken: Herdruk [met een omslagontwerp van Freek van Vliet]. Amsterdam enz., Elsevier, [1979]. 176 blz. [Zeevaarders en Kooplieden; deel 3.]. Bevat een lijst van scheepstermen en uitheemse woorden. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1271 N; Herdruk KB/SH

Pieter Gerrits, die in dienst van de Portugezen al eerder in Indië is geweest, gaat in 1595 met opperkoopman Cornelis de Houtman mee op diens eerste reis naar de Oost voor de Compagnie van Verre. Met behulp van Portugese kaarten wordt de vaste route verkend.

1130 Riphagen-Hamoen, Bep. God is toch liefde; omslag en illustraties Anneke J. Abma.Zeist, Gereformeerde Zendingsbond in de Ned[erlandse] Hervormde Kerk, [c. 1970].55 blz.Vindplaats: KITLV q 3945 N (fotokopie)

In de omgeving van Rantepao in Toradjaland (Midden-Celebes) zijn Tuti en haar jongere broertje Rante alleen achtergebleven. Hun ouders zijn na een begrafenis-feest niet teruggekeerd. Een buurman eigent zich Rante toe als karbouwenhoeder. Hij krijgt meer slaag dan eten. Tuti is gaan zwerven. Een oude marktkoopvrouw zorgt dat ze in een christelijk weeshuis wordt opgenomen. Daar krijgt Tuti te horen dat haar moeder in het ziekenhuis ligt. Op de terugreis van het begrafenisfeest is haar vader verongelukt. Wanneer Tuti's moeder is hersteld keert ze met haar twee kinderen terug naar huis en komt de oude marktkoopvrouw bij hen wonen.

BRutgers van der Loeff, An. Wrak onder water, 1970. Zie no. 1152

1131 De scheepsjongens van Bontekoe. Amsterdam, Nederlandse Rotogravure Mij, [c.1970]. 64 blz. [Televisie Favorieten; no. 3.]Vindplaats: KITLV cc 329 N+

Stripverhaal naar het gelijknamige boek van Johan Fabricius (zie no. 0375).

368 Geannoteerde bibliografie

1132 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Het leven van Beraja; Twaalf korte zendingsverhalen; omslag en illustraties van de schrijfster. Uitgave [van de] Zending Gereformeerde Gemeenten. [Rotterdam, Drukkerij Tupos], [c. 1970]. 52 blz. Vindplaats: KITLV cc 2390 N

Alle twaalf verhaaltjes zijn gesitueerd in Nieuw-Guinea (Irian Barat) waar Papoea's -kinderen en volwassenen - een innerlijke strijd voeren om het oude bijgeloof los te laten en zich open te stellen voor het evangelie.

1133 Blauwere, Frank. De witte Papoea; [band en illustraties van Edwig Goyvaerts].Hasselt, Heideland-Orbis/Heerlen, Zuider Boekcentrale, [1971]. 80 blz., krtn. [HetFonteintje.]Vindplaats: KITLV cc 2411 N (fotokopie)

Twee Belgen, een journalist en een cineast, reizen met een etnoloog naar het Carstenszgebergte in Nieuw-Guinea om de rituelen vast te leggen van een groep Dwergpapoea's, de Amoehoepi's. Onderweg bij een bivak wordt de cineast opge-schrikt door een wilde blanke man die een speer naar hem gooit. Tijdens een stammenoorlog van Amoehoepi's en Kagana's duikt deze blanke wilde opnieuw op. Hij blijkt een piloot uit Nieuw-Zeeland te zijn die met zijn toeristenvliegtuigje boven Nieuw-Guinea een noodlanding heeft gemaakt. Niet alleen de hevige shock, maar ook het leven als wilde in een gevaarlijk en onbekend land heeft hem in deze deplorabele toestand gebracht.

1134 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Tekko in het vreemde dorp; [omslagillustratie vanDubbelman en tekeningen van de schrijfster]. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1971].101 blz.Vervolg van: Tekko en de witte man (zie no. 1122).Vervolgd als: Tekko komt terug (zie no. 1137).Vindplaats: KITLV cc 1002 N

Wemale, de tovenaar-medicijnman, heeft wraak genomen: hij heeft Jaïra, het zusje van Tekko, vergiftigd. Ondanks de komst van de Nederlandse zendelingsarts, dokter Hunting, is de invloed van Wemale gebleven. Op een feestmaal deelt Wemale mee dat de geesten van de voorouders vertoornd zijn op de witte man. Hij deelt aan de mannen stukken boomschors uit waarop zij moeten kauwen. Het sap dat in de schors zit veroorzaakt een ontembare wildheid. Wemale wil namelijk Tekko en zijn ouders laten pijlen. Bijtijds kunnen zij ontsnappen naar een nabijgelegen dorp, waar de bewoners het christelijk geloof hebben aangenomen. Ze vertellen Tekko dat de zendingsarts met verlof is naar zijn vaderland. Op aandringen van het christen geworden meisje Marindajo doet Tekko afstand van zijn amulet, een snoer varkens-tanden.Als Ano, de Papoeaverpleger, in het dorp patiënten bezoekt, mag Tekko met hem mee naar de zendingsarts. Ruim een jaar verblijft Tekko bij de pendita, gaat naar school en leert 's avonds in de Bijbelklas. Hij mag bij Ano wonen. Tekko rekent er op eens naar zijn geboortedorp terug te keren. Maar zolang Wemale daar de dienst uitmaakt, blijft dit een gevaarlijke zaak. Op een dag komen het dorpshoofd Graniki en zijn zoon Tani, Tekko's vriend, bij de zendeling. Ze vertellen dat de tovenaar Wemale is gestorven.

Geannoteerde bibliografie 369

1135 Last, Jef. Tjoebek in het Ttjgerbos; Avonturen van twee Balische jongens; [omslag enillustraties van Frans Mettes]. Naarden, Strengholt, 1972. 156 blz..Vervolg van: ƒ Bontot en I Koese door Udeyana Pandji Tisna en Jef Last (zie no.1043).Vindplaats: KITLV cc 330 N

Twee vrienden, Bontot en Koese, ontmoeten een groepje Javaanse padvinders uit Madioen die op Bali de nationale feestdag van de Republiek Indonesië (17 augus-tus) komen meevieren. Ze gaan met de padvinders mee op hun trektocht. Bij het kampvuur luisteren ze geboeid naar een kantjilverhaal dat wordt verteld door een wonderlijke jongen, Tjoebek genaamd, die in dit gebied woont en daar een oude tijger als 'huisdier' verzorgt.

1136 Ruyter, Jan de. Dammes' avonturen op de wereldzeeën; Scheepsmaat in Oost en West.Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1972]. 188 blz., krtn. [Scheepsmaat-serie; no. 2.]Vindplaats: KITLV cc 1268 N

Dammes is de veertienjarige zoon van een Texelse vuurtorenwachter die met alle geweld naar zee wil. Als scheepsjongen zeilt Dammes in augustus 1658 met het VOC-schip 'Baarn' naar Indië. Bij de Spaanse kust wordt het schip overvallen door Algerijnse zeerovers. Gehavend moet het terugkeren naar Nederland waar het wordt hersteld in Goeree.In december kan de 'Baarn' opnieuw uitvaren richting Kaap de Goede Hoop en daarna Batavia, waar in maart 1659 kruidnagelen en andere specerijen worden ingenomen. Een brand echter verwoest de 'Baarn'. Er zijn veel slachtoffers en met moeite weet Dammes zijn leven te redden. Hij wordt nu op de 'Nieuw Hoorn' geplaatst, een groter schip onder bevel van Theodor van Diemen. Aan boord heerst een slechte sfeer en de reis gaat niet zoals gedacht naar de Kaap, maar met een geheime opdracht van de VOC naar Formosa en Japan om handelsbetrekkingen aan te knopen. Op weg wordt de 'Nieuw Hoorn' verrast door een tropische orkaan en het overleeft het natuurgeweld niet. Dammes en zijn maatje Gompert worden bijtijds in een sloep gehesen. Dagenlang drijven ze rond onder een brandend hete zon, zonder drinkwater en voedsel. Er zijn veel doden. De overlevenden worden opgepikt door het fregat 'Heivoet' dat op weg is naar Batavia. Op 20 mei 1659 gaan Dammes en Gompert met een retourvloot richting Holland aan boord van de 'Reyger'. Bij Padang zien ze een zwarte rookkolom. Gompert legt aan Dammes uit dat daar de VOC bezig is landerijen plat te branden om haar handelsmonopolie veilig te stellen en zo concurrerende buitenlanders te weren. Plantages worden in brand gestoken en de bevolking die zich er tegen verzet wordt gedood. Soms worden hele dorpen weggevaagd. Ook scheepsvolk van een toevallig binnenlopend schip of van een afgemeerd schip wordt vaak gedwongen aan zo'n hongitocht deel te nemen.De reis loopt via Colombo naar de Kaap, waar op 27 juli 1659 de ankers worden gelicht. Bij een bocht loopt de 'Reyger' vast voor de Afrikaanse kust. In plaats van regelrecht naar Holland te varen komen Dammes en Gompert terecht op een ogenschijnlijk keurig Nederlands koopvaardijschip. De kapitein is een berucht slavenhandelaar die negers van de Afrikaanse kust weghaalt en ze zonder eten en drinken in een veel te klein scheepsruim bergt. Hij brengt ze naar de overkant van de oceaan waar hij hen voor veel geld aan plantagebezitters verkoopt. Het wordt een gruwelijke tocht en met een grote omweg komen Dammes en Gompert na bijna drie jaar terug in hun vaderland.

370 Geannoteerde bibliografie

1137 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Tekko komt terug; [geïllustreerd door de schrijfster]. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1972]. 97 blz. Vervolg van: Tekko in het vreemde dorp (zie no. 1134). Vindplaats: KITLV cc 1004 N

Na de dood van Wemale wordt er geen nieuwe tovenaar-medicijnman gekozen. Tani, de zoon van het dorpshoofd Graniki, vraagt Tekko met de zendingsarts dokter Hunting naar zijn dorp te komen, waar een schoolhut is gebouwd en een woonhut voor Tekko en zijn ouders. Intussen heeft Tekko bij dokter Hunting zoveel geleerd, dat hij nu zijn eigen dorp kan onderwijzen en ook de zieken kan verzorgen. Het wordt een zware taak, temeer daar Kroesoto - een leerling van de overleden tovenaar Wemale - het op zijn leven heeft gemunt. Kroesoto had graag de plaats van Wemale willen innemen. Nu is Tekko het middelpunt en zijn medicijnen hebben een goede uitwerking.Het nieuwe dorpshoofd wordt Tani, die zijn oog heeft laten vallen op het meisje Beraja. Maar ook Stroeboko, die al twee vrouwen bezit, wil Beraja tot zijn vrouw. Door tussenkomst van Tekko stemt Stroeboko er mee in dat Beraja Tani's vrouw wordt. Hoewel Stroeboko op het punt staat om christen te worden, kan hij zijn twee vrouwen behouden, want dat was al van vóór die tijd. Hij mag er niet één van wegsturen.Kulene, een man van het dorp, houdt Kroesoto voortdurend in de gaten. Hij weet dat Kroesoto boordevol haat zit tegenover Tekko. Op een onverwacht ogenblik schiet Kroesoto een giftige pijl op Tekko af, die zijn doel mist. Bij een tweede poging raakt Tekko zwaar gewond. Kulene slaat Kroesoto dood en samen met Tani brengt hij Tekko naar het dorp van de zendingsarts, dokter Hunting. Daar ziet Tekko het meisje Marindajo terug. Ze wordt door dokter Hunting opgeleid tot verpleegster. Ze heeft er indertijd bij Tekko op aangedrongen zijn amulet weg te doen.Als Tekko hersteld is keert hij naar zijn dorp terug, waar tot zijn grote verrassing een echte kerk is gebouwd. Bij de kerk ligt een stapel hout en veel mensen komen daar omheen staan. Het hout wordt in brand gestoken. Op een dorpsvergadering heeft Tani verteld over het nieuwe leven. De mannen hebben toen besloten alles van hun oude leven op te ruimen. Als eerste gooit Tani zijn amulet in het vuur, daarna volgt Kulene met varkensstaarten en een zwart gerookte mensenschedel. Eén voor één gooien de dorpelingen hun afgoden in het vuur: stenen, amuletten, stukjes pijl, schedels en haar van overwonnen vijanden. Niet lang daarna komt de zendingsarts dokter Hunting naar het dorp omdat Tekko gaat trouwen met Marindajo. Maar eerst heeft dokter Hunting nog de ouders van het meisje moeten ompraten omdat Tekko van een ander dorp is. Bovendien had Tekko geen bruidsschat. Dat is nu allemaal geregeld. Tegelijkertijd wordt ook het huwelijk van Tani met Beraja voltrokken. Het nieuwe leven brengt andere regels. Vroeger ging de vrouw bij haar man wonen als de bruidsschat was betaald. Nu gaan ze eerst naar de kerk om gezamenlijk te bidden.

1138 Brunet, Beata. In de lijnen van haar hand; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1973]. 160 blz. [Witte Raven-pockets; no. S 232.]

Geannoteerde bibliografie 371

Vindplaats: KITLV cc 815 N

Huwelijksproblematiek van een op Java geboren Hollandse vrouw uit een officiers-milieu. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is ze met haar man en kinderen op verlof in Den Haag. Ze krijgt veel persoonlijke verliezen te verwerken.

1139 Meijden-Coolsma, Dora van der. Anders dan anderen; Niet als andere kinderen en toch net als andere kinderen; tekeningen [van] Jan R. Hofman. Amsterdam, Neder-landse Zendingsraad, 1973. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 405 N

Een doof Indonesisch jongetje dat leert luisteren en spreken dankzij een goede school en een gehoorapparaat.

1140 Quiko-Samay, S. 'Sjééééi'; [met illustraties van Corrie van der Baan]. Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1973. 20 blz. Vindplaats: KITLV cc 404 N

Zendingsverhaaltje uit Enggros, een paaldorp in West-Irian waar Sientje, een achtjarig doofstom Papoeameisje, woont. Door haar gebrek kan ze niet naar school. Ze helpt haar moeder bij het water halen met de prauw, werkt in de moestuin en doet mee bij het loskloppen van de sago uit de stam van de sagoboom. Soms wordt Sientje gepest door de dorpsjongens, zelfs op een gemene manier, maar ze weet zich uitstekend te handhaven. Op een avond 'luistert' ze naar de sprookjesvertelster die een verhaal vertelt over de maan die door een oud vrouwtje in een tempajang werd bewaard.In de kersttijd is het hele dorp in de weer: de kerk wordt opgeknapt, vrouwen en meisjes maken allerlei soorten gebak klaar en er zijn repetities voor het kerstspel dat het hoogtepunt wordt van een heerlijk Kerstfeest. Op het titelblad staat abusievelijk vermeld: S. Quiko-Kamay.

1141 Vermeiren, Leopold. Bontekoe en het brandende schip; [illustraties van Stef van Stiphout]. Antwerpen, Standaard, [1973]. 162 blz. [Zegel-vikings; no. 18.] Vindplaats: KITLV cc 2389 N (fotokopie)

Het verhaal is gebaseerd op het reisjournaal van Willem IJsbrandtszoon Bontekoe en bevat Indische fragmenten.

1142 Brunet, Beata. In het verleden ligt het heden; [omslag en illustraties van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1974]. 144 blz. [Witte Raven-pockets; no. M 328.] Vindplaats: KITLV cc 543 N

Bevat Indische fragmenten over een jong meisje van Franse afkomst dat met haar pleegvader, een rijke Amsterdamse koopman, naar de Oost gaat. Voor de haven van Soerabaja overlijdt haar vader. Ze wordt opgenomen in het gezin van het hoofd van de Wees- en Boedelkamer van deze stad.

372 Geannoteerde bibliografie

1143 Brunet, Beata. Het moest zo zijn; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1974]. 160 blz. [Witte Raven-pockets; no. S 259.] Vindplaats: KITLV cc 816 N

Over vriendschap voor het leven tussen een Chinese en een Hollandse familie in Batavia, hun wederzijdse ervaringen tijdens de Japanse bezetting en hun hereniging in Nederland na de oorlog.

1144 Fahner-Vos, G. In de ban van Sorawa; [illustraties van Ben Horsthuis]. Utrecht,Uitgeverij 'De Banier', [1974]. 122 blz. [Doealin de Zoon van het Stamhoofd; deel L] Vervolgd als: De grote vogel (zie no. 1145). Vindplaats: KITLV cc 2408 N (fotokopie)

Het Papoeastamhoofd Narlimo en zijn zoon Doealin trekken met een groep mannen en vrouwen naar het dorp Oelawo. Bij de dorpspoort, het geestenhuis genaamd, schrikt Doealin als hij ongevraagd contact krijgt met een geest. In deze omgeving leert Doealin om op ratten te jagen, vergezeld van de hond Blaffer die het spoor zoekt. Voor een groots varkensfeest trekt de groep verder naar het dorp Jakimo, waar Doealin met een aantal jongens tot man wordt ingewijd. Narlimo en zijn mannen zoeken met een aantal mensen uit Jakimo naar een nieuw terrein dat ze bewoonbaar gaan maken. Ze bouwen woonhutten en leggen tuinen aan en noemen hun dorp Pantali. Het grenst echter aan het gebied van een vijandelijke stam. Het is de plicht van iedere man om te strijden, want buren zijn ook vijanden tegen wie gestreden moet worden. Het is de wet van de voorvader Sorawa die de mannen in een knellende greep houdt.Narlimo wil de strijd zo lang mogelijk uitstellen. Maar dan valt de vijandige Ahoeli-stam als eerste aan en legt Pantali in de as.

1145 Fahner-Vos, G. De grote vogel; [illustraties van Ben Horsthuis]. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1974]. 124 blz. [Doealin de Zoon van het Stamhoofd; deel II.] Vervolg van: In de ban van Sorawa (zie no. 1144). Vervolgd als: Het nieuwe woord (zie no. 1146). Vindplaats: KITLV cc 2364 N

Met vereende krachten hebben het Papoeastamhoofd Narlimo en zijn zoon Doealin een nieuw dorp Pantali gesticht nadat het vorige door een vijandelijke stam was vernietigd. In dit nieuwe dorp heerst vrede, hoewel de mensen in de ban van Sorawa, de grote voorvader, leven. Dat wil zeggen: met het bevel om altijd te strijden, want dat is de reden van hun bestaan.Een vliegtuigje, in de ogen van de Papoea's 'een grote vogel', heeft in het dorp Karlegma pakketten met bijlen gedropt juist als Doealin daar verblijft. Het zijn geschenken voor de bevolking. In de grote hut van Narlimo bevindt zich een klein houten kastje waarin de heilige stenen van de voorouders liggen. Bij het raadplegen van de stenen voorspelt de tovenaar-medicijnman dat de komst van de grote vogel een gunstig voorteken is. Drie Amerikaanse zendelingen zijn met een watervliegtuigje gekomen om door middel van geschenken, zoals bijlen en messen, met de bevolking in aanraking te komen. Met een paar mannen van Karlegma bouwt Doealin mee aan een houten huis voor de witte mannen die het nieuwe woord komen brengen.

Geannoteerde bibliografie

Op blz. 25 staat een scheppingsverhaal over het ontstaan van de voorouders van Narlimo en Doealin.

1146 Fahner-Vos, G. Het nieuwe woord; [illustraties van Ben Horsthuis]. Utrecht, Uitgeve-rij 'De Banier', [1974]. 123 blz. [Doealin de Zoon van het Stamhoofd; deel III.] Vervolg van: De grote vogel (zie no. 1145). Vervolgd als: Arike van het groene woud (zie no. 1206). Vindplaats: KITLV cc 2365 N

Na de ontmoeting met de Amerikaanse zendelingen bouwt Doealin een groot huis buiten de omheining van zijn dorp om het geleerde in praktijk te brengen. Ook heeft hij de Ahoelistam kunnen overtuigen dat zijn dorp, Pantali, met hen in vrede wil leven. Het vanouds vijandige stamhoofd geeft Doealin een varken mee als teken van vriendschap. In Pantali is een aantal mannen het hier niet mee eens. Zij hangen nog de oude traditie aan van voorvader Sorawa dat er altijd oorlog gevoerd moet worden. Als Oerbi, het jongere broertje van Doealin, in de geheimen van zijn stam moet worden ingewijd, protesteert Doealin tegen zijn vader. Na een vistocht wordt Oerbi zó ziek dat hij naar de 'witte mannen' in Karlegma wordt gebracht. Daar vindt hij genezing. Narlimo is zo gelukkig dat zijn zoontje weer gezond is, dat hij aan de zendelingen toestemming verleent om in zijn dorp te komen. Doealin volgt zijn vader als leider op en een nieuwe tijd breekt aan.

1147 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]. De ring van zeven; Oosterse sprookjes van -; illustraties van Anton Pieck. 's-Gravenhage, Stok, [1974]. 131 blz. Bevat twee Indonesische sprookjes: 'De maskers van Soekahati' en 'De drie betoverde kapokpitjes'. Vindplaats: KB

'De maskers van Soekahati' vertelt van een kunstenaar die zó in zijn werk opgaat, dat zijn houten maskers een eigen leven gaan leiden.'De drie betoverde kapokpitjes' is de geschiedenis van een jonge prins die in een zwarte aap is veranderd.

1148 De Moor, Bob. Onder de vlag van de Compagnie. Doornik, Casterman, 1974. 64 blz. [Cori de Scheepsjongen.]Herdrukken: Herdruk. Breda, Brabantia Nostra, [1986]. 64 blz. [Avonturen van Cori, de Scheepsjongen; (Ciso 18).] Vindplaats: Ie druk Brinkman; Herdruk SH

Ballonstrip. De strijd van de VOC-schepen tegen de Portugezen en Spanjaarden. Bevat een fragment over de ontdekking van het Sneeuwgebergte op Nieuw-Guinea door kapitein Jan Carstenz, die daar op 16 februari 1623 met de 'Pera' langs zeilt.

1149 Berg, Phia van den. Het examen van Yok en Yoram; Uitgave van de Onderwijs-zendingscommissie te Amsterdam. Goes, Drukkerij Oosterbaan & Le Cointre, [c.1975]. 20 blz.Vindplaats: KITLV cc 2409 N (fotokopie)

374 Geannoteerde bibliografie

Het verhaal verscheen eerder in de bundel zendingsverhalen Van land tot land; Tweede bundel (zie no. 1121).In deze uitgave volgen achter dit verhaaltje 'Suggesties voor de lessen' en een beknopt overzicht van de geschiedenis van Nieuw-Guinea/Irian Jaya.

1150 Capelle, M.C. Over alk grenzen; (Zendingsverhalen); [met illustraties van Dubbel-man]. Utrecht, 'De Banier', [c. 1975]. 164 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat het Indische verhaaltje 'Hij heette Sumarmo' dat het trieste lot beschrijft van een Javaanse jongen die tijdens de Japanse bezetting op Midden-Java opgroeit. Zijn overleden ouders heeft hij niet gekend en hij weet niet of hij nog familie heeft. Een politiecommissaris in Magelang neemt Sumarmo op in zijn gezin en stuurt hem naar een christelijke school.Enkele jaren later wordt zijn pleegvader overgeplaatst. Hij kan Sumarmo niet meenemen naar zijn nieuwe standplaats. Van nu af aan leidt Sumarmo een zwervend bestaan: dakloos, eenzaam, ondervoed en werkloos. Het lukt hem Djakarta te bereiken, waar hij een tehuis vindt bij de eigenaar van een winkel van de Christelijke Lektuurdienst.

1151 [Kamma, F.C]. De geheimzinnige steen; Uitgave van de Onderwijszendingscommissie te Amsterdam. Goes, Drukkerij Oosterbaan & Le Cointre, [c. 1975]. 15 blz. Vindplaats: KITLV cc 2405 N (fotokopie)

Zendeling Christiaans maakt met een groepje Papoea's een tocht per prauw om een tempeltje te zoeken waarin een heilige steen ligt. Vroeger werd deze steen met offers vereerd door de bewoners van Waujai, een dorp op het eiland Waigeo (Nieuw-Guinea). Wanneer de zendeling met zijn mannen veilig terugkeert van de tocht en foto's van het tempeltje met de steen door een Papoease evangelist aan het dorpshoofd van Waujai laat zien, mag hier het evangelie worden gebracht omdat 'God sterker is dan de geest van de steen'.Achter het verhaal volgt voor de leerkracht een 'Korte schets van de geschiedenis van de zending en kerk in Irian-Barat'.

1152 Rutgers van der Loeff[-Basenau], An. Wrak onder water; [omslag en tekeningen van Fiel van der Veen]. Amsterdam, Ploegsma, [1970]. 204 blz., fac. en krt. Deel 1. Op weg naar 'De Liefde', blz. 1-125. Deel 2. Schatduikers bij 'De Liefde', blz. 126-204. Herdrukken: 2e druk [1978]. 204 blz.; In 1988 verscheen een heruitgave in pocket-vorm van Deel l onder de titel Ramp op zee (zie no. 1225). Bevat een verklaring van de vreemde woorden. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk SH

Het eerste deel 'Op weg naar "De Liefde"' bevat Indische fragmenten en is een historisch-romantisch verhaal uit 1711.Twee zoons van een Zeeuwse dominee worden als scheepsjongens verhuurd, bestemd voor de Oost-Indië-vaart. Ze besluiten hun vader na te reizen die, voor een diefstal veroordeeld, onder dwang als busschieter voor de Compagnie naar de Oost is gestuurd.

Geannoteerde bibliografie 375

In Middelburg gaan de broers aan boord van de Oostindiëvaarder 'De Eenhoorn', maar die loopt vast voor de kust bij Egmond. Ze vluchten naar Amsterdam waar ze in handen vallen van een zielverkoper. Ze monsteren aan op het Compagnieschip 'De Liefde', dat om Franse oorlogsschepen en kapers te ontwijken benoorden Schotland naar de Atlantische Oceaan koerst, maar in een storm bij de Shetland-eilanden jammerlijk vergaat.

1153 Ruyter, Jan de. De ontdekkingsreis van Steven Corf; Op zoek naar het geheimzinnige Zuidland. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1975]. 190 blz., krtn. [Scheepsmaat -serie; no. 5.] Vindplaats: KB/KITLV cc 2057 N/OBA

Beschrijft de historische reis van mr. Jacob Roggeveen. Onder zijn bevel vertrekt het vlaggeschip 'Arend' in juli 1721 om in het belang van de West-Indische Compagnie het Zuidland (Australië) te gaan ontdekken. De veertienjarige Amsterdamse Steven Corf maakt als scheepsmaat de reis mee. Het Zuidland wordt niet gevonden. De laatste twee hoofdstukken beschrijven de aankomst van Roggeveen te Japara (Java) in september 1722. Daar wordt hij echter door de VOC als een indringer en vijand beschouwd omdat hij het heeft gewaagd om met zijn schepen van de West-Indische Compagnie de wateren van de VOC te bevaren. Van gouverneur-generaal Hendrik Zwaardekroon krijgt hij toestemming naar Batavia door te zeilen. Daar wacht echter de gevangenis en na vrijspraak wordt hem bevolen onmiddellijk naar Nederland terug te keren.

1154 Ruyter, Jan de. Scheepsmaat Eric en de boekanier; Scheepsmaat op een piratenschip. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1975]. 163 blz. met l kaart. [Scheepsmaat-serie; no. 4.] Vindplaats: KITLV cc 896 N/OBA

Een verhaal uit de VOC-tijd dat speelt in de jaren 1774-1777.Eric, een Hollandse jongen die schipbreuk heeft geleden met de 'Adelaer' - een Oostindiëvaarder - wordt gedwongen als kajuitjongen dienst te nemen bij een beruchte zeerover, Roodbaerd genaamd. Deze maakt de Indische wateren onveilig voor de rijk beladen schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie. Wanneer Roodbaerd wordt overmeesterd gaat hij, maar ook Eric, naar Batavia waar ze voor de VOC worden geleid. Roodbaerd krijgt de galg en Eric wordt vrijgesproken omdat hij door Roodbaerd tot zeeschuimerij werd gedwongen. Hij keert naar Nederland terug op de 'Snoek' onder bevel van Jozef van Riemsdijk, een familielid van de toenmalige gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, Jeremias van Riemsdijk.

1155 Bergmans, Wilko. Geheim agent Daan Kaper; Bandieten op Balt; omslag van Gerard van Straaten. Alkmaar, Kluitman, [1976]. 158 blz., met foto van de schrijver. [Sneeuwbal serie.] Vindplaats: KITLV cc 846 N

Een James Bondachtig verhaal over een jonge Nederlandse geheime agent die onder het mom van journalist naar Jakarta vliegt. Via een Chinese zakenman probeert hij inlichtingen in te winnen over het spoorloos verdwijnen van een KLM-stewardess die

376 Geannoteerde bibliografie

op Bali op vakantie was. Maar ook de zakenman staat voor hetzelfde raadsel, omdat één van zijn vrienden - een Chinese textielmagnaat - op raadselachtige wijze op Bali is verdwenen. De zogenaamde journalist reist af naar Bali waar hij, door het schaduwen van een jonge Baliër, het geheim ontsluiert van een oude magische Balische cultus. Zie ook: 3 x Daan Kaper, waarin 'Bandieten op Bali' is opgenomen (no. 1210).

1156 Brunet, Beata. Het groene slange-oog; omslag Herson [ps. van H.G.M. Behrens].Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1976]. 142 blz. [Witte Raven-pockets; S 277.] Vindplaats: KITLV cc 1288 N

Bevat Indische fragmenten over een perkeniersfamilie uit Banda.

1157 Jong, Gjalt de. Vijftig jaar bij gevaarlijk bergvolk; geïllustreerd door A.J. Siertsema. Amsterdam, Vereeniging tot Verspreiding der Heilige Schrift, [1976]. 109 blz. Vindplaats: KITLV cc 522 N

Biografie van de zendeling dr. Ludwig Nommensen die van 1862-1918 in de Batak-landen op Sumatra heeft gewerkt.

1158 Land, Sipke van der. Wat een wereld; Op avontuur met de zending. Kampen, Kok, [1976]. 175 blz., ills.Bevat de verhalen: 'Het andere Indonesië; waar het leven een gok is'; 'Primitief Nieuw-Guinea I; tussen koppensnellers en kannibalen'; 'Primitief Nieuw-Guinea II; de vallei van de menseneters'. Vindplaats: BZO

Een reisverslag van het zendingswerk in een wereldstad als Djakarta, waar de ellende massaal op je afkomt als je de sloppen intrekt. In Djokjakarta wordt het christelijk weeshuis 'Reksa Putra' bezocht, dat ondanks zijn slechte behuizing een goede naam bezit dankzij de toewijding en het geloof van de leiding. In Pakem, een dorpje in de buurt van Djokjakarta, is een centrum voor geestelijk gehandicapte kinderen die uit alle delen van Indonesië komen. Het exploitatietekort wordt opgevangen door de vrouwenorganisaties in Indonesië.In Djakarta heeft Van der Land een gesprek met generaal T.B. Simatupang, die doceert aan de militaire academie, maar geen militair meer is. Hij is indertijd generaal geworden om zijn land vrij te maken. Nu ligt zijn taak binnen de kerken en is hij voorzitter van de Raad van Kerken in Indonesië.Irian Jaya, het vroegere Nederlands Nieuw-Guinea, is een onherbergzaam land. Zonder vliegtuig kun je dit gebied moeilijk bereizen. Van der Land bezoekt verschil-lende zendingsposten, onder ander Ewer, in het moerassige zuidoosten waar de Asmat wonen. Daar vertelt een Amerikaanse bisschop over zijn ervaringen met koppensnellers die het op zijn leven hadden voorzien. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat er nu geen sneltochten meer worden gehouden. Een paar uur vliegen hier vandaan, in de Jalimovallei, ziet Van der Land bij aankomst een stammenoorlog en maakt hij het dagelijks leven in de zendingspost Anggeruk mee. In een andere grote vallei in het centrale bergland ligt de Baliem die in 1938 is ontdekt. Hier wonen de Dani's, Bergpapoea's, die pas na jaren het evangelie hebben aangenomen, nadat ze hebben gebroken met hun oorlogen en andere vreselijke gebruiken.

Geannoteerde bibliografie 377

1159 Nènèk Dongeng [ps. van W.F.H. Steevensz-Pas]. Indonesische sagen en legenden; [met een inleiding van J.M. Knaud en een korte biografische schets van de schrijfster door Lilian Ducelle; omslag en illustraties van P. van der Maaden]. 's-Gravenhage, Tong Tong, [1976]. 152 blz., prt. [Moesson-reeks.] Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV a 356 N+

De schrijfster hoorde deze verhalen indertijd vertellen door een oude man die een nachtwake hield bij een overledene. Behalve 'Rama en Sinta; Verhaal uit de wajang' zijn alle verhalen Javaans van oorsprong. Volgens de inleider vormen ze een welkome aanvulling op de Javaansche sagen, mythen en legenden die door J. Meij-boom-Italiaander werden verzameld (zie no. 0380).

1160 Brunet, Beata. Het amulet; omslag van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1977]. 144 blz. [Witte Raven-pockets; no. S 296.] Vindplaats: KITLV cc 1350 N

Nederlandse overlevende van de Birmaspoorweg keert naar Java terug en ontfermt zich daar over het dochtertje van zijn overleden vrienden in Soerabaja. Door de onhoudbare situatie in het nieuwe Indonesië is hij gedwongen naar Nederland te repatriëren. In Den Haag bouwt hij moeizaam een nieuw bestaan op.

1161 Hilten-Brouwer, Immy van. Sidih, een jongen uit de dessa; [met tekeningen van Bert Bouman]. Z.pl., Zendingscentrum Gereformeerde Kerken in Nederland, 1977. 16 blz. Vindplaats: BZO

Een schooljongetje uit een dorpje op Java helpt op zijn manier mee bij de bouw van een kerkje.

1162 Neggers-van der Vaart, M.H. De avonturen van Sinjoto en Soeparmi; [omslag enillustraties van Margriet Burgers]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1977]. 122blz.Bevat poëzie.Vindplaats: KITLV cc 548 N

Op het platteland van Java komen twee schoolvriendjes door hun waaghalzerij in allerlei levensgevaarlijke situaties terecht als ze proberen te zwemmen bij een waterval, een slang gaan bezweren en door een kolkende bandjir worden overvallen. Bevat een kantjilverhaal.

1163 Neggers-van der Vaart, M.H. Het meisje van de waterval; [omslagillustratie vanHerson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1977]. 141 blz. [Witte Raven Pockets; no. S 287.] Vindplaats: KITLV cc 978 N

378 Geannoteerde bibliografie

Vlak voor het uitbreken van de Japanse bezetting leert het Indische meisje Maureen, die met haar vader in Prigen (Oost-Java) woont, Dave kennen. Hij is de zoon van de nieuwe buren en is in dienst bij de Marine. Hun samenzijn wordt door de oorlog verstoord. Maureen vlucht met haar vader naar Australië, maar ze komen uiteinde-lijk in Nieuw-Guinea terecht. Wanneer Maureen daar van een doodgeboren dochtertje bevalt, is het de Javaanse arts Sidjojo die zich over haar ontfermt. Dave belandt na torpedering van zijn schip op Borneo. Hij beleeft een avontuur met een jonge Dajakse en wordt krijgsgevangen gemaakt door de Japanners. Na de oorlog zien Dave en Maureen elkaar terug en is Dave woedend dat Maureen intussen gekozen heeft voor Sidjojo, een 'inlander', die onder de Papoea's werkt omdat hij op het overgeciviliseerde Java geen praktijk kon opbouwen.

1164 Roetemeijer, H.J.M. De laatste reis van de 'Cap Frio'; [illustraties van A.D. Dekkers]. Harderwijk, Uitgeversmij 'De Eekhoorn', [1977]. 105 blz. Herdrukken: 2e druk [1977]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2392 N (fotokopie)

Een avontuurlijk verhaal waarin een Indische jongeman, Rudi Borgesius, de hoofdrol speelt. Hij is op Timor geboren uit een Indische vader en een Timorees-Portugese moeder. Na de capitulatie van Japan repatriëren zijn moeder, broertjes en zusjes naar Nederland. Rudi en zijn vader reizen eerst nog naar Brazilië om diamanten op te halen. Daar komt Rudi's vader te overlijden. Een Hollandse avonturier heeft het op de diamanten voorzien als Rudi de bootreis naar Nederland via Lissabon maakt. Een jonge Nederlandse assistent-purser, die eveneens zijn jeugd in Indië heeft doorgebracht, neemt Rudi in bescherming.

1165 Schouten, Alet. Kantjil, dwerghert bij het Tobameer; illustraties van P.A. Wessels. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1977. 92 blz. Vindplaats: KITLV ee 359 N

De slimme streken die het grappige dwerghertje uithaalt op Sumatra.

1166 Brunet, Beata. De porseleinen cupido; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Beh-rens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1978]. 160 blz. [Witte Raven-pockets;no. S 307.]Vindplaats: KITLV cc 861 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. Een grootmoeder vertelt aan haar kleindochter over haar jeugdjaren in Soerabaja, over haar man die is omgeko-men bij de slag in de Javazee en over de Japanse bezetting.

1167 Fabricius, Johan. Toontje Poland onder de tropenzon; illustraties van Dick de Wilde. ['s-Gravenhage], Leopold, [1978]. 221 blz.Herdrukken: Herdruk. Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum, [1984]. 221 blz. [Prisma Juniores.].Vervolg van: Toontje Poland; een Alkmaarse jongen in de dagen van Napoleon. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 606 N; Herdruk Brinkman

Geannoteerde bibliografie 379

Deze levensgeschiedenis van een Alkmaarse kruideniers/oon, Theodorus Poland (1795-1857), is een bewerking naar het gelijknamige boek van W.A. van Rees dat in 1867 werd uitgegeven. Hoewel deze versie van Johan Fabricius is bestemd voor de oudere jeugd, is dit verhaal qua inhoud afgestemd op volwassenen. In oktober 1815 vertrekt Toontje met zijn vrienden als militair naar de Oost. Na oponthoud in Engeland en in Kaapstad komen ze in mei 1817 te Batavia aan. Daar ervaren ze dat het kazerneleven heel anders is dan in Nederland. Veel soldaten met een langere staat van dienst wonen samen met een inheemse vrouw die voor hen zorgt en hun kinderen groeien op in de kazerne.Na het bedwingen van een opstand in Cheribon begint het eigenlijke militaire leven. Toontje rolt van de ene militaire expeditie in de andere, van Malakka naar de Riouwarchipel waar Boeginese zeerovers de zaak onveilig maken. Terug in Batavia ontmoet Toontje de jonge Javaanse vrouw Fien die in de keuken van het militaire hospitaal werkt. Ze wordt zijn trouwe levensgezellin, hetgeen betekent dat Toontje nu een eigen kamer binnen de kazerne krijgt. Op bijna alle expedities trekt Fien met Toontje mee. Ze krijgen drie kinderen, een meisje en twee jongens. Ook is Toontje betrokken bij de Java-oorlog (1825-1830) met Prins Diponegoro aan het hoofd van de opstandelingen. Toontje wordt bevorderd tot eerste luitenant. Met inheemse hulptroepen, trouwe Madoerezen, is Toontje de oorlog doorgekomen. Hij zorgt er voor dat de soldaten in hun uniform behoorlijk voor de dag kunnen komen. Samen met zijn troepen trekt hij op naar Madoera waar hen een feestelijke thuiskomst wordt bereid door de sultan in Bangkalan. Daarna wordt Toontje weer ingezet voor de Padri-oorlog op Sumatra, waarbij hij door een kogel ernstig gewond raakt aan zijn been. Toontje wordt onderscheiden met de Nederlandse Leeuw en heeft het gebracht tot kapitein. Van nu af aan slijt hij zijn dagen als adjudant van de sultan van Madoera en wordt hij instructeur van zijn manschappen en commandant van de kratonwacht. Op blz. 93 vertelt Fabricius over de positie van de njai.

1168 Ligthart, Jan en H. Scheepstra. Ot en Sten; Voor de scholen in Nederlandsen Oost-Indië bewerkt door A.F.Ph. Mann; met de oorspronkelijke plaatjes van C. Jetses; veertiende druk. Alphen aan den Rijn, Sijthoff, 1978. 317 blz. Herdrukken: Opnieuw uitgegeven naar de oorspronkelijke editie van 1911. Bevat poëzie. Vindplaats: 14e druk KITLV qq 604 N; Oorspr. editie Brinkman

De tekst, waarin hier en daar wat Maleise woordjes zijn verwerkt, en de illustraties zijn geheel aangepast aan de Indische sfeer. Deze veertiende druk is géén school-boek, maar een nostalgische uitgave. Als bijzonderheid kan worden vermeld dat C. Jetses nooit in Nederlands-Indië is geweest.

Dorrestein, Miek. Geesten houden niet van regen, [1979]. Zie no. AOW

1169 Er gaat door alle landen; met bijdragen van M.C. Capelle, A. van der Jagt-Zwijnen-burg, E. Kuijt e.a.; met illustraties van A. van der Spek. Rotterdam, Werkgroep Christelijk Boekenweekgeschenk, 1979. 80 blz.Bevat het verhaal van C.G. Vreugdenhil: 'Vrede op aarde' (blz. 72-80). Vindplaats: KITLV 3p 1043 N

380 Geannoteerde bibliografie

Het verhaaltje van C.G. Vreugdenhil speelt op Nieuw-Guinea waar door de komst van de zending vrede wordt gesticht tussen twee Papoeadorpen.

1170 Ferwerda, Ynskje. Mensen in de pot; [omslag en illustraties van Will Berg]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1979]. 150 blz. Bevat een woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1029 N

Avonturen van twee Papoeameisjes die door wilde Bospapoea's worden overvallen, gevangen genomen en op het punt staan gedood te worden. Ze zien kans te ontsnappen en beleven nog spannende momenten voor ze heelhuids in hun dorpje aankomen.

1171 Kortenaar, Marijke ten, en Ton Smits. Kinderen van overal: werken; Uitgegeven in opdracht van PMK-Nederland. Tilburg, Zwijsen, 1979. 32 blz., foto-ills., kit. Bevat een verhaaltje door beide auteurs uit Indonesië: 'Wilt u een hoedje, mijnheer?' (blz. 29-31), dat speelt in Djakarta. Vindplaats: BZO

1172 Maspe, Wian [ps. van Wim B.M. Spekking en Anny M.G. Spekking-Matti]. De boogschutter in het ravijn; [omslag en tekeningen van Nicoline Nieuwenhuis]. Amsterdam, Ploegsma, [1979]. 110 blz. Vindplaats: PB

Hoewel niet bij name genoemd, spelen de meeste verhalen zich af op Irian Jaya, vroeger Nederlands Nieuw-Guinea waar het schrijversechtpaar heeft gewoond en gewerkt. Ze vertellen over het dagelijks leven van de Papoea's, waarin de oude cultuur en leefgewoonten moeten wijken voor nieuwe invloeden, praktische kennis en de opbouw van het land. De strijd tegen de elementen, zoals een aardbeving, de burgeroorlog na het uitroepen van de onafhankelijkheid en het gewelddadige verzet tegen de komst van een grote houtzagerij komen alle aan de orde.

1173 Mobach, M.J. Mei Lan's overwinning; [omslag en illustraties van Joh. Kollaard]. Houten/Utrecht, Den Hertog, 1979. 109 blz. Herdrukken: 2e druk 1983. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk OBA

De uit China gevluchte rijstbouwer Thio woont met zijn gezin op Midden-Java. Hij kan nauwelijks rondkomen van de opbrengst van zijn land. Bovendien moet hij strijd leveren tegen een Chinese concurrent en tegen de elementen, zoals een bandjir. Als zijn dochter Mei Lan veertien jaar is, moet ze meehelpen op de sawah. Bij de ceremoniën van het oogstfeest treft tijdens het drakenspel een van de klauwen Mei Lans rechter oog. Goed bedoelde hulp van een doekoen verslechtert haar gezichts-vermogen. In het ziekenhuis blijkt dat ze aan beide ogen blind is. Een bevriende Javaanse familie zorgt dat door tussenkomst van een zendingspredikant Mei Lan op een blindeninternaat wordt geplaatst. De Chinese religieuze levensbeschouwing van thuis biedt haar geen uitzicht. Ze neemt het christelijk geloof

Geannoteerde bibliografie 381

aan en leert haar situatie aanvaarden. Later wordt ze helpster in een verpleeghuis voor gebrekkige bejaarden.

1174 Schouten, Alet. De hertesprong; [omslag van Lidia Postma]. Bussum, Van Holkema & Warendorf, [1979]. 118 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 827 N

Hoewel het niet expliciet in dit boek wordt vermeld, speelt het verhaal in de Bataklanden op Sumatra, in de omgeving van het Tobameer.Selido, zoon van een vorst, schaakt het meisje Suriga. Dit samen weglopen, de hertesprong genaamd, moeten de ouderen later wel goedvinden. Hun huwelijk blijft kinderloos. De plaatselijke datoe, aan wie Suriga was beloofd, kan hen niet helpen. Selido en Suriga gaan onverwacht op reis: drie dagen lopen door de wildernis naar een machtiger datoe, een beroemd ziener, geestenbezweerder en groot mensenken-ner. Binnen een jaar wordt een meisje, Djagar, geboren. Na zes maanden overlijdt Suriga. Selido trouwt opnieuw en hij verstoot Djagar. Ze mag niet in het grote familiehuis opgroeien. Djagar komt te wonen in een eenzame hut bij Nan Hik, een sibaso, een vrouw die met geesten spreekt. Een geheimzinnige en angstige wereld, waar de boenians (onzichtbaren) een belangrijke rol spelen. In deze omgeving ontmoet ze Lali, de zoon van een vijandelijke vorst die in haar dorp gevangen wordt gehouden.Een inleiding of een verklarende woordenlijst met betrekking tot de cultuur en de leefwijze van de Bataks ontbreekt.De schrijfster heeft vermoedelijk gebruik gemaakt van C.M. Pleyte Wzn. Bataksche vertellingen; verzameld door -. Utrecht, Honig, 1894. XI, 312 blz.

1175 Swüste, Wim. Kinderen van overal: geloven; Uitgegeven in opdracht van PMK-Nederland. Tilburg, Zwijsen, 1979. 30 blz., foto-ills., krtn. Bevat een verhaaltje uit Bali: 'Siti Solasteri danst voor de rijstgod' (blz. 15-17). Vindplaats: BZO

1176 Tadema Sporry, Bob. Avontuur op Bali; [omslagtekening en illustraties Auke A. Tadema]. Amsterdam enz., Van Goor Jeugdboeken, 1979. 125 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 623 N

Twee Balische jongens werken in een beeldhouwersatelier in hun dessa. Een griezelig monster en een aardbeving geven de nodige spanning aan dit verhaal, dat eindigt met een groot tempelfeest.

1177 Vries, Jaap [J.] de. Peter in het verre land; met tekeningen van Geeske van Tienhoven. Nijkerk, Callenbach, [1979]. 54 blz. Vindplaats: KITLV cc 2236 N/OBA

Met zijn ouders en broertje vertrekt Peter naar Sulawesi, vroeger Celebes genaamd, waar zijn vader les gaat geven aan dominees en hulppredikanten in Ujung Pandang, vroeger Makassar. Ze krijgen een huis op palen en ze worden ontvangen door de

382 Geannoteerde bibliografie

familie Lumual met hun kinderen met wie Peter en zijn broertje bevriend raken. Ze gaan samen naar de christelijke Indonesische school. Peter kan zelfs de onderwijzer, die langzaam spreekt, al verstaan. Onverwacht krijgt Peter ruzie met zijn klasgenoot je Ahmed die een beweging naar hem heeft gemaakt die hij als slaan opvat. Een misverstand, want hier betekent dit gebaar dat je iemand roept. Het verhaal eindigt met een verrassing voor Peter: de overkomst uit Holland van oma.

1178 Bons-Storm, Riet. Waar vulkanen de wacht houden; [met foto's van de schrijfster en Pim Bons]. Oegstgeest enz., Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk enz., [c. 1980]. 36 blz., krtn. Vindplaats: KTTLV e 66 N+

Een reis van Jakarta naar Noord-Celebes. In een van de dorpen in de Minahassa woont Jusak, zoontje van een Indonesische dominee. Samen met zijn Hollandse vriendje Jaap maakt hij een tocht naar het eilandje Langga.

1179 Brunet, Beata. Een toevallige gelijkenis; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Beh-rens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1980]. 160 blz. [Witte Raven-pockets; no. S 348.] Vindplaats: KITLV cc 823 N

Lotgevallen van twee jonge mensen, een Indische jongen en een Hollands meisje, die elkaar op Java hebben leren kennen en telkens door allerlei omstandigheden elkaar uit het oog verliezen. Beschrijft de periode vóór de Tweede Wereldoorlog in Indië en Nederland, de Japanse bezetting en de capitulatie van Japan.

1180 Capelle, M.C Heb je 't al gehoord?; Zendingsverhalen voor jonge kinderen; omslagont-werp en tekeningen [van] Ben Horsthuis. Utrecht, 'De Banier', [1980]. 155 blz. Bevat twee korte Indische verhaaltjes: 'Dat komt ervan' en 'Wie had dat gedacht'. Vindplaats: BBJ

'Dat komt ervan' gaat over het Javaanse jongetje Kerto dat een rijstveld bewaakttegen de rijstvogeltjes.'Wie had dat gedacht' is een verhaaltje uit Nieuw-Guinea.

1181 Drie verhalen van de Kai-eilanden; [bewerkt door W.E. Westerman]; uitgegeven door de projektgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. [Hoevelaken], [Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 29 blz., afbn., krt.Bevat 'Het sterretje Ngimas'; 'Hoe Hian en zijn broers naar de aarde kwamen'; 'De bruinvis'. Vindplaats: KITLV f 286 N

'Het sterretje Ngimas' is een verhaal dat grootouders aan hun kleinkinderen vertellen als ze een vallende ster zien. Ze roepen dan: 'Ga vlug naar binnen. Blijf niet buiten. Er valt een ster op de aarde. En als die een kind ziet, neemt hij dat mee terug naar de hemel.''Hoe Hian en zijn broers naar de aarde kwamen' vertelt over drie hemelbewoners die langs een koord afdalen naar de aarde, waar ze met de bewoners van het dorp

Geannoteerde bibliografie

Mastoer wedstrijden aangaan die ze winnen. Daardoor krijgen ze toestemming hier te blijven wonen. Ze trouwen ieder met een vrouw uit Mastoer en krijgen alle driezeven zonen.'De bruinvis' gaat over mensen die na hun dagelijkse arbeid op de ladang visse-huiden aantrekken, in bruinvissen veranderen en in zee springen. Onder hen bevindt zich een mooie jonge vrouw. Een tapper van palmwijn verstopt haar vissehuid, zodat ze niet naar zee terug kan keren en trouwt met haar. Als hij het later niet met haar eens is over het gedrag van hun enige zoon vlucht ze terug naar de zee. Ze doet pas voorgoed afstand van haar vissehuid als haar man belooft in het vervolg beter naar haar te luisteren.

1182 Korpershoek-van Wendel de Joode, A. Kleine Toean; [illustraties Joh. Kollaard]. Utrecht, Den Hertog, 1980. 60 blz. Vindplaats: KITLV cc 719 N

Mirko, een Papoeajongen, is bevriend met een Nederlands zendelingsechtpaar en hun zoontje. Mirko brengt voor de zendeling een zalfje naar de oude vrouw Noeriah die een ontstoken been heeft. Noeriah is boos en weigert de zalf. Voor het zieken-huis werd gebouwd was zij de doekoen van het dorp naar wie de zieken toe kwamen. Ze is de enige dorpeling die nog een amulet bezit. Mirko ziet kans de amulet op een onbewaakt ogenblik uit haar hut te halen en in de rivier te gooien. Tijdens een hevig onweer gaat de zendeling naar Noeriah omdat hij weet hoe bang ze is zonder amulet. Zijn gebed heeft een kalmerende uitwerking op haar gemoedsrust. Ze heeft allang begrepen dat Mirko haar amulet heeft weggehaald, maar ze is niet kwaad op hem. Ze vraagt zelfs of Mirko haar wil voorlezen uit de Bijbel.

1183 Planten, dieren, mensen; Zeven verhalen van het eiland Ceram; bewerkt door W.E.Westerman; uitgegeven door de Projektgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. [Hoevelaken], [Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 15 blz., afbn. Vindplaats: KITLV f 288 N

De herkomst van muizen op de Molukken; bananen die in kinderen veranderen; hoe de casuaris een loopvogel werd; het jongetje Manusane dat bij een roofvogel opgroeit en door zijn ouders wordt teruggehaald; een doodgewaande krab; een aal die zijn vissehuid uittrekt en een jongeman wordt; een manga die in een beeldschoon meisje verandert.

1184 Toewale en de mensen en dieren op aarde; Verhalen van de Zuid-Molukken bewerkt door W.E. Westerman; uitgegeven door de Projektgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. [Hoevelaken], [Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 20 blz., atb. Vindplaats: KITLV cc 2108 N

Voor de bewerking van deze verhaaltjes werd gebruik gemaakt van mondelinge informatie op Ambon. Als bronnenmateriaal werd geraadpleegd O.D. Tauern Patisawa und Patalima (1918) en G. de Vries Bij de Berg-Alfoeren op West-Ceram (1927).

384 Geannoteerde bibliografie

1185 Vandersteen, Willy. De nare varaan. Antwerpen enz., Standaard Uitgeverij, [1980]. 58 blz., afbn. en tekst. [De Avonturen van Suske en Wiske; deel 153.] Vindplaats: BN/KITLV cc 1238 N+

Om tante Sidonia van haar eenzaamheid af te helpen reizen Suske en Wiske naar het 'Drakeneiland' in Indonesië. Daar vangen zij voor tante een betoverde prinselijke varaan op het eiland Komodo. Achtervolging en ontvoering op Bali, opschudding thuis in Europa.

1186 Vermeer-van Berkum, Carla. Kon ik maar weer een gewoon meisje zijn; Dagboek uit Japanse kampen '44-'45. Amsterdam/Brussel, Elsevier/Van Goor, 1980. 215 blz., afbn., prtn., facs. en krt. [Van Goor Jeugdboeken.]Bevat behalve een naschrift en een toelichting ook een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 659 N

Aantekeningen gemaakt tijdens de Japanse bezetting door een Nederlands meisje dat op dertienjarige leeftijd met haar moeder en broertjes wordt geïnterneerd in kamp Lampersarie aan de buitenkant van Semarang.

1187 Vogelaar-van Amersfoort, Aflie]. Twee zusjes in het oerwoud; met illustraties van Ben Horsthuis. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1980]. 64 blz. Herdrukken: 2e druk [1984]. Vindplaats: lè druk KITLV cc 2400 N; 2e druk Brinkman

Een verhaal uit Irian Jaya, waar Arna en Erna wonen, een tweeling die dankzij de komst van de witte mensen nog in leven is. De traditie eist nu eenmaal dat bij de geboorte van een tweeling één van hen moet sterven. Het kind wordt in het oerwoud gelegd, of in de rivier gegooid. De oude Majemba, de medicijnman-tovenaar, mompelt 'Twee is één te veel...' als hij Arna en Erna ziet. Op een dag gaat hij op zoek naar de giftigste knolwortels die er bestaan. Op de terugweg breekt hij zijn been en kan niet meer opstaan. Als Arna en Erna hem zo aantreffen halen ze de zendingsarts en een paar dragers. Als de dokter de uitgegraven wortels herkent, gaat hem een licht op. Hij waarschuwt de ouders van Ama en Erna voor de duistere plannen van Majemba.

1188 Vreugdenhil, C.G.; met medewerking van LA. Kole. Kinderen op het zendingsveld. Goes, Hoekman, [1980]. 122 blz., prtn., afbn.Herdrukken: [Herdruk] verscheen onder de titel Kinderen van het oerwoud; [illustraties van Joh. Kollaard]. Houten/Utrecht, Den Hertog, 1983. 112 blz. Vindplaats: Ie druk PB; Herdruk KITLV cc 972 N

Een lees- en leerboek over de Jali's, een groep Papoea's die in het centrale bergland ten oosten van de Baliemvallei in Irian Jaya wonen. Tot in de kleinste details wordt er over hun dagelijks leven verteld, zoals de geboorte en dood van een klein meisje, het inwijdingsritueel van een tienjarig jongetje en het raadplegen van de tovenaar-medicijnman bij een ziekte. De kinderen van zendeling Vreugdenhil die schoolgaan en spelen met de Jalikinderen raken vertrouwd met die andere leefwereld.

Geannoteerde bibliografie 385

1189 Wako wako [ps.]. Het leven van Daan en Boetje op Rumah Tiga; Eerste deel.'s-Gravenhage, Front Pemuda Maluku, Bagian Cultuur, [c. 1980]. 20 blz., afbn.[Mutiara Maluku; no. 4.]Vindplaats: MHM/KITLV N (fotokopie)

Hoewel in deze tijd uitgegeven, geeft het verhaaltje de vooroorlogse situatie weer op het eiland Ambon. In het kustplaatsje Rumah Tiga woont de Zuidmolukse school-jongen Daan met zijn vader, die visser is, zijn moeder en twee zusjes. Het verhaaltje wordt gekenmerkt door een pedagogische en sterk idealistische ondertoon: 'Daan wil knap worden, heel veel leren om later naar de HBS in Soerabaja te gaan, en om later zijn land vooruit te brengen'. Daarvoor moet hij Nederlands leren. Dit gebeurt buiten schoolverband. Met zijn vriend Boetje krijgt Daan extra Nederlandse les van mijnheer Lina, die deze taal goed kent. De vele Ambons-Maleise uitdrukkingen en zinnetjes zijn niet vertaald. Het boekje is duidelijk bestemd voor de Molukse jeugd in eigen kring.

1190 Vervallen.

1191 Zo komt het dat...; [Acht verhalen uit West Ceram bewerkt door W.E. Westerman];uitgegeven door de Projektgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. [Hoevelaken, Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 18 blz., afbn., krt. Vindplaats: KITLV f 287 N

De herkomst van het moederland Ceram; vechtende bergen die nu verspreid over het eiland liggen; vijandschap tussen herten en honden; de eerste zoete knollen of aardappelen; hoe de mensen aan vuur kwamen; de strijd tussen de dorpen Okute en Makubala; de kat en de kokosnoot; hoe de mensen de palmwijn ontdekten.

1192 Bloem, Marion. Matabia; [omslag Maarten Koopman en illustraties van de schrijf-ster]. Baarn, De Fontein, 1981. 107 blz.Herdrukken: Herziene uitgave verscheen onder de titel Matabia; Of, Een lange donkere nacht. Amsterdam, Leopold, 1990. 155 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 992 N; Herziene druk KITLV cc 2328 N

Het Indische meisje Sylvia, in Nederland geboren en getogen, past voor de eerste keer op haar jongere broertje en zusje omdat haar ouders 's avonds naar een feest gaan. Als het buiten en ook in huis donker wordt haalt ze zich allerlei muizenissen in het hoofd en bekruipt haar de angst. Ze kan pas rustig slapen wanneer ze haar schelpje (de matabia) bij zich heeft dat haar zal beschermen tegen boze dromen en geesten.De schrijfster - een Indo-Europese jonge vrouw - heeft met dit verhaal over haar eigen jeugd de karakteristieke Indische leefwereld dichterbij gebracht. Ze laat zien wat het Indisch-zijn betekent: opgroeien tussen twee culturen. Haar quasi-naïeve tekeningen geven een duidelijke ondersteuning aan de tekst.

1193 Chagoll, Lydia. Zes jaar en zes maanden; Herinneringen van een kind dat aan de Nazi's is ontsnapt, maar in Japanse kampen terecht is gekomen. Antwerpen enz., Standaard Uitgeverij enz., [1981]. 196 blz.

386 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: Herdruk verscheen onder de titel Buigen in Jappenkampen. Leuven/Pur-merend, Infodok, [1986].Vindplaats: KITLV cc 1212 N; Herdruk KITLV cc 1488 N

Gevlucht uit België, opgejaagd en zwervend door Frankrijk, Spanje, Portugal, Mozambique en Zuid-Afrika komt de elfjarige Lydia met haar ouders en zusje in Batavia aan. Het gezin wordt ondergebracht in een kamp voor vluchtelingen uit Europa. Het is dan 8 november 1941. In december begint de Japanse aanval. Op een zeer plastische wijze vertelt Lydia tot in de intiemste details over haar leven in vijf achtereenvolgende vrouwenkampen en hoe zij uitgroeit tot een moeilijk te hanteren puber. Ze kan onder deze omstandigheden haar gevoelens van angst en onmacht niet op een normale manier uiten. In Adek, het vijfde en laatste kamp wordt Lydia de prooi van 'het wachten op het verdwijnen'. Uitgeput door honger en pijn kan ze alleen nog maar liggen wachten totdat het leven uit haar wegkruipt. Uiteindelijk heeft ze het gered.Eind oktober 1945 ontdekken Lydia, haar moeder en haar zusje via het 'Oranjeblad' dat ze onder ogen krijgen, dat hun vader nog leeft. Ze ontdekken zijn naam als de uitgever van het krantje dat in Singapore is verschenen. Met een rammelend vliegtuig vertrekken ze naar Singapore waar ze elkaar na vier jaar terugzien en naar Nederland repatriëren. Het inwonen bij familie in Amsterdam is in wezen een afscheid - een dodenherdenking - van hun overige familieleden die in Sobibor en Auschwitz zijn omgekomen.In november 1946 gaat de wensdroom uit het kamp in vervulling. Het gezin keert terug naar Brussel, naar hun eigen huis. In die zo vertrouwde omgeving lukt het hen niet de draad van het verleden weer op te pakken. De ouders en de kinderen zijn van elkaar vervreemd. 'Niets was meer zoals vroeger...'

1194 Ongelogen waar, [een bundel verhalen van Hans Bloemendal, Hans Dorrestijn, Hans Hagen e.a.; omslagontwerp Max Velthuijs en illustraties van Anneke van Oers, Alfons van Heusden, Robert Nix e.a.]. Amsterdam enz., Kosmos, [1981]. 119 blz. Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaal 'Amanda op Poelau Pandjang' door Anny [M.G.] Matti en Wim [B.M.] Spekking. Vindplaats: BBJ

Een schoolmeisje uit Nederland droomt over haar onbaatzuchtige hulp aan een verlamde Indonesische jongen op een eiland bij Ceram.

1195 Roetemeijer, Marinus. De avonturen van Wim Grotegoed; [met illustraties van J.W. Stil]. Amsterdam, Buijten & Schipperheijn, 1981. 82 blz. Vindplaats: KITLV cc 1192 N

Bevat Indische fragmenten over een jonge Amsterdamse lichtmatroos die in 1842 op zijn eerste zeereis in Batavia zijn fregat voor de terugreis mist. Als verstekeling komt hij aan boord van het barkschip 'De Nijverheid'. Bij noodweer vergaat het schip, maar hij overleeft de ramp en keert behouden huiswaarts.

1196 Rooy, Peter de. De duvelstoejager van Het Wapen van Hoorn; [omslagtekening van Rudi van Giffen]. Amsterdam enz., Van Goor Jeugdboeken, 1981. 189 blz. Vindplaats: KITLV cc 1274 N

Geannoteerde bibliografie 387

Zeventiende-eeuwse weesjongen en schoenmakersleerling uit Hoorn gaat als verstekeling aan boord van een Oostindiëvaarder. Hij vaart niet alleen naar Java, maar ook naar Ceylon, Formosa en Japan. Na ruim vier jaar keert hij terug in Nederland als lichtmatroos en stuurmansleerling in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.

1197 Tjepkema, Almar. Sandra en Thijs zoeken zelf een broertje; [met foto's van Frank Greiner en Almar Tjepkema]. Amsterdam, Van der Velden, 1981. 78 blz. Vindplaats: KITLV cc 758 N+

Twee Nederlandse kinderen ontvoeren een Indonesisch jongetje om hem als pleegbroertje mee te nemen naar Nederland. Dit plan mislukt, maar hun ouders adopteren op afstand een zusje in India via het Foster Parents Plan. Eerder verschenen als vervolgverhaal in het blad 'Samsam'.

1198 Velvis, H. Siatjoe uit het land van de Digoel; [omslag en illustraties van Jaap Kramer]. Groningen, De Vuurbaak, [1981]. 74 blz. Vindplaats: KITLV cc 712 N

Langs de rivier de Digoel in zuidoost Irian Jaya wordt een zwaar gewonde Papoea-jongen, Siatjoe, in zijn prauwtje aangetroffen door een Nederlandse zendingsonder-wijzer en zijn twee Papoeahelpers. Ze brengen hem naar de zendingspost, waar hij wordt geopereerd. Tijdens zijn herstel leren de zendingsmensen de stamtaal van Siatjoe, die op zijn beurt Indonesisch leert. De Nederlandse zendingsonderwijzer en zijn Papoeahelpers brengen Siatjoe naar zijn dorp; onderweg vinden ze Siatjoe's prauwtje en pagaai terug waarmee hij nu de zendingsmensen vooraf gaat om hun bezoek voor te bereiden. De witte man die Siatjoe's leven heeft gered is welkom en wordt van boord gehaald. De witte man spreekt hun taal en deelt geschenken uit. Jaren verstrijken en Siatjoe heeft leren lezen en schrijven. Hij beheerst in korte tijd het Indonesisch. Nu is Siatjoe goeroe in zijn geboortedorp. Na een zendingsbijeen-komst raakt Siatjoe gewond bij een vliegtuigongeluk. Gedurende zijn wekenlang verblijf in het ziekenhuis praat Siatjoe veel met Maraka, een verpleegster uit zijn eigen volk. Maraka wil Siatjoe graag helpen bij de opbouw van zijn dorp; ze wordt zijn vrouw.

1199 Dorrestein, Miek. Paabvormen of pindakaas; met tekeningen van Hanna Benthem. Amsterdam, Ploegsma, [1982]. 127 blz. Vindplaats: KITLV cc 799 N

Na de dood van zijn moeder wordt de Papoeajongen David in het gezin van een Nederlandse bestuursambtenaar grootgebracht. Wanneer de familie Nieuw-Guinea verlaat, blijft David achter. Hij zoekt teleurgesteld zijn weg temidden van zijn Papoease familie in zijn geboortedorp, maar daar wordt hij niet zonder meer geaccepteerd. Dan neemt hij zich voor om naar de schoolbanken terug te keren om later bestuursambtenaar te worden.

388 Geannoteerde bibliografie

1200 Van ver klinkt de tifa; Een leesboek voor kinderen van 10-13 jaar. Amsterdam, Koninklijk Instituut voor de Tropen/Tropenmuseum, 1982. 55 blz., ills. Vindplaats: KITLV f 171 N+

Drie Molukse schoolkinderen van de tweede generatie Molukkers in Nederland brengen een bezoek aan hun familie in Ujung Pandang (het voormalige Makassar), Ambon, Ullath, Tulehu en Surabaya. Uitvoerig wordt ingegaan op de leefwijzen van de verschillende Molukse gemeenschappen - christelijk en islamitisch - in Indonesië en in Nederland. Gepubliceerd als onderdeel van het project Leerkits Molukse Minderheid.

1201 Woldendorp, Henk. Op reis door Vier-Koningen-Land; [met foto's van Henk van der Leeden en Lolke Osinga]. Oegstgeest enz., Raad voor de Zending der Ned[erlandse] Hervormde Kerk en de Zending van de Gereformeerde Kerken in Nederland, [1982]. 32 blz., krtn. Hoofdstuk l werd met hulp van F.C. Kamma geschreven. [Platenboek no. 2; Irian Jaya, Indonesië.] Vindplaats: KITLV g 902 N+

Uit het dagelijks leven van de Papoeabevolking op de eilanden voor de Vogelkop die door de broertjes Timo en Jason, hun vader, die goeroe is, en de penetua (ouder -ling) worden bezocht. Ze zijn op weg per prauw naar Sorong om hun koopwaar aan de man te brengen en van de opbrengst materiaal te kopen voor de bouw van een kerkje in hun dorp op een van de Ayau-eilanden. Onderweg luisteren de kinderen naar oude Papoease overleveringen en wetenswaardigheden. In Sorong ervaren ze de grote sociale tegenstellingen van kampong en stad.

1202 Colijn, Marianne. Het Finlandhuis; met tekeningen van Lidia Postma. Baarn, De Fontein, 1983. 89 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland en aan de Oostzeekust, waar het meisje Odiel in aanraking komt met 'Oma Bali', Yasmina, een artistieke Indische vrouw. Haar vader was een Hollandse kunstschilder die een tijdje op Bali werkte en een Balische, haar moeder, trouwde. Ze kregen één dochter, Yasmina, die op oudere leeftijd naar Nederland ging. Haar ouders waren toen al overleden. Ze bewoonde een klein huisje met een atelier op zolder, waar ze batikte en schilderde. Een oude zeekapitein die haar ouders heeft gekend, biedt Yasmina zijn huis aan dat aan de Oostzee (Baltische kust) ligt.Odiel, die thuis problemen heeft, logeert bij 'Oma Bali' in haar Finlandhuis aan de Oostzee. 'Oma Bali' geeft haar tekenles en vertelt Odiel de Javaanse legende van Nyai Roro Kidul, de godin van de zee bij de Wijnkoopsbaai en het Balische verhaal van de goede tijger Barong en de boze heks Rangda.

1203 Manuhuwa, Diane. Diane op Allang; geschreven en getekend door -; redactie Dity Manuhuwa-van Wijk. Hoevelaken, Christelijk Pedagogisch Studiecentrum, 1983. 63 blz., prt. Vervaardigd in opdracht van de pgOOM, de projectgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. Vindplaats: KITLV cc 981 N

Geannoteerde bibliografie 389

In de zomer van 1982 maakt de zevenjarige Diane Manuhuwa uit Bome (Overijssel) een reis naar haar stokoude overgrootmoeder (94) die in het dorpje Allang woont, op het eiland Ambon. Haar Molukse vader, haar Nederlandse moeder, haar jongere broertje en haar Molukse grootouders die in Nederland wonen, gaan ook mee. Diane logeert bij een tante die ze een handje helpt bij het huishoudelijk werk dat minder geriefelijk is dan in Holland. Ze gaat een dagje mee naar school met haar neefjes. Oom neemt hen mee de bergen in waar zijn dusun (tuin) met vruchtbomen ligt. Een andere wereld waarin Diane volop geniet, maar zich ook blijft verbazen.

1204 Wonink, Harry. Speurtocht naar vliegende slangen; illustraties van Albert Wessels. Rijssen, Ligtenberg, 1983. 137 blz. Vindplaats: KITLV cc 1611 N

Speelt in de bersiaptijd in Indonesië waar een Groningse professor in de biologie met zijn zoon Mark en diens studievriend Han een wetenschappelijke expeditie maakt door de binnenlanden van Sumatra. Op hun tocht krijgen ze bescherming van een Nederlandse luitenant omdat er gevaar dreigt van de soldaten van de TNI, het leger van de Indonesiërs. De drie wetenschappers worden de gast van Amad, een Sumatraans dorpshoofd, nadat ze een tijgerin hebben neergelegd die zijn kampong terroriseerde. Als een ervaren gids loodst Amad zijn gasten door de rimboe naar de plek waar vliegende slangen voorkomen. In deze wildernis wordt het gezelschap geconfronteerd met een drama dat zich rond een krankzinnig geworden jonge Nederlandse planter en diens vrouw heeft afgespeeld.

1205 Dorrestein, Miek. Vogelvrij verklaard. Amsterdam, Ploegsma, [1984]. 128 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1168 N

Over fel verzet van de Papoeabevolking uit West Nieuw-Guinea, die door de Indonesische ambtenaren en militairen onder de voet wordt gelopen, gemarteld en uitgebuit.Gruwelijk en realistisch verhaal over het leven van Bertos, een jonge halfbloed-Papoea. Het is een aanklacht tegen de houding van de Indonesiërs en zijn Neder -landse vader die hij nooit heeft gekend.

1206 Fahner-Vos, G. Arike van het groene woud; [illustraties Ben Horsthuis]. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1984]. 142 blz. Vervolg van: Het nieuwe woord (zie no. 1146). Vindplaats: KITLV cc 2363 N

In Goeriba, een dorp van de Ahoelistam, beplant het eigenzinnige Papoeameisje Arike zelf een lapje grond en schendt hiermee de traditionele regels. Haar oudere broer Labo die al is ingewijd en tot de mannen behoort trekt met hen ten strijde tegen de mannen van Wochinoe, die aan de overkant van de rivier het nieuwe dorp Pantali hebben gebouwd.Labo raakt in deze strijd gewond en moet een oog missen. De tovenaar-medicijnman probeert hem te genezen en houdt Labo tegelijkertijd in zijn macht, 's Nachts vernielen zij de tuin van Arike en geven de geesten hiervan de schuld. Labo maakt dit openlijk bekend als er vrede is gesloten met de mannen van Wochinoe, van wie

390 Geannoteerde bibliografie

Doealin de leider is. Door de komst van het nieuwe woord zal het geloof in de geesten uit hun dorp verdwijnen.

1207 Joyce, een Moluks meisje; foto's van Otto Tatipikalawan; tekst van Aleida Anakotta. [Hoevelaken], [Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], 1984. 147 blz. Vervaardigd in opdracht van de pgOOM, de projectgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. Bevat een losse bijlage 'Informatie voor de leerkracht', 17 blz. Vindplaats: KITLV f 194 N

De achtjarige Joyce Jempormiasse behoort tot de 'derde generatie Zuid-Molukkers' in Nederland. Ze vertelt over haar dagelijks leven op school en thuis in Appingedam. Haar ouders die afkomstig zijn van de Tanimbar-eilanden, houden hun christelijk-Molukse traditie in ere. In tegenstelling tot haar opa en oma wonen Joyce en haar ouders niet meer in een Molukse wijk.

1208 Overal op aarde; Verhalen voor kinderen; [samengesteld door M.C Romein-Vroegin-dewey, A. Doeland en R. Bartels; tekeningen van H. van Voorst]. [Uitgave van de Nederlandse Hervormde Zondagsscholenbond op Gereformeerde Grondslag]. Amersfoort, Uitgeverij Echo, [1984]. 96 blz.Bevat drie verhaaltjes uit de Toradjalanden, Celebes: 'Karanna's wens' (blz. 26-41) en 'Wat Biti beleefde' (blz. 84-86) door H.C. Plaisier-Wendt, en 'Gehoorzaamheid' door T. Eikelboom (blz. 68-83). Vindplaats: KITLV cc 2393 N (fotokopie)

'Karanna's wens' wordt vervuld als hij bij zijn oom in Rantepao mag komen om daar niet alleen naar school te gaan, maar ook naar de zondagsschool. Zijn ouders wonen op het platteland en kunnen het schoolgeld met de daarbijkomende kosten voor kleding niet betalen.'Wat Biti beleefde' is een verhaaltje over een speels jongetje dat met zijn vriendje op een karbouw meerijdt. Biti vergeet de tijd en hij rent naar de zondagsschool die net is begonnen. In zijn haast heeft hij zijn roepiah voor de collecteschaal vergeten. 'Gehoorzaamheid'. Ratu moet op zijn grootouders passen omdat zijn moeder met een zangkoor naar Rantepao gaat voor een grootse christelijke samenkomst. Met zijn vriendje Aris loopt Ratu van huis weg; ze willen ook naar Rantepao. Daar ontdekt hij al gauw zijn moeder. Na het feest bezoekt Ratu met zijn moeder en Aris het graf van de zendeling Antony Aris van de Loosdrecht (1885-1917) én dat van zijn moordenaar Paulus Pong Masanka.

1209 Prins, Johanna. Erik, Toto en Jacinta; illustraties [van] Lucy Keijzer. Baarn, Elzenga, [1984]. 127 blz. Vindplaats: OBA

De ouders van de Nederlandse schooljongen Erik hebben twee kinderen uit de Derde Wereld financieel geadopteerd: Tato, een Javaanse jongen in Indonesië en Jacinta, een meisje in Peru. Erik verlangt er naar om zijn pleegbroertje en -zusje eens echt te ontmoeten. Een 'gesjeesde' onderwijzeres, die veel heeft gereisd en hierover boeken heeft geschreven, helpt Erik om zijn plan te verwezenlijken. In de grote vakantie vliegt Erik naar Indonesië, waar ook Jacinta naar toe komt gevlogen. In gezelschap van een Indonesische archeoloog reizen de kinderen naar Tato's dorp.

Geannoteerde bibliografie 391

Twee nichtjes van de archeoloog treden op als tolk Spaans en Nederlands voor Jacinta en Erik.Na kennismaking met Tato's familie brengt de archeoloog de drie kinderen en zijn nichtjes van Java met een boot naar een eiland. Daar nemen ze voorlopig afscheid van hem voor een kampeervakantie aan het strand. Ze beleven een spannend avontuur waarna Erik onverwacht de Nederlandse onderwijzeres terugziet, die een goede vriendin blijkt te zijn van de Indonesische archeoloog.

1210 Bergmans, Wilko. 3 x Daan Kaper; Misdaad in Mexico; Bandieten op Bali; Dieven en diamanten. Vaassen, Sanders Boekprodukties, [c. 1985]. 327 blz. Vindplaats: BBJ

In deze omnibus is het eerder verschenen verhaal Bandieten op Bali opgenomen (zie no. 1155).

1211 Kuijer, Guus. Het land van de neushoornvogel; band van The Tjong Khing en Barbara van Dongen Torman. Amsterdam, Querido, 1985. 143 blz. Bevat poëzie van de Iban-Dajaks. Vindplaats: KITLV cc 1301 N

De middelbare scholier Mark Zevenster uit Noord-Holland ontdekt thuis op zolder voorwerpen van zijn grootvader die nooit uit Bomeo is teruggekeerd. Mark komt door een wereld van droom en werkelijkheid terecht bij de Iban-Dajaks op Borneo. Deze Dajaks zien hun cultuur en milieu verdwijnen door de rigoureuze houtkap van de tropische regenwouden. Ze raken ontheemd en worden daardoor gedwongen om abrupt de twintigste eeuw binnen te stappen met alle verloedering die daarbij hoort.

1212 Pattikawa, Terry. Een vakantie op de Molukken; Dagboek van Terry; bewerking van Aleida Anakotta. Hoevelaken, Pedagogisch Studiecentrum, [1985]. 44 blz., foto-ills., krtn. Vervaardigd in opdracht van de pgOOM, de projectgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. Vindplaats: KITLV f 221 N

In dagboekvorm vertelt een twaalfjarige Molukse jongen over zijn eerste bezoek aan Ambon en Haruku waar hij zijn vakantie met zijn ouders en broertjes bij familie doorbrengt. Hij is in Nederland geboren en behoort tot de derde generatie Moluk-kers in Nederland.In 1986 verscheen de brochure Aan het werk met Terry bij dezelfde instelling. Suggesties en achtergrondinformatie bijeengebracht door Aleida Anakotta.

1213 Timmermans, Gert-Jan. Latifa op de Molukken. Weesp, Het Wereldvenster, [1985]. 31 blz., foto-ills., krtn. [Het Dagelijks Leven in de Derde Wereld voor de Jeugd.] Vindplaats: KITLV f 214 N

Over een islamitisch schoolmeisje en haar omgeving in Tulehu, een havenstadje op Ambon. In dit verhaaltje wordt ook de historische achtergrond en de positie van Molukkers in Nederland toegelicht.

392 Geannoteerde bibliografie

1214 Bloem, Marion. Brieven van Souad; omslagillustratie van Irene Wolfferts. Haarlem, In de Knipscheer, [1986]. 97 blz. Vindplaats: KITLV cc 1462 N

Het dertienjarige Indische meisje Bianca ontvangt brieven waarin een even oud Marokkaans schoolmeisje - dat in Nederland woont - vertelt over haar leefwereld en familieproblemen.

1215 Chimbu-mensen, De; Getekend en verteld door Chimbu-kinderen; vertaald en van een inleiding voorzien door M.M. Huis in 't Veld; omslagtekening van Jenny Dalenoord. Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1986. 11 blz. Vindplaats: KITLV g 417 N+

Jongens van de Lutherse Zendingsstreekschool in Kundiawa (Oost Nieuw-Guinea) vertellen over hun dagelijks leven.

1216 Colijn, Marianne. Niet bang voor krokodillen; [omslagtekening van I Ketut Ngetis]. [Baarn], [De] Fontein, [1986]. 123 blz., afbn.Bevat een naschrift over het ontstaan en de organisatie van het Poster Parents Plan. Vindplaats: KITLV cc 1471 N

Op indringende wijze wordt verteld over de problemen van drie Indonesische kinderen uit een Javaanse dessa. Na de dood van hun vader helpen de twee broertjes Subroto en Daryanto hun moeder om iets bij te verdienen. Wanneer Daryanto door het slechte drinkwater steeds weer ziek wordt, gaat Subroto naar Yogyakarta om daar als betjakrijder geld te verdienen.Intussen zit hun nichtje Sinta met een ander probleem: ze heeft geen verplicht schooluniform. Omdat haar ouders hiervoor geen geld hebben wordt ze door buurmeisjes gepest. Tenslotte vallen haar ouders in handen van een gemene woekeraarster die Sinta bovendien nog bang en ziek maakt. Een doekoen helpt het gezin uit deze benarde situatie en een kaké weet via de loerah te bemiddelen dat door het Poster Parents Plan geld beschikbaar komt.

1217 Schouten, Alet. Zoete meisjes en een tijger; Een klein meisje in Nederlands-Indië,1920-1929; omslag en tekeningen van Dick van der Maat. Baarn, De Fontein, 1986.119 blz.Bevat een verklarende woordenlijst, genaamd 'Moeilijke woorden'.Vindplaats: KITLV cc 1459 N

Herinneringen aan het oliedorp op de noordoostkust van Sumatra waar de schrijfster met haar vader (marineofficier), moeder en drie jongere zusjes opgroeit. Wanneer het gezin met verlof in Nederland verblijft wordt ze zó gepest door een jongen uit haar klas dat ze op een lumineus idee komt en hem een flinke aframmeling geeft. Terug op Sumatra vertelt ze over het reilen en zeilen van de Nederlandse gemeen-schap, vooral over de angstige situatie bij het uitbreken van de pokken wanneer ze stilletjes met haar baboe Siti de kampong heeft bezocht. Ook het plagen van de kinds geworden Atjehvechter Rasip en het milieu van een Nederlandse jager, zijn Sumatraanse vrouw en hun halfbloed zonen roepen een bijzondere sfeer op.

Geannoteerde bibliografie 393

1218 Vervloed, Peter. De kris danst; tekeningen van Frank ter Horst. [Tilburg], Zwijsen, [1986]. 48 blz. [Zoeklicht: Griezelen; no. 6. Serie: Makkelijk lezen.] Herdrukken: 2e druk [1991] Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2535 N; 2e druk Brinkman

De Indische oom Nono woont in Nederland en bezit een kris met geheime krachten. Niemand mag de kris aanraken, zelfs zijn nieuwsgierige neefje Devi niet. Twee onbekende neven proberen oom Nono de magische kris afhandig te maken. Aan Devi vertelt oom hoe hij de kris (tijdens de bersiaptijd) uit Indonesië naar Holland heeft gesmokkeld. Bij een inbraak in ooms huis - door dezelfde neven - doet de kris spectaculaire dingen. Op zijn sterfbed schenkt oom de kris aan Devi.

1219 Joustra, Job [ps. van Rob Claassen en Cees-Jan van Golen]. In de schaduw van de rijzende zon; [omslag en illustraties Jan Wesseling]. Kampen, La Rivière & Voorhoe-ve, [1987]. 102 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1598 N+

Nadat Gertjan op de zolder van zijn grootouders in Bilthoven papieren heeft ontdekt over de Japanse bezetting in Nederlands-Indië, wordt zijn nieuwsgierigheid gewekt. Hij koopt een schrift en maakt aantekeningen van de verhalen die hij hoort van zijn grootouders, zijn tantes en een oom. Tenslotte vertelt Gertjans vader zijn kamperva-ringen waar hij nooit over heeft willen praten. De schrijver heeft van dit verhaal een kleine familiekroniek gemaakt, waarin kampervaringen op Java, Timor, de 'Doden-spoorweg' in Burma en de atoomaanval op Nagasaki ter sprake komen.

1220 Kalmijn, Ida. Gekooid kind; Herinneringen aan het Jappenkamp; tekeningen enteksten -; [met een inleiding van G.P. Hartvelt], Kampen, Kok, [1987]. 141 blz. [Serie 'Onvoltooid Verleden Tijd'; no. 4.] Vindplaats: KITLV cc 1590 N

De verwerking van het trauma van de Japanse kampen waarin de schrijfster van haar vijfde tot haar achtste jaar heeft gezeten.

1221 Multatuli [ps. van Eduard Douwes Dekker]. Saidjah en Adinda; [bewerking van het zeventiende hoofdstuk van de Max Havelaar, naar de vijfde druk van 1881, door M. Smit; omslag en illustraties van Fred de Heij], [Hoorn/Helmond, Uitgeversmij] 'Westfriesland', [1987]. 57 blz.Bevat poëzie en een korte biografie over Multatuli, alsmede een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1822 N

Het droevige relaas van de twee Javaanse gelieven: de jongen Saïdjah en zijn meisjeAdinda, die het slachtoffer worden van de uitbuiting door hun inheemse vorst en vanhet militaire geweld door het Nederlands-Indische leger.Dit is een bewerking van het zeventiende hoofdstuk uit de Max Havelaar, vijfde druk,1881.

394 Geannoteerde bibliografie

1222 Tadema-Spony, Bob. Indonesische sagen en verhalen; met tekeningen van Auke A. Tadema. [Houten], De Haan, [1987]. 160 blz.Bevat een lijst van Indonesische woorden, belangrijkste goden en personen, benevens een korte chronologie en een bibliografie. Vindplaats: KITLV cc 1943 N

Het hindoeïsme heeft eeuwenlang het Indonesische eilandenrijk beheerst. Sterk levende culturele elementen worden vooral op Bali en Java levend gehouden in alle mogelijke vormen, zoals dans, muziek, toneel, schilder- en beeldhouwkunst. Voor deze bundel is gebruik gemaakt van de twee beroemde heldendichten van Indiase oorsprong, de Mahabharata en de Ramayana.

1223 Thomson, Eliza [E.P.A. Putscher-Thomson]. Naar het verre, koude land. 's-Gravenha-ge, Leopold, [1987]. 104 blz.Vervolg van: Setengah mati (half dood) (zie no. 1094). Vindplaats: KITLV cc 1588 N

Het veertienjarige Hollandse meisje Ellie (Eliza) heeft met haar ouders en zusjes het Jappenkamp overleefd. Het gezin repatrieert naar Nederland. Ellie moet wennen aan haar vader die ze in geen vier jaar heeft gezien, maar ook haar ouders moeten zich aanpassen na die gedwongen scheiding. Door de grote woningnood gaat het gezin eerst inwonen bij grootouders in Den Haag, alvorens het woonruimte krijgt toegewezen. Ellie komt als veertienjarige in de eerste klas van een Muloschool. Met haar Indische achtergrond is ze een vreemde eend in de bijt en ze voelt zich doodongelukkig. De verhuizing naar Amsterdam brengt verbetering in haar situatie. Ze gaat naar een middelbare school. Tot haar verwondering wordt ze niet uitge -lachen, maar gewoon geaccepteerd. Ze krijgt zelfs een schoolvriendinnetje. Ze is bijna gelukkig, als ze geen heimwee heeft naar het vooroorlogse Java.

1224 Joustra, Job [ps. van Rob Claassen en Cees-Jan van Golen]. Oranda; Een Hollandse jongen in Japan; illustraties Jan Wesseling. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, [1988]. 107 blz., krtn. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 2071 N/OBA

Het eerste hoofdstuk speelt zich af in Batavia, waar in 1786 een Rotterdamse weesjongen - enig zoontje van een opperkoopman van de VOC - scheep gaat op het Compagnieschip 'De Stad Delft'. Hij wordt in Desjima (Japan) als schrijver geplaatst op een factorij.

1225 Rutgers van der Loeff[-Basenau], An. Ramp op zee; [omslag en tekeningen van Fiel van der Veen]. [Amsterdam], Hema, [1988]. 125 blz., krt.Herdrukken: Eerder verschenen onder de titel Wrak onder water. Deel 1. Op weg naar 'De Liefde' (zie no. 1152). Vindplaats: KITLV cc N

1226 Lilipaly-de Voogt, Ada. Ena en de vissen; [omslag en tekeningen van de schrijfster]. Baarn enz., De Fontein enz., [1989]. 36 blz.

Geannoteerde bibliografie 395

Bevat een toelichting bij de platen. Vindplaats: KITLV cc 2072 N

Beschrijft het dagelijks leven in een dorpje aan de kust op de Molukken. Het meisje Ena gaat met haar broertje in hun prauw de zee op om voor het avondeten enige vissen te vangen. Als ze naar huis loopt met haar mand raakt ze onderweg bijna al haar vissen kwijt: door kwajongens, door een hond en door het niet mogen weigeren als een oude oma om een visje vraagt...Zeer fraaie prenten van de schrijfster ondersteunen het verhaal, waarbij bovendien een aparte toelichting wordt gegeven op de Indonesische woorden en de Molukse leefgewoonten.

1227 Roos, Betty. Kan-niet is dood; Kinderjaren in een Jappenkamp; voorwoord van Joop van Tijn. Amsterdam, SUA, 1989. 118 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 2204 N

Impressies van een vijfjarig Nederlands meisje uit een joods milieu. Met haar ouders, zusjes en broertje is ze in Samarinda (Zuidoostkust van Borneo) opgegroeid. Achter het woonhuis begint het oerwoud en stroomt de (Koetai-)rivier. Haar vader (ir. J. Roos) gaat voor zijn,werk op tournee en brengt bij thuiskomst cadeautjes voor de kinderen mee. Hoewel er sprake is van een baboe, heeft het gezin een juffie (kinderjuffrouw).Als de Japanse bezetting uitbreekt wordt haar vader voor militaire dienst opgeroe -pen. Met haar moeder, zusjes en broertje en de kinderjuffrouw vaart ze per boot naar Java, waar ze al spoedig in het kamp Tjihapit worden geïnterneerd. Naderhand naar kamp Adek in de afdeling voor joodse mensen. Als de bezetting voorbij is vertrekt ze met haar moeder, zusjes en broertje naar Holland met de 'Johan van Oldebarnevelt'. Hun vader is gesneuveld, zijn graf onbekend.

1228 Van Mary Jones tot Kruiden Maria; Verhalen van Bijbel en zending; [voorwoord van A. de Kuiper]; met tekeningen van Anneke van der Jagt. Haarlem/Brussel, Neder-lands/Belgisch Bijbelgenootschap, 1989. 112 blz.Bevat twee bewerkte bijdragen over Nederlands-Indië van Albert C. Kruyt: 'De Toradja vertelt' (naverteld door Jan J. van Capelleveen) (blz. 27-28) en 'Vergeten "io" te roepen' (door Freek van der Veen) (blz. 29-31). Bevat verder vier verhalen over zending en christendom uit de beginjaren van de Republiek Indonesië: M.E. Duyverman: 'Mahmud' (blz. 32-35); M. Duyverman-van Dongen: 'De desa Padang Roesa' (blz. 36-45); Jan J. van Capelleveen: 'De gestolen Bijbel' (blz. 46-49) en 'Soesilo kon niet lezen' (blz. 50-56). Vindplaats: KITLV cc 1992 N

'De Toradja vertelt'. Een waar gebeurd verhaaltje uit Celebes, waar de taaigeleerdedr. N. Adriani uit de Bijbel vertelt aan een oud stamhoofd.'Vergeten "io" te roepen'. Dr Adriani krijgt van een groepje Toradjameisjes raadselsop en hij wordt door de dorpsverteller gevraagd om af en toe ook eens 'io' te roepenals hij zijn verhaal mooi vindt.'Mahmud'. Een jonge betjakrijder afkomstig van het platteland moet zich zien tehandhaven in het harde stadsleven. Een wereld gaat voor hem open als hij wekelijkseen kerkdienst bijwoont. Zijn oom waarschuwt hem voor de guerrilla's die alles

396 Geannoteerde bibliografie

bespieden. Als Mahmud een tijd bij oom wegblijft denkt deze dat zijn neef door de guerrilla's is ontvoerd. Intussen is Mahmud naar huis gegaan om over de Bijbel te vertellen in de vergaderplaats van de dorpsoudsten.'De desa Padang Roesa' vertelt over de moeilijke situatie in de beginjaren van de Republiek Indonesië, de strijd tegen de guerrilla's en de tegenwerking die de zending ondervindt.'De gestolen Bijbel' gaat over een zoekgeraakt zilveren bijbeltje dat een Nederlandse zendeling van zijn Javaanse gemeente heeft gekregen. Verdachtmaking en vooroor-deel worden door een oude wijze Javaan uit de weg geruimd. 'Soesilo kon niet lezen' gaat over een schooljongen die zijn jeugdbijbel spontaan weggeeft aan een arm klasgenootje.

Vondersteen, Willy. Angst op de 'Amsterdam', [1989]. Zie no A015

1229 Diepstraten, Johan. De ondergang van de Batavia; [omslagillustratie en tekeningen van Teun Berserik]. Amsterdam, Leopold, [1990]. 157 blz. Vindplaats: KITLV cc 2359 N

Het verhaal is gebaseerd op historische gegevens. In 1628 ligt op de rede van Texel het nieuwste schip van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de 'Batavia', gereed voor de reis naar Java. Voor het vertrek wordt in de nabijgelegen herberg nog werkvolk geronseld met een bord warme pap en een stevige slok brandewijn of rum. Friso is door zijn dronken gevoerde vader vergokt en wordt als koksmaatje meegeno-men. De eerste nacht aan boord luistert Friso een gesprek af tussen bemannings-leden die muiterij beramen. Friso deelt zijn angstige geheim mee aan commandeur Pelsaert die zijn vermoeden hoort bevestigen.De schipper wijkt onderweg met opzet van de koers af. Het wordt een rampzalige reis die in 1629 eindigt met een schipbreuk bij het Zuidland (Australië). Onder bedreiging van de schipper vertrekt Pelsaert met een aantal bemanningsleden richting Java. De schipbreukelingen blijven in wanhoop achter op een plaats waar de wetten van de beschaving niet meer gelden.Pelsaert die behouden op Java is aangekomen, wordt uit Batavia met de 'Saerdam' naar het wrak gezonden om te zoeken naar de kostbare lading en de opvarenden. Aan boord bevindt zich de vader van Friso. Hij kende geen rust en heeft zich laten ronselen om naar Java te gaan om zijn ontvoerde zoon terug te vinden. Onder de schipbreukelingen ziet hij Friso levend en wel terug.Achterin het boek staat een kort historisch overzicht 'Het wrak van de Batavia' en een verslag over de bouw van de nieuwe 'Batavia' op een scheepswerf bij Lelystad. Zie ook het verhaal van J. Hendrik van Balen, 'Een Nederlandsche zeeroover' (no. 0122).

1230 Herzen, Frank. De reis van de Zwarte Draeck; [illustraties van Rolf de Bruin en Ronald Heuninck]. Zeist, Christofoor, [1990]. 264 blz., kit.Bevat poëzie, scheepstekeningen en een verklarende woordenlijst van scheepstermen. Vindplaats: KITLV cc 2271 N

Aan de hand van authentieke scheepsjournalen wordt het keiharde leven aan boord van een VOC-schip beschreven, waarmee een zestienjarige boerenzoon, Benjamin van Capelle, omstreeks 1650 als hooploper (halfwas zeeman) uitzeilt. Zijn vader is

Geannoteerde bibliografie 397

door misoogsten in financiële problemen gekomen en om hem uit de gevangenis te kunnen houden heeft Benjamin in Amsterdam op de 'Zwarte Draeck' aangemon-sterd. Met Benjamins gage kan zijn vader worden vrijgekocht en blijft er nog geld over om eten te kopen voor zijn moeder, zusjes en broertje.Als Kaap de Goede Hoop is gepasseerd, loopt door een navigatiefout het schip ten westen van Australië (het Zuytlandt) op de riffen te pletter. Van het overgebleven wrakhout wordt een kleiner schip, 'Het Draeckejong', gebouwd waarmee uiteindelijk Batavia wordt bereikt. Een onderzoeksproces ontheft de schipper van de 'Zwarte Draeck' van zijn functie en zet hem uit de dienst van de VOC. Benjamin monstert aan op de 'Salamander', zeilt nog twee jaar op de eilanden van de Indische archipel en trouwt met een Nederlands meisje dat als dienstmaagd op het Kasteel in Batavia heeft gewerkt. Met het schip 'Hoeckenaer' keren ze in 1655 naar Holland terug, waar Benjamin in Hellevoetsluis een winkel in scheepsbenodigdheden begint.

1231 Man, Jos de. Vlucht door het oerwoud; [omslag Rolf de Bruin]. Zeist, Christofoor, 1991. 135 blz. Vindplaats: KITLV cc 2532 N

Een Hollands gezin op Sumatra leeft tijdens de Japanse bezetting gescheiden van elkaar. De vader die voorheen op een handelskantoor in Simpangpandai werkte, is voor de militaire dienst opgeroepen. Zijn vrouw, die met de kinderen Leo en Zusje is geïnterneerd in kamp Padangpoera, overlijdt na drie jaar aan de geleden ontberin-gen. Haar laatste woorden zijn voor Leo: 'Zorg goed voor Zusje'. Wanneer Leo als elfjarige naar een mannenkamp zal worden overgeplaatst, vlucht hij met Zusje ongezien het vrouwenkamp uit. Hij wil de belofte aan zijn moeder nakomen door bij zijn zusje te blijven. Na een uitputtende zwerftocht geeft een kamponghoofd hen onderdak: een vervallen hut verborgen in een bosrand. Zijn zoontje Mochtar brengt hen regelmatig een portie rijst. Op deze plek groeien eetbare knollen en vruchten. De vluchtelingen vinden hun schuilplaats een paradijs vergeleken met het vrouwen-kamp: geen vuile w.c.'s met lange rijen wachtenden, geen wasbeurten bij een druppelend kraantje, geen ratten, wandluizen en ander ongedierte; geen ruzies en pesterijen.Als hun schuilplaats door een inheemse jongen, Karto, wordt ontdekt zegt hij dat ze niet bang hoeven te zijn. Karto komt van Oost-Java, waar hij voor het Japanse leger als romoesha werd ingezet. Vanuit de haven van Soerabaja ging Karto met duizen-den Javaanse romoesha's richting Sumatra, waar hun schip 'Raku Maru' voor de Sumatraanse kust werd getorpedeerd.Een patrouille Japanse soldaten die de omgeving uitkamt neemt Karto mee en steekt de schuilhut in brand. Leo en Zusje vluchten door een oerwoud naar de kust. Bij het oversteken van een rivier verdrinkt Zusje. Leo wordt door een groepje geallieerde militairen gevonden en meegenomen naar hun schuilbivak. Bij nadere informatie hoort Leo dat zijn vader nog leeft. Hij is in Ceylon als officier bij dezelfde geheime militaire organisatie ingedeeld als deze geallieerden. Bij de aflossing vertrekt Leo met twee militairen op een onderzeeboot naar Ceylon, waar hij na drie jaar zijn vader terugziet.

Nagekomen titels

AOOl Sandwijk, G. van. Een kijkje in de Nederlandsche bezittingen in Azië, Afrika enAmerika; Een lees- en prentenboek voor de jeugd door -; Opnieuw bewerkt door J.P. Lancel; met platen [twee zwart/wit en twee kleurenlitho's]. Amsterdam, Koster, [c. 1865]. [II, 32 blz.]Ook verschenen onder de titel Onze bezittingen in Azië, Afrika en Amerika; Een lees-en prentenboek voor de jeugd door -. Opnieuw bewerkt door J.P. Lancel; met vier gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [c. 1865]. II, 32 blz. en l kaart. Vindplaats: PB/KITLV cc 2573 N (fotokopie)

Het eerste hoofdstuk 'De Nederlandsche bezittingen in Azië' geeft een uitgebreide schets van Java en Batavia. In vogelvlucht volgen de voornaamste eilanden van de Indische archipel waarvan de Molukken bijzonder veel aandacht krijgen. Zoals de Europees aandoende stad Ambon met haar kerken, liefdadige instellingen, een kweekschool voor onderwijzers en een schouwburg, en het eiland Haroekoe met de hoofdplaats Saparoea, waar, niet zoals vermeld in 1809, maar in 1817 de resident (J.R.) van den Berg met bijna zijn hele gezin werd vermoord door de rebel Thomas Matulesia (alias Pattimoera) en zijn muitelingen.In het tweede hoofdstuk 'De Nederlandsche bezittingen in Afrika en Amerika' wordt verteld over het fort St. George del Mina aan de Goudkust (Ghana), waar negersla-ven werden uitgevoerd naar plantages in Brazilië en Nederlands-Guiana (Suriname). Negers werden ook geworven in Nederlands-Indië, als vrije arbeiders en voor de krijgsdienst. Zij werden Wolanda hitam of Belanda hitam genoemd.

A002 Voor onzen kleinen in Indië; [Kleurenlitho's]. Semarang, Van Dorp, [c. 1870-1880]. 6 losse deeltjes. Vindplaats: Bastin en Brommer

De Eerste Serie bestaat uit zes aparte boekjes, elk met een verschillend vignet ophet titelblad. Elk boekje bevat zes prenten op linnen geplakt. De onderschriften zijnin het Nederlands en in het Maleis.Vierentwintig prenten laten Chinezen, Javanen en Nederlanders zien in hun diversekarakteristieke beroepen; er zijn zes prenten van tropische dieren en zes vantropische vruchten.Het is niet bekend of de Tweede Serie is uitgegeven.

A003 Heleen [ps.]. Ver van huis; teekeningen van Henk Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1927]. 110 blz. Vindplaats: KITLV cc 2561 N

Nagekomen titels 399

Het boek gaat over het offer dat een zendingsarts en zijn vrouw moeten brengen als hun drie kinderen Indië verlaten om onder de hoede van een bevriend echtpaar naar Nederland te reizen voor hun schoolopleiding. De kinderen komen als betalende gasten in een Hollands gezin en krijgen ieder van de vrouw des huizes een dagelijkse huishoudelijke taak opgedragen. Ze zegt: 'Wij helpen jullie ouders door jullie in huis te nemen en jullie helpen ons weer, is dat niet aardig?' Het meisje Adri weet niet of ze het wel zo aardig vindt, maar ze durft niets te zeggen. In Indië ging alles zo anders. Vooral haar jongere broertje mist de nachtzoen van zijn moeder die mevrouw hem niet geeft. Hij voelt zich eenzaam en 's nachts is hij bang om alleen in het donkere zolderkamertje te slapen.Hoewel er niets over het uiterlijk van de kinderen staat geschreven, verlaat een kostganger die geen grappen kan verdragen van de kinderen het pension met de opmerking dat hij niet langer met die Indische roetmoppen onder één dak wil wonen.Wanneer Adri wordt gevraagd om met een zendingsbusje te collecteren komt ze in contact met een vriendelijke heer die een kamer zoekt. Hij neemt de plaats in van de boze pensiongast en ontpopt zich als hun echte oom.

A004 Blokker, Wilhelmina. Twee pleegzusjes; geïllustreerd door Sijtje Aafjes. Alkmaar, Kluitman, [1928]. 159 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 2567 N

Bevat een paar Indische fragmenten over een zeekapitein die van Holland op Indië vaart en na de dood van zijn vrouw hun dochtertje bij familie onderbrengt.

A005 Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Eef Hubrechts; met gekleurde platen, omslag-en bandteekening van B. Midderigh-Bokhorst. 's-Gravenhage, Van Goor, [1928]. 148 blz. [Voor Oudere Meisjes.] Herdrukken: 2e druk [1933]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2540 N

Het verhaal is gesitueerd in Nederland en bevat een paar korte opmerkingen over een gepensioneerd Indisch militair. Zijn pleegdochter nodigt een Indisch klasge-nootje uit dat een liefdeloos tehuis heeft bij een familielid dat het alleen maar heeft voorzien op het financiële voordeel. Zodra ze voor haar HBS is geslaagd vertrekt ze naar haar ouders in Indië.

A006 Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Met z'n drieën en een oom; platen van Sijtje Aafjes. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 110 blz. [De Nieuwe Serie; no. V.] Vindplaats: KITLV cc 2569 N

Weduwe van een in Indië overleden zeeofficier houdt pension om in het levenson-derhoud van haar gezin te voorzien. Ze hertrouwt met 'Oom Nol' - een pensiongast -die haar en haar drie jongens meeneemt naar Indië waar hij zijn werk heeft.

A007 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Razende Roeltje; met illustraties van G. Wildschut. Baarn, Bosch & Keuning, [1931]. 172 blz.

400 Nagekomen titels

Herdrukken: 3e druk met illustraties van Henk Poeder [1936]; 5e-7e druk [1947-1949]; 12e druk [1958]; 13e druk [1961]; 14e druk [1961] [BK-boekenkring.].Schooluitgave met illustraties van Henk Poeder. Baam, Bosch & Keuning, [1934].172 blz.Herdrukken schooluitgave: 4e druk [1947]; 9e druk [1956] [Lentehof-serie.]; 14e druk[1970]; 16e druk [1977] [BK-didact.].Vervolgd als: Roeland Westwout (zie no. 0665).Vindplaats: Ie druk KB; 14e druk Schooluitgave SH; Overige drukken Brinkman

Bevat een paar fragmenten over een Hollandse jongen, Timo, die uit Indië naar Nederland is gestuurd voor zijn HBS-opleiding. Na de slechte ervaringen in zijn eerste kosthuis woont hij nu in een familiepension op het platteland, waar hij als een zoon wordt behandeld. Hoewel Timo's uiterlijk niet Indisch is, wordt hij op een gegeven moment door een molenaarszoon uitgescholden voor 'Liplap, liplap-uit-de-oost'. Als ze later goede maatjes zijn legt Timo uit wat een liplap is en dat dit niet zijn bijnaam mag worden.

A008 Amerika, J.L. Alleen van huis; Leesboek voor het hoogste leerjaar der lagere school en voor vervolgscholen in Nederland en Indië. [Geïllustreerd met tekeningen van Is. van Mens en foto-illustraties.] Groningen/Batavia, Noordhoff, 1932. 176 blz., krt. Vindplaats: KTTLV qq 1927 N

Tonny Bruinsma, zoon van een Nederlands houtvestersgezin in Oost-Java moet op doktersadvies naar Holland om verdere aanvallen van malaria te voorkomen. Onder geleide van een bestuursambtenaar en zijn vrouw reist hij met de passagiersboot 'Christiaan Huygens' naar Genua. De reis wordt voortgezet met een trein van de 'Nederland-Express'. In Utrecht zal Tonny worden afgehaald door een oom die hem mee zal nemen naar Groningen, waar hij twee jaar zal blijven om naar de HBS te gaan.

A009 Verbrugh, Tippy. De droom van Liesje; met illustraties van Tilly Dalton. Batavia/ Bandoeng/Soerabaia, Neijenhuis, [c. 1938]. 29 blz. Vindplaats: KITLV cc 2572 N

Een verhaaltje op rijm dat vermoedelijk in Indië speelt. De illustraties gevendaarover geen informatie, maar wel het woord goedang (schuur) dat onvertaald inde tekst staat.Een klein Hollands meisje, moe gespeeld van haar verjaardag, is in de studeerkamervan haar vader in slaap gevallen. In haar droom komt al haar speelgoed tot leven enhet maakt zo'n kabaal dat het stenen boeddhabeeld van de boekenkast valt enbreekt.

A010 Monster, A.C. Om nooit te vergeten!. [Geïllustreerd door B J. Brienen Jr.] Hoorn, Edecea, [1945]. 24 blz. [De Oorlog in Vogelvlucht voor onze Jeugd.] Vindplaats: KITLV 3n 1568 N

Bevat een korte bijdrage 'Indië' (blz. 9-10) over de Japanse bezetting.

Nagekomen titels 401

A011 Capelle, M.C en A. Goudswaard. Onder alk heidenen uw heil; Zendingsleesboek voor de christelijke scholen voor lager en voortgezet onderwijs. [Illustraties van J. Huizinga]. Assen, Born, [1954]. 144 blz. Herdrukken: 5e druk [1960].Bevat een viertal schetsen van zendelingen die in Nederlands-Indië hebben gewerkt. Vindplaats: Ie druk KITLV qq 1470 N; 5e druk Brinkman

'Dr. Albert C. Kruyt; De Toradja een Toradja' (blz. 62-73) beschrijft de grote moeilijkheden waarvoor zendeling Kruyt en zijn vrouw zich zien geplaatst om de bevolking van Poso (Midden-Celebes) tot het evangelie te brengen. Kerstmis 1909 is voor Kruyt de mooiste dag van zijn leven als het oude dorpshoofd Papa i Woente en zijn familie worden gedoopt en hij toestemming geeft om in zijn dorp een school te openen.'Ludwig Nommensen; Een leven in dienst van Jezus' (blz. 96-106). In mei 1864 trekt de jonge zendeling Nommensen dwars door de Sumatraanse wildernis om voor de Rijnse zending onder te Batakbevolking te arbeiden. Veel strijd moet hij leveren tegen de toverpriesters en hun machtige vorst Singa Mangaradja. 'Dr. N. Adriani; Een leven vol liefde' (blz. 107-112). In 1894 trekt de jonge taalge-leerde Adriani met zijn vrouw naar Celebes om in opdracht van het Nederlandsch Bijbel Genootschap de bijbel in de taal van de Toradja's over te brengen. Samen met zendeling A.C. Kruyt werkt hij aan De Bare'e-sprekende Toradja's van Midden-Celebes dat in 1912 in Batavia wordt uitgegeven.'J.F. van Hasselt; Overwinnaar langs een weg van tranen' (blz. 113-123; J.F. van Hasselt moet zijn J.L. van Hasselt). Met zijn jonge vrouw vertrekt in augustus 1862 in opdracht van de Utrechtse Zendings Vereniging de zendeling Van Hasselt om aan de Papoea's van Doreh aan de Humboldtbaai (Noord-Nieuw-Guinea) het evangelie te brengen. Een gebied waar aan alle kanten de dood loert: een vloedgolf, koppen-snellers, malaria en het verlies van zijn vrouw en kinderen.

A012 Faber-Meynen, Netty. Een nieuw begin; tekeningen van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1954]. 126 blz. Vindplaats: KITLV cc 2570 N

Speelt in Nederland en bevat een paar fragmenten over een oudere broer die als militair in een gevaarlijk gebied op Java is gelegerd.

A013 Capelle, M.C en A. Goudswaard. Er gaat door alle landen; Zendingsleesboek voor de christelijke scholen, [Illustraties van J. Huizinga]. Assen, Born, [1957]. 89 blz. Deel 1. Derde leerjaar. Herdrukken: 5e druk 1962.Bevat de Indische verhalen: 'Het geheim van Ratoe en Omar'; 'Een kleine prins'; 'De zakdoek van Halima' en 'God zorgt'. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 5e druk KITLV qq 1926 N

Eenvoudige vertellingen over het dagelijks leven van Indonesische kinderen in de Buitengewesten, onder andere Soemba.'Een kleine prins' is een bekorte/bewerkte versie van hetzelfde verhaal dat is opgenomen in M.C. Capelle en anderen. Naar de koningsburcht (zie no. 1052).

402 Nagekomen titels

AOW Dorrestein, Miek. Geesten houden niet van regen; [omslag en tekeningen van Jan Wesseling]. Amsterdam, Ploegsma, [1979]. 128 blz. Vindplaats: KTTLV cc 845 N

Het avontuurlijk verhaal van de Bergpapoea Kiam, een jongen van de Amungme-stam uit Zuidwest-Irian. Als zijn vader met een groepje mannen uit hun dorp een voettocht naar de kust onderneemt om ruilhandel te drijven met de bewoners van het Mimikagebied, sluipt Kiam stilletjes achter hen aan. Als hij door hen wordt ontdekt, mag hij na enig tegenstribbelen mee naar Koperapoka. Bij het zien van de eerste Mimikanen wordt Kiam bang. Ze zijn groot van gestalte, ze hebben geen sieraden in neus en oren, ze hebben geen draagnetten en in plaats van een koteka dragen ze iets waarvan hij later leert dat het een broek was.De goeroe van Koperapoka verleent de bergmensen onderdak in de bijgebouwen van zijn huis. Titus, het zoontje van de goeroe, wordt Kiams beste vriend. Stomverbaasd is Kiam als hij voor het eerst blanken ziet. Met hen kun je handel drijven als je een papier met letters hebt. Daarom wil Kiam aan de kust blijven: daar is een school waar hij kan leren hoe je een brief met toverkracht maakt.In dit verhaal zijn de jeugdbelevenissen verwerkt van de bekende Mozes Kelangin uit Akimuga, die als eerste van zijn dorp naar school ging en later goeroe is geworden.* Eervolle vermelding van de Europese jeugdboekenprijs 1979.

* Rudolf Staverman, 'De derde wereld... maar dan?' Missiehopper, jrg. 4, no. l, dec. 1984, blz. 8.

A015 Vandersteen, Willy. Angst op de 'Amsterdam'; Een nieuw avontuur van Suske en Wiske. Antwerpen/Weert, Standaard, [1989]. 58 blz. [Suske en Wiske; no. 202.] Vindplaats: PB

Stripverhaal over de schipbreuk van de 'Amsterdam', een galjoen van de Verenigde Oostindische Compagnie, voor de kust bij Hastings in januari 1749.

Auteursregister

Aa, A.J. van der 0024Aardweg, Hans P. van den 0678, 0759,

0791, 0807 Abramsz, S. 0305 Achterhoek, R van [ps. van Manuel van

Loggem] 0802, 1046 Adacee [ps. van A. Citroen] 0436, 0598 Adams, Eva [ps. van J. Tersteeg-Frank]

0374Adriani-Gunning, M. 0325, 0327 Agatha [ps. van Reina de Goeje] 0099,

0107Ages-van Weel, Aleid 0833 Ahn-de Jongh, L. 0167 Akker, W. van de 0567 Aleida [ps.] 0264 Alers-Speldekamp, T.G. zie Proos, Ellen

[ps. van T.G. Alers-Speldekamp] Algra, Arend 1050, 1096 Alkema, B. 0253, 0315, 0325, 0326 Amerika, J.L. 0385, A008 Amstel, Hans van 0718 Amstel, Max van [ps. van J. Blinxma]

0679, 0791Anakotta, Aleida 1207, 1212 Andriesse, K. 0162 Andriessen, P.J. 0031, 0047, 0053, 0055,

0075, 0121Andriessen, Suze 0064, 0115 Arends, W.F. 0501 Arps, B. 0947 Arti Poerbani [ps. van A.P. Djajadining-

rat] 0861Artz, Marcel J.A. 0647 As, G. van 0197 As, GJ. van zie Schrijver, G. [ps. van

G.J. van As] Asperen van der Velde, C.P. 0680

Baekelmans, Lode 0377 Bakhoven-Michels, M.G. zie Breevoort,

Johanna [ps. van M.G. Bakhoven-Michels]

Bakker, Bert 0675 Bakker, Piet 0994 Balen, J. Hendrik van 0084, 0085, 0086,

0090, 0091, 0094, 0095, 0100, 0101,0102, 0122, 0123, 0134, 0135, 0136,0140, 0143, 0144, 0153, 0154

Bartels, R. 1208 Bartlema-van Ginkel, C.W. 0928 Bassecour Gaan, H.B. de la 0229,

0240, 0254, 0258, 0269 Bato [ps.] 0414 Bauer, Clémence M.H. 0259, 0260, 0266,

0286, 0399, 0427, 0444, 0457, 0458, 0598 Bavinck, J.H. 1041 Beekman, Jaap 0932 Beek, Alice ter 1034 Beek-de Haan, S. van zie Marxveldt,

Cissy van [ps. van S. van Beek-de Haan] Beek, E. van 0589, 0669, 0681 Beek, Henk van 0625 Beem-Paleologo, T. van 0740 Been, Joh. H. 0234, 0267, 0328 Beer, Ad P.M. de 1100, 1113 Beers, Ton van 0878 Belinfante-Belinfante, Emmy 0339, 0430,

0490, 0719Bemmelen, R.W. van 0948 Benard, Emmy 0395 Benger Moedjoer 0700, 0701, 0702,

0703, 0704 Benschop, B. 1060 Berends ten Kate, B. 0270 Berendsen, G.A 0545, 0556 Berg-Miedema, G. 0539

404 Auteursregister

Berg, Phia van den 1051, 1061, 1062,

1104, 1105, 1121, 1149 Berg, W, van den 0386, 0431 Bergen, H. van 0059, 0060 Bergen, Marian van 0879 Bergh, S J. van den 0037 Bergmans, Wilko 1155, 1210 Berkvens-Hulsmans, A. zie Reijnen,

Gertrud [ps. van A. Berkvens-Huls-mans]

Bernardsz, Daan 0473 Betsy [ps. van B. de Heer] 0241 Beumer, G.W. 0508 Beumer, Truus 0539 Bevers, Ad 0590 Beyer, Rie 0569, 0591 Beijerman, J.A. 0138 Beijl, K. de 0387, 0396, 0432, 0525 Beymerwerdt, Elisabeth van 0399,

0427,0444Bieger, J.N. 0295, 0409 Bieger, N.K. 0474, 0502, 0526, 0720,

0721 zie ook Gieber, Karel [ps. vanN.K. Bieger] Biersteker, H. 0964

Bik-Meima, J. 0949, 0983, 1022 Blauwere, Frank 1133 Blei-Strijbos, C.B. 1091 Blekkink, EJ. 0181 Blinde, J.H. 0287, 0361, 0539 Blinxma, J. zie Amstel, Max van [ps. van

J. Blinxma]Bloem, Mardon 1192, 1214 Bloemendal, Hans 1194 Blokker, Wilhelmina A004 Blomberg-Zeeman, W. 0296, 0433 Blommendaal, J. 1123 Bodaan, L. 0409 Bodegraven, F. van 0325 Böhringer, J.A. 0138 Boelkens, Cato M. 0475, 0476, 0592 Boetzelaer van Dubbeldam, C. W.Th. van

0539Bokma, T. 0276 Bomhoff, H.J. 0092 Bongers, H. 0880 Bonnema, Tine [ps. van Tine de Vries-

Vrisou] 0388 Bons-Storm, Riet 1178 Bontekoe, Willem IJsbrandsz. 0006 Boogaard, W. van den 0834, 0862 Boom, Bob van den 0546 Boon, JJ.Th. zie Robinson, Tjalie [ps.

van JJ.Th. Boon] Boone-Swartwolt, I.C de 0648 Bootsma-Klein, F.G. 1071 Booy, H.Th. de 1006, 1018 Bor, L. van den 0025 Boreas [ps.] 0493 Borst, L. 0230 Bos, D. 0932 Bosch Dsz., D.W. 0015 Boschma, Hilbrandt 0198, 0239 Bosma, Nanne J. 1124 Bosman, Piet 0805 Boudens-van Heel, C. 0756 Bout-Muller, A.K. 0362 Braam, Suzanne 0263, 0447 Brandt, Willem [ps. van W.S.B. Klooster]

0881Brandts Buys, J.S. 0377 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van

Breda] 0882, 0966, 1023, 1114 Bree, L. van 0649 Breebaart, K. 0457 Breevoort, Johanna [ps. van M.G. Bakho-

ven-Michels] 0527 Breuk, H.R. de 0029, 0032, 0033 Brings, Alice 0760 Brink, Lea van den 0984 Brinkgreve, Suze [ps. van Charles

Krienen] 0950Brinkgreve, Willy 0399, 0427, 0444 Brinkgreve-Entrop, J.H. 0503, 0722 Brinkgreve-Wicherink, Tine 0306, 0340,

0389, 0435Broekhals, F J. 0951, 0952, 0967, 1013 Broekhuizen, Johanna van 0675 Broekman-ten Doesschot, Annie 0808 Broekveldt, J.L. zie Kamadjojo, Indra

[ps. van J.L. Broekveldt] Brons Middel, R. 0124 Bronsveld, Catharina 0490 Brouwer, C. 0242

Auteursregister 405

Brouwer, P. 0175, 0205Brouwer, W. 0182, 0183Brug, O. van der 0199Brugmans, W. 0785Brunet, Beata 1115, 1125, 1138, 1142,

1143, 1156, 1160, 1166, 1179 Bruijn, Cor 0683, 0887 Bruyn-Ouwehand, Mia 0626, 0684, 1042,

1044, 1072Buren Schele, A.D. van 0016 Butner, Constant 1063, 1083 Buul, T. van 0246, 0397, 0478, 0479,

0653 Buunk, FJisabeth 0809

Capelle, M.C 0863, 0908, 0929, 0953,0954, 0955, 0996, 0997, 1052, 1150,1169, 1180, A011, A013 Capelleveen,

Jan J. van 1228 Carla [ps.] 0547 Caron, Blanche MJ. zie Walterida [ps.

van Blanche M.J. Caron] Casimir, R. 0683 Catenius, H.C zie Oom Henri [ps. van

H.C Catenius] Chagoll, Lydia 1193 Chattel, CJ.H. du 0835 Chauvin, V. 0037 Cheribon [ps.] 0054 Chits-Rosen, E. 0477, 0593 Citroen, A. zie Adacee [ps. van A.

Citroen] Claassen, Rob zie Joustra, Job [ps. van

Rob Claassen en Cees-Jan van Golen] Clarom, Bep 0836 Claudius [ps. van C.C. Küpfer?] 0837 Clercq Zubli, F. de 0594 Colijn, Marianne 1202, 1216 Comte, Annie A. Ie 0598, 0810 Constant, B. 0595 Coolsma, S. 0176 Copijn, Nan 0436 Corn, Ida 0192 Corsari, Willy [ps. van W.A. Douwes-

Schmidt] 0490 Cortenbach, A. Paul 0998 Covens, Coos 1045

Cramer-Schaap, D.A. 0436, 0598, 0607,0633, 0650, 0892, 0932

Cremer, A.F. 0168 Crevels, H.H. 0397, 0478, 0479 Croes, J.W. 0398

Daalder, D.L. 0414, 0598Dalton, Tilly 0864, A009Dane, Ari 0268De Moor, Bob 1148Dea Lize [ps.] 0163, 0169, 0184Degreef, J.D. 1025Dekker, J. 0076Delachaux, A. 0480Demarteau, W. 1077Dengel, Kees van 0956Denis, F. 0037Deth, Guido van 0731Deun, J. van 0235Diemen de Jel, N.W. van 0451Diepstraten, Johan 1229Dietz, Henriëtte 0481Dikon [ps.] 0493Dina [ps.] 0528Djajadiningrat, A.P. zie Arti Poerbani

[ps. van A.P. Djajadiningrat] Doekes-de Wilde, M. 0633 Doeland, A. 1208Dolores, Zuster Maria [ps.] 0529, 0596 Doorman, Christine 0118, 0137, 0151,

0193Dordt, A. van 0761, 0762 Dorrestein, Miek 1199, 1205, AOW Dorrestijn, Hans 1194 Dort, C. van 0372 Douma, S. 0908 Douwes Dekker, Eduard zie Multatuli

[ps. van Eduard Douwes Dekker] Douwes-Schmidt, W.A. zie Corsari, Willy

[ps. van W.A. Douwes-Schmidt] Dreckmeier, W. 1106 Dreux, Dick 1107 Drewes, A.J. 0270 Dreijer, G.K. 0811, 0838 Driel, Agnes van 0685 Droppers, J.A. 0985 Ducelle, Lilian 1159

406 Auteursregister

Duisdeiker Lz., J.H. 0061 Dungen, Fr. van den 0812, 0839 Durkstra, R 0813 Duynen, Toet van 0909 I>uys, P. 0041 Duyverman, M.R 1228 Duyverman-van Dongen, M. 1228 Dijk, A. van 0504, 0505, 0506, 0748 Dijk, CJ. van 0325 Dijk, Rie van 0530 Dijkstra, H. 0155

R, Louise v.d. [ps.] 0257Eerdmans, Rie 0883, 1035Eggebeen, A.G. 1126Eikelboom, T. 1208Elizabeth [ps. van E. Kuipers-van der

Koogh] 0231Ellen, GJ. 0535Emburg, PJ. van 1026Engelberts Gerrits, G. 0002Engelkamp-Caesar, N.J.G. zie Inah

Ratoe [ps. van NJ.G. Engelkamp-Caesar]

Entjik Pemboenji [ps. van H.C Klinkert] 0087

Entrop, Gerrit 0651Entrop, Nico 0651Erics, Linda 0884Ersebeek, Eva 0968Es, J. van 0814Essen-Bosch, Annie van zie Vémor, Ella

[ps. van Annie van Essen-Bosch]Etten, Ine van [G.B.M, van Etten-

Sjoukes] 0763Etten-Sjoukes, G.B.M, van zie Etten, Ine

van [G.B.M, van Etten-Sjoukes]Evangeline [ps. van H.M.C, van Ooster-

zee] 0027, 0083Eyk, Henriëtte van 0865

F.C.K. 0935Faber-Meynen, Netty 0682, A012Fabius-Cremer Eindhoven, M.E. 0146,

0156Fabricius, Johan 0375, 1167 Fahner-Vos, G. 1144, 1145, 1146, 1206

Feenstra, Fenna 0764, 0765, 0815, 0930,0969

Feith, Jan 0341, 0460 Feith, Louise 0349 Feitsma, J. 0531 Ferwerda, R. 0088 Ferwerda, Ynskje 1170 Feijter, J.M. de 0548 Flier, A. van der 0208 Flint, Kapitein [ps.] 0108 Fokker, Aafje 0686 Fortgens, J. 0507, 0508, 0539 Frank, M.C. [M.C Vanger-Frank]

0103 Franke, S. 0509, 0599, 0600, 0627, 0687,

0723, 0741, 0786, 0803, 0816, 0817,0885, 0892, 0899, 0910, 0911, 0970,1003, 1036

Franken, Nanny 0628, 0652, 0688, 0742 Fransen Jz., P. 0096 Frinsel, J.J. 0957 Fritschy, Fr. 0756

Geerke, H.P. 0434, 0461Geest, Klaas van der 0840, 1073Geraerds, Netty 0601, 0602Gerlach, L. 0623Gerritsen, Gerda 0766Gerth van Wijk, A.M. 0209Gieber, Karel [ps. van N.K. Bieger] 0482

zie ook Bieger, N.K Gilhuis-Smitskamp, G. 1109 Ginkel, A.J. van 0653 Gleesen-Hart, Jeannie R. 0793 Glissenaar, J. 0931 Gobius, T. 0185 Goeje, Reina de zie Agatha [ps. van

Reina de Goeje] Goens, R. van 0689, 0724, 0767, 0841,

0842 Goeverneur, JJ.A. 0042, 0043, 0044,

0051, 0062, 0125 Golen, Cees-Jan van zie Joustra, Job

[ps. van Rob Claassen en Cees-Jan vanGolen]

Goudswaard, A. A011, A013 Goudswaard, H. 1121

Auteursregister 407

Gouw, A.C. ter [ps. van A.C. Lafeber]

0549, 0629 Graaff-Wüppermann, Annie de 0280,

0329Gram, Johan 0063, 0147 Grift, Cornelis van der 0818 Grisnigt, J.W. 0999 Groen-Zeegers, Bé van der 0532, 0598 Groenevelt, Adri 0866 Groot, ThJoh. de 0630 Groothedde, Ivo F.J. 0654, 0655, 0690 Gruys-Kruseman, S. 0435, 0444 Güthschmidt, M. 0691 Gummarus, Broeder [ps.] 0756 Gunning, C.P. 0400 Gunning Jhzn., J.W. 0270, 0272, 0325 Gunning Wz, J.H. 0424 Gijlstra, J. 0116

Haaren, Harry van 0603Haarlem, Jo van 0342Haas-Westerkamp, M. de 1116Hagen, Hans 1194Hagen, H.G. 0138Hagers, Freddy 0725Hamaker-Willink, A. 0648Hana, H.J. 0316Hans, Doe 0401, 0415Hans, Peter 0444Harmsen van der Beek, Eelco ten 0429Hart, George H.C. 0793Harting, D. zie Philopaedion [ps. van D.

Hart ing]Hartingsveldt, A. van 1064 Hartogh, Nietha den 0886, 0958 Haskos Vader, J. 0743 Hasselt, Fien van 0409 Hasselt, F.J.F, van 0247, 0402 Hazevoet, Jacoba 0317, 0363, 0372, 0376,

0403, 0462, 0510, 0511, 0533, 0570, 0971 Heeckeren van Waliën, E.L.B. van 0414 Heem, Rody van 't 0843 Heer, B. de zie Betsy [ps. van B. de

Heer]Heerde, G. van 0912, 1000 Heerde-van Schreven, C.M. van 0726 Heering, P. 0138

Heerkens, Nor 0571, 0572, 0573, 0604 Heerkens, Piet 0550 Heertjes, N. 0748 Heide, J. van der 0731 Heinen-van der Meulen, Lyda 1084 Heiner, N. zie Merwe, H. te [ps. van N.

Heiner]Heleen [ps.] 0372, A003 Helvert, J.N. van zie Lynch, Hans [ps.

van J.N. van Helvert] Hermanna [ps. van A.H. Schlüter] 0217,

0338

Hertog, A. den 0512, 0692 Herzen, Frank 1230 Hes, J.C. 0539 Hes, Wim 0513 Heuven, J.A. van 0675 Heijden, J. van der 0243 Heijden, J.H. van der 0656, 0657, 0658,

0659Heijermans-Jurgens, Annie 0463 Heymans, Justus 0660 Hichtum, Nienke van [ps. van Sjoukje

M.D. Troelstra-Bokma de Boer] 0377,0429, 0517, 0887

Hildebrand, A.D. 1006, 1018, 1027 Hilgers, Th.J.A. 0157, 0160, 0163, 0164,

0186, 0187, 0188, 0193, 0195, 0364, 0631 Hille-Gaerthé, C.M. van 0429 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]

0534, 0574, 0605, 0661, 0693, 0694,0727, 0728

Hilten-Brouwer, Immy van 1074, 1161 Hobma, J. 0409, 0539, 0557 Hoekendijk, CJ. 0200, 0350 Hoekstra, I.R. 0536 Hölscher, To 0632, 0756 Hoest-Bliek, F.E. de 1085 Hoffman, Willem 0959 Holle, K.F. 0109 Holst Pellekaan-Hart, Dorothy E. van

0793Homoet, J.C. 0189 Hooff, G.C van der 0999 Hoog, Aletta 0258, 0269, 0277, 0288,

0289, 0297, 0338, 0366, 0409 Hoogenbirk, A.J. 0174, 0201, 0255, 0319

408 Auteursregister

Hoogeveen, H. 0986 Hoorn, Henri van 0987 Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp,

Jacoba H. 0768, 1014 Horst-van Doorn, Gerda C. van der

0307, 0343, 0367, 0404, 0405, 0416,0464,0819

Horsting-Boerma, A.A.H. 0435 Houbolt, E.C. 0173 Hoven, Thérèse 0142, 0151, 0158, 0192,

0193, 0210, 0211, 0330, 0331, 0390, 0484 Hoven van Genderen, H.A. van den

0409, 0508, 0539 Hueting, A. 0320, 0351, 0352 Huincks, PJ.G. 0772 Huis in 't Veld, M.M. 1215 Huisman, B. 0321 Huisman-Schippers, J.H. 0744 Huizinga, D.M. 0888 Hulst, W.G. van de 0372, 0485, 0539 Hulzen, Johan van 0606, 0662, 0682,

0748, 0769, 0770, 0844, 0845, 0867,0868, 0889, 0890, 1075

Da [ps.] 0177Inah Ratoe [ps. van N.J.G. Engelkamp-

Caesar] 0846 Ising, A. 0083 Iskandar, N.St. 0817

Jaeger, RA W. 0202 Jager-Meursing, T. 0787 Jagt-Zwijnenburg, A. van der 1169 Jansen, W.G. G. zie Ward, Fred. [ps. van

W.G.G. Jansen] Jansen Jz., Piet 0126 Jansonius, Hella 1086 Jeanne Marie [ps. van M. Marijs-Visser]

0663, 1037Jehu, Felicie 0218, 0256, 0332, 0406 Jong, André de 0933 Jong, Cornelis de 0003 Jong, Dola de 0552 Jong, Gjalt de 0934, 1157 Jongejan-de Groot, C.Th. 0682, 0729,

0771, 0914, 1076 Jongeling, P. zie Prins, Piet [ps. van P.

Jongeling] Jongkees, M.J. zie Koster, Maren [ps.

van M.J. Jongkees] Joop [ps.] 0165, 0190 Joswari, D.A 0915 Joustra, Job [ps. van Rob Claassen en

Cees-Jan van Golen] 1219, 1224 Junius, S.H. 0232

Kaal, H. 0695 Kailola, B.L. 0459 Kalmijn, Ida 1220 Kalmijn-Spierenburg, Jo 1030 Kamadjojo, Indra [ps. van J.L. Broek-

veldt] 1038 Kamma, Babs 0932, 0935, 0972, 1001,

1017 Kamma, F.C 0891, 0963, 1109, 1151,

1201Kamu, Nalo 0675 Kanter, F. de 0538 Kars, Co 0794, 0916 Karssen, H. 0069 Kasberg, P. 1039 Kate-ten Kate, A. ten 0409 Keizer, W.G.N, de 1002 Keiler, Gerard 0083 Keiler, Ida 0219, 0368, 0372 Kepper, George 0097 Kessel, O. van 0034, 0035 Kesteren, J. van 0746 Ketel, A.P. 0539 Kiek, Reggie E. 0847 Kieviet, C. Joh. 0322, 0551 Kingmans, Hugo 0486, 0696, 0747 Kis, Sandor [ps. van L.G. Weldering en

Mariska Weldering-Fekete] 0973 Klaveren, Tine van 0575, 0608 Hei, Jac. v.d. 0354 Klinkert, H.C zie Entjik Pemboenji [ps.

van H.C Klinkert] Kloek, Dolf 1065, 1066 Klooster, W.S.B, zie Brandt, Willem [ps.

van W.S.B. Klooster] Knaud, J.M. 1159 Knuttel-Fabius, Elize [Johanna Christina

Frederika] 0487

Auteursregister 409

Koekoek, P. 0437Koen-Conrad, Netty [Antoinette Hendri-

ka] 0917Koetsveld, CE. van 0050, 0052, 0089 Kok, Annie C. 0409 Kok, Truida 0151, 0178, 0192, 0193,

0438, 0465, 0893 Kol-Porrey, J.M.P. van 0517 zie ook

Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey] Kole, LA. 1188 Koning, Johan 0634 Koning-Coeterier, Jeanne 0439 Koning, J.C. de 0270 Koningsberger, J.C. 0400 Kool, Tine 0436 Koopmans, Marie 0440 Koopmans van Boekeren, R. 0048, 0112 Kooy-van Zeggelen, M.C. 0212, 0236,

0237, 0271, 0333, 0623 zie ookZeggelen, Marie C. van Kooy, A.P.

van der 0999 Korff, A.B. 0226 Korpershoek-van Wendel de Joode, A.

1182Kortenaar, Marijke ten 1171 Korthuys, Piet 0731 Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]

0323, 0407, A005, A006 Kraan-van den Burg, G. 0664 Kraay, Gerty 1101 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]

0490, 0665, 0773, 0774, 0775, 0776,0848, 0869, 0936, A007 Kramer, J.G.

0191, 0238, 0298, 0417,0514, 0515 Krayer van Aalst, H. 0290,

0355, 0409,0488, 0748, 1052 Krienen, Charles

0408 zie ook Brink-greve, Suze [ps. van Charles Krienen]

Kroese, A. 1017 Kroeskop, E. 0886 Kruyff-Gobius, T. de 0185 Kruyt, Albert C. 0293, 0609, 1228 Krijger, Ab 1015 Küpfer, C.C zie Claudius [ps. van C.C

Küpfer?] Kuiper, A.C. 0481

Kuiper, Johanna E. 0982, 0988Kuiper, A. de 1228Kuipers-van der Koogh, E. zie Elizabeth

[E. Kuipers-van der Koogh] Kunst, Jaap 0937 Kuppeveld, Martin van 0918 Kuijer, Guus 1211 Kuyper, J.H. 0409 Kuijt, E. 1169 Kijdsmeir Jr., C. zie Zimmerman, A. [ps.

van C. Kijdsmeir Jr.]

Laan, Dick 0635 Laan, Piet van de 1016 Labberton, Mien 0489 Ladislaus, Broeder [ps.] 0938 Lafeber, A.C. zie Gouw, A.C. ter [ps.

van A.C. Lafeber] Lameris-Holt, A.G. 1092 Lancel, J.P. 0017, A001 Land, Sipke van der 1097, 1158 Lange-Praamstra, Max de 0894 Langeler, A.J.W. 1010 Langeler, Freddie 0429 Langerhorst, Tine 0466 Last, Jef 1043, 1135 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-

Leembruggen] 0666, 0730, 0820, 0849,0870

Leeuw, Hendrik de 0610 Legêne, P.M. 0748 Lelie, Frans 0697 Lemei-Rencker, A.H. 0435 Lennep, Madzy van 0772 Lentinck, Rona 0749, 0777, 0804, 0850,

0974Leuven, W. van 0545 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]

0821, 0822, 1147 Liefde, J.L.F. de 0391 Ligthart, Jan 0254, 1168 Lilipaly-de Voogt, Ada 1226 Lille Hogerwaard, CE. de 0338 Lindeman, Cor 0576, 0611 Lingen, Suze van 0170, 0179 Lith-van Schreven, Marijke A.E. van

0823

410 Auteursregister

Lodder, J. 0745 Loeff-Bokma, A.H. 0308 Loen, Julie van 0248 Loenen, Johan van 0171 Loggem, Manuel van 1046 zie ook

Achterhoek, E. van [ps. van Manuel vanLoggem]

Lok, P. 0409, 0539 Lokman, Henk 1004 Loman, Mies 0418, 0419, 0420 Looman, C.N. 0334 Looman, T.M. 0049 Loon, Chris van 1077 Loon, Foka van 1030, 1047 Loon, K. van 0441 Loon, Mary van 0278 Louwerse, Pieter 0057, 0070, 0104,

0113, 0126, 0148, 0172 Lugten-Reys, S.J.A. zie Wehl, Nannie

van [ps. van S.J.A, Lugten-Reys] Luinenburg, O. 0698 Lijn, P. van der 0459 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]

0699, 0732, 0788, 0871, 0939

Maas Jr., J.P. van der 0078 Maerlo, J. van 0895 Mann, A.F.Ph. 1168 Manuhuwa, Diane 1203 Manuhuwa-van Wijk, Dity 1203 Maran, Tim [ps. van A.L. Schilling]

1117, 1118, 1127 Maren, G.H. van 1028 Marie [ps.] 0220 Marijo [ps.] 0667 Mark, Lydia v.d. 0612, 0613 Marle-Hubregtse, M.J. van 0778, 0851 Marsman, Rien 0899 Marxveldt, Cissy van [ps. van S. van

Beek-de Haan] 0467 Marijs-Visser, M. zie Jeanne Marie [ps.

van M. Marijs-Visser] Masdorp, D. 0410, 0411, 0442 Maspe, Wian [ps. van Wim B.M. Spekking

en Anny M.G. Spekking-Matti] 1172 Matthijsse, SJ. 0577 Matti, Anny M.G. [Anny M.G. Spekking-

Matti] 1194 zie ook Maspe, Wian [ps.van Wim B.M. Spekking en Anny M.G.Spekking-Matti] Max [ps.] 0378 Meer-

Brondgeest, A. van der zie Schotje[ps. van A. van der Meer-Brondgeest]

Meerum Terwogt, H.A. 0401 Meerwaldt Jr., J.H. 0748 Meeteren Brouwer, Menno van 0379 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]

0071, 0079, 0105, 0110, 0116, 0127,0206, 0221, 0356

Menkens-van der Spiegel, D. 0668, 0824 Merwe, H. te [ps. van N. Heiner] 0669 Mets Tzn., W. 0151, 0159, 0249, 0250 Meijboom-Italiaander, Jos 0380, 0412,

0422, 0540Meijden-Coolsma, Dora van der 1045,

1139Meyer, A. 0036 Meyer, Ant. 0421 Meijer, Chr. A. 1029, 1093 Middelkoop, A. 1102 Mierlo-Kuipers, Joke van 1030 Mobach, MJ. 1173 Moeder, Een [ps.] 0116 Moedjoer, Benger zie Benger Moedjoer Monster, A.C. A010 Moussault, Mies 0552 Mulder-van Hasselt, F. 1053 Mulders, J. van 0919 Muller-Kramer, D.M. zie Kramer, Diet[D.M. Muller-Kramer] Multatuli [ps. van

Eduard Douwes Dekker] 0683, 1221 Munnik, Ch. A. de 0553, 0554 Musbach, Dora [ps. van Mia Smelders]

0423, 0491, 0555Muijen, Clementine van 0750 Muijlwijk, J. van 0281, 0324, 0325

Naaykens, Jan 0975 Nachenius-Roegholt, A.M. 0636, 0705 Naeff, Top [A. van Rhijn-Naeff] 0196 Nanda [ps. van Fernanda M.B. Trautwein]

0344, 0516 Nauta, Annie 0468

Auteursregister 411

Neef, Albert J. de 0670, 0675, 0698,

0745 zie ook Oom Bert en Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]

Neggers-van der Vaart, M.H. 1162, 1163Neilen, M. 0852, 0920Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]

0098, 0114, 0203, 0212, 0222, 0236, 0237 Nènèk Dongeng [ps. van W.F.H. Stee-

vensz-Pas] 1159 Nieuwenhuis, H. 0624 Nieuwenhuys, Rob 0333 Nimpoeno, Raden S. 0896 Nissen-Franken, C.C. 0556 Nittel-de Wolff van Westerrode, M. 0279 Noack, W.C. 0021 Nonnie Mary [ps.] 0193 Noordwal, Cornélie 0141, 0213 Noort, Annie van 0976, 0989, 1003, 1048,

1052, 1054, 1098 Noothoorn, A.E. van 0014 Norel, Klaas 0671, 0751, 0825, 0897,

0898, 1005, 1040, 1067, 1092, 1103, 11081119, 1128, 1129 Norel-

Straatsma, A. 0557 Numans, M. 0872

Obdeyn, H.G.P. 0093Oegema, S. 0745Oehmke, T.R.L. 0637Oenoen, S. 0598Ogier, J.A. 0913, 0960Olivier Jz., Johannes 0003, 0005, 0007,

0009 Oom Bert [ps. van Albert J. de Neef]

0492 Oom Henri [ps. van H.C. Catenius]

0318Oom Pol [ps.] 0518 Ooms, Anna 0409 Ooms, J.W. 1040 Oost, Jan 0291, 0309 Oost-Indisch Oudgast, Een [ps.] 0026,

0030Oosterlee, P. 0409 Oosterzee, H.M.C. van zie Evangeline

[ps. van H.M.C, van Oosterzee]

Oostkamp, J.A. 0001 Oostmeijer, W. 0015 Oostra, R. 0813 Oostveen, W.F. 0080, 0116 Ophof-Sterk, Tine 0345, 0369 Osenbruggen, Cor van 0282, 0299, 0519 Osselen-van Delden, B.E. van 0204,

0223Otto, Willem 0149 Oud-Indiër, Een [ps.] 0026, 0030 Ouden, Mieke den 0990 Overzee, Jan van 1031 Ovink-Soer, Marie C.E. 0261, 0283,

0300, 0335, 0357, 0399, 0427, 0444zie ook Soer, Marie

Panen, G.J. 0940Papke, K. zie Hilst, M. van der [ps. van

K. Papke]Passier, P.M. Tarcisius 0977 Pattikawa, Terry 1212 Pemboenji, Entjik zie Entjik Pemboenji

[ps. van H.C. Klinkert] Penning, L. 0224Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienho-ven-Mulder] 0443, 0638, 0672 Philopaedion [ps. van D. Harting] 0128 Pigeaud, Th. 0941 Pigeaud-van Zijp, A. 0941 Plaisier-Wendt, H.C. 1208 Pleysier, Arie 0683 Poerbani, Arti zie Arti Poerbani [ps. van

A.P. Djajadiningrat] Pothast-Gimberg, C.E. 0789, 0900 Praasterink, H.W. 0065, 0066 Prins, Johanna 1209 Prins, Piet [ps. van P. Jongeling] 1068,

1069, 1070Prinsen Geerligs, G.H. 0194 Proos, Ellen [ps. van T.G. Alers-

Speldekamp] 1049 Putscher-Thomson, E.P.A. zie Thomson,

Eliza [E.P.A. Putscher-Thomson] Putten, Ans van der 0733 Pijl, L. van der 0942 Pijnappel, M.E. 0118, 0129

412

Quiko-Samay, S. 1140

Randers, Hellen 0520, 0521 Ratoe, Inah zie Inah Ratoe [ps. van

NJ.G. Engelkamp Caesar] Rauws, J. 0409 Reith, B.AJ. 0921Reitsma-Brutel de la Rivière, M.E. 0445 Renes-Boldingh, M.A.M. 0537, 0558,

0559, 0578, 0579, 0639, 0706, 0707,0708, 0731, 0734, 0748, 0780, 0826,0853, 0854, 0901, 0902, 0961, 1017,1030, 1055, 1078 Rennes, Catharina

van 0481 Reule Nzn., Ant. S. 0139 Revis, M. 0899 Reijnen, Gertrud [ps. van A. Berkvens-

Hulsmans] 0640 Reijsen, Kees van 0827 Rhijn-Naeff, A. van zie Naeff, Top [A.

van Rhijn-Naeff] Ridder, Q.A. de 0483, 0537 Rigters, A. 1052 Riphagen-Hamoen, Bep 1130 Risseeuw, P.J. 0483, 0537, 1092 Rive Box, Hans de la 0709 Robidé van der Aa, C.P.E. 0009 Robinson, Tjalie [ps. van JJ.Th. Boon]

1110Roelofs, Jac. 0614Roest, J.L.D. van der 0272, 0336, 0346 Roetemeijer, H.J.M. 1164 Roetemeijer, Marinus 1195 Romein-Verschoor, Annie H.M. 0446 Romein-Vroegindewey, M.C. 1208 Romijn, Aart 0982 Roos, Betty 1227 Rooy, Peter de 1196 Rop, Ant. L. de 0117 Rossem, G. van 0138 Rosskopf, J.M. 0058 Rover, P.A. de 0580, 0734, 1040, 1041 Rutgers van der Loeff-Basenau, An

1152, 1225Rutten-Pekelharing, CJ. 0292 Ruyter, Jan de 1136, 1153, 1154 Rije, A.J. van 0173

Auteursregister

Rijkhoek, D. 0522

Saerdam, W. van 0469Salomonson, H. zie Melis Stoke [ps. van

H. Salomonson] Samsudi 1007 Sander, J.C 0058 Sanders, F.B. 0207 Sandwijk, G. van 0013, 0017, 0022, 0042,

0043, 0044, A001Savornin Lohman, Anna de 0227 Schaank-van Kol, L. 0517 Schaap, J.M. 0150 Schakel-Kok, Annie C. 0539 Schaveren, J. van 0795 Scheepstra, H. 1168 Scheffer, Age 0683 Scherpenzeel, J. van 0381 Schilling, A.L. zie Maran, Tim [ps. van

A.L. Schilling] Schippers, W. 0560 Schlüter, A.H. zie Hermanna [ps. van

A.H. Schlüter]Schmidt auf Altenstadt, A. von 0225 Schoonevelt, Fine 0641, 0710, 0711 Schotje [ps. van A. van der Meer-

Brondgeest] 0284 Schotman, R.A. 0307 Schouten, Alet 1165, 1174, 1217 Schouten, N.M. 1019 Schroo Jr., H. 0310, 0470 Schrijver, G. [ps. van G.J. van As] 0239,

0262, 0301 Schütz, Mevr. 0325 Schuil, Jouke Broer 0263, 0447, 0494 Schuurman, M. 0130 Schuyt, P. 0409Schuyt-Mansvelt, A.M. 0293, 0748 Seters, A.J.C. van 0325 Setjo, N. 0745 Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. 0642, 0752,

0828Sibbelee, D.J. 0561 Sibbelee, Nora 0781 Sierat-de Jong, Janny 1109 Slemkes, J.A. 0459 Slinger, N. 0495

Auteursregister 413

Sloot, N.M.C. zie Melati van Java [ps.

van N.M.C Sloot]Slooten, Augusta van 0233, 0244, 0294,

0347, 0712Sluis, Corinne van 1120Sluyser, Meyer 1079Smaal-Meeldijk, Rie 0903, 1008Smelders, Mia zie Musbach, Dora [ps.

van Mia Smelders]Smelders, Miep 0273Smiggels, M.E. 1021Smit, Annie 0581Smit, M. 1221Smits, Ton 1171Snellen, Agatha 0193, 0382, 0448, 0598Snijders, C.J. 0637Soeardi, A. 0385Soedarma-Aten, A.M. 1020Soer, Marie 0118, 0119 zie ook Ovink-

Soer, Marie C.E.Soest, Ems LH. van 0496, 0523, 0541,

0562, 0582, 0583, 0615, 0643, 0673, 0674, 0713, 0782, 0829, 0873, 0923, 0943, 0962, 0978

Soest, Johannes van 0018Son, L.D.A.P. van 0449Sonnega Ez., H.W. 0358Spekking-Matti, Anny M.G. zie Maspe,

Wian [ps. van Wim B.M. Spekking en Anny M.G. Spekking-Matti] en Matti, Anny M. G.

Spekking, Wim B.M. 1194 zie ook Maspe, Wian [ps. van Wim B.M. Spek-king en Anny M.G. Spekking-Matti]

Sperco, Kapitein [ps.] 0311Spierings, Kees 0590Spoor, Peter 0991, 1080Stamperius, Jacob 0145, 0264, 0524Stanislaus, Broeder [ps.] 0938Starrenburg, D.B. 0359, 0539Statius Muller, G.J.F. 0998Steen-Pijpers, Co van der 1056Steevensz-Pas, W.F.H, zie Nènèk

Dongeng [ps. van W.F.H. Steevensz-Pas]

Sterkenburg, O.G. 0214Steunenberg, DJ. 0274

Stoke, Melis [ps. van H. Salomonson] 0572

Stoop-Snouck Hurgronje, J. 0302Stouthamer, P. 0979, 0980Stroh, Freddy 0874Suchtelen-Leembruggen, L. van 0648,

0783, 0796, 0800, 0830 zie ook Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]

Surink-Groen, Annie 1057Sutorius, Anna 0542, 0714, 0831Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. 0924, 0963,

0964, 0981, 1058Swan, A. van der 0015Swinderen, Th. van 0019Swüste, Wim 1175

Tadema Sporry, Bob 1176, 1222Tampilang, Paulus 0536Tante An [ps.] 0497Tante Margot [ps.] 0082Tersoest, Alex 0790Tersteeg-Frank, J. zie Adams, Eva [ps.

van J. Tersteeg-Frank] Tervooren, Lina 0215, 0275, 0303, 0312,

0450, 0644Terwinde, Pam 0498 Tesselhoff, P. 0616 Teutscher, H.J. 1032, 1042, 1109 Theresita, Zuster [ps.] 1021 Thieme-van Breda, Johanna zie Breda,

Ans van [Johanna Thieme-van Breda] Thierbach, R. 0065, 0066 Thomson, Eliza [E.P.A. Putscher-

Thomson] 1094, 1223 Tideman, J. 0645 Tiel, Gré van 1009 Tienhoven, A.B. van 0414 Tienhoven-Mulder, H.W. van zie Pétil-

lon, Willy [ps. van H.W. vanTienhoven-Mulder] Til, H.N.

van 0011 Timmermans, Alphons 0944 Timmermans, Gert-Jan 1213 Tisna, Udeyana Pandji 1043 Tjebbes, A.C. 0072 Tjepkema, Almar 1197

414 Auteursregister

Tollenaar, Emmy 0563Tomkins, David 0459Totok [ps.] 0305Trautwein, Fernanda M.B. zie Nanda

[ps. van Fernanda M.B. Trautwein] Treffers, J. 0414 Trio [ps.] 0194 Troelstra-Bokma de Boer, Sjoukje M.D.

zie Hichtum, Nienke van [ps. vanSjoukje M.D. Troelstra-Bokma de Boer]

Tuiten-Huvers, J. 0348 Tuuk, Titia van der 0118, 0131, 0132,

0166, 0216 Tijn, Joop van 1227

Ufkes, Jo 0313 Uilkens, J.A. 0056 Uyldert, Erik 0945

Valkhoff, Rein 0543 Vandersteen, Willy 1185, A015 Vanger-Frank, M.C zie Frank, M.C.

[M.C. Vanger-Frank] Veegens, Daniël 0023 Veen, Freek van der 1228 Veen-Spieth, L. van der 0413 Veer, W.C.P. van der 0617 Velsen-Quast, Margreet 0715, 1081 Velvis, H. 1198 Vémor, Eli a [ps. van Annie van Essen-

Bosch] 0371 Venema, S. 0584 Verbrugh, Tippy A009 Veren, M. [ps. van M. van de Zwan-

Nelck] 0716, 0753 Verhagen Jr., J. 0120 Verhoeven, Pieter Willemsz. 0100 Vermeer, C. 0904 Vermeer-van Berkum, Carla 1186 Vermeiren, Leopold 1141 Verschoor-van der Vlis, Nel 0992 Vervloed, Peter 1218 Veth, P.J. 0058 Vilma [ps. van Vilma van Zadelhoff-van

Heemskerk] 1110 Vink, P. 0539 Vink, W. 0398

Viruly, A. 0548Visscher, G.J. 0285, 0383Visschers, D.C 0337Visser, Tinie 1101Visser, Arnold de 0073, 0106Vlasveld, C. 0451Vletter, A.CC de 0251, 0265Vlies-van Hogendorp, [...] van der

0133Vliet-Ligthart Schenk, A. van 1059 Vogelaar-van Amersfoort, Alie 1122,

1132, 1134, 1137, 1187 Vollenhoven, C. van 0237 Voorhoeve, Rudy (Rudolf) 0585, 0645,

0650, 0735, 0736, 0965 Voormeulen van Boekeren, G.R. 0019 Voorst van Beest, M. van 0424 Vos, Daan 0499, 0500, 0612, 0618 Vreugdenhil, C.G. 1169, 1188 Vreugdenhil, Jacoba M. 1092 Vries (Lealini), A. de 0435 Vries, Anne de 0682 Vries, Gijsbert de 0737, 0754, 0784, 0875 Vries, Jaap J. de 1177 Vries, Jan de 0392 Vries, Johan de 1087, 1114 Vries, Sjoerd de 0876 Vries, Tinie de 1017 Vries, W.P. de 0207 Vries-Vrisou, Tine de zie Bonnema,

Tine [ps. van Tine de Vries-Vrisou] Vuurmans, H. 0748 Vuyk, Beb [E. de Willigen-Vuyk] 0877

Wagenaar, Jan 0399, 0544Wako wako [ps.] 1189Wal, Jo van der 0926Wally-Roelofsma, M. 0607, 0633Walter [ps.] 0126Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]

0393, 0394, 0452 Walther, A.C.B. 0801 Walther, Alida A.C. zie Lidow [ps. van

Alida A.C. Walther] Wapen aar, A. 0539 Ward, Fred. [ps. van W.G.G. Jansen]

0855

Auteursregister 415

Wardekker, P. 1010, 1011 Warner, N. 1092 Warnsinck, Margot 0755 Water, H.J. de 1033 Weeda, Pieter 0020 Wehl, Nannie van [ps. van SJ.A.

Lugten-Reys] 0228, 0245, 0252, 0304,0314 Weldering, L.G. zie Kis, Sandor

[ps. vanL.G. Weldering en Mariska Weldering-Fekete] Weldering-Fekete,

Mariska zie Kis,Sandor [ps. van L.G. Weldering enMariska Weldering-Fekete]

Wermeskerken, Henri van 0564 Wermeskerken-Junius, S.M.C, van zie

Woude, Johanna van der [ps. vanS.M.C. van Wermeskerken-Junius]

Weruméus Buning, A. 0180 Westen, Ina van 0565 Westerman, W.E. 1181, 1183, 1184,

1191Westrheene Wz., A. van 0083 Weyhenke, J.A. 0038, 0039, 0040, 0045 Weijhenke, R.J.L. 0074 Wielenga, D.K. 0471, 0483, 0566, 0586,

0677, 0955Wilde, G.K. de 0425 Wilkens, Duco 0587 Wilkeshuis, C. 0993, 1111 William, Kapitein [ps.] 0111 Willigen-Vuyk, E. de zie Vuyk, Beb [E.

de Willigen-Vuyk] Winkler-Vonk, Annie 0899 Winter, Minnie de 0619, 0646, 0738 Witsen Geysbeek, P.G. 0008 Witte Eechout, Valerie 0424 Witzenburg, A.H.J. van 0620 Woldendorp, Henk 1082, 1088, 1089,

1112, 1201 Wonink, Harry 1204

Woude, Johanna van der [ps. van S.M.C.van Wermeskerken-Junius] 0142

Wouters, D. 0507 Wijker, W. 0316 Wijma, J. 0058 Wijsman-Goedkoop, E. 0373

Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef] 0621, 0682, 0717, 0731, 0739, 0748, 0757, 0758, 0806, 0832, 0905, 0906, 0907, 0927 zie ook Neef, Albert J. de en Oom Bert

Zadelhoff-van Heemskerk, Vilma van zie Vilma [ps. van Vilma van Zadelhoff-van Heemskerk]

Zanden, P. van der 0622Zanen, Hilletje van 1123Zee, D. van der 0472Zeeman, H. 0004Zeeman, P. 0856Zeeuw JGzn., P. de 0426, 0857, 1090,

1095, 1099Zeggelen, Marie C. van 0360, 0377,

0384, 0453, 0454, 0455, 0456, 0623, 0683, 0798 zie ook Kooy-van Zeggelen, M.C

Zernike, Elisabeth 0436Zimmerman, A. [ps. van C. Kijdsmeir Jr.]

0624Zonruiter, P.J. 0835Zoomers-Vermeer, J.P. 0428Zutphen, Chr. van 0858Zwaanswijk, Ton 1012Zwan-Nelck, M. van de zie Veren, M.

[ps. van M. van de Zwan-Nelck]Zwart, A.C. de 0046Zwegers, Broeder Vigilius [Johan

Zwegers] 0588, 0859, 0946Zwegers, Johan zie Zwegers, Broeder

Vigilius [Johan Zwegers]Zwerver, Koert 0860

Illustratorenregister

A.P. 0205Aafjes, Sijtje 0307, 0335, 0343, 0357,

0371, 0399, 0407, 0427, 0444, 0458,0532, 0598, A004, A006 Abdullah, B.

zie Basoeki Abdullah, R. Abma, Anneke J. 1130 Adolfs, Ger.P. 0793 Alindo, Adri 0436, 0465, 0574, 0598,

0606, 0607, 0879, 0892, 0903, 0957, 1008 Alleman, H. 0918 Asselt, Tiny van 1091

B., F. v.d. 0727 Baak, Nico 0553 Baan, Corrie van der 0743, 0897, 1022,

1051, 1061, 1066, 1071, 1074, 1084,1090, 1095, 1105, 1140

Bar, R.N. 1063 Basart, J.C 0752Basoeki Abdullah, R. 0851, 0854, 0877 Baten 0802 Beekman 0954 Beek, Elly van 1082 Beekman, Pan 1021 Behrens, H.G.M, zie Herson [ps. van

H.G.M. Behrens] Beinon, Suzon 0464 Bemmel, F. van 0311, 0585, 0645, 0676,

0735, 0768, 0774, 0776, 0870, 0900,0970, 1004, 1036 Benthem,

Hanna 1199 Berg, Will 1170 Berserik, Teun 1229 Berssenbrugge, Wim 0994, 1002 Beverdam, Jan 0945 Beijerinck, G.J.A. 0007 Bierman, H. 0856 Bitter, W.S. 0880

Blauw, J. 1054Bloch, Mies 0992Bloem, Jan 0598Bloem, J.W. 0414Bloem, Marion 1192Bode, FJs 0719Bodenheim, Nelly 0585Boedi, Widija zie Widija BoediBoers, F.J.D. 0836Bombeeck-Landzaat, L. 1116Bommel, A. van 0263Bons, Pim 1178Bons-Storm, Riet 1178Boogaard, W. van den 0834Boost, Charles 0575, 0622, 0679, 1006,

1018Borrebach, Hans 0436, 0457, 0459, 0467, 0484, 0496, 0498, 0520, 0533, 0583, 0615, 0619, 0630, 0636, 0638, 0646, 0647, 0652, 0672, 0674, 0684, 0688, 0705, 0713, 0725, 0738, 0742, 0749, 0777, 0782, 0787, 0804, 0873, 0874, 0882, 0917, 0926, 0943, 0958, 0966, 0974, 0978, 1023, 1055, 1075, 1086

Bos, G.J. 0048, 0050Bosch van Drakestein, M. 1059Bottema, Tjeerd 0238, 0397, 0453, 0470,

0478, 0479, 0517, 0557, 0845Bottema, Tjerk 0302Bouman, Bert 0953, 0982, 1092, 10°7,

1161Bouman, L.C. 0472Boumeester, A. 0623Boxsel, Pim van 1046Braakensiek, Johan 0115, 0226Breedijk (Bredyk), Willi 0714, 0763Brienen Jr., BJ. A010Brinkgreve-Kunst, Sjuwke 0937

418 lüustratorenregister

Broggel, W. 0560Bron, Louis 0401, 0425Broos, Piet 0812, 0839Bruin, Rolf de 1230Bruin, W.K. de 0364, 0446, 0524Bruyn, Aafje 0686Bueno de Mesquita, D.A. 0524Burger, Wim 1038Burgers, Margriet 1162Bijmoer, Wim 1079Bijvoet, Johanna 0632

Cano, H. 0451 Cohen Gosschalk, Meta 0213 Coster, Johanna 0300, 0335, 0404 Cramer, Rie 0259, 0261, 0283, 0357, 0399, 0412, 0427, 0436, 0444, 0581 Czernicki, A. von 0750

D.H. 0287Dalenoord, Jenny 1042, 1053, 1085,

1088, 1089, 1106, 1112, 1215 Dalton, Tilly 0776, 0848, 0864, A009 Damen, C. 0332, 0344, 0387, 0481 Deinum, Mies 0654 Dekkers, A.D. 1164 Demoen, Renaat 0959 Deun, J. van 0235 Djaya, Otto 1007 Dom, Pol 0191, 0256, 0341, 0414, 0417,

0422, 0435, 0437, 0474, 0483, 0501,0502, 0509, 0515, 0526, 0570, 0587,0716, 0720, 0721, 0771 Dongen

Torman, Barbara van 1211 Donker, Nellie 1030 Doorn, G. van 0245 Douwe, G. 0838 Driessen, Cor 0858 Dubbelman 1134, 1150 Dun-Verstegen, Anke van 0467

Eek, H.C van 0935, 0963, 0964 Hand, LJ. 0805, 0948 Hand, M. 0805 Elzenga, C. 1098 Enter, Co 0552 Es, Ena van 0916

Eva [ps.] 0927 Eykman-Walther, L.

Fabricius, Johan 0375Fauré, Jeanne 0358, 0391, 0433, 0471Feith, Jan 0460Fernhout, G.A. 0639Feijter, Miep de 0722Fokker, Ben 1034Fokker, I. 0169Franke, L. 0817Franse, Jan 02%, 0297Frijling, Ronald 0784, 0820, 0834, 0849,

0862, 0867, 0881 Fuik, Henri A. 0211 Funke, F. 0662

Gabriëlse, J. 0218, 0399, 0427, 0444,0454, 0887 Gebhard, F. 0271

Geerling, O. 0103, 0175, 0205, 0229,0241, 0255, 0263, 0267, 0278, 0280,0368, 0372

Geldorp, P. van 0312, 0393 Gerbrands, R. 0366 Gerding, Laura 1078 Gerstenhauer, J.G. 0257, 0258 Gestel, Leo 0216 Geudens, Albert 0397, 0478, 0479 Giffen, Rudy van 0998, 1083, 1196 Giling, F. 1013 Gonggrijp, Cobi 0601, 0602 Goyvaerts, Edwig 1133 Graafland, Rob 0337, 0386, 0393, 0452,

0529, 0596Gregoor, Thea 0950 Greiner, Frank 1197 Gremmen, G. 1073 Groen, L. 0207 Gunter 0736 Gijswijt, Agnieta 0215

Haas Jr., Alexander de 0384Haas, Toon de 1062Hahn Jr. 0473Hanff, L. 0531Hardenberg, Willem 0170, 0185, 0269,

0556

Illustratorenregister 419

0289, 0291, 0316, 0514 Hardouin,

Ernest Alfred 0026 Harmsen van der Beek, E.M. ten 0449,

0546, 0709, 0888 Hart, Dirk 0883 Hartog, J.W. den 0545 Harts, Hylke van der 0375 Hartvelt, G.P. 1220 Have, F. ten 0994, 1002 Hehuat, Han 1104 Hem, Piet van der 0551, 0564 Hemelman, Albert 0264 Hendriks, Nettie 0815 Hengeveld-Beks, L. 1119 Henkus, Jacques 0956 Herson [ps. van H.G.M. Behrens] 0815,

1027, 1057, 1114, 1115, 1125, 1138,1142, 1143, 1156, 1160, 1163, 1166, 1179

Heskes, W. 0226, 0303, 0312, 0339, 0406,0463, 0482

Heuninck, Ronald 1230 Heusden, Alfons van 1194 Heij, Fred de 1221 Heyde, J. van der 0353 Heyligers, Netty 0178, 0218, 0306, 0340,

0349, 0364, 0373, 0389, 0427, 0443,0481, 0491, 0536, 0616 Heyting, J.W.

0933, 0945 Hilten-Brouwer, I. van 1074 Hoekendijk, Karel 0706, 1048 Hoeksema, Daan 0273, 0565 Hoff, A.J. van 't 0367 Hofinan, Jan R. 1139 Hollander, Carl 1107 Hoog, H.L. de 0414 Hoogenbos, W. 0176, 0219, 0287 Hoogendoorn, G.D. 0274, 0489, 0747,

0753, 0898 Hooijer, G.B. 0212 Horn, Addie 1081 Horst, Frank ter 1218 Horsthuis, Ben 0603, 0999, 1064, 1077,

1093, 1099, 1122, 1144, 1145, 1146,1180, 1187, 1206

Hoynck van Papendrecht, J. 0322 Hubregtse-Lansing, Henriëtte 0333 Huizinga, J. A011, A013

Hulst, W.G. van de 0388Hulst Jr., W.G. van de 0809, 0884, 0934,

0988Hummel, John 1016 Hustinx, A. 1002 Huysmans, W. 0450 Huysser, Gerard 0756

Ingen, H. van 0962 Ingen Jr., J.H. van 0439 Ingen-Reerink, E. van 0439 Ising, W. 0369Isings Jr., J.H. 0224, 0298, 0405, 0416,

0514, 0671, 0887

J.A.S.Z.-D.K. 0137, 0142, 0151J.G.K. 0198Jacoba 0156Jagt, Anneke van der 1228Jetses, C. 0310, 1168Jong, Hans de 0939Jonge (Jong), Reint de 0263, 0447, 0494,

1108, 1128, 1129 Jos [ps.] 0678, 0895

Kaiser, J.W. 0007Kalis, Hermy 0490Kalmijn, Ida 1220Kamper, Mick 0380Kampman, Jan 0857Kanter, F. de 0538Karim, Sajuti 0896Kempers, Jan B. (BJ.) 0530, 0555Kerkhoven-Heyligers, Nettie 0485, 0579Kerkmeester, Jac. 0714Kesler, J.G. 0342, 0347, 0354Keijzer, ]jucy 1209Klein, Frits 1047Klinkhamer, A. 0196Kluytmans, H. 0859Koedam, Toos 0889, 0890, 0901, 0905,

0906, 0907Kollaard, Joh. 1173, 1182, 1188 Koopman, Maarten 1192 Koops Jr., H. 1005 Kooy-van Zeggelen, M.C 0237 Kooyman, Rie 0789, 1044

420 Ittustratorenregister

Koppenol, C. 0064, 0167, 0181Kortenhorst, L.A. 0356Korver, J. 0724Koster, Ko 0656, 0657, 0658, 0659Krabbé, H.M. 0171, 0191Kramer, Jaap 1068, 1069, 1070, 1198Kray, Hein 0441, 1029, 1075Kriens, Hugo 0833Kristensen, Gunhild 0989Kroone, Greetje 0843Krouwel, Coby C.M. 1057Kuhn, Pieter 0878, 0910Kunst, S. 0783

Lain, Yang [ps.] zie Yang Lain Lammere, Dick 0724, 0841, 0842 Landré, Louis 0113, 0524 Langeler, Freddie 0395, 0428, 0490,

0775, 0848Langeler, Frida 0314 Laus C. 0558 Lazarom, Frans 0265 Lebeau, Chris 0377 Leeden, Henk van der 1201 Leeflang-Oudenaarden, C. 0734 Leegstra, E. 1016 Leeser, Titus 0490, 0494 Leeuwen, Nans van 0519, 0542, 0563,

0633, 0649, 0680, 0893, 0986 Leeuwen-Kruseman, Winnie van 0307 Lengs, H.W. 0975 Leusink, Anny 0423 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]

0821, 0822Lilipaly-de Voogt, Ada 1226 Looy, Rein van 0447, 0453, 0635, 0697,

0764, 0770, 0780, 0940, 0968, 1067 Lutz, Jan 0490, 0547, 0590, 0605, 0681,

0751, 0788, 0825, 0826, 0891

Maaden, P. van der 0993, 1159 Maat, Dick van der 1217 Manders Tzn., F. 0569, 0591 Mandos Tzn., Frans 0572, 0576, 0604 Manuhuwa, Diane 1203 Mathijsen, ThJ. 1031 Mazure, Alfred 0794

Meeteren Brouwer, Menno van 0279, 0380, 0396, 0415, 0432, 0459, 0525, 0589, 0693, 0695, 0696, 0710, 0754, 0769, 0770, 0778, 0844, 0851, 0868, 0915, 0928 zie ook Menno

Meischke Jr., M.C.A. 0567, 0641, 0840Menno [Menno van Meeteren Brouwer]

0379, 0401, 0414, 0677, 0711, 0737, 0744, 0837, 0902, 0929, 0955, 0983, 0997, 1032, 1096 zie ook Meeteren Brouwer, Menno van

Mens, Is. van A008Mension, C.J. 0382Merjenburgh 0434Mettes, Frans 1135Middelhoek, M.L. 0408Midderigh-Bokhorst, B. 0086, 0225,

0260, 0264, 0282, 0286, 0299, 0313, 0323, 0345, 0643, 0892, A005

Midderigh-Bokhorst, JJ. 0086, 0313, 0345, 0584

Mieke S.D. 1123Mierop, Van 0776Mohr 0766Molenaar, H. 0778Moniquet, M. 0919Morée, Gerrit de 0608, 0611, 0625, 0640,

0699, 0746, 0790, 0913, 0944, 0960Moriën, J.H. 0665Munnik, Ch. A. de 0554

Neef, A.J. de 0402, 0748 zie ook Zaaier,Albert [ps. van AJ. de Neef]

Neytzell de Wilde, C. 0768 Ngetis, I Ketut 1216 Nieuwenhuis, Fjina F. 0304 Nieuwenhuis, Nicoline 1172 Nieuwenhuys-van Bommel, Frieda

0823Nix, Robert 1194 Noorden, Frans van 0081, 0294, 0319,

0350, 0440Numans, M. 0819, 0828, 0872 Nijmans, P. 0951, 0952

Ockerse, F. 0645 Oers, Anneke van 1194

Illustratorenregister 421

Ogterop, A. 0129Oort, J. van 0168Oortwijn, M. 1087Oosterhuis, H.P. 0002, 0006Oostveen, Mi a van 0424Osinga, Lolke 1201Otto Djaya 1007Oudenaarden, C. 0176, 0503, 0511Overbeek, G.J. 0392

Pater, Eddy 0863Pennarts, P. 0931Pennink, S. 0887Perdok, H. 0911Pers, Auguste van 0018Pieck, Anton 1147Pieck, Henri 0256, 0418, 0419, 0420,0429, 0430, 0438, 0447, 0501, 0516

Piet, Frans 0655 Pinkhof, L. 0468 Poeder, Henk 0317, 0363, 0372, 0376,0383, 0410, 0411, 0462, 0528, 0537,0586, 0685, 0912, 0949, 0954, 1028,A003, A007

Polderman, Anneke 0266, 0798 Post, Jan 0466 Postma, Lidia 1174, 1202 Prahl, H.H. 1124 Prins, Johan 0295, 0692

Raemaekers, Louis 0202, 0252Rahusen, Ina 0329Ramaekers, H. 0946Raphaël, Frater [ps.] 0977Reder 0818Reek, J. van 1063Rees, E. van 0455Reinderhoff, Rie 0453, 0518, 0561, 0594,

0599, 0628, 0636, 0642, 0668, 0729, 0824, 0853, 0894, 0914, 0972, 0996, 1009, 1019, 1037, 1050, 1056, 1076, A012

Reith, B. 0127Riemersma, Ella 0390, 0456Rinke, Jan 0249, 0301Robertson-Klaar, A.A. 0610Rochussen, Ch. 0086

Röling, G. 0495Roland, O. 0378Ronner, A. 0031Roos, Tilly de 0801Rot, Anny 0985Rotgans, H. 0965Rothvic, J. 0550, 0588Rovers, C. 0228Rünckel, A. 0141, 0183, 0189, 0198,

0208, 0210, 0217, 0218, 0220, 0221, 0226 Ruit, Annie van der 0496, 0521, 0523,

0541, 0562, 0582, 0663 Rutgers, H.W. 1113 Rijn, G. van 0234

Sanden, J. van der 1026Schermelé, Willy 0730, 0740Schoehaker, J. 0852Schotel, Nancy 0687Schouten, Rie 0977Schröder, Sierk 0510, 0549, 0559, 0578,

0621, 0629, 0707 Schrijnder, Jo 0544, 0690 Schulein, George 0886 Sibbelee, Nora 0781 Siertsema, A.J. 1157 Silvester, Flor 1021 Sinia, J.G. 0237 Sluis, Corinne van 1120 Sluiter, Willy 0227 Sluyter 0006Sluyters, Jan 0064, 0231, 0233, 0244 Snapper, R.W. 0667, 0718 Spek, A. van der 1169 Spier, Jo 0634 Spoor, Nelly 0251, 0256 Spoor, Peter 0991, 1080 Sprenger, Henk 1006, 1018 Steelink, Wilm 0075, 0094, 0114, 0122,

0123, 0134, 0135, 0136, 0140, 0143,0144, 0153, 0154, 0178, 0183 Steevensz,

I.F. 0875 Stempels, Piet 0614, 0647 StU, J.W. 1195 Stiphout, Stef van 1141 Stoffers, Rie 0477, 0592, 0593, 0791 Straaten, Gerard van 1006, 1018, 1027,

422 lüustratorenregister

1155

Stuurman, Rein 0708 Suchtelen-Leembruggen, L. van 0556,

0666, 0783, 0796, 0800, 0820, 0830, 0849 Surjadi, Ojong 0942 Swart, L. de 0759 Sypkens, Eveline 0489

Tadema, Auke A. 1176, 1222Tatipikalawan, Otto 1207The Tjong Khing 1117, 1118, 1127, 1211Thomassen, M. 0767Tiemersma, Sjoukje 0712Tienhoven, Geeske van 0914, 1177Tinbergen, A. 0481Tjepkema, Almar 1197Trip, V. 0689Tromp, Jo 0616

V. 0809VJ. 0694Veelwaard, D. 0002Veen, Fiel van der 1152, 1225Veenendaal, E.J. 0237, 0403Veenendaal, Jaap 0580, 0717, 0728,

0739, 0758, 0780Veenhoven, Lies 0813, 0971, 1045 Veenstra, H. 0768 Veeren, Nita 0865 Velthuijs, Max 1194 Velthuysen, P. 0783 Verhagen, Otto 0442, 0445, 0448, 0469 Verheul, J.G.J. 0887 Verstijnen, H. 0333, 0459, 0627 Visser, A. 0557 Visser, Jan 0239 Visser, J. de 0855 Vliet, Freek van 1100, 1103, 1111, 1113,

1128, 1129Vlijmen, Bernard van 0660 Vogelaar-van Amersfoort, Alie 1122,

1132, 1134, 1137

Voges, Carol 0699Voorst, H. van 1208Vos, H. de 1043Vries, Dea de 1017Vries, Dirk de 0861Vries, J. de 0860, 0976, 1029, 1030

Wagner, Bep 0854Wagner, Piet C. 0374Walle, Wim A. van de 0775, 0786, 0803,

0816, 0936, 1005 Walther, Alida A.C. zie Lidow [ps. van

Alida A.C. Walther] Wedell, Lida von 0487, 0923 Wenckebach, L.W.R. 0055, 0071, 0185 Weski, E. 0761, 0762 Wesseling, Jan 0263, 0447, 1219, 1224,

A014Wessels, Albert 1204 Wessels, P.A. 1165 Westenenk, W.F. 0421 Westra, R. 0979, 0980 Widija Boedi 0846 Wiebenga, Nel 0831 Wiegman, Jan 0328, 0381, 0431, 0441,

0486Wilde, Dick de 0375, 1103, 1167 Winkel, C. 0892 Wins, J.W.M. 0414, 0512 Wissel, Max van der 0835 Witkamp Jr., E.S. 0142 Wolfferts, Irene 1214 Wijnand, F. 1012, 1033 Wijstand, G. 0967 Wything, A. 0173

Yang I^ain [ps.] 0385

Zaaier, Albert [ps. van A.J. de Neef]0806 Zee, T. van der 0333,

0941

Uitgeversregister

Agon Hsevier 1120Aldus 0534Algemeene Boekhandel voor Inwendige

en Uitwendige Zending 0488 Allis 0808 Alphen, Van 0004 Allert de Lange 0146, 0156, 0173, 0204,

0223Amerongen, Ph. van 0597 Amsterdamse Boek- en Courantmaatschappij 0683, 0899 Arbeiderspers, De 0473, 0518, 0786,

0803, 0816, 0900, 0911, 1036, 1107 A.R.B.O. 0789

Banier, De 1122, 1126, 1134, 1137, 1144,1145, 1146, 1150, 1180, 1187, 1206

Bataviaasch Genootschap 0018 Becht 0064, 0181, 0196, 0233, 0244,

0263, 0278, 0280, 0418, 0419, 0420,0429, 0447, 0494, 0594, 0599 Belinfante

0097 Belkum, Van 0126, 0193, 0266 Belkum Az., Van 0305 Berends 0088 Beijerinck 0003, 0006 Beijerinck/Suringar 0001 Bigot & Van Rossum 0990, 1117, 1118,

1127Bindels 0802 Bisschop 0065, 0066 Blankenberg 0071, 0118 Blankenberg (Firma Couvée & Co.)

0106Blankwaardt & Schoonhoven 0141, 0364 Bleek (Booysma & Co.), Van 0425 Blitz 0624 Blommendaal 0832

Blussé & Van Braam 0020, 0302Boek en Periodiek 0460, 0487, 0923Boekerij, De 0836Boer Jr., De 0877Boeijinga 0856Bohn 0023Bolle 0103, 0110, 0482, 0501Bom 0024Boogaerdt Jr. 0232Boom-Ruygrok 0837, 0886, 0993Bootsma 0254Born 0835, A011, A013Bosch Jbzn. 0127, 0338, 0354, 0527, 0534Bosch & Keuning 0706, 0908, 0953,

A007Bottenburg 0857 Brabantia Nostra 1148 Brakkenstein 0975 Bredée 0176, 0199, 0200, 0214, 0257,

0276, 0441Brederode, Van 0024 Briel Gz., Van den 0036 Brill 0099, 0114, 0150 Brink, Ten 0073, 0251, 0252, 0269, 0289,

0291, 0296, 0297, 0304, 0309, 0358,0391, 0426, 0433, 0471, 0961 Brink

& De Vries, Ten 0016 Brinkman 0083 Bronswijk 0947 Bruna 0213, 0218, 0221, 0265, 0294,

0332, 0347Bussy, De 0243, 0292, 0315, 0326, 0566 Buijten & Schipperheijn 1195

Callenbach 0175, 0177, 0189, 0197, 0201, 0205, 0208, 0219, 0220, 0229, 0241, 0255, 0258, 0268, 0317, 0319, 0329, 0342, 0350, 0363, 0368, 0372, 0376,

424 Uitgeversregister

0403, 0462, 0510, 0528, 0549, 0559, 0578, 0586, 0621, 0629, 0663, 0664, 0667, 0671, 0682, 0685, 0708, 0716, 0717, 0729, 0747, 0751, 0753, 0758, 0771, 0809, 0824, 0825, 0826, 0853, 0891, 0894, 0897, 0902, 0914, 0928, 0972, 0985, 0986, 0992, 1009, 1019, 1037, 1043, 1051, 1055, 1056, 1066, 1073, 1076, 1078, 1084, 1091, 1092, 1097, 1116, 1119, 1124, 1177, A003, A012

Campagne 0012, 0096, 0117, 0147, 0158Campen, Van 0339, 0378Casterman 1148Centen 0053Cenijn & Van Strien 0274Christelijk Pedagogisch Studiecentrum

1181, 1183, 1184, 1191, 1203, 1207Christofoor 1230Cisterciënser-Abdij 0977Cohen 0180, 0222, 0250Comité voor Jeugd en School van het

Nederlandsen Bijbelgenootschap 0988Conserve 0333Couvée 0138

Daamen 0198, 0224, 0239, 0262, 0301,0388

Dantzig, Van 0168 Delftsche Uitgevers-Mij 0603 Deltos Elsevier 1128, 1129 Dickhoff 0261 Didier 0919 Dishoeck, Van 0185, 0238, 0246, 0397,

0478, 0653, 0850 Ditmar, Van 0792, 0797, 0799, 0910,

0922, 1094 Donner 0130, 0155 Dorp, Van 0072, 0157, 0497, A002 Douwe Egberts 0994, 1002 Duisdeiker LJrsz. 0061 Dunlop 0553 Dunlop, E., & Co. 0455 Dijkstra 1010, 1011, 1054

Echo 1208Edecea 0580, 0661, 0662, 0694, 0727,

0734, A010 Eekhoorn, De 1164 Egeling 0334 Egner 0468 Elmar 0887 Elsevier 0585, 0645, 0735, 1067, 1103,

1128, 1129Elsevier/Van Goor 1186 Elzenga 1209 Endt, Van der 0092 ERU Kaasfabriek 0691 Ewings 0105 Eykenhof 1035

Floralia 0424Fontein, De 1192, 1202, 1216, 1217, 1226Forel, De 0956Forum 0699Front Pemuda Maluku, Bagian Cultuur

1189 Fuik 0211

Gereformeerde Zendingsbond in de Ne-derlandse Hervormde Kerk 0999, 1090, 1095, 1099, 1130

Goede Boek, Het 0810, 1034Goede Lectuur 0678, 0791, 0802, 0807Gogh, Van 0021Goor, Van 0259, 0260, 0261, 0282, 0283, 0286, 0299, 0300, 0307, 0323, 0333, 0335, 0343, 0357, 0367, 0383, 0385, 0390, 0396, 0404, 0405, 0407, 0410, 0411, 0416, 0423, 0432, 0439, 0442, 0445, 0448, 0457, 0458, 0464, 0469, 0484, 0512, 0517, 0519, 0520, 0542, 0544, 0581, 0584, 0634, 0647, 0724, 0767, 0818, 0841, 0842, 0847, 0864, 0881, 0933, 0945, 1016, 1031, 1044, 1063, 1100, 1111, 1113, A005, A006

Goor/De Nederlandsche Boekhandel, Van 1083

Goor Jeugdboeken, Van 1176, 1196Gorcum, Van 0623, 0686, 0798, 0813, 0971, 1045, 1053

Gottmer 0263, 0447Graauw 0207Groen 0560

Uitgeversregister 425

Groenendijk 1068, 1069, 1070 Groot en Kolff, De 0059, 0060 Groot Nederland 0234, 0236, 0237 Gulden Pers, De 0817, 0885 Gulden Ster, De 0191, 0422

Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij 0121

Haan (Delfzijl) 0078Haan (Groningen) 0912, 0949, 0954,

0996, 1028, 1040, 1041, 1050Haan, De 0082, 0344, 0379, 0399, 0412,

0414, 0427, 0436, 0444, 0459, 0461, 0598, 0607, 0633, 0650, 0892, 1222

Haan, Den 0171Haren Noman & Kolff, Van 0026, 0030Hassels 0057Heideland-Orbis 1133Helmond 0569, 0571, 0572, 0573, 0575,

0576, 0591, 0601, 0602, 0604, 0608, 0611, 0622, 0625, 0640, 0656, 0657, 0658, 0659, 0679, 0699, 0746, 0790, 0812, 0839, 0918, 0939, 0944, 1025

Hema 1225Hertog, Den 1173, 1182, 1188Hervormde Jeugdraad/Zendingsbureau der

Nederlands Hervormde Kerk 1003Heuvell & Van Santen/Van Nooten, Van

den 0006Hilarius 0139, 0165, 0170, 0184, 0218Hoekman 1188Hoeve, Van 0768, 0774, 0775, 0776,

0778, 0783, 0784, 0796, 0800, 0820, 0828, 0829, 0830, 0834, 0846, 0848, 0849, 0851, 0862, 0867, 0868, 0870, 0872, 0875, 0880, 1014

Höveker 0049Holkema & Warendorf, Van 0075, 0178,

0226, 0284, 0285, 0303, 0322, 0349, 0389, 0395, 0428, 0443, 0449, 0453, 0463, 0470, 0532, 0561, 0594, 0600, 0610, 0626, 0635, 0660, 0684, 0697, 0764, 0765, 0801, 0815, 0930, 0969, 1004, 1024, 1072, 1165, 1174

Holland 0665, 0715, 0869Hollandia 0726, 0772, 0775, 0874, 0936,

0962Hollandsen Uitgeversfonds/Dunlop 0554 Huisman 0728, 0780

Idema Greidanus 0133Infodok 1193Ingen, Van 0164, 0750

Jeugdcommissie van het Nederlandsen Bijbelgenootschap 0366, 0413, 0579, 0884, 0934

Jeugdland 0802Juvenaat van de Congregatie van de Pries-

ters van het H. Hart 0920

Kaiser Biskwie-, Koek- en Beschuitfabrie-ken, Paul C. 0551

Kalis 0249Kanis & Gunnink 0546, 0709, 0888Keg's Theehandel 0495Keizerskroon 0861Kemink 0270, 0402Kern, De 0794, 1046Kirchner (Fernhout) 0174Kleijne 0724Kluitman 0071, 0086, 0113, 0159, 0170, 0172, 0183, 0185, 0210, 0215, 0217, 0218, 0227, 0238, 0256, 0265, 0267, 0298, 0306, 0316, 0340, 0371, 0373, 0406, 0408, 0417, 0430, 0435, 0437, 0438, 0465, 0474, 0496, 0502, 0503, 0509, 0511, 0514, 0515, 0516, 0521, 0523, 0524, 0526, 0533, 0538, 0541, 0562, 0563, 0570, 0582, 0583, 0587, 0615, 0619, 0627, 0628, 0630, 0636, 0643, 0646, 0652, 0672, 0673, 0674, 0680, 0688, 0705, 0713, 0720, 0721, 0722, 0725, 0738, 0742, 0749, 0755, 0777, 0782, 0787, 0804, 0873, 0882, 0893, 0917, 0958, 0966, 1038, 1155, A004

Kluwer 0142, 0151, 0160, 0163, 0166, 0167, 0169, 0170, 0186, 0187, 0188, 0190, 0194, 0195, 0331

Knipscheer, In de 1214Kok 0409, 0483, 0537, 0539, 0557, 0558, 0577, 0769, 0845, 1029, 1047, 1060,

426 Uitgeversregister

1075, 1109, 1121, 1158, 1220

Kolff 0026, 0030, 0038, 0039, 0040, 0045, 0056, 0067, 0074, 0076, 0087, 0093, 0098, 0109, 0209, 0318, 0381, 0624, 0689, 0720, 0745, 0761, 0762, 0773, 0814

Kompas/De Spieghel, Het 0736Koninklijk Instituut voor de Tropen

0925Koninklijk Instituut voor de Tropen/Tro-

penmuseum 1200Kosmos 0400Koster 0111, A001Kramers 0714, 0768, 0783, 0831, 0833,

0950, 1057Kuurstra 0819

Landsdrukkerij 0545, 0556Lange 0018Leendertz 0084, 0085, 0090, 0091, 0094,

0095, 0100, 0101, 0102, 0110, 0122, 0123, 0134, 0135, 0136, 0140, 0153, 0154

Leidsche Uitgeversmij 0374Leopold 0375, 0421, 0490, 1167, 1192,

1223, 1229Letteren & Kunst 0328, 0555Letteren & Kunst, Vennootschap 0216Leufkens 0858Lever's zeepmaatschappij 0564Ligtenberg 1204Loek 0856Loosjes 0225Looy, Van 0234

Malmberg 0337, 0386, 0393, 0394, 0450, 0452, 0529, 0588, 0590, 0595, 0718, 0788, 0871

Masereeuw & Bouten 0203, 0212, 0236, 0237, 0384

Mees 0377, 0446Meinema 0547, 0567, 0574, 0589, 0605,

0606, 0641, 0669, 0677, 0681, 0693, 0695, 0696, 0710, 0711, 0737, 0744, 0754, 0879, 0903, 0929, 0949, 0955, 0957, 0983, 0997, 1008, 1022, 1032, 1059, 1064, 1065, 1093, 1096, 1104, 1105

Meulenhoff 0328, 0434, 0456, 0543, 0555, 0614, 0648, 0666, 0730, 0766, 1027

Misset 0240, 0330Missieprocuur 0852Missionarissen van de Heilige Familie

0913, 0960 Moderne Boekhandel Indonesië 0937,

0941, 0942, 0948, 1007 Morks 0228 Mosmans 0632 Mulder 0984, 0987 Muusses 0116, 1101

Nederlands/Belgisch Bijbelgenootschap1228 Nederlandsch Bijbelgenootschap

0288,0485

Nederlandsche Keurboekerij 0536 Nederlandsche Maatschappij van Schoone

Kunsten 0010Nederlandsche Spaarbankbond 0617 Nederlandsche Zendingsvereeniging

0253, 0287 Nederlandsche Zondagsschool Vereeni-

ging 1017Nederlandse Rotogravure Mij 1131 Nederlandse Zendingsraad 1071, 1088,

1106, 1109, 1112, 1121, 1123, 1139,1140, 1215

Neerbosch' Boekhandel 0242 Nelle, Van 0649 Nes, Van 0041 Neijenhuis A009 NHH.V 0909 Nierstrasz 0108 Nierstrasz/Vlieger 0120 Nieuwe Wieken 0878 Nieuwvoorde 0620 Noman 0007 Noordhoff 0124, 0128, 0507, 0508, 0548,

A008Noordhoff-Kolff 0774 Noord-Hollandsche Uitgevers-Mij 0637 Nooten, Van 0050, 0052, 0089, 0127,

0145, 0149 Noothoven van Goor 0011, 0017, 0022,

0028, 0034, 0035, 0037, 0042, 0043,0044, 0047, 0051, 0062, A001

Nijgh & Van Ditmar 0119

Uitgeversregister 427

Nijhoff 0025

Odé 0058Oosterbaan & Le Cointre 1052, 1149,

1151

Parool, Het 1079Parool/De Nieuwe Pers, Het 1006, 1018Paters van de H. Geest 0991, 1021, 1080Pedagogisch Studiecentrum 1212Peet, Van der 1043Peet Jr., Van der 0011Peursem, Van 0069Pieters 0226Ploegsma 0489, 0887, 1081, 1152, 1172,

1199, 1205, AOW Portielje 0008, 0014 Post 0009Post, Van der 0011, 0125, 0137 Putten & Oortmeijer, Van 0431, 0690

Querido 0303, 0312, 1211

Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk en de Zending van de Gereformeerde Kerken in Nederland 1201

Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk 1020, 1042, 1061, 1062, 1071, 1074, 1082, 1088, 1089, 1178

Raad voor de Zending van de Nederland-se Hervormde Kerk/Zendingsbureau 1062, 1085

Relpi 0883Reijnders 0486Rhee, Van de 0670, 0698Ribbens Boekendepót 0760Rivière & Voorhoeve, La 0486, 1001,

1030, 1136, 1153, 1154, 1219, 1224R.K. Boek-Centrale, De 0221Robbers 0086, 0107, 0192Roelants 0057, 0070Roelofs van Goor 0770, 0780, 0840,

0844, 0854, 0898, 0982, 1005, 1067, 1103, 1108

Römelingh 0279Rotterdamsch Nieuwsblad 0692

Rotterd amsche Verzekerings-Sociëteiten(R.V.S.) 0740

Rotterdamse Lloyd 0865 Rutgers 0827

Samsom 0979, 0980Sanders Boekprodukties 1210Schalekamp 0054Schalekamp & Van de Grampel 0002,

0004 Schalekamp, Van de Grampel en Bakker

0015Scheerders van Kerchove 0959 Scheltema & Holkema 0064, 0157, 0237,

0271, 0360, 0454 Schellens & Giltay 0273, 0275, 0341,

0651, 0712, 0723, 0741, 0887, 0931 Schenk 0855, 0859, 0946 Schierbeek 0046 Schoonderbeek 0525 Schuitemaker 0013, 0017 Sigtenhorst, Van den 0055, 0073 Sigtenhorst/Vlieger, Van den 0131, 0132 Sint Willibrordus 0550 Sleutel, De 0866, 0968 Sleutel/Gottmer, De 0940 Slothouwer 0054 Smit 0530 Spaarnestad, De 0596, 0644, 0654, 0655,

0676, 0733, 0921, 0965, 0973 Spectrum, Het 0756, 1167 Spieghel, De 0585 Spin 0277, 0938 St. Gregoriushuis/R.K. Boek-Centrale

0440Stam 0507, 0817 Standaard Uitgeverij 1141, 1185, 1193,

A015Steenuil, De 0513, 0531 Stenvert 0860, 1015 Stok 0822, 0876, 0916, 1147 Stokvis, Handel-Mij 0401, 0415 Strengholt 0552, 1135 SUA 1227 Suringar 0125 Sijn, Van 0230 Sijthoff 0027, 0029, 0031, 0032, 0033,

428 Uitgeversregister

0048, 0070, 0079, 0080, 0104, 0148, 0191, 1168

Thieme 0068, 0380, 0392, 0540, 0626,0684

Tielkemeijer 0031 Tjeenk WUlink 0112,0322 Tong Tong 1110, 1159 Tupos 1132 Tijdstroom, De 0266, 0603

Unie, De 0779, 0793 Unie-Bibliotheek 0768, 0781 Utrechtsche Zendings-Vereeniging 0247, 0272

Valkhoff 0231, 0467, 0498, 0638, 0642,0719, 0763

Valkhoff/Boekhandel Visser 0353 Valkhoff & Van den Dries 0178 Vecht, De 0161 Veen 0054, 0073, 0106, 0182, 0228, 0245,

0264, 0314, 0356, 0387, 0491, 0585,0645, 0735, 0736

Veen/De R.K. Boekcentrale 0206 Veenstra 0631Veerman 0062, 0127, 0145, 0162 Velden, Van der 1197 Vereeniging tot Verspreiding der Heilige

Schrift 1157 Versluys 0522, 0896 Visser 0077, 0103, 0235, 0307, 0369, 0823 Visser/Valkhoff 0345 Vivat 0206, 0207, 0248 Vlieger 0143, 0144 Volkskrant, De 0732 Voorhoeve 0081, 0560, 0639, 0675, 0707,

0731, 0757, 0785, 0811, 0838, 0889,0890, 0901, 0904, 0905, 0906, 0907,0932, 0954, 1000, 1028, 1039, 1102

Voorhoeve v/h Bredée 0668, 0734 Voortvaren 0382 Vorkink 0311, 0774, 0775, 0776 Vries & Fabricius, De 0179

Vroom & Dreesmann 0565 Vuurbaak, De 1068, 1069, 1070, 1198

Waesberge, Van 0466Waltman 0308Warendorf Jr. 0115Wenk & Birkhoff 0183Wereldbibliotheek 0687Wereldvenster, Het 0865, 1213Werkgroep Christelijk Boekenweek-

geschenk 1169West-Friesland 0467, 0626,

0638, 0684, 0764, 0795, 0815, 0843, 0917, 0926, 0930, 0943, 0951, 0952, 0967, 0970, 0974, 0978, 1012, 1013, 1023, 1024, 1026, 1027, 1033, 1049, 1057, 1072, 1086, 1087, 1114, 1115, 1125, 1138, 1142, 1143, 1156, 1160, 1162, 1163, 1166, 1170, 1179, 1221

Weytingh 0005Wolanda-uitgaven 0700, 0701, 0702,

0703, 0704Wolters 0202, 0310, 0451, 0472

Ykema 0063, 0398

Zendingsbureau 0281, 0287, 0295, 0320, 0321, 0327, 0336, 0346, 0348, 0351, 0352, 0355, 0359, 0361, 0362, 0365, 0370, 0492, 0504, 0505, 0506, 0535, 0609, 0743, 0748, 0915, 0924, 0927 Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk 0963, 0964, 0976, 0981, 0989, 1048, 1058, 1098 Zendingsbureau 'Oegstgeest' 0935 Zendingscentrum der Gereformeerde Kerken in Nederland 0863, 1161 Zendingsstudie Raad 0290, 0293, 0324 Zondagsschoolcommissie 0325 Zuid-Hollandsche Uitgeversmij 0821 Zuider Boekcentrale 1133 Zwijsen 1077, 1171, 1175, 1218

Titelregister

2x Willem Gaertman 08763x Daan Kaper 1210600 jongens met de 'Tarakan' naar Noorwegen 0634Aan de leden van het Rotterdamsch Kinder-Zendingsgenootschap • 0230Aan den Oedjoeng 0446Aan moeders schoot 0445Aan 't strand der Java-Zee 0199Aap en de schildpad, De 0109Aapje 0569Aardige Indisch A.B.C. voor aardige jong-Indiërs, Het 0067Abel Tasman 0145Adelborst van de 'Hollandia', De 0084Akker wordt bereid, De 0789Alle volken zullen komen 0963Alleen in 't volle leven 0673Alleen van huis A008Allemaal echt waar 0761Alles om Renee 0738Als de gamelan speelt 0631Als de krekels sjirpen 1115Als de school uit is 0429Als één van ons 1045Als sportvlieger naar Indië en terug 0660Als stewardess naar Indië 0807Ambrosius de toverspin 0881Ams houdt van Indië 0778Ams' ongeweten afscheid 0851Amsterdam-Batavia in 24 uur 0604Amulet, Het 1160Anders dan anderen 1139Angeline's beloften 0071Angst op de 'Amsterdam' A015Ank en Hans in de rimboe 0610Annetjes geluk 0558Anton Romijn 0525Apenboekje, Het 0800Appelbloesems 0137Arike van het groene woud 1206

430 Titetregjster

Arme Louise 0152Astrid 0562Auki, de dwergpapoea 1080Averij 0453Avonturen in Borneo 0724Avonturen op de 'Willem Ruys' 0865Avonturen op zee 0987Avonturen op Zonnehoek 0526Avonturen van een kleermakersgezel in vier werelddeelen, De 0062Avonturen van Jacob Everts, De; Olivier van Noort 0090Avonturen van 'Kantjil', het stoute dwerghertje, De 1038Avonturen van kapitein De Roy, De 0143Avonturen van Katoetie, De 0568Avonturen van Knibbeltje en Knabbeltje, De 0823Avonturen van Koen Scheepsbeschuit, De 1046Avonturen van Langstaart, De 0165Avonturen van Max en Kees, De 0437Avonturen van Paul Kreutzer, De 0160Avonturen van Sinjoto en Soeparmi, De 1162Avonturen van Wim Grotegoed, De 1195Avonturiers, De 0085Avontuur in de desa 0852Avontuur op Bali 1176Avontuurlijke reizen van een scheepsdokter, De 0844Avontuurlijke vaart, Een 0603Avontuurlijke vacantie van Fer en Nonnie, De 0654

Babbelend water, Het 0327Badesiw, de schrik der wouden 0891Bakvis, De 0833Bakvischjes 0280Bakvischjes lief en leed 0395Bali in kleuren 0994Band-recorder voor Ambe'Roeroe, Een 1090Bastiaan, de kleine Timorees 0813Beeld in de tempel, Het 0693Begdji, het gamelan jongetje 0937Begijntjes wonderjaar 0706Beleg van Kappar, Het 0153Benito, de jongen zwerver 0551Bep doet de huishouding 0450Berg spreekt..., De 0710Bergkoninginnetje, Het 0582Beroemde mannen 0121Bert z'n Kerstvacantie 0297Betty en haar neven 0503Bezoek aan Indramajoe, Een 0200

Titelregister 431

Bezoek aan Nederlandsch-Indië 0058Blank en bruin 0198Blauwe bende, De 0707Bloemen en planten 0942Bloemensprookjes 0098Blijde boodschap brengen, De 0288Blijde lichten 0682Boek van Bob en Bep, 't 0848Boek van de kantjil, het Indische dwerghert, Het 0867Boek vol avontuur uit 'Stavast', Een 0459Boek voor alle volken, Het 0366Boek voor de jeugd, Het 0683Boekhouder van de Oost Indische Compagnie, De 1126Bombonnel, de pantherjager; William Rice, de tijgerjager en andere reis- en

jagtavonturen voor de jeugd 0034 Bonar, het melaatse Batakjongetje 0934 Bonte dagen uit het leven van Bram Schenk 0499 Bontekoe 0945Bontekoe en het brandende schip 1141 Boog vol belofte, De 0916 Boogschutter in het ravijn, De 1172 Bootje van de regenboog, Het 0988 Bootsman Krans 0616 Bootsman op het Gardameer, De 0524 Booze oog, Het 0482 Boschmeisje, Het 0206 Boven sawah en oerwoud 0835 Bram Boeije 0410 Bram's ontdekkingstocht 0462 Brand in het zendingshuis, De 0677 Bremheuvel 0313 Brenda weet uitkomst 0672 Brief uit Indië, De 0640 Brieven van Souad 1214 Brieven voor de Indische jeugd 0074 Brug over de Djambi, De 0792 Bruine jongen 0809 Bruine prins en zijne vrienden, De 0189 Bruintje 0103Bij de koppensnellers op Borneo 0799 Bij de laatste koppensnellers 0699 Bij de rivier 0924 Bij God verkoren 0319 Bij oom in Indië 0596 Bijna gestrand 0220

Canneheuveltjes, De 0261

432 Titelregister

Canneheuveltjes in Holland, De 0283Carl's kerstfeest in Papoea-land 0739Carla, secretaresse van Mr. P.G. Roogers 0866Carla wordt lid van de club 0883Casa Bianca 0339Chimbu-mensen, De 1215Club der onafscheidelijken, De 0463Commandant Padje 0543Connie en haar stiefzusje 0422Constance trok van huis tot huis 0304Cosmo, de generaal 0527

Dag van Bethlehem, De 1092Dambing 0889Dammes' avonturen op de wereldzeeën 1136Dapat, de meester van den wonderzwaan 0470Dappere Makassaar, De 0812Delfshavensche kwajongen, Een 0070Dertien jaar krijgsgevangen 0298Dessajongen, Een 0623Detective in de rimboe, De 0788Diane op Allang 1203Dick en de WELO-stralen 1016Die vrinden van Bobbe! 1105Dikkie en Eddie bij de apen 0602Dimin de dwangarbeider 0875Din en Aroe naar het land van beschaving 0360Dinie neemt de leiding 0893Ditje Wessels in Holland 0451Dja-Ogot 0036Djaidin 0783Djojo uit de kampong 0599Do en Lo Verster 0252Dolle gebeuren in de club, Het 0943Domoe, de zoon van het dorpshoofd 0953Dona Alve 0454Doodverklaard 0447Door de lucht naar Indië 0597Door Oost en West 0139Door storm en duisternis 1079Doortrappen! 0519Dorcas en de kinderen van Toeroe 1051Dozijn Hollandsche jongens, Een 0322Drie, De 0619Drie vacantieboomen, De 0312Drie verhalen van de Kai-eilanden 1181Drie vrienden 0171

Titelregister 433

Droom van Liesje, De A009Droomfee en andere verhalen 0399Dus toch... 0804Duvelstoejager van Het Wapen van Hoorn, De 1196

Edelsteentje 0708Eef Hubrechts A005Eenlingetje 0824Eer van de vlag, De 0839Eerst de H.B.S. en dan...! 0801Eeuwfeest; [1814-1914] 0277Eeuwige jeugd 0938Eigen schuld 0105Eigenwijze Fantje, Het 0796Eiland wordt veroverd, Een 0996Eindelijk thuis 0968Eindexamen 1940 0773Ella's eerste tropenjaar 0510Elsa-Boek, 't 0330Elsbeths vuurproef 0978Elsies' werk en andere vertellingen 0331Elviro's reis naar en door Java en de Molukkos 0005Emmy's eerste voordracht 0475En waarom ben ik anders? 0874Ena en de vissen 1226Engelandvaarder en andere verhalen 0847Engeltje van kampong Rhanka, Het 0376Er gaat door alle landen 1169, A013Erepoort, De 0957Ergens wacht het geluk 0974Erik, Tato en Jacinta 1209Eva 0055Eva's zending 0716Examen van Yok en Yoram, Het 1149

Fabel van het dwerghert, De 0455Feeënopstand en andere verhalen, De 0598Feest in Papoea-land 1001Feest van de vijftig buffels, Het 0905Feestavonden 0236Fenny krijgt het gedaan 0923Ferme jongens 0734Finlandhuis, Het 1202Firma Buitje en Aapje, De 0591Flips Indische lotgevallen 0474Frank komt terug 0958Freekje uit zonneland 0864

434 Titelregister

Freule Thea 0575Frieda en Kitty Sanders 0119Frits Verster en zijn vrienden in patria en op Celebes 0411

Gambar-gambar akan peladjaran dan kasoekaan anak-anak dan iboe-bapanja 0068Gedenkwaardige reis naar Oost-Indië van Willem Ysbrantszoon Bontekoe, De 0919Geen verworpene meer 0362Geen vreemd kind 1037Geesten houden niet van regen AOWGefopte koningstijger, De 0111Geheim agent Daan Kaper 1155Geheim van de blauwe steen, Het 0904Geheim van de gesloten kamer, Het 0774Geheim van de haaiendoder, Het 1013Geheim van de kloof, Het 0735Geheim van de stalen kistjes, Het 1012Geheim van het oude huis, Het 0278Geheim van Kebon-Barat, Het 0834Geheim van mijnheer Tukker, Het 0134Geheimzinnige gast, De 0853Geheimzinnige lichten in het Diëng-gebergte 0951Geheimzinnige machten 0946Geheimzinnige steen, De 1151Geheimzinnige Yamadan, De 0659Geïllustreerd Nederlandsch Indisch alphabet 0077Gekooid kind 1220Generaal, De 1050Generaal van Heutsz 0759Gerbrand Douma's reis om de wereld 0442Geschenk van opa, Het 0983Geschenken van een dwerg, De 0166Gescheurde Bijbel, De 0485Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van Neêrlands Oost- en West-Indische

bezittingen 0015 Geschiedenis van Boentoeng en andere verhalen uit het werkelijke dierenleven

in Indië, De 0318 Geschiedenis van de togten en ontdekkingen der Nederlanders in Aziën, Africa,

America en Australië 0020 Geschiedenis van een klappemoot, De 0700 Geschiedenis van een klappemoot, De; Hoe Roesa gevangen werd; Hoe Matjan in

Artis kwam 0701 Getij verandert..., 't 0581 Geurt Boots vaart naar Indië 0622 Gevaren ter zee 0336 Gevleugelde paarden 0970 Gewond voor den vijand 0164 Gezellige uurtjes 0133

Titelregister 435

Gezellige uurtjes bij Dea Dze 0169Gezellige winter, Een 0593God is toch liefde 1130God zoekt het verlorene 0175Godgewijd leven, Een 0413Goede gids, De 0927Goede kameraads 0167Goochelaar, De 0249Gouden amulet, De 1039Gouden keten van de Compagnie, De 0993Gouden kris, De 0237Gouden lotus, De 0973Gouden vacantiedagen 0536Goudhaantje 0729Goudschatten van Siam, De 0531Gravinnetje 0466Greetje-Margriet 0914Greetje-Margriet wordt Margriet 1076Groene slange-oog, Het 1156Groot kinderkerstboek 0932Groot vertelboek van de zending 0908Groote boek, Het 0566Groote vlinderreis van Aoesa, De 0553Grootmoeder en kleinzoon 0223Grootmoeders tuin 0511Grootste veroveraar, De 0975Grote gouverneur, De 0671Grote huis, Het 1036Grote verdriet van Ambe'Roeroe, Het 1099Grote vogel, De 1145Grote vondst van Juul en Peter, De 0768Gulden jongensboek, Het 0414Gulden meisjesboek, Het 0436Gulden van Simon, Een 1042Gulden weken 0404Guru Christiaan 1082Guus de durfal 0681

Haafner's reisavonturen 0112 Haantje en z'n kornuiten 0856 Haar reis naar huis 0612 Halima blijft niet alleen 1084 Hanna zoekt haar vader 1023 Hanneke op reis naar Indië 0752 Hans en Hannie 0487 Hariati 0846 Harimau 0736

436 Titelregister

Harimau, het tijgerjong 0910Harriët 0541HBS-tijd van Emmie Hoogland, De 0476Heb je 't al gehoord? 1180Heidebloempje, Het 0075Heimwee naar Nieuw-Guinea 1056Held van de Javazee, De 1025Held van de rimboe, De 0871Held van Jacatra, De 0746Helikopter Bell 37-D vermist 1073Hemelprauw, De 0832Henk en Bert 0358Henk Halbers 0396Herman's eerste zeereis 0173Hermelijn 0626Hermelijn's dochter 1072Hermelijn's huwelijk 0684Hertesprong, De 1174Het begon met een zeiltocht 0810Het komt allemaal in orde 0873Het moest zo zijn 1143Hoe Apoel haar vriend vond 0901Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen 0494Hoe Dikke Gijs in de cockpit verzeilde 0647Hoe een kleine jongen 'goeroe' is geworden 0365Hoe het na 1000 weken werd 0917Hoe Josientje schrijfster werd 0555Hoe Kees sparen leerde en andere bijdragen bewerkt naar inzendingen op een

prijsvraag van de Postspaarbank 0545 Hoe Menko over de brug kwam 0656Hoe Paulus Tampilang van mohammedaan christen werd 0535 Hoe Puck een Canneheuveltje werd 0335 Hoe raar een bal soms rollen kan 0064 Hoe Tineke Tine werd 0520Hoe wij onze vacantie op Samosir doorbrachten 0522 Hollanders op Korea 1111 Hollandsen gezin in Indië, Een 0343 Hollandsche jongen in China, Een 0514 Hollandsche zeeman uit den Franschen tijd, Een 0274 Hompie Smeergraag in Nederlands-Oost-Indië. 0691 Hoog in de bergen 0826 Hoor ik er wel bij? 1081 Hoorn van overvloed, Een 0147 Hou vol, Covert! 0878 Hou zee! 0483, 0537 Huis bij den toren, Het 0349 Huis op wielen, Een 0780

Tttelregister 437

Huize Canneheuvel (De 'Duiventil') 0357 'Huize Levenslust' 0407 Huize Onrust 0443

I Bontot en I Koese 1043Ida uit Indonesië 1034Idris gaat het huis schoonmaken 0906Idylle in de archipel 0763Iets voor jonge kinderen 0045Ik heb een mes 1097'Ik kom terug', zegt Loes 0854Ik wil 0416Illusies worden werkelijkheid 0787In de ban van Sorawa 1144In de desa 0885In de greep van het oerwoud 0952In de lijnen van haar hand 1138In de Oost 0078In de schaduw van de rijzende zon 1219In de schemering der oerwouden 0939In den opgang 0227In dienst van den Grooten Mogol 0122In gelijke pas 0705In het gareel 0430In het land van de Papoea's 0402In het verleden ligt het heden 1142In onze Oost 0161In 's levens opgang 0138In 't Geuze-huis 0301In veilige haven 0197, 0438Indië en jong-Nederland 0400Indisch A.B.C. 0353Indisch kinderleven 0279Indisch meisje en andere Indische verhalen, Een 0393Indisch prentenboek 0243Indisch student in Holland, 'n 0440Indisch troepje, Een 0259Indische armband, De 0667Indische club, De 0565Indische jongens 0629Indische Joop 0549Indische monster, Het 0460Indische neefje, Het 0547Indische nichtje, Het 0185Indische oom, De 0276Indische reis, De 0592Indische sprookjes 0364

438 Titelregister

Indische sprookjes, legenden en fabelen 0464Indische vertellingen 0184Indische volksverhalen voor de jeugd verteld door Johan van Hulzen 0868Indonesië 1101Indonesische sagen en legenden 1159Indonesische sagen en verhalen 1222Insulinde 0053Insulinde en de zending 0214Ismaël's eerste zendingsreis 0219Ismail en Moerti 0176

Jaap vloog uit 0317Jaar bij de familie De Bloeme, Een 0489Jaar van huis, Een 0534Jacht- en krijgstafereelen 0108Jack's gedenkschriften 0225Jagers van de Tamirivier, De 0645Jakobus Chalmers; De bode des vredes op Nieuw-Guinea 0130Jan Blok en de vliegtocht 0600Jan Jansen Struys 0469Jan Pieterszoon Coen 0461, 0515, 1033Janmaat en zijne vriendjes 0113Janmaat in de Oost 0104Java 0026, 0030, 0698Java; Nieuwe schetsen voor de Nederlandsche jeugd 0032Java; Nieuwe tafereelen voor de Nederlandsche jeugd 0033Java; Schetsen en tafereelen voor de Nederlandsche jeugd 0029Javaansche legenden 0394Javaansche sagen en legenden, zeden en gewoonten 0385Javaansche sagen, mythen en legenden 0380Javaanse Vorstenlanden, De 0941Jeep-expres Java-Holland, De 0931Jeugd van Djimin, De 0209Jim 0532Jimmy en ik 0521Jo-Jo, 't grappige Javaantje 0538Joechei! 0913, 0960Joesa 0895Joesoef in de boei; De avonturen van Roda; Bandjir 0703Johan's avontuur 0127Jojo, de Sumatraan 0564Joke wordt mensch 0643Jona en Sari 0465Jong Batakbloed 0695Jong Java's lief en leed 0212Jonge meisjes 0099Jonge zwervers 0674

Titelregister 439

Jongen in de tropen, Een 0662Jongen vaart het leven in, Een 0795Jongen van de plaggenhut, De 0502Jongens en meisjes van alle-dag 0268Jongens lief en leed 0156Jongens van de club, De 0239Jongens van de Z-dub S.K., De 0589Jongste lichting, De 0772Jonker op de vloot van Houtman 0751Joost, de 'Indiaan' 0649Joost Dircksz. onder de vrijbuiters 0473Joyce, een Moluks meisje 1207Juiste weg, De 0816Julia en het toversteentje 1028

'k Wou je wat vertellen over Indië 0595Kaja-kaja 0959Kajuitsjongen van Frederik de Houtman, De 0857Kajuitsjongen van Heemskerck, De 0486Kajuitsjongens van Admiraal Heemskerk, De 0191Kalif Ooievaar en andere vertellingen voor de jeugd 0577Kan-niet is dood 1227Kantjil, dwerghert bij het Tobameer 1165Kantjil, het dwerghertje 0627Kapers op Nieuw-Guinea 0697Kardi en andere verhalen 0246Karel lost het op 0720Karel van der Heijden 0182Kario, het gelukskind 0995Karno en Rano 0254Karon, de kleine verschoppeling 0361Katja Piring 0060Katjangs, De 0263Katjoeng Poetih's thuisreis 0561Kawina 0533Kees 0606Kees Huisman 0181Keesje Eénarm 0441Keesje's leertijd in de tropen 0363Kerk op mars, De 1041Kerstboek van Zonneschijn 0650Kerstboek van Zonneschijn 1935 0607Kerstboek van Zonneschijn 1936 0633Kerstboek van Zonneschijn 1949 0892Kerstboek voor jong Indië 0745Kerstvacantie van de Kortenaertjes, De 0771Kerstvertellingen 0412, 1078

440 Tttelregister

Kètap, de jongen van Rawoe 0728Keur van gedenkwaardigheden 0016Kiekjes uit de Soendalanden 0253Kiki, het Papoea-meisje 1053Kikkerboekje, Het 0830Kila's wraak 0928Kind dat niemand hebben wou, Het 1061Kind van Java, Een 0337Kindeke geboren, Een 0557Kinderen in een brandend land 1022Kinderen in Indonesië 1003Kinderen op het zendingsveld 1188Kinderen uit het land der zon 0529Kinderen van Boeton Leon, De 0877Kinderen van haar jongen, De 0332Kinderen van 'Het Bloemenhuis', De 0542Kinderen van overal: geloven 1175Kinderen van overal: werken 1171Kinderpret 0093Kippendagboek, Het 0384Kitt/s leed en vreugde 0367Klaas Hamer 0387Klauw van de Draak, De 1029Klaverblad van vier, Een 0129Klawirit, De 0678Klein Jantje van Grisee 0381Kleine brandstichter, De 0997Kleine gids, De 0377Kleine reiziger door ons vaderland en onze buitenlandsche bezittingen, in

zamenspraken en in brieven van Willem en zijne vriendjes, De 0017 Kleine Sarina 0286 Kleine Toean 1182 Kleine Zimmerman, De 0008 Knalclub van 3A, De 0401 Knap Suusje - blauw vlindertje 0210 Knopjes 0066 Koen Houdtcooper 0802 Koksmaat van de 'Graaf Zeppelin', De 0513 Koloniaal en zijn stervend kind, De 0088 Kom en zie! 0155Kon ik maar weer een gewoon meisje zijn 1186 Koning van Tjilatjap, De 0386 Korang oewang (zonder geld) 0785 Korporaal van Peeldorp, De 0694 Korte vertellingen voor de jeugd in Nederl.-Indië 0072 Kortste weg, De 0786 Kranige Hollanders 0309

Titelregister 441

Kris danst, De 1218Krqjoto's wonderbare reis 1119Krokodil in het leven van de Posoërs, De 0609Kroon van Mataram, De 0123Kruispunt 0715Kruisvlag in top (I), De 0409Kruisvlag in top (H), De 0539Krijgsman en koopman 0148Krijn Touw, de scheepsjongen van Abel Tasman 0425, 0811Kijkje in Batavia en omstreken, Een 0042Kijkje in de Nederlandsche bezittingen in Azië, Afrika en Amerika, Een A001Kijkjes in een ver land 0258Kijkjes in onze Oost 0079

Laatste reis van de 'Cap Frio', De 1164Lambon, het meisje uit de poeri 0711Land van de neushoomvogel, Het 1211'Lang leve onze Koningin!'; Oom Marcus blaast de reveille; Blank en bruin

vieren feest 0704Langs den luchtweg van Amsterdam naar Batavia 0546 Langs eigen wegen 0969 Langs verre kust 0748Lasso, een verhaal uit de zendingsgeschiedenis 0240 Latifa op de Molukken 1213Legenden en verhalen uit Zuid-Sumatra naverteld door Pater M. Neilen 0920 Lekkere krummels voor kleine hummels 0192 Lengko, de karbouwenjongen 0999 Lesjes en vertellingen 0038 Leven, de daden en lotgevallen van Jan Camphuis, gouverneur-generaal van

Neerlands-Indië, Het 0004Leven en de daden van den doorluchtigen zeeheld J. Psz. Koen, Het 0002 Leven op den Erckensteijn, Het 0115 Leven van Beraja, Het 1132Leven van Daan en Boetje op Rumah Tiga, Het 1189 Levens lentetijd, 's 0491 Liar, de wilde 0940 Lichte nacht, De 0731 Lichtjes in de mist 1059 Lied van de Kokila, Het 0926 Def en leed uit een meisjesleven 0177 Lief en leed van de Van Doorn's 0354 Liefde loont 0092 Des en Loek's bakvischtijd 0340 Li'ing, de kleine Dajak 1026 Liselot 1065Loda het Soembaneesche weesmeisje 0471 Lodewijk de mensenredder 0936

442 Titelregister

Lodewijk de rattenvanger 0775Loek doet haar plicht 0860Loekie's proeftijd 0418Logeetje uit Indië, Het 0613Loren§o da Silva 0100Los van de arakduivel 0855Losse schetsen over Nederlandsch Oost-Indië 0124Lotgevallen van Dikkie Duizendpoot, De 0601Lotgevallen van Djahidin, De 0056Lotgevallen van een Indisch stuivertje, De 0310Lotgevallen van Willem Heenvliet 0024Lousje's kunstreis door Indië 0439Luchtvaartboek voor de jeugd, Het 0653Lucie van Hees 0233Luister uurtjes; Derde deel 0733Luister... we gaan vertellen! 1040Luuk's laatste schooljaar 0498

Maanboek, Het 0821Maand in een drijvend hotel, Een 0843Maar die vlag verlaten... nooit! 0815Maarten Wouters' zeereis 0709Maddy zoekt haar weg 0961Magda bezint zich 0782Mamma Inez 0646Mannen van sta-vast 0057Marianne's thuisreis 0570Marianne's verlangen 0749Marieke en haar vriendje 1044Marja en het bruine kind 1066Marijke 0467Masora 0754Matabia 1192Matjan, de tijger 1000Mei Lan's overwinning 1173Meiclub uit kampeeren, De 0389Meisje in de rimboe, Het 0608, 0984Meisje José, Het 0966Meisje met de groene mantel, Het 0909Meisje van de waterval, Het 1163Meisje van Java, Het 1114Meisje voor het raam, Het 0879Meisjes van de H.B.S. 0284Meisjes van Sparrelaan 33, De 1019Meisjesdetective, Een 0390Meisjes-idylle 0714Meisjes-jaarboek, Het; Tweede jaar 0421

Titelregister 443

Meisjes-jaarboek, Het; Vijfde jaar 0490Melattikrans 0059Menko ontmaskert den 'Bonze' 0657Menno's Indisch prentenboek 0379Mensen en wilde dieren 0588Mensen in de pot 1170Mensen van boven, De 0664Menseneter van Tjarinti, De 1117Merkwaardige karakters en belangrijke verhalen uit de geschiedenis des

vaderlands 0023Merkwaardigste Nederlandsche zeereizen sedert den jare 1594, De 0001 Met de 'Hollandsch-Diep' op avontuur 0614 Met de K.L.M. naar Indië 0548Met de 'Madjoe' langs de kust van Nieuw-Guinea 0915 Met de 'Uiver' naar Melbourne 0571 Met de V.O.C, naar Voor-Indië 0689 Met onze kano naar Indië 0651 Met Piet Bosman door Nederlandsch Oost-Indië 0805 Met Roggeveen de wereld om 0238 Met vacantie in de bergen van West-Java 0617 Met vallen en opstaan 0742 Met Van Riebeeck naar de Kaap 0696 Met verlof in 't vaderland 0216 Met verlof naar Holland 0308 Met z'n drieën en een oom A006 Mia's perikelen in de tropen 0726 Mia van Randwijck 0275 Mickey achter prikkeldraad 0998 Midan de Dajak 0207 Mieke 0618Mieke van de Rozenlaan 0894 Miep ter Haar 0419 Miranca's avonturen in de missie 0977 Misschien? 1017 Moderne bakvischjes 0423 Moeders schoot 0050Moeilijk jaar voor de Van Heerdentjes, Een 0345 Monki op Bali 0921 Mooiste beroep, Het 0962 Mop 1008 Morgennevelen 0369 Moslimjongen wordt predikant, Een 0947 Muiterij op de Bontekoe 1035 Mijn oom Torn 0242 Mijn vertelselboek 0142 Mijn vriend de pindaman 0884

444 Titelregister

Naar de koningsburcht en andere verhalen 1052Naar de tropen 1002Naar het land van de Sangireezen 0348Naar het verre, koude land 1223Nachtelijk avontuur, Een 0740Nannie van Heusde 0563Nar van Jacatra, Een 0512Nare varaan, De 1185Nederlandsch Indië 0051Nederlandse wereldreizigers 0845Neefje uit de Oost, Het 0131Neerlands roem 0047Neêrland weer vrij 0524Nel, de ontembare 0218Nelleke's opvoeding 0764Nellie's groote vertelselboek 0517Netteke Dollemans 0516Nichtje uit de rimboe, Het 0530Nichtje uit Indië, Het 0791Niek en Miek uit Indië 0632Niet bang voor krokodillen 1216Niet met handen gemaakt 0368Nieuw begin, Een A012Nieuw verhaal voor Subandi 1127Nieuwe Albatros, De 0991Nieuwe omnibus-boek voor onze kinderen, Het 0648Nieuwe vaderland, Het 1047Nieuwe vertellingen en prentjes van Joop 0190Nieuwe wereld in, Een 0260Nieuwe woord, Het 1146Nikkertje 0668Nina Donker 0213Noerma 0890Nonnie 0296Nonnie Dorsvliet 0273Nonnie en andere verhalen 0158Nonnie's proeftijd 0628Nonnie's tweestrijd 0611Nuttige Prentenboek, Het 0028

O 16 0825O, die lastige juf! 0141Offers 0528Oleng en Ateng 1104Olifantennacht, De 0578Om de kribbe van Bethlehem 1030Om de Zuid naar de Oost 0770

Titelregister 445

Om den voetbalbeker 0500Om en bij de kleine anglo 1110Om het goud in Nieuw-Guinea 0820Om nooit te vergeten! A010Omnibus voor de jeugd 0899Onafscheidelijken, De 0248Onder alle heidenen uw heil A011Onder de Dayakkers 0144Onder de koppensnellers van Borneo 0291Onder de Papoea's 0717Onder de tropenzon 0432Onder de vlag van de Compagnie 1148Onder de vlag van Jan Pz. Coen 0224Onder de vliegdennen 0721Onder en met Papoea's in de prauw en door het bosch 0324Onder Van Heutsz 0434Onder vrienden en vijanden 0073Ondergang van de Batavia, De 1229Ondergang van 'De Sperwer', De 0838Onderwijzersgezin in Indië, Een 0584Ongelogen waar 1194Ongelukkige tuinjongen, De 0194Onheil bij Kaap Hoorn 1087Ons eerste huis 0351Ons jeugdboek, Deel II 1006Ons jeugdboek, Deel III 1018Ontdekkingsreis van Steven Corf, De 1153Onverwacht wederzien 0383Onze beroemde mannen, der jeugd ten voorbeeld gesteld 0022Onze bezittingen in Azië, Afrika en Amerika A001Onze helden van Lombok 0157Onze Indische geschiedenis 0769Oom met vijf neven, Een 0146Oost te kijk!, De 0087Oost-Indische bloempjes 0018Oostersche nichtje, Het 0241Oostinjevaarders 0888Op de grote vaart 1005Op de hoogeschool des levens 0201Op de kunstijsbaan 0722Op de reede van Batavia 0081Op de rotsen geworpen 0359Op de wandeling 0089Op de wandeling en bij den haard 0052Op den achtergrond 0523Op den baren 0159Op den daktuin 0484

446 Tüelregister

Op den rand van het nest 0373Op een koffieland 0186Op expeditie tegen de Dajaks 0168Op haar post 0294Op onze schouders 0886Op reis door Vier-Koningen-Land 1201Op reis en thuis 0493Op reis met den zendeling 0325Op 't Zuydlandt gestrand 0840Op vleugels naar Indië 0341Oranda 1224Oranjebloesems 0128Orchidee 0221Ot en Sien 1168Otto en Zwart 0117Oude en nieuwe vertellingen 0388Oude, wijze kakatoe, De 0862Over alle grenzen 1150Over een klein Bataks meisje 0779Overal op aarde 1208

Pa Oï, die Christus wet vervulde 0504Paalwormen of pindakaas 1199Padjangko; een Toradja-'boefje' 0293Page van de sultane, De 0135Pak Ibrahim, de blinde van Blondo 0737Pang Paneu, de Toenonger 0784Papoea's in de branding 0757Papoealand 0670Parade voor Viola 0850Parasol en klamboe 1125Passagiers van de blauwe tram, De 0457Pasundan 1007Pauli's leerschool 0583Pauw, De 0496Pelikaantje, Het 0572Pension van tante Saar, 't 0244Perkoetoet mysterie, 't 1055Permenas' grote reis 1112Pete Johnson, de jongen uit de wildernis 1027Peter in het verre land 1177Petrus Kafïar, de Biaksche evangelist 0247Philip's loopbaan 0257Pieter loopt een blauwtje 0552Pietertje Zwing 0933Pikoe Matti en andere verhalen 0444Pim's verjaardag 0456

Titelregister 447

Pimmie's reis met de K.P.M.; Hoe bouwt Amat z'n huisje?; Boe-aja, de rover inde rivier 0702

Pionier van Sentani, De 0965 Pioniers en Papoea's 0758 Pipper valt door de aarde 0265 Pit staat pal 0836 Planten, dieren, mensen 1183 Pleegkinderen, De 0250 Plicht gebood 0590 Pluisje 1060Polly's gedenkschriften 0179 Porseleinen cupido, De 1166 Prenten-Magazijn voor de jeugd 0013 Prettige verhalen 0083Prinses Morgenster en andere Indische sprookjes 1120 Puck 0300

Raadsel van de rubberplantage, Het 1015Ramoeni zoekt een school 1071Ramp op zee 1225Rare familie, Een 0644Razende Roeltje A007Reinout 0202Reis naar het geluk, De 0777Reis naar Indië, Een 0495Reis naar Java, De 0027Reis van de Zwarte Draeck, De 1230Reis van schipper Bontekoe en andere verhalen, De 0264Reis voor de Compagnie, Een 0944Reisje van Bontekoe en andere verhalen in proza en berijmd, Een 0126Reizen en lotgevallen van Lodewijk Vermeer in de Nederlandsch Oost-Indische

bezittingen 0014Reizen en ontdekkingstogten van Abel Jansz. Tasman, van Lutkegast 0019 Reizen naar de Kaap de Goede Hoop, enz. 0003 Reizen van Nederlanders rondom de wereld 0010 Restje tropenkolder, Een 1049 Rie 0323Rimboekind, 't 0594 Ring van zeven, De 1147 Robbedoes 0497 Roekminah 0949 Roeland Westwout 0665 Roetmop 0329, 0794 Rondom de toren 0900 Roode molen, De 0251 Roode Paradijsvogel, De 0086 Roofdierjacht op Sumatra 0922

448 Titelregister

Roosjes zonder doornen 0116Rozeknopjes 0076Ruby en het konijn 1091Ruiter van de Compagnie, Een 0101Rijk en arm 0132

Sadjem, het sloofje uit de waroeng 0505Sagen, mythen en legenden uit den Oost-Indischen Archipel 0540Saïdjah en Adinda 1221Saka, de vluchteling uit Ambon 1096Salaka 0507Salo en de rode zeep 1062Samoea en Ronto 0229Sandra en Thijs zoeken zelf een broertje 1197Sanggau diamant, De 0690Sarina 0452Samo leert het verkeer 0979, 0980Schat van de Boroboedoer, De 0620Schat van den armen jongen, De 0271Schat van den Javaan, De 0187Scheepsjongen van 'De Gouden Leeuw', De 0328Scheepsjongens van Bontekoe, De 0375, 1131Scheepskat en de koningen van Borr, De 1100Scheepskat in Japan, De 1113Scheepsmaat Eric en de boekanier 1154Schets van de geschiedenis der Nederlanders in den Oost-Indischen Archipel 0025Schipbreukelingen, De 0094Schipbreukelingen van de Lucipara en andere hoogst belangrijke zee- en

landavonturen, De 0037 Schouders er onder, De 0725 Secretaris op de vloot van Houtman 1129 Sein staat veilig, Het 0755 Sergeant Boest van de X-14 1004 Setengah mati 1094 Si Ardjoe en zijn buffel 0687 Si Boeroeng 0817Si Padi; De geschiedenis van een Battakind op Sumatra 0049 Si Taloe, de dessajongen 0509 Sia 0069Siatjoe uit het land van de Digoel 1198 Sidih, een jongen uit de dessa 1161 Sidin en ik 0180 Sidja, een meisje van Java 1048 Sidja speelt mee 1098 Sinjo, de slimme aap 0550 Sinjo Jan 0814 Sinjo-Juul 0723

Titelregister 449

Sint-Nicolaas 0193Siti, het waroengmeisje 0641'Sjééééi' 1140Slapende vulkaan, De 0967Slimme kantjil, De 08%Snoes 0431Sobat Amat 0518Soejoeds pinksterfeest 1020Soendaneesche droom en zijn uitlegging, Een 0506Soendaneesche hemelling, De 0350Soetilah 1021Solé en zijn vriendjes 0488Sonja 0371Speurtocht naar vliegende slangen 1204Spion of pionier 1128Spookschip der Celebes-Zee, Het 0767Sporen onder de waringin 0935Sprekende dieren 0285Sprookje van de kleine prinses, het arme waschmeisje en de vlinder, Het 0793Sprookjes en verhalen van Bali 1014Sprookjes en vertellingen door Nellie 0114Sprookjes uit Indië 0215Stad van Coen, De 0472Stan Tieman van Bosschenhoven 0956Stekjes 0065Stem in het bosch, De 0449Sterke Jo 0663Stille nacht 0897Stille nacht, heilige nacht 0675Storm over Toba 0734Stormvogel van Edam, De 1107Stormvogeltje 0428Straat Soenda 0679Strooi-avonden 0048Stuur in handen, 't 0615Stuurman Aart 0898Sultanskind, Het 0605Sumatraansche olifanten-geschiedenis en andere verhalen, Een 0554Suwarto en de toverstokjes 1106

't Was maar een kleine nietsnut 0954Tabai, de blinde Papoea-jongen 0370Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei kunne 0007Tafereelen uit de geschiedenis der zending voor school en huisgezin 0046Tafereelen uit het leven van belangrijke Nederlandsche mannen van vroegeren en

lateren tijd 0011 Tafereelen van de zee in verhalen van schipbreuken, reizen en lotgevallen van

450 Titelregister

beroemde personen 0021 Talisman, De; Arme Isah 0556 Tante Doortje's erfenis 0299 Tante Geertruida 0039 Tante Noep 0405 Tante Stanny 0211 Tante van het duinveld, De 0228 Tarakanner tegen wil en dank 0635 Te land en ter zee 0096 Tehuis voor meisjes 0688 Tekko en de witte man 1122 Tekko in het vreemde dorp 1134 Tekko komt terug 1137 Tempelwachter van Plamboen, De 0727 Terug in het vaderland 0930 Terugkeer van X, De 0790 Testament van Sachidananda, Het 0880 Thomas de Blinde 0061 Thuisvaart 0869 Tiliauw, de Sawia 0585 Timon en Matjan 0382 Timon's avontuurlijke vliegtochten 0448 Timor, Sumatra en Borneo's Westkust 0044 Tineke 0307Tineke van het postkantoor 0950 Tini en Tomi 1123 Tinker's vrienden 0638 Tjoebek in het Tijgerbos 1135 Tjoklat sagen 0676 Toch naar Holland 0391 Toch op 'Veldzicht' 0342 Tocht met hindernissen, Een 0063 Tochtgenoten 1124 Toea Boba 0508Toen de Amboneesjes kwamen 0986 Toen Go bij oom en tante was 0744 Toen moeder weg was... 0262 Toetie Roetmop 0303 Toetie's avonturen en Mariëtta 0170 Toetie's moeilijke eerste jaar 1086 Toevallige gelijkenis, Een 1179 Toewale en de mensen en dieren op aarde 1184 Toewan Tijger 0625 Tom 0149Tombo, het Soendaneesje 0289 Ton en Kees op 'n sleepboot naar Singapore 0417 Toon en andere verhalen voor kinderen van 6-7 jaar 0478

Titelregister 451

Toontje Poland onder de tropenzon 1167Tooverspiegel en andere verhalen, De 0163Tot de einden der aarde 1058Tot ziens, Achmad 1102Toverdoos van Ambe'Roeroe, De 1095Towasi, het slaatje 0863Troeno Djojo 0154Trompetter van Admiraal Spilbergh, De 0091Tropenkindjes 0762Trossen los!, De 0347Tuan Glou 1077Tusschen de vijftien en achttien 0374Tusschen kannibalen en kokospalmen 0544Tusschen licht en donker 0435Tussen sawahs en bergen 0642Twaalf Soendaneesche en Javaansche sprookjes aan Hollandsche kinderen naverteld

door B. Alkema 0315 Twaalf tropenstrips 0925 Twee Adri's 0458 Twee echte jongens 0408 Twee Hollanders in het oerwoud 0621 Twee Hollandsche jongens op reis 0232 Twee Indische meisjes 0870 Twee jaar op den Rozenhof 0150 Twee kleine meisjes in Holland 0686 Twee musketiers, De 0095 Twee pleegzusjes A004Twee rijstaren en andere verhalen voor kinderen van 6-8 jaar, De 0397 Twee Tadema-kinderen op Java 0828 Twee vrienden 0235 Twee vriendinnen 0231 Twee vrinden 0204 Twee zusjes 0178 Twee zusjes in het oerwoud 1187 Tweeling van de plantage, De 1075 Tweelingen, De 0196 Tijger-eiland 0859 Tijger van Kloemboeng, De 0655

Udo's eerste kostschooljaar 0753Uit alle streken 0964Uit het sagenland 0887Uit hoge hemel 0982Uit kinderhand voor kinderland 1010Uit nood en dood gered 0205Uit ons heldentijdperk 0234Uit polder- en zonneland 0398

452 Titelregister

Uit verlies winst 0255Uit zonneland 0195Uitstapje in Samarang en omstreken, Een 0043Uiver, Frits Ruyver en een nikkelen stuiver, De 0574Ursula trouwt in Singapore 0882

Vacantie herinneringen uit Java's binnenlanden 0188Vacantie in de Bovenlanden 0990Vacantie-avonturen op Goenoeng Tiga 0730Vacantie-reisje van een Hollandschen jongen naar Java, Een 0226'Vader!... Komt toch!' 1009Vaders held 0639Vakantie op de Molukken, Een 1212Vallei der spinnen, De 0841Van binnen uit 0680Van blond en bruin 0222Van broertjes en zusjes uit verre landen 0424Van de reis mee thuisgebracht 0203Van dichtbij en verre 0172Van doorbrekend licht 0355Van drie vrienden en een koningin 0692Van een Ceramschen jongen 0290Van een kleinen Papoea 0269Van een Papoesch slavenkind 0346Van een schooljongen in Batakland 0559Van Jacatra tot Batavia 0208Van Java naar Borneo en andere reis- en jagtavonturen voor de jeugd 0035Van kleine Papoeas 0492Van land tot land 1109, 1121Van land tot land... van kind tot kind... 1054Van Mary Jones tot Kruiden Maria 1228Van schoolbank tot schietstoel 1063Van slaaf tot evangelist: 'Petrus Kafiar' 0272Van strijd en overwinning 0270Van twee grote klokken in een ver land 1032Van twee Indische meisjes 0403Van varen en vechten 1067Van ver klinkt de tifa 1200Van verschillende stam 0849Van weesjongen tot gouverneur-generaal 0567Van zeebloem en meermin 0750Van zeeroover tot christen 0320Varen voor de zending 0352Varend vaderland 0827Veertien man in een boot 0747Ver van elkander 0992Ver van huis A003

Titelregister 453

Verbannen prins, De 0586Verborgenheden van Tirtyassa, De 0136Verdwaalde bal, De 0316Verhaal van een ouden koning, Het 0579Verhaal van Nieuw-Guinea, Het 1011Verhaal voor Subandi 1118Verhalen over Indië voor Nederlandsche jongens en meisjes 0292Verlaten kampong, De 0587Verlaten op eenzame kusten 0797Vermaarde Nederlanders, geschetst voor de jeugd 0041Verovering van Jacatra, De 0102Verovering van Venus, De 0837Verraad van den soesoehoenan, Het 0140Verre landen en vreemde volken 0174Verschoppelingetje 0576Vertel eens wat 0107Vertellingen 0040Vertellingen van eenen vader aan zijne kinderen, over de Oost-Indien 0012Vertellingen voor kerstfeest en pasen 0669Vertelsel van den tijger en de ton, Het 0125Victoria vaart over 1116Vier maanden onder de Jappen op Java en mijn ontsnapping 0818Vierde Mulo, De 0831Villa 'Flora', het spookhuisje 0433Vliegtuig in de rimboe, Het 0658Voedsel voor verstand en hart 0009Voetbalclub 'Volharding', De 0480Vogelvrij verklaard 1205Volksverhalen uit Oost-Indië (sprookjes en fabels) 0392Vondeling in Papoealand, Een 0806Voor de wind rond de wereld 1083Vóór den grooten mast 0162Voor moeder 0120Voor onze kleinen in Indië A002Voor oog en hart 0118Vooruitgestuurd 0245Vrede op aarde 0334Vriendelijke koopman en andere verhalen, De 0082Vriendinnetjes 0266Vriendschap - dankbaarheid 0183Vriendschap van Bertha en Beata, De 0314Vroolijke Frans door de Gebr. Grimm en andere verhalen uit Oost en West en

eigen land voor kinderen van zeven tot tien jaar 0479 Vrij en blij 0338 Vulkanen op Java, De 0948 Vuren op de bergen 0842 Vuur onder de golven 1108

454 Titelregister

Vuurbal, De 0858Vuurberg, De 0907Vuurtje op de berghelling, Het 0981Vijf rovers en een rovershol 0776Vijftig jaar bij gevaarlijk bergvolk 1157

Waar blijft Pa Sidin? 1085Waar de wind mij drijft... 1057Waar het bamboe ruischt 0712Waar kris en klewang dreigden 0637Waar vulkanen de wacht houden 1178Waarheen? 0110Waikri, een jongetje van Nieuw-Guinea 1088Waikri's jachtavontuur 1089Wajang in Gods handen, Een 0829Wajangpop, De 0741Wambo, de jonge Papoea 1068Wambo, de zwarte zwerver 1069Wambo vindt het geluk 1070Wapenbroeders, De 0560Wardjo's grote plan 0989Wari van de Koeboes 0912Wat Dahlia kreeg 1074Wat de heilige kris vertelde 0287Wat dokter Slamet vertelt 0985Wat een wereld 1158Wat Herman en Louis van onze Oost vertelden 0080Wat Oeli hoorde vertellen 0872We slaan er ons door 0719We zijn niet bang 1093Weezen van Vlissingen, De 0031Weggeloopen 0481Weggeworpen toversnoer, Het 0955Wegwijzer, De 0803Welkom thuis, Hermelijn 1024Wereld die wij veroveren moeten, De 0713Wereld draait om Jessie, De 0636Wereld van wit en groen, Een 0766Wereldreis van Freddy van Zanden, De 0808West-Nieuw-Guinee 0281Widijawati, het Javaanse meisjes 0861Wie leest wordt wijs 0305Wie luistert en kijkt mee? 0781Wies Ongeluk 0256Wilde Jo 0282Wildebrassen 0501Wildernis in, De 0743

Titelregister 455

Wildzang, 'n 0344Willem 0468Willem IJsbrandsz. Bontekoe 0006Wim Terhorst en zijn vriend Sarip 0819Windroos, De 0756Winter achter het hoge duin, Een 0971Winteravondvertellingen 0267Winterbloemen 0372Witte geest van de Boroboedoer, De 0918Witte Papoea, De 1133Witte slang, De 0972Wolken en zon 0580Wonderlijke reizen van Meelmuts en Roetkop, De 0378Wongo's offer 0661Worstelstrijd in de Vorstenlanden, De 0097Woudloper van Sumatra, De 0976Woudlopers in Papoealand 1064Wraak in Batakland 0929Wraak van den Javaan, De 0718Wraak van Stalen Hand, De 0732Wrak onder water 1152Wrak van Palmeneiland, Het 1031Wij kijken omhoog 0624

Zarco de zeevaarder 1103 Zeerooversjongetje, Het 0333 Zendingsarbeid 0321 Zendingsklok, De 0295 Zendingsvriendinnen, De 0685 Zes jaar en zes maanden 1193 Zevenster, De 0151 Zieltjes zonder zorg 0420 Zilveren lepel, De 0911 Zilveren vogel, De 0666 Zilvervosje 0903 Zo komt het dat... 1191 Zoete meisjes en een tijger 1217 Zomer op Heidehoeve, Een 0765 Zon, zee... en zeilen 0760 Zonnebloem 0415 Zonneboek, Het 0822 Zonneglans in schaduwland 0426 Zonnekind 0406, 0477 Zonneschijn en andere verhalen 0427 Zonnetje van binnen, Het 0106 Zoon van de Witte Olifant, De 0902 Zusjes Breesma, De 0306

456 Titelregister

Zusjes van de Berkenhoeve, De 0217Zuster Nonnie 0652Zwarte jager, De 0054Zwarte kaperschip, Het 0573Zwarte Portugees en zijne toepassing van de wereldenergie, De 0311Zwarte zand van Palé, Het 0798Zwarte zeerover, De 0630Zwervertje 0356Zijden hemdje en andere vertellingen, Het 0302

Trefwoordenregister

Aanpassingsproblemen 0684, 0726, 0804Aardbevingen 0042, 0051, 0053, 0195,

0252, 0702, 0723, 0805, 0826, 0949, 1172, 1176

Adat zie CultuurAdriani, N. 0229, 0277, 0288, 0413, 0508,

0988, 1228, A011Adriani-Gunning, M.L. 0229, 0413Ageng, 2e Sultan van Bantam (1651-1682)

0135, 0136, 0140Agoeng, Sultan van Mataram 0101, 0102,

0189, 0208, 0224Alcohol 0069, 0081, 0104, 0120, 0172, 0249, 0258, 0272, 0681, 0746, 0836, 0927, 1052

Amangkoerat II, Soesoehoenan van Mata-ram 0123, 0140, 0154

Ambon 0005, 0007, 0037, 0252, 0560, 0704, 0805, 0877, 0975, 1189, 1213, A001

Amok 0060, 0096, 0104Amsterdam 0027, 0185, 0191, 0201, 0239, [0244], 0282, 0299, 0303, 0354, 0358, 0390, 0434, 0439, 0491, 0555, 0569, 0591, 0599, 0649, 0652, 0688, 0694, 0771, 0791, 0869, 0883, 0909, 0979, 0980, 1223

Apen 0063, 0109, 0118, 0382, 0393, 0422, 0448, 0455, 0508, 0534, 0536, 0550, 0588, 0599, 0602, 0771, 0800, 0817, 0839, 0921, 0971

Arabieren 0136, 0202, 0641, 0687Artsenmilieu 0276, 0300, 0308, 0335, 0357, 0395, 0446, 0462, 0500, 0558, 0561, 0619, 0719, 0764, 0893, 0907, 0926, 0930, 0961

Asselt, G. van 0036, 0049Atjeh 0144, 0152, 0164, 0172, 0175, 0182,

0202, 0273, 0301, 0318, 0434, 0480, 0637, 0672, 0694, 0784, 0857

Atjeh-oorlog 0059, 0060, 0110, 0115, 0142, 0149, 0152, 0156, 0160, 0162, 0171, 0175, 0181, 0182, 0197, 0202, 0213, 0220, 0267, 0276, 0285, 0331, 0377, 0416, 0423, 0434, 0447, 0637, 0672, 0692, 0694, 0759, 0784, 0946

Australië 0249, 0604Australisch Nieuw-Guinea 1027

Baam 0440, 0534, 0618Baboes 0050, 0052, 0063, 0066, 0069, 0099, 0103, 0106, 0116, 0133, 0150, 0190, 0211, 0221, 0223, 0241, 0243, 0245, 0252, 0259, 0261, 0264, 0273, 0276, 0283, 0286, 0300, 0304, 0312, 0329, 0330, 0357, 0374, 0377, 0379, 0381, 0393, 0403, 0404, 0421, 0422, 0427, 0433, 0440, 0444, 0446, 0454, 0491, 0519, 0520, 0530, 0532, 0552, 0556, 0575, 0598, 0636, 0644, 0656, 0716, 0909, 0973, 0982, 1102, 1110, 1217, 1227

Bali 0007, 0013, 0221, 0364, 0473, 0560, 0660, 0691, 0711, 0878, 0921, 0994, 1043, 1135, 1155, 1175, 1176, 1185, 1202

Bali-expeditie (1849) 0024, 0055, 0182Banda 0005, 0007, 0221, 1036, 1156Bandjermasin 0144, 0662, 0928, 0989,

1077Bandjermassinsche Krijg (1859) 0168, 0182

Bandjirs 0596, 0599, 0648, 0681, 0703, 0886, 1003, 1026, 1109, 1127, 1162, 1173

Bandoeng 0393, 0411, 0414, 0440, 0452, 0453, 0513, 0548, 0551, 0619, 0641, 0642, 0646, 0660, 0684, 0686, 0711,

458 Trefwoordenregister

0712, 0728, 0801, 0805, 0810, 0834, 0854, 0880, 0886, 0965, 1022

Banggai 0240, 0333Bantam, Ie Sultan van zie Kadir, AbdoelBarentsz., Willem 0234Bataklanden 0537, 0558, 0578, 0639, 0695, 0706, 0707, 0708, 0734, 0748, 0901, 0902, 0908, 0934, 0976, 1078, 1157

Batavia (Djakarta) 0004, 0005, 0007, 0008, 0012, 0013, 0027, 0039, 0042, 0051, 0054, 0056, 0062, 0071, 0074, 0081, 00%, 0097, 0104, 0112, 0117, 0120, 0128, 0135, 0145, 0168, 0192, 0202, 0207, 0208, 0242, 0250, 0263, 0279, 0303, 0308, 0314, 0341, 0342, 0343, 0345, 0348, 0354, 0358, 0367, 0375, 0405, 0416, 0421, 0437, 0444, 0452, 0454, 0457, 0472, 0548, 0549, 0551, 0552, 0555, 0563, 0570, 0591, 0598, 0599, 0600, 0617, 0618, 0624, 0629, 0634, 0651, 0652, 0653, 0658, 0659, 0660, 0661, 0673, 0691, 0715, 0728, 0731, 0763, 0770, 0818, 0819, 0864, 0870, 0875, 0880, 0895, 0964, 1005, 1083, 1150, 1155, 1158, 1167, 1193, A001

Batavia, De 0122, 1229Bedienden 0007, 0014, 0027, 0044, 0049, 0054, 0059, 0065, 0071, 0076, 0133, 0134, 0137, 0153, 0154, 0155, 0156, 0164, 0179, 0194, 0195, 0198, 0207, 0209, 0212, 0243, 0246, 0261, 0279, 0283, 0291, 0292, 0297, 0310, 0335, 0345, 0367, 0381, 0384, 0393, 0421, 0422, 0435, 0454, 0462, 0477, 0478, 0480, 0500, 0509, 0518, 0537, 0549, 0551, 0553, 0598, 0599, 0617, 0618, 0641, 0642, 0652, 0654, 0661, 0678, 0687, 0690, 0717, 0721, 0723, 0730, 0745, 0774, 0776, 0778, 0819, 0836, 0850, 0851, 0856, 0880, 0883, 0918, 1102, 1118, 1127

Bekker, Frederik 0046Berg, J.R. van den A001Bereiaptijd (1945-1946) 0853, 0869, 0880, 0886, 0897, 0964, 0969, 0998, 1034, 1081, 1094, 1204, 1218

Bestuur, inheems 0226, 0229, 0237, 0247, 0252, 0258, 0269, 0271, 0272, 0287, 0310, 0333, 0360, 0377, 0534, 0560, 0566, 0578, 0586, 0605, 0672, 0691, 0695, 0710, 0723, 0731, 0732, 0778, 0792, 0798, 0846, 0863, 0870, 0871, 0898, 0996, 0997, 1052, 1110, 1137, 1144, 1145, 1146, 1151, 1167, 1174, 1204, 1216, 1231

Bestuur, Nederlands 0049, 0054, 0119, 0126, 0133, 0134, 0182, 0187, 0209, 0221, 0237, 0246, 0263, 0271, 0360, 0437, 0440, 0494, 0509, 0526, 0552, 0596, 0598, 0621, 0654, 0669, 0681, 0691, 0702, 0703, 0704, 0711, 0717, 0728, 0754, 0783, 0798, 0854, 0909, 0965, 1010, 1080, 1153, 1154, 1199, A001

Bevolkingsgroepen Alfoeren 0062, 0134, 0290, 0322, 0333,0355, 0728, 0754, 0875, 0877, 0908 Ambonezen 0136, 0153, 0154, 0160, 0376, 0717, 0877, 0975, 0986, 1189, 1213 Atjehers 0113, 0152, 0172, 0202, 0377,0480, 0577, 0580, 0637, 0784, 0857

Baliërs 0140, 0164, 0711, 0878, 0921,0994, 1043, 1135, 1155, 1175, 1176 Bataks 0036, 0537, 0578, 0579, 0589, 0695, 0708, 0734, 0748, 0779, 0901, 0902, 0908, 0976, 1174, A011 Boeginezen 0153, 0271, 0798 Borneo-bewoners 0207, 0291, 0812 Celebes-bewoners 0365, 0675, 0756,0988, 0999, 1090, 1095, 1099, 1178 Ceram -bewoners 0290 Dajaks 0207, 0291, 0309, 0354, 0666, 0690, 0699, 0724, 0732, 0788, 0799, 0820, 0839, 0889, 0913, 0928, 0939, 0960, 0991, 1026, 1050, 1077, 1163, 1211Javanen 0005, 0026, 0027, 0029, 0030, 0032, 0033, 0067, 0069, 0079, 0080, 0101, 0114, 0127, 0133, 0136, 0143, 0155, 0164, 0166, 0179, 0180, 0184, 0186, 0187, 0188, 0189, 0199, 0200, 0208, 0212, 0224, 0226, 0236, 0254,

Trefwoordenregister 459

0286, 0310, 0337, 0360, 0375, 0414, 0452, 0454, 0462, 0470, 0509, 0529, 0538, 0556, 0577, 0587, 0598, 0599, 0605, 0627, 0631, 0641, 0642, 0648, 0683, 0687, 0693, 0694, 0697, 0723, 0727, 0737, 0741, 0745, 0772, 0778, 0783, 0817, 0834, 0846, 0851, 0852, 0861, 0870, 0875, 0880, 0883, 0885, 0890, 0892, 0895, 0908, 0918, 0937, 0949, 0952, 0953, 0963, 0964, 0967, 0977, 0981, 0989, 0995, 1003, 1021, 1022, 1045, 1048, 1052, 1054, 1058, 1071, 1085, 1098, 1101, 1106, 1109, 1118, 1127, 1135, 1150, 1158, 1161, 1162, 1163, 1167, 1180, 1209, 1216, 1228, A002

Koeboes 0783, 0871, 0912, 0991Madoerezen 0123, 0184Makassaren 0123, 0135, 0153, 0812, 0839, 0849, 1177

Maleiers 0207, 0291Mardijkers 0224Mestiezen (zwarte Portugezen) 0311Molukkers 0702, 1052, 1181, 1226Papoea's 0062, 0086, 0134, 0269, 0322, 0324, 0359, 0362, 0370, 0402, 0424, 0492, 0585, 0621, 0645, 0656, 0658, 0670, 0675, 0682, 0697, 0699, 0717, 0731, 0735, 0739, 0745, 0748, 0757, 0758, 0790, 0806, 0832, 0891, 0906, 0915, 0927, 0932, 0934, 0959, 0963, 0965, 0972, 1004, 1011, 1017, 1027, 1029, 1030, 1031, 1039, 1041, 1051, 1053, 1061, 1062, 1064, 1068, 1069, 1070, 1080, 1082, 1084, 1088, 1089, 1109, 1112, 1119, 1121, 1122, 1123, 1132, 1133, 1134, 1137, 1140, 1144, 1145, 1146, 1151, 1158, 1169, 1170, 1172, 1182, 1187, 1188, 1198, 1199, 1201, 1205, 1206, 1215, A014

Soembanezen 0471, 0482, 0863, 0953, 0955, 0996, 0997, 1052

Soendanezen 0056, 0236, 0325, 0361, 0426, 0710, 0748, 0870

Sumatranen 0375, 0518, 0610, 0736, 0792, 0826, 1117

Ternatanen 0346, 0907

Timorezen 0008, 0311, 0813 Toradja's 0229, 0366, 0508, 0557, 0609, 0760, 0908, 0999, 1040, 1130, 1208, 1228, A011

Bligh, William 0159Boereksa, Toemenggoeng 0101, 0189Bonnet, Rudolf 1014Bontekoe, Willem IJsbrandszoon 0001, 0006, 0020, 0021, 0047, 0094, 0121, 0173, 0205, 0679, 0888, 0919, 0944, 0945, 1131, 1141

Borneo 0007, 0013, 0024, 0044, 0051, 0126, 0143, 0144, 0168, 0354, 0422, 0561, 0565, 0569, 0591, 0666, 0690, 0724, 0732, 0788, 0799, 0839, 0841, 0889, 0913, 0939, 0960, 1026, 1050, 1163, 1211, 1227

Borneo (Brits) 0063Boroboedoer 0551, 0620, 0629, 0918

Borst, L. 0230Bosbouw 0317, 0639, 0656, 0662, 0783,

0940, A008Bosch, Johannes van den 0054Both, Pieter 0001Broecke, Pieter van den 0011, 0102Brug, O. van der 0200Buitenzorg (Bogor) 0411, 0551, 0781

Caeff, W. 0135Caerden, Paulus van 0001Camphuis, Joannes 0004, 0047, 0121Carstensz, Jan 1148Celebes 0007, 0013, 0236, 0237, 0271, 0330, 0352, 0364, 0365, 0442, 0798, 0849, 0907, 0988, 0999, 1081, 1090, 1095, 1099, 1177, 1178, A011

Ceram 0134, 0355, 0875, 0877, 0908, 1194

Chalmers, James 0130, 1052Chinezen 0007, 0008, 0030, 0056, 0063, 0096, 0104, 0133, 0143, 0144, 0147, 0155, 0168, 0186, 0187, 0188, 0189, 0192, 0199, 0200, 0207, 0258, 0298, 0310, 0348, 0375, 0414, 0422, 0426, 0534, 0554, 0585, 0599, 0610, 0619, 0627, 0654, 0656, 0657, 0658, 0659, 0661, 0687, 0690, 0693, 0697, 0711,

460 Trefwoordenregister

0717, 0728, 0748, 0778, 0788, 0792,0810, 0817, 0839, 0855, 0859, 0864,0883, 0892, 0951, 0964, 0977, 1031,1127, 1143, 1155, 1173, A002 deerens,

J.B. 0097 Coen, Jan Pieterszoon 0002, 0006, 0012,0022, 0031, 0041, 0047, 0057, 0102,0121, 0208, 0224, 0234, 0512, 0630,0671, 0746, 0911, 0945, 0987, 1033

Coolsma, S. 0176 Cordes, Simon de 1093 Corf, Steven 1153 Couper, Jac. 0140, 0154 CultuurAtjeh 0672, 0784Bali 0711, 0868, 0921, 0994, 1014, 1041, 1155, 1175, 1176, 1202

Batak 0049, 0522, 0537, 0589, 0695, 0734, 0748, 0779, 1174

Boeginezen 0237, 0271, 0798Borneo 0380, 0868Celebes (algemeen) 0258, 0364, 0849, 0868, 0988, 0999, 1099, 1177

Ceram 0290, 1191Dajaks 0666, 0724, 0732, 0799, 0913, 0939, 1026

Halmahera 0508, 0868Java 0005, 0007, 0009, 0012, 0026, 0027, 0029, 0030, 0032, 0033, 0096, 0127, 0155, 0164, 0180, 0184, 0187, 0189, 0212, 0215, 0223, 0261, 0266, 0286, 0287, 0297, 0310, 0360, 0364, 0375, 0380, 0385, 0404, 0411, 0414, 0421, 0422, 0426, 0432, 0540, 0587, 0595, 0598, 0610, 0631, 0680, 0687, 0693, 0694, 0698, 0727, 0741, 0817, 0846, 0851, 0861, 0868, 0870, 0883, 0885, 0925, 0926, 0937, 0941, 0967, 0995, 1003, 1008, 1021, 1045, 1048, 1098, 1106, 1118, 1120, 1127, 1159, 1216, 1218

Kei-eilanden 0380Madoera 0868Molukken 0364, 0702, 0704, 0754, 1181, 1183, 1184, 1213, 1226

Nias 0295Papoea's 0247, 0249, 0269, 0272, 0402,

0429, 0621, 0645, 0670, 0675, 0682, 0731, 0735, 0745, 0748, 0757, 0758, 0806, 0832, 0927, 0934, 0959, 0963, 1011, 1029, 1030, 1039, 1068, 1080, 1082, 1084, 1088, 1089, 1109, 1112, 1122, 1132, 1134, 1137, 1140, 1144, 1145, 1146, 1149, 1151, 1170, 1172, 1182, 1187, 1188, 1198, 1199, 1201, 1206, 1215, A011, AOW

Pagorra 0271Soemba 0471, 0953, 0955, 0996, 1052, A013

Soendalanden 0253, 0289, 0361, 0404Sumatra 0364, 0441, 0920, 1117Timor 0008, 0526, 0813Toradja 0229, 0366, 0411, 0508, 0609, 0629, 0999, 1130, 1228

Dale, Thomas 0102Dankaerts, Sebastiaan 0189Delft 0119, 0314, 0347Deli 0285, 0415, 0588, 0949Dias, Bartholomeus 1103Diemen, Anthony van 0019, 0041, 0560Diemen, Theodoor van 1136Dierenverhalen 0028, 0034, 0035, 0066, 0109, 0111, 0125, 0164, 0165, 0179, 0235, 0285, 0302, 0318, 0382, 0384, 0399, 0445, 0448, 0532, 0538, 0550, 0553, 0554, 0564, 0588, 0601, 0602, 0636, 0703, 0775, 0800, 0806, 0823, 0830, 0910, 1000, 1184

Diponegoro, Prins 0007, 0012, 0097, 1167

Discriminatie en vooroordelen 0050, 0052, 0069, 0071, 0103, 0133, 0155, 0163, 0184, 0185, 0196, 0198, 0212, 0223, 0241, 0244, 0263, 0266, 0278, 0283, 0286, 0303, 0312, 0317, 0329, 0369, 0374, 0414, 0421, 0422, 0428, 0440, 0451, 0454, 0458, 0462, 0463, 0474, 0500, 0503, 0507, 0518, 0527, 0530, 0533, 0599, 0608, 0668, 0688, 0722, 0723, 0753, 0771, 0794, 0809, 0869, 0886, 0950, 0963, 0968, 1037, 1047, 1081, 1083, 1097, 1223, A007

Djajadiningrat, Raden Mas Hoessein

Trefwoordenregister 461

0252

Djokjakarta 0226, 0360, 0414, 0448, 0519, 0520, 0551, 0584, 0727, 0768, 0870, 1158

Dobbelen, kaartspelen 0069, 0258, 0272, 0337, 0509, 0599, 0659, 0681, 0748, 0836, 0875, 0927

Doekoen 0166, 0194, 0266, 0375, 0507, 0529, 0537, 0578, 0655, 0661, 0666, 0675, 0687, 0697, 0728, 0732, 0737, 0748, 0779, 0806, 0813, 0817, 0832, 0902, 0913, 0927, 0934, 0953, 0955, 0959, 0999, 1029, 1039, 1048, 1068, 1070, 1080, 1098, 1106, 1122, 1134, 1137, 1145, 1173, 1174, 1182, 1187, 1188, 1206, 1216, A011

Doorman, Karel 1025Dornsaft, J. 0155Duitse bezetting van Nederland 0662, 0773, 0785, 0853, 0866, 0915, 0969, 0990, 1012, 1024, 1075

Duymaer van Twist, A.J. 0025Dijkstra, A. 0199

malaise 0419, 0480, 0519, 0547, 0552, 0555, 0562, 0581, 0590, 0594, 0618, 0651, 0667, 0673, 0697, 0722, 0726, 0731, 0738, 0782, 0792, 0874, 0895, 1110

Adriaan van 0159 0005, 0007, 0012, 0013, 0062, 0067, 0082, 0114, 0192, 0194, 0195, 0292, 0367, 0369, 0381, 0384, 0414, 0416, 0421, 0422, 0439, 0446, 0478, 0496, 0521, 0522, 0523, 0524, 0545, 0562, 0564, 0582, 0607, 0615, 0619, 0631, 0646, 0651, 0654, 0656, 0661, 0662, 0673, 0674,

0684, 0690, 0697, 0702, 0707, 0712, 0713, 0715, 0726, 0728, 0730, 0738, 0760, 0763, 0765, 0768,

Economische 0527, 0541, 0563, 0575,0641, 0644,0712, 0719,0765, 0768,0978, 0983,

Este, Willem Europeanen 0026, 0027, 0188, 0189, 0308, 0360, 0388, 0404, 0432, 0436, 0518, 0520, 0525, 0541, 0583, 0606,0642, 0643,0657, 0658,0678, 0681,0704, 0706,0716, 0721,0745, 0749,

0775, 0804, 0820, 0842, 0866, 0951, 0978, 1015, 1094, 1142, A002

Flores 0550 Poster Parents Plan

Galesoeng, Prins Kraeng 0153Geissler, J.G. 0739Gerrits, Pieter 1128, 1129Goena-goena 0229, 0266, 0350, 0721,

0745, 1121, 1218Goens, Rijcklof van 0567, 0689Goudkust 0054, A001Gouverneurs/gouvernantes 0091, 0113,

0119, 0142, 0158, 0250, 0264, 0273, 0296, 0304, 0332, 0449, 0690, 0870

Graaff, Nicolaus de 0795, 0844's-Gravenhage 0075, 0103, 0141, 0150,

0158, 0211, 0227, 0228, 0245, 0248, 0252, 0259, 0262, 0273, 0283, 0286, 0300, 0314, 0330, 0332, 0341, 0369, 0390, 0401, 0427, 0437, 0444, 0454, 0457, 0484, 0489, 0494, 0511, 0530, 0534, 0561, 0576, 0591, 0628, 0652, 0656, 0657, 0658, 0668, 0672, 0673, 0688, 0714, 0716, 0719, 0722, 0726, 0749, 0782, 1160, 1223

Haarlem 0651, 0956 Hadji, Sultan van Bantam 0135, 0136 Hagenbeck, G. 0285 Haghen, Steven van der 0993 Halmahera 0320, 0585, 0728 Ham, P.P.H. van 0322 Handschoentjes 0314, 0530, 0581 Harderwijk, Koloniaal Werfdepot 0149,

0160, 0181, 0692 Hasselt, F.J.F, van 0963

0778, 0810, 0828, 0850, 0874,

0787, 0815, 0829, 0851, 0880,

0776, 0805, 0826, 0848, 0870,

0774, 0801, 0819, 0839, 0864, 0939

0773, 0788, 0818, 0834, 0854, 0882

1197, 1209, 1216

462 Trefwoordenregister

Hasselt, J.L. van 0046, 0247, 0272, 0402,

A011Heemskerck, Jacob van 0001, 0191, 0234 Heremiet, Jacob (Jacques l'Hermite)

0001, 0010Heutsz, J.B. van 0434, 0637, 0759 Heijden, Karel van der 0121, 0182 Hindoeïsme 0364, 0460, 0693, 0727,0730, 0921, 1222

Historische verhalen (algemeen) Ned.-Indië/VOC 0015, 0016, 0017, 0019, 0020, 0021, 0022, 0023, 0025, 0028, 0041, 0047, 0057, 0084, 0094, 0095, 0100, 0101, 0102, 0112, 0121, 0122, 0123, 0124, 0135, 0136, 0140, 0143, 0153, 0154, 0182, 0189, 0191, 0205, 0208, 0234, 0238, 0255, 0309, 0328, 0375, 0425, 0461, 0515, 0567, 0571, 0622, 0630, 0637, 0671, 0679, 0689, 0709, 0746, 0759, 0767, 0769, 0786, 0795, 0802, 0803, 0811, 0816, 0840, 0842, 0844, 0845, 0857, 0875, 0902, 0904, 0911, 0919, 0944, 0945, 0987, 0993, 1028, 1033, 1035, 1087, 1093, 1107, 1124, 1126, 1128, 1129, 1141, 1148, 1152, 1153, 1154, 1167, 1229, 1230 Bantam 0135, 0136, 0191, 0208, 0224,0234, 0328, 0512, 0630, 0816 Batavia

0208, 0224, 0234, 0238, 0461,0472, 0567, 0630, 0689, 0767, 1033

Kakappar 0123, 0153, 0154 Kediri 0123, 0153 Mataram 0123Nederlanders tegen Engelsen 0011, 0031, 0101, 0102, 0128, 0208, 0255, 0309, 0512, 0630, 0746, 0993 Nederlanders tegen Portugezen 0084, 0085, 0095, 0102, 0104, 0234, 0689, 0767, 0802, 0816, 0857, 0904, 0993, 1093, 1148 Nederlanders tegen Spanjaarden 0085,0095, 0100, 0102, 0767, 0993, 1148

Tirtajasa 0135, 0136, 0140 Hoekendijk, CJ. 0200 Houtman, Cornelis de 0012, 0025, 0084, 0085, 0622, 0709, 0802, 0816, 0845, 0857, 0888, 1010, 1129

Huisonderwijs 0027, 0092, 0112, 0158, 0170, 0250, 0296, 0330, 0449, 0594, 0663, 0690, 0824, 0836, 0909, 0983

Hurdt, Anthonio 0123

Indo-Europeanen 0073, 0076, 0266, 0356, 0369, 0405, 0414, 0422, 0427, 0454, 0608, 0712, 0723, 0745, 0778, 0828, 0834, 0854, 0870, 0877, 0886, 1110, 1142, 1163, 1164, 1179, 1192

Indonesische Revolutie (1945-1949) 0886, 0957, 0958, 0961, 0963, 0969, 1022, 1083, 1092, 1160, 1228, A012

Ingenieursmilieu 0259, 0262, 0265, 0330, 0332, 0349, 0373, 0438, 0459, 0480, 0527, 0577, 0644, 0765, 0792, 0880, 1227

Islam 0044, 0108, 0116, 0124, 0127, 0140, 0144, 0154, 0155, 0176, 0182, 0199, 0202, 0207, 0208, 0224, 0253, 0254, 0266, 0270, 0287, 0289, 0350, 0355, 0364, 0403, 0414, 0426, 0441, 0505, 0506, 0518, 0529, 0535, 0556, 0605, 0634, 0642, 0693, 0698, 0727, 0730, 0748, 0784, 0846, 0885, 0920, 0947, 0949, 0972, 0981, 0995, 1022, 1048, 1118, 1200, 1213

Jacht 0034, 0035, 0073, 0086, 0096, 0272, 0290, 0431, 0554, 0585, 0627, 0629, 0650, 0681, 0717, 0724, 0736, 0748, 0859, 0877, 0922, 0927, 1039, 1089, 1117, 1118, 1144, 1217 Japan (vóór 1940) 0303, 0572, 0659, 0851, 0877, 0880, 0990 Oorlog met Japan (1941-1942) 0812, 0815, 0818, 0825, 0847, 0858, 0878, 0903, 0963, 1025, 1050, 1067, 1094, 1102, 1163, 1166, 1219 Japanse bezetting 0818, 0835, 0837, 0854, 0880, 0925, 0947, 0974, 1025, 1055, 1060, 1065, 1072, 1079, 1096, 1109, 1115, 1143, 1150, 1163, 1179, 1219, 1227, 1231, A010 Intemeringskampen 0829, 0834, 0839, 0853, 0854, 0860, 0869, 0879, 0886, 0894, 0900, 0903, 0916, 0946, 0966, 0968, 0974, 0983, 1008, 1043, 1057,

Trefwoordenregister 463

1075, 1083, 1086, 1092, 1094, 1102, 1160, 1186, 1193, 1219, 1220, 1227, 1231

Java 0007, 0013, 0014, 0027, 0037, 0042, 0048, 0054, 0056, 0074, 0076, 0079, 0080, 0114, 0164, 0175, 0191, 0195, 0203, 0209, 0212, 0216, 0219, 0226, 0232, 0242, 0246, 0250, 0254, 0257, 0262, 0266, 0273, 0276, 0279, 0287, 0296, 0297, 0307, 0303, 0310, 0317, 0318, 0337, 0339, 0341, 0347, 0348, 0349, 0354, 0356, 0360, 0363, 0364, 0367, 0368, 0369, 0375, 0378, 0381, 0388, 0393, 0396, 0398, 0399, 0403, 0409, 0410, 0411, 0414, 0420, 0422, 0426, 0432, 0439, 0442, 0448, 0452, 0454, 0459, 0460, 0462, 0464, 0470, 0473, 0474, 0479, 0484, 0491, 0496, 0497, 0498, 0507, 0510, 0519, 0520, 0523, 0527, 0529, 0530, 0532, 0534, 0538, 0541, 0545, 0549, 0551, 0553, 0556, 0562, 0572, 0577, 0582, 0583, 0584, 0587, 0592, 0594, 0595, 0596, 0598, 0599, 0600, 0601, 0602, 0604, 0605, 0606, 0615, 0624, 0627, 0631, 0643, 0648, 0653, 0655, 0661, 0662, 0674, 0679, 0683, 0684, 0687, 0693, 0716, 0723, 0727, 0730, 0737, 0738, 0741, 0745, 0752, 0768, 0772, 0773, 0774, 0775, 0776, 0778, 0782, 0787, 0815, 0817, 0818, 0819, 0828, 0846, 0848, 0851, 0854, 0861, 0864, 0866, 0870, 0874, 0875, 0880, 0883, 0885, 0886, 0890, 0895, 0897, 0899, 0908, 0909, 0918, 0937, 0949, 0951, 0952, 0953, 0963, 0964, 0965, 0967, 0976, 0978, 0981, 0982, 0983, 0998, 1003, 1013, 1015, 1021, 1022, 1023, 1024, 1045, 1048, 1052, 1054, 1058, 1071, 1072, 1075, 1081, 1083, 1085, 1092, 1094, 1098, 1101, 1106, 1109, 1110, 1118, 1125, 1127, 1136, 1142, 1150, 1155, 1158, 1160, 1161, 1162, 1163, 1167, 1173, 1179, 1180, 1193, 1209, 1216, 1227, 1228, 1229, A001, A008

Java-oorlog (1825-1830) 0007, 0097, 1167Johannsen, P.H. 0748

Jonker, Kapitein 0153, 0154

Kadir, Abdoel, Ie Sultan van Bantam(1596-1651) 0102, 0208 Kampong-

Europeanen 0345, 0608, 0723,0731, 0851, 1083 Kantjilverhalen 0066,

0375, 0455, 0456,0610, 0627, 0867, 0896, 0899, 1038,1127, 1135, 1162, 1165 Kartini, Raden

Adjeng 0631, 0851 Kelangin, Mozes A014 Kerstfeest 0069, 0236, 0296, 0308, 0607,0633, 0642, 0675, 0686, 0745, 0864,0879, 0971, 0981, 0982, 0989, 1109,1140, A015 Kerstverhaal 0078,

0308, 0537, 0557,0607, 0682, 0745, 0891, 0897, 0932,0971, 0972, 1030, 1051, 1078 Keyzer,

Pieter de 1010 Kidoel, Ratoe Loro 0155, 0380, 0595,0952, 1202 Kinderjuffrouw 0037, 0211,

0261, 0273,1023, 1227

Kinderspelen 0598, 0704, 1003 Koek, Hendrik Merkus de 0012 Kolonialen zie Militairen Koppen, G.A. 0597 Koppensnellen 0008, 0062, 0086, 0144,

0229, 0247, 0258, 0269, 0295, 0311,0322, 0355, 0508, 0585, 0621, 0658,0670, 0724, 0891, 0928, 0932, 0959,0963, 0991, 0996, 1004, 1039, 1040,1050, 1052, 1058, 1068, 1158, A011

Kostschool (Batavia) 0303, 0307, 0393,0665, 0895 Kota Radja 0149, 0152,

0160, 0164, 0175,0182, 0301, 0434 Krokodillen 0034,

0044, 0168, 0471,0508, 0551, 0589, 0596, 0609, 0645,0662, 0666, 0702, 0806, 0877, 0925

Kruyt, Albert C. 0229, 0365, 0557, 0908,A011

Leeman, Abraham 0747, 0840Leti 0007Linden, DJ. van der 0200Linschoten, Jan Huyghen van 0803, 0816

464 Trefwoordenregister

Lombok-expeditie (1894) 0157, 0164,

0182, 0198, 0322, 0805 Loosdrecht, Antony Aris van de 1208

Madoera 0007, 1167Maelson, Francpis 1128Mahu, Jacques 1093Maire, Jacob Ie 0001, 0010, 1087Makassar 0439, 0760Malakka 0011Masanka, Paulus Pong 1208Matelief, Comelis 0095Maulana, Sjeiq Ibn 0199Maurits, Prins 0803Medan 0303, 0431, 0525, 0548, 0558,

0692, 0990Medicijnman/vrouw zie DoekoenMerauke 0657, 0658, 0699Milieuproblemen 1211, 1216Militaire Willemsorde 0110, 0139, 0156,

0162, 0447, 0637, 0694Militairen 0042, 0043, 0044, 0051, 0054,

0055, 0061, 0062, 0076, 0088, 0092, 0097, 0100, 0101, 0104, 0108, 0110, 0114, 0115, 0123, 0128, 0131, 0134, 0135, 0136, 0139, 0140, 0143, 0149, 0152, 0153, 0154, 0155, 0156, 0157, 0159, 0160, 0164, 0165, 0171, 0172, 0175, 0181, 0182, 0197, 0220, 0229, 0236, 0237, 0267, 0273, 0291, 0301, 0310, 0311, 0317, 0318, 0322, 0338, 0341, 0354, 0369, 0376, 0377, 0405, 0411, 0416, 0423, 0428, 0434, 0452, 0474, 0480, 0482, 0491, 0560, 0580, 0589, 0596, 0633, 0637, 0638, 0656, 0669, 0672, 0677, 0681, 0690, 0692, 0694, 0704, 0712, 0759, 0784, 0805, 0839, 0871, 0875, 0897, 0902, 0903, 0931, 0946, 0950, 0957, 0958, 0961, 0963, 0964, 0965, 0969, 0986, 0996, 1104, 1125, 1167, 1204, 1217, 1231, A005, A012

Minahassa 0654, 0675, 0756Missie; missionarissen 0590

Ambon 0975Borneo 0431, 0960, 0991, 1077 Java 0337, 0393, 0440, 0529, 0977,

1021Nieuw-Guinea 0938, 0959, 0991, 1080

Molukken 0013, 0221, 0364, 0473, 0560,0702, 0728, 0754, 1023, 1052, 1181,1226, A001

Muiterij 0097, 0122, 0159, 0630 Muziek 0018, 0025, 0194, 0245, 0702,0704, 0926, 0937, 1003 Mijer, P. 0176

Mythen en legenden zie Volksverhalen

Nationalisme 0414, 0605, 0631 Neck, Jacob van 0001, 0020, 0085, 0904 Nederland 0069, 0071, 0126, 0223, 0252, 0273, 0276, 0278, 0313, 0329, 0433, 0440, 0446, 0450, 0451, 0453, 0494, 0575, 0644, 0668, 0879, 0916, 0950, 0968, 1019, 1034, 1047 Aanpassingsproblemen in 0036, 0092, 0116, 0119, 0137, 0185, 0211, 0227, 0241, 0244, 0252, 0275, 0283, 0286, 0296, 0297, 0299, 0300, 0303, 0304, 0332, 0335, 0338, 0358, 0369, 0393, 0408, 0433, 0440, 0477, 0490, 0527, 0547, 0565, 0569, 0576, 0626, 0628, 0640, 0649, 0656, 0686, 0716, 0744, 0766, 0771, 0809, 0869, 0883, 0886, 0916, 0930, 0958, 0966, 0968, 0979, 0980, 1008, 1034, 1047, 1049, 1056, 1060, 1066, 1081, 1086, 1091, 1097, 1116, 1192, 1214, 1217, 1223, A003 Chinezen in 0534, 0563, 1143 Indische kinderen voor onderwijs in 0119, 0129, 0167, 0171, 0196, 0198, 0202, 0244, 0245, 0248, 0251, 0252, 0259, 0273, 0278, 0296, 0300, 0303, 0304, 0329, 0335, 0339, 0393, 0401, 0408, 0415, 0420, 0427, 0428, 0440, 0451, 0454, 0457, 0458, 0463, 0474, 0477, 0481, 0491, 0500, 0501, 0503, 0530, 0542, 0543, 0555, 0668, 0688, 0714, 0722, 0733, 0742, 0753, 0766, 0771, 0853, 0873, 0874, 0879, 1016, 1066, 1086, A003Indo-Europeanen in 0055, 0073, 0075, 0099, 0103, 0106, 0119, 0129, 0137, 0141, 0171, 0185, 0196, 0198, 0202,

Trefwoordenregister 465

0213, 0218, 0227, 0244, 0245, 0248,0251, 0252, 0259, 0273, 0275, 0278,0283, 0296, 0299, 0300, 0303, 0304,0323, 0329, 0332, 0335, 0339, 0369,0373, 0374, 0393, 0408, 0415, 0420,0427, 0440, 0451, 0454, 0458, 0463,0474, 0477, 0500, 0501, 0503, 0511,0527, 0530, 0542, 0576, 0611, 0634,0688, 0712, 0719, 0722, 0766, 0856,0860, 0870, 0874, 0883, 0886, 0917,0950, 0973, 0998, 1008, 1047, 1063,1081, 1086, 1091, 1097, 1115, 1164,1192, 1202, 1214, 1218, A003

Indonesiërs in 0027, 0036, 0069, 0082, 0092, 0198, 0209, 0245, 0252, 0286, 0500, 0527, 0534, 0870, 0971, 0979, 0980, 0985, 1044, 1047

Indonesische kinderen voor onderwijs in 0036, 0809, 1044

Kinderen bij familie in huis/pleeggezin 0177, 0178, 0185, 0196, 0204, 0210, 0211, 0213, 0217, 0236, 0239, 0241, 0259, 0262, 0263, 0268, 0273, 0275, 0276, 0278, 0282, 0283, 0296, 0297, 0299, 0300, 0303, 0329, 0332, 0335, 0338, 0344, 0357, 0358, 0383, 0390, 0393, 0401, 0415, 0420, 0428, 0435, 0436, 0437, 0438, 0440, 0443, 0446, 0477, 0481, 0484, 0489, 0490, 0501, 0503, 0511, 0516, 0530, 0547, 0555, 0569, 0576, 0592, 0632, 0633, 0638, 0640, 0649, 0656, 0662, 0668, 0686, 0705, 0716, 0729, 0731, 0733, 0744, 0771, 0791, 0809, 0824, 0853, 0864, 0909, 0916, 0968, 0979, 0980, 1009, 1016, 1034, 1037, 1056, 1060, 1065, 1086, 1193, 1223, A005

Kinderen in kosthuizen, pensions enz. 0027, 0036, 0063, 0071, 0103, 0113, 0137, 0160, 0167, 0171, 0183, 0196, 0202, 0216, 0217, 0231, 0244, 0251,0252, 0257, 0264, 0278, 0339, 0395,0427, 0449, 0494, 0520, 0534, 0542,0543, 0569, 0628, 0663, 0665, 0688,0753, 0766, 0971, 1047, 1057, 1097,A003, A007

Molukkers in 0986, 1059, 1096, 1104,

1200, 1203, 1207, 1212, 1213 Nederlandse kinderen voor onderwijs in 0050, 0063, 0064, 0071, 0113, 0126, 0128, 0133, 0150, 0202, 0204, 0211, 0216, 0219, 0221, 0223, 0228, 0231, 0236, 0239, 0252, 0257, 0263, 0264, 0268, 0297, 0312, 0313, 0330, 0332, 0338, 0344, 0358, 0368, 0390, 0391, 0410, 0423, 0435, 0436, 0437, 0443, 0446, 0448, 0450, 0453, 0468, 0489, 0490, 0494, 0516, 0521, 0534, 0546, 0547, 0564, 0565, 0569, 0592, 0615, 0626, 0628, 0632, 0633, 0638, 0640, 0649, 0652, 0656, 0662, 0665, 0712, 0716, 0731, 0744, 0791, 0824, 0864, 0886, 0894, 0909, 0956, 1019, 1034, 1049, 1056, 1081, 1116, 1143 Papoea's in 1037

Verloftijd in 0050, 0052, 0069, 0131, 0209, 0216, 0259, 0273, 0282, 0283, 0286, 0296, 0299, 0439, 0484, 0547, 0575, 0580, 0618, 0632, 0644, 0663, 0668, 0669, 0674, 0680, 0681, 0686, 0744, 0864, 0950, 1019, 1024, 1075, 1138, 1217 Nederlandsch Bijbel Genootschap 0087,0327, 0413, A011 Negers 0054, 0551, 0895, A001 Nias 0295, 0559, 0748 Nieuhof, Joan 0514 Nieuw-Guinea 0056, 0086, 0247, 0249, 0269, 0272, 0309, 0359, 0402, 0585, 0621, 0631, 0645, 0656, 0657, 0658, 0670, 0675, 0682, 0697, 0717, 0731, 0735, 0739, 0745, 0748, 0757, 0758, 0768, 0790, 0806, 0820, 0832, 0847, 0891, 0906, 0915, 0917, 0925, 0927, 0932, 0934, 0959, 0963, 0965, 0972, 1001, 1004, 1010, 1011, 1017, 1023, 1029, 1031, 1039, 1041, 1051, 1052, 1056, 1058, 1061, 1062, 1064, 1068, 1069, 1070, 1073, 1080, 1082, 1084, 1088, 1089, 1108, 1109, 1112, 1119, 1121, 1122, 1123, 1132, 1133, 1134, 1137, 1140, 1144, 1145, 1146, 1148, 1151, 1158, 1163, 1169, 1170, 1172, 1182, 1187, 1188, 1198, 1199, 1201,

466 Trefwoordenregister

1205, 1206, 1215, A011, AOW Njai

0044, 0051, 0076, 0124, 1167 Nommensen, Ludwig Ingwer 0155, 0908,

0929, 0976, 1157, A011 Nooit, Olivier van 0001, 0010, 0020,

0090,0473

Oemar, Toekoe 0164, 0377, 0605, 0637 Olifanten 0285, 0448, 0554, 0564, 0578,

0589, 0859Olivier, Johannes Jzn. 0005, 0007, 0009 Ondernemingen zie Plantersmilieu Onderwijzersmilieu 0186, 0188, 0369, 0414, 0547, 0558, 0563, 0570, 0584, 0654, 0684, 0702, 0706, 0712, 0726, 0729, 0730, 0748, 0855, 1008, 1024, 1081 Opium 0056, 0062, 0063, 0096, 0133, 0186, 0188, 0202, 0337, 0348, 0454, 0599, 0614, 0631, 0637, 0659, 0728, 0810, 0951, 1005Oranjehuis 0043, 0059, 0209, 0656, 0686,

0692, 0704

Paasfeest 0669Palakka, Aroe 0153Palembang 0044, 0051, 0182, 0448Pané, Sanoesi 0923Parra, Petrus Albertus van der 0062Patisilana 0160Pattimura A001Pelsaert, Frangois 0122, 1229Péron, F.G. 0008Pinksterfeest 0717, 0976, 1020, 1109,

1112Plancius, Petrus 0786, 0857 Plantersmilieu 0050, 0052, 0183, 0467, 0536, 0555, 0598, 0668, 0740, 0745 Celebes 1081 Deli 0361, 0426, 0431, 0434, 0490,

0589, 0692, 0946Java 0027, 0073, 0075, 0103, 0116,

0158, 0164, 0180, 0186, 0188, 0195, 0202, 0216, 0226, 0232, 0250, 0273, 0296, 0307, 0343, 0360, 0367, 0368, 0369, 0393, 0399, 0404, 0422, 0440, 0448, 0454, 0474, 0484, 0493, 0530, 0534, 0543, 0549, 0551, 0570, 0575,

0576, 0582, 0587, 0596, 0604, 0618,0629, 0631, 0641, 0655, 0663, 0665,0692, 0693, 0712, 0723, 0727, 0730,0731, 0749, 0765, 0772, 0774, 0848,0866, 0870, 0874, 0880, 0973, 0978,0983, 1015, 1055, 1075, 1086, 1092,1118, 1127

Molukken 0877 Nieuw-Guinea 0656, 0657, 0658 Sumatra 0303, 0408, 0423, 0441, 0446, 0554, 0564, 0594, 0608, 0610, 0680, 0681, 0692, 0826, 0836, 0850, 0892, 1057, 1204

Poerbaja, Prins 0136, 0140 Poland, Toontje 1167 Prentenboeken 0067, 0068, 0077, 0087, 0243, 0353, 0379, A002

ReizenV.O.C. 0001, 0002, 0004, 0006, 0012, 0020, 0031, 0084, 0085, 0090, 0091, 0094, 0095, 0104, 0112, 0113, 0173, 0201, 0205, 0234, 0255, 0328, 0375, 0473, 0486, 0512, 0514, 0571, 0573, 0603, 0682, 0746, 0751, 0786, 0795, 0797, 0802, 0803, 0811, 0816, 0827, 0840, 0845, 0857, 0888, 0898, 0904, 0919, 0944, 0945, 0993, 1035, 1036, 1087, 1093, 1100, 1124, 1126, 1128, 1129, 1136, 1141, 1148, 1152, 1153, 1154, 1196, 1224, 1229, 1230, A015

V.O.C. Atjeh 0085, 0091, 0857V.O.C. Australië (Zuidland) 0019, 0122, 0145, 0425, 0571, 0747, 0797, 0811, 0840, 0845, 1028, 1087, 1153, 1229, 1230

V.O.C. Bali 0622, 0816V.O.C. Banda 0062, 0746, 0842, 0898, 1036, 1129, 1156

V.O.C. Bantam 0057, 0084, 0085, 0091, 0102, 0201, 0328, 0512, 0560,0630, 0816, 0898, 1128

V.O.C. Batavia 0010, 0057, 0102, 0113, 0208, 0425, 0469, 0512, 0514, 0567, 0630, 0689, 0746, 0811, 0945, 1035, 1136, 1153, 1154

V.O.C. Celebes 0104

Trefwoordenregister 467

V.O.C. Ceylon 0011, 0062, 0070, 0091,0567, 0689, 1128, 1196 V.O.C. China

0514, 1128 V.O.C. Formosa 0019, 0469, 0838,1196

V.O.C. India 0011, 0567, 0689, 1128 V.O.C. Japan 0004, 0019, 0062, 0298,0469, 1111, 1126, 1196, 1224 V.O.C. Java 0031, 0057, 0234, 0375, 0567, 0622, 0802, 0898, 1103, 1153, 1196 V.O.C. Kaap de Goede Hoop 0003,0696, 1136

V.O.C. Korea 1111, 1126 V.O.C. Malakka 0085, 0095, 0904,

1128V.O.C. Molukken 0010, 0011, 0062,

0070, 0085, 0095, 0100, 0101, 0104, 0560, 0630, 0746, 0993, 1033, 1103, 1128

V.O.C. Nieuw-Guinea 0010, 0019 V.O.C. Siam 0469 V.O.C. Sumatra 0019, 0767 V.O.C. Ternate 0062, 00885, 0904,

0945, 1093Repatriëring 0626, 0673, 0694, 0712, 0719, 0722, 0742, 0765, 0794, 0853, 0860, 0869, 0873, 0879, 0883, 0886, 0894, 0916, 0930, 0936, 0940, 0966, 0968, 0974, 0985, 0998, 1008, 1034, 1049, 1057, 1060, 1063, 1065, 1066, 1072, 1075, 1081, 1086, 1091, 1096, 1097, 1102, 1115, 1116, 1143, 1160, 1164, 1192, 1193, 1202, 1223 Riemsdijk, Jeremias van 1154 Riemsdijk, Jozef van 1154 Roggeveen, Jacob 0020, 0238, 1153 Roofovervallen (kètjoepartij) 0044, 0054,0116, 0226, 0655, 0875 Ross, J.G. Clunies 0232 Rotterdam 0036, 0070, 0328, 0886 Roy, Jacob Janszoon 0143, 0144 Rijst 0229, 0253, 0271, 0285, 0385, 0397, 0577, 0578, 0687, 0710, 0727, 0783, 0892, 0995, 1003, 1026, 1127, 1173, 1175, 1180

Saleh, Raden 0043Sasra Kartana, Raden Mas 0252Scheurer, J.G. 0908Schipbreuk 0014, 0021, 0023, 0024, 0037, 0053, 0056, 0064, 0094, 0112, 0113, 0122, 0126, 0134, 0158, 0206, 0232, 0319, 0728, 0739, 0747, 0789, 0797, 0840, 0946, 0973, 1126, 1136, 1152, 1154, 1195, 1229, 1230, A015

Schoolleesboekjes 0038, 0039, 0040, 0045, 0058, 0059, 0060, 0065, 0065, 0072, 0074, 0076, 0077, 0093, 0124, 0128, 0310, 0700, 0701, 0702, 0703, 0704, 0979, 0980, 1168, A008

Schouten, Willem 0001, 1087Schouten, Wouter 0010Selamatan 0043, 0266, 0350, 0642, 0655, 0836, 1098, 1127

Semarang 0043, 0051, 0127, 0179, 0294, 0300, 0541, 0629, 0678, 0713, 0728, 0738, 0778, 0851, 0978

Semeijns, M. 1128Simatupang, T.B. 1158Singamangaradja, Si 0695, 0902, 0976, A011

Singapore 0056, 0661Sinterklaasfeest 0114, 0236, 0517, 0686, 0768, 0864

Slangen 0042, 0053, 0133, 0350, 0382, 0661, 0730, 0972, 1064, 1162, 1204

Slaven 0007, 0030, 0036, 0049, 0054, 0112, 0136, 0140, 0162, 0247, 0258, 0269, 0271, 0272, 0295, 0333, 0346, 0551, 0630, 0728, 0788, 0863, 0927, 0963, 1053, 1136

Smirnoff, Iwan 0572Sociale verhoudingen 0005, 0007, 0018, 0027, 0082, 0101, 0114, 0116, 0124, 0133, 0155, 0163, 0164, 0180, 0184, 0194, 0207, 0209, 0212, 0221, 0261, 0266, 0286, 0337, 0357, 0391, 0393, 0414, 0422, 0437, 0452, 0454, 0459, 0509, 0518, 0528, 0534, 0556, 0560, 0594, 0595, 0598, 0599, 0608, 0631, 0641, 0642, 0652, 0661, 0723, 0728, 0745, 0753, 0760, 0772, 0778, 0784, 0819, 0834, 0836, 0875, 0881, 0940,

468 Trefwoordenregister

0963, 0983, 1102, 1117, 1118, 1163,1167, 1188, 1231 Soemba 0471, 0566,

0586, 0863, 0953,0955, 0996, 0997, 1052, A013

Soendalanden 0253, 0289, 0325, 0350,0361, 0404, 0426, 0710, 0748, 0783,0870, 1007

Soerabaja 0007, 0151, 0184, 0235, 0259, 0261, 0278, 0283, 0284, 0285, 0286, 0300, 0335, 0340, 0357, 0358, 0368, 0390, 0446, 0556, 0561, 0624, 0643, 0644, 0651, 0728, 0765, 0768, 0782, 0815, 0875, 0899, 0909, 0998, 1094, 1142, 1160, 1166 Soerapati 0140 Solo- (Soeloe) eilanden 0043 Specerijen 0014, 0070, 0085, 0104, 0473,0802, 0816, 0898, 0993, 1128, 1136 Spilbergen, Joris van 0001, 0091 Spoken 0066, 0215, 0310, 0325, 0403, 0433, 0551, 0721, 0776, 0856, 0899, 0918, 1118, 1127 Sprookjes zie Volksverhalen Steur, Johannes van der 0768, 1110 Stuers, F.V.H.A. de 0023, 0037 Sumatra 0007, 0108, 0117, 0172, 0285, 0303, 0305, 0318, 0364, 0375, 0378, 0439, 0441, 0446, 0448, 0480, 0518, 0524, 0559, 0577, 0594, 0607, 0610, 0624, 0625, 0650, 0721, 0736, 0763, 0783, 0826, 0836, 0850, 0852, 0859,0871, 0874, 0882, 0892, 0910, 0912,0920, 0922, 0990, 0991, 1000, 1005,1012, 1023, 1057, 1102, 1117, 1136,1167, 1174, 1204, 1217, 1231

Swieten, J. van 0267

Tack, Fran§ois 0123, 0136, 0140 Talisman 0329, 0556, 0587, 0661, 0672,0737, 1039, 1134, 1137, 1160, 1182

Tasman, Abel 0001, 0010, 0019, 0020,0425, 0811, 0845 Ternate 0005 Timor

0007, 0008, 0013, 0037, 0044,0051, 0159, 0311, 0813

Timor (Portugees) 0311 Tjoet Nja Din 0377

Tobelo 0336, 0351 Toradja 0293, 0327, 0411, 0413, 0509, 0557, 0609, 0669, 0908, 1040, 1130,1208, 1228

Transmigratie 0783, 0852, 0892 Troeno Djojo, Prins 0123, 0153, 0154 Tijgers 0034, 0035, 0042, 0044, 0051,0053, 0111, 0123, 0125, 0164, 0187, 0191, 0285, 0382, 0441, 0448, 0455, 0462, 0493, 0534, 0538, 0551, 0587, 0588, 0596, 0625, 0629, 0655, 0672, 0736, 0826, 0910, 0925, 0940, 1000, 1117, 1135, 1204

Utrecht 0221, 0283, 0662, 0766

Vakantie, verlof 0027, 0043, 0186, 0188, 0195, 0242, 0261, 0398, 0404, 0585, 0617, 0618, 0629, 0639, 0642, 0661, 0695, 0730, 0740, 0752, 0768, 0774, 0810, 0836, 0851, 0855, 0870, 0877, 0918, 0951, 0952, 0967, 0990, 1012, 1013, 1110, 1135, 1178, 1200, 1203,1209, 1212

Valentijn, Francois 0020 Vendutie 0071, 0246, 0308 Verbraak, H. 0160Vergulde Draeck, De 0747, 0840, 1028Vetter, AJ. 0322Vliegreizen 0341, 0546, 0548, 0571, 0572, 0574, 0597, 0600, 0604, 0624, 0647, 0653, 0658, 0659, 0660, 0661, 0763, 0835, 0837, 0845, 0888, 1002, 1004, 1010, 1073, 1119

Volksverhalen 0098, 0109, 0114, 0166, 0184, 0186, 0188, 0191, 0193, 0195, 0215, 0222, 0229, 0289, 0310, 0315, 0316, 0327, 0364, 0375, 0380, 0382, 0385, 0388, 0392, 0393, 0394, 0397, 0422, 0429, 0441, 0445, 0448, 0455, 0464, 0470, 0472, 0502, 0520, 0522, 0536, 0540, 0550, 0577, 0585, 0595, 0621, 0676, 0682, 0695, 0698, 0731, 0741, 0750, 0757, 0793, 0798, 0821, 0822, 0862, 0868, 0872, 0881, 0887, 0920, 0927, 0970, 1014, 1120, 1140, 1145, 1147, 1159, 1181, 1183, 1184,

Trefwoordenregister 469

1191, 1201, 1202, 1222 Vorstenlanden

0007, 0034, 0097, 0941,1110 Vrouwenemancipatie 0846, 0849,

0851,0861, 0870 Vulkanen, bergen 0053,

0112, 0186,0188, 0195, 0232, 0308, 0309, 0382,0385, 0398, 0459, 0460, 0502, 0509,0595, 0662, 0710, 0846, 0907, 0948,0967, 0970, 1178

Wagenaar, Lucas Janszoon 0898, 1128 Waringin 0066, 0394, 0404, 1118 Warwijck, Wijbrand van 0001, 0085 Wielenga, D.K. 0996 With, Witte de 0328 Woente, Papa I 0508, A011

Xaverius, Franciscus 0975

Yoessoef, Sjeikh 0140

Zakenmilieu 0071, 0134, 0150, 0167, 0226, 0261, 0283, 0294, 0300, 0345, 0357, 0369, 0419, 0420, 0503, 0518, 0519, 0542, 0551, 0598, 0611, 0628, 0636, 0643, 0653, 0661, 0715, 0744, 0749, 0763, 0778, 0782, 0787, 0794, 0804, 0829, 0843, 0851, 0866, 0882, 0895, 1094, 1102, 1110, 1231

Zeelieden 0031, 0048, 0081, 0084, 0085, 0090, 0091, 0094, 0095, 00%, 0104, 0112, 0113, 0117, 0118, 0120, 0122, 0125, 0133, 0136, 0151, 0159, 0162, 0171, 0172, 0173, 0180, 0191, 0202, 0205, 0207, 0227, 0232, 0242, 0249, 0250, 0252, 0255, 0256, 0257, 0298, 0306, 0322, 0328, 0332, 0340, 0342, 0368, 0375, 0383, 0412, 0446, 0468, 0499, 0512, 0514, 0527, 0548, 0561, 0577, 0599, 0603, 0614, 0622, 0630, 0651, 0664, 0679, 0709, 0751, 0764, 0786, 0795, 0802, 0811, 0812, 0815, 0816, 0825, 0827, 0840, 0843, 0856, 0857, 0858, 0866, 0878, 0898, 0900, 0930, 0933, 0969, 1004, 1005, 1006, 1013, 1018, 1025, 1031, 1035, 1046,

1050, 1067, 1087, 1093, 1100, 1103, 1124, 1128, 1129, 1136, 1148, 1152, 1153, 1154, 1163, 1164, 1166, 1195, 1196, 1217, 1229, 1230, A006 Zeereizen 0005, 0007, 0024, 0027, 0053, 0056, 0155, 0158, 0159, 0209, 0219, 0220, 0225, 0230, 0242, 0249, 0262, 0263, 0303, 0308, 0332, 0348, 0368, 0369, 0378, 0396, 0444, 0453, 0474, 0495, 0508, 0520, 0522, 0524, 0533, 0534, 0549, 0552, 0561, 0565, 0570, 0598, 0599, 0601, 0614, 0632, 0651, 0652, 0657, 0673, 0702, 0706, 0752, 0770, 0777, 0843, 0864, 0865, 0888, 0936, 0956, 0973, 1002, 1010, 1075, 1114, 1164, 1167, 1195, A008 Zeerovers 0024, 0043, 0053, 0054, 0113, 0134, 0143, 0147, 0172, 0207, 0240, 0320, 0333, 0577, 0630, 0697, 0767, 0838, 0898, 0975, 1154, 1167 Zegers, J.L. 0200Zending; zendelingen 0046, 0174, 0214, 0268, 0301, 0321, 0334, 0471, 0485, 0522, 0528, 0589, 0681, 0685, 0908, 0954, 0989, 1003, 1074, 1139, A003 Bali 0409, 0711Bataklanden 0036, 0049, 0522, 0537,0578, 0579, 0589, 0695, 0708, 0734,0748, 0779, 0901, 0902, 0912, 0929,0934, 0976, 1078, 1157Borneo 0270, 0277, 0662, 0889, 0928,1026, 1041, 1050

Celebes 0229, 0258, 0270, 0277, 0293, 0325, 0327, 0333, 0348, 0365, 0366, 0409, 0413, 0508, 0539, 0557, 0629, 0669, 0748, 0988, 0999, 1040, 1041, 1090, 1095, 1099, 1130, 1177, 1208, 1228

Ceram 0290, 0355, 0409, 0748 Halmahera 0270, 0320, 0336, 0351,0352, 0507, 0535

Java 0155, 0189, 0198, 0199, 0200, 0219, 0230, 0239, 0247, 0254, 0257, 0270, 0272, 0277, 0319, 0362, 0363, 0376, 0391, 0403, 0409, 0426, 0462, 0510, 0539, 0641, 0693, 0698, 0727, 0728, 0737, 0748, 0890, 0924, 0946,

470 Trefwoordenregister

0963, 0964, 0981, 0985, 0995, 1020, 1022, 1041, 1048, 1052, 1054, 1058, 1071, 1085, 1098, 1106, 1109, 1150, 1158, 1161, 1173, 1180, 1228 Molukken 0754, 1052 Nias 0270, 0295, 0559, 0748 Nieuw-Guinea/Irian Jaya 0086, 0087, 0247, 0268, 0269, 0270, 0272, 0281, 0324, 0325, 0346, 0359, 0362, 0370, 0402, 0409, 0424, 0492, 0539, 0585, 0621, 0645, 0670, 0675, 0682, 0717, 0731, 0739, 0743, 0745, 0748, 0757, 0758, 0806, 0832, 0891, 0906, 0915, 0927, 0932, 0934, 0938, 0963, 0972, 0992, 1001, 1017, 1029, 1030, 1032, 1037, 1041, 1042, 1051, 1052, 1053, 1058, 1061, 1062, 1064, 1068, 1069, 1070, 1082, 1084, 1088, 1089, 1109, 1119, 1121, 1122, 1123, 1132, 1134, 1137, 1140, 1144, 1145, 1146, 1151,

1158, 1169, 1180, 1182, 1187, 1188,1198, 1201, 1206, 1215, AOW Soemba

0483, 0539, 0565, 0586, 0677,0863, 0953, 0955, 0996, 0997, 1041,1052, A013 Soendalanden 0176, 0253,

0325, 0350,0361, 0426, 0504, 0505, 0506, 0710,0748 Sumatra 0155, 0270, 0409,

0539, 0559,0826, 1000, 1041

Ternate 0240, 0907 Timor 0270, 0813 ZiektenCholera 0060, 0152, 0211, 0266, 0283,0306, 0307, 0340, 0350, 0608 Lepra

0934 Malaria 0308, 0342, 0433, 0555, 0681,0745, 0805, 0989, 1069, A011

Pokken 0258, 0507, 1217 Zwaardekroon, Hendrik 1153