Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
-
Upload
fps-social-security -
Category
Documents
-
view
222 -
download
5
description
Transcript of Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
ISSN: 1781-0663
Vade Mecumvan de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België
Periode 2004-2010
Brussel 2010
Vade
Mec
um v
an d
e fin
anci
ële
en s
tatis
tisch
e ge
geve
ns o
ver
de s
ocia
le b
esch
erm
ing
in B
elgi
ë P
erio
de 2
004-
2010
Vademecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2004-2010
Uitgever: Directie-generaal Beleidsondersteuning en Directie-generaal Sociaal Beleid - Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Wettelijk depot: D/2010/11.857/1 © 2010, Directie-generaal Beleidsondersteuning en Directie-generaal Sociaal Beleid, Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Brussel Behalve voor commerciële doeleinden is alle reproductie toegelaten, mits de bron uitdrukkelijk wordt vermeld.
WOORD VOORAF De doelstelling De sociale zekerheid ondergaat voortdurend veranderingen. Sommige moeten de burgers meer welzijn verschaffen, terwijl andere in de eerste plaats de financiële duurzaamheid van het stelsel voor ogen hebben. Hieruit volgt een snelle evolutie die vanuit verschillende invalshoeken kan benaderd worden. Hoe kan men dit echter beter illustreren dan met cijfers? De ontvangsten, de uitgaven, het aantal personen die bijdragen betalen en die uitkeringen ontvangen zijn kenmerkend voor de omvang van de bestaande voorzieningen van sociale bescherming en geven in zekere mate ook een beeld van deze voorzieningen weer. De evolutie van deze gegevens is dan de weerspiegeling van verschillende bewegingen, op gang gebracht door drie soorten drijfkrachten: de wijzigingen aangebracht door de wetgever om het toepassingsgebied van de verschillende voorzieningen aan te passen, de inwendige krachten binnen de deelsectoren van de sociale bescherming zelf, die het resultaat zijn van bijvoorbeeld veranderingen in de leeftijdsstructuur van de rechthebbenden, en ten slotte de externe invloedfactoren zoals de economische achtergrond. De cijfers zijn de weerspiegeling van de evolutie van het systeem waaruit ze voortkomen. Deze publicatie heeft tot doel enkele beelden te tonen, die gekozen zijn uit al degene die weergegeven zouden kunnen worden, die dan een draagbaar (vandaar de benaming “vade mecum") panoramisch overzicht van de sociale bescherming in België geven. Ze is niet enkel bedoeld voor beleidsverantwoordelijken en de intelligentsia van het land, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp en die op zoek is naar globale of op één sector gerichte informatie. De gegevens Zoals in de vorige edities zijn de gepubliceerde cijfers beheersgegevens die de evolutie van ontvangsten en uitgaven beschrijven. De kennis ervan is onontbeerlijk voor het nemen van beslissingen en voor de goede werking van de instellingen van sociale zekerheid. We publiceren deze gegevens in een onbewerkte vorm, waarbij de lezer ze zelf op een weldoordachte manier kan gebruiken. Om hem hierbij te helpen worden de meeste tabellen vergezeld met korte methodologische nota's. Vermits het aantal bladzijden van een publicatie hoe dan ook beperkt is, terwijl het aantal statistische gegevens die de instellingen van sociale zekerheid kunnen verstrekken enorm is, moesten bepaalde keuzes gemaakt worden. Meestal hebben we gekozen voor uitsplitsingen naar geslacht, leeftijdsklasse, statuut of type van prestatie. Alle gegevens betreffende de jaren 2009 en 2010, zijn ramingen opgemaakt in oktober 2009 en die later nog kunnen gewijzigd worden. Tevens werd de alternatieve financiering 2011 geraamd. Evenzo zijn de geconsolideerde economische rekeningen over de periode 2004-2008 en de gegevens in de andere hoofdstukken met een grijze achtergrond nog niet definitief vastgesteld, maar het zijn wel de meest betrouwbare gegevens die beschikbaar zijn. De structuur De informatie in dit Vade Mecum werd als volgt gestructureerd. In het eerste deel geven we een actualisatie van de begroting 2009 en de initiële begroting 2010. Het tweede deel handelt over het stelsel van de werknemers met historische gegevens over de periode 2004-2008. Het bevat de voorlopige geconsolideerde economische rekeningen, de begrotingsrekeningen van het globaal beheer en, voor de bijdragen en voor elke soort prestaties, een reeks statistische gegevens. Het derde deel volgt hetzelfde stramien als het tweede en behandelt het stelsel van de zelfstandigen. Uit dit tweede en derde hoofdstuk werd de tak geneeskundige verzorging verwijderd, omdat die sinds 01.01.2008 geen deel meer uitmaakt van de globale beheren voor werknemers en zelfstandigen. Aan het stelsel geneeskundige verzorging wordt het vierde hoofdstuk gewijd. In dit afzonderlijk hoofdstuk komen de economische rekeningen, de begrotingstabel en de statistieken geneeskundige verzorging aan bod. Om de vergelijking met gegevens van 2008 te vergemakkelijken, werden de gegevens 2004-2007 teruggebracht of herrekend op basis van Algemene Regeling + Regeling der Zelfstandigen. Het vijfde en het zesde hoofdstuk zijn een samenvatting van historische gegevens over het socialebijstandsstelsel en over het stelsel der overzeese sociale zekerheid.
i
De lezer zal na de inhoudstafel een methodologische nota vinden over het onderscheid tussen de economische en begrotingsrekeningen. In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen over de indexering, de alternatieve financiering, de sociale correcties, de openbare sector en het financieringssaldo dat verschijnt in de nationale rekeningen. De realisatie Deze publicatie werd gerealiseerd door het domein ”Kerngegevens” van de DG Sociaal Beleid. De Dienst Communicatie zorgde voor het plaatsen van de elektronische versie van het Vade Mecum op de website. Opmerkingen over de inhoud kunnen gericht worden aan: FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Kerngegevens Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 115 1000 BRUSSEL e-mail: [email protected] De personen die belangstelling hebben voor andere informatie, kunnen de portaalsite van de sociale zekerheid raadplegen: http://www.socialsecurity.fgov.be. Zij zullen er met name de links terugvinden naar de sites van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die een rijke bron vormen aan statistische en financiële informatie. Andere inlichtingen over de publicaties van de FOD Sociale Zekerheid kunnen op het volgende adres verkregen worden: FOD Sociale Zekerheid Dienst Publicaties Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 135 1000 Brussel Tel.: 02 – 509.85.52 e-mail: [email protected]
ii
Inhoudstafel Woord vooraf i Inhoudstafel iii
Methodologische nota betreffende de economische en de budgettaire rekeningen 1
I. De algemene toelichting bij de begroting 5
II. Het stelsel van de werknemers 2004-2008 109
A. Geconsolideerde economische rekeningen 111 1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008
B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 123
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008
C. Statistieken 151
1. Sociale bijdragen 155 2. Uitkeringen (RIZIV) 169 3. Pensioenen (RVP) 181 4. Gezinsbijslag (RKW) 189 5. Arbeidsongevallen (FAO) 199 6. Beroepsziekten (FBZ) 205 7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen,
loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 211 8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 225 9. Stelsel van de Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden) 227
III. Het stelsel van de zelfstandigen 2004-2008 237
A. Geconsolideerde economische rekeningen 239 1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008
B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 251
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-208 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008
iii
C. Statistieken 273
1. Sociaal statuut (RSVZ) 275 2. Uitkeringen (RIZIV) 281 3. Pensioenen (RVP) 291 4. Gezinsbijslag (RSVZ) 297 5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 305
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging 2004-2008 307
A. Geconsolideerde economische rekeningen 309
B. Begrotingstabel 313 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008
C. Statistieken 333
V. Sociale bijstand 2004-2008 349
1. De dienstverlening van de OCMW’s 2. Inkomensgarantie voor ouderen – Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
VI. DOSZ 2004-2008 363
A. Beschrijving van het stelsel B. Lopende rekeningen (budgettair concept) C. Statistieken
VII. Bijlagen 377
1. Indexering 2. Alternatieve financiering
2.1 Periode 2004-2008 2.2 Periode 2009-2011
3. Sociale correcties 4. Openbare sector 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
Lijst van de afkortingen 417
iv
Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen A. Algemeenheden Hoe groot is het bedrag aan bijdragen van het werknemersstelsel? Op deze eenvoudige vraag kunnen verscheidene antwoorden gegeven worden. Alles hangt ervan af wat men verstaat onder “bedrag”, “bijdragen” en “werknemersstelsel”. Onder “bedrag” kan men verstaan de geïnde sommen in de loop van het jaar (geïnde bedragen) of de sommen die men zou moeten geïnd hebben, omdat de betaaldatum vervallen is in het beschouwde jaar (vervallen bedragen) of nog de sommen die verschuldigd zijn voor het betreffende jaar wat ook de betaaldatum ervan weze (gelopen bedragen). Onder “bijdragen” kan men de gewone bijdragen verstaan die berekend worden op de lonen of andere bijdragen berekend op andere basissen eraan toevoegen, zoals de bijdrage op bedrijfswagens of de forfaitaire bijdrage verschuldigd per bruggepensioneerde. De sociale zekerheid loopt inderdaad over van een veelheid aan ontvangsten die terecht of ten onrechte “bijdragen” genoemd worden. Het “werknemersstelsel” kan beperkt worden tot de takken waarvan de ontvangsten door de RSZ globaal beheerd worden of integendeel ook takken opnemen die hun eigen financiering bezitten, zoals het kapitalisatiestelsels van het FAO of de gezinsbijslagen en de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ambtenaren van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Kortom, er zijn zoveel antwoorden als gezichtspunten mogelijk. Voor het werknemersstelsel, het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) hebben we ervoor gekozen twee reeksen financiële gegevens voor te stellen: de “economische rekeningen” van de takken gesitueerd binnen de ruime perimeter, die hieronder gepreciseerd wordt en de “budgettaire rekeningen” van de takken die behoren bij het Globaal beheer van de ontvangsten, ingericht in 1995 bij de RSZ en in 1997 bij het RSVZ. De budgettaire boekhouding is gebaseerd op de notie “verworven recht” en de economische boekhouding op deze van “vastgesteld recht”. Een recht kan beschouwd worden als zijnde verworven, wanneer de drie volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° het bedrag kan exact bepaald worden; 2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is wel gekend; 3° de betaling is in de loop van het beschouwde jaar vervallen.
Een vastgesteld recht is een recht dat voldoet aan de eerste twee voorwaarden, maar niet noodzakelijk aan de derde. De verplichting tot betalen moet evenwel bestaan. Bovendien is de budgettaire boekhouding beperkt tot de verrichtingen die volgen uit relaties met derden terwijl de economische boekhouding, samengesteld uit balans en resultatenrekening (lasten en opbrengsten) ook de interne bewegingen zoals afschrijvingen en provisies incorporeert. Ten slotte en in tegenstelling tot de resultatenrekening, die slechts de lopende verrichtingen bevat, worden in de budgettaire rekening ook de kapitaalverrichtingen opgenomen. De drie volgende tabellen tonen de verschillen in perimeter tussen de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen. Gelieve op te merken dat de situatie zoals die wordt weergegeven de situatie op 1 januari 2008 is, na de invoering van het uniform statuut in de geneeskundige verzorging.
1
WERKNEMERSSTELSEL
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Geneeskundige verzorging - Stelsel der zeelieden (HVKZ)
Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen) - Stelsel der zeelieden (HVKZ) - Invaliditeitspensioenen van mijnwerkers
Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen)
Pensioenen - Repartitie (RVP) - Kapitalisatie (RVP)
Pensioenen - Repartitie (RVP)
Gezinsbijslagen - RKW + private kassen
- Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten --(RKW) - RSZPPO
Gezinsbijslagen - RKW + private kassen
Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet, PWA, TWW, gesubsidieerde -----------contractuelen - Stelsel der zeelieden (Pool der Zeelieden)
Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet
Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO) - Kapitalisatiestelsel (FAO)
Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO)
Beroepsziekten - FBZ: sectoren Globaal beheer en provinciale en --lokale besturen - Asbestfonds
Beroepsziekten - FBZ: sector Globaal beheer - Asbestfonds
Invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers
Stelsel der zeelieden - Geneeskundige verzorging (HVKZ) - Uitkeringen (HVKZ) - Werkloosheid (Pool der Zeelieden)
Globaal beheer - RSZ, RSZPPO, HVKZ-geconsolideerd
Globaal beheer - RSZ
2
STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)
Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)
Pensioenen (RSVZ)
Gezinsbijslagen (RSVZ)
Faillissementsverzekering (RSVZ)
RSVZ - Pensioenen - Gezinsbijslagen - Faillissementsverzekering - Globaal beheer Globaal beheer (RSVZ)
Socialeverzekeringsfondsen (beheer)
STELSEL GENEESKUNDIGE VERZORGING (RIZIV)
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen
Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen
B. De economische rekeningen De hier voorgestelde economische rekeningen hernemen de rekeningen van lasten en opbrengsten van de openbare instellingen van sociale zekerheid op een synoptische wijze, door ze eerst tak per tak te consolideren en vervolgens per stelsel. In de rekeningen van lasten en opbrengsten worden de gelopen bedragen geregistreerd of ze nu in het beschouwde jaar op vervaldag gekomen zijn of niet. Ze beantwoorden aldus volkomen aan de Europese methodologie “ESR 95” die eist dat de flux ingeboekt wordt op basis van verrichtingen, d.w.z. op het ogenblik van het ontstaan, de omvorming of het verdwijnen van rechten. Vermits het boekhoudplan van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid een uitsplitsing oplegt naar sociale zekerheidstak is het mogelijk vanuit deze uitsplitsing een representatieve consolidatie op te stellen van elke tak en elk stelsel. Deze geconsolideerde rekeningen dienen als basis voor de rekening “S1314” van de sociale zekerheid, welke voorkomt in de nationale rekeningen. Het resultaat van de economische rekeningen, zijnde het verschil tussen opbrengsten en lasten, wordt ”besparing” genoemd en wordt op de balans toegewezen aan de rubriek ”reserves”. Het past de lezer te melden dat de som van de besparing bij het werknemersstelsel, bij het stelsel van de zelfstandigen en bij het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) verschilt van het financieringssaldo (“behoefte of capaciteit tot financiering”) van de ondersector sociale zekerheid, die men terugvindt in de nationale rekeningen en dit om verschillende redenen: De sociale zekerheid omvat in de nationale rekeningen niet alleen de stelsels van de
werknemers, van de zelfstandigen en van de geneeskundige verzorging (RIZIV) zoals hier weergegeven, maar tevens het gedeelte van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, dat beheerd wordt door de RSZPPO, de overzeese sociale zekerheid beheerd door de DOSZ, alle fondsen van bestaanszekerheid en het “Zorgfonds” ingesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
3
Volgens de “ESR 95” methodologie moeten de sociale bijdragen die verschuldigd zijn, maar die nooit geïnd kunnen worden, afgetrokken worden van de ontvangsten van de inningsinstellingen. Daarom wordt het bedrag dat geboekt is in provisies en kwade posten in de rekeningen van deze laatste geannuleerd en vervangen door een raming van sociale bijdragen die nooit ontvangen zullen worden. Een ander verschil in de inhoud van de rekeningen is de inboeking van gerealiseerde investeringen in de plaats van kosten voor afschrijvingen.
Bovendien worden in de nationale rekeningen nog andere correcties aangebracht, hetzij om de vastgestelde rechten geboekt per instelling beter te doen aansluiten bij de economische realiteit en bij de verschillende statistieken van deze, hetzij met de bedoeling dat de consolidatie van de ondersector van de sociale zekerheid met het geheel van de overheidssector correct uitgevoerd wordt.
De lezer zal als bijlage (VII, 5) het verband terugvinden dat er bestaat tussen de ‘besparing’ van de hier voorgestelde’ geconsolideerde economische rekeningen en het resultaat (genaamd “financieringssaldo”) van de rekening van de sociale zekerheid voorgesteld in de “Rekeningen van de overheid”, gepubliceerd door het Instituut voor de nationale rekeningen. C. De budgettaire rekeningen De geconsolideerde budgettaire rekeningen hernemen de budgettaire rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid op synoptische wijze voorgesteld om ze vlugger begrijpelijk te maken. Nochtans zijn hier alleen betrokken de takken die vallen onder het Globaal beheer van de werknemers of dat van de zelfstandigen of onder het stelsel van de geneeskundige verzorging (RIZIV). Deze rekeningen registreren de vervallen bedragen. In tegenspraak met de regel van universaliteit (of van totaliteit) worden sommige samentrekkingen tussen ontvangsten en uitgaven in onze tabellen doorgevoerd om te komen tot netto-bedragen. Bovendien werden bepaalde ontvangsten en uitgaven vrijwillig verwijderd: de aan- en verkopen van aandelen en vastrentende waarden en de vastgoedbeleggingen. Deze verrichtingen beïnvloeden de samenstelling van het patrimonium maar hebben geen invloed op de eigenlijke activiteit van de instellingen. Voor elke tak afzonderlijk genomen heeft het totaal van de lopende ontvangsten en het totaal van de lopende uitgaven een betekenis. Daarentegen zijn op geconsolideerd niveau de betekenisvolle bedragen enerzijds het totaal van eigen ontvangsten en anderzijds het totaal van de uitgaven vóór transfers. Daarom worden de transfers tussen takken geïsoleerd in het geheel van het Globaal beheer om te vermijden een ontvangst tweemaal te boeken in het geconsolideerd totaal. Hoewel zekere rubrieken een zelfde titel dragen in de economische rekeningen, moet de lezer ten slotte verwittigd worden dat hun inhoud verschillend kan zijn.
4
I
Algemene toelichting bij de begroting 2010 en 2011 –
herziening van de begroting 2009
Algemene toelichting
Begroting van de ontvangsten en de uitgaven voor de begrotingsjaren 2010 en 2011
Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, doc. 52 2221/001, p.260-351, 6 november 2009
DE STELSELS VAN SOCIALE BESCHERMING
LES REGIMES DE PROTECTION SOCIALE
INHOUDSTAFEL TABLE DES MATIERES
Inleiding 11 Introduction 11
HOOFDSTUK I. Samenvattende tabellen 13 CHAPITRE I. Tableaux récapitulatifs 13
TABEL I.1 Samenvattende tabel: 2009
TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif: 2009
TABEL I.2 Samenvattende tabel: 2010
TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif: 2010
TABEL I.3 Samenvattende tabel: 2011
TABLEAU I.3 Tableau récapitulatif: 2011
TABEL I.4.1 Evolutie van de overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid aan de sociale zekerheid: 2009-2011
TABLEAU I.4.1 Evolution des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral destinés à la sécurité sociale 2009-2011
TABEL I.4.2 Evolutie van de overdrachten aan de gezinnen ten laste van de begroting van de federale overheid: 2009-2011
TABLEAU I.4.2 Evolution des transferts aux ménages à charge du budget de l’Etat fédéral: 2009-2011
HOOFDSTUK II. Het globaal beheer voor werknemers
23 CHAPITRE II. La gestion globale des travailleurs salariés
23
1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 23 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011 23
TABEL II.1 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009
TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009
TABEL II.2 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010
TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2010
TABEL II.3 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011
TABLEAU II.3 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2011
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011
30 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2009, 2010 et 2011
30
TABEL II.4 Sociale bijdragenverminde-ringen: 2009-2011
TABLEAU II.4 Réductions de cotisations sociales: 2009-2011
I. Algemene toelichting I. Exposé général
7
3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 43 3 Evolution des prestations 2009-2011 43
TABEL II.5 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011
TABLEAU II.5 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009-2011
TABEL II.6 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011
TABLEAU II.6 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009-2011
TABEL II.7 Indexering van de prestaties: 2009-2011
TABLEAU II.7 Indexation des prestations: 2009-2011
TABEL II.8 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011
TABLEAU II.8 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011
HOOFDSTUK III. Het Globaal beheer voor zelfstandigen
55 CHAPITRE III. La gestion globale des travailleurs indépendants
55
1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 55 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011 55
TABEL III.1 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009
TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009
TABEL III.2 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010
TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2010
TABEL III.3 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011
TABLEAU III.3 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2011
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011
62 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2009, 2010 et 2011
62
3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 68 3 Evolution des prestations 2009-2011 68
TABEL III.4 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011
TABLEAU III.4 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009-2011
TABEL III.5 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige ver-zorging uitgezonderd): 2009-2011
TABLEAU III.5 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009-2011
TABEL III.6 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011
TABLEAU III.6 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011
I. Algemene toelichting I. Exposé général
8
HOOFDSTUK IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging
77 CHAPITRE IV. INAMI-Soins de santé 77
1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 77 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011 77
TABEL IV.1 Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging: 2009-2011
TABLEAU IV.1 Budget de l’INAMI-Soins de santé: 2009-2011
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011
81 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2009, 2010 et 2011
81
HOOFDSTUK V. De andere regelingen van de sociale zekerheid
89 CHAPITRE V. Les autres régimes de sécurité sociale
89
TABEL V.1 Begroting van de DOSZ: 2009-2011
TABLEAU V.1 Budget de l’OSSOM: 2009-2011
TABEL V.2 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2009
TABLEAU V.2 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2009
TABEL V.3 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2010
TABLEAU V.3 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2010
TABEL V.4 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2011
TABLEAU V.4 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2011
HOOFDSTUK VI. De sociale bijstand 95 CHAPITRE VI. L’assistance sociale 95
TABEL VI.1 Prestaties van de stelsels sociale bijstand: 2009-2011
TABLEAU VI.1 Prestations des régimes d’assistance sociale: 2009-2011
TABEL VI.2 Volumefactoren van de stelsels sociale bijstand: 2009-2011
TABLEAU VI.2 Facteurs de volume des régimes d’assistance sociale: 2009-2011
TABEL VI.3 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011
TABLEAU VI.3 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011
HOOFDSTUK VII. De pensioenen van de overheidssector
99 CHAPITRE VII. Les pensions du secteur public
99
TABEL VII.1 Pensioenen van de over-heidssector 2009-2010
TABLEAU VII.1 Pensions du secteur public 2009-2010
HOOFDSTUK VIII. De tewerkstellings-programma’s via de activering van de uitkeringen
105 CHAPITRE VIII. Les programmes d’emploi via l’activation des allocations
105
I. Algemene toelichting I. Exposé général
9
INLEIDING INTRODUCTION
In de hoofdstukken II en III komen de cijfers van de globale beheren van de werknemers en de zelfstandigen aan bod. In hoofdstuk IV wordt de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging afzonderlijk besproken.
Les chapitres II en III présentent les chiffres des gestions globales des salariés et des indépendants. Dans le chapitre IV la branche INAMI-Soins de santé est traitée séparément.
Daarnaast wordt er in hoofdstuk V aandacht besteed aan de takken buiten globaal beheer. Het stelsel “Buiten globaal beheer” omvat volgende takken: het kapitalisatiestelsel arbeidsongevallen, het Asbestfonds ingericht bij het FBZ, de sectoren tewerkstelling en arbeid beheerd door de RVA, het stelsel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (gezinsbijslag, pensioenen van het statutair personeel en beroepsziekten), de fondsen voor bestaanszekerheid, het fonds voor collectieve uitrustingen en diensten. De overzeese sociale zekerheid komt aan bod in een afzonderlijke tabel.
En outre, une attention particulière a été portée aux branches hors gestion globale dans le chapitre V. Le régime « Hors Gestion globale » comprend les branches suivantes : le régime de capitalisation accidents du travail, le Fonds Amiante créé au FMP, les secteurs emploi et travail gérés par l’ONEm, le régime des administrations provinciales et locales (prestations familiales, pensions du personnel statutaire et maladies professionnelles), les fonds de sécurité d’existence, le fonds des équipements et services collectifs. La sécurité sociale d’Outre-mer est présentée dans un tableau séparé.
Naast de stelsels van sociale zekerheid bevatten de stelsels van sociale bescherming de prestaties van sociale bijstand (inkomensgarantie voor ouderen, leefloon, maatschappelijke dienstverlening en tegemoetkomingen aan personen met een handicap), de overheidspensioenen (ten laste van de Pensioendienst voor de Overheidssector) en ten slotte de bijkomende gezinsbijslag ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (overdrachten aan gezinnen).
A côté des régimes de sécurité sociale, les régimes de protection sociale comprennent les prestations d’assistance sociale (garantie de revenus aux personnes âgées, revenu d’intégration, aide sociale et allocations aux personnes handicapées), les pensions publiques (à charge du Service des Pensions du Secteur Public) et enfin, les suppléments allocations familiales à charge du budget général des Dépenses (transferts aux ménages).
In hoofdstuk I wordt een consolidering van al die verschillende begrotingen voorgesteld alsook een tabel met de totale overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid.
Le chapitre I présente une consolidation de tous ces différents budgets, ainsi qu’un tableau avec le total des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
11
HOOFDSTUK I CHAPITRE I
SAMENVATTENDE TABELLEN TABLEAUX RECAPITULATIFS
Methodologie Méthodologie
De tabellen I.1, I.2 en I.3 zijn een consolidering van de gedetailleerde tabellen in de hoofdstukken II tot VI, alsook van de prestaties van sociale bijstand, de pensioenen overheidssector en de andere overdrachten naar de gezinnen.
Les tableaux I.1, I.2 et I.3 sont une consolidation des tableaux détaillés qui figurent aux chapitres II à VI, ainsi que les prestations d’assistance sociale, les pensions secteur public et les autres transferts aux ménages.
De overdrachten tussen de verschillende stelsels worden in deze geconsolideerde tabellen uit de ontvangsten en uit de uitgaven gehaald en worden afzonderlijk vermeld in de rubriek “overdrachten tussen stelsels”. Zo bevat de kolom totaal geen dubbeltelling.
Dans ces tableaux consolidés, les transferts entre les différents régimes sont isolés des recettes et des dépenses et repris dans la rubrique « transferts entre régimes ». Ainsi, la colonne total ne contient pas de doubles comptages.
De tabellen I.4.1 en I.4.2. bevatten de bedragen van de overdrachten ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (staatstoelagen) en van de algemene ontvangsten van de federale overheid (het gaat hier voornamelijk om de alternatieve financiering) die voor de sociale bescherming bestemd zijn.
Les tableaux I.4.1 et I.4.2 reprennent les montants des transferts à charge du budget général des Dépenses (subventions) et des recettes générales de l’Etat fédéral (il s’agit principalement du financement alternatif) destinés à la protection sociale.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
13
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
39.1
04.1
853.
414.
042
825.
554
3.49
4.32
658
.502
46.8
96.6
09
3.49
4.73
9
50.3
91.3
48C
oti
sati
on
s
Sta
atst
oel
agen
5.
787.
053
1.25
7.16
0
31
9.55
97.
363.
772
2.94
8.05
57.
889.
536
39.0
9918
.240
.462
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
5.78
7.05
31.
257.
160
319.
559
7.36
3.77
22.
948.
055
7.85
4.09
039
.099
18.2
05.0
16D
ans
les
pres
tatio
ns
And
ere
35
.446
35
.446
Aut
res
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
9.
291.
666
836.
261
2.49
0.57
713
5.53
0
12.7
54.0
34
12.7
54.0
34F
inan
cem
ent
alte
rnat
if
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
1.19
9.58
416
.494
1.13
8.02
626
0.90
42.
210
2.61
7.21
8
2.61
7.21
8R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
58
5.39
70
372
13.5
142.
140
601.
423
60
1.42
3T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
201.
396
13.8
284.
894
123.
337
3.05
534
6.50
9
346.
509
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
728.
472
3.74
833
2.99
810
.410
3.57
11.
079.
199
67
.448
1.
146.
647
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
56
.897
.753
5.54
1.53
34.
792.
421
4.03
8.02
138
9.03
671
.658
.764
2.94
8.05
511
.451
.723
39.0
9986
.097
.641
Rec
ette
s p
rop
res
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 28
2.52
330
.665
22.3
26.3
4610
1.78
8
22.7
41.3
22
22.7
41.3
22T
rans
fert
s en
tre
régi
mes
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
57
.180
.276
5.57
2.19
927
.118
.767
4.13
9.80
938
9.03
694
.400
.087
2.94
8.05
511
.451
.723
39.0
9910
8.83
8.96
4T
ota
l rec
ette
s co
ura
nte
s
(a)
Beg
rotin
g va
n de
Pen
sioe
ndie
nst v
oor
de o
verh
eids
sect
or.
(a)
Bud
get d
u S
ervi
ce d
es P
ensi
ons
du S
ecte
ur p
ublic
.
TA
BE
L I.1
TA
BLE
AU
I.1
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
009
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2009
(
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g se
ptem
ber
2009
) (
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
sept
embr
e 20
09)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
14
Lo
pen
de
Uit
gav
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
36.6
42.1
843.
420.
225
22.7
84.6
183.
860.
776
368.
964
67.0
76.7
682.
948.
055
11.4
08.9
9539
.099
81.4
72.9
17P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
9.19
31.
386
25
925
10.8
63
10.8
63F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
1.12
1.59
485
.993
955.
016
80.8
3012
.723
2.25
6.15
5
42.7
28
2.29
8.88
3F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
78
1.00
50
1.65
8.19
430
8.90
12.
973
2.75
1.07
4
2.75
1.07
4T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
5.53
0
887
6.41
7
6.41
7C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
1.56
6.74
65.
565
838.
550
4.02
04.
595
2.41
9.47
6
2.41
9.47
6D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r o
verd
rach
ten
40
.126
.253
3.51
3.16
926
.236
.378
4.25
4.78
639
0.16
774
.520
.753
2.94
8.05
511
.451
.723
39.0
9988
.959
.630
Dép
ense
s a
van
t tr
ansf
erts
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 20
.363
.830
2.06
6.83
430
6.65
24.
006
22
.741
.322
22
.741
.322
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
60
.490
.082
5.58
0.00
326
.543
.030
4.25
8.79
239
0.16
797
.262
.075
2.94
8.05
511
.451
.723
39.0
9911
1.70
0.95
2T
ota
l dép
ens
es c
ou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-3.3
09.8
06-7
.805
575.
737
-118
.983
-1.1
31-2
.861
.988
00
0-2
.861
.988
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Co
mp
tes
de
Cap
ital
On
tvan
gst
en
012
459
00
471
00
047
1R
ecet
tes
Uit
gav
en
1.15
712
120
01.
181
00
01.
181
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-1
.157
044
70
0-7
100
00
-710
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -3
.310
.963
-7.8
0557
6.18
4-1
18.9
83-1
.131
-2.8
62.6
980
00
-2.8
62.6
98R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
TA
BE
L I.1
TA
BLE
AU
I.1
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
009
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2009
(
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g se
ptem
ber
2009
) (v
ervo
lg)
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n se
ptem
bre
2009
) (s
uite
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
15
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
38.7
40.8
893.
491.
257
865.
093
3.51
7.11
563
.572
46.6
77.9
26
3.58
1.64
6
50.2
59.5
72C
oti
sati
on
s
Sta
atst
oel
agen
8.
151.
562
1.52
7.24
2
31
6.97
79.
995.
781
3.04
8.38
38.
117.
659
38.7
1121
.200
.534
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
5.85
4.41
81.
272.
004
316.
977
7.44
3.39
93.
048.
383
8.07
8.22
738
.711
18.6
08.7
20D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
2.
297.
144
255.
238
2.
552.
382
2.
552.
382
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue
And
ere
39
.432
39
.432
Aut
res
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
10
.505
.103
945.
884
2.45
3.45
013
5.29
1
14.0
39.7
28
14.0
39.7
28F
inan
cem
ent
alte
rnat
if
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
1.20
1.63
516
.375
991.
244
259.
888
2.41
02.
471.
552
2.
471.
552
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
50
2.66
20
372
16.6
492.
300
521.
983
52
1.98
3T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
189.
413
16.3
754.
130
103.
933
2.96
531
6.81
7
316.
817
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
732.
169
3.10
737
4.59
210
.563
4.01
01.
124.
441
2.
934
1.
127.
375
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
60
.023
.433
6.00
0.24
04.
688.
881
4.04
3.43
939
2.23
575
.148
.228
3.04
8.38
311
.702
.239
38.7
1189
.937
.561
Rec
ette
s p
rop
res
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 59
1.23
664
.950
23.1
59.2
1511
4.61
6
23.9
30.0
17
23.9
30.0
17T
rans
fert
s en
tre
régi
mes
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
60
.614
.669
6.06
5.19
027
.848
.096
4.15
8.05
539
2.23
599
.078
.245
3.04
8.38
311
.702
.239
38.7
1111
3.86
7.57
8T
ota
l rec
ette
s co
ura
nte
s
(a)
Beg
rotin
g va
n de
Pen
sioe
ndie
nst v
oor
de o
verh
eids
sect
or.
(a)
Bud
get d
u S
ervi
ce d
es P
ensi
ons
du S
ecte
ur p
ublic
.
(In
dui
zend
EU
R)
(E
n m
illie
rs E
UR
)
TA
BE
L I.2
T
AB
LEA
U I.
2
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
010
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2010
I. Algemene toelichting I. Exposé général
16
Lo
pen
de
Uit
gav
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
37.7
80.9
113.
521.
974
24.2
49.1
643.
852.
342
371.
928
69.7
76.3
193.
048.
383
11.6
62.4
9338
.711
84.5
25.9
06P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s -1
8.00
0-2
.000
-2
0.00
0
-20.
000
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Bet
alin
gsk
ost
en
9.11
51.
373
25
420
10.7
62
10.7
62F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
1.16
8.81
887
.402
985.
118
73.5
9112
.630
2.32
7.55
9
39.7
46
2.36
7.30
5F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
90
7.81
70
1.61
0.51
333
6.65
53.
068
2.85
8.05
4
2.85
8.05
4T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
27.1
25
831
27.9
56
27.9
56C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
1.53
6.89
25.
576
353.
801
4.15
13.
627
1.90
4.04
7
1.90
4.04
7D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r o
verd
rach
ten
41
.412
.677
3.61
4.32
527
.198
.596
4.26
6.99
339
2.10
476
.884
.696
3.04
8.38
311
.702
.239
38.7
1191
.674
.029
Dép
ense
s a
van
t tr
ansf
erts
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 21
.064
.652
2.21
1.74
764
9.50
04.
118
23
.930
.017
23
.930
.017
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
62
.477
.330
5.82
6.07
227
.848
.096
4.27
1.11
139
2.10
410
0.81
4.71
33.
048.
383
11.7
02.2
3938
.711
115.
604.
046
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-1.8
62.6
6123
9.11
80
-113
.056
131
-1.7
36.4
680
00
-1.7
36.4
68S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Co
mp
tes
de
Cap
ital
On
tvan
gst
en
1.71
2.80
0
0
01.
712.
800
00
01.
712.
800
Rec
ette
s
Uit
gav
en
736
00
736
00
073
6D
épen
ses
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
1.
712.
064
00
1.71
2.06
40
00
1.71
2.06
4S
old
e co
mp
tes
de
cap
ital
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -1
50.5
9723
9.11
80
-113
.056
131
-24.
404
00
0-2
4.40
4R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
010
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2010
(
In d
uize
nd E
UR
) (v
ervo
lg)
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
)
TA
BE
L I.2
T
AB
LEA
U I.
2
I. Algemene toelichting I. Exposé général
17
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
39.7
25.4
053.
450.
382
919.
581
3.58
8.90
263
.572
47.7
47.8
42
3.66
0.33
1
51.4
08.1
73C
oti
sati
on
s
Sta
atst
oel
agen
8.
441.
203
1.56
9.40
0
32
8.44
710
.339
.050
3.10
9.65
78.
426.
950
39.3
8721
.915
.044
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
5.94
7.80
71.
292.
356
328.
447
7.56
8.61
03.
109.
657
8.38
6.24
239
.387
19.1
03.8
96D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
2.
493.
396
277.
044
2.
770.
440
2.
770.
440
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue
And
ere
40
.708
40
.708
Aut
res
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
12
.215
.962
1.11
4.81
22.
464.
876
136.
281
15
.931
.932
15
.931
.932
Fin
ance
men
t al
tern
atif
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
1.22
2.97
316
.489
1.00
5.74
426
0.49
02.
410
2.50
8.10
6
2.50
8.10
6R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
46
6.56
20
372
71.9
292.
300
541.
163
54
1.16
3T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
206.
097
25.7
924.
130
104.
877
2.96
534
3.86
1
343.
861
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
743.
662
2.62
839
3.07
010
.620
4.01
01.
153.
989
2.
934
1.
156.
923
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
63
.021
.864
6.17
9.50
24.
787.
773
4.17
3.09
840
3.70
578
.565
.942
3.10
9.65
712
.090
.215
39.3
8793
.805
.201
Rec
ette
s p
rop
res
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 67
1.82
773
.900
24.5
79.3
8412
9.30
2
25.4
54.4
13
25.4
54.4
13T
rans
fert
s en
tre
régi
mes
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
63
.693
.691
6.25
3.40
229
.367
.157
4.30
2.40
040
3.70
510
4.02
0.35
53.
109.
657
12.0
90.2
1539
.387
119.
259.
614
To
tal r
ece
ttes
co
ura
nte
s
(a)
Beg
rotin
g va
n de
Pen
sioe
ndie
nst v
oor
de o
verh
eids
sect
or.
(a)
Bud
get d
u S
ervi
ce d
es P
ensi
ons
du S
ecte
ur p
ublic
.
TA
BE
L I.3
TA
BLE
AU
I.3
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
011
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2011
(
In d
uize
nd E
UR
) (
En
mill
iers
EU
R)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
18
Lo
pen
de
Uit
gav
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
38.9
35.4
083.
628.
156
25.7
98.8
533.
975.
101
383.
408
72.7
20.9
273.
109.
657
12.0
49.1
9339
.387
87.9
19.1
64P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s -3
1.50
0-3
.500
-3
5.00
0
-35.
000
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Wel
vaar
tsaa
np
assi
ng
(1)
27
3.60
033
.100
30
6.70
0
306.
700
Ad
apta
tio
n a
u b
ien
-êtr
e (1
)
Bet
alin
gsk
ost
en
9.11
41.
373
25
420
10.7
61
10.7
61F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
1.17
2.85
890
.225
1.01
8.73
573
.403
12.6
192.
367.
840
41
.022
2.
408.
862
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
91
7.56
70
1.61
0.51
342
0.05
43.
068
2.95
1.20
3
2.95
1.20
3T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
37.6
00
831
38.4
31
38.4
31C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
1.57
2.32
75.
591
200.
056
4.09
13.
627
1.78
5.69
2
1.78
5.69
2D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r o
verd
rach
ten
42
.886
.973
3.75
4.94
528
.628
.157
4.47
2.90
340
3.57
480
.146
.553
3.10
9.65
712
.090
.215
39.3
8795
.385
.812
Dép
ense
s a
van
t tr
ansf
erts
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 22
.314
.567
2.39
6.72
873
9.00
04.
118
25
.454
.413
25
.454
.413
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
65
.201
.541
6.15
1.67
329
.367
.157
4.47
7.02
140
3.57
410
5.60
0.96
63.
109.
657
12.0
90.2
1539
.387
120.
840.
225
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-1.5
07.8
5010
1.72
90
-174
.621
131
-1.5
80.6
100
00
-1.5
80.6
10S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Co
mp
tes
de
Cap
ital
On
tvan
gst
en
1.06
6.10
0
0
01.
066.
100
00
01.
066.
100
Rec
ette
s
Uit
gav
en
761
00
761
00
076
1D
épen
ses
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
1.
065.
339
00
1.06
5.33
90
00
1.06
5.33
9S
old
e co
mp
tes
de
cap
ital
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -4
42.5
1110
1.72
90
-174
.621
131
-515
.271
00
0-5
15.2
71R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
(1)
De
wel
vaar
tsen
velo
ppe
gera
amd
door
het
Pla
nbur
eau
op b
asis
van
de
wet
telij
ke p
aram
eter
s zi
jn h
ier
beho
uden
.E
r is
gee
n re
keni
ng g
ehou
den
(gee
n ci
jfers
bes
chik
baar
mom
ente
el)
met
een
eve
ntue
el o
verlo
opef
fect
van
de
wel
vaar
tsen
velo
ppe
2009
-201
0.
(1)
L’en
velo
ppe
pour
le b
ien-
être
est
imée
par
le B
urea
u du
Pla
n su
r ba
se d
es p
aram
ètre
s lé
gale
s es
t con
serv
ée. I
l n’
est p
as te
nu c
ompt
e (a
ctue
llem
ent p
as d
e ch
iffre
s di
spon
ible
s) d
’un
éven
tuel
dép
asse
men
t de
l’env
elop
pe 2
009-
2010
pré
vue
pour
le b
ien-
être
.
TA
BE
L I.3
T
AB
LEA
U I.
3
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
011
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2011
(
In d
uize
nd E
UR
) (v
ervo
lg)
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
19
2009 2010 2011
Globaal beheer - Werknemers 15.308.614 18.892.101 20.897.263 Gestion globale - Salariés
Algemene Uitgavenbegroting 5.789.547 8.153.912 8.443.553 Budget général des Dépenses
Toelagen globaal beheer 5.787.053 5.854.418 5.947.807 Subventions gestion globale Bijzondere staatstoelage 2.297.144 2.493.396 Subvention de l'Etat spécifique Bijzonder brugpensioen - RVP 2.494 2.350 2.350 Prépension spéciale - ONP
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
9.519.067 10.738.189 12.453.710A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 9.291.666 10.505.103 12.215.962 Financement alternatif Btw - Andere bronnen 7.693.574 8.021.931 8.308.854 TVA - Autres sources Roerende voorheffing 412.153 418.336 425.029 Précompte mobilier Stock options 52.674 47.885 43.097 Stock options Accijnzen tabak 56.833 57.686 58.609 Accises tabac Geneeskundige verzorging 894.346 1.776.451 3.196.221 Soins de santé Andere 182.086 182.814 184.152 Autres
Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 227.401 233.086 237.748 Cotisation spéciale de sécurité sociale
Globaal beheer - Zelfstandigen 2.093.421 2.473.126 2.684.212 Gestion globale - Indépendants
Algemene Uitgavenbegroting 1.257.160 1.527.242 1.569.400 Budget général des Dépenses
Globale staatstoelage (1) 1.257.160 1.272.004 1.292.356 Subvention globale de l'Etat (1)
Bijzondere staatstoelage 255.238 277.044 Subvention de l'Etat spécifique
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
836.261 945.884 1.114.812A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 836.261 945.884 1.114.812 Financement alternatif Btw - Andere bronnen 683.009 701.574 719.717 TVA - Autres sources Roerende voorheffing 45.795 46.482 47.225 Précompte mobilier Stock options 2.327 2.115 1.904 Stock options Accijnzen tabak 14.414 14.421 14.652 Accises tabac Geneeskundige verzorging 86.619 177.132 327.088 Soins de santé Andere 4.098 4.160 4.226 Autres
RIZIV - Geneeskundige verzorging 2.490.577 2.453.450 2.464.876 INAMI - Soins de santé
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
2.490.577 2.453.450 2.464.876A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 2.490.577 2.453.450 2.464.876 Financement alternatif Btw - Andere bronnen 1.656.994 1.609.313 1.609.313 TVA - Autres sources Accijnzen tabak 703.583 714.137 725.563 Accises tabac Andere 130.000 130.000 130.000 Autres
Buiten globaal beheer en DOSZ 455.089 452.268 464.728 Hors gestion globale et OSSOM
Algemene Uitgavenbegroting 319.559 316.977 328.447 Budget général des Dépenses
Staatstoelage DOSZ 319.559 316.977 328.447 Subvention OSSOM
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
135.530 135.291 136.281A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 135.530 135.291 136.281 Financement alternatif Btw 135.530 135.291 136.281 TVA
Totaal overdrachten aan de sociale zekerheid
20.347.701 24.270.945 26.511.080Total des transferts à la sécurité sociale
Evolutie van de overdrachten ten laste vande begroting van de federale overheid aan
de sociale zekerheid 2009-2011
(1) Vanaf 2008: overdracht kleine risico's zelfstandigen inbegrepen.
(1) A partir de 2008: y compris, le transfert petits risques indépendants.
TABEL I.4.1 TABLEAU I.4.1
Evolution des transferts à charge du budget de l'Etat fédéral destinés à la
sécurité sociale 2009-2011(En milliers EUR) (In duizend EUR)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
20
2009 2010 2011
Algemene uitgavenbegroting Budget général des Dépenses
Sociale bijstand (1) 2.948.055 3.048.383 3.109.657 Assistance sociale (1)
Inkomensgarantie voor ouderen 390.253 407.555 420.817 Garantie de revenus aux personnes âgéesTegemoetkomingen aan personen met een handicap
1.744.284 1.733.534 1.781.546 Allocations aux personnes handicapées
Leefloon 548.404 575.629 575.629 Revenu d'intégrationToelagen OCMW's - wet 2 april 1965 265.114 331.665 331.665 Subsides CPAS - loi 2 avril 1965
Pensioenen overheidssector 7.889.536 8.117.659 8.426.950 Pensions secteur public
Andere overdrachten aan de gezinnen 39.099 38.711 39.387 Autres transferts aux ménages
Bijkomende gezinsbijslag 39.099 38.711 39.387 Suppléments allocations familiales
Totaal andere overdrachten 10.876.690 11.204.753 11.575.994 Total autres transferts
Algemeen totaal overdrachten 31.224.391 35.475.698 38.087.074 Total général transferts
(1) De gewaarborgde gezinsbijslag wordt gefinancierd door het globaal beheer voor werknemers.
(1) Les prestations familiales garanties sont financées par la gestion globale des travailleurs salariés.
TABEL I.4.2 TABLEAU I.4.2
Evolutie van de overdrachten aan degezinnen ten laste van de begroting van
de federale overheid 2009-2011 (In duizend EUR) (En milliers EUR)
Evolution des transferts aux ménages à charge du budget
de l'Etat fédéral 2009-2011
I. Algemene toelichting I. Exposé général
21
HOOFDSTUK II CHAPITRE II
HET GLOBAAL BEHEER VOOR WERKNEMERS
LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS SALARIES
1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011
Methodologie Méthodologie
De tabellen van de sociale zekerheid voor werknemers behelzen de takken van het algemene stelsel voor werknemers, mijnwerkers en zeelieden, die gefinancierd worden door het globaal beheer.
Les tableaux de la sécurité sociale des travailleurs salariés reprennent les branches du régime général des travailleurs salariés, des mineurs et des marins qui sont financées par la gestion globale.
In tabellen II.1, II.2 en II.3 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSZ-Globaal beheer voorgesteld.
Les tableaux II.1, II.2 et II.3 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’ONSS-gestion globale.
De kolom RSZ-Globaal beheer vermeldt bovenop de eigen ontvangsten van de RSZ ook de ontvangsten die door de HVKZ en de RSZPPO worden overgedragen aan het globaal beheer.
Dans la colonne ONSS-gestion globale, on retrouve, en plus des recettes propres de l’ONSS, les recettes qui sont transférées par la CSPM et l’ONSSAPL à la gestion globale.
De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór de overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.
Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette dans le total consolidé.
De overdracht van het RSZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de werknemers komt te voorschijn in de rubriek “Externe overdrachten” van het RSZ-Globaal Beheer.
Le transfert de l’ONSS-gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs salariés apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’ONSS-Gestion globale.
De sociale bijdrageverminderingen (RSZ) worden opgenomen in tabel II.4.
Les réductions de cotisations sociales (ONSS) sont reprises dans le tableau II.4.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
23
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
700
93.4
5749
.963
11.0
70
230
155.
420
38.9
48.7
6539
.104
.185
Co
tisa
tio
ns
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
37.3
64.1
1037
.364
.110
Cot
isat
ions
ord
inai
res
(1)
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
700
93.4
5749
.963
11.0
70
230
155.
420
1.58
4.65
51.
740.
075
Cot
isat
ions
spé
cifiq
ues
Sta
atst
oel
agen
365
365
5.78
6.68
85.
787.
053
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.60
4
2.
604
9.28
9.06
29.
291.
666
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
2.
604
2.60
47.
690.
970
7.69
3.57
4T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
41
2.15
341
2.15
3P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
52
.674
52.6
74S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
56.8
3356
.833
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
(2)
89
4.34
689
4.34
6S
oins
de
sant
é (2
)
And
ere
18
2.08
618
2.08
6A
utre
s
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
114.
627
88.7
78
300
48
203.
753
995.
831
1.19
9.58
4R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.44
0
239.
629
33
0.71
3
747
573.
528
294.
392
867.
920
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Toe
kom
stfo
nds
27
5.98
727
5.98
7F
onds
pou
r l'a
veni
r A
nder
e 2.
440
239.
629
330.
713
747
573.
528
18.4
0559
1.93
3A
utre
s
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
250
7.74
414
040
588
01.
000
14
110
.560
190.
835
201.
396
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
8.72
54
456.
680
7.66
2
121.
814
3255
059
5.46
713
3.00
572
8.47
2D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
4.30
219
2.78
850
6.78
325
8.76
688
045
6.43
132
1.71
61.
541.
698
55.6
38.5
7857
.180
.276
Rec
ette
s p
rop
res
RS
Z-G
FB
4.
722.
563
17.9
56.0
424.
213.
973
37.4
5434
2.74
110
.670
.903
3.79
013
.828
37.9
61.2
94
37.9
61.2
94O
NS
S-G
FG
A
nder
e ta
kken
70
70
70.0
1070
.080
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
4.72
2.56
317
.956
.112
4.21
3.97
337
.454
342.
741
10.6
70.9
033.
790
13.8
2837
.961
.364
70.0
1038
.031
.374
Tra
nsf
erts
inte
rne
s
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
4.
846.
865
18.1
48.9
004.
720.
756
296.
220
343.
621
11.1
27.3
343.
822
15.5
4439
.503
.062
55.7
08.5
8895
.211
.650
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.(1
) Y
com
pris
, mod
érat
ion
sala
riale
.
(2)
Initi
eel b
edra
g va
n 94
9.06
3 du
izen
d E
UR
opg
enom
en in
het
KB
van
7.6
.200
9.(2
) Le
mon
tant
initi
al é
tait
de 9
49.0
63 m
illie
rs E
UR
rep
ris d
ans
l'AR
du
7.6.
2009
.
TA
BLE
AU
II.1
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n se
ptem
bre
2009
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
09(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
TA
BE
L II.
1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
09(g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g se
ptem
ber
2009
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
24
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
4.63
8.10
317
.794
.298
4.10
7.59
017
9.07
630
9.48
19.
597.
987
2.91
612
.733
36.6
42.1
84
36.6
42.1
84P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
6.
531
1.56
264
744
0
121
9.19
3
9.19
3F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
177.
035
150.
976
156.
803
19.4
6527
.159
435.
330
800
2.09
696
9.66
415
1.93
01.
121.
594
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
Cen
tral
e in
stel
linge
n 17
.643
134.
707
64.3
6419
.465
27.1
5923
5.38
680
02.
096
501.
620
151.
930
653.
550
Org
anis
mes
cen
trau
x D
iens
ten
derd
en
159.
392
16.2
6992
.439
199.
944
468.
044
46
8.04
4S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
186.
033
855
21.5
90
25.8
38
3123
4.34
720
.910
.488
21.1
44.8
35T
ran
sfer
ts e
xter
nes
R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
20.2
62.1
4220
.262
.142
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
And
ere
18
6.03
385
521
.590
25
.838
31
234.
347
648.
346
882.
693
Aut
res
Intr
estl
aste
n
15
0
15
05.
380
5.53
0C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
23.0
029.
800
453.
946
5.43
26.
541
1.06
7.31
924
682
1.56
6.74
6
1.56
6.74
6D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
4.
838.
140
18.1
47.6
384.
720.
756
226.
210
343.
621
11.1
26.6
243.
752
15.5
4439
.422
.285
21.0
67.7
9860
.490
.082
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
Z-G
FB
70.0
10
70
.010
70
.010
ON
SS
-GF
G
And
ere
takk
en
70
7037
.961
.294
37.9
61.3
64A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
70
.010
70
70.0
8037
.961
.294
38.0
31.3
74T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
4.
838.
140
18.1
47.6
384.
720.
756
296.
220
343.
621
11.1
26.6
243.
822
15.5
4439
.492
.365
59.0
29.0
9298
.521
.456
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
8.72
51.
262
00
071
00
010
.697
-3.3
20.5
03-3
.309
.806
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/ IN
AM
I-In
dR
VP
/O
NP
(*)
RK
W /
ON
AF
TS
FA
O /
FA
TF
BZ
/F
MP
RV
A /
ON
Em
M
ijnw
-In
v /
Min
-In
vZ
eelie
den
/M
arin
s S
ub
tota
al /
So
us-
tota
lR
SZ
-GF
B /
ON
SS
-GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
0
0R
ecet
tes
Uit
gav
en
71
0
71
044
71.
157
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-710
-710
-447
-1.1
57S
old
e co
mp
tes
de
cap
ital
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 8.
725
1.26
20
00
00
09.
987
-3.3
20.9
50-3
.310
.963
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n se
ptem
bre
2009
) (s
uite
)
TA
BLE
AU
II.1
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
09(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
TA
BE
L II.
1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
09(g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g se
ptem
ber
2009
) (v
ervo
lg)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
25
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
700
103.
012
47.9
947.
950
23
015
9.88
638
.581
.003
38.7
40.8
89C
oti
sati
on
s G
ewon
e bi
jdra
gen
(1)
37
.018
.116
37.0
18.1
16C
otis
atio
ns o
rdin
aire
s (1
)
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
700
103.
012
47.9
947.
950
23
015
9.88
61.
586.
662
1.74
6.54
8C
otis
atio
ns s
péci
fique
s R
eger
ings
maa
treg
elen
-23.
775
-23.
775
Mes
ures
de
gouv
erne
men
t
Sta
atst
oel
agen
321
321
8.15
1.24
18.
151.
562
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
32
1
32
15.
854.
097
5.85
4.41
8D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
2.29
7.14
42.
297.
144
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.64
7
2.
647
10.5
02.4
5610
.505
.103
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
2.
647
2.64
78.
019.
284
8.02
1.93
1T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
41
8.33
641
8.33
6P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
47
.885
47.8
85S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
57.6
8657
.686
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
776.
451
1.77
6.45
1S
oins
de
sant
é
And
ere
18
2.81
418
2.81
4A
utre
s
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
111.
512
89.0
78
300
48
200.
938
1.00
0.69
71.
201.
635
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.26
0
250.
417
23
8.47
0
756
491.
903
601.
995
1.09
3.89
8T
ran
sfer
ts e
xter
nes
T
oeko
mst
fond
s
269.
550
269.
550
Fon
ds p
our
l'ave
nir
Bijd
rage
beg
rotin
gsdo
elst
ellin
g S
Z
315.
000
315.
000
Con
trib
. obj
ectif
bud
géta
ire S
S
And
ere
2.26
025
0.41
723
8.47
075
649
1.90
317
.445
509.
348
Aut
res
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
250
7.30
014
040
072
21.
000
80
9.89
217
9.52
118
9.41
3R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
8.75
03
457.
901
7.60
6
122.
224
3248
359
6.99
913
5.17
073
2.16
9D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
1.21
220
1.97
450
6.03
526
6.37
372
236
4.64
132
1.59
61.
462.
585
59.1
52.0
8460
.614
.669
Rec
ette
s p
rop
res
RS
Z-G
FB
5.
080.
663
18.3
45.6
524.
260.
001
40.8
4631
6.02
611
.200
.039
3.57
915
.162
39.2
43.9
68
39.2
43.9
68O
NS
S-G
FG
A
nder
e ta
kken
40
40
68.0
0068
.040
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
5.08
0.66
318
.345
.692
4.26
0.00
140
.846
316.
026
11.2
00.0
393.
579
15.1
6239
.244
.008
68.0
0039
.312
.008
Tra
nsf
erts
inte
rne
s
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
5.
201.
875
18.5
47.6
664.
766.
036
307.
218
316.
748
11.5
64.6
803.
611
16.7
5940
.706
.593
59.2
20.0
8499
.926
.677
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.(1
) Y
com
pris
, mod
érat
ion
sala
riale
.
TA
BLE
AU
II.2
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
10
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
10(g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
26
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
4.98
3.21
018
.155
.731
4.14
3.29
818
8.90
528
2.36
910
.011
.899
2.83
512
.664
37.7
80.9
11
37.7
80.9
11P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s
-1
8.00
0
-18.
000
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Bet
alin
gsk
ost
en
6.
650
1.56
245
244
0
101
9.11
5
9.11
5F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
191.
622
148.
840
166.
109
20.3
8427
.398
452.
404
710
3.37
41.
010.
841
157.
977
1.16
8.81
8F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
18.7
8213
7.57
170
.682
20.3
8427
.398
244.
003
710
3.37
452
2.90
415
7.97
768
0.88
1O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
17
2.84
011
.269
95.4
27
20
8.40
1
48
7.93
7
487.
937
Ser
vice
s tie
rs
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
226.
125
909
26.3
82
64.0
67
3131
7.51
421
.654
.955
21.9
72.4
69T
ran
sfer
ts e
xter
nes
R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
20.9
50.1
3620
.950
.136
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
And
ere
22
6.12
590
926
.382
64
.067
31
317.
514
704.
819
1.02
2.33
3A
utre
s
Intr
estl
aste
n
12
5
12
527
.000
27.1
25C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
27.0
439.
900
454.
158
3.09
56.
541
1.03
5.44
916
689
1.53
6.89
2
1.53
6.89
2D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
5.
201.
875
18.5
47.2
464.
766.
036
239.
218
316.
748
11.5
63.9
443.
571
16.7
5940
.637
.397
21.8
39.9
3262
.477
.330
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
Z-G
FB
68.0
00
68
.000
68
.000
ON
SS
-GF
G
And
ere
takk
en
40
4039
.243
.968
39.2
44.0
08A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
68
.000
40
68.0
4039
.243
.968
39.3
12.0
08T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
5.
201.
875
18.5
47.2
464.
766.
036
307.
218
316.
748
11.5
63.9
443.
611
16.7
5940
.705
.437
61.0
83.9
0010
1.78
9.33
8T
ota
l dép
ense
s co
ura
nte
s
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
042
00
00
736
00
1.15
6-1
.863
.817
-1.8
62.6
61S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/ IN
AM
I-In
dR
VP
/O
NP
(*)
RK
W /
ON
AF
TS
FA
O /
FA
TF
BZ
/F
MP
RV
A /
ON
Em
M
ijnw
-In
v /
Min
-In
vZ
eelie
den
/M
arin
s S
ub
tota
al /
So
us-
tota
lR
SZ
-GF
B /
ON
SS
-GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
1.
712.
800
1.71
2.80
0R
ecet
tes
Uit
gav
en
73
6
73
6
736
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-736
-736
1.71
2.80
01.
712.
064
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
420
00
00
00
420
-151
.017
-150
.597
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
)
TA
BLE
AU
II.2
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
10
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
10
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
) (
In d
uize
nd E
UR
) (v
ervo
lg)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
27
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
700
103.
283
47.0
257.
950
23
015
9.18
839
.566
.217
39.7
25.4
05C
oti
sati
on
s G
ewon
e bi
jdra
gen
(1)
37
.920
.592
37.9
20.5
92C
otis
atio
ns o
rdin
aire
s (1
)
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
700
103.
283
47.0
257.
950
23
015
9.18
81.
599.
475
1.75
8.66
3C
otis
atio
ns s
péci
fique
s R
eger
ings
maa
treg
elen
46.1
5046
.150
Mes
ures
de
gouv
erne
men
t
Sta
atst
oel
agen
289
289
8.44
0.91
48.
441.
203
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
28
9
28
95.
947.
518
5.94
7.80
7D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
2.49
3.39
62.
493.
396
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.68
5
2.
685
12.2
13.2
7712
.215
.962
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
2.
685
2.68
58.
306.
169
8.30
8.85
4T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
42
5.02
942
5.02
9P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
43
.097
43.0
97S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
58.6
0958
.609
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
3.
196.
221
3.19
6.22
1S
oins
de
sant
é
And
ere
18
4.15
218
4.15
2A
utre
s
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
111.
399
89.0
78
300
48
200.
825
1.02
2.14
81.
222.
973
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.01
4
252.
291
14
2.42
6
768
397.
499
740.
890
1.13
8.38
9T
ran
sfer
ts e
xter
nes
T
oeko
mst
fond
s
260.
100
260.
100
Fon
ds p
our
l'ave
nir
Bijd
rage
beg
rotin
gsdo
elst
ellin
g S
Z
405.
000
405.
000
Con
trib
. obj
ectif
bud
géta
ire S
S
And
ere
2.01
425
2.29
114
2.42
676
839
7.49
975
.790
473.
289
Aut
res
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
250
7.78
214
040
072
21.
000
80
10.3
7419
5.72
320
6.09
7R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
8.75
02
466.
149
7.60
6
122.
327
2948
360
5.34
613
8.31
674
3.66
2D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
1.09
920
2.44
851
3.31
426
8.24
772
226
8.73
829
1.60
81.
376.
205
62.3
17.4
8663
.693
.691
Rec
ette
s p
rop
res
RS
Z-G
FB
5.
377.
943
19.1
78.2
554.
406.
779
42.9
0329
1.32
211
.470
.530
3.33
514
.835
40.7
54.4
01
40.7
54.4
01O
NS
S-G
FG
A
nder
e ta
kken
36
36
62.0
0062
.036
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
5.37
7.94
319
.178
.291
4.40
6.77
942
.903
291.
322
11.4
70.5
303.
335
14.8
3540
.754
.437
62.0
0040
.816
.437
Tra
nsf
erts
inte
rne
s
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
5.
499.
042
19.3
80.7
394.
920.
093
311.
150
292.
044
11.7
39.2
683.
364
16.4
4342
.130
.642
62.3
79.4
8610
4.51
0.12
9T
ota
l rec
ette
s co
ura
nte
s
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.(1
) Y
com
pris
, mod
érat
ion
sala
riale
.
TA
BLE
AU
II.3
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
11
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
3
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
11
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
) (
In d
uize
nd E
UR
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
28
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
5.23
8.34
618
.885
.155
4.24
7.92
819
4.42
825
5.16
510
.098
.812
2.59
512
.979
38.9
35.4
08
38.9
35.4
08P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s
-3
1.50
0
-31.
500
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Wel
vaar
tsaa
np
assi
ng
(2)
34.2
0011
0.80
041
.900
3.80
02.
500
80.4
00
27
3.60
0
273.
600
Ad
apta
tio
n a
u b
ien
-êtr
e (2
)
Bet
alin
gsk
ost
en
6.
650
1.56
245
244
0
91
9.11
4
9.11
4F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
198.
389
148.
516
165.
432
20.7
9727
.398
451.
781
710
2.73
11.
015.
755
157.
103
1.17
2.85
8F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
18.2
1013
7.24
767
.872
20.7
9727
.398
242.
838
710
2.73
151
7.80
415
7.10
367
4.90
7O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
18
0.17
911
.269
97.5
60
20
8.94
3
49
7.95
1
497.
951
Ser
vice
s tie
rs
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
219.
010
909
26.5
77
45.8
07
3129
2.33
422
.939
.800
23.2
32.1
35T
ran
sfer
ts e
xter
nes
R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
22.1
85.3
6522
.185
.365
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
And
ere
21
9.01
090
926
.577
45
.807
31
292.
334
754.
435
1.04
6.76
9A
utre
s
Intr
estl
aste
n
10
0
10
037
.500
37.6
00C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
28.1
079.
900
462.
362
3.09
56.
541
1.06
1.60
714
700
1.57
2.32
7
1.57
2.32
7D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
5.
499.
042
19.3
80.0
314.
920.
093
249.
150
292.
044
11.7
38.5
073.
328
16.4
4342
.067
.137
23.1
34.4
0365
.201
.541
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
Z-G
FB
62.0
00
62
.000
62
.000
ON
SS
-GF
G
And
ere
takk
en
36
3640
.754
.401
40.7
54.4
37A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
62
.000
36
62.0
3640
.754
.401
40.8
16.4
37T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
5.
499.
042
19.3
80.0
314.
920.
093
311.
150
292.
044
11.7
38.5
073.
364
16.4
4342
.129
.173
63.8
88.8
0510
6.01
7.97
8T
ota
l dép
ense
s co
ura
nte
s
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
070
80
00
761
00
1.46
9-1
.509
.319
-1.5
07.8
50S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/ IN
AM
I-In
dR
VP
/O
NP
(*)
RK
W /
ON
AF
TS
FA
O /
FA
TF
BZ
/F
MP
RV
A /
ON
Em
M
ijnw
-In
v /
Min
-In
vZ
eelie
den
/M
arin
s S
ub
tota
al /
So
us-
tota
lR
SZ
-GF
B /
ON
SS
-GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
1.
066.
100
1.06
6.10
0R
ecet
tes
Uit
gav
en
76
1
76
1
761
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-761
-761
1.06
6.10
01.
065.
339
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
708
00
00
00
708
-443
.219
-442
.511
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(2)
De
wel
vaar
tsen
velo
ppe
gera
amd
door
het
Pla
nbur
eau
op b
asis
van
de
wet
telij
ke p
aram
eter
s zi
jn h
ier
beho
uden
. E
r is
gee
n re
keni
ng g
ehou
den
(gee
n ci
jfers
bes
chik
baar
mom
ente
el)
met
een
eve
ntue
el o
verlo
opef
fect
van
de
wel
vaar
tsen
velo
ppe
2009
-201
0.
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
)
TA
BLE
AU
II.3
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
11
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
3
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
11
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
) (
In d
uize
nd E
UR
) (v
ervo
lg)
(2)
L’en
velo
ppe
pour
le b
ien-
être
est
imée
par
le B
urea
u du
Pla
n su
r ba
se d
es p
aram
ètre
s lé
gale
s es
t con
serv
ée. I
l n’e
st p
as
tenu
com
pte
(act
uelle
men
t pas
de
chiff
res
disp
onib
les)
d’u
n év
entu
el d
épas
sem
ent d
e l’e
nvel
oppe
200
9-20
10 p
révu
e po
ur le
bi
en-ê
tre.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
29
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011
2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011
Volgens de economische begroting van het INR van september 2009 wordt de groei van het bbp in reële termen voor 2009 op -3,10 %, voor 2010 op 0,4 % en voor 2011 op 1,90% geraamd. De groeivoet van de gezondheidsindex zou voor 2009, 2010 en 2011 respektievelijk 0,6 %, 1,2 % en 1,6 % bedragen. In overeenstemming met de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de huidige spilindex (112,72) overschreden worden in december 2010. De volgende spilindex (114,97) wordt niet overschreden in 2011.
Selon le budget économique de l’ICN de septembre 2009, la croissance du PIB en termes réels est estimée pour 2009 à -3,10 %, pour 2010 à 0,4 % et pour 2011 à 1,90 %. Le taux de croissance de l’indice santé devrait atteindre pour 2009, 2010 et 2011 respectivement 0,6 %, 1,2 % et 1,6 %. Selon les prévisions mensuelles de l’indice santé, l’indice pivot actuel (112,72) serait dépassé en décembre 2010. Le prochain indice pivot (114,97) ne sera pas dépassé en 2011.
De RSZ gaat uit van de volgende hypothesen voor de loonmassa van de privésector:
L’ONSS part des hypothèses suivantes pour la masse salariale du secteur privé :
2010 2011
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire(*)
Aanpassing (september 09) /
Adaptation (septembre 09)
Initieel /Initial
Initieel /Initial
Bbp in volume -1,70 % -3,10 % 0,40 % 1,90 % PIB en volume
Loonmassa 1,92 % -1,11 % 0,08 % 3,20 % Masse salariale
Indexering Indexation
Reële loonstijging Hausse réelle des salaires
Tewerkstelling (VTE) -1,68 % -3,37 % -0,85 % 1,20 % Emploi (ETP)
Uitbreiding toepassingsgebied Extension champ d'application
Bron: RSZ Source: ONSS
2009
2,00 %
(*) Cf Introduction générale. Les chiffres sont basés sur le budget économique de septembre 2009.
(*) Cf. Algemene inleiding. De cijfers zijn gebaseerd op de economische begroting van september 2009.
0,93 %3,60 % 2,26 %
2009 2009
Het globale saldo bedraagt -3.310.963 duizend EUR in vergelijking met -2.002.593 duizend EUR bij de aanpassing van de begroting in maart 2009. Deze daling is het resultaat van een daling van de ontvangsten met 481.668 duizend EUR en een stijging van de uitgaven met 826.702 duizend EUR.
Le solde global s’élève à -3.310.963 milliers EUR par rapport à -2.002.593 milliers EUR lors de l’adaptation du budget en mars 2009. Cette baisse est le résultat d’une diminution des recettes de 481.668 milliers EUR et d’une augmentation des dépenses de 826.702 milliers EUR.
Ontvangsten Recettes
Het totaal van de bijdragen voor de RSZ daalt met 381.021 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Wat de inhoud van de rubrieken betreft, wordt de loonmatigingsbijdrage, die vroeger
Le total des cotisations à l’ONSS diminue de 381.021 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. En ce qui concerne le contenu des rubriques, la cotisation de modération salariale qui auparavant était
I. Algemene toelichting I. Exposé général
30
afzonderlijk werd vermeld, mee opgenomen in de gewone bijdragen. Op dezelfde wijze wordt de loonmatigingsbijdrage op het dubbel vakantiegeld ook bij de gewone bijdragen opgenomen.
mentionnée séparément, est incluse dans les cotisations ordinaires. De même, la cotisation de modération salariale sur le double pécule de vacances se retrouve aussi dans les cotisations ordinaires.
De Staatstoelage bedraagt 5.787.053 duizend EUR.
La subvention de l’Etat s’élève à 5.787.053 milliers EUR.
De alternatieve financiering daalt met 239.787 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 omwille van voornamelijk de volgende redenen:
Le financement alternatif diminue de 239.787 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, et ce pour les raisons principales suivantes:
Het basisbedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de werknemers daalt met 59.149 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 262.660 duizend EUR.
Le montant de base des recettes de TVA affecté aux travailleurs salariés diminue de 59.149 milliers EUR. Il s’agit de la conséquence d’une baisse des recettes de TVA de 262.660 milliers EUR.
Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 54.717 duizend EUR door een herschikking van de groeivoeten binnen de geneeskundige verzorging.
Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 54.717 milliers EUR en raison d’un ajustement du taux de croissance des soins de santé.
Het bedrag bestemd voor de dienstencheques daalt met 30.970 duizend EUR.
Le montant destiné aux titres-services diminue de 30.970 milliers EUR.
Het bedrag bestemd voor de start- en stagebonus daalt met 10.172 duizend EUR door lagere uitgaven.
Le montant destiné au bonus de démarrage et de stage diminue de 10.172 milliers EUR, suite à des dépenses moins élevées.
Het bedrag bestemd voor de tijdelijke werkloosheid stijgt met 20.212 duizend EUR door hogere uitgaven.
Le montant destiné au chômage temporaire augmente de 20.212 milliers EUR, suite à des dépenses plus élevées.
De ontvangsten uit roerende voorheffing liggen 6.914 duizend EUR lager dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2009.
Les recettes provenant du précompte mobilier sont inférieures de 6.914 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.
De toegewezen ontvangsten liggen 26.957 duizend EUR hoger dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2009. Het betreffen de ontvangsten komende van de werkgeversbijdragen op prepensioenen binnen de RVP en de bijzondere bijdrage sociale zekerheid binnen de RSZ. Deze toegewezen ontvangsten stijgen respectievelijk met 16.650 duizend EUR en met 10.307 duizend EUR.
Les recettes affectées sont supérieures de 26.957 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Il s’agit des recettes provenant des cotisations patronales sur les prépensions à l’ONP et de la cotisation spéciale de sécurité sociale à l’ONSS. Ces recettes affectées augmentent respectivement de 16.650 milliers EUR et de 10.307 milliers EUR.
Om de toekomstige kost van de geneeskundige verzorging als gevolg van de vergrijzing op te vangen, wordt in 2009 een bijkomende storting van 306.652 duizend EUR voor het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Afin de faire face au coût futur des soins de santé consécutif au vieillissement, un versement supplémentaire de 306.652 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2009. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
31
Voor de externe overdrachten is er een stijging van 78.435 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Dit komt voornamelijk doordat de overdracht vanwege het Fonds Sluiting Ondernemingen stijgt met 77.892 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.
Dans les transferts externes, on enregistre une augmentation de 78.435 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Cette augmentation est principalement due au fait que le transfert en provenance du Fonds de Fermeture des Entreprises augmente de 77.892 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.
Er is een daling van de opbrengsten van beleggingen bij de RSZ met 36.150 duizend EUR. De intresten afkomstig van het thesauriebeheer en van de portefeuille dalen respectievelijk met 17.975 duizend EUR en 11.172 duizend EUR. Daarnaast genereert het toekomstfonds 7.797 duizend EUR minder aan interesten. Hiervan ligt 7.003 duizend EUR ten laste van het globaal beheer der werknemers.
On observe une diminution de 36.150 milliers EUR des revenus de placement au sein de l’ONSS. Les intérêts de la gestion de la trésorerie et du portefeuille diminuent respectivement de 17.975 milliers EUR et de 11.172 milliers EUR. En outre, le Fonds pour l’avenir des soins de santé génère 7.797 milliers EUR d’intérêts en moins. De ce montant, 7.003 milliers EUR sont à charge de la gestion globale des travailleurs salariés.
De diverse ontvangsten kennen een stijging van 97.114 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Bij de RKW nemen de ontvangsten voor verrichtingen van derden toe met 62.014 duizend EUR. Eenzelfde beweging vindt plaats bij de uitgaven met betrekking tot de diensten voor derden. Bij de RSZ stijgen de ontvangsten betreffende de bijdrage “niet recurrente resultaatsgebonden voordelen” met 38.668 duizend EUR en dalen de ontvangsten vanuit de opslagen en verwijlinteresten met 9.719 duizend EUR. Binnen het RIZIV-uitkeringen is er een bijkomende ontvangst betreffende de chronisch zieken van 4.675 duizend EUR.
Les recettes diverses connaissent une augmentation de 97.114 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. A l’ONAFTS, les recettes concernant les opérations pour tiers augmentent de 62.014 milliers EUR. Le même mouvement se produit en ce qui concerne les dépenses relatives aux services pour tiers. A l’ONSS, les recettes concernant la cotisation « Avantages non récurrents liés aux résultats » augmentent de 38.668 milliers EUR et les recettes provenant des majorations et des intérêts de retard diminuent de 9.719 milliers EUR. A l’INAMI-Indemnités on enregistre une recette supplémentaire concernant les malades chroniques de 4.675 milliers EUR.
Uitgaven Dépenses
De sociale prestaties stijgen met 321.643 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 tot 36.642.184 duizend EUR. De stijging dient voornamelijk gezocht te worden bij de RVA (+198.447 duizend EUR), het RIZIV-Uitkeringen (+97.148 duizend EUR) en de RKW (+26.169 duizend EUR).
Les prestations sociales augmentent de 321.643 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009 pour atteindre 36.642.184 milliers EUR. Cette augmentation provient principalement de l’ONEm (+198.447 milliers EUR), de l’INAMI-Indemnités (+97.148 milliers EUR) et de l’ONAFTS (+26.169 milliers EUR).
Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgen de beheerskosten met 21.684 duizend EUR. Het betreft voornamelijk stijgingen binnen de RVA (+14.197 duizend EUR), het FAO (+6.502 duizend EUR), de RKW (4.640 duizend EUR) en de RVP (+3.098 duizend EUR). De RSZ kent
Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, les frais de gestion augmentent de 21.684 milliers EUR. Il s’agit essentiellement d’augmentations à l’ONEM (+14.197 milliers EUR), au FAT (+6.502 milliers EUR), à l’ONAFTS (4.640 milliers EUR) et à l’ONP (+3.098 milliers EUR). L’ONSS enregistre une
I. Algemene toelichting I. Exposé général
32
een daling van de beheerskosten van 7.041 duizend EUR.
diminution des frais de gestion de 7.041 milliers EUR.
Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging (20.262.142 duizend EUR) met 408.247 duizend EUR.
Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, le transfert vers les soins de santé (20.262.142 milliers EUR) augmente de 408.247 milliers EUR.
Daarnaast daalt de externe overdracht betreffende de bijzondere toewijzing “tewerkstelling binnen non-profitsector” met 8.300 duizend EUR.
En outre, les transferts externes concernant l’affectation spéciale « emploi dans le secteur non marchand » diminuent de 8.300 milliers EUR.
De diverse uitgaven wijzigen voornamelijk binnen de RKW en de RVA. De stijging van de uitgaven binnen de RKW (+61.111 duizend EUR) hangt samen met de stijging van de diverse ontvangsten binnen de RKW. Binnen de RVA is er een stijging van de diverse ontvangsten met 14.648 duizend EUR ten opzichte van de begrotingsaanpassing van maart 2009. De uitgaven voor de tussenkomsten in het integratieparcours (+7.421 duizend EUR) en voor de dienstencheques (+9.411 duizend EUR) veroorzaken grotendeels deze evolutie.
Les dépenses diverses subissent des modifications essentiellement à l’ONAFTS et à l’ONEM. L’augmentation des dépenses à l’ONAFTS (+61.111 milliers EUR) est liée à l’augmentation des recettes diverses à l’ONAFTS. A l’ONEM, on enregistre une augmentation des recettes diverses de 14.648 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget de mars 2009. Les dépenses consacrées aux interventions dans le parcours d’intégration (+7.421 milliers EUR) et aux titres-services (+9.411 milliers EUR) sont en grande partie responsables de cette évolution.
Tot slot stort de RSZ het resterend bedrag van 447 duizend EUR afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.
Finalement, l’ONSS verse un montant restant de 447 milliers EUR en provenance du Fonds provisionnel médicaments vers l’INAMI-Soins de santé.
We merken op dat kapitaalverrichtingen het ESR-saldo niet beïnvloeden. Dit wordt enkel beïnvloed door de lopende verrichtingen.
Notons que les opérations de capital n’influencent pas le solde SEC, celui-ci étant déterminé uniquement par les opérations courantes.
Resultaat Résultat
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, bedragen voor 2009, 37.961.294 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 34.640.344 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSZ-Globaal beheer -3.320.950 duizend EUR in 2009.
Au total, les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, s’élèvent pour 2009 à 37.961.294 milliers EUR. Comme les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres de l’ONSS et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 34.640.344 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -3.320.950 milliers EUR en 2009.
Het saldo van het RIZIV-Uitkeringen is het resultaat van de afsluiting van de rekening 2007.
Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat de la clôture des comptes de 2007.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
33
Het positieve saldo bij de RVP vertegenwoordigt het bedrag bestemd voor het pensioenfonds betreffende de 2de pijler.
Le solde positif de l’ONP représente le montant destiné au fonds de pension du 2ème pilier.
2010 2010
Ontvangsten Recettes
De eigen lopende ontvangsten bedragen 60.614.669 duizend EUR, hetzij een verhoging van 6,01 % ten opzichte van 2009.
Le total des recettes courantes propres s’élève à 60.614.669 milliers EUR, soit une augmentation de 6,01 % par rapport à 2009.
Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden ze beïnvloed door volgende beslissingen:
Outre l’évolution de la masse salariale, elles sont influencées par les décisions suivantes :
Een bijkomend bedrag van 20.950 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de uitvoering van de maatregelen genomen in het Actieplan 2009-2010 voor de fraudebestrijding (“plan-Devlies”), het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten en de verhoogde strijd tegen zwartwerk.
Un montant supplémentaire de 20.950 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, une modification de l’article 22 quater de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, grâce à laquelle la police peut également constater le travail au noir, une modification légale dans le cadre de l’E-PV, un ancrage légal du document F33, la mise à exécution des mesures du Pan d’action 2009-2010 pour la lutte contre la fraude (“plan Devlies”), la création d’une cellule mixte de soutien composée des forces de police et des services d’inspection sociale ainsi que l’intensification de la lutte contre le travail au noir.
Met ingang van 1 januari 2010 worden voor de nieuwe bruggepensioneerden en “pseudo-bruggepensioneerden“ de hoofdelijke werkgeversbijdragen geharmoniseerd en vervangen door een verhoogde procentuele werkgeversbijdrage. Deze maatregel brengt 3.900 duizend EUR op in 2010.
A compter du 1er janvier 2010, pour les nouveaux prépensionnés et les cotisations patronales capitatives, les allocations solidaires mensuelles seront harmonisées et remplacées par une cotisation patronale majorée exprimée en pourcentage. Cette mesure rapportera 3.900 milliers EUR en 2010.
Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, wordt een specifieke bijdrage van 0,02 % ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage zal 15.000 duizend EUR opbrengen.
Pour couvrir les dépenses résultant du phénomène de sous-déclaration des accidents du travail qui occasionne un transfert de charges indu vers le secteur maladie-invalidité, donc à charge de la gestion globale, alors qu’il devrait être pris en charge par le secteur accidents du travail, une cotisation spécifique à charge des employeurs de 0,02 % est créée. Cette cotisation rapportera 15.000 milliers EUR.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
34
Naast de hiervoor afgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kennen deze ook een verlaging van 63.625 duizend EUR. Dit tengevolge van de verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract), de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van het voorstel van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.
Les cotisations sociales connaissent, outre les augmentations visées ci-dessus, une baisse de 63.625 milliers EUR. Ceci est dû à la prolongation des trois mesures de crise prises (réduction du temps de travail, crédit-temps et suspension partielle de l’exécution du contrat de travail), à la diminution des cotisations pour les travailleurs de moins de 19 ans, à la réduction structurelle plus élevée des cotisations sur les bas salaires au-déla de la proposition des partenaires sociaux, à la diminution des cotisations pour les tuteurs dans les entreprises et à une réduction des cotisations sociales dans le cadre des formations pour les travailleurs ou futurs travailleurs.
Een bijkomende staatstoelage van 2.297.144 duizend EUR wordt voorzien in 2010.
Une subvention supplémentaire de l’Etat de 2.297.144 milliers EUR est prévue en 2010.
De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers wordt ten gevolge de beslissingen (cf. punt 3) die genomen zijn in het kader van de dienstencheques, verminderd met 40.700 duizend EUR.
Suite aux décisions (cf. point 3) qui ont été prises dans le cadre des titres-services, le financement alternatif de la gestion globale des travailleurs salariés est réduit de 40.700 milliers EUR.
De mogelijke verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract) heeft tot gevolg dat de overdracht van het FSO naar de RVA wordt verhoogd met 22.900 duizend EUR.
La prolongation possible des trois mesures de crise prises (réduction du temps de travail, crédit-temps et suspension partielle de l’exécution du contrat de travail) a pour effet d’augmenter de 22.900 milliers EUR le transfert du FFE vers l’ONEm.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die is vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2010 38.459 duizend EUR aan interesten genereren. Hiervan wordt 90 % toegewezen aan het globaal beheer voor werknemers.
Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2010, 38.459 milliers EUR d’intérêts, dont 90 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs salariés.
De Federale Staat leent –zonder interest- in 2010 een bedrag van 1.712.800 duizend EUR aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.
L’Etat fédéral prête –sans intérêts- à la sécurité sociale des travailleurs salariés un montant de 1.712.800 milliers EUR en 2010. Le capital emprunté est remboursé par la sécurité sociale des travailleurs salariés sur 20 ans, en tranches annuelles égales, à partir de 2012.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
35
Uitgaven Dépenses
Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 62.477.330 duizend EUR, of een stijging met 3,29 % ten opzichte van 2009.
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 62.477.330 milliers EUR, soit une augmentation de 3,29 % par rapport à 2009.
De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.
L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.
De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 7.591 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.
Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 7.591 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.
In overleg met de sector wordt een systeem van elektronische registratie van de aanwezigheid op de werven ingevoerd dat tegelijk de C32A kaart inzake tijdelijke werkloosheid in de bouw zal vervangen. Deze registratie vergt een investering van 3.000 duizend EUR ten laste van de werkingskosten van de RSZ in 2010.
En concertation avec le secteur, un système d’enregistrement électronique des présences sur les chantiers sera instauré, qui remplacera en même temps la carte C32A en matière de chômage temporaire dans la construction. Cet enregistrement exige un investissement de 3.000 milliers EUR à charge des frais de fonctionnement de l’ONSS en 2010.
De individuele pensioenrekening van de werknemers werd aanvankelijk beheerd door de ASLK. Ingevolge de privatisering van deze instelling werd het bijhouden van deze rekening overdragen aan een publiek-private vzw. CIMIRE waarin de bank Fortis een uitvoerende rol heeft tegen betaling waarvan de nadere regels zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Het einde van dit protocol levert vanaf 2010 een terugkerende besparing op van 5.000 duizend EUR voor de opdrachtenbegroting van de Rijksdienst voor pensioenen.
Le compte individuel de pension des travailleurs salariés était initialement géré par la CGER. Suite à la privatisation de celle-ci, la mission de tenue de ce compte a été transférée à une ASBL publique-privée CIMIRE au sein de laquelle la banque Fortis joue un rôle d’exécution moyennant un payement dont les modalités découlent d’un protocole de collaboration. La fin de ce protocole entraîne une économie récurrente à partir de 2010 de 5.000 milliers EUR sur le budget de mission de l’Office national des Pensions.
De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 2.604 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.
A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 2.604 milliers EUR sont provisoirement attribués à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.
De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel op
La réduction des cotisations patronales “Maribel social”, qui est actuellement fixée à 365
I. Algemene toelichting I. Exposé général
36
365EUR/trimester/werknemer zal vanaf 1 januari 2010 verhoogd worden tot 374EUR/trimester/werknemer. Deze maatregel zal 42.660 duizend EUR kosten in 2010. Hiervan wordt 23.360 duizend EUR toegewezen aan de RSZ. Het overige deel wordt toegewezen aan de RSZPPO.
EUR/trimestre/travailleur, sera majorée à partir du 1er janvier 2010 pour atteindre 374 EUR/trimestre/travailleur. Cette mesure coûtera 42.660 milliers EUR en 2010. De ce montant, 23.360 milliers EUR seront attribués à l’ONSS. La partie restante sera attribuée à l’ONSSAPL.
De bijdrage van de RSZ voor het opleidingsfonds dienstencheques zal in 2010 uitzonderlijk verminderd worden met 2.000 duizend EUR.
L’affectation de l’ONSS au fonds de formation titres-services sera exceptionnellement diminuée de 2.000 milliers EUR en 2010.
Het publiek dat een beroep kan doen op de starterslening van het Participatiefonds zal worden uitgebreid tot de personen ingeschreven in een tewerkstellingscel en tot de niet-tewerkgestelde werkzoekenden ingeschreven sedert 1 dag bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een bijkomend budget van 1.000 duizend EUR in 2010 is voorzien voor de begeleiding van deze nieuwe doelgroepen door het Fonds.
Le public pouvant recourir au prêt lancement du Fonds de Participation sera étendu aux personnes inscrits dans une cellule pour l’emploi et aux demandeurs d’emploi inoccupés inscrits depuis 1 jour au service régional de l’emploi. Un budget de 1 .000 milliers EUR supplémentaire en 2010 est prévu afin de permettre l’accompagnement par le Fonds de ces nouveaux publics.
Resultaat Résultat
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2009 geraamd op 39.243.968 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 39.092.952 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -151.017 duizend EUR in 2010.
Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 39.243.968 milliers EUR pour 2009. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 39.092.952 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -151.017 milliers EUR en 2010.
Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 420 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.
En outre, l’ONP a un solde positif de 420 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.
2011 2011 Ontvangsten Recettes De eigen lopende ontvangsten bedragen 63.693.691 duizend EUR, hetzij een verhoging van 5,08 % ten opzichte van 2010.
Le total des recettes courantes propres s’élève à 63.693.691 milliers EUR, soit une augmentation de 5,08 % par rapport à 2010.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
37
Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden ze beïnvloed door volgende beslissingen:
Outre l’évolution de la masse salariale, elles sont influencées par les décisions suivantes:
Een bijkomend bedrag van 70.150 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de kruising van de databanken SIGEDIS en RSZ, de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de elektronische registratie van de aanwezigheid op werven, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten en de verhoogde strijd tegen zwartwerk.
Un montant supplémentaire de 70.150 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: le croisement des banques de données SIGEDIS et ONSS, l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, une modification de l’article 22 quater de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, grâce à laquelle la police peut également constater le travail au noir, une modification légale dans le cadre de l’E-PV, un ancrage légal du document F33, l’enregistrement électronique de la présence sur les chantiers, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, la création d’une cellule mixte de soutien composée des forces de police et des services d’inspection sociale ainsi que l’intensification de la lutte contre le travail au noir.
Met ingang van 1 januari 2010 worden voor de nieuwe bruggepensioneerden en “pseudo-bruggepensioneerden“ de hoofdelijke werkgeversbijdragen geharmoniseerd en vervangen door een verhoogde procentuele werkgeversbijdrage. Deze maatregel brengt 12.000 duizend EUR op.
A compter du 1er janvier 2010, pour les nouveaux prépensionnés et les « pseudo-prépensionnés », les cotisations patronales capitatives seront harmonisées et remplacées par une cotisation patronale majorée exprimée en pourcentage. Cette mesure rapportera 12.000 milliers EUR.
Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, wordt een specifieke bijdrage van 0,02% ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage zal 15.000 duizend EUR opbrengen.
Pour couvrir les dépenses résultant du phénomène de sous-déclaration des accidents du travail qui occasionne un transfert de charges indu vers le secteur maladie-invalidité, donc à charge de la gestion globale, alors qu’il devrait être pris en charge par le secteur accidents du travail, une cotisation spécifique à charge des employeurs de 0,02% est crée. Cette cotisation rapportera 15.000 milliers EUR.
De regering heeft beslist het grensbedrag S1 van artikel 331 van de programmawet van 24/12/2002 vanaf 01/01/2011 jaarlijks te indexeren. Ze zal de Nationale Arbeidsraad daartoe vooraf raadplegen. De ontvangst van deze maatregel wordt geraamd op 3.000 duizend EUR in 2011.
Le gouvernement a décidé d’indexer annuellement la borne S1 de l’article 331 de la loi programme du 24/12/2002 à partir du 01/01/2011. Il consultera préalablement le Conseil national du travail à ce sujet. La recette estimée de cette mesure est de 3.000 milliers EUR en 2011.
Naast de hier voorafgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kennen deze ook een verlaging van 54.000 duizend EUR. Dit tengevolge van de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van een beslissing van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren
Les cotisations sociales connaissent, outre les augmentations visées ci-dessus, une baisse de 54.000 milliers EUR. Ceci est dû à la diminution des cotisations pour les travailleurs de moins de 19 ans, à la réduction structurelle plus élevée des cotisations sur les bas salaires au-dèla d’une décision des partenaires sociaux, à la diminution des cotisations pour les tuteurs dans les entreprises et à une réduction des cotisations
I. Algemene toelichting I. Exposé général
38
in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.
sociales dans le cadre des formations pour les travailleurs ou futurs travailleurs.
Een bijkomende staatstoelage van 2.493.396 duizend EUR wordt voorzien in 2011.
Une subvention supplémentaire de l’Etat de 2.493.396 milliers EUR est prévue en 2011.
De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers wordt ten gevolge de beslissingen (cf. punt 3) die genomen zijn in het kader van de dienstencheques en de PWA’s, verminderd met 55.700 duizend EUR.
Suite aux décisions (cf. point 3) qui ont été prises dans le cadre des titres-services et des ALE, le financement alternatif de la gestion globale des travailleurs salariés est réduit de 55.700 milliers EUR.
Van de reserves voor betaald educatief verlof in de RVA-begroting, wordt 30 miljoen EUR afgenomen in 2011 en dit door een vermindering van de alternatieve financiering betaald educatief verlof 2011 van 45.992 duizend EUR naar 15.992 duizend EUR.
Des réserves pour le congé-éducation payé prévues dans le budget de l’ONEm, 30 millions EUR seront prélevés en 2011, et ce grâce à une diminution du financement alternatif congé-éducation payé 2011 de 45.992 milliers EUR pour atteindre 15.992 milliers EUR.
Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981 3.196.221 duizend EUR.
En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’ONSS en vertu de l’article 24, § 1quater de la loi du 29 juin 1981 s’élève à 3.196.221 milliers EUR.
Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40 § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément aux dispositions contenues dans l’article 40 § 1 de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
De reserves van de PWA, afdeling dienstencheques sui generis, worden verminderd met 55.200 duizend EUR in 2011 (one-shot operatie berekend op basis van hun balans op 31.12.2008) dit bedrag zou gedurende het eerste trimester van 2011 door de PWA gestort moeten worden aan de RSZ.
Les réserves des ALE, section sui generis titres-services, seront diminuées de 55.200 duizend EUR en 2011 (opération one-shot calculé sur base de leur bilan au 31.12.2008). Ce montant devra être versé par les ALE à la gestion globale de l’ONSS durant le premier trimestre 2011.
De reserves van de PWA, traditionele afdeling, worden in 2011 verminderd met 4.000 duizend EUR (one-shot operatie berekend op basis van hun balans op 31.12.2008). Dit bedrag zou gedurende het eerste trimester van 2011 door de PWA gestort moeten worden aan de RSZ.
Les réserves des ALE, section traditionnelle, seront diminuées de 4.000 milliers EUR en 2011 (opération one-shot calculé sur base de leur bilan au 31.12.2008). Ce montant devra être versé par les ALE à la gestion globale de l’ONSS durant le premier trimestre 2011.
Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2011 49.416 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 90 % toegewezen aan het globaal beheer voor werknemers. .
Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2011, 49.416 milliers EUR d’intérêts, dont 90 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs salariés.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
39
De federale Staat leent -zonder interest- in 2011 een bedrag van 1.066.100 duizend EUR aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.
L’Etat fédéral prête –sans intérêts- à la sécurité sociale des travailleurs salariés un montant de 1.066.100 milliers EUR en 2011. Le capital emprunté est remboursé par la sécurité sociale des travailleurs salariés sur 20 ans, en tranches annuelles égales, à partir de 2012
Uitgaven Dépenses Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 65.201.541 duizend EUR, of een stijging met 4,36 % ten opzichte van 2010.
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 65.201.541 milliers EUR, soit une augmentation de 4,36 % par rapport à 2010.
De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.
L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.
De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 7.591 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.
Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 7.591 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.
De individuele pensioenrekening van de werknemers werd aanvankelijk beheerd door de ASLK. Ingevolge de privatisering van deze instelling werd het bijhouden van deze rekening overdragen aan een publiek-private V.Z.W. CIMIRE waarin de bank Fortis een uitvoerende rol heeft tegen betaling waarvan de nadere regels zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Het einde van dit protocol levert vanaf 2010 een terugkerende besparing op van 5.000 duizend EUR voor de opdrachtenbegroting van de Rijksdienst voor pensioenen.
Le compte individuel de pension des travailleurs salariés était initialement géré par la CGER. Suite à la privatisation de celle-ci, la mission de tenue de ce compte a été transférée à une A.S.B.L. publique-privée CIMIRE au sein de laquelle la banque Fortis joue un rôle d’exécution moyennant un payement dont les modalités découlent d’un protocole de collaboration. La fin de ce protocole entraîne une économie récurrente à partir de 2010 de 5.000 milliers EUR sur le budget de mission de l’Office national des Pensions.
De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 2.604 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.
A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 2.604 milliers EUR sont provisoirement attribués à l’INAMI-Indemnités relevant de le gestion globale des travailleurs salariés.
De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel 365 EUR / trimester / werknemer zal vanaf 1 januari 2010 verhoogd worden tot 374 EUR / trimester / werknemer en tot 378 EUR/ trimester / jaar
La réduction des cotisations patronales “Maribel social”, qui est actuellement fixée à 365 EUR / trimestre / travailleur, sera majorée à partir du 1er janvier 2010 pour atteindre 374 EUR / trimestre / travailleur et à partir du 1er janvier
I. Algemene toelichting I. Exposé général
40
vanaf 1 januari 2011. Deze maatregel zal 85.100 duizend EUR kosten in 2011. Hiervan wordt 46.600 duizend EUR toegewezen aan de RSZ. Het overige deel wordt toegewezen aan de RSZPPO.
2011 pour atteindre 378 EUR / trimestre / travailleur. Cette mesure coûtera 85.100 milliers EUR en 2011. De ce montant, 46.600 milliers EUR seront attribués à l’ONSS. La partie restante sera attribuée à l’ONSSAPL.
De bijdrage van de RSZ voor het opleidingsfonds dienstencheques zal in 2011 uitzonderlijk verminderd worden met 2.000 duizend EUR.
L’affectation de l’ONSS au fonds de formation titres-services sera exceptionnellement diminuée de 2.000 milliers EUR en 2011.
Het publiek dat een beroep kan doen op de starterslening van het Participatiefonds zal worden uitgebreid tot de personen ingeschreven in een tewerkstellingscel en tot de niet-tewerkgestelde werkzoekenden ingeschreven sedert 1 dag bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een bijkomend budget van 2.000 duizend EUR in 2011 is voorzien voor de begeleiding van deze nieuwe doelgroepen door het Fonds.
Le public pouvant recourir au prêt lancement du Fonds de Participation sera étendu aux personnes inscrites dans une cellule pour l’emploi et aux demandeurs d’emploi inoccupés inscrits depuis 1 jour au service régional de l’emploi. Un budget de 2.000 milliers EUR supplémentaire en 2011 est prévu afin de permettre l’accompagnement par le Fonds de ces nouveaux publics.
Resultaat Résultat De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 40.745.401 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 40.311.183 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -443.219 duizend EUR in 2009.
Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 40.745.401 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 40.311.183 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -443.219 milliers EUR en 2011.
Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 708 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.
En outre, l’ONP a un solde positif de 708 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
41
2010 2011
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
Aanpasing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)
Initieel /Initial
Initieel /Initial
Bijzondere toewijzingen 536.506 537.055 547.581 558.294 Affectations spéciales
Sociale Maribel 457.951 458.500 468.400 477.800 Maribel social
Wetenschappelijke Maribel 33.555 33.555 33.555 34.170 Maribel scientifique
Jongerenbonus (non profit) 45.000 45.000 45.626 46.324 Bonus jeunes (non-marchand)
Vermindering patronale bijdragen 5.334.613 5.091.077 4.999.908 5.003.683 Réductions cotisations patronales
In uitdoving (1) 0 581 En voie d'extinction (1)
Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren 1.710 1.655 1.686 1.691 Jeunes en difficulté de réinsertion
Wetenschappelijk onderzoek 9.510 14.367 13.550 14.000 Recherche scientifique
Gesubsidieerde contractuelen 240.300 240.300 239.800 234.500 Contractuels subventionnés
Baggeraars, sleepvaart 2.580 2.721 2.790 2.820 Dragueurs, remorquage
Loonmatiging universiteiten 64.582 70.859 72.985 73.520 Modération salariale universités
Statuut kunstenaars 13.200 13.345 13.350 13.360 Statut artistes
Onthaalmoeders 14.780 14.489 14.500 14.250 Gardiennes d'enfants
Doelgroepen 129.888 707.801 661.984 656.615 Groupes-cibles
Herstructurering 6.502 9.056 9.744 5.385 Restructuration
Arbeidsduurvermindering 9.467 20.360 6.982 7.015 Réduction du temps de travail
Eerste aanwervingen 113.919 108.884 105.578 107.483 Premiers engagements
Risicogroepen 32.460 40.328 37.024 35.807 Groupes risque
Activering 204 199 190 189 Activation
WEP/DSP 10.299 10.687 11.204 11.480 WEP/DSP
SINE 18.581 21.427 20.182 20.915 SINE
Doelgroepen "overgangsperiode" 620.181 Groupes-cibles "période de transition"
Jonge werknemers 111.168 95.719 89.716 Jeunes travailleurs
Langdurig werkzoekenden 152.552 146.783 151.757 Chômeurs de longue durée
Ouderenbonus 134.338 136.738 136.888 Bonus travailleurs âgés
Oudere werknemers 171.443 160.440 158.371 Travailleurs âgés
Structurele bijdragenverminderingen 4.176.133 3.952.102 3.910.458 3.924.330 Réductions structurelles cotisations
Hoge lonen 457.771 450.469 475.278 Hauts salaires
Lage lonen 269.289 245.888 211.779 Bas salaires
Forfait 3.449.073 3.952.102 3.214.101 3.237.273 Forfait
Diversen 205 216 205 206 Divers
Vermindering persoonlijke bijdragen 704.746 715.129 654.447 669.220 Réductions cotisations personnelles
Algemeen (werkbonus inbegrepen) 702.993 713.949 653.444 668.267 Ordinaire (y compris bonus-emploi)
Baggeraars, sleepvaart 153 149 153 153 Dragueurs, remorquage
Herstructurering 1.600 1.031 850 800 Restructuration
TOTAAL 6.575.865 6.343.261 6.201.935 6.231.197 TOTAL
(1) Remplacé par groupe-cibles à partir du 1er janvier 2004.
2009
TABLEAU II.4
Réductions de cotisations sociales - ONSS2009-2011
(En milliers d'euros)
(1) Is vanaf 1 januari 2004 vervangen door doelgroepen.
TABEL II.4
Sociale bijdragenverminderingen - RSZ 2009-2011
(In duizend euro)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
42
3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 3 Évolution des prestations 2009-2011
Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen II.5 en II.6. De evolutie van de indexering van de prestaties wordt in tabel II.7 voorgesteld. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel II.8.
Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux II.5 et II.6. L’évolution de l’indexation des prestations apparaît au tableau II.7. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau II.8.
2010 2010
In 2010 zal het totaal van de sociale prestaties 37.762.911 duizend EUR bedragen, hetzij 3,06 % meer dan in 2009.
En 2010, le total des prestations sociales atteindra 37.762.911milliers EUR, soit 3,06 % de plus qu’en 2009.
Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 9.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.
Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 9.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.
De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 9.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.
La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 9.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.
Pensioenen Pensions
Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2010 een mindere uitgave van 22.486 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.
Dans les dernières évaluations de l’Office national des pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2010 à une moindre dépense de 22.486 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
43
Beroepsziekten Maladies professionnelles
Vanaf 1 januari 2010 wordt de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau, ...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel vanaf 2010: 13.000 duizend EUR.
Dès le 1er janvier 2010, la rente des personnes atteintes d'une maladie professionnelle sera à nouveau majorée du pourcentage qui correspond à leurs facteurs socioéconomiques (leur capacité économique, âge, scolarité, ...) qu'ils perdent actuellement à l'âge de 65 ans. Coût de la mesure à partir de 2010: 13.000 milliers EUR.
Werkloosheid Chômage
De mogelijke verlenging van de anti-crisismaatregelen brengt binnen het kader van de tijdelijke werkloosheid een extra uitgave van 75.025 duizend EUR met zich mee in 2010
Dans le cadre du chômage temporaire, la prolongation possible des mesures anticrise entraîne une dépense supplémentaire de 75.025 milliers EUR en 2010.
Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere en werklozen ouder dan 45 jaar stijgen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 24.000 duizend EUR.
Suite aux mesures prises dans le cadre de l’activation des jeunes chômeurs et des chômeurs âgés de plus de 45 ans, les dépenses relatives au chômage augmentent de 24.000 milliers EUR.
Tengevolge de maatregelen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers stijgen de prestaties met 8.000 duizend EUR.
Suite aux mesures prises dans le cadre des formations pour les travailleurs ou les futurs travailleurs, les prestations augmentent de 8.000 milliers EUR.
De strijd tegen de fraude in de sector van de dienstencheques wordt opgevoerd. Dit o.a. aan de hand van twee specifieke maatregelen: de elektronische kruising van gegevens van de dienstenchequebedrijven met gegevens van de fiscus en de aanpak van misbruik voor dienstencheques ter vervanging van bestaande jobs. Dit zorgt voor een minderuitgave van 5.000 duizend EUR.
La lutte contre la fraude dans le secteur des titres-services est intensifiée, et ce au moyen de deux mesures spécifiques: le croisement électronique des données des entreprises titres-services avec les données fiscales et la lutte contre les abus en matière de titres-services au détriment de la création d’emplois. Ceci entraîne une dépense moindre de 5.000 milliers EUR.
Met ingang van 1 januari 2010 wordt het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betreft niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel levert een besparing op van 33.000 duizend EUR in 2010
A compter du 1er janvier 2010, le nombre maximal de titres-services par utilisateur et par année est fixé à 500 titres. Cette mesure ne concerne pas les exceptions actuelles prévues dans l’AR, pour lesquelles le plafond de titres par utilisateur et par année reste fixé à 2.000 titres. Cette mesure permet de réaliser une économie de 33.000 milliers EUR en 2010
Het budget voorzien voor het invoeren van een sociale dienstencheque wordt met 700 duizend EUR verminderd in 2010.
Le budget prévu pour la création d’un titre-service social est diminué de 700 milliers EUR en 2010.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
44
Het voorziene project tot instelling van een mobiliteitspremie of een taalopleidingspremie wordt niet uitgevoerd. Deze maatregel brengt een besparing van 10.000 duizend EUR met zich mee in 2010.
Le projet prévu visant à instaurer une prime de mobilité ou une prime de formation linguistique ne sera pas exécuté. Cette mesure entraîne une économie de 10.000 milliers EUR en 2010.
Tijdskrediet en loopbaanonderbreking Crédit-temps et interruption de carrière
De kruising van de Dimona databank met de databank tijdskrediet zal 10.000 duizend EUR aan minder prestaties opleveren in 2010.
Le croisement de la banque de données Dimona avec la banque de données crédit-temps permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010.
Met ingang van 1 januari 2010 wordt in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar. Opbrengst: 14.520 duizend EUR in 2010.
A compter du 1er janvier 2010, dans le cadre du crédit-temps partiel (1/5 ou 1/2), l’âge auquel on a droit à des allocations majorées passe de 50 ans à 51 ans. Recettes: 14.520 milliers EUR en 2010.
Met ingang van 1 januari 2010 wordt de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer. Opbrengst 14.740 duizend EUR in 2010.
A compter du 1er janvier 2010, la condition d’ancienneté pour avoir accès au crédit-temps (secteur privé), à l’exception des congés thématiques, passe de 1 an à 2 ans d’ancienneté chez l’employeur du travailleur concerné. Recettes : 14.740 milliers EUR en 2010.
De mogelijke verlenging van de anti-crisismaatregelen brengt binnen het kader van het tijdskrediet een extra uitgave van 18.250 duizend EUR met zich mee in 2010.
Dans le cadre du crédit-temps, la prolongation possible des mesures anticrise entraîne une dépense supplémentaire de 18.250 milliers EUR en 2010.
2011 2011
In 2011 zal het totaal van de sociale prestaties 39.177.508 duizend EUR bedragen, hetzij 3,75% meer dan in 2010.
En 2011, le total des prestations sociales atteindra 39.177.508 milliers EUR, soit 3,75% de plus qu’en 2010.
Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 20.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 18.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.
Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 20.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 18.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
45
De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 15.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 13.500 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.
La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 15.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 13.500 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.
Pensioenen Pensions
Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2011 een mindere uitgave van 22.936 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.
Dans les dernières évaluations de l’Office national des pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2011 à une moindre dépense de 22.936 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.
Beroepsziekten Maladies professionnelles
Vanaf 1 januari 2010 wordt de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau,...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel in 2011: 13.000 duizend EUR.
Dès le 1er janvier 2010, la rente des personnes atteintes d'une maladie professionnelle sera à nouveau majorée du pourcentage qui correspond à leurs facteurs socioéconomiques (leur capacité économique, âge, scolarité,...) qu'ils perdent actuellement à l'âge de 65 ans. Coût de la mesure en 2011: 13.000 milliers EUR.
Werkloosheid Chômage
Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere werklozen en oudere dan 45 jaar stijgen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 48.000 duizend EUR.
Suite aux mesures prises dans le cadre de l’activation des jeunes chômeurs et des chômeurs âgés de plus de 45 ans, les dépenses relatives au chômage augmentent de 48.000 milliers EUR.
Tengevolge de maatregelen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers stijgen de prestaties met 15.000 duizend EUR.
Suite aux mesures prises dans le cadre des formations pour les travailleurs ou les futurs travailleurs, les prestations augmentent de 15.000 milliers EUR.
De strijd tegen de fraude in de sector van de dienstencheques wordt opgevoerd. Dit o.a. aan de hand van twee specifieke maatregelen: de elektronische kruising van gegevens van de dienstenchequebedrijven met gegevens van de fiscus en de aanpak van misbruik voor dienstencheques ter vervanging van bestaande
La lutte contre la fraude dans le secteur des titres-services est intensifiée, et ce au moyen de deux mesures spécifiques: le croisement électronique des données des entreprises titres-services avec les données fiscales et la lutte contre les abus en matière de titres-services au détriment de la création d’emplois. Ceci
I. Algemene toelichting I. Exposé général
46
jobs. Dit zorgt voor een minderuitgave van 15.000 duizend EUR.
entraîne une dépense moindre de 15.000 milliers EUR.
Met ingang van 1 januari 2010 wordt het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betreft niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel levert een besparing op van 34.000 duizend EUR in 2011.
A compter du 1er janvier 2010, le nombre maximal de titres-services par utilisateur et par année est fixé à 500 titres. Cette mesure ne concerne pas les exceptions actuelles prévues dans l’AR, pour lesquelles le plafond de titres par utilisateur et par année reste fixé à 2.000 titres. Cette mesure permet de réaliser une économie de 34.000 milliers EUR en 2011.
Het budget voorzien voor het invoeren van een sociale dienstencheque wordt met 700 duizend EUR verminderd in 2011.
Le budget prévu pour la création d’un titre-service social est diminué de 700 milliers EUR en 2011.
Het voorziene project tot instelling van een mobiliteitspremie of een taalopleidingspremie wordt niet uitgevoerd. Deze maatregel brengt een besparing van 10.000 duizend EUR met zich mee in 2011.
Le projet prévu visant à instaurer une prime de mobilité ou une prime de formation linguistique ne sera pas exécuté. Cette mesure entraîne une économie de 10.000 milliers EUR en 2011.
Tijdskrediet en loopbaanonderbreking Crédit-temps et interruption de carrière
De kruising van de dimona databank met de databank tijdskrediet zal 10.000 duizend EUR aan minder prestaties opleveren in 2011.
Le croisement de la banque de données Dimona avec la banque de données crédit-temps permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2011.
Met ingang van 1 januari 2010 wordt in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar. Opbrengst: 14.520 duizend EUR in 2011.
A compter du 1er janvier 2010, dans le cadre du crédit-temps partiel (1/5 ou 1/2), l’âge auquel on a droit à des allocations majorées passe de 50 ans à 51 ans. Recettes: 14.520 milliers EUR en 2011.
Met ingang van 1 januari 2010 wordt de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer. Opbrengst 14.740 duizend EUR in 2011.
A compter du 1er janvier 2010, la condition d’ancienneté pour avoir accès au crédit-temps (secteur privé), à l’exception des congés thématiques, passe de 1 an à 2 ans d’ancienneté chez l’employeur du travailleur concerné. Recettes : 14.740 milliers EUR en 2011.
Inzake loopbaanonderbreking (alle openbare overheden) zullen stappen gezet worden in de richting van een harmonisatie van dit regime met dat van het tijdskrediet (private sector). Daartoe zal overlegd worden met de betrokken sociale partners en overheden. Per saldo zal deze harmonisatie-operatie een besparing opleveren van 10.000 duizend EUR vanaf 2011.
En matière d’interruption de carrière (tous les niveaux de pouvoir), on progressera sur la voie d’une harmonisation de ce régime avec celui du crédit-temps (secteur privé). A cette fin, des concertations seront organisées avec les partenaires sociaux concernés et les autorités. Cette opération d’harmonisation engendrera, en fin de compte, une économie de 10.000 milliers EUR à compter de 2011.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
47
201
0 2
011
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g(s
ept.
200
9) /
Ad
apta
tio
n(s
ept.
200
9)
(II)
Init
ieel
/In
itia
lIn
itie
el /
Init
ial
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
E
n %
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
E
n %
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
E
n %
RIZ
IV-U
itker
inge
n 4.
540.
955
4.63
8.10
34.
983.
210
5.23
8.34
697
.148
2,14
%34
5.10
77,
44 %
255.
136
5,12
%IN
AM
I-In
dem
nité
s R
VP
(1)
17.7
94.2
9817
.794
.298
18.1
55.7
3118
.885
.155
00,
00 %
361.
433
2,03
%72
9.42
44,
02 %
ON
P (1
)
RK
W
4.08
1.42
14.
107.
590
4.14
3.29
84.
247.
928
26.1
690,
64 %
35.7
080,
87 %
104.
630
2,53
%O
NA
FT
S
FA
O
179.
076
179.
076
188.
905
194.
428
00,
00 %
9.82
95,
49 %
5.52
32,
92 %
FA
T
FB
Z
309.
481
309.
481
282.
369
255.
165
00,
00 %
-27.
112
-8,7
6 %
-27.
204
-9,6
3 %
FM
P
RV
A-W
erkl
oosh
eid
7.13
1.65
57.
335.
509
7.72
7.27
87.
760.
979
203.
854
2,86
%39
1.76
95,
34 %
33.7
010,
44 %
ON
Em
-Chô
mag
e
RV
A-B
rugp
ensi
oene
n 1.
543.
237
1.50
7.92
81.
542.
453
1.58
8.91
6-3
5.30
9-2
,29
%34
.525
2,29
%46
.463
3,01
%O
NE
m-P
répe
nsio
ns
RV
A-L
oopb
aano
nder
brek
ing
724.
648
754.
550
742.
168
748.
917
29.9
024,
13 %
-12.
382
-1,6
4 %
6.74
90,
91 %
ON
Em
-Int
erru
ptio
n de
car
rière
Su
bto
taal
36
.304
.771
36.6
26.5
3537
.765
.412
38.9
19.8
3432
1.76
40,
89 %
1.13
8.87
73,
11 %
1.15
4.42
23,
06 %
So
us-
tota
l
Mijn
wer
kers
-Inv
alid
iteit
2.91
62.
916
2.83
52.
595
00,
00 %
-81
-2,7
8 %
-240
-8,4
7 %
Min
eurs
-Inv
alid
ité
HV
KZ
-ZIV
10
.255
10.1
3410
.223
10.3
86-1
21-1
,18
%89
0,88
%16
31,
60 %
CS
PM
-AM
I
Poo
l der
Zee
liede
n-W
erkl
oosh
eid
2.60
02.
600
2.44
12.
593
00,
00 %
-159
-6,1
1 %
152
6,23
%P
ool d
es M
arin
s-C
hôm
age
TO
TA
AL
36
.320
.542
36.6
42.1
8437
.780
.911
38.9
35.4
0832
1.64
30,
89 %
1.13
8.72
73,
11 %
1.15
4.49
73,
06 %
TO
TA
L
Onv
erde
elde
pre
stat
ies
-18.
000
-31.
500
-18.
000
-1
3.50
075
,00
%P
rest
atio
ns n
on-r
épar
ti
Wel
vaar
tsaa
npas
sing
(2)
27
3.60
0
27
3.60
0
Ada
ptat
ion
au b
ien-
être
(2)
AA
NG
EP
AS
T T
OT
AA
L
36.3
20.5
4236
.642
.184
37.7
62.9
1139
.177
.508
321.
643
0,89
%1.
120.
727
3,06
%1.
414.
597
3,75
%T
OT
AL
AJU
ST
E
(1)
Van
af 2
008:
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(1
) A
par
tir d
e 20
08: y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
200
9 2
011
/ 201
0
(2)
De
wel
vaar
tsen
velo
ppe
gera
amd
door
het
Pla
nbur
eau
op b
asis
van
de
wet
telij
ke p
aram
eter
s zi
jn h
ier
beho
uden
. Er
is
geen
rek
enin
g ge
houd
en (
geen
cijf
ers
besc
hikb
aar
mom
ente
el)
met
een
eve
ntue
el o
verlo
opef
fect
van
de
wel
vaar
tsen
velo
ppe
2009
-201
0.
(2)
L’en
velo
ppe
pour
le b
ien-
être
est
imée
par
le B
urea
u du
Pla
n su
r la
bas
e de
s pa
ram
ètre
s lé
gale
s es
t con
serv
ée. I
l n’
est p
as te
nu c
ompt
e (a
ctue
llem
ent p
as d
e ch
iffre
s di
spon
ible
s) d
’un
éven
tuel
dép
asse
men
t de
l’env
elop
pe 2
009-
2010
pr
évue
pou
r le
bie
n-êt
re.
TA
BE
L II.
5
Pre
stat
ies
van
het
ste
lsel
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
09-2
011
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
(In
dui
zend
EU
R)
201
0 / 2
009
2009
(II)
/ (I
)
TA
BLE
AU
II.5
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Pre
stat
ion
s d
u r
égim
e d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
09-2
011
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
48
2010 2011
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire(I)
Aanpassing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)
(II)
Initieel / Initial
Initieel / Initial
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In % / En %
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In % / En %
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In % / En %
RIZIV-Uitkeringen (vergoede dagen) 113.122.359 115.307.225 121.176.770 125.054.718 2.184.866 1,93 % 5.869.545 5,09 % 3.877.948 3,20 % INAMI-Indemnités (jours indemnisés)
Primaire arbeidsongeschiktheid 29.533.898 29.863.895 31.231.985 31.775.112 329.997 1,12 % 1.368.090 4,58 % 543.127 1,74 % Incapacité primaire
Invaliditeit 74.527.528 76.036.200 79.095.264 82.018.656 1.508.672 2,02 % 3.059.064 4,02 % 2.923.392 3,70 % Invalidité
Moederschap 8.644.508 8.959.515 10.369.695 10.750.920 315.007 3,64 % 1.410.180 15,74 % 381.225 3,68 % Maternité
Vaderschap 416.425 447.615 479.826 510.030 31.190 7,49 % 32.211 7,20 % 30.204 6,29 % Paternité
RVP-Repartitie (jaargemiddelde) 3.612.380 3.612.380 3.631.620 3.673.845 0 0,00 % 19.240 0,53 % 42.225 1,16 % ONP-Répartition (moyenne annuelle)
Rustpensioenen 1.423.300 1.423.300 1.435.620 1.462.045 0 0,00 % 12.320 0,87 % 26.425 1,84 % Pensions de retraite
Overlevingspensioenen 486.295 486.295 482.710 479.410 0 0,00 % -3.585 -0,74 % -3.300 -0,68 % Pensions de survie
Vakantiegeld 1.641.795 1.641.795 1.655.240 1.677.050 0 0,00 % 13.445 0,82 % 21.810 1,32 % Pécule de vacances
Verwarmingstoelage 60.990 60.990 58.050 55.340 0 0,00 % -2.940 -4,82 % -2.710 -4,67 % Allocation de chauffage
RVP-Kapitalisatie (jaargemiddelde) 668.300 668.300 617.805 571.970 0 0,00 % -50.495 -7,56 % -45.835 -7,42 % ONP-Capitalisation (moyenne annuelle)
RKW (rechtgevende kinderen) 2.065.265 2.078.708 2.112.732 2.110.498 13.443 0,65 % 34.024 1,64 % -2.234 -0,11 % ONAFTS (enfants bénéficiaires)
Nationale verdeling 1.932.086 1.944.827 1.965.198 1.973.390 12.741 0,66 % 20.371 1,05 % 8.192 0,42 % Répartition nationale
Gewaarborgde gezinsbijslag 14.549 15.251 15.351 15.492 702 4,83 % 100 0,66 % 141 0,92 % Prestations familiales garanties
Tijdelijke leerkrachten 15.598 15.598 15.105 15.105 0 0,00 % -493 -3,16 % 0 0,00 % Enseignants temporaires
Kraamgeld 102.704 102.704 116.854 106.287 0 0,00 % 14.150 13,78 % -10.567 -9,04 % Allocations de naissance
Adoptiepremie 328 328 224 224 0 0,00 % -104 -31,71 % 0 0,00 % Primes d'adoption
Jaarlijkse toeslag 0-5j 556.803 554.771 566.000 568.784 -2.032 -0,36 % 11.229 2,02 % 2.784 0,49 % Supplément annuel 0-5a
Jaarlijkse toeslag 6-11j 535.996 535.252 534.868 536.495 -744 -0,14 % -384 -0,07 % 1.627 0,30 % Supplément annuel 6-11a
Jaarlijkse toeslag 12-17j 545.930 545.757 540.311 541.543 -173 -0,03 % -5.446 -1,00 % 1.232 0,23 % Supplément annuel 12-17a
Jaarlijkse toeslag 18-24j 291.493 292.004 307.862 310.927 511 0,18 % 15.858 5,43 % 3.065 1,00 % Supplément annuel 18-24a
+ 25 jarigen 16.399 15.546 15.546 16.399 -853 -5,20 % 0 0,00 % + 25 ans
FAO (gerechtigden) 138.565 139.110 140.836 143.668 545 0,39 % 1.726 1,24 % 2.832 2,01 % FAT (bénéficiaires)
FBZ (aantal uitkeringen) 77.950 77.950 73.125 70.100 0 0,00 % -4.825 -6,19 % -3.025 -4,14 % FMP (nombre d'indemnités)
RVA (jaargemiddelde fysieke eenheden) 1.320.860 1.329.723 1.352.217 1.328.962 11.113 0,84 % 20.244 1,52 % -23.255 -1,72 %
ONEm (moyenne annuelle des unités physiques)
Werkloosheid 956.360 957.905 967.582 941.327 3.795 0,40 % 7.427 0,78 % -26.255 -2,71 % Chômage
Volledige werkloosheid 675.316 662.900 737.300 753.600 -12.416 -1,84 % 74.400 11,22 % 16.300 2,21 % Chômage complet
Tijdelijke werkloosheid 198.894 222.357 158.984 118.321 23.463 11,80 % -63.373 -28,50 % -40.663 -25,58 % Chômage temporaire
Activeringsprogramma's 72.500 65.090 61.490 59.598 -7.410 -10,22 % -3.600 -5,53 % -1.892 -3,08 % Programmes d'activation
Jeugdvakantie 3.340 3.500 3.500 3.500 160 4,79 % 0 0,00 % 0 0,00 % Vacances des jeunes
Seniorvakantie 160 160 160 160 0 0,00 % 0 0,00 % 0 0,00 % Vacances des séniors
Onthaalouders 3.900 3.898 3.898 3.898 -2 -0,05 % 0 0,00 % 0 0,00 % Gardiennes d'enfants
Overgang zwaar naar licht werk 2.250 2.250 2.250 2.250 0 0,00 % 0 0,00 % 0 0,00 % Conversion de travail lourd à léger
Brugpensioenen 121.700 118.618 121.335 122.535 -3.082 -2,53 % 2.717 2,29 % 1.200 0,99 % Prépensions
Loopbaanonderbreking 120.200 122.300 123.400 126.100 2.100 1,75 % 1.100 0,90 % 2.700 2,19 % Interruption de carrière
Tijdskredieten 122.600 130.900 139.900 139.000 8.300 6,77 % 9.000 6,88 % -900 -0,64 % Crédit-temps
Mijnwerkers-Invaliditeit (gevallen) Mineurs-Invalidité (cas)
Invaliditeitspensioen 207 207 189 170 0 0,00 % -18 -8,70 % -19 -10,05 % Pension d'invalidité
Pensioencomplement 207 207 189 170 0 0,00 % -18 -8,70 % -19 -10,05 % Complément de pension
Verwarmingstoelage 207 207 189 170 0 0,00 % -18 -8,70 % -19 -10,05 % Allocation de chauffage
HVKZ-ZIV (vergoede dagen in primaire ongeschiktheid en invaliditeit) 47.120 47.120 47.120 47.120 0 0,00 % 0 0,00 % 0 0,00 %
CSPM-AMI (jours indemnisés en incapacité primaire et invalidité)
Pool der Zeelieden-Werkloosheid (1)
(vergoede dagen voor werkloosheid, brugpensioenen, begeleidingsplan en beroepsopleiding)
54.804 54.804 49.546 50.585 0 0,00 % -5.258 -9,59 % 1.039 2,10 %
Pool des Marins-Chômage (2)
(jours indemnisés en chômage, prépensions, plan d'accompagnement et formation professionnelle)
(1) Tijdelijke werkloosheid niet inbegrepen. (1) Non compris, le chômage temporaire.
2010 / 20092009 (II) / (I) 2009 2011 / 2010
TABLEAU II.6
Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés 2009-2011
(hormis soins de santé)
TABEL II.6
Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers 2009-2011
(geneeskundige verzorging uitgezonderd)
Spilindex / Indice pivot (1996 = 100)
Spilindex / Indice pivot (2004 = 100)
Gemiddelde spilindex /
Indice pivot moyen
(1996 = 100)
Gemiddelde spilindex /
Indice pivot moyen
(2004 = 100)
Jaarlijkse toename /
Accroissement annuel
(*)
2009: - 125,73 110,51 125,73 110,51 2,15 % 2009: -
2010: - 125,73 110,51 125,73 110,51 0,00 % 2010: -
2011: januari 128,24 112,72 128,24 112,72 2,00 % 2011: janvier
(*) Van de gemiddelde spilindex. | (*) De l'indice pivot moyen.
TABEL II.7 TABLEAU II.7
Indexering van de prestaties 2009-2011 Indexation des prestations 2009-2011
I. Algemene toelichting I. Exposé général
49
2009 2010 2011
1. Uitkeringen 1. Indemnités
1.6.2009 1,14
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden voor primaire ongeschiktheid (van 55 % naar 60 %)
1.1.2009 43,06 - augmentation du taux d'indemnisation des cohabitants pour l'incapacité primaire (de 55 % à 60 %)
- verhoging van het ZIV plafond met 0,8 % waarmee rekening moet gehouden worden voor primaire ongeschiktheid, voor moederschap en voor invaliditeit die ten vroegste ingegaan zijn op 1 januari 2009
1.1.2009 1,03 - augmentation de 0,8 % du plafond AMI à prendre en considération pour les cas d'incapacité primaire, de maternité et d'invalidité prenant cours au plus tôt au 1er janvier 2009
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstanden voor invaliditeit (van 53 % naar 55 %)
1.5.2009 5,35 - augmentation du taux d'indemnisation des invalides isolés (de 53% à 55%)
- verhoging van de uitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
1.6.2009 12,57 - augmentation des indemnités liées à la pension minimum
- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers
1.6.2009 3,51 - liaison automatique au revenu d'intégration du montant journalier des indemnités d'invalidité des travailleurs non-réguliers
- verhoging van de minima voor regelmatige werknemers met 2 % (samenwonend)
1.9.2009 3,30 - augmentation de 2 % pour les minimas travailleurs réguliers (cohabitants)
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vóór 2008 met 0,8 % (met uitzondering van de minima)
1.9.2009 3,08 - augmentation de 0,8 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours avant 2008 ( à l'exclusion des minimas)
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vanaf 1994 en tot en met 2002 met 2 % (met uitzondering van de minima)
1.9.2009 3,20 - augmentation de 2 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002 ( à l'exclusion des minimas)
- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 0,06 - augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans
- gelijktrekken ingangsdata van de cohorten voor partners met vervangingsinkomen
1.9.2009 0,27 - mise en concordance des cohortes de l'Inami avec celles de l'ONP en ce qui concerne la date d'entrée
- verhoging van de minimumuitkering voor primaire ongeschiktheid voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %
1.1.2010 0,20 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'incapacité primaire minima travailleur régulier cohabitant
- verhoging van maxima van de voor-malige invaliden van vóór april 2004
1.1.2010 13,91 - augmentation des maxima des anciens invalides avant avril 2004
- verhoging van de minimum-invaliditeitsuitkering voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %
1.1.2010 10,11 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'invalidité minima travailleur régulier cohabitant
- bij invaliditeit, aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen
1.1.2010 9,18 - en invalidité, adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement
- inhaaloperatie voor de langdurig invaliden
1.1.2010 13,26 - opération de rattrapage pour les invalides de longue durée
- werkverwijdering van de zwangere vrouwen - harmonisering
1.1.2010 9,41 - écartement du travail des femmes enceintes - harmonisation
TABEL II.8
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)
(In miljoen EUR)
Van kracht / Prise de
cours
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
TABLEAU II.8
Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
(En millions EUR)
- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Raming van de uitgaven / Estimation des dépensesSociale correcties -
Stelsel van de werknemers
- augmentation des indemnités d'invalidité liées à la pension minimum
I. Algemene toelichting I. Exposé général
50
2009 2010 2011
2. Werkloosheid 2. Chômage
- verhoging van de uitkeringsgraden voor de tijdelijke werklozen
1.1.2009 151,27 - augmentation des taux d'indemnisation pour les chômeurs temporaires
- de werkhervattingstoeslag voor oudere werknemers wordt uitgebreid naar werknemers van 50 jaar en ouder die geen 20 jaar anciënniteit hebben voor een periode die beperkt is tot 36 maanden en met een degressieve uitkering
1.5.2009 3,00 - l'allocation de reprise du travail pour les travailleurs âgés est étendue aux travailleurs de 50 ans et plus qui n'ont pas 20 ans d'ancienneté pour une période limitée à 36 mois et avec une allocation dégressive
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53 % naar 55 % voor de tweede periode
1.5.2009 5,63 - augmentation du taux des isolés de 53 % à 55 % pour la deuxième période
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de volledig werklozen
1.9.2009 16,30 - augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs complets
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de tijdelijke werklozen
1.9.2009 0,02 - augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs temporaires
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de bruggepensionneerden
1.9.2009 0,03 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des prépensionnés
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de jeugdvakantie en de seniorvakantie
1.9.2009 0,00 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) vacances jeunes et vacances seniors
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de onthaalouders
1.9.2009 0,03 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des parents d'accueil
- ancienniteitstoeslag voor de op 56 of 57 jaar ontslagen personen
1.9.2009 0,06 - complémént d'ancienneté pour les personnes licenciées à 56 ou 57 ans
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden van 58 % naar 60 % voor het eerste jaar
1.9.2009 15,81 - augmentation du taux des cohabitants de 58 % à 60 % pour la première année
- verhoging van het loonplafond met 300 EUR gedurende de eerste 6 maanden werkloosheid voor de nieuwkomers
1.9.2009 26,32 - augmentation de 300 EUR du plafond salarial pendant les 6 premiers mois de chômage pour les nouveaux entrants
- verhoging van het loonplafond voor diegenen die werkloos geworden zijn vanaf 1.10.2009
1.9.2009 6,10 - augmentation du plafond salarial pour ceux qui sont devenus chômeurs à partir du 1.10.2009
- verhoging met 0,8 % voor de anderen die niet genieten van de verhoging van het plafond hierboven genoemd
1.9.2009 0,47 - augmentation de 0,8 % pour les autres qui ne bénéficient pas des augmentations de plafond visées ci-dessus
- aanpassing van het statuut "gezinshoofd"
1.1.2010 4,00 - adaptation du statut "chef de ménage"
- verlenging tot 30 juni 2010 van de 3 crisismaatregelen
1.1.2010 85,00 - prolongation des 3 mesures de crise jusqu'au 30 juin 2010
- activering van de jongeren van minder dan 26 jaar met ten hoogste een diploma van het secundair onderwijs en van de werknemers ouder dan 45 jaar (voor de aanwervingen tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011)
1.1.2010 24,00 48,00 - activation des jeunes de moins de 26 ans disposant au maximum d'un diplôme d'enseignement secondaire et des travailleurs âgés de plus de 45 ans (pour les engagements réalisés entre le 1 janvier 2010 et le 31 décembre 2011)
-uitbreiding van de stagebonus na de schooplichtige leeftijd en verhoging van het bedrag
1.1.2010 10,00 10,00 - extension du bonus de stage au-delà de l'âge d'obligation scolaire et augmentation du montant
- vermindering van de werkgeversbijdragen voor de mentoren in ondernemingen
1.1.2010 4,80 4,80 - réduction de cotisations patronales pour les tuteurs en entreprise
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)
Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Van kracht / Prise de
cours
I. Algemene toelichting I. Exposé général
51
2009 2010 2011
2. Werkloosheid (vervolg) 2. Chômage (suite)
-bijdragevermindering en activeringsmaatregel voor werknemers aangeworven door een opleidings- of onderwijsoperator
1.1.2010 1,50 3,00 -réduction de cotisation et mesure d'activation pour les travailleurs recrutés par un opérateur de formation ou d'enseignement
- versoepeling van de reglementering voor de invoegstages
1.1.2010 0,50 0,50 - assouplissement de la réglementation sur les stages d'insertion
- premie voor opleiding die leidt tot functies waaraan er nood is
1.1.2010 1,00 1,00 - prime de formation menant à des fonctions en pénurie
- uitbreiding van de terugbetaling van medische onderzoeken
1.1.2010 2,00 2,00 - élargissement du remboursement des examens médicaux
- definitie van risicogroepen en oprichting van een tewerkstellings-fonds voor de opleidingen voor risicogroepen
1.1.2010 5,00 5,00 - définition des groupes à risque et création d'un fonds pour l'emploi pour les formations envers les groupes à risque
3. Pensioenen 3. Pensions
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 10,92 - augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2003
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.6.2009 41,10 - augmentation de 3 % de la pension minimum
- verhoging van de pensioenen die ten laatste 15 jaar geleden ingegaan zijn met 2 %
1.6.2009 55,42 - augmentation de 2 % des pensions qui ont pris cours il y a plus de 15 ans
- verhoging van de andere pensioenen met 1,5 % (waarop de maatregelen hierboven niet van toepassing zijn)
1.6.2009 77,10 - augmentation de 1,5 % des autres pensions (non concernées par les mesures ci-dessus)
- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 5,05 % voor de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 september 2009
1.6.2009 0,92 - augmentation de 5,05 % du droit minimum par année de carrière pour les pensions prenant cours au plus tôt
le 1er septembre 2009
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2004 met 2 %
1.9.2009 4,80 - augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2004
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
1.9.2010 4,82 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1995
1.9.2010 2,92 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1995
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006
1.9.2011 3,91 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1996
1.9.2011 3,05 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1996
(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
I. Algemene toelichting I. Exposé général
52
2009 2010 2011
4. Gezinsbijslag 4. Prestations familiales- jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag
1.8.2008 - supplément d'âge annuel en allocations familiales
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 20,90 - augmentation du supplement social famille monoparentale
- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en verhoging van 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.1.2009 25,44 - supplément d'âge de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 0,54 - extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993
- jaarlijks leeftijdssupplement:verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen
1.1.2011 24,37 - supplément d'âge annuel: augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans
5. Arbeidsongevallen 5. Accidents du travail
- welvaartsaanpassing 1.9.2009 1,50 - adaptation au bien-être
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2011 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
6. Beroepsziekten 6. Maladies professionnelles
- verhoging met 2 % van de minima en forfaits
1.9.2009 1,08 - augmentation de 2 % des minimas et des forfaits
- verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008
1.9.2009 0,08 - augmentation de 0,8 % de toutes les allocations qui ont pris cours avant 2008
- verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002
1.9.2009 0,40 - augmentation de 2 % de toutes les allocations qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002
- verhoging met 0,8 % van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen
1.9.2009 0,13 - augmentation de 0,8 % du plafond de calcul pour les nouveaux entrants
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
- behoud van de socio-economische factoren
1.1.2010 13,00 - maintien des facteurs socio-économiques
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2011 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
TOTAAL 508,95 214,66 105,67 TOTAL
(In miljoen EUR) (vervolg)
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses
(En millions EUR) (suite)
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
I. Algemene toelichting I. Exposé général
53
HOOFDSTUK III CHAPITRE III
HET GLOBAAL BEHEER VOOR ZELFSTANDIGEN
LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS INDEPENDANTS
1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011
Methodologie Méthodologie
De tabellen hebben dezelfde opmaak als deze voor de werknemers.
La forme des tableaux est similaire à celle des travailleurs salariés.
In tabellen III.1, III.2 en III.3 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSVZ-Globaal beheer voorgesteld.
Les tableaux III.1, III.2 et III.3 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’INASTI-gestion globale.
De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst of een uitgave tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.
Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette ou une dépense dans le total consolidé.
De overdracht van het RSVZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de zelfstandigen komt tevoorschijn in de rubriek externe overdrachten van RSVZ-Globaal beheer.
Le transfert de l’INASTI-Gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs indépendants apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’INASTI-Gestion globale.
Het bedrag voor de beheerskosten van het RSVZ omvat niet alleen de beheerskosten met betrekking tot de inning en tot het beheer van de ontvangsten, maar ook deze met betrekking tot de gezinsbijslag en tot de faillissementsverzekering.
Le montant des frais d’administration de l’INASTI inclut non seulement les frais d’administration relatifs à la perception et à la gestion des recettes, mais aussi ceux relatifs aux prestations familiales et à l’assurance-faillite.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
55
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
Pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
3.
414.
042
3.41
4.04
2C
oti
sati
on
s G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
232.
657
3.23
2.65
7C
otis
atio
ns o
rdin
aire
s P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
7.00
07.
000
Cot
isat
ions
man
data
ires
publ
ics
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
4.38
517
4.38
5C
otis
atio
ns d
es s
ocié
tés
Sta
atst
oel
agen
1.25
7.16
01.
257.
160
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
836.
261
836.
261
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
68
3.00
968
3.00
9T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
45
.795
45.7
95P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
2.
327
2.32
7S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
14.4
1414
.414
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
(1)
86
.619
86.6
19S
oins
de
sant
é (1
)
And
ere
4.
098
4.09
8A
utre
s
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.4
94
16.4
94
16.4
94R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
30.6
6530
.665
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Toe
kom
stfo
nds
30
.665
30.6
65F
onds
pou
r l'a
veni
r A
nder
e A
utre
s
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1013
.818
13.8
28R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
110
2.87
1
2.
981
767
3.74
8D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.614
2.87
1
19
.485
5.55
2.71
45.
572.
199
Rec
ette
s p
rop
res
RS
VZ
-GF
B
294.
862
2.68
5.84
541
8.59
224
.417
3.42
3.71
5
3.42
3.71
5IN
AS
TI-
GF
G
And
ere
takk
en
A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
294.
862
2.68
5.84
541
8.59
224
.417
3.42
3.71
5
3.42
3.71
5T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
31
1.47
62.
688.
715
418.
592
24.4
173.
443.
200
5.55
2.71
48.
995.
914
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
(1)
Initi
eel b
edra
g w
as 9
2.52
4 du
izen
d E
UR
opg
enom
en in
het
KB
van
7.6
.200
9.(1
) Le
mon
tant
initi
al é
tait
de 9
2.52
4 m
illie
rs E
UR
rep
ris d
ans
l'AR
du
7.6.
2009
.
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
sept
embe
r 20
09)
TA
BE
L III
.1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
200
9 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
TA
BLE
AU
III.1
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n se
ptem
bre
2009
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
009
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
56
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
Pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
300.
588
2.67
6.62
841
8.59
224
.417
3.42
0.22
5
3.42
0.22
5P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
386
1.38
6
1.38
6F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
11.6
8410
.701
22.3
8563
.608
85.9
93F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
1.17
7
1.17
761
.946
63.1
23O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
10
.507
10.7
01
21
.208
1.66
222
.870
Ser
vice
s tie
rs
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.06
6.83
42.
066.
834
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
2.
064.
204
2.06
4.20
4IN
AM
I-S
oins
de
sant
é A
nder
e
2.63
02.
630
Aut
res
Intr
estl
aste
n
C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
299
29
95.
266
5.56
5D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
31
2.57
12.
688.
715
418.
592
24.4
173.
444.
295
2.13
5.70
85.
580.
003
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
VZ
-GF
B
INA
ST
I-G
FG
A
nder
e ta
kken
3.42
3.71
53.
423.
715
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
423.
715
3.42
3.71
5T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
31
2.57
12.
688.
715
418.
592
24.4
173.
444.
295
5.55
9.42
39.
003.
719
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-1.0
950
00
-1.0
95-6
.710
-7.8
05S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/IN
AM
I-In
dP
ensi
oen
en /
Pen
sio
ns
RS
VZ
-Gez
insb
. /
INA
ST
I-P
rest
.fam
.R
SV
Z-F
aill.
ver
z. /
INA
ST
I-A
s. f
ailli
teS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l R
SV
Z-G
FB
/ IN
AS
TI-
GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
12
12R
ecet
tes
Uit
gav
en
12
12D
épen
ses
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
00
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -1
.095
00
0-1
.095
-6.7
10-7
.805
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
sept
embe
r 20
09)
(ver
volg
) (
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
sept
embr
e 20
09)
(sui
te)
TA
BE
L III
.1
TA
BLE
AU
III.1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
200
9 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
B
ud
get
de
la g
esti
on
glo
bal
e d
es t
rava
illeu
rs in
dép
end
ants
200
9 (h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
57
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
Pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
3.
491.
257
3.49
1.25
7C
oti
sati
on
s G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
307.
015
3.30
7.01
5C
otis
atio
ns o
rdin
aire
s P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
8.00
08.
000
Cot
isat
ions
man
data
ires
publ
ics
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
6.24
217
6.24
2C
otis
atio
ns d
es s
ocié
tés
Sta
atst
oel
agen
1.52
7.24
21.
527.
242
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
1.
272.
004
1.27
2.00
4D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
255.
238
255.
238
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
945.
884
945.
884
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
70
1.57
470
1.57
4T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
46
.482
46.4
82P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
2.
115
2.11
5S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
14.4
2114
.421
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
17
7.13
217
7.13
2S
oins
de
sant
é A
nder
e
4.16
04.
160
Aut
res
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.3
75
16.3
75
16.3
75R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
64.9
5064
.950
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Toe
kom
stfo
nds
29
.950
29.9
50F
onds
pou
r l'a
veni
r B
ijdra
ge b
egro
tings
doel
stel
ling
SZ
35.0
0035
.000
Con
trib
. obj
ectif
bud
géta
ire S
S
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1016
.365
16.3
75R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
110
2.23
0
2.
340
767
3.10
7D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.495
2.23
0
18
.725
6.04
6.46
56.
065.
190
Rec
ette
s p
rop
res
RS
VZ
-GF
B
313.
861
2.76
6.43
641
8.67
127
.932
3.52
4.90
0
3.52
4.90
0IN
AS
TI-
GF
G
And
ere
takk
en
A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
313.
861
2.76
6.43
641
8.67
127
.932
3.52
4.90
0
3.52
4.90
0T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
33
0.35
62.
768.
666
418.
671
27.9
323.
543.
625
6.04
6.46
59.
590.
089
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
(In
dui
zend
EU
R)
TA
BE
L III
.2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
0 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
TA
BLE
AU
III.2
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
010
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
58
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
Pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
317.
851
2.75
6.32
041
8.67
127
.932
3.52
0.77
41.
200
3.52
1.97
4P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s
-2
.000
-2
.000
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
373
1.37
3
1.37
3F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
12.1
9510
.973
23.1
6864
.234
87.4
02F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
1.21
2
1.21
262
.572
63.7
84O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
10
.983
10.9
73
21
.956
1.66
323
.619
Ser
vice
s tie
rs
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.21
1.74
72.
211.
747
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
2.
209.
079
2.20
9.07
9IN
AM
I-S
oins
de
sant
é A
nder
e
2.66
82.
668
Aut
res
Intr
estl
aste
n
C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
310
31
05.
266
5.57
6D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
33
0.35
62.
768.
666
418.
671
27.9
323.
543.
625
2.28
2.44
75.
826.
072
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
VZ
-GF
B
INA
ST
I-G
FG
A
nder
e ta
kken
3.52
4.90
03.
524.
900
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
524.
900
3.52
4.90
0T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
33
0.35
62.
768.
666
418.
671
27.9
323.
543.
625
5.80
7.34
79.
350.
971
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
023
9.11
823
9.11
8S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/IN
AM
I-In
dP
ensi
oen
en /
Pen
sio
ns
RS
VZ
-Gez
insb
. /
INA
ST
I-P
rest
.fam
.R
SV
Z-F
aill.
ver
z. /
INA
ST
I-A
s. f
ailli
teS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l R
SV
Z-G
FB
/ IN
AS
TI-
GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
R
ecet
tes
Uit
gav
en
D
épen
ses
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
239.
118
239.
118
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
(In
dui
zend
EU
R)
(ver
volg
) (
En
mill
iers
EU
R)
(sui
te)
TA
BE
L III
.2
TA
BLE
AU
III.2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
0 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
B
ud
get
de
la g
esti
on
glo
bal
e d
es t
rava
illeu
rs in
dép
end
ants
201
0 (h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
59
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
Pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
3.
450.
382
3.45
0.38
2C
oti
sati
on
s G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
266.
140
3.26
6.14
0C
otis
atio
ns o
rdin
aire
s P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
8.00
08.
000
Cot
isat
ions
man
data
ires
publ
ics
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
6.24
217
6.24
2C
otis
atio
ns d
es s
ocié
tés
Sta
atst
oel
agen
1.56
9.40
01.
569.
400
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
1.
292.
356
1.29
2.35
6D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
277.
044
277.
044
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
1.11
4.81
21.
114.
812
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
71
9.71
771
9.71
7T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
47
.225
47.2
25P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
1.
904
1.90
4S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
14.6
5214
.652
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
32
7.08
832
7.08
8S
oins
de
sant
é A
nder
e
4.22
64.
226
Aut
res
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.4
89
16.4
89
16.4
89R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
73.9
0073
.900
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Toe
kom
stfo
nds
28
.900
28.9
00F
onds
pou
r l'a
veni
r B
ijdra
ge b
egro
tings
doel
stel
ling
SZ
45.0
0045
.000
Con
trib
. obj
ectif
bud
géta
ire S
S
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1025
.782
25.7
92R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
110
1.75
0
1.
860
767
2.62
8D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.609
1.75
0
18
.359
6.23
5.04
36.
253.
402
Rec
ette
s p
rop
res
RS
VZ
-GF
B
334.
740
2.88
9.49
443
1.64
011
.088
3.66
3.46
2
3.66
3.46
2IN
AS
TI-
GF
G
And
ere
takk
en
A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
334.
740
2.88
9.49
443
1.64
011
.088
3.66
3.46
2
3.66
3.46
2T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
35
1.34
92.
891.
244
431.
640
11.0
883.
681.
821
6.23
5.04
39.
916.
864
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
(In
dui
zend
EU
R)
TA
BE
L III
.3
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
1 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
TA
BLE
AU
III.3
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
011
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
60
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
Pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
335.
104
2.85
3.22
442
7.54
011
.088
3.62
6.95
61.
200
3.62
8.15
6P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s
-3
.500
-3
.500
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Wel
vaar
tsaa
np
assi
ng
(1)
3.30
025
.700
4.10
0
33.1
00
33.1
00A
dap
tati
on
au
bie
n-ê
tre
(1)
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
373
1.37
3
1.37
3F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
12.6
2010
.947
23.5
6766
.658
90.2
25F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
1.17
4
1.17
464
.956
66.1
30O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
11
.446
10.9
47
22
.393
1.70
224
.095
Ser
vice
s tie
rs
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.39
6.72
82.
396.
728
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
2.
394.
019
2.39
4.01
9IN
AM
I-S
oins
de
sant
é A
nder
e
2.70
92.
709
Aut
res
Intr
estl
aste
n
C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
325
32
55.
266
5.59
1D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
35
1.34
92.
891.
244
431.
640
11.0
883.
681.
821
2.46
9.85
26.
151.
673
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
VZ
-GF
B
INA
ST
I-G
FG
A
nder
e ta
kken
3.66
3.46
23.
663.
462
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
663.
462
3.66
3.46
2T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
35
1.34
92.
891.
244
431.
640
11.0
883.
681.
821
6.13
3.31
39.
815.
134
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
010
1.72
910
1.72
9S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/IN
AM
I-In
dP
ensi
oen
en /
Pen
sio
ns
RS
VZ
-Gez
insb
. /
INA
ST
I-P
rest
.fam
.R
SV
Z-F
aill.
ver
z. /
INA
ST
I-A
s. f
ailli
teS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l R
SV
Z-G
FB
/ IN
AS
TI-
GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
R
ecet
tes
Uit
gav
en
D
épen
ses
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
101.
729
101.
729
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
TA
BE
L III
.3 T
AB
LEA
U II
I.3
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
1 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
B
ud
get
de
la g
esti
on
glo
bal
e d
es t
rava
illeu
rs in
dép
end
ants
201
1 (h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
(1)
L’en
velo
ppe
pour
le b
ien-
être
est
imée
par
le B
urea
u du
Pla
n su
r ba
se d
es p
aram
ètre
s lé
gale
s es
t con
serv
ée. I
l n’e
st
pas
tenu
com
pte
(act
uelle
men
t pas
de
chiff
res
disp
onib
les)
d’u
n év
entu
el d
épas
sem
ent d
e l’e
nvel
oppe
200
9-20
10 p
révu
e po
ur le
bie
n-êt
re.
(1)
De
wel
vaar
tsen
velo
ppe
gera
amd
door
het
Pla
nbur
eau
op b
asis
van
de
wet
telij
ke p
aram
eter
s zi
jn h
ier
beho
uden
. Er
is g
een
reke
ning
geh
oude
n (g
een
cijfe
rs b
esch
ikba
ar m
omen
teel
) m
et e
en e
vent
ueel
ov
erlo
opef
fect
van
de
wel
vaar
tsen
velo
ppe
2009
-201
0.
(In
dui
zend
EU
R)
(ver
volg
) (
En
mill
iers
EU
R)
(sui
te)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
61
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011
2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011
2009 2009
Het begrotingsresultaat voor 2009 bedraagt -7.805 duizend EUR, terwijl dit bij de aanpassing van de begroting in maart 2009 -22.914 duizend EUR bedroeg.
Le résultat budgétaire de 2009 s’élève à -7.805 milliers EUR, tandis que lors de l’adaptation du budget en mars 2009, il s’élevait à -22.914 milliers EUR.
De verbetering is het gevolg van een hogere stijging van de ontvangsten met 66.301 duizend EUR ten opzichte van de stijging van de uitgaven met 51.192 duizend EUR.
L’amélioration est la conséquence d’une augmentation des recettes de 66.301 milliers EUR supérieur à l’augmentation des dépenses de 51.192 milliers EUR.
Ontvangsten Recettes
De sociale bijdragen stijgen met 99.324 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 tot op een niveau van 3.414.042 duizend EUR. Deze bijdragen bestaan voornamelijk uit de gewone bijdragen (3.232.657 duizend EUR) en de vennootschapsbijdragen (174.385 duizend EUR).
Les cotisations sociales augmentent de 99.324 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, pour atteindre un niveau de 3.414.042 milliers EUR. Ces cotisations se composent essentiellement des cotisations ordinaires (3.232.657 milliers EUR) et des cotisations des sociétés (174.385 milliers EUR).
De staatstoelage bedraagt 1.257.160 duizend EUR.
La subvention de l’Etat s’élève à 1.257.160 milliers EUR.
Het totaalbedrag aan alternatieve financiering daalt met 14.746 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Het betreft voornamelijk een afname van de financiering afkomstig van de btw met 8.189 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 262.660 duizend EUR. Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 5.905 duizend EUR wegens een herschikking van de groeivoeten binnen de geneeskundige verzorging. De ontvangsten afkomstig van de roerende voorheffing dalen met 768 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.
Le montant total du financement alternatif diminue de 14.746 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Il s’agit principalement d’une baisse de 8.189 milliers EUR du financement par la TVA, qui résulte d’une diminution de 262.660 milliers EUR des recettes de TVA. Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 5.905 milliers EUR en raison d’un ajustement du taux de croissance des soins de santé. Les recettes provenant du précompte mobilier diminuent de 768 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.
Om de toekomstige kost van de geneeskundige verzorging als gevolg van de vergrijzing op te vangen, wordt een bijkomende storting van 306.652 duizend EUR voor het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Afin de faire face au coût futur des soins de santé consécutif au vieillissement, un versement supplémentaire de 306.652 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2009. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
62
Er is een daling van de opbrengsten uit beleggingen bij de RSVZ met 4.539 duizend EUR.
On observe une diminution de 4.539 milliers EUR des revenus de placement à l’INASTI.
De andere lopende ontvangsten wijzigen nauwelijks.
Les autres recettes courantes varient à peine.
Uitgaven Dépenses
Volgens de laatste ramingen nemen de sociale prestaties toe met een bedrag van 27.482 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.
Selon les dernières estimations, les prestations sociales augmentent d’un montant de 27.482 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.
De evolutie van de prestaties van alle takken, alsook de sociale correcties, worden in detail weergegeven in het gedeelte “Prestaties” hieronder.
L’évolution des prestations de toutes les branches, ainsi que les corrections sociales, sont présentées de manière détaillée dans la partie « Prestations » ci-dessous.
Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging met 22.488 duizend EUR tot een niveau van 2.064.204 duizend EUR.
Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, le transfert vers les soins de santé augmente de 22.488 milliers EUR, pour atteindre un niveau de 2.064.204 milliers EUR.
Resultaat Résultat
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2009 geraamd op 3.423.715 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.417.005 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSVZ-Globaal beheer -6.710 duizend EUR in 2009.
Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés pour 2009 à 3.423.715 milliers EUR. Puisque les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 3.417.005 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de -6.710 milliers EUR en 2009.
Het saldo bij het RIZIV-Uitkeringen is het resultaat van de afsluiting van de rekening 2007.
Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat de la clôture des comptes de 2007.
2010 2010
Ontvangsten Recettes
De totale lopende eigen ontvangsten worden geraamd op 6.065.190 duizend EUR, hetzij een verhoging van 8,85 % ten opzichte van 2009.
Le total des recettes courantes propres est estimé à 6.065.190 milliers EUR, soit une augmentation de 8,85% par rapport à 2009.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
63
Behalve de stijgingen gekoppeld aan de groei van de inkomsten van de zelfstandigen, worden de lopende ontvangsten beïnvloed door:
Outre par les augmentations liées à la croissance des revenus des indépendants, les recettes courantes sont influencées par:
Een bijkomend bedrag van 9.170 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen.
Un montant complémentaire de 9.170 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le Gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, l’introduction de la disposition légale selon laquelle la charge de la preuve incombe au travailleur indépendant en cas de demande de dispense de cotisations sociales, l’intensification de la lutte contre la fraude fiscale (permet d’augmenter la masse des cotisations) et la suppression de la règle des 90 jours pour l’affiliation au statut des travailleurs indépendants.
Vanaf 2010, zal het percentage van de bijdrage voor de “publieke mandatarissen” bedoeld in de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen van 20% op 23% gebracht worden om een bijkomende inkomst van 1.000 duizend EUR per jaar te bereiken.
A partir de 2010, la cotisation concernant les “mandataires publics”, visée dans la loi du 13 juillet 2005 concernant l’instauration d’une cotisation annuelle à charge de certains organismes, passera de 20% à 23% afin de pouvoir réaliser un revenu supplémentaire de 1.000 milliers EUR par an.
De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), worden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 11.000 duizend EUR in 2010.
Le produit d’une meilleure récupération des cotisations sociales (quatrième voie) est estimé, dans le statut social des indépendants, à 11.000 milliers EUR en 2010.
Tengevolge van specifieke maatregelen ten voordele van zelfstandigen met familiale problemen zal er een minderontvangst aan bijdragen zijn van 637 duizend EUR in 2010.
Suite à des mesures spécifiques en faveur des travailleurs indépendants ayant des problèmes familiaux, on enregistrera une diminution des recettes de cotisations de 637 milliers EUR en 2010.
Een bijkomende staatstoelage van 255.238 duizend EUR wordt voorzien in 2010.
Une subvention supplémentaire de l’Etat de 255.238 milliers EUR est prévue en 2010.
Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSVZ 177.132 duizend EUR.
En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’INASTI s’élève à 177.132 milliers EUR.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des travailleurs indépendants.
Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die is vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs indépendants.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
64
Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2010 38.459 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera en 2010 38.459 milliers EUR d’intérêts, dont 10 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs indépendants.
Uitgaven Dépenses
Het totaal van de lopende uitgaven voor interne overdrachten bedraagt 5.826.072 duizend EUR, of een stijging met 4,41% ten opzichte van 2009.
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 5.826.072 milliers EUR, soit une augmentation de 4,41% par rapport à 2009.
De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.
L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.
De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 636 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.
Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le Gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 636 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 169 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor zelfstandigen.
A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 169 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
Resultaat Résultat
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2010 geraamd op 3.524.900 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.764.018 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 239.118 duizend EUR in 2010.
Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.524.900 milliers EUR pour 2010. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 3.764.018 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 239.118 milliers EUR en 2010.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
65
2011 2011 Ontvangsten Recettes De totale lopende eigen ontvangsten worden geraamd op 6.253.402 duizend EUR, hetzij een verhoging van 3,10% ten opzichte van 2010.
Le total des recettes courantes propres est estimé à 6.253.402 milliers EUR, soit une augmentation de 3,10% par rapport à 2010.
Behalve de stijgingen gekoppeld aan de groei van de inkomsten van de zelfstandigen, worden de lopende ontvangsten beïnvloed door:
Outre par les augmentations liées à la croissance des revenus des indépendants, les recettes courantes sont influencées par:
Een bijkomend bedrag van 11.170 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen.
Un montant supplémentaire de 11.170 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le Gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, l’introduction de la disposition légale selon laquelle la charge de la preuve incombe au travailleur indépendant en cas de demande de dispense de cotisations sociales, l’intensification de la lutte contre la fraude fiscale (permet d’augmenter la masse des cotisations) et la suppression de la règle des 90 jours pour l’affiliation au statut des travailleurs indépendants.
Vanaf 2010 zal het percentage van de bijdrage voor de “publieke mandatarissen” bedoeld in de wet van 13 juli 2005 houdende invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van sommige instellingen van 20% op 23% gebracht worden om een bijkomende inkomst van 1.000 duizend EUR per jaar te bereiken.
A partir de 2010, la cotisation concernant les “mandataires publics”, visée dans la loi du 13 juillet 2005 concernant l’instauration d’une cotisation annuelle à charge de certains organismes, passera de 20% à 23% afin de pouvoir réaliser un revenu supplémentaire de 1.000 milliers EUR par an.
De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), worden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 10.000 duizend EUR in 2011.
Le produit d’une meilleure récupération des cotisations sociales (quatrième voie) est estimé, dans le statut social des indépendants, à 10.000 milliers EUR en 2011.
Tengevolge van specifieke maatregelen ten voordele van zelfstandigen met familiale problemen, zal er een minderontvangst aan bijdragen zijn van 637 duizend EUR in 2011.
Suite à des mesures spécifiques en faveur des travailleurs indépendants ayant des problèmes familiaux, on enregistrera une diminution des recettes de cotisations de 637 milliers EUR en 2011.
Een bijkomende staatstoelage van 277.044 duizend EUR wordt voorzien in 2011.
Une subvention supplémentaire de l’Etat de 277.044 milliers EUR est prévue en 2011.
Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSVZ 327.088 duizend EUR.
En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’INASTI s’élève à 327.088 milliers EUR.
Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het
Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale
I. Algemene toelichting I. Exposé général
66
globaal beheer voor zelfstandigen. des indépendants.
Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40, § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément aux dispositions contenues dans l’article 40, § 1er de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2011 49.416 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2011, 49.416 milliers EUR d’intérêts, dont 10 % seront attribués % à la gestion globale des indépendants..
Uitgaven Dépenses Het totaal van de lopende uitgaven voor interne overdrachten bedraagt 6.151.673 duizend EUR, of een stijging met 5,59% ten opzichte van 2010.
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 6.151.673 milliers EUR, soit une augmentation de 5,59% par rapport à 2010.
De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 636 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.
Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le Gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 636 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 169 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor zelfstandigen.
A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 169 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
Resultaat Résultat De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 3.663.462 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.765.191 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 101.729 duizend EUR in 2009.
Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.663.462 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 3.765.191 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 101.729 milliers EUR en 2009.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
67
3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 3 Évolution des prestations 2009-2011
Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen III.4 en III.5. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel III.6.
Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux III.4 et III.5. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau III.6.
2010 2010
De uitgaven voor prestaties worden voor 2010 begroot op 3.518.774 duizend EUR, hetzij een stijging van 2,88 % in vergelijking met 2009.
En 2010, le total des prestations sociales atteindra 3.518.774 milliers EUR, soit 2,88 % de plus qu’en 2009.
Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 1.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.
Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 1.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 1.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.
La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 1.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
Een forfaitaire toelage wordt voorzien bij verlof voor palliatieve zorgen. De kost hiervoor wordt geraamd op 1.200 duizend EUR.
Une allocation forfaitaire est prévue en cas de congé pour soins palliatifs. Son coût est évalué à 1.200 milliers EUR.
Uitkeringen Indemnités
Bij de uitkeringen wordt een bedrag van 265 duizend EUR voorzien ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen worden geconfronteerd.
En ce qui concerne les indemnités, un montant de 265 milliers EUR est prévu en vue de l'amélioration de la situation des travailleurs indépendants confrontés à des problèmes familiaux.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
68
Pensioenen Pensions
Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2010 een mindere uitgave van 3.400 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.
Dans les dernières évaluations de l’Office national des Pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2010 à une moindre dépense de 3.400 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.
De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen worden verhoogd met 20 EUR voor het gezinspensioen en 25 EUR voor de pensioenen voor alleenstaande en de overlevingspensioenen, op 1 augustus 2010 (waarvan de brutokosten 25.339 duizend EUR bedragen). Deze verhoging levert een besparing van 2.263 duizend EUR op voor de IGO.
Les montants de pension minimum mensuelle de retraite et de survie des travailleurs indépendants seront relevés de 20 EUR pour la pension ménage et de 25 EUR pour les pensions isolé et survie au 1er août 2010 (dont le coût brut est de 25.339 milliers EUR). Cette augmentation rapporte une économie de 2.263 milliers EUR pour la GRAPA.
Faillissementsverzekering Assurance faillite
Gedurende de periode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010 is er voor de zelfstandigen in moeilijkheden een uitbreiding van de sociale verzekering in geval van faillissement voorzien. Deze uitbreiding brengt een extra kost van 3.400 duizend EUR met zich mee.
Durant la période du 1er janvier 2010 au 30 juin 2010 inclus, une extension de l'assurance sociale en cas de faillite est prévue pour les indépendants en difficulté. Cette extension représente un coût supplémentaire de 3.400 milliers EUR.
2011 2011
De uitgaven voor prestaties worden voor 2011 begroot op 3.656.556 duizend EUR, hetzij een stijging van 3,92 % in vergelijking met 2010.
En 2011, le total des prestations sociales atteindra 3.656.556 milliers EUR, soit 3,92 % de plus qu’en 2010.
Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 20.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 2.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.
Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 20.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 2.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
69
De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 15.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 1.500 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.
La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 15.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 1.500 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.
Een forfaitaire toelage wordt voorzien bij verlof voor palliatieve zorgen. De kost hiervoor wordt geraamd op 1.200 duizend EUR.
Une allocation forfaitaire est prévue en cas de congé pour soins palliatifs. Son coût est évalué à 1.200 milliers EUR.
Uitkeringen Indemnités
Bij de uitkeringen wordt een bedrag van 265 duizend EUR voorzien ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen geconfronteerd worden.
En ce qui concerne les indemnités, un montant de 265 milliers EUR est prévu en vue de l'amélioration de la situation des travailleurs indépendants confrontés à des problèmes familiaux.
Pensioenen Pensions
Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor Pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2011 een mindere uitgave van 3.468 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.
Dans les dernières évaluations de l’Office national des Pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2011 à une moindre dépense de 3.468 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.
De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen worden verhoogd met 20 EUR voor het gezinspensioen en 25 EUR voor de pensioenen voor alleenstaande en de overlevingspensioenen, op 1 augustus 2010 (waarvan de brutokosten 60.489 duizend EUR bedragen in 2011). Deze verhoging levert een besparing van 5.431 duizend EUR op voor de IGO.
Les montants de pension minimum mensuelle de retraite et de survie des travailleurs indépendants seront relevés de 20 EUR pour la pension ménage et de 25 EUR pour les pensions isolé et survie au 1er août 2010 (dont coût brut est 60.489 milliers EUR en 2011). Cette augmentation rapporte une économie de 5.431 milliers EUR pour la GRAPA.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
70
201
0 2
011
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g(s
ept.
200
9) /
Ad
apta
tio
n(s
ept.
200
9)
(II)
Init
ieel
/In
itia
l In
itie
el /
Init
ial
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
RIZ
IV-U
itker
inge
n 30
2.28
130
0.58
831
7.85
133
5.10
4-1
.693
-0,5
6 %
17.2
635,
74 %
17.2
535,
43 %
INA
MI-
Inde
mni
tés
RS
VZ
-Pen
sioe
nen
2.67
6.62
82.
676.
628
2.75
6.32
02.
853.
224
00,
00 %
79.6
922,
98 %
96.9
043,
52 %
INA
ST
I-P
ensi
ons
RS
VZ
-Gez
insb
ijsla
g 40
7.42
441
8.59
241
8.67
142
7.54
011
.168
2,74
%79
0,02
%8.
869
2,12
%IN
AS
TI-
Pre
stat
ions
fam
ilial
es
RS
VZ
-Fai
lliss
emen
tsve
rzek
erin
g 6.
410
24.4
1727
.932
11.0
8818
.007
280,
93 %
3.51
514
,40
%-1
6.84
4-6
0,30
%IN
AS
TI-
Ass
uran
ce fa
illite
TO
TA
AL
3.
392.
743
3.42
0.22
53.
520.
774
3.62
6.95
627
.482
0,81
%10
0.54
92,
94 %
106.
182
3,02
%T
OT
AL
Onv
erde
elde
pre
stat
ies
-2.0
00-3
.500
-2.0
00
-1.5
0075
,00
%P
rest
atio
ns n
on-r
épar
ti
Wel
vaar
tsaa
npas
sing
(1)
33
.100
33.1
00
Ada
ptat
ion
au b
ien-
être
(1)
AA
NG
EP
AS
T T
OT
AA
L
3.39
2.74
33.
420.
225
3.51
8.77
43.
656.
556
27.4
820,
81 %
98.5
492,
88 %
137.
782
3,92
%T
OT
AL
AJU
ST
E
(1)
De
wel
vaar
tsen
velo
ppe
gera
amd
door
het
Pla
nbur
eau
op b
asis
van
de
wet
telij
ke p
aram
eter
s zi
jn h
ier
beho
uden
. Er
is
geen
rek
enin
g ge
houd
en (
geen
cijf
ers
besc
hikb
aar
mom
ente
el)
met
een
eve
ntue
el o
verlo
opef
fect
van
de
wel
vaar
tsen
velo
ppe
2009
-201
0.
(1)
L’en
velo
ppe
pour
le b
ien-
être
est
imée
par
le B
urea
u du
Pla
n su
r la
bas
e de
s pa
ram
ètre
s lé
gale
s es
t con
serv
ée. I
l n’e
st
pas
tenu
com
pte
(act
uelle
men
t pas
de
chiff
res
disp
onib
les)
d’u
n év
entu
el d
épas
sem
ent d
e l’e
nvel
oppe
200
9-20
10 p
révu
e po
ur le
bie
n-êt
re.
TA
BE
L III
.4
Pre
stat
ies
van
het
ste
lsel
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
200
9-20
11
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
) (
In d
uize
nd E
UR
)
201
1 / 2
010
2009
(II)
/ (I
)
TA
BLE
AU
III.4
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Pre
stat
ion
s d
u r
égim
e d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
009-
2011
(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
200
9 2
010
/ 200
9
I. Algemene toelichting I. Exposé général
71
201
0 2
011
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g(s
ept.
200
9) /
Ad
apta
tio
n(s
ept.
200
9)
(II)
Init
ieel
/In
itia
l In
itie
el /
Init
ial
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
E
n %
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
E
n %
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
E
n %
RIZ
IV-U
itke
rin
gen
(ve
rgoe
de (
d)ag
en
of a
anta
l (g)
eval
len)
INA
MI-
Ind
emn
ités
((j)
ours
in
dem
nisé
s ou
nom
bre
de (
c)as
)
Prim
aire
arb
eids
onge
schi
kthe
id (
d)1.
799.
352
1.89
4.61
91.
960.
069
2.05
7.41
095
.267
5,29
%16
2.79
18,
59 %
97.3
414,
97 %
Inca
paci
té p
rimai
re (
j)
Inva
lidite
it (d
)6.
278.
446
6.21
1.63
36.
453.
875
6.65
3.50
7-6
6.81
3-1
,06
%44
1.87
47,
11 %
199.
632
3,09
%In
valid
ité (
j)
Moe
ders
chap
(g)
5.50
15.
473
5.73
95.
889
-28
-0,5
1 %
416
7,60
%15
02,
61 %
Mat
erni
té (
c)
RS
VZ
-Pen
sio
enen
(ja
arge
mid
deld
e)51
6.97
551
6.97
551
6.17
551
7.45
00
0,00
%47
50,
09 %
1.27
50,
25 %
INA
ST
I-P
ensi
on
s (m
oyen
ne a
nnue
lle)
Rus
tpen
sioe
nen
393.
105
393.
105
393.
930
396.
460
00,
00 %
3.35
50,
85 %
2.53
00,
64 %
Pen
sion
s de
ret
raite
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oene
n12
3.87
012
3.87
012
2.24
512
0.99
00
0,00
%-2
.880
-2,3
3 %
-1.2
55-1
,03
%P
ensi
ons
de s
urvi
e
200
9 20
11 /
2010
TA
BE
L III
.5
Vo
lum
efac
tore
n v
an d
e p
rest
atie
s va
n h
et s
tels
el g
lob
aal b
ehee
r vo
or
zelf
stan
dig
en 2
009-
2011
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
2010
/ 20
0920
09 (
II) /
(I)
TA
BLE
AU
III.5
Fac
teu
rs d
e vo
lum
e d
es p
rest
atio
ns
du
rég
ime
de
la g
esti
on
glo
bal
e d
es t
rava
illeu
rs in
dép
end
ants
200
9-20
11(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
72
2009 2010 2011
1. Uitkeringen 1. Indemnités
- verhoging van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid:
- augmentation du forfait pour incapacité de travail primaire:
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,40 • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille;
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 0,70 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants
- verhoging van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting
- augmentation du forfait pour invalidité sans cessation
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,45 • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille;
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 0,70 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants
- verhoging van het forfait voor invaliditeit met stopzetting
- augmentation du forfait pour invalidité avec cessation
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.6.2009 1,15 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille;
• met 2 % 1.9.2009 1,05 • de 2 %
- verhoging van de moederschaps-uitkering met 2 %
1.8.2009 0,13 - augmentation de 2 % de l'indemnité de maternité
- verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting
1.1.2010 1,10 - augmentation de 2 % du forfait cohabitant pour invalidité avec cessation
- verlenging van het moederschaps-verlof in geval van hospitalisatie
1.1.2010 0,27 - prolongation du congé de maternité en cas d'hospitalisation de l'enfant
- verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid:
1.8.2010 0,30 0,72 - augmentation des indemnités pour incapacité de travail primaire:
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;
• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;
• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
• de 0,96 EUR par jour pour isolées
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting:
1.8.2010 0,31 0,75 - augmentation des indemnités pour invalidité sans cessation:
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;
• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;
• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
• de 0,96 EUR par jour pour isolées
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
(En millions EUR)
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost / Coût
annuel
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
(In miljoen EUR)
TABLEAU III.6
Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)
TABEL III.6
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
73
2009 2010 2011
2. Pensioenen 2. Pensions
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 1,08 - augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2003
- de malus bij vervroegd pensioen zal niet langer worden toegepast wanneer de zelfstandige een loopbaan van 42 jaar kan aantonen
1.1.2009 0,60 - le malus en cas d'anticipation de la prise de pension ne sera plus appliqué lorsque l'indépendant peut justifier une carrière d'au moins 42 ans
- verhoging van het minimumpensioen met 20 EUR per maand
1.5.2009 31,02 - augmentation de 20 EUR par mois de la pension minimum
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.8.2009 27,35 - augmentation de la pension minimum de 3 %
- verhoging van de niet-minimumpensioenen met 1,5 %
1.8.2009 1,29 - augmentation des pensions non minimales de 1,5 %
- welvaartsaanpassing van de pensioenen van 5 jaar
1.9.2009 0,55 - adaptation au bien-être des pensions de 5 ans
- verhoging van het minimumpensioen: 1.8.2010 24,48 58,75 - augmentation de la pension minimum:• met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen;
• de 20 EUR par mois pour la pension ménage;
• met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen
• de 25 EUR par mois pour les pensions pour isolées et pensions de survie
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1995
1.9.2010 0,19 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1995
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
1.9.2010 0,53 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1996
1.9.2011 0,18 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1996
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006
1.9.2011 0,43 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Van kracht / Prise de
cours
(En millions EUR) (suite)(In miljoen EUR) (vervolg)
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
I. Algemene toelichting I. Exposé général
74
2009 2010 2011
3. Gezinsbijslag 3. Prestations familiales
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 1,10 - augmentation du supplement social famille monoparentale
- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en een verhoging met 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.8.2009 3,18 - supplément d'âge annuelle de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans
- verhoging met 3,93 EUR van de bijslag voor het eerste kind
4,64 - augmentation de 3,93 EUR de l'allocation du premier enfant
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 0,05 - extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993
- jaarlijkse leeftijdsbijslag: verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen
1.1.2011 1,19 - supplément d'âge annuel: augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans
4. Faillissementsverzekering 4. Assurance faillite
- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement
1.5.2008 0,06 - augmentation de 20 EUR de l'indemnité en cas de faillite
- verhoging met 2,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,05 - augmentation de 2,5 % de l'indemnité en cas de faillite
- verhoging met 0,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,01 - augmentation de 0,5 % de l'indemnité en cas de faillite
- verhoging van de uitkering in geval van faillissement:
1.8.2010 0,25 0,27 - augmentation de l'indemnité en cas de faillite:
• met 20 EUR met gezinslast; • de 20 EUR avec charge de famille;• met 25 EUR zonder gezinslast • de 25 EUR sans charge de famille
5. Diversen 5. Divers
- vrijstelling van sociale bijdragen in geval van onderbreking van de activiteit voor een zwaar ziek kind
0,31 - dispense de cotisations sociales en cas d'interruption de l'activité pour maladie grave d'un enfant
- verlof voor palliatieve zorgen : vrijstelling van sociale bijdragen
0,33 - congé pour soins palliatifs : dispense de cotisations sociales
- verlof voor palliatieve zorgen : forfaitaire uitkering
1,20 - congé pour soins palliatifs : allocation forfaitaire
TOTAAL 73,37 29,26 62,30 TOTAL
(En millions EUR) (suite)(In miljoen EUR) (vervolg)
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
Van kracht / Prise de
cours
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
I. Algemene toelichting I. Exposé général
75
HOOFDSTUK IV CHAPITRE IV
RIZIV-GENEESKUNDIGE VERZORGING INAMI-SOINS DE SANTE
1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011
Methodologie Méthodologie
Door de wet van 31 januari 2007 die een nieuwe financiering van de ziekteverzekering invoert en de wet van 26 maart 2007 waarmee de integratie van de kleine risico’s in de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen wordt gerealiseerd, wordt er vanaf 2008 in de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging geen onderscheid meer gemaakt tussen het stelsel van de werknemers en het stelsel van de zelfstandigen.
En vertu de la loi du 31 janvier 2007 qui introduit un nouveau financement de l’assurance maladie et de la loi du 26 mars 2007 qui réalise l’intégration des petits risques dans l’assurance maladie obligatoire des indépendants, il n’est plus fait de distinction, dans la branche INAMI-Soins de santé, entre le régime des travailleurs salariés et celui des indépendants à partir de 2008.
Tot en met 2007 vertegenwoordigden de overdrachten van beide globale beheren naar de tak geneeskundige verzorging de te financieren thesauriebehoeften. Deze behoeften vloeiden voort uit de voorschotten (berekend in functie van de begrotingsdoelstelling) die in de loop van het jaar door het RIZIV gestort werden aan de VI’s, alsook uit de saldi van de voorgaande jaren die het RIZIV moest regulariseren tegenover de VI’s. Deze saldi werden opgemaakt in functie van de reële uitgaven en de regels met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid van de VI’s.
Jusqu’en 2007, les transferts des deux gestions globales à la branche des soins de santé représentaient les besoins de trésorerie à financer. Ces besoins résultaient des avances (calculées en fonction de l’objectif budgétaire) qui étaient versées par l’INAMI aux OA dans le courant de l’année, ainsi que des soldes des années précédentes que l’INAMI devait régulariser envers les OA et qui ont été établis en fonction des dépenses réelles et des règles relatives à la responsabilité financière des OA.
Vanaf 2008 bestaat de financiering van de tak geneeskundige verzorging uit drie delen:
A partir de 2008, le financement de la branche des soins de santé comprend trois parties :
1. Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar (*) verhoogd met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2.
1. Un montant de base par gestion globale égal au montant de l’année précédente(*)majoré du taux de croissance des recettes effectives disponibles de cotisations entre les exercices N-1 et N-2.
2. Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren.
2. Un montant complémentaire provenant des deux gestions globales pour lequel celles-ci reçoivent un financement alternatif. Ce montant complémentaire est obtenu en diminuant les dépenses de la branche soins de santé des deux montants de base reçus et des recettes propres de la branche. Il est ensuite réparti entre les gestions globales avec une clef de répartition.
(*)Voor het bepalen van de basisbedragen 2008 dienden er op de geldmiddelen overgedragen door de globale beheren in 2007 een aantal correcties uitgevoerd te worden in verband met de overschrijdingen van de begrotingsdoelstelling voorgaande jaren die in 2007 werden verrekend. (*) Pour déterminer les montants de base de 2008, il fallait corriger les moyens transférés par les gestions globales en 2007 des dépassements de l’objectif budgétaire des années antérieures qui ont été pris en compte en 2007.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
77
3. Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een bepaalde verdeelsleutel.
3. Si à l’expiration de l’exercice budgétaire, il apparaît que les dépenses en soins de santé dépassent l’objectif budgétaire global, ce dépassement est à charge des deux gestions globales selon une clef de répartition.
Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een carrière als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient met 182.060 duizend EUR(**) verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd.
Du fait qu’à côté de l’introduction d’un nouveau financement, l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire est aussi réalisée, les montants de base décrits ci-dessus doivent encore être corrigés. Jusqu’à ce jour, les indépendants qui avaient aussi une carrière de salarié ou qui avaient un partenaire relevant du régime des salariés, pouvaient s’assurer contre les soins de santé dans le régime des salariés. Le montant de base à charge de la gestion globale des indépendants doit être augmenté de 182.060 milliers EUR(**)et celui à charge de la gestion globale des salariés doit être diminué du même montant.
Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend EUR te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend EUR ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend EUR ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s.
Le montant de base à charge de la gestion globale des travailleurs indépendants pour 2008 doit aussi comprendre un montant de 442.222 milliers EUR résultant de l’intégration des petits risques. Il doit en outre être augmenté des 182.060 milliers EUR suite à la suppression du régime le plus favorable ainsi que de 11.410 milliers EUR pour financer la hausse des frais d’administration des OA.
De overdrachten van en naar de twee globale beheren worden in de tabel afgezonderd. Bovendien toont een bijkomende tabel de toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen.
Les transferts de et vers les deux gestions globales ont été isolés dans le tableau. En outre, un tableau supplémentaire montre l’affectation du solde des comptes courants.
Op het moment dat de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven gekend zijn en de begrotingsramingen zullen vervangen, zal er een niet-toegewezen saldo verschijnen dat het resultaat van de verrichtingen eigen aan het beschouwde begrotingsjaar zal voorstellen.
Lorsque les recettes et les dépenses réalisées seront connues et remplaceront les prévisions budgétaires, un solde non affecté apparaîtra, qui représentera le résultat des opérations propres à l’exercice considéré.
(**)Na 2008 wordt dit bedrag geïndexeerd. (**) Après 2008, ce montant est indexé.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
78
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011
2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011
2009 2009
Het totale saldo voor 2009 bedraagt 576.184 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de definitieve afsluiting van de rekeningen 2006 en 2007, de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2008.
Le solde total de 2009 s’élève à 576.184 milliers EUR. Ce montant correspond à la clôture définitive des comptes de 2006 et 2007, à la clôture provisoire des comptes de 2008.
In 2009 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.652 duizend EUR. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ.
En 2009 le Fonds pour l’avenir des soins de santé a été alimenté par les deux gestions globales à concurrence d’un montant total de 306.652 milliers EUR. Ce montant se retrouve dans les transferts vers l’ONSS et l’INASTI.
Het saldo van de lopende rekeningen bedraagt 575.737 duizend EUR en kan verklaard worden door de volgende elementen.
Le solde des comptes courants s’élève à 575.737 milliers EUR et peut être expliqué par les éléments suivants.
Volgens de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2008 moet het RIZIV een bedrag van 293.897 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 267.772 duizend EUR terugbetalen, terwijl het RIZIV in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 26.125 duizend EUR dient te betalen aan de verzekeringsinstellingen.
Suivant la clôture provisoire des comptes de 2008, l’INAMI doit payer un montant de 293.897 milliers EUR aux organismes assureurs. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser un montant de 267.772 milliers EUR, tandis que, dans le régime des travailleurs indépendants, il doit payer aux organismes assureurs un montant de 26.125 milliers EUR.
Vervolgens is er de definitieve afsluiting van de rekeningen 2006 en 2007. Voor 2006 moet het RIZIV een bedrag van 166.100 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2007 116.187 duizend EUR. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 160.561 duizend EUR terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2006 en 110.194 duizend EUR in 2007. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 5.539 duizend EUR te betalen aan de verzekeringsinstellingen in 2006, en 5.993 duizend EUR in 2007.
Vient ensuite la clôture définitive des comptes 2006 et 2007. Pour 2006, l’INAMI doit payer aux organismes assureurs un montant de 166.100 milliers EUR et pour 2007, un montant de 116.187 milliers EUR. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 160.561 milliers EUR pour 2006 et un montant de 110.194 milliers EUR pour 2007. Dans le régime des travailleurs indépendants, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 5.539 milliers EUR pour 2006 et un montant de 5.933 milliers EUR pour 2007.
Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat gecreëerd werd in 2006, wordt in 2009 een bedrag van 459 duizend EUR opgevraagd. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een lopende uitgave. In 2009 genereerde dit fonds 12 duizend EUR aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt
Du Fonds provisionnel médicaments, qui a été créé en 2006, un montant de 459 milliers EUR a été demandé en 2009. Ce montant est repris en tant que dépense de capital à l’ONSS et à l’INASTI. A l’INAMI-Soins de santé, il s’agit d’une recette de capital provenant des gestions globales, suivie d’une dépense courante. En 2009, ce Fonds a généré 12 milliers EUR de moyens supplémentaires. Ce montant est repris en tant que recette de capital à l’ONSS et à
I. Algemene toelichting I. Exposé général
79
opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.
l’INASTI. A l’INAMI-Soins de santé, il s’agit d’une dépense de capital.
2010 2010
De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:
Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):
Voor RSZ: 19.173.685 duizend EUR zijnde een bedrag van 19.011.384 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2009) vermenigvuldigd met een factor 1,0182600 (groeivoet 2009/2008 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen)
Pour l’ONSS: 19.173.685 milliers EUR, soit un montant de 19.011.384 milliers EUR (besoins 2009 corrigés) multiplié d’un facteur 1,0182600 (taux de croissance 2009/2008 des cotisations) et ensuite diminué de 184.847 milliers EUR (suppression des carrières mixtes).
Voor RSVZ: 1.911.828 duizend EUR zijnde een bedrag van 1.630.120 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2009) vermenigvuldigd met een factor 1,05242002 (groeivoet 2009/2008 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend EUR (administratiekosten VI’s).
Pour l’INASTI: 1.911.828 milliers EUR, soit un montant de 1.630.120 milliers EUR (besoins 2009 corrigés) multiplié d’un facteur 1,05242002 (taux de croissance 2009/2008 des cotisations) et ensuite augmenté de 184.847 milliers EUR (suppression carrières mixtes) et de 11.410 milliers EUR (frais d’administration O.A.).
De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 1.953.583 duizend EUR en wordt voor 1.776.451 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 177.132 duizend EUR aan de RSVZ.
Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 1.953.583 milliers EUR et est attribué pour 1.776.451 milliers EUR à l’ONSS et pour 177.132 milliers EUR à l’INASTI.
De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging werd als volgt vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR:
L’objectif budgétaire des soins de santé a été fixé à 24.249.164 milliers EUR, comme suit:
(In duizend EUR) (En milliers EUR)
Globale begrotingsdoelstelling 2009 (1)
23.084.470 Objectif budgétaire global 2009 (1)
Exogene uitgaven 2009 Dépenses exogènes 2009
Algebraïsche verschillen 2009 -107.456 Différences algébriques 2009
Subtotaal 22.977.014 Sous-total
Wettelijke groeinorm 4,5 % 1.033.966 Norme de croissance légale 4,5 %
Subtotaal 24.010.980 Sous-total
Inflatie 1,2 % 288.132 Inflation 1,2 %
Subtotaal 24.299.112 Sous-total
Algebraïsche verschillen 2010 -49.948 Différences algébriques 2010
Globale begrotingsdoelstelling 2010 24.249.164 Objectif budgétaire global 2010
(1) De exogene uitgaven inbegrepen (1) Y compris les dépenses exogènes
I. Algemene toelichting I. Exposé général
80
Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2009, die 23.084.470 duizend EUR bedroeg, betekent dit een verhoging met 5,05 %.
Au regard de l’objectif budgétaire global de 2009 qui s’élevait à 23.084.470 milliers EUR, cela représente une augmentation de 5,05 %.
Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 294.000 duizend EUR voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging en een bijkomend bedrag van 5.500 duizend EUR vanuit de referentiebedragen die ingevorderd zullen worden bij de ziekenhuizen in de loop van 2010 in toepassing van artikel 56 ter van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire global, un montant de 294.000 milliers EUR est prévu pour le Fonds pour l’avenir des soins de santé et un montant supplémentaire de 5.500 milliers EUR provenant des montants de référence qui seront récupérés auprès des hôpitaux courant 2010 en application de l'article 56ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.
De bovenvermelde globale begrotings-doelstelling 2010 werd op 13 oktober 2009 vastgesteld door de Algemene Raad van het RIZIV, waarin de regering, de sociale partners en de ziekenfondsen vertegenwoordigd zijn.
L’objectif budgétaire global pour 2010, mentionné ci-dessus, a été fixé le 13 octobre 2009 par le Conseil général de l’INAMI où sont représentés le Gouvernement, les partenaires sociaux et les mutualités.
Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden voor een globaal bedrag van 304.981 duizend EUR. Hiervan is 186.547 duizend EUR voorgesteld door het verzekeringscomité en 118.434 duizend EUR door de regering.
Un certain nombre de nouvelles initiatives ont été retenues pour un montant global de 304.981 milliers EUR. Le Comité de l’assurance a proposé des initiatives pour 186.547 milliers EUR et le gouvernement en a proposé pour 118.434 milliers EUR.
De tabel hieronder geeft de verdeling van de nieuwe initiatieven tussen de grote rubrieken van de begroting van geneeskundige verzorging.
Le tableau ci-dessous donne la ventilation des nouvelles initiatives dans les rubriques principales du budget des soins de santé.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
81
(In duizend EUR) (En milliers EUR)
Geneesheren 67.104 Médecins
Tandartsen 8.392 Dentistes
Farmaceutische verstrekkingen 13.487 Prestations pharmaceutiques
Vroedvrouwen 56 Accoucheuses
Verpleegkundigen 10.539 Infirmiers
Kinesitherapeuten 12.364 Kinésithérapeutes
Bandagisten en orthopedisten 7.845 Bandagistes et orthopédistes
Opticiens 3.753 Opticiens
Audiciens 281 Audiciens
Totaal ligdagprijs ziekenhuizen 111.728 Total prix de journée hôpitaux
Geestelijke gezondheidszorg 2.213 Soins de santé mentale
RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 36.367 MRS/MRPA/Centres de soins de jour
Revalidatie 15.451 Rééducation fonctionnellePalliatieve zorgen 830 Soins palliatifs
Chronische patiënten 10.000 Patients chroniques
Verplaatsingsvergoedingen 3.570 Indemnités de déplacement
Aanpassingen verzekerbaarheid 1.000 Adaptations au assurabilité
TOTAAL 304.981 TOTAL
De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 1.187 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging
Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 1.187 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.
De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 13.227 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging.
A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 13.227 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die vastgesteld is op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90% voor het stelsel van de
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs
I. Algemene toelichting I. Exposé général
82
loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.
indépendants.
De stabiliteitsprovisie wordt vastgesteld op 49.730 duizend EUR voor 2010. Zij zal niet worden gefinancierd voor zover de technische ramingen 2010 de uitgaventrend bevestigen. In het tegenovergestelde geval zal het saldo gefinancierd worden door een bijkomende inbreng van de alternatieve financiering.
La provision de stabilité est fixée à 49.730 milliers EUR pour 2010. Elle ne sera pas financée pour autant que les estimations techniques 2010 confirment le trend des dépenses. Dans le cas contraire, le solde sera financé par un apport supplémentaire du financement alternatif.
2011 2011
De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:
Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):
Voor RSZ: 18.989.144 duizend EUR zijnde een bedrag van 19.358.532 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2010) vermenigvuldigd met een factor 0,9906200 (groeivoet 2010/2009 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 187.805 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen).
Pour l’ONSS: 18.989.144 milliers EUR, soit un montant de 19.358.532 milliers EUR (besoins 2010 corrigés) multiplié d’un facteur 0,9906200 (taux de croissance 2010/2009 des cotisations) et ensuite diminué de 187.805 milliers EUR (suppression des carrières mixtes).
Voor RSVZ: 1.943.269 duizend EUR zijnde een bedrag van 1.715.571 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2010) vermenigvuldigd met een factor 1,01660248 (groeivoet 2010/2009 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 187.805 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend EUR (administratiekosten VI’s).
Pour l’INASTI: 1.943.269 milliers EUR, soit un montant de 1.715.571 milliers EUR (besoins 2010 corrigés) multiplié d’un facteur 1,01660248 (taux de croissance 2010/2009 des cotisations) et ensuite augmenté de 187.805 milliers EUR (suppression carrières mixtes) et de 11.410 milliers EUR (frais d’administration O.A.).
De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 3.523.309 duizend EUR en wordt voor 3.196.221 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 327.088 duizend EUR aan de RSVZ.
Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 3.523.309 milliers EUR et est attribué pour 3.196.221 milliers EUR à l’ONSS et pour 327.088 milliers EUR à l’INASTI.
De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging word geschat op 25.798.853 duizend EUR.
L’objectif budgétaire des soins de santé est estimé à 25.798.853 milliers EUR.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
83
(In duizend EUR) (En milliers EUR)
Globale begrotingsdoelstelling 2010 (1)
24.249.164 Objectif budgétaire global 2010 (1)
Exogene uitgaven 2010 Dépenses exogènes 2010
Algebraïsche verschillen 2010 49.948 Différences algébriques 2010
Subtotaal 24.299.112 Sous-total
Wettelijke groeinorm 4,5 % 1.093.460 Norme de croissance légale 4,5 %
Subtotaal 25.392.572 Sous-total
Inflatie 1,6 % 406.281 Inflation 1,6 %
Globale begrotingsdoelstelling 2011 25.798.853 Objectif budgétaire global 2011
(1) De exogene uitgaven inbegrepen (1) Y compris les dépenses exogènes
Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2010, die 24.249.164 duizend EUR bedroeg, betekent dit een verhoging met 6,39 %.
Au regard de l’objectif budgétaire global de 2010 qui s’élevait à 24.249.164 milliers EUR, cela représente une augmentation de 6,39 %.
Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 284.000 duizend EUR voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging en een bijkomend bedrag van 5.000 duizend EUR vanuit de referentiebedragen die ingevorderd zullen worden bij de ziekenhuizen in de loop van 2011 in toepassing van artikel 56ter van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Dans l’objectif budgétaire global, un montant de 284.000 milliers EUR est prévu pour le Fonds pour l’avenir des soins de santé et un montant supplémentaire de 5.000 milliers EUR provenant des montants de référence qui seront récupérés auprès des hôpitaux courant 2011 en application de l'article 56ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.
De regering zal in de toekomstige programmawet de belasting op het zakencijfer 2010 van de farmaceutica-industrie bevestigen. De belastingsvoet wordt voor de jaren 2010 en 2011 vastgesteld op 6.73% + 1% conjunctureel gebonden aan het tekort van de sociale zekerheid.
Le Gouvernement confirmera, dans la future loi programme, la taxe sur le chiffre d'affaires 2010 de l'industrie pharmaceutique. Le taux de cette taxe est, pour les années 2010 et 2011, fixé à 6.73% + 1% conjoncturel lié au déficit de la sécurité sociale.
De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 1.187 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging
Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 1.187 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.
De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 13.227 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige
A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 13.227 milliers EUR sont momentanément affectés à
I. Algemene toelichting I. Exposé général
84
verzorging. l’INAMI-Soins de santé.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 van de gezondheidszorg die vastgesteld is op 25.798.853 duizend EUR, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé à 25.798.853 milliers EUR, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2001 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs indépendants.
De stabiliteitsprovisie wordt vastgesteld op 49.730 duizend EUR voor 2011. Zij zal niet worden gefinancierd voor zover de technische ramingen 2011 de uitgaventrend bevestigen. In het tegenovergestelde geval zal het saldo gefinancierd worden door een bijkomende inbreng van de alternatieve financiering.
La provision de stabilité est fixée à 49.730 milliers EUR pour 2011. Elle ne sera pas financée pour autant que les estimations techniques 2011 confirment le trend des dépenses. Dans le cas contraire, le solde sera financé par un apport supplémentaire du financement alternatif.
Aangezien de kwestie met betrekking tot de dubbele prefinanciering gebonden aan de internationale verdragen op 31 december 2010 niet definitief zal opgelost zijn door een structureel verbeteringsmechanisme, zal een bedrag van 116.000 duizend EUR worden afgetrokken van de financieringsbehoeften van het RIZIV vanaf 2011. Deze bedragen zullen ook geneutraliseerd worden in de basis die dient voor de berekening van de financiële verantwoordelijkheid van de VI.
Dès lors que la question du double préfinancement lié aux conventions internationales ne sera pas définitivement résolue par un mécanisme structurel de correction au 31 décembre 2010, un montant de 116.000 milliers EUR sera déduit des besoins de financement de l’INAMI à partir de 2011. Ces montants seront également neutralisés dans la base servant à calculer la responsabilisation financière des OA.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
85
Bijdragen 825.554 865.093 919.581 Cotisations Gewone bijdragen Cotisations ordinaires Loonmatiging Modération salariale Specifieke bijdragen 825.554 865.093 919.581 Cotisations spécifiques
Alternatieve financiering 2.490.577 2.453.450 2.464.876 Financement alternatif Btw 1.656.994 1.609.313 1.609.313 TVA Accijnzen tabak 703.583 714.137 725.563 Accises tabac Andere 130.000 130.000 130.000 Autres
Toegewezen ontvangsten 1.138.026 991.244 1.005.744 Recettes affectées
Externe overdrachten 372 372 372 Transferts externes
Opbrengsten beleggingen 4.894 4.130 4.130 Revenus de placements
Diversen 332.998 374.592 393.070 Divers
Eigen ontvangsten 4.792.421 4.688.881 4.787.773 Recettes propres
RSZ - Globaal beheer 20.262.142 20.950.136 22.185.365 ONSS - Gestion globale Basisbedrag 18.829.269 19.173.685 18.989.144 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (1) 894.346 1.776.451 3.196.221 Financement alternatif complémentaire (1)
Afrekening voorgaande jaren 538.527 Décompte années antérieures
RSVZ - Globaal beheer 1.947.920 2.088.960 2.270.357 INASTI - Gestion globale Basisbedrag 1.823.645 1.911.828 1.943.269 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (2) 86.619 177.132 327.088 Financement alternatif complémentaire (2)
Afrekening voorgaande jaren 37.657 Décompte années antérieures
RSVZ - Gemengde loopbanen 116.284 120.119 123.662 INASTI - Carrières mixtes
Overdrachten - GFB 22.326.346 23.159.215 24.579.384 Transferts - GFG
Totaal lopende ontvangsten 27.118.767 27.848.096 29.367.157 Total recettes courantes
Recettes Courantes 2011 2009 2010
TABLEAU IV.1
(In duizend EUR) (En milliers EUR)
Budget de l'INAMI-Soins de santé 2009-2011
Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2009-2011
(1) 2009: Initieel bedrag was 949.063 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009.
(2) 2009: Initieel bedrag was 92.524 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009.
TABEL IV.1
Lopende Ontvangsten
(1) 2009: Le montant initial était de 949.063 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009.(2) 2009: Le montant initial était de 92.524 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
86
Prestaties 22.784.618 24.249.164 25.798.853 Prestations
Betalingskosten Frais de paiement
Beheerskosten 955.016 985.118 1.018.735 Frais d'administration Centrale instellingen 98.507 101.182 98.097 Organismes centraux Diensten derden 856.509 883.936 920.638 Services tiers
Externe overdrachten 1.658.194 1.610.513 1.610.513 Transferts externes
Intrestlasten Charges d'intérêts
Diversen 838.550 353.801 200.056 Divers
Uitgaven vóór overdrachten GFB 26.236.378 27.198.596 28.628.157 Dépenses avant transferts GFG
RSZ - Globaal beheer 275.987 584.550 665.100 ONSS - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 269.550 260.100 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 315.000 405.000 Contribution objectif budgétaire SS
RSVZ - Globaal beheer 30.665 64.950 73.900 INASTI - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 29.950 28.900 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 35.000 45.000 Contribution objectif budgétaire SS
Overdrachten - GFB 306.652 649.500 739.000 Transferts - GFG
Totaal lopende uitgaven 26.543.030 27.848.096 29.367.157 Total dépenses courantes
Saldo lopende rekeningen 575.737 0 0 Solde comptes courants
Ontvangsten 459 Recettes
Uitgaven 12 Dépenses
Saldo kapitaalrekeningen 447 Solde comptes de capital
Budgettair resultaat 576.184 0 0 Résultat budgétaire
Voorlopige afsluiting vorige jaar 293.897 0 0 Clôture provisoire année précédente
Definitieve afsluiting ander jaar 282.287 0 0 Clôture définitive autre année
Variatie provisiefonds geneesmiddelen -447 0 0 Variation du fonds provisionnel médicaments
TOTAAL 575.737 0 0 TOTAL
Lopende Uitgaven Dépenses Courantes 2009 2011 2010
Toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen
Affectation du soldedes comptes courants
Kapitaalrekeningen Comptes de Capital 2009 2011
2009 2011
2010
2010
(In duizend EUR) (vervolg) (En milliers EUR) (suite)
TABEL IV.1 TABLEAU IV.1
Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2009-2011
Budget de l'INAMI-Soins de santé 2009-2011
I. Algemene toelichting I. Exposé général
87
HOOFDSTUK V CHAPITRE V
DE ANDERE REGELINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID
LES AUTRES REGIMES DE SECURITE SOCIALE
De overzeese sociale zekerheid La sécurité sociale d’Outre-mer
De DOSZ beheert twee regelingen van sociale zekerheid: de regeling van de wet van 16 juni 1960 en de regeling van de wet van 17 juli 1963. De begroting van de DOSZ wordt voorge-steld in tabel V.1.
L’OSSOM gère deux régimes de sécurité so-ciale: le régime de la loi du 16 juin 1960 et le régime de la loi du 17 juillet 1963. Le budget de l’OSSOM est présenté dans le tableau V.1.
In 2010 zal de DOSZ 63.572 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 371.928 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 316.977 duizend EUR.
En 2010, l’OSSOM percevra 63.572 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 371.928 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 316.977 milliers EUR.
In 2011 zal de DOSZ 63.572 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 383.408 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 328.447 duizend EUR.
En 2011, l’OSSOM percevra 63.572 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 383.408 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 328.447 milliers EUR.
Andere regelingen van sociale zekerheid Autres régimes de sécurité sociale
In de tabellen V.2 tot V.4 worden de begrotin-gen van de takken en instellingen van de socia-le zekerheid besproken die niet behoren tot bei-de globale beheren maar die in de nationale rekeningen wel tot de sector sociale zekerheid worden gerekend.
Les tableaux V.2 jusque V.4 présentent les bud-gets des branches et des organismes de sécuri-té sociale qui ne font pas partie des gestions globales mais qui, dans les comptes nationaux, sont comptés dans la sécurité sociale.
Voor de RSZ-PPO gaat het over de begroting van de gezinsbijslag, de verschillende pools voor pensioenen, het egalisatiefonds, de collec-tieve sociale dienst, de GECO’s, de veiligheids-contracten, de syndicale premies en de beleg-gingsinkomsten.
Pour l’ONSS-APL, il s’agit du budget des pres-tations familiales, des différents pools de pen-sions, du fonds d’égalisation, du service social collectif, des contractuels subventionnés, des contrats de sécurités, des primes syndicales et des revenus de placements.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
89
2010 2011 2009 (II)-(I) 2010 / 2009 2011 / 2010
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
(I)
Aanpassing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)
(II)
Initieel /Initial
Initieel /Initial
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
Bijdragen 58.502 58.502 63.572 63.572 0 5.070 0 Cotisations
Staatstoelagen 319.568 319.559 316.977 328.447 -9 -2.582 11.470 Subventions de l'Etat
Alternatieve financiering Financement alternatif
Toegewezen ontvangsten 2.210 2.210 2.410 2.410 0 200 0 Recettes affectées
Externe overdrachten 2.140 2.140 2.300 2.300 0 160 0 Transferts externes
Opbrengsten beleggingen 3.055 3.055 2.965 2.965 0 -89 0 Revenus de placements
Diversen 3.571 3.571 4.010 4.010 0 439 0 Divers
Totaal lopende ontvangsten 389.045 389.036 392.235 403.705 -9 3.199 11.470 Total recettes courantes
2010 2011 2009 (II)-(I) 2010 / 2009 2011 / 2010
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
(I)
Aanpassing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)
(II)
Initieel /Initial
Initieel /Initial
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
Prestaties 369.043 368.964 371.928 383.408 -79 2.964 11.481 Prestations
Betalingskosten 25 25 20 20 0 -5 0 Frais de paiement
Beheerskosten 11.761 12.723 12.630 12.619 962 -92 -11 Frais d'administration
Externe overdrachten 2.973 2.973 3.068 3.068 0 95 0 Transferts externes
Intresten op leningen 887 887 831 831 0 -56 0 Intérêts sur emprunts
Diversen 4.200 4.595 3.627 3.627 395 -968 0 Divers
Totaal lopende uitgaven 388.889 390.167 392.104 403.574 1.278 1.937 11.470 Total dépenses courantes
Saldo lopende rekeningen 156 -1.131 131 131 -1.287 1.262 0 Solde comptes courants
Recettes CourantesLopende Ontvangsten
Dépenses Courantes Lopende Uitgaven
2009
2009
(En milliers EUR)
TABLEAU V.1
Budget de l'OSSOM 2009-2011
TABEL V.1
Begroting van de DOSZ 2009-2011 (In duizend EUR)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
90
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
R
ecet
tes
Co
ura
nte
s
Bijd
rag
en
1.08
711
.447
32.9
541.
928.
174
45.7
6655
.486
1.41
9.41
23.
494.
326
Co
tisa
tio
ns
Sta
atst
oel
agen
S
ub
ven
tio
ns
de
l'Eta
t In
de
pres
tatie
s
D
ans
les
pres
tatio
ns
In d
e la
sten
van
leni
ngen
A
utre
s
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
10.0
00
40.9
0284
.628
135.
530
Fin
ance
men
t al
tern
atif
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
26
0.90
4
260.
904
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
71
100
4.
385
90.7
4620
.000
11
5.30
2T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
52.5
00
120
70.2
7014
530
2
123.
337
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
64
1.
037
6.63
6
2.67
210
.410
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
53
.722
21.5
4733
.074
2.30
5.67
222
7.92
175
.789
1.42
2.08
44.
139.
809
Rec
ette
s p
rop
res
Inte
rne
over
drac
hten
74.4
49
74.4
49T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
53
.722
21.5
4733
.074
2.38
0.12
122
7.92
175
.789
1.42
2.08
44.
214.
258
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
Lo
pen
de
Uit
gav
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
D
épen
ses
Co
ura
nte
s
Pre
stat
ies
23.8
2020
.202
28.8
822.
096.
145
221.
177
54.2
431.
416.
308
3.86
0.77
6P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
53
6014
6
259
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
15.8
22
3.70
417
.032
37.5
5494
25.
776
80.8
30F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
15.8
22
3.70
417
.032
37.5
5494
25.
776
80.8
30O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
18
.412
290.
489
4.00
6
31
2.90
7T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Div
erse
n
74
429
3.51
7
4.02
0D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
58
.180
20.2
0233
.075
2.40
7.32
926
2.73
755
.185
1.42
2.08
44.
258.
792
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
Inte
rne
over
drac
hten
74.4
49
74.4
49T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
58
.180
20.2
0233
.075
2.48
1.77
826
2.73
755
.185
1.42
2.08
44.
333.
241
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-4.4
581.
345
-1-1
01.6
57-3
4.81
620
.604
0-1
18.9
83S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
C
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
Rec
ette
s
Uit
gav
en
00
00
00
00
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
0S
old
e co
mp
te d
e ca
pit
al
Res
ult
aat
-4.4
581.
345
-1-1
01.6
57-3
4.81
620
.604
0-1
18.9
83R
ésu
ltat
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n se
ptem
bre
2009
)
TA
BLE
AU
V.2
Bu
dg
et d
es a
utr
es r
égim
es d
e la
séc
uri
té s
oci
ale
2009
TA
BE
L V
.2
Beg
roti
ng
van
de
and
ere
reg
elin
gen
van
so
cial
e ze
kerh
eid
200
9 (
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g se
ptem
ber
2009
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
91
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
R
ecet
tes
Co
ura
nte
s
Bijd
rag
en
1.12
711
.945
27.2
611.
957.
070
45.3
8855
.242
1.41
9.08
33.
517.
115
Co
tisa
tio
ns
Sta
atst
oel
agen
S
ub
ven
tio
ns
de
l'Eta
t In
de
pres
tatie
s
D
ans
les
pres
tatio
ns
In d
e la
sten
van
leni
ngen
A
utre
s
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
10.0
00
40.9
0284
.389
135.
291
Fin
ance
men
t al
tern
atif
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
25
9.88
8
259.
888
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
70
100
4.
519
106.
576
20.0
00
131.
265
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
53.0
0010
017
850
.270
9029
5
103.
933
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
57
1.
037
6.74
8
2.72
110
.563
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
54
.254
22.1
4527
.439
2.31
3.68
624
3.19
175
.537
1.42
1.80
34.
158.
055
Rec
ette
s p
rop
res
Inte
rne
over
drac
hten
42.4
50
42.4
50T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
54
.254
22.1
4527
.439
2.35
6.13
624
3.19
175
.537
1.42
1.80
34.
200.
505
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
Lo
pen
de
Uit
gav
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
D
épen
ses
Co
ura
nte
s
Pre
stat
ies
23.2
0520
.202
22.9
732.
095.
226
219.
442
55.4
461.
415.
848
3.85
2.34
2P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
48
6014
6
254
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
7.89
1
3.76
816
.079
38.9
1598
35.
955
73.5
91F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
7.89
1
3.76
816
.079
38.9
1598
35.
955
73.5
91O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
17
.453
319.
202
4.11
8
34
0.77
3T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Div
erse
n
90
429
3.63
2
4.15
1D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
48
.687
20.2
0227
.230
2.43
4.28
526
2.47
556
.429
1.42
1.80
34.
271.
111
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
Inte
rne
over
drac
hten
42.4
50
42.4
50T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
48
.687
20.2
0227
.230
2.47
6.73
526
2.47
556
.429
1.42
1.80
34.
313.
561
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
5.56
71.
943
209
-120
.599
-19.
284
19.1
080
-113
.056
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
C
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
Rec
ette
s
Uit
gav
en
00
00
00
00
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
0S
old
e co
mp
te d
e ca
pit
al
Res
ult
aat
5.56
71.
943
209
-120
.599
-19.
284
19.1
080
-113
.056
Rés
ult
at
(E
n m
illie
rs E
UR
)
TA
BLE
AU
V.3
Bu
dg
et d
es a
utr
es r
égim
es d
e la
séc
uri
té s
oci
ale
2010
TA
BE
L V
.3
Beg
roti
ng
van
de
and
ere
reg
elin
gen
van
so
cial
e ze
kerh
eid
201
0 (
In d
uize
nd E
UR
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
92
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
R
ecet
tes
Co
ura
nte
s
Bijd
rag
en
1.12
711
.945
27.2
611.
998.
150
45.9
9257
.074
1.44
7.35
23.
588.
902
Co
tisa
tio
ns
Sta
atst
oel
agen
S
ub
ven
tio
ns
de
l'Eta
t In
de
pres
tatie
s
D
ans
les
pres
tatio
ns
In d
e la
sten
van
leni
ngen
A
utre
s
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
10.0
00
40.9
0285
.379
136.
281
Fin
ance
men
t al
tern
atif
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
26
0.49
0
260.
490
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
40
100
4.
689
176.
402
20.0
00
201.
231
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
54.0
0010
017
850
.270
3629
3
104.
877
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
57
1.
037
6.74
8
2.77
810
.620
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
55
.224
22.1
4527
.439
2.35
5.53
831
4.55
777
.367
1.45
0.13
04.
302.
400
Rec
ette
s p
rop
res
Inte
rne
over
drac
hten
35.6
11
35.6
11T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
55
.224
22.1
4527
.439
2.39
1.14
931
4.55
777
.367
1.45
0.13
04.
338.
011
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
Lo
pen
de
Uit
gav
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
D
épen
ses
Co
ura
nte
s
Pre
stat
ies
22.6
0520
.202
12.9
702.
197.
159
220.
964
57.1
101.
444.
091
3.97
5.10
1P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
48
6014
6
254
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
7.93
3
3.76
816
.041
38.6
3998
36.
039
73.4
03F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
7.93
3
3.76
816
.041
38.6
3998
36.
039
73.4
03O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
16
.658
344.
196
63.3
18
42
4.17
2T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Div
erse
n
30
429
3.63
2
4.09
1D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
47
.275
20.2
0217
.227
2.56
1.17
432
2.92
158
.092
1.45
0.13
04.
477.
021
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
Inte
rne
over
drac
hten
35.6
11
35.6
11T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
47
.275
20.2
0217
.227
2.59
6.78
532
2.92
158
.092
1.45
0.13
04.
512.
632
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
7.94
91.
943
10.2
12-2
05.6
36-8
.364
19.2
750
-174
.621
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
C
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
Rec
ette
s
Uit
gav
en
00
00
00
00
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
0S
old
e co
mp
te d
e ca
pit
al
Res
ult
aat
7.94
91.
943
10.2
12-2
05.6
36-8
.364
19.2
750
-174
.621
Rés
ult
at
(E
n m
illie
rs E
UR
)
TA
BLE
AU
V.4
Bu
dg
et d
es a
utr
es r
égim
es d
e la
séc
uri
té s
oci
ale
2011
TA
BE
L V
.4
Beg
roti
ng
van
de
and
ere
reg
elin
gen
van
so
cial
e ze
kerh
eid
201
1 (
In d
uize
nd E
UR
)
I. Algemene toelichting I. Exposé général
93
HOOFDSTUK VI CHAPITRE VI
DE SOCIALE BIJSTAND L’ASSISTANCE SOCIALE
Dit gedeelte behandelt de bijstandsregelingen die met algemene middelen worden gefinan-cierd, namelijk de inkomensgarantie voor oude-ren, het leefloon en de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De maatschappe-lijke dienstverlening die door de OCMW's aan asielzoekers wordt toegekend, is eveneens op-genomen in dit hoofdstuk, uitgezonderd wat de opvanginitiatieven aangaat. Het residueel stel-sel van de gewaarborgde gezinsbijslag, dat vol-ledig ten laste is van de kinderbijslagregeling voor werknemers, komt hier dus niet aan bod, maar wel in het gedeelte betreffende de sociale zekerheid voor werknemers.
Cette partie traite des régimes d’assistance fi-nancés par des moyens généraux, à savoir la garantie de revenus aux personnes âgées, le revenu minimum d’intégration et les allocations aux personnes handicapées. L’aide sociale ac-cordée aux demandeurs d’asile par les CPAS a également été intégrée dans ce chapitre, sauf pour ce qui a trait aux initiatives d’accueil. Le régime résiduaire des prestations familiales ga-ranties, entièrement à charge du régime d’allocations familiales des travailleurs salariés, n’est donc pas repris ici mais bien dans la partie relative à la sécurité sociale des travailleurs sa-lariés.
De inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
La Garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA)
Deze rubriek dekt de inkomensgarantie, het gewaarborgd inkomen en de verwarmingstoela-ge.
Cette rubrique couvre la garantie de revenu, le revenu garanti et l’allocation de chauffage.
Op 1 januari 2010 zal de inkomensgarantie voor ouderen een welvaartsaanpassing ontvangen van 1,2 %. De kostprijs van deze maatregel be-draagt 9,69 miljoen EUR.
Au 1er janvier 2010, la garantie de revenu aux personnes âgées recevra une adaptation au bien-être de 1,2 %. Le coût de cette mesure s’élève à 9,69 millions EUR.
Het recht op maatschappelijke integratie en de maatschappelijke dienstverlening
Le droit à l’intégration sociale et l’aide sociale
Het betreft, voor het lopende begrotingsjaar, het bedrag van de toelage toegewezen door de federale overheid, waarbij een deel van het leefloon (het vroegere bestaansminimum) en de maatschappelijke dienstverlening toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt terugbetaald.
Il s’agit, pour l’année budgétaire en cours, du montant de la subvention accordée par l’Etat fédéral qui rembourse une partie du revenu d’intégration (ancien minimex) et de l’aide so-ciale octroyés par les centres publics d’action sociale.
Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Allocations aux personnes handicapées
De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties door de Staat gefinancierd zijn.
Le régime des allocations aux handicapés a pour but de venir en aide aux plus démunis d’entre eux. C’est un régime résiduaire de pro-tection sociale non contributif, dont les prestati-ons sont financées par l’Etat.
I. Algemene toelichting I. Exposé général
95
201
0 2
011
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aap
assi
ng
(sep
t. 2
009)
/A
dap
tati
on
(s
ept.
200
9)
(II)
Init
ieel
/ In
itia
l In
itie
el /
Init
ial
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
Inko
men
sgar
antie
voo
r ou
dere
n 39
0.25
339
0.25
340
7.55
542
0.81
70
0,00
%17
.302
4,43
%13
.262
3,25
%G
aran
tie d
e re
venu
s au
x pe
rson
nes
âgée
s
Leef
loon
54
8.40
454
8.40
457
5.62
957
5.62
90
0,00
%27
.225
4,96
%0
0,00
%R
even
u d'
inté
grat
ion
Maa
tsch
appe
lijke
die
nstv
erle
ning
/ T
oela
gen
OC
MW
's -
wet
van
2 a
pril
1965
26
5.11
426
5.11
433
1.66
533
1.66
50
0,00
%66
.551
25,1
0 %
00,
00 %
Aid
e so
cial
e /
Sub
side
s C
PA
S -
loi d
u 2
avril
196
5
Teg
emoe
tkom
inge
n aa
n pe
rson
en
met
een
han
dica
p 1.
744.
284
1.74
4.28
41.
733.
534
1.78
1.54
60
0,00
%-1
0.75
0-0
,62
%48
.012
2,77
%A
lloca
tions
aux
per
sonn
es
hand
icap
ées
TO
TA
AL
2.
948.
055
2.94
8.05
53.
048.
383
3.10
9.65
70
0,00
%10
0.32
83,
40 %
61.2
742,
01 %
TO
TA
L
TA
BE
L V
I.1
Pre
stat
ies
van
de
stel
sels
so
cial
e b
ijsta
nd
200
9-20
11
(In
dui
zend
EU
R)
2011
/ 20
1020
09 (
II) /
(I)
TA
BLE
AU
VI.1
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Pre
stat
ion
s d
es r
égim
es d
'ass
ista
nce
so
cial
e 20
09-2
011
200
9 20
10 /
2009
I. Algemene toelichting I. Exposé général
96
201
0 2
011
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g(s
ept.
200
9) /
Ad
apta
tio
n(s
ept.
200
9)
(II)
Init
ieel
/ In
itia
l In
itie
el /
Init
ial
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
Inko
men
sgar
antie
voo
r ou
dere
n96
.355
98.9
5010
0.44
010
3.05
52.
595
2,69
%1.
490
1,51
%2.
615
2,60
%G
aran
tie d
e re
venu
s au
x pe
rson
nes
âgée
s
Leef
loon
(1)
94.6
2194
.621
100.
004
102.
224
00,
00 %
5.38
35,
69 %
2.22
02,
22 %
Rev
enu
d'in
tégr
atio
n (1
)
Maa
tsch
appe
lijke
die
nstv
erle
ning
/ T
oela
gen
OC
MW
's -
wet
van
2 a
pril
1965
(1)
34.1
6134
.161
48.8
2950
.876
00,
00 %
14.6
6842
,94
%2.
047
4,19
%A
ide
soci
ale
/
S
ubsi
des
CP
AS
- lo
i du
2 av
ril 1
965
(1)
Teg
emoe
tkom
inge
n aa
n pe
rson
en
met
een
han
dica
p (2
)27
5.74
928
4.91
829
0.08
19.
169
3,33
%5.
163
1,81
%-2
90.0
81-1
00,0
0 %
Allo
catio
ns a
ux p
erso
nnes
hand
icap
ées
(2)
TO
TA
AL
500.
886
512.
650
539.
354
256.
155
11.7
642,
35 %
26.7
045,
21 %
6.88
21,
28 %
TO
TA
L
(1)
2009
(aa
npas
sing
sep
tem
ber
2009
): c
ijfer
s va
n de
vor
ige
begr
otin
gsco
ntro
le.
(1)
2009
(ad
apta
tion
sept
embr
e 20
09):
chi
ffres
du
cont
rôle
bud
géta
ire p
récé
dent
.(2
) 20
11: c
ijfer
nog
nie
t bes
chik
baar
.(2
) 20
11: c
hiffr
e pa
s en
core
dis
poni
ble.
200
9 20
11 /
2010
TA
BE
L V
I.2V
olu
mef
acto
ren
van
de
pre
stat
ies
van
de
stel
sels
so
cial
e b
ijsta
nd
200
9-20
11
2010
/ 20
0920
09 (
II) /
(I)
TA
BLE
AU
VI.2
Fac
teu
rs d
e vo
lum
e d
es p
rest
atio
ns
des
rég
imes
d'a
ssis
tan
ce s
oci
ale
2009
-201
1
I. Algemene toelichting I. Exposé général
97
2009 2010 2011
1. IGO 1. GRAPA
- verhoging met 0,8 % van de IGO 1.6.2009 3,76 - augmentation de 0,8 % de la GRAPA
- verhoging met 1,2 % van de IGO 1.1.2010 9,69 - augmentation de 1,2 % de la GRAPA
2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
2. Allocations aux personnes handicapées
- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering
1.6.2009 11,87 - augmentation de 2 % hors index de l' allocation de remplacement de revenus
- verhoging met 4,5 % van de plafonds voor hulp aan bejaarden
1.6.2009 4,20 - augmentation de 4,5 % des plafonds de l'aide à la personne âgée
3. Leefloon 3. Revenu d'intégration
- verhoging met 2 % van het leefloon 1.6.2009 6,65 - augmentation de 2 % du revenu d'intégration
4. Maatschappelijke dienstverlening 4. Aide sociale
(wet 1965 ) (loi 1965)
- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening
1.6.2009 3,33 - augmentation de 2 % de l'aide sociale équivalente
TOTAAL 29,81 9,69 TOTAL
(In miljoen EUR)
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
TABLEAU VI.3
(En millions EUR)
Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)
TABEL VI.3
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)
Corrections sociales - Assistance sociale
Sociale correcties - Sociale bijstand
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost / Coût
annuel
I. Algemene toelichting I. Exposé général
98
HOOFDSTUK VII CHAPITRE VII
DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDS-SECTOR
LES PENSIONS DU SECTEUR PUBLIC
De overheidssector vormt geen homogeen ge-heel. Er bestaan verschillende categorieën van openbare werkgevers op de verschillende be-leidsniveaus: de federale staat, de ge-meenschappen en gewesten, de provincies, de gemeenten, de openbare instellingen, autono-me overheidsinstellingen, ... Elk van deze over-heden heeft voor haar vast benoemde perso-neelsleden een eigen statuut uitgewerkt.
Le secteur public ne constitue pas un ensem-ble homogène. Il existe différentes catégories d’employeurs publics se situant à des niveaux différents de pouvoir : l’Etat fédéral, les Com-munautés et Régions, les provinces, les com-munes, les institutions publiques, les entrepri-ses publiques autonomes, … Chacune de ces autorités a élaboré un statut propre pour son personnel définitif.
Het pensioenstelsel vormt een onderdeel van het statuut van het personeelslid, zodat elk van deze overheden bevoegd is om het pen-sioenstelsel van haar vastbenoemde perso-neelsleden vast te stellen.
Le régime de pension constituant un des as-pects de la situation statutaire de l’agent, cha-cune de ces autorités est compétente pour fixer le régime de pension de son personnel définitif.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen drie soorten van pensioenen van de overheidssector.
Il faut distinguer trois sortes de pensions du secteur public.
De eerste categorie betreft de pensioenen ten laste van de Staatskas. Het betreft de pensi-oenen van de vastbenoemde personeelsleden van de federale overheidsdiensten en de mi-nisteries van gemeenschappen en gewesten, van het onderwijs, van De Post, Belgacom, … De rustpensioenen ten laste van de Staatskas worden gefinancierd door dotaties die inges-chreven zijn in afdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting (zie verder). De overlevingspensioenen worden gefinancierd door de opbrengst van een persoonlijke bijdrage van 7,5 % op de wedde van de vastbenoemde personeelsleden die wordt gestort aan de Pen-sioendienst voor de overheidssector (die de rol van het vroegere Fonds voor Overlevingspensi-oenen overneemt).
La première catégorie concerne les pensions à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des services publics fédé-raux et des ministères des communautés et régions, de l’enseignement, de La Poste, de Belgacom, … Les pensions à charge du Trésor public sont financées par des dotations inscrites dans la division 55 de la section 21 du budget général des Dépenses (voir plus loin). Les pen-sions de survie sont financées par le produit de la retenue d’une cotisation personnelle de 7,5 % sur le traitement des agents définitifs, versée au Service des Pensions du Secteur Public (qui reprend le rôle du Fonds des pensions de sur-vie).
De tweede categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de Staatskas maar die wel zoals deze pensioenen worden berekend. Het betreft de rustpensioenen van de vastbe-noemde personeelsleden van de openbare ins-tellingen die aangesloten zijn bij het pen-sioenstelsel van de wet van 28 april 1958 (de Pool der Parastatalen)1. Het betreft tevens de
La deuxième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public, mais qui sont calculées comme de telles pen-sions. Il s’agit des pensions des agents définitifs des institutions publiques qui sont affiliés au régime de pension de la loi du 28 avril 1958 (le Pool des Parastataux)1. Il s’agit également des agents définitifs des administrations locales qui,
1 Bij de Pool der Parastatalen zijn een aantal openbare instellingen van de federale staat en van gemeens-chappen en gewesten aangesloten (ongeveer 100 in aantal). De aangesloten instelling stort een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen. De persoonlijke bijdrage van 7,5 % wordt gestort aan de
I. Algemene toelichting I. Exposé général
99
personeelsleden van de plaatselijke besturen die inzake pensioenen aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de pro-vinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO)2.
en matière de pensions, sont affiliées à l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales (ONSSAPL)2.
De derde categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de Staatskas en die bovendien geheel of gedeeltelijk anders worden berekend dan de pensioenen ten laste van de Staatskas. Het betreft hier de pensioenen van de vastbe-noemde personeelsleden van de provincies, de plaatselijke besturen die inzake pensioenen niet aangesloten zijn bij de RSZPPO en de openba-re instellingen die niet aangesloten zijn bij de Pool der Parastatalen. Deze instellingen dienen zelf in te staan voor de financiering en de uitbe-taling van hun pensioenen. Zij dienen niettemin de bepalingen te eerbiedigen die toepasselijk werden gemaakt op alle openbare overheden (absoluut pensioenmaximum, relatief pensi-oenmaximum, cumulatie van een overlevings-pensioen met een rustpensioen, de gewaar-borgde minimumbedragen, de persoonlijke bij-drage voor de financiering van de overlevings-pensioenen van minstens 7,5 % van de wedde).
La troisième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public et qui sont, en tout ou en partie, calculées diffé-remment de celles à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des provinces, des administrations locales qui en matière de pensions ne sont pas affiliées à l’ONSSAPL et des organismes d’intérêt public qui ne sont pas affilés au Pool des parastataux. Ces institutions sont tenues à financer et payer eux-mêmes leurs pensions. Elles sont néan-moins tenues de respecter les normes qui ont étés rendues applicables à tous les pouvoirs publics (maximum absolu de pension, maximum relatif de pension, cumul d’une pension de sur-vie avec une pension de retraite, les montants minimums garantis de pension, la contribution personnelle pour le financement des pensions de survie d’au moins 7,5 % du traitement).
De Pensioendienst voor de overheidssector3 is belast met de toekenning en het beheer van de pensioenen van de eerste en tweede categorie. De uitbetaling gebeurt door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven van de Federale Overheids-dienst Financiën.
Le Service des Pensions du Secteur Public3 est chargé de l’attribution et de la gestion des pen-sions de la première et deuxième catégorie. Le paiement est exécuté par le Service Central des Dépenses Fixes du Service publique fédéral Finances.
Tot aan het begrotingsjaar 2005 werden de pensioenen ten laste van de Staatskas onder-gebracht in sectie 21 - organisatie afdeling 51
Jusqu’à l’année budgétaire 2005, les pensions à charge du Trésor public étaient regroupées dans la section 21 – division organique 51 du
Pensioendienst voor de overheidssector en is bestemd voor de financiering van de overlevingspensioenen. De overlevingspensioenen zijn dus ten laste van de Staatskas. 1 Un nombre d’institutions publiques de l’Etat fédéral et des Communautés et Régions sont affiliés au Pool des parastataux (environ 100 en total). Les institutions affiliées versent au Pool des parastataux une cotisation pa-tronale pour le financement des pensions de retraite. La retenue personnelle de 7,5 % est versée au Service des pensions du Secteur Public et est destinée à supporter la charge des pensions de survie. Les pensions de survie sont donc à charge du Trésor public. 2 Bij de RSZPPO zijn een aantal plaatselijke besturen (gemeenten, OCMW’s en intercommunales) aangesloten (ongeveer 1.100 in aantal). Deze storten een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen en een persoonlijke bijdrage van 7,5 % voor de financiering van de overlevingspensioenen. 2 Un nombre d’administrations locales (communes, CPAS et intercommunales) sont affiliées à l’ONSSAPL (environ 1.100 en total). Ces administrations affiliées versent à l’ONSSAPL une cotisation patronale pour le financement des pensions de retraite et une cotisation personnelle de 7,5 % pour le financement des pensions de survie. 3 Sedert 1 januari 2006 heeft de Pensioendienst voor de overheidssector – een federale openbare instelling van cat. A – de bevoegdheden van de Administratie der Pensioenen overgenomen (wet van 12 januari 2006). 3 Depuis le 1er janvier 2006 le Service des Pensions du Secteur Public – une institution publique fédérale de cat. A – a repris les compétences de l’ Administration des Pensions (Loi du 12 janvier 2006).
I. Algemene toelichting I. Exposé général
100
van de federale begroting. Het betrof hier zowel de vaste kredieten als de variabele kredieten die afkomstig waren van de organieke fondsen (Fonds voor overlevingspensioenen, Pool der Parastatalen, Fonds voor het Evenwicht van de pensioenstelsels). Sinds het begrotingsjaar 2006 werden de vaste en variabele kredieten vervangen door een systeem van dotaties en toegewezen ontvangsten en uitgaven.
budget fédéral. Il s’agissait des crédits fixes et des crédits variables provenant des fonds orga-niques (le Fonds des pensions de survie, le Pool des parastataux, le Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions). Depuis l’année bud-gétaire 2006, les crédits fixes et variables étaient remplacés par un système de dotations et de recettes et dépenses propres.
De dotaties die betrekking hebben op de pensi-oenen ten laste van de Staatskas, zijn gegroe-peerd onder organisatieafdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting. De ont-vangsten en uitgaven van drie gewezen fond-sen, nl. het Fonds voor Overlevingspensioenen (inning van de persoonlijke bijdrage van 7,5 % en financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas), de Pool der Parastatalen (inning van de patronale bijdrage van de aangesloten openbare instellingen en financiering van de rustpensioenen) en het Fonds voor het Even-wicht van de pensioenstelsels (inning van de solidariteitsbijdrage op de pensioenen van de overheidssector en financiering van de pen-sioenen ten laste van de Staatskas) zijn sinds 1 januari 2006 ondergebracht in de parastatale begroting van de Pensioendienst voor de over-heidssector als ontvangsten en uitgaven met bijzondere aanwending.
Les dotations concernant les pensions à char-ge du Trésor public sont rassemblées sous la division organique 55 de la section 21 du bud-get général des Dépenses. Les recettes et dé-penses des trois ex-fonds organiques sont, de-puis le 1er janvier 2006, incorporées dans le budget parastatal du Service des Pensions du Secteur Public comme recettes et dépenses avec affectation spéciale. Il s’agit du Fonds des pensions de survie (perception de la cotisation personnelle de 7,5 % et financement des pen-sions à charge du Trésor public), du Pool des parastataux (perception de la cotisation patro-nale des organismes affiliés et financement des pensions de retraites) et du Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions (perception de la retenue de solidarité sur les pensions du secteur public et financement des pensions à charge du Trésor public).
Voor organisatie afdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting beloopt het bedrag van de dotaties 8.078.227 duizend EUR voor 2010, hetzij een stijging met 2,85 % ten opzich-te van de aangepaste dotaties 2009 (7.854.090 duizend EUR).
Pour la division organique 55 de la section 21 du budget général des Dépenses, le montant des dotations s’élève à 8.078.227 milliers EUR pour 2010, soit une augmentation de 2,58 % par rapport aux dotations adaptées en 2009 (7.854.090 milliers EUR).
Deze stijging is voornamelijk te wijten aan de toename van het aantal gepensioneerden.
Cette augmentation est principalement due à l’accroissement du nombre des pensionnés.
In de groep mensen die vanaf 2010 met pen-sioen gaan zijn er meer dan gemiddeld die een loopbaan bij de overheid bewijzen. Vanaf 1960 werden immers niet enkel veel ambtenaren aangeworven, maar er werd toen ook begonnen met de verdere uitbouw van het onderwijs, waarvoor toen – mede ingevolge de babyboom – vele jongeren werden aangetrokken. Diege-nen die in 1965 en de daaropvolgende jaren aangeworven werden, gaan nu ongeveer met pensioen.
Dans la catégorie de personnes qui prendront leur pension à partir de 2010, une majorité pour-ra valider une carrière dans le secteur public. Depuis 1960, le recrutement des fonctionnaires n’a cessé d’augmenter et le developpement de l’enseignement a provoqué - entre autres à cause du baby-boom – le recrutement de nom-breux jeunes. Or, ce sont les personnes recru-tées depuis 1965 et dans les années qui suivent qui prendront leur pension.
Naast de effecten van de verhoging van het rekruteren merken we ook de effecten van de hogere levensverwachting van de gepen-sioneerden in het algemeen en meer specifiek
En plus des effets de l'augmentation du re-crutement, on observe aussi les effets de l'aug-mentation de l'espérance de vie des pen-sionnés en général et en particulier de celle des
I. Algemene toelichting I. Exposé général
101
van de vrouwen, die steeds meer verte-genwoordigd zijn in het aantal gepensio-neerden.
femmes, elles aussi de plus en plus repré-sentées dans les effectifs de pensionnés.
Ten slotte merken we ook een stijging van het gemiddeld bedrag van de overheidspen-sioenen: dit vindt zijn oorzaak in de vaststelling dat het bij de uitdovende (deels koloniale) pen-sioenen veelal gaat om kleinere pen-sioenbedragen, alsook dat er bij de nieuwe pensioenen dikwijls supplementen verrekend worden die in de uitdovende pensioenen niet aanwezig zijn.
Enfin, nous constatons également une aug-mentation du taux moyen des pensions du sec-teur public: ce phénomène est dû au fait que le taux moyen des pensions en extinction (les pensions coloniales en particulier) est moins élévé alors que dans le calcul des pensions ré-centes sont pris en compte des suppléments qui ne l’étaient pas dans le calcul des pensions en extinction.
Voor 2010 bedragen de uitgaven inzake de overlevingspensioenen ten laste van de Staats-kas 1.448.239 duizend EUR, hetzij een daling met 1,15 % ten opzichte van de te verwachten realisaties in 2009 (1.465.041 duizend EUR).
Pour 2010, les dépenses en matière de pen-sions de survie s’élèvent à 1.448.239 milliers EUR, soit une diminution de 1,15 % par rapport aux réalisations prévues en 2009 (1.465.041 milliers EUR).
De uitgaven inzake de parastatale rustpensi-oenen bedragen 318.807 duizend EUR, hetzij een stijging van 2,58 % ten opzichte van 2009 (310.782 duizend EUR). Ook deze stijging wordt verklaard door een stijging van het aantal ge-pensioneerden.
Les dépenses en matière de pensions de re-traite parastatales s’élèvent à 318.807 milliers EUR, soit une augmentation de 2,58 % par rap-port au 2009 (310.782 milliers EUR). Cette augmentation est également due à l’augmentation du nombre de pensionnés.
De pensioenen ten laste van de Staatskas kun-nen in 2010 voor een bedrag van 209 783 dui-zend EUR betaald worden door de ontvangsten voor de financiering van het evenwicht der pen-sioenstelsels.
En 2010, un montant de 209.783 milliers EUR en matière de pensions à charge du Trésor pu-blic sera payé par les recettes pour le finance-ment de l’équilibre des régimes de pensions.
Fonds voor de pensioenen van de geïn-tegreerde politie
Fonds des pensions de la police inté-grée
De wet van 6 mei 2002 houdende oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïn-tegreerde politie en houdende bijzondere bepa-lingen op het vlak van sociale zekerheid, heeft bij de Pensioendienst voor de overheidssector een bijzonder fonds opgericht voor de financie-ring van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de politiediensten. Dit fonds draagt de last van deze pensioenen die ingaan vanaf 1 april 2001. Het gedeelte van deze pensioenen dat betrekking heeft op de vóór 1 april 2001 gepresteerde diensttijd bij een afgeschaft politiekorps4 is dus eveneens ten laste van dit fonds.
La loi du 6 mai 2002 portant création du Fonds des pensions de la police intégrée et portant des dispositions particulières en matière de sé-curité sociale, a créé auprès du Service des Pensions du Secteur Public un fonds particulier pour le financement des pensions du personnel définitif des services de police. Ce fonds sup-porte la charge des pensions qui prennent cours à partir du 1er avril 2001. La partie de la pension qui se rapporte aux services prestés avant le 1er avril 2001 auprès d’un corps de police suppri-mé4 est donc également à charge de ce fonds.
4 Het betreft de diensttijd verricht bij de Rijkswacht, de gemeentelijke politie, de gerechtelijke politie, de zee-vaartpolitie, de luchtvaartpolitie, de spoorwegpolitie, de jeugdpolitie, het Hoog Comité van Toezicht, ...
I. Algemene toelichting I. Exposé général
102
De Federale Staat en de 196 politiezones zijn als werkgever ambtshalve bij dit fonds aange-sloten.
L’Etat fédéral et les 196 zones de polices en tant qu’employeurs sont d’office affiliés à ce fonds.
De pensioenlast wordt gedragen door een pa-tronale bijdrage van 20 % en een persoonlijke bijdrage van 7,5 %. De bijdragen voor de per-soneelsleden van de federale politie en van de Algemene inspectie van de federale en lokale politie, worden door de federale overheid rech-tstreeks overgemaakt aan de Pensioendienst voor de overheidssector als beheerder van het Fonds voor de pensioenen van de geïnte-greerde politie. De bijdragen voor de perso-neelsleden van de lokale politiezones worden gestort bij de RSZPPO, die de opbrengst over-maakt aan het fonds.
La charge des pensions est supportée par une cotisation patronale de 20 % et une cotisation personnelle de 7,5 %. Les cotisations pour les agents de la police fédérale et de l’inspection générale de la police fédérale et de la police locale, sont versées par l’autorité fédérale direc-tement au Service des Pensions du Secteur Public qui gère le Fonds des pensions de la police intégrée. Les cotisations pour les agents de la police locale sont versées à l’ONSSAPL qui transfère le produit vers le Fonds.
De uitgaven voor rust- en overlevingspensi-oenen en de tegemoetkomingen in de begra-feniskosten worden begroot op 303.536 dui-zend EUR in 2010. De bijdragen worden ge-raamd op 458.356 duizend EUR in 2010. Het saldo wordt geristorneerd naar rata van 79.000 duizend EUR in 2010 aan de Pensioendienst voor de overheidssector (Ontvangsten voor de financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas) en naar rata van 75.020 duizend EUR in 2010 aan de andere pensioeninstellin-gen die vóór de hervorming de last droegen van de pensioenen van de gemeentelijke politie-agenten.
Les dépenses de pensions de retraite et de sur-vie et de l’indemnité de funérailles sont budgé-tées pour 303.536 milliers EUR en 2010. Les cotisations sont estimées à 458.356 milliers EUR en 2010. Le solde est ristourné au Service des Pensions du Secteur Public (Recettes pour le financement des pensions à charge du Trésor public) à raison de 79.000 milliers EUR en 2010 et à raison de 75.020 milliers EUR en 2010 aux autres acteurs intervenant dans le paiement des pensions des policiers avant la reforme.
Met betrekking tot de pensioenverplichtingen van de NMBS worden hiervoor in 2010 uitgaven voorzien t.b.v. 875.000 duizend EUR, waarvan 632.095 duizend EUR opgenomen is in de dota-tie “pensioenen NMBS”.
En ce qui concerne les obligations de pensions de la SNCB, de dépenses de l’ordre de 875.000 milliers EUR sont prévues en 2010, dont 632.095 milliers EUR sont repris dans la dota-tion «pensions SNCB».
Pensioenen van de benoemde ambtena-ren van de plaatselijke overheidsdien-sten
Pensions des agents nommés des admi-nistrations locales
Een hervorming die zal uitgaan van een even-wicht, tussen enerzijds solidariteit, en anderzijds een verhoogde responsabilisering per bestuur, zal voorgesteld worden voor de begrotingscon-trole 2010 en van een inwerkingtreding op 1/1/2011.
Une réforme qui se fondera sur un équilibre en-tre, d’une part, solidarité, et, d’autre part, une responsabilisation accrue par administration sera proposée en vue du contrôle budgétaire 2010 et d’une entrée en vigueur au 1/1/2011.
4 Il s’agit des services prestés auprès de la gendarmerie, la police communale, la police judiciaire, la police maritime, la police aéronautique, la police des chemins de fer, la police de la jeunesse, le Comité supérieur de contrôle, …
I. Algemene toelichting I. Exposé général
103
201
0
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
tro
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g(s
ept.
200
9) /
Ad
apta
tio
n(s
ept.
200
9)
(II)
Init
ieel
/In
itia
l
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/E
n %
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/E
n %
1. A
fdel
ing
55
1. D
ivis
ion
55
Pen
sio
end
ien
st v
oo
r d
e O
verh
eid
ssec
tor
Ser
vice
des
Pen
sio
ns
du
Sec
teu
r P
ub
lic
Ten
last
e va
n:A
cha
rge:
dota
tie p
ensi
oene
n va
n de
ope
nbar
e se
ctor
7.04
2.44
97.
042.
449
7.26
0.24
20
0,00
%21
7.79
33,
09 %
de la
dot
atio
n pe
nsio
ns d
u se
cteu
r pu
blic
dota
tie v
ergo
edin
gs-
en o
orlo
gspe
nsio
enen
163.
344
163.
344
147.
812
00,
00 %
-15.
532
-9,5
1 %
de la
dot
atio
n pe
nsio
ns d
e ré
part
ion
et d
e gu
erre
dota
tie r
ente
n ar
beid
song
eval
len
38.4
6938
.469
38.0
780
0,00
%-3
91-1
,02
%de
la d
otat
ion
rent
es a
ccid
ents
du
trav
ail
dota
tie p
ensi
oene
n N
MB
S60
9.82
860
9.82
863
2.09
50
0,00
%22
.267
3,65
%de
la d
otat
ion
pens
ions
SN
CB
To
taal
ten
last
e va
n d
e d
ota
ties
7.85
4.09
07.
854.
090
8.07
8.22
70
0,00
%22
4.13
72,
85 %
To
tal à
ch
arg
e d
es d
ota
tio
ns
2. U
itg
aven
op
gea
ffec
teer
de
on
tvan
gst
en
bes
tem
d v
oo
r d
e fi
nan
cier
ing
van
:2.
Dép
ense
s su
r re
cett
es a
ffec
tées
po
ur
le
fin
ance
men
t:
de o
verle
ving
spen
sioe
nen
ten
last
e va
n de
S
taat
1.46
5.04
11.
465.
041
1.44
8.23
90
0,00
%-1
6.80
2-1
,15
%de
s pe
nsio
ns d
e su
rvie
de
l'Eta
t
de p
aras
tata
le r
ustp
ensi
oene
n31
0.78
231
0.78
231
8.80
70
0,00
%8.
025
2,58
%de
s pe
nsio
ns d
e re
trai
tes
para
stat
ales
de r
ustp
ensi
oene
n te
n la
ste
van
de S
taat
199.
837
199.
837
209.
783
00,
00 %
9.94
64,
98 %
des
pens
ions
de
retr
aite
de
l'Eta
tde
pen
sioe
nen
van
de g
eïnt
egre
erde
pol
itie
438.
012
438.
012
458.
356
00,
00 %
20.3
444,
64 %
des
pens
ions
de
la p
olic
e in
tégr
éede
pen
sioe
nen
van
de N
MB
S23
6.60
823
6.60
824
2.90
50
0,00
%6.
297
2,66
%de
s pe
nsio
ns d
e la
SN
CB
To
taal
ten
last
e va
n d
e to
egew
ezen
o
ntv
ang
sten
2.65
0.28
02.
650.
280
2.67
8.09
00
0,00
%27
.810
1,05
%T
ota
l à c
har
ge
des
rec
ette
s af
fect
ées
TO
TA
LE
UIT
GA
VE
N10
.504
.370
10.5
04.3
7010
.756
.317
00,
00 %
251.
947
2,40
%D
EP
EN
SE
S T
OT
AL
ES
Pen
sio
ns
du
sec
teu
r p
ub
lic 2
009-
2010
(En
mill
iers
EU
R)
2010
/ 20
09
TA
BE
L V
II.1
(In
duiz
end
EU
R)
Pen
sio
enen
van
de
ove
rhei
dss
ecto
r 20
09-2
010
2009
(II)
/ (I
)
TA
BLE
AU
VII.
1
2009
I. Algemene toelichting I. Exposé général
104
HOOFDSTUK VIII CHAPITRE VIII
DE TEWERKSTELLINGSPROGRAMMA’S VIA DE ACTIVERING VAN DE UITKE-
RINGEN
LES PROGRAMMES D’EMPLOI VIA L’ACTIVATION DES ALLOCATIONS
België heeft een lange traditie van ondersteu-nen van aanwervingen via maatregelen die de loonkost voor de werkgever verlagen. Naast de structurele lastenverlaging die onvoorwaardelijk geldt voor elke werknemer, gaat het daarbij meestal om maatregelen die gecibleerd worden op specifieke doelgroepen van werknemers, die het extra moeilijk hebben om hun plaats op de arbeidsmarkt te veroveren. Daarbij werd tot op heden vooral gewerkt met verminderingen van de patronale socialezekerheidsbijdragen. In een beperkt aantal gevallen wordt dit nog aangevuld met een “activering” van de uitkering die de werknemer genoot vooraleer hij aan het werk ging (meestal een werkloosheidsuitkering of het leefloon). Een deel van die uitkering wordt daarbij gebruikt als een bestanddeel van het loon, waardoor de resterende loonkost voor de werkgever daalt, zonder dat dit leidt tot een da-ling van het nettoloon van de werknemer. België besteedt veel middelen aan deze vorm van ac-tief arbeidsmarktbeleid en de voorbije jaren nam dit toe, ondermeer via de doelgroepkortingen van de socialezekerheidsbijdragen.
La Belgique a une longue tradition de soutien des embauches par le biais de mesures qui di-minuent le coût salarial pour l’employeur. A côté des réductions structurelles de charges qui s’adressent de façon inconditionnelle à chaque travailleur, on retrouve principalement des me-sures qui sont ciblées sur certaines catégories spécifiques de travailleurs qui ont des difficultés particulières d’insertion sur le marché du travail. Ainsi, jusqu’à présent, on a souvent recours à des diminutions de cotisations patronales de sécurité sociale. Dans un nombre plus réduit de cas, ces mesures sont complétées par une « activation » de l’allocation dont le travailleur bénéficiait avant de retrouver du travail (princi-palement une allocation de chômage ou le re-venu d’intégration sociale). Une partie de cette allocation est alors utilisée comme une compo-sante du salaire, ce qui contribue à diminuer le coût salarial qui reste à charge de l’employeur sans entraîner pour autant une baisse du sa-laire net du travailleur. La Belgique a consacré beaucoup de moyens à cette forme de politique active du marché du travail et ces moyens ont encore augmenté au cours des dernières an-nées entre autres via les réductions groupes-cibles de cotisations de sécurité sociale.
Loonlastverlaging via vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid
Réductions des coûts salariaux par des diminutions des cotisations patronales de sécurité sociale
Naast de structurele vermindering van de so-ciale zekerheidsbijdragen werden de verschil-lende doelgroepverminderingen in 2004 gera-tionaliseerd. Er werden twee mogelijke bijdra-geverminderingen ingevoerd (één van 400 EUR per trimester en één van 1.000 EUR) die bo-vendien onderling niet kunnen worden gecom-bineerd. Deze verminderingen worden ingezet voor de volgende doelgroepen:
Les différentes réductions groupes-cibles qui existent à coté de la réduction structurelle des cotisations patronales de sécurité sociale ont été rationalisées en 2004. Deux possibilités de réduction ont été introduites (une de 400 EUR par trimestre et une de 1.000 EUR) qui ne peu-vent pas être combinées entre elles. Ces réduc-tions ont été introduit pour les groupes-cibles suivants :
laaggeschoolde jongeren; les jeunes faiblement qualifiés;
oudere werknemers; les travailleurs âgés;
de eerste aanwervingen die een werkge-ver doet;
la première embauche réalisée par un em-ployeur ;
werknemers die in een stelsel van collec-tieve arbeidsduurvermindering of de vierdagen-week werken;
les travailleurs qui travaillent dans un ré-gime de réduction collective de la durée du tra-vail ou d’un 4/5 temps ;
I. Algemene toelichting I. Exposé général
105
langdurig werklozen. les chômeurs de longue durée.
In de tweede helft van 2004 kwam er een doel-groep bij namelijk: van de werknemers die het slachtoffer werden van een herstructurering: hun wedertewerkstelling wordt aangemoedigd door een bijdragevermindering voor de nieuwe werkgever en ook voor de werknemer zelf. In 2006 werd nogmaals een doelgroep toege-voegd: de erg laaggeschoolde jongeren. Bo-vendien werden naast de tarieven van 400 en 1.000 EUR ook nieuwe tarieven toegevoegd.
Un groupe-cible a été ajouté au cours du deuxième semestre de 2004, à savoir celui des travailleurs qui ont été victimes d’une restructu-ration : leur réinsertion est encouragée par une réduction de cotisation en faveur du nouvel em-ployeur et aussi en faveur du travailleur. Un nouveau groupe-cible a été défini en 2006, les jeunes très faiblement qualifiés. De nouveaux tarifs de réductions ont été introduits complé-mentairement aux réductions de 400 EUR et de 1.000 EUR.
Een nieuwe vereenvoudigingsoperatie leek dan ook noodzakelijk. Daarbij was het uitgangspunt van de regering om doelgroepmaatregelen die grotendeels samenliepen met het lage-lonen-aspect van de structurele lastenverlaging af te bouwen, en het bespaarde bedrag te gebruiken voor een versterking van die lage-lonen vermin-dering.
Ainsi, une nouvelle opération de simplification paraissait nécessaire. Pour le Gouvernement, le point de départ de cette simplification était une suppression progressive des mesures groupes cibles qui coïncidaient en grande partie avec l’aspect bas salaires de la réduction structurelle, et d’utiliser le montant ainsi économisé pour un renforcement de cette réduction bas salaires.
De sociale partners deden in hun interprofes-sioneel akkoord 2009-2010 een voorstel van vereenvoudiging van de bijdrageverminderin-gen. Dit akkoord voorziet de afschaffing van een aantal doelgroepmaatregelen, de progressieve versterking van de structurele vermindering, met name voor de lage lonen. Deze modificaties moeten gefaseerd worden gerealiseerd. De re-gering heeft in haar verklaring van 31 december 2008 aangegeven dat ze het interprofessioneel akkoord wil uitvoeren.
Dans le cadre de leur accord interprofessionnel 2009-2010, les partenaires sociaux ont avancé une proposition de simplification des réductions des charges. Cet accord prévoit la suppression de certaines mesures ciblées, le renforcement progressif de la réduction structurelle dont no-tamment sa composante bas salaires. Ces mo-difications doivent être réalisées de manière phasée. Le Gouvernement a, dans sa déclara-tion du 31 décembre 2008, indiqué vouloir exé-cuter l’accord interprofessionnel.
Loonlastverlaging via een activering van de werkloosheidsuitkeringen en leefloon
Réductions des coûts salariaux par une activation de l’allocation de chômage et du revenu d’intégration
Bovenop de verminderingen aan te betalen so-ciale zekerheidsbijdragen voor bepaalde doel-groepwerknemers, zijn er ook nog stelsels van activering van uitkeringen. Globaal gezien gaat het binnen de RVA-begroting (dus activering van werkloosheidsuitkeringen, niet van leefloon) in het jaar 2008 om 67.415 werknemers, goed voor een totaal bedrag aan activering van 310,2 miljoen EUR. Voor 2009 wordt een stijging ver-wacht tot 72.500 werknemers, en een totale kost van 333,5 miljoen EUR.
Outre ces réductions de cotisations dues à la sécurité sociale pour différents groupes-cibles, il existe différents régimes d’activation des alloca-tions. Ces activations des allocations de chô-mage (sans l’activation du revenu d’intégration), représentent au niveau du budget de l’ONEm de 2008 un montant total de 310,2 millions EUR pour 67.415 travailleurs. Pour l’année 2009 une légère croissance est attendue : 72.500 travail-leurs pour un montant total de 333,5 millions EUR.
De meest voorkomende stelsels van activering van uitkeringen zijn de volgende:
Les programmes d’activation des allocations les plus importants sont les suivants :
het plan Activa, dat zich richt tot de lang- le plan Activa, qui s’adresse aux chômeurs
I. Algemene toelichting I. Exposé général
106
durig werkzoekenden en dat van toepassing is op alle werkgevers van de private sector. De duur van activering van de uitkering is afhanke-lijk van de afstand van de werkzoekende tot de arbeidsmarkt, uitgedrukt in inactiviteitsduur. Ou-dere werkzoekenden worden na een kortere werkloosheidsduur dan deze die geldt voor de jongeren opgenomen in het plan Activa. Naast de algemene Activa-regeling zijn er ook speci-fieke stelsels van Activa voor een tewerkstelling in het kader van het lokaal veiligheids-en pre-ventiebeleid (stadswachten). De voorziene uit-gaven voor 2009 voor het Activaplan binnen het budget van de werkloosheidsuitkeringen bedra-gen 184,1 miljoen EUR voor 39.600 gerechtig-den, een status quo ten opzichte van de 39.674 eenheden in 2008. Het gemiddeld maandbe-drag aan geactiveerde uitkering bedraagt 387,46 EUR;
de longue durée et s’applique à tous les em-ployeurs du secteur privé. La durée de l’activation des allocations dépend de la mesure dans laquelle le demandeur d’emploi s’est éloi-gné du marché du travail exprimée en durée d’inactivité. Les demandeurs d’emploi âgés remplissent les conditions d’application du plan Activa après une période de chômage plus courte que celle applicable aux jeunes. Outre le régime général Activa, il existe des régimes spécifiques Activa pour l’occupation dans le cadre de la politique locale de prévention et de sécurité (agents de prévention et de sécurité). Les dépenses prévues pour 2009 pour le plan Activa au sein du budget affecté aux allocations de chômage s’élèvent à 184,1 millions EUR pour 39.600 bénéficiaires, un statu-quo par rap-port aux 39.674 unités en 2008. Le montant mensuel moyen de l’allocation activée est de 387,46 EUR ;
de doorstromingsprogramma’s, een soort variante op het Activastelsel specifiek voor vzw’s en werkgevers uit de overheidssector. Dit stelsel wordt mede gefinancierd door de Ge-westen. In 2009 zullen binnen de RVA-begroting 6.000 personen genieten van zo’n programma voor een begroting van 29,3 miljoen EUR. Dit is een quasi status-quo ten opzichte van 2008 (5.756 eenheden). Binnen dit stelsel bedraagt het gemiddeld maandbedrag aan acti-vering 406,92 EUR;
les programmes de transition profession-nelle, une variante du plan Activa, sont orientés spécifiquement vers les ASBL et les employeurs du secteur public. Ce régime est cofinancé par les Régions. En 2009, 6.000 personnes bénéfi-cieront d’un tel programme pour un budget de 29,3 millions EUR dans le cadre du budget de l’ONEM. Par rapport à 2008, ceci constitue quasi un statu-quo (5.756 unités en 2008). Au sein de ce régime, le montant mensuel moyen
de l’allocation activée est de 406,92 EUR ; de werkhervattingstoeslag die toegekend
wordt aan oudere werklozen die het werk her-vatten. Door die toeslag, een soort forfaitaire werkloosheidsuitkering die cumuleerbaar is met het loon in de nieuwe job, worden oudere werk-lozen aangezet om terug aan het werk te gaan, zelfs aan een lager loon dan dat wat ze voor hun werkloosheid genoten. Bij de evolutie van dit activeringsprogramma mag niet uit het oog verloren worden dat de voorwaarden voor het genot van deze toeslag werden versoepeld met ingang van 1 april 2006, en dit in uitvoering van het generatiepact. Oudere werklozen komen sinds dan onmiddellijk in aanmerking voor deze toeslag, daar waar ze vroeger eerst een jaar werkloos moesten zijn. Een nieuwe aanpassing zal doorgevoerd worden in 2009, waardoor ook 50-plussers die minder dan 20 jaar loopbaan als loontrekkende achter de rug hebben, in aan-merking komen voor die toeslag: het bedrag zou voor die groep wel beperkt worden en de toe-kenning zou maximaal enkele jaren belopen. Daarvoor werd een bijkomend budget voorzien van 3 miljoen EUR. Voor 2009 wordt zodoende gerekend op 10.300 eenheden, goed voor 22,6 miljoen EUR (een belangrijke stijging ten op-zichte van de 4.605 eenheden in 2007 en 7.192
le complément de reprise du travail qui est octroyé aux chômeurs âgés qui reprennent le travail. Grâce à ce complément, qui revient à une allocation de chômage forfaitaire cumulable avec le salaire pour le nouvel emploi, les travail-leurs âgés sont encouragés à reprendre le tra-vail, même à un niveau de salaire inférieur à celui d’avant leur période de chômage. Concer-nant l’évolution de ce programme d’activation, on ne peut perdre de vue qu’en exécution du pacte de solidarité entre les générations les conditions d’application de ce complément ont été assouplies à partir du 1er avril 2006. Depuis lors, les chômeurs âgés entrent immédiatement en ligne de compte pour ce complément, tandis qu’auparavant une période de chômage d’un an était requise. Une nouvelle adaptation est pré-vue en 2009, de sorte que les chômeurs de 50 ans et plus qui n’apportent pas la preuve d’une carrière de 20 ans au moins comme salarié, pourront bénéficier de ce complément : pour ce groupe le montant sera moins élevé et l’octroi sera limité à quelques années au maximum. A cette fin, un budget supplémentaire de 3 mil-lions EUR est inscrit. Pour 2009 on s’attend pro-visoirement à 10.300 bénéficiaires, ce qui cor-respond à une dépense de 22,6 millions EUR
I. Algemene toelichting I. Exposé général
107
in 2008); (une hausse importante par rapport aux 4.605 unités en 2007 et aux 7.192 unités en 2008);
het Sine-plan, dat zich specifiek richt tot de werkgevers uit de sociale-economie-sector. Dit stelsel is eveneens in sterke groei, mede onder invloed van de groei van het stelsel van de dienstencheques waarop een aantal van de ondernemingen uit de sociale-economie-sector (met inbegrip van PWA’s, OCMW’s en bes-chutte werkplaatsen) intekenden. Voor 2009 wordt rekening gehouden met 12.000 Sine-werknemers (tegenover 8.713 in 2007 en 10.212 in 2008) en een totaal budget aan geac-tiveerde uitkering van 65,5 miljoen EUR.
le plan Sine, qui s’adresse spécifiquement aux employeurs du secteur de l’économie so-ciale. Ce régime connaît aussi une forte crois-sance notamment suite à la croissance du ré-gime des titres-services, régime auquel nombre d’entreprises du secteur de l’économie sociale (y compris les ALE, les CPAS et les entreprises de travail adapté) participent. Pour 2009, on s’attend à 12.000 travailleurs Sine (contre 8.713 en 2007 et 10.212 en 2008) et un budget total d’allocations activés de 65,5 millions EUR.
Van de meeste van deze activeringsprogram-ma’s bestaat het equivalent voor de werkzoe-kenden die genieten van het leefloon. Hier is het dan het leefloon dat geactiveerd wordt. De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie heeft een bijzon-dere tewerkstellingsopdracht voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het leven geroepen. Zij is voor de jongeren beneden de 25 jaar een verplicht gegeven, terwijl zij voor personen vanaf 25 jaar facultatief is. Tewerk-stelling als middel tot maatschappelijke integra-tie is voor oudere gerechtigden minstens even dienstig én aangewezen. Het moet gaan om een volwaardige baan, dit wil zeggen dat er een arbeidsovereenkomst mee gemoeid is waarop alle regels van het arbeidsrecht van toepassing zijn. Deze arbeidsovereenkomst kan afgesloten worden binnen het reguliere arbeidscircuit waarbij het OCMW als bemiddelaar optreedt of in het kader van specifieke tewerkstellingsmaat-regelen: tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, § 7, en artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de te-werkstellingen in welbepaalde inschakelingspro-jecten waarbij het OCMW financieel tussenkomt in de loonkost van de werkgever (Activaplan, invoeginterim, doorstromingsprogramma’s en Sinetewerkstelling).
Pour la plupart de ces programmes d’activation l’équivalent existe pour les demandeurs d’emploi qui bénéficient d’un revenu d’intégration. Dans ces cas, c’est le revenu d’intégration qui est activé. La loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale a instauré une mission particulière de mise à l’emploi pour les centres publics d’action so-ciale. Elle a un caractère obligatoire à l'égard des jeunes âgés de moins de 25 ans, alors qu'elle est facultative pour les personnes de plus de 25 ans. Il est également opportun et utile de se servir de la mise au travail comme instrument d’intégration sociale aussi pour les bénéficiaires plus âgés. Il doit s'agir d'un vérita-ble emploi, c'est-à-dire assorti d'un contrat de travail auquel toutes les règles du droit du tra-vail sont applicables. Ce contrat de travail peut être conclu dans le cadre du circuit de travail régulier, le CPAS servant d'intermédiaire, ou dans le cadre des mesures d'emploi spécifi-ques: mises au travail en application de l'article 60, § 7, et de l'article 61 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale, ainsi que des emplois dans le cadre de certains projets d'insertion pour lesquels le CPAS intervient financièrement dans le coût salarial de l'employeur (plan Activa, intérim d'in-sertion, programmes de transition profession-nelle et emplois Sine).
I. Algemene toelichting I. Exposé général
108
II
Het stelsel van de werknemers
2004-2008
1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006
4. Economische rekeningen 2007
5. Economische rekeningen 2008
A.
Geconsolideerde economische rekeningen
1. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
004
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
294,
38.
136,
414
.467
,93.
862,
617
4,1
335,
8-
30.2
71,1
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
294,
38.
136,
414
.460
,63.
860,
317
3,4
335,
4-
30.2
60,4
Bet
alin
gson
kost
en
- -
7,3
2,3
0,7
0,4
- 10
,7
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
40,
30,
30,
10,
8-
- 1,
9
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
153,
840
6,0
125,
612
9,9
16,4
22,9
89,0
943,
6C
entr
ale
inst
ellin
gen
19,6
234,
112
5,6
50,9
16,4
22,9
89,0
558,
5P
rimai
re in
stel
linge
n 13
4,2
171,
9-
79,0
- -
- 38
5,1
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
0,1
0,5
1,4
- 13
,1-
31,9
47,0
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 18
,33,
2-
220,
024
1,5
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
16
,725
,796
,312
,39,
60,
811
1,5
272,
9
Bes
par
ing
0,
5-3
1,4
-17,
629
,622
,63,
8-1
10,6
-103
,1
Su
bto
taal
3.
465,
88.
537,
514
.673
,94.
052,
823
9,8
363,
334
1,8
31.6
74,9
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
1,3
- -
- 97
,6-
29.7
73,1
29.8
72,0
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 3.
355,
93.
355,
9N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
8.29
9,7
8.29
9,7
Naa
r de
pen
sioe
nen
1,3
- -
- -
- 14
.268
,814
.270
,1N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
3.46
3,3
3.46
3,3
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 36
,436
,4N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 34
9,0
349,
0N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
- -
- 97
,6-
- 97
,6
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 14
.887
,614
.887
,6N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g-
- -
- -
- 14
.887
,614
.887
,6
To
taal
3.
467,
18.
537,
514
.673
,94.
052,
833
7,4
363,
345
.002
,576
.434
,5
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
112
1. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
004
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
10
5,9
0,3
226,
751
5,5
5,8
12,3
32.2
74,3
33.1
40,8
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
14,1
- -
- 11
.053
,211
.067
,3T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
- 28
,151
5,5
5,8
12,3
21.1
25,0
21.6
86,7
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an
soc
iale
pre
stat
ies
- -
184,
5-
- -
96,1
280,
6
And
ere
bijd
rage
n 10
5,9
0,3
- -
- -
- 10
6,2
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 22
,30,
1-
- -
7.06
8,3
7.09
0,7
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
7-
3,9
- -
- 5.
287,
55.
292,
1
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
20,
587
,63,
562
,32,
027
0,6
426,
7
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,3
142,
4-
0,1
231,
6-
4,2
382,
6
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
172
,385
,570
,41,
3-
- 22
9,6
Su
bto
taal
11
1,2
237,
840
3,8
589,
530
1,0
14,3
44.9
04,9
46.5
62,5
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.35
5,9
8.29
9,7
14.2
70,1
3.46
3,3
36,4
349,
097
,629
.872
,0V
an d
e zi
ekte
-inva
lidite
it -
- 1,
3-
- -
- 1,
3V
an d
e w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
- -
Van
de
pens
ioen
en
- -
- -
- -
- -
Van
de
gezi
nsbi
jsla
g -
- -
- -
- -
- V
an d
e ar
beid
song
eval
len
- -
- -
- -
97,6
97,6
Van
de
bero
epsz
iekt
en
- -
- -
- -
- -
Van
het
Glo
baal
beh
eer
3.35
5,9
8.29
9,7
14.2
68,8
3.46
3,3
36,4
349,
0-
29.7
73,1
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- -
- V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
- -
- -
- -
- -
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
- -
- -
- -
- -
To
taal
3.
467,
18.
537,
514
.673
,94.
052,
833
7,4
363,
345
.002
,576
.434
,5
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
113
2. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
005
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
438,
88.
514,
915
.026
,13.
976,
418
1,0
337,
4-
31.4
74,6
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
438,
88.
514,
915
.019
,13.
974,
118
0,3
337,
0-
31.4
64,2
Bet
alin
gson
kost
en
- -
7,0
2,3
0,7
0,4
- 10
,4
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
0,3
0,2
0,1
0,7
- -
1,3
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
166,
339
9,0
132,
613
0,2
17,0
22,3
114,
598
1,9
Cen
tral
e in
stel
linge
n 20
,023
6,7
132,
652
,817
,022
,311
4,5
595,
9P
rimai
re in
stel
linge
n 14
6,3
162,
3-
77,4
- -
- 38
6,0
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
0,1
0,3
22,5
- 19
,8-
28,7
71,4
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
20,8
16,8
7,4
- 18
0,0
225,
0
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
14
,923
,310
2,2
96,6
10,7
0,9
151,
440
0,0
Bes
par
ing
-5
,851
0,3
-265
,4-2
3,7
15,6
-15,
1-6
65,5
-449
,6
Su
bto
taal
3.
614,
39.
448,
115
.039
,04.
196,
425
2,2
345,
5-
190,
932
.704
,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
0,5
- 59
,5-
83,5
- 31
.283
,231
.426
,7N
aar
de z
iekt
e-in
valid
iteit
- -
- -
- -
3.49
9,2
3.49
9,2
Naa
r de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- 9.
107,
89.
107,
8N
aar
de p
ensi
oene
n 0,
5-
- -
- -
14.7
17,7
14.7
18,2
Naa
r de
gez
insb
ijsla
g -
- -
- -
- 3.
601,
83.
601,
8N
aar
de a
rbei
dson
geva
llen
- -
- -
- -
24,6
24,6
Naa
r de
ber
oeps
ziek
ten
- -
- -
- -
332,
133
2,1
Naa
r he
t Glo
baal
beh
eer
- -
59,5
- 83
,5-
- 14
3,0
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 15
.441
,015
.441
,0N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g-
- -
- -
- 15
.441
,015
.441
,0
To
taal
3.
614,
89.
448,
115
.098
,54.
196,
433
5,7
345,
546
.533
,379
.572
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
114
2. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
005
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
0,9
0,5
225,
252
1,6
7,9
11,6
32.8
38,4
33.7
16,1
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
12,8
- -
- 11
.235
,211
.248
,0T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
- 25
,652
1,6
7,9
11,6
21.4
99,0
22.0
65,7
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an
soc
iale
pre
stat
ies
0,5
- 18
6,8
- -
- 10
4,2
291,
5
And
ere
bijd
rage
n 11
0,4
0,5
- -
- -
- 11
0,9
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 10
3,5
- -
- -
7.96
3,6
8.06
7,1
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
5-
3,6
- -
- 5.
355,
65.
359,
7
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
30,
472
,23,
066
,31,
821
6,0
360,
0
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
3,8
148,
70,
4-
235,
6-
16,7
405,
2
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
187
,278
,970
,01,
3-
- 23
7,5
Su
bto
taal
11
5,6
340,
338
0,3
594,
631
1,1
13,4
46.3
90,3
48.1
45,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.49
9,2
9.10
7,8
14.7
18,2
3.60
1,8
24,6
332,
114
3,0
31.4
26,7
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,5
- -
- -
0,5
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 59
,559
,5V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 83
,583
,5V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 3.
499,
29.
107,
814
.717
,73.
601,
824
,633
2,1
- 31
.283
,2
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- -
- V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
- -
- -
- -
- -
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
- -
- -
- -
- -
To
taal
3.
614,
89.
448,
115
.098
,54.
196,
433
5,7
345,
546
.533
,379
.572
,3
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
115
3. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
006
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
623,
78.
803,
115
.421
,44.
135,
518
2,5
335,
2-
32.5
01,4
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
623,
78.
803,
115
.414
,64.
133,
318
1,8
334,
9-
32.4
91,4
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,8
2,2
0,7
0,3
- 10
,0
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
9,5
0,5
0,2
2,7
- -
12,9
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
163,
540
6,5
139,
513
7,1
17,0
22,4
131,
91.
017,
9C
entr
ale
inst
ellin
gen
20,2
238,
813
9,5
55,5
17,0
22,4
131,
962
5,3
Prim
aire
inst
ellin
gen
143,
316
7,7
- 81
,6-
- -
392,
6
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
212
,4-
30,7
- 46
,089
,3
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
op
bre
ng
sten
an
der
e d
an f
inan
ciël
e -
- -
6,6
6,3
- 19
8,0
210,
9
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
15
,623
,257
,142
,927
,81,
518
2,6
350,
7
Bes
par
ing
4,
2-0
,279
,014
,36,
0-1
4,6
204,
229
2,9
Su
bto
taal
3.
807,
09.
242,
315
.709
,94.
336,
627
3,0
344,
576
2,7
34.4
76,0
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
0,1
- -
- 81
,9-
32.0
83,9
32.1
65,9
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 3.
687,
23.
687,
2N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
8.93
6,4
8.93
6,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 15
.369
,015
.369
,1N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
3.73
2,2
3.73
2,2
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 27
,027
,0N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 33
2,1
332,
1N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
-
- 81
,9-
- 81
,9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 15
.423
,015
.423
,0N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
15
.423
,015
.423
,0
To
taal
3.
807,
19.
242,
315
.709
,94.
336,
635
4,9
344,
548
.269
,682
.064
,9
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
116
3. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
006
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
3,9
0,3
236,
452
0,0
11,2
11,0
33.9
31,9
34.8
24,7
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
11,1
- -
- 11
.492
,511
.503
,6T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
30
,452
0,0
11,2
11,0
22.3
44,7
22.9
17,3
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an
soc
iale
pre
stat
ies
0,5
- 19
4,9
- -
- 94
,729
0,1
And
ere
bijd
rage
n 11
3,4
0,3
-
-
- 11
3,7
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
0,1
80,0
- -
- -
8.77
3,5
8.85
3,6
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
7-
3,4
- -
- 5.
430,
75.
434,
8
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
50,
413
,53,
657
,51,
451
,612
8,5
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,6
136,
9-
- 25
9,0
- -
400,
5
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
187
,769
,780
,80,
2-
- 23
8,5
Su
bto
taal
11
9,9
305,
332
3,0
604,
432
7,9
12,4
48.1
87,7
49.8
80,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.68
7,2
8.93
6,4
15.3
69,1
3.73
2,2
27,0
332,
181
,932
.165
,9V
an d
e zi
ekte
-inva
lidite
it -
- 0,
1-
- -
- 0,
1V
an d
e w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
- -
Van
de
pens
ioen
en
- -
- -
- -
- -
Van
de
gezi
nsbi
jsla
g -
- -
- -
- -
- V
an d
e ar
beid
song
eval
len
- -
- -
- -
81,9
81,9
Van
de
bero
epsz
iekt
en
- -
- -
- -
- -
Van
het
Glo
baal
beh
eer
3.68
7,2
8.93
6,4
15.3
69,0
3.73
2,2
27,0
332,
1-
32.0
83,9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
0,6
17,8
- -
- -
18,4
Van
de
zelfs
tand
igen
-
0,6
- -
- -
- 0,
6V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
17
,8
17
,8
To
taal
3.
807,
19.
242,
315
.709
,94.
336,
635
4,9
344,
548
.269
,682
.064
,9
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
117
4. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
007
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
898,
58.
821,
015
.950
,74.
234,
018
7,0
334,
9-
33.4
26,1
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
898,
58.
821,
015
.943
,84.
232,
218
6,5
334,
4-
33.4
16,4
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,9
1,8
0,5
0,5
- 9,
7
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
5,1
0,3
0,2
2,2
- -
7,8
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
167,
942
6,1
141,
114
1,4
70,7
24,3
122,
91.
094,
4C
entr
ale
inst
ellin
gen
20,5
254,
014
1,1
57,2
70,7
24,3
122,
969
0,7
Prim
aire
inst
ellin
gen
147,
417
2,1
- 84
,2-
- -
403,
7
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
212
,0-
0,3
- 49
,361
,8
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 1,
43,
3-
231,
223
5,9
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
16
,122
,172
,155
,325
,03,
448
7,3
681,
3
Bes
par
ing
-0
,34,
5-3
69,8
3,3
-5,1
1,2
1.06
4,5
698,
3
Su
bto
taal
4.
082,
29.
279,
015
.806
,44.
435,
628
3,4
363,
81.
955,
236
.205
,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
0,1
- 27
0,5
- 82
,4-
32.8
57,7
33.2
10,7
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 3.
961,
13.
961,
1N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
8.98
3,4
8.98
3,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 15
.751
,915
.752
,0N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
3.79
8,3
3.79
8,3
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 36
,736
,7N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 32
6,3
326,
3N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
-
270,
5-
82,4
- -
352,
9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 16
.806
,016
.806
,0N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
-
-
-
-
-
16
.806
,016
.806
,0
To
taal
4.
082,
39.
279,
016
.076
,94.
435,
636
5,8
363,
851
.618
,986
.222
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
118
4. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
007
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
6,2
0,3
230,
855
0,3
15,1
27,5
35.9
90,5
36.9
30,7
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
12,5
- -
- 12
.132
,112
.144
,6T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
-
25,7
550,
315
,127
,523
.750
,224
.368
,8T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s -
- 19
2,6
- -
- 10
8,2
300,
8
And
ere
bijd
rage
n 11
6,2
0,3
- -
-
-
- 11
6,5
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 69
,0-
- -
7,9
9.61
5,3
9.69
2,2
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
4-
3,1
- -
- 5.
522,
15.
525,
6
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
31,
712
,05,
564
,51,
413
8,1
223,
5
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,3
129,
72,
9-
248,
9-
- 38
5,8
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te u
itb
etaa
lde
soci
ale
pre
stat
ies
- 94
,069
,481
,50,
6-
- 24
5,5
Su
bto
taal
12
1,2
294,
731
8,2
637,
332
9,1
36,8
51.2
66,0
53.0
03,3
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.96
1,1
8.98
3,4
15.7
52,0
3.79
8,3
36,7
326,
335
2,9
33.2
10,7
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,1
- -
- -
0,1
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 27
0,5
270,
5V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 82
,482
,4V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 3.
961,
18.
983,
415
.751
,93.
798,
336
,732
6,3
- 32
.857
,7
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
- 0,
96,
7-
- 0,
7-
8,3
Van
de
zelfs
tand
igen
-
0,9
- -
- 0,
7-
1,6
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
-
-
6,7
-
-
-
-
6,7
To
taal
4.
082,
39.
279,
016
.076
,94.
435,
636
5,8
363,
851
.618
,986
.222
,3
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
119
5. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
008
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 4.
273,
79.
264,
717
.063
,94.
420,
519
4,5
350,
9-
35.5
68,2
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 4.
273,
79.
264,
717
.057
,44.
418,
719
3,8
350,
6-
35.5
58,9
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,5
1,8
0,7
0,3
- 9,
3
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
5,1
0,5
0,2
2,2
- -
8,0
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
171,
843
5,2
145,
116
4,8
54,9
21,6
148,
31.
141,
7C
entr
ale
inst
ellin
gen
20,0
251,
514
5,1
75,4
54,9
21,6
148,
371
6,8
Prim
aire
inst
ellin
gen
151,
818
3,7
- 89
,4-
- -
424,
9
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
210
,0-
- -
1,3
11,5
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 1,
12,
3-
- 3,
4
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
17
,120
,919
7,0
31,3
24,0
3,2
226,
952
0,4
Bes
par
ing
4,
2-2
2,1
-102
,618
,1-1
3,8
7,5
945,
183
6,4
Su
bto
taal
4.
466,
89.
704,
017
.313
,94.
636,
026
4,1
383,
21.
321,
638
.089
,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n0,
1-
5,0
- 95
,3-
35.0
72,0
35.1
72,4
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 4.
348,
84.
348,
8N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
9.36
3,7
9.36
3,7
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 16
.990
,416
.990
,5N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
4.01
3,7
4.01
3,7
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 21
,621
,6N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 33
3,8
333,
8N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
- 5,
0-
95,3
- -
100,
3
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 18
.574
,818
.574
,8N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g-
- -
- -
- 18
.574
,818
.574
,8
To
taal
4.
466,
99.
704,
017
.318
,94.
636,
035
9,4
383,
254
.968
,491
.836
,8
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
120
5. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
008
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
G
ezin
sbijs
lag
A
rbei
ds-
on
gev
alle
n
Ber
oep
s-zi
ekte
n
Glo
baa
l b
ehee
r T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
2,5
0,3
247,
253
8,4
10,8
37,7
37.8
67,4
38.8
14,3
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
15,4
- -
- 12
.862
,012
.877
,4T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
-
29,0
538,
410
,837
,724
.890
,425
.506
,3T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s 0,
2-
202,
8-
- -
115,
031
8,0
And
ere
bijd
rage
n 11
2,3
0,3
- -
-
-
- 11
2,6
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
0,1
83,1
- -
- 10
,010
.445
,910
.539
,1
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
84,
42,
9-
- -
5.74
5,2
5.75
3,3
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
31,
28,
92,
145
,11,
625
5,8
315,
0
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,3
127,
8-
- 28
2,3
- -
414,
4
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
112
1,0
69,4
81,8
- 0,
4-
- 27
1,9
Su
bto
taal
11
8,1
337,
832
8,4
622,
333
7,8
49,3
54.3
14,3
56.1
08,0
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
4.34
8,8
9.36
3,7
16.9
90,5
4.01
3,7
21,6
333,
810
0,3
35.1
72,4
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,1
- -
- -
0,1
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 5,
05,
0V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 95
,395
,3V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 4.
348,
89.
363,
716
.990
,44.
013,
721
,633
3,8
- 35
.072
,0
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
2,5
- -
- 0,
155
3,8
556,
4V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
- 2,
5-
- -
0,1
- 2,
6V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 55
3,8
553,
8
To
taal
4.
466,
99.
704,
017
.318
,94.
636,
035
9,4
383,
254
.968
,491
.836
,8
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
121
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004
4. Definitieve rekeningen 2005
5. Definitieve rekeningen 2006
6. Voorlopige rekeningen 2007
7. Voorlopige rekeningen 2008
B.
Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer
1. Commentaar A. Evolutie van de macro-economische omgeving De evolutie van de macro-economische parameters die door de socialezekerheidsinstellingen in de loop van de periode 2004-2008 werden gebruikt, is als volgt:
2004 2005 2006 2007 2008
2,6 % 1,2 % 2,8 % 2,8 % 1,2 %
1,6 % 2,2 % 1,8 % 1,8 % 4,2 %
3,9 % 4,0 % 5,0 % 6,1 % 5,4 %
Lonen / Tewerkstelling 2,6 % 2,4 % 3,1 % 3,1 % 3,5 %
Tewerkstelling (1) 1,3 % 1,6 % 1,9 % 3,0 % 1,9 %
Volledig werklozen (2) 706.702 717.571 701.468 663.702 629.229
(1) Voltijds equivalenten.(2) Cf. definitie van het concept in het statistisch gedeelte.
Loonmassa van de privé-sector
Bruto Binnenlands Product
Gezondheidsindex
De heropleving in 2004 zette zich niet door in 2005, maar in 2006 en 2007 trok de groei toch terug aan. In 2008 is er dan voornamelijk door het laatste kwartaal een terugval van de groei. Het inflatiepercentage, hier gemeten door de gezondheidsindex, kende in 2005 een lichte opstoot tot 2,2 %. In de periode 2006-2007 daalde het inflatiepercentage tot 1,8 %. In 2008 piekte het inflatiepercentage dan weer met 4,2%. Met uitzondering van 2005 en 2008 kende de loonmassa, onderworpen aan RSZ-bijdragen, een jaarlijkse groei van meer dan 2 %. Aan de groei van het aantal volledig werklozen kwam in 2006 een einde. B. Evolutie van het begrotingsresultaat
2004 2005 2006 2007 2008
44.868.707 46.732.931 48.320.121 51.494.057 55.080.335
1.055.381 1.136.473 1.136.822 1.132.701 1.258.336
Kapitaalontvangsten 0 0 75.768 336.714 4.138
Sociale prestaties 29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154
Andere lopende uitgaven (2) 16.754.272 17.600.973 17.981.092 19.810.954 21.782.248
Kapitaaluitgaven (3) 44.846 15.864 15.911 1.211 415.321
Begrotingsresultaat -241.633 -9.081 349.462 1.263.863 312.087
(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.(3) Gedekt door een Staatstussenkomst.
Lopende ontvangsten van het RSZ-
Globaal beheer (1)
Lopende ontvangsten van de
uitkeringsinstellingen (1)
(duizend euro)
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de macro-economische omgeving, toegelicht in punt A, worden de ontvangsten en de uitgaven ook door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
125
sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. C. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer In de periode 2004-2008 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in onderstaande tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 138):
2004 2005 2006 2007 2008
Globale middelen 6,13 % 4,25 % 3,26 % 6,56 % 6,99 %
Waarvan: - gewone bijdragen (1) 2,53 % 2,72 % 15,36 % 5,51 % 5,54 %
- Staatstoelagen 1,50 % 1,29 % 1,40 % 1,68 % 4,04 %
- alternatieve financiering(stock options inbegrepen)
39,36 % 12,76 % 10,85 % 9,71 % 9,83 %
(1) In 2006, 2007 en 2008: loonmatiging inbegrepen. Een tabel die de berekening van de alternatieve financiering voor de jaren 2004 tot 2010 in detail weergeeft, volgt in bijlage. Hierna volgt jaar per jaar een overzicht van de voornaamste maatregelen die de evolutie van de RSZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Hoofdstuk 7 van de programmawet van 24.12.2002, betreffende de harmonisering en de vereenvoudiging van de regelingen voor de verminderingen van de sociale bijdragen, is in werking getreden op 01.01.2004. De basisvermindering blijft de structurele vermindering, die weinig veranderingen ondergaat.
Er wordt een forfaitaire vermindering aan toegevoegd voor bepaalde doelgroepen (oudere werknemers, langdurig werklozen, eerste werknemers, jonge werknemers, collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek);
De vermindering van de werkgeversbijdragen werd versterkt in de diepte door de bijdrageverminderingen voor de laagste lonen (de lonen die lager of net iets hoger zijn dan het minimumloon voor meerderjarigen) te verhogen en in de breedte door de toekenningsdrempel van de vermindering op te trekken;
De structurele basisvermindering werd opgetrokken tot 400 euro (programmawet van 22.12.2003).
Vanaf 01.01.2004 is bovendien het gewicht van de werkgeversbijdragen op de hoge lonen beperkt door bovenop de structurele basisvermindering een extra vermindering toe te kennen voor de lonen die een bepaald plafond overschrijden. In het systeem van de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de startbanen voor jongeren, wordt er vanaf 01.01.2004 aan alle laaggeschoolde jongeren een doelgroepvermindering toegekend tot aan het einde van het kwartaal tijdens hetwelke ze 26 jaar zijn geworden, en dat ter vervanging van de vroegere reglementering die een bijdragevermindering toekende tijdens de startbaan, van één tot drie jaar, gevolgd door een bijdragevermindering na de eerste baan van drie jaar. Voor de jongeren van 26 jaar en ouder kan de werkgever niet genieten van de bijdragevermindering voor de startbanen.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
126
Het op vervanging gerichte activeringsbeleid van de onderneming in herstructurering wordt aangemoedigd door een doelgroepvermindering van de werkgeversbijdragen en door een vermindering van de persoonlijke bijdragen van de werknemers. In 2004 steeg de bijdragevermindering in het kader van de sociale maribel met 26,5 miljoen euro. In 2004 stemde het bedrag van de alternatieve financiering afkomstig van de BTW-ontvangsten (6.057.889 duizend euro) overeen met 95,77% van het percentage (23,514%) van de BTW-ontvangsten toegekend aan de sociale zekerheid, verminderd met een aantal heffingen (zie tabel in bijlage). De overblijvende 4,23% wordt toegekend aan de regeling voor zelfstandigen. Bij dit percentage komen voor 2004 de volgende bedragen: 100.189 duizend euro afkomstig van de desaffectatie van het Fonds voor Tewerkstelling; Een uitzonderlijk bedrag van 1.533.175 duizend euro om de begroting van 2004 in evenwicht
te brengen. In 2005 zijn een reeks maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Vanaf het vierde kwartaal 2005 worden de voorschotten die betaald moeten worden aan de
RSZ berekend op basis van het kwartaal t-4 in plaats van het kwartaal t-2 en worden de percentages gewijzigd;
Het contractueel personeel dat afhangt van de deelgebieden wordt vrijgesteld van de betaling van de bijdrage van 13,07% op het dubbel vakantiegeld;
Om het interprofessioneel akkoord van 20 december 2000 en het "Herenakkoord" van 18 februari 2002 volledig uit te voeren, is de bijdrage bestemd voor de beroepsziektenregeling het voorwerp van een bijkomende vermindering van 0,02% vanaf het 4e kwartaal 2005;
Er wordt een nieuw statuut gecreëerd voor de jobstudenten; Om een doeltreffende inning mogelijk te maken, wordt er een nieuwe berekeningswijze voor
de bijdrage op de bedrijfsvoertuigen ingevoerd; Onderwerping aan de sociale bijdragen van de bedragen toegekend in het kader van de
zogenaamde "Canada Dry"-overeenkomsten. De globale toelage werd in 2005 verminderd met 4.897 duizend euro. Dit bedrag werd toegevoegd aan de kredieten van de FOD Justitie voor 2005 om de meerkosten te financieren die verbonden zijn aan het externe zorgcircuit voor geïnterneerden. Het bedrag dat door het RIZIV werd overgedragen aan de betrokken instellingen wordt verminderd tot beloop van het passende bedrag. Het bedrag van de alternatieve financiering werd in 2005 verhoogd met de volgende bedragen: 242.002 duizend euro voor de financiering van de werkbonus. 80.465 duizend euro extra voor de dienstencheques, waarvan de enveloppe hierdoor op
164.038 duizend euro wordt gebracht. Het uitzonderlijk bedrag toegekend aan het globaal beheer stijgt met 18.712 duizend euro ter
compensatie van het verlies van de bijdragen op het dubbel vakantiegeld van de contractuele personeelsleden van de deelgebieden en de vermindering van de bijdrage voor de beroepsziekten, om 1.551.887 duizend euro te bereiken in 2005.
Naast de socialezekerheidsbijdragen (met inbegrip van de loonmatiging), de Staatstoelage en de alternatieve financiering, omvatten de globale middelen van het RSZ-Globaal beheer een aantal specifieke bijdragen, afhoudingen en externe overdrachten. Wat deze overdrachten betreft, werd in 2005 de meerwaarde voortvloeiend uit de herwaardering op 31 december 2004 van de onroerende goederen die ten titel van reserves zijn opgenomen in het kapitalisatiestelsel bij de Rijksdienst voor pensioenen aan het globaal beheer overgedragen voor een bedrag van 59.500 duizend euro. Bovendien werd de regeling voor rust- en overlevingspensioen ten gunste van de vrij verzekerden waarvoor sinds 1976 geen enkele storting meer is gebeurd, afgeschaft. Het saldo van de activa van deze regeling, 16.500 duizend euro, werd overgedragen aan het globaal beheer. In 2006 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen:
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
127
Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten zijn niet onderworpen aan bijdragen indien ze tijdens de maanden juli, augustus en september niet langer dan 23 dagen tewerkgesteld zijn en tijdens de overige maanden ook maximaal 23 dagen. Wel is er een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Er werden maatregelen genomen om de inning van de solidariteitsbijdragen op bedrijfswagens beter te doen verlopen. Enerzijds door een kruising van verschillende gegevensbanken, anderzijds door een informatiecampagne naar werkgevers toe. Er werd in een mogelijkheid van regularisatie voorzien die liep tot 30.06.2006, nadien werd er een verdubbeling van de bijdrage voorzien voor werkgevers die verzuimd hadden één of meer onderworpen voertuigen aan te geven. Om een vroegtijdige uitstap uit de arbeidsmarkt tegen te gaan, werden er vanaf 01.04.2006 verplichte inhoudingen ingesteld op de aanvullende vergoedingen die de werkgever betaalt bij volledige werkloosheid of bij tijdskrediet of loopbaanonderbreking (Canada Dry-vergoedingen). De hoogte van de inhoudingen is afhankelijk van een aantal factoren (leeftijd betrokkenen, datum afsluiting CAO, toepassingsgebied CAO). Regelingen in het kader van opzeggingen die al zijn ingegaan voor 01.10.2005 blijven buiten deze maatregel. Een deel van de inhoudingen komen rechtstreeks toe aan RVP en RVA. Er wordt een nieuwe bijdragenvermindering ingevoerd voor jonge werknemers tussen 18 en 30 jaar met een loon beneden een bepaalde grens. Deze vermindering daalt degressief met de oplopende leeftijd van de jongere. Bovendien zijn een deel van de werkgevers uit de openbare sector en werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de sociale maribel uitgesloten. Als een werkgever een laaggeschoolde jongere in dienst neemt in het kader van een startbaanovereenkomst, kan hij een vermindering van sociale bijdragen genieten van 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de zeven volgende kwartalen. Sinds 01.04.2006 is de periode waarin de werkgever van deze vermindering kan genieten voor erg laaggeschoolde jongeren en laaggeschoolde jongeren met een handicap of van buitenlandse afkomst uitgebreid tot vijftien kwartalen na indiensttreding. De regering besliste om vanaf 2006 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. 90% hiervan is bestemd voor het werknemersstelsel. In 2007 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Na kennisname van het strategische plan 2007 van SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst), kaderend in de strijd tegen sociale fraude, werd er een bijkomende ontvangst van 40.875 duizend euro aan sociale bijdragen voorzien. Daarnaast werd ook de strijd tegen zwartwerk in bepaalde sectoren, onder andere de bouw- en schoonmaaksector, verder opgevoerd wat resulteerde in extra bijdragenontvangsten. Vanaf 1 januari 2007 wordt het gewone vakantiegeld dat betaald wordt door de werkgever bij het einde van een arbeidsovereenkomst belast met werknemers- en werkgeversbijdragen. Deze aanpassing resulteerde voor 2007 in 176.625 duizend euro te ontvangen sociale bijdragen. De maatregel is niet van toepassing op de bedragen betaald aan de bedienden die worden tewerkgesteld via een tijdelijke arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 24 juli 1987.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
128
Bij de alternatieve financiering werden volgende bijkomende ontvangsten voorzien: Een verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, waardoor het deel dat toekomt aan het
RIZIV-geneeskundige verzorging gestegen is voor de werknemers; In het generatiepact werd bepaald dat vanaf 2007 een gedeelte van de personen- en
vennootschapsbelasting toegewezen wordt aan de sociale zekerheid. In dit kader werd er een bijkomende alternatieve financiering voorzien ter compensatie van de bijdragenverminderingen voor jongere en oudere werknemers en van de maatregelen uit het sociaal akkoord. Bovendien werd er 13.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer voor werknemers, afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad;
Via een bijzondere toewijzing van de RSZ (Wetenschappelijke Maribel) wordt de tewerkstelling in de sector van het fundamenteel onderzoek aangemoedigd. Ter compensatie werd in 2007 een alternatieve financiering van 31.000 duizend euro toegekend;
Ten slotte werd beslist dat voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro werd afgenomen van het bedrag aan btw-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het werknemersstelsel toekomt met 19.154 duizend euro.
In 2008 werden volgende maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Een nieuw plan in het kader van de strijd tegen de sociale fraude zorgde voor 50.000 duizend
euro aan bijkomende ontvangen sociale bijdragen; Tengevolge de activeringspolitiek van de regering werd er een terugverdieneffect budgettair
ingeschreven van 89.890 duizend euro aan sociale bijdragen; Het beperken van het aantal dienstencheques tot 750 per persoon per jaar had een vermindering
van de ontvangen bijdragen van 2.642 duizend euro tot gevolg; Door een versterking van de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden werd het
bedrag van de terugvorderingen van bijdragen verhoogd met 10.000 duizend euro. Bij de alternatieve financiering werden volgende wijzigingen in de ontvangsten voorzien: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007
“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;
De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;
De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.
Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Ook geldt er vanaf 2008 een 90-10 verdeling voor dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren volgens de aangehaalde verdeelsleutel.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
129
De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen
2004 2005 2006 2007 2008
Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 0,42 % 7,68 % 0,03 % -0,36 % 11,09 %
(1) Zonder de interne overdrachten. De sterke stijging van de lopende ontvangsten in 2005 was voornamelijk het gevolg van de nieuwe toegewezen alternatieve financiering aan de RVA. Deze alternatieve financiering dient ter financiering van de toewijzigingsfondsen met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid en de dienstencheques. Voor beide fondsen samen werd een bedrag van 55.727 duizend euro voorzien. Bij de RVA zijn de diverse ontvangsten met 13.721 duizend euro gestegen. In 2006 was er geen alternatieve financiering meer voorzien voor het toewijzingsfonds met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid. Binnen het FAO kende men dan weer 25.264 duizend euro aan bijkomende overdrachten. Dit voornamelijk vanuit renten. Tenslotte stegen de toegewezen ontvangsten van de RVP met 8.985 duizend euro ten opzichte van 2005. Het jaar 2007 kende een beperkte daling van de lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen. Terwijl de bijdragenontvangsten (-3.008 duizend euro) en de externe overdrachten (-18.658 duizend euro) daalden, was er een stijging van de diverse ontvangsten (17.897 duizend euro). In 2008 werd de tak “RVP-kapitalisatie” opgenomen binnen het globaal beheer van de werknemers. Daarnaast stegen de ontvangsten vanuit externe overdrachten van het FAO met 33.534 duizend euro. De diverse ontvangsten van de RKW en de RVA kenden een gelijkaardige stijging. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro. Ten slotte besliste de regering om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 zal dit bedrag ten gevolge van de programmawet van 22 december 2008 overgedragen worden naar de beide globaal beheren. Dit volgens de reeds aangehaalde 90-10 verdeling.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
130
D. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2004 2005 2006 2007 2008 Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
RIZIV-Uitkeringen 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714 6,85 %
RVP 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535 4,25 %
RKW 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728 3,50 %
FAO 148.076 155.333 159.785 163.954 174.516 4,19 %
FBZ 315.842 315.054 309.199 306.360 311.385 -0,35 %
RVA-Werkloosheid 6.244.174 6.395.831 6.364.409 6.088.379 6.136.062 -0,44 %
RVA-Brugpensioenen 1.238.844 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299 3,75 %
RVA-Loopbaanonderbreking 487.873 552.341 606.995 645.900 703.674 9,59 %
Mijnwerkers-Invaliditeit 9.404 6.237 5.095 4.054 3.555 -21,59 %
HVKZ-ZIV 7.886 7.792 7.795 7.671 7.496 -1,26 %
Pool der Zeelieden-Werkloosheid 3.809 3.515 3.180 2.788 2.509 -9,91 %
Totaal 29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154 3,60 %
(duizend euro)
Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de genomen beleidsmaatregelen en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen,…). Het gedeelte "C. Statistieken" bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder bespreken wij per jaar hoofdzakelijk de evolutie van de verschillende takken en de belangrijkste beleidsmaatregelen die werden genomen. Uitkeringen De verlenging van de pensioenleeftijd voor vrouwen (61 jaar vanaf 01.07.1997, 62 jaar vanaf 01.01.2000, 63 jaar vanaf 01.01.2003, 64 jaar vanaf 01.01.2006 en 65 jaar vanaf 01.01.2009) heeft tot gevolg dat zij langer hun statuut van gerechtigde zullen behouden. Op 01.04.2004 is de historische anomalie die in 1984 werd ingevoerd en die de plafonds voor de invalide beperkt, rechtgezet. De maatregel voert terug de correcte plafonds in voor de nieuwe invaliden en brengt de maximumuitkering van 1.579 euro op 1.710 euro1 (hetzij 65 % van het begrensd loon voor een invalide die gezinshoofd is) en van 1.052 euro op 1.315 euro voor een alleenstaande (hetzij 50 % van het begrensd loon). Het minimumbedrag van de uitkeringen voor onregelmatige werknemers is met ingang van 01.10.2004 verhoogd met 1 %. Het bedrag van de toegelaten inkomsten van de partner van het invalide gezinshoofd is verhoogd met ingang van 01.07.2004.
1 Bedragen aan spilindexcijfer 111,64 in voege op 01.01.2004.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
131
Bovendien onderging het moederschapsverlof in 2004 twee verbeteringen: vanaf 01.04.2004: uitbreiding van het verlof wanneer de pasgeborene in het ziekenhuis wordt
opgenomen; uitbreiding van het verlof bij meerlinggeboorten: er wordt aan de moeder twee weken extra
moederschapsverlof toegekend (dus 19 in plaats van 17 weken), die ze verplicht dient op te nemen na de geboorte.
Tot slot werd het adoptieverlof met ingang van 01.07.2004 verlengd tot 30 dagen. De ziekteverzekering neemt deze verlenging ten laste. Vanaf 01.01.2005 zijn de loongrenzen die toegepast worden bij de berekening van de uitkeringen met 2% verhoogd in de sector van de primaire ongeschiktheid en de sector van de invaliditeit. Vanaf 01.01.2005 zijn de inkomensschijven verhoogd die dienen voor de berekening van de uitkeringen voor de invalide rechthebbenden die een toegelaten activiteit hervatten. Vanaf 01.09.2005 worden de invaliditeitsuitkeringen die minstens acht jaar zijn toegekend, verhoogd met 2%. Een uitkering kan gecumuleerd worden met een activiteit waaruit inkomsten worden verkregen, indien er een voorafgaande toestemming is van de adviserend geneesheer. In 2006 werd het bedrag van de inkomensschijven verhoogd. De uitkeringen aan gerechtigden bij wie de arbeidsongeschiktheid is ingetreden tijdens de periode 01.09.1997 tot 31.08.1999 worden vanaf 01.09.2006 met 2% verhoogd. Op 01.10.2006 werden de uitkeringen aangepast aan de nieuwe gezondheidsindex en werd de minimumuitkering voor niet-regelmatige werknemers verhoogd met 1%. Vanaf 01.01. 2007 werd een forfaitaire tegemoetkoming van 12 euro voor hulp van derden toegekend. Op 01.09.2007 werden de minima betreffende de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 %. Vanaf 01.09.2007 werden de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan verhoogd met 2 %. Bovendien zijn in 2007 de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen aangepast aan de welvaart en werd gelijktijdig de inkomensgrens voor het WIGW-statuut en voor de uitkering die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd eveneens verhoogd met 2 %. Pensioenen De pensioenhervorming vanaf 01.07.1997 heeft een besparingseffect op de uitgaven. De pensioenleeftijd voor vrouwen werd opgetrokken: vanaf 01.07.1997 tot 61 jaar, van 01.01.2000 tot 31.12.2002 tot 62 jaar, van 01.01.2003 tot 31.12.2005 tot 63 jaar, van 01.01.2006 tot 31.12.2008 tot 64 jaar en vanaf 01.01.2009 tot 65 jaar. Enerzijds wordt de stijging van het aantal rustpensioenen voor vrouwen vertraagd. Anderzijds behouden de vrouwen langer hun statuut van gerechtigde in andere sectoren van de sociale zekerheid, voornamelijk inzake werkloosheid, brugpensioen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. Op 01.04.2004 werden de pensioenen die zijn ingegaan in 1996 verhoogd met 2 %. De grenzen van de toegelaten arbeid voor de gepensioneerden die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, zijn met ingang van 1 januari 2004 verhoogd met 25 %.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
132
Op 01.09.2005 werden de pensioenen die ingegaan zijn in 1997, verhoogd met 2%. Vanaf 01.12.2005 wordt een aanvulling toegekend aan de werknemers met een gemengde loopbaan werknemer-zelfstandige van wie de loopbaan in totaal een aantal jaren telt dat minstens gelijk is aan twee derden van een volledige beroepsloopbaan. Voor het jaar 2005 worden de uitgaven met betrekking tot de indexering van de renten ten laste gelegd van de wettelijke regeling van de kapitalisatie ten belope van 121.200 duizend euro. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. Op 01.09.2006 worden de werknemerspensioenen ingegaan in de loop van 1998 of 1999 verhoogd met 2 %. Deze verhoging is een beslissing die kadert binnen het beleid om de oudste pensioenen op te trekken en beter de evolutie van de welvaart te laten volgen. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. Vóór 2007 was er een wettelijke bepaling die stipuleerde dat pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet werden uitbetaald. Vanaf 01.01.2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen vanaf 01.03.2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Tevens werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd vanaf 01.07.2008 Ten slotte, nog steeds in het kader van de pensioenen, werd vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. Gezinsbijslag Vanaf 01.04.2004 zijn de sociale toeslagen voor kinderen van langdurig werklozen, invalide werknemers en gepensioneerden verbeterd: er is één enkel inkomensplafond ingevoerd, er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen vervangingsinkomens en inkomens uit werk en er wordt niet meer gekeken naar de gezinsstatus van diegene die er recht op heeft. Voor kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling op de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor gehandicapte kinderen geboren na 01.01.1996 verhoogd. Sinds 01.01.2007 werden de verhoogde kinderbijslagen voor invaliden en werklozen behouden gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden indien men opnieuw begint te werken.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
133
Eénoudergezinnen met een bruto-maandelijks inkomen lager dan 1.740,15 euro ontvangen in 2007 een bijkomende maandelijkse kinderbijslag van 20 euro. De enveloppe voor de schoolpremie in 2007 bedroeg 65,3 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Beroepsziekten De lijst van beroepsziekten werd uitgebreid en verschillende keren vervolledigd. De uitkeringsgrens werd met ingang van 01.04.2004 op dezelfde hoogte gebracht als de uitkeringsgrens voor de invaliditeitsuitkeringen. Net als deze laatste werd hij op 01.01.2005 verhoogd met 2 %. Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen voor beroepsziekten werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,96 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,14 miljoen euro. Arbeidsongevallen De uitkeringsgrens is met ingang van 01.04.2004 op dezelfde hoogte gebracht als de uitkeringsgrens voor de invaliditeitsuitkeringen. Net als deze laatste werd hij op 01.01.2005 verhoogd met 2%. Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen arbeidsongevallen werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,66 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,55 miljoen euro.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
134
Werkloosheid In 2004 werd er een belangrijke inspanning geleverd voor de uitbreiding van de dienstencheques: de nieuwe werkzoekenden die geholpen kunnen worden bij het vinden van een baan in de sector van de huishoudelijke diensten worden vanaf 01.01.2004 georiënteerd naar contracten via dienstencheques, en niet langer naar werk via het PWA-systeem. Op 01.10.2004 zijn de wachtuitkeringen voor de jongeren tussen 21 en 25 jaar verhoogd met 1 %. Bovendien zijn de toegelaten inkomsten van de partner van het werkloze gezinshoofd verhoogd met ingang van 01.07.2004, om de werkloosheidsval te bestrijden. Vanaf 01.07.2005 is er een nieuwe berekeningswijze ingevoerd voor de inkomensgarantie-uitkering voor de deeltijds werklozen, tegelijkertijd met een werkbonus om werken lonender te maken en de deeltijdse werknemers zo aan te moedigen meer uren te presteren. Bij bedrijfsherstructureringen na 30.03.2006 krijgt een werknemer vanaf 45 jaar, die op vrijwillige basis in een tewerkstellingscel stapt, gedurende maximaal zes maanden een inschakelingsvergoeding, die overeenstemt met zijn vroegere loon. Deze vergoeding vervangt geheel of gedeeltelijk de opzeggingsvergoeding waarop hij recht had. Indien voor een arbeider de inschakelingsvergoeding groter is dan de normaal verschuldigde opzeggingsvergoeding, kan de werkgever de terugbetaling van het verschil verkrijgen bij de RVA. Indien er een tewerkstellingscel werd opgericht conform de bepalingen uit het Generatiepact moet deze cel elke ingeschreven werknemer een outplacementaanbod doen. Onder bepaalde voorwaarden kan de werkgever de hieraan verbonden kosten terugvorderen bij de RVA. Daarnaast is inschrijving in een tewerkstellingscel een voorwaarde geworden om brugpensioen te bekomen. Niet-vergoede werkzoekenden die in een individuele beroepsopleiding stappen of een instapstage volgen, kunnen vanaf 01.04.2006 onder bepaalde voorwaarden een recht doen gelden op een opleidings- of stage-uitkering (KB 13.03.2006). Beide uitkeringen worden gelijkgesteld met een wachtuitkering. Een niet-uitkeringsgerechtigde werkloze kan, onder bepaalde voorwaarden, sinds 01.04.2006 aanspraak maken op een vestigingsuitkering voor een periode van ten hoogste zes maanden als hij zich met begeleiding van het Participatiefonds voorbereidt op een vestiging als zelfstandige. Ook deze uitkering wordt gelijkgesteld met een wachtuitkering. Vanaf 01.09.2006 kan elke jongere die in het kader van een alternerende opleiding tijdens een periode van deeltijdse leerplicht, een praktijkopleiding volgt bij een werkgever, aanspraak maken op een startbonus gedurende maximaal drie opleidingsjaren. De werkgever van zijn kant heeft recht op een stagebonus. Beide bonussen bedragen 500 euro na beëindiging van de eerste twee opleidingsjaren en 750 euro na het derde opleidingsjaar (KB 01.09.2006). Vanaf 01.01.2007 werd de actveringsmaatregel om langdurig werklozen aan werk te helpen versoepeld. Activa-plus en activa-sluiting werden afgeschaft en activa-stadswachten werd versoepeld. De gevoerde activeringspolitiek bracht in 2008 een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 81.180 duizend euro met zich mee. Vervolgens waren er maatregelen genomen betreffende de problematiek van de werkloosheidsval en mobiliteit. Deze vinden hun ingang vanaf 01.07.2008. De uitgaven met betrekking tot de werkloosheidsuitkeringen daalden hierdoor met 13.365 duizend euro. Door het feit dat er beslist werd dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden geschrapt, was er in 2008 een besparing voor de werkloosheidsuitkeringen voor de PWA’ers voor een bedrag van 15.000 duizend euro.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
135
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet De stijging van de uitgaven is gekoppeld aan de invoering van het tijdskrediet. BIj uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22.12.2000, hebben de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad op 14.02.2001 een conventie nr. 77 gesloten, die een systeem invoert van tijdskrediet, loopbaanverkorting en vermindering van de prestaties tot halftijdse arbeid. Vanaf 01.01.2002 vervangt dit systeem in de privésector de loopbaanonder-breking zoals ze bij de herstelwet van 22.12.1985 werd geregeld (zie ook het statistisch gedeelte). De werknemers ontvangen hogere uitkeringen dan in het kader van de loopbaanonderbreking. De mogelijkheden voor ouderschapsverlof werden sinds 01.02.2002 uitgebreid en dit verlof kan nu worden opgenomen in de vorm van een onderbreking van de prestaties met 1/5 gedurende 15 maanden. Op 01.07.2005 werden de toekenningsvoorwaarden aangepast en werd het bedrag van de uitkering verhoogd. In 2007 voorzag maatregel 47 uit het generatiepact voor het tijdskrediet: Een absoluut recht op 1/5-tijdskrediet voor de 55-jarigen en ouder; voor de 55-jarigen en ouder
geldt de maximumlimiet van 5 % van het personeel niet; De werknemers van 50 jaar en ouder moeten slechts twee jaar in plaats van vijf jaar
anciënniteit hebben; de werknemers van 55 jaar en ouder moeten slechts één jaar anciënniteit hebben;
Beperking van de toekenning van het gewoon tijdskrediet tot 1 jaar. De andere lopende uitgaven De overdracht van 10 miljoen euro van het RSZ-Globaal beheer naar het fonds ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers van ten minste 55 jaar oud is geschorst in 2004 omdat dit fonds over voldoende reserves beschikte. Vanaf 2004 financiert het RIZIV de verpleegdagprijs in de ziekenhuizen volledig, via een alternatieve financiering die het rechtstreeks daarvoor krijgt toegekend. In 2005 heeft het RSZ-Globaal beheer 15 miljoen euro overgedragen aan het FCUD. Om de schulden met betrekking tot de socialezekerheidsbijdragen en de loonmatigingsbijdrage die de RVA sinds 1994 heeft bij de RSZ aan te zuiveren, werd in 2005 een bedrag van 464.371 duizend euro ingehouden op de middelen van het globaal beheer. Aangezien het gaat om een technische operatie die geen invloed heeft op het saldo van het globaal beheer, is deze niet opgenomen in de tabellen van het Vade Mecum.2 Er wordt aan het FCUD in 2006 16,5 miljoen euro toegekend ten laste van het globaal beheer werknemers. De storting vanuit het globaal beheer werknemers naar het Participatiefonds wordt vanaf 2006 met 500.000 euro verhoogd. De werking van het al bestaande fonds tot bestrijding van het tabaksgebruik wordt uitgebreid tot een fonds tot bestrijding van verslavingen. Met het oog hierop wordt er ook in 3 miljoen euro aan bijkomende middelen voorzien ten laste van de begroting van het RIZIV. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe zal er een storting van het RIZIV naar RVP gebeuren. In 2006 bedroeg deze overdracht 15.580 duizend euro in het werknemersstelsel.
2 Met de middelen die hem door het globaal beheer zijn toegekend, betaalt de RVA zijn schuld terug aan de RSZ.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
136
Einde 2006 betaalde de RVP-Repartitie aan de RVP-Kapitalisatie een bedrag van 92 miljoen euro betreffende de indexering van de renten 2005 die door het kapitalisatiestelsel ten laste was genomen. Dit liet to de betaling van de renten en de kapitalen in 2007 te financieren. Vanaf 01.01.2007 zal de overdracht van kapitalen tussen de RVP en andere overheidsinstellingen plaatsvinden op het moment van effectieve pensionering van de werknemer waarvoor de overdracht gevraagd wordt. Deze wijziging resulteert in een vermindering van de overdrachtuitgaven voor de RVP. De waarde van de dienstencheques werd op 1 januari 2007 verminderd met 1 euro. Hierdoor daalden de diverse uitgaven bij de RVA. Van deze besparing wordt 7.000 duizend euro gebruikt om een Opleidingsfonds op te richten bij de RVA. De werkgevers uit de sector van de dienstencheques kunnen beroep doen op dit fonds om bijkomende opleidingsinspanningen te financieren. De bijzondere toewijzing Sociale Maribel werd verminderd met 7.200 duizend euro. Vanuit het RSZ-Globaal beheer vindt er een overdracht plaats van 10.000 duizend euro naar het FBZ ten voordele van het Asbestfonds. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2008 volgende beslissingen genomen: Vanaf 01.04.2008 wordt het aandeel van de gebruiker verhoogd met 30 cent waarvan 8 cent
wordt toegewezen ter vermindering van de staatstussenkomst in de onderneming; Het aantal dienstencheques die jaarlijks kunnen aangekocht worden door een persoon, wordt
vanaf 01.01.2008 beperkt tot 750. Dit plafond is niet van toepassing op eenoudergezinnen, personen met een handicap en ouderen die genieten van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;
Daarenboven werd de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden versterkt. Dit door het opzetten van een informatie-uitwisselingssysteem tussen de RSZ en de RVA. Dit zal terugvorderingen van bijdragen voor 10.000 duizend euro met zich meebrengen.
De kapitaaluitgaven De laatste schijf van de aflossing van de lening, toegestaan door de RVP-kapitalisatie aan de RVP-repartitie in 1994 is betaald in 2004, wat de vermindering verklaart van de kapitaaluitgaven in 2005. Het Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg, gecreëerd in 2007, werd in 2008 overgedragen aan de twee globale beheren: het RIZIV kreeg allereerst het geld (309.000 duizend euro) terug dat geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren. Tenslotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSZ-Globaal beheer een bedrag van 105.011 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
137
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro)
Lopende Ontvangsten 2004 2005 2006 2007 2008
Bijdragen 32.421.262 33.486.083 34.400.634 36.322.215 38.392.650
Staatstoelagen 5.287.517 5.355.599 5.430.743 5.522.075 5.745.555
Alternatieve financiering 6.170.940 7.014.029 7.715.811 8.465.052 9.297.116
Toegewezen ontvangsten 1.002.995 1.004.084 1.040.736 1.112.795 1.187.042
Externe overdrachten 357.937 379.746 397.244 649.157 956.139
Opbrengsten beleggingen 234.190 170.858 4.320 70.555 195.457
Diversen 449.247 459.006 467.454 484.909 564.713
Totaal lopende ontvangsten 45.924.088 47.869.404 49.456.943 52.626.758 56.338.672
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
138
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) (vervolg)
Lopende Uitgaven 2004 2005 2006 2007 2008
Prestaties 29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154
RIZIV-Uitkeringen 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714RVP 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535RKW 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728FAO 148.076 155.333 159.785 163.954 174.516FBZ 315.842 315.054 309.199 306.360 311.385RVA 7.970.891 8.203.087 8.269.287 8.108.705 8.275.035Mijnwerkers-Invaliditeitspensioenen 9.404 6.237 5.095 4.054 3.555HVKZ-ZIV 7.886 7.792 7.795 7.671 7.496Pool der Zeelieden-Wachtgeld 3.809 3.515 3.180 2.788 2.509
Betalingskosten 10.594 10.219 9.879 9.594 8.877
Beheerskosten 871.415 904.918 949.336 970.642 1.018.051
Externe overdrachten 15.413.457 16.061.363 16.161.549 17.787.506 19.452.270
Intresten op leningen 7.739 13.081 27.358 8.482 1.505
Diversen 451.067 611.393 832.969 1.034.731 1.301.545
Totaal lopende uitgaven 46.120.875 47.862.621 49.167.337 51.698.397 55.615.402
Saldo lopende rekeningen -196.787 6.783 289.605 928.361 723.270
Kapitaalrekeningen 2004 2005 2006 2007 2008
Ontvangsten 0 0 75.768 336.714 4.138
Uitgaven 44.846 15.864 15.911 1.211 415.321
Saldo kapitaalrekeningen -44.846 -15.864 59.857 335.503 -411.183
Budgettair resultaat -241.633 -9.081 349.462 1.263.863 312.087
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
139
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
004
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
735
75.6
4666
.782
4.72
90
00
223
148.
115
32.2
73.1
4732
.421
.262
Gew
one
bijd
rage
n
27.8
13.5
8327
.813
.583
Loon
mat
igin
g
3.13
2.34
63.
132.
346
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
735
75.6
4666
.782
4.72
9
223
148.
115
1.32
7.21
81.
475.
333
Sta
atst
oel
agen
5.28
7.51
75.
287.
517
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
6.17
0.94
06.
170.
940
Btw
6.05
7.88
96.
057.
889
Sto
ck o
ptio
ns
54
.073
54.0
73A
ccijn
zen
taba
k
50.7
0050
.700
And
ere
8.
278
8.27
8
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
104.
894
77.9
550
00
335
043
183.
227
819.
768
1.00
2.99
5
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
3.25
60
226.
476
012
3.35
30
669
353.
754
4.18
335
7.93
7
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
133
1.07
324
118
770
127
80
123
2.73
623
1.45
423
4.19
0
Div
erse
n
3.88
828
281.
580
5.72
30
75.7
7911
243
936
7.54
981
.698
449.
247
Eig
en o
ntv
ang
sten
10
9.65
015
7.95
834
8.60
323
7.11
570
119
9.74
511
21.
497
1.05
5.38
144
.868
.707
45.9
24.0
88
RS
Z-G
FB
3.
334.
094
14.2
68.8
443.
463.
327
36.4
0034
8.98
68.
298.
421
12.6
1210
.518
29.7
73.2
02
29.7
73.2
02A
nder
e ta
kken
0
1.32
40
00
00
01.
324
97.5
5098
.874
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.33
4.09
414
.270
.168
3.46
3.32
736
.400
348.
986
8.29
8.42
112
.612
10.5
1829
.774
.525
97.5
5029
.872
.075
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
3.
443.
744
14.4
28.1
263.
811.
930
273.
515
349.
687
8.49
8.16
612
.724
12.0
1530
.829
.906
44.9
66.2
5775
.796
.163
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
140
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
004
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
3.27
7.03
014
.215
.285
3.41
8.38
014
8.07
631
5.84
27.
970.
891
9.40
411
.695
29.3
66.6
03
29.3
66.6
03
Bet
alin
gsk
ost
en
07.
259
2.22
863
644
50
241
10.5
94
10.5
94
Beh
eers
kost
en
150.
735
113.
309
118.
123
14.1
2120
.607
361.
686
1.85
91.
632
782.
072
89.3
4387
1.41
5
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
91.7
6963
79.
553
025
.700
28
127.
687
15.2
85.7
7015
.413
.457
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
14
.887
.628
14.8
87.6
28A
nder
e
91.7
6963
79.
553
25
.700
28
127.
687
398.
142
525.
829
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
1.38
10
00
429
075
1.88
55.
854
7.73
9
Div
erse
n
15.9
790
281.
580
3.24
068
214
8.86
811
360
545
1.06
7
451.
067
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
3.
443.
744
14.4
29.0
033.
820.
948
175.
627
337.
576
8.50
7.57
411
.401
14.0
3530
.739
.908
15.3
80.9
6746
.120
.875
RS
Z-G
FB
0
00
97.5
500
00
097
.550
97
.550
And
ere
takk
en
0
00
0
01.
324
01.
324
29.7
73.2
0229
.774
.525
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
00
097
.550
00
1.32
40
98.8
7429
.773
.202
29.8
72.0
75
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
3.
443.
744
14.4
29.0
033.
820.
948
273.
177
337.
576
8.50
7.57
412
.724
14.0
3530
.838
.781
45.1
54.1
6975
.992
.950
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
0-8
78-9
.018
338
12.1
11-9
.408
0-2
.021
-8.8
75-1
87.9
12-1
96.7
87
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
00
0
Uit
gav
en
029
.080
00
070
70
185
29.9
7214
.874
44.8
46
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
-29.
080
00
0-7
070
-185
-29.
972
-14.
874
-44.
846
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
-29.
958
-9.0
1833
812
.111
-10.
115
0-2
.206
-38.
847
-202
.786
-241
.633
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
141
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
752
78.0
2960
.722
6.46
30
00
487
146.
453
33.3
39.6
3033
.486
.083
Gew
one
bijd
rage
n
28.5
68.9
3128
.568
.931
Loon
mat
igin
g
3.22
9.61
83.
229.
618
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
752
78.0
2960
.722
6.46
3
487
146.
453
1.54
1.08
11.
687.
533
Sta
atst
oel
agen
5.35
5.59
95.
355.
599
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
55.7
27
55
.727
6.95
8.30
27.
014.
029
Btw
55.7
27
55
.727
6.85
8.60
26.
914.
329
Sto
ck o
ptio
ns
32
.008
32.0
08A
ccijn
zen
taba
k
52.4
2152
.421
And
ere
15
.270
15.2
70
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
110.
269
69.6
920
00
462
01
180.
424
823.
660
1.00
4.08
4
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
6.72
30
229.
335
012
6.51
40
474
363.
046
16.6
9937
9.74
6
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
123
1.05
435
316
379
222
50
171
2.88
016
7.97
817
0.85
8
Div
erse
n
4.47
631
286.
006
7.45
70
89.5
0081
392
387.
942
71.0
6445
9.00
6
Eig
en o
ntv
ang
sten
11
5.61
915
5.52
934
7.08
124
3.41
879
227
2.42
881
1.52
51.
136.
473
46.7
32.9
3147
.869
.404
RS
Z-G
FB
3.
481.
003
14.7
17.7
093.
586.
803
24.6
0033
2.14
58.
639.
285
2.07
512
.120
30.7
95.7
40
30.7
95.7
40A
nder
e ta
kken
0
531
00
00
00
531
143.
000
143.
531
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.48
1.00
314
.718
.240
3.58
6.80
324
.600
332.
145
8.63
9.28
52.
075
12.1
2030
.796
.271
143.
000
30.9
39.2
71
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
3.
596.
622
14.8
73.7
693.
933.
884
268.
018
332.
937
8.91
1.71
32.
156
13.6
4531
.932
.744
46.8
75.9
3178
.808
.675
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
142
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
3.42
4.76
814
.635
.609
3.51
0.25
315
5.33
331
5.05
48.
203.
087
6.23
711
.307
30.2
61.6
48
30.2
61.6
48
Bet
alin
gsk
ost
en
07.
041
2.17
559
738
70
172
10.2
19
10.2
19
Beh
eers
kost
en
156.
275
117.
928
117.
964
14.5
7520
.112
354.
122
985
1.54
278
3.50
412
1.41
490
4.91
8
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
115.
240
830
10.4
540
23.2
63
3014
9.81
715
.911
.546
16.0
61.3
63
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
15
.449
.135
15.4
49.1
35A
nder
e
115.
240
830
10.4
54
23.2
63
3014
9.81
746
2.41
161
2.22
8
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
279
059
338
12.7
4313
.081
Div
erse
n
15.5
7911
.442
286.
006
5.18
984
029
1.46
917
851
611.
393
61
1.39
3
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
3.
596.
622
14.8
87.2
603.
917.
228
186.
148
336.
393
8.87
2.22
07.
257
13.7
9131
.816
.919
16.0
45.7
0247
.862
.621
RS
Z-G
FB
0
59.5
000
83.5
000
00
014
3.00
0
143.
000
And
ere
takk
en
0
00
00
053
10
531
30.7
95.7
4030
.796
.271
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
059
.500
083
.500
00
531
014
3.53
130
.795
.740
30.9
39.2
71
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
3.
596.
622
14.9
46.7
603.
917.
228
269.
648
336.
393
8.87
2.22
07.
788
13.7
9131
.960
.450
46.8
41.4
4278
.801
.892
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
0-7
2.99
116
.656
-1.6
30-3
.456
39.4
93-5
.632
-146
-27.
706
34.4
896.
783
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
00
0
Uit
gav
en
00
00
078
90
201
990
14.8
7415
.864
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
-789
0-2
01-9
90-1
4.87
4-1
5.86
4
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
-72.
991
16.6
56-1
.630
-3.4
5638
.704
-5.6
32-3
47-2
8.69
619
.615
-9.0
81
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
143
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
650
78.3
3556
.428
9.44
80
00
502
145.
363
34.2
55.2
7134
.400
.634
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
32.9
56.3
8432
.956
.384
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
78.3
3556
.428
9.44
8
502
145.
363
1.29
8.88
71.
444.
250
Sta
atst
oel
agen
5.43
0.74
35.
430.
743
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.40
0
2.
400
7.71
3.41
17.
715.
811
Btw
2.40
0
2.
400
7.25
9.69
27.
262.
092
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
348.
606
348.
606
Sto
ck o
ptio
ns
36
.284
36.2
84A
ccijn
zen
taba
k
54.4
7854
.478
And
ere
14
.351
14.3
51
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
112.
728
78.6
770
00
348
010
119
1.85
484
8.88
21.
040.
736
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
20.6
880
254.
599
012
1.13
70
662
397.
086
158
397.
244
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
400
878
613
213
1.02
742
90
130
3.69
063
04.
320
Div
erse
n
3.75
034
299.
529
4.89
90
87.3
4760
809
396.
428
71.0
2646
7.45
4
Eig
en o
ntv
ang
sten
11
7.52
817
8.61
235
6.57
026
9.15
81.
027
211.
661
602.
205
1.13
6.82
248
.320
.121
49.4
56.9
43
RS
Z-G
FB
3.
673.
548
15.3
69.0
113.
715.
712
27.0
0033
2.10
68.
932.
675
6.54
510
.901
32.0
67.4
98
32.0
67.4
98A
nder
e ta
kken
0
0
81.8
5081
.850
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.67
3.54
815
.369
.011
3.71
5.71
227
.000
332.
106
8.93
2.67
56.
545
10.9
0132
.067
.498
81.8
5032
.149
.348
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
3.
791.
076
15.5
47.6
234.
072.
282
296.
158
333.
133
9.14
4.33
66.
605
13.1
0633
.204
.320
48.4
01.9
7181
.606
.291
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
144
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
3.61
0.56
115
.175
.410
3.64
5.93
415
9.78
530
9.19
98.
269.
287
5.09
510
.975
31.1
86.2
46
31.1
86.2
46
Bet
alin
gsk
ost
en
06.
806
2.10
165
030
90
122
9.87
9
9.87
9
Beh
eers
kost
en
161.
303
130.
431
125.
357
14.9
3420
.183
362.
370
731
1.61
481
6.92
213
2.41
494
9.33
6
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
168.
062
752
27.7
390
23.1
970
2421
9.77
315
.941
.776
16.1
61.5
49
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
15
.423
.027
15.4
23.0
27A
nder
e
168.
062
752
27.7
39
23.1
97
2421
9.77
351
8.74
973
8.52
2
Intr
este
n o
p le
nin
gen
00
00
249
043
292
27.0
6627
.358
Div
erse
n
14.7
0312
.447
299.
443
6.31
01.
438
497.
793
2680
983
2.96
9
832.
969
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
3.
786.
567
15.4
93.1
564.
073.
587
209.
416
331.
129
9.15
2.89
65.
864
13.4
6633
.066
.081
16.1
01.2
5649
.167
.337
RS
Z-G
FB
81.8
50
81
.850
81
.850
And
ere
takk
en
0
0
32.0
67.4
9832
.067
.498
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
81
.850
0
81.8
5032
.067
.498
32.1
49.3
48
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
3.
786.
567
15.4
93.1
564.
073.
587
291.
266
331.
129
9.15
2.89
65.
864
13.4
6633
.147
.931
48.1
68.7
5481
.316
.685
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
4.50
954
.467
-1.3
054.
892
2.00
4-8
.560
742
-360
56.3
8823
3.21
728
9.60
5
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
075
.768
75.7
68
Uit
gav
en
00
00
082
00
217
1.03
714
.874
15.9
11
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
-820
0-2
17-1
.037
60.8
9459
.857
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 4.
509
54.4
67-1
.305
4.89
22.
004
-9.3
8074
2-5
7855
.351
294.
111
349.
462
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
145
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
650
75.6
0953
.123
12.9
73
014
2.35
536
.179
.860
36.3
22.2
15
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
34.7
71.0
7034
.771
.070
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
75.6
0953
.123
12.9
73
014
2.35
51.
408.
790
1.55
1.14
5
Sta
atst
oel
agen
5.52
2.07
55.
522.
075
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.44
6
2.
446
8.46
2.60
68.
465.
052
Btw
2.44
6
2.
446
7.78
8.78
17.
791.
227
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
441.
382
441.
382
Sto
ck o
ptio
ns
35
.380
35.3
80A
ccijn
zen
taba
k
53.7
0953
.709
And
ere
14
3.35
414
3.35
4
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
115.
483
74.0
99
0
271
1
189.
854
922.
941
1.11
2.79
5
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
12.2
84
243.
659
12
2.04
3
442
378.
428
270.
729
649.
157
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
200
1.37
376
815
598
01.
692
012
55.
293
65.2
6270
.555
Div
erse
n
3.85
03
311.
617
5.58
8
92.8
5349
366
414.
325
70.5
8448
4.90
9
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
0.18
316
3.36
836
5.50
826
2.37
598
021
9.30
549
933
1.13
2.70
151
.494
.057
52.6
26.7
58
RS
Z-G
FB
3.
947.
734
15.7
51.9
433.
798.
281
36.7
5032
6.27
88.
980.
216
4.04
112
.466
32.8
57.7
09
32.8
57.7
09A
nder
e ta
kken
100
100
82.3
5082
.450
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.94
7.73
415
.752
.043
3.79
8.28
136
.750
326.
278
8.98
0.21
64.
041
12.4
6632
.857
.809
82.3
5032
.940
.159
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
4.
067.
917
15.9
15.4
114.
163.
789
299.
125
327.
258
9.19
9.52
14.
090
13.3
9933
.990
.510
51.5
76.4
0785
.566
.917
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
146
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
3.88
6.67
415
.671
.486
3.73
5.75
216
3.95
430
6.36
08.
108.
705
4.05
410
.459
31.8
87.4
44
31.8
87.4
44
Bet
alin
gsk
ost
en
6.
933
1.71
548
844
00
171
9.59
4
9.59
4
Beh
eers
kost
en
165.
948
129.
905
128.
672
15.9
4121
.757
382.
564
870
1.58
084
7.23
712
3.40
597
0.64
2
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
117.
477
926
24.8
89
22.0
99
016
5.39
117
.622
.115
17.7
87.5
06
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
16
.806
.026
16.8
06.0
26A
nder
e
117.
477
926
24.8
89
22.0
99
016
5.39
181
6.08
998
1.48
0
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
218
25
243
8.23
98.
482
Div
erse
n
15.2
9512
.019
311.
419
3.27
43.
132
688.
776
4077
61.
034.
731
1.
034.
731
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
4.
067.
917
15.9
37.8
204.
178.
484
208.
545
331.
689
9.20
2.36
24.
981
12.8
4133
.944
.638
17.7
53.7
5951
.698
.397
RS
Z-G
FB
82.3
50
82
.350
82
.350
And
ere
takk
en
10
0
100
32.8
57.7
0932
.857
.809
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
82
.350
100
82
.450
32.8
57.7
0932
.940
.159
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
4.
067.
917
15.9
37.8
204.
178.
484
290.
895
331.
689
9.20
2.36
25.
081
12.8
4134
.027
.088
50.6
11.4
6884
.638
.556
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
0-2
2.40
9-1
4.69
58.
230
-4.4
31-2
.841
-991
559
-36.
578
964.
939
928.
361
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
40
4033
6.67
433
6.71
4
Uit
gav
en
0
85
1
360
1.21
10
1.21
1
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
40
-851
-3
60-1
.171
336.
674
335.
503
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
-22.
369
-14.
695
8.23
0-4
.431
-3.6
92-9
9119
8-3
7.75
01.
301.
613
1.26
3.86
3
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
147
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
650
95.4
1451
.399
11.9
78
257
159.
699
38.2
32.9
5138
.392
.650
Gew
one
bijd
rage
n (1)
36.6
98.8
7436
.698
.874
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
95.4
1451
.399
11.9
78
257
159.
699
1.53
4.07
71.
693.
776
Sta
atst
oel
agen
398
398
5.74
5.15
75.
745.
555
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.56
0
2.
560
9.29
4.55
69.
297.
116
Btw
2.56
0
2.
560
8.04
2.55
48.
045.
114
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
444.
792
444.
792
Sto
ck o
ptio
ns
50
.389
50.3
89A
ccijn
zen
taba
k
56.0
0056
.000
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
564.
545
564.
545
And
ere
13
6.27
613
6.27
6
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
111.
597
88.7
02
266
10
920
0.67
498
6.36
81.
187.
042
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.52
1
277.
193
12
2.16
5
509
402.
388
553.
751
956.
139
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
200
9.80
338
640
61.
059
594
013
412
.582
182.
875
195.
457
Div
erse
n
3.85
02
347.
425
4.56
2
123.
642
6449
148
0.03
584
.678
564.
713
Eig
en o
ntv
ang
sten
11
6.29
719
6.84
039
9.21
029
4.13
91.
059
249.
227
641.
500
1.25
8.33
655
.080
.335
56.3
38.6
72
RS
Z-G
FB
4.
309.
247
16.9
90.3
714.
008.
399
27.0
0033
5.60
29.
433.
445
3.32
311
.441
35.1
18.8
28
35.1
18.8
28A
nder
e ta
kken
86
86
100.
250
100.
336
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
4.30
9.24
716
.990
.457
4.00
8.39
927
.000
335.
602
9.43
3.44
53.
323
11.4
4135
.118
.914
100.
250
35.2
19.1
64
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
4.
425.
544
17.1
87.2
974.
407.
609
321.
139
336.
661
9.68
2.67
23.
387
12.9
4136
.377
.250
55.1
80.5
8591
.557
.836
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
148
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
4.27
0.71
416
.865
.215
3.92
2.72
817
4.51
631
1.38
58.
275.
035
3.55
510
.006
33.8
33.1
54
33.8
33.1
54
Bet
alin
gsk
ost
en
6.
530
1.58
547
627
0
151
8.87
7
8.87
7
Beh
eers
kost
en
169.
351
146.
110
132.
641
16.2
9620
.746
391.
612
820
1.80
987
9.38
513
8.66
61.
018.
051
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
207.
064
892
21.6
68
20.9
05
025
0.52
919
.201
.741
19.4
52.2
70
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
18
.574
.787
18.5
74.7
87A
nder
e
207.
064
892
21.6
68
20.9
05
025
0.52
962
6.95
487
7.48
3
Intr
este
n o
p le
nin
gen
184
184
1.32
11.
505
Div
erse
n
16.3
697.
412
346.
900
6.72
73.
693
919.
445
3096
91.
301.
545
1.
301.
545
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
4.
456.
434
17.2
32.3
314.
404.
746
219.
683
336.
094
9.60
7.18
14.
420
12.7
8436
.273
.673
19.3
41.7
2855
.615
.402
RS
Z-G
FB
5.00
0
95.2
50
10
0.25
0
100.
250
And
ere
takk
en
86
86
35.1
18.8
2835
.118
.914
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
5.
000
95
.250
86
100.
336
35.1
18.8
2835
.219
.164
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
4.
456.
434
17.2
37.3
314.
404.
746
314.
933
336.
094
9.60
7.18
14.
506
12.7
8436
.374
.009
54.4
60.5
5690
.834
.566
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-30.
890
-50.
034
2.86
36.
206
567
75.4
91-1
.119
156
3.24
172
0.02
972
3.27
0
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
1
14.
137
4.13
8
Uit
gav
en
66
88
4
360
1.31
041
4.01
141
5.32
1
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-65
-8
84
-360
-1.3
09-4
09.8
74-4
11.1
83
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -3
0.89
0-5
0.09
92.
863
6.20
656
774
.607
-1.1
19-2
041.
932
310.
155
312.
087
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
149
1. Sociale bijdragen 155
1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) 1.2 Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht 1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) 1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector, RSZ, RSZPPO) 1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector) 1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector) 1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht 1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) 1.9 Globaal financieel beheer (concept: economische rekeningen) 1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen
1.11 RSZ - Aan bijdragen onderworpen loonmassa (kwartaalresultaten, concept: economisch)
C.
Statistieken
2. Uitkeringen (RIZIV) 169
2.0 Methodologische nota 2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit / aantal gevallen 2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap / verzekerde bevolking 2.13 Moederschap / aantal vergoede dagen 2.14 Moederschap / gemiddelde daguitkering 2.15 Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering
3. Pensioenen (RVP) 185
3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt
betaald 3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt
betaald 3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden
betaald 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen
4. Gezinsbijslag (RKW) 189
4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op
bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen
5. Arbeidsongevallen (FAO) 199
5.0 Methodologische nota 5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel 5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel 5.3 Uitgaven - repartitiestelsel 5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden - beide stelsels
6. Beroepsziekten (FBZ) 205
6.0 Methodologische nota 6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december) 6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van
het slachtoffer (december) 6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (december) 6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) 6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de
invaliditeitsgraad
7. Werkloosheid, activering van werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 211
7.0 Methodologische nota 7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) 7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) 7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
daguitkering, uitgaven 7.4 Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven 7.5 Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
maanduitkering, uitgaven 7.6 Activering van de werkloosheid 7.7 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) 7.8 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven 7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) 7.10 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
maanduitkering, uitgaven 7.11 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioenen,
loopbaanonderbreking en tijdskrediet
8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 225
8.0 Methodologische nota 8.1 Invaliditeitspensioenen 8.2 Pensioenaanvulling 8.3 Verwarmingstoelage
9. Stelsel van de Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden) 227
9.0 Methodologische nota 9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen,
wachtgeld en brugpensioenen
geneeskundige verzorging 9.2 Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 9.3 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende 9.4 Aantal gevallen of dagen naar hoofdrubriek 9.5 Gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek 9.6 Uitgaven naar hoofdrubriek
uitkeringen
9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid 9.8 Invaliditeit
wachtgeld en brugpensioenen
9.9 Wachtgeld 9.10 Brugpensioenen
1. Sociale bijdragen 1.0 Methodologische nota Het stelsel van de sociale zekerheid geldt in beginsel voor alle werkgevers en werknemers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden. Met die werknemers worden gelijkgesteld:
de leerlingen (onder leercontract); het vastbenoemd personeel van de NMBS dat sinds 1991, zoals dat reeds het geval was
voor de vastbenoemde ambtenaren uit de openbare sector, onderworpen is aan de sector geneeskundige verzorging van het algemeen stelsel van de sociale zekerheid;
de personen die zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, krachtens KB van 28.11.1969 toch verzekeringsplichtig zijn;
de personen die beperkt verzekeringsplichtig zijn (gelegenheidsarbeiders in de tuinbouwsector) krachtens KB 21.06.1994;
de beroepsrenners en de andere betaalde sportbeoefenaars.
Effectieven De gegevens in tabel 1.1 met het jaaroverzicht zijn jaargemiddelden. Deze gegevens zijn gebaseerd op de vastgestelde toestanden in de werkgeversaangiften op het einde van elk kwartaal; het hoger vermelde jaargemiddelde is dus het gemiddelde van die vier kwartaalgegevens. De tellingsmethoden die volgen uit de wijze waarop de werkgever de aangifte dient in te vullen, leiden ertoe dat deze gegevens geen telling van het aantal ingevulde betrekkingen vormen, maar wel de telling van het aantal arbeidsposten. Personen die bvb. tegelijkertijd verschillende deeltijdse jobs uitoefenen, kunnen dus dubbel geteld worden. Tabel 1.2 geeft het aantal werknemers per sector, leeftijdsklasse en geslacht en tabel 1.7 geeft het overzicht van de loontrekkende beroepsbevolking naar statuut, geslacht en inningsinstelling waaronder ze ressorteren. In 2004 heeft de RSZ een vernieuwing doorgevoerd in zijn statistische informatie. Vanaf de gegevens per 31.12.2004 is het mogelijk coherente statistieken te publiceren over effectieven volgens de drie hieronder opgesomde concepten:
arbeidsposten; natuurlijke personen (werknemers); voltijdse equivalenten.
We stellen in het Vade Mecum de voornaamste statistieken, vanaf gegevens 2005, voor volgens de twee eerstgenoemde concepten. Loonmassa
De loonmassa die in de tabellen 1.5 en 1.6 is opgenomen is de totale loonmassa die voor het betreffende jaar door de werkgevers werd aangegeven voor onderwerping aan bijdragen, respectievelijk voor de privésector en voor de openbare sector. We dienen op te merken dat de geraamde loonmassa voor de (hand)arbeiders voor de “begrotingsjaren” uitgedrukt zijn in 108 %. Tabel 1.11 geeft de aan bijdragen onderworpen RSZ – loonmassa weer volgens het economisch concept op kwartaalbasis.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
155
Aantal gepresteerde dagen De aantallen gepresteerde dagen zijn deze welke in de kwartaalaangiften van de werkgevers voorkomen. Het is zo dat de opgenomen aantallen overeenstemmen met het aantal begonnen arbeidsdagen, ook wanneer zij onvolledig zouden zijn, of slechts een beperkt aantal uren zouden beslaan. De tabellen 1.3 en 1.4 geven het overzicht van het aantal gepresteerde arbeidsdagen, respectievelijk voor de privé-sector en voor de openbare sector per inningsinstelling (RSZ, HVKZ en RSZPPO). Bijdragen De tabel 1.8 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer die voorkomen in de budgettaire rekeningen van de RSZ en tabel 1.9 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer van de drie inningsinstellingen (RSZ, RSZPPO en HVKZ) die geconsolideerd worden in de economische rekeningen van de sociale zekerheid. Ten slotte geeft tabel 1.10 het overzicht weer van de verschillende vormen van bijdrageverminderingen weergegeven met bijhorende bedragen op jaarbasis volgens het budgettair concept. Voor meer detail over de financiering van de Sociale Zekerheid verwijzen we naar het Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid. Bijkomende statistische gegevens vindt U op de website van de inningsinstellingen: RSZ: www.rsz.fgov.be ; RSZPPO: www.rszppo.fgov.be en HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be .
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
156
Bron: RSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Privé-sector 2.470.468 2.517.124 2.566.279 2.634.775 2.697.024
Arbeiders (1) 1.169.170 1.186.186 1.205.994 1.223.595 1.243.786Bedienden 1.301.298 1.330.938 1.360.285 1.411.180 1.453.238
Openbare sector 752.652 746.462 745.282 742.978 744.665
Arbeiders 53.354 50.657 52.064 52.140 51.317Bedienden 232.528 232.916 231.818 232.066 236.283
Ambtenaren (2) 466.770 462.889 461.400 458.772 457.065
Algemeen totaal 3.223.120 3.263.586 3.311.561 3.377.753 3.441.689
(1) Arbeiders in de privé-sector = handarbeiders + leerlingen + dienstboden.(2) Ambtenaren met inbegrip van het statutair personeel van de NMBS.
1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
157
1.2
Aan
tal w
erkn
emer
s (R
SZ
, co
nce
pt:
fys
ieke
per
son
en)
per
sec
tor
en n
aar
leef
tijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
3.30
9
130.
458
30
3.76
7
15.8
01
21.2
85
37.0
86
189.
110
151.
743
340.
853
25 -
39
jaar
618.
091
46
2.28
6
1.08
0.37
7
104.
491
14
0.92
5
245.
416
722.
582
603.
211
1.32
5.79
340
- 4
9 ja
ar37
8.28
4
271.
301
64
9.58
5
12
0.22
1
115.
585
23
5.80
6
49
8.50
538
6.88
688
5.39
150
- 6
4 ja
ar24
9.24
7
136.
133
38
5.38
0
11
4.19
8
89.8
34
204.
032
363.
445
225.
967
589.
412
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
7.96
9
3.
423
11.3
92
1.85
5
27
5
2.13
0
9.
824
3.69
813
.522
To
taal
1.42
6.90
0
1.
003.
601
2.43
0.50
1
35
6.56
6
367.
904
72
4.47
0
1.78
3.46
61.
371.
505
3.15
4.97
1
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
4.35
2
134.
382
30
8.73
4
14.8
48
22.1
87
37.0
35
189.
200
156.
569
345.
769
25 -
39
jaar
614.
766
46
6.02
0
1.08
0.78
6
104.
615
14
5.20
0
249.
815
719.
381
611.
220
1.33
0.60
140
- 4
9 ja
ar38
5.56
2
281.
196
66
6.75
8
11
7.34
3
115.
266
23
2.60
9
50
2.90
539
6.46
289
9.36
750
- 6
4 ja
ar25
6.49
1
144.
806
40
1.29
7
11
6.97
1
92.4
57
209.
428
373.
462
237.
263
610.
725
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
7.55
2
3.
358
10.9
10
1.97
6
32
2
2.29
8
9.
528
3.68
013
.208
To
taal
1.43
8.72
3
1.
029.
762
2.46
8.48
5
35
5.75
3
375.
432
73
1.18
5
1.79
4.47
61.
405.
194
3.19
9.67
0
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
4.66
9
128.
728
30
3.39
713
.578
20
.548
34
.126
188.
247
149.
276
337.
523
25 -
39
jaar
616.
434
47
3.48
5
1.08
9.91
910
0.93
7
142.
331
24
3.26
871
7.37
161
5.81
61.
333.
187
40 -
49
jaar
398.
028
29
7.26
4
695.
292
110.
531
11
3.94
1
224.
472
508.
559
411.
205
919.
764
50 -
64
jaar
270.
744
16
2.00
5
432.
749
119.
793
97
.075
21
6.86
839
0.53
725
9.08
064
9.61
765
jaar
en
mee
r of
onb
eken
d8.
506
3.58
8
12
.094
1.
899
315
2.
214
10.4
053.
903
14.3
08
To
taal
1.46
8.38
11.
065.
070
2.53
3.45
134
6.73
837
4.21
072
0.94
81.
815.
119
1.43
9.28
03.
254.
399
(*)
LAT
G: l
oon-
en
arbe
idst
ijdge
geve
ns.
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
06
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
05
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
04
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
158
1.2
Aan
tal w
erkn
emer
s (R
SZ
, co
nce
pt:
fys
ieke
per
son
en)
per
sec
tor
en n
aar
leef
tijd
skla
sse
en g
esla
cht
(ver
volg
)
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
5.50
1
130.
809
30
6.31
013
.529
20
.472
34
.001
189.
030
151.
281
340.
311
25 -
39
jaar
618.
293
48
1.92
1
1.10
0.21
410
0.22
0
144.
301
24
4.52
171
8.51
362
6.22
21.
344.
735
40 -
49
jaar
405.
539
31
1.30
8
716.
847
106.
087
11
3.45
6
219.
543
511.
626
424.
764
936.
390
50 -
64
jaar
282.
846
17
7.19
2
460.
038
122.
446
99
.971
22
2.41
740
5.29
227
7.16
368
2.45
565
jaar
en
mee
r of
onb
eken
d8.
932
3.78
1
12
.713
1.
931
337
2.
268
10.8
634.
118
14.9
81
To
taal
1.49
1.11
11.
105.
011
2.59
6.12
234
4.21
337
8.53
772
2.75
01.
835.
324
1.48
3.54
83.
318.
872
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
7.40
0
132.
332
30
9.73
213
.187
20
.791
33
.978
190.
587
153.
123
343.
710
25 -
39
jaar
619.
124
49
2.61
6
1.11
1.74
099
.575
14
6.76
5
246.
340
718.
699
639.
381
1.35
8.08
040
- 4
9 ja
ar41
3.79
4
326.
254
74
0.04
810
1.37
1
112.
530
21
3.90
151
5.16
543
8.78
495
3.94
950
- 6
4 ja
ar29
5.81
9
195.
179
49
0.99
812
4.21
9
103.
055
22
7.27
442
0.03
829
8.23
471
8.27
265
jaar
en
mee
r of
onb
eken
d9.
699
4.24
0
13
.939
1.
803
382
2.
185
11.5
024.
622
16.1
24
To
taal
1.51
5.83
61.
150.
621
2.66
6.45
734
0.15
538
3.52
372
3.67
81.
855.
991
1.53
4.14
43.
390.
135
(*)
LAT
G: l
oon-
en
arbe
idst
ijdge
geve
ns.
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
08
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
07
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
159
1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) (duizendtallen)
Bron: RSZ en HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
Ressorterend onder RSZ 508.534 512.930 525.161 542.980 555.512
Arbeiders 220.356 220.208 225.245 230.571 232.288 Bedienden 288.178 292.722 299.916 312.409 323.224
Ressorterend onder HVKZ 98 126 137 164 177
Zeelieden 98 126 137 164 177
Totaal 508.632 513.056 525.298 543.144 555.689
1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector (1), RSZ, RSZPPO) (duizendtallen)
Bron: RSZ en RSZPPO
2004 2005 2006 2007 2008
Ressorterend onder RSZ 167.578 164.093 164.182 162.646 162.410
Arbeiders 9.571 9.085 9.482 9.515 9.467 Bedienden 46.466 45.724 45.719 45.635 46.283 Ambtenaren 111.541 109.284 108.981 107.496 106.660
Ressorterend onder RSZPPO 79.111 79.872 84.593 91.361 92.566
Arbeiders 19.364 20.216 21.496 24.759 25.012Bedienden 23.074 24.007 27.054 29.655 30.866Ambtenaren 36.673 35.649 36.043 36.947 36.688
Totaal 246.689 243.965 248.775 254.007 254.976
(1) statutairen en contractuelen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
160
1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector)(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)
Bron: RSZ en HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
Ressorterend onder RSZ 61.738,8 64.156,8 67.719,4 72.916,7 76.749,9
Arbeiders 20.901,6 21.349,0 22.674,1 24.024,9 24.733,4Bedienden 40.837,2 42.807,8 45.045,3 48.891,8 52.016,5
Ressorterend onder HVKZ 11,2 14,2 16,2 19,8 21,5
Zeelieden 11,2 14,2 16,2 19,8 21,5
Totaal 61.750,0 64.171,0 67.735,6 72.936,5 76.771,4
1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector (1))(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)
Bron: RSZ en RSZPPO
2004 2005 2006 2007 2008
Ressorterend onder RSZ 21.469,9 21.964,4 22.548,9 23.057,3 24.116,3
Arbeiders 852,6 850,4 895,1 927,9 966,2Bedienden 5.721,4 5.858,2 6.053,9 6.262,9 6.637,2Ambtenaren 14.895,8 15.255,8 15.599,9 15.866,5 16.512,9
Ressorterend onder RSZPPO 7.606,3 - 8.421,0 8.640,4 9.140,6
Arbeiders 1.289,9 - 1.467,7 1.522,7 1.613,7Bedienden 2.055,4 - 2.383,2 2.520,0 2.755,7Ambtenaren 4.261,0 - 4.570,1 4.597,7 4.771,2
Totaal 29.076,2 21.964,4 30.969,9 31.697,7 33.256,9
(1) Statutairen en contractuelen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
161
Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ
RSZPPO
Privé-sectorOverheids-
sectorSubtotaal
Overheids- sector
Arbeiders 1.192.535 51.986 1.244.521 87.549 - 1.332.070Mannen 856.709 24.201 880.910 38.040 - 918.950Vrouwen 335.826 27.785 363.611 49.509 - 413.120
Bedienden 1.384.499 227.431 1.611.930 112.512 - 1.724.442Mannen 619.953 87.899 707.852 24.411 - 732.263Vrouwen 764.546 139.532 904.078 88.101 - 992.179
Zeelieden - - - - 1.177 1.177Mannen - - - - 1.086 1.086Vrouwen - - - - 91 91
Ambtenaren 82 457.994 458.076 142.662 - 600.738Mannen 71 244.271 244.342 77.133 - 321.475Vrouwen 11 213.723 213.734 65.529 - 279.263
Totaal 2.577.116 737.411 3.314.527 342.723 1.177 3.658.427
Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ
RSZPPO
Privé-sectorOverheids-
sectorSubtotaal
Overheids- sector
Arbeiders 1.216.600 52.283 1.268.883 88.025 1.356.908Mannen 865.576 24.515 890.091 38.200 928.291Vrouwen 351.024 27.768 378.792 49.825 428.617
Bedienden 1.439.618 230.072 1.669.690 114.170 1.783.860Mannen 640.819 87.580 728.399 24.352 752.751Vrouwen 798.799 142.492 941.291 89.818 1.031.109
Zeelieden 1.192 1.192Mannen 1.107 1.107Vrouwen 85 85
Ambtenaren 90 456.138 456.228 141.099 597.327Mannen 76 240.463 240.539 75.780 316.319Vrouwen 14 215.675 215.689 65.319 281.008
Totaal 2.656.308 738.493 3.394.801 343.294 1.192 3.739.287
Toestand op 31 december 2006
1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht
RSZ
HVKZ Totaal
RSZ
HVKZ Totaal
Toestand op 31 december 2007
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
162
1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) (duizend euro)
Bron: RSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Bijdragen 32.273.147 33.339.630 34.255.271 36.179.860 38.232.951
Gewone bijdragen (1) 27.813.583 28.568.931 32.956.384 34.771.070 36.698.874RSZ 26.651.852 27.490.478 31.544.757 33.314.689 35.273.282RSZPPO 1.159.715 1.076.578 1.408.728 1.451.990 1.421.937HVKZ 2.016 1.875 2.899 4.391 3.655
Loonmatiging 3.132.346 3.229.618 0 0 0
Specifieke bijdragen 1.327.218 1.541.081 1.298.887 1.408.790 1.534.077Inhouding dubbel vakantiegeld 587.560 627.503 655.244 684.753 742.226Loonmatiging dubbel vakantiegeld 261.460 278.755 0 0 0Bijdrage jobstudenten 21.694 25.063 32.265 37.977 43.296Bijdrage op premies groepsverzekeringen 185.575 236.385 203.578 247.107 261.615Werkgeversbijdrage tijdelijke werklozen + anciënniteitstoeslag oudere werklozen
62.804 67.826 69.389 74.590 78.821
Werkgeversbijdrage bruggepensioneerden + oudere werklozen
62.991 66.263 64.742 67.644 84.390
Compenserende bijdrage werkgevers brugpensioenen
3.159 3.223 3.230 3.775 3.672
Heffing op privé-gebruik bedrijfswagens 87.495 173.337 211.147 229.655 249.385Bijdrage deeltijdse arbeid 30 13 6 2 0Bijdrage op deelname in de winst 5.688 14.197 15.514 15.483 22.493Tewerkstellingsfonds 48.762 34.015 43.470 44.523 43.951Reaffectatiefonds Sociale Maribel 0 14.500 0 0 0Canada Dry - - 302 3.281 4.228
Staatstoelagen 5.287.517 5.355.599 5.430.743 5.522.075 5.745.157
In de prestaties 5.240.174 5.339.387 5.415.200 5.522.075 5.745.157Globale staatstoelagen 5.213.825 5.317.956 5.408.964 5.507.909 5.730.361Mijnwerkers - Invaliditeitspensioenen 15.475 11.881 -4.520 4.508 4.530HVKZ - Ziekte-Invaliditeit 5.774 4.900 5.876 5.358 6.535Pool der zeelieden - Wachtgeld 5.100 4.650 4.880 4.300 3.731
In de lasten van leningen (2) 47.343 16.212 15.543 0 0Aflossingen van het kapitaal 43.954 14.874 14.874 0 0Intresten 3.389 1.339 669 0 0
Alternatieve financiering 6.170.940 6.958.302 7.713.411 8.462.606 9.294.556Aandeel in de BTW-ontvangsten 6.057.889 6.858.602 7.259.692 7.788.781 8.042.554Roerende voorheffing - 0 348.606 441.382 444.792'Stock options' 54.073 32.008 36.284 35.380 50.389Accijnzen tabak 50.700 52.421 54.478 53.709 56.000Riziv-Geneeskundige verzorging (artikel 24 §1 quater)
- - - - 564.545
Belasting op werknemersparticipatie 8.278 15.270 14.351 17.054 10.208Personenbelasting en vennootschapsbelasting
- - 0 126.300 126.068
Toegewezen ontvangsten 819.768 823.660 848.882 922.941 986.368Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 819.768 823.660 848.882 922.941 986.368
Externe overdrachten 4.183 16.699 158 270.729 553.751
Opbrengsten van beleggingen 231.454 167.978 630 65.262 182.875
Diversen 81.698 71.064 71.026 70.584 84.678
Eigen ontvangsten 44.868.707 46.732.931 48.320.121 51.494.057 55.080.335
Interne overdrachten 97.550 143.000 81.850 82.350 100.250
Totaal lopende ontvangsten 44.966.257 46.875.931 48.401.971 51.576.407 55.180.585
(1) In 2006, 2007 en 2008: Loonmatiging inbegrepen.
(2) Vanaf 2001: De staatstoelage gekoppeld aan de overname van de schuld, komt overeen met de leningen tussen de instellingen van sociale zekerheid (art. 3, K.B. van 04.04.2001). De leningen ten overstaan van de banken worden onmiddellijk ten laste genomen door de Overheidsschuld.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
163
Bro
n: F
OD
Soc
iale
Zek
erhe
id
2004
2005
2006
2007
2008
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
32.2
74,3
32.8
38,4
33.9
31,9
35.9
90,5
37.8
67,4
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
11.0
53,2
11.2
35,2
11.4
92,5
12.1
32,1
12.8
62,0
Gew
one
bijd
rage
n op
de
bezo
ldig
inge
n10
.454
,0
10.5
99,7
10
.823
,7
11.4
32,3
12
.105
,9
Inho
udin
g op
het
dub
bel v
akan
tiege
ld59
1,0
626,
0
65
6,6
686,
3
73
9,9
Bijd
rage
n op
de
jobs
tude
nten
8,2
9,5
12,2
13
,6
16,2
Ten
last
e va
n de
wer
kgev
ers
21.0
56,4
21.4
59,9
22.3
05,6
23.7
11,4
24.8
48,0
Gew
one
bijd
rage
n op
de
bezo
ldig
inge
n17
.201
,6
17.4
84,7
18
.732
,7
19.8
50,2
20
.840
,8
Loon
mat
igin
gsbi
jdra
ge3.
108,
4
3.16
0,9
3.
054,
2
3.28
4,6
3.
397,
4
Bijd
rage
n be
stem
d vo
or I.
B.F
. (zi
eken
huiz
en)
110,
0
11
8,1
113,
9
11
1,3
118,
4
Lo
onm
atig
ing
op h
et d
ubbe
l vak
antie
geld
259,
5
27
2,9
-
-
-
Bijd
rage
n op
de
jobs
tude
nten
13,5
15
,6
20,1
24
,4
26,8
B
ijdra
gen
(hoo
fdel
ijk)
op d
e co
nven
tione
le b
rugp
ensi
oene
n66
,2
69,5
67
,9
71,4
87
,2
Bijd
rage
n C
anad
a dr
y-
-
0,
3
3,
3
4,
2
B
ijdra
gen
insc
hake
ling
-
-
-
-
-
Bijd
rage
n op
de
onvr
ijwill
ige
deel
tijds
e ar
beid
en
op d
e tij
delij
ke
wer
kloo
shei
d62
,8
67,8
69
,4
74,6
78
,0
Bijd
rage
n op
de
aanv
ulle
nde
pens
ioen
en18
5,6
236,
4
20
3,6
247,
1
24
9,9
Tew
erks
telli
ngsf
onds
48,8
34
,0
43,5
44
,5
45,3
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an s
ocia
le p
rest
atie
s96
,1
10
4,2
94,7
108,
2
11
5,0
Bijd
rage
n op
de
pres
tatie
s ar
beid
song
eval
len
en
ber
oeps
ziek
ten
96,1
10
4,2
94,7
10
8,2
115,
0
In
houd
ing
op k
inde
rbijs
lag
-
-
-
-
-
And
ere
bijd
rage
n-
-
-
-
-
Bijd
rage
opsl
agen
en
boet
en68
,6
39
,1
39
,1
38
,8
42
,4
1.9
Glo
baa
l fin
anci
eel b
ehee
r (c
on
cep
t: e
con
om
isch
e re
ken
ing
en)
(milj
oen
eu
ro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
164
2004
2005
2006
2007
2008
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d v
oo
r d
e so
cial
e ze
kerh
eid
7.06
8,3
7.
963,
6
8.77
3,5
9.
615,
3
10.4
45,9
Bijz
onde
re b
ijdra
ge v
oor
de s
ocia
le z
eker
heid
809,
8
83
2,0
848,
9
92
2,9
985,
6
V
oorh
effin
g ge
stor
t doo
r de
wer
kgev
er60
3,7
645,
8
65
5,5
695,
3
76
0,8
Sal
do g
esto
rt d
oor
de s
chat
kist
206,
1
18
6,2
193,
4
22
7,6
224,
8
B
TW
6.05
7,9
6.
858,
6
7.25
9,7
7.
788,
8
7.96
0,8
S
tock
opt
ions
54,1
32,0
36,3
35,4
49,4
Nie
uwe
finan
cier
ing
gene
esku
ndig
e ve
rzor
ging
-
-
-
-
564,
5
R
oere
nde
voor
heffi
ng-
-
34
8,6
441,
4
44
4,8
Bel
astin
g op
wer
knem
ersp
artic
ipat
ie8,
3
15,3
14,4
143,
4
13
6,2
Bijd
rage
n op
de
bedr
ijfsv
oert
uige
n87
,5
17
3,3
211,
1
22
9,7
247,
8
A
ccijn
zen
op ta
bak
50,7
52,4
54,5
53,7
56,8
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
min
gen
van
de
op
enb
are
mac
hte
n5.
287,
5
5.35
5,6
5.
430,
7
5.52
2,1
5.
745,
2
Nie
t-te
rugv
orde
rbar
e te
gem
oetk
omin
gen
van
de c
entr
ale
over
heid
5.23
8,1
5.
306,
2
5.41
5,2
5.
522,
1
5.74
5,2
T
usse
nkom
st in
de
last
en v
an le
ning
en49
,4
49
,4
15
,5
-
-
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
en
bed
rijv
en27
0,6
216,
0
51
,6
13
8,1
255,
8
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
van
der
den
4,2
16
,7
-
-
-
Nie
t m
eer
te b
etal
en, t
oeg
eken
de
soci
ale
pre
stat
ies
-
-
-
-
-
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te u
itb
etaa
lde
soci
ale
pre
stat
ies
-
-
-
-
-
Su
bto
taal
44.9
04,9
46.3
90,3
48.1
87,7
51.2
66,0
54.3
14,3
On
tvan
gst
en u
it o
verd
rach
ten
97,6
143,
0
81
,9
35
2,9
654,
1
Tus
sen
takk
en v
an e
enze
lfde
rege
ling
97,6
143,
0
81
,9
35
2,9
100,
3
V
an d
e zi
ekte
en
inva
lidite
it-
-
-
-
-
V
an d
e w
erkl
oosh
eid
-
-
-
-
-
Van
de
pens
ioen
en-
59
,5
-
270,
5
5,
0
V
an d
e ge
zins
bijs
lag
-
-
-
-
-
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n97
,6
83,5
81
,9
82,4
95
,3
Van
de
bero
epsz
iekt
en-
-
-
-
-
V
an h
et G
loba
al b
ehee
r-
-
-
-
-
Van
een
and
ere
rege
ling
-
-
-
-
553,
8
V
an d
e ze
lfsta
ndig
en-
-
-
-
-
V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g-
-
-
-
55
3,8
Alg
emee
n t
ota
al45
.002
,5
46
.533
,3
48
.269
,6
51
.618
,9
54
.968
,4
(ver
volg
)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
165
1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen (duizend euro)
Bron: RSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Bijzondere toewijzingen 396.000 414.117 430.792 469.427 485.746
Sociale Maribel 396.000 414.117 430.792 438.427 454.127
Wetenschappelijke Maribel - - - 31.000 31.619
Jongerenbonus (non profit) - - - - -
Vermindering patronale bijdragen 3.872.901 4.411.482 4.659.170 5.002.796 5.270.672
In uitdoving (1): 189.713 75.546 29.807 12.647 3.826
Plannen +1, +2, +3 48.391 15.579 5.832 367 -
Activaplan 103.631 34.355 9.901 5.828 2.450
Collectieve arbeidsduurvermindering 14.794 18.344 12.281 5.503 706
Startbanen 22.897 7.268 1.793 949 670
Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren - 2.060 1.793 1.686 1.682
Wetenschappelijk onderzoek 2.755 2.778 4.926 8.238 9.964
Gesubsidieerde contractuelen 192.600 204.135 212.842 233.991 248.331
Baggeraars en sleepvaart 9.585 7.045 4.070 3.392 2.582
Loonmatiging universiteiten 36.880 57.045 58.809 33.311 67.305
Podiumkunstenaars 6.462 9.867 10.897 11.932 12.847
Onthaalmoeders 10.615 11.958 12.526 13.269 13.957
Structurele bijdrageverminderingen (2) 3.279.910 3.709.866 3.867.160 3.997.605 4.109.698
Doelgroepen - totaal 144.134 330.938 455.986 686.453 800.273
Doelgroepen: 31.906 89.471 112.863 170.763 193.661
Herstructurering - 504 547 2.471 6.649
Eerste aanwervingen 18.799 62.364 87.135 106.212 113.225
Arbeidsduurvermindering 13.107 26.603 25.181 16.140 9.272
Risicogroepen - - - 23.070 36.834
Activering - - - 188 201
WEP/DSP - - - 8.794 9.536
SINE - - - 13.888 17.945
Doelgroepen "overgangsperiode": 112.228 241.467 343.123 515.690 606.612
Jonge werknemers 13.238 42.861 89.488 - 142.195
Langdurig werkzoekenden (3) 26.618 95.106 140.631 - 165.229
Ouderenbonus - - - - 137.048
Oudere werknemers (4) 72.372 103.500 113.004 - 162.140Diversen 247 244 354 272 208
Vermindering persoonlijkebijdragen 157.206 230.333 517.864 656.968 666.558
Algemeen (werkbonus inbegrepen) 156.865 229.528 517.214 655.798 665.008
Baggeraars, sleepvaart 297 362 142 143 131
Herstructurering 44 443 508 1.027 1.419
TOTAAL 4.426.107 5.055.932 5.607.826 6.129.191 6.422.976
(1) Wordt vanaf 01.01.2004 vervangen door doelgroepen.
(3) Ondernemingen in herstructurering inbegrepen.(4) Vanaf 1ste kwartaal 2004.
(2) Vanaf 01.04.1999: de lastenverlaging in het kader van het meerjarenplan en de vroegere bijdrageverminderingen voor Maribel en lage lonen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
166
Bro
n: R
SZ
Arb
eid
ers
P
rivé
-sec
tor
(2)
Bed
ien
den
P
rivé
-sec
tor
To
taal
P
rivé
-sec
tor
Arb
eid
ers
Op
enb
are
sect
or
(3)
Bed
ien
den
O
pen
bar
e se
cto
r (3
)
Am
bte
nar
en
(3)
To
taal
O
pen
bar
e se
cto
r (3
)T
OT
AA
L
2004
20.9
01.6
25
40.8
37.2
5261
.738
.877
867.
521
5.73
2.90
514
.896
.140
21.4
96.5
6683
.235
.443
1ste
kw
arta
al5.
079.
832
9.79
9.64
414
.879
.476
210.
099
1.46
1.05
23.
706.
600
5.37
7.75
120
.257
.227
2de
kwar
taal
5.23
8.27
79.
758.
394
14.9
96.6
7120
9.47
61.
441.
394
3.71
8.27
95.
369.
149
20.3
65.8
203d
e kw
arta
al4.
579.
538
9.35
6.58
113
.936
.119
187.
102
1.12
7.32
73.
703.
064
5.01
7.49
318
.953
.612
4de
kwar
taal
6.00
3.97
811
.922
.633
17.9
26.6
1126
0.84
41.
703.
132
3.76
8.19
75.
732.
173
23.6
58.7
84
2005
21.3
49.0
1942
.807
.812
64.1
56.8
3185
0.48
95.
858.
248
15.2
55.8
7221
.964
.609
86.1
21.4
401s
te k
war
taal
5.08
3.45
210
.191
.426
15.2
74.8
7820
9.11
41.
485.
678
3.78
0.97
95.
475.
771
20.7
50.6
492d
e kw
arta
al5.
411.
804
10.2
99.4
4915
.711
.253
201.
940
1.47
2.14
13.
799.
236
5.47
3.31
721
.184
.570
3de
kwar
taal
4.73
6.94
59.
811.
972
14.5
48.9
1718
3.78
41.
161.
757
3.81
3.76
65.
159.
307
19.7
08.2
244d
e kw
arta
al6.
116.
818
12.5
04.9
6518
.621
.783
255.
651
1.73
8.67
23.
861.
891
5.85
6.21
424
.477
.997
2006
22.3
09.2
2444
.998
.687
67.3
07.9
1189
5.25
56.
054.
522
15.5
99.8
8222
.549
.659
89.8
57.5
701s
te k
war
taal
5.35
5.63
910
.754
.129
16.1
09.7
6821
4.63
61.
508.
830
3.89
2.02
35.
615.
489
21.7
25.2
572d
e kw
arta
al5.
621.
666
10.7
74.0
7716
.395
.743
216.
182
1.56
2.95
23.
887.
877
5.66
7.01
122
.062
.754
3de
kwar
taal
4.89
4.14
710
.247
.724
15.1
41.8
7119
2.63
21.
192.
716
3.89
2.98
35.
278.
331
20.4
20.2
024d
e kw
arta
al6.
437.
772
13.2
22.7
5719
.660
.529
271.
805
1.79
0.02
43.
926.
999
5.98
8.82
825
.649
.357
2007
23.5
87.6
5548
.254
.312
71.8
41.9
6793
2.55
46.
276.
516
15.8
72.0
0023
.081
.070
94.9
23.0
371s
te k
war
taal
5.63
8.40
711
.491
.044
17.1
29.4
5122
0.36
51.
584.
005
3.95
2.25
25.
756.
622
22.8
86.0
732d
e kw
arta
al6.
062.
457
11.5
34.8
5217
.597
.309
228.
450
1.62
7.27
03.
973.
085
5.82
8.80
523
.426
.114
3de
kwar
taal
5.14
6.29
710
.961
.967
16.1
08.2
6420
2.32
81.
237.
892
3.97
9.23
25.
419.
452
21.5
27.7
164d
e kw
arta
al6.
740.
494
14.2
66.4
4921
.006
.943
281.
411
1.82
7.34
93.
967.
431
6.07
6.19
127
.083
.134
2008
24.3
24.5
4651
.313
.079
75.6
37.6
25
966.
300
6.61
1.05
516
.512
.689
24.0
90.0
44
99.7
27.6
691s
te k
war
taal
5.93
2.72
312
.260
.020
18.1
92.7
4322
6.84
71.
608.
075
4.01
4.37
25.
849.
294
24.0
42.0
372d
e kw
arta
al6.
216.
445
12.1
47.8
9718
.364
.342
231.
807
1.69
2.21
94.
070.
596
5.99
4.62
224
.358
.964
3de
kwar
taal
5.42
8.87
911
.752
.265
17.1
81.1
4421
0.52
81.
313.
089
4.16
8.54
25.
692.
159
22.8
73.3
034d
e kw
arta
al6.
746.
499
15.1
52.8
9721
.899
.396
297.
118
1.99
7.67
24.
259.
179
6.55
3.96
928
.453
.365
(1)
Bez
oldi
ging
van
de
arbe
ider
s aa
n 10
0 %
.(2
) A
rbei
ders
priv
é-se
ctor
= h
anda
rbei
ders
+ le
erlin
gen
+ d
iens
tbod
en.
(3)
NM
BS
inbe
grep
en.
1.11
RS
Z -
Aan
bijd
rag
en o
nd
erw
orp
en lo
on
mas
sa (
kwar
taal
resu
ltat
en, c
on
cep
t: e
con
om
isch
) (d
uiz
end
eu
ro)
(1)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
167
2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen, moederschapsuitkeringen en de uitkeringen voor begrafeniskosten. Voor deze laatste worden hier geen statistische gegevens opgenomen; het bedrag van de uitgaven hiervoor wordt vermeld in de synthesetabel. Het recht op uitkeringen bestaat uitsluitend voor werknemers die voor de sector uitkeringen bijdrageplichtig zijn. Met hen worden gelijkgesteld de werknemers die gewoonlijk de hoedanigheid van werknemer hebben of onlangs hebben gehad, zoals de werknemers in gecontroleerde werkloosheid en de werkneemsters die vanaf de vijfde maand van de zwangerschap de arbeid onderbreken, alsook zij die tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid hun hoedanigheid van werknemer verliezen en eveneens de gerechtigden aan wie de voortgezette verzekering was toegestaan bij het verstrijken van deze periode van voortgezette verzekering. De werkneemsters die gerechtigd zijn op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn gerechtigd op moederschapsuitkeringen. De moederschapsuitkering wordt ook verleend aan de gerechtigden voor wie de moederschapsrust een aanvang neemt in een tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Rechthebbenden op de uitkering voor begrafeniskosten zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die, in geval van overlijden van een gerechtigde op uitkeringen - ook als hij gepensioneerd is - de begrafenis werkelijk hebben bekostigd. Primaire arbeidsongeschiktheid (tabellen 2.4 – 2.7) Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid (voor de mijnwerkers die recht hebben op een invaliditeitspensioen, wordt deze periode gelimiteerd tot zes maanden), ontvangt de gerechtigde een primaire ongeschiktheidsuitkering die niet lager mag zijn dan 60 % van het gederfde loon. Vanaf eind 1996 wordt de primaire ongeschiktheidsuitkering van samenwonenden vanaf de 31e dag arbeidsongeschiktheid beperkt tot 55 % van het gederfde loon. Dit loon is geplafonneerd en gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Voor de werkloze mag deze uitkering gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid het bedrag van zijn werkloosheidsuitkering niet overschrijden. Invaliditeit (tabellen 2.8 – 2.11) Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan één jaar ontvangt een gerechtigde met personen ten laste een invaliditeitsuitkering die 65 % van het begrensde loon bedraagt. Dit bedrag wordt verminderd tot 45 of 40 % van hetzelfde loon voor de gerechtigde zonder gezinslast, naargelang het al dan niet om verlies van een enig inkomen gaat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap (tabellen 2.12 – 2.15) De moederschapsuitkering wordt gedurende een periode van 15 weken uitbetaald. Vanaf 1999 wordt de periode van bevallingsrust met 2 weken verlengd ingeval van zwangerschap van een meerling. Het bedrag van de moederschapsuitkering wordt vastgesteld op een percentage van het begrensde loon dat geldt voor de berekening van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. In principe ontvangt de gerechtigde gedurende de eerste dertig dagen 79,5 % (82 % voor de gerechtigden met een lopende arbeidsovereenkomst) van dit loon, vanaf de eenendertigste dag 75 % en indien het tijdvak van moederschapsrust verder zou reiken dan 15 weken 60 % na de 15de week. Het
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
169
tijdvak van arbeidsverwijdering van de zwangere of bevallen werkneemster en van de werkneemster die borstvoeding geeft wordt ingevolge de wet van 04.08.1996 (art. 8) eveneens als een tijdvak van moederschapsbescherming beschouwd. Gedurende deze periode ontvangt de gerechtigde 60 % van het begrensde loon. In de tabellen wordt vanaf 1996 een opsplitsing gemaakt tussen de gegevens betreffende de eigenlijke moederschapsrust en deze betreffende de arbeidsverwijdering (met inbegrip van het borstvoedingsverlof). Beschrijving van de kenmerken Voor elk van de drie vermelde deelsectoren: primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsuitkering wordt in principe eenzelfde structuur voor de statistieken aangehouden. Vooreerst is er het begrip verzekerde bevolking, waarvoor gegeven wordt: De uitsplitsing naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.1 en 2.12); De evolutie van het totaal ervan (tab. 2.3). Voor de invaliden is er de verdeling van het effectief naar leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.2). Voor elke deelsector is er een notie van volume: het aantal vergoede dagen (tab. 2.5, 2.9 en 2.13) en tevens het aantal gevallen (enkel voor invaliditeit) (tab. 2.8). Verder zijn er voor elke deelsector gegevens over de basisuitgaven (tab. 2.7, 2.11 en 2.15 respectievelijk). Voor de primaire arbeidsongeschiktheid geeft de tabel 2.4 het ziektecijfer, welk getal de uitdrukking is van de verhouding van het aantal vergoede dagen tot de verzekerde bevolking. De gemiddelde daguitkering is het resultaat van de deling van het totaalbedrag der uitkeringen door het aantal vergoede dagen (tab. 2.6, 2.10 en 2.14). Tabel 2.16 ten slotte is een synthesetabel met de uitgaven voor de vier deelsectoren (inclusief de deelsector van de begrafenisuitkeringen). Aanvullende informatie over de uitkeringsverzekering vindt u op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be en in de publicaties van deze instelling.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
170
2.1
Led
enta
l / v
erze
kerd
e b
evo
lkin
g n
aar
stat
uu
t, le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Arb
eid
ers
(1)
19.1
3018
6.84
925
7.01
125
7.39
128
2.00
429
1.46
726
2.82
523
1.67
319
8.95
012
2.53
22.
767
2.11
2.59
9M
anne
n12
.949
122.
636
163.
005
160.
690
178.
883
184.
626
164.
028
146.
251
130.
899
89.2
502.
406
1.35
5.62
3V
rouw
en6.
181
64.2
1394
.006
96.7
0110
3.12
110
6.84
198
.797
85.4
2268
.051
33.2
8236
175
6.97
6
Bed
ien
den
5.92
513
2.49
827
7.66
025
7.90
625
5.83
825
5.62
822
6.35
218
3.35
815
2.83
477
.380
1.95
41.
827.
333
Man
nen
1.88
444
.638
105.
186
101.
120
96.3
7799
.261
90.2
0678
.286
75.5
4644
.891
1.44
273
8.83
7V
rouw
en4.
041
87.8
6017
2.47
415
6.78
615
9.46
115
6.36
713
6.14
610
5.07
277
.288
32.4
8951
21.
088.
496
To
taal
25.0
5531
9.34
753
4.67
151
5.29
753
7.84
254
7.09
548
9.17
741
5.03
135
1.78
419
9.91
24.
721
3.93
9.93
2
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Arb
eid
ers
(1)
19.6
2018
7.48
025
6.01
425
5.73
728
2.65
829
2.96
927
0.70
623
9.12
020
3.90
212
9.62
43.
177
2.14
1.00
7M
anne
n13
.378
123.
866
163.
126
159.
385
177.
251
185.
214
168.
441
149.
844
132.
777
93.7
152.
691
1.36
9.68
8V
rouw
en6.
242
63.6
1492
.888
96.3
5210
5.40
710
7.75
510
2.26
589
.276
71.1
2535
.909
486
771.
319
Bed
ien
den
6.46
813
4.93
928
3.36
426
1.09
625
7.07
825
5.49
623
3.84
719
0.52
415
6.77
083
.004
2.27
11.
864.
857
Man
nen
2.15
245
.442
107.
676
102.
689
97.8
6198
.096
92.8
3179
.897
74.9
4647
.325
1.61
675
0.53
1V
rouw
en4.
316
89.4
9717
5.68
815
8.40
715
9.21
715
7.40
014
1.01
611
0.62
781
.824
35.6
7965
51.
114.
326
To
taal
26.0
8832
2.41
953
9.37
851
6.83
353
9.73
654
8.46
550
4.55
342
9.64
436
0.67
221
2.62
85.
448
4.00
5.86
4
(1)
Met
inbe
grip
van
de
mijn
wer
kers
.
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
Toe
stan
d op
30
juni
200
7
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
171
2.2
Aan
tal i
nva
liden
naa
r le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Arb
eid
ers
ZIV
(1)
1381
83.
407
6.52
911
.723
18.4
2625
.045
32.6
8536
.565
28.2
0523
216
3.64
8M
anne
n5
489
1.84
23.
300
5.89
49.
625
13.2
9218
.387
22.9
3119
.642
232
95.6
39V
rouw
en8
329
1.56
53.
229
5.82
98.
801
11.7
5314
.298
13.6
348.
563
068
.009
Bed
ien
den
114
81.
083
2.39
74.
431
7.05
89.
182
11.1
6012
.003
8.69
450
56.2
07M
anne
n1
3227
760
51.
014
1.58
32.
307
3.09
94.
497
4.20
350
17.6
68V
rouw
en0
116
806
1.79
23.
417
5.47
56.
875
8.06
17.
506
4.49
10
38.5
39
To
taal
1496
64.
490
8.92
616
.154
25.4
8434
.227
43.8
4548
.568
36.8
9928
221
9.85
5
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Arb
eid
ers
ZIV
(1)
1684
03.
412
6.71
212
.216
19.2
3126
.167
33.7
1137
.851
29.5
5926
516
9.98
0M
anne
n7
463
1.81
23.
330
5.94
59.
808
13.6
0218
.631
23.2
9520
.286
265
97.4
44V
rouw
en9
377
1.60
03.
382
6.27
19.
423
12.5
6515
.080
14.5
569.
273
072
.536
Bed
ien
den
115
31.
089
2.45
94.
672
7.33
09.
554
11.5
4612
.264
9.26
573
58.4
06M
anne
n0
3827
058
11.
068
1.57
32.
301
3.13
84.
291
4.38
873
17.7
21V
rouw
en1
115
819
1.87
83.
604
5.75
77.
253
8.40
87.
973
4.87
70
40.6
85
To
taal
1799
34.
501
9.17
116
.888
26.5
6135
.721
45.2
5750
.115
38.8
2433
822
8.38
6
(1)
Met
inbe
grip
van
de
mijn
wer
kers
.
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
Toe
stan
d op
30
juni
200
7
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
172
2.3 Evolutie van het ledental (1)
Bron: RIZIV
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
Arbeiders 1.840.215 1.898.759 1.859.299 1.876.211 1.897.113Mannen 1.179.291 1.209.769 1.186.736 1.195.857 1.207.458Vrouwen 660.924 688.990 672.563 680.354 689.655
Bedienden 1.628.157 1.659.980 1.696.593 1.730.269 1.765.409Mannen 661.545 671.849 683.826 693.965 706.067
Vrouwen 966.612 988.131 1.012.767 1.036.304 1.059.342
Totaal 3.468.372 3.558.739 3.555.892 3.606.480 3.662.522
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden, exclusief bruggepensioneerden.
2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer (1)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Arbeiders 8,61 8,47 9,19 10,05 10,57Mannen 7,80 7,55 7,94 8,50 8,89Vrouwen 10,04 10,09 11,38 12,79 13,52
Bedienden 4,06 4,12 4,27 4,63 4,83Mannen 2,96 2,92 2,97 3,10 3,19
Vrouwen 4,82 4,94 5,52 5,66 5,92
Totaal 6,47 6,44 6,84 7,45 7,80
(1) Aantal vergoede dagen/ledental.
2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Arbeiders 15.836.644 16.077.207 17.075.244 18.862.630 20.053.616Mannen 9.200.783 9.128.394 9.426.497 10.160.383 10.730.133Vrouwen 6.635.861 6.948.813 7.648.747 8.702.247 9.323.483
Bedienden 6.612.564 6.845.310 7.250.513 8.012.462 8.526.485Mannen 1.956.215 1.961.476 2.030.465 2.152.072 2.253.520
Vrouwen 4.656.349 4.883.834 5.220.048 5.860.390 6.272.965
Totaal 22.449.208 22.922.517 24.325.757 26.875.092 28.580.101
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
173
2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Arbeiders
Mannen 40,51 41,51 42,34 42,88 44,57Vrouwen 28,78 29,54 30,19 30,77 32,17
Bedienden
Mannen 43,92 45,08 45,82 46,28 48,28
Vrouwen 34,94 35,94 36,67 37,14 38,84
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Arbeiders 546.166 567.898 614.736 687.663 761.431Mannen 372.752 378.946 399.077 435.698 478.217Vrouwen 190.998 205.302 230.922 267.731 299.982Regularisaties -17.584 -16.350 -15.263 -15.766 -16.768
Bedienden 241.872 257.437 278.258 311.012 346.219Mannen 85.920 88.430 93.037 99.609 108.796Vrouwen 162.705 175.525 191.407 217.663 243.632Regularisaties -6.753 -6.518 -6.186 -6.260 -6.209
Hulp van derden 351 394 351 598 897
Totaal 788.389 825.729 893.345 999.273 1.108.547
2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
174
2.8 Invaliditeit / aantal gevallen
Bron: RIZIV
12.2004 12.2005 12.2006 12.2007 12.2008
Arbeiders 153.248 155.807 160.388 166.525 172.565Mannen 93.390 93.781 94.387 96.394 98.100Vrouwen 59.858 62.026 66.001 70.131 74.465
Bedienden 51.149 52.788 55.434 57.159 59.588Mannen 17.454 17.491 17.629 17.767 17.821Vrouwen 33.695 35.297 37.805 39.392 41.767
Totaal 204.397 208.595 215.822 223.684 232.153
2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Arbeiders 46.595.650 46.832.004 47.709.562 49.145.496 50.862.715Mannen 28.585.510 28.468.142 28.496.576 28.922.727 29.420.252Vrouwen 18.010.140 18.363.862 19.212.986 20.222.769 21.442.463
Bedienden 15.794.049 16.333.271 17.088.181 17.964.781 18.856.438Mannen 5.342.216 5.454.329 5.528.477 5.625.278 5.750.455Vrouwen 10.451.833 10.878.942 11.559.704 12.339.503 13.105.983
Totaal 62.389.699 63.165.275 64.797.743 67.110.277 69.719.153
2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Arbeiders
Mannen 36,34 37,33 38,15 38,85 41,01Vrouwen 28,75 29,56 30,25 31,00 33,03
Bedienden
Mannen 38,72 39,55 40,21 41,02 42,86Vrouwen 30,70 31,60 32,33 33,07 35,15
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
175
2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Arbeiders 1.556.477 1.605.595 1.668.538 1.750.604 1.914.635Mannen 1.038.766 1.062.729 1.087.272 1.123.700 1.206.447Vrouwen 517.711 542.866 581.266 626.904 708.188
Bedienden 527.756 559.509 596.035 638.815 707.159Mannen 206.855 215.702 222.290 230.750 246.495Vrouwen 320.901 343.807 373.745 408.065 460.664
Regularisaties -626 -844 -566 -1.823 -896
Hulp van derden 5.020 5.123 5.639 34.551 38.470
Totaal 2.088.627 2.169.383 2.269.646 2.422.147 2.659.368
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
176
2.12 Moederschap / verzekerde bevolking (1)
Bron: RIZIV
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
Arbeidsters 460.643 467.326 451.879 451.302 451.196
Bedienden 706.395 710.973 718.390 725.383 732.351
Totaal 1.167.038 1.178.299 1.170.269 1.176.685 1.183.547
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.
2.13 Moederschap / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Moederschap 6.648.308 6.868.721 6.925.084 7.031.324 7.265.742
Arbeidsters 2.531.741 2.572.969 2.582.286 2.599.608 2.670.647Bedienden 4.055.759 4.226.842 4.270.366 4.353.750 4.512.036Invaliden 60.808 68.910 72.432 77.966 83.059
Werkverwijdering 1.811.133 1.773.049 1.865.751 1.919.878 1.946.101
Arbeidsters 566.774 552.789 577.270 548.251 542.159Bedienden 1.244.359 1.220.260 1.288.481 1.371.627 1.403.942
Vaderschap + adoptie 358.569 377.456 382.610 395.357 421.363
Arbeiders 225.667 232.727 231.268 238.595 255.948Bedienden 132.902 144.729 151.342 156.762 165.415
2.14 Moederschap / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
MoederschapArbeidsters 39,21 40,34 41,38 42,22 44,00Bedienden 53,34 54,87 56,40 57,58 60,24Invaliden 41,09 43,08 42,77 43,58 45,26
WerkverwijderingArbeidsters 35,18 36,63 37,00 37,39 38,69Bedienden 45,33 44,82 45,44 46,23 48,22
Vaderschap + adoptieArbeiders 74,62 76,60 78,14 79,83 82,43Bedienden 86,51 89,19 90,13 92,39 95,57
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
177
2.15 Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Moederschap 318.703 339.510 352.091 365.278 394.630
Arbeidsters 99.472 104.170 107.254 110.282 117.906 Bedienden 216.721 232.450 241.748 251.598 272.964 Invaliden 2.510 2.894 3.089 3.398 3.760 Regularisaties - -4 - - -
Werkverwijdering 45.950 52.734 56.926 59.762 64.332
Arbeidsters 14.127 15.353 16.430 15.646 16.450 Bedienden 31.823 37.381 40.496 44.116 47.882 Regularisaties - - - - -
Vaderschap + adoptie 28.338 30.624 31.741 33.582 36.961
Arbeiders 16.840 17.824 18.092 19.079 21.130 Bedienden 11.498 12.800 13.649 14.503 15.831
Borstvoeding 164 199 195 224 255
Totaal 393.155 423.067 440.953 458.846 496.178
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
178
2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Primaire arbeidsongeschiktheid 788.390 825.729 893.343 999.272 1.108.548Invaliditeit 2.088.628 2.169.383 2.269.646 2.422.147 2.659.368Moederschapsuitkeringen 393.160 423.067 440.965 458.850 496.169Begrafenisuitkeringen 6.852 6.589 6.607 6.405 6.629
Totaal 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
179
3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota In het werknemerspensioenstelsel (repartitiesysteem) worden de eigenlijke pensioenen en de afgeleide voordelen toegekend met toepassing van KB nr. 50 van 24.10.1967 betreffende de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en met toepassing van de vroegere afzonderlijke bepalingen over het pensioen van arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden. Het oude kapitalisatiestelsel van de werknemersrenten (dat sinds 31.12.1967 residueel is geworden) bestaat slechts in zoverre de verworven rechten op rustrenten en/of overlevingsrenten werden gehandhaafd. Sinds 31.12.2007 werden de technische reserves van dit oude stelsel overgenomen door de RSZ – Globaal beheer werknemers, ingevolge het K.B. van 21.04.2007 houdende uitvoering van het artikel 289 van de programmawet (I) van 27.12.2006. Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen (tabel 3.1) Het aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald, is gelijk aan het aantal personen dat op 1 januari is vastgelegd en voor wie het uitkeringsrecht in betaling is gesteld. Personen voor wie het recht is ingegaan, maar op die datum nog niet in betaling is gesteld, komen niet in de statistiek voor. Het aantal begunstigden wordt onderverdeeld in de volgende categorieën: gehuwden die een rustpensioen tegen “ gezinsbedrag “ genieten in het werknemersstelsel; gehuwden die een rustpensioen tegen “bedrag alleenstaanden” genieten in het
werknemersstelsel; niet gehuwden die een rustpensioen tegen “ bedrag alleenstaanden “ genieten in het
werknemersstelsel; personen die een (of meer) rustpensioen(en) en een (of meer) overlevingspensioen(en)
genieten, waarbij minstens een van die pensioenen ten laste komt van het werknemersstelsel: personen met een rustpensioen ten laste van het werknemersstelsel; personen met een overlevingspensioen ten laste van het werknemersstelsel;
personen die een overlevingspensioen genieten in het werknemersstelsel. Dubbeltellingen zijn het gevolg van mensen die een rust- en een overlevingspensioen cumuleren in het werknemersstelsel. Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente (tabel 3.2) Het aantal gerechtigden is opgedeeld in verscheidene categorieën: De personen die een ouderdomsrente genieten; De vrouwen (en enkel zij) die een weduwerente genieten; De vrouwen die een ouderdomsrente en een weduwerente genieten. De dubbeltellingen zijn een gevolg van vrouwelijke gerechtigden die een ouderdomsrente en een weduwerente cumuleren. De renten kunnen gecumuleerd worden met een (of meerdere) pensioen(en) van het repartitiestelsel hierboven vermeld. De berekening van dubbeltellingen werd niet uitgevoerd, omdat er ook geen totaal wordt gemaakt.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
181
Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen (tabel 3.3) Het gemiddelde bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari zijn betaald, wordt verkregen door de maandelijkse bruto-uitgaven van januari (nog vóór de afhouding van de bedrijfsvoorheffing, de ZIV-bijdrage, de solidariteitsbijdrage en de terug te vorderen bedragen) te delen door het aantal begunstigden op 1 januari. Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht (tabel 3.4) De rechthebbenden (op 01.01.2008) worden opgesplitst naar pensioenregeling (rust- of overlevingspensioen, gezinspensioen of pensioen voor een alleenstaande), alsook naar geslacht en naar leeftijdsklasse per vijf jaar. Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Enkele van de rubrieken uit deze tabel worden hieronder nader toegelicht: Vakantiegeld
Het aantal begunstigden is hier het aantal begunstigden van een rust- of overlevingspensioen dat in mei wordt betaald. Het vakantiegeld en het bijkomend vakantiegeld worden niet toegekend in de loop van het jaar waarin het pensioen ingaat. Het jaar nadien staat het toegekende bedrag in verhouding tot het aantal maanden waarin de rechthebbende tijdens het eerste jaar pensioen heeft ontvangen. Niettemin worden, in afwijking van deze bepaling, de bovenvermelde voordelen volledig toegekend vanaf het jaar waarin het rustpensioen ingaat, indien gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het pensioen ingaat, de begunstigde al een uitkering voor brugpensioen of voor ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid ontving. Analoog worden de bovenvermelde voordelen ook volledig toegekend vanaf het burgerlijk jaar waarin het overlevingspensioen ingaat, indien de overleden echtgenoot aan dezelfde voorwaarde voldeed of een rustpensioen ontving gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het burgerlijke jaar waarin hij overleed. Verwarmingstoelage De verwarmingstoelage wordt toegekend aan mijnwerkers die gerechtigd zijn op een rustpensioen of aan hun overlevende echtgenoot die gerechtigd is op een overlevingspensioen. De gegevens worden verstrekt volgens dezelfde methodologie als die voor de rust- en overlevingspensioenen. Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten Het repartitiestelsel betaalt sinds 2008 het totaal van de sociale prestaties van het oude kapitalisatiestelsel. Niettemin tot 2007 inbegrepen kwam het repartitiestelsel tussen in de sociale prestaties betreffende de rijksbijdrage en de indexering van de lopende renten die vóór 1994 zijn ingegaan. De indexeringscoëfficiënt zelf van die renten was reeds geblokkeerd op het niveau van de spilindex van 1986.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
182
Aanvullende informatie omtrent de werknemerspensioenen kan u vinden in de volgende publicaties van de RVP: jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden; jaarverslag van de RVP. In de genoemde publicaties staan gegevens over het aantal gevallen van cumul van werknemers-, zelfstandigen- en overheidspensioenen, wat toelaat informatie te bekomen over aantallen gepensioneerden (i.p.v. enkel over aantallen pensioenvoordelen). De jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden omvat ook een tabel werknemersrenten. U kan ook terecht op de website van de RVP: http://www.rvponp.fgov.be/onprvp2004/.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
183
Bron: RVP
01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008
Mannen 730.733 739.368 748.032 756.422 765.404
Rustpensioenen 727.851 736.476 745.183 753.523 762.413Gehuwden, gezin 312.848 312.129 310.941 310.178 307.352Gehuwden, alleenstaand 244.862 251.600 258.512 264.102 271.846Niet-gehuwd 160.099 162.746 166.045 169.615 173.476Rust & overleving, gedeelte rust 10.042 10.001 9.685 9.628 9.739
Overlevingspensioenen 12.584 12.555 12.242 12.244 12.456Rust & overleving, gedeelte overleving 10.663 10.573 10.160 10.059 10.142Overleving 1.921 1.982 2.082 2.185 2.314
Dubbeltellingen -9.702 -9.663 -9.393 -9.345 -9.465
Vrouwen 865.770 867.151 870.750 862.716 871.048
Rustpensioenen 611.559 615.852 622.416 614.620 628.454Gehuwden, gezin 1.003 907 926 858 864Gehuwden, alleenstaand 227.846 229.114 232.536 227.460 234.670Niet-gehuwd 135.155 139.105 142.836 142.853 148.979Rust & overleving, gedeelte rust 247.555 246.726 246.118 243.449 243.941
Overlevingspensioenen 491.818 488.138 484.704 482.005 477.118Rust & overleving, gedeelte overleving 259.418 258.570 257.845 255.033 255.267Overleving 232.400 229.568 226.859 226.972 221.851
Dubbeltellingen -237.607 -236.839 -236.370 -233.909 -234.524
Totaal rust 1.339.410 1.352.328 1.367.599 1.368.143 1.390.867
Totaal overleving 504.402 500.693 496.946 494.249 489.574
Totaal pensioenen 1.843.812 1.853.021 1.864.545 1.862.392 1.880.441
Totaal dubbeltellingen -247.309 -246.502 -245.763 -243.254 -243.989
Totaal rechthebbenden 1.596.503 1.606.519 1.618.782 1.619.138 1.636.452
3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
184
Bron: RVP
01.2008
Mannen 284.990
Ouderdomsrente 284.990
Vrouwen 397.868
Ouderdomsrente 317.073 Ouderdomsrente 270.588
Ouderdoms- en weduwerente 46.485
Weduwerente 127.280 Weduwerente 80.795
Ouderdoms- en weduwerente 46.485
Dubbeltellingen -46.485
Totaal ouderdomsrenten 602.063
Totaal weduwerenten 127.280
Totaal renten 729.343
Totaal dubbeltellingen -46.485
Totaal rechthebbenden 682.858
3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt betaald
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
185
Bron: RVP
01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008
Mannen 789,89 813,36 835,79 858,70 882,04
Rustpensioenen 789,43 812,88 835,13 858,05 881,39Gehuwden, gezin 958,54 987,54 1015,47 1042,19 1071,97Gehuwden, alleenstaand 642,50 666,04 689,17 713,86 738,07Niet-gehuwd 699,23 720,01 738,11 758,83 780,91Rust & overleving, gedeelte rust 541,70 567,09 604,48 629,24 657,30
Overlevingspensioenen 207,26 215,43 234,75 243,17 251,84Rust & overleving, gedeelte overleving 133,43 136,46 147,01 149,83 151,47Overleving 617,62 636,70 662,93 672,85 691,72
Vrouwen 610,01 626,90 644,22 664,29 682,66
Rustpensioenen 381,31 394,71 408,98 423,02 440,14Gehuwden, gezin 444,06 503,98 534,27 564,11 642,05Gehuwden, alleenstaand 432,54 451,19 471,11 492,82 515,70Niet-gehuwd 504,30 517,21 530,48 543,06 560,26Rust & overleving, gedeelte rust 266,76 272,80 279,28 286,87 293,39
Overlevingspensioenen 599,68 615,67 632,14 649,56 666,54Rust & overleving, gedeelte overleving 560,57 577,94 595,84 611,99 631,70Overleving 643,33 658,17 673,40 691,78 706,63
Totaal / rustpensioen 603,09 622,44 641,18 662,62 682,02
Totaal / overlevingspensioen 589,89 605,64 622,36 639,49 655,99
Totaal / pensioen 599,48 617,90 636,16 656,48 675,24
Totaal / rechthebbende 692,34 712,71 732,75 755,11 775,92
3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
186
3.4
Rec
hth
ebb
end
en n
aar
pen
sio
enso
ort
, lee
ftijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar
85 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Man
nen
9.73
373
.517
196.
026
185.
437
153.
102
95.4
9652
.093
765.
404
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
5.09
726
.175
77.8
0979
.214
65.6
6237
.714
15.6
8130
7.35
2G
ehuw
den,
alle
enst
aand
(ru
stpe
nsio
en)
2.03
634
.166
77.5
0767
.355
50.3
1528
.093
12.3
7427
1.84
6N
iet g
ehuw
d (r
ustp
ensi
oen)
1.01
812
.439
39.3
0736
.869
34.6
6327
.400
21.7
8017
3.47
6R
ust &
ove
rlevi
ng4
341
1.34
21.
928
2.38
62.
221
2.19
410
.416
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oen
1.57
839
661
7176
6864
2.31
4
Vro
uw
en46
.071
85.0
8214
7.34
015
6.41
216
6.62
314
3.32
612
6.19
487
1.04
8G
ehuw
den,
gez
in (
rust
pens
ioen
)2
278
315
178
5629
686
4G
ehuw
den,
alle
enst
aand
(ru
stpe
nsio
en)
867
40.4
4170
.143
56.5
3539
.758
19.1
017.
825
234.
670
Nie
t geh
uwd
(rus
tpen
sioe
n)14
914
.513
33.8
1431
.006
28.4
3722
.689
18.3
7114
8.97
9R
ust &
ove
rlevi
ng5
6.93
528
.121
44.8
3362
.062
60.9
0661
.822
264.
684
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oen
45.0
4822
.915
14.9
4723
.860
36.3
1040
.601
38.1
7022
1.85
1
To
taal
rec
hth
ebb
end
en55
.804
158.
599
343.
366
341.
849
319.
725
238.
822
178.
287
1.63
6.45
2
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
8
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
187
Bron: RVP
2004 2005 2006 2007 2008
Pensioenen 13.395.400 13.936.832 14.338.998 14.820.486 15.911.159Rustpensioenen (1), waarvan 9.854.240 10.311.358 10.651.807 11.049.927 11.934.816
Algemene regeling 9.838.858 10.296.782 10.638.196 11.037.320 11.922.617Bijzonder brugpensioen werklozen 15.382 14.576 13.611 12.607 12.199
Overlevingspensioenen 3.610.012 3.697.192 3.761.856 3.830.372 4.025.079Herwaarderingspremie 0 2 0 18.419 17.713Solidariteitsbijdrage -68.852 -71.720 -74.665 -78.232 -66.449
Vakantiegeld 636.567 653.915 670.320 685.942 721.628
Verwarmingstoelage 45.043 44.862 44.221 50.020 50.135
Tussenkomst van het
repartitiestelsel in de renten (2) 138.275 0 121.871 115.038 110.613
Indexeringen 129.168 0 113.846 106.559 103.231Rijksbijdrage 9.103 0 8.023 7.510 7.275Vrij verzekerden - - - 967 105Renten en complementen 4 0 2 2 2
Totaal 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535
(1) Rustpensioenen: de algemene regeling bevat het bedrag "Nationale erkentelijkheid".(2) Indexeringen en Rijksbijdrage 2005 ten laste van het kapitalisatiestelsel (129.696 duizend euro).
3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
188
4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De rubriek sociale prestaties voor gezinsbijslag in de werknemersregeling omvat vier deelrubrieken, welke in de synthesetabel (4.8) worden weergegeven: het algemeen stelsel der werknemers - in de begrotingstabel aangeduid als “Nationale Verdeling” (sensu stricto) -, het gewaarborgd stelsel, de tijdelijke leerkrachten en de speciale categorieën. Al deze prestaties zijn ten laste van de Nationale Verdeling. De term “Nationale Verdeling” verwijst naar de gezinsbijslag waarvan de betaling wordt verzekerd door de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen voor de onder de sociale zekerheid vallende werknemers en van de hoofdelijke bijdragen voor de niet onder de sociale zekerheid vallende werknemers. De gewaarborgde gezinsbijslag is het residuair stelsel van gezinsbijslag, voorbehouden aan de gezinnen welke in geen enkel stelsel van gezinsbijslagen rechthebbend zijn, en waarvan de inkomens bepaalde plafonds niet overschrijden. In zekere zin behoort de gewaarborgde gezinsbijslag bij de sociale bijstandsregeling. Niettemin wordt de gewaarborgde gezinsbijslag beheerd door de RKW en zijn de uitgaven ermee verbonden ten laste van het werknemersstelsel. De rubriek “tijdelijke leerkrachten” betreft de gezinsbijslag uitgekeerd aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling. De speciale categorieën betreffen de categorieën personen die aandacht verdienen en waarvoor geen enkel ander recht op kinderbijslag bestond. Vóór 1997 werden aan deze personen extralegale uitkeringen gestort door de Rijksdienst, ten laste van zijn Reservefonds. Sinds 01.01.1997 werd hen echter een wettelijk recht toegekend krachtens artikel 102 van de samengeordende wetten. De Rijksdienst is rechtstreeks belast met het uitbetalen aan deze categorieën van de kinderbijslag, ten laste van het globaal beheer. Het gaat hier hoofdzakelijk om huispersoneel, verdwenen kinderen en grensarbeiders. Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (tabel 4.1) Deze tabel geeft een overzicht van het aantal rechtgevende kinderen volgens de deelsectoren: algemeen stelsel, gewaarborgde gezinsbijslag, tijdelijke leerkrachten en speciale categorieën en dit opgesplitst naar kinderbijslag, kraamgeld of adoptiepremie. Het betreft rechtgevende kinderen op 30 juni en geboorten/adopties in de loop van het kalenderjaar. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (tabel 4.2) In deze tabel vindt men - enkel voor de twee budgettair belangrijkste rubrieken, met name het algemeen stelsel (inclusief de tijdelijke leerkrachten ten laste van de Nationale Verdeling) en de gewaarborgde gezinsbijslag - de gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind en geboorte. De kinderbijslagbedragen omvatten de leeftijdsbijslag en (voor het algemeen stelsel) het supplement voor gehandicapte kinderen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
189
Kraamgeld en adoptiepremie (tabel 4.5) Deze tabel geeft het aantal geboorten weer dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van kraamgeld en het aantal adopties dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van een adoptiepremie (totalen in de loop van het jaar). Rechtgevende kinderen (tabellen 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7) Voor het algemeen stelsel, het gewaarborgd stelsel en de tijdelijke leerkrachten volgen tabellen met meer gedetailleerde gegevens over de rechtgevende kinderen/geboorten/adopties. Het gaat telkens om tabellen die evoluties weergeven van aantallen rechtgevende kinderen opgesplitst volgens verschillende kenmerken. Het gaat om volgende verdelingen van de rechtgevende kinderen: naar leeftijdsklasse en recht op bijslag (statuut van het rechtgevende kind) (tab. 4.3); naar rang (evolutie) (tab. 4.4); naar schaal en leeftijdsklasse (toestand 30.6.2004,… tot 30.6.2008) (tab. 4.6); naar schaal en rang (toestand 30.6.2004,… tot 30.6.2008) (tab. 4.7).
Synthesetabel (tabel 4.8) Deze tabel geeft ten slotte een overzicht van de evolutie van de sociale prestaties gezinsbijslagen per deelsector. Aanvullende informatie over de gezinsbijslagen kan u vinden in de publicaties van de RKW (bvb. de halfjaarlijkse mededeling) of op de website van de RKW : www.rkw.fgov.be .
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
190
4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector)(1)
Bron: RKW
2004 2005 2006 2007 2008
Algemeen stelsel
Kinderbijslag 1.862.380 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576
Gewone schaal 1.532.858 1.528.646 1.540.520 1.585.988 1.607.569Invalidenschaal 62.261 66.203 66.683 68.216 72.488Wezenschaal 45.925 46.194 45.628 32.242 32.010Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) 221.336 235.119 228.911 213.103 205.509
waarvan: Gehandicapten jonger dan 21 jaar 25.998 28.500 29.734 31.887 34.373Gehandicapten ouder dan 21 jaar 18.786 18.323 17.971 17.450 16.636
Kraamgeld 94.011 94.029 96.481 96.825 100.585Adoptiepremie 445 529 397 328 288
Gewaarborgde gezinsbijslag
Kinderbijslag 16.940 15.142 17.162 15.541 14.675Kraamgeld 1.305 1.185 1.447 1.271 1.249
Tijdelijke leerkrachten (2)
Kinderbijslag 15.523 15.408 14.811 15.598 15.105Kraamgeld 217 183 207 209 225
Speciale categorieën (art. 102)
Kinderbijslag 765 725 684 691 691Kraamgeld 441 472 594 599 586
(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.
(2) Rechtgevende kinderen in december van tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
191
4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)
Bron: RKW
2004 2005 2006 2007 2008
Algemeen stelsel (1)
Kinderbijslag (2)1.820,24 1.856,90 1.916,76 1.927,30 2.026,18
Kraamgeld 896,98 910,96 923,92 941,02 965,54
Gewaarborgde gezinsbijslag
Kinderbijslag (3) 1.836,79 1.979,56 2.101,80 2.153,80 2.391,24Kraamgeld 876,03 891,59 896,22 906,70 954,22
(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) Inclusief leeftijdsbijslag.
(1) Inclusief gegevens betreffende het laatste kwartaal voor de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
192
Bron: RKW
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
0 - 6 jaar 522.436 527.935 530.928 538.601 550.065
6 - 12 jaar 525.371 522.537 521.204 525.142 526.341
12 - 16 jaar 356.713 360.783 359.756 355.300 350.620
16 - 18 jaar 167.744 171.184 174.352 179.416 183.547
18 - 21 jaar 181.521 185.082 187.682 192.773 197.997Studenten 166.373 169.852 172.837 176.826 182.077Leerlingen (1) 3.258 3.147 3.063 2.947 3.092Werkzoekenden (2) 7.870 7.910 7.406 8.604 8.173Gehandicapten 4.020 4.173 4.376 4.396 4.655
21 - 25 jaar 89.809 90.318 89.849 90.867 92.370Studenten 82.473 82.734 83.126 84.045 85.754Leerlingen (1) 492 609 604 617 645
Werkzoekenden (2) 6.844 6.975 6.119 6.205 5.971
25 jaar en ouder 18.786 18.323 17.971 17.450 16.636Volledig ongeschikten 14.261 13.641 13.227 12.766 12.305In beschutte werkplaats 4.525 4.682 4.744 4.684 4.331
Totaal 1.862.380 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576
Kinderen met een handicap 44.784 46.823 47.705 49.337 51.009Jonger dan 21 jaar 25.998 28.500 29.734 31.887 34.37325 jaar en ouder 18.786 18.323 17.971 17.450 16.636
(2) Er wordt kinderbijslag toegekend gedurende een periode van 270 of 180 kalenderdagen, naargelang het geval, ten behoeve van bepaalde kinderen die werkzoekend zijn (KB van 05.12.1983 en KB van 15.09.1994).
4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap
(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
193
4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang
Bron: RKW
2004 2005 2006 2007 2008
Eerste kind 1.049.370 1.059.211 1.064.783 1.075.977 1.083.926Tweede kind 568.722 572.500 574.095 579.586 588.356
Derde kind en volgende 244.288 244.451 242.864 243.986 245.294
Totaal 1.862.380 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576
4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) (1)
Bron: RKW
2004 2005 2006 2007 2008
Kraamgeld 94.011 94.029 96.481 96.825 100.585Eerste geboorte 48.392 48.149 49.198 48.822 51.193Tweede geboorte en volgende 45.619 45.880 47.283 48.003 49.392
Adoptiepremie 445 529 397 328 288
(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
194
4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse
Bron: RKW
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 449.139 438.839 422.001 218.404 4.475 1.532.858Invalidenschaal 10.392 15.848 23.269 12.130 622 62.261Wezenschaal 1.677 6.058 13.471 11.301 13.418 45.925Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 61.228 64.626 65.716 29.495 271 221.336
Totaal 522.436 525.371 524.457 271.330 18.786 1.862.380
Bron: RKW
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 449.301 431.784 424.003 219.407 4.151 1.528.646Invalidenschaal 11.240 16.745 24.642 12.986 590 66.203Wezenschaal 1.630 6.030 13.656 11.540 13.338 46.194Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 65.764 67.978 69.666 31.467 244 235.119
Totaal 527.935 522.537 531.967 275.400 18.323 1.876.162
Bron: RKW
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 454.924 432.096 427.875 221.693 3.932 1.540.520Invalidenschaal 11.556 16.989 24.611 12.988 539 66.683Wezenschaal 1.622 5.836 13.536 11.360 13.274 45.628Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 62.826 66.283 68.086 31.490 226 228.911
Totaal 530.928 521.204 534.108 277.531 17.971 1.881.742
Bron: RKW
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 467.188 440.257 433.098 227.995 17.450 1.585.988Invalidenschaal 12.096 17.920 24.942 13.258 - 68.216Wezenschaal 1.558 5.854 13.319 11.511 - 32.242Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 57.759 61.111 63.357 30.876 - 213.103
Totaal 538.601 525.142 534.716 283.640 17.450 1.899.549
Bron: RKW
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 478.228 442.491 435.407 234.807 16.636 1.607.569Invalidenschaal 13.215 19.193 26.204 13.876 - 72.488Wezenschaal 1.550 5.719 13.011 11.730 - 32.010Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 57.072 58.938 59.545 29.954 - 205.509
Totaal 550.065 526.341 534.167 290.367 16.636 1.917.576
(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid.
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2006
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2005
Toestand op 30 juni 2004
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
195
4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 861.133 484.314 141.492 34.040 11.879 1.532.858Invalidenschaal 33.843 16.292 7.141 3.008 1.977 62.261Wezenschaal 35.587 7.522 2.051 549 216 45.925Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 118.807 60.594 25.609 10.023 6.303 221.336
Totaal 1.049.370 568.722 176.293 47.620 20.375 1.862.380
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 860.861 482.538 140.046 33.449 11.752 1.528.646Invalidenschaal 36.136 17.427 7.574 3.099 1.967 66.203Wezenschaal 35.750 7.609 2.073 558 204 46.194Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 126.464 64.926 27.106 10.422 6.201 235.119
Totaal 1.059.211 572.500 176.799 47.528 20.124 1.876.162
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 869.343 485.823 140.550 33.307 11.497 1.540.520Invalidenschaal 36.662 17.608 7.477 3.049 1.887 66.683Wezenschaal 35.479 7.419 2.009 531 190 45.628Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 123.299 63.245 26.452 10.137 5.778 228.911
Totaal 1.064.783 574.095 176.488 47.024 19.352 1.881.742
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 900.973 495.246 143.513 34.293 11.963 1.585.988Invalidenschaal 37.182 18.244 7.798 3.158 1.834 68.216Wezenschaal 22.461 7.159 1.940 507 175 32.242Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 115.361 58.937 24.280 9.286 5.239 213.103
Totaal 1.075.977 579.586 177.531 47.244 19.211 1.899.549
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 911.377 504.590 144.818 34.628 12.156 1.607.569Invalidenschaal 39.218 19.641 8.384 3.306 1.939 72.488Wezenschaal 22.459 7.078 1.833 482 158 32.010Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 110.872 57.047 23.638 8.939 5.013 205.509
Totaal 1.083.926 588.356 178.673 47.355 19.266 1.917.576
(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2006
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2005
Toestand op 30 juni 2004
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
196
4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro)
Bron: RKW
2004 2005 2006 2007 2008
Nationale verdeling (1) 3.374.202 3.471.724 3.599.665 3.693.798 3.879.640Speciale categorieën (2) 1.607 1.614 1.722 1.733 1.891Gewaarborgde gezinsbijslag 29.844 30.182 37.368 32.842 35.232
Tijdelijke leerkrachten (1) 12.727 6.733 7.179 7.379 5.965
Totaal 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728
(2) In het verleden werden “speciale categorieën” aangeduid als “ten laste van het Reservefonds”. Sedert de invoering van het Globaal beheer worden deze echter eveneens gefinancierd door het RSZ-Globaal beheer.
(1) Vanaf 2005 is de definitie van deze twee categorieën gewijzigd.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
197
5. Arbeidsongevallen 5.0 Methodologische nota De tak arbeidsongevallen omvat twee stelsels (van financiering): het kapitalisatiestelsel en het repartitiestelsel. Enkel het repartitiestelsel behoort tot het globaal financieel beheer. Een slachtoffer van een arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid, ontvangt ter vergoeding van zijn/haar verminderd economisch verdienvermogen een levenslange rente. Deze rente is o.m. in functie van de opgelopen graad van arbeidsongeschiktheid. Deze rente wordt in principe – wanneer de ongeschiktheid meer dan 19 % beloopt – uitbetaald via het kapitalisatiestelsel. De renten voor arbeidsongevallen tot en met 19% worden uitbetaald via het repartitiestelsel, evenals alle aanvullende, speciale en aanpassingsbijslagen1. De in dit Vade Mecum opgenomen tabellen betreffen uitsluitend het repartitiestelsel met uitzondering van tabel 5.4. Hierna vindt u een toelichting betreffende enkele rubrieken en tabellen. De effectieven (tabel 5.1) De opgenomen gegevens zijn een momentopname per 31 december van het beschouwde jaar, zonder onderscheid naar eventuele periodiciteit van de genoten uitkeringen. In het stelsel van de arbeidsongevallen kunnen uitkeringen zowel maandelijks als trimestrieel als jaarlijks zijn qua periodiciteit. Hierdoor kan de toestand per 31 december niet als maatstaf genomen worden voor elke individuele maand. De gemiddelde vergoedingen (tabel 5.2) Het spreekt dan ook vanzelf dat berekeningen van de gemiddelde vergoedingen zeer voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, juist omwille van de verschillende periodiciteiten. De aangegeven gemiddelde uitkering stemt geenszins overeen met de gemiddelde vergoeding van een gerechtigde op een maandelijkse, een trimestriële of een semestriële vergoeding wegens arbeidsongeval. De uitgaven (tabel 5.3) Zorgen Het gaat om geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verpleegkundige zorgen die door het ongeval noodzakelijk kunnen worden, zoals volgt uit de toepassing van de wet van 10.04.1971, art. 28, 28bis en 58. Verzekeringsoperaties De verzekeringsoperaties zijn verrichtingen die het FAO dient te stellen ten laste van het repartitiestelsel, zoals beschreven in art. 58 en 58bis van de wet van 10.04.1971. Het betreft: verzekeringsverrichtingen voor dodelijke ongevallen (renten), vergoedingen voor begrafeniskosten en overbrenging naar de begraafplaats, arbeidsongeschiktheid, uitkeringen in kapitaal, vergoedingen voor tijdelijke verergering en dagelijkse en jaarlijkse vergoedingen en toelagen. 1 De aanvullende en speciale bijslagen worden samengevat onder de term “forfaitair stelsel”, waartoe ook de overlevingsbijslagen en de verergeringsbijslagen behoren.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
199
Renten en vergoedingen < 20 % Krachtens de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, wordt voor de ongevallen overkomen vanaf 01.01.1988 en waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10 % geschiedt, hetzij bij een bekrachtiging van de overeenkomst met datum vanaf 01.01.1994, hetzij door een gerechtelijke beslissing die op een datum vanaf 01.01.1994 in kracht van gewijsde treedt, de waarde van de jaarlijkse vergoeding en van de rente als kapitaal gestort bij het FAO. Deze laatste betaalt jaarlijks aan de slachtoffers de jaarvergoedingen en de niet-geïndexeerde renten. Hetzelfde principe werd uitgebreid tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 16 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.01.1997 (KB van 16.12.1996) en nog later tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid minder dan 20 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.12.2003 (wet van 22.12.2003). De renten en vergoedingen verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% tot en met 19% worden maandelijks uitbetaald aan de rechthebbende (per kwartaal indien het ongeval dateert van vóór 01.01.1988) (art. 45 quater van de arbeidsongevallenwet, KB van 24.12.1987 en KB van 12.08.1994). Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (tabel 5.4) Deze tabel herneemt de statistiek van het aantal rechthebbenden, maar in tegenstelling tot de tabel 5.1 gaat het hier over personen met een blijvende arbeidsongeschiktheid of de rechtverkrijgenden van overleden slachtoffers. Zij ontvangen een rente. Het zijn de effectieven voor beide stelsels samen. Zoals hoger in deze nota uiteengezet, bepaalt de arbeidsongeschiktheidsgraad of het kapitalisatiestelsel dan wel het repartitiestelsel de uitgaven, verbonden aan de te betalen rente, ten laste neemt. De effectieven worden uitgesplitst naar statuut: gerechtigde of één van de deelcategorieën van de rechtverkrijgenden. Bovendien is de opsplitsing naar betalingsinstelling (een verzekeringsmaatschappij, een eigen verzekeraar of het FAO). Voor aanvullende informatie en bijkomende statistieken over de arbeidsongevallenverzekering kunt u terecht op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen, bereikbaar via de portaalsite van de Sociale Zekerheid: www.faofat.fgov.be
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
200
5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel (1)
Bron: FAO
2004 2005 2006 2007 2008
Forfaitair stelsel
Uitkeringen aan slachtoffers
Speciale bijslag 55 55 36 31 26Aanvullende bijslag 21.651 20.541 17.101 15.937 14.903
< 10 % 7.339 7.107 4.485 4.131 3.808van 10 % tot 35 % 12.163 11.395 10.709 10.007 9.385van 36 % tot 65 % 1.464 1.387 1.329 1.249 1.185> 65 % 685 652 578 550 525
Verergeringsvergoeding 1.224 1.159 1.682 1.661 1.636
Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 73 68 69 64 64Aanvullende bijslag 4.307 4.015 3.750 3.502 3.262Overlijdensvergoeding 104 102 101 96 96
Aanpassingsvergoedingen
Uitkeringen aan slachtoffers 79.592 77.687 76.685 75.047 73.463< 10 % voor 1982 1.369 1.285 1.222 1.153 1.090
< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 (2) 54.271 53.344 53.304 52.471 51.464> 10 % 23.952 23.058 22.159 21.423 20.909
Uitkeringen aan rechthebbenden 4.611 4.448 4.297 4.158 4.107
Renten en vergoedingen < 20 % 62.758 68.993 77.219 83.094 89.850< 10 % vanaf 1994 57.067 62.314 69.499 74.472 80.22210 % tot minder dan 16 % 5.515 6.330 7.221 7.998 8.863
16 % tot minder dan 20 % (3) 176 349 499 624 765
Totaal (4) 120.104 123.724 127.636 131.119 135.943
(1) Op 31 december (kapitalisatiestelsel niet inbegrepen).(2) Omvat meer dan de helft van de slachtoffers die niet uitkeringsgerechtigd zijn.
(3) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.(4) Dit totaal omvat de som van de rubrieken aanvullende bijslag, overlijdensvergoeding, verergeringsvergoeding en aanpassingsvergoeding (behalve <10 % vanaf 1982 en voor 1988) en renten en vergoedingen < 20%.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
201
5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel (euro)
Bron: FAO
2004 2005 2006 2007 2008
Forfaitair stelsel
Uitkeringen aan slachtoffers
Speciale bijslag 9.109 9.091 12.417 2.161 2.269Aanvullende bijslag 1.443 1.472 1.727 1.788 1.907
< 10 % 277 278 386 398 431van 10 % tot 35 % 1.296 1.339 1.260 1.310 1.393van 36 % tot 65 % 5.566 5.686 5.070 5.179 5.445> 65 % 7.731 7.862 13.104 13.220 13.815
Verergeringsvergoeding 4.567 4.811 3.366 3.543 3.711
Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 2.096 2.132 2.029 2.125 2.234Aanvullende bijslag 2.593 2.689 2.776 2.839 3.029Overlijdensvergoeding 3.279 3.333 3.455 3.604 3.854
Aanpassingsvergoedingen
Uitkeringen aan slachtoffers 461 501 515 623 552< 10 % voor 1982 327 343 338 323 305< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 13 13 13 13 14> 10 % 1.572 1.639 1.730 1.761 1.890
Uitkeringen aan rechthebbenden 1.755 1.775 1.844 1.907 1.996
Renten en vergoedingen < 20 % 747 778 780 806 842< 10 % vanaf 1994 588 602 591 602 61510 % tot minder dan 16 % 2.352 2.375 2.407 2.462 2.600
16 % tot minder dan 20 % (1) 1.847 3.312 3.603 3.917 4.252
(1) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
202
5.3 Uitgaven - repartitiestelsel (duizend euro)
Bron: FAO
2004 2005 2006 2007 2008
Zorgen 3.661 3.359 3.677 3.702 3.801
Ongeschiktheid 1.775 1.790 2.034 1.700 1.364
Forfaitair stelsel 48.998 47.597 46.544 44.865 44.944
Uitkeringen aan slachtoffers 37.334 36.317 35.645 34.441 34.549Speciale bijslag 501 500 447 67 59Aanvullende bijslag 31.243 30.241 29.536 28.489 28.419
< 10 % 2.038 1.973 1.730 1.645 1.641van 10 % tot 35 % 15.760 15.255 13.494 13.105 13.073van 36 % tot 65 % 8.149 7.887 6.738 6.468 6.452> 65 % 5.296 5.126 7.574 7.271 7.253
Verergeringsvergoeding 5.590 5.576 5.662 5.885 6.071
Uitkeringen aan rechthebbenden 11.664 11.280 10.899 10.424 10.395Speciale bijslag 153 145 140 136 143Aanvullende bijslag 11.170 10.795 10.410 9.942 9.882Overlijdensvergoeding 341 340 349 346 370
Aanpassingsvergoedingen 46.869 46.794 47.379 46.735 48.766
Uitkeringen aan slachtoffers 38.779 38.897 39.455 38.807 40.568< 10 % voor 1982 448 441 413 372 332< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 678 669 704 703 724> 10 % 37.653 37.787 38.338 37.732 39.512
Uitkeringen aan rechthebbenden 8.090 7.897 7.924 7.928 8.198
Renten en vergoedingen < 20 % 46.861 53.698 60.253 66.953 75.640< 10 % vanaf 1994 33.566 37.510 41.073 44.819 49.34710 % tot minder dan 16 % 12.970 15.032 17.382 19.690 23.040
16 % tot minder dan 20 % (1) 325 1.156 1.798 2.444 3.253
Totaal 148.164 153.238 159.887 163.955 174.516
(1) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
203
5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels (1)
Bron: FAO
Echtgenoten AscendentenDescen-
denten (3) Subtotaal
2004 56.148 9.606 1.626 2.609 13.841 69.9892005 54.188 9.179 1.441 2.493 13.113 67.3012006 54.280 9.030 1.357 2.472 12.859 67.1392007 53.855 8.881 1.298 2.429 12.608 66.4632008 53.122 8.670 1.240 2.447 12.357 65.479
2004 206 32 2 1 35 2412005 198 32 2 1 35 2332006 187 31 2 1 34 2212007 175 31 1 1 33 2082008 170 30 1 1 32 202
2004 111.009 7.413 1.216 362 8.991 120.0002005 115.091 7.183 1.149 310 8.642 123.7332006 119.419 6.900 1.056 261 8.217 127.6362007 123.299 6.600 997 223 7.820 131.1192008 128.414 6.360 976 193 7.529 135.943
2004 135 29 29 1 59 1942005 134 38 19 3 60 1942006 128 36 14 2 52 1802007 123 38 14 1 53 1762008 119 35 14 1 50 169
2004 118 77 26 9 112 2302005 117 70 16 22 108 2252006 112 68 15 20 103 2152007 112 67 14 24 105 2172008 109 65 14 23 102 211
2004 167.616 17.157 2.899 2.982 23.038 190.6542005 169.728 16.502 2.627 2.829 21.958 191.6862006 174.126 16.065 2.444 2.756 21.265 195.3912007 177.564 15.617 2.324 2.678 20.619 198.1832008 181.934 15.160 2.245 2.665 20.070 202.004
(2) Met blijvende arbeidsongeschiktheid.
(4) Met inbegrip van het aantal slachtoffers met een blijvende arbeidsongeschiktheid tot en met 19 %.
Totaal
(3) Descendenten: wil hier zeggen kinderen, kleinkinderen, broers en zussen (tijdelijke renten en gehandicapten).
(1) De renten voor de arbeidsongeschiktheden tot en met 19 % zijn ten laste van het repartitiestelsel, de overige renten zijn ten laste van het kapitalisatiestelsel.
FAO - Dienst voor de koopvaardij
FAO - Dienst voor de zeevisserij
Eigen verzekeraars
Fonds voor Arbeidsongevallen (4)
Algemeen totaal
Verzekeringsmaatschappijen en Gemeenschappelijke kassen
Slachtoffers (2)
Rechtverkrijgenden
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
204
6. Beroepsziekten 6.0 Methodologische nota De tak beroepsziekten wordt wat de werknemers uit de privésector betreft beheerst door de wet van 24.12.1963, gecoördineerd bij KB van 03.06.1970. Voor de overheidssector is er een aparte regeling voorzien in de wet van 03.07.1967. Het Fonds voor de Beroepsziekten treedt ook op als verzekeraar van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (tabel 6.1) Deze statistiek geeft telkens het aantal vergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Voor de gepensioneerden moet men rekening houden met het KB van 13.01.1983 dat de vergoedingen beperkt in geval van cumul met een rust- of overlevingspensioen. Voor de personen die vóór 01.01.1983 genoten van een vergoeding gecumuleerd met een pensioen werd de indexering tijdelijk opgeschort en in het geval van herziening van een beroepsziekte wordt de vergoeding verdeeld in een geïndexeerd en een niet-geïndexeerd gedeelte. Voor de deelcategorieën, waarvan de definitie volgt, is het niet mogelijk op jaarbasis het detail te geven: beperkte vergoeding: voor de gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen; niet-geïndexeerde vergoeding: voor getroffenen met een rustpensioen dat is ingegaan vóór
01.01.1983; betrokkenen kunnen genieten van de verworven rechten; gemengde vergoeding: gepensioneerden van vóór 01.01.1983 bij wie het bedrag van de
vergoeding na deze datum verhoogd werd ingevolge een herzieningsbeslissing. Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge overlijden van het slachtoffer (tabel 6.2) Deze statistiek geeft het aantal basisvergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Het aantal begrafenisvergoedingen slaat op het volledige jaar. Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (tabel 6.3) Het gemiddelde maandbedrag voor december is berekend als de totale uitgaven per categorie telkens gedeeld door het overeenkomstige aantal vergoedingen opgenomen in de tabellen 6.1 en 6.2. De jaarlijkse uitgaven per schadepost (tabel 6.4) In de tabel zijn de globale jaarlijkse bedragen in duizenden euro opgesplitst volgens de voornaamste uitgavenposten. Het betreft hier dus zowel de privé als de RSZPPO - sector.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
205
Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens invaliditeitsgraad (tabel 6.5) De aantallen rechthebbenden met blijvende arbeidsongeschiktheid worden in deze tabel verdeeld volgens de graad van arbeidsongeschiktheid. Deze arbeidsongeschiktheidsgraad of invaliditeitsgraad is samen met het basisloon bepalend voor de rente welke het slachtoffer ontvangt. De tabel geeft tevens de uitsplitsing van de uitkeringen naar mijnwerkerspneumoconiose enerzijds en het geheel van de andere ziekten anderzijds. Aanvullende informatie over de verzekering voor beroepsziekten kunt u vinden in het jaarverslag van het FBZ of op de website http://www.fbz.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
206
Bron: FBZ
2004 2005 2006 2007 2008
Pneumoconiosis 15.167 13.909 12.793 11.662 10.624
Niet-gepensioneerden 263 200 168 145 119Gepensioneerden 14.904 13.709 12.625 11.517 10.505
Andere ziekten 50.801 50.506 50.036 49.771 49.254
Niet-gepensioneerden 24.496 23.653 22.822 22.148 21.307Gepensioneerden 26.305 26.853 27.214 27.623 27.947
Bron: FBZ
2004 2005 2006 2007 2008
Pneumoconiosis
Basisvergoeding 11.357 11.000 10.628 10.240 9.869
Niet-gepensioneerden 338 323 318 302 297Gepensioneerden 11.019 10.677 10.310 9.938 9.572
Begrafenisvergoeding (1) 595 529 445 386 386
Andere ziekten
Basisvergoeding 2.895 2.996 3.110 3.222 3.293
Niet-gepensioneerden 233 231 227 229 228Gepensioneerden 2.662 2.765 2.883 2.993 3.065
Begrafenisvergoeding (1) 238 262 258 284 284
(1) Aantal vergoedingen tijdens het volledige jaar.
6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het
overlijden van het slachtoffer (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
207
Bron: FBZ
2004 2005 2006 2007 2008
Blijvende arbeidsongeschiktheid
Pneumoconiosis 309 306 301 303 312
Niet-gepensioneerden 496 495 450 425 457Gepensioneerden 306 303 299 302 310
Andere ziekten 211 213 212 215 224
Niet-gepensioneerden 297 304 307 308 322Gepensioneerden 132 132 132 140 149
Vergoeding ingevolge overlijden
Pneumoconiosis 336 346 351 357 376
Niet-gepensioneerden 273 284 290 300 320Gepensioneerden 338 348 353 359 378
Andere ziekten 307 316 322 329 348
Niet-gepensioneerden 395 402 425 441 482Gepensioneerden 299 309 314 320 339
6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (euro) (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
208
6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) (duizend euro)
Bron: FBZ
2004 2005 2006 2007 2008
Blijvende arbeidsongeschiktheid 204.009 199.555 193.294 189.650 190.904
Pneumoconiosis 59.535 54.409 50.159 46.518 43.123Andere ziekten 144.474 145.146 143.135 143.132 147.781
Rechthebbenden ingevolge overlijden
60.161 60.133 60.463 60.332 62.209
Pneumoconiosis 48.330 47.722 47.164 46.409 46.929waarvan begrafenisvergoeding 800 782 660 610 743
Andere ziekten 11.831 12.411 13.299 13.922 15.280waarvan begrafenisvergoeding 424 514 528 584 626
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 4.316 4.479 4.863 5.000 4.767Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 4.316 4.479 4.863 5.000 4.767
Werkverwijdering 58.405 64.994 67.328 70.963 74.176Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 58.405 64.994 67.328 70.963 74.176
Geneeskundige verzorging 8.261 7.504 6.811 6.700 6.490Pneumoconiosis 2.235 1.959 1.653 1.678 1.540Andere ziekten 6.026 5.545 5.158 5.022 4.950
Totaal 335.152 336.665 332.759 332.645 338.546
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
209
Bron: FBZ Toestand december 2008
Mijnwerkers- pneumoconiose
Andere ziekten
Minder dan 5 % 2.068 6.473 8.5415 - 9 % 1.895 15.410 17.30510 - 14 % 1.190 11.071 12.26115 - 19 % 546 4.675 5.22120 - 24 % 535 3.694 4.22925 - 29 % 633 2.231 2.86430 - 34 % 561 1.656 2.21735 - 39 % 277 903 1.18040 - 44 % 627 840 1.46745 - 49 % 353 384 73750 - 54 % 459 338 79755 - 59 % 308 177 48560 - 64 % 321 203 52465 - 69 % 186 117 30370 - 74 % 78 94 17275 - 79 % 151 108 25980 - 84 % 104 90 19485 - 89 % 105 158 26390 - 94 % 43 55 9895 - 99 % 32 26 58100 % 152 551 703
- waarvan hulp van derden 65 74 139
Totaal 10.624 49.254 59.878
Aantal uitkeringen voor
Subtotaal
6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de invaliditeitsgraad Privésector - Lijstsysteem en open systeem
Percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
210
7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet 7.0 Methodologische nota De voornaamste voorwaarden om werkloosheidsvergoedingen te kunnen genieten zijn: zonder loon zijn, dus geen arbeid verrichten (behoudens de gevallen van activering van
werkloosheidsuitkeringen); werkloos zijn ingevolge omstandigheden die onafhankelijk zijn van zijn wil; beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, wat o.m. wil zeggen ingeschreven zijn als
werkzoekende bij het subregionale arbeidsbureau, afhangend van VDAB, FOREM, Actiris of Arbeitsamt.
De statistische gegevens De RVA baseert zich voor zijn statistieken enerzijds op de door de uitbetalingsinstellingen uitgevoerde betalingen inzake werkloosheid, brugpensioen en activering en, anderzijds, op de door de RVA zelf uitgevoerde betalingen: de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet. Fysieke eenheden Het aantal betalingen dat werd verricht tijdens de maand wordt gebruikt als maat voor het aantal fysieke eenheden. De maand waarin de betaling uitgevoerd wordt is de indieningsmaand. De refertemaand is de maand waarop de betaling betrekking heeft. De keuze van de indieningsmaand wordt vooral ingegeven door pragmatische redenen: het aantal betalingen tijdens de indieningsmaand staat vast en wijzigt niet meer, terwijl het aantal betalingen van een bepaalde refertemaand door de indiening van achterstallige betalingen voortdurend wijzigt. Het aantal betalingen stemt niet overeen met het aantal personen die tijdens de indieningsmaand betaald worden: een persoon kan immers begunstigde zijn van meerdere betalingen. Gemiddeld aantal Stemt overeen met het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden betaald per vergoedbare dag in de loop van de beschouwde maand. Het gemiddeld aantal wordt berekend door het aantal ingediende dagen te delen door het aantal vergoedbare dagen van de betreffende refertemaand. Dagen Het totaal aantal dagen waarvoor de uitkeringsgerechtigden uitkeringen hebben ontvangen. Het maximum aantal dagen per maand en per uitkeringsgerechtigde is het totaal aantal kalenderdagen verminderd met het aantal zondagen in de maand (de vergoedbare dagen). Gemiddelde daguitkering (per vergoede dag) De som van de bedragen gedeeld door het aantal vergoede dagen. Uitgaven Het bedrag aan uitkeringen die tijdens de maand of het jaar werd betaald.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
211
WERKLOOSHEID (tabellen 7.1 - 7.5 en 7.11) De werkloosheidsreglementering maakt een onderscheid tussen volledige werklozen en tijdelijke werklozen. Een volledige werkloze is ofwel een werkloze die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst1 ofwel een deeltijdse werknemer voor de uren waarop hij gewoonlijk niet werkt. Een tijdelijke werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst verbonden is en waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. De rubriek "volledige werkloosheid" gaat over de situatie van de voltijdse werknemer die volledig werkloos is. Voor de werkloosheidsverzekering is een betrekking voltijds wanneer de werknemer tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldoet: de gemiddelde en normale duur van het werk moet minstens 35 uren per week bedragen; het weekloon moet overeenstemmen met het loon voor een volledige werkweek in het bedrijf. Elke werknemer die niet voldoet aan bovenvermelde voorwaarden, is een deeltijdse werknemer. Volledige werkloosheid Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - werkzoekenden (UVW – WZ)
Na een voltijdse tewerkstelling De niet werkende volledig werklozen die zijn ingeschreven als werkzoekende op basis van arbeidsprestaties omvatten: de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties; de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties verricht bij
het OCMW; de volledig werklozen afkomstig uit een andere EU-lidstaat die zich naar België begeven
(uitvoer van rechten naar België); de werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties in een beschutte
werkplaats.
Na studies Het betreft: de jongeren die aan de deeltijdse leerplicht voldoen en die aanspraak maken op
overbruggingsuitkeringen; de niet werkende volledig werklozen die ingeschreven zijn als werkzoekende en die
wachtuitkeringen ontvangen op basis van studies of van een leertijd.
Tewerkgestelden in een beschutte werkplaats Volledig werklozen die zijn tewerkgesteld in een beschutte werkplaats. De mindervalide werknemer behoudt het recht op uitkeringen tijdens zijn/haar tewerkstelling indien hij/zij door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt beschouwd als moeilijk te plaatsen en voor zover hij/zij er is tewerkgesteld door toedoen van die gewestelijke dienst.
1 Voor een definitie van dit begrip cf. Beknopt Overzicht.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
212
Oudere werklozen
Sinds 01.07.2002 moeten werklozen die nog geen 58 jaar zijn in principe ingeschreven zijn als werkzoekende. Na 312 uitkeringen zullen deze werklozen (van 50 tot 57 jaar) een mini-vrijstelling kunnen bekomen (aanmelding ter gemeentelijke controle)2. Enkel de werklozen van 50 tot 57 jaar die een omvangrijk beroepsverleden kunnen aantonen, zullen de maxi-vrijstelling kunnen bekomen (beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt). De werklozen die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt, kunnen, vanaf hun eerste werkloosheidsdag, de maxi-vrijstelling bekomen. Enkel de gerechtigden op een maxi-vrijstelling worden in dit statuut opgenomen.
Andere
Volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding Het gaat hier om een beroepsopleiding georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, alsmede om de individuele opleiding in een onderneming of in een onderwijsinstelling erkend door die gewestelijke dienst. Begeleidingsuitkering Wie tijdens de wachttijd een opleiding volgt ter voorbereiding van een startbaanovereenkomst kan genieten van een begeleidingsuitkering. Na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling De werklozen die gerechtigd zijn op werkloosheidsuitkeringen na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling (zij ontvangen halve uitkeringen in verhouding tot het gewerkte uurrooster tijdens de deeltijdse betrekking).
Studies en andere vrijstellingen Het betreft: de vrijgestelden van inschrijving als werkzoekende om studies, cursussen of een opleiding
te volgen; de werklozen van 50 jaar en ouder die zich naar het buitenland begeven om hun
beroepservaring gratis en vrijwillig ten dienste van een vreemd land te stellen; de jonge werklozen die als coöperant werken; de werklozen die deelnemen aan een humanitaire actie in het buitenland; de leerkrachten die zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende in juli en augustus. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een inkomensgarantie-uitkering Vanaf 01.06.1993 werd een nieuwe categorie deeltijdse werknemers gecreëerd: de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Een deeltijds werknemer met behoud van rechten kan tijdens zijn/haar deeltijdse tewerkstelling en onder bijzondere voorwaarden een inkomensgarantie-uitkering genieten. Het nettobedrag van de inkomensgarantie-uitkering komt overeen met het verschil tussen de referte-uitkering van de betrokken persoon, vermeerderd met een toeslag, en de nettobezoldiging die werd ontvangen voor de betrokken maand. Vrijgestelden wegens sociale en familiale moeilijkheden Het gaat om volledig werklozen die tijdelijk zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende wegens moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak. Die vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 6 maanden, met een maximum van 12 maanden (de mogelijkheid bestaat om die periode te verlengen). Tijdens de eerste 24 maanden krijgt de werkloze 260,26 euro per maand. Vanaf de 25ste maand is dat 211,38 euro per maand. Die bedragen worden niet geïndexeerd.
2 Het betreft de toestand van de periode 2001-2005. Vanaf 15.12.2005 werd de gemeentelijke stempelcontrole afgeschaft.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
213
Tijdelijke werkloosheid
De tijdelijk werklozen zijn werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdelijk is geschorst (voor de redenen overmacht, technische stoornis, slecht weer, economische redenen, jaarlijkse vakantie, staking / lock-out).
Onthaalouders
Er werd een specifieke regeling ingevoerd om de onthaalouders een gedeeltelijke financiële compensatie toe te kennen voor het verlies van inkomen door een onvolledige tewerkstelling (enkel voor de afwezigheidsdagen onafhankelijk van de wil van de onthaalouder). De werkelijk vergoedbare dagen worden vergoed tegen een – geïndexeerde – forfaitaire daguitkering.
Jeugdvakantie
De jongere die afstudeert, jonger is dan 25 jaar en ten minste een maand werkt als loontrekkende gedurende het jaar waarin hij zijn studies heeft beëindigd, kan het daaropvolgende jaar jeugdvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.
Seniorvakantie
De werknemers van 50 jaar of ouder die het werk hervatten als loontrekkende in de privé-sector, hebben recht op een seniorvakantie, ter aanvulling van hun onvolledig recht op gewone betaalde vakantie. De voornoemde werknemer die het werk hervat als loontrekkende en geen recht heeft op 4 weken betaalde vakantie ingevolge een periode van volledige werkloosheid of invaliditeit in de loop van het vorige jaar, kan seniorvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.
ACTIVERING VAN DE WERKLOOSHEID (tabellen 7.6 en 7.11)
De activering van de werkloosheidsuitkeringen is de laatste jaren zeer belangrijk geworden. Door de activering van de uitkering subsidieert de RVA het nettoloon van de werknemer, zodat de loonkost voor de werkgever vermindert. De loonkost wordt meestal ook verminderd door een gelijktijdige vermindering van de werkgeversbijdragen. Op deze wijze moet het aantrekkelijker worden voor de werkgevers om bepaalde doelgroepen van werklozen aan te werven, die anders minder kans zouden maken zich in het arbeidscircuit in te schakelen. Het uiteindelijke doel is dat de werknemer door inschakeling en opleiding zijn betrekking kan behouden, ook nadat de voordelen voor de werkgever beëindigd zijn.
De activering van de werkloosheidsuitkeringen bevat de volgende uitkeringsstatuten:
Volledig werklozen met PWA-vrijstelling Volledig werklozen die als stadswacht of na prestaties in een PWA zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende. De vrijstelling wegens prestaties in een PWA geldt voor een periode van 6 maanden indien in de 6 voorafgaande maanden minstens 180 arbeidsuren in een PWA kunnen worden bewezen.
Doorstromingsprogramma's (integratieuitkeringen) De werknemers die zijn tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (van toepassing in de openbare sector) om te voldoen aan collectieve maatschappelijke noden waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen via de reguliere arbeidscircuits.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
214
Dienstenbanen Is gerechtigd op een herinschakelingsuitkering, de werknemer die is tewerkgesteld in een dienstenbaan (van toepassing in de private sector) met het oog op de creatie van bijkomende tewerkstelling in taken die in het algemeen niet of niet meer worden verricht en die de kwaliteit van de diensten aan een klant verhogen, de arbeidsomstandigheden verbeteren voor het geheel van de werknemers in dienst van die werkgever of die betrekking hebben op het leefmilieu van de betrokken onderneming of van de gemeente, met inbegrip van de verbetering van de reinheid of van de veiligheid in de wijken. Banenplanuitkering Deze komt toe aan de werknemer die op het ogenblik van de indiensttreding langdurig werkloos is in de zin van de regeling van de sociale inschakelingseconomie. De werkgever is gerechtigd op vrijstelling van werkgeversbijdragen in het kader van het voordeelbanenplan. Invoeginterim Sedert 01.10.2000 kunnen werkgeversgroeperingen en uitzendkantoren langdurig niet werkende werkzoekenden, gerechtigden op het leefloon en rechthebbenden op OCMW-steun aanwerven en ze ter beschikking stellen van één of meerdere gebruikers. Indien de werknemer een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze is, kan hij/zij tijdens de tewerkstelling een invoeguitkering krijgen. Sociale Inschakelingseconomie (SINE) (herinschakelingsuitkering) Ook in de sociale-economiesector is een activering van de werkloosheidsuitkering mogelijk voor zeer moeilijk te plaatsen werklozen. De betrokken werknemers moeten minstens 60 maanden ononderbroken werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten. De werkgever betaalt het volledige nettoloon aan de werknemer maar ontvangt van de RVA een loonsubsidie. Elke maand ontvangt de werkgever immers een herinschakelingsuitkering van de RVA. Activa (werkuitkering) Activa is het nieuwe stelsel van de activering van de werkloosheidsuitkeringen (vanaf 01.01.2002) en streeft naar het op termijn oprichten van één enkel systeem voor de activering van de werkloosheid. De maatregel is een middel om de tewerkstellingsgraad in het algemeen en deze van de oudere werknemers (meer dan 45 jaar) in het bijzonder te verhogen. Het plan Activa omvat: Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede)
Er zijn vanaf 01.01.2003 enige wijzigingen aangebracht in het plan Activa. Deze wijzigingen hebben betrekking op de indienstneming van werknemers die gewoonlijk verblijven in een gemeente met verhoogde werkloosheids- of armoedegraad door gemeenten, OCMW’s, VZW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen en vennootschappen met een sociaal oogmerk.
Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) Het betreft hier eveneens een wijziging van het plan Activa vanaf 01.01.2003. Deze wijziging heeft betrekking op de indienstneming van preventie- of veiligheidspersoneel door gemeenten die een veiligheidscontract hebben afgesloten.
Startbanen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die werd ingevoerd vanaf 01.04.2006. Deze maatregel steunt op de beslissing van de Ministerraad van 02.12.2005 ter bevordering van de tewerkstelling van jonge laaggeschoolde of zeer laaggeschoolde jongeren. Deze jongeren zijn gerechtigd op een wachtuitkering van ten hoogste 350 euro per kalendermaand als ze worden aangeworven met een voltijdse startbaanovereenkomst.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
215
Opleidingsmaatregelen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die ingevolge het Generatiepact werd ingevoerd vanaf 01.04.2006 om de mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring uit te breiden. Deze opleidingsmaatregelen omvatten: De opleidingsuitkering, is een uitkering die gegeven wordt aan niet-uitkeringsgerechtigde
werklozen die een individuele beroepsopleiding in een onderneming volgen. Deze maatregel vervangt het jongerenactiva plan. Het bedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
De stage-uitkering, is een uitkering die gegeven wordt aan schoolverlaters die tijdens de wachttijd een instapstage van 2 maanden volgen in een onderneming. Het bedrag van de stage-uitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
De vestigingsuitkering, is een uitkering die gegeven wordt gedurende ten hoogste 6 maanden aan de niet-uitkeringsgerechtigde werklozen die zich onder begeleiding van het Participatiefonds voorbereiden op een vestiging als zelfstandige. Deze maatregel is dus vooral gericht op schoolverlaters in wachttijd. Het bedrag van de vestigingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen Sommige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van 50 jaar en ouder krijgen van de RVA een forfaitaire maandelijkse uitkering in geval van werkhervatting in loondienst (of in overheidsdienst) na 30.06.2002.
BRUGPENSIOEN (tabellen 7.7 - 7.8 en 7.11) Voltijds (conventioneel) brugpensioen (de voltijdse oudere grensarbeiders inbegrepen) Regeling die sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, het voordeel biedt om, naast de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding te genieten ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend fonds (Bijvoorbeeld een Fonds voor Bestaanszekerheid). Het conventioneel brugpensioen is dus geen vervroegd pensioen maar het gaat om volledige werkloosheid gepaard gaande met een aanvullende vergoeding. Het conventioneel brugpensioen heeft enkel betrekking op de werknemers uit de privé-sector. Halftijds (conventioneel) brugpensioen De werknemers kunnen halftijds brugpensioen genieten indien zij: een beroepsloopbaan van 25 jaar als werknemer kunnen bewijzen; recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; tijdens de laatste 12 maanden voltijds hebben gewerkt; halftijds gaan werken; een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Het te waarborgen inkomen in geval van halftijds brugpensioen ligt halverwege tussen het voltijds nettoloon en het voltijds brugpensioen.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
216
LOOPBAANONDERBREKING EN TIJDSKREDIET (tabellen 7.9 - 7.10 en 7.11) De loopbaanonderbreking is een “stelsel” dat werknemers de mogelijkheid biedt hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk te onderbreken met toekenning van een uitkering. De toegekende uitkering is afhankelijk van de aard van de loopbaanonderbreking (volledig, halftijds,...) en het arbeidsstelsel (voltijds of halftijds). Sedert 01.07.2002 is een nieuw stelsel in werking getreden voor de autonome overheidsbedrijven: die gegevens worden opgenomen bij de loopbaanonderbreking. De specifieke vormen van loopbaanonderbreking gelden voor alle werknemers: Het ouderschapsverlof biedt de mogelijkheid ofwel zijn arbeidsprestaties gedurende 3
opeenvolgende maanden volledig te onderbreken, ofwel, in geval van een voltijdse betrekking, de arbeidsprestaties gedurende 6 opeenvolgende maanden tot een halftijdse betrekking te verminderen om te zorgen voor jonge kinderen.
Het palliatief verlof biedt de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties volledig te onderbreken of te verminderen gedurende een periode van één maand, eventueel verlengbaar met één maand, om palliatieve zorgen te verstrekken aan een ongeneeslijk ziek persoon.
Medische bijstand biedt de mogelijkheid de loopbaan volledig te onderbreken of de arbeidsprestaties te verminderen om een ernstig ziek gezinslid of familielid tot de tweede graad (broer, zus, ouders, grootouders...) bijstand te verlenen of te verzorgen.
Sedert 01.01.2002 is de loopbaanonderbreking uit de privé-sector vervangen door het “tijdskrediet”. Het tijdskrediet maakt het mogelijk de beroepsloopbaan tijdelijk volledig of gedeeltelijk te onderbreken. Tijdens de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst of van de vermindering van prestaties wordt de uitkering door de RVA betaald. Er zijn 3 formules: de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst en de vermindering tot een halftijdse
betrekking; de vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5; voor de werknemers van minstens 50 jaar, de vermindering van de arbeidsprestaties tot een
halftijdse betrekking of de vermindering met 1/5. Aanvullende informatie over de werkloosheidsverzekering kan u in de volgende publicaties van de RVA vinden: - Jaarverslag (financiële gegevens);- Statistisch Jaarboek (betaalstatistieken) en op de website van de RVA: www.rva.fgov.be.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
217
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Volledige werkloosheid 706.674 717.572 701.467 663.702 629.229UVW-WZ 456.089 470.307 460.133 429.576 404.316Oudere werklozen 136.907 125.683 116.169 107.939 100.844Anderen 113.678 121.582 125.165 126.187 124.070
Tijdelijke werkloosheid 123.701 131.215 121.514 119.949 134.737
Globale werkloosheid 830.375 848.787 822.981 783.651 763.966
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Minder dan 20 jaar 7.242 7.213 6.627 5.714 5.22320 - 25 jaar 70.688 66.505 62.833 57.070 53.22725 - 30 jaar 74.414 72.262 68.394 64.247 59.87630 - 35 jaar 68.483 66.081 59.077 53.414 49.98935 - 40 jaar 64.104 64.108 59.409 51.569 48.34840 - 45 jaar 59.615 62.094 60.308 52.178 47.11745 - 50 jaar 55.892 59.378 57.550 52.417 46.02650 - 55 jaar 39.582 51.330 59.488 62.284 58.90455 - 60 jaar 14.071 19.056 23.721 27.330 32.73160 - 65 jaar 1.998 2.276 2.727 3.354 2.874
Totaal 456.089 470.303 460.134 429.577 404.317
7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
218
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Volledige werkloosheidGemiddeld aantal 624.483 627.714 610.587 572.002 538.853Dagen 196.046.055 196.418.403 190.539.872 179.019.237 169.127.791Gemiddelde daguitkering (euro) 28,12 28,91 29,49 29,97 31,75Uitgaven (duizend euro) 5.513.670 5.680.623 5.617.380 5.366.351 5.372.792
Tijdelijke werkloosheidGemiddeld aantal 34.158 34.365 32.394 29.963 32.381Dagen 10.708.511 10.709.203 10.081.076 9.365.304 10.132.569Gemiddelde daguitkering (euro) 37,75 38,77 39,75 40,67 42,35Uitgaven (duizend euro) 404.947 417.038 401.762 381.410 430.637
Globale werkloosheidGemiddeld aantal 658.641 662.079 642.980 601.965 571.233Dagen 206.754.566 207.127.606 200.620.948 188.384.541 179.260.360Gemiddelde daguitkering (euro) 28,62 29,42 30,00 30,51 32,36Uitgaven (duizend euro) 5.918.618 6.097.661 6.019.142 5.747.762 5.803.429
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 4.184 4.390 4.306 4.087 3.898Gemiddelde maanduitkering (euro) 94 87 91 92 94Uitgaven (duizend euro) 4.705 4.587 4.704 4.490 4.420
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 2.802 2.882 2.914 3.085 3.209Gemiddeld aantal 545 545 553 584 581Dagen 172.622 172.810 175.126 183.390 182.964Gemiddelde maanduitkering (euro) 204,93 205,43 209,04 212,00 211,05Uitgaven (duizend euro) 6.891 7.104 7.310 7.847 8.128
7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
7.4 Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
7.5 Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
219
7.6 Activering van de werkloosheid
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
PWAFysieke eenheden (jaargemiddelde) 12.992 1.176 1.258 1.328 1.431Gemiddelde maanduitkering (euro) 606,05 720,93 709,68 718,98 765,63Uitgaven (duizend euro) 94.488 10.177 10.710 11.454 13.149
DoorstromingsprogrammaFysieke eenheden (jaargemiddelde) 5.206 5.123 5.483 5.748 5.756Gemiddelde maanduitkering (euro) 406,50 405,96 403,41 405,34 406,92Uitgaven (duizend euro) 25.397 24.958 26.542 27.959 28.106
Dienstenplan (1)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 546 0 0 0 0Gemiddelde maanduitkering (euro) 328,09 Uitgaven (duizend euro) 2.148 0 0 0 0
SINE-contractenFysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.672 3.899 6.549 8.713 10.212Gemiddelde maanduitkering (euro) 487,17 489,61 462,48 456,69 455,20Uitgaven (duizend euro) 9.774 22.908 36.345 47.749 55.780
Activa-plan (2)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 27.624 33.683 36.018 38.257 39.674Gemiddelde maanduitkering (euro) 385,85 383,31 384,50 385,49 387,46Uitgaven (duizend euro) 127.903 154.933 166.187 176.972 184.465
Startbanen (3)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.839 2.044 1.987 729 506Gemiddelde maanduitkering (euro) 322,16 326,13 335,25 336,33 346,71Uitgaven (duizend euro) 7.109 8.000 7.993 2.940 2.105
Opleidingsmaatregelen (4)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 0 0 1.035 2.705 2.644Gemiddelde maanduitkering (euro) 326,49 339,03 349,99Uitgaven (duizend euro) 0 0 4.054 11.004 11.105
WerkhervattingstoeslagFysieke eenheden (jaargemiddelde) 722 1.212 2.241 4.605 7.192Gemiddelde maanduitkering (euro) 162,78 165,72 169,70 172,18 178,94Uitgaven (duizend euro) 1.411 2.410 4.564 9.515 15.444
Totaal activering v/d werkloosheidFysieke eenheden (jaargemid.) 50.601 47.138 54.570 62.084 67.415Gemid. maanduitkering (euro) 441,74 394,92 391,54 386,03 383,39Uitgaven (duizend euro) 268.230 223.385 256.396 287.593 310.153
(1) Het betreft een groepering van dienstenbanen, banenplanuitkeringen en invoeginterim.
(3) Het jongeren-activa plan inbegrepen.
(2) Het betreft een groepering van het oorspronkelijke Plan Activa, het Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede) en het Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel).
(4) Het betreft een groepering van de opleidingsuitkering, de stage-uitkering en de vestigingsuitkering.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
220
7.7 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Voltijds brugpensioen 109.870 109.018 111.069 113.618 115.347Halftijds brugpensioen 926 873 782 702 617
Totaal brugpensioen 110.796 109.891 111.851 114.320 115.964
7.8 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Voltijds brugpensioenGemiddeld aantal 107.813 107.190 108.838 111.267 112.703Dagen 33.848.266 33.544.805 33.959.873 34.826.456 35.385.253Gemiddelde daguitkering (euro) 36,32 37,35 38,21 38,94 40,69Uitgaven (duizend euro) 1.229.711 1.253.094 1.297.491 1.356.298 1.440.014
Halftijds brugpensioenGemiddeld aantal 918 865 776 695 612Dagen 288.065 270.572 242.085 217.577 192.226Gemiddelde daguitkering (euro) 12,68 12,96 13,21 13,39 13,90Uitgaven (duizend euro) 3.653 3.509 3.197 2.915 2.674
Totaal brugpensioenGemiddeld aantal 108.730 108.055 109.614 111.962 113.316Dagen 34.136.331 33.815.376 34.201.958 35.044.033 35.577.479Gemiddelde daguitkering (euro) 36,13 37,15 38,03 38,79 40,55Uitgaven (duizend euro) 1.233.364 1.256.602 1.300.688 1.359.213 1.442.688
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
221
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Volledige onderbreking 28.611 28.981 28.828 28.070 27.040Loopbaanonderbreking 15.402 16.097 16.560 16.618 16.708Tijdskrediet 13.210 12.884 12.268 11.452 10.332
Vermindering van prestaties 147.800 165.867 182.133 195.249 208.639Loopbaanonderbreking 87.921 89.736 92.237 95.033 100.113Tijdskrediet 59.878 76.131 89.896 100.216 108.526
Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet
176.411 194.848 210.961 223.319 235.679
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Volledige onderbrekingGemiddeld aantal 27.044 27.368 27.060 26.175 25.004Dagen 8.437.808 8.538.840 8.442.613 8.166.512 7.801.171Gemiddelde maanduitkering (euro) 404,08 429,70 451,38 459,44 480,52Uitgaven (duizend euro) 131.136 141.121 146.569 144.310 144.177
Vermindering van prestatiesGemiddeld aantal 146.850 164.776 180.891 193.855 207.052Dagen 45.817.184 51.410.169 56.438.137 60.482.842 64.600.270Gemiddelde maanduitkering (euro) 204,67 210,03 213,29 215,89 223,67Uitgaven (duizend euro) 360.673 415.289 462.978 502.221 555.737
Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet
Gemiddeld aantal 173.894 192.144 207.951 220.030 232.056Dagen 54.254.992 59.949.009 64.880.750 68.649.354 72.401.441Gemid. maanduitkering (euro) 235,68 241,32 244,27 244,86 251,35Uitgaven (duizend euro) 491.809 556.410 609.547 646.531 699.914
7.10 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
222
Bron: RVA
2004 2005 2006 2007 2008
Werkloosheid 6.244.174 6.395.831 6.364.409 6.088.379 6.179.715Volledige werkloosheid 5.559.359 5.743.717 5.694.238 5.406.684 5.425.924Tijdelijke werkloosheid 404.947 417.038 401.762 381.410 430.638
Voorschotten UI, deel RVA 271.314 279.415 275.810 261.838 299.896
Voorschotten UI, deel FSO 133.633 137.623 125.952 119.572 130.742
Onthaalouders 4.705 4.587 4.704 4.490 4.420Jeugdvakantie 6.891 7.103 7.310 7.847 8.128Seniorvakantie - - - 355 452Activering van de werkloosheid 268.272 223.386 256.395 287.593 310.153
Brugpensioen (2) 1.238.844 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299Conventioneel brugpensioen 1.238.844 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet
487.873 552.341 606.995 645.900 703.674
Totaal 7.970.891 8.203.087 8.269.287 8.108.705 8.318.688
7.11 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioenen,
loopbaanonderbreking en tijdskrediet (duizend euro) (1)
(2) De inhouding op de conventionele brugpensioenen en op de verhoogde werkloosheidsuitkeringen toegestaan aan de oudere ontslagen of volledig werkloze grensarbeiders (wet van 30.3.1994 en wet van 21.12.1994) wordt afgetrokken van de uitgaven voor brugpensioenen. Vanaf 1997 wordt deze inhouding verhoogd tot 3 %.
(1) Voorschotten aan de uitkeringsinstellingen.
II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
223
8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen 8.0 Methodologische nota Een invaliditeitspensioen wordt toegekend aan mijnwerkers die, ingevolge ziekte, arbeidsongeschikt zijn. De aanvraag voor een invaliditeitspensioen dient in principe binnen de twee jaar na effectieve stopzetting van het werk in de mijn ingediend te zijn. Er dient een zekere voorwaarde inzake anciënniteit vervuld te zijn om recht te hebben op een invaliditeitspensioen. In principe betreft dit voor tewerkstelling in de ondergrond minimum vijf effectieve dienstjaren en voor bovengrondse tewerkstelling minimum tien jaren dienst. Het invaliditeitspensioen kan verkregen worden na een periode van primaire arbeidsongeschiktheid van zes maanden. Het bedrag van het invaliditeitspensioen wordt bepaald op basis van de hoedanigheid van de werknemer (ondergrondse of bovengrondse mijnwerker) en het aantal personen ten laste. Het betreft een vastgesteld jaarbedrag dat gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het invaliditeitspensioen wordt maandelijks uitbetaald. De gerechtigden op een invaliditeitspensioen ontvangen eveneens een verwarmingstoelage. Deze wordt toegekend per maandelijkse fracties van één twaalfde van het jaarbedrag. Deze toelage is eveneens gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De wegens invaliditeit gepensioneerden hebben bovendien recht op een vakantiegeld en een aanvullend vakantiegeld dat jaarlijks uitbetaald wordt. Het invaliditeitspensioen is niet meer verschuldigd wanneer de mijnwerker in rustpensioen treedt of de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het invaliditeitspensioen wordt niet meer uitgekeerd wanneer de arbeidsongeschiktheid in de mijn niet meer bewezen is. Door de sluiting van de mijnen in België is het stelsel van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers een uitdovend stelsel. Sinds de afschaffing van het NPM, op 01.01.1999, wordt de uitbetaling van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers verzekerd door het RIZIV. De opgenomen tabellen geven telkens het aantal gerechtigden – het betreft in feite driemaal dezelfde reeks – de gemiddelde jaarlijkse uitkering per gerechtigde en de uitgaven voor sociale prestaties. En dit voor: invaliditeitspensioenen (tab. 8.1), pensioenaanvulling (tab. 8.2) en verwarmingstoelage (tab. 8.3)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)
225
8.1 Invaliditeitspensioenen
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2004 2005 2006 2007 2008
Aantal gevallen 735 527 399 328 264Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 12.146 11.657 12.185 12.152 12.671Uitgaven (duizend euro) (1) 8.927 6.143 4.862 3.986 3.345
8.2 Pensioenaanvulling
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2004 2005 2006 2007 2008
Aantal gerechtigden 735 527 399 328 264Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 629 587 602 625 649Uitgaven (duizend euro) (1) 461 309 240 204 171
8.3 Verwarmingstoelage
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2004 2005 2006 2007 2008
Aantal gerechtigden 735 527 399 328 264Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 629 607 637 808 779Uitgaven (duizend euro) (1) 462 320 254 243 206
(1) Brutobedragen (jaargegevens).
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)
226
9. Stelsel van de Zeelieden 9.0 Methodologische nota Geneeskundige verzorging De maatschappelijke zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij wordt geregeld door de besluitwet van 07.02.1945, welke een afzonderlijke regeling voor de zeelieden ter koopvaardij heeft ingesteld. De Hulp- en Voorzorgskas staat in voor de betaling van de prestaties van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zeelieden. Inzake geneeskundige verzorging bestaan dezelfde tegemoetkomingen als in de algemene regeling voor werknemers met uitbreiding tot enkele bijkomende verstrekkingen verbonden aan de bijzondere risico’s van het zeemansberoep. Voorbeelden hiervan zijn inentingen tegen tropische ziekten en gevallen van repatriëring bij ziekte in het buitenland. Een verschil ten opzichte van de algemene regeling is ook dat de geneeskundige verzorging van de zeeman tijdens de zeereis ten laste is van de reder. Uitkeringen In de uitkeringsverzekering van de zeelieden onderscheidt men drie prestaties, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, de invaliditeitsvergoedingen en de begrafenisuitkeringen. De uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid wordt gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd en bedraagt 60 % van de per bezoldigingscategorie vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen. Duurt de arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar, dan wordt aan de verzekerde een invaliditeitsvergoeding toegekend. Deze vergoeding is gelijk aan 65 % van de vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen voor werknemers met gezinslast. Voor de verzekerde zonder gezinslast bedraagt de invaliditeitsvergoeding 43,5 % van de éénvormige dagbezoldiging. Wachtgeld en brugpensioenen De Pool der Zeelieden ter koopvaardij werd in 1945 opgericht als bijzonder werkloosheidsorgaan voor de werknemers tewerkgesteld in de koopvaardij (Besluitwet van 12.05.1945). Aldus werd door België tegemoet gekomen aan de wens uitgedrukt in artikel 34 van het “Internationaal Charter der zeelieden” om de precaire arbeidssituatie van de zeelieden te stabiliseren als tegenprestatie voor de bewezen diensten in de oorlog. De basisreglementering van de Pool werd herzien bij de wet van 25.02.1964 houdende inrichting van een Pool van de Zeelieden ter koopvaardij. De inschrijving in de Pool is een primaire vereiste om aan boord van een schip arbeidsprestaties te kunnen leveren. De inschrijving van een zeeman die een andere nationaliteit bezit dan de Belgische, wordt gelijkgesteld met een arbeidsvergunning. De ingeschrevenen hebben recht op wachtgeld indien zij “ingevolge omstandigheden onafhankelijk van hun wil van werk verstoken zijn”. Het dagelijks uitkeringsbedrag (bij KB vastgesteld) verschilt naargelang de categorie van rang waarin de gerechtigde op wachtgeld is ingedeeld. De uitbetaling ervan geschiedt door de representatieve organisaties van de zeelieden.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
227
Het werkloosheidsregime is bijzonder in deze zin dat aan de werknemers in de koopvaardij een ruime vastheid van betrekking wordt gegarandeerd: tussen de reizen in worden aan de niet aangeworven zeelieden - met uitzondering van de officieren in vast dienstverband - wachtgelden door de Pool verleend. De zeevaartindustrie en het specifieke karakter van het zeemanschap vergen een bijzondere professionele vorming. Cursussen worden georganiseerd voor de scheepsofficieren en scheepsgezellen afzonderlijk, of voor beiden gezamenlijk. De opleiding heeft plaats aan boord van het schip, hetzij rechtstreeks onder gezag van de Pool hetzij in samenwerking met de rederijen. Ook dagcursussen kunnen aan een technische school gevolgd worden. Het recht op wachtgeld wordt behouden tijdens de opleidings- en vervolmakingscycli. Voor de beschrijving van de tabellen wordt, wat de geneeskundige verzorging betreft, verwezen naar de methodologische nota bij het gedeelte algemene regeling van de werknemers. Synthesetabel (tabel 9.1) Deze tabel geeft het overzicht van de uitgaven voor sociale prestaties voor de takken waaraan de zeelieden onderworpen zijn: geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen. Daarnaast zijn tevens posten voorzien voor begeleidingsplan en beroepsopleiding, die in feite een detail zijn van de deelsector wachtgeld en brugpensioenen. Geneeskundige verzorging (tabellen 9.2-9.6) Tabel 9.2 geeft het ledental per categorie uitkeringsgerechtigden op 30 juni. In tabel 9.3 vindt u de gemiddelde jaarlijkse kost per gerechtigde uitgesplitst naar PUG en WIGW. Tabellen 9.4-9.6 geven respectievelijk het aantal gevallen of dagen, de gemiddelde geïndexeerde kost en de uitgaven steeds voor alle categorieën van gerechtigden samen (PUG + WIGW) en volgens hoofdrubriek. Uitkeringen (tabellen 9.7 en 9.8) Tabel 9.7 geeft het ledental, d.w.z. de verzekerde bevolking voor primaire arbeidsongeschiktheid en tabel 9.8 geeft het aantal gerechtigden op een invaliditeitsuitkering. In beide tabellen worden ook het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven opgenomen voor respectievelijk primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Wachtgeld en brugpensioenen (tabellen 9.9 en 9.10) Tabellen 9.9 en 9.10 geven het aantal rechthebbenden, het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven voor respectievelijk wachtgeld en brugpensioenen. Voor wachtgeld en brugpensioenen is er een opsplitsing zeevarenden – shoregangers, voor de beroepsopleiding wordt er een onderscheid gemaakt tussen officieren en scheepsgezellen. Voor algemene aanvullende informatie over het Stelsel der Zeelieden verwijzen we naar de website van de HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
228
Bron: HVKZ en Pool der Zeelieden
2004 2005 2006 2007 2008
Geneeskundige verzorging 5.918 5.885 6.044 5.956 5.792
Uitkeringen 1.968 1.907 1.751 1.715 1.704
Primaire arbeidsongeschiktheid 292 333 300 304 259Invaliditeit 1.673 1.571 1.447 1.409 1.442Begrafenisuitkeringen 3 2 4 3 3
Wachtgeld 1.473 1.563 1.619 1.698 1.695
Brugpensioenen 2.293 1.923 1.515 1.046 782
Beroepsopleiding 42 29 46 44 32
Totaal 11.695 11.307 10.975 10.459 10.006
9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
229
Bron: HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)
1.040 1.032 1.062 1.307 1.355
Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)
1.231 1.209 1.207 1.240 1.214
waarvan "75 %" 812 797 934 967 951
waarvan "100%" 419 412 273 273 263
Invaliden 132 119 115 125 119waarvan "75 %" 104 90 88 99 98
waarvan "100%" 28 29 27 26 21
Gepensioneerden 822 832 839 876 863waarvan "75 %" 528 537 673 704 699
waarvan "100 %" 294 295 166 172 164
Weduwen en wezen 277 258 253 239 232waarvan "75 %" 180 170 173 164 154
waarvan "100 %" 97 88 80 75 78
Totaal 2.271 2.241 2.269 2.547 2.569
Bron: HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) 862 950 736 833 788
Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW) 3.848 4.043 4.326 3.884 4.884
Toestand op 30 juni
9.2 Geneeskundige verzorging : ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)
9.3 Geneeskundige verzorging: gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
230
9.4 Geneeskundige verzorging: aantal gevallen (g) of dagen (d) naar hoofdrubriek
Bron: HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
Geneesheren en klinische biologie 140.253 140.043 140.044 132.880 129.278Huisartsen en specialisten (g) 21.444 17.267 15.747 15.142 14.446Medische beeldvorming (g) 7.502 7.180 7.139 6.748 6.091Klinische biologie (g) 90.614 93.417 94.372 90.850 88.915Andere bijzondere prestaties (g) 7.602 10.480 9.951 8.890 8.602Chirurgie en anesthesiologie (g) 4.658 4.065 4.315 4.332 3.397Bevall. en verlosk. door artsen (g) 31 20 10 29 14Toezicht en permanentie (g) 8.402 7.614 8.510 6.889 7.813
Farmaceutische verstrekkingen (g) (1) 184.646 49.339 50.656 51.602 45.507
Ziekenhuizen (d) 17.341 14.871 16.557 14.540 14.634
Verpleegkundige zorgen 43.504 37.779 34.127 29.712 27.093Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 28.914 30.094 27.175 21.394 20.350Rustoorden bejaarde personen (g) 13.155 6.026 5.870 7.181 6.276Andere (g) 1.435 1.659 1.082 1.137 467
Tandartsen (g) 4.041 3.205 3.039 3.086 3.287
Kinesitherapeuten (g) 9.614 8.216 8.495 7.176 7.519
Andere verstrekkingen (g) 32.372 21.320 23.953 24.911 23.758
(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
231
Bron : HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
Geneesheren en klinische biologie
Huisartsen en specialisten 12,59 17,14 17,65 18,14 19,20 Medische beeldvorming 27,59 32,73 31,94 32,26 33,79 Klinische biologie 2,87 2,80 2,79 2,80 2,74 Andere bijzondere prestaties 39,07 35,97 38,39 40,07 41,14 Chirurgie en anesthesiologie 51,95 51,66 53,53 57,62 72,90 Bevall. en verlosk. door artsen 64,52 100,00 100,00 53,63 89,20 Toezicht en permanentie 7,97 8,93 8,93 9,40 10,81
Farmaceutische verstrekkingen (1) 5,69 21,30 19,88 23,43 28,08
Ziekenhuizen 104,09 130,45 101,59 120,70 129,50
Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) 7,12 8,91 21,60 10,63 11,71 Rustoorden bejaarde personen 17,33 33,85 34,76 29,24 34,05 Andere 61,32 62,69 66,54 47,81 79,30
Tandartsen 24,25 28,71 29,62 30,39 27,64
Kinesitherapeuten 8,84 10,47 10,95 11,71 11,81
Andere verstrekkingen 22,37 31,57 28,22 34,23 33,67
(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV
9.5 Geneeskundige verzorging : gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
232
9.6 Geneeskundige verzorging: uitgaven naar hoofdrubriek (duizend euro)
Bron: HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
Geneesheren en klinische biologie 1.345 1.450 1.459 1.416 1.414Huisartsen en specialisten 270 296 278 274 277Medische beeldvorming 207 235 228 217 206Klinische biologie 260 262 263 255 244Andere bijzondere prestaties 297 377 382 356 354Chirurgie en anesthesiologie 242 210 231 249 248Bevall. en verlos. door artsen 2 2 1 1 1Toezicht en permanentie 67 68 76 64 84
Farmaceutische verstrekkingen 1.051 1.051 1.007 1.209 1.278
Ziekenhuizen 1.805 1.940 1.682 1.754 1.895
Verpleegkundige zorgen 522 576 863 490 489Verpleegkundigen (thuiszorgen) 206 268 587 227 238Rustoorden bejaarde personen 228 204 204 209 214Andere 88 104 72 54 37
Tandartsen 98 92 90 93 91
Kinesitherapeuten 85 86 93 84 89
Andere verstrekkingen 724 673 676 854 800
Totaal 5.630 5.868 5.870 5.900 6.056
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
233
Bron: HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
MannenLedental (1) 659 675 707 732 968Aantal vergoede dagen 5.400 5.763 4.518 4.596 3.732Gemiddelde daguitkering (euro) 53,52 56,05 56,66 61,71 64,00Uitgaven (duizend euro) 289 323 256 283 239
VrouwenLedental (1) 25 34 31 47 59Aantal vergoede dagen 230 151 689 326 384Gemiddelde daguitkering (euro) 43,48 52,98 62,41 60,03 52,08Uitgaven (duizend euro) 10 8 43 19 20
TotaalLedental (1) 684 709 738 779 1.027Aantal vergoede dagen 5.630 5.914 5.207 4.922 4.116Gemiddelde daguitkering (euro) 53,11 55,97 57,42 61,62 62,93Uitgaven (duizend euro) 299 331 299 302 259
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden.
Bron: HVKZ
2004 2005 2006 2007 2008
MannenAantal gevallen 105 95 84 77 75Aantal vergoede dagen 33.100 28.737 25.392 23.949 24.113Gemiddelde daguitkering (euro) 51,96 51,54 53,64 54,72 55,82Uitgaven (duizend euro) 1.720 1.481 1.362 1.310 1.346
VrouwenAantal gevallen 7 3 3 6 5Aantal vergoede dagen 2.200 1.878 1.872 1.999 1.570Gemiddelde daguitkering (euro) 43,18 44,73 45,41 48,21 45,86Uitgaven (duizend euro) 95 84 85 96 72
TotaalAantal gevallen 112 98 87 83 80Aantal vergoede dagen 35.300 30.615 27.264 25.948 25.683Gemiddelde daguitkering (euro) 51,42 51,12 53,07 54,22 55,21Uitgaven (duizend euro) 1.815 1.565 1.447 1.406 1.418
9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: ledental, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
9.8 Invaliditeit: aantal gevallen, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
234
Bron: Pool der Zeelieden
2004 2005 2006 2007 2008
ZeevarendenAantal rechthebbenden 35 29 21 18 15Aantal vergoede dagen 8.640 7.313 4.656 4.294 3.713Gemiddelde daguitkering (euro) 41,72 42,45 43,96 44,47 46,79Uitgaven (duizend euro) 360 310 205 191 174
ShoregangersAantal rechthebbenden 32 33 37 39 35Aantal vergoede dagen 8.160 8.489 9.396 10.003 9.034Gemiddelde daguitkering (euro) 52,75 53,94 54,87 55,68 57,90Uitgaven (duizend euro) 430 458 516 557 523
Programmawet 8.4.2003Aantal rechthebbenden 42 37 37 35 32Aantal vergoede dagen 12.063 10.690 10.679 10.111 9.192Gemiddelde daguitkering (euro) 38,20 38,99 39,47 39,93 41,50Uitgaven (duizend euro) 461 417 422 404 381
Vrijstelling stempelcontroleAantal rechthebbenden 17 31 35 39 42Aantal vergoede dagen 5.178 8.343 10.273 11.618 12.221Gemiddelde daguitkering (euro) 42,82 45,19 46,49 47,06 50,43Uitgaven (duizend euro) 222 377 478 547 616
BeroepsopleidingAantal rechthebbenden 37 25 34 10 7Aantal vergoede dagen 1.778 1.224 1.874 1.765 1.266Gemiddelde daguitkering (euro) 24,18 24,51 24,55 24,75 25,61Uitgaven (duizend euro) 43 30 46 44 33
Totaal
Uitgaven (duizend euro) 1.516 1.592 1.667 1.743 1.727
Bron: Pool der Zeelieden
2004 2005 2006 2007 2008
ZeevarendenAantal rechthebbenden 163 137 107 73 53Aantal vergoede dagen 51.064 42.767 33.470 22.820 16.755Gemiddelde daguitkering (euro) 40,37 41,13 41,85 42,38 43,90Uitgaven (duizend euro) 2.061 1.759 1.401 967 736
ShoregangersAantal rechthebbenden 17 12 8 5 3Aantal vergoede dagen 4.403 3.033 2.080 1.414 809Gemiddelde daguitkering (euro) 52,67 53,94 54,82 55,68 57,90Uitgaven (duizend euro) 232 164 114 79 47
Totaal
Uitgaven (duizend euro) 2.293 1.923 1.515 1.046 783
9.9 Wachtgeld: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
9.10 Brugpensioenen: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)
235
III
Het stelsel van de zelfstandigen
2004-2008
1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006
4. Economische rekeningen 2007
5. Economische rekeningen 2008
A.
Geconsolideerde economische rekeningen
1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 195,9 2.354,5 0,1 2.550,5Verstrekkingen of uitkeringen 195,9 2.352,7 0,1 2.548,7Betalingsonkosten - 1,8 - 1,8
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 9,0 59,7 102,5 171,2Centrale instellingen 1,0 59,7 - 60,7Primaire instellingen 8,0 - 102,5 110,5
Diverse financiële lasten - - 0,3 0,3
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,3 5,3
Diverse overdrachten naar derden 0,3 1,3 1,0 2,6
Besparing - 39,4 - 39,4
Subtotaal 205,2 2.454,9 109,2 2.769,3
Interne overdrachten - 189,7 - 189,7Naar het RIZIV-Uitkeringen - 189,7 - 189,7Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.085,2 - 1.085,2Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 985,6 - 985,6Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 99,6 - 99,6Naar de RVA - - - - Naar het Asbestfonds - - - -
Totaal 205,2 3.729,8 109,2 4.044,2
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
240
1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 15,4 2.474,3 95,6 2.585,3Bijdragen op inkomsten 2.356,2 95,6 2.451,8Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
Bijdragen van vennootschappen 118,1 118,1Andere bijdragen 15,4
15,4
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 179,8 - 179,8
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.062,8 - 1.062,8
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 4,3 2,2 6,5
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 8,6 11,4 20,1
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 15,5 3.729,8 109,2 3.854,5
Interne overdrachten 189,7 - - 189,7Van het RIZIV-Uitkeringen - - Van het RSVZ 189,7 - - 189,7Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - -
Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 205,2 3.729,8 109,2 4.044,2
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
241
2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 202,4 2.441,1 0,1 2.643,6Verstrekkingen of uitkeringen 202,4 2.439,6 0,1 2.642,1Betalingsonkosten - 1,5 - 1,5
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 9,8 62,2 107,1 179,1Centrale instellingen 1,1 62,2 - 63,3Primaire instellingen 8,7 - 107,1 115,8
Diverse financiële lasten - - 0,6 0,6
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 8,6 8,6
Diverse overdrachten naar derden 0,2 2,6 0,7 3,5
Besparing 0,1 106,3 - 106,4
Subtotaal 212,5 2.612,2 117,1 2.941,8
Interne overdrachten - 195,0 - 195,0Naar het RIZIV-Uitkeringen - 195,0 - 195,0Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.126,7 - 1.126,7Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.025,6 - 1.025,6Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 101,1 - 101,1Naar de RVA - - - - Naar het Asbestfonds - - - -
Totaal 212,5 3.933,9 117,1 4.263,5
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
242
2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 17,4 2.593,6 103,1 2.714,1Bijdragen op inkomsten 2.426,1 103,1 2.529,2Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
Bijdragen van vennootschappen 162,8 162,8Andere bijdragen 17,4 4,7
22,1
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 239,8 - 239,8
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.085,3 - 1.085,3
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 6,9 2,5 9,4
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 8,3 11,5 19,9
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 17,5 3.933,9 117,1 4.068,5
Interne overdrachten 195,0 - - 195,0Van het RIZIV-Uitkeringen - - Van het RSVZ 195,0 - - 195,0Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - -
Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 212,5 3.933,9 117,1 4.263,5
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
243
3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 221,5 2.537,9 0,1 2.759,5Verstrekkingen of uitkeringen 221,5 2.536,4 0,1 2.758,0Betalingsonkosten - 1,5 - 1,5
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 9,9 62,1 107,0 179,0Centrale instellingen 1,1 62,1 - 63,2Primaire instellingen 8,8 - 107,0 115,8
Diverse financiële lasten - - 0,5 0,5
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,4 5,4
Diverse overdrachten naar derden 0,3 98,4 2,0 100,7
Besparing - 7,0 62,7 17,0 72,7
Subtotaal 224,7 2.761,1 132,0 3.117,8
Interne overdrachten - 206,9 - 206,9Naar het RIZIV-Uitkeringen - 206,9 - 206,9Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.184,5 - 1.184,5Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.080,6 - 1.080,6Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 103,3 - 103,3Naar de RVA - 0,6 - 0,6Naar het Asbestfonds - - - -
Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
244
3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 17,7 2.728,8 110,2 2.856,7Bijdragen op inkomsten 2.569,5 102,3 2.671,8Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
Bijdragen van vennootschappen 153,0 5,7 158,7Andere bijdragen 17,7 6,3
2,226,2
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 295,6 - 295,6
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.103,4 - 1.103,4
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 12,6 3,0 15,6
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 10,9 18,8 29,8
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 17,8 4.151,3 132,0 4.301,1
Interne overdrachten 206,9 1,2 - 208,1Van het RIZIV-Uitkeringen 1,2 - 1,2Van het RSVZ 206,9 - - 206,9Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - -
Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
245
4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 251,9 2.668,7 0,1 2.920,7Verstrekkingen of uitkeringen 251,9 2.667,3 0,1 2.919,3Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 10,1 64,5 119,6 194,2Centrale instellingen 1,1 64,5 - 65,6Primaire instellingen 9,0 - 119,6 128,6
Diverse financiële lasten - - 1,0 1,0
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,7 4,7
Diverse overdrachten naar derden 0,3 25,0 0,5 25,8
Besparing - 6,5 274,9 10,1 278,5
Subtotaal 255,8 3.033,1 136,0 3.424,9
Interne overdrachten - 239,8 - 239,8Naar het RIZIV-Uitkeringen - 239,8 - 239,8Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.229,4 - 1.229,4Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.121,1 - 1.121,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 106,7 - 106,7Naar de RVA - 0,9 - 0,9Naar het Asbestfonds - 0,7 - 0,7
Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
246
4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 15,9 2.846,0 113,9 2.975,8Bijdragen op inkomsten 2.678,0 105,5 2.783,5Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
Bijdragen van vennootschappen 162,4 6,0 168,4Andere bijdragen 15,9 5,6
2,423,9
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 484,6 - 484,6
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.123,8 - 1.123,8
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 24,5 4,4 28,9
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 23,4 17,7 41,2
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,0 4.502,3 136,0 4.654,3
Interne overdrachten 239,8 - - 239,8Van het RIZIV-Uitkeringen - - Van het RSVZ 239,8 - - 239,8Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - -
Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
247
5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 282,1 2.938,5 0,1 3.220,7Verstrekkingen of uitkeringen 282,1 2.937,1 0,1 3.219,3Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 11,3 61,4 123,2 195,9Centrale instellingen 1,2 61,4 - 62,6Primaire instellingen 10,1 - 123,2 133,3
Diverse financiële lasten - - 0,5 0,5
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,2 5,2
Diverse overdrachten naar derden 0,3 16,8 1,0 18,1
Besparing 0,2 189,1 6,6 195,9
Subtotaal 293,9 3.205,8 136,6 3.636,3
Interne overdrachten - 277,6 - 277,6Naar het RIZIV-Uitkeringen - 277,6 - 277,6Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.907,4 - 1.907,4Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.793,5 - 1.793,5Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 111,3 - 111,3Naar de RVA - 2,5 - 2,5Naar het Asbestfonds - 0,1 - 0,1
Totaal 293,9 5.390,8 136,6 5.821,3
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
248
5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 16,2 3.241,9 117,3 3.375,4Bijdragen op inkomsten - 3.065,8 117,3 3.183,1Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 169,1 - 169,1Andere bijdragen 16,2 7,0 - 23,2
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 798,2 - 798,2
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.248,2 - 1.248,2
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 32,8 3,0 35,8
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 8,2 16,3 24,6
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,3 5.329,3 136,6 5.482,2
Interne overdrachten 277,6 - - 277,6Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 277,6 - - 277,6Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 61,5 - 61,5Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 61,5 - 61,5
Totaal 293,9 5.390,8 136,6 5.821,3
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
249
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004
4. Definitieve rekeningen 2005
5. Definitieve rekeningen 2006
6. Voorlopige rekeningen 2007
7. Voorlopige rekeningen 2008
B.
Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer
1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat
2004 2005 2006 2007 2008
3.712.353 3.930.270 4.147.883 4.498.981 5.397.383
19.238 19.542 22.566 19.374 19.507
Kapitaalontvangsten 0 0 3.232 1.042 180
Sociale prestaties 2.548.366 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993
Andere lopende uitgaven (2) 1.157.500 1.201.683 1.364.260 1.330.678 1.992.432Kapitaaluitgaven 0 0 0 4.299
Begrotingsresultaat 25.726 106.237 51.407 269.426 210.346
(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.
Lopende ontvangsten van het
RSVZ-Globaal beheer (1)
Lopende ontvangsten van de
uitkeringsinstellingen (1)
(duizend euro)
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal zelfstandigen en hun inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …) die in het statistisch gedeelte in detail worden voorgesteld. Hieronder geven wij commentaar op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven. We merken op dat het begrotingsresultaat van het stelsel van de zelfstandigen de som is van de resultaten van het RIZIV tak uitkeringen en het RSVZ en dat deze niet noodzakelijk hetzelfde teken hebben. Het positief begrotingsresultaat dat vanaf 2006 behaald wordt door het RSVZ-Globaal Beheer zal worden toegewezen aan het ‘Fonds voor de Welvaart der Zelfstandigen’. De middelen van dit fonds dienen om toekomstige uitdagingen in zake financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te pakken. Onder meer de invloed van de integratie van de kleine risico’s op de sociale bijdragen zal zo beperkt worden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer In de periode 2004-2008 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in volgende tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 260):
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
252
2004 2005 2006 2007 2008
Globale middelen 4,55 % 5,87 % 5,54 % 8,46 % 19,97 %
Waarvan: - gewone bijdragen 3,99 % 3,09 % 5,92 % 4,22 % 14,54 %- Staatstoelagen 1,81 % 2,11 % 1,67 % 1,85 % 11,07 %- alternatieve financiering 29,88 % 33,35 % 23,28 % 63,94 % 65,68 %
Een tabel met het detail van de alternatieve financiering voor de jaren 2004 tot 2010 bevindt zich in bijlage. We geven een overzicht per jaar van de grote maatregelen die de evolutie van de RSVZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Sinds 01.01.2003 kan de echtgenoot-helper van de zelfstandige kiezen voor een volwaardig sociaal statuut tegen betaling van de gepaste sociale bijdragen. Het bedrag van de Staatstussenkomst werd in 1998 op 958 miljoen euro vastgelegd. Sindsdien werd het aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. In 2001 werd het bedrag van de alternatieve financiering verminderd ingevolge de overname van de schuld van de sociale zekerheid door de federale Staat. De schuld bedroeg eind 2000 583 miljoen euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Ze bestaat uit een programma van thesauriebewijzen op middellange en lange termijn van maximum 496 miljoen euro en een obligatielening van 87 miljoen euro. Ter compensatie werd de alternatieve financiering verminderd met 49.121 duizend euro in 2004, met 110.988,8 duizend euro in 2005 en met 149.700,8 duizend euro in 2006. Het saldo, een bedrag van 94.254,4 duizend euro wordt gestort in 2006 door het Globaal beheer aan de Administratie van de Schatkist. In 2004 werd de vennootschapsbijdrage vastgesteld op 347,50 euro voor de vennootschappen waarvan het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar maximum 520.000 euro bedraagt, en op 840 euro voor de vennootschappen waarvan het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar 520.000 euro overschrijdt. In 2004 werd het bedrag van de alternatieve financiering dat afkomstig is van de btw-ontvangsten verhoogd met 20.020 duizend euro teneinde de verhoging van de pensioenminima, beslist door de regering, te financieren. Vanaf 01.01.2005 zijn openbare mandatarissen, dit wil zeggen personen belast met een mandaat van beheerder in een openbare of privé-instelling en er een federaal, gewestelijk, lokaal bestuur of een erkende beroepsorganisatie vertegenwoordigen, onderworpen aan het sociaal statuut en dus bijdragen verschuldigd zijn. Vanaf 01.07.2005 worden de echtgenoten-helpers, die geboren zijn na 1955 verplicht zich aan te sluiten aan het maxi-statuut. Voor degenen die geboren zijn vóór 1956 blijft de aansluiting aan het mini-statuut verplicht (arbeidsongeschiktheid en moederschapsverzekering) en deze aan het maxi-statuut gebeurt op vrijwillige basis. Het maxi-statuut biedt een ruimere bescherming dan het mini-statuut: pensioen, gezinsbijslag, geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsverzekering. In 2005 werd de vennootschapsbijdrage vastgelegd op 347,50 euro voor de vennootschappen, waarvan het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar werd afgeloten op ten hoogste 532.022,59 euro en op 852,50 euro, voor de vennootschappen voor dewelke het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar 532.022,59 euro overtreft. In 2005 werd het bedrag van de alternatieve financiering voortkomend van de BTW-ontvangsten verhoogd met 131.120 duizend euro, teneinde de verhoging te financieren van de minimumpensioenen.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
253
De regering besliste, om vanaf 2006, 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Tien procent worden toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Sinds 01.01.2006 wordt er een bedrag van 1.500 duizend euro voorafgenomen op de opbrengst van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen en toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen. Het aldus bekomen bedrag wordt doorgestort naar de RVA ter financiering van de kostprijs van de dienstencheques toegekend aan vrouwelijke zelfstandigen voor hulp bij moederschap. Een zelfstandige van wie de arbeidsongeschiktheid een stopzetting van de beroepsactiviteit met zich meebrengt, kan vanaf 01.07.2006 een vrijstelling verkrijgen van betaling van de kwartaalbijdrage van het begin van de ongeschiktheid indien de ongeschiktheid is begonnen tijdens de eerste maand van het kwartaal. Een gelijkaardige vrijstelling kan bekomen worden indien de hervatting van de activiteit na een periode van ongeschiktheid plaatsvindt tijdens de laatste maand van een kwartaal. In 2007 werden 4 bijkomende ontvangsten voorzien voor de alternatieve financiering: Door de verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, steeg het deel dat toekomt aan het
RIZIV-geneeskundige verzorging met 8.900 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel; Bovendien werd er 1.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer van de zelfstandigen,
afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad; In uitvoering van een beslissing van de Ministerraad van 20 juli 2006 werd er vervolgens een
krediet van 50.000 duizend euro ingeschreven ten behoeve van de inkomensgarantie voor ouderen. De besparing van 6.000 duizend euro die gerealiseerd werd, komt deels ten goede aan de alternatieve financiering voor zelfstandigen, met name 2.000 duizend euro. Dit bedrag werd gebruikt voor de financiering van de verhoging van de minimumpensioenen;
Ten slotte werd voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro afgenomen van het bedrag aan BTW-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het zelfstandigenstelsel toekomt met 864 duizend euro.
Tot 2007 konden de levensverzekeringsmaatschappijen zich bevrijden van verplichte betaling aan het RSVZ van hun vastgestelde rente (onvoorwaardelijke pensioenen) indien ze de gekapitaliseerde waarde van hun rente overmaken aan het RSVZ. Voortaan worden de levensverzekeringsmaatschappijen verplicht hun portefeuille aan het RSVZ over te dragen. Dit resulteert in een ontvangst van 10.000 duizend euro voor het RSVZ in 2007. De aanpassing van de sociale bijdragen ingesteld door de wet van 21 december 2007, wijzigende de wet van 26 maart 2007, ter dekking van een gedeelte van de kost van de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering geneeskundige verzorging leidde tot een stijging van de onvangen bijdragen in 2008 met 12 % ten opzichte van de bijdragen van 2007. Tevens is er een stijging van de ontvangen bijdragen van 5.000 duizend euro komende van een nieuw plan in de strijd tegen de sociale fraude. In feite bevat dit bedrag ook de verminderingen van de uitgaven. De alternatieve financiering werd beïnvloed door volgende maatregelen in 2008: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007
“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
254
De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;
De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering;
Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2008 (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Er is nu een 90-10 verdeling van dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, volgens dezelfde verdeelsleutel een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globale beheren. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen
2004 2005 2006 2007 2008
Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 0,31 % 1,58 % 15,48 % -14,15 % 0,69 %
(1) Zonder de interne overdrachten. De toegewezen ontvangsten betreffen hoofdzakelijk toegewezen ontvangsten van het RIZIV-uitkeringen. In 2004 bedroegen de toegewezen ontvangsten vanuit de autoverzekering 15.423 duizend euro. Deze toegewezen onvangsten kenden een fluctuerend verloop tussen 2004 en 2008. In 2005 lagen deze ontvangsten nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2004. In 2006 kende men een stijging met 1.866 duizend euro. In 2007 was er een daling met 1.833 duizend euro. In 2008 lagen deze ontvangsten nagenoeg op het zelfde niveau van 2007. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 3.232 duizend euro voor het RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 1.042 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 180 duizend euro.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
255
C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2004 2005 2006 2007 2008 Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
RIZIV-Uitkeringen 195.907 202.419 221.542 251.877 278.244 9,17 %
RSVZ-Pensioenen 2.023.327 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189 5,82 %
RSVZ-Gezinsbijslag 327.324 328.366 337.373 355.031 390.459 4,51 %RSVZ-Faillissementverzekering 1.807 1.853 1.648 1.664 4.102 22,75 %
Totaal 2.548.366 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993 5,94 %
(duizend euro)
Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Uitkeringen Vanaf 01.01.2006 wordt aan alleenstaande gehandicapte zelfstandigen die geen personen ten laste hebben een tegemoetkoming voor hulp van derden toegekend. Via het koninklijk besluit van 21.12.2006 en naar analogie van maatregelen getroffen in de werknemersregeling worden voor zelfstandigen een aantal revalorisatiemaatregelen genomen inzake uitkeringen: Er wordt een onderscheid ingevoerd tussen een gerechtigde zonder gezinslast,
samenwonende en een gerechtigde zonder gezinslast, alleenstaande; De primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt gekoppeld aan het bedrag van het
minimumrustpensioen voor een zelfstandige; De invaliditeitsuitkering zonder stopzetting van de zelfstandige activiteit stemt overeen met het
bedrag van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering. De basisbedragen van de invaliditeitsuitkeringen voor zelfstandigen die hun bedrijf hebben stopgezet worden vanaf 01.01.2006 verhoogd. De uitkering wordt gelijkgeschakeld met de minimumuitkering in de werknemersregeling. Vanaf 01.01.2007: Wordt een forfait van 12 euro toegekend voor de hulp van derden; Worden de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aangepast aan het minimumpensioen
voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (met stopzetting van de activiteit) aangepast aan het
minimumpensioen voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (zonder stopzetting van de activiteit) aangepast aan de
primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met toevoeging van de categorie “samenwonende”.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
256
Op 01.09.2007 vond er een aanpassing aan de welvaart plaats. Ze bestaat uit een verhoging met 2 % van de minima voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Pensioenen Op 01.01.2004 werd het plafond voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd met 25 % verhoogd. Op 01.04.2004 werd een welvaartsaanpassing met 2 % toegekend aan de pensioenen die ingegaan zijn in 1996. Op 01.09.2004 werd het gewaarborgd minimumpensioen verhoogd met 27 euro voor een alleenstaande en met 33 euro voor een gezin. Deze operatie werd herhaald op 01.12.2005 en 01.12.2006. Een zelfstandige in nevenactiviteit kan een bijkomend wettelijk pensioen opbouwen op voorwaarde dat hij bijdragen betaalt die ten minste gelijk zijn aan de minimumbijdragen gestort door zelfstandigen in hoofdactiviteit. De in 2004 uitgevoerde stortingen mogen gevalideerd worden. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. In 2006 vond er een herwaardering met 2 % van de maandelijkse pensioenbedragen plaats: op 1 januari 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1996 en voor 01.01.1998; op 1 april 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1997 en voor 01.01.2000. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. De meeruitgave bedraagt 1,2 miljoen euro. Volgens de huidige wetgeving worden pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet uitbetaald. De pensioenbedragen uitbetaald in de verschillende stelsels worden niet opgeteld om dit minimumbedrag te bereiken. Vanaf 2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen. Deze verhoging is ingegaan vanaf maart 2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Ook werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd. Voor dit laatste werd een budget van 400 duizend euro uitgetrokken voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 is er geen bestraffing van de anticipatie meer voor de zelfstandigen die hun pensionering wensen te vervroegen tot 60 jaar. Voorwaarde is wel dat ze een loopbaan van 43 jaar hebben. Ten slotte, nog steeds in het kader van de pensioenen, wordt vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er eveneens een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
257
Gezinsbijslag Het stelsel van de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap en ernstig zieke kinderen werd in het begin van 2003 gewijzigd. De hervorming is van toepassing op kinderen die na 01.01.1997 geboren zijn. Wanneer een kind geplaatst wordt in een onthaalgezin krijgt de persoon die tot dan gezinsbijslag ontving in het oorspronkelijke gezin, een forfaitaire bijslag, op voorwaarde dat hij contacten blijft onderhouden met het kind. In het werknemersstelsel bestond die bijslag al. Voor de kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling bij de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 en om overeenstemming te bereiken met de werknemersregeling werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor kinderen met een handicap geboren na 01.01.1996 verhoogd. In 2007 werd de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor gehandicapten uitgebreid worden naar kinderen geboren na 01.01.1993. De meeruitgave wordt geraamd op 0,36 miljoen euro. De verhoogde kinderbijslag voor wezen wordt vanaf 2007 toegekend aan het weeskind waarvan de rechthebbende ouder overleden is indien de loopbaanvoorwaarden vervuld zijn door een aannemer die geen ouder is van het kind (kost: 0,71 miljoen euro). De enveloppe voor de schoolpremie 2007 bedroeg 7,44 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Ter harmonisering van de kinderbijslagen tussen het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel van de werknemers werd de kinderbijslag voor het eerste kind met 10 euro verhoogd vanaf 01.04.2008. Faillissementsverzekering Vanaf 01.07.2001 heeft de zelfstandige in faillissement recht op de uitkering gedurende zes maanden (in plaats van twee). De uitkering wordt bovendien betaald vanaf de maand volgend op die van het faillissement (en niet langer vanaf het daaropvolgende kwartaal). De andere lopende uitgaven In uitvoering van het artikel 1 van het K.B. van 01.12.1998 betreffende de toekenning van het saldo van de solidariteits-, matigings- en consolideringsbijdragen, werden de volgende bedragen aan het Participatiefonds overgedragen en dit onder de vorm van een renteloze achtergestelde lening met een looptijd van 20 jaar: In 2001: 5.850 duizend euro (afrekening voor de jaren 1999 en 2000 en het saldo van de jaren
1997 en 1998); In 2002: 4.643 duizend euro; In 2003: 267 duizend euro; In 2004: 123 duizend euro;
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
258
In 2005: 1 duizend euro. Sinds 01.01.2006 krijgt elke vrouwelijke zelfstandige die bevallen is na 31.12.2005, onder bepaalde voorwaarden, gratis 70 dienstencheques voor het betalen van gezinshulp. Dit om een betere combinatie tussen werk en gezin mogelijk te maken. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe gebeurt er een storting van het RIZIV naar de RVP. De externe overdracht naar de geneeskundige verzorging wordt vanaf 2008 volgens de nieuwe regels berekend: de stijging van 677.052 duizend euro ten opzichte van 2007 wordt onder andere veroorzaakt door de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering. De kapitaaluitgaven Ten slotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSVZ-Globaal beheer een bedrag van 4.299 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
259
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro)
Lopende Ontvangsten 2004 2005 2006 2007 2008
Bijdragen 2.460.343 2.593.515 2.728.788 2.845.980 3.244.981
Staatstoelagen 1.062.849 1.085.287 1.103.435 1.123.834 1.248.199
Alternatieve financiering 179.817 239.788 295.618 484.646 802.976
Toegewezen ontvangsten 15.423 15.867 17.733 15.900 16.194
Externe overdrachten 0 0 1.227 15.402 61.528
Opbrengsten beleggingen 4.483 6.872 12.622 24.511 34.673
Diversen 8.676 8.484 11.025 8.081 8.339
Totaal lopende ontvangsten 3.731.591 3.949.812 4.170.449 4.518.355 5.416.890
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
260
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) (vervolg)
Lopende Uitgaven 2004 2005 2006 2007 2008
Prestaties 2.548.366 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993
RIZIV-Uitkeringen 195.907 202.419 221.542 251.877 278.244RSVZ-Pensioenen 2.023.327 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189RSVZ-Gezinsbijslag 327.324 328.366 337.373 355.031 390.459RSVZ-Faillissemenstverzekering 1.807 1.853 1.648 1.664 4.102
Betalingskosten 1.793 1.515 1.454 1.477 1.364
Beheerskosten 70.123 72.988 73.510 76.193 80.871
Externe overdrachten 1.085.295 1.125.788 1.286.421 1.249.768 1.906.149
Intresten op leningen 2 0 0 0
Diversen 287 1.393 2.874 3.240 4.048
Totaal lopende uitgaven 3.705.865 3.843.574 4.122.273 4.249.971 5.202.425
Saldo lopende rekeningen 25.726 106.237 48.175 268.384 214.464
Kapitaalrekeningen 2004 2005 2006 2007 2008
Ontvangsten 0 0 3.232 1.042 180
Uitgaven 0 0 0 4.299
Saldo kapitaalrekeningen 0 0 3.232 1.042 -4.118
Budgettair resultaat 25.726 106.237 51.407 269.426 210.346
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
261
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
004
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
00
00
02.
460.
343
2.46
0.34
3G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
353.
083
2.35
3.08
3C
onso
lidat
iebi
jdra
gen
30
330
3V
enno
otsc
haps
bijd
rage
n
106.
957
106.
957
Sta
atst
oel
agen
1.06
2.84
91.
062.
849
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
179.
817
179.
817
Btw
164.
754
164.
754
Sto
ck o
ptio
ns
2.
388
2.38
8A
ccijn
zen
taba
k
12.6
7512
.675
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
15.4
230
00
15.4
230
15.4
23
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
00
00
00
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
80
00
84.
475
4.48
3
Div
erse
n
112
3.69
50
03.
807
4.86
98.
676
Eig
en o
ntv
ang
sten
15
.543
3.69
50
019
.238
3.71
2.35
33.
731.
591
RS
VZ
-GF
B
189.
653
2.03
1.06
932
7.32
41.
807
2.54
9.85
3
2.54
9.85
3A
nder
e ta
kken
0
00
00
00
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
189.
653
2.03
1.06
932
7.32
41.
807
2.54
9.85
30
2.54
9.85
3
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
20
5.19
62.
034.
764
327.
324
1.80
72.
569.
091
3.71
2.35
36.
281.
444
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
262
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
004
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
195.
907
2.02
3.32
732
7.32
41.
807
2.54
8.36
6
2.54
8.36
6
Bet
alin
gsk
ost
en
01.
793
00
1.79
3
1.79
3
Beh
eers
kost
en
9.00
29.
643
00
18.6
4551
.478
70.1
23
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.08
5.29
51.
085.
295
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
085.
172
1.08
5.17
2A
nder
e
123
123
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
22
Div
erse
n
287
00
028
70
287
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
20
5.19
62.
034.
764
327.
324
1.80
72.
569.
091
1.13
6.77
43.
705.
865
RS
VZ
-GF
B
00
00
0
0A
nder
e ta
kken
0
00
00
2.54
9.85
32.
549.
853
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
00
00
02.
549.
853
2.54
9.85
3
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
20
5.19
62.
034.
764
327.
324
1.80
72.
569.
091
3.68
6.62
76.
255.
718
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
025
.726
25.7
26
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
0
Uit
gav
en
00
00
00
0
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
25.7
2625
.726
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
263
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
00
00
02.
593.
515
2.59
3.51
5G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
425.
877
2.42
5.87
7P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
4.70
44.
704
Con
solid
atie
bijd
rage
n
149
149
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
16
2.78
416
2.78
4
Sta
atst
oel
agen
1.08
5.28
71.
085.
287
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
239.
788
239.
788
Btw
225.
244
225.
244
Sto
ck o
ptio
ns
1.
438
1.43
8A
ccijn
zen
taba
k
13.1
0513
.105
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
15.8
670
00
15.8
67
15.8
67
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
00
00
0
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
70
00
76.
864
6.87
2
Div
erse
n
128
3.53
90
03.
668
4.81
68.
484
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.003
3.53
90
019
.542
3.93
0.27
03.
949.
812
RS
VZ
-GF
B
195.
914
2.11
7.55
132
8.36
61.
853
2.64
3.68
3
2.64
3.68
3A
nder
e ta
kken
0
0
0
00
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
195.
914
2.11
7.55
132
8.36
61.
853
2.64
3.68
30
2.64
3.68
3
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
21
1.91
72.
121.
090
328.
366
1.85
32.
663.
224
3.93
0.27
06.
593.
494
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
264
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
202.
419
2.10
9.25
532
8.36
61.
853
2.64
1.89
2
2.64
1.89
2
Bet
alin
gsk
ost
en
01.
515
00
1.51
5
1.51
5
Beh
eers
kost
en
9.24
710
.320
00
19.5
6753
.421
72.9
88
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.12
5.78
81.
125.
788
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
125.
787
1.12
5.78
7A
nder
e
11
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
0
00
00
Div
erse
n
251
0
025
11.
142
1.39
3
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
21
1.91
72.
121.
090
328.
366
1.85
32.
663.
224
1.18
0.35
03.
843.
574
RS
VZ
-GF
B
0
0
0A
nder
e ta
kken
0
0
2.64
3.68
32.
643.
683
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
0
02.
643.
683
2.64
3.68
3
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
21
1.91
72.
121.
090
328.
366
1.85
32.
663.
224
3.82
4.03
36.
487.
257
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
010
6.23
710
6.23
7
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
0
Uit
gav
en
00
00
00
0
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
106.
237
106.
237
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
265
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
00
00
02.
728.
788
2.72
8.78
8G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
569.
431
2.56
9.43
1P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
6.30
56.
305
Con
solid
atie
bijd
rage
n
9292
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
15
2.96
015
2.96
0
Sta
atst
oel
agen
1.10
3.43
51.
103.
435
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
295.
618
295.
618
Btw
235.
880
235.
880
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
43.0
3543
.035
Sto
ck o
ptio
ns
1.
584
1.58
4A
ccijn
zen
taba
k
13.6
2013
.620
And
ere
1.
500
1.50
0
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
17.7
330
00
17.7
33
17.7
33
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
1.22
70
01.
227
1.
227
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
200
00
2012
.602
12.6
22
Div
erse
n
100
3.48
60
03.
586
7.43
911
.025
Eig
en o
ntv
ang
sten
17
.853
4.71
30
022
.566
4.14
7.88
34.
170.
449
RS
VZ
-GF
B
206.
932
2.20
5.31
533
7.37
31.
648
2.75
1.26
8
2.75
1.26
8A
nder
e ta
kken
0
0
0
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
206.
932
2.20
5.31
533
7.37
31.
648
2.75
1.26
8
2.75
1.26
8
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
22
4.78
52.
210.
028
337.
373
1.64
82.
773.
834
4.14
7.88
36.
921.
716
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
266
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
221.
542
2.19
7.45
133
7.37
31.
648
2.75
8.01
4
2.75
8.01
4
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
454
00
1.45
4
1.45
4
Beh
eers
kost
en
9.87
69.
896
00
19.7
7253
.738
73.5
10
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
0
1.28
6.42
11.
286.
421
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
191.
525
1.19
1.52
5A
nder
e
94.8
9694
.896
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
00
Div
erse
n
284
00
028
42.
590
2.87
4
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
23
1.70
22.
208.
801
337.
373
1.64
82.
779.
524
1.34
2.75
04.
122.
273
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
2.75
1.26
82.
751.
268
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
2.
751.
268
2.75
1.26
8
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
23
1.70
22.
208.
801
337.
373
1.64
82.
779.
524
4.09
4.01
76.
873.
541
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-6.9
171.
227
00
-5.6
9053
.865
48.1
75
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
0
03.
232
3.23
2
Uit
gav
en
00
0
00
0
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
0
3.23
23.
232
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -6
.917
1.22
70
0-5
.690
57.0
9751
.407
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
267
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
2.
845.
980
2.84
5.98
0G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
677.
901
2.67
7.90
1P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.60
35.
603
Con
solid
atie
bijd
rage
n
4343
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
16
2.43
316
2.43
3
Sta
atst
oel
agen
1.12
3.83
41.
123.
834
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
484.
646
484.
646
Btw
421.
070
421.
070
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
44.7
4244
.742
Sto
ck o
ptio
ns
1.
639
1.63
9A
ccijn
zen
taba
k
13.5
9513
.595
And
ere
3.
600
3.60
0
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
15.9
00
15.9
00
15.9
00
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
15.4
0215
.402
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1024
.501
24.5
11
Div
erse
n
803.
384
3.46
44.
617
8.08
1
Eig
en o
ntv
ang
sten
15
.990
3.38
4
19
.374
4.49
8.98
14.
518.
355
RS
VZ
-GF
B
239.
755
2.31
8.79
235
5.03
11.
664
2.91
5.24
2
2.91
5.24
2A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
239.
755
2.31
8.79
235
5.03
11.
664
2.91
5.24
2
2.91
5.24
2
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
25
5.74
52.
322.
176
355.
031
1.66
42.
934.
616
4.49
8.98
17.
433.
596
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
268
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
251.
877
2.31
0.72
235
5.03
11.
664
2.91
9.29
3
2.91
9.29
3
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
477
1.47
7
1.47
7
Beh
eers
kost
en
10.1
309.
977
20.1
0756
.086
76.1
93
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.24
9.76
81.
249.
768
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
227.
757
1.22
7.75
7A
nder
e
22.0
1022
.010
Intr
este
n o
p le
nin
gen
00
Div
erse
n
267
26
72.
973
3.24
0
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
26
2.27
42.
322.
176
355.
031
1.66
42.
941.
144
1.30
8.82
64.
249.
971
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
2.91
5.24
22.
915.
242
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
2.
915.
242
2.91
5.24
2
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
26
2.27
42.
322.
176
355.
031
1.66
42.
941.
144
4.22
4.06
87.
165.
212
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-6.5
290
00
-6.5
2927
4.91
326
8.38
4
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
1.
042
1.04
2
Uit
gav
en
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
1.04
21.
042
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -6
.529
00
0-6
.529
275.
955
269.
426
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
269
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
3.
244.
981
3.24
4.98
1G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
067.
203
3.06
7.20
3P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.68
05.
680
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
2.06
817
2.06
8
Sta
atst
oel
agen
1.24
8.19
91.
248.
199
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
802.
976
802.
976
Btw
676.
497
676.
497
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
49.4
2149
.421
Sto
ck o
ptio
ns
2.
193
2.19
3A
ccijn
zen
taba
k
14.0
0014
.000
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
56.7
6356
.763
And
ere
4.
101
4.10
1
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.1
94
16.1
94
16.1
94
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
61.5
2861
.528
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
1034
.663
34.6
73
Div
erse
n
803.
223
3.30
35.
036
8.33
9
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.284
3.22
3
19
.507
5.39
7.38
35.
416.
890
RS
VZ
-GF
B
273.
689
2.54
5.54
839
0.45
94.
102
3.21
3.79
7
3.21
3.79
7A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
273.
689
2.54
5.54
839
0.45
94.
102
3.21
3.79
7
3.21
3.79
7
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
28
9.97
32.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
304
5.39
7.38
38.
630.
687
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
270
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
278.
244
2.53
7.18
939
0.45
94.
102
3.20
9.99
3
3.20
9.99
3
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
364
1.36
4
1.36
4
Beh
eers
kost
en
11.3
0310
.218
21.5
2159
.350
80.8
71
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.90
6.14
91.
906.
149
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
904.
809
1.90
4.80
9A
nder
e
1.34
01.
340
Intr
este
n o
p le
nin
gen
Div
erse
n
267
26
73.
781
4.04
8
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
28
9.81
42.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
145
1.96
9.28
05.
202.
425
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
3.21
3.79
73.
213.
797
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
213.
797
3.21
3.79
7
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
28
9.81
42.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
145
5.18
3.07
88.
416.
222
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
159
00
015
921
4.30
521
4.46
4
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
18
018
0
Uit
gav
en
4.
299
4.29
9
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-4.1
18-4
.118
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 15
90
00
159
210.
187
210.
346
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
271
1. Sociaal statuut (RSVZ) 275
1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse 1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en
geslacht 1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-
verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit) 1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen 1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening
2. Uitkeringen (RIZIV) 281
2.0 Methodologische nota 2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit / aantal gevallen 2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap / verzekerde bevolking 2.13 Moederschap en adoptie / aantal gevallen 2.14 Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval 2.15 Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering
C.
Statistieken
3. Pensioenen (RVP) 291
3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt
betaald 3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden
betaald 3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen) 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen
4. Gezinsbijslag (RSVZ) 297
4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op
bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen
5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 305
5.0 Methodologische nota 5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven
1. Sociaal statuut 1.0 Methodologische nota De weergegeven statistieken bieden een overzicht van de voornaamste bepalende factoren met betrekking tot de heffing van sociale bijdragen voor het sociaal statuut van zelfstandigen. We vermelden hierbij dat de geheven bijdragen voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen berekend worden in functie van het belastbaar inkomen van deze zelfstandigen drie jaar voordien. Ten titel van voorbeeld is het zo dat de sociale bijdragen voor een zelfstandige, verschuldigd voor 2005, berekend zullen worden op basis van zijn (of haar) belastbaar inkomen van 2002. Effectieven (tabellen 1.1 en 1.2) Voor de effectieven werden twee tabellen opgenomen. De eerste heeft betrekking op de verzekeringsplichtigen (zelfstandigen en helpers) voor het sociaal statuut opgesplitst per leeftijdsklasse. De tweede tabel splitst hetzelfde totaal op naar het onderscheid zelfstandige of helper. Vervolgens worden de subtotalen verder onderverdeeld volgens het criterium hoofdbezigheid, nevenbezigheid of activiteit na pensioenleeftijd. Coherentie van de effectieven (tabel 1.3) Het doel van tabel 1.3 is uit te leggen dat er een verschil bestaat tussen het begrip verzekeringsplichtige voor het sociaal statuut en het gerechtigd zijn als zelfstandige in de ziekteverzekering. We hebben in deze tabel de RIZIV-cijfers over ledentallen zelfstandigen geplaatst naast de RSVZ-cijfers voor de variabele die het meest nauw aansluit met het begrip “gerechtigde zelfstandige”, zoals dat bij het RIZIV gehanteerd wordt. De voornaamste verklaring voor het vastgestelde verschil ligt bij de “starters” die in het algemeen een stage doen van zes maanden alvorens toegelaten te worden als gerechtigde in het zelfstandigenstatuut voor de ziekteverzekering. Aan bijdragen onderworpen inkomsten van zelfstandigen (tabel 1.4) Hierin wordt de evolutie getoond van de inkomsten van de zelfstandigen, waarop de bijdragen voor het sociaal statuut berekend worden. De inkomsten van zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd worden in een aparte rubriek vermeld. Aangezien in 2003 de zogenaamde “brutering” van de aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen inkomens van de zelfstandigen werd afgeschaft, werd deze tabel herzien vanaf het jaar 2000. De vermelde inkomens stemmen overeen met de geïndexeerde inkomens. (Cf. tabel 1.5 voor de indexeringswijze). Herwaarderingscoëfficiënten (tabel 1.5) Deze tabel laat toe de omrekening te doen naar geïndexeerde inkomsten. Deze laatste vormen de grondslag om de bijdragen te berekenen. Aanvullende informatie kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ en op de website www.rsvz.be .
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
275
Bron: RSVZ
12.2004 12.2005 12.2006 12.2007 12.2008
Minder dan 30 jaar 83.753 85.638 85.966 92.497 98.26030 - 39 jaar 218.324 215.273 213.293 217.507 220.99640 - 49 jaar 258.335 260.794 264.725 270.186 274.50250 - 59 jaar 190.784 194.473 197.765 201.887 205.09760 - 64 jaar 51.641 54.471 60.350 63.281 65.22265 - 69 jaar 25.580 25.048 25.753 26.219 26.45870 - 79 jaar 25.001 24.946 25.650 26.086 26.17780 jaar en meer 6.299 6.625 7.120 7.291 7.234
Totaal 859.717 867.268 880.622 904.954 923.946
1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
276
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2004
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 534.638 226.706 761.344Hoofdbezigheid 375.820 168.672 544.492Nevenbezigheid 116.384 43.271 159.655Activiteiten na pensioenleeftijd 42.434 14.763 57.197
Helpers 36.446 61.927 98.373Hoofdbezigheid 32.156 59.946 92.102Nevenbezigheid 2.673 1.444 4.117Activiteiten na pensioenleeftijd 1.617 537 2.154
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
571.084 288.633 859.717
Toestand op 31 december 2004
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
644.908
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
578.780
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
49.500
- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
8.314
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2005
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 542.099 232.437 774.536Hoofdbezigheid 379.679 171.064 550.743Nevenbezigheid 119.410 46.331 165.741Activiteiten na pensioenleeftijd 43.010 15.042 58.052
Helpers 35.360 57.372 92.732Hoofdbezigheid 30.726 55.151 85.877Nevenbezigheid 2.968 1.648 4.616Activiteiten na pensioenleeftijd 1.666 573 2.239
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
577.459 289.809 867.268
Toestand op 31 december 2005
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
667.507
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
583.534
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
22.199
- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
30.887
1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en geslacht
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
277
(vervolg)
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2006
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 551.537 239.751 791.288Hoofdbezigheid 384.609 174.618 559.227Nevenbezigheid 123.228 50.211 173.439Activiteiten na pensioenleeftijd 43.700 14.922 58.622
Helpers 35.171 54.163 89.334Hoofdbezigheid 30.034 51.471 81.505Nevenbezigheid 3.395 2.092 5.487Activiteiten na pensioenleeftijd 1.742 600 2.342
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
586.708 293.914 880.622
Toestand op 31 december 2006
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
670.042
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
591.741
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
19.681
- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
29.310
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2007
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 567.540 249.951 817.491Hoofdbezigheid 393.971 179.358 573.329Nevenbezigheid 128.626 55.253 183.879Activiteiten na pensioenleeftijd 44.943 15.340 60.283
Helpers 35.214 52.249 87.463Hoofdbezigheid 29.616 49.055 78.671Nevenbezigheid 3.822 2.567 6.389Activiteiten na pensioenleeftijd 1.776 627 2.403
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
602.754 302.200 904.954
Toestand op 31 december 2007
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
680.820
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
605.624
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
17.556
- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
28.820
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
278
(vervolg)
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2008
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 579.868 259.420 839.288Hoofdbezigheid 401.397 183.439 584.836Nevenbezigheid 132.188 60.285 192.473Activiteiten na pensioenleeftijd 46.283 15.696 61.979
Helpers 34.622 50.036 84.658Hoofdbezigheid 28.598 46.473 75.071Nevenbezigheid 4.243 2.934 7.177Activiteiten na pensioenleeftijd 1.781 629 2.410
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
614.490 309.456 923.946
Toestand op 31 december 2008
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
688.400
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
615.765
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
15.649
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
28.493
Bron: RIZIV en RSVZ
"In regel" "Niet-verzekerd" Totaal
30 juni 2004 488.376 18.364 506.740 523.47630 juni 2005 496.039 19.916 515.955 528.57630 juni 2006 525.446 20.535 545.981 535.21230 juni 2007 537.297 27.238 564.535 546.33730 juni 2008 553.240 26.937 580.177 558.186
1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit)
Teldatum
ZIV-statuut van gerechtigde als zelfstandige RSVZ - verzekerings-plichtige voor sociaal statuut
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
279
Bron: RSVZ
2004 2005 2006 2007 2008(refertejaar
2001)(refertejaar
2002)(refertejaar
2003)(refertejaar
2004)(refertejaar
2005)
Zelfstandigen 11.782.850 12.560.246 13.351.750 13.639.448 14.286.472Hoofdbezigheid 11.476.886 12.132.733 12.863.247 13.138.599 13.720.325Nevenbezigheid 305.964 427.513 488.503 500.849 566.147
Zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd
511.025 545.960 597.357 618.672 661.359
Anderen 0 0 0 0 0
Totaal 12.293.875 13.106.206 13.949.107 14.258.120 14.947.831
1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening (1)
Bron: RSVZ
2004 2005 2006 2007 2008
Herwaarderingscoëfficiënt401,87 381,90
414,35 388,18
428,31 394,36
434,00 402,62
448,68 413,83
(1) Index basis 1971
1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen (duizend euro)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
280
2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota Net zoals sector van de geneeskundige verzorging voor zelfstandigen, sector geneeskundige verzorging, mag ook de sector uitkeringen niet als een op zichzelf staande regeling beschouwd worden. De bestaande wetgeving voor de werknemers werd via het K.B. van 20.07.1971, betreffende de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en moederschapsuitkeringen uitgebreid tot de zelfstandigen. De hiernavolgende statistische tabellen zijn daarom zowel vormelijk als inhoudelijk identiek aan deze van de werknemers. Primaire arbeidsongeschiktheid / Invaliditeit De reglementering maakt een drievoudig onderscheid tussen de perioden van arbeidsongeschiktheid: de periode van primaire ongeschiktheid, zonder uitkeringen, die de eerste maand omvat; de periode van primaire ongeschiktheid, met uitkeringen, gedurende de volgende elf maanden; de invaliditeitsperiode die vanaf het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid aanvangt. De gerechtigde bekomt in de periode van primaire ongeschiktheid met uitkeringen en tijdens de invaliditeitsperiode een forfaitair bedrag waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar het al dan niet hebben van personen ten laste. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap De moederschapsuitkering wordt uitbetaald voor een periode van zes weken (sinds 2003) onmiddellijk na de bevalling. Deze uitkering bestaat uit een forfaitair bedrag.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
281
2.1
Led
enta
l / v
erze
kerd
e b
evo
lkin
g n
aar
stat
uu
t, le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Zel
fsta
nd
igen
-
en
ige
acti
vite
itM
anne
n41
38.
587
26.1
0840
.549
55.6
6963
.752
60.8
6850
.825
42.9
1724
.966
4.59
137
9.24
5V
rouw
en14
74.
728
14.5
2018
.836
23.6
9024
.689
21.7
5516
.488
11.9
626.
160
1.80
514
4.78
0
Mee
hel
pen
de
ech
tgen
ote
nM
anne
n0
1589
217
446
537
487
480
382
195
252.
873
Vro
uwen
421
487
32.
057
3.94
95.
633
6.15
46.
808
7.00
94.
075
1.28
938
.065
To
taal
564
13.5
4441
.590
61.6
5983
.754
94.6
1189
.264
74.6
0162
.270
35.3
967.
710
564.
963
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Zel
fsta
nd
igen
-
en
ige
acti
vite
itM
anne
n48
99.
318
26.7
8840
.841
56.4
0664
.677
63.4
8253
.684
45.0
3628
.790
4.58
539
4.09
6V
rouw
en15
74.
952
14.9
0819
.180
24.5
4725
.545
23.4
4317
.990
13.1
207.
113
1.87
515
2.83
0
Mee
hel
pen
de
ech
tgen
ote
nM
anne
n0
886
179
423
485
477
380
268
136
142.
456
Vro
uwen
415
569
51.
688
3.36
95.
074
5.62
55.
063
4.38
42.
798
754
29.6
09
To
taal
650
14.4
3342
.477
61.8
8884
.745
95.7
8193
.027
77.1
1762
.808
38.8
377.
228
578.
991
Toe
stan
d op
30
juni
200
7
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
282
2.2
Aan
tal i
nva
liden
naa
r le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Man
nen
011
4011
829
261
21.
027
1.75
63.
261
5.03
394
12.2
44V
rouw
en0
527
114
212
421
689
1.02
91.
609
1.79
20
5.89
8
To
taal
016
6723
250
41.
033
1.71
62.
785
4.87
06.
825
9418
.142
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Man
nen
011
4611
628
759
71.
100
1.73
23.
201
5.07
277
12.2
39V
rouw
en0
928
112
234
448
727
1.01
81.
687
1.84
10
6.10
4
To
taal
020
7422
852
11.
045
1.82
72.
750
4.88
86.
913
7718
.343
Toe
stan
d op
30
juni
200
7
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
283
2.3 Evolutie van het ledental
Bron: RIZIV
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
Zelfstandigen 488.064 495.640 509.004 506.723 529.516Mannen 356.134 359.470 366.842 367.077 381.937Vrouwen 131.930 136.170 142.162 139.646 147.579
Meehelpende echtgenoten 51.131 44.661 39.596 40.098 31.132
Totaal 539.195 540.301 548.600 546.821 560.648
2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer (1)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 3,07 2,54 3,09 3,13 3,11Mannen 3,14 3,11 3,07 3,06 3,07Vrouwen 2,88 2,95 3,12 3,32 3,19
Meehelpende echtgenoten 3,19 3,28 3,32 3,24 3,94
Totaal 3,08 3,09 3,10 3,14 3,15
(1) Aantal vergoede dagen / ledental.
2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 1.496.420 1.520.656 1.571.126 1.587.435 1.644.862Mannen 1.116.645 1.119.018 1.127.925 1.123.774 1.174.228Vrouwen 379.775 401.638 443.201 463.661 470.634
Meehelpende echtgenoten 163.192 146.620 131.396 130.050 122.580
Totaal 1.659.612 1.667.276 1.702.522 1.717.485 1.767.442
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
284
2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 25,01 25,56 25,82 29,81 32,66Mannen 25,81 26,34 26,66 30,62 33,51Vrouwen 24,09 24,59 24,88 27,86 30,51
Meehelpende echtgenoten 23,44 24,04 24,54 27,41 29,88
2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven(duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 37.424 38.862 40.569 46.829 52.929Mannen 28.825 29.474 30.068 34.406 39.352Vrouwen 9.148 9.876 11.025 12.920 14.361Regularisaties -549 -488 -524 -497 -784
Meehelpende echtgenoten 3.826 3.525 3.224 3.565 3.644
Hulp van derden 56 64 60 101 143
Totaal 41.306 42.451 43.853 50.495 56.716
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
285
2.8 Invaliditeit / aantal gevallen
Bron: RIZIV
12.2004 12.2005 12.2006 12.2007 12.2008
Zelfstandigen 16.582 16.686 17.087 17.447 17.479Mannen 12.228 12.123 12.090 12.279 12.249Vrouwen 4.354 4.563 4.997 5.168 5.230
< 60 jaar 3.340 3.469 3.488 3.618 3.661>= 60 jaar 1.014 1.094 1.509 1.550 1.569
Meehelpende echtgenoten 438 670 846 955 1.073Mannen 24 64 78 79 93Vrouwen 414 606 768 876 980
< 60 jaar 318 479 569 612 683>= 60 jaar 96 127 199 264 297
Totaal 17.020 17.356 17.933 18.402 18.552
2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 5.084.727 5.095.632 5.206.946 5.308.197 5.365.888Mannen 3.771.953 3.714.990 3.702.282 3.728.876 3.751.589
Vrouwen 1.312.774 1.380.642 1.504.664 1.579.321 1.614.299
Meehelpende echtgenoten 109.813 168.738 216.363 253.535 307.159
Totaal 5.194.540 5.264.370 5.423.309 5.561.732 5.673.047
2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 27,84 28,41 30,85 33,35 35,84Mannen 28,50 29,13 31,83 34,72 37,06Vrouwen 25,94 26,50 28,44 30,83 33,00
Meehelpende echtgenoten 24,46 24,88 25,62 28,95 31,40
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
286
2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 141.533 144.789 160.643 178.163 192.314Mannen 107.484 108.201 117.852 129.467 139.037Vrouwen 34.049 36.588 42.791 48.696 53.277
Meehelpende echtgenoten 2.686 4.198 5.544 7.340 9.644
Regularisaties -221 -122 -253 -160 -124
Hulp van derden 721 771 733 4.247 4.674
Totaal 144.719 149.636 166.667 189.590 206.508
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
287
2.12 Moederschap / verzekerde bevolking (1)
Bron: RIZIV
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
Zelfstandigen 83.114 84.998 88.120 85.911 88.536
Meehelpende echtgenotes 17.318 13.394 10.659 12.650 10.907
Totaal 100.432 98.392 98.779 98.561 99.443
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.
2.13 Moederschap en adoptie / aantal gevallen
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 4.594 4.725 5.056 5.050 5.172
Meehelpende echtgenotes 446 403 320 240 250
Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) 25 47
Totaal 5.040 5.128 5.376 5.315 5.469
2.14 Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval (euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 1.955,27 2.012,32 2.046,77 2.215,82 2.747,49
Meehelpende echtgenotes 1.965,98 1.998,70 2.007,10 2.241,95 2.705,44
Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) 1.981,42 1.915,98
2.15 Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven(duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Zelfstandigen 8.983 9.508 10.355 11.190 14.210
Meehelpende echtgenotes 877 806 644 538 676
Adoptie ( zelfst. + meeh. echtg.) 48 90
Interne audit 3
Invaliden 23 17 24 16 41
Totaal 9.883 10.331 11.023 11.792 15.020
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
288
2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Primaire arbeidsongeschiktheid 41.305 42.451 43.852 50.495 56.716Invaliditeit 144.719 149.636 166.667 189.590 206.508Moederschapsuitkering 9.883 10.331 11.023 11.792 15.020
Totaal 195.907 202.419 221.542 251.877 278.244
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
289
3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota Voorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen In de ontwikkeling van de pensioenregeling voor zelfstandigen zijn drie fasen te onderscheiden. Tot voor de wet van 30.06.1956 ging het om een vrijwillig stelsel. De wet van 30.06.1956 introduceerde het stelsel van individuele kapitalisatie. Door de wet van 06.02.1976 werd de kapitalisatie als wijze van beheer afgeschaft. De wet van 15.05.1984 betreffende de harmonisatie van de verschillende pensioenregelingen is de meest belangrijke wet van de jongste jaren. Deze wet berust op vier grote basisbeginselen, met name: het behoud van rechten uit loopbaanjaren in de verschillende regelingen, gelijkheid van man en vrouw, uniformisering van termijnen voor indiening van aanvragen en vooral, de instelling van een pensioen in verhouding tot de door de zelfstandigen voor de loopbaanjaren na 1983 gestorte bijdragen. De rustpensioenen worden vanaf 1984 toegekend in functie van de beroepsinkomsten die als basis voor de berekening van de bijdragen gediend hebben. Op grond van de door de overleden echtgenoot uitgeoefende activiteit als zelfstandige kan de langstlevende echtgenoot, man of vrouw, een overlevingspensioen genieten. De statistische tabellen met betrekking tot de zogenaamde voorwaardelijke pensioenen (aantal begunstigden op 1 januari, indeling naar pensioensoort, geslacht en leeftijdsklasse, evenals het gemiddeld maandbedrag van het pensioenvoordeel) zijn op gelijkaardige wijze samengesteld als bij de werknemers. Specifiek voor het pensioenstelsel der zelfstandigen zijn de onvoorwaardelijke pensioenen, waarover hieronder meer. Onvoorwaardelijke pensioenen Het onvoorwaardelijk pensioen wordt toegekend aan de volgende categorieën van personen: degenen die geen aanvraag hebben ingediend voor een voorwaardelijk pensioen als
zelfstandige; degenen die geen aanspraak kunnen maken op de toekenning of de uitbetaling van een
voorwaardelijk rust- of overlevingspensioen als zelfstandige; zij voor wie het globaal bedrag van de rust- of overlevingsuitkeringen als zelfstandige lager ligt
dan het bedrag van het onvoorwaardelijk pensioen. De statistische gegevens i.v.m. de onvoorwaardelijke pensioenen werden beperkt tot de uitgaven op jaarbasis (cf. tabel 3.3). Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Voor informatie over de aantallen cumulaties van pensioenvoordelen voor zelfstandigen met voordelen uit andere pensioenstelsels, inzonderheid dat der werknemers of dat van de overheid verwijzen we naar het jaarverslag van de RVP. (website : http://www.rvponp.fgov.be/onprvp2004/).
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
291
Bron: RVP
01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008
Mannen 225.848 226.117 226.231 226.216 226.323
Rustpensioenen 225.481 225.750 225.847 225.841 225.935Gehuwden, gezin 115.495 114.617 113.421 112.396 110.552Gehuwden, alleenstaand 53.596 54.429 55.338 55.999 57.360Niet-gehuwden 50.419 50.967 51.979 52.545 53.281Rust & overleving, gedeelte rust 5.971 5.737 5.109 4.901 4.742
Overlevingspensioenen 1.075 1.071 1.011 995 977Rust & overleving, gedeelte overleving 840 834 771 756 725Overleving 235 237 240 239 252
Dubbeltellingen -708 -704 -627 -620 -589
Vrouwen 266.151 265.398 264.747 260.171 260.466
Rustpensioenen 162.290 163.307 164.572 161.033 163.376Gehuwden, gezin 364 330 323 290 307Gehuwden, alleenstaand 56.751 57.080 57.910 55.888 57.259Niet-gehuwden 37.219 37.968 38.785 38.191 39.447Rust & overleving, gedeelte rust 67.956 67.929 67.554 66.664 66.363
Overlevingspensioenen 130.638 129.141 127.306 126.119 124.279Rust & overleving, gedeelte overleving 58.425 58.473 58.399 57.855 58.049Overleving 72.213 70.668 68.907 68.264 66.230
Dubbeltellingen -26.777 -27.050 -27.131 -26.981 -27.189
Totaal rust 387.771 389.057 390.419 386.874 389.311
Totaal overleving 131.713 130.212 128.317 127.114 125.256
Totaal pensioenen 519.484 519.269 518.736 513.988 514.567
Totaal dubbeltellingen -27.485 -27.754 -27.758 -27.601 -27.778
Totaal rechthebbenden 491.999 491.515 490.978 486.387 486.789
3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
292
Bron: RVP
01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008
Mannen 378,36 398,34 419,32 441,06 466,14
Rustpensioenen 378,45 398,42 419,44 441,19 466,29Gehuwden, gezin 472,98 500,31 529,39 558,87 597,13Gehuwden, alleenstaand 244,33 257,22 271,17 285,90 301,62Niet-gehuwden 308,85 325,25 344,10 361,86 379,79Rust & overleving, gedeelte rust 341,51 352,66 350,80 367,09 379,61
Overlevingspensioenen 109,96 119,79 133,51 137,95 150,46
Rust & overleving, gedeelte overleving 92,39 102,83 118,10 120,55 131,84Overleving 172,76 179,47 183,03 192,96 204,02
Vrouwen 284,92 298,09 311,71 329,10 343,02
Rustpensioenen 175,95 180,89 186,40 193,79 199,02Gehuwden, gezin 214,77 240,35 253,07 284,37 305,86Gehuwden, alleenstaand 180,81 186,50 193,21 202,91 208,79Niet-gehuwden 207,79 212,18 218,72 226,21 231,46Rust & overleving, gedeelte rust 154,24 158,39 161,69 167,18 170,82
Overlevingspensioenen 361,91 383,86 407,27 431,46 457,28
Rust & overleving, gedeelte overleving 326,43 349,49 373,39 398,12 423,90Overleving 390,61 412,31 435,98 479,71 486,54
Totaal / rustpensioen 293,70 307,11 321,21 338,21 354,13
Totaal / overlevingspensioen 359,85 381,69 405,11 429,16 454,89
Totaal / pensioen 310,47 325,81 341,96 360,70 378,66
Totaal / rechthebbende 327,81 344,21 361,29 381,17 400,26
3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
293
Bron: RVP
2004 2005 2006 2007 2008
Voorwaardelijke pensioenen
Rustpensioenen
Gemiddeld aantal gerechtigden 388.355 389.738 388.559 388.152 391.889Gemiddeld jaarbedrag (euro) 3.598,90 3.742,90 3.910,85 4.112,79 4.488,03Uitgaven (duizend euro) 1.397.652 1.458.749 1.519.596 1.596.390 1.758.809
Overlevingspensioenen
Gemiddeld aantal gerechtigden 130.924 129.265 127.804 126.499 124.930Gemiddeld jaarbedrag (euro) 4.424,28 4.662,50 4.927,16 5.225,56 5.788,03Uitgaven (duizend euro) 579.244 602.696 629.709 661.029 723.098
Totale uitgaven (duizend euro) 1.976.896 2.061.445 2.149.306 2.257.418 2.481.906
Onvoorwaardelijke pensioenen (duizend euro)
Uitbetaald door de sociale verzekeringsfondsen
6.945 6.030 5.139 4.666 4.761
Uitbetaald door RVP 31.431 33.400 34.231 34.706 36.277
Totaal 38.376 39.430 39.370 39.372 41.038
3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
294
3.4
Rec
hth
ebb
end
en n
aar
pen
sio
enso
ort
, lee
ftijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar
65-6
9 ja
ar70
-74
jaar
75-7
9 ja
ar80
-84
jaar
85 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Man
nen
161
15.3
1452
.186
53.8
1850
.952
33.9
9919
.893
226.
323
Geh
uwde
n, g
ezin
17.
088
25.3
1128
.242
26.3
0016
.405
7.20
511
0.55
2G
ehuw
den,
alle
enst
aand
85.
453
15.6
3514
.045
12.0
806.
946
3.19
357
.360
Nie
t geh
uwd
32.
566
10.6
4710
.654
11.3
719.
643
8.39
753
.281
Rus
t & o
verle
ving
013
359
187
01.
190
998
1.09
64.
878
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oene
n14
974
27
117
225
2
Vro
uw
en8.
648
17.2
4339
.234
45.9
6052
.630
48.6
1948
.132
260.
466
Geh
uwde
n, g
ezin
097
118
5329
73
307
Geh
uwde
n, a
lleen
staa
nd86
6.64
417
.089
15.0
9010
.972
5.37
42.
004
57.2
59N
iet g
ehuw
d5
2.91
39.
118
8.35
77.
832
6.10
75.
115
39.4
47R
ust &
ove
rlevi
ng0
1.98
19.
624
16.1
0722
.400
22.8
3124
.280
97.2
23O
verle
ving
spen
sioe
nen
8.55
75.
608
3.28
56.
353
11.3
9714
.300
16.7
3066
.230
To
taal
rec
hth
ebb
end
en8.
809
32.5
5791
.420
99.7
7810
3.58
282
.618
68.0
2548
6.78
9
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
8
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
295
3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)
Bron: RVP
2004 2005 2006 2007 2008
Pensioenen RVP 2.016.348 2.103.244 2.192.286 2.306.056 2.532.423
Rustpensioenen 1.397.652 1.458.749 1.519.480 1.596.410 1.758.828Overlevingspensioenen 579.244 602.696 629.711 661.004 723.081Speciale bijslag 1.126 1.162 1.176 1.198 1.300Onvoorwaardelijke pensioenen RVP 31.431 33.400 34.231 34.706 36.277Toeslag brugrustpensioen landbouw 3.687 3.533 3.490 3.385 3.225Toeslag pensioen (art. 5, KB 25.4.1997) 3.205 3.699 4.199 4.658 5.206Welvaartsaanpassing - - - 4.695 4.508Herwaarderingspremie 2 4 - - -
Onvoorwaardelijke pensioenen SVF 6.945 6.030 5.139 4.666 4.761
Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten
34 -19 26 0 5
Indexeringen 34 -19 26 0 5
Totaal 2.023.327 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
296
4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De RSVZ verzekert de betaling van de gezinsbijslag voor de rechtgevende kinderen, waarvan de gerechtigden vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen. Voor de samenstelling van de tabellen verwijzen we naar de methodologische nota gezinsbijslag bij de werknemers. Qua structuur zijn de tabellen voor de gezinsbijslag in de regeling van de zelfstandigen identiek aan die voor de werknemers. In de tabel 4.8 (synthesetabel) werd door middel van een raming een uitsplitsing gemaakt naar schaal. Deze raming is gebaseerd op aantallen. We hebben een rubriek statistische correctie toegevoegd, die zorgt voor de overeenstemming met het totaal van de prestaties gezinsbijslag in de geconsolideerde tabellen. Aanvullende informatie over de gezinsbijslag voor zelfstandigen kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ of op de website van de RSVZ: www.rsvz.be .
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
297
4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal (1)
Bron: RSVZ
2004 2005 2006 2007 2008
Kinderbijslag 215.033 211.667 208.236 205.900 204.024Gewone schaal 202.172 199.155 196.241 194.169 192.662Invalidenschaal 2.225 2.167 1.971 1.926 1.922Wezenschaal 10.636 10.345 10.024 9.805 9.440
Kraamgeld 5.640 5.731 5.765 5.680 5.782
Adoptiepremie 50 50 51 31 28
(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.
4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)
Bron: RSVZ
2004 2005 2006 2007 2008
Kinderbijslag (1)1.533,13 1.546,87 1.624,60 1.733,25 1.802,14
Gewone schaal 1.437,66 1.451,23 1.525,71 1.636,39 1.711,89Invalidenschaal 3.044,38 3.092,51 3.377,28 3.549,59 3.457,46Wezenschaal 3.042,68 3.105,78 3.213,10 3.326,05 3.381,28
Kraamgeld (2) 807,58 841,26 876,15 915,15 963,97
(1) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(2) De adoptiepremies zijn inbegrepen bij het kraamgeld.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
298
Bron: RSVZ
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
0 - 6 jaar 37.683 37.044 36.668 36.879 37.841
6 - 12 jaar 57.136 55.455 53.584 52.708 51.932
12 - 16 jaar 44.735 44.372 43.488 42.049 41.010
16 - 18 jaar 22.449 22.479 22.343 22.722 22.751
18 - 21 jaar 29.598 29.431 29.841 29.701 29.338
Studenten 28.990 28.821 29.280 29.193 28.897Leerlingen (1) 370 366 300 284 253Gehandicapten 238 244 261 224 188
21 - 25 jaar 18.440 18.065 17.741 17.471 17.073
Studenten 18.379 18.027 17.682 17.404 17.025Leerlingen (1) 61 38 59 67 48
25 jaar en ouder 4.991 4.821 4.571 4.370 4.079
Totaal 215.032 211.667 208.236 205.900 204.024
Kinderen met een handicap 6.764 6.710 6.448 6.286 6.054
Jonger dan 21 jaar 1.772 1.889 1.877 1.916 1.97525 jaar en ouder 4.992 4.821 4.571 4.370 4.079
(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.
4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
299
4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang
Bron: RSVZ
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
Eerste kind 113.041 111.601 110.257 109.098 108.098Tweede kind 68.301 67.164 66.127 65.591 64.998Derde kind en volgende 33.691 32.902 31.852 31.211 30.928
Totaal 215.033 211.667 208.236 205.900 204.024
4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (1)
(aantal uitkeringen)
Bron: RSVZ
2004 2005 2006 2007 2008
Kraamgeld 5.640 5.731 5.765 5.680 5.782Eerste geboorte 2.534 2.641 2.556 2.586 2.566Tweede geboorte en volgende 3.106 3.090 3.209 3.094 3.216
Adoptiepremie 50 50 51 31 28
(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
300
4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 37.235 55.761 63.884 44.512 780 202.172Invalidenschaal 180 385 797 761 102 2.225Wezenschaal 268 990 2.503 2.765 4.110 10.636
Totaal 37.683 57.136 67.184 48.038 4.992 215.033
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 36.608 54.091 63.613 44.100 743 199.155Invalidenschaal 196 393 765 716 97 2.167Wezenschaal 240 971 2.473 2.680 3.981 10.345
Totaal 37.044 55.455 66.851 47.496 4.821 211.667
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 36.294 52.300 62.701 44.276 670 196.241Invalidenschaal 162 352 721 658 78 1.971Wezenschaal 212 932 2.409 2.648 3.823 10.024
Totaal 36.668 53.584 65.831 47.582 4.571 208.236
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 36.503 51.421 61.744 43.907 594 194.169Invalidenschaal 185 356 674 644 67 1.926Wezenschaal 191 931 2.353 2.621 3.709 9.805
Totaal 36.879 52.708 64.771 47.172 4.370 205.900
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 37.446 50.678 60.864 43.096 578 192.662Invalidenschaal 182 359 675 640 66 1.922Wezenschaal 213 895 2.222 2.675 3.435 9.440
Totaal 37.841 51.932 63.761 46.411 4.079 204.024
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2006
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2005
Toestand op 30 juni 2004
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
301
4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind
en volgende
Totaal
Gewone schaal 103.530 65.894 23.844 6.299 2.605 202.172Invalidenschaal (1) 1.425 521 172 60 47 2.225
Wezenschaal (1) 8.086 1.886 504 131 29 10.636
Totaal 113.041 68.301 24.520 6.490 2.681 215.033
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind
en volgende
Totaal
Gewone schaal 102.347 64.831 23.423 6.090 2.464 199.155Invalidenschaal (1) 1.377 499 170 68 53 2.167
Wezenschaal (1) 7.877 1.834 481 120 33 10.345
Totaal 111.601 67.164 24.074 6.278 2.550 211.667
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind
en volgende
Totaal
Gewone schaal 101.356 63.906 22.702 5.842 2.435 196.241Invalidenschaal (1) 1.262 446 159 61 43 1.971
Wezenschaal (1) 7.639 1.775 466 111 33 10.024
Totaal 110.257 66.127 23.327 6.014 2.511 208.236
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind
en volgende
Totaal
Gewone schaal 100.406 63.410 22.335 5.650 2.368 194.169Invalidenschaal (1) 1.237 441 151 60 37 1.926
Wezenschaal (1) 7.455 1.740 464 113 33 9.805
Totaal 109.098 65.591 22.950 5.823 2.438 205.900
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind
en volgende
Totaal
Gewone schaal 99.696 62.823 22.251 5.542 2.350 192.662Invalidenschaal (1) 1.237 458 146 51 30 1.922
Wezenschaal (1) 7.165 1.717 426 102 30 9.440
Totaal 108.098 64.998 22.823 5.695 2.410 204.024
Toestand op 30 juni 2005
Toestand op 30 juni 2006
(1) Inbegrepen de gehandicapten die geen aanspraak kunnen maken op de bijkomende bijslag voor gehandicapten.
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2004
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
302
4.8 Synthesetabel: uitgaven voor gezinsbijslagen (duizend euro)
Bron: RSVZ
2004 2005 2006 2007 2008
Gewone schaal 286.200 288.100 298.200 315.200 348.300Invalidenschaal 6.800 6.600 6.500 6.400 6.600Wezenschaal 31.900 31.500 31.400 31.100 31.900Andere Prestaties 13.600 14.100 14.700 16.100 18.200
Statistische correctie -11.176 -11.934 -13.427 -13.769 -18.060
Totaal 327.324 328.366 337.373 355.031 386.940
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
303
5. Faillissementsverzekering 5.0 Methodologische nota De opgenomen tabel over de faillissementsverzekering omvat het aantal rechthebbenden ( aantal toekenningen), het aantal vergoede maanden, de gemiddelde maanduitkering en de uitgaven aan sociale prestaties voor de faillissementsverzekering op jaarbasis. De gemiddelde maanduitkering wordt berekend, rekening houdend met het feit dat een toekenning op meerdere maanden betrekking kan hebben. Krachtens het K.B. van 26.04.2007 werd de periode gedurende dewelke men een uitkering van de faillissementsverzekering kan genieten verlengd tot ten hoogste 12 maanden. Aanvullende informatie over de faillissementsverzekering vindt u op de website van de RSVZ: www.rsvz.be. Algemene informatie over de evolutie van het aantal faillissementen en hun omvang vindt u op de website van het Nationaal Instituut voor de Statistiek: www.statbel.fgov.be bij de “indicatoren” (faillissementsstatistieken).
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)
305
5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven
Bron: RSVZ
2004 2005 2006 2007 2008
Aantal gevallen (toekenningen) 504 492 428 443 474Aantal vergoede maanden 2.515 2.487 2.105 2.598 4.197Gemiddelde maanduitkering (euro) 568,47 567,68 592,25 676,84 676,84
Totale uitgaven (euro) 1.429.710 1.411.825 1.246.681 1.758.417 3.790.950
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)
306
IV
RIZIV-Geneeskundige verzorging
2004-2008
A.
Economische rekeningen
A. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
004-
2008
(m
iljo
en e
uro
)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 17
.382
,51.
181,
818
.564
,318
.134
,51.
192,
819
.327
,318
.297
,11.
219,
519
.516
,619
.510
,21.
317,
620
.827
,822
.816
,9V
erst
rekk
inge
n of
uitk
erin
gen
17.3
82,5
1.18
1,8
18.5
64,3
18.1
34,5
1.19
2,8
19.3
27,3
18.2
97,1
1.21
9,5
19.5
16,6
19.5
10,2
1.31
7,6
20.8
27,8
22.8
16,9
Bet
alin
gson
kost
en
- -
- -
- -
- -
- -
- -
-
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
725,
748
,677
4,3
748,
850
,279
9,0
784,
653
,383
7,9
813,
056
,786
9,7
921,
7C
entr
ale
inst
ellin
gen
78,0
5,7
83,7
79,6
5,8
85,4
80,5
6,4
86,9
83,1
6,6
89,7
101,
3P
rimai
re in
stel
linge
n 64
7,7
42,9
690,
666
9,2
44,4
713,
670
4,1
46,9
751,
072
9,9
50,1
780,
082
0,4
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- -
- -
- -
- -
- -
- -
-
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
op
bre
ng
sten
an
der
e d
an f
inan
ciël
e -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
21
6,6
14,7
231,
319
2,9
12,0
204,
931
1,7
20,1
331,
833
6,2
18,9
355,
174
5,6
Bes
par
ing
-
171,
0-
40,0
- 21
1,0
176,
918
,019
4,9
- 82
,365
,4-
16,9
170,
517
,618
8,1
- 22
6,6
Su
bto
taal
18
.153
,81.
205,
119
.358
,919
.253
,11.
273,
020
.526
,119
.311
,11.
358,
320
.669
,420
.829
,91.
410,
822
.240
,724
.257
,6
Ove
rdra
chte
n b
inn
en d
e ta
k -
-
-
- -
-
-
-
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
-
-
- 17
,81,
219
,06,
7
6,7
615,
3N
aar
de w
erkn
emer
s (t
ak p
ensi
oene
n)
-
- -
-
17,8
17
,86,
7
6,7
N
aar
het R
SZ
-Glo
baal
beh
eer
553,
8N
aar
het R
SV
Z-G
loba
al b
ehee
r -
-
-
- -
1,2
1,2
-
- 61
,5
To
taal
18
.153
,81.
205,
119
.358
,919
.253
,11.
273,
020
.526
,119
.328
,91.
359,
520
.688
,420
.836
,61.
410,
822
.247
,424
.872
,9
200
8 L
aste
n
200
4 2
005
200
6 2
007
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen
310
A. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
004-
2008
(m
iljo
en e
uro
) (v
ervo
lg)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
1.
560,
710
7,7
1.66
8,4
1.60
2,6
108,
91.
711,
51.
676,
410
9,2
1.78
5,6
1.62
9,5
105,
41.
734,
91.
758,
0
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d v
oo
r d
e so
cial
e ze
kerh
eid
2,
80,
33,
11.
880,
20,
31.
880,
51.
871,
716
5,3
2.03
7,0
2.01
2,9
180,
42.
193,
32.
325,
7
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
1.
336,
210
2,2
1.43
8,4
- 13
4,0
134,
0-
- -
- -
- -
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
2,
50,
22,
72,
50,
32,
82,
50,
22,
72,
90,
33,
24,
9
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
264,
43,
226
7,6
225,
73,
922
9,6
252,
04,
225
6,2
278,
63,
628
2,2
304,
7
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s -
5,9
5,9
-
- -
-
- -
- -
Su
bto
taal
3.
166,
621
9,5
3.38
6,1
3.71
1,0
247,
43.
958,
43.
802,
627
8,9
4.08
1,5
3.92
3,9
289,
74.
213,
64.
393,
3
Ove
rdra
chte
n b
inn
en d
e ta
k -
-
-
- -
-
-
-
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
14
.987
,298
5,6
15.9
72,8
15.5
42,1
1.02
5,6
16.5
67,7
15.5
26,3
1.08
0,6
16.6
06,9
16.9
12,7
1.12
1,1
18.0
33,8
20.4
79,6
Van
het
RS
Z-G
loba
al b
ehee
r
14.8
87,6
14
.887
,615
.441
,0
15.4
41,0
15.4
23,0
15
.423
,016
.806
,0
16.8
06,0
18.5
74,8
Van
het
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
98
5,6
985,
6
1.02
5,6
1.02
5,6
1.
080,
61.
080,
6
1.12
1,1
1.12
1,1
1.79
3,5
Van
het
RS
VZ
-Gem
engd
e lo
opba
nen
99,6
99
,610
1,1
10
1,1
103,
3
103,
310
6,7
10
6,7
111,
3
To
taal
18
.153
,81.
205,
119
.358
,919
.253
,11.
273,
020
.526
,119
.328
,91.
359,
520
.688
,420
.836
,61.
410,
822
.247
,424
.872
,9
200
5 2
006
200
7 2
008
Op
bre
ng
sten
2
004
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen
311
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008
B.
Begrotingstabel
1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat
2004 2005 2006 2007 2008
3.257.556 3.958.361 4.081.495 4.216.902 4.393.303Kapitaalontvangsten 0 0 0 0 418.310
Sociale prestaties 16.773.628 17.250.196 17.735.288 18.873.406 20.704.056Andere lopende uitgaven 2.664.089 3.081.158 2.970.736 3.185.809 3.780.417
Kapitaaluitgaven 0 0 79.000 337.716 4.317
Begrotingsresultaat -207.361 201.928 -88.977 -146.246 187.140
Lopende ontvangsten
(duizend euro)
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal werknemers, het aantal zelfstandigen en de aan beide groepen gerelateerde inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal rechthebbenden, aantal intra-murale dagen, aantal verstrekkingen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten
2004 2005 2006 2007 2008
97,96% 21,51% 3,11% 3,32% 4,18%Lopende ontvangsten
In 2004 verdubbelde binnen de eigen ontvangsten de bijdrage op de omzet van de farmaceutische producten ten gevolge van de aanzienlijke overschrijding van de begroting van 2003. In 2005 stegen de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven met 25 % ten opzichte van 2004. In 2006 daalden de inkomsten uit deze bijdragen ten opzichte van 2005, deels door een onderschrijding van de begroting in 2005 en deels door een vereenvoudiging in de veelheid aan heffingen die werden ingevoerd. Anderzijds diende de farmaceutische industrie, ter vervanging van het zogenaamde ‘claw back’-systeem, wel het provisiefonds geneesmiddelen te financieren. Dit fonds bevatte in 2006 79.000 duizend euro, waarvan 75.768 duizend euro voor de werknemersregeling en 3.232 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In 2007 zette de dalende trend van de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven zich verder. Dit was voornamelijk het gevolg van een sterke onderschijding van de begroting in 2006. Aan het provisiefonds geneesmiddelen werd in 2007 een bedrag van 28.716 duizend euro toegevoegd, waarvan 27.674 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.042 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
315
Vanaf 01.01.2004 wordt een alternatieve financiering, die wordt afgehouden op de BTW-opbrengst, toegekend aan het RIZIV-geneeskundige verzorging voor de financiering van de ligdagprijzen van de ziekenhuizen. Voorheen betrof het een toelage ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting die rechtstreeks overgedragen werd aan de ziekenhuizen via de verzekeringsinstellingen. Een bedrag van 1.199.972 duizend euro werd toegekend aan de werknemersregeling, aan het stelsel van de zelfstandigen werd 93.135 duizend euro toegekend. Dit verklaart de uitzonderlijke groeivoet van de ontvangsten van de betalingsinstellingen waargenomen in 2004. In 2005 werd het bedrag van de BTW-ontvangsten toegewezen aan de financiering van de geneeskundige verzorging verhoogd met 41.659 duizend euro (waarvan 28.218 duizend euro voor de werknemersregeling en 13.441 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen) teneinde de Staatstussenkomst via de alternatieve financiering aan te wenden voor de verblijfskost in de psychiatrische verzorgingstehuizen. In 2006 werd dit bedrag opnieuw verhoogd met circa 13.000 duizend euro omdat voortaan ook de betaling van de tegemoetkoming van de Staat in de opnemingsprijs van het beschut wonen, betaald wordt. De inhaalbedragen (dit wil zeggen het gebrek aan inkomsten ten opzichte van een begroting vastgesteld voor één of meerdere voorgaande begrotingsjaren) verschuldigd aan de ziekenhuizen werden ten belope van 247.000 duizend euro gefinancierd uit BTW-inkomsten. In 2007 had het RIZIV-geneeskundige verzorging 1.386.841 duizend euro aan btw-inkomsten ontvangen (waarvan 1.272.434 voor de werknemersregeling en 114.407 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel). Met deze ontvangst stond het RIZIV in voor: De betaling van de schadeloosstelling voor de kosten die gepaard gaan met de sluiting of het
niet in gebruik nemen van een ziekenhuis(dienst) of het beëindigen van het gebruik van zware medische apparatuur;
De betaling van het gedeelte van de begroting voor de financiële middelen van de ziekenhuizen dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De betaling van het gedeelte van de uitgaven “psychiatrische verzorgingstehuizen PVT” dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De betaling van het gedeelte van de uitgaven “beschut wonen” dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De facturen voor ziekenhuisopname van gevangenen en de kosten van geneesmiddelen in de gevangenis;
Financiële middelen voor de financiering van de geïnterneerden. Vanaf 2004 is een bijkomend bedrag vanuit fiscale ontvangsten komende van de accijnzen op tabak bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging: 135.740 duizend euro voor de werknemersregeling en 9.060 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. In 2005 verhoogde het gedeelte van de fiscale ontvangsten voortkomend van accijnzen op tabak, toegewezen aan het RIZIV-geneeskundige verzorging met 155.000 duizend euro, waarvan 144.914 duizend euro wordt toegekend aan de werknemersregeling en 10.086 duizend euro aan het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2005 wordt een bedrag van 130.000 duizend euro voorafgenomen op de ontvangsten van accijnzen en gelijkgestelde taksen en toegewezen aan de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging, hetzij 121.698 duizend euro voor de werknemersregeling en 8.302 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2006 wordt 32,5% van de opbrengst van de accijnzen op de verkoop van tabaksproducten toegewezen aan het RIZIV. Bovendien mag dit bedrag niet lager zijn dan 555.685 duizend euro en wordt het jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Een schijf van 299.300 duizend euro wordt verdeeld tussen de werknemers- en zelfstandigenregeling volgens de verdeelsleutel van de reële uitgaven van de geneeskundige
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
316
verzorging. Van het saldo wordt 90% toegewezen aan de werknemersregeling en 10% aan het zelfstandigenstelsel. Tot slot, in 2004, is een bedrag, dat wordt afgehouden op de BTW-ontvangsten, bestemd voor het voeden van een fonds voor de strijd tegen tabaksgebruik: 469 duizend euro voor de werknemersregeling en 31 duizend euro voor de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 zijn er 2 belangrijke wetten in voege gegaan: de “wet van 31 januari 2007 tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering” en de “wet van 26 maart 2007 houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen”. Het doel van deze wetten is enerzijds tegemoet te komen aan de toekomstige financieringsuitdagingen van de geneeskundige verzorging en anderzijds te komen tot een gelijkgeschakeling in sociale bescherming op het vlak van de geneeskundige verzorging tussen werknemers en zelfstandigen. Tot en met 2007 was de financiering van de tak geneeskundige verzorging vanuit beide globale beheren gebaseerd op de thesauriebehoeften. Vanaf 2008 echter, bestaat de financiering uit drie delen: Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar verhoogd
met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2;
Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren;
Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een verdeelsleutel op basis van de basisbedragen gestort door de globale beheren, rekeninghoudende met de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen.
Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een loopbaan als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient met 182.060 duizend euro verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd. Na 2008 zal dit bedrag geïndexeerd worden. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend euro te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend euro ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend euro ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s. Voor 2008 kwam dit neer op: Een basisbedrag voor de RSZ van 17.791.267 duizend euro zijnde een bedrag van
17.013.574 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0564110 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen);
Een basisbedrag voor het RSVZ van 1.788.850 duizend euro zijnde een bedrag van 1.109.528 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0393227 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
317
442.222 duizend euro (meerkost prestaties kleine risico’s), met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend euro (administratiekosten VI’s);
Een bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen die 621.307 duizend euro bedraagt en voor 564.545 duizend euro toegekend wordt aan de RSZ en voor 56.763 duizend euro aan het RSVZ;
Een bijkomende financiering tengevolge van de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2007. Het RIZIV moet een bedrag van 130.243 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 175.391 duizend euro terugbetalen, terwijl het RIZIV in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 45.148 duizend euro ontvangt van de verzekeringsinstellingen in 2008;
Een bijkomende financiering tengevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen 2004 en 2005. Voor 2004 moet het RIZIV een bedrag van 17.808 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2005 18.849 duizend euro. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 14.140 duizend euro terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2004 en 29.445 duizend euro in 2005. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 3.668 duizend euro te betalen aan de verzekeringsinstellingen voor 2004, terwijl het in 2005 een bedrag van 10.596 duizend euro ontvangt.
De kapitaalontvangsten Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat in 2006 gecreëerd werd bij het RIZIV, werd in 2008 een bedrag van 109.310 duizend euro opgevraagd. Dit bedrag vertegenwoordigde een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betrof deze opneming een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een aanwending als lopende uitgave. Ten slotte was er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren. Het RIZIV kreeg allereerst het geld terug dat in 2007 geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren (lopende uitgave externe overdracht bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging en lopende ontvangst externe overdracht bij de RSZ en het RSVZ). C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2004 2005 2006 2007 2008 Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
Sociale prestaties 16.773.628 17.250.196 17.735.288 18.873.406 20.704.056 5,40 %
(duizend euro)
Het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties kent 3 mogelijke systemen: De indexering van de honoraria van het jaar N gebeurt op basis van de vergelijking van de
gezondheidsindex van juni van het jaar N-2 en de gezondheidsindex van juni van het jaar N-1; Voor de prestaties geleverd binnen de verblijfsectoren vindt de indexaanpassing plaats in de
eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Een grotere vertragingsfactor dan één maand is echter ook mogelijk;
Ten slotte zijn er prestaties waarvoor geen indexeringmechanisme voorzien is in de regelementering.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
318
Bij de berekening van de globale begrotingsdoelstelling wordt er echter een theoretische indexmassa berekend die losstaat van de daadwerkelijk in de praktijk toegepaste indexeringssystemen. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (medisch verbruik, aantal begunstigden, aantal intra-murale dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Om aan nieuwe behoeften tegemoet te komen, heeft de Regering beslist om vanaf 2004 een reële groeinorm van 4,5 % toe te passen op de begrotingsdoelstelling van de geneeskundige verzorging. Dat maakt het mogelijk om rekening te houden met een aantal nieuwe initiatieven, met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging, het garanderen van een correcte financiering van de zorgverstrekkers en de indijking van het structureel tekort van de ziekenhuizen, waarbij nog andere besparingsmaatregelen nodig zijn. Dit laatste in het bijzonder in de sector van de geneesmiddelen. De rekeningen 2004 werden afgesloten op een bedrag van 15.718.336 duizend euro voor de werknemersregelingen en op een bedrag van 1.055.292 duizend euro voor de zelfstandigenregeling. De globale begrotingsdoelstelling voor 2005 werd vastgesteld op 17.398.373 duizend euro (waarvan 16.288.951 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.109.422 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen), rekening houdend met de norm van 4,5% reële groei toegepast sinds 2004 en met 188.435 duizend euro exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 7% ten opzichte van de doelstelling voor 2004. Alle besparingsmaatregelen genomen voor een bedrag van 188.088 duizend euro betreffen de responsabilisering van de geneesheren en de geneesmiddelensector (retributie van de apothekers, beter gebruik van antibiotica, uitbreiding van de referentieterugbetaling, prijsverlaging voor de actieve bestanddelen terugbetaald sinds meer dan 15 of sinds meer dan 17 jaar, strengere terugbetalingsvoorwaarden voor bepaalde geneesmiddelen). Een marge van 44.106 duizend euro werd toegewezen aan prioritaire behoeften, in het bijzonder preventie en de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging (tandverzorging voor kinderen, tabakspreventie, palliatieve verzorging, modulering van het remgeld in het kader van de zorgtrajecten, verzorging van zwaar verbranden, …), de verbetering van de kwaliteit van de verzorging en de veiligheid van de patiënten, de verbetering van de financiering van het ziekenhuisbeleid, de financiering van nieuwe betrekkingen om het hoofd te bieden aan de nieuwe behoeften en de werklast te verlichten, in het bijzonder ingevolge de vergrijzing van de bevolking. De rekeningen 2005 belopen 16.172.010 duizend euro voor de werknemersregeling, hetzij een onderbenutting van 116.941 duizend euro en 1.078.186 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen, hetzij een onderbenutting van 31.236 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2006 werd vastgelegd op 18.473.130 duizend euro, waarvan 17.262.011 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.211.119 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In deze doelstelling was een provisie van 80 miljoen euro begrepen, die enkel kon worden aangewend voor het opvangen van tijdelijke meeruitgaven voor de inwerkingtreding van de correctiemechanismen die het effect van de meeruitgaven moeten compenseren. Vanaf 2005 is de fiscale MAF afgeschaft en gebeurt de terugbetaling voor de huishoudens, net zoals voor de huishoudens met lage en bescheiden inkomens, via de mutualiteiten. Hierdoor kan de terugbetaling in principe sneller gebeuren. Bovendien verdwijnen een aantal verschillen die bestonden in de fiscale MAF tegenover de inkomens MAF voor lage en bescheiden inkomens.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
319
Er werd een actieprogramma huisartsengeneeskunde opgesteld, om de patiënt aan te sporen eerst via zijn huisarts langs te gaan alvorens een specialist te raadplegen en ook om de huisartsen beter te ondersteunen (impulsfonds, administratieve vereenvoudiging, …). Vanaf 01.07.2006 legt de Regering prijsdalingen op voor oudere geneesmiddelen. Bovendien werd op dezelfde datum het systeem van de forfaitaire financiering uitgebreid tot het merendeel van de geneesmiddelen verstrekt in de ziekenhuizen. Om een bepaalde groep patiënten toegang te verlenen tot een therapie met Herceptin, voor de behandeling van borstkanker, werd een terugbetaling op experimentele basis mogelijk gemaakt. Krachtens het koninklijk besluit van 10.06.2006 worden vanaf 01.07.2006 de zelfstandigen die, na 30.06.2006 maar voor 31.12.2006, een zelfstandige activiteit in hoofdberoep starten en de zelfstandigen die een inkomensgarantie voor ouderen genieten gratis verzekerd tegen de kleine risico's in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. De rekeningen 2006 voorzien 16.634.888 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 627.123 duizend euro en 1.100.400 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 110.719 duizend euro. De globale begrotingsdoelstelling voor 2007 was vastgesteld op 19.618.653 duizend euro (waarvan 18.322.646 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.296.007 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel), rekeninghoudende met de norm van 4,5 % reële groei toegepast sinds 2004 en met de exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 6,14 % ten opzichte van de doelstelling voor 2004. Volgende maatregelen werden opgenomen in 2007: De voorkeursregeling werd op 1 april 2007 uitgebreid naar alle huishoudens waarvan de
inkomens zich onder een bepaald niveau bevinden; Chronisch zieken: om de gezondheidsuitgaven ten laste van de chronisch zieken te
verminderen, werden de kosten die worden opgenomen in hun “MAF-teller” uitgebreid en/of de rechtstreekse tegemoetkoming in bepaalde kosten verbeterd;
Verbetering van de geriatrische en palliatieve zorgprogramma’s; Nieuw financieringssysteem en nieuwe prijsbepaling voor implantaten; Vervroegde structurele herfinanciering voor de ziekenhuizen die geen honorariasupplement
aanrekenen voor een tweepersoonskamer; Herinvoering van de terugbetaling van tandextracties; Terugbetaling van het jaarlijkse mondonderzoek voor de personen tussen 54 en 56 jaar oud; Vermindering van het remgeld voor de eerste 18 zittingen kinesitherapie (courante
aandoeningen); Daling van het remgeld voor de forfaits thuiszorg; Geneesmiddelen: om prijsdalingen aan te moedigen werd het remgeldplafond verminderd met
50 % voor de minst dure specialiteiten indien er een generiek bestaat. Voorts werd het beleid van herwaardering van de huisartsengeneeskunde en de gerichte herwaardering van de nomenclatuur van welbepaalde specialiteiten verdergezet. De voorlopige rekeningen 2007 voorzien 17.677.092 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 645.554 duizend euro en 1.196.315 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 99.692 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2008 werd vastgesteld op 21.433.957 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2007, die 19.618.653 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 9,25 %. Indien men geen rekening houdt met de invloed van de integratie van de kleine risico’s zelfstandigen bedraagt het groeipercentage 6,84 %.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
320
Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden: De financiering van af te sluiten tariefakkoorden met artsen en bandagisten en de financiering
van al afgesloten akkoorden voor tandartsen en kinesitherapeuten; De financiering van akkoorden met de rusthuizen voor het begeleid wonen; Een betere terugbetaling van implantaten; Een betere bescherming van chronische zieken; Een uitbreiding van de maximumfactuur. De regering besliste tevens om een bedrag van 380.000 duizend euro voorlopig onverdeeld te laten en als reserve opzij te zetten. De regering heeft echter beslist 73.721 duizend euro van dit bedrag aan te wenden om een gedeelte van de inhaalbedragen ziekenhuizen aan te zuiveren. Het ingeschreven bedrag in de prestaties bedraagt hierdoor 21.360.236 duizend euro en de externe overdrachten naar de ziekenhuizen stijgen met 73.721 duizend euro. Het gereserveerde bedrag is hierdoor beperkt tot 306.279 duizend euro en zal dienen om aan toekomstige behoeften, meer bepaald in het kader van de strijd tegen kanker, tegemoet te komen. De voorlopige rekeningen 2008 voorzien 20.704.056 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 656.180 duizend euro. De andere lopende uitgaven De uitgavenbegroting ten laste van de kosten van het RIZIV voor de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen alsook voor de sluitingspremies en de tegemoetkoming voor de psychiatrische verzorgingstehuizen werd in 2004 vastgesteld op 1.111.356 duizend euro voor de werknemersregeling en op 75.434 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. Het bedrag van de alternatieve financiering wordt, krachtens artikelen 116 § 1 en 258 van de wet van 22 december 2003, vastgesteld op 1.210.916 duizend euro voor de werknemersregeling en op 82.191 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. De uitgavenbegroting ten laste van het RIZIV voor de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen werd in 2005 vastgesteld op 1.231.010 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.952 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. Daarin zijn ook de sluitingspremies en de tegemoetkoming voor de psychiatrische verzorgingstehuizen begrepen. Het bedrag van de alternatieve financiering wordt, krachtens artikelen 116 § 1 en 258 van de wet van 22 december 2003, vastgesteld op 1.228.190 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.576 voor het zelfstandigenstelsel. Het RIZIV deed in 2006 een terugbetaling van het bedrag van de bijdrage “pre-clawback” ontvangen in 2005 vermits de begroting geneesmiddelen voorzien voor 2005 niet overschreden was. Het gaat om een bedrag van 67.272 duizend euro voor het werknemersstelsel en 7.202 duizend euro voor het zefstandigenstelsel. In 2008 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.279 duizend euro. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ, evenals het bedrag van de overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007(309.000 duizend euro). De kapitaaluitgaven Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds wordt overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet het opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer en 3.232 duizend euro voor de RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro voor het werknemersstelsel en 1.042 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
321
toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro voor het werknemersstelsel en 180 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. De regering besliste om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling en 20.400 duizend euro ten laste van het zelfstandigenstelsel). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer, vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 genereerde het provisiefonds geneesmiddelen 4.317 duizend euro aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
322
D. Bijlage De financiële verantwoordelijkheid van de VI’s Van 1995 tot 1999 heeft de Algemene Raad van het RIZIV rekening moeten houden met een reële groeinorm van 1,5 % voor het bepalen van de begrotingsdoelstelling van de uitgaven voor gezondheidszorg. Door middel van een Koninklijk Besluit mogen uitzonderlijke of specifieke uitgaven de reële groeinorm evenwel overschrijden. De Regering heeft beslist de reële groeinorm vanaf 2001 te verhogen tot 2,5 %. Deze norm wordt vanaf 2004 naar 4,5 % opgetrokken. De “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid" is de doelstelling waarin de buiten-gewone en/of specifieke factoren werden opgenomen. Van deze doelstelling moeten bovendien bepaalde uitgaven worden afgetrokken die onmiddellijk door het RIZIV worden verrekend en die geen deel uitmaken van de prestaties geleverd door de verzekeringsinstellingen: het betreft de uitgaven voor accreditering (geneesheren en tandartsen), het forfait voor het globaal medisch dossier, de uitgaven voor expertise, … Indien een overschot (een tekort) wordt gerealiseerd ten opzichte van de “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid”, verwerven (dekken) de verzekeringsinstellingen een deel van dit overschot (tekort). Dit deel vertegenwoordigt2: Voor de jaren 1995, 1996, 1997: 15 %; Voor de jaren 1998, 1999, 2000: 20 %; Vanaf 2001: 25 %. In geval van overschrijding van de begrotingsdoelstelling is de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen evenwel gelijk aan het hierboven vermelde deel van het tekort, beperkt tot een maximum dat gelijk is aan 2% van hun aandeel in de begrotingsdoelstelling. Na afsluiting van de rekeningen (in t+2), wordt het aandeel van het overschot (tekort) dat niet verworven (gedekt) wordt door de verzekeringsinstellingen, gerecupereerd (gefinancierd) door het RSZ-Globaal beheer. Vanaf 2001 stort het RIZIV, indien de voorlopige uitgaven van het jaar t groter zijn dan de begrotingsdoelstelling, in de loop van het jaar t+1, aan iedere verzekeringsinstelling een voorschot op de definitieve afsluiting. Dit voorschot komt overeen met het verschil tussen het bedrag van de begrotingsdoelstelling en het bedrag van de voorlopige uitgaven, verminderd met 25 % van dit verschil beperkt tot 2 % van de begrotingsdoelstelling. Het saldo zal worden gefinancierd (of teruggevorderd) door het globaal beheer in t+2, na de definitieve afsluiting van de rekeningen. Bij het afsluiten van de rekeningen wordt een rekening-courant tussen de VI’s en het RIZIV opgesteld per stelsel en per sector: de rekening-courant vertegenwoordigt het verschil tussen de voorschotten die het RIZIV in de loop van het jaar aan de VI’s heeft gestort, en hun vastgestelde rechten overeenkomstig de wetgeving en in het bijzonder overeenkomstig de principes van de financiële verantwoordelijkheid. De onderstaande tabel toont de weerslag van de jaarlijkse aanzuivering van deze rekeningen-courant op de door het globaal beheer van de werknemers en door het globaal beheer van de zelfstandigen te financieren behoeften van het RIZIV, dit wil zeggen op de overdracht van het RSZ-Globaal beheer aan het RIZIV en de overdracht van de RSVZ naar het RIZIV: de positieve bedragen, die het geld voorstellen dat het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s, worden in meerdering gebracht van de te financieren behoeften, terwijl de negatieve bedragen, die het geld voorstellen dat de VI’s verschuldigd zijn aan het RIZIV, de te financieren behoeften verminderen.
2 K.B. van 10.04.2000 tot verlenging van de tijdschema's bedoeld in artikel 196, § 1, en in artikel 198, § 2 en §3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
323
ST
EL
SE
L V
AN
DE
WE
RK
NE
ME
RS
EN
DE
ZE
LF
ST
AN
DIG
EN
AF
SL
UIT
ING
VA
N D
E R
EK
EN
ING
EN
VA
N D
E Z
IEK
TE
- E
N I
NV
AL
IDIT
EIT
SV
ER
ZE
KE
RIN
G
(dui
zend
eur
o)
\
Te
fin
anci
eren
beh
oef
ten
in …
ing
evo
lge…
\W
erk
ne
mer
sZ
elf
sta
nd
igen
We
rkn
em
ers
Zel
fsta
nd
igen
We
rkn
eme
rsZ
elfs
tan
dig
en
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
ige
nW
erkn
emer
sZ
elfs
tan
dig
en
Def
init
ieve
afs
luit
ing
00
106.
996
-1.5
918.
141
420
14.1
403.
667
29.4
46-1
0.59
6
Rek
enin
g-co
uran
t n-3
- -
-187
.189
-13.
992
-53.
381
-13.
706
406.
110
32.8
08-3
4.56
1-3
1.25
8
Rek
enin
g-co
uran
t n-2
- -
- -
- -
- -
- -
Voo
rsch
ot o
p re
keni
ng-c
oura
nt-
- 29
4.18
512
.401
61.5
2214
.126
-391
.970
-29.
141
64.0
0720
.662
Uit
keri
ng
en -
def
init
ieve
afs
luit
ing
00
-43.
591
-2.2
38-8
7.77
2-6
.917
-9.5
05-6
.529
4.15
115
9
Rek
enin
g-co
uran
t n-3
- -
-43.
591
-2.2
38-3
9.68
4-5
.087
- -
- -
Rek
enin
g-co
uran
t n-2
- -
- -
-48.
088
-9.3
33-9
.505
-6.5
294.
151
159
Voo
rsch
ot o
p re
keni
ng-c
oura
nt-
- -
- -
7.50
3-
- -
-
Aan
zuiv
erin
g v
an d
e re
ken
ing
-co
ura
nt
1994
07.
437
012
.231
00
00
00
Su
bto
taal
07.
437
63.4
058.
402
-79.
631
-6.4
974.
635
-2.8
6233
.597
-10.
437
Vo
orl
op
ige
afsl
uit
ing
-48.
012
-14.
126
186.
160
13.8
4014
1.80
3-5
.361
160.
686
-65.
412
175.
391
-45.
147
Voo
rsch
ot o
p re
keni
ng-c
oura
nt n
-2-
- -
- 20
5.81
015
.301
- -
- -
Voo
rsch
ot o
p re
keni
ng-c
oura
nt n
-130
.465
-8.2
0018
6.16
013
.840
-64.
007
-20.
662
160.
686
-65.
412
175.
391
-45.
147
Voo
rsch
ot o
p re
keni
ng-c
oura
nt n
--
--
- -
- -
- -
Reg
ular
iser
ing
onv
ersc
huld
igde
bed
rage
n-7
8.47
7-5
.926
--
--
--
--
Ove
rsch
ot
aan
liq
uid
itei
ten
00
-35.
619
-11.
168
-660
.554
-36.
203
-554
.442
-37.
105
-524
.404
-51.
589
TO
TA
AL
-48.
012
-6.6
8921
3.94
611
.074
-598
.382
-48.
061
-389
.121
-105
.379
-315
.416
-107
.173
2008
2004
2005
2006
2007
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
324
Hieronder verklaren we hoe de toepassing van het mechanisme van de financiële verantwoorde-lijkheid van de VI's op de rekeningen van een jaar t de kasbehoeften van het RIZIV in de jaren t+1 en t+2 heeft beïnvloed: Sinds 01.01.2008 is het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging van toepassing, wat als gevolg heeft dat de uitgaven niet meer uitgesplitst zijn per stelsel. Nochtans zal tot op het ogenblik van de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008 het detail gegeven worden van de uitgaven geneeskundige verzorging opgedeeld naar werknemers en zelfstandigen. a. Behoeften voor het jaar 2004 – Voorlopige rekeningen 2003 Stelsel werknemers De rekeningen van 2002 konden in 2004 niet worden afgesloten. De voorlopige uitgaven voor 2003 tonen een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met
40.620 duizend euro voor de werknemers. Het RIZIV moet in principe 75 % van dit bedrag storten aan de VI’s, hetzij 30.465 duizend euro. Maar anderzijds blijkt dat de VI’s in de loop van 2003 een niet-verschuldigd bedrag van 78.477 duizend euro hebben ontvangen. Daaruit volgt dat de VI’s 48.012 duizend euro terugstorten aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer vermindert.
Stelsel zelfstandigen De rekeningen van 2002 konden in 2004 nog niet worden afgesloten. De voorlopige uitgaven voor 2003 tonen dat de uitgaven 10.934 duizend euro lager liggen dan
de begrotingsdoelstelling. De VI’s moeten in principe 75 % van dit bedrag teruggeven aan het RIZIV, hetzij 8.200 duizend euro. Maar anderzijds blijkt dat de VI’s in de loop van 2003 een niet-verschuldigd bedrag van 5.926 duizend euro hebben ontvangen. Daaruit volgt dat de VI’s 14.126 duizend euro terugstorten aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het Globaal beheer vermindert.
In 2004 worden de behoeften van het RIZIV ook beïnvloed door de aanzuivering van de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI’s die eind 1994 werd geblokkeerd, vóór de invoering van de mechanismen van de financiële verantwoordelijkheid. Daartoe heeft het RIZIV 7.437 duizend euro ontvangen van het RSVZ-Globaal beheer.
b. Behoeften voor het jaar 2005 – Definitieve rekeningen 2002 en voorlopige rekeningen
2004 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2002 liggen 217.026,6 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 221.343,6 duizend euro en één VI had een tekort van 4.317,0 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 55.335,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.079,3 duizend euro. Hieruit volgt dat een bedrag van 162.770,0 duizend euro moet terugvloeien naar het RIZIV. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2003 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2002, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2002 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 106.996 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 43.590,6 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2005 dus nog 63.405 duizend euro financieren.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2004 een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met 467.233,6 duizend euro. Deze overschrijding is hoger dan het
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
325
plafond van 301.055,0 duizend euro, dat overeenstemt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus aan de VI's de schijf storten die het plafond overschrijdt, hetzij 166.178,6 duizend euro, evenals 75% van het plafond (de resterende 25% zijn ten laste van de VI's), hetzij in totaal 391.969,9 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten waarover de VI's beschikten in 2005 werd dat jaar slechts 186.160 duizend euro gestort. De resterende 205.810 duizend euro werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005.
Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 35.619 duizend euro hebben teruggestort aan het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen
De reële uitgaven voor 2002 zijn 14.391,2 duizend euro lager dan de begrotingsdoelstelling
voor de financiële verantwoordelijkheid. In feite realiseren drie VI’s een boni van 15.558,3 duizend euro en drie VI’s realiseren een mali van 1.167,1 duizend euro. De VI’s mogen 25% van de gerealiseerde boni behouden, hetzij 3.889,6 duizend euro. Zij die een mali hebben gerealiseerd moeten er 25% van dragen, hetzij 291,8 duizend euro. Als gevolg hiervan moet een bedrag van 10.793,4 duizend euro terugkeren naar het RIZIV. Dit bedrag wordt boekhoudkundig verwerkt in de rekening courant tussen het RIZIV en de VI’s.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2003 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2002, beloopt de rekening-courant eind 2002 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 1.591 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector “uitkeringen” een saldo van 2.238 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV.
In 2005 werden de behoeften van het RIZIV ook beïnvloed door de laatste schijf van de aanzuivering van de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI’s, die geblokkeerd werd eind 1994 met de invoering van de mechanismen inzake financiële verantwoordelijkheid. Daartoe heeft het RIZIV 12.231 duizend euro ontvangen van de RSVZ-Globaal beheer.
In het totaal moet het Globaal beheer dus 8.402 duizend euro financieren in 2005. Bovendien tonen de voorlopige rekeningen 2004 een overschrijding van de
begrotingsdoelstelling met 34.157 duizend euro. Die overschrijding is hoger dan het plafond van 20.065 duizend euro, die overeenkomt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus de schijf storten aan de VI’s die het plafond te boven gaat, hetzij 14.092 duizend euro, evenals 75% van het plafond (25% blijft ten laste van de VI’s), hetzij in het totaal 29.141 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten, waarover de VI’s beschikten in 2005, werden slechts 13.840 duizend euro dat jaar gestort. De rest, 15.301 duizend euro, werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005.
Ten slotte beschikten sommige VI’s gedurende het jaar over te grote liquiditeiten. Zij hebben spontaan 11.168 duizend euro teruggestort aan het RIZIV, waardoor de te financieren behoefte voor het globaal beheer verminderde.
c. Behoeften voor het jaar 2006 – Definitieve rekeningen 2003 en voorlopige rekeningen
2005 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2003 liggen 31.854,0 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 33.997,8 duizend euro en één VI had een overschot van 2.143,8 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 8.499,5 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 535,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 23.890,5 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2003 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 8.141 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 87.772 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
326
en 2004. In totaal betalen de VI's dus 79.631 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 85.342,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 64.007 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 205.810 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 660.554 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2003 liggen 2.134,6 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor
financiële verantwoordelijkheid. Vier VI's hadden een tekort van 5.484,2 duizend euro en twee VI's hadden een overschot van 3.349,6 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 1.371,1 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 837,4 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.601,0 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2003 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 420 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.917 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003 en 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 6.497 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 27.549 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 20.662 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 15.301 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 36.203 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
d. Behoeften voor het jaar 2007 – Definitieve rekeningen 2004 en voorlopige rekeningen
2006 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2004 liggen, na correctie, niet 659.119,0 duizend euro maar 469.973,9
duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 471.703,0 duizend euro en één VI had een overschot van 1.729,0 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 164.892,4 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 432,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 494.339,3 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2004 (cf. b), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 14.140 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 9.905 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2007 dus nog 4.635 duizend euro financieren.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
327
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 546.043,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 160.685,7 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 554.442,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële gecorrigeerde uitgaven voor 2004 liggen 44.196,3 duizend euro boven de
begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Vijf VI's hadden een tekort van 44.311,8 duizend euro en één VI had een overschot van 115,5 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 28,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 33.147,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2004 (cf. b), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 3.667 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.529 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 2.862 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 103.970,25 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 65.412,2 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 37.105,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
e. Behoeften voor het jaar 2008 – Definitieve rekeningen 2005 en voorlopige rekeningen
2007 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2005 liggen 105.839,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 111.547,9 duizend euro en één VI had een tekort van 5.708,9 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 27.886,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.427,2 duizend euro. Hieruit volgt dat een bedrag van 26.459,7 duizend euro moet terugvloeien naar het RIZIV. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2006 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. c), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2005 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 29.446 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 4.151 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal moet het Globaal beheer in 2008 dus nog 33.597 duizend euro financieren.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 379.051,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 175.390,5 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
328
524.404,2 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2005 liggen 7.051,7 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor
financiële verantwoordelijkheid. Drie VI's hadden een tekort van 2.984,2 duizend euro en drie VI's hadden een overschot van 10.035,9 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 745,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.762,9 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2006 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. c), beloopt de rekening-courant eind 2005 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 10.596 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 159 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2005 door het RIZIV is aan de VI’s verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 10.437 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 37.105,3 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 45.147,5 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 51.589,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
329
2. E
volu
tie
van
de
on
tvan
gst
en e
n u
itg
aven
- 2
004-
2008
(d
uiz
end
eu
ro)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Bijd
rag
en
620.
888
7.63
262
8.52
065
9.69
47.
986
667.
680
682.
002
8.30
769
0.30
971
0.60
58.
596
719.
201
789.
795
Sta
atst
oel
agen
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
1.
347.
255
91.1
521.
438.
407
1.87
7.54
213
4.02
42.
011.
566
1.86
8.96
016
4.98
82.
033.
948
2.00
9.98
118
0.07
52.
190.
056
2.32
2.36
6
Btw
1.
211.
384
82.2
231.
293.
607
1.47
5.19
010
6.57
61.
581.
766
1.23
7.03
811
1.22
51.
348.
263
1.27
2.43
411
4.40
71.
386.
841
1.48
7.24
1A
ccijn
zen
taba
k 13
5.87
18.
929
144.
800
280.
654
19.1
4629
9.80
051
0.44
445
.241
555.
685
616.
069
57.1
4667
3.21
570
5.12
5A
nder
e
121.
698
8.30
213
0.00
012
1.47
88.
522
130.
000
121.
478
8.52
213
0.00
013
0.00
0
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
863.
173
92.4
0495
5.57
894
5.60
710
1.22
31.
046.
830
997.
110
101.
247
1.09
8.35
792
5.04
297
.107
1.02
2.14
997
1.54
6
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
13
815
153
364
837
236
48
372
5.29
253
55.
827
372
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
1.75
517
31.
927
2.48
523
92.
724
2.48
523
92.
724
2.92
925
13.
180
4.89
4
Div
erse
n
228.
316
4.65
523
2.97
022
5.30
23.
887
229.
189
251.
623
4.16
225
5.78
527
3.34
33.
146
276.
489
304.
330
Eig
en o
ntv
ang
sten
3.
061.
525
196.
031
3.25
7.55
63.
710.
994
247.
367
3.95
8.36
13.
802.
544
278.
951
4.08
1.49
53.
927.
192
289.
710
4.21
6.90
24.
393.
303
RS
Z-G
loba
al b
ehee
r 14
.887
.628
14
.887
.628
15.4
49.1
35
15.4
49.1
3515
.423
.027
15
.423
.027
16.8
06.0
26
16.8
06.0
2618
.574
.787
Bas
isbe
drag
17
.791
.267
Bijk
omen
de a
ltern
atie
ve fi
nanc
ierin
g (1
)
56
4.54
5A
frek
enin
g vo
orga
ande
jare
n
21
8.97
6
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
98
5.59
698
5.59
6
1.02
4.68
01.
024.
680
1.
088.
227
1.08
8.22
7
1.12
1.05
31.
121.
053
1.79
3.53
7B
asis
bedr
ag
1.78
8.85
0B
ijkom
ende
alte
rnat
ieve
fina
ncie
ring
(2)
56.7
63A
frek
enin
g vo
orga
ande
jare
n
-5
2.07
6R
SV
Z-G
emen
gde
loop
bane
n 99
.576
99
.576
101.
107
10
1.10
710
3.29
8
103.
298
106.
704
10
6.70
411
1.27
2
Ove
rdra
chte
n -
GF
B
14.9
87.2
0498
5.59
615
.972
.800
15.5
50.2
411.
024.
680
16.5
74.9
2115
.526
.325
1.08
8.22
716
.614
.552
16.9
12.7
301.
121.
053
18.0
33.7
8320
.479
.596
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
18
.048
.729
1.18
1.62
719
.230
.356
19.2
61.2
351.
272.
047
20.5
33.2
8219
.328
.869
1.36
7.17
820
.696
.047
20.8
39.9
221.
410.
763
22.2
50.6
8524
.872
.899
(1)
Initi
eel b
edra
g vo
or 2
008:
575
.310
dui
zend
EU
R (
opge
nom
en in
ont
wer
p va
n K
B).
(2)
Initi
eel b
edra
g vo
or 2
008:
57.
845
duiz
end
EU
R (
opge
nom
en in
ont
wer
p va
n K
B).
200
4 2
005
200
6 2
007
200
8 L
op
end
e O
ntv
ang
sten
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
330
2. E
volu
tie
van
de
on
tvan
gst
en e
n u
itg
aven
- 2
004-
2008
(d
uiz
end
eu
ro)
(ver
volg
)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Pre
stat
ies
15.7
18.3
361.
055.
292
16.7
73.6
2816
.172
.010
1.07
8.18
617
.250
.196
16.6
34.8
881.
100.
400
17.7
35.2
8817
.677
.092
1.19
6.31
518
.873
.406
20.7
04.0
56
Bet
alin
gsk
ost
en
00
0
Beh
eers
kost
en
731.
048
48.0
1677
9.06
474
8.88
350
.270
799.
153
784.
625
53.3
0683
7.93
181
3.01
556
.626
869.
641
921.
715
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.
111.
356
75.4
341.
186.
790
1.58
9.73
010
7.57
91.
697.
309
1.26
0.16
211
2.93
31.
373.
095
1.28
7.40
711
5.12
61.
402.
533
1.69
1.82
3
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
00
00
00
0
Div
erse
n
677.
208
21.0
2769
8.23
556
4.48
420
.212
584.
696
731.
978
27.7
3275
9.71
088
8.57
625
.059
913.
635
1.16
6.87
9
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
GF
B
18.2
37.9
481.
199.
769
19.4
37.7
1719
.075
.107
1.25
6.24
720
.331
.354
19.4
11.6
531.
294.
371
20.7
06.0
2420
.666
.090
1.39
3.12
622
.059
.215
24.4
84.4
73
RS
Z-G
loba
al b
ehee
r
55
3.75
1
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
61.5
28
Ove
rdra
chte
n -
GF
B
615.
279
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
18
.237
.948
1.19
9.76
919
.437
.717
19.0
75.1
071.
256.
247
20.3
31.3
5419
.411
.653
1.29
4.37
120
.706
.024
20.6
66.0
901.
393.
126
22.0
59.2
1525
.099
.752
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-189
.219
-18.
142
-207
.361
186.
128
15.8
0020
1.92
8-8
2.78
472
.807
-9.9
7717
3.83
317
.637
191.
470
-226
.853
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
00
00
418.
310
Uit
gav
en
00
00
00
75.7
683.
232
79.0
0031
6.27
421
.442
337.
716
4.31
7
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
0-7
5.76
8-3
.232
-79.
000
-316
.274
-21.
442
-337
.716
413.
993
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -1
89.2
19-1
8.14
2-2
07.3
6118
6.12
815
.800
201.
928
-158
.552
69.5
75-8
8.97
7-1
42.4
41-3
.805
-146
.246
187.
140
200
4 2
005
200
6 2
007
200
8 L
op
end
e U
itg
aven
200
8 K
apit
aalr
eken
ing
en
200
4 2
005
200
6 2
007
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
331
1. Methodologische nota 2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten
laste inbegrepen) 4. Ledental naar statuut en verwantschap 5. Vrije verzekering voor de kleine risico’s voor zelfstandigen: ledental naar statuut en
verzekeringsinstelling 6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (gerechtigden en personen ten
laste) 7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) – Algemene
regeling 8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) – Regeling der
zelfstandigen 9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken – vrije
verzekering kleine risico’s zelfstandigen 10. Aantal gevallen of dagen naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 12. Vrije verzekering kleine risico’s zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven 13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven 14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van de V.I.’s 15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van het RIZIV 16. Uitgaven naar betalende instelling 17. Ledental per verzekeringsinstelling 18. Uitgaven per verzekeringsinstelling 19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV
C.
Statistieken
Geneeskundige verzorging 1. Methodologische nota Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (tabellen 2 – 5) Deze statistiek betreft de aantallen regelmatig bij een ziekenfonds ingeschreven gerechtigden met hun personen ten laste voor het gehele stelsel. Krachtens de wet van 31 januari 2007, houdende een nieuwe financiering van de verzekering voor geneeskundige verzorging, is er op 01.01.2008 een eenheidsstelsel geneeskundige verzorging ontstaan, die de werknemers, de zelfstandigen en het personeel van de openbare sector omvat. Niettemin wordt in de tabel 2 nog steeds het onderscheid werknemers, inclusief openbare sector tegenover zelfstandigen gemaakt. Dit is in de eerste plaats van belang voor de jaren 2004 – 2007, maar de uitsplitsing wordt verder gezet voor 2008. De statistiek wordt jaarlijks opgemaakt op 30 juni en 31 december door het RIZIV. Bij de primaire uitkeringsgerechtigden zijn de studenten hoger onderwijs inbegrepen. Vanaf 30.06.1998 is er een verruiming van de categorieën “voorkeurregeling 100 %” en “ingeschrevenen in het Rijksregister”, (die niet onder een andere categorie zijn opgenomen).
De gerechtigden, wier toestand onregelmatig is en die bijgevolg niet meer verzekerd zijn, zijn niet inbegrepen in de tabellen. Tabel 2 geeft de ledentallen naar statuut, inclusief de personen ten laste, op jaarbasis met als teldatum 30 juni. Tabel 3 geeft globaal de verdeling tussen de personen rechthebbenden voor de verhoogde tegemoetkoming en degenen die daar geen recht op hebben. Tabel 4 geeft voor de periode 2006-2008 het ledental naar statuut (actieven, invaliden, personen met een handicap, gepensioneerden enz…) en naar verwantschap (gerechtigde of een van de subcategorieën van de personen ten laste). Tabel 5 geeft ons het ledental voor de vrije verzekering voor kleine risico’s der zelfstandigen (2004 – 2007). Ingevolge de wet van 26 maart 2007 is de vrije verzekering voor kleine risico’s voor zelfstandigen op 01.01.2008 geïntegreerd in de algemene verzekering voor geneeskundige verzorging. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (tabellen 6 en 9) Deze statistiek geeft de verhouding tussen de uitgaven van de betrokken categorie van rechthebbenden en hun aantal weer (gerechtigden en personen ten laste). Tabel 6 behandelt de gegevens voor het eenheidsstelsel (werknemers + zelfstandigen in de periode 2004 – 2008). Tabel 9 geeft de gemiddelde jaarlijkse kost voor de prestaties van de verzekering voor kleine risico’s bij de zelfstandigen (2004 – 2007). Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar geslacht en leeftijdsklasse (2007) (tabellen 7 en 8)
In deze tabellen wordt de jaarlijkse kost per rechthebbende ingedeeld naar geslacht en leeftijdsklasse. Bovendien zijn de gegevens uitgesplitst naar het onderscheid met of zonder voorkeurregeling, wat het algemeen stelsel betreft. In de tabellen 7 en 8 is er in tegenstelling met tabel 6 geen rekening gehouden met de uitgaven ten laste van het RIZIV, wat het verschil in algemeen gemiddelde verklaart.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
335
Aantal gevallen of dagen (tabel 10) en gemiddelde geïndexeerde kost (tabel 11) Het KB van 14.09.1984 stelt de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vast. Onder een groepering van verstrekkingen wordt verstaan een aantal verstrekkingen die vanwege hun aard bij elkaar geplaatst worden en waarover statistische gegevens beschikbaar zijn. De tabel 10 geeft volgens groepering van verstrekkingen het volume (= aantal gevallen of aantal dagen) De gemiddelde geïndexeerde kost wordt berekend aan de hand van het aantal gevallen, behalve voor de verpleegdagprijs, forfaitaire dagprijs en militair hospitaal (tabel 11). De uitgaventabellen (tabellen 12 – 16) De tabel 12 heeft de ontvangsten en uitgaven voor de kleine risico’s voor de periode 2004 – 2007 als onderwerp. De tabel 13 geeft op geaggregeerde wijze de evolutie van de uitgaven naar hoofdrubrieken (C1-C10) van de nomenclatuur (2004 – 2008). Ten gevolge van onze keuze van samennemingen zijn bepaalde afwijkingen mogelijk ten opzichte van andere geaggregeerde tabellen over hetzelfde onderwerp. In de tabellen 14 en 15 geven we de gedetailleerde RIZIV-rubrieken, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de uitgaven welke via tussenkomst van de V.I. worden betaald en de rechtstreekse uitgaven van het RIZIV. Tabel 14 geeft de uitgaven betaald via de V.I., tabel 15 deze die rechtstreeks door het RIZIV betaald worden en tabel 16 is de synthesetabel. De tabellen 14 tot 16 bestrijken de boekjaren 2006 - 2008. Ledental en uitgaven per verzekeringsinstelling (tabellen 17 - 18) In tabel 17 worden de ledentallen op 30 juni per verzekeringsinstelling (landsbond of kas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) gegeven. Volledigheidshalve geven we hieronder de officiële benamingen van de verzekeringsinstellingen: Landsbond der Christelijke Mutualiteiten; Nationaal Verbond van Neutrale Mutualiteitsverbonden; Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten; Landsbond van Liberale Mutualiteiten; Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen; Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering; Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. De uitgaven van de verzekeringsinstellingen zijn beschikbaar op jaarbasis (tabel 18). De tabel 18 (uitgaven uitgesplitst per V.I.) is voor het totaal te vergelijken met tabel 14 (uitgaven naar rubriek, betaald via de V.I.). Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (tabel 19) Tabel 19 geeft het detail van de diverse uitgaven. Voor details over verzekerbaarheid (ledentallen) verwijzen we naar de RIZIV-publicatie “Ledentallen van de verzekeringsinstellingen – documenten E”. Voor overige informatie over de geneeskundige verzorging kan U terecht op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be (onder meer vindt u daar de jaarverslagen en de trimestriële informatiebladen).
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
336
Bron: RIZIV
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - werknemers
6.650.178 6.691.321 6.740.272 6.700.641 6.734.800
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - zelfstandigen
799.466 797.842 803.737 803.432 844.602
Weduwen, invaliden, gepen- sioneerden, wezen (WIGW)
2.567.611 2.591.203 2.609.937 2.564.824 2.634.419
waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.557.829 1.596.566 1.632.308 1.644.425 1.675.566waarvan werknemers "tarief 100 %" 826.907 812.958 798.088 779.350 784.438waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 79.884 80.825 81.209 73.601 82.858waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 102.991 100.854 98.332 67.448 91.557
Invaliden, gehandicapten, 404.229 407.402 420.080 424.325 438.594waarvan werknemers "tarief 75 %" 156.301 158.380 165.931 166.753 172.209waarvan werknemers "tarief 100 %" 223.501 224.959 229.704 233.671 242.155
waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 13.501 13.609 14.014 13.811 14.457
waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 10.926 10.454 10.431 10.090 9.773
Gepensioneerden 1.737.252 1.753.798 1.763.430 1.729.180 1.783.320waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.198.007 1.227.623 1.252.541 1.262.165 1.288.058
waarvan werknemers "tarief 100 %" 414.610 401.947 388.573 373.109 375.289
waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 56.465 57.377 57.396 51.562 59.004
waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 68.170 66.851 64.920 42.344 60.969
Weduwen en wezen 426.130 430.003 426.427 411.319 412.505waarvan werknemers "tarief 75 %" 203.521 210.563 213.836 215.507 215.299
waarvan werknemers "tarief 100 %" 188.796 186.052 179.811 172.570 166.994
waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 9.918 9.839 9.799 8.228 9.397
waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 23.895 23.549 22.981 15.014 20.815
Ingeschrevenen in het
Rijksregister (IRR) (1) 263.507 268.579 261.534 262.131 248.713
Kloostergemeenschappen 4.383 4.084 3.754 1.118 3.009
Totaal 10.285.145 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543
Bron: RIZIV
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008
Rechthebbenden op het gewone tarief ( "75%" )
8.964.303 9.038.839 9.113.891 9.040.956 9.002.148
waarvan werknemers "tarief 75 %" 8.087.215 8.162.487 8.231.744 8.161.206 8.081.250waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 877.088 876.352 882.147 879.750 920.898
Rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming ( "100%" )
1.320.842 1.314.190 1.305.343 1.291.190 1.463.395
waarvan werknemers "tarief 100 %" 1.211.206 1.206.937 1.200.458 1.225.341 1.362.267waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 109.636 107.253 104.885 65.849 101.128
Totaal 10.285.145 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543
2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)
3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten laste inbegrepen)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
337
4. Ledental naar statuut en verwantschap
Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2006
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.681.349 404.326 12.159 2.446.175 2.862.660 7.544.009Invaliden 227.177 31.904 738 76.974 109.616 336.793Mindervaliden 70.455 3.817 303 8.712 12.832 83.287Gepensioneerden 1.329.138 394.919 513 38.860 434.292 1.763.430Weduwen en wezen 395.261 2.670 141 28.355 31.166 426.427Kloostergemeenschappen 3.754 0 0 0 0 3.754Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 172.482 19.968 635 68.449 89.052 261.534
Totaal 6.879.616 857.604 14.489 2.667.525 3.539.618 10.419.234
Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2007
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.738.617 376.143 11.368 2.377.945 2.765.456 7.504.073Invaliden 232.592 30.211 654 76.856 107.721 340.313Mindervaliden 72.054 3.577 198 8.183 11.958 84.012Gepensioneerden 1.331.265 363.443 319 34.153 397.915 1.729.180Weduwen en wezen 375.671 3.900 165 31.583 35.648 411.319Kloostergemeenschappen 1.118 0 0 0 0 1.118Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 174.391 20.115 731 66.894 87.740 262.131
Totaal 6.925.708 797.389 13.435 2.595.614 3.406.438 10.332.146
Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2008
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.799.801 363.776 12.151 2.403.674 2.779.601 7.579.402Invaliden 241.501 29.353 722 81.763 111.838 353.339Mindervaliden 73.323 3.459 206 8.267 11.932 85.255Gepensioneerden 1.379.002 370.399 320 33.599 404.318 1.783.320Weduwen en wezen 385.579 2.217 136 24.573 26.926 412.505Kloostergemeenschappen 3.009 0 0 0 0 3.009Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 165.391 18.710 664 63.948 83.322 248.713
Totaal 7.047.606 787.914 14.199 2.615.824 3.417.937 10.465.543
(1) Omvat werkenden, UVW-werkzoekenden, UVW-niet-werkzoekenden en bruggepensioneerden.
Gerech- tigden
Personen ten laste
Totaal
Gerech- tigden
Personen ten laste
Totaal
Gerech- tigden
Personen ten laste
Totaal
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
338
Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen
06.2004 06.2005 06.2006 06.2007
Christelijke Mutualiteiten 346.008 341.230 341.498 321.081Neutrale Mutualiteitsverbonden 35.470 37.123 35.645 33.385Socialistische Mutualiteiten 88.746 88.424 86.143 82.657Liberale Mutualiteiten 52.864 51.531 50.160 46.964Onafhankelijke Ziekenfondsen 170.918 182.264 185.814 181.787
Totaal 694.006 700.572 699.260 665.874
5. Vrije verzekering voor de kleine risico's voor zelfstandigen: ledental naar statuut en verzekeringsinstelling
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
339
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)
800 822 923 966 -
Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden, Wezen (WIGW)
3.995 4.048 4.034 4.434 -
Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)
2.206 2.261 - - -
Totaal 1.633 1.666 1.702 1.827 1.978
Bron: RIZIV
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
0 - 1 jaar 1.925,00 1.692,44 3.414,12 2.915,02 1.891,78 1 - 4 jaar 790,42 642,72 2.245,34 1.826,45 803,88 5 - 9 jaar 575,05 435,16 2.377,39 1.651,51 616,6610 - 14 jaar 475,99 441,48 1.865,90 1.540,76 568,9415 - 19 jaar 493,10 586,86 1.447,66 1.461,32 640,1720 - 24 jaar 497,68 740,88 1.893,67 1.852,68 740,3425 - 29 jaar 545,12 1.095,00 3.727,11 3.017,08 958,4530 - 34 jaar 605,45 1.205,52 3.812,31 3.409,57 1.057,0935 - 39 jaar 692,88 1.086,98 4.368,08 3.785,93 1.081,7640 - 44 jaar 817,92 1.071,01 5.039,42 3.955,07 1.175,8645 - 49 jaar 1.003,27 1.216,43 5.512,01 4.113,00 1.378,6650 - 54 jaar 1.341,11 1.455,51 4.685,06 3.766,76 1.717,4655 - 59 jaar 1.677,26 1.642,48 4.641,08 3.670,05 2.019,0260 - 64 jaar 2.102,51 1.907,86 4.475,25 3.821,23 2.371,0165 - 69 jaar 2.731,81 2.421,33 4.912,90 4.186,12 2.975,6470 - 74 jaar 3.384,79 2.967,11 5.475,09 4.810,00 3.655,8975 - 79 jaar 4.344,12 3.958,41 6.514,39 6.087,56 4.792,0980 - 84 jaar 5.375,73 5.365,86 7.567,09 7.741,73 6.261,5685 - 89 jaar 6.570,84 7.437,48 8.910,92 9.819,24 8.239,0190 jaar en meer 9.005,19 10.649,99 11.649,20 12.968,02 11.641,71
Totaal 1.286,69 1.504,16 4.575,09 4.987,00 1.838,09
TotaalZonder voorkeurregeling Met voorkeurregeling
6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (gerechtigden en personen ten laste) (euro)
7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) (euro) - Algemene regeling
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
340
Bron: RIZIV
Mannen Vrouwen Totaal
0 - 1 jaar 1.569,13 1.202,23 1.387,87 1 - 4 jaar 479,09 404,79 442,89 5 - 9 jaar 408,48 283,18 347,1110 - 14 jaar 313,70 252,69 283,8615 - 19 jaar 343,69 349,23 346,3920 - 24 jaar 274,90 415,58 342,7325 - 29 jaar 268,11 733,04 459,9330 - 34 jaar 276,20 801,23 474,5935 - 39 jaar 316,60 618,35 430,2440 - 44 jaar 401,39 573,72 466,0745 - 49 jaar 553,31 642,14 587,0650 - 54 jaar 787,82 873,36 821,3755 - 59 jaar 1.146,29 1.109,64 1.131,4060 - 64 jaar 1.808,97 1.589,78 1.714,6865 - 69 jaar 2.648,03 2.084,38 2.353,6070 - 74 jaar 3.189,52 2.560,29 2.854,0675 - 79 jaar 3.972,13 3.635,93 3.786,9780 - 84 jaar 4.776,49 5.178,45 5.009,7885 - 89 jaar 6.337,79 7.361,99 7.004,2590 jaar en meer 8.447,11 10.485,31 9.934,51
Totaal 992,28 1.382,70 1.163,33
Bron: Controledienst voor de Ziekenfondsen
2004 2005 2006 2007
Geneesheren 105,89 108,24 114,76 123,23Verpleegkundigen en vroedvrouwen 21,20 21,80 20,65 20,21Tandartsen 54,57 53,90 55,24 59,16Farmaceutische verstrekkingen 183,12 182,41 182,14 192,23Paramedische verstrekkingen 26,85 26,15 30,75 29,55Ziekenhuisverpleging, verblijf in een rust- en verzorgingstehuis of een rustoord voor bejaarde personen 18,22 17,36 16,17 15,82Overige verstrekkingen -1,47 -1,47 -0,42 -3,68
Totaal 408,38 408,39 419,29 436,52
9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken (euro) - vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen
8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) (euro) - Regeling der zelfstandigen
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
341
Totaal (PUG + WIGW + IRR)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Geneesheren en klinische biologie 496.264 501.411 505.549 518.788 551.108
Huisartsen en specialisten (g) 77.882 77.774 77.948 79.780 85.175Medische beeldvorming (g) 29.307 29.548 29.890 30.767 31.755Klinische biologie (g) 329.649 335.034 339.242 348.643 369.891Andere bijzondere prestaties (g) 21.599 21.336 21.208 21.674 22.290Chirurgie en anesthesiologie (g) 15.711 15.675 15.557 16.080 16.568Bevall. en verlosk. door artsen (g) 1.248 1.248 1.241 1.218 1.210Toezicht en permanentie (g)
20.868 20.796 20.463 20.627 24.219
Farmaceutische verstrekkingen 123.325 126.512 108.776 135.172 148.668
Magistrale bereidingen (g) 16.087 20.412 - 20.719 22.426Specialiteiten - officina (g) 103.529 102.144 102.697 105.191 114.875Spec. afgeleverd aan gehosp. (g) 533 520 2.481 1.651 1.705Andere farm. verstrekkingen (g) 3.176 3.436 3.598 7.611 9.662
Ziekenhuizen 21.817 21.607 4 21.413 21.688
Verpleegdagprijs (d) 20.271 20.028 - 19.772 19.800Forfaitaire dagprijs (d) 1.542 1.574 - 1.639 1.884Militair hospitaal (all-in-prijs) (d) 3 5 4 3 4
Verpleegkundige zorgen 96.169 97.689 107.953 112.456 106.312
Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 95.874 97.363 107.601 112.066 105.895Vroedvrouwen (g) 296 326 351 389 417
Andere verblijven 52.269 43.313 44.840 48.038 718.404
Rust- en verzorgingstehuizen (d) (1)24.539 16.520 16.977 19.482 19.839
Rustoorden bejaarde personen (d) 25.205 24.295 25.198 25.686 24.415Dagverzorgingscentra (d) 177 191 87 246 320Forfait nierdialyse (d) - - - - 671.082Psychiatr. verzorgingstehuizen (d) 1.178 1.122 1.382 1.403 1.371Initiatieven beschut wonen (d) 1.171 1.185 1.197 1.220 1.247Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d)
- - - - 130
Tandartsen (g) 19.375 19.159 19.741 20.316 24.200
Kinesitherapeuten (g) 36.225 36.411 36.695 36.996 37.151
Andere verstrekkingen 32.017 33.433 32.767 39.691 54.368
Bandag., orthop., implantaten (g) 11.743 12.143 12.719 13.044 14.040Opticiens (g) 170 165 168 171 239Gehoorprothesisten (g) 31 30 32 35 37Revalidatie en herscholing (g) 18.910 19.935 18.738 25.231 31.599Dialyse (g) 871 833 871 921 956Plaatsingsk. en chronische ziekten (g) 292 326 238 288 1.477Chronische zieken (g) - - - - 241Palliatieve zorgen (g) - - - - 7Palliatieve zorgen (patiënt) (g) - - - - 20Menselijke weefsels (g) - - - - 133Multidisciplinaire teams rolwagens (g)
- - - - 2
Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g)
- - - - 21
Medische huizen (g) - - - - 5.619Terugbetalingen remgeld (g) - - - - - Regularisatie + herfacturatie - - - - -22
10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen)
(1) Door de nieuwe financiering per 01.01.2004 van de deelsector RVT/ROB vervalt de vroegere dubbeltelling RVT: forfait patiënt + forfait coördinerend geneesheer.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
342
Totaal (PUG + WIGW + IRR)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Geneesheren en klinische biologie
Huisartsen en specialisten 15,47 16,22 17,43 21,48 18,88Medische beeldvorming 30,55 31,91 28,95 29,82 31,38Klinische biologie 2,68 2,77 2,67 2,77 2,91Andere bijzondere prestaties 43,06 44,19 46,15 47,55 48,38Chirurgie en anesthesiologie 49,68 50,06 50,85 52,96 56,92Bevall. en verlosk. door artsen 54,19 54,19 56,45 59,95 68,10Toezicht en permanentie 10,95 11,37 11,76 12,62 12,46
Farmaceutische verstrekkingen
Magistrale bereidingen 2,72 2,03 - 2,11 2,17Specialiteiten - officina 20,97 21,52 20,92 21,71 22,36Spec. afgeleverd aan gehosp. - - - - 299,21Spec. uit ziekenhuisapotheekafgeleverd aan niet-gehosp.Andere farm. verstrekkingen 33,20 33,83 33,96 16,42 14,61
Ziekenhuizen
Verpleegdagprijs 178,22 178,74 - 197,97 212,40Forfaitaire dagprijs 79,42 78,40 - 84,62 92,46Militair hospitaal (all-in-prijs) 1.272,53 1.286,01 1.327,97 1.359,27 1.427,74
Verpleegkundige zorgen
Verpleegkundigen (thuiszorgen) 7,12 7,31 7,08 7,33 8,63Vroedvrouwen 27,43 27,19 26,80 27,68 28,51
Andere verblijvenRust- en verzorgingstehuizen 28,18 38,17 38,50 39,58 41,65Rustoorden bejaarde personen 24,38 29,80 30,16 31,53 33,25Dagverzorgingscentra 26,31 27,07 - 28,53 32,84Forfait nierdialyse - - - - 177,10Psychiatr. verzorgingstehuizen 61,95 63,21 52,20 54,20 58,36Initiatieven beschut wonen 18,64 18,69 22,23 22,55 26,59Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen
- - - - 13,14
Tandartsen 26,82 27,04 27,60 28,50 27,76
Kinesitherapeuten 10,82 11,07 11,49 11,99 13,35
Andere verstrekkingen
Bandag., orthop., implantaten 44,54 44,51 44,06 46,12 47,55Opticiens 61,50 62,47 64,71 67,08 61,08Gehoorprothesisten 643,48 662,30 685,94 701,00 786,04Revalidatie en herscholing 20,87 20,29 22,49 18,62 15,31Dialyse 325,09 334,24 339,22 346,36 228,06Plaatsingsk. en chronische ziekten 287,94 288,81 297,67 255,79 9,01Chronische zieken - - - - 320,59Palliatieve zorgen - - - - 1.419,40Palliatieve zorgen (patiënt) - - - - 490,94Menselijke weefsels - - - - 52,60Multidisciplinaire teams rolwagens - - - - 201,83Multidisciplinaire eerstelijnszorg
- - - - 66,57
Medische huizen - - - - 9,74
11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (euro)
- - - - -
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
343
Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen
2004 2005 2006 2007
Uitgaven 313.162 316.746 323.542 321.978Prestaties aan leden 292.991 292.348 297.134 296.466Beheerskosten 19.091 23.126 24.208 22.861Andere uitgaven 1.081 1.272 2.201 2.651
Ontvangsten 285.757 335.182 338.492 329.192Bijdragen 223.948 273.353 273.555 262.161Rijkstoelage 56.384 57.757 59.750 59.892Beleggingsinkomsten 3.589 2.033 2.847 2.908Andere ontvangsten 1.837 2.039 2.340 4.231
Wijziging van de technische voorzieningen
-1.167 1.914 3.491 2.311
Saldo -26.239 16.522 11.459 4.902
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Geneesheren en klinische biologie 4.705.244 4.869.763 5.274.881 5.608.140 6.141.215Tandartsen 506.183 504.493 549.780 585.283 671.825Farmaceutische verstrekkingen 3.115.459 3.192.601 3.302.088 3.534.213 3.940.660Verpleegkundigen 646.404 673.398 1.048.996 1.116.690 1.225.129Kinesitherapeuten 374.927 385.608 421.746 445.989 503.371Paramedische verstrekkingen 529.181 545.271 613.641 657.865 723.249Ziekenhuisopname 3.483.924 3.460.742 3.903.544 4.082.249 4.459.995Andere verblijven 1.637.637 1.742.740 1.909.323 2.153.270 2.231.042Maximumfactuur 166.992 235.625 288.916 286.576 277.153Overige verstrekkingen 553.889 562.951 422.376 403.126 530.416
Totaal 15.719.840 16.173.192 17.735.291 18.873.401 20.704.055
13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven (C1-C10) (duizend euro)
12. Vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
344
Deel ten laste van de V.I.'s
Bron: RIZIV
2006 2007 2008
Raadplegingen, bezoeken en adviezen 1.346.974 1.417.244 1.595.113Medische beeldvorming 866.405 918.236 996.548Klinische biologie 915.208 976.735 1.076.441Speciale verstrekkingen 984.281 1.036.104 1.078.374Heelkunde en anesthesiologie 820.464 881.328 943.072Gynaecologie 71.674 74.490 82.379Toezicht en permanentie 241.150 261.043 301.862
Subtotaal (1) geneesheren 5.246.156 5.565.180 6.073.789
Erelonen tandartsen 540.400 575.350 661.455
De officina's 2.155.055 2.288.825 2.568.897Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden 477.704 570.011 671.790Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden 502.996 502.334 510.158Magistrale bereidingen 42.161 44.080 48.657Wachthonorarium 4.406 4.544 5.005Bloed- en bloedplasma 70.361 71.399 75.456Overige farmaceutische verstrekkingen 49.405 53.020 60.697
Subtotaal (1) farmaceutische verstrekkingen 3.302.088 3.534.213 3.940.660
Honoraria van verpleegkundigen (deel V.I.) 768.223 825.470 914.208Kinesitherapeuten 417.424 438.103 495.871Bandagisten + orthopedisten 172.202 191.202 203.491Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren 399.106 419.787 464.065Opticiens 10.915 11.500 14.621Gehoorprothesisten 21.849 24.569 29.195Vroedvrouwen 9.569 10.807 11.877
Verpleegdagprijs 3.768.266 3.937.782 4.205.509Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen 128.950 140.707 174.173
Totaal verpleegdagprijs 3.897.216 4.078.489 4.379.682
Militair hospitaal (all-in-prijs) 5.464 3.760 6.592
Dialyse - geneesheren 112.882 119.039 126.704Dialyse - forfait nierdialyse 102.743 110.723 118.847Dialyse - thuis of in een centrum 79.812 89.533 91.231
Totaal dialyse 295.437 319.295 336.782
Rust- en verzorgingstehuizen 654.591 772.512 826.304Rustoorden voor bejaarden 762.784 813.132 811.687Dagverzorgingscentra 6.096 6.999 10.500
Subtotaal (1) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 1.423.471 1.592.643 1.648.491
Psychiatrische verzorgingstehuizen 72.201 76.102 80.037Initiatieven voor beschut wonen 26.608 27.545 33.163Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen 1.224 1.451 1.709
Totaal geestelijke gezondheidszorg 100.033 105.098 114.909
Revalidatie en herscholing (deel V.I.) 347.813 392.572 416.267Bijzonder Fonds 10.076 11.662 8.692Logopedie 49.247 51.913 58.795Medisch-pediatrische centra 2.124 622 238Andere kosten van verblijf en reiskosten 10.119 11.131 13.063Regularisatie en herfacturatie -93.591 -172.980 -117.525Sociale maximumfactuur 232.127 288.202 278.400Chronische patiënten 59.264 59.382 77.307Palliatieve zorgen 8.356 10.063 9.879Palliatieve zorgen (patiënt) 8.466 9.043 9.697Menselijke weefsels 6.110 6.017 7.002Multidisciplinaire teams rolwagens 164 422 440Multidisciplinaire eerstelijnszorg 436 755 1.369Medische huizen 36.387 44.107 54.738
Totaal 17.286.651 18.408.377 20.114.050
14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
345
Deel ten laste van het RIZIV
Bron: RIZIV
2006 2007 2008
Forfait accreditatie artsen 12.891 13.202 13.334Forfait medisch dossier 1.238 2.436 0Forfait telematica 5.159 5.401 5.736Kwaliteitscontrole Pasteur 1.829 1.912 2.058Forfait georganiseerd wachtdiensten 7.055 16.922 34.779Impulsfonds groepspraktijken 553 3.087 3.332ReferentiebedragenPraktijkondersteuning huisartsengeneeskunde 0 0 8.187
Subtotaal (2) geneesheren 28.725 42.960 67.426
Forfait accreditatie tandartsen 9.380 9.933 10.370
Terugbetaling herceptine (art. 56) 2.219 7.381 1.262Terugbetaling pneumokokkenvaccin (art. 56) 0 6.480 13.589
Honoraria van verpleegkundigen (eigen uitgave van het RIZIV) 0 4.642 3.194Software kinesitherapeuten 4.322 7.886 7.500
Specifieke kosten diensten thuisverpleging 18.372 11.421 16.468
Loonharmonisering personeel RVT 254.095 256.584 280.034Syndicale premie 2.120 2.163 2.206Coma 0 0 0Zorgvernieuwing (art.56) 2.077 0 85Palliatieve dagcentra 0 506 260
Subtotaal (2) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 258.292 259.253 282.585
Fiscale maximumfactuur 56.789 -1.626 -1.247
Einde loopbaan 43.964 52.475 71.373Revalidatie en herscholing (eigen uitgave van het RIZIV) 55 1.625 1.071Geïnterneerden 17.352 39.010 26.864Tabaksontwenning 0 96 2Psychiatrisch verzorgingscircuit 0 1.915 1.602Sociaal akkoord (provisioneel bedrag) 4.886 6.717 0Fonds verslaving 0 3.000 3.000Inhaalbedragen ziekenhuizen 864 0 73.7212de pijler pensioenfonds zelfstandige verpleegkundigen 3.420 0 0Diversen 0 11.856 11.225
Totaal 448.640 465.024 590.005
16. Uitgaven naar betalende instelling (duizend euro)
Bron: RIZIV
2006 2007 2008
Deel ten laste van de V.I.'s 17.286.651 18.408.377 20.114.050
Deel ten laste van het RIZIV 448.640 465.024 590.005
Algemeen totaal 17.735.291 18.873.401 20.704.055
15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
346
17. L
eden
tal p
er v
erze
keri
ng
sin
stel
ling
Bro
n: R
IZIV
Ch
rist
elijk
e M
utu
alit
eite
n
Neu
tral
e M
utu
alit
eits
-ve
rbo
nd
en
So
cial
is-
tisc
he
Mu
tual
itei
ten
Lib
eral
e M
utu
alit
eite
n
On
afh
anke
-lij
ke Z
ieke
n-
fon
dse
n
Hu
lpka
s vo
or
ZIV
NM
BS
To
taal
06.2
004
4.47
2.16
142
1.40
92.
891.
717
594.
623
1.69
6.70
376
.304
132.
228
10.2
85.1
4506
.200
54.
471.
171
424.
155
2.93
1.91
959
0.83
41.
731.
046
76.5
6612
7.33
810
.353
.029
06.2
006
4.45
3.61
742
6.28
52.
969.
849
585.
154
1.78
4.39
176
.555
123.
383
10.4
19.2
3406
.200
74.
404.
551
427.
337
2.89
5.74
357
6.00
11.
831.
725
75.3
7712
1.41
210
.332
.146
06.2
008
4.45
0.95
344
1.07
02.
924.
371
577.
936
1.87
8.95
373
.482
118.
778
10.4
65.5
43
18. U
itg
aven
per
ver
zeke
rin
gsi
nst
ellin
g (
du
izen
d e
uro
) (1)
Bro
n: R
IZIV
Ch
rist
elijk
e M
utu
alit
eite
n
Neu
tral
e M
utu
alit
eits
-ve
rbo
nd
en
So
cial
is-
tisc
he
Mu
tual
itei
ten
Lib
eral
e M
utu
alit
eite
n
On
afh
anke
-lij
ke Z
ieke
n-
fon
dse
n
Hu
lpka
s vo
or
ZIV
NM
BS
To
taal
2004
7.21
1.82
663
5.21
24.
849.
013
1.06
6.88
02.
428.
640
63.1
4730
2.27
416
.556
.993
2005
7.29
0.19
265
9.98
84.
991.
314
1.07
1.08
42.
507.
781
76.1
3632
0.76
816
.917
.262
2006
7.42
6.91
569
5.70
65.
097.
613
1.10
7.52
32.
546.
167
99.9
4931
2.77
817
.286
.651
2007
7.95
0.14
672
8.99
05.
416.
687
1.14
5.05
12.
721.
252
116.
922
329.
332
18.4
08.3
80
2008
8.69
4.69
781
6.35
95.
867.
340
1.24
7.43
13.
014.
182
126.
618
347.
423
20.1
14.0
50
(1)
De
soci
ale
pres
tatie
s di
e on
mid
delli
jk d
oor
het R
IZIV
bet
aald
wor
den
zijn
nie
t inb
egre
pen.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
347
19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (duizend euro)
Bron: RIZIV
2004 2005 2006 2007 2008
Verzekeringsinstellingen 456.795 399.040 448.004 579.330 641.232Internationale verdragen 440.559 379.777 427.991 565.188 625.743Aandeel intresten op beleggingen VI 1.344 1.678 1.678 1.649 4.891Aandeel terugvorderingen prest. VI 10.637 17.561 18.311 12.469 10.520Gerechtelijke intresten 15 24 24 24 78SIS-kaarten 4.240 0 0 0 -
RIZIV - Andere 241.440 185.656 311.706 334.305 525.647Sociaal statuut 130.181 101.991 107.798 122.563 136.726Stagemeesters - 8.541 9.375 10.526 12.947Art. 56 38.051 57.617 58.173 59.009 61.678Art. 56 - 22 moleculaire biologie - - - 13.088 17.996Sociaal akkoord - - 40.982 71.056 105.683IMA - Permanente steekproef - - - - 275Fiscaal plafond remgeld 57.902 - - - - Positieve maatregelen 743 - - - - Sociaal plan kinesitherapeuten 3.798 8.500 8.500 0 100Expertise - 1.166 1.166 1.283 1.411Terugbetaling recuperatie geneesmiddelen
- - 74.474 - 19.179
Heffing zakencijfer - Afrekening 2006
- - - 10.479 -
Bestrijding tabaksgebruik 1.000 2.000 2.000 2.000 2.000Campagnes - 2.000 2.000 2.000 2.000Verhoogde kosten tarificatiediensten
5.164 3.779 3.864 3.927 3.991
Autoverzekering (HVKZ) - 62 65 65 5Informatisering - - - - 11.000Kinesitherapeuten opleiding verpleger
4.599 - - - -
Terugbetaling generieken - - 3.309 3.309 - Terugbetaling heffing zakencijfer
- - - 35.000 41.346
Provisiefonds geneesmiddelen (overschrijding)
- - - - 109.310
Totaal 698.235 584.696 759.710 913.635 1.166.879
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
348
V
Sociale bijstand
2004-2008
1. De dienstverlening van de OCMW’s 1.0 Methodologische nota A. Het recht op maatschappelijke integratie De nieuwe wet van 26.05.2002 aangaande het recht op maatschappelijke integratie is van toepassing vanaf 01.10.2002. Zij vervangt de oude wet van 1974 met betrekking tot het bestaansminimum. De nieuwe reglementering voorziet, behalve een tegemoetkoming voor onbemiddelde personen (“het leefloon” genoemd), de mogelijkheid om een opleiding te volgen, om een baan te vinden en om door een maatschappelijk assistent begeleid te worden. Het leefloon wordt toegekend en uitbetaald door de gemeentelijke openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De federale Staat betaalt een gedeelte van de uitgekeerde bedragen terug. Het saldo is ten laste van de OCMW's en dus onrechtstreeks van de gemeenten, die wettelijk verplicht zijn het eventuele tekort op de rekening van het OCMW bij te passen (Cf. art. 106 OCMW-wet). In tabel 1.1 vindt men de evolutie van het aantal rechthebbenden op het leefloon naar gezinstype. Voor het jaar 2004 zijn de categorieën: gezin (categorie A): samenwonenden; alleenstaande (categorie B): alleenstaand persoon; alleenstaande die recht heeft op een verhoogde uitkering (categorie C): alleenstaande ouder
die een gedeeltelijke kinderlast heeft; men onderscheidt de alleenstaande ouder die alimentatiegeld betaalt voor zijn kind(eren) en de alleenstaande ouder die de helft van de tijd samenwoont met zijn kind(eren) in het kader van co-ouderschap;
de éénoudergezinnen met kinderlast (categorie D). Voor 2005-2008 zijn de opgenomen categorieën: samenwonende met één of meerdere personen alleenstaande samenwonende met personen ten laste De jaarlijkse bedragen die kunnen worden toegekend zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004=100):
- samenwonende met één of meerdere personen: 5.806,30 euro - alleenstaande: 8.709,45 euro - samenwonende met personen ten laste: 11.612,61 euro
Tabel 1.2 toont een aantal jaargegevens: het gemiddeld aantal gerechtigden, een gemiddeld jaarbedrag en de uitgaven (uitgedrukt in duizend euro). Het totaal van de uitgaven omvat alle kosten die betrekking hebben op het uitgekeerde leefloon voor een bepaald jaar, en houdt dus ook rekening met de kosten die in een volgend boekjaar werden vereffend.
V. Sociale bijstand 1. De dienstverlening van de OCMW's
351
B. De activering van de financiële dienstverleningen van de OCMW’s Sinds 01.01.1998 krijgen de gerechtigden op bestaansminimum (vanaf 01.10.2002: leefloon) toegang tot de volgende tewerkstellingsinitiatieven: de doorstromingsprogramma's; de arbeidsplaatsen erkend in het kader van de professionele reïntegratie van langdurig
werklozen (dienstenbanen); de banenplannen; de initiatieven voor sociale inschakeling … 1 In 2000 werd het "Lenteprogramma" van kracht. Het betreft een actieplan dat gericht is op de vermindering van het aantal gerechtigden op het bestaansminimum. Hiertoe werden bepaalde tewerkstellingsmodaliteiten versterkt, onder andere de sociale tewerkstelling binnen de OCMW's in het kader van art. 60, § 7 en art. 61 van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn2. Meer bepaald gebeurt dit door de verhoging van de Staatstoelage, de uitbreiding van de mogelijkheden tot terbeschikkingstelling (eveneens voor de privé-sector) en de mogelijkheid tot tijdelijke deeltijdse tewerkstelling. Verder werden nieuwe tewerkstellingskansen gecreëerd, zoals de invoeginterim en de tewerkstelling in het kader van de sociale economie. De uitgaven gekoppeld aan de activering maken integraal deel uit van de begroting die voorbehouden is aan het recht op maatschappelijke integratie en op maatschappelijke dienstverlening. Er bestaan evenwel twee specifieke toelagen: De ene moedigt de tewerkstelling aan in de sector van de sociale economie en omvat:
De verhoogde Staatstoelage: in de sociale economie neemt de begroting van maatschappelijke integratie het verschil tussen het leefloon en de regelmatige tussenkomst toegekend aan de personen die tewerkgesteld zijn in het kader van de toepassing van artikel 60, § 7 ten laste;
De activering van het leefloon voor de begunstigden tewerkgesteld via de invoeginitiatieven in de sociale economie (SINE);
De andere werd toegekend aan de OCMW’s in het kader van de activering zoals voorzien in het “Lenteprogramma”. Dit omvat: De met 25 % verhoogde Staatstoelage voor diegenen die tewerkgesteld worden in het
kader van artikel 60, § 7; De monitoring van het "Lenteprogramma".
In 2004 bedroegen de toelagen voor sociale economie aan openbare besturen 9.920 duizend euro. Voor hetzelfde jaar bedroegen de toelagen voor het “Lenteprogramma” aan lokale besturen 10.721 duizend euro. In de tabel 1.3 hernemen we het aantal tewerkgestelde personen in het kader van de maatschappelijke integratie en in het kader van de maatschappelijke hulp. Het gaat voornamelijk om tewerkstellingen in toepassing van artikelen 60, §7 en 61 van de organieke wet van 08.07.1976 op de openbare centra van maatschappelijk welzijn en om activeringsmaatregelen. Tabel 1.4 geeft het aantal gerechtigden van financiële hulp (equivalent van het leefloon), toegekend in het kader van maatschappelijke hulp. U vindt aanvullende informatie over de maatschappelijke integratie en de maatschappelijke hulp op de website van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie bevoegd voor Grootstedenbeleid: www.mi-is.be.
1 Vanaf 01.01.2002 vervangt de veralgemeende activering (activa) de vroegere maatregelen: de --------------------dienstenbanen, de invoeginterim en het banenplan. 2 Zie art. 6-9 van de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
V. Sociale bijstand 1. De dienstverlening van de OCMW's
352
1.1 Aantal rechthebbenden op leefloon naar gezinstype
a) jaar 2004
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2004
Samenwonenden 22.756Alleenstaanden 34.856Alleenstaanden met het recht op een verhoogd bedrag
1.111
Eenoudergezinnen met kinderen ten laste 16.821
Totaal 75.544
b) periode 2005-2008
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008
Samenwonenden met één of meerdere personen 21.130 21.777 22.040 23.137Alleenstaanden 36.792 37.387 37.249 37.606Samenwonenden met personen ten laste
18.335 19.542 21.113 22.159
Totaal 76.257 78.705 80.402 82.901
1.2 Totale uitgaven leefloon
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
2004 2005 2006 2007 2008
Gemiddeld aantal rechthebbenden 75.558 76.255 78.715 80.409 82.737Volledig 52.035 53.001 54.803 56.359 58.499Gedeeltelijk 23.523 23.254 23.912 24.050 24.238
Gemiddeld jaarbedrag (euro) 3.505 3.788 3.921 4.142 4.471Totaal uitgaven (duizend euro) 264.813 288.878 308.662 333.091 369.948
1.3 Aantal tewerkgestelde rechthebbenden
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008
Maatschappelijke integratie 7.984 8.625 9.409 9.645 9.584Maatschappelijke hulp 1.547 1.606 1.825 1.955 2.052
1.4 Aantal rechthebbenden op maatschappelijke hulp (financiële hulp)
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008
Aantal rechthebbenden 38.084 35.811 32.532 28.092 21.652
V. Sociale bijstand 1. De dienstverlening van de OCMW's
353
2. Inkomensgarantie voor ouderen - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
2.0 Methodologische nota A. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Vanaf 01.06.2001 wordt een nieuwe uitkering, ingevoerd door de wet van 22.03.2001, toegekend: de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Degenen die genoten van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden vóór 01.06.2001 kunnen ervan blijven genieten, indien dit voordeliger is dan de nieuwe uitkering. De IGO verschilt van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden hoofdzakelijk door de volgende eigenschappen: de leeftijd van dewelke men recht kan hebben op de IGO is dezelfde voor de mannen als voor
de vrouwen: 62 jaar in 2002; 63 jaar vanaf 2003; 64 jaar vanaf 2006 en 65 jaar vanaf 2009. de IGO is een individueel recht (er is geen “gezinsbedrag”); het totale bedrag van de inkomsten en pensioenen in aanmerking genomen bij de berekening
wordt gedeeld door het aantal personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen.
In de nieuwe wet, spreekt men niet meer van bedrag “samenwonende “ of bedrag “alleenstaande”, maar van personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen of niet delen. Het toegekende bedrag is afhankelijk of de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen of niet. Het basisbedrag wordt met 50% verhoogd als de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats niet deelt met één of meerdere personen. Dit heeft tot gevolg dat twee personen die samenwonen recht hebben op het basisbedrag, onafhankelijk van het feit ze getrouwd zijn of niet. De wet maakt een uitzondering voor bepaalde categorieën van personen die niet verondersteld worden dezelfde hoofdverblijfplaats te delen als de aanvrager, niettegenstaande ze op hetzelfde adres ingeschreven zijn in het Rijksregister. Deze zijn : de minderjarige kinderen, de meerderjarige kinderen waarvoor gezinsbijslag ontvangen wordt, de bloed- of aanverwanten in dalende lijn, de personen die in hetzelfde rustoord, hetzelfde rust- en verzorgingstehuis of hetzelfde psychiatrisch centrum verblijven. Als de rechthebbende zijn hoofdverblijfplaats enkel deelt met personen van deze categorieën, dan heeft deze recht op de verhoogde uitkering. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004): het bedrag “hoofdverblijfplaats delend”: 7.143,91 euro per jaar; het bedrag “hoofdverblijfplaats niet delend”: 10.715,87 euro per jaar. We stellen een belangrijke stijging vast van het bedrag van de jaarlijkse uitgaven, dit is hoofdzakelijk het gevolg van een stijging buiten index van het basisbedrag met 60 euro per maand op 01.12.2006 B. Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden is een volledig kosteloos voordeel, wat wil zeggen dat geen enkele tegenoverstaande bijdrage vereist is. Het wordt toegekend na een onderzoek naar de bestaansmiddelen, wanneer deze een bepaald forfaitair jaarbedrag niet overschrijden. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004): het "gezinsbedrag": 10.799,51 euro per jaar; het bedrag “alleenstaande”: 8.099,78 euro per jaar. Het toegekende bedrag wordt met 90 % van de pensioenvoordelen die de aanvrager/aanvraagster of zijn/haar echtgeno(o)t(e) ontvangt verminderd.
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
355
De RVP geeft in zijn statistieken dezelfde opsplitsing als voor de pensioenen, zodat het bedrag "alleenstaande" onderverdeeld is in drie categorieën: gehuwden, niet gehuwden en weduwnaars (of weduwen). Vanaf 1999 werd jaarlijks een forfaitaire bijzondere verwarmingstoelage toegekend aan alle gerechtigden. Deze toelage werd vanaf 2002 opnieuw afgeschaft, ze blijft evenwel gelden voor de toegekende prestaties die dateren van voor juni 2001. Voor de IGO en voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden geven we het aantal rechthebbenden (resp. tab. 2.1 en 2.2) en het totaal der uitgaven (tab. 2.3).
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
356
2.1
Aan
tal r
ech
theb
ben
den
IGO
vo
lgen
s le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
VP
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar85
jaar
en
+T
ota
al
Man
nen
144
6.60
56.
179
5.85
54.
357
2.86
326
.003
Zij
die
hun
hoof
dver
blijf
plaa
ts d
elen
583.
200
3.21
23.
282
2.27
51.
192
13.2
19Z
ij di
e hu
n ho
ofdv
erbl
ijfpl
aats
nie
t del
en86
3.25
22.
709
2.40
81.
947
1.57
911
.981
Nie
t ver
deel
de g
eval
len
015
325
816
513
592
803
Vro
uw
en2.
190
11.1
7211
.273
11.3
799.
241
7.89
453
.149
Zij
die
hun
hoof
dver
blijf
plaa
ts d
elen
506
2.65
22.
997
2.70
11.
580
600
11.0
36Z
ij di
e hu
n ho
ofdv
erbl
ijfpl
aats
nie
t del
en1.
672
8.14
37.
906
8.33
17.
385
7.06
840
.505
Nie
t ver
deel
de g
eval
len
1237
737
034
727
622
61.
608
To
taal
rec
hth
ebb
end
en2.
334
17.7
7717
.452
17.2
3413
.598
10.7
5779
.152
2.2
Aan
tal r
ech
theb
ben
den
gew
aarb
org
d in
kom
en v
oo
r b
ejaa
rden
vo
lgen
s le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar85
jaar
en
+T
ota
al
Man
nen
11
183
71.
042
622
393
2.89
7
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
00
143
943
913
755
1.07
1G
ehuw
den,
alle
enst
aand
en (
rust
pens
ioen
)1
10
6056
3211
161
Nie
t geh
uwde
n (r
ustp
ensi
oen)
00
033
452
944
131
91.
623
Rus
t & o
verle
ving
00
04
1812
842
Vro
uw
en11
962
02.
802
3.00
92.
641
2.47
911
.571
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
00
1150
124
077
Geh
uwde
n, a
lleen
staa
nden
(ru
stpe
nsio
en)
119
4115
813
571
2845
3N
iet g
ehuw
den
(rus
tpen
sioe
n)0
052
82.
348
2.54
22.
340
2.23
29.
990
Rus
t & o
verle
ving
00
4024
632
022
621
91.
051
To
taal
rec
hth
ebb
end
en12
1062
13.
639
4.05
13.
263
2.87
214
.468
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
8
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
8
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
357
Bron: RVP
2004 2005 2006 2007 2008
IGO 180.433 196.144 211.913 287.750 382.148 Gewaarborgd inkomen 79.251 75.411 74.095 66.913 9.437 Verwarmingstoelage 1.197 1.070 904 781 693
Totaal 260.881 272.625 286.912 355.444 392.278
2.3 Jaarlijkse uitgaven (duizend euro)
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
358
3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 3.0 Methodologische nota De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties steeds door de Staat gefinancierd worden. In 1969 ontstaan de gewone tegemoetkoming, bestemd voor de personen met een fysische handicap en de bijzondere tegemoetkoming, bestemd voor de andere personen met een handicap. In 1973 worden het verhoogd gewaarborgd inkomen en de tegemoetkoming voor hulp van derde ingesteld, en in 1976 de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. In 1974 worden de bedragen van de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen verhoogd en gediversifieerd naargelang van de gezinstoestend, en het onderzoek naar de bestaansmiddelen wordt verscherpt. Tenslotte heeft de wet van 27.02.1987 de regeling grondig hervormd: de inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon wiens
verdienvermogen, ingevolge zijn handicap, verminderd is tot een derde of minder van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. De integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap met een verminderde zelfredzaamheid, die aldus moeilijkheden ondervindt om zich in het maatschappelijk leven te integreren;
de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt eveneens toegekend wegens gebrek aan en of vermindering van zelfredzaamheid.
In geval van herziening van hun dossier, kunnen de “niet-bejaarde” rechthebbenden aanspraak maken op verworven rechten, indien hun recht vóór 31.12.1974 is ingegaan. De “bejaarde” rechthebbenden kunnen verworven rechten laten gelden, ongeacht de datum waarop hun tegemoetkoming is ingegaan. Er zijn twee tabellen, welke ingedeeld werden volgens soort tegemoetkoming. Het betreft het aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (tabel 3.1) en de totale uitgaven per type tegemoetkoming (tabel 3.2).
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
359
3.1 Aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (jaargemiddelden)
Bron: FOD Sociale Zekerheid
2004 2005 2006 2007 2008
Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
130.295 133.672 134.011 135.552 139.233
Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
109.594 114.994 118.334 125.958 126.816
Gewone en bijzondere tegemoetkoming
KB 1969 3.419 3.070 2.874 2.559 2.297KB 1974 0 0 0 0 0
Aanvullende tegemoetkoming 4.317 3.713 3.464 3.055 2.699
Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen
2.844 2.242 1.956 1.540 1.233
Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend)
737 587 516 401 320
Totaal rechthebbenden 251.206 258.278 261.155 269.065 272.598
Tegemoetkoming voor hulp van
derde (totaal der voordelen) (1) 3.862 3.188 2.858 2.393 1.980
(1) Dit totaal omvat diegenen die uitsluitend recht hebben op deze tegemoetkoming en diegenen die ze cumuleren met een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen.
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
360
Bron: FOD Sociale Zekerheid
2004 2005 2006 2007 2008
Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
823.118 869.804 893.294 934.388 1.013.536
Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
342.091 367.964 377.587 393.120 416.412
Gewone en bijzondere tegemoetkoming
KB 1969 19.736 18.170 16.551 14.989 14.108KB 1974 0 0 0 0 0
Aanvullende tegemoetkoming 16.360 14.419 12.890 11.641 10.892
Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen
4.606 3.582 2.848 2.282 1.894
Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend) 7.147 5.366 4.900 4.102 3.617
Totaal maandelijkse termijnen 1.213.058 1.279.305 1.308.070 1.360.522 1.460.459
Achterstallen 149.764 150.346 118.930 124.354 150.618
Totaal 1.362.822 1.429.651 1.427.000 1.484.876 1.611.077
3.2 Totale uitgaven tegemoetkomingen aan personen met een handicap naar type tegemoetkoming (duizend euro)
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
361
VI
DOSZ
2004-2008
A. Beschrijving van het stelsel Elke analyse van de overzeese sociale zekerheid vereist een verwijzing naar de wet van 16.06.1960. Deze wet belast de organismen met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi onder de controle en met de waarborg van de Belgische Staat. Verzekeringen De sociale zekerheidsregeling van koloniaal recht bevatte de volgende sectoren: ouderdom en vroegtijdige dood; kinderbijslag; ziekte en invaliditeit; geneeskundige verzorging; vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen en beroepsziekten. De onafhankelijkheid van de eertijds door België bestuurde gebieden heeft de opheffing van deze wetgevingen van koloniaal recht tot gevolg gehad. De regeling voor overzeese sociale zekerheid die nadien ontstond, werd ingesteld door de wet van 17.07.1963, welke meermaals gewijzigd werd. Het huidige toepassingsgebied van deze wet is het geheel van personen, die hun beroepsactiviteit in het buitenland verrichten en die niet vallen onder de Verordening (EEG) n°1408 / 71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Het grondgebied waarop de Verordening (EEG) n°1408 / 71 van toepassing is, is dat van de Europese Unie, verruimd met IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. Volgens de huidige wetgeving omvat de regeling de volgende takken: de ouderdoms- en overlevingsverzekering; ziekte- en invaliditeitsverzekering; de verzekering voor geneeskundige verzorging; de mogelijkheid om bijzondere contracten inzake arbeidsongevallen, geneeskundige
verzorging, alsook ouderdoms- en overlevingscontracten (aanvullende verzekeringen) aan te gaan.
Het is een wettelijke regeling door de Belgische Staat ingesteld en gewaarborgd. De aansluiting bij de overzeese sociale zekerheid is niet verplicht. Iedere belanghebbende kan vrij over zijn aansluiting bij deze regeling beslissen. Kunnen erbij aansluiten: de personen die hun beroepsactiviteit uitoefenen in een buitenland, dat niet onder de toepassing valt van de Verordening (EEG) n°1408 / 71. De regeling voor overzeese sociale zekerheid bevat geen enkele verwijzing naar de voorwaarden waarin de aangeslotenen hun overzeese beroepsactiviteit uitoefenen. Zowel de personen, die door een contract hun diensten verhuren als zelfstandigen kunnen zich aansluiten. Sociale bijdragen De financiering van de takken ouderdom en vroegtijdige dood, ziekte en invaliditeit en geneeskundige verzorging in de huidige wetgeving wordt gespijsd door bijdragen die door de verzekerde vrij tussen een bodem- en grensbedrag worden bepaald en die de kostprijs voor levensonderhoud volgen (spilindexcijfers). Het minimum basisbedrag van de maandelijkse bijdrage bedraagt 37,18 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 226,08 euro (spilindex 110,51 basis 2004).
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
365
Het maximum basisbedrag bedraagt 148,74 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 904,44 euro (spilindex 110,51 basis 2004). De storting evenwel van het minimumbedrag van de bijdrage opent slechts een recht op pensioen en op de terugbetaling van de geneeskundige verzorging. De uitkeringen van ziekengeld en invaliditeitsuitkeringen worden slechts toegekend indien de gemiddelde maandbijdrage het minimum (geïndexeerd) basisbedrag bereikt. De tussenkomst van de werkgever is niet vereist voor de betaling van de bijdragen: de wet of haar uitvoeringsbesluiten bepalen geen enkele nadere verdelingsregeling van de bijdragen tussen werkgever en de verzekerde; een verdeling kan enkel voortvloeien uit een overeenkomst tussen partijen. De wet van 17.07.1963 heeft drie Fondsen opgericht, elk met een eigen vermogen, namelijk het pensioenfonds1 het invaliditeitsfonds2 het solidariteits- en perequatiefonds3
Onverminderd de bijzondere bepalingen die gelden voor verzekerden van niet E.U.-nationaliteiten4 worden de bijdragen tussen de drie Fondsen zo verdeeld: Pensioenfonds:............................................70,0% Invaliditeitsfonds:...........................................9,5% Solidariteits- en perequatiefonds:................20,5% Geneeskundige verzorging Het betreft een uitgestelde verzekering, wat betekent dat de terugbetaling van de kosten van de geneeskundige verzorging aan de verzekerde en zijn rechthebbenden enkel wordt verkregen, indien aan bepaalde voorwaarden inzake verzekeringsduur (minstens 16 jaar deelname) en leeftijd (het in genot treden van de voordelen kan ten vroegste vanaf 50 jaar) is voldaan of wanneer de verzekerde arbeidsongeschikt is bevonden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17.07.1963 (hoofdstuk IV). Uitkeringen Voor de verzekerde zijn uitkeringen voorzien in geval hij niet in staat is door zijn werk in zijn levensonderhoud te voorzien ten gevolge van een ziekte die zich manifesteert of van een ongeval5 dat zich voordoet tijdens de verzekeringsperiode. Ook de verzekerde vrouw die haar beroepsactiviteit staakt wegens zwangerschap, is erkend als zijnde niet in staat om door haar werk in haar levensonderhoud te voorzien.
1 Beheer van de uitkeringen van de ouderdoms- en overlevingsverzekering verzekerd in individuele kapitalisatie. 2 Beheer van de ziekte en invaliditeitsverzekering, van de verzekering geneeskundige verzorging en van de contracten voor bijkomende verzekeringen. 3 Beheer van de prestaties van de ouderdoms- en overlevingsverzekering gefinancierd door de repartitieregeling. 4 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. 5 Uitgezonderd een arbeidsongeval.
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
366
Pensioenen De ouderdoms- en overlevingsverzekering, ten laste van het Fonds voor pensioenen, voorziet in de toekenning van ouderdoms- en weduwenrenten. We beperken ons in deze nota tot de bespreking van de ouderdomsrenten. Voor de weduwenrenten, pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot en de indexering van de uitkeringen verwijzen we de lezer naar de website van de DOSZ: www.dosz.be . De ouderdomsrenten worden verkregen vanaf 55 jaar voor de vrouwelijke verzekerden en vanaf een leeftijd die verschilt naargelang van de duur van de aansluiting bij de verzekering voor de mannelijke verzekerden. De ‘normale leeftijd’ is op 55 jaar vastgesteld voor een aansluiting van 20 jaar en meer. Indien de aansluiting bij de verzekering minder dan 20 jaar bedraagt, wordt de leeftijd met één jaar verhoogd per periode van twee jaar minder aansluiting. Voor minder dan twee jaar aansluiting bij de verzekering wordt de leeftijd om voor het ouderdomspensioen in aanmerking te komen bijgevolg op 65 jaar vastgesteld. Onder bepaalde voorwaarden en mits vermindering van het bedrag van de prestatie, kan de verzekerde de vervroegde uitkering van de ouderdomsrente ten vroegste tien jaar voor de normale leeftijd van het in genot treden van het voordeel, bekomen. Het bedrag van de ouderdomsrente wordt bepaald door toepassing van de regels van de individuele kapitalisatie. Het is bijgevolg rechtstreeks afhankelijk van het bedrag van de gestorte bedragen, evenals van de leeftijd van de verzekerde op het ogenblik van de storting van de bijdragen en van de ingangsdatum van het pensioen. Gezinsbijslag De wetten van 16.06.1960 en 17.07.1963 garanderen ten gunste van de rechtgevende kinderen, onderdanen van een der landen, die lid zijn van de Europese Unie6, kinderbijslag: aan de gepensioneerde koloniale werknemers die een loopbaan van tenminste 16 jaar
hebben; aan de slachtoffers van een arbeidsongeval overkomen vóór 01.07.1960 en aan de personen
met een beroepsziekte die na die datum niet meer aan het risico blootgesteld waren; aan de verzekerden die een uitkering trekken krachtens de verzekering geneeskundige
verzorging. Arbeidsongevallen en beroepsziekten De wetgeving voor sociale zekerheid naar koloniaal recht voorzag in de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Die uitkeringen worden door de wet van 16.06.1960 gewaarborgd. Het bij de wet van 17.07.1963 opgerichte stelsel voorziet niet in deze takken van sociale zekerheid in het kader van de algemene regeling. Nochtans verschaft de wet de mogelijkheid van een aanvullende verzekering inzake arbeidsongevallen.
6 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
367
B. Lopende rekeningen (budgettair concept) (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
Ontvangsten
Bijdragen 46.764 49.260 54.141 54.195 62.564Staatstoelagen 285.470 290.348 285.110 284.559 310.496Alternatieve financiering Toegewezen ontvangsten 1.692 2.293 1.938 1.395 2.344Externe overdrachten 1.988 3.764 3.864 0 1.973Opbrengsten beleggingen 1.471 921 1.306 1.512 2.835Diversen 3.799 3.427 3.466 3.442 3.742
Totaal lopende ontvangsten 341.184 350.013 349.825 345.104 383.954
Uitgaven
Sociale prestaties 321.952 325.282 330.770 339.720 355.461Betalingskosten 21 18 15 14 11Beheerskosten 9.632 9.502 8.956 8.953 9.328Externe overdrachten 962 3.100 2.605 2.160 3.087Intresten op leningen 43 61 196 22 805Diversen 3.188 2.963 3.066 3.091 4.306
Totaal lopende uitgaven 335.798 340.926 345.608 353.961 372.998
Saldo lopende rekeningen 5.386 9.087 4.217 -8.857 10.956
VI. DOSZ B. Lopende rekeningen
368
C. Statistieken
1. Aantal bijdragebetalenden naar geslacht en categorie (Wet van 17.07.1963)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Mannen 6.635 6.764 7.019 7.301 7.768
Vrouwen 1.740 1.748 1.735 1.771 1.903
Totaal 8.375 8.512 8.754 9.072 9.671
2. Bijdragen volgens wetgeving en verzekering (duizend euro)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Uitvoering van de voormalige
sociale wetgeving (1)
Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Arbeidsongevallen 0,5 0,5 0,5 0,5 0,4Beroepsziekten 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4
Stelsel van overzeese sociale zekerheid
Ouderdom en vroegtijdige dood 33.300,5 35.546,6 38.775,6 38.970,3 44.953,2Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging) 3.464,9 3.717,1 4.071,5 4.065,1 4.692,5
Aanvullende verzekeringen (2)
Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging)
7.906,3 8.367,5 8.843,3 9.167,1 10.703,2
Arbeidsongevallen 1.281,3 1.562,4 1.648,6 1.317,9 1.052,2
Uitvoering van de wet van
05.08.1968 (3)
Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(2) Het gaat om de verzekeringen bepaald in artikels 57 en 57bis van de wet van 17.07.1963.
(1) De van kracht zijnde sociale wetgeving van Belgisch-Kongo, Rwanda en Burundi voor de toetreding van deze landen tot de onafhankelijkheid.
(3) Uitvoering van de wet tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privé-sector.
VI. DOSZ C. Statistieken
369
3. Aantal rechthebbenden geneeskundige verzorging naar categorie (1) (2)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Gewezen werknemers 4.422 4.390 4.346 4.389 4.312Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genieten 106 102 101 103 101Slachtoffers van een arbeidsongeval 1 1 1 1 1Personen met een beroepsziekte
1 1 0 0 0
Weduwen van
Gewezen werknemers 2.072 2.029 2.004 2.027 2.057Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genoten 99 96 96 96 96Slachtoffers van een arbeidsongeval 14 13 13 13 13Personen met een beroepsziekte
7 7 7 7 7
(2) Voor 2008 bedragen het aantal dubbeltellingen met de verplichte verzekering ziekte-invaliditeit van het RIZIV voor de gewezen werknemers 1.177 en voor de weduwen 720. Het betreft de opgeschorte rechten.
Toestand op 31 december
(1) Er wordt geen rekening gehouden met de titularissen van een aanvullend contract inzake geneeskundige verzorging.
VI. DOSZ C. Statistieken
370
Bron: DOSZ Toestand 2007
Verzeker-
den (1)Gepensio-neerden
Weduwen Invaliden
Wet van 16.06.1960 0 222 1.533 6Geneesheren 0 19 144 0Farmaceutische verstrekkingen 0 60 245 6Ziekenhuisverpleging 0 46 316 0Verpleegkundige zorgen 0 7 69 0Kinesitherapeuten 0 3 32 0Andere verstrekkingen 0 87 727 0
Wet van 17.07.1963 6.845 14.436 4.132 613
Geneesheren 2.201 2.301 634 100Farmaceutische verstrekkingen 1.724 2.664 488 185Ziekenhuisverpleging 1.436 3.704 968 158Verpleegkundige zorgen 17 437 190 37Kinesitherapeuten 83 270 100 22Andere verstrekkingen 1.384 5.060 1.752 111
Totaal 6.845 14.658 5.665 619
Bron: DOSZ Toestand 2008
Verzeker-
den (1)Gepensio-neerden
Weduwen Invaliden
Wet van 16.06.1960 0 127 1.761 6Geneesheren 0 6 159 0Farmaceutische verstrekkingen 0 53 253 6Ziekenhuisverpleging 0 8 445 0Verpleegkundige zorgen 0 3 83 0Kinesitherapeuten 0 2 36 0Andere verstrekkingen 0 55 785 0
Wet van 17.07.1963 7.725 14.859 5.425 801
Geneesheren 2.531 2.296 693 101Farmaceutische verstrekkingen 1.899 27 579 180Ziekenhuisverpleging 1.602 3.446 1.515 229Verpleegkundige zorgen 14 492 270 28Kinesitherapeuten 96 255 111 19Andere verstrekkingen 1.583 8.343 2.257 244
Totaal 7.725 14.986 7.186 807
(1) Bijkomende verzekering (art. 57 van de wet van 17.07.1963).
4. Uitgaven voor geneeskundige verzorging volgens hoofdrubriek en toepasselijke wetgeving (duizend euro)
VI. DOSZ C. Statistieken
371
5. Aantal rechthebbenden uitkeringsverzekering
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Invaliden 83 72 60 102 92Weduwen 43 39 38 36 36Wezen 3 3 2 2 1
Totaal 129 114 100 140 129
6. Uitgaven voor de uitkeringsverzekering volgens wetgeving en categorie(duizend euro)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Wet van 16.06.1960 50 43 34 30 27Invaliden 27 24 19 15 12Weduwen 23 19 15 15 15Wezen 0 0 0 0 0
Wet van 17.07.1963 729 720 635 620 674Invaliden 671 661 574 559 611Weduwen 57 58 60 60 62Wezen 1 1 1 1 1
Totaal 779 763 669 650 701
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
372
7. Aantal rechthebbenden renten en toelagen volgens wetgeving en categorie (1)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Wet van 16.06.1960 29.176 28.253 27.336 26.589 25.495Rustpensioenen 18.456 17.578 16.769 15.903 14.934Overlevingspensioenen 10.720 10.675 10.567 10.686 10.561
Wet van 17.07.1963 25.213 25.587 26.149 27.239 28.134Rustpensioenen 17.698 17.901 18.285 19.162 19.886Overlevingspensioenen 7.515 7.686 7.864 8.077 8.248
8. Uitgaven voor de renten en toelagen (duizend euro)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Rust 223.257 228.140 231.539 239.183 250.473Weduwen 63.360 65.423 67.614 68.449 72.090Wezen 1.203 1.203 1.050 1.061 1.105
Totaal 287.820 294.766 300.203 308.693 323.668
Toestand op 31 december
(1) De pensioengerechtigden gewaarborgd door de wet van 16.06.1960 die genoten hebben van de regeling ingesteld door de wet van 17.07.1963 zijn onder beide wetgevingen opgenomen.
VI. DOSZ C. Statistieken
373
9. Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
0 - 6 jaar 2 2 0 0 0 6 - 12 jaar 17 14 8 7 612 - 16 jaar 14 12 20 11 1216 - 25 jaar 48 38 26 34 3425 jaar en ouder 6 10 9 8 7
Totaal 87 76 63 60 59
10. Uitgaven voor gezinsbijslag (duizend euro)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Gezinsbijslag 171 163 137 144 121
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
374
11. Aantal rechthebbenden arbeidsongevallen volgens wetgeving en categorie
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Wet van 16.06.1960 253 228 217 201 179Invaliden 197 176 168 154 137Weduwen 56 52 49 47 42
Wet van 17.07.1963 (contracten) 347 335 332 325 307Invaliden 278 270 268 260 245Weduwen 57 56 55 56 55Wezen 12 9 9 9 7
Totaal 600 563 549 526 486
12. Uitgaven arbeidsongevallen volgens wetgeving (duizend euro)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Wet van 16.06.1960 (art. 4)Algemene regeling 484 466 436 441 395
Wet van 17.07.1963 (art. 57)Aanvullende verzekering 1.528 1.566 1.559 1.722 1.527
Totaal 2.012 2.032 1.995 2.163 1.922
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
375
13. Aantal rechthebbenden beroepsziekten
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Wet van 16.06.1960 21 21 20 17 16
Blijvende arbeidsongeschiktheid 14 14 13 11 10Weduwen 7 7 7 6 6
14. Uitgaven voor beroepsziekten (duizend euro)
Bron: DOSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Beroepsziekten 116 111 110 99 97
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
376
VII
BIJLAGEN
1. Indexering 1.0 Methodologische nota De basisreglementering voor de indexering van de uitkeringen van de sociale zekerheid (privé-sector) en de sociale bijstand ligt vervat in de wet van 02.08.1971. Deze wet werd sinds het begin van de jaren zeventig meermaals aangepast. Zo onttrok een wet van 01.03.1977 een aantal uitgaven in de overheidssector, waaronder de wedden, lonen en pensioenen van de ambtenaren, aan het toepassingsgebied van de wet van 02.08.1971 en paste er een ander, voordeliger, indexeringsmechanisme op toe. De wetgever wenste dat deze uitgaven de evolutie van de levensduurte sneller zouden volgen. In de jaren tachtig en negentig vielen drie belangrijke wijzigingen te noteren: in 1983 werd het zogenaamde 'afgevlakte indexcijfer' ingevoerd (KB's nr. 156 en 178 van
30.12.1982); KB nr. 281 van 31.03.1984, gewijzigd door het KB nr. 420 van 18.07.1986, voorzag dat voor
een aantal sociale uitkeringen drie indexaanpassingen niet werden doorgevoerd (indexsprongen);
een KB van 24.12.1993, ter uitvoering van de wet van 06.01.1989 tot vrijwaring van ‘s lands concurrentievermogen, verving voor de toepassing van de wet van 02.08.1971 het ‘gewone’ indexcijfer der consumptieprijzen door de ‘gezondheidsindex’ (officieuze benaming).
De wet van 02.01.2001 (BS 03.01.2001, erratum 13.01.2001) en de wet van 19.07.2001 hebben het indexmechanisme opnieuw gewijzigd, ditmaal met het oog op een snellere aanpassing van de uitkeringen aan de evolutie van de gezondheidsindex. De wet past daartoe zowel de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van het tijdstip van de indexering (wet van 02.08.1971) als de bepalingen met betrekking tot de toepassingsdatum van de indexering (wet van 02.08.1971 én (gedeeltelijk) wet van 01.03.1977) aan. Kort samengevat ziet het indexeringsmechanisme vervat in de wet van 02.08.1971 (sociale zekerheid in de privésector en sociale bijstand) er als volgt uit: Het tijdstip van indexering De aanzet tot het indexeren van de uitkeringen wordt gegeven telkens wanneer de zogenaamde afgevlakte (gezondheids)index de spilindex bereikt. De afgevlakte (gezondheids)index is het rekenkundig gemiddelde van de (gezondheids)indexcijfers van de betrokken maand en van de drie voorafgaande maanden. Spilindexcijfers zijn getallen die behoren tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is (basis 1966) en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. Ze fungeren in feite als aanpassingsdrempels. De conversiecoëfficiënten laten toe van de indexcijfers van een vroegere basis naar een meer recente basis om te rekenen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
379
De toepassingsdatum De maandelijks te vereffenen bedragen worden dan aangepast met ingang van de maand die volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt1. De per kwartaal vereffende bedragen worden aangepast met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt. De indexaanpassing van de uitgaven die per jaar worden vereffend, wordt doorgevoerd met ingang van het burgerlijke jaar dat volgt op het jaar waarin de spilindex werd bereikt. De aanpassing van de bedragen Voor het aanpassen van de bedragen moet steeds teruggegrepen worden naar de basisbedragen die in de reglementering zijn opgenomen. Deze basisbedragen werden naar aanleiding van de invoering van de euro, opnieuw vastgesteld, uitgedrukt in euro en gekoppeld aan de spilindex van kracht op 01.01.2000: 103,14 (basis 1996). In geval van indexaanpassing worden de bedragen opnieuw berekend door op het basisbedrag de coëfficiënt 1,02n toe te passen, waarbij n de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt. Daartoe wordt ieder spilindexcijfer aangeduid met een volgnummer dat zijn rang aangeeft. De spilindex van rang 1 duidt de spilindex aan die volgt op 103,14 (basis 1996), dit wil zeggen, 103,14 x 1,021 = spilindex 105,20. In juli 2005 werd spilindex 116,15 (basis 1996) bereikt. Dit is het spilindexcijfer met rang 6. De basisbedragen werden dus vermenigvuldigd met 1,026 of 1,1262. De sociale prestaties werden aangepast op 1 augustus 2005. Vanaf 1 januari 2006 is de basis 2004 van toepassing. Om een indexcijfer van de consumptieprijzen met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8701 vermenigvuldigen. Om een gezondheidsindex met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8790 vermenigvuldigen. De spilindex 116,15 wordt dus 102,10 in de basis 2004. In december 2007 werd de spilindex 106,22 bereikt. De sociale prestaties werden aangepast op 1 januari 2008. Op 1 mei en op 1 september 2008 werden de sociale prestaties opnieuw verhoogd met 2 % naar aanleiding van het bereiken van de spilindexen 108,34 in april en 110,51 in augustus 2008. In overeenkomst met de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (momenteel 112,72) overschreden worden in december 2010. Reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen Op de volgende bladzijde vindt u een tabel met het overzicht van de reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de gezondheidsindex (basis 2004) van 2004 tot eind 2008. Voor een uitgebreidere reeks van indexcijfers verwijzen we naar de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Dienst Indexcijfer der prijzen: http://mineco.fgov.be. Vooruitzichten voor de te verwachten evolutie van het indexcijfer kan u vinden op de website van het Federaal Planbureau: www.plan.be . Meer bepaald vindt u daar bij “Vooruitzichten en macro-economische analyses” de publicatie “Economische begroting 2010 – Economische vooruitzichten”, welke een hoofdstuk wijdt aan de inflatieverwachtingen.
1 Omdat de toepassing van de indexaanpassing vanaf de eerste maand na het bereiken van de spilindex vooral voor uitkeringen die in het begin van de maand uitbetaald worden (d.w.z. slechts enkele werkdagen nadat het indexcijfer van de vorige maand werd gepubliceerd) problemen kan stellen, kan de Koning in dit geval bijzondere uitvoeringsmodaliteiten vaststellen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
380
1.1
Ove
rzic
ht
van
de
reël
e ev
olu
tie
van
het
ind
exci
jfer
van
de
con
sum
pti
epri
jzen
en
van
de
gez
on
dh
eid
sin
dex
(b
asis
200
4) (1
)
Bro
n: F
OD
Eco
nom
ie, K
.M.O
., M
idde
nsta
nd e
n E
nerg
ie
2004
2005
2006
2007
2008
Ind
exG
ezo
nd
hei
ds -
ind
exIn
dex
Gez
on
dh
eid
s -in
dex
Ind
exG
ezo
nd
hei
ds -
ind
exIn
dex
Gez
on
dh
eid
s -in
dex
Ind
exG
ezo
nd
hei
ds -
ind
ex
Janu
ari
98,6
099
,04
100,
8310
0,80
103,
4810
2,82
105,
2010
4,92
108,
8410
7,85
Feb
ruar
i98
,97
99,3
410
1,51
101,
3310
3,93
103,
3110
5,77
105,
4610
9,62
108,
71M
aart
99,1
199
,37
102,
1610
1,88
103,
8910
3,23
105,
7810
5,23
110,
4210
9,32
Apr
il99
,64
99,7
710
2,39
101,
8510
4,40
103,
6010
6,26
105,
5811
0,67
109,
49M
ei10
0,03
99,9
210
2,54
102,
0410
4,79
103,
9510
6,13
105,
3411
1,66
110,
20Ju
ni99
,98
99,9
010
2,85
102,
2210
4,77
103,
9310
6,12
105,
2811
2,28
110,
62Ju
li10
0,32
100,
2110
3,47
102,
6310
5,13
104,
2510
6,57
105,
7011
2,87
111,
22A
ugus
tus
100,
4410
0,23
103,
5710
2,65
105,
2610
4,38
106,
4410
5,67
112,
1811
0,88
Sep
tem
ber
100,
5110
0,28
103,
6910
2,54
104,
9610
4,36
106,
5410
5,71
112,
3611
1,15
Okt
ober
101,
0010
0,64
103,
5010
2,37
104,
7510
4,32
107,
1010
6,19
112,
1611
1,29
Nov
embe
r10
0,88
100,
6310
3,47
102,
6810
5,01
104,
5810
8,10
106,
9311
1,49
111,
09D
ecem
ber
100,
5510
0,43
103,
4510
2,76
105,
1510
4,68
108,
4010
7,44
111,
2511
1,24
Gem
idde
lde
100,
0099
,98
102,
7910
2,15
104,
6310
3,95
106,
5310
5,79
111,
3211
0,26
Toe
nam
e
in
%2,
09 %
1,63
%2,
79 %
2,17
%1,
79 %
1,76
%1,
82 %
1,77
%4,
50 %
4,23
%
(1)
Inge
volg
e he
t K.B
. van
24.
12.1
993
ter
uitv
oerin
g va
n de
wet
van
06.
01.1
989
tot v
rijw
arin
g va
n 's
land
s co
ncur
rent
ieve
rmog
en w
ordt
van
af ja
nuar
i 199
4 de
zog
enaa
mde
ge
zond
heid
sind
ex g
ebru
ikt a
ls b
asis
voo
r de
inde
xerin
g va
n de
soc
iale
uitk
erin
gen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
381
Bron: Federaal Planbureau
2009 2010
IndexGezondheids-
indexIndex
Gezondheids- index
Januari 111,36 111,45 112,01 111,37Februari 111,74 111,75 112,57 111,96Maart 111,10 111,07 112,62 111,99April 111,34 111,17 112,82 112,18Mei 111,25 110,96 112,93 112,26Juni 111,04 110,50 113,01 112,33Juli 110,97 110,48 113,15 112,47Augustus 111,31 110,66 113,14 112,43September 111,17 110,58 113,20 112,50Oktober 111,45 110,84 113,46 112,76November 111,53 110,90 113,54 112,84December 111,84 111,22 113,73 113,04
Gemiddelde 111,34 110,97 113,02 112,34
Toename in %
0,02 % 0,64 % 1,51 % 1,23 %
1.2 Vooruitzichten van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de gezondheidsindex (basis 2004)(Economische begroting 2010 van 11 september 2009)
VII. Bijlagen 1. Indexering
382
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Basis 1981 Basis 1988 Basis 1996 Basis 2004
1.02.1990 140,771.11.1990 143,591.03.1991 146,45 108,261.12.1991 149,39 110,431.11.1992 152,38 112,641.07.1993 155,42 114,891.12.1994 158,53 117,191.05.1996 161,70 119,531.10.1997 164,93 121,921.06.1999 168,23 124,36 103,141.09.2000 171,59 126,84 105,201.06.2001 175,01 129,37 107,301.02.2002 178,52 131,96 109,451.06.2003 182,09 134,60 111,641.10.2004 185,73 137,29 113,871.08.2005 189,45 140,04 116,151.10.2006 193,25 142,85 118,48 104,141.01.2008 197,10 145,70 120,85 106,221.05.2008 201,04 148,61 123,26 108,341.09.2008 205,07 151,59 125,73 110,51
Conversiecoëfficiënten
Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (Dienst indexcijfer der prijzen)
x 1,1377x 1,3717
--
1996
Indexcijfer van deconsumptieprijzen
2004
x 1,1493
Omzetting naar basis …
1.3 Toepassingsdatum voor de aanpassing van de sociale prestaties ten gevolge van de overschrijding van de spilindex
Toegepaste spilindexen afgeleid uit de evolutie van de gezondheidsindex(vóór 1995: indexcijfer van de consumptieprijzen)
Gezondheidsindex
2004
198819811974-19751971 -
x 1,4105x 1,9082x 2,9388x 4,0261
VII. Bijlagen 1. Indexering
383
2. Alternatieve financiering
2.1 Periode 2004-2008
BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)
a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
Index van de consumptieprijzen 2,10 % 2,78 % 1,79 % 1,82 % 4,49 %
Netto BTW-ontvangsten 20.180.035 21.334.477 22.541.563 23.764.101 24.017.645
Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 4.745.133 5.016.589 5.300.423 5.587.891 5.647.509
Wettelijk minimum 4.700.789 4.831.471 4.917.954 5.007.461 5.232.296Wettelijk geïndexeerd minimum 4.657.917 4.787.407 4.873.102 4.961.792 5.184.577Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 42.872 44.064 44.853 45.669 47.719
Basisbedrag 4.745.133 5.016.589 5.300.423 5.587.891 5.647.509
Verhogingen bestemd voor: 116.580 439.701 838.831 257.158 360.062Dienstencheques 83.573 164.038 260.861 218.740 332.907Startbaanovereenkomsten (openbare sector) - 0 3.932 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 33.007 33.661 33.395 31.788 30.911Kostprijs van de werkbonus - 242.002 505.200 0 - Sociale economie (samenwerkingsakkoord) - 0 25.220 0 16.945FSO - - 1.400 1.910 3.400Fonds "Tewerkstellingscellen" - - 8.823 0 7.081
Artikel 2 van de programmawet van 8 juni 2008 - - - - -35.902
Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 4.861.713 5.456.290 6.139.254 5.845.049 6.007.571
Heffingen (B) 233.048 542.965 938.587 336.214 456.618RSZPPO 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000RVA - PWA 22.310 22.310 22.310 22.310 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384RVA - Wachtuitkeringen (EGKS) 1.512 4.208 0 0 0RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 83.573 164.038 260.861 218.740 332.907RVA - Startbaanovereenkomsten 15.900 0 3.932 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 33.007 33.661 33.395 31.788 30.911RSZ - Kostprijs werkbonus - 242.002 505.200 0 - RVA - Sociale economie - 0 25.220 0 16.945FSO - - 1.400 1.910 3.400Fonds "Tewerkstellingscellen" - - 8.823 0 7.081
Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 4.628.665 4.913.325 5.200.667 5.508.835 5.550.953
Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 6.066.238 6.257.378 6.532.566 7.588.349 8.022.944Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 4.432.873 4.705.491 4.980.679 5.275.811 5.316.148Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.510.985 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 2de lid) 22.190 - - - - Desaffectatie "Tewerkstellingsfonds" (overdracht van de reserves)
100.190 - - - -
Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) - - - 738.200 738.200Werkbonus - - - 534.200 534.200
Voorschot dienstencheques - - - 200.000 200.000
Verhoging 2007 - - - 4.000 4.000
Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - - - -182.060Verhoging (art. 66, § 11) - - - 22.451 23.459Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - - - 575.310
Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 166.692 227.965 230.207 423.192 729.378Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 195.793 207.834 219.988 233.024 234.805Vermindering gekoppeld aan overname v/d schuld 49.121 110.989 149.701 - - Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 20.020 131.120 159.920 190.168 254.668Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - - - 182.060Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - - - 57.845
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
385
b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag 6.160.271 6.707.539 7.351.305 7.849.337 8.404.303Basisbedrag toegewezen aan de werknemers (W) 6.066.238 6.257.378 6.532.566 7.588.349 8.022.944Bijzondere bedragen: 94.033 450.161 818.739 260.988 381.359
Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460
Kostprijs van de werkbonus - 242.002 505.200 0 -
Dienstencheques (1) 83.573 164.038 260.861 218.740 332.907
Tijdelijke werkloosheid (2) - 33.661 33.395 31.788 30.911
Fonds "Tewerkstellingscellen" - - 8.823 0 7.081
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -102.382 67.490 -44.412 - -
Achterstallen - 83.573 -47.200 44.526 105.082
Totaal geboekt bedrag 6.057.889 6.858.602 7.259.692 7.893.864 8.509.385
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (Z) 166.692 227.965 230.207 423.192 729.378
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -1.938 -2.721 949 - -
Achterstallen - - 4.724 -949 -
Totaal geboekt bedrag 164.754 225.244 235.880 422.243 729.378
(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2004 bestemd voor de RSZ.
(2) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2005 bestemd voor de RSZ.
c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
Totaal toegekend bedrag 33.007 - 2.400 2.444 2.560
Tijdelijke werkloosheid (1) 33.007 - - - -
Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) - - 2.400 2.444 2.560
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -33.007 - - - -
Achterstallen - 55.727 - - -
Totaal geboekt bedrag 0 55.727 2.400 2.444 2.560
(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen bestemd voor de RVA in 2003 en 2004.
d. RSZ - Buiten Globaal beheer en buiten minimum (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
TOTAAL 74.495 - 0 0 0Aanzuivering schuldvordering Tewerkstellingsfonds 51.860 - - - - Terugvorderingsfonds Sociale Maribel 22.635 - - - -
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
386
e. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
TOTAAL 65.106 51.902 135.822 111.390 100.264PWA 22.310 22.310 22.310 22.310 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling - - 58.976 58.976 33.405Wachtuitkeringen (EGKS) 1.512 4.208 0 0 0Startbaanovereenkomsten 15.900 0 3.932 4.720 4.720Sociale economie - 0 25.220 0 16.945
f. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
TOTAAL - - - - 10.000FBZ Asbestfonds - - - - 10.000
g. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
TOTAAL 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000
h. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
TOTAAL - - 1.400 1.910 3.400FSO - - 1.400 1.910 3.400
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
387
ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (80 %) 51.050 52.469 53.408 54.380 56.822
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -350 -398 672 - -
Achterstallen - 350 398 -672 -
Totaal geboekt bedrag 50.700 52.421 54.478 53.709 56.822
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (20 %) 12.763 13.117 13.352 13.595 14.206
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -88 -100 168 - -
Achterstallen - 88 100 -168 -5
Totaal geboekt bedrag 12.675 13.105 13.620 13.427 14.201
ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (90 %) - - 387.315 402.674 444.792
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -38.709 - -
Achterstallen - - - 38.709 -
Totaal geboekt bedrag - - 348.606 441.382 444.792
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (10 %) - - 43.035 44.742 49.421
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - -
Achterstallen - - - - -
Totaal geboekt bedrag - - 43.035 44.742 49.421
STOCK OPTIONS (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
TOTAAL 56.461 33.446 37.867 36.937 51.580
RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 54.073 32.008 36.284 35.380 50.389
RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 2.388 1.438 1.584 1.557 1.191
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
RSZ - GLOBAAL BEHEER 8.278 15.270 14.350 17.054 10.208
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
388
TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
RSVZ - GLOBAAL BEHEER - - 1.500 2.100 2.530
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
TOTAAL - - - 127.800 127.514
Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) - - - 46.800 46.800
RSZ - Globaal beheer - - - 46.800 46.800
Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) - - - 31.000 32.897RSZ - Globaal beheer - - - 31.000 32.897
Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) - - - - -4.428
RSZ - Globaal beheer - - - - -4.428
Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) - - - 15.000 15.674RSZ - Globaal beheer (90 %) - - - 13.500 14.106RSVZ - Globaal beheer (10 %) - - - 1.500 1.567
Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) - - - 5.000 5.225
RSZ - Globaal beheer - - - 5.000 5.225
Artikel 66, § 12 - - - 30.000 31.347RSZ - Globaal beheer - - - 30.000 31.347
DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
BTW 1.293.607 1.581.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241
Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.293.107 1.334.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241Werknemers (voorlopige verdeling) 1.199.972 1.228.190 1.237.038 1.272.434 1.364.544Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 93.135 106.576 111.225 114.407 122.697
Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) 500 - - - - Werknemers (voorlopige verdeling) 469 - - - - Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 31 - - - -
Inhaalbedragen ziekenhuizen - 247.000 - - -
ACCIJNZEN 144.800 429.800 685.686 803.215 833.442
Artikel 67 ter 144.800 299.800 555.686 673.215 703.442
Basisbedrag 144.800 299.800 299.800 299.800 299.800Werknemers (voorlopige verdeling) 135.740 280.654 280.147 279.996 280.643Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 9.060 19.146 19.652 19.805 19.157
Saldo - - 255.886 373.415 403.642Werknemers (90 %) - - 230.297 336.074 363.278Zelfstandigen (10 %) - - 25.589 37.342 40.364
Artikel 67 quinquies - 130.000 130.000 130.000 130.000Werknemers (voorlopige verdeling) - 121.698 121.478 121.478 121.698Zelfstandigen (voorlopige verdeling) - 8.302 8.522 8.522 8.302
Totaal verschuldigd aan het RIZIV 1.438.407 2.011.566 2.033.949 2.190.056 2.320.683
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
389
ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)
2004 2005 2006 2007 2008
BTW 7.696.753 8.814.143 9.025.059 9.839.593 10.847.228RSZ - Globaal beheer 6.057.889 6.858.602 7.259.692 7.893.864 8.509.385RSVZ - Globaal beheer 164.754 225.244 235.880 422.243 729.378RVA - Globaal beheer 0 55.727 2.400 2.444 2.560RSZ - Buiten globaal beheer en minimum 74.495 - 0 0 0RVA - Buiten globaal beheer 65.106 51.902 135.822 111.390 100.264RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.293.607 1.581.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241RSZPPO 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000FSO - - 1.400 1.910 3.400
ACCIJNZEN 208.175 495.327 753.783 870.351 904.465RSZ - Globaal beheer 50.700 52.421 54.478 53.709 56.822RSVZ - Globaal beheer 12.675 13.105 13.620 13.427 14.201RIZIV - Geneeskundige verzorging 144.800 429.800 685.686 803.215 833.442
ROERENDE VOORHEFFING - - 391.641 486.124 494.214RSZ - Globaal beheer - - 348.606 441.382 444.792RSVZ - Globaal beheer - - 43.035 44.742 49.421
STOCK OPTIONS 56.461 33.446 37.867 36.937 51.580RSZ - Globaal beheer 54.073 32.008 36.284 35.380 50.389RSVZ - Globaal beheer 2.388 1.438 1.584 1.557 1.191
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 8.278 15.270 14.350 17.054 10.208RSZ - Globaal beheer 8.278 15.270 14.350 17.054 10.208
TAKS OP DE VERZEKERINGEN - - 1.500 2.100 2.530
RSVZ - Globaal beheer - - 1.500 2.100 2.530
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING - - - 127.800 127.514
RSZ - Globaal beheer - - - 126.300 125.947RSVZ - Globaal beheer - - - 1.500 1.567
ALGEMEEN TOTAAL 7.969.667 9.358.185 10.224.201 11.379.960 12.437.739
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
390
2.2 Periode 2009-2011
BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)
a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)
2009 2010 2011
Index van de consumptieprijzen 0,02 % 1,50 % 1,60 %
Netto BTW-ontvangsten 23.228.600 24.439.232 25.966.000
Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 5.461.973 5.746.641 6.105.645
Wettelijk minimum 5.233.342 5.311.843 5.396.832Wettelijk geïndexeerd minimum 5.185.613 5.263.398 5.347.612Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 47.729 48.445 49.220
Basisbedrag 5.461.973 5.746.641 6.105.645
Verhogingen bestemd voor: 330.916 290.100 270.157Dienstencheques 207.801 181.871 195.414Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 4.720 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 85.920 70.666 36.765Sociale economie (samenwerkingsakkoord) 14.332 14.471 14.857FSO 2.017 2.246 2.275Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
5.000 5.000 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081 7.081
Start- en stagebonus 4.045 4.045 4.045
Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 5.792.889 6.036.741 6.375.802
Heffingen (B) 427.472 386.656 366.713RSZPPO 40.902 40.902 40.902RVA - PWA 19.810 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 207.801 181.871 195.414RVA - Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 85.920 70.666 36.765RVA - Sociale economie 14.332 14.471 14.857FSO 2.017 2.246 2.275Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
5.000 5.000 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081 7.081
Start- en stagebonus 4.045 4.045 4.045
Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 5.365.417 5.650.085 6.009.089
Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 8.364.261 9.516.613 11.277.626Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 5.138.460 5.411.086 5.754.905Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) 938.200 938.200 938.200
Werkbonus 534.200 534.200 534.200
Voorschot dienstencheques 400.000 400.000 400.000
Verhoging 2007 4.000 4.000 4.000
Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) -182.096 -184.828 -187.785Verhoging (art. 66, § 11) 23.464 23.816 24.197Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 894.346 1.776.451 3.196.222
Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 773.420 878.706 1.046.804Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 226.957 238.999 254.184Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 277.748 277.748 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) 182.096 184.828 187.785Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 86.619 177.132 327.087
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
391
b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)
2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag 8.684.568 9.795.736 11.502.391Basisbedrag toegewezen aan de werknemers (W) 8.364.261 9.516.613 11.277.626Bijzondere bedragen: 320.307 279.123 258.765
Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460Dienstencheques 207.801 181.871 195.414
Tijdelijke werkloosheid 85.920 70.666 36.765
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081 7.081Start- en stagebonus 4.045 4.045 4.045Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
5.000 5.000 5.000
Besparingen betaald educatief verlof - - -30.000Besparingen PWA - - -4.000
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -
Achterstallen -99.252 - -
Totaal geboekt bedrag 8.585.316 9.795.736 11.502.391
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (Z) 773.420 878.706 1.046.804
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -
Achterstallen -3.791 - -
Totaal geboekt bedrag 769.628 878.706 1.046.804
c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)
2009 2010 2011
Totaal toegekend bedrag 2.604 2.643 2.685Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) 2.604 2.643 2.685
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -
Achterstallen - - -
Totaal geboekt bedrag 2.604 2.643 2.685
d. RSZ - Buiten Globaal beheer en buiten minimum (duizend euro)
2009 2010 2011
TOTAAL - - -
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
392
e. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2009 2010 2011
TOTAAL 84.628 84.389 85.379PWA 19.810 19.810 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling 20.382 20.004 20.608Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720 4.720Sociale economie 14.332 14.471 14.857
f. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2009 2010 2011
TOTAAL 10.000 10.000 10.000FBZ Asbestfonds 10.000 10.000 10.000
g. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2009 2010 2011
TOTAAL 40.902 40.902 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 40.902 40.902
h. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2009 2010 2011
TOTAAL 2.017 2.246 2.275FSO 2.017 2.246 2.275
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
393
ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)
2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (80 %) 56.833 57.686 58.609
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -
Achterstallen - - -
Totaal geboekt bedrag 56.833 57.686 58.609
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (20 %) 14.208 14.422 14.652
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -
Achterstallen 206 - -
Totaal geboekt bedrag 14.414 14.422 14.652
ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)
2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (90 %) 412.154 418.336 425.029
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -
Achterstallen - - -
Totaal geboekt bedrag 412.154 418.336 425.029
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (10 %) 45.795 46.482 47.225
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -
Achterstallen - - -
Totaal geboekt bedrag 45.795 46.482 47.225
STOCK OPTIONS (duizend euro)
2009 2010 2011
TOTAAL 55.000 50.000 45.000
RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 52.674 47.885 43.097
RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 2.327 2.115 1.904
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)
2009 2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER 10.673 10.673 10.673
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
394
TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)
2009 2010 2011
RSVZ - GLOBAAL BEHEER 2.531 2.568 2.610
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)
2009 2010 2011
TOTAAL 172.982 173.732 175.097
Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) 46.800 46.800 46.800
RSZ - Globaal beheer 46.800 46.800 46.800
Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) 33.555 33.555 34.170RSZ - Globaal beheer 33.555 33.555 34.170
Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) -6.629 -6.663 -6.762
RSZ - Globaal beheer -6.629 -6.663 -6.762
Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) 15.677 15.912 16.167RSZ - Globaal beheer (90 %) 14.109 14.321 14.550RSVZ - Globaal beheer (10 %) 1.568 1.591 1.617
Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) 5.226 5.304 5.389
RSZ - Globaal beheer 5.226 5.304 5.389
Artikel 66, § 12 31.353 31.824 32.333RSZ - Globaal beheer 31.353 31.824 32.333
DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)
2009 2010 2011
BTW 1.656.994 1.609.313 1.609.313
Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.656.994 1.609.313 1.609.313Werknemers (voorlopige verdeling) 1.520.292 1.476.545 1.476.545Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 136.702 132.768 132.768
Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) - - - Werknemers (voorlopige verdeling) - - - Zelfstandigen (voorlopige verdeling) - - -
Inhaalbedragen ziekenhuizen - - -
ACCIJNZEN 833.583 844.137 855.563
Artikel 67 ter 703.583 714.137 725.563
Basisbedrag 299.800 299.800 299.800Werknemers (voorlopige verdeling) 280.643 280.643 280.643Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 19.157 19.157 19.157
Saldo 403.783 414.337 425.763Werknemers (90 %) 363.405 372.903 383.187Zelfstandigen (10 %) 40.378 41.434 42.576
Artikel 67 quinquies 130.000 130.000 130.000Werknemers (voorlopige verdeling) 121.698 121.698 121.698Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 8.302 8.302 8.302
Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.490.577 2.453.450 2.464.876
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
395
ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)
2009 2010 2011
BTW 11.152.089 12.423.935 14.299.749RSZ - Globaal beheer 8.585.316 9.795.736 11.502.391RSVZ - Globaal beheer 769.628 878.706 1.046.804RVA - Globaal beheer 2.604 2.643 2.685RSZ - Buiten globaal beheer en minimum - - - RVA - Buiten globaal beheer 84.628 84.389 85.379RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.656.994 1.609.313 1.609.313FBZ - Asbestfonds 10.000 10.000 10.000RSZPPO 40.902 40.902 40.902FSO 2.017 2.246 2.275
ACCIJNZEN 904.830 916.244 928.824RSZ - Globaal beheer 56.833 57.686 58.609RSVZ - Globaal beheer 14.414 14.422 14.652RIZIV - Geneeskundige verzorging 833.583 844.137 855.563
ROERENDE VOORHEFFING 457.948 464.818 472.255RSZ - Globaal beheer 412.154 418.336 425.029RSVZ - Globaal beheer 45.795 46.482 47.225
STOCK OPTIONS 55.000 50.000 45.000RSZ - Globaal beheer 52.674 47.885 43.097RSVZ - Globaal beheer 2.327 2.115 1.904
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 10.673 10.673 10.673RSZ - Globaal beheer 10.673 10.673 10.673
TAKS OP DE VERZEKERINGEN 2.531 2.568 2.610
RSVZ - Globaal beheer 2.531 2.568 2.610
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING 172.982 173.732 175.097
RSZ - Globaal beheer 171.414 172.141 173.480RSVZ - Globaal beheer 1.568 1.591 1.617
ALGEMEEN TOTAAL 12.756.054 14.041.970 15.934.208
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
396
3. Sociale correcties 3.0 Methodologische nota De regering heeft in de loop der jaren steeds haar sociaal zekerheidsbeleid aangevuld met specifieke maatregelen die erop gericht zijn zekere modaliteiten in de wetgeving van de sociale bescherming te verbeteren voor de sociaal zwakkeren. Het gaat dan meestal om maatregelen die een bepaalde doelgroep voor ogen hebben: bijvoorbeeld personen die voor een bepaalde tak van de sociale bescherming een minimumuitkering genieten. Het geheel van de maatregelen die met dit doel genomen werden duiden we aan met de term “sociale correcties”. Wat de geneeskundige verzorging betreft, worden buiten de verbetering van de sociale uitkeringen aan personen, ook initiatieven opgenomen de zorgverstrekkers en de ziekenhuizen beogen. De opgenomen tabel geeft een overzicht van de sociale correcties die voor de beschouwde periode van belang zijn. Deze tabel is als volgt opgebouwd: in de eerste kolom vindt men een korte omschrijving van de maatregel (aangeduid met de doelstelling ervan). Daarnaast wordt bij elke maatregel de datum van inwerkingtreding vermeld (tweede kolom). Verder vindt men de geraamde budgettaire kost (in de kolom corresponderend met het jaar waarin de maatregel in werking is getreden). Ten slotte geeft de meest rechtse kolom de kostprijs die berekend werd op jaarbasis1 en dit in de veronderstelling dat de maatregel op kruissnelheid is gekomen in constante prijzen volume.
1 Het gaat steeds om ex-ante berekeningen: er wordt dus geen rekening gehouden met eventuele terugverdieneffecten.
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
397
3.1 Het stelsel van de werknemers (miljoen euro) (*)
2005 2006 2007 2008
1. Uitkeringen
- welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %
1.1.2005 0,30 0,30
- stijging van het ZIV-plafond 1.1.2005 1,00 1,00
- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien
1.9.2005 7,40 22,20
- beroepsherinschakeling na invaliditeit 2005 1,50 1,50
- hulp van derde voor alleenstaande invaliden
1.1.2006 0,40 0,40
- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998
1.9.2006 1,83 5,49
- verhoging van de minima met 1 % 1.10.2006 0,20 1,20
- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden
1.1.2007 11,60 11,60
- verhoging van de minima inzake invaliditeit tot het niveau van de minimumpensioenen
1.1.2007 19,10
- aanpassing met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen van onregelmatige werknemers
1.4.2007 1,60
- verhoging met 2 % van de minima voor uitkeringen voor invaliditeit en primaire ongeschiktheid
1.9.2007 8,06 24,92
- verhoging met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2007 0,59 1,58
- verhoging met 2 % van de inkomensdrempel voor de WIGW en voor de tegemoetkoming die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd
1.9.2007 p.m.
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 50 % naar 53 %
1.1.2008 11,62
- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet regelmatige werknemers
1.1.2008 5,29
- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
1.7.2008 6,63
- herwaardering met 2 % voor oude invaliden (6 jaar ongeschiktheid)
1.9.2008 2,86
- verhoging met 2 % (uitgezonderd minima) voor de invaliden waarvan de arbeidsongeschiktheidsduur ligt tussen 15 en 20 jaar (inbegrepen)
1.9.2008 0,81
Jaarlijkse kost
Van kracht
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
398
(vervolg)
2005 2006 2007 2008
2. Werkloosheid
- verhoging met 1 % van de wachtuitkeringen voor de jongeren tussen 21 en 25 jaar
1.1.2006 0,45
- herstructurering van de RVA-uitkeringen-kostprijs van de werknemers
9,00
- onmiddelijke toekenning van de werkhervattingstoeslag voor de oudere werklozen
2,00
- gedurende 9 jaar, gelijkstelling van een nieuwe werkloosheidsperiode aan een beroepsactiviteit voor de nog oudere werklozen die een beroepsactiviteit als zelfstandige opgestart hebben
0,33
- welvaartsaanpassing met 2 % van de wachtuitkeringen voor alleenstaanden van ouder dan 21 jaar
1.4.2007 2,40
- 5 dagen betaald pleegzorgverlof voor de gezinnen die tijdelijk volwassenen of kinderen in moeilijkheden opvangen (10 dagen in 2008)
1.5.2007 1,80
- verhoging met 2 % van de minima en forfaits inzake werkloosheidsuitkeringen
1.1.2008 p.m.
- verhoging met 3 % van het vervangingspercentage ten gunste van alleenstaande werklozen (vanaf de tweede periode) (53 % in plaats van 50 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwe werklozen
1.1.2008 p.m.
- verhoging van het vervangings-percentage ten gunste van samenwonende werklozen gedurende de eerste periode (58 % in plaats van 55 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwkomers
1.1.2008 p.m.
- maatregelen ter bestrijding van werkloosheidsvallen
1.7.2008 18,00
- maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden
1.7.2008 5,00
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
399
(vervolg)
2005 2006 2007 2008
3. Pensioenen
- welvaartsaanpassing met 2 % voor de pensioenen die ingegaan zijn in 1997
1.9.2005 3,97 11,91
- toeslag voor gemengde loopbaan 1.12.2005 0,62 7,44
- verhoging van het plafond dat de cumulatie van een beroepsactiviteit met een op de wettelijke leeftijd genomen pensioen toelaat
3,04
- welvaartsaanpassing met 2 % voor de pensioenen die ingegaan zijn in 2000 en 2001
1.9.2006 7,90 23,70
- uitvoering van het generatiepact - herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en van een overlevingspensioen
1.1.2007 10,80 12,00
- betaling van de kleine pensioenen 0,02 0,06
- pensioenbonus 1.1.2007 3,38 10,26
- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 welvaartsaanpassing 1.9.2007
- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimum-pensioenen die ingang vonden in 2007
1.1.2008 154,50
- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevings-pensioen vóór de wettelijke pensioen-leeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd
1.1.2008 8,18
- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 17,15
- verhoging van het minimumpensioen met 2 %
1.7.2008 30,00
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 3,64 10,92
4. Tijdskrediet
- herziening van het vaderschapsverlof (herwaardering van de bedragen)
1.7.2005 8,20 18,40
- volstrekt recht voor de werknemers ouder dan 55 jaar op 1/5 tijdskrediet
2,00
- de werknemers die in dienst worden genomen na de leeftijd van 55 jaar openen na een jaar een recht op tijdskrediet
2,00
49,70
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
400
(vervolg)
2005 2006 2007 2008
5. Gezinsbijslag
- gelijke behandeling voor de inkomsten uit arbeid en de sociale uitkeringen van de partner voor de toekenning van sociale supplementen
1.1.2005 2,65 2,65
- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende)
1.1.2006 6,97
- schoolpremie 1.9.2006 63,92 65,30
- behoud van de verhoogde kinderbijslag gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden in geval van werk-hervatting van invaliden en werklozen
1.1.2007 2,20 7,74
- sociaal supplement kinderbijslag voor eenoudergezinnen
1.6.2007 8,00 20,06
- uitbreiding van het nieuwe systeem van bijslag voor gehandicapten tot kinderen geboren vanaf 1.1.1996 tot 1.1.1993
10,39
- jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag
1.8.2008 9,32
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 3,48 20,90
6. Arbeidsongevallen 2,48 0,03
- welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %
1.1.2005 0,60 0,60
- welvaartsaanpassing met 2 % voor de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien
1.9.2005 1,38 4,14
- beroepsherinschakeling 2005 0,50 0,50
- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998
1.9.2006 0,03 0,09
- verhoging met 2 % van de minima inzake arbeidsongevallen
1.9.2007 0,66 1,95
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2007 0,55 1,60
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die 6 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2008 0,04
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen voor de ongevallen voorgevallen tussen 1988 en 1992
1.9.2008 0,07
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
401
(vervolg)
2005 2006 2007 2008
7. Beroepsziekten
- welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %
1.1.2005 0,60 0,60
- welvaartsaanpassing met 2 % voor de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien
1.9.2005 1,41 4,23
- pilootproject preventie rugaandoeningen 1.7.2005 2,00 4,00
- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998
1.9.2006 0,09 0,27
- verhoging met 2 % van de minima inzake beroepsziekten
1.9.2007 0,96 2,76
- verhoging met 2 % van de uikeringen voor beroepsziekten die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2007 0,14 0,39
- herwaardering vanaf 65 jaar van de graad van blijvende ongeschiktheid
1.5.2007 1,91 2,87
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten die 6 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2008 0,03
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ziekten voorgevallen tussen 1987 en 1992
1.9.2008 0,27
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
402
3.2 Het stelsel van de zelfstandigen (miljoen euro) (*)
2005 2006 2007 2008
1. Uitkeringen
- het optrekken van de invaliditeits-uitkeringen van de zelfstandigen die hun zaak stopgezet hebben
11,33
- hulp van derde voor alleenstaande invaliden
1.1.2006 0,45 0,45
- adoptieverlof 0,05 0,10
- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden
1.1.2007 1,92 1,97
- gelijkschakeling van de primaire ongeschiktheid met het minimum-pensioen van de zelfstandigen, met invoering van de categorie "samenwonende"
1.1.2007 6,28 9,11
- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (met stopzetting van de werkzaamheden) met het minimum-pensioen van de werknemers, met invoering van de categorie "samenwonende"
1.1.2007 9,00 11,78
- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (zonder stopzetting van de werkzaamheden) met de uitkeringen voor primaire ongeschiktheid, met invoering van de categorie "samenwonende"
1.1.2007 6,17 8,74
- verlenging van het moederschapsverlof (8 weken in plaats van 6)
1.7.2007 1,91 3,98
- verhoging met 2 % van de minima voor de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid
1.9.2007 1,72 3,72
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit verbonden aan het minimumpensioen
1.7.2008 1,67
2. Pensioenen
1.12.2005 5,29 63,49
1.12.2006 4,99 64,50
1.12.2007 5,38 64,50
- verhoging van het plafond dat een cumulatie toelaat van een pensioen en arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd
0,20 1,20 0,37
- pensioenbonus 1.1.2007 2,34 7,08
- herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en een overlevingspensioen
1.1.2007 1,20 1,20
- betaling van de kleine pensioenen 0,10 0,29
- loopbaanaanvulling na het ingaan van het pensioen
1.1.2007 p.m.
Jaarlijkse kost
Van kracht
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
- stijging met 30 euro per jaar van het gewaarborgd minimumpensioen voor de zelfstandigen vanaf september 2004 en dit tot 2007
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
403
(vervolg)
2005 2006 2007 2008
- verkorting van de verjaringstermijn voor de terugvordering van niet-verschuldigde uitkeringen (3 jaar in plaats van 5 jaar)
1.1.2007 p.m.
- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 welvaartsaanpassing 1.9.2007
- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden in 2007
1.1.2008 48,80
- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de pensioenleeftijd
1.1.2008 1,33
- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 0,44
- verhoging van het minimumpensioen met 2%
1.7.2008 21,10
- afschaffing van de malus na een loopbaan van 43 jaar
1.1.2008 0,45
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 0,36 1,08
- verhoging van het minimumpensioen met 10 EUR per maand
1.10.2008 6,20
3. Gezinsbijslag
- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende)
2,00
- verhoogde kinderbijslag voor wezen (recht op wezenbijslag wanneer aan de loopbaancondities is voldaan door een rechthebbende die geen ouder is van het kind)
0,71 0,71
- schoolpremie 1.9.2006 7,44 7,44 7,43 7,43
- uitbreiding van de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor personen met een handicap met de kinderen geboren na 1 januari 1993
1.1.2007 0,36
- sociaal supplement kinderbijslag aan eenoudergezinnen
1.6.2007 0,52 0,88
- jaarlijks leeftijdssupplement bij kinderbijslag
1.8.2008 1,11
- verhoging met 10 EUR van de bijslag voor het eerste kind
1.4.2008 9,00
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 0,18 1,10
19,31
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
404
(vervolg)
2005 2006 2007 2008
4. Faillissementsverzekering
- de prestatie toegekend in geval van faling zal toegekend worden gedurende 12 maanden in plaats van 6, en het bedrag zal gelijkgeschakeld worden met het minimumpensioen voor zelfstandigen
1.7.2007 p.m. 0,49
- verhoging met 2 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.7.2008 0,04
- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement
1.5.2008 0,06
5. Diversen
- dienstencheques moederschap 1.1.2006 3,50 3,50
- dienstencheques adoptie 1.7.2006 0,07 0,15
- verhoging van de minimumpensioenen met een bedrag dat zal toelaten op hetzelfde niveau te komen van de IGO op 1 december 2007 en verhoging van het maandelijks bedrag van de kinderbijslag voor het eerste kind om het bestaande verschil tussen het stelsel der werknemers en zelfstandigen te verminderen
1.4.2007 29,00
- stijging van het aantal dienstencheques moederschap (van 70 naar 105)
1.5.2007 1,55
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
405
3.3 De sociale bijstand (miljoen euro) (*)
2005 2006 2007 2008
1. IGO
1.12.2005 0,97 11,70
1.12.2006 0,97 11,70
- verhoging van het basisbedrag met 60 EUR per maand
1.12.2006 4,62 55,44 55,44
- verhoging van het basisbedrag met 10 EUR per maand
1.12.2007 0,97 11,68
- verhoging met 2 % van de IGO 1.7.2008 7,03
- verhoging van het basisbedrag met 5 EUR per maand
1.10.2008 1,63 6,52
2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
- verhoging van de inkomens-vervangende uitkering
1.10.2006 1,24
- verhoging met 2 % van de inkomens-vervangende uitkering
1.4.2007 7,00
- daling van de inhouding op de integratietegemoetkoming voor personen met een handicap geplaatst in een instelling van 33,33 % naar 28 %
1.6.2007 2,70
- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering
1.1.2008 28,00
- uitbreiding van de aftrek op inkomens van de partner voor personen met een handicap die genieten van een leefloon van categorie 1 en 2. Het bedrag van de aftrek wordt in overeenstemming gebracht met deze van de categorieën 3, 4 en 5
2008 p.m. 20,40
3. Leefloon
- verhoging met 1 % 1.10.2006 0,36 4,32
- verhoging met 2 % 1.4.2007 5,00 8,60
- verhoging met 2 % 1.1.2008 7,60
4. Maatschappelijke dienstverlening
- verbetering van de opvang van niet-begeleide minderjarigen
1.1.2005 1,44 1,44
- verhoging met 1 % (wet 1965) 1.10.2006 0,30 3,65
- verhoging van het basisbedrag met 10 euro per maand en van het verhoogde basisbedrag met 15 euro per maand
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
406
4. Openbare sector 4.0 Methodologische nota In deze bijlage worden een aantal statistieken opgenomen met betrekking tot sociale zekerheidsregelingen van de openbare sector. We beperken ons tot slechts vier deelgebieden, met name de telling van het aantal gerechtigden in de openbare sector met het detail van de statistiek van het personeel in de onderwijssector, de loonmassa, de overheidspensioenen en de gezinsbijslagen. We bekijken nu deze vier onderdelen van naderbij. De personeelssterkte wordt behandeld in de tabellen 4.1 en 4.2. De indeling werd meer in overeenstemming gebracht met de Belgische staatsstructuur. Enerzijds onderscheiden we de centrale overheid die verder uitgesplitst wordt in de Federale Overheid en de Gemeenschappen en Gewesten. Anderzijds zijn er de Provinciale en Plaatselijke besturen. Bij de Gemeenschappen en Gewesten wordt elk van de entiteiten vermeld. De cijfers voor 2007 in de tabel 4.1 hebben we moeten afleiden uit het samen lezen van de verscheidene bronnen (RSZ, RSZPPO, FOD P&O, statistieken van Gemeenschappen en Gewesten,…), hij is slechts toegevoegd bij wijze van raming. De tabel 4.2 herneemt de deelsector van het onderwijs en is gebaseerd op statistieken van de onderwijsdepartementen zelf. De aantallen worden gegeven per Gemeenschap. Voorlopig kon evenwel niet volledig het onderscheid gemaakt worden tussen vastbenoemden en tijdelijk personeel. De tabel 4.3 geeft de loonmassa van de overheidssector onderworpen aan de RSZ. Deze loonmassa is van belang omdat het vastbenoemde personeel van de overheidssector enkel onderworpen is voor de verzekering geneeskundige verzorging. Het personeel van de openbare sector geniet van een bijzonder pensioenstelsel. De financiering van de overheidspensioenen valt uiteen in verscheidene stelsels met elk hun eigen kenmerken. De meerderheid van de overheidspensioenen wordt evenwel uitbetaald door de CDVU in opdracht van de Pensioendienst voor de Overheidssector. We geven in dit Vade Mecum de uitgaven van de uitbetaalde pensioenen naar onderscheid rustpensioen of overlevingspensioen (tabel 4.4) en de aantallen van deze pensioenvoordelen (tabel 4.5). Voor de gezinsbijslagen van de overheidssector ten slotte is het zo dat de meeste overheidsinstellingen zelf de gezinsbijslag uitbetalen. Voor de periode 2003-2005 hebben we ons omwille van het gebrek aan beschikbare gegevens moeten beperken tot gezinsbijslagen die uitgekeerd worden door de RSZPPO. Voor het jaar 2006 is er een raming van de gezinsbijslagen voor de openbare sector (bron: RKW). De tabel 4.6 geeft de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen naar leeftijdsklasse en statuut. De tabel 4.7 geeft de evolutie van de uitgaven voor de gezinsbijslagen volgens een andere uitsplitsing. Ten slotte geven de tabellen 4.8, 4.9 en 4.10 het aantal rechtgevende kinderen naar instelling en respectievelijk naar schaal, rang en leeftijdsklasse. Voor meer gedetailleerde personeelsstatistieken van de federale overheid kan u terecht op de website www.pdata.be .
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
407
4.1 Personeelssterkte overheidssector
Bron: FOD P&O, RSZPPO, Gemeenschappen en Gewesten en diverse statistieken Toestand in 2008
Statutairen Contractuelen Geco's Totaal
Federale Overheidsdiensten 236.454
Pensioendienst van de Overheidsector 416 83 - 499Ministerie van landsverdediging 1.853 520 - 2.373FOD Kanselarij van de Eerste Minister 96 92 - 188FOD Personeel en Organisatie 411 122 - 533FOD Budget en Beheerscontrole 117 24 - 141
FOD Informatie- en Communicatietechnologie
22 9 - 31
FOD Mobiliteit en Vervoer 1.074 222 - 1.296
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
2.027 707 - 2.734
FOD Financiën 25.212 6.131 - 31.343
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1.323 618 - 1.941
FOD Binnenlandse Zaken 2.966 1.934 - 4.900FOD Sociale Zekerheid 900 315 - 1.215FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
810 457 - 1.267
FOD Justitie 9.796 1.930 - 11.726FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
1.041 361 - 1.402
POD (samen) 217 184 - 401Bijzondere korpsen - 27.550Leger - 39.181
Parastatalen 10.097 4.377 - 14.474
Federale autonome overheidsbedrijven - - - 86.092
Diversen 4.172 2.995 - 7.167
Gewesten en Gemeenschappen - - - 419.117
Administratie - - - 66.185Onderwijs - - - 309.741
Pararegionale en paracommunautaire instellingen voor openbare dienstverlening
- - - 43.191
Provinciale en lokale besturen 141.094 144.675 57.525 343.294
Gemeenten 57.789 58.790 23.574 140.152OCMW's 46.779 46.688 18.142 111.610Intercommunales 13.752 15.148 6.777 35.677Provincies 7.003 7.429 3.475 17.908Politiezones 13.434 13.821 5.252 32.508Diversen 2.337 2.798 304 5.439
Totaal 998.865
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
408
4.2 Detail onderwijsssector
Bron: www.ond.vlaanderen.be Toestand in januari 2008 (Schooljaar 2007-2008)
Vast-benoemden
Tijdelijken Totaal
Vlaamse Gemeenschap 131.990 53.457 185.447Basisonderwijs 49.921 19.011 68.932Secundair onderwijs 57.138 20.722 77.860Hogeschool onderwijs 9.534 2.402 11.936Overige 15.398 11.321 26.719
Franstalige gemeenschap 49.403 73.078 122.481Basisonderwijs 20.841 19.397 40.238Secundair onderwijs 18.967 32.092 51.059Hogeschool onderwijs 2.484 5.186 7.670Overige 7.111 16.403 23.514
Duitstalige gemeenschap 1.134 679 1.813Basisonderwijs 513 320 833Secundair onderwijs 545 256 801Hogeschool onderwijs 35 25 60Overige 41 78 119
V.T.E. In hoofden
Vlaamse Gemeenschap (1) 157.914 185.447Basisonderwijs 58.785 68.932Secundair onderwijs 69.642 77.860Hogeschool onderwijs 9.561 11.936Overige 19.926 26.719
Franse Gemeenschap (2) - 122.481Basisonderwijs - 40.238Secundair onderwijs - 51.059Hogeschool onderwijs - 7.670Overige - 23.514
Duitstalige Gemeenschap (3) 1.374 1.813Basisonderwijs 648 833Secundair onderwijs 637 801Hogeschool onderwijs 29 60Overige 60 119
(2) Bron: www.statistiques.cfwb.be (schooljaar 2007-2008).(3) Bron: Ministerium der Deutschsprachige Gemeinschaft.
(1) Bron: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken "Vlaams onderwijs in cijfers, 2007 - 2008" van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming.
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
409
Bron: RSZ
2004 2005 2006 2007 2008
Mannen 11.708,0 11.831,1 12.011,0 12.140,2 12.565,3
Arbeiders 529,5 539,9 560,4 585,7 607,6Bedienden 11.178,5 11.291,2 11.450,6 11.554,5 11.957,7
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 8.689,9 8.759,6 8.839,8 8.892,4 9.145,6
Andere 2.488,6 2.531,6 2.610,8 2.662,1 2.812,1
Vrouwen 9.788,8 10.133,6 10.537,8 10.917,2 11.550,1
Arbeiders 338,0 310,6 334,6 342,3 357,8Bedienden 9.450,8 9.823,0 10.203,2 10.574,9 11.192,3
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 6.206,6 6.496,3 6.760,1 6.974,1 7.367,2
Andere 3.244,2 3.326,7 3.443,1 3.600,8 3.825,1
Totaal 21.496,8 21.964,7 22.548,8 23.057,4 24.115,4
Arbeiders 867,5 850,5 895,0 928,0 965,4Bedienden 20.629,3 21.114,2 21.653,8 22.129,4 23.150,0
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 14.896,5 15.255,9 15.599,9 15.866,5 16.512,8
Andere 5.732,8 5.858,3 6.053,9 6.262,9 6.637,2
(1) Met uitzondering van de onder de RSZPPO ressorterende werknemers.(2) De werknemers in de overheidsdienst en de leerkrachten zijn in de statistiek van de hoofdarbeiders opgenomen wanneer zij enkel aan de verzekering voor geneeskundige verzorging zijn onderworpen. In dit geval wordt geen enkel onderscheid gemaakt of hun betrekking of hun functie uit handenarbeid of hoofdarbeid bestaat. Het vast benoemd personeel van de NMBS is inbegrepen.
4.3 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa volgens sociaal
statuut (1) (miljoen euro)
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
410
4.4 Evolutie van de uitbetaalde overheidspensioenen (miljoen euro)
Bron: Pensioendienst voor de overheidssector
2004 2005 2006 2007 2008
Rustpensioenen 6.210,71 6.665,76 7.103,07 7.552,56 8.177,27
Federale Overheid 2.344,28 2.503,72 2.604,77 2.714,92 2.904,96Ambtenaren en speciale korpsen 691,92 711,60 733,20 763,17 805,83Instellingen van openbaar nut 142,37 149,07 155,53 164,04 174,23Autonome overheidsbedrijven 534,25 630,46 659,97 695,26 765,84
Erediensten 31,72 32,31 32,59 32,03 32,78Leger en ex-rijkswacht 883,84 897,19 912,63 920,92 950,29Geïntegreerde politie 60,18 83,08 110,85 139,50 175,98
Gemeenschappen en Gewesten 236,47 259,31 284,10 310,66 347,68Vlaamse Gemeenschap & Gewest 119,10 130,72 144,73 159,42 178,59Waals gewest 44,74 48,38 52,64 56,77 64,72Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10,48 11,93 13,16 14,73 17,26Franstalige Gemeenschap 61,85 67,87 72,96 79,08 86,44Duitstalige Gemeenschap 0,30 0,41 0,61 0,65 0,67
Onderwijs 3.134,88 3.381,02 3.625,35 3.887,09 4.222,28Nederlandstalige onderwijs 1.786,05 1.927,35 2.071,25 2.219,09 2.411,51Franstalig onderwijs 1.336,94 1.440,79 1.540,31 1.652,76 1.793,84Duitstalig onderwijs 11,89 12,89 13,79 15,24 16,93
Lokale besturen 491,06 520,13 588,84 639,89 702,36Vlaamse lokale besturen 251,47 266,21 304,76 334,84 368,52Waalse lokale besturen 142,83 150,47 162,48 175,50 192,27Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 96,75 103,45 121,60 129,54 141,57
Voormalig nationale instelling 4,02 1,57 - - -
Overlevingspensioenen 1.119,33 1.152,13 1.193,72 1.228,23 1.279,32
Federale Overheid 708,58 724,18 740,06 753,68 776,81Ambtenaren en speciale korpsen 248,85 253,95 258,91 263,54 268,13Instellingen van openbaar nut 38,35 39,20 40,36 41,08 42,21Autonome overheidsbedrijven 149,25 153,13 156,80 160,38 169,16
Erediensten 0,17 0,17 0,17 0,18 0,18Leger en ex-rijkswacht 268,75 273,46 278,05 280,99 287,74Geïntegreerde politie 3,21 4,26 5,78 7,52 9,39
Gewesten & Gemeenschappen 35,72 38,35 40,64 43,28 48,02Vlaamse Gemeenschap & Gewest 17,46 18,65 19,92 21,46 23,89Waals gewest 9,04 9,96 10,66 11,28 12,86Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,16 1,23 1,37 1,44 1,57Franstalige Gemeenschap 8,04 8,48 8,66 9,08 9,63Duitstalige Gemeenschap 0,02 0,02 0,03 0,02 0,08
Onderwijs 247,68 258,47 267,43 277,89 292,56Nederlandstalige onderwijs 145,70 151,12 156,20 162,60 171,24Franstalig onderwijs 100,74 106,08 109,88 113,87 119,82Duitstalig onderwijs 1,24 1,27 1,35 1,42 1,50
Lokale besturen 126,74 130,93 145,59 153,38 161,93Vlaamse lokale besturen 61,04 63,00 71,97 77,88 83,04Waalse lokale besturen 47,87 49,10 50,65 51,65 53,26Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 17,83 18,83 22,97 23,85 25,63
Voormalig nationale instelling 0,60 0,20 - - -
Algemeen totaal 7.330,04 7.817,89 8.296,79 8.780,79 9.456,60
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
411
4.5 Evolutie van het aantal overheidspensioenen
Bron: Pensioendienst voor de overheidssector
2004 2005 2006 2007 2008
Rustpensioenen 289.079 298.179 310.986 321.964 333.307
Federale Overheid 114.744 116.474 118.564 120.871 123.528Ambtenaren en speciale korpsen 31.251 31.209 31.333 31.680 32.106Instellingen van openbaar nut 7.172 7.297 7.438 7.666 7.831Autonome overheidsbedrijven 32.512 33.801 35.018 36.358 37.553
Erediensten 2.375 2.381 2.379 2.320 2.320Leger en ex-rijkswacht 38.986 38.506 38.130 37.824 37.520Geïntegreerde politie 2.448 3.280 4.266 5.023 6.198
Gewesten & Gemeenschappen 11.030 11.723 12.536 13.391 14.293Vlaamse Gemeenschap & Gewest 5.622 6.012 6.499 7.007 7.521Waals gewest 2.256 2.359 2.494 2.639 2.810Brussels Hoofdstedelijk Gewest 517 571 616 665 735Franstalige Gemeenschap 2.625 2.768 2.911 3.062 3.209Duitstalige Gemeenschap 10 13 16 18 18
Onderwijs 133.069 138.844 145.035 151.170 156.701Nederlandstalige onderwijs 73.954 77.589 81.427 85.005 88.212Franstalig onderwijs 58.548 60.661 62.984 65.497 67.779Duitstalig onderwijs 567 594 624 668 710
Lokale besturen 30.013 31.065 34.851 36.532 38.785Vlaamse lokale besturen 15.713 16.376 18.707 19.599 21.130Waalse lokale besturen 9.289 9.587 10.140 10.579 11.009Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 5.011 5.102 6.004 6.354 6.646
Voormalig nationale instelling 223 73 - - -
Overlevingspensioenen 86.100 86.494 88.334 88.811 89.636
Federale Overheid 54.867 54.705 54.662 54.487 54.403Ambtenaren en speciale korpsen 16.970 16.845 16.710 16.510 16.379Instellingen van openbaar nut 2.988 2.981 3.020 3.003 3.002Autonome overheidsbedrijven 13.087 13.171 13.257 13.327 13.427
Erediensten 28 28 28 31 32Leger en ex-rijkswacht 21.615 21.437 21.314 21.187 21.023Geïntegreerde politie 179 243 333 429 540
Gewesten & Gemeenschappen 2.585 2.713 2.834 2.947 3.139Vlaamse Gemeenschap & Gewest 1.229 1.292 1.360 1.432 1.523Waals gewest 699 754 785 827 888Brussels Hoofdstedelijk Gewest 73 78 87 89 98Franstalige Gemeenschap 582 587 600 597 626Duitstalige Gemeenschap 2 2 2 2 4
Onderwijs 18.145 18.482 18.863 19.201 19.602Nederlandstalige onderwijs 10.046 10.286 10.512 10.798 10.991Franstalig onderwijs 8.015 8.110 8.260 8.314 8.520Duitstalig onderwijs 84 86 91 89 91
Lokale besturen 10.451 10.580 11.975 12.176 12.492Vlaamse lokale besturen 4.839 4.948 5.881 5.988 6.242Waalse lokale besturen 4.220 4.237 4.342 4.389 4.385Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 1.392 1.395 1.752 1.799 1.865
Voormalig nationale instelling 52 14 - - -
Algemeen totaal 375.179 384.673 399.320 410.775 422.943
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
412
Bron: RKW en RSZPPO
2004 2005 2006 2007 2008
Openbare sector - - 473.425 - -
0 - 6 jaar - - 102.046 - - 6 - 12 jaar - - 119.788 - - 12 - 18 jaar - - 146.742 - - 18 - 25 jaar - - 101.858 - - 25 jaar en ouder - - 2.991 - -
waarvan RSZPPO : 185.071 189.392 192.647 198.550 202.278
0 - 6 jaar 41.771 43.602 45.227 47.832 49.414 6 - 12 jaar 49.150 49.830 50.322 52.268 53.065 12 - 16 jaar 38.703 39.212 39.062 39.152 38.671 16 - 18 jaar 19.716 20.191 20.619 21.152 21.530 18 - 21 jaar, waarvan: 23.294 23.931 24.650 25.183 25.990
Studenten 21.621 22.269 23.042 21.201 24.308
Leerlingen 471 439 404 394 389
Werkzoekenden 739 765 700 3.071 728
Gehandicapten 463 458 504 517 565
21 - 25 jaar, waarvan: 11.504 11.720 11.886 12.101 12.772Studenten 11.035 11.284 11.469 9.583 12.328
Leerlingen 64 61 67 57 61
Werkzoekenden 405 375 350 2.461 383
25 jaar en ouder, waarvan: 933 906 881 862 836Volledig ongeschikten 693 666 647 633 609In beschutte werkplaats 240 240 234 229 227
4.7 Evolutie van de uitgaven gezinsbijslag (duizend euro)
Bron: RKW en RSZPPO
2004 2005 2006 2007 2008
Openbare sector - - 875.000 - -
Kinderbijslag - - 860.548 - - Kraamgeld - - 14.452 - -
waarvan RSZPPO : 321.060 328.499 339.453 353.231 365.842Gezinsbijslag 315.130 321.961 332.631 345.922 358.235
Gewone schaal & schaal gepensioneerden en werklozen
250.683 248.697 253.640 264.576 266.878
Schaal gepensioneerden en werklozen (+ 6 maand) (art. 42bis)
43.446 50.133 54.960 56.275 63.231
Verhoogde invalidenschaal 8.838 10.222 10.732 11.554 13.919
Verhoogde wezenschaal 12.163 12.909 13.299 13.517 14.207Kraamgeld 5.886 6.488 6.788 7.282 7.564Adoptiepremie 44 50 34 27 43Achterstallen
4.6 Evolutie van het aantal rechtgevende kinderen op gezinsbijslag volgens leeftijdsklasse
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
413
4.8 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar schaal
Bron: RKW Toestand op 31 december 2006
RSZPPO CDVU OnderwijsEx-
ambtenarenDerden Autonomen Totaal
Gewone schaal 164.335 52.647 125.011 6.937 12.509 72.944 434.383Verhoogde wezen- schaal 3.684 47 18 5.975 72 9.796Verhoogde schaal voor invaliden
3.960 35 5 1.652 14 5.666
Verhoogde schaal voor werklozen en gepensioneerden
23.099 16 34 423 8 23.580
Totaal 195.078 52.745 125.068 14.987 12.603 72.944 473.425
4.9 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar rang
Bron: RKW Toestand op 31 december 2006
RSZPPO CDVU OnderwijsEx-
ambtenarenDerden Autonomen Totaal
Eerste kind 114.255 30.075 67.024 10.953 7.325 41.379 271.011Tweede kind 56.736 16.848 41.512 3.033 3.982 22.532 144.643Derde kind en volgende
24.087 5.822 16.532 1.001 1.296 9.033 57.771
Totaal 195.078 52.745 125.068 14.987 12.603 72.944 473.425
4.10 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar leeftijdklasse
Bron: RKW Toestand op 31 december 2006
RSZPPO CDVU OnderwijsEx-
ambtenarenDerden Autonomen Totaal
0 - 6 jaar 46.233 12.000 26.219 759 1.832 15.003 102.0466 - 12 jaar 51.073 13.332 30.908 1.904 2.907 19.664 119.78812 - 18 jaar 59.766 15.507 38.422 4.714 4.237 24.096 146.74218 - 25 jaar 37.137 11.892 29.511 5.520 3.618 14.180 101.85825 jaar en ouder 869 14 8 2.090 9 1 2.991
Totaal 195.078 52.745 125.068 14.987 12.603 72.944 473.425
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
414
5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid 5.0 Methodologische nota In deze bijlage wordt de overgang gemaakt van het saldo van de sociale zekerheid (zoals weergegeven in de economische rekeningen) en het financieringssaldo van de sociale zekerheid, zoals weergegeven door het INR in haar “Rekeningen van de overheid”. Vanaf 2008 is de RIZIV-geneeskundige verzorging als apart stelsel gekomen naast het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen (respectievelijk hoofdstukken 4, 2 en 3 van dit VadeMecum). De cijfers die worden weergegeven in het gedeelte “Totale besparing” werden daarom voor de jaren 2004 tot en met 2007 herberekend. Om het verband tussen het saldo van de economische rekeningen en deze bijlage te verduidelijken, werd geopteerd voor deze opsplitsing. Hieronder worden de cijfers van 2004 tot en met 2007 hernomen indien deze herberekening niet zou hebben plaatsgevonden, om zo aan te sluiten bij vorige edities.
(miljoen euro)
2004 2005 2006 2007
Totale besparing -275 -148 349 1.165Werknemersstelsel -274 -273 211 869Stelsel van de zelfstandigen -1 124 138 296
VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
415
5.1 Financieringssaldo van de sociale zekerheid (1) (miljoen euro)
2004 2005 2006 2007 2008
Totale besparing -274,7 -148,3 348,7 1.164,9 805,7
Werknemersstelsel -103,1 -449,6 292,9 698,3 836,4Stelsel van de zelfstandigen 39,4 106,4 72,7 278,5 195,9Rekening RIZIV - geneeskundige verzorging -211,0 194,9 -16,9 188,1 -226,6
Verschillen in perimeter 35,5 122,4 364,3 482,5 510,5RSZPPO (gemeentelijke pensioenen) -3,3 117,1 87,1 93,3 63,9Fondsen voor bestaanszekerheid 30,6 20,3 58,9 85,0 59,1DOSZ -10,6 -26,8 47,5 -8,4 22,3Betaald educatief verlof -2,5 -5,7 2,7 -6,3 46,6Private kassen arbeidsongevallen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Toekomstfonds geneeskundige verzorging 288,6 0,0Provisiefonds geneesmiddelen 0,0 109,1Zorgfonds 21,3 17,5 168,1 30,3 209,5
Verschillen in tijdstip van registratie 220,0 55,5 -77,3 49,5 303,4Bijzondere bijdrage 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Bijdrage farmaceutische nijverheid 0,0 -74,5 -2,3 -25,5 100,0Fiscale franchise 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Terugstorting Maribel 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Aangiften van RSZ-bijdragen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Inhaalbedragen ziekenhuizen 0,0 350,0 0,0 0,0 203,4Vennootschapsbijdragen 20,0 -20,0 0,0 0,0 0,0Facturatie RIZIV 200,0 -200,0 -75,0 75,0 0,0Andere 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Verschillen in de inhoud -209,3 -155,4 144,0 65,1 -254,1Annulering van de provisies en kwade posten 241,5 225,0 210,9 235,9 3,4Verschuldige bijdragen die nooit ontvangen zullen worden -252,4 -258,6 -250,0 -250,0 -250,0Annulering van meer- en minderwaarden -124,8 -39,2 224,7 116,0 47,3Annulering van afschrijvingen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Investeringen -24,2 -33,2 -26,1 -36,8 -54,8Aanzuivering van de rekeningen van de V.I. geblokkeerd eind 1994 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Overname van de schulden door de federale overheid -49,4 -49,4 -15,5 0,0 0,0
Andere verschillen 263,8 -12,5 228,4 46,2 482,3Gebruik van meer recente gegevens 207,0 50,5 249,1 77,2 396,3Andere 56,8 -63,0 -20,7 -31,0 86,0
Totaal van de verschillen 310,0 10,0 659,4 643,3 1.042,1
Financieringssaldo (2) 35,3 -138,3 1.008,1 1.808,2 1.847,8
(1) Zie de verklaringen, gegeven in de methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire
rekeningen, in het begin van dit werk.
(2) Rekeningen van de overheid 2008, INR, september 2009.
VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
416
LIJST VAN DE AFKORTINGEN INSTELLINGEN:
- Federale instellingen
Instellingen afhangend van de FOD Sociale Zekerheid: DOSZ Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid FAO Fonds voor Arbeidsongevallen FBZ Fonds voor de Beroepsziekten HKSVZ Hulpkas voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen HVKZ Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden HZIV Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Ex-NPM Ex- Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, (nu “cel mijnwerkers” bij het RIZIV) RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers RVP Rijksdienst voor Pensioenen KSZ Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid RSVZ Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZPPO Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke
Overheidsdiensten Instellingen afhangend van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:
HVW Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
Overige instellingen: CDBVZ Compensatiedienst voor Betaald Verlof der Zeelieden FCUD Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten FSO Fonds Sluiting Ondernemingen FWW Fonds voor Weduwen en Wezen IBF Interdepartementaal begrotingsfonds INR Instituut voor de Nationale Rekeningen Ex-NIS ex-Nationaal Instituut voor de Statistiek (nu ADSEI: Algemene Directie Statistiek en
Economische Informatie van de FOD Economie NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Ex-RSRMV Ex- Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van Mindervaliden
SVF Sociale Verzekeringsfondsen
- Pararegionale of paracommunautaire instellingen AWIPH “Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées” Actiris (ex-BGDA) Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling FOREM “Office Wallon de la Formation Professionnelle et de l’Emploi” VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding VFSIPH Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap
417
TERMEN: CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst EWE Eerste werkervaring GFB Globaal financieel beheer IGO Inkomensgarantie voor ouderen IRR Ingeschrevenen in het Rijksregister
PUG Primaire uitkeringsgerechtigden TBL Toeslag brugrustpensioenen landbouw UI Uitbetalingsinstellingen UVW Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen VI Verzekeringsinstellingen WIGW Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen VKR Voorkeurregeling FOD Federale Overheidsdienst POD Programmatorische Overheidsdienst PWA Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap
418