verslag Bachelorthesis na review

65
Integriteit binnen organisaties Onderzoek naar de samenhang tussen een viertal factoren uit de HEXACO vragenlijst en de factor Berekend/Diplomatiek van de Wimas "Goede mensen hebben geen wetten nodig om verantwoordelijk te handelen, terwijl slechte mensen de wetten weten te omzeilen." - Plato (427-347 v. Chr.)

Transcript of verslag Bachelorthesis na review

Page 1: verslag Bachelorthesis na review

Integriteit binnen organisaties

Onderzoek naar de samenhang tussen een viertal factoren uit de HEXACO vragenlijst en de

factor Berekend/Diplomatiek van de Wimas

"Goede mensen hebben geen wetten nodig om verantwoordelijk te handelen, terwijl slechte mensen de

wetten weten te omzeilen."

- Plato (427-347 v. Chr.)

Annemieke BrouwerStudentnummer: 837501887

Beoordelaar: Dr. W. Bloemers

Page 2: verslag Bachelorthesis na review

April 2010

2

Page 3: verslag Bachelorthesis na review

Samenvatting

In het kader van de bachelorthesis “Integriteit binnen organisaties” is gekeken …t gaat om

jouw verhaal hier… naar het verband tussen vier factoren uit het HEXACO model, namelijk

Honesty-Humility, Emotionaliteit, Verdraagzaamheid en Consciëntieusheid en de factor

Berekend/Diplomatiek uit de WIMAS. Er blijkt een zwak positief verband te bestaan tussen

de factoren Honesty-Humility, Verdraagzaamheid, Conscientieusheid en de factor

Berekend/Diplomatiek. De relatie tussen Emotionaliteit en Berekenend/Diplomatiek is zwak

negatief. Daarbij zijn er significante verschillen tussen vrouwen en mannen (vrouwen scoren

hoger ten aanzien van Integriteit) en leidinggevenden en niet-leidinggevenden

(leidinggevenden scoren hoger op de factor Berekenend/Diplomatiek).

Αdvies: eerst even uitbreiden en dan ook nog engelse samenvatting maken….

3

Page 4: verslag Bachelorthesis na review

Inhoudsopgave

Samenvatting......................................................................................................................................................... 2Inhoudsopgave..................................................................................................................................................... 3Inleiding................................................................................................................................................................... 1Big Five Model en FFM: overeenkomsten en verschillen..................................................................3Het HEXACO model............................................................................................................................................. 4

De HEXACO vragenlijst.................................................................................................................................6Manipulatie............................................................................................................................................................. 7

WIMAS vragenlijst.......................................................................................................................................... 9Vraagstelling/hypotheses............................................................................................................................. 10Methode................................................................................................................................................................ 12

Materiaal.......................................................................................................................................................... 12HEXACO Items.......................................................................................................................................... 12WIMAS.......................................................................................................................................................... 14Achtergrondvariabelen........................................................................................................................ 15

Respondenten................................................................................................................................................ 16Procedure........................................................................................................................................................ 16

Analyse.................................................................................................................................................................. 17Resultaten........................................................................................................................................................ 17

Discussie............................................................................................................................................................... 19Literatuur............................................................................................................................................................. 22Bijlage 1: Achtergrondvariabelen..............................................................................................................25Bijlage 2 Verzonden brief.............................................................................................................................. 26Bijlage 3 Gebruikte vragenlijst....................................................................................................................27Bijlage 4 Output SPSS...................................................................................................................................... 34

Hypothese 1 tot en met 4.....................................................................................................................34Hypothese 5............................................................................................................................................... 36Hypothese 6 (onafhankelijke t-toets)............................................................................................37Hypothese 7 (onafhankelijke t-toets)............................................................................................39Cronbach’s Alpha.....................................................................................................................................40Frequenties................................................................................................................................................ 41

4

Page 5: verslag Bachelorthesis na review

Inleiding

Volgens Bert Musschenga, directeur van het Blaise Pascal Instituut en hoogleraar Wijsgerige

Ethiek aan de Vrije Universiteit is integriteit een populair begrip in ons hedendaagse

vocabulaire (Musschenga, 2009). Volgens Musschenga is het begrip is afgeleid van het

Latijnse ‘integritas’ dat heelheid, intact zijn, eerlijkheid, maar ook fatsoen en kuisheid

betekent. Wat mensen die we integer noemen gemeen hebben is dat ze doen wat ze zeggen en

zeggen wat ze doen. Anders geformuleerd: ze houden zich aan wat ze toegezegd en beloofd

hebben, ze handelen in overeenstemming met de principes die ze zeggen te onderschrijven, ze

zijn loyaal aan de verplichtingen die ze op zich hebben genomen en houden er geen dubbele

agenda op na. En dat niet alleen in normale, maar ook in moeilijke omstandigheden. Moeilijk

in de zin dat er druk op hen wordt uitgeoefend om van hun principes af te wijken, hun

toezeggingen niet na te komen en niet loyaal te zijn aan de organisatie of hun klanten. Of

doordat iemand hen geld of andere voordelen belooft wanneer ze in diens voordeel misbruik

maken van de macht, de privileges en mogelijkheden die hun positie hen biedt.

Warbroek (2009) schrijft in een column in het blad Binnenlands Bestuur over het aantal

ambtenaren dat in 2008 ontslagen is. Er zijn in dat jaar 206 ambtenaren ontslagen vanwege

niet-integer gedrag.

Ook Max Pam gaat in een achtergrond artikel in het blad Binnenlands Bestuur in op

“Vallende bestuurders” (Pam, 2009). Hij refereert daarbij onder andere aan het huidige

onderzoek dat loopt naar de betrokkenheid van diverse bestuurders bij het debacle met de

DSB bank (Gerrit Zalm, Nout Wellink, Dirk Scheringa) en aan de affaires waarmee het

koningshuis in het nieuws gekomen is (fiscale constructies van prinses Christina en het

vakantiehuis van kroonprins Willem-Alexander en Maxima in Mozambique).

Klaarblijkelijk is integer gedrag zowel binnen organisaties als daar buiten, niet altijd

vanzelfsprekend. Vragen die naar aanleiding van dit soort berichten gesteld kunnen worden

zijn: Wat is de persoonlijkheid van deze mensen? Hoe integer denken en handelen ze? Hoe

berekenend /diplomatiek denken en handelen ze?

In het voorliggende onderzoek staat integriteit centraal en met name de relatie tussen integer

en manipulatief gedrag. Onderzocht zal worden of er een verband is tussen factoren die

1

Page 6: verslag Bachelorthesis na review

gerelateerd zijn in integer gedrag zoals integriteit, emotionaliteit, verdraagzaamheid en

consciëntieusheid en berekenend/diplomatiek gedrag, als uiting van manipulatief gedrag. Dit

wordt onderzocht aan de hand van een tweetal reeds ontwikkelde vragenlijsten

(instrumenten).

Ontwikkeling van meetinstrumenten

Reeds in de vorige eeuwen hebben wetenschappers zich beziggehouden met het in kaart

brengen van de psyche en de karaktereigenschappen van de mens. Te denken valt hierbij aan

Gall die de karaktereigenschappen trachtte af te leiden uit de vorm van de schedel. In de loop

der jaren is steeds meer inzicht verkregen en door de ontwikkeling van statische technieken

werd het mogelijk om de persoonlijkheid door middel van vragenlijsten in kaart te brengen. In

1933 is door Thurstone een model gepresenteerd dat in 1934 gepubliceerd is in Psychological

Review, waarin hij uitgaat van vijf factoren. Dit model is bekend geworden onder de naam

Five Factor Model (FFM) en Big-Five model, hetgeen onderstaand nader wordt toegelicht.

De vijf factoren zijn over het algemeen omschreven als: openheid voor ervaringen,

consciëntieusheid, extraversie, vriendelijkheid en neuroticisme/emotionele stabiliteit, waarbij

elke factor is opgebouwd uit een cluster van specifieke “trekken”. Ashton en Lee hebben

aangetoond dat niet alle dimensies van het Big-Five en FFM model precies gelijk lopen

(Ashton & Lee, 2005). Zij kwamen tot een opzet waarbij duidelijk werd dat de

persoonlijkheidstrekken die niet gemeten werden via het Big Five Model, het beste gemeten

worden door de toevoeging van een zesde factor: Honesty-Humility (H-H) of Integriteit. Op

grond hiervan is het HEXACO model ontwikkeld, waarop later nader wordt ingegaan.

2

Page 7: verslag Bachelorthesis na review

Big Five Model en FFM: overeenkomsten en verschillenEr is veel onderzoek gedaan naar deze vijf factoren om de persoonlijkheid in kaart te brengen,

hetgeen vooral gebaseerd is op lexicaal onderzoek van onder andere Goldberg (1990) en

Hofstee, de Raad en Goldberg (1992), maar ook van Paunonen (1998). Ook Saucier en

Goldberg (1998) vonden in hun onderzoek dat vrijwel alle, zo niet alle

persoonlijkheidstrekken goed in het vijf factorenmodel passen. Deze lexicale studies van

persoonlijkheid zijn vaak gebaseerd op factoranalyses van door personen zelf ingevulde

vragenlijsten en observatoren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bijvoeglijke naamwoorden

of adjectieven zoals opgewekt, temperamentvol, gedisciplineerd, verdraagzaam, nerveus,

onafhankelijk (De Vries, Ashton & Lee, 2009). Bijvoeglijke naamwoorden worden door De

Vries et al. (2009) gezien als de belangrijkste dragers van persoonlijkheidsspecifieke informatie,

terwijl zelfstandige naamwoorden en werkwoorden meer betrekking hebben op het classificeren

of het gedrag van mensen.

De Big Five en de Five Factor Model zijn bijna identiek maar er zijn twee belangrijke

verschillen. In de factor openheid voor ervaringen in het Big Five model, ook wel

gepresenteerd als intelligentie/verbeeldingsfactor, zit een element van intelligentie dat niet in

het Five Factor Model zit. In het Five Factor Model beslaat de factor openheid een brede

reeks van trekken die verbonden worden met verbeelding (McCrea & Costa, 1985; Costa &

McCrea, 1992). Ten tweede is de factor vriendelijkheid in het Big Five Model minder breed

gedefinieerd dan in het Five Factor Model (Ashton & Lee, 2005). In het Five Factor Model

bestaat de factor vriendelijkheid ook uit bescheidenheid en oprechtheid. Ondanks dat het Big-

Five model wijd geaccepteerd is, hebben sommige onderzoeker aandacht gevraagd voor de

persoonlijkheidstrekken die niet in de Big-Five dimensies onder te brengen waren (Paunonen

& Jackson, 2000). Zij maakten een heranalyse van de data van Saucier en Goldberg (1998) en

zij concludeerden dat er een heleboel dimensies buiten de Big Five te onderkennen zijn, die

wellicht samen een zesde persoonlijkheidsfactor vormen. In de volgende paragraaf wordt

3

Page 8: verslag Bachelorthesis na review

ingegaan op het onderzoek naar de zesde factor, hetgeen geresulteerd heeft in het HEXACO

model.

Het HEXACO modelOok op basis van lexicaal onderzoek is begin van deze eeuw door meerdere auteurs en in

meerdere landen vastgesteld dat er niet vijf maar waarschijnlijk zes en niet meer dan zes

factoren te onderscheiden zijn (Marcus, Lee & Ashton, 2007; Ashton, Lee, Perugini, SZarota,

De Vries, Di Blas, Boies & De Raad, 2004; Lee, Ogunfowora & Ashton, 2005). Deze

onderzoeken hebben uitgewezen dat de toevoeging van de zesde factor een significante

verbetering in de beschrijving en een hogere verklaarde variantie van de

persoonlijkheidsstructuur heeft opgeleverd. Uit het onderzoek van Ashton et. al blijken, tot nu

toe, nogal zwakke bewijzen voor een zevenfactor structuur en er is zeker geen eenduidigheid

binnen de onderzochte talen (Ashton, Lee, Perugini, Szarota, De Vries, Di Blas, Boies & De

Raad, 2004).

De zes factoren zijn omschreven als het HEXACO model, naar de beginletters van de

factoren. De zesde factor betreft, zoals reeds vermeld is, de belangrijke toevoeging van de

Honesty-Humility (integriteit) factor en de overige factoren zijn: emotionaliteit (het

omgekeerde van emotionele stabiliteit), extraversie, verdraagzaamheid (vriendelijkheid in de

Big Five), consciëntieusheid en openheid voor ervaringen. Een ander, iets minder belangrijk

verschil tussen de FFM en het HEXACO model is dat de inhoud van de factoren

verdraagzaamheid en emotionaliteit ten opzichte van de Big Five dimensies zijn geroteerd.

Een van de andere onderzoeken waarin wordt aangetoond dat het HEXACO model betere

verklaringen/voorspellingen oplevert dan het Big Five Model, is een onderzoek van Lee,

Ashton en de Vries (Lee, Ashton & De Vries, 2005) dat betrekking heeft op het voorspellen

van delinquent gedrag in een organisatie. Met het HEXACO of het Five Factor Model blijkt

dat de toevoeging van de Honesty-Humility factor een significante verbetering geeft in het

4

Page 9: verslag Bachelorthesis na review

voorspellen van het ongewenste gedrag. Het onderzoek is gebaseerd op voorbeelden uit drie

verschillende landen, te weten Australië, Canada en Nederland. In het artikel wordt

aangegeven dat er in acht onafhankelijke lexicale studies in zeven verschillende talen

(Nederlands, Frans, Duits, Hongaars, Italiaans, Koreaans en Pools) steeds zes en niet vijf

factoren konden worden onderscheiden (Ashton, Lee, Perugini, Szarota, De Vries, Di Blas,

Boies & De Raad, 2004). Bovendien hebben Ashton, Lee en Goldberg in hun onderzoek met

een set van 1710 Engelse bijvoeglijke naamwoorden een vergelijkbare set van zes factoren

verkregen (Ashton, Lee & Goldberg, 2004). Gezien het feit dat het Five Factor Model ook op

lexicaal onderzoek gebaseerd is geweest, lijkt het aannemelijk om dit model te vervangen

door het iets uitgebreidere HEXACO model dat een bredere verklaring geeft. In 2008 hebben

Ashton en Lee onderzoek verricht naar de validiteit van het HEXACO en het Five Factor

Model met name ten aanzien van de factor Honesty-Humility. De veronderstelling daarbij was

dat het HEXACO model een incrementele validiteit heeft ten opzichte van het traditionele

Five Factor Model, net zoals dat al vastgesteld was bij het Big Five Model (Ashton & Lee,

2008). In dat onderzoek wordt geconstateerd dat het voordeel van het HEXACO model ten

opzichte van het Five Factor Model in het voorspellen van de criteriumvaliditeit, vooral

veroorzaakt wordt door de Honesty-Humility factor. Dit geldt zowel voor de zelfrapportages

als voor de rapportages die ingevuld zijn door anderen (observers). Bovendien is in dit

onderzoek van Ashton en Lee gebleken dat de toevoeging van de Honesty-Humility schaal

(afgeleid van de NEO-PI-R Honesty-Humility factor) aan het Five Factor Model, criterium

validiteiten oplevert die vergelijkbaar zijn met die van de HEXACO dimensies. Daarbij moet

bedacht worden dat sommige factoren (vooral die samenhangen met materialisme, ethische

kwesties en criminaliteit) niet goed passen binnen de aspecten van Honesty-Humility in het

Five Factor model maar wel in de dimensies van het HEXACO model.

Daarnaast hebben Ashton en Lee een aantal theoretische redenen aangedragen voor de zes

HEXACO dimensies (Ashton & Lee, 2001). De dimensies integriteit (is iemand bereid een

5

Page 10: verslag Bachelorthesis na review

ander uit te buiten), verdraagzaamheid (de reactie op uitgebuit worden/zijn) en emotionaliteit

(meeleven met anderen en hulp durven vragen) hebben betrekking op de waarde die een

individu toekent aan een bepaald gedrag, zoals meeleven, vergeven en uitbuiten. Terwijl de

overige dimensies, extraversie, openheid voor ervaringen en consciëntieusheid, vooral

samenhangen met de moeite die iemand wil doen op een bepaald gebied zoals inzet voor

sociale activiteiten (extraversie), plannen en controleren van de voortgang van werk

(consciëntieusheid) en het aangaan van nieuwe ervaringen en het opdoen van nieuwe kennis

(openheid voor ervaringen). Zij hebben dit onderscheid aangebracht omdat er in hun ogen

grondslagen zijn om persoonlijkheidseigenschappen via twee lijnen te categoriseren: namelijk

het altruïsme en de mate van betrokkenheid bij anderen en de maatschappij. Regelafstand

verandert..

De Vries, Ashton en Lee hebben de HEXACO vragenlijst als uitgangspunt genomen voor hun

onderzoek (De Vries, Ashton & Lee, 2009). Een van de vragen die in dit onderzoek van De

Vries et al. wordt beantwoord is of de HEXACO-PI(-R) overeenstemming vertoont met in

Nederland veel gebruikte vragenlijsten als NEO-PI-R (Neuroticisme, Extraversie, Openheid),

NVP (Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst) en de SBL (SpanningsBehoefteLijst). De

invalshoeken op basis waarvan voor deze drie vragenlijsten is gekozen, zijn: een op het Five

Factor Model gebaseerde vragenlijst, een persoonlijkheidsvragenlijst die meer in een klinische

setting wordt gebruikt en een meer biologisch georiënteerde vragenlijst (gericht op

lichamelijke klachten). Bevindingen uit dit onderzoek, zijn dat vrouwen gemiddeld genomen

zichzelf als emotioneler en meer integer beschrijven dan mannen. Deze uitkomsten zijn in

overeenstemming met eerdere onderzoeksuitslagen. Hoewel mannen gemiddeld genomen

gemiddeld iets hoger scoren dan vrouwen bij Openheid voor ervaringen, is het effect zwak.

Ouderen scoren gemiddeld genomen hoger op Integriteit. Daarnaast blijken hoger opgeleiden

een hogere Openheid voor Ervaringen te hebben en een iets hogere Extraversie dan lager

opgeleiden (Lee & Ashton, 2004).

Thans wordt gekeken of de bevinding dat vrouwen zichzelf als meer integer beschouwen dan

mannen, in dit onderzoek kan worden bevestigd. Tevens

6

Page 11: verslag Bachelorthesis na review

Op basis van het lexicale onderzoek en de theoretische kanten is een HEXACO vragenlijst

samengesteld. Het doel van de HEXACO persoonlijkheidsvragenlijst is het meten van zes

onafhankelijke persoonlijkheidsdimensies te weten: Honesty-Humility, Emotionaliteit,

Extraversie, Verdraagzaamheid, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen. Deze

vragenlijst wordt nader besproken bij Methode/materialen. In dit onderzoek zal de relatie

onderzocht worden tussen vier factoren uit de HEXACO vragenlijst (Honesty-Humility,

Emotionaliteit, Verdraagzaamheid en Consciëntieusheid) en manipulatief gedrag. Daartoe

wordt eerst ingegaan op manipulatief en berekend gedrag.

Manipulatie

Vragen die opdoemen in het kader van integriteit binnen organisaties zijn: hoe

integer/manipulatief handelt en reageert iemand? Leiding geven impliceert per definitie dat er

invloed uitgeoefend moet worden op anderen (Altink-van den Berg, 1989; Hogan, 1994)

zowel door de leidinggevende aan zijn “ondergeschikten” als aan zijn “bovengeschikten”,

degenen waaraan de leidinggevende zelf verantwoording af dient te leggen. Immers de

leidinggevende is aangesteld om er voor te zorgen dat de gestelde doelen bereikt worden en

zal zijn (machts)middelen daartoe in zetten. Daarbij kan de integriteit van de persoon ter

discussie komen te staan. Hogan et. al stellen dat leiderschap overreding is, geen overheersing

(Hogan, 1994). Dus betekent leiderschap dat er een samenhangend en doelgericht team moet

ontstaan waarin een zodanige samenwerking ontstaat dat de gestelde doelen worden behaald.

Vaak is het lastig om een indicator van de effectiviteit van een leider te vinden en daarbij is

het maar de vraag wat het effect van de acties van de leider is en wat veroorzaakt wordt door

omgevingsfactoren. In studies naar de effectiviteit van een leider blijkt dat er wel specifieke

leiderschapskenmerken zijn. Vaak worden deze kenmerken, als er een assessment wordt

afgenomen, gemeten via de Big Five, FFM of HEXACO (Goldberg, 1993). Een factor die

daarbij meestal niet in beschouwing is opgenomen maar die wel relevant is voor leiderschap

is “manipulatief gedrag”. Manipulatief gedrag wordt vaak in verband gebracht met

Machiavellisme. Machiavellisme is een term uit de staatkunde die ook gebruikt wordt in de

psychologie. De term is ontleend aan de Italiaanse politicus en filosoof Niccolò Machiavelli

en één van zijn belangrijkste werken: De vorst. In de psychologie wordt machiavellisme

gebruikt voor iemand die een sluwe, gewetenloze aanleg heeft. De term werd gebruikt door

Christie en Geis in de jaren ‘60 van de twintigste eeuw (Christie, 1970). Geis heeft een test

ontwikkeld om de mate van machiavellisme van iemand te meten, eerst de MACH IV en later

7

Page 12: verslag Bachelorthesis na review

de MACH V. Mensen die hoog scoren op deze vragenlijsten worden HI Machs genoemd. De

High Mach heeft de volgende kenmerken:

8

Page 13: verslag Bachelorthesis na review

Hij is pragmatisch, het doel heiligt de middelen, Hij is dus gespeend van elke vorm van integriteit, hij zal integriteit

suggereren als dat past bij het bereiken van zijn doelen. Daartoe zal hij zonder problemen liegen, bedriegen en

manipuleren.

Hij is zeer sterk in het beïnvloeden van anderen, hij is overtuigd van zichzelf, is zeer verbaal vaardig, toont zich inlevend

en hij is vaak zeer goed op de hoogte van belangrijke zaken en heeft veel kennis van zaken.

Hij is een meester om tactische situaties uit te kiezen, dus situaties waarin anderen zwak en beïnvloedbaar zijn, zodat hij

zijn doelen beter kan realiseren. Vaak is de situatie ook vaag gedefinieerd zodat uzelf onzeker bent over wat wel en niet

het geval is.

(Bron: Bloemers & Hagedoorn (2001))

Deze kenmerken overziend zal een HI mach laag scoren ten aanzien van Integriteit en hoog

ten aanzien van Berekenend/Manipulatief gedrag.

Delroy & Williams hebben onderzoek gedaan naar de samenhang tussen narcisme,

Machiavellisme en psychopathy (Delroy & Williams, 2002). Een van hun bevindingen is dat

degenen die hoog scoren ten aanzien van machiavellisme een lage score hebben bij

consciëntieusheid.

Uit onderzoek van Becker et. al. blijkt dat degenen die hoog scoren ten aanzien van

machiavellisme negatief geassocieerd zijn met de doelen van een organisatie, voor wat betreft

betrokkenheid bij de organisatie en prosociale waarden (Becker, 2007). Met andere woorden,

personeel dat een hoge score heeft ten aanzien van manipulatief gedrag is meer bezig met het

realiseren van zijn eigen doelen, dan met die van de organisatie. Onderzoek naar antisociaal

gedrag en persoonlijkheidstrekken (gemeten via de Big Five aangevuld met de Honesty-

Humility factor uit de HEXACO vragenlijst) in Korea heeft aangewezen dat Honesty-

Humility en Extraversie een prominente rol spelen in het voorspellen van antisociaal gedrag,

zowel ten opzichte van individuen als ten opzichte van de organisatie (Lee, Ashton & Shin,

2005). Een andere uitkomst uit dit onderzoek was dat verdraagzaamheid gerelateerd was aan

antisociaal gedrag ten opzichte van individuen terwijl consciëntieusheid gerelateerd was aan

anti-sociaal gedrag ten opzichte van de organisatie. Ook de wijze waarop toezicht wordt

gehouden en de integriteit van de leidinggevende blijken invloed te hebben op het gedrag van

9

Page 14: verslag Bachelorthesis na review

medewerkers. Dineen, Lewicki en Tomlinson (2006) hebben daar onderzoek naar gedaan.

Hun conclusies zijn dat er een positieve relatie is tussen het toezicht dat gehouden wordt door

een leidinggevende en het gedrag van de medewerkers, mits de leidinggevende integer is.

Indien de leidinggevende niet integer denkt en handelt is er een is er een positieve relatie

tussen het toezicht door de leidinggevende en het afwijkende gedrag van werknemers

Voor het huidige onderzoek betekent bovenstaande dat we veronderstellen dat degenen die in

hoge mate berekenend/diplomatiek gedrag vertonen, minder integer, emotioneel,

verdraagzaam en consciëntieus zullen zijn.

In 1989 hebben Altink-van den Berg en Akkerman een vragenlijst geconstrueerd om het hiaat

in de bestaande persoonlijkheidsvragenlijsten en manipulatief gedrag op te vullen (Altink-van

den Berg & Akkerman, 1989). Delen van deze vragenlijst worden in dit onderzoek gebruikt

om berekenend/diplomatiek gedrag te meten. Deze vragenlijst wordt nader besproken bij

Methoden.

Vraagstelling/hypotheses

De overwegingen voor de vraagstelling in dit onderzoek zijn onder andere gemaakt op basis

van de uitkomsten van eerder verricht onderzoek zoals:

Vrouwen beschrijven zichzelf gemiddeld genomen als emotioneler en meer integer dan

mannen (De Vries, Ashton & Lee, 2009).

Degenen die hoog scoren ten aanzien van machiavellisme hebben een lage score bij

consciëntieusheid (Delroy & Williams, 2002).

Degenen die hoog scoren ten aanzien van machiavellisme zijn negatief geassocieerd met

de doelen van een organisatie ten aanzien van betrokkenheid bij de organisatie en

prosociale waarden (Becker, 2007). In ons onderzoek worden deze prosociale waarden

opgevat in de zin van een hogere verdraagzaamheid en gemeten met de subschaal

Verdraagzaamheid uit de HEXACO vragenlijst.

10

Page 15: verslag Bachelorthesis na review

Honesty-Humility en Extraversie spelen een prominente rol in het voorspellen van

antisociaal gedrag, zowel ten opzichte van individuen als ten opzichte van de organisatie

(Lee, Ashton & Shin, 2005). In ons onderzoek wordt de vraag gesteld of deze factoren

ook samenhangen met Berekend/Diplomatiek gedrag.

Er is een positieve relatie tussen het toezicht dat gehouden wordt door een leidinggevende

en het gedrag van de medewerkers, mits de leidinggevende integer is (Dineen, Lewicki &

Tomlinson, 2006).

In dit onderzoek staat de schaal Berekenend/diplomatiek van de WIMAS centraal.

Onderzocht zal worden hoe deze schaal samenhangt met de vier factoren van de HEXACO

vragenlijst: Honesty-Humility, Emotionaliteit, Verdraagzaamheid en Consciëntieusheid.

Tevens wordt gekeken naar hoe de schaal Berekenend/Diplomatiek zich verhoudt tot de

inschatting van de eigen integriteit, een belangrijke factor indien een persoon een

leidinggevende (voorbeeld) functie heeft. Tevens valt op die gronden te verwachten dat

leidinggevenden meer berekenend/diplomatiek gedrag vertonen dan niet leidinggevenden.

Ook is het de vraag of het in de literatuur geconstateerde verschil tussen mannen en vrouwen

ten aanzien van integriteit en manipulatief gedrag ook in onze populatie aanwezig is.

Tenslotte wordt gekeken of de relatie tussen de eigen inschatting van integriteit en de

berekend/diplomatiek gedrag, anders is bij leidinggevenden dan bij niet leiding gevenden.

Dit leidt tot de volgende hypothesen:

Hypothese 1: Er is een significante negatieve samenhang tussen de honesty-humility factor

van de HEXACO en de Berekend/Diplomatiek factor van de WIMAS.

Hypthese 2: Er is een significante negatieve samenhang tussen de factor Emotionaliteit van de

HEXACO en de Berekend/Diplomatiek factor van de WIMAS.

11

Page 16: verslag Bachelorthesis na review

Hypothese 3: Er is een significante negatieve samenhang tussen de Verdraagzaamheidfactor

van de HEXACO en de Berekend/Diplomatiek factor van de WIMAS.

Hypothese 4: Er is een significante negatieve samenhang tussen de Consciëntieusheidsfactor

van de HEXACO en de Berekend/Diplomatiek factor van de WIMAS.

Hypothese 5: Er is een negatieve relatie tussen de factor Berekend/Diplomatiek en de

inschatting van de eigen integriteit.

Hypothese 6: Leidinggevenden scoren, gezien hun voorbeeldfunctie gemiddeld hoger op de

factor berekenend/diplomatiek dan niet leidinggevenden.

Hypothese 7: Vrouwen scoren gemiddeld hoger op de factor Integriteit en lager op de factor

berekenend/diplomatiek dan mannen.

Hypothese 8: Leidinggeven modereert de relatie tussen de eigen beoordeelde integriteit en de

factor Berekend/Diplomatiek.

Methode

MateriaalHet onderzoek is gebaseerd op een gedeeltelijk zelfontwikkelde vragenlijst, waarin

onderdelen van de HEXACO-60 en de volledige WIMAS zijn opgenomen, naast biografische

gegevens en enige organisatiegegevens (bijlage 1). In totaal omvatte de vragenlijst 128 items.

Geschatte afnameduur was 15 tot 20 minuten. Onderstaand worden de HEXACO, de WIMAS

en de overige vragen besproken.

HEXACO ItemsVan de HEXACO-60 vragenlijst zijn zowel de begripsvaliditeit, de criteriumvaliditeit en de

incrementele validiteit onderzocht, alle met gunstige uitkomsten (De Vries, Ashton & Lee

2009). In de door ons gebruikte vragenlijst zijn de schalen Honesty-Humility, Emotionaliteit,

Verdraagzaamheid en Consciëntieusheid uit de Nederlandse HEXACO- 60 opgenomen (De

Vries, Ashton & Lee, 2009). De Honesty-Humility schaal bestaat uit vragen als: “Ik zou niet

vleien om op het werk opslag of promotie te krijgen, zelfs al zou het succes hebben” en “Ik

12

Page 17: verslag Bachelorthesis na review

zou in de verleiding komen om vals geld te gebruiken als ik er zeker van was dat ik er mee

weg zou komen”. Degenen die laag scoren op deze schaal hechten meer waarde aan materiele

zaken, komen gemakkelijker in de verleiding om regels te overtreden als ze daar zelf beter

van kunnen worden en zullen eerder manipuleren en stroop smeren om hun doelen te

bereiken. Voor degenen die hoog scoren geldt het tegenovergestelde, die hechten relatief

gezien minder waarde aan materie en luxe en zullen hun doelen niet trachten te bereiken via

het overtreden van regels en het manipuleren van anderen. De schaal Emotionaliteit is opge-

bouwd uit vragen als: “Ik zou bang worden als ik in slecht weer zou moeten reizen” en

“Moeilijke situaties kan ik aan zonder emotionele steun van anderen nodig te hebben.

Laagscoorders op deze schaal voelen minder angst in stressvolle en/of bedreigende situaties

en voelen zich minder emotioneel en minder afhankelijk in relaties. Hoogscoorders daarente-

gen hebben relatief gezien een grotere behoefte aan emotionele steun en zijn eerder ongerust,

angstig en bezorgd. Vragen die horen bij de schaal verdraagzaamheid zijn: “Mensen vinden

mij een heethoofd” en “De meeste mensen hebben de neiging om sneller boos te worden dan

ik”. Personen die laag scoren op deze schaal hebben meer de neiging zich koppig op te

stellen, boos te worden, hun mening vast te houden en te verdedigen en blijven ook meer

hangen in hun boosheid. Personen die hier hoog scoren kunnen hun boosheid beter onder con-

trole houden en reageren over het algemeen ook milder en genuanceerder en zijn meer

vergevingsgezind. De schaal Conscientieusheid is opgebouwd uit vragen als “Ik maak vooraf

plannen en regel alvast zaken om te vermijden dat ik op het laatste moment nog dingen moet

doen” en “Mensen noemen me vaak een perfectionist”. Degenen die laag scoren op deze

schaal lijken minder zorgvuldig om te gaan met tijd, fouten in het werk en nemen impulsief

beslissingen. Degenen die hoog scoren op deze schaal werken met discipline, perfectie, zijn

accuraat en overwegen hun beslissingen zorgvuldig.

13

Page 18: verslag Bachelorthesis na review

De totale HEXACO vragenlijst bestaat uit 208 items (26 facetten, 8 items per facet). De door

ons gebruikte HEXACO-60 bestaat, zoals reeds is aangegeven, uit 60 vragen (24 facetten,

twee of drie items per facet). De vragen zijn in de oorspronkelijke volgorde afgenomen,

echter met weglating van de vragen die betrekking hebben op de schalen Extraversie en

Openheid voor ervaringen. De antwoorden worden gescoord op een vijfpuntsschaal, lopend

van helemaal mee oneens naar helemaal mee eens. De correlaties tussen de HEXACO

factorschalen was lager dan .30 en de betrouwbaarheden van de factorschalen varieerden

van .61 tot .77 met een gemiddelde van .70.

WIMAS

De WIMAS is een in 1987 door Altink-van den Berg en Akkerman ontwikkelde vragenlijst

voor meting van manipulatief gedrag. De achterliggende gedachte is geweest in hoeverre

iemand in staat is om een ander zodanig te beïnvloeden dat hij geschikt is als leidinggevende.

De basis is literatuuronderzoek geweest naar Machiavellisme. De door Altink- van den Berg

en Akkerman ontwikkelde test is samengesteld op basis van een vooronderzoek, waarna de

definitieve vragenlijst met vier schalen tot stand gekomen is. De schalen zijn samengesteld op

basis van principale componentenanalyse op de correlatiematrix van de items. De vier

factoren zijn manipuleren, recht door zee, assertiviteit en berekenend/diplomatiek. De

vragenlijst bestaat uit 64 vragen, verdeeld over vier factoren (manipuleren (21), recht door zee

(12), assertiviteit (13) en berekend/diplomatiek (18)). De eerste factor, Manipuleren heeft

betrekking op het bespelen van mensen. Vragen die bij deze schaal horen zijn: “Ik probeer

soms mensen tegen elkaar uit te spelen” en “Het lukt me meestal aardig om anderen voor mijn

karretje te spannen”. De tweede factor, Recht door Zee meet of iemand verzwijgt wat hij van

iets vindt of waarom hij iets doet, principes zijn belangrijk en valse voorwendselen worden

nooit gebruikt. Deze factor lijkt de tegenpool van manipuleren, maar heeft een geheel eigen

betekenis. Voorbeelditems zijn: “Wanneer ik iets onderneem vertel ik altijd de werkelijke

14

Page 19: verslag Bachelorthesis na review

reden” en “Ik geef nooit een compliment zonder dat ik het echt meen”. Assertiviteit, de derde

factor, meet of iemand de neiging heeft om de leiding te nemen, zich de kaas niet van het

brood laat eten, verlegen is om anderen zijn mening duidelijk te maken of het gedrag te laten

bepalen door wat hun gevoel hen ingeeft. Vragen die tot deze schaal behoren zijn: “Als

anderen een beroep op me doen valt het me moeilijk om dat te weigeren“ en “Zelfs al vind ik

het nodig, het valt me moeilijk anderen flink de waarheid te zeggen“.

De vierde factor, Berekend/Diplomatiek meet of iemand het gedrag aanpast om een doel te

bereiken, het gedrag plant en zich goed voorbereidt en of er geen moeite wordt verspild aan

onhaalbare zaken. Het gaat bij deze factor meer om de cognitieve kant van het beïnvloeden

van anderen, men probeert zich niet te laten verrassen, maar anticipeert op wat er verwacht

kan worden. Voorbeelditems bij deze vraag zijn “Ik leg nooit zo maar een voorstel op tafel,

maar wacht tot het juiste moment” en “Ik bedenk van tevoren hoe ik bezwaren tegen mijn

plannen kan ontzenuwen”.

De antwoorden worden gegeven op een zevenpuntsschaal, lopend van zeer slecht van

toepassing naar zeer goed van toepassing. De psychometrische eigenschappen van de

WIMAS zijn voldoende. De schalen zijn redelijk onafhankelijk van elkaar, de correlatie

tussen Berekend/Diplomatiek en Assertiviteit is aan de hoge kant (.39). De handleiding van de

WIMAS gaf geen duidelijkheid over welke vragen exact tot welke schaal behoren. Een door

ons uitgevoerde factoranalyse heeft de verdeling in kaart gebracht, evenals de vragen die

gehercodeerd moesten worden. Vervolgens is de betrouwbaarheid van de subschalen

berekend (Cronbach’s Alpha). De betrouwbaarheid voor de subschaal

Berekenend/diplomatiek ligt op .72.

Achtergrondvariabelen

De zelf toegevoegde vragen (bijlage 1) hebben betrekking op een drietal demografische

factoren (leeftijd, geslacht en opleiding). Daarnaast zijn vragen gesteld over de ervaren

integriteit binnen de organisatie waarin de deelnemer werkzaam is (geweest) en algemene

15

Page 20: verslag Bachelorthesis na review

vragen (werkgever/dienstverband, leidinggeven, aantal uren en aantal jaren bij deze

werkgever). Ook zijn vragen opgenomen die een relatie leggen tussen de door ons gebruikte

vragenlijsten en de manier waarop er binnen die organisatie omgegaan wordt met integriteit.

Respondenten

Voor het onderzoek zijn mensen uit diverse bronnen verzameld zoals de eigen vrienden- en

kennissenkring, de vrienden- en kennissenkring van twee medestudenten en een aantal KMT

studenten van de Open Universiteit. Binnen drie weken zijn 341 reacties ontvangen en 335

respondenten hebben de vragenlijst volledig ingevuld. Als we kijken naar de populatie dan

blijkt dat meer vrouwen dan mannen deelgenomen hebben (68 % vrouwen en 31 % mannen),

terwijl het opleidingsniveau hoog lag (42 % heeft een wetenschappelijke opleiding terwijl 34

% een HBO opleiding heeft). De meeste respondenten (78 %) zijn werkzaam bij een

werkgever/organisatie terwijl 11 % als zelfstandig ondernemer werkt. Gemiddeld is werkt

men 32 uur per week terwijl 74 % van de deelnemers niet langer dan 12 jaar bij deze

werkgever/organisatie werkzaam is.

De meeste vrouwen (69 %) hebben geen leidinggevende functie terwijl 41 % van de mannen

die gereageerd hebben, wel een leidinggevende functie hebben. Over het geheel genomen

heeft 32 % van de respondenten een leidinggevende functie. De spreiding in de leeftijd is vrij

groot, de jongste deelnemer was 16 jaar en de oudste 68 jaar. De gemiddelde leeftijd is 43 jaar

en de standdaarddeviatie is 9.1 en de range is 52. De populatie is in te delen in vier ongeveer

gelijke groepen waarbij de leeftijdsindeling als volgt is: 16 t/m 37 jaar, 38 t/m 42, 43 t/m 49,

50 t/m 68).

Procedure

De deelnemers werden eind oktober 2009 benaderd middels een verzoek per email en ze

konden de vragenlijst invullen via de daarin vermelde link naar het internet

(Netquestionaires). In totaliteit zijn er, op grond van het verzoek binnen drie weken, (zoals

16

Page 21: verslag Bachelorthesis na review

reeds aangegeven is) 341 reacties geweest. Het aantal gegeven reacties overtrof het aantal

benodigde reacties waardoor een herinneringsverzoek niet nodig is geweest.

AnalysesDe ruwe data werden geanalyseerd en bewerkt. Daartoe is een aantal vragen gehercodeerd (de

negatief gestelde vragen) en zijn de niet volledig ingevulde vragenlijsten geïdentificeerd.

Daarnaast zijn, om de resultaten van de HEXACO (5 puntsvragenlijst) en de WIMAS (7

puntsvragenlijst) te kunnen vergelijken, de antwoorden omgezet naar een schaal lopend van 0

tot 100.

Na screening op volledigheid en bruikbaarheid is gebruik gemaakt van correlatieanalyse op de

ruwe data om hypothese 1 tot en met 4 te toetsen. Voor de hypotheses 5 is gebruik gemaakt

van regressieanalyse en voor de hypotheses 6 en 7 is een onafhankelijke T-toets gehanteerd.

Tenslotte is voor hypothese 8 moderatieanalyse toegepast.

Resultaten

Eerst een kort algemeen antwoord op de hoofdvragen formuleren, dan descriptives geven van alle relevante variabelen (M, SD, eventueel ), dan een corrleatietabel van alleα relevante variabelen en dan per hypothese afwerken in detail. Geen bullets gebruiken, werk eventueel met kopjes en leid elke analyse even kort in…. Bij getallen geen komma’s mar punten gebruiken, rond alles af op 2 cijfers na de punt… Hypothese 1: uit de correlatiematrix blijkt dat er een geen sprake is van een significant

negatief verband (r = 0.13). Getallen met punten aanduiden, alles met twee cijfers achter

de punt (APA) Bij een betrouwbaarheidsinterval van 95 % is deze relatie wel significant,

echter niet negatief, maar positief (p = 0.01).

Hypothese 2: er blijkt op grond van de correlatieanalyse een zwak negatief verband te zijn

(r = - 0.18, p = 0.00) tussen de score op de factor Emotionaliteit en

Berekend/Diplomatiek.

Hypothese 3: er blijkt een zwak positieve relatie te bestaan tussen de factor

Verdraagzaamheid en de factor Berekenend/Diplomatiek (r = 0.21, p = 0.00).

Hypothese 4: uit de correlatieanalyse blijkt dat er een zwak positief verband is tussen de

factor Consciëntieusheid en Berekenend/Diplomatiek (r = 0.28, p = 0.00).

17

Page 22: verslag Bachelorthesis na review

Hypothese 5: de regressieanalyse ten aanzien van de relatie tussen het oordeel over de

eigen integriteit en de factor Berekenend/Diplomatiek wat heb je als onafh en als afh

variabele genomen en waarom? geeft aan dat de verklaarde variantie (R2 = .172 = .29) in

significante mate afwijkt van 0 (F = 8.87 en p = 0.00). Let op APA weergave van

regressie-uitkomst! De beoordeling van de eigen integriteit kent een gemiddelde van 8.32.

De score ten aanzien van berekenend is gemiddeld 64.1 (gehercodeerd naar range van 0 –

100).

Hypothese 6: leidinggevenden scoren gemiddeld 66.14 op de factor

Berekend/Diplomatiek terwijl niet leidinggevenden gemiddeld 63.12 scoren. Het verschil

tussen beide bedraagt 3.02. De vraag of dit verschil op toeval gebaseerd is of een

betekenisvol verschil betreft kan beantwoord worden met behulp van de T-toets (Paired

samples test). Het blijkt dat t(299) = 2.83, p = 0.005. We zien derhalve een significant

verschil als een 95 % betrouwbaarheidsinterval wordt gehanteerd.

Alternatief : Hypothese 6 luidde…….uit een onafhankelijke t-toets (levene’s test for equality

of variances was …)blijkt het verschil tussen leidinggevenden en niet leidinggevenden op de

factor berekenend /diplomatiek significant: t-toets uitkomst vermelden (APA)

Hypothese 7: uit de resultaten blijkt dat vrouwen gemiddeld 70,66 scoren op de factor

Integriteit terwijl dit gemiddelde bij mannen op 66,4 ligt. Het verschil tussen beide

bedraagt 4,26. Voorts blijkt dat vrouwen gemiddeld 64,29 scoren op de factor Berekenend

terwijl mannen gemiddeld een score van 63,63 hebben. Het verschil tussen de scores van

mannen en vrouwen bedraagt derhalve .66. De vraag of dit verschil op toeval gebaseerd is

of een betekenisvol verschil betreft kan wederom beantwoord worden met behulp van de

T-toets (Levene’s test for equality of variances). We zien dat ten aanzien van de factor

Integriteit geldt dat t(304)=-2,960, p = 0,003 en het verschil is derhalve significant en

berust niet op toeval. Ten aanzien van de factor Berekenend/Diplomatiek blijkt dat

t(299)=-.596, p=.552 (p >.05), hetgeen betekent dat het verschil niet significant is. Idem,

even aanpassen

Op grond van deze resultaten is opnieuw gekeken naar de vraag of er een significante

negatieve relatie is tussen de vier factoren uit de HEXACO vragenlijst en de factor

Berekend/Diplomatiek als er onderscheid gemaakt wordt tussen mannen en vrouwen. Ten

aanzien van de factor Integriteit zien we dat er bij mannen een zwak positief verband is (r

= 0.29, p = 0.002) en bij vrouwen zien we geen significante relatie (r = 0.03, p = 0.32). Bij

de factor Emotionaliteit zien we een significante negatieve relatie bij mannen (r = - 0.35, p

= 0.00) en bij vrouwen is het verband alleen significant bij een 95 %

18

Page 23: verslag Bachelorthesis na review

betrouwbaarheidsinterval en is het zwak negatief die 95% hoef je niet te zeggen als je de p

geeft… (r = -.01, p = 0.03). We zien derhalve zowel ten aanzien van integriteit als

emotionaliteit dat het effect vooral veroorzaakt wordt door de mannen. Tevens zien we bij

verdraagzaamheid een sterker verband bij vrouwen dan bij mannen waar de relatie alleen

significant is bij een 95 % betrouwbaarheidsinterval idem (vrouwen: r = 0.21, p = 0.001

en mannen r = 0.23, p = 0.13). Bij de laatste factor, de consciëntieusheid, zien we geen

verschil tussen mannen en vrouwen (vrouwen: r = 0.27, p = 0.00 en mannen r = 0.29 en p

= 0.003).

Idem…Indien we de resultaten ten aanzien van leidinggevenden op een andere wijze

bekijken dan blijkt dat er bij leidinggevenden een significante zwak positieve relatie

tussen Integriteit en de factor Berekend/Diplomatiek, maar bij niet-leidinggevende niet

(leidinggevend: r = 0,241, p = 0,009 en niet-leidinggevend: r = 0,056 en p = 0,214). Ook

het verband tussen Emotionaliteit en Berekenend/Diplomatiek blijkt met name

toegeschreven te kunnen worden aan leidinggevenden (leidinggevenden: r = - 0,334, p =

0,00 en niet-leidinggevend: r = -0,50 en p = 0,240). Ook voor verdraagzaamheid geldt dat

het grootste effect veroorzaakt wordt door leidinggevenden (leidinggevend: r = 0,329 en p

= 0,00, niet leidinggevend r = 0,142 en p = 0,021 (significant bij 95 %

betrouwbaarheidsinterval)), terwijl er geen verschil is ten aanzien van consciëntieusheid

(leidinggevend: r = 0,314 en p = 0,001, niet leidinggevend: r = 0,253 en p = 0,00).

Discussie

Uitgangspunt van dit onderzoek was……..Uit de resultaten blijkt dat……en probeer beetje te comprimeren…Op grond van het onderzoek is gebleken dat er een negatief verband kan zijn tussen een

manipulatiefactor (machiavellisme) en consciëntieusheid en verdraagzaamheid. Mede op

grond van deze uitkomsten werden de eerste vier hypotheses opgesteld. We zien echter in dit

onderzoek het veronderstelde verband tussen…..ten aanzien van de factor Integriteit, niet

bevestigd. Er is geen significant negatief verband tussen Integriteit en de factor

Berekend/Diplomatiek. Meer specifiek blijkt dat….Bij mannen is er wel een zwak positief

verband en dat zelfde geldt voor leidinggevenden. Zijn dat ook mannen of weer mannen en

vrouwen? Ook bij hen zien we een zwak positief verband tussen de factoren Integriteit en

Berekend/Diplomatiek. Klaarblijkelijk zien mannen en leidinggevenden het beïnvloeden van

anderen niet als een activiteit die niet te combineren valt met integriteit, in tegendeel. Een

19

Page 24: verslag Bachelorthesis na review

factor die daarbij een rol kan spelen is de opbouw van de onderzoeksgroep (relatief veel hoog

opgeleide vrouwen en minder leidinggevenden).

Het veronderstelde negatieve verband tussen Emotionaliteit en Berekend/Diplomatiek werd

wel aangetoond..wordt wel waargenomen, echter de omvang hiervan is gering. Kijken we

alleen naar mannen dan zien we wel een significante negatieve relatie terwijl die bij vrouwen

alleen significant is bij een 95 % APA Regel: in de discussie geen getallen meer noemen…

betrouwbaarheidsinterval. Wat is het verschil als ze allebei significant zijn? Mannen zien

emotionaliteit als een factor die niet samen gaat met het gepland beïnvloeden van het gedrag

van anderen, vrouwen ervaren dit in mindere mate. Als we kijken naar leidinggevenden dan

zien we hier het sterkste verband. Even uitleggen..je doet net alsof het allemaal om bewuste

gedragskeuzes gaat, maar ik denk dat dat niet zo is….dus kun je beter zeggen: bij mannen

blijkt dat……ipv mannen ZIEN……

De veronderstelde negatieve relatie tussen Verdraagzaamheid en Berekend/Diplomatiek

wordt niet bevestigd. We treffen een zwak positieve relatie aan die bij vrouwen sterker is dan

bij mannen? sterker gerelateerd is aan vrouwen dan aan mannen en meer aan leidinggevenden

dan aan niet-leidinggevenden. idem

Ook de verwachte negatieve relatie tussen Consciëntieusheid en Berekenend/Diplomatiek

wordt niet bevestigd. We treffen een zwak positief verband aan waarbij er geen verschil is

tussen mannen en vrouwen noch tussen leidinggevenden en niet-leidinggevenden.

Toepassing van deze vragenlijst bij leidinggevenden levert informatie op ten aanzien van de

factoren Integriteit, Emotionaliteit en Verdraagzaamheid in relatie tot de factor

Berekend/Diplomatiek. Bij niet-leidinggevenden zien we alleen een significante relatie tussen

Consciëntieusheid. Hoewel er verschillen zijn tussen de scores van mannen en vrouwen,

blijken die er ten aanzien van de factor Consciëntieusheid, gerelateerd aan

Berekend/Diplomatiek, niet te liggen. De factor Consciëntieusheid lijkt derhalve een

onafhankelijke factor in het onderzoek.

De inschatting van de eigen integriteit blijkt samen te hangen met de wijze waarop de

respondent zichzelf plaatst op de schaal Berekend/Diplomatiek, echter niet op de verwachte

negatieve wijze. We zien een positieve relatie tussen de score op de factor

20

Page 25: verslag Bachelorthesis na review

Berekend/Diplomatiek en de inschatting van de eigen integriteit. Dit is in lijn met onze

eerdere bevindingen waarin de respondenten zichzelf klaarblijkelijk niet als minder integer

zien als ze hun activiteiten zodanig plannen en inrichten dat hun doelen bereikt worden.

Daarbij is er sprake van een aanzienlijk negatieve scheefheid bij het eigen oordeel over

integriteit, terwijl het gemiddelde cijfer dat men zichzelf geeft hoog is. Een ieder schat zijn

eigen integriteit als hoog in, hetgeen niet verwonderlijk lijkt. Sociaal wenselijk antwoorden is

de neiging van respondenten om antwoorden te geven die naar verwachting ‘goed’ of ‘

passend’ zijn. Dit is een bron van systematische vertekening bij elk zelfrapportage-onderzoek.

De sociale wenselijkheid (de tendens om zo te antwoorden dat kritiek wordt vermeden) en de

sociale goedkeuring (de tendens om naar lof te streven) zijn twee duidelijk vastgestelde

vormen van bias in antwoorden op gestructureerde vragen. Ook wordt het geven van sociaal

wenselijke antwoorden wel in verband gebracht met persoonlijkheidseigenschappen. Het

verdient aanbeveling om in eventueel vervolg onderzoek rekening te houden met de tendens

tot sociaal wenselijke antwoorden.

Uitgaande van de, blijkens eerder gedaan onderzoek noemen als je dat zegt…, positieve

invloed die een integere leidinggevende kan hebben op het gedrag van medewerkers is

gekeken of leidinggevenden een hogere score hebben ten aanzien van de factor

Berekend/Diplomatiek dan niet-leidinggevenden. Uit ons onderzoek blijkt dat, binnen een

betrouwbaarheidsinterval van 95% leidinggevenden een significant hogere score hebben ten

aanzien deze factor dan niet-leidinggevenden. Voorgaand is reeds vastgesteld dat er bij

leidinggevenden sterkere relaties liggen tussen de factor Berekenend/Diplomatiek en de

factoren uit de HEXACO vragenlijst. Dit wijst er op dat leidinggevenden een ander

persoonlijkheidsprofiel hebben dan niet-leidinggevenden.

Tenslotte treffen we bij vrouwen een significant hogere score op de factor Integriteit aan dan

bij mannen terwijl er geen verschil is ten aanzien van de factor Berekend/Diplomatiek. Ook

hier kan de vraag in welke mate er sprake is van sociaal wenselijke antwoorden een rol spelen

en gelden de beperkingen van de onderzoekspopulatie. Uitgebreider onderzoek naar deze

relatie lijkt van belang. Laatste opmerkign kan mi beter naar de paragraaf: beperkingen van

het onderzoek…

Er moet een verplicht kopje met : Beperkingen van het onderzoek. Dit heronder kun je

volgens mij daarvoor gebuiken…

21

Page 26: verslag Bachelorthesis na review

In dit onderzoek is slechts een van de factoren van de WIMAS gerelateerd aan vier factoren

van de HEXACO vragenlijst. Het is interessant om te onderzoeken hoe de overige factoren in

beide vragenlijsten (assertiviteit, manipulatie en recht door zee van de WIMAS en extraversie

en openheid voor ervaringen van de HEXACO) zich tot elkaar verhouden.

Alle respondenten in onze populatie hebben een betaalde baan. Daarbij is niet gekeken naar

de verdeling tussen mannen en vrouwen noch naar de vraag of iemand een leidinggevende

functie heeft. Dat begrijp ik niet, je analyseert toch apart voor mannen en vrouwen en voor

wel en niet leidinggevenden??? Toekomstig onderzoek is gebaat bij een andere opbouw

welke? van de onderzoekspopulatie.

22

Page 27: verslag Bachelorthesis na review

LiteratuurAltink-van den Berg, W. & Akkerman, A. WIMAS een vragenlijst voor de meting van manip-ulatief gedrag. Amsterdam: Pearson Assessment and Information B.V, 1989.

Ashton, M. C., Lee, K., Perugini, M. , Szarota, P., De Vries, R.E., Di Blas, L., Boies, K. & De Raad, B. A Six-Factor Structure of Personality-Descriptive Adjectives: Solutions from Psy-cholexical Studies in seven languages. Journal of Personality and Social Psychology, 2004, (86 ,(2)), 356-366.

Ashton, M.C., Lee, K & Goldberg, L.R. A hierarchical analysis of 1710 English personality-descriptive adjectives. Journal of Personality and Social Psychology, 2004 (87), 707-721.

Ashton, M. C. & Lee, K. A theoretical basis for the major dimensions of personality. European Journal of Personality, 2001 (15), 327-353.

Ashton, M. C. & Lee, K. Honesty-Humility, the Big Five and the Five-Factor Model. Journal of Personality, 2005 (73), 1321-1353.

Ashton, M. C. & Lee, K. The prediction of Honesty-Humility-related criteria by the HEXACO and Five-Factor Models of personality. Journal of Research in Personality, 2008 (42), 1216-1228.

Ashton, M. C. Personality and job performance. Journal of organizational behavior, 1998 ( 19), 298-303.

Becker, J. A. H. & O’Hair, H.D. Machiavellians’ motives in organizational citizenship beha-vior. Journal of Applied Communication Research, 2007 (35), 246-267.

Bloemers, W. & Hagedoorn, E. Management, Organisatie & Gedrag. Amsterdam: Reed Business, 2001.

Buss, D. M. Selection, Evocation and Manipulation. Journal of Personality and Social Psy-chologie, 1987 (53), 1214-1221.

Christie, R. & Geis, R.L. Studies in Machiavellism. New York: Academic Press, 1980.

Costa, P. T. Jr & McCrea, R.R. NEO Personality Inventory Revised (NEO-PI-R) and NEO Five Factor Inventory (NEO-FFI) professional manual. In Psychological Assessment Re-sources. Odessa, 1992.

Delroy, L. P. & Williams, K. M. The dark triad of personality: Narcisssism, Machiavellism and psychopathy. Journal of Research in Personality. 2002 (36), 556-563.

De Vries, R. E., Ashton, M.C. & Lee, K. De zes belangrijkste persoonlijkheidsdimensies en de HEXACO persoonlijkheidsvragenlijst. In press: Gedrag & Organisatie, 2009.

23

Page 28: verslag Bachelorthesis na review

Goldberg, L. R. An alternative "description of personality": The Big-Five factor structure. Journal of Personality and Social Psychology, 1990 (59), 1216-1229.

Goldberg, L. R. The structure of phenotypic personality traits. American Psychologist, 1993 (48), 26-34.

Hofstede, W. K., De Raad, B. & Goldberg, L.R. Integration of the Big Five and circulplex ap-proaches to trait structure. Journal of Personality and Social Psychology, 1992 (63), 146-163.

Hogan, R., Gordon, J.C. & Hogan, J. What we know about leadership, effetiveniss and per-sonality. American Psychologist, 1994, 493-504.

Lee, K., Ogunofwara, B. &. Ashton, M.C. Personality Traits beyond the Big Five: are they within the HEXACO space? Journal of Personality, 2005 (73 (5)), 1437-1463.

Lee, K., Ashton, M.D. & De Vries, R.E. Predicting workplace delinquency and integrity with the HEXACO and Five Factor Models of Personality Structure. Human Performance, 2005 (18 (2)), 179-197.

Lee, K., Ashton, M.D. & Shin, K-H. Personality Correlates of Workplace Anti-Social Beha-vior. Applied Psychology: an international review, 2005, (54(1)), 81-89.

Lee, K. & Ashton, M.C. Psychometric properties of the HEXACO Personality Inventory. Multivariate Behavioral Research, 2004 (39), 329-358.

Lee, K., Gizzarone, M. & Ashton, M.C. Personality and the likelihood to sexually harass. Sex Roles, 2003 (49), 59-69.

Marcus, B., Lee, K. & Ashton, M.C. Personality dimensions esplaining relationships between integrity tests and counterproductive behavior: big five or one in addition. Personnel psycho-logy, 2007 (60), 1-34.

McCrea, R. R. & Costa, P.T. Jr. Updating Norman's "adequate taxonomy": Intelligence and personality dimensions in natural language and in questionaires. Journal of Personality and Social Psychology, 1985 (49), 710-721.

Musschenga, A.W. (2009). Bezinningscentrum. http://www.bezinningscentrum.nl/teksten/bert/integriteit.htm.Van het net gehaald op: 24 december om 11.49 uur.

Pam, M. (2009). http://www.binnenlandsbestuur.nl/achtergrond/2009/11/vallende-bestuurders.137796.lynkx. Van het net gehaald op: 24 december om 11.40 uur.

Paunonen, S. V. & Ashton, M.C. Big Five Factors and Facets and the Prediction of Behavior. Journal of Personality and Social Psychology, 2001(81), 524-539.

Paunonen, S. V. & Jackson, D.N. What is beyond the Big Five? Journal of Personality, 2000 (68), 821-835.

24

Page 29: verslag Bachelorthesis na review

Paunonen, S. V. Hierarchical organization of personality and prediction of behavior. Journal of Personality and Social Psychology, 1998 (74), 538-556.

Saucier, G. & Goldberg, L.R. What is beyond the Big Five? Journal of Personality, 1998 (66), 495-524.

Warbroek, B. (2009). Binnenlands Bestuur. http://www.binnenlandsbestuur.nl/opinie/columns/2009/slecht-voorbeeld-doet-slecht-volgen.131794.lynkx. Van het net gehaald op: 24 december om 11.42 uur.

25

Page 30: verslag Bachelorthesis na review

Bijlage 1: Achtergrondvariabelen

Geslacht

Leeftijd

Werkzaam bij werkgever(s) of zelfstandig

Hoogst afgeronde opleiding

Aantal uren per week werkzaam

Aantal jaren werkzaam bij organisatie/als zelfstandige

Leidinggevende functie

Ervaren van de afdeling/het team als integer

Mate van waardering van het verrichte werk

Overeenstemming tussen salaris en het werk dat verricht moet worden

Sturing in de organisatie op de naleving van regels over integer gedrag

Ervaren van de leidinggevende als integer

Aanwezigheid van regels met betrekking tot integer gedrag

Beoordeling van de eigen integriteit

26

Page 31: verslag Bachelorthesis na review

Bijlage 2 Verzonden brief

Amsterdam, datum nog invullen. Geachte relatie (familie, vrienden, collega's en bekenden), In het kader van een studie aan de Open Universiteit Heerlen doen wij een onderzoek naar effectief gedrag in organisaties. Daarvoor hebben wij tenminste 120 mensen met een (betaalde of onbetaalde) werkkring nodig die een vragenlijst willen invullen. Het invullen van de vragenlijst duurt naar schatting ca. 15 minuten. Bij deze willen wij u (jou) vragen om mee te doen. U zou ons daar erg mee helpen. De gegevens worden verzameld via een vragenlijst op internet. Deelname is anoniem en de gegevens zijn niet te herleiden tot personen. Als u op onderstaande link klikt, komt u vanzelf bij de vragenlijst.  http://tmquest.tm.tno.nl/nq.cfm?q=cbf9067d-f1f6-4485-e8ef-498903462fc7

mocht bovenstaande link niet werken ga dan naar

http://ltlab.tm.tno.nl/vragenlijsthier vind u een doorverwijzing naar de vragenlijst.

 In de vragenlijst worden vragen gesteld over uzelf (enkele persoonlijke gegevens, uw mening over een aantal zaken, hoe u handelt in bepaalde situaties) en over de organisatie waar u werkzaam bent (geweest).   Bent u geïnteresseerd in de resultaten, stuur dan één van ons een mailtje en u ontvangt een exemplaar van het onderzoeksrapport.  Bij voorbaat hartelijk dank voor uw/jouw medewerking. Met vriendelijke groet,Annemieke Brouwer ([email protected])Martin van Schaik ([email protected]) Tilly van der Zwaag ([email protected] )

27

Page 32: verslag Bachelorthesis na review

Bijlage 3 Gebruikte vragenlijst

28

Page 33: verslag Bachelorthesis na review

29

Page 34: verslag Bachelorthesis na review

30

Page 35: verslag Bachelorthesis na review

31

Page 36: verslag Bachelorthesis na review

32

Page 37: verslag Bachelorthesis na review

33

Page 38: verslag Bachelorthesis na review

34

Page 39: verslag Bachelorthesis na review

Bijlage 4 Output SPSS

Hypothese 1 tot en met 4

(Correlatie vier factoren HEXACO vragenlijst en de factor Berekend/Diplomatiek van de WIMAS)

Correlations

Integriteit gehercodeerd naar range 0-

100

Consciën-tieusheid

gehercodeerd naar range 0-

100

emotionaliteit gehercodeerd naar range 0-

100

Agreeable-ness

gehercodeerd naar range 0-

100

berekend gehercodeerd

naar range 0-100 Integriteit gehercodeerd naar range 0-100

Pearson Correla-tion

1 ,242(**) -,116(*) ,105(*) ,129(*)

Sig. (1-tailed) ,000 ,021 ,034 ,013

N 306 306 306 306 301

Consciëntieusheid gehercodeerd naar range 0-100

Pearson Correla-tion ,242(**) 1 ,079 -,099(*) ,278(**)

Sig. (1-tailed),000 ,084 ,042 ,000

N306 306 306 306 301

emotionaliteit gehercodeerd naar range 0-100

Pearson Correla-tion

-,116(*) ,079 1 -,202(**) -,177(**)

Sig. (1-tailed) ,021 ,084 ,000 ,001

N

306 306 306 306 301

Agreeableness gehercodeerd naar range 0-100

Pearson Correla-tion

,105(*) -,099(*) -,202(**) 1 ,213(**)

Sig. (1-tailed) ,034 ,042 ,000 ,000

N 306 306 306 306 301

berekend gehercodeerd naar range 0-100

Pearson Correla-tion

,129(*) ,278(**) -,177(**) ,213(**) 1

Sig. (1-tailed) ,013 ,000 ,001 ,000

N 301 301 301 301 301

** Correlation is significant at the 0.01 level (1-tailed).* Correlation is significant at the 0.05 level (1-tailed).

35

Page 40: verslag Bachelorthesis na review

(Correlatie vier factoren HEXACO vragenlijst en de factor Berekend/Diplomatiek van de WIMAS, onderverdeeld naar mannen en vrouwen)

36

Page 41: verslag Bachelorthesis na review

Hypothese 5 (regressieanalyse eigen oordeel integriteit en Berekenend/Diplomatiek)

Statistics

Hoe integer beoordeelt u

zichzelf? 1 = helemaal niet

tot en met 10 = helemaal

wel

berekend gehercodeerd naar range 0-

100N Valid 314 301

Missing 27 40Mean 8,32 64,0954Median 8,00 63,5417Mode 8 71,88Std. Deviation ,918 8,75474Skewness -,442 ,062Std. Error of Skewness ,138 ,140Kurtosis 1,009 ,127Std. Error of Kurtosis ,274 ,280

Model Summaryb

,170a ,029 ,026 ,912 ,029 8,871 1 299 ,003 1,939Model1

R R SquareAdjustedR Square

Std. Error ofthe Estimate

R SquareChange F Change df1 df2 Sig. F Change

Change Statistics

Durbin-Watson

Predictors: (Constant), berekend gehercodeerd naar range 0-100a.

Dependent Variable: Hoe integer beoordeelt u zichzelf? 1 = helemaal niet tot en met 10 = helemaal welb.

ANOVAb

7,384 1 7,384 8,871 ,003a

248,882 299 ,832

256,266 300

Regression

Residual

Total

Model1

Sum ofSquares df Mean Square F Sig.

Predictors: (Constant), berekend gehercodeerd naar range 0-100a.

Dependent Variable: Hoe integer beoordeelt u zichzelf? 1 = helemaal niet toten met 10 = helemaal wel

b.

Coefficientsa

7,160 ,389 18,397 ,000

,018 ,006 ,170 2,978 ,003

(Constant)

berekend gehercodeerdnaar range 0-100

Model1

B Std. Error

UnstandardizedCoefficients

Beta

StandardizedCoefficients

t Sig.

Dependent Variable: Hoe integer beoordeelt u zichzelf? 1 = helemaal niet tot en met 10 =helemaal wel

a.

37

Page 42: verslag Bachelorthesis na review

Hypothese 6 (onafhankelijke t-toets, leidinggevend en niet leidinggevend tov Berekenend/Diplomatiek en Integriteit)

Group Statistics

Heeft u een leidinggevende functie ? N Mean

Std. Deviation

Std. Error Mean

berekend gehercodeerd naar range 0-100

ja 97 66,1405 9,24280 0,93846nee 204 63,1230 8,36184 0,58545

Integriteit gehercodeerd naar range 0-100

ja 97 70,7216 11,39923 1,15742nee 209 68,7799 11,75192 0,81290

38

Page 43: verslag Bachelorthesis na review

Correlations

39

Page 44: verslag Bachelorthesis na review

Hypothese 7 (onafhankelijke t-toets, man/vrouw ten opzichte van Berekenend/Diplomatiek en Integriteit)

40

Page 45: verslag Bachelorthesis na review

Cronbach’s Alpha (factor Berekend/Diplomatiek WIMAS)

Reliability Statistics

Cronbach's Alpha Cronbach's Alpha Based on Standardized Items N of Items

,718 ,731 16

Item-Total Statistics

Scale Mean if Item De-

leted

Scale Vari-ance if Item

Deleted

Corrected Item-Total

Correlation

Squared Multiple

Correlation

Cronbach's Al-pha if Item De-

leted

. - Ik denk altijd goed na voordat ik iets onderneem.

71,84 63,412 ,355 ,229 ,701

. - Om mijn plannen te realiseren doe ik indien nodig water bij de wijn.

72,44 67,154 ,132 ,084 ,720

. - Het komt vaak voor dat ik de reacties van anderen verkeerd inschat.

72,12 63,652 ,282 ,247 ,707

. - Ik heb altijd alternatieven achter de hand voor als mijn oorspronkelijk plan niet doorgaat.

72,62 62,249 ,350 ,243 ,700

. - Ik kies meestal partij voor diegene die me het meeste aanspreekt, zonder daarbij na te denken of dat wel het verstandigste is.

72,86 65,607 ,107 ,108 ,731

. - Ik ben niet altijd even diplomatiek in de omgang met anderen.

73,26 61,584 ,274 ,270 ,711

. - Bij hetgeen ik doe, houd ik het doel goed in de gaten.

71,74 63,638 ,435 ,341 ,697

. - Ik leg nooit een voorstel zomaar op tafel, maar wacht tot het juiste moment.

72,57 58,479 ,578 ,406 ,676

. - Ik besteed veel aandacht aan de wijze waarop ik plannen of ideeën naar voren breng.

72,56 60,901 ,420 ,321 ,693

. - Ik laat me niet vastpinnen op iets, maar zorg ervoor keuzemogelijkheden over te houden.

72,44 63,681 ,344 ,200 ,702

. - Als ik een ruzie wil beslechten, dan zoek ik een haalbaar compromis, zonder daarbij al te zeer te letten op wie gelijk heeft.

72,65 65,328 ,175 ,087 ,719

. - Voordat ik openlijk een idee opper peil ik eerst of ik wel genoeg steun zal krijgen.

73,54 61,855 ,299 ,241 ,706

. - Ik verspil mijn tijd niet aan zaken die toch niet haalbaar zijn.

72,62 64,375 ,194 ,184 ,718

. - Ik bedenk van tevoren hoe ik bezwaren tegen mijn plannen kan ontzenuwen.

72,82 60,290 ,402 ,298 ,694

. - Ik zorg ervoor anderen niet onnodig tegen me in het harnas te jagen.

72,02 63,116 ,317 ,202 ,704

. - Ik ben me meestal goed bewust van de motieven van anderen.

72,21 60,581 ,483 ,392 ,687

Scale Statistics

Mean Variance Std. Deviation N of Items

41

Page 46: verslag Bachelorthesis na review

77,36 70,210 8,379 16

Frequenties van een aantal variabelen

42

Page 47: verslag Bachelorthesis na review

43

Page 48: verslag Bachelorthesis na review

Spreiding en gemiddelde leeftijd

N Range Minimum Maximum Mean Std. DeviationWat is uw leeftijd? 335 52 16 68 42,97 9,130Valid N (listwise) 335

44