Valère en Dina Kempeneers - Westerloduivenspel.be/img/KempeneersVD.pdf · met een gouden randje en...
Transcript of Valère en Dina Kempeneers - Westerloduivenspel.be/img/KempeneersVD.pdf · met een gouden randje en...
Valère en Dina Kempeneers - Westerlo
2de Nationaal Kampioen op de Grote Fond 2019
Valère Kempeneers groeide op in Nieuwerkerken, een kleine
Limburgse gemeente bij St-Truiden in de zuidwesthoek van de
provincie en op een boogscheut van Vlaams-Brabant . Zijn
vader Jef was niet alleen ondernemer, maar een al even
gepassioneerde duivenliefhebber. Op talrijke publieke
verkopingen was hij een graag geziene figuur. In 1960 kocht
hij de legendarische “Witpen” van Hector De Smet en ook de
beroemde 131-duivin van Jan De Weert (Nederland)
verhuisde naar Limburg. Op zijn uniek palmares staan o.a. 3
nationale overwinningen en daarmee heeft hij voor eeuwig
zijn plaats in “The hall of fame” van de Belgische duivensport.
Valère was de oudste in het kroostrijk gezin van Jef. Als hij al een keer spoorloos was, moest er meestal niet lang
gezocht worden. Steevast werd hij teruggevonden op het zolderhok van zijn vader. Van kindsbeen af werd hij
betrokken bij de verzorging van de duiven. Na de lagere school beslisten zijn ouders om hun oudste zoon op
internaat te sturen. In die tijd hadden alle colleges een druk bezet internaat dat vooral bevolkt werd door kinderen
van zelfstandigen die zelf amper tijd konden vrijmaken voor de opvoeding van hun dierbare kroost. Valère was een
goede student en na het middelbaar haalde hij aan de univ in Leuven zijn ingenieursdiploma. In al die jaren beperkte
het “duiven melken” zich tot de weekends en de vakanties. Korte tijd na zijn studies verhuisde hij naar Olen en van
1978 tot 1983 experimenteerde hij op een klein tuinhokje van 4 bij 2 meter met duifjes. In 1979 imiteerde hij het
systeem van Ranne Goris en bij zijn eerste inkorving in Fondclub Herentals won hij met een duivinnetje de ereprijs
uit Argenton en nationaal een top-10 notering. De volgende jaren werd er amper gespeeld. Met het vooruitzicht van
de bouw van een nieuwe woning in Westerlo, de verhuis, een drukke job met grote verantwoordelijkheden en
gezinsuitbreiding schonk Valère in 1984 alle duiven aan vriend Jef Auwers, de beenhouwer uit Olen. Die won in 1988
met één van zijn duifjes de Gouden Vleugel in de Brugse Barcelonaclub. Valère is er nog steeds trots op en wellicht
hoopt hij stilletjes van dit zelf ook een keer te mogen beleven.
De volgende jaren werd het duivenspel van vader Jef vanop afstand opgevolgd. Gezondheidsproblemen van vader,
midden de jaren negentig, lagen aan de basis van een geleidelijke terugval van de prestaties. Zijn jongste broer Wim,
die ondertussen de transportonderneming van zijn vader runde en ook duivenliefhebber was, had nauwelijks tijd om
de duiven degelijk te verzorgen. In overleg met Wim en de steun van Dina, werd in 2003 beslist om de kolonie in
Nieuwerkerken onder de arm te nemen en nieuw leven in te blazen. Een moeilijke taak kwam op hen af. De hokken
waren overbevolkt en de voorgaande jaren werd er veel minder gespeeld en de jongste generatie was nauwelijks
afgericht. Wie niet streng selecteert, zorgt automatisch voor een degeneratie van het ras. Alle duiven werden door
de fijne kam gehaald en voor 2004 werd een kweekhok samengesteld. Na twee jaar constant pendelen tussen
Westerlo en Nieuwerkerken werd bij de gemeente Westerlo een bouwaanvraag ingediend om een nieuw
duivenhuisje van 30 m² in hun eigen tuin te mogen optrekken. Dat kwam er snel en een aantal zomerjongen uit
Nieuwerkerken kregen hun plaatsje op het nieuwe hok.
Bij de selectie van de duiven in 2004 trok één duif (NL 97-1680766) al zijn aandacht. Bij controle bleek het een duif
die vader Jef bekomen had bij Cor de Heyde. Valère contacteerde Cor voor een afspraak. Hun kennismaking verliep
hartelijk en was het begin van een nieuwe vriendschap. Valère kocht er zich wat jonge duiven en Cor werd de
leermeester voor Valère om hem de knepen van het nestspel aan te leren. Valère had een achterstand van 20 jaar
opgelopen en was het spoor inzake rassen en methodes toch wat kwijtgeraakt. De volgende winters trok hij samen
met Dina naar een aantal publieke verkopingen in Steenbergen en Thorn. Met het kopen van een bonnetje kon je
voor 5 € de topduiven in de hand nemen. Het was leerrijk te ervaren dat iedere topmelker een eigen type duif op zijn
hok heeft. Eén ding hadden al deze toppers echter gemeen: ze waren uitzonderlijk gestroomlijnd en hadden
fluweelzachte pluimen. De volgende jaren werd het kweekhok in Nieuwerkerken uitgebouwd met inbreng van vers
bloed. Het was pijnlijk te moeten vaststellen dat de oude stam onvoldoende rendeerde. Valère en Wim wilden hun
ambities waarmaken en daarvoor waren investeringen noodzakelijk.
De volgende jaren bleven de jongen van de 1e en 2e ronde in Nieuwerkerken. De 3e ronde van de kwekers verhuisden
in juni naar Westerlo. In 2007 werd voor een eerste keer deelgenomen aan een fondvlucht. Ze behaalden in de
Herentalse Fondclub de ereprijs uit Cahors en de 15e nationaal. De volgende jaren werd slechts aan enkele grote
fondvluchten deelgenomen. Langzaamaan werd een team opgebouwd en in 2010 rangschikten ze zich 6 maal in de
provinciale top-10. Zelf beschouwen ze 2011 als het jaar van de definitieve doorbraak. Ze werden 4e in het nationaal
kampioenschap Grote Fond van de KBDB. Provinciaal stonden ze op 2 en in Cureghem Centre mochten ze
plaatsnemen op het hoogste schavotje in het kampioenschap Grote Fond met duivinnen. Ze wonnen de prijs van
Belgica De Weerd bij de Belgische Verstandhouding en behaalden provinciale overwinningen uit Agen en Tulle. Ze
beseften dat het moeilijk zou worden om in de volgende jaren even goed of beter te doen.
In 2012 werd sterk gestart, maar halfweg het seizoen liep het fout. Eigen schuld. Valère liet enkele achterblijvers op
het hok toe en die ondermijnden de conditie van de duiven die het goed deden. Het grote fondseizoen situeert zich
van half juni tot de eerste week van augustus. Wie in die periode nog veel moet bijsturen is eraan voor alle moeite.
Het was een les voor de toekomst.
In 2015 werd de beslissing genomen om in Westerlo een eigen kweekhok uit te bouwen. Hiervoor werden de beste
10 vliegduiven gebruikt evenals wat jonge duiven van Cor de Heyde en wat late duiven van 2013, die in
Nieuwerkerken werden gekweekt. 2015 en 2016 waren sabbatjaren en er werd slechts aan een beperkt aantal
vluchten deelgenomen. In 2017 en 2018 noteerden we al meerdere nationale top-100 prijzen op de internationale
vluchten.
In het voorjaar van 2019 baarde de gezondheid van Valère wat zorgen. Als het lichaam niet goed aanvoelt, rijst snel
de vraag of de duiven nog belangrijk zijn. Tijdens de voorjaarskweek lieten een paar favoriete duivinnen het afweten
bij de leg. Door het stoppen van de activiteiten van Fondclub Herentals moest er uitgeweken worden naar een
andere club. De duivensport werd in vraag gesteld want op hun bucketlist staan nog enkele wereldreizen bovenaan.
Tot dusver beperkten die vakanties zich tot een 10-tal dagen in het voorjaar en enkele weken na het vluchtseizoen.
In de toekomst mag het voor hen wat meer zijn en langere uitstappen naar China en Australië spoken door hun
hoofd en krijgen stilaan vaste vorm. Uitstellen tot later is geen optie voor iemand die 70 wordt. Zo ziet Valère dat
toch.
Dina was dan weer van mening dat met duiven stoppen geen optie was. Er werd uiteindelijk beslist om toch maar
aan het seizoen te beginnen en bij de Molse Fondclub in te korven voor de fondvluchten. Ze besloten om alle
meerjarige duiven op de vrijdaglossingen in te zetten. De africhting zou gebeuren op zaterdag zodat de
zondagochtend vrij kwam voor hun fietstochten door het Kempense landschap. Fietsen is voor hen beiden een
tweede passie.
Eens het seizoen startte, ging het bloed wat sneller stromen. Alles werd er aan gedaan om geen mal figuur te slaan.
Het verdere duivenverhaal van 2019 is er eentje van “once in a lifetime”. Het zal geboekstaafd blijven als het jaar
met een gouden randje en van internationale erkenning. Het werd een lange winter met talrijke vieringen. Zij
genoten ervan met volle teugen. De decompressie na een stresserend seizoen zorgde voor emoties. De nationale
hymne op de nationale dagen zorgde voor een kippenvelmoment. Ik genoot er zelf van en de tranen sprongen in
mijn ogen. Valère en Dina zijn amateurs “pur sang”. Alles staat er in het teken van prestaties leveren en duifjes
worden geschonken aan kameraden met de stille hoop dat ook zij mogen slagen met hun inbreng. In onze moderne
duivensport vormen zij de tegenpool van zoveel andere hokken waar alles draait om commercie.
Grote fondspelers hebben veel duiven. Klopt dat verhaal?
We namen dit jaar in totaal met 28 verschillende duiven deel aan de 7 internationale vluchten. Dat zijn voor ons de
vluchten waar het echt om draait en uiteraard worden we in dat wereldje beschouwd als een zeer kleine speler. Hier
primeert kwaliteit en ook de jonge en jaarse duiven worden vanaf dag één streng geselecteerd op basis van
gezondheid en bouw. We overlopen even het hokbestand.
Het kweekhok bestaat uit twee afdelingen met respectievelijk 8 en 12 nestbakken. Begin januari wordt er gekoppeld
en na twee rondes worden de 8 kwekers van de kleinste afdeling herkoppeld met duivinnen van het grotere hok. In 4
ronden worden 120 jongen gekweekt. Nadien gaan de nestbakken van het hok en zitten de duiven gescheiden.
Jaarlijks worden 10 tot 20 % van de duiven op het kweekhok vervangen en voor 2020 was dit zelfs 25%. Lang niet alle
koppels geven goede kweekresultaten. Het is een eeuwige zoektocht, maar duiven die met verschillende partners
goede duiven geven, genieten de voorkeur, al blijven superverervers de grote uitzondering. De beste twee
vliegduivinnen kregen een plaatsje op het kweekhok evenals een aantal late jongen 2017 waarvan broers of zusters
goed presteerden. Hoop doet leven!
Na het vluchtseizoen verdwijnen de nestbakken van de hokken en worden ze vervangen door eenvoudige schabjes.
Het kuisen van de hokken neemt op die manier minder tijd in beslag.
Het vlieghok bestaat uit vier afdelingen met ieder 12 nestbakken. In de winter huizen er ongeveer 20 koppels oude
vliegduiven waarvan ongeveer de helft tweejarigen zijn. Ook 25 koppels jaarduiven krijgen er hun plaatsje .
Vanaf 1 november tot begin maart vliegen deze duiven niet uit. Overdag verblijven ze bij alle weer en wind in een
grote buitenren. Dat scherpt hun natuurlijke weerstand aan.
Als het weer het toelaat worden vanaf maart de duiven in de namiddag weer uitgelaten. Eerst komen de doffers aan
de beurt. Soms duurt het enkele dagen voor de jaarlingen de ingang van hun nieuw verblijf vinden en bij het
buitenslapen is er regelmatig eentje de prooi van de roofvogels. Nadien ondergaan de duivinnen hetzelfde ritueel.
Na 2 weken kent iedereen zijn plaats en trainen de beide groepen dagelijks een uur. Eind maart, en op voorwaarde
dat het weer dit toelaat, starten we met de verplichte trainingsvluchtjes. In een vijftal stappen worden ze
weggebracht tot 60 km. Dina wacht de duiven op en begeleidt ze met haar stokje naar de juiste valplank. Midden
april worden de nestbakken terug op het hok geplaatst en iedere jaarduif mag zijn stekje kiezen. Zodra de koppeltjes
gevormd zijn, worden de duiven bij goed weer uitgelaten. Alle duiven van hetzelfde hok hebben dezelfde gekleurde
chipring. Dat vereenvoudigt de taak om de duiven naar het juiste hok te begeleiden. We proberen bekvechten en
het stuk vechten van nesten te voorkomen. De nestduiven trainen gezamenlijk en bij het binnenroepen wordt er
opnieuw nauwlettend toegezien dat iedere duif op de juiste afdeling terechtkomt. Een laatste trainingsvluchtje van
zowat 50 km staat op het programma. Na een 10-tal dagen broeden gaan de duiven op weduwschap. De doffers
blijven op het hok en de duivinnen verhuizen naar het verblijf dat bestemd is voor de jongen van de derde ronde. In
principe vliegen onze duiven als voorbereiding op het nationaal programma 3 x130 km, 2 x 220km en vervolgens een
halve fondvlucht voor ze deelnemen aan Bourges I. Het gebeurde dat ze op 1 week 3x Momignies vlogen. Uiteraard
houden we rekening met de klimatologische omstandigheden, maar duiven die enkele weken later aan vluchten van
meer dan 800 km moeten deelnemen, kunnen tegen een stootje. We maken er geen serreplantjes van. Het is zeker
niet abnormaal dat er van die 90 duiven al enkele gekwetst thuiskomen of verloren gaan. Pech hoort bij iedere sport.
In functie van hun programma worden de duiven per hok op een bepaald tijdstip gekoppeld. De oude duiven op hok
1 vliegen Agen en Narbonne of Perpignan. Hok 2 is voorbestemd voor Pau en Marseille, hok 3 vliegt Cahors en St-
Vincent en het eliteteam voor Barcelona zit op hok 4, terwijl de tweejarigen op die afdeling dat weekend de vlucht
uit Limoges krijgen voorgeschoteld. Perpignan wordt voor de tweejarigen bekeken als een laatste test om hun
verblijfsvergunning te verlengen. Het geldt ook als toelatingsproef om volgend jaar mee naar Barcelona te mogen.
In principe worden de duiven op hetzelfde hok tijdens hetzelfde weekend gespeeld. Als de oude duiven van een hok
worden ingezet voor een internationale vlucht, vliegen de jaarduiven op het hok een vlucht op de kleine of grote
halve fond, afhankelijk van het nationaal vluchtprogramma. In 2019 namen we met jaarduiven deel aan Bourges,
Argenton, Limoges, Libourne en Tulle. Het is onze bedoeling dat alle jaarlingen deelnemen aan 3 nationale vluchten
en prijs winnen op de derde vlucht is het strikte minimum om nog een jaartje graantjes te mogen meepikken.
De duiven worden meestal ingekorfd op eieren van 10/12 dagen broeden of op jongskes van 5-6 dagen oud. Omdat
partners meestal tijdens hetzelfde weekend gespeeld worden, broeden sommige koppels na hun thuiskomst verder
of zorgen zij opnieuw voor hun jong. Ze mogen de cyclus verder zetten. Het is zeker geen vaste regel want sommige
koppels beginnen onmiddellijk aan een nieuw nestje. We laten op dat vlak de natuur zijn gang gaan, want veel keuze
heb je niet.
We kweken ongeveer 120 jonge duiven en selecteren die vanaf ze in het nest opgroeien. De jongen van de eerste
twee rondes zitten op een afzonderlijk hok tot ook de tweede ronde zowat dezelfde vlieggewoontes heeft. Daarna
wordt de tussendeur opengezet en kunnen ze van dan af in de namiddag samen worden uitgelaten. Dat maakt het
voor Dina wat gemakkelijker want zij neemt de volledige verzorging van de jonge duiven voor haar rekening. Zoals
een strenge meesteres het past, staat ze op orde en discipline. Geslenter op het dak is niet toegelaten en wie het
toch doet, komt te laat voor de maaltijd. Zelfs dommeriken weten dat snel. Als de jongen van de tweede ronde ruim
3 maanden oud zijn, wordt de hele bende in stapjes en stappen weggevoerd tot 60 km. Enkele vluchtjes van 130 km
met de vereniging zorgt voor ervaring. Ergens links of rechts op een weekvluchtje deelnemen, beschouwt Valère dan
weer als een goede leerschool om hun oriëntatievermogen in te schatten en te verbeteren. In tegenstelling met
vroeger worden de laatste 2 jaren de vroege jongen ingekorfd voor een nationale vlucht. In 2019 namen ze deel aan
Châteauroux en in 2018 werden ze op Bourges ingezet. Het zorgt voor een beperkte natuurlijke selectie, maar ze
hebben toch al een keer kennis gemaakt met een nationale lossing. We beschouwen het absoluut als een pluspunt al
zijn we natuurlijk kansloos. De aankomsten worden zorgvuldig genoteerd en bij de uiteindelijke selectie houden we
er rekening mee in geval van twijfel. We korfden dit jaar op Châteauroux 38 jonge duiven in. 36 vonden de weg naar
huis en 24 van hen krijgen als jaarduif de kans om zich te bewijzen. De jongen van de 3e ronde vlogen in augustus in
hun hemdje enkele snelheidsvluchten van 130 km. De geselecteerden van de 4e ronde worden als jaarduif afgericht.
Van de 120 gekweekte jonge duiven zaten er einde september nog 80 op het hok. Op de speelhokken is er plaats
voor 50 jaarlingen en daar wijken we niet van af. Ook volgend jaar zal uit deze groep nog meer dan de helft
verdwijnen. Pas daarna beginnen ze aan hun echte fondcarrière en zal de selectie zich verder doorzetten op basis
van resultaten. Daarna krijgen de beste een kans op het kweekhok, maar ook daar zijn de plaatsen beperkt. Als 40
kweekduiven, 90 vliegduiven en 120 jongen niet volstaan om te slagen, vrezen we dat het met een dubbele
bezetting ook niet zal lukken.
Voeding, supplementen en medische begeleiding
Sinds een paar jaar worden tijdens het vliegseizoen de Galaxy mengelingen van Beyers gevoederd, aangevuld met
pinda’s, P40 en snoepzaad. De duiven die in een bepaalde week worden ingekorfd krijgen een rood stenen potje in
hun nestbak en dat vergemakkelijkt de taak van het voederen. De mengeling varieert naargelang het werk dat moet
geleverd worden. Na de rui wordt er krap en licht gevoederd met een wintermengeling zoals vader zaliger het 50
jaar geleden al deed. Dagelijks wordt er uitgekeken of er dons op het hok ligt. Donsrui is een indicator voor de
gezondheid van je kolonie. Regelmatig gaat er zelfgemaakte vlierbessensiroop, gemengd met biergist of vitamines,
over het voer. Bij thuiskomst van een vlucht krijgen de duiven elektrolyten, honing en citroen in het water. De dag
erna gaan er “gele druppels” over het voer.
In het najaar worden de duiven gekuurd tegen parathyfus. Daarna worden ze nog een keer gevaccineerd tegen deze
ziekte. In het voorjaar krijgen ze een prikje tegen paramyxo en worden ze geënt tegen pokken. Na de vlucht uit
Bourges I wordt dr. Raf Herbots geconsulteerd. Uiteraard wordt zijn advies opgevolgd, maar meestal is de conditie
uitstekend en zelden is medicatie noodzakelijk. Ook voor de inkorving van Barcelona en Perpignan brengen we een
bezoekje aan de dierenarts. We laten zo weinig mogelijk aan het toeval over.
Dagelijks gaat een scheut waterkefir in het drinkwater. Volgens wijlen Jos Van Olmen is dit bevorderlijk voor de
algemene gezondheidstoestand van de duiven. Voedingssupplementen zijn geen wondermiddelen, maar ze
ondersteunen de algemene conditie. Een superconditie, gekoppeld aan motivatie, zorgt in alle sporten voor
topprestaties. Waarom zou het in de duivensport anders zijn?
Waarom liep het zo uitzonderlijk goed in 2019?
Duivensport is zeer complex en als liefhebber heb je zeker niet alles in de hand. Aan de zuidoostkant van onze tuin
werd het grote dennenbos in de winter van 2018 gerooid. De morgenzon kreeg vrije toegang want de voorzijde van
ons hok is zuidoost gericht. De wind kreeg vrij spel. We zijn ervan overtuigd dat deze factoren een gunstige invloed
hadden op het hokklimaat. De duiven in de rennen genoten van het voorjaarszonnetje. Misschien zorgde dat voor
een conditionele boost. Gewoonlijk speelden we pas echt sterk in juli, maar in 2019 was de forme er al in juni.
We trokken met een bang hartje naar de nieuwe club. Ongetwijfeld zorgde dat bij ons voor wat extra motivatie.
Wekelijks werden de duiven voor een tussenvluchtje van 60 km weggebracht.
Sinds 2015 bouwden we ons eigen kweekhok uit en wie ambities heeft op de grote fond moet toch enig geduld
hebben. We selecteren streng en wie hier als tweejaarse overleeft, heeft ons vertrouwen. We hadden 7 oude duiven
die als 2-jarigen hun strepen al hadden verdiend. Ze waren in 2019 voorbestemd om als 1e of 2e getekende te
worden afgegeven. Op de 7 internationale vluchten pakten we 13/14 met onze eerste 2 getekenden. Dan maak je
kans dat je scoort in kampioenschappen. Op deze 7 vluchten werden 40 duiven getekend en internationaal winnen
we 25 prijzen (62%). Het merendeel waren duivinnen (28) en deze wonnen 20 prijzen (71%). Toch zijn we realistisch
genoeg om te beseffen dat het bijna een onmogelijke opdracht wordt om in de toekomst even goed te doen.
Wellicht stond dame Fortuna aan onze zijde, maar we blijven proberen om het goed te doen. We houden van
sportieve uitdagingen en alert blijven om zo weinig mogelijk fouten te maken is de opdracht.
Wat zijn jullie mooiste herinneringen aan 2019?
2019 begon met een nachtmerrie, want mijn gezondheid liet het wat afweten. Gezondheid is ons kostbaarste bezit.
Gelukkig kon er snel worden bijgestuurd en konden we weer fietsen en ons focussen op de duiven. Het duiven-
seizoen was als een sprookje zonder einde. Na Bourges I korfden we 9 duiven in voor Cahors en we wonnen de
ereprijs in de Molse Fondclub. Dat deden we nog 4 keer over op de 7 internationale vluchten. Dat alleen al overtrof
onze stoutste dromen.
Uit Barcelona klokten we in een tijdspanne van 74 minuten 4 van onze 5 ingezette duiven en op de volgende
ochtend arriveerde de laatste. Zoiets vergeet je niet zo snel.
Na enkele vluchten lazen we op Wprol de stand van zaken in het nationaal kampioenschap op de grote fond. We
stonden constant in de top van de klassering en dat zwengelde onze inzet nog wat aan. Wanneer op de slotvlucht uit
Perpignan onze eerste twee getekenden zich bij de eerste vier duiven aanmeldden, die nationaal allemaal in de top-
200 stonden gerangschikt, lieten we de kurken knallen. We waren op dat moment zeker van een podiumplaats in het
nationaal kampioenschap.
Enkele maanden later werden we in hartje Haspengouw, op een boogscheut van mijn geboorteplaats gehuldigd als
2e nationaal kampioen. Het was een onvergetelijk en emotioneel moment. Een droom werd werkelijkheid.
Op de viering van de ZLU in Kerkrade kwamen talrijke Nederlandse coryfeeën van de lange afstand ons feliciteren en
de hand schudden. Dat doet iets met een mens, zelfs al tel je bijna 70 lentes.
We rangschikten ons in de drie internationale competities voor marathonvluchten met name de West-Europese
Super Marathon, de Europabeker en de Europa Marathon. Als enig Belgisch hok stonden we geklasseerd In het
eindklassement van de Europabeker. Met enige fierheid stonden we op het podium in dit internationaal gezelschap.
Ik zou nog een eindje kunnen doorgaan. Eigenlijk was 2019 een complete aaneenschakeling van successen. Het was
bijna te mooi om waar te zijn. We beseffen dat.
Welke rassen vormen de basis van jullie kolonie?
We mogen zeggen dat duiven van Cor de Heyde voor bijna 50% aan de basis liggen van de behaalde successen.
Daarnaast denken we in de tweede plaats aan duiven van de Gebrs. Brugemann. Over de jaren heen zorgde ook de
inbreng van Wim Van Houten, Herman Brinkman, Roger Beullens, Lei Kurvers, Jan Theelen, Bernd Morsnowski en
Depasse-Lardenoye voor een kwaliteitsinjectie. We hebben, net zoals vader, een voorliefde voor Nederlandse duiven
om deel te nemen aan de marathonvluchten. Zelfs bij warm weer en tegenwind zijn deze duiven op de grootste
afstanden niet kansloos. Hun “mordant” zoals dat vroeger vaak werd uitgedrukt, maakt hen schijnbaar
onuitputtelijk.
Barcelona klinkt als muziek in de oren of niet?
We nemen al 10 jaar lang met maximum 5 duiven deel aan deze klassieker. Duiven die als 2-jarigen een mooi
resultaat neerzetten op Perpignan krijgen het jaar nadien de kans om zich te bewijzen op Barcelona. We speelden dit
laatste decennium op Barcelona 65 % prijs en onze duivinnen lieten een score van 70 % optekenen. Over de laatste 5
jaren waren met 78,3 % en 82,4 % onze prijzenpercentages zelfs nog indrukwekkender. Meer dan op eender welke
andere vlucht zorgt de afstand voor de selectie. Barcelona vliegen is in onze ogen enkel een kwestie van kunnen of
niet. Er wordt momenteel uitgekeken om het kweekhok nog met extra Barcelonabloed te injecteren om ons op het
einde van de loopbaan nog een keer in de kijker te spelen op deze klassieker. In 2019 klasseerde 4 van onze 5 duiven
zich per 20-tal, zowel nationaal als internationaal. Mooi, maar alles kan beter, nietwaar. Wellicht hopen alle echte
marathonspecialisten op een internationale topprestatie op Barcelona. We wensen hen daarbij alle succes toe.
Nationale resultaten 2019:
Pau 2797 d : 92,105,438,537 ( 4/5)
Agen 3935 d: 46,176,231,306 (4/7)
Barcelona 7301 d: 186,199,241,314,1105 (5/5)
St Vincent 2949 d: 77,114,339 (3/6)
Narbonne 3873 d : 273,556 (2/4)
Perpignan 3915 d : 86,122,148,196,555 (5/8)
Internationale resultaten 2019
Pau 12119 d : 475,525,1922,2279 (4/5)
Agen 12090 d : 202,749,963,1203 (4/7)
Barcelona 15981 d : 466,495,595,754,3028 (5/5)
St Vincent 10623 d: 384,490,1225 (3/6)
Marseille 10044 d :2108,2385 (2/5)
Narbonne 9813 d :625,1453 (2/4)
Perpignan 12770 d : 399,520,587,734,1883 (5/8)
Internationale vluchten met duivinnen
Pau 3193 d : 124,137,431,496 (4/5)
Agen 4666 d : 38,150,190 (3/5)
Barcelona 5090 d : 187,223,972 (3/3)
St Vincent 2128 d : 62,77,170 (3/4)
Marseille 2651 d: 365,427 (2/4)
Narbonne 5262 d: 195,545 (2/3)
Perpignan 3289 d:153,168,204 (3/4)
Kampioenschappen 2019:
KBDB:
1e Kampioen KBDB Provincie Antwerpen Grote Fond
2e Nationaal Kampioenschap KBDB Grote Fond oude
Cureghem Centre
Barcelona Nationaal :
2e met eerste 3 getekenden
2e met eerste 4 getekenden
1e met eerste 5 getekenden
Barcelona Internationaal :
4e met eerste 5 getekenden
ZLU
West-Europese Super Marathon
Pau – Barcelona – St-Vincent - Perpignan
4e met 1e getekende
1e met 1e + 2e getekende
La Colombe Joyeuse :
Europabeker
6e met 1e getekende
1e met 1e + 2e getekende
4e met eerste 5 getekenden
2e in het Eindklassement
Sportblad “De Duif” :
10e in Internationale Zware fond competitie
Arge Euskirchen :
15e plaats in de Europa Marathon
Molse Fondclub :
1e Kampioen Marathon vluchten
1e Algemeen Kampioen Grote Fond en Marathon
1e Internationale Supercup