Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
-
Upload
joel-wieme -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
Transcript of Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
1/17
VAN COLLEGEBANK NAAR
ARBEIDSMARKTBeleidsplan ter verbetering van de arbeidsmarktvoorbereiding van
het bachelor- en masteronderwijs van de Universiteit Utrecht
Jol Wieme5 november 2015
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
2/17
Inhoudsopgave
1.
Inleiding 3
2.
Aansluiting op arbeidsmarkt 4
3. Beleidsdoelen 6
4.
Analyse van actoren en factoren 9
5.
Evaluatie van beleid 13
6. Advies 14
7.
Bronnen 16
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
3/17
Pagina | 3
1. Inleiding
In dit beleidsplan is nieuw beleid geformuleerd om de aansluiting van het aanbod aan
opleidingen van de UU op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit beleidsplan anticipeert op
recente ontwikkelingen in de arbeidsmarkt en het hoger onderwijs. Te denken valt
hierbij enerzijds aan de hogere eisen die studenten stellen aan een duidelijk
arbeidsmarktperspectief van opleidingen en anderzijds aan veranderende eisen die
werkgevers aan recent afgestudeerden stellen. Daarbij worden ook gerelateerde
maatschappelijke ontwikkelingen betrokken. Een belangrijke indicator van de kwaliteit
van de aansluiting van het opleidingsaanbod op de arbeidsmarkt is de score van UU-
opleidingen op arbeidsmarktvoorbereiding in de Nationale Studenten Enqute (NSE). De
directie O&O brengt in dit beleidsplan de belangrijkste ontwikkelingen voor de
arbeidsmarktvoorbereiding in het Utrechtse opleidingsaanbod in kaart en doet op basis
van een analyse voorstellen voor te nemen maatregelen, zowel curriculair als
extracurriculair, om de aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt verder te
verbeteren.
In de volgende paragrafen worden allereerst de ontwikkelingen over de aansluiting van
opleidingen op de arbeidsmarkt verder uitgewerkt en de uitdagingen voor de UU
beschreven. Vervolgens worden op basis hiervan beleidsdoelen geformuleerd. Daarna
worden de beleidsdoelen op hoofdlijnen uitgewerkt, met behulp van inzichten uit
(wetenschappelijke) literatuur en best practices van binnen en buiten de universiteit.
Verder wordt een analyse gemaakt van alle actoren en factoren die voor een succesvolle
uitvoering van het beleid van belang zijn. Ook worden criteria voor de evaluatie van ditbeleid behandeld. Besloten wordt met een concreet advies over de te nemen besluiten,
de afwegingen die daarbij een rol spelen en een strategie voor de genoemde relevante
actoren en factoren.
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
4/17
Pagina | 4
2.Aansluiting op arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt verandert
De afgelopen decennia zijn zowel het hoger onderwijs als de arbeidsmarkt ingrijpend
veranderd. Onder invloed van digitalisering is de laatste twee decennia veel fysiek werk
geautomatiseerd. Ook in sectoren met werkgelegenheidsgroei en banen die niet
geautomatiseerd zijn, is de afhankelijkheid van computers voor productiviteitsgroei
sterk toegenomen1. Door deze ontwikkeling zijn andere competenties nodig op de
arbeidsmarkt. Werkgevers verwachten van werknemers dat zij informatie uit
verschillende bronnen kunnen vinden, verwerken en op basis daarvan met creatieve,
nieuwe ideen kunnen komen. Zogenoemde 21st century skills als samenwerken,
communicatievaardigheden, organisatievaardigheden en probleemoplossend vermogen
zijn daarbij belangrijker dan ooit2. Werkgevers in zowel de publieke als private sector
stellen kortom andere eisen aan afgestudeerden. Niet alleen werkgevers, maar ook
recent afgestudeerden stellen andere eisen. De jongste generatie werknemers,
generatie Y, is individualistischer dan eerdere generaties, zelfverzekerd en vindt dat
werk zich moet voegen naar de persoonlijke wensen3.
Studenten stellen hogere eisen
De hoge eisen die de jongste generatie afgestudeerden stelt aan werkgevers, lijken ook
voor de universiteit te gelden. Jaarlijks voert Studiekeuze123 een
tevredenheidsonderzoek onder studenten uit over uiteenlopende aspecten van studie en
studentenleven (Nationale Studenten Enqute; NSE). In 2014 heeft Studiekeuze123 de
resultaten van de NSE van de afgelopen vijf jaar geanalyseerd en overzichtelijk in eenrapport gepubliceerd4. Uit het onderzoek blijkt ten eerste dat de tevredenheid over de
voorbereiding op de arbeidsmarkt in de periode 2010-2014 sterk afneemt. Ten tweede
loopt de tevredenheid over de loopbaanvoorbereiding tussen sectoren erg uiteen, met
aan de onderkant alfasectoren als taal- & communicatie, kunst & cultuur en gedrag &
maatschappij en aan de bovenkant bta- en medische sectoren als gezondheid, aarde &
milieu, exact & informatica en techniek. De tevredenheid over de loopbaanvoorbereiding
is daarmee het laagst van alle onderzochte themas. Opmerkelijk is tenslotte dat de
tevredenheid over de loopbaanvoorbereiding in het hbo aanmerkelijk hoger is dan in het
wo. Hoewel gezaghebbend, schetst het onderzoek van Studiekeuze 123 slechts het
probleem, maar zegt niets over de onderliggende redenen voor de afgenomen
tevredenheid en doet geen aanbevelingen voor de verbetering van de aansluiting tussenstudie en arbeidsmarkt. Wel is het belangrijk om op te merken dat de betrouwbaarheid
en validiteit van de NSE-enqute wordt betwist. Een lage score op
arbeidsmarktvoorbereiding kan ten dele ook worden verklaard doordat studenten
activiteiten die bijdragen aan de arbeidsmarktvoorbereiding niet als zodanig herkennen
of doordat deze activiteiten door studieverenigingen worden georganiseerd.
1
Murnane, R., & Levy, F. (2004).2Silva, E. (2009).3Have, ten, C. in vkbanen.nl (2011).4Studiekeuze123 (2014).
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
5/17
Pagina | 5
Macro-economische ontwikkelingen
Naast de veranderende eisen van werkgevers en recent afgestudeerden, spelen ook
macro-ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een rol. Het Researchcentrum voor Onderwijsen Arbeidsmarkt (ROA) van Maastricht University beschrijft in 2013 de macro-
ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor de komende jaren en de gevolgen daarvan
voor het onderwijs5. Het ROA voorziet voor de periode 2013-2018 een beperkte groei
van de arbeidsmarkt, mede door de sombere groeivoorspelling van de economie op dat
moment. Volgens het ROA moeten op wo-niveau de sectoren recht en economie op
het kleinste aantal vacatures rekenen, terwijl o.a. vanwege pensionering het grootste
aantal vacatures op wo-niveau te verwachten zijn in de sectoren groen en in medische
beroepen. Deze bevindingen zijn voor de UU van belang, met name voor de faculteit
REBO, omdat deze met 5500 studenten, waarvan veruit het grootste deel studies in
recht en economie doet, met ongeveer 20 procent van de totale studentenpopulatie n
van de grote studentrijke faculteiten is. Voor sectoren met sombere groeiverwachtingenover de werkgelegenheid is het van belang om studenten nog beter voor te bereiden op
een succesvolle loopbaan.
Uitdagingen voor de Universiteit Utrecht
De UU levert al aanzienlijk meer inspanningen om studenten naast vakinhoudelijk ook
praktisch voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Te denken valt hierbij onder meer aan
de recente herziening van de bachelor- en mastercurricula, het ontwikkelen van
vaardighedenonderwijs en het verzorgen van sollicitatietrainingen en cv-checks. Deze
inspanningen vormen een eerste stap naar een betere aansluiting van de studie op de
loopbaan. De lage scores op arbeidsmarktvoorbereiding van studenten (NSE) laten zien
dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de match tussen studie en arbeidsmarkt teverbeteren. In de volgende hoofdstuk worden hiertoe beleidsdoelen geformuleerd en
uitgewerkt.
5Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) (2013).
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
6/17
Pagina | 6
3. Beleidsdoelen
In de vorige paragrafen is reeds besproken dat de aansluiting tussen studie en
arbeidsmarkt onder een toenemende druk komt te staan door veranderende eisen van
werkgevers studenten. In deze hoofdstuk worden op basis van de probleemanalyse uit
hoofdstuk 2 en (wetenschappelijk) onderzoek beleidsdoelen geformuleerd. Deze worden
vervolgens uitgewerkt met behulp van wetenschappelijk- en beleidsonderzoek. Ook
worden de haalbaarheid van het beleid en mogelijke uitvoeringsproblemen behandeld.
Op basis van deze analyse doet deze hoofdstuk tot slot enkele suggesties om de
haalbaarheid van het beleid te vergroten en uitvoeringsproblemen tot een minimum te
beperkten.
Employability skills
Arbeidsmarktorintatie is een breed begrip dat diverse maatregelen en activiteiten kan
omvatten. In Angelsaksische landen is al jaren veel aandacht voor de aansluiting van
opleidingen op de arbeidsmarkt. Daar zijn diverse onderzoeken gedaan naar
employability skills, onder andere naar het effect van deze vaardigheden op de kans op
succes van recent afgestudeerden op de arbeidsmarkt. Daaruit blijkt dat voornamelijk
de mate waarin potentile werkgevers het onderwijs vormgeven en relevante
werkervaring van afgestudeerden aantoonbaar positieve effecten hebben op de kans om
binnen zes maanden na afstuderen een baan op niveau te vinden6. De Australische
Kamer van Koophandel, de Australia Chamber of Commerce and Industry(ACCI), heeft
onderzoek gedaan naar arbeidsmarktvaardigheden die door werkgevers belangrijk
worden gevonden. Daaronder vallen: communicatievaardigheden;
effectief samenwerken;
probleemoplossend vermogen;
initiatiefrijkheid;
vermogen om goed te plannen en organiseren;
self management;
leergierigheid en het vermogen om zichzelf te blijven ontwikkelen;
diverse technische (ICT-)vaardigheden7.
Bennett (2002) heeft uit veel wetenschappelijk onderzoek naar
arbeidsmarktvaardigheden die werkgevers belangrijk vinden een overzicht gemaakt, zievolgende pagina8.
6
Mason, G., Williams, G. & Cranmer, S. (2009).7Australia Chamber of Commerce and Industry (ACCI), Business Council of Australia (BCA) & AustraliaDepartment of Education, Science and Training (DEST) (2002).8Bennett, R. (2002).
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
7/17
Pagina | 7
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
8/17
Pagina | 8
Doelstellingen en uitgangspunten
Een belangrijk uitgangspunt in dit beleid is dat een betere arbeidsmarktvoorbereiding
alleen bereikt kan worden door inspanningen van zowel de universiteit als vanstudenten. Met dit beleid investeert de universiteit in een betere
arbeidsmarktvoorbereiding van studenten, maar verwacht van studenten een grote
verantwoordelijkheid en initiatiefrijkheid. Een tweede uitgangspunt van dit beleid is de
decentrale verantwoordelijkheid voor implementatie en uitvoering. Op basis van de
geschetste problematiek en de beschreven wetenschappelijke inzichten zijn enkele
beleidsdoelen geformuleerd. Dit beleidsplan omvat algemene beleidsdoelstellingen die
door de faculteiten en departementen verder kunnen worden uitgewerkt:
het inrichten van vaardighedenonderwijs in bachelor en master die relevant is
voor het arbeidsmarktperspectief van het vakgebied;
het stimuleren van het gebruik van gastcolleges, werkbezoeken en ministages
door voor de studenten interessante en voor het vakgebied relevantegastsprekers en organisaties, waarbij de koppeling tussen theorie en praktijk
expliciet wordt gemaakt;
het aanstellen van tenminste n career officer binnen elke faculteit voor de
acquisitie en cordinatie van arbeidsmarktactiviteiten;
het oprichten van een maatschappelijke adviesraad, bestaande uit
vertegenwoordigers van belangrijke werkgevers en professionals, die regelmatig
met het opleidingsbestuur overlegt over strategische keuzes ten aanzien van de
inrichting van de opleiding;
de voorlichting aan studenten in bachelor 3 en master over
arbeidsmarktactiviteiten van de universiteit ter voorbereiding op de loopbaan;
het aanbieden van trainingen in algemene vaardigheden, zoalssollicitatietrainingen, cv-checks, algemene professionele vaardigheden.
Aanpak
Zoals eerder gezegd, worden deze beleidsdoelstellingen in dit beleidsplan niet in detail
uitgewerkt, omdat de behoefte aan extra aandacht voor arbeidsmarktvoorbereiding
tussen sectoren sterk uiteenloopt. Daarnaast is de invulling van deze
beleidsdoelstellingen maatwerk en kan om die reden het best binnen de faculteiten
worden gedaan. Wel kan het College afspraken maken met faculteiten over de nadere
invulling van deze beleidsdoelen. Ook strekt het tot aanbeveling om faculteiten te
vragen een uitvoeringsagenda voor dit beleid op te stellen, aan de hand waarvan de
voortgang op deze beleidsdoelstellingen gemonitord kan worden en het College waar
nodig kan bijsturen.
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
9/17
Pagina | 9
4.Analyse van actoren en factoren
In dit hoofdstuk worden een factoren- en actorenanalyse gemaakt. In deze analyse
wordt ingegaan op uitdagingen, factoren en actoren die van belang zijn voor een
succesvolle implementatie van dit beleid.
Uitdagingen van het beleid
Hieronder worden inhoudelijke uitdagingen besproken, waarmee rekening gehouden
dient te worden in het beleidsontwerp en de uitvoering, en worden suggesties gedaan
hoe hiermee om te gaan.
Verschoolsing universitair onderwijs
Het universitair onderwijs is niet georganiseerd naar sectoren in de arbeidsmarkt, maar
heeft een sterk disciplinair karakter9. De aansluiting tussen universiteit en arbeidsmarkt
is pas sinds enkele jaren een belangrijk onderwerp in het publieke debat. Hoewel er
voldoende aanleiding is om de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt te
verbeteren, is de laatste jaren ook meer kritiek ontstaan op de verschoolsing van het
universitair onderwijs10. Nieuwe arbeidsmarktactiviteiten dragen mogelijk bij aan
gevoelens van verschoolsing en kunnen om die reden mogelijk niet op veel steun bij
sommige docenten en studenten rekenen. Het academische karakter van het
universitair onderwijs, met veel verantwoordelijkheid voor studenten en ruimte voor
eigen initiatief, dient daarom bij de decentrale implementatie van het beleid voorop te
staan en duidelijk aan docenten en studenten te worden gecommuniceerd.
Grote verschillen tussen disciplines
Zoals in hoofdstuk twee beschreven is, lopen de arbeidsmarktperspectieven en daarmee
ook de behoefte aan arbeidsmarktvoorbereiding tussen disciplines, soms ook binnen
faculteiten, sterk uiteen. Dit maakt het formuleren van uniform beleid voor de
verbetering van de arbeidsmarktvoorbereiding lastig. De concrete vormgeving van
arbeidsmarktactiviteiten en de implementatie ervan in curricula is daarom de
verantwoordelijkheid van faculteiten en departementen, omdat alleen zo gewaarborgd
kan worden dat deze activiteiten aansluiten op het onderwijs en de behoefte in
specifieke vakgebieden.
Concurrentie met bestaande arbeidsmarktactiviteitenVeel activiteiten, binnen en buiten het onderwijs, dragen bij aan
arbeidsmarktvoorbereiding, maar worden niet altijd als zodanig door studenten
herkend. Ook studieverenigingen organiseren, vaak in samenwerking met de
universiteit, activiteiten die bijdragen aan de arbeidsmarktvoorbereiding. De
betrokkenheid van de universiteit bij de organisatie van activiteiten door
9Zie p. 306 in Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) (2013).10In de media zijn vele artikelen te vinden over verschoolsing van het universitair onderwijs. Ook is er steedsmeer kritiek op de universiteit als economische eenheid (de fabriek).De studentenprotesten van voorjaar 2015zijn hier een illustratie van. Zie o.a.: http://www.vn.nl/de-universiteit-als-fabriek/
http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_de_universiteitsfabrie
k/ http://www.dub.uu.nl/artikel/opinie/bachelor-wordt-schoolser-er-geen-andere-optie.html; http://www.kennislink.nl/publicaties/een-universiteit-is-geen-school-een-College-geen-les;
http://www.dub.uu.nl/artikel/achtergrond/schoolse-universiteit-hoeft-niet-slecht-te-zijn.html.
http://www.vn.nl/de-universiteit-als-fabriek/http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_de_universiteitsfabriek/http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_de_universiteitsfabriek/http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_de_universiteitsfabriek/http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_de_universiteitsfabriek/http://www.dub.uu.nl/artikel/opinie/bachelor-wordt-schoolser-er-geen-andere-optie.htmlhttp://www.kennislink.nl/publicaties/een-universiteit-is-geen-school-een-college-geen-leshttp://www.dub.uu.nl/artikel/achtergrond/schoolse-universiteit-hoeft-niet-slecht-te-zijn.htmlhttp://www.dub.uu.nl/artikel/achtergrond/schoolse-universiteit-hoeft-niet-slecht-te-zijn.htmlhttp://www.kennislink.nl/publicaties/een-universiteit-is-geen-school-een-college-geen-leshttp://www.dub.uu.nl/artikel/opinie/bachelor-wordt-schoolser-er-geen-andere-optie.htmlhttp://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_de_universiteitsfabriek/http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_de_universiteitsfabriek/http://www.vn.nl/de-universiteit-als-fabriek/ -
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
10/17
Pagina | 10
studieverenigingen voor studenten is soms onduidelijk, waardoor studenten deze
activiteiten in bijv. de NSE niet als arbeidsmarktactiviteiten van de universiteit
beschouwen. Het advies is daarom om niet alleen de pallet aan arbeidsmarktactiviteitenuit te breiden, maar ook aandacht te hebben voor de communicatie en marketing
hierover richting studenten. Daarnaast kunnen nieuwe arbeidsmarktactiviteiten door de
universiteit door studieverenigingen als concurrentie worden ervaren. De aanbeveling is
daarom om in nauwe samenwerking met studieverenigingen het arbeidsmarktbeleid
verder vorm te geven, waarbij het uitgangspunt is dat activiteiten die reeds door
studieverenigingen georganiseerd worden, niet door de universiteit overgenomen
worden.
Actorenanalyse
Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste actoren en de wijze waarop deze
actoren bij de beleidsontwikkeling worden betrokken.
Decanen
Draagvlak onder decanen voor dit beleid is onontbeerlijk om ervoor te zorgen dat
faculteiten serieuze inspanningen leveren om de arbeidsmarktvoorbereiding te
verbeteren. Gegeven de krappe facultaire begrotingen en de overheadlasten, is het van
belang om faculteiten voldoende financile middelen beschikbaar te stellen voor de
ontwikkeling van het curriculum, de facultaire uitvoeringsagendas en de structurele
financiering van de career officers.
Onderwijsdirecteuren
Dit beleid kan alleen slagen bij voldoende gevoel van urgentie en draagvlak onder dedocenten. Onderwijsdirecteuren vormen als leidinggevenden en programmatisch
verantwoordelijken een cruciale schakel in het genereren van draagvlak onder
docenten. Daarnaast kennen zij de behoefte op het niveau van de opleiding het best. Zij
dienen daarom intensief betrokken te worden bij de vormgeving van het facultaire
beleid. Het organiseren van bijeenkomsten voor onderwijsdirecteuren over dit beleid
kan helpen om het draagvlak te vergroten.
Facultaire beleidsmedewerkers
De beleidsmedewerker(s) die de facultaire uitvoeringsagenda opstellen, zijn een
belangrijke schakel tussen het faculteitsbestuur en het College. Het is van belang om
intensief contact met deze beleidsmedewerkers te onderhouden en hen waar nodig
inhoudelijk bij te staan.
Medezeggenschap
Vanwege de implicaties voor het onderwijs en de actualiteit van deze thematiek, is
betrokkenheid van de universiteitsraad en faculteitsraden van belang. Hoewel de
medezeggenschap (vooralsnog) geen formele positie heeft ten aanzien van dit beleid, is
het raadzaam hen regelmatig te informeren en consulteren. Medezeggenschappers
kunnen waardevolle input leveren en het draagvlak voor het plan versterken (of
verzwakken).
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
11/17
Pagina | 11
Studenten en alumni
Het is van groot belang om input van studenten te ontvangen, omdat het beleid op hen
is gericht. Hiertoe kunnen platforms worden ingezet om diverse doelgroepen teconsulteren. Ten eerste een studentenpanel om op basis van vragen en stellingen input
voor het beleid te verzamelen. Ten tweede een alumnipanel, waarin de eerste
ervaringen op de arbeidsmarkt van alumni worden genventariseerd. Ten derde enkele
bijeenkomsten voor studieverenigingen, waarin ook zij worden gevraagd input te geven
voor dit beleid.
Factorenanalyse
Diverse factoren zijn van belang voor het slagen van dit beleid. Hieronder volgt een
opsomming van de voornaamste factoren.
Facultaire verschillenUit de resultaten van de NSE blijkt dat per sector grote verschillen bestaan in de
waardering van de aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt. Studenten van
alfaopleidingen waarderen deze aansluiting aanmerkelijk lager dan studenten van bta-
en medische opleidingen. Deze sectorale verschillen tekenen zich ook af tussen de
verschillende faculteiten. In het beleid dient rekening te worden gehouden met deze
facultaire verschillen en dienen financile en personele middelen op deze onderlinge
verschillen te worden afgestemd.
Financile middelen
Het ontwikkelen en implementeren van dit beleid vergt personele inspanningen en
daarmee ook investeringen. Faculteiten zijn doorgaans terughoudend met hetcommitteren aan beleidsdoelstellingen zolang daar geen financile middelen tegenover
staan. Het is daarom van belang dat College en decanen concrete afspraken maken
over het beschikbaar stellen van beleidsmiddelen aan faculteiten.
Werkdruk
In het verlengde van het beschikbaar stellen van financin om dit beleid te realiseren, is
het van belang om realistisch te zijn in de verdeling van taken tussen de centrale
projectorganisatie en de faculteiten. Ook bij de uitvoering van het beleid dient rekening
te worden gehouden met de extra (tijds)inspanningen die dit beleid van onder andere
docenten vraagt.
Draagvlak onder docenten
Draagvlak onder docenten is van groot belang voor een succesvolle implementatie in de
curricula van de opleidingen. Docenten kunnen via de onderwijsdirecteuren actief
worden betrokken bij het beleidsontwerp. Ook kunnen docenten worden geconsulteerd
in facultaire werkgroepen. Door faculteiten veel vrijheid te geven in de facultaire
invulling van het beleid, kan voldoende draagvlak onder docenten worden gevonden.
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
12/17
Pagina | 12
Expertise van docenten
Een sterkere koppeling tussen de universitaire opleiding en de arbeidsmarkt vraagt
vaak om andere kennis en competenties van docenten. Waar veel docenten een striktacademische loopbaan doorlopen, lijkt in toenemende mate behoefte aan docenten die
ervaringen uit publieke organisaties en bedrijfsleven kunnen vertalen naar de
Collegezaal. Investeringen in scholing alsook het bijstellen van het wervingsbeleid is
daarmee onontbeerlijk voor het realiseren van een betere aansluiting tussen universiteit
en arbeidsmarkt.
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
13/17
Pagina | 13
5. Evaluatie van beleid
Hieronder worden enkele criteria voor de evaluatie van beleid besproken. Vervolgens
worden strategien en technieken behandeld die gebruikt kunnen worden om het beleid
te evalueren.
Criteria voor beleidsevaluatie
Twee criteria zijn in het bijzonder geschikt voor de evaluatie van dit beleid: ten eerste
de studententevredenheid over de arbeidsmarktvoorbereiding (NSE) en ten tweede
gegevens over het arbeidsmarktsucces van UU-alumni.
Studententevredenheid
De NSE-enqute van Studiekeuze123 meet de tevredenheid van studenten over de
arbeidsmarktvoorbereiding. Hoewel dit een gezaghebbende graadmeter is voor de
kwaliteit van de aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt, zijn
tevredenheidsonderzoeken alleen onvoldoende om de aansluiting van universiteit op de
arbeidsmarkt onvoldoende. Immers kan de validiteit van een nationaal
tevredenheidsonderzoeken in twijfel worden getrokken, bijv. als studenten bepaalde
arbeidsmarktactiviteiten binnen of buiten het onderwijs niet als zodanig herkennen en
daarmee hun oordeel over de arbeidsmarktvoorbereiding niet laten benvloeden. Ook
kan sentiment ertoe leiden dat de tevredenheid over de aansluiting op de arbeidsmarkt
relatief laag is, terwijl gegevens over het arbeidsmarktsucces van alumni daar geen
aanleiding toe geven. Het tevredenheidsonderzoek blijft daarmee onverminderd
waardevol; het kan immers iets zeggen over de communicatie en voorlichting over dezeactiviteiten richting studenten.
Arbeidsmarktsucces UU-alumni
In aanvulling op tevredenheidsonderzoeken als de NSE zijn gegevens over de prestaties
van UU-afgestudeerden nodig om te kunnen beoordelen in hoeverre UU-opleidingen
studenten voorbereiden op een baan in de arbeidsmarkt. De Keuzegids, die jaarlijks
wordt uitgebracht door het Centrum Hoger Onderwijs Informatie (C.H.O.I.), geeft
verschillende indicatoren over de arbeidsmarktperspectieven van opleidingen. De
gegevens van het C.H.O.I. zijn geaggregeerd tot nationale gegevens van alle
universiteiten, uitgesplitst per opleidingen. Momenteel zijn er geen publieke gegevens
beschikbaar van de UU. Via informele netwerken verzamelen opleidingen echter welgegevens over de arbeidsmarktpositie van alumni voor beleidsdoeleinden. Indicatoren
waar aan gedacht kan worden bij de evaluatie van dit beleid zijn:
Aantal maanden tussen afstuderen en eerste baan
Aantal maanden tussen afstuderen en baan op WO-niveau
Aansluiting tussen opleiding en sector waarin afgestudeerde werkt
Salaris
Doorgroei- en ontwikkelmogelijkheden binnen baan
Strategien en technieken voor evaluatie
Terwijl er voldoende gegevens bestaan over de tevredenheid van studenten over de
aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt, zijn er aanzienlijk minder gegevensbeschikbaar over de arbeidsmarktprestaties van afgestudeerden. Daarnaast zijn de
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
14/17
Pagina | 14
studententevredenheidsgegevens geaggregeerd op nationaal niveau en niet uitgesplitst
per instelling. Dat maakt het onmogelijk om de relatieve prestaties en tevredenheid van
UU-studenten en alumni te onderzoeken. Met het oog op een volledige en zorgvuldigebeleidsevaluatie, kunnen de volgende maatregelen overwogen worden. Ten eerste op
UU-niveau enqutes afnemen onder alumni, bijv. n, twee en drie jaar na de
afstudeerdatum om meer gegevens te verzamelen over de arbeidsmarktprestaties van
alumni. Ten tweede in samenspraak met o.a. het ministerie van OCW, CBS,
Studiekeuze123 en C.H.O.I. het ontwikkelen van onderzoeksmethoden om de
studententevredenheid over de arbeidsmarktvoorbereiding en de
arbeidsmarktprestaties van alumni niet alleen per opleiding op nationaal niveau, maar
ook op instellingsniveau beschikbaar te stellen. Dit maakt het niet alleen mogelijk om
meer inzicht in de aansluiting tussen universiteit en arbeidsmarkt te krijgen, maar
maakt ook benchmarking van universiteiten mogelijk. Dergelijke vergelijkende
onderzoeken kunnen als en waardevolle graadmeter dienen voor de prestaties van deUU op het terrein van de aansluiting van de universiteit op de arbeidsmarkt.
6.Advies
Het advies over het beleid voor de verbetering van de arbeidsmarktvoorbereiding van
het UU-onderwijs bestaat uit diverse onderdelen, die hieronder worden behandeld.
U wordt geadviseerd de beleidsdoelen, zoals geformuleerd in hoofdstuk 3, goed te
keuren. Dit houdt in dat:o
Faculteiten voor elke bachelor- en masteropleiding vaardighedenonderwijs
aanbieden als onderdeel van het curriculum. De getrainde vaardigheden komen
overeen met de vaardigheden zoals genoemd in hoofdstuk 3, maar bevatten
ook voor de arbeidsmarkt relevante vaardigheden en competenties die voor het
betreffende vakgebied van belang zijn;
o Op centraal niveau algemene vaardigheden, zoals cv-checks en
sollicitatietrainingen, worden ontwikkeld;
o Faculteiten de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt intensiveren, o.a.
door gastcolleges, werkbezoeken en mini-stages;
o
Faculteiten n of meerdere career officers aanstellen van tenminste 1 fte voor
de acquisitie en cordinatie van arbeidsmarktactiviteiten;o
Faculteiten n of meerdere maatschappelijke adviesraden oprichten, waarin
belangrijke werkgevers en professionals uit het vakgebied betrokken worden bij
de vormgeving van het (vaardigheden)onderwijs.
U wordt geadviseerd faculteiten te verzoeken een uitvoeringsagenda voor dit beleid
op te stellen, waarin de facultaire invulling van dit beleid wordt beschreven en
waarin concrete (financile) inspanningen van de faculteit worden besproken. U
wordt geadviseerd om de goedkeuring van deze uitvoeringsagenda door het
College voorwaardelijk te maken voor de facultaire implementatie van het beleid.
U wordt geadviseerd 7 miljoen euro aan beleidsmiddelen beschikbaar te stellenvoor de financiering van de beleidsontwikkeling in de opstartfase van dit beleid.
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
15/17
Pagina | 15
Ook is het advies om de structurele financiering van het arbeidsmarktbeleid via het
reguliere UVM te organiseren. De structurele financiering wordt daarmee onderdeel
van de besprekingen tussen College en faculteiten over de Kaderbrief 2017.
U wordt geadviseerd een projectorganisatie op te zetten binnen de directie O&O,
die de facultaire beleidsontwikkeling begeleidt en ondersteunt. Ook kan de
projectorganisatie inspraakbijeenkomsten voor studenten, docenten, lijnmanagers
en medezeggenschap organiseren.
U wordt geadviseerd het aanstellen van facultaire career officers, betaald uit de
facultaire begrotingen, goed te keuren.
-
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
16/17
Pagina | 16
7. Bronnen
Australia Chamber of Commerce and Industry (ACCI), Business Council of Australia
(BCA) & Australia Department of Education, Science and Training (DEST) (2002).
Employability skills for the future. Sydney: ACCI.
Bennett, R. (2002). Employers Demands for Personal Transferable Skills in Graduates:
a content analysis of 1000 job advertisements and an associated empirical study.
Journal of Vocational Education & Training, 54 (4), 457-476.
http://dx.doi.org/10.1080/13636820200200209
Bronkhorst, S. in DUB.uu.nl (2014, 8 juli). Een schoolse universiteit hoeft niet slecht te
zijn. Geraadpleegd via http://www.dub.uu.nl/artikel/achtergrond/schoolse-universiteit-
hoeft-niet-slecht-te-zijn.html.
Colombijn, F. in Kennislink.nl (2011, 20 juni). Een universiteit is geen school, een
college geen les. Geraadpleegd via http://www.kennislink.nl/publicaties/een-
universiteit-is-geen-school-een-college-geen-les.
Have, ten, C. in vkbanen.nl (2011, 16 juni). Generatie Y stelt hoge eisen en heeft veel
wensen. Geraadpleegd via http://www2.motivaction.nl/content/generatie-y-stelt-hoge-
eisen-en-heeft-veel-wensen.
Joop.nl (2015, 4 maart). Landelijk studentenprotest tegen de universiteitsfabriek.Geraadpleegd via
http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/31058_studenten_protesteren_landelijk_tegen_
de_universiteitsfabriek/
Mason, G., Williams, G. & Cranmer, S. (2009). Employability skills initiatives in higher
education: what effects do they have on graduate labour market outcomes?. Education
Economics, 17(1), 1-30.
Murnane, Richard, and Frank Levy (2004). The New Division of Labor: How Computers
Are Creating the Next Job Market. Princeton, N.J.: Princeton University Press.
Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) (2013). De arbeidsmarkt naar
opleiding en beroep tot 2018. Maastricht: ROA. Geraadpleegd via
http://www.uwv.nl/overuwv/Images/ROA_R_2013_11_ANOB%202018.pdf.
Selten, P. in DUB.uu.nl (2014, 24 februari). Bachelor wordt schoolser, er is geen andere
optie. Geraadpleegd via http://www.dub.uu.nl/artikel/opinie/bachelor-wordt-schoolser-
er-geen-andere-optie.html.
Silva, E. (2009). Measuring Skills for 21st-Century Learning. The Phi Delta Kappan, 90
(9), 630-634.
http://dx.doi.org/10.1080/13636820200200209http://dx.doi.org/10.1080/13636820200200209 -
7/25/2019 Van Collegebank Naar Arbeidsmarkt
17/17
Pagina | 17
Studiekeuze123 (2014). Nationale Studenten Enqute: een analyse van alle sectoren in
het hbo en wo 2010-2014. Utrecht: Studiekeuze 123. Geraadpleegd via
http://www.studiekeuzeinformatie.nl/wp-content/uploads/2015/07/RAPPORT-NSE.pdf.
Vrij Nederland (2015, 12 maart). De universiteit als fabriek. Geraadpleegd via
http://www.vn.nl/de-universiteit-als-fabriek/.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) (2013). Naar een lerende
economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland. Amsterdam: Amsterdam
University Press.