Verbeterplan: Artsenvisitejoycepama.weebly.com/uploads/2/2/6/5/22659786/...4. Communiceren met het...
Transcript of Verbeterplan: Artsenvisitejoycepama.weebly.com/uploads/2/2/6/5/22659786/...4. Communiceren met het...
1
Verbeterplan:
Artsenvisite
Nick Tuninga, 500631309, 4AMC4
JoycePama, 500666660, 4AGZ3
Projectbegeleider: Miriam Vonk
Examinator 1: Daaf Kronenburg
Examinator 2: Joop Bouwman
Studieonderdeel: Afstudeerproject zorgverbetering; Verbeterplan
Studiedeelnummer: G-verp 4500AFZV12
Opdrachtgever:
Aline Coenraadts (hoofdverpleegkundige) & Irha Bitreyson (senior verpleegkundige)
& Malou van Egmond (verpleegkundige)
Academisch Medisch Centrum (AMC) Amsterdam, F7 Zuid
Maag-, Darm-, Lever-, en Longziekten
Meibergdreef 9
1105 AZ, Amsterdam Zuidoost
Inlever datum 06-06-2014
Aantal woorden: 9048
2
VOORWOORD
Geachte Lezer,
Voor u ligt het verbeterplan van de projectgroep Artsenvisite. In dit verslag zal duidelijk naar voren
komen welke aanbevelingen er ontwikkeld zijn. De aanbevelingen zijn ontwikkeld op basis van twee
focusgroepen, observatie van de huidige situatie rondom artsenvisite op de afdeling en twee
literatuurstudies. In het verslag is beschreven welke stappen er genomen moeten worden om ervoor
te zorgen dat de efficiëntie rondom de artsenvisite verbetert. Ook wordt er een duidelijke koppeling
naar de projectgroep EVV-schap gemaakt.
De projectgroep hoopt dat u het verbeterplan met plezier leest.
Amsterdam, Mei 2014
3
SAMENVATTING (ABSTRACT)
Achtergrond: Dit verbeterplan is opgesteld in opdracht van de afdeling Maag-, Darm-, Lever-,(MDL)
en Longziekten, F7-zuid in het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam.
Probleemstelling en doelstelling: Op de afdeling F7-zuid zijn vorig jaar twee specialismes
samengevoegd: MDL en Longziekten. De samenvoeging zorgde voor een cultuurverandering op de
afdeling doordat twee verschillende afdelingsculturen ineens samen moesten werken als een team.
De afdeling is inmiddels een hecht team geworden. Echter, is het probleem rondom het indelen van
de artsen visite nog niet opgelost. Zo zijn er door de samenvoeging vier verschillende artsen die
allemaal hun eigen artsenvisite verzorgen. Er zijn twee Longartsen, een Maag-, en Darmziekten arts
en een Leverarts. Hierdoor duurt het lopen van de artsenvisite erg lang. Het probleem in de huidige
situatie is dat verpleegkundigen vaak naar meer dan twee verschillende artsenvisites moeten (soms
drie of vier). Daarnaast heeft de verpleegkundige ook vaak maar één patiënt te bespreken bij de
betreffende arts, wat door zowel de artsen als de verpleegkundigen als vervelend wordt ervaren. De
artsen vinden de lange wachttijden tijdens het wisselen van de verpleegkundigen vervelend. Samen
leiden al deze aspecten tot een inefficiënte artsenvisite, welke tot irritaties leidt, maar ook tot
tijdverlies.
Methodiek: De projectgroep heeft haar aanbevelingen gedaan aan de hand van verschillende
methodes van data verzameling: twee focusgroepen, observatie van de huidige situatie rondom
artsenvisite op de afdeling en twee literatuurstudies.
Resultaten: Uit de twee focusgroepen is naar voren gekomen dat het team van F7-zuid vooral
behoefte heeft aan een vernieuwde aanpak van de artsenvisite. Zo ervaren de verpleegkundigen het
vervelend als zij naar meer dan twee verschillende artsenvisites moeten gaan. De tijd die verloren
gaat met het wachten op de artsenvisite en het zoeken naar de collega die vervolgens naar de
artsenvisite mag, roept veel ergernissen op omdat dit niet efficiënt gebeurt.
Ten tweede heeft de projectgroep data verzameld door de huidige situatie rondom de artsenvisite
op de afdeling te observeren. Er is naar voren gekomen dat een groot deel van de verpleegkundigen
in de dagdienst naar meerdere artsenvisites moet om bijvoorbeeld bij elke arts maar één patiënt te
bespreken. Dit is erg inefficiënt voor zowel de artsen als de verpleegkundigen.
Ten derde zijn er twee literatuurstudies uitgevoerd door de projectgroep. De eerste literatuurstudie
richtte zich vooral op wat kwaliteit van zorg inhoudt. De tweede literatuurstudie onderbouwt de
effectiviteit van het gebruik van een checklist tijdens de artsenvisite.
Aanbevelingen: 1. Er zou een checklist toegepast moeten worden tijdens de artsenvisite. In het AMC
kan de ‘Blauwdruk artsenvisite’ gebruikt worden als checklist om ervoor te zorgen dat de inhoudelijke
artsenvisite efficiënter en gestructureerder verloopt, wat zal leiden tot tijdswinst (1). 2. De arts dient
de verpleegkundigen te bellen die naar de visite mogen komen om de wachttijden te verkorten. 3. De
regieverpleegkundige is verantwoordelijk voor de indeling van de artsenvisite; daarnaast moet hij/zij
ervoor zorgen dat alle piepernummers van alle verpleegkundigen correct in het planbord staan zodat
de artsen hier toegang toe hebben. 4. Er moeten meer telefoons op de afdeling komen zodat de
4
verpleegkundigen en artsen hun pieper eenvoudiger en sneller kunnen beantwoorden. Als er geen
extra telefoons bij komen moeten zowel verpleegkundigen als artsen geregeld zoeken naar een
beschikbare telefoon, wat leidt tot tijdverlies. 5. Het dient voor de artsen, verpleegkundigen en
patiënten duidelijk te zijn wanneer het medisch beleid bekend is. Als dit om uiterlijk 13:00uur bekend
is hebben de verpleegkundigen namelijk genoeg tijd om hier op te anticiperen. 6. De
verpleegkundigen van de afdeling dienen zo te worden ingedeeld dat zij niet naar meer dan twee
verschillende artsenvisites gaan. Hiervoor adviseert de projectgroep om verpleegkundigen op
specialisme in te delen. 7. In het planbord dienen kleuren te worden gebruikt zodat het indelen van de
visite overzichtelijk en efficiënt verloopt.
Conclusie: De projectgroep is na het doen van dit onderzoek tot de volgende conclusies gekomen.
Allereerst raadt de projectgroep aan om de verpleegkundigen in te delen op specialisme. Op deze
manier hoeven de verpleegkundigen maar naar één artsenvisite toe en in sommige gevallen naar
maximaal twee verschillende artsenvisites. Daarnaast zal er een nieuwe afspraak komen rondom het
systematisch visite lopen. De ‘Blauwdruk artsenvisite’ zal tijdens elke artsenvisite gebruikt worden.
Door deze checklist aan te houden zal de inhoudelijke artsenvisite sneller en gestructureerder
verlopen, wat leidt tot tijdswinst. Ten derde zal de verpleegkundige oppiepen als hij/zij naar de visite
kan komen, dit scheelt veel tijd voor de verpleging en artsen. De regieverpleegkundige zorgt er
iedere ochtend voor dat de artsen een lijst krijgen met de piepernummers van de verpleegkundigen
zodat dit mogelijk is. De randvoorwaarde hiervoor is dat er meer telefoons op de afdeling dienen te
komen zodat de verpleegkundigen snel en makkelijk hun pieper kunnen opnemen.
5
INHOUDSOPGAVE.
VOORWOORD .............................................................................................................................. 2
SAMENVATTING (ABSTRACT) ........................................................................................................ 3
1. INLEIDING ............................................................................................................................. 7
1.1 PROBLEEMSTELLING ............................................................................................................................ 7
1.2 BEGRIPPEN ........................................................................................................................................ 8
1.3 DOELGROEP ....................................................................................................................................... 9
1.4 HOOFDVRAAG .................................................................................................................................. 10
1.5 DEELVRAGEN ................................................................................................................................... 10
2. METHODE ........................................................................................................................... 11
2.1 METHODE: FOCUSGROEPEN ............................................................................................................... 12
2.1.1 Uitvoering van de focusgroepen ........................................................................................... 12
2.2 METHODE: LITERATUURSTUDIE ............................................................................................................ 13
2.3 METHODE: OBSERVATIE VAN DE HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE ARTSENVISITE OP DE AFDELING. ............... 13
2.4 METHODE: SAMENWERKEN PROJECTGROEP EERSTE VERANTWOORDELIJKE VERPLEEGKUNDIGE (EVV-SCHAP) ... 14
3 RESULTATEN ........................................................................................................................ 14
3.1 RESULATEN: FOCUSGROEPEN.............................................................................................................. 14
3.2 RESULTATEN: LITERATUURSTUDIE ........................................................................................................ 16
3.3 RESULTATEN: OBSERVATIE VAN HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE ARTSENVISITE OP DE AFDELING. .................... 16
3.4 RESULTATEN: PROJECT EVV-SCHAP ..................................................................................................... 39
4 AANBEVELINGEN .................................................................................................................. 39
4.1 DE AANBEVELINGEN UIT DE LITERATUURSTUDIES: ................................................................................... 40
4.2 DE AANBEVELINGEN UIT DE FOCUSGROEPEN: ......................................................................................... 41
4.3 DE AANBEVELINGEN UIT DE OBSERVATIE VAN DE HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE ARTSENVISITE: ..................... 42
5 DISCUSSIE ............................................................................................................................ 43
6 CONCLUSIE........................................................................................................................... 46
LITERATUURLIJST ........................................................................................................................ 49
BIJLAGE 1 DEELVRAGEN .............................................................................................................. 51
1.1 WAT IS EEN ARTSENVISITE EN WAT WORDT ER BESPROKEN? ..................................................................... 51
1.2 HOE WORDT DE ORGANISATIE VAN DE ARTSENVISITEN OP DE AFDELING F7-ZUID TOEGEPAST? ....................... 51
1.3 HOE WORDT DE HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE ARTSEN VISITE ERVAREN DOOR HET VERPLEEGKUNDIG TEAM VAN
F7-ZUID? .............................................................................................................................................. 51
1.4 WAT IS KWALITEIT VAN ZORG? ............................................................................................................ 52
1.5 WAT BETEKENT KWALITEIT VAN ZORG VOOR DE PATIENT? ....................................................................... 52
1.6 WAT IS KWALITEIT VAN ZORG VOLGENS HET VERPLEEGKUNDIG TEAM VAN F7-ZUID? .................................... 52
1.7 HOE WORDT KWALITEIT VAN ZORG OP DE AFDELING F7-ZUID GEMETEN? ................................................... 53
1.8 WAT IS EFFICIENTIE VAN ZORG? .......................................................................................................... 53
1.9 HOE WORDT DE CONTINUITEIT VAN ZORG GEWAARBORGD BIJ HET INDELEN VAN DE ARTSENVISITE? ................ 53
1.10 WAT IS EEN EFFICIËNTE VISITE? ......................................................................................................... 54
6
1.11 WELKE METHODES KUNNEN OP F7-ZUID WORDEN TOEGEPAST OM DE ARTSENVISITE EFFICIËNT IN TE DELEN? . 55
BIJLAGE 2 LITERATUUR ONDERZOEK ........................................................................................... 57
BIJLAGE 3 FOCUSGROEPEN. ........................................................................................................ 60
KWALITEIT VAN ZORG VOLGENS F7-ZUID. ................................................................................... 65
KNELPUNTEN RONDOM DE ARTSENVISTE OP F7-ZUID. ................................................................ 65
VERPLEEGKUNDIGEN: .............................................................................................................................. 65
ARTSEN: ............................................................................................................................................... 65
7
1. INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de probleemstelling en worden begrippen van de
probleemstelling verduidelijkt. Vervolgens worden de doelgroep, hoofdvraag en deelvragen
beschreven en worden de keuzes hiervoor beargumenteerd. De projectgroep zal gedurende dit
verslag aanbevelingen doen aan de afdeling F7-zuid omtrent zorginnovatie.
1.1 PROBLEEMSTELLING
De aanleiding voor het ontwikkelen van dit verbeterplan is als volgt: de afdeling F7-zuid in het
Academisch Medische Centrum te Amsterdam (AMC) is vorig jaar een samengestelde afdeling
geworden, bestaande uit de afdeling Maag-, Darm-, en Leverziekten (MDL) en Longziekten. Door
deze ontwikkeling zijn er op de afdeling meerdere specialismen gekomen. Zo zijn er meerdere
gespecialiseerde artsen die allemaal hun eigen artsenvisite doen: het gevolg hiervan is dat er twee
artsenvisites zijn voor Longziekten, één artsenvisite voor Leverziekten en tot slot nog één artsen
visite voor Maag- en Darmziekten.
De indeling van de verpleegkundigen omtrent patiëntenzorg is niet efficiënt met betrekking tot de
artsenvisites. Als gevolg hiervan is er op de afdeling sprake van het volgende:
De verpleegkundigen moeten soms naar vier verschillende artsen om hun patiënten te
bespreken, wat veel tijd kost.
De artsen moeten langer wachten tot de eerstvolgende verpleegkundige bij hem/haar is om
artsenvisite te lopen (bijvoorbeeld doordat verpleegkundigen soms maar één patiënt bij de
betreffende arts hebben en moeten zoeken naar hun collega die vervolgens naar de visite
mag).
Er wordt later geanticipeerd op het behandel beleid van de patiënt, omdat dit beleid (te) laat
bekend is. Dit leidt tot het later starten van medische behandeling/onderzoeken, wat tot een
langere opnameduur kan leiden. Daarnaast heeft de patiënt langer onduidelijkheid over
zijn/haar behandeling.
De patiënten worden later voorbereid op onderzoeken die zij eventueel moeten ondergaan.
Dit zou kunnen leiden tot een langere opname duur omdat de onderzoeken te laat worden
aangevraagd en naar de volgende werkdag worden verschoven.
Doordat de visites lang duren ontstaat tijdsgebrek voor andere belangrijke taken. Denk
hierbij aan de verpleegkundige zorg en begeleiding, het geven van voorlichting en het feit dat
de artsen laat langslopen bij de patiënt.
In het AMC zijn naast F7-zuid meerdere afdelingen samengevoegd; een afdeling waarmee de
projectgroep een vergelijking heeft gemaakt is de afdeling neurologie (H6-noord). Neurologie is
namelijk een jaar geleden samengevoegd met Neurochirurgie, tot de afdeling Neurocentrum AMC
(H6-noord/zuid). Op deze afdeling wordt het probleem rondom de artsenvisite niet ervaren omdat er
op deze afdeling tijdens elke artsenvisite strikt gebruik wordt gemaakt van de ‘Blauwdruk
artsenvisite’ en omdat er strikte tijdsafspraken gelden. Op de afdeling F7-zuid wordt de ‘Blauwdruk
artsenvisite’ niet nageleefd terwijl deze AMC breed is ingevoerd en door de JCI is goedgekeurd. De
‘Blauwdruk artsenvisite’’ hoort tijdens de visite gebruikt te worden. In het verleden heeft het team
8
hier ook een scholing over gehad. Op basis van eigen stage ervaringen denkt de projectgroep dat de
‘Blauwdruk’ niet wordt gebruikt omdat verpleegkundigen het ervaren als belastend (bijvoorbeeld:
‘nog een checklist waar we rekening mee moeten houden’). Daarnaast horen alle verpleegkundigen
het kaartje waar de ‘Blauwdruk artsenvisite’ op staat bij zich te hebben; echter, in de praktijk blijken
weinigen dit daadwerkelijk te doen.
1.2 BEGRIPPEN
Hieronder worden de begrippen die in dit verslag genoemd worden verduidelijkt.
Artsenvisite
Er is geen eenduidige definitie van artsenvisite, maar dit begrip kan in het algemeen worden
omschreven als een complex klinisch proces waarin de opgenomen patiënt klinisch wordt
beoordeeld. Dit proces bestaat uit de volgende punten:
1. Opzetten en wijzigen van de klinische diagnose.
2. De vooruitgang van de patiënt(en) herzien; anticiperen op basis van onderzoek(en); bespreken
van de voorgeschiedenis; MEWS (Modified Early Warning Score); resultaten van onderzoeken die
de patiënt(en) heeft ondergaan en van verpleegkundige observaties.
3. Beslissingen nemen over toekomstige onderzoeken en de behandelcode.
4. Communiceren met het multidisciplinaire team, patiënt(en), familie en mantelzorgers.
5. Actief de veiligheid van zorg controleren om vermijdbare schade te beperken.
6. Afspraken maken omtrent ontslag.
De artsenvisite is een belangrijke manier van communiceren tussen artsen en verpleegkundigen. Met
goede communicatie tussen artsen en verpleegkundigen worden visites efficiënter, gaat er minder
informatie verloren en wordt de patiëntveiligheid verbeterd (1-3).
Efficiënte zorg en kwaliteit van zorg
Kwaliteit van de zorg wordt bepaald door meerde factoren, waarbij efficiëntie en effectiviteit
centraal staan. Met effectiviteit wordt het volgende bedoeld: de mate waarin (vooraf) geformuleerde
doelen in de praktijk worden bereikt. Efficiëntie verwijst naar de manier waarop deze doelen bereikt
worden, waarbij gestreefd wordt naar zo min mogelijk verspilling van tijd, geld en energie (4,5).
Continuïteit van zorg
Continuïteit in de algemene zin verwijst volgens de Van Dale naar een onafgebroken duur.
Continuïteit van zorg houdt in dat de zorg naadloos overgaat van de ene hulpverlener naar de andere
(5-7).
Joint Commission International (JCI)
Het AMC is sinds 13 oktober 2012 geaccrediteerd door de Joint Commission International (JCI). Deze
strenge accreditatie focust zich op meer dan 1200 aandachtspunten voordat een ziekenhuis de
accreditatie krijgt. De JCI-organisatie wordt door het World Health Organisation (WHO) erkend. De
standaarden waar de JCI zich vooral op richt zijn de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. Het AMC
heeft bewust gekozen om over te stappen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg
9
(NIAZ) naar de JCI. De reden hiervoor is dat de JCI internationaal wordt erkend als een
kwaliteitssysteem, in tegenstelling tot NIAZ, wat een landelijk systeem is. De JCI-inspectie licht het
hele ziekenhuis door, waarvoor alles tot in de details op orde dient te zijn. Naast de focus op
patiëntveiligheid is de tracer-methodiek kenmerkend voor de JCI (i.e. het volgen van patiënten van
opname tot ontslag). Met deze methode bekijkt de JCI of alle afspraken die zijn gemaakt zijn
nagekomen, de processen goed op elkaar aansluiten en of de veiligheid van de patiënt, bezoekers en
medewerkers tijdens de hele periode zijn gewaarborgd (8,9).
Blauwdruk
In het AMC wordt de ‘Blauwdruk artsenvisite’ voor de artsenvisites gebruikt. Dit is een checklist die
als leidraad voor de artsenvisite kan worden gebruikt. Alle processen die zorgen voor een efficiënte
artsenvisite worden in de Blauwdruk toegelicht. De Blauwdruk is AMC-breed en wordt gebruikt op
alle verpleegafdelingen van het AMC (2).
Focusgroep
De definitie van een focusgroep is als volgt: “Groep mensen die in een gestructureerde
groepsdiscussie ervaringen uitwisselt. Een focusgroep kan bestaan uit patiënten die recent zijn
behandeld, maar ook uit zorgverleners die hun mening geven over een bepaald onderwerp,
bijvoorbeeld de toepasbaarheid van een richtlijn. Dit levert een grote hoeveelheid sterke en zwakke
punten op”(6).
Regieverpleegkundige:
Een regieverpleegkundige vervult een coördinerende functie op een (verpleeg) afdeling en kan
gezien worden als een uitbreiding op de stipdienst. Hij/zij zorgt er o.a. voor dat het indelen van de
artsenvisite soepel verloopt en dat er gedurende de artsenvisite gebruik wordt gemaakt van de
‘Blauwdruk artsenvisite’. Dit doet de regieverpleegkundige door, als hij/zij tijd heeft, naar een
willekeurige artsenvisite te gaan en te observeren hoe het er aan toe gaat en waar nodig sturing te
geven. In de middag heeft de regieverpleegkundige tijd om aan andere taken te werken en zal hij/zij
voor de volgende dagdienst de verpleegkundigen indelen.
1.3 DOELGROEP
Tot de primaire doelgroep behoren de artsen en verpleegkundigen van de afdeling F7-zuid. Dit
project zal naast de verpleegkundigen ook invloed hebben op de overige disciplines, waaronder
fysiotherapeuten en maatschappelijk werkers. Ten slotte zullen de patiënten bij invoering van dit
zorg-verbeteringsproject hoogstwaarschijnlijk niet veel merken. Echter, de lang liggende patiënten
zullen mogelijk wel merken dat er een verbetering is rondom de efficiëntie van zorg. Zo kan het zijn
dat de patiënt eerder weet waar hij/zij aan toe is en kan deze persoon eerder zijn/haar vragen aan de
arts en verpleegkundigen stellen.
10
1.4 HOOFDVRAAG
Om het eerder beschreven probleem te beantwoorden is de volgende hoofdvraag opgesteld:
Hoe kunnen artsenvisites efficiënt georganiseerd worden waarbij de continuïteit en kwaliteit
van zorg gewaarborgd blijft?
Het doel dat uiteindelijk bereikt wordt als de hoofdvraag beantwoord wordt is als volgt: de
organisatie van de artsenvisite op de afdeling F7-zuid verloopt efficiënt, waardoor de continuïteit en
kwaliteit van zorg voor de patiënt verbetert.
1.5 DEELVRAGEN
Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld:
Artsen visite.
1. Wat is een artsenvisite en wat wordt er besproken?
Deze vraag is ontwikkeld om een duidelijk beeld te schetsen van wat een artsenvisite is
en inhoudt. Denk hierbij aan wat er allemaal wordt besproken tijdens een artsenvisite
(1).
2. Hoe wordt de organisatie van de artsenvisite op de afdeling F7-zuid toegepast?
Deze vraag is ontwikkeld om een duidelijk beeld te schetsen van de organisatie van de
artsenvisite op de afdeling om potentiele verbeterpunten te identificeren.
3. Hoe wordt de huidige situatie rondom de artsenvisite ervaren door het team van F7-zuid?
Deze vraag is ontwikkeld om de huidige situatie rondom de artsenvisite goed in kaart te
krijgen, vanuit het perspectief van de artsen en verpleegkundigen. Voor de overige
disciplines is dit project in mindere mate interessant omdat zij in principe niet te maken
hebben met artsenvisites.
Kwaliteit van zorg.
4. Wat is kwaliteit van zorg?
Deze vraag is ontwikkeld om een duidelijk beeld te krijgen van wat kwaliteit van zorg is.,
om mogelijke verbeterpunten te identificeren.
5. Wat betekent kwaliteit van zorg voor de patiënt?
Deze vraag is ontwikkeld om een beeld te krijgen van wat de patiënten belangrijke
punten van kwaliteit vinden. De zorgprofessional heeft namelijk niet per definitie
hetzelfde voor ogen als de patiënt, wanneer het kwaliteit van zorg betreft. Het is daarom
belangrijk om dit perspectief mee te nemen tijdens het ontwikkelen van de
aanbevelingen.
11
6. Wat is kwaliteit van zorg volgens het verpleegkundig team van F7-zuid?
Deze vraag is ontwikkeld om een duidelijk beeld te krijgen van wat het verpleegkundig
team verstaat onder kwaliteit van zorg. Door dit te weten kan de projectgroep hier
verder op ingaan bij de aanbevelingen.
7. Hoe wordt kwaliteit van zorg op de afdeling F7-zuid gemeten?
Deze vraag is ontwikkeld om te kijken met welk kwaliteitssysteem er op de afdeling
gewerkt wordt. De projectgroep zal naar dit kwaliteitssysteem kijken en dit tevens
verwerken in de aanbevelingen.
Efficiëntie van zorg.
8. Wat is efficiëntie van zorg?
Het doel van deze deelvraag is om meer duidelijkheid te krijgen over dit concept zodat
duidelijk wordt naar welk doel toegewerkt dient te worden.
9. Hoe wordt de continuïteit van zorg gewaarborgd bij het indelen van de artsenvisite?
Deze vraag zal zich specifiek richten op de continuïteit van zorg waarbij onderscheid
wordt gemaakt tussen de huidige situatie en de wenselijke situatie. De projectgroep
artsenvisite maakt hier een koppeling met de projectgroep EVV- schap (eerste
verantwoordelijke verpleegkundige).
10. Wat is een efficiënte visite?
Door deze vraag te beantwoorden wil de projectgroep een doel hebben waar op de
afdeling naartoe gewerkt dient te worden.
11. Welke methodes kunnen op F7-zuid worden toegepast om de artsenvisite efficiënt in te
delen?
Deze vraag is ontwikkeld om meerdere methodes te vergelijken die erop doelen om
artsenvisites efficiënt te maken en te kijken welke methode het beste past bij de afdeling
F7-zuid.
De uitgewerkte deelvragen kunnen teruggevonden worden in bijlage 1.
2. METHODE
Om antwoord te geven op de ontwikkelde deelvragen is gekozen voor focusgroepen,
literatuuronderzoek en observatie van de huidige situatie omtrent artsenvisites. In dit hoofdstuk
worden deze onderzoekmethodes concreet beschreven. Daarnaast worden de keuzes voor de
onderzoeksmethodes toegelicht en wordt beschreven hoe de deelvragen zijn beantwoord.
12
2.1 METHODE: FOCUSGROEPEN
Het praktijk onderzoek bestond uit twee focusgroepen (brainstormsessies) die op de afdeling F7-zuid
plaatsvonden. Bij deze focusgroepen waren naast verpleegkundigen ook artsen en studenten
aanwezig. Het doel van de focusgroepen was om informatie te verkrijgen vanuit het perspectief van
het team van F7-zuid met betrekking tot de efficiëntie rondom de artsenvisite.
Het grote voordeel van een focusgroep is allereerst dat het relevante discussies kan stimuleren en
ervoor kan zorgen dat ideeën, meningen en valkuilen van het verpleegkundig team F7-zuid duidelijk
naar voren komen (10,11). De tweede reden waarom er werd gekozen voor het uitvoeren van
focusgroepen is omdat er op relatief eenvoudige wijze bruikbare informatie verzameld kan worden,
waarmee later de deelvragen beantwoord kunnen worden. Ook worden de knelpunten en
onderlinge meningsverschillen vanuit het team besproken en worden deze helder voor de
projectgroep.
Voor het verkrijgen van informatie vanuit het perspectief van het team heeft de projectgroep
gekozen voor focusgroepen in plaats van enquêtes. De reden hiervoor was dat door het gebruiken
van een enquête de vragen mogelijk te specifiek werden en daardoor mogelijk te suggestief (10).
Daarnaast zou er bij een enquête weinig ruimte zijn voor reacties vanuit het team van F7-zuid.
Tevens kan het overmatig gebruik maken van enquêtes leiden tot ergernissen bij de doelgroep (10).
Vanwege deze nadelen is ervoor gekozen om focusgroepen te organiseren.
2.1.1 UITVOERING VAN DE FOCUSGROEPEN
Door posters op te hangen en gebruik te maken van e-mail werd de afdeling op de hoogte gebracht
wanneer de focusgroepen plaats zouden vinden. De focusgroepen waren vooraf doorgesproken met
de opdrachtgever en de projectbegeleider. Daarnaast was er afgesproken dat bij elke focusgroep een
senior verpleegkundige aanwezig moest zijn. De focusgroepen duurden ongeveer 30 minuten en
werden gecombineerd met de projectgroep EVV-schap (Annemarie Lambalk en Lisanne Fransen),
om zo tijd te besparen voor het team. De focusgroepen werden aan de hand van een PowerPoint
presentatie gepresenteerd aan de afdeling F7-zuid. Bij aanvang van de focusgroep werd aan de
afdeling goedkeuring gevraagd voor een geluidsopname. Data werd vervolgens verzameld door
middel van geluidsopnamen en/of notulen. Per focusgroep werd bijgehouden welke
verpleegkundigen, artsen en studenten aanwezig waren om een beeld te krijgen van het percentage
van de afdeling dat mee heeft gewerkt aan de focusgroepen. Van het verpleegkundig team waren 14
van de 23 aanwezig geweest bij één van de focusgroepen. Dit houdt in dat 61% van het
verpleegkundig team input heeft gegeven bij de focusgroepen. Daarnaast hebben twee artsen input
gegeven tijdens de focusgroep en zijn vier verpleegkunde studenten aanwezig geweest .
Focusgroep 1: Met de eerste focusgroep lag de nadruk op het inventariseren van de huidige situatie.
De volgende vragen zijn toen aan het team gesteld:
- Hoe ervaren jullie de huidige situatie rondom de artsenvisite?
- Hoe kijken jullie tegen het probleem aan?
- Hoe denken jullie dat het beter kan?
13
- Hoe kan de artsenvisite efficiënter worden georganiseerd?
- Wat vindt F7-zuid van kwaliteit van zorg?
Focusgroep 2: Met de tweede focusgroep wilde de projectgroep de knelpunten die de
verpleegkundigen en artsen ervaren duidelijk in kaart brengen. Er is gevraagd naar ideeën over hoe
het team van F7-zuid de artsenvisite efficiënter kunnen maken. Daarnaast is er kort besproken wat er
uit de eerste focusgroep naar voren was gekomen om te inventariseren of iemand hier nog
aanvulling op had.
2.2 METHODE: LITERATUURSTUDIE
De literatuuronderzoeken die zijn gedaan hadden de volgende hoofdvragen:
1. Welke standaarden kunnen gebruikt worden om kwaliteit van zorg te definiëren?
2. Op welke wijze kan er efficiënt visite gelopen worden bij niet geprotocolleerde zorg met
verschillenden specialisme?
Er is gekozen om een literatuuronderzoek uit te voeren omdat er met literatuuronderzoek een hoge
bewijslast gevonden kan worden, waardoor de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van het
onderzoek vergroot wordt. De twee literatuurstudies die zijn gedaan sluiten niet perfect aan bij de
hoofdvraag van de projectgroep. De reden hiervoor is dat er over het centrale probleem geen
bestaande literatuur te vinden is. De projectgroep heeft er daarom voor gekozen om uit gerelateerde
literatuur bevindingen/ervaringen te gebruiken en deze vervolgens toe te spitsen op het centrale
probleem.
2.3 METHODE: OBSERVATIE VAN DE HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE ARTSENVISITE OP
DE AFDELING.
De artsenvisite is door de projectgroep grondig geobserveerd. Er werd gekeken naar hoe het indelen
van de artsenvisite gaat en hoe de artsenvisite verloopt. De projectgroep heeft gedurende de
stageperiode van 04-09-2013 t/m 14-02-2014 deze data verzameld, oorspronkelijk als een stage
opdracht. Door het verzamelen en analyseren van deze data bleek dat er veel efficiënter gewerkt kan
worden dan op de huidige manier gebeurt. Zo bleek al snel dat deze, van oorsprong stage opdracht,
veel groter was dan een stage opdracht. De projectgroep heeft vervolgens met de opdrachtgever
overlegd of het mogelijk was dit als afstudeerproject verder te onderzoeken. Hier heeft de
opdrachtgever toestemming voor gegeven; ook gebruik van de data uit de stage opdracht was
toegestaan.
De data voor de observatie van de huidige situatie rondom de artsenvisite is als volgt verzameld:
tijdens het verzamelen van data is er gekeken naar de indeling van de verpleegkundigen. Daarbij is
geobserveerd naar hoeveel artsenvisites de verpleegkundigen gedurende de dagdienst moeten gaan.
Er is hierbij rekening gehouden met zorgzwaarte van patiënten. Er is gedurende twee weken data
verzameld; tijdens de eerste week werd data verzameld op basis van het oude zorgzwaartesysteem.
14
De tweede week van data verzamelen vond plaats toen het nieuwe (huidige) zorgzwaartesysteem,
Rafaella, gebruikt werd.
Een zorgzwaartesysteem dient twee voornaamste doelen. Allereerst geeft het de verpleegkundigen
een indicatie over hoeveel tijd ze kwijt zijn bij een patiënt. Ten tweede zorgt het ervoor dat patiënten
eerlijk verdeeld kunnen worden onder de verpleegkundigen; hierdoor heeft iedere verpleegkundige
idealiter ongeveer een gelijke werkdruk.
Het oude zorgzwaartesysteem dat gebruikt werd op de afdeling F7-zuid was gebaseerd op een
systeem om patiënten in te delen volgens een aantal punten. Deze punten liepen van categorie 1 tot
en met categorie 5. Dit hield in dat patiënten die onder categorie 1 vielen niet tot nauwelijks
zorgbehoevend waren, terwijl een categorie 5 patiënt extreem zorg behoevend is en soms instabiel
(te goed om naar de IC te gaan, randgeval voor de afdeling). De patiënten werden door de
verpleegkundigen ingeschat op hun zorgzwaarte; bijvoorbeeld patiënt X, heeft een parese, katheter,
1 infuuspomp en een stoma. Deze patiënt zou dan hoogstwaarschijnlijk ingeschat worden op een
categorie 3 of 4 door de verpleegkundigen.
Het nieuwe (huidige) zorgzwaartesysteem Rafaella werkt ongeveer op dezelfde manier als het oude
systeem. Rafaella werkt echter van categorie 6 tot en met categorie 25. De punten worden bij
Rafaella op een andere manier toegewezen. Het is namelijk de bedoeling dat de behandelend
verpleegkundige na elke dienst een korte vragenlijst (6 vragen) over de patiënt invult op de
computer. Aan de hand van deze zes vragen worden punten toegekend en volgt een score.
2.4 METHODE: SAMENWERKEN PROJECTGROEP EERSTE VERANTWOORDELIJKE
VERPLEEGKUNDIGE (EVV-SCHAP)
In de hoofdvraag “Hoe kunnen artsenvisites efficiënt georganiseerd worden waarbij de continuïteit
en kwaliteit van zorg gewaarborgd blijft?” komt het begrip continuïteit naar voren. Continuïteit van
zorg is iets dat de projectgroep wenst te waarborgen. Dit wordt vorm gegeven door samen te werken
met de projectgroep EVV-schap. Deze projectgroep loopt synchroon met het project Artsenvisite. De
projectgroepen werken nauw samen om ervoor te zorgen dat er uiteindelijk één concreet plan wordt
opgesteld dat ervoor kan zorgen dat continuïteit van zorg op de afdeling F7-zuid gewaarborgd blijft.
Om dit te bereiken worden de gevonden resultaten gezamenlijk besproken en zullen er
aanbevelingen ontwikkeld worden die op elkaar aansluiten. Dit laatste zal uitgebreid onder het
hoofdstuk: Resultaten worden beschreven.
3 RESULTATEN
3.1 RESULATEN: FOCUSGROEPEN
Tijdens de focusgroepen zijn twee voornaamste thema’s besproken. Allereerst is er gevraagd naar
knelpunten die het team van F7-zuid ervaart met betrekking tot de artsenvisite. Daarnaast is hen
gevraagd wat zij verstaan onder kwaliteit van zorg en wat zij daarbij belangrijk en minder belangrijk
vinden. Resultaten van beide thema’s komen in dit hoofdstuk aan bod.
15
Knelpunten rondom de artsenvisite
De volgende knelpunten zijn duidelijk naar voren gekomen tijdens de focusgroepen:
- Het probleem rondom de artsenvisite. Zo vindt het verpleegkundig team van F7-zuid het erg
vervelend dat zij de volgende verpleegkundige moeten zoeken die naar de artsenvisite mag.
Er wordt aangegeven dat hiermee veel tijd verloren gaat voor zowel de artsen als de
verpleegkundigen.
- De academische setting van het AMC levert in sommige situaties een langere duur op van de
artsenvisite. Denk hierbij aan het uitleggen/overleggen van de arts assistent, supervisor en
coassistent. Door het overleggen met de supervisor duurt het langer voordat er een duidelijk
medisch beleid is gevormd, waardoor dit ook later aan de verpleegkundigen en de patiënten
wordt teruggekoppeld.
- De dossiervoering is niet altijd even goed bijgehouden, dit is soms te danken aan de tijdsdruk
wat leidt tot incomplete dossiervoering. Omdat de dossiers niet compleet zijn ontbreekt
mogelijk belangrijke informatie die nodig zou kunnen zijn voor de artsenvisite (artsen vinden
dit tevens erg storend).
- Tijdens de artsenvisite is er geen vaste structuur; ‘iedere arts werkt op een andere manier’.
De verpleegkundigen houden zich hierdoor ook niet aan de ‘Blauwdruk artsenvisite’ die
AMC-breed is ingevoerd (1).
- De artsen gaan na de artsenvisite langs de patiënt, zonder de verpleegkundigen hiervan op
de hoogte te stellen. Hierdoor wordt er soms belangrijke informatie gemist door de
verpleegkundigen, wat kan leiden tot mogelijke miscommunicatie.
- Zowel artsen als verpleegkundigen vinden het vervelend dat er niet genoeg telefoons op de
afdeling zijn, omdat zij naar beschikbare telefoons moeten zoeken en hiermee tijd verliezen.
- Het verpleegkundig team vindt het daarnaast vervelend om hun pieper op te nemen als ze
net bezig zijn bij de patiënt, omdat zij dan moeten weglopen bij de patiënt.
Kwaliteit van zorg
Tijdens de focusgroep is geïnventariseerd wat de verpleegkundigen belangrijke elementen vinden
van kwaliteit van zorg. De punten die uit de focusgroepen naar voren zijn gekomen:
- Patiënt is tevreden
- Zorg op maat
- Uitslagen onderzoeken zijn tijdig bekend
- Medisch beleid is snel bekend, zowel voor verpleegkundigen als patiënt
- Duidelijke communicatie tussen patiënt en alle betrokken disciplines
- Duidelijke voorlichting aan de patiënt
In de tweede focusgroep werd het punt voorlichting uitgebreid besproken. Dit had de projectgroep
vooraf niet ingepland en voorbereid. Doordat het team onderling ging discussiëren is dit onderwerp
naar voren gekomen en werd duidelijk dat als de patiënten meer voorlichting krijgen, dit vaak leidt
tot therapietrouw, wat op zijn beurt weer kan leiden tot een kortere ligduur.
16
3.2 RESULTATEN: LITERATUURSTUDIE
3.2.1. WELKE STANDAARDEN KUNNEN GEBRUIKT WORDEN OM KWALITEIT VAN ZORG TE
DEFINIËREN?
Kwaliteit van zorg kan op verschillende manieren gedefinieerd worden. Het model van de WHO,
samen met de definitie die het RIVM geeft voor kwaliteit van zorg, geeft een samenhangend
overzicht van verschillende indicatoren die gebruikt kunnen worden om kwaliteit van zorg te meten
vanuit het perspectief van de zorgverlener. Echter, verschillende studies hebben laten zien dat er
verschillen bestaan tussen de perceptie van de patiënt en de zorgverlener, wanneer het aankomt op
kwaliteit van zorg (12). Gelijke resultaten zijn gevonden door Coughlin et al (13). die hebben gekeken
naar de perceptie van verpleegkundigen en patiënten ten opzichte van belangrijke gebeurtenissen
tijdens opname. Hieruit bleek dat de patiënt en verpleegkundige een andere perceptie hadden van
dit verblijf en dat de aanwezigheid van familie de perceptie van de patiënt beïnvloedt. Positieve
thema’s belangrijk voor de patiënt waren bijvoorbeeld competente zorgverleners die alles duidelijk
uitleggen en teamwork, terwijl dit voor de verpleger vooral betrekking had op uitleg geven en een
band opbouwen met de patiënt. Negatieve thema’s verschillen nogal tussen deze twee groepen:
waar de patiënt vooral last heeft van wachttijden, bang zijn, geen controle hebben, harde bedden,
geluidsoverlast en smakeloos eten, heeft de verpleegkundige last van frustraties en ongepast gedrag
(zoals onnodig bellen) (13). Ook Singer et al. concluderen dat patiënten waarde hechten aan andere
dingen dan verpleegkundigen en hebben hierbij vooral gekeken naar kankerpatiënten (14). Deze
groep patiënten hecht vooral veel waarde aan respect, toewijding van de artsen,
informatieverstrekking, en vindt dat verbetering nodig is op het gebied van voeding, participatie in
het zorgproces en duidelijkheid over taakverdeling en privacy voor gesprekken met de verpleging
(14). Uit de literatuur is dus af te leiden dat om goede kwaliteitszorg te kunnen leveren er ook naar
de patiënten geluisterd moet worden om hun perspectief erbij te betrekken.
3.2.2. OP WELKE WIJZE KAN ER EFFICIËNT VISITE GELOPEN WORDEN?
De artsenvisite wordt efficiënter als deze met een checklist wordt uitgevoerd(1,2). Hierdoor verloopt
de visite systematisch; wordt de communicatie tussen artsen en verpleegkundigen verbeterd; wordt
de duur van de visite korter; worden onderzoeken effectiever gekozen; wordt er actiever aan de
visite deelgenomen; zijn er duidelijke afspraken als gevolg hiervan; wordt de veiligheid en kwaliteit
van zorg verbeterd; worden kosten verminderd en wordt de patiëntenbeweging verbeterd Daarnaast
bleek uit deze literatuurstudie dat uitvoering van de artsenvisite bij de patiënt aan het bed kan
plaatsvinden met behulp van een draagbare computer. Hierdoor wordt de duur van de visite korter
en vindt er een betere samenwerking plaats tussen artsen en verpleegkundigen 15,16).
3.3 RESULTATEN: OBSERVATIE VAN HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE ARTSENVISITE OP
DE AFDELING.
De data die de projectgroep heeft verzameld gedurende observaties omtrent de artsen visite zijn
hieronder in de tabellen weergegeven. Deze tabellen hebben dezelfde lay-out gekregen als het
17
planbord van de afdeling F7-zuid. Hierdoor is de projectgroep ervan overtuigt dat het visuele aspect
ervan herkenbaar zal zijn voor de medewerkers van F7-zuid, waardoor zij makkelijker van het nut
ervan kunnen worden overtuigd. Per dag zijn er twee tabellen ontwikkeld. De eerste tabel geeft de
huidige situatie weer van die dag. De tweede tabel geeft weer hoe de verpleegkundigen over de
patiënten verdeeld staan als er op specialisme is ingedeeld. Door in te delen op specialisme hebben
de meeste verpleegkundigen maar één artsenvisite, een enkele verpleegkundigen moet naar twee
artsenvisites. Hier is duidelijk een verschil te zien, wat ook merkbaar gaat zijn in de praktijk situatie
als dit wordt geïmplementeerd.
Daarnaast heeft de projectgroep ook bij de tweede tabel (waarin wordt ingedeeld op specialisme)
gebruik gemaakt van kleuren voor de verschillende specialismen. De projectgroep is van mening dat
de afdeling nu makkelijker kan zien hoeveel patiënten van een bepaald specialisme op de afdeling
liggen. Tevens is het hierdoor makkelijker voor de artsen om hun patiënten op het planbord terug te
vinden omdat ze alleen naar hun betreffende kleur hoeven te kijken (dit is in één oog opslag te zien).
18
3.3.1.1. DATAVERZAMELING ARTSENVISITES OUDE ZORGZWAARTESYSTEEM
Tabel 1. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 18 november 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << maandag 18 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 A 3 Nick/Irha Long 1.
2
109.1 X2 A 3 Astrid Long 2.
2 X3 A 2 Martje/ Jose Lever
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 A 3 Quita MD TPV
119.1
120.1 X5 A 2 Astrid ? Leenbed interne
3 X6 C 3 Nick/Irha Long 2. 20-11
4 X7 A 2 Mathijs/Quita Long 2. 22-11
5 X8 A 1 Yuri MD Streven naar 18-11
125.1 X9 A 4 Martje/ Jose Lever
128.1 X10 A 3 Martje/ Jose Lever
129.1 X11 A 4 Laura Lever
3 X12 C 4 Joyce/Martine MD 19-11
4 X13 A 2 Joyce/Martine MD Oudste-co 20-11
5 X14 A 4 Yuri Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] A 4 Astrid MD Geen LWP
137.1 X16 A 2 Yuri ? Leenbed interne
138.1 X17 A 2 Joyce/Martine MD
2
141.1
2 X18 A 2 Mathijs/Quita MD
143.1
2 X19 A (3) Mathijs/Quita Lever
145.1 X20 A 2 Laura MD 20-11
2 X21 C 2 Laura Long 1.
19
Tabel 2. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << maandag 18 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 A 3 Nick/Irha Long 1.
2
109.1 X2 A 3 Astrid Long 2.
2 X3 A 2 Martje/ Jose Lever
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 A 3 Yuri MD TPV
119.1
120.1 X5 A 2 Laura ? Leenbed interne
3 X6 C 3 Astrid Long 2. 20-11
4 X7 A 2 Astrid Long 2. 22-11
5 X8 A 1 Joyce / Martine MD Streven naar 18-11
125.1 X9 A 4 Martje/ Jose Lever
128.1 X10 A 3 Martje/ Jose Lever
129.1 X11 A 4 Joyce / Martine Lever
3 X12 C 4 Yuri MD 19-11
4 X13 A 2 Yuri MD Oudste-co 20-11
5 X14 A 4 Nick/Irha Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] A 4 Laura MD Geen LWP
137.1 X16 A 2 Laura ? Leenbed interne
138.1 X17 A 2 Mathijs/Quita MD
2
141.1
2 X18 A 2 Mathijs/Quita MD
143.1
2 X19 A (3) Joyce / Martine Lever
145.1 X20 A 2 Mathijs/Quita MD 20-11
2 X21 C 2 Nick/ Irha Long 1.
20
Tabel 3. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 19 november 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Dinsdag 19 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Joyce / Hermke Long 1.
2
109.1 X2 3 Astrid Long 2.
2 X3 3 Merel / Miriam Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 3 Quita MD TPV
119.1 X22 2 Chantal MD PAC training
120.1
3 X6 3 Merel / Miriam Long 2. 20-11
4 X7 2 Mathijs / Quita Long 2. 22-11
5 X23 1 Merel / Yuri Long 1. 2e OK 19-11
125.1 X9 4 Annemarie / Wietske Lever 27-11
128.1 X10 3 Annemarie / Wietske Lever 02-12
129.1 X11 4 Quita Lever 30-11
3 X12 4 Joyce/ Hermke MD
4 Oudste-co
5 X14 [I] 4 Yuri / Merel Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 4 Astrid MD Geen LWP
137.1 X16 [I] 2 Yuri / Merel Leenbed interne
138.1 X17 2 Joyce/ Hermke MD
2
141.1 X24 1 Merel / Miriam Long 1. 1e OK 19-11
2 X18 2 Mathijs/Quita MD
143.1
2 X19 2 Mathijs/Quita Lever Snel ontslag?
145.1 X20 [I] 2 Annemarie / Wietske MD 21-11
2 X21 2 Wietske Long 1.
21
Tabel 4. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Dinsdag 19 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Merel / Miriam Long 1.
2
109.1 X2 3 Astrid Long 2.
2 X3 3 Annemarie / Wietske Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 3 Yuri MD TPV
119.1 X22 2 Chantal MD PAC training
120.1
3 X6 3 Astrid Long 2. 20-11
4 X7 2 Astrid Long 2. 22-11
5 X23 1 Yuri Long 1. 2e OK 19-11
125.1 X9 4 Annemarie / Wietske Lever 27-11
128.1 X10 3 Annemarie / Wietske Lever 02-12
129.1 X11 4 Joyce / Hermke Lever 30-11
3 X12 4 Yuri MD
4
5 X14 [I] 4 Merel / Miriam Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 4 Chantal MD Geen LWP
137.1 X16 [I] 2 Chantal Leenbed interne
138.1 X17 2 Mathijs/Quita MD
2
141.1 X24 1 Yuri Long 1. 1e OK 19-11
2 X18 2 Mathijs/Quita MD
143.1
2 X19 2 Joyce / Hermke Lever Snel ontslag?
145.1 X20 [I] 2 Mathijs/Quita MD 21-11
2 X21 2 Merel / Miriam Long 1.
22
Tabel 5. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 20 november 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Woensdag 20 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Nadine / Hermke Long 1.
2 X25 3 Ruth / Hermke Long 2.
109.1 X2 3 Evelien Long 2.
2 X3 3 Irha Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 3 Evelien TPV
119.1 X22 2 Chantal MD PAC training
120.1
3 X6 3 Ruth / Hermke Long 2. 21-11
4 X7 2 Evelien Long 2. 22-11
5 X23 3 Fenny Long 1.
125.1 X9 4 Irha Lever 27-11
128.1 X10 34 Merel / Euryanthe Lever 02-12
129.1 X11 4 Josephine Lever 30-11
3 X12 4 Nadine / Hermke MD
4
5 X14 [I] 4 Merel / Euryanthe Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 3 Pieter MD Geen LWP
137.1 X26 [I] 3 Nadine / Hermke Leenbed interne
138.1
2 X27 2 Fenny Long 2. 21-11
141.1 X24 3 Josephine Long 1.
2 X18 2 Pieter MD
143.1 X17 2 Pieter MD
2 X19 2 Josephine Lever 20-11
145.1 X28 2 Fenny Long 2.
2 X29 ? ? Long 1.
23
Tabel 6. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Woensdag 20 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Merel / Euryanthe Long 1.
2 X25 3 Josephine Long 2.
109.1 X2 3 Evelien Long 2.
2 X3 3 Nadine / Hermke Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 3 Pieter MD
119.1 X22 2 Chantal MD PAC training
120.1
3 X6 3 Evelien Long 2. 21-11
4 X7 2 Evelien Long 2. 22-11
5 X23 3 Fenny Long 1.
125.1 X9 4 Nadine / Hermke Lever 27-11
128.1 X10 3 Nadine / Hermke Lever 02-12
129.1 X11 4 Ruth / Hermke Lever 30-11
3 X12 4 Pieter MD
4
5 X14 [I] 4 Merel / Euryanthe Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 3 Chantal MD Geen LWP
137.1 X26 [I] 3 Chantal Leenbed interne
138.1
2 X27 2 Josephine Long 2. 21-11
141.1 X24 3 Fenny Long 1.
2 X18 2 Irha MD
143.1 X17 2 Irha MD
2 X19 2 Ruth / Hermke Lever 20-11
145.1 X28 2 Josephine Long 2.
2 X29 ? Fenny Long 1.
24
Tabel 7. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 21 november 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Donderdag 21 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Bono / Karlijne Long 1.
2 X25 3 Bono / Karlijne Long 2.
109.1 X2 3 Evelien Long 2.
2 X3 3 Joeri Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 3 Evelien / Laura MD TPV
119.1 X22 2 Laura MD PAC training
120.1
3 X6 3 Bono / Karlijne Long 2. 21-11
4 X7 2 Evelien Long 2. 22-11
5 X23 3 Merel / Malou Long 1.
125.1 X9 4 Joeri Lever 27-11
128.1 X30 1 Joyce / Fieneke Long 2. Gepland 11:00 uur opname 02-12
129.1 X11 4 Laura Lever 30-11
3 X12 4 Sanne / Malou MD
4 X10 3 Merel / Malou Lever
5 X14 [I] 4 Merel / Malou Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 3 Tobias MD Geen LWP
137.1 X26 [I] 3 Sanne / Malou Long 2.
138.1 X31 2 Evelien Lever
2
141.1 X24 3 Tobias Long 1.
2 X18 2 Tobias MD
143.1 X17 2 Joyce / Fieneke MD
2 X32 1 Tobias Lever 20-11
145.1 X29 3 Joeri Long 1.
2 X28 2 Joyce / Fieneke Long 2.
25
Tabel 8. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Donderdag 21 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Merel / Malou Long 1.
2 X25 3 Laura Long 2.
109.1 X2 3 Evelien Long 2.
2 X3 3 Sanne / Malou Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 3 Tobias MD TPV
119.1 X22 2 Tobias MD PAC training
120.1
3 X6 3 Evelien Long 2. 21-11
4 X7 2 Evelien Long 2. 22-11
5 X23 3 Laura Long 1.
125.1 X9 4 Bono / Karlijne Lever 27-11
128.1 X30 1 Bono / Karlijne Long 2. Gepland 11:00 uur opname 02-12
129.1 X11 4 Bono / Karlijne Lever 30-11
3 X12 4 Joyce / Fieneke MD
4 X10 3 Sanne / Malou Lever
5 X14 [I] 4 Merel / Malou Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 3 Tobias MD Geen LWP
137.1 X26 [I] 3 Joeri Long 2.
138.1 X31 2 Sanne / Malou Lever
2
141.1 X24 3 Joeri Long 1.
2 X18 2 Joyce / Fieneke MD
143.1 X17 2 Joyce / Fieneke MD
2 X32 1 Sanne / Malou Lever 20-11
145.1 X29 3 Joeri Long 1.
2 X28 2 Laura Long 2.
26
Tabel 9. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 22 november 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Vrijdag 22 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Nadine / Hermke Long 1.
2
109.1 X2 3 Evelien Long 2. 23-11
2 X3 3 Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 2 Evelien MD TPV
119.1 X22 2 Chantal MD PAC training
120.1
3 X6 2 Ruth / Hermke Long 2. 22-11
4 X7 2 Evelien Long 2. 22-11
5 X23 3 Fenny Long 1.
125.1 X25 3 Long 2.
128.1 X30 3 ? Long 2.
129.1 X11 4 Josephine Lever 30-11
3 X12 3 Nadine / Hermke MD
4 X10 2 02-12
5 X14 [I] 4 Merel / Euryanthe Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 3 Pieter MD Geen LWP
137.1 X26 [I] 3 Nadine / Hermke Long 2.
138.1 X31 2 Lever
2 X9 4 Lever 27-11
141.1 X24 3 Josephine Long 1.
2 X18 2 Pieter MD
143.1 X17 2 Pieter MD
2 X32 1 Josephine Lever 22-11
145.1 X29 3 ? Long 1.
2 X28 2 Fenny Long 2.
27
Tabel 10. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Vrijdag 22 nov 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden EVV Ont. datum 107.1 X1 3 Merel / Malou Long 1.
2
109.1 X2 3 Nick / Martine Long 2. 23-11
2 X3 3 Sanne / Malou Lever 23-11
112.1
2 Geblokkeerd
116.1 X4 2 Tobias MD TPV
119.1 X22 2 Tobias MD PAC training
120.1
3 X6 2 Nick / Martine Long 2. 22-11
4 X7 2 Nick / Martine Long 2. 22-11
5 X23 3 Merel / Malou Long 1.
125.1 X25 3 Fenny Long 2.
128.1 X30 3 Fenny Long 2.
129.1 X11 4 Laura Lever 30-11
3 X12 3 Nadine / Fieneke MD
4 X10 2 Sanne / Malou Lever 02-12
5 X14 [I] 4 Nadine / Fieneke Long 1. 30-11
134.1 X15 [I] 3 Tobias MD Geen LWP
137.1 X26 [I] 3 Joeri Long 2.
138.1 X31 2 Sanne / Malou Lever
2 X9 4 Laura Lever 27-11
141.1 X24 3 Joeri Long 1.
2 X18 2 Joyce / Fieneke MD
143.1 X17 2 Joyce / Fieneke MD
2 X32 1 Sanne / Malou Lever 22-11
145.1 X29 3 Joeri Long 1.
2 X28 2 Fenny Long 2.
28
3.3.1.2. DATAVERZAMELING MET HET NIEUWE ZORGZWAARTE SYSTEEM RAFAELLA:
Tabel 11. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 9 December 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << maandag 9 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 A
2 X1 16 Rosan / Martje Lever
109.1 X2 A 9 Rosan / Martje Interne Leenbed interne
2 X3 A 14 Sophia / Nick MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1
119.1
120.1 X4 A 13 Fenny Long 2.
3 X5 C 11 Fenny Long 2.
4 X6 A 8 Marga Long 1.
5
125.1
128.1 X7 A 16 Yuri Long 1.
129.1 X8 A 10 Yuri MD
3 X9 C 10 Rogier / Rosan Long 1. Long/1e OK
4 X10 A 7 Fenny Long 1. Long/2e OK
5 X11 A 8 Marga MD
134.1 X12 A 17 MD Na OK G5z
137.1 X13 A 16 Tobias / Marga MD TPV training
138.1
2 X14 A 11 Rosan / Martje Lever
141.1 X15 A 20 Joyce Long 1. Tobias
2
143.1 X16 A 12 Yuri Long 1.
2
145.1 X17 A 11 Joyce Lever
2
29
Tabel 12. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << maandag 9 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 A
2 X1 16 Yuri Lever
109.1 X2 A 9 Yuri Leenbed interne
2 X3 A 14 Fenny MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1
119.1
120.1 X4 A 13 Marga Long 2.
3 X5 C 11 Marga Long 2.
4 X6 A 8 Rosan / Martje Long 1.
5
125.1
128.1 X7 A 16 Sophia / Nick Long 1.
129.1 X8 A 10 Marga MD
3 X9 C 10 Tobias / Nick Long 1. Long/1e OK
4 X10 A 7 Rosan / Martje Long 1. Long/2e OK
5 X11 A 8 Fenny MD
134.1 X12 A 17 MD Na OK G5z
137.1 X13 A 16 (Fenny / Marga) MD TPV training
138.1
2 X14 A 11 Joyce / Donovan Lever
141.1 X15 A 20 Rosan / Martje Long 1. Tobias
2
143.1 X16 A 12 Rosan / Martje Long 1.
2
145.1 X17 A 11 Yuri Lever
2
30
Tabel 13. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van10 December 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << dinsdag 10 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1
2 X1 15 Martje / Rosan Lever
109.1 X2 11 Martje / Rosan Leenbed interne 12/12
2 X3 14 Tobias / Nick MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1
119.1 X18 9 Tobias / Nick Long 1.
120.1 X4 12 Quita / Bono Long 2. 12/12
3 X5 10 Quita / Bono Long 1.
4 X6 8 Marga Long 1.
5 X19 10 Rosan / Merel Long 1.
125.1 X20 18 Wietske MD
128.1 X7 16 Yuri Long 1.
129.1 X8 10 Yuri MD
3 X9 10 Rosan / Merel Long 1. 14/12
4 X10 7 Tobias / Nick Long 1. 14/12
5 X11 8 Marga MD
134.1 X12 17 Afwezig! 09/12
137.1 X13 16 Quita / Marga MD TPV training 13/12
138.1 X21 18 Wietske Leenbed nefro
2 X22 20 Wietske Leenbed nefro
141.1 X15 18 Tobias / Joyce Long 1.
2
143.1 X16 13 Yuri Long 1. 10/12
2
145.1 X17 9 Tobias / Joyce MD
2 X23 12 Quita / Bono Lever
31
Tabel 14. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Dinsdag 10 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 A
2 X1 15 Yuri Lever
109.1 X2 A 11 Yuri Leenbed interne 12/12
2 X3 A 14 Quita / Bono MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1 A
119.1 X18 9 Wietske Long 1.
120.1 X4 A 12 Marga Long 2. 12/12
3 X5 C 10 Marga Long 1.
4 X6 A 8 Rosan / Martje Long 1.
5 X19 A 10 Wietske Long 1.
125.1 X20 A 18 Quita / Bono MD
128.1 X7 A 16 Tobias / Nick Long 1.
129.1 X8 A 10 Marga MD
3 X9 C 10 Tobias / Nick Long 1. 14/12
4 X10 A 7 Rosan / Martje Long 1. 14/12
5 X11 A 8 Quita / Bono MD
134.1 X12 A 17 Afwezig! 09/12
137.1 X13 A 16 Wietske / Marga MD TPV training 13/12
138.1 X21 A 18 Tobias / Joyce Leenbed nefro
2 X22 20 Tobias / Joyce Leenbed nefro
141.1 X15 18 Rosan / Martje Long 1.
2 A
143.1 X16 13 Rosan / Merel Long 1. 10/12
2 A
145.1 X17 A 9 Yuri Lever
2 X23 C 12 Rosan / Merel Lever
32
Tabel 15. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 11 December 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Woensdag 11 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 X24 16 Fieneke MD
2 X1 15 Maike Lever
109.1 X25 12 Fieneke Leenbed interne
2 X3 14 Monique MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1 X26 10 Wietske Long 2.
119.1 X18 9 Fieneke Long 1. Snel ontslag?! 11/12
120.1 X4 12 Ruth / Karlijne Long 2.
3 X5 10 Maike Long 1. 12/12
4 X6 8 Wietske Long 1. 11/12
5 X19 10 Martine Long 1.
125.1 X20 18 Maike MD
128.1 X7 16 Monique Long 1.
129.1 X27 8 Fieneke MD
3 X9 10 Merel / Karlijne Long 1. 14/12
4 X10 15 Monique Long 1. 14/12
5 X11 8 Martine Lever
134.1 X12
137.1 X13 16 Martine MD TPV training 13/12
138.1 X21 16 Wietske / Sophia Leenbed nefro
2 X22 18 Wietske / Sophia Leenbed nefro
141.1 X15 18 Merel / Karlijne Long 1.
2
143.1 X16 19 Ruth / Karlijne Long 1. 11/12
2
145.1 X28 8 Martine Long 2.
2 X23 12 Ruth / Karlijne Lever
33
Tabel 16. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Woensdag 11 Dec 2013>> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 X24 16 Monique MD
2 X1 15 Karlijne / Ruth Lever
109.1 X25 12 Karlijne / Ruth Leenbed interne 11/12
2 X3 14 Monique MD
112.1 Geblokkeerd 12/12
2 Geblokkeerd 11/12
116.1 X26 10 Martine Long 2.
119.1 X18 9 Wietske / Sophia Long 1. Snel ontslag?!
120.1 X4 12 Martine Long 2.
3 X5 10 Maike / Merel Long 1.
4 X6 8 Maike / Merel Long 1. 14/12
5 X19 10 Wietske / Sophia Long 1. 14/12
125.1 X20 18 MD
128.1 X7 16 Maike / Merel Long 1.
129.1 X27 8 Monique MD 13/12
3 X9 10 Fieneke Long 1.
4 X10 15 Fieneke Long 1.
5 X11 8 Karlijne / Ruth Lever
134.1 X12
137.1 X13 16 MD TPV training 11/12
138.1 X21 16 Monique Leenbed nefro
2 X22 18 Monique Leenbed nefro
141.1 X15 18 Fieneke Long 1.
2
143.1 X16 19 Wietske / Sophia Long 1.
2
145.1 X28 8 Martine Long 2.
2 X23 12 Karlijne / Ruth Lever
34
Tabel 17. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 12 December 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Donderdag 12 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 X24 16 Fieneke MD
2 X1 11 Bono / Astrid Lever
109.1 X25 12 Fieneke Leenbed interne
2 X3 14 Martje / Miriam MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1 X26 10 Rianne L Long 2. 12-12
119.1
120.1 X4 12 Ruth / Euryanthe Long 2. Streef 12/12
3 X5 10 Bono / Astrid Long 2.
4 X29 10 Merel / Astrid Long 1.
5 X19 10 Annemarie / Miriam Long 2.
125.1 X20 18 Maike MD
128.1 X7 16 Rianne L Long 1.
129.1 X27 8 Fieneke MD
3 14/12
4 X10 15 Martje / Miriam Long 1.
5 X30 10 Martine MD
134.1 X31 15 Annemarie / Miriam Long 2.
137.1 X13 16 Martine MD 12/12
138.1 X21 16 Annemarie / Miriam Leenbed nefro
2 X22 18 Annemarie / Miriam Leenbed nefro 12/12 12.00uur
141.1 X15 18 Merel / Astrid Long 1.
2
143.1 X16 19 Maike Long 1. Afwezig!
2 X32 12 Sanne / Euryanhte Long 1.
145.1 X28 8 Sanne / Euryanhte Long 2.
2 X23 12 Ruth / Euryanhte Lever
35
Tabel 18. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Donderdag 12 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 X24 16 Sanne / Euryanthe MD
2 X1 11 Ruth / Euryanthe Lever
109.1 X25 12 Ruth / Euryanthe Leenbed interne
2 X3 14 Sanne / Euryanthe MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1 X26 10 Martine Long 2. 12-12
119.1
120.1 X4 12 Martine Long 2. 12/12
3 X5 10 Maike / Merel Long 2. Gewisseld van longarts
4 X29 10 Maike / Merel Long 1.
5 X19 10 Long 2.
125.1 X20 18 Sanne / Euryanthe MD
128.1 X7 16 Maike / Merel Long 1.
129.1 X27 8 Rianne L / Martje MD
3 14/12
4 X10 15 Fieneke Long 1.
5 X30 10 Rianne L / Martje MD
134.1 X31 15 Miriam / Bono Long 2.
137.1 X13 16 Rianne L / Martje MD 12/12
138.1 X21 16 Leenbed nefro
2 X22 18 Leenbed nefro 12/12 12.00uur
141.1 X15 18 Fieneke Long 1.
2
143.1 X16 19 Miriam / Bono Long 1. Afwezig!
2 X32 12 Fieneke Long 1.
145.1 X28 8 Martine Long 2.
2 X23 12 Ruth / Euryanthe Lever Astrid uit zorg!!!!
36
Tabel 19. Huidige situatie (oude zorgzwaarte systeem) van 13 December 2013 op de afdeling F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Vrijdag 13 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 X24 15 Henriette / Pieter MD
2 X1 11 Sanne / Hermke Lever Sophia
109.1 X25 9 Henriette / Pieter MD Leenbed interne ontslag afh. lab
13/12
2 X3 15 Joyce / Miriam MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1 X26 19 Mathijs Long 1.
119.1 13 Sanne / Hermke MD Sophia
120.1 X4 12 Mathijs Long 2.
3 X5 8 Mathijs Long 2.
4 X29 10 Nadine / Hermke MD 13/12
5 X19 14 Henriette / Pieter Long 1.
125.1 X20 15 Mathijs MD
128.1 X7 19 Josephine Long 1.
129.1 X27 12 Henriette / Pieter MD
3 10 Nadine / Hermke Lever
4 X10 14 Rogier / Miriam Long 2. 12/12
5 X30 ? Evelien ?
134.1 X31 15 Josephine Long 2.
137.1 X13 16 Evelien MD TPV-training 13/12
138.1 X21 12 Evelien Leenbed nefro 13/12
2
141.1 X15 18 Joyce / Miriam Long 1.
2
143.1 X16
2 X32 15 Rogier / Miriam Long 1. i.p 16/12
145.1 X28 18 Rogier / Miriam Long 2.
2 X23 12 Evelien Lever 13/12
37
Tabel 20. Verbetervoorstel voor nieuwe indeling patiënten onder de verpleegkundigen van F7-zuid
F7-Zuid Longziekten/MDL << Vrijdag 13 Dec 2013 >> Menu X
Bed Patiënt Code Zw. RVO VPK dagdienst Arts Bijzonderheden Ont. datum 107.1 X24 15 Sanne / Hermke MD
2 X1 11 Henriette / Pieter Lever Sophia
109.1 X25 9 Joyce / Josephine MD Leenbed interne ontslag afh. Lab
13/12
2 X3 15 Sanne / Hermke MD
112.1 Geblokkeerd
2 Geblokkeerd
116.1 X26 19 Mathijs / Rogier Long 1.
119.1 13 Joyce / Josephine MD
120.1 X4 12 Long 2.
3 X5 8 Miriam Long 2.
4 X29 10 Joyce / Josephine MD 13/12
5 X19 14 Mathijs / Rogier Long 1.
125.1 X20 15 Sanne / Hermke MD
128.1 X7 19 Mathijs / Rogier Long 1.
129.1 X27 12 Hermke / Nadine MD
3 10 Henriette / Pieter Lever Sophia
4 X10 14 Hermke / Nadine Long 2. 12/12
5 X30 ? Eveline ?
134.1 X31 15 Miriam Long 2.
137.1 X13 16 Hermke / Nadine MD TPV-training 13/12
138.1 X21 12 Leenbed nefro 13/12
2
141.1 X15 18 Eveline Long 1.
2
143.1 X16
2 X32 15 Eveline Long 1. i.p 16/12
145.1 X28 18 Miriam Long 2.
2 X23 12 Henriette / Pieter Lever 13/12
38
3.3.1.3. SAMENGEVOEGDE DATA UIT DE OBSERVATIE RONDOM DE ARTSENVISITE
De onderstaande twee tabellen zijn gevormd uit de tabellen “Dataverzameling artsenvisite oude
zorgzwaartesysteem” en “Dataverzameling met het nieuwe zorgzwaartesysteem Rafaella”.
De tabellen laten gedurende de week zien hoeveel verpleegkundigen per dag aanwezig waren,
hoeveel patiënten een arts die dag had en hoeveel verpleegkundigen de arts zag in de huidige
situatie. Zo kun je uit de tabel aflezen dat het vaak voorkomt dat de arts bijvoorbeeld drie patiënten
heeft en dat hij/zij dan ook drie verschillende verpleegkundigen moet zien tijdens de visite.
Dagen Long .1 Long 2. MD Lever Leenbedden Werkende vpk
Aantal verpleegkundigen tijdens de artsen visite
Aantal patiënten artsen
18-11-
2013
3 3 3 3 5 8 3 5 - - 6
19-11-
2013
4 5 3 3 5 6 7 4 1 1 7
20-11-
2013
4 4 4 7 4 6 3 5 - - 9
21-11-
2013
5 6 4 7 5 6 4 5 - - 8
22-11-
2013
4 5 6 8 4 6 3 5 - - 9
Tabel 21. Dataverzameling efficiëntie rondom het indelen van de artsenvisite. Oude zorg zwaartesysteem.
Dagen Long .1 Long 2. MD Lever Leenbedden Werkende vpk
Aantal verpleegkundigen tijdens de artsen visite
Aantal patiënten artsen
09-12-
2013
5 7 1 1 4 5 2 3 1 1 9
10-12-
2013
6 9 1 1 5 7 2 2 1nefro
1 interne
2 nefro
1 intern
8
11-12-
2013
7 9 3 3 4 5 3 3 1nefro
1 interne
2 nefro
1 intern
7
12-12-
2013
4 5 6 7 4 6 2 2 1nefro
1 interne
2 nefro
1 intern
10
13-12-
2013
5 5 3 5 5 7 3 3 1nefro
1 interne
2 nefro
1 intern
8
Tabel 22. Dataverzameling efficiëntie rondom het indelen van de artsenvisite. Nieuwe zorgzwaarte systeem
Rafaella.
Wanneer de resultaten uit alle tabellen gecombineerd worden, wordt duidelijk dat, wanneer er
wordt ingedeeld op specialisme, de verpleegkundige naar één of maximaal twee artsenvisites hoeft.
Wat ook uit de tabellen blijkt is dat de continuïteit van zorg gewaarborgd wordt gedurende de
dagdiensten, omdat verpleegkundigen die meerdere dagen achtereen werken dezelfde patiënten
39
behouden.
3.4 RESULTATEN: PROJECT EVV-SCHAP
Uit de samenwerking met de projectgroep EVV-schap is het volgende naar voren gekomen: om de
continuïteit van zorg te waarborgen gaat de projectgroep EVV-schap een regieverpleegkundige
implementeren.
Dit ziet er als volgt uit: de stipdienst wordt de regieverpleegkundige, welke geen patiëntenzorg heeft
gedurende doordeweekse dagdiensten.
De regieverpleegkundige krijgt de volgende taken:
1. De regieverpleegkundige coördineert het indelen en het uitvoeren van de artsenvisite. In het
begin van de dagdienst verzamelt hij/zij de piepernummers en zorgt dat deze op een lijst bij
de arts komt.
2. De regieverpleegkundige is het aanspreekpunt voor de artsen en verpleegkundigen indien de
artsenvisite niet goed verloopt. Hierbij doet hij/zij de tijdsbewaking: dit is gemiddeld vijf
minuten voor laag-complexe patiënten en tien minuten voor hoog-complexe patiënt.
3. De regieverpleegkundige observeert hoe de visite verloopt en stuurt zo nodig bij. Denk
hierbij aan het aanspreken als de tijd in het geding komt en het, indien nodig, oplossen van
problemen. Een voorbeeld: een verpleegkundige kan niet weg bij een patiënt en moet naar
de artsenvisite; de regieverpleegkundige stuurt dan een andere verpleegkundige naar de
artsenvisite of zorgt ervoor dat iemand bij de patiënt kan invallen.
4. De regieverpleegkundige bewaakt het gebruik van de ‘Blauwdruk artsenvisite’. Dit wordt
gedaan door bij de verpleegkundigen en artsen te vragen of de blauwdruk wordt gebruikt.
Indien de blauwdruk niet gebruik wordt geeft de regieverpleegkundige feedback.
5. De regieverpleegkundige bewaakt dat er alleen onderwerpen worden besproken die relevant
zijn voor de artsenvisite.
6. Verpleegkundigen staan hun pieper af aan de persoon die in hun afwezigheid waarneemt
(“hun maatje”), voordat zij de visite ingaan. Indien dit niet mogelijk is neemt de
regieverpleegkundige de pieper over.
7. De regieverpleegkundige stuurt het team aan in het uitvoeren van de EVV-taken/
coördinerende taken. Denk hierbij aan goede dossiervorming, op tijd ontslag regelen en
ervoor zorgen dat alle checklists in het dossier zijn ingevuld.
8. De regieverpleegkundige is verantwoordelijk voor het indelen van de verpleegkundigen op
specialisme (in de loop van de middag).
4 AANBEVELINGEN
Op basis van de literatuurstudies, focusgroepen en observatie van de huidige situatie rondom
artsenvisite zijn meerdere aanbevelingen geformuleerd. Deze worden afzonderlijk besproken voor
elk van de drie bronnen van data.
40
4.1 DE AANBEVELINGEN UIT DE LITERATUURSTUDIES:
1. Er zou een checklist toegepast moeten worden tijdens de artsenvisite. In het AMC kan de
‘Blauwdruk artsenvisite’ gebruikt worden als checklist om ervoor te zorgen dat de
inhoudelijke artsenvisite efficiënter en gestructureerder verloopt, wat zal leiden tot tijdswinst
(1).
De projectgroep heeft relevante literatuur gevonden die het gebruik van checklists valideert
als een efficiënte manier van artsenvisite lopen. Daarnaast heeft de projectgroep de
efficiëntie van het werken met de ‘Blauwdruk’ zelf ervaren op verschillende afdelingen
binnen het AMC, waaronder de afdeling Neurocentrum AMC (H6-noord).
De ‘Blauwdruk artsenvisite’ wordt AMC breed reeds gebruikt en is één van de JCI criteria
waaraan het AMC moet voldoen. De projectgroep is van mening dat het gebruik van de
‘Blauwdruk artsenvisite’ de inhoudelijke visite op de afdeling F7-zuid efficiënter kan maken
Echter, in de huidige situatie wordt de ‘Blauwdruk artsenvisite’ niet gebruikt. De
projectgroep heeft gezien dat een groot deel van het team van F7-zuid het niet als nuttig
ervaart maar juist als een extra moeite. In de praktijk is dan ook te zien dat het zakkaartje
waar de ‘Blauwdruk artsenvisite’ op staat vaak wordt vergeten en niet mee wordt genomen
tijdens de visite.
Wat bij deze aanbeveling als nadelig ervaren kan worden door de verpleegkundigen en
artsen van de afdeling F7-zuid is dat het team aan het gebruik ervan zal moeten wennen; hier
zal mogelijk wat weerstand van het team tegen kunnen ontstaan (‘nog een checklist erbij’).
Echter, als na een paar weken het gebruik van de ‘Blauwdruk’ als normaal wordt beschouwd
door het team, zijn wij van mening dat de efficiëntie ervan zal worden ingezien en dat de
‘Blauwdruk’ blijvend zal worden gebruikt tijdens de artsenvisite.
In het AMC rouleren de artsen vaak van afdeling; hierdoor zullen sommige artsen al bekend
zijn met het gebruik van de ‘Blauwdruk’ en zien zij hier waarschijnlijk het profijt van in.
Voordeel hiervan is ook dat (een deel van) de artsen niet meer hoeft te wennen aan het
gebruiken van de ‘Blauwdruk’. (2,8,9).
De projectgroep is zich ervan bewust dat het invoeren van de ‘Blauwdruk’ lastig kan zijn,
omdat het gedrag van zowel de artsen als de verpleegkundigen aangepast moet worden.
Echter, vindt de projectgroep de voordelen zwaarder wegen dan de nadelen.
Het bewaken van het gebruik van de ‘Blauwdruk’ valt onder de verantwoordelijkheid van de
regieverpleegkundige van de dag. Als de ‘Blauwdruk’ niet wordt gebruikt spreekt de
regieverpleegkundige de arts en/of verpleegkundige hierop aan. Echter, na een aantal weken
zal er hoogstwaarschijnlijk op vertrouwd kunnen worden dat alle verpleegkundigen en artsen
zelf verantwoording nemen voor het gebruik.
41
4.2 DE AANBEVELINGEN UIT DE FOCUSGROEPEN:
2. De arts dient de verpleegkundigen te bellen die naar de visite mogen komen om de
wachttijden te verkorten.
Deze aanbeveling zal ervoor zorgen dat de verpleegkundigen niet langer naar de volgende
verpleegkundige(n) hoeven te zoeken die naar de artsenvisite moet. Dit zal veel tijd besparen
voor de verpleegkundige maar ook voor de arts. Wat mogelijk voor weerstand zou kunnen
zorgen is dat de verpleegkundigen worden gebeld tijdens de patiëntenzorg waardoor zij weg
moeten lopen bij de patiënt om de pieper op te nemen. Tijdens de focusgroep heeft de
projectgroep vernomen dat sommige verpleegkundigen het lastig vinden om bij de patiënt
weg te lopen als hun pieper af gaat (nieuwe werkwijze voor de verpleegkundigen van de
afdeling). Een factor die de implementatie van deze aanbeveling mogelijk in de weg zou
kunnen staan is de (beperkte) beschikbaarheid van telefoons op de afdeling. Hier zal later in
meer detail op worden ingegaan.
3. De regieverpleegkundige is verantwoordelijk voor de indeling van de artsenvisite; daarnaast
moet hij/zij ervoor zorgen dat alle piepernummers van alle verpleegkundigen correct in het
planbord staan zodat de artsen hier toegang toe hebben.
De regieverpleegkundige zorgt in het begin van de dagdienst dat iedere verpleegkundige
zijn/haar pieper nummer aan hem/haar door heeft gegeven, zodat deze in het planbord
correct staan weer gegeven. De regieverpleegkundige zorgt er ook voor dat de artsen een
lijstje krijgen met de volgorde van de verpleegkundigen die naar de artsenvisite moeten
komen. Op het lijstje staan de piepernummers van de verpleegkundigen zodat de arts de
verpleegkundige(n) op kan piepen. Omdat het nieuwe systeem van indelen op specialisme
ervoor zorgt dat er minder verpleegkundigen naar de verschillende artsen hoeven zal het
lijstje van de arts relatief kort zijn. Het enige knelpunt van deze aanbeveling is dat het
indelen op specialisme gedurende de beginfase tijd zal kosten en nog niet geheel soepel zal
verlopen, omdat het zal moeten worden aangeleerd aan de stipdienst/regieverpleegkundige.
Dit zal echter na verloop van tijd makkelijker gaan.
4. Er moeten meer telefoons op de afdeling komen zodat de verpleegkundigen en artsen hun
pieper eenvoudiger en sneller kunnen beantwoorden. Als er geen extra telefoons bij komen
moeten zowel verpleegkundigen als artsen geregeld zoeken naar een beschikbare telefoon,
wat leidt tot tijdverlies.
Deze aanbeveling is een randvoorwaarde voor de eerder benoemde aanbeveling waarin
beschreven werd dat verpleegkundigen vaker hun pieper moeten opnemen. Hiermee gaat
namelijk gepaard dat er meer telefoons op de afdeling beschikbaar moeten zijn. Wanneer dit
niet het geval is zou dit ertoe kunnen leiden dat verpleegkundigen en artsen naar
beschikbare telefoons moeten zoeken, wat tot irritaties en verloren tijd kan leiden. De kosten
42
voor de aanschaf van nieuwe telefoon toestellen zou als een belemmerende factor kunnen
worden ervaren. Echter is de projectgroep van mening dat het werkbaarder op de afdeling
wordt als er meer telefoons op de afdeling zijn voor zowel (externe) artsen als
verpleegkundigen.
5. Het dient voor de artsen, verpleegkundigen en patiënten duidelijk te zijn wanneer het
medisch beleid bekend is. Als dit om uiterlijk 13:00uur bekend is hebben de verpleegkundigen
namelijk genoeg tijd om hier op te anticiperen.
De projectgroep wil graag dat het voor het verpleegkundig team duidelijk is op welk tijdstip
het medisch beleid bekend moet zijn. De projectgroep stelt daarom voor dat de artsen het
medisch beleid om 13:00 uur in het elektronisch patiënten dossier gezet hebben of
mondeling aan de betreffende verpleegkundigen hebben doorgegeven. Dit zorgt ervoor dat
de dossiervoering zo compleet mogelijk is. Dit heeft voordelen ten opzichte van de kwaliteit
van zorg en de continuïteit ervan (met name in de overgang van dagdienst naar late dienst).
Het nadeel voor de arts zou kunnen zijn dat deze meer werkdruk ervaart.
4.3 DE AANBEVELINGEN UIT DE OBSERVATIE VAN DE HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE
ARTSENVISITE:
6. De verpleegkundigen van de afdeling dienen zo te worden ingedeeld dat zij niet naar meer
dan twee verschillende artsenvisites gaan. Hiervoor adviseert de projectgroep om
verpleegkundigen op specialisme in te delen.
De projectgroep is er door het organiseren van focusgroepen op de afdeling F7-zuid achter
gekomen dat veel verpleegkundigen het als storend ervaren als zij naar meer dan twee
artsenvisites moeten gedurende hun dagdienst. Door in te delen op specialisme kan dit
worden terug gedrongen naar één of maximaal twee artsenvisites. Hierdoor is er tijdswinst
voor zowel artsen als verpleegkundigen. Er zijn echter ook een paar kleine nadelen
verbonden aan deze nieuwe manier van indelen. Zo kan in de begin fase van het indelen op
specialisme geen rekening gehouden worden met continuïteit van zorg voor de patiënten,
omdat er een grote wisseling plaats zal moeten vinden van het oude systeem van indelen
naar het nieuwe systeem van indelen op specialisme. Dit nadeel kan (deels) worden
overkomen door implementatie van het plan dat opgesteld wordt door de projectgroep EVV-
schap. Deze groep is namelijk bezig met het opstellen van een alternatief voor het
verouderde EVV-schap in de richting van regieverpleging, waardoor meer rekening gehouden
kan worden met de continuïteit van zorg.
Bij het indelen op specialisme verwacht de projectgroep van een klein deel van het
verpleegkundig team weerstand, voornamelijk omdat deze verpleegkundigen bang zijn dat zij
alleen maar patiënten zullen verplegen die tot hetzelfde specialisme behoren. Dit is echter
niet helemaal het geval; de populatie van de afdeling fluctueert namelijk. Bijvoorbeeld:
gedurende de eerste week liggen er vooral patiënten die behoren tot het specialisme
longziekten en de tweede week bijvoorbeeld vooral leverziekte patiënten. Daarnaast is de
43
projectgroep van mening dat ruilen van patiënten mogelijk is onder bepaalde voorwaarden.
Zo mogen de verpleegkundigen, wanneer twee verpleegkundigen op dezelfde dag starten
met een dienstenreeks, ruilen van patiënten. Hierbij is het belangrijk dat wanneer één
patiënt wordt gewisseld, de anderen die bij de betreffende verpleegkundige horen ook mee
wisselen. Als het gaat om het ruilen van losse patiënten dan moet er wel op gelet worden dat
het patiënten zijn die tot hetzelfde specialisme behoren.
Er zitten twee valkuilen in het indelen op specialisme. Allereerst kan het voorkomen dat de
verpleegkundige tijdens zijn/haar dagdienst is ingedeeld op twee verschillende specialismen.
Wanneer deze verpleegkundige die dag een opname zou moeten doen (bv. omdat hij/zij laag
in de zorgzwaartepunten zit) en die dag erna ook werkt, zal hij/zij op drie verschillende
specialismes worden ingedeeld. Immers, alleen zo kan continuïteit van zorg gewaarborgd
worden. De projectgroep artsenvisite vindt dan dat de effectiviteit van de visite voor moet
gaan en dat de nieuwe patiënt ingedeeld moet worden bij een nieuwe verpleegkundige om
zo de effectiviteit van de artsenvisite te waarborgen; ook al botst deze beslissing met het
systeem van het project EVV-schap. Ten tweede is het gedurende een avond-/nachtdienst
niet mogelijk om verpleegkundigen op dezelfde manier in te delen als tijdens een dagdienst.
Hierdoor zou men kunnen zeggen dat continuïteit van zorg in het geding komt, omdat de
patiënten niet door dezelfde verpleegkundige verpleegd worden tussen de diensten in (er is
een wisseling van staf) en ook gedurende een dienst (verschillende verpleegkundigen
reageren op een bel). Echter, is dit waarschijnlijk van klein belang omdat verpleegkundigen
niet naar een artsenvisite hoeven te gaan (en tijdsverlies dus geen probleem is). Daarnaast is
er tijdens een late dienst minder verpleging aanwezig, waardoor er niet veel verschillende
verpleegkundigen gezien worden door een patiënt.
7. In het planbord dienen kleuren te worden gebruikt zodat het indelen van de visite
overzichtelijk en efficiënt verloopt.
De huidige situatie is zo dat de namen van alle patiënten op een witte achtergrond staan op
het planbord. Hierdoor is het bord tijdens het indelen niet overzichtelijk en kost het indelen
veel tijd. Verbetering van deze situatie kan op de volgende manier gedaan worden: de artsen
krijgen in het planbord allemaal een verschillende kleur zodat het overzichtelijk is welke
patiënten bij welke arts horen. Dit zorgt voor tijdwinst bij het indelen van de patiënten onder
de verpleegkundigen. De aanpassing van het planbord is hoogst waarschijnlijk makkelijk te
regelen via de ICT, omdat het een elektronisch programma is. Wat als een nadeel ervaren
zou kunnen worden is dat de kleuren voor sommige mensen juist onoverzichtelijk kunnen
zijn, maar de projectgroep is van mening dat dit na verloop van tijd zal wennen.
5 DISCUSSIE
Op basis van alle data die verzameld is voor dit verbetervoorstel, kan nu antwoord gegeven worden
op de volgende hoofdvraag:
44
Hoe kunnen artsenvisites efficiënt georganiseerd worden waarbij de continuïteit en kwaliteit
van zorg gewaarborgd blijft?
De organisatie rondom de artsenvisite wordt efficiënter wanneer er wordt ingedeeld op specialisme,
omdat verpleegkundigen dan naar slechts één of maximaal twee artsenvisites toe moeten. Daarnaast
zal de ‘Blauwdruk artsenvisite’’ de artsenvisite op de afdeling inhoudelijk efficiënter maken. De
projectgroep heeft samen met de projectgroep EVV-schap samengewerkt om ervoor te zorgen dat
de continuïteit van zorg gewaarborgd wordt. Op basis hiervan adviseren wij dat de stipdienst komt te
vervallen: dit zal een regieverpleegkundige worden. De regieverpleegkundige zorgt ervoor dat de
continuïteit van zorg gewaarborgd wordt en dat het indelen van de artsenvisite soepel verloopt.
Om de continuïteit van zorg te waarborgen staat de verpleegkundige bij het nieuwe systeem van
indelen op specialisme vast bij dezelfde patiënten gedurende de dagen dat hij/zij werkt (bijvoorbeeld
een verpleegkundige werkt 3 dagdiensten; dan heeft hij/zij gedurende deze diensten dezelfde
patiënten). Wanneer een patiënt met ontslag gaat krijgt de verpleegkundige er een nieuwe patiënt
bij, met voorkeur behorend tot hetzelfde specialisme. Wanneer dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld
wanneer een patiënt van een ander specialisme wordt opgenomen, dan gaat de verpleegkundige de
volgende dag naar twee artsenvisites, maar heeft nog wel dezelfde patiënten als de vorige dag.
Het indelen op specialisme zal moeten worden aangeleerd aan het team van F7-Zuid. De
projectgroep is van mening dat dit vrij eenvoudig is en snel onder de knie te krijgen zal zijn. Er zal
echter weerstand kunnen ontstaan tegen het indelen op specialisme, dat voortkomt uit drie
verschillende oorzaken.
Ten eerste zou het bij de verpleegkundigen het idee kunnen oproepen dat zij nog maar bij één
specialisme zouden werken. Echter, de patiëntenpopulatie op de afdeling is hierin een belangrijke
factor. Zo kan het de ene week zo zijn dat er vooral patiënten van het specialisme Longziekten liggen
en erg weinig van de andere specialismen, maar dat de tweede week Leverziekte het grootste aantal
patiënten heeft, etc… Door de wisselingen van patiënten populatie zou het inderdaad wel kunnen
gebeuren dat de verpleegkundige twee weken achter elkaar voor patiënten van hetzelfde
specialisme zou moeten zorgen. Daarna is het echter waarschijnlijk dat er een wisseling naar een
ander specialisme optreedt. Het is daarbij belangrijk dat de verpleegkundige zelf bewaakt dat hij/zij
voldoende bij verschillende specialismen staat. Als dit niet het geval is kan de verpleegkundige dit
aangeven bij de regieverpleegkundige zodat deze daar bij het indelen rekening mee kan houden. Ook
bestaan er mogelijkheden om in sommige gevallen te ruilen van patiënten.
Een tweede knelpunt van het indelen op specialisme zou kunnen zijn dat de verpleegkundige die dag
al bij twee specialismen staat ingedeeld en (omdat ze patiënten met lage zorgzwaarte heeft) een
opname zal moeten doen. Als gevolg hiervan heeft hij/zij patiënten die behoren tot drie
specialismen. De projectgroep vindt de efficiëntie van de artsenvisite belangrijker dan het behouden
van de patiënt die de verpleegkundige heeft opgenomen. De nieuw opgenomen patiënt zal de
volgende dag daarom ingedeeld worden bij een nieuwe verpleegkundige. Dit zou echter kunnen
botsen met de continuïteit van zorg. In dat geval dient de regieverpleegkundige ervoor te waken dat
de taken uitgevoerd worden op de best mogelijk manier.
Ten derde voegt het indelen van verpleegkundigen op patiënten van hetzelfde specialisme een extra
complexiteit toe aan het indelen van de patiënten, aangezien daarnaast ook gekeken moet worden
45
naar zorgzwaarte. Het is daarom belangrijk dat er tijdens het proces van zorginnovatie zo goed
mogelijk gestreefd wordt naar gelijke werkdruk.
De taken van de regieverpleegkundige zullen moeten worden aangeleerd aan het verpleegkundig
team. Dit kan mogelijk voor weerstand zorgen omdat de verpleegkundigen het als vervelend ervaren
om er weer een nieuwe taak bij te krijgen. Het kan voorkomen dat de regieverpleegkundige ziek is:
dan zal een verpleegkundige van het team de taken moeten overnemen, met als gevolg dat de
verpleegkundige zowel patiëntenzorg als regietaken heeft. De projectgroep is dan van mening dat
het team door samen te werken de visite in goede banen moet leiden en taken zal moeten verdelen.
Het is dan ook belangrijk dat alle verpleegkundigen op de hoogte zijn van het nieuwe
indelingssysteem van indelen op specialismen.
Het gebruiken van de ‘Blauwdruk artsenvisite” kan de visite efficiënter maken. Deze aanbeveling
baseert de projectgroep zowel op eigen ervaringen op de afdeling, als literatuuronderzoek. De
projectgroep heeft ervaren dat, op een gemiddelde afdeling, de artsenvisite ongeveer 10-15 minuten
in beslag neemt bij een complexe (instabiele) patiënt, terwijl dit voor een laag complexe (stabiele)
patiënt gemiddeld 5 minuten bedraagt. Op de afdeling F7-zuid liggen deze tijden echter veel hoger:
daar komt het voor dat de visite voor een laag complexe patiënt bijvoorbeeld 15 minuten in beslag
neemt. Uit de literatuur is gebleken dat het gebruik van een checklist, in dit geval de ‘Blauwdruk’
deze tijd aanzienlijk kan verminderen. Deze tijd zou nog meer omlaag kunnen wanneer de visite aan
het bed van de patiënt plaatsvindt met behulp van een draagbare computer (15). Echter, dit is voor
de afdeling geen haalbaar feit: de kosten zijn erg hoog en het duurt lang om te installeren op de
afdeling. Dit is mogelijk wel interessant als de afdeling ooit verbouwd zou worden.
Er zal op moeten worden toegezien dat de ‘Blauwdruk’ daadwerkelijk gebruikt wordt. De
projectgroep is zich ervan bewust dat dit tijd kost en dat het team elkaar enthousiast moet maken.
Het enthousiasme zal op gang komen doordat de artsenvisites daadwerkelijk efficiënter gaan
verlopen. De regieverpleegkundige zal steekproefsgewijs aan de verpleegkundigen en artsen vragen
of de ‘Blauwdruk’ wordt toegepast. In de start fase zal de regieverpleegkundige de verpleegkundigen
en artsen erop aanspreken als deze niet wordt gebruikt. Daarbij zal hij/zij moeten benadrukken dat
het een werkwijze is van het AMC die gebruikt moet worden. In de loop der tijd zullen
verpleegkundigen en artsen elkaar hierop moeten gaan aanspreken.
Naast het gebruiken van de ‘Blauwdruk’ heeft de projectgroep nagedacht over hoe miscommunicatie
tussen de artsen en verpleegkundigen kan worden voorkomen. Even is overwogen dat de arts en
verpleegkundige direct na de artsenvisite samen naar de patiënt gaan. Echter, dit zou gepaard gaan
met te veel nadelen: als de verpleegkundige samen met de arts langs de patiënt zou gaan zou de
algehele duur van de artsenvisite langer worden en zal tijdsmanagement niet gewaarborgd kunnen
worden omdat vooraf niet ingeschat kan worden hoeveel de patiënt, arts en verpleegkundige gaan
vragen/praten. Dit zijn enkele redenen waarom hier niet voor is gekozen door de projectgroep.
Uit de focusgroepen is kort naar voren gekomen dat door de academische setting de duur van de
artsenvisite langer is dan een artsenvisite in een niet-academische setting. Als universitaire instelling
vindt het AMC medisch onderwijs en opleiding erg belangrijk. Het overleg van artsen-in-opleiding
met de supervisors kan daarom niet worden weggelaten. Echter, de wijze waarop het nu gebeurt zal
wel kunnen veranderen, o.a. wanneer de artsen-in-opleiding na afloop van de visite overleggen met
46
hun supervisor, in plaats van tijdens de visite (17). Een ander aspect van de LWP dat een rol speelt
binnen dit project is het indelen van de studenten over de patiënten. Momenteel kiezen studenten
zelf de patiënten uit die zij willen verplegen. Om ervoor te zorgen dat continuïteit van zorg
gewaarborgd blijft, zou ervoor gekozen kunnen worden om studenten niet langer patiënten te laten
kiezen, maar begeleiders. In dat geval zou de student dezelfde patiënten verplegen als de
verpleegkundige en zou hij/zij voor het specialisme kunnen kiezen dat het interessantst is voor
zijn/haar leerproces. De student zou dan actief zijn/haar leerproces sturen De studenten zouden
samen met hun begeleider een koppel kunnen vormen met een andere student en zijn/haar
begeleider zodat zij toch van elkaar leren (een belangrijk principe van de leerwerkplaats).
Door middel van presentaties en een handboek zal in de implementatiefase de kennis door de
projectgroep worden overgedragen. Tijdens deze presentaties zullen alle adviezen aan de afdeling
worden gepresenteerd met de voor- en nadelen en waarom er uiteindelijk voor deze aanbevelingen
is gekozen. Voor meer informatie verwijst de projectgroep u naar het implementatieplan.
6 CONCLUSIE
De twee literatuurstudies die de projectgroep heeft uitgevoerd hebben tot een aantal bruikbare
punten geleid. Deze punten kunnen bijdragen aan het verbeteren van de artsenvisite op de afdeling
F7-zuid. Het eerste punt is dat door het gebruik van een checklist de efficiëntie en kwaliteit van de
artsenvisite wordt verbeterd. Er staat in de literatuur beschreven dat door de checklist de
artsenvisite systematischer wordt, de communicatie tussen artsen en verpleegkundigen wordt
verbeterd, de duur van de artsenvisite afneemt, onderzoeken effectiever worden gekozen, er
actiever deelgenomen wordt aan de artsenvisite en dat de kosten worden verminderd (doordat de
artsen en verpleegkundigen meer tijd hebben voor andere taken). Het kwaliteitssysteem van het
AMC, de JCI, heeft hiervoor al een checklist ontwikkeld: ‘Blauwdruk artsenvisite’. Deze checklist is
AMC-breed ingevoerd. Echter blijkt uit de huidige situatie van F7-zuid dat deze checklist amper tot
niet word gebruikt. De projectgroep heeft ervaring met het gebruik van deze checklist en heeft
gemerkt dat door het gebruik ervan de artsenvisites efficiënter worden. Daarom raadt de
projectgroep de afdeling aan om de ‘Blauwdruk artsenvisite’ te gaan gebruiken. Daarnaast is het
noodzakelijk dat de afdeling het gebruik van deze ‘Blauwdruk’ omarmt omdat het een werkwijze is
die door de JCI is goedgekeurd. De efficiëntie van de ‘Blauwdruk’ zal op de afdeling opnieuw
onder de aandacht worden gebracht zodat deze tijdens elke artsenvisite wordt gebruikt, waardoor
de uitvoering van de visite efficiënter wordt (1).
Naast het feit dat de projectgroep gebruik heeft gemaakt van literatuurstudies om haar
aanbevelingen te onderbouwen zijn er twee focusgroepen georganiseerd op de afdeling F7-zuid. De
projectgroep heeft met deze twee focusgroepen de visie/ideeën en meningen van de
verpleegkundigen en artsen verkregen. Vanuit deze informatie is er gekeken naar verbeterpunten
voor de afdeling F7-zuid.
De belangrijkste knelpunten waar de afdeling F7-zuid tegen aan loopt zijn:
- Dat de huidige manier van indelen en artsenvisite lopen niet efficiënt gebeurt op de afdeling.
47
- Verpleegkundigen vinden het irritant om naar meer dan twee artsenvisites te moeten gaan
gedurende de dagdienst (soms wel vier verschillende).
- De artsenvisites kosten veel tijd waardoor andere taken in het geding komen.
- Het zoeken naar de volgende verpleegkundige(n) die naar de artsenvisite mag, roept de
nodige irritaties op onder het team van F7-zuid.
- Verpleegkundigen nemen hun pieper slecht op.
- Medische beleid is laat bekend.
- Dossiervoering is niet compleet.
De projectgroep heeft stage gelopen op de afdeling F7-zuid en herkende de knelpunten die
besproken werden tijdens de focusgroepen.
De projectgroep heeft daarnaast besloten om de huidige situatie rondom de artsenvisite te
observeren. Uit de observatie is gebleken dat het indelen van patiënten op specialisme onder de
verpleegkundigen een mogelijke gunstige uitkomst kan hebben. De projectgroep is hier verder over
na gaan denken en heeft zich met name afgevraagd of 1.) het bruikbaar en/of werkbaar is voor de
afdeling en 2.) of de continuïteit van zorg gewaarborgd blijft met het indelen op specialismen? De
projectgroep is het indelen op specialisme gaan uitvoeren, wat positieve uitkomsten had.
Ten eerste hoeven de verpleegkundigen naar één of maximaal twee artsen visites toe. Daarnaast
wordt de continuïteit van zorg gewaarborgd omdat de verpleegkundigen gedurende de diensten dat
zij werken voor dezelfde patiënten zorgen. Het knelpunt van het indelen op specialismen is dat er
rekening gehouden moet worden met de verschillende zorgzwaarte. Het indelen op specialisme
wordt daarentegen vergemakkelijkt door gebruik te maken van kleuren op het planbord om de
verschillende specialismes aan te geven. Hierdoor wordt het planbord overzichtelijker en is het
makkelijker om te zien welke patiënten bij welk specialisme horen.
De projectgroep heeft nauw samengewerkt met de projectgroep EVV-schap om ervoor te zorgen dat
de continuïteit van zorg voor de patiënten wordt gewaarborgd. Om de continuïteit van de zorg te
waarborgen is het volgende door de projectgroep EVV ontwikkeld: er wordt i.p.v. een stipdienst elke
dienst een regieverpleegkundige aangewezen. Deze verpleegkundige heeft als rol de continuïteit van
zorg te waarborgen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat het indelen van de artsenvisite en de
artsenvisite zelf gestructureerd verlopen (coördineren/aansturen). Om ervoor te zorgen dat de
artsenvisite zo efficiënt mogelijk verloopt zal de regieverpleegkundige er in de ochtend voor zorgen
dat alle pieper nummers van de verpleegkundigen bekend zijn en in het planbord zijn ingevoerd.
Vervolgens maakt de regieverpleegkundige een lijstje met de volgorde van artsenvisites. Dit lijstje
wordt aan de artsen gegeven voordat de artsenvisite begint. De arts belt vervolgens de
verpleegkundige als hij/zij naar de artsenvisite mag komen. Op deze manier lost de projectgroep op
dat de verpleegkundige naar hun collega op de afdeling moet zoeken, wat leidt tot tijdsbesparing.
Een randvoorwaarde voor het oppiepen van de verpleegkundigen voor de artsenvisite is dat er op de
afdeling meer telefoons moeten komen zodat de verpleegkundigen snel en makkelijk hun pieper
kunnen opnemen.
Door het invoeren van genoemde aanbevelingen zal de artsenvisite minder tijd in beslag nemen en
efficiënter zijn. Wanneer daarnaast duidelijke afspraken worden gemaakt met de artsen om ervoor
te zorgen dat het medische beleid tijdig bekend is (i.e. voor 13:00 uur). zal dit er op zijn beurt toe
leiden dat de dossier voering tijdig op orde is. Door het combineren van de aanbevelingen uit de
48
twee verschillende projecten zullen deze synchroon met elkaar verlopen, wat zal leiden tot de best
mogelijke uitkomst voor de afdeling wanneer het aankomt op kwaliteit van zorg én het waarborgen
van haar continuïteit.
De aanbevelingen zijn hieronder nogmaals kort samengevat:
Aanbevelingen
1. Er zou een checklist toegepast moeten worden tijdens de artsenvisite. In het AMC kan de ‘Blauwdruk artsenvisite’ gebruikt worden als checklist om ervoor te zorgen dat de inhoudelijke artsenvisite efficiënter en gestructureerder verloopt, wat zal leiden tot tijdswinst (2).
2. De arts dient de verpleegkundigen te bellen die naar de visite mogen komen om de wachttijden te verkorten.
3. De regieverpleegkundige is verantwoordelijk voor de indeling van de artsenvisite; daarnaast moet hij/zij ervoor zorgen dat alle piepernummers van alle verpleegkundigen correct in het planbord staan zodat de artsen hier toegang toe hebben.
4. Er moeten meer telefoons op de afdeling komen zodat de verpleegkundigen en artsen hun pieper eenvoudiger en sneller kunnen beantwoorden. Als er geen extra telefoons bij komen moeten zowel verpleegkundigen als artsen geregeld zoeken naar een beschikbare telefoon, wat leidt tot tijdverlies.
5. Het dient voor de artsen, verpleegkundigen en patiënten duidelijk te zijn wanneer het medisch beleid bekend is. Als dit om uiterlijk 13:00uur bekend is hebben de verpleegkundigen namelijk genoeg tijd om hier op te anticiperen.
6. De verpleegkundigen van de afdeling dienen zo te worden ingedeeld dat zij niet naar meer dan twee verschillende artsenvisites gaan. Hiervoor adviseert de projectgroep om verpleegkundigen op specialisme in te delen.
7. In het planbord dienen kleuren te worden gebruikt zodat het indelen van de visite overzichtelijk en efficiënt verloopt.
49
LITERATUURLIJST
1. Verhaehg K, Selier-Boersma A, Simons R, Steenbruggen J, Burrman B. Multidisciplinaire visite: ontwikkeling en implementatie van een blauwdruk. Tijdschrift voor verpleegkundige, 2012; 5: P.51-55
2. Kirthi V, Ingham J, Lecko C, Amin Y, Temple M, Hughes S, et al. Ward rounds in medicine: Principles for best practice. Royal Collage of Physicians, 2012; p.1-13
3. Sharma S, Peters MJ. Safety by DEFAULT: introduction and impact of a paediatric ward round checklist. Critical Care 2013; 17(5):R232
4. Nationaal kompas volksgezondheid. Wat is kwaliteit? Bilthoven: Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu; Maart 2014. URL:
http://www.nationaalkompas.nl/preventie/thema-s/kwaliteit-van-preventie/wat-is-
kwaliteit/ (geraadpleegd 2014 februari 19)
5. Drijver R., Continuïteit in de acute zorg. Huisarts & Wetenschap. URL:
http://www.henw.org/archief/volledig/id764-continuteit-in-de-acute-zorg.html
(geraadpleegd 2014 April 15)
6. Koenen MJ. Woordenboek Nederlands. Utrecht. W.Th. de Boer; 2005
7. Coëlho. Zakwoordenboek der Geneeskunde. Doetinchem, Reed Business onderdeel van Reed Elsevier; 2009
8. Joint Commission International; 2014. URL: http://www.jointcommissioninternational.org/about-jci/jci-accredited-organizations/?c=NL (geraadpleegd 2014 April 15)
9. Academische Medische Centrum (AMC).AMC doorstaat internationale toets patiëntveiligheid; Oktober 2012. URL: https://www.amc.nl/web/Het-AMC/Nieuws/Nieuwsoverzicht/Nieuws/AMC-doorstaat-internationale-toets-patientveiligheid.htm (geraadpleegd 2014 April 15)
10. Right Marketonderzoek. Methoden onderzoeken. Kwantitatief onderzoek. Voor en nadelen
enquêtes. URL: http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwantitatief-onderzoek/voor-en-
nadelen-kwantitatief-onderzoek (geraadpleegd 2014 Maart 26)
11. Oncoline. Focusgroepen; 2009 juni 25. URL:
http://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=29989&richtlijn_id
=658 (geraadpleegd 2014 Maart 26)
12. Nashrath M., et al., Perceived nursing service quality in a tertiary care hospital, Maldives.
Nurs Health Sci 2011 13(4): 495-501
50
13. Coughlin C. An ethnographic study of main events during hospitalisation: perceptions of
nurses and patients. J Clin Nurs 2013 22(15-16): 2327-2337.
14. Singer S., et al., Quality of care and emotional support from the inpatient cancer patient's
perspective. Langenbecks Arch Surg; 2009 394(4): 723-731
15. Calswell G, Herring R, Desai T. Quality and safety at the point of care: how long should a ward
round take? Clinical Medicine. 2011 Feb;11(1):20-2.
16. Launer J., What’s wrong with ward rounds? Postgrad Med; 2013 89:733-734
17. AMC, Faculteit der geneeskunde en UvA. Maatschappelijk jaarverslag 2012: 1-54
51
BIJLAGE 1 DEELVRAGEN
1.1 WAT IS EEN ARTSENVISITE EN WAT WORDT ER BESPROKEN?
Er is geen eenduidige definitie van artsen visite; het kan worden omschreven als een complex klinisch
proces waarin de klinisch opgenomen patiënt wordt beoordeeld. Dit proces bestaat uit:
7. Opzetten en wijzigen van de klinische diagnosen.
8. De vooruitgang van de patiënt herzien, anticiperen op basis van onderzoek, geschiedenis,
NEWS (nationale waarschuwingssysteem score) en resultaten van onderzoeken die de
patiënt is ondergaan en verpleegkundige observaties.
9. Er worden beslissingen genomen over toekomstige onderzoeken en de behandelcode.
10. Afspraken maken omtrent ontslag.
11. Communicatie met het multidisciplinaire team, patiënt, familie en mantelzorgers.
12. Actief de veiligheid van zorg controleren om vermijdbare schade te beperken (13).
1.2 HOE WORDT DE ORGANISATIE VAN DE ARTSENVISITEN OP DE AFDELING F7-ZUID
TOEGEPAST?
Tijdens de stage periode 04-09-2013 tot en met 14-02-2014 hebben Nick Tuninga en Joyce Pama
stage gelopen op de afdeling F7-zuid. Voor een stage-opdracht is data verzameld over de huidige
situatie van de organisatie van de artsenvisite. De observaties van de dagindeling op F7-zuid zijn in
tabel 5 en 6 weergegeven. Uit de verzamelde data kan geconcludeerd worden dat de huidige indeling
van de artsenvisite veel tijd kost, o.a. omdat verpleegkundigen meerdere artsen moeten bezoeken,
waardoor deze manier van indeling uiterst inefficiënt is.
1.3 HOE WORDT DE HUIDIGE SITUATIE RONDOM DE ARTSEN VISITE ERVAREN DOOR HET
VERPLEEGKUNDIG TEAM VAN F7-ZUID?
Het probleem waar de verpleegkundigen op de afdeling F7 zuid tegen aanlopen is als volgt: De
afdeling F7zuid is vorig jaar samengevoegd. Daarbij is de afdeling Maag-, Darm-, en Leverziekten
(MDL) samengevoegd met de afdeling Longziekten. Hierdoor zijn er op de afdeling meerdere
specialismen gekomen. Op de afdeling zijn meerdere gespecialiseerde artsen; hierdoor zijn er twee
verschillende long visites, een visite voor leverziekten en tot slot nog een artsen visite voor maag- en
darmziekten.
Tijdens de focusgroepen zijn verschillende punten naar voren gekomen. Ten eerste vindt het
verpleegkundig team het vervelend dat er veel tijd verloren gaat rondom de artsenvisite
(bijvoorbeeld bij het wisselen van de verpleegkundigen tijdens de artsenvisite, waarbij het geregeld
voorkomt dat de verpleegkundige niet de volgende verpleegkundige kan vinden, waardoor er door
het zoeken veel tijd verloren gaat. Hierdoor is de verpleegkundige veel tijd kwijt door het zoeken,
maar moet de arts ook langer wachten op de volgende verpleegkundige). Door de extra tijd die de
artsenvisite op dit moment kost ervaren de verpleegkundigen en de artsen een hogere werkdruk.
Ten tweede kwam naar voren dat de verpleegkundigen de pieper van de arts tijdens de artsenvisite
als zeer storend ervaren, omdat de arts tijdens de visite de pieper moet opnemen waardoor de
verpleegkundige moet wachten.
52
Ten derde bleek dat de artsen vinden dat niet alle verpleegkundigen zich goed voorbereiden op de
artsen visite. Het academische aspect (leerwerkplaats) van deze afdeling zorgt daarnaast ook voor
langere visite duur, omdat bij de visite naast de verpleegkundigen in opleiding ook artsen in opleiding
aanwezig zijn; denk hierbij aan coassistenten en arts-assistenten (in opleiding tot medisch specialist).
De artsen in opleiding moeten geregeld overleggen met hun supervisor(en) waardoor de
beleidvorming soms langer duurt.
1.4 WAT IS KWALITEIT VAN ZORG?
Kwaliteit van zorg kan op verschillende manieren worden uitgelegd. In het algemeen verwijst
kwaliteit van zorg naar “goed doen, op het juiste moment, op de juiste manier, voor de juiste
persoon, met de best mogelijke resultaten” (14). Vanuit het perspectief van de verpleging is het
belangrijk om patiënten te behandelen als individuen met hun eigen normen en waarden.
Persoonlijke zorg (zorg op maat) is dan ook een cruciaal element van de verpleegkunde, omdat het
een hoge kwaliteit van zorg op het niveau van de individuele patiënt kan waarborgen (15).
1.5 WAT BETEKENT KWALITEIT VAN ZORG VOOR DE PATIENT?
Uit literatuur is er gebleken dat patiënten en verpleegkundigen andere visies hebben over kwaliteit
van zorg. De punten waar de patiënt omtrent kwaliteit van zorg veel waarde aan hecht zijn:
- Competente zorgverleners die alles duidelijk weten uit te leggen
- Toegewijde artsen en verpleegkundigen
- Goede informatie voorziening
- Participatie in het zorgproces (teamwork)
- Duidelijkheid over taakverdeling
- Respect
Uit de literatuur zijn naast de bovenstaande punten ook punten benoemd die de ergernissen
aangeven van de patiënten. Zo hebben veel patiënten last van lange wachttijden, geluidsoverlast,
smaakloos eten, het bang zijn en geen controle over hun huidige situatie hebben (machteloos
voelen) (15-17).
1.6 WAT IS KWALITEIT VAN ZORG VOLGENS HET VERPLEEGKUNDIG TEAM VAN F7-ZUID?
Uit de focusgroep van 01-04-2014 is het volgende omtrent kwaliteit van zorg naar voren gekomen.
Het verpleegkundig team van F7-zuid vindt het erg belangrijk dat de patiënt tevreden is, zorg op
maat krijgt, dat uitslagen van onderzoeken tijdig bekend zijn, dat medisch beleid snel bekend is bij
zowel verpleegkundigen en patiënt en dat er duidelijke communicatie is tussen alle betrokken
disciplines en de patiënt. Het verpleegkundig team van F7-zuid benoemde meerdere malen dat zij de
communicatie en duidelijkheid naar de patiënt als erg belangrijk ervaren.
Uit de focusgroep van 04-04-2014 is het volgende omtrent kwaliteit van zorg naar voren gekomen.
Het verpleegkundig team beaamt dat voorlichting erg belangrijk is. Als dit in de praktijk meer zal
worden uitgevoerd is de patiënt meer therapietrouw, wat zorgt voor een kortere ligduur. Hierbij zal
ook het proces voor opname meegenomen kunnen worden. Het blijkt uit ervaringen van
53
verpleegkundigen dat patiënten die van de eerste hulp komen of al eerder op de poli zijn geweest
nog maar weinig voorlichting hebben gehad.
1.7 HOE WORDT KWALITEIT VAN ZORG OP DE AFDELING F7-ZUID GEMETEN?
De afdeling F7-zuid maakt gebruikt van de Joint Commission International (JCI) richtlijnen voor de
kwaliteit van zorg. Deze richtlijn van de JCI wordt in het gehele Academisch Medisch Centrum te
Amsterdam (AMC) gebruikt om de kwaliteit van zorg te waarborgen. ‘ Kenmerkend voor de JCI is hun
tracer-methodiek, waarbij de inspecteurs het spoor- een trace- volgen dat een patiënt op zijn of haar
weg door de organisatie aflegt’ (18).
Op de afdeling F7-zuid is het gehele personeel bekend met de JCI richtlijnen. Echter wordt er in de
praktijk deze richtlijnen minder strikt nageleefd.
Het AMC is sinds 13 oktober 2012 geaccrediteerd door de Joint Commission International (JCI). Deze
strenge accreditatie focust zich op meer dan 1200 aandachtspunten voordat een ziekenhuis de
accreditatie krijgt. De JCI-organisatie wordt door het World Health Organisation (WHO) herkent. De
standaarden waar de JCI zich vooral op richt zijn de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. Het AMC
heeft bewust gekozen om over te stappen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg
(NIAZ) naar de JCI. De reden hiervoor is dat de JCI zich meer focust op patiëntveiligheid in plaats van
regels en procedures waar het NIAZ zich meer op focust. De JCI-inspectie ligt het hele ziekenhuis
door, zo moet alles tot in de details op orde zijn. Naast de focus van patiëntveiligheid is hun tracer-
methodiek kenmerkend voor de JCI (volgen van patiënten van opnamen tot ontslag). Met deze
methode bekijkt de JCI of alle afspraken die zijn gemaakt zijn nagekomen, de processen goed op
elkaar aansluiten en of de veiligheid van de patiënt, bezoekers en medewerkers tijdens de hele
periode zijn gewaarborgd.
1.8 WAT IS EFFICIENTIE VAN ZORG?
Kwaliteit van de zorg wordt bepaald door meerde factoren, waarbij efficiëntie en effectiviteit
centraal staan. Met effectiviteit wordt het volgende bedoeld: de mate waarin (vooraf) geformuleerde
doelen in de praktijk worden bereikt. Efficiëntie verwijst naar de manier waarop deze doelen bereikt
worden, waarbij gestreefd wordt naar zo min mogelijk verspilling van tijd, geld en energie.
Continuïteit in de algemene zin verwijst volgens de Van Dale naar een onafgebroken duur (19,20).
Continuïteit van zorg houdt in dat de zorg naadloos over gaat van de ene hulpverlener naar de
andere (21).
1.9 HOE WORDT DE CONTINUITEIT VAN ZORG GEWAARBORGD BIJ HET INDELEN VAN DE
ARTSENVISITE?
Huidige situatie bij het indelen van de patiënten:
Tijdens het verdelen van de patiënten over de verpleegkundigen wordt er niet gekeken naar
specialisme (Tabel 5 en 6). Als gevolg hiervan wordt er op verpleegkundige voorkeur ingedeeld
(bijvoorbeeld: de verpleegkundige wil graag dezelfde patiënten behouden omdat de verpleegkundige
zich anders steeds moet verdiepen in andere patiënten). Tijdens het indelen wordt er door
54
verschillende factoren niet altijd gekeken naar het EVV- schap, waaronder het feit dat de afdeling
een leerwerkplaats is; en het streven naar continuïteit van zorg.
Doordat er ingedeeld wordt op voorkeur worden de verpleegkundigen niet altijd aan hun EVV-
patiënt gekoppeld. Met continuïteit wordt vooral bedoeld dat de verpleegkundige gedurende
zijn/haar dienst dezelfde patiënten behoudt (bijvoorbeeld: als je vier dagen dezelfde patiënt behoudt
zorg je voor continuïteit van zorg, i.p.v. dat je gedurende de vier diensten steeds wisselt van patiënt).
Huidige situatie bij de uitvoering van de artsenvisite:
Doordat de verpleegkundigen niet ingedeeld worden op specialisme komt het voor dat een
verpleegkundige naar meer dan twee visites moet (tabel 5 en 6). Uit de focusgroepen kwam naar
voren dat als de verpleegkundigen naar 3 of meer visites moeten gaan dit als vervelend wordt
ervaren. Het verpleegkundig team accepteert het wel als zij naar maximaal twee verschillende
artsenvisites moeten gaan.
1.10 WAT IS EEN EFFICIËNTE VISITE?
In de literatuur is er geen eenduidige beschrijving van een efficiënte visite. Zoals in deelvraag 1 is
beschreven bestaat de visite uit een aantal processen namelijk:
1. Opzetten en wijzigen van de klinische diagnosen.
2. De vooruitgang van de patiënt herzien, anticiperen op basis van onderzoek, geschiedenis,
NEWS (nationale waarschuwingssysteem score) en resultaten van onderzoeken die de
patiënt is ondergaan en verpleegkundige observaties.
3. Er worden beslissingen genomen over toekomstige onderzoeken en de behandelcode.
4. Afspraken maken omtrent ontslag.
5. Communicatie met het multidisciplinaire team, patiënt, familie en mantelzorgers.
Actief de veiligheid van zorg controleren om vermijdbare schade te beperken (1).
Als bovenstaande punten in de viste worden behandeld is een artsenvisite efficiënt.
In de literatuur is beschreven dat als de visite aan de hand van een checklist wordt uitgevoerd dit de
efficiëntie van de visite verbeterd. Hierdoor: verloopt de visite systematisch; wordt de communicatie
tussen artsen en verpleegkundige verbeterd; wordt de duur van de visite korter; worden
onderzoeken effectiever gekozen en wordt actiever aan de visite deelgenomen en er zijn duidelijke
afspraken. Als gevolg hiervan wordt de veiligheid en kwaliteit van zorg verbeterd, kosten verminderd
en patiëntenbeweging verbeterd. Hierbij is het een pre dat één patiënt minimaal tien minuten wordt
besproken (1-4).
55
In het AMC wordt de blauwdruk voor de artsenvisite gebruikt. Dit is een checklist die als leidraad van
de visite kan worden toegepast. Alle processen die zorgen voor een efficiënte visite worden in de
Blauwdruk toegelicht Er zal voor het AMC geen nieuwe checklist ontwikkeld hoeven worden (7-
10,22).
1.11 WELKE METHODES KUNNEN OP F7-ZUID WORDEN TOEGEPAST OM DE
ARTSENVISITE EFFICIËNT IN TE DELEN?
Uit de focusgroep van 01-04-2014 is naar voren gekomen dat er veel struikelblokken zijn rondom de
artsenvisite.
Struikelblokken verpleegkundigen F7-zuid:
- De duur van de artsenvisite is te lang
- Contact tussen de coassistent en arts assistent met de supervisor zorgt voor vertraging in de
beleidsvorming. Het beleid is laat bekend wat er voor zorgt dat verpleegkundigen dit later
moeten verwerken in het dossier waardoor er taken worden opgeschoven (eventueel naar
de andere dienst). Het is daarnaast ook vervelend voor de patiënt vanwege lange periodes
van onduidelijkheid.
- Dossier is niet altijd goed bijgewerkt door tijdsdruk (incomplete dossiers). Hierdoor kan de
verpleegkundige zich niet altijd goed voorbereiden voor de artsenvisite.
- Er is geen vaste structuur van de artsenvisite, elke arts werkt anders. De verpleegkundigen
houden zich ook niet aan de Blauwdruk die AMC-breed is ingevoerd.
- Medische discussies tussen coassistent, arts assistent en supervisor zijn niet altijd even
relevant voor de verpleegkundigen.
- Logistiek gezien is het niet altijd duidelijk welke verpleegkundigen naar welke artsenvisite
moet gaan. Het zoeken naar de volgende verpleegkundige kost veel tijd.
- De pieper van de arts zorgt voor irritatie tijdens de artsenvisite.
- Afwezigheid/ziekten van artsen word slecht naar de afdeling gecommuniceerd.
56
Struikelblokken artsen F7-zuid:
- Duur van de visite.
- Slecht voorbereiden verpleegkundigen/studenten.
Oplossingen vanuit de afdeling F7-zuid:
- De arts belt de verpleegkundigen die naar de visite mogen komen om de wachttijden te
verkorten.
- De stipdienst of senior verpleegkundige coördineert stuurt de verpleegkundigen aan om naar
de juiste artsenvisite te gaan.
De focusgroep van 04-04-2014 heeft de volgende gegevens opgeleverd.
Struikelblokken verpleegkundigen F7-zuid:
- Logistiek: de volgende verpleegkundigen is onvindbaar waardoor er veel tijd verloren gaat
aan het zoeken naar de volgende verpleegkundigen voor de artsen visite.
- Er zijn weinig telefoons op de afdeling voor de verpleegkundigen om de pieper te
beantwoorden.
- Het duurt lang voordat het medische beleid in het dossier staat waardoor er een laat beleid
bekend is.
- Het komt voor dat er geen medische afspraken in het dossier worden gerapporteerd wat
voor verwarring kan zorgen.
- Verpleegkundigen moet naar meerdere artsenvisites. Twee wordt nog geaccepteerd, drie
wordt als teveel ervaren.
- De pieper van de arts is een grote stoorfactor tijdens de artsen visite.
- Doordat de arts zonder de verpleegkundigen langs de patiënt gaat is er miscommunicatie
tussen de arts en verpleegkundigen. Er komen vaak nieuwe dingen bij waar de
verpleegkundigen dan niets van afweet.
Struikelblokken artsen F7-zuid:
- De medicatie werd niet elke visite doorgenomen.
Oplossingen vanuit de afdeling F7-zuid:
- Logistiek: de arts heeft het lijstje met de indeling van de verpleegkundigen voor de artsen
visite. De arts kan de verpleegkundigen dan oppiepen.
- Meer telefoons op de afdeling zodat de verpleegkundigen hun pieper te beantwoorden
(randvoorwaarden)
- De visite wordt op papier uitgevoerd, daarna gaat de arts samen met de verpleegkundigen
naar de patiënt, om zo later eventuele miscommunicatie te voorkomen.
57
BIJLAGE 2 LITERATUUR ONDERZOEK
Hieronder zijn de inclussie,- en exclussiecriteria, flowcharts en searstring van de literatuurstudies te
lezen.
WELKE STANDAARDEN KUNNEN GEBRUIKT WORDEN OM KWALITEIT VAN ZORG TE
DEFINIËREN?
De literatuur gebruikt in deze studie is op te delen in twee categorieën: “witte” en “grijze” literatuur.
De witte literatuur verwijst naar de literatuur die gepubliceerd is in databases, terwijl grijze literatuur
verwijst naar ongepubliceerde literatuur. Bij het laatste gaat het dan bijvoorbeeld om richtlijnen,
waarnaar gezocht is op de website van verschillende instanties, waaronder het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de World Health Organization (WHO). Dit heeft geresulteerd in
twee verschillende richtlijnen die relevant zijn voor dit onderwerp.
Vervolgens is in Pubmed gezocht naar gepubliceerde artikelen die zich richten op kwaliteit van zorg,
waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen het perspectief van de patiënt, het perspectief van
de verpleger/zorg systeem en indicatoren van kwaliteit van zorg in het algemeen. Om deze artikelen
te vinden is gebruik gemaakt van zowel Mesh termen als vrijetekstwoorden. Gebruikte Mesh termen
waren: “Perception”; “Quality of Care”; “Quality of Health Care”; “Patients” en “Nurses”. Gebruikte
vrijetekstwoorden waren gerelateerd aan deze Mesh termen en waren: “healthcare quality”; “quality
of healthcare”; “health care quality”; “perception”; “perspective”; “quality indicators”; “nurse” en
“define”. Deze vrijetekstwoorden en Mesh termen zijn vervolgens op verschillende manieren met
elkaar gecombineerd. Voor een overzicht van de gebruikte “searchstrings” zie Appendix I.
Op basis van vooraf geformuleerde inclusie- en exclusie criteria is een selectie gemaakt van artikelen
die aansluiten bij het doel van dit onderzoek. Een overzicht van de inclusie- en exclusiecriteria is
gegeven in Tabel I.
Inclusiecriteria Exclusiecriteria
Studies die zich richten op kwaliteit van zorg –
met een focus op indicatoren, het patiënten
perspectief, en het perspectief van de
verpleegkundige/zorgsysteem.
Zorgsituatie: poliklinische zorg, thuiszorg,
verpleeghuizen, psychiatrie, tandheelkunde
Taal: Nederlands of Engels Land: ontwikkelingslanden
Jaartal: Na 1990 Populatie: kinderen en/of ouders
Zorgsituatie: Ziekenhuis setting
Soort artikel: RCT, case study, review, richtlijnen
Tabel I. Overzicht Inclusie- en Exclusiecriteria.
Deze criteria zijn gebruikt om artikelen op basis van titel te includeren, dan wel te excluderen. Dit
resulteerde in 369 artikelen, welke met behulp van een referentie manager geanalyseerd zijn. Hierbij
zijn 87 artikelen geëxcludeerd omdat deze dubbel voorkwamen. Vervolgens zijn 64 artikelen op basis
van abstract geanalyseerd, waarbij 54 artikelen geëxcludeerd zijn volgens de inclusie-en
exclusiecriteria. Uiteindelijk zijn 13 artikelen geselecteerd voor inclusie in dit onderzoek.
58
Figuur I. Flow-chart Proces Data Selectie
OP WELKE WIJZE KAN ER EFFICIËNT VISITE GELOPEN WORDEN BIJ NIET GEPROTOCOLLEERDE
ZORG MET VERSCHILLENDE SPECIALISME?
Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag - Op welke wijze kan er efficiënt visite
gelopen worden bij niet geprotocolleerde zorg met verschillenden specialismes?- is er gezocht naar
wetenschappelijke artikelen in de medische database. Daarnaast is er gezocht op websites van
verschillende instanties waaronder Royal college of nursing (RCN), World Health Organization (WHO)
en BJM Group. Dit heeft geresulteerd in drie artikelen die onder de ‘’grijze’’ literatuur vallen. De
‘’witte’’ literatuur verwijst naar de literatuur die gevonden is in de database.
Om tot relevante artikelen te komen zijn voorafgaand aan de studie zoektermen opgesteld.
Vervolgens is er in Pubmed gezocht naar relevante artikelen die zich richten op een efficiënte visite
met de focus op indicatoren, methodes/wijze, checklisten, leerrendement in de visite en de
communicatie tussen meerdere disciplines. Om de artikelen te vinden is er gebruikt gemaakt van de
volgende Mesh termen: ‘’ward round’’; ‘’quality’’, ‘’safety’’, ‘’clinical teaching’’, ‘’medical
education’’, ‘’checklist’’, ‘’nurse’’, ‘’doctor, ‘’wearable computers’’ en ‘’paper’’.
Op basis van geformuleerde inclusie- en exclusiecriteria is een selectie gemaakt van artikelen die
aansluiten bij het doel van het onderzoek.
Literatuur uit Database
N= 369
Grijze Literatuur
N=2
Totaal aantal artikelen
N=371
Artikelen geselecteerd op
basis van titel
Artikelen geselecteerd op
basis van abstract
Artikelen geïncludeerd
N=13
Dubbele artikelen
verwijderd
Geexcludeerd
Geexcludeerd
59
Tabel 2 inclusie- en exclusiecriteria.
Met de beschreven Mesh terms
Inclusiecriteria Exclusiecriteria
Studies die zich richten op een efficiënte visite-
met de focus op indicatoren, methodes/wijze,
checklisten, leerrendement in de visite en de
communicatie tussen meerdere disciplines
Populatie: kinderen en/of ouders
Taal: Nederlands of Engels Land: ontwikkelingslanden
Zorgsituatie: : ziekenhuis, psychiatrie en
verpleegtehuizen
Zorgsituatie: poliklinische zorg, thuiszorg en
tandheelkunde
Soort artikel: RCT, case studie, review en
richtlijnen
Jaartal: na 1990
60
BIJLAGE 3 FOCUSGROEPEN.
Focusgroep 1
61
62
Focusgroep 2
63
64
65
In de tweede focusgroep lagen er deze formulieren op tafel zodat het team vooral de knelpunten en
kwaliteitspunten al heeft kunnen doorlezen zodat dit weet tijd scheelde in de focusgroep:
- - KWALITEIT VAN ZORG VOLGENS F7-ZUID.
Duidelijke communicatie
Patiënt is tevreden
Zorg op maat
Aandacht en tijd voor de patiënt
Continuïteit
Korte wachttijden voor de patiënt
De rode draad is duidelijk voor zowel arts, verpleegkundigen en patiënt.
Korte lijnen tussen arts, verpleegkundigen en patiënt
KNELPUNTEN RONDOM DE ARTSENVISTE OP F7-ZUID.
VERPLEEGKUNDIGEN:
Duur artsenvisite is te lang.
Contact tussen de coassistent en arts assistent met de supervisor zorgt voor vertraging in de beleidsvorming.
Incompleet dossier.
Vaste structuur artsenvisite.
Blauwdruk wordt niet gebruikt.
Medische discussies niet altijd relevant voor verpleegkundigen.
Logistiek: Verpleegkundigen kunnen moeilijk de volgende verpleegkundigen vinden.
Pieper wordt als erg storend ervaren tijdens de artsenvisite.
Afwezigheid /ziekte wordt slecht naar de afdeling gecommuniceerd.
ARTSEN:
Verpleegkundigen zijn slecht voorbereidt.
Artsen viste duurt te lang.