Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

412
Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2006-2012

description

 

Transcript of Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Page 1: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2006-2012

Page 2: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Uitgever: Directie-generaal Sociaal Beleid - Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Wettelijk depot: D/2012/10.528/1 © 2012, Directie-generaal Sociaal Beleid, Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Brussel Behalve voor commerciële doeleinden is alle reproductie toegelaten, mits de bron uitdrukkelijk wordt vermeld.

Page 3: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

WOORD VOORAF De doelstelling De sociale zekerheid ondergaat voortdurend veranderingen. Sommige moeten de burgers meer welzijn verschaffen, terwijl andere in de eerste plaats de financiële duurzaamheid van het stelsel voor ogen hebben. Hieruit volgt een snelle evolutie die vanuit verschillende invalshoeken kan benaderd worden. Hoe kan men dit echter beter illustreren dan met cijfers? De ontvangsten, de uitgaven, het aantal personen die bijdragen betalen en die uitkeringen ontvangen zijn kenmerkend voor de omvang van de bestaande voorzieningen van sociale bescherming en geven in zekere mate ook een beeld van deze voorzieningen weer. De evolutie van deze gegevens is dan ook de weerspiegeling van verschillende bewegingen, op gang gebracht door drie soorten drijfkrachten: de wijzigingen aangebracht door de wetgever om het toepassingsgebied van de verschillende voorzieningen aan te passen, de inwendige krachten binnen de deelsectoren van de sociale bescherming zelf, die het resultaat zijn van bijvoorbeeld veranderingen in de leeftijdsstructuur van de rechthebbenden, en ten slotte de externe invloedfactoren zoals de economische achtergrond. De cijfers zijn de weerspiegeling van de evolutie van het systeem waaruit ze voortkomen. Deze publicatie heeft tot doel enkele beelden te tonen, die gekozen zijn uit al degene die weergegeven zouden kunnen worden, die dan een draagbaar (vandaar de benaming “vade mecum") panoramisch overzicht van de sociale bescherming in België geven. Ze is niet enkel bedoeld voor beleidsverantwoordelijken en de intelligentsia van het land, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp en die op zoek is naar globale of op één sector gerichte informatie. De gegevens Zoals in de vorige edities zijn de gepubliceerde cijfers beheersgegevens die de evolutie van ontvangsten en uitgaven beschrijven. De kennis ervan is onontbeerlijk voor het nemen van beslissingen en voor de goede werking van de instellingen van sociale zekerheid. We publiceren deze gegevens in een onbewerkte vorm, waarbij de lezer ze zelf op een weldoordachte manier kan gebruiken. Om hem hierbij te helpen worden de meeste tabellen vergezeld met korte methodologische nota's. Vermits het aantal bladzijden van een publicatie hoe dan ook beperkt is, terwijl het aantal statistische gegevens die de instellingen van sociale zekerheid kunnen verstrekken enorm is, moesten bepaalde keuzes gemaakt worden. Meestal hebben we gekozen voor uitsplitsingen naar geslacht, leeftijdsklasse, statuut of type van prestatie. Alle gegevens betreffende de jaren 2011 en 2012, zijn ramingen opgemaakt in oktober 2011, tenzij anders vermeld, en die later nog kunnen gewijzigd worden. De geconsolideerde economische rekeningen over de periode 2006-2010 en de gegevens in de andere hoofdstukken met een grijze achtergrond zijn nog niet definitief vastgesteld, maar het zijn wel de meest betrouwbare gegevens die beschikbaar zijn. De structuur De informatie in dit Vade Mecum werd als volgt gestructureerd. In het eerste deel geven we een actualisatie van de begroting 2011 en de initiële begroting 2012. Het tweede deel handelt over het stelsel van de werknemers met historische gegevens over de periode 2006-2010. Het bevat de voorlopige geconsolideerde economische rekeningen, de begrotingsrekeningen van het globaal beheer en een reeks statistische gegevens voor de bijdragen en voor elke soort prestaties. Het derde deel volgt hetzelfde stramien als het tweede en behandelt het stelsel van de zelfstandigen. Het vierde hoofdstuk is aan de geneeskundige verzorging gewijd, die sinds 2008 een eenheidsstelsel is. In dit afzonderlijk deel komen de economische rekeningen, de begrotingstabel en de statistieken geneeskundige verzorging aan bod. Om de vergelijking met gegevens van 2008 - 2010 te vergemakkelijken, werden de gegevens 2006-2007 teruggebracht of herrekend op basis van Algemene Regeling + Regeling der Zelfstandigen. Het vijfde en het zesde hoofdstuk zijn een samenvatting van historische gegevens over het socialebijstandsstelsel en over het stelsel der overzeese sociale zekerheid.

i

Page 4: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De lezer vindt ook een methodologische nota over het onderscheid tussen de economische en begrotingsrekeningen. In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen over de indexering, de alternatieve financiering, de sociale correcties, de openbare sector en het financieringssaldo dat verschijnt in de nationale rekeningen. De realisatie Deze publicatie werd gerealiseerd door het domein ”Kerngegevens” van de DG Sociaal Beleid. De Dienst Communicatie zorgde voor het plaatsen van de elektronische versie van het Vade Mecum op de website. Opmerkingen over de inhoud kunnen gericht worden aan: FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Kerngegevens Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 115 1000 BRUSSEL e-mail: [email protected] De personen die belangstelling hebben voor andere informatie, kunnen de portaalsite van de sociale zekerheid raadplegen: http://www.socialsecurity.fgov.be. Zij zullen er met name de links terugvinden naar de sites van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die een rijke bron vormen aan statistische en financiële informatie. Andere inlichtingen over de publicaties van de FOD Sociale Zekerheid kunnen op het volgende adres verkregen worden: FOD Sociale Zekerheid Dienst Publicaties Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 135 1000 Brussel Tel.: 02 – 509.85.52 e-mail: [email protected]

ii

Page 5: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Inhoudstafel Woord vooraf i Inhoudstafel iii

Methodologische nota betreffende de economische en de budgettaire rekeningen 1

I. Algemene toelichting bij de begroting 2012 5

II. Het stelsel van de werknemers 2006-2010 91

A. Geconsolideerde economische rekeningen 93 1. Economische rekeningen 2006 2. Economische rekeningen 2007 3. Economische rekeningen 2008 4. Economische rekeningen 2009 5. Economische rekeningen 2010

B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 105

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2006-2010 3. Definitieve rekeningen 2006 4. Definitieve rekeningen 2007 5. Definitieve rekeningen 2008 6. Voorlopige rekeningen 2009 7. Voorlopige rekeningen 2010

C. Statistieken 133

1. Sociale bijdragen 137 2. Uitkeringen (RIZIV) 151 3. Pensioenen (RVP) 163 4. Gezinsbijslag (RKW) 171 5. Arbeidsongevallen (FAO) 181 6. Beroepsziekten (FBZ) 187 7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen,

loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 193 8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 209 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ) 211

III. Het stelsel van de zelfstandigen 2006-2010 221

A. Geconsolideerde economische rekeningen 223 1. Economische rekeningen 2006 2. Economische rekeningen 2007 3. Economische rekeningen 2008 4. Economische rekeningen 2009 5. Economische rekeningen 2010

B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 235

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2006-2010 3. Definitieve rekeningen 2006 4. Definitieve rekeningen 2007 5. Definitieve rekeningen 2008 6. Voorlopige rekeningen 2009 7. Voorlopige rekeningen 2010

iii

Page 6: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

C. Statistieken 257

1. Sociaal statuut (RSVZ) 259 2. Uitkeringen (RIZIV) 265 3. Pensioenen (RVP) 275 4. Gezinsbijslag (RSVZ) 281 5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 289

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging 2006-2010 291

A. Economische rekeningen 293

B. Begrotingstabel 297 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2006-2010

C. Statistieken 315

V. Sociale bijstand 2006-2010 333

1. Dienstverlening van de OCMW’s 2. Inkomensgarantie voor ouderen – Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

VI. DOSZ 2006-2010 347

A. Beschrijving van het stelsel B. Lopende rekeningen (budgettair concept) C. Statistieken

VII. Bijlagen 361

1. Indexering 2. Alternatieve financiering

2.1 Periode 2006-2010 2.2 Periode 2011-2012

3. Sociale correcties 4. Openbare sector 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

Lijst van de afkortingen 405

iv

Page 7: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen A. Algemeenheden Hoe groot is het bedrag aan bijdragen van het werknemersstelsel? Op deze eenvoudige vraag kunnen verscheidene antwoorden gegeven worden. Alles hangt ervan af wat men verstaat onder “bedrag”, “bijdragen” en “werknemersstelsel”. Onder “bedrag” kan men verstaan de geïnde sommen in de loop van het jaar (geïnde bedragen) of de sommen die men zou moeten geïnd hebben, omdat de betaaldatum vervallen is in het beschouwde jaar (vervallen bedragen) of nog de sommen die verschuldigd zijn voor het betreffende jaar wat ook de betaaldatum ervan weze (gelopen bedragen). Onder “bijdragen” kan men de gewone bijdragen verstaan die berekend worden op de lonen of andere bijdragen berekend op andere basissen eraan toevoegen, zoals de bijdrage op bedrijfswagens of de forfaitaire bijdrage verschuldigd per bruggepensioneerde. De sociale zekerheid loopt inderdaad over van een veelheid aan ontvangsten die terecht of ten onrechte “bijdragen” genoemd worden. Het “werknemersstelsel” kan beperkt worden tot de takken waarvan de ontvangsten door de RSZ globaal beheerd worden of integendeel ook takken opnemen die hun eigen financiering bezitten, zoals het kapitalisatiestelsel van het FAO of de gezinsbijslagen en de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ambtenaren van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Kortom, er zijn zoveel antwoorden als gezichtspunten mogelijk. Voor het werknemersstelsel, het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) hebben we ervoor gekozen twee reeksen financiële gegevens voor te stellen: de “economische rekeningen” van de takken gesitueerd binnen de ruime perimeter, die hieronder gepreciseerd wordt en de “budgettaire rekeningen” van de takken die behoren bij het Globaal beheer van de ontvangsten, ingericht in 1995 bij de RSZ en in 1997 bij het RSVZ. De budgettaire boekhouding is gebaseerd op de notie “verworven recht” en de economische boekhouding op deze van “vastgesteld recht”. Een recht kan beschouwd worden als zijnde verworven, wanneer de drie volgende voorwaarden vervuld zijn:

1° het bedrag kan exact bepaald worden; 2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is wel gekend; 3° de betaling is in de loop van het beschouwde jaar vervallen.

Een vastgesteld recht is een recht dat voldoet aan de eerste twee voorwaarden, maar niet noodzakelijk aan de derde. De verplichting tot betalen moet evenwel bestaan. Bovendien is de budgettaire boekhouding beperkt tot de verrichtingen die volgen uit relaties met derden terwijl de economische boekhouding, samengesteld uit balans en resultatenrekening (lasten en opbrengsten) ook de interne bewegingen zoals afschrijvingen en provisies incorporeert. Ten slotte en in tegenstelling tot de resultatenrekening, die slechts de lopende verrichtingen bevat, worden in de budgettaire rekening ook de kapitaalverrichtingen opgenomen. De drie volgende tabellen tonen de verschillen in perimeter tussen de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen. Gelieve op te merken dat de situatie zoals die wordt weergegeven de situatie op 1 januari 2010 is.

1

Page 8: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

STELSEL VAN DE WERKNEMERS

ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN

Geneeskundige verzorging - Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen) - Stelsel van de zeelieden (HVKZ) - Invaliditeitspensioenen van mijnwerkers

Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen)

Pensioenen - Repartitiestelsel (RVP)

Pensioenen - Repartitiestelsel (RVP)

Gezinsbijslagen - RKW + private kassen

- Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten --(RKW) - RSZPPO

Gezinsbijslagen - RKW + private kassen

Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet, PWA, TWW, gesubsidieerde -----------contractuelen - Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet

Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO) - Kapitalisatiestelsel (FAO)

Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO)

Beroepsziekten - FBZ: sectoren Globaal beheer en provinciale en --lokale besturen - Asbestfonds

Beroepsziekten - FBZ: sector Globaal beheer - Asbestfonds

Invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers

Stelsel van de zeelieden - Geneeskundige verzorging (HVKZ) - Uitkeringen (HVKZ) - Werkloosheid (HVKZ)

Globaal beheer - RSZ, RSZPPO, HVKZ-geconsolideerd

Globaal beheer - RSZ

2

Page 9: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN

ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN

Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)

Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)

Pensioenen (RSVZ)

Gezinsbijslagen (RSVZ)

Faillissementsverzekering (RSVZ)

Palliatieve zorgen (RSVZ)

RSVZ - Pensioenen - Gezinsbijslagen - Faillissementsverzekering - Palliatieve zorgen - Globaal beheer Globaal beheer (RSVZ)

Socialeverzekeringsfondsen (beheer)

STELSEL GENEESKUNDIGE VERZORGING (RIZIV)

ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN

Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen

Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen

B. De economische rekeningen De hier voorgestelde economische rekeningen hernemen de rekeningen van lasten en opbrengsten van de openbare instellingen van sociale zekerheid op een synoptische wijze, door ze eerst tak per tak te consolideren en vervolgens per stelsel. In de rekeningen van lasten en opbrengsten worden de gelopen bedragen geregistreerd of ze nu in het beschouwde jaar op vervaldag gekomen zijn of niet. Ze beantwoorden aldus volkomen aan de Europese methodologie “ESR 95” die eist dat de flux ingeboekt wordt op basis van verrichtingen, d.w.z. op het ogenblik van het ontstaan, de omvorming of het verdwijnen van rechten. Vermits het boekhoudplan van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid een uitsplitsing oplegt naar sociale zekerheidstak is het mogelijk vanuit deze uitsplitsing een representatieve consolidatie op te stellen van elke tak en elk stelsel. Deze geconsolideerde rekeningen dienen als basis voor de rekening “S1314” van de sociale zekerheid, welke voorkomt in de nationale rekeningen. Het resultaat van de economische rekeningen, zijnde het verschil tussen opbrengsten en lasten, wordt ”besparing” genoemd en wordt op de balans toegewezen aan de rubriek ”reserves”. Het past de lezer te melden dat de som van de besparing bij het werknemersstelsel, bij het stelsel van de zelfstandigen en bij het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) verschilt van het financieringssaldo (“behoefte of capaciteit tot financiering”) van de ondersector sociale zekerheid, die men terugvindt in de nationale rekeningen en dit om verschillende redenen: De sociale zekerheid omvat in de nationale rekeningen niet alleen de stelsels van de

werknemers, van de zelfstandigen en van de geneeskundige verzorging (RIZIV) zoals hier weergegeven, maar tevens het gedeelte van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, dat beheerd wordt door de RSZPPO, de overzeese sociale zekerheid beheerd door de DOSZ, alle fondsen van bestaanszekerheid en het “Zorgfonds” ingesteld door de Vlaamse Gemeenschap.

3

Page 10: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Volgens de “ESR 95” methodologie moeten de sociale bijdragen die verschuldigd zijn, maar die nooit geïnd kunnen worden, afgetrokken worden van de ontvangsten van de inningsinstellingen. Daarom wordt het bedrag dat geboekt is in provisies en kwade posten in de rekeningen van deze laatste geannuleerd en vervangen door een raming van sociale bijdragen die nooit ontvangen zullen worden. Een ander verschil in de inhoud van de rekeningen is de inboeking van gerealiseerde investeringen in de plaats van kosten voor afschrijvingen.

Bovendien worden in de nationale rekeningen nog andere correcties aangebracht, hetzij om de vastgestelde rechten geboekt per instelling beter te doen aansluiten bij de economische realiteit en bij de verschillende statistieken van deze, hetzij met de bedoeling dat de consolidatie van de ondersector van de sociale zekerheid met het geheel van de overheidssector correct uitgevoerd wordt.

De lezer zal als bijlage (VII, 5) het verband terugvinden dat er bestaat tussen de ‘besparing’ van de hier voorgestelde’ geconsolideerde economische rekeningen en het resultaat (genaamd “financieringssaldo”) van de rekening van de sociale zekerheid voorgesteld in de “Rekeningen van de overheid”, gepubliceerd door het Instituut voor de nationale rekeningen. C. De budgettaire rekeningen De geconsolideerde budgettaire rekeningen hernemen de budgettaire rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid op synoptische wijze voorgesteld om ze vlugger begrijpelijk te maken. Nochtans zijn hier alleen betrokken de takken die vallen onder het Globaal beheer van de werknemers of dat van de zelfstandigen of onder het stelsel van de geneeskundige verzorging (RIZIV). Deze rekeningen registreren de vervallen bedragen. In tegenspraak met de regel van universaliteit (of van totaliteit) worden sommige samentrekkingen tussen ontvangsten en uitgaven in onze tabellen doorgevoerd om te komen tot netto-bedragen. Bovendien werden bepaalde ontvangsten en uitgaven vrijwillig verwijderd: de aan- en verkopen van aandelen en vastrentende waarden en de vastgoedbeleggingen. Deze verrichtingen beïnvloeden de samenstelling van het patrimonium maar hebben geen invloed op de eigenlijke activiteit van de instellingen. Voor elke tak afzonderlijk genomen heeft het totaal van de lopende ontvangsten en het totaal van de lopende uitgaven een betekenis. Daarentegen zijn op geconsolideerd niveau de betekenisvolle bedragen enerzijds het totaal van eigen ontvangsten en anderzijds het totaal van de uitgaven vóór transfers. Daarom worden de transfers tussen takken geïsoleerd in het geheel van het Globaal beheer om te vermijden een ontvangst tweemaal te boeken in het geconsolideerd totaal. Hoewel zekere rubrieken een zelfde titel dragen in de economische rekeningen, moet de lezer ten slotte verwittigd worden dat hun inhoud verschillend kan zijn.

4

Page 11: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

I

Algemene toelichting bij de begroting 2012 –

herziening van de begroting 2011

Algemene toelichting

Begroting van de ontvangsten en de uitgaven voor het begrotingsjaar 2012

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, doc. 53 1942/001, p.165-237, 21 december 2011

Page 12: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 13: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

DE STELSELS VAN SOCIALE BESCHERMING

LES REGIMES DE PROTECTION SOCIALE

INHOUDSTAFEL TABLE DES MATIERES

Inleiding 11 Introduction 11

HOOFDSTUK I. Samenvattende tabellen 13 CHAPITRE I. Tableaux récapitulatifs 13

TABEL I.1 Samenvattende tabel: 2011

TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif: 2011

TABEL I.2 Samenvattende tabel: 2012

TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif: 2012

TABEL I.3.1 Evolutie van de overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid aan de sociale zekerheid: 2011-2012

TABLEAU I.3.1 Evolution des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral destinés à la sécurité sociale 2011-2012

TABEL I.3.2 Evolutie van de overdrachten aan de gezinnen ten laste van de begroting van de federale overheid: 2011-2012

TABLEAU I.3.2 Evolution des transferts aux ménages à charge du budget de l’Etat fédéral: 2011-2012

HOOFDSTUK II. Het globaal beheer voor werknemers

21 CHAPITRE II. La gestion globale des travailleurs salariés

21

1 Tabellen voor 2011 en 2012 21 1 Tableaux de 2011 et 2012 21

TABEL II.1 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011

TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2011

TABEL II.2 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2012

TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2012

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2011 en 2012

26 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2011 et 2012

26

TABEL II.3 Sociale bijdragenverminde-ringen: 2011-2012

TABLEAU II.3 Réductions de cotisations sociales: 2011-2012

3 Evolutie van de prestaties 2011-2012 36 3 Evolution des prestations 2011-2012 36

TABEL II.4 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011-2012

TABLEAU II.4 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2011-2012

I. Algemene toelichting I. Exposé général

7

Page 14: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

TABEL II.5 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011-2012

TABLEAU II.5 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2011-2012

TABEL II.6 Indexering van de prestaties: 2011-2012

TABLEAU II.6 Indexation des prestations: 2011-2012

TABEL II.7 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2011-2012

TABLEAU II.7 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2011-2012

HOOFDSTUK III. Het Globaal beheer voor zelfstandigen

47 CHAPITRE III. La gestion globale des travailleurs indépendants

47

1 Tabellen voor 2011 en 2012 47 1 Tableaux de 2011 et 2012 47

TABEL III.1 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011

TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2011

TABEL III.2 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2012

TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2012

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2011 en 2012

52 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2011 et 2012

52

3 Evolutie van de prestaties 2011-2012 57 3 Evolution des prestations 2011-2012 57

TABEL III.3 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011-2012

TABLEAU III.3 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2011-2012

TABEL III.4 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige ver-zorging uitgezonderd): 2011-2012

TABLEAU III.4 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2011-2012

TABEL III.5 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2011-2012

TABLEAU III.5 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2011-2012

I. Algemene toelichting I. Exposé général

8

Page 15: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

63 CHAPITRE IV. INAMI-Soins de santé 63

1 Tabellen voor 2011 en 2012 63 1 Tableaux de 2011 et 2012 63

TABEL IV.1 Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging: 2011-2012

TABLEAU IV.1 Budget de l’INAMI-Soins de santé: 2011-2012

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2011 en 2012

67 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2011 et 2012

67

HOOFDSTUK V. De andere regelingen van de sociale zekerheid

71 CHAPITRE V. Les autres régimes de sécurité sociale

71

TABEL V.1 Begroting van de DOSZ: 2011-2012

TABLEAU V.1 Budget de l’OSSOM: 2011-2012

TABEL V.2 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2011

TABLEAU V.2 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2011

TABEL V.3 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2012

TABLEAU V.3 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2012

HOOFDSTUK VI. De sociale bijstand 75 CHAPITRE VI. L’assistance sociale 75

TABEL VI.1 Prestaties van de stelsels sociale bijstand: 2011-2012

TABLEAU VI.1 Prestations des régimes d’assistance sociale: 2011-2012

TABEL VI.2 Volumefactoren van de stelsels sociale bijstand: 2011-2012

TABLEAU VI.2 Facteurs de volume des régimes d’assistance sociale: 2011-2012

TABEL VI.3 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2011-2012

TABLEAU VI.3 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2011-2012

HOOFDSTUK VII. De pensioenen van de overheidssector

81 CHAPITRE VII. Les pensions du secteur public

81

TABEL VII.1 Pensioenen van de over-heidssector 2011-2012

TABLEAU VII.1 Pensions du secteur public 2011-2012

HOOFDSTUK VIII. De tewerkstellings-programma’s

87 CHAPITRE VIII. Les programmes d’emploi

87

I. Algemene toelichting I. Exposé général

9

Page 16: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 17: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

INLEIDING INTRODUCTION

In de hoofdstukken II en III komen de cijfers van de globale beheren van de werknemers en de zelfstandigen aan bod. In hoofdstuk IV wordt de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging afzonderlijk besproken.

Les chapitres II en III présentent les chiffres des gestions globales des salariés et des indépendants. Dans le chapitre IV, la branche INAMI-Soins de santé est traitée séparément.

Daarnaast wordt er in hoofdstuk V aandacht besteed aan de takken buiten globaal beheer. Het stelsel “Buiten globaal beheer” omvat volgende takken: het kapitalisatiestelsel arbeidsongevallen, het Asbestfonds ingericht bij het FBZ, de sectoren tewerkstelling en arbeid beheerd door de RVA, het stelsel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (gezinsbijslag, pensioenen van het statutair personeel en beroepsziekten), de fondsen voor bestaanszekerheid, het fonds voor collectieve uitrustingen en diensten. De overzeese sociale zekerheid komt aan bod in een afzonderlijke tabel.

En outre, une attention particulière a été portée aux branches hors gestion globale dans le chapitre V. Le régime « Hors gestion globale » comprend les branches suivantes : le régime de capitalisation accidents du travail, le Fonds Amiante créé au FMP, les secteurs emploi et travail gérés par l’ONEm, le régime des administrations provinciales et locales (prestations familiales, pensions du personnel statutaire et maladies professionnelles), les fonds de sécurité d’existence, le fonds des équipements et services collectifs. La sécurité sociale d’Outre-mer est présentée dans un tableau séparé.

Naast de stelsels van sociale zekerheid bevatten de stelsels van sociale bescherming de prestaties van sociale bijstand (inkomensgarantie voor ouderen, leefloon, maatschappelijke dienstverlening en tegemoetkomingen aan personen met een handicap), de overheidspensioenen (ten laste van de Pensioendienst voor de overheidssector) en ten slotte de gezinsbijslag ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (overdrachten aan gezinnen).

À côté des régimes de sécurité sociale, les régimes de protection sociale comprennent les prestations d’assistance sociale (garantie de revenus aux personnes âgées, revenu d’intégration, aide sociale et allocations aux personnes handicapées), les pensions publiques (à charge du Service des Pensions du Secteur Public) et enfin, les prestations familiales à charge du budget général des Dépenses (transferts aux ménages).

In hoofdstuk I wordt een consolidatie van al die verschillende begrotingen voorgesteld alsook een tabel met de totale overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid.

Le chapitre I présente une consolidation de tous ces différents budgets, ainsi qu’un tableau avec le total des transferts à charge du budget de l’État fédéral.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

11

Page 18: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 19: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK I CHAPITRE I

SAMENVATTENDE TABELLEN TABLEAUX RECAPITULATIFS

Methodologie Méthodologie

De tabellen I.1 en I.2 zijn een consolidatie van de gedetailleerde tabellen in de hoofdstukken II tot VI, alsook van de prestaties van sociale bijstand, de pensioenen overheidssector en de andere overdrachten naar de gezinnen.

Les tableaux I.1 et I.2 sont une consolidation des tableaux détaillés qui figurent aux chapitres II à VI, ainsi que les prestations d’assistance sociale, les pensions secteur public et les autres transferts aux ménages.

De overdrachten tussen de verschillende stelsels worden in deze geconsolideerde tabellen uit de ontvangsten en uit de uitgaven gehaald en worden afzonderlijk vermeld in de rubriek “overdrachten tussen stelsels”. Zo bevat de kolom totaal geen dubbeltelling.

Dans ces tableaux consolidés, les transferts entre les différents régimes sont isolés des recettes et des dépenses et repris dans la rubrique « transferts entre régimes ». Ainsi, la colonne total ne contient pas de doubles comptages.

De tabellen I.3.1 en I.3.2. bevatten de bedragen van de overdrachten ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (staatstoelagen) en van de algemene ontvangsten van de federale overheid (het gaat hier voornamelijk om de alternatieve financiering) die voor de sociale bescherming bestemd zijn.

Les tableaux I.3.1 et I.3.2 reprennent les montants des transferts à charge du budget général des Dépenses (subventions) et des recettes générales de l’État fédéral (il s’agit principalement du financement alternatif) destinés à la protection sociale.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

13

Page 20: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

41.4

22.6

763.

558.

665

919.

581

4.05

1.55

165

.289

50.0

17.7

61

3.74

7.27

7

53.7

65.0

38C

oti

sati

on

s

Sta

atst

oel

agen

7.

067.

406

1.42

8.95

7

29

4.58

58.

790.

948

3.30

4.22

38.

585.

816

39.1

4420

.720

.131

Su

bve

nti

on

s d

e l'É

tat

In d

e pr

esta

ties

6.05

9.76

61.

316.

997

294.

585

7.67

1.34

83.

304.

223

8.54

6.90

539

.144

19.5

61.6

20D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

(1)

1.00

7.64

011

1.96

0

1.11

9.60

0

1.11

9.60

0S

ubve

ntio

n de

l'É

tat s

péci

fique

(1)

And

ere

38

.911

38

.911

Aut

res

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

12

.786

.584

1.10

6.32

62.

630.

477

124.

260

16

.647

.647

16

.647

.647

Fin

ance

men

t al

tern

atif

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

1.22

8.58

718

.241

1.02

8.66

324

7.26

42.

009

2.52

4.76

4

2.52

4.76

4R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

60

4.57

60

1.00

014

7.65

62.

121

755.

353

75

5.35

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

189.

121

11.9

784.

130

81.2

372.

430

288.

896

28

8.89

6R

even

us

de

pla

cem

ents

Div

erse

n

734.

991

2.67

540

4.38

410

.698

3.69

41.

156.

442

28

.140

1.

184.

582

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

64

.033

.940

6.12

6.84

24.

988.

235

4.66

2.66

637

0.12

780

.181

.810

3.30

4.22

312

.361

.233

39.1

4495

.886

.410

Rec

ette

s p

rop

res

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 99

5.78

810

9.84

624

.915

.336

101.

518

26

.122

.488

26

.122

.488

Tra

nsfe

rts

entr

e ré

gim

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

65

.029

.728

6.23

6.68

829

.903

.571

4.76

4.18

437

0.12

710

6.30

4.29

83.

304.

223

12.3

61.2

3339

.144

122.

008.

898

To

tal r

ece

ttes

co

ura

nte

s

(a)

Beg

rotin

g va

n de

Pen

sioe

ndie

nst v

oor

de o

verh

eids

sect

or.

(a)

Bud

get d

u S

ervi

ce d

es P

ensi

ons

du S

ecte

ur p

ublic

.

(1)

Zoa

ls b

epaa

ld in

art

ikel

73

van

de p

rogr

amm

awet

van

23

dece

mbe

r 20

09 k

an h

et b

edra

g va

n de

bijz

onde

re

staa

tsto

elag

e in

de

loop

van

het

jaar

her

zien

wor

den

in fu

nctie

van

de

mac

ro-e

cono

mis

che

para

met

ers

en d

e bu

dget

taire

evo

lutie

van

de

stel

sels

voo

r so

cial

e ze

kerh

eid.

(1)

Com

me

stip

ulé

dans

l'ar

ticle

73

de la

loi p

rogr

amm

e du

23

déce

mbr

e 20

09 le

mon

tant

de

la s

ubve

ntio

n de

l'E

tat

spéc

ifiqu

e pe

ut ê

tre

revu

dan

s le

cou

rant

de

l'ann

ée e

n fo

nctio

n de

s pa

ram

ètre

s m

acro

-éco

nom

ique

s et

de

l'évo

lutio

n bu

dgét

aire

des

rég

imes

de

la s

écur

ité s

ocia

le.

(In

dui

zend

EU

R)

(aan

pass

ing

okto

ber

2011

) (

En

mill

iers

EU

R)

(ada

ptat

ion

octo

bre

2011

)

TA

BE

L I.1

TA

BLE

AU

I.1

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

011

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

14

Page 21: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

Uit

gav

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

(b

)

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

39.3

73.6

913.

739.

123

24.7

75.8

764.

426.

964

384.

594

72.7

00.2

483.

304.

223

12.3

21.5

2839

.144

88.3

65.1

43P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

4.84

467

5

966

5.62

1

5.62

1F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

1.19

9.44

088

.636

1.00

5.19

275

.291

12.9

562.

381.

515

39

.705

2.

421.

220

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

93

5.73

70

1.75

8.18

535

1.37

52.

185

3.04

7.48

1

3.04

7.48

1T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

17.6

37

401

18.0

38

18.0

38C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

1.92

6.86

94.

968

830.

770

406

3.42

32.

766.

435

2.

766.

435

Div

ers

Uit

gav

en v

óó

r o

verd

rach

ten

43

.458

.219

3.83

3.40

128

.370

.023

4.85

4.13

140

3.56

580

.919

.338

3.30

4.22

312

.361

.233

39.1

4496

.623

.938

Dép

ense

s a

van

t tr

ansf

erts

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 22

.626

.103

2.39

3.42

61.

098.

460

4.50

0

26.1

22.4

88

26.1

22.4

88T

rans

fert

s en

tre

régi

mes

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

66

.084

.322

6.22

6.82

729

.468

.483

4.85

8.63

140

3.56

510

7.04

1.82

73.

304.

223

12.3

61.2

3339

.144

122.

746.

427

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-1.0

54.5

949.

861

435.

088

-94.

447

-33.

437

-737

.528

00

0-7

37.5

28S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Co

mp

tes

de

Cap

ital

On

tvan

gst

en (2

)29

0.00

0

0

029

0.00

00

00

290.

000

Rec

ette

s (2

)

Uit

gav

en

766

00

766

00

076

6D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

28

9.23

4

0

028

9.23

40

00

289.

234

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -7

65.3

609.

861

435.

088

-94.

447

-33.

437

-448

.294

00

0-4

48.2

94R

ésu

ltat

bu

dg

étai

re

TA

BE

L I.1

TA

BLE

AU

I.1

(2)

Zoa

ls b

epaa

ld in

art

ikel

74

van

de p

rogr

amm

awet

van

23

dece

mbe

r 20

09 k

an h

et b

edra

g va

n de

ren

telo

ze

leni

ng a

an d

e R

SZ

-Glo

baal

beh

eer

in d

e lo

op v

an h

et ja

ar h

erzi

en w

orde

n in

func

tie v

an d

e m

acro

-eco

nom

isch

e pa

ram

eter

s en

de

budg

etta

ire e

volu

tie v

an d

e st

else

ls v

oor

soci

ale

zeke

rhei

d.

(2)

Com

me

stip

ulé

dans

l'ar

ticle

74

de la

loi p

rogr

amm

e du

23

déce

mbr

e 20

09 le

mon

tant

du

prêt

san

s in

térê

ts à

l’O

NS

S-G

estio

n gl

obal

e pe

ut ê

tre

revu

dan

s le

cou

rant

de

l'ann

ée e

n fo

nctio

n de

s pa

ram

ètre

s m

acro

-éco

nom

ique

s et

de

l'évo

lutio

n bu

dgét

aire

des

rég

imes

de

la s

écur

ité s

ocia

le.

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

011

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2011

(

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g ok

tobe

r 20

11)

(ver

volg

) (

En

mill

iers

EU

R)

(ada

ptat

ion

octo

bre

2011

) (s

uite

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

15

Page 22: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

43.3

71.5

243.

645.

728

963.

196

4.38

1.24

565

.289

52.4

26.9

82

3.95

2.26

5

56.3

79.2

47C

oti

sati

on

s

Sta

atst

oel

agen

9.

418.

318

1.70

3.31

6

34

3.12

811

.464

.762

3.45

5.11

29.

035.

905

40.9

2723

.996

.706

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

6.18

2.27

91.

343.

756

343.

128

7.86

9.16

33.

455.

112

8.99

6.81

340

.927

20.3

62.0

15D

ans

les

pres

tatio

ns

Eve

nwic

ht s

ocia

le z

eker

heid

3.23

6.03

935

9.56

0

3.59

5.59

9

3.59

5.59

9E

quili

bre

sécu

rité

soci

ale

And

ere

39

.092

39

.092

Aut

res

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

11

.507

.117

966.

078

2.76

2.59

612

2.14

3

15.3

57.9

34

15.3

57.9

34F

inan

cem

ent

alte

rnat

if

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

1.27

1.99

518

.825

1.07

8.96

024

7.26

41.

809

2.61

8.85

2

2.61

8.85

2R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

49

7.65

90

1.04

713

9.33

72.

121

640.

163

64

0.16

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

211.

955

31.3

144.

217

66.2

572.

433

316.

176

31

6.17

6R

even

us

de

pla

cem

ents

Div

erse

n

764.

159

2.15

340

0.18

710

.761

3.54

21.

180.

803

3.

124

1.

183.

927

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

67

.042

.726

6.36

7.41

45.

210.

203

4.96

7.00

741

8.32

284

.005

.671

3.45

5.11

212

.991

.294

40.9

2710

0.49

3.00

5R

ecet

tes

pro

pre

s

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 7.

226

023

.842

.649

80.0

68

23.9

29.9

43

23.9

29.9

43T

rans

fert

s en

tre

régi

mes

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

67

.049

.953

6.36

7.41

429

.052

.852

5.04

7.07

441

8.32

210

7.93

5.61

53.

455.

112

12.9

91.2

9440

.927

124.

422.

948

To

tal r

ece

ttes

co

ura

nte

s

(a)

Beg

rotin

g va

n de

Pen

sioe

ndie

nst v

oor

de o

verh

eids

sect

or.

(a)

Bud

get d

u S

ervi

ce d

es P

ensi

ons

du S

ecte

ur p

ublic

.

(In

dui

zend

EU

R)

(E

n m

illie

rs E

UR

)

TA

BE

L I.2

T

AB

LEA

U I.

2

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

012

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2012

I. Algemene toelichting I. Exposé général

16

Page 23: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

Uit

gav

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

40.7

06.0

243.

895.

078

25.6

27.3

794.

565.

954

399.

324

75.1

93.7

593.

455.

112

12.9

51.8

6840

.927

91.6

41.6

66P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s (1

)67

.300

6.40

0

73.7

00

73.7

00P

rest

atio

ns

no

n-r

épar

ti (1

)

Bet

alin

gsk

ost

en

4.84

367

5

961

5.61

5

5.61

5F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en, w

aarv

an:

1.17

5.89

487

.554

1.00

2.81

072

.774

12.7

912.

351.

824

39

.426

2.

391.

250

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n, d

ont:

Cen

tral

e in

stel

linge

n 70

5.26

365

.983

104.

718

74.6

9913

.240

963.

903

96

3.90

3O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

49

4.51

024

.163

901.

641

607

1.

420.

921

1.

420.

921

Ser

vice

s tie

rs

Bes

parin

g (2

)-2

3.87

9-2

.592

-3.5

49-2

.531

-449

-33.

000

-3

3.00

cono

mie

(2)

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

98

2.06

10

1.87

5.86

237

4.40

32.

185

3.23

4.51

1

3.23

4.51

1T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

8.00

1

356

8.35

7

8.35

7C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

2.09

0.87

65.

088

546.

801

390

3.21

52.

646.

370

2.

646.

370

Div

ers

Uit

gav

en v

óó

r o

verd

rach

ten

45

.034

.999

3.99

4.79

529

.052

.852

5.01

3.61

741

7.87

383

.514

.136

3.45

5.11

212

.991

.294

40.9

2710

0.00

1.46

9D

épen

ses

avan

t tr

ansf

erts

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 21

.666

.417

2.25

9.02

60

4.50

0

23.9

29.9

43

23.9

29.9

43T

rans

fert

s en

tre

régi

mes

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

66

.701

.416

6.25

3.82

129

.052

.852

5.01

8.11

741

7.87

310

7.44

4.07

93.

455.

112

12.9

91.2

9440

.927

123.

931.

412

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

348.

537

113.

593

028

.957

449

491.

535

00

049

1.53

6S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Co

mp

tes

de

Cap

ital

On

tvan

gst

en

0

00

00

00

Rec

ette

s

Uit

gav

en

101.

726

00

101.

726

00

010

1.72

6D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-1

01.7

26

0

0-1

01.7

260

00

-101

.726

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 24

6.81

111

3.59

30

28.9

5744

938

9.80

90

00

389.

810

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

(1)

Impa

ct o

vers

chrij

ding

spi

linde

x in

janu

ari i

.p.v

. feb

ruar

i. (1

) Im

pact

dép

asse

men

t ind

ice

pivo

t en

janv

ier

au li

eu d

e fé

vrie

r.

(2)

Nie

t-ve

rdee

lde

besp

arin

g va

n 33

.000

dui

zend

EU

R.

(2)

Éco

nom

ie n

on-r

épar

tie d

e 33

.000

mill

iers

EU

R.

TA

BE

L I.2

T

AB

LEA

U I.

2

(In

dui

zend

EU

R)

(ver

volg

) (

En

mill

iers

EU

R)

(sui

te)

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

012

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2012

I. Algemene toelichting I. Exposé général

17

Page 24: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

Globaal beheer - Werknemers 20.078.819 21.156.775 Gestion globale - Salariés

Algemene Uitgavenbegroting 7.069.502 9.420.242 Budget général des Dépenses

Toelagen globaal beheer 6.059.766 6.182.279 Subventions gestion globale Bijzondere staatstoelage (1) 1.007.640 3.236.039 Subvention de l'Etat spécifique (1)

Bijzonder brugpensioen - RVP 2.096 1.924 Prépension spéciale - ONP

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

13.009.317 11.736.533A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 12.786.584 11.507.117 Financement alternatif Btw - Bedrijfsvoorheffing 9.131.125 9.275.002 TVA - Précompte professionnelRoerende voorheffing 435.532 535.976 Précompte mobilier Stock options 76.583 78.498 Stock options Accijnzen tabak 60.057 61.228 Accises tabac Geneeskundige verzorging 2.903.030 1.377.854 Soins de santé Andere 180.257 178.559 Autres

Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 222.734 229.416 Cotisation spéciale de sécurité sociale

Globaal beheer - Zelfstandigen 2.535.283 2.669.394 Gestion globale - Indépendants

Algemene Uitgavenbegroting 1.428.957 1.703.316 Budget général des Dépenses

Globale staatstoelage (2) 1.316.997 1.343.756 Subvention globale de l'Etat (2)

Bijzondere staatstoelage (1) 111.960 359.560 Subvention de l'Etat spécifique (1)

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

1.106.326 966.078A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 1.106.326 966.078 Financement alternatif Btw - Bedrijfsvoorheffing 742.604 747.409 TVA - Précompte professionnelRoerende voorheffing 48.392 59.553 Précompte mobilier Stock options 3.382 3.467 Stock options Accijnzen tabak 15.014 15.307 Accises tabac Geneeskundige verzorging 292.600 135.924 Soins de santé Andere 4.333 4.418 Autres

RIZIV - Geneeskundige verzorging 2.630.477 2.762.596 INAMI - Soins de santé

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

2.630.477 2.762.596A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 2.630.477 2.762.596 Financement alternatif Btw - Bedrijfsvoorheffing 1.756.985 1.874.606 TVA - Précompte professionnelAccijnzen tabak 743.492 757.990 Accises tabac Andere 130.000 130.000 Autres

Buiten globaal beheer en DOSZ 418.845 465.271 Hors gestion globale et OSSOM

Algemene Uitgavenbegroting 294.585 343.128 Budget général des Dépenses

Staatstoelage DOSZ 294.585 343.128 Subvention OSSOM

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

124.260 122.143A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 124.260 122.143 Financement alternatif Btw 124.260 122.143 TVA

Totaal overdrachten aan de sociale zekerheid

25.663.424 27.054.036Total des transferts à la sécurité sociale

(2) Vanaf 2008: overdracht kleine risico's zelfstandigen inbegrepen.

(2) À partir de 2008: y compris, le transfert petits risques indépendants.

(1) Comme stipulé dans l'article 73 de la loi programme du 23 décembre 2009 le montant de la subvention de l'Etat spécifique peut être revu dans le courant de l'année en fonction des paramètres macro-économiques et de l'évolution budgétaire des régimes de la sécurité sociale.

TABEL I.3.1

(In duizend EUR)

(1) Zoals bepaald in artikel 73 van de programmawet van 23 december 2009 kan het bedrag van de bijzondere staatstoelage in de loop van het jaar herzien worden in functie van de macro-economische parameters en de budgettaire evolutie van de stelsels voor sociale zekerheid.

TABLEAU I.3.1

Evolution des transferts à charge du budget de l'Etat fédéral destinés à la

sécurité sociale 2011-2012(En milliers EUR)

Evolutie van de overdrachten ten laste vande begroting van de federale overheid aan

de sociale zekerheid 2011-2012

I. Algemene toelichting I. Exposé général

18

Page 25: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

Algemene Uitgavenbegroting Budget général des Dépenses

Sociale bijstand (1) 3.304.223 3.455.112 Assistance sociale (1)

Inkomensgarantie voor ouderen 440.876 489.018 Garantie de revenus aux personnes âgées Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

1.846.441 1.873.614 Allocations aux personnes handicapées

Leefloon 665.098 712.680 Revenu d'intégrationToelagen OCMW's - wet 2 april 1965 351.808 379.800 Subsides CPAS - loi 2 avril 1965

Pensioenen overheidssector 8.585.816 9.035.905 Pensions secteur public

Andere overdrachten aan gezinnen 39.144 40.927 Autres transferts aux ménages

Gezinsbijslag 39.144 40.927 Prestations familiales

Totaal andere overdrachten 11.929.183 12.531.944 Total autres transferts

Algemeen totaal overdrachten 37.592.607 39.585.980 Total général transferts

(1) Les prestations familiales garanties sont financées par la gestion globale des travailleurs salariés.

(1) De gewaarborgde gezinsbijslag wordt gefinancierd door het globaal beheer voor werknemers.

TABEL I.3.2

Evolutie van de overdrachten aan degezinnen ten laste van de begroting van

de federale overheid 2011-2012 (In duizend EUR)

TABLEAU I.3.2

Evolution des transferts aux ménages à charge du budget

de l'Etat fédéral 2011-2012 (En milliers EUR)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

19

Page 26: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 27: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK II CHAPITRE II

HET GLOBAAL BEHEER VOOR WERKNEMERS

LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS SALARIES

1 Tabellen voor 2011 en 2012 1 Tableaux de 2011 et 2012

Methodologie Méthodologie

De tabellen van de sociale zekerheid voor werknemers behelzen de takken van het algemene stelsel voor werknemers, mijnwerkers en zeelieden, die gefinancierd worden door het globaal beheer.

Les tableaux de la sécurité sociale des travailleurs salariés reprennent les branches du régime général des travailleurs salariés, des mineurs et des marins qui sont financées par la gestion globale.

In tabellen II.1 en II.2 wordt een consolidatie van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSZ-Globaal beheer voorgesteld.

Les tableaux II.1 et II.2 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’ONSS-Gestion globale.

De kolom RSZ-Globaal beheer vermeldt bovenop de eigen ontvangsten van de RSZ ook de ontvangsten die door de HVKZ en de RSZPPO worden overgedragen aan het globaal beheer.

Dans la colonne ONSS-Gestion globale, on retrouve, en plus des recettes propres de l’ONSS, les recettes qui sont transférées par la CSPM et l’ONSSAPL à la gestion globale.

De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór de overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.

Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette dans le total consolidé.

De overdracht van het RSZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de werknemers komt te voorschijn in de rubriek “Externe overdrachten” van het RSZ-Globaal beheer.

Le transfert de l’ONSS-gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs salariés apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’ONSS-Gestion globale.

De socialebijdrageverminderingen (RSZ) worden opgenomen in tabel II.3.

Les réductions de cotisations sociales (ONSS) sont reprises dans le tableau II.3.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

21

Page 28: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

PR

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

400

42.9

8254

.203

9.34

5

230

107.

160

41.3

15.5

1641

.422

.676

Co

tisa

tio

ns

Gew

one

bijd

rage

n (1

)

39.4

90.5

3139

.490

.531

Cot

isat

ions

ord

inai

res

(1)

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

400

42.9

8254

.203

9.34

5

230

107.

160

1.82

4.98

51.

932.

145

Cot

isat

ions

spé

cifiq

ues

Reg

erin

gsm

aatr

egel

en

M

esur

es d

e go

uver

nem

ent

Sta

atst

oel

agen

262

262

7.06

7.14

47.

067.

406

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

26

2

26

26.

059.

504

6.05

9.76

6D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

(2)

1.

007.

640

1.00

7.64

0S

ubve

ntio

n de

l'E

tat s

péci

fique

(2)

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.69

9

2.

699

12.7

83.8

8512

.786

.584

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

2.

699

2.69

99.

128.

426

9.13

1.12

5T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

43

5.53

243

5.53

2P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

76

.583

76.5

83S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

60.0

5760

.057

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

(3)

2.

903.

030

2.90

3.03

0S

oins

de

sant

é (3

)

And

ere

18

0.25

718

0.25

7A

utre

s

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

123.

798

51.6

19

200

48

175.

665

1.05

2.92

31.

228.

587

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.10

8

278.

230

25

5.38

9

770

536.

497

1.06

3.86

71.

600.

364

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Toe

kom

stfo

nds

4.

500

4.50

0F

onds

pou

r l'a

veni

r B

ijdra

ge b

egro

tings

doel

stel

ling

SZ

984.

114

984.

114

Con

trib

. obj

ectif

bud

géta

ire S

S

And

ere

278.

230

255.

389

770

536.

497

75.2

5361

1.75

0A

utre

s

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

120

1.78

080

100

677

1.00

0

743.

831

185.

289

189.

121

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

7.81

03

400.

051

7.71

9

144.

475

2851

356

0.59

917

4.39

173

4.99

1D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

13

2.12

898

.754

454.

334

295.

394

677

403.

763

281.

635

1.38

6.71

363

.643

.015

65.0

29.7

28R

ecet

tes

pro

pre

s

RS

Z-G

FB

5.

555.

443

19.4

80.7

704.

504.

858

47.6

1132

3.60

411

.333

.749

2.97

514

.895

41.2

63.9

05

41.2

63.9

05O

NS

S-G

FG

A

nder

e ta

kken

35

35

95.1

7595

.210

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

5.55

5.44

319

.480

.805

4.50

4.85

847

.611

323.

604

11.3

33.7

492.

975

14.8

9541

.263

.940

95.1

7541

.359

.115

Tra

nsf

erts

inte

rne

s

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

5.

687.

571

19.5

79.5

594.

959.

192

343.

006

324.

281

11.7

37.5

123.

003

16.5

2942

.650

.653

63.7

38.1

9010

6.38

8.84

3T

ota

l rec

ette

s co

ura

nte

s

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.(1

) Y

com

pris

, mod

érat

ion

sala

riale

.

(3)

Initi

eel b

edra

g w

as 2

.912

.369

dui

zend

EU

R (

opge

nom

en in

het

KB

van

23

maa

rt 2

011)

. Bed

rag

ontv

ange

n bi

nnen

he

t glo

baal

beh

eer.

(3)

Mon

tant

initi

al é

tait

2.91

2.36

9 m

illie

rs E

UR

(re

pris

dan

s l'A

R d

u 23

mar

s 20

11).

Mon

tant

reç

u pa

r la

ges

tion

glob

ale.

(2)

Zoa

ls b

epaa

ld in

art

ikel

73

van

de p

rogr

amm

awet

van

23

dece

mbe

r 20

09 k

an h

et b

edra

g va

n de

bijz

onde

re

staa

tsto

elag

e in

de

loop

van

het

jaar

her

zien

wor

den

in fu

nctie

van

de

mac

ro-e

cono

mis

che

para

met

ers

en d

e bu

dget

taire

evo

lutie

van

de

stel

sels

voo

r so

cial

e ze

kerh

eid.

(2)

Com

me

stip

ulé

dans

l'ar

ticle

73

de la

loi p

rogr

amm

e du

23

déce

mbr

e 20

09 le

mon

tant

de

la s

ubve

ntio

n de

l'E

tat s

péci

fique

pe

ut

être

rev

u da

ns le

cou

rant

de

l'ann

ée e

n fo

nctio

n de

s pa

ram

ètre

s m

acro

-éco

nom

ique

s et

de

l'évo

lutio

n bu

dgét

aire

des

rég

imes

de

la

sécu

rité

soci

ale.

TA

BLE

AU

II.1

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n oc

tobr

e 20

11)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

11

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

TA

BE

L II.

1

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

11(g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

(In

dui

zend

EU

R)

(aan

pass

ing

okto

ber

2011

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

22

Page 29: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

PR

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

5.46

7.23

619

.282

.408

4.37

7.65

019

5.62

828

6.43

79.

749.

168

2.23

312

.931

39.3

73.6

91

39.3

73.6

91P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

3.

354

1.02

50

455

9

14.

844

4.

844

Fra

is d

e p

aiem

ent

Beh

eers

kost

en

196.

166

146.

220

181.

936

20.1

6728

.703

467.

376

712

2.85

91.

044.

139

155.

301

1.19

9.44

0F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

18.7

3813

6.73

683

.489

20.1

6728

.703

250.

366

712

2.85

954

1.77

015

5.30

169

7.07

1O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

17

7.42

89.

484

98.4

47

21

7.01

0

50

2.36

9

502.

369

Ser

vice

s tie

rs

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

137.

613

928

28.8

47

48.7

71

3321

6.19

223

.345

.648

23.5

61.8

40T

ran

sfer

ts e

xter

nes

R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

22.5

24.6

0322

.524

.603

INA

MI-

Soi

ns d

e sa

nté

And

ere

13

7.61

392

828

.847

48

.771

33

216.

192

821.

045

1.03

7.23

7A

utre

s

Intr

estl

aste

n

83

8317

.554

17.6

37C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n (4

)35

.575

9.70

039

7.65

33.

188

8.68

61.

471.

348

1470

51.

926.

869

1.

926.

869

Div

ers

(4)

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

5.

698.

977

19.5

79.2

954.

959.

192

247.

831

324.

281

11.7

36.7

462.

968

16.5

2942

.565

.819

23.5

18.5

0366

.084

.322

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

Z-G

FB

95.1

75

95

.175

95

.175

ON

SS

-GF

G

And

ere

takk

en

35

3541

.263

.905

41.2

63.9

40A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

95

.175

35

95.2

1041

.263

.905

41.3

59.1

15T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

5.

698.

977

19.5

79.2

954.

959.

192

343.

006

324.

281

11.7

36.7

463.

003

16.5

2942

.661

.029

64.7

82.4

0810

7.44

3.43

7T

ota

l dép

ense

s co

ura

nte

s

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-11.

406

264

00

076

60

0-1

0.37

6-1

.044

.218

-1.0

54.5

94S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/ IN

AM

I-In

dR

VP

/

O

NP

RK

W /

ON

AF

TS

FA

O /

FA

TF

BZ

/F

MP

RV

A /

ON

Em

M

ijnw

-In

v /

Min

-In

vZ

eelie

den

/M

arin

s S

ub

tota

al /

So

us-

tota

lR

SZ

-GF

B /

ON

SS

-GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en (5

)

290.

000

290.

000

Rec

ette

s (5

)

Uit

gav

en

76

6

76

6

766

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-766

-766

290.

000

289.

234

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -1

1.40

626

40

00

00

0-1

1.14

2-7

54.2

18-7

65.3

60R

ésu

ltat

bu

dg

étai

re

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n oc

tobr

e 20

11)

(sui

te)

TA

BE

L II.

1 T

AB

LEA

U II

.1

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

11

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

11

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

) (

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g ok

tobe

r 20

11)

(ver

volg

)

(5)

Zoa

ls b

epaa

ld in

art

ikel

74

van

de p

rogr

amm

awet

van

23

dece

mbe

r 20

09 k

an h

et b

edra

g va

n de

ren

telo

ze le

ning

aa

n de

RS

Z-g

loba

al b

ehee

r in

de

loop

van

het

jaar

her

zien

wor

den

in fu

nctie

van

de

mac

ro-e

cono

mis

che

para

met

ers

en d

e bu

dget

taire

evo

lutie

van

de

stel

sels

voo

r so

cial

e ze

kerh

eid.

(5)

Com

me

stip

ulé

dans

l'ar

ticle

74

de la

loi p

rogr

amm

e du

23

déce

mbr

e 20

09 le

mon

tant

du

prêt

san

s in

térê

ts à

l’O

NS

S-g

estio

n gl

obal

e pe

ut ê

tre

revu

dan

s le

cou

rant

de

l'ann

ée e

n fo

nctio

n de

s pa

ram

ètre

s m

acro

-éco

nom

ique

s et

de

l'évo

lutio

n bu

dgét

aire

des

gim

es d

e la

séc

urité

soc

iale

.

(4)

Waa

rvan

1.4

18.9

33 d

uize

nd E

UR

uitg

aven

die

nste

nche

ques

. (4

) D

ont 1

.418

.933

mill

iers

EU

R d

e dé

pens

es ti

tres

-ser

vice

s.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

23

Page 30: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

PR

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

400

39.7

5790

.719

11.1

22

230

142.

228

43.2

29.2

9643

.371

.524

Co

tisa

tio

ns

Gew

one

bijd

rage

n (1

)

40.9

78.2

5440

.978

.254

Cot

isat

ions

ord

inai

res

(1)

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

400

39.7

5790

.719

11.1

22

230

142.

228

1.89

3.60

42.

035.

832

Cot

isat

ions

spé

cifiq

ues

Reg

erin

gsm

aatr

egel

en (

2) -

(10

)

357.

438

357.

438

Mes

ures

de

gouv

erne

men

t (2)

- (1

0)

Sta

atst

oel

agen

213

213

9.41

8.10

59.

418.

318

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

21

3

21

36.

182.

066

6.18

2.27

9D

ans

les

pres

tatio

ns

Eve

nwic

ht s

ocia

le z

eker

heid

3.

236.

039

3.23

6.03

9E

quili

bre

sécu

rité

soci

ale

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.75

1

2.

751

11.5

04.3

6611

.507

.117

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

2.

751

2.75

19.

272.

251

9.27

5.00

2T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

53

5.97

653

5.97

6P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

78

.498

78.4

98S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

61.2

2861

.228

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

377.

854

1.37

7.85

4S

oins

de

sant

é A

nder

e

178.

559

178.

559

Aut

res

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

127.

265

52.1

00

200

48

179.

613

1.09

2.38

21.

271.

995

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.88

4

306.

820

19

5.40

8

772

504.

885

050

4.88

5T

ran

sfer

ts e

xter

nes

T

oeko

mst

fond

s

00

Fon

ds p

our

l'ave

nir

Bijd

rage

beg

rotin

gsdo

elst

ellin

g S

Z

0

0C

ontr

ib. o

bjec

tif b

udgé

taire

SS

A

nder

e 30

6.82

019

5.40

877

250

4.88

50

504.

885

Aut

res

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

120

1.79

112

080

677

1.00

0

743.

862

208.

093

211.

955

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

7.92

32

414.

304

7.28

6

153.

565

2551

358

3.61

818

0.54

176

4.15

9D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

13

5.70

895

.747

505.

143

325.

308

677

352.

924

251.

637

1.41

7.17

065

.632

.783

67.0

49.9

53R

ecet

tes

pro

pre

s

RS

Z-G

FB

5.

959.

867

20.6

37.3

914.

586.

727

40.0

3432

7.01

711

.226

.556

2.64

814

.979

42.8

62.5

19

42.8

38.6

39O

NS

S-G

FG

A

nder

e ta

kken

31

31

110.

450

110.

481

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

5.95

9.86

720

.637

.422

4.58

6.72

740

.034

327.

017

11.2

26.5

562.

648

14.9

7942

.862

.550

110.

450

42.9

49.1

20T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

6.

095.

575

20.7

33.1

695.

091.

870

365.

343

327.

694

11.5

79.4

802.

673

16.6

1644

.279

.719

65.7

43.2

3310

9.99

9.07

3T

ota

l rec

ette

s co

ura

nte

s

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.(1

) Y

com

pris

, mod

érat

ion

sala

riale

.

(3)

RS

ZP

PO

: bijk

omen

de in

kom

sten

RS

Z 7

6.00

0 du

izen

d E

UR

. (3

) O

NS

SA

PL

: rec

ette

s su

pplé

men

taire

ON

SS

76.

000

mill

iers

EU

R.

(5)

Res

pons

abili

serin

g ec

onom

isch

e w

erkl

oosh

eid

14.0

00 d

uize

nd E

UR

. (5

) R

espo

nsab

ilisa

tion

chôm

age

écon

omiq

ue 1

4.00

0 m

illie

rs E

UR

.

(6)

Bru

gpen

sioe

nen

20.0

00 d

uize

nd E

UR

. (6

) P

répe

nsio

ns 2

0.00

0 m

illie

rs E

UR

.

(7)

Not

aris

sen

5.00

0 du

izen

d E

UR

. (7

) N

otai

res

5.00

0 m

illie

rs E

UR

.

(8)

Fra

ude

en c

orre

cte

wet

telij

ke to

epas

sing

(fis

cale

en

soci

ale)

99.

000

duiz

end

EU

R.

(8)

Fra

ude

et a

pplic

atio

n co

rrec

te lé

gisl

atio

n (f

isca

le e

t soc

iale

) 9

9.00

0 m

illie

rs E

UR

.

(9)

Kru

isin

g ge

geve

ns S

iged

is 3

0.00

0 du

izen

d E

UR

. (9

) C

rois

emen

t don

nées

Sig

edis

30.

000

mill

iers

EU

R.

(10)

Impa

ct v

an d

e st

ruct

urel

e he

rvor

min

gen

op d

e ec

onom

isch

e ac

tivite

it 91

.938

dui

zend

EU

R.

(10)

Impa

ct d

es r

éfor

mes

str

uctu

relle

s su

r l'a

ctiv

ité é

cono

miq

ue 9

1.93

8 m

illie

rs E

UR

.

(4)

Inde

xerin

g lim

iete

n ho

ge lo

nen

verm

inde

ringe

n va

n de

pat

rona

le b

ijdra

gen

13.5

00 d

uize

nd E

UR

.

TA

BE

L II.

2

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

12(g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

(In

dui

zend

EU

R)

(2)

Impa

ct o

vers

chrij

ding

spi

linde

x in

janu

ari 8

.000

dui

zend

EU

R.

TA

BLE

AU

II.2

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

12

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

(2)

Impa

ct d

épas

sem

ent i

ndic

e-pi

vot e

n ja

nvie

r 8.

000

mill

iers

EU

R.

(4)

Inde

xatio

n bo

rnes

hau

ts s

alai

res

rédu

ctio

ns d

e co

tisat

ions

pat

rona

les

13.5

00 m

illie

rs E

UR

.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

24

Page 31: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

PR

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

5.85

2.35

120

.380

.650

4.51

4.24

519

7.93

028

9.21

99.

456.

662

2.01

212

.955

40.7

06.0

24

40.7

06.0

24P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s (1

1)

67

.300

67

.300

Pre

stat

ion

s n

on

-rép

arti

(11)

Bet

alin

gsk

ost

en

3.

354

1.02

50

455

8

14.

843

4.

843

Fra

is d

e p

aiem

ent

Beh

eers

kost

en

202.

507

148.

675

163.

429

22.1

2329

.421

471.

037

610

2.90

81.

040.

710

159.

063

1.17

5.89

4F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

19.3

5513

9.03

265

.418

22.1

2329

.421

267.

333

610

2.90

854

6.20

015

9.06

370

5.26

3O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

18

3.15

29.

643

98.0

11

20

3.70

4

49

4.51

0

494.

510

Ser

vice

s tie

rs

Bes

parin

g (1

2)

-2

3.87

cono

mie

(12)

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

190.

790

944

29.9

87

36.8

82

3325

8.63

622

.389

.842

22.6

48.4

78T

ran

sfer

ts e

xter

nes

R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

21.5

86.3

6821

.586

.368

INA

MI-

Soi

ns d

e sa

nté

And

ere

19

0.79

094

429

.987

36

.882

33

258.

636

803.

474

1.06

2.11

0A

utre

s

Intr

estl

aste

n

61

617.

940

8.00

1C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n (1

3)40

.717

9.70

041

2.22

74.

852

8.59

91.

614.

050

1271

82.

090.

876

2.

090.

876

Div

ers

(13)

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

6.

095.

575

20.7

33.1

695.

091.

870

254.

893

327.

694

11.5

78.6

922.

642

16.6

1644

.168

.450

22.5

56.8

4566

.701

.416

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

Z-G

FB

110.

450

110.

450

11

0.45

0O

NS

S-G

FG

A

nder

e ta

kken

31

31

42.8

38.6

3942

.838

.670

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

11

0.45

0

31

11

0.48

142

.838

.639

42.9

49.1

20T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

6.

095.

575

20.7

33.1

695.

091.

870

365.

343

327.

694

11.5

78.6

922.

673

16.6

1644

.278

.931

65.3

95.4

8410

9.65

0.53

6T

ota

l dép

ense

s co

ura

nte

s

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

078

80

078

834

7.74

934

8.53

7S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/ IN

AM

I-In

dR

VP

/

O

NP

RK

W /

ON

AF

TS

FA

O /

FA

TF

BZ

/F

MP

RV

A /

ON

Em

M

ijnw

-In

v /

Min

-In

vZ

eelie

den

/M

arin

s S

ub

tota

al /

So

us-

tota

lR

SZ

-GF

B /

ON

SS

-GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

R

ecet

tes

Uit

gav

en

78

8

78

810

0.93

810

1.72

6D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-788

-788

-100

.938

-101

.726

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

00

00

246.

811

246.

811

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

(13)

Waa

rvan

1.5

61.5

63 d

uize

nd E

UR

uitg

aven

die

nste

nche

ques

. (1

3) D

ont 1

.561

.563

mill

iers

EU

R d

e dé

pens

es ti

tres

-ser

vice

s.TA

BLE

AU

II.2

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

12

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

TA

BE

L II.

2

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

12

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

) (

En

mill

iers

EU

R)

(sui

te)

(In

dui

zend

EU

R)

(ver

volg

)

(12)

Éco

nom

ie n

on-r

épar

tie d

e 33

.000

mill

iers

EU

R d

ont 2

3.87

9 m

illie

rs E

UR

attr

ibué

s pr

ovis

oire

men

t au

pro

rata

. (1

2) N

iet-

verd

eeld

e be

spar

ing

van

33.0

00 d

uize

nd E

UR

waa

rvan

23.

879

duiz

end

EU

R v

oorlo

pig

pro

rata

toeg

ewez

en.

(11)

Impa

ct o

vers

chrij

ding

spi

linde

x in

janu

ari i

.p.v

. feb

ruar

i. (1

1) Im

pact

dép

asse

men

t ind

ice

pivo

t en

janv

ier

au li

eu d

e fé

vrie

r.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

25

Page 32: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2011 en 2012

2 Commentaire sur la situation financière de 2011 et 2012

Volgens de economische begroting van het INR van september 2011 werd de groei van het bbp in 2011 in reële termen op 2,4 % geraamd. Voor 2012 werd de groei van het bbp op 1,6 % geraamd. De groeivoet van de gezondheidsindex zou verzwaken van 3,0 % in 2011 tot 2,1 % in 2012. De spilindex (114,97) werd bereikt in april 2011 (aanpassing sociale prestaties in mei 2011 en wedden in juni 2011). Overeenkomstig de maandvooruitzichten van september 2011 voor de gezondheidsindex zou de huidige spilindex (117,27) in februari 2012 overschreden worden (aanpassing sociale prestaties in maart 2012 en wedden in april 2012).

Selon le budget économique de l’ICN de septembre 2011, la croissance du PIB en termes réels atteignait 2,4 % pour 2011. Pour 2012, le taux de croissance du PIB était estimé à 1,6 %. Le taux de croissance de l’indice-santé aurait diminuer de 3,0 % en 2011 à 2,1 % en 2012. L'indice-pivot (114,97) a été atteint en avril 2011 (adaptation des prestations sociales en mai 2011 et des traitements en juin 2011). Selon les prévisions mensuelles de septembre 2011 relatives à l’indice santé, l’indice actuel (117,27) serait dépassé en février 2012 (adaptation des prestations sociales en mars 2012 et des traitements en avril 2012).

Op basis van toenmalige nieuwe gegevens met betrekking tot de macro-economische parameters werd er door de regering echter rekening gehouden met een reële groei van het bbp van 0,8% in 2012 en een overschrijding van de spilindex vanaf januari 2012 (aanpassing sociale prestaties in februari 2012 en wedden in maart 2012).

Sur base des nouvelles données concernant les paramètres macro-économiques disponibles à ce moment-là, le gouvernement a tenu compte d’une croissance réelle du PIB de 0,8 % en 2012 et d’un dépassement de l’indice-pivot dès janvier 2012 (adaptation des prestations sociales en février 2012 et des traitements en mars 2012).

De RSZ is in het verslag aan de regering, dat dateert van oktober 2011, uitgegaan van de volgende hypothesen voor de loonmassa van de privésector:

Dans le rapport au gouvernement, qui date d’octobre 2011, l’ONSS est parti des hypothèses suivantes pour la masse salariale du secteur privé :

2012

Initieel /Initial

Aanpassing oktober 2011 /

Adaptation octobre 2011

(*)

Initieel /Initial

(*)

Bbp in volume 2,00 % 2,40 % 1,60 % PIB en volume

Loonmassa 4,18 % 5,13 % 4,31 % Masse salarialeIndexering Indexation

Reële loonstijging Hausse réelle des salaires

Tewerkstelling (VTE) 1,63 % 2,53 % 0,78 % Emploi (ETP)

Uitbreiding toepassingsgebied Extension champ d'application

Bron: RSZ Source: ONSS

(*) De cijfers zijn gebaseerd op de economische begroting van september 2011.

(*) Les chiffres sont basés sur le budget économique de septembre 2011.

2,55 %

2011

2,60 % 3,23 %

I. Algemene toelichting I. Exposé général

26

Page 33: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De gegevens uit bovenstaande tabel hebben gediend als startpunt, maar zijn zoals hierboven aangegeven door de regering aangepast via een globale aanpassing naar aanleiding van toenmalige nieuwe gegevens.

Les données du tableau ci-dessus ont servi comme point de départ, mais ont été adaptées via une adaptation globale par le gouvernement sur base des nouvelles données disponibles à ce moment-là comme mentionné ci-dessus.

2011 2011

Het globale saldo bedraagt -765.360 duizend EUR in vergelijking met 413.855 duizend EUR bij de opmaak van de begroting in april 2011. Deze stijging is het resultaat van een daling van de ontvangsten met 857.140 duizend EUR, in het bijzonder door de bijzondere staatstoelage, en een stijging van de uitgaven met 322.075 duizend EUR.

Le solde global s’élève à -765.360 milliers EUR par rapport à 413.855 milliers EUR lors de la confection du budget en avril 2011. Cette augmentation est le résultat d’une diminution des recettes de 857.140 milliers EUR, en particulier la subvention de l’Etat spécifique, et d’une augmentation des dépenses de 322.075 milliers EUR.

Ontvangsten Recettes

Het totaal van de bijdragen voor de RSZ stijgt met 334.870 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011. Wat de inhoud van de rubrieken betreft, wordt de loonmatigingsbijdrage, die vroeger afzonderlijk werd vermeld, mee opgenomen in de gewone bijdragen. Op dezelfde wijze wordt de loonmatigingsbijdrage op het dubbel vakantiegeld ook bij de gewone bijdragen opgenomen.

Le total des cotisations à l’ONSS augmente de 334.870 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011. En ce qui concerne le contenu des rubriques, la cotisation de modération salariale qui auparavant était mentionnée séparément, est incluse dans les cotisations ordinaires. De même, la cotisation de modération salariale sur le double pécule de vacances se retrouve aussi dans les cotisations ordinaires.

De staatstoelage bedraagt 7.067.406 duizend EUR. De bijzondere staatstoelage werd verlaagd en bepaald op 1.007.640 duizend EUR.

La subvention de l’État s’élève à 7.067.406 milliers EUR. La subvention de l'Etat spécifique a été diminuée et fixée à 1.007.640 milliers EUR.

De alternatieve financiering stijgt met 168.943 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011 omwille van voornamelijk de volgende redenen:

Le financement alternatif augmente de 168.943 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011, et ce pour les raisons principales suivantes:

Het basisbedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de werknemers daalt met 38.265 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 169.920 duizend EUR.

Le montant de base des recettes de TVA affecté aux travailleurs salariés diminue de 38.265 milliers EUR. Il s’agit de la conséquence d’une diminution des recettes de TVA de 169.920 milliers EUR.

De voorafhouding aan alternatieve financiering voor het betaald educatief verlof stijgt met 17.316 duizend EUR.

Le prélèvement sur le financement alternatif pour le congé éducation payé augmente de 17.316 milliers EUR

De alternatieve financiering voor de dienstencheques daalt met 129.748 duizend EUR.

Le financement alternatif pour les titres-services diminue de 129.748 milliers EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

27

Page 34: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De alternatieve financiering voor de tijdelijke werkloosheid stijgt met 49.367 duizend EUR.

Le financement alternatif pour le chômage temporaire augmente de 49.367 milliers EUR.

Een bedrag van 298.845 duizend EUR is opgenomen voor achterstallen 2010.

Un montant de 298.845 milliers EUR est prélevé pour les arriérés 2010.

Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 4.313 duizend EUR door meer ontvangsten en minder uitgaven (buiten begrotingsdoelstelling) binnen de geneeskundige verzorging.

Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 4.313 milliers EUR en raison d’une augmentation des recettes et une diminution des dépenses (hors objectif budgétaire) des soins de santé.

De ontvangsten uit stock options liggen 12.590 duizend EUR hoger dan bij de opmaak van de begroting in april 2011.

Les recettes provenant des stock options sont supérieures de 12.590 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011.

De toegewezen ontvangsten liggen 17.641 duizend EUR hoger dan bij de opmaak van de begroting in april 2011. Het betreft voornamelijk de bijzondere bijdrage sociale zekerheid binnen de RSZ. Deze stijgt met 17.780 duizend EUR. De solidariteitsbijdrage op kapitalen binnen de RVP daalt met 6.038 duizend EUR. De toegewezen ontvangst vanuit de autoverzekering binnen het RIZIV-uitkeringen stijgt met 5.899 duizend EUR.

Les recettes affectées sont supérieures de 17.641 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011. Il s’agit principalement de la cotisation spéciale de sécurité sociale à l’ONSS. Celle-ci augmente de 17.780 milliers EUR. A l’ONP, la cotisation de solidarité sur le capital diminue de 6.038 milliers EUR. Les recettes de l’assurance auto affectées à l’INAMI-indemnités augmentent de 5.899 milliers EUR.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging is een storting van 5.000 duizend EUR gebeurd in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement de 5.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé a eu lieu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

Ten gevolge van een beslissing van de regering in april 2011 werd binnen de begrotingsdoelstelling 2011 van de geneeskundige verzorging, die vastgesteld is op 25.869.336 duizend EUR, in 2011 een bedrag van 1.093.460 duizend EUR ter beschikking gesteld van de globale beheren van sociale zekerheid. Dit bedrag is als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de werknemers en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.

Suite à une décision du gouvernement en avril 2011, il a été prévu dans l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé qui est fixé à 25.869.336 milliers EUR, qu’un montant de 1.093.460 milliers EUR soit mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale. Ce montant est réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.

Bij de externe overdrachten is er een stijging van 56.088 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011. Dit komt voornamelijk doordat de externe overdrachten bij de RVA stijgen met 51.937 duizend EUR.

Dans les transferts externes, on enregistre une augmentation de 56.088 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011. Cela provient essentiellement du fait que les transferts externes de l’ONEm augmentent de 51.937 milliers EUR.

Er is een daling van de opbrengsten van beleggingen van 16.984 duizend EUR. Dit komt voornamelijk door lagere ontvangsten uit beleggingen vanuit de reserveportefeuille van de RSZ (-17.150 duizend EUR).

On observe une diminution de 16.984 milliers EUR des revenus de placement. Cela provient notamment d’une diminution des recettes sur placements du portefeuille de réserve de l’ONSS (-17.150 milliers EUR).

I. Algemene toelichting I. Exposé général

28

Page 35: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De diverse ontvangsten kennen een daling van 24.081 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011. Bij de RSZ dalen de diverse ontvangsten met 13.210 duizend EUR. De diverse ontvangsten binnen de RKW dalen met 8.071 duizend EUR. Eenzelfde daling is terug te vinden binnen de diverse uitgaven van de RKW.

Les recettes diverses connaissent une diminution de 24.081 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011. A l’ONSS, les recettes diverses diminuent de 13.210 milliers EUR. À l’ONAFTS les recettes diverses diminuent de 8.071 milliers EUR. On retrouve une même diminution pour les dépenses diverses de l’ONAFTS.

De lening zonder interest van de Federale Staat aan de sociale zekerheid voor werknemers in 2011 bedraagt 290.000 duizend EUR en zit vervat in de kapitaalontvangsten. Het tweede deel van de renteloze lening werd niet toegekend gelet op de gunstige evolutie van het saldo.

Le prêt sans intérêt de l'État fédéral à la sécurité sociale des travailleurs salariés en 2011 est de 290.000 milliers EUR et est inclus dans les recettes de capital. La deuxième partie du prêt sans intérêt n’a pas été accordée en raison de l’évolution positive du solde.

We merken op dat kapitaalverrichtingen het ESR-saldo niet beïnvloeden. Dit wordt enkel beïnvloed door de lopende verrichtingen.

Notons que les opérations de capital n’influencent pas le solde SEC, celui-ci étant déterminé uniquement par les opérations courantes.

Uitgaven Dépenses

De sociale prestaties dalen met 58.853 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011 tot 39.373.691 duizend EUR.

Les prestations sociales diminuent de 58.853 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011 pour atteindre 39.373.691 milliers EUR.

Ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging (22.524.603 duizend EUR) met 393.592 duizend EUR ten gevolge van de voorlopige afsluiting van de rekeningen RIZIV 2010.

Par rapport à la confection du budget en avril 2011, le transfert vers les soins de santé (22.524.603 milliers EUR) augmente de 393.592 milliers EUR suite à la clôture provisoire des comptes 2010 de l’INAMI.

De externe overdracht betreffende de wet van 5 augustus 1968 binnen de RVP kent een daling met 45.192 duizend EUR. De overdracht betreffende de wet van 10 februari 2003 stijgt dan weer met 6.770 duizend EUR.

Le transfert externe concernant la loi du 5 août 1968 à l’ONP connait une diminution de 45.192 milliers EUR. Le transfert concernant la loi du 10 février 2003 augmente à nouveau de 6.770 milliers EUR.

De diverse uitgaven wijzigen voornamelijk bij de RVA. Bij de RVA is er een daling van de diverse uitgaven met 7.013 duizend EUR ten opzichte van de begrotingsopmaak van april 2011. De uitgaven voor de dienstencheques (-8.960 duizend EUR) veroorzaken grotendeels deze evolutie. Binnen de RKW dalen de diverse uitgaven met 8.425 duizend EUR.

Les dépenses diverses subissent des modifications essentiellement à l’ONEm. À l’ONEm, on enregistre une diminution des dépenses diverses de 7.013 milliers EUR par rapport à la confection du budget d’avril 2011. Les dépenses consacrées aux titres-services (-8.960 milliers EUR) sont en grande partie responsables de cette évolution. À l’ONAFTS les dépenses diverses diminuent de 8.425 milliers EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

29

Page 36: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Resultaat Résultat

De overdrachten naar de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, bedragen voor 2011 41.263.905 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 40.509.687 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -754.218 duizend EUR in 2011.

Les transferts aux branches, à l’exclusion des soins de santé, s’élèvent pour 2011 à 41.263.905 milliers EUR. Comme les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres de l’ONSS et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent 40.509.687 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -754.218 milliers EUR en 2011.

Het saldo van de uitkeringsinstellingen betreft realisaties 2009.

Le solde des organismes prestataires concerne les réalisations 2009.

Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 264 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.

En outre, l’ONP a un solde positif de 264 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.

2012 2012

Ontvangsten Recettes

De eigen lopende ontvangsten bedragen 67.049.953 duizend EUR, hetzij een stijging van 3,11 % ten opzichte van 2011.

Le total des recettes courantes propres s’élève à 67.049.953 milliers EUR, soit une augmentation de 3,11 % par rapport à 2011.

Met betrekking tot de macro-economische parameters wordt er door de regering rekening gehouden met een reële groei van het bbp van 0,8 % in 2012 en een overschrijding van de spilindex vanaf januari 2012, eerder dan met de gegevens van de economische begroting van het INR van september 2011 (groei van het bbp op 1,60 % en overschrijding spilindex in februari 2012). De cijfers zijn hiervoor aangepast.

En ce qui concerne les paramètres macro-économiques, le gouvernement a tenu compte d’une croissance réelle du PIB de 0,8 % en 2012 et d’un dépassement de l’indice-pivot dès janvier 2012, plutôt qu’avec les données du budget économique de l’ICN de septembre 2011 (taux de croissance du PIB de 1,60 % et dépassement de l’indice-pivot en février 2012). Les chiffres sont adaptés en conséquence.

Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden ze beïnvloed door volgende beslissingen:

Outre l’évolution de la masse salariale, elles sont influencées par les décisions suivantes :

De grens S1 van artikel 331 van de programmawet van 24/12/2002 die de grens van “hoge lonen” bepaalt, zal vanaf 01/01/2012 bij het begin van het trimester dat op de overschrijding van de spilindex volgt, geïndexeerd worden. Opbrengst bijdragen RSZ in 2012: 13.500 duizend EUR.

À partir du 01/01/2012, la borne S1 de l’article 331 de la loi programme du 24/12/2002 qui détermine la borne « hauts salaires » sera indexée un début du trimestre qui suit chaque dépassement de l’indice-pivot. Rendement cotisations ONSS en 2012 : 13.500 milliers EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

30

Page 37: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Vanaf 2012 zal er, in overleg met de sociale partners, een responsabilisering van de werkgevers worden ingevoerd indien er een overbenuttiging van de tijdelijke werkloosheid is, volgens nader te bepalen regels en rekening houdend met een zekere geleidelijkheid. Verhoging bijdragen RSZ met 14.000 duizend EUR.

En concertation avec les partenaires sociaux, un mécanisme de responsabilisation des employeurs sera mis en place dès 2012 en cas de surconsommation du chômage temporaire, selon des modalités à déterminer, en tenant compte d’une certaine progressivité. Augmentation des cotisations ONSS de 14.000 milliers EUR.

De bijdragen ontvangen door de RSZ stijgen door de verschillende maatregelen betreffende het brugpensioen met 20.000 duizend EUR.

Les cotisations reçues par l’ONSS augmentent à cause des différentes mesures "prépension" de 20.000 milliers EUR.

De structurele hervormingen van de arbeidsmarkt zullen tot een verhoging van de werkzaamheidsgraad leiden, die zich in een vermindering van de prestaties van de sociale zekerheid en een terugverdieneffect van de toegenomen economische activiteit zal vertalen. Samen met de winsten voor de begroting die met de hervorming van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen gepaard gaan en rekening houdend met de impact die reeds werd geïntegreerd op het niveau van de hervorming van de inschakelinguitkeringen, verwacht men in 2012 een verhoging van de bijdragen RSZ met 91.938 duizend EUR.

Les réformes structurelles du marché du travail conduiront à une augmentation du taux d’emploi qui se traduira à la fois par une diminution des prestations de la sécurité sociale et un effet retour du surcroit d’activité économique. Cumulés avec les gains budgétaires liés à la réforme de la dégressivité des allocations de chômage et compte tenu de l’impact qui a déjà été intégré au niveau de la réforme des allocations d’insertion, on s'attend en 2012 à une augmentation des cotisations ONSS de 91.938 milliers EUR.

In 2012 zal de strijd tegen de sociale fraude bij voorrang op de volgende maatregelen betrekking hebben: de regering zal ervoor zorgen dat de samenwerking tussen de verschillende sociale en fiscale controlediensten verbetert, in de strijd tegen de bijdragenfraude zal de regering onder andere de maatregelen nemen tegen schijnzelfstandigen en schijnwerknemers en met betrekking tot het terugvorderen van onterechte uitgekeerde bedragen en de uitkeringenfraude zal het wettelijk en regelgevend kader worden aangepast. Opbrengst in 2012: 129.000 duizend EUR.

En 2012, la lutte contre la fraude sociale portera prioritairement sur les mesures qui suivent : le gouvernement assurera l’amélioration de la collaboration entre les différents services de contrôles sociaux et fiscaux, en matière de lutte contre la fraude aux cotisations sociales, le gouvernement prendra notamment des mesures en ce qui concerne les faux-indépendants et les faux travailleurs salariés et en ce qui concerne la récupération des montants versés injustement et la fraude aux indemnités le cadre légal et réglementaire sera adaptée. Rendement en 2012: 129.000 milliers EUR.

De in artikel 433 en volgende van het WIB 1992 beschreven procedure voor de notariële betekeningen wordt aangepast zodat ze ook geldt wanneer de notaris een successieaangifte indient. Deze procedure geldt ook voor de sociale en fiscale schulden. Verhoging bijdragen RSZ met 5.000 duizend EUR.

La procédure des notifications notaires décrite aux articles 433 et suivants du CIR 1992 est adaptée afin qu’elle soit également d’application lorsque le notaire dépose une déclaration de succession. Cette procédure est également mise en place pour les dettes sociales et fiscales. Augmentation des cotisations ONSS de 5.000 milliers EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

31

Page 38: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De NMBS heeft er op eigen initiatief de RKW op gewezen dat zij niet alle voor de tak kinderbijslagen verschuldigde sociale bijdragen had betaald. Indien we uitgaan van een verjaring van 5 jaar voor de hoofdelijke bijdragen – in zoverre die niet uitdrukkelijk door de wet van 03/07/2005 worden beoogd – bedraagt het totale door de NMBS verschuldigde bedrag 40.029 duizend EUR. Correctie: +40.029 duizend EUR.

La SNCB a signalé d’initiative à l’ONAFTS qu’elle n’avait pas payé l’ensemble des cotisations sociales dues pour la branche des allocations familiales. Si on retient l’hypothèse d’une prescription de 5 ans pour les cotisations capitatives -dans la mesure où ces dernières ne sont pas explicitement visées par la loi du 03/07/2005- le montant total dû par la SNCB est de 40.029 milliers EUR. Correction : +40.029 milliers EUR.

Teneinde het financiële evenwicht van de sociale zekerheid te verzekeren en de continuïteit van de betalingen van de sociale prestaties te garanderen, zullen niet alleen structurele hervormingen worden aangevat in de sectoren van de werkloosheid, de brugpensioenen, de invaliditeit, de pensioenen en de gezondheidszorg, maar zal er (zoals in 2010 en 2011) tot en met in 2014 ook in een bijkomende dotatie voor de bestaande financieringen worden voorzien. Deze tijdelijke dotatie zal elk jaar moeten worden berekend zodat de sociale zekerheid geen overschotten of tekorten op haar ESR-rekeningen zou hebben. Dit tast het ESR-saldo van de in zijn geheel genomen entiteit I niet aan. Bedrag voor 2012: 3.236.039 duizend EUR.

Afin d’assurer l’équilibre financier de la sécurité sociale et garantir la continuité des paiements des prestations sociales, outre les réformes structurelles initiées dans les secteurs du chômage, des prépensions, de l’invalidité, des pensions et des soins de santé, on prévoira aussi le versement d’une dotation complémentaire aux financements existants (comme en 2010 et 2011) jusqu’en 2014 y compris. Cette dotation temporaire devra être calculée chaque année de telle sorte que la sécurité sociale n’aie ni surplus ni déficit de ses comptes SEC. Celle-ci n’affecte pas le solde SEC de l’entité I prise dans son ensemble. Montant pour 2012 : 3.236.039 milliers EUR.

De btw-ontvangsten stijgen met 418.400 duizend EUR ten gevolg van:

De opheffing van het bankgeheim; De btw op betaaltelevisie; De btw op diensten van

deurwaarders en notarissen; De strijd tegen de fraude en correcte

toepassing van de wetgeving.

Les recettes TVA augmentent de 418.400 milliers EUR suite à:

La levée du secret bancaire; La TVA sur TV payante; La TVA sur les services des huissiers

et des notaires; La lutte contre la fraude et application

correcte de la législation.

De btw-ontvangsten toegewezen aan de RSZ stijgen hierdoor met 94.221 duizend EUR.

Les recettes TVA affectées à l’ONSS augmentent de ce fait de 94.221 milliers EUR.

De hervorming van de fiscaliteit van de roerende inkomsten levert een meeropbrengst op van 917.000 duizend EUR. De roerende inkomsten toegewezen aan de RSZ stijgen hierdoor met 91.951 duizend EUR.

La réforme de la fiscalité des revenus mobiliers rapporte une recette en plus de 917.000 milliers EUR. Les revenus mobiliers affectés à l’ONSS augmentent de ce fait de 91.951 milliers EUR.

Uitgaven Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 66.701.416 duizend EUR, hetzij een verhoging van 0,93 % ten opzichte van 2011.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 66.701.416 milliers EUR, soit une augmentation de 0,93% par rapport à 2011.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

32

Page 39: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.

De maatregelen voor de strikte uitgavencontrole zullen voor het geheel van de overheidsdiensten worden aangepast. Deze maatregelen zullen op identieke manier gelden voor de overheidsinstellingen van sociale zekerheid en voor de derden-instanties die opdrachten voor rekening van de Sociale Zekerheid uitvoeren, te weten de verzekeringsinstellingen, de werkloosheids- en kinderbijslagkassen en, volgens de voornoemde uitvoeringsregels, de sociale secretariaten. Een besparing van 37.701 duizend EUR is voorlopig toegewezen aan het stelsel werknemers.

Des mesures de contrôle strict des dépenses seront adoptées pour l’ensemble des services de l’Etat. Ces mesures s’appliqueront de manière identique aux Institutions Publiques de Sécurité Sociale ainsi qu’aux organismes tiers qui exécutent des missions pour le compte de la Sécurité sociale à savoir les organismes assureurs, les caisses de chômage et d’allocations familiales et, selon les modalités évoquées ci-dessous, les secrétariats sociaux. Une économie de 37.701 milliers EUR est provisoirement attribuée au régime des salariés.

Voor de sociale secretariaten zal de maatregel voor strikte uitgavencontrole de vorm aannemen van een geleidelijke vermindering van de wettelijke termijnen waarin ze het geld van hun klanten kunnen bewaren. Dit leidt tot een minderuitgave in interestlasten binnen de RSZ van 5.000 duizend EUR.

Pour les secrétariats sociaux, la mesure de contrôle strict des dépenses prendra la forme d’une réduction progressive des délais légaux pendant lesquels ils peuvent conserver l’argent de leurs clients. Ceci mène à une moindre dépense dans les charges d’intérêts à l’ONSS de 5.000 milliers EUR.

De regering voorziet trouwens, zoals voor de departementen, een onderbenuttiging van 102.000 duizend EUR. Deze onderbenuttiging wordt onverdeeld opgenomen binnen de ESR-correcties.

Le gouvernement prévoira par ailleurs, comme pour les départements, une sous utilisation de 102.000 milliers EUR. Cette sous utilisation non répartie est reprise dans les corrections SEC.

De regering heeft beslist over te gaan tot een verhoging van het personeelsbestand toegewezen aan de diensten belast met de strijd tegen de sociale en fiscale fraude. Kosten: 625 duizend EUR voor de Sociale Zekerheid.

Le gouvernement a décidé de passer à une augmentation des effectifs affectés aux services en charge de la lutte contre la fraude sociale et fiscale. Coût: 625 milliers EUR pour la Sécurité sociale.

De regering heeft beslist over te gaan tot volgende maatregelen met betrekking tot de dienstencheques:

Le gouvernement a décidé d'appliquer les mesures suivantes concernant les titres-services:

Het maximum aantal dienstencheques dat men per persoon kan aankopen zal op 500 per jaar blijven. Een gezin zal niet meer dan 1000 cheques per jaar kunnen kopen. Deze regel is niet van toepassing op eenoudergezinnen en voor personen met een handicap.

Le nombre maximum de titres-services qui peut être acheté par personne sera maintenu à 500 par an. Un ménage ne pourra pas acheter plus de 1.000 titres-services par an. Cette règle n’est pas applicable aux familles monoparentales et aux personnes avec un handicap.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

33

Page 40: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Er zullen maatregelen worden getroffen opdat 60 % van de nieuwe dienstenchequebanen naar volledig uitkeringsgerechtigde werklozen, werklozen met een inschakelingsuitkering en leefloners zou gaan, behalve wanneer de werkloosheidsbureaus een afwijking toestaan gezien de werkloosheidsgraad in het betroffen werkgelegenheidsgebied.

Des mesures seront prises pour que 60% des nouveaux emplois titres-services soient ouverts aux chômeurs complets indemnisés, bénéficiaires de l’allocation d’insertion et bénéficiaires du revenu d’intégration sauf dérogation donnée par les bureaux de chômage eu égard au taux de chômage dans le bassin d’emploi concerné.

Het gebruik van dienstencheques voor schoonmaken zal strikt tot de woonplaatsen van natuurlijke personen worden beperkt.

L’utilisation du système des titres-services pour le nettoyage sera strictement limitée au domicile des personnes physiques.

De regering zal de mogelijkheid onderzoeken om de terugbetaling door de Staat in de globale prijs van de dienstencheque te moduleren, teneinde de bedrijven van de sector ertoe aan te zetten om de stabiliteit en de kwaliteit van de werkgelegenheid van de dienstenchequeswerknemers te bevorderen.

Le gouvernement examinera la possibilité de moduler l’intervention de l’État dans le prix global du titre-service pour inciter les entreprises du secteur à favoriser la stabilité et la qualité de l’emploi des travailleurs titres-services.

Begrotingsopbrengst van deze maatregelen in 2012: 7.000 duizend EUR.

Rendement budgétaire de ces mesures en 2012: 7.000 milliers EUR.

Resultaat Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2012 geraamd op 42.838.639 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 43.085.450 duizend EUR bedragen, is het saldo na kapitaalrekeningen van het RSZ-Globaal beheer 246.811 duizend EUR in 2012.

Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 42.838.639 milliers EUR pour 2012. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 43.085.450 milliers EUR, le solde après comptes de capital de l’ONSS-Gestion globale est de 246.811 milliers EUR en 2012.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

34

Page 41: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2012

Initieel /Initial

Aanpassing oktober 2011 /

Adaptation octobre

2011

Initieel /Initial

Bijzondere toewijzingen 589.066 588.788 600.345 Affectations spéciales

Sociale Maribel 544.233 544.233 555.118 Maribel social

Wetenschappelijke Maribel 33.833 33.555 34.227 Maribel scientifique

Jongerenbonus (non-profit) 11.000 11.000 11.000 Bonus jeunes (non-marchand)

Vermindering patronale bijdragen 5.376.729 5.531.470 5.603.733 Réductions cotisations patronales

In uitdoving (1) En voie d'extinction (1)

Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren 1.457 1.514 1.478 Jeunes en difficulté de réinsertion

Wetenschappelijk onderzoek 18.759 20.339 20.746 Recherche scientifique

Gesubsidieerde contractuelen 291.516 291.516 296.139 Contractuels subventionnés

Baggeraars, sleepvaart 3.696 3.982 4.062 Dragueurs, remorquage

Loonmatiging universiteiten 68.706 67.643 68.996 Modération salariale universités

Statuut kunstenaars 14.295 14.637 14.930 Statut artistes

Onthaalmoeders 14.223 12.792 13.048 Gardiennes d'enfants

Doelgroepen 213.277 206.584 211.576 Groupes-cibles

Herstructurering 10.921 12.169 12.466 Restructuration

Vorming 11.000 0 Formation

Arbeidsduurvermindering 11.544 11.427 11.251 Réduction du temps de travail

Eerste aanwervingen 101.023 99.025 100.384 Premiers engagements

Risicogroepen 40.143 45.424 46.556 Groupes risque

Activering 218 213 216 Activation

WEP/DSP 12.862 11.966 12.985 WEP/DSP

SINE 25.566 26.253 27.606 SINE

Mentors 107 112 Tuteurs

Doelgroepen "overgangsperiode" 598.889 644.099 645.044 Groupes-cibles "période de transition"

Jonge werknemers 105.384 124.685 114.440 Jeunes travailleurs

Langdurig werkzoekenden 155.233 174.580 183.302 Chômeurs de longue durée

Ouderenbonus 152.700 148.691 159.550 Bonus travailleurs âgés

Oudere werknemers 185.572 196.143 187.752 Travailleurs âgés

Structurele bijdragenverminderingen 4.151.681 4.268.142 4.327.487 Réductions structurelles cotisations

Hoge lonen 480.902 485.854 535.018 Hauts salaires

Lage lonen 265.032 291.927 215.029 Bas salaires

Forfait 3.405.747 3.490.361 3.577.440 Forfait

Diversen 230 222 227 Divers

Vermindering persoonlijke bijdragen 728.063 733.911 703.347 Réductions cotisations personnelles

Algemeen (werkbonus inbegrepen) 724.831 730.767 700.065 Ordinaire (y compris bonus-emploi)

Baggeraars, sleepvaart 232 208 217 Dragueurs, remorquage

Herstructurering 3.000 2.936 3.065 Restructuration

TOTAAL 6.693.858 6.854.169 6.907.425 TOTAL

(1) Remplacé par groupes-cibles à partir du 1er janvier 2004.

Réductions de cotisations sociales - ONSS2011-2012

(1) Is vanaf 1 januari 2004 vervangen door doelgroepen.

TABEL II.3

Socialebijdragenverminderingen - RSZ 2011-2012

(In duizend EUR)

TABLEAU II.3

(En milliers EUR)

2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

35

Page 42: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3 Evolutie van de prestaties 2011-2012 3 Évolution des prestations 2011-2012

Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen II.4 en II.5. De evolutie van de indexering van de prestaties wordt in tabel II.6 voorgesteld. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel II.7.

Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux II.4 et II.5. L’évolution de l’indexation des prestations apparaît au tableau II.6. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau II.7.

In 2012 zal het totaal van de sociale prestaties 40.773.324 duizend EUR bedragen, hetzij 3,55 % meer dan in 2011.

En 2012, le total des prestations sociales atteindra 40.773.324 EUR, soit 3,55 % de plus qu’en 2011.

Met betrekking tot de macro-economische parameters wordt er door de regering rekening gehouden met een reële groei van het bbp van 0,8 % in 2012 en een overschrijding van de spilindex vanaf januari 2012, eerder dan met de gegevens van de economische begroting van het INR van september 2011 (groei van het bbp op 1,60 % en overschrijding spilindex in februari 2012). De cijfers zijn hiervoor aangepast.

En ce qui concerne les paramètres macro-économiques, le gouvernement a tenu compte d’une croissance réelle du PIB de 0,8 % en 2012 et d’un dépassement de l’indice-pivot dès janvier 2012, plutôt qu’avec les données du budget économique de l’ICN de septembre 2011 (taux de croissance du PIB de 1,60 % et dépassement de l’indice-pivot en février 2012). Les chiffres sont adaptés en conséquence.

Uitkeringen Indemnités

Een combinatie van de effecten van een meer uniforme en samenhangende toepassing van de huidige regelgeving door de geneesherenadviseurs, de follow-up van de aanbevelingen van het Rekenhof en de uitvoering van het "back to work"-plan zouden ertoe moeten leiden dat het groeiritme van het aantal rechthebbenden vermindert. Opbrengst (2012): 30.000 duizend EUR. 27.754 duizend EUR is voorlopig toegewezen aan het stelsel van de werknemers.

Une combinaison des effets d’une application plus uniforme et plus cohérente de la règlementation actuelle par les médecins conseils, le suivi des recommandations de la Cour des comptes et la mise en oeuvre du plan « back to work » devrait permettre de diminuer le rythme de croissance du nombre de bénéficiaires. Rendement (2012) : 30.000 milliers EUR. 27.754 milliers EUR est provisoirement attribués au régime des salariés.

Werkloosheid Chômage

De regering beslist om strengere toegangsvoorwaarden voor de wachtuitkeringen en beperking in de tijd op te leggen.

Le gouvernement décide de renforcer les conditions d’accès aux allocations d’attente et de les limiter dans le temps.

De strengere toegangsvoorwaarden voor de wachtuitkeringen:

Renforcement des conditions d’accès aux allocations d’attente:

Om de snellere inschakeling in de arbeidsmarkt te bevorderen, zal de wachttijd in een beroepsinschakelingstijd worden omgezet. De wachtuitkeringen zullen in inschakelinguitkeringen worden omgezet;

Afin de favoriser l’insertion plus rapide sur le marché de l’emploi, le stage d’attente sera transformé en stage d’insertion professionnelle. Les allocations d’attente seront transformées en allocations d’insertion;

I. Algemene toelichting I. Exposé général

36

Page 43: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Vanaf 1 januari 2012 zal de beroepsinschakelingstijd op 310 dagen komen (of 12 maanden in de zin van de werkloosheidsregelgeving) voor alle nieuwe werkzoekenden, ongeacht hun leeftijd;

Le stage d’insertion sera porté, dès le 1er janvier 2012, à 310 jours (soit 12 mois au sens de la réglementation chômage) pour tous les nouveaux demandeurs d’emploi, quel que soit leur âge ;

De personen in de beroepsinschakelingstijd zullen maar een inschakelinguitkering kunnen genieten indien ze aantonen dat ze zich actief inzetten om een baan te vinden of actief aan een “individueel inschakelingtraject” meewerken;

Les personnes en stage d’insertion professionnelle ne pourront bénéficier d’allocations d’insertion que si elles démontrent une démarche active en vue de décrocher un emploi ou une participation active à un trajet individuel d’insertion;

Via een samenwerkingsakkoord zal er binnen de maand van de inschrijving als werkzoekende een eerste evaluatiegesprek met de gewestelijke werkgelegenheidsdiensten plaatsvinden, en om de 4 maanden een evaluatie. De Gewesten zullen deze werkzoekenden desgewenst regelmatiger kunnen evalueren. Indien één of meer Gewesten van die mogelijkheid gebruik maakt, zullen de procedures van de RVA voor de betrokken rechthebbenden overeenkomstig worden aangepast;

Par le biais d’un accord de coopération, il sera mis en place, dans le mois de l’inscription comme demandeur d’emploi, un premier entretien-bilan avec les services régionaux de l’emploi et une évaluation tous les 4 mois. Les Régions qui le souhaitent pourront évaluer ces demandeurs d’emploi de manière plus régulière. Si une ou plusieurs Régions font usage de cette faculté, les procédures de l’Onem seront adaptées en conséquence pour les bénéficiaires concernés;

Na afloop van de beroepinschakelingstijd zullen alleen zij van wie de laatste 3 evaluaties positief waren een inschakelingsuitkering krijgen;

À l’issue du stage d’insertion, les allocations ne seront attribuées qu’à ceux dont les 3 dernières évaluations ont été positives ;

Vanaf 2012 wordt het behoud van de inschakelingsuitkering gekoppeld aan de individuele inspanningen om een baan te vinden, en daartoe (1) zal deze actieve inspanning regelmatig geëvalueerd worden, (2) zullen de uitkeringen bij een negatieve evaluatie voor een periode van 6 maanden opgeschort worden, en (3) zullen ze pas na een positieve evaluatie kunnen worden hervat.

Afin de conditionner, dès 2012, le maintien des allocations d’insertion aux efforts individuels en vue de décrocher un emploi, (1) cette démarche active sera régulièrement évaluée, (2) les allocations seront suspendues pour une période de 6 mois en cas d’évaluation négative et (3) elles ne pourront être rétablies que moyennant une évaluation positive.

Beperking van de inschakelingsuitkeringen in de tijd:

Limitation des allocations d’insertion dans le temps :

Voor de zogenoemde "niet-bevoorrechte" samenwonende werkzoekenden zullen de inschakelinguitkeringen vanaf 1 januari 2012 beperkt worden tot 3 jaar. De berekening van deze 3 jaar begint op 1 januari 2012;

Les allocations d’insertion seront limitées à 3 ans pour les cohabitants dits « non privilégiés » à partir du 1er janvier 2012. Le calcul de ces 3 ans commence au 1er janvier 2012;

Voor de andere werkzoekenden (gezinshoofden, alleenstaanden en bevoorrechte samenwonenden) ouder dan 30 jaar worden de inschakelingsuitkeringen tot 3 jaar beperkt. De berekening van deze 3 jaar begint op 1 januari 2012.

Les allocations d’insertion sont limitées à 3 ans pour les autres chercheurs d’emploi (chefs de ménage, isolés et cohabitants privilégiés) de plus de 30 ans. Le calcul de ces 3 ans commence au 1er janvier 2012.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

37

Page 44: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Men zal echter van deze beperking tot 3 jaar afwijken indien de betrokken personen in de laatste 4 semesters 156 dagen hebben gewerkt. Om hun recht te behouden of om het opnieuw te openen, zullen de uitkeringsgerechtigden deze voorwaarde op het einde van elk semester moeten naleven.

On dérogera toutefois à cette limitation à 3 ans si les personnes concernées ont travaillé 156 jours sur les 4 derniers semestres. Pour maintenir leur droit ou l’ouvrir de nouveau, les allocataires devront respecter cette condition à la fin de chaque semestre.

De terugbetalingpercentages van het leefloon ten laste van de Federale Staat en ten gunste van de OCMW’s zullen worden verhoogd met een percentage dat het evenwaardig budget daarvoor vertegenwoordigt, en de begeleidingsmogelijkheden van de OCMW’s zullen worden versterkt.

Les taux de remboursement du RIS (revenu d'intégration sociale) à charge du fédéral en faveur des CPAS seront augmentés d’un pourcentage représentant un budget équivalent au transfert de charge vers les communes que suppose cette réforme et les capacités d’accompagnement des CPAS seront renforcées.

Begrotingsopbrengst 2012: 131.000 duizend EUR.

Rendement budgétaire 2012: 131.000 milliers EUR.

De structurele hervormingen van de arbeidsmarkt zullen tot een verhoging van de werkzaamheidsgraad leiden, die zich in een vermindering van de prestaties van de sociale zekerheid en een terugverdieneffect van de toegenomen economische activiteit zal vertalen. Samen met de winsten voor de begroting die met de hervorming van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen gepaard gaan en rekening houdend met de impact die reeds werd geïntegreerd op het niveau van de hervorming van de inschakelinguitkeringen, verwacht men in 2012 een winst van 115.615 duizend EUR in termen van mindere prestaties.

Les réformes structurelles du marché du travail conduiront à une augmentation du taux d’emploi qui se traduira à la fois par une diminution des prestations de la sécurité sociale et un effet retour du surcroit d’activité économique. Cumulés avec les gains budgétaires liés à la réforme de la dégressivité des allocations de chômage et compte tenu de l’impact qui a déjà été intégré au niveau de la réforme des allocations d’insertion, en 2012, un gain de 115.615 milliers EUR en termes de moindres prestations.

De leeftijdsvoorwaarde om recht te hebben op een anciënniteitstoeslag bij de werkloos-heidsuitkering zal op 01/07/2012 van 50 op 55 jaar worden gebracht.

Au 01/07/2012, la condition d’âge pour l’accès au complément d’ancienneté à l’allocation de chômage sera portée de 50 à 55 ans.

Begrotingsopbrengst 2012: 7.500 duizend EUR. Rendement budgétaire 2012: 7.500 milliers EUR.

De benaming “brugpensioen” zal worden aangepast teneinde ze meer in overeenstemming met de realiteit te brengen, te weten “werkloosheid met bedrijfstoeslag”. Wat betreft brugpensioen op 58 jaar voor een lange loopbaan, brugpensioen zware beroepen (58 jaar en 35 loopbaanjaren) en de cao 17 zal er een gelijkstelling zijn wat betreft de voorwaarden voor anciënniteit en leeftijd. Voor de vrouwen zal in een aangepaste overgangsperiode worden voorzien. Voor de bedrijven in moeilijkheden zal de afwijkende minimumleeftijd in 2012 op 52 jaar komen, en geleidelijk aan op 55 jaar in 2018. Voor de

La dénomination « prépension » sera modifiée en « chômage avec complément de l’entreprise » afin de la rendre plus conforme à la réalité. Concernant la prépension à 58 ans pour carrière longue, la prépension métiers lourds (58 ans et 35 ans de carrière) et la CCT 17 il y aura une uniformatisation des conditions concernant l’ancienneté et l’âge. Pour les femmes, une période de transition adaptée sera prévue. Pour les entreprises en difficulté, l’âge minimum dérogatoire sera porté à 52 ans en 2012 et progressivement à 55 ans en 2018. Pour les entreprises en restructuration, l’âge minimum dérogatoire sera porté à 55 ans en 2013. Les

I. Algemene toelichting I. Exposé général

38

Page 45: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

bedrijven in herstructurering zal de afwijkende minimumleeftijd in 2013 op 55 jaar komen. De patronale bijdragen inzake brugpensioen en pseudobrugpensioen zullen worden aangepast rekening houdend met de leeftijd van de bruggepensioneerde. Voor het halftijds- brugpensioenstelsel zal er een uitdovend kader worden ingevoerd.

cotisations patronales en matière de prépensions et de pseudo-prépension seront adaptées en tenant compte de l’âge du prépensionné. Pour le régime de la prépension à mi-temps, un cadre d’extinction sera mis en place.

De uitgaven dalen door de bovenvermelde maatregelen betreffende het brugpensioen met 5.000 duizend EUR.

Les dépenses diminuent de 5.000 milliers EUR. suite à l'introduction des mesures mentionnées ci-dessus.

Tijdskrediet en loopbaanonderbreking Crédits-temps et interruption de carrière

De volgende maatregelen zullen vanaf 2012 gelden, voor allen die een 1ste aanvraag of een verlengingsaanvraag na 20 november 2011 hebben ingediend.

Les mesures qui suivent s’appliqueront dès 2012, à tous ceux qui auront introduit une 1ère demande ou une demande de prolongation après le 20 novembre 2011.

a. Tijdskrediet a. Crédit-temps

Het wetgevend en regelgevend kader zal worden aangepast om de volgende maatregelen in te voeren:

Le cadre légal et réglementaire sera adapté pour mettre en œuvre les mesures suivantes:

Het niet-gemotiveerde gewone tijdskrediet met uitkering zal beperkt worden tot één jaar voltijds equivalent (zijnde één jaar voltijds, twee jaar halftijds of vijf jaar 1/5de);

Le crédit-temps ordinaire avec allocation sans motif sera limité à un an équivalent temps plein (soit un an à temps complet, deux ans à mi-temps ou cinq ans à 1/5ème temps);

Het huidige stelsel van het 1/5-tijdskrediet zal worden afgeschaft;

Le régime actuel de crédit-temps à 1/5ème sera supprimé;

Het recht op dit gewone tijdskrediet en de bijhorende uitkering zal onderworpen zijn aan een voorwaarde van 5 loopbaanjaren, waarvan 2 beroepsjaren in het bedrijf;

L’accès à ce crédit-temps ordinaire et à l’allocation y afférente sera soumis à une condition de 5 ans de carrière, dont 2 ans d’ancienneté dans l’entreprise;

De mogelijkheden om het niet-gemotiveerde gewone tijdskrediet via collectieve arbeidsovereenkomsten uit te breiden, zullen worden afgeschaft. Voor de uitbreidingsmogelijkheden zonder motivering en zonder uitkering zullen de sociale partners worden opgeroepen om over de afschaffing van dat systeem te beslissen;

Les possibilités d’extension du crédit-temps ordinaire sans motif par convention collective de travail avec allocations seront supprimées. Pour les possibilités d’extension sans motif et sans allocation, les partenaires sociaux seront appelés à décider de la suppression de ce système;

De uitbreidingsmogelijkheden van het gemotiveerd tijdskrediet zullen worden beperkt tot een duur van maximum drie jaar over het geheel van de loopbaan, en dit ongeacht het stelsel (voltijds of deeltijds). De voorwaarden inzake beroepsjaren voor het gemotiveerd tijdskrediet zullen in hun huidige vorm behouden blijven. De lijst met motiveringen zal worden herzien, waarbij men erop zal letten dat men de rechten van werknemers die vrijwillig minder werken om voor een ziek kind te zorgen, niet verminderd. Men zal er in voorzien om de duur

Les possibilités d’extension du crédit-temps avec motifs seront limitées à une durée de maximum de trois ans sur l’ensemble de la carrière, et ce quelque soit le régime (temps complet ou temps partiel). Les conditions d’ancienneté pour le crédit-temps avec motif seront maintenues telles qu’actuellement. La liste des motifs sera revue en portant attention à ne pas diminuer les droits des travailleurs qui réduisent individuellement leur temps de travail pour soins à un enfant malade. Il sera prévu de pouvoir faire varier la durée du crédit-temps en

I. Algemene toelichting I. Exposé général

39

Page 46: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

van het tijdskrediet volgens de motivering te laten variëren, eventueel te spreiden (halftijds en 1/5) en de periodes van het opgenomen tijdskrediet beter te verdelen naargelang de motivering;

fonction du motif, de prévoir l’étalement possible (mi-temps et 1/5), ainsi que de prévoir un meilleur fractionnement des périodes prises en crédit-temps en fonction des motifs;

Voor het tijdskrediet en specifieke loopbaanonderbreking op het einde van de loopbaan zal de toegang tot en het recht op verhoogde uitkeringen op 55 jaar worden gebracht voor het 1/5-tijdskrediet en voor het halftijds tijdskrediet. Er zullen in uitzonderingen worden voorzien voor de zware beroepen die tegelijk knelpuntberoepen zijn;

Pour le crédit-temps et l’interruption de carrière spécifique aux fins de carrière, l’accès et le droit aux allocations majorées seront portés à 55 ans pour le crédit-temps à 1/5 et à mi-temps. Des exceptions seront prévues pour les métiers qui sont à la fois pénibles et en pénurie;

Het specifieke tijdskrediet op het einde van de loopbaan zal onderworpen worden aan een loopbaanduur van 25 jaar;

Le crédit-temps spécifique aux fins de carrière sera soumis à une durée de carrière de 25 ans;

Na overleg met de sociale partners zal de regering voorzieningen treffen om ervoor te zorgen dat de rechthebbenden de arbeidsmarkt niet voortijdig verlaten;

Après concertation avec les partenaires sociaux, le gouvernement prendra des dispositions garantissant que les bénéficiaires ne quittent pas prématurément le marché du travail;

Het nettobedrag van de uitkeringen zal worden herzien om de samenhang tussen het gewone en het specifieke stelsel te verzekeren, met respect voor de begrotingsneutraliteit.

Le montant net des allocations sera revu afin d’assurer la cohérence entre régime ordinaire et régime spécifique, dans le respect de la neutralité budgétaire.

b. Loopbaanonderbreking b. Interruption de carrière

De voltijdse loopbaanonderbreking en de halftijdse loopbaanonderbreking zullen in 2012 tot maximum 60 maanden beperkt worden;

L’interruption de carrière à temps plein sera limitée à 60 mois maximum et l’interruption de carrière à temps partiel sera limitée à 60 mois maximum en 2012;

Na deze eerste fase zal het loopbaanonderbrekingstelsel geleidelijk met dat van het tijdskrediet worden gelijkgeschakeld. Deze gelijkschakeling moet in 2020 rond zijn. Deze wijzigingen zullen met de deelstaten worden overlegd, rekening houdend met de overdracht van deze bevoegdheid in het kader van de 6de staatshervorming.

Après cette 1ère étape, le régime de l’interruption de carrière sera progressivement harmonisé avec celui du crédit-temps. Cette harmonisation devra être effective en 2020. Ces modifications feront l’objet d’une concertation avec les entités fédérées compte tenu du transfert de cette compétence dans le cadre de la 6ème réforme de l’État.

Begrotingsopbrengst: 51.700 duizend EUR in 2012.

Rendement budgétaire: 51.700 milliers EUR en 2012.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

40

Page 47: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

201

2

Init

ieel

/In

itia

l

(I)

Aan

pas

sin

g

okt

ob

er 2

011

/A

dap

tati

on

o

cto

bre

201

1

(II)

Init

ieel

/In

itia

l

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

RIZ

IV-U

itker

inge

n 5.

358.

462

5.46

7.23

65.

852.

351

108.

774

2,03

%38

5.11

57,

04 %

INA

MI-

Inde

mni

tés

RV

P (1

) 19

.129

.265

19.2

82.4

0820

.380

.650

153.

143

0,80

%1.

098.

242

5,70

%O

NP

(1)

RK

W

4.34

1.59

94.

377.

650

4.51

4.24

536

.051

0,83

%13

6.59

53,

12 %

ON

AF

TS

FA

O

193.

728

195.

628

197.

930

1.90

00,

98 %

2.30

21,

18 %

FA

T

FB

Z

272.

280

286.

437

289.

219

14.1

575,

20 %

2.78

20,

97 %

FM

P

RV

A-W

erkl

oosh

eid

7.36

2.00

57.

289.

728

7.00

6.65

3-7

2.27

7-0

,98

%-2

83.0

75-3

,88

%O

NE

m-C

hôm

age

RV

A-B

rugp

ensi

oene

n 1.

632.

479

1.64

6.00

81.

663.

419

13.5

290,

83 %

17.4

111,

06 %

ON

Em

-Pré

pens

ions

RV

A-L

oopb

aano

nder

brek

ing

821.

290

813.

432

786.

590

-7.8

58-0

,96

%-2

6.84

2-3

,30

%O

NE

m-I

nter

rupt

ion

de c

arriè

re

Su

bto

taal

39

.111

.108

39.3

58.5

2740

.691

.057

247.

419

0,63

%1.

332.

530

3,39

%S

ou

s-to

tal

Mijn

wer

kers

-Inv

alid

iteit

2.22

62.

233

2.01

27

0,31

%-2

21-9

,90

%M

ineu

rs-I

nval

idité

HV

KZ

-ZIV

10

.389

10.3

8910

.420

00,

00 %

310,

30 %

CS

PM

-AM

I P

ool d

er Z

eelie

den-

Wer

kloo

shei

d 2.

542

2.54

22.

535

00,

00 %

-7-0

,28

%P

ool d

es M

arin

s-C

hôm

age

TO

TA

AL

39

.126

.265

39.3

73.6

9140

.706

.024

247.

426

0,63

%1.

332.

333

3,38

%T

OT

AL

Onv

erde

elde

pre

stat

ies

306.

279

67

.300

-306

.279

-100

,00

%67

.300

P

rest

atio

ns n

on-r

épar

ti

AA

NG

EP

AS

T T

OT

AA

L

39.4

32.5

4439

.373

.691

40.7

73.3

24-5

8.85

3-1

4,92

%1.

399.

633

3,38

%T

OT

AL

AJU

ST

E

(1)

Van

af 2

008:

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(1

) À

par

tir d

e 20

08: y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

TA

BE

L II.

4

Pre

stat

ies

van

het

ste

lsel

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

11-2

012

(*)

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

)

(In

dui

zend

EU

R)

TA

BLE

AU

II.4

Pre

stat

ion

s d

u r

égim

e d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sa

lari

és 2

011-

2012

(*)

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

(

En

mill

iers

EU

R)

2011

(II)

/ (I

)

(*)

De

huid

ige

gezo

ndhe

idsi

ndex

(11

7,27

) zo

u in

janu

ari 2

012

over

schr

eden

wor

den

(aan

pass

ing

soci

ale

pres

tatie

s in

febr

uari

2012

en

wed

den

in m

aart

201

2).

(*)

L’in

dice

san

té a

ctue

l (11

7,27

) se

rait

dépa

ssé

en ja

nvie

r 20

12 (

adap

tatio

n de

s pr

esta

tions

soc

iale

s en

vrie

r 20

12 e

t des

trai

tem

ents

en

mar

s 20

12).

201

2 / 2

011

201

1

I. Algemene toelichting I. Exposé général

41

Page 48: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2012

Initieel /Initial

(I)

Aanpassing oktober 2011 /

Adaptation octobre 2011

(II)

Initieel / Initial

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In % / En %

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In % / En %

RIZIV-Uitkeringen (vergoede dagen) 124.719.045 127.244.215 131.806.258 2.525.170 2,02 % 4.562.043 3,59 % INAMI-Indemnités (jours indemnisés)

Primaire arbeidsongeschiktheid 31.709.283 32.131.788 33.462.828 422.505 1,33 % 1.331.040 4,14 % Incapacité primaire

Invaliditeit 82.524.097 84.684.664 87.795.323 2.160.567 2,62 % 3.110.659 3,67 % Invalidité

Moederschap 10.064.004 10.006.923 10.126.959 -57.081 -0,57 % 120.036 1,20 % Maternité

Vaderschap 421.661 420.840 421.148 -821 -0,19 % 308 0,07 % Paternité

RVP (jaargemiddelde) 4.265.585 4.265.585 4.267.645 0 0,00 % 2.060 0,05 % ONP (moyenne annuelle)

Rustpensioenen 1.470.085 1.470.085 1.497.625 0 0,00 % 27.540 1,87 % Pensions de retraite

Overlevingspensioenen 478.950 478.950 475.035 0 0,00 % -3.915 -0,82 % Pensions de survie

Vakantiegeld 1.685.065 1.685.065 1.708.805 0 0,00 % 23.740 1,41 % Pécule de vacances

Verwarmingstoelage 56.085 56.085 53.705 0 0,00 % -2.380 -4,24 % Allocation de chauffage

Renten (kapitalisatie) 575.400 575.400 532.475 0 0,00 % -42.925 -7,46 % Rentes (capitalisation)

RKW (rechtgevende kinderen) 2.128.113 2.137.249 2.152.471 9.136 0,43 % 15.222 0,71 % ONAFTS (enfants bénéficiaires)

Nationale verdeling 1.989.701 1.998.360 2.013.430 8.659 0,44 % 15.070 0,75 % Répartition nationale

Gewaarborgde gezinsbijslag 17.376 17.573 17.653 197 1,13 % 80 0,46 % Prestations familiales garanties

Tijdelijke leerkrachten 16.363 16.077 16.077 -286 -1,75 % 0 0,00 % Enseignants temporaires

Kraamgeld 104.275 104.866 104.938 591 0,57 % 72 0,07 % Allocations de naissance

Adoptiepremie 398 373 373 -25 -6,28 % 0 0,00 % Primes d'adoption

Jaarlijkse toeslag 0-5j. 579.124 580.912 587.627 1.788 0,31 % 6.715 1,16 % Supplément annuel 0-5a.

Jaarlijkse toeslag 6-11j. 524.214 529.377 528.556 5.163 0,98 % -821 -0,16 % Supplément annuel 6-11a.

Jaarlijkse toeslag 12-17j. 526.591 533.621 540.886 7.030 1,34 % 7.265 1,36 % Supplément annuel 12-17a.

Jaarlijkse toeslag 18-24j. 340.601 338.113 340.563 -2.488 -0,73 % 2.450 0,72 % Supplément annuel 18-24a.

+ 25 jarigen 15.012 15.012 14.473 0 0,00 % -539 -3,59 % + 25 ans

FAO (gerechtigden) 143.169 143.169 145.352 0 0,00 % 2.183 1,52 % FAT (bénéficiaires)

FBZ (aantal uitkeringen) 69.284 69.284 68.125 0 0,00 % -1.159 -1,67 % FMP (nombre d'indemnités)

RVA (jaargemiddelde fysieke eenheden) 1.291.840 1.288.360 1.269.355 -3.480 -0,27 % -19.005 -1,48 %ONEm (moyenne annuelle des unités physiques)

Werkloosheid 896.140 897.160 877.255 1.020 0,11 % -19.905 -2,22 % Chômage

Volledige werkloosheid 652.800 638.245 643.145 -14.555 -2,23 % 4.900 0,77 % Chômage complet

Tijdelijke werkloosheid 136.495 141.245 133.310 4.750 3,48 % -7.935 -5,62 % Chômage temporaire

Activeringsprogramma's 98.500 106.580 90.020 8.080 8,20 % -16.560 -15,54 % Programmes d'activation

Jeugdvakantie 2.500 2.500 2.500 0 0,00 % 0 0,00 % Vacances des jeunes

Seniorvakantie 140 400 400 260 185,71 % 0 0,00 % Vacances des séniors

Onthaalouders 3.500 3.480 3.170 -20 -0,57 % -310 -8,91 % Gardiennes d'enfants

Overgang zwaar naar licht werk 5 10 10 5 100,00 % 0 0,00 % Conversion de travail lourd à léger Crisispremie (inclusief kinderopvang-toeslag) 2.200 4.700 4.700 2.500 113,64 % 0 0,00 %

Prime de crise (inclus supplément accueil enfants)

Brugpensioenen 121.200 120.600 119.100 -600 -0,50 % -1.500 -1,24 % Prépensions

Loopbaanonderbreking 138.600 135.400 136.300 -3.200 -2,31 % 900 0,66 % Interruption de carrière

Tijdskredieten 135.900 135.200 136.700 -700 -0,52 % 1.500 1,11 % Crédit-temps

Mijnwerkers-Invaliditeit (gevallen) Mineurs-Invalidité (cas)

Invaliditeitspensioen 148 148 131 0 0,00 % -17 -11,49 % Pension d'invalidité

Pensioencomplement 148 148 131 0 0,00 % -17 -11,49 % Complément de pension

Verwarmingstoelage 148 148 131 0 0,00 % -17 -11,49 % Allocation de chauffage

HVKZ-ZIV (vergoede dagen in primaire ongeschiktheid en invaliditeit)

47.120 47.120 47.120 0 0,00 % 0 0,00 %CSPM-AMI (jours indemnisés en incapacité primaire et invalidité)

Pool der Zeelieden-Werkloosheid (1)

(vergoede dagen voor werkloosheid, brugpensioenen, begeleidingsplan en beroepsopleiding)

50.585 50.585 49.198 0 0,00 % -1.387 -2,74 %

Pool des Marins-Chômage (2)

(jours indemnisés en chômage, prépensions, plan d'accompagnement et formation professionnelle)

(1) Tijdelijke werkloosheid niet inbegrepen. (1) Non compris, le chômage temporaire.

2012 / 20112011 (II) / (I)2011

TABLEAU II.5

Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés 2011-2012

(hormis soins de santé)

TABEL II.5

Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers 2011-2012

(geneeskundige verzorging uitgezonderd)

Spilindex / Indice pivot (2004 = 100)

Gemiddelde spilindex /

Indice pivot moyen

(2004 = 100)

Jaarlijkse toename /

Accroissement annuel

(*)

2011: mei 114,97 114,22 2,67 % 2011: mai

2012: februari 117,27 117,08 2,50 % 2012: fevrier

(*) Van de gemiddelde spilindex. | (*) De l'indice pivot moyen.

TABEL II.6

Indexering van de prestaties 2011-2012

TABLEAU II.6

Indexation des prestations 2011-2012

I. Algemene toelichting I. Exposé général

42

Page 49: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

1. Uitkeringen 121,14 151,69 1. Indemnités

- verhoging van de minimumuitkering voor primaire ongeschiktheid voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %

1.1.2010 0,21 0,21 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'incapacité primaire minimale travailleur régulier cohabitant

- verhoging van maxima van de lang-durige invaliden van vóór april 2004

1.1.2010 13,16 13,16 - augmentation des maxima des anciens invalides avant avril 2004

- verhoging van de minimum-invaliditeitsuitkering voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %

1.1.2010 10,58 10,58 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'invalidité minimale travailleur régulier cohabitant

- bij invaliditeit, aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangings-inkomen

1.1.2010 9,05 9,05 - en invalidité, adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement

- inhaaloperatie voor de langdurig invaliden: jaartoeslag eind mei

1.5.2010 11,70 12,14 12,14 - opération de rattrapage pour les invalides de longue durée: prime

- werkverwijdering van de zwangere vrouwen - harmonisering

1.1.2010 12,02 12,02 - écartement du travail des femmes enceintes - harmonisation

- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 1,69 - augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans

- optrekken van ZIV loonplafond nieuwe intredes met 0,7 %

1.1.2011 0,92 1,44 1,44 - relèvement du plafond de revenu des nouvelles entrées de 0,7 %

- toekenning van een jaarlijkse inhaalpremie van 200 EUR voor de invaliden

1.5.2011 38,99 41,42 41,42 - octroi d'une prime annuelle de rattrapage de 200 EUR pour les invalides

- verhoging van de minimumuitkeringen voor alleenstaanden en met gezinslast vanwege koppeling minimumpensioen: +2 %

1.9.2011 6,33 19,93 19,93 - augmentation des indemnités minimales liées à la pension minimum pour les isolés et avec charge: +2%

- automatische koppeling van het dagelijkse bedrag van de minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers aan het leefloon: verhoging van 2 %

1.9.2011 2,50 7,88 7,88 - liaison automatique au revenu d'intégration du montant journalier des indemnités minimums des travailleurs non-réguliers: augmentation de 2%

- verhoging vergoeding herscholing bij succesvolle beëindiging opleidingsprogramma

1.9.2011 1,71 5,13 5,13 - augmentation de l'indemnité readaptation professionnelle en cas de réussite d'une formation terminée

- verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen voor regelmatige werknemers - "gezinshoofd"

1.9.2011 4,18 13,15 13,15 - augmentation de 2 % des indemnités minimales des travailleurs réguliers cohabitants

- verhoging van het forfait "Hulp van derden" van 12 naar 15 EUR

1.9.2011 3,74 11,74 11,74 - augmentation du forfait "Aide d'une tierce personne" de 12 à 15 EUR

- maatregelen ten voordele van de beroepsherinschakeling van de invalide werknemers

p.m. 1,99 14,83 14,83 - mesures en faveur de la réinsertion professionnelle des travailleurs invalides

- verhoging inkomensdrempels met gezinslast (tot 707,07 EUR) en vervangingsinkomens alleenstaanden: + 2 %

1.9.2011 2,38 7,48 7,48 - augmentation plafond revenus avec charge (jusque 707,07 EUR) et plafond revenus de placement isolés: + 2%

-Recurrentie 6 jaar: +2 % 1.9.2011 p.m. p.m. p.m. - récurrence de 6 ans: +2%

- aanpassing van de inkomensschijven art. 230: afschaffing schijf 75 %

1.1.2012 8,89 8,89 - adaptation des tranches de revenus art. 230: suppression tranche 75 %

TABEL II.7

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2011-2012 (*)

(In miljoen EUR)

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

TABLEAU II.7

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

Estimations budgétaires des corrections sociales 2011-2012 (*)

(En millions EUR)

Sociale correcties - Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de

cours

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

43

Page 50: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

1. Uitkeringen (vervolg) #VERW! #VERW! 1. Indemnités (suite)

- aanpassing van de inkomensschijven art. 230: neutralisatie schijf 50 % tijdens eerste 6 maanden

1.1.2012 7,66 7,66 - adaptation des tranches de revenus art. 230: neutralisation de la tranche de 50 % pendant les 6 premiers mois

- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2012 p.m. p.m. - augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans

2. Werkloosheid 517,48 209,75 2. Chômage

- aanpassing van het statuut "gezinshoofd"

1.1.2010 4,00 4,00 - adaptation du statut "chef de ménage"

- verlenging tot 31 december 2010 van de 3 crisismaatregelen

1.1.2010 p.m. - prolongation des 3 mesures de crise jusqu'au 31 décembre 2010

- activering van de jongeren van minder dan 26 jaar met ten hoogste een diploma van het secundair onderwijs en van de werknemers ouder dan 45 jaar (voor de aanwervingen tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011)

1.1.2010 356,21 356,21 - activation des jeunes de moins de 26 ans disposant au maximum d'un diplôme d'enseignement secondaire et des travailleurs âgés de plus de 45 ans (pour les engagements réalisés entre le 1 janvier 2010 et le 31 décembre 2011)

-uitbreiding van de stagebonus na de schoolplichtige leeftijd en verhoging van het bedrag

1.1.2010 10,00 - extension du bonus de stage au-delà de l'âge d'obligation scolaire et augmentation du montant

- versoepeling van de reglementering voor de invoegstages

1.1.2010 0,50 - assouplissement de la réglementation sur les stages d'insertion

- uitbreiding van de terugbetaling van medische onderzoeken

1.1.2010 2,00 - élargissement du remboursement des examens médicaux

- definitie van risicogroepen en oprichting van een tewerkstellings-fonds voor de opleidingen voor risicogroepen

1.1.2010 6,00 - définition des groupes à risque et création d'un fonds pour l'emploi pour les formations envers les groupes à risque

- verhoging met 1,25 % van de bedragen van de loonplafonds voor volledige werklozen

1.3.2011 9,54 11,45 11,45 - augmentation de 1,25 % des montants des plafonds de rémunération pour chômeurs temps plein

- verhoging met 1,25 % van de bedragen van de loonplafonds voor tijdelijk werklozen

1.3.2011 4,47 5,37 5,37 - augmentation de 1,25 % des montants des plafonds de rémunération pour chômeurs temps partiel

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53,8 % naar 55 % voor de tweede periode

1.3.2011 10,48 12,58 12,58 - augmentation du taux des isolés de 53,8 % à 55 % pour la deuxième période

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen)

1.9.2011 16,76 50,28 50,28 - augmentation de 2 % des allocations minimales (forfaits inclus)

- regeling van een definitief systeem voor economische werkloosheid voor bedienden

4,35 1,56 1,56 - organisation d'un système définitif de chômage économique pour les employés

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)

Sociale correcties - Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

I. Algemene toelichting I. Exposé général

44

Page 51: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

2. Werkloosheid (vervolg) #VERW! #VERW! 2. Chômage (suite)

- verhoging van de uitkeringen voor economische werkloosheid voor de arbeiders en de bedienden

1.9.2011 62,85 80,73 80,73 - augmentation des allocations de chômage économique pour les ouvriers et les employés

• van 60 naar 70 % van het laatste loon voor samenwonenden;

• de 60 à 70 % du dernier revenu pour les cohabitants;

• van 65 naar 75 % van het laatste loon voor alleenstaanden en gezinshoofden

• de 65 à 75 % du dernier revenu pour isolés et chefs de famille

- definitieve regeling van een ontslag-premie voor ontslagen arbeiders

43,82 42,99 42,99 - organisation définitive d'une prime de licenciement pour les ouvriers licenciés

- toekenning van voordelen ACTIVA voor personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid

5,00 4,80 4,80 - octroi des avantages ACTIVA pour les personnes avec une aptitude au travail réduite

- verhoging van de werkloosheidsuitkering gedurende de eerste 6 maanden

p.m. p.m. p.m. - augmentation des indemnités de chômage pendant les 6 premiers mois

3. Pensioenen 98,56 347,00 3. Pensions

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010 14,26 14,04 14,04 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005

- verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen met 2 %

1.9.2011 17,64 52,44 52,44 - augmentation de 2 % du minimum garanti de pension

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006

1.9.2011 4,07 12,23 12,23 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006

- verhoging met 0,25 % van de minimumpensioenen van 15 jaar en ouder

1.9.2011 1,20 3,66 3,66 - augmentation de 0,25 % des pensions minimales de plus de 15 ans

- verhoging met 1 % van de niet-minimumpensioenen van 15 jaar en ouder

1.9.2011 15,23 45,06 45,06 - augmentation de 1% des pensions non minimales de plus de 15 ans

- verhoging met 1,25 % van de niet-minimumpensioenen van 15 jaar en ouder

1.9.2011 19,04 56,33 56,33 - augmentation de 1,25 % des pensions non minimales de plus de 15 ans

- verhoging van het gewaarborgd jaarbedrag

1.9.2011 0,23 1,46 1,46 - augmentation du droit minimum par année de carrière

- gemengde loopbanen: 1ste fase aanpassing van de kleine minima en eenheid van loopbaan

1.9.2011 5,08 15,50 15,50 - carrière mixte : 1ère adaptation des petits minima et de l'unité de carrière

- verhoging van het loonplafond voor 2011 met 0,7 %

1.9.2011 0,01 0,01 - augmentation de 0,7 % du plafond pour les revenus de 2011

- verhoging met 1,25 % van de niet-minimumpensioenen van minder dan 15 jaar

1.11.2011 21,81 130,37 130,37 - augmentation de 1,25 % des pensions non minimales de moins de 15 ans

- gemengde loopbanen: 2de aanpassing van de kleine minima en eenheid van loopbaan

1.9.2012 10,04 40,16 - carrière mixte : 2ème adaptation des petits minima et de l'unité de carrière

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2007

1.9.2012 5,86 23,45 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2007

(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

Sociale correcties - Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

I. Algemene toelichting I. Exposé général

45

Page 52: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

4. Gezinsbijslag 8,85 19,50 4. Prestations familiales

- jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24-jarigen

1.1.2011 8,85 9,44 9,44 - supplément d'âge annuel : augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans

- verhoging jaarlijkse bijslag voor 18-24-jarigen van 75 in 2011 naar 100 EUR in 2012

1.1.2012 9,43 9,43 - augmentation du supplément annuel pour les 18-24 ans de 75 en 2011 à 100 EUR en 2012

- maatregel studenten geen automatisch verlies in het derde trimester bij verlies van recht in tweede trimester.

1.1.2012 0,63 0,63 - mesure étudiants pas de perte automatique au troisième trimestre en cas de perte du droit au deuxième trimestre.

5. Arbeidsongevallen 0,00 3,08 5. Accidents du travail

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 0,12 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2011 p.m. p.m. p.m. - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- optrekken van het loonplafond met 0,7 %

1.1.2012 2,00 2,00 - relèvement du plafond de revenu de 0,7 %

- verhoging van 2 % van de minima en forfaits

1.9.2012 0,65 2,60 - augmentation de 2% des minima et des forfaits

- verhoging met 0,7 % van de uitkeringen

1.9.2012 0,34 1,36 - augmentation de 0,7 % des indemnités

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2012 0,09 0,36 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

6. Beroepsziekten 1,43 3,84 6. Maladies professionnelles

- behoud van de socio-economische factoren

1.1.2010 13,00 - maintien des facteurs socio-économiques

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 0,07 0,07 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- optrekken van het loonplafond met 0,7 %

1.1.2011 0,02 0,02 - relèvement du plafond de revenu de 0,7 %

- verhoging met 2 % van de minima en de forfaits

1.9.2011 1,03 3,00 3,00 - augmentation de 2 % des minimas et des fofaits

- verhoging met 0,7 % van de uitkeringen

1.9.2011 0,22 0,65 0,65 - augmentation de 0,7 % des indemnités

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2011 0,09 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- optrekken van het loonplafond met 0,7 %

1.1.2012 0,08 0,08 - relèvement du plafond de revenu de 0,7 %

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2012 0,10 0,40 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

7. Diversen 0,00 0,00 7. Divers

TOTAAL 747,46 734,86 TOTAL

(En millions EUR) (suite)

Sociale correcties - Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

(In miljoen EUR) (vervolg)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

46

Page 53: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK III CHAPITRE III

HET GLOBAAL BEHEER VOOR ZELFSTANDIGEN

LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS INDEPENDANTS

1 Tabellen voor 2011 en 2012 1 Tableaux de 2011 et 2012

Methodologie Méthodologie

De tabellen hebben dezelfde opmaak als deze voor de werknemers.

La forme des tableaux est similaire à celle des travailleurs salariés.

In tabellen III.1 en III.2 wordt een consolidatie van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSVZ-Globaal beheer voorgesteld.

Les tableaux III.1 et III.2 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’INASTI-Gestion globale.

De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst of een uitgave tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.

Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette ou une dépense dans le total consolidé.

De overdracht van het RSVZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de zelfstandigen komt te voorschijn in de rubriek externe overdrachten van RSVZ-Globaal beheer.

Le transfert de l’INASTI-Gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs indépendants apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’INASTI-Gestion globale.

Het bedrag voor de beheerskosten van het RSVZ omvat niet alleen de beheerskosten met betrekking tot de inning en tot het beheer van de ontvangsten, maar ook deze met betrekking tot de gezinsbijslag, tot de faillissements-verzekering en tot de palliatieve verzorging.

Le montant des frais d’administration de l’INASTI inclut non seulement les frais d’administration relatifs à la perception et à la gestion des recettes, mais aussi ceux relatifs aux prestations familiales, à l’assurance-faillite et aux soins palliatifs.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

47

Page 54: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

itke

rin

gen

/IN

AM

I-In

dem

nit

ésR

SV

Z-P

ens.

/ IN

AS

TI-

Pen

s.

RS

VZ

-Gez

insb

. /

INA

ST

I-P

rest

.fam

.R

SV

Z-F

aill.

ver

z. /

INA

ST

I-A

s. f

ailli

te

RS

VZ

-Pal

liati

eve

verz

org

. / IN

AS

TI-

So

ins

pal

liati

fs

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

3.55

8.66

53.

558.

665

Co

tisa

tio

ns

Gew

one

bijd

rage

n

3.

356.

287

3.35

6.28

7C

otis

atio

ns o

rdin

aire

s P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

10

.000

10.0

00C

otis

atio

ns m

anda

taire

s pu

blic

s C

onso

lidat

iebi

jdra

gen

Cot

isat

ions

de

cons

olid

atio

n V

enno

otsc

haps

bijd

rage

n

19

2.37

819

2.37

8C

otis

atio

ns d

es s

ocié

tés

Sta

atst

oel

agen

1.

428.

957

1.42

8.95

7S

ub

ven

tio

ns

de

l'Eta

t In

de

pres

tatie

s

1.

316.

997

1.31

6.99

7D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

(1)

111.

960

111.

960

Sub

vent

ion

de l'

Eta

t spé

cifiq

ue (1

)

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

1.

106.

326

1.10

6.32

6F

inan

cem

ent

alte

rnat

if

Btw

74

2.60

474

2.60

4T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

48.3

9248

.392

Pré

com

pte

mob

ilier

S

tock

opt

ions

3.

382

3.38

2S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

15

.014

15.0

14A

ccis

es ta

bac

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g (2

)

29

2.60

029

2.60

0S

oins

de

sant

é (2

)

And

ere

4.33

34.

333

Aut

res

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

18.2

41

18

.241

18

.241

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

10

9.84

610

9.84

6T

ran

sfer

ts e

xter

nes

T

oeko

mst

fond

s

50

050

0F

onds

pou

r l'a

veni

r B

ijdra

ge b

egro

tings

doel

stel

ling

SZ

10

9.34

610

9.34

6C

ontr

ib. o

bjec

tif b

udgé

taire

SS

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

10

11.9

6811

.978

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

110

1.96

8

2.07

859

72.

675

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

18

.361

1.96

8

20.3

296.

216.

359

6.23

6.68

8R

ecet

tes

pro

pre

s

RS

VZ

-GF

B

345.

299

2.95

0.99

243

0.30

314

.802

1.20

03.

742.

595

3.

742.

595

INA

ST

I-G

FG

A

nder

e ta

kken

A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

345.

299

2.95

0.99

243

0.30

314

.802

1.20

03.

742.

595

3.

742.

595

Tra

nsf

erts

inte

rnes

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

36

3.66

02.

952.

960

430.

303

14.8

021.

200

3.76

2.92

56.

216.

359

9.97

9.28

4T

ota

l rec

ette

s co

ura

nte

s

(1)

Zoa

ls b

epaa

ld in

art

ikel

73

van

de p

rogr

amm

awet

van

23

dece

mbe

r 20

09 k

an h

et b

edra

g va

n de

bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

in d

e

loop

van

het

jaar

her

zien

wor

den

in fu

nctie

van

de

mac

ro-e

cono

mis

che

para

met

ers

en d

e bu

dget

taire

evo

lutie

van

de

stel

sels

voo

r

soci

ale

zeke

rhei

d.

(1)

Com

me

stip

ulé

dans

l'ar

ticle

73

de la

loi p

rogr

amm

e du

23

déce

mbr

e 20

09 le

mon

tant

de

la s

ubve

ntio

n de

l'E

tat s

péci

fique

peu

t

être

rev

u da

ns le

cou

rant

de

l'ann

ée e

n fo

nctio

n de

s pa

ram

ètre

s m

acro

-éco

nom

ique

s et

de

l'évo

lutio

n bu

dgét

aire

des

rég

imes

de

la

sécu

rité

soci

ale.

(2

) In

itiee

l bed

rag

was

293

.542

dui

zend

EU

R (

opge

nom

en in

het

KB

van

23

maa

rt 2

011)

. Bed

rag

ontv

ange

n do

or h

et g

loba

al

behe

er.

(2)

Mon

tant

initi

al é

tait

de 2

93.5

42 m

illie

rs E

UR

(re

pris

dan

s l'A

R d

u 23

mar

s 20

11).

Mon

tant

reç

u pa

r la

ges

tion

glob

ale.

TA

BLE

AU

III.1

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

011

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

(

En

mill

iers

EU

R)

(ada

ptat

ion

octo

bre

2011

)

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

1 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

(In

dui

zend

EU

R)

(aan

pass

ing

okto

ber

2011

)

TA

BE

L III

.1

I. Algemene toelichting I. Exposé général

48

Page 55: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

itke

rin

gen

/IN

AM

I-In

dem

nit

ésR

SV

Z-P

ens.

/ IN

AS

TI-

Pen

s.

RS

VZ

-Gez

insb

. /

INA

ST

I-P

rest

.fam

.R

SV

Z-F

aill.

ver

z. /

INA

ST

I-A

s. f

ailli

te

RS

VZ

-Pal

liati

eve

verz

org

. / IN

AS

TI-

So

ins

pal

liati

fs

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

350.

168

2.94

2.65

043

0.30

314

.802

1.20

03.

739.

123

3.

739.

123

Pre

stat

ion

s

Bet

alin

gsk

ost

en

67

5

675

67

5F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

12.5

459.

635

22

.180

66.4

5688

.636

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n

Cen

tral

e in

stel

linge

n 1.

210

1.21

064

.718

65.9

28O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

11

.335

9.63

5

20.9

701.

738

22.7

08S

ervi

ces

tiers

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.

393.

426

2.39

3.42

6T

ran

sfer

ts e

xter

nes

R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

2.

390.

733

2.39

0.73

3IN

AM

I-S

oins

de

sant

é A

nder

e

2.

692

2.69

2A

utre

s

Intr

estl

aste

n

Ch

arg

es d

'inté

rêts

Div

erse

n

517

517

4.45

14.

968

Div

ers

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

36

3.23

02.

952.

960

430.

303

14.8

021.

200

3.76

2.49

52.

464.

332

6.22

6.82

7D

épen

ses

avan

t tr

ansf

erts

in

tern

es

RS

VZ

-GF

B

IN

AS

TI-

GF

G

And

ere

takk

en

3.74

2.59

53.

742.

595

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.74

2.59

53.

742.

595

Tra

nsf

erts

inte

rnes

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

36

3.23

02.

952.

960

430.

303

14.8

021.

200

3.76

2.49

56.

206.

928

9.96

9.42

2T

ota

l dép

ense

s co

ura

nte

s

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

430

00

00

430

9.43

19.

861

So

lde

com

pte

s co

ura

nts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

keri

ng

en /

INA

MI-

Ind

emn

ités

RS

VZ

-Pen

s. /

INA

ST

I-P

ens.

R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

RS

VZ

-Pal

liati

eve

verz

org

. / IN

AS

TI-

So

ins

pal

liati

fs

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Co

mp

tes

de

Cap

ital

On

tvan

gst

en

Rec

ette

s

Uit

gav

en

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

S

old

e co

mp

tes

de

cap

ital

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 43

00

00

043

09.

431

9.86

1R

ésu

ltat

bu

dg

étai

re

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

011

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

(

En

mill

iers

EU

R)

(ada

ptat

ion

octo

bre

2011

) (s

uite

)

TA

BE

L III

.1

(In

dui

zend

EU

R)

(aan

pass

ing

okto

ber

2011

) (v

ervo

lg)

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

1 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

TA

BLE

AU

III.1

I. Algemene toelichting I. Exposé général

49

Page 56: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

itke

rin

gen

/IN

AM

I-In

dem

nit

ésR

SV

Z-P

ens.

/ IN

AS

TI-

Pen

s.

RS

VZ

-Gez

insb

. /

INA

ST

I-P

rest

.fam

.R

SV

Z-F

aill.

ver

z. /

INA

ST

I-A

s. f

ailli

te

RS

VZ

-Pal

liati

eve

verz

org

. / IN

AS

TI-

So

ins

pal

liati

fs

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

3.64

5.72

83.

645.

728

Co

tisa

tio

ns

Gew

one

bijd

rage

n

3.

443.

350

3.44

3.35

0C

otis

atio

ns o

rdin

aire

s P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

10

.000

10.0

00C

otis

atio

ns m

anda

taire

s pu

blic

s V

enno

otsc

haps

bijd

rage

n

19

2.37

819

2.37

8C

otis

atio

ns d

es s

ocié

tés

Sta

atst

oel

agen

1.

703.

316

1.70

3.31

6S

ub

ven

tio

ns

de

l'Eta

t In

de

pres

tatie

s

1.

343.

756

1.34

3.75

6D

ans

les

pres

tatio

ns

Eve

nwic

ht s

ocia

le z

eker

heid

359.

560

359.

560

Equ

ilibr

e sé

curit

é so

cial

e

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

96

6.07

896

6.07

8F

inan

cem

ent

alte

rnat

if

Btw

74

7.40

974

7.40

9T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

59.5

5359

.553

Pré

com

pte

mob

ilier

S

tock

opt

ions

3.

467

3.46

7S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

15

.307

15.3

07A

ccis

es ta

bac

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

13

5.92

413

5.92

4S

oins

de

sant

é A

nder

e

4.

418

4.41

8A

utre

s

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

18.8

25

18

.825

18

.825

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

0T

ran

sfer

ts e

xter

nes

T

oeko

mst

fond

s

0

0F

onds

pou

r l'a

veni

r B

ijdra

ge b

egro

tings

doel

stel

ling

SZ

C

ontr

ib. o

bjec

tif b

udgé

taire

SS

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

10

31.3

0431

.314

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

110

1.44

6

1.55

659

72.

153

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

18

.945

1.44

6

20.3

916.

347.

022

6.36

7.41

4R

ecet

tes

pro

pre

s

RS

VZ

-GF

B

365.

429

3.08

0.34

144

0.32

912

.171

1.22

83.

905.

898

3.

903.

306

INA

ST

I-G

FG

A

nder

e ta

kken

A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

365.

429

3.08

0.34

144

0.32

912

.171

1.22

83.

905.

898

3.

903.

306

Tra

nsf

erts

inte

rnes

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

38

4.37

43.

081.

788

440.

329

12.1

711.

228

3.92

6.28

96.

347.

022

10.2

70.7

20T

ota

l rec

ette

s co

ura

nte

s

TA

BE

L III

.2

TA

BLE

AU

III.2

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

012

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

(

En

mill

iers

EU

R)

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

2 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

(In

dui

zend

EU

R)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

50

Page 57: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

itke

rin

gen

/IN

AM

I-In

dem

nit

ésR

SV

Z-P

ens.

/ IN

AS

TI-

Pen

s.

RS

VZ

-Gez

insb

. /

INA

ST

I-P

rest

.fam

.R

SV

Z-F

aill.

ver

z. /

INA

ST

I-A

s. f

ailli

te

RS

VZ

-Pal

liati

eve

verz

org

. / IN

AS

TI-

So

ins

pal

liati

fs

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

370.

731

3.07

0.62

044

0.32

912

.171

1.22

83.

895.

078

3.

895.

078

Pre

stat

ion

s

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s (1

)

6.40

0

6.40

0P

rest

atio

ns

no

n-r

épar

ti (1

)

Bet

alin

gsk

ost

en

67

5

675

67

5F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

13.0

7010

.493

23

.563

66.5

8387

.554

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n

Cen

tral

e in

stel

linge

n 1.

251

1.25

164

.732

65.9

83O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

11

.819

10.4

93

22.3

121.

851

24.1

63S

ervi

ces

tiers

B

espa

ring

(2)

-2

.592

Éco

nom

ie(2

)

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.

259.

026

2.25

9.02

6T

ran

sfer

ts e

xter

nes

R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

2.

256.

281

2.25

6.28

1IN

AM

I-S

oins

de

sant

é A

nder

e

2.

745

2.74

5A

utre

s

Intr

estl

aste

n

Ch

arg

es d

'inté

rêts

Div

erse

n

573

573

4.51

55.

088

Div

ers

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

38

4.37

43.

081.

788

440.

329

12.1

711.

228

3.92

6.28

92.

330.

124

6.25

3.82

1D

épen

ses

avan

t tr

ansf

erts

in

tern

es

RS

VZ

-GF

B

IN

AS

TI-

GF

G

And

ere

takk

en

3.90

3.30

63.

903.

306

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.90

3.30

63.

903.

306

Tra

nsf

erts

inte

rnes

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

38

4.37

43.

081.

788

440.

329

12.1

711.

228

3.92

6.28

96.

233.

430

10.1

57.1

27T

ota

l dép

ense

s co

ura

nte

s

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

00

113.

593

113.

593

So

lde

com

pte

s co

ura

nts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

keri

ng

en /

INA

MI-

Ind

emn

ités

RS

VZ

-Pen

s. /

INA

ST

I-P

ens.

R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

RS

VZ

-Pal

liati

eve

verz

org

. / IN

AS

TI-

So

ins

pal

liati

fs

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Co

mp

tes

de

Cap

ital

On

tvan

gst

en

Rec

ette

s

Uit

gav

en

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

S

old

e co

mp

tes

de

cap

ital

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

011

3.59

311

3.59

3R

ésu

ltat

bu

dg

étai

re

(1)

Impa

ct o

vers

chrij

ding

spi

linde

x in

janu

ari i

.p.v

. feb

ruar

i. (1

) Im

pact

dép

asse

men

t ind

ice

pivo

t en

janv

ier

au li

eu d

e fé

vrie

r.

(2)

Nie

t-ve

rdee

lde

besp

arin

g va

n 33

.000

dui

zend

EU

R w

aarv

an 2

.592

dui

zend

EU

R v

oorlo

pig

pro

rata

toeg

ewez

en.

(2)

Éco

nom

ie n

on-r

épar

tie d

e 33

.000

mill

iers

EU

R d

ont 2

.592

mill

iers

EU

R a

ttrib

ués

prov

isoi

rem

ent a

u pr

o ra

ta.

TA

BLE

AU

III.2

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

012

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

(

En

mill

iers

EU

R)

(sui

te)

(In

dui

zend

EU

R)

(ver

volg

)

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

2 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

TA

BE

L III

.2

I. Algemene toelichting I. Exposé général

51

Page 58: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2011 en 2012

2 Commentaire sur la situation financière de 2011 et 2012

2011 2011

Het begrotingsresultaat voor 2011 bedraagt 9.861 duizend EUR, terwijl dit bij de opmaak van de begroting in april 2011 101.536 duizend EUR bedroeg.

Le résultat budgétaire de 2011 s’élève à 9.861 milliers EUR, tandis que lors de la confection du budget en avril 2011, il s’élevait à 101.536 milliers EUR.

De daling van het resultaat is het gevolg van een daling van de ontvangsten met 46.741 duizend EUR, in het bijzonder door de bijzondere staatstoelage, en een stijging van de uitgaven met 44.934 duizend EUR.

La diminution du résultat est la conséquence d’une diminution des recettes de 46.741 milliers EUR, en particulier la subvention de l’Etat spécifique, et d’une augmentation des dépenses de 44.934 milliers EUR.

Ontvangsten Recettes

De sociale bijdragen stijgen met 10.227 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011 tot op een niveau van 3.558.665 duizend EUR. Deze bijdragen bestaan voornamelijk uit de gewone bijdragen (3.356.287 duizend EUR) en de vennootschaps-bijdragen (192.378 duizend EUR).

Les cotisations sociales augmentent de 10.227 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011, pour atteindre un niveau de 3.558.665 milliers EUR. Ces cotisations se composent essentiellement des cotisations ordinaires (3.356.287 milliers EUR) et des cotisations des sociétés (192.378 milliers EUR).

De staatstoelage bedraagt 1.428.957 duizend EUR. De bijzondere staatstoelage werd verlaagd en bepaald op 111.960 duizend EUR.

La subvention de l’État s’élève à 1.428.957 milliers EUR. La subvention de l'Etat spécifique a été diminuée et fixée à 111.960 milliers EUR.

Het totaalbedrag aan alternatieve financiering stijgt met 13.118 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011. Het bedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de zelfstandigen daalt met 953 duizend EUR. Een bedrag van 13.433 duizend EUR wordt opgenomen voor achterstallen 2010. Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 435 duizend EUR door meer ontvangsten en minder uitgaven (buiten begrotingsdoelstelling) binnen de geneeskundige verzorging.

Le montant total du financement alternatif augmente de 13.118 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011. Le montant des recettes de TVA affectées aux indépendants diminue de 953 milliers EUR. Un montant de 13.433 milliers EUR est pris comme arriérés pour 2010. Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 435 milliers EUR en raison d’une augmentation des recettes et d’une diminution des dépenses (hors objectif budgétaire) des soins de santé.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging is een storting van 5.000 duizend EUR gebeurd in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement de 5.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé a eu lieu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

52

Page 59: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Ten gevolge van een beslissing van de regering in april 2011 werd binnen de begrotingsdoelstelling 2011 van de geneeskundige verzorging, die vastgesteld is op 25.869.336 duizend EUR, in 2011 een bedrag van 1.093.460 duizend EUR ter beschikking gesteld van de globale beheren van sociale zekerheid. Dit bedrag is als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de werknemers en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.

Suite à une décision du gouvernement en avril 2011, il a été prévu dans l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé qui est fixé à 25.869.336 milliers EUR, qu’un montant de 1.093.460 milliers EUR soit mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale. Ce montant est réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.

De opbrengst van beleggingen dalen met 2.998 duizend EUR.

Les revenus de placements diminuent de 2.998 milliers EUR.

Uitgaven Dépenses

Volgens de laatste ramingen is er een stijging van de sociale prestaties met een bedrag van 8.359 duizend EUR ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011.

Selon les dernières estimations, les prestations sociales augmentent d’un montant de 8.359 milliers EUR par rapport à la confection du budget en avril 2011.

Ten opzichte van de opmaak van de begroting in april 2011 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging ten gevolge van de voorlopige afsluiting van de rekeningen RIZIV 2010 met 36.748 duizend EUR tot een niveau van 2.390.733 duizend EUR.

Par rapport à la confection du budget en avril 2011, le transfert vers les soins de santé augmente suite à la clôture provisoire des comptes 2010 de l’INAMI de 36.748 milliers EUR, pour atteindre un niveau de 2.390.733 milliers EUR.

Resultaat Résultat

De overdrachten naar de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 3.742.595 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.752.027 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSVZ-Globaal beheer 9.431 duizend EUR in 2011.

Les transferts aux branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés pour 2011 à 3.742.595 milliers EUR. Puisque les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 3.752.027 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 9.431 milliers EUR en 2011.

Het saldo van de uitkeringsinstellingen betreft realisaties 2009.

Le solde des organismes prestataires concerne les réalisations 2009.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

53

Page 60: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2012 2012

Ontvangsten Recettes

De eigen lopende ontvangsten bedragen 6.367.414 duizend EUR, hetzij een stijging van 2,10 % ten opzichte van 2011.

Les recettes courantes propres s’élèvent à 6.367.414 milliers EUR, soit une augmentation de 2,10 % par rapport à 2011.

Met betrekking tot de macro-economische parameters wordt er door de regering rekening gehouden met een reële groei van het bbp van 0,8 % in 2012 en een overschrijding van de spilindex vanaf januari 2012, eerder dan met de gegevens van de economische begroting van het INR van september 2011 (groei van het bbp op 1,60 % en overschrijding spilindex in februari 2012). De cijfers zijn hiervoor aangepast.

En ce qui concerne les paramètres macro-économiques, le gouvernement a tenu compte d’une croissance réelle du PIB de 0,8 % en 2012 et d’un dépassement de l’indice-pivot dès janvier 2012, plutôt qu’avec les données du budget économique de l’ICN de septembre 2011 (taux de croissance du PIB de 1,60 % et dépassement de l’indice-pivot en février 2012). Les chiffres sont adaptés en conséquence.

De in artikel 433 en volgende van het WIB 1992 beschreven procedure voor de notariële betekeningen wordt aangepast zodat ze ook geldt wanneer de notaris een successieaangifte indient. Deze procedure geldt ook voor de sociale en fiscale schulden. Verhoging bijdragen RSVZ met 5.000 duizend EUR.

La procédure des notifications notaires décrite aux articles 433 et suivants du CIR 1992 est adaptée afin qu’elle soit également d’application lorsque le notaire dépose une déclaration de succession. Cette procédure est également mise en place pour les dettes sociales et fiscales. Augmentation des cotisations INASTI de 5.000 milliers EUR.

In 2012 zal de strijd tegen de sociale fraude bij voorrang op de volgende maatregelen betrekking hebben: de regering zal ervoor zorgen dat de samenwerking tussen de verschillende sociale en fiscale controlediensten verbetert, in de strijd tegen de bijdragenfraude zal de regering onder andere de maatregelen nemen tegen schijnzelfstandigen en schijnwerknemers en met betrekking tot het terugvorderen van onterechte uitgekeerde bedragen en de uitkeringenfraude zal het wettelijk en regelgevend kader worden aangepast. Opbrengst in 2012: 11.000 duizend EUR.

En 2012, la lutte contre la fraude sociale portera prioritairement sur les mesures qui suivent: le gouvernement assurera l’amélioration de la collaboration entre les différents services de contrôles sociaux et fiscaux, en matière de lutte contre la fraude aux cotisations sociales, le gouvernement prendra notamment les mesures en ce qui concerne les faux-indépendants et les faux travailleurs salariés et en ce qui concerne la récupération des montants versés injustement et la fraude aux indemnités, le cadre légal et réglementaire sera adapté. Rendement en 2012: 11.000 milliers EUR.

Teneinde het financiële evenwicht van de sociale zekerheid te verzekeren en de continuïteit van de betalingen van de sociale prestaties te garanderen, zullen niet alleen structurele hervormingen worden aangevat in de sectoren van de invaliditeit, de pensioenen en de gezondheidszorg, maar zal er (zoals in 2010 en 2011) tot en met in 2014 ook in een bijkomende dotatie voor de bestaande financieringen worden voorzien. Deze tijdelijke dotatie zal elk jaar moeten worden berekend zodat de sociale zekerheid geen overschotten of tekorten op haar ESR-rekeningen zou hebben. Dit tast het ESR-saldo van de in zijn geheel genomen entiteit I niet aan. Bedrag voor 2012: 359.560 duizend EUR.

Afin d’assurer l’équilibre financier de la sécurité sociale et garantir la continuité des paiements des prestations sociales, outre les réformes structurelles initiées dans les secteurs de l’invalidité, des pensions et des soins de santé, on prévoira aussi le versement d’une dotation complémentaire aux financements existants (comme en 2010 et 2011) jusqu’en 2014 y compris. Cette dotation temporaire devra être calculée chaque année de telle sorte que la sécurité sociale n’aie ni surplus ni déficit de ses comptes SEC. Celle-ci n’affecte pas le solde SEC de l’entité I prise dans son ensemble. Montant pour 2012 : 359.560 milliers EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

54

Page 61: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De btw-ontvangsten stijgen met 418.400 duizend EUR ten gevolg van:

Les recettes TVA augmentent de 418.400 milliers EUR suite à:

De opheffing van het bankgeheim; La levée du secret bancaire;

De btw op betaaltelevisie; La TVA sur TV payante;

De btw op diensten van deurwaarders en notarissen;

La TVA sur les services des huissiers et des notaires;

De strijd tegen de fraude en correcte toepassing van de wetgeving.

La lutte contre la fraude et application correcte de la législation.

De btw-ontvangsten toegewezen aan het RSVZ stijgen hierdoor met 4.162 duizend EUR.

Les recettes TVA affectées à l’INASTI augmentent de ce fait de 4.162 milliers EUR.

De hervorming van de fiscaliteit van de roerende inkomsten levert een meeropbrengst op van 917.000 duizend EUR. De roerende inkomsten toegewezen aan het RSVZ stijgen hierdoor met 10.217 duizend EUR.

La réforme de la fiscalité des revenus mobiliers rapporte une recette supplémentaire de 917.000 milliers EUR. Les revenus mobiliers affectés à l’INASTI augmentent de ce fait de 10.217 milliers EUR.

Uitgaven Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 6.253.821 duizend EUR, hetzij een verhoging van 0,43 % ten opzichte van 2011.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 6.253.821 milliers EUR, soit une augmentation de 0,43 % par rapport à 2011.

De maatregelen voor de strikte uitgavencontrole zullen voor het geheel van de overheidsdiensten worden aangepast. Deze maatregelen zullen op identieke manier gelden voor de overheidsinstellingen van sociale zekerheid en voor de derden-instanties die opdrachten voor rekening van de Sociale Zekerheid uitvoeren, te weten de verzekeringsinstellingen. Een besparing van 3.056 duizend EUR is voorlopig toegewezen aan het stelsel zelfstandigen.

Des mesures de contrôle strict des dépenses seront adoptées pour l’ensemble des services de l’Etat. Ces mesures s’appliqueront de manière identique aux Institutions Publiques de Sécurité Sociale ainsi qu’aux organismes tiers qui exécutent des missions pour le compte de la Sécurité sociale à savoir les organismes assureurs. Une économie de 3.056 milliers EUR est provisoirement attribuée au régime des indépendants.

De regering voorziet trouwens, zoals voor de departementen, een onderbenutting van 102.000 duizend EUR. Deze onderbenutting wordt onverdeeld opgenomen binnen de ESR-correcties.

Le gouvernement prévoira par ailleurs, comme pour les départements, une sous utilisation de 102.000 milliers EUR. Cette sous utilisation non répartie est reprise dans les corrections SEC.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

55

Page 62: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Resultaat Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2012 geraamd op 3.903.306 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 4.016.898 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 113.593 duizend EUR in 2012.

Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.903.306 milliers EUR pour 2012. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 4.016.898 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 113.593 milliers EUR en 2012.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

56

Page 63: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3 Evolutie van de prestaties 2011-2012 3 Évolution des prestations 2011-2012

Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen III.3 en III.4. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel III.5.

Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux III.3 et III.4. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau III.5.

In 2012 zal het totaal van de sociale prestaties 3.901.478 duizend EUR bedragen, hetzij 4,34 % meer dan in 2011.

En 2012, le total des prestations sociales atteindra 3.901.478 milliers EUR, soit 4,34 % de plus qu’en 2011.

Met betrekking tot de macro-economische parameters wordt er door de regering rekening gehouden met een reële groei van het bbp van 0,8 % in 2012 en een overschrijding van de spilindex vanaf januari 2012, eerder dan met de gegevens van de economische begroting van het INR van september 2011 (groei van het bbp op 1,60 % en overschrijding spilindex in februari 2012). De cijfers zijn hiervoor aangepast.

En ce qui concerne les paramètres macro-économiques, le gouvernement a tenu compte d’une croissance réelle du PIB de 0,8 % en 2012 et d’un dépassement de l’indice-pivot dès janvier 2012, plutôt qu’avec les données du budget économique de l’ICN de septembre 2011 (taux de croissance du PIB de 1,60 % et dépassement de l’indice-pivot en février 2012). Les chiffres sont adaptés en conséquence.

Uitkeringen Indemnités

Een combinatie van de effecten van een meer uniforme en samenhangende toepassing van de huidige regelgeving door de geneesherenadviseurs, de follow-up van de aanbevelingen van het Rekenhof en de uitvoering van het "back to work"-plan zouden ertoe moeten leiden dat het groeiritme van het aantal rechthebbenden vermindert. Opbrengst (2012): 30.000 duizend EUR. 2.246 duizend EUR is voorlopig toegewezen aan het stelsel zelfstandigen.

Une combinaison des effets d’une application plus uniforme et plus cohérente de la règlementation actuelle par les médecins conseils, le suivi des recommandations de la Cour des comptes et la mise en oeuvre du plan « back to work » devrait permettre de diminuer le rythme de croissance du nombre de bénéficiaires. Rendement (2012): 30.000 milliers EUR. 2.246 milliers EUR sont provisoirement attribués au régime des indépendants.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

57

Page 64: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

201

2

Init

ieel

/In

itia

l

(I)

Aan

pas

sin

g

okt

ob

er 2

011

/A

dap

tati

on

o

cto

bre

201

1

(II)

Init

ieel

/In

itia

l

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

RIZ

IV-U

itker

inge

n 34

1.64

735

0.16

837

0.73

18.

521

2,49

%20

.563

5,87

%IN

AM

I-In

dem

nité

s

RS

VZ

-Pen

sioe

nen

2.93

4.36

32.

942.

650

3.07

0.62

08.

287

0,28

%12

7.97

04,

35 %

INA

ST

I-P

ensi

ons

RS

VZ

-Gez

insb

ijsla

g 42

5.62

543

0.30

344

0.32

94.

678

1,10

%10

.026

2,33

%IN

AS

TI-

Pre

stat

ions

fam

ilial

es

RS

VZ

-Fai

lliss

emen

tsve

rzek

erin

g 15

.549

14.8

0212

.171

-747

-4,8

0 %

-2.6

32-1

7,78

%IN

AS

TI-

Ass

uran

ce fa

illite

RS

VZ

-Pal

liatie

ve v

erzo

rgin

g 1.

200

1.20

01.

228

00,

00 %

282,

33 %

INA

ST

I-S

oins

pal

liatif

s

TO

TA

AL

3.

718.

384

3.73

9.12

33.

895.

078

20.7

390,

56 %

155.

955

4,17

%T

OT

AL

Onv

erde

elde

pre

stat

ies

12.3

00

6.40

0-1

2.30

0-1

00,0

0 %

6.40

0

Pre

stat

ions

non

-rép

arti

AA

NG

EP

AS

T T

OT

AA

L

3.73

0.68

43.

739.

123

3.90

1.47

88.

439

0,23

%16

2.35

54,

17 %

TO

TA

L A

JUS

TE

2011

(II)

/ (I

) 2

012

/ 201

1 20

11

(*)

De

huid

ige

gezo

ndhe

idsi

ndex

(11

7,27

) zo

u in

janu

ari 2

012

over

schr

eden

wor

den

(aan

pass

ing

soci

ale

pres

tatie

s in

febr

uari

2012

en

wed

den

in m

aart

201

2).

(*)

L’in

dice

san

té a

ctue

l (11

7,27

) se

rait

dépa

ssé

en ja

nvie

r 20

12 (

adap

tatio

n de

s pr

esta

tions

so

cial

es e

n fé

vrie

r 20

12 e

t des

trai

tem

ents

en

mar

s 20

12).

TA

BE

L III

.3

Pre

stat

ies

van

het

ste

lsel

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

1-20

12 (

*)

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

) (

In d

uize

nd E

UR

)

TA

BLE

AU

III.3

Pre

stat

ion

s d

u r

égim

e d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

in

dép

end

ants

201

1-20

12 (

*)

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

(E

n m

illie

rs E

UR

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

58

Page 65: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

201

2

Init

ieel

/In

itia

l

(I)

Aan

pas

sin

g

okt

ob

er 2

011

/A

dap

tati

on

o

cto

bre

201

1

(II)

Init

ieel

/In

itia

l

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

RIZ

IV-U

itke

rin

gen

(ve

rgoe

de (

d)ag

en

of a

anta

l (g)

eval

len)

INA

MI-

Ind

emn

ités

((j)

ours

in

dem

nisé

s ou

nom

bre

de (

c)as

)

Prim

aire

arb

eids

onge

schi

kthe

id (

d)1.

987.

324

2.05

8.97

22.

067.

644

71.6

483,

61 %

8.67

20,

42 %

Inca

paci

té p

rimai

re (

j)

Inva

lidite

it (d

)6.

574.

643

6.71

1.96

26.

929.

264

137.

319

2,09

%21

7.30

23,

24 %

Inva

lidité

(j)

Moe

ders

chap

(g)

5.56

85.

375

5.30

6-1

93-3

,47

%-6

9-1

,28

%M

ater

nité

(c)

RS

VZ

-Pen

sio

enen

(jaa

rgem

idde

lde)

524.

540

524.

540

529.

710

00,

00 %

5.17

00,

99 %

INA

ST

I-P

ensi

on

s (m

oyen

ne a

nnue

lle)

Rus

tpen

sioe

nen

403.

725

403.

725

410.

420

00,

00 %

6.69

51,

66 %

Pen

sion

s de

ret

raite

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oene

n12

0.81

512

0.81

511

9.29

00

0,00

%-1

.525

-1,2

6 %

Pen

sion

s de

sur

vie

TA

BE

L III

.4

Vo

lum

efac

tore

n v

an d

e p

rest

atie

s va

n h

et s

tels

elg

lob

aal b

ehee

r vo

or

zelf

stan

dig

en 2

011-

2012

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

)

201

1 20

12 /

2011

2011

(II)

/ (I

)

TA

BLE

AU

III.4

Fac

teu

rs d

e vo

lum

e d

es p

rest

atio

ns

du

rég

ime

de

la g

esti

on

glo

bal

e d

es t

rava

illeu

rs in

dép

end

ants

201

1-20

12(h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

59

Page 66: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

1. Uitkeringen 10,74 13,31 1. Indemnités

- verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting

1.1.2010 1,15 1,15 - augmentation de 2 % du forfait cohabitant pour invalidité avec cessation

- verlenging van het moederschaps-verlof in geval van hospitalisatie van

1.1.2010 0,28 0,28 - prolongation du congé de maternité en cas d'hospitalisation de l'enfant

- aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen (invaliden + primairen)

1.1.2010 0,71 0,71 - adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement (invalides + primaires)

- verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid:

1.8.2010 0,78 0,78 - augmentation des indemnités pour incapacité de travail primaire:

• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;

• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;

• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

• de 0,96 EUR par jour pour isolés

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting:

1.8.2010 0,80 0,80 - augmentation des indemnités pour invalidité sans cessation:

• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;

• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;

• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

• de 0,96 EUR par jour pour isolés

- toekenning van een jaarlijkse inhaalpremie van 200 EUR voor de invaliden

1.5.2011 4,05 4,21 4,21 - octroi d'une prime annuelle de rattrapage de 200 EUR pour les invalides

- verhoging van het forfait "Hulp van derden" met 3 EUR

1.9.2011 0,40 1,24 1,24 - augmentation du forfait "Aide d'une tierce personne" avec 3 EUR

- verhoging vergoeding herscholing bij succesvolle beëindiging opleidingsprogramma

0,10 0,13 0,13 - augmentation de l'indemnité readaptation professionnelle en cas de réussite d'une formation terminée

- verhoging van forfaits voor personen in primaire uitkeringsgerechtigdheid vanwege de revalorisatie van de minimumpensioenen: personen ten laste +2,11 % en alleenstaanden +2,37 %

1.9.2011 0,28 0,87 0,87 - augmentation des forfaits octroyés aux titulaires en incapacité primaire suite à la revalorisation des pensions minimales des travailleurs indépendants: avec charge +2,11 % et isolés +2,37 %

- verhoging van invaliditeitsuitkeringen zonder stopzetting met 2,11 % voor het forfait met gezinslast en 2,37 % voor het forfait voor alleenstaanden vanwege de verhoging van het minimumpensioen binnen het stelsel

1.9.2011 0,30 0,92 0,92 - augmentation des indemnités d'invalidité sans arrêt de l'entreprise de 2,11 % pour le forfait avec charge et de 2,37 % pour le forfait isolé suite à l'augmentation des minima pensions du régime des indépendants

- verhoging van de invaliditeitsuitkering met stopzetting met 2 % voor de forfaits met personen ten laste en alleenstaanden vanwege de verhoging van de minimumpensioenen van het algemeen stelsel

1.9.2011 0,74 2,29 2,29 - augmentation des indemnités d'invalidité avec arrêt de l'entreprise de 2% pour les forfaits avec charge et isolés suite à l'augmentation des minima pensions du régime général

TABEL III.5

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2011-2012 (*)(**)

(In miljoen EUR)

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

(**) Comprend uniquement les prestations concernant l'enveloppe bien-être 2012.

(**) Bevat enkel de prestaties met betrekking tot de welvaarts-enveloppe 2012.

Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen

Jaarlijkse kost / Coût

annuel

(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

Van kracht / Prise de

cours

TABLEAU III.5

Estimations budgétaires des corrections sociales 2011-2012 (*)(**)

(En millions EUR)

Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants

I. Algemene toelichting I. Exposé général

60

Page 67: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

1. Uitkeringen (vervolg) 1. Indemnités (suite)

- verhoging van forfait voor primaire uitkeringsgerechtigden:

1.9.2011 0,23 0,70 0,70 - augmentation du forfait octroyé aux titulaires en incapacité primaire:

- verhoging van forfait invaliditeitsuitkering met stopzetting voor samenwonenden: + 2 %

1.9.2011 0,40 1,24 1,24 - augmentation des indemnités d'invalidité avec arrêt de l'entreprise pour les cohabitants: + 2 %

- verhoging van forfait invaliditeitsuitkering zonder stopzetting voor samenwonenden: + 2 %

1.9.2011 0,20 0,64 0,64 - augmentation des indemnités d'invalidité sans arrêt de l'entreprise pour les cohabitants: + 2 %

- verhoging van het inkomensplafond binnen de invaliditeitsverzekering met personen ten laste (tot een bedrag van 707,7 EUR) en het plafond voor de alleenstaanden - vervangingsuitkering: +2 %

1.9.2011 0,26 0,80 0,80 - augmentation du plafond de revenu avec charge de famille (jusqu'au montant de base de 707,7 EUR) et du plafond isolés pour l'invalidité- revenus de remplacement: +2 %

- verhoging van het inkomensplafond voor de primaire uitkeringsgerechtigden met personen ten laste (tot een bedrag van 707,7 EUR) en het plafond voor de alleenstaanden - vervangingsuitkering: +2 %

1.9.2011 0,09 0,27 0,27 - augmentation du plafond de revenu avec charge de famille (jusqu'au montant de base de 707,7 EUR) et du plafond isolés pour l'incapacité primaire - revenus de remplacement: +2 %

2. Pensioenen 79,70 121,67 2. Pensions

- verhoging van het minimumpensioen: 1.8.2010 58,75 58,75 58,75 - augmentation de la pension minimum:• met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen;

• de 20 EUR par mois pour la pension ménage;

• met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen

• de 25 EUR par mois pour les pensions pour isolés et pensions de survie

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010 1,58 1,56 1,56 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005

- verhoging van het minimumpensioen: 1.9.2011 17,16 52,33 52,33 - augmentation de la pension minimum:• met 2,11 % voor het gezinspensioen;

• de 2,11 % pour la pension ménage;

• met 2,37 % voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevings-pensioenen

• de 2,37 % pour les pensions pour isolés et pensions de survie

• met 2,25 % voor het gezinspensioen ouder dan 15 jaar;

• de 2,25 % pour la pension ménage de plus de 15 ans;

- verhoging van de niet-minimum-pensioenen ouder dan 15 jaar met 2,25 %

1.9.2011 1,08 3,21 3,21 - augmentation des pensions non minimales de plus de 15 ans de 2,25 %

- verhoging met 2 % van de pensioenen van 5 jaar

1.9.2011 0,54 1,63 1,63 - augmentation de 2 % des pensions de 5 ans

- verhoging van de niet-minimum-pensioenen minder dan 15 jaar met 1,25 %

1.11.2011 0,59 3,54 3,54 - augmentation des pensions non minimales de moins de 15 ans de 1,25 %

- verhoging met 2 % van de pensioenen uit 2007

1.9.2012 0,68 2,70 - augmentation de 2 % des pensions de 2007

(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)

Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen

Van kracht / Prise de

cours

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

I. Algemene toelichting I. Exposé général

61

Page 68: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

3. Gezinsbijslag 1,19 1,22 3. Prestations familiales

- jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24-jarigen

1.1.2011 1,19 1,22 1,22 - supplément d'âge annuel : augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans

4. Faillissementsverzekering 0,37 0,58 4. Assurance faillite

- verhoging van de uitkering in geval van faillissement:

1.8.2010 0,27 0,28 0,28 - augmentation de l'indemnité en cas de faillite:

• met 20 EUR met gezinslast; • de 20 EUR avec charge de famille;• met 25 EUR zonder gezinslast • de 25 EUR sans charge de famille

- verhoging van de uitkeringen in geval van faillissement, gekoppeld aan de verhoging van de minimumpensioenen

1.9.2011 0,10 0,30 0,30 - augmentation des indemnités en cas de faillite liée à l'augmentation des pensions minimales

5. Diversen0,00 0,00

5. Divers

TOTAAL 92,00 136,78 TOTAL

(En millions EUR) (suite)

Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants

(In miljoen EUR) (vervolg)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

62

Page 69: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK IV CHAPITRE IV

RIZIV-GENEESKUNDIGE VERZORGING INAMI-SOINS DE SANTE

1 Tabellen voor 2011 en 2012 1 Tableaux de 2011 et 2012

Methodologie Méthodologie

Door de wet van 31 januari 2007 die een nieuwe financiering van de ziekteverzekering invoert en de wet van 26 maart 2007 waarmee de integratie van de kleine risico’s in de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen wordt gerealiseerd, wordt er vanaf 2008 in de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging geen onderscheid meer gemaakt tussen het stelsel van de werknemers en het stelsel van de zelfstandigen.

En vertu de la loi du 31 janvier 2007 qui introduit un nouveau financement de l’assurance maladie et de la loi du 26 mars 2007 qui réalise l’intégration des petits risques dans l’assurance maladie obligatoire des indépendants, il n’est plus fait de distinction, dans la branche INAMI-Soins de santé, entre le régime des travailleurs salariés et celui des indépendants à partir de 2008.

Tot en met 2007 vertegenwoordigden de overdrachten van beide globale beheren naar de tak geneeskundige verzorging de te financieren thesauriebehoeften. Deze behoeften vloeiden voort uit de voorschotten (berekend in functie van de begrotingsdoelstelling) die in de loop van het jaar door het RIZIV gestort werden aan de VI’s, alsook uit de saldi van de voorgaande jaren die het RIZIV moest regulariseren tegenover de VI’s. Deze saldi werden opgemaakt in functie van de reële uitgaven en de regels met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid van de VI’s.

Jusqu’en 2007, les transferts des deux gestions globales à la branche des soins de santé représentaient les besoins de trésorerie à financer. Ces besoins résultaient des avances (calculées en fonction de l’objectif budgétaire) qui étaient versées par l’INAMI aux OA dans le courant de l’année, ainsi que des soldes des années précédentes que l’INAMI devait régulariser envers les OA et qui ont été établis en fonction des dépenses réelles et des règles relatives à la responsabilité financière des OA.

Vanaf 2008 bestaat de financiering van de tak geneeskundige verzorging uit drie delen:

À partir de 2008, le financement de la branche des soins de santé comprend trois parties :

1. Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar (*) verhoogd met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2.

1. Un montant de base par gestion globale égal au montant de l’année précédente (*) majoré du taux de croissance des recettes effectives disponibles de cotisations entre les exercices N-1 et N-2.

2. Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren.

2. Un montant complémentaire provenant des deux gestions globales pour lequel celles-ci reçoivent un financement alternatif. Ce montant complémentaire est obtenu en diminuant les dépenses de la branche soins de santé des deux montants de base reçus et des recettes propres de la branche. Il est ensuite réparti entre les gestions globales avec une clef de répartition.

(*) Voor het bepalen van de basisbedragen 2008 dienden er op de geldmiddelen overgedragen door de globale beheren in 2007 een aantal correcties uitgevoerd te worden in verband met de overschrijdingen van de begrotingsdoelstelling voorgaande jaren die in 2007 werden verrekend. (*) Pour déterminer les montants de base de 2008, il fallait corriger les moyens transférés par les gestions globales en 2007 des dépassements de l’objectif budgétaire des années antérieures qui ont été pris en compte en 2007.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

63

Page 70: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een bepaalde verdeelsleutel.

3. Si à l’expiration de l’exercice budgétaire, il apparaît que les dépenses en soins de santé dépassent l’objectif budgétaire global, ce dépassement est à charge des deux gestions globales selon une clef de répartition.

Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering werden doorgevoerd, dienden de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Voordien konden zelfstandigen met ook een carrière als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het globaal beheer van de zelfstandigen dient met 182.060 duizend EUR(**) verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het globaal beheer van de werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd.

Du fait qu’à côté de l’introduction d’un nouveau financement, l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire était aussi réalisée, les montants de base décrits ci-dessus devaient encore être corrigés. Auparavant, les indépendants qui avaient aussi une carrière de salarié ou qui avaient un partenaire relevant du régime des salariés, pouvaient s’assurer contre les soins de santé dans le régime des salariés. Le montant de base à charge de la gestion globale des indépendants doit être augmenté de 182.060 milliers EUR(**) et celui à charge de la gestion globale des salariés doit être diminué du même montant.

Het basisbedrag ten laste van het globaal beheer van de zelfstandigen bevat voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend EUR tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het werd verder verhoogd met 182.060 duizend EUR ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend EUR ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s.

Le montant de base à charge de la gestion globale des travailleurs indépendants pour 2008 comprend un montant de 442.222 milliers EUR résultant de l’intégration des petits risques. Il a été augmenté des 182.060 milliers EUR suite à la suppression du régime le plus favorable ainsi que de 11.410 milliers EUR pour financer la hausse des frais d’administration des OA.

De overdrachten van en naar de twee globale beheren worden in de tabel afgezonderd. Bovendien toont een bijkomende tabel de toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen.

Les transferts de et vers les deux gestions globales ont été isolés dans le tableau. En outre, un tableau supplémentaire montre l’affectation du solde des comptes courants.

Op het moment dat de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven gekend zijn en de begrotingsramingen zullen vervangen, zal er een niet-toegewezen saldo verschijnen dat het resultaat van de verrichtingen eigen aan het beschouwde begrotingsjaar zal voorstellen.

Lorsque les recettes et les dépenses réalisées seront connues et remplaceront les prévisions budgétaires, un solde non affecté apparaîtra, qui représentera le résultat des opérations propres à l’exercice considéré.

(**) Na 2008 wordt dit bedrag geïndexeerd. (**) Après 2008, ce montant est indexé.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

64

Page 71: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bijdragen 919.581 963.196 Cotisations Gewone bijdragen Cotisations ordinaires Loonmatiging Modération salariale Specifieke bijdragen 919.581 963.196 Cotisations spécifiques

Alternatieve financiering 2.630.477 2.762.596 Financement alternatif Btw 1.756.985 1.874.606 TVA Accijnzen tabak 743.492 757.990 Accises tabac Andere 130.000 130.000 Autres

Toegewezen ontvangsten 1.028.663 1.078.960 Recettes affectées

Externe overdrachten 1.000 1.047 Transferts externes

Opbrengsten beleggingen 4.130 4.217 Revenus de placements

Diversen 404.384 400.187 Divers

Eigen ontvangsten 4.988.235 5.210.203 Recettes propres

RSZ - Globaal beheer 22.524.603 21.586.368 ONSS - Gestion globale Basisbedrag 19.223.668 20.208.514 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (1) 2.903.030 1.377.854 Financement alternatif complémentaire (1)

Afrekening voorgaande jaren 397.905 Décompte années antérieures

RSVZ - Globaal beheer 2.267.362 2.129.469 INASTI - Gestion globale Basisbedrag 1.937.579 1.993.545 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (2) 292.600 135.924 Financement alternatif complémentaire (2)

Afrekening voorgaande jaren 37.183 Décompte années antérieures

RSVZ - Gemengde loopbanen 123.371 126.813 INASTI - Carrières mixtes

Overdrachten - GFB 24.915.336 23.842.649 Transferts - GFG

Totaal lopende ontvangsten 29.903.571 29.052.852 Total recettes courantes

(2) 2011: 293.542 milliers EUR repris dans l'AR du 23 mars 2011. Montant reçu par la gestion globale.

(2) 2011: 293.542 duizend EUR opgenomen in het KB van 23 maart 2011. Bedrag ontvangen door het globaal beheer.

TABEL IV.1

Lopende Ontvangsten

TABLEAU IV.1

Budget de l'INAMI-Soins de santé 2011-2012

(En milliers EUR)

Recettes Courantes 2012

(1) 2011: 2.912.369 milliers EUR repris dans l'AR du 23 mars 2011. Montant reçu par la gestion globale.

Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2011-2012

2011

(In duizend EUR)

(1) 2011: 2.912.369 duizend EUR opgenomen in het KB van 23 maart 2011. Bedrag ontvangen door het globaal beheer.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

65

Page 72: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Prestaties 24.775.876 25.627.379 Prestations

Betalingskosten Frais de paiement

Beheerskosten 1.005.192 1.002.810 Frais d'administration Centrale instellingen 102.771 104.718 Organismes centraux Diensten derden 902.421 901.641 Services tiers Besparing (3) -3.549 Économie (3)

Externe overdrachten 1.758.185 1.875.862 Transferts externes

Intrestlasten Charges d'intérêts

Diversen 830.770 546.801 Divers

Uitgaven vóór overdrachten GFB 28.370.023 29.052.852 Dépenses avant transferts GFG

RSZ - Globaal beheer 988.614 0 ONSS - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 4.500 0 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 984.114 Contribution objectif budgétaire SS

RSVZ - Globaal beheer 109.846 0 INASTI - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 500 0 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 109.346 Contribution objectif budgétaire SS

Overdrachten - GFB 1.098.460 0 Transferts - GFG

Totaal lopende uitgaven 29.468.483 29.052.852 Total dépenses courantes

Saldo lopende rekeningen 435.088 0 Solde comptes courants

Ontvangsten Recettes

Uitgaven Dépenses

Saldo kapitaalrekeningen 0 0 Solde comptes de capital

Budgettair resultaat (4) 435.088 0 Résultat budgétaire (4)

(3) 2012: Niet-verdeelde besparing van 33.000 duizend EUR waarvan 3.549 duizend EUR voorlopig pro rata toegewezen.

(3) 2012: Économie non-répartie de 33.000 milliers EUR dont 3.549 milliers EUR attribués provisoirement au pro rata.

TABLEAU IV.1

Budget de l'INAMI-Soins de santé 2011-2012

TABEL IV.1

2011 2012

Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2011-2012

Kapitaalrekeningen Comptes de Capital 2011 2012

(4) 2011: het positief budgettair resultaat is het gevolg van de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2010.

(4) 2011: le résultat budgétaire positif est le résultat de la clôture provisoire des comptes de 2010.

(In duizend EUR) (vervolg) (En milliers EUR) (suite)

Lopende Uitgaven Dépenses Courantes

I. Algemene toelichting I. Exposé général

66

Page 73: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2011 en 2012

2 Commentaire sur la situation financière de 2011 et 2012

2011 2011

Het totale saldo voor 2011 bedraagt 435.088 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2010.

Le solde total de 2011 s’élève à 435.088 milliers EUR. Ce montant correspond à la clôture provisoire des comptes de 2010.

In 2011 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 5.000 duizend EUR. Dit bedrag bevindt zich bij de RSZ en het RSVZ.

En 2011, le Fonds pour l’avenir des soins de santé a été alimenté par les deux gestions globales à concurrence d’un montant total de 5.000 milliers EUR. Ce montant se retrouve à l’ONSS et l’INASTI.

In het kader van de begrotingsdoelstelling 2011 van de geneeskundige verzorging, die vastgesteld is op 25.869.336 duizend EUR, werd in 2011 een bedrag van 1.093.460 duizend EUR ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en is als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.

Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé à 25.869.336 milliers EUR, un montant de 1.093.460 milliers EUR était mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et est réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.

2012 2012

De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:

Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):

Voor RSZ: 20.208.514 duizend EUR. Pour l’ONSS: 20.208.524 milliers EUR.

Voor RSVZ: 1.993.545 duizend EUR. Pour l’INASTI: 1.993.545 milliers EUR.

De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 1.513.778 duizend EUR en wordt voor 1.377.854 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 135.924 duizend EUR aan het RSVZ.

Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 1.513.778 milliers EUR et est attribué pour 1.377.854 milliers EUR à l’ONSS et pour 135.924 milliers EUR à l’INASTI.

De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging werd als volgt vastgesteld op 25.627.379 duizend EUR:

L’objectif budgétaire des soins de santé a été fixé à 25.627.379 milliers EUR, comme suit:

(In duizend EUR) (En milliers EUR)

Globale genormeerde begrotingsdoelstelling 2012 (4,5%) 27.607.235 Objectif budgétaire global normé 2012 (4,5%)

Correctie -1.561.553 Correction

Gecorrigeerde technische ramingen 26.045.682 Estimations techniques corrigées

Structurele besparingen -424.808 Economies structurellesNeutralisering verhoging RSZPPO-bijdragen ziekenhuizen

6.505Neutralisation augmentation cotisations ONSS-APL hôpitaux

Globale begrotingsdoelstelling 2012 25.627.379 Objectif budgétaire global 2012

I. Algemene toelichting I. Exposé général

67

Page 74: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De tabel hieronder geeft de verdeling van de structurele besparingen tussen de grote rubrieken van de begroting van geneeskundige verzorging weer.

Le tableau ci-dessous donne la ventilation des économies structurelles dans les rubriques principales du budget des soins de santé.

Structurele besparingen Economies structurelles

(In duizend EUR) (En milliers EUR)

Geneeskundige honoraria 59.986 Honoraires médicaux

Farmaceutische specialiteiten 164.436 Spécialités pharmaceutiques

Implantaten 40.197 Implants

Bandagisten/orthopedisten 8.545 Bandagistes/orthopédistes

Ziekenhuizen 19.096 Hôpitaux

Zuurstoftherapie 10.000 Oyxgénothérapie

Indexering in de honorariumsectoren 122.548 Indexation dans les secteurs à honoraires

TOTAAL 424.808 TOTAL

Via de FMB zal een compensatie toegekend worden voor de verhoging van de patronale RSZPPO-bijdragepercentages voor de openbare ziekenhuizen, evenals voor de ziekenhuizen die het resultaat zijn van een fusie tussen een openbaar en een privéziekenhuis. Zijnde een kostprijs van 6.505 duizend EUR in 2012, die binnen de globale begrotingsdoelstelling moet worden gecompenseerd.

Une compensation sera accordée via le BMF de l’augmentation du taux de cotisation patronales ONSSAPL pour les hôpitaux publics, ainsi que pour les hôpitaux issus d’une fusion entre un hôpital public et un hôpital privé. Soit un coût de 6.505 milliers EUR en 2012, à compenser au sein de l’objectif budgétaire global.

320.144 duizend EUR zal in 2012 waarschijnlijk niet worden uitgegeven. Deze onderbenutting kan in twee delen worden gesplitst: een deel omwille van de gunstige evolutie van de consumptie in de loop van 2012 en een bevriezing voor 2012 van een deel van de 170.853 duizend EUR gereserveerde bedragen binnen de technische ramingen 2012 van het RIZIV. Deze onderbenutting zal het voorwerp uitmaken van een regelmatige monitoring en er zullen eventueel in de loop van het jaar bijkomende besparingsmaatregelen worden genomen.

320.144 milliers EUR ne seront probablement pas dépensés en 2012. Cette sous utilisation peut être décomposée en 2 parties: une partie du fait de l'évolution favorable de la consommation au cours de l'année 2012 et un gel pour 2012 d’une partie des 170.853 milliers EUR de montants réservés identifiés dans les estimations techniques 2012 de l’INAMI. Cette sous utilisation fera l’objet d’un monitoring régulier et des mesures d’économies supplémentaires seront, le cas échéant, prises en cours d’année.

De maatregelen voor de strikte uitgavencontrole zullen voor het geheel van de overheidsdiensten worden aangepast. Deze maatregelen zullen op identieke manier gelden voor de overheidsinstellingen van sociale zekerheid en voor de derden-instanties die opdrachten voor rekening van de Sociale Zekerheid uitvoeren, te weten de verzekeringsinstellingen. Een besparing van 38.862 duizend EUR is voorlopig toegewezen aan het RIZIV-Geneeskundige verzorging.

Des mesures de contrôle strict des dépenses seront adoptées pour l’ensemble des services de l’Etat. Ces mesures s’appliqueront de manière identique aux Institutions Publiques de Sécurité Sociale ainsi qu’aux organismes tiers qui exécutent des missions pour le compte de la Sécurité sociale à savoir les organismes assureurs. Une économie de 38.862 milliers EUR est momentanément attribuée à l’INAMI-Soins de santé.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

68

Page 75: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De regering voorziet trouwens, zoals voor de departementen, een onderbenutting van 102.000 duizend EUR. Deze onderbenutting wordt onverdeeld opgenomen binnen de ESR-correcties.

Le gouvernement prévoira par ailleurs, comme pour les départements, une sous utilisation de 102.000 milliers EUR. Cette sous utilisation non répartie est reprise dans les corrections SEC.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

69

Page 76: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 77: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK V CHAPITRE V DE ANDERE REGELINGEN VAN SOCIA-

LE ZEKERHEID LES AUTRES REGIMES DE SECU-

RITE SOCIALE

De overzeese sociale zekerheid La sécurité sociale d’Outre-mer

De DOSZ beheert twee regelingen van sociale zekerheid: de regeling van de wet van 16 juni 1960 en de regeling van de wet van 17 juli 1963. De begroting van de DOSZ wordt voorge-steld in tabel V.1.

L’OSSOM gère deux régimes de sécurité so-ciale: le régime de la loi du 16 juin 1960 et le régime de la loi du 17 juillet 1963. Le budget de l’OSSOM est présenté dans le tableau V.1.

In 2011 ontvangt de DOSZ 65.289 duizend EUR aan bijdragen. De prestaties bedragen 384.594 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastge-steld op 294.585 duizend EUR.

En 2011, l’OSSOM percoit 65.289 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 384.594 milliers EUR. La subvention de l’État est fixée à 294.585 milliers EUR.

In 2012 zal de DOSZ 65.289 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 399.324 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 343.128 duizend EUR na verre-kening van het saldo voorgaande jaren.

En 2012, l’OSSOM percevra 65.289 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 399.324 milliers EUR. La subvention de l’État est fixée à 343.128 milliers EUR après dé-compte du solde années antérieures.

Andere regelingen van sociale zekerheid Autres régimes de sécurité sociale

In de tabellen V.2 tot V.3 worden de begrotin-gen van de takken en instellingen van de socia-le zekerheid besproken die niet behoren tot bei-de globale beheren maar die in de nationale rekeningen wel tot de sector sociale zekerheid worden gerekend.

Les tableaux V.2 jusque V.3 présentent les budgets des branches et des organismes de sécurité sociale qui ne font pas partie des ges-tions globales mais qui, dans les comptes na-tionaux, sont comptés dans la sécurité sociale.

Voor de RSZPPO gaat het over de begroting van de gezinsbijslag, de verschillende pools voor pensioenen, het egalisatiefonds, de geco’s, de veiligheidscontracten, de syndicale premies en de beleggingsinkomsten.

Pour l’ONSSAPL, il s’agit du budget des presta-tions familiales, des différents pools de pen-sions, du fonds d’égalisation, des contractuels subventionnés, des contrats de sécurités, des primes syndicales et des revenus de place-ments.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

71

Page 78: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2012 2011 (II)-(I) 2012 / 2011

Initieel /Initial

(I)

Aanpassing oktober 2011 /

Adaptation octobre 2011

(II)

Initieel /Initial

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

Bijdragen 64.738 65.289 65.289 215 0 Cotisations

Staatstoelagen 327.196 294.585 343.128 -18.187 48.544 Subventions de l'Etat

Alternatieve financiering Financement alternatif

Toegewezen ontvangsten 1.710 2.009 1.809 0 -200 Recettes affectées

Externe overdrachten 2.127 2.121 2.121 0 0 Transferts externes

Opbrengsten beleggingen 2.717 2.430 2.433 -2 3 Revenus de placements

Diversen 3.735 3.694 3.542 -1 -152 Divers

Totaal lopende ontvangsten 402.223 370.127 418.322 -17.975 48.194 Total recettes courantes

2012 2011 (II)-(I) 2012 / 2011

Initieel /Initial

(I)

Aanpassing oktober 2011 /

Adaptation octobre 2011

(II)

Initieel /Initial

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

Prestaties 382.794 384.594 399.324 3.155 14.730 Prestations

Betalingskosten 15 6 1 0 -5 Frais de paiement

Beheerskosten 12.868 12.956 12.791 41 -165 Frais d'administration

Centrale instellingen 12.868 12.956 13.240 41 284 Organismes centraux

Diensten derden Services tiers

Besparing (1) -449 -449 Économie (1)

Externe overdrachten 2.914 2.185 2.185 0 1 Transferts externes

Intresten op leningen 380 401 356 0 -45 Intérêts sur emprunts

Diversen 3.251 3.423 3.215 1 -208 Divers

Totaal lopende uitgaven 402.223 403.565 417.873 3.198 14.308 Total dépenses courantes

Saldo lopende rekeningen 0 -33.437 449 -21.173 33.886 Solde comptes courants

(1) 2012: Niet-verdeelde besparing van 33.000 duizend EUR waarvan 449 duizend EUR voorlopig pro rata toegewezen.

(1) 2012: Économie non-répartie de 33.000 milliers EUR dont 449 milliers EUR provisoirement pro rata attribué.

Dépenses Courantes Lopende Uitgaven

Recettes CourantesLopende Ontvangsten

2011

2011

TABEL V.1

(In duizend EUR)

Begroting van de DOSZ 2011-2012

TABLEAU V.1

Budget de l'OSSOM 2011-2012 (En milliers EUR)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

72

Page 79: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

R

ecet

tes

Co

ura

nte

s

Bijd

rag

en

1.10

211

.291

16.3

202.

335.

687

42.7

0058

.723

1.58

5.72

84.

051.

551

Co

tisa

tio

ns

Sta

atst

oel

agen

S

ub

ven

tio

ns

de

l'Eta

t

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

10.0

00

40.9

0273

.358

124.

260

Fin

ance

men

t al

tern

atif

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

24

7.26

4

247.

264

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

25

18

136.

120

113.

011

0

249.

174

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

40.0

0061

094

40.0

6090

383

81

.237

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

68

73

7.60

0

2.95

610

.698

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

41

.196

21.9

1916

.414

2.80

0.10

623

6.75

959

.106

1.58

8.68

44.

764.

184

Rec

ette

s p

rop

res

Inte

rne

over

drac

hten

71.7

55

71.7

55T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

41

.196

21.9

1916

.414

2.87

1.86

123

6.75

959

.106

1.58

8.68

44.

835.

939

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

Lo

pen

de

Uit

gav

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

D

épen

ses

Co

ura

nte

s

Pre

stat

ies

23.3

4012

.500

13.1

552.

512.

930

225.

995

56.5

851.

582.

459

4.42

6.96

4P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

0

4551

96

Fra

is d

e p

aiem

ent

Beh

eers

kost

en

7.93

8

2.83

823

.447

33.8

351.

007

6.22

575

.291

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n

Cen

tral

e in

stel

linge

n 7.

938

2.

838

22.8

3733

.835

1.00

76.

225

74.6

81O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

610

61

0S

ervi

ces

tiers

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

16

.121

335.

254

4.50

0

35

5.87

5T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

Ch

arg

es d

'inté

rêts

Div

erse

n

31

375

406

Div

ers

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

47

.430

12.5

0016

.413

2.87

1.68

226

4.33

057

.592

1.58

8.68

44.

858.

631

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

Inte

rne

over

drac

hten

66.9

68

66.9

68T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

47

.430

12.5

0016

.413

2.94

3.43

726

4.33

057

.592

1.58

8.68

44.

930.

386

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-6.2

349.

419

1-7

1.57

6-2

7.57

11.

514

0-9

4.44

7S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

C

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

Rec

ette

s

Uit

gav

en

00

00

00

00

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

00

0S

old

e co

mp

te d

e ca

pit

al

Res

ult

aat

-6.2

349.

419

1-7

1.57

6-2

7.57

11.

514

0-9

4.44

7R

ésu

ltat

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n oc

tobr

e 20

11)

TA

BLE

AU

V.2

Bu

dg

et d

es a

utr

es r

égim

es d

e la

séc

uri

té s

oci

ale

2011

TA

BE

L V

.2

Beg

roti

ng

van

de

and

ere

reg

elin

gen

van

so

cial

e ze

kerh

eid

201

1 (

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g ok

tobe

r 20

11)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

73

Page 80: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

R

ecet

tes

Co

ura

nte

s

Bijd

rag

en

1.10

011

.291

14.6

942.

598.

510

45.8

6960

.765

1.64

9.01

64.

381.

245

Co

tisa

tio

ns

Sta

atst

oel

agen

S

ub

ven

tio

ns

de

l'Eta

t

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

10.0

00

40.9

0271

.241

122.

143

Fin

ance

men

t al

tern

atif

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

24

7.26

4

247.

264

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

16

19

126.

275

93.0

950

21

9.40

4T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

35.0

7061

094

30.0

6030

393

66

.257

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

54

73

7.60

0

3.03

410

.761

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

36

.240

21.9

2014

.788

3.04

3.08

421

7.83

561

.158

1.65

2.04

95.

047.

074

Rec

ette

s p

rop

res

Inte

rne

over

drac

hten

61.4

69

61.4

69T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

36

.240

21.9

2014

.788

3.10

4.55

321

7.83

561

.158

1.65

2.04

95.

108.

543

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

Lo

pen

de

Uit

gav

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

D

épen

ses

Co

ura

nte

s

Pre

stat

ies

22.5

1312

.500

11.4

672.

603.

585

211.

950

58.2

501.

645.

689

4.56

5.95

4P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

0

4551

96

Fra

is d

e p

aiem

ent

Beh

eers

kost

en

8.07

0

2.91

024

.364

32.5

951.

007

6.36

072

.774

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n

Cen

tral

e in

stel

linge

n 8.

070

2.

910

23.7

5732

.595

1.00

76.

360

74.6

99O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

607

60

7S

ervi

ces

tiers

B

espa

ring

(1)

-2

.531

Éco

nom

ie (1

)

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

69

374.

334

4.50

0

37

8.90

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

Ch

arg

es d

'inté

rêts

Div

erse

n

23

367

390

Div

ers

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

30

.675

12.5

0014

.789

3.00

2.33

424

9.04

559

.257

1.65

2.04

95.

018.

117

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

Inte

rne

over

drac

hten

57.4

90

57.4

90T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

30

.675

12.5

0014

.789

3.06

3.80

324

9.04

559

.257

1.65

2.04

95.

079.

586

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

5.56

59.

420

-140

.750

-31.

210

1.90

20

28.9

57S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

C

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

Rec

ette

s

Uit

gav

en

00

00

00

00

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

00

0S

old

e co

mp

te d

e ca

pit

al

Res

ult

aat

5.56

59.

420

-140

.750

-31.

210

1.90

20

28.9

57R

ésu

ltat

(1)

2012

: Nie

t-ve

rdee

lde

besp

arin

g va

n 33

.000

dui

zend

EU

R w

aarv

an 2

.531

dui

zend

EU

R v

oorlo

pig

pro

rata

toeg

ewez

en.

(E

n m

illie

rs E

UR

)

TA

BLE

AU

V.3

Bu

dg

et d

es a

utr

es r

égim

es d

e la

séc

uri

té s

oci

ale

2012

TA

BE

L V

.3

Beg

roti

ng

van

de

and

ere

reg

elin

gen

van

so

cial

e ze

kerh

eid

201

2 (

In d

uize

nd E

UR

)

(1)

2012

: Éco

nom

ie n

on-r

épar

tie d

e 33

.000

mill

iers

EU

R d

ont 2

.531

mill

iers

EU

R p

rovi

soire

men

t pro

rat

a at

trib

ué.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

74

Page 81: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK VI CHAPITRE VI

DE SOCIALE BIJSTAND L’ASSISTANCE SOCIALE

Dit gedeelte behandelt de bijstandsregelingen die met algemene middelen worden gefinan-cierd, namelijk de inkomensgarantie voor oude-ren, het leefloon en de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De maatschappe-lijke dienstverlening die door de OCMW's aan asielzoekers wordt toegekend, is eveneens op-genomen in dit hoofdstuk, uitgezonderd wat de opvanginitiatieven aangaat. Het residueel stel-sel van de gewaarborgde gezinsbijslag, dat vol-ledig ten laste is van de kinderbijslagregeling voor werknemers, komt hier dus niet aan bod, maar wel in het gedeelte betreffende de sociale zekerheid voor werknemers.

Cette partie traite des régimes d’assistance fi-nancés par des moyens généraux, à savoir la garantie de revenus aux personnes âgées, le revenu minimum d’intégration et les allocations aux personnes handicapées. L’aide sociale ac-cordée aux demandeurs d’asile par les CPAS a également été intégrée dans ce chapitre, sauf pour ce qui a trait aux initiatives d’accueil. Le régime résiduaire des prestations familiales ga-ranties, entièrement à charge du régime d’allocations familiales des travailleurs salariés, n’est donc pas repris ici mais bien dans la partie relative à la sécurité sociale des travailleurs sa-lariés.

De inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

La Garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA)

Deze rubriek dekt de inkomensgarantie, het gewaarborgd inkomen en de verwarmingstoela-ge.

Cette rubrique couvre la garantie de revenu, le revenu garanti et l’allocation de chauffage.

Op 1 september 2011 heeft de inkomensgaran-tie voor ouderen een welvaartaanpassing van 2 % gekregen. De kostprijs van deze maatregel bedraagt 6.946 duizend EUR in 2011 en 21.735 duizend EUR in 2012.

Au 1er septembre 2011, la garantie de revenu aux personnes âgées a reçu une adaptation au bien-être de 2 %. Le coût de cette mesure s’élève à 6.946 milliers EUR en 2011 et à 21.735 milliers EUR en 2012.

Het recht op maatschappelijke integratie en de maatschappelijke dienstverlening

Le droit à l’intégration sociale et l’aide sociale

Het betreft, voor het lopende begrotingsjaar, het bedrag van de toelage toegewezen door de federale overheid, waarbij een deel van het leefloon (het vroegere bestaansminimum) en de maatschappelijke dienstverlening toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt terugbetaald.

Il s’agit, pour l’année budgétaire en cours, du montant de la subvention accordée par l’État fédéral qui rembourse une partie du revenu d’intégration (ancien minimex) et de l’aide so-ciale octroyés par les centres publics d’action sociale.

Op 1 september 2011 hebben het leefloon en de gelijkgestelde maatschappelijke dienstverle-ning een welvaartaanpassing van 2 % gekre-gen.

Au 1er septembre 2011, le revenu d’intégration sociale et l’aide sociale équivalente ont reçu une adaptation au bien-être de 2 %.

De kostprijs van deze maatregel bedraagt 5.260 duizend EUR in 2011 en 27.370 duizend EUR in 2012.

Le coût de cette mesure s’élève à 5.260 milliers EUR en 2011 et à 27.370 milliers EUR en 2012.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

75

Page 82: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

Allocations aux personnes handicapées

De bedoeling van het stelsel van de tegemoet-komingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale be-scherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties door de Staat gefinancierd zijn.

Le régime des allocations aux personnes handi-capées a pour but de venir en aide aux plus démunis d’entre eux. C’est un régime résiduaire de protection sociale non contributif, dont les prestations sont financées par l’État.

Op 1 september 2011 heeft de inkomensvervangende uitkering een welvaartaanpassing van 2 % gekregen. De kostprijs van deze maatregel bedraagt 5.860 duizend EUR in 2011 en 18.493 duizend EUR in 2012.

Au 1er septembre 2011, l’allocation de rempla-cement de revenu a reçu une adaptation au bien-être de 2 %. Le coût de cette mesure s’élève à 5.860 milliers EUR en 2011 et à 18.493 milliers EUR en 2012.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

76

Page 83: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

201

2

Init

ieel

/In

itia

l

(I)

Aan

pas

sin

g

okt

ob

er 2

011

/ A

dap

tati

on

o

cto

bre

201

1

(II)

Init

ieel

/ In

itia

l

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

Inko

men

sgar

antie

voo

r ou

dere

n 45

0.15

144

0.87

648

9.01

8-9

.275

-2,0

6 %

48.1

4210

,92

%G

aran

tie d

e re

venu

s au

x pe

rson

nes

âgée

s

Leef

loon

65

7.25

366

5.09

871

2.68

07.

845

1,19

%47

.582

7,15

%R

even

u d'

inté

grat

ion

Maa

tsch

appe

lijke

die

nstv

erle

ning

/ T

oela

gen

OC

MW

's -

wet

van

2

april

196

5 34

3.96

235

1.80

837

9.80

07.

846

2,28

%27

.992

7,96

%A

ide

soci

ale

/

S

ubsi

des

CP

AS

- lo

i du

2 av

ril

1965

Teg

emoe

tkom

inge

n aa

n pe

rson

en

met

een

han

dica

p 1.

840.

184

1.84

6.44

11.

873.

614

6.25

70,

34 %

27.1

731,

47 %

Allo

catio

ns a

ux p

erso

nnes

ha

ndic

apée

s

TO

TA

AL

3.

291.

550

3.30

4.22

33.

455.

112

12.6

730,

39 %

150.

889

4,57

%T

OT

AL

201

1 (I

I) /

(I)

201

2 / 2

011

201

1

TA

BE

L V

I.1

Pre

stat

ies

van

de

stel

sels

so

cial

e b

ijsta

nd

201

1-20

12

(In

dui

zend

EU

R)

TA

BLE

AU

VI.1

Pre

stat

ion

s d

es r

égim

es d

'ass

ista

nce

so

cial

e 20

11-2

012

(E

n m

illie

rs E

UR

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

77

Page 84: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2012

Init

ieel

/In

itia

l

(I)

Aan

pas

sin

g

okt

ob

er 2

011

/ A

dap

tati

on

o

cto

bre

201

1

(II)

Init

ieel

/ In

itia

l

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

Inko

men

sgar

antie

voo

r ou

dere

n10

7.25

010

3.99

011

1.87

0-3

.260

-3,0

4 %

7.88

07,

58 %

Gar

antie

de

reve

nus

aux

pers

onne

s âg

ées

Leef

loon

106.

855

104.

747

116.

921

-2.1

08-1

,97

%12

.174

11,6

2 %

Rev

enu

d'in

tégr

atio

n

Maa

tsch

appe

lijke

die

nstv

erle

ning

/ T

oela

gen

OC

MW

's -

wet

van

2

april

196

5 36

.526

36.5

2644

.724

00,

00 %

8.19

822

,44

%A

ide

soci

ale

/

S

ubsi

des

CP

AS

- lo

i du

2 av

ril

1965

Teg

emoe

tkom

inge

n aa

n pe

rson

en

met

een

han

dica

p32

2.45

131

2.39

332

2.98

3-1

0.05

8-3

,12

%10

.590

3,39

%A

lloca

tions

aux

per

sonn

es

hand

icap

ées

TO

TA

AL

573.

082

557.

656

596.

498

-15.

426

-2,6

9 %

38.8

426,

97 %

TO

TA

L

TA

BE

L V

I.2T

AB

LEA

U V

I.2

Fac

teu

rs d

e vo

lum

e d

es p

rest

atio

ns

des

rég

imes

d

'ass

ista

nce

so

cial

e 20

11-2

012

2012

/ 20

1120

11 (

II) /

(I)

Vo

lum

efac

tore

n v

an d

e p

rest

atie

s va

n d

e st

else

ls

soci

ale

bijs

tan

d 2

011-

2012

2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

78

Page 85: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2011 2012

1. IGO 11,91 21,73 1. GRAPA

- verhoging met 0,6 % van de IGO 1.1.2010 4,96 - augmentation de 0,6 % de la GRAPA

- verhoging met 2 % van de IGO 1.9.2011 6,95 21,73 21,73 - augmentation de 2 % de la GRAPA

2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 5,86 18,49

2. Allocations aux personnes handicapées

- verbinding met de welvaart: verhoging met 2 % van de inkomensvervangende uitkering

1.9.2011 5,86 18,49 18,49 - liaison au bien-être: augmentation des indemnités avec 2 %

3. Leefloon 5,26 27,37 3. Revenu d'intégration sociale

- verhoging met 2 % van het leefloon 1.9.2011 5,26 27,37 27,37 - augmentation de 2 % du revenu d'intégration

4. Maatschappelijke dienstverlening 4. Aide sociale

(wet 1965 ) (loi 1965)

- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening

1.9.2011 (**) (**) - augmentation de 2 % de l'aide sociale équivalente

5. Diversen #VERW! #VERW! 5. Divers

TOTAAL 23,03 67,60 TOTAL

(**) Inclus dans le chiffre pour le revenu d'intégration sociale.

(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

TABLEAU VI.3

(En millions EUR)

Estimations budgétaires des corrections sociales 2011-2012 (*)

TABEL VI.3

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2011-2012 (*)

(In miljoen EUR)

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

(**) Inbegrepen in het cijfer voor het leefloon.

Corrections sociales - Assistance sociale

Sociale correcties - Sociale bijstand

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven /

Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost / Coût

annuel

I. Algemene toelichting I. Exposé général

79

Page 86: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 87: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK VII CHAPITRE VII

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDS-SECTOR

LES PENSIONS DU SECTEUR PUBLIC

De overheidssector vormt geen homogeen ge-heel. Er bestaan verschillende categorieën van openbare werkgevers op de verschillende machtsniveaus: de Federale Staat, de Ge-meenschappen en Gewesten, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, autonome overheidsinstellingen,... Elk van deze overheden heeft voor haar vastbenoemde per-soneelsleden een eigen statuut uitgewerkt.

Le secteur public ne constitue pas un ensemble homogène. Il existe différentes catégories d’employeurs publics se situant à des niveaux différents de pouvoir : l’État fédéral, les Com-munautés et Régions, les provinces, les com-munes, les organismes d’intérêt public, les en-treprises publiques autonomes, … Chacune de ces autorités a élaboré un statut propre pour son personnel définitif.

Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen drie soorten van pensioenen van de overheidssector.

Il faut distinguer trois sortes de pensions du secteur public.

De eerste categorie zijn de pensioenen ten laste van de staatskas. Het betreft de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de federale overheidsdiensten en de ministeries van Gemeenschappen en Gewesten, van het onderwijs, van De Post, Belgacom, … De rust-pensioenen ten laste van de staatskas worden gefinancierd door dotaties die ingeschreven zijn in afdeling 55 (zie verder). De overlevingspensi-oenen worden gefinancierd door de opbrengst van een persoonlijke bijdrage van 7,5 % op de wedde van de vastbenoemde personeelsleden die wordt gestort aan de Pensioendienst voor de overheidssector (die de rol van het vroegere Fonds voor overlevingspensioenen overneemt).

La première catégorie est formée par les pen-sions à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des services pu-blics fédéraux et des ministères des Commu-nautés et des Régions, de l’enseignement, de La Poste, de Belgacom, … Les pensions à charge du Trésor public sont financées par des dotations inscrites dans la division 55 (voir plus loin). Les pensions de survie sont financées par le produit de la retenue d’une cotisation person-nelle de 7,5 % sur le traitement des agents défi-nitifs, versée au Service des Pensions du Sec-teur Public (qui reprend le rôle du Fonds des pensions de survie).

De tweede categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de staatskas maar die wel zo-als deze pensioenen worden berekend. Het be-treft de rustpensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de instellingen van open-baar nut die aangesloten zijn bij het pensioen-stelsel van de wet van 28 april 1958 (de gewe-zen Pool der Parastatalen)1. Het betreft tevens de personeelsleden van de plaatselijke besturen die inzake pensioenen aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de pro-

La deuxième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public, mais qui sont calculées comme de telles pen-sions. Il s’agit des pensions des agents définitifs des organismes d’intérêt public qui sont affiliés au régime de pension de la loi du 28 avril 1958 (le ex-Pool des Parastataux)1. Il s’agit égale-ment des agents définitifs des administrations locales qui, en matière de pensions, sont affi-liées à l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales

1 Bij de Pool der Parastatalen zijn een aantal instellingen van openbaar nut van de Federale Staat en van Ge-meenschappen en Gewesten aangesloten (ongeveer 100 in aantal). De aangesloten instelling stort een patro-nale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen. De persoonlijke bijdrage van 7,5 % wordt gestort in het Fonds voor overlevingspensioenen. De overlevingspensioenen zijn dus ten laste van de staatskas. 1 Un nombre d’organismes d’intérêt public de l’État fédéral et des Communautés et Régions sont affiliés au Pool des parastataux (environ 100 au total). Les organismes affiliés versent au Pool des parastataux une coti-sation patronale pour le financement des pensions de retraite. La retenue personnelle de 7,5 % est versée au Fonds des pensions de survie. Les pensions de survie sont donc à charge du Trésor public.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

81

Page 88: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

vinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO)2.

(ONSSAPL)2.

De derde categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de staatskas en die bovendien geheel of gedeeltelijk anders worden berekend dan de pensioenen ten laste van de staatskas. Het betreft hier de pensioenen van de vastbe-noemde personeelsleden van de provincies, de plaatselijke besturen die inzake pensioenen niet aangesloten zijn bij de RSZPPO en de instellin-gen van openbaar nut die niet aangesloten zijn bij het pensioenstelsel van de wet van 28 april 1958. Deze instellingen dienen zelf in te staan voor de financiering en de uitbetaling van hun pensioenen. Zij dienen niettemin de bepalingen te eerbiedigen die toepasselijk werden gemaakt op alle openbare overheden (absoluut pensi-oenmaximum, relatief pensioenmaximum, cu-mulatie van een overlevingspensioen met een rustpensioen, de gewaarborgde minimumbe-dragen, de persoonlijke bijdrage voor de finan-ciering van de overlevingspensioenen van min-stens 7,5 % van de wedde).

La troisième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public et qui sont, en tout ou en partie, calculées diffé-remment de celles à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des provinces, des administrations locales qui en matière de pensions ne sont pas affiliées à l’ONSSAPL et des organismes d’intérêt public qui ne sont pas affilés au régime de pension de la loi du 28 avril 1958. Ces institutions sont te-nues à financer et payer eux-mêmes leurs pen-sions. Elles sont néanmoins tenues de respec-ter les normes qui ont étés rendues applicables à tous les pouvoirs publics (maximum absolu de pension, maximum relatif de pension, cumul d’une pension de survie avec une pension de retraite, les montants minimums garantis de pension, la contribution personnelle pour le fi-nancement des pensions de survie d’au moins 7,5 % du traitement, ...).

De Pensioendienst voor de overheidssector3 is belast met de toekenning en het beheer van de pensioenen van de eerste en tweede categorie. De uitbetaling gebeurt door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven van de Federale Overheids-dienst Financiën.

Le Service des Pensions du Secteur Public3 est chargé de l’attribution et de la gestion des pensions de la première et deuxième catégo-ries. Le paiement est exécuté par le Service Central des Dépenses Fixes du Service Public Fédéral Finances.

Tot aan het begrotingsjaar 2005 werden de pensioenen ten laste van de staatskas onder-gebracht in sectie 21 –afdeling 51 van de fede-rale begroting. Het betrof hier zowel de vaste kredieten als de variabele kredieten die afkom-stig zijn van de organieke fondsen (Fonds voor overlevingspensioenen, Pool der Parastatalen, Fonds voor het evenwicht van de pensioenstel-sels). Vanaf het begrotingsjaar 2006 werden de vaste en variabele kredieten vervangen door een systeem van dotaties en toegewezen ont-vangsten en uitgaven.

Jusqu’à l’année budgétaire 2005, les pensions à charge du Trésor public étaient regroupées dans la section 21 -division 51 du budget fédé-ral. Il s’agissait des crédits fixes et des crédits variables provenant des fonds organiques (le Fonds des pensions de survie, le Pool des pa-rastataux, le Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions). À partir de l’année budgétaire 2006, les crédits fixes et variables sont rempla-cés par un système de dotations, de recettes et de dépenses affectées.

2 Bij de RSZPPO zijn een aantal plaatselijke besturen (provincies, gemeenten, OCMW’s en intercommunales) aangesloten (ongeveer 1 100 in aantal). Deze storten een patronale bijdrage voor de financiering van de rust-pensioenen en een persoonlijke bijdrage van 7,5 % voor de financiering van de overlevingspensioenen. 2 Un nombre d’administrations locales (provinces, communes, CPAS et intercommunales) sont affiliées à l’ONSSAPL (environ 1 100 au total). Ces administrations affiliées versent à l’ONSSAPL une cotisation patro-nale pour le financement des pensions de retraite et une cotisation personnelle de 7,5 % pour le financement des pensions de survie. 3 Vanaf 1 januari 2006 neemt de Pensioendienst voor de overheidssector – een federale parastatale instelling A – de bevoegdheden van de administratie der Pensioenen over (wet van 12 januari 2006). 3 À partir du 1er janvier 2006, le Service des Pensions du Secteur Public – une institution parastatale fédérale A – reprend les compétences de l’ administration des Pensions (Loi du 12 janvier 2006).

I. Algemene toelichting I. Exposé général

82

Page 89: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De dotaties die betrekking hebben op de pensi-oenen ten laste van de staatskas, zijn gegroe-peerd onder afdeling 55. De ontvangsten en uitgaven van drie gewezen fondsen, nl. het Fonds voor overlevingspensioenen (inning van de persoonlijke bijdrage van 7,5 % en financie-ring van de pensioenen ten laste van de staats-kas), de Pool der Parastatalen (inning van de patronale bijdrage van de aangesloten openba-re instellingen en financiering van de rustpensi-oenen) en het Fonds voor het evenwicht van de pensioenstelsels (inning van de solidariteitsbij-drage op de pensioenen van de overheidssector en financiering van de pensioenen ten laste van de staatskas) zijn vanaf 1 januari 2006 onder-gebracht in de parastatale begroting van de Pensioendienst voor de overheidssector als ontvangsten en uitgaven met bijzondere aan-wending.

Les dotations concernant les pensions à charge du Trésor public sont rassemblées sous la divi-sion 55. Les recettes et les dépenses des trois ex-fonds organiques sont incorporées dans le budget parastatal du Service des Pensions du Secteur Public comme recettes et dépenses avec affectation spéciale. Il s’agit du Fonds des pensions de survie (perception de la cotisation personnelle de 7,5 % et financement des pen-sions à charge du Trésor public), du Pool des parastataux (perception de la cotisation patro-nale des organismes affiliés et financement des pensions de retraites) et du Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions (perception de la retenue de solidarité sur les pensions du secteur public et financement des pensions à charge du Trésor public).

Voor afdeling 55 beloopt het bedrag van de do-taties 8 113 026 duizend EUR voor 2012, hetzij een stijging met 5,25 % ten opzichte van de initiële voorstellen 2011 (7 708 643 duizend EUR).

Pour la division 55, le montant des dotations s’élève à 8 113 026 milliers EUR pour 2012, soit une augmentation de 5,25 % par rapport aux propositions initiales de 2011 (7 708 643 milliers EUR).

Voor 2012 bedragen de uitgaven inzake de overlevingspensioenen 1 550 547 duizend EUR, hetzij een stijging met 6,32 % ten opzichte van de initiële voorstellen 2011 (1 458 430 duizend EUR).

Pour 2012, les dépenses en matière de pen-sions de survie s’élèvent à 1 550 547 milliers EUR, soit une augmentation de 6,32 % par rap-port aux propositions initiales de 2011 (1 458 430 milliers EUR).

De uitgaven inzake parastatale rustpensioenen bedragen 374 288 duizend EUR in 2012, hetzij een stijging van 7,64 % ten opzichte van de ini-tiële voorstellen 2011 (347 710 duizend EUR).

Les dépenses en matière de pensions de re-traite parastatales s’élèvent à 374 288 milliers EUR en 2012, soit une augmentation de 7,64 % par rapport aux propositions adaptées de 2011 (347 710 milliers EUR).

De pensioenen ten laste van de staatskas kun-nen in 2012 voor een bedrag van 219 060 dui-zend EUR betaald worden door de ontvangsten voor de financiering van het evenwicht der pen-sioenstelsels.

En 2012, un montant de 219 060 milliers EUR en matière de pensions à charge du Trésor pu-blic sera payé par les recettes pour le finance-ment de l’équilibre des régimes de pensions.

Fonds voor de pensioenen van de geïn-tegreerde politie

Fonds des pensions de la police inté-grée

De wet van 6 mei 2002 houdende oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïn-tegreerde politie en houdende bijzondere bepa-lingen op het vlak van sociale zekerheid, heeft bij de Pensioendienst voor de overheidssector een bijzonder Fonds opgericht voor de financie-ring van de pensioenen van de vastbenoemde

La loi du 6 mai 2002 portant création du Fonds des pensions de la police intégrée et portant des dispositions particulières en matière de sé-curité sociale, a créé auprès du Service des Pensions du Secteur Public un fonds particulier pour le financement des pensions du personnel définitif des services de police. Ce fonds sup-

I. Algemene toelichting I. Exposé général

83

Page 90: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

personeelsleden van de politiediensten. Dit Fonds draagt de last van deze pensioenen die ingaan vanaf 1 april 2001. Het gedeelte van deze pensioenen dat betrekking heeft op de vóór 1 april 2001 gepresteerde diensttijd bij een afgeschaft politiekorps4 is dus eveneens ten laste van dit Fonds.

porte la charge des pensions qui prennent cours à partir du 1er avril 2001. La partie de la pen-sion qui se rapporte aux services prestés avant le 1er avril 2001 auprès d’un corps de police4 supprimé est donc également à charge de ce fonds.

De Federale Staat en de 195 politiezones zijn als werkgever ambtshalve bij dit Fonds aange-sloten.

L’état fédéral et les 195 zones de polices en tant qu’employeurs sont d’office affiliés à ce fonds.

De pensioenlast wordt gedragen door een pa-tronale bijdrage van (momenteel) 20 % en een persoonlijke bijdrage van 7,5 %. De bijdragen voor de personeelsleden van de federale politie en van de Algemene inspectie van de federale en lokale politie, worden door de federale over-heid rechtstreeks overgemaakt aan de Pensi-oendienst voor de overheidssector als beheer-der van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie. De bijdragen voor de per-soneelsleden van de lokale politiezones worden gestort bij de RSZPPO, die de opbrengst over-maakt aan het Fonds.

La charge des pensions est supportée par une cotisation patronale de (actuellement) 20 % et une cotisation personnelle de 7,5 %. Les cotisa-tions pour les agents de la police fédérale et de l’inspection générale de la police fédérale et de la police locale, sont versées par l’autorité fédé-rale directement au Service des Pensions du Secteur Public qui gère le Fonds des pensions de la police intégrée. Les cotisations pour les agents de la police locale sont versées à l’ONSSAPL qui transfère le produit vers le Fonds.

De uitgaven voor rust- en overlevingspensioe-nen en de tegemoetkomingen in de begrafenis-kosten worden begroot op 398 865 duizend EUR in 2012.

Les dépenses de pensions de retraite et de sur-vie et de l’indemnité de funérailles sont budgé-tées pour 398 865 milliers EUR en 2012. Les cotisations sont estimées à 486 781 milliers EUR en 2012.

Pensioenen NMBS Pensions SNCB

Met betrekking tot de pensioenverplichtingen van de NMBS worden hiervoor in 2012 uitgaven voorzien ten bedrage van 960 190 duizend EUR, waarvan 714 510 duizend EUR opgeno-men is in de dotatie ‘pensioenen NMBS’.

Concernant les obligations de pensions de la SNCB, un montant global de 960 190 milliers EUR est prévu en 2012, dont 714 510 EUR sont repris dans la dotation ‘pensions SNCB’.

Regeerakkoord met betrekking tot de pensioenen van de overheidssector

Accord gouvernemental relatif aux pen-sions du secteur public

De minimumleeftijd voor het vervroegd pensi-oen zal vanaf 2013 met 6 maanden verhogen en daarna met 6 maanden per jaar om in 2016 op 62 jaar te komen in het algemeen stelsel van

L’âge minimum de la retraite anticipée augmen-tera de 6 mois dès 2013 puis de 6 mois par an pour atteindre 62 ans en 2016 dans le régime général de la fonction publique. La condition de

4 Het betreft de diensttijd verricht bij de Rijkswacht, de gemeentelijke politie, de gerechtelijke politie, de zee-vaartpolitie, de luchtvaartpolitie, de spoorwegpolitie, de jeugdpolitie, het Hoog Comité van Toezicht, ... 4 Il s’agit des services prestés auprès de la gendarmerie, la police communale, la police judiciaire, la police maritime, la police aéronautique, la police des chemins de fer, la police de la jeunesse, le Comité Supérieur de Contrôle, …

I. Algemene toelichting I. Exposé général

84

Page 91: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

het openbaar ambt. De minimale loopbaan-voorwaarde zal in het algemeen stelsel van het openbaar ambt tegen 2015 geleidelijk aan op 40 jaar komen. Bij lange loopbanen zal men in twee uitzonderingen voorzien: het pensioen zal op 60 jaar kunnen bij 42 loopbaanjaren en op 61 jaar bij 41 loopbaanjaren.

carrière minimale sera portée progressivement à 40 ans dans le régime général de la fonction publique à l’horizon 2015. Deux exceptions se-ront prévues en cas de carrières longues : la retraite sera possible à 60 ans moyennant 42 ans de carrière et à 61 ans moyennant 41 ans de carrière.

De huidige ambtenaren van de bijzondere stel-sels van het openbaar ambt die nu een gunsti-gere tantième dan 1/48e genieten zullen voor de vanaf 1 januari 2012 gepresteerde periodes hun pensioen op basis van een tantième 1/48e zien berekend worden (de al verworven rechten blijven volgens de oude berekeningsmethode).

Les fonctionnaires actuels des régimes spé-ciaux de la fonction publique qui bénéficient actuellement d’un tantième plus favorable qu’1/48e verront, pour les périodes prestées à partir du 1er janvier 2012, leur pension calculée sur la base du tantième 1/48e (les droits déjà acquis le restent selon l’ancien mode de calcul).

De ambtenaren van 55 jaar en ouder op 1 ja-nuari 2012 zullen voor hun volledige pensioen de oude berekeningsmethode genieten.

Les fonctionnaires de 55 ans et plus au 1er jan-vier 2012 bénéficieront de l’ancien mode de calcul pour l’intégralité de leur pension.

De gemiddelde wedde van de laatste tien be-roepsjaren zal als basis dienen om het pensioen in de overheidssector te berekenen. Deze nieu-we berekeningsmethode zal niet gelden voor de mensen van 50 jaar en ouder op 1 januari 2012.

Le traitement servant de base au calcul de la pension du secteur public sera le traitement moyen des dix dernières années de carrière. Les personnes de 50 ans et plus au 1er janvier 2012 ne se verront pas appliquer ce nouveau mode de calcul.

Om de mensen met de laagste pensioenen te beschermen, zal de regering onderzoeken of men ervoor kan zorgen dat de nieuwe bereke-ning geen pensioen oplevert dat onder een te bepalen niveau ligt.

Afin de protéger les titulaires des pensions les plus basses, le Gouvernement examinera la possibilité de faire en sorte que le nouveau cal-cul n’aboutisse pas à une pension inférieure à un niveau à déterminer.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

85

Page 92: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2012

Init

ieel

/In

itia

l

(I)

Aan

pas

sin

g

okt

ob

er 2

011

/A

dap

tati

on

o

cto

bre

201

1

(II)

Init

ieel

/In

itia

l

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/E

n %

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/E

n %

1. A

fdel

ing

55

1. D

ivis

ion

55

Pen

sio

end

ien

st v

oo

r d

e O

verh

eid

ssec

tor

Ser

vice

des

Pen

sio

ns

du

Sec

teu

r P

ub

lic

Ten

last

e va

n:A

cha

rge:

dota

tie p

ensi

oene

n va

n de

ope

nbar

e se

ctor

7.70

8.64

37.

708.

643

8.11

3.02

60

0,00

%40

4.38

35,

25 %

de la

dot

atio

n pe

nsio

ns d

u se

cteu

r pu

blic

dota

tie v

ergo

edin

gs-

en o

orlo

gspe

nsio

enen

138.

796

138.

796

129.

945

00,

00 %

-8.8

51-6

,38

%de

la d

otat

ion

pens

ions

de

répa

rtio

n et

de

guer

redo

tatie

ren

ten

arbe

idso

ngev

alle

n37

.756

37.7

5639

.332

00,

00 %

1.57

64,

17 %

de la

dot

atio

n re

ntes

acc

iden

ts d

u tr

avai

ldo

tatie

pen

sioe

nen

NM

BS

661.

710

661.

710

714.

510

00,

00 %

52.8

007,

98 %

de la

dot

atio

n pe

nsio

ns S

NC

B

To

taal

ten

last

e va

n d

e d

ota

ties

8.54

6.90

58.

546.

905

8.99

6.81

30

0,00

%44

9.90

85,

26 %

To

tal à

ch

arg

e d

es d

ota

tio

ns

2. U

itg

aven

op

gea

ffec

teer

de

on

tvan

gst

en

bes

tem

d v

oo

r d

e fi

nan

cier

ing

van

:2.

Dép

ense

s su

r re

cett

es a

ffec

tées

po

ur

le

fin

ance

men

t:

de o

verle

ving

spen

sioe

nen

ten

last

e va

n de

S

taat

1.45

8.43

01.

458.

430

1.55

0.54

70

0,00

%92

.117

6,32

%de

s pe

nsio

ns d

e su

rvie

de

l'Eta

t

de p

aras

tata

le r

ustp

ensi

oene

n34

7.71

034

7.71

037

4.28

80

0,00

%26

.578

7,64

%de

s pe

nsio

ns d

e re

trai

tes

para

stat

ales

de r

ustp

ensi

oene

n te

n la

ste

van

de S

taat

210.

555

210.

555

219.

060

00,

00 %

8.50

54,

04 %

des

pens

ions

de

retr

aite

de

l'Eta

tde

pen

sioe

nen

van

de g

eïnt

egre

erde

pol

itie

483.

490

483.

490

486.

781

00,

00 %

3.29

10,

68 %

des

pens

ions

de

la p

olic

e in

tégr

éede

pen

sioe

nen

van

de N

MB

S24

3.16

524

3.16

524

5.68

00

0,00

%2.

515

1,03

%de

s pe

nsio

ns d

e la

SN

CB

To

taal

ten

last

e va

n d

e to

egew

ezen

o

ntv

ang

sten

2.74

3.35

02.

743.

350

2.87

6.35

60

0,00

%13

3.00

64,

85 %

To

tal à

ch

arg

e d

es r

ecet

tes

affe

ctée

s

TO

TA

LE

UIT

GA

VE

N11

.290

.255

11.2

90.2

5511

.873

.169

00,

00 %

582.

914

5,16

%D

EP

EN

SE

S T

OT

AL

ES

2012

/ 20

1120

11 (

II) /

(I)

TA

BLE

AU

VII.

1

Pen

sio

enen

van

de

ove

rhei

dss

ecto

r 20

11-2

012

(In

duiz

end

EU

R)

TA

BE

L V

II.1

Pen

sio

ns

du

sec

teu

r p

ub

lic 2

011-

2012

(En

mill

iers

EU

R)

201

1

I. Algemene toelichting I. Exposé général

86

Page 93: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

HOOFDSTUK VIII CHAPITRE VIII

DE TEWERKSTELLINGSPROGRAMMA’S LES PROGRAMMES D’EMPLOI

België heeft een lange traditie van ondersteu-nen van aanwervingen via maatregelen die de loonkost voor de werkgever verlagen. Naast de structurele lastenverlaging die onvoorwaardelijk geldt voor elke werknemer, gaat het daarbij meestal om maatregelen die gecibleerd worden op specifieke doelgroepen van werknemers, die het extra moeilijk hebben om hun plaats op de arbeidsmarkt te veroveren. Daarbij wordt ge-werkt met 3 technieken: een vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen, een gedeeltelijke niet-doorstorting aan de fiscus van de ingehouden bedrijfsvoorheffing en een acti-vering van de uitkering die de werknemer ge-noot vooraleer hij aan het werk ging (meestal een werkloosheidsuitkering of het leefloon). Een deel van die uitkering wordt daarbij gebruikt als een bestanddeel van het loon, waardoor de res-terende loonkost voor de werkgever daalt, zon-der dat dit leidt tot een daling van het nettoloon van de werknemer. België besteedt veel midde-len aan deze vorm van actief arbeidsmarktbe-leid en tijdens de crisisjaren nam dit nog toe, onder andere om de aanwerving aan te moedi-gen van oudere werklozen en van laagge-schoolde jongeren.

La Belgique a une longue tradition de soutien des embauches par le biais de mesures qui di-minuent le coût salarial pour l’employeur. À côté des réductions structurelles de charges qui s’adressent de façon inconditionnelle à chaque travailleur, on retrouve principalement des me-sures qui sont ciblées sur certaines catégories spécifiques de travailleurs qui ont des difficultés particulières d’insertion sur le marché du travail. À cette fin, on a recours à trois techniques dif-férentes : une diminution de cotisations patrona-les de sécurité sociale, une dispense partielle de versement au fisc du précompte profession-nel retenu et une activation des allocations dont le travailleur bénéficiait avant de retrouver du travail (principalement une allocation de chô-mage ou le revenu d’intégration sociale). Une partie de cette allocation est alors utilisée comme une composante du salaire, ce qui contribue à diminuer le coût salarial qui reste à charge de l’employeur sans entraîner pour au-tant une baisse du salaire net du travailleur. La Belgique a consacré beaucoup de moyens à cette forme de politique active du marché du travail et ces moyens ont encore augmenté au cours des années de crise entre autres afin de promouvoir l’engagement de chômeurs âgés et de jeunes peu qualifiés.

Loonlastenverlaging via vermindering van de werkgeversbijdragen voor de so-ciale zekerheid

Réductions des coûts salariaux par des diminutions des cotisations patronales de sécurité sociale

De structurele vermindering van de socialeze-kerheidsbijdragen, die onvoorwaardelijk geldt voor alle werkgevers en hun in dienst zijnde werknemers, bestaat uit drie delen: een forfaitai-re vermindering van 400 EUR per kwartaal per voltijdse werknemer, met enerzijds een surplus voor de lagere inkomens en anderzijds een sur-plus voor de hogere inkomens. Deze structure-le vermindering is goed voor meer dan 75 % van het totaal pakket aan verminderingen van patronale socialezekerheidsbijdragen. Voor 2012 gaat het om een bedrag van meer dan 4,3 miljard EUR.

La réduction structurelle des cotisations patro-nales de sécurité sociale, qui s’applique de fa-çon inconditionnelle à tous les employeurs et pour tous les travailleurs qu’ils occupent, com-prend trois parties : une réduction forfaitaire de 400 EUR par trimestre par travailleur à temps plein, avec un complément pour les bas reve-nus, d’une part, et un complément pour les hauts revenus, d’autre part. Cette réduction structurelle représente 75 % du montant total des réductions de cotisations sociales patrona-les. Pour l’année 2012, il s’agit d’un montant de plus de 4,3 milliards EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

87

Page 94: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Deze structurele lastenverlaging is cumuleer-baar met een doelgroepvermindering, die tijde-lijk toegekend wordt indien de werkgever een werknemer aanwerft die tot een dergelijke doel-groep behoort. Het gaat onder andere om laaggeschoolde jongeren, langdurig werklozen, ouderen, werknemers die werkloos zijn gewor-den ten gevolge van een herstructurering, … De hoogte van de vermindering en de duur tij-dens dewelke deze wordt toegekend variëert naargelang de afstand tussen de werknemer en de arbeidsmarkt, waarbij criteria als opleidings-niveau, inactiviteitsduur en leeftijd een rol spe-len. Voor 2012 is het totaal aan doelgroepver-minderingen geraamd op 857 miljoen EUR.

Cette réduction structurelle peut être cumulée avec une réduction groupe-cible, qui est oc-troyée pendant une durée limitée à l’employeur qui engage un travailleur appartenant à un groupe cible. Il s’agit notamment des jeunes peu qualifiés, des chômeurs de longue durée, des travailleurs âgés, des travailleurs devenus chômeurs suite à une restructuration, …. . L’importance de la réduction ainsi que la durée pendant laquelle elle est octroyée, varie en fonction de la distance du travailleur par rapport au marché de l’emploi, cadre dans lequel le ni-veau de qualification, la durée d’inactivité et l’âge jouent un rôle. Pour l’année 2012, le mon-tant total des réductions groupe-cible octroyées est estimé à 857 millions EUR.

Daarnaast zijn er nog specifieke verminderin-gen, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onder-zoek.

En outre, il existe des réductions spécifiques par exemple pour la recherche scientifique.

Loonlastenverlaging via een activering van werkloosheidsuitkeringen en leef-loon

Réductions des coûts salariaux par une activation de l’allocation du chômage et du revenu d’intégration

Bovenop de verminderingen aan te betalen so-cialezekerheidsbijdragen voor bepaalde doel-groepwerknemers, zijn er ook nog stelsels van activering van uitkeringen. Globaal gezien gaat het binnen de RVA-begroting (dus activering van werkloosheidsuitkeringen, niet van leefloon) in het jaar 2011 om 107 200 werknemers, goed voor een totaal bedrag aan activering van 660,7 miljoen EUR. Dit was een belangrijke stijging ten opzichte van 2010 (79 746 werknemers en een totale uitgave van 430,7 miljoen EUR). Voor 2012 wordt een daling verwacht: 90 000 werknemers, goed voor een totale uitgave van 475,2 miljoen EUR.

Outre ces réductions de cotisations dues à la sécurité sociale pour différents groupes-cibles, il existe différents régimes d’activation des alloca-tions. Ces activations des allocations de chô-mage (sans l’activation du revenu d’intégration), représentent au niveau du budget de l’ONEm de 2011 un montant total de 660,7 millions EUR pour 107 200 travailleurs. Il s’agit d’une aug-mentation importante vis à vis de 2010 (79 746 travailleurs et une dépense totale de 430,7 mil-lions EUR). Pour l’année 2012, une baisse est attendue : 90 000 travailleurs ce qui correspond à un montant total de 475,2 millions EUR.

Deze stijging in 2010 en 2011 is volledig toe te schrijven aan de besliste versterking van een aantal activeringsmaatregelen in de strijd tegen de crisis, inzonderheid het win-win tewerkstel-lingsplan, opgestart begin 2010. Het is een ver-sterkte vorm van activa voor groepen van werk-zoekenden die het bijzonder moeilijk hadden een job te vinden tijdens deze crisisperiode, en richt zich tot de werkgevers in de private sector. Het gaat o.a. om erg laaggeschoolde werkne-mers jonger dan 26 jaar en om werknemers ouder dan 50 jaar en minstens 6 maanden werkloos De uitgaven voor 2011 voor activa (met inbegrip van win-win) worden geraamd op 503,3 miljoen EUR, voor 68 200 jobs. Dit aan

Cette augmentation en 2010 et 2011 est entiè-rement due à la décision de renforcer un nom-bre de mesures d’activation en période de crise , notamment le plan d’embauche win-win, qui a démarré début 2010. C’est une forme d’activa renforcée en faveur des groupes de deman-deurs d’emploi qui connaissaient des difficultés particulières à trouver un emploi pendant cette période de crise, et s’adresse aux employeurs du secteur privé. Il s’agit notamment des jeu-nes travailleurs de moins de 26 ans à qualifica-tion très basse et des travailleurs d’au moins 50 ans, qui sont chômeurs depuis minimum 6 mois. Les dépenses pour 2011 pour le plan Activa (y compris le plan d’embauche win-win) au sein du

I. Algemene toelichting I. Exposé général

88

Page 95: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

de crisis verbonden win-win plan loopt slechts voor aanwervingen tot en met 31.12.2011, wat de daling verklaart vanaf 2012 (geraamd op 45 900 rechthebbenden en een totale uitgave van 305,1 miljoen EUR).

budget affecté aux allocations de chômage sont estimées à 503,3 millions EUR, pour 68 200 emplois. Ce plan win-win, qui est lié à la crise, ne s’applique qu’aux engagements qui ont lieu jusqu’au 31 décembre 2011, ce qui explique la baisse à partir de 2012 (estimation : 45 900 bé-néficiaires et une dépense totale de 305,1 mil-lions EUR).

Naast activa (met inbegrip van win-win) kunnen ook nog de volgende activeringsprogramma’s vermeld worden:

À coté du plan activa (y compris le plan d’embauche win-win), les programmes d’activation des allocations suivants peuvent être mentionnés :

de doorstromingsprogramma’s, een soort variante op het activastelsel specifiek voor vzw’s en werkgevers uit de overheidssector. Dit stelsel wordt mede gefinancierd door de Ge-westen. Voor 2012 wordt gerekend op 5 000 eenheden en een kost van eveneens 24,8 mil-joen EUR, quasi onveranderd ten opzichte van 2011;

le programme de transition profession-nelle, une variante du plan Activa, est orienté spécifiquement vers les asbl et les employeurs du secteur public. Ce régime est cofinancé par les Régions. Pour 2012, on prévoit 5 000 em-plois et un coût de 24,8 millions EUR, ou quasi pas de changement par rapport à l’année 2011 ;

de werkhervattingstoeslag die toegekend wordt aan oudere werklozen die het werk her-vatten. Door die toeslag, een soort forfaitaire werkloosheidsuitkering die cumuleerbaar is met het loon in de nieuwe job, worden oudere werk-lozen aangezet om terug aan het werk te gaan, zelfs aan een lager loon dan dat wat ze voor hun werkloosheid genoten. Bij de evolutie van dit activeringsprogramma mag niet uit het oog verloren worden dat de voorwaarden voor het genot van deze toeslag werden versoepeld met ingang van 1 april 2006, en dit in uitvoering van het generatiepact. Oudere werklozen komen sinds dan onmiddellijk in aanmerking voor deze toeslag, daar waar ze vroeger eerst een jaar werkloos moesten zijn. Een nieuwe aanpassing werd doorgevoerd midden 2009, waardoor ook 50-plussers die minder dan 20 jaar loopbaan als loontrekkende achter de rug hebben, in aan-merking komen voor die toeslag, zij het aan een beperkter bedrag en beperkt tot maximaal 3 jaar. Voor 2012 wordt gerekend op 22 600 een-heden, goed voor 51,9 miljoen EUR, tegenover 17 600 in 2011 (en een kost van 39,5 miljoen EUR);

le complément de reprise du travail qui est octroyé aux chômeurs âgés qui reprennent le travail. Grâce à ce complément, qui revient à une allocation de chômage forfaitaire cumulable avec le salaire pour le nouvel emploi, les travail-leurs âgés sont encouragés à reprendre le tra-vail, même à un niveau de salaire inférieur à celui d’avant leur période de chômage. Concernant l’évolution de ce programme d’activation, on ne peut perdre de vue qu’en exécution du pacte de solidarité entre les géné-rations les conditions d’application de ce com-plément ont été assouplies à partir du 1er avril 2006. Depuis lors, les chômeurs âgés entrent immédiatement en ligne de compte pour ce complément, tandis qu’auparavant une période de chômage d’un an était requise. Une nou-velle adaptation a été effectuée mi 2009, de sorte que les chômeurs de 50 ans et plus qui n’apportent pas la preuve d’une carrière de moins de 20 ans comme salarié, bénéficient de ce complément même si le montant en est moins élevé et l’octroi, limité à 3 années au maximum. Pour 2012, on s’attend à 22 600 bé-néficiaires, ce qui correspond à une dépense de 51,9 millions EUR, une augmentation par rap-port à 2011 (17 600 activations et coût de 39,5 millions EUR) ;

het Sineplan, dat zich specifiek richt tot de werkgevers uit de sociale-economie-sector. Dit stelsel kende een sterke groei in de periode 2008-2010, mede onder invloed van de groei van het stelsel van de dienstencheques waarop een aantal van de ondernemingen uit de socia-le-economie-sector (met inbegrip van PWA’s, OCMW’s en beschutte werkplaatsen) inteken-

le plan sine, qui s’adresse spécifiquement aux employeurs du secteur de l’économie so-ciale. Ce régime a connu une forte croissance pendant la période 2008-2010 ce qui est partiel-lement dû à la croissance du régime des titres-services, régime auquel nombre d’entreprises du secteur de l’économie sociale (y compris les ALE, les CPAS et les entreprises de travail

I. Algemene toelichting I. Exposé général

89

Page 96: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

den. Voor 2012 wordt rekening gehouden met 12 000 sine-werknemers (tegenover 11 700 in 2011), goed voor een totaal budget aan geacti-veerde uitkering van 65,7 miljoen EUR.

adapté) participent. Pour 2012, on s’attend à 12 000 travailleurs sine (contre 11 700 en 2011), soit un budget d’allocations activées de 65,7 millions EUR.

Van de meeste van deze activeringsprogram-ma’s bestaat het equivalent voor de werkzoe-kenden die genieten van het leefloon. Hier is het dan het leefloon dat geactiveerd wordt.

Pour la plupart de ces programmes d’activation, l’équivalent existe pour les demandeurs d’emploi qui bénéficient d’un revenu d’intégration. Dans ces cas, c’est le revenu d’intégration qui est activé.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

90

Page 97: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

II

Het stelsel van de werknemers

2006-2010

Page 98: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 99: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Economische rekeningen 2006 2. Economische rekeningen 2007 3. Economische rekeningen 2008

4. Economische rekeningen 2009

5. Economische rekeningen 2010

A.

Geconsolideerde economische rekeningen

Page 100: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

006

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 3.

623,

78.

803,

115

.421

,44.

135,

518

2,5

335,

2-

32.5

01,4

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 3.

623,

78.

803,

115

.414

,64.

133,

318

1,8

334,

9-

32.4

91,4

Bet

alin

gson

kost

en

- -

6,8

2,2

0,7

0,3

- 10

,0

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

9,5

0,5

0,2

2,7

- -

12,9

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

163,

540

6,5

139,

513

7,1

17,0

22,4

131,

91.

017,

9C

entr

ale

inst

ellin

gen

20,2

238,

813

9,5

55,5

17,0

22,4

131,

962

5,3

Prim

aire

inst

ellin

gen

143,

316

7,7

- 81

,6-

- -

392,

6

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- 0,

212

,4-

30,7

- 46

,089

,3

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

op

bre

ng

sten

an

der

e d

an f

inan

ciël

e -

- -

6,6

6,3

- 19

8,0

210,

9

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

15

,623

,257

,142

,927

,81,

518

2,6

350,

7

Bes

par

ing

4,

2-0

,279

,014

,36,

0-1

4,6

204,

229

2,9

Su

bto

taal

3.

807,

09.

242,

315

.709

,94.

336,

627

3,0

344,

576

2,7

34.4

76,0

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

0,1

- -

- 81

,9-

32.0

83,9

32.1

65,9

Naa

r de

zie

kte-

inva

lidite

it -

- -

- -

- 3.

687,

23.

687,

2N

aar

de w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

8.93

6,4

8.93

6,4

Naa

r de

pen

sioe

nen

0,1

- -

- -

- 15

.369

,015

.369

,1N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

- -

- -

- -

3.73

2,2

3.73

2,2

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

- -

- -

- 27

,027

,0N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

- -

- -

- 33

2,1

332,

1N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

-

- -

81,9

- -

81,9

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 15

.423

,015

.423

,0N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

-

-

-

-

-

15

.423

,015

.423

,0

To

taal

3.

807,

19.

242,

315

.709

,94.

336,

635

4,9

344,

548

.269

,682

.064

,9

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

94

Page 101: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

006

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

3,9

0,3

236,

452

0,0

11,2

11,0

33.9

31,9

34.8

24,7

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

11,1

- -

- 11

.492

,511

.503

,6T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

-

30,4

520,

011

,211

,022

.344

,722

.917

,3T

en la

ste

van

de g

enie

ters

van

s

ocia

le p

rest

atie

s 0,

5-

194,

9-

- -

94,7

290,

1

And

ere

bijd

rage

n 11

3,4

0,3

- -

-

-

- 11

3,7

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

0,1

80,0

- -

- -

8.77

3,5

8.85

3,6

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

7-

3,4

- -

- 5.

430,

75.

434,

8

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

50,

413

,53,

657

,51,

451

,612

8,5

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

4,6

136,

9-

- 25

9,0

- -

400,

5

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s 0,

187

,769

,780

,80,

2-

- 23

8,5

Su

bto

taal

11

9,9

305,

332

3,0

604,

432

7,9

12,4

48.1

87,7

49.8

80,6

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

3.68

7,2

8.93

6,4

15.3

69,1

3.73

2,2

27,0

332,

181

,932

.165

,9V

an d

e zi

ekte

-inva

lidite

it -

- 0,

1-

- -

- 0,

1V

an d

e w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

- -

Van

de

pens

ioen

en

- -

- -

- -

- -

Van

de

gezi

nsbi

jsla

g -

- -

- -

- -

- V

an d

e ar

beid

song

eval

len

- -

- -

- -

81,9

81,9

Van

de

bero

epsz

iekt

en

- -

- -

- -

- -

Van

het

Glo

baal

beh

eer

3.68

7,2

8.93

6,4

15.3

69,0

3.73

2,2

27,0

332,

1-

32.0

83,9

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

0,6

17,8

- -

- -

18,4

Van

de

zelfs

tand

igen

-

0,6

- -

- -

- 0,

6V

an h

et R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

-

17

,8 -

-

-

-

17

,8

To

taal

3.

807,

19.

242,

315

.709

,94.

336,

635

4,9

344,

548

.269

,682

.064

,9

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

95

Page 102: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

007

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 3.

898,

58.

821,

015

.950

,74.

234,

018

7,0

334,

9-

33.4

26,1

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 3.

898,

58.

821,

015

.943

,84.

232,

218

6,5

334,

4-

33.4

16,4

Bet

alin

gson

kost

en

- -

6,9

1,8

0,5

0,5

- 9,

7

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

5,1

0,3

0,2

2,2

- -

7,8

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

167,

942

6,1

141,

114

1,4

70,7

24,3

122,

91.

094,

4C

entr

ale

inst

ellin

gen

20,5

254,

014

1,1

57,2

70,7

24,3

122,

969

0,7

Prim

aire

inst

ellin

gen

147,

417

2,1

- 84

,2-

- -

403,

7

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- 0,

212

,0-

0,3

- 49

,361

,8

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

- -

- 1,

43,

3-

231,

223

5,9

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

16

,122

,172

,155

,325

,03,

448

7,3

681,

3

Bes

par

ing

-0

,34,

5-3

69,8

3,3

-5,1

1,2

1.06

4,5

698,

3

Su

bto

taal

4.

082,

29.

279,

015

.806

,44.

435,

628

3,4

363,

81.

955,

236

.205

,6

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

0,1

- 27

0,5

- 82

,4-

32.8

57,7

33.2

10,7

Naa

r de

zie

kte-

inva

lidite

it -

- -

- -

- 3.

961,

13.

961,

1N

aar

de w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

8.98

3,4

8.98

3,4

Naa

r de

pen

sioe

nen

0,1

- -

- -

- 15

.751

,915

.752

,0N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

- -

- -

- -

3.79

8,3

3.79

8,3

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

- -

- -

- 36

,736

,7N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

- -

- -

- 32

6,3

326,

3N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

-

270,

5-

82,4

- -

352,

9

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 16

.806

,016

.806

,0N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

-

-

-

-

-

16

.806

,016

.806

,0

To

taal

4.

082,

39.

279,

016

.076

,94.

435,

636

5,8

363,

851

.618

,986

.222

,3

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

96

Page 103: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

007

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

6,2

0,3

230,

855

0,3

15,1

27,5

35.9

90,5

36.9

30,7

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

12,5

- -

- 12

.132

,112

.144

,6T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

-

25,7

550,

315

,127

,523

.750

,224

.368

,8T

en la

ste

van

de g

enie

ters

van

s

ocia

le p

rest

atie

s -

- 19

2,6

- -

- 10

8,2

300,

8

And

ere

bijd

rage

n 11

6,2

0,3

- -

-

-

- 11

6,5

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

- 69

,0-

- -

7,9

9.61

5,3

9.69

2,2

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

4-

3,1

- -

- 5.

522,

15.

525,

6

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

31,

712

,05,

564

,51,

413

8,1

223,

5

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

4,3

129,

72,

9-

248,

9-

- 38

5,8

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te u

itb

etaa

lde

soci

ale

pre

stat

ies

- 94

,069

,481

,50,

6-

- 24

5,5

Su

bto

taal

12

1,2

294,

731

8,2

637,

332

9,1

36,8

51.2

66,0

53.0

03,3

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

3.96

1,1

8.98

3,4

15.7

52,0

3.79

8,3

36,7

326,

335

2,9

33.2

10,7

Van

de

ziek

te-in

valid

iteit

- -

0,1

- -

- -

0,1

Van

de

wer

kloo

shei

d -

- -

- -

- -

- V

an d

e pe

nsio

enen

-

- -

- -

- 27

0,5

270,

5V

an d

e ge

zins

bijs

lag

- -

- -

- -

- -

Van

de

arbe

idso

ngev

alle

n -

- -

- -

- 82

,482

,4V

an d

e be

roep

szie

kten

-

- -

- -

- -

- V

an h

et G

loba

al b

ehee

r 3.

961,

18.

983,

415

.751

,93.

798,

336

,732

6,3

- 32

.857

,7

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

- 0,

96,

7-

- 0,

7-

8,3

Van

de

zelfs

tand

igen

-

0,9

- -

- 0,

7-

1,6

Van

het

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

-

-

6,7

-

-

-

-

6,7

To

taal

4.

082,

39.

279,

016

.076

,94.

435,

636

5,8

363,

851

.618

,986

.222

,3

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

97

Page 104: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

008

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 4.

281,

89.

310,

017

.091

,94.

511,

319

8,2

350,

0-

35.7

43,2

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 4.

281,

89.

310,

017

.085

,44.

509,

619

7,7

349,

7-

35.7

34,2

Bet

alin

gson

kost

en

- -

6,5

1,7

0,5

0,3

- 9,

0

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

7,1

0,2

0,4

0,9

- -

8,6

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

171,

443

3,7

146,

114

6,8

47,3

23,3

346,

71.

315,

3C

entr

ale

inst

ellin

gen

19,6

250,

014

6,1

58,8

47,3

23,3

346,

789

1,8

Prim

aire

inst

ellin

gen

151,

818

3,7

- 88

,0-

- -

423,

5

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- 0,

27,

40,

1-

- 16

3,3

171,

0

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

- -

- 1,

06,

7-

105,

611

3,3

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

17

,320

,914

9,3

18,5

21,8

3,8

236,

546

8,1

Bes

par

ing

-3

1,8

28,2

-50,

059

,313

,714

,860

5,4

639,

6

Su

bto

taal

4.

438,

79.

800,

117

.344

,94.

737,

428

8,6

391,

91.

457,

538

.459

,1

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n0,

1-

5,0

- 95

,3-

35.1

18,7

35.2

19,1

Naa

r de

zie

kte-

inva

lidite

it -

- -

- -

- 4.

320,

94.

320,

9N

aar

de w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

9.43

6,4

9.43

6,4

Naa

r de

pen

sioe

nen

0,1

- -

- -

- 16

.990

,416

.990

,5N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

- -

- -

- -

4.00

8,4

4.00

8,4

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

- -

- -

- 27

,027

,0N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

- -

- -

- 33

5,6

335,

6N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

- 5,

0-

95,3

- -

100,

3

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 18

.574

,818

.574

,8N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

- -

- -

- 18

.574

,818

.574

,8

To

taal

4.

438,

89.

800,

117

.349

,94.

737,

438

3,9

391,

955

.151

,092

.253

,0

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

98

Page 105: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

008

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

2,6

0,3

270,

556

1,3

13,8

44,6

37.8

38,4

38.8

41,5

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

16,3

- -

- 12

.675

,012

.691

,3T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

-

31,5

561,

313

,844

,625

.046

,625

.697

,8T

en la

ste

van

de g

enie

ters

van

s

ocia

le p

rest

atie

s 0,

3-

222,

7-

- -

116,

833

9,8

And

ere

bijd

rage

n 11

2,3

0,3

- -

-

-

- 11

2,6

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

0,1

104,

5-

- -

10,0

10.5

30,3

10.6

44,9

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

54,

42,

9-

- -

5.74

5,2

5.75

3,0

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

30,

69,

82,

461

,11,

638

3,0

458,

8

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

4,3

127,

2-

- 27

7,3

- -

408,

8

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s 0,

112

5,5

76,2

165,

34,

7-

- 37

1,8

Su

bto

taal

11

7,9

362,

535

9,4

729,

035

6,9

56,2

54.4

96,9

56.4

78,8

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

4.32

0,9

9.43

6,4

16.9

90,5

4.00

8,4

27,0

335,

610

0,3

35.2

19,1

Van

de

ziek

te-in

valid

iteit

- -

0,1

- -

- -

0,1

Van

de

wer

kloo

shei

d -

- -

- -

- -

- V

an d

e pe

nsio

enen

-

- -

- -

- 5,

05,

0V

an d

e ge

zins

bijs

lag

- -

- -

- -

- -

Van

de

arbe

idso

ngev

alle

n -

- -

- -

- 95

,395

,3V

an d

e be

roep

szie

kten

-

- -

- -

- -

- V

an h

et G

loba

al b

ehee

r 4.

320,

99.

436,

416

.990

,44.

008,

427

,033

5,6

- 35

.118

,7

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

1,2

- -

- 0,

155

3,8

555,

1V

an d

e ze

lfsta

ndig

en

- 1,

2-

- -

0,1

- 1,

3V

an h

et R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

- -

- -

- 55

3,8

553,

8

To

taal

4.

438,

89.

800,

117

.349

,94.

737,

438

3,9

391,

955

.151

,092

.253

,0

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

99

Page 106: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

009

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 4.

629,

810

.792

,117

.975

,34.

737,

820

5,5

340,

1 -

38

.680

,6V

erst

rekk

inge

n of

uitk

erin

gen

4.62

9,8

10.7

92,1

17.9

69,1

4.73

6,2

205,

133

9,8

-

38.6

72,1

Bet

alin

gson

kost

en

-

-

6,2

1,6

0,4

0,3

-

8,5

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

6,

30,

30,

33,

4 -

-

10

,3

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

178,

146

8,3

150,

416

5,5

30,3

23,9

140,

71.

157,

2C

entr

ale

inst

ellin

gen

18,7

268,

415

0,4

73,8

30,3

23,9

140,

770

6,2

Prim

aire

inst

ellin

gen

159,

419

9,9

- 91

,7 -

-

-

45

1,0

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

-

0,2

6,9

0,1

-

-

103,

211

0,4

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

-

-

-

1,1

7,0

-

70,4

78,5

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

20

,728

,114

1,0

47,3

41,4

2,3

243,

952

4,7

Bes

par

ing

-3

,494

,615

,333

,810

,826

,3-2

.165

,2-1

.987

,8

Su

bto

taal

4.

825,

211

.389

,618

.289

,24.

985,

929

8,4

392,

6-

1.60

7,0

38.5

73,9

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n0,

1 -

-

-

91

,6 -

37

.938

,338

.030

,0N

aar

de z

iekt

e-in

valid

iteit

-

-

-

-

-

-

4.69

9,7

4.69

9,7

Naa

r de

wer

kloo

shei

d -

-

-

-

-

-

10

.742

,010

.742

,0N

aar

de p

ensi

oene

n 0,

1 -

-

-

-

-

17

.919

,017

.919

,1N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

-

-

-

-

-

-

4.20

1,3

4.20

1,3

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

-

-

-

-

-

37

,037

,0N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

-

-

-

-

-

33

9,3

339,

3N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

-

-

-

91

,6 -

-

91

,6

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

-

-

-

-

-

19

.264

,419

.264

,4N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

-

-

-

-

-

-

-

N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

-

-

-

-

-

19

.264

,419

.264

,4

To

taal

4.

825,

311

.389

,618

.289

,24.

985,

939

0,0

392,

655

.595

,795

.868

,3

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

100

Page 107: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

009

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

5,3

40,9

282,

760

1,0

11,2

41,8

38.3

94,7

39.4

87,6

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

-

-

17,6

-

-

-

12.8

46,9

12.8

64,5

Ten

last

e va

n de

wer

kgev

ers

-

40,7

30,7

601,

011

,241

,825

.453

,426

.178

,8T

en la

ste

van

de g

enie

ters

van

s

ocia

le p

rest

atie

s 0,

2 -

23

4,4

-

-

-

94,4

329,

0

And

ere

bijd

rage

n 11

5,1

0,2

-

-

-

-

-

115,

3

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

- 14

8,5

- -

-

10

,010

.554

,410

.712

,9

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

7 -

2,

7 -

-

-

5.

849,

75.

853,

1

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

40,

711

,20,

564

,11,

441

0,7

489,

0

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

9,2

339,

2-

- 26

8,8

-

294,

691

1,8

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s -

116,

673

,518

3,1

8,9

-

-

382,

1

Su

bto

taal

12

5,6

645,

937

0,1

784,

635

3,0

53,2

55.5

04,1

57.8

36,5

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

4.69

9,7

10.7

42,0

17.9

19,1

4.20

1,3

37,0

339,

391

,638

.030

,0V

an d

e zi

ekte

-inva

lidite

it -

-

0,

1 -

-

-

-

0,

1V

an d

e w

erkl

oosh

eid

-

-

-

-

-

-

-

-

Van

de

pens

ioen

en

-

-

-

-

-

-

-

-

Van

de

gezi

nsbi

jsla

g -

-

-

-

-

-

-

-

V

an d

e ar

beid

song

eval

len

-

-

-

-

-

-

91,6

91,6

Van

de

bero

epsz

iekt

en

-

-

-

-

-

-

-

-

Van

het

Glo

baal

beh

eer

4.69

9,7

10.7

42,0

17.9

19,0

4.20

1,3

37,0

339,

3 -

37

.938

,3

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

1,

7 -

-

-

0,

1 -

1,

8V

an d

e ze

lfsta

ndig

en

-

1,7

-

-

-

0,1

-

1,8

Van

het

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

-

-

-

-

-

-

-

-

To

taal

4.

825,

311

.389

,618

.289

,24.

985,

939

0,0

392,

655

.595

,795

.868

,3

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

101

Page 108: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

010

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 5.

029,

711

.267

,818

.546

,44.

815,

620

9,3

337,

1 -

40

.205

,9V

erst

rekk

inge

n of

uitk

erin

gen

5.02

9,7

11.2

67,8

18.5

43,1

4.81

4,5

209,

333

7,0

-

40.2

01,4

Bet

alin

gson

kost

en

-

-

3,3

1,1

- 0,

1 -

4,

5

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

6,

30,

30,

33,

4 -

-

10

,3

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

195,

152

7,3

149,

018

4,9

28,4

21,4

153,

21.

259,

3C

entr

ale

inst

ellin

gen

21,8

309,

514

9,0

93,2

28,4

21,4

153,

277

6,5

Prim

aire

inst

ellin

gen

173,

321

7,8

- 91

,7 -

-

-

48

2,8

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

-

0,1

9,9

-

-

-

8,5

18,5

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

-

-

-

1,2

8,2

-

-

9,4

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

28

,262

,617

7,0

21,2

44,2

4,3

336,

467

3,9

Bes

par

ing

51

,2-4

0,3

-120

,720

,62,

116

,279

0,5

719,

6

Su

bto

taal

5.

304,

211

.823

,818

.761

,95.

043,

829

5,6

379,

01.

288,

642

.896

,9

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n-

-

-

-

110,

5 -

39

.420

,339

.530

,8N

aar

de z

iekt

e-in

valid

iteit

-

-

-

-

-

-

5.17

6,2

5.17

6,2

Naa

r de

wer

kloo

shei

d -

-

-

-

-

-

11

.121

,511

.121

,5N

aar

de p

ensi

oene

n -

-

-

-

-

-

18.4

44,2

18.4

44,2

Naa

r de

gez

insb

ijsla

g -

-

-

-

-

-

4.

305,

24.

305,

2N

aar

de a

rbei

dson

geva

llen

-

-

-

-

-

-

40,0

40,0

Naa

r de

ber

oeps

ziek

ten

-

-

-

-

-

-

333,

233

3,2

Naa

r he

t Glo

baal

beh

eer

-

-

-

-

110,

5 -

-

11

0,5

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

-

-

-

-

-

19

.723

,919

.723

,9N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

-

-

-

-

-

-

-

N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

-

-

-

-

-

19

.723

,919

.723

,9

To

taal

5.

304,

211

.823

,818

.761

,95.

043,

840

6,1

379,

060

.432

,810

2.15

1,6

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

102

Page 109: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

010

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

7,5

41,2

239,

555

4,7

9,6

34,9

39.0

99,5

40.0

96,9

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

-

-

21,1

-

-

-

13.0

73,1

13.0

94,2

Ten

last

e va

n de

wer

kgev

ers

-

40,9

15,0

554,

79,

634

,925

.931

,926

.587

,0T

en la

ste

van

de g

enie

ters

van

s

ocia

le p

rest

atie

s 0,

2 -

20

3,4

-

-

-

94,5

298,

1

And

ere

bijd

rage

n 11

7,3

0,3

-

-

-

-

-

117,

6

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

- 21

2,0

- -

-

10

,012

.185

,212

.407

,2

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

8 -

2,

6 -

-

-

8.

109,

68.

113,

0

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

41,

02,

10,

457

,90,

832

5,9

388,

5

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

9,3

308,

3-

-

290,

7 -

60

2,1

1.21

0,4

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s -

138,

273

,518

3,5

7,9

-

-

403,

1

Su

bto

taal

12

8,0

700,

731

7,7

738,

636

6,1

45,7

60.3

22,3

62.6

19,1

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

5.17

6,2

11.1

21,5

18.4

44,2

4.30

5,2

40,0

333,

211

0,5

39.5

30,8

Van

de

ziek

te-in

valid

iteit

-

-

- -

-

-

-

-

Van

de

wer

kloo

shei

d -

-

-

-

-

-

-

-

V

an d

e pe

nsio

enen

-

-

-

-

-

-

-

-

V

an d

e ge

zins

bijs

lag

-

-

-

-

-

-

-

-

Van

de

arbe

idso

ngev

alle

n -

-

-

-

-

-

11

0,5

110,

5V

an d

e be

roep

szie

kten

-

-

-

-

-

-

-

-

V

an h

et G

loba

al b

ehee

r 5.

176,

211

.121

,518

.444

,24.

305,

240

,033

3,2

-

39.4

20,3

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

1,

6 -

-

-

0,

1 -

1,

7V

an d

e ze

lfsta

ndig

en

-

1,6

-

-

-

0,1

-

1,7

Van

het

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

-

-

-

-

-

-

-

-

To

taal

5.

304,

211

.823

,818

.761

,95.

043,

840

6,1

379,

060

.432

,810

2.15

1,6

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

103

Page 110: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 111: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2006-2010 3. Definitieve rekeningen 2006

4. Definitieve rekeningen 2007

5. Definitieve rekeningen 2008

6. Voorlopige rekeningen 2009

7. Voorlopige rekeningen 2010

B.

Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer

Page 112: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Commentaar A. Evolutie van de macro-economische omgeving De evolutie van de macro-economische parameters die door de socialezekerheidsinstellingen in de loop van de periode 2006-2010 werden gebruikt, is als volgt:

2006 2007 2008 2009 2010

2,8 % 2,8 % 1,2 % -3,0 % 2,2 %

1,8 % 1,8 % 4,2 % 0,6 % 1,7 %

5,0 % 6,1 % 5,4 % -0,5 % 0,0 %Lonen / Tewerkstelling 3,1 % 3,1 % 3,5 % 2,6 % -1,0 %

Tewerkstelling (1) 1,9 % 3,0 % 1,9 % -3,1 % 1,0 %

Volledig werklozen (2) 701.468 663.702 629.229 657.144 659.380

(1) Voltijds equivalenten.(2) Cf. definitie van het concept in het statistisch gedeelte.

Loonmassa van de privé-sector

Bruto Binnenlands Product

Gezondheidsindex

In 2006 en 2007 bedroeg de groei 2,8%. In 2008 is er voornamelijk door het laatste kwartaal een terugval van de groei. In 2009 is er zelfs een negatieve groei van -3,0%. Deze negatieve groei wordt in 2010 omgebogen in een groei van 2,2%. Het inflatiepercentage, hier gemeten door de gezondheidsindex was 1,8% in de periode 2006-2007. In.2008 piekte het inflatiepercentage met 4,2%, om in 2009 en 2010 op een lager niveau uit te komen. De groei van de loonmassa, onderworpen aan RSZ-bijdragen kent een daling over de periode 2006-2010. Aan de daling van het aantal volledig werklozen kwam in 2008 een einde. B. Evolutie van het begrotingsresultaat

2006 2007 2008 2009 2010

48.320.121 51.494.057 55.080.309 55.766.753 59.706.598

1.136.822 1.132.701 1.258.336 1.493.693 1.427.823

Kapitaalontvangsten 75.768 336.714 4.138 0 952.658

Sociale prestaties 31.186.246 31.887.444 33.876.807 36.538.330 37.743.452

Andere lopende uitgaven (2) 17.981.092 19.810.954 21.730.118 22.672.664 23.560.248

Kapitaaluitgaven (3) 15.911 1.211 415.321 1.158 744

Begrotingsresultaat 349.462 1.263.863 320.538 -1.951.706 782.635

(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.(3) Gedekt door een Staatstussenkomst.

Lopende ontvangsten

van het RSZ-Globaal beheer (1)

Lopende ontvangsten

van de uitkeringsinstellingen (1)

(duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

106

Page 113: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de macro-economische omgeving, toegelicht in punt A, worden de ontvangsten en de uitgaven ook door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. C. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer In de periode 2006-2010 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in onderstaande tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 120):

2006 2007 2008 2009 2010

Globale middelen 3,26 % 6,56 % 6,99 % 1,23 % 7,09 %

Waarvan: - gewone bijdragen (1) 15,36 % 5,51 % 5,54 % 1,82 % 0,75 %

- Staatstoelagen 1,40 % 1,68 % 4,04 % 1,82 % 38,62 %

- alternatieve financiering(stock options inbegrepen)

10,85 % 9,71 % 9,83 % -0,55 % 13,79 %

(1) Loonmatiging inbegrepen.

Een tabel die de berekening van de alternatieve financiering voor de jaren 2006 tot 2012 in detail weergeeft, volgt in bijlage. Hierna volgt jaar per jaar een overzicht van de voornaamste maatregelen die de evolutie van de RSZ-ontvangsten hebben beïnvloed. In 2006 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten zijn niet onderworpen aan bijdragen indien ze tijdens de maanden juli, augustus en september niet langer dan 23 dagen tewerkgesteld zijn en tijdens de overige maanden ook maximaal 23 dagen. Wel is er een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Er werden maatregelen genomen om de inning van de solidariteitsbijdragen op bedrijfswagens beter te doen verlopen. Enerzijds door een kruising van verschillende gegevensbanken, anderzijds door een informatiecampagne naar werkgevers toe. Er werd in een mogelijkheid van regularisatie voorzien die liep tot 30.06.2006, nadien werd er een verdubbeling van de bijdrage voorzien voor werkgevers die verzuimd hadden één of meer onderworpen voertuigen aan te geven. Om een vroegtijdige uitstap uit de arbeidsmarkt tegen te gaan, werden er vanaf 01.04.2006 verplichte inhoudingen ingesteld op de aanvullende vergoedingen die de werkgever betaalt bij volledige werkloosheid of bij tijdskrediet of loopbaanonderbreking (Canada Dry-vergoedingen). De hoogte van de inhoudingen is afhankelijk van een aantal factoren (leeftijd betrokkenen, datum afsluiting CAO, toepassingsgebied CAO). Regelingen in het kader van opzeggingen die al zijn ingegaan voor 01.10.2005 blijven buiten deze maatregel. Een deel van de inhoudingen komen rechtstreeks toe aan RVP en RVA.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

107

Page 114: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Er wordt een nieuwe bijdragenvermindering ingevoerd voor jonge werknemers tussen 18 en 30 jaar met een loon beneden een bepaalde grens. Deze vermindering daalt degressief met de oplopende leeftijd van de jongere. Bovendien zijn een deel van de werkgevers uit de openbare sector en werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de sociale maribel uitgesloten. Als een werkgever een laaggeschoolde jongere in dienst neemt in het kader van een startbaanovereenkomst, kan hij een vermindering van sociale bijdragen genieten van 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de zeven volgende kwartalen. Sinds 01.04.2006 is de periode waarin de werkgever van deze vermindering kan genieten voor erg laaggeschoolde jongeren en laaggeschoolde jongeren met een handicap of van buitenlandse afkomst uitgebreid tot vijftien kwartalen na indiensttreding. De regering besliste om vanaf 2006 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. 90% hiervan is bestemd voor het werknemersstelsel. In 2007 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Na kennisname van het strategische plan 2007 van SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst), kaderend in de strijd tegen sociale fraude, werd er een bijkomende ontvangst van 40.875 duizend euro aan sociale bijdragen voorzien. Daarnaast werd ook de strijd tegen zwartwerk in bepaalde sectoren, onder andere de bouw- en schoonmaaksector, verder opgevoerd wat resulteerde in extra bijdragenontvangsten. Vanaf 1 januari 2007 wordt het gewone vakantiegeld dat betaald wordt door de werkgever bij het einde van een arbeidsovereenkomst belast met werknemers- en werkgeversbijdragen. Deze aanpassing resulteerde voor 2007 in 176.625 duizend euro te ontvangen sociale bijdragen. De maatregel is niet van toepassing op de bedragen betaald aan de bedienden die worden tewerkgesteld via een tijdelijke arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 24 juli 1987. Bij de alternatieve financiering werden volgende bijkomende ontvangsten voorzien: Een verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, waardoor het deel dat toekomt aan het

RIZIV-geneeskundige verzorging gestegen is voor de werknemers; In het generatiepact werd bepaald dat vanaf 2007 een gedeelte van de personen- en

vennootschapsbelasting toegewezen wordt aan de sociale zekerheid. In dit kader werd er een bijkomende alternatieve financiering voorzien ter compensatie van de bijdragenverminderingen voor jongere en oudere werknemers en van de maatregelen uit het sociaal akkoord. Bovendien werd er 13.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer voor werknemers, afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad;

Via een bijzondere toewijzing van de RSZ (Wetenschappelijke Maribel) wordt de tewerkstelling in de sector van het fundamenteel onderzoek aangemoedigd. Ter compensatie werd in 2007 een alternatieve financiering van 31.000 duizend euro toegekend;

Ten slotte werd beslist dat voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro werd afgenomen van het bedrag aan btw-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het werknemersstelsel toekomt met 19.154 duizend euro.

In 2008 werden volgende maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Een nieuw plan in het kader van de strijd tegen de sociale fraude zorgde voor 50.000 duizend

euro aan bijkomende ontvangen sociale bijdragen; Tengevolge de activeringspolitiek van de regering werd er een terugverdieneffect budgettair

ingeschreven van 89.890 duizend euro aan sociale bijdragen; Het beperken van het aantal dienstencheques tot 750 per persoon per jaar had een vermindering

van de ontvangen bijdragen van 2.642 duizend euro tot gevolg;

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

108

Page 115: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Door een versterking van de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden, werd het bedrag van de terugvorderingen van bijdragen verhoogd met 10.000 duizend euro.

Bij de alternatieve financiering werden volgende wijzigingen in de ontvangsten voorzien: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007

“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;

De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar werden gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;

De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.

Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Ook geldt er vanaf 2008 een 90-10 verdeling voor dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren volgens de aangehaalde verdeelsleutel. In 2009 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Een bedrag van 48.350 duizend euro werd toegevoegd aan de sociale bijdragen tengevolge van

het plan in de strijd tegen de sociale fraude. Het huidige systeem van studentenarbeid werd in samenspraak met de sociale partners vanaf 1

januari 2009 vereenvoudigd. Dit zorgde voor een verhoging van de bijdrageontvangsten met 10.000 duizend euro.

De sociale partners werden verzocht om de loongrenzen (bijdragenvermindering) aan te passen, teneinde een aanvullende inkomst voor de sociale zekerheid van 30 miljoen euro in 2009 te creëren.

De beslissing genomen door de regering betreffende de versterking van de controle op de ondernemingen die werken via dienstencheques had een meerontvangst aan bijdragen voor een bedrag van 10.000 duizend euro tot gevolg.

De activeringspolitiek van de regering leidde tot een terugverdieneffect op de geraamde sociale bijdragen, in budgettaire termen 75.430 duizend euro.

Door de afwikkeling van dossiers naar aanleiding van achterstallige en onverschuldigde bijdragen was er een bijkomende ontvangst aan bijdragen van 111.000 duizend euro.

De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers werd vanaf 2009 verhoogd met 47.000 duizend euro via een voorafname op de opbrengsten van de personenbelasting ter financiering van de meerkost van de maatregel met betrekking tot de verhoging van de minimumpensioenen, ingegaan op 1 juli 2008. De beslissingen genomen betreffende de begroting van de geneeskundige verzorging verminderen voorlopig de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981. Deze bedroegen 964.316 duizend euro in 2009. Het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2009 18.753 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 90 % toegewezen aan de RSZ. Bij het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

109

Page 116: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

In 2010 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Een bijkomend bedrag van 20.950 duizend euro aan sociale bijdragen werd gegenereerd door de

door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestonden uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de uitvoering van de maatregelen genomen in het Actieplan 2009-2010 voor de fraudebestrijding (“plan-Devlies”), het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten;

Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, werd een specifieke bijdrage van 0,02 % ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage bracht 15.000 duizend euro op;

In 2010 was er een stijging van de bijdragen met 368.312 duizend euro ten gevolge van het project DECAVA ter harmonisering van de sociale zekerheids-bijdragen en inhoudingen op brugpensioenen. Deze bijdragen werden nu geïnd door de RSZ ipv door de RVP;

Naast de hiervoor afgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kenden deze ook een verlaging van 63.625 duizend euro. Dit tengevolge van de verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract), de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van het voorstel van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 299.190 duizend euro voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die vastgesteld was op 24.249.164 duizend euro, is in 2010 een bedrag van 350.000 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen

2006 2007 2008 2009 2010

Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 0,03 % -0,36 % 11,09 % 18,70 % -4,41 %

(1) Zonder de interne overdrachten. In 2006 was er geen alternatieve financiering meer voorzien voor het toewijzingsfonds met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid. Binnen het FAO kende men dan weer 25.264 duizend euro aan bijkomende overdrachten. Dit voornamelijk vanuit renten. Het jaar 2007 kende een beperkte daling van de lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen. Terwijl de bijdragenontvangsten (-3.008 duizend euro) en de externe overdrachten (-18.658 duizend euro) daalden, was er een stijging van de diverse ontvangsten (17.897 duizend euro).

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

110

Page 117: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

In 2008 werd de tak “RVP-kapitalisatie” opgenomen binnen het globaal beheer van de werknemers. Daarnaast stegen de ontvangsten vanuit externe overdrachten van het FAO met 33.534 duizend euro. De diverse ontvangsten van de RKW en de RVA kenden een gelijkaardige stijging. Sinds het begin van het jaar 2008, kunnen de werkgevers en de werknemers het eens worden om zogenaamde niet- terugkerende voordelen toe te staan in verband met de resultaten. De RSZ had hiervoor een inkomst voorzien van 21 miljoen euro in 2008 en 25 miljoen euro in 2009. Een bijkomend bedrag van 46.800 duizend euro werd ingeschreven. Bij de RVP was er in 2010 een daling met 27.921 duizend euro van de ontvangen bijdragen op brugpensioenen en invaliditeitsuitkeringen. Dit ten gevolge van het project DECAVA ter harmonisering van de sociale zekerheids-bijdragen en inhoudingen op brugpensioenen. Deze bijdragen worden nu geïnd door de RSZ ipv door de RVP. De toegewezen ontvangsten bij de RVP daalden met 16.950 duizend euro ten opzichte van de initiële begroting 2010 van september 2009. Het betrof een daling van de ontvangen werkgeversbijdragen op brugpensioenen. Dit ten gevolge van het project DECAVA ter harmonisering van de sociale zekerheids-bijdragen en inhoudingen op brugpensioenen. De verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract) had tot gevolg dat de overdracht van het FSO naar de RVA werd verhoogd met 22.900 duizend euro. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro. Ten slotte besliste de regering om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 zal dit bedrag ten gevolge van de programmawet van 22 december 2008 overgedragen worden naar de beide globaal beheren. Dit volgens een 90-10 verdeling. Tevens wordt het vanaf 2008 opgenomen onder de lopende ontvangten van het RSZ-globaal beheer. De Federale Staat leende -zonder interest- in 2010 een bedrag van 952.658 duizend euro aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

111

Page 118: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

D. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties

2006 2007 2008 2009 2010Gemiddelde

jaarlijkse aangroei

RIZIV-Uitkeringen 3.610.561 3.886.674 4.270.714 4.616.703 5.008.965 8,53 %

RVP 15.175.410 15.671.486 16.865.215 17.787.182 18.328.663 4,83 %

RKW 3.645.934 3.735.752 3.922.728 4.104.666 4.199.638 3,60 %

FAO 159.785 163.954 174.516 185.037 186.375 3,92 %

FBZ 309.199 306.360 311.385 304.777 303.845 -0,44 %

RVA-Werkloosheid 6.364.409 6.088.379 6.179.715 7.269.642 7.352.850 3,68 %

RVA-Brugpensioenen 1.297.883 1.374.426 1.435.299 1.507.251 1.565.059 4,79 %

RVA-Loopbaanonderbreking 606.995 645.900 703.674 747.423 782.223 6,55 %

Mijnwerkers-Invaliditeit 5.095 4.054 3.555 2.916 2.577 -15,67 %

HVKZ-ZIV 7.795 7.671 7.496 10.134 10.195 6,94 %

Pool der Zeelieden-Werkloosheid 3.180 2.788 2.509 2.600 3.063 -0,93 %

Totaal 31.186.246 31.887.444 33.876.807 36.538.330 37.743.452 4,89 %

(duizend euro)

Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de genomen beleidsmaatregelen en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen,…). Het gedeelte "C. Statistieken" bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder bespreken wij per jaar hoofdzakelijk de evolutie van de verschillende takken en de belangrijkste beleidsmaatregelen die werden genomen. Uitkeringen Een uitkering kan gecumuleerd worden met een activiteit waaruit inkomsten worden verkregen, indien er een voorafgaande toestemming is van de adviserend geneesheer. In 2006 werd het bedrag van de inkomensschijven verhoogd. De uitkeringen aan gerechtigden bij wie de arbeidsongeschiktheid is ingetreden tijdens de periode 01.09.1997 tot 31.08.1999 worden vanaf 01.09.2006 met 2% verhoogd. Op 01.10.2006 werden de uitkeringen aangepast aan de nieuwe gezondheidsindex en werd de minimumuitkering voor niet-regelmatige werknemers verhoogd met 1%. Vanaf 01.01.2007 werd een forfaitaire tegemoetkoming van 12 euro voor hulp van derden toegekend. Op 01.09.2007 werden de minima betreffende de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 %. Vanaf 01.09.2007 werden de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan verhoogd met 2 %. Bovendien zijn in 2007 de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen aangepast aan de welvaart en werd gelijktijdig de inkomensgrens voor het WIGW-statuut en voor

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

112

Page 119: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

de uitkering die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd eveneens verhoogd met 2 %. Bij de uitkeringen werd een bedrag van 64.695 duizend euro voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Verhoging met 2 % van de minima toegekend aan de regelmatige werknemers; Verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008; Verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002; Verhoging van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen met 0,8 %; Verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan in 2003; Wegwerken van de historische anomalie ten gevolge van de verhoging van het

vervangingspercentage samenwonenden in de eerste werkloosheidsperiode (van 55 % naar 58 %);

Samenwonenden primaire arbeidsonge-schiktheid (van 58 % naar 60 %); Verhoging van het berekeningspercentage voor alleenstaande invaliden (van 53 % naar 55 %); Gelijkschakelen van de ingangsdata van de cohorten voor partners met een

vervangingsinkomen. Pensioenen De pensioenhervorming vanaf 01.07.1997 heeft een besparingseffect op de uitgaven. De pensioenleeftijd voor vrouwen werd opgetrokken: vanaf 01.07.1997 tot 61 jaar, van 01.01.2000 tot 31.12.2002 tot 62 jaar, van 01.01.2003 tot 31.12.2005 tot 63 jaar, van 01.01.2006 tot 31.12.2008 tot 64 jaar en vanaf 01.01.2009 tot 65 jaar. Enerzijds wordt de stijging van het aantal rustpensioenen voor vrouwen vertraagd. Anderzijds behouden de vrouwen langer hun statuut van gerechtigde in andere sectoren van de sociale zekerheid, voornamelijk inzake werkloosheid, brugpensioen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. Op 01.09.2006 worden de werknemerspensioenen ingegaan in de loop van 1998 of 1999 verhoogd met 2 %. Deze verhoging is een beslissing die kadert binnen het beleid om de oudste pensioenen op te trekken en beter de evolutie van de welvaart te laten volgen. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. Vóór 2007 was er een wettelijke bepaling die stipuleerde dat pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet werden uitbetaald. Vanaf 01.01.2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen vanaf 01.03.2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Tevens werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd vanaf 01.07.2008 Nog steeds in het kader van de pensioenen, werd vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

113

Page 120: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Alle pensioenen van de werknemers werden met 1,5 % verhoogd vanaf 1 juni 2009. Daarbij kwam nog een extra inspanning voor de oudste pensioenen (meer dan 15 jaar) die met 2 % op diezelfde datum zullen verhoogd worden. Een bijzondere inspanning betreft de minimumpensioenen die met 3 % op diezelfde datum verhoogd werden. Het minimumrecht per loopbaanjaar werd derhalve ook met 3 % verhoogd voor de pensioenen die ten vroegste op 1 september 2009 aanvangen. De budgettaire impact van deze maatregel bedroeg 122.170 duizend euro in 2009. Voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart in 2009 werd 56.849 duizend euro vrijgemaakt. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Verhoging van alle minima met 2 %; Verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 2 %; Verhoging van alle niet-minima ingegaan vóór 2008 met 0,8 %; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan in 2004 met 2 %. Gezinsbijslag Voor kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling op de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor kinderen met een handicap geboren na 01.01.1996 verhoogd. Sinds 01.01.2007 werden de verhoogde kinderbijslagen voor invaliden en werklozen behouden gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden indien men opnieuw begint te werken. Eénoudergezinnen met een bruto-maandelijks inkomen lager dan 1.740,15 euro ontvangen in 2007 een bijkomende maandelijkse kinderbijslag van 20 euro. De enveloppe voor de schoolpremie in 2007 bedroeg 65,3 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. De nieuwe regelgeving betreffende de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap werd vanaf 1 mei 2009 uitgebreid tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993 zodat alle rechthebbenden onderworpen zijn aan hetzelfde onderzoekssysteem. Wat betreft de kinderbijslag, werd de verhoging van de jaarlijkse leeftijdstoeslag van 25 tot 50 euro voor de categorie 18- tot 25-jarigen reeds ingevoerd in 2009. Beroepsziekten Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen voor beroepsziekten werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,96 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,14 miljoen euro.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

114

Page 121: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Wat betreft de beroepsziekten werd een enveloppe van 1.716 duizend euro voorzien voor de aanpassing aan de welvaart in 2009. De volgende maatregelen waren binnen deze enveloppe opgenomen: Verhoging met 2 % van de minima en de forfaits; Verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002 met 2 %; Verhoging van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen met 0,8 %; Verhoging van de uitkeringen voor beroepsziekten ingegaan in 2003 met 2 %. Vanaf 01.01 2010 werd de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau, ...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel vanaf 2010: 13.000 duizend euro. Arbeidsongevallen Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen arbeidsongevallen werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,66 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,55 miljoen euro. Het bedrag voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009 bedroeg 1.500 duizend euro voor de prestaties inzake arbeidsongevallen. Dit bedrag werd als volgt besteed: Verhoging met 2 % van de minima en de forfaits; Verhoging met 0,8 % van alle niet-forfaitaire uitkeringen; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002 met 2 %; Verhoging van de uitkeringen voor arbeidsongevallen ingegaan in 1993 en in 2003 met 2 %. Werkloosheid Bij bedrijfsherstructureringen na 30.03.2006 krijgt een werknemer vanaf 45 jaar, die op vrijwillige basis in een tewerkstellingscel stapt, gedurende maximaal zes maanden een inschakelingsvergoeding, die overeenstemt met zijn vroegere loon. Deze vergoeding vervangt geheel of gedeeltelijk de opzeggingsvergoeding waarop hij recht had. Indien voor een arbeider de inschakelingsvergoeding groter is dan de normaal verschuldigde opzeggingsvergoeding, kan de werkgever de terugbetaling van het verschil verkrijgen bij de RVA. Indien er een tewerkstellingscel werd opgericht conform de bepalingen uit het Generatiepact moet deze cel elke ingeschreven werknemer een outplacementaanbod doen. Onder bepaalde voorwaarden kan de werkgever de hieraan verbonden kosten terugvorderen bij de RVA. Daarnaast is inschrijving in een tewerkstellingscel een voorwaarde geworden om brugpensioen te bekomen. Niet-vergoede werkzoekenden die in een individuele beroepsopleiding stappen of een instapstage volgen, kunnen vanaf 01.04.2006 onder bepaalde voorwaarden een recht doen gelden op een opleidings- of stage-uitkering (KB 13.03.2006). Beide uitkeringen worden gelijkgesteld met een wachtuitkering. Een niet-uitkeringsgerechtigde werkloze kan, onder bepaalde voorwaarden, sinds 01.04.2006 aanspraak maken op een vestigingsuitkering voor een periode van ten hoogste zes maanden als hij zich met begeleiding van het Participatiefonds voorbereidt op een vestiging als zelfstandige. Ook deze uitkering wordt gelijkgesteld met een wachtuitkering.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

115

Page 122: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Vanaf 01.09.2006 kan elke jongere die in het kader van een alternerende opleiding tijdens een periode van deeltijdse leerplicht, een praktijkopleiding volgt bij een werkgever, aanspraak maken op een startbonus gedurende maximaal drie opleidingsjaren. De werkgever van zijn kant heeft recht op een stagebonus. Beide bonussen bedragen 500 euro na beëindiging van de eerste twee opleidingsjaren en 750 euro na het derde opleidingsjaar (KB 01.09.2006). Vanaf 01.01.2007 werd de actveringsmaatregel om langdurig werklozen aan werk te helpen versoepeld. Activa-plus en activa-sluiting werden afgeschaft en activa-stadswachten werd versoepeld. De gevoerde activeringspolitiek bracht in 2008 een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 81.180 duizend euro met zich mee. Vervolgens waren er maatregelen genomen betreffende de problematiek van de werkloosheidsval en mobiliteit. Deze vinden hun ingang vanaf 01.07.2008. De uitgaven met betrekking tot de werkloosheidsuitkeringen daalden hierdoor met 13.365 duizend euro. Door het feit dat er beslist werd dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden geschrapt, was er in 2008 een besparing voor de werkloosheidsuitkeringen voor de PWA’ers voor een bedrag van 15.000 duizend euro. In 2009 zijn er volgende maatregelen genomen ter vermindering van de werkloosheidsuitkeringen: Voor de activeringspolitiek voorzag men een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 58.570

duizend euro; De maatregelen genomen in de strijd tegen de fraude bestonden eveneens uit een versterking

van de strijd tegen het cumuleren van werkloosheidsuitkeringen en loonontvangsten. Hierdoor daalden de uitgaven voor de werkloosheidsprestaties met 17.900 duizend euro;

Mits een overgangsfase werd door de regering beslist dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar en die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden afgeschaft vanaf 1 juli 2009. Deze maatregel leverde een besparing van 15.000 duizend euro op.

Daarnaast voorzag het relanceplan 2009 volgende maatregelen in het kader van de werkloosheid: Verhoging van de werkloosheidsuitkeringen voor tijdelijke werkloosheid (151.266 duizend euro):

Vanaf 01.01.2009 tot 31.12.2010 wordt enerzijds het uitkeringspercentage voor samenwonende tijdelijk werklozen opgetrokken van 60 % naar 70 % en anderzijds het uitkeringspercentage voor alleenstaande tijdelijk werklozen en gezinshoofden gebracht van 65 % naar 75 %. Bovendien zullen werknemers met een tijdelijk of interimcontract, die behoren tot een departement van de onderneming waarbinnen het economisch werkloosheidsstelsel van toepassing is en van wie het contract werd verlengd, eveneens kunnen genieten van het tijdelijkwerkloosheidsstelsel als zij ten minste 3 maanden in de onderneming zijn tewerkgesteld en actief zijn in een sector die geconfronteerd wordt met gebrek aan werk wegens economische redenen.

Betere begeleiding van ontslagen werknemers bij herstructureringen (6.000 duizend euro in uitgaven en 8.800 duizend euro in bijdrageverminderingen). Ondernemingen met meer dan 20 werknemers zullen voortaan verplicht worden om een tewerkstellingscel te creëren van zodra een collectief ontslag wordt aangekondigd. Verder wordt het stelsel van de tewerkstellingscel uitgebreid naar alle werknemers van alle ondernemingen in herstructurering en geldt het dus niet langer alleen voor werknemers ouder dan 45 jaar, maar ook voor deze jonger dan 45 jaar. Bovendien wordt het bedrag van de terugbetaling van de outplacementkosten aan de werkgever verhoogd. De ontslagen werknemer die gedurende 6 maanden in een tewerkstellingscel zit en tijdens deze periode een job vindt, behoudt het recht op de reclasseringsvergoeding zodat hij aangespoord wordt om zo snel mogelijk terug aan de slag te gaan (met vermindering van de persoonlijke en de patronale RSZ-bijdragen).

Activering van personen met een handicap (5.000 duizend euro): in het luik “vereenvoudiging banenplannen” van het recentste inter-professioneel akkoord van 18.12.2008 is voorzien dat het budget voor activering van werkloosheidsuitkeringen nog zal worden versterkt door het budget van het Fonds voor gehandicapten opgericht in uitvoering van het IPA 2005-2006, dit bestemd voor acties ten behoeve van werkzoekenden met een verminderde arbeidsgeschiktheid.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

116

Page 123: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Tenslotte bedroeg de kostprijs van de maatregelen die genomen worden voor de aanpassing aan de welvaart van de werkloosheidsuitkeringen en de brugpensioenen in 2009 70.759 duizend euro. Dit bedrag werd als volgt gebruikt: Verhoging van de minimum-uitkeringen (inclusief forfaits) met 2 % voor de volledig werklozen, de

tijdelijk werklozen, de jeugd-en seniorvakantie, de onthaalouders en de bruggepensioneerden; Anciënniteitstoeslag voor ontslagen personen op 56 en 57 jaar; Verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonende werklozen voor het eerste jaar (van 58 %

naar 60 %); Verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaande werklozen voor de tweede periode (van 53

% naar 55 %); Verhoging van de loonplafonds. In 2010 zijn er volgende maatregelen genomen in het kader van de werkloosheidsuitkeringen: De verlenging van de anti-crisismaatregelen bracht binnen het kader van de tijdelijke

werkloosheid een extra uitgave van 75.025 duizend euro met zich mee in 2010; Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere en werklozen ouder dan 45

jaar stegen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 24.000 duizend euro. Loopbaanonderbreking en tijdskrediet De stijging van de uitgaven is gekoppeld aan de invoering van het tijdskrediet. BIj uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22.12.2000, hebben de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad op 14.02.2001 conventie nr. 77 gesloten, die een systeem invoert van tijdskrediet, loopbaanverkorting en vermindering van de prestaties tot halftijdse arbeid. Vanaf 01.01.2002 vervangt dit systeem in de privésector de loopbaanonder-breking zoals ze bij de herstelwet van 22.12.1985 werd geregeld (zie ook het statistisch gedeelte). De werknemers ontvangen hogere uitkeringen dan in het kader van de loopbaanonderbreking. De mogelijkheden voor ouderschapsverlof werden sinds 01.02.2002 uitgebreid en dit verlof kan nu worden opgenomen in de vorm van een onderbreking van de prestaties met 1/5 gedurende 15 maanden. Op 01.07.2005 werden de toekenningsvoorwaarden aangepast en werd het bedrag van de uitkering verhoogd. In 2007 voorzag maatregel 47 uit het generatiepact voor het tijdskrediet: Een absoluut recht op 1/5-tijdskrediet voor de 55-jarigen en ouder; voor de 55-jarigen en ouder

geldt de maximumlimiet van 5 % van het personeel niet; De werknemers van 50 jaar en ouder moeten slechts twee jaar in plaats van vijf jaar

anciënniteit hebben; de werknemers van 55 jaar en ouder moeten slechts één jaar anciënniteit hebben;

Beperking van de toekenning van het gewoon tijdskrediet tot 1 jaar. In het kader van loopbaanonderbreking en tijdskrediet werden in 2010 volgende maatregelen genomen: De kruising van de Dimona databank met de databank tijdskrediet zorgde voor 10.000 duizend

euro aan minder prestaties in 2010; Met ingang van 01.01 2010 werd in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de

leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar; Met ingang van 01.01.2010 werd de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het

tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer;

De verlenging van de anti-crisismaatregelen bracht binnen het kader van het tijdskrediet een extra uitgave van 18.250 duizend euro met zich mee in 2010.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

117

Page 124: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De andere lopende uitgaven Er wordt aan het FCUD in 2006 16,5 miljoen euro toegekend ten laste van het globaal beheer werknemers. De storting vanuit het globaal beheer werknemers naar het Participatiefonds wordt vanaf 2006 met 500.000 euro verhoogd. De werking van het al bestaande fonds tot bestrijding van het tabaksgebruik wordt uitgebreid tot een fonds tot bestrijding van verslavingen. Met het oog hierop wordt er ook in 3 miljoen euro aan bijkomende middelen voorzien ten laste van de begroting van het RIZIV. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe zal er een storting van het RIZIV naar RVP gebeuren. In 2006 bedroeg deze overdracht 15.580 duizend euro in het werknemersstelsel. Einde 2006 betaalde de RVP-Repartitie aan de RVP-Kapitalisatie een bedrag van 92 miljoen euro betreffende de indexering van de renten 2005 die door het kapitalisatiestelsel ten laste was genomen. Dit liet toe de betaling van de renten en de kapitalen in 2007 te financieren. Vanaf 01.01.2007 zal de overdracht van kapitalen tussen de RVP en andere overheidsinstellingen plaatsvinden op het moment van effectieve pensionering van de werknemer waarvoor de overdracht gevraagd wordt. Deze wijziging resulteert in een vermindering van de overdrachtuitgaven voor de RVP. De waarde van de dienstencheques werd op 1 januari 2007 verminderd met 1 euro. Hierdoor daalden de diverse uitgaven bij de RVA. Van deze besparing wordt 7.000 duizend euro gebruikt om een Opleidingsfonds op te richten bij de RVA. De werkgevers uit de sector van de dienstencheques kunnen beroep doen op dit fonds om bijkomende opleidingsinspanningen te financieren. De bijzondere toewijzing Sociale Maribel werd verminderd met 7.200 duizend euro. Vanuit het RSZ-Globaal beheer vindt er een overdracht plaats van 10.000 duizend euro naar het FBZ ten voordele van het Asbestfonds. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2008 volgende beslissingen genomen: Vanaf 01.04.2008 wordt het aandeel van de gebruiker verhoogd met 30 cent waarvan 8 cent

wordt toegewezen ter vermindering van de staatstussenkomst in de onderneming; Het aantal dienstencheques die jaarlijks kunnen aangekocht worden door een persoon, wordt

vanaf 01.01.2008 beperkt tot 750. Dit plafond is niet van toepassing op eenoudergezinnen, personen met een handicap en ouderen die genieten van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;

Daarenboven werd de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden versterkt. Dit door het opzetten van een informatie-uitwisselingssysteem tussen de RSZ en de RVA. Dit zal terugvorderingen van bijdragen voor 10.000 duizend euro met zich meebrengen.

De regering stelt vast dat de in 2008 uitgevoerde inhaalbeweging in het kader van de overdrachten tussen de pensioeninstellingen het mogelijk gemaakt heeft de situatie te saneren. Daarom werd de begroting 2009 tot een beter niveau teruggeschroefd, wat een besparing van 60.000 duizend euro in de begroting van de RVP betekende. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2009 volgende beslissingen genomen: Een verhoging van de prijzen van de dienstencheques tot 7,5 euro en een verhoging van de

minimumprijs van de PWA-cheques tot 5,95 euro genereerde 38.600 duizend euro aan minderuitgaven.

De Ministerraad besliste dat vanaf 1 november 2008 het gedeelte dat de dienstenchequebedrijven ontvangen steeg met 0,3 euro ter garandering van de derde

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

118

Page 125: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

indexering van de lonen van de personen tewerkgesteld via dienstencheques. In 2009 heeft er een gelijkaardige verhoging plaatsgevonden in de 2de maand volgend op de overschrijding van de spilindex. Deze maatregelen brachten een extra kostprijs van 20.200 duizend euro met zich mee.

De problematiek van de toegankelijkheid van de dienstencheques voor de laagste inkomens werd, met een inzet van maximum 1.700 duizend euro, aangepakt.

De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel op 365 euro/trimester/werknemer, werd vanaf 01.01.2010 verhoogd tot 374 euro/trimester/werknemer. Deze maatregel kostte 42.660 duizend euro in 2010. Bij de externe overdrachten van de RSZ was er een bijkomende uitgave voor de fiscale Maribel (60.000 duizend euro) en het Fonds voor vorming en werkgelegenheid (6.000 duizend euro). Voor de fiscale Maribel was deze uitgave gedekt door een ontvangst. De regering besliste om in 2010 de huidige financiering van het samenwerkingsakkoord te verhogen van 24.790 duizend euro (basisbedrag van het samenwerkingsakkoord van 30.04.2004) tot 34.790 duizend euro en dat met het oog op een ten laste name van de bijkomende begeleidingsinspanningen van de gewesten die noodzakelijk geworden zijn met het nieuwe voorstel van hervorming van de DISPO-procedure. Deze middelen zullen prioritair toegewezen moeten worden aan het Brussels Gewest, gezien zijn werkloosheidsgraad en sociologische samenstelling. Deze maatregel bracht een stijging van de diverse uitgaven van de RVA met zich mee. Met ingang van 01.01.2010 werd het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betrof niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel leverde een besparing op van 33.000 duizend euro in 2010. De kapitaaluitgaven Het Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg, gecreëerd in 2007, werd in 2008 overgedragen aan de twee globale beheren: het RIZIV kreeg allereerst het geld (309.000 duizend euro) terug dat geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren. Tenslotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSZ-Globaal beheer een bedrag van 105.011 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

119

Page 126: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2006-2010 (duizend euro)

Lopende Ontvangsten 2006 2007 2008 2009 2010

Bijdragen 34.400.634 36.322.215 38.392.650 39.156.433 39.501.342

Staatstoelagen 5.430.743 5.522.075 5.745.555 5.850.002 8.109.213

Alternatieve financiering 7.715.811 8.465.052 9.297.116 9.246.431 10.520.805

Toegewezen ontvangsten 1.040.736 1.112.795 1.187.042 1.212.420 1.209.094

Externe overdrachten 397.244 649.157 956.139 898.419 828.334

Opbrengsten beleggingen 4.320 70.555 195.457 268.878 258.744

Diversen 467.454 484.909 564.687 627.864 706.890

Totaal lopende ontvangsten 49.456.943 52.626.758 56.338.646 57.260.446 61.134.421

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

120

Page 127: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2006-2010 (duizend euro) (vervolg)

Lopende Uitgaven 2006 2007 2008 2009 2010

Prestaties 31.186.246 31.887.444 33.876.807 36.538.330 37.743.452

RIZIV-Uitkeringen 3.610.561 3.886.674 4.270.714 4.616.703 5.008.965RVP 15.175.410 15.671.486 16.865.215 17.787.182 18.328.663RKW 3.645.934 3.735.752 3.922.728 4.104.666 4.199.638FAO 159.785 163.954 174.516 185.037 186.375FBZ 309.199 306.360 311.385 304.777 303.845RVA 8.269.287 8.108.705 8.318.688 9.524.316 9.700.132Mijnwerkers-Invaliditeitspensioenen 5.095 4.054 3.555 2.916 2.577HVKZ-ZIV 7.795 7.671 7.496 10.134 10.195Pool der Zeelieden-Wachtgeld 3.180 2.788 2.509 2.600 3.063

Betalingskosten 9.879 9.594 8.877 8.417 4.028

Beheerskosten 949.336 970.642 1.018.051 1.085.109 1.111.528

Externe overdrachten 16.161.549 17.787.506 19.400.140 20.068.419 20.705.154

Intresten op leningen 27.358 8.482 1.505 2.391 8.583

Diversen 832.969 1.034.731 1.301.545 1.508.328 1.730.955

Totaal lopende uitgaven 49.167.337 51.698.397 55.606.925 59.210.994 61.303.700

Saldo lopende rekeningen 289.605 928.361 731.721 -1.950.548 -169.279

Kapitaalrekeningen 2006 2007 2008 2009 2010

Ontvangsten 75.768 336.714 4.138 0 952.658

Uitgaven 15.911 1.211 415.321 1.158 744

Saldo kapitaalrekeningen 59.857 335.503 -411.183 -1.158 951.914

Budgettair resultaat 349.462 1.263.863 320.538 -1.951.706 782.635

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

121

Page 128: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

650

78.3

3556

.428

9.44

80

00

502

145.

363

34.2

55.2

7134

.400

.634

Gew

one

bijd

rage

n (1

) 32

.956

.384

32.9

56.3

84

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

650

78.3

3556

.428

9.44

850

214

5.36

31.

298.

887

1.44

4.25

0

Sta

atst

oel

agen

5.

430.

743

5.43

0.74

3

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.

400

2.40

07.

713.

411

7.71

5.81

1

Btw

2.

400

2.40

07.

259.

692

7.26

2.09

2R

oere

nde

voor

heffi

ng

348.

606

348.

606

Sto

ck o

ptio

ns

36.2

8436

.284

Acc

ijnze

n ta

bak

54.4

7854

.478

And

ere

14.3

5114

.351

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

112.

728

78.6

770

00

348

010

119

1.85

484

8.88

21.

040.

736

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

20.6

880

254.

599

012

1.13

70

662

397.

086

158

397.

244

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

400

878

613

213

1.02

742

90

130

3.69

063

04.

320

Div

erse

n

3.75

034

299.

529

4.89

90

87.3

4760

809

396.

428

71.0

2646

7.45

4

Eig

en o

ntv

ang

sten

11

7.52

817

8.61

235

6.57

026

9.15

81.

027

211.

661

602.

205

1.13

6.82

248

.320

.121

49.4

56.9

43

RS

Z-G

FB

3.

673.

548

15.3

69.0

113.

715.

712

27.0

0033

2.10

68.

932.

675

6.54

510

.901

32.0

67.4

98-

32.0

67.4

98A

nder

e ta

kken

0

081

.850

81.8

50

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.67

3.54

815

.369

.011

3.71

5.71

227

.000

332.

106

8.93

2.67

56.

545

10.9

0132

.067

.498

81.8

5032

.149

.348

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

3.

791.

076

15.5

47.6

234.

072.

282

296.

158

333.

133

9.14

4.33

66.

605

13.1

0633

.204

.320

48.4

01.9

7181

.606

.291

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

122

Page 129: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

3.61

0.56

115

.175

.410

3.64

5.93

415

9.78

530

9.19

98.

269.

287

5.09

510

.975

31.1

86.2

4631

.186

.246

Bet

alin

gsk

ost

en

06.

806

2.10

165

030

90

122

9.87

99.

879

Beh

eers

kost

en

161.

303

130.

431

125.

357

14.9

3420

.183

362.

370

731

1.61

481

6.92

213

2.41

494

9.33

6

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

16

8.06

275

227

.739

023

.197

024

219.

773

15.9

41.7

7616

.161

.549

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

15.4

23.0

2715

.423

.027

And

ere

168.

062

752

27.7

3923

.197

2421

9.77

351

8.74

973

8.52

2

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

00

024

90

4329

227

.066

27.3

58

Div

erse

n

14.7

0312

.447

299.

443

6.31

01.

438

497.

793

2680

983

2.96

9-

832.

969

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

3.

786.

567

15.4

93.1

564.

073.

587

209.

416

331.

129

9.15

2.89

65.

864

13.4

6633

.066

.081

16.1

01.2

5649

.167

.337

RS

Z-G

FB

81

.850

81.8

5081

.850

And

ere

takk

en

0

032

.067

.498

32.0

67.4

98

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

81.8

500

81.8

5032

.067

.498

32.1

49.3

48

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

3.

786.

567

15.4

93.1

564.

073.

587

291.

266

331.

129

9.15

2.89

65.

864

13.4

6633

.147

.931

48.1

68.7

5481

.316

.685

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

4.50

954

.467

-1.3

054.

892

2.00

4-8

.560

742

-360

56.3

8823

3.21

728

9.60

5

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

075

.768

75.7

68

Uit

gav

en

00

00

082

00

217

1.03

714

.874

15.9

11

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

-820

0-2

17-1

.037

60.8

9459

.857

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 4.

509

54.4

67-1

.305

4.89

22.

004

-9.3

8074

2-5

7855

.351

294.

111

349.

462

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

123

Page 130: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

650

75.6

0953

.123

12.9

73

014

2.35

536

.179

.860

36.3

22.2

15

Gew

one

bijd

rage

n (1

)

34.7

71.0

7034

.771

.070

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

650

75.6

0953

.123

12.9

73

014

2.35

51.

408.

790

1.55

1.14

5

Sta

atst

oel

agen

5.52

2.07

55.

522.

075

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.44

6

2.

446

8.46

2.60

68.

465.

052

Btw

2.44

6

2.

446

7.78

8.78

17.

791.

227

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

441.

382

441.

382

Sto

ck o

ptio

ns

35

.380

35.3

80A

ccijn

zen

taba

k

53.7

0953

.709

And

ere

14

3.35

414

3.35

4

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

115.

483

74.0

99

0

271

1

189.

854

922.

941

1.11

2.79

5

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

12.2

84

243.

659

12

2.04

3

442

378.

428

270.

729

649.

157

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

200

1.37

376

815

598

01.

692

012

55.

293

65.2

6270

.555

Div

erse

n

3.85

03

311.

617

5.58

8

92.8

5349

366

414.

325

70.5

8448

4.90

9

Eig

en o

ntv

ang

sten

12

0.18

316

3.36

836

5.50

826

2.37

598

021

9.30

549

933

1.13

2.70

151

.494

.057

52.6

26.7

58

RS

Z-G

FB

3.

947.

734

15.7

51.9

433.

798.

281

36.7

5032

6.27

88.

980.

216

4.04

112

.466

32.8

57.7

09

32.8

57.7

09A

nder

e ta

kken

100

100

82.3

5082

.450

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.94

7.73

415

.752

.043

3.79

8.28

136

.750

326.

278

8.98

0.21

64.

041

12.4

6632

.857

.809

82.3

5032

.940

.159

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

4.

067.

917

15.9

15.4

114.

163.

789

299.

125

327.

258

9.19

9.52

14.

090

13.3

9933

.990

.510

51.5

76.4

0785

.566

.917

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

124

Page 131: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

3.88

6.67

415

.671

.486

3.73

5.75

216

3.95

430

6.36

08.

108.

705

4.05

410

.459

31.8

87.4

44

31.8

87.4

44

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

933

1.71

548

844

00

171

9.59

4

9.59

4

Beh

eers

kost

en

165.

948

129.

905

128.

672

15.9

4121

.757

382.

564

870

1.58

084

7.23

712

3.40

597

0.64

2

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

117.

477

926

24.8

89

22.0

99

016

5.39

117

.622

.115

17.7

87.5

06

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

16

.806

.026

16.8

06.0

26A

nder

e

117.

477

926

24.8

89

22.0

99

016

5.39

181

6.08

998

1.48

0

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

218

25

243

8.23

98.

482

Div

erse

n

15.2

9512

.019

311.

419

3.27

43.

132

688.

776

4077

61.

034.

731

1.

034.

731

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

4.

067.

917

15.9

37.8

204.

178.

484

208.

545

331.

689

9.20

2.36

24.

981

12.8

4133

.944

.638

17.7

53.7

5951

.698

.397

RS

Z-G

FB

82.3

50

82

.350

82

.350

And

ere

takk

en

10

0

100

32.8

57.7

0932

.857

.809

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

82

.350

100

82

.450

32.8

57.7

0932

.940

.159

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

4.

067.

917

15.9

37.8

204.

178.

484

290.

895

331.

689

9.20

2.36

25.

081

12.8

4134

.027

.088

50.6

11.4

6884

.638

.556

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

0-2

2.40

9-1

4.69

58.

230

-4.4

31-2

.841

-991

559

-36.

578

964.

939

928.

361

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

40

4033

6.67

433

6.71

4

Uit

gav

en

0

85

1

360

1.21

10

1.21

1

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

40

-851

-3

60-1

.171

336.

674

335.

503

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

-22.

369

-14.

695

8.23

0-4

.431

-3.6

92-9

9119

8-3

7.75

01.

301.

613

1.26

3.86

3

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

125

Page 132: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

650

95.4

1451

.399

11.9

78

257

159.

699

38.2

32.9

5138

.392

.650

Gew

one

bijd

rage

n (1)

36.6

98.8

7436

.698

.874

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

650

95.4

1451

.399

11.9

78

257

159.

699

1.53

4.07

71.

693.

776

Sta

atst

oel

agen

398

398

5.74

5.15

75.

745.

555

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.56

0

2.

560

9.29

4.55

69.

297.

116

Btw

2.56

0

2.

560

8.04

2.55

48.

045.

114

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

444.

792

444.

792

Sto

ck o

ptio

ns

50

.389

50.3

89A

ccijn

zen

taba

k

56.0

0056

.000

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

564.

545

564.

545

And

ere

13

6.27

613

6.27

6

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

111.

597

88.7

02

266

10

920

0.67

498

6.36

81.

187.

042

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.52

1

277.

193

12

2.16

5

509

402.

388

553.

751

956.

139

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

200

9.80

338

640

61.

059

594

013

412

.582

182.

875

195.

457

Div

erse

n

3.85

02

347.

425

4.56

2

123.

642

6449

148

0.03

584

.652

564.

687

Eig

en o

ntv

ang

sten

11

6.29

719

6.84

039

9.21

029

4.13

91.

059

249.

227

641.

500

1.25

8.33

655

.080

.309

56.3

38.6

46

RS

Z-G

FB

4.

309.

247

16.9

90.3

714.

008.

399

27.0

0033

5.60

29.

433.

445

3.32

311

.441

35.1

18.8

28

35.1

18.8

28A

nder

e ta

kken

86

86

100.

250

100.

336

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

4.30

9.24

716

.990

.457

4.00

8.39

927

.000

335.

602

9.43

3.44

53.

323

11.4

4135

.118

.914

100.

250

35.2

19.1

64

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

4.

425.

544

17.1

87.2

974.

407.

609

321.

139

336.

661

9.68

2.67

23.

387

12.9

4136

.377

.250

55.1

80.5

5991

.557

.810

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

126

Page 133: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

4.27

0.71

416

.865

.215

3.92

2.72

817

4.51

631

1.38

58.

318.

688

3.55

510

.006

33.8

76.8

07

33.8

76.8

07

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

530

1.58

547

627

0

151

8.87

7

8.87

7

Beh

eers

kost

en

169.

351

146.

110

132.

641

16.2

9620

.746

391.

612

820

1.80

987

9.38

513

8.66

61.

018.

051

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

207.

064

892

21.6

68

20.9

05

025

0.52

919

.149

.611

19.4

00.1

40

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

18

.574

.787

18.5

74.7

87A

nder

e

207.

064

892

21.6

68

20.9

05

025

0.52

957

4.82

482

5.35

3

Intr

este

n o

p le

nin

gen

184

184

1.32

11.

505

Div

erse

n

16.3

697.

412

346.

900

6.72

73.

693

919.

445

3096

91.

301.

545

1.

301.

545

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

4.

456.

434

17.2

32.3

314.

404.

746

219.

683

336.

094

9.65

0.83

44.

420

12.7

8436

.317

.326

19.2

89.5

9855

.606

.925

RS

Z-G

FB

5.00

0

95.2

50

10

0.25

0

100.

250

And

ere

takk

en

86

86

35.1

18.8

2835

.118

.914

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

5.

000

95

.250

86

100.

336

35.1

18.8

2835

.219

.164

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

4.

456.

434

17.2

37.3

314.

404.

746

314.

933

336.

094

9.65

0.83

44.

506

12.7

8436

.417

.662

54.4

08.4

2690

.826

.089

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-30.

890

-50.

034

2.86

36.

206

567

31.8

38-1

.119

156

-40.

412

772.

133

731.

721

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

1

14.

137

4.13

8

Uit

gav

en

66

88

4

360

1.31

041

4.01

141

5.32

1

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-65

-8

84

-360

-1.3

09-4

09.8

74-4

11.1

83

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -3

0.89

0-5

0.09

92.

863

6.20

656

730

.954

-1.1

19-2

04-4

1.72

136

2.25

932

0.53

8

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

127

Page 134: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

009

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

700

101.

915

50.1

649.

577

23

016

2.58

638

.993

.847

39.1

56.4

33

Gew

one

bijd

rage

n (1)

37.3

68.4

4737

.368

.447

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

700

101.

915

50.1

649.

577

23

016

2.58

61.

625.

400

1.78

7.98

6

Sta

atst

oel

agen

346

346

5.84

9.65

65.

850.

002

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.59

5

2.

595

9.24

3.83

69.

246.

431

Btw

2.59

5

2.

595

7.57

3.21

27.

575.

807

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

411.

906

411.

906

Sto

ck o

ptio

ns

68

.537

68.5

37A

ccijn

zen

taba

k

59.3

2259

.322

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

949.

063

949.

063

And

ere

18

1.79

618

1.79

6

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

114.

408

88.5

34

228

48

203.

218

1.00

9.20

21.

212.

420

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.44

0

268.

688

33

1.95

2

747

603.

827

294.

592

898.

419

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

250

11.1

8015

976

655

664

14

113

.125

255.

753

268.

878

Div

erse

n

8.72

56

374.

981

8.75

4

114.

948

3255

050

7.99

611

9.86

862

7.86

4

Eig

en o

ntv

ang

sten

12

4.08

320

4.42

142

5.30

428

7.09

565

545

0.38

732

1.71

61.

493.

693

55.7

66.7

5357

.260

.446

RS

Z-G

FB

4.

688.

482

17.9

19.0

724.

201.

270

37.0

0033

9.28

210

.739

.471

2.84

510

.909

37.9

38.3

31

37.9

38.3

31A

nder

e ta

kken

70

70

91.6

0091

.670

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

4.68

8.48

217

.919

.142

4.20

1.27

037

.000

339.

282

10.7

39.4

712.

845

10.9

0937

.938

.401

91.6

0038

.030

.001

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

4.

812.

565

18.1

23.5

634.

626.

574

324.

095

339.

937

11.1

89.8

582.

877

12.6

2539

.432

.094

55.8

58.3

5395

.290

.447

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

128

Page 135: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

009

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

4.61

6.70

317

.787

.182

4.10

4.66

618

5.03

730

4.77

79.

524.

316

2.91

612

.733

36.5

38.3

30

36.5

38.3

30

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

234

1.46

144

126

7

121

8.41

7

8.41

7

Beh

eers

kost

en

175.

829

150.

392

150.

323

17.3

1621

.027

426.

589

800

2.09

694

4.37

214

0.73

71.

085.

109

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

157.

508

886

22.9

67

23.8

31

3120

5.22

419

.863

.196

20.0

68.4

19

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

19

.264

.400

19.2

64.4

00A

nder

e

157.

508

886

22.9

67

23.8

31

3120

5.22

459

8.79

680

4.01

9

Intr

este

n o

p le

nin

gen

150

150

2.24

12.

391

Div

erse

n

20.0

336.

855

373.

319

6.96

32.

034

1.09

8.41

824

682

1.50

8.32

8

1.50

8.32

8

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

4.

812.

565

18.1

08.1

714.

630.

655

232.

724

328.

105

11.0

73.3

043.

752

15.5

4439

.204

.821

20.0

06.1

7459

.210

.994

RS

Z-G

FB

91.6

00

91

.600

91

.600

And

ere

takk

en

70

70

37.9

38.3

3137

.938

.401

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

91

.600

70

91.6

7037

.938

.331

38.0

30.0

01

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

4.

812.

565

18.1

08.1

714.

630.

655

324.

324

328.

105

11.0

73.3

043.

822

15.5

4439

.296

.491

57.9

44.5

0597

.240

.995

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

015

.392

-4.0

81-2

2911

.832

116.

554

-945

-2.9

1913

5.60

4-2

.086

.152

-1.9

50.5

48

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

0

0

0

Uit

gav

en

71

1

71

144

71.

158

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

-711

-711

-447

-1.1

58

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

15.3

92-4

.081

-229

11.8

3211

5.84

3-9

45-2

.919

134.

893

-2.0

86.5

99-1

.951

.706

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

129

Page 136: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

010

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

700

79.8

7548

.438

11.1

79

230

140.

422

39.3

60.9

2039

.501

.342

Gew

one

bijd

rage

n (1)

37.6

48.5

7237

.648

.572

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

700

79.8

7548

.438

11.1

79

230

140.

422

1.71

2.34

81.

852.

770

Sta

atst

oel

agen

497

497

8.10

8.71

68.

109.

213

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.60

8

2.

608

10.5

18.1

9710

.520

.805

Btw

2.60

8

2.

608

8.01

4.52

38.

017.

131

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

418.

085

418.

085

Sto

ck o

ptio

ns

77

.196

77.1

96A

ccijn

zen

taba

k

55.9

8055

.980

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

1.77

6.45

11.

776.

451

And

ere

17

5.96

217

5.96

2

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

116.

610

68.4

55

144

48

185.

257

1.02

3.83

71.

209.

094

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.32

9

293.

986

24

4.31

4

756

541.

385

286.

949

828.

334

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

250

2.72

110

980

560

155

76

3.95

125

4.79

325

8.74

4

Div

erse

n

8.75

02

404.

438

6.78

6

133.

184

3251

155

3.70

415

3.18

670

6.89

0

Eig

en o

ntv

ang

sten

12

6.31

015

3.87

945

2.98

531

2.03

256

038

0.40

532

1.62

11.

427.

823

59.7

06.5

9861

.134

.421

RS

Z-G

FB

5.

098.

113

18.4

44.1

714.

305.

235

39.9

5033

3.16

511

.119

.591

3.23

29.

966

39.3

53.4

23

39.3

53.4

23A

nder

e ta

kken

40

40

110.

500

110.

540

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

5.09

8.11

318

.444

.211

4.30

5.23

539

.950

333.

165

11.1

19.5

913.

232

9.96

639

.353

.463

110.

500

39.4

63.9

63

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

5.

224.

423

18.5

98.0

904.

758.

220

351.

982

333.

725

11.4

99.9

963.

264

11.5

8740

.781

.286

59.8

17.0

9810

0.59

8.38

4

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

130

Page 137: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

010

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

5.00

8.96

518

.328

.663

4.19

9.63

818

6.37

530

3.84

59.

700.

132

2.57

713

.258

37.7

43.4

52

37.7

43.4

52

Bet

alin

gsk

ost

en

2.

944

1.02

00

53

101

4.02

8

4.02

8

Beh

eers

kost

en

192.

117

139.

922

151.

757

18.9

9122

.390

449.

666

710

3.40

297

8.95

613

2.57

21.

111.

528

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

147.

752

918

29.4

71

60.2

68

3223

8.44

120

.466

.713

20.7

05.1

54

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

19

.790

.755

19.7

90.7

55A

nder

e

147.

752

918

29.4

71

60.2

68

3223

8.44

167

5.95

891

4.39

9

Intr

este

n o

p le

nin

gen

104

104

8.47

98.

583

Div

erse

n

23.3

417.

880

402.

442

11.9

485.

106

1.27

9.53

016

692

1.73

0.95

5

1.73

0.95

5

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

5.

224.

423

18.6

27.1

614.

755.

775

246.

785

331.

394

11.4

89.7

003.

313

17.3

8540

.695

.936

20.6

07.7

6461

.303

.700

RS

Z-G

FB

110.

500

110.

500

11

0.50

0

And

ere

takk

en

40

40

39.3

53.4

2339

.353

.463

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

11

0.50

0

40

11

0.54

039

.353

.423

39.4

63.9

63

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

5.

224.

423

18.6

27.1

614.

755.

775

357.

285

331.

394

11.4

89.7

003.

353

17.3

8540

.806

.476

59.9

61.1

8710

0.76

7.66

3

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

0-2

9.07

12.

445

-5.3

032.

331

10.2

96-8

9-5

.798

-25.

190

-144

.089

-169

.279

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

95

2.65

895

2.65

8

Uit

gav

en

74

4

74

4

744

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-744

-744

952.

658

951.

914

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

-29.

071

2.44

5-5

.303

2.33

19.

552

-89

-5.7

98-2

5.93

480

8.56

978

2.63

5

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

131

Page 138: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 139: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Sociale bijdragen 137

1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) 1.2 Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht 1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) 1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector, RSZ, RSZPPO) 1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector) 1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector) 1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht 1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) 1.9 Globaal financieel beheer (concept: economische rekeningen) 1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen

1.11 RSZ - Aan bijdragen onderworpen loonmassa (kwartaalresultaten, concept: economisch)

C.

Statistieken

Page 140: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Uitkeringen (RIZIV) 151

2.0 Methodologische nota 2.1 Verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (ledentallen) 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit: aantal gevallen 2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap: verzekerde bevolking 2.13 Moederschap: aantal vergoede dagen 2.14 Moederschap: gemiddelde daguitkering 2.15 Moederschap: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering

3. Pensioenen (RVP) 163

3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt

betaald 3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt

betaald 3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden

betaald 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen

4. Gezinsbijslag (RKW) 171

4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op

bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen

5. Arbeidsongevallen (FAO) 181

5.0 Methodologische nota 5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel 5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel 5.3 Uitgaven - repartitiestelsel 5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels

Page 141: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

6. Beroepsziekten (FBZ) 187

6.0 Methodologische nota 6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december) 6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van

het slachtoffer (december) 6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (december) 6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) 6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de

invaliditeitsgraad

7. Werkloosheid, activering van werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 193

7.0 Methodologische nota 7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) 7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) 7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde

daguitkering, uitgaven 7.4 Werkloosheid - Andere uitkeringen 7.5 Activering van de werkloosheid 7.6 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) 7.7 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven 7.8 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) 7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde

maanduitkering, uitgaven 7.10 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking

en tijdskrediet

8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 209

8.0 Methodologische nota 8.1 Invaliditeitspensioenen 8.2 Pensioenaanvulling 8.3 Verwarmingstoelage

9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ) 211

9.0 Methodologische nota 9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen,

wachtgeld en brugpensioenen

geneeskundige verzorging 9.2 Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 9.3 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende 9.4 Aantal gevallen of dagen naar hoofdrubriek 9.5 Gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek 9.6 Uitgaven naar hoofdrubriek

uitkeringen

9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid 9.8 Invaliditeit

wachtgeld en brugpensioenen

9.9 Wachtgeld 9.10 Brugpensioenen

Page 142: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 143: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Sociale bijdragen 1.0 Methodologische nota Het stelsel van de sociale zekerheid geldt in beginsel voor alle werkgevers en werknemers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden. Met die werknemers worden gelijkgesteld:

de leerlingen (onder leercontract); het vastbenoemd personeel van de NMBS dat sinds 1991, zoals dat reeds het geval was

voor de vastbenoemde ambtenaren uit de openbare sector, onderworpen is aan de sector geneeskundige verzorging van het algemeen stelsel van de sociale zekerheid;

de personen die zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, krachtens KB van 28.11.1969 toch verzekeringsplichtig zijn;

de personen die beperkt verzekeringsplichtig zijn (gelegenheidsarbeiders in de tuinbouwsector) krachtens KB 21.06.1994;

de beroepsrenners en de andere betaalde sportbeoefenaars.

Effectieven De gegevens in tabel 1.1 met het jaaroverzicht zijn jaargemiddelden. Deze gegevens zijn gebaseerd op de vastgestelde toestanden in de werkgeversaangiften op het einde van elk kwartaal; het hoger vermelde jaargemiddelde is dus het gemiddelde van die vier kwartaalgegevens. De tellingsmethoden die volgen uit de wijze waarop de werkgever de aangifte dient in te vullen, leiden ertoe dat deze gegevens geen telling van het aantal ingevulde betrekkingen vormen, maar wel de telling van het aantal arbeidsposten. Personen die bvb. tegelijkertijd verschillende deeltijdse jobs uitoefenen, kunnen dus dubbel geteld worden. Tabel 1.2 geeft het aantal werknemers per sector, leeftijdsklasse en geslacht en tabel 1.7 geeft het overzicht van de loontrekkende beroepsbevolking naar statuut, geslacht en inningsinstelling waaronder ze ressorteren. In 2004 heeft de RSZ een vernieuwing doorgevoerd in zijn statistische informatie. Vanaf de gegevens per 31.12.2004 is het mogelijk coherente statistieken te publiceren over effectieven volgens de drie hieronder opgesomde concepten:

arbeidsposten; natuurlijke personen (werknemers); voltijdse equivalenten.

We stellen in het Vade Mecum de voornaamste statistieken, vanaf gegevens 2005, voor volgens de twee eerstgenoemde concepten. Loonmassa

De loonmassa die in de tabellen 1.5 en 1.6 is opgenomen is de totale loonmassa die voor het betreffende jaar door de werkgevers werd aangegeven voor onderwerping aan bijdragen, respectievelijk voor de privésector en voor de openbare sector. We dienen op te merken dat de geraamde loonmassa voor de (hand)arbeiders voor de “begrotingsjaren” overeenkomt met een loonmassa van 108%. Tabel 1.11 geeft de aan bijdragen onderworpen RSZ – loonmassa weer volgens het economisch concept op kwartaalbasis.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

137

Page 144: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Aantal gepresteerde dagen De aantallen gepresteerde dagen zijn deze welke in de kwartaalaangiften van de werkgevers voorkomen. Het is zo dat de opgenomen aantallen overeenstemmen met het aantal begonnen arbeidsdagen, ook wanneer zij onvolledig zouden zijn, of slechts een beperkt aantal uren zouden beslaan. De tabellen 1.3 en 1.4 geven het overzicht van het aantal gepresteerde arbeidsdagen, respectievelijk voor de privé-sector en voor de openbare sector per inningsinstelling (RSZ, HVKZ en RSZPPO). Bijdragen De tabel 1.8 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer die voorkomen in de budgettaire rekeningen van de RSZ en tabel 1.9 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer van de drie inningsinstellingen (RSZ, RSZPPO en HVKZ) die geconsolideerd worden in de economische rekeningen van de sociale zekerheid. Ten slotte geeft tabel 1.10 het overzicht weer van de verschillende vormen van bijdrageverminderingen weergegeven met bijhorende bedragen op jaarbasis volgens het budgettair concept. Voor meer details over de financiering van de Sociale Zekerheid verwijzen we naar het Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid. Bijkomende statistische gegevens vindt U op de website van de inningsinstellingen: RSZ: www.rsz.fgov.be ; RSZPPO: www.rszppo.fgov.be en HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be .

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

138

Page 145: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Privé-sector 2.566.279 2.634.775 2.697.024 2.668.000 2.700.740

Arbeiders (1) 1.205.994 1.223.595 1.243.786 1.216.712 1.235.371Bedienden 1.360.285 1.411.180 1.453.238 1.451.288 1.465.369

Openbare sector 745.282 742.978 744.665 750.430 752.022

Arbeiders 52.064 52.140 51.317 51.461 51.221Bedienden 231.818 232.066 236.283 241.808 245.900

Ambtenaren (2) 461.400 458.772 457.065 457.161 454.901

Algemeen totaal 3.311.561 3.377.753 3.441.689 3.418.430 3.452.762

(1) Arbeiders in de privé-sector = handarbeiders + leerlingen + dienstboden.(2) Ambtenaren met inbegrip van het statutair personeel van de NMBS.

1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) (jaargemiddelden)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

139

Page 146: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.2

Aan

tal w

erkn

emer

s (R

SZ

, co

nce

pt:

fys

ieke

per

son

en)

per

sec

tor

en n

aar

leef

tijd

skla

sse

en g

esla

cht

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

4.66

9

128.

728

30

3.39

713

.578

20

.548

34

.126

188.

247

149.

276

337.

523

25 -

39

jaar

616.

434

47

3.48

5

1.08

9.91

910

0.93

7

142.

331

24

3.26

871

7.37

161

5.81

61.

333.

187

40 -

49

jaar

398.

028

29

7.26

4

695.

292

110.

531

11

3.94

1

224.

472

508.

559

411.

205

919.

764

50 -

64

jaar

270.

744

16

2.00

5

432.

749

119.

793

97

.075

21

6.86

839

0.53

725

9.08

064

9.61

765

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d8.

506

3.58

8

12

.094

1.

899

315

2.

214

10.4

053.

903

14.3

08

To

taal

1.46

8.38

11.

065.

070

2.53

3.45

134

6.73

837

4.21

072

0.94

81.

815.

119

1.43

9.28

03.

254.

399

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

5.50

1

130.

809

30

6.31

013

.529

20

.472

34

.001

189.

030

151.

281

340.

311

25 -

39

jaar

618.

293

48

1.92

1

1.10

0.21

410

0.22

0

144.

301

24

4.52

171

8.51

362

6.22

21.

344.

735

40 -

49

jaar

405.

539

31

1.30

8

716.

847

106.

087

11

3.45

6

219.

543

511.

626

424.

764

936.

390

50 -

64

jaar

282.

846

17

7.19

2

460.

038

122.

446

99

.971

22

2.41

740

5.29

227

7.16

368

2.45

565

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d8.

932

3.78

1

12

.713

1.

931

337

2.

268

10.8

634.

118

14.9

81

To

taal

1.49

1.11

11.

105.

011

2.59

6.12

234

4.21

337

8.53

772

2.75

01.

835.

324

1.48

3.54

83.

318.

872

(*)

LAT

G: l

oon-

en

arbe

idst

ijdge

geve

ns.

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

07

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

06

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

140

Page 147: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.2

Aan

tal w

erkn

emer

s (R

SZ

, co

nce

pt:

fys

ieke

per

son

en)

per

sec

tor

en n

aar

leef

tijd

skla

sse

en g

esla

cht

(ver

volg

)

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

7.40

0

132.

332

30

9.73

213

.187

20

.791

33

.978

190.

587

153.

123

343.

710

25 -

39

jaar

619.

124

49

2.61

6

1.11

1.74

099

.575

14

6.76

5

246.

340

718.

699

639.

381

1.35

8.08

040

- 4

9 ja

ar41

3.79

4

326.

254

74

0.04

810

1.37

1

112.

530

21

3.90

151

5.16

543

8.78

495

3.94

950

- 6

4 ja

ar29

5.81

9

195.

179

49

0.99

812

4.21

9

103.

055

22

7.27

442

0.03

829

8.23

471

8.27

265

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d9.

699

4.24

0

13

.939

1.

803

382

2.

185

11.5

024.

622

16.1

24

To

taal

1.51

5.83

61.

150.

621

2.66

6.45

734

0.15

538

3.52

372

3.67

81.

855.

991

1.53

4.14

43.

390.

135

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar15

8.72

8

123.

395

28

2.12

313

.427

20

.442

33

.869

172.

155

143.

837

315.

992

25 -

39

jaar

592.

740

48

4.41

4

1.07

7.15

410

0.35

3

149.

626

24

9.97

969

3.09

363

4.04

01.

327.

133

40 -

49

jaar

406.

004

32

8.70

3

734.

707

96.9

64

111.

317

20

8.28

150

2.96

844

0.02

094

2.98

850

- 6

4 ja

ar30

1.86

2

211.

968

51

3.83

012

6.85

1

106.

850

23

3.70

142

8.71

331

8.81

874

7.53

165

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d10

.103

4.

499

14.6

02

1.82

4

39

6

2.22

0

11

.927

4.

895

16.8

22

To

taal

1.46

9.43

71.

152.

979

2.62

2.41

633

9.41

938

8.63

172

8.05

01.

808.

856

1.54

1.61

03.

350.

466

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar16

1.97

9

124.

364

28

6.34

312

.914

19

.302

32

.216

174.

893

143.

666

318.

559

25 -

39

jaar

592.

830

48

7.62

1

1.08

0.45

110

0.62

3

151.

189

25

1.81

269

3.45

363

8.81

01.

332.

263

40 -

49

jaar

408.

059

33

5.15

5

743.

214

92.8

01

110.

772

20

3.57

350

0.86

044

5.92

794

6.78

750

- 6

4 ja

ar31

1.72

2

229.

078

54

0.80

012

8.68

4

110.

249

23

8.93

344

0.40

633

9.32

777

9.73

365

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d10

.496

4.

950

15.4

46

1.80

4

40

9

2.21

3

12

.300

5.

359

17.6

59

To

taal

1.48

5.08

61.

181.

168

2.66

6.25

433

6.82

639

1.92

172

8.74

71.

821.

912

1.57

3.08

93.

395.

001

(*)

LAT

G: l

oon-

en

arbe

idst

ijdge

geve

ns.

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

10

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

08

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

09

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

141

Page 148: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) (duizendtallen)

Bron: RSZ en HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Ressorterend onder RSZ 525.161 542.980 555.512 536.466 555.106

Arbeiders 225.245 230.571 232.288 215.825 236.355 Bedienden 299.916 312.409 323.224 320.641 318.751

Ressorterend onder HVKZ 137 164 177 175 185

Zeelieden 137 164 177 175 185

Totaal 525.298 543.144 555.689 536.641 555.291

1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector (1), RSZ, RSZPPO) (duizendtallen)

Bron: RSZ en RSZPPO

2006 2007 2008 2009 2010

Ressorterend onder RSZ 164.182 162.646 162.410 162.336 170.002

Arbeiders 9.482 9.515 9.467 9.366 9.578 Bedienden 45.719 45.635 46.283 46.854 50.358 Ambtenaren 108.981 107.496 106.660 106.116 110.066

Ressorterend onder RSZPPO 84.593 91.361 92.566 93.584 94.598

Arbeiders 21.496 24.759 25.012 24.472 24.647Bedienden 27.054 29.655 30.866 32.966 33.986Ambtenaren 36.043 36.947 36.688 36.146 35.965

Totaal 248.775 254.007 254.976 255.920 264.600

(1) Statutairen en contractuelen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

142

Page 149: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector)(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)

Bron: RSZ en HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Ressorterend onder RSZ 67.719,4 72.916,7 76.749,9 76.215,2 76.730,1

Arbeiders 22.674,1 24.024,9 24.733,4 23.439,7 23.806,1Bedienden 45.045,3 48.891,8 52.016,5 52.775,5 52.924,0

Ressorterend onder HVKZ 16,2 19,8 21,5 22,5 24,2

Zeelieden 16,2 19,8 21,5 22,5 24,2

Totaal 67.735,6 72.936,5 76.771,4 76.237,7 76.754,3

1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector (1))(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)

Bron: RSZ en RSZPPO

2006 2007 2008 2009 2010

Ressorterend onder RSZ 22.548,9 23.057,3 24.116,3 24.993,6 25.358,8

Arbeiders 895,1 927,9 966,2 994,5 993,3Bedienden 6.053,9 6.262,9 6.637,2 6.938,2 7.214,7Ambtenaren 15.599,9 15.866,5 16.512,9 17.060,9 17.150,8

Ressorterend onder RSZPPO 8.421,0 8.640,4 9.140,6 9.652,1 9.874,8

Arbeiders 1.467,7 1.522,7 1.613,7 1.682,6 1.721,5Bedienden 2.383,2 2.520,0 2.755,7 3.038,7 3.201,6Ambtenaren 4.570,1 4.597,7 4.771,2 4.930,8 4.951,7

Totaal 30.969,9 31.697,7 33.256,9 34.645,7 35.233,6

(1) Statutairen en contractuelen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

143

Page 150: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ

RSZPPO

Privé-sectorOverheids-

sectorSubtotaal

Overheids- sector

Arbeiders 1.216.003 51.269 1.267.272 89.402 - 1.356.674Mannen 852.708 24.510 877.218 38.720 - 915.938Vrouwen 363.295 26.759 390.054 50.682 - 440.736

Bedienden 1.470.013 233.017 1.703.030 120.876 - 1.823.906Mannen 652.252 88.787 741.039 26.174 - 767.213Vrouwen 817.761 144.230 961.991 94.702 - 1.056.693

Zeelieden - - - - 1.158 1.158Mannen - - - - 1.068 1.068Vrouwen - - - - 90 90

Ambtenaren 78 455.218 455.296 139.378 - 594.674Mannen 64 236.240 236.304 74.874 - 311.178Vrouwen 14 218.978 218.992 64.504 - 283.496

Totaal 2.686.094 739.504 3.425.598 349.656 1.158 3.776.412

Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ

RSZPPO

Privé-sectorOverheids-

sectorSubtotaal

Overheids- sector

Arbeiders 1.200.269 51.101 1.251.370 90.326 - 1.341.696Mannen 827.030 24.763 851.793 39.734 - 891.527Vrouwen 373.239 26.338 399.577 50.592 - 450.169

Bedienden 1.461.097 236.765 1.697.862 127.821 - 1.825.683Mannen 642.983 90.866 733.849 28.198 - 762.047Vrouwen 818.114 145.899 964.013 99.623 - 1.063.636

Zeelieden - - - - 1.165 1.165Mannen - - - - 1.075 1.075Vrouwen - - - - 90 90

Ambtenaren 83 454.421 454.504 139.133 - 593.637Mannen 69 232.487 232.556 74.188 - 306.744Vrouwen 14 221.934 221.948 64.945 - 286.893

Totaal 2.661.449 742.287 3.403.736 357.280 1.165 3.762.181

1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht

RSZ

HVKZ Totaal

Toestand op 31 december 2008

Toestand op 31 december 2009

RSZ

HVKZ Totaal

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

144

Page 151: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) (duizend euro)

Bron: RSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Bijdragen 34.255.271 36.179.860 38.232.951 38.993.847 39.360.920

Gewone bijdragen (1) 32.956.384 34.771.070 36.698.874 37.368.447 37.648.572RSZ 31.544.757 33.314.689 35.273.282 35.784.681 35.941.898RSZPPO 1.408.728 1.451.990 1.421.937 1.580.024 1.702.977HVKZ 2.899 4.391 3.655 3.742 3.697

Loonmatiging 0 0 0 0 0

Specifieke bijdragen 1.298.887 1.408.790 1.534.077 1.625.400 1.712.348Inhouding dubbel vakantiegeld 655.244 684.753 742.226 765.948 763.702Bijdrage jobstudenten 32.265 37.977 43.296 41.352 46.538Bijdrage op premies groepsverzekeringen 203.578 247.107 261.615 317.579 279.570Werkgeversbijdrage tijdelijke werklozen + anciënniteitstoeslag oudere werklozen

69.389 74.590 78.821 79.521 80.107

Werkgeversbijdrage bruggepensioneerden + oudere werklozen

64.742 67.644 84.390 71.854 72.332

Compenserende bijdrage werkgevers brugpensioenen

3.230 3.775 3.672 4.196 3.886

Heffing op privé-gebruik bedrijfswagens 211.147 229.655 249.385 271.254 262.846Bijdrage deeltijdse arbeid 6 2 0 7 - Bijdrage op deelname in de winst 15.514 15.483 22.493 8.162 4.591Tewerkstellingsfonds 43.470 44.523 43.951 45.521 46.986Reaffectatiefonds Sociale Maribel 0 0 0 14.971 73.779Canada Dry 302 3.281 4.228 5.018 6.836Bijzondere werkgeversbijdragen brugpensioen

0 0 0 0 68.307

Solidariteitsbijdrage 33 % 'verkeersboeten' - - - 17 50

Solidariteitsbijdrage voor nalatigheid aangifte DIMONA

- - - 0 2.818

Staatstoelagen 5.430.743 5.522.075 5.745.157 5.849.656 8.108.716

In de prestaties 5.415.200 5.522.075 5.745.157 5.849.656 5.811.574Globale staatstoelagen 5.408.964 5.507.909 5.730.361 5.836.265 5.799.467Mijnwerkers - Invaliditeitspensioenen -4.520 4.508 4.530 3.725 3.321HVKZ - Ziekte-Invaliditeit 5.876 5.358 6.535 6.659 5.723Pool der zeelieden - Wachtgeld 4.880 4.300 3.731 3.007 3.063

In de lasten van leningen (2) 15.543 0 0 0 0Aflossingen van het kapitaal 14.874 0 0 0 0Intresten 669 0 0 0 0

Bijzondere staatstoelage - - - - 2.297.142

Alternatieve financiering 7.713.411 8.462.606 9.294.556 9.243.836 10.518.197Aandeel in de BTW-ontvangsten 7.259.692 7.788.781 8.042.554 7.573.212 8.014.523Roerende voorheffing 348.606 441.382 444.792 411.906 418.085'Stock options' 36.284 35.380 50.389 68.537 77.196Accijnzen tabak 54.478 53.709 56.000 59.322 55.980Riziv-Geneeskundige verzorging (artikel 24 §1 quater)

- - 564.545 949.063 1.776.451

Belasting op werknemersparticipatie 14.351 17.054 10.208 7.562 4.410Personenbelasting en vennootschapsbelasting

0 126.300 126.068 174.234 171.552

Toegewezen ontvangsten 848.882 922.941 986.368 1.009.202 1.023.837Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 848.882 922.941 986.368 1.009.202 1.023.837

Externe overdrachten 158 270.729 553.751 294.592 286.949

Opbrengsten van beleggingen 630 65.262 182.875 255.753 254.793

Diversen 71.026 70.584 84.652 119.868 153.186

Eigen ontvangsten 48.320.121 51.494.057 55.080.309 55.766.753 59.706.598

Interne overdrachten 81.850 82.350 100.250 91.600 110.500

Totaal lopende ontvangsten 48.401.971 51.576.407 55.180.559 55.858.353 59.817.098

(1) Loonmatiging inbegrepen.

(2) Vanaf 2001: De staatstoelage gekoppeld aan de overname van de schuld, komt overeen met de leningen tussen de instellingen van sociale zekerheid (art. 3, K.B. van 04.04.2001). De leningen ten overstaan van de banken worden onmiddellijk ten laste genomen door de Overheidsschuld.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

145

Page 152: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.9

Glo

baa

l fin

anci

eel b

ehee

r (c

on

cep

t: e

con

om

isch

e re

ken

ing

en)

(milj

oen

eu

ro)

Bro

n: F

OD

Soc

iale

Zek

erhe

id

2006

2007

2008

200

9 2

010

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

33.9

31,9

35.9

90,5

37.8

33,8

38.3

94,7

39.0

99,5

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

11.4

92,5

12.1

32,1

12.6

75,0

12.8

46,9

13.0

73,1

Gew

one

bijd

rage

n op

de

bezo

ldig

inge

n10

.823

,7

11.4

32,3

11

.920

,3

12.0

72,8

12

.295

,8

Inho

udin

g op

het

dub

bel v

akan

tiege

ld65

6,6

686,

3

73

8,4

758,

5

76

0,0

Bijd

rage

n op

de

jobs

tude

nten

12,2

13

,6

16,3

15

,6

17,3

Ten

last

e va

n de

wer

kgev

ers

22.3

05,6

23.7

11,4

24.9

95,4

25.3

87,5

25.8

42,7

Gew

one

bijd

rage

n op

de

bezo

ldig

inge

n18

.732

,7

19.8

50,2

20

.916

,2

21.2

45,3

21

.556

,1

Loon

mat

igin

gsbi

jdra

ge3.

054,

2

3.28

4,6

3.

459,

0

3.48

3,9

3.

551,

8

Bijd

rage

n be

stem

d vo

or I.

B.F

. (zi

eken

huiz

en)

113,

9

11

1,3

116,

5

10

8,9

113,

2

Lo

onm

atig

ing

op h

et d

ubbe

l vak

antie

geld

-

-

-

--

Bijd

rage

n op

de

jobs

tude

nten

20,1

24

,4

27,0

25

,7

28,6

B

ijdra

gen

(hoo

fdel

ijk)

op d

e co

nven

tione

le b

rugp

ensi

oene

n67

,9

71,4

88

,1

76,1

74

,5

Bijd

rage

n C

anad

a dr

y0,

3

3,

3

4,

2

5,

0

6,

4

B

ijdra

gen

insc

hake

ling

-

-

-

--

Rea

ffect

atie

fond

s S

ocia

le M

arib

el-

-

-

-

-

Bijd

rage

n op

de

onvr

ijwill

ige

deel

tijds

e ar

beid

en

op d

e tij

delij

ke

wer

kloo

shei

d69

,4

74,6

78

,8

79,5

79

,6

Bijd

rage

n op

de

aanv

ulle

nde

pens

ioen

en20

3,6

247,

1

26

1,6

317,

6

29

9,4

Tew

erks

telli

ngsf

onds

43,5

44

,5

44,0

45

,5

46,4

S

olid

arite

itsbi

jdra

gen

DIM

ON

A

--

--

2,

3

B

ijdra

gen

brug

pens

ioen

en e

n in

valid

iteits

uitk

erin

gen

--

--

84,4

Ten

last

e va

n de

gen

iete

rs v

an s

ocia

le p

rest

atie

s94

,7

10

8,2

116,

8

94

,4

94

,5

B

ijdra

gen

op d

e pr

esta

ties

arbe

idso

ngev

alle

n en

b

eroe

pszi

ekte

n94

,7

108,

2

11

6,8

94,4

94

,5

Inho

udin

g op

kin

derb

ijsla

g-

-

-

-

-

And

ere

bijd

rage

n-

-

-

-

-

Bijd

rage

opsl

agen

en

boet

en39

,1

38

,8

46

,6

65

,9

89

,2

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

146

Page 153: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(ver

volg

)

2006

2007

2008

200

9 2

010

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d v

oo

r d

e so

cial

e ze

kerh

eid

8.77

3,5

9.

615,

3

10.5

30,3

10.5

54,4

12.1

85,2

Bijz

onde

re b

ijdra

ge v

oor

de s

ocia

le z

eker

heid

848,

9

92

2,9

986,

3

1.

009,

2

1.02

7,9

V

oorh

effin

g ge

stor

t doo

r de

wer

kgev

er65

5,5

695,

3

76

1,5

785,

8

80

3,6

Sal

do g

esto

rt d

oor

de s

chat

kist

193,

4

22

7,6

224,

8

22

3,4

224,

3

B

TW

7.25

9,7

7.

788,

8

8.04

2,6

7.

573,

2

8.40

0,7

S

tock

opt

ions

36,3

35,4

50,4

68,5

79,4

Nie

uwe

finan

cier

ing

gene

esku

ndig

e ve

rzor

ging

-

-

564,

5

96

4,3

1.68

4,0

R

oere

nde

voor

heffi

ng34

8,6

441,

4

44

4,8

411,

9

42

0,9

Bel

astin

g op

wer

knem

ersp

artic

ipat

ie14

,4

14

3,4

136,

3

18

1,8

175,

0

B

ijdra

gen

op d

e be

drijf

svoe

rtui

gen

211,

1

22

9,7

249,

4

27

1,2

266,

1

A

ccijn

zen

op ta

bak

54,5

53,7

56,0

59,3

58,0

Rea

ffect

atie

fond

s S

ocia

le M

arib

el

15,0

73,2

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

min

gen

van

de

op

enb

are

mac

hte

n5.

430,

7

5.

522,

1

5.

745,

2

5.84

9,7

8.10

9,6

Nie

t-te

rugv

orde

rbar

e te

gem

oetk

omin

gen

van

de c

entr

ale

over

heid

5.41

5,2

5.

522,

1

5.74

5,2

5.

849,

7

8.10

9,6

T

usse

nkom

st in

de

last

en v

an le

ning

en15

,5

-

-

-

-

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

en

bed

rijv

en51

,6

13

8,1

383,

0

41

0,7

325,

9

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

van

der

den

-

-

-

29

4,6

602,

1

Nie

t m

eer

te b

etal

en, t

oeg

eken

de

soci

ale

pre

stat

ies

-

-

-

-

-

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te u

itb

etaa

lde

soci

ale

pre

stat

ies

-

-

-

-

-

Su

bto

taal

48.1

87,7

51.2

66,0

54.4

92,3

55.5

04,1

60.3

22,3

On

tvan

gst

en u

it o

verd

rach

ten

81,9

352,

9

65

4,1

91,6

110,

5

Tus

sen

takk

en v

an e

enze

lfde

rege

ling

81,9

352,

9

10

0,3

91,6

110,

5

V

an d

e zi

ekte

en

inva

lidite

it-

-

-

-

-V

an d

e w

erkl

oosh

eid

-

-

-

--

Van

de

pens

ioen

en-

27

0,5

5,0

--

Van

de

gezi

nsbi

jsla

g-

-

-

-

-V

an d

e ar

beid

song

eval

len

81,9

82

,4

95,3

91

,6

110,

5

V

an d

e be

roep

szie

kten

-

-

-

--

Van

het

Glo

baal

beh

eer

-

-

-

--

Van

een

and

ere

rege

ling

-

-

553,

8

-

-V

an d

e ze

lfsta

ndig

en-

-

-

-

-V

an h

et R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g-

-

55

3,8

--

Alg

emee

n t

ota

al48

.269

,6

51

.618

,9

55

.146

,4

55

.595

,7

60

.432

,8

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

147

Page 154: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen (duizend euro)

Bron: RSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Bijzondere toewijzingen 430.792 469.427 485.746 524.329 543.194

Sociale Maribel 430.792 438.427 454.127 463.823 496.697

Wetenschappelijke Maribel - 31.000 31.619 32.897 32.897

Jongerenbonus (non profit) - - - 27.609 13.600

Vermindering patronale bijdragen 4.659.170 5.002.796 5.270.672 5.129.954 5.213.644

In uitdoving (1): 29.807 12.647 3.826 - -

Plannen +1, +2, +3 5.832 367 - - -

Activaplan 9.901 5.828 2.450 - -

Collectieve arbeidsduurvermindering 12.281 5.503 706 - -

Startbanen 1.793 949 670 - -

Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren 1.793 1.686 1.682 1.647 1.696

Wetenschappelijk onderzoek 4.926 8.238 9.964 16.707 18.405

Gesubsidieerde contractuelen 212.842 233.991 248.331 266.866 285.800

Baggeraars en sleepvaart 4.070 3.392 2.582 2.670 3.624

Loonmatiging universiteiten 58.809 33.311 67.305 66.692 66.317

Podiumkunstenaars 10.897 11.932 12.847 13.195 14.143

Onthaalmoeders 12.526 13.269 13.957 13.820 13.950

Structurele bijdrageverminderingen (2) 3.867.160 3.997.605 4.109.698 3.974.594 4.012.370

Doelgroepen - totaal 455.986 686.453 800.273 773.544 797.113

Doelgroepen: 112.863 170.763 193.661 195.819 203.058

Herstructurering 547 2.471 6.649 4.857 10.395

Eerste aanwervingen 87.135 106.212 113.225 108.223 99.391

Arbeidsduurvermindering 25.181 16.140 9.272 8.658 15.481

Mentors - - - - 30

Risicogroepen - 23.070 36.834 41.098 43.286

Activering - 188 201 202 211

WEP/DSP - 8.794 9.536 10.593 10.438

SINE - 13.888 17.945 22.188 23.826

Doelgroepen "overgangsperiode": 343.123 515.690 606.612 577.725 594.055

Jonge werknemers 89.488 - 142.195 114.290 116.023

Langdurig werkzoekenden (3) 140.631 - 165.229 153.258 153.089

Ouderenbonus - - 137.048 137.480 141.390

Oudere werknemers (4) 113.004 - 162.140 172.697 183.553Diversen 354 272 208 219 226

Vermindering persoonlijkebijdragen 517.864 656.968 666.558 712.615 695.687

Algemeen (werkbonus inbegrepen) 517.214 655.798 665.008 711.554 692.864

Baggeraars, sleepvaart 142 143 131 140 228

Herstructurering 508 1.027 1.419 921 2.595

TOTAAL 5.607.826 6.129.191 6.422.976 6.366.898 6.452.525

(1) Wordt vanaf 01.01.2004 vervangen door doelgroepen.

(3) Ondernemingen in herstructurering inbegrepen.(4) Vanaf 1ste kwartaal 2004.

(2) Vanaf 01.04.1999: de lastenverlaging in het kader van het meerjarenplan en de vroegere bijdrageverminderingen voor Maribel en lage lonen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

148

Page 155: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bro

n: R

SZ

Arb

eid

ers

P

rivé

-sec

tor

(2)

Bed

ien

den

P

rivé

-sec

tor

To

taal

P

rivé

-sec

tor

Arb

eid

ers

Op

enb

are

sect

or

(3)

Bed

ien

den

O

pen

bar

e se

cto

r (3

)

Am

bte

nar

en

(3)

To

taal

O

pen

bar

e se

cto

r (3

)T

ota

al

2006

22.3

09.2

24

44.9

98.6

8767

.307

.911

895.

255

6.05

4.52

215

.599

.882

22.5

49.6

5989

.857

.570

1ste

kw

arta

al5.

355.

639

10.7

54.1

2916

.109

.768

214.

636

1.50

8.83

03.

892.

023

5.61

5.48

921

.725

.257

2de

kwar

taal

5.62

1.66

610

.774

.077

16.3

95.7

4321

6.18

21.

562.

952

3.88

7.87

75.

667.

011

22.0

62.7

543d

e kw

arta

al4.

894.

147

10.2

47.7

2415

.141

.871

192.

632

1.19

2.71

63.

892.

983

5.27

8.33

120

.420

.202

4de

kwar

taal

6.43

7.77

213

.222

.757

19.6

60.5

2927

1.80

51.

790.

024

3.92

6.99

95.

988.

828

25.6

49.3

57

2007

23.5

87.6

5548

.254

.312

71.8

41.9

6793

2.55

46.

276.

516

15.8

72.0

0023

.081

.070

94.9

23.0

371s

te k

war

taal

5.63

8.40

711

.491

.044

17.1

29.4

5122

0.36

51.

584.

005

3.95

2.25

25.

756.

622

22.8

86.0

732d

e kw

arta

al6.

062.

457

11.5

34.8

5217

.597

.309

228.

450

1.62

7.27

03.

973.

085

5.82

8.80

523

.426

.114

3de

kwar

taal

5.14

6.29

710

.961

.967

16.1

08.2

6420

2.32

81.

237.

892

3.97

9.23

25.

419.

452

21.5

27.7

164d

e kw

arta

al6.

740.

494

14.2

66.4

4921

.006

.943

281.

411

1.82

7.34

93.

967.

431

6.07

6.19

127

.083

.134

2008

24.3

24.5

4651

.313

.079

75.6

37.6

25

966.

300

6.61

1.05

516

.512

.689

24.0

90.0

44

99.7

27.6

691s

te k

war

taal

5.93

2.72

312

.260

.020

18.1

92.7

4322

6.84

71.

608.

075

4.01

4.37

25.

849.

294

24.0

42.0

372d

e kw

arta

al6.

216.

445

12.1

47.8

9718

.364

.342

231.

807

1.69

2.21

94.

070.

596

5.99

4.62

224

.358

.964

3de

kwar

taal

5.42

8.87

911

.752

.265

17.1

81.1

4421

0.52

81.

313.

089

4.16

8.54

25.

692.

159

22.8

73.3

034d

e kw

arta

al6.

746.

499

15.1

52.8

9721

.899

.396

297.

118

1.99

7.67

24.

259.

179

6.55

3.96

928

.453

.365

2009

23.0

02.7

9452

.654

.553

75.6

57.3

4799

4.83

56.

938.

404

17.0

60.9

3224

.994

.171

100.

651.

518

1ste

kw

arta

al5.

580.

472

12.8

68.3

3318

.448

.805

238.

692

1.73

3.34

94.

249.

399

6.22

1.44

024

.670

.245

2de

kwar

taal

5.75

4.92

812

.519

.121

18.2

74.0

4924

0.59

31.

783.

457

4.23

1.05

86.

255.

108

24.5

29.1

573d

e kw

arta

al5.

125.

898

11.9

47.4

3817

.073

.336

215.

179

1.36

7.85

24.

269.

636

5.85

2.66

722

.926

.003

4de

kwar

taal

6.54

1.49

615

.319

.661

21.8

61.1

5730

0.37

12.

053.

746

4.31

0.83

96.

664.

956

28.5

26.1

13

2010

23.8

06.1

3852

.923

.997

76.7

30.1

35

993.

327

7.21

4.77

417

.150

.857

25.3

58.9

5810

2.08

9.09

31s

te k

war

taal

5.57

0.46

412

.693

.370

18.2

63.8

3423

7.15

91.

807.

307

4.24

1.60

86.

286.

074

24.5

49.9

082d

e kw

arta

al6.

050.

874

12.4

67.7

4318

.518

.617

238.

541

1.84

0.77

64.

238.

376

6.31

7.69

324

.836

.310

3de

kwar

taal

5.31

6.52

012

.107

.518

17.4

24.0

3821

3.28

41.

423.

513

4.27

7.00

75.

913.

804

23.3

37.8

424d

e kw

arta

al6.

868.

280

15.6

55.3

6622

.523

.646

304.

343

2.14

3.17

84.

393.

866

6.84

1.38

729

.365

.033

(1)

Bez

oldi

ging

van

de

arbe

ider

s aa

n 10

0 %

.(2

) A

rbei

ders

priv

é-se

ctor

= h

anda

rbei

ders

+ le

erlin

gen

+ d

iens

tbod

en.

(3)

NM

BS

inbe

grep

en.

1.11

RS

Z -

Aan

bijd

rag

en o

nd

erw

orp

en lo

on

mas

sa (

kwar

taal

resu

ltat

en, c

on

cep

t: e

con

om

isch

) (d

uiz

end

eu

ro)

(1)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

149

Page 156: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 157: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen, moederschapsuitkeringen en de uitkeringen voor begrafeniskosten. Voor deze laatste worden hier geen statistische gegevens opgenomen; het bedrag van de uitgaven hiervoor wordt vermeld in de synthesetabel. Het recht op uitkeringen bestaat uitsluitend voor werknemers die voor de sector uitkeringen bijdrageplichtig zijn. Met hen worden gelijkgesteld de werknemers die gewoonlijk de hoedanigheid van werknemer hebben of onlangs hebben gehad, zoals: de werknemers in gecontroleerde werkloosheid; de werkneemsters die vanaf de vijfde maand van de zwangerschap de arbeid onderbreken; de personen die tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid hun hoedanigheid van

werknemer verliezen; de gerechtigden aan wie de voortgezette verzekering was toegestaan bij het verstrijken van

deze periode van voortgezette verzekering. De werkneemsters die gerechtigd zijn op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn gerechtigd op moederschapsuitkeringen. De moederschapsuitkering wordt ook verleend aan de gerechtigden voor wie de moederschapsrust een aanvang neemt in een tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Rechthebbenden op de uitkering voor begrafeniskosten zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die, in geval van overlijden van een gerechtigde op uitkeringen - ook als hij gepensioneerd is - de begrafenis werkelijk hebben bekostigd. Primaire arbeidsongeschiktheid (tabellen 2.4 – 2.7) Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid (voor de mijnwerkers die recht hebben op een invaliditeitspensioen, wordt deze periode gelimiteerd tot zes maanden), ontvangt de gerechtigde een primaire ongeschiktheidsuitkering die niet lager mag zijn dan 60 % van het gederfde loon. Vanaf eind 1996 wordt de primaire ongeschiktheidsuitkering van samenwonenden vanaf de 31e dag arbeidsongeschiktheid beperkt tot 55 % van het gederfde loon. Dit loon is geplafonneerd en gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Voor de werkloze mag deze uitkering gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid het bedrag van zijn werkloosheidsuitkering niet overschrijden. Invaliditeit (tabellen 2.8 – 2.11) Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan één jaar ontvangt een gerechtigde met personen ten laste een invaliditeitsuitkering die 65 % van het geplafonneerde loon bedraagt. Dit bedrag wordt verminderd tot 45 of 40 % van hetzelfde loon voor de gerechtigde zonder gezinslast, naargelang het al dan niet om verlies van een enig inkomen gaat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

151

Page 158: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Moederschap (tabellen 2.12 – 2.15) De moederschapsuitkering wordt gedurende een periode van 15 weken uitbetaald. Vanaf 1999 wordt de periode van bevallingsrust met 2 weken verlengd ingeval van zwangerschap van een meerling. Het bedrag van de moederschapsuitkering wordt vastgesteld op een percentage van het geplafonneerde loon dat geldt voor de berekening van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. In principe ontvangt de gerechtigde gedurende de eerste dertig dagen 79,5 % (82 % voor de gerechtigden met een lopende arbeidsovereenkomst) van dit loon, vanaf de eenendertigste dag 75 % en indien het tijdvak van moederschapsrust verder zou reiken dan 15 weken 60 % na de 15de week. Het tijdvak van arbeidsverwijdering van de zwangere of bevallen werkneemster en van de werkneemster die borstvoeding geeft wordt ingevolge de wet van 04.08.1996 (art. 8) eveneens als een tijdvak van moederschapsbescherming beschouwd. Gedurende deze periode ontvangt de gerechtigde 60 % van het begrensde loon. In de tabellen wordt een opsplitsing gemaakt tussen de gegevens betreffende de eigenlijke moederschapsrust en deze betreffende de arbeidsverwijdering (met inbegrip van het borstvoedingsverlof). Beschrijving van de kenmerken Voor elk van de drie vermelde deelsectoren: primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsuitkering wordt in principe eenzelfde structuur voor de statistieken aangehouden. Vooreerst is er het begrip verzekerde bevolking, waarvoor gegeven wordt: De uitsplitsing naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.1 en 2.12); De evolutie van het totaal (tab. 2.3). Voor de invaliden is er de verdeling van het effectief naar leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.2). Voor elke deelsector is er een notie van volume: het aantal vergoede dagen (tab. 2.5, 2.9 en 2.13) en tevens het aantal gevallen (enkel voor invaliditeit) (tab. 2.8). Verder zijn er voor elke deelsector gegevens over de basisuitgaven (tab. 2.7, 2.11 en 2.15 respectievelijk). Voor de primaire arbeidsongeschiktheid geeft de tabel 2.4 het ziektecijfer, welk getal de uitdrukking is van de verhouding van het aantal vergoede dagen tot de verzekerde bevolking. De gemiddelde daguitkering is het resultaat van de deling van het totaalbedrag der uitkeringen door het aantal vergoede dagen (tab. 2.6, 2.10 en 2.14). Tabel 2.16 ten slotte is een synthesetabel met de uitgaven voor de vier deelsectoren (inclusief de deelsector van de begrafenisuitkeringen). Aanvullende informatie over de uitkeringsverzekering vindt u op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be en in de publicaties van deze instelling.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

152

Page 159: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.1

Ver

zeke

rde

bev

olk

ing

naa

r st

atu

ut,

leef

tijd

skla

sse

en g

esla

cht

(led

enta

llen

)

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Arb

eid

ers

(1)

17.5

5418

2.56

925

2.71

425

6.56

227

8.92

629

0.23

527

8.82

924

7.00

020

8.13

113

8.65

03.

508

2.15

4.67

8M

anne

n11

.975

121.

119

161.

297

159.

362

173.

043

182.

348

173.

244

153.

535

134.

014

97.3

582.

923

1.37

0.21

8V

rouw

en5.

579

61.4

5091

.417

97.2

0010

5.88

310

7.88

710

5.58

593

.465

74.1

1741

.292

585

784.

460

Bed

ien

den

6.03

613

2.59

428

5.94

026

5.44

625

5.90

225

2.96

924

1.65

719

8.55

616

0.96

191

.207

2.60

61.

893.

874

Man

nen

2.02

344

.433

108.

449

104.

476

98.6

1196

.466

95.6

4781

.700

74.5

4649

.048

1.87

175

7.27

0V

rouw

en4.

013

88.1

6117

7.49

116

0.97

015

7.29

115

6.50

314

6.01

011

6.85

686

.415

42.1

5973

51.

136.

604

To

taal

23.5

9031

5.16

353

8.65

452

2.00

853

4.82

854

3.20

452

0.48

644

5.55

636

9.09

222

9.85

76.

114

4.04

8.55

2

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Arb

eid

ers

(1)

15.6

9617

9.48

624

9.30

325

9.31

027

4.10

628

8.51

128

6.61

325

4.21

821

4.67

714

7.60

14.

261

2.17

3.78

2M

anne

n10

.577

118.

768

158.

572

160.

701

168.

318

180.

156

177.

503

157.

137

136.

420

100.

625

2.98

31.

371.

760

Vro

uwen

5.11

960

.718

90.7

3198

.609

105.

788

108.

355

109.

110

97.0

8178

.257

46.9

761.

278

802.

022

Bed

ien

den

5.22

412

8.43

928

5.63

127

1.12

825

3.76

425

0.95

824

7.21

620

6.72

116

5.53

799

.113

3.14

41.

916.

875

Man

nen

1.70

143

.026

107.

954

106.

542

98.8

2295

.337

97.3

9784

.159

74.4

9750

.781

1.83

776

2.05

3V

rouw

en3.

523

85.4

1317

7.67

716

4.58

615

4.94

215

5.62

114

9.81

912

2.56

291

.040

48.3

321.

307

1.15

4.82

2

To

taal

20.9

2030

7.92

553

4.93

453

0.43

852

7.87

053

9.46

953

3.82

946

0.93

938

0.21

424

6.71

47.

405

4.09

0.65

7

(1)

Met

inbe

grip

van

de

mijn

wer

kers

.

Toe

stan

d op

30

juni

200

9

Toe

stan

d op

30

juni

201

0

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

153

Page 160: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.2

Aan

tal i

nva

liden

naa

r le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Arb

eid

ers

ZIV

(1)

1093

03.

516

7.09

512

.639

19.5

9927

.970

35.1

0239

.003

31.4

6927

817

7.61

1M

anne

n6

480

1.84

23.

498

6.12

79.

665

14.4

0919

.037

23.4

1120

.716

278

99.4

69V

rouw

en4

450

1.67

43.

597

6.51

29.

934

13.5

6116

.065

15.5

9210

.753

078

.142

Bed

ien

den

326

31.

360

2.87

25.

172

7.87

710

.530

12.2

7112

.529

8.67

855

61.6

10M

anne

n0

3525

862

31.

092

1.57

62.

419

3.23

44.

318

4.40

755

18.0

17V

rouw

en3

228

1.10

22.

249

4.08

06.

301

8.11

19.

037

8.21

14.

271

043

.593

To

taal

131.

193

4.87

69.

967

17.8

1127

.476

38.5

0047

.373

51.5

3240

.147

333

239.

221

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Arb

eid

ers

ZIV

(1)

51.

017

3.78

07.

554

12.9

3520

.264

29.3

6136

.998

40.6

3033

.786

460

186.

790

Man

nen

554

21.

954

3.68

76.

229

9.87

914

.980

19.7

9223

.682

21.4

5430

510

2.50

9V

rouw

en0

475

1.82

63.

867

6.70

610

.385

14.3

8117

.206

16.9

4812

.332

155

84.2

81

Bed

ien

den

124

61.

218

2.88

54.

984

7.58

610

.747

12.7

0413

.826

10.8

5713

165

.185

Man

nen

051

290

651

1.16

31.

599

2.46

13.

257

4.44

94.

388

5418

.363

Vro

uwen

119

592

82.

234

3.82

15.

987

8.28

69.

447

9.37

76.

469

7746

.822

To

taal

61.

263

4.99

810

.439

17.9

1927

.850

40.1

0849

.702

54.4

5644

.643

591

251.

975

(1)

Met

inbe

grip

van

de

mijn

wer

kers

.

Toe

stan

d op

30

juni

200

9

Toe

stan

d op

30

juni

201

0

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

154

Page 161: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.3 Evolutie van het ledental (1)

Bron: RIZIV

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Arbeiders 1.859.299 1.876.211 1.897.113 1.901.754 1.909.778Mannen 1.186.736 1.195.857 1.207.458 1.205.435 1.203.175Vrouwen 672.563 680.354 689.655 696.319 706.603

Bedienden 1.696.593 1.730.269 1.765.409 1.790.695 1.808.487Mannen 683.826 693.965 706.067 713.549 718.135

Vrouwen 1.012.767 1.036.304 1.059.342 1.077.146 1.090.352

Totaal 3.555.892 3.606.480 3.662.522 3.692.449 3.718.265

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden, exclusief bruggepensioneerden.

2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer (2)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Arbeiders 9,19 10,05 10,57 10,76 11,20Mannen 7,94 8,50 8,89 8,98 9,31Vrouwen 11,38 12,79 13,52 13,85 14,42

Bedienden 4,27 4,63 4,83 5,01 5,26Mannen 2,97 3,10 3,19 3,35 3,48

Vrouwen 5,52 5,66 5,92 6,11 6,44

Totaal 6,84 7,45 7,80 7,97 8,31

(2) Aantal vergoede dagen/ledental.

2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Arbeiders 17.075.244 18.862.630 20.053.616 20.462.553 21.384.468Mannen 9.426.497 10.160.383 10.730.133 10.821.165 11.197.170Vrouwen 7.648.747 8.702.247 9.323.483 9.641.388 10.187.298

Bedienden 7.250.513 8.012.462 8.526.485 8.970.743 9.519.927Mannen 2.030.465 2.152.072 2.253.520 2.388.073 2.497.433

Vrouwen 5.220.048 5.860.390 6.272.965 6.582.670 7.022.494

Totaal 24.325.757 26.875.092 28.580.101 29.433.296 30.904.395

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

155

Page 162: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Arbeiders

Mannen 42,34 42,88 44,57 46,89 47,28Vrouwen 30,19 30,77 32,17 34,10 34,54

Bedienden

Mannen 45,82 46,28 48,28 52,05 52,38

Vrouwen 36,67 37,14 38,84 42,05 42,73

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Arbeiders 614.736 687.663 761.431 816.880 862.744Mannen 399.077 435.698 478.217 507.365 529.433Vrouwen 230.922 267.731 299.982 328.812 351.830Regularisaties -15.263 -15.766 -16.768 -19.297 -18.519

Bedienden 278.258 311.012 346.219 393.343 422.639Mannen 93.037 99.609 108.796 124.300 130.828Vrouwen 191.407 217.663 243.632 276.831 300.072Regularisaties -6.186 -6.260 -6.209 -7.788 -8.261

Hulp van derden 351 598 897 1.004 1.007

Totaal 893.345 999.273 1.108.547 1.211.227 1.286.390

2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

156

Page 163: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.8 Invaliditeit: aantal gevallen

Bron: RIZIV

12.2006 12.2007 12.2008 12.2009 12.2010

Arbeiders 160.388 166.525 172.565 181.989 190.316Mannen 94.387 96.394 98.100 100.645 103.876Vrouwen 66.001 70.131 74.465 81.344 86.440

Bedienden 55.434 57.159 59.588 63.220 67.619Mannen 17.629 17.767 17.821 18.061 18.846Vrouwen 37.805 39.392 41.767 45.159 48.773

Totaal 215.822 223.684 232.153 245.209 257.935

2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Arbeiders 47.709.562 49.145.496 50.862.715 53.121.541 55.827.927Mannen 28.496.576 28.922.727 29.420.252 30.037.940 31.044.599Vrouwen 19.212.986 20.222.769 21.442.463 23.083.601 24.783.328

Bedienden 17.088.181 17.964.781 18.856.438 20.111.421 21.528.643Mannen 5.528.477 5.625.278 5.750.455 5.882.786 6.095.702Vrouwen 11.559.704 12.339.503 13.105.983 14.228.635 15.432.941

Totaal 64.797.743 67.110.277 69.719.153 73.232.962 77.356.570

2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Arbeiders

Mannen 38,15 38,85 41,01 42,39 43,81Vrouwen 30,25 31,00 33,03 34,31 35,62

Bedienden

Mannen 40,21 41,02 42,86 44,31 46,06Vrouwen 32,33 33,07 35,15 36,55 38,12

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

157

Page 164: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Arbeiders 1.668.538 1.750.604 1.914.635 2.065.212 2.243.061Mannen 1.087.272 1.123.700 1.206.447 1.273.292 1.360.191Vrouwen 581.266 626.904 708.188 791.920 882.870

Bedienden 596.035 638.815 707.159 780.752 869.095Mannen 222.290 230.750 246.495 260.684 280.751Vrouwen 373.745 408.065 460.664 520.068 588.344

Regularisaties -566 -1.823 -896 -1.225 -1.030

Hulp van derden 5.639 34.551 38.470 41.556 45.634

Totaal 2.269.646 2.422.147 2.659.368 2.886.295 3.156.760

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

158

Page 165: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.12 Moederschap: verzekerde bevolking (1)

Bron: RIZIV

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Arbeidsters 451.879 451.302 451.196 447.245 446.061

Bedienden 718.390 725.383 732.351 731.919 728.596

Totaal 1.170.269 1.176.685 1.183.547 1.179.164 1.174.657

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.

2.13 Moederschap: aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Moederschap 6.925.084 7.031.324 7.265.790 7.279.302 7.355.302

Arbeidsters 2.582.286 2.599.608 2.670.647 2.653.338 2.616.754Bedienden 4.270.366 4.353.750 4.512.084 4.533.643 4.633.219Invaliden 72.432 77.966 83.059 92.321 105.329

Werkverwijdering 1.865.751 1.919.878 1.946.101 1.942.649 2.335.545

Arbeidsters 577.270 548.251 542.159 534.097 618.112Bedienden 1.288.481 1.371.627 1.403.942 1.408.552 1.717.433

Vaderschap + adoptie 382.610 395.357 421.363 403.937 414.848

Arbeiders 231.268 238.595 255.948 238.186 239.908Bedienden 151.342 156.762 165.415 165.751 174.940

2.14 Moederschap: gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

MoederschapArbeidsters 41,38 42,22 44,00 45,60 45,52Bedienden 56,40 57,58 60,24 62,41 63,06Invaliden 42,77 43,58 45,26 47,12 48,41

WerkverwijderingArbeidsters 37,00 37,39 38,69 39,13 46,11Bedienden 45,44 46,23 48,22 49,06 57,25

Vaderschap + adoptieArbeiders 78,14 79,83 82,43 84,54 85,12Bedienden 90,13 92,39 95,57 98,38 98,60

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

159

Page 166: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.15 Moederschap: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Moederschap 352.091 365.278 394.630 410.165 418.485

Arbeidsters 107.254 110.282 117.906 121.441 119.777 Bedienden 241.748 251.598 272.964 284.374 293.609 Invaliden 3.089 3.398 3.760 4.350 5.099

Werkverwijdering 56.926 59.762 64.332 65.600 102.857

Arbeidsters 16.430 15.646 16.450 15.934 23.990 Bedienden 40.496 44.116 47.882 49.666 78.867

Vaderschap + adoptie 31.741 33.582 36.961 36.480 37.710

Arbeiders 18.092 19.079 21.130 20.163 20.441 Bedienden 13.649 14.503 15.831 16.317 17.269

Borstvoeding 195 224 255 295 307

Totaal 440.953 458.846 496.178 512.540 559.359

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

160

Page 167: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Primaire arbeidsongeschiktheid 893.343 999.272 1.108.548 1.211.228 1.286.390Invaliditeit 2.269.646 2.422.147 2.659.368 2.886.295 3.156.760Moederschapsuitkeringen 440.965 458.850 496.169 512.546 559.335Begrafenisuitkeringen 6.607 6.405 6.629 6.634 6.480

Totaal 3.610.561 3.886.674 4.270.714 4.616.703 5.008.965

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

161

Page 168: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 169: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota In het werknemerspensioenstelsel (repartitiesysteem) worden de eigenlijke pensioenen en de afgeleide voordelen toegekend met toepassing van KB nr. 50 van 24.10.1967 betreffende de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en met toepassing van de vroegere afzonderlijke bepalingen over het pensioen van arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden. Het oude kapitalisatiestelsel van de werknemersrenten (dat sinds 31.12.1967 residueel is geworden) bestaat slechts in zoverre de verworven rechten op rustrenten en/of overlevingsrenten werden gehandhaafd. Sinds 31.12.2007 werden de technische reserves van dit oude stelsel overgenomen door de RSZ – Globaal beheer werknemers, ingevolge het K.B. van 21.04.2007 houdende uitvoering van het artikel 289 van de programmawet (I) van 27.12.2006. Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen (tabel 3.1) Het aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald, is gelijk aan het aantal personen dat op 1 januari is vastgelegd en voor wie het uitkeringsrecht in betaling is gesteld. Personen voor wie het recht is ingegaan, maar op die datum nog niet in betaling is gesteld, komen niet in de statistiek voor. Het aantal begunstigden wordt onderverdeeld in de volgende categorieën: gehuwden die een rustpensioen tegen “ gezinsbedrag “ genieten in het werknemersstelsel; gehuwden die een rustpensioen tegen “bedrag alleenstaanden” genieten in het

werknemersstelsel; niet gehuwden die een rustpensioen tegen “ bedrag alleenstaanden “ genieten in het

werknemersstelsel; personen die een (of meer) rustpensioen(en) en een (of meer) overlevingspensioen(en)

genieten, waarbij minstens een van die pensioenen ten laste komt van het werknemersstelsel: personen met een rustpensioen ten laste van het werknemersstelsel; personen met een overlevingspensioen ten laste van het werknemersstelsel;

personen die een overlevingspensioen genieten in het werknemersstelsel. Dubbeltellingen zijn het gevolg van mensen die een rust- en een overlevingspensioen cumuleren in het werknemersstelsel. Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente (tabel 3.2) Het aantal gerechtigden is opgedeeld in verscheidene categorieën: De personen die een ouderdomsrente genieten; De vrouwen (en enkel zij) die een weduwerente genieten; De vrouwen die een ouderdomsrente en een weduwerente genieten. De dubbeltellingen zijn een gevolg van vrouwelijke gerechtigden die een ouderdomsrente en een weduwerente cumuleren. De renten kunnen gecumuleerd worden met een (of meerdere) pensioen(en) van het repartitiestelsel hierboven vermeld. De berekening van dubbeltellingen werd niet uitgevoerd, omdat er ook geen totaal wordt gemaakt.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

163

Page 170: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen (tabel 3.3) Het gemiddelde bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari zijn betaald, wordt verkregen door de maandelijkse bruto-uitgaven van januari (nog vóór de afhouding van de bedrijfsvoorheffing, de ZIV-bijdrage, de solidariteitsbijdrage en de terug te vorderen bedragen) te delen door het aantal begunstigden op 1 januari. Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht (tabel 3.4) De rechthebbenden (op 01.01.2010) worden opgesplitst naar pensioenregeling (rust- of overlevingspensioen, gezinspensioen of pensioen voor een alleenstaande), alsook naar geslacht en naar leeftijdsklasse per vijf jaar. Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Enkele van de rubrieken uit deze tabel worden hieronder nader toegelicht: Vakantiegeld

Het aantal begunstigden is hier het aantal begunstigden van een rust- of overlevingspensioen dat in mei wordt betaald. Het vakantiegeld en het bijkomend vakantiegeld worden niet toegekend in de loop van het jaar waarin het pensioen ingaat. Het jaar nadien staat het toegekende bedrag in verhouding tot het aantal maanden waarin de rechthebbende tijdens het eerste jaar pensioen heeft ontvangen. Niettemin worden, in afwijking van deze bepaling, de bovenvermelde voordelen volledig toegekend vanaf het jaar waarin het rustpensioen ingaat, indien gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het pensioen ingaat, de begunstigde al een uitkering voor brugpensioen of voor ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid ontving. Analoog worden de bovenvermelde voordelen ook volledig toegekend vanaf het burgerlijk jaar waarin het overlevingspensioen ingaat, indien de overleden echtgenoot aan dezelfde voorwaarde voldeed of een rustpensioen ontving gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het burgerlijke jaar waarin hij overleed. Verwarmingstoelage De verwarmingstoelage wordt toegekend aan mijnwerkers die gerechtigd zijn op een rustpensioen of aan hun overlevende echtgenoot die gerechtigd is op een overlevingspensioen. De gegevens worden verstrekt volgens dezelfde methodologie als die voor de rust- en overlevingspensioenen. Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten Het repartitiestelsel betaalt sinds 2008 het totaal van de sociale prestaties van het oude kapitalisatiestelsel. Niettemin tot 2007 inbegrepen kwam het repartitiestelsel tussen in de sociale prestaties betreffende de rijksbijdrage en de indexering van de lopende renten die vóór 1994 zijn ingegaan. De indexeringscoëfficiënt zelf van die renten was reeds geblokkeerd op het niveau van de spilindex van 1986.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

164

Page 171: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Aanvullende informatie omtrent de werknemerspensioenen kan u vinden in de volgende publicaties van de RVP: jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden; jaarverslag van de RVP. In de genoemde publicaties staan gegevens over het aantal gevallen van cumul van werknemers-, zelfstandigen- en overheidspensioenen, wat toelaat informatie te bekomen over aantallen gepensioneerden (i.p.v. enkel over aantallen pensioenvoordelen). De jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden omvat ook een tabel werknemersrenten. U kan ook terecht op de website van de RVP: http://www.onprvp.fgov.be/.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

165

Page 172: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

01.2006 01.2007 01.2008 01.2009 01.2010

Mannen 748.032 756.422 765.404 779.668 794.469

Rustpensioenen 745.183 753.523 762.413 776.501 791.141Gehuwden, gezin 310.941 310.178 307.352 304.847 303.687Gehuwden, alleenstaand 258.512 264.102 271.846 282.767 292.370Niet-gehuwd 166.045 169.615 173.476 178.937 184.819Rust & overleving, gedeelte rust 9.685 9.628 9.739 9.950 10.265

Overlevingspensioenen 12.242 12.244 12.456 12.833 13.315Rust & overleving, gedeelte overleving 10.160 10.059 10.142 10.311 10.599Overleving 2.082 2.185 2.314 2.522 2.716

Dubbeltellingen -9.393 -9.345 -9.465 -9.666 -9.987

Vrouwen 870.750 862.716 871.048 882.906 876.297

Rustpensioenen 622.416 614.620 628.454 644.392 638.941Gehuwden, gezin 926 858 864 889 876Gehuwden, alleenstaand 232.536 227.460 234.670 242.794 239.096Niet-gehuwd 142.836 142.853 148.979 155.351 156.036Rust & overleving, gedeelte rust 246.118 243.449 243.941 245.358 242.933

Overlevingspensioenen 484.704 482.005 477.118 474.486 471.034Rust & overleving, gedeelte overleving 257.845 255.033 255.267 256.366 253.625Overleving 226.859 226.972 221.851 218.120 217.409

Dubbeltellingen -236.370 -233.909 -234.524 -235.972 -233.678

Totaal rust 1.367.599 1.368.143 1.390.867 1.420.893 1.430.082

Totaal overleving 496.946 494.249 489.574 487.319 484.349

Totaal pensioenen 1.864.545 1.862.392 1.880.441 1.908.212 1.914.431

Totaal dubbeltellingen -245.763 -243.254 -243.989 -245.638 -243.665

Totaal rechthebbenden 1.618.782 1.619.138 1.636.452 1.662.574 1.670.766

3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

166

Page 173: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

01.2008 01.2009 01.2010

Mannen 284.990 264.791 245.332

Ouderdomsrente 284.990 264.791 245.332

Vrouwen 397.868 376.959 356.540

Ouderdomsrente 317.073 301.760 286.633 Ouderdomsrente 270.588 258.813 246.916

Ouderdoms- en weduwerente 46.485 42.947 39.717

Weduwerente 127.280 118.146 109.624 Weduwerente 80.795 75.199 69.907

Ouderdoms- en weduwerente 46.485 42.947 39.717

Dubbeltellingen -46.485 -42.947 -39.717

Totaal ouderdomsrenten 602.063 566.551 531.965

Totaal weduwerenten 127.280 118.146 109.624

Totaal renten 729.343 684.697 641.589

Totaal dubbeltellingen -46.485 -42.947 -39.717

Totaal rechthebbenden 682.858 641.750 601.872

3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt betaald

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

167

Page 174: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

01.2006 01.2007 01.2008 01.2009 01.2010

Mannen 835,79 858,70 882,04 937,76 956,85

Rustpensioenen 835,13 858,05 881,39 937,08 956,16Gehuwden, gezin 1.015,47 1.042,19 1.071,97 1.142,25 1.166,04Gehuwden, alleenstaand 689,17 713,86 738,07 788,94 810,83Niet-gehuwd 738,11 758,83 780,91 833,67 852,32Rust & overleving, gedeelte rust 604,48 629,24 657,30 721,00 755,50

Overlevingspensioenen 234,75 243,17 251,84 272,35 280,34Rust & overleving, gedeelte overleving 147,01 149,83 151,47 162,67 166,32Overleving 662,93 672,85 691,72 721,44 725,31

Vrouwen 644,22 664,29 682,66 730,57 751,44

Rustpensioenen 408,98 423,02 440,14 477,00 492,24Gehuwden, gezin 534,27 564,11 642,05 712,94 744,74Gehuwden, alleenstaand 471,11 492,82 515,70 560,32 582,03Niet-gehuwd 530,48 543,06 560,26 601,86 614,50Rust & overleving, gedeelte rust 279,28 286,87 293,39 314,64 324,44

Overlevingspensioenen 632,14 649,56 666,54 711,63 730,24Rust & overleving, gedeelte overleving 595,84 611,99 631,70 678,47 695,88Overleving 673,40 691,78 706,63 750,61 770,32

Totaal / rustpensioen 641,18 662,62 682,02 728,42 748,89

Totaal / overlevingspensioen 622,36 639,49 655,99 700,04 717,87

Totaal / pensioen 636,16 656,48 675,24 721,17 727,73

Totaal / rechthebbende 732,75 755,11 775,92 827,73 849,11

3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

168

Page 175: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3.4

Rec

hth

ebb

end

en n

aar

pen

sio

enso

ort

, lee

ftijd

skla

sse

en g

esla

cht

Bro

n: R

VP

Min

der

dan

60

jaar

60-6

4 ja

ar65

-69

jaar

70-7

4 ja

ar75

-79

jaar

80-8

4 ja

ar

85 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Man

nen

9.26

479

.476

201.

236

188.

031

156.

544

99.2

1760

.701

794.

469

Geh

uwde

n, g

ezin

(ru

stpe

nsio

en)

4.53

825

.496

73.6

6776

.216

65.9

1439

.230

18.6

2630

3.68

7G

ehuw

den,

alle

enst

aand

(ru

stpe

nsio

en)

1.99

338

.451

83.5

4671

.431

52.6

8029

.634

14.6

3529

2.37

0N

iet g

ehuw

d (r

ustp

ensi

oen)

1.03

814

.544

42.4

0638

.334

35.4

2628

.015

25.0

5618

4.81

9R

ust &

ove

rlevi

ng7

381

1.53

41.

958

2.43

92.

254

2.30

410

.877

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oen

1.68

860

483

9285

8480

2.71

6

Vro

uw

en43

.180

72.5

5115

4.90

015

5.92

316

4.85

314

4.04

214

0.84

887

6.29

7G

ehuw

den,

gez

in (

rust

pens

ioen

)3

197

405

174

6127

987

6G

ehuw

den,

alle

enst

aand

(ru

stpe

nsio

en)

772

32.1

6976

.069

58.6

3941

.901

20.2

929.

254

239.

096

Nie

t geh

uwd

(rus

tpen

sioe

n)16

610

.613

38.1

7332

.903

29.5

1323

.404

21.2

6415

6.03

6R

ust &

ove

rlevi

ng3

2.80

528

.970

42.2

7760

.512

60.7

8967

.524

262.

880

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oen

42.2

3626

.767

11.2

8321

.930

32.8

6639

.530

42.7

9721

7.40

9

To

taal

rec

hth

ebb

end

en52

.444

152.

027

356.

136

343.

954

321.

397

243.

259

201.

549

1.67

0.76

6

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 201

0

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

169

Page 176: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

2006 2007 2008 2009 2010

Pensioenen 14.338.998 14.820.486 15.911.159 16.827.129 17.369.771Rustpensioenen (1), waarvan 10.651.807 11.049.927 11.934.816 12.689.705 13.183.415

Algemene regeling 10.638.196 11.037.320 11.922.617 12.678.308 13.173.097Bijzonder brugpensioen werklozen 13.611 12.607 12.199 11.397 10.318

Overlevingspensioenen 3.761.856 3.830.372 4.025.079 4.174.312 4.226.950Herwaarderingspremie 0 18.419 17.713 17.051 16.142Solidariteitsbijdrage -74.665 -78.232 -66.449 -53.939 -56.736

Vakantiegeld 670.320 685.942 721.628 745.163 753.820

Verwarmingstoelage 44.221 50.020 50.135 49.119 47.549

Tussenkomst van het

repartitiestelsel in de renten (2) 121.871 115.038 110.613 104.598 157.523

Indexeringen 113.846 106.559 103.231 97.709 90.944Rijksbijdrage 8.023 7.510 7.275 6.887 6.409Vrij verzekerden - 967 105 2 32Renten en complementen 2 2 2 0 60.138

Totaal 15.175.410 15.671.486 16.793.535 17.726.009 18.328.663

(1) Rustpensioenen: de algemene regeling bevat het bedrag "Nationale erkentelijkheid".(2) Indexeringen en Rijksbijdrage 2005 ten laste van het kapitalisatiestelsel (129.696 duizend euro).

3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

170

Page 177: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De rubriek sociale prestaties voor gezinsbijslag in de werknemersregeling omvat vier deelrubrieken, welke in de synthesetabel (4.8) worden weergegeven: het algemeen stelsel der werknemers - in de begrotingstabel aangeduid als “Nationale Verdeling” (sensu stricto) -, het gewaarborgd stelsel, de tijdelijke leerkrachten en de speciale categorieën. Al deze prestaties zijn ten laste van de Nationale Verdeling. De term “Nationale Verdeling” verwijst naar de gezinsbijslag waarvan de betaling wordt verzekerd door de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen voor de onder de sociale zekerheid vallende werknemers en van de hoofdelijke bijdragen voor de niet onder de sociale zekerheid vallende werknemers. De gewaarborgde gezinsbijslag is het residuair stelsel van gezinsbijslag, voorbehouden aan de gezinnen welke in geen enkel stelsel van gezinsbijslagen rechthebbend zijn, en waarvan de inkomens bepaalde plafonds niet overschrijden. In zekere zin behoort de gewaarborgde gezinsbijslag bij de sociale bijstandsregeling. Niettemin wordt de gewaarborgde gezinsbijslag beheerd door de RKW en zijn de uitgaven ermee verbonden ten laste van het werknemersstelsel. De rubriek “tijdelijke leerkrachten” betreft de gezinsbijslag uitgekeerd aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling. De speciale categorieën betreffen de categorieën personen die aandacht verdienen en waarvoor geen enkel ander recht op kinderbijslag bestond. Vóór 1997 werden aan deze personen extralegale uitkeringen gestort door de Rijksdienst, ten laste van zijn Reservefonds. Sinds 01.01.1997 werd hen echter een wettelijk recht toegekend krachtens artikel 102 van de samengeordende wetten. De Rijksdienst is rechtstreeks belast met het uitbetalen aan deze categorieën van de kinderbijslag, ten laste van het globaal beheer. Het gaat hier hoofdzakelijk om huispersoneel, verdwenen kinderen en grensarbeiders. Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (tabel 4.1) Deze tabel geeft een overzicht van het aantal rechtgevende kinderen volgens de deelsectoren: algemeen stelsel, gewaarborgde gezinsbijslag, tijdelijke leerkrachten en speciale categorieën en dit opgesplitst naar kinderbijslag, kraamgeld of adoptiepremie. Het betreft rechtgevende kinderen op 30 juni en geboorten/adopties in de loop van het kalenderjaar. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (tabel 4.2) In deze tabel vindt men - enkel voor de twee budgettair belangrijkste rubrieken, met name het algemeen stelsel (inclusief de tijdelijke leerkrachten ten laste van de Nationale Verdeling) en de gewaarborgde gezinsbijslag - de gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind en geboorte. De kinderbijslagbedragen omvatten de leeftijdsbijslag en (voor het algemeen stelsel) het supplement voor gehandicapte kinderen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

171

Page 178: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Kraamgeld en adoptiepremie (tabel 4.5) Deze tabel geeft het aantal geboorten weer dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van kraamgeld en het aantal adopties dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van een adoptiepremie (totalen in de loop van het jaar). Rechtgevende kinderen (tabellen 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7) Voor het algemeen stelsel, het gewaarborgd stelsel en de tijdelijke leerkrachten volgen tabellen met meer gedetailleerde gegevens over de rechtgevende kinderen/geboorten/adopties. Het gaat telkens om tabellen die evoluties weergeven van aantallen rechtgevende kinderen opgesplitst volgens verschillende kenmerken. Het gaat om volgende verdelingen van de rechtgevende kinderen: naar leeftijdsklasse en recht op bijslag (statuut van het rechtgevende kind) (tab. 4.3); naar rang (evolutie) (tab. 4.4); naar schaal en leeftijdsklasse (toestand 30.6.2006,… tot 30.6.2010) (tab. 4.6); naar schaal en rang (toestand 30.6.2006,… tot 30.6.2010) (tab. 4.7).

Synthesetabel (tabel 4.8) Deze tabel geeft ten slotte een overzicht van de evolutie van de sociale prestaties gezinsbijslagen per deelsector. Aanvullende informatie over de gezinsbijslagen kan u vinden in de publicaties van de RKW (bvb. de halfjaarlijkse mededeling) of op de website van de RKW : www.rkw.fgov.be .

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

172

Page 179: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector)(1)

Bron: RKW

2006 2007 2008 2009 2010

Algemeen stelsel

Kinderbijslag 1.881.742 1.899.549 1.917.576 1.939.953 1.962.612

Gewone schaal 1.540.520 1.585.988 1.607.569 1.632.384 1.645.112Invalidenschaal 66.683 68.216 72.488 77.339 83.520Wezenschaal 45.628 32.242 32.010 32.202 32.266Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) 228.911 213.103 205.509 198.028 201.714

waarvan: Gehandicapten jonger dan 21 jaar 29.734 31.887 34.373 36.258 38.711Gehandicapten ouder dan 21 jaar 17.971 17.450 16.636 16.343 15.886

Kraamgeld 96.578 96.825 100.585 100.558 101.663Adoptiepremie 382 328 288 346 373

Gewaarborgde gezinsbijslag

Kinderbijslag 17.162 15.541 14.675 14.326 15.875Kraamgeld 1.447 1.271 1.249 1.333 1.607

Tijdelijke leerkrachten (2)

Kinderbijslag 14.811 15.598 15.105 16.267 16.077Kraamgeld 207 209 225 273 228

Speciale categorieën (art. 102)

Kinderbijslag 684 691 691 649 677Kraamgeld 594 599 589 627 634

(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.

(2) Rechtgevende kinderen in december van tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

173

Page 180: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)

Bron: RKW

2006 2007 2008 2009 2010

Algemeen stelsel (1)

Kinderbijslag (2)1.916,76 1.927,30 2.026,18 2.094,58 2.118,76

Kraamgeld 923,92 941,02 965,54 994,42 1.005,56

Gewaarborgde gezinsbijslag

Kinderbijslag (3) 2.101,80 2.153,80 2.391,24 2.515,15 2.815,35Kraamgeld 896,22 906,70 954,22 976,03 965,50

(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) Inclusief leeftijdsbijslag.

(1) Inclusief gegevens betreffende het laatste kwartaal voor de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

174

Page 181: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RKW

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

0 - 5 jaar 530.928 538.601 550.065 557.352 567.828

6 - 11 jaar 521.204 525.142 526.341 524.557 527.024

12 - 15 jaar 359.756 355.300 350.620 348.807 348.185

16 - 17 jaar 174.352 179.416 183.547 182.647 178.601

18 - 20 jaar 187.682 192.773 197.997 207.696 215.291Studenten 172.837 176.826 182.077 191.134 196.438Leerlingen (1) 3.063 2.947 3.092 2.935 3.132Werkzoekenden (2) 7.406 8.604 8.173 8.801 10.507Gehandicapten 4.376 4.396 4.655 4.826 5.214

21 - 24 jaar 89.849 90.867 92.370 102.551 109.797Studenten 83.126 84.045 85.754 94.752 100.118Leerlingen (1) 604 617 645 716 725

Werkzoekenden (2) 6.119 6.205 5.971 7.083 8.954

25 jaar en ouder 17.971 17.450 16.636 16.343 15.886Volledig ongeschikten 13.227 12.766 12.305 11.990 11.590In beschutte werkplaats 4.744 4.684 4.331 4.353 4.296

Totaal 1.881.742 1.899.549 1.917.576 1.939.953 1.962.612

Kinderen met een handicap 47.705 49.337 51.009 52.601 54.597Jonger dan 21 jaar 29.734 31.887 34.373 36.258 38.71125 jaar en ouder 17.971 17.450 16.636 16.343 15.886

(2) Er wordt kinderbijslag toegekend gedurende een periode van 270 of 180 kalenderdagen, naargelang het geval, ten behoeve van bepaalde kinderen die werkzoekend zijn (KB van 05.12.1983 en KB van 15.09.1994).

4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap

(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

175

Page 182: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang

Bron: RKW

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Eerste kind 1.064.783 1.075.977 1.083.926 1.099.948 1.114.388Tweede kind 574.095 579.586 588.356 594.165 600.495

Derde kind en volgende 242.864 243.986 245.294 245.840 247.729

Totaal 1.881.742 1.899.549 1.917.576 1.939.953 1.962.612

4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen)

Bron: RKW

2006 2007 2008 2009 2010

Kraamgeld 96.578 96.825 100.585 100.558 101.663Eerste geboorte 49.238 48.822 51.193 51.455 51.396Volgende geboorten 47.340 48.003 49.392 49.103 50.267

Adoptiepremie 382 328 288 346 373

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

176

Page 183: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse

Bron: RKW

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 454.924 432.096 427.875 221.693 3.932 1.540.520Invalidenschaal 11.556 16.989 24.611 12.988 539 66.683Wezenschaal 1.622 5.836 13.536 11.360 13.274 45.628Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 62.826 66.283 68.086 31.490 226 228.911

Totaal 530.928 521.204 534.108 277.531 17.971 1.881.742

Bron: RKW

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 467.188 440.257 433.098 227.995 17.450 1.585.988Invalidenschaal 12.096 17.920 24.942 13.258 - 68.216Wezenschaal 1.558 5.854 13.319 11.511 - 32.242Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 57.759 61.111 63.357 30.876 - 213.103

Totaal 538.601 525.142 534.716 283.640 17.450 1.899.549

Bron: RKW

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 478.228 442.491 435.407 234.807 16.636 1.607.569Invalidenschaal 13.215 19.193 26.204 13.876 - 72.488Wezenschaal 1.550 5.719 13.011 11.730 - 32.010Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 57.072 58.938 59.545 29.954 - 205.509

Totaal 550.065 526.341 534.167 290.367 16.636 1.917.576

Bron: RKW

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 485.974 442.883 434.586 252.598 16.343 1.632.384Invalidenschaal 14.477 20.358 27.505 14.999 - 77.339Wezenschaal 1.517 5.657 12.698 12.330 - 32.202Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 55.384 55.659 56.665 30.320 - 198.028

Totaal 557.352 524.557 531.454 310.247 16.343 1.939.953

Bron: RKW

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 491.181 443.681 429.656 264.708 15.886 1.645.112Invalidenschaal 16.392 21.936 29.008 16.184 - 83.520Wezenschaal 1.517 5.557 12.431 12.761 - 32.266Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 58.738 55.850 55.691 31.435 - 201.714

Totaal 567.828 527.024 526.786 325.088 15.886 1.962.612

(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid.

Toestand op 30 juni 2010

Toestand op 30 juni 2006

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2009

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

177

Page 184: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 869.343 485.823 140.550 33.307 11.497 1.540.520Invalidenschaal 36.662 17.608 7.477 3.049 1.887 66.683Wezenschaal 35.479 7.419 2.009 531 190 45.628Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 123.299 63.245 26.452 10.137 5.778 228.911

Totaal 1.064.783 574.095 176.488 47.024 19.352 1.881.742

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 900.973 495.246 143.513 34.293 11.963 1.585.988Invalidenschaal 37.182 18.244 7.798 3.158 1.834 68.216Wezenschaal 22.461 7.159 1.940 507 175 32.242Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 115.361 58.937 24.280 9.286 5.239 213.103

Totaal 1.075.977 579.586 177.531 47.244 19.211 1.899.549

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 911.377 504.590 144.818 34.628 12.156 1.607.569Invalidenschaal 39.218 19.641 8.384 3.306 1.939 72.488Wezenschaal 22.459 7.078 1.833 482 158 32.010Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 110.872 57.047 23.638 8.939 5.013 205.509

Totaal 1.083.926 588.356 178.673 47.355 19.266 1.917.576

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 927.418 511.507 146.482 34.764 12.213 1.632.384Invalidenschaal 42.393 20.778 8.792 3.438 1.938 77.339Wezenschaal 22.948 6.938 1.761 431 124 32.202Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 107.189 54.942 22.656 8.545 4.696 198.028

Totaal 1.099.948 594.165 179.691 47.178 18.971 1.939.953

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 936.589 515.198 146.421 34.914 11.990 1.645.112Invalidenschaal 45.741 22.491 9.470 3.717 2.101 83.520Wezenschaal 23.138 6.844 1.729 414 141 32.266Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 108.920 55.962 23.421 8.760 4.651 201.714

Totaal 1.114.388 600.495 181.041 47.805 18.883 1.962.612

(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid

Toestand op 30 juni 2010

Toestand op 30 juni 2006

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2009

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

178

Page 185: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro)

Bron: RKW

2006 2007 2008 2009 2010

Nationale verdeling (1) 3.599.665 3.693.798 3.879.640 4.056.680 4.143.011Speciale categorieën (2) 1.722 1.733 1.891 1.925 2.079Gewaarborgde gezinsbijslag 37.368 32.842 35.232 37.489 46.152

Tijdelijke leerkrachten (1) 7.179 7.379 5.965 8.572 8.396

Totaal 3.645.934 3.735.752 3.922.728 4.104.666 4.199.638

(2) In het verleden werden “speciale categorieën” aangeduid als “ten laste van het Reservefonds”. Sedert de invoering van het Globaal beheer worden deze echter eveneens gefinancierd door het RSZ-Globaal beheer.

(1) Vanaf 2005 is de definitie van deze twee categorieën gewijzigd.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

179

Page 186: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 187: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. Arbeidsongevallen 5.0 Methodologische nota De tak arbeidsongevallen omvat twee stelsels (van financiering): het kapitalisatiestelsel en het repartitiestelsel. Enkel het repartitiestelsel behoort tot het globaal financieel beheer. Een slachtoffer van een arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid, ontvangt ter vergoeding van zijn/haar verminderd economisch verdienvermogen een levenslange rente. Deze rente is o.m. in functie van de opgelopen graad van arbeidsongeschiktheid. Deze rente wordt in principe – wanneer de ongeschiktheid meer dan 19 % beloopt – uitbetaald via het kapitalisatiestelsel. De renten voor arbeidsongevallen tot en met 19% worden uitbetaald via het repartitiestelsel, evenals alle aanvullende, speciale en aanpassingsbijslagen1. De in dit Vade Mecum opgenomen tabellen betreffen uitsluitend het repartitiestelsel met uitzondering van tabel 5.4. Hierna vindt u een toelichting betreffende enkele rubrieken en tabellen. De effectieven (tabel 5.1) De opgenomen gegevens zijn een momentopname per 31 december van het beschouwde jaar, zonder onderscheid naar eventuele periodiciteit van de genoten uitkeringen. In het stelsel van de arbeidsongevallen kunnen uitkeringen zowel maandelijks als trimestrieel als jaarlijks zijn qua periodiciteit. Hierdoor kan de toestand per 31 december niet als maatstaf genomen worden voor elke individuele maand. De gemiddelde vergoedingen (tabel 5.2) Het spreekt dan ook vanzelf dat berekeningen van de gemiddelde vergoedingen zeer voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, juist omwille van de verschillende periodiciteiten. De aangegeven gemiddelde uitkering stemt geenszins overeen met de gemiddelde vergoeding van een gerechtigde op een maandelijkse, een trimestriële of een semestriële vergoeding wegens arbeidsongeval. De uitgaven (tabel 5.3) Zorgen Het gaat om geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verpleegkundige zorgen die door het ongeval noodzakelijk kunnen worden, zoals volgt uit de toepassing van de wet van 10.04.1971, art. 28, 28bis en 58. Verzekeringsoperaties De verzekeringsoperaties zijn verrichtingen die het FAO dient te stellen ten laste van het repartitiestelsel, zoals beschreven in art. 58 en 58bis van de wet van 10.04.1971. Het betreft: verzekeringsverrichtingen voor dodelijke ongevallen (renten), vergoedingen voor begrafeniskosten en overbrenging naar de begraafplaats, arbeidsongeschiktheid, uitkeringen in kapitaal, vergoedingen voor tijdelijke verergering en dagelijkse en jaarlijkse vergoedingen en toelagen. 1 De aanvullende en speciale bijslagen worden samengevat onder de term “forfaitair stelsel”, waartoe ook de overlevingsbijslagen en de verergeringsbijslagen behoren.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

181

Page 188: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Renten en vergoedingen < 20 % Krachtens de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, wordt voor de ongevallen overkomen vanaf 01.01.1988 en waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10 % is geschied, de waarde van de jaarlijkse vergoeding en van de rente als kapitaal gestort bij het FAO. De vaststelling van genoemde graad kan gebeurd zijn bij een bekrachtiging van de overeenkomst met datum vanaf 01.01.1994 hetzij door een gerechtelijke beslissing die op een datum vanaf 01.01.1994 van kracht van gewijsde treedt. Het FAO betaalt jaarlijks aan de slachtoffers de jaarvergoeding en de niet-geïndexeerde renten. Hetzelfde principe van kapitaaloverdracht werd uitgebreid tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 16% voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.01.1997 (KB van 16.12.1996). Later volgde op dezelfde wijze de uitbreiding voor blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 20% voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.12.2003 (wet van 22.12.2003). De renten en vergoedingen verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% tot en met 19% worden maandelijks uitbetaald aan de rechthebbende (per kwartaal indien het ongeval dateert van vóór 01.01.1988) volgens art. 45 quater, derde tot en met zesde lid van de arbeidsongevallenwet, KB van 24.12.1987 en KB van 12.08.1994. Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (tabel 5.4) Deze tabel herneemt de statistiek van het aantal rechthebbenden, maar in tegenstelling tot de tabel 5.1 gaat het hier over personen met een blijvende arbeidsongeschiktheid of de rechtverkrijgenden van overleden slachtoffers. Zij ontvangen een rente. Het zijn de effectieven voor beide stelsels samen. Zoals hoger in deze nota uiteengezet, bepaalt de arbeidsongeschiktheidsgraad of het kapitalisatiestelsel dan wel het repartitiestelsel de uitgaven, verbonden aan de te betalen rente, ten laste neemt. De effectieven worden uitgesplitst naar statuut (gerechtigde of één van de deelcategorieën van de rechtverkrijgenden) en naar betalingsinstelling (een verzekeringsmaatschappij, een eigen verzekeraar of het FAO). Voor aanvullende informatie en bijkomende statistieken over de arbeidsongevallenverzekering kunt u terecht op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen: www.faofat.fgov.be

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

182

Page 189: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel (1)

Bron: FAO

2006 2007 2008 2009 2010

Forfaitair stelsel

Uitkeringen aan slachtoffersSpeciale bijslag 36 31 26 25 25Aanvullende bijslag 17.101 15.937 14.903 14.002 12.966

< 10 % 4.485 4.131 3.808 3.516 3.199van 10 % tot 35 % 10.709 10.007 9.385 8.859 8.229van 36 % tot 65 % 1.329 1.249 1.185 1.126 1.056> 65 % 578 550 525 501 482

Verergeringsvergoeding 1.682 1.661 1.636 1.611 1.578

Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 69 64 64 63 61Aanvullende bijslag 3.750 3.502 3.262 3.041 2.837Overlijdensvergoeding 101 96 96 96 93

Aanpassingsvergoedingen

Uitkeringen aan slachtoffers 76.685 75.047 73.463 71.567 69.474< 10 % voor 1982 1.222 1.153 1.090 1.001 900

< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 (2) 53.304 52.471 51.464 50.437 49.365> 10 % 22.159 21.423 20.909 20.129 19.209

Uitkeringen aan rechthebbenden 4.297 4.158 4.107 3.977 3.810

Renten en vergoedingen < 20 % 77.219 83.094 89.850 96.763 103.602< 10 % vanaf 1994 69.499 74.472 80.222 86.106 91.83410 % tot minder dan 16 % 7.221 7.998 8.863 9.765 10.75016 % tot minder dan 20 % 499 624 765 892 1.018

Totaal (3) 127.636 131.119 135.943 140.708 145.081

(1) Op 31 december (kapitalisatiestelsel niet inbegrepen).(2) Omvat meer dan de helft van de slachtoffers die niet uitkeringsgerechtigd zijn.

(3) Dit totaal omvat de som van de rubrieken aanvullende bijslag, overlijdensvergoeding, verergeringsvergoeding en aanpassingsvergoeding (behalve <10 % vanaf 1982 en voor 1988) en renten en vergoedingen < 20%.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

183

Page 190: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel (euro)

Bron: FAO

2006 2007 2008 2009 2010

Forfaitair stelsel

Uitkeringen aan slachtoffersSpeciale bijslag 12.417 2.161 2.269 2.440 2.360Aanvullende bijslag 1.727 1.788 1.907 1.965 2.051

< 10 % 386 398 431 452 480van 10 % tot 35 % 1.260 1.310 1.393 1.429 1.487van 36 % tot 65 % 5.070 5.179 5.445 5.548 5.718> 65 % 13.104 13.220 13.815 14.018 14.081

Verergeringsvergoeding 3.366 3.543 3.711 3.809 3.716

Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 2.029 2.125 2.234 2.254 2.295Aanvullende bijslag 2.776 2.839 3.029 3.121 3.189Overlijdensvergoeding 3.455 3.604 3.854 3.833 3.978

Aanpassingsvergoedingen

Uitkeringen aan slachtoffers 515 623 552 561 549< 10 % voor 1982 338 323 305 303 320< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 13 13 14 14 13> 10 % 1.730 1.761 1.890 1.945 1.936

Uitkeringen aan rechthebbenden 1.844 1.907 1.996 2.031 2.080

Renten en vergoedingen < 20 % 780 806 842 858 891< 10 % vanaf 1994 591 602 615 628 64610 % tot minder dan 16 % 2.407 2.462 2.600 2.564 2.64116 % tot minder dan 20 % 3.603 3.917 4.252 4.381 4.525

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

184

Page 191: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5.3 Uitgaven - repartitiestelsel (duizend euro)

Bron: FAO

2006 2007 2008 2009 2010

Zorgen 3.677 3.702 3.801 3.979 3.438

Ongeschiktheid 2.034 1.700 1.364 5.776 5.424

Forfaitair stelsel 46.544 44.865 44.944 43.714 42.075

Uitkeringen aan slachtoffers 35.645 34.441 34.549 33.713 32.518Speciale bijslag 447 67 59 61 59Aanvullende bijslag 29.536 28.489 28.419 27.516 26.595

< 10 % 1.730 1.645 1.641 1.589 1.536van 10 % tot 35 % 13.494 13.105 13.073 12.658 12.234van 36 % tot 65 % 6.738 6.468 6.452 6.247 6.038> 65 % 7.574 7.271 7.253 7.023 6.787

Verergeringsvergoeding 5.662 5.885 6.071 6.136 5.864

Uitkeringen aan rechthebbenden 10.899 10.424 10.395 10.001 9.557Speciale bijslag 140 136 143 142 140Aanvullende bijslag 10.410 9.942 9.882 9.491 9.047Overlijdensvergoeding 349 346 370 368 370

Aanpassingsvergoedingen 47.379 46.735 48.766 48.232 46.053

Uitkeringen aan slachtoffers 39.455 38.807 40.568 40.154 38.129< 10 % voor 1982 413 372 332 303 288< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 704 703 724 691 656> 10 % 38.338 37.732 39.512 39.160 37.185

Uitkeringen aan rechthebbenden 7.924 7.928 8.198 8.078 7.924

Renten en vergoedingen < 20 % 60.253 66.953 75.640 83.052 92.335< 10 % vanaf 1994 41.073 44.819 49.347 54.110 59.33510 % tot minder dan 16 % 17.382 19.690 23.040 25.034 28.39416 % tot minder dan 20 % 1.798 2.444 3.253 3.908 4.606

Totaal 159.887 163.955 174.516 184.753 189.325

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

185

Page 192: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels (1)

Bron: FAO

Echtgenoten AscendentenDescen-

denten (3) Subtotaal

2006 54.280 9.030 1.357 2.472 12.859 67.1392007 53.855 8.881 1.298 2.429 12.608 66.4632008 53.122 8.670 1.240 2.447 12.357 65.4792009 52.203 8.409 1.159 2.427 11.995 64.1982010 52.401 8.192 1.095 2.388 11.675 64.076

2006 187 31 2 1 34 2212007 175 31 1 1 33 2082008 170 30 1 1 32 2022009 165 30 1 1 32 1972010 148 29 1 1 31 179

2006 119.419 6.900 1.056 261 8.217 127.6362007 123.299 6.600 997 223 7.820 131.1192008 128.414 6.360 976 193 7.529 135.9432009 133.531 6.093 920 164 7.177 140.7082010 138.280 5.819 839 143 6.801 145.081

2006 128 36 14 2 52 1802007 123 38 14 1 53 1762008 119 35 14 1 50 1692009 109 36 14 1 51 1602010 105 32 12 1 45 150

2006 112 68 15 20 103 2152007 112 67 14 24 105 2172008 109 65 14 23 102 2112009 103 63 13 18 94 1972010 100 63 12 13 88 188

2006 174.126 16.065 2.444 2.756 21.265 195.3912007 177.564 15.617 2.324 2.678 20.619 198.1832008 181.934 15.160 2.245 2.665 20.070 202.0042009 186.111 14.631 2.107 2.611 19.349 205.4602010 191.034 14.135 1.959 2.546 18.640 209.674

(2) Met blijvende arbeidsongeschiktheid.

(4) Met inbegrip van het aantal slachtoffers met een blijvende arbeidsongeschiktheid tot en met 19 %.

Slachtoffers (2)

RechtverkrijgendenAlgemeen

totaal

Verzekeringsmaatschappijen en Gemeenschappelijke kassen

Eigen verzekeraars

Fonds voor Arbeidsongevallen (4)

FAO - Dienst voor de koopvaardij

FAO - Dienst voor de zeevisserij

Totaal

(3) Descendenten: wil hier zeggen kinderen, kleinkinderen, broers en zussen (tijdelijke renten en gehandicapten).

(1) De renten voor de arbeidsongeschiktheden tot en met 19 % zijn ten laste van het repartitiestelsel, de overige renten zijn ten laste van het kapitalisatiestelsel.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

186

Page 193: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

6. Beroepsziekten 6.0 Methodologische nota De tak beroepsziekten wordt wat de werknemers uit de privésector betreft beheerst door de wet van 24.12.1963, gecoördineerd bij KB van 03.06.1970. Voor de overheidssector is er een aparte regeling voorzien in de wet van 03.07.1967. Het Fonds voor de Beroepsziekten treedt ook op als verzekeraar van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (tabel 6.1) Deze statistiek geeft telkens het aantal vergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Voor de gepensioneerden moet men rekening houden met het KB van 13.01.1983 dat de vergoedingen beperkt in geval van cumul met een rust- of overlevingspensioen. Voor de personen die vóór 01.01.1983 genoten van een vergoeding gecumuleerd met een pensioen werd de indexering tijdelijk opgeschort en in het geval van herziening van een beroepsziekte wordt de vergoeding verdeeld in een geïndexeerd en een niet-geïndexeerd gedeelte. Voor de deelcategorieën, waarvan de definitie volgt, is het niet mogelijk op jaarbasis het detail te geven: beperkte vergoeding: voor de gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen; niet-geïndexeerde vergoeding: voor getroffenen met een rustpensioen dat is ingegaan vóór

01.01.1983; betrokkenen kunnen genieten van de verworven rechten; gemengde vergoeding: gepensioneerden van vóór 01.01.1983 bij wie het bedrag van de

vergoeding na deze datum verhoogd werd ingevolge een herzieningsbeslissing. Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge overlijden van het slachtoffer (tabel 6.2) Deze statistiek geeft het aantal basisvergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Het aantal begrafenisvergoedingen slaat op het volledige jaar. Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (tabel 6.3) Het gemiddelde maandbedrag voor december is berekend als de totale uitgaven per categorie telkens gedeeld door het overeenkomstige aantal vergoedingen opgenomen in de tabellen 6.1 en 6.2. De jaarlijkse uitgaven per schadepost (tabel 6.4) In de tabel zijn de globale jaarlijkse bedragen in duizenden euro opgesplitst volgens de voornaamste uitgavenposten. Het betreft hier dus zowel de privé als de RSZPPO - sector.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

187

Page 194: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens invaliditeitsgraad (tabel 6.5) De aantallen rechthebbenden met blijvende arbeidsongeschiktheid worden in deze tabel verdeeld volgens de graad van arbeidsongeschiktheid. Deze arbeidsongeschiktheidsgraad of invaliditeitsgraad is samen met het basisloon bepalend voor de rente welke het slachtoffer ontvangt. De tabel geeft tevens de uitsplitsing van de uitkeringen naar mijnwerkerspneumoconiose enerzijds en het geheel van de andere ziekten anderzijds. Aanvullende informatie over de verzekering voor beroepsziekten kunt u vinden in het jaarverslag van het FBZ of op de website http://www.fbz.fgov.be.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

188

Page 195: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: FBZ

2006 2007 2008 2009 2010

Pneumoconiosis 12.793 11.662 10.624 9.677 8.796

Niet-gepensioneerden 168 145 119 106 93Gepensioneerden 12.625 11.517 10.505 9.571 8.703

Andere ziekten 50.036 49.771 49.254 48.767 48.296

Niet-gepensioneerden 22.822 22.148 21.307 20.527 19.763Gepensioneerden 27.214 27.623 27.947 28.240 28.533

Bron: FBZ

2006 2007 2008 2009 2010

Pneumoconiosis

Basisvergoeding 10.628 10.240 9.869 9.482 9.102

Niet-gepensioneerden 318 302 297 289 279Gepensioneerden 10.310 9.938 9.572 9.193 8.823

Begrafenisvergoeding (1) 445 386 386 399 321

Andere ziekten

Basisvergoeding 3.110 3.222 3.293 3.416 3.438

Niet-gepensioneerden 227 229 228 224 211Gepensioneerden 2.883 2.993 3.065 3.192 3.227

Begrafenisvergoeding (1) 258 284 284 301 213

(1) Aantal vergoedingen tijdens het volledige jaar.

6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem

6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het

overlijden van het slachtoffer (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

189

Page 196: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: FBZ

2006 2007 2008 2009 2010

Blijvende arbeidsongeschiktheid

Pneumoconiosis 301 303 312 309 353

Niet-gepensioneerden 450 425 457 409 446Gepensioneerden 299 302 310 308 352

Andere ziekten 212 215 224 226 253

Niet-gepensioneerden 307 308 322 327 328Gepensioneerden 132 140 149 152 202

Vergoeding ingevolge overlijden

Pneumoconiosis 351 357 376 382 389

Niet-gepensioneerden 290 300 320 326 332Gepensioneerden 353 359 378 384 390

Andere ziekten 322 329 348 355 361

Niet-gepensioneerden 425 441 482 490 504Gepensioneerden 314 320 339 346 352

6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (euro) (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

190

Page 197: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) (duizend euro)

Bron: FBZ

2006 2007 2008 2009 2010

Blijvende arbeidsongeschiktheid 193.294 189.650 190.904 187.706 204.839

Pneumoconiosis 50.159 46.518 43.123 39.605 41.629Andere ziekten 143.135 143.132 147.781 148.101 163.210

Rechthebbenden ingevolge overlijden

60.463 60.332 62.209 62.049 61.242

Pneumoconiosis 47.164 46.409 46.929 45.873 44.838waarvan begrafenisvergoeding 660 610 743 656 586

Andere ziekten 13.299 13.922 15.280 16.177 16.404waarvan begrafenisvergoeding 528 584 626 688 518

Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 4.863 5.000 4.767 4.938 5.630Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 4.863 5.000 4.767 4.938 5.630

Werkverwijdering 67.328 70.963 74.176 69.056 49.774Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 67.328 70.963 74.176 69.056 49.774

Geneeskundige verzorging 6.811 6.700 6.490 6.184 5.687Pneumoconiosis 1.653 1.678 1.540 1.141 1.145Andere ziekten 5.158 5.022 4.950 5.044 4.542

Totaal 332.759 332.645 338.546 329.933 327.172

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

191

Page 198: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: FBZ Toestand december 2010

Mijnwerkers- pneumoconiose

Andere ziekten

Minder dan 5 % 1.677 5.822 7.4995 - 9 % 1.659 14.495 16.15410 - 14 % 1.025 10.289 11.31415 - 19 % 248 2.857 3.10520 - 24 % 385 3.805 4.19025 - 29 % 426 2.632 3.05830 - 34 % 484 2.473 2.95735 - 39 % 228 1.397 1.62540 - 44 % 451 1.369 1.82045 - 49 % 330 728 1.05850 - 54 % 361 492 85355 - 59 % 279 284 56360 - 64 % 277 220 49765 - 69 % 193 173 36670 - 74 % 170 140 31075 - 79 % 145 119 26480 - 84 % 110 120 23085 - 89 % 89 115 20490 - 94 % 50 67 11795 - 99 % 30 41 71100 % 179 658 837

- waarvan hulp van derden 61 91 152

Totaal 8.796 48.296 57.092

6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de invaliditeitsgraad Privésector - Lijstsysteem en open systeem

Percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid

Aantal uitkeringen voor

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

192

Page 199: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet 7.0 Methodologische nota De voornaamste voorwaarden om van werkloosheidsvergoedingen te kunnen genieten zijn: zonder loon zijn, dus geen arbeid verrichten (behoudens de gevallen van activering van

werkloosheidsuitkeringen); werkloos zijn ingevolge omstandigheden die onafhankelijk zijn van zijn wil; beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, wat o.m. wil zeggen ingeschreven zijn als

werkzoekende bij het subregionale arbeidsbureau, afhangend van VDAB, FOREM, Actiris of Arbeitsamt.

De statistische gegevens De RVA baseert zich voor zijn statistieken enerzijds op de door de uitbetalingsinstellingen uitgevoerde betalingen inzake werkloosheid, brugpensioen en activering en, anderzijds, op de door de RVA zelf uitgevoerde betalingen: de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet. Fysieke eenheden Het aantal betalingen dat werd verricht tijdens de maand wordt gebruikt als maat voor het aantal fysieke eenheden. De maand waarin de betaling uitgevoerd wordt is de indieningsmaand. De refertemaand is de maand waarop de betaling betrekking heeft. De keuze van de indieningsmaand wordt vooral ingegeven door pragmatische redenen: het aantal betalingen tijdens de indieningsmaand staat vast en wijzigt niet meer, terwijl het aantal betalingen van een bepaalde refertemaand door de indiening van achterstallige betalingen voortdurend wijzigt. Het aantal betalingen stemt niet overeen met het aantal personen die tijdens de indieningsmaand betaald worden: een persoon kan immers begunstigde zijn van meerdere betalingen. Gemiddeld aantal Stemt overeen met het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden betaald per vergoedbare dag in de loop van de beschouwde maand. Het gemiddeld aantal wordt berekend door het aantal ingediende dagen te delen door het aantal vergoedbare dagen van de betreffende refertemaand. Dagen Het totaal aantal dagen waarvoor de uitkeringsgerechtigden uitkeringen hebben ontvangen. Het maximum aantal dagen per maand en per uitkeringsgerechtigde is het totaal aantal kalenderdagen verminderd met het aantal zondagen in de maand (de vergoedbare dagen). Gemiddelde daguitkering (per vergoede dag) De som van de bedragen gedeeld door het aantal vergoede dagen. Uitgaven Het bedrag aan uitkeringen die tijdens de maand of het jaar werd betaald.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

193

Page 200: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

WERKLOOSHEID (tabellen 7.1 - 7.5 en 7.10) De werkloosheidsreglementering maakt een onderscheid tussen volledige werklozen en tijdelijke werklozen. Een volledig werkloze is ofwel een werkloze die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst1 ofwel een deeltijdse werknemer voor de uren waarop hij gewoonlijk niet werkt. Een tijdelijk werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst verbonden is en waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. De rubriek "volledige werkloosheid" gaat over de situatie van de voltijdse werknemer die volledig werkloos is. Voor de werkloosheidsverzekering is een betrekking voltijds wanneer de werknemer tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldoet: de gemiddelde en normale duur van het werk moet minstens 35 uren per week bedragen; het weekloon moet overeenstemmen met het loon voor een volledige werkweek in het bedrijf. Elke werknemer die niet voldoet aan bovenvermelde voorwaarden, is een deeltijdse werknemer. Volledige werkloosheid Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - werkzoekenden (UVW – WZ)

Na een voltijdse tewerkstelling De niet werkende volledig werklozen die zijn ingeschreven als werkzoekende op basis van arbeidsprestaties omvatten: de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties; de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties verricht bij

het OCMW; de volledig werklozen afkomstig uit een andere EU-lidstaat die zich naar België begeven

(uitvoer van rechten naar België); de werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties in een beschutte

werkplaats.

Na studies Het betreft: de jongeren die aan de deeltijdse leerplicht voldoen en die aanspraak maken op

overbruggingsuitkeringen; de niet werkende volledig werklozen die ingeschreven zijn als werkzoekende en die

wachtuitkeringen ontvangen op basis van studies of van een leertijd.

Tewerkgestelden in een beschutte werkplaats Volledig werklozen die zijn tewerkgesteld in een beschutte werkplaats. De mindervalide werknemer behoudt het recht op uitkeringen tijdens zijn/haar tewerkstelling indien hij/zij door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt beschouwd als moeilijk te plaatsen en voor zover hij/zij er is tewerkgesteld door toedoen van die gewestelijke dienst.

1 Voor een definitie van dit begrip cf. Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid in België.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

194

Page 201: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Oudere werklozen

Sinds 01.07.2002 moeten werklozen die nog geen 58 jaar zijn in principe ingeschreven zijn als werkzoekende. Na 312 uitkeringen zullen deze werklozen (van 50 tot 57 jaar) een mini-vrijstelling kunnen bekomen (aanmelding ter gemeentelijke controle)2. Enkel de werklozen van 50 tot 57 jaar die een omvangrijk beroepsverleden kunnen aantonen, zullen de maxi-vrijstelling kunnen bekomen (beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt). De werklozen die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt, kunnen, vanaf hun eerste werkloosheidsdag, de maxi-vrijstelling bekomen. Enkel de gerechtigden op een maxi-vrijstelling worden in dit statuut opgenomen.

Andere

Volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding Het gaat hier om een beroepsopleiding georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, alsmede om de individuele opleiding in een onderneming of in een onderwijsinstelling erkend door die gewestelijke dienst. Begeleidingsuitkering Wie tijdens de wachttijd een opleiding volgt ter voorbereiding van een startbaanovereenkomst kan genieten van een begeleidingsuitkering. Na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling De werklozen die gerechtigd zijn op werkloosheidsuitkeringen na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling (zij ontvangen halve uitkeringen in verhouding tot het gewerkte uurrooster tijdens de deeltijdse betrekking).

Studies en andere vrijstellingen Het betreft: de vrijgestelden van inschrijving als werkzoekende om studies, cursussen of een opleiding

te volgen; de werklozen van 50 jaar en ouder die zich naar het buitenland begeven om hun

beroepservaring gratis en vrijwillig ten dienste van een vreemd land te stellen; de jonge werklozen die als coöperant werken; de werklozen die deelnemen aan een humanitaire actie in het buitenland; de leerkrachten die zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende in juli en augustus. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een inkomensgarantie-uitkering Vanaf 01.06.1993 werd een nieuwe categorie deeltijdse werknemers gecreëerd: de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Een deeltijds werknemer met behoud van rechten kan tijdens zijn/haar deeltijdse tewerkstelling en onder bijzondere voorwaarden een inkomensgarantie-uitkering genieten. Het nettobedrag van de inkomensgarantie-uitkering komt overeen met het verschil tussen de referte-uitkering van de betrokken persoon, vermeerderd met een toeslag, en de nettobezoldiging die werd ontvangen voor de betrokken maand. Vrijgestelden wegens sociale en familiale moeilijkheden Het gaat om volledig werklozen die tijdelijk zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende wegens moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak. Die vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 6 maanden, met een maximum van 12 maanden (de mogelijkheid bestaat om die periode te verlengen). Tijdens de eerste 24 maanden krijgt de werkloze 260,26 euro per maand. Vanaf de 25ste maand is dat 211,38 euro per maand. Die bedragen worden niet geïndexeerd.

2 Het betreft de toestand voor de periode 2001-2005. Vanaf 15.12.2005 werd de gemeentelijke stempelcontrole afgeschaft.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

195

Page 202: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Tijdelijke werkloosheid

De tijdelijk werklozen zijn werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdelijk is geschorst (voor de redenen overmacht, technische stoornis, slecht weer, economische redenen, jaarlijkse vakantie, staking / lock-out).

Andere uitkeringen Onthaalouders

In het ad-hoc sociaal statuut van de onthaalouders wordt voorzien in een vergoeding voor onvolledige bezetting omwille van redenen onafhankelijk van de wil van de onthaalouder.

Jeugdvakantie

De jongere die afstudeert, jonger is dan 25 jaar en ten minste één maand werkt als loontrekkende gedurende het jaar waarin hij zijn studies heeft beëindigd, kan het daaropvolgende jaar jeugdvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie (zodat de totale vakantieperiode 4 weken bedraagt).

Seniorvakantie De uitkeringsgerechtigde volledige werkloze van 50 jaar of ouder, die na een inactiviteitsperiode terug aan het werk gaat, kan het daarop volgende jaar seniorvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie (zodat de totale vakantieperiode 4 weken bedraagt).

Overgang van zwaar naar licht werk (Overstappremie) Oudere werknemers die overschakelen van zwaar naar lichter werk en daardoor een inkomensverlies lijden, kunnen, volgens de leeftijd, voor een bepaalde periode een tegemoetkoming krijgen uit het Ervaringsfonds.

Crisispremie (wordt vanaf 2012 ontslagpremie)

In uitvoering van de Ministerraad van 15.12.2009 werd naast de verlenging van de anticrisismaatregelen beslist om tijdens de crisis een forfaitaire crisispremie toe te kennen aan de arbeiders bij ontslag. Deze maatregel werd meermaals verlengd en loopt nu tot 31.12.2011.

Kinderopvangtoeslag

Alleenstaande ouders met kinderen die ten minste 3 maanden vergoed werkloos zijn en het werk hervatten, kunnen van een premie per maand genieten. Deze vergoeding bestaat uit een maandelijkse kinderopvangtoeslag vanaf 01.02.2009 en dit gedurende maximaal 12 maanden.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

196

Page 203: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Activering van de werkloosheid

De activering van de werkloosheidsuitkeringen is de laatste jaren zeer belangrijk geworden. Door de activering van de uitkering subsidieert de RVA het nettoloon van de werknemer, zodat de loonkost voor de werkgever vermindert. De loonkost wordt verminderd door een gelijktijdige vermindering van de werkgeversbijdragen. Op deze wijze moet het aantrekkelijker worden voor de werkgevers om bepaalde doelgroepen van werklozen aan te werven, die anders minder kans zouden maken zich in het arbeidscircuit in te schakelen. Het uiteindelijke doel is dat de werknemer door inschakeling en opleiding zijn betrekking kan behouden, ook nadat de voordelen voor de werkgever beëindigd zijn.

De activering van de werkloosheidsuitkeringen bevat de volgende uitkeringsstatuten:

Volledig werklozen met PWA-vrijstelling

Volledig werklozen die als stadswacht of na prestaties in een PWA zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende. De vrijstelling wegens prestaties in een PWA geldt voor een periode van 6 maanden indien in de 6 voorafgaande maanden minstens 180 arbeidsuren in een PWA kunnen worden bewezen.

Doorstromingsprogramma's (integratieuitkeringen)

De werknemers die zijn tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (van toepassing in de openbare sector) om te voldoen aan collectieve maatschappelijke noden waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen via de reguliere arbeidscircuits.

Dienstenbanen

Is gerechtigd op een herinschakelingsuitkering, de werknemer die is tewerkgesteld in een dienstenbaan (van toepassing in de private sector) met het oog op de creatie van bijkomende tewerkstelling in taken die in het algemeen niet of niet meer worden verricht en die de kwaliteit van de diensten aan een klant verhogen, de arbeidsomstandigheden verbeteren voor het geheel van de werknemers in dienst van die werkgever of die betrekking hebben op het leefmilieu van de betrokken onderneming of van de gemeente, met inbegrip van de verbetering van de reinheid of van de veiligheid in de wijken.

Banenplanuitkering

Deze komt toe aan de werknemer die op het ogenblik van de indiensttreding langdurig werkloos is in de zin van de regeling van de sociale inschakelingseconomie. De werkgever is gerechtigd op vrijstelling van werkgeversbijdragen in het kader van het voordeelbanenplan.

Invoeginterim

Sedert 01.10.2000 kunnen werkgeversgroeperingen en uitzendkantoren langdurig niet werkende werkzoekenden, gerechtigden op het leefloon en rechthebbenden op OCMW-steun aanwerven en ze ter beschikking stellen van één of meerdere gebruikers. Indien de werknemer een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze is, kan hij/zij tijdens de tewerkstelling een invoeguitkering krijgen.

Sociale Inschakelingseconomie (SINE) (herinschakelingsuitkering)

Ook in de sociale-economiesector is een activering van de werkloosheidsuitkering mogelijk voor zeer moeilijk te plaatsen werklozen. De betrokken werknemers moeten minstens 60 maanden ononderbroken werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten. De werkgever betaalt het volledige nettoloon aan de werknemer maar ontvangt van de RVA een loonsubsidie. De werkgever ontvangt elke maand een herinschakelingsuitkering van de RVA.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

197

Page 204: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Activa (werkuitkering) Activa is het nieuwe stelsel van de activering van de werkloosheidsuitkeringen (vanaf 01.01.2002) en streeft naar het op termijn oprichten van één enkel systeem voor de activering van de werkloosheid. De maatregel is een middel om de tewerkstellingsgraad in het algemeen, en deze van de oudere werknemers (meer dan 45 jaar) in het bijzonder te verhogen. Het plan Activa omvat: Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede)

Er zijn vanaf 01.01.2003 enige wijzigingen aangebracht in het plan Activa. Deze wijzigingen hebben betrekking op de indienstneming van werknemers die gewoonlijk verblijven in een gemeente met verhoogde werkloosheids- of armoedegraad door gemeenten, OCMW’s, VZW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen en vennootschappen met een sociaal oogmerk.

Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) Het betreft hier eveneens een wijziging van het plan Activa vanaf 01.01.2003. Deze wijziging heeft betrekking op de indienstneming van preventie- of veiligheidspersoneel door gemeenten die een veiligheidscontract hebben afgesloten.

WIN-WIN aanwervingsplan Dit aanwervingsplan biedt uitzonderlijke voordelen in de huidige crisisperiode vanaf 01.01.2010. Het WIN-WIN aanwervingsplan is vooral gericht op 3 doelgroepen: de werkzoekenden jonger dan 26 jaar, de uitkeringsgerechtigde werklozen die minimum 50 jaar oud zijn en de uitkeringsgerechtigde werklozen die minimum 1 tot maximum 2 jaar werkzoekend zijn.

Startbanen

Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die werd ingevoerd vanaf 01.04.2006. Deze maatregel steunt op de beslissing van de Ministerraad van 02.12.2005 ter bevordering van de tewerkstelling van jonge laaggeschoolde of zeer laaggeschoolde jongeren. Deze jongeren zijn gerechtigd op een wachtuitkering van ten hoogste 350 euro per kalendermaand als ze worden aangeworven met een voltijdse startbaanovereenkomst.

Opleidingsmaatregelen

Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die ingevolge het Generatiepact werd ingevoerd vanaf 01.04.2006 om de mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring uit te breiden. Deze opleidingsmaatregelen omvatten: De opleidingsuitkering is een uitkering die gegeven wordt aan niet-uitkeringsgerechtigde

werklozen die een individuele beroepsopleiding in een onderneming volgen. Deze maatregel vervangt het jongerenactiva plan. Het bedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.

De stage-uitkering is een uitkering die gegeven wordt aan schoolverlaters die tijdens de wachttijd een instapstage van 2 maanden volgen in een onderneming. Het bedrag van de stage-uitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.

De vestigingsuitkering is een uitkering die gegeven wordt gedurende ten hoogste 6 maanden aan de niet-uitkeringsgerechtigde werklozen die zich onder begeleiding van het Participatiefonds voorbereiden op een vestiging als zelfstandige. Deze maatregel is dus vooral gericht op schoolverlaters in wachttijd. Het bedrag van de vestigingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.

Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen

Sommige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van 50 jaar en ouder krijgen van de RVA een forfaitaire maandelijkse uitkering in geval van werkhervatting in loondienst (of in overheidsdienst) vanaf 30.06.2002.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

198

Page 205: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

BRUGPENSIOEN (tabellen 7.6 - 7.7 en 7.10) Voltijds (conventioneel) brugpensioen (de voltijdse oudere grensarbeiders inbegrepen) Regeling die sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, het voordeel biedt om, naast de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding te genieten ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend fonds (bijvoorbeeld een Fonds voor Bestaanszekerheid). Het conventioneel brugpensioen is dus geen vervroegd pensioen maar het gaat om volledige werkloosheid gepaard gaande met een aanvullende vergoeding. Het conventioneel brugpensioen heeft enkel betrekking op de werknemers uit de privé-sector. Halftijds (conventioneel) brugpensioen De werknemers kunnen halftijds brugpensioen genieten indien zij: een beroepsloopbaan van 25 jaar als werknemer kunnen bewijzen; recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; tijdens de laatste 12 maanden voltijds hebben gewerkt; halftijds gaan werken; een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Het te waarborgen inkomen in geval van halftijds brugpensioen ligt halverwege tussen het voltijds nettoloon en het voltijds brugpensioen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

199

Page 206: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

LOOPBAANONDERBREKING EN TIJDSKREDIET (tabellen 7.8 - 7.9 en 7.10) De loopbaanonderbreking is een stelsel dat werknemers de mogelijkheid biedt hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk te onderbreken met toekenning van een uitkering. De toegekende uitkering is afhankelijk van de aard van de loopbaanonderbreking (volledig, halftijds,...) en het arbeidsstelsel (voltijds of halftijds). Sedert 01.07.2002 is een nieuw stelsel in werking getreden voor de autonome overheidsbedrijven: die gegevens worden opgenomen bij de loopbaanonderbreking. De specifieke vormen van loopbaanonderbreking gelden voor alle werknemers: Het ouderschapsverlof biedt de mogelijkheid ofwel zijn arbeidsprestaties gedurende 3

opeenvolgende maanden volledig te onderbreken, ofwel, in geval van een voltijdse betrekking, de arbeidsprestaties gedurende 6 opeenvolgende maanden tot een halftijdse betrekking te verminderen om te zorgen voor jonge kinderen.

Het palliatief verlof biedt de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties volledig te onderbreken of te verminderen gedurende een periode van één maand, eventueel verlengbaar met één maand, om palliatieve zorgen te verstrekken aan een ongeneeslijk ziek persoon.

Medische bijstand biedt de mogelijkheid de loopbaan volledig te onderbreken of de arbeidsprestaties te verminderen om een ernstig ziek gezinslid of familielid tot de tweede graad (broer, zus, ouders, grootouders...) bijstand te verlenen of te verzorgen.

Sedert 01.01.2002 is de loopbaanonderbreking uit de privé-sector vervangen door het “tijdskrediet”. Het tijdskrediet maakt het mogelijk de beroepsloopbaan tijdelijk volledig of gedeeltelijk te onderbreken. Tijdens de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst of van de vermindering van prestaties wordt de uitkering door de RVA betaald. Er zijn 3 formules: de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst en de vermindering tot een halftijdse

betrekking; de vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5; voor de werknemers van minstens 50 jaar, de vermindering van de arbeidsprestaties tot een

halftijdse betrekking of de vermindering met 1/5. Aanvullende informatie over de werkloosheidsverzekering kan u in de volgende publicaties van de RVA vinden: - Jaarverslag (financiële gegevens);- Statistisch Jaarboek (betaalstatistieken) en op de website van de RVA: www.rva.fgov.be.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

200

Page 207: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Volledige werkloosheid 701.467 663.702 629.229 657.144 659.380UVW-WZ 460.133 429.576 404.316 434.598 438.845Oudere werklozen 116.169 107.939 100.844 94.801 89.193Anderen 125.165 126.187 124.070 127.745 131.341

Tijdelijke werkloosheid 121.514 119.949 134.737 210.864 173.286

Globale werkloosheid 822.981 783.651 763.966 868.008 832.666

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

jonger dan 20 jaar 6.626 5.714 5.223 5.870 5.72520 - 25 jaar 62.832 57.069 53.227 59.666 58.26625 - 30 jaar 68.394 64.247 59.876 65.308 65.19730 - 35 jaar 59.077 53.414 49.989 54.512 55.73635 - 40 jaar 59.409 51.569 48.348 51.192 50.77340 - 45 jaar 60.308 52.178 47.117 49.307 49.01745 - 50 jaar 57.550 52.417 46.026 47.472 47.53150 - 55 jaar 59.489 62.284 58.904 58.178 56.63255 - 60 jaar 23.722 27.329 32.731 40.262 46.61360 jaar en ouder 2.727 3.355 2.874 2.829 3.356

Totaal 460.133 429.576 404.316 434.598 438.845

7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

201

Page 208: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Volledige werkloosheid Gemiddeld aantal 610.587 572.002 538.853 562.566 562.770Dagen 190.539.872 179.019.237 169.127.791 176.047.947 176.057.164Gemiddelde daguitkering (euro) 29,49 29,97 31,75 33,29 33,71Uitgaven (duizend euro) 5.617.380 5.366.351 5.372.792 5.861.674 5.938.265

Tijdelijke werkloosheid Gemiddeld aantal 32.394 29.963 32.381 60.566 49.507Dagen 10.081.076 9.365.304 10.132.569 18.905.837 15.389.969Gemiddelde daguitkering (euro) 39,75 40,67 42,35 55,55 56,32Uitgaven (duizend euro) 401.762 381.410 430.637 1.052.999 872.802

Globale werkloosheid Gemiddeld aantal 642.980 601.965 571.233 623.132 612.278Dagen 200.620.948 188.384.541 179.260.360 194.953.783 191.447.133Gemiddelde daguitkering (euro) 30,00 30,51 32,36 35,45 35,54Uitgaven (duizend euro) 6.019.142 5.747.762 5.803.429 6.914.673 6.811.067

7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

202

Page 209: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7.4 Werkloosheid - Andere uitkeringen

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Onthaalouders Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 4.306 4.087 3.898 3.742 3.636Gemiddelde maanduitkering (euro) 91,05 91,55 94,49 99,77 102,70Uitgaven (duizend euro) 4.704 4.490 4.420 4.481 4.480

Jeugdvakantie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 2.914 3.085 3.209 2.872 2.574Gemiddeld aantal 553 584 581 532 472Dagen 175.126 183.390 182.964 168.711 149.726Gemiddelde daguitkering (euro) 42,39 42,90 44,57 46,26 46,68Uitgaven (duizend euro) 7.310 7.847 8.128 7.703 6.903

Seniorvakantie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - 123 160 113 151Gemiddeld aantal - 27 33 24 31Dagen - 8.621 10.496 7.580 9.827Gemiddelde daguitkering (euro) - 41,44 43,26 43,52 45,40Uitgaven (duizend euro) - 355 452 327 442

Overstappremie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - - - - 5Gemiddelde maanduitkering (euro) - - - - 85,28Uitgaven (duizend euro) - - - - 5

Crisispremie Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - - - - 2.274Gemiddelde maanduitkering (euro) - - - - 1.135,39Uitgaven (duizend euro) - - - - 30.985

Kinderopvangtoeslag Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - - - 409 1.341Gemiddelde maanduitkering (euro) - - - 74,87 75,57Uitgaven (duizend euro) - - - 368 1.216

Totaal andere uitkeringen Fysieke eenheden (jaargemid.) 7.220 7.295 7.267 7.137 9.981Uitgaven (duizend euro) 12.015 12.692 12.999 12.878 44.032

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

203

Page 210: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7.5 Activering van de werkloosheid

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

PWA Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.258 1.328 1.431 1.465 1.425Gemiddeld aantal 1.241 1.309 1.412 1.442 1.407Dagen 387.591 410.250 443.775 451.897 440.862Gemiddelde daguitkering (euro) 27,66 27,96 29,66 30,54 30,93Uitgaven (duizend euro) 10.710 11.454 13.149 13.785 13.624

Doorstromingsprogramma Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 5.483 5.748 5.756 5.693 5.213Gemiddelde maanduitkering (euro) 403,41 405,34 406,92 413,88 415,56Uitgaven (duizend euro) 26.542 27.959 28.106 28.275 25.994

SINE-contracten Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 6.549 8.713 10.212 11.093 11.626Gemiddelde maanduitkering (euro) 462,48 456,69 455,20 455,49 456,15Uitgaven (duizend euro) 36.345 47.749 55.780 60.632 63.641

Activa-plan (1)

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 36.018 38.257 39.674 34.252 45.781Gemiddelde maanduitkering (euro) 384,50 385,49 387,46 384,93 523,25Uitgaven (duizend euro) 166.187 176.972 184.465 158.215 287.457

Startbanen (2)

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.987 729 506 439 251Gemiddelde maanduitkering (euro) 335,25 336,33 346,71 348,49 358,42Uitgaven (duizend euro) 7.993 2.940 2.105 1.835 1.078

Opleidingsmaatregelen (3)

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.035 2.705 2.644 2.163 2.390Gemiddeld aantal 850 2.232 2.143 1.750 1.910Dagen 266.349 698.317 671.676 547.294 597.305Gemiddelde daguitkering (euro) 15,29 15,75 16,50 16,73 17,10Uitgaven (duizend euro) 4.054 11.004 11.105 9.164 10.221

Werkhervattingstoeslag Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 2.241 4.605 7.192 9.029 13.060Gemiddelde maanduitkering (euro) 169,70 172,18 178,94 182,75 183,04Uitgaven (duizend euro) 4.564 9.515 15.444 19.802 28.685

Totaal activering v/d werkloosheid Fysieke eenheden (jaargemid.) 54.570 62.084 67.415 64.134 79.746Gemid. maanduitkering (euro) 391,54 386,03 383,39 379,03 450,08Uitgaven (duizend euro) 256.396 287.593 310.153 291.707 430.699

(2) Het jongeren-activa plan inbegrepen. (3) Het betreft een groepering van de opleidingsuitkering, de stage-uitkering en de vestigingsuitkering.

(1) Het betreft een groepering van het oorspronkelijke Plan Activa, het Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede), het Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) en het WIN-WIN aanwervingsplan (KB van 21.12.2009).

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

204

Page 211: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7.6 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Voltijds brugpensioen 111.069 113.618 115.347 117.529 120.322Halftijds brugpensioen 782 702 617 582 624

Totaal brugpensioen 111.851 114.320 115.964 118.111 120.946

7.7 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Voltijds brugpensioen Gemiddeld aantal 108.838 111.267 112.703 114.747 117.334Dagen 33.959.873 34.826.456 35.385.253 35.913.059 36.720.582Gemiddelde daguitkering (euro) 38,21 38,94 40,69 41,75 43,26Uitgaven (duizend euro) 1.297.491 1.356.298 1.440.014 1.499.323 1.588.732

Halftijds brugpensioen Gemiddeld aantal 776 695 612 576 618Dagen 242.085 217.577 192.226 180.216 193.517Gemiddelde daguitkering (euro) 13,21 13,39 13,90 14,22 14,39Uitgaven (duizend euro) 3.197 2.915 2.674 2.564 2.784

Totaal brugpensioen Gemiddeld aantal 109.614 111.962 113.316 115.324 117.953Dagen 34.201.958 35.044.033 35.577.479 36.093.274 36.914.099Gemiddelde daguitkering (euro) 38,03 38,79 40,55 41,61 43,11Uitgaven (duizend euro) 1.300.688 1.359.213 1.442.688 1.501.887 1.591.516

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

205

Page 212: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Volledige onderbreking 28.828 28.070 27.040 25.353 24.685Loopbaanonderbreking 16.560 16.618 16.708 16.347 16.288Tijdskrediet 12.268 11.452 10.332 9.006 8.397

Vermindering van prestaties 182.133 195.249 208.639 227.075 240.890Loopbaanonderbreking 92.237 95.033 100.113 108.336 116.968Tijdskrediet 89.896 100.216 108.526 118.740 123.922

Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet

210.961 223.319 235.679 252.429 265.575

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Volledige onderbreking Gemiddeld aantal 27.060 26.175 25.004 23.198 22.382Dagen 8.442.613 8.166.512 7.801.171 7.237.746 6.983.280Gemiddelde maanduitkering (euro) 423,69 428,43 444,33 448,19 448,42Uitgaven (duizend euro) 146.569 144.310 144.177 136.357 132.833

Vermindering van prestaties Gemiddeld aantal 180.891 193.855 207.052 225.311 238.965Dagen 56.438.137 60.482.854 64.600.270 70.297.093 74.556.937Gemiddelde maanduitkering (euro) 211,83 214,35 221,97 225,00 224,83Uitgaven (duizend euro) 462.978 502.221 555.737 613.094 649.899

Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet

Gemiddeld aantal 207.951 220.030 232.056 248.509 261.347Dagen 64.880.750 68.649.366 72.401.441 77.534.839 81.540.217Gemid. maanduitkering (euro) 240,78 241,26 247,48 247,41 245,61Uitgaven (duizend euro) 609.547 646.531 699.914 749.452 782.731

7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven

7.8 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

206

Page 213: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVA

2006 2007 2008 2009 2010

Werkloosheid 6.364.409 6.088.379 6.179.715 7.269.642 7.352.850Volledige werkloosheid 5.694.238 5.406.684 5.425.924 5.912.425 6.005.408Tijdelijke werkloosheid 401.762 381.410 430.638 1.052.999 872.801

Voorschotten UI, deel RVA 275.810 261.838 299.896 733.309 608.848Voorschotten UI, deel FSO 125.952 119.572 130.742 319.690 263.953

Andere uitkeringen 12.014 12.692 13.000 12.511 43.942Onthaalouders 4.704 4.490 4.420 4.481 4.480Jeugdvakantie - 355 452 327 438Seniorvakantie 7.310 7.847 8.128 7.703 6.818Overstappremie - - - 0 5Crisispremie - - - - 30.985Kinderopvangtoeslag - - - - 1.216

Activering van de werkloosheid 256.395 287.593 310.153 291.707 430.699

Brugpensioen (2) 1.297.883 1.374.426 1.435.299 1.507.251 1.565.059Conventioneel brugpensioen 1.297.883 1.374.426 1.435.299 1.507.251 1.565.059

Loopbaanonderbreking en tijdskrediet

606.995 645.900 703.674 747.423 782.223

Totaal 8.269.287 8.108.705 8.318.688 9.524.316 9.700.132

7.10 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioen,

loopbaanonderbreking en tijdskrediet (duizend euro) (1)

(2) De inhouding op de conventionele brugpensioenen en op de verhoogde werkloosheidsuitkeringen toegestaan aan de oudere ontslagen of volledig werkloze grensarbeiders (wet van 30.3.1994 en wet van 21.12.1994) wordt afgetrokken van de uitgaven voor brugpensioenen. Vanaf 1997 wordt deze inhouding verhoogd tot 3 %.

(1) Voorschotten aan de uitkeringsinstellingen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

207

Page 214: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 215: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen 8.0 Methodologische nota Een invaliditeitspensioen wordt toegekend aan mijnwerkers die, ingevolge ziekte, arbeidsongeschikt zijn. De aanvraag voor een invaliditeitspensioen dient in principe binnen de twee jaar na effectieve stopzetting van het werk in de mijn ingediend te zijn. Er dient een zekere voorwaarde inzake anciënniteit vervuld te zijn om recht te hebben op een invaliditeitspensioen. In principe betreft dit voor tewerkstelling in de ondergrond minimum vijf effectieve dienstjaren en voor bovengrondse tewerkstelling minimum tien jaren dienst. Het invaliditeitspensioen kan verkregen worden na een periode van primaire arbeidsongeschiktheid van zes maanden. Het bedrag van het invaliditeitspensioen wordt bepaald op basis van de hoedanigheid van de werknemer (ondergrondse of bovengrondse mijnwerker) en het aantal personen ten laste. Het betreft een vastgesteld jaarbedrag dat gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het invaliditeitspensioen wordt maandelijks uitbetaald. De gerechtigden op een invaliditeitspensioen ontvangen eveneens een verwarmingstoelage. Deze wordt toegekend per maandelijkse fracties van één twaalfde van het jaarbedrag. Deze toelage is eveneens gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De wegens invaliditeit gepensioneerden hebben bovendien recht op een vakantiegeld en een aanvullend vakantiegeld dat jaarlijks uitbetaald wordt. Het invaliditeitspensioen is niet meer verschuldigd wanneer de mijnwerker in rustpensioen treedt of de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het invaliditeitspensioen wordt niet meer uitgekeerd wanneer de arbeidsongeschiktheid in de mijn niet meer bewezen is. Door de sluiting van de mijnen in België is het stelsel van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers een uitdovend stelsel. Sinds de afschaffing van het NPM, op 01.01.1999, wordt de uitbetaling van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers verzekerd door het RIZIV. De opgenomen tabellen geven telkens het aantal gerechtigden – het betreft in feite driemaal dezelfde reeks –, de gemiddelde jaarlijkse uitkering per gerechtigde en de uitgaven voor sociale prestaties. En dit voor: invaliditeitspensioenen (tab. 8.1), pensioenaanvulling (tab. 8.2) en verwarmingstoelage (tab. 8.3)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)

209

Page 216: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

8.1 Invaliditeitspensioenen

Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2006 2007 2008 2009 2010

Aantal gevallen 399 328 264 209 169Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 12.185 12.152 12.671 13.014 14.124

Uitgaven (duizend euro) (1) 4.862 3.986 3.345 2.720 2.387

8.2 Pensioenaanvulling

Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2006 2007 2008 2009 2010

Aantal gerechtigden 399 328 264 209 169Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 602 625 649 642 669

Uitgaven (duizend euro) (1) 240 204 171 134 113

8.3 Verwarmingstoelage

Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2006 2007 2008 2009 2010

Aantal gerechtigden 399 328 264 209 169Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 637 808 779 788 846

Uitgaven (duizend euro) (1) 254 243 206 165 143

(1) Brutobedragen (jaargegevens).

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)

210

Page 217: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

9. Stelsel van de Zeelieden 9.0 Methodologische nota Geneeskundige verzorging De sociale zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij wordt geregeld door de besluitwet van 07.02.1945, welke een afzonderlijke regeling voor de zeelieden ter koopvaardij heeft ingesteld. De Hulp- en Voorzorgskas staat in voor de betaling van de prestaties van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zeelieden. Inzake geneeskundige verzorging bestaan dezelfde tegemoetkomingen als in de algemene regeling voor werknemers met uitbreiding tot enkele bijkomende verstrekkingen verbonden aan de bijzondere risico’s van het zeemansberoep. Voorbeelden hiervan zijn inentingen tegen tropische ziekten en gevallen van repatriëring bij ziekte in het buitenland. Een verschil ten opzichte van de algemene regeling is ook dat de geneeskundige verzorging van de zeeman tijdens de zeereis ten laste is van de reder. Uitkeringen In de uitkeringsverzekering van de zeelieden onderscheidt men drie prestaties, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, de invaliditeitsvergoedingen en de begrafenisuitkeringen. De uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid wordt gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd en bedraagt 60 % van de per bezoldigingscategorie vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen. Duurt de arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar, dan wordt aan de verzekerde een invaliditeitsvergoeding toegekend. Deze vergoeding is gelijk aan 65 % van de vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen voor werknemers met gezinslast. Voor de verzekerde zonder gezinslast bedraagt de invaliditeitsvergoeding 43,5 % van de éénvormige dagbezoldiging. Wachtgeld en brugpensioenen De Pool der Zeelieden ter koopvaardij werd in 1945 opgericht als bijzonder werkloosheidsorgaan voor de werknemers tewerkgesteld in de koopvaardij (Besluitwet van 12.05.1945). Aldus werd door België tegemoet gekomen aan de wens uitgedrukt in artikel 34 van het “Internationaal Charter der zeelieden” om de precaire arbeidssituatie van de zeelieden te stabiliseren als tegenprestatie voor de bewezen diensten in de oorlog. De basisreglementering van de Pool werd herzien bij de wet van 25.02.1964 houdende inrichting van een Pool van de Zeelieden ter koopvaardij. De inschrijving in de Pool is een primaire vereiste om aan boord van een schip arbeidsprestaties te kunnen leveren. De inschrijving van een zeeman die een andere nationaliteit bezit dan de Belgische, wordt gelijkgesteld met een arbeidsvergunning. De ingeschrevenen hebben recht op wachtgeld indien zij “ingevolge omstandigheden onafhankelijk van hun wil van werk verstoken zijn”. Het dagelijks uitkeringsbedrag (bij KB vastgesteld) verschilt naargelang de categorie van rang waarin de gerechtigde op wachtgeld is ingedeeld. De uitbetaling ervan geschiedt door de representatieve organisaties van de zeelieden.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

211

Page 218: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Het werkloosheidsregime is bijzonder in deze zin dat aan de werknemers in de koopvaardij een ruime vastheid van betrekking wordt gegarandeerd: tussen de reizen in worden aan de niet aangeworven zeelieden - met uitzondering van de officieren in vast dienstverband - wachtgelden door de Pool verleend. De zeevaartindustrie en het specifieke karakter van het zeemanschap vergen een bijzondere professionele vorming. Cursussen worden georganiseerd voor de scheepsofficieren en scheepsgezellen afzonderlijk, of voor beiden gezamenlijk. De opleiding heeft plaats aan boord van het schip, hetzij rechtstreeks onder gezag van de Pool hetzij in samenwerking met de rederijen. Ook dagcursussen kunnen aan een technische school gevolgd worden. Het recht op wachtgeld wordt behouden tijdens de opleidings- en vervolmakingscycli. Voor de beschrijving van de tabellen wordt, wat de geneeskundige verzorging betreft, verwezen naar de methodologische nota bij het gedeelte geneeskundige verzorging. Vanaf 2009 (Programmawet van 17.06.2009) werd de Pool der zeelieden geïntegreerd in de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden. De HVKZ is vanaf dat jaar bevoegd voor de toepassing van de reglementering werkloosheidsverzekering van de zeelieden. Synthesetabel (tabel 9.1) Deze tabel geeft het overzicht van de uitgaven voor sociale prestaties voor de takken waaraan de zeelieden onderworpen zijn: geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen. Daarnaast zijn tevens posten voorzien voor het begeleidingsplan en de beroepsopleiding, die in feite een detail zijn van de deelsector wachtgeld en brugpensioenen. De statistische cijfers (realisaties) voorgesteld in deze tabel dateren van november 2010. Het overeenkomstig gegeven (prestaties) in de kolom ‘zeelieden’ van de voorlopige rekeningen 2009 verschilt van het hier gepubliceerde totaal en is een begrotingscijfer. De opmaak van de tabellen voorlopige rekeningen werd afgesloten eind oktober 2010. Geneeskundige verzorging (tabellen 9.2-9.6) Tabel 9.2 geeft het ledental per categorie uitkeringsgerechtigden op 30 juni weer. In tabel 9.3 vindt u de gemiddelde jaarlijkse kost per gerechtigde uitgesplitst naar PUG en WIGW. Tabellen 9.4-9.6 geven respectievelijk het aantal gevallen of dagen, de gemiddelde geïndexeerde kost en de uitgaven steeds voor alle categorieën van gerechtigden samen (PUG + WIGW) en volgens hoofdrubriek. Uitkeringen (tabellen 9.7 en 9.8) Tabel 9.7 geeft het ledental, d.w.z. de verzekerde bevolking voor primaire arbeidsongeschiktheid en tabel 9.8 geeft het aantal gerechtigden op een invaliditeitsuitkering. In beide tabellen worden ook het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven opgenomen voor respectievelijk primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Wachtgeld en brugpensioenen (tabellen 9.9 en 9.10) Tabellen 9.9 en 9.10 geven het aantal rechthebbenden, het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven voor respectievelijk wachtgeld en brugpensioenen. Voor wachtgeld en brugpensioenen is er een opsplitsing zeevarenden – shoregangers, voor de beroepsopleiding wordt er een onderscheid gemaakt tussen officieren en scheepsgezellen. Voor algemene aanvullende informatie over het Stelsel der Zeelieden verwijzen we naar de website van de HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

212

Page 219: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Geneeskundige verzorging 6.044 5.956 5.792 7.464 7.502

Uitkeringen 1.751 1.715 1.704 2.670 2.693

Primaire arbeidsongeschiktheid 300 304 259 606 606Invaliditeit 1.447 1.409 1.442 2.057 2.080Begrafenisuitkeringen 4 3 3 7 7

Wachtgeld 1.619 1.698 1.695 1.919 2.446

Brugpensioenen 1.515 1.046 782 589 470

Beroepsopleiding 46 44 32 92 147

Totaal 10.975 10.459 10.006 12.733 13.258

9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen, wachtgeld en brugpensioenen (duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

213

Page 220: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)

1.062 1.307 1.355 1.450 1.509

Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)

1.207 1.240 1.214 1.211 1.179

waarvan "75 %" 934 967 951 952 939

waarvan "100%" 273 273 263 259 240

Invaliden 115 125 119 102 88

waarvan "75 %" 88 99 98 84 74

waarvan "100%" 27 26 21 18 14

Gepensioneerden 839 876 863 891 890

waarvan "75 %" 673 704 699 720 729

waarvan "100 %" 166 172 164 171 161

Weduwen en wezen 253 239 232 218 201

waarvan "75 %" 173 164 154 148 136

waarvan "100 %" 80 75 78 70 65

Totaal 2.269 2.547 2.569 2.661 2.688

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)

736 833 788 619 592

Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)

4.326 3.884 4.884 3.948 3.469

Toestand op 30 juni

9.2 Geneeskundige verzorging : ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)

9.3 Geneeskundige verzorging: gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende (euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

214

Page 221: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

9.4 Geneeskundige verzorging: aantal gevallen (g) of dagen (d) naar hoofdrubriek

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Geneesheren en klinische biologie 140.044 132.880 129.278 112.829 99.210Huisartsen en specialisten (g) 15.747 15.142 14.446 14.297 13.522Medische beeldvorming (g) 7.139 6.748 6.091 5.390 4.694Klinische biologie (g) 94.372 90.850 88.915 75.618 66.491Andere bijzondere prestaties (g) 9.951 8.890 8.602 7.905 6.704Chirurgie en anesthesiologie (g) 4.315 4.332 3.397 3.489 3.291Bevall. en verlosk. door artsen (g) 10 29 14 22 17Toezicht en permanentie (g) 8.510 6.889 7.813 6.108 4.491

Farmaceutische verstrekkingen (g) (1) 50.656 51.602 45.507 40.828 35.672

Ziekenhuizen (d) 16.557 14.540 14.634 10.700 10.420

Verpleegkundige zorgen 34.127 29.712 27.093 29.019 31.389Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 27.175 21.394 20.350 22.268 25.101Rustoorden bejaarde personen (g) 5.870 7.181 6.276 6.282 5.891Andere (g) 1.082 1.137 467 469 397

Tandartsen (g) 3.039 3.086 3.287 3.883 3.473

Kinesitherapeuten (g) 8.495 7.176 7.519 5.471 5.992

Andere verstrekkingen (g) 23.953 24.911 23.758 21.759 21.813

(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

215

Page 222: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron : HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Geneesheren en klinische biologie

Huisartsen en specialisten 17,65 18,14 19,20 19,29 20,26 Medische beeldvorming 31,94 32,26 33,79 35,07 36,22 Klinische biologie 2,79 2,80 2,74 2,76 2,89 Andere bijzondere prestaties 38,39 40,07 41,14 44,40 47,29 Chirurgie en anesthesiologie 53,53 57,62 72,90 56,46 56,82 Bevall. en verlosk. door artsen 100,00 53,63 89,20 90,91 58,82 Toezicht en permanentie 8,93 9,40 10,81 12,28 13,36

Farmaceutische verstrekkingen (1) 19,88 23,43 28,08 30,59 30,69

Ziekenhuizen 101,59 120,70 129,50 150,28 123,80

Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) 21,60 10,63 11,71 10,64 9,20 Rustoorden bejaarde personen 34,76 29,24 34,05 34,54 34,63 Andere 66,54 47,81 79,30 76,75 88,16

Tandartsen 29,62 30,39 27,64 28,59 28,79

Kinesitherapeuten 10,95 11,71 11,81 14,26 15,02

Andere verstrekkingen 28,22 34,23 33,67 38,28 33,74

(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV.

9.5 Geneeskundige verzorging : gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek (euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

216

Page 223: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

9.6 Geneeskundige verzorging: uitgaven naar hoofdrubriek (duizend euro)

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

Geneesheren en klinische biologie 1.459 1.416 1.414 1.306 1.201Huisartsen en specialisten 278 274 277 283 274Medische beeldvorming 228 217 206 189 170Klinische biologie 263 255 244 209 192Andere bijzondere prestaties 382 356 354 351 317Chirurgie en anesthesiologie 231 249 248 197 187Bevall. en verlos. door artsen 1 1 1 2 1Toezicht en permanentie 76 64 84 75 60

Farmaceutische verstrekkingen 1.007 1.209 1.278 1.249 1.095

Ziekenhuizen 1.682 1.754 1.895 1.608 1.290

Verpleegkundige zorgen 863 490 489 490 470Verpleegkundigen (thuiszorgen) 587 227 238 237 231Rustoorden bejaarde personen 204 209 214 217 204Andere 72 54 37 36 35

Tandartsen 90 93 91 111 100

Kinesitherapeuten 93 84 89 78 90

Andere verstrekkingen 676 854 800 833 736

Totaal 5.870 5.900 6.056 5.675 4.982

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

217

Page 224: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

MannenLedental (1) 707 732 968 998 1.066Aantal vergoede dagen 4.518 4.596 3.732 3.773 4.363Gemiddelde daguitkering (euro) 56,66 61,71 64,00 66,00 65,55Uitgaven (duizend euro) 256 283 239 249 286

VrouwenLedental (1) 31 47 59 58 56Aantal vergoede dagen 689 326 384 644 926Gemiddelde daguitkering (euro) 62,41 60,03 52,08 68,32 69,11Uitgaven (duizend euro) 43 19 20 44 64

TotaalLedental (1) 738 779 1.027 1.056 1.122Aantal vergoede dagen 5.207 4.922 4.116 4.417 5.289Gemiddelde daguitkering (euro) 57,42 61,62 62,93 66,51 66,18Uitgaven (duizend euro) 299 302 259 293 350

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden.

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

MannenAantal gevallen 84 77 75 67 58Aantal vergoede dagen 25.392 23.949 24.113 21.157 18.542Gemiddelde daguitkering (euro) 53,64 54,72 55,82 58,70 59,43Uitgaven (duizend euro) 1.362 1.310 1.346 1.242 1.102

VrouwenAantal gevallen 3 6 5 5 4Aantal vergoede dagen 1.872 1.999 1.570 1.451 1.267Gemiddelde daguitkering (euro) 45,41 48,21 45,86 46,18 48,93Uitgaven (duizend euro) 85 96 72 67 62

TotaalAantal gevallen 87 83 80 72 62Aantal vergoede dagen 27.264 25.948 25.683 22.608 19.809Gemiddelde daguitkering (euro) 53,07 54,22 55,21 57,90 58,76Uitgaven (duizend euro) 1.447 1.406 1.418 1.309 1.164

9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: ledental, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

9.8 Invaliditeit: aantal gevallen, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

218

Page 225: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

ZeevarendenAantal rechthebbenden 21 18 15 11 13Aantal vergoede dagen 4.656 4.294 3.713 2.743 1.567Gemiddelde daguitkering (euro) 43,96 44,47 46,79 47,44 47,22Uitgaven (duizend euro) 205 191 174 130 74

ShoregangersAantal rechthebbenden 37 39 35 24 23Aantal vergoede dagen 9.396 10.003 9.034 8.603 4.977Gemiddelde daguitkering (euro) 54,87 55,68 57,90 59,08 59,47Uitgaven (duizend euro) 516 557 523 508 296

Programmawet 8.4.2003Aantal rechthebbenden 37 35 32 32 36Aantal vergoede dagen 10.679 10.111 9.192 9.139 9.350Gemiddelde daguitkering (euro) 39,47 39,93 41,50 42,32 42,57Uitgaven (duizend euro) 422 404 381 387 398

Vrijstelling stempelcontroleAantal rechthebbenden 35 39 42 38 39Aantal vergoede dagen 10.273 11.618 12.221 11.042 12.304Gemiddelde daguitkering (euro) 46,49 47,06 50,43 52,05 54,21Uitgaven (duizend euro) 478 547 616 575 667

BeroepsopleidingAantal rechthebbenden 34 10 7 25 0Aantal vergoede dagen 1.874 1.765 1.266 1.666 0Gemiddelde daguitkering (euro) 24,55 24,75 25,61 39,99 - Uitgaven (duizend euro) 46 44 33 67 0

Totaal

Uitgaven (duizend euro) 1.667 1.743 1.727 1.667 1.435

Bron: HVKZ

2006 2007 2008 2009 2010

ZeevarendenAantal rechthebbenden 107 73 53 40 31Aantal vergoede dagen 33.470 22.820 16.755 12.434 7.894Gemiddelde daguitkering (euro) 41,85 42,38 43,90 44,91 44,72Uitgaven (duizend euro) 1.401 967 736 558 353

ShoregangersAantal rechthebbenden 8 5 3 2 1Aantal vergoede dagen 2.080 1.414 809 389 261Gemiddelde daguitkering (euro) 54,82 55,68 57,90 59,08 59,48Uitgaven (duizend euro) 114 79 47 23 15

Totaal

Uitgaven (duizend euro) 1.515 1.046 783 581 368

9.9 Wachtgeld: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

9.10 Brugpensioenen: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)

219

Page 226: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 227: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

III

Het stelsel van de zelfstandigen

2006-2010

Page 228: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 229: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Economische rekeningen 2006 2. Economische rekeningen 2007 3. Economische rekeningen 2008

4. Economische rekeningen 2009

5. Economische rekeningen 2010

A.

Geconsolideerde economische rekeningen

Page 230: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 221,5 2.537,9 0,1 2.759,5Verstrekkingen of uitkeringen 221,5 2.536,4 0,1 2.758,0Betalingsonkosten - 1,5 - 1,5

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 9,9 62,1 107,0 179,0Centrale instellingen 1,1 62,1 - 63,2Primaire instellingen 8,8 - 107,0 115,8

Diverse financiële lasten - - 0,5 0,5

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,4 5,4

Diverse overdrachten naar derden 0,3 98,4 2,0 100,7

Besparing - 7,0 62,7 17,0 72,7

Subtotaal 224,7 2.761,1 132,0 3.117,8

Interne overdrachten - 206,9 - 206,9Naar het RIZIV-Uitkeringen - 206,9 - 206,9Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.184,5 - 1.184,5Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.080,6 - 1.080,6Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 103,3 - 103,3Naar de RVA - 0,6 - 0,6Naar het Asbestfonds (FBZ) - - - -

Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

224

Page 231: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 17,7 2.728,8 110,2 2.856,7Bijdragen op inkomsten - 2.569,5 102,3 2.671,8Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

- - - -

Bijdragen van vennootschappen - 153,0 5,7 158,7Andere bijdragen 17,7 6,3

2,226,2

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 295,6 - 295,6

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.103,4 - 1.103,4

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 12,6 3,0 15,6

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 10,9 18,8 29,8

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 17,8 4.151,3 132,0 4.301,1

Interne overdrachten 206,9 1,2 - 208,1Van het RIZIV-Uitkeringen - 1,2 - 1,2Van het RSVZ 206,9 - - 206,9Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - -

Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -

Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

225

Page 232: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 251,9 2.668,7 0,1 2.920,7Verstrekkingen of uitkeringen 251,9 2.667,3 0,1 2.919,3Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 10,1 64,5 119,6 194,2Centrale instellingen 1,1 64,5 - 65,6Primaire instellingen 9,0 - 119,6 128,6

Diverse financiële lasten - - 1,0 1,0

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,7 4,7

Diverse overdrachten naar derden 0,3 25,0 0,5 25,8

Besparing - 6,5 274,9 10,1 278,5

Subtotaal 255,8 3.033,1 136,0 3.424,9

Interne overdrachten - 239,8 - 239,8Naar het RIZIV-Uitkeringen - 239,8 - 239,8Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.229,4 - 1.229,4Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.121,1 - 1.121,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 106,7 - 106,7Naar de RVA - 0,9 - 0,9Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,7 - 0,7

Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

226

Page 233: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 15,9 2.846,0 113,9 2.975,8Bijdragen op inkomsten - 2.678,0 105,5 2.783,5Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

- - - -

Bijdragen van vennootschappen - 162,4 6,0 168,4Andere bijdragen 15,9 5,6

2,423,9

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 484,6 - 484,6

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.123,8 - 1.123,8

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 24,5 4,4 28,9

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 23,4 17,7 41,2

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 16,0 4.502,3 136,0 4.654,3

Interne overdrachten 239,8 - - 239,8Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 239,8 - - 239,8Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - -

Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -

Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

227

Page 234: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 278,2 2.933,2 0,1 3.211,5Verstrekkingen of uitkeringen 278,2 2.931,8 0,1 3.210,1Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 11,3 57,8 127,7 196,8Centrale instellingen 1,2 57,8 - 59,0Primaire instellingen 10,1 - 127,7 137,8

Diverse financiële lasten - - 7,4 7,4

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,8 4,8

Diverse overdrachten naar derden 0,3 15,6 0,7 16,6

Besparing 0,2 214,2 - 1,8 212,6

Subtotaal 290,0 3.220,8 138,9 3.649,7

Interne overdrachten - 273,7 - 273,7Naar het RIZIV-Uitkeringen - 273,7 - 273,7Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.906,1 - 1.906,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.793,5 - 1.904,8Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 111,3 - - Naar de RVA - 1,2 - 1,2Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,1 - 0,1

Totaal 290,0 5.400,6 138,9 5.829,5

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

228

Page 235: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 16,2 3.245,0 120,7 3.381,9Bijdragen op inkomsten - 3.067,2 111,9 3.179,1Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

- - - -

Bijdragen van vennootschappen - 172,1 6,3 178,4Andere bijdragen 16,2 5,7 2,5 24,4

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 803,0 - 803,0

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.248,2 - 1.248,2

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 34,7 3,6 38,3

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 8,2 14,6 22,9

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 16,3 5.339,1 138,9 5.494,3

Interne overdrachten 273,7 - - 273,7Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 273,7 - - 273,7Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 61,5 - 61,5Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 61,5 - 61,5

Totaal 290,0 5.400,6 138,9 5.829,5

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

229

Page 236: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. Economische rekeningen 2009 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 300,3 3.118,9 0,1 3.419,3Verstrekkingen of uitkeringen 300,3 3.117,6 0,1 3.418,0Betalingsonkosten - 1,3 - 1,3

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 11,6 57,8 133,7 203,1Centrale instellingen 1,1 57,8 - 58,9Primaire instellingen 10,5 - 133,7 144,2

Diverse financiële lasten - - - 0,8 - 0,8

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,7 5,7

Diverse overdrachten naar derden 0,4 15,6 1,5 17,5

Besparing - 0,1 117,0 6,4 123,3

Subtotaal 312,2 3.309,3 146,6 3.768,1

Interne overdrachten - 295,4 - 295,4Naar het RIZIV-Uitkeringen - 295,4 - 295,4Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.979,1 - 1.979,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.861,0 - 1.861,0Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 116,3 - 116,3Naar de RVA - 1,7 - 1,7Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,1 - 0,1

Totaal 312,2 5.583,8 146,6 6.042,6

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

230

Page 237: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. Economische rekeningen 2009 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 16,7 3.415,3 127,6 3.559,6Bijdragen op inkomsten - 3.236,3 118,3 3.354,6Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

- - - -

Bijdragen van vennootschappen - 173,0 6,6 179,6Andere bijdragen 16,7 6,0 2,7 25,4

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 850,1 - 850,1

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.270,9 - 1.270,9

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 13,5 2,8 16,3

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 34,0 16,2 50,3

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 16,8 5.583,8 146,6 5.747,2

Interne overdrachten 295,4 - - 295,4Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 295,4 - - 295,4Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - 30,7Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - 30,7

Totaal 312,2 5.583,8 146,6 6.042,6

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

231

Page 238: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. Economische rekeningen 2010 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 319,6 3.245,5 - 3.565,1Verstrekkingen of uitkeringen 319,6 3.244,8 - 3.564,4Betalingsonkosten - 0,7 - 0,7

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 12,3 55,8 134,2 202,3Centrale instellingen 1,2 55,8 - 57,0Primaire instellingen 11,1 - 134,2 145,3

Diverse financiële lasten - - 0,4 0,4

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,7 5,7

Diverse overdrachten naar derden 0,4 16,5 1,9 18,8

Besparing - 356,7 - 3,6 353,1

Subtotaal 332,3 3.674,5 138,6 4.145,4

Interne overdrachten - 315,1 - 315,1Naar het RIZIV-Uitkeringen - 315,1 - 315,1Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 2.083,1 - 2.083,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.961,3 - 1.961,3Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 120,1 - 120,1Naar de RVA - 1,6 - 1,6Naar het Asbestfonds (FBZ) - 0,1 - 0,1

Totaal 332,3 6.072,7 138,6 6.543,6

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering, palliatieve zorgen en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

232

Page 239: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. Economische rekeningen 2010 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 17,1 3.527,8 132,5 3.677,4Bijdragen op inkomsten - 3.334,6 123,8 3.458,4Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

- - - -

Bijdragen van vennootschappen - 186,2 6,5 192,7Andere bijdragen 17,1 7,0 2,2 26,3

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 945,1 - 945,1

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.518,3 - 1.518,3

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 13,5 2,2 15,7

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 68,0 3,9 72,0

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 17,2 6.072,7 138,6 6.228,5

Interne overdrachten 315,1 - - 315,1Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 315,1 - - 315,1Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - 65,0Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - 65,0

Totaal 332,3 6.072,7 138,6 6.543,6

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

233

Page 240: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 241: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2006-2010 3. Definitieve rekeningen 2006

4. Definitieve rekeningen 2007

5. Definitieve rekeningen 2008

6. Voorlopige rekeningen 2009

7. Voorlopige rekeningen 2010

B.

Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer

Page 242: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat

2006 2007 2008 2009 2010

4.147.883 4.498.981 5.397.383 5.580.215 6.049.710

22.566 19.374 19.507 19.693 19.566

Kapitaalontvangsten 3.232 1.042 180 12 0

Sociale prestaties 2.758.014 2.919.293 3.209.993 3.417.902 3.558.090

Andere lopende uitgaven (2) 1.364.260 1.330.678 1.992.432 2.065.841 2.168.061Kapitaaluitgaven 0 0 4.299 12 0

Begrotingsresultaat 51.407 269.426 210.346 116.164 343.125

(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.

Lopende ontvangsten

van het RSVZ-Globaal beheer (1)

Lopende ontvangsten

van de uitkeringsinstellingen (1)

(duizend euro)

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal zelfstandigen en hun inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …) die in het statistisch gedeelte in detail worden voorgesteld. Hieronder geven wij commentaar op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven. We merken op dat het begrotingsresultaat van het stelsel van de zelfstandigen de som is van de resultaten van het RIZIV tak uitkeringen en het RSVZ en dat deze niet noodzakelijk hetzelfde teken hebben. Het positief begrotingsresultaat dat vanaf 2006 behaald wordt door het RSVZ-Globaal Beheer zal worden toegewezen aan het ‘Fonds voor de Welvaart der Zelfstandigen’. De middelen van dit fonds dienen om toekomstige uitdagingen inzake financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te pakken. Onder meer de invloed van de integratie van de kleine risico’s op de sociale bijdragen zal zo beperkt worden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer In de periode 2006-2010 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in volgende tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 244):

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

236

Page 243: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2006 2007 2008 2009 2010

Globale middelen 5,54 % 8,46 % 19,97 % 3,39 % 8,41 %

Waarvan: - gewone bijdragen 5,92 % 4,22 % 14,54 % 5,51 % 3,30 %- Staatstoelagen 1,67 % 1,85 % 11,07 % 1,82 % 19,46 %- alternatieve financiering 23,28 % 63,94 % 65,68 % 5,77 % 12,13 %

Een tabel met het detail van de alternatieve financiering voor de jaren 2006 tot 2012 bevindt zich in bijlage. We geven een overzicht per jaar van de grote maatregelen die de evolutie van de RSVZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Het bedrag van de Staatstussenkomst werd in 1998 op 958 miljoen euro vastgelegd. Sindsdien werd het aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. In 2001 werd het bedrag van de alternatieve financiering verminderd ingevolge de overname van de schuld van de sociale zekerheid door de federale Staat. De schuld bedroeg eind 2000 583 miljoen euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Ze bestaat uit een programma van thesauriebewijzen op middellange en lange termijn van maximum 496 miljoen euro en een obligatielening van 87 miljoen euro. Ter compensatie werd de alternatieve financiering verminderd met 49.121 duizend euro in 2004, met 110.988,8 duizend euro in 2005 en met 149.700,8 duizend euro in 2006. Het saldo, een bedrag van 94.254,4 duizend euro, werd gestort in 2006 door het Globaal beheer aan de Administratie van de Schatkist. De regering besliste, om vanaf 2006 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Tien procent worden toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Sinds 01.01.2006 wordt er een bedrag van 1.500 duizend euro voorafgenomen op de opbrengst van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen en toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen. Het aldus bekomen bedrag wordt doorgestort naar de RVA ter financiering van de kostprijs van de dienstencheques toegekend aan vrouwelijke zelfstandigen voor hulp bij moederschap. Een zelfstandige van wie de arbeidsongeschiktheid een stopzetting van de beroepsactiviteit met zich meebrengt, kan vanaf 01.07.2006 een vrijstelling verkrijgen van betaling van de kwartaalbijdrage van het begin van de ongeschiktheid indien de ongeschiktheid is begonnen tijdens de eerste maand van het kwartaal. Een gelijkaardige vrijstelling kan bekomen worden indien de hervatting van de activiteit na een periode van ongeschiktheid plaatsvindt tijdens de laatste maand van een kwartaal. In 2007 werden 4 bijkomende ontvangsten voorzien voor de alternatieve financiering: Door de verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, steeg het deel dat toekomt aan het

RIZIV-geneeskundige verzorging met 8.900 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel; Bovendien werd er 1.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer van de zelfstandigen,

afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad; In uitvoering van een beslissing van de Ministerraad van 20 juli 2006 werd er vervolgens een

krediet van 50.000 duizend euro ingeschreven ten behoeve van de inkomensgarantie voor ouderen. De besparing van 6.000 duizend euro die gerealiseerd werd, komt deels ten goede aan de alternatieve financiering voor zelfstandigen, met name 2.000 duizend euro. Dit bedrag werd gebruikt voor de financiering van de verhoging van de minimumpensioenen;

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

237

Page 244: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Ten slotte werd voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro afgenomen van het bedrag aan BTW-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het zelfstandigenstelsel toekomt met 864 duizend euro.

Tot 2007 konden de levensverzekeringsmaatschappijen zich bevrijden van verplichte betaling aan het RSVZ van hun vastgestelde rente (onvoorwaardelijke pensioenen) indien ze de gekapitaliseerde waarde van hun rente overmaken aan het RSVZ. Voortaan worden de levensverzekeringsmaatschappijen verplicht hun portefeuille aan het RSVZ over te dragen. Dit resulteert in een ontvangst van 10.000 duizend euro voor het RSVZ in 2007. De aanpassing van de sociale bijdragen ingesteld door de wet van 21 december 2007, wijzigende de wet van 26 maart 2007, ter dekking van een gedeelte van de kost van de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering geneeskundige verzorging leidde tot een stijging van de ontvangen bijdragen in 2008 met 12 % ten opzichte van de bijdragen van 2007. Tevens is er een stijging van de ontvangen bijdragen van 5.000 duizend euro komende van een nieuw plan in de strijd tegen de sociale fraude. In feite bevat dit bedrag ook de verminderingen van de uitgaven. De alternatieve financiering werd beïnvloed door volgende maatregelen in 2008: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007

“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;

De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;

De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.

Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2008 (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Er is nu een 90-10 verdeling van dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, volgens dezelfde verdeelsleutel een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globale beheren. Binnen het kader van de strijd tegen fraude binnen het actieplan van het RIZIV was er een stijging met 1.000 duizend euro van de terugvordering van ten onrechte uitgekeerde prestaties. Dit bedrag kwam bovenop het bedrag van 5.500 duizend euro aan sociale fraude, dat reeds voorzien is in de bijdragenontvangsten van het RSVZ in 2009. De beslissingen genomen betreffende de begroting van de geneeskundige verzorging verminderen voorlopig de alternatieve financiering toegekend aan het RSVZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981. Deze bedroegen 93.396 duizend euro in 2009. Het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2009 18.753 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het RSVZ. Bij het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

238

Page 245: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

In 2010 werd een bijkomend bedrag van 9.170 duizend euro aan sociale bijdragen gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestonden uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen. De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), werden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 11.000 duizend euro in 2010. Een bijkomende staatstoelage van 255.238 duizend euro werd voorzien in 2010. Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 299.190 duizend euro voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die vastgesteld was op 24.249.164 duizend euro, is in 2010 een bedrag van 350.000 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen

2006 2007 2008 2009 2010

Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 15,48 % -14,15 % 0,69 % 0,95 % -0,64 %

(1) Zonder de interne overdrachten.

De toegewezen ontvangsten betreffen hoofdzakelijk toegewezen ontvangsten van het RIZIV-uitkeringen. In 2006 kende men een stijging met 1.866 duizend euro. In 2007 was er een daling met 1.833 duizend euro. In de volgende jaren liggen deze ontvangsten nagenoeg op hetzelfde niveau als 2007. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds geneesmiddelen ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 3.232 duizend euro voor het RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 1.042 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 180 duizend euro.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

239

Page 246: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties

2006 2007 2008 2009 2010Gemiddelde

jaarlijkse aangroei

RIZIV-Uitkeringen 221.542 251.877 278.244 300.232 321.183 9,73 %

RSVZ-Pensioenen 2.197.451 2.310.722 2.537.189 2.693.691 2.805.402 6,30 %

RSVZ-Gezinsbijslag 337.373 355.031 390.459 415.233 413.164 5,20 %RSVZ-Faillissementverzekering 1.648 1.664 4.102 8.746 18.337 82,63 %

RSVZ-Palliatieve verzorging 4 -

Totaal 2.758.014 2.919.293 3.209.993 3.417.902 3.558.090 6,57 %

(duizend euro)

Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Uitkeringen Vanaf 01.01.2006 wordt aan alleenstaande gehandicapte zelfstandigen die geen personen ten laste hebben een tegemoetkoming voor hulp van derden toegekend. Via het koninklijk besluit van 21.12.2006 en naar analogie van maatregelen getroffen in de werknemersregeling worden voor zelfstandigen een aantal revalorisatiemaatregelen genomen inzake uitkeringen: Er wordt een onderscheid ingevoerd tussen een gerechtigde zonder gezinslast,

samenwonende en een gerechtigde zonder gezinslast, alleenstaande; De primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt gekoppeld aan het bedrag van het

minimumrustpensioen voor een zelfstandige; De invaliditeitsuitkering zonder stopzetting van de zelfstandige activiteit stemt overeen met het

bedrag van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering. De basisbedragen van de invaliditeitsuitkeringen voor zelfstandigen die hun bedrijf hebben stopgezet worden vanaf 01.01.2006 verhoogd. De uitkering wordt gelijkgeschakeld met de minimumuitkering in de werknemersregeling. Vanaf 01.01.2007: Wordt een forfait van 12 euro toegekend voor de hulp van derden; Worden de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aangepast aan het minimumpensioen

voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (met stopzetting van de activiteit) aangepast aan het

minimumpensioen voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (zonder stopzetting van de activiteit) aangepast aan de

primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met toevoeging van de categorie “samenwonende”.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

240

Page 247: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Op 01.09.2007 vond er een aanpassing aan de welvaart plaats. Ze bestaat uit een verhoging met 2 % van de minima voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Bij de uitkeringen werd een bedrag van 4.577 duizend euro voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Ten laste van het generatiepact: Verhoging met 2,5 % van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1 augustus

2009; Verhoging met 2,5 % van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 augustus 2009; Verhoging met 2 % van het forfait voor invaliditeit met stopzetting vanaf 1 augustus 2009; Verhoging met 2 % van het forfait voor moederschapsverlof vanaf 1 augustus 2009. Niet ten laste van het generatiepact: Verhoging met 20 euro per maand van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1

mei 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 2,5 % op 20 euro per maand voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1

augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 0,5 % van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1 augustus

2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 20 euro per maand van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1

mei 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 2,5 % op de 20 euro per maand voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1

augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 0,5 % van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 augustus 2009

(alleenstaande en met gezinslast); Verhoging met 3 % van het forfait voor de invaliditeit met stopzetting vanaf 1 juni 2009

(alleenstaande en met gezinslast). Bij de uitkeringen wordt vanaf 01.01.2010 een bedrag van 265 duizend euro voorzien ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen worden geconfronteerd. Pensioenen Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. In 2006 vond er een herwaardering met 2 % van de maandelijkse pensioenbedragen plaats: op 01.01.2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1996 en voor 01.01.1998; op 01.04.2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1997 en voor 01.01.2000. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. De meeruitgave bedraagt 1,2 miljoen euro. Volgens de huidige wetgeving worden pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet uitbetaald. De pensioenbedragen uitbetaald in de verschillende stelsels worden niet opgeteld om dit minimumbedrag te bereiken. Vanaf 2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen. Deze verhoging is ingegaan vanaf maart 2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

241

Page 248: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Ook werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd. Voor dit laatste werd een budget van 400 duizend euro uitgetrokken voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 is er geen bestraffing meer van de anticipatie voor de zelfstandigen die hun pensionering wensen te vervroegen tot 60 jaar. Voorwaarde is wel dat ze een loopbaan van 43 jaar hebben. Nog steeds in het kader van de pensioenen, wordt vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er eveneens een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. De minimum rust- en overlevingspensioenen voor de zelfstandigen werden vanaf 1 mei 2009 verhoogd met 20 euro. Dit ter verkleining van het verschil met deze van de werknemers. Hiervoor werd een kost van 31.020 duizend euro voorzien. Daarenboven werden de pensioenen nogmaals verhoogd vanaf 1 augustus 2009 met 0,5 % voor de minimumpensioenen en met 0,7 % voor de andere pensioenen. De kost hiervan bedroeg 5.100 duizend euro. Een laatste maatregel betreffende pensioenen van de zelfstandigen betrof de verzwakking van de malus in het geval van vervroegde pensionering na een carrière van 42 jaar als zelfstandige. Deze maatregel is ingegaan vanaf 1 januari 2009 en zal 600 duizend euro kosten. Voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart werd 23.722 duizend euro vrijgemaakt. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Aanpassing aan de welvaart van de pensioenen ouder dan 5 jaar, vanaf 1 september 2009; Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen met 2,5 % vanaf 1 augustus 2009; Verhoging van de niet-minimum-pensioenen met 0,8 % vanaf 1 augustus 2009. De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen werden vanaf 01.08.2010 verhoogd met 20 euro voor het gezinspensioen en 25 euro voor de pensioenen voor alleenstaanden en de overlevingspensioenen (waarvan de brutokosten 25.339 duizend euro bedragen). Deze verhoging leverde een besparing van 2.263 duizend euro op voor de IGO. Gezinsbijslag Het stelsel van de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap en ernstig zieke kinderen werd in het begin van 2003 gewijzigd. De hervorming is van toepassing op kinderen die na 01.01.1997 geboren zijn. Wanneer een kind geplaatst wordt in een onthaalgezin krijgt de persoon die tot dan gezinsbijslag ontving in het oorspronkelijke gezin, een forfaitaire bijslag, op voorwaarde dat hij contact blijft onderhouden met het kind. In het werknemersstelsel bestond die bijslag al. Voor de kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling bij de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 en om overeenstemming te bereiken met de werknemersregeling werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor kinderen met een handicap geboren na 01.01.1996 verhoogd.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

242

Page 249: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

In 2007 werd de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor personen met een handicap uitgebreid worden naar kinderen geboren na 01.01.1993. De meeruitgave wordt geraamd op 0,36 miljoen euro. De verhoogde kinderbijslag voor wezen wordt vanaf 2007 toegekend aan het weeskind waarvan de rechthebbende ouder overleden is indien de loopbaanvoorwaarden vervuld zijn door een aannemer die geen ouder is van het kind (kost: 0,71 miljoen euro). De enveloppe voor de schoolpremie 2007 bedroeg 7,44 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Ter harmonisering van de kinderbijslagen tussen het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel van de werknemers werd de kinderbijslag voor het eerste kind met 10 euro verhoogd vanaf 01.04.2008. De nieuwe regelgeving betreffende de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap werd vanaf 1 mei 2009 uitgebreid tot de categorie kinderen met een handicap geboren vóór 1993 zodat alle rechthebbenden onderworpen zijn aan het zelfde onderzoekssysteem. Wat betreft de kinderbijslag, werd de verhoging van de jaarlijkse leeftijdstoeslag van 25 tot 50 euro voor de categorie 18 tot 25 jaar reeds ingevoerd in 2009. De kinderbijslag voor het eerste kind binnen het stelsel van de zelfstandigen zal met 3,93 euro worden opgetrokken. Faillissementsverzekering Vanaf 01.07.2001 heeft de zelfstandige in faillissement recht op de uitkering gedurende zes maanden (in plaats van twee). De uitkering wordt bovendien betaald vanaf de maand volgend op die van het faillissement (en niet langer vanaf het daaropvolgende kwartaal). Het bedrag voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009 bedroeg 119 duizend euro voor de prestaties inzake de faillissementsverzekering. Dit bedrag werd als volgt besteed: Verhoging van de uitkering met 20 EUR vanaf 1 mei 2009; Verhoging met 2,5 % van de faillissementsuitkering vanaf 1 augustus 2009 (welvaart); Verhoging met 0,5 % van de faillissementsuitkering vanaf 1 augustus 2009 (relance). Gedurende de periode van 01.01.2010 tot en met 30.06.2010 werd er voor de zelfstandigen in moeilijkheden een uitbreiding van de sociale verzekering in geval van faillissement voorzien. Deze uitbreiding bracht een extra kost van 3.400 duizend euro met zich mee. De andere lopende uitgaven Sinds 01.01.2006 krijgt elke vrouwelijke zelfstandige die bevallen is na 31.12.2005, onder bepaalde voorwaarden, gratis 70 dienstencheques voor het betalen van gezinshulp. Dit om een betere combinatie tussen werk en gezin mogelijk te maken. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe gebeurt er een storting van het RIZIV naar de RVP. De externe overdracht naar de geneeskundige verzorging wordt vanaf 2008 volgens de nieuwe regels berekend: de stijging van 677.052 duizend euro ten opzichte van 2007 wordt onder andere veroorzaakt door de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering. De kapitaaluitgaven Ten slotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSVZ-Globaal beheer een bedrag van 4.299 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

243

Page 250: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2006-2010 (duizend euro)

Lopende Ontvangsten 2006 2007 2008 2009 2010

Bijdragen 2.728.788 2.845.980 3.244.981 3.415.331 3.535.058

Staatstoelagen 1.103.435 1.123.834 1.248.199 1.270.904 1.518.274

Alternatieve financiering 295.618 484.646 802.976 849.272 952.306

Toegewezen ontvangsten 17.733 15.900 16.194 16.728 17.116

Externe overdrachten 1.227 15.402 61.528 30.665 29.919

Opbrengsten beleggingen 12.622 24.511 34.673 13.531 13.566

Diversen 11.025 8.081 8.339 3.476 3.037

Totaal lopende ontvangsten 4.170.449 4.518.355 5.416.890 5.599.907 6.069.276

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

244

Page 251: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2006-2010 (duizend euro) (vervolg)

Lopende Uitgaven 2006 2007 2008 2009 2010

Prestaties 2.758.014 2.919.293 3.209.993 3.417.902 3.558.090

RIZIV-Uitkeringen 221.542 251.877 278.244 300.232 321.183RSVZ-Pensioenen 2.197.451 2.310.722 2.537.189 2.693.691 2.805.402RSVZ-Gezinsbijslag 337.373 355.031 390.459 415.233 413.164RSVZ-Faillissemenstverzekering 1.648 1.664 4.102 8.746 18.337RSVZ-Palliatieve verzorging 4

Betalingskosten 1.454 1.477 1.364 1.299 686

Beheerskosten 73.510 76.193 80.871 80.873 79.764

Externe overdrachten 1.286.421 1.249.768 1.906.149 1.979.091 2.083.169

Intresten op leningen 0 0

Diversen 2.874 3.240 4.048 4.577 4.442

Totaal lopende uitgaven 4.122.273 4.249.971 5.202.425 5.483.743 5.726.151

Saldo lopende rekeningen 48.175 268.384 214.464 116.164 343.125

Kapitaalrekeningen 2006 2007 2008 2009 2010

Ontvangsten 3.232 1.042 180 12

Uitgaven 0 4.299 12

Saldo kapitaalrekeningen 3.232 1.042 -4.118 0

Budgettair resultaat 51.407 269.426 210.346 116.164 343.125

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

245

Page 252: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

00

00

02.

728.

788

2.72

8.78

8G

ewon

e bi

jdra

gen

2.

569.

431

2.56

9.43

1P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

6.30

56.

305

Con

solid

atie

bijd

rage

n

9292

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

15

2.96

015

2.96

0

Sta

atst

oel

agen

1.10

3.43

51.

103.

435

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

295.

618

295.

618

Btw

235.

880

235.

880

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

43.0

3543

.035

Sto

ck o

ptio

ns

1.

584

1.58

4A

ccijn

zen

taba

k

13.6

2013

.620

And

ere

1.

500

1.50

0

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

17.7

330

00

17.7

330

17.7

33

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

1.22

70

01.

227

01.

227

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

200

00

2012

.602

12.6

22

Div

erse

n

100

3.48

60

03.

586

7.43

911

.025

Eig

en o

ntv

ang

sten

17

.853

4.71

30

022

.566

4.14

7.88

34.

170.

449

RS

VZ

-GF

B

206.

932

2.20

5.31

533

7.37

31.

648

2.75

1.26

80

2.75

1.26

8A

nder

e ta

kken

0

00

00

00

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

206.

932

2.20

5.31

533

7.37

31.

648

2.75

1.26

80

2.75

1.26

8

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

22

4.78

52.

210.

028

337.

373

1.64

82.

773.

834

4.14

7.88

36.

921.

716

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

246

Page 253: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

221.

542

2.19

7.45

133

7.37

31.

648

2.75

8.01

40

2.75

8.01

4

Bet

alin

gsk

ost

en

01.

454

00

1.45

40

1.45

4

Beh

eers

kost

en

9.87

69.

896

00

19.7

7253

.738

73.5

10

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

00

00

1.28

6.42

11.

286.

421

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

191.

525

1.19

1.52

5A

nder

e

94.8

9694

.896

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

00

00

00

Div

erse

n

284

00

028

42.

590

2.87

4

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

23

1.70

22.

208.

801

337.

373

1.64

82.

779.

524

1.34

2.75

04.

122.

273

RS

VZ

-GF

B

A

nder

e ta

kken

2.75

1.26

82.

751.

268

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

2.

751.

268

2.75

1.26

8

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

23

1.70

22.

208.

801

337.

373

1.64

82.

779.

524

4.09

4.01

76.

873.

541

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-6.9

171.

227

00

-5.6

9053

.865

48.1

75

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. R

SV

Z-F

ailli

s. v

erz.

S

UB

TO

TA

AL

R

SV

Z-G

FB

T

OT

AA

L

On

tvan

gst

en

00

00

03.

232

3.23

2

Uit

gav

en

00

00

00

0

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

3.23

23.

232

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -6

.917

1.22

70

0-5

.690

57.0

9751

.407

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

247

Page 254: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

2.

845.

980

2.84

5.98

0G

ewon

e bi

jdra

gen

2.

677.

901

2.67

7.90

1P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

5.60

35.

603

Con

solid

atie

bijd

rage

n

4343

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

16

2.43

316

2.43

3

Sta

atst

oel

agen

1.12

3.83

41.

123.

834

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

484.

646

484.

646

Btw

421.

070

421.

070

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

44.7

4244

.742

Sto

ck o

ptio

ns

1.

639

1.63

9A

ccijn

zen

taba

k

13.5

9513

.595

And

ere

3.

600

3.60

0

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

15.9

000

00

15.9

000

15.9

00

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

15.4

0215

.402

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

100

00

1024

.501

24.5

11

Div

erse

n

803.

384

00

3.46

44.

617

8.08

1

Eig

en o

ntv

ang

sten

15

.990

3.38

40

019

.374

4.49

8.98

14.

518.

355

RS

VZ

-GF

B

239.

755

2.31

8.79

235

5.03

11.

664

2.91

5.24

20

2.91

5.24

2A

nder

e ta

kken

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

239.

755

2.31

8.79

235

5.03

11.

664

2.91

5.24

20

2.91

5.24

2

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

25

5.74

52.

322.

176

355.

031

1.66

42.

934.

616

4.49

8.98

17.

433.

596

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

248

Page 255: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

251.

877

2.31

0.72

235

5.03

11.

664

2.91

9.29

30

2.91

9.29

3

Bet

alin

gsk

ost

en

01.

477

00

1.47

70

1.47

7

Beh

eers

kost

en

10.1

309.

977

00

20.1

0756

.086

76.1

93

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.24

9.76

81.

249.

768

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

227.

757

1.22

7.75

7A

nder

e

22.0

1022

.010

Intr

este

n o

p le

nin

gen

00

Div

erse

n

267

00

026

72.

973

3.24

0

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

26

2.27

42.

322.

176

355.

031

1.66

42.

941.

144

1.30

8.82

64.

249.

971

RS

VZ

-GF

B

A

nder

e ta

kken

2.91

5.24

22.

915.

242

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

2.

915.

242

2.91

5.24

2

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

26

2.27

42.

322.

176

355.

031

1.66

42.

941.

144

4.22

4.06

87.

165.

212

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-6.5

290

00

-6.5

2927

4.91

326

8.38

4

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. R

SV

Z-F

ailli

s. v

erz.

S

UB

TO

TA

AL

R

SV

Z-G

FB

T

OT

AA

L

On

tvan

gst

en

1.

042

1.04

2

Uit

gav

en

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

1.04

21.

042

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -6

.529

00

0-6

.529

275.

955

269.

426

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

249

Page 256: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

3.

244.

981

3.24

4.98

1G

ewon

e bi

jdra

gen

3.

067.

203

3.06

7.20

3P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

5.68

05.

680

Con

solid

atie

bijd

rage

n

3030

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

17

2.06

817

2.06

8

Sta

atst

oel

agen

1.24

8.19

91.

248.

199

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

802.

976

802.

976

Btw

676.

497

676.

497

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

49.4

2149

.421

Sto

ck o

ptio

ns

2.

193

2.19

3A

ccijn

zen

taba

k

14.0

0014

.000

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

56.7

6356

.763

And

ere

4.

101

4.10

1

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

16.1

94

16.1

94

16.1

94

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

61.5

2861

.528

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

1034

.663

34.6

73

Div

erse

n

803.

223

3.30

35.

036

8.33

9

Eig

en o

ntv

ang

sten

16

.284

3.22

3

19

.507

5.39

7.38

35.

416.

890

RS

VZ

-GF

B

273.

689

2.54

5.54

839

0.45

94.

102

3.21

3.79

7

3.21

3.79

7A

nder

e ta

kken

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

273.

689

2.54

5.54

839

0.45

94.

102

3.21

3.79

7

3.21

3.79

7

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

28

9.97

32.

548.

771

390.

459

4.10

23.

233.

304

5.39

7.38

38.

630.

687

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

250

Page 257: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

278.

244

2.53

7.18

939

0.45

94.

102

3.20

9.99

3

3.20

9.99

3

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

364

1.36

4

1.36

4

Beh

eers

kost

en

11.3

0310

.218

21.5

2159

.350

80.8

71

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.90

6.14

91.

906.

149

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

904.

809

1.90

4.80

9A

nder

e

1.34

01.

340

Intr

este

n o

p le

nin

gen

Div

erse

n

267

26

73.

781

4.04

8

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

28

9.81

42.

548.

771

390.

459

4.10

23.

233.

145

1.96

9.28

05.

202.

425

RS

VZ

-GF

B

A

nder

e ta

kken

3.21

3.79

73.

213.

797

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.

213.

797

3.21

3.79

7

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

28

9.81

42.

548.

771

390.

459

4.10

23.

233.

145

5.18

3.07

88.

416.

222

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

159

00

015

921

4.30

521

4.46

4

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. R

SV

Z-F

ailli

s. v

erz.

S

UB

TO

TA

AL

R

SV

Z-G

FB

T

OT

AA

L

On

tvan

gst

en

18

018

0

Uit

gav

en

4.

299

4.29

9

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-4.1

18-4

.118

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 15

90

00

159

210.

187

210.

346

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

251

Page 258: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

009

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

3.

415.

331

3.41

5.33

1G

ewon

e bi

jdra

gen

3.

236.

344

3.23

6.34

4P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

5.97

15.

971

Con

solid

atie

bijd

rage

n

1212

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

17

3.00

417

3.00

4

Sta

atst

oel

agen

1.27

0.90

41.

270.

904

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

849.

272

849.

272

Btw

685.

559

685.

559

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

45.7

6245

.762

Sto

ck o

ptio

ns

6.

925

6.92

5A

ccijn

zen

taba

k

14.4

0414

.404

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

92.5

2492

.524

And

ere

4.

098

4.09

8

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

16.7

28

16.7

28

16.7

28

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

30.6

6530

.665

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

1013

.521

13.5

31

Div

erse

n

110

2.84

5

2.

955

521

3.47

6

Eig

en o

ntv

ang

sten

16

.848

2.84

5

19

.693

5.58

0.21

55.

599.

907

RS

VZ

-GF

B

295.

378

2.70

2.77

841

5.23

38.

746

3.42

2.13

6

3.42

2.13

6A

nder

e ta

kken

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

295.

378

2.70

2.77

841

5.23

38.

746

3.42

2.13

60

3.42

2.13

6

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

31

2.22

62.

705.

623

415.

233

8.74

63.

441.

828

5.58

0.21

59.

022.

043

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

252

Page 259: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

009

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

300.

232

2.69

3.69

141

5.23

38.

746

3.41

7.90

2

3.41

7.90

2

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

299

1.29

9

1.29

9

Beh

eers

kost

en

11.6

0310

.633

22.2

3658

.637

80.8

73

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.97

9.09

11.

979.

091

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

977.

292

1.97

7.29

2A

nder

e

1.79

91.

799

Intr

este

n o

p le

nin

gen

Div

erse

n

391

39

14.

186

4.57

7

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

31

2.22

62.

705.

623

415.

233

8.74

63.

441.

828

2.04

1.91

55.

483.

743

RS

VZ

-GF

B

A

nder

e ta

kken

3.42

2.13

63.

422.

136

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.

422.

136

3.42

2.13

6

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

31

2.22

62.

705.

623

415.

233

8.74

63.

441.

828

5.46

4.05

18.

905.

879

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

011

6.16

411

6.16

4

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. R

SV

Z-F

ailli

s. v

erz.

S

UB

TO

TA

AL

R

SV

Z-G

FB

T

OT

AA

L

On

tvan

gst

en

12

12

Uit

gav

en

12

12

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

00

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

116.

164

116.

164

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

253

Page 260: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

010

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z. R

SV

Z-P

allia

t. v

erz.

S

UB

TO

TA

AL

R

SV

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

3.53

5.05

83.

535.

058

Gew

one

bijd

rage

n

3.

343.

015

3.34

3.01

5P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

6.

946

6.94

6C

onso

lidat

iebi

jdra

gen

88

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

185.

088

185.

088

Sta

atst

oel

agen

1.

518.

274

1.51

8.27

4

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

95

2.30

695

2.30

6

Btw

70

7.11

070

7.11

0R

oere

nde

voor

heffi

ng

46.4

5446

.454

Sto

ck o

ptio

ns

3.35

83.

358

Acc

ijnze

n ta

bak

14.0

1914

.019

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

17

7.13

217

7.13

2A

nder

e

4.

233

4.23

3

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

17.1

16

17

.116

17

.116

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

29

.919

29.9

19

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

10

13.5

5613

.566

Div

erse

n

110

2.33

0

2.44

059

73.

037

Eig

en o

ntv

ang

sten

17

.236

2.33

0

19.5

666.

049.

710

6.06

9.27

6

RS

VZ

-GF

B

316.

664

2.81

4.41

141

3.16

418

.337

43.

562.

579

3.

562.

579

And

ere

takk

en

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

316.

664

2.81

4.41

141

3.16

418

.337

43.

562.

579

3.

562.

579

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

33

3.90

02.

816.

741

413.

164

18.3

374

3.58

2.14

56.

049.

710

9.63

1.85

5

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

254

Page 261: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

010

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z. R

SV

Z-P

allia

t. v

erz.

S

UB

TO

TA

AL

R

SV

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

321.

183

2.80

5.40

241

3.16

418

.337

43.

558.

090

3.

558.

090

Bet

alin

gsk

ost

en

68

6

686

68

6

Beh

eers

kost

en

12.2

8510

.652

22

.937

56.8

2779

.764

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.

083.

169

2.08

3.16

9

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

2.08

1.39

92.

081.

399

And

ere

1.77

11.

771

Intr

este

n o

p le

nin

gen

Div

erse

n

432

432

4.01

04.

442

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

33

3.90

02.

816.

741

413.

164

18.3

374

3.58

2.14

52.

144.

006

5.72

6.15

1

RS

VZ

-GF

B

And

ere

takk

en

3.56

2.57

93.

562.

579

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.56

2.57

93.

562.

579

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

33

3.90

02.

816.

741

413.

164

18.3

374

3.58

2.14

55.

706.

585

9.28

8.73

0

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

00

343.

125

343.

125

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. R

SV

Z-F

ailli

s. v

erz.

RS

VZ

-Pal

liat.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

Uit

gav

en

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

034

3.12

534

3.12

5

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

255

Page 262: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 263: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Sociaal statuut (RSVZ) 259

1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse 1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en

geslacht 1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-

verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit) 1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen 1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening

2. Uitkeringen (RIZIV) 265

2.0 Methodologische nota 2.1 Verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (ledentallen) 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit: aantal gevallen 2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap: verzekerde bevolking 2.13 Moederschap en adoptie: aantal gevallen 2.14 Moederschap en adoptie: gemiddelde uitkering per geval 2.15 Moederschap en adoptie: totaal bedrag van de uitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering

C.

Statistieken

Page 264: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Pensioenen (RVP) 275

3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt

betaald 3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden

betaald 3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen) 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen

4. Gezinsbijslag (RSVZ) 281

4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op

bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen

5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 289

5.0 Methodologische nota 5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven

Page 265: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Sociaal statuut 1.0 Methodologische nota De weergegeven statistieken bieden een overzicht van de voornaamste bepalende factoren met betrekking tot de heffing van sociale bijdragen voor het sociaal statuut van zelfstandigen. We vermelden hierbij dat de geheven bijdragen voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen berekend worden in functie van het belastbaar inkomen van deze zelfstandigen drie jaar voordien. Ten titel van voorbeeld is het zo dat de sociale bijdragen voor een zelfstandige, verschuldigd voor 2010, berekend zullen worden op basis van zijn (of haar) belastbaar inkomen van 2007. Effectieven (tabellen 1.1 en 1.2) Voor de effectieven werden twee tabellen opgenomen. De eerste heeft betrekking op de verzekeringsplichtigen (zelfstandigen en helpers) voor het sociaal statuut opgesplitst per leeftijdsklasse. De tweede tabel splitst hetzelfde totaal op naar het onderscheid zelfstandige of helper. Vervolgens worden de subtotalen verder onderverdeeld volgens het criterium hoofdbezigheid, nevenbezigheid of activiteit na pensioenleeftijd. Coherentie van de effectieven (tabel 1.3) Het doel van tabel 1.3 is het verschil tussen het begrip verzekeringsplichtige voor het sociaal statuut en het gerechtigd zijn als zelfstandige in de ziekteverzekering te illustreren. We hebben in deze tabel de RIZIV-cijfers over ledentallen zelfstandigen geplaatst naast de RSVZ-cijfers voor de variabele die het meest nauw aansluit met het begrip “gerechtigde zelfstandige”, zoals dat bij het RIZIV gehanteerd wordt. De voornaamste verklaring voor het vastgestelde verschil ligt bij de “starters” die in het algemeen een stage doen van zes maanden alvorens toegelaten te worden als gerechtigde in het zelfstandigenstatuut voor de ziekteverzekering. Onder ‘hoofdbezigheid’ wordt verstaan hoofdberoep, ‘nevenbezigheid’ wordt vaak ook aangeduid als bijberoep. Aan bijdragen onderworpen inkomsten van zelfstandigen (tabel 1.4) Hierin wordt de evolutie getoond van de inkomsten van de zelfstandigen, waarop de bijdragen voor het sociaal statuut berekend worden. De inkomsten van zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd worden in een aparte rubriek vermeld. Aangezien in 2003 de zogenaamde “brutering” van de aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen inkomens van de zelfstandigen werd afgeschaft, werd deze tabel herzien vanaf het jaar 2000. De vermelde inkomens stemmen overeen met de geïndexeerde inkomens. (Cf. tabel 1.5 voor de indexeringswijze). Herwaarderingscoëfficiënten (tabel 1.5) Deze tabel laat toe de omrekening te doen naar geïndexeerde inkomsten. Deze laatste vormen de grondslag om de bijdragen te berekenen. Aanvullende informatie kan u vinden in het jaarverslag van de RSVZ en op de website www.rsvz.be .

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal Statuut (RSVZ)

259

Page 266: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RSVZ

12.2006 12.2007 12.2008 12.2009 12.2010

Minder dan 30 jaar 85.966 92.497 98.260 97.484 96.64430 - 39 jaar 213.293 217.507 220.996 219.634 218.69940 - 49 jaar 264.725 270.186 274.502 276.310 279.74250 - 59 jaar 197.765 201.887 205.097 210.516 218.35660 - 64 jaar 60.350 63.281 65.222 68.133 71.46265 - 69 jaar 25.753 26.219 26.458 27.912 31.33770 - 79 jaar 25.650 26.086 26.177 27.029 27.78880 jaar en meer 7.120 7.291 7.234 7.624 8.557

Totaal 880.622 904.954 923.946 934.642 952.585

1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal Statuut (RSVZ)

260

Page 267: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2006

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 551.537 239.751 791.288Hoofdbezigheid 384.609 174.618 559.227Nevenbezigheid 123.228 50.211 173.439Activiteiten na pensioenleeftijd 43.700 14.922 58.622

Helpers 35.171 54.163 89.334Hoofdbezigheid 30.034 51.471 81.505Nevenbezigheid 3.395 2.092 5.487Activiteiten na pensioenleeftijd 1.742 600 2.342

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

586.708 293.914 880.622

Toestand op 31 december 2006

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

640.732

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

591.741

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

19.681

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

29.310

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2007

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 567.540 249.951 817.491Hoofdbezigheid 393.971 179.358 573.329Nevenbezigheid 128.626 55.253 183.879Activiteiten na pensioenleeftijd 44.943 15.340 60.283

Helpers 35.214 52.249 87.463Hoofdbezigheid 29.616 49.055 78.671Nevenbezigheid 3.822 2.567 6.389Activiteiten na pensioenleeftijd 1.776 627 2.403

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

602.754 302.200 904.954

Toestand op 31 december 2007

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

652.000

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

605.624

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

17.556

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

28.820

1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en geslacht

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal Statuut (RSVZ)

261

Page 268: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2008

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 579.868 259.420 839.288Hoofdbezigheid 401.397 183.439 584.836Nevenbezigheid 132.188 60.285 192.473Activiteiten na pensioenleeftijd 46.283 15.696 61.979

Helpers 34.622 50.036 84.658Hoofdbezigheid 28.598 46.473 75.071Nevenbezigheid 4.243 2.934 7.177Activiteiten na pensioenleeftijd 1.781 629 2.410

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

614.490 309.456 923.946

Toestand op 31 december 2008

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

659.907

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

615.765

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

15.649

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

28.493

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2009

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 590.259 267.650 857.909Hoofdbezigheid 407.599 187.412 595.011Nevenbezigheid 134.082 64.345 198.427Activiteiten na pensioenleeftijd 48.578 15.893 64.471

Helpers 30.184 46.549 76.733Hoofdbezigheid 24.269 42.759 67.028Nevenbezigheid 4.263 3.172 7.435Activiteiten na pensioenleeftijd 1.652 618 2.270

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

620.443 314.199 934.642

Toestand op 31 december 2009

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

662.039

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

620.839

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

13.918

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

27.282

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal Statuut (RSVZ)

262

Page 269: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2010

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 600.948 276.916 877.864Hoofdbezigheid 414.105 190.875 604.980Nevenbezigheid 135.784 69.300 205.084Activiteiten na pensioenleeftijd 51.059 16.741 67.800

Helpers 30.073 44.648 74.721Hoofdbezigheid 24.068 40.678 64.746Nevenbezigheid 4.275 3.306 7.581Activiteiten na pensioenleeftijd 1.730 664 2.394

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

631.021 321.564 952.585

Toestand op 31 december 2010

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

669.726

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

631.606

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

12.001

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

26.119

Bron: RIZIV en RSVZ

"In regel" "Niet-verzekerd" Totaal

30 juni 2006 525.446 20.535 545.981 535.21230 juni 2007 537.297 27.238 564.535 546.33730 juni 2008 553.240 26.937 580.177 558.18630 juni 2009 561.740 565.37130 juni 2010 566.225 572.322

1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit)

Teldatum

ZIV-statuut van gerechtigde als zelfstandige RSVZ - verzekerings-plichtige voor sociaal statuut

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal Statuut (RSVZ)

263

Page 270: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RSVZ

2006 2007 2008 2009 2010(refertejaar

2003)(refertejaar

2004)(refertejaar

2005)(refertejaar

2006)(refertejaar

2007)

Zelfstandigen 13.351.750 13.639.448 14.286.472 15.214.005 15.770.949Hoofdbezigheid 12.863.247 13.138.599 13.720.325 14.644.712 15.143.340Nevenbezigheid 488.503 500.849 566.147 569.293 627.609

Zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd

597.357 618.672 661.359 740.514 804.783

Anderen 0 0 0 0 0

Totaal 13.949.107 14.258.120 14.947.831 15.954.519 16.575.732

1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening (1)

Bron: RSVZ

2006 2007 2008 2009 2010

Herwaarderingscoëfficiënt428,31 394,36

434,00 402,62

448,68 413,83

460,41 421,24

460,41 428,90

(1) Index basis 1971

1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen (duizend euro)

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal Statuut (RSVZ)

264

Page 271: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In tegenstelling met de geneeskundige verzorging is de uitkeringsverzekering bij de hervorming van 2008 (wet van 31 januari 2007 en wet van 26 maart 2007) geen eenheidsstelsel geworden. Niettemin mag de sector uitkeringen voor zelfstandigen niet als een op zichzelf staande regeling beschouwd worden. De bestaande wetgeving voor de werknemers werd via het K.B. van 20.07.1971, betreffende de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en moederschapsuitkeringen uitgebreid tot de zelfstandigen. De hiernavolgende statistische tabellen zijn daarom zowel vormelijk als inhoudelijk identiek aan deze van de werknemers. Primaire arbeidsongeschiktheid / Invaliditeit De reglementering maakt een drievoudig onderscheid tussen de perioden van arbeidsongeschiktheid: de periode van primaire ongeschiktheid, zonder uitkeringen, die de eerste maand omvat; de periode van primaire ongeschiktheid, met uitkeringen, gedurende de volgende elf maanden; de invaliditeitsperiode die vanaf het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid aanvangt. De gerechtigde bekomt in de periode van primaire ongeschiktheid met uitkeringen en tijdens de invaliditeitsperiode een forfaitair bedrag waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar het al dan niet hebben van personen ten laste. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap De moederschapsuitkering wordt uitbetaald voor een periode van zes weken (sinds 2003) onmiddellijk na de bevalling. Deze uitkering bestaat uit een forfaitair bedrag.

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

265

Page 272: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.1

Ver

zeke

rde

bev

olk

ing

naa

r st

atu

ut,

leef

tijd

skla

sse

en g

esla

cht

(led

enta

llen

)

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Zel

fsta

nd

igen

-

en

ige

acti

vite

itM

anne

n46

09.

619

26.8

6940

.943

55.8

8664

.352

64.9

3355

.861

45.8

4330

.731

4.54

740

0.04

4V

rouw

en17

05.

147

15.1

2919

.552

24.8

3226

.225

24.4

8219

.319

13.7

908.

075

1.89

215

8.61

3

Mee

hel

pen

de

ech

tgen

ote

nM

anne

n1

781

173

357

473

492

422

430

234

242.

694

Vro

uwen

312

761

31.

439

3.00

74.

632

5.44

95.

612

6.00

73.

261

467

30.6

17

To

taal

634

14.9

0042

.692

62.1

0784

.082

95.6

8295

.356

81.2

1466

.070

42.3

016.

930

591.

968

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Zel

fsta

nd

igen

-

en

ige

acti

vite

itM

anne

n41

99.

829

26.8

6840

.640

54.6

7763

.478

65.9

6457

.278

46.7

7431

.587

4.30

040

1.81

4V

rouw

en17

25.

425

14.8

2319

.476

24.1

3225

.874

24.8

5019

.671

14.2

588.

783

2.04

215

9.50

6

Mee

hel

pen

de

ech

tgen

ote

nM

anne

n0

1069

200

384

576

613

521

405

242

263.

046

Vro

uwen

150

603

1.46

43.

037

4.55

65.

678

5.67

55.

090

2.79

344

229

.488

To

taal

591

15.4

1442

.363

61.7

8082

.230

94.4

8497

.105

83.1

4566

.527

43.4

056.

810

593.

854

Toe

stan

d op

30

juni

201

0

Toe

stan

d op

30

juni

200

9

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

266

Page 273: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.2

Aan

tal i

nva

liden

naa

r le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Man

nen

010

6112

730

256

51.

096

1.79

23.

191

5.16

190

12.3

95V

rouw

en0

1143

123

260

448

767

1.12

21.

737

2.04

40

6.55

5

To

taal

021

104

250

562

1.01

31.

863

2.91

44.

928

7.20

590

18.9

50

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Man

nen

011

6815

332

961

11.

143

1.87

53.

284

5.18

886

12.7

48V

rouw

en0

1045

127

266

494

814

1.14

01.

742

2.39

933

7.07

0

To

taal

021

113

280

595

1.10

51.

957

3.01

55.

026

7.58

711

919

.818

Toe

stan

d op

30

juni

201

0

Toe

stan

d op

30

juni

200

9

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

267

Page 274: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.3 Evolutie van het ledental

Bron: RIZIV

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Zelfstandigen 509.004 506.723 530.975 540.835 542.735Mannen 366.842 367.077 383.182 387.745 389.156Vrouwen 142.162 139.646 147.793 153.090 153.579

Meehelpende echtgenoten 39.596 40.098 34.141 32.183 31.301

Totaal 548.600 546.821 565.116 573.018 574.036

2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid: ziektecijfer (1)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 3,09 3,13 3,10 3,29 3,36Mannen 3,07 3,06 3,06 3,23 3,28Vrouwen 3,12 3,32 3,18 3,43 3,57

Meehelpende echtgenoten 3,32 3,24 3,59 3,67 3,74

Totaal 3,10 3,14 3,13 3,31 3,38

(1) Aantal vergoede dagen / ledental.

2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid: aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 1.571.126 1.587.435 1.644.862 1.778.291 1.823.674Mannen 1.127.925 1.123.774 1.174.228 1.253.443 1.275.608Vrouwen 443.201 463.661 470.634 524.848 548.066

Meehelpende echtgenoten 131.396 130.050 122.580 118.101 117.192

Totaal 1.702.522 1.717.485 1.767.442 1.896.392 1.940.866

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

268

Page 275: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid: gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 25,82 29,81 32,66 34,12 35,28Mannen 26,66 30,62 33,51 34,98 36,10Vrouwen 24,88 27,86 30,51 32,09 33,37

Meehelpende echtgenoten 24,54 27,41 29,88 31,13 32,30

2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: totaal bedrag van de basisuitgaven(duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 40.569 46.829 52.929 60.040 63.655Mannen 30.068 34.406 39.352 43.841 46.050Vrouwen 11.025 12.920 14.361 16.842 18.288Regularisaties -524 -497 -784 -643 -683

Meehelpende echtgenoten 3.224 3.565 3.644 3.663 3.814

Hulp van derden 60 101 143 135 128

Totaal 43.853 50.495 56.716 63.838 67.597

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

269

Page 276: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.8 Invaliditeit: aantal gevallen

Bron: RIZIV

12.2006 12.2007 12.2008 12.2009 12.2010

Zelfstandigen 17.087 17.447 17.479 18.219 18.964Mannen 12.090 12.279 12.249 12.438 12.845Vrouwen 4.997 5.168 5.230 5.781 6.119

< 60 jaar 3.488 3.618 3.661 3.794 4.014>= 60 jaar 1.509 1.550 1.569 1.987 2.105

Meehelpende echtgenoten 846 955 1.073 1.240 1.172Mannen 78 79 93 97 95Vrouwen 768 876 980 1.143 1.077

< 60 jaar 569 612 683 746 665>= 60 jaar 199 264 297 397 412

Totaal 17.933 18.402 18.552 19.459 20.136

2.9 Invaliditeit: aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 5.206.946 5.308.197 5.365.888 5.534.503 5.742.250Mannen 3.702.282 3.728.876 3.751.589 3.815.876 3.900.580

Vrouwen 1.504.664 1.579.321 1.614.299 1.718.627 1.841.670

Meehelpende echtgenoten 216.363 253.535 307.159 352.519 386.024

Totaal 5.423.309 5.561.732 5.673.047 5.887.022 6.128.274

2.10 Invaliditeit: gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 30,85 33,35 35,84 37,09 38,39Mannen 31,83 34,72 37,06 38,37 39,54Vrouwen 28,44 30,83 33,00 34,25 35,97

Meehelpende echtgenoten 25,62 28,95 31,40 32,14 33,12

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

270

Page 277: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.11 Invaliditeit: totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 160.643 178.163 192.314 205.295 220.472Mannen 117.852 129.467 139.037 146.425 154.224Vrouwen 42.791 48.696 53.277 58.870 66.248

Meehelpende echtgenoten 5.544 7.340 9.644 11.330 12.786MannenVrouwen

Regularisaties -253 -160 -124 -131 -224

Hulp van derden 733 4.247 4.674 4.599 4.649

Totaal 166.667 189.590 206.508 221.093 237.683

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

271

Page 278: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.12 Moederschap: verzekerde bevolking (1)

Bron: RIZIV

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Zelfstandigen 88.120 85.911 88.475 90.267 89.058

Meehelpende echtgenotes 10.659 12.650 11.102 9.724 9.712

Totaal 98.779 98.561 99.577 99.991 98.770

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.

2.13 Moederschap en adoptie: aantal gevallen

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 5.056 5.050 5.172 5.242 5.256

Meehelpende echtgenotes 320 240 250 199 220

Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) - 25 47 33 53

Totaal 5.376 5.315 5.469 5.474 5.529

2.14 Moederschap en adoptie: gemiddelde uitkering per geval (euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 2.046,77 2.215,82 2.747,49 2.797,10 2.878,94

Meehelpende echtgenotes 2.007,10 2.241,95 2.705,44 2.801,71 2.851,28

Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) - 1.981,42 1.915,98 1.922,49 1.845,74

2.15 Moederschap en adoptie: totaal bedrag van de uitgaven(duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Zelfstandigen 10.355 11.190 14.210 14.662 15.132

Meehelpende echtgenotes 644 538 676 558 627

Adoptie ( zelfst. + meeh. echtg.) - 48 90 63 98

Invaliden 24 16 41 18 46

Regularisaties - - 3 - -

Totaal 11.023 11.792 15.020 15.301 15.903

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

272

Page 279: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Primaire arbeidsongeschiktheid 43.852 50.495 56.716 63.838 67.597Invaliditeit 166.667 189.590 206.508 221.093 237.683Moederschapsuitkering 11.023 11.792 15.020 15.301 15.903

Totaal 221.542 251.877 278.244 300.232 321.183

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

273

Page 280: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 281: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota Voorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen In de ontwikkeling van de pensioenregeling voor zelfstandigen zijn drie fasen te onderscheiden. Tot voor de wet van 30.06.1956 ging het om een vrijwillig stelsel. De wet van 30.06.1956 introduceerde het stelsel van individuele kapitalisatie. Door de wet van 06.02.1976 werd de kapitalisatie als wijze van beheer afgeschaft. De wet van 15.05.1984 betreffende de harmonisatie van de verschillende pensioenregelingen is de meest belangrijke wet van de jongste jaren. Deze wet berust op vier grote basisbeginselen, met name: het behoud van rechten uit loopbaanjaren in de verschillende regelingen, gelijkheid van man en vrouw, uniformisering van termijnen voor indiening van aanvragen en vooral, de instelling van een pensioen in verhouding tot de door de zelfstandigen voor de loopbaanjaren na 1983 gestorte bijdragen. De rustpensioenen worden vanaf 1984 toegekend in functie van de beroepsinkomsten die als basis voor de berekening van de bijdragen gediend hebben. Op grond van de door de overleden echtgenoot uitgeoefende activiteit als zelfstandige kan de langstlevende echtgenoot, man of vrouw, een overlevingspensioen genieten. De statistische tabellen met betrekking tot de zogenaamde voorwaardelijke pensioenen (aantal begunstigden op 1 januari, indeling naar pensioensoort, geslacht en leeftijdsklasse, evenals het gemiddeld maandbedrag van het pensioenvoordeel) zijn op gelijkaardige wijze samengesteld als bij de werknemers. Specifiek voor het pensioenstelsel der zelfstandigen zijn de onvoorwaardelijke pensioenen, waarover hieronder meer. Onvoorwaardelijke pensioenen Het onvoorwaardelijk pensioen wordt toegekend aan de volgende categorieën van personen: degenen die geen aanvraag hebben ingediend voor een voorwaardelijk pensioen als

zelfstandige; degenen die geen aanspraak kunnen maken op de toekenning of de uitbetaling van een

voorwaardelijk rust- of overlevingspensioen als zelfstandige; zij voor wie het globaal bedrag van de rust- of overlevingsuitkeringen als zelfstandige lager ligt

dan het bedrag van het onvoorwaardelijk pensioen. De statistische gegevens i.v.m. de onvoorwaardelijke pensioenen werden beperkt tot de uitgaven op jaarbasis (cf. tabel 3.3). Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Voor informatie over de aantallen cumulaties van pensioenvoordelen voor zelfstandigen met voordelen uit andere pensioenstelsels, inzonderheid dat der werknemers of dat van de overheid verwijzen we naar het jaarverslag van de RVP. (website : http://www.onprvp.fgov.be/).

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

275

Page 282: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

01.2006 01.2007 01.2008 01.2009 01.2010

Mannen 226.231 226.216 226.323 228.466 231.795

Rustpensioenen 225.847 225.841 225.935 228.057 231.344Gehuwden, gezin 113.421 112.396 110.552 108.976 108.344Gehuwden, alleenstaand 55.338 55.999 57.360 59.746 61.965Niet-gehuwden 51.979 52.545 53.281 54.696 56.493Rust & overleving, gedeelte rust 5.109 4.901 4.742 4.639 4.542

Overlevingspensioenen 1.011 995 977 1.002 1.033Rust & overleving, gedeelte overleving 771 756 725 735 730Overleving 240 239 252 267 303

Dubbeltellingen -627 -620 -589 -593 -582

Vrouwen 264.747 260.171 260.466 262.058 258.114

Rustpensioenen 164.572 161.033 163.376 166.305 163.503Gehuwden, gezin 323 290 307 323 294Gehuwden, alleenstaand 57.910 55.888 57.259 58.761 57.048Niet-gehuwden 38.785 38.191 39.447 40.746 40.533Rust & overleving, gedeelte rust 67.554 66.664 66.363 66.475 65.628

Overlevingspensioenen 127.306 126.119 124.279 123.229 121.990Rust & overleving, gedeelte overleving 58.399 57.855 58.049 58.509 57.981Overleving 68.907 68.264 66.230 64.720 64.009

Dubbeltellingen -27.131 -26.981 -27.189 -27.476 -27.379

Totaal rust 390.419 386.874 389.311 394.362 394.847

Totaal overleving 128.317 127.114 125.256 124.231 123.023

Totaal pensioenen 518.736 513.988 514.567 518.593 517.870

Totaal dubbeltellingen -27.758 -27.601 -27.778 -28.069 -27.961

Totaal rechthebbenden 490.978 486.387 486.789 490.524 489.909

3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

276

Page 283: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

01.2006 01.2007 01.2008 01.2009 01.2010

Mannen 419,32 441,06 466,14 506,33 524,62

Rustpensioenen 419,44 441,19 466,29 506,52 524,88Gehuwden, gezin 529,39 558,87 597,13 655,67 684,21Gehuwden, alleenstaand 271,17 285,90 301,62 330,06 344,31Niet-gehuwden 344,10 361,86 379,79 411,20 426,90Rust & overleving, gedeelte rust 350,80 367,09 379,61 399,61 405,91

Overlevingspensioenen 133,51 137,95 150,46 163,54 172,08

Rust & overleving, gedeelte overleving 118,10 120,55 131,84 145,63 153,00Overleving 183,03 192,96 204,02 213,02 218,02

Vrouwen 311,71 329,10 343,02 369,67 387,22

Rustpensioenen 186,40 193,79 199,02 212,53 219,10Gehuwden, gezin 253,07 284,37 305,86 336,45 361,88Gehuwden, alleenstaand 193,21 202,91 208,79 224,20 233,73Niet-gehuwden 218,72 226,21 231,46 245,85 253,03Rust & overleving, gedeelte rust 161,69 167,18 170,82 181,18 184,79

Overlevingspensioenen 407,27 431,46 457,28 499,31 525,64

Rust & overleving, gedeelte overleving 373,39 398,12 423,90 464,53 491,26Overleving 435,98 479,71 486,54 530,75 556,78

Totaal / rustpensioen 321,21 338,21 354,13 382,54 398,26

Totaal / overlevingspensioen 405,11 429,16 454,89 496,59 522,67

Totaal / pensioen 341,96 360,70 378,66 409,86 427,81

Totaal / rechthebbende 361,29 381,17 400,26 433,32 452,23

3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

277

Page 284: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

2006 2007 2008 2009 2010

Voorwaardelijke pensioenen

Rustpensioenen

Gemiddeld aantal gerechtigden 388.559 388.152 391.889 394.319 397.389Gemiddeld jaarbedrag (euro) 3.910,85 4.112,79 4.488,03 4.754,93 4.940,56Uitgaven (duizend euro) 1.519.596 1.596.390 1.758.809 1.874.959 1.963.325

Overlevingspensioenen

Gemiddeld aantal gerechtigden 127.804 126.499 124.930 123.751 122.400Gemiddeld jaarbedrag (euro) 4.927,16 5.225,56 5.788,03 6.177,65 6.445,69Uitgaven (duizend euro) 629.709 661.029 723.098 764.493 788.952

Totale uitgaven (duizend euro) 2.149.306 2.257.418 2.481.906 2.639.452 2.752.277

Onvoorwaardelijke pensioenen (duizend euro)

Uitbetaald door de sociale verzekeringsfondsen

5.139 4.666 4.761 - -

Uitbetaald door RVP 34.231 34.706 36.277 40.108 39.812

Totaal 39.370 39.372 41.038 40.108 39.812

3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen)

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

278

Page 285: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3.4

Rec

hth

ebb

end

en n

aar

pen

sio

enso

ort

, lee

ftijd

skla

sse

en g

esla

cht

Bro

n: R

VP

Min

der

dan

60

jaar

60-6

4 ja

ar

65-6

9 ja

ar70

-74

jaar

75-7

9 ja

ar80

-84

jaar

85 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Man

nen

181

17.0

2953

.137

53.0

5850

.380

35.2

1122

.799

231.

795

Geh

uwde

n, g

ezin

07.

087

23.5

2026

.698

25.7

5816

.845

8.43

610

8.34

4G

ehuw

den,

alle

enst

aand

86.

650

17.3

1414

.666

12.1

387.

477

3.71

261

.965

Nie

t geh

uwd

33.

052

11.6

4510

.890

11.3

769.

888

9.63

956

.493

Rus

t & o

verle

ving

013

765

279

71.

099

996

1.00

94.

690

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oene

n17

010

36

79

53

303

Vro

uw

en7.

985

11.3

8841

.807

44.1

3051

.842

48.4

3352

.529

258.

114

Geh

uwde

n, g

ezin

052

156

5719

82

294

Geh

uwde

n, a

lleen

staa

nd73

3.21

018

.977

14.8

3311

.731

5.83

02.

394

57.0

48N

iet g

ehuw

d3

1.39

510

.354

8.72

77.

975

6.28

95.

790

40.5

33R

ust &

ove

rlevi

ng0

342

9.94

714

.907

21.9

5122

.726

26.3

5796

.230

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oene

n7.

909

6.38

92.

373

5.60

610

.166

13.5

8017

.986

64.0

09

To

taal

rec

hth

ebb

end

en8.

166

28.4

1794

.944

97.1

8810

2.22

283

.644

75.3

2848

9.90

9

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 201

0

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

279

Page 286: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)

Bron: RVP

2006 2007 2008 2009 2010

Pensioenen RVP 2.192.286 2.306.056 2.532.423 2.693.682 2.805.427

Rustpensioenen 1.519.480 1.596.410 1.758.828 1.874.957 1.963.325Overlevingspensioenen 629.711 661.004 723.081 764.461 788.952Bijzondere toelage 1.176 1.198 1.300 1.366 1.389Onvoorwaardelijke pensioenen RVP 34.231 34.706 36.277 40.108 39.812Vervroegde uittredingstoelage landbouw 3.490 3.385 3.225 2.847 2.344Pensioenbijslag (art. 5, KB 25.4.1997) 4.199 4.658 5.206 5.526 5.430Welvaartsaanpassing - 4.695 4.508 4.368 4.175Herwaarderingspremie - - - - 0Stijging van de limieten toegelaten arbeid - - 0 49 -

Onvoorwaardelijke pensioenen SVF 5.139 4.666 4.761 9 -24

Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten

26 0 5 - -

Indexeringen 26 0 5 - -

Totaal 2.197.451 2.310.722 2.537.189 2.693.691 2.805.403

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

280

Page 287: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De RSVZ verzekert de betaling van de gezinsbijslag voor de rechtgevende kinderen, waarvan de gerechtigden vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen. Voor de samenstelling van de tabellen verwijzen we naar de methodologische nota gezinsbijslag bij de werknemers. Qua structuur zijn de tabellen voor de gezinsbijslag in de regeling van de zelfstandigen identiek aan die voor de werknemers. In de tabel 4.8 (synthesetabel) werd door middel van een raming een uitsplitsing gemaakt naar schaal. Deze raming is gebaseerd op aantallen. We hebben een rubriek statistische correctie toegevoegd, die zorgt voor de overeenstemming met het totaal van de prestaties gezinsbijslag in de geconsolideerde tabellen. Aanvullende informatie over de gezinsbijslag voor zelfstandigen kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ of op de website van de RSVZ: www.rsvz.be .

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

281

Page 288: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal (1)

Bron: RSVZ

2006 2007 2008 2009 2010

Kinderbijslag 208.236 205.900 204.024 211.386 210.254Gewone schaal 196.241 194.169 192.662 199.932 198.829Invalidenschaal 1.971 1.926 1.922 2.010 2.164Wezenschaal 10.024 9.805 9.440 9.444 9.261

Kraamgeld 5.765 5.680 5.782 5.599 5.956

Adoptiepremie 51 31 28 33 43

(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.

4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)

Bron: RSVZ

2006 2007 2008 2009 2010

Kinderbijslag (2)1.624,60 1.733,25 1.802,14 1.884,48 1.904,97

Gewone schaal 1.525,71 1.636,39 1.711,89 1.815,43 1.828,88Invalidenschaal 3.377,28 3.549,59 3.457,46 3.499,82 3.715,23Wezenschaal 3.213,10 3.326,05 3.381,28 2.995,37 3.097,14

Kraamgeld (3) 876,15 915,15 963,97 991,08 916,66

(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) De adoptiepremies zijn inbegrepen bij het kraamgeld.

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

282

Page 289: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RSVZ

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

0 - 5 jaar 36.668 36.879 37.841 43.269 43.765

6 - 11 jaar 53.584 52.708 51.932 54.097 52.933

12 - 15 jaar 43.488 42.049 41.010 42.415 41.835

16 - 17 jaar 22.343 22.722 22.751 23.438 22.670

18 - 20 jaar 29.841 29.701 29.338 28.352 28.829

Studenten 29.280 29.193 28.897 28.058 28.534Leerlingen (1) 300 284 253 273 276Gehandicapten 261 224 188 21 19

21 - 24 jaar 17.741 17.471 17.073 15.820 16.386

Studenten 17.682 17.404 17.025 15.760 16.315

Leerlingen (1) 59 67 48 60 71

25 jaar en ouder 4.571 4.370 4.079 3.995 3.836

Totaal 208.236 205.900 204.024 211.386 210.254

Kinderen met een handicap 6.448 6.286 6.054 6.000 5.948

Jonger dan 21 jaar 1.877 1.916 1.975 2.005 2.11225 jaar en ouder 4.571 4.370 4.079 3.995 3.836

(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.

4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

283

Page 290: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang

Bron: RSVZ

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Eerste kind 110.257 109.098 108.098 110.644 110.843Tweede kind 66.127 65.591 64.998 67.862 67.220Derde kind en volgende 31.852 31.211 30.928 32.880 32.191

Totaal 208.236 205.900 204.024 211.386 210.254

4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) (1)

Bron: RSVZ

2006 2007 2008 2009 2010

Kraamgeld 5.765 5.680 5.782 5.599 5.956Eerste geboorte 2.556 2.586 2.566 2.587 2.664Volgende geboorten 3.209 3.094 3.216 3.012 3.292

Adoptiepremie 51 31 28 33 43

(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

284

Page 291: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse

Bron: RSVZ

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 36.294 52.300 62.701 44.276 670 196.241Invalidenschaal 162 352 721 658 78 1.971Wezenschaal 212 932 2.409 2.648 3.823 10.024

Totaal 36.668 53.584 65.831 47.582 4.571 208.236

Bron: RSVZ

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 36.503 51.421 61.744 43.907 594 194.169Invalidenschaal 185 356 674 644 67 1.926Wezenschaal 191 931 2.353 2.621 3.709 9.805

Totaal 36.879 52.708 64.771 47.172 4.370 205.900

Bron: RSVZ

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 37.446 50.678 60.864 43.096 578 192.662Invalidenschaal 182 359 675 640 66 1.922Wezenschaal 213 895 2.222 2.675 3.435 9.440

Totaal 37.841 51.932 63.761 46.411 4.079 204.024

Bron: RSVZ

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 42.784 52.764 62.861 41.050 473 199.932Invalidenschaal 225 394 737 589 65 2.010Wezenschaal 260 939 2.255 2.533 3.457 9.444

Totaal 43.269 54.097 65.853 44.172 3.995 211.386

Bron: RSVZ

0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 43.245 51.570 61.531 42.036 447 198.829Invalidenschaal 248 443 805 605 63 2.164Wezenschaal 272 920 2.169 2.574 3.326 9.261

Totaal 43.765 52.933 64.505 45.215 3.836 210.254

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2006

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2010

Toestand op 30 juni 2009

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

285

Page 292: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 101.356 63.906 22.702 5.842 2.435 196.241Invalidenschaal (1) 1.262 446 159 61 43 1.971

Wezenschaal (1) 7.639 1.775 466 111 33 10.024

Totaal 110.257 66.127 23.327 6.014 2.511 208.236

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 100.406 63.410 22.335 5.650 2.368 194.169Invalidenschaal (1) 1.237 441 151 60 37 1.926

Wezenschaal (1) 7.455 1.740 464 113 33 9.805

Totaal 109.098 65.591 22.950 5.823 2.438 205.900

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 99.696 62.823 22.251 5.542 2.350 192.662Invalidenschaal (1) 1.237 458 146 51 30 1.922

Wezenschaal (1) 7.165 1.717 426 102 30 9.440

Totaal 108.098 64.998 22.823 5.695 2.410 204.024

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 102.227 65.613 23.164 6.149 2.779 199.932Invalidenschaal (1) 1.272 489 151 59 39 2.010

Wezenschaal (1) 7.145 1.760 409 98 32 9.444

Totaal 110.644 67.862 23.724 6.306 2.850 211.386

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 102.460 64.980 22.645 6.047 2.697 198.829Invalidenschaal (1) 1.344 532 181 66 41 2.164

Wezenschaal (1) 7.039 1.708 391 89 34 9.261

Totaal 110.843 67.220 23.217 6.202 2.772 210.254

(1) Inbegrepen de gehandicapten die geen aanspraak kunnen maken op de bijkomende bijslag voor gehandicapten.

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2009

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2006

Toestand op 30 juni 2010

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

286

Page 293: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro)

Bron: RSVZ

2006 2007 2008 2009 2010

Gewone schaal 298.200 315.200 348.300 388.100 379.000Invalidenschaal 6.500 6.400 6.600 7.800 8.600Wezenschaal 31.400 31.100 31.900 29.600 28.700Andere Prestaties 14.700 16.100 18.200 23.600 22.800

Statistische correctie -13.427 -13.769 -18.060 -33.867 -25.936

Totaal 337.373 355.031 386.940 415.233 413.164

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

287

Page 294: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 295: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. Faillissementsverzekering 5.0 Methodologische nota De opgenomen tabel over de faillissementsverzekering omvat het aantal rechthebbenden ( aantal toekenningen), het aantal vergoede maanden, de gemiddelde maanduitkering en de uitgaven aan sociale prestaties voor de faillissementsverzekering op jaarbasis. De gemiddelde maanduitkering wordt berekend, rekening houdend met het feit dat een toekenning op meerdere maanden betrekking kan hebben. Krachtens het K.B. van 26.04.2007 werd de periode gedurende dewelke men een uitkering van de faillissementsverzekering kan genieten verlengd tot ten hoogste 12 maanden. Aanvullende informatie over de faillissementsverzekering vindt u op de website van de RSVZ: www.rsvz.be. Algemene informatie over de evolutie van het aantal faillissementen en hun omvang vindt u op de website van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. : http://statbel.fgov.be bij de rubriek Economie, ondernemingen... (faillissementsstatistieken).

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)

289

Page 296: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven

Bron: RSVZ

2006 2007 2008 2009 2010

Aantal gevallen (toekenningen) 428 443 474 768 834Aantal vergoede maanden 2.105 2.598 4.197 6.564 5.822Gemiddelde maanduitkering (euro) 592,25 676,84 903,25 942,51 968,38

Totale uitgaven (euro) 1.246.681 1.758.417 3.790.950 6.186.636 5.637.920

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)

290

Page 297: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

IV

RIZIV-Geneeskundige verzorging

2006-2010

Page 298: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 299: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

A.

Economische rekeningen

Page 300: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

A. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

006-

2010

(m

iljo

en e

uro

)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 18

.297

,11.

219,

519

.516

,619

.510

,21.

317,

620

.827

,822

.817

,024

.308

,025

.064

,8V

erst

rekk

inge

n of

uitk

erin

gen

18.2

97,1

1.21

9,5

19.5

16,6

19.5

10,2

1.31

7,6

20.8

27,8

22.8

17,0

24.3

08,0

25.0

64,8

Bet

alin

gson

kost

en

- -

- -

- -

- -

-

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

- -

- -

- -

- -

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

784,

653

,383

7,9

813,

056

,786

9,7

913,

994

1,5

976,

0C

entr

ale

inst

ellin

gen

80,5

6,4

86,9

83,1

6,6

89,7

101,

392

,010

0,0

Prim

aire

inst

ellin

gen

704,

146

,975

1,0

729,

950

,178

0,0

812,

684

9,5

876,

0

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- -

- -

- -

- -

-

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

op

bre

ng

sten

an

der

e d

an f

inan

ciël

e -

- -

- -

- -

- -

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

31

1,7

20,1

331,

833

6,2

18,9

355,

175

3,6

548,

950

1,5

Bes

par

ing

-

82,3

65,4

- 16

,917

0,5

17,6

188,

1-

226,

918

8,3

18,8

Su

bto

taal

19

.311

,11.

358,

320

.669

,420

.829

,91.

410,

822

.240

,724

.257

,625

.986

,726

.561

,1

Ove

rdra

chte

n b

inn

en d

e ta

k -

- -

- -

- -

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

17

,81,

219

,06,

7-

6,7

615,

3-

- N

aar

de w

erkn

emer

s (t

ak p

ensi

oene

n)

17,8

- 17

,86,

7-

6,7

- N

aar

het R

SZ

-Glo

baal

beh

eer

- -

- -

- -

553,

8-

- N

aar

het R

SV

Z-G

loba

al b

ehee

r -

1,2

1,2

- -

- 61

,5-

-

To

taal

19

.328

,91.

359,

520

.688

,420

.836

,61.

410,

822

.247

,424

.872

,925

.986

,726

.561

,1

201

0 2

008

200

9 L

aste

n

200

6 2

007

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen

294

Page 301: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

A. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

006-

2010

(m

iljo

en e

uro

) (v

ervo

lg)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

1.

676,

410

9,2

1.78

5,6

1.62

9,5

105,

41.

734,

91.

758,

01.

958,

91.

910,

4

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d v

oo

r d

e so

cial

e ze

kerh

eid

1.

871,

716

5,3

2.03

7,0

2.01

2,9

180,

42.

193,

32.

325,

72.

448,

32.

461,

8

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

-

- -

- -

- -

- -

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

2,

50,

22,

72,

90,

33,

24,

94,

94,

1

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

252,

04,

225

6,2

278,

63,

628

2,2

304,

733

2,9

379,

5

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s -

- -

- -

- -

- -

Su

bto

taal

3.

802,

627

8,9

4.08

1,5

3.92

3,9

289,

74.

213,

64.

393,

34.

745,

04.

755,

8

Ove

rdra

chte

n b

inn

en d

e ta

k -

- -

- -

- -

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

15

.526

,31.

080,

616

.606

,916

.912

,71.

121,

118

.033

,820

.479

,621

.241

,721

.805

,3V

an h

et R

SZ

-Glo

baal

beh

eer

15

.423

,0-

15.4

23,0

16.8

06,0

- 16

.806

,018

.574

,819

.264

,419

.723

,9V

an h

et R

SV

Z-G

loba

al b

ehee

r -

1.08

0,6

1.08

0,6

- 1.

121,

11.

121,

11.

793,

51.

861,

01.

961,

3V

an h

et R

SV

Z-G

emen

gde

loop

bane

n 10

3,3

- 10

3,3

106,

7-

106,

711

1,3

116,

312

0,1

To

taal

19

.328

,91.

359,

520

.688

,420

.836

,61.

410,

822

.247

,424

.872

,925

.986

,726

.561

,1

201

0

200

8 2

006

200

7 2

009

Op

bre

ng

sten

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen

295

Page 302: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 303: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2006-2010

B.

Begrotingstabel

Page 304: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat

2006 2007 2008 2009 2010

20.696.047 22.250.685 24.872.899 25.986.670 26.627.993Kapitaalontvangsten 0 0 418.310 459 0

Sociale prestaties 17.735.288 18.873.406 20.704.056 22.128.162 23.108.706Andere lopende uitgaven 2.970.736 3.185.809 4.395.696 3.670.231 3.715.457Kapitaaluitgaven 79.000 337.716 4.317 12 0

Begrotingsresultaat -88.977 -146.246 187.140 188.724 -196.170

Lopende ontvangsten

(duizend euro)

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal werknemers, het aantal zelfstandigen en de aan beide groepen gerelateerde inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal rechthebbenden, aantal intra-murale dagen, aantal verstrekkingen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten

2006 2007 2008 2009 2010

3,11% 3,32% 4,18% 12,52% 8,25%Lopende ontvangsten

In 2006 daalden de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven ten opzichte van 2005, deels door een onderschrijding van de begroting in 2005 en deels door een vereenvoudiging in de veelheid aan heffingen die werden ingevoerd. Anderzijds diende de farmaceutische industrie, ter vervanging van het zogenaamde ‘claw back’-systeem, wel het provisiefonds geneesmiddelen te financieren. Dit fonds bevatte in 2006 79.000 duizend euro, waarvan 75.768 duizend euro voor de werknemersregeling en 3.232 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In 2007 zette de dalende trend van de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven zich verder. Dit was voornamelijk het gevolg van een sterke onderschrijding van de begroting in 2006. Aan het provisiefonds geneesmiddelen werd in 2007 een bedrag van 28.716 duizend euro toegevoegd, waarvan 27.674 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.042 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

298

Page 305: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

In 2006 werd het bedrag van de BTW-ontvangsten toegewezen aan de financiering van de geneeskundige verzorging verhoogd met circa 13.000 duizend euro omdat voortaan ook de betaling van de tegemoetkoming van de Staat in de opnemingsprijs van het beschut wonen betaald wordt. De inhaalbedragen (dit wil zeggen het gebrek aan inkomsten ten opzichte van een begroting vastgesteld voor één of meerdere voorgaande begrotingsjaren) verschuldigd aan de ziekenhuizen werden ten belope van 247.000 duizend euro gefinancierd uit BTW-inkomsten. In 2007 had het RIZIV-geneeskundige verzorging 1.386.841 duizend euro aan BTW-inkomsten ontvangen (waarvan 1.272.434 voor de werknemersregeling en 114.407 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel). Met deze ontvangst stond het RIZIV in voor: De betaling van de schadeloosstelling voor de kosten die gepaard gaan met de sluiting of het

niet in gebruik nemen van een ziekenhuis(dienst) of het beëindigen van het gebruik van zware medische apparatuur;

De betaling van het gedeelte van de begroting voor de financiële middelen van de ziekenhuizen dat ten laste genomen wordt door de Staat;

De betaling van het gedeelte van de uitgaven “psychiatrische verzorgingstehuizen PVT” dat ten laste genomen wordt door de Staat;

De betaling van het gedeelte van de uitgaven “beschut wonen” dat ten laste genomen wordt door de Staat;

De facturen voor ziekenhuisopname van gevangenen en de kosten van geneesmiddelen in de gevangenis;

Financiële middelen voor de financiering van de geïnterneerden. Vanaf 01.01.2006 wordt 32,5% van de opbrengst van de accijnzen op de verkoop van tabaksproducten toegewezen aan het RIZIV. Bovendien mag dit bedrag niet lager zijn dan 555.685 duizend euro en wordt het jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Een schijf van 299.300 duizend euro wordt verdeeld tussen de werknemers- en zelfstandigenregeling volgens de verdeelsleutel van de reële uitgaven van de geneeskundige verzorging. Van het saldo wordt 90% toegewezen aan de werknemersregeling en 10% aan het zelfstandigenstelsel. Vanaf 01.01.2008 zijn er 2 belangrijke wetten in voege gegaan: de “wet van 31 januari 2007 tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering” en de “wet van 26 maart 2007 houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen”. Het doel van deze wetten is enerzijds tegemoet te komen aan de toekomstige financieringsuitdagingen van de geneeskundige verzorging en anderzijds te komen tot een gelijkschakeling in sociale bescherming op het vlak van de geneeskundige verzorging tussen werknemers en zelfstandigen. Tot en met 2007 was de financiering van de tak geneeskundige verzorging vanuit beide globale beheren gebaseerd op de thesauriebehoeften. Vanaf 2008 echter, bestaat de financiering uit drie delen: Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar verhoogd

met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2;

Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren;

Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een verdeelsleutel op basis van de basisbedragen gestort

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

299

Page 306: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

door de globale beheren, rekeninghoudende met de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen.

Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een loopbaan als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient met 182.060 duizend euro verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd. Na 2008 zal dit bedrag geïndexeerd worden. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend euro te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend euro ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend euro ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s. Voor 2008 kwam dit neer op: Een bedrag van 18.574.787 duizend euro ontvangen van de RSZ; Een bedrag van 1.793.537 duizend euro ontvangen van het RSVZ; In het kader van de gemengde loopbanen ontving het RIZIV 111.272 duizend euro van het

RVSZ. De bedragen gefinancierd in 2009 bedroegen: 19.264.400 duizend euro ontvangen van de RSZ; 1.861.008 duizend euro ontvangen van het RSVZ ; 116.284 duizend euro in het kader van de gemengde loopbanen ontvangen van het RVSZ. In 2010 werd er: Een bedrag ontvangen van de RSZ van 19.790.755 duizend euro; Een bedrag ontvangen van het RSVZ van 1.961.280 duizend euro; In het kader van de gemengde loopbanen ontving het RIZIV 120.119 duizend euro van het

RVSZ. De kapitaalontvangsten Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat in 2006 gecreëerd werd bij het RIZIV, werd in 2008 een bedrag van 109.310 duizend euro opgevraagd. Dit bedrag vertegenwoordigde een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betrof deze opneming een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een aanwending als lopende uitgave. Ten slotte was er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren. Het RIZIV kreeg allereerst het geld terug dat in 2007 geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren (lopende uitgave externe overdracht bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging en lopende ontvangst externe overdracht bij de RSZ en het RSVZ).

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

300

Page 307: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties

2006 2007 2008 2009 2010Gemiddelde

jaarlijkse aangroei

Sociale prestaties 17.735.288 18.873.406 20.704.056 22.128.162 23.108.706 6,84 %

(duizend euro)

Het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties kent 3 mogelijke systemen: De indexering van de honoraria van het jaar N gebeurt op basis van de vergelijking van de

gezondheidsindex van juni van het jaar N-2 en de gezondheidsindex van juni van het jaar N-1; Voor de prestaties geleverd binnen de verblijfsectoren vindt de indexaanpassing plaats in de

eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Een grotere vertragingsfactor dan één maand is echter ook mogelijk;

Ten slotte zijn er prestaties waarvoor geen indexeringmechanisme voorzien is in de regelementering.

Bij de berekening van de globale begrotingsdoelstelling wordt er echter een theoretische indexmassa berekend die losstaat van de daadwerkelijk in de praktijk toegepaste indexeringssystemen. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (medisch verbruik, aantal begunstigden, aantal intra-murale dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Om aan nieuwe behoeften tegemoet te komen, heeft de Regering beslist om vanaf 2004 een reële groeinorm van 4,5 % toe te passen op de begrotingsdoelstelling van de geneeskundige verzorging. Dat maakt het mogelijk om rekening te houden met een aantal nieuwe initiatieven, met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging, het garanderen van een correcte financiering van de zorgverstrekkers en de indijking van het structureel tekort van de ziekenhuizen, waarbij nog andere besparingsmaatregelen nodig zijn. Dit laatste in het bijzonder in de sector van de geneesmiddelen. De begrotingsdoelstelling voor 2006 werd vastgelegd op 18.473.130 duizend euro, waarvan 17.262.011 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.211.119 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In deze doelstelling was een provisie van 80 miljoen euro begrepen, die enkel kon worden aangewend voor het opvangen van tijdelijke meeruitgaven voor de inwerkingtreding van de correctiemechanismen die het effect van de meeruitgaven moeten compenseren. Vanaf 01.07.2006 legt de Regering prijsdalingen op voor oudere geneesmiddelen. Bovendien werd op dezelfde datum het systeem van de forfaitaire financiering uitgebreid tot het merendeel van de geneesmiddelen verstrekt in de ziekenhuizen. Om een bepaalde groep patiënten toegang te verlenen tot een therapie met Herceptin, voor de behandeling van borstkanker, werd een terugbetaling op experimentele basis mogelijk gemaakt. Krachtens het koninklijk besluit van 10.06.2006 worden vanaf 01.07.2006 de zelfstandigen die, na 30.06.2006 maar voor 31.12.2006, een zelfstandige activiteit in hoofdberoep starten en de

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

301

Page 308: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

zelfstandigen die een inkomensgarantie voor ouderen genieten gratis verzekerd tegen de kleine risico's in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. De rekeningen 2006 voorzien 16.634.392 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 627.619 duizend euro en 1.100.896 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 110.223 duizend euro. De globale begrotingsdoelstelling voor 2007 was vastgesteld op 19.618.653 duizend euro (waarvan 18.322.646 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.296.007 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel), rekeninghoudende met de norm van 4,5 % reële groei toegepast sinds 2004 en met de exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 6,14 % ten opzichte van de doelstelling voor 2006. Volgende maatregelen werden opgenomen in 2007: De voorkeursregeling werd op 1 april 2007 uitgebreid naar alle huishoudens waarvan de

inkomens zich onder een bepaald niveau bevinden; Chronisch zieken: om de gezondheidsuitgaven ten laste van de chronisch zieken te

verminderen, werden de kosten die worden opgenomen in hun “MAF-teller” uitgebreid en/of de rechtstreekse tegemoetkoming in bepaalde kosten verbeterd;

Verbetering van de geriatrische en palliatieve zorgprogramma’s; Nieuw financieringssysteem en nieuwe prijsbepaling voor implantaten; Vervroegde structurele herfinanciering voor de ziekenhuizen die geen honorariasupplement

aanrekenen voor een tweepersoonskamer; Herinvoering van de terugbetaling van tandextracties; Terugbetaling van het jaarlijkse mondonderzoek voor de personen tussen 54 en 56 jaar oud; Vermindering van het remgeld voor de eerste 18 zittingen kinesitherapie (courante

aandoeningen); Daling van het remgeld voor de forfaits thuiszorg; Geneesmiddelen: om prijsdalingen aan te moedigen werd het remgeldplafond verminderd met

50 % voor de minst dure specialiteiten indien er een generiek bestaat. Voorts werd het beleid van herwaardering van de huisartsengeneeskunde en de gerichte herwaardering van de nomenclatuur van welbepaalde specialiteiten verdergezet. De rekeningen 2007 voorzien 17.677.092 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 645.554 duizend euro en 1.196.315 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 99.692 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2008 werd vastgesteld op 21.433.957 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2007, die 19.618.653 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 9,25 %. Indien men geen rekening houdt met de invloed van de integratie van de kleine risico’s zelfstandigen bedraagt het groeipercentage 6,84 %. Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden: De financiering van af te sluiten tariefakkoorden met artsen en bandagisten en de financiering

van al afgesloten akkoorden voor tandartsen en kinesitherapeuten; De financiering van akkoorden met de rusthuizen voor het begeleid wonen; Een betere terugbetaling van implantaten; Een betere bescherming van chronische zieken; Een uitbreiding van de maximumfactuur. De regering besliste tevens om een bedrag van 380.000 duizend euro voorlopig onverdeeld te laten en als reserve opzij te zetten. De regering heeft echter beslist 73.721 duizend euro van dit bedrag aan te wenden om een gedeelte van de inhaalbedragen ziekenhuizen aan te zuiveren. Het ingeschreven bedrag in de prestaties bedraagt hierdoor 21.360.236 duizend euro en de externe overdrachten naar de ziekenhuizen stijgen met 73.721 duizend euro. Het gereserveerde bedrag is

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

302

Page 309: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

hierdoor beperkt tot 306.279 duizend euro en zal dienen om aan toekomstige behoeften, meer bepaald in het kader van de strijd tegen kanker, tegemoet te komen. De rekeningen 2008 voorzien 20.704.056 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 729.901 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2009 werd vastgesteld op 23.084.470 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2008, die 21.433.957 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 7,70 %. Een aantal maatregelen werden weerhouden: De wetgeving ter precisering van het feit dat de er op de bijkomende vrije pensioenen van de

zelfstandigen een inhouding zal zijn voor het RIZIV werd aangepast; Gezien de ziekenhuisbegroting van het RIZIV (77,23 %) ook de verblijven betreffende

internationale conventies bevat, liggen de voorschotten betaald aan de verzekerings-instellingen voor de verblijven van buitenlandse patiënten te hoog. Ter correctie werd de financiering van het RIZIV verminderd met 30.000 duizend euro, aangezien ook de uitgaven lager zijn;

De regering wenst maatregelen te nemen ter beheersing van de gangbare prijzen binnen de sector van de implantaten, waardoor 39.430 duizend euro kan bespaard worden. Hiertoe heft ze een taks van 7 % op het zakencijfer van de terugbetaalbare producten.

Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 299.852 duizend euro voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging. Tevens werd een bijkomend bedrag van 6.800 duizend euro buiten de globale begrotingsdoelstelling voorzien. De voorlopige rekeningen 2009 voorzien 22.128.162 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 956.308 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2010 werd vastgesteld op 24.249.164 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2009, die 23.084.470 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 5,05 %. Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden: De omkadering voor de verzorging van chronisch zieken werd verbeterd; De inspanningen in het kader van de strijd tegen kanker werden verhoogd; Een verhoogde strijd tegen zeldzame ziektes; Een betere toegang tot tandverzorging en geneeskunde betreffende gezichtsproblemen. De regering besliste tevens om binnen de globale begrotingsdoelstelling een bedrag van 294.189 duizend euro te voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging. Tevens werd binnen de begrotingsdoelstelling 2010 een bedrag van 350.000 duizend euro ter beschikking gesteld van de globale beheren van sociale zekerheid. Dit bedrag werd als volgt verdeeld : 90 % voor het stelsel van de werknemers en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen. De voorlopige rekeningen 2010 voorzien 23.108.706 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 1.140.458 duizend euro. De andere lopende uitgaven Het RIZIV deed in 2006 een terugbetaling van het bedrag van de bijdrage “pre-clawback” ontvangen in 2005 vermits de begroting geneesmiddelen voorzien voor 2005 niet overschreden was. Het gaat om een bedrag van 67.272 duizend euro voor het werknemersstelsel en 7.202 duizend euro voor het zefstandigenstelsel. In 2008 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.279 duizend euro. Dit bedrag bevindt zich bij de

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

303

Page 310: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

overdrachten naar de RSZ en het RSVZ, evenals het bedrag van de overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007(309.000 duizend euro). Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een storting van 299.190 duizend euro voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. De kapitaaluitgaven Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds wordt overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet het opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor het RSZ-Globaal beheer en 3.232 duizend euro voor het RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro voor het werknemersstelsel en 1.042 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro voor het werknemersstelsel en 180 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. De regering besliste om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling en 20.400 duizend euro ten laste van het zelfstandigenstelsel). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer, vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 genereerde het provisiefonds geneesmiddelen 4.317 duizend euro aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

304

Page 311: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

D. Bijlage De financiële verantwoordelijkheid van de VI’s Van 1995 tot 1999 heeft de Algemene Raad van het RIZIV rekening moeten houden met een reële groeinorm van 1,5 % voor het bepalen van de begrotingsdoelstelling van de uitgaven voor gezondheidszorg. Door middel van een koninklijk besluit mogen uitzonderlijke of specifieke uitgaven de reële groeinorm evenwel overschrijden. De Regering heeft beslist de reële groeinorm vanaf 2001 te verhogen tot 2,5 %. Deze norm wordt vanaf 2004 naar 4,5 % opgetrokken. De “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid" is de doelstelling waarin de buiten-gewone en/of specifieke factoren werden opgenomen. Van deze doelstelling moeten bovendien bepaalde uitgaven worden afgetrokken die onmiddellijk door het RIZIV worden verrekend en die geen deel uitmaken van de prestaties geleverd door de verzekeringsinstellingen: het betreft de uitgaven voor accreditering (geneesheren en tandartsen), het forfait voor het globaal medisch dossier, de uitgaven voor expertise, … Indien een overschot (een tekort) wordt gerealiseerd ten opzichte van de “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid”, verwerven (dekken) de verzekeringsinstellingen een deel van dit overschot (tekort). Dit deel vertegenwoordigt2: Voor de jaren 1995, 1996, 1997: 15 %; Voor de jaren 1998, 1999, 2000: 20 %; Vanaf 2001: 25 %. In geval van overschrijding van de begrotingsdoelstelling is de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen evenwel gelijk aan het hierboven vermelde deel van het tekort, beperkt tot een maximum dat gelijk is aan 2% van hun aandeel in de begrotingsdoelstelling. Na afsluiting van de rekeningen (in t+2), wordt het aandeel van het overschot (tekort) dat niet verworven (gedekt) wordt door de verzekeringsinstellingen, gerecupereerd (gefinancierd) door het RSZ-Globaal beheer. Vanaf 2001 stort het RIZIV, indien de voorlopige uitgaven van het jaar t groter zijn dan de begrotingsdoelstelling, in de loop van het jaar t+1, aan iedere verzekeringsinstelling een voorschot op de definitieve afsluiting. Dit voorschot komt overeen met het verschil tussen het bedrag van de begrotingsdoelstelling en het bedrag van de voorlopige uitgaven, verminderd met 25 % van dit verschil beperkt tot 2 % van de begrotingsdoelstelling. Het saldo zal worden gefinancierd (of teruggevorderd) door het globaal beheer in t+2, na de definitieve afsluiting van de rekeningen. Bij het afsluiten van de rekeningen wordt een rekening-courant tussen de VI’s en het RIZIV opgesteld per stelsel en per sector: de rekening-courant vertegenwoordigt het verschil tussen de voorschotten die het RIZIV in de loop van het jaar aan de VI’s heeft gestort, en hun vastgestelde rechten overeenkomstig de wetgeving en in het bijzonder overeenkomstig de principes van de financiële verantwoordelijkheid. De onderstaande tabel toont de weerslag van de jaarlijkse aanzuivering van deze rekeningen-courant op de door het globaal beheer van de werknemers en door het globaal beheer van de zelfstandigen te financieren behoeften van het RIZIV, dit wil zeggen op de overdracht van het RSZ-Globaal beheer aan het RIZIV en de overdracht van de RSVZ naar het RIZIV: de positieve bedragen, die het geld voorstellen dat het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s, worden in meerdering gebracht van de te financieren behoeften, terwijl de negatieve bedragen, die het geld voorstellen dat de VI’s verschuldigd zijn aan het RIZIV, de te financieren behoeften verminderen.

2 K.B. van 10.04.2000 tot verlenging van de tijdschema's bedoeld in artikel 196, § 1, en in artikel 198, § 2 en §3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

305

Page 312: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

S

TE

LS

EL

VA

N D

E W

ER

KN

EM

ER

S E

N D

E Z

EL

FS

TA

ND

IGE

N

AF

SL

UIT

ING

VA

N D

E R

EK

EN

ING

EN

VA

N D

E Z

IEK

TE

- E

N I

NV

AL

IDIT

EIT

SV

ER

ZE

KE

RIN

G

(dui

zend

eur

o)

\

Te

fin

an

cie

ren

be

ho

eft

en

in

…2

01

0

ing

ev

olg

e…

\W

erk

nem

ers

Zel

fsta

nd

igen

Wer

kn

emer

sZ

elfs

tan

dig

enW

erk

nem

ers

Zel

fsta

nd

igen

Wer

kn

emer

sze

lfst

and

ige

nW

erk

nem

ers

ze

lfst

and

ige

n

Gen

eesk

und

ige

verz

og

ing

- d

efin

itie

ve

afsl

uiti

ng

8.14

142

014

.140

3.66

729

.446

-10.

596

-531

.741

-33.

019

-328

.237

Rek

enin

g-co

uran

t n-3

-53.

381

-13.

706

406.

110

32.8

08-3

4.56

1-3

1.25

8-3

71.0

55-9

8.43

1

Rek

enin

g-co

uran

t n-2

- -

- -

- -

- -

-197

.993

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt61

.522

14.1

26-3

91.9

70-2

9.14

164

.007

20.6

62-1

60.6

8665

.412

-130

.244

Uit

keri

ng

en -

def

init

ieve

afs

luit

ing

-87.

772

-6.9

17-9

.505

-6.5

294.

151

159

8.72

4-1

.095

53.9

05

Rek

enin

g-co

uran

t n-3

-39.

684

-5.0

87-

- -

- -

-

Rek

enin

g-co

uran

t n-2

-48.

088

-9.3

33-9

.505

-6.5

294.

151

159

8.72

4-1

.095

53.9

05V

oors

chot

op

reke

ning

-cou

rant

- 7.

503

- -

- -

- -

Gen

eesk

und

ige

verz

og

ing

- a

anzu

iver

ing

van

d

e re

ken

ing

-co

ura

nt 1

994

00

00

00

00

0

Su

bto

taal

-79.

631

-6.4

974.

635

-2.8

6233

.597

-10.

437

-523

.017

-34.

114

-274

.332

Gen

eesk

und

ige

verz

og

ing

- v

oor

lopi

ge

afsl

uiti

ng

141.

803

-5.3

6116

0.68

6-6

5.41

217

5.39

1-4

5.14

726

7.77

126

.126

490.

697

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt n

-220

5.81

015

.301

- -

- -

- -

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt n

-1-6

4.00

7-2

0.66

216

0.68

6-6

5.41

217

5.39

1-4

5.14

726

7.77

126

.126

490.

697

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt n

- -

- -

- -

- -

Reg

ular

iser

ing

onv

ersc

huld

igde

bed

rage

n-

- -

- -

- -

-

Ove

rsch

ot

aan

liq

uid

itei

ten

-660

.554

-36.

203

-554

.442

-37.

105

-524

.404

-51.

589

-78

0.4

25

-72.

34

7-1

.03

2.1

04

TO

TAA

L-5

98.3

82-4

8.06

1-3

89.1

21-1

05.3

79-3

15.4

16-1

07.1

73-1

.035

.671

-80.

335

-815

.739

2006

2007

2008

2009

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

306

Page 313: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Hieronder verklaren we hoe de toepassing van het mechanisme van de financiële verantwoorde-lijkheid van de VI's op de rekeningen van een jaar t de kasbehoeften van het RIZIV in de jaren t+1 en t+2 heeft beïnvloed: Sinds 01.01.2008 is het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging van toepassing, wat als gevolg heeft dat de uitgaven niet meer uitgesplitst zijn per stelsel. Vanaf de datum van de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008 is het detail gegeven van de uitgaven geneeskundige verzorging niet meer opgedeeld naar werknemers en zelfstandigen. a. Behoeften voor het jaar 2006 – Definitieve rekeningen 2003 en voorlopige rekeningen

2005 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2003 liggen 31.854,0 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 33.997,8 duizend euro en één VI had een overschot van 2.143,8 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 8.499,5 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 535,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 23.890,5 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2003, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 8.141 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 87.772 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003 en 2004. In totaal betalen de VI's dus 79.631 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 85.342,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 64.007 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 205.810 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 660.554 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2003 liggen 2.134,6 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor

financiële verantwoordelijkheid. Vier VI's hadden een tekort van 5.484,2 duizend euro en twee VI's hadden een overschot van 3.349,6 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 1.371,1 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 837,4 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.601,0 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2003, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 420 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.917 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003 en 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 6.497 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 27.549 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%,

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

307

Page 314: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

hetzij 20.662 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 15.301 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 36.203 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

b. Behoeften voor het jaar 2007 – Definitieve rekeningen 2004 en voorlopige rekeningen

2006 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2004 liggen, na correctie, niet 659.119,0 duizend euro maar 469.973,9

duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 471.703,0 duizend euro en één VI had een overschot van 1.729,0 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 164.892,4 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 432,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 494.339,3 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2004, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 14.140 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 9.905 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2007 dus nog 4.635 duizend euro financieren.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 546.043,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 160.685,7 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 554.442,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële gecorrigeerde uitgaven voor 2004 liggen 44.196,3 duizend euro boven de

begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Vijf VI's hadden een tekort van 44.311,8 duizend euro en één VI had een overschot van 115,5 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 28,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 33.147,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2004, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 3.667 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.529 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 2.862 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 103.970,25 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 65.412,2 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 37.105,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

308

Page 315: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

c. Behoeften voor het jaar 2008 – Definitieve rekeningen 2005 en voorlopige rekeningen 2007

Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2005 liggen 105.839,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 111.547,9 duizend euro en één VI had een tekort van 5.708,9 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 27.886,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.427,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s een bedrag van 26.459,7 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2006 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2005 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 29.446 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 4.151 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal moet het Globaal beheer in 2008 dus nog 33.597 duizend euro financieren.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 379.051,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 175.390,5 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 524.404,2 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2005 liggen 7.051,7 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor

financiële verantwoordelijkheid. Drie VI's hadden een tekort van 2.984,2 duizend euro en drie VI's hadden een overschot van 10.035,9 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 745,9 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 2.508,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.762,9 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2006 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. a), beloopt de rekening-courant eind 2005 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 10.596 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 159 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2005 door het RIZIV is aan de VI’s verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 10.437 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 37.105,3 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 45.147,5 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 51.589,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

d. Behoeften voor het jaar 2009 – Definitieve rekeningen 2006 en voorlopige rekeningen

2008

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

309

Page 316: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2006 liggen 534.356 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 133.589 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s dit bedrag van 133.589 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2007 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2006 (cf. b), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2006 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 531.741 duizend euro, door de VI's aan het RIZIV verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 8.724 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 523.017 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer in 2009 beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2008 een overschot van 524.404,2 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 267.771,6 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 780.425 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2006 liggen 35.293 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling voor

financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 8.823,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 8.823,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2007 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2006 (cf. b), beloopt de rekening-courant eind 2006 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 33.019 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 1.095 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2006 door de VI’s is aan het RIZIV verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 34.114 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2008 een overschot van 51.589 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 26.125,6 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 72.347,7 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

e. Behoeften voor het jaar 2010 – Definitieve rekeningen 2007 en voorlopige rekeningen

2009 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2007 liggen 432.413 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 108.035 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s dit bedrag van 108.035 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2008 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2007 (cf. c), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2007 voor het eenheidsstelsel, voor de sector geneeskundige

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

310

Page 317: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

verzorging globaal genomen 328.237 duizend euro, door de VI's aan het RIZIV verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 53.671 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal voor de twee stelselen betalen de VI's dus 274.332 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer in 2010 beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2009 een overschot van 330.735,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 449.689 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 1.032.104 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2007 liggen 29.161,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 29.507,6 duizend euro en één VI had een tekort van 346,7 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 7.373,7 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 86,6 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 7.287,1 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2008 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2007 (cf. c), beloopt de rekening-courant eind 2007 voor het eenheidsstelsel voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 328.237 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 234 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2007 door het RIZIV is aan de VI’s verschuldigd. In totaal voor de twee stelselen betalen de VI's dus 274.332 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2009 een overschot van 31.340,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 41.007 duizend euro storten naar de VI’s.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

311

Page 318: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. E

volu

tie

van

de

on

tvan

gst

en e

n u

itg

aven

- 2

006-

2010

(d

uiz

end

eu

ro)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Bijd

rag

en

682.

002

8.30

769

0.30

971

0.60

58.

596

719.

201

789.

795

837.

042

865.

093

Sta

atst

oel

agen

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

1.

868.

960

164.

988

2.03

3.94

82.

009.

981

180.

075

2.19

0.05

62.

322.

366

2.44

4.61

22.

457.

801

Btw

1.

237.

038

111.

225

1.34

8.26

31.

272.

434

114.

407

1.38

6.84

11.

487.

241

1.58

0.24

71.

609.

313

Acc

ijnze

n ta

bak

510.

444

45.2

4155

5.68

561

6.06

957

.146

673.

215

705.

125

734.

365

718.

488

And

ere

121.

478

8.52

213

0.00

012

1.47

88.

522

130.

000

130.

000

130.

000

130.

000

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

997.

110

101.

247

1.09

8.35

792

5.04

297

.107

1.02

2.14

997

1.54

61.

125.

559

1.04

9.32

3

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

36

48

372

5.29

253

55.

827

372

372

900

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

2.48

523

92.

724

2.92

925

13.

180

4.89

44.

894

4.13

0

Div

erse

n

251.

623

4.16

225

5.78

527

3.34

33.

146

276.

489

304.

330

332.

499

378.

592

Eig

en o

ntv

ang

sten

3.

802.

544

278.

951

4.08

1.49

53.

927.

192

289.

710

4.21

6.90

24.

393.

303

4.74

4.97

84.

755.

839

RS

Z-G

loba

al b

ehee

r 15

.423

.027

15

.423

.027

16.8

06.0

26

16.8

06.0

2618

.574

.787

19.2

64.4

0019

.790

.755

RS

VZ

-Glo

baal

beh

eer

1.

088.

227

1.08

8.22

7

1.12

1.05

31.

121.

053

1.79

3.53

71.

861.

008

1.96

1.28

0

RS

VZ

-Gem

engd

e lo

opba

nen

103.

298

10

3.29

810

6.70

4

106.

704

111.

272

116.

284

120.

119

Ove

rdra

chte

n -

GF

B

15.5

26.3

251.

088.

227

16.6

14.5

5216

.912

.730

1.12

1.05

318

.033

.783

20.4

79.5

9621

.241

.692

21.8

72.1

54

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

19

.328

.869

1.36

7.17

820

.696

.047

20.8

39.9

221.

410.

763

22.2

50.6

8524

.872

.899

25.9

86.6

7026

.627

.993

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

200

6 2

007

200

8 20

10 2

009

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

312

Page 319: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. E

volu

tie

van

de

on

tvan

gst

en e

n u

itg

aven

- 2

006-

2010

(d

uiz

end

eu

ro)

(ver

volg

)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Pre

stat

ies

16.6

34.3

921.

100.

896

17.7

35.2

8817

.677

.092

1.19

6.31

518

.873

.406

20.7

04.0

5622

.128

.162

23.1

08.7

06

Bet

alin

gsk

ost

en

Beh

eers

kost

en

784.

625

53.3

0683

7.93

181

3.01

556

.626

869.

641

921.

715

948.

545

983.

219

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.

260.

162

112.

933

1.37

3.09

51.

287.

407

115.

126

1.40

2.53

31.

691.

823

1.67

2.90

31.

610.

513

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

00

00

0

Div

erse

n

731.

978

27.7

3275

9.71

088

8.57

625

.059

913.

635

1.16

6.87

91.

048.

783

1.12

1.72

5

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

GF

B

19.4

11.1

571.

294.

867

20.7

06.0

2420

.666

.090

1.39

3.12

622

.059

.215

24.4

84.4

7325

.798

.393

26.8

24.1

63

RS

Z-G

loba

al b

ehee

r

55

3.75

10

0

RS

VZ

-Glo

baal

beh

eer

61.5

280

0

Ove

rdra

chte

n -

GF

B

615.

279

00

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

19

.411

.157

1.29

4.86

720

.706

.024

20.6

66.0

901.

393.

126

22.0

59.2

1525

.099

.752

25.7

98.3

9326

.824

.163

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-82.

288

72.3

11-9

.977

173.

833

17.6

3719

1.47

0-2

26.8

5318

8.27

7-1

96.1

70

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

On

tvan

gst

en

00

00

00

418.

310

459

0

Uit

gav

en

75.7

683.

232

79.0

0031

6.27

421

.442

337.

716

4.31

712

0

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-7

5.76

8-3

.232

-79.

000

-316

.274

-21.

442

-337

.716

413.

993

447

0

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -1

58.0

5669

.079

-88.

977

-142

.441

-3.8

05-1

46.2

4618

7.14

018

8.72

4-1

96.1

70

Kap

itaa

lrek

enin

gen

2

006

200

7

200

6 2

007

201

0 L

op

end

e U

itg

aven

2

008

200

8 2

010

200

9

200

9

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

313

Page 320: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 321: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Methodologische nota 2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten

laste inbegrepen) 4. Ledental naar statuut en verwantschap 5. Vrije verzekering voor de kleine risico’s voor zelfstandigen: ledental naar statuut en

verzekeringsinstelling 6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar voorkeurregeling (gerechtigden en

personen ten laste) 7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2009) – Algemene

regeling 8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2009) – Regeling der

zelfstandigen 9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken – vrije

verzekering kleine risico’s zelfstandigen 10. Aantal gevallen of dagen naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 12. Vrije verzekering kleine risico’s zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven 13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven 14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van de V.I.’s 15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van het RIZIV 16. Uitgaven naar betalende instelling 17. Ledental per verzekeringsinstelling 18. Uitgaven per verzekeringsinstelling 19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV

C.

Statistieken

Page 322: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 323: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Geneeskundige verzorging 1. Methodologische nota Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (tabellen 2 – 5) Deze statistiek betreft de aantallen regelmatig bij een ziekenfonds ingeschreven gerechtigden met hun personen ten laste voor het gehele stelsel. Krachtens de wet van 31 januari 2007, houdende een nieuwe financiering van de verzekering voor geneeskundige verzorging, is er op 01.01.2008 een eenheidsstelsel geneeskundige verzorging ontstaan, die de werknemers, de zelfstandigen en het personeel van de openbare sector omvat. Niettemin wordt in de tabel 2 nog steeds het onderscheid werknemers, inclusief openbare sector tegenover zelfstandigen gemaakt. Dit is in de eerste plaats van belang voor de jaren 2006 – 2007, maar de uitsplitsing wordt ook verder gezet voor 2008 tot 2010. De statistiek wordt jaarlijks opgemaakt op 30 juni en 31 december door het RIZIV. Bij de primaire uitkeringsgerechtigden zijn de studenten hoger onderwijs inbegrepen. Vanaf 30.06.1998 is er een verruiming van de categorieën “voorkeurregeling 100 %” en “ingeschrevenen in het Rijksregister” (die niet onder een andere categorie zijn opgenomen).

De gerechtigden, wier toestand onregelmatig is en die bijgevolg niet meer verzekerd zijn, zijn niet inbegrepen in de tabellen. Tabel 2 geeft de ledentallen naar statuut, inclusief de personen ten laste, op jaarbasis met als teldatum 30 juni. Tabel 3 geeft globaal de verdeling tussen de personen rechthebbenden voor de verhoogde tegemoetkoming en degenen die daar geen recht op hebben. Tabel 4 geeft voor de periode 2008 – 2010 het ledental naar statuut (actieven, invaliden, personen met een handicap, gepensioneerden enz…) en naar verwantschap (gerechtigde of een van de subcategorieën van de personen ten laste). Tabel 5 geeft ons het ledental voor de vrije verzekering voor kleine risico’s der zelfstandigen (2006 – 2007). Ingevolge de wet van 26 maart 2007 is de vrije verzekering voor kleine risico’s voor zelfstandigen op 01.01.2008 geïntegreerd in de algemene verzekering voor geneeskundige verzorging. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (tabellen 6 en 9) Deze statistiek geeft de verhouding tussen de uitgaven van de betrokken categorie van rechthebbenden en hun aantal weer (gerechtigden en personen ten laste). Tabel 6 behandelt de gegevens voor het eenheidsstelsel (werknemers + zelfstandigen in de periode 2006 – 2010). De specifieke gemiddelden zonder en met verhoogde tegemoetkoming zijn gebaseerd op de tussenkomsten ten laste van de V.I.. In 2009 werd voor de berekening van de algemene gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende geen rekening gehouden met de boekhoudkundige uitgave voor het Toekomstfonds. Tabel 9 geeft de gemiddelde jaarlijkse kost voor de prestaties van de verzekering voor kleine risico’s bij de zelfstandigen (2006 – 2007). Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar geslacht en leeftijdsklasse (2009) (tabellen 7 en 8)

In deze tabellen wordt de jaarlijkse kost per rechthebbende ingedeeld naar geslacht en leeftijdsklasse. Bovendien zijn de gegevens uitgesplitst naar het onderscheid met of zonder

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

317

Page 324: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

voorkeurregeling, wat het algemeen stelsel betreft. In de tabellen 7 en 8 wordt geen rekening gehouden met de uitgaven rechtstreeks ten laste van het RIZIV. Aantal gevallen of dagen (tabel 10) en gemiddelde geïndexeerde kost (tabel 11) Het KB van 14.09.1984 stelt de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vast. Onder een groepering van verstrekkingen wordt verstaan een aantal verstrekkingen die vanwege hun aard bij elkaar geplaatst worden en waarover statistische gegevens beschikbaar zijn. De tabel 10 geeft volgens groepering van verstrekkingen het volume (= aantal gevallen of aantal dagen) weer. De verhoging van het aantal gevallen farmaceutische verstrekkingen in de officina’s en de daarbij horende vermindering van de gemiddelde geïndexeerde kost vindt zijn oorsprong in de toepassing van het KB van 16.03.2010 tot vaststelling van het honorarium voor de aflevering van een vergoedbare farmaceutische specialiteit. De gemiddelde geïndexeerde kost wordt berekend aan de hand van het aantal gevallen, behalve voor de verpleegdagprijs, forfaitaire dagprijs en militair hospitaal (tabel 11). De uitgaventabellen (tabellen 12 – 16) Tabel 12 heeft de ontvangsten en uitgaven voor de kleine risico’s voor de periode 2006 – 2007 als onderwerp. Tabel 13 geeft op geaggregeerde wijze de evolutie van de uitgaven naar hoofdrubrieken (C1-C10) van de nomenclatuur (2006 – 2010). Ten gevolge van onze keuze van samennemingen zijn bepaalde afwijkingen mogelijk ten opzichte van andere geaggregeerde tabellen over hetzelfde onderwerp. In de tabellen 14 en 15 geven we de gedetailleerde RIZIV-rubrieken, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de uitgaven welke via tussenkomst van de V.I. worden betaald en de rechtstreekse uitgaven van het RIZIV. Tabel 14 geeft de uitgaven betaald via de V.I., tabel 15 deze die rechtstreeks door het RIZIV betaald worden en tabel 16 is de synthesetabel. De tabellen 14 tot 16 bestrijken de boekjaren 2007 - 2010. Ledental en uitgaven per verzekeringsinstelling (tabellen 17 - 18) In tabel 17 worden de ledentallen op 30 juni per verzekeringsinstelling (landsbond of kas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) gegeven. Volledigheidshalve geven we hieronder de officiële benamingen van de verzekeringsinstellingen: Landsbond der Christelijke Mutualiteiten; Nationaal Verbond van Neutrale Mutualiteitsverbonden; Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten; Landsbond van Liberale Mutualiteiten; Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen; Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering; Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. De uitgaven van de verzekeringsinstellingen zijn beschikbaar op jaarbasis (tabel 18). Tabel 18 (uitgaven uitgesplitst per V.I.) is voor het totaal te vergelijken met tabel 14 (uitgaven naar rubriek, betaald via de V.I.).

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

318

Page 325: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (tabel 19) Tabel 19 geeft het detail van de diverse uitgaven. Voor details over de verzekerbaarheid verwijzen we naar de RIZIV publicaties “Statistieken van de ledentallen – sociaal verzekerden’ die beschikbaar zijn op de website van het RIZIV. (http://www.riziv.fgov.be/information/nl/statistics/#3). Vragen over ledentallenbestanden, kunt u richten aan [email protected] overige informatie over de geneeskundige verzorging, kan u ook terecht op de website van het RIZIV.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

319

Page 326: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - werknemers

6.740.272 6.700.641 6.734.800 6.758.868 6.785.249

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - zelfstandigen

803.737 803.432 844.602 869.217 882.500

Weduwen, invaliden, gepen- sioneerden, wezen (WIGW)

2.609.937 2.564.824 2.634.419 2.671.377 2.708.965

waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.632.308 1.644.425 1.675.566 1.707.177 1.738.231waarvan werknemers "tarief 100 %" 798.088 779.350 784.438 787.779 795.184waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 81.209 73.601 82.858 86.676 89.718waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 98.332 67.448 91.557 89.745 85.832

Invaliden, gehandicapten, 420.080 424.325 438.594 455.408 476.901waarvan werknemers "tarief 75 %" 165.931 166.753 172.209 179.573 188.281waarvan werknemers "tarief 100 %" 229.704 233.671 242.155 251.211 263.026

waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 14.014 13.811 14.457 14.989 15.837

waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 10.431 10.090 9.773 9.635 9.757

Gepensioneerden 1.763.430 1.729.180 1.783.320 1.808.586 1.833.231waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.252.541 1.262.165 1.288.058 1.313.892 1.338.005

waarvan werknemers "tarief 100 %" 388.573 373.109 375.289 374.299 374.683

waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 57.396 51.562 59.004 61.508 64.261

waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 64.920 42.344 60.969 58.887 56.282

Weduwen en wezen 426.427 411.319 412.505 407.383 398.833waarvan werknemers "tarief 75 %" 213.836 215.507 215.299 213.712 211.945

waarvan werknemers "tarief 100 %" 179.811 172.570 166.994 162.269 157.475

waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 9.799 8.228 9.397 10.179 9.620

waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 22.981 15.014 20.815 21.223 19.793

Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)

261.534 262.131 248.713 239.240 246.271

Kloostergemeenschappen 3.754 1.118 3.009 2.726 2.459

Totaal 10.419.234 10.332.146 10.465.543 10.541.428 10.625.444

Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens

06.2006 06.2007 06.2008 06.2009 06.2010

Rechthebbenden op het gewone tarief ( "75%" )

9.113.891 9.040.956 9.002.148 9.003.362 9.021.479

waarvan werknemers "tarief 75 %" 8.231.744 8.161.206 8.081.250 8.058.783 8.063.097waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 882.147 879.750 920.898 944.579 958.382

Rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming ( "100%" )

1.305.343 1.291.190 1.463.395 1.538.066 1.603.965

waarvan werknemers "tarief 100 %" 1.200.458 1.225.341 1.362.267 1.434.281 1.501.838waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 104.885 65.849 101.128 103.785 102.127

Totaal 10.419.234 10.332.146 10.465.543 10.541.428 10.625.444

2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)

3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten laste inbegrepen)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

320

Page 327: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. Ledental naar statuut en verwantschap

Toestand op 30 juni 2008

Echt- genoten

Ascen- denten

Descen- denten

Subtotaal

Actieven (1) 4.799.801 363.776 12.151 2.403.674 2.779.601 7.579.402Invaliden 241.501 29.353 722 81.763 111.838 353.339Mindervaliden 73.323 3.459 206 8.267 11.932 85.255Gepensioneerden 1.379.002 370.399 320 33.599 404.318 1.783.320Weduwen en wezen 385.579 2.217 136 24.573 26.926 412.505Kloostergemeenschappen 3.009 0 0 0 0 3.009Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 165.391 18.710 664 63.948 83.322 248.713

Totaal 7.047.606 787.914 14.199 2.615.824 3.417.937 10.465.543

Toestand op 30 juni 2009

Echt- genoten

Ascen- denten

Descen- denten

Subtotaal

Actieven (1) 4.828.687 350.863 13.237 2.435.298 2.799.398 7.628.085Invaliden 253.289 28.730 763 88.167 117.660 370.949Mindervaliden 72.381 3.349 200 8.529 12.078 84.459Gepensioneerden 1.408.331 366.064 333 33.858 400.255 1.808.586Weduwen en wezen 380.753 2.162 153 24.315 26.630 407.383Kloostergemeenschappen 2.726 0 0 0 0 2.726Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 155.199 18.802 688 64.551 84.041 239.240

Totaal 7.101.366 769.970 15.374 2.654.718 3.440.062 10.541.428

Toestand op 30 juni 2010

Echt- genoten

Ascen- denten

Descen- denten

Subtotaal

Actieven (1) 4.851.741 340.371 14.440 2.461.197 2.816.008 7.667.749Invaliden 267.457 28.242 793 95.469 124.504 391.961Mindervaliden 72.598 3.290 199 8.853 12.342 84.940Gepensioneerden 1.438.434 360.554 368 33.875 394.797 1.833.231Weduwen en wezen 372.590 2.113 161 23.969 26.243 398.833Kloostergemeenschappen 2.459 0 0 0 0 2.459Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 158.051 19.500 697 68.023 88.220 246.271

Totaal 7.163.330 754.070 16.658 2.691.386 3.462.114 10.625.444

(1) Werkenden, UVW-werkzoekenden, UVW-niet-werkzoekenden en bruggepensioneerden.

Totaal

Gerech- tigden

Personen ten laste

Totaal

Gerech- tigden

Personen ten laste

Totaal

Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens

Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens

Bron: RIZIV - Dienst voor administratieve controle - Directie controle en beheer van toegankelijkheidsgegevens en archivering van gegevens

Gerech- tigden

Personen ten laste

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

321

Page 328: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen

06.2006 06.2007

Christelijke Mutualiteiten 341.498 321.081Neutrale Mutualiteitsverbonden 35.645 33.385Socialistische Mutualiteiten 86.143 82.657Liberale Mutualiteiten 50.160 46.964Onafhankelijke Ziekenfondsen 185.814 181.787

Totaal 699.260 665.874

5. Vrije verzekering voor de kleine risico's voor zelfstandigen: ledental naar statuut en verzekeringsinstelling

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

322

Page 329: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Rechthebbenden zonder verhoogde tegemoetkoming

1.297 1.391 1.526 1.633 -

Rechthebbenden met verhoogde tegemoetkoming

4.188 4.514 4.358 4.487 -

Totaal 1.702 1.827 1.976 2.099 2.149

Bron: RIZIV

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

0 - 1 jaar 1.114,19 929,49 1.442,88 1.165,90 1.058,34 1 - 4 jaar 952,55 732,76 1.846,85 1.412,88 946,48 5 - 9 jaar 697,89 529,05 1.822,14 1.203,17 739,6310 - 14 jaar 600,40 564,49 1.568,08 1.246,90 706,8715 - 19 jaar 636,91 790,69 1.495,87 1.506,86 841,0520 - 24 jaar 564,29 833,29 1.835,57 1.927,40 850,8925 - 29 jaar 614,66 1.129,74 3.389,08 2.721,71 1.079,8130 - 34 jaar 678,18 1.348,07 3.702,71 2.884,49 1.211,2435 - 39 jaar 786,95 1.215,68 3.723,89 3.112,62 1.236,9440 - 44 jaar 921,11 1.223,43 4.161,01 3.449,39 1.352,5645 - 49 jaar 1.112,16 1.354,47 4.905,72 3.990,62 1.573,9950 - 54 jaar 1.435,25 1.614,07 5.051,05 4.175,45 1.916,6455 - 59 jaar 1.841,38 1.835,60 5.157,22 4.206,78 2.267,2860 - 64 jaar 2.308,26 2.092,45 5.302,40 4.351,92 2.661,6665 - 69 jaar 2.952,50 2.594,58 5.728,61 4.889,36 3.278,9470 - 74 jaar 3.653,41 3.208,65 6.499,80 5.516,65 4.029,1975 - 79 jaar 4.677,28 4.192,06 7.606,96 7.032,56 5.274,4780 - 84 jaar 5.744,04 5.690,61 8.958,58 8.923,91 6.909,0785 - 89 jaar 7.468,14 8.196,92 10.924,95 11.762,53 9.521,7890 jaar en meer 9.877,26 12.062,45 14.468,05 16.072,16 13.792,56

Totaal 1.453,50 1.695,37 4.479,35 4.977,29 2.075,05

Totaal

6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar voorkeurregeling (gerechtigden en personen ten laste) (euro)

7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2009) (euro) - Algemene regeling

Zonder voorkeurregeling Met voorkeurregeling

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

323

Page 330: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RIZIV

Mannen Vrouwen Totaal

0 - 1 jaar 1.011,87 946,42 980,05 1 - 4 jaar 824,04 649,50 739,19 5 - 9 jaar 716,11 483,06 602,5710 - 14 jaar 585,55 555,81 570,9815 - 19 jaar 654,16 746,21 698,8420 - 24 jaar 514,21 711,58 607,7425 - 29 jaar 468,96 1.066,03 710,1530 - 34 jaar 529,64 1.165,10 768,8035 - 39 jaar 676,38 1.057,66 817,9340 - 44 jaar 764,89 1.034,85 865,0145 - 49 jaar 957,74 1.131,98 1.023,0650 - 54 jaar 1.282,55 1.478,61 1.357,3055 - 59 jaar 1.759,60 1.733,33 1.749,2260 - 64 jaar 2.423,74 2.200,14 2.331,2465 - 69 jaar 3.532,55 2.938,33 3.220,5270 - 74 jaar 4.231,04 3.610,47 3.895,5675 - 79 jaar 5.373,00 4.953,18 5.140,6280 - 84 jaar 6.584,14 6.887,05 6.758,6585 - 89 jaar 8.848,68 9.896,05 9.520,0390 jaar en meer 13.040,12 15.078,20 14.552,38

Totaal 1.448,24 1.945,14 1.663,89

Bron: Controledienst voor de Ziekenfondsen

2006 2007

Geneesheren 114,76 123,23Verpleegkundigen en vroedvrouwen 20,65 20,21Tandartsen 55,24 59,16Farmaceutische verstrekkingen 182,14 192,23Paramedische verstrekkingen 30,75 29,55Ziekenhuisverpleging, verblijf in een rust- en verzorgingstehuis of een rustoord voor bejaarde personen 16,17 15,82Overige verstrekkingen -0,42 -3,68

Totaal 419,29 436,52

9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken (euro) - vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen

8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2009) (euro) - Regeling der zelfstandigen

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

324

Page 331: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Totaal (PUG + WIGW + IRR)

Bron: RIZIV

2006

Geneesheren en klinische biologie 505.549

Huisartsen en specialisten (g) 77.948Medische beeldvorming (g) 29.890Klinische biologie (g) 339.242Andere bijzondere prestaties (g) 21.208Chirurgie en anesthesiologie (g) 15.557Bevall. en verlosk. door artsen (g) 1.241Toezicht en permanentie (g) 20.463

Farmaceutische verstrekkingen 108.776

Magistrale bereidingen (g) - Specialiteiten - officina (g) 102.697Spec. afgeleverd aan gehosp. (g) 2.481Andere farm. verstrekkingen (g) 3.598

Ziekenhuizen 4

Verpleegdagprijs (d) - Forfaitaire dagprijs (d) - Militair hospitaal (all-in-prijs) (d) 4

Verpleegkundige zorgen 107.953

Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 107.601Vroedvrouwen (g) 351

Andere verblijven 44.840

Rust- en verzorgingstehuizen (d) (1)16.977

Rustoorden bejaarde personen (d) 25.198Dagverzorgingscentra (d) 87Forfait nierdialyse (d) - Psychiatr. verzorgingstehuizen (d) 1.382Initiatieven beschut wonen (d) 1.197Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) -

Tandartsen (g) 19.741

Kinesitherapeuten (g) 36.695

Andere verstrekkingen 32.767

Bandagisten, orthopedisten, implantaten (g) 12.719Opticiens (g) 168Gehoorprothesisten (g) 32Revalidatie en herscholing (g) 18.738Dialyse (g) 871Plaatsingskosten en chronische ziekten (g) 238Chronische zieken (g) - Palliatieve zorgen (g) - Palliatieve zorgen (patiënt) (g) - Menselijke weefsels (g) - Multidisciplinaire teams rolwagens (g) - Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) - Medische huizen (g) - Terugbetalingen remgeld (g) - Regularisatie + herfacturatie -

10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen)

(1) Door de nieuwe financiering per 01.01.2004 van de deelsector RVT/ROB vervalt de vroegere dubbeltelling RVT: forfait patiënt + forfait coördinerend geneesheer.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

325

Page 332: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Totaal (PUG +WIGW + IRR)

Bron: RIZIV

2007 2008 2009 2010

Raadplegingen, bezoeken en adviezen (g) 79.780 85.175 89.443 87.140Medische beeldvorming (g) 30.767 31.755 32.767 32.924Klinische biologie (g) 348.643 369.891 382.987 385.428Speciale verstrekkingen (g) 21.674 22.290 22.614 22.415Heelkunde en anesthesiologie (g) 16.080 16.568 17.585 17.783Gynaecologie (g) 1.218 1.210 1.263 1.202Toezicht en permanentie (g) 20.627 24.219 24.813 24.872

Totaal geneesheren 518.788 551.108 571.472 571.764

Erelonen tandartsen (g) 20.316 24.200 26.984 27.844

De officina's (g) 105.191 114.875 119.155 183.119Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden (g) - - 10 16Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden (g) 1.651 1.705 1.698 1.705Magistrale bereidingen (g) 20.719 22.426 22.817 23.498Wachthonorarium (g) 1.107 1.106 1.110 1.067Bloed- en bloedplasma (g) - - - - Overige farmaceutische verstrekkingen (g) 8.555 8.981 8.638

Totaal farmaceutische verstrekkingen 128.668 148.668 153.772 218.044

Honoraria van verpleegkundigen (g) 112.066 105.895 123.621 129.899Kinesitherapeuten (g) 36.996 37.151 37.481 37.765Bandagisten + orthopedisten (g) 10.114 10.984 11.412 11.855Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren (g) 2.930 3.056 3.162 3.291Opticiens (g) 171 239 400 401Gehoorprothesisten (g) 35 37 40 44Vroedvrouwen (g) 389 417 467 529

Verpleegdagprijs (d) 19.772 19.800 19.701 19.389Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen (d) 1.639 1.884 2.029 2.015

Totaal verpleegdagprijs 21.411 21.683 21.730 21.403

Militair hospitaal (all-in-prijs) 3 4 5 4

Dialyse - geneesheren (g) 641 671 693 704Dialyse - forfait nierdialyse (d) 656 671 683 693Dialyse - thuis of in een centrum (g) 280 285 298 311

Totaal dialyse (g) 921 956 991 1.015

Rust- en verzorgingstehuizen (d) 19.482 19.839 21.400 23.033Rustoorden voor bejaarden (d) 25.686 24.415 23.363 22.789Dagverzorgingscentra (d) 99 320 298 322

Totaal RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 45.267 44.573 45.061 46.144

Psychiatrische verzorgingstehuizen (d) 1.403 1.371 1.517 2.266Initiatieven voor beschut wonen (d) 1.220 1.247 1.262 1.283Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) 109 130 148 167

Totaal geestelijke gezondheidszorg 2.733 2.748 2.926 3.716

Revalidatie en herscholing (g) 21.643 27.948 29.555 31.483Bijzonder Fonds (g) 16 8 9 8Logopedie (g) 3.572 3.644 3.738 3.881Medisch-pediatrische centra (g) 3 1 0 - Andere kosten van verblijf en reiskosten (g) 268 1.475 4.009 5.669Regularisatie en herfacturatie (g) -10 -22 -1 - Chronische patiënten (g) 207 241 227 235Palliatieve zorgen (g) 7 7 7 7Palliatieve zorgen (patiënt) (g) 19 20 20 21Menselijke weefsels (g) 156 133 85 166Multidisciplinaire teams rolwagens (g) 12 2 2 - Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) 2 21 24 19Tabaksontwenning 0 - 2 26Medische huizen (g) - 5.619 6.439 7.023

10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen) (vervolg)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

326

Page 333: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Totaal (PUG +WIGW + IRR)

Bron: RIZIV

2007 2008 2009 2010

Raadplegingen, bezoeken en adviezen (g) 17,76 18,73 19,17 19,66Medische beeldvorming (g) 29,84 31,38 32,75 32,48Klinische biologie (g) 2,80 2,91 3,13 3,02Speciale verstrekkingen (g) 47,80 48,38 50,51 52,33Heelkunde en anesthesiologie (g) 54,81 56,92 56,80 57,96Gynaecologie (g) 61,17 68,10 71,36 75,23Toezicht en permanentie (g) 12,66 12,46 13,84 14,32

Geneesheren 10,73 11,02 11,48 11,54

Erelonen tandartsen (g) 28,32 27,33 27,20 27,17

De officina's (g) 21,76 22,36 22,41 14,82Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden (g) - - - - Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden (g) 304,22 299,16 292,99 284,04Magistrale bereidingen (g) 2,13 2,17 2,26 2,26Wachthonorarium (g) 4,10 4,52 4,70 4,66Bloed- en bloedplasma (g) - - - - Overige farmaceutische verstrekkingen (g) - 7,09 7,57 8,94

Farmaceutische verstrekkingen - - - -

Honoraria van verpleegkundigen (g) 7,37 8,63 8,03 8,04Kinesitherapeuten (g) 11,84 13,35 14,47 15,18Bandagisten + orthopedisten (g) 18,91 18,53 19,32 20,05Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren (g) 143,26 151,83 153,73 156,95Opticiens (g) 67,11 61,08 56,45 56,90Gehoorprothesisten (g) 702,01 786,04 964,67 983,89Vroedvrouwen (g) 27,76 28,51 28,71 27,13

Verpleegdagprijs (d) 199,16 212,40 228,70 238,62Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen (d) 85,85 92,46 97,15 99,65

Verpleegdagprijs 190,49 201,98 216,41 225,54

Militair hospitaal (all-in-prijs) 1.333,33 1.472,74 1.532,68 1.554,88

Dialyse - geneesheren (g) 185,78 188,82 196,40 198,90Dialyse - forfait nierdialyse (d) 168,83 177,10 185,16 186,01Dialyse - thuis of in een centrum (g) 319,33 320,58 325,80 328,51

Dialyse (g) 346,63 352,43 362,92 365,51

Rust- en verzorgingstehuizen (d) 39,65 41,65 39,83 41,28Rustoorden voor bejaarden (d) 31,66 33,25 - - Dagverzorgingscentra (d) 70,73 32,84 42,79 42,99

RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 35,18 36,98 39,85 41,29

Psychiatrische verzorgingstehuizen (d) 54,23 58,36 56,63 38,33Initiatieven voor beschut wonen (d) 22,57 26,59 28,31 28,42Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) 13,29 13,14 13,45 13,79

Geestelijke gezondheidszorg 38,46 41,81 42,24 33,79

Revalidatie en herscholing (g) 18,14 14,89 15,10 15,08Bijzonder Fonds (g) 734,11 1.148,98 1.197,98 2.251,93Logopedie (g) 14,53 16,14 17,41 18,05Medisch-pediatrische centra (g) 189,87 193,97 187,50 - Andere kosten van verblijf en reiskosten (g) 41,54 8,85 4,70 4,63Chronische patiënten (g) 286,47 320,59 352,41 363,07Palliatieve zorgen (g) 1.359,50 1.419,40 1.471,59 1.463,57Palliatieve zorgen (patiënt) (g) 483,32 490,94 573,20 594,61Menselijke weefsels (g) 38,49 52,60 68,23 33,63Multidisciplinaire teams rolwagens (g) 36,68 201,83 207,74 - Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) 347,93 66,57 69,82 72,04Medische huizen (g) - 9,74 10,24 10,44

11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

327

Page 334: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen

2006 2007

Uitgaven 323.542 321.978Prestaties aan leden 297.134 296.466Beheerskosten 24.208 22.861Andere uitgaven 2.201 2.651

Ontvangsten 338.492 329.192Bijdragen 273.555 262.161Rijkstoelage 59.750 59.892Beleggingsinkomsten 2.847 2.908Andere ontvangsten 2.340 4.231

Wijziging van de technische voorzieningen

3.491 2.311

Saldo 11.459 4.902

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Geneesheren en klinische biologie 5.274.881 5.608.139 6.135.935 6.637.649 6.665.920Tandartsen 549.780 585.283 671.825 733.995 768.141Farmaceutische verstrekkingen 3.304.307 3.550.294 3.955.511 4.120.388 4.249.734Verpleegkundigen 786.595 836.892 930.674 1.001.744 1.074.671Kinesitherapeuten 421.746 445.990 503.183 549.049 580.007Paramedische verstrekkingen 613.641 657.865 723.249 781.548 834.888Ziekenhuisopname 3.903.904 4.082.249 4.460.061 4.709.407 4.833.925Andere verblijven 1.866.777 2.074.713 2.148.512 2.314.529 2.473.162Maximumfactuur 288.916 286.576 277.153 304.212 326.335Toekomstfonds 0 0 0 299.852 0Overige verstrekkingen 724.744 747.487 871.087 969.427 1.022.827

Totaal 17.735.291 18.875.488 20.677.190 22.421.800 22.829.610

13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven (C1-C10) (duizend euro)

12. Vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven (duizend euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

328

Page 335: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Deel ten laste van de V.I.'s

Bron: RIZIV

2007 2008 2009 2010

Raadplegingen, bezoeken en adviezen 1.417.244 1.595.113 1.714.677 1.713.184Medische beeldvorming 918.236 996.548 1.073.158 1.069.431Klinische biologie 976.735 1.076.441 1.198.372 1.163.106Speciale verstrekkingen 1.036.104 1.078.374 1.142.193 1.172.884Heelkunde en anesthesiologie 881.328 943.072 998.898 1.030.698Gynaecologie 74.490 82.379 90.146 90.437Toezicht en permanentie 261.043 301.862 343.449 356.260

Subtotaal_1 geneesheren 5.565.180 6.073.789 6.560.893 6.596.000

Erelonen tandartsen 575.350 661.455 733.995 756.408

De officina's 2.288.825 2.568.897 2.670.053 2.714.258Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden 570.011 671.790 736.346 814.063Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden 502.334 510.158 497.419 484.382Magistrale bereidingen 44.080 48.657 51.455 53.187Wachthonorarium 4.544 5.005 5.223 4.973Bloed- en bloedplasma 71.399 75.456 78.849 88.150Overige farmaceutische verstrekkingen 53.020 60.697 68.010 77.230

Subtotaal_1 farmaceutische verstrekkingen 3.534.213 3.940.660 4.107.355 4.236.243

Honoraria van verpleegkundigen (deel V.I.) 820.829 911.012 984.311 1.044.646Kinesitherapeuten 438.103 495.871 542.351 573.389Bandagisten + orthopedisten 191.202 203.491 220.507 237.662Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren 419.787 464.065 486.150 516.489Opticiens 11.500 14.621 22.586 22.834Gehoorprothesisten 24.569 29.195 38.904 43.539Vroedvrouwen 10.807 11.877 13.401 14.364

Verpleegdagprijs 3.937.782 4.205.575 4.505.495 4.626.531Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen 140.707 174.173 195.657 200.764

Totaal verpleegdagprijs 4.078.489 4.379.748 4.701.152 4.827.295

Militair hospitaal (all-in-prijs) 3.760 6.592 8.255 6.630

Dialyse - geneesheren 119.039 126.704 136.162 139.930Dialyse - forfait nierdialyse 110.723 118.847 126.502 128.831Dialyse - thuis of in een centrum 89.533 91.231 97.055 102.052

Totaal dialyse 319.295 336.782 359.719 370.813

Rust- en verzorgingstehuizen 772.512 826.304 1.782.857 1.891.439Rustoorden voor bejaarden 813.132 811.687 - - Dagverzorgingscentra 6.999 10.500 12.772 13.843

Subtotaal_1 RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 1.592.643 1.648.491 1.795.629 1.905.282

Psychiatrische verzorgingstehuizen 76.102 80.037 85.882 86.870Initiatieven voor beschut wonen 27.545 33.163 35.732 36.464Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen 1.451 1.709 1.986 2.247

Totaal geestelijke gezondheidszorg 105.098 114.909 123.600 125.581

Revalidatie en herscholing (deel V.I.) 390.947 415.196 444.540 474.632Bijzonder Fonds 11.662 8.692 11.255 18.995Logopedie 51.913 58.795 65.076 70.045Medisch-pediatrische centra 622 238 3 0Andere kosten van verblijf en reiskosten 11.131 13.063 18.839 26.247Regularisatie en herfacturatie -173.111 -117.525 -104.458 -125.452Sociale maximumfactuur (MAF) 286.576 277.153 304.212 326.335Chronische patiënten 59.382 77.307 80.159 85.298Palliatieve zorgen 10.063 9.879 10.154 10.466Palliatieve zorgen (patiënt) 9.043 9.697 11.730 12.325Menselijke weefsels 6.017 7.002 5.801 5.592Multidisciplinaire teams rolwagens 422 440 467 518Multidisciplinaire eerstelijnszorg 755 1.369 1.677 1.403Medische huizen 44.106 54.739 65.931 73.335

Totaal 18.400.353 20.108.603 21.614.194 22.256.914

14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

329

Page 336: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Deel ten laste van het RIZIV

Bron: RIZIV

2007 2008 2009 2010

Forfait accreditatie artsen 13.202 13.334 16.852 14.072Forfait medisch dossier 2.436 0 0 0Forfait telematica v. geneesheren 5.400 5.736 5.980 6.372Kwaliteitscontrole Pasteur 1.912 2.058 0 0Forfait georganiseerd wachtdiensten + zorgtrajecten 16.922 30.079 35.646 29.899Impulsfonds groepspraktijken 3.087 2.752 8.848 7.657Praktijkondersteuning huisartsengeneeskunde 0 8.187 9.430 11.920

Subtotaal_2 geneesheren 42.959 62.146 76.756 69.920

Forfait accreditatie tandartsen 9.933 10.370 0 11.733

Terugbetaling herceptine (art. 56) 9.601 1.262 54 0Terugbetaling pneumokokkenvaccin (art. 56) 6.480 13.589 12.979 12.979Telematica apothekers 0 0 0 512

Subtotaal_2 farmaceutische verstrekkingen 16.081 14.851 13.033 13.491

Honoraria van verpleegkundigen (eigen uitgave van het RIZIV) 4.642 3.194 - 864Eenmalige informaticapremie verpleegkundigen - - - 10.505Forfait telematica kinesitherapeuten 7.887 7.312 6.698 6.618

Specifieke kosten diensten thuisverpleging 11.421 16.468 17.433 18.656

Loonharmonisering personeel RVT 256.584 256.039 264.298 281.847Syndicale premie 2.163 2.206 2.295 2.295Zorgvernieuwing (art.56) 0 85 193 13.012RVT/ROB/dagcentra: eenmalige informaticapremie - - - 135Palliatieve dagcentra (art. 56) 506 260 0 542

Subtotaal_2 RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 259.253 258.590 266.786 297.831

Einde loopbaan 52.475 71.369 78.936 91.956Revalidatie en herscholing (eigen uitgave van het RIZIV) 1.625 1.071 - - Geïnterneerden 38.609 29.401 26.468 36.379Tabaksontwenning 99 2 50 0Psychiatrisch verzorgingscircuit (art. 56) 1.915 1.602 2.016 1.954Sociaal akkoord (provisioneel bedrag) 6.717 0 0 - Fonds verslaving 3.000 3.000 676 3.000Inhaalbedragen ziekenhuizen 0 73.721 - - MS - ALS - Huntington 0 0 1.416 - Toekomstfonds 0 0 299.852 - Diversen 18.519 15.490 17.486 9.789

Totaal 475.135 568.587 807.606 572.696

16. Uitgaven naar betalende instelling (duizend euro)

Bron: RIZIV

2007 2008 2009 2010

Deel ten laste van de V.I.'s 18.400.353 20.108.603 21.614.194 22.256.914

Deel ten laste van het RIZIV 475.135 568.587 807.606 572.696

Algemeen totaal 18.875.488 20.677.190 22.421.800 22.829.610

15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

330

Page 337: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

17. L

eden

tal p

er v

erze

keri

ng

sin

stel

ling

Bro

n: R

IZIV

- D

iens

t voo

r ad

min

istr

atie

ve c

ontr

ole

- D

irect

ie c

ontr

ole

en b

ehee

r va

n to

egan

kelij

khei

dsge

geve

ns e

n ar

chiv

erin

g va

n ge

geve

ns

Ch

rist

elijk

e M

utu

alit

eite

n

Neu

tral

e M

utu

alit

eits

-ve

rbo

nd

en

So

cial

is-

tisc

he

Mu

tual

itei

ten

Lib

eral

e M

utu

alit

eite

n

On

afh

anke

-lij

ke Z

ieke

n-

fon

dse

n

Hu

lpka

s vo

or

ZIV

NM

BS

To

taal

06.2

006

4.45

3.61

742

6.28

52.

969.

849

585.

154

1.78

4.39

176

.555

123.

383

10.4

19.2

3406

.200

74.

404.

551

427.

337

2.89

5.74

357

6.00

11.

831.

725

75.3

7712

1.41

210

.332

.146

06.2

008

4.45

0.95

344

1.07

02.

924.

371

577.

936

1.87

8.95

373

.482

118.

778

10.4

65.5

4306

.200

94.

459.

779

451.

530

2.95

3.27

857

5.83

01.

910.

690

73.7

7311

6.54

810

.541

.428

06.2

010

4.47

2.95

445

9.24

32.

979.

462

576.

876

1.94

7.57

875

.011

114.

320

10.6

25.4

44

18. U

itg

aven

per

ver

zeke

rin

gsi

nst

ellin

g (

du

izen

d e

uro

) (1)

Bro

n: R

IZIV

Ch

rist

elijk

e M

utu

alit

eite

n

Neu

tral

e M

utu

alit

eits

-ve

rbo

nd

en

So

cial

is-

tisc

he

Mu

tual

itei

ten

Lib

eral

e M

utu

alit

eite

n

On

afh

anke

-lij

ke Z

ieke

n-

fon

dse

n

Hu

lpka

s vo

or

ZIV

NM

BS

To

taal

2006

7.42

6.91

569

5.70

65.

097.

613

1.10

7.52

32.

546.

167

99.9

4931

2.77

817

.286

.651

2007

7.95

0.14

672

8.99

05.

416.

687

1.14

5.05

12.

721.

252

116.

922

329.

332

18.4

08.3

80

2008

8.69

4.69

781

6.35

95.

867.

340

1.24

7.43

13.

014.

182

126.

618

347.

423

20.1

14.0

50

2009

9.31

8.63

388

3.77

96.

302.

516

1.33

4.55

83.

275.

883

131.

155

359.

661

21.6

06.1

85

2010

9.57

1.76

590

8.45

56.

498.

329

1.36

8.95

73.

405.

631

136.

096

361.

530

22.2

50.7

64

(1)

De

soci

ale

pres

tatie

s di

e on

mid

delli

jk d

oor

het R

IZIV

bet

aald

wor

den

zijn

nie

t inb

egre

pen.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

331

Page 338: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008 2009 2010

Verzekeringsinstellingen 448.004 579.330 641.232 613.429 643.550Internationale verdragen 427.991 565.188 625.743 599.621 628.647Aandeel intresten op beleggingen VI 1.678 1.649 4.891 2.450 3.572Aandeel terugvorderingen prest. VI 18.311 12.469 10.520 10.520 10.520Gerechtelijke intresten 24 24 78 78 78SIS-kaarten 0 0 - 760 733

RIZIV - Andere 311.706 334.305 525.647 435.354 466.675Sociaal statuut 107.798 122.563 136.726 155.303 162.674Stagemeesters 9.375 10.526 12.947 14.387 18.452Art. 56 58.173 59.009 61.678 66.361 86.269Art. 56 - 22 moleculaire biologie - 13.088 17.996 - - Sociaal akkoord 40.982 71.056 105.683 127.355 132.987IMA - Permanente steekproef - - 275 53 117Fiscaal plafond remgeld - - - - - Positieve maatregelen - - - - - Sociaal plan kinesitherapeuten 8.500 0 100 89 100Expertise 1.166 1.283 1.411 796 1.622Terugbetaling recuperatie geneesmiddelen

74.474 - 19.179 13.223 -

Heffing zakencijfer - Afrekening 2006

- 10.479 - - -

Bestrijding tabaksgebruik 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000Campagnes 2.000 2.000 2.000 446 2.000Verhoogde kosten tarificatiediensten

3.864 3.927 3.991 4.163 4.202

Autoverzekering (HVKZ) 65 65 5 5 5Informatisering - - 11.000 12.200 17.733Kinesitherapeuten opleiding verpleger

- - - - -

Terugbetaling generieken 3.309 3.309 - - - Terugbetaling heffing zakencijfer

- 35.000 41.346 36.500 36.500

Provisiefonds geneesmiddelen (overschrijding)

- - 109.310 459 -

Subsidie SISD - - - 2.014 2.014Syndicale premie depositokas - - - - 4.000Participatiefonds - - - - 2.000

Totaal 759.710 913.635 1.166.879 1.048.783 1.121.725

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

332

Page 339: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

V

Sociale bijstand

2006-2010

Page 340: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 341: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Dienstverlening van de OCMW’s 1.0 Methodologische nota A. Het Recht op Maatschappelijke Integratie De nieuwe wet van 26.05.2002 aangaande het recht op maatschappelijke integratie is van toepassing vanaf 01.10.2002. Zij vervangt de oude wet van 1974 met betrekking tot het bestaansminimum. De nieuwe reglementering voorziet, behalve een tegemoetkoming voor onbemiddelde personen (“het leefloon” genoemd), de mogelijkheid om een opleiding te volgen, om een baan te vinden en om door een maatschappelijk assistent begeleid te worden. Het leefloon wordt toegekend en uitbetaald door de gemeentelijke openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De federale Staat betaalt een gedeelte van de uitgekeerde bedragen terug. Het saldo is ten laste van de OCMW's en dus onrechtstreeks van de gemeenten, die wettelijk verplicht zijn het eventuele tekort op de rekening van het OCMW bij te passen (Cf. art. 106 OCMW-wet). In tabel 1.1 vindt men de evolutie van het aantal rechthebbenden op het leefloon naar gezinstype. De opgenomen categorieën zijn: samenwonende met één of meerdere personen alleenstaande samenwonende met personen ten laste Op 1 september 2011 zijn de jaarlijkse bedragen die kunnen worden toegekend de volgende (aan spilindex 114,97 basis 2004=100):

- samenwonende met één of meerdere personen: 6.161,46 euro - alleenstaande: 9.242,20 euro - samenwonende met personen ten laste: 12.322,93 euro

Tabel 1.2 toont een aantal jaargegevens met betrekking tot het Recht op Maatschappelijke Integratie: het gemiddeld aantal gerechtigden, een gemiddeld jaarbedrag en de uitgaven Recht op Maatschappelijke Integratie (uitgedrukt in duizend euro).

V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's

335

Page 342: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

B. Recht op Maatschappelijke Hulp Het Recht op Maatschappelijke Hulp (ingesteld door de wet van 2 april 1965) heeft als doel eenieder een menswaardig bestaan te verzekeren. De maatschappelijke hulp wordt toegekend door het OCMW en kan een aanvulling zijn op het recht op maatschappelijke integratie of een vervanging ervan, wanneer de belanghebbende de voorwaarden niet vervuld van gezegd recht. De maatschappelijke hulp kan verschillende vormen aannemen: ze kan materieel zijn (financieel of in natura) of immaterieel (raad, begeleiding, hulp bij het vinden van een job,…) De voornaamste aspecten van deze hulp zijn: de financiële hulp (equivalent leefloon), een tewerkstelling en/of een tussenkomst in de (dringende) medische hulp. De rechthebbenden van het Recht op Maatschappelijke Hulp zijn voornamelijk asielzoekers (recht op opvang, tussenkomst in de medische onkosten, gezinsbijslag,..), de vreemdelingen, ingeschreven in het vreemdelingenregister (equivalente financiële hulp) en de personen die illegaal op het grondgebied verblijven (dringende medische hulp). De federale Staat stort een belangrijk deel terug van de bedragen uitgegeven in het kader van het Recht op Maatschappelijke Hulp. Het saldo is ten laste van de OCMW’s. Tabel 1.3 geeft de evolutie weer van de rechthebbenden op financiële hulp (equivalent leefloon), toegekend in het kader van de maatschappelijke hulp, volgens gezinstypologie. De verschillende categorieën en bedragen die toegekend kunnen worden zijn dezelfde als deze voor het leefloon. Tabel 1.4 omvat een aantal jaarlijkse gegevens met betrekking tot het Recht op Maatschappelijke Hulp: het gemiddelde aantal rechthebbenden, het gemiddeld jaarlijks bedrag per rechthebbende, de totale uitgaven voor het Recht op Maatschappelijke Hulp (wet van 2 april 1965). C. De activering van de financiële dienstverleningen van de OCMW’s Sinds 01.01.1998 krijgen de gerechtigden op bestaansminimum (vanaf 01.10.2002: leefloon) toegang tot de volgende tewerkstellingsinitiatieven: de doorstromingsprogramma's; de arbeidsplaatsen erkend in het kader van de professionele reïntegratie van langdurig

werklozen (dienstenbanen); de banenplannen; de initiatieven voor sociale inschakeling … 1 In 2000 werd het "Lenteprogramma" van kracht. Het betreft een actieplan dat gericht is op de vermindering van het aantal gerechtigden op het bestaansminimum. Hiertoe werden bepaalde tewerkstellingsmodaliteiten versterkt, onder andere de sociale tewerkstelling binnen de OCMW's in het kader van art. 60, § 7 en art. 61 van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn2. Meer bepaald gebeurt dit door de verhoging van de Staatstoelage, de uitbreiding van de mogelijkheden tot terbeschikkingstelling (eveneens voor de privé-sector) en de mogelijkheid tot tijdelijke deeltijdse tewerkstelling. Verder werden nieuwe tewerkstellingskansen gecreëerd, zoals de invoeginterim en de tewerkstelling in het kader van de sociale economie.

1 Vanaf 01.01.2002 vervangt de veralgemeende activering (activa) de vroegere maatregelen: de --------------------dienstenbanen, de invoeginterim en het banenplan. 2 Zie art. 6-9 van de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's

336

Page 343: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De uitgaven gekoppeld aan de activering maken integraal deel uit van de begroting die voorbehouden is aan het recht op maatschappelijke integratie en op maatschappelijke dienstverlening. Er bestaan evenwel twee specifieke toelagen: De ene moedigt de tewerkstelling aan in de sector van de sociale economie en omvat:

De verhoogde Staatstoelage: in de sociale economie neemt de begroting van maatschappelijke integratie het verschil tussen het leefloon en de regelmatige tussenkomst toegekend aan de personen die tewerkgesteld zijn in het kader van de toepassing van artikel 60, § 7 ten laste;

De activering van het leefloon voor de begunstigden tewerkgesteld via de invoeginitiatieven in de sociale economie (SINE);

De andere werd toegekend aan de OCMW’s in het kader van de activering zoals voorzien in het “Lenteprogramma”. Dit omvat: De met 25 % verhoogde Staatstoelage voor diegenen die tewerkgesteld worden in het

kader van artikel 60, § 7; De monitoring van het "Lenteprogramma".

In de tabel 1.5 hernemen we het aantal tewerkgestelde personen in het kader van de maatschappelijke integratie en in het kader van de maatschappelijke hulp. Het gaat voornamelijk om tewerkstellingen in toepassing van artikelen 60, §7 en 61 van de organieke wet van 08.07.1976 op de openbare centra van maatschappelijk welzijn en om activeringsmaatregelen. U vindt aanvullende informatie over de maatschappelijke integratie en de maatschappelijke hulp op de website van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie bevoegd voor Grootstedenbeleid: www.mi-is.be.

V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's

337

Page 344: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.1 Aantal rechthebbenden op leefloon naar gezinstype

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2006 01.2007 01.2008 01.2009 01.2010

Samenwonenden met één of meerdere personen 21.777 22.040 23.022 24.908 28.028Alleenstaanden 37.387 37.249 37.729 39.016 42.076Samenwonenden met personen ten laste

19.542 21.113 21.566 23.447 25.808

Totaal 78.705 80.402 82.317 87.371 95.912

1.2 Totale uitgaven voor het Recht op Maatschappelijk Integratie (RMI)

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

2006 2007 2008 2009 2010

Gemiddeld aantal rechthebbenden 88.328 89.973 92.331 100.595 105.378Gem. aantal rechthebbenden leefloon 78.771 80.463 83.024 91.084 95.415

Gem. aantal overige rechthebbenden, niet inbegrepen hierboven

9.557 9.510 9.307 9.511 9.963

Gemiddeld jaarbedrag (euro) 5.052 5.839 5.537 5.571 5.872Totaal uitgaven (duizend euro) 446.197 525.310 511.267 560.406 618.820

1.3 Aantal rechthebbenden op maatschappelijke hulp (financiële hulp) naar gezinstype

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2006 01.2007 01.2008 01.2009 01.2010

Samenwonenden met één of meerdere personen 6.291 5.558 4.614 4.713 5.944Alleenstaanden 17.331 14.770 10.549 7.891 9.668Samenwonenden met personen ten laste

8.999 7.861 6.495 5.603 6.746

Onbekend - - 27 36 63

Totaal 32.621 28.189 21.685 18.243 22.421

1.4 Totale uitgaven voor het Recht op Maatchappelijke Hulp (RMH)

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

2006 2007 2008 2009 2010

Gemiddeld aantal rechthebbenden 41.840 37.419 31.718 32.672 37.558Gem. aantal rechthebbenden equival. leefloon 30.311 25.820 19.483 19.460 24.053

Gem. aantal overige rechthebbenden, niet inbegrepen hierboven

11.529 11.599 12.235 13.212 13.505

Gemiddeld jaarbedrag (euro) 8.114 7.832 9.291 7.368 8.217Totaal uitgaven (duizend euro) 339.495 293.069 294.698 240.714 308.612

1.5 Aantal tewerkgestelde rechthebbenden

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2006 01.2007 01.2008 01.2009 01.2010

Maatschappelijke integratie 8.636 8.810 10.468 10.124 10.935Maatschappelijke hulp 1.147 1.180 1.293 1.248 1.138

V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's

338

Page 345: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Inkomensgarantie voor ouderen - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

2.0 Methodologische nota A. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Vanaf 01.06.2001 wordt een nieuwe uitkering, ingevoerd door de wet van 22.03.2001, toegekend: de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Degenen die genoten van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden vóór 01.06.2001 kunnen ervan blijven genieten, indien dit voordeliger is dan de nieuwe uitkering. De IGO verschilt van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden hoofdzakelijk door de volgende eigenschappen: de leeftijd van dewelke men recht kan hebben op de IGO is dezelfde voor de mannen als voor

de vrouwen: 62 jaar in 2002; 63 jaar vanaf 2003; 64 jaar vanaf 2006 en 65 jaar vanaf 2009. de IGO is een individueel recht (er is geen “gezinsbedrag”); het totale bedrag van de inkomsten en pensioenen in aanmerking genomen bij de berekening

wordt gedeeld door het aantal personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen.

In de nieuwe wet, spreekt men niet meer van bedrag “samenwonende “ of bedrag “alleenstaande”, maar van personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen of niet delen. Het toegekende bedrag is afhankelijk of de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen of niet. Het basisbedrag wordt met 50% verhoogd als de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats niet deelt met één of meerdere personen. Dit heeft tot gevolg dat twee personen die samenwonen recht hebben op het basisbedrag, onafhankelijk van het feit ze getrouwd zijn of niet. De wet maakt een uitzondering voor bepaalde categorieën van personen die niet verondersteld worden dezelfde hoofdverblijfplaats te delen als de aanvrager, niettegenstaande ze op hetzelfde adres ingeschreven zijn in het Rijksregister. Deze zijn : de minderjarige kinderen, de meerderjarige kinderen waarvoor gezinsbijslag ontvangen wordt, de bloed- of aanverwanten in dalende lijn, de personen die in hetzelfde rustoord, hetzelfde rust- en verzorgingstehuis of hetzelfde psychiatrisch centrum verblijven. Als de rechthebbende zijn hoofdverblijfplaats enkel deelt met personen van deze categorieën, dan heeft deze recht op de verhoogde uitkering. Op 1 september zijn de bedragen die kunnen toegekend worden de volgende (aan spilindex 114,97 basis 2004=100): het bedrag “hoofdverblijfplaats delend”: 7.626,36 euro per jaar; het bedrag “hoofdverblijfplaats niet delend”: 11.439,56 euro per jaar. We stellen een belangrijke stijging vast van het bedrag van de jaarlijkse uitgaven, dit is hoofdzakelijk het gevolg van een stijging buiten index van het basisbedrag met 60 euro per maand op 01.12.2006 B. Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden is een volledig kosteloos voordeel, wat wil zeggen dat geen enkele tegenoverstaande bijdrage vereist is. Het wordt toegekend na een onderzoek naar de bestaansmiddelen, wanneer deze een bepaald forfaitair jaarbedrag niet overschrijden. Op 1 mei 2011 zijn de bedragen die kunnen toegekend worden de volgende (aan spilindex 114,97 basis 2004=100): het "gezinsbedrag": 11.235,39 euro per jaar; het bedrag “alleenstaande”: 8.426,69 euro per jaar.

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

339

Page 346: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Het toegekende bedrag wordt met 90 % van de pensioenvoordelen die de aanvrager/aanvraagster of zijn/haar echtgeno(o)t(e) ontvangt verminderd. De RVP geeft in zijn statistieken dezelfde opsplitsing als voor de pensioenen, zodat het bedrag "alleenstaande" onderverdeeld is in drie categorieën: gehuwden, niet gehuwden en weduwnaars (of weduwen). Vanaf 1999 werd jaarlijks een forfaitaire bijzondere verwarmingstoelage toegekend aan alle gerechtigden. Deze toelage werd vanaf 2002 opnieuw afgeschaft, ze blijft evenwel gelden voor de toegekende prestaties die dateren van voor juni 2001. Voor de IGO en voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden geven we het aantal rechthebbenden (resp. tab. 2.1 en 2.2) en het totaal der uitgaven (tab. 2.3).

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

340

Page 347: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.1

Aan

tal r

ech

theb

ben

den

IGO

vo

lgen

s le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

VP

60-6

4 ja

ar65

-69

jaar

70-7

4 ja

ar75

-79

jaar

80-8

4 ja

ar85

jaar

en

+T

ota

al

Man

nen

- 7.

581

7.32

26.

417

4.97

43.

563

29.8

57

Zij

die

hun

hoof

dver

blijf

plaa

ts d

elen

- 3.

697

3.79

03.

485

2.57

91.

433

14.9

84Z

ij di

e hu

n ho

ofdv

erbl

ijfpl

aats

nie

t del

en-

3.87

73.

524

2.92

92.

392

2.12

814

.850

Nie

t ver

deel

de g

eval

len

- 7

83

32

23

Vro

uw

en-

13.4

3712

.836

12.5

9810

.132

9.36

558

.368

Zij

die

hun

hoof

dver

blijf

plaa

ts d

elen

- 3.

143

3.23

12.

922

1.70

173

711

.734

Zij

die

hun

hoof

dver

blijf

plaa

ts n

iet d

elen

- 10

.266

9.59

19.

669

8.42

48.

626

46.5

76N

iet v

erde

elde

gev

alle

n-

2814

77

258

To

taal

rec

hth

ebb

end

en-

21.0

1820

.158

19.0

1515

.106

12.9

2888

.225

2.2

Aan

tal r

ech

theb

ben

den

gew

aarb

org

d in

kom

en v

oo

r b

ejaa

rden

vo

lgen

s le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

VP

Min

der

dan

60

jaar

60-6

4 ja

ar65

-69

jaar

70-7

4 ja

ar75

-79

jaar

80-8

4 ja

ar85

jaar

en

+T

ota

al

Man

nen

10

026

082

555

334

71.

986

Geh

uwde

n, g

ezin

(ru

stpe

nsio

en)

00

013

638

814

560

729

Geh

uwde

n, a

lleen

staa

nden

(ru

stpe

nsio

en)

10

017

4830

1010

6N

iet g

ehuw

den

(rus

tpen

sioe

n)0

00

106

385

369

270

1.13

0R

ust &

ove

rlevi

ng0

00

14

97

21

Vro

uw

en7

73

1.84

02.

508

2.26

22.

308

8.93

5

Geh

uwde

n, g

ezin

(ru

stpe

nsio

en)

00

032

151

250

Geh

uwde

n, a

lleen

staa

nden

(ru

stpe

nsio

en)

77

387

109

7130

314

Nie

t geh

uwde

n (r

ustp

ensi

oen)

00

01.

578

2.15

31.

999

2.09

67.

826

Rus

t & o

verle

ving

00

014

323

119

118

074

5

To

taal

rec

hth

ebb

end

en8

73

2.10

03.

333

2.81

52.

655

10.9

21

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 201

0

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 201

0

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

341

Page 348: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RVP

2006 2007 2008 2009 2010

IGO 211.913 287.750 336.138 356.019 371.127 Gewaarborgd inkomen 74.095 66.913 55.447 51.089 43.995 Verwarmingstoelage 904 781 693 595 523

Totaal 286.912 355.444 392.278 407.703 415.645

2.3 Jaarlijkse uitgaven (duizend euro)

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

342

Page 349: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 3.0 Methodologische nota De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties steeds door de Staat gefinancierd worden. In 1969 ontstaan de gewone tegemoetkoming, bestemd voor de personen met een fysische handicap en de bijzondere tegemoetkoming, bestemd voor de andere personen met een handicap. In 1973 worden het verhoogd gewaarborgd inkomen en de tegemoetkoming voor hulp van derde ingesteld, en in 1976 de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. In 1974 worden de bedragen van de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen verhoogd en gediversifieerd naargelang van de gezinstoestand, en het onderzoek naar de bestaansmiddelen wordt verscherpt. Tenslotte heeft de wet van 27.02.1987 de regeling grondig hervormd: de inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon wiens

verdienvermogen, ingevolge zijn handicap, verminderd is tot een derde of minder van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. De integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap met een verminderde zelfredzaamheid, die aldus moeilijkheden ondervindt om zich in het maatschappelijk leven te integreren;

de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt eveneens toegekend wegens gebrek aan en of vermindering van zelfredzaamheid.

In geval van herziening van hun dossier, kunnen de “niet-bejaarde” rechthebbenden aanspraak maken op verworven rechten, indien hun recht vóór 31.12.1974 is ingegaan. De “bejaarde” rechthebbenden kunnen verworven rechten laten gelden, ongeacht de datum waarop hun tegemoetkoming is ingegaan. Er zijn twee tabellen, welke ingedeeld werden volgens soort tegemoetkoming. Het betreft het aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (tabel 3.1) en de totale uitgaven per type tegemoetkoming (tabel 3.2).

V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

343

Page 350: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3.1 Aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (jaargemiddelden)

Bron: FOD Sociale Zekerheid

2006 2007 2008 2009 2010

Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming

134.011 135.552 139.233 147.563 157.170

Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

118.334 125.958 126.816 133.368 142.818

Gewone en bijzondere tegemoetkoming

KB 1969 en KB 1974 2.874 2.559 2.297 2.024 1.770

Aanvullende tegemoetkoming 3.464 3.055 2.699 2.366 2.041

Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen

1.956 1.540 1.233 975 748

Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend)

516 401 320 245 186

Totaal rechthebbenden 261.155 269.065 272.598 286.541 304.733

Tegemoetkoming voor hulp van

derde (totaal der voordelen) (1) 2.858 2.393 1.980 1.639 1.342

(1) Dit totaal omvat diegenen die uitsluitend recht hebben op deze tegemoetkoming en diegenen die ze cumuleren met een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen.

V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

344

Page 351: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: FOD Sociale Zekerheid

2006 2007 2008 2009 2010

Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming

893.294 934.388 1.013.536 1.082.310 1.136.571

Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

377.587 393.120 416.412 431.599 454.163

Gewone en bijzondere tegemoetkoming

KB 1969 en KB 1974 16.551 14.989 14.108 12.685 11.252

Aanvullende tegemoetkoming 12.890 11.641 10.892 9.925 8.669

Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen

2.848 2.282 1.894 1.536 1.192

Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend) 4.900 4.102 3.617 3.089 2.557

Totaal maandelijkse termijnen 1.308.070 1.360.522 1.460.459 1.541.144 1.614.404

Achterstallen 118.930 124.354 150.618 157.490 137.336

Totaal 1.427.000 1.484.876 1.611.077 1.698.634 1.751.740

3.2 Totale uitgaven tegemoetkomingen aan personen met een handicap naar type tegemoetkoming (duizend euro)

V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

345

Page 352: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 353: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

VI

DOSZ

2006-2010

Page 354: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 355: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

A. Beschrijving van het stelsel Elke analyse van de overzeese sociale zekerheid vereist een verwijzing naar de wet van 16.06.1960. Deze wet belast de organismen met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi onder de controle en met de waarborg van de Belgische Staat. Verzekeringen De sociale zekerheidsregeling van koloniaal recht bevatte de volgende sectoren: ouderdom en vroegtijdige dood; kinderbijslag; ziekte en invaliditeit; geneeskundige verzorging; vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen en beroepsziekten. De onafhankelijkheid van de eertijds door België bestuurde gebieden heeft de opheffing van deze wetgevingen van koloniaal recht wat betreft de bijdragebetalingen tot gevolg gehad. De regeling voor overzeese sociale zekerheid die nadien ontstond, werd ingesteld door de wet van 17.07.1963, welke meermaals gewijzigd werd. Het huidige toepassingsgebied van deze wet is het geheel van personen, die hun beroepsactiviteit in het buitenland verrichten en die niet vallen onder de Verordening (EEG) n°1408 / 71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Het grondgebied waarop de Verordening (EEG) n°1408 / 71 van toepassing is, is dat van de Europese Unie, verruimd met IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. Volgens de huidige wetgeving omvat de regeling de volgende takken: de ouderdoms- en overlevingsverzekering; ziekte- en invaliditeitsverzekering; de verzekering voor geneeskundige verzorging; de mogelijkheid om bijzondere aanvullende contracten aan te gaan. De DOSZ stelt drie

aanvullende contracten voor: “arbeidsongevallen”, “ongevallen in het privé-leven” en “geneeskundige verzorging”.

Het is een wettelijke regeling door de Belgische Staat ingesteld en gewaarborgd. De aansluiting bij de overzeese sociale zekerheid is niet verplicht. Iedere belanghebbende kan vrij over zijn aansluiting bij deze regeling beslissen. Kunnen erbij aansluiten: de personen die onderdanen zijn van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland of, wat hun nationaliteit ook zij, de personen die aangesteld zijn door de Belgische Staat, de Gemeenschappen of Gewesten of tewerkgesteld zijn door een onderneming waarvan de maatschappelijke zetel in België gelegen is en die bovendien werken buiten de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. De regeling voor overzeese sociale zekerheid bevat geen enkele verwijzing naar de voorwaarden waarin de aangeslotenen hun overzeese beroepsactiviteit uitoefenen. Zowel de personen, die door een contract hun diensten verhuren als zelfstandigen kunnen zich aansluiten. Sociale bijdragen De financiering van de takken ouderdom en vroegtijdige dood, ziekte en invaliditeit en geneeskundige verzorging in de huidige wetgeving wordt gespijsd door bijdragen die door de verzekerde vrij tussen een bodem- en grensbedrag worden bepaald en die de kostprijs voor levensonderhoud volgen (spilindexcijfers).

VI. DOSZ A. Beschrijving van het stelsel

349

Page 356: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Het minimum basisbedrag van de maandelijkse bijdrage bedraagt 37,18 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 235,22 euro (spilindex 114,97 basis 2004). Het maximum basisbedrag bedraagt 148,74 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 941,00 euro (spilindex 114,97 basis 2004). De storting evenwel van het minimumbedrag van de bijdrage opent slechts een recht op pensioen en op de terugbetaling van de geneeskundige verzorging. De uitkeringen van ziekengeld en invaliditeitsuitkeringen worden slechts toegekend indien de gemiddelde maandbijdrage het minimum (geïndexeerd) basisbedrag bereikt. De tussenkomst van de werkgever is niet vereist voor de betaling van de bijdragen: de wet of haar uitvoeringsbesluiten bepalen geen enkele nadere verdelingsregeling van de bijdragen tussen werkgever en de verzekerde; een verdeling kan enkel voortvloeien uit een overeenkomst tussen partijen. De wet van 17.07.1963 heeft drie Fondsen opgericht, elk met een eigen vermogen, namelijk het pensioenfonds1 het invaliditeitsfonds2 het solidariteits- en perequatiefonds3

Onverminderd de bijzondere bepalingen die gelden voor verzekerden van niet E.U.-nationaliteiten4 worden de bijdragen tussen de drie Fondsen zo verdeeld: Pensioenfonds:............................................70,0% Invaliditeitsfonds:...........................................9,5% Solidariteits- en perequatiefonds:................20,5% Geneeskundige verzorging Het betreft een uitgestelde verzekering, wat betekent dat de terugbetaling van de kosten van de geneeskundige verzorging aan de verzekerde en zijn rechthebbenden enkel wordt verkregen, indien aan bepaalde voorwaarden inzake verzekeringsduur (minstens 16 jaar deelname) en leeftijd (het in genot treden van de voordelen kan ten vroegste vanaf 50 jaar) is voldaan of wanneer de verzekerde arbeidsongeschikt is bevonden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17.07.1963 (hoofdstuk IV). Uitkeringen Voor de verzekerde zijn uitkeringen voorzien in geval hij niet in staat is door zijn werk in zijn levensonderhoud te voorzien ten gevolge van een ziekte die zich manifesteert of van een ongeval5 dat zich voordoet tijdens de verzekeringsperiode. Ook de verzekerde vrouw die haar beroepsactiviteit staakt wegens zwangerschap, is erkend als zijnde niet in staat om door haar werk in haar levensonderhoud te voorzien.

1 Beheer van de uitkeringen van de ouderdoms- en overlevingsverzekering verzekerd in individuele kapitalisatie. 2 Beheer van de ziekte en invaliditeitsverzekering, van de verzekering geneeskundige verzorging en van de contracten voor bijkomende verzekeringen. 3 Beheer van de prestaties van de ouderdoms- en overlevingsverzekering gefinancierd door de repartitieregeling. 4 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. 5 Uitgezonderd een arbeidsongeval.

VI. DOSZ A. Beschrijving van het stelsel

350

Page 357: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Pensioenen De ouderdoms- en overlevingsverzekering, ten laste van het Fonds voor pensioenen, voorziet in de toekenning van ouderdoms- en weduwenrenten. We beperken ons in deze nota tot de bespreking van de ouderdomsrenten. Voor de weduwenrenten, pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot en de indexering van de uitkeringen verwijzen we de lezer naar de website van de DOSZ: www.dosz.be . De normale leeftijd waarop het pensioen kan worden opgenomen is 65 jaar, zowel voor de mannen als voor de vrouwen. Er bestaat evenwel een mogelijkheid om het pensioen vanaf de leeftijd van 60 jaar op te nemen, mits een vermindering van het pensioenbedrag. Bij overlijden is het overdraagbaar gedeelte van het pensioenkapitaal bestemd voor een eventueel overlevingspensioen en /of wezenuitkering. Het bedrag van de ouderdomsrente wordt bepaald door toepassing van de regels van de individuele kapitalisatie. Het is bijgevolg rechtstreeks afhankelijk van het bedrag van de gestorte bedragen, evenals van de leeftijd van de verzekerde op het ogenblik van de storting van de bijdragen en van de ingangsdatum van het pensioen. Gezinsbijslag De wetten van 16.06.1960 en 17.07.1963 garanderen ten gunste van de rechtgevende kinderen, onderdanen van een der landen, die lid zijn van de Europese Unie6, kinderbijslag: aan de gepensioneerde koloniale werknemers die een loopbaan van tenminste 16 jaar

hebben; aan de slachtoffers van een arbeidsongeval overkomen vóór 01.07.1960 en aan de personen

met een beroepsziekte die na die datum niet meer aan het risico blootgesteld waren; aan de verzekerden die een uitkering trekken krachtens de verzekering geneeskundige

verzorging. Arbeidsongevallen en beroepsziekten De wetgeving voor sociale zekerheid naar koloniaal recht voorzag in de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Die uitkeringen worden door de wet van 16.06.1960 gewaarborgd. Het bij de wet van 17.07.1963 opgerichte stelsel voorziet niet in deze takken van sociale zekerheid in het kader van de algemene regeling. Nochtans verschaft de wet de mogelijkheid van een aanvullende verzekering inzake arbeidsongevallen.

6 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.

VI. DOSZ A. Beschrijving van het stelsel

351

Page 358: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

B. Lopende rekeningen (budgettair concept) (duizend euro)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Ontvangsten

Bijdragen 54.141 54.195 62.564 65.818 64.429Staatstoelagen 285.110 284.559 310.496 308.848 309.899Alternatieve financiering Toegewezen ontvangsten 1.938 1.395 2.344 1.594 1.594Externe overdrachten 3.864 0 1.973 2.132 1.521Opbrengsten beleggingen 1.306 1.512 2.835 2.440 2.198Diversen 3.466 3.442 3.742 3.420 3.188

Totaal lopende ontvangsten 349.825 345.104 383.954 384.252 382.831

Uitgaven

Sociale prestaties 330.770 339.720 355.461 357.714 355.219Betalingskosten 15 14 11 10 1Beheerskosten 8.956 8.953 9.328 10.521 10.052Externe overdrachten 2.605 2.160 3.087 1.815 2.083Intresten op leningen 196 22 805 260 284Diversen 3.066 3.091 4.306 3.042 3.204

Totaal lopende uitgaven 345.608 353.961 372.998 373.363 370.843

Saldo lopende rekeningen 4.217 -8.857 10.956 10.889 11.987

VI. DOSZ B. Lopende rekeningen

352

Page 359: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

C. Statistieken

1. Aantal bijdragebetalenden naar geslacht (Wet van 17.07.1963)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Mannen 7.019 7.301 7.768 7.519 7.320

Vrouwen 1.735 1.771 1.903 1.815 1.843

Totaal 8.754 9.072 9.671 9.334 9.163

2. Bijdragen volgens wetgeving en verzekering (duizend euro)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Uitvoering van de voormalige

sociale wetgeving (1)

Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Arbeidsongevallen 0,5 0,5 0,4 0,2 0,0Beroepsziekten 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4

Stelsel van overzeese sociale zekerheid

Ouderdom en vroegtijdige dood 38.775,6 38.970,3 44.953,2 47.438,3 46.169,1Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging) 4.071,5 4.065,1 4.692,5 4.937,1 4.833,2

Aanvullende verzekeringen (2)

Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging)

8.843,3 9.167,1 10.703,2 11.140,2 10.817,0

Arbeidsongevallen 1.648,6 1.317,9 1.052,2 1.693,6 1.531,1

Uitvoering van de wet van

05.08.1968 (3)

Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

(2) Het gaat om de verzekeringen bepaald in artikels 57 en 57bis van de wet van 17.07.1963.

(1) De van kracht zijnde sociale wetgeving van Belgisch-Kongo, Rwanda en Burundi voor de toetreding van deze landen tot de onafhankelijkheid.

(3) Uitvoering van de wet tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privé-sector.

VI. DOSZ C. Statistieken

353

Page 360: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Aantal rechthebbenden geneeskundige verzorging naar categorie (1) (2)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Gewezen werknemers 4.346 4.389 4.312 3.165 2.862Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genieten 101 103 101 58 56Slachtoffers van een arbeidsongeval 1 1 1 0 0Personen met een beroepsziekte

0 0 0 0 0

Weduwen van

Gewezen werknemers 2.004 2.027 2.057 1.438 1.384Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genoten 96 96 96 48 47Slachtoffers van een arbeidsongeval 13 13 13 3 3Personen met een beroepsziekte

7 7 7 7 6

(2) Voor 2008 bedragen het aantal dubbeltellingen met de verplichte verzekering ziekte-invaliditeit van het RIZIV voor de gewezen werknemers 1.177 en voor de weduwen 720. Het betreft de opgeschorte rechten.

Toestand op 31 december

(1) Er wordt geen rekening gehouden met de titularissen van een aanvullend contract inzake geneeskundige verzorging.

VI. DOSZ C. Statistieken

354

Page 361: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: DOSZ Toestand 2009

Verzeker-

den (1)Gepensio-neerden

Weduwen Invaliden

Wet van 16.06.1960 0 83 1.428 7Geneesheren 0 6 107 0Farmaceutische verstrekkingen 0 44 226 7Ziekenhuisverpleging 0 2 292 0Verpleegkundige zorgen 0 5 101 0Kinesitherapeuten 0 5 30 0Andere verstrekkingen 0 21 672 0

Wet van 17.07.1963 7.507 13.373 5.129 628

Geneesheren 2.465 2.035 561 69Farmaceutische verstrekkingen 1.916 2.493 460 167Ziekenhuisverpleging 1.353 3.441 1.471 172Verpleegkundige zorgen 28 584 330 22Kinesitherapeuten 83 280 112 9Andere verstrekkingen 1.662 4.540 2.195 189

Totaal 7.507 13.456 6.557 635

Bron: DOSZ Toestand 2010

Verzeker-

den (1)Gepensio-neerden

Weduwen Invaliden

Wet van 16.06.1960 0 27 1.045 1Geneesheren 0 4 102 0Farmaceutische verstrekkingen 0 7 95 1Ziekenhuisverpleging 0 0 167 0Verpleegkundige zorgen 0 8 119 0Kinesitherapeuten 0 5 30 0Andere verstrekkingen 0 3 532 0

Wet van 17.07.1963 7.497 13.112 5.001 432

Geneesheren 2.498 2.074 583 65Farmaceutische verstrekkingen 1.825 8 488 92Ziekenhuisverpleging 1.366 3.519 1.384 146Verpleegkundige zorgen 20 519 300 17Kinesitherapeuten 78 272 119 12Andere verstrekkingen 1.710 6.720 2.127 100

Totaal 7.497 13.139 6.046 433

(1) Bijkomende verzekering (art. 57 van de wet van 17.07.1963).

4. Uitgaven voor geneeskundige verzorging volgens hoofdrubriek en toepasselijke wetgeving (duizend euro)

VI. DOSZ C. Statistieken

355

Page 362: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. Aantal rechthebbenden uitkeringsverzekering

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Invaliden 60 102 92 110 95Weduwen 38 36 36 36 35Wezen 2 2 1 1 1

Totaal 100 140 129 147 131

6. Uitgaven voor de uitkeringsverzekering volgens wetgeving en categorie(duizend euro)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Wet van 16.06.1960 34 30 27 27 27Invaliden 19 15 12 12 12Weduwen 15 15 15 15 15Wezen 0 0 0 0 0

Wet van 17.07.1963 635 620 674 692 770Invaliden 574 559 611 627 706Weduwen 60 60 62 64 63Wezen 1 1 1 1 1

Totaal 669 650 701 719 797

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

356

Page 363: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

7. Aantal rechthebbenden renten en toelagen volgens wetgeving en categorie (1)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Wet van 16.06.1960 27.336 26.589 25.495 24.463 23.404Rustpensioenen 16.769 15.903 14.934 14.010 13.068Overlevingspensioenen 10.567 10.686 10.561 10.453 10.336

Wet van 17.07.1963 26.149 27.239 28.134 28.890 29.431Rustpensioenen 18.285 19.162 19.886 20.476 20.892Overlevingspensioenen 7.864 8.077 8.248 8.414 8.539

8. Uitgaven voor de renten en toelagen (duizend euro)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Rust 231.539 239.183 250.473 251.711 249.701Weduwen 67.614 68.449 72.090 78.197 74.982Wezen 1.050 1.061 1.105 1.212 1.163

Totaal 300.203 308.693 323.668 331.120 325.846

Toestand op 31 december

(1) De pensioengerechtigden gewaarborgd door de wet van 16.06.1960 die genoten hebben van de regeling ingesteld door de wet van 17.07.1963 zijn onder beide wetgevingen opgenomen.

VI. DOSZ C. Statistieken

357

Page 364: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

9. Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

0 - 6 jaar 0 0 0 1 1 6 - 12 jaar 8 7 6 7 212 - 16 jaar 20 11 12 10 816 - 25 jaar 26 34 34 23 2425 jaar en ouder 9 8 7 5 7

Totaal 63 60 59 46 42

10. Uitgaven voor gezinsbijslag (duizend euro)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Gezinsbijslag 137 144 121 95 84

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

358

Page 365: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

11. Aantal rechthebbenden arbeidsongevallen volgens wetgeving en categorie

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Wet van 16.06.1960 217 201 179 161 146Invaliden 168 154 137 120 109Weduwen 49 47 42 41 37

Wet van 17.07.1963 (contracten) 332 325 307 300 292Invaliden 268 260 245 239 232Weduwen 55 56 55 55 54Wezen 9 9 7 6 6

Totaal 549 526 486 461 438

12. Uitgaven arbeidsongevallen volgens wetgeving (duizend euro)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Wet van 16.06.1960 (art. 4)Algemene regeling 436 441 395 366 327

Wet van 17.07.1963 (art. 57)Aanvullende verzekering 1.559 1.722 1.527 1.655 1.471

Totaal 1.995 2.163 1.922 2.021 1.798

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

359

Page 366: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

13. Aantal rechthebbenden beroepsziekten

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Wet van 16.06.1960 20 17 16 15 14

Blijvende arbeidsongeschiktheid 13 11 10 9 8Weduwen 7 6 6 6 6

14. Uitgaven voor beroepsziekten (duizend euro)

Bron: DOSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Beroepsziekten 110 99 97 87 88

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

360

Page 367: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

VII

BIJLAGEN

Page 368: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 369: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1. Indexering 1.0 Methodologische nota De basisreglementering voor de indexering van de uitkeringen van de sociale zekerheid (privé-sector) en de sociale bijstand ligt vervat in de wet van 02.08.1971. Deze wet werd sinds het begin van de jaren zeventig meermaals aangepast. Zo onttrok een wet van 01.03.1977 een aantal uitgaven in de overheidssector, waaronder de wedden, lonen en pensioenen van de ambtenaren, aan het toepassingsgebied van de wet van 02.08.1971 en paste er een ander, voordeliger, indexeringsmechanisme op toe. De wetgever wenste dat deze uitgaven de evolutie van de levensduurte sneller zouden volgen. In de jaren tachtig en negentig vielen drie belangrijke wijzigingen te noteren: in 1983 werd het zogenaamde 'afgevlakte indexcijfer' ingevoerd (KB's nr. 156 en 178 van

30.12.1982); KB nr. 281 van 31.03.1984, gewijzigd door het KB nr. 420 van 18.07.1986, voorzag dat voor

een aantal sociale uitkeringen drie indexaanpassingen niet werden doorgevoerd (indexsprongen);

een KB van 24.12.1993, ter uitvoering van de wet van 06.01.1989 tot vrijwaring van ‘s lands concurrentievermogen, verving voor de toepassing van de wet van 02.08.1971 het ‘gewone’ indexcijfer der consumptieprijzen door de ‘gezondheidsindex’ (officieuze benaming).

De wet van 02.01.2001 (BS 03.01.2001, erratum 13.01.2001) en de wet van 19.07.2001 hebben het indexmechanisme opnieuw gewijzigd, ditmaal met het oog op een snellere aanpassing van de uitkeringen aan de evolutie van de gezondheidsindex. De wet past daartoe zowel de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van het tijdstip van de indexering (wet van 02.08.1971) als de bepalingen met betrekking tot de toepassingsdatum van de indexering (wet van 02.08.1971 en (gedeeltelijk) wet van 01.03.1977) aan. Kort samengevat ziet het indexeringsmechanisme vervat in de wet van 02.08.1971 (sociale zekerheid in de privésector en sociale bijstand) er als volgt uit: Het tijdstip van indexering De aanzet tot het indexeren van de uitkeringen wordt gegeven telkens wanneer de zogenaamde afgevlakte (gezondheids)index de spilindex bereikt. De afgevlakte (gezondheids)index is het rekenkundig gemiddelde van de (gezondheids)indexcijfers van de betrokken maand en van de drie voorafgaande maanden. Spilindexcijfers zijn getallen die behoren tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is (basis 1966) en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. Ze fungeren in feite als aanpassingsdrempels. De conversiecoëfficiënten laten toe van de indexcijfers van een vroegere basis naar een meer recente basis om te rekenen.

VII. Bijlagen 1. Indexering

363

Page 370: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

De toepassingsdatum De maandelijks te vereffenen bedragen worden dan aangepast met ingang van de maand die volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt1. De per kwartaal vereffende bedragen worden aangepast met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt. De indexaanpassing van de uitgaven die per jaar worden vereffend, wordt doorgevoerd met ingang van het burgerlijke jaar dat volgt op het jaar waarin de spilindex werd bereikt. De aanpassing van de bedragen Voor het aanpassen van de bedragen moet steeds teruggegrepen worden naar de basisbedragen die in de reglementering zijn opgenomen. Deze basisbedragen werden naar aanleiding van de invoering van de euro, opnieuw vastgesteld, uitgedrukt in euro en gekoppeld aan de spilindex van kracht op 01.01.2000: 103,14 (basis 1996). In geval van indexaanpassing worden de bedragen opnieuw berekend door op het basisbedrag de coëfficiënt 1,02n toe te passen, waarbij n de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt. Daartoe wordt ieder spilindexcijfer aangeduid met een volgnummer dat zijn rang aangeeft. De spilindex van rang 1 duidt de spilindex aan die volgt op 103,14 (basis 1996), dit wil zeggen, 103,14 x 1,021 = spilindex 105,20. In juli 2005 werd spilindex 116,15 (basis 1996) bereikt. Dit is het spilindexcijfer met rang 6. De basisbedragen werden dus vermenigvuldigd met 1,026 of 1,1262. De sociale prestaties werden aangepast op 01.08.2005. Vanaf 01.01.2006 is de basis 2004 van toepassing. Om een indexcijfer van de consumptieprijzen met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8701 vermenigvuldigen. Om een gezondheidsindex met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8790 vermenigvuldigen. De spilindex 116,15 wordt dus 102,10 in de basis 2004. In december 2007 werd de spilindex 106,22 bereikt. De sociale prestaties werden aangepast op 01.01.2008. Op 01.05.2008 en 01.09.2008 werden de sociale prestaties opnieuw verhoogd met 2 % naar aanleiding van het bereiken van de spilindexen 108,34 in april en 110,51 in augustus 2008. In 2009 was er geen overschrijding van de spilindex. In augustus 2010 werd de spilindex 112,72 overschreden. Als gevolg daarvan werden de sociale uitkeringen in september 2010 en de wedden van het overheidspersoneel in oktober 2010 met 2 % aangepast aan de gestegen levensduurte. In april 2011 werd de spilindex 114,97 overschreden. De sociale prestaties werden aangepast op 1 mei 2011. Overeenkomstig de maandvooruitzichten van het Federaal Planbureau (coherent met de Economische begroting van 08.09.2011) zou de volgende overschrijding van de spilindex (momenteel 117,27) plaatsvinden in februari 2012.

1 Omdat de toepassing van de indexaanpassing vanaf de eerste maand na het bereiken van de spilindex vooral voor uitkeringen die in het begin van de maand uitbetaald worden (d.w.z. slechts enkele werkdagen nadat het indexcijfer van de vorige maand werd gepubliceerd) problemen kan stellen, kan de Koning in dit geval bijzondere uitvoeringsmodaliteiten vaststellen.

VII. Bijlagen 1. Indexering

364

Page 371: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen Op de volgende bladzijde vindt u een tabel met het overzicht van de reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de gezondheidsindex (basis 2004) van 2006 tot eind 2010. Voor een uitgebreidere reeks van indexcijfers verwijzen we naar de website van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Dienst Indexcijfer der prijzen: http://economie.fgov.be. Vooruitzichten voor de te verwachten evolutie van het indexcijfer kan u vinden op de website van het Federaal Planbureau: http://www.plan.be. Meer bepaald vindt u daar bij “Vooruitzichten en macro-economische analyses” de publicatie “Economische begroting 2012 – Economische vooruitzichten”, welke een hoofdstuk wijdt aan de inflatieverwachtingen.

VII. Bijlagen 1. Indexering

365

Page 372: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

1.1

Ove

rzic

ht

van

de

reël

e ev

olu

tie

van

het

ind

exci

jfer

van

de

con

sum

pti

epri

jzen

en

van

de

gez

on

dh

eid

sin

dex

(b

asis

200

4)(1

)

Bro

n: F

OD

Eco

nom

ie, K

.M.O

., M

idde

nsta

nd e

n E

nerg

ie

2006

2007

2008

2009

2010

Ind

exG

ezo

nd

hei

ds -

ind

exIn

dex

Gez

on

dh

eid

s -in

dex

Ind

exG

ezo

nd

hei

ds -

ind

exIn

dex

Gez

on

dh

eid

s -in

dex

Ind

exG

ezo

nd

hei

ds -

ind

ex

Janu

ari

103,

4810

2,82

105,

2010

4,92

108,

8410

7,85

111,

3611

1,45

112,

0511

1,36

Feb

ruar

i10

3,93

103,

3110

5,77

105,

4610

9,62

108,

7111

1,74

111,

7511

2,52

111,

90M

aart

103,

8910

3,23

105,

7810

5,23

110,

4210

9,32

111,

1011

1,07

112,

9411

2,11

Apr

il10

4,40

103,

6010

6,26

105,

5811

0,67

109,

4911

1,33

111,

1711

3,33

112,

34M

ei10

4,79

103,

9510

6,13

105,

3411

1,66

110,

2011

1,25

110,

9611

3,78

112,

72Ju

ni10

4,77

103,

9310

6,12

105,

2811

2,28

110,

6211

1,04

110,

5011

3,77

112,

74Ju

li10

5,13

104,

2510

6,57

105,

7011

2,87

111,

2211

0,97

110,

4811

3,82

112,

86A

ugus

tus

105,

2610

4,38

106,

4410

5,67

112,

1811

0,88

111,

3111

0,66

113,

8911

2,94

Sep

tem

ber

104,

9610

4,36

106,

5410

5,71

112,

3611

1,15

111,

0211

0,46

114,

2511

3,29

Okt

ober

104,

7510

4,32

107,

1010

6,19

112,

1611

1,29

111,

0711

0,64

114,

4111

3,46

Nov

embe

r10

5,01

104,

5810

8,10

106,

9311

1,49

111,

0911

1,36

110,

7511

4,55

113,

55D

ecem

ber

105,

1510

4,68

108,

4010

7,44

111,

2511

1,24

111,

5411

0,96

115,

0011

3,84

Gem

idde

lde

104,

6310

3,95

106,

5310

5,79

111,

3211

0,26

111,

2611

0,90

113,

6911

2,76

Toe

nam

e

in

%1,

79 %

1,76

%1,

82 %

1,77

%4,

50 %

4,23

%-0

,05

%0,

58 %

2,18

%1,

68 %

(1)

Inge

volg

e he

t K.B

. van

24.

12.1

993

ter

uitv

oerin

g va

n de

wet

van

06.

01.1

989

tot v

rijw

arin

g va

n 's

land

s co

ncur

rent

ieve

rmog

en w

ordt

van

af ja

nuar

i 199

4 de

zog

enaa

mde

ge

zond

heid

sind

ex g

ebru

ikt a

ls b

asis

voo

r de

inde

xerin

g va

n de

soc

iale

uitk

erin

gen.

VII. Bijlagen 1. Indexering

366

Page 373: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: Federaal Planbureau

2011 2012

IndexGezondheids-

indexIndex

Gezondheids- index

Januari 115,66 114,38 119,03 117,59Februari 116,33 115,05 119,52 118,13Maart 116,91 115,39 119,45 118,04April 117,20 115,57 119,60 118,22Mei 117,59 115,98 119,83 118,48Juni 117,95 116,43 119,91 118,56Juli 118,09 116,61 120,11 118,77Augustus 117,99 116,49 120,08 118,73September 118,37 116,83 120,26 118,89Oktober 118,46 116,93 120,41 119,05November 118,54 117,02 120,51 119,16December 118,73 117,27 120,65 119,34

Gemiddelde 117,65 116,16 119,95 118,58

Toename in %

3,48 % 3,02 % 1,95 % 2,08 %

1.2 Vooruitzichten van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de gezondheidsindex (basis 2004)(Economische begroting 2012 van 8 september 2011)

VII. Bijlagen 1. Indexering

367

Page 374: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Basis 1981 Basis 1988 Basis 1996 Basis 2004

1.02.1990 140,771.11.1990 143,591.03.1991 146,45 108,261.12.1991 149,39 110,431.11.1992 152,38 112,641.07.1993 155,42 114,891.12.1994 158,53 117,191.05.1996 161,70 119,531.10.1997 164,93 121,921.06.1999 168,23 124,36 103,141.09.2000 171,59 126,84 105,201.06.2001 175,01 129,37 107,301.02.2002 178,52 131,96 109,451.06.2003 182,09 134,60 111,641.10.2004 185,73 137,29 113,871.08.2005 189,45 140,04 116,151.10.2006 193,25 142,85 118,48 104,141.01.2008 197,10 145,70 120,85 106,221.05.2008 201,04 148,61 123,26 108,341.09.2008 205,07 151,59 125,73 110,511.09.2010 209,17 154,62 128,24 112,721.05.2011 213,34 157,70 130,80 114,97

Conversiecoëfficiënten

Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (Dienst indexcijfer der prijzen)

x 1,1377x 1,3717

--

1996

Indexcijfer van deconsumptieprijzen

2004

x 1,1493

Omzetting naar basis …

1.3 Toepassingsdatum voor de aanpassing van de sociale prestaties ten gevolge van de overschrijding van de spilindex

Toegepaste spilindexen afgeleid uit de evolutie van de gezondheidsindex(vóór 1995: indexcijfer van de consumptieprijzen)

Gezondheidsindex

2004

198819811974-19751971 -

x 1,4105x 1,9082x 2,9388x 4,0261

VII. Bijlagen 1. Indexering

368

Page 375: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Alternatieve financiering 2.0 Methodologische nota De alternatieve financiering heeft gelijktijdig tot doel de beperking van de staatstoelagen aan de sociale zekerheid te compenseren en de bijdrageverminderingen van de persoonlijke en patronale bijdragen te compenseren. Deze bijdrageverminderingen nemen sinds 1995 steeds toe. Dit dubbel doel impliceert dat de vaststellingswijze voor de bedragen van elk doel verschillend is. De alternatieve financiering is gebaseerd op een andere berekeningswijze dan de lonen en dat maakt het aldus mogelijk de kosten te beperken die wegen op de factor arbeid en die het concurrentievermogen van de ondernemingen aantasten. Hiertoe wordt alternatieve financiering toegekend aan de globale beheren der werknemers, zelfstandigen, de RSZPPO, het stelsel van de geneeskundige verzorging alsmede een aantal takken die buitenglobaal zijn. De alternatieve financiering vormt naast de bijdragen en de staatstoelagen de derde pijler van de financiering van de sociale zekerheid. De alternatieve financiering bestaat voor een deel uit fiscale middelen die naar de sociale zekerheid worden doorgestort. De aangeboorde fiscale middelen bestaan voornamelijk uit de btw, roerende voorheffing en accijnzen op de verkoop van tabaksfabrikaten. Andere bronnen zijn taksen op verzekeringsverrichtingen, de toekenning van aandelenopties, belastingen op werknemersparticipaties, personenbelasting en vennootschapsbelasting. De regelgeving i.v.m. de alternatieve financiering is opgenomen in de artikels 65 tot en met 67quinquies van de Programmawet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen. Sindsdien zijn deze artikelen aangepast en uitgebreid. De alternatieve financiering van de sociale zekerheid bestaat enerzijds voor een deel uit een vast percentage of een vast, al dan niet geïndexeerd, bedrag uit de btw. Dit wordt aangevuld met kleinere bedragen uit andere fiscale bronnen die op eenzelfde wijze worden vastgesteld. Deze percentages of bedragen zijn wettelijk vastgesteld. Voor een aantal artikelen is een bepaald percentage van de fiscale opbrengst bepaald met een gegarandeerd geïndexeerd minimumbedrag waar de sociale zekerheid recht op heeft. Beide bedragen zijn opgenomen binnen de hierna volgende tabel. Anderzijds wordt alternatieve financiering toegekend ter financiering van een aantal vastgestelde doelen, bijvoorbeeld de compensatie voor het verlies aan bijdragen ten gevolge van het stelsel van de dienstencheques. Deze bedragen worden om die reden jaarlijks bepaald op basis van de gebudgetteerde behoeften. Na vaststelling van de behoeften voor dit doel, worden deze bedragen per KB aan de sociale zekerheid toegekend, waarna betaling kan geschieden.

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

369

Page 376: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2. Alternatieve financiering

2.1 Periode 2006-2010

BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)

a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

Index van de consumptieprijzen 1,79 % 1,82 % 4,49 % -0,05 % 2,19 %

Netto BTW-ontvangsten 22.541.563 23.764.101 24.017.645 23.497.762 25.041.830

Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 5.300.423 5.587.891 5.647.509 5.525.264 5.888.336

Wettelijk minimum 4.917.954 5.007.461 5.232.296 5.229.680 5.344.210Wettelijk geïndexeerd minimum 4.873.102 4.961.792 5.184.577 5.181.984 5.295.470Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 44.853 45.669 47.719 47.696 48.740

Basisbedrag 5.300.423 5.587.891 5.647.509 5.525.264 5.888.336

Verhogingen bestemd voor: 838.831 257.158 360.062 327.857 281.055Dienstencheques 260.861 218.740 332.907 263.134 181.871Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 3.932 4.720 4.720 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 33.395 31.788 30.911 36.573 70.666Kostprijs van de werkbonus 505.200 0 - - - Sociale economie (samenwerkingsakkoord) 25.220 0 16.945 14.332 14.471FSO 1.400 1.910 3.400 2.017 2.246Fonds "Tewerkstellingscellen" 8.823 0 7.081 7.081 7.081

Artikel 2 van de programmawet van 8 juni 2008 - - -35.902 - -

Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 6.139.254 5.845.049 6.007.571 5.853.121 6.169.391

Heffingen (B) 938.587 336.214 456.618 424.413 377.611RSZPPO 41.602 20.902 5.000 40.902 40.902RVA - PWA 22.310 22.310 19.810 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384RVA - Wachtuitkeringen (EGKS) 0 0 0 - - RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 260.861 218.740 332.907 263.134 181.871RVA - Startbaanovereenkomsten 3.932 4.720 4.720 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 33.395 31.788 30.911 36.573 70.666RSZ - Kostprijs werkbonus 505.200 0 - - - RVA - Sociale economie 25.220 0 16.945 14.332 14.471FSO 1.400 1.910 3.400 2.017 2.246Fonds "Tewerkstellingscellen" 8.823 0 7.081 7.081 7.081

Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 5.200.667 5.508.835 5.550.953 5.428.708 5.791.780

Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 6.532.566 7.588.349 8.022.944 8.494.955 9.651.332Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 4.980.679 5.275.811 5.316.148 5.199.073 5.546.788Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) - 738.200 738.200 938.200 938.200

Werkbonus - 534.200 534.200 534.200 534.200

Voorschot dienstencheques - 200.000 200.000 400.000 400.000

Verhoging 2007 - 4.000 4.000 4.000 4.000

Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - -182.060 -181.969 -185.954Verhoging (art. 66, § 11) - 22.451 23.459 23.447 23.961Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - 575.310 964.316 1.776.451

Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 230.207 423.192 729.378 782.747 885.826Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 219.988 233.024 234.805 229.634 244.992Vermindering gekoppeld aan overname v/d schuld 149.701 - - - - Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 159.920 190.168 254.668 277.748 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - 182.060 181.969 185.954Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - 57.845 93.396 177.132

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

370

Page 377: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (W) 7.351.305 7.849.337 8.404.303 8.812.203 9.921.411Bedrag toegewezen aan de werknemers 6.532.566 7.588.349 8.022.944 8.494.955 9.651.332Bijzondere bedragen: 818.739 260.988 381.359 317.248 270.078

Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460

Kostprijs van de werkbonus 505.200 0 - - -

Dienstencheques (1) 260.861 218.740 332.907 263.134 181.871

Tijdelijke werkloosheid (2) 33.395 31.788 30.911 36.573 70.666

Fonds "Tewerkstellingscellen" 8.823 0 7.081 7.081 7.081

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -44.412 - - -166.253 -

Achterstallen -47.200 44.526 105.082 -108.422 -130.437

Totaal geboekt bedrag 7.259.692 7.893.864 8.509.385 8.537.528 9.790.974

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (Z) 230.207 423.192 729.378 782.747 885.826

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen 949 - - - -

Achterstallen 4.724 -949 - -3.791 -1.584

Totaal geboekt bedrag 235.880 422.243 729.378 778.955 884.242

(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2004 bestemd voor de RSZ.

(2) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2005 bestemd voor de RSZ.

c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

Totaal toegekend bedrag 2.400 2.444 2.560 2.595 2.608Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) 2.400 2.444 2.560 2.595 2.608

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - -

Achterstallen - - - - -

Totaal geboekt bedrag 2.400 2.444 2.560 2.595 2.608

d. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

TOTAAL 135.822 111.390 100.264 64.246 84.389PWA 22.310 22.310 19.810 19.810 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling 58.976 58.976 33.405 0 20.004Wachtuitkeringen (EGKS) 0 0 0 - - Startbaanovereenkomsten 3.932 4.720 4.720 4.720 4.720Sociale economie 25.220 0 16.945 14.332 14.471

e. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

TOTAAL - - 10.000 10.000 10.000FBZ Asbestfonds - - 10.000 10.000 10.000

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

371

Page 378: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

f. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

TOTAAL 41.602 20.902 5.000 40.902 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 41.602 20.902 5.000 40.902 40.902

g. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

TOTAAL 1.400 1.910 3.400 2.017 2.246FSO 1.400 1.910 3.400 2.017 2.246

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

372

Page 379: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (80 %) 53.408 54.380 56.822 56.794 58.037

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen 672 - - 2.528 -2.057

Achterstallen 398 -672 - - -

Totaal geboekt bedrag 54.478 53.709 56.822 59.322 55.980

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (20 %) 13.352 13.595 14.206 14.198 14.509

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen 168 - - - -490

Achterstallen 100 -168 -5 206 -

Totaal geboekt bedrag 13.620 13.427 14.201 14.404 14.019

ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (90 %) 387.315 402.674 444.792 411.865 420.885

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -38.709 - - 41 -2.800

Achterstallen - 38.709 - - -

Totaal geboekt bedrag 348.606 441.382 444.792 411.906 418.085

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (10 %) 43.035 44.742 49.421 45.763 46.765

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - -311

Achterstallen - - - - -

Totaal geboekt bedrag 43.035 44.742 49.421 45.763 46.454

STOCK OPTIONS (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

TOTAAL 37.867 36.937 51.580 75.462 80.555

RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 36.284 35.380 50.389 68.537 77.196

RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 1.584 1.557 1.191 6.925 3.358

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

RSZ - GLOBAAL BEHEER 14.350 17.054 10.208 7.562 4.410

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

373

Page 380: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

RSVZ - GLOBAAL BEHEER 1.500 2.100 2.530 2.531 2.642

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

TOTAAL - 127.800 127.514 175.800 173.142

Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) - 46.800 46.800 46.800 46.800

RSZ - Globaal beheer - 46.800 46.800 46.800 46.800

Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) - 31.000 32.897 32.897 32.897RSZ - Globaal beheer - 31.000 32.897 32.897 32.897

Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) - - -4.428 -4.563 -6.663

RSZ - Globaal beheer - - -4.428 -4.563 -6.663

Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) - 15.000 15.674 17.113 15.998RSZ - Globaal beheer (90 %) - 13.500 14.106 15.546 14.408RSVZ - Globaal beheer (10 %) - 1.500 1.567 1.567 1.590

Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) - 5.000 5.225 5.222 5.336

RSZ - Globaal beheer - 5.000 5.225 5.222 5.336

Artikel 66, § 12 - 30.000 31.347 31.331 32.017RSZ - Globaal beheer - 30.000 31.347 31.331 32.017

Artikel 66, § 14 (Minimumpensioenen) - - - 47.000 47.000RSZ - Globaal beheer - - - 47.000 47.000

DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

BTW 1.348.263 1.386.841 1.487.241 1.580.247 1.609.313

Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.348.263 1.386.841 1.487.241 1.580.247 1.609.313Werknemers (voorlopige verdeling) 1.237.038 1.272.434 1.364.544 1.422.222 1.448.382Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 111.225 114.407 122.697 158.025 160.931

Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) - - - - -

Inhaalbedragen ziekenhuizen - - - - -

ACCIJNZEN 685.686 803.215 833.442 833.091 848.488

Artikel 67 ter 555.686 673.215 703.442 703.091 718.488

Basisbedrag 299.800 299.800 299.800 299.800 299.800Werknemers (voorlopige verdeling) 280.147 279.996 280.643 280.643 280.643Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 19.652 19.805 19.157 19.157 19.157

Saldo 255.886 373.415 403.642 403.291 418.688Werknemers (90 %) 230.297 336.074 363.278 362.962 376.819Zelfstandigen (10 %) 25.589 37.342 40.364 40.329 41.869

Artikel 67 quinquies 130.000 130.000 130.000 130.000 130.000Werknemers (voorlopige verdeling) 121.478 121.478 121.698 121.698 121.698Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 8.522 8.522 8.302 8.302 8.302

Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.033.949 2.190.056 2.320.683 2.413.338 2.457.801

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

374

Page 381: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)

2006 2007 2008 2009 2010

BTW 9.025.059 9.839.593 10.847.228 11.016.490 12.424.674RSZ - Globaal beheer 7.259.692 7.893.864 8.509.385 8.537.528 9.790.974RSVZ - Globaal beheer 235.880 422.243 729.378 778.955 884.242RVA - Globaal beheer 2.400 2.444 2.560 2.595 2.608RVA - Buiten globaal beheer 135.822 111.390 100.264 64.246 84.389RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.348.263 1.386.841 1.487.241 1.580.247 1.609.313FBZ - Asbestfonds - - 10.000 10.000 10.000RSZPPO 41.602 20.902 5.000 40.902 40.902FSO 1.400 1.910 3.400 2.017 2.246

ACCIJNZEN 753.783 870.351 904.465 906.817 918.488RSZ - Globaal beheer 54.478 53.709 56.822 59.322 55.980RSVZ - Globaal beheer 13.620 13.427 14.201 14.404 14.019RIZIV - Geneeskundige verzorging 685.686 803.215 833.442 833.091 848.488

ROERENDE VOORHEFFING 391.641 486.124 494.214 457.669 464.539RSZ - Globaal beheer 348.606 441.382 444.792 411.906 418.085RSVZ - Globaal beheer 43.035 44.742 49.421 45.763 46.454

STOCK OPTIONS 37.867 36.937 51.580 75.462 80.555RSZ - Globaal beheer 36.284 35.380 50.389 68.537 77.196RSVZ - Globaal beheer 1.584 1.557 1.191 6.925 3.358

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 14.350 17.054 10.208 7.562 4.410RSZ - Globaal beheer 14.350 17.054 10.208 7.562 4.410

TAKS OP DE VERZEKERINGEN 1.500 2.100 2.530 2.531 2.642

RSVZ - Globaal beheer 1.500 2.100 2.530 2.531 2.642

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING - 127.800 127.514 175.800 173.142

RSZ - Globaal beheer - 126.300 125.947 174.233 171.552RSVZ - Globaal beheer - 1.500 1.567 1.567 1.590

ALGEMEEN TOTAAL 10.224.201 11.379.960 12.437.739 12.642.330 14.068.450

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

375

Page 382: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

2.2 Periode 2011-2012

BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)

a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)

2011 2012

Index van de consumptieprijzen 3,48 % 1,95 %

Netto BTW-ontvangsten 26.395.980 27.906.231

Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 6.206.751 6.561.871

Wettelijk minimum 5.530.188 5.638.027Wettelijk geïndexeerd minimum 5.479.752 5.586.607Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 50.436 51.420

Basisbedrag 6.206.751 6.561.871

Verhogingen bestemd voor: 653.799 758.983Dienstencheques 537.332 668.788Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 83.371 69.902Sociale economie (samenwerkingsakkoord) 13.646 842FSO 2.649 2.649Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"

5.000 5.000

Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081

Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 6.860.550 7.320.854

Heffingen (B) 737.671 855.539RSZPPO 40.902 40.902RVA - PWA 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 12.700 25.384RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 537.332 668.788RVA - Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 83.371 69.902RVA - Sociale economie 13.646 842FSO 2.649 2.649Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"

5.000 5.000

Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081

Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 6.122.879 6.465.315

Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 11.089.367 9.888.874Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 5.863.881 6.191.832Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) 938.200 938.200

Werkbonus 534.200 534.200

Voorschot dienstencheques 400.000 400.000

Verhoging 2007 4.000 4.000

Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) -192.425 -196.178Verhoging (art. 66, § 11) 24.795 25.278Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 2.903.030 1.377.854

Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 1.021.771 883.332Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 258.998 273.483Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 277.748 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) 192.425 196.178Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 292.600 135.924

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

376

Page 383: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)

2011 2012

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (W) 11.732.612 10.650.106Bedrag toegewezen aan de werknemers 11.089.367 9.888.874Bijzondere bedragen: 643.244 761.232

Compensatie - Politiezones 10.460 10.460Dienstencheques 537.332 668.788

Tijdelijke werkloosheid 83.371 69.902

Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"

5.000 5.000

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -

Achterstallen 298.845 -

Totaal geboekt bedrag 12.031.457 10.650.106

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (Z) 1.021.771 883.332

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -

Achterstallen 13.433 -

Totaal geboekt bedrag 1.035.203 883.332

c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)

2011 2012

Totaal toegekend bedrag 2.699 2.751Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) 2.699 2.751

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -

Achterstallen - -

Totaal geboekt bedrag 2.699 2.751

d. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2011 2012

TOTAAL 73.358 71.241PWA 19.810 19.810Betaald educatief verlof 12.700 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling 22.482 20.485Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720Sociale economie 13.646 842

e. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2011 2012

TOTAAL 10.000 10.000FBZ Asbestfonds 10.000 10.000

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

377

Page 384: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

f. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2011 2012

TOTAAL 40.902 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 40.902

g. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2011 2012

TOTAAL 2.649 2.649FSO 2.649 2.649

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

378

Page 385: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)

2011 2012

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (80 %) 60.057 61.228

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -

Achterstallen - -

Totaal geboekt bedrag 60.057 61.228

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (20 %) 15.014 15.307

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -

Achterstallen - -

Totaal geboekt bedrag 15.014 15.307

ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)

2011 2012

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (90 %) 435.532 535.976

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -

Achterstallen - -

Totaal geboekt bedrag 435.532 535.976

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (10 %) 48.392 59.553

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -

Achterstallen - -

Totaal geboekt bedrag 48.392 59.553

STOCK OPTIONS (duizend euro)

2011 2012

TOTAAL 79.966 81.965

RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 76.583 78.498

RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 3.383 3.467

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)

2011 2012

RSZ - GLOBAAL BEHEER 8.264 4.850

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

379

Page 386: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)

2011 2012

RSVZ - GLOBAAL BEHEER 2.676 2.729

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)

2011 2012

TOTAAL 173.650 175.399

Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) 46.800 46.800

RSZ - Globaal beheer 46.800 46.800

Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) 33.555 34.227RSZ - Globaal beheer 33.555 34.227

Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) -8.925 -8.925

RSZ - Globaal beheer -8.925 -8.925

Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) 16.566 16.889RSZ - Globaal beheer (90 %) 14.909 15.200RSVZ - Globaal beheer (10 %) 1.657 1.689

Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) 5.522 5.630

RSZ - Globaal beheer 5.522 5.630

Artikel 66, § 12 33.132 33.778RSZ - Globaal beheer 33.132 33.778

Artikel 66, § 14 (Minimumpensioenen) 47.000 47.000RSZ - Globaal beheer 47.000 47.000

DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)

2011 2012

BTW 1.756.985 1.874.606

Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.756.985 1.874.606

Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) - -

Inhaalbedragen ziekenhuizen - -

ACCIJNZEN 873.492 887.990

Artikel 67 ter 743.492 757.990

Basisbedrag 299.800 299.800

Saldo 443.692 458.190

Artikel 67 quinquies 130.000 130.000

Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.630.477 2.762.596

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

380

Page 387: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)

2011 2012

BTW 14.953.253 13.535.587RSZ - Globaal beheer 12.031.457 10.650.106RSVZ - Globaal beheer 1.035.203 883.332RVA - Globaal beheer 2.699 2.751RVA - Buiten globaal beheer 73.358 71.241RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.756.985 1.874.606FBZ - Asbestfonds 10.000 10.000RSZPPO 40.902 40.902FSO 2.649 2.649

ACCIJNZEN 948.563 964.525RSZ - Globaal beheer 60.057 61.228RSVZ - Globaal beheer 15.014 15.307RIZIV - Geneeskundige verzorging 873.492 887.990

ROERENDE VOORHEFFING 483.924 595.529RSZ - Globaal beheer 435.532 535.976RSVZ - Globaal beheer 48.392 59.553

STOCK OPTIONS 79.966 81.965RSZ - Globaal beheer 76.583 78.498RSVZ - Globaal beheer 3.383 3.467

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 8.264 4.850RSZ - Globaal beheer 8.264 4.850

TAKS OP DE VERZEKERINGEN 2.676 2.729

RSVZ - Globaal beheer 2.676 2.729

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING 173.650 175.399

RSZ - Globaal beheer 171.993 173.710RSVZ - Globaal beheer 1.657 1.689

ALGEMEEN TOTAAL 16.650.296 15.360.584

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

381

Page 388: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012
Page 389: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3. Sociale correcties 3.0 Methodologische nota De regering heeft in de loop der jaren steeds haar socialezekerheidsbeleid aangevuld met specifieke maatregelen die erop gericht zijn zekere modaliteiten in de wetgeving van de sociale bescherming te verbeteren voor de sociaal zwakkeren. Het gaat dan meestal om maatregelen die een bepaalde doelgroep voor ogen hebben: bijvoorbeeld personen die voor een bepaalde tak van de sociale bescherming een minimumuitkering genieten. Het geheel van de maatregelen die met dit doel genomen werden duiden we aan met de term “sociale correcties”. Wat de geneeskundige verzorging betreft, worden buiten de verbetering van de sociale uitkeringen aan personen, ook initiatieven opgenomen die zorgverstrekkers en de ziekenhuizen beogen. De opgenomen tabel geeft een overzicht van de sociale correcties die voor de beschouwde periode van belang zijn. Deze tabel is als volgt opgebouwd: in de eerste kolom vindt men een korte omschrijving van de maatregel (aangeduid met de doelstelling ervan). Daarnaast wordt bij elke maatregel de datum van inwerkingtreding vermeld (tweede kolom). Verder vindt men de geraamde budgettaire kost (in de kolom corresponderend met het jaar waarin de maatregel in werking is getreden). Ten slotte geeft de meest rechtse kolom de kostprijs die berekend werd op jaarbasis1 en dit in de veronderstelling dat de maatregel op kruissnelheid is gekomen in constante prijzen en volume.

1 Het gaat steeds om ex-ante berekeningen: er wordt dus geen rekening gehouden met eventuele terugverdieneffecten.

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

383

Page 390: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3.1 Het stelsel van de werknemers (miljoen euro) (*)

2007 2008 2009 2010

1. Uitkeringen- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden

1.1.2007 11,60 11,60

- verhoging van de minima inzake invaliditeit tot het niveau van de minimumpensioenen

1.1.2007 19,10

- aanpassing met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen van onregelmatige werknemers

1.4.2007 1,60

- verhoging met 2 % van de minima voor uitkeringen voor invaliditeit en primaire ongeschiktheid

1.9.2007 8,06 24,92

- verhoging met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2007 0,59 1,58

- verhoging met 2 % van de inkomensdrempel voor de WIGW en voor de tegemoetkoming die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd

1.9.2007 p.m.

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 50 % naar 53 %

1.1.2008 11,62

- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet regelmatige werknemers

1.1.2008 5,29

- herwaardering met 2 % voor oude invaliden (6 jaar ongeschiktheid)

1.9.2008 2,86

- verhoging met 2 % (uitgezonderd minima) voor de invaliden waarvan de arbeidsongeschiktheidsduur ligt tussen 15 en 20 jaar (inbegrepen)

1.9.2008 0,81

- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

1.7.2008 6,63

- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden voor primaire ongeschiktheid (van 55 % naar 60 %)

1.1.2009 43,06 44,83

- verhoging van het ZIV plafond met 0,8 % waarmee rekening moet gehouden wordenvoor primaire ongeschiktheid, voor moederschap en voor invaliditeit die ten vroegste ingegaan zijn op 1 januari 2009

1.1.2009 1,03 1,48

- aanpassing cumulregel vakantiedagen 1.1.2009 4,68 4,70

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstanden voor invaliditeit (van 53 % naar 55 %)

1.5.2009 5,35 8,60

- verhoging van de uitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

1.6.2009 12,57 22,03

- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers

1.6.2009 3,51 6,21

- verhoging van de minima voor regelmatige werknemers met 2 % (samenwonend)

1.9.2009 3,30 10,15

Jaarlijkse kost

Van kracht

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

384

Page 391: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vóór 2008 met 0,8 % (met uitzondering van de minima)

1.9.2009 3,08 8,49

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vanaf 1994 en tot en met 2002 met 2 % (met uitzonderingvan de minima)

1.9.2009 3,20 8,77

- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2009 0,60 1,63

- gelijktrekken ingangsdata van de cohorten van het RIZIV met deze van de RVP

1.9.2009 0,27 0,73

- verhoging van de minimumuitkering voor primaire ongeschiktheid voor regelmatige samenwonende werknemers met 2%

1.1.2010 0,20

- verhoging van maxima van de langdurigeinvaliden van vóór april 2004

1.1.2010 14,00

- verhoging van de minimum-invaliditeitsuitkering voor regelmatige samenwonende werknemers met 2%

1.1.2010 10,18

- bij invaliditeit, aanpassing van de definitie"gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen

1.1.2010 8,55

- werkverwijdering van de zwangere vrouwen - harmonisering

1.1.2010 11,50

- inhaaloperatie voor de langdurig invaliden

1.5.2010 11,18

- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 0,62

2. Werkloosheid

- welvaartsaanpassing met 2 % van de wachtuitkeringen voor alleenstaanden ouder dan 21 jaar

1.4.2007 2,40

- 5 dagen betaald pleegzorgverlof voor de gezinnen die tijdelijk volwassenen of kinderen in moeilijkheden opvangen (10 dagen in 2008)

1.5.2007 1,80

- verhoging met 2 % van de minima en forfaits inzake werkloosheidsuitkeringen

1.1.2008 p.m.

- verhoging met 3 % van het vervangingspercentage ten gunste van alleenstaande werklozen (vanaf de tweedeperiode) (53 % in plaats van 50 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwe werklozen

1.1.2008 p.m.

- verhoging van het vervangings-percentage ten gunste van samenwonende werklozen gedurende de eerste periode (58 % in plaats van 55 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwkomers

1.1.2008 p.m.

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

385

Page 392: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

- maatregelen ter bestrijding van werkloosheidsvallen

1.7.2008 18,00

- maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden

1.7.2008 5,00

- verhoging van de uitkeringsgraden voor de tijdelijke werklozen

1.1.2009 151,27

- de werkhervattingstoeslag voor oudere werknemers wordt uitgebreid naar werknemers van 50 jaar en ouder die geen 20 jaar anciënniteit hebben voor een periode die beperkt is tot 36 maanden en met een degressieve uitkering

1.5.2009 3,00

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53 % naar 55 % voor de tweede periode

1.5.2009 5,48 8,76

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de volledig werklozen

1.9.2009 15,87 48,38

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de tijdelijke werklozen

1.9.2009 0,03 0,06

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de bruggepensionneerden

1.9.2009 0,03 0,09

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de jeugdvakantie en de seniorvakantie

1.9.2009 0,00 0,00

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de onthaalouders

1.9.2009 0,03 0,09

- anciënniteitstoeslag voor de op 56 of 57 jaar ontslagen personen

1.1.2009 0,06 0,06

- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden van 58 % naar 60 % voor het eerste jaar

1.1.2009 15,39 15,64

- verhoging van het loonplafond met 300 EUR gedurende de eerste 6 maanden werkloosheid voor de nieuwkomers

1.1.2009 24,83 24,78

- verhoging van het loonplafond voor diegenen die werkloos geworden zijn vanaf 1.10.2008

1.1.2009 5,94

- verhoging met 0,8 % voor de anderen dieniet genieten van de verhogingen van het plafond hierboven genoemd

1.1.2009 0,50 0,51

- aanpassing van het statuut "gezinshoofd" 1.1.2010 4,00

- verlenging tot 31 december 2010 van 3 crisismaatregelen

1.1.2010 54,96

- activering van de jongeren van minder dan 26 jaar met ten hoogste een diploma van het secundair onderwijs en van de werknemers ouder dan 45 jaar (voor de aanwervingen tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011)

1.1.2010 107,60

Jaarlijkse kost

Van kracht

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

386

Page 393: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

- uitbreiding van de stagebonus na de schoolplichtige leeftijd en verhoging van het bedrag

1.1.2010 10,00

- vermindering van de werkgeversbijdragen voor de mentoren in ondernemingen

1.1.2010 4,80

- bijdragevermindering en activeringsmaatregel voor werknemers aangeworven door een opleidings- of onderwijsoperator

1.1.2010 1,50

- versoepeling van de reglementering voor de invoegstages

1.1.2010 0,50

- uitbreiding van de terugbetaling van medische onderzoeken

1.1.2010 2,00

- definitie van risicogroepen en oprichting van een tewerkstellings-fonds voor de opleidingen voor risicogroepen

1.1.2010 6,00

3. Pensioenen

- uitvoering van het generatiepact - herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en van een overlevingspensioen

1.1.2007 10,80 12,00

- betaling van de kleine pensioenen 0,02 0,06

- verhoging met 2 % van de minimumpensioenen

1.9.2007 12,10 36,60

- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar voor de pensioenen

1.9.2007 0,37 1,10

- verhoging met 2 % van de pensioenen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2007 22,80 62,40

- pensioenbonus 1.1.2007 3,38 10,26

- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 welvaartsaanpassing 1.9.2007

- integratie in de maandelijkse betaling vande pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen dieingang vonden in 2007

1.1.2008 154,50

- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd

1.1.2008 8,18

- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 17,15

- verhoging van de minimumpensioenen met 2 %

1.7.2008 30,00

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008 3,64 10,92

- verhoging van het minimumpensioen met3 %

1.6.2009 41,10 70,52

Van kracht

Jaarlijkse kost

49,70

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

387

Page 394: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

- verhoging van de pensioenen die ten laatste 15 jaar geleden ingegaan zijn met 2 %

1.6.2009 55,42 95,00

- verhoging van de andere pensioenen met 1,5 % (waarop de maatregelen hierboven niet van toepassing zijn)

1.6.2009 77,10 132,21

- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 5,05 % voor de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 september 2009

1.6.2009 0,92 2,68

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2004 met 2 %

1.9.2009 4,80 14,18

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010 4,82

4. Gezinsbijslag

- behoud van de verhoogde kinderbijslag gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden in geval van werkhervatting van invaliden en werklozen

1.1.2007 2,20 7,74

- sociaal supplement kinderbijslag voor eenoudergezinnen

1.6.2007 8,00 20,06

- uitbreiding van het nieuwe systeem van bijslag voor gehandicapten tot kinderen geboren vanaf 1.1.1996 tot 1.1.1993

1.1.2007 10,39

- jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag

1.8.2008 9,32

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008 3,48 20,90

- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en verhoging van 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen

1.1.2009 25,44 30,53

- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993

1.5.2009 0,54 p.m.

5. Arbeidsongevallen

- verhoging met 2 % van de minima inzakearbeidsongevallen

1.9.2007 0,66 1,95

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2007 0,55 1,60

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die 6 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2008 0,04

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen voor de ongevallen voorgevallen tussen 1988 en 1992

1.9.2008 0,07

- welvaartsaanpassing 1.9.2009 1,50

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 0,04

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

388

Page 395: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

6. Beroepsziekten

- verhoging met 2 % van de minima inzakeberoepsziekten

1.9.2007 0,96 2,76

- verhoging met 2 % van de uikeringen voor beroepsziekten die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2007 0,14 0,39

- herwaardering vanaf 65 jaar van de graad van blijvende ongeschiktheid

1.5.2007 1,91 2,87

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten die 6 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2008 0,03

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ziekten voorgevallen tussen 1987 en 1992

1.9.2008 0,27

- verhoging met 2 % van de minima en forfaits

1.9.2009 1,08 3,21

- verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008

1.9.2009 0,08 0,21

- verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan vanaf 1994 tot en met 2002

1.9.2009 0,40 1,19

- verhoging met 0,8 % van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen

1.9.2009 0,13 0,10

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2009 0,02 0,08

- behoud van de socio-economische factoren

1.1.2010 13,00

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 0,02

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

389

Page 396: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3.2 Het stelsel van de zelfstandigen (miljoen euro) (*)

2007 2008 2009 2010

1. Uitkeringen

- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden

1.1.2007 1,92 1,97

- gelijkschakeling van de primaire ongeschiktheid met het minimum-pensioen van de zelfstandigen, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007 6,28 9,11

- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (met stopzetting van de werkzaamheden) met het minimum-pensioen van de werknemers, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007 9,00 11,78

- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (zonder stopzetting van de werkzaamheden) met de uitkeringen voor primaire ongeschiktheid, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007 6,17 8,74

- verlenging van het moederschapsverlof (8 weken in plaats van 6)

1.7.2007 1,91 3,98

- verhoging met 2 % van de minima voor de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid

1.9.2007 1,72 3,72

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit verbonden aan het minimumpensioen

1.7.2008 1,67

- verhoging van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid:

• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;

1.5.2009 0,41 0,63

• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden

1.8.2009 0,72 1,76

- verhoging van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting

• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;

1.5.2009 0,45 0,69

• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden

1.8.2009 0,70 1,73

- verhoging van het forfait voor invaliditeit met stopzetting

• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast;

1.6.2009 1,85 3,25

• met 2 % voor samenwonenden 1.9.2009 0,35 1,07

- verhoging van de moederschaps-uitkering met 2 %

1.8.2009 0,13 0,31

- verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting

1.1.2010 1,10

- verlenging van het moederschapsverlof in geval van hospitalisatie van het kind

1.1.2010 0,27

Jaarlijkse kost

Van kracht

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

390

Page 397: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

- aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen (invaliden + primairen)

1.1.2010 0,68

- verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid:

1.8.2010 0,30

• met 0,77 EUR per dag met gezinslast• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting:

1.8.2010 0,32

• met 0,77 EUR per dag met gezinslast• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

2. Pensioenen- pensioenbonus 1.1.2007 2,34 7,08

- herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en een overlevingspensioen

1.1.2007 1,20 1,20

- betaling van de kleine pensioenen 0,10 0,29

- loopbaanaanvulling na het ingaan van het pensioen

1.1.2007 p.m.

- verkorting van de verjaringstermijn voor de terugvordering van niet-verschuldigde uitkeringen (3 jaar in plaats van 5 jaar)

1.1.2007 p.m.

- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 19,31welvaartsaanpassing 1.9.2007

- stijging met 30 EUR per jaar van het gewaarborgd minimumpensioen voor de zelfstandigen vanaf september 2004 en dit tot 2007

1.12.2007 5,38 64,50

- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden in 2007

1.1.2008 48,80

- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de pensioenleeftijd

1.1.2008 1,33

- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 0,44

- verhoging van het minimumpensioen met 2%

1.7.2008 21,10

- afschaffing van de malus na een loopbaan van 43 jaar

1.1.2008 0,45

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008 0,36 1,08

- verhoging van het minimumpensioen met 10 EUR per maand

1.10.2008 6,20

- de malus bij vervroegd pensioen zal niet langer worden toegepast wanneer de zelfstandige een loopbaan van 42 jaar kan aantonen

1.1.2009 0,60 0,59

Jaarlijkse kost

Van kracht

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

391

Page 398: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

- verhoging van het minimumpensioen met 20 EUR per maand

1.5.2009 31,02 46,53

- verhoging van het minimumpensioen met 3 %

1.8.2009 27,35 64,45

- verhoging van de niet-minimumpensioenen met 1,5 %

1.8.2009 1,29 3,00

- welvaartsaanpassing van de pensioenen van 5 jaar

1.9.2009 0,55 1,62

- verhoging van het minimumpensioen: 1.8.2010 24,48• met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen• met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010 0,53

3. Gezinsbijslag

- uitbreiding van de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor personen met een handicap met kinderen geboren na 1 januari 1993

1.1.2007 0,36

- sociaal supplement kinderbijslag aan eenoudergezinnen

1.6.2007 0,52 0,88

- jaarlijks leeftijdssupplement bij kinderbijslag

1.8.2008 1,11

- verhoging met 10 EUR van de bijslag voor het eerste kind

1.4.2008 9,00

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008 0,18 1,10

- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en een verhoging met 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen

1.8.2009 3,18

- verhoging met 3,93 EUR van de bijslag voor het eerste kind

1.1.2009 4,64 p.m.

- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot kinderen met een handicap geboren vóór 1993

1.5.2009 0,05 p.m.

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

392

Page 399: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

(vervolg)

2007 2008 2009 2010

4. Faillissementsverzekering

- de prestatie toegekend in geval van faling zal toegekend worden gedurende 12 maanden in plaats van 6, en het bedrag zal gelijkgeschakeld worden met het minimumpensioen voor zelfstandigen

1.7.2007 p.m. 0,49

- verhoging met 2 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.7.2008 0,04

- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement

1.5.2008 0,06

- verhoging met 2,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.8.2009 0,05

- verhoging met 0,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.8.2009 0,01

- verhoging van de uitkering in geval van faillissement:

1.8.2010 0,25

• met 20 EUR met gezinslast• met 25 EUR zonder gezinslast

5. Diversen

- verhoging van de minimum-pensioenen met een bedrag dat zal toelaten op hetzelfde niveau te komen van de IGO op 1 december 2007 en verhoging van het maandelijks bedrag van de kinderbijslag voor het eerste kind om het bestaande verschil tussen het stelsel der werknemers en zelfstandigen te verminderen

1.4.2007 29,00

- stijging van het aantal dienstencheques moederschap (van 70 naar 105)

1.5.2007 1,55

- vrijstelling van sociale bijdragen in geval van onderbreking van de activiteit voor een zwaar ziek kind

1.1.2010 0,31

- verlof voor palliatieve zorgen: vrijstelling van sociale bijdragen

1.1.2010 0,33

- verlof voor palliatieve zorgen: forfaitaire uitkering

1.1.2010 1,20

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

393

Page 400: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

3.3 De sociale bijstand (miljoen euro) (*)

2007 2008 2009 2010

1. IGO

- verhoging van het basisbedrag met 10 EUR per maand

1.12.2007 0,97 11,68

- verhoging met 2 % van de IGO 1.7.2008 7,03

- verhoging van het basisbedrag met 5 EUR per maand

1.10.2008 1,63 6,52

- verhoging met 0,8 % van de IGO 1.6.2009 3,76 6,33

- verhoging met 0,6 % van de IGO 1.1.2010 4,94

2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

- verhoging met 2 % van de inkomens-vervangende uitkering

1.4.2007 7,00

- daling van de inhouding op de integratietegemoetkoming voor personen met een handicap geplaatst in een instelling van 33,33 % naar 28 %

1.6.2007 2,70

- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering

1.1.2008 28,00

- uitbreiding van de aftrek op inkomens van de partner voor personen met een handicap die genieten van een leefloon van categorie 1 en 2. Het bedrag van de aftrek wordt in overeenstemming gebracht met deze van de categorieën 3, 4 en 5

2008 p.m. 20,40

- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering

1.6.2009 11,87 20,35

- verhoging met 4,5 % van de plafonds voor hulp aan bejaarden

1.6.2009 4,20 7,20

3. Leefloon

- verhoging met 2 % 1.4.2007 5,00 8,60

- verhoging met 2 % 1.1.2008 7,60

- verhoging met 2 % van het leefloon 1.6.2009 6,65 11,40

4. Maatschappelijke dienstverlening

- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening

1.6.2009 3,33 5,71

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

Jaarlijkse kost

Van kracht

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

394

Page 401: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4. Openbare sector 4.0 Methodologische nota In deze bijlage worden een aantal statistieken opgenomen met betrekking tot sociale zekerheidsregelingen van de openbare sector. We beperken ons tot slechts vier deelgebieden, met name de telling van het aantal gerechtigden in de openbare sector met het detail van de statistiek van het personeel in de onderwijssector, de loonmassa, de overheidspensioenen en de gezinsbijslagen. We bekijken nu deze vier onderdelen van naderbij. De personeelssterkte wordt behandeld in de tabellen 4.1 en 4.2. De indeling werd meer in overeenstemming gebracht met de Belgische staatsstructuur. Enerzijds onderscheiden we de centrale overheid die verder uitgesplitst wordt in de Federale Overheid en de Gemeenschappen en Gewesten. Anderzijds zijn er de Provinciale en Plaatselijke besturen. Bij de Gemeenschappen en Gewesten wordt elk van de entiteiten vermeld. De cijfers voor 2010 in de tabel 4.1 hebben we moeten afleiden uit het samen lezen van de verscheidene bronnen (RSZ, RSZPPO, FOD P&O, statistieken van Gemeenschappen en Gewesten,…), hij is slechts toegevoegd bij wijze van raming. De tabel 4.2 herneemt de deelsector van het onderwijs en is gebaseerd op statistieken van de onderwijsdepartementen zelf. De aantallen worden gegeven per Gemeenschap. Voorlopig kon evenwel niet volledig het onderscheid gemaakt worden tussen vastbenoemden en tijdelijk personeel. De tabel 4.3 geeft de loonmassa van de overheidssector onderworpen aan de RSZ. Deze loonmassa is van belang omdat het vastbenoemde personeel van de overheidssector enkel onderworpen is voor de verzekering geneeskundige verzorging. Het personeel van de openbare sector geniet van een bijzonder pensioenstelsel. De financiering van de overheidspensioenen valt uiteen in verscheidene stelsels met elk hun eigen kenmerken. De meerderheid van de overheidspensioenen wordt evenwel uitbetaald door de CDVU in opdracht van de Pensioendienst voor de Overheidssector. We geven in dit Vade Mecum de uitgaven van de uitbetaalde pensioenen naar onderscheid rustpensioen of overlevingspensioen (tabel 4.4) en de aantallen van deze pensioenvoordelen (tabel 4.5). Voor de gezinsbijslagen van de overheidssector ten slotte is het zo dat sommige overheidsinstellingen zelf de gezinsbijslag uitbetalen. Voor de periode 2006-2010 hebben we ons omwille van het gebrek aan beschikbare gegevens moeten beperken tot gezinsbijslagen die uitgekeerd worden door de RSZPPO. Voor het jaar 2010 is er een raming van de gezinsbijslagen voor de openbare sector (bron: RKW). De tabel 4.6 geeft de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen naar leeftijdsklasse en statuut. De tabel 4.7 geeft de evolutie van de uitgaven voor de gezinsbijslagen volgens een andere uitsplitsing. Ten slotte geven de tabellen 4.8, 4.9 en 4.10 het aantal rechtgevende kinderen naar instelling en respectievelijk naar schaal, rang en leeftijdsklasse. Voor meer gedetailleerde personeelsstatistieken van de federale overheid kan u terecht op de website www.pdata.be .

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

395

Page 402: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.1 Personeelssterkte overheidssector

Bron: FOD P&O, RSZPPO, Gemeenschappen en Gewesten en diverse statistieken Toestand in 2010

Statutairen Contractuelen Geco's Totaal

Federale Overheidsdiensten 226.036

Pensioendienst van de Overheidsector 440 73 - 513Ministerie van landsverdediging 1.716 459 - 2.175FOD Kanselarij van de Eerste Minister 102 84 - 186FOD Personeel en Organisatie 430 93 - 523FOD Budget en Beheerscontrole 126 28 - 154

FOD Informatie- en Communicatietechnologie

24 5 - 29

FOD Mobiliteit en Vervoer 1.086 256 - 1.342

FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

1.889 667 - 2.556

FOD Financiën 23.693 5.837 - 29.530

FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

1.309 716 - 2.025

FOD Binnenlandse Zaken 3.607 1.659 - 5.266FOD Sociale Zekerheid 933 332 - 1.265FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

922 397 - 1.319

FOD Justitie 10.670 2.002 - 12.672FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

1.048 365 - 1.413

POD (samen) 255 241 - 496Bijzondere korpsen 23.248 4.311 - 27.559Leger 34.798 177 - 34.975

Parastatalen 9.883 4.540 - 14.423

Federale autonome overheidsbedrijven - 80.378

Diversen 4.134 3.103 - 7.237

Gewesten en Gemeenschappen - - - 431.917

Administratie - - - 68.665Onderwijs - - - 319.112

Pararegionale en paracommunautaire instellingen voor openbare dienstverlening

- - - 44.140

Provinciale en lokale besturen 138.863 155.966 60.471 355.300

Gemeenten 56.512 63.048 24.503 144.063OCMW's 46.007 50.440 18.717 115.164Intercommunales 14.176 16.919 7.769 38.865Provincies 6.702 7.689 3.607 17.997Politiezones 13.210 14.876 5.534 33.621Diversen 2.256 2.994 340 5.590

Totaal 1.013.253

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

396

Page 403: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.2 Detail onderwijsssector

Bron: onderwijsdepartementen Toestand in januari 2010 (Schooljaar 2009-2010)

in hoofdenVast-

benoemdenTijdelijken Totaal

Vlaamse Gemeenschap (1) 127.317 57.970 185.287Basisonderwijs 49.278 20.047 69.325Secundair onderwijs 57.417 21.293 78.710Hogescholen- en universitair onderwijs 13.329 11.239 24.568Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige

7.293 5.391 12.684

Franse Gemeenschap (2) 83.467 48.594 132.061Basisonderwijs 27.376 11.757 39.133Secundair onderwijs 40.636 20.960 61.596Hogescholen- en universitair onderwijs 10.752 8.403 19.155Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige

4.703 7.474 12.177

Duitstalige Gemeenschap (3) 1.764Basisonderwijs 811Secundair onderwijs 779Hogescholenonderwijs 58Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige

116

in voltijdsequivalentenVast-

benoemdenTijdelijken Totaal

Vlaamse Gemeenschap (1) 156.174Basisonderwijs 59.405Secundair onderwijs 71.163Hogescholen- en universitair onderwijs 10.041Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige

15.565

Franse Gemeenschap (2) 72.719 32.539 105.259Basisonderwijs 24.796 8.308 33.104Secundair onderwijs 36.079 15.306 51.385Hogescholen- en universitair onderwijs 8.461 6.058 14.520Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige

3.383 2.867 6.250

Duitstalige Gemeenschap (3)

BasisonderwijsSecundair onderwijsHogescholenonderwijsVolwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige

(2) Bron: www.statistiques.cfwb.be (schooljaar 2009-2010).(3) Bron: Ministerium der Deutschsprachige Gemeinschaft.

(1) Bron: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken "Vlaams onderwijs in cijfers, 2009 - 2010" van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming.

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

397

Page 404: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RSZ

2006 2007 2008 2009 2010

Mannen 12.011,0 12.140,2 12.565,3 12.896,9 12.983,4

Arbeiders 560,4 585,7 607,6 631,4 631,7Bedienden 11.450,6 11.554,5 11.957,7 12.265,5 12.351,7

Enkel onderworpen voor

geneeskundige verzorging (2) 8.839,8 8.892,4 9.145,6 9.309,7 9.235,9

Andere 2.610,8 2.662,1 2.812,1 2.955,8 3.115,8

Vrouwen 10.537,8 10.917,2 11.550,1 12.095,7 12.375,5

Arbeiders 334,6 342,3 357,8 362,1 361,6Bedienden 10.203,2 10.574,9 11.192,3 11.733,6 12.013,9

Enkel onderworpen voor

geneeskundige verzorging (2) 6.760,1 6.974,1 7.367,2 7.751,2 7.914,9

Andere 3.443,1 3.600,8 3.825,1 3.982,4 4.099,0

Totaal 22.548,8 23.057,4 24.115,4 24.992,6 25.358,9

Arbeiders 895,0 928,0 965,4 993,5 993,3Bedienden 21.653,8 22.129,4 23.150,0 23.999,1 24.365,6

Enkel onderworpen voor

geneeskundige verzorging (2) 15.599,9 15.866,5 16.512,8 17.060,9 17.150,8

Andere 6.053,9 6.262,9 6.637,2 6.938,2 7.214,8

(1) Met uitzondering van de onder de RSZPPO ressorterende werknemers.(2) De werknemers in de overheidsdienst en de leerkrachten zijn in de statistiek van de hoofdarbeiders opgenomen wanneer zij enkel aan de verzekering voor geneeskundige verzorging zijn onderworpen. In dit geval wordt geen enkel onderscheid gemaakt of hun betrekking of hun functie uit handenarbeid of hoofdarbeid bestaat. Het vast benoemd personeel van de NMBS is inbegrepen.

4.3 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa volgens sociaal

statuut (1) (miljoen euro)

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

398

Page 405: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.4 Evolutie van de uitbetaalde overheidspensioenen (miljoen euro)

Bron: Pensioendienst voor de overheidssector

2006 2007 2008 2009 2010

Rustpensioenen 7.103,07 7.552,56 8.177,27 8.670,98 9.024,34

Federale Overheid 2.604,77 2.714,92 2.904,96 3.035,14 3.117,63Ambtenaren en speciale korpsen 733,20 763,17 805,83 842,83 867,22Instellingen van openbaar nut 155,53 164,04 174,23 184,43 189,86Autonome overheidsbedrijven 659,97 695,26 765,84 794,61 821,72

Erediensten 32,59 32,03 32,78 33,16 32,90Leger en ex-rijkswacht 912,63 920,92 950,29 970,85 966,57Geïntegreerde politie 110,85 139,50 175,98 209,26 239,37

Gemeenschappen en Gewesten 284,10 310,66 347,68 379,82 411,00Vlaamse Gemeenschap & Gewest 144,73 159,42 178,59 193,36 207,14Waals gewest 52,64 56,77 64,72 72,56 79,47Brussels Hoofdstedelijk Gewest 13,16 14,73 17,26 18,97 21,42Franstalige Gemeenschap 72,96 79,08 86,44 94,18 99,47Duitstalige Gemeenschap 0,61 0,65 0,67 0,74 3,50

Onderwijs 3.625,35 3.887,09 4.222,28 4.497,15 4.701,51Nederlandstalige onderwijs 2.071,25 2.219,09 2.411,51 2.566,48 2.682,64Franstalig onderwijs 1.540,31 1.652,76 1.793,84 1.912,03 1.998,51Duitstalig onderwijs 13,79 15,24 16,93 18,64 20,36

Lokale besturen 588,84 639,89 702,36 758,88 794,20Vlaamse lokale besturen 304,76 334,84 368,52 400,84 418,07Waalse lokale besturen 162,48 175,50 192,27 208,04 220,92Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 121,60 129,54 141,57 150,00 155,21

Voormalig nationale instelling - - - - -

Overlevingspensioenen 1.193,72 1.228,23 1.279,32 1.312,44 1.318,56

Federale Overheid 740,06 753,68 776,81 791,82 789,22Ambtenaren en speciale korpsen 258,91 263,54 268,13 272,15 269,78Instellingen van openbaar nut 40,36 41,08 42,21 43,09 42,93Autonome overheidsbedrijven 156,80 160,38 169,16 171,90 172,97

Erediensten 0,17 0,18 0,18 0,18 0,20Leger en ex-rijkswacht 278,05 280,99 287,74 293,40 290,65Geïntegreerde politie 5,78 7,52 9,39 11,10 12,70

Gewesten & Gemeenschappen 40,64 43,28 48,02 50,09 52,57Vlaamse Gemeenschap & Gewest 19,92 21,46 23,89 25,07 26,11Waals gewest 10,66 11,28 12,86 13,51 13,75Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,37 1,44 1,57 1,62 1,70Franstalige Gemeenschap 8,66 9,08 9,63 9,82 10,16Duitstalige Gemeenschap 0,03 0,02 0,08 0,08 0,85

Onderwijs 267,43 277,89 292,56 303,50 308,91Nederlandstalige onderwijs 156,20 162,60 171,24 177,33 179,89Franstalig onderwijs 109,88 113,87 119,82 124,79 127,64Duitstalig onderwijs 1,35 1,42 1,50 1,38 1,37

Lokale besturen 145,59 153,38 161,93 167,02 167,85Vlaamse lokale besturen 71,97 77,88 83,04 86,72 87,72Waalse lokale besturen 50,65 51,65 53,26 54,43 54,11Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 22,97 23,85 25,63 25,88 26,03

Voormalig nationale instelling - - - - -

Algemeen totaal 8.296,79 8.780,79 9.456,60 9.983,42 10.342,90

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

399

Page 406: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.5 Evolutie van het aantal overheidspensioenen

Bron: Pensioendienst voor de overheidssector

2006 2007 2008 2009 2010

Rustpensioenen 310.986 321.964 333.307 343.701 353.551

Federale Overheid 118.564 120.871 123.528 125.769 127.948Ambtenaren en speciale korpsen 31.333 31.680 32.106 32.551 33.072Instellingen van openbaar nut 7.438 7.666 7.831 8.011 8.140Autonome overheidsbedrijven 35.018 36.358 37.553 38.644 39.726

Erediensten 2.379 2.320 2.320 2.316 2.292Leger en ex-rijkswacht 38.130 37.824 37.520 37.119 36.669Geïntegreerde politie 4.266 5.023 6.198 7.128 8.049

Gewesten & Gemeenschappen 12.536 13.391 14.293 15.205 16.314Vlaamse Gemeenschap & Gewest 6.499 7.007 7.521 7.977 8.505Waals gewest 2.494 2.639 2.810 3.037 3.248Brussels Hoofdstedelijk Gewest 616 665 735 778 848Franstalige Gemeenschap 2.911 3.062 3.209 3.392 3.540Duitstalige Gemeenschap 16 18 18 21 173

Onderwijs 145.035 151.170 156.701 161.967 167.072Nederlandstalige onderwijs 81.427 85.005 88.212 91.376 94.276Franstalig onderwijs 62.984 65.497 67.779 69.833 71.984Duitstalig onderwijs 624 668 710 758 812

Lokale besturen 34.851 36.532 38.785 40.760 42.216Vlaamse lokale besturen 18.707 19.599 21.130 22.279 23.283Waalse lokale besturen 10.140 10.579 11.009 11.621 11.917Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 6.004 6.354 6.646 6.860 7.016

Voormalig nationale instelling - - - - 1

Overlevingspensioenen 88.334 88.811 89.636 90.258 90.442

Federale Overheid 54.662 54.487 54.403 54.173 53.860Ambtenaren en speciale korpsen 16.710 16.510 16.379 16.240 16.087Instellingen van openbaar nut 3.020 3.003 3.002 2.952 2.936Autonome overheidsbedrijven 13.257 13.327 13.427 13.567 13.608

Erediensten 28 31 32 33 34Leger en ex-rijkswacht 21.314 21.187 21.023 20.761 20.469Geïntegreerde politie 333 429 540 620 726

Gewesten & Gemeenschappen 2.834 2.947 3.139 3.287 3.460Vlaamse Gemeenschap & Gewest 1.360 1.432 1.523 1.613 1.681Waals gewest 785 827 888 929 952Brussels Hoofdstedelijk Gewest 87 89 98 108 117Franstalige Gemeenschap 600 597 626 634 645Duitstalige Gemeenschap 2 2 4 3 65

Onderwijs 18.863 19.201 19.602 19.984 20.322Nederlandstalige onderwijs 10.512 10.798 10.991 11.224 11.384Franstalig onderwijs 8.260 8.314 8.520 8.673 8.851Duitstalig onderwijs 91 89 91 87 87

Lokale besturen 11.975 12.176 12.492 12.814 12.800Vlaamse lokale besturen 5.881 5.988 6.242 6.386 6.485Waalse lokale besturen 4.342 4.389 4.385 4.562 4.444Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 1.752 1.799 1.865 1.866 1.871

Voormalig nationale instelling - - - - -

Algemeen totaal 399.320 410.775 422.943 433.959 443.993

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

400

Page 407: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

Bron: RKW en RSZPPO

2006 2007 2008 2009 2010

Openbare sector 473.425 - - 471.335 477.359

0 - 6 jaar 102.046 - - 108.110 110.5476 - 12 jaar 119.788 - - 118.383 118.97412 - 18 jaar 146.742 - - 138.295 135.85518 - 25 jaar 101.858 - - 103.712 109.15925 jaar en ouder 2.991 - - 2.835 2.824

waarvan RSZPPO : 195.078 198.335 203.321 205.131 208.747

0 - 6 jaar 46.233 47.597 49.902 51.136 52.480 6 - 12 jaar 51.073 52.075 53.363 53.382 54.530 12 - 16 jaar 38.868 38.990 38.330 37.974 38.458 16 - 18 jaar 20.898 21.031 21.472 20.891 20.044 18 - 21 jaar, waarvan: 25.123 25.437 26.582 27.257 27.583

Studenten 22.269 23.820 23.457 24.109 23.648

Leerlingen 370 429 364 359 398

Werkzoekenden 1.967 652 2.178 2.226 2.861

Gehandicapten 517 536 583 563 676

21 - 25 jaar, waarvan: 12.014 12.344 12.860 13.694 14.884Studenten 10.132 12.009 10.918 11.617 12.131

Leerlingen 40 61 58 48 40

Werkzoekenden 1.842 274 1.884 2.029 2.713

25 jaar en ouder, waarvan: 869 861 812 797 768Volledig ongeschikten 637 631 588 575 550In beschutte werkplaats 232 230 224 222 218

4.7 Evolutie van de uitgaven gezinsbijslag (duizend euro)

Bron: RKW en RSZPPO

2006 2007 2008 2009 2010

Openbare sector 875.000 - - 962.768,2 982.273,0

Kinderbijslag 860.548 - - - - Kraamgeld 14.452 - - - -

waarvan RSZPPO : 339.453 353.231 365.842 386.499 394.883

Gezinsbijslag 332.631 345.922 358.235 378.394 386.581Gewone schaal & schaal gepensioneerden en werklozen

253.640 264.576 266.878 273.222 277.035

Schaal gepensioneerden en werklozen (+ 6 maand) (art. 42bis)

54.960 56.275 63.231 72.262 74.387

Verhoogde invalidenschaal 10.732 11.554 13.919 18.305 20.252

Verhoogde wezenschaal 13.299 13.517 14.207 14.605 14.907Kraamgeld 6.788 7.282 7.564 8.066 8.250Adoptiepremie 34 27 43 39 52Achterstallen - - - - -

4.6 Evolutie van het aantal rechtgevende kinderen op gezinsbijslag volgens leeftijdsklasse

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

401

Page 408: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

4.8 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar schaal

Bron: RKW Toestand op 31 december 2010

Staat, Gemeenschappen

en gewestenOnderwijs

Overheids-sector

Oorlogs-slachtoffers

Gewone schaal 168.262 8.344 127.786 29.996 173 95.618 430.179Verhoogde wezen- schaal 3.321 3.773 25 185 85 7.389Verhoogde schaal voor invaliden

7.319 1.453 23 29 63 8.887

Verhoogde schaal voor werklozen en gepensioneerden

29.845 509 448 73 29 30.904

Totaal 208.747 14.079 128.282 30.283 173 95.795 477.359

4.9 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar rang

Bron: RKW Toestand op 31 december 2010

Staat, Gemeenschappen

en gewestenOnderwijs

Overheids-sector

Oorlogs-slachtoffers

Eerste kind 122.154 10.371 70.111 18.215 164 54.779 275.794Tweede kind 60.526 2.861 42.521 9.197 5 30.472 145.582Derde kind en volgende

26.067 847 15.650 2.871 4 10.544 55.983

Totaal 208.747 14.079 128.282 30.283 173 95.795 477.359

4.10 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar leeftijdklasse

Bron: RKW Toestand op 31 december 2010

Staat, Gemeenschappen

en gewestenOnderwijs

Overheids-sector

Oorlogs-slachtoffers

0 - 6 jaar 52.480 724 30.841 18.215 164 21.112 123.5366 - 12 jaar 54.530 1.718 30.911 9.197 5 24.423 120.78412 - 18 jaar 58.502 4.177 34.987 2.344 2 28.378 128.39018 - 25 jaar 42.467 5.722 31.537 428 1 21.748 101.90325 jaar en ouder 768 1.738 6 99 1 134 2.746

Totaal 208.747 14.079 128.282 30.283 173 95.795 477.359

Autonomen + CDVU

Totaal

RSZPPO

RKW

Autonomen + CDVU

Totaal

RSZPPO

RKW

RSZPPO

RKW

Autonomen + CDVU

Totaal

VII. Bijlagen 4.Openbare sector

402

Page 409: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid 5.0 Methodologische nota In deze bijlage wordt de overgang gemaakt van het saldo van de sociale zekerheid (zoals weergegeven in de economische rekeningen) en het financieringssaldo van de sociale zekerheid, zoals weergegeven door het INR in haar “Rekeningen van de overheid”. Vanaf 2008 is de RIZIV-geneeskundige verzorging als apart stelsel gekomen naast het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen (respectievelijk hoofdstukken 4, 2 en 3 van dit VadeMecum). De cijfers die worden weergegeven in het gedeelte “Totale besparing” werden daarom voor de jaren 2006 en 2007 herberekend. Om het verband tussen het saldo van de economische rekeningen en deze bijlage te verduidelijken, werd geopteerd voor deze opsplitsing in de tabel 5.1. Hieronder worden de cijfers van 2006 en 2007 hernomen indien deze herberekening niet zou hebben plaatsgevonden, om zo aan te sluiten bij vorige edities.

(miljoen euro)

2006 2007

Totale besparing 349 1.165Stelsel van de werknemers 211 869Stelsel van de zelfstandigen 138 296

VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

403

Page 410: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

5.1 Financieringssaldo van de sociale zekerheid (1) (miljoen euro)

2006 2007 2008 2009 2010

Totaal van de besparingen 348,7 1.164,9 625,3 -1.676,2 1.091,5

Werknemersstelsel 292,9 698,3 639,6 -1.987,8 719,6Stelsel van de zelfstandigen 72,7 278,5 212,6 123,3 353,1Rekening RIZIV - geneeskundige verzorging -16,9 188,1 -226,9 188,3 18,8

Totaal van de verschillen 491,4 526,5 957,6 -737,8 -1.470,7

Verschillen in perimeter 199,6 331,0 293,2 -732,0 -941,2

RSZPPO (gemeentelijke pensioenen) -78,1 -58,9 -145,8 -226,6 -234,5Fondsen voor bestaanszekerheid 61,7 87,5 51,1 -195,5 -37,8DOSZ 45,2 -10,2 22,5 2,1 -3,1Betaald educatief verlof 2,7 -6,3 46,6 0,0 0,0Private kassen arbeidsongevallen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Toekomstfonds geneeskundige verzorging 288,6 0,0 -310,0 -652,7Provisiefonds geneesmiddelen 0,0 109,3 0,5 0,0Zorgfonds 168,1 30,3 209,5 -2,5 -13,1

Verschillen in tijdstip van registratie -77,3 49,5 299,1 -7,3 0,0

Bijzondere bijdrage 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Bijdrage farmaceutische nijverheid -2,3 -25,5 95,7 -100,0 0,0Fiscale franchise 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Terugstorting Maribel 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Aangiften van RSZ-bijdragen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Inhaalbedragen ziekenhuizen 0,0 0,0 203,4 92,7 0,0Vennootschapsbijdragen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Facturatie RIZIV -75,0 75,0 0,0 0,0 0,0Andere 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Verschillen in de inhoud 140,7 116,5 19,6 -318,3 -430,9

Annulering van de provisies en kwade posten 210,9 235,9 113,3 78,5 9,4Verschuldige bijdragen die nooit ontvangen zullen worden -250,0 -250,0 -250,0 -250,0 -250,0Annulering van meer- en minderwaarden 224,7 116,0 -53,7 -130,0 -130,0Annulering van afschrijvingen 0,0 54,2 238,5 12,5 8,4Investeringen -29,4 -39,6 -28,5 -29,3 -68,7Aanzuivering van de rekeningen van de V.I. geblokkeerd eind 1994 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Overname van de schulden door de federale overheid -15,5 0,0 0,0 0,0 0,0

Andere verschillen 228,4 29,5 345,7 319,8 -99

Gebruik van meer recente gegevens 249,1 97,2 447,0 280,0 40,0Andere -20,7 -67,7 -101,3 39,8 -138,6

Financieringssaldo (2) 840,1 1.691,4 1.582,9 -2.414,0 -379,2

(1) Zie de verklaringen, gegeven in de methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire

rekeningen, in het begin van dit werk.

(2) Rekeningen van de overheid 2010, INR, september 2011.

VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

404

Page 411: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

LIJST VAN DE AFKORTINGEN INSTELLINGEN:

- Federale instellingen

Instellingen afhangend van de FOD Sociale Zekerheid: DOSZ Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid Ex-NPM Ex- Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, (nu “cel mijnwerkers” bij het RIZIV) FAO Fonds voor Arbeidsongevallen FBZ Fonds voor de Beroepsziekten HKSVZ Hulpkas voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen HVKZ Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden HZIV Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering KSZ Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers RSVZ Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZPPO Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke

Overheidsdiensten RVP Rijksdienst voor Pensioenen

Instellingen afhangend van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:

HVW Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

Overige instellingen: CDBVZ Compensatiedienst voor Betaald Verlof der Zeelieden CDVU Centrale Dienst der Vaste Uitgaven Ex-NIS Ex-Nationaal Instituut voor de Statistiek (nu ADSEI: Algemene Directie Statistiek en

Economische Informatie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie) Ex-RSRMV Ex- Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van Mindervaliden FCUD Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten FSO Fonds Sluiting Ondernemingen FWW Fonds voor Weduwen en Wezen IBF Interdepartementaal begrotingsfonds INR Instituut voor de Nationale Rekeningen NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn SVF Sociale Verzekeringsfondsen

- Pararegionale of paracommunautaire instellingen Actiris (Ex-BGDA) Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling AWIPH “Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées” FOREM “Office Wallon de la Formation Professionnelle et de l’Emploi” VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding VFSIPH Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap

405

Page 412: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2012

TERMEN: CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst EWE Eerste werkervaring FMB Financiële middelenbegroting FOD Federale Overheidsdienst GFB Globaal financieel beheer IGO Inkomensgarantie voor ouderen IRR Ingeschrevenen in het Rijksregister

POD Programmatorische Overheidsdienst PUG Primaire uitkeringsgerechtigden

PWA Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap TBL Toeslag brugrustpensioenen landbouw UI Uitbetalingsinstellingen UVW Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen VI Verzekeringsinstellingen VKR Voorkeurregeling WIGW Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen

406