vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal...

31
school en omgeving PO/VO van aardig naar gelijkwaardig Over het vormgeven van ouderbetrokkenheid op scholen een vervolg op de publicatie ‘Aardig of gelijkwaardig’ (cPs 2011) gerben heldoorn Boudewijn hogeboom Peter de vries

Transcript of vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal...

Page 1: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

school en omgeving PO/VO

van aardig naar gelijkwaardig

Over het vormgeven van ouderbetrokkenheid op scholen

een vervolg op de publicatie ‘Aardig of gelijkwaardig’

(cPs 2011)

gerben heldoorn

Boudewijn hogeboom

Peter de vries

Page 2: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

Gerben Heldoorn, Boudewijn Hogeboom, Peter de Vries

Van aardig naar gelijkwaardig

Over het vormgeven van ouderbetrokkenheid op scholen

Een vervolg op de publicatie Aardig of gelijkwaardig

(CPS 2011)

Page 3: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

2

Colofon

© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, november 2012

Ten behoeve van de leesbaarheid is in deze publicatie in veel gevallen bij de

verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van ‘hij’. Het spreekt vanzelf

dat hier ook ‘zij’ gelezen kan worden.

Leden projectgroep: Alma Buitenhuis, Harry Cox, Mandy Evers, Margriet Foks,

Hens Galjaard, Gerben Heldoorn, Boudewijn Hogeboom

Projectleider: Peter de Vries

Vormgeving: Digitale Klerken, Utrecht

CPS Onderwijsontwikkeling en advies

Postbus 1592

3800 BN Amersfoort

Tel: [033] 453 43 43

www.cps.nl

Dit rapport is tot stand genomen met subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in het kader van SLOA/R&D 2012.

Page 4: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

3

Inhoudsopgave

Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

1 Bevindingen van vorig jaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

2 Ontwikkelingen per school. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2.1 Nieuwe vormen van samenwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2.2 De acht onderzochte scholen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

3 Voorlopige conclusies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

4 Vooruitblik 2013 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

5 Belangrijke ontwikkelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Criteria keurmerk Stichting LLO© . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Bijlage: PTA-standaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

Literatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Page 5: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

4

Inleiding

Ouderbetrokkenheid in Nederland is volop in ontwikkeling!2012 was het themajaar ouderbetrokkenheid. Marja van Bijsterveldt, voormalig

minister van OCW, plaatste ouderbetrokkenheid hoog op de agenda vanwege

het belang ervan voor alle leerlingen van Nederland. De nieuwe staatssecretaris

van onderwijs, Sander Dekker, heeft uitgesproken het thema ouderbetrokkenheid

eveneens zeer belangrijk te vinden. In Amerika is men al veel langer bezig met de

samenwerking tussen ouders en leraren. Dat blijkt onder andere uit het lange

bestaan van de befaamde PTA, de Parent Teacher Association. De PTA is sinds

1897 (!) één organisatie voor ouders en leraren, die samen verantwoordelijkheid

dragen voor het beste onderwijs aan ieder kind. De meer dan een eeuw durende

traditie van ouderbetrokkenheid in de Verenigde Staten heeft voor heldere inzichten

gezorgd waar wij in Nederland veel van kunnen leren.

Deze publicatie is een verslag van het tweede jaar van een onderzoek naar vormen

van ouderbetrokkenheid. Kern van dit onderzoeksproject is het in kaart brengen

van bestaande vormen en het ontwikkelen van nieuwe manieren om de samen­

werking tussen school en ouders (basisonderwijs én voortgezet onderwijs) tot stand

te brengen. Alle vormen van ouderbetrokkenheid vinden hun bestaansrecht in

het volgende doel: positieve effecten op de ontwikkeling van de leerlingen in het

algemeen, op hun leerprestaties in het bijzonder, en op de kwaliteit van de school

en het onderwijs. Het is onderzocht1: wanneer ouderbetrokkenheid goed wordt

vormgegeven heeft dit een positief effect op de (leer)ontwikkeling van kinderen.

Het onderzoeksproject richt zich op de volgende vragen:

• Hoe kun je als school de relatie met ouders concreet versterken?

• Welke vormen van ouderbetrokkenheid werken in de praktijk?

• Hoe maak je de samenwerking tussen school en ouders gelijkwaardig en

niet­vrijblijvend, met oog voor elkaars positie en verantwoordelijkheid?

Dit verslag (‘Van aardig naar gelijkwaardig’, 2012) is een vervolg op het verslag

van het eerste onderzoeksjaar (2011), dat is uitgebracht onder de titel ‘Aardig of

gelijkwaardig’ (CPS, 2011). In deze publicatie leest u over de voortgang op de acht

onderzoeksscholen.

1 Zie Bijlage: PTA­standaarden

Page 6: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

5

Het instrument onder het onderzoek zijn de zes standaarden van de Amerikaanse

PTA (Parent Teacher Association).2 Deze zes standaarden zijn gebaseerd op langdurig

wetenschappelijk onderzoek van Dr. Joyce Epstein en mogen zodoende als leidraad

worden beschouwd voor effectieve ouderbetrokkenheid.

Het was om die reden dan ook buitengewoon bijzonder dat Dr. Joyce Epstein in

september 2012 het eerste Nationaal Congres Ouderbetrokkenheid in Nederland

bezocht. Via onderstaande QR-code is haar lezing te beluisteren. Zeer inspirerend!

2 Zie Bijlage: PTA-standaarden en/of www.pta.org

Page 7: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

Hoofdstuk 1

6

Bevindingen van vorig jaar

In dit eerste hoofdstuk blikken we terug op de bevindingen van 2011, het eerste

onderzoeksjaar. We trokken toen de conclusie dat scholen in Nederland vooral

insteken op het hebben van een goede relatie met de ouders van hun leerlingen.

Daarbij staan centraal het ‘elkaar aardig vinden’ en het regelen van praktische

hand- en spandiensten. Er is echter onvoldoende sprake van een gelijkwaardige

relatie in de zin van tweezijdige communicatie en informatie-uitwisseling.

Ook is er geen gelijkwaardigheid op het gebied van besluitvorming, het respecteren

van elkaars kennis en positie, en dergelijke. De school bepaalt welke informatie zij

de ouders geeft. Ouderbetrokkenheid is in die zin vooral eenrichtingsverkeer:

het informeren van ouders.

Verder concludeerden we in 2011 dat er nog weinig variatie was in contactvormen.

Veel contact beperkt zich tot de ‘traditionele vormen’, zoals tienminutengesprekken,

informeel contact en algemene ouderavonden.

Zowel in het po als in het vo is er een duidelijke vraag van ouders naar meer contact

met leraren en informatie over het leren van de kinderen. Flexibelere omgang met

de tienminutengesprekken en meer inzet van sociale media lijken goede aanknopings-

punten om de ouderbetrokkenheid verder vorm te geven.

Om de ouderbetrokkenheid op scholen te verbeteren, gaven scholen aan dat er

afspraken gemaakt moeten worden over de bereikbaarheid van de school voor de

ouders. Vaak is dit erg leerkrachtafhankelijk. Scholen zullen op zoek moeten gaan

naar alternatieve vormen om het contact tussen ouders en school te verbeteren.

Alle respondentgroepen gaven dit aan, maar weten niet welke vormen inzetbaar

zijn. De resultaten van deze publicatie zijn in dat opzicht belangrijk om scholen

te inspireren om nieuwe contactvormen uit te proberen en te ontwikkelen.

Na het eerste jaar trokken we de conclusie dat scholen vaak niet actief zoeken naar

en experimenteren met andere vormen van ouderbetrokkenheid. In het kader van

een eerder R&D-onderzoek3 (2008), bleek dat bovenschoolse aansturing essentieel

is voor het tot stand komen van een goede samenwerking tussen school en ouders.

Het viel in de eerste jaren van dit onderzoek op dat er nog nauwelijks sprake is van

bestuurlijke aansturing op het thema ouderbetrokkenheid.

3 http://www.cps.nl/nl/Diensten/Publicaties/Publicaties-Zoeken/Onderzoek. html?pid=rolvanouders

Page 8: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

Hoofdstuk 2

7

Ontwikkelingen per school

Vrijwel alle onderzochte scholen hebben een ontwikkeling doorgemaakt in

de richting van meer samenwerking met ouders. Er lijken een paar interessante,

nieuwe vormen van samenwerking tussen school en ouders te zijn ontstaan,

waar we eerst op ingaan. Vervolgens worden de voortgang en ervaringen van

de acht pilotscholen besproken.

2.1 Nieuwe vormen van samenwerking

BewustwordingsbijeenkomstenScholen en ouders zijn het vaak gewend om tégen elkaar te praten en soms óver

elkaar. Zo kan het beeld ontstaan dat scholen deskundig zijn en ouders meer

onwetend, afwachtend. Scholen kunnen geneigd zijn bijeenkomsten te organiseren

waarop zij, kort gezegd, ouders ‘weleens zullen vertellen wat er nodig is’.

Bijeenkomsten waarbij ouders en docenten samen kijken naar ontwikkelingen

bij kinderen of in de samenleving, met duidelijkheid over ieders rol en positie,

kunnen dan zeer verhelderend werken. In dergelijke bijeenkomsten kijken school

en ouders niet naar elkaar maar kijken ze samen, vanuit hun eigen positie,

naar een gezamenlijk beleefd ideaal of probleem. Niet om van daaruit te melden

wat ze van de ander verwacht, maar wat zij zelf als inzet en mogelijkheden (en

beperkingen) ziet.

Een ouder na een gezamenlijke studiedag:

“Voor mij bood deze dag, die we samen met de leerkrachten hebben gehad, heel veel

nieuwe inzichten. Vaak neem je niet de tijd om samen dit soort zaken te bespreken.

Het heeft geholpen in de relatie tussen mij en school. We konden dingen open

bespreken en ook de mensen van school noemden tips voor ons. Deze dag heeft de

wederkerigheid die we willen al in zich.”

NieuwjaarsbijeenkomstenScholen en ouders zijn soms geneigd contact te zoeken als er een aanleiding is,

bijvoorbeeld een probleem, of als de een het nuttig vindt om de ander iets te vertellen

of te laten zien. Denk aan de start van het nieuwe kalenderjaar, aan uitvoeringen of

presentaties van werkweken. Hoewel er niets mis is met deze laatste vorm, blijven

dergelijke contacten ‘functioneel’. Oftewel, ouders en leerkrachten ontmoeten elkaar

Page 9: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

8

‘in (hun) functie’. Bij nieuwjaarsbijeenkomsten, waar er geen andere agenda is

dan elkaar te ontmoeten, kan een kennismaking van mens tot mens ontstaan.

Informele contactmomenten worden gewaardeerd door ouders. Dat komt tegemoet

aan de gedachte dat je eerst een relatie moet hebben voordat je tot een prestatie

kunt komen.

Gesprekken op maat

Cécile Segers, directeur R.K. Basisschool Sint Jan in Schiedam:

“Wij houden in de eerste drie weken van elk nieuw schooljaar startgesprekken met

ouders en kinderen. Tijdens deze gesprekken wordt in onderling overleg een gespreks-

arrangement voor het hele jaar vastgesteld. Sommige ouders, leerlingen en leraren

besluiten gezamenlijk dat het waarschijnlijk voldoende is om elkaar later in het jaar

nog één keer kort te spreken om de zaken te evalueren. Bij andere ouders en leerlingen

speelt er meer thuis en/of op school, waardoor zij met de leraar overeenkomen

om elkaar wat vaker tussentijds te ontmoeten. Zij maken twee afspraken van een

half uur met de kanttekening dat zij elkaar eventueel kunnen benaderen voor een

derde gesprek, mocht dat nodig blijken. Met deze contactmomenten op maat, die

door school én ouders samen worden vastgesteld, heeft onze school bereikt dat alle

ouders niet-vrijblijvend betrokken zijn bij de school. Bijkomend effect is dat ouders

en leerlingen van groep 5/6 aan het eind van het jaar geen behoefte meer hebben

aan een informatieavond. Alle ouders hebben de informatie al op een andere manier

gehoord. Dat levert tijdwinst op voor de school.” 4

2.2. De acht onderzochte scholen

School 1: Een lange adem is soms beterScholengemeenschap Piet Prins is een grote scholengemeenschap in een plattelands-

stad met ruim 120.000 inwoners. De school biedt alle reguliere afdelingen van

het voortgezet onderwijs: lwoo, vmbo, havo en vwo. Omdat de school christelijk

onderscheidend denominatief is bepaald, bezoeken ruim 2.200 leerlingen uit de wijde

omtrek de school elke dag op de fiets of per trein. Ouders hebben niet alleen minder

contact met Scholengemeenschap Piet Prins omdat het een school voor voortgezet

onderwijs is, ook de geografische afstand speelt in dezen een rol. In sommige gevallen

wonen de leerlingen (en hun ouders) op 40 kilometer afstand van de school.

Na een onderzoek op deze school is de schoolleiding zich er terdege van bewust dat er

nog een wereld is te winnen voor wat betreft het vergroten van de ouderbetrokkenheid.

De docenten hebben verschillende denkbeelden over wat ouderbetrokkenheid is,

hoe je dit moet vormgeven en of er überhaupt wel sprake is van veel ouderbetrokken-

heid in de bovenbouw van bijvoorbeeld havo/vwo. De schoolleiding zet daarom in

op een meersporenbeleid om ouderbetrokkenheid van de grond te krijgen.

4 De Vries (2012)

Page 10: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

9

1. Ouderbetrokkenheid moet goed landen bij alle docenten. Inzicht in het thema

ouderbetrokkenheid en het effect van een goede samenwerking met ouders

is hierbij zeer noodzakelijk.

2. Ouderbetrokkenheid heeft alles te maken met goed mentoraat. In het schooljaar

2012/2013 wordt op Scholengemeenschap Piet Prins de beschrijving van het

mentoraat afgerond. Dit geldt voor alle afdelingen (en ook voor de andere locaties

in omliggende plaatsen) van de scholengemeenschap. De beschrijving zal op de

hoofdvestiging worden gepresenteerd op de studiedag van 29 maart 2013.

3. Ouderbetrokkenheid moet ook gekoppeld worden aan goede leerlingenzorg.

Items als dyslexie, tests en protocollen zijn hierbij van belang.

Scholengemeenschap Piet Prins wil het thema ouderbetrokkenheid stevig neerzetten

op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie

over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten van de hoofdvestiging in het kader

van dit onderzoekstraject. Deze kick-off lezing moet docenten bewust(er) maken

van nut en noodzaak van ouderbetrokkenheid voor alle leerlingen van de school.

Het verschil tussen ouderverantwoordelijkheid (neemt af naarmate leerlingen ouder

en zelfstandiger worden) en ouderbetrokkenheid (blijft altijd bestaan) is hiervan

een belangrijk facet.

Vervolgens zal de school naar aanleiding van bovenstaande inbeddingsthema’s

(mentoraat, leerlingenzorg) met ouders en docenten in gesprek gaan over goede

samenwerking in het belang van de leerlingen.

Een lange adem is soms beter: Scholengemeenschap Piet Prins kiest voor een gedegen

integratie met het totale schoolbeleid. Zo is ouderbetrokkenheid geen losstaand

thema, maar realiseert iedere docent zich dat ouderbetrokkenheid gaat over het

onderwijs van elke dag.

School 2: We maken er werk van!De Hugo de Groot School is een van de drie vestigingen van een openbare

vo-school in een provinciestad aan de rand van Nederland. Er werken bijna 50

leraren. De school geeft aan dat naast leren een goede sfeer belangrijk is.

De Hugo de Groot School wil werk maken van ouderbetrokkenheid en is begonnen

met het organiseren van een studiedag ouderbetrokkenheid. Echter, leren samen-

werken doe je samen en daarom waren ook ouders uitgenodigd voor deze studiedag

in het najaar van 2012. Zo’n 60 ouders kwamen hier op af! In een dagprogramma

onder leiding van externe trainers dachten ouders en docenten na over hun samen-

werking. In de ochtend trokken ouders en docenten afzonderlijk op en kregen ze

informatie over wat ouderbetrokkenheid wel en niet is, wat het doet met ouders

wanneer hun kind zich niet ontwikkelt zoals ze misschien hadden gehoopt, de kennis

en ervaring die ouders hebben ten aanzien van het onderwijsproces van hun kind,

enzovoort. Ze praatten door over hun eigen ervaringen. Op deze manier kwam er

Page 11: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

10

een geweldige bewustwording op gang bij beide groepen. In de middag werkten

ouders en docenten in heterogene groepen elk een PTA-standaard uit: welke vormen

kunnen wij toepassen op onze school als het gaat om de verschillende standaarden?

Vervolgens is door de school een werkgroep opgericht, bestaande uit docenten en

ouders. Zij werken de aangedragen suggesties uit en zetten deze om in concrete

acties voor de school.

School 3: Kinderen staan centraalBasisschool De Duif is een christelijke school in het midden van Nederland, gelegen

in een grote Vinex-wijk. Op de school zitten vooral kinderen van tweeverdieners.

Voor praktische hand- en spandiensten is het soms moeilijk om mensen te vinden,

maar als je ouders aanspreekt op dat waar ze goed in zijn, dan zijn zij volgens de

school betrokken en gemotiveerd.

De school wil een open klimaat scheppen voor de ruim 1.500 leerlingen. De leraren

geven aan tijd voor de ouders te maken als dat nodig is. De ouders merken op hun

beurt dat de leraren openstaan voor ouders.

De afgelopen tijd heeft de school duidelijk geïnvesteerd in de verbetering van het

contact tussen school en ouders. Na het onderzoek van 2012 heeft de school

gekeken wat er gedaan kan worden om de ouderbetrokkenheid verder te vergroten.

De school is gaan werken met een werkgroep. Alle ouders hebben de mogelijkheid

gekregen zich op te geven voor deze groep. Het doel is om gericht te werken aan

activiteiten die de ouderbetrokkenheid vergroten.

Tijdens de eerste bijeenkomst heeft de school de standaarden van de PTA uitgelegd.

Vervolgens is samen met ouders en leerkrachten gekeken wat de eerste prioriteit

moet zijn. Omdat de school al veel documentatie heeft over de manier van samen-

werken tussen school en ouders, komt het vooral aan op de praktijk; het samen

gaan doen. Tijdens werkgroepbijeenkomsten wordt daarom veel aandacht besteed

aan het bedenken van concrete acties. Zo zijn bijvoorbeeld de volgende dingen

afgesproken naar aanleiding van de bespreking van PTA-standaard 2 (effectief

communiceren):

• De ouders ervaren dat de oudercontacten meer op de behoefte van ouders kunnen

worden afgestemd. Dit onderwerp komt op de agenda van de teamvergadering.

De uitkomsten worden tijdens een volgende werkgroepbijeenkomst teruggekoppeld

aan de ouders.

• Ouders denken graag mee als er problemen in groepen zijn. Per groep worden

daarom een paar ouders aangewezen die met de leerkracht kunnen overleggen.

Samen kunnen zij besluiten wanneer het nodig is alle ouders bij elkaar te roepen.

• Leerkrachten vinden het soms moeilijk grenzen aan te geven in het contact naar

ouders. Dit wordt besproken in een werkgroepvergadering. Aan de andere kant

Page 12: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

11

merken ouders dat het soms moeilijk is om met leerkrachten in gesprek te gaan.

Het idee van een gezamenlijke scholing wordt de volgende keer besproken.

• De directie stelt zich bij alle informatie die ouders krijgen de vraag: is deze

informatie relevant voor ouders? Zij kan voor een antwoord op deze vraag altijd

de ouders in de werkgroep raadplegen.

Zowel de leerkrachten als de ouders zien de werkgroep als een mooi vervolg op dat

wat de school al voor elkaar heeft. Er is een stevige basis om vanuit gezamenlijkheid

en verantwoordelijkheid voor elkaar verder te werken.

Voor de komende bijeenkomsten heeft de werkgroep het plan om ook de volgende

PTA-criteria uit te werken en concreet te maken. Het sterke aan deze werkvorm is

dat er altijd mensen verantwoordelijk worden gemaakt voor bepaalde acties en dat

zij telkens terugkoppelen wat er gedaan is. Ook worden alle ouders op de hoogte

gehouden van dat wat de werkgroep doet. Op deze manier deelt men wat er gedaan

wordt en waarom.

Basisschool De Duif is een school waar ouders en leerkrachten steeds meer gaan

samenwerken ten gunste van de kinderen!

School 4: De digitale snelweg opDe Smytegeltschool, een reformatorische school in een klein plattelandsdorp,

heeft zich voorgenomen de communicatie met ouders te verbeteren. Dit wil zij doen

met behulp van moderne media.

Van oudsher is de dorpsgemeenschap gesloten. Men kent elkaar erg goed; persoonlijk,

via kerk, club, vereniging of familie, of anders wel van horen zeggen. Contacten

tussen school en ouders zijn langdurig en hecht. Veel ouders zaten vroeger zelf

op deze school en doordat veel gezinnen relatief groot zijn, komen ouders al vele

jaren de schooldrempel over. Ouders bezoeken de school om kinderen te halen

en te brengen, maar ook voor het verrichten van de vele hand- en spandiensten.

Ook het bestuur bestaat uit ouders.

De langdurige relatie tussen school en ouders wierp de vraag op of de informatie-

avonden aan het begin van het jaar nog wel zinvol waren. Afgelopen jaar is daarom

de opzet vernieuwd. Het strakke tijdpad werd losgelaten en een meer informele

ontmoeting tussen leerkracht en ouders kwam centraal te staan. Het schoolteam

is erg tevreden over deze werkwijze. Een (hernieuwde) kennismaking markeert toch

de start van een nieuw jaar waarin je samen gaat optrekken, aldus de leerkrachten.

Bovendien kun je contacten (opnieuw) opbouwen voordat er eventuele problemen

besproken moeten worden.

De taakverdeling tussen school en ouders is van oudsher helder. De school is voor

het onderwijs, de leerkrachten zijn daarvoor opgeleid. Ouders hebben hun eigen

Page 13: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

12

rol en taak in huis en binnen het gezin. Als er zorgen zijn, bijvoorbeeld over tegen-

vallende leerresultaten of gedrag, spreekt men elkaar. Die gesprekken zijn voor

teamleden (en ouders) niet altijd gemakkelijk. De school merkt op dat leerkrachten

nog wel eens stoom moeten afblazen als dergelijke gesprekken niet zo vlot zijn

verlopen. Het zou goed zijn, geeft een directielid aan, als teamleden wat meer afstand

zouden kunnen nemen. Als de emotionele relatie vervangen zou kunnen worden

door een professionele relatie. De school biedt teamleden daarom, samen met andere

scholen waarmee ze samenwerkt, cursussen gespreksvaardigheden en communiceren

met ouders aan.

Moderne tijden gaan ook aan deze school niet voorbij. De computer is - in tegen-

stelling tot de tv - goed ingeburgerd in veel gezinnen. Op school heerste aanvankelijk

enige terughoudendheid, maar dit is aan het veranderen.

Sinds dit schooljaar verstuurt iedere leerkracht wekelijks een digitale nieuwsbrief

aan de ouders. Deze bevat informatie over de lesstof de komende periode, bijzondere

gebeurtenissen en het eventuele huiswerk. De school moest wel even wennen dat

de digitale weg een snelweg is. Communicatie gaat snel, nuances verdwijnen,

de ‘send’-knop is snel aangeraakt en voor je het weet is een ondoordachte mail

verstuurd aan alle contacten. Dat vraagt om aandacht. Daarom zijn er alvast een

paar basisafspraken gemaakt.

• Mailadressen worden altijd in de BCC gezet (onzichtbaar voor de geadresseerden).

• E-mail wordt alleen gebruikt voor zakelijke communicatie.

• Proef je emotie of irritatie in een mail? Stop dan met mailen en pak de telefoon.

Maak zo nodig een afspraak.

De vraag voor de school is nu of er nog meer standaardisatie moet komen of dat

deze afspraken voldoende zijn. Hoe ga je bijvoorbeeld om met Facebook en andere

sociale media? Wil je dat leerkrachten en leerlingen elkaar kunnen volgen, digitale

‘vrienden’ zijn? Moet je daar als school afspraken over maken of laat je dat aan

iedereen persoonlijk over?

Een ander punt van gesprek is het ouderportal van ParnasSys. Mogen ouders daar

ook toegang toe hebben en zo ja, tot welke informatie? De meningen binnen het

team lopen hierover nog uiteen. Ouders merkten echter dat de school voor voortgezet

onderwijs (vrijwel alle leerlingen gaan naar dezelfde school, passend bij de denomina-

tie) werkt met Magister. Ouders hebben hier toegang tot veel gegevens. Dat beïnvloedt

natuurlijk het gesprek op de school.

Ouders zijn ouders en geen educatieve partners, is de opvatting van de school.

Maar men ziet wel een verschuiving, met name door opbrengstgericht werken en

handelingsgericht werken. Bij dergelijke trajecten heeft de ouder een specifieke

plek; namelijk die van expert op het gebied van het kind thuis. Doordat de leerkracht

Page 14: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

13

ouders daar nu op bevraagt, wordt die deskundigheid serieus genomen. Ouders

en leerkrachten ervaren dat beide zo. Dat nuanceert het traditionele beeld van

de onmondige ouder en de deskundige leerkracht enigszins. De nuancering gaat

echter nog niet zover dat ouders betrokken worden bij zaken als de evaluatie van

de ouderavond, de nieuwsbrieven of het ouderportaal. Tenminste, niet formeel.

Dit zijn zaken die de school tot haar deskundigheid rekent. Als ouders er iets over

willen opmerken dan kan dat natuurlijk altijd, aldus de school. Maar zij zal dat zelf

(nog) niet organiseren.

De directie ziet nog een ontwikkeling. In de denominatie is hiërarchie belangrijk.

De directeur en de leerkrachten behoren tot de gezagsdragers tegen wie je behoort

op te kijken. Sociale media zitten echter niet zo in elkaar. Daarin heb je geen invloed

op basis van je positie, maar op basis van wie je bent en wat je doet. Waar het

traditionele wereldbeeld vooral verticaal en hiërarchisch is bepaald, is het moderne

wereldbeeld vooral horizontaal en op basis van prestatie. Ook dat, constateert de

directeur, heeft invloed op de relatie tussen school en ouders.

De school is al met al bezig met een omslag. Dit blijkt duidelijk uit de vernieuwing

van de website en het logo. De oude site en het oude logo verwijzen in kleur en

beeld naar het verleden, naar de herkomst van de school. In het nieuwe logo is het

fundament duidelijk herkenbaar, maar kleur en beeld zijn modern en verwijzen

naar de toekomst.

Die toekomst vraagt een andere verhouding tussen school en ouders; van een

emotionele relatie naar een professionele. Van een oude relatie gebaseerd op positie

naar een nieuwe verhouding op basis van kennis en ervaring. Een verandering die

nodig en mogelijk is door de veranderingen in de wereld buiten de schoolmuren.

School 5: Goede mentoren zijn het geheimCollege De Morgenster is een school voor voortgezet onderwijs in een stad in

het midden van het land. Traditioneel kozen ouders de school vanwege haar

identiteit. Die vanzelfsprekendheid is nu echter verdwenen. De eigen achterban

kiest tegenwoordig vaak voor een andere school, onder meer vanwege onvrede

over de kwaliteit van het onderwijs en een gebrekkige communicatie.

De school heeft daarop de organisatie veranderd om de kwaliteit te verbeteren;

van leerstof- naar leerlinggericht. Ook is de school druk bezig om de communicatie

met ouders te verbeteren. Tegelijkertijd dwong het dalende leerlingenaantal de

school de afgelopen periode tot forse bezuinigingen. Deze combinatie van factoren

leidde tot extra werkdruk en daarmee tot weerstand bij een deel van het team,

met name dat van de Tweede Fase. De school geeft aan dat er een verschil is tussen

de onderbouw en de Tweede Fase. Beide zijn in een eigen gebouw gehuisvest.

In de onderbouw wordt de communicatie met ouders als beter ervaren dan in de

Page 15: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

14

bovenbouw. De onderbouw selecteert bijvoorbeeld mentoren op hun vermogen tot

goed communiceren. In de bovenbouw wordt (of werd) de instroom vanuit de onder-

bouw als vanzelfsprekend gezien en lag de nadruk op het overdragen van vakkennis.

De noodzaak van het onderhouden van een goede relatie met ouders werd niet

ervaren. De directie benadrukte het belang van een denkomslag, maar dit leek in

de Tweede Fase onvoldoende van de grond te komen.

De Morgenster had zich daarom voorgenomen om spiegelgesprekken te organiseren;

gesprekken waarbij het team geconfronteerd zou worden met opvattingen van ouders

om zo een omslag teweeg te brengen. Het liep anders. Een van de team leiders werd

ziek en viel langdurig uit. De druk op de organisatie nam drastisch toe en de school,

de Tweede Fase, moest scherp prioriteren. Een teamtweedaagse en de spiegel-

gesprekken werden geannuleerd. Tegelijkertijd ontstond door het gevoel van crisis

een nieuw elan en een nieuwe drive in het team. Taken werden overgenomen, de

interne communicatie in het team verbeterde en er ontstond een gevoel dat men

met elkaar verantwoordelijk was, niet alleen voor de eigen lessen, maar voor de

organisatie als geheel. Men zette alles op alles om de zaak draaiende te houden en

kwam hiervoor zelfs terug op vrije dagen en in het weekend. Ouders bleven onder-

tussen wel degelijk scherp op het netvlies staan. Zij werden gedurende deze periode

met een wekelijkse memo op de hoogte gehouden, een gewoonte die door andere

secties - weliswaar in een lagere frequentie - werd overgenomen. Ouders stelden het

zeer op prijs dat zij zo goed op de hoogte werden gehouden in deze lastige situatie.

Ondertussen ging in de onderbouw, waar deze situatie niet speelde, de frequentie

van de nieuwsbrief terug van maandelijks naar ongeveer om de andere maand.

In combinatie met de ouderavonden, de spreekavonden en de directe contacten

van mentoren bleek dat voldoende. De onderbouw stelde een klankbordgroep van

ouders in, vanwege een pilot waar de school aan meedoet. College De Morgenster

wil van ouders weten wat de effecten van de pilot op de leerlingen zijn en of dit

tot problemen leidt, zodat ze daar zo direct mogelijk op in kan spelen. Dat de

communicatie in de onderbouw nu goed op orde lijkt te zijn, blijkt onder andere

uit het feit dat het aantal klachten daar gedaald is naar nul.

De school heeft onder toeleverende basisscholen een (stage)onderzoek laten doen

om na te gaan hoe ouders op die scholen tegen College De Morgenster aankijken.

Daaruit blijkt dat vooral ouders die zelf op de school gezeten hebben oude, minder

positieve beelden van de school hebben. Dit is mede aanleiding geweest om het beleid

van informatieverstrekking onder de basisscholen te wijzigen. Voorheen nodigde de

school ouders uit voor een informatieavond op de school. Toen de leerlingenaantallen

echter terugliepen, ging de school de toeleverende basisscholen bezoeken om daar

ouders te informeren over de school. Nu wijzigt de school dit beleid weer en nodigt

ze de ouders van groep 8-leerlingen uit op school. Dat scheelt niet alleen veel tijd,

maar daardoor kan de school ook laten zien dat de school van een wat introverte

Page 16: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

15

organisatie veranderd is in een bruisende, actieve school, die de leerling centraal

stelt. Dat laat de school onder andere zien door leerlingen een actieve rol te geven

tijdens deze bijeenkomsten. Zo kunnen ouders persoonlijk ervaren dat zowel het

gebouw als de sfeer in de school enorm veranderd zijn sinds de ouders zelf op

school zaten.

Ook de ouderactiviteiten worden tegenwoordig op een andere manier bekeken.

Waar voorheen vooral de werkwijze werd geëvalueerd, kijkt de school nu ook

of de gestelde doelen zijn bereikt. Dit doet de school met behulp van Plan - Do -

Check - Act. De spiegelgesprekken zijn hiermee overigens nog niet van de baan.

Zodra de rust in de organisatie is weergekeerd worden die alsnog uitgevoerd.

School 6: Nu het team nogDe directeur van De Regenboog, een dorpsbasisschool in een agrarisch gebied,

vindt ouderbetrokkenheid erg belangrijk. Bij haar komst enige jaren geleden

constateerde ze dat (een deel van) het team de neiging had ouders buiten te sluiten.

Ouders waren prima voor hand- en spandiensten, maar daar moest het vooral bij

blijven, zo leek de gedachte te zijn. Dat wilde de directeur, met behulp van ouders,

veranderen.

Op basis van de criteria van de Nederlandse versie van de PTA heeft de directeur

samen met een van de ouders een plan geschreven om een aantal punten op school

te verbeteren. De kern van het plan is te komen tot een goede samenwerking tussen

school en ouders.

Het plan werd in het team besproken. Niet iedereen was even enthousiast, maar

de directie gaf aan dat de school hier echt mee aan de slag moest, in het belang

van de kinderen. Gelukkig werd deze zienswijze door anderen in het team gedeeld.

Tegenstanders konden het er niet principieel mee oneens zijn, zij bleven wel

sceptisch over de mogelijkheden tot verbetering. Op onderdelen was er echter

voldoende draagvlak om er mee door te gaan. Daar zijn actiepunten uit gekomen

waar men mee aan de slag is gegaan. Te beginnen met een enthousiaste boven-

bouwleerkracht en acties van de directie zelf.

De school is gestart met koffieochtenden, praatochtenden waarop ouders en

de directeur praten over wat hen bezighoudt. De opkomst is boven verwachting

en de sfeer is erg goed. Op deze manier blijft de school goed op de hoogte van

wat er speelt onder de ouders en kan zij laagdrempelig polsen hoe ouders over

zaken denken.

De school heeft de schriftelijke communicatie verbeterd. Ze maakt nu een maande-

lijkse nieuwsbrief, waarin leerkrachten aangeven welke stof aan bod komt en hoe

ouders hun kind daarmee thuis kunnen ondersteunen.

Page 17: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

16

De school heeft bij wijze van informatiebrochure een kalender gemaakt. Achterop

elk kalenderblad staat voor ouders relevante informatie.

De samenwerking met ouders komt bijvoorbeeld tot uiting bij het overblijven.

Dit werd door ouders geregeld, maar er waren problemen met het toepassen van

de gedragsregels tijdens het overblijven. De overblijfouders hadden daar andere

opvattingen over dan de school, wat ertoe leidde dat het overblijven voor een deel

van de kinderen vervelend verliep. Daarop is de school in overleg gegaan met de

overblijfmoeders. Ze hebben samen gedragsregels opgesteld en gekeken hoe zij

ervoor kunnen zorgen dat die regels ook nageleefd worden. Dat heeft een goed effect

gehad. De regels zijn nu bij alle kinderen en ouders bekend, ze zijn opgenomen in

de kalender en de rust tijdens het overblijven is weergekeerd.

De heldere afspraken gelden ook voor het bij het hek staan praten van ouders.

Leerkrachten in de onderbouw hadden daar erg veel last van. Ze waren bang

dat ouders over de school zouden roddelen, maar ze vonden ook dat de kinderen

hierdoor afgeleid werden. Die bleven uit het raam kijken naar hun moeder totdat

die verdwenen was. En dat kon door de geanimeerde gesprekken nogal lang duren.

Het punt werd ingebracht bij een koffieochtend. Ouders begrepen het probleem

en staan sindsdien niet meer bij het hek. En als er al geroddeld werd, dan weten

ouders en leerkrachten nu dat dit tijdens de koffieochtend besproken kan worden.

Overigens verloopt niet alles volgens plan. Het idee was om met klassenouders

te beginnen; ouders waar de leerkracht een beroep op zou kunnen doen als er

iets geregeld moet worden voor de groep. Maar in de bespreking met de MR en de

ouderraad kwam de vraag wat de toegevoegde waarde hiervan zou zijn. Wat zouden

de klassenouders anders doen dan wat de ouderraad doet? De school kon dit niet

duidelijk maken, waarop het idee is teruggetrokken.

Enthousiast is de school over de leerlingenraad. De school wil niet alleen ouders

betrekken maar ook leerlingen. De leerkracht van groep 8 had heuse verkiezingen

georganiseerd voor de leerlingenraad. Iedereen was erg enthousiast. Leerlingen

wilden al posters laten maken en zelfs T-shirts laten drukken, waarop ouders

bezorgd werden, want dan zouden alleen kinderen mee kunnen doen van ouders

die dat wilden/konden betalen. Hoewel het natuurlijk niet de bedoeling was om

veel kosten te maken, was het enthousiasme wel mooi. De vergadering zelf leverde

praktische tips op voor bijvoorbeeld eenvoudige aanpassingen van het schoolplein.

Kortom, de school zet een aantal stappen om het contact met ouders te verbeteren.

De directeur loopt er echter tegenaan dat je bijvoorbeeld wel kunt afspreken

dat leerkrachten bij de deur van de klas staan en iedereen groeten, maar dat niet

iedereen dat vervolgens ook even vriendelijk en tactvol doet. Een van de teamleden

kan bijvoorbeeld nogal kortaf en rigide op ouders reageren. Prima dat iemand dan

Page 18: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

17

bij de deur staat en groet, maar hoe zorg je ervoor dat dit ook op een goede manier

gebeurt? De directeur toont op dit punt leiderschap. Het uitgangspunt is niet ‘het

lukt niet, dat zullen we helaas moeten accepteren’, maar ‘goed, hier heeft iemand

nog iets extra’s nodig om het gewenste gedrag te laten zien’. Daar wil de school de

komende tijd mee aan de slag. Van aandacht voor een activiteit naar de manier

waarop deze wordt uitgevoerd.

Met deze aanpak vervult de school een soort pilotfunctie; het bestuur is van plan

om met alle scholen een vergelijkbaar traject te volgen.

School 7: Op een laag pitje…‘Vertrouwen in jongeren en dus in de toekomst’ is het motto van Willem van Oranje,

een grote scholengemeenschap voor diverse richtingen van voortgezet onderwijs

in de Randstad. De Willem van Oranjeschool wil de leerlingen een veilige omgeving

bieden, waarin zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen.

Vol enthousiasme is de school het onderzoekstraject ingegaan. Vooral de eenheid

in de contacten met ouders en mentoren is besproken binnen de school. Ook zijn

er enkele basisafspraken gemaakt. Er waren echter andere interne zaken die zoveel

aandacht van de school vroegen, dat het thema ouderbetrokkenheid niet de prioriteit

kreeg die de schoolleiding graag wilde. Ook dat is de realiteit op scholen.

De schoolleiding is van plan om ouderbetrokkenheid in de toekomst zeker weer

op de agenda te plaatsen.

School 8: Teveel eenrichtingsverkeerBasisschool De Dolfijn, een reformatorische basisschool in het midden van

Nederland, concludeert naar aanleiding van het onderzoek dat met name de

communicatie met ouders verbeterd kan worden. De belangrijkste conclusie die

de school uit het onderzoek trekt, is dat de communicatie met ouders nog teveel

eenrichtingsverkeer is (van school naar ouders).

In het vervolgtraject heeft de school dit kalenderjaar een werkgroep samengesteld,

bestaande uit vier leerkrachten, vier ouders en de directeur. De groep is onder leiding

van de praktisch ingestelde directeur systematisch aan het werk gegaan om op basis

van de standaarden van de PTA verbeterpunten te formuleren. Er werden op basis

van het onderzoek uit het vorige schooljaar drie standaarden gekozen om nader te

bekijken: de PTA-standaarden 2 (Communicatie), 3 (Ondersteunen van resultaten)

en 5 (Gelijkwaardigheid in besluitvorming). Uiteindelijk besloot de werkgroep om

de volgende onderdelen verder uit te werken: ‘de school gebruikt een breed scala

aan communicatiemiddelen’, ‘de communicatie tussen ouders en de leraar over

de voortgang van de leerresultaten is gewaarborgd’ en ‘de school maakt de school-

resultaten zichtbaar’.

Page 19: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

18

Per onderdeel hebben de groepsleden schriftelijk opmerkingen en suggesties

geplaatst die in de werkgroep zijn besproken. De opmerkingen geven een beeld

van de huidige situatie in de school:

• De algemene communicatie met ouders beperkt zich vooral tot het verstrekken

van informatie. De school gebruikt een breed scala aan communicatiemiddelen,

maar er is nog vaak sprake van eenzijdige communicatie.

• De communicatie over de voortgang van de leerresultaten verloopt over het

algemeen goed, hoewel ook hier sprake is van eenzijdigheid van de communicatie:

van school naar ouders. De school zou ouders meer kunnen betrekken bij leer-

doelen en individuele handelingsplannen.

• De schoolresultaten van het eigen kind zijn voor iedere ouder in te zien.

Er is echter geen overleg met ouders over verbetering van de resultaten.

Na deze eerste inventarisatie hebben de leden van de werkgroep een nadere

brainstorm gedaan om ideeën te genereren. Dit is overigens misschien wel de

belangrijkste opbrengst van het project ten tijde van de zomervakantie: leerkrachten

en ouders hebben samen nagedacht over mogelijke verbeteringen en suggesties

ten aanzien van ouderbetrokkenheid in de school.

De werkgroep kiest ervoor om in het nieuwe schooljaar een aantal zaken verder

uit te werken. De directeur vat de voornemens als volgt samen:

“Wat betreft ouderbetrokkenheid hebben we aan het eind van het schooljaar de

volgende doelen bereikt:

• We hebben onderzocht of een online-platform geschikt is om de communicatie

tussen ouders en school te verbeteren.

• We hebben onderzocht of er een andere, meer gedifferentieerde invulling aan de

informatie-/ouderavonden gegeven kan worden.

• We hebben onderzocht of er een alternatief is voor de tienminutengesprekken.

• We hebben onderzocht hoe we ouders meer kunnen betrekken bij het geven van

onderwijs.

• We hebben onderzocht of de huidige manier van ouderbezoek wel effectief is

en of er betere vormen zijn.”

Na de zomervakantie verdiept de werkgroep zich als eerste in de mogelijkheden

van een online platform, waarbinnen leerkrachten en ouders digitaal met elkaar

kunnen communiceren. Er is gesproken over de voor- en nadelen. De uiteindelijke

conclusie is dat een online platform, mits er goede afspraken gemaakt worden over

het gebruik ervan, een mooie aanvulling is op de communicatiemiddelen die tot nu

toe gebruikt worden. Het kan de informatie stroomlijnen, het contact tussen ouders

en leerkrachten meer rechtstreeks maken en het is voor ouders overzichtelijk en

eenvoudig om te reageren of zelf iets in te brengen. De school start zo snel mogelijk

met een pilot in een drietal groepen.

Page 20: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

Hoofdstuk 3

19

Voorlopige conclusies

Samen samenwerkenDe meeste scholen betrekken ouders bij de ontwikkeling van ouderbetrokkenheid.

Ouders denken mee in de plan- en/of uitvoeringsfase, voeren mee uit en zijn

betrokken bij de evaluatie. De vorm die vaak gekozen wordt is die van een regie- of

stuurgroep. Waar we in de vorige publicatie nog constateerden dat het contact tussen

school en ouders gericht was op het individuele kind, op het ondersteunen van

activiteiten in de school of op algemene beleidszaken, gaat dit richting de standaarden

van de PTA; betrokkenheid bij het welzijn van alle leerlingen.

Een enkele school doet dit niet, is bijvoorbeeld eenzijdig bezig de communicatie

te verbeteren. De gedachte hierachter is dat de school wel weet hoe ouders denken.

Leerkrachten spreken ouders in de wandelgangen en krijgen zodoende gevraagd en

ongevraagd feedback. De school houdt bijvoorbeeld een ouderenquête, bestudeert

de uitkomsten, presenteert de bevindingen aan ouders en gaat zelf aan de slag

om zaken te verbeteren om vervolgens bij de volgende enquête vast te stellen of

de doelen bereikt zijn.

Scholen die ouders betrekken bij de verschillende fasen geven aan dat dit met

name het draagvlak vergroot van de acties. Door ouders op een dergelijke

manier te betrekken bij het thema zorg je ervoor dat er iets van een gezamenlijke

verantwoordelijkheid en gelijkwaardigheid ontstaat.

Advies 1 is om samen met ouders de samenwerking te verbeteren. Bijvoorbeeld door

een regiegroep(je) met enkele ouders in te stellen. Maak dit groepje niet te groot en

vraag bij voorkeur kritische, welwillende ouders.

Planmatig werkenOp een enkele school wordt gewerkt op basis van een plan. Een plan met heldere

doelen en per doel duidelijke activiteiten. Deze plannen zijn veelal globaal van opzet

en een tijdpad ontbreekt, maar ze maken wel duidelijk welke stappen gezet worden.

Op andere scholen zijn soms wel deelplannen of activiteitenoverzichten. Ook staan de

afspraken soms in agenda’s en notulen van vergaderingen. Een plan met een totaal-

overzicht ontbreekt echter. Op deze scholen lijkt de ontwikkeling fragmentarischer,

de samenhang is niet altijd helder.

Page 21: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

20

Advies 2 is om een kort en bondig, overzichtelijk plan te maken met per onderdeel

het doel, de huidige en de gewenste situatie. Dit plan geeft overzicht en sturing aan

het proces en kan goed dienen als gespreksleidraad voor de regiegroep.

Begin globaalVeelal beginnen scholen met activiteiten zonder een duidelijk beeld te hebben van

hoe ouderbetrokkenheid er precies uit gaat zien. De school begint met een digitale

nieuwsbrief die iedere docent op eigen wijze vult. De regiegroep, ouderbijeenkomsten,

koffieochtenden en dergelijke, worden veelal gestart vanuit een ruw idee. Het doel

mag dan globaal zijn, de richting is duidelijk. De tijd zal uitwijzen hoe de route precies

loopt. Gaandeweg blijkt dan wat bijgesteld of verbeterd moet worden. En dat werkt.

Het omgekeerde, eerst tot in de details alle zaken regelen alvorens met ouder-

betrokkenheid te starten, zijn we niet tegengekomen. Wel zien we dat er tal van

redenen zijn om de start uit te stellen. Er zijn altijd genoeg redenen om nu nog

niet te beginnen met ouderbetrokkenheid. Wat dat betreft lijkt samenwerking soms

wel op een nieuwjaarsvoornemen. Of het nu om meer sporten gaat of om minder

snoepen, er kan altijd van alles tussen komen met als gevolg dat er – voorlopig –

niets gebeurt.

Advies 3 is: begin! Weet wat het doel is en in welke richting de eerste stap moet zijn.

En begin dan gewoon.

Verbeter en ga doorOp geen van de scholen is nu, een jaar na de start van het traject, het einddoel

bereikt. Sommige activiteiten lopen prima, andere niet. Soms loopt een activiteit

niet omdat de uitvoering een onderliggend probleem laat zien, bijvoorbeeld

weerstand over doel of aanpak onder degenen die de activiteit moeten uitvoeren.

Het basisprobleem is dan niet zozeer dat een activiteit niet loopt, maar dat teamleden

de ruimte hebben gekregen om zich aan afspraken te onttrekken. Het stopzetten

van de activiteit beloont in een dergelijke situatie ongewenst gedrag. Het is effectiever

om betrokkenen aan te spreken op de uitvoering, hen verantwoordelijk te stellen

voor het beoogde doel, zo nodig steun of scholing te bieden, en te blijven controleren

op de uitvoering.

Advies 4 is monitor het bereiken van de afgesproken doelen en verbeter zo nodig

de uitvoering.

Adviezen voor schoolbesturen:• Schoolbesturen kunnen het proces stimuleren door gezamenlijk beleid te maken,

• door waar nodig gezamenlijke scholing te organiseren, bijvoorbeeld over

gespreksvoering,

Page 22: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

21

• door uitwisseling en bijeenkomsten te organiseren waar scholen onderling van

elkaar kunnen leren,

• door de voortgang te monitoren.

Ook hiervoor geldt het bovenstaande advies; zorg dat het globale doel helder is

en zet een eerste stap.

Adviezen voor OCW en de PO- en VO-raadStimuleer dat scholen een regiegroep instellen waarin zowel de directie als ouders

zitten. Deze regiegroep zou als algemene opdracht kunnen hebben het optimaliseren

van de samenwerking tussen school en ouders gericht op standaard 4 van de PTA

en Stichting LLO; het opkomen voor ieder kind.

De regiegroep zou als taak kunnen hebben regievoering op acties ter verbetering

van een open communicatie tussen ouders en de school ten behoeve van een

optimaal schoolsucces voor alle leerlingen. Elementen van deze regie zouden

kunnen zijn:

• Zorg dragen voor evaluatie op geregelde basis.

• Zorg dragen voor een duidelijke richting.

• Zorg dragen voor een helder actieplan met een tijdpad.

• Zorg dragen voor de informatieverstrekking over doel, activiteiten en resultaten

naar ouders en team.

• De monitoring van de voortgang van de activiteiten die voortvloeien uit het

actieplan.

• Zorg dragen voor evaluatie en bijstelling van de activiteiten zoals afgesproken in

het actieplan.

Betrokkenheid van de directie is wenselijk voor het draagvlak binnen de school.

Op dit moment is het te vroeg om nader in te vullen op welke wijze de ouders

gekozen of geselecteerd moeten worden voor deze regiegroep. Het ligt voor de hand

de medezeggenschapsraad (MR) hierin een rol te geven; ouders voor de regiegroep

worden gevraagd vanuit de MR.

De raden zouden dit gedurende een pilotperiode kunnen opzetten en evalueren,

waarna het ministerie van OCW kan besluiten of dit tot nadere regelgeving dient

te leiden.

Page 23: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

Hoofdstuk 4

22

Vooruitblik 2013

Met de zojuist beschreven acht scholen zitten we momenteel midden in een praktijk-

onderzoek, op zoek naar nieuwe vormen van ouderbetrokkenheid die leerlingen

ten goede komen. Dat is opnieuw een stap in de juiste richting, maar we zijn er nog

niet! Zoals in de conclusies werd belicht, vraagt ouderbetrokkenheid om een omslag

van denken van veel scholen, zowel op het gebied van beleid als in de aansturing

van leraren. Scholen dienen daarbij in elk geval een antwoord te formuleren op de

volgende vragen. Hoe vrijblijvend is samenwerking met ouders? Maar ook, hoe worden

leraren in Nederland opgeleid als het gaat om het vormgeven van ouderbetrokken-

heid? Weten we in Nederland voldoende hoe we dat moeten doen?

We zijn hard op weg met deze acht pilotscholen. In dit verslag de stand van zaken

van het proces in 2012. In 2013 hopen we nieuwe vormen te presenteren. We hopen

dan ook meer inzicht te hebben in de voorwaarden voor een vruchtbare samen-

werking en het proces; hoe is men precies tot deze vormen gekomen? Wat vraagt

het van de schoolorganisatie, van beleidszaken, van de schoolleiding? Hoe laat je

leraren hun eigen draagvlak ten aanzien van het samenwerken met ouders creëren

en vormgeven?

Ideeën van andere scholen zijn eveneens zeer welkom! Ook die kunnen we eind

2013 publiceren. We zijn in dit onderzoek immers op zoek naar de beste ideeën van

Nederland ten aanzien van ouderbetrokkenheid, waar leerlingen beter van worden.

Heeft u ideeën ten aanzien van het vergroten van ouderbetrokkenheid op scholen?

Of met betrekking tot nieuwe originele vormen? Mail dan naar Peter de Vries,

[email protected].

Page 24: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

Hoofdstuk 5

23

Belangrijke ontwikkelingen

Inmiddels is er Nederlandse variant op de Amerikaanse PTA opgericht,

Stichting LLO (Leraar, Leerling, Ouders). Op de website van Stichting LLO

(www.stichtingllo.nl) is te lezen:

‘Stichting LLO is een initiatief van een groep ouders en mensen uit het onderwijs.

Zij vinden het noodzakelijk dat er één organisatie is voor ouders, leerlingen en

professionals binnen het onderwijs. Het beste onderwijs voor ieder kind is immers een

gezamenlijke verantwoordelijkheid. In Amerika bestaat een vergelijkbare organisatie,

de Parent Teacher (Student) Association, de PTA en de PTSA. Deze organisatie,

die inmiddels een eeuw bestaat, was de inspiratiebron om Stichting LLO op te richten.

Zo wil stichting LLO er zijn voor individuele leerlingen, ouders, leraren, directeuren en

medewerkers die een andere functie in het onderwijs hebben. Ook belangstellenden

die niet binnen bovenstaande doelgroepen vallen zijn van harte welkom! Ten slotte

kunnen ook scholen en belangenorganisaties van leerlingen, ouders en leraren zich

aansluiten. Dit alles om het ene doel vorm te geven: het beste onderwijs vanuit een

gezamenlijke verantwoordelijkheid.’

Stichting LLO heeft de zes standaarden van de PTA vertaald naar tien criteria.

Als scholen voldoen aan deze tien criteria voor effectieve ouderbetrokkenheid

kunnen ze het keurmerk ouderbetrokkenheid aanvragen bij Stichting LLO.

Inmiddels hebben verschillende scholen, in primair en voortgezet onderwijs én

een mbo-school, het keurmerk ontvangen.

Page 25: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

24

De tien criteria zijn (versie 8 oktober 2012):

Criteria keurmerk Stichting LLO©

1. De school heeft een heldere visie op ouderbetrokkenheid. Uit alle informatie van

de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school ouderbetrokkenheid vindt.

Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouder-

betrokkenheid zichtbaar.

2. De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden

bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders,

een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders

over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten

wat er met hun inbreng gebeurt.

3. Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn

op school.

4. Leraren, leerlingen en ouders zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs en

de leerresultaten. De school stimuleert het onderwijsondersteunend gedrag van

ouders.

5. Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid

gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk

bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd

zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle

deelnemers.

6. Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn

daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken, zowel

binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de

groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk.

7. Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden

uitgenodigd informatie toe te voegen.

8. Iedereen kan zien welke officieel gemelde klachten er zijn en wat er met deze

klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacyregels hierbij in acht genomen.

9. De opkomst bij bijeenkomsten met leerlingen en/of ouders is > 80%. De mate

van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer

tot uiting in dit criterium.

10. Wetten en regels voor leerlingen en ouders worden door de school actief

en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht,

ouderbijdrage, enzovoort). De school staat volgens de Inspectie op ‘groen’.

Page 26: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

25

Bijlage: PTA-standaarden

De Parent Teacher Association

In Nederland kennen we ouderorganisaties en organisaties waarin leraren zich

verenigen. In Amerika is er de zogenaamde Parent Teacher Association (PTA), een

organisatie waarin ouders én leraren zijn verenigd. Zij werken samen aan een

optimaal schoolsucces van de leerlingen. Zo ontstaat er een situatie, waarin leraren

en ouders vooral mét elkaar praten in plaats van óver elkaar.

De PTA in Amerika is voortgekomen uit het ‘National Congress of Mothers’, opgericht

in 1897 door drie vrouwen die gedreven werden door de wens een mooiere wereld

voor kinderen te creëren. De PTA beschikt zodoende over meer dan een eeuw aan

kennis en ervaring op het gebied van samenwerking tussen school en ouders.

Voor oudere leerlingen is er de PTSA, de Parent Teacher Student Association.

Elke staat in de Verenigde Staten heeft een PTA, waarbij scholen, individuele

leraren en ouders zich kunnen aansluiten om hun motto ‘Every child, one voice’

te realiseren. Om dat te bereiken heeft de PTA zes standaarden ontwikkeld.

De standaarden van de PTA

De standaarden van de PTA zijn grotendeels toepasbaar op de Nederlandse situatie

en dus zeer bruikbaar om ouderbetrokkenheid effectief vorm te geven.

Natuurlijk zijn er verschillen tussen Nederland en Amerika. Deze zijn samen te vatten

in de twee volgende hoofdpunten:

1. In Amerika ligt het accent meer op gezinnen/familie in plaats van alleen op ouders.

Men beschouwt de invloed van broers, zussen, opa’s en oma’s en de hele omgeving

van het gezin (‘community’) als belangrijke factor voor het schoolsucces van de

leerling. In de Nederlandse vertaling is het woord ‘gezin’ regelmatig vervangen

door ‘ouders’, hoewel ‘gezin’ wel een extra dimensie geeft aan de standaarden.

2. In Nederland is wettelijk vastgelegd dat de school het laatste woord heeft wanneer

het bijvoorbeeld gaat om al dan niet doubleren. In Amerika is dit niet het geval.

Daar nemen school en ouders dit soort beslissingen samen. De PTA gaat uit van

een volstrekt gelijkwaardige relatie tussen school en ouders.

Page 27: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

26

De PTA-standaarden zijn mede gebaseerd op het wetenschappelijke werk van

dr. Joyce Epstein. Deze Amerikaanse onderzoeker heeft in meerdere onderzoeken

het verband aangetoond tussen ouderbetrokkenheid en de ontwikkeling en de

prestaties van leerlingen.

Nationale standaarden, doelen en indicatoren voor partnerschap tussen ouders en

school:5

Standaard 1: Alle gezinnen/ouders zijn welkom op schoolGezinnen/ouders zijn actief betrokken bij de school. Zij voelen zich welkom,

gewaardeerd en verbonden met elkaar, met het schoolteam en met wat leerlingen

doen en leren in de klas.

Doel 1: Creëer een klimaat waarbij iedereen zich welkom voelt.

Doel 2: Creëer een respectvolle, inclusieve schoolgemeenschap.

Standaard 2: Effectief communicerenOuders en het schoolteam hebben de plicht regelmatig, op basis van gelijkwaardigheid,

met elkaar te communiceren over de leerresultaten van leerlingen.

Doel 1: School en ouders delen informatie met elkaar.

Standaard 3: Ondersteun leerlingresultatenOuders en het schoolteam werken voortdurend samen om het leren en een gezonde

ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Hiertoe

stellen ouders en school elkaar in de gelegenheid hun kennis en vaardigheden

uit te breiden.

Doel 1: Informatie uitwisselen over de voortgang van de leerresultaten.

Doel 2: School en ouders werken samen aan de leerontwikkeling.

Standaard 4: Opkomen voor ieder kindOuders worden gestimuleerd op te komen voor hun eigen kinderen en voor de

kinderen van anderen, zodat alle leerlingen eerlijk worden behandeld en alle

kansen krijgen voor optimaal succes.

Doel 1: Ouders weten hoe het schoolsysteem werkt.

Doel 2: De school stimuleert en ondersteunt ouders om hun eigen en andere kinderen

succesvol te laten zijn.

Standaard 5: Gelijkwaardigheid in besluitvormingOuders en teamleden nemen alle beslissingen die betrekking hebben op leerlingen

als gelijkwaardige partners. Zij stemmen de aanpak op school en in de gezinssituatie

5 © PTA/CPS, CPS thanks the National Parent Teacher Association (www.pta.org) for developing the National Standards for Family-School Partnerships.

Page 28: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

27

op elkaar af. Ze ontwikkelen samen het beleid en het curriculum en zijn samen

verantwoordelijk voor de communicatie.

Doel 1: De school houdt rekening met de stem van ouders in gezamenlijke

besluitvorming.

Doel 2: Er zijn goed werkende officiële ouderorganen.

Standaard 6: School en ouders werken samen met de omgevingOuders en school werken samen met vertegenwoordigers uit de omgeving.

Doel van deze samenwerking is de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen

te vergroten, hen te laten participeren in de maatschappij en hen te leren hun

verantwoordelijkheid als burger te nemen.

Doel 1: De school boort alle bronnen uit de omgeving aan.

Page 29: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

28

Literatuur

Berne, E. (1972). What do you say after you say hello? The psychology of human

destiny. Beverly Hills: Corgi Books.

Berne, E. (1964). Games people play; the psychology of human relationships.

Londen: Penquin.

Epstein, J.L. (2009). School, Family, and Community Partnerships. Your Handbook

for Action. Thousand Oaks: Corwinn Press.

Cijvat, I. e.a. (2009). Een onderzoek naar de rol van ouders in het primair onderwijs,

deel 1 literatuuronderzoek. Amersfoort: CPS.

Boer, H. de, e.a. (2009). Een onderzoek naar de rol van ouders in het primair

onderwijs, deel 2 praktijkonderzoek. Amersfoort: CPS.

Cox, H.B.A.M. e.a. (2010, in druk). Ouderbetrokkenheid in onderwijs en sport.

Amersfoort/Nijmegen: PS/Kennispraktijk voor Sport, Onderwijs en Gezondheid,

Nederlandse Sport Alliantie voor een sportieve samenleving.

Dijksma, S.A.M. & Van Bijsterveldt, M. (2009). Monitor ouderbetrokkenheid in het

funderend onderwijs. Eerste meting onder scholen en ouders. Den Haag: Ministerie

van OCW.

Henderson, A.T. & Mapp, K.L.A. (2002). New Wave of Evidence: The Impact of

School, Family, and Community Connections on Student Achievement. Aston:

SEDL’s National Center for Family & Community Connections with Schools.

Jacobs, B.A. (2008). Perspectives on parent involvement: how elementary teachers

use relationships with parents to improve their practice (dissertation). Maryland:

University of Maryland.

Loo, J. van, (2004). Effectief communiceren met ouders. Praktijkserie Basisschool-

Management, 33. Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Page 30: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

29

Marzano, R.J. (2003). What Works in Schools, Translating Research into Action.

Alexandria: ASCD.

Nederlandse Katholieke Oudervereniging (2002). Handreiking voor het organiseren

van ouderpanels: informatie voor schoolleiding en ouderraad/oudervereniging.

Den Haag: NKO.

Menheere, A. e.a. (2010). Ouderbetrokkenheid in het onderwijs Een literatuurstudie

naar de betekenis van ouderbetrokkenheid voor de schoolse ontwikkeling van kinderen.

Amsterdam: Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding.

Michielsen, S. & de Goeij, L. (2006). Onderwijs besturen… ‘samen met ouders’.

‘De derde dimensie van het gesprek tussen kinderen, ouders, school en bestuur’.

Den Haag: Bond KBO.

Onderwijsraad (2010). Ouders als partner. Onderwijsraad: Den Haag.

PO-Raad (2010). In tien jaar naar de top. Utrecht: PO-Raad.

Slump, K. (2009). Ouders aan de zijlijn van het onderwijsveld. In H. Davids &

J. Sperling (red.), De juridische positie van ouders in het onderwijs. Den Haag: SDU.

Smit, F., Driessen, G. & Doesborgh, J. (2005). Opvattingen van allochtone ouders

over onderwijs: tussen wens en realiteit. Nijmegen: ITS.

Smit, F. & Driessen, G. (2002). Allochtone ouders en de pedagogische functie van

de basisschool. Nijmegen: ITS.

Smit, F., Sluiter, R. & Driessen, G. (2006). Literatuurstudie ouderbetrokkenheid in

internationaal perspectief. Nijmegen: ITS.

Smit, F. (red.) (2009). Ouders en school. Den Haag: SDU.

Stufflebeam, D. (2002). Evaluation models. New directions for evaluation.

Volume 2001, Issue 89, pag. 7–98, Spring 2001.

Vries, P. de (4e druk, 2012). Handboek Ouders in de school. Amersfoort: CPS.

Vries, P. de, e.a. (2012). Ouderbetrokkenheid voor elkaar. Amersfoort: CPS.

Page 31: vdig naar an aar gelijkwaardig - CPS.nluuid:fabcad82...op de studiedag van 29 maart 2013. Dat zal gebeuren door een openingspresentatie over ouderbetrokkenheid voor alle 200 docenten

2

Over het vormgeven van ouderbetrokkenheid op scholen

Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat een gelijkwaardige, niet-vrijblijvende

samenwerking tussen leraren en ouders waarbij oog is voor elkaars positie

en verantwoordelijkheid, een positief effect heeft op de leerprestaties

van leerlingen. Daarom staat ouderbetrokkenheid hoog op de agenda,

onder andere door Marja van Bijsterveldt, voormalig minister van OCW.

In deze publicatie beschrijven we:

• bestaande en nieuwe vormen van ouderbetrokkenheid die werken in

de praktijk.

• ervaringen en ontwikkelingen van de acht pilotscholen.

• voorlopige conclusies en adviezen voor onder andere schoolbesturen.

Deze publicatie is een verslag van het tweede jaar waarin onderzoek

werd gedaan naar succesvolle vormen van samenwerking tussen

ouders en school. Het is daarmee een vervolg op de CPS-uitgave Aardig

of gelijkwaardig uit 2011, dat de eerste onderzoeksfase beschreef.

Deze publicatie is ook te bestellen/te downloaden via www.cps.nl

Deze publicatie is tot stand gekomen met subsidie van het ministerie

van OCW (en gratis te downloaden).