Verslag ‘Fit for Kids’ - Portfolio Robin Eggens -...

Verslag ‘Fit for Kids’

Studieteam 2 Pagina 1

‘Fit for Kids’

Blok 1.2, Fit for Life.

04-02-2013

Projectleden:

Lindy Feddema

Tom Feringa

Wigen Shirwanyan

Mathijs Eshuis

Robin Eggens

Docent: Magda Boven


VoorwoordBeste lezer,

Dit verslag is gemaakt naar aanleiding van het project ‘Fit for Life’, dat gedraaid is op o.b.s. de Weide. Deze basisschool in Leeuwarden was het donderdag 24 januari 2013 het podium voor dit project. Het organiseren van een project was een opdracht vanuit de Hanze Hogeschool te Groningen. De eerstejaars studenten gingen per studieteam, van nul tot eind een project organiseren. In dit verslag wordt het traject van studieteam twee uit klas 1I beschreven. Het studieteam werd omgetoverd tot een heus projectteam. Vijf studenten gingen een project opzetten. U kunt hier lezen wat het project is geweest en hoe dit is uitgevoerd. Er zijn mensen die dit project mede mogelijk hebben gemaakt. Deze mensen willen we graag even bedanken. Een paar mensen bedanken we even in het bijzonder;

-José Eshuis. De moeder van Mathijs heeft ons de laatste dag flink geholpen om de puntjes op de ‘i’ te zetten. Met haar oog voor kinderen hebben we de laatste dag nog flink wat kunnen winnen op aankleding.

-De leraren; Lieuwe Slager, Annemarie Klingsma, Jozien Akkerman en inval juf Kristie. Zij hebben ons geholpen met het begeleiden van de kinderen op de project dag zelf.

-Onze docent Fit for Life, Magda Boven. Ze heeft ons van informatie voorzien om een project te kunnen organiseren. Daarbij heeft ze op gecontroleerd en waar nodig gestuurd om tot een succesvol project te komen

Het projectteam wenst u veel plezier met het lezen van dit verslag en het bekijken van de filmregistratie van het project

Studieteam 2;

Lindy Feddema

Tom Feringa

Wigen Shirwanyan

Mathijs Eshuis

Robin Eggens



1. Managementsamenvatting

1. Wat was dit project?Het projectteam kreeg van hen opleiding de opdracht om een project te organiseren voor een externe opdrachtgever. Dit project zal volgens de opdracht origineel, kwalitatief en innovatief moeten zijn, gericht op bewegen, plezier en gezondheid. De docent van het desbetreffende vak had de tip gegeven om te zoeken naar een opdrachtgever die een teamlid kent, of waar er connecties binnen de organisatie zijn. Aangezien de moeder van Mathijs les geeft op een basisschool was het een logische keuze om de directeur van deze school te benaderen als opdrachtgever te functioneren.Het project Fit for Kids was georganiseerd door een eerstejaars studieteam van de Hanzehogeschool Groningen. Dit studieteam van vijf eerstejaars studenten, studeert op de opleiding Sport, Gezondheid en Management (SGM). Dit zijn de leden: Robin Eggens, Lindy Feddema, Wigen Shirwanyan, Tom Feringa en Mathijs Eshuis.Een aantal leden in het team kreeg een bijzondere functie in het werkproces om de organisatie gestructureerd te laten verlopen. Deze functies zullen later in dit hoofdstuk worden toegelicht.De opdrachtgever waren de leerkrachten van de combinatieklassen 5/6 van o.b.s. de Weide: Lieuwe Slager, Annemarie Lingsma en Jozien Akkerman. Annemarie was de contactpersoon voor het projectteam zijn. De kinderen in deze klassen waren de deelnemers van de projectuitvoering.

2. Doelen en visie.Dit was de doelstelling van het projectteam wat betreft de projectuitvoering:“ Een leuke, sportieve en leerzame dag organiseren. De kinderen zijn zich aan het einde van deze dag meer bewust geworden van het belang van een gezonde leefstijl. Ze weten hoe ze hun eigen leefstijl kunnen verbeteren en welke positieve invloed dit heeft op hun gezondheid. Ze leren dat bewegen niet alleen goed voor de gezondheid is, maar ook dat je door te bewegen plezier kunt maken. Dit laatste wordt gerealiseerd met gebruik van de “Groene Spelen”, er wordt zo ook gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking in de klassen.”Het doel van het projectteam wat betreft de organisatie was: het ontwerpen, voorbereiden en uitvoeren van een goed project, dat aansluit op de doelgroep en de verwachtingen van de opdrachtgever overtreft. Het project is goed verlopen qua samenwerking, organisatie en uitvoeringHet doel met betrekking tot de opdrachtgever was: de opdrachtgever is goed te spreken over het projectteam en wil graag in de toekomst opnieuw met dit team samenwerken. De opdrachtgever is tevreden en enthousiast over het resultaat van het project.Dit was de visie van het projectteam:“Uit een aantal onderzoeken (te lezen in “Doelgroepanalyse”) blijkt dat kinderen van 4 tot 12 jaar niet gezond genoeg eten en bewegen, daarom vinden wij het belangrijk op deze factoren in te spelen. Een gezonde beweeg- en leefstijl staat bij ons hoog in het vaandel!”



3. Hoe werkt het projectteam?Zoals verteld aan het begin van dit hoofdstuk, hadden een aantal teamleden een bijzondere functie gekregen in de organisatie:

Mathijs Eshuis = Projectleider en contactpersoonTom Feringa = Assistent-projectleider en voorzitterLindy Feddema = Notuliste

Mathijs ging als projectleider zorg dragen voor het voorzien van de juiste informatie en middelen aan het projectteam. Hij was verantwoordelijk voor de waarborging van de kwaliteit van de projectuitvoering en het resultaat hiervan. Als contactpersoon zou hij communiceren met de opdrachtgever en zorgen voor goede informatie-uitwisseling tussen het projectteam en de opdrachtgever. Met andere woorden, hi j zorgde ervoor dat de opdrachtgever op de hoogte was van het project, met zijn vorderingen, en dat het projectteam op de hoogte was van de verwachtingen van de opdrachtgever.De assistent-projectleider, Tom, zou fungeren als projectleider wanneer Mathijs verhindert of afwezig was tijdens overleg- of werkmomenten. De rol van Tom als voorzitter was het coördineren en in goede banen leiden van de teamoverlegmomenten. De voorzitter zou tevens de tijd en de planning in de gaten houden.Lindy was de notuliste en zou dus verantwoording dragen voor het notuleren van de overlegmomenten en de briefuitwisseling. Ze zou het projectteam de notulen en brieven sturen zodat deze op de hoogte is van vorderingen, besluiten en de planning.Het projectteam had een aantal vaste overlegmomenten afgesproken om de vorderingen te controleren, besluitvormingen op tijd toe te passen, en controle te houden over de organisatie en het proces van de projectvorming. Er waren twee vaste overlegmomenten; dinsdagochtend en donderdagochtend voor de reguliere colleges.Het project was opgedeeld in verschillende fases, bijvoorbeeld de initiatieffase. Gedurende elke fase werden de volgende logische stappen in de projectorganisatie genomen. Deze stappen, of besluiten, zijn per fase vastgelegd in een beslisformulier. Dit formulier werd getoond aan de docente van het betreffende vak en deze zou feedback geven over de besluitvormingen om het projectteam te begeleiden, sturen en waar nodig te behoeden van fouten.Om de opdrachtgever op de hoogte te houden van het project en te controleren of deze tevreden is over de besluiten en plannen, werd er geregeld contact opgenomen met de contactpersoon. In het contact, dat via de mail plaatsvond, werd de opdrachtgever gevraagd feedback te geven en de mogelijkheid gegeven vragen te stellen. Op deze manier controleerde het projectteam de tevredenheid van de opdrachtgever.

4. Korte samenvatting.Het projectteam was een studieteam van de opleiding SGM in Groningen, deze was verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het project. De leerkrachten van de klassen 5/6 van o.b.s. de Weide waren de opdrachtgever en de leerlingen van deze klassen de deelnemers. Een projectlid heeft connecties binnen deze organisatie en dit was de aanleiding tot de keuze van deze opdrachtgever.Het projectteam wou met dit project de beweeg- en leefstijl van de kinderen verbeteren en een succesvol project neer zetten. Om dit project succesvol te laten maken was er een duidelijke organisatiestructuur en werkplanning. Er waren duidelijke doelen gesteld om de finish goed in beeld te houden, en niet te vergeten de opdrachtgever tevreden te houden.



Om een technisch juiste organisatie neer te zetten is gebruik gemaakt van de theorie in Projectmanagement van Roel Gritt. Dit boek leert de beginselen, de vorderingen de afronding van een project. Hieruit werd de theorie van de projectfasen gebruikt en de leer achter de verschillende groepsrollen. Ook het belang van een goede relatie tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer werd hierin uitgelegd.

5. Hoe is het gegaan?Omdat de moeder van een projectlid werkt binnen de organisatie van de opdrachtgever, was de benadering erg gemakkelijk. Ook omdat Mathijs zelf op de school heeft gezeten, en eerder samengewerkt had met Lieuwe Slager, was de communicatie erg toegankelijk en de opdrachtgever gemoedelijk naar het projectteam. De geleerde theorie op de opleiding waren een onmisbare leidraad voor het organiseren van dit project, met gebruik van het boek van R. Gritt. Dit boek is dan ook zeer een aanrader voor elk werknemer in projectverband.



InhoudsopgaveVoorwoord..................................................................................................................................................................................................................................... 2

1. Managementsamenvatting..................................................................................................................................................................................................... 3

1. Wat was dit project?........................................................................................................................................................................................................... 3

2. Doelen en visie................................................................................................................................................................................................................... 3

3. Hoe werkt het projectteam?...............................................................................................................................................................................................4

4. Korte samenvatting............................................................................................................................................................................................................ 4

5. Hoe is het gegaan?............................................................................................................................................................................................................. 5

Inleiding.......................................................................................................................................................................................................................................... 9

2. Doelgroep analyse............................................................................................................................................................................................................ 10

1. Waarom dit onderzoek?.................................................................................................................................................................................................. 10

2. Probleemstelling:............................................................................................................................................................................................................. 10

3. Doelstelling...................................................................................................................................................................................................................... 10

4. Hoofdvraag en deelvragen............................................................................................................................................................................................... 11

5. Methoden........................................................................................................................................................................................................................ 11

2.5.1 Deskresearch........................................................................................................................................................................................................ 11

2.5.2 Fieldresearch........................................................................................................................................................................................................ 13

2.6.1 Resultaten deskresearch......................................................................................................................................................................................15

2.6.2 Resultaten fieldresearch......................................................................................................................................................................................16

7. Conclusies en aandachtspunten......................................................................................................................................................................................16

3. Draaiboek............................................................................................................................................................................................................................. 17



Voorblad ...............................................................................................................17

Inhoud...................................................................................................................................................................................................................................... 18

Inleiding........................................................................................................................................................................................................................................ 19

Wie is studieteam 2?............................................................................................................................................................................................................ 19

Het project............................................................................................................................................................................................................................. 19

Korte analyse van de doelgroep, de deelnemers............................................................................................................................................................19

Doelstelling............................................................................................................................................................................................................................ 19

Project-dag................................................................................................................................................................................................................................. 20

Dagindeling............................................................................................................................................................................................................................ 20

Planning........................................................................................................................................................................................................................................ 21

Line-up planning................................................................................................................................................................................................................... 24

Voorlichting....................................................................................................................................................................................................................... 24

Sportactiviteiten............................................................................................................................................................................................................... 27

Samenwerkingsspelen..................................................................................................................................................................................................... 30

Filmregistratie.................................................................................................................................................................................................................. 33



Projectleiding tijdens de uitvoering..............................................................................................................................................................................34

Persoonlijke planning............................................................................................................................................................................................................... 35

4. Evaluatie............................................................................................................................................................................................................................... 39

4.1 Productevaluatie.......................................................................................................................................................................................................... 39

4.1.1 Projectdag............................................................................................................................................................................................................. 39

4.1.2 Projectverslag....................................................................................................................................................................................................... 41

4.2 Procesevaluatie............................................................................................................................................................................................................ 41

4.3 Individuele evaluatie..................................................................................................................................................................................................... 43

4.3.1 Lindy..................................................................................................................................................................................................................... 43

4.3.2 Tom....................................................................................................................................................................................................................... 44

4.3.3 Wigen.................................................................................................................................................................................................................... 45

4.3.4. Mathijs...................................................................................................................................................................................................................... 45

4.3.5. Robin......................................................................................................................................................................................................................... 46

4.4 Evaluatie doelgroep...................................................................................................................................................................................................... 47

4.5 Evaluatie opdrachtgever............................................................................................................................................................................................... 54

5. Onderscheidend vermogen.................................................................................................................................................................................................. 56

Nawoord....................................................................................................................................................................................................................................... 57

Bronvermelding........................................................................................................................................................................................................................ 58



InleidingVoor het vak “Fit for Life” is studieteam 2 aan de slag gegaan met een opdracht. De bedoeling was het ontwikkelen en uitvoeren van een project met het studieteam. Het ging hier om een origineel, uniek en innovatief project gericht op bewegen, plezier en gezondheid bij een externe opdrachtgever. Gezamenlijk hebben wij besloten om het project uit te voeren op basisschool o.b.s. de Weide in Leeuwarden. Het eindresultaat is vastgelegd in dit projectverslag. Het projectverslag bestaat uit verschillende onderdelen. Het eerste hoofdstuk is de “managementsamenvatting”. Dit hoofdstuk geeft een beknopte beschrijving van de inhoud van het verslag. In het hoofdstuk “doelgroep analyse” staat beschreven hoe we onderzoek hebben gedaan naar onze doelgroep. Door middel van deskresearch en fieldresearch zijn we veel te weten gekomen over de desbetreffende doelgroep. In het hoofdstuk “draaiboek” staat beschreven hoe onze project dag vanaf het begin tot het eind moest verlopen. Het hoofdstuk “evaluatieverslag” bestaat uit de productevaluatie, procesevaluatie, individuele reflectie, evaluatie doelgroep en de evaluatie van de opdrachtgever. We kijken hierin kritisch naar de uitvoering van ons project en proberen dit zo goed mogelijk te evalueren. En als laatste het hoofdstuk “onderscheidend vermogen” hierin staat hoe vernieuwend het project is en de creativiteit van het project centraal. Ook staat beschreven waarom ons project complex is. Wij hopen dat uw na het lezen van dit verslag een goed en duidelijk beeld heeft van hoe onze project dag is verlopen.



2. Doelgroep analyse

1. Waarom dit onderzoek?Dit onderzoek dient er toe om meer inzicht te verkrijgen in de doelgroep, de combinatieklassen 5/6 van o.b.s. de Weide. Met gebruik van de analyse kunnen de begeleiders zich beter inleven in, hun houding beter afstemmen op en een betere activiteit voorbereiden voor de leerlingen. Met als resultaat een project dat is afgestemd op de doelgroep en het behalen van de doelstelling.

2. Probleemstelling:

1.“Het algemene beeld van het beweeg- en eetgedrag van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar is niet gunstig. In 2011 voldoet een (grote) meerderheid van de kinderen niet aan de beweegnormen en overschrijdt bijna de helft van de kinderen de norm van maximaal twee uur per dag tv kijken of computeren. Hoewel bijna alle kinderen voldoen aan de ontbijtnorm door dagelijks te ontbijten, voldoet slechts een zeer klein deel van de kinderen aan de groentenorm of de fruitnorm.”-TNO-rapport 2011, opdrachtgever: Monitor Convenant Gezond Gewicht.

2.De opdrachtgever heeft aangegeven dat de sfeer in de combinatieklassen 5/6, de deelnemers van het project, niet altijd even positief is. De kinderen hebben moeite met samenwerken, sportiviteit en er is weinig sprake van een groepsgevoel.

Dit onderzoek dient er toe om meer kennis te verkrijgen over de doelgroep, kinderen in de leeftijd 7 t/m 10 jaar, de combinatieklassen 5/6 van o.b.s. de Weide. Door dit onderzoek kunnen wij ons project beter afstemmen op en inleven in de doelgroep.

3. Doelstelling “ Een leuke, sportieve en leerzame dag te organiseren. De kinderen zijn zich aan het einde van deze dag meer bewust geworden van het belang van een gezonde leefstijl. Ze weten hoe ze deze kunnen verbeteren en welke positieve invloed dit heeft op hun eigen gezondheid. Ze leren dat bewegen niet alleen goed voor de gezondheid is, maar ook dat je door te bewegen plezier kunt beleven. Dit laatste wordt gerealiseerd met gebruik van de “Groene Spelen”, er wordt zo ook gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking in de klassen.”



4. Hoofdvraag en deelvragen2.4.1 Hoofdvraag:

Op welke manier kunnen wij de leerlingen van groep 5/6 leren met plezier te bewegen en bewust te laten worden van het belang van een gezonde leefstijl?

2.4.2 Deelvragen:

-Wat is het sociaal affectieve beginniveau van kinderen van 7 t/m 10 jaar?-Wat is het cognitieve beginniveau van kinderen van 7 t/m 10 jaar?-Wat is het motorische beginniveau van kinderen van 7 t/m 10 jaar?-Hoe kunnen de begeleiders zich het best opstellen tegenover kinderen van 7 t/m 10 jaar en deze didactisch juist begeleiden?-Hoe kunnen de begeleiders kinderen van 7 t/m 10 jaar bewust laten worden van het belang van een gezonde leefstijl? -Hoe kunnen de begeleiders kinderen van 7 t/m 10 jaar plezier laten beleven in het bewegen?

5. MethodenOm de deelvragen en dus uiteindelijk de hoofdvraag te beantwoorden maken wij gebruik van deskresearch en fieldresearch. Deskresearch is handig om mee te beginnen, op deze manier komen we veel te weten over de desbetreffende doelgroep. Hiervoor heeft het studieteam twee boeken uit de bibliotheek gehaald. De boeken zijn beide gericht op het gedrag van kinderen. Ook is er veel op internet gespeurd om meer te weten te komen over de desbetreffende doelgroep. Fieldresearch is ook van belang om te doen, zo is er veel contact gezocht met de opdrachtgever en een collega van de leerkrachten van de klassen. De leerkrachten hebben veel kennis over de doelgroep en kunnen ons het beste vertellen hoe de begeleiders met de leerlingen om moeten gaan.

2.5.1 Deskresearch

Wat is het sociale begin niveau van kinderen van 7 t/m 10 jaar?Een grote radicale verandering in de betrekking van het kind tot de wereld ontstaat pas om en nabij groep 6. Kinderen gaan rond deze leeftijd kritische vragen stellen en op een andere manier tegenover goed en kwaad komen te staan. (Lievegoed, 2003)

In groep 5/6 komt de sociale ontwikkeling in een stroomversnelling. Er ontstaat een drang om bij een bepaalde groep te horen. De leerlingen doen dan ook veel om er echt bij te horen. De groep bepaalt wat normaal is en wat niet normaal is. Gedraag dat afwijkt, wordt al snel raar gevonden. De kinderen zullen zich steeds sterker gaan identificeren met de eigen sekse. In sommige gevallen betekent dat ze zich gaan afzetten tegen de andere sekse. Over het algemeen gaan ze dus sneller vriendschappen aan met seksegenoten. (SLO, 2012)



In groep 5/6 vertonen de kinderen over het algemeen een flinke mate van emotionele stabiliteit en redelijke dosis zelfvertrouwen. Ze richten zich in het algemeen steeds sterker op de leeftijd en seksegenoten, zoals hierboven ook staat beschreven. Ook zijn ze steeds beter in staat zich in te leven in de ander en daar mee rekening te houden bij het uitwisselen van informatie, het beïnvloeden van anderen, bij spelletjes, en dergelijke. De leerlingen proberen vooral een plaats in een groep te krijgen waardoor ze zich zullen gedragen als één van de groepsleden. Hierdoor ontstaat de neiging stoer te doen of indruk te maken. Ze vertonen een toenemende mate van onafhankelijkheid, laten steeds meer hun eigen mening horen en claimen meer eigen verantwoordelijkheid. Dit gaat vaak gepaard met een grotere gevoeligheid de normen wat goed en slecht is. (Looy, 1998)

Wat is het cognitieve beginniveau van kinderen van 7 t/m 10 jaar?Een beschrijving van de cognitieve ontwikkeling rond de fase 7 tot 12 jaar. Het kind ziet in deze fase processen en verbanden. Het kind gaat logisch denken. Hij kan voorwerpen sorteren op één eigenschap. Kinderen van deze leeftijd gaan steeds meer samenhang tussen de dingen zien. Het kind is in staat even afstand te nemen en te kijken hoe het moet. Problemen worden logischer opgelost. Op deze leeftijd interesseren de kinderen zich veel voor oorzaken. Daarom vragen ze veel naar het waarom van dingen.

Wat is het motorische beginniveau van kinderen van 7 t/m 10 jaar?Een beschrijving van de motorische ontwikkeling rond de fase 6 tot 12 jaar. Bij het schoolkind ontwikkelt zich de grove motoriek, doordat de lichaamsbeheersing sterker wordt. Het kind ontwikkelt spierkracht. Ook de fijne motoriek wordt beter. Armen en bene raken beter in proportie. (Bal, 2010)-Hoe kunnen de begeleiders zich het best opstellen tegenover kinderen van 7 t/m 10 jaar en deze didactisch juist begeleiden?

Hoe kunnen de begeleiders kinderen van 7 t/m 10 jaar bewust laten worden van het belang van een gezonde leefstijl?Bij bevordering van gezond gedrag op school dient het accent te liggen op situaties en gedrag waar kinderen zelf volledig of tenminste een zekere mate van zeggenschap over hebben. Voorts is het raadzaam de behandeling van onderwerpen en thema’s te baseren op wat kinderen al weten, hun ervaringen, de vragen die bij hen leven, gesignaleerde misverstanden, het gedrag dat ze vertonen en de voorkeuren die ze blijken te hebben. Kinderen voelen zich aangesproken, raken eerder geïnteresseerd en staan meer open voor wat besproken en ontdekt wordt. Dat vergroot de kans dat de educatieve activiteiten leiden tot inzichten en oplossingen waar kinderen in principe iets mee kunnen. Maar dit geeft geen garantie, want het veranderen van bestaande gewoonten lukt vaker niet dan wel. Kinderen kunnen daarbij best een helpende hand gebruiken. De ervaring leert dat ondersteuning van gedragsverandering met beloning zoals, complimenten, privileges en andere ‘cadeautjes’ meer effect sorteert dan het toepassen van straf. (Looy, 1998)

-Hoe kunnen de begeleiders zich het best opstellen tegenover kinderen van 7 t/m 10 jaar en deze didactisch juist begeleiden?De leerkrachten fungeren als voorbeeld voor kinderen, of ze dat nu leuk vinden of niet. Hoe je zelf met kinderen, collega’s en ouders omgaat, wat je van hen tolereert of juist niet, hoe je reageert als het ene kind het andere minder waardig laat voelen, dat alles laat kinderen zien hoe het kennelijk hoort. De manier waarop je met kinderen omgaat en de wijze waarop ze met elkaar omgaan, is bepalend voor de sfeer in de groep. Leerkrachten oefenen invloed uit op het zelfbeeld en zelfvertrouwen van kinderen. De hoeveelheid en de soort aandacht die ze aan een bepaald kind geven, bepalen mede diens sociale positie in de groep. Veel en positief gekleurde aandacht geeft kinderen een sterkere positie ten opzichte van groepsgenoten. Kinderen zien hun leerkracht vaak als voorbeeld.



Het is belangrijk dat de leerkrachten rekening houden met:-Elk kind benaderen met respect. Veel volwassenen menen zich tegenover kinderen meer te kunnen en te mogen permitteren dan tegenover andere

mensen. Toch is er eigenlijk geen goede reden waarom we kinderen met minder respect tegemoet zouden treden dan bijvoorbeeld hun ouders. Het zelfrespect en zelfvertrouwen van een kind nemen toe, als het door anderen met respect word behandeld. Respectvol benaderen betekent ook; kinderen niet bij voorbaat wantrouwen, flauwe grapjes maken over hun uiterlijk, ze continu onderschatten of pret hebben om de fouten die ze maken. Zo’n benadering is niet altijd gemakkelijk op te brengen.

-Meeleven met de kinderen. Belangstelling tonen voor de kinderen kan op allerlei manieren. Daarbij gaat het niet om zaken die rechtstreeks met school te maken hebben, maar ook om aandacht voor zaken uit de privé-omgeving die kinderen als belangrijk ervaren. Kinderen kunnen vaak wel aanvoelen of je alleen maar belangstelling voorwendt dan wel echt geïnteresseerd bent. Als je vaker terug komt op bepaalde onderwerpen zullen leerlingen ook merken dat je echt geïnteresseerd bent. Het is dus belangrijk dat je er tijd voor durft te nemen ondanks de druk van het schoolprogramma.

-Jezelf zijn bij de leerlingen. Als leerkracht jezelf zijn, heeft aantrekkelijke kanten, zowel voor jezelf als anderen. Je hoeft je niet handiger, slimmer of sterker voor te doen dan je bent. De leerlingen maar ook collega’s zullen weten wat ze aan je hebben. De leerlingen zullen eerder geneigd zijn om ook zichzelf te zijn. Als ze merken dat de leraar zichzelf is, zullen ze ook eerder hun gedachten en gevoelens aan hem toevertrouwen. (Looy, 1998)

2.5.2 Fieldresearch

Interview met de leerkrachten van de groepen.Het projectteam heeft de leerkrachten geïnterviewd met als doel het in kaart brengen van het gedrag van de leerlingen. De leerkrachten hadden eerder al in een antwoord op de “brief voor de opdrachtgever” het volgende aangegeven: “Als opdracht vinden wij het belangrijk om met de groepen 5/6 in te zetten op het bevorderen van: groepsgevoel, saamhorigheid en sportiviteit (“Groene Spelen” e.d.).”.Ze hebben aangegeven dat de sfeer in de klassen niet erg positief is, de leerlingen (met name de jongens) zijn erg competitief ingesteld en houden weinig rekening met elkaar. Het projectteam kreeg als taak de sfeer te verbeteren. Er werd voorgesteld om het onderwijsthema “Groene Spelen” te implementeren in het programma.

“Groene Spelen”Dit onderwijsthema is voortgekomen uit het ervaringsgericht onderwijs. Het is bedacht om samenwerking te verbeteren binnen een klas of een groep kinderen. De richtlijn is dat er geen prestatievergelijking is en dat alle kinderen mee kunnen doen, “groen”. De leerkracht kan bestaande “groene” spelen gebruiken of spelen “groen” maken, zolang het speldoel in de activiteit zelf ligt.

“De nadruk bij deze spelen bewegingsvormen ligt op:- deelname door alle kinderen (alle deelnemers…)- samenwerking en het bereiken van een gemeenschappelijk doel- rekening houden met elkaar en acceptatie van elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden- plezier beleven aan het samen uitvoeren”



-http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/thema/inspirerend-onderwijs/groene-spelen/

Er bestaat een klassiek Chinees verhaal over de kracht van samenwerking. Het gaat als volgt: “Een oude man met tien zonen riep hen bij elkaar vlak voordat hij zou sterven. Hij nam tien eetstokjes en vroeg aan elk van de tien jongens om één stokje door te breken. Dit deden ze met groot gemak. Opnieuw nam de man tien stokjes, maar deze keer bundelde hij de stokjes samen. Hierna vroeg hij aan iedere zoon om de stokjes te breken. Geen van hen kon de bij elkaar gebonden stokjes breken, hoe hard ze het ook probeerden. De wijze oude man sprak toen: “Elk van jullie is als een eetstokje. Éen is gemakkelijk te breken…maar als jullie je verenigen en samenwerken dan is jullie kracht zo groot dat je niet gemakkelijk zult breken…!”

Interview met José Eshuis.José Eshuis is de moeder van projectteamlid Mathijs en geeft eveneens les op o.b.s. de Weide, aan een combinatieklas 1/2. Zij zit al meer dan twintig jaar les en is een handige hulpbron voor het analyseren van de doelgroep en als adviseur op het gebied van didactiek. José heeft het projectteam een aantal handige tips gegeven voor het goed begeleiden van een activiteit met deze doelgroep.

Eerste indrukDe eerste indruk is het belangrijkste van een goede activiteit. “Doet voor, doet na.” Als de kinderen in een chaotische omgeving binnenkomen zijn ze al snel onrustig en makkelijk afgeleid, dit zal zijn nawerking hebben op de verdere verloop van de activiteit. Een goed begin zorgt voor een beter einde.

Inrichting van de ruimte.

Een ordelijke en nette ruimte straalt rust uit en maakt het makkelijker voor de begeleider om de aandacht van de groep erbij te houden. Kinderen zijn snel afgeleid en hier moet dus rekening mee worden gehouden. Als bijvoorbeeld spelmateriaal onopgeruimd in het lokaal ligt zal de nieuwe groep snel ermee gaan spelen en dan ben je het overzicht al kwijt. Zorg dus dat het spelmateriaal netjes aan de kant staat en er bijvoorbeeld banken aan een kant van de ruimte staan, waar de kinderen netjes kunnen gaan zitten alvorens te beginnen met de uitleg.

Uitstraling en houdingJosé heeft al aangegeven dat het moeilijke klassen zijn. Er zal aandacht moeten zijn voor een overwichtige uitstraling, laat je de kinderen een loopje met je nemen of doen ze wat jij graag wel. Wees niet te serieus of te streng, dan ben je het wederzijds respect ook kwijt en accepteren ze je niet als begeleider. Het belangrijkste is dat de kinderen plezier hebben in de activiteit, als ze het leuk vinden zijn ze bereid meer voor je te doen. Zorg er dus voor dat je een opgewekte en vrolijke uitstraling hebt.



Taalgebruik en communicatieAls het niveau van de activiteit te laag is, zullen de kinderen zich gaan vervelen, verliezen ze de aandacht en gaan klieren. Zorg dus dat er wel enige mate van uitdaging in de opdracht zit, maak dit ook weer niet té moeilijk dan werkt het weer averechts. Kinderen in een groep 5/6 zijn al gericht op gedrag dat ze juist niet als “kinderachtig” zien. Het is dus best goed om al wat moeilijkere woorden en formeel taalgebruik te gebruiken, je creëert aanzien en belangstelling. Praat tegen de kinderen juist niet op een “betuttelende” toon want dat werkt in je nadeel. Vermijd wel te veel nieuwe moeilijke woorden te gebruiken want de leerlingen kunnen maar een bepaald aantal begrippen tegelijk leren.

Nieuwe woorden en begrippen dienen minimaal zes keer herhaald te worden om deze te laten “blijven hangen” in hun hoofd. De Weide is bezig met het onderwijs te vernieuwen en de leerkrachten leren een nieuwe methode om de woordenschat te verbeteren van de leerlingen. In deze methode leren ze dus dat nieuwe woorden zes keer herhaald moeten worden voordat deze effectief geleerd worden.

De uitleg van een spel of opdracht moet uiterst compleet en concreet zijn. De kinderen zal meteen duidelijk moeten zijn wat ze moeten doen en wat er verwacht word. Hierdoor zullen er weinig vragen en twijfels ontstaan wat betreft de uitvoering en zal een kind geen verkeerde informatie aanleren. Een nieuwe boodschap moet de eerste keer juist zijn. De eerste keer wordt het snelst aangeleerd en een verkeerde boodschap wordt niet gemakkelijk uit het “systeem” gehaald.

Gebruik materialen en leerlingen als hulpmiddelBij een grote groep kinderen, zoals deze klassen van elk 28 kinderen, is het belangrijk om duidelijke spellen te hebben. Zorg voor duidelijke instructies of “instructiekaarten”. Op een “instructiekaart” staat duidelijk hoe een spel gespeeld moet worden. Leg deze kaart bij het spel neer zodat kinderen hier zelfstandig aan het werk kunnen. Als alle kinderen aan het werk zijn en zelfstandig bezig kunnen, kan je als begeleider beter het overzicht bewaken en inspelen op problemen of ongewenst gedrag.

Gebruik een kind als voorbeeld bij een spel. Hierdoor voelt een kind zich gewaardeerd met als gevolg dat het minder snel zal gaan klieren. Ook kun je de rotte appels er juist uit halen om deze de groep niet te laten afleiden.

6. Resultaten2.6.1 Resultaten deskresearch

Het resultaat van het deskresearch is uiteindelijk het antwoord op de hoofdvraag; “Op welke manier kunnen de begeleiders de leerlingen van groep 5/6 leren met plezier te bewegen en bewust te laten worden van het belang van een gezonde leefstijl?”Belangrijk is dat er rekening wordt gehouden met het sociaal affectieve niveau van de leerlingen. De leerlingen tonen een redelijke mate van emotionele stabiliteit en zelfvertrouwen. Ook zullen de leerlingen zich toe trekken naar hun eigen sekse, het is belangrijk om hier rekening mee te houden met eventuele spellen die uitgevoerd gaan worden op de projectdag. Het motorische en cognitieve niveau is goed ontwikkeld in deze levensfase en hier kunnen



de activiteiten en presentatie op afgestemd worden. Door de leerlingen wat bij te brengen over gezondheid is het verstandig om in te spelen met wat de leerlingen al weten over gezondheid en bewegen en hun ervaringen er mee. De leerlingen zullen het leuk vinden om wat over hun eigen ervaring te vertellen of met dingen te worden geconfronteerd wat ze herkennen. Door de leerlingen op een goede manier aan te sturen zullen ze meer plezier hebben. Het is belangrijk dat er respect wordt getoond voor de leerling, dat de begeleiders meeleven en zichzelf zijn. Door dit alles goed te combineren kunnen de begeleiders de doelstelling behalen.

2.6.2 Resultaten fieldresearch De resultaten van het field research geven relatieve informatie over de doelgroep, de klassen 5/6. In combinatie met de gegevens verkregen uit het deskresearch kan een juist handelingsplan worden opgesteld. De tips van José Eshuis zullen de richtlijnen zijn voor het invullen van de activiteiten en de informatie verkregen van de leerkrachten zal helpen een juist vooruitzicht van de klas te schetsen.

7. Conclusies en aandachtspuntenHet totale pakket van de gegevens en resultaten van het deskresearch in combinatie met het fieldresearch geven een goed beeld va de doelgroep. De doelgroep is vrij complex en vraagt veel aandacht wat betreft aansturing en motivatie. De begeleiders moeten attent zijn op ongewenst gedrag en dit op een didactisch juiste manier moeten oplossen die past bij de doelgroep. Voorbeelden moeten concreet zijn en juist worden uitgelegd, dit voorkomt vraagtekens bij de opdracht of verkeerde opgedane kennis.



3. Draaiboek

Voorblad


DraaiboekFit for Kids

Studieteam 2:

Lindy Feddema

Tom Feringa

Wigen Shirwanyan

Mathijs Eshuis

Robin Eggens


InhoudVoorblad......................................................................................................................................................................................................................................... 1

Inleiding.......................................................................................................................................................................................................................................... 3

Wie is studieteam 2?.................................................................................................................................................................................................................. 3

Het project................................................................................................................................................................................................................................. 3

Korte analyse van de doelgroep, de deelnemers.......................................................................................................................................................................3

Doelstelling................................................................................................................................................................................................................................. 4

Project-dag..................................................................................................................................................................................................................................... 5

Dagindeling................................................................................................................................................................................................................................. 5

Planning...................................................................................................................................................................................................................................... 6

Line-up planning......................................................................................................................................................................................................................... 9

Voorlichting............................................................................................................................................................................................................................ 9

Sportactiviteiten................................................................................................................................................................................................................... 12

Samenwerkingsspelen.......................................................................................................................................................................................................... 15

Filmregistratie...................................................................................................................................................................................................................... 18

Projectleiding tijdens de uitvoering......................................................................................................................................................................................19

Persoonlijke planning................................................................................................................................................................................................................... 20



Inleiding

Wie is studieteam 2?Studieteam 2 bestaat uit 5 studenten van het Hanze Instituut voor Sportstudies (HIS). Deze studenten volgen daar de opleiding Sport ,Gezondheid en Management (SGM). In het tweede blok van het eerste jaar organiseren ze een project met betrekking op: bewegen, gezondheid en plezier, voor een externe opdrachtgever. Dit project organiseren ze van begin tot eind. Dit houdt in dat ze met niks beginnen en dat ze eindigen met een uitgevoerd en afgerond project. Het afronden van het project houdt bijvoorbeeld het maken van een verslag in. Met daarin een managementverslag, een doelgroep analyse, dit draaiboek, evaluaties en een videoverslag

Het projectHet project wordt uitgevoerd op o.b.s. de Weide in Leeuwarden. De deelnemers zijn de kinderen van de drie groepen 5/6. De opdrachtgevers zijn de leraren van deze groepen; Lieuwe Slager, Jozien Akkerman en Annemarie Lingsma. Het project zal op donderdag 24 januari plaatsvinden op de school zelf. De kinderen doen mee aan drie activiteiten: een voorlichting, een sportactiviteit en samenwerkingsspelen. Op deze manier wordt getracht ze iets bij te brengen over het belang van een gezonde leefstijl voor de gezondheid en te leren met plezier te bewegen.

Korte analyse van de doelgroep, de deelnemers.De deelnemers zitten in de combinatieklassen van groep vijf/zes. Per klas zitten er ongeveer 28 leerlingen in de groep. De leerkrachten hebben aangegeven dat de sfeer in de klas niet altijd even positief is. De kinderen hebben moeite met samenwerken, sportiviteit en er is weinig sprake van een groepsgevoel. Vandaar dat ze hebben gevraagd of het studieteam het onderwijsthema “Groene Spelen” wil gebruiken in het project.

DoelstellingHet doel van dit project is: de kinderen zijn zich aan het einde van de dag meer bewust geworden van hun leefstijl. Ze weten hoe ze deze kunnen verbeteren en welke positieve invloed dit heeft op hun eigen gezondheid. Ze leren dat bewegen niet alleen goed voor de gezondheid is, maar ook dat je door te bewegen plezier kunt beleven. Dit laatste wordt gerealiseerd met gebruik van de “Groene Spelen”. Deze doelen zijn geformuleerd naar aanleiding van de blokopdracht van de opleiding SGM. Het resultaat wordt geëvalueerd middels twee enquêtes onder de kinderen en leerkrachten. Een enquête vullen de kinderen aan het eind van de project-dag in, de ander een week later om het effect van de project-dag te toetsen.



Project-dag

Dagindeling Om alles op tijd klaar te hebben, zal het studieteam om zeven uur, op de project-dag, op de school beginnen om alles gereed te maken voor de uitvoering. Wanneer de school om half negen begint, kan de klas meteen naar de activiteit en beginnen.

De project-dag is opgedeeld in drie rondes. De eerste ronde is van 09:00 tot 10.00, de tweede van 11:00-12.00. De derde en laatste ronde is ’s middags van 13.15-14.15. Tussen de eerste en tweede ronde hebben de kinderen een fruitpauze en een half uur reguliere les. Tussen de tweede en de derde ronde is de reguliere middagpauze. De leraren zullen de eigen klas de gehele dag begeleiden van en naar de activiteiten.

De drie activiteiten die georganiseerd zijn: een voorlichting met quiz, sportactiviteiten gericht op het thema ‘gezond leven en eten’ en er is een activiteit met spelletjes gericht op samenwerking. De voorlichting word begeleidt door Tom Feringa, de sportactiviteiten door Lindy Feddema en de samenwerkingsspelen door Mathijs Eshuis. Wigen Shirwanyan filmt alle activiteiten en Robin Eggens heeft als voorman de regie over de dag, hij fungeert als aanspreekpunt voor de begeleiders en leraren en zorgt dat organisatie achter de schermen ook soepel verloopt. Ook heeft hij een extra functie als entertainer. Hij doet dat laatste in een hondenkostuum.

Na de derde ronde worden de kinderen in de klas gevraagd een enquête in te vullen, waarin ze aangeven wat ze van de activiteiten vonden. Als de project-dag is afgelopen, moeten de gebruikte materialen opgeruimd worden. Voor het opruimen is in principe een uur gepland. De leraren worden na afloop van de project-dag gevraagd een evaluatieformulier in te vullen en ons mondelinge feedback te geven. Het evaluatieformulier wordt in combinatie met de feedback later bij de verslaglegging gebruikt.



Planning Tijd Activiteit Materiaal Locatie Wie Bijzonderheden07.30-8.00 Materialen

klaarzetten en lokalen inrichten

en assisteren bij collega’s

-Digibord-2 cola flesjes -Handdoek-Fruit -Bordjes-A3 vellen -Stiften

Touw 15 hockeysticksparachute 4 blinddoekenpictogrammen

20 gele lintjes

4 kleine matjes

20 rode lintjes

2 kasten

2 banken Rol tape2 bakjes kaartenBijlage voeding

2 schuimrubberballen

2 hoepels

-Camera

-Klaslokaal van Lieuwe

-Speellokaal

-Gymzaal

-n.v.t.

-Tom

-Mathijs en Wigen

-Lindy en Robin

-Wigen

De inrichting van het klaslokaal moet veranderd worden,

De banken moeten verplaatst worden en een aantal stuks moeten naar een ander lokaal worden verplaatst.



08.00-08.30 Briefing met leerkrachten

Planning en draaiboek Klaslokaal van Lieuwe

Tom, Mathijs, Lindy, Wigen, Robin en de leekrachten)

Nader in te vullen

08:30-09:00 Reguliere les n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

09:00-09:05 Klas meenemen naar de activiteit, er kan meteen begonnen worden.

Mascottepak

Klas van Jozien: gymkleren

Klaslokaal van Lieuwe, speellokaal en gymzaal

-Jozien, Lieuwe en Annemarie

De kinderen die de sportactiviteiten gaan doen moeten de gymkleren meenemen.

09:05-10.00

1e ronde

Klas Lieuwe Voorlichting

Klas Annemarie Samenwerkingsspelen

Klas Jozien Sportactiviteiten

Stiften, A2-vellen, presentatie

Spelmateriaal

Gymkleren en spelmateriaal

Klaslokaal van Lieuwe

Speellokaal

Gymzaal

Tom

Mathijs

Lindy

Allen, voorstellen aan de klas en vertellen wat de kinderen gaan doen.

10.00-10.30 Fruitpauze n.v.t n.v.t n.v.t. Kinderen hebben een fruitpauze

10:30-11:00 Reguliere les n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

11.00-12.00

2e ronde

Klas Lieuwe Samenwerkingsspelen

Klas Annemarie Sportactiviteiten

Klas Jozien

Spelmateriaal



Speellokaal

Gymzaal

Klaslokaal van

Mathijs

Lindy

Tom




Voorlichting Lieuwe12.00-13.15 Middagpauze n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

13.15-14.15

3e ronde

Klas Lieuwe Sportactiviteiten

Klas Annemarie Voorlichting

Klas Jozien Samenwerkingsspelen



Spelmateriaal

Gymzaal


Speellokaal

Lindy

Tom

Mathijs


14.15-14.45

Afsluiting in de klassen

Klas Lieuwe

Klas Annemarie

Klas Jozien

Allen, enquête en diploma Allen, klaslokaal van de eigen klas

Lindy

Tom

Mathijs

Kinderen en leraren bedanken voor hun inzet.

14.45-15.45 Allen, opruimen Allen, al het gebruikte materiaal en de lokalen

Klaslokaal vanLieuwe

Speellokaal

Gymzaal

Tom

Mathijs en Wigen

Lindy en Robin

Allen, gebruikte materialen natellen op compleetheid

15:45-16:15 Nabespreken en evalueren met de leraren

Enquêtes voor de leraren en evaluatieformulier


Tom, Mathijs, Wigen, Lindy en Robin

Bedanken voor de medewerking en informeren over referentie van school



Line-up planning

VoorlichtingTom geeft de voorlichting, met quiz, in het klaslokaal van Lieuwe Slager.

In een presentatie over leefstijl wordt er uitgelegd en gevraagd wat er met ‘leefstijl’ wordt bedoeld. De kinderen gaan de BRAVO-factoren behandelen en de nadruk wordt gelegd op bewegen en voeding. Dit omdat de kinderen maximaal tien jaar oud zijn en nog nauwelijks in contact zullen komen met roken of drinken.

Doelstelling:Doormiddel van een PowerPoint-presentatie, een quiz en ervaringen wil Tom de kinderen leren wat de gevolgen zijn van een ongezonde leefstijl op het leren en presteren. Ook zullen zij de voordelen van een gezonde leefstijl leren. Tom zal met de klas een quiz doen waar ze, als ze goed hebben opgelet, tenminste zes van de tien vragen goed zullen hebben.

Opbouw van de presentatie

Activiteit Hoe WaarmeeIntroductie -Kort uitleggen wat ze gaan doen en de inhoud

van de presentatie vertellen.-Tom zal zichzelf voorstellen

-Digibord



-De vijf BRAVO-factoren behandelen, bespreken.Filmpje -GGD -DigibordWoordspin Er worden 5 groepen gemaakt van de klas. Elke

groep krijgt een vel papier en maakt een woordspin met zoveel mogelijk woorden bij het woord ‘leefstijl’. Tom geeft zelf een aantal voorbeelden en dan laat hij de groep even aan het werk. Iedere groep laat zijn woordspin even zien voor de klas en Tom stelt er een aantal vragen over.

-5 A3-vellen-5 stiften

BRAVO-factoren Over al deze onderwerpen vertelt hij de normen, gevolgen en waarom ze iets juist of juist niet, moeten doen in een presentatie.

-Digibord

Ervaren Bewegen Wat oefeningen laten zien die je gewoon thuis kan doen. (squats/opdrukken/sit-ups)Roken Foto’s laten rondgaan van rokers.Alcohol een kind gaat op een bureaustoel zitten en die draait Tom dertig seconden rond. Dan laat hij hem/haar een stukje lopen.Voeding Een bord met gesneden fruit laten rondgaan.Ontspanning laten zien wat stress met je doet doormiddel van flessen cola, die overstromen als hij ze schud. Zit er nog maar een beetje in dan stroomt het niet over. Ben je dus heel gestresst kun je knappen.

-Handdoek-Foto’s van roken-Bureaustoel-Gesneden fruit-Bordjes-2 flesjes cola

Quiz Wat hebben ze geleerd? Dit gaan ze testen door een tiental vragen. Tom stelt een vraag. Als de kinderen denken dat het klopt moeten ze naar de rechterkant van de klas, klopt het niet dan moeten ze naar de linkerkant. Aan het einde vraagt hij hoeveel ze er goed hadden.

-Digibord



Afsluiting Iedereen bedanken en even een rondvraag over leefstijl.

- Digibord



Plattegrond en planning sportactiviteiten.

Materiaal

-Beamer -Digitaal schoolbord-2 cola flesjes -Handdoek-Fruit -Bordjes-A3 vellen -Stiften


Kinderen

Tom

Digibord


SportactiviteitenLindy verzorgd deze activiteiten in de gymzaal van de school

DoelstellingMet vier eenvoudige spellen wordt de kinderen wat geleerd op het gebied van gezondheid. De kinderen zullen een uur lang bewegen en hiermee plezier beleven.

Invulling

Les-deel

BewegingsvormenWat ga ik doen?

OrganisatieHoe regel ik het?

Begeleiding en differentiatieWat wil ik zien en wat ga ik zeggen?

1

Warming-up

“Onderwater tikkertje”Uitleg:2 leerlingen zijn de tikker en moeten proberen de andere leerlingen af te tikken. De leerlingen die zijn getikt moeten met de benen gespreid staan en kunnen weer vrij zijn als een andere leerling onder hun poortje doorgaat.

Aanwijzingen: Tikkers moeten goed samenwerken.

Andere kinderen moeten goed kijken of ze een ander kind kunnen bevrijden.

Differentiatiemogelijkheid: Te moeilijk? Tikker erbij Te makkelijk? Tikker minder

Tikker Tikker

Tijd: Totaal materiaal en hulpmiddelen: 2 lintjes.

5min

Les- Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie



deel Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?2

“Twee vakkenspel”Uitleg: De gymzaal wordt verdeeld in twee vakken. We beginnen met het vak ‘gezond’ en daar tegenover ‘ongezond’. Lindy noemt een voedselproduct op en de kinderen moeten kiezen of dit gezond of ongezond is. Er staat een tikker in het midden en die mag de andere kinderen tikken. De eerstvolgende die wordt getikt is de tikker.

Aanwijzingen: Kinderen weten welk vak wat is en wanneer ze naar

een ander vak mogen rennen.

Differentiatiemogelijkheid: Meerder tikkers.

Gezond Ongezond

tikker

Tijd:Totaal materiaal en hulpmiddelen: tape Bijlage voor de voeding. Lintje15

min

Les-deel

BewegingsvormenWat ga ik doen?

OrganisatieHoe regel ik het?

Begeleiding en differentiatieWat wil ik zien en wat ga ik zeggen?

4

“trefbal”Uitleg: Het spel wordt gespeeld in twee teams, die elk een eigen helft van het speelveld hebben. De partij die de bal heeft, probeert iemand van de andere partij te raken op het lichaam. Het hoofd telt niet. Hierbij mag de bal niet eerst de grond raken. Als deze persoon wordt geraakt, is hij af en wordt uit het spel gehaald. Als de bal wordt gevangen, is de werper af en wordt uit het spel gehaald en mag de vanger een medespeler terug het veld in halen.

Aanwijzingen: Goed samenwerken.

Niet op het hoofd gooien.

Differentiatiemogelijkheid: Is het te moeilijk? Diegene die af is hoeft niet in het

achterste vak te staan maar mag in zijn eigen vak blijven. Is er iemand af dan gooien we een kegel om van dat team. Het team waarvan alle kegels om zijn gegooid heeft verloren.

Team 1 Team 2

Tijd: Totaal materiaal en hulpmiddelen: 2 schuimrubberen ballen Lintjes rood/geel20

min

Plattegrond gymzaal



Materialen *Bijlage voor de voeding

20 gele lintjes 4 kleine matjes20 rode lintjes 2 kasten2 banken Rol tape2 bakjes kaartjesBijlage voor de voeding 2 schuimrubberballen2 hoepels


Eten/drinken Ongezond/gezond

Druiven GezondFrisdrank OngezondRode peper Gezond.Vis, haring GezondSpek OngezondTomaten GezondDonut OngezondChocolade pasta OngezondYoghurt GezondPatat OngezondBroccoli GezondGroene thee GezondChips OngezondPinda’s gezondWater GezondOntbijtkoek GezondKroket OngezondKiwi GezondSnoep OngezondAardappel GezondSpinazie Gezond


SamenwerkingsspelenMathijs leidt deze spelen. Er worden verschillende spellen gedaan waarbij een goede samenwerking van belang is. De kinderen moeten elkaar helpen om het spel te voltooien. Deze spellen passen binnen de “Groene Spelen”

“De nadruk bij deze spelen bewegingsvormen ligt op:- deelname door alle kinderen (alle deelnemers…)- samenwerking en het bereiken van een gemeenschappelijk doel- rekening houden met elkaar en acceptatie van elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden- plezier beleven aan het samen uitvoeren”

-http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/thema/inspirerend-onderwijs/groene-spelen/

Doelstelling:Met gebruik van eenvoudige spellen, die gericht zijn op samenwerking, moet de sfeer in een klas verbeterd worden. Belangrijke punten van aandacht tijdens deze activiteit zijn: communicatie, respect voor elkaar sportiviteit.

InvullingTijdplanning activiteit Duur

(min)begeleider materiaal deelnemers

00:00/00:05 Opstarten 5 Mathijs X Hele klas00:05/00:10 Maak een figuur 5 Mathijs pictogrammen 2 groepen00:10/00:20 Lopende band

Rupslopen10 Mathijs

leerkrachtXX

Groep AGroep B

00:20/00:30 Lopende bandRupslopen

10 Mathijsleerkracht

XX

Groep BGroep A

Nieuwe groep Mathijs X Hele klas00:30/00:40 Vinger op de stok

Zittende kring10 Mathijs

leerkracht15 hockeysticksX

Groep AGroep B

00:40/00:50 Vinger op de stokZittende kring

10 Mathijsleerkracht

15 hockeysticksX

Groep BGroep A



00:50/00:55 Geblinddoekt in de kring

5 Mathijs Eshuis 4 blinddoeken Hele klas

00:55/01:00 Afsluiting (moeilijker figuur maken)

5 Mathijs Eshuis en Leerkracht

X Hele klas

Totaal 60



SpeluitlegMaak een figuur!: De groep moet zittend een figuur maken (binnen een bepaalde tijd, 10/20 seconden). Een cirkel, driehoek, vijfhoek, cirkel met kruis erin.

Lopende band: De kinderen gaan op de grond liggen in een rij waar ze om en om met de benen naar buiten liggen. Oor naast oor. Dan gaat het voorste kind gestrekt als een “plank” over de “lopende band” liggen en de groep tilt diegene naar de overkant. De “plank” gaat aan het eind van de rij liggen en de voorste is nu aan de beurt.

Rupslopen: De groep wordt verdeeld in tweetallen, als het niet uitkomt ook een drietal. Ze gaan achter elkaar zitten, de voorste zit tussen de voeten van de achterbuurman en houdt deze vast. Dan probeert elk tweetal samen naar de overkant te lopen met hun “zes” benen. Als de kinderen dit een beetje onder knie hebben kan deze oefening met de hele groep worden gedaan als een grote “rups”. Alle leerlingen gaan in een rij zitten tussen de benen van de achterbuurman. Dan pakt elke leerling de voet van de achterbuurman beet en tillen ze de billen van de grond. Zo loopt de “rups” naar de overkant.

Vinger op de stok: De groep gaat in een grote cirkel staan op een afstand dat ze elkaar, met gestrekte armen, niet meer kunnen aanraken. Dan zet iedereen de stok voor zich neer met alleen de wijsvinger er bovenop. Op het signaal van de begeleider laat iedereen zijn/haar stok los en pakt snel de stok vast van de buurman aan de rechterhand. Dit kan uitgebreid worden met het doorlopen naar twee verschillende richtingen. Bijvoorbeeld; bij een keer fluiten naar rechts, bij twee keer fluiten naar links. Het spel kan ook moeilijker worden gemaakt doordat de kinderen blijven staan maar de stokken op zij gooien.

Zittende kring: De leerlingen gaan dicht tegen elkaar in een kring staan, met de gezichten richting de draai van de klok. Dan proberen ze tegelijk op de schoot van de achterbuurman te gaan zitten. Als de timing niet juist is van iedereen dan valt de groep uiteen. Dit spel kan moeilijker worden gemaakt doordat ze maar op een knie mogen zitten, eenmaal zittend een aantal sit-ups moeten doen of elkaar niet mogen vasthouden.

Geblinddoekt in de kring: De leerlingen gaan in een kring staan en een aantal leerlingen wordt geblinddoekt. De geblinddoekte kinderen worden zachtjes naar de overkant geduwd en weer opgevangen. Dan word het kind weer verder geduwd en wisselt het kind na de tweede keer met een ander. Om het moeilijker te maken kunnen er meerdere kinderen worden geblinddoekt. Er moet opgelet worden dan dat de kinderen niet tegen elkaar aan lopen, elkaar niet buiten de kring gaan sturen of extra hard duwen zodat iemand zich pijn kan doen.

Moeilijker figuur: De letter ’W’ van ‘de Weide’, maar dan liggend.

MaterialenTouw 15 stokkenKleine parachute

4 blinddoeken

pictogrammen Fluitje



Digitale camera

FilmregistratieWigen filmt de dag om er vervolgens een mooi filmpje, van ongeveer vijf minuten, van te maken.

Om de leerlingen goed te kunnen filmen, is een goede voorbereiding noodzakelijk. Plannen maken, materiaal regelen, ruimtes reserveren enzovoort.

Idee Uitwerken Produceren Monteren Uploaden

Waarom wil ik een video maken?

Wat heb ik nodig om een

video te maken?

Hoe ga ik de video filmen?

Hoe zet ik een video van 5 minuten in

elkaar?

Hoe zet ik mijn film op

internet?

DoelstellingDe doelstelling van Wigen voor de dag is, om een beeld te creëren van het verloop van de dag en hier een korte video van samen te stellen. Hij zal de dag filmen zodat Magda Boven een beeld krijgt van het project en het studieteam een aandenken overhoudt. Tijdens het filmen moet Wigen regelmatig terugkijken op zijn doelstelling. Hij moet proberen alles zo goed mogelijk in beeld te krijgen zodat Tom later de mooiste stukjes kan samenstellen.

Wigen wil van alle activiteiten een stukje film hebben en ook wilt hij bepaalde leerlingen, docenten en teamgenoten een kort interview geven.Dan zal Tom alles in een klein filmpje verwerken, zodat het een goede impressie geeft van het project. Ook wil Tom er een paar effecten aan geven, zoals muziek.


http://webvideo.kennisnet.nl/maakjeeigenvideofilm/leerkrachtpo/aandeslag/idee

http://webvideo.kennisnet.nl/maakjeeigenvideofilm/leerkrachtpo/aandeslag/uitwerken

http://webvideo.kennisnet.nl/maakjeeigenvideofilm/leerkrachtpo/aandeslag/produceren

http://webvideo.kennisnet.nl/maakjeeigenvideofilm/leerkrachtpo/aandeslag/monteren

http://webvideo.kennisnet.nl/maakjeeigenvideofilm/leerkrachtpo/aandeslag/uploaden


Video klaar?Het filmpje is af! Mooie beelden, titels, muziek, klaar om aan iedereen te laten zien. Dat kan natuurlijk door het filmpje op een CD of DVD te zetten en die mee naar de klassen te nemen. Veel makkelijker is het om het filmpje op het internet te zetten, zodat het altijd voor iedereen te bekijken is. Om het filmpje op het internet te krijgen, moet het ge-uploadt worden van een computer naar het internet. Er bestaan allerlei websites waar dit kan. Als Wigen het filmpje op zijn computer heeft, gaat hij de video uploaden op Youtube. Wanneer het uploaden gelukt is, krijgt zijn video een link en via deze link kan iedereen de video terugvinden en bekijken.

Materialen

CameraMascottepak

Projectleiding tijdens de uitvoeringRobin heeft de leiding van de projectuitvoering.

Tijdens de project-dag is er iemand nodig om toezicht te houden en te kijken of alles verloopt volgens plan. Ook is hij beschikbaar als back-up voor de begeleiders, en kan hij deelnemers die, tijdens de activiteiten, bijvoorbeeld geblesseerd raken helpen. Robin zorgt er in principe voor dat achter de schermen het project alles op rolletjes loopt en eventuele problemen de beleving van de kinderen niet in de weg staat.

DoelstellingToezicht houden op de planning (zorgen dat alle activiteiten op tijd beginnen en eindigen) en optreden als aanspreekpunt en assistentie voor de bgeleiders. Robin zorgt ook dat Tom, Mathijs en Lindy op de hoogte worden gehouden van eventuele bijzonderheden.

Materialen

Activiteitenschema’s TelefoonPlanning van de dag Namenlijsten



Persoonlijke planningTomTijd activiteit locatie (met) wie?07:30-08:00 Activiteiten klaarzetten Klaslokaal van Lieuwe n.v.t08:00-08:30 Briefing met de leerkrachten Klaslokaal van Lieuwe Studieteam 2 en leerkrachten08:30-09:00 Activiteiten voorbereiden Klaslokaal van Lieuwe n.v.t.09:05-10:00 1e Ronde Voorlichting Klaslokaal van Lieuwe Klas Lieuwe10:00-11:00 Fruitpauze, en evalueren met

studieteam 2n.v.t. Studieteam 2

11:00-12:00 2e ronde Voorlichting Klaslokaal van Lieuwe Klas Jozien12:00-13:15 Middagpauze, en ochtend

evalueren met studieteam 2n.v.t. Studieteam 2

13:15-14:15 3e ronde Voorlichting Klaslokaal van Lieuwe Klas Annemarie14:15-14:45 Afsluiting Klaslokaal van Lieuwe Klas Annemarie14:45-15:45 Opruimen Klaslokaal van Lieuwe n.v.t.15:45-16:15 Nabespreken met de

leerkrachten en evalueren.Klaslokaal van Lieuwe Studieteam 2 en leerkrachten

MathijsTijd activiteit locatie (met) wie?07:30-08:00 Activiteiten klaarzetten Speellokaal Wigen08:00-08:30 Briefing met de leerkrachten Klaslokaal van Lieuwe Studieteam 2 en leerkrachten08:30-09:00 Activiteiten voorbereiden Speellokaal Wigen09:05-10:00 1e Ronde Samenwerkingsspelen Speellokaal Klas Annemarie10:00-11:00 Fruitpauze, en evalueren met studieteam 2 n.v.t. Studieteam 211:00-12:00 2e ronde Samenwerkingsspelen Speellokaal Klas Lieuwe12:00-13:15 Middagpauze, en ochtend evalueren met studieteam

2n.v.t. Studieteam 2

13:15-14:15 3e ronde Samenwerkingsspelen Speellokaal Klas Jozien14:15-14:45 Afsluiting Klaslokaal van Lieuwe Klas Jozien



14:45-15:45 Opruimen Speellokaal Wigen15:45-16:15 Nabespreken met de leerkrachten en evalueren. Klaslokaal van Lieuwe Studieteam 2 en leerkrachtenLindyTijd activiteit locatie (met) wie?07:30-08:00 Activiteiten klaarzetten Gymzaal Robin08:00-08:30 Briefing met de leerkrachten Klaslokaal van Lieuwe Studieteam 2 en leerkrachten08:30-09:00 Activiteiten voorbereiden Gymzaal klas Jozien09:05-10:00 1e Ronde Sportactiviteiten Gymzaal klas Jozien10:00-11:00 Fruitpauze, en evalueren met studieteam 2 n.v.t. Studieteam 211:00-12:00 2e ronde Sportactiviteiten Gymzaal Klas Annemarie12:00-13:15 Middagpauze, en ochtend evalueren met

studieteam 2n.v.t. Studieteam 2

13:15-14:15 3e ronde Sportactiviteiten Gymzaal Klas Lieuwe14:15-14:45 Afsluiting Klaslokaal van Annemarie Klas Lieuwe14:45-15:45 Opruimen Gymzaal Robin15:45-16:15 Nabespreken met de leerkrachten en

evalueren.Gymzaal Studieteam 2 en leerkrachten

WigenTijd activiteit locatie (met) wie?07:30-08:00 Activiteiten klaarzetten Schoolplein Mathijs08:00-08:30 Briefing met de leerkrachten Lokaal

LieuweStudieteam 2 en leerkrachten

08:30-09:00 Activiteiten voorbereiden n.v.t. Mathijs09:05-10:00 1e Ronde Filmen Overal n.v.t.10:00-11:00 Fruitpauze, en evalueren met studieteam 2 n.v.t. Studieteam 211:00-12:00 2e ronde Filmen Overa n.v.t.12:00-13:15 Middagpauze, en ochtend evalueren met

studieteam 2*n.v.t. Studieteam 2

13:15-14:15 3e ronde Filmen n.v.t. n.v.t.14:15-14:45 Afsluiting; filmen *Filmen n.v.t.14:45-15:45 Opruimen Speellokaal Mathijs



15:45-16:15 Nabespreken met de leerkrachten en evalueren.

*Filmen Studieteam 2 en leerkrachten

RobinTijd activiteit locatie (met) wie?07:30-08:00 Activiteiten klaarzetten Gymzaal Lindy08:00-08:30 Briefing met de leerkrachten Klaslokaal van Lieuwe Studieteam 2 en leerkrachten08:30-09:00 Activiteiten klaarzetten Gymzaal Lindy09:00-09:05 Controleren dat alle klassen naar de juiste activiteit gaan *overal n.v.t.09:05-10:00 1e Ronde Planning controleren en ronde lopen langs

begeleiders*overal n.v.t.

10:00-11:00 Fruitpauze, en evalueren met studieteam 2 n.v.t. n.v.t.11:00-11:05 Controleren dat alle klassen naar de juiste activiteit gaan *overal n.v.t.11:00-12:00 2e ronde Planning controleren en ronde lopen langs

begeleiders*overal Studieteam 2

12:00-13:15 Middagpauze, en ochtend evalueren met studieteam 2 n.v.t. n.v.t.13:15-13:20 Controleren dat alle klassen naar de juiste activiteit gaan *overal n.v.t.13:15-14:15 3e ronde Planning controleren en ronde lopen langs

begeleiders*overal n.v.t.

14:15-14:45 Afsluiting, controleren of alle klassen in het juiste lokaal zitten. *overal Studieteam 214:45-15:45 Opruimen Gymzaal Lindy15:45-16:15 Nabespreken met de leerkrachten en evalueren. Klaslokaal van Lieuwe Studieteam 2 en leerkrachten*Overal = Rond lopen en waar nodig aansturen of ondersteunen.



LeerkrachtenTijd activiteit Jozien Annemarie Lieuwe07:30-08:00 Activiteiten klaarzetten Studieteam 2 op gang

helpen?Studieteam 2 op gang helpen?

Studieteam 2 op gang helpen?

08:00-08:30 Briefing met de leerkrachten Klaslokaal van Lieuwe Klaslokaal van Lieuwe Klaslokaal van Lieuwe08:30-09:00 Activiteiten voorbereiden Eigen les Eigen les Eigen les09:05-10:00 1e Ronde Sportactiviteiten, gymzaal Samenwerkingsspelen,

speellokaalVoorlichting, klaslokaal van Lieuwe

10:00-11:00 Fruitpauze Eigen les en fruitpauze Eigen les en fruitpauze Eigen les en fruitpauze11:00-12:00 2e ronde Voorlichting, klaslokaal van

LieuweSportactiviteiten, gymzaal Samenwerkingsspelen,

speellokaal12:00-13:15 Middagpauze, en ochtend

evalueren met studieteam 2Middagpauze Middagpauze Middagpauze

13:15-14:15 3e ronde Samenwerkingsspelen, speellokaal

Voorlichting, klaslokaal van Lieuwe

Sportactiviteiten, gymzaal

14:15-14:45 Afsluiting Eigen klaslokaal met Mathijs Eigen klaslokaal met Tom Eigen klaslokaal met Lindy14:45-15:15 Opruimen Eigen les Eigen les Eigen les15:45-16:15 Nabespreken met

studieteam 2 en evalueren.Klaslokaal van Lieuwe Klaslokaal van Lieuwe Klaslokaal van Lieuwe



4. Evaluatie

4.1 Productevaluatie

4.1.a Projectdag

Zijn de doelen behaalt?Het doel van de workshop van Tom was de kinderen bewust maken van een gezonde leefstijl en wat je ervoor moest doen om dat te kunnen realiseren. Tom begon wat praktische informatie uit te leggen aan de kinderen. Aan het einde van de workshop deed hij een quiz met vragen die te maken hebben met leefstijl. De kinderen konden antwoorden door op te staan of te blijven zitten. Het viel ons op dat de kinderen bewust waren geworden van hun leefstijl na afloop van Tom zijn presentatie. Elke kind koos het goede antwoord en dat betekend dat de informatie is blijven hangen.

Bij de activiteit van Mathijs, waar hij zich richtte op de samenwerking tussen de kinderen, was het te zien dat de kinderen wel besef hadden dat de samenwerking niet goed ging en zo de uitvoering ook stroef liep. Door de kinderen uit te leggen hoe het anders kon, laat je hen inzien dat door een goede samenwerking dingen beter gaan lopen in een groep. Het was te zien dat het op den duur steeds beter ging, de kinderen hielpen elkaar, luisterden naar elkaar en gaven elkaar tips en aanwijzingen.

Lindy had een activiteit bedacht waar je doormiddel van beweging moest antwoorden op haar vragen. De vragen gingen over wat gezond en ongezond was. De kinderen moesten vervolgens naar een kant van de gymzaal rennen om zo te antwoorden. Onbewust zijn ze dan bezig met beweging en leefstijl. De kinderen vonden dit heel leuk en je kon zien dat de kinderen elkaar hielpen om het goede antwoord te kiezen, door elkaar aanwijzingen te geven. Bij tikkertje en het trefbal zag je duidelijk dat de kinderen plezier hadden.

Welke bronnen werden er gebruikt om feedback van de kinderen te krijgen?Om te pijlen hoe de kinderen de dag vonden hadden we een vragenlijst bedacht met een paar eenvoudige vragen. Het was niet een typische vragenlijst, maar een vragenlijst waar je de antwoorden moest inkleuren. Bij elke vraag hadden wij 3 smileys neergezet, een boze(het was niet leuk), een vrolijke(het was heel leuk) en een normale(het was redelijk). Dit sloeg goed aan, de kinderen kleurden er lustig oplos.



Hoe ging de uitvoering?Bij Mathijs viel gelijk op dat het moeilijk was om rust te bewaren in de groep, er zaten drukke kinderen tussen. Mathijs kreeg ze op den duur wel rustig en liet de kinderen weten dat ze er samen uit moeten komen en elkaar zoveel mogelijk moeten helpen om een resultaat te behalen. Dit ging heel goed er kwam verandering in de groep.

Tom had alles prima voor mekaar. Het was in onze ogen de best gelukte activiteit van de dag. De kinderen keken met grote ogen en luisterden allemaal zo goed naar hem. Er was een mooie sfeer in de klas. Alle materiaal, zoals het digitale schoolbord, deden het goed en er waren geen storingen. Tom liet allerlei slides voorbij komen samen met een woordje erover. Ook liet hij een filmpje zien van een sporter die een blessure kreeg en toch verder ging rennen. Toen de kinderen dit zagen keken ze allemaal met open mond en waterige oogjes. Was het heel rustig in de klas.

Bij Lindy was te zien dat de kinderen er zin in hadden. Lindy had een bank neergezet tegen de kant om de kinderen netjes bij elkaar te roepen om de spelletjes uit te leggen. Ze gebruikte een fluitje om boven de kinderen uit te komen. Als duidelijk was wat er gebeuren moest startten de spellen. Alle kinderen renden blij rond, wachtend op Lindy haar seintje om te rennen naar een goede kant. Gelijk viel het op dat deze kinderen wel veel energie hadden en wel van beweging hielden. Lindy deed als afsluiting een potje trefbal. Hier had ze een belangrijke regel opgelegd, je mocht niet gooien naar het hoofd en dit ging allemaal goed. Alle kinderen gooiden duidelijk naar elkaars benen en er waren geen problemen ontstaan hierdoor.

Hoe ging de tijdbewaking?

Er werd afgesproken dat iedereen om half acht aanwezig was op de basisschool. Iedereen was op tijd. De tijd die we hadden ingepland om dingen voorbereiden, was ruim genoeg. We konden op tijd starten. De activiteiten liepen niet uit, mede door de tijdbewaker Robin, die bij de activiteiten langs liep om aan te geven dat er bijvoorbeeld nog vijf minuten waren. Alleen na de middagpauze hadden we een kwartier extra komen plannen. Het opruimen verliep ook sneller dan als op de planning was aangegeven.



4.1.b ProjectverslagDit project is tot stand gekomen na de uitvoering van het project op donderdag 24 januari. De vrijdag daarna zijn de taken verdeeld voor het maken van het verslag. Iedereen moest zijn gedeelte voor donderdag 31 januari naar Robin sturen. Hij zal er dan een verslag van maken.

De deadline van donderdag 31 januari bleek voor sommige mensen toch heel lastig. De laatste delen voor dit verslag werden zondagavond gemaakt en in het verslag gezet. Gelukkig waren er ook nog mensen op tijd, waardoor daarmee al een geraamte voor en verslag gemaakt kon worden.

Het verbeterplan voor en volgende keer; de deadlines moeten nageleefd worden. Maar een verbeterplan op groepsniveau is hier niet aan de orde. Ieder weet het van zichzelf en zal zelf een betere planning moeten maken, aangezien er ook nog andere verslagen en toetsen gedaan moesten worden. Een verbeterplan voor de groep is dat als een deadline niet nagekomen word, dat we er wat van zeggen en er misschien consequenties moeten volgen. De Taken waren verder goed verdeeld binnen het team.

4.2 Procesevaluatie

In de proces evaluatie wordt kort besproken hoe studieteam 2 heeft gefunctioneerd tijdens blok 1.2. Op vrijdag 25 januari heeft studieteam twee een teamgesprek gehad met Magda Boven, de begeleider van het vak “Fit for life”. Elke student moest door middel van een auto op papier een andere student een plaats geven in de auto. Hierbij moest je vertellen waarom je die student op de desbetreffende plaats had gezet. Door deze auto konden we het gesprek makkelijk op gang brengen. Ook was het makkelijk door middel van de auto de sterke en de mindere punten van een persoon te vertellen. Gezamenlijk hadden we besloten dat we om de beurt over één persoon gingen vertellen, aan het einde moest de persoon aangeven of hij/zij zichzelf er in kon vinden.

Om te beginnen met Robin Eggens, die tijdens het project de algemene leiding had. Meerdere studenten hadden hem geplaatst bij het stuur omdat hij veel sturing gaf tijdens het project. Ook was Robin belangrijk voor de afwerking van het project omdat hij het hele draaiboek aan het einde bij elkaar heeft gevoegd vandaar de motorkap. Ook vond één van de studieteamleden de motor bij Robin passen omdat hij veel werk levert, maar wel binnen zijn eigen “zone” blijft. Robin kon zich goed in het commentaar vinden, ook zegt hij zelf dat hij graag het werk zelf doet omdat hij dan weet dat hij voor zijn gevoel het beste ervan heeft gemaakt. Voor Robin is het dus belangrijk dat hij het werk uit handen geeft en anderen het werk ook toevertrouwt.

Tom gaf tijdens de project dag de leerlingen een presentatie over leefstijl met betrekking tot de bravo-factoren. Eén van de studieteamleden had Tom bij het stuur omdat hij bijstuurt als het fout gaat. Ook was Tom geplaatst bij de bagage, hij heeft veel talent te bieden omdat hij veel ervaring heeft, wel komt hij soms laks over waardoor hij soms minder kwaliteit geeft dan hij werkelijk kan. De achter lamp was ook één van de onderdelen, dit omdat hij zich de laatste tijd meer op de achtergrond hield. Het eendje is ook van toepassing bij Tom omdat hij luchtig en grappig overkomt op de ander studieteamleden.



Zelf kon Tom zich er wel in vinden, in het vorige studieteam deed hij erg veel en daarom wou hij zich nu meer op de achtergrond houden. Hij zou de combinatie, zich op de achtergrond houden maar toch zich er goed in de opdracht verdiepen en niet laks overkomen beter moeten combineren.

Wigen was de cameraman tijden het project. Hij werd door meerdere personen bij de bagage geplaatst omdat hij vaak meelift met de andere personen, hij is niet iemand die snel de leiding op zich neemt. Ook werd hij geplaatst op de achterbank ,dit omdat hij zich vooral op de achtergrond houd. De veer is ook van toepassing bij Wiggen omdat hij een soepel, flexibel en gemakkelijk persoon is. Zelf kon Wiggen zich wel vinden in het commentaar, hij gaat nu proberen om snellere de leiding op zich te nemen.

Lindy ging tijdens de project dag beweegactiviteiten doen met de leerlingen. De koplamp vond één van de studieteamleden bij Lindy van toepassing omdat ze vooruitkijkt. Dit is positief omdat ze vaak weet wat er moet gebeuren en wijst de andere studieteam leden hierop. Dit is negatief omdat ze te ver vooruitkijkt waardoor de taken die op dat moment gedaan moeten worden van minder kwaliteit worden geleverd. Ook de bumper past bij Lindy omdat ze vaak er meteen in botst, ze zegt eerlijk wat ze vind. Wel zou Lindy de commentaar die ze geeft wat genuanceerder moeten brengen bij de medestudenten. Eén van de studieteamleden had Lindy bij het spatbord omdat ze goed en overzichtelijk werkt met een planning. Lindy kon zich wel in het commentaar vinden en zal proberen om bepaalde kritiek genuanceerder te brengen aan de medestudenten.

Mathijs ging tijdens de project dag spellen doen die waren gericht op samenwerking. Enkele studieteamleden hadden Mathijs bij het stuur geplaatst, dit omdat hij snel het voortouw neemt. Hij was de contactpersoon met de basisschool en heeft hierin het voortouw genomen. Het anker kwam ook voor bij Mathijs, dit omdat hij de opdracht soms tegen houdt als anderen iets inbrengen wil hij haar er graag zijn eigen stijl van maken. Ook de lamp was bij Mathijs van toepassing, omdat hij zoals hierboven ook al gezegd snel het voortouw neemt. Mathijs kon zich in het commentaar vinden en zal erop gaan letten om minder aan zijn eigen idee vast te houden.

Magda Boven vond dat de studieteamleden volwassenheid toonden, dit omdat het studieteam elkaars goede en mindere punten in kaart konden brengen en eerlijk tegen elkaar waren. Het studieteam gaat professioneel met elkaar om en tonen ook goed hun emoties. Ook heeft de groep zelf het gesprek geleid en hoefde Magda niet veel sturing te geven.

Tijdens de voorbereiding van het project hebben we wel wat conflicten gehad maar hebben dit goed met elkaar opgelost. Volgende keer als we een project draaien moeten we de taken eerlijk verdelen en niet dat één persoon het idee heeft dat diegene voor veel moet draaien. Verder zijn we trots op hoe ons project is verlopen.



4.3 Individuele evaluatie

4.3.a LindyOm te beginnen met de terugkoppeling naar de team rol van de test Belbin. Uit de test was gekomen dat ik de team rol bedrijfsman en groepswerker het meest beheerste.De bedrijfsman wordt als volgt beschreven. Stabiel en beheerst. Een praktische organisator, die beslissingen in concrete werkzaamheden omzet. Heeft een goed ontwikkeld zelfbeeld en beheerst zijn gevoelens. Noest en gedisciplineerd maar met flair in het organiseren, zeker onder druk of in verwarrende situaties.

De groepswerker wordt als volgt beschreven. Stabiel, extrovert, weinig overheersen. Stimuleert en ondersteunt de teamleden, bevordert de communicatie en de teamgeest. Hij integreert mensen en hun activiteiten, is sociaal opmerkzaam en kan goed luisteren. Geschikt voor een leidinggevende rol: groepswerkers hebben een sterk verlichtend effect op teams.

De test klopt aardig want ik vind deze twee teamrollen het best bij mezelf passen. Tijdens de voorbereiding van het project heb ik altijd de andere teamleden erop gewezen wat er moest gebeuren. Ik was altijd op de hoogte van de opdrachten en zorgde voor de communicatie met de andere studieteamleden. Wat niet helemaal klopt in de beschrijving is dat ik goed ben in organiseren in verwarrende situaties. In verwarrende situaties raak ik snel in de stress en vraag me studieteamleden om hulp, dit wil ik graag gaan verbeteren.

Tijdens de project dag zelf heb ik beweegactiviteiten gedaan met de leerlingen. We hadden de taken eerlijk verdeeld en ik was tevreden met mijn taak. Ik heb wel ervaring met lesgeven aan kinderen van dezelfde leeftijd omdat ik korfbal trainen geef. Ik vond het erg leuk om te doen en het is me goed bevallen. Wel waren er wat puntjes wat beter kon, zo was het bij één van de klassen erg moeilijk om de kinderen stil te krijgen. Er zaten een paar jongens in de klas die erg druk waren en de hele klas meenamen daarin. Ook de leraar had moeite om de klas stil te krijgen. Voor de volgende keer moet ik misschien een andere aanpak hebben om dit te verbeteren. Ook had de leraar ons als verbeterpunt meegegeven dat er het best twee leerkrachten voor de klas kunnen staan met het sporten omdat het moeilijk is om de klas rustig te krijgen.

De successen die ik heb ervaren is dat aan het einde van de dag veel leerlingen erg enthousiast waren en dit was mooi om te zien. Wat mij ook is bijgebleven is dat een jongetje bij me kwam en zei: “Juf, ik heb echt zo’n last van mijn enkel.” Waarop ik antwoorde: “Als het echt niet gaat mag je wel even op de bank gaan zitten.” Het jongetje zei tegen mij: “Ik heb van meester Tom Feringa geleerd dat ik nooit moet opgeven.” Dit was erg mooi om te horen omdat je zo beseft dat ze toch wat leren van de presentatie.



De samenwerking tussen de teamleden verliep in he begin wat stroef maar naarmate we verder waren in het project verliep de samenwerking goed. Er ontstonden af en toe wat conflicten maar die hebben we snel weer opgelost. Al met al mogen we trots zijn op wat we hebben neergezet en hoe het allemaal is verlopen.

4.3.b Tom

Aan de hand van de belbin test, heb ik mijn evaluatie geschreven. Uit deze test is gebleken dat ik een vormer ben.

De vormer is over het algemeen zeer gedreven en energiek. De vormer weet mensen te motiveren. Soms, als het in zijn of haar ogen nodig is, door uit te dagen. Al kan de vormer door zijn gedrevenheid ook mensen tegen zich in het harnas jagen. Deze gedrevenheid maakt de vormer soms ook ongeduldig of emotioneel. Het belang voor het team is dat de vormer met zijn of haar ambitie zaken voor elkaar weet te krijgen.

In de beginfase hebben we een aantal ideeen op papier gezet, maar we kwamen niet tot een definitief besluit. Ieder persoon uit het projectteam had zijn eigen mening en wou graag zijn of haar idee gebruiken. Naar mijn mening, bleven we bij sommige dingen te lang stil staan. Ik vond het mooi om te zien dat het uiteindelijk altijd goed kwam. Niet altijd helemaal op tijd, maar goed! Tijdens het project hebben we aantal conflicten gehad. Uiteindelijk werden deze uitgesproken en concrete plannen gemaakt. Met dank aan Mathijs zijn moeder hebben we toch nog een opdrachtgever kunnen vinden. Iedere dinsdag en donderdagochtend hebben we bij elkaar gezeten en steeds nieuwe afspraken gemaakt. Er werd goeie takenverdeling gemaakt met een deadline.

Op de dag zelf was alles goed tot zeer goed voorbereid. We hebben drie activiteiten gegeven in een vorm van een doordraaisysteem. Ik denk dat het voor de kinderen een erg leerzame dag was, maar vooral ook een leuke.

Geedurende dit project heb ik mij op de achtergrond gehouden. Dit was een bewuste keuze, omdat ik normaal iemand ben die alles wil regelen en het voortouw neem. Af en toe had ik het er erg moeilijk mee. Zoals ik al aangaf bleven we soms te lang doorgaan over één ding. Hier had ik moeite mee, omdat ik uit ervaring weet dat je dan verder moet gaan.

Kortom: Een goed project met ups en downs. Soms voortvarend, maar soms ook in slow motion. Als ik dit project een cijfer moet geven, dan geef ik het een 7,5.



4.3.c WigenIk was de camera man op de dag van de activiteit. Mijn woonplaats is Appingedam en ik moest 7uur in Leeuwarden zijn, dus moest ik tegen 5uur al vertrekken met de auto. Ik ben blij dat dit goed was gelukt en dat ik er uiteindelijk 20 over 6 was. Op de dag zelf maakte ik video's en foto's van Tom, Mathijs en Lindy hun activiteiten. Ik vond wel dat ik goede foto's en video's had gemaakt van alle drie de activiteiten. Soms bleef ik wat langer bij een activiteit, ik had het misschien beter kunnen verdelen met de tijd. De dag zelf vond ik hartstikke leuk en heb er veel van geleerd. Ik vond het heel mooi om kleine kinderen te zien meedoen en luisteren naar de activiteiten en informatie die wij hun gaven. Het was ook heel mooi toen ik een jongetje ging interviewen of die er wat van geleerd had en dat die van alle drie de begeleiders wat had geleerd. Hij noemde op wat die had geleerd en het was hem allemaal bijgebleven, dit vond ik het mooiste. We hebben het gedaan om de kinderen bewuster te maken van dingen en als het dan is gelukt vind ik dat heel leuk. Als team hebben wij goed samengewerkt om dit te realiseren, we kwamen allemaal op tijd op de locatie en er waren geen vreemde dingen gebeurt. Ook de planning liep goed en het liep nooit uit. Al met al vond ik dat het goed was gegaan, alleen waren de klassen soms moeilijk onder controle te houden bij de sport activiteiten.

4.3.4. MathijsOm mijn eigen werkhouding in het projectteam te kunnen beoordelen heb ik een teamrollentest gedaan. Dit is een test die de theorie van Belbin gebruikt en deze wijst aan welke van de negen teamrollen het best bij een persoon aansluit.Voor mij was dit de “Vormer”, de Vormer is gedreven, gepassioneerd en wilskrachtig. Hij heeft een sterke drang om te presteren, zoekt de uitdaging en weet mensen in beweging te krijgen. Hij kan ook driftig reageren, snel geëmotioneerd en ongedurig zijn, en moet wel eens oppassen niet te veel over mensen heen te willen daveren. Dit zijn de kenmerken: gedreven, wilskrachtig, prestatiegericht, ondernemer, pionier, moedig, stellig vlot en ongeduldig.Als ik terugdenk aan het project en het werken met het projectteam, kan ik mij hier goed in vinden. Ik was erg gedreven tijdens de organisatie, ik vond het erg belangrijk dat de kinderen hier wat van konden leren (passie) en moest veel wilskracht tonen als projectleider om het team in de juiste richting te houden. Nadat de opdrachtgever had aangegeven dat wij moesten inzetten op het verbeteren van teamwork, en hierbij de ‘Groene Spelen’ te gebruiken, wist ik dat hier veel van te leren viel. Hier zat een zekere uitdaging in omdat de activiteit niet alleen gericht moest zijn op bewegen en plezier, maar ik de kinderen tegelijkertijd moest leren beter samen te werken. Omdat ik het gevoel had dat een aantal teamleden te laks waren in het werken en het project niet serieus genoeg namen, had ik er wel aandacht voor moeten hebben professioneel te blijven. Rustig en kalm reageren en aanspreken, en dus niet emotioneel. Volgens de theorie gedij ik goed bij bijv. spanning, prikkels, competitie en duidelijkheid. Dit zijn ook waarden die ik erg interessant vind. Het leven moet ook spannend zijn en vaak zoek ik bepaalde prikkels op om aan het werk te gaan. Competitie zorgt voor prestatie en duidelijkheid voor resultaat. Vooral duidelijkheid vind ik erg belangrijk. Ik heb wel eens de tip gekregen om met wat meer beleid nieuwe ideeën op anderen over te brengen, omdat ik anders mensen zou overrompelen. Dit komt door mijn gedrevenheid als ik gepassioneerd ben over een onderwerp.



Ik denk dat de vormer goed binnen de rol van een teamleider pas, de functie van projectleider heb ik dan ook bewust voorgesteld in het team. Ik vind het leuk om mensen aan te kunnen sturen, omdat ik een behulpzaam en oprecht karakter heb. Ik ben betrokken bij collega’s en gedreven om anderen iets te leren. Ik ben ook wel in een van mijn valkuilen getrapt tijdens het project. Zoals in de theorie beschreven staat “onverdraagzaamheid tegenover ambitielozen”. Als ik plannen of idealen heb wil ik die graag voorleggen en zo nodig doorvoeren. Dit in combinatie met mijn gedrevenheid kan remmingen opwekken bij teamleden die dit minder belangrijk of noodzakelijk vinden. Al met al ben ik tevreden over mijn functioneren, dit komt voort uit het teamgesprek waarin is aangegeven dat ik bijvoorbeeld achter het stuur van de “auto” zat.

4.3.5. RobinTerugkijkende op het gehele traject en de uitvoering van het project, denk ik dat we als team niet het maximale eruit hebben gehaald. Niet dat ik ontevreden ben. In tegendeel, ik vond het project echt super leuk om te doen. De reacties van de kinderen en leraren waren echt onbetaalbaar. Maar ik denk dat als we vanaf het begin de zaken goed voor mekaar hadden dat we een beter en uitgebreider project kunnen realiseren. Dit heeft natuurlijk ook te maken met de instelling van je studieteam leden. Als de helft met een zes tevreden is, is het moeilijk deze mensen te motiveren om een geweldig project te draaien. Ik had gehoopt dat we allemaal de instelling ‘pas tevreden met een 8’ hadden. Maar zoals ik al zei, ik vond dit echt super leuk om te doen.

Mijn rol in het team lag mij wel. Ik ben van huis uit iemand die alles graag op orde heeft en van daaruit op gaat bouwen. Ook ben ik iemand die graag leiding geeft en dingen regelen wil. Deze rollen heb ik wel op me genomen gedurende het hele traject van het organiseren van het project. Ik heb iedereen een beetje aangestuurd op alles wat er gebeurd moet worden. Dit is me wel bevallen. Ik had er wel wat meer mijn eigen invulling aan kunnen geven door eigen ideeën in de plannen toe te voegen. Ik denk dat mijn teamleden dat wel hadden kunnen waarderen.

Tijdens het project had ik de rol om alles te controleren en in de gaten te houden. Dit sluit weer aan op mijn kwaliteiten die ik beschik om iets te organiseren. Een leuk extra vond ik dat ik ook een mascottepak had om de 3 kleuterklassen nog kon entertainen. Ik was leuk voor de afwisseling, sowieso vind ik in de huid van een ander kruipen leuk om te doen.

Bij het tot stand komen van het verslag, heb ik in mijn ogen het meeste werk verricht. Enkele studieteam leden hebben het duidelijk af laten weten. Ze leveren dingen 5 dagen te laat in en hier kan ik heel erg van balen.

In het studieteam hing gedurende het hele traject een goede sfeer. Dit kwam doordat er naast het serieuze werk nog veel ruimte was voor een grapje. Dit kwam de sfeer ten goede. Er werd ook aan elkaar verteld wat er van elkaar verwacht werd of wat er fout ging of beter kon. Dit vond ik fijn. Ik ben we dik tevreden over het eindresultaat.



4.4 Evaluatie doelgroep

Om er achter te komen of de deelnemers de dag leuk hebben gevonden, werd er een enquête opgesteld. Deze enquête is meteen aan het einde van de dag afgenomen bij de deelnemers. Op het moment van de afname van de enquêtes, liepen we rondes door de klas om de kinderen te helpen bij het invullen van de enquête. Mede hierdoor konden we meteen een goed beeld krijgen van hoe de deelnemers het project ‘Fit for Kids’ hebben beleeft. Het was voor de kinderen niet moeilijk om deze in te vullen, bleek bij het moment van afname; de kinderen stelden bijna geen vragen.

De enquête bestond uit zes vragen die aangepast waren aan de doelgroep. We hebben bewust gekozen voor deze vorm van vragen, omdat dit aansloot op het niveau van de kinderen. We wilden voorkomen dat de kinderen die vraag niet snapten en daardoor een ‘verkeerd’ zouden antwoorden.

De deelnemers konden simpel antwoord geven door een ‘smiley’ in te kleuren of te omcirkelen. De kinderen konden kiezen uit drie verschillende ‘smileys’; een blije, een neutrale of een treurige. We hebben voor ‘smileys’ gekozen, omdat dit voor iedereen te begrijpen is en omdat dit de enquête minder formeel maakt.

De enquête is te vinden in bijlages

De enquête is uiteindelijk door 77 kinderen in gevuld. De ingevulde enquêtes zijn na afloop verzameld en geturfd. De uitslag is verwerkt in een aantal tabellen en grafieken.



Algehele informatie

Vraag

Smiley Wat

von

d je

de

dag?

Wat

von

d je

van

de

acti

vite

iten?

Hoe

vond

je d

at

Tom

, Lin

dy e

n M

athi

js ju

llie

bege

leid

heb

ben?

Heb

je v

eel

nieu

we

ding

en

gele

erd?

Denk

je d

at je

nu

bete

r op

je le

efsti

jl ga

at le

tten?

Wil

je zo

’n d

ag a

ls va

ndaa

g no

g ee

n ke

er d

oen?

Totaal

86% 86% 89% 64% 72% 83% 80%

12% 13% 10% 31% 21% 13% 17%

2% 1% 1% 5% 7% 4% 3%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 452Deze tabel laat zien welke ‘smileys’ zijn ingevuld bij de zes vragen. In de laatste kolom is te zien hoe de verdeling is over alle ingevulde ’smileys’.



0102030405060708090

10086 86 89

6472

83 80

12 13 10

3121

13 17

2 1 1 5 7 4 3

BlijNeutraalTreurig

in %

Deze grafiek laat zien welke ‘smileys’ zijn ingevuld bij de zes vragen

Over het algemeen kunnen we terug kijken op een geslaagde dag, als we de uitslag van de enquêtes mogen geloven. 80% van de ingevulde ‘smileys’ waren blije ‘smileys’. Je kunt natuurlijk nooit een maximale score van 100% behalen, daarom zijn we zeer tevreden met deze uitslag. Ook als we de neutrale ‘smileys’ als negatief ervaren, is het resultaat nog altijd uitermate positief.

Alleen bij de vragen ‘Heb je veel nieuwe dingen geleerd?’ en ‘Denk je dat je nu beter op je leefstijl gaat letten?’ valt het aantal blije ‘smileys’ wat lager uit.

Bij de eerste van deze vragen, denken we dat dat aan twee dingen kan liggen; of de deelnemers wisten al een gedeelte wat we verteld hebben of de deelnemers hebben onze niet begrepen. Over het algemeen hebben we duidelijk taalgebruik en makkelijke methodes gebruiken, hierdoor denken we dat het dus vooral ligt aan dat de deelnemers al op de hoogte was van wat wij verteld hebben. We hadden hier misschien eerst naar moeten informeren bij de leraren. We hadden misschien moeten vragen wat de kinderen al wisten en gebaseerd hierop onze activiteiten hadden moeten maken.



Bij de vraag ‘Denk je dat je nu beter op je leefstijl gaat letten?’ denken we dat de kinderen de informatie niet meenemen naar huis. We verwachten dat de kinderen denken dat hun ouders niet anders zullen gaan leven of eten. We hadden hier op in kunnen spelen door in de presentatie te zeggen dat de kinderen de nieuwe informatie thuis moeten vertellen aan hun ouders. Het blijft natuurlijk aan de ouders om te bepalen of er iets veranderd in de leefstijl van het gezin. We kunnen de ouders niet dwingen om anders te gaan leven.

Samenvattend zijn we heel erg tevreden met de uitslag van de enquête. Samen met de geluiden die we al hebben gehoord op de projectdag zelf, kunnen we concluderen dat het voor de kinderen een geslaagd project was.

Verschil meisjes en jongens

Het is interessant om met de resultaten iets meer te doen. Omdat bij ons meteen opviel, is dat de meisjes over het algemeen positiever waren over het project dan de jongens. Het leek ons leuk om ons hierin te verdiepen.

Vraag

Smiley Wat

von

d je

de

dag?

Wat

von

d je

van

de

activ

iteite

n?

Hoe

vond

je d

at T

om,

Lind

y en

Mat

hijs

julli

e be

gele

id

hebb

en?

Heb

je v

eel n

ieuw

e di

ngen

gel

eerd

?

Denk

je d

at je

nu

bete

r op

je le

efsti

jl ga

at le

tten?

Wil

je zo

’n d

ag a

ls va

ndaa

g no

g ee

n ke

er d

oen?

gemiddeld

88% 86% 97% 74% 80% 88% 86%

9% 14% 3% 23% 20% 9% 13%

3% 0% 0% 3% 0% 3% 1%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%Deze tabel laat zien welke ‘smileys’ de meisjes hebben ingekleurd bij de zes vragen. In de laatste kolom is te zien hoe de verdeling is over de door de meisjes ingevulde ‘smileys’. Totaal waren er 35 meisjes



0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

88 86

97

7480

88 86

914

3

23 20

913

3 0 0 3 0 3 1

Blij Neutraal

Treurig

in %

Deze grafiek laat zien hoe de meisjes hun ‘smileys’ verdeeld hebben over de vragen.



Vraag

SmileyW

at v

ond

je d

e da

g?

Wat

von

d je

van

de

activ

iteite

n?

Hoe

vond

je d

at T

om, L

indy

en

Mat

hijs

julli

e be

gele

id

hebb

en?

Heb

je v

eel n

ieuw

e di

ngen

ge

leer

d?

Denk

je d

at je

nu

bete

r op

je

leef

stijl

gaat

lette

n?

Wil

je zo

’n d

ag a

ls va

ndaa

g no

g ee

n ke

er d

oen?

Totaal

83% 86% 81% 55% 67% 79% 75%

15% 12% 17% 38% 21% 17% 20%

2% 2% 2% 7% 12% 4% 5%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%Deze tabel laat zien welke ‘smileys’ de jongens hebben ingekleurd bij de zes vragen. In de laatste kolom is te zien hoe de verdeling is over de door de jongens ingevulde ‘smileys’. Totaal waren er 42 jongens



0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

83 8681

55

67

7975

15 1217

38

2117 20

2 2 27

124 5

Blij

Neutraal

Treurig

in %

Deze grafiek laat zien hoe de jongens hun ‘smileys’ verdeeld hebben over de vragen.

Ons vermoeden is bevestigd; de meisjes staan positiever tegenover het project dan de jongens. Bij de meisjes komen nauwelijks treurige ‘smileys’ voor in tegenstelling tot de jongens. Van alle treurige ‘smileys’ (16 red.) is maar 19% van de meisjes en van de neutrale ‘smileys’ (77 red.) is er 35% van de meisjes afkomstig. Dit samen maakt dat de meisjes in het algemeen het project positiever hebben op gevat.



4.5 Evaluatie opdrachtgeverHier een korte samenvatting van de ingevulde enquêtes door onze opdrachtgevers. We hebben de gegeven antwoorden hieronder verwerkt per vraag.

1. Wat vindt u van het uitgevoerdeproject?-Leuk.-Goed voorbereid.-Passend bij leeftijd.-Goed georganiseerd.-Zeer gevarieerd aanbod.-Goede samenhang tussen de activiteiten.

2.Wat vindt u van de samenwerking tussen u en het projectteam?-Goede communicatie.-Goede kennismaking waar alles duidelijk werd verteld.-Aan het einde iets beter communiceren.-Goede harmonie in het team.-Goed draaiboek.

3.Welke tips geeft u aan het projectteam?-Duidelijke afspraken maken over aanspreekpunten.-Zorgen dat activiteiten niet te lang duren voor kinderen.-Beginsituatie onderzoeken van kinderen, zodat je weet hoe de kinderen zijn.

4.Welke tops geeft u aan het projectteam?-Erg enthousiast.-Erg leerzaam.-Heel positief en energiek gebracht.-Erg goede presentatie van de studenten.



5. Wat vindt u van de werkhouding van het projectteam?-Ze waren allemaal erg betrokken bij het project.-Interactie met kinderen was goed.-Goede werkhouding.

6.Heeft u verder nog opmerkingen?-Een geslaagde activiteit.

Zie bijlages voor de evaluatie van de leraren.



5. Onderscheidend vermogen

De link voor het film verslag is; http://www.youtube.com/watch?v=yT-7VkuAe88 Op deze film is een impressie van ons project te zien. Je ziet alleen maar lachen de gezichten bij de kinderen. Dit was voor ons een teken dat de dag veel impact heeft gehad op de kinderen. Ook op onze gezichten is een glimlach te zien. Ook door de goede uitvoering.

De meerwaarde van dit project is dat de kinderen duidelijk iets aan deze dag hebben gehad. Ze vonden het fantastisch. De kinderen hadden bijvoorbeeld alle vragen van de workshop goed. Daaruit blijkt dat de kinderen de informatie hebben op geslagen en gebruiken om gezonder te gaan leven. Van de leraren kregen we alleen maar lovende woorden; we stonden goed voor de groep en als je dat van leraren hoort, is dat natuurlijk een goed teken. Een leuk extraatje was de mascotte. Deze hond was na deze dag haast niet meer weg te denken van o.b.s. de Weide. De kinderen waren zichtbaar aan het genieten. De kinderen kregen ook nog een diploma van ons mee. Dit diploma zullen ze over 30 jaar weer uit de oude hoed toveren. Ze denken dan terug aan dat ene project, vroeger, op onze basisschool. We vinden, alles bij mekaar, dat het project boven verwachting is verlopen.

Qua omvang en complexiteit zitten we goed. We hebben het project georganiseerd voor 77 kinderen uit drie verschillende groepen. We hadden ook drie verschillende locaties, waardoor de planning en het overzicht moeilijker te bewaken word. We hebben dit goed op gevangen. De complexiteit van dit project was dat de kinderen altijd heel druk zijn en dat ze niet goed met elkaar kunnen samenwerken. Er zaten zelfs kinderen tussen waar de leraren niet een smee overweg konden. We hebben hier naar behoren op in gespeeld en de kinderen een leuke dag bezorgd.



NawoordAan het einde van dit project kijken wij terug op een succesvol product. We zijn tevreden en trots op het resultaat, doormiddel van een goede samenwerking tot stand gebracht. De projectleden hebben ieder totaal verschillende karaktereigenschappen, die vaak elkaar aanvulden maar af en toe ook met elkaar konden botsen. We hebben veel hulp gehad, bij het maken van dit verslag, van klasgenoten en vrienden die ons veel nuttige tips konden geven wat betreft de invulling.Met het resultaat van dit proces kunnen we een interessante ervaring toevoegen aan ons persoonlijk “rugzakje”. Velen van ons zullen hier vaak op terug gaan kijken als ons eerste grote project. Dit heeft zeker de basis gelegd voor het projectmatig werken dat ons nog te wachten ligt de komende studiejaren.We hopen met dit verslag duidelijk te hebben gemaakt wat ons project inhield, hoe wij dit ervaren hebben en wat misschien zelfs beter kon.

Bedankt voor uw aandacht.

Studieteam 2:Lindy FeddemaRobin EggensWigen ShirwanyanTom FeringaMathijs Eshuis



BronvermeldingBal, I. (2010). http://educatie-en-school.infonu.nl/diversen/61321-cognitieve-sociaal-emotionele-en-motorische-ontwikkeling.html. Opgehaald van

Cognitieve, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling.

Lievegoed, B. (2003). Ontwikkelingsfasen van het kind. Christofoor.

Looy, F. (1998). Gezond gedrag in de basisschool. Wolters Noordhoff.

SLO. (2012). http://sociaalemotioneel.slo.nl/thema/relaties_seksualiteit/ontwikkeling/5-6/. Opgehaald van Sociaal-emotionele ontwikkeling.


Verslag ‘Fit for Kids’ - Portfolio Robin Eggens -...

Documents

Transcript of Verslag ‘Fit for Kids’ - Portfolio Robin Eggens -...