Vakbond in Beweging 88 | april 2016

40
AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X Toelatingsnummer P408993 vakbond in beweging VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS | NR. 88 | 21e JAARGANG MAART-APRIL-MEI 2016 PB- PP B- BELGIE(N) - BELGIQUE 8/6342 Wij zijn het ABVV

description

‘Vakbond in Beweging‘ is het 3-maandelijkse magazine van ABVV-regio Antwerpen. Het blad wordt volledig bijeengeschreven door vrijwilligers. INHOUD Wij zijn het ABVV! Gezondheid als koopwaar Jef Maes | Meneer Sociale Zekerheid Caroline Copers | Vooruit voor een zorgzaam Vlaanderen Wij zijn kandidaat voor het abvv Piet Akkerman | De vakbondsleider die sneuvelde in de verdediging Madrid (deel 2) 500 jaar geleden stierf Jeroen Bosch Het eindproduct Hendrick De Clerck | Tentoonstelling in M-Museum Leuven Jaak Brepoels ‘Wat zoudt gij zonder ‘t werkvolk zijn’ Klaar voor de sociale verkiezingen

Transcript of Vakbond in Beweging 88 | april 2016

AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X

Toelatingsnummer P408993

vakbond inbewegingVERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS | NR. 88 | 21e JAARGANG MAART-APRIL-MEI 2016

PB- PP B-BELGIE(N) - BELGIQUE

8/6342

Wij zijn het ABVV

2 | Vakbond in Beweging 88

Nr. 88 - 21ste jaargangMAART-APRIL-MEI 2016Prijs: € 1Jaarabonnement: € 4

Driemaandelijkstijdschrift van Linx+ABVV-regio AntwerpenIn samenwerking metABVV seniorenwerking

Verantwoordelijke uitgever:Dirk SchoetersOmmeganckstraat 352018 Antwerpen

Redactieadres:Ommeganckstraat 352018 Antwerpen03 220 67 [email protected]@abvv.be

Medewerkersaan dit nummer:Dirk SchoetersMarina Van den BulckLuc Van OverbergheFrank Van DesselFOSLiesbet VangeelDries MerreVincent ScheltiensFrans Van HeddeghemPeter De RidderCédric HaesPeggy DevisAlbert Balboa

Vormgeving:Albert Balboa

3 REDACTIONEEL Wij zijn het ABVV!

4 INTERNATIONAAL Gezondheid als koopwaar

11 INTERVIEW Jef Maes Meneer Sociale Zekerheid van het ABVV

14 ACTUEEL Vooruit voor een zorgzaam Vlaanderen Interview met Caroline Copers algemeen secretaris van het Vlaams ABVV

20 WIJZIJNKANDIDAATVOORHETABVV

22 GESCHIEDENIS Piet Akkerman De Antwerpse vakbondsleider die sneuvelde in de verdediging van het republikeinse Madrid (deel 2)

26 CULTUUR/GESCHIEDENIS 500 jaar geleden stierf Jeroen Bosch

31 DWARSDENKER Het eindproduct

32 CULTUUR/GESCHIEDENIS Hendrick De Clerck Tentoonstelling in M-Museum Leuven

34 BOEKBESPREKING Doe eens een boek(je) open Jaak Brepoels ‘Wat zoudt gij zonder ‘t werkvolk zijn’

38 WIJZIJNHETABVV ...ENKLAARVOORDESOCIALEVERKIEZINGEN

Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.

+

Inhoud

3 | Vakbond in Beweging 88

Wie er bij was op 2 april zal me zeker gelijk geven. Onze ‘Militanten- en Gezinsdag’ in Boom was een enthousiasmerende belevenis. Een energieopstoot net voor de sociale verkiezingen. Wie er niet bij was kan er zich toch een indruk van maken aan de hand van de foto’s verder in dit nummer, of op onze Facebookpagina.Veel volk zakte af naar de Schorre voor een relaxte dag met veel toffe activiteiten, muziek en optredens. 2.500 à 3.000 aanwezigen schatten we op basis van consumpties, uitgedeeld materiaal en bezetting van de parkings.Maar we weten het niet precies, want het was er de dag niet naar om controleurs aan de ingang te plaatsen. Schoon en divers volk ook. De boodschap was goed doorgekomen.De meeste kandidaten en militanten waren er met hun gezin, met familie, met vrienden, met collega’s, met kameraden. Een losse anekdote. In één van de stands konden kandidaten door een professionele fotograaf pasfoto’s laten maken die nog in de loop van de verkiezingscampagne gebruikt zullen worden. Meer dan pasfoto’s leverde dit echter vooral veel foto’s op van kandidaten en militanten met hun kinderen en soms kleinkinderen. De advertentie in het midden van deze Vakbond in Beweging ziet er daardoor enigszins

anders uit dan gepland. Maar dat is niet erg. Integendeel, hierdoor ontkracht ze nog beter de karikatuur die sommigen van ons maken.

De boodschap van de syndicale ‘Militanten- en Gezinsdag’ zat dit keer niet zozeer in toespraken en tussenkomsten, maar in de eenheid en verbondenheid van alle aanwezigen. In alle diversiteit.Wij zijn de vakbond.Dat was het onmiskenbare signaal van al wie naar de Schorre kwam. Trots, enthousiast, blij en duidelijk: wij zijn het ABVV!In de moeilijke weken na de verschrikkelijke terreuraanslagen; in een periode dat haat overal zijn kop opsteekt; in tijden dat bepaalde politieke verantwoordelijken en partijen de maatschappelijke tegenstellingen opstoken en bevolkingsgroepen tegen elkaar opzetten; in die omstandigheden is het essentieel dat de leden van het ABVV een krachtig teken van verbondenheid en solidariteit blijven geven.

Maar bij dit ene signaal van verbondenheid en solidariteit mogen en zullen we het niet laten. Binnenkort is er opnieuw een goede gelegenheid om te tonen waarvoor wij van de vakbond staan.Op 1 mei: zowel socialistische strijddag als feest van de arbeid. Voor wie op de militantendag in Boom een

eerste maal kennismaakte met onze beweging, moetook de deelname aan de1 mei-stoet en aan ‘Vierwerk’ op de Grote Markt van Antwerpen een zekerheid zijn. Net als voor iedereen die boos en bezorgd vaststelt hoe de leiders van dit land hardnekkig verder gaan met een asociaal en inefficiënt beleid op de kap van gewone mensen,

werknemers, ambtenaren, sociaal verzekerden. Dit terwijl het zoveelste, door journalisten in de ‘Panamapapers’ onthulde, degoutante fiscale fraudeschandaal nog maar eens aantoont waar de echte, maar steevast ongemoeid gelaten, oorzaken van de inkomensongelijkheid en de kloof tussen arm en rijk liggen.

En het is moeilijk om te geloven maar jammer genoeg toch waar.1 mei 2016 wordt ook opnieuw de dag om op te komen voor evidente, maar met veel moeite en strijd verworven, sociale bescherming. Zoals de 80 jaar geleden ingevoerde 40-uren werkweek, ondertussen gezakt naar 38u, die de regering even tijdens een begrotingscontrole wil afschaffen.1 mei is dé dag om te tonen dat het anders kan, dat het anders moet. 1 mei dat wordt opnieuw een strijdbaar feest! Voor jong en oud, voor de hele familie, voor de socialistische familie.

Dirk Schoetersalgemeen secretarisABVV-regio Antwerpen

REDACTIONEEL

Wij zijn het ABVV!

4 | Vakbond in Beweging 88

INTERNATIONAAL

Gezondheid als koopwaar

PatiënteninPerumoetenvooralgeldopbrengen

“Uw baby kan sterven. We moeten snel zijn en overgaan tot een operatie.” Dat krijgen Sandra en haar man Roberto van de gynaecoloog te horen, in een commercieel privéziekenhuis in Peru.

Wanneer het koppel naar het ziekenhuis gaat voor een check-up, breekt Sandra’s water. Meteen wordt ze in een bed gelegd en krijgt ze een formulier onder haar neus geduwd. Ze zou best instemmen met een keizersnede, want “de baby zal een natuurlijke bevalling niet overleven”. Sandra beslist om haar vaste arts op te bellen. Eenmaal in het ziekenhuis zegt die dat alles oké is met de baby. “Medisch gezien is het beter dat een premature baby langs het vaginaal kanaal passeert. Ook voor de eerste ademhaling”.In allerijl beslissen ze naar een ander ziekenhuis te gaan, waar Sandra op natuurlijke wijze bevalt. Na enkele dagen mogen moeder en baby, beiden gezond en wel, naar huis. Sandra betaalt voor de natuurlijke bevalling minder dan de helft van wat ze voor de minder gezonde keizersnede betaald zou hebben. Een keizersnede was medisch gezien onnodig. Punt.

NietallePeruanengelijk

Het verhaal vertelt heel wat over het gezondheidssysteem van Peru, waar gezondheid steeds meer een koopwaar is. Commerciële spelers zijn er erg actief en treden in concurrentie met de publieke diensten. Om dat te begrijpen, moeten we het gezondheidsbeleid in Peru onder de loep nemen. Het Peruaans ministerie van Gezondheid wil sinds 2009 zo veel mogelijk Peruanen aansluiten bij een ziekteverzekering, in een

poging een stap dichter te komen bij internationale doelstellingen. Daarbij deelt Peru de bevolking op in vier groepen: de formele werknemers, de armen en kwetsbaren, de kapitaalkrachtigen met een privéverzekering en tenslotte de mensen zonder verzekering. De drie eerste groepen mogen op papier dan

wel verzekerd zijn, in de praktijk is hun toegang tot de nodige zorgen niet gegarandeerd, laat staan gelijk.

De verschillen tussen de ziektever-zekeringen zijn groot. De publieke ziekenkas voor armen en kwetsbaren dekt maar een aantal zorgen.De andere publieke ziekenkas van

Patiënten zijn in Peru klanten die geld in het laatje moeten brengen

© Chantal Hovens

voor bepaalde behandelingen. In de privéklinieken worden immers dikwijls dure onderzoeken, behandelingen en merkgeneesmiddelen voorgeschreven, die medisch gezien onnodig zijn. Een voorbeeld hiervan zijn de onnodige keizersneden, die in de privésector oplopen tot een alarmerende 80%, in sommige klinieken zelfs tot 95% van alle bevallingen1. Keizersneden kan men plannen, duurder aanrekenen én ze nemen minder tijd in beslag. Time is money, zoveel is duidelijk. Patiënten zijn in Peru dus eerder ‘klanten’ die geld in het laatje moeten brengen. Tenslotte is er een totaal gebrek aan regulering en controle vanwege de overheid, wat de deur wagenwijd openzet voor misbruik.

Naareenandersysteem

ForoSalud, de koepel van de civiele maatschappij die met steun van FOS opkomt voor het recht op gezondheid voor alle Peruanen, ziet als oplossing een universeel, integraal en solidair gezondheidssysteem. Om dat te bereiken, moet de relatie tussen de publieke en de private sector grondig herbekeken en gereguleerd worden. “De pure marktlogica is niet van toepassing op gezondheid, omdat het een mensenrecht is en een publiek goed”, zegt Alex Saco, gezondheidsactivist en ex-coördinator van ForoSalud. “Wanneer we het hebben over gezondheid, hebben we het uiteindelijk over het leven zelf. Daarom moet de overheid rechten voorrang geven op winst.”1 De Wereldgezondheidsorganisatie schuift een percentage tussen 10 en 15% naar voor als aanvaardbaar.

Liesbet VangeelFoto’s: FOS & Chantal Hovens

De pure marktlogica is niet van toepassing op gezondheid

5 | Vakbond in Beweging 88

de formele werknemers biedt in principe een volwaardige zorg. Maar in beide gevallen blijven de overheidsinvesteringen inde dienstverlening uit.In de publieke ziekenhuizenis er een zwaar tekort aan infrastructuur, medischpersoneel en materiaal.Het duurt er soms maanden

vooraleer patiënten de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Veel Peruanen gaan daarom met hun gezondheidsproblemen naar de privésector, waar ze sneller geholpen worden, maar waar ze alles uit eigen zak betalen. Wie een privéverzekering heeft gaat ook naar privécentra of -klinieken, maar moet ondanks hoge premies vaak toch nog geld opleggen

FOS voert dit jaar campagne voor ‘sociale bescherming voor iedereen’, samen met de Socialistische Mutualiteiten, Vlaams ABVV, sp.a en 11.11.11. FOS pleit voor kwalitatieve en toegankelijke gezondheidszorg voor iedereen, overal.Het is immers een basisrecht, voor jong en oud. Zeg ook ‘neen’ tegen de commercialisering van gezondheidszorg.Ga naar solidariteitkanjezien.be, ontdek hoe acteur Maxime De Winne eruit had gezien als hij in Peru was opgegroeid en share het filmpje!

© Chantal Hovens

© Chantal Hovens

6 | Vakbond in Beweging 88

Doordegezondheidszorgopentestellenvoorbigbusinesshebbenheelwatmensengeentoegangtotkwalitatieveenbetaalbarezorg.DengoFOSstartdaarom,samenmetABVV,deSocialistischeMutualiteitenen11.11.11,eencampagneomdatonrechtaantekaarten.Familie-acteurMaximeDeWinnetoonthoehijeruitzouzienindienhijinPeruwasopgegroeid,eenlandwaardegezondheidszorgnietvooriedereengelijkis.Daarbijgooithijzijnmedischegeschiedenistegrabbel.

Vermarkting van gezondheidszorgweegt op levenskwaliteit

De besparingen in de Belgische zorg, zorgen voor stijgende kosten voor patiënten. Er is eerder al gebleken dat wie meer op tafel legt in bepaalde ziekenhuizen sneller geholpen wordt en er zelfs dokters zijn die enkel patiënten willen behandelen die voor dure éénpersoonskamers betalen. De Belgische ziekenfondsen doen hun best om iedereen dezelfde toegang tot kwalitatieve zorg te verzekeren.Ondanks hun goede staat van dienst krijgenze uit bepaalde hoeken kritiekop hun werking en relevantie.Tezelfdertijd zien we in de Belgische gezondheidssector een toename van private verzekeraars die uit zijn op winst.“In ons land gaat meer dan de helft van alle uitgaven van de ziekteverzekering naar 5%van de bevolking.

Als je er als verzekeraar voor zorgt dat die5% niet in je klantenbestand zit, dan slinkenje uitgaven en kan je mooie winsten maken.Financieel voordelig, maar moreel verwerpelijk”, zegt Paul Callewaert, topmanvan de Socialistische Mutualiteiten.

Peruaansemalaise

Ook elders in de wereld zorgt de commercialisering van de gezondheidszorg voor dramatische taferelen. In Peru, waar de privésector vrij spel krijgt, gebeuren 80% van de bevallingen in privéklinieken via keizersneden. De internationale richtlijn mag dan wel 15% zijn, keizersneden kan men plannen, duurder aanrekenen én ze nemen minder tijd in beslag.

Het is maar één van de voorbeelden die aantoont dat patiënten in Peru ‘klanten’ zijndie geld in het laatje moeten brengen. FOS werkt er daarom samen met gezondheidsorganisatie FOROSALUD. “Wanneer we het hebben over gezondheid,

hebben we uiteindelijk over het leven zelf. Daarom moet de overheid rechten voorrang geven op winst”, legt Alex Saco van FOROSALUD uit.

Winstbejag zorgt niet alleen voor onnodige en dure behandelingen, wat vaak armoede in de hand werkt, maar is ook nefast voor de levenskwaliteit. “Wanneer iemand ongezond door het leven gaat, is dat erg merkbaar”, vertelt Annuschka Vandewalle, Algemeen Secretaris van FOS. “Je kan amper werk vinden, laat staan een partner en ga zo maar door. Maar het is natuurlijk ook te zien aan je fysieke verschijning. ‘Solidariteit kan je zien’, is dan ook de slogan van onze

7 | Vakbond in Beweging 88

campagne.” FOS wil nu de mensen met de neus op de feiten drukken en overal pleiten voor kwalitatieve en betaalbare gezondheidssystemen, gebaseerd op solidariteit.

MaximeDeWinne

Maxime De Winne is het gezicht van de campagne. De acteur is tegenwoordig te zien als rolstoelgebruiker Quinten bij Familie op VTM.Was hij geboren in Peru had hij net niet in een rolstoel gezeten, maar was hij wel door het leven gegaan met onder andere een mank been, steenpuistenen kinkhoest. “Toen ik een lijst opsteldemet mijn medische geschiedenis, besefte ik des te meer de kracht van de boodschap”, zegt Maxime. ”Iedereenheeft wel kleine gezondheidsproblemen gehad die eenvoudig en betaalbaar opgelost zijn. Zonder een solidaire gezondheidszorg had mijn leven er volledig anders uit gezien”.

In het campagnefilmpje, waarin de acteur er belabberd uitziet, is dat de heldere boodschap. “Wanneer economisch denken primeert boven mensenrechten, is de maatschappij alleszins geen zicht”, knipoogt Maxime.

Ontdek het filmpje en share het online via www.solidariteitkanjezien.be

TEKST: FOSFOTO’s: FOS & Chantal Hovens

MaximeDeWinnekomttegenwoordigdagelijksoptvalsrolstoelgebruikerinFamilieenisnuookhetgezichtvandenieuweFOS-campagne.Onderdeslogan‘solidariteitkanjezien’geeftMaximeeeninzichtinzijnmedischegeschiedenis.

“Kan ik helpen door een rolletje te spelen? Met plezier!” Maxime De Winne gaat voor solidaire gezondheidszorg overal ter wereld

Maxime brak door dankzij het televisieprogramma Basta! in 2011. Undercover doekte hij samen met Neveneffecten de fameuze belspelletjes op. Hij werd later bekend bij het grote publiek via

Thuis als Tibo, de ex van Franky en papa van Jana. Soapkijkend Vlaanderen krijgt duidelijk niet genoeg van hem, want intussen is hij te zien als rolstoelgebruiker Quinten bij Familie op VTM.

Was hij geboren in Peru had hij net niet in een rolstoel gezeten, maar was hij wel door het leven gegaan met onder andere een mank been, steenpuisten en kinkhoest. Dat is de boodschap die hij in het

8 | Vakbond in Beweging 88

Ik vind het wel leuk om mensen een spiegel voor te houden

Maxime De Winne op set tijdens het draaien van het campagnefilmpje

campagnefilmpje van FOS naar voren brengt.“Heel wat ziektes die in het filmpje ter sprake komen, zijn mij ook echt overkomen.Toen ik naar aanloop van de shoot een lijst opstelde met mijn medische geschiedenis, besefte ik des te meer de kracht van de boodschap. Zonder een solidaire gezondheidszorg had mijn leven er echt anders uit gezien.Waren de doktersfacturen onbetaalbaar, had het snel uit de hand kunnen lopen. Het grappige is dat ik me veel van die ziektes amper herinner, terwijl de medische onderzoeken vooraf nog in mijn geheugen gegrift staan. Dat zegt veel over de kracht van ons gezondheidssysteem: de ziektes worden vergeten, de onderzoeken niet.”

Is dat waarom je meteen wou deelnemen aan een campagne over gezondheidszorg?

“Zeker! Iedereen heeft wel kleine gezondheidsproblemen gehad in zijn leven die vlot behandeld zijn. Ik was zelf volledig mee met het idee om mensen via de campagne een spiegel

voor te houden en zich af te laten vragen hoe ze eruit hadden gezien was dat niet gebeurd. Het kleinste medische probleem kan eigenlijk grote gevolgen hebben.Bovendien is het niet gemakkelijk om ongezond door het leven te gaan.Je kan amper werk vinden, laat staan een partner en ga zo maar door.Voor ons is een goede zorg evident en dat komt dankzij een goed systeem dat we moeten behouden. Maar iedereen heeft recht op een leven in goede gezondheid.Dat is jammer genoeg niet het geval. Veel mensen kunnen niet terugvallen op een solidaire gezondheidszorg.”

Toch blijft het moeilijk om zulke complexe verhalen kort samen te vatten…

“Dat moet je mij niet zeggen (lacht). In de lessen (Maxime is parttime leerkracht nvdr.) heb ik het soms over de strijd van mensen aan de andere kant van de aardbol.Maar het is niet evident om altijd een duidelijk beeld te scheppen, zelfs als je een lesuur de tijd krijgt. Veel jongeren zitten nog vast in het cliché van Afrikaantjes in

hutjes. De commercialisering van gezondheidszorg is gewoon een enorm complexe problematiek. Maar als je hoort dat in privéziekenhuizen in Peru 80% van de bevallingen gebeurt via keizersneden omdat dat meer opbrengt en sneller en goedkoper is, terwijl 15% de richtlijn is, dan slik je toch. Zo’n dingen wekken toch bij iedereen een onrechtvaardigheidsgevoel op?”

Je bent duidelijk niet bang om dat gevoel te tonen

“Ik studeerde ethiek, een erg concrete tak van de filosofie. Daardoor leerde ik waardeoordelen te vellen, maar ook vanuit een gezond buikgevoel vind ik het niet meer dan normaal om een standpunt in te nemen.Als ik dat dan kan doen door de onnozelaar in mij naar boven te brengen en een rolletje te spelen, doe ik dat met plezier. Dat deed ik bijvoorbeeld eerder al voor Action 2015, de campagne die de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties onder de aandacht van jongeren bracht.”

9 | Vakbond in Beweging 88

Heel wat ziektes die in het filmpje ter sprake komen, zijn mij ook echt overkomen

Zeg ook ‘neen’ tegen de commercialisering van gezondheidszorg. Ga naar solidariteitkanjezien.be, bekijk het filmpje van Maxime en share het met je vrienden! Link FOS via @FOSngo of facebook.com/FOSngo.

Omdat juridische regels tegenwoordig vaak veranderen, bieden we volgende interessante lezing aan:

Wie zijn uw wettelijke erfgenamen? Wat kan u doen op het vlak van het erfrecht? Hoe doet u een schenking?Hoe kunt u een erfopvolging optimaal organiseren en ervoor zorgen dat ze correct verloopt?Dat is het doel dat we voor ogen houden tijdens deze info.

Notaris Wellens zal wellicht tal van vragen beantwoorden die u zich over deze materie stelt. Hij zal u aan de hand van praktische voorbeelden een leidraad verschaffen voor een snelle en juiste afwikkeling van uw erfopvolging.

Indien u een specifieke vraag hebt, kan u die voor 9 mei 2016 mailen aan [email protected] vraag zal dan aan notaris Wellens doorgegeven worden en mogelijk verwerkt worden in zijn uiteenzetting.

Na afloop is er ook de mogelijkheid tot vragen stellen. Wanneer? Vrijdag 13 mei 2016 om 10.00uWaar? Ommeganckstraat 53 | Polyvalente zaal | 2018 Antwerpen | Gratis maar inschrijven is vereist.Infoeninschrijvingen:Adviespunt | Ommeganckstraat 35 (1e verdieping) | 2018 Antwerpen | T: 03 220 66 13 [email protected]

InfoErf-enschenkingsrechtvrijdag13mei2016

Veel mensen wuiven nochtans dergelijke acties weg als onnodig

“Nochtans is het redelijk normaal om iedereen een beter leven toe te wensen.

Ik ga ervan uit dat bijna alle mensen ter wereld met dezelfde problemen te maken krijgen en ook het beste voorhebben met zichzelf en hun omgeving.

We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Daarom heb ik er geen moeite mee om een standpunt in te nemen:mensenrechten moeten primeren

boven het economisch denken.”

Dries MerreFoto’s: Ali Selvi

11 | Vakbond in Beweging 88

INTERVIEW

Jef MaesMeneer Sociale Zekerheid van het ABVV

NaeenlangecarrièrebijhetABVVvertrektJefMaes(°1955,Bornem)op1meimetSWT-ofbrugpensioenzoalshijhetlieverzelfblijftnoemen.JefheeftzichinzijnverschillendeopdrachtenbijhetABVVondermeerhardingezetvoorsocialeensocialezekerheidsthema’s.Wekondenhemstrikkenvooreeneindeloopbaaninterview.

Jef, voor je in 1983 bij het ABVV begon te werken had je reeds enkele wateren doorzwommen. Wat is je bijgebleven van je werkend leven vóór het ABVV?

Ik ben vroeg moeten gaan werken, in verschillende jobs. Interimkantoren bestonden nog niet zoals de dag van vandaag in de jaren zeventig, maar via een gelijkaardig systeem kon

ik toch mijn eerste werkervaring opdoen. Ik heb ondermeer nog de roofing helpen leggen op de fabriek van Opel in Antwerpen. Begin jaren tachtig was het echter niet evident om als jongere werk te vinden en anderzijds had ik nooit mijn droom om geschiedenis te studeren helemaal opgeborgen. Via middenjury heb ik mijn diploma gehaald en heb dan als werkstudent

mijn diploma geschiedenis kunnen halen.

Via je studie kwam je ook bij het ABVV terecht?

Ja, ik was al langer gedreven door sociale thema’s en had mijn thesis over de geschiedenis van de arbeidsduurvermindering geschreven. Mijn promotor, Herman

12 | Vakbond in Beweging 88

Balthazar, had dit werk onder de aandacht van mensen bij het ABVV gebracht en na enige tijd kreeg ik de kans om als BTK-er (bijzonder tijdelijk kader – een toenmalige tewerkstellingsmaatregel, nvdr.) de werklozen- en bruggepensioneerdenwerking bij het ABVV op te richten.Dat was voor mij het begin van zeven moeilijke, maar syndicaal voor mij persoonlijk ook mijn beste jaren.

Wat hebben jullie toen zoal gerealiseerd?

Een van de eerste zaken waar we mee aan de slag gingen was solliciteren gratis maken. Toentertijd werden er dikwijls dossierkosten gevraagd en was het bijvoorbeeld zo dat sollicitanten veel geld moesten uitgeven om hun diploma te laten homologeren bij elke sollicitatie. Toen we een dossier uitbrachten dat de NMBS 30.000 sollicitanten liet deelnemen aan een sollicitatie – en dus kosten liet maken – om uiteindelijk 1 aanwerving te doen vonden we snel medewerking bij de werkgevers om hier afspraken rond te maken.

Velen onder ons herinneren zich ook nog de dagelijkse stempelcontrole…

Ja, ook dat was iets waar we komaf mee wilden maken.De dagelijkse controle was vernederend, overbodig en duur voor de gemeenschap.Ook dit hebben we via acties, maar ook via een slimme zet kunnen afbouwen.Het was namelijk zo dat steden en gemeenten moesten opdraaien voor de kosten van deze controles en die kosten liepen aardig op.Door aan de burgemeesters te vragen om een petitie te ondertekenen om dit af te schaffen konden wij hun tot bondgenoten maken en uiteindelijk de dagelijkse controles laten afschaffen.

Vandaag de dag is het niet eenvoudig om werklozen te organiseren om voor hun groep op te komen. Hoe kwam het dat jullie hierin slaagden?

Het waren natuurlijk andere tijden. De jeugdwerkloosheid was zeer hoog en ook veel gevormde militanten waren door sluitingen in de werkloosheid terecht gekomen.

Met die mix van militanten, jongeren en hooggeschoolden, die ook nog eens gedreven werden door een verlangen voor sociale verbetering konden wij een indrukwekkende werklozenorganisatie uitbouwen. We slaagden er toen in betogingen en bezettingen met werklozen te organiseren – iets wat tegenwoordig veel moeilijker is geworden.

Niet alle verwezenlijkingen bleven overeind. Je bent nog altijd erg kwaad omdat de regering vorig jaar de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen heeft afgeschaft.

Dat betreur ik inderdaad heel erg.

Onder impuls van Lucien Van Espen hadden we na jaren actie voeren deze toeslag verworven en zo min of meer een compensatie bedongen voor oudere werklozen die niet op brugpensioen konden gaan en deze regering veegt dit gewoon weg terwijl ze niet met oplossingen komt. Heel erg, vind ik dat. Ik vind het ook erg jammer dat we er niet in geslaagd zijn om het maatschappelijk protest

hier tegen van de grond te krijgen.

Na zeven jaar ben je vertrokken bij de werklozenwerking. Je vond een nieuwe uitdaging bij het ABVV in Leuven.

Inderdaad, in 1990 werd ik gewestelijk secretaris van het ABVV in Leuven. Gewestelijk secretaris zijn vind ik een van de moeilijkste jobs die je bij het ABVV kan hebben. Je moet steeds rekening houden met verschillende interne belangen van centrales en diensten en dat ging mij niet goed af. Na vier jaar ben ik dan ook vertrokken waarna ik adviseur werd van Frank Vandenbroucke die toen minister van buitenlandse zaken en vice-premier was.

Ook als kabinetsmedewerker kon je nog sociale

vooruitgang boeken voor de werkende mens toen je mee onderhandelde over de vorming van de regering Dehaene 2.

Het is pijnlijk om vast te stellen dat dit alweer iets is dat de rechtse regering aan het afbreken is, maar ik ben toen inderdaad nauw betrokken geweest bij de onderhandelingen over de uitbreiding van de loopbaanonderbreking. Voor ons, socialisten, was dit een manier om een aloude eis, de 32-urenweek te realiseren en in deze regering wou de CVP hier een stuk in tegemoet komen. Zij het wel niet als 32-urenweek, maar onder de vorm van tijdskrediet in 2/3, 3/5, 4/5

13 | Vakbond in Beweging 88

of 1/2 - het mocht er niet teveel op lijken dat we een symbooldossier binnenhaalden.

Vandenbroucke werd echter geen minister in deze regering en jij kreeg telefoon van Mia De Vits?

Mia heeft mij toen teruggehaald naar het ABVV, ja. Ik kon adviseur worden op de studiedienst en mij daar verder toeleggen op sociale zekerheidsdossiers. Sociale Zekerheid vormt zo wat de rode draad door mijn carrière. Later werd ik dan directeur van het sociaal departement van de studiedienst en de voorbije jaren was ik als federaal secretaris nog steeds bevoegd voor Sociale Zekerheid.

In je tweede carrière bij het ABVV stond je op de eerste rij bij de strijd voor de welvaartsvastheid van de uitkeringen – wat we na vier betogingen en vele onderhandelingen binnen haalden. Dezer dagen is het voor de vakbond moeilijker geworden nog vooruitgang te boeken en

moeten we vooral verdedigen wat we hebben. Hoe kijk jij daarnaar?

Sinds de jaren tachtig zijn de krachtsverhoudingen veranderd. Er zijn minder grote fabrieken en het organiseren van de werknemers is moeilijker geworden. We zullen terug meer inspanningen moeten leveren om de publieke opinie te bewerken via sociale media, acties en sensibilisering. Ik zie goede dingen gebeuren op dat vlak, maar er zal nog meer nodig zijn. De senioren zullen daar zeker hun rol in te spelen hebben.

Wat vind je de grootste bedreiging voor de vakbond?

De maatschappij lijkt te evolueren naar een duale wereld met enerzijds de kortgeschoolden die moeilijker toegang tot werk vinden en minder lang leven en anderzijds de beter geschoolden. Wij moeten investeren in de solidariteit tussen beide groepen, maken dat mensen het nut blijven inzien van collectieve afspraken en voorzieningen want

anders gaan de werknemers tegen elkaar worden uitgespeeld en zullen we allemaal achteruit gaan.

Jijzelf gaat het nu wat rustiger aan doen. Wat zijn je plannen?

Ik wil zeker actief blijven. Ik overweeg vrijwilligerswerk bij een sociale organisatie. Ik zou zeer graag nog actief aan belangenbehartiging bij de pensioendienst willen blijven doen en daarnaast kijk ik vooral uit naar mijn plannen met mijn moestuin.Ik kweek nu al mijn eigen biologische groenten en nu het er naar uitziet dat ik meer tijd ga hebben wil ik mijn moestuin uitbreiden zodat ik ook voor mijn kinderen groenten kan kweken.

Bedankt, Jef, voor het interview, je jarenlange inzet en je verwezenlijkingen. Veel succes met je derde carrière!

(Dit interview verscheen eerderin de Seniorenkrant vanABVV Oost-Vlaanderen)

+

Jozef Peeters (°1895 - †1960) mag met recht en reden als een van de eerste Belgische abstracte schilders bestempeld worden. Op 18-jarige leeftijd komt hij onder de invloed van het Italiaans futurisme van Marinetti te staan. Vijf jaar later sticht hij de groep “Moderne Kunst”. De volgende jaren organiseert hij het eerste “Congres van de Moderne Kunst” en heeft hij ontmoetingen en/of werkt hij samen met ondermeer Léger en Mondriaan.Hij is werkzaam als graficus, schilder, tekenaar, publicist, decorateur en hij ontwerpt glasramen en tapijten. Hij is met zijn werk in verschillende Belgische musea vertegenwoordigd. Met zijn vrouw en twee kinderen bewoonde hij vanaf 1924 een klein hoekappartement met vier kamers op de De Gerlachekaai in Antwerpen. Hij gebruikte de flat ook als atelier en toverde hem om tot een driedimensionaal schilderij. Hij gaf iedere kamer met geometrische kleurvlakken een eigen sfeer en ontwierp en beschilderde zijn eigen meubilair. Dit unieke ensemble werd na Peeters’overlijden in 1960 door dochter Godelieve gekoesterd en bewaard. In 2009 schonk zij het aan de stad Antwerpen, die zorg draagt voor het behoud en beheer ervan. Welkom in dit absoluut unieke, driedimensionale kunstwerk!Wanneer? Donderdag 12 mei 2016 om 11.00uWaar? Samenkomst om 10.45u aan de ingang van het appartementsgebouw aan deDe Gerlachekaai 8, 2000 AntwerpenPrijs?5 euro per persoonInfoeninschrijvingen?Adviespunt | Ommeganckstraat 35 (1e verdieping)2018 Antwerpen | T: 03 220 66 [email protected]

GeleidbezoekaandeatelierflatvanJozefPeeters|12mei2016

14 | Vakbond in Beweging 88

ACTUEEL

Vooruit voor eenzorgzaam Vlaanderen

InterviewmetCarolineCopers–algemeensecretarisvanhetVlaamsABVV

In 2020 zal één op vijf Vlamingen ouder zijn dan 65 jaar... In 2030 zelfs één op vier…Eén op drie mantelzorgers voelt zich gedeprimeerd, heeft slaaptekort en stress…Voor één op vijf zorgbehoevenden in rusthuizen ontbreekt de nodige personeelsomkadering. De gemiddelde prijs van het rusthuis is de voorbije vijf jaar met 20% gestegen tot 1500 euro…

Over deze onderwerpen - die deel uitmaken van de ‘Vlaamse sociale bescherming’ - organiseerde het Vlaams ABVV onlangs een Comité met afgevaardigden van centrales en gewesten. De 10 voorstellen van dit Comité werden samen met de achtergrondteksten gebundeld in een overzichtelijke digitale brochure die je kan vinden op www.vlaamsabvv.be.

In een gesprek met Vakbond in Beweging duidt Caroline Copers, secretaris van het Vlaams ABVV, de belangrijkste conclusies én standpunten.

Waarom organiseert het Vlaams ABVV een comité met als thema zorgzaam Vlaanderen? En waarom nu?

Onze comités zijn eigenlijk ‘mini congressen’ om een aantal van die discussies verder uit te diepen. Het thema ‘zorgzaam Vlaanderen’ en alles wat te maken heeft met de Vlaamse Sociale Bescherming is vandaag zeer actueel. De Vlaamse minister van welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) is de diverse onderdelen van die Vlaamse Sociale Bescherming aan het uittekenen via conceptnota’s. De VSB wordt door de zesde staatshervorming de speerpunt binnen het zorg- en welzijnsbeleid en wordt de komende jaren stapsgewijs uitgerold. Het ouderenzorgbeleid bijvoorbeeld, wil de minister tegen 2018 volledig uitgestippeld hebben. Het gaat trouwens over een nog breder verhaal: ook de kinderbijslag wordt in een nieuwe architectuur gegoten. Het is dus nu het moment om daar ook syndicaal beleidsmatig op te wegen.

Op welke terreinen willen wij precies syndicaal wegen?

We willen op diverse discussies wegen, die we uiteraard als vakbond ook mee voeren in het Vlaams sociaal overleg, o.a. via de SERV, de Sociaal Economische Raad Vlaanderen, of de SAR WGG (de strategische adviesraad voor welzijn, gezondheid en gezin) waar die conceptnota’s ook ter advies voorliggen. Het is belangrijk dat we in een rechtse beleidscontext in Vlaanderen onze boodschap van solidariteit kunnen laten doorklinken. We spelen een belangrijke rol in het toezien op de kwaliteit en de toegankelijkheid van de sociale bescherming. Bovendien gaat het over de Vlaamse laag bovenop de federale sociale zekerheid. Dat gaat over veel geld. Alleen al voor de ouderenzorg gaat het over bijna 2 miljard Euro. Dit zijn politieke discussies waard die echt ten gronde moeten worden gevoerd. Elke verdere stap bij het uitbouwen van de Vlaamse sociale bescherming moet volgens ons kaderen binnen een globale visie, die ook moet bijdragen tot het terugdringen van de armoede.

Kan je een beeld geven van wie onze bondgenoten in dit debat zijn?

Onze bondgenoten zijn uiteraard de andere vakbonden, dat is duidelijk. Maar ook met andere middenveldorganisaties (vb. de mutualiteiten) werken we nauw samen. De hele social profit sector is zeer direct betrokken partij in dit verhaal. Omdat de rechtse politici de social profit als tegengesteld en concurrentieel ziet aan de commerciële markt. Dat zie je vandaag al, men probeert van bijvoorbeeld een thema zoals de vergrijzing, wat een belangrijk maatschappelijk thema is, een commercieel verhaal te maken. Waarbij de commerciële zorgaanbieder dan vooral uit is op het maken van grote winsten.

We zeggen duidelijk: wij gaan voor zorg, niet voor winstbejag. Zorg is voor ons een maatschappelijke opdracht, het moet om de mensen draaien. Commercialisering werkt een ‘zorg op twee snelheden’ in de hand waarbij het inkomen de kwaliteit van het zorgaanbod bepaalt. Tegelijkertijd is de situatie reeds vandaag zo, dat 67% van de rusthuizen in privéhanden is, waarbij het wel duidelijk is dat winstbejag daar niet onbelangrijk in is.

Hoe denken wij van dit te kunnen indijken? Denk je te kunnen tegenhouden wat al heel lang bezig is?

Ik denk dat we nu vooral moeten proberen om deze trend niet nog verder te laten doorgroeien. Je houdt dat natuurlijk beter tegen als je een overheid hebt die wil investeren in zorg, die wil investeren in sociale bescherming. Je kan in dit verhaal moeilijk zeggen dat er geen middelen zijn om die investeringen te doen. Ik zou zeggen: beter investeren als overheid dan via privaat publieke samenwerkingen infrastructuur uit te bouwen of te besparen op personeel, met als gevolg dat de werkdruk en de flexibiliteit in de zorgsector bijzonder hoog is, zeker in de private ondernemingen. Als overheid moet je investeren in tewerkstelling, in goeie loon- en arbeidsvoorwaarden en in werkbaar

werk. In dat verband denk ik dat de mensen die in de zorgsectoren werken uiteraard dezelfde syndicale eisen hebben als in andere sectoren waar de werkdruk hoog is en men omwille van het winstbejag een hoge productiviteit wil behalen. Goede zorg moet het criterium zijn, niet puur hoge productiviteit.

De Vlaming maakt zich zorgen over wie de factuur gaat betalen. Er gaat al veel geld om in de sector, dat wordt alleen maar meer. Wij willen voldoende zorg én betaalbare zorg.Maar hoe houden we dit betaalbaar in een samenleving waar 1 op de 5 Vlamingen 65 jaar en ouder is (op dit moment) en binnen 15 jaar 1 op de 4.

Hoe hou je dat betaalbaar? Nogmaals, dat zijn maatschappelijke en politieke keuzes. Dat zijn beleidskeuzes. Ofwel kies je voor investeren, ofwel kies je daar als overheid niet voor. De beleidsvisie van rechts is uiteraard dat men zelf verantwoordelijk is, zijn eigen boontjes moet doppen en zelf de kosten moet dragen van de verschillende onderdelen van zorg. Maar dit gaat over sociale zekerheidsmiddelen. Dit zijn hoofdzakelijk middelen die komen uit de bijdragen afgehouden van de lonen van de werknemers en de werkgeversbijdragen. En nogmaals: het gaat over veel geld. Als je ziet welke bedragen daarvoor overgekomen zijn in het kader van de zesde staatshervorming, het gaat om zo’n 2,5 miljard euro, enkel voor VSB.

Werknemers betalen reeds via sociale zekerheid voor een kwalitatieve zorg, waar ze niet dubbel moeten plooien om nog eens te betalen.

Voilà, ten eerste en ten tweede: we betalen ook nog een stukje via de Vlaamse Zorgverzekering, die voor de niet-medische kosten is opgebouwd. In het kader van de zesde staatshervorming komen de middelen niet voor de volle 100% over. Dat is problematisch op het terrein, want je moet natuurlijk dat gat terug dichtrijden. Maar ook daar denk ik dat je als beleid de keuze moet maken om te investeren.

De sociale bescherming is een belangrijk dossier waarin je beleidsbeslissingen moet nemen over hoe je dat op een toegankelijke en betaalbare manier uitbouwt.

We zijn het ondertussen gewoon om jaarlijks een – relatief klein bedrag - te betalen voor de Vlaamse Zorgverzekering. Onze kinderen die pas gaan werken vragen zich af waarom zij moeten betalen. Kan je hun historisch geheugen bijspijkeren?

De Vlaamse Zorgverzekering bestaat sinds het begin van deze eeuw (2001) en is destijds in het leven geroepen om de niet-medische kosten van de vergrijzing te helpen opvangen. Iedere 25-plusser betaalde toen een forfaitair bedrag van 25 euro per jaar en 10 euro voor de lage inkomens.De Vlaamse regering heeft deze bedragen ondertussen verdubbeld naar 50 en 25 euro (de laagste inkomens betalen dus proportioneel gezien meer). Dat is natuurlijk geen rechtvaardige beslissing. Je kan zeggen dat dit op zich geen groot bedrag is, maar voor mensen die het niet breed hebben, is dit écht wel veel geld.

Het principe waarvan men vertrekt is een verplichte volksverzekering. Dit wil zeggen dat je in ruil voor de jaarlijkse premie kan rekenen op de ondersteuning indien je door ziekte of ouderdom langdurige zorg nodig hebt.Concreet gaat het over een uitkering van 130 euro. De zorgkassen zijn hiervoor het eerste aanspreekpunt – het ‘unieke’ loket – en verzorgen ook de uitbetaling. Wij vinden het principieel niet eerlijk dat iedereen ongeacht zijn inkomen eenzelfde forfait betaalt om dit mee te helpen financieren. Dat staat haaks op onze visie dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten helpen dragen.

Waarom doen we dat niet gewoon via de sociale zekerheid?

Dat zou natuurlijk veel simpeler zijn. Dit was denk ik het eerste Vlaamse laagje dat men 15 jaar geleden heeft proberen te leggen op die federale sociale zekerheid.

15 | Vakbond in Beweging 88

16 | Vakbond in Beweging 88

Dus administratieve vereenvoudiging kan betekenen: regel een rechtvaardige financiering via de sociale zekerheid op basis van de lonen en op basis van andere inkomens van o.a. zelfstandigen.

Dan moet je daar een federaal dossier van maken, want de sociale zekerheid is gelukkig nog federaal. De Vlaamse zorgverzekering was destijds een symbooldossier voor de Vlaamse Regering om een punt te maken dat ze toch ook iets in het kader van de vergrijzing deed. Het systeem bestaat. Men gaat dat uiteraard niet afschaffen (integendeel: men gaat het zelfs uitbreiden), laat staan via de federale sociale zekerheid vereenvoudigen. Wat bijvoorbeeld wel zou kunnen, is de introductie van een ‘zorgcentiem’ in de personenbelasting (dat is haalbaar, zeker sinds Vlaanderen bevoegd is voor de opcentiemen in de personenbelasting).In plaats van een forfaitaire bijdrage, zou er een opcentiem kunnen ingevoerd worden in de personenbelasting (die progressief is). De opbrengsten uit dit zorgcentiem worden dan voorbehouden voor de financiering van de zorgverzekering. Zo draagt iedereen bij naargelang inkomen om de betaalbaarheid van onder andere onze oude dag op te vangen. Bijkomend voordeel hiervan is dat er meteen ook een einde gesteld wordt aan de problematiek van de onbetaalde premies en de hieraan gekoppelde controlelast en sancties (administratieve boete en schorsing van de rechten). Vraag is of zo’n debat in Vlaanderen kan gevoerd worden; belastingen zijn nu eenmaal een vies woord.

Ons standpunt is dat onze overheid de verantwoordelijkheid moet opnemen voor de zorg en niet afwentelen op de burger. Ik denk dat quasi iedereen het daar mee eens is. Maar is het geen goed idee om voor elkaar te zorgen. Tenslotte gaat het hier over solidariteit, onder andere tussen de generaties. En je hoort ook wel vaak zeggen dat je toch niet alles kan verwachten van de overheid. Ik meen dat veel Vlamingen zo denken. Moeten we

als vakbond ook mantelzorg niet meer promoten zodat mensen meer voor hun ouders, hun zieke partner of kinderen kunnen zorgen?

Ik denk dat er twee discussies zijn. Ik ben het absoluut eens dat je mantelzorgers beter moet ondersteunen. Dat is ook wat we in ons comité hebben beslist. Je moet ze beter ondersteunen in de mogelijkheden om zorg te verstrekken.Je moet zorgen dat ze meer instrumenten hebben om zorg te verstrekken of om hen te helpen te zorgen voor zorgbehoevende ouders of zorgbehoevende kinderen of een partner die ziek is. Maar daarnaast moeten zij zelf ook in staat zijn om die combinatie te maken. De Vlaamse en de federale regering schermt constant met het feit dat ze zo hard werken aan de combinatie werk-privé. Terwijl je eigenlijk vaststelt dat de systemen van tijdskrediet die nu nog overblijven - want er is al heel wat afgeschaft - allemaal op een hoopje worden gesmeten als een tijdskrediet met motief en dat motief is dan in hoofdzaak zorg. Het is aan de ene kant goed dat je dan wat meer tijd organiseert voor een werknemer om zorgtaken op te kunnen nemen. Maar zorg opnemen is geen vrije tijd, dus eigenlijk vind ik dat een heel dubbelzinnig verhaal. Hier komen we bij de sandwichgeneratie. De 40- en 50ers van vandaag die én voor hun ouders moeten zorgen én dikwijls al zorgen voor hun kleinkinderen.

Maar als we allemaal langer moeten werken dan zullen we niet meer voor ouders of (klein)kinderen kunnen inspringen. Dat is wat politici de ‘vermaatschappelijking’ van de zorg noemen: de filosofie dat we zelf verantwoordelijk zijn voor elkaar en iedereen moet inspringen; je buren, je vrienden en dit nog los van je familie en je sociaal netwerk. Heel veel alleenstaanden hebben dat netwerk niet.Er zijn heel diverse gezinssamenstellingen, nieuw samengestelde gezinnen waarbinnen het opnemen van zorgtaken misschien niet altijd gemakkelijk georganiseerd kan worden. Als we kijken naar bijvoorbeeld Nederland en Engeland zien we dat dat model wel heel erg in de foute richting is doorgeslagen.Daar heeft de overheid eigenlijk al wat zij zou moeten doen aan ondersteuning en investering in de zorg afgewenteld op de burgers. Vanuit het idee ‘we moeten allemaal solidair zijn en we zijn zelf verantwoordelijk voor mekaar’. Afgewimpeld ook op de lokale besturen, om dan vervolgens een aantal jaar nadien zware besparingen op te leggen aan die lokale besturen. En het grote risico dat je dan ziet is dat je dan de deur terug openzet voor die commerciële marktspelers. Die natuurlijk op vinkenslag liggen om daar dan uiteraard de kersen op de taart binnen te halen. En die zich niet veel aantrekken van die zorgbehoevenden waar je eigenlijk niet veel winsten kan op maken.

17 | Vakbond in Beweging 88

Dus eigenlijk zien we een tendens op dit terrein naar verdere individualisering? Je bent zelf verantwoordelijk voor je leven, je bent ook zelf verantwoordelijk om de zorg op te nemen voor je ouders, je kinderen. En de overheid trekt zich meer terug.

Ja, de overheid riskeert zich terug te trekken en daarom is het belangrijk dat we vandaag in het Vlaams sociaal overleg tegengas geven. Er is niets mis met mantelzorgers, maar het is geen nieuwe oplossing voor een bestaand probleem. Mantelzorgers hebben altijd bestaan. Bovendien zie je ook dat de traditionele rolpatronen daar speelden. Het zijn voornamelijk de vrouwen die hun loopbaan opschorten of verminderen om die zorgtaken op te nemen. Dat heeft dan ook effecten op sociale zekerheidsrechten van die vrouwen wanneer ze zelf ouder zijn. Dus dat is een complex verhaal. Ik heb respect voor mantelzorgers. Dat zijn vrijwilligers die veel tijd investeren in zorgtaken. Maar maak dan geen systeem waarbij je eigenlijk de mensen het gevoel geeft dat ze het maar zelf moeten bolwerken, met alle problemen van burn-out en druk vandien. Mantelzorg kun je alleen volhouden als je tegelijk ook een beroep kunt doen op professionele hulp en als je gebruik kan maken van extra instrumenten om de eigen tijd in te delen wanneer de nood daartoe zich aandient.

Als vakbond nemen we ook een standpunt in over de mensen die in de zorg zelf werken. We willen kwaliteitsvolle dienstverlening met gekwalificeerd personeel. Maar dat ook voldoende tijd heeft om die zorg kwalitatief waar te maken. We merken dat veel mensen ook daar onder druk staan. Ook daar valt het woord burn-out heel vaak. De sector gaat in de volgende jaren nog verder groeien. Daar zit een kostenplaatje aan. Het is ook een heel arbeidsintensieve sector. De werkdruk ligt te hoog en de balans werk-gezin ligt ook in deze sector heel moeilijk. En de beperkte financiering van zorgorganisaties die ook door de rugzakfinanciering onder druk komen te staan. En daardoor ook

de werknemers onder druk. Hoe moeten we dit als vakbond een halt toeroepen. Welke uitdaging zie jij daar voor het ABVV om dit aan te pakken?

Dat zijn heel veel problemen bij elkaar. Ook hier geen eenduidig antwoord. Het is eigenlijk een schandalige vaststelling. Ik denk dat ik al 30 jaar hoor aankondigen dat één van de maatschappelijke tendensen waarvoor we alert moeten zijn, de vergrijzing is. Dus het is eigenlijk een schande om vandaag vast te stellen dat het niet lukt om de zaken beter te organiseren. Er zijn duizenden jobs te kort in de zorgsector. De personeelsinvulling komt niet overeen met de reële zorgzwaarte in de voorzieningen én de personeelsnormen liggen te laag, wat de werkdruk alleen maar verhoogt. We hebben op het comité een paar schrijnende getuigenissen gehoord van mensen die in de ouderenzorg, in de rusthuizen of in de woonzorgcentra tewerkgesteld zijn. De manier waarop die instellingen besparen, dat druist in tegen de beroepseer en de fierheid die deze werknemers hebben in het uitvoeren van hun job. Dat ze moeten besparen bijvoorbeeld op ‘aandacht geven’ aan de bewoners van een rusthuis, om toch maar zo weinig mogelijk kosten te maken en om zo veel mogelijk werk gedaan te krijgen per dag. Terecht onaanvaardbaar.

Dus punt 1: investeren in tewerkstelling. Ik denk dat dat heel duidelijk is. Punt 2 heeft alles te maken met werkbaar werk. Je riskeert hier natuurlijk een ernstig probleem, als je zelf veertiger-vijftiger bent, die dan ook nog eens zelf als mantelzorger moet optreden en dan in een werkomgeving moet werken waar de werkdruk bijzonder hoog is, waar ook de emotionele belasting bijzonder hoog is (want werken met bv demente bejaarden, zieke mensen is niet zo evident). Als je dat nog eens moet combineren met mantelzorgtaken in je privéleven, dan is het niet moeilijk dat mensen er tussen uit vallen. Hoe hou je de jobs kwalitatief op een goed niveau, zodat we het langer kunnen blijven volhouden? Dit is ook hier een belangrijke discussie. Alleen zien we dat de interpretatie van werkbaar

werk van minister van Werk Kris Peeters niets te maken heeft met hoe werkbaar werk er volgens de syndicale visie moet uitzien.

In diezelfde sector zie je het wel eens schorten aan de kwaliteit van de zorg, net omdat er een personeelstekort is. Tegelijkertijd zie je ook dat de rusthuisfactuur de laatste jaren met 20% gestegen is. En nog zal stijgen, dat wordt nu al aangekondigd. De pensioenenbedragen volgen absoluut niet. De problemen zijn ook hier divers. De mensen stellen een opname te lang uit omdat ze het verblijf niet kunnen betalen terwijl ze toch zorgbehoevend. Gelukkig zijn er dan wel wat thuishulpinstrumenten om dat mogelijk te maken.Maar dan nog denk ik dat de keuze om niet over te stappen naar een zorgcentrum soms ook wordt ingegeven door de financiële kloof die dan moet overbrugd worden. Tegelijkertijd worden kinderen geconfronteerd met de mogelijke onderhoudsplicht die ook voor hen vaak moeilijk te dragen is. Pensioenen volgen geenszins de levensduurte waar ook senioren mee geconfronteerd worden. Mensen maken zich terecht zorgen over hun oude dag of over de oude dag van hun ouders. In onze standpunten zeggen we duidelijk: schaf de onderhoudsplicht af. Dat is een onrechtvaardige solidariteitslotto.

Immers, de gemiddelde rusthuisfactuur bedraagt 1550 euro en het gemiddeld pensioen 1200. Dus als het niet lukt om die last te dragen dan kan het OCMW inspringen. Zij gaan dat op hun beurt terugvorderen bij de kinderen. Onze ABVV-senioren hebben daar een aantal jaren geleden al voor het eerst acties rond gedaan, met de eis ‘schaf die onderhoudsplicht af’.Omdat dat een onrechtvaardig systeem is. Dat bestaat trouwens ook niet overal. De rijke OCMW’ s zullen dat niet toepassen. Alhoewel ik niet weet of er nog rijke OCMW’soverblijven in Vlaanderen. Maar dat is een ander probleem. Maar afhankelijk van waar je woont, zal je wel of niet met zo een terugvordering geconfronteerd worden. Het geldt ook alleen maar voor mensen in die woonzorgcentra,

18 | Vakbond in Beweging 88

terwijl het niet geldt voor andere kosten zoals kosten voor thuiszorg. Het is zeker niet de vraag om de onderhoudsplicht uit te breiden naar andere vormen van kosten.En ten derde het is ook een stukje een ‘lotto’. Als je het geluk hebt om in een gefortuneerde omgeving te leven of te werken of rijke ouders te hebben zal je die vraag niet krijgen, maar als je dat geluk niet hebt dan zal je die vraag wel krijgen, bovendien ook nog afhankelijk van welke gemeente je woont.Kijk dan eerder naar het optrekken van de pensioenen. Onze pensioenen zijn de laagste van Europa. Zorg dat de factuur van woonzorgcentra inkomensgerelateerd is. Zodanig dat de grotere pensioenen ook meer kunnen betalen en de kleine minder betalen. Er liggen ook politieke pistes op tafel, waarin de rusthuisfactuur nooit meer mag zijn dan het pensioen. En tenslotte: de vergrijzing is een maatschappelijk probleem. Zorg voor een collectieve solidariteit om te helpen die kost van o.a. woonzorgcentra te dragen. In een Vlaanderen waar het gros van de gepensioneerden pensioentjes hebben om van te huilen.

Caroline, om af te sluiten: hoe zie jij je eigen ‘oude dag’?

Mijne oude dag (lacht). Zoals het er nu uitziet, zal ik nog minstens een acht of negen jaar op de teller moeten bij rijden. Ik heb een echtgenoot die vandaag nog voltijds werkt als zestigplusser. Maar die vandaag toch nog min of meer in staat is om op regelmatige basis in te springen voor de kleinkinderen. Ik kan dat met mijn job veel minder tot niet. Dat is echt jammer. Maar je kan je daar wel wat vragen bij stellen. Als je ziet hoe de evolutie de laatste decennia is gegaan: van 1 kostwinner met 1 partner en kinderen, waar het ganse zorgwerk op de schouders viel van de vrouwelijke partner, naar een model van tweeverdieners, waarbij vrouwen gaandeweg toch meer en meer opportuniteiten kregen om te werken en onderbrekingen konden inbouwen in hun loopbaan en ook vroeger konden stoppen.Die generatie begon voor een stuk die mantelzorg op te nemen voor de opvang van de kleinkinderen, het zorgen voor ouders, en had daar ook wel mogelijkheden toe. Maar vandaag hebben we een beleid waarbij tweeverdieners het altijd maar samen langer moeten blijven volhouden. Waar alle poorten die combinaties van zorg en privé moeten helpen vergemakkelijken allemaal gesloten worden. Het

vervroegd stoppen met werken wordt onmogelijk gemaakt. Wanneer alle tweeverdieners tot hun 67ste moeten werken kunnen ze niet meer instaan voor kinderopvang en niet meer instaan voor de zorg voor ouders.Dat is nu eenmaal het gevolg van de vergrijzing van onze maatschappij waar we altijd maar ouder wordenen langer leven maar ook langer productief moeten zijn.De maatschappelijke kost daarvan is immens.En daardoor wordt ook weer dat risico van die commercialisering groter.Zie vandaag al welke grote groepen van bedrijven rusthuizen bouwen en zich bezig houden met allerlei aspecten van infrastructuur en zorgomkadering. En dan zal heel dat idee, denk ik, van ‘vermaatschappelijking’ van de zorg waarbij de politiek er vanuit gaat dat de burgers wel voor elkaar zullen zorgen, onderuit gaan. Dat ga je niet kunnen blijven volhouden wanneer je mensen verplicht om tot hun 67 en misschien zelfs ooit nog langer, voltijds aan de slag te blijven. Commercialisering als eindoplossing. Dat moeten we tegengaan.Maar dit complexe debat wordt vandaag politiek niet gevoerd.

WatisdeVlaamsesocialebescherming? De sociale bescherming is de ‘Vlaamse laag’ op de federale sociale zekerheid. De Vlaamse sociale bescherming (hierna: VSB) krijgt door de zesde staatshervorming een speerpuntpositie binnen het huidige zorg- en welzijnsbeleid en wordt de komende jaren stapsgewijs uitgerold.De VSB is dus nog in volle ontwikkeling, maar de basis en visie worden nu uitgetekend.

Waarom een Vlaamse sociale bescherming? De VSB heeft als doelstelling mensen met (langdurige) zorgnoden te ondersteunen in hun mogelijkheid om de regie van hun zorg in eigen handen te houden.Het is gericht op al wie intense revalidatie, langdurige ondersteuning en/of zorg nodig heeft omwille van een beperking die gepaard gaat met verlies aan zelfredzaamheid.

Voor wie? De VSB is gericht op alle mensen in iedere levensfase. Essentieel hierbij is de (financiële) toegankelijkheid van zorg, maar ook de responsabilisering van de cliënt/verzekerde via een individuele bijdrage.

Voor wat? Onder de paraplu van de Vlaamse sociale bescherming worden momenteel een aantal belangrijke pijlers ondergebracht: • de zorgverzekering • het basisondersteuningsbudget voor mensen met een handicap (BOB) • de tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB)

Op middellange termijn (2019-2024) ook: • de leeftijdsonafhankelijke hulpmiddelen • mobiliteitshulpmiddelen • de ouderenzorg en thuiszorg • de revalidatiecentra • de opvang in psychiatrische verzorgingstehuizen • beschut wonen.

Hoe? De Vlaamse sociale bescherming wordt ontwikkeld als een (verplichte) volksverzekering. In ruil voor de jaarlijkse premie (momenteel 25 of 50 euro) kunnen de “leden van de VSB” rekenen op de ondersteuning indien ze door ziekte of ouderdom langdurige zorg nodig hebben. De zorgkassen zijn het eerste aanspreekpunt en verzorgen ook de uitbetaling. Rechten zullen zoveel mogelijk automatisch worden toegekend.

Sociale bescherming is een syndicaal thema bij uitstek. Een goeie sociale bescherming – een universeel mensenrecht trouwens – biedt een duurzame en structurele oplossing tegen armoede en ongelijkheid.

De zesde staatshervorming heeft er voor gezorgd dat de federale sociale zekerheid een Vlaams luik heeft gekregen: het zorg-, welzijns- en gezinsbeleid is nu een Vlaamse bevoegdheid. Als vakbond willen we waken over de kwaliteit en de toegankelijkheid van deze Vlaamse sociale bescherming.

Caroline Copers, algemeen secretaris van het Vlaams ABVV, komt meer toelichting geven over de visie van onze vakbond op deze nieuwe realiteit. Minder overheid, meer en langer en veel flexibeler werken én meer zorgtaken opnemen, dat is niet realistisch. Maar hoe moet de toekomst er dan wel uitzien?

Na afloop is er ook de mogelijkheid tot vragen stellen.

Wanneer?dinsdag 7 juni 2016 van 14.00u tot 16.00uWaar? ABVV-regio Antwerpen | Ommeganckstraat 53 | Polyvalente zaal | 2018 AntwerpenGratismaar inschrijven is vereist.

Infoeninschrijvingen:Adviespunt | Ommeganckstraat 35 | 1e verdieping | 2018 AntwerpenT: 03 220 66 13 | [email protected]

ZorgzaamVlaanderendinsdag7juni2016

Abdel El-HajouttiCoca Cola ServicesOndernemingsraad en Comité

Ade AdebowalePost NL | Ondernemingsraad -Comité - Syndicaal Afvaardiging

Alissia De Backer - Ludwig Vanhees -Sonja de Ranter | G4S cash Syndicaal Afvaardiging

Dimi SchuermansDe VoorZorgOndernemingsraad en Comité

Lucas Eddievzw Aralea Ondernemingsraad en Comité

Eddy BlanquaertAertssenComité

Elise Dierckxvzw Voorspool-SlegersOndernemingsraad en Comité

Eric MaesAlural Belgium | Ondernemingsraad -Comité - Syndicaal Afvaardiging

Erna Van CampMedia MarktOndernemingsraad

Fatih ErcamCNHI (New Holland)Syndicaal Afvaardiging

Frankie De PrinsCetracoOndernemingsraad en Comité

Freddy HoudmeyersKuehne + Nagel

Guy GeertsRockwool | Ondernemingsraaden Syndicaal Afvaardiging

Hannah MaertensDe ReysOndernemingsraad

Jeffrey HofmannCNHI Antwerpen (New Holland)Comité

Jessica MergitsDe VoorzorgOndernemingsraad en Comité

João RodriguesPost NL

Joeri Van den HeuvelPfizerOndernemingsraad

Johan PeetersMilcobel | Ondernemingsraad -Comité - Syndicaal Afvaardiging

Johnny BackelantSPIESyndicaal Afvaardiging

Karim BenhaddouDSV

Lorenzo RutsDAF Trucks Vlaanderen | Onderne-mingsraad en Syndicaal Afvaardiging

Marc Van Geyt nv LamifilOndernemingsraad

Marianne Praet Thuiszorg Bond MoysonComité

Mark Moedbeck AltradSyndicaal Afvaardiging

Myri Hertoghs Ergo InsuranceOndernemingsraad en Comité

Oualdou Abdelali INZAComité

Patrick Aring Hansea - De PolderComité

Patrick Spiessens Coeck BetonSyndicaal Afvaardiging

Rachid Kandousi Kruger

Ronny De Smet Coeck BetonOndernemingsraad

Sabine Van Meersche Thuiszorg Bond MoysonOndernemingsraad

Saïd Zahoume AROPComité

Sam D’Joos Amlin Insurance s.e. Ondernemingsraad en Comité

Thierry Van den Berghe Federal Mogul Comité

Tom De Pourcq CNHI AntwerpenComité

Vivianne Deyaert Maurice MathieuOndernemingsraad

Wendy De Winne Media Markt (Century Center Antwerpen)Ondernemingsraad

Wim Van Wijnsberghe DAMCOComité

22 | Vakbond in Beweging 88

GESCHIEDENIS

Piet Akkerman De Antwerpse vakbondsleider die sneuvelde in de verdediging van het republikeinse Madrid (deel 2)

InhetvorigenummervanVIBlazenwehoedejongediamantzagerPietAkkermanzichvantweedegeneratiemigrantuiteenPools-JoodsgezinontpoptetotpopulairAntwerpsvakbondsleider.InditnummerbelichtenweAkkermansinterventieindeSpaanseBurgeroorlog.DatbiedtdegelegenheidomzeerkorteenbeeldteschetsenvandesolidariteitmetdeSpaanserepubliekdieinBelgiëtotstandkwam.DittweedeenlaatstedeelgeldtalsopwarmervoordebiografievanPietAkkermandieditvoorjaarzaluitgegevenwordendoordeAlgemeneCentraleAntwerpen-Waasland.

In 2016 herdenken we dat tachtig jaar geleden de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) uitbrak. Misschien lijkt deze episode iets uit een ver verleden waar hedendaagse syndicalisten weinig mee te maken hebben. Maar dat ligt toch enigszins anders. Een syndicalist mét historische kennis is een betere syndicalist dan eentje zonder.Dat geldt des te meer als het gaat om inzicht in de geschiedenis van de arbeidersbeweging, lokaal, nationaal en internationaal.En laat nu net de Spaanse Burgeroorlog één van die momenten zijn waarin de socialistische arbeidersbeweging zich engageerde en onderscheidde, ook in Antwerpen.

In 1935 kwam in Spanje een Volksfront tot stand dat in het jaar daarop de parlementsverkiezingen won. Volksfronten waren allianties gedragen door socialisten, communisten en progressieve liberalen. De machtige anarchistische beweging, die haar bolwerken had in zowel het geïndustrialiseerde Barcelona als onder de massa’s landloze boeren in Andalucía, steunde het Volksfront van buitenaf. Niet dat de anarcho-syndicalisten van de CNT zo tuk waren op verkiezingen. Ze rekenden er echter op dat een zegevierend Volksfront de belofte van amnestie voor de duizenden gevangen syndicalisten zou nakomen. Velen van deze vakbondsmensen waren in de gevangenis beland na de mislukte arbeidersopstand van oktober 1934 in Asturias. Dat waren voornamelijk leden van de socialistische vakbond UGT die een ijzersterke traditie had onder de mijnwerkers van Noord-Spanje.Maar ook vele leden van de anarcho-syndicalistische CNT belandden achter de tralies na landbezettingen en wilde stakingen. De Spaanse republiek kreeg dus een overwegend linkse regering, met de steun Emiel Akkerman tijdens zijn legerdienst (Bron : Rijksarchief, Brussel)

23 | Vakbond in Beweging 88

van de vakbonden, die onder meer voor de arbeiders in de steden een verbetering van de loon- en werkvoorwaarden beloofde en voor de boeren een landhervorming. Dit creëerde veel enthousiasme, maar onder de elites ook veel wrok. De politieke intenties van de Volksfrontregering versterkte de reeds bestaande verwevenheid tussen allerhande reactionaire krachten.Dat rechtse kamp stond sterk. Het telde grootgrond- en kapitaalbezitters (vaak één en dezelfde), gefrustreerde monarchisten (koning Alfonso XIII had in april 1931 na de nederlaag van de monarchisten in de gemeenteraadsverkiezingen het hazenpad gekozen), falangisten (de lokale fascistische variant), de rooms-katholieke kerk (zelf een grootgrondbezitter die nagenoeg

het gehele onderwijs controleerde) en belangrijke delen van het leger (dat een kolonialistisch leger was dat in het ‘rampjaar’ 1898 met Cuba, de Filippijnen en Puerto Rico haar laatste drie overzeese kolonies uit handen had zien glippen).Wat in de zomer van 1936 een militaire staatsgreep tegen de democratisch verkozen regering moest worden, mislukte door de prompte massamobilisatie van de arbeidersorganisaties. In de daaropvolgende uren en dagen deinde het conflict uit tot een burgeroorlog, waarbij miljoenen mensen in en buiten Spanje zich betrokken voelden.

Net als vele andere mannen en vrouwen van zijn generatie meende Piet Akkerman dat het Europese continent beslissende momenten doormaakte. Na de overwinningen

van de Italiaanse fascisten van Mussolini (1922), de Portugese corporatisten van Salazar (1932), de Duitse nazi’s van Adolf Hitler (1933), de coup van Dolfuss en de austrofascisten in Oostenrijk (1933), vreesden velen dat gezaghebbende naties als Frankrijk en Engeland sussend en lijdzaam zouden blijven toezien. Om het continent uiteindelijk zonder slag of stoot aan de zogenaamde krachten van de nieuwe orde over te leveren. Alle hoop op een wereld zonder uitbuiting en onderdrukking zou dan de kop ingedrukt worden. Zo een socialistische wereld leek voor miljoenen mensen sinds de Russische Oktoberrevolutie van 1917 niet alleen wenselijk maar ook praktisch haalbaar. Akkerman trok naar Spanje om, alweer, de daad in overeenstemming te brengen met het woord. Het fascisme moest gewapenderhand bestreden worden.

Die mening waren velen van zijn generatie toegedaan. Het is dan ook wat jammer dat tot nu toe de solidariteit vanuit België met de Spaanse republiek op internationaal vlak onderbelicht is gebleven. Proportioneel is die solidariteit nochtans groot. Twee cijfers kunnen dat illustreren. Vanuit België vertrokken naar schatting zo’n 2400 vrijwilligers naar Spanje om er te gaan strijden in de Internationale Brigaden (onder wie 800 niet-Belgen zoals 350 Polen onder wie een honderdtal Joden). En na de val in 1937 van het republikeinse front in het noorden vonden zo’n 5000 vluchtelingenkinderen (‘niños de la guerra’) opvang in Belgische sympathiserende gezinnen. Maar er gebeurde nog veel meer. Vooral vanuit socialistische en communistische hoek werden brede solidariteitscampagnes opgezet met de Spaanse Republiek: geld, levensmiddelen, kledij, speelgoed… Overal werden, meestal door socialisten en communisten, inzamelingen gehouden.Ook in en rond de Antwerpse haven gold solidariteit met de Spaanse republikeinen.Vermits er een wapenembargo heerste, legden Spaanse republikeinse gezanten het discreet aan met Antwerpse socialistische middens om clandestien wapens (die

24 | Vakbond in Beweging 88

ze onder meer in het Luikse gekocht hadden) via de haven naar Spanje te vervoeren.Memorabel is ook het militaire ziekenhuis dat de socialistische beweging in het Valenciaanse Ontinyent liet bouwen om republikeinse soldaten te kunnen verzorgen.Over dat ziekenhuis en haar Belgische verpleegsters verschijnt later dit jaar een documentaire van de hand van Sven Tuytens, co-auteur van de Akkerman-biografie, en de lokale onderzoeker Joan Torró.

Aanhetfront

Op initiatief van Moskou (de Sovjet-communisten en de Communistische Internationale) werd in het vroege najaar van 1936 beslist een internationaal vrijwilligerskorps op de been te brengen. Deze Internationale Brigaden dienden zowel militaire als propagandistische doelen. Vanuit alle communistische partijen vertrokken in de komende weken en maanden militanten naar Spanje. Maar ook vele socialisten en andere antifascisten meenden de wapens tegen de militaire opstandelingen te moeten opnemen.

Op 7 oktober 1936 vertrok Emiel, de broer van Piet Akkerman, samen met een twintigtal Poolse en Hongaarse joden uit Antwerpen naar Spanje. Eind oktober reisde ook Piet naar Spanje af.

Punt van samenkomst van alle brigadisten was het opleidingskamp van Albacete in de regio Castilla-La Mancha. Daar kregen ze een minimale militaire opleiding en werden ze ingedeeld in aparte brigades, veelal volgens het land van origine en de taal die ze spraken. Al op 9 november, na amper een week ‘opleiding’, werd Piet Akkerman gemobiliseerd voor de verdediging van Madrid. De hoofdstad was het doelwit bij uitstek van de opstandelingen. Met verschillende colonnes wilden ze Madrid omsingelen en snel veroveren. De broers Akkerman maakten deel uit van de inderhaast gevormde 12de Internationale Brigade. Ze werden er ingedeeld in het Frans-Belgische bataljon André Marty, naar de naam van de Franse communist die in 1919 als zeeman een muiterij had geleid en nu de plak zwaaide over het opleidingscentrum van Albacete. De brigadisten waren niet alleen

amper opgeleid, ze waren bovendien ook slecht bewapend en hun kledij was niet aangepast aan de uitermate barre omstandigheden. Militair waren deze troepen helemaal niet opgewassen tegen de vijand. Het lijkt dan ook een half mirakel dat de republikeinen de val van Madrid zo lang hebben kunnen uitstellen en zovele aanvallen hebben kunnen afslaan. Maar mirakels bestonden toen al evenmin als vandaag. Als de Internationale Brigaden vanuit een hopeloze krachtsverhouding zo lang stand hebben gehouden, had dat veel te maken met de motivatie van de brigadisten.

Dat standhouden gebeurde aan een onnoemlijke hoge kost aan mensenlevens. Eind november, in de gevechten in en om de Madrileense universiteitswijk, sneuvelde Emiel Akkerman. Piet zwoer dat hij zijn broer zou wreken. In diezelfde dagen werd hij benoemd tot politiek commissaris van zijn bataljon. Het zegt veel over de inzet en de leiderschapskwaliteiten van de jonge Piet Akkerman. Het zegt zeker evenveel over het vertrouwen dat hij binnen de communistische beweging genoot, over zijn trouw

25 | Vakbond in Beweging 88

aan de partijstrategie. De politieke commissarissen hadden de cruciale taak het moreel hoog te houden, de jongens politiek te scholen en dus in hun overtuiging te sterken en ook natuurlijk de rangen gesloten te houden. Akkermans benoeming was wellicht gebaseerd op zijn voorbeeldige houding in de gevechten én op zijn sterke reputatie als syndicaal en politiek militant in Antwerpen. Hoe dan ook voerde deze 23-jarige Antwerpenaar de leiding over honderden mannen van tal van nationaliteiten. Toen in december 1936 de gewonde bataljonscommandant nog niet hersteld was, kreeg Piet Akkerman ook de militaire leiding toevertrouwd om een tegenaanval op te zetten. Op oudejaarsavond voerde hij zijn mannen aan in een aanval in de richting van het dorpje Algora in de provincie Guadalajara. Piet Akkerman werd door een kogel geraakt en kreeg daarop een bajonetsteek in de buik, wat hij niet overleefde. Hij werd naar de achterhoede gedragen en in de buurt van het front begraven.

De republikeinen delfden het onderspit. Madrid zou uiteindelijk

BestelhetboekIsraëlPietAkkerman|vanAntwerpsevakbondsleidertotSpanjestrijder

Op oudejaarsavond 1936 lanceren de Internationale Brigaden een tegenaanval in de heuvels van Guadalajara. Het is een poging om de omknelling van de Spaanse hoofdstad te doorbreken. Madrid wordt belaagd door de militairen die op 18 juli in opstand waren gekomen tegen de wettelijke republiek en een rechtse dictatuur willen vestigen.

De Antwerpse antifascist Piet ‘Israël’ Akkerman voert als politiek commissaris van zijn bataljon zijn manschappen aan en wordt dodelijk getroffen. Zijn makkers dragen hem naar de achterhoede.

Vandaag liggen de resten van Piet Akkerman begraven niet ver van de plek waar hij voor het laatst slag leverde. Hij werd amper 23 jaar. Ondanks die prille leeftijd had Piet Akkerman er echter al andere gevechten opzitten. In Antwerpen had de jongeman zich het lot van de diamantzagers aangetrokken en was hij voor hun rechten beginnen opkomen als syndicalist van de ADB, de Algemene Diamantbewerkersbond. Uiteindelijk werd deze zoon van Joodse immigranten uit Polen vermaard en gerespecteerd als stakingsleider van de diamantsector.

Boek: Israël Piet Akkerman | van Antwerpse vakbondsleider tot SpanjestrijderAuteurs: Sven Tuytens & Rudi Van DoorslaerUitgever: ABVV Algemene Centrale Antwerpen WaaslandPrijs: 20 €

Boek bestellen? Stuur een mail naar [email protected] met vermelding ‘BOEK AKKERMAN’ en vermeld ook je naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres.

vallen op 28 maart 1939;op 1 april. Met een tol die vandaag door historici op 600.000 mensenlevens geschat wordt, was de burgeroorlog officieel ten einde. In werkelijkheid begon een meedogenloze repressie. Spanje zou nog vier decennia franquistische dictatuur kennen. Vandaag nog liggen er naar schatting 130.000 slachtoffers in de Spaanse aarde begraven, mensen standrechtelijk geëxecuteerd en in massagraven gegooid. De afgelopen jaren stond een generatie van overwegend kleinkinderen van de strijders van toen en van de slachtoffers in het algemeen op om gerechtigheid te vragen. Dat begint bij de erkenning van deze vaak anonieme slachtoffers van de dictatuur. De weg is nog lang en zal vergemakkelijkt worden mocht Spanje een linkse regering krijgen aangezien de rechtsconservatieven van de PP elke opheldering beletten.

Vorige lente, op 21 maart 2015, vond op het dorpsplein van Torija, een klein plaatsje in de provincie Guadalajara, een herdenking voor Piet Akkerman plaats, georganiseerd door de plaatselijke republikeinse herdenkingsbeweging. In Torija was tijdens Piet Akkermans fatale

aanval het hoofdkwartier van de republikeinse troepen gevestigd. Een plechtigheid in de streek waar Akkerman sneuvelde en van waar zijn lichaam in de aarde rust. Bruno Verlaeckt, voorzitter van de Algemene Centrale die de rechtmatige voortzetter is van de Algemene Diamantbewerkersbond, voerde er het woord. Een lente later geeft diezelfde Algemene Centrale de biografie van Piet Akkerman uit. Omdat syndicalisten mét historisch besef, en in het bijzonder over de historische legitimiteit van hun hedendaagse actie, altijd sterker staan.En omdat ook buiten de socialistische vakbond mag en moet geweten zijn welke inspanningen haar leden en militanten zich getroost hebben en zich nog steeds moeten troosten tegen uitbuiting en onderdrukking, lokaal, nationaal en internationaal.

Vincent Scheltiens

Sven Tuytens & Rudi Van Doorslaer, Piet ‘Israël’ Akkerman, 1913-1937. Van Antwerpse vakbondsleider tot Spanjestrijder, Antwerpen, de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland, 2016.

26 | Vakbond in Beweging 88

CULTUUR/GESCHIEDENIS

500 jaar geleden stierf Jeroen Bosch

JheronimusBosch‘Visioenenvaneengenie’nogtot8meiin’sHertogenbosch.BoschiaansewandelinginMuseumMayerv/dBerghteAntwerpennogtot30april2016.

500jaargeledenstierfJeroenBosch.

In 2016 is het 500 jaar geleden datJheronimus Bosch in ’s Hertogen-bosch (ca.1450 - 1516) overleed. Naast de overzichtstentoonstelling in het Noord-Brabants Museum zijn er tal van tentoonstellingen geïnspireerd op Bosch in zowel ‘s Hertogenbosch als in andere Brabantse steden. Het Noord-Brabants Museum in ’s-Hertogenbosch presenteert nog tot 8 mei 2016 de internationale tentoonstelling ‘Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie’.Met 17 schilderijen en zo’n 19 tekeningen wordt er een

ongeëvenaard overzicht gegeven van de middeleeuwse meester. Maar ook het Museum Mayer van den Bergh te Antwerpen herdenkt van 13 februari tot en met 30 april 2016 Jeroen Bosch. Onder de naam ‘Rondom Jheronimus Bosch’ toont het museum Boschiaanse expressies uit eigen collectie.

’sHertogenboschmaaktesamenmetAntwerpendeeluitvanhethertogdomBrabant.

Hiëronymus, Jheronimus of Jeroen Bosch werd omstreeks 1450 als Jeroen van Aken aan de Grote Markt geboren. Vermits zijn vader Anthonis, zijn grootvader Jan en

zijn ooms Thomas, Goossens en Jan schilders waren, mogen we met grote zekerheid aannemen dat Jeroen zijn metier binnen zijn familie aanleerde. Bosch behoorde uitzonderlijk vanaf 1488 tot de gezworen leden van de O.-L.-V.- broederschap. In 1504 stond Bosch zeker aan het hoofd van een atelier.Destijds maakte de meierij ’s Hertogenbosch tesamen met de heerlijkheid Mechelen en de kwartieren Antwerpen, Leuven en Brussel deel uit van het hertogdom Brabant, dat evenals het graafschap Vlaanderen behoorde tot de Bourgondische Nederlanden (Filips de Stoute, Margareta van Male, … Maximiliaan van Oostenrijk,

Jheronimus Bosch“Visioenen van het hiernamaals”

27 | Vakbond in Beweging 88

Maria van Bourgondië) tot 1482. Door de vroegtijdige dood van Maria van Bourgondië, door de val van haar paard op 25-jarige ouderdom, kwamen de Nederlanden onder de Habsburgers waarbij we ons zeker Margareta van Oostenrijk en Keizer Karel V herinneren.

JeroenBoschbehoortkunsthistorischtotdeVlaamsePrimitieven.

Positieve bestuurlijke impulsen droegen in de 15de eeuw bij tot een bloeiende textielnijverheid en een verhoogde mijn- en landbouw. De havenstad Brugge groeide uit tot een van de sterkste handelspartners binnen West-Europa en werd aanzien als de rijkste stad van de Nederlanden. Mede door de voortdurend welstellender wordende hofhouding werden indrukwekkende en prestigieuze manifestaties georganiseerd, kunstwerken gecreëerd en machtszinnebeelden geëtaleerd. De bekendste en beste kunstenaars, bouwmeesters en musici van het hoogste niveau werden geëngageerd. Ook de kerkelijke instanties, industriëlen en handelaars toonden respectievelijk in hun kerken en woningen intens religieuze en profane meesterwerken. De kunstschilders uit die periode vierden hoogtij. Hun werken overstegen de gemeenplaats door hun helder coloriet en verbazingwekkend realisme. Van heel wat 15de en 16de eeuwse meesters zijn hun biografieën bekend: Jan en Hubert van Eyck, Rogier van der Weyden, Dirc Bouts, Petrus Christus, Hugo van der Goes, Hans Memlinck, Jheronimus Bosch, Gerard David, Jan Provoost, Quinten Massijs, Jan Gossaert….De term “les primitifs flamands” of “Vlaamse primitieven”, kent zijn oorsprong half 19de eeuw. Het woord ‘primitif ’ gold als uitdrukking van een gevoel van delicate zachtheid, “pureté primitive”, een “primitieve zuiverheid”.

Boschkendezekerdeiconografievangrilligeafbeeldingenvanminiaturen.

Vanessa Paumen: ‘Jheronimus Bosch ontwikkelt een zeer herkenbare, idiosyncratische schilderstijl.

Stilistisch kan Bosch niet op één lijn met de Vlaamse primitieven geplaatst worden, daarvoor was hij te eigenzinnig. Zijn oeuvre valt daarentegen wel binnen de opgestelde limieten van tijd en plaats. Hij geniet vooral aanzien voor zijn fantastische en haast diabolische werken met allerlei wezens die over het algemeen een moraliserende betekenis hebben.’

De 15de eeuw kende naast de economische heropbloei ook verschrikkelijke epidemieën, de grote vrees voor de Zwarte Dood. Vernietigende branden teisterden vaak hele steden.Bosch maakte op 13-jarige leeftijd de grote brand van ’s Hertogenbosch mee en verwerkte deze catastrofe in zijn werken.Alchimisten, astrologen, tovenaars en heksen vierden hoogtij. Voor het eerst werden de mensen geconfronteerd met de verwoestende explosieve kracht van buskruit. Een vroom godsvruchtig christen wachtten hemel en paradijs. Zonden en ketterij werden bestraft met verschrikkelijke pijnen en eeuwigdurend hellevuur. Misdadigers werden onmenselijk wreed ondervraagd en bestraft. Op het einde van de Middeleeuwen werden de simonie, de handel in relieken en aflaten, maar vooral de corruptie en genotzucht van de ontaarde geestelijken door de humanisten en kunstenaars bekritiseerd.

Bosch kende zeker de iconografie van de ongeloofwaardige, zotte of grillige afbeeldingen van de miniaturen, scabreuze houtsnijwerken op de koorbanken en aan de onderzijde van misericorden, waterspuwers, gekke mensbeesten en duiveltjes gezeten op de luchtbogen van gotische kerken of fabelachtige dieren in de verluchte Bestiaria.Maar vooral de toen gebruikte symboliek van voor ons banale dingen. Een pauw en spiegel staan voor hoogmoed, een snaarinstrument voor liefde. Paarden betekenen ongetemde drift of lust, de geit wulpsheid en wellust, de kat staat voor de duivel. Gulzigheid wordt voorgesteld door een doedelzak, een ei staat voor de bron van het leven. De vis is het symbool voor christenheid, de halve maan heidens of ketterij.

Perfectgedetailleerdeafbeeldingenbrengeneenverbazendehedendaagsebevreemdheid.

Met 17 schilderijen en zo’n 19 tekeningen wordt in het Noord-Brabants Museum een ongeëvenaard overzicht gegeven van Jeroen Bosch. Het pronkstuk van de tentoonstelling is ongetwijfeld het drieluik‘De Hooiwagen’ overgekomen van het Prado Museum uit Madrid.Bosch wil de mens met dit moraliserend meesterwerk verwittigen:hij die graaicultuur volgt wacht een helse straf in de hel.

Op het linkerpaneel van het drieluik verbeeldt Bosch het paradijs met de schepping van Eva, de erfzonde en de verdrijving uit de Tuin van Eden.

Op het middenpaneel staat: ‘De Hooiwagen’, metafoor voor een wereldse graaiwagen, die door duivelse niets ontziende wezens recht naar de hel, zoals voorgesteld op het rechterpaneel, wordt getrokken. In het zog van de hooiwagen volgen te paard de paus, de koning en de koningin en een kardinaal omringd door een grote meute waarvan er enkele vechtend over de grond rollen.Iemand wordt zelfs gekeeld terwijl roekeloze schuimers met hooivorken hooi pogen te stelen.Een overlaat zet zelfs een ladder tegen de hooiwagen. Ten tijde van Bosch stond hooi symbool voor het aardse goed, hebzucht, leugen en bedrog.

Onderaan het middenpaneel, van links naar rechts, schilderde Bosch een metafoor voor bedrog, genot en gulzigheid: een valse blinde met aan zijn hand een kind, twee zigeunerinnen waarvan er een de hand leest van een dame, een kwakzalver die van een vrouw een kies trekt, een non die een in blauw geklede doedelzakspeler (pijper) dubbelzinnig hooi aanbiedt in ruil voor een worst, nonnen vullen een zak met hooi onder het toezicht van een drinkende monnik.

Helemaal boven de hooiwagen omhelst een koppeltje mekaar in een ‘bosken’ aangestaard door een uil, zinnebeeld van het kwade.

28 | Vakbond in Beweging 88

Eronder, boven op de hooiwagen, neergevlijd op een deken, een musicerende man en een vrouw die aandachtig de aangereikte partituur bekijkt (muziek maken verwijst naar ontucht, een snaarinstrument naar bespelen van de liefde). Rechts ernaast staat een in blauw geklede musicerende duivel met een pauwenstaart (blauw is de kleur van bedrog, een pauwenstaart betekent ijdelheid). Links staat een engel die bedenkelijk naar God staart.

En helemaal bovenaan het middenpaneel staat God,Hij bekijkt bedroefd de triomf van de hebzucht, en Satans volgzaamheid van de mensen, de vertegenwoordiger van de graai- en wellustcultuur.

De perfect gedetailleerde afbeeldingen met voor velen verborgen symbolen brengen na vijf eeuwen ons in een verbazende hedendaagse bevreemdheid.

MuseumMayervandenBerghdompeltbezoekersonderineensfeervanhybridemonsters.

Ook in Antwerpen herdenkt men

Jheronimus Bosch. Het museum Mayer van den Bergh toont uit eigen verzameling onder naam van ‘Rondom Jheronimus Bosch’ Boschiaanse schilderijen.

Fritz Mayer van den Bergh(1858 – 1901) was een gepassioneerd verzamelaar die zich bijzonder voor de oude Nederlandse kunst uit de 14de tot 17de eeuw interesseerde.Na zijn vroegtijdige ongelukkige dood bij het paardrijden telde zijn collectie meer dan 3000 kunstwerken.Zijn moeder Henriëtte van den Bergh zal ter nagedachtenis aan haar zoon een museum laten bouwen in gotische stijl naar de geest van de Vlaamse patriciërswoningen uit de 16de eeuw.In 1906 schenkt Henriëtte van den Bergh het gebouw en de collectie aan de Raad van Regenten.In 1951 wordt het een stedelijk museum.

De collectie blinkt in het bijzonder uit door zijn kwalitatieve werken uit de middeleeuwen en renaissance periode, met speciale belangstelling voor Pieter Bruegel de Oude.

In het teken van het Bosch feestjaar accentueert het museum Mayer van den Bergh zeven Boschiaanse schilderijen uit de eigen collectie. Met een bijzonder verzorgd wandelgidsje wordt de bezoeker in het prachtige museum met zijn eminente gotische, renaissancistische en barokke verzameling via een Bosch-route langs 15 zalen naar bekende meesters geleid die door Jeroen Bosch werden beïnvloed: verschillende ‘Verzoekingen van Sint-Anthonius’ waaronder ‘Meester van de Heiligenfiguren (1510-1520)’,‘Pieter Huys (ca.1519-1581)’, ‘Navolger van Maerten de Vos (1532-1603), David Teniers II (1610 -1690), ‘Kruisdraging, Navolger van Jheronimus Bosch (ca.1540), ‘Strijd tussen Carnaval en Vasten, Naar Jheronimus Bosch, ’s Hertogen- bosch’ en het meest Boschiaanse werk van Pieter Bruegel I ‘Dulle Griet, Antwerpen 1561’

De Bosch-wandelaars worden helemaal ondergedompeld in een sfeer van hybride monsters – half mens, half dier – vliegende duivels, gespietste lichamen, dwergen met grote neuzen, muziekspelende gedrochten…

Jheronimus Bosch “Hooiwagentriptiek” © Museo Nacional del Prado

29 | Vakbond in Beweging 88

DeDulleGrietontziethelnochduivel.

Op de achtergrond van de hel staat een Boze, woeste (dulle) als een man uitgedoste ruziemakende vrouw (griet) die in haar zog een groep onvervaarde woedende vrouwen aanvoert in een raid naar de hel. Het hoofdpersonage, de Dulle Griet – een helleveeg met een ijzeren helm op het hoofd, voorzien van borstschild, gepantserde handschoen en een groot mes bengelend aan de linkerzijde – ontziet hel noch duivel en stormt rovend, haar buit onder de linker arm, met verheven zwaard tot net voor de hellepoort.

Ook de vrouwen in de achterhoede sparen niets of niemand. Enkele vrouwen binden zelfs een duivel een kussen om.Anderen molesteren of folteren, voor het wrede geweld her en der vluchtende duivels.

Rechts boven de Dulle Griet, schilderde Bruegel een man in een

roze lang kleed op blote voeten. Hij stelt de dwaasheid voor, en torst een boot vol mensen op de schouder. Waarschijnlijk verwijst Bruegel naar het Narrenschip en het gezegde ‘het zijn dwazen die de wereld op hun schouders willen dragen’.De man schept met een grote pollepel geld, dat op graaiende vrouwen valt, uit zijn eivormig achterste.

Wellicht schilderde de meester een moraliserend werk waarbij hij hebzucht, razernij, dwaasheid en gramschap aan de kaak stelde, en liet hij zich inspireren door het gezegde ‘de buit weghalen vóór de hel’.Maar misschien heeft het schilderij wel een politieke dubbele bodem:in 1561 toen Pieter Bruegel de Oude het schilderij Dulle Griet creëerde werden de Nederlanden, Frankrijk en Engeland door vrouwen bestuurd. Walter Gibson citeert uit het spreukenverzameling van Goedthals uit 1568:‘Eén vrouw maakt een hoop kabaal, twee vrouwen veroorzaken een

hoop moeilijkheden … vijf vormen een leger en tegen zes heeft zelfs de duivel geen wapens’.

Jheronimus Bosch‘Visioenen van een genie’ nog tot8 mei in ’s Hertogenbosch en ‘Rondom Jheronimus Bosch’, een Boschiaanse wandeling in Museum Mayer v/d Bergh, Lange Gasthuisstraat 19 te Antwerpen nog tot 30 april 2016.

Frank Van Dessel

Jheronimus Bosch “De Dulle Griet”

31 | Vakbond in Beweging 88

DWARSDENKER

Het eindproduct

In De Morgen van 10 maart lazen we dat Harun Yahya zijn boek over de islam ongevraagd in duizenden Vlaamse brievenbussen heeft gedropt. Yahya is een Turkse auteur die al vele boeken schreef over religie, politiek en wetenschap. Hij omschrijft zichzelf als een wetenschapper die de islam wil verspreiden over de wereld. Daarin gaat hij heel ver.Net als de Amerikaanse creationisten verwerpt hij het darwinisme.Zijn aanhanger Feyza Elanur verklaarde dat de evolutieleer een leugen is: “Als we van apen zouden afstammen, dan zouden apen toch in mensen veranderen?”.Zulke onzinnige uitspraken bewijzen dat deze creationisten er niets van begrepen hebben. Natuurlijk stammen wij niet af van de apen. Natuurlijk zal een gorilla of chimpansee morgen niet ineens wakker worden als een mens. Neen, bij de evolutietheorie gaat het er om dat het leven geëvolueerd is gedurende de vele eeuwen. Wij stammen niet af van de apen maar delen wel dezelfde ‘voorouders’.

Zelfs de katholieke kerk heeft schoorvoetend moeten toegeven dat de verhalen uit de Bijbel niet letterlijk te nemen zijn. Met andere woorden: God schiep niet ineens Adam en Eva.Toen paus Johannes-Paulus II de Britse wetenschapper Stephen Hawking te gast had, was hij bereid om het scheppingsverhaal van Adam en Eva te verleggen naar de Big Bang. Dat zou het moment zijn dat alles begon. Dus ook de schepping. En de evolutietheorie paste daar perfect in. Toen de paus vroeg om niet verder uit te gaan zoeken wat er vóór de Big Bang was, antwoordde Hawking dat dit onmogelijk was. Het is nu eenmaal de taak van de wetenschap om verder te blijven zoeken naar het hoe en waarom der dingen.

Wat is dat toch met al die godsdiensten die ondertussen bewezen feiten ontkennen en zich blijven wentelen in hun eigen waarheden? Natuurlijk zijn de apen onze verwanten. Kijk maar eens rond op straat, bus of tram: bij heel wat van onze medemensen, en als we eerlijk zijn ook bij onszelf, ontwaren we manieren, gebruiken en gewoonten die niet ver liggen van deze neven en nichten.Het allereerste leven op aarde is miljarden jaren geleden ontstaan in het water. De eerste aapachtige wezens die evolueerden naarde moderne mens liepenongeveer vier miljoen jarengeleden rond.De rechtstreeksevoorouder van de menswas de Homo erectus,meer dan anderhalfmiljoen jaar geleden.Daarna leefden deHomo sapienseeuwen lang samenmet de Neanderthaler.Toen deze laatsteuitstierf was de baanvrij voor de Homo sapiensom te evolueren naar demoderne mens.

Als we de evolutietheorie volgen, dankunnen we niets anders besluitendan dat het hiermee nog niet afgelopen is.De mens als eindproduct, als beste wat de evolutie heeft voortgebracht?We zouden ja kunnen antwoorden als we kijken naar de prachtige dingen die we al verwezenlijkt hebben zowel op wetenschappelijk, medisch ofcultureel gebied. Maar daar tegenover staat onze manier van leven die het milieu, onze biotoop, langzaam vernietigd. Hoe is het mogelijk dat we al kunnen reizen naar de ruimte en vele ziektes kunnen genezen maar anderzijds de oceanen en de kwetsbare atmosfeer

vervuilen. Hoe kan een volk, neem bijvoorbeeld de Spanjaarden, zoveel mooie schilderijen voortbrengen (Goya, Picasso, Dali, Miro,…), prachtige flamencomuziek (Paco de Lucia) en speciale architectuur (Calatrava, Gaudi,…), terwijl een deel van hen wekelijks gaat kijken naar het bloedige en gruwelijke stierenvechten?En geloof me, deze tegenstellingen kan je bij elk land of volk vinden.Neen, wij zijn geen eindproduct. Als we er in slagen onszelf niet te vernietigen door oorlogen of hetonleefbaar maken van de planeet, zal de mens nog een hele tijd blijven bestaan. Maar binnen honderden eeuwen staat er misschien een nieuw wezen op dat veel verder geëvolueerd zal zijn dan wij. Een wezen dat respect zal hebben voor zijn leefomgeving, voor elkaar en dat zal geloven in een sociale samenleving. Dat zijn toevluch niet meer gaat zoeken bij ‘godenspinsels’ maar dat zal geloven in de kracht van zichzelf en elkaar.Het is natuurlijk een verre droom. Maar dromen moeten we blijven doen.

Misschien had John Lennon het er al over in zijn lied ‘Imagine’:

“Imagine there’s no countriesIt isn’t hard to doNothing to kill or die forNo religion tooImagine all the peopleLiving live in peace...

You may say I’m a dreamerBut I’m not the only oneI hope someday you’ll join usAnd the world will be as one”

Albert Balboa

32 | Vakbond in Beweging 88

CULTUUR/GESCHIEDENIS

Hendrick De Clerck in M-Museum Leuven | Nog tot 15 mei 2016

Het M-Museum Leuven brengt sinds 2009 een bijzonder geslaagd samenspel van oude en hedendaagse kunst in een sterk treffende samenvoeging van oudere en nieuwe gebouwen van de Belgisch toparchitect Stéphane Beel.Naast de vaste collectie die zich vooral op de kunstproductie in Brabant van de middeleeuwen tot de 19e eeuw concentreert, brengt M-Museum tijdelijke tentoonstellingen van zowel oude meesters als hedendaagse kunstenaars.Bovendien geeft het toegangticket van het museum recht op een bezoek aan de schatkamer van de Sint-Pieterskerk. Daarin zitten absolute topstukken van de Vlaamse Primitieven: de ‘Kruisafneming’ naar Rogier van der Weyden, ‘Het Laatste Avondmaal’ en ‘De marteling van de heilige Erasmus’ van Dirk Bouts.

HendrickDeClerck,SpindoktorvanAlbrechtenIsabella.

“De spindoctor van aartshertogen Albrecht en Isabella”, zo omschrijft curator Katharina Van Cauteren de Brusselse schilder Hendrick De Clerck (ca. 1560-1630), en vervolgt: “Hendrick De Clerck is een tijdgenoot van Peter Paul Rubens.Toch lijkt niets in zijn schilderijen op de bravourestukken van Rubens. Zijn schilderstijl sluit aan bij de laatste mode aan de Habsburgse hoven in Centraal-Europa.

Door zich in te schrijven in deze traditie profileert De Clerck het Brusselse hof als gelijkwaardig aan dat van het keizerlijke hof in Praag. Vanaf 1596/1599 streven de aartshertogen naar de keizerstitel en voeren ze campagne met Hendrick De Clerck.Deze Brusselse schilder tekent en schildert een politiek programma op maat van zijn vorsten.

Zijn mythologische en religieuze taferelen zijn meer dan wat ze op het eerste zicht lijken: het is politieke propaganda avant la lettre. In De Clercks schilderijen is the sky letterlijk the limit.De aartshertogen dromen van de keizerskroon en hebben alle baat bij een aangepast imago.Daarom verschijnen ze als helden en goden.”

HetParisoordeel

In de tentoonstelling wordt de propagandistische beeldtaal ontcijfert die Hendrick De Clerck opvoert in schijnbaar gewone mythologische en religieuze taferelen.

Met het schilderij ‘Parisoordeel’ looft De Clerck de wijsheid van Albrecht. Paris is een figuur uit de Griekse mythologie.Hij dient de mooiste van de drie godinnen Hera, Athena en Aphrodite – de Romeinse godinnen Juno, Minerva en Venus - aan te duiden door haar een gouden appel te geven. Hera (Juno) belooft macht, Athena (Minerva) wijsheid en Aphrodite

(Venus) de mooiste vrouw in ruil voor het krijgen van de appel. Paris bezwijkt onder de charmes van Aphrodite en geeft haar de appel.Uit haatgevoelens van de verliezende godinnen zal de Trojaanse oorlog ontstaan.Feitelijk een antivoorbeeld, een verstandige heerser kiest immers voor wijsheid en niet voor schoonheid.De Clerck suggereert met de afbeelding van het ‘Parisoordeel’ echter dat Albrecht zeker niet voor de vergankelijke schoonheid zal kiezen maar de wijsheid prefereert.

Katharina Van Cauteren: ‘In zijn werk associeert hij Albrecht met de zonnegod, terwijl Isabella verschijnt als de wijze godin Minerva, de kuise Diana of de Maagd Maria zelf. Of Albrecht wordt Christus, de albeheerser van de kosmos, die samen met zijn echtgenote een duizendjarig rijk vol vrede en rechtvaardigheid zal inluiden. Tot op vandaag zie je die 16e-eeuwse thema’s en beeldmechanismen terugkomen in de politieke beeldvorming’.

Frans Pourbus II Portretten van Albrecht en Isabella Musea foto Hugo Maertens

33 | Vakbond in Beweging 88

EenfascinerendeepisodeuitdegeschiedenisvandeZuidelijkeNederlanden.

Met de tentoonstelling ‘Hendrick De Clerck, De spindoctor van aartshertogen Albrecht en Isabella’ reikt het M-Museum Leuven de bezoekers de sleutels aan om de propagandistische beeldtaal van de meester te ontleden.

Naast schilderijen van Hendrick De Clerk, Bartholomeus Spranger, Maerten De Vos, Otto Van Veen,Peter Paul Rubens of Jan II Brueghel, krijgt men onder meer zeldzame tekeningen van De Clerck en een ‘Wunderkammer’ te zien.

Een inkijk in de eerzuchtige leef- en denkwereld van de vorsten uit de geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden.

‘Hendrick De Clerck, Spindoktor van Albrecht en Isabella’ is nog te bezoeken tot 15 mei 2016 in M-Museum, L. Vanderkelenstraat 28 te Leuven.Open van maandag tot en met zondag van 11:00 tot 18:00 uur, donderdag van 11:00 tot 22:00 uur, woensdag gesloten.

Toegangticket geeft gratis toegang tot de schatkamer van de Sint-Pieterskerk.

Frank Van Dessel

1 mei, ons Feest van de Arbeid, is weer in aantocht. En dit jaar kunnen de senioren die moeilijk te been zijn ook weer mee met de optocht in het treintje van de ABVV senioren.Zegge het voort aan al jullie gepensioneerde vrienden!

Zondag 1 mei verzamelen we vanaf 10u30 aan de Leopold de Waelplaats voor het Museum voor Schone Kunsten waar de toespraken zullen plaats hebben.

Na de toespraken, omstreeks 11u15 kan je in het treintje stappen dat klaarstaat in de Volkstraat.Onderweg tijdens de optocht kan je ook nog instappen / afstappen.

Let wel, de plaatsen zijn beperkt. Geen reservatie mogelijk. Vol is vol!

HetABVVseniorentreintje1mei2016

34 | Vakbond in Beweging 88

‘Onwetendheidoverontstaanwelvaartstaatmaaktvatbaarvoorrechtseretoriek...’Aldus Jaak Brepoels tijdens de voorstelling van zijn boek ‘Wat zoudt gij zonder ‘t werkvolk zijn’ in het najaar 2015.

De auteur is historicus en voormalig leraar. Sinds 1983 is hij sp.a-gemeenteraadslid in Leuven, en van 1995 tot 2012 was hij er ook schepen.De titel verwijst naar een gedicht/lied uit 1865 waarin de arrogantie van de burgerij tegenover de werkmensen gehekeld wordt. De auteur was een Gents volksdichter, Napoleon Destanberg, Vlaamsgezind, progressief en liberaal. De man is arm gestorven. Het gedicht haalde in 1903 de top drie bij de lezers van het socialistische dagblad Vooruit.De vier strofes zijn vooraan in het boek opgenomen en doen nu nog glim- en grimlachen.

“DegeschiedenisvandeBelgischearbeidersbeweging1830-2015”

De ondertitel van het boek klinkt ambitieus. Maar toch, het is misschien niet ‘dé’, maar alleszins ‘een’ geschiedenis, en wat voor één! Het is zeker dé geschiedenis zoals Brepoels ze ziet en hij ze als historicus heel grondig en kritisch bestudeerd heeft, en zeer leesbaar neergepend voor een breder publiek dan de loutere vakhistorici. Het boek is een volledig geactualiseerde versie van de twee delen van de gelijknamige geëngageerde brochures, verschenen bij de Leuvense progressieve uitgeverij Kritak, respectievelijk deel 1 uit 1977, “Anderhalve eeuw

BOEKBESPREKING

Doe eens een boek(je) open

arbeidersstrijd in België 1830 - 1966” en deel 2 “Anderhalve eeuw arbeidersstrijd in België 1966-1980” uit 1981. In 1988 verscheen er nog een volledig herziene versie en sindsdien waren deze uitgaven enkel in de antiquariaatsboekhandel te vinden. Al de delen werden overigens verkocht op vrij grote schaal (althans voor Vlaanderen) en menige linkse militant of progressief heeft ze nog in zijn boekenkast staan. Het eerste deel was nog het werk van een samengestelde redactie van progressieve intellectuelen in het woelige Leuven, waaronder Brepoels die achteraf bijna volledig deel 2 voor zijn rekening nam.

Eenprestatievanformaat!Enditvooreenheelgunstigeprijs.

De nieuwe uitgave telt zomaar even 656 pagina’s (gewicht is 1217 gram!), bevat 5 grote delen (periodes) met veel goedgekozen, treffende foto’s, en een omvangrijke thematische bibliografie ...

Weinig geschiedkundige werken behandelen dit thema op zo een leesbare en vulgariserende wijze. De prijs, 30 euro, mag geen probleem zijn voor de geïnteresseerde lezers waarbij ik uiteraard de tienduizenden vakbondsmilitanten reken.

Het boek is m.i. enkel te vergelijken met de prestigieuze, fraai ingebonden en verluchte (en nog zwaarwegender) uitgave op groot formaat uit 1960, De Geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging,

uitgegeven door de toen nog bestaande socialistische uitgeverij ‘Ontwikkeling’. Onder leiding van professor historicus Jan Dhondt, samen met een schare gereputeerde Vlaamse socialistische intellectuelen, o.m. Jaap Kruithof, Denise De Weerdt, Julien Kuypers, ... Met dien verstande dat deze oude uitgave enkel de socialistische beweging behandelde, n.a.v. de 75ste verjaardag van de toenmalige BSP. Dat Brepoels in zijn werk er de christelijke arbeidersbeweging bij betrekt betekent een meerwaarde, en is de dag van vandaag politiek gezien ook veel opportuner.

Reedsheelwatpositieverecensieseninterviewsmetdeauteur

Logisch dat het nieuwe boek zeer gunstig wordt ontvangen, zeker in kringen aanleunend bij de vakbonden en linkse partijen. Een recensent noemde het een “monumentale” uitgave, anderen spreken van een standaardwerk en zelfs van een onmisbaar naslagwerk. Terecht volgens mij. Brepoels werd al geïnterviewd in De Nieuwe Werker (zeker te herlezen op de ABVV-website www.abvv.be, tik in de zoekbalk ‘Brepoels’ in), De Tribune (ACOD maandblad), Radeis (ABVV-senioren), Aktief (Masereelfonds), Solidair (PVDA) evenals in het ACW-vakbondsweekblad Visie en Ons Recht (LBC), wellicht ook elders. Hij gaat trouwens ook ‘op tournee’ voor lezingen en debatsessies. Daarbij benadrukt hij steevast enkele thema’s met actualiteitswaarde zoals ze ook te lezen zijn in de

35 | Vakbond in Beweging 88

inleiding en nawoord van het boek (zie verder).

Overdeinhoud

In zijn korte inleiding benadrukt Brepoels dat zijn boek te zien is als ‘een eerbetoon aan al die strijders van gisteren, wier engagement stilaan opgaat in de schemer van de geschiedenis’. Want, ‘wie in de sociale strijd het voortouw nam, is vaak met naam en toenaam bekend. Maar de grote massa werkte, leefde, staakte en betoogde doorheen de geschiedenis’. Het boek is duidelijk bedoeld voor het bredere publiek, voetnoten zal men er niet in vinden.

Verder motiveert hij zijn keuze om de twee grondstromen van de Belgische arbeidersbeweging, de socialistische en de christelijke, te behandelen en die elk dan nog eens regionaal in te kleuren. Zijn geschiedschrijving is in die zin vernieuwend en draagt dus niet de sporen van de felle en verzuilde strijd tussen de twee bewegingen ‘om het monopolie over het verleden naar zich toe te trekken’.Hij stelt dat de hardwerkende Vlaming subjectief nog nauwelijks tot het ‘werkvolk’ wil gerekend worden en valt dus terug op de benaming ‘werknemer’, want net als ‘bourgeoisie’ en ‘patronaat’ zijn de oude termen in onbruik geraakt. Wel gebruikt hij ze nog in hun historische context.Sommigen, waarschuwt de auteur tenslotte, spreken over het verleden in de voltooid verleden tijd, alsof het gaat het om een tijdperk dat als afgesloten kan beschouwd worden. Maar ... ‘wie vandaag met beide voeten in de realiteit staat, weet beter’.

Het boek zelf is ingedeeld in 5 grote periodes, waarvan de 4 eerste overeenkomen met de eerste uitgave van 1977, echter met een ingrijpend herschreven tekst en een gewijzigde hoofdstukindeling. Deel I: Ontwaakt, verworpenen der aarde (1830 - 1876)Deel II: De arbeidersmacht groeit (1885 -1914) Deel III: Macht en onmacht (1914 - 1940) Deel IV: Tussen hamer en aambeeld (1940 - 1960)

Deel V: Welvaartsstaat en economische crisis (1960 - 2015)

Elk deel bevat enkele hoofdstukken die op hun beurt in kortere onderdelen gesplitst worden voorzien van een tussentitel. Enkele willekeurige voorbeelden van zo’n stukjes: het daensisme, kunst en boterhammen, misère au Borinage (1932), failliet van de Bank van de Arbeid, de staking van de eeuw, het renardisme, de oproep van Leo Collard, de strijd voor de 45-urenweek, partijfinanciering, ... Men kan deze vlotgeschreven stukjes makkelijk apart lezen, of gebruiken als (ideaal!) lesmateriaal in vormingen.

Watmeeroverdeelvijf,derecenteperiode1960-2015

Menig lezer zal zich minstens wel nog een deel van die periode herinneren, het is dus verleidelijk die bladzijden snel eens door te bladeren.De auteur behandelt hier o.m.: de verdere opbouw van de welvaartsstaat, de grote staking en het renardisme in Wallonië, het begin van communautaire spanningen, sluiting van de steenkoolmijnen, de splitsing van de BSP in twee afzonderlijke partijen volgens de taalgroepen, de crisis van de jaren 70-80, de acties tegen de regering Martens-Gol-Verhofstadt, de massale antirakettenbetogingen, de val van de Berlijnse muren en het ineenstorten van de communistische regimes, de witte mars in Brussel, het verdrag van Maastricht, het globaal plan van Dehaene, de invoering van de euro, het generatiepact, moord op André Cools, het Agusta- schandaal, de paarse regering, de SP onder Karel Van Miert, Frank Vandenbroucke en Louis Tobback, later de SP.a met Patrick Janssens en Steve Stevaert en zijn zgn. gratisverhaal, de bankencrisis, het Arco-debacle, het bezuinigingsbeleid van de laatste regeringen, het vakbondsverzet ertegen, ...

Brepoels behandelt ook ‘Het Sienjaal’, het vernieuwingsproject van Norbert De Batselier, een inhoudelijk goed onderbouwd radicaal democratisch project dat moest uitmonden in de vorming

van één linkse, groene en Vlaamse partij. Zijn oordeel: ‘Ondanks nogal wat media-aandacht was Het Sienjaal een door de partij gedoogde, maar niet haalbare poging om los te komen van het neoliberale denken van de sociaaldemocratie’.

Het is inderdaad zo - en wellicht is niet elkeen het daarmee eens - dat Brepoels de socialistische partijen, de sociaaldemocratie, in de jaren 90 en daarna ziet afglijden naar het neoliberalisme. Daarbij stond de actieve welvaartsstaat centraal: een sociaal-liberaal concept dat minder orthodoxe liberalen en naar het midden opschuivende socialisten kon bekoren, zonder dat ze zwaar moesten inboeten op ideologische uitgangspunten.Voor socialisten was het een antwoord op de maatschappelijke dualisering tussen actieven en niet-actieven.Alleen jobs konden de fundamenten van de welvaartsstaat redden. Daarvoor moesten wat offers gebracht worden aan de liberalen: flexibilisering van de arbeidsmarkt, fiscale gunstregimes ...

Eenzeerlezenswaardignawoord,stofvoorverdernadenkenendebat

Hierin wisselt Brepoels naar eigen zeggen ‘het petje van een bewogen historicus voor dat van een geëngageerd toeschouwer, sympathisant en soms zelf deelnemer aan sommige gebeurtenissen’ (uit de laatste hoofdstukken). Deze tekst op zich verdient sowieso om breed verspreid te worden.Het zijn beschouwingen die hij trouwens in de gepubliceerde interviews ook verder uitwerkt. Het gaat dan met name over ons sociaal model, zoals het historisch gegroeid (lees: door arbeidersactie en -organisatie gerealiseerd) is. Met zijn twee monumenten: het sociaal overleg, momenteel in een ‘dwingend keurslijf ’ gestopt, en de sociale zekerheid, bedreigd door de vermindering van de patronale bijdragen en het project van de actieve welvaartsstaat met zijn rechten- en plichtenverhaal.

De auteur toont zich op zijn minst heel sceptisch tegenover de ‘voor

36 | Vakbond in Beweging 88

wat hoort wat’-filosofie. Volgend treffend citaat zegt genoeg: “In zijn extreme versie krijgen het duale ‘wij- en zijverhaal’ en het debat over de hervorming van de SZ een ranzige ondertoon, als zou de rechthebbende, vooral als die aan de overzijde van de taalgrens woont, een andere huidskleur heeft of een andere volksvreemde godsdienst aanhangt, azen op de zuurverdiende centjes van de hardwerkende Vlaming”. En ja, er moeten hervormingen komen in de SZ, maar het is aan de arbeidersbeweging en de vakbonden om die door te voeren, zij hebben immers het historische vaderschap en dus de legitieme zeggenschap over dit stelsel, zoals uitvoerig aangetoond in Brepoels’ geschiedenis. Afschaffen van de betaling van de werkloosheidsuitkeringen door de vakbonden is daarom onbespreekbaar.

De arbeidersbeweging heeft dan wel de politieke democratie afgedwongen en inspraak verworven op het sociale terrein (cfr Sociaal Pact uit de jaren ‘50), maar, aldus Brepoels, ze heeft nooit hetzelfde bereikt op het van economische zeggenschap. En geen enkele regering is er ooit in geslaagd om van de grote vermogens minstens de fiscale inspanningen te vragen die de loontrekkenden wel moesten leveren. Tegenover de mondiale en groeiende mobiliteit van kapitaal en de verschuiving van productie- en beslissingscentra over de grenzen heen heeft de vakbeweging nooit een tegenmacht kunnen uitbouwen.

Belangrijk is ook wat hij zegt over de wijzigingen in het arbeidslandschap door robotisering, instabiele jobs, de verdere fragmentatie van de werknemersgroep en de noodzaak van de vakbeweging om haar traditionele actievormen, concepten en dienstverlening daaraan aan te passen. Een bijkomende uitdaging is de dat de arbeidsmarkt ook diverser en kleuriger is geworden. In dit verband verwijst Brepoels met veel lof naar ‘Solidariteit in beweging. Perspectieven voor de vakbond van morgen’, in 2009 uitgegeven n.a.v. het honderdjarig bestaan van de Algemene Centrale.

Specialisten gaan er dieper in op de genoemde problemen. Ik sluit me graag aan bij zijn aanbeveling, dit verrijkende boek is nog verkrijgbaar en ook dit is een must voor vakbondsmilitanten.

In menig interview benadrukt de auteur het belang van de actie (stakingen), naast het overleg en de vertaling van de syndicale eisen door de aanleunende politieke partijen. Hij betreurt overigens de breuk tussen socialistische vakbond en partij. Precies door een sterke band tussen beiden konden ook voor de werknemers in kleine en syndicaal zwakke bedrijven belangrijke sociale voordelen gerealiseerd worden. Opvallend: in het LBC-maandblad noemt hij kardinaal Cardijn en André Renard de twee monumenten van de Belgische arbeidersbeweging. Maar, beëindigt hij zijn nawoord: ‘de wereld steunt op nieuw krachten’, partijen en vakbewegingen hebben niet langer het monopolie op de verwoording van maatschappelijk onbehagen. Het blijven wel partners die garant staan voor de beveiliging van de materiële verworvenheden, maar zij moeten nu het veld delen met het sociale middenveld en de ecologische beweging. Niet toevallig is de laatste foto er één van de grote parade van ‘Hart boven hard’! De weg naar een nieuwe noodza-kelijke politieke uitdrukking is bezaaid met talrijke deels historische obstakels waarvan de opkuis tijd en inzicht vraagt. De lectuur van de geschiedenis kan hiertoe wellicht aanzetten, ... onwetendheid maakt vatbaar voor het rechtse verhaal.

Enkele persoonlijke kritische noten • Ik vernoemde al de goedgevonden aanpak via korte en heel behapbare stukjes, telkens voorzien van een treffend titeltje. Toch vind ik het jammer dat al deze tussentitels niet opgenomen zijn in de inhoudsopgave of liever nog, in een soort trefwoordenregister. Ongetwijfeld een extra werk voor de auteur of uitgever, maar het zou de waarde van de uitgave als naslagwerk fors vergroten. • Inhoudelijk, qua keuze en uitwerking van de thema’s, vind ik het geheel zeer evenwichtig. Het enige wat ik eigenlijk mis is een samenvattende

aparte beschouwing over de communautaire problematiek, en meer bepaald ook de moeilijke historische relatie tussen socialisme en Vlaamsgezindheid, en de politieke gevolgen daarvan. In het hoger genoemde historisch werk van Jan Dhondt las ik wél enkele aparte hoofdstukken over de arbeidersbeweging, het socialisme en de ‘Vlaamse kwestie’, van Michel Oukhow en Leo Picard. Het is niet dat Brepoels geen oog heeft voor deze problemen. Doorheen het boek zijn er veel verwijzingen naar; er worden zelfs hoofdstukjes gewijd aan de specifieke situaties in Vlaanderen en Wallonië, zowel economisch als politiek. Impliciet komen de twee gevoeligheden dus zeker aan bod, evenals de evolutie van België naar een geregionaliseerde, federale staat, met de splitsing van de partijen en de gevolgen voor de structuren en werking van de arbeidersbeweging. Maar valt er voor een geëngageerde Vlaamse historicus en socialist bijvoorbeeld echt niets te zeggen over de stelling van Frank Vandenbroucke hierover ooit in Knack: ‘Het is de socialisten jammer genoeg nooit gelukt de Vlaamse kwestie echt in de armen te sluiten’? Is dit niet één der redenen voor de historisch altijd zwakkere electorale scores van het Vlaamse socialisme, ook Europees gezien?Ik had er Brepoels graag over gelezen in een apart hoofdstuk in het laatste deel, of als een onderdeel van het nawoord. Al was het maar om, als ‘bottomline’, te benadrukken dat de Belgische vakbonden, en de linkse partijen, ondanks de hele evolutie naar federalisme, er (vooralsnog) in geslaagd zijn mee de Belgische eenheidsstaat te behouden, met een nog altijd federale, dus ‘unitaire’ sociale zekerheid. Ze hebben hun eigen structuren soepel en creatief aangepast en zo de noodzakelijke eenheid in hun eigen rangen weten te bewaren, niet altijd makkelijk. Verdient dit in een nawoord van zo’n uitgave niet in de verf gezet te worden, zeker in het huidige Europa met de opkomst van de ‘identitaire’ en samenlevingsproblemen en crises, en van populistische partijen die hiermee precies de sociaal zwakkere volkslagen aanspreken, met enig succes?

37 | Vakbond in Beweging 88

Besluit:watzoudenwe,o.a.indevakbonden,zonderdittitanenwerkvanBrepoelszijn?

De Belgische arbeidersbeweging, met zijn twee grote stromen, heeft een geschiedenis om fier op te zijn, zoveel is duidelijk. Dit wordt met dit werk uitvoerig maar vlot leesbaar gedocumenteerd voor het brede publiek, voor de huidige generaties. Onwetendheid, en daardoor vatbaarheid voor eenzijdige en manipulatieve rechtse verhalen, kan dus geen excuus meer zijn.Zoals ik heb trachten aan te tonen is dit boek veel meer dan een vrijblijvende, louter historische ‘nieuwe ode aan de werkman’ (Walter Pauli in Knack) . ‘Wat zoudt gij ...’ zou

op het schap van alle syndicale militanten en vrijgestelden moeten staan en door hen gelezen moeten worden.En overigens, voor wie geen tijd heeft het boek dadelijk te lezen beveelt de auteur zelf aan, in een van de interviews, alvast inleiding en nawoord door te nemen.

Een persoonlijk slotsuggestie, ter overweging aan de vakbondsverantwoordelijken:als men weet wat het de vakbonden vaak kost om stakingen te organiseren (stakersgeld), vervoer te betalen voor betogingen, op grote schaal pamfletten te drukken waarbij men zich soms kan afvragen of het behaalde resultaat in verhouding

staat tot de kosten, dan is het zeker te overwegen om een groepsaanschaf te overwegen van enkele tienduizenden exemplaren van dit boek om het massaal te verspreiden onder de militanten. Beschouw dit als een diepgaandere investering in vorming en militantisme ...

Gegevens:

Jaak Brepoels, Wat zoudt gij zonder ‘t werkvolk zijn? De geschiedenis van de Belgische arbeidersbeweging 1830-2015, Uitg. Van Halewyck, 655 blz., 29,90 €

Frans Van Heddeghem April 2016, email:[email protected]

DaguitstapmetdeABVVsenioren|31mei2016 BezoekaandeBoomsesteenbakkerijen hetSpeelgoedmuseuminMechelen

Volg ons op Twitterwees onmiddellijk op de hoogte van de activiteiten, acties, standpunten en dienstverlening van het ABVV in de regio Antwerpen.

lVolg ons op www.twitter.com en je bent als eerste mee: @abvvantwerpen

lVolg ook de tweets van Dirk Schoeters, algemeen secretaris van het ABVV-regio Antwerpen: @Dirkabvvantw

Volg ons op Facebook

Aankondigingen, foto’s, video’s,persberichten vanABVV-regio Antwerpen.Je vindt ze op:www.facebook.com/ABVV.regio.Antwerpen

Programma:

09.00u : Vertrek met de bus in Antwerpen aan de Van Stralenstraat (zijde Koninklijk Atheneum)09.30u : Geleid bezoek aan de steenbakkerij in Boom. 12.30u : Middagmaal met driegangenmenu in het Hof de Merode | Mechelen. 15.00u : Geleid bezoek aan het speelgoedmuseum.17.00u: Terugkeer naar Antwerpen.

Wanneer? dinsdag 31 mei 2016

Prijs? 45 euro per persoon. In de prijs zit inbegrepen: busrit, toegang en gidsen voor debeide musea, driegangen maaltijd met koffie/thee(andere dranken zijn apart te betalen).

Infoeninschrijvingen:AdviespuntOmmeganckstraat 35 (1e verdieping)2018 AntwerpenT: 03 220 66 [email protected]

38 | Vakbond in Beweging 88

Zaterdag 2 april.In Boom maakten het ABVV-regio Antwerpen en zijn centrales zich op voor de sociale verkiezingen. Meer dan 2500 militanten en familieleden kwamen naar het provinciaal domeinDe Schorre voor een leuke dag met optredens, animatie en een hele reeks aan activiteiten.

Een uitgebreid fotoalbum vind je op de Facebookpagina van ABVV-regio Antwerpen.

Wij zijn het ABVV... en klaar voor de sociale verkiezingen

VOORAVOND

ABVV-METAAL PRESENTEERT

INFO OP 03 203 43 49 / [email protected] VIA UW ABVV-AFGEVAARDIGDE

BONDSGEBOUW - OMMEGANCKSTRAAT 47/49 - ANTWERPEN

STS

22.00 u

VOORAVOND

ABVV-METAAL PRESENTEERT

INKOM €5 IN VOORVERKOOPINFO OP 03 203 43 49 / [email protected]

OF VIA UW ABVV-AFGEVAARDIGDE

30 APRIL 2016

DEUREN OPEN OM 20.30 uBONDSGEBOUW - OMMEGANCKSTRAAT 47/49 - ANTWERPEN

STS

22.00 u

DJ WARD

23.30 u

Q16-1822_ABVV_vooravond_affiche_A4_01.indd 1 23/02/16 09:32

met optre�ns vanOMDAT HET 1 M

EI IS, FEEST VAN DE ARBEID - OMDAT HET 1 M

EI IS

, FEE

ST VA

N DE ARBEID -

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

1_MEI_2016_DEF.pdf 1 24/02/16 13:35