Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

426
ISSN: 1781-0663 Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2004-2010 Brussel 2010

description

 

Transcript of Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Page 1: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

ISSN: 1781-0663

Vade Mecumvan de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België

Periode 2004-2010

Brussel 2010

Vade

Mec

um v

an d

e fin

anci

ële

en s

tatis

tisch

e ge

geve

ns o

ver

de s

ocia

le b

esch

erm

ing

in B

elgi

ë P

erio

de 2

004-

2010

Page 2: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 3: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Vademecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2004-2010

Page 4: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Uitgever: Directie-generaal Beleidsondersteuning en Directie-generaal Sociaal Beleid - Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Wettelijk depot: D/2010/11.857/1 © 2010, Directie-generaal Beleidsondersteuning en Directie-generaal Sociaal Beleid, Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Brussel Behalve voor commerciële doeleinden is alle reproductie toegelaten, mits de bron uitdrukkelijk wordt vermeld.

Page 5: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

WOORD VOORAF De doelstelling De sociale zekerheid ondergaat voortdurend veranderingen. Sommige moeten de burgers meer welzijn verschaffen, terwijl andere in de eerste plaats de financiële duurzaamheid van het stelsel voor ogen hebben. Hieruit volgt een snelle evolutie die vanuit verschillende invalshoeken kan benaderd worden. Hoe kan men dit echter beter illustreren dan met cijfers? De ontvangsten, de uitgaven, het aantal personen die bijdragen betalen en die uitkeringen ontvangen zijn kenmerkend voor de omvang van de bestaande voorzieningen van sociale bescherming en geven in zekere mate ook een beeld van deze voorzieningen weer. De evolutie van deze gegevens is dan de weerspiegeling van verschillende bewegingen, op gang gebracht door drie soorten drijfkrachten: de wijzigingen aangebracht door de wetgever om het toepassingsgebied van de verschillende voorzieningen aan te passen, de inwendige krachten binnen de deelsectoren van de sociale bescherming zelf, die het resultaat zijn van bijvoorbeeld veranderingen in de leeftijdsstructuur van de rechthebbenden, en ten slotte de externe invloedfactoren zoals de economische achtergrond. De cijfers zijn de weerspiegeling van de evolutie van het systeem waaruit ze voortkomen. Deze publicatie heeft tot doel enkele beelden te tonen, die gekozen zijn uit al degene die weergegeven zouden kunnen worden, die dan een draagbaar (vandaar de benaming “vade mecum") panoramisch overzicht van de sociale bescherming in België geven. Ze is niet enkel bedoeld voor beleidsverantwoordelijken en de intelligentsia van het land, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp en die op zoek is naar globale of op één sector gerichte informatie. De gegevens Zoals in de vorige edities zijn de gepubliceerde cijfers beheersgegevens die de evolutie van ontvangsten en uitgaven beschrijven. De kennis ervan is onontbeerlijk voor het nemen van beslissingen en voor de goede werking van de instellingen van sociale zekerheid. We publiceren deze gegevens in een onbewerkte vorm, waarbij de lezer ze zelf op een weldoordachte manier kan gebruiken. Om hem hierbij te helpen worden de meeste tabellen vergezeld met korte methodologische nota's. Vermits het aantal bladzijden van een publicatie hoe dan ook beperkt is, terwijl het aantal statistische gegevens die de instellingen van sociale zekerheid kunnen verstrekken enorm is, moesten bepaalde keuzes gemaakt worden. Meestal hebben we gekozen voor uitsplitsingen naar geslacht, leeftijdsklasse, statuut of type van prestatie. Alle gegevens betreffende de jaren 2009 en 2010, zijn ramingen opgemaakt in oktober 2009 en die later nog kunnen gewijzigd worden. Tevens werd de alternatieve financiering 2011 geraamd. Evenzo zijn de geconsolideerde economische rekeningen over de periode 2004-2008 en de gegevens in de andere hoofdstukken met een grijze achtergrond nog niet definitief vastgesteld, maar het zijn wel de meest betrouwbare gegevens die beschikbaar zijn. De structuur De informatie in dit Vade Mecum werd als volgt gestructureerd. In het eerste deel geven we een actualisatie van de begroting 2009 en de initiële begroting 2010. Het tweede deel handelt over het stelsel van de werknemers met historische gegevens over de periode 2004-2008. Het bevat de voorlopige geconsolideerde economische rekeningen, de begrotingsrekeningen van het globaal beheer en, voor de bijdragen en voor elke soort prestaties, een reeks statistische gegevens. Het derde deel volgt hetzelfde stramien als het tweede en behandelt het stelsel van de zelfstandigen. Uit dit tweede en derde hoofdstuk werd de tak geneeskundige verzorging verwijderd, omdat die sinds 01.01.2008 geen deel meer uitmaakt van de globale beheren voor werknemers en zelfstandigen. Aan het stelsel geneeskundige verzorging wordt het vierde hoofdstuk gewijd. In dit afzonderlijk hoofdstuk komen de economische rekeningen, de begrotingstabel en de statistieken geneeskundige verzorging aan bod. Om de vergelijking met gegevens van 2008 te vergemakkelijken, werden de gegevens 2004-2007 teruggebracht of herrekend op basis van Algemene Regeling + Regeling der Zelfstandigen. Het vijfde en het zesde hoofdstuk zijn een samenvatting van historische gegevens over het socialebijstandsstelsel en over het stelsel der overzeese sociale zekerheid.

i

Page 6: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De lezer zal na de inhoudstafel een methodologische nota vinden over het onderscheid tussen de economische en begrotingsrekeningen. In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen over de indexering, de alternatieve financiering, de sociale correcties, de openbare sector en het financieringssaldo dat verschijnt in de nationale rekeningen. De realisatie Deze publicatie werd gerealiseerd door het domein ”Kerngegevens” van de DG Sociaal Beleid. De Dienst Communicatie zorgde voor het plaatsen van de elektronische versie van het Vade Mecum op de website. Opmerkingen over de inhoud kunnen gericht worden aan: FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Kerngegevens Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 115 1000 BRUSSEL e-mail: [email protected] De personen die belangstelling hebben voor andere informatie, kunnen de portaalsite van de sociale zekerheid raadplegen: http://www.socialsecurity.fgov.be. Zij zullen er met name de links terugvinden naar de sites van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die een rijke bron vormen aan statistische en financiële informatie. Andere inlichtingen over de publicaties van de FOD Sociale Zekerheid kunnen op het volgende adres verkregen worden: FOD Sociale Zekerheid Dienst Publicaties Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 135 1000 Brussel Tel.: 02 – 509.85.52 e-mail: [email protected]

ii

Page 7: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Inhoudstafel Woord vooraf i Inhoudstafel iii

Methodologische nota betreffende de economische en de budgettaire rekeningen 1

I. De algemene toelichting bij de begroting 5

II. Het stelsel van de werknemers 2004-2008 109

A. Geconsolideerde economische rekeningen 111 1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008

B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 123

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008

C. Statistieken 151

1. Sociale bijdragen 155 2. Uitkeringen (RIZIV) 169 3. Pensioenen (RVP) 181 4. Gezinsbijslag (RKW) 189 5. Arbeidsongevallen (FAO) 199 6. Beroepsziekten (FBZ) 205 7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen,

loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 211 8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 225 9. Stelsel van de Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden) 227

III. Het stelsel van de zelfstandigen 2004-2008 237

A. Geconsolideerde economische rekeningen 239 1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008

B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 251

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-208 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008

iii

Page 8: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

C. Statistieken 273

1. Sociaal statuut (RSVZ) 275 2. Uitkeringen (RIZIV) 281 3. Pensioenen (RVP) 291 4. Gezinsbijslag (RSVZ) 297 5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 305

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging 2004-2008 307

A. Geconsolideerde economische rekeningen 309

B. Begrotingstabel 313 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008

C. Statistieken 333

V. Sociale bijstand 2004-2008 349

1. De dienstverlening van de OCMW’s 2. Inkomensgarantie voor ouderen – Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

VI. DOSZ 2004-2008 363

A. Beschrijving van het stelsel B. Lopende rekeningen (budgettair concept) C. Statistieken

VII. Bijlagen 377

1. Indexering 2. Alternatieve financiering

2.1 Periode 2004-2008 2.2 Periode 2009-2011

3. Sociale correcties 4. Openbare sector 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

Lijst van de afkortingen 417

iv

Page 9: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen A. Algemeenheden Hoe groot is het bedrag aan bijdragen van het werknemersstelsel? Op deze eenvoudige vraag kunnen verscheidene antwoorden gegeven worden. Alles hangt ervan af wat men verstaat onder “bedrag”, “bijdragen” en “werknemersstelsel”. Onder “bedrag” kan men verstaan de geïnde sommen in de loop van het jaar (geïnde bedragen) of de sommen die men zou moeten geïnd hebben, omdat de betaaldatum vervallen is in het beschouwde jaar (vervallen bedragen) of nog de sommen die verschuldigd zijn voor het betreffende jaar wat ook de betaaldatum ervan weze (gelopen bedragen). Onder “bijdragen” kan men de gewone bijdragen verstaan die berekend worden op de lonen of andere bijdragen berekend op andere basissen eraan toevoegen, zoals de bijdrage op bedrijfswagens of de forfaitaire bijdrage verschuldigd per bruggepensioneerde. De sociale zekerheid loopt inderdaad over van een veelheid aan ontvangsten die terecht of ten onrechte “bijdragen” genoemd worden. Het “werknemersstelsel” kan beperkt worden tot de takken waarvan de ontvangsten door de RSZ globaal beheerd worden of integendeel ook takken opnemen die hun eigen financiering bezitten, zoals het kapitalisatiestelsels van het FAO of de gezinsbijslagen en de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ambtenaren van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Kortom, er zijn zoveel antwoorden als gezichtspunten mogelijk. Voor het werknemersstelsel, het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) hebben we ervoor gekozen twee reeksen financiële gegevens voor te stellen: de “economische rekeningen” van de takken gesitueerd binnen de ruime perimeter, die hieronder gepreciseerd wordt en de “budgettaire rekeningen” van de takken die behoren bij het Globaal beheer van de ontvangsten, ingericht in 1995 bij de RSZ en in 1997 bij het RSVZ. De budgettaire boekhouding is gebaseerd op de notie “verworven recht” en de economische boekhouding op deze van “vastgesteld recht”. Een recht kan beschouwd worden als zijnde verworven, wanneer de drie volgende voorwaarden vervuld zijn:

1° het bedrag kan exact bepaald worden; 2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is wel gekend; 3° de betaling is in de loop van het beschouwde jaar vervallen.

Een vastgesteld recht is een recht dat voldoet aan de eerste twee voorwaarden, maar niet noodzakelijk aan de derde. De verplichting tot betalen moet evenwel bestaan. Bovendien is de budgettaire boekhouding beperkt tot de verrichtingen die volgen uit relaties met derden terwijl de economische boekhouding, samengesteld uit balans en resultatenrekening (lasten en opbrengsten) ook de interne bewegingen zoals afschrijvingen en provisies incorporeert. Ten slotte en in tegenstelling tot de resultatenrekening, die slechts de lopende verrichtingen bevat, worden in de budgettaire rekening ook de kapitaalverrichtingen opgenomen. De drie volgende tabellen tonen de verschillen in perimeter tussen de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen. Gelieve op te merken dat de situatie zoals die wordt weergegeven de situatie op 1 januari 2008 is, na de invoering van het uniform statuut in de geneeskundige verzorging.

1

Page 10: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

WERKNEMERSSTELSEL

ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN

Geneeskundige verzorging - Stelsel der zeelieden (HVKZ)

Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen) - Stelsel der zeelieden (HVKZ) - Invaliditeitspensioenen van mijnwerkers

Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen)

Pensioenen - Repartitie (RVP) - Kapitalisatie (RVP)

Pensioenen - Repartitie (RVP)

Gezinsbijslagen - RKW + private kassen

- Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten --(RKW) - RSZPPO

Gezinsbijslagen - RKW + private kassen

Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet, PWA, TWW, gesubsidieerde -----------contractuelen - Stelsel der zeelieden (Pool der Zeelieden)

Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet

Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO) - Kapitalisatiestelsel (FAO)

Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO)

Beroepsziekten - FBZ: sectoren Globaal beheer en provinciale en --lokale besturen - Asbestfonds

Beroepsziekten - FBZ: sector Globaal beheer - Asbestfonds

Invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers

Stelsel der zeelieden - Geneeskundige verzorging (HVKZ) - Uitkeringen (HVKZ) - Werkloosheid (Pool der Zeelieden)

Globaal beheer - RSZ, RSZPPO, HVKZ-geconsolideerd

Globaal beheer - RSZ

2

Page 11: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN

ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN

Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)

Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)

Pensioenen (RSVZ)

Gezinsbijslagen (RSVZ)

Faillissementsverzekering (RSVZ)

RSVZ - Pensioenen - Gezinsbijslagen - Faillissementsverzekering - Globaal beheer Globaal beheer (RSVZ)

Socialeverzekeringsfondsen (beheer)

STELSEL GENEESKUNDIGE VERZORGING (RIZIV)

ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN

Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen

Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen

B. De economische rekeningen De hier voorgestelde economische rekeningen hernemen de rekeningen van lasten en opbrengsten van de openbare instellingen van sociale zekerheid op een synoptische wijze, door ze eerst tak per tak te consolideren en vervolgens per stelsel. In de rekeningen van lasten en opbrengsten worden de gelopen bedragen geregistreerd of ze nu in het beschouwde jaar op vervaldag gekomen zijn of niet. Ze beantwoorden aldus volkomen aan de Europese methodologie “ESR 95” die eist dat de flux ingeboekt wordt op basis van verrichtingen, d.w.z. op het ogenblik van het ontstaan, de omvorming of het verdwijnen van rechten. Vermits het boekhoudplan van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid een uitsplitsing oplegt naar sociale zekerheidstak is het mogelijk vanuit deze uitsplitsing een representatieve consolidatie op te stellen van elke tak en elk stelsel. Deze geconsolideerde rekeningen dienen als basis voor de rekening “S1314” van de sociale zekerheid, welke voorkomt in de nationale rekeningen. Het resultaat van de economische rekeningen, zijnde het verschil tussen opbrengsten en lasten, wordt ”besparing” genoemd en wordt op de balans toegewezen aan de rubriek ”reserves”. Het past de lezer te melden dat de som van de besparing bij het werknemersstelsel, bij het stelsel van de zelfstandigen en bij het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) verschilt van het financieringssaldo (“behoefte of capaciteit tot financiering”) van de ondersector sociale zekerheid, die men terugvindt in de nationale rekeningen en dit om verschillende redenen: De sociale zekerheid omvat in de nationale rekeningen niet alleen de stelsels van de

werknemers, van de zelfstandigen en van de geneeskundige verzorging (RIZIV) zoals hier weergegeven, maar tevens het gedeelte van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, dat beheerd wordt door de RSZPPO, de overzeese sociale zekerheid beheerd door de DOSZ, alle fondsen van bestaanszekerheid en het “Zorgfonds” ingesteld door de Vlaamse Gemeenschap.

3

Page 12: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Volgens de “ESR 95” methodologie moeten de sociale bijdragen die verschuldigd zijn, maar die nooit geïnd kunnen worden, afgetrokken worden van de ontvangsten van de inningsinstellingen. Daarom wordt het bedrag dat geboekt is in provisies en kwade posten in de rekeningen van deze laatste geannuleerd en vervangen door een raming van sociale bijdragen die nooit ontvangen zullen worden. Een ander verschil in de inhoud van de rekeningen is de inboeking van gerealiseerde investeringen in de plaats van kosten voor afschrijvingen.

Bovendien worden in de nationale rekeningen nog andere correcties aangebracht, hetzij om de vastgestelde rechten geboekt per instelling beter te doen aansluiten bij de economische realiteit en bij de verschillende statistieken van deze, hetzij met de bedoeling dat de consolidatie van de ondersector van de sociale zekerheid met het geheel van de overheidssector correct uitgevoerd wordt.

De lezer zal als bijlage (VII, 5) het verband terugvinden dat er bestaat tussen de ‘besparing’ van de hier voorgestelde’ geconsolideerde economische rekeningen en het resultaat (genaamd “financieringssaldo”) van de rekening van de sociale zekerheid voorgesteld in de “Rekeningen van de overheid”, gepubliceerd door het Instituut voor de nationale rekeningen. C. De budgettaire rekeningen De geconsolideerde budgettaire rekeningen hernemen de budgettaire rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid op synoptische wijze voorgesteld om ze vlugger begrijpelijk te maken. Nochtans zijn hier alleen betrokken de takken die vallen onder het Globaal beheer van de werknemers of dat van de zelfstandigen of onder het stelsel van de geneeskundige verzorging (RIZIV). Deze rekeningen registreren de vervallen bedragen. In tegenspraak met de regel van universaliteit (of van totaliteit) worden sommige samentrekkingen tussen ontvangsten en uitgaven in onze tabellen doorgevoerd om te komen tot netto-bedragen. Bovendien werden bepaalde ontvangsten en uitgaven vrijwillig verwijderd: de aan- en verkopen van aandelen en vastrentende waarden en de vastgoedbeleggingen. Deze verrichtingen beïnvloeden de samenstelling van het patrimonium maar hebben geen invloed op de eigenlijke activiteit van de instellingen. Voor elke tak afzonderlijk genomen heeft het totaal van de lopende ontvangsten en het totaal van de lopende uitgaven een betekenis. Daarentegen zijn op geconsolideerd niveau de betekenisvolle bedragen enerzijds het totaal van eigen ontvangsten en anderzijds het totaal van de uitgaven vóór transfers. Daarom worden de transfers tussen takken geïsoleerd in het geheel van het Globaal beheer om te vermijden een ontvangst tweemaal te boeken in het geconsolideerd totaal. Hoewel zekere rubrieken een zelfde titel dragen in de economische rekeningen, moet de lezer ten slotte verwittigd worden dat hun inhoud verschillend kan zijn.

4

Page 13: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

I

Algemene toelichting bij de begroting 2010 en 2011 –

herziening van de begroting 2009

Algemene toelichting

Begroting van de ontvangsten en de uitgaven voor de begrotingsjaren 2010 en 2011

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, doc. 52 2221/001, p.260-351, 6 november 2009

Page 14: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 15: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

DE STELSELS VAN SOCIALE BESCHERMING

LES REGIMES DE PROTECTION SOCIALE

INHOUDSTAFEL TABLE DES MATIERES

Inleiding 11 Introduction 11

HOOFDSTUK I. Samenvattende tabellen 13 CHAPITRE I. Tableaux récapitulatifs 13

TABEL I.1 Samenvattende tabel: 2009

TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif: 2009

TABEL I.2 Samenvattende tabel: 2010

TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif: 2010

TABEL I.3 Samenvattende tabel: 2011

TABLEAU I.3 Tableau récapitulatif: 2011

TABEL I.4.1 Evolutie van de overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid aan de sociale zekerheid: 2009-2011

TABLEAU I.4.1 Evolution des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral destinés à la sécurité sociale 2009-2011

TABEL I.4.2 Evolutie van de overdrachten aan de gezinnen ten laste van de begroting van de federale overheid: 2009-2011

TABLEAU I.4.2 Evolution des transferts aux ménages à charge du budget de l’Etat fédéral: 2009-2011

HOOFDSTUK II. Het globaal beheer voor werknemers

23 CHAPITRE II. La gestion globale des travailleurs salariés

23

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 23 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011 23

TABEL II.1 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009

TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009

TABEL II.2 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010

TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2010

TABEL II.3 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011

TABLEAU II.3 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2011

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

30 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2009, 2010 et 2011

30

TABEL II.4 Sociale bijdragenverminde-ringen: 2009-2011

TABLEAU II.4 Réductions de cotisations sociales: 2009-2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

7

Page 16: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 43 3 Evolution des prestations 2009-2011 43

TABEL II.5 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU II.5 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009-2011

TABEL II.6 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU II.6 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009-2011

TABEL II.7 Indexering van de prestaties: 2009-2011

TABLEAU II.7 Indexation des prestations: 2009-2011

TABEL II.8 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011

TABLEAU II.8 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011

HOOFDSTUK III. Het Globaal beheer voor zelfstandigen

55 CHAPITRE III. La gestion globale des travailleurs indépendants

55

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 55 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011 55

TABEL III.1 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009

TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009

TABEL III.2 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010

TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2010

TABEL III.3 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011

TABLEAU III.3 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2011

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

62 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2009, 2010 et 2011

62

3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 68 3 Evolution des prestations 2009-2011 68

TABEL III.4 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU III.4 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009-2011

TABEL III.5 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige ver-zorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU III.5 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009-2011

TABEL III.6 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011

TABLEAU III.6 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

8

Page 17: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

77 CHAPITRE IV. INAMI-Soins de santé 77

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 77 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011 77

TABEL IV.1 Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging: 2009-2011

TABLEAU IV.1 Budget de l’INAMI-Soins de santé: 2009-2011

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

81 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2009, 2010 et 2011

81

HOOFDSTUK V. De andere regelingen van de sociale zekerheid

89 CHAPITRE V. Les autres régimes de sécurité sociale

89

TABEL V.1 Begroting van de DOSZ: 2009-2011

TABLEAU V.1 Budget de l’OSSOM: 2009-2011

TABEL V.2 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2009

TABLEAU V.2 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2009

TABEL V.3 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2010

TABLEAU V.3 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2010

TABEL V.4 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2011

TABLEAU V.4 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2011

HOOFDSTUK VI. De sociale bijstand 95 CHAPITRE VI. L’assistance sociale 95

TABEL VI.1 Prestaties van de stelsels sociale bijstand: 2009-2011

TABLEAU VI.1 Prestations des régimes d’assistance sociale: 2009-2011

TABEL VI.2 Volumefactoren van de stelsels sociale bijstand: 2009-2011

TABLEAU VI.2 Facteurs de volume des régimes d’assistance sociale: 2009-2011

TABEL VI.3 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011

TABLEAU VI.3 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011

HOOFDSTUK VII. De pensioenen van de overheidssector

99 CHAPITRE VII. Les pensions du secteur public

99

TABEL VII.1 Pensioenen van de over-heidssector 2009-2010

TABLEAU VII.1 Pensions du secteur public 2009-2010

HOOFDSTUK VIII. De tewerkstellings-programma’s via de activering van de uitkeringen

105 CHAPITRE VIII. Les programmes d’emploi via l’activation des allocations

105

I. Algemene toelichting I. Exposé général

9

Page 18: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 19: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

INLEIDING INTRODUCTION

In de hoofdstukken II en III komen de cijfers van de globale beheren van de werknemers en de zelfstandigen aan bod. In hoofdstuk IV wordt de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging afzonderlijk besproken.

Les chapitres II en III présentent les chiffres des gestions globales des salariés et des indépendants. Dans le chapitre IV la branche INAMI-Soins de santé est traitée séparément.

Daarnaast wordt er in hoofdstuk V aandacht besteed aan de takken buiten globaal beheer. Het stelsel “Buiten globaal beheer” omvat volgende takken: het kapitalisatiestelsel arbeidsongevallen, het Asbestfonds ingericht bij het FBZ, de sectoren tewerkstelling en arbeid beheerd door de RVA, het stelsel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (gezinsbijslag, pensioenen van het statutair personeel en beroepsziekten), de fondsen voor bestaanszekerheid, het fonds voor collectieve uitrustingen en diensten. De overzeese sociale zekerheid komt aan bod in een afzonderlijke tabel.

En outre, une attention particulière a été portée aux branches hors gestion globale dans le chapitre V. Le régime « Hors Gestion globale » comprend les branches suivantes : le régime de capitalisation accidents du travail, le Fonds Amiante créé au FMP, les secteurs emploi et travail gérés par l’ONEm, le régime des administrations provinciales et locales (prestations familiales, pensions du personnel statutaire et maladies professionnelles), les fonds de sécurité d’existence, le fonds des équipements et services collectifs. La sécurité sociale d’Outre-mer est présentée dans un tableau séparé.

Naast de stelsels van sociale zekerheid bevatten de stelsels van sociale bescherming de prestaties van sociale bijstand (inkomensgarantie voor ouderen, leefloon, maatschappelijke dienstverlening en tegemoetkomingen aan personen met een handicap), de overheidspensioenen (ten laste van de Pensioendienst voor de Overheidssector) en ten slotte de bijkomende gezinsbijslag ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (overdrachten aan gezinnen).

A côté des régimes de sécurité sociale, les régimes de protection sociale comprennent les prestations d’assistance sociale (garantie de revenus aux personnes âgées, revenu d’intégration, aide sociale et allocations aux personnes handicapées), les pensions publiques (à charge du Service des Pensions du Secteur Public) et enfin, les suppléments allocations familiales à charge du budget général des Dépenses (transferts aux ménages).

In hoofdstuk I wordt een consolidering van al die verschillende begrotingen voorgesteld alsook een tabel met de totale overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid.

Le chapitre I présente une consolidation de tous ces différents budgets, ainsi qu’un tableau avec le total des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

11

Page 20: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 21: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK I CHAPITRE I

SAMENVATTENDE TABELLEN TABLEAUX RECAPITULATIFS

Methodologie Méthodologie

De tabellen I.1, I.2 en I.3 zijn een consolidering van de gedetailleerde tabellen in de hoofdstukken II tot VI, alsook van de prestaties van sociale bijstand, de pensioenen overheidssector en de andere overdrachten naar de gezinnen.

Les tableaux I.1, I.2 et I.3 sont une consolidation des tableaux détaillés qui figurent aux chapitres II à VI, ainsi que les prestations d’assistance sociale, les pensions secteur public et les autres transferts aux ménages.

De overdrachten tussen de verschillende stelsels worden in deze geconsolideerde tabellen uit de ontvangsten en uit de uitgaven gehaald en worden afzonderlijk vermeld in de rubriek “overdrachten tussen stelsels”. Zo bevat de kolom totaal geen dubbeltelling.

Dans ces tableaux consolidés, les transferts entre les différents régimes sont isolés des recettes et des dépenses et repris dans la rubrique « transferts entre régimes ». Ainsi, la colonne total ne contient pas de doubles comptages.

De tabellen I.4.1 en I.4.2. bevatten de bedragen van de overdrachten ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (staatstoelagen) en van de algemene ontvangsten van de federale overheid (het gaat hier voornamelijk om de alternatieve financiering) die voor de sociale bescherming bestemd zijn.

Les tableaux I.4.1 et I.4.2 reprennent les montants des transferts à charge du budget général des Dépenses (subventions) et des recettes générales de l’Etat fédéral (il s’agit principalement du financement alternatif) destinés à la protection sociale.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

13

Page 22: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

39.1

04.1

853.

414.

042

825.

554

3.49

4.32

658

.502

46.8

96.6

09

3.49

4.73

9

50.3

91.3

48C

oti

sati

on

s

Sta

atst

oel

agen

5.

787.

053

1.25

7.16

0

31

9.55

97.

363.

772

2.94

8.05

57.

889.

536

39.0

9918

.240

.462

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

5.78

7.05

31.

257.

160

319.

559

7.36

3.77

22.

948.

055

7.85

4.09

039

.099

18.2

05.0

16D

ans

les

pres

tatio

ns

And

ere

35

.446

35

.446

Aut

res

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

9.

291.

666

836.

261

2.49

0.57

713

5.53

0

12.7

54.0

34

12.7

54.0

34F

inan

cem

ent

alte

rnat

if

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

1.19

9.58

416

.494

1.13

8.02

626

0.90

42.

210

2.61

7.21

8

2.61

7.21

8R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

58

5.39

70

372

13.5

142.

140

601.

423

60

1.42

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

201.

396

13.8

284.

894

123.

337

3.05

534

6.50

9

346.

509

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

728.

472

3.74

833

2.99

810

.410

3.57

11.

079.

199

67

.448

1.

146.

647

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

56

.897

.753

5.54

1.53

34.

792.

421

4.03

8.02

138

9.03

671

.658

.764

2.94

8.05

511

.451

.723

39.0

9986

.097

.641

Rec

ette

s p

rop

res

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 28

2.52

330

.665

22.3

26.3

4610

1.78

8

22.7

41.3

22

22.7

41.3

22T

rans

fert

s en

tre

régi

mes

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

57

.180

.276

5.57

2.19

927

.118

.767

4.13

9.80

938

9.03

694

.400

.087

2.94

8.05

511

.451

.723

39.0

9910

8.83

8.96

4T

ota

l rec

ette

s co

ura

nte

s

(a)

Beg

rotin

g va

n de

Pen

sioe

ndie

nst v

oor

de o

verh

eids

sect

or.

(a)

Bud

get d

u S

ervi

ce d

es P

ensi

ons

du S

ecte

ur p

ublic

.

TA

BE

L I.1

TA

BLE

AU

I.1

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

009

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2009

(

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g se

ptem

ber

2009

) (

En

mill

iers

EU

R)

(ada

ptat

ion

sept

embr

e 20

09)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

14

Page 23: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

36.6

42.1

843.

420.

225

22.7

84.6

183.

860.

776

368.

964

67.0

76.7

682.

948.

055

11.4

08.9

9539

.099

81.4

72.9

17P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

9.19

31.

386

25

925

10.8

63

10.8

63F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

1.12

1.59

485

.993

955.

016

80.8

3012

.723

2.25

6.15

5

42.7

28

2.29

8.88

3F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

78

1.00

50

1.65

8.19

430

8.90

12.

973

2.75

1.07

4

2.75

1.07

4T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

5.53

0

887

6.41

7

6.41

7C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

1.56

6.74

65.

565

838.

550

4.02

04.

595

2.41

9.47

6

2.41

9.47

6D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r o

verd

rach

ten

40

.126

.253

3.51

3.16

926

.236

.378

4.25

4.78

639

0.16

774

.520

.753

2.94

8.05

511

.451

.723

39.0

9988

.959

.630

Dép

ense

s a

van

t tr

ansf

erts

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 20

.363

.830

2.06

6.83

430

6.65

24.

006

22

.741

.322

22

.741

.322

Tra

nsfe

rts

entr

e ré

gim

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

60

.490

.082

5.58

0.00

326

.543

.030

4.25

8.79

239

0.16

797

.262

.075

2.94

8.05

511

.451

.723

39.0

9911

1.70

0.95

2T

ota

l dép

ens

es c

ou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-3.3

09.8

06-7

.805

575.

737

-118

.983

-1.1

31-2

.861

.988

00

0-2

.861

.988

So

lde

com

pte

s co

ura

nts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Co

mp

tes

de

Cap

ital

On

tvan

gst

en

012

459

00

471

00

047

1R

ecet

tes

Uit

gav

en

1.15

712

120

01.

181

00

01.

181

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-1

.157

044

70

0-7

100

00

-710

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -3

.310

.963

-7.8

0557

6.18

4-1

18.9

83-1

.131

-2.8

62.6

980

00

-2.8

62.6

98R

ésu

ltat

bu

dg

étai

re

TA

BE

L I.1

TA

BLE

AU

I.1

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

009

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2009

(

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g se

ptem

ber

2009

) (v

ervo

lg)

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n se

ptem

bre

2009

) (s

uite

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

15

Page 24: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

38.7

40.8

893.

491.

257

865.

093

3.51

7.11

563

.572

46.6

77.9

26

3.58

1.64

6

50.2

59.5

72C

oti

sati

on

s

Sta

atst

oel

agen

8.

151.

562

1.52

7.24

2

31

6.97

79.

995.

781

3.04

8.38

38.

117.

659

38.7

1121

.200

.534

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

5.85

4.41

81.

272.

004

316.

977

7.44

3.39

93.

048.

383

8.07

8.22

738

.711

18.6

08.7

20D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

2.

297.

144

255.

238

2.

552.

382

2.

552.

382

Sub

vent

ion

de l'

Eta

t spé

cifiq

ue

And

ere

39

.432

39

.432

Aut

res

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

10

.505

.103

945.

884

2.45

3.45

013

5.29

1

14.0

39.7

28

14.0

39.7

28F

inan

cem

ent

alte

rnat

if

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

1.20

1.63

516

.375

991.

244

259.

888

2.41

02.

471.

552

2.

471.

552

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

50

2.66

20

372

16.6

492.

300

521.

983

52

1.98

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

189.

413

16.3

754.

130

103.

933

2.96

531

6.81

7

316.

817

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

732.

169

3.10

737

4.59

210

.563

4.01

01.

124.

441

2.

934

1.

127.

375

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

60

.023

.433

6.00

0.24

04.

688.

881

4.04

3.43

939

2.23

575

.148

.228

3.04

8.38

311

.702

.239

38.7

1189

.937

.561

Rec

ette

s p

rop

res

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 59

1.23

664

.950

23.1

59.2

1511

4.61

6

23.9

30.0

17

23.9

30.0

17T

rans

fert

s en

tre

régi

mes

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

60

.614

.669

6.06

5.19

027

.848

.096

4.15

8.05

539

2.23

599

.078

.245

3.04

8.38

311

.702

.239

38.7

1111

3.86

7.57

8T

ota

l rec

ette

s co

ura

nte

s

(a)

Beg

rotin

g va

n de

Pen

sioe

ndie

nst v

oor

de o

verh

eids

sect

or.

(a)

Bud

get d

u S

ervi

ce d

es P

ensi

ons

du S

ecte

ur p

ublic

.

(In

dui

zend

EU

R)

(E

n m

illie

rs E

UR

)

TA

BE

L I.2

T

AB

LEA

U I.

2

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

010

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2010

I. Algemene toelichting I. Exposé général

16

Page 25: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

37.7

80.9

113.

521.

974

24.2

49.1

643.

852.

342

371.

928

69.7

76.3

193.

048.

383

11.6

62.4

9338

.711

84.5

25.9

06P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s -1

8.00

0-2

.000

-2

0.00

0

-20.

000

Pre

stat

ion

s n

on

-rép

arti

Bet

alin

gsk

ost

en

9.11

51.

373

25

420

10.7

62

10.7

62F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

1.16

8.81

887

.402

985.

118

73.5

9112

.630

2.32

7.55

9

39.7

46

2.36

7.30

5F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

90

7.81

70

1.61

0.51

333

6.65

53.

068

2.85

8.05

4

2.85

8.05

4T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

27.1

25

831

27.9

56

27.9

56C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

1.53

6.89

25.

576

353.

801

4.15

13.

627

1.90

4.04

7

1.90

4.04

7D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r o

verd

rach

ten

41

.412

.677

3.61

4.32

527

.198

.596

4.26

6.99

339

2.10

476

.884

.696

3.04

8.38

311

.702

.239

38.7

1191

.674

.029

Dép

ense

s a

van

t tr

ansf

erts

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 21

.064

.652

2.21

1.74

764

9.50

04.

118

23

.930

.017

23

.930

.017

Tra

nsfe

rts

entr

e ré

gim

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

62

.477

.330

5.82

6.07

227

.848

.096

4.27

1.11

139

2.10

410

0.81

4.71

33.

048.

383

11.7

02.2

3938

.711

115.

604.

046

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-1.8

62.6

6123

9.11

80

-113

.056

131

-1.7

36.4

680

00

-1.7

36.4

68S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Co

mp

tes

de

Cap

ital

On

tvan

gst

en

1.71

2.80

0

0

01.

712.

800

00

01.

712.

800

Rec

ette

s

Uit

gav

en

736

00

736

00

073

6D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

1.

712.

064

00

1.71

2.06

40

00

1.71

2.06

4S

old

e co

mp

tes

de

cap

ital

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -1

50.5

9723

9.11

80

-113

.056

131

-24.

404

00

0-2

4.40

4R

ésu

ltat

bu

dg

étai

re

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

010

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2010

(

In d

uize

nd E

UR

) (v

ervo

lg)

(E

n m

illie

rs E

UR

) (s

uite

)

TA

BE

L I.2

T

AB

LEA

U I.

2

I. Algemene toelichting I. Exposé général

17

Page 26: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

39.7

25.4

053.

450.

382

919.

581

3.58

8.90

263

.572

47.7

47.8

42

3.66

0.33

1

51.4

08.1

73C

oti

sati

on

s

Sta

atst

oel

agen

8.

441.

203

1.56

9.40

0

32

8.44

710

.339

.050

3.10

9.65

78.

426.

950

39.3

8721

.915

.044

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

5.94

7.80

71.

292.

356

328.

447

7.56

8.61

03.

109.

657

8.38

6.24

239

.387

19.1

03.8

96D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

2.

493.

396

277.

044

2.

770.

440

2.

770.

440

Sub

vent

ion

de l'

Eta

t spé

cifiq

ue

And

ere

40

.708

40

.708

Aut

res

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

12

.215

.962

1.11

4.81

22.

464.

876

136.

281

15

.931

.932

15

.931

.932

Fin

ance

men

t al

tern

atif

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

1.22

2.97

316

.489

1.00

5.74

426

0.49

02.

410

2.50

8.10

6

2.50

8.10

6R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

46

6.56

20

372

71.9

292.

300

541.

163

54

1.16

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

206.

097

25.7

924.

130

104.

877

2.96

534

3.86

1

343.

861

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

743.

662

2.62

839

3.07

010

.620

4.01

01.

153.

989

2.

934

1.

156.

923

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

63

.021

.864

6.17

9.50

24.

787.

773

4.17

3.09

840

3.70

578

.565

.942

3.10

9.65

712

.090

.215

39.3

8793

.805

.201

Rec

ette

s p

rop

res

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 67

1.82

773

.900

24.5

79.3

8412

9.30

2

25.4

54.4

13

25.4

54.4

13T

rans

fert

s en

tre

régi

mes

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

63

.693

.691

6.25

3.40

229

.367

.157

4.30

2.40

040

3.70

510

4.02

0.35

53.

109.

657

12.0

90.2

1539

.387

119.

259.

614

To

tal r

ece

ttes

co

ura

nte

s

(a)

Beg

rotin

g va

n de

Pen

sioe

ndie

nst v

oor

de o

verh

eids

sect

or.

(a)

Bud

get d

u S

ervi

ce d

es P

ensi

ons

du S

ecte

ur p

ublic

.

TA

BE

L I.3

TA

BLE

AU

I.3

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

011

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2011

(

In d

uize

nd E

UR

) (

En

mill

iers

EU

R)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

18

Page 27: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

38.9

35.4

083.

628.

156

25.7

98.8

533.

975.

101

383.

408

72.7

20.9

273.

109.

657

12.0

49.1

9339

.387

87.9

19.1

64P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s -3

1.50

0-3

.500

-3

5.00

0

-35.

000

Pre

stat

ion

s n

on

-rép

arti

Wel

vaar

tsaa

np

assi

ng

(1)

27

3.60

033

.100

30

6.70

0

306.

700

Ad

apta

tio

n a

u b

ien

-êtr

e (1

)

Bet

alin

gsk

ost

en

9.11

41.

373

25

420

10.7

61

10.7

61F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

1.17

2.85

890

.225

1.01

8.73

573

.403

12.6

192.

367.

840

41

.022

2.

408.

862

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

91

7.56

70

1.61

0.51

342

0.05

43.

068

2.95

1.20

3

2.95

1.20

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

37.6

00

831

38.4

31

38.4

31C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

1.57

2.32

75.

591

200.

056

4.09

13.

627

1.78

5.69

2

1.78

5.69

2D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r o

verd

rach

ten

42

.886

.973

3.75

4.94

528

.628

.157

4.47

2.90

340

3.57

480

.146

.553

3.10

9.65

712

.090

.215

39.3

8795

.385

.812

Dép

ense

s a

van

t tr

ansf

erts

Ove

rdra

chte

n tu

ssen

ste

lsel

s 22

.314

.567

2.39

6.72

873

9.00

04.

118

25

.454

.413

25

.454

.413

Tra

nsfe

rts

entr

e ré

gim

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

65

.201

.541

6.15

1.67

329

.367

.157

4.47

7.02

140

3.57

410

5.60

0.96

63.

109.

657

12.0

90.2

1539

.387

120.

840.

225

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-1.5

07.8

5010

1.72

90

-174

.621

131

-1.5

80.6

100

00

-1.5

80.6

10S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

Glo

baa

l beh

eer

wer

knem

ers

/ G

esti

on

glo

bal

e sa

lari

és

Glo

baa

l beh

eer

zelf

stan

dig

en /

Ges

tio

n g

lob

ale

ind

épen

dan

ts

RIZ

IV-

Gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g /

INA

MI-

So

ins

de

san

Bu

iten

glo

baa

l b

ehee

r /

Ho

rs g

esti

on

g

lob

ale

DO

SZ

/

OS

SO

MS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l

So

cial

e

bijs

tan

d /

Ass

ista

nce

soci

ale

Ove

rhei

ds-

pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s p

ub

liqu

es (

a)

Ove

rdra

chte

n

naa

r g

ezin

nen

/ T

ran

sfer

ts a

ux

mén

ages

AL

GE

ME

EN

T

OT

AA

L /

TO

TA

L

GE

NE

RA

L

Co

mp

tes

de

Cap

ital

On

tvan

gst

en

1.06

6.10

0

0

01.

066.

100

00

01.

066.

100

Rec

ette

s

Uit

gav

en

761

00

761

00

076

1D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

1.

065.

339

00

1.06

5.33

90

00

1.06

5.33

9S

old

e co

mp

tes

de

cap

ital

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -4

42.5

1110

1.72

90

-174

.621

131

-515

.271

00

0-5

15.2

71R

ésu

ltat

bu

dg

étai

re

(1)

De

wel

vaar

tsen

velo

ppe

gera

amd

door

het

Pla

nbur

eau

op b

asis

van

de

wet

telij

ke p

aram

eter

s zi

jn h

ier

beho

uden

.E

r is

gee

n re

keni

ng g

ehou

den

(gee

n ci

jfers

bes

chik

baar

mom

ente

el)

met

een

eve

ntue

el o

verlo

opef

fect

van

de

wel

vaar

tsen

velo

ppe

2009

-201

0.

(1)

L’en

velo

ppe

pour

le b

ien-

être

est

imée

par

le B

urea

u du

Pla

n su

r ba

se d

es p

aram

ètre

s lé

gale

s es

t con

serv

ée. I

l n’

est p

as te

nu c

ompt

e (a

ctue

llem

ent p

as d

e ch

iffre

s di

spon

ible

s) d

’un

éven

tuel

dép

asse

men

t de

l’env

elop

pe 2

009-

2010

pré

vue

pour

le b

ien-

être

.

TA

BE

L I.3

T

AB

LEA

U I.

3

Sam

enva

tten

de

tab

el 2

011

Tab

leau

réc

apit

ula

tif

2011

(

In d

uize

nd E

UR

) (v

ervo

lg)

(E

n m

illie

rs E

UR

) (s

uite

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

19

Page 28: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

Globaal beheer - Werknemers 15.308.614 18.892.101 20.897.263 Gestion globale - Salariés

Algemene Uitgavenbegroting 5.789.547 8.153.912 8.443.553 Budget général des Dépenses

Toelagen globaal beheer 5.787.053 5.854.418 5.947.807 Subventions gestion globale Bijzondere staatstoelage 2.297.144 2.493.396 Subvention de l'Etat spécifique Bijzonder brugpensioen - RVP 2.494 2.350 2.350 Prépension spéciale - ONP

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

9.519.067 10.738.189 12.453.710A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 9.291.666 10.505.103 12.215.962 Financement alternatif Btw - Andere bronnen 7.693.574 8.021.931 8.308.854 TVA - Autres sources Roerende voorheffing 412.153 418.336 425.029 Précompte mobilier Stock options 52.674 47.885 43.097 Stock options Accijnzen tabak 56.833 57.686 58.609 Accises tabac Geneeskundige verzorging 894.346 1.776.451 3.196.221 Soins de santé Andere 182.086 182.814 184.152 Autres

Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 227.401 233.086 237.748 Cotisation spéciale de sécurité sociale

Globaal beheer - Zelfstandigen 2.093.421 2.473.126 2.684.212 Gestion globale - Indépendants

Algemene Uitgavenbegroting 1.257.160 1.527.242 1.569.400 Budget général des Dépenses

Globale staatstoelage (1) 1.257.160 1.272.004 1.292.356 Subvention globale de l'Etat (1)

Bijzondere staatstoelage 255.238 277.044 Subvention de l'Etat spécifique

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

836.261 945.884 1.114.812A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 836.261 945.884 1.114.812 Financement alternatif Btw - Andere bronnen 683.009 701.574 719.717 TVA - Autres sources Roerende voorheffing 45.795 46.482 47.225 Précompte mobilier Stock options 2.327 2.115 1.904 Stock options Accijnzen tabak 14.414 14.421 14.652 Accises tabac Geneeskundige verzorging 86.619 177.132 327.088 Soins de santé Andere 4.098 4.160 4.226 Autres

RIZIV - Geneeskundige verzorging 2.490.577 2.453.450 2.464.876 INAMI - Soins de santé

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

2.490.577 2.453.450 2.464.876A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 2.490.577 2.453.450 2.464.876 Financement alternatif Btw - Andere bronnen 1.656.994 1.609.313 1.609.313 TVA - Autres sources Accijnzen tabak 703.583 714.137 725.563 Accises tabac Andere 130.000 130.000 130.000 Autres

Buiten globaal beheer en DOSZ 455.089 452.268 464.728 Hors gestion globale et OSSOM

Algemene Uitgavenbegroting 319.559 316.977 328.447 Budget général des Dépenses

Staatstoelage DOSZ 319.559 316.977 328.447 Subvention OSSOM

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid

135.530 135.291 136.281A charge des recettes générales de l'Etat fédéral

Alternatieve financiering 135.530 135.291 136.281 Financement alternatif Btw 135.530 135.291 136.281 TVA

Totaal overdrachten aan de sociale zekerheid

20.347.701 24.270.945 26.511.080Total des transferts à la sécurité sociale

Evolutie van de overdrachten ten laste vande begroting van de federale overheid aan

de sociale zekerheid 2009-2011

(1) Vanaf 2008: overdracht kleine risico's zelfstandigen inbegrepen.

(1) A partir de 2008: y compris, le transfert petits risques indépendants.

TABEL I.4.1 TABLEAU I.4.1

Evolution des transferts à charge du budget de l'Etat fédéral destinés à la

sécurité sociale 2009-2011(En milliers EUR) (In duizend EUR)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

20

Page 29: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

Algemene uitgavenbegroting Budget général des Dépenses

Sociale bijstand (1) 2.948.055 3.048.383 3.109.657 Assistance sociale (1)

Inkomensgarantie voor ouderen 390.253 407.555 420.817 Garantie de revenus aux personnes âgéesTegemoetkomingen aan personen met een handicap

1.744.284 1.733.534 1.781.546 Allocations aux personnes handicapées

Leefloon 548.404 575.629 575.629 Revenu d'intégrationToelagen OCMW's - wet 2 april 1965 265.114 331.665 331.665 Subsides CPAS - loi 2 avril 1965

Pensioenen overheidssector 7.889.536 8.117.659 8.426.950 Pensions secteur public

Andere overdrachten aan de gezinnen 39.099 38.711 39.387 Autres transferts aux ménages

Bijkomende gezinsbijslag 39.099 38.711 39.387 Suppléments allocations familiales

Totaal andere overdrachten 10.876.690 11.204.753 11.575.994 Total autres transferts

Algemeen totaal overdrachten 31.224.391 35.475.698 38.087.074 Total général transferts

(1) De gewaarborgde gezinsbijslag wordt gefinancierd door het globaal beheer voor werknemers.

(1) Les prestations familiales garanties sont financées par la gestion globale des travailleurs salariés.

TABEL I.4.2 TABLEAU I.4.2

Evolutie van de overdrachten aan degezinnen ten laste van de begroting van

de federale overheid 2009-2011 (In duizend EUR) (En milliers EUR)

Evolution des transferts aux ménages à charge du budget

de l'Etat fédéral 2009-2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

21

Page 30: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 31: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK II CHAPITRE II

HET GLOBAAL BEHEER VOOR WERKNEMERS

LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS SALARIES

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

Methodologie Méthodologie

De tabellen van de sociale zekerheid voor werknemers behelzen de takken van het algemene stelsel voor werknemers, mijnwerkers en zeelieden, die gefinancierd worden door het globaal beheer.

Les tableaux de la sécurité sociale des travailleurs salariés reprennent les branches du régime général des travailleurs salariés, des mineurs et des marins qui sont financées par la gestion globale.

In tabellen II.1, II.2 en II.3 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSZ-Globaal beheer voorgesteld.

Les tableaux II.1, II.2 et II.3 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’ONSS-gestion globale.

De kolom RSZ-Globaal beheer vermeldt bovenop de eigen ontvangsten van de RSZ ook de ontvangsten die door de HVKZ en de RSZPPO worden overgedragen aan het globaal beheer.

Dans la colonne ONSS-gestion globale, on retrouve, en plus des recettes propres de l’ONSS, les recettes qui sont transférées par la CSPM et l’ONSSAPL à la gestion globale.

De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór de overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.

Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette dans le total consolidé.

De overdracht van het RSZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de werknemers komt te voorschijn in de rubriek “Externe overdrachten” van het RSZ-Globaal Beheer.

Le transfert de l’ONSS-gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs salariés apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’ONSS-Gestion globale.

De sociale bijdrageverminderingen (RSZ) worden opgenomen in tabel II.4.

Les réductions de cotisations sociales (ONSS) sont reprises dans le tableau II.4.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

23

Page 32: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

P (

*)R

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

700

93.4

5749

.963

11.0

70

230

155.

420

38.9

48.7

6539

.104

.185

Co

tisa

tio

ns

Gew

one

bijd

rage

n (1

)

37.3

64.1

1037

.364

.110

Cot

isat

ions

ord

inai

res

(1)

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

700

93.4

5749

.963

11.0

70

230

155.

420

1.58

4.65

51.

740.

075

Cot

isat

ions

spé

cifiq

ues

Sta

atst

oel

agen

365

365

5.78

6.68

85.

787.

053

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.60

4

2.

604

9.28

9.06

29.

291.

666

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

2.

604

2.60

47.

690.

970

7.69

3.57

4T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

41

2.15

341

2.15

3P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

52

.674

52.6

74S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

56.8

3356

.833

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

(2)

89

4.34

689

4.34

6S

oins

de

sant

é (2

)

And

ere

18

2.08

618

2.08

6A

utre

s

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

114.

627

88.7

78

300

48

203.

753

995.

831

1.19

9.58

4R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.44

0

239.

629

33

0.71

3

747

573.

528

294.

392

867.

920

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Toe

kom

stfo

nds

27

5.98

727

5.98

7F

onds

pou

r l'a

veni

r A

nder

e 2.

440

239.

629

330.

713

747

573.

528

18.4

0559

1.93

3A

utre

s

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

250

7.74

414

040

588

01.

000

14

110

.560

190.

835

201.

396

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

8.72

54

456.

680

7.66

2

121.

814

3255

059

5.46

713

3.00

572

8.47

2D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

12

4.30

219

2.78

850

6.78

325

8.76

688

045

6.43

132

1.71

61.

541.

698

55.6

38.5

7857

.180

.276

Rec

ette

s p

rop

res

RS

Z-G

FB

4.

722.

563

17.9

56.0

424.

213.

973

37.4

5434

2.74

110

.670

.903

3.79

013

.828

37.9

61.2

94

37.9

61.2

94O

NS

S-G

FG

A

nder

e ta

kken

70

70

70.0

1070

.080

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

4.72

2.56

317

.956

.112

4.21

3.97

337

.454

342.

741

10.6

70.9

033.

790

13.8

2837

.961

.364

70.0

1038

.031

.374

Tra

nsf

erts

inte

rne

s

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

4.

846.

865

18.1

48.9

004.

720.

756

296.

220

343.

621

11.1

27.3

343.

822

15.5

4439

.503

.062

55.7

08.5

8895

.211

.650

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

(*)

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(*

) Y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.(1

) Y

com

pris

, mod

érat

ion

sala

riale

.

(2)

Initi

eel b

edra

g va

n 94

9.06

3 du

izen

d E

UR

opg

enom

en in

het

KB

van

7.6

.200

9.(2

) Le

mon

tant

initi

al é

tait

de 9

49.0

63 m

illie

rs E

UR

rep

ris d

ans

l'AR

du

7.6.

2009

.

TA

BLE

AU

II.1

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n se

ptem

bre

2009

)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

09(h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

TA

BE

L II.

1

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

09(g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

(

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g se

ptem

ber

2009

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

24

Page 33: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

P (

*)R

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

4.63

8.10

317

.794

.298

4.10

7.59

017

9.07

630

9.48

19.

597.

987

2.91

612

.733

36.6

42.1

84

36.6

42.1

84P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

531

1.56

264

744

0

121

9.19

3

9.19

3F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

177.

035

150.

976

156.

803

19.4

6527

.159

435.

330

800

2.09

696

9.66

415

1.93

01.

121.

594

Fra

is d

'ad

min

istr

atio

n

Cen

tral

e in

stel

linge

n 17

.643

134.

707

64.3

6419

.465

27.1

5923

5.38

680

02.

096

501.

620

151.

930

653.

550

Org

anis

mes

cen

trau

x D

iens

ten

derd

en

159.

392

16.2

6992

.439

199.

944

468.

044

46

8.04

4S

ervi

ces

tiers

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

186.

033

855

21.5

90

25.8

38

3123

4.34

720

.910

.488

21.1

44.8

35T

ran

sfer

ts e

xter

nes

R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

20.2

62.1

4220

.262

.142

INA

MI-

Soi

ns d

e sa

nté

And

ere

18

6.03

385

521

.590

25

.838

31

234.

347

648.

346

882.

693

Aut

res

Intr

estl

aste

n

15

0

15

05.

380

5.53

0C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

23.0

029.

800

453.

946

5.43

26.

541

1.06

7.31

924

682

1.56

6.74

6

1.56

6.74

6D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

4.

838.

140

18.1

47.6

384.

720.

756

226.

210

343.

621

11.1

26.6

243.

752

15.5

4439

.422

.285

21.0

67.7

9860

.490

.082

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

Z-G

FB

70.0

10

70

.010

70

.010

ON

SS

-GF

G

And

ere

takk

en

70

7037

.961

.294

37.9

61.3

64A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

70

.010

70

70.0

8037

.961

.294

38.0

31.3

74T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

4.

838.

140

18.1

47.6

384.

720.

756

296.

220

343.

621

11.1

26.6

243.

822

15.5

4439

.492

.365

59.0

29.0

9298

.521

.456

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

8.72

51.

262

00

071

00

010

.697

-3.3

20.5

03-3

.309

.806

So

lde

com

pte

s co

ura

nts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/ IN

AM

I-In

dR

VP

/O

NP

(*)

RK

W /

ON

AF

TS

FA

O /

FA

TF

BZ

/F

MP

RV

A /

ON

Em

M

ijnw

-In

v /

Min

-In

vZ

eelie

den

/M

arin

s S

ub

tota

al /

So

us-

tota

lR

SZ

-GF

B /

ON

SS

-GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

0

0R

ecet

tes

Uit

gav

en

71

0

71

044

71.

157

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-710

-710

-447

-1.1

57S

old

e co

mp

tes

de

cap

ital

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 8.

725

1.26

20

00

00

09.

987

-3.3

20.9

50-3

.310

.963

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

(*)

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(*

) Y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n se

ptem

bre

2009

) (s

uite

)

TA

BLE

AU

II.1

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

09(h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

TA

BE

L II.

1

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

09(g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

(

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g se

ptem

ber

2009

) (v

ervo

lg)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

25

Page 34: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

P (

*)R

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

700

103.

012

47.9

947.

950

23

015

9.88

638

.581

.003

38.7

40.8

89C

oti

sati

on

s G

ewon

e bi

jdra

gen

(1)

37

.018

.116

37.0

18.1

16C

otis

atio

ns o

rdin

aire

s (1

)

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

700

103.

012

47.9

947.

950

23

015

9.88

61.

586.

662

1.74

6.54

8C

otis

atio

ns s

péci

fique

s R

eger

ings

maa

treg

elen

-23.

775

-23.

775

Mes

ures

de

gouv

erne

men

t

Sta

atst

oel

agen

321

321

8.15

1.24

18.

151.

562

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

32

1

32

15.

854.

097

5.85

4.41

8D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

2.29

7.14

42.

297.

144

Sub

vent

ion

de l'

Eta

t spé

cifiq

ue

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.64

7

2.

647

10.5

02.4

5610

.505

.103

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

2.

647

2.64

78.

019.

284

8.02

1.93

1T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

41

8.33

641

8.33

6P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

47

.885

47.8

85S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

57.6

8657

.686

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

776.

451

1.77

6.45

1S

oins

de

sant

é

And

ere

18

2.81

418

2.81

4A

utre

s

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

111.

512

89.0

78

300

48

200.

938

1.00

0.69

71.

201.

635

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.26

0

250.

417

23

8.47

0

756

491.

903

601.

995

1.09

3.89

8T

ran

sfer

ts e

xter

nes

T

oeko

mst

fond

s

269.

550

269.

550

Fon

ds p

our

l'ave

nir

Bijd

rage

beg

rotin

gsdo

elst

ellin

g S

Z

315.

000

315.

000

Con

trib

. obj

ectif

bud

géta

ire S

S

And

ere

2.26

025

0.41

723

8.47

075

649

1.90

317

.445

509.

348

Aut

res

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

250

7.30

014

040

072

21.

000

80

9.89

217

9.52

118

9.41

3R

even

us

de

pla

cem

ents

Div

erse

n

8.75

03

457.

901

7.60

6

122.

224

3248

359

6.99

913

5.17

073

2.16

9D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

12

1.21

220

1.97

450

6.03

526

6.37

372

236

4.64

132

1.59

61.

462.

585

59.1

52.0

8460

.614

.669

Rec

ette

s p

rop

res

RS

Z-G

FB

5.

080.

663

18.3

45.6

524.

260.

001

40.8

4631

6.02

611

.200

.039

3.57

915

.162

39.2

43.9

68

39.2

43.9

68O

NS

S-G

FG

A

nder

e ta

kken

40

40

68.0

0068

.040

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

5.08

0.66

318

.345

.692

4.26

0.00

140

.846

316.

026

11.2

00.0

393.

579

15.1

6239

.244

.008

68.0

0039

.312

.008

Tra

nsf

erts

inte

rne

s

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

5.

201.

875

18.5

47.6

664.

766.

036

307.

218

316.

748

11.5

64.6

803.

611

16.7

5940

.706

.593

59.2

20.0

8499

.926

.677

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

(*)

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(*

) Y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.(1

) Y

com

pris

, mod

érat

ion

sala

riale

.

TA

BLE

AU

II.2

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

10

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

TA

BE

L II.

2

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

10(g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

(In

dui

zend

EU

R)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

26

Page 35: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

P (

*)R

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

4.98

3.21

018

.155

.731

4.14

3.29

818

8.90

528

2.36

910

.011

.899

2.83

512

.664

37.7

80.9

11

37.7

80.9

11P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s

-1

8.00

0

-18.

000

Pre

stat

ion

s n

on

-rép

arti

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

650

1.56

245

244

0

101

9.11

5

9.11

5F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

191.

622

148.

840

166.

109

20.3

8427

.398

452.

404

710

3.37

41.

010.

841

157.

977

1.16

8.81

8F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

18.7

8213

7.57

170

.682

20.3

8427

.398

244.

003

710

3.37

452

2.90

415

7.97

768

0.88

1O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

17

2.84

011

.269

95.4

27

20

8.40

1

48

7.93

7

487.

937

Ser

vice

s tie

rs

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

226.

125

909

26.3

82

64.0

67

3131

7.51

421

.654

.955

21.9

72.4

69T

ran

sfer

ts e

xter

nes

R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

20.9

50.1

3620

.950

.136

INA

MI-

Soi

ns d

e sa

nté

And

ere

22

6.12

590

926

.382

64

.067

31

317.

514

704.

819

1.02

2.33

3A

utre

s

Intr

estl

aste

n

12

5

12

527

.000

27.1

25C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

27.0

439.

900

454.

158

3.09

56.

541

1.03

5.44

916

689

1.53

6.89

2

1.53

6.89

2D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

5.

201.

875

18.5

47.2

464.

766.

036

239.

218

316.

748

11.5

63.9

443.

571

16.7

5940

.637

.397

21.8

39.9

3262

.477

.330

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

Z-G

FB

68.0

00

68

.000

68

.000

ON

SS

-GF

G

And

ere

takk

en

40

4039

.243

.968

39.2

44.0

08A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

68

.000

40

68.0

4039

.243

.968

39.3

12.0

08T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

5.

201.

875

18.5

47.2

464.

766.

036

307.

218

316.

748

11.5

63.9

443.

611

16.7

5940

.705

.437

61.0

83.9

0010

1.78

9.33

8T

ota

l dép

ense

s co

ura

nte

s

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

042

00

00

736

00

1.15

6-1

.863

.817

-1.8

62.6

61S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/ IN

AM

I-In

dR

VP

/O

NP

(*)

RK

W /

ON

AF

TS

FA

O /

FA

TF

BZ

/F

MP

RV

A /

ON

Em

M

ijnw

-In

v /

Min

-In

vZ

eelie

den

/M

arin

s S

ub

tota

al /

So

us-

tota

lR

SZ

-GF

B /

ON

SS

-GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

1.

712.

800

1.71

2.80

0R

ecet

tes

Uit

gav

en

73

6

73

6

736

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-736

-736

1.71

2.80

01.

712.

064

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

420

00

00

00

420

-151

.017

-150

.597

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

(*)

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(*

) Y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

(E

n m

illie

rs E

UR

) (s

uite

)

TA

BLE

AU

II.2

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

10

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

TA

BE

L II.

2

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

10

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

) (

In d

uize

nd E

UR

) (v

ervo

lg)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

27

Page 36: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

P (

*)R

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

700

103.

283

47.0

257.

950

23

015

9.18

839

.566

.217

39.7

25.4

05C

oti

sati

on

s G

ewon

e bi

jdra

gen

(1)

37

.920

.592

37.9

20.5

92C

otis

atio

ns o

rdin

aire

s (1

)

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

700

103.

283

47.0

257.

950

23

015

9.18

81.

599.

475

1.75

8.66

3C

otis

atio

ns s

péci

fique

s R

eger

ings

maa

treg

elen

46.1

5046

.150

Mes

ures

de

gouv

erne

men

t

Sta

atst

oel

agen

289

289

8.44

0.91

48.

441.

203

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

28

9

28

95.

947.

518

5.94

7.80

7D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

2.49

3.39

62.

493.

396

Sub

vent

ion

de l'

Eta

t spé

cifiq

ue

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.68

5

2.

685

12.2

13.2

7712

.215

.962

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

2.

685

2.68

58.

306.

169

8.30

8.85

4T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

42

5.02

942

5.02

9P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

43

.097

43.0

97S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

58.6

0958

.609

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

3.

196.

221

3.19

6.22

1S

oins

de

sant

é

And

ere

18

4.15

218

4.15

2A

utre

s

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

111.

399

89.0

78

300

48

200.

825

1.02

2.14

81.

222.

973

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.01

4

252.

291

14

2.42

6

768

397.

499

740.

890

1.13

8.38

9T

ran

sfer

ts e

xter

nes

T

oeko

mst

fond

s

260.

100

260.

100

Fon

ds p

our

l'ave

nir

Bijd

rage

beg

rotin

gsdo

elst

ellin

g S

Z

405.

000

405.

000

Con

trib

. obj

ectif

bud

géta

ire S

S

And

ere

2.01

425

2.29

114

2.42

676

839

7.49

975

.790

473.

289

Aut

res

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

250

7.78

214

040

072

21.

000

80

10.3

7419

5.72

320

6.09

7R

even

us

de

pla

cem

ents

Div

erse

n

8.75

02

466.

149

7.60

6

122.

327

2948

360

5.34

613

8.31

674

3.66

2D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

12

1.09

920

2.44

851

3.31

426

8.24

772

226

8.73

829

1.60

81.

376.

205

62.3

17.4

8663

.693

.691

Rec

ette

s p

rop

res

RS

Z-G

FB

5.

377.

943

19.1

78.2

554.

406.

779

42.9

0329

1.32

211

.470

.530

3.33

514

.835

40.7

54.4

01

40.7

54.4

01O

NS

S-G

FG

A

nder

e ta

kken

36

36

62.0

0062

.036

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

5.37

7.94

319

.178

.291

4.40

6.77

942

.903

291.

322

11.4

70.5

303.

335

14.8

3540

.754

.437

62.0

0040

.816

.437

Tra

nsf

erts

inte

rne

s

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

5.

499.

042

19.3

80.7

394.

920.

093

311.

150

292.

044

11.7

39.2

683.

364

16.4

4342

.130

.642

62.3

79.4

8610

4.51

0.12

9T

ota

l rec

ette

s co

ura

nte

s

(*)

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(*

) Y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.(1

) Y

com

pris

, mod

érat

ion

sala

riale

.

TA

BLE

AU

II.3

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

11

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

TA

BE

L II.

3

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

11

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

) (

In d

uize

nd E

UR

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

28

Page 37: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

RV

P /

ON

P (

*)R

KW

/O

NA

FT

SF

AO

/F

AT

FB

Z /

FM

PR

VA

/O

NE

m

Mijn

w-I

nv

/M

in-I

nv

Zee

lied

en /

Mar

ins

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

Z-G

FB

/O

NS

S-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

5.23

8.34

618

.885

.155

4.24

7.92

819

4.42

825

5.16

510

.098

.812

2.59

512

.979

38.9

35.4

08

38.9

35.4

08P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s

-3

1.50

0

-31.

500

Pre

stat

ion

s n

on

-rép

arti

Wel

vaar

tsaa

np

assi

ng

(2)

34.2

0011

0.80

041

.900

3.80

02.

500

80.4

00

27

3.60

0

273.

600

Ad

apta

tio

n a

u b

ien

-êtr

e (2

)

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

650

1.56

245

244

0

91

9.11

4

9.11

4F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

198.

389

148.

516

165.

432

20.7

9727

.398

451.

781

710

2.73

11.

015.

755

157.

103

1.17

2.85

8F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

18.2

1013

7.24

767

.872

20.7

9727

.398

242.

838

710

2.73

151

7.80

415

7.10

367

4.90

7O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

18

0.17

911

.269

97.5

60

20

8.94

3

49

7.95

1

497.

951

Ser

vice

s tie

rs

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

219.

010

909

26.5

77

45.8

07

3129

2.33

422

.939

.800

23.2

32.1

35T

ran

sfer

ts e

xter

nes

R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

22.1

85.3

6522

.185

.365

INA

MI-

Soi

ns d

e sa

nté

And

ere

21

9.01

090

926

.577

45

.807

31

292.

334

754.

435

1.04

6.76

9A

utre

s

Intr

estl

aste

n

10

0

10

037

.500

37.6

00C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

28.1

079.

900

462.

362

3.09

56.

541

1.06

1.60

714

700

1.57

2.32

7

1.57

2.32

7D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

5.

499.

042

19.3

80.0

314.

920.

093

249.

150

292.

044

11.7

38.5

073.

328

16.4

4342

.067

.137

23.1

34.4

0365

.201

.541

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

Z-G

FB

62.0

00

62

.000

62

.000

ON

SS

-GF

G

And

ere

takk

en

36

3640

.754

.401

40.7

54.4

37A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

62

.000

36

62.0

3640

.754

.401

40.8

16.4

37T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

5.

499.

042

19.3

80.0

314.

920.

093

311.

150

292.

044

11.7

38.5

073.

364

16.4

4342

.129

.173

63.8

88.8

0510

6.01

7.97

8T

ota

l dép

ense

s co

ura

nte

s

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

070

80

00

761

00

1.46

9-1

.509

.319

-1.5

07.8

50S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/ IN

AM

I-In

dR

VP

/O

NP

(*)

RK

W /

ON

AF

TS

FA

O /

FA

TF

BZ

/F

MP

RV

A /

ON

Em

M

ijnw

-In

v /

Min

-In

vZ

eelie

den

/M

arin

s S

ub

tota

al /

So

us-

tota

lR

SZ

-GF

B /

ON

SS

-GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

1.

066.

100

1.06

6.10

0R

ecet

tes

Uit

gav

en

76

1

76

1

761

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-761

-761

1.06

6.10

01.

065.

339

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

708

00

00

00

708

-443

.219

-442

.511

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

(*)

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(*

) Y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

(2)

De

wel

vaar

tsen

velo

ppe

gera

amd

door

het

Pla

nbur

eau

op b

asis

van

de

wet

telij

ke p

aram

eter

s zi

jn h

ier

beho

uden

. E

r is

gee

n re

keni

ng g

ehou

den

(gee

n ci

jfers

bes

chik

baar

mom

ente

el)

met

een

eve

ntue

el o

verlo

opef

fect

van

de

wel

vaar

tsen

velo

ppe

2009

-201

0.

(E

n m

illie

rs E

UR

) (s

uite

)

TA

BLE

AU

II.3

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

11

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

TA

BE

L II.

3

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

11

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

) (

In d

uize

nd E

UR

) (v

ervo

lg)

(2)

L’en

velo

ppe

pour

le b

ien-

être

est

imée

par

le B

urea

u du

Pla

n su

r ba

se d

es p

aram

ètre

s lé

gale

s es

t con

serv

ée. I

l n’e

st p

as

tenu

com

pte

(act

uelle

men

t pas

de

chiff

res

disp

onib

les)

d’u

n év

entu

el d

épas

sem

ent d

e l’e

nvel

oppe

200

9-20

10 p

révu

e po

ur le

bi

en-ê

tre.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

29

Page 38: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

Volgens de economische begroting van het INR van september 2009 wordt de groei van het bbp in reële termen voor 2009 op -3,10 %, voor 2010 op 0,4 % en voor 2011 op 1,90% geraamd. De groeivoet van de gezondheidsindex zou voor 2009, 2010 en 2011 respektievelijk 0,6 %, 1,2 % en 1,6 % bedragen. In overeenstemming met de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de huidige spilindex (112,72) overschreden worden in december 2010. De volgende spilindex (114,97) wordt niet overschreden in 2011.

Selon le budget économique de l’ICN de septembre 2009, la croissance du PIB en termes réels est estimée pour 2009 à -3,10 %, pour 2010 à 0,4 % et pour 2011 à 1,90 %. Le taux de croissance de l’indice santé devrait atteindre pour 2009, 2010 et 2011 respectivement 0,6 %, 1,2 % et 1,6 %. Selon les prévisions mensuelles de l’indice santé, l’indice pivot actuel (112,72) serait dépassé en décembre 2010. Le prochain indice pivot (114,97) ne sera pas dépassé en 2011.

De RSZ gaat uit van de volgende hypothesen voor de loonmassa van de privésector:

L’ONSS part des hypothèses suivantes pour la masse salariale du secteur privé :

2010 2011

Begrotings-controle /Contrôle

budgétaire(*)

Aanpassing (september 09) /

Adaptation (septembre 09)

Initieel /Initial

Initieel /Initial

Bbp in volume -1,70 % -3,10 % 0,40 % 1,90 % PIB en volume

Loonmassa 1,92 % -1,11 % 0,08 % 3,20 % Masse salariale

Indexering Indexation

Reële loonstijging Hausse réelle des salaires

Tewerkstelling (VTE) -1,68 % -3,37 % -0,85 % 1,20 % Emploi (ETP)

Uitbreiding toepassingsgebied Extension champ d'application

Bron: RSZ Source: ONSS

2009

2,00 %

(*) Cf Introduction générale. Les chiffres sont basés sur le budget économique de septembre 2009.

(*) Cf. Algemene inleiding. De cijfers zijn gebaseerd op de economische begroting van september 2009.

0,93 %3,60 % 2,26 %

2009 2009

Het globale saldo bedraagt -3.310.963 duizend EUR in vergelijking met -2.002.593 duizend EUR bij de aanpassing van de begroting in maart 2009. Deze daling is het resultaat van een daling van de ontvangsten met 481.668 duizend EUR en een stijging van de uitgaven met 826.702 duizend EUR.

Le solde global s’élève à -3.310.963 milliers EUR par rapport à -2.002.593 milliers EUR lors de l’adaptation du budget en mars 2009. Cette baisse est le résultat d’une diminution des recettes de 481.668 milliers EUR et d’une augmentation des dépenses de 826.702 milliers EUR.

Ontvangsten Recettes

Het totaal van de bijdragen voor de RSZ daalt met 381.021 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Wat de inhoud van de rubrieken betreft, wordt de loonmatigingsbijdrage, die vroeger

Le total des cotisations à l’ONSS diminue de 381.021 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. En ce qui concerne le contenu des rubriques, la cotisation de modération salariale qui auparavant était

I. Algemene toelichting I. Exposé général

30

Page 39: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

afzonderlijk werd vermeld, mee opgenomen in de gewone bijdragen. Op dezelfde wijze wordt de loonmatigingsbijdrage op het dubbel vakantiegeld ook bij de gewone bijdragen opgenomen.

mentionnée séparément, est incluse dans les cotisations ordinaires. De même, la cotisation de modération salariale sur le double pécule de vacances se retrouve aussi dans les cotisations ordinaires.

De Staatstoelage bedraagt 5.787.053 duizend EUR.

La subvention de l’Etat s’élève à 5.787.053 milliers EUR.

De alternatieve financiering daalt met 239.787 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 omwille van voornamelijk de volgende redenen:

Le financement alternatif diminue de 239.787 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, et ce pour les raisons principales suivantes:

Het basisbedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de werknemers daalt met 59.149 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 262.660 duizend EUR.

Le montant de base des recettes de TVA affecté aux travailleurs salariés diminue de 59.149 milliers EUR. Il s’agit de la conséquence d’une baisse des recettes de TVA de 262.660 milliers EUR.

Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 54.717 duizend EUR door een herschikking van de groeivoeten binnen de geneeskundige verzorging.

Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 54.717 milliers EUR en raison d’un ajustement du taux de croissance des soins de santé.

Het bedrag bestemd voor de dienstencheques daalt met 30.970 duizend EUR.

Le montant destiné aux titres-services diminue de 30.970 milliers EUR.

Het bedrag bestemd voor de start- en stagebonus daalt met 10.172 duizend EUR door lagere uitgaven.

Le montant destiné au bonus de démarrage et de stage diminue de 10.172 milliers EUR, suite à des dépenses moins élevées.

Het bedrag bestemd voor de tijdelijke werkloosheid stijgt met 20.212 duizend EUR door hogere uitgaven.

Le montant destiné au chômage temporaire augmente de 20.212 milliers EUR, suite à des dépenses plus élevées.

De ontvangsten uit roerende voorheffing liggen 6.914 duizend EUR lager dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Les recettes provenant du précompte mobilier sont inférieures de 6.914 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

De toegewezen ontvangsten liggen 26.957 duizend EUR hoger dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2009. Het betreffen de ontvangsten komende van de werkgeversbijdragen op prepensioenen binnen de RVP en de bijzondere bijdrage sociale zekerheid binnen de RSZ. Deze toegewezen ontvangsten stijgen respectievelijk met 16.650 duizend EUR en met 10.307 duizend EUR.

Les recettes affectées sont supérieures de 26.957 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Il s’agit des recettes provenant des cotisations patronales sur les prépensions à l’ONP et de la cotisation spéciale de sécurité sociale à l’ONSS. Ces recettes affectées augmentent respectivement de 16.650 milliers EUR et de 10.307 milliers EUR.

Om de toekomstige kost van de geneeskundige verzorging als gevolg van de vergrijzing op te vangen, wordt in 2009 een bijkomende storting van 306.652 duizend EUR voor het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Afin de faire face au coût futur des soins de santé consécutif au vieillissement, un versement supplémentaire de 306.652 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2009. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

31

Page 40: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Voor de externe overdrachten is er een stijging van 78.435 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Dit komt voornamelijk doordat de overdracht vanwege het Fonds Sluiting Ondernemingen stijgt met 77.892 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Dans les transferts externes, on enregistre une augmentation de 78.435 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Cette augmentation est principalement due au fait que le transfert en provenance du Fonds de Fermeture des Entreprises augmente de 77.892 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

Er is een daling van de opbrengsten van beleggingen bij de RSZ met 36.150 duizend EUR. De intresten afkomstig van het thesauriebeheer en van de portefeuille dalen respectievelijk met 17.975 duizend EUR en 11.172 duizend EUR. Daarnaast genereert het toekomstfonds 7.797 duizend EUR minder aan interesten. Hiervan ligt 7.003 duizend EUR ten laste van het globaal beheer der werknemers.

On observe une diminution de 36.150 milliers EUR des revenus de placement au sein de l’ONSS. Les intérêts de la gestion de la trésorerie et du portefeuille diminuent respectivement de 17.975 milliers EUR et de 11.172 milliers EUR. En outre, le Fonds pour l’avenir des soins de santé génère 7.797 milliers EUR d’intérêts en moins. De ce montant, 7.003 milliers EUR sont à charge de la gestion globale des travailleurs salariés.

De diverse ontvangsten kennen een stijging van 97.114 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Bij de RKW nemen de ontvangsten voor verrichtingen van derden toe met 62.014 duizend EUR. Eenzelfde beweging vindt plaats bij de uitgaven met betrekking tot de diensten voor derden. Bij de RSZ stijgen de ontvangsten betreffende de bijdrage “niet recurrente resultaatsgebonden voordelen” met 38.668 duizend EUR en dalen de ontvangsten vanuit de opslagen en verwijlinteresten met 9.719 duizend EUR. Binnen het RIZIV-uitkeringen is er een bijkomende ontvangst betreffende de chronisch zieken van 4.675 duizend EUR.

Les recettes diverses connaissent une augmentation de 97.114 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. A l’ONAFTS, les recettes concernant les opérations pour tiers augmentent de 62.014 milliers EUR. Le même mouvement se produit en ce qui concerne les dépenses relatives aux services pour tiers. A l’ONSS, les recettes concernant la cotisation « Avantages non récurrents liés aux résultats » augmentent de 38.668 milliers EUR et les recettes provenant des majorations et des intérêts de retard diminuent de 9.719 milliers EUR. A l’INAMI-Indemnités on enregistre une recette supplémentaire concernant les malades chroniques de 4.675 milliers EUR.

Uitgaven Dépenses

De sociale prestaties stijgen met 321.643 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 tot 36.642.184 duizend EUR. De stijging dient voornamelijk gezocht te worden bij de RVA (+198.447 duizend EUR), het RIZIV-Uitkeringen (+97.148 duizend EUR) en de RKW (+26.169 duizend EUR).

Les prestations sociales augmentent de 321.643 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009 pour atteindre 36.642.184 milliers EUR. Cette augmentation provient principalement de l’ONEm (+198.447 milliers EUR), de l’INAMI-Indemnités (+97.148 milliers EUR) et de l’ONAFTS (+26.169 milliers EUR).

Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgen de beheerskosten met 21.684 duizend EUR. Het betreft voornamelijk stijgingen binnen de RVA (+14.197 duizend EUR), het FAO (+6.502 duizend EUR), de RKW (4.640 duizend EUR) en de RVP (+3.098 duizend EUR). De RSZ kent

Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, les frais de gestion augmentent de 21.684 milliers EUR. Il s’agit essentiellement d’augmentations à l’ONEM (+14.197 milliers EUR), au FAT (+6.502 milliers EUR), à l’ONAFTS (4.640 milliers EUR) et à l’ONP (+3.098 milliers EUR). L’ONSS enregistre une

I. Algemene toelichting I. Exposé général

32

Page 41: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

een daling van de beheerskosten van 7.041 duizend EUR.

diminution des frais de gestion de 7.041 milliers EUR.

Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging (20.262.142 duizend EUR) met 408.247 duizend EUR.

Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, le transfert vers les soins de santé (20.262.142 milliers EUR) augmente de 408.247 milliers EUR.

Daarnaast daalt de externe overdracht betreffende de bijzondere toewijzing “tewerkstelling binnen non-profitsector” met 8.300 duizend EUR.

En outre, les transferts externes concernant l’affectation spéciale « emploi dans le secteur non marchand » diminuent de 8.300 milliers EUR.

De diverse uitgaven wijzigen voornamelijk binnen de RKW en de RVA. De stijging van de uitgaven binnen de RKW (+61.111 duizend EUR) hangt samen met de stijging van de diverse ontvangsten binnen de RKW. Binnen de RVA is er een stijging van de diverse ontvangsten met 14.648 duizend EUR ten opzichte van de begrotingsaanpassing van maart 2009. De uitgaven voor de tussenkomsten in het integratieparcours (+7.421 duizend EUR) en voor de dienstencheques (+9.411 duizend EUR) veroorzaken grotendeels deze evolutie.

Les dépenses diverses subissent des modifications essentiellement à l’ONAFTS et à l’ONEM. L’augmentation des dépenses à l’ONAFTS (+61.111 milliers EUR) est liée à l’augmentation des recettes diverses à l’ONAFTS. A l’ONEM, on enregistre une augmentation des recettes diverses de 14.648 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget de mars 2009. Les dépenses consacrées aux interventions dans le parcours d’intégration (+7.421 milliers EUR) et aux titres-services (+9.411 milliers EUR) sont en grande partie responsables de cette évolution.

Tot slot stort de RSZ het resterend bedrag van 447 duizend EUR afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.

Finalement, l’ONSS verse un montant restant de 447 milliers EUR en provenance du Fonds provisionnel médicaments vers l’INAMI-Soins de santé.

We merken op dat kapitaalverrichtingen het ESR-saldo niet beïnvloeden. Dit wordt enkel beïnvloed door de lopende verrichtingen.

Notons que les opérations de capital n’influencent pas le solde SEC, celui-ci étant déterminé uniquement par les opérations courantes.

Resultaat Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, bedragen voor 2009, 37.961.294 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 34.640.344 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSZ-Globaal beheer -3.320.950 duizend EUR in 2009.

Au total, les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, s’élèvent pour 2009 à 37.961.294 milliers EUR. Comme les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres de l’ONSS et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 34.640.344 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -3.320.950 milliers EUR en 2009.

Het saldo van het RIZIV-Uitkeringen is het resultaat van de afsluiting van de rekening 2007.

Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat de la clôture des comptes de 2007.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

33

Page 42: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Het positieve saldo bij de RVP vertegenwoordigt het bedrag bestemd voor het pensioenfonds betreffende de 2de pijler.

Le solde positif de l’ONP représente le montant destiné au fonds de pension du 2ème pilier.

2010 2010

Ontvangsten Recettes

De eigen lopende ontvangsten bedragen 60.614.669 duizend EUR, hetzij een verhoging van 6,01 % ten opzichte van 2009.

Le total des recettes courantes propres s’élève à 60.614.669 milliers EUR, soit une augmentation de 6,01 % par rapport à 2009.

Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden ze beïnvloed door volgende beslissingen:

Outre l’évolution de la masse salariale, elles sont influencées par les décisions suivantes :

Een bijkomend bedrag van 20.950 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de uitvoering van de maatregelen genomen in het Actieplan 2009-2010 voor de fraudebestrijding (“plan-Devlies”), het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten en de verhoogde strijd tegen zwartwerk.

Un montant supplémentaire de 20.950 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, une modification de l’article 22 quater de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, grâce à laquelle la police peut également constater le travail au noir, une modification légale dans le cadre de l’E-PV, un ancrage légal du document F33, la mise à exécution des mesures du Pan d’action 2009-2010 pour la lutte contre la fraude (“plan Devlies”), la création d’une cellule mixte de soutien composée des forces de police et des services d’inspection sociale ainsi que l’intensification de la lutte contre le travail au noir.

Met ingang van 1 januari 2010 worden voor de nieuwe bruggepensioneerden en “pseudo-bruggepensioneerden“ de hoofdelijke werkgeversbijdragen geharmoniseerd en vervangen door een verhoogde procentuele werkgeversbijdrage. Deze maatregel brengt 3.900 duizend EUR op in 2010.

A compter du 1er janvier 2010, pour les nouveaux prépensionnés et les cotisations patronales capitatives, les allocations solidaires mensuelles seront harmonisées et remplacées par une cotisation patronale majorée exprimée en pourcentage. Cette mesure rapportera 3.900 milliers EUR en 2010.

Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, wordt een specifieke bijdrage van 0,02 % ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage zal 15.000 duizend EUR opbrengen.

Pour couvrir les dépenses résultant du phénomène de sous-déclaration des accidents du travail qui occasionne un transfert de charges indu vers le secteur maladie-invalidité, donc à charge de la gestion globale, alors qu’il devrait être pris en charge par le secteur accidents du travail, une cotisation spécifique à charge des employeurs de 0,02 % est créée. Cette cotisation rapportera 15.000 milliers EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

34

Page 43: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Naast de hiervoor afgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kennen deze ook een verlaging van 63.625 duizend EUR. Dit tengevolge van de verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract), de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van het voorstel van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.

Les cotisations sociales connaissent, outre les augmentations visées ci-dessus, une baisse de 63.625 milliers EUR. Ceci est dû à la prolongation des trois mesures de crise prises (réduction du temps de travail, crédit-temps et suspension partielle de l’exécution du contrat de travail), à la diminution des cotisations pour les travailleurs de moins de 19 ans, à la réduction structurelle plus élevée des cotisations sur les bas salaires au-déla de la proposition des partenaires sociaux, à la diminution des cotisations pour les tuteurs dans les entreprises et à une réduction des cotisations sociales dans le cadre des formations pour les travailleurs ou futurs travailleurs.

Een bijkomende staatstoelage van 2.297.144 duizend EUR wordt voorzien in 2010.

Une subvention supplémentaire de l’Etat de 2.297.144 milliers EUR est prévue en 2010.

De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers wordt ten gevolge de beslissingen (cf. punt 3) die genomen zijn in het kader van de dienstencheques, verminderd met 40.700 duizend EUR.

Suite aux décisions (cf. point 3) qui ont été prises dans le cadre des titres-services, le financement alternatif de la gestion globale des travailleurs salariés est réduit de 40.700 milliers EUR.

De mogelijke verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract) heeft tot gevolg dat de overdracht van het FSO naar de RVA wordt verhoogd met 22.900 duizend EUR.

La prolongation possible des trois mesures de crise prises (réduction du temps de travail, crédit-temps et suspension partielle de l’exécution du contrat de travail) a pour effet d’augmenter de 22.900 milliers EUR le transfert du FFE vers l’ONEm.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die is vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.

Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.

Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2010 38.459 duizend EUR aan interesten genereren. Hiervan wordt 90 % toegewezen aan het globaal beheer voor werknemers.

Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2010, 38.459 milliers EUR d’intérêts, dont 90 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs salariés.

De Federale Staat leent –zonder interest- in 2010 een bedrag van 1.712.800 duizend EUR aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.

L’Etat fédéral prête –sans intérêts- à la sécurité sociale des travailleurs salariés un montant de 1.712.800 milliers EUR en 2010. Le capital emprunté est remboursé par la sécurité sociale des travailleurs salariés sur 20 ans, en tranches annuelles égales, à partir de 2012.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

35

Page 44: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Uitgaven Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 62.477.330 duizend EUR, of een stijging met 3,29 % ten opzichte van 2009.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 62.477.330 milliers EUR, soit une augmentation de 3,29 % par rapport à 2009.

De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 7.591 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 7.591 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

In overleg met de sector wordt een systeem van elektronische registratie van de aanwezigheid op de werven ingevoerd dat tegelijk de C32A kaart inzake tijdelijke werkloosheid in de bouw zal vervangen. Deze registratie vergt een investering van 3.000 duizend EUR ten laste van de werkingskosten van de RSZ in 2010.

En concertation avec le secteur, un système d’enregistrement électronique des présences sur les chantiers sera instauré, qui remplacera en même temps la carte C32A en matière de chômage temporaire dans la construction. Cet enregistrement exige un investissement de 3.000 milliers EUR à charge des frais de fonctionnement de l’ONSS en 2010.

De individuele pensioenrekening van de werknemers werd aanvankelijk beheerd door de ASLK. Ingevolge de privatisering van deze instelling werd het bijhouden van deze rekening overdragen aan een publiek-private vzw. CIMIRE waarin de bank Fortis een uitvoerende rol heeft tegen betaling waarvan de nadere regels zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Het einde van dit protocol levert vanaf 2010 een terugkerende besparing op van 5.000 duizend EUR voor de opdrachtenbegroting van de Rijksdienst voor pensioenen.

Le compte individuel de pension des travailleurs salariés était initialement géré par la CGER. Suite à la privatisation de celle-ci, la mission de tenue de ce compte a été transférée à une ASBL publique-privée CIMIRE au sein de laquelle la banque Fortis joue un rôle d’exécution moyennant un payement dont les modalités découlent d’un protocole de collaboration. La fin de ce protocole entraîne une économie récurrente à partir de 2010 de 5.000 milliers EUR sur le budget de mission de l’Office national des Pensions.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 2.604 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 2.604 milliers EUR sont provisoirement attribués à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel op

La réduction des cotisations patronales “Maribel social”, qui est actuellement fixée à 365

I. Algemene toelichting I. Exposé général

36

Page 45: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

365EUR/trimester/werknemer zal vanaf 1 januari 2010 verhoogd worden tot 374EUR/trimester/werknemer. Deze maatregel zal 42.660 duizend EUR kosten in 2010. Hiervan wordt 23.360 duizend EUR toegewezen aan de RSZ. Het overige deel wordt toegewezen aan de RSZPPO.

EUR/trimestre/travailleur, sera majorée à partir du 1er janvier 2010 pour atteindre 374 EUR/trimestre/travailleur. Cette mesure coûtera 42.660 milliers EUR en 2010. De ce montant, 23.360 milliers EUR seront attribués à l’ONSS. La partie restante sera attribuée à l’ONSSAPL.

De bijdrage van de RSZ voor het opleidingsfonds dienstencheques zal in 2010 uitzonderlijk verminderd worden met 2.000 duizend EUR.

L’affectation de l’ONSS au fonds de formation titres-services sera exceptionnellement diminuée de 2.000 milliers EUR en 2010.

Het publiek dat een beroep kan doen op de starterslening van het Participatiefonds zal worden uitgebreid tot de personen ingeschreven in een tewerkstellingscel en tot de niet-tewerkgestelde werkzoekenden ingeschreven sedert 1 dag bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een bijkomend budget van 1.000 duizend EUR in 2010 is voorzien voor de begeleiding van deze nieuwe doelgroepen door het Fonds.

Le public pouvant recourir au prêt lancement du Fonds de Participation sera étendu aux personnes inscrits dans une cellule pour l’emploi et aux demandeurs d’emploi inoccupés inscrits depuis 1 jour au service régional de l’emploi. Un budget de 1 .000 milliers EUR supplémentaire en 2010 est prévu afin de permettre l’accompagnement par le Fonds de ces nouveaux publics.

Resultaat Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2009 geraamd op 39.243.968 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 39.092.952 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -151.017 duizend EUR in 2010.

Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 39.243.968 milliers EUR pour 2009. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 39.092.952 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -151.017 milliers EUR en 2010.

Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 420 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.

En outre, l’ONP a un solde positif de 420 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.

2011 2011 Ontvangsten Recettes De eigen lopende ontvangsten bedragen 63.693.691 duizend EUR, hetzij een verhoging van 5,08 % ten opzichte van 2010.

Le total des recettes courantes propres s’élève à 63.693.691 milliers EUR, soit une augmentation de 5,08 % par rapport à 2010.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

37

Page 46: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden ze beïnvloed door volgende beslissingen:

Outre l’évolution de la masse salariale, elles sont influencées par les décisions suivantes:

Een bijkomend bedrag van 70.150 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de kruising van de databanken SIGEDIS en RSZ, de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de elektronische registratie van de aanwezigheid op werven, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten en de verhoogde strijd tegen zwartwerk.

Un montant supplémentaire de 70.150 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: le croisement des banques de données SIGEDIS et ONSS, l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, une modification de l’article 22 quater de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, grâce à laquelle la police peut également constater le travail au noir, une modification légale dans le cadre de l’E-PV, un ancrage légal du document F33, l’enregistrement électronique de la présence sur les chantiers, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, la création d’une cellule mixte de soutien composée des forces de police et des services d’inspection sociale ainsi que l’intensification de la lutte contre le travail au noir.

Met ingang van 1 januari 2010 worden voor de nieuwe bruggepensioneerden en “pseudo-bruggepensioneerden“ de hoofdelijke werkgeversbijdragen geharmoniseerd en vervangen door een verhoogde procentuele werkgeversbijdrage. Deze maatregel brengt 12.000 duizend EUR op.

A compter du 1er janvier 2010, pour les nouveaux prépensionnés et les « pseudo-prépensionnés », les cotisations patronales capitatives seront harmonisées et remplacées par une cotisation patronale majorée exprimée en pourcentage. Cette mesure rapportera 12.000 milliers EUR.

Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, wordt een specifieke bijdrage van 0,02% ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage zal 15.000 duizend EUR opbrengen.

Pour couvrir les dépenses résultant du phénomène de sous-déclaration des accidents du travail qui occasionne un transfert de charges indu vers le secteur maladie-invalidité, donc à charge de la gestion globale, alors qu’il devrait être pris en charge par le secteur accidents du travail, une cotisation spécifique à charge des employeurs de 0,02% est crée. Cette cotisation rapportera 15.000 milliers EUR.

De regering heeft beslist het grensbedrag S1 van artikel 331 van de programmawet van 24/12/2002 vanaf 01/01/2011 jaarlijks te indexeren. Ze zal de Nationale Arbeidsraad daartoe vooraf raadplegen. De ontvangst van deze maatregel wordt geraamd op 3.000 duizend EUR in 2011.

Le gouvernement a décidé d’indexer annuellement la borne S1 de l’article 331 de la loi programme du 24/12/2002 à partir du 01/01/2011. Il consultera préalablement le Conseil national du travail à ce sujet. La recette estimée de cette mesure est de 3.000 milliers EUR en 2011.

Naast de hier voorafgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kennen deze ook een verlaging van 54.000 duizend EUR. Dit tengevolge van de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van een beslissing van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren

Les cotisations sociales connaissent, outre les augmentations visées ci-dessus, une baisse de 54.000 milliers EUR. Ceci est dû à la diminution des cotisations pour les travailleurs de moins de 19 ans, à la réduction structurelle plus élevée des cotisations sur les bas salaires au-dèla d’une décision des partenaires sociaux, à la diminution des cotisations pour les tuteurs dans les entreprises et à une réduction des cotisations

I. Algemene toelichting I. Exposé général

38

Page 47: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.

sociales dans le cadre des formations pour les travailleurs ou futurs travailleurs.

Een bijkomende staatstoelage van 2.493.396 duizend EUR wordt voorzien in 2011.

Une subvention supplémentaire de l’Etat de 2.493.396 milliers EUR est prévue en 2011.

De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers wordt ten gevolge de beslissingen (cf. punt 3) die genomen zijn in het kader van de dienstencheques en de PWA’s, verminderd met 55.700 duizend EUR.

Suite aux décisions (cf. point 3) qui ont été prises dans le cadre des titres-services et des ALE, le financement alternatif de la gestion globale des travailleurs salariés est réduit de 55.700 milliers EUR.

Van de reserves voor betaald educatief verlof in de RVA-begroting, wordt 30 miljoen EUR afgenomen in 2011 en dit door een vermindering van de alternatieve financiering betaald educatief verlof 2011 van 45.992 duizend EUR naar 15.992 duizend EUR.

Des réserves pour le congé-éducation payé prévues dans le budget de l’ONEm, 30 millions EUR seront prélevés en 2011, et ce grâce à une diminution du financement alternatif congé-éducation payé 2011 de 45.992 milliers EUR pour atteindre 15.992 milliers EUR.

Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981 3.196.221 duizend EUR.

En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’ONSS en vertu de l’article 24, § 1quater de la loi du 29 juin 1981 s’élève à 3.196.221 milliers EUR.

Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40 § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.

Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément aux dispositions contenues dans l’article 40 § 1 de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.

De reserves van de PWA, afdeling dienstencheques sui generis, worden verminderd met 55.200 duizend EUR in 2011 (one-shot operatie berekend op basis van hun balans op 31.12.2008) dit bedrag zou gedurende het eerste trimester van 2011 door de PWA gestort moeten worden aan de RSZ.

Les réserves des ALE, section sui generis titres-services, seront diminuées de 55.200 duizend EUR en 2011 (opération one-shot calculé sur base de leur bilan au 31.12.2008). Ce montant devra être versé par les ALE à la gestion globale de l’ONSS durant le premier trimestre 2011.

De reserves van de PWA, traditionele afdeling, worden in 2011 verminderd met 4.000 duizend EUR (one-shot operatie berekend op basis van hun balans op 31.12.2008). Dit bedrag zou gedurende het eerste trimester van 2011 door de PWA gestort moeten worden aan de RSZ.

Les réserves des ALE, section traditionnelle, seront diminuées de 4.000 milliers EUR en 2011 (opération one-shot calculé sur base de leur bilan au 31.12.2008). Ce montant devra être versé par les ALE à la gestion globale de l’ONSS durant le premier trimestre 2011.

Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2011 49.416 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 90 % toegewezen aan het globaal beheer voor werknemers. .

Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2011, 49.416 milliers EUR d’intérêts, dont 90 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs salariés.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

39

Page 48: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De federale Staat leent -zonder interest- in 2011 een bedrag van 1.066.100 duizend EUR aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.

L’Etat fédéral prête –sans intérêts- à la sécurité sociale des travailleurs salariés un montant de 1.066.100 milliers EUR en 2011. Le capital emprunté est remboursé par la sécurité sociale des travailleurs salariés sur 20 ans, en tranches annuelles égales, à partir de 2012

Uitgaven Dépenses Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 65.201.541 duizend EUR, of een stijging met 4,36 % ten opzichte van 2010.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 65.201.541 milliers EUR, soit une augmentation de 4,36 % par rapport à 2010.

De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 7.591 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 7.591 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

De individuele pensioenrekening van de werknemers werd aanvankelijk beheerd door de ASLK. Ingevolge de privatisering van deze instelling werd het bijhouden van deze rekening overdragen aan een publiek-private V.Z.W. CIMIRE waarin de bank Fortis een uitvoerende rol heeft tegen betaling waarvan de nadere regels zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Het einde van dit protocol levert vanaf 2010 een terugkerende besparing op van 5.000 duizend EUR voor de opdrachtenbegroting van de Rijksdienst voor pensioenen.

Le compte individuel de pension des travailleurs salariés était initialement géré par la CGER. Suite à la privatisation de celle-ci, la mission de tenue de ce compte a été transférée à une A.S.B.L. publique-privée CIMIRE au sein de laquelle la banque Fortis joue un rôle d’exécution moyennant un payement dont les modalités découlent d’un protocole de collaboration. La fin de ce protocole entraîne une économie récurrente à partir de 2010 de 5.000 milliers EUR sur le budget de mission de l’Office national des Pensions.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 2.604 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 2.604 milliers EUR sont provisoirement attribués à l’INAMI-Indemnités relevant de le gestion globale des travailleurs salariés.

De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel 365 EUR / trimester / werknemer zal vanaf 1 januari 2010 verhoogd worden tot 374 EUR / trimester / werknemer en tot 378 EUR/ trimester / jaar

La réduction des cotisations patronales “Maribel social”, qui est actuellement fixée à 365 EUR / trimestre / travailleur, sera majorée à partir du 1er janvier 2010 pour atteindre 374 EUR / trimestre / travailleur et à partir du 1er janvier

I. Algemene toelichting I. Exposé général

40

Page 49: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

vanaf 1 januari 2011. Deze maatregel zal 85.100 duizend EUR kosten in 2011. Hiervan wordt 46.600 duizend EUR toegewezen aan de RSZ. Het overige deel wordt toegewezen aan de RSZPPO.

2011 pour atteindre 378 EUR / trimestre / travailleur. Cette mesure coûtera 85.100 milliers EUR en 2011. De ce montant, 46.600 milliers EUR seront attribués à l’ONSS. La partie restante sera attribuée à l’ONSSAPL.

De bijdrage van de RSZ voor het opleidingsfonds dienstencheques zal in 2011 uitzonderlijk verminderd worden met 2.000 duizend EUR.

L’affectation de l’ONSS au fonds de formation titres-services sera exceptionnellement diminuée de 2.000 milliers EUR en 2011.

Het publiek dat een beroep kan doen op de starterslening van het Participatiefonds zal worden uitgebreid tot de personen ingeschreven in een tewerkstellingscel en tot de niet-tewerkgestelde werkzoekenden ingeschreven sedert 1 dag bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een bijkomend budget van 2.000 duizend EUR in 2011 is voorzien voor de begeleiding van deze nieuwe doelgroepen door het Fonds.

Le public pouvant recourir au prêt lancement du Fonds de Participation sera étendu aux personnes inscrites dans une cellule pour l’emploi et aux demandeurs d’emploi inoccupés inscrits depuis 1 jour au service régional de l’emploi. Un budget de 2.000 milliers EUR supplémentaire en 2011 est prévu afin de permettre l’accompagnement par le Fonds de ces nouveaux publics.

Resultaat Résultat De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 40.745.401 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 40.311.183 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -443.219 duizend EUR in 2009.

Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 40.745.401 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 40.311.183 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -443.219 milliers EUR en 2011.

Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 708 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.

En outre, l’ONP a un solde positif de 708 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

41

Page 50: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2010 2011

Begrotings-controle /Contrôle

budgétaire

Aanpasing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)

Initieel /Initial

Initieel /Initial

Bijzondere toewijzingen 536.506 537.055 547.581 558.294 Affectations spéciales

Sociale Maribel 457.951 458.500 468.400 477.800 Maribel social

Wetenschappelijke Maribel 33.555 33.555 33.555 34.170 Maribel scientifique

Jongerenbonus (non profit) 45.000 45.000 45.626 46.324 Bonus jeunes (non-marchand)

Vermindering patronale bijdragen 5.334.613 5.091.077 4.999.908 5.003.683 Réductions cotisations patronales

In uitdoving (1) 0 581 En voie d'extinction (1)

Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren 1.710 1.655 1.686 1.691 Jeunes en difficulté de réinsertion

Wetenschappelijk onderzoek 9.510 14.367 13.550 14.000 Recherche scientifique

Gesubsidieerde contractuelen 240.300 240.300 239.800 234.500 Contractuels subventionnés

Baggeraars, sleepvaart 2.580 2.721 2.790 2.820 Dragueurs, remorquage

Loonmatiging universiteiten 64.582 70.859 72.985 73.520 Modération salariale universités

Statuut kunstenaars 13.200 13.345 13.350 13.360 Statut artistes

Onthaalmoeders 14.780 14.489 14.500 14.250 Gardiennes d'enfants

Doelgroepen 129.888 707.801 661.984 656.615 Groupes-cibles

Herstructurering 6.502 9.056 9.744 5.385 Restructuration

Arbeidsduurvermindering 9.467 20.360 6.982 7.015 Réduction du temps de travail

Eerste aanwervingen 113.919 108.884 105.578 107.483 Premiers engagements

Risicogroepen 32.460 40.328 37.024 35.807 Groupes risque

Activering 204 199 190 189 Activation

WEP/DSP 10.299 10.687 11.204 11.480 WEP/DSP

SINE 18.581 21.427 20.182 20.915 SINE

Doelgroepen "overgangsperiode" 620.181 Groupes-cibles "période de transition"

Jonge werknemers 111.168 95.719 89.716 Jeunes travailleurs

Langdurig werkzoekenden 152.552 146.783 151.757 Chômeurs de longue durée

Ouderenbonus 134.338 136.738 136.888 Bonus travailleurs âgés

Oudere werknemers 171.443 160.440 158.371 Travailleurs âgés

Structurele bijdragenverminderingen 4.176.133 3.952.102 3.910.458 3.924.330 Réductions structurelles cotisations

Hoge lonen 457.771 450.469 475.278 Hauts salaires

Lage lonen 269.289 245.888 211.779 Bas salaires

Forfait 3.449.073 3.952.102 3.214.101 3.237.273 Forfait

Diversen 205 216 205 206 Divers

Vermindering persoonlijke bijdragen 704.746 715.129 654.447 669.220 Réductions cotisations personnelles

Algemeen (werkbonus inbegrepen) 702.993 713.949 653.444 668.267 Ordinaire (y compris bonus-emploi)

Baggeraars, sleepvaart 153 149 153 153 Dragueurs, remorquage

Herstructurering 1.600 1.031 850 800 Restructuration

TOTAAL 6.575.865 6.343.261 6.201.935 6.231.197 TOTAL

(1) Remplacé par groupe-cibles à partir du 1er janvier 2004.

2009

TABLEAU II.4

Réductions de cotisations sociales - ONSS2009-2011

(En milliers d'euros)

(1) Is vanaf 1 januari 2004 vervangen door doelgroepen.

TABEL II.4

Sociale bijdragenverminderingen - RSZ 2009-2011

(In duizend euro)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

42

Page 51: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 3 Évolution des prestations 2009-2011

Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen II.5 en II.6. De evolutie van de indexering van de prestaties wordt in tabel II.7 voorgesteld. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel II.8.

Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux II.5 et II.6. L’évolution de l’indexation des prestations apparaît au tableau II.7. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau II.8.

2010 2010

In 2010 zal het totaal van de sociale prestaties 37.762.911 duizend EUR bedragen, hetzij 3,06 % meer dan in 2009.

En 2010, le total des prestations sociales atteindra 37.762.911milliers EUR, soit 3,06 % de plus qu’en 2009.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 9.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 9.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 9.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 9.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

Pensioenen Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2010 een mindere uitgave van 22.486 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2010 à une moindre dépense de 22.486 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

43

Page 52: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Beroepsziekten Maladies professionnelles

Vanaf 1 januari 2010 wordt de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau, ...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel vanaf 2010: 13.000 duizend EUR.

Dès le 1er janvier 2010, la rente des personnes atteintes d'une maladie professionnelle sera à nouveau majorée du pourcentage qui correspond à leurs facteurs socioéconomiques (leur capacité économique, âge, scolarité, ...) qu'ils perdent actuellement à l'âge de 65 ans. Coût de la mesure à partir de 2010: 13.000 milliers EUR.

Werkloosheid Chômage

De mogelijke verlenging van de anti-crisismaatregelen brengt binnen het kader van de tijdelijke werkloosheid een extra uitgave van 75.025 duizend EUR met zich mee in 2010

Dans le cadre du chômage temporaire, la prolongation possible des mesures anticrise entraîne une dépense supplémentaire de 75.025 milliers EUR en 2010.

Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere en werklozen ouder dan 45 jaar stijgen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 24.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre de l’activation des jeunes chômeurs et des chômeurs âgés de plus de 45 ans, les dépenses relatives au chômage augmentent de 24.000 milliers EUR.

Tengevolge de maatregelen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers stijgen de prestaties met 8.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre des formations pour les travailleurs ou les futurs travailleurs, les prestations augmentent de 8.000 milliers EUR.

De strijd tegen de fraude in de sector van de dienstencheques wordt opgevoerd. Dit o.a. aan de hand van twee specifieke maatregelen: de elektronische kruising van gegevens van de dienstenchequebedrijven met gegevens van de fiscus en de aanpak van misbruik voor dienstencheques ter vervanging van bestaande jobs. Dit zorgt voor een minderuitgave van 5.000 duizend EUR.

La lutte contre la fraude dans le secteur des titres-services est intensifiée, et ce au moyen de deux mesures spécifiques: le croisement électronique des données des entreprises titres-services avec les données fiscales et la lutte contre les abus en matière de titres-services au détriment de la création d’emplois. Ceci entraîne une dépense moindre de 5.000 milliers EUR.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betreft niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel levert een besparing op van 33.000 duizend EUR in 2010

A compter du 1er janvier 2010, le nombre maximal de titres-services par utilisateur et par année est fixé à 500 titres. Cette mesure ne concerne pas les exceptions actuelles prévues dans l’AR, pour lesquelles le plafond de titres par utilisateur et par année reste fixé à 2.000 titres. Cette mesure permet de réaliser une économie de 33.000 milliers EUR en 2010

Het budget voorzien voor het invoeren van een sociale dienstencheque wordt met 700 duizend EUR verminderd in 2010.

Le budget prévu pour la création d’un titre-service social est diminué de 700 milliers EUR en 2010.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

44

Page 53: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Het voorziene project tot instelling van een mobiliteitspremie of een taalopleidingspremie wordt niet uitgevoerd. Deze maatregel brengt een besparing van 10.000 duizend EUR met zich mee in 2010.

Le projet prévu visant à instaurer une prime de mobilité ou une prime de formation linguistique ne sera pas exécuté. Cette mesure entraîne une économie de 10.000 milliers EUR en 2010.

Tijdskrediet en loopbaanonderbreking Crédit-temps et interruption de carrière

De kruising van de Dimona databank met de databank tijdskrediet zal 10.000 duizend EUR aan minder prestaties opleveren in 2010.

Le croisement de la banque de données Dimona avec la banque de données crédit-temps permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar. Opbrengst: 14.520 duizend EUR in 2010.

A compter du 1er janvier 2010, dans le cadre du crédit-temps partiel (1/5 ou 1/2), l’âge auquel on a droit à des allocations majorées passe de 50 ans à 51 ans. Recettes: 14.520 milliers EUR en 2010.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer. Opbrengst 14.740 duizend EUR in 2010.

A compter du 1er janvier 2010, la condition d’ancienneté pour avoir accès au crédit-temps (secteur privé), à l’exception des congés thématiques, passe de 1 an à 2 ans d’ancienneté chez l’employeur du travailleur concerné. Recettes : 14.740 milliers EUR en 2010.

De mogelijke verlenging van de anti-crisismaatregelen brengt binnen het kader van het tijdskrediet een extra uitgave van 18.250 duizend EUR met zich mee in 2010.

Dans le cadre du crédit-temps, la prolongation possible des mesures anticrise entraîne une dépense supplémentaire de 18.250 milliers EUR en 2010.

2011 2011

In 2011 zal het totaal van de sociale prestaties 39.177.508 duizend EUR bedragen, hetzij 3,75% meer dan in 2010.

En 2011, le total des prestations sociales atteindra 39.177.508 milliers EUR, soit 3,75% de plus qu’en 2010.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 20.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 18.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 20.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 18.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

45

Page 54: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 15.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 13.500 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 15.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 13.500 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

Pensioenen Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2011 een mindere uitgave van 22.936 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2011 à une moindre dépense de 22.936 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

Beroepsziekten Maladies professionnelles

Vanaf 1 januari 2010 wordt de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau,...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel in 2011: 13.000 duizend EUR.

Dès le 1er janvier 2010, la rente des personnes atteintes d'une maladie professionnelle sera à nouveau majorée du pourcentage qui correspond à leurs facteurs socioéconomiques (leur capacité économique, âge, scolarité,...) qu'ils perdent actuellement à l'âge de 65 ans. Coût de la mesure en 2011: 13.000 milliers EUR.

Werkloosheid Chômage

Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere werklozen en oudere dan 45 jaar stijgen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 48.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre de l’activation des jeunes chômeurs et des chômeurs âgés de plus de 45 ans, les dépenses relatives au chômage augmentent de 48.000 milliers EUR.

Tengevolge de maatregelen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers stijgen de prestaties met 15.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre des formations pour les travailleurs ou les futurs travailleurs, les prestations augmentent de 15.000 milliers EUR.

De strijd tegen de fraude in de sector van de dienstencheques wordt opgevoerd. Dit o.a. aan de hand van twee specifieke maatregelen: de elektronische kruising van gegevens van de dienstenchequebedrijven met gegevens van de fiscus en de aanpak van misbruik voor dienstencheques ter vervanging van bestaande

La lutte contre la fraude dans le secteur des titres-services est intensifiée, et ce au moyen de deux mesures spécifiques: le croisement électronique des données des entreprises titres-services avec les données fiscales et la lutte contre les abus en matière de titres-services au détriment de la création d’emplois. Ceci

I. Algemene toelichting I. Exposé général

46

Page 55: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

jobs. Dit zorgt voor een minderuitgave van 15.000 duizend EUR.

entraîne une dépense moindre de 15.000 milliers EUR.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betreft niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel levert een besparing op van 34.000 duizend EUR in 2011.

A compter du 1er janvier 2010, le nombre maximal de titres-services par utilisateur et par année est fixé à 500 titres. Cette mesure ne concerne pas les exceptions actuelles prévues dans l’AR, pour lesquelles le plafond de titres par utilisateur et par année reste fixé à 2.000 titres. Cette mesure permet de réaliser une économie de 34.000 milliers EUR en 2011.

Het budget voorzien voor het invoeren van een sociale dienstencheque wordt met 700 duizend EUR verminderd in 2011.

Le budget prévu pour la création d’un titre-service social est diminué de 700 milliers EUR en 2011.

Het voorziene project tot instelling van een mobiliteitspremie of een taalopleidingspremie wordt niet uitgevoerd. Deze maatregel brengt een besparing van 10.000 duizend EUR met zich mee in 2011.

Le projet prévu visant à instaurer une prime de mobilité ou une prime de formation linguistique ne sera pas exécuté. Cette mesure entraîne une économie de 10.000 milliers EUR en 2011.

Tijdskrediet en loopbaanonderbreking Crédit-temps et interruption de carrière

De kruising van de dimona databank met de databank tijdskrediet zal 10.000 duizend EUR aan minder prestaties opleveren in 2011.

Le croisement de la banque de données Dimona avec la banque de données crédit-temps permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2011.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar. Opbrengst: 14.520 duizend EUR in 2011.

A compter du 1er janvier 2010, dans le cadre du crédit-temps partiel (1/5 ou 1/2), l’âge auquel on a droit à des allocations majorées passe de 50 ans à 51 ans. Recettes: 14.520 milliers EUR en 2011.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer. Opbrengst 14.740 duizend EUR in 2011.

A compter du 1er janvier 2010, la condition d’ancienneté pour avoir accès au crédit-temps (secteur privé), à l’exception des congés thématiques, passe de 1 an à 2 ans d’ancienneté chez l’employeur du travailleur concerné. Recettes : 14.740 milliers EUR en 2011.

Inzake loopbaanonderbreking (alle openbare overheden) zullen stappen gezet worden in de richting van een harmonisatie van dit regime met dat van het tijdskrediet (private sector). Daartoe zal overlegd worden met de betrokken sociale partners en overheden. Per saldo zal deze harmonisatie-operatie een besparing opleveren van 10.000 duizend EUR vanaf 2011.

En matière d’interruption de carrière (tous les niveaux de pouvoir), on progressera sur la voie d’une harmonisation de ce régime avec celui du crédit-temps (secteur privé). A cette fin, des concertations seront organisées avec les partenaires sociaux concernés et les autorités. Cette opération d’harmonisation engendrera, en fin de compte, une économie de 10.000 milliers EUR à compter de 2011.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

47

Page 56: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

201

0 2

011

Beg

roti

ng

s-co

ntr

ole

/C

on

trô

leb

ud

gét

aire

(I)

Aan

pas

sin

g(s

ept.

200

9) /

Ad

apta

tio

n(s

ept.

200

9)

(II)

Init

ieel

/In

itia

lIn

itie

el /

Init

ial

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

E

n %

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

E

n %

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

E

n %

RIZ

IV-U

itker

inge

n 4.

540.

955

4.63

8.10

34.

983.

210

5.23

8.34

697

.148

2,14

%34

5.10

77,

44 %

255.

136

5,12

%IN

AM

I-In

dem

nité

s R

VP

(1)

17.7

94.2

9817

.794

.298

18.1

55.7

3118

.885

.155

00,

00 %

361.

433

2,03

%72

9.42

44,

02 %

ON

P (1

)

RK

W

4.08

1.42

14.

107.

590

4.14

3.29

84.

247.

928

26.1

690,

64 %

35.7

080,

87 %

104.

630

2,53

%O

NA

FT

S

FA

O

179.

076

179.

076

188.

905

194.

428

00,

00 %

9.82

95,

49 %

5.52

32,

92 %

FA

T

FB

Z

309.

481

309.

481

282.

369

255.

165

00,

00 %

-27.

112

-8,7

6 %

-27.

204

-9,6

3 %

FM

P

RV

A-W

erkl

oosh

eid

7.13

1.65

57.

335.

509

7.72

7.27

87.

760.

979

203.

854

2,86

%39

1.76

95,

34 %

33.7

010,

44 %

ON

Em

-Chô

mag

e

RV

A-B

rugp

ensi

oene

n 1.

543.

237

1.50

7.92

81.

542.

453

1.58

8.91

6-3

5.30

9-2

,29

%34

.525

2,29

%46

.463

3,01

%O

NE

m-P

répe

nsio

ns

RV

A-L

oopb

aano

nder

brek

ing

724.

648

754.

550

742.

168

748.

917

29.9

024,

13 %

-12.

382

-1,6

4 %

6.74

90,

91 %

ON

Em

-Int

erru

ptio

n de

car

rière

Su

bto

taal

36

.304

.771

36.6

26.5

3537

.765

.412

38.9

19.8

3432

1.76

40,

89 %

1.13

8.87

73,

11 %

1.15

4.42

23,

06 %

So

us-

tota

l

Mijn

wer

kers

-Inv

alid

iteit

2.91

62.

916

2.83

52.

595

00,

00 %

-81

-2,7

8 %

-240

-8,4

7 %

Min

eurs

-Inv

alid

ité

HV

KZ

-ZIV

10

.255

10.1

3410

.223

10.3

86-1

21-1

,18

%89

0,88

%16

31,

60 %

CS

PM

-AM

I

Poo

l der

Zee

liede

n-W

erkl

oosh

eid

2.60

02.

600

2.44

12.

593

00,

00 %

-159

-6,1

1 %

152

6,23

%P

ool d

es M

arin

s-C

hôm

age

TO

TA

AL

36

.320

.542

36.6

42.1

8437

.780

.911

38.9

35.4

0832

1.64

30,

89 %

1.13

8.72

73,

11 %

1.15

4.49

73,

06 %

TO

TA

L

Onv

erde

elde

pre

stat

ies

-18.

000

-31.

500

-18.

000

-1

3.50

075

,00

%P

rest

atio

ns n

on-r

épar

ti

Wel

vaar

tsaa

npas

sing

(2)

27

3.60

0

27

3.60

0

Ada

ptat

ion

au b

ien-

être

(2)

AA

NG

EP

AS

T T

OT

AA

L

36.3

20.5

4236

.642

.184

37.7

62.9

1139

.177

.508

321.

643

0,89

%1.

120.

727

3,06

%1.

414.

597

3,75

%T

OT

AL

AJU

ST

E

(1)

Van

af 2

008:

RV

P-K

apita

lisat

ie in

begr

epen

.(1

) A

par

tir d

e 20

08: y

com

pris

, ON

P-C

apita

lisat

ion.

200

9 2

011

/ 201

0

(2)

De

wel

vaar

tsen

velo

ppe

gera

amd

door

het

Pla

nbur

eau

op b

asis

van

de

wet

telij

ke p

aram

eter

s zi

jn h

ier

beho

uden

. Er

is

geen

rek

enin

g ge

houd

en (

geen

cijf

ers

besc

hikb

aar

mom

ente

el)

met

een

eve

ntue

el o

verlo

opef

fect

van

de

wel

vaar

tsen

velo

ppe

2009

-201

0.

(2)

L’en

velo

ppe

pour

le b

ien-

être

est

imée

par

le B

urea

u du

Pla

n su

r la

bas

e de

s pa

ram

ètre

s lé

gale

s es

t con

serv

ée. I

l n’

est p

as te

nu c

ompt

e (a

ctue

llem

ent p

as d

e ch

iffre

s di

spon

ible

s) d

’un

éven

tuel

dép

asse

men

t de

l’env

elop

pe 2

009-

2010

pr

évue

pou

r le

bie

n-êt

re.

TA

BE

L II.

5

Pre

stat

ies

van

het

ste

lsel

glo

baa

l beh

eer

voo

r w

erkn

emer

s 20

09-2

011

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

)

(In

dui

zend

EU

R)

201

0 / 2

009

2009

(II)

/ (I

)

TA

BLE

AU

II.5

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Pre

stat

ion

s d

u r

égim

e d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

sal

arié

s 20

09-2

011

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

48

Page 57: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2010 2011

Begrotings-controle /Contrôle

budgétaire(I)

Aanpassing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)

(II)

Initieel / Initial

Initieel / Initial

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In % / En %

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In % / En %

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In % / En %

RIZIV-Uitkeringen (vergoede dagen) 113.122.359 115.307.225 121.176.770 125.054.718 2.184.866 1,93 % 5.869.545 5,09 % 3.877.948 3,20 % INAMI-Indemnités (jours indemnisés)

Primaire arbeidsongeschiktheid 29.533.898 29.863.895 31.231.985 31.775.112 329.997 1,12 % 1.368.090 4,58 % 543.127 1,74 % Incapacité primaire

Invaliditeit 74.527.528 76.036.200 79.095.264 82.018.656 1.508.672 2,02 % 3.059.064 4,02 % 2.923.392 3,70 % Invalidité

Moederschap 8.644.508 8.959.515 10.369.695 10.750.920 315.007 3,64 % 1.410.180 15,74 % 381.225 3,68 % Maternité

Vaderschap 416.425 447.615 479.826 510.030 31.190 7,49 % 32.211 7,20 % 30.204 6,29 % Paternité

RVP-Repartitie (jaargemiddelde) 3.612.380 3.612.380 3.631.620 3.673.845 0 0,00 % 19.240 0,53 % 42.225 1,16 % ONP-Répartition (moyenne annuelle)

Rustpensioenen 1.423.300 1.423.300 1.435.620 1.462.045 0 0,00 % 12.320 0,87 % 26.425 1,84 % Pensions de retraite

Overlevingspensioenen 486.295 486.295 482.710 479.410 0 0,00 % -3.585 -0,74 % -3.300 -0,68 % Pensions de survie

Vakantiegeld 1.641.795 1.641.795 1.655.240 1.677.050 0 0,00 % 13.445 0,82 % 21.810 1,32 % Pécule de vacances

Verwarmingstoelage 60.990 60.990 58.050 55.340 0 0,00 % -2.940 -4,82 % -2.710 -4,67 % Allocation de chauffage

RVP-Kapitalisatie (jaargemiddelde) 668.300 668.300 617.805 571.970 0 0,00 % -50.495 -7,56 % -45.835 -7,42 % ONP-Capitalisation (moyenne annuelle)

RKW (rechtgevende kinderen) 2.065.265 2.078.708 2.112.732 2.110.498 13.443 0,65 % 34.024 1,64 % -2.234 -0,11 % ONAFTS (enfants bénéficiaires)

Nationale verdeling 1.932.086 1.944.827 1.965.198 1.973.390 12.741 0,66 % 20.371 1,05 % 8.192 0,42 % Répartition nationale

Gewaarborgde gezinsbijslag 14.549 15.251 15.351 15.492 702 4,83 % 100 0,66 % 141 0,92 % Prestations familiales garanties

Tijdelijke leerkrachten 15.598 15.598 15.105 15.105 0 0,00 % -493 -3,16 % 0 0,00 % Enseignants temporaires

Kraamgeld 102.704 102.704 116.854 106.287 0 0,00 % 14.150 13,78 % -10.567 -9,04 % Allocations de naissance

Adoptiepremie 328 328 224 224 0 0,00 % -104 -31,71 % 0 0,00 % Primes d'adoption

Jaarlijkse toeslag 0-5j 556.803 554.771 566.000 568.784 -2.032 -0,36 % 11.229 2,02 % 2.784 0,49 % Supplément annuel 0-5a

Jaarlijkse toeslag 6-11j 535.996 535.252 534.868 536.495 -744 -0,14 % -384 -0,07 % 1.627 0,30 % Supplément annuel 6-11a

Jaarlijkse toeslag 12-17j 545.930 545.757 540.311 541.543 -173 -0,03 % -5.446 -1,00 % 1.232 0,23 % Supplément annuel 12-17a

Jaarlijkse toeslag 18-24j 291.493 292.004 307.862 310.927 511 0,18 % 15.858 5,43 % 3.065 1,00 % Supplément annuel 18-24a

+ 25 jarigen 16.399 15.546 15.546 16.399 -853 -5,20 % 0 0,00 % + 25 ans

FAO (gerechtigden) 138.565 139.110 140.836 143.668 545 0,39 % 1.726 1,24 % 2.832 2,01 % FAT (bénéficiaires)

FBZ (aantal uitkeringen) 77.950 77.950 73.125 70.100 0 0,00 % -4.825 -6,19 % -3.025 -4,14 % FMP (nombre d'indemnités)

RVA (jaargemiddelde fysieke eenheden) 1.320.860 1.329.723 1.352.217 1.328.962 11.113 0,84 % 20.244 1,52 % -23.255 -1,72 %

ONEm (moyenne annuelle des unités physiques)

Werkloosheid 956.360 957.905 967.582 941.327 3.795 0,40 % 7.427 0,78 % -26.255 -2,71 % Chômage

Volledige werkloosheid 675.316 662.900 737.300 753.600 -12.416 -1,84 % 74.400 11,22 % 16.300 2,21 % Chômage complet

Tijdelijke werkloosheid 198.894 222.357 158.984 118.321 23.463 11,80 % -63.373 -28,50 % -40.663 -25,58 % Chômage temporaire

Activeringsprogramma's 72.500 65.090 61.490 59.598 -7.410 -10,22 % -3.600 -5,53 % -1.892 -3,08 % Programmes d'activation

Jeugdvakantie 3.340 3.500 3.500 3.500 160 4,79 % 0 0,00 % 0 0,00 % Vacances des jeunes

Seniorvakantie 160 160 160 160 0 0,00 % 0 0,00 % 0 0,00 % Vacances des séniors

Onthaalouders 3.900 3.898 3.898 3.898 -2 -0,05 % 0 0,00 % 0 0,00 % Gardiennes d'enfants

Overgang zwaar naar licht werk 2.250 2.250 2.250 2.250 0 0,00 % 0 0,00 % 0 0,00 % Conversion de travail lourd à léger

Brugpensioenen 121.700 118.618 121.335 122.535 -3.082 -2,53 % 2.717 2,29 % 1.200 0,99 % Prépensions

Loopbaanonderbreking 120.200 122.300 123.400 126.100 2.100 1,75 % 1.100 0,90 % 2.700 2,19 % Interruption de carrière

Tijdskredieten 122.600 130.900 139.900 139.000 8.300 6,77 % 9.000 6,88 % -900 -0,64 % Crédit-temps

Mijnwerkers-Invaliditeit (gevallen) Mineurs-Invalidité (cas)

Invaliditeitspensioen 207 207 189 170 0 0,00 % -18 -8,70 % -19 -10,05 % Pension d'invalidité

Pensioencomplement 207 207 189 170 0 0,00 % -18 -8,70 % -19 -10,05 % Complément de pension

Verwarmingstoelage 207 207 189 170 0 0,00 % -18 -8,70 % -19 -10,05 % Allocation de chauffage

HVKZ-ZIV (vergoede dagen in primaire ongeschiktheid en invaliditeit) 47.120 47.120 47.120 47.120 0 0,00 % 0 0,00 % 0 0,00 %

CSPM-AMI (jours indemnisés en incapacité primaire et invalidité)

Pool der Zeelieden-Werkloosheid (1)

(vergoede dagen voor werkloosheid, brugpensioenen, begeleidingsplan en beroepsopleiding)

54.804 54.804 49.546 50.585 0 0,00 % -5.258 -9,59 % 1.039 2,10 %

Pool des Marins-Chômage (2)

(jours indemnisés en chômage, prépensions, plan d'accompagnement et formation professionnelle)

(1) Tijdelijke werkloosheid niet inbegrepen. (1) Non compris, le chômage temporaire.

2010 / 20092009 (II) / (I) 2009 2011 / 2010

TABLEAU II.6

Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés 2009-2011

(hormis soins de santé)

TABEL II.6

Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers 2009-2011

(geneeskundige verzorging uitgezonderd)

Spilindex / Indice pivot (1996 = 100)

Spilindex / Indice pivot (2004 = 100)

Gemiddelde spilindex /

Indice pivot moyen

(1996 = 100)

Gemiddelde spilindex /

Indice pivot moyen

(2004 = 100)

Jaarlijkse toename /

Accroissement annuel

(*)

2009: - 125,73 110,51 125,73 110,51 2,15 % 2009: -

2010: - 125,73 110,51 125,73 110,51 0,00 % 2010: -

2011: januari 128,24 112,72 128,24 112,72 2,00 % 2011: janvier

(*) Van de gemiddelde spilindex. | (*) De l'indice pivot moyen.

TABEL II.7 TABLEAU II.7

Indexering van de prestaties 2009-2011 Indexation des prestations 2009-2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

49

Page 58: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

1. Uitkeringen 1. Indemnités

1.6.2009 1,14

- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden voor primaire ongeschiktheid (van 55 % naar 60 %)

1.1.2009 43,06 - augmentation du taux d'indemnisation des cohabitants pour l'incapacité primaire (de 55 % à 60 %)

- verhoging van het ZIV plafond met 0,8 % waarmee rekening moet gehouden worden voor primaire ongeschiktheid, voor moederschap en voor invaliditeit die ten vroegste ingegaan zijn op 1 januari 2009

1.1.2009 1,03 - augmentation de 0,8 % du plafond AMI à prendre en considération pour les cas d'incapacité primaire, de maternité et d'invalidité prenant cours au plus tôt au 1er janvier 2009

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstanden voor invaliditeit (van 53 % naar 55 %)

1.5.2009 5,35 - augmentation du taux d'indemnisation des invalides isolés (de 53% à 55%)

- verhoging van de uitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

1.6.2009 12,57 - augmentation des indemnités liées à la pension minimum

- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers

1.6.2009 3,51 - liaison automatique au revenu d'intégration du montant journalier des indemnités d'invalidité des travailleurs non-réguliers

- verhoging van de minima voor regelmatige werknemers met 2 % (samenwonend)

1.9.2009 3,30 - augmentation de 2 % pour les minimas travailleurs réguliers (cohabitants)

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vóór 2008 met 0,8 % (met uitzondering van de minima)

1.9.2009 3,08 - augmentation de 0,8 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours avant 2008 ( à l'exclusion des minimas)

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vanaf 1994 en tot en met 2002 met 2 % (met uitzondering van de minima)

1.9.2009 3,20 - augmentation de 2 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002 ( à l'exclusion des minimas)

- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2009 0,06 - augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans

- gelijktrekken ingangsdata van de cohorten voor partners met vervangingsinkomen

1.9.2009 0,27 - mise en concordance des cohortes de l'Inami avec celles de l'ONP en ce qui concerne la date d'entrée

- verhoging van de minimumuitkering voor primaire ongeschiktheid voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %

1.1.2010 0,20 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'incapacité primaire minima travailleur régulier cohabitant

- verhoging van maxima van de voor-malige invaliden van vóór april 2004

1.1.2010 13,91 - augmentation des maxima des anciens invalides avant avril 2004

- verhoging van de minimum-invaliditeitsuitkering voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %

1.1.2010 10,11 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'invalidité minima travailleur régulier cohabitant

- bij invaliditeit, aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen

1.1.2010 9,18 - en invalidité, adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement

- inhaaloperatie voor de langdurig invaliden

1.1.2010 13,26 - opération de rattrapage pour les invalides de longue durée

- werkverwijdering van de zwangere vrouwen - harmonisering

1.1.2010 9,41 - écartement du travail des femmes enceintes - harmonisation

TABEL II.8

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)

(In miljoen EUR)

Van kracht / Prise de

cours

(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

TABLEAU II.8

Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

(En millions EUR)

- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Raming van de uitgaven / Estimation des dépensesSociale correcties -

Stelsel van de werknemers

- augmentation des indemnités d'invalidité liées à la pension minimum

I. Algemene toelichting I. Exposé général

50

Page 59: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

2. Werkloosheid 2. Chômage

- verhoging van de uitkeringsgraden voor de tijdelijke werklozen

1.1.2009 151,27 - augmentation des taux d'indemnisation pour les chômeurs temporaires

- de werkhervattingstoeslag voor oudere werknemers wordt uitgebreid naar werknemers van 50 jaar en ouder die geen 20 jaar anciënniteit hebben voor een periode die beperkt is tot 36 maanden en met een degressieve uitkering

1.5.2009 3,00 - l'allocation de reprise du travail pour les travailleurs âgés est étendue aux travailleurs de 50 ans et plus qui n'ont pas 20 ans d'ancienneté pour une période limitée à 36 mois et avec une allocation dégressive

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53 % naar 55 % voor de tweede periode

1.5.2009 5,63 - augmentation du taux des isolés de 53 % à 55 % pour la deuxième période

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de volledig werklozen

1.9.2009 16,30 - augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs complets

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de tijdelijke werklozen

1.9.2009 0,02 - augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs temporaires

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de bruggepensionneerden

1.9.2009 0,03 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des prépensionnés

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de jeugdvakantie en de seniorvakantie

1.9.2009 0,00 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) vacances jeunes et vacances seniors

- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de onthaalouders

1.9.2009 0,03 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des parents d'accueil

- ancienniteitstoeslag voor de op 56 of 57 jaar ontslagen personen

1.9.2009 0,06 - complémént d'ancienneté pour les personnes licenciées à 56 ou 57 ans

- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden van 58 % naar 60 % voor het eerste jaar

1.9.2009 15,81 - augmentation du taux des cohabitants de 58 % à 60 % pour la première année

- verhoging van het loonplafond met 300 EUR gedurende de eerste 6 maanden werkloosheid voor de nieuwkomers

1.9.2009 26,32 - augmentation de 300 EUR du plafond salarial pendant les 6 premiers mois de chômage pour les nouveaux entrants

- verhoging van het loonplafond voor diegenen die werkloos geworden zijn vanaf 1.10.2009

1.9.2009 6,10 - augmentation du plafond salarial pour ceux qui sont devenus chômeurs à partir du 1.10.2009

- verhoging met 0,8 % voor de anderen die niet genieten van de verhoging van het plafond hierboven genoemd

1.9.2009 0,47 - augmentation de 0,8 % pour les autres qui ne bénéficient pas des augmentations de plafond visées ci-dessus

- aanpassing van het statuut "gezinshoofd"

1.1.2010 4,00 - adaptation du statut "chef de ménage"

- verlenging tot 30 juni 2010 van de 3 crisismaatregelen

1.1.2010 85,00 - prolongation des 3 mesures de crise jusqu'au 30 juin 2010

- activering van de jongeren van minder dan 26 jaar met ten hoogste een diploma van het secundair onderwijs en van de werknemers ouder dan 45 jaar (voor de aanwervingen tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011)

1.1.2010 24,00 48,00 - activation des jeunes de moins de 26 ans disposant au maximum d'un diplôme d'enseignement secondaire et des travailleurs âgés de plus de 45 ans (pour les engagements réalisés entre le 1 janvier 2010 et le 31 décembre 2011)

-uitbreiding van de stagebonus na de schooplichtige leeftijd en verhoging van het bedrag

1.1.2010 10,00 10,00 - extension du bonus de stage au-delà de l'âge d'obligation scolaire et augmentation du montant

- vermindering van de werkgeversbijdragen voor de mentoren in ondernemingen

1.1.2010 4,80 4,80 - réduction de cotisations patronales pour les tuteurs en entreprise

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Sociale correcties - Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de

cours

I. Algemene toelichting I. Exposé général

51

Page 60: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

2. Werkloosheid (vervolg) 2. Chômage (suite)

-bijdragevermindering en activeringsmaatregel voor werknemers aangeworven door een opleidings- of onderwijsoperator

1.1.2010 1,50 3,00 -réduction de cotisation et mesure d'activation pour les travailleurs recrutés par un opérateur de formation ou d'enseignement

- versoepeling van de reglementering voor de invoegstages

1.1.2010 0,50 0,50 - assouplissement de la réglementation sur les stages d'insertion

- premie voor opleiding die leidt tot functies waaraan er nood is

1.1.2010 1,00 1,00 - prime de formation menant à des fonctions en pénurie

- uitbreiding van de terugbetaling van medische onderzoeken

1.1.2010 2,00 2,00 - élargissement du remboursement des examens médicaux

- definitie van risicogroepen en oprichting van een tewerkstellings-fonds voor de opleidingen voor risicogroepen

1.1.2010 5,00 5,00 - définition des groupes à risque et création d'un fonds pour l'emploi pour les formations envers les groupes à risque

3. Pensioenen 3. Pensions

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008 10,92 - augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2003

- verhoging van het minimumpensioen met 3 %

1.6.2009 41,10 - augmentation de 3 % de la pension minimum

- verhoging van de pensioenen die ten laatste 15 jaar geleden ingegaan zijn met 2 %

1.6.2009 55,42 - augmentation de 2 % des pensions qui ont pris cours il y a plus de 15 ans

- verhoging van de andere pensioenen met 1,5 % (waarop de maatregelen hierboven niet van toepassing zijn)

1.6.2009 77,10 - augmentation de 1,5 % des autres pensions (non concernées par les mesures ci-dessus)

- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 5,05 % voor de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 september 2009

1.6.2009 0,92 - augmentation de 5,05 % du droit minimum par année de carrière pour les pensions prenant cours au plus tôt

le 1er septembre 2009

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2004 met 2 %

1.9.2009 4,80 - augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2004

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010 4,82 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1995

1.9.2010 2,92 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1995

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006

1.9.2011 3,91 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1996

1.9.2011 3,05 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1996

(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)

Sociale correcties - Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

I. Algemene toelichting I. Exposé général

52

Page 61: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

4. Gezinsbijslag 4. Prestations familiales- jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag

1.8.2008 - supplément d'âge annuel en allocations familiales

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008 20,90 - augmentation du supplement social famille monoparentale

- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en verhoging van 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen

1.1.2009 25,44 - supplément d'âge de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans

- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993

1.5.2009 0,54 - extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993

- jaarlijks leeftijdssupplement:verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen

1.1.2011 24,37 - supplément d'âge annuel: augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans

5. Arbeidsongevallen 5. Accidents du travail

- welvaartsaanpassing 1.9.2009 1,50 - adaptation au bien-être

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2011 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

6. Beroepsziekten 6. Maladies professionnelles

- verhoging met 2 % van de minima en forfaits

1.9.2009 1,08 - augmentation de 2 % des minimas et des forfaits

- verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008

1.9.2009 0,08 - augmentation de 0,8 % de toutes les allocations qui ont pris cours avant 2008

- verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002

1.9.2009 0,40 - augmentation de 2 % de toutes les allocations qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002

- verhoging met 0,8 % van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen

1.9.2009 0,13 - augmentation de 0,8 % du plafond de calcul pour les nouveaux entrants

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2009 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- behoud van de socio-economische factoren

1.1.2010 13,00 - maintien des facteurs socio-économiques

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2011 0,02 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

TOTAAL 508,95 214,66 105,67 TOTAL

(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties - Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

(En millions EUR) (suite)

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés

I. Algemene toelichting I. Exposé général

53

Page 62: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 63: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK III CHAPITRE III

HET GLOBAAL BEHEER VOOR ZELFSTANDIGEN

LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS INDEPENDANTS

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

Methodologie Méthodologie

De tabellen hebben dezelfde opmaak als deze voor de werknemers.

La forme des tableaux est similaire à celle des travailleurs salariés.

In tabellen III.1, III.2 en III.3 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSVZ-Globaal beheer voorgesteld.

Les tableaux III.1, III.2 et III.3 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’INASTI-gestion globale.

De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst of een uitgave tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.

Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette ou une dépense dans le total consolidé.

De overdracht van het RSVZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de zelfstandigen komt tevoorschijn in de rubriek externe overdrachten van RSVZ-Globaal beheer.

Le transfert de l’INASTI-Gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs indépendants apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’INASTI-Gestion globale.

Het bedrag voor de beheerskosten van het RSVZ omvat niet alleen de beheerskosten met betrekking tot de inning en tot het beheer van de ontvangsten, maar ook deze met betrekking tot de gezinsbijslag en tot de faillissementsverzekering.

Le montant des frais d’administration de l’INASTI inclut non seulement les frais d’administration relatifs à la perception et à la gestion des recettes, mais aussi ceux relatifs aux prestations familiales et à l’assurance-faillite.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

55

Page 64: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

Pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

3.

414.

042

3.41

4.04

2C

oti

sati

on

s G

ewon

e bi

jdra

gen

3.

232.

657

3.23

2.65

7C

otis

atio

ns o

rdin

aire

s P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

7.00

07.

000

Cot

isat

ions

man

data

ires

publ

ics

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

17

4.38

517

4.38

5C

otis

atio

ns d

es s

ocié

tés

Sta

atst

oel

agen

1.25

7.16

01.

257.

160

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

836.

261

836.

261

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

68

3.00

968

3.00

9T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

45

.795

45.7

95P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

2.

327

2.32

7S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

14.4

1414

.414

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

(1)

86

.619

86.6

19S

oins

de

sant

é (1

)

And

ere

4.

098

4.09

8A

utre

s

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

16.4

94

16.4

94

16.4

94R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

30.6

6530

.665

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Toe

kom

stfo

nds

30

.665

30.6

65F

onds

pou

r l'a

veni

r A

nder

e A

utre

s

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

1013

.818

13.8

28R

even

us

de

pla

cem

ents

Div

erse

n

110

2.87

1

2.

981

767

3.74

8D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

16

.614

2.87

1

19

.485

5.55

2.71

45.

572.

199

Rec

ette

s p

rop

res

RS

VZ

-GF

B

294.

862

2.68

5.84

541

8.59

224

.417

3.42

3.71

5

3.42

3.71

5IN

AS

TI-

GF

G

And

ere

takk

en

A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

294.

862

2.68

5.84

541

8.59

224

.417

3.42

3.71

5

3.42

3.71

5T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

31

1.47

62.

688.

715

418.

592

24.4

173.

443.

200

5.55

2.71

48.

995.

914

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

(1)

Initi

eel b

edra

g w

as 9

2.52

4 du

izen

d E

UR

opg

enom

en in

het

KB

van

7.6

.200

9.(1

) Le

mon

tant

initi

al é

tait

de 9

2.52

4 m

illie

rs E

UR

rep

ris d

ans

l'AR

du

7.6.

2009

.

(In

dui

zend

EU

R)

(aan

pass

ing

sept

embe

r 20

09)

TA

BE

L III

.1

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

200

9 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

TA

BLE

AU

III.1

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n se

ptem

bre

2009

)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

009

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

56

Page 65: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

Pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

300.

588

2.67

6.62

841

8.59

224

.417

3.42

0.22

5

3.42

0.22

5P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

386

1.38

6

1.38

6F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

11.6

8410

.701

22.3

8563

.608

85.9

93F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

1.17

7

1.17

761

.946

63.1

23O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

10

.507

10.7

01

21

.208

1.66

222

.870

Ser

vice

s tie

rs

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.06

6.83

42.

066.

834

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

2.

064.

204

2.06

4.20

4IN

AM

I-S

oins

de

sant

é A

nder

e

2.63

02.

630

Aut

res

Intr

estl

aste

n

C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

299

29

95.

266

5.56

5D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

31

2.57

12.

688.

715

418.

592

24.4

173.

444.

295

2.13

5.70

85.

580.

003

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

VZ

-GF

B

INA

ST

I-G

FG

A

nder

e ta

kken

3.42

3.71

53.

423.

715

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.

423.

715

3.42

3.71

5T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

31

2.57

12.

688.

715

418.

592

24.4

173.

444.

295

5.55

9.42

39.

003.

719

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-1.0

950

00

-1.0

95-6

.710

-7.8

05S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/IN

AM

I-In

dP

ensi

oen

en /

Pen

sio

ns

RS

VZ

-Gez

insb

. /

INA

ST

I-P

rest

.fam

.R

SV

Z-F

aill.

ver

z. /

INA

ST

I-A

s. f

ailli

teS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l R

SV

Z-G

FB

/ IN

AS

TI-

GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

12

12R

ecet

tes

Uit

gav

en

12

12D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

00

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -1

.095

00

0-1

.095

-6.7

10-7

.805

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

(In

dui

zend

EU

R)

(aan

pass

ing

sept

embe

r 20

09)

(ver

volg

) (

En

mill

iers

EU

R)

(ada

ptat

ion

sept

embr

e 20

09)

(sui

te)

TA

BE

L III

.1

TA

BLE

AU

III.1

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

200

9 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

B

ud

get

de

la g

esti

on

glo

bal

e d

es t

rava

illeu

rs in

dép

end

ants

200

9 (h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

57

Page 66: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

Pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

3.

491.

257

3.49

1.25

7C

oti

sati

on

s G

ewon

e bi

jdra

gen

3.

307.

015

3.30

7.01

5C

otis

atio

ns o

rdin

aire

s P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

8.00

08.

000

Cot

isat

ions

man

data

ires

publ

ics

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

17

6.24

217

6.24

2C

otis

atio

ns d

es s

ocié

tés

Sta

atst

oel

agen

1.52

7.24

21.

527.

242

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

1.

272.

004

1.27

2.00

4D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

255.

238

255.

238

Sub

vent

ion

de l'

Eta

t spé

cifiq

ue

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

945.

884

945.

884

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

70

1.57

470

1.57

4T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

46

.482

46.4

82P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

2.

115

2.11

5S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

14.4

2114

.421

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

17

7.13

217

7.13

2S

oins

de

sant

é A

nder

e

4.16

04.

160

Aut

res

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

16.3

75

16.3

75

16.3

75R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

64.9

5064

.950

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Toe

kom

stfo

nds

29

.950

29.9

50F

onds

pou

r l'a

veni

r B

ijdra

ge b

egro

tings

doel

stel

ling

SZ

35.0

0035

.000

Con

trib

. obj

ectif

bud

géta

ire S

S

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

1016

.365

16.3

75R

even

us

de

pla

cem

ents

Div

erse

n

110

2.23

0

2.

340

767

3.10

7D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

16

.495

2.23

0

18

.725

6.04

6.46

56.

065.

190

Rec

ette

s p

rop

res

RS

VZ

-GF

B

313.

861

2.76

6.43

641

8.67

127

.932

3.52

4.90

0

3.52

4.90

0IN

AS

TI-

GF

G

And

ere

takk

en

A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

313.

861

2.76

6.43

641

8.67

127

.932

3.52

4.90

0

3.52

4.90

0T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

33

0.35

62.

768.

666

418.

671

27.9

323.

543.

625

6.04

6.46

59.

590.

089

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

(In

dui

zend

EU

R)

TA

BE

L III

.2

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

0 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

TA

BLE

AU

III.2

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

010

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

58

Page 67: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

Pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

317.

851

2.75

6.32

041

8.67

127

.932

3.52

0.77

41.

200

3.52

1.97

4P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s

-2

.000

-2

.000

Pre

stat

ion

s n

on

-rép

arti

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

373

1.37

3

1.37

3F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

12.1

9510

.973

23.1

6864

.234

87.4

02F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

1.21

2

1.21

262

.572

63.7

84O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

10

.983

10.9

73

21

.956

1.66

323

.619

Ser

vice

s tie

rs

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.21

1.74

72.

211.

747

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

2.

209.

079

2.20

9.07

9IN

AM

I-S

oins

de

sant

é A

nder

e

2.66

82.

668

Aut

res

Intr

estl

aste

n

C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

310

31

05.

266

5.57

6D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

33

0.35

62.

768.

666

418.

671

27.9

323.

543.

625

2.28

2.44

75.

826.

072

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

VZ

-GF

B

INA

ST

I-G

FG

A

nder

e ta

kken

3.52

4.90

03.

524.

900

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.

524.

900

3.52

4.90

0T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

33

0.35

62.

768.

666

418.

671

27.9

323.

543.

625

5.80

7.34

79.

350.

971

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

023

9.11

823

9.11

8S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/IN

AM

I-In

dP

ensi

oen

en /

Pen

sio

ns

RS

VZ

-Gez

insb

. /

INA

ST

I-P

rest

.fam

.R

SV

Z-F

aill.

ver

z. /

INA

ST

I-A

s. f

ailli

teS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l R

SV

Z-G

FB

/ IN

AS

TI-

GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

R

ecet

tes

Uit

gav

en

D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

239.

118

239.

118

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

(In

dui

zend

EU

R)

(ver

volg

) (

En

mill

iers

EU

R)

(sui

te)

TA

BE

L III

.2

TA

BLE

AU

III.2

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

0 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

B

ud

get

de

la g

esti

on

glo

bal

e d

es t

rava

illeu

rs in

dép

end

ants

201

0 (h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

59

Page 68: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

Pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Rec

ette

s C

ou

ran

tes

Bijd

rag

en

3.

450.

382

3.45

0.38

2C

oti

sati

on

s G

ewon

e bi

jdra

gen

3.

266.

140

3.26

6.14

0C

otis

atio

ns o

rdin

aire

s P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

8.00

08.

000

Cot

isat

ions

man

data

ires

publ

ics

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

17

6.24

217

6.24

2C

otis

atio

ns d

es s

ocié

tés

Sta

atst

oel

agen

1.56

9.40

01.

569.

400

Su

bve

nti

on

s d

e l'E

tat

In d

e pr

esta

ties

1.

292.

356

1.29

2.35

6D

ans

les

pres

tatio

ns

Bijz

onde

re s

taat

stoe

lage

277.

044

277.

044

Sub

vent

ion

de l'

Eta

t spé

cifiq

ue

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

1.11

4.81

21.

114.

812

Fin

ance

men

t al

tern

atif

B

tw

71

9.71

771

9.71

7T

VA

R

oere

nde

voor

heffi

ng

47

.225

47.2

25P

réco

mpt

e m

obili

er

Sto

ck o

ptio

ns

1.

904

1.90

4S

tock

opt

ions

A

ccijn

zen

taba

k

14.6

5214

.652

Acc

ises

taba

c G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

32

7.08

832

7.08

8S

oins

de

sant

é A

nder

e

4.22

64.

226

Aut

res

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

16.4

89

16.4

89

16.4

89R

ecet

tes

affe

ctée

s

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

73.9

0073

.900

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Toe

kom

stfo

nds

28

.900

28.9

00F

onds

pou

r l'a

veni

r B

ijdra

ge b

egro

tings

doel

stel

ling

SZ

45.0

0045

.000

Con

trib

. obj

ectif

bud

géta

ire S

S

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

1025

.782

25.7

92R

even

us

de

pla

cem

ents

Div

erse

n

110

1.75

0

1.

860

767

2.62

8D

iver

s

Eig

en o

ntv

ang

sten

16

.609

1.75

0

18

.359

6.23

5.04

36.

253.

402

Rec

ette

s p

rop

res

RS

VZ

-GF

B

334.

740

2.88

9.49

443

1.64

011

.088

3.66

3.46

2

3.66

3.46

2IN

AS

TI-

GF

G

And

ere

takk

en

A

utre

s br

anch

es

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

334.

740

2.88

9.49

443

1.64

011

.088

3.66

3.46

2

3.66

3.46

2T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

35

1.34

92.

891.

244

431.

640

11.0

883.

681.

821

6.23

5.04

39.

916.

864

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

(In

dui

zend

EU

R)

TA

BE

L III

.3

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

1 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

TA

BLE

AU

III.3

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Bu

dg

et d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

011

(ho

rmis

so

ins

de

san

té)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

60

Page 69: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it /

INA

MI-

Ind

Pen

sio

enen

/ P

ensi

on

s R

SV

Z-G

ezin

sb. /

IN

AS

TI-

Pre

st.f

am.

RS

VZ

-Fai

ll. v

erz.

/ IN

AS

TI-

As.

fai

llite

Su

bto

taal

/S

ou

s-to

tal

RS

VZ

-GF

B /

INA

ST

I-G

FG

TO

TA

AL

/T

OT

AL

Dép

ense

s C

ou

ran

tes

Pre

stat

ies

335.

104

2.85

3.22

442

7.54

011

.088

3.62

6.95

61.

200

3.62

8.15

6P

rest

atio

ns

On

verd

eeld

e p

rest

atie

s

-3

.500

-3

.500

Pre

stat

ion

s n

on

-rép

arti

Wel

vaar

tsaa

np

assi

ng

(1)

3.30

025

.700

4.10

0

33.1

00

33.1

00A

dap

tati

on

au

bie

n-ê

tre

(1)

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

373

1.37

3

1.37

3F

rais

de

pai

emen

t

Beh

eers

kost

en

12.6

2010

.947

23.5

6766

.658

90.2

25F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

1.17

4

1.17

464

.956

66.1

30O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

11

.446

10.9

47

22

.393

1.70

224

.095

Ser

vice

s tie

rs

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.39

6.72

82.

396.

728

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

2.

394.

019

2.39

4.01

9IN

AM

I-S

oins

de

sant

é A

nder

e

2.70

92.

709

Aut

res

Intr

estl

aste

n

C

har

ges

d'in

térê

ts

Div

erse

n

325

32

55.

266

5.59

1D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

35

1.34

92.

891.

244

431.

640

11.0

883.

681.

821

2.46

9.85

26.

151.

673

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

RS

VZ

-GF

B

INA

ST

I-G

FG

A

nder

e ta

kken

3.66

3.46

23.

663.

462

Aut

res

bran

ches

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.

663.

462

3.66

3.46

2T

ran

sfer

ts in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

35

1.34

92.

891.

244

431.

640

11.0

883.

681.

821

6.13

3.31

39.

815.

134

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

010

1.72

910

1.72

9S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

/IN

AM

I-In

dP

ensi

oen

en /

Pen

sio

ns

RS

VZ

-Gez

insb

. /

INA

ST

I-P

rest

.fam

.R

SV

Z-F

aill.

ver

z. /

INA

ST

I-A

s. f

ailli

teS

ub

tota

al /

So

us-

tota

l R

SV

Z-G

FB

/ IN

AS

TI-

GF

GT

OT

AA

L /

TO

TA

LC

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

R

ecet

tes

Uit

gav

en

D

épen

ses

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

So

lde

com

pte

s d

e ca

pit

al

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

101.

729

101.

729

Rés

ult

at b

ud

gét

aire

TA

BE

L III

.3 T

AB

LEA

U II

I.3

Beg

roti

ng

van

het

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

201

1 (g

enee

sku

nd

ige

verz

org

ing

uit

gez

on

der

d)

B

ud

get

de

la g

esti

on

glo

bal

e d

es t

rava

illeu

rs in

dép

end

ants

201

1 (h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

(1)

L’en

velo

ppe

pour

le b

ien-

être

est

imée

par

le B

urea

u du

Pla

n su

r ba

se d

es p

aram

ètre

s lé

gale

s es

t con

serv

ée. I

l n’e

st

pas

tenu

com

pte

(act

uelle

men

t pas

de

chiff

res

disp

onib

les)

d’u

n év

entu

el d

épas

sem

ent d

e l’e

nvel

oppe

200

9-20

10 p

révu

e po

ur le

bie

n-êt

re.

(1)

De

wel

vaar

tsen

velo

ppe

gera

amd

door

het

Pla

nbur

eau

op b

asis

van

de

wet

telij

ke p

aram

eter

s zi

jn h

ier

beho

uden

. Er

is g

een

reke

ning

geh

oude

n (g

een

cijfe

rs b

esch

ikba

ar m

omen

teel

) m

et e

en e

vent

ueel

ov

erlo

opef

fect

van

de

wel

vaar

tsen

velo

ppe

2009

-201

0.

(In

dui

zend

EU

R)

(ver

volg

) (

En

mill

iers

EU

R)

(sui

te)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

61

Page 70: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

2009 2009

Het begrotingsresultaat voor 2009 bedraagt -7.805 duizend EUR, terwijl dit bij de aanpassing van de begroting in maart 2009 -22.914 duizend EUR bedroeg.

Le résultat budgétaire de 2009 s’élève à -7.805 milliers EUR, tandis que lors de l’adaptation du budget en mars 2009, il s’élevait à -22.914 milliers EUR.

De verbetering is het gevolg van een hogere stijging van de ontvangsten met 66.301 duizend EUR ten opzichte van de stijging van de uitgaven met 51.192 duizend EUR.

L’amélioration est la conséquence d’une augmentation des recettes de 66.301 milliers EUR supérieur à l’augmentation des dépenses de 51.192 milliers EUR.

Ontvangsten Recettes

De sociale bijdragen stijgen met 99.324 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 tot op een niveau van 3.414.042 duizend EUR. Deze bijdragen bestaan voornamelijk uit de gewone bijdragen (3.232.657 duizend EUR) en de vennootschapsbijdragen (174.385 duizend EUR).

Les cotisations sociales augmentent de 99.324 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, pour atteindre un niveau de 3.414.042 milliers EUR. Ces cotisations se composent essentiellement des cotisations ordinaires (3.232.657 milliers EUR) et des cotisations des sociétés (174.385 milliers EUR).

De staatstoelage bedraagt 1.257.160 duizend EUR.

La subvention de l’Etat s’élève à 1.257.160 milliers EUR.

Het totaalbedrag aan alternatieve financiering daalt met 14.746 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Het betreft voornamelijk een afname van de financiering afkomstig van de btw met 8.189 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 262.660 duizend EUR. Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 5.905 duizend EUR wegens een herschikking van de groeivoeten binnen de geneeskundige verzorging. De ontvangsten afkomstig van de roerende voorheffing dalen met 768 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Le montant total du financement alternatif diminue de 14.746 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Il s’agit principalement d’une baisse de 8.189 milliers EUR du financement par la TVA, qui résulte d’une diminution de 262.660 milliers EUR des recettes de TVA. Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 5.905 milliers EUR en raison d’un ajustement du taux de croissance des soins de santé. Les recettes provenant du précompte mobilier diminuent de 768 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

Om de toekomstige kost van de geneeskundige verzorging als gevolg van de vergrijzing op te vangen, wordt een bijkomende storting van 306.652 duizend EUR voor het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Afin de faire face au coût futur des soins de santé consécutif au vieillissement, un versement supplémentaire de 306.652 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2009. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

62

Page 71: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Er is een daling van de opbrengsten uit beleggingen bij de RSVZ met 4.539 duizend EUR.

On observe une diminution de 4.539 milliers EUR des revenus de placement à l’INASTI.

De andere lopende ontvangsten wijzigen nauwelijks.

Les autres recettes courantes varient à peine.

Uitgaven Dépenses

Volgens de laatste ramingen nemen de sociale prestaties toe met een bedrag van 27.482 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Selon les dernières estimations, les prestations sociales augmentent d’un montant de 27.482 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

De evolutie van de prestaties van alle takken, alsook de sociale correcties, worden in detail weergegeven in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations de toutes les branches, ainsi que les corrections sociales, sont présentées de manière détaillée dans la partie « Prestations » ci-dessous.

Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging met 22.488 duizend EUR tot een niveau van 2.064.204 duizend EUR.

Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, le transfert vers les soins de santé augmente de 22.488 milliers EUR, pour atteindre un niveau de 2.064.204 milliers EUR.

Resultaat Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2009 geraamd op 3.423.715 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.417.005 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSVZ-Globaal beheer -6.710 duizend EUR in 2009.

Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés pour 2009 à 3.423.715 milliers EUR. Puisque les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 3.417.005 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de -6.710 milliers EUR en 2009.

Het saldo bij het RIZIV-Uitkeringen is het resultaat van de afsluiting van de rekening 2007.

Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat de la clôture des comptes de 2007.

2010 2010

Ontvangsten Recettes

De totale lopende eigen ontvangsten worden geraamd op 6.065.190 duizend EUR, hetzij een verhoging van 8,85 % ten opzichte van 2009.

Le total des recettes courantes propres est estimé à 6.065.190 milliers EUR, soit une augmentation de 8,85% par rapport à 2009.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

63

Page 72: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Behalve de stijgingen gekoppeld aan de groei van de inkomsten van de zelfstandigen, worden de lopende ontvangsten beïnvloed door:

Outre par les augmentations liées à la croissance des revenus des indépendants, les recettes courantes sont influencées par:

Een bijkomend bedrag van 9.170 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen.

Un montant complémentaire de 9.170 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le Gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, l’introduction de la disposition légale selon laquelle la charge de la preuve incombe au travailleur indépendant en cas de demande de dispense de cotisations sociales, l’intensification de la lutte contre la fraude fiscale (permet d’augmenter la masse des cotisations) et la suppression de la règle des 90 jours pour l’affiliation au statut des travailleurs indépendants.

Vanaf 2010, zal het percentage van de bijdrage voor de “publieke mandatarissen” bedoeld in de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen van 20% op 23% gebracht worden om een bijkomende inkomst van 1.000 duizend EUR per jaar te bereiken.

A partir de 2010, la cotisation concernant les “mandataires publics”, visée dans la loi du 13 juillet 2005 concernant l’instauration d’une cotisation annuelle à charge de certains organismes, passera de 20% à 23% afin de pouvoir réaliser un revenu supplémentaire de 1.000 milliers EUR par an.

De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), worden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 11.000 duizend EUR in 2010.

Le produit d’une meilleure récupération des cotisations sociales (quatrième voie) est estimé, dans le statut social des indépendants, à 11.000 milliers EUR en 2010.

Tengevolge van specifieke maatregelen ten voordele van zelfstandigen met familiale problemen zal er een minderontvangst aan bijdragen zijn van 637 duizend EUR in 2010.

Suite à des mesures spécifiques en faveur des travailleurs indépendants ayant des problèmes familiaux, on enregistrera une diminution des recettes de cotisations de 637 milliers EUR en 2010.

Een bijkomende staatstoelage van 255.238 duizend EUR wordt voorzien in 2010.

Une subvention supplémentaire de l’Etat de 255.238 milliers EUR est prévue en 2010.

Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSVZ 177.132 duizend EUR.

En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’INASTI s’élève à 177.132 milliers EUR.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des travailleurs indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die is vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.

Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs indépendants.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

64

Page 73: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2010 38.459 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera en 2010 38.459 milliers EUR d’intérêts, dont 10 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs indépendants.

Uitgaven Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven voor interne overdrachten bedraagt 5.826.072 duizend EUR, of een stijging met 4,41% ten opzichte van 2009.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 5.826.072 milliers EUR, soit une augmentation de 4,41% par rapport à 2009.

De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 636 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le Gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 636 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 169 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor zelfstandigen.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 169 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Resultaat Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2010 geraamd op 3.524.900 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.764.018 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 239.118 duizend EUR in 2010.

Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.524.900 milliers EUR pour 2010. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 3.764.018 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 239.118 milliers EUR en 2010.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

65

Page 74: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2011 2011 Ontvangsten Recettes De totale lopende eigen ontvangsten worden geraamd op 6.253.402 duizend EUR, hetzij een verhoging van 3,10% ten opzichte van 2010.

Le total des recettes courantes propres est estimé à 6.253.402 milliers EUR, soit une augmentation de 3,10% par rapport à 2010.

Behalve de stijgingen gekoppeld aan de groei van de inkomsten van de zelfstandigen, worden de lopende ontvangsten beïnvloed door:

Outre par les augmentations liées à la croissance des revenus des indépendants, les recettes courantes sont influencées par:

Een bijkomend bedrag van 11.170 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen.

Un montant supplémentaire de 11.170 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le Gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, l’introduction de la disposition légale selon laquelle la charge de la preuve incombe au travailleur indépendant en cas de demande de dispense de cotisations sociales, l’intensification de la lutte contre la fraude fiscale (permet d’augmenter la masse des cotisations) et la suppression de la règle des 90 jours pour l’affiliation au statut des travailleurs indépendants.

Vanaf 2010 zal het percentage van de bijdrage voor de “publieke mandatarissen” bedoeld in de wet van 13 juli 2005 houdende invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van sommige instellingen van 20% op 23% gebracht worden om een bijkomende inkomst van 1.000 duizend EUR per jaar te bereiken.

A partir de 2010, la cotisation concernant les “mandataires publics”, visée dans la loi du 13 juillet 2005 concernant l’instauration d’une cotisation annuelle à charge de certains organismes, passera de 20% à 23% afin de pouvoir réaliser un revenu supplémentaire de 1.000 milliers EUR par an.

De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), worden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 10.000 duizend EUR in 2011.

Le produit d’une meilleure récupération des cotisations sociales (quatrième voie) est estimé, dans le statut social des indépendants, à 10.000 milliers EUR en 2011.

Tengevolge van specifieke maatregelen ten voordele van zelfstandigen met familiale problemen, zal er een minderontvangst aan bijdragen zijn van 637 duizend EUR in 2011.

Suite à des mesures spécifiques en faveur des travailleurs indépendants ayant des problèmes familiaux, on enregistrera une diminution des recettes de cotisations de 637 milliers EUR en 2011.

Een bijkomende staatstoelage van 277.044 duizend EUR wordt voorzien in 2011.

Une subvention supplémentaire de l’Etat de 277.044 milliers EUR est prévue en 2011.

Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSVZ 327.088 duizend EUR.

En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’INASTI s’élève à 327.088 milliers EUR.

Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het

Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale

I. Algemene toelichting I. Exposé général

66

Page 75: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

globaal beheer voor zelfstandigen. des indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40, § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.

Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément aux dispositions contenues dans l’article 40, § 1er de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.

Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2011 49.416 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2011, 49.416 milliers EUR d’intérêts, dont 10 % seront attribués % à la gestion globale des indépendants..

Uitgaven Dépenses Het totaal van de lopende uitgaven voor interne overdrachten bedraagt 6.151.673 duizend EUR, of een stijging met 5,59% ten opzichte van 2010.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 6.151.673 milliers EUR, soit une augmentation de 5,59% par rapport à 2010.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 636 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le Gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 636 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 169 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor zelfstandigen.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 169 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Resultaat Résultat De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 3.663.462 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.765.191 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 101.729 duizend EUR in 2009.

Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.663.462 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 3.765.191 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 101.729 milliers EUR en 2009.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

67

Page 76: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3 Evolutie van de prestaties 2009-2011 3 Évolution des prestations 2009-2011

Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen III.4 en III.5. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel III.6.

Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux III.4 et III.5. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau III.6.

2010 2010

De uitgaven voor prestaties worden voor 2010 begroot op 3.518.774 duizend EUR, hetzij een stijging van 2,88 % in vergelijking met 2009.

En 2010, le total des prestations sociales atteindra 3.518.774 milliers EUR, soit 2,88 % de plus qu’en 2009.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 1.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 1.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 1.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 1.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Een forfaitaire toelage wordt voorzien bij verlof voor palliatieve zorgen. De kost hiervoor wordt geraamd op 1.200 duizend EUR.

Une allocation forfaitaire est prévue en cas de congé pour soins palliatifs. Son coût est évalué à 1.200 milliers EUR.

Uitkeringen Indemnités

Bij de uitkeringen wordt een bedrag van 265 duizend EUR voorzien ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen worden geconfronteerd.

En ce qui concerne les indemnités, un montant de 265 milliers EUR est prévu en vue de l'amélioration de la situation des travailleurs indépendants confrontés à des problèmes familiaux.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

68

Page 77: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Pensioenen Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2010 een mindere uitgave van 3.400 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des Pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2010 à une moindre dépense de 3.400 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen worden verhoogd met 20 EUR voor het gezinspensioen en 25 EUR voor de pensioenen voor alleenstaande en de overlevingspensioenen, op 1 augustus 2010 (waarvan de brutokosten 25.339 duizend EUR bedragen). Deze verhoging levert een besparing van 2.263 duizend EUR op voor de IGO.

Les montants de pension minimum mensuelle de retraite et de survie des travailleurs indépendants seront relevés de 20 EUR pour la pension ménage et de 25 EUR pour les pensions isolé et survie au 1er août 2010 (dont le coût brut est de 25.339 milliers EUR). Cette augmentation rapporte une économie de 2.263 milliers EUR pour la GRAPA.

Faillissementsverzekering Assurance faillite

Gedurende de periode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010 is er voor de zelfstandigen in moeilijkheden een uitbreiding van de sociale verzekering in geval van faillissement voorzien. Deze uitbreiding brengt een extra kost van 3.400 duizend EUR met zich mee.

Durant la période du 1er janvier 2010 au 30 juin 2010 inclus, une extension de l'assurance sociale en cas de faillite est prévue pour les indépendants en difficulté. Cette extension représente un coût supplémentaire de 3.400 milliers EUR.

2011 2011

De uitgaven voor prestaties worden voor 2011 begroot op 3.656.556 duizend EUR, hetzij een stijging van 3,92 % in vergelijking met 2010.

En 2011, le total des prestations sociales atteindra 3.656.556 milliers EUR, soit 3,92 % de plus qu’en 2010.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 20.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 2.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 20.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 2.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

69

Page 78: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 15.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 1.500 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 15.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 1.500 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Een forfaitaire toelage wordt voorzien bij verlof voor palliatieve zorgen. De kost hiervoor wordt geraamd op 1.200 duizend EUR.

Une allocation forfaitaire est prévue en cas de congé pour soins palliatifs. Son coût est évalué à 1.200 milliers EUR.

Uitkeringen Indemnités

Bij de uitkeringen wordt een bedrag van 265 duizend EUR voorzien ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen geconfronteerd worden.

En ce qui concerne les indemnités, un montant de 265 milliers EUR est prévu en vue de l'amélioration de la situation des travailleurs indépendants confrontés à des problèmes familiaux.

Pensioenen Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor Pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2011 een mindere uitgave van 3.468 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des Pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2011 à une moindre dépense de 3.468 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen worden verhoogd met 20 EUR voor het gezinspensioen en 25 EUR voor de pensioenen voor alleenstaande en de overlevingspensioenen, op 1 augustus 2010 (waarvan de brutokosten 60.489 duizend EUR bedragen in 2011). Deze verhoging levert een besparing van 5.431 duizend EUR op voor de IGO.

Les montants de pension minimum mensuelle de retraite et de survie des travailleurs indépendants seront relevés de 20 EUR pour la pension ménage et de 25 EUR pour les pensions isolé et survie au 1er août 2010 (dont coût brut est 60.489 milliers EUR en 2011). Cette augmentation rapporte une économie de 5.431 milliers EUR pour la GRAPA.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

70

Page 79: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

201

0 2

011

Beg

roti

ng

s-co

ntr

ole

/C

on

trô

leb

ud

gét

aire

(I)

Aan

pas

sin

g(s

ept.

200

9) /

Ad

apta

tio

n(s

ept.

200

9)

(II)

Init

ieel

/In

itia

l In

itie

el /

Init

ial

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

RIZ

IV-U

itker

inge

n 30

2.28

130

0.58

831

7.85

133

5.10

4-1

.693

-0,5

6 %

17.2

635,

74 %

17.2

535,

43 %

INA

MI-

Inde

mni

tés

RS

VZ

-Pen

sioe

nen

2.67

6.62

82.

676.

628

2.75

6.32

02.

853.

224

00,

00 %

79.6

922,

98 %

96.9

043,

52 %

INA

ST

I-P

ensi

ons

RS

VZ

-Gez

insb

ijsla

g 40

7.42

441

8.59

241

8.67

142

7.54

011

.168

2,74

%79

0,02

%8.

869

2,12

%IN

AS

TI-

Pre

stat

ions

fam

ilial

es

RS

VZ

-Fai

lliss

emen

tsve

rzek

erin

g 6.

410

24.4

1727

.932

11.0

8818

.007

280,

93 %

3.51

514

,40

%-1

6.84

4-6

0,30

%IN

AS

TI-

Ass

uran

ce fa

illite

TO

TA

AL

3.

392.

743

3.42

0.22

53.

520.

774

3.62

6.95

627

.482

0,81

%10

0.54

92,

94 %

106.

182

3,02

%T

OT

AL

Onv

erde

elde

pre

stat

ies

-2.0

00-3

.500

-2.0

00

-1.5

0075

,00

%P

rest

atio

ns n

on-r

épar

ti

Wel

vaar

tsaa

npas

sing

(1)

33

.100

33.1

00

Ada

ptat

ion

au b

ien-

être

(1)

AA

NG

EP

AS

T T

OT

AA

L

3.39

2.74

33.

420.

225

3.51

8.77

43.

656.

556

27.4

820,

81 %

98.5

492,

88 %

137.

782

3,92

%T

OT

AL

AJU

ST

E

(1)

De

wel

vaar

tsen

velo

ppe

gera

amd

door

het

Pla

nbur

eau

op b

asis

van

de

wet

telij

ke p

aram

eter

s zi

jn h

ier

beho

uden

. Er

is

geen

rek

enin

g ge

houd

en (

geen

cijf

ers

besc

hikb

aar

mom

ente

el)

met

een

eve

ntue

el o

verlo

opef

fect

van

de

wel

vaar

tsen

velo

ppe

2009

-201

0.

(1)

L’en

velo

ppe

pour

le b

ien-

être

est

imée

par

le B

urea

u du

Pla

n su

r la

bas

e de

s pa

ram

ètre

s lé

gale

s es

t con

serv

ée. I

l n’e

st

pas

tenu

com

pte

(act

uelle

men

t pas

de

chiff

res

disp

onib

les)

d’u

n év

entu

el d

épas

sem

ent d

e l’e

nvel

oppe

200

9-20

10 p

révu

e po

ur le

bie

n-êt

re.

TA

BE

L III

.4

Pre

stat

ies

van

het

ste

lsel

glo

baa

l beh

eer

voo

r ze

lfst

and

igen

200

9-20

11

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

) (

In d

uize

nd E

UR

)

201

1 / 2

010

2009

(II)

/ (I

)

TA

BLE

AU

III.4

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Pre

stat

ion

s d

u r

égim

e d

e la

ges

tio

n g

lob

ale

des

tra

vaill

eurs

ind

épen

dan

ts 2

009-

2011

(h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

200

9 2

010

/ 200

9

I. Algemene toelichting I. Exposé général

71

Page 80: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

201

0 2

011

Beg

roti

ng

s-co

ntr

ole

/C

on

trô

leb

ud

gét

aire

(I)

Aan

pas

sin

g(s

ept.

200

9) /

Ad

apta

tio

n(s

ept.

200

9)

(II)

Init

ieel

/In

itia

l In

itie

el /

Init

ial

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

E

n %

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

E

n %

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

E

n %

RIZ

IV-U

itke

rin

gen

(ve

rgoe

de (

d)ag

en

of a

anta

l (g)

eval

len)

INA

MI-

Ind

emn

ités

((j)

ours

in

dem

nisé

s ou

nom

bre

de (

c)as

)

Prim

aire

arb

eids

onge

schi

kthe

id (

d)1.

799.

352

1.89

4.61

91.

960.

069

2.05

7.41

095

.267

5,29

%16

2.79

18,

59 %

97.3

414,

97 %

Inca

paci

té p

rimai

re (

j)

Inva

lidite

it (d

)6.

278.

446

6.21

1.63

36.

453.

875

6.65

3.50

7-6

6.81

3-1

,06

%44

1.87

47,

11 %

199.

632

3,09

%In

valid

ité (

j)

Moe

ders

chap

(g)

5.50

15.

473

5.73

95.

889

-28

-0,5

1 %

416

7,60

%15

02,

61 %

Mat

erni

té (

c)

RS

VZ

-Pen

sio

enen

(ja

arge

mid

deld

e)51

6.97

551

6.97

551

6.17

551

7.45

00

0,00

%47

50,

09 %

1.27

50,

25 %

INA

ST

I-P

ensi

on

s (m

oyen

ne a

nnue

lle)

Rus

tpen

sioe

nen

393.

105

393.

105

393.

930

396.

460

00,

00 %

3.35

50,

85 %

2.53

00,

64 %

Pen

sion

s de

ret

raite

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oene

n12

3.87

012

3.87

012

2.24

512

0.99

00

0,00

%-2

.880

-2,3

3 %

-1.2

55-1

,03

%P

ensi

ons

de s

urvi

e

200

9 20

11 /

2010

TA

BE

L III

.5

Vo

lum

efac

tore

n v

an d

e p

rest

atie

s va

n h

et s

tels

el g

lob

aal b

ehee

r vo

or

zelf

stan

dig

en 2

009-

2011

(gen

eesk

un

dig

e ve

rzo

rgin

g u

itg

ezo

nd

erd

)

2010

/ 20

0920

09 (

II) /

(I)

TA

BLE

AU

III.5

Fac

teu

rs d

e vo

lum

e d

es p

rest

atio

ns

du

rég

ime

de

la g

esti

on

glo

bal

e d

es t

rava

illeu

rs in

dép

end

ants

200

9-20

11(h

orm

is s

oin

s d

e sa

nté

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

72

Page 81: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

1. Uitkeringen 1. Indemnités

- verhoging van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid:

- augmentation du forfait pour incapacité de travail primaire:

• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;

1.5.2009 0,40 • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille;

• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden

1.8.2009 0,70 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants

- verhoging van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting

- augmentation du forfait pour invalidité sans cessation

• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;

1.5.2009 0,45 • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille;

• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden

1.8.2009 0,70 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants

- verhoging van het forfait voor invaliditeit met stopzetting

- augmentation du forfait pour invalidité avec cessation

• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast;

1.6.2009 1,15 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille;

• met 2 % 1.9.2009 1,05 • de 2 %

- verhoging van de moederschaps-uitkering met 2 %

1.8.2009 0,13 - augmentation de 2 % de l'indemnité de maternité

- verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting

1.1.2010 1,10 - augmentation de 2 % du forfait cohabitant pour invalidité avec cessation

- verlenging van het moederschaps-verlof in geval van hospitalisatie

1.1.2010 0,27 - prolongation du congé de maternité en cas d'hospitalisation de l'enfant

- verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid:

1.8.2010 0,30 0,72 - augmentation des indemnités pour incapacité de travail primaire:

• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;

• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;

• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

• de 0,96 EUR par jour pour isolées

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting:

1.8.2010 0,31 0,75 - augmentation des indemnités pour invalidité sans cessation:

• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;

• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;

• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

• de 0,96 EUR par jour pour isolées

Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants

(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

(En millions EUR)

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost / Coût

annuel

Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen

(In miljoen EUR)

TABLEAU III.6

Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)

TABEL III.6

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

73

Page 82: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

2. Pensioenen 2. Pensions

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008 1,08 - augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2003

- de malus bij vervroegd pensioen zal niet langer worden toegepast wanneer de zelfstandige een loopbaan van 42 jaar kan aantonen

1.1.2009 0,60 - le malus en cas d'anticipation de la prise de pension ne sera plus appliqué lorsque l'indépendant peut justifier une carrière d'au moins 42 ans

- verhoging van het minimumpensioen met 20 EUR per maand

1.5.2009 31,02 - augmentation de 20 EUR par mois de la pension minimum

- verhoging van het minimumpensioen met 3 %

1.8.2009 27,35 - augmentation de la pension minimum de 3 %

- verhoging van de niet-minimumpensioenen met 1,5 %

1.8.2009 1,29 - augmentation des pensions non minimales de 1,5 %

- welvaartsaanpassing van de pensioenen van 5 jaar

1.9.2009 0,55 - adaptation au bien-être des pensions de 5 ans

- verhoging van het minimumpensioen: 1.8.2010 24,48 58,75 - augmentation de la pension minimum:• met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen;

• de 20 EUR par mois pour la pension ménage;

• met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen

• de 25 EUR par mois pour les pensions pour isolées et pensions de survie

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1995

1.9.2010 0,19 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1995

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010 0,53 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1996

1.9.2011 0,18 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1996

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006

1.9.2011 0,43 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006

Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

Van kracht / Prise de

cours

(En millions EUR) (suite)(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen

I. Algemene toelichting I. Exposé général

74

Page 83: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

3. Gezinsbijslag 3. Prestations familiales

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008 1,10 - augmentation du supplement social famille monoparentale

- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en een verhoging met 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen

1.8.2009 3,18 - supplément d'âge annuelle de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans

- verhoging met 3,93 EUR van de bijslag voor het eerste kind

4,64 - augmentation de 3,93 EUR de l'allocation du premier enfant

- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot kinderen met een handicap geboren vóór 1993

1.5.2009 0,05 - extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993

- jaarlijkse leeftijdsbijslag: verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen

1.1.2011 1,19 - supplément d'âge annuel: augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans

4. Faillissementsverzekering 4. Assurance faillite

- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement

1.5.2008 0,06 - augmentation de 20 EUR de l'indemnité en cas de faillite

- verhoging met 2,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.8.2009 0,05 - augmentation de 2,5 % de l'indemnité en cas de faillite

- verhoging met 0,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.8.2009 0,01 - augmentation de 0,5 % de l'indemnité en cas de faillite

- verhoging van de uitkering in geval van faillissement:

1.8.2010 0,25 0,27 - augmentation de l'indemnité en cas de faillite:

• met 20 EUR met gezinslast; • de 20 EUR avec charge de famille;• met 25 EUR zonder gezinslast • de 25 EUR sans charge de famille

5. Diversen 5. Divers

- vrijstelling van sociale bijdragen in geval van onderbreking van de activiteit voor een zwaar ziek kind

0,31 - dispense de cotisations sociales en cas d'interruption de l'activité pour maladie grave d'un enfant

- verlof voor palliatieve zorgen : vrijstelling van sociale bijdragen

0,33 - congé pour soins palliatifs : dispense de cotisations sociales

- verlof voor palliatieve zorgen : forfaitaire uitkering

1,20 - congé pour soins palliatifs : allocation forfaitaire

TOTAAL 73,37 29,26 62,30 TOTAL

(En millions EUR) (suite)(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen

Van kracht / Prise de

cours

Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost /Coût

annuel

I. Algemene toelichting I. Exposé général

75

Page 84: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 85: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK IV CHAPITRE IV

RIZIV-GENEESKUNDIGE VERZORGING INAMI-SOINS DE SANTE

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

Methodologie Méthodologie

Door de wet van 31 januari 2007 die een nieuwe financiering van de ziekteverzekering invoert en de wet van 26 maart 2007 waarmee de integratie van de kleine risico’s in de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen wordt gerealiseerd, wordt er vanaf 2008 in de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging geen onderscheid meer gemaakt tussen het stelsel van de werknemers en het stelsel van de zelfstandigen.

En vertu de la loi du 31 janvier 2007 qui introduit un nouveau financement de l’assurance maladie et de la loi du 26 mars 2007 qui réalise l’intégration des petits risques dans l’assurance maladie obligatoire des indépendants, il n’est plus fait de distinction, dans la branche INAMI-Soins de santé, entre le régime des travailleurs salariés et celui des indépendants à partir de 2008.

Tot en met 2007 vertegenwoordigden de overdrachten van beide globale beheren naar de tak geneeskundige verzorging de te financieren thesauriebehoeften. Deze behoeften vloeiden voort uit de voorschotten (berekend in functie van de begrotingsdoelstelling) die in de loop van het jaar door het RIZIV gestort werden aan de VI’s, alsook uit de saldi van de voorgaande jaren die het RIZIV moest regulariseren tegenover de VI’s. Deze saldi werden opgemaakt in functie van de reële uitgaven en de regels met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid van de VI’s.

Jusqu’en 2007, les transferts des deux gestions globales à la branche des soins de santé représentaient les besoins de trésorerie à financer. Ces besoins résultaient des avances (calculées en fonction de l’objectif budgétaire) qui étaient versées par l’INAMI aux OA dans le courant de l’année, ainsi que des soldes des années précédentes que l’INAMI devait régulariser envers les OA et qui ont été établis en fonction des dépenses réelles et des règles relatives à la responsabilité financière des OA.

Vanaf 2008 bestaat de financiering van de tak geneeskundige verzorging uit drie delen:

A partir de 2008, le financement de la branche des soins de santé comprend trois parties :

1. Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar (*) verhoogd met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2.

1. Un montant de base par gestion globale égal au montant de l’année précédente(*)majoré du taux de croissance des recettes effectives disponibles de cotisations entre les exercices N-1 et N-2.

2. Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren.

2. Un montant complémentaire provenant des deux gestions globales pour lequel celles-ci reçoivent un financement alternatif. Ce montant complémentaire est obtenu en diminuant les dépenses de la branche soins de santé des deux montants de base reçus et des recettes propres de la branche. Il est ensuite réparti entre les gestions globales avec une clef de répartition.

(*)Voor het bepalen van de basisbedragen 2008 dienden er op de geldmiddelen overgedragen door de globale beheren in 2007 een aantal correcties uitgevoerd te worden in verband met de overschrijdingen van de begrotingsdoelstelling voorgaande jaren die in 2007 werden verrekend. (*) Pour déterminer les montants de base de 2008, il fallait corriger les moyens transférés par les gestions globales en 2007 des dépassements de l’objectif budgétaire des années antérieures qui ont été pris en compte en 2007.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

77

Page 86: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een bepaalde verdeelsleutel.

3. Si à l’expiration de l’exercice budgétaire, il apparaît que les dépenses en soins de santé dépassent l’objectif budgétaire global, ce dépassement est à charge des deux gestions globales selon une clef de répartition.

Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een carrière als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient met 182.060 duizend EUR(**) verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd.

Du fait qu’à côté de l’introduction d’un nouveau financement, l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire est aussi réalisée, les montants de base décrits ci-dessus doivent encore être corrigés. Jusqu’à ce jour, les indépendants qui avaient aussi une carrière de salarié ou qui avaient un partenaire relevant du régime des salariés, pouvaient s’assurer contre les soins de santé dans le régime des salariés. Le montant de base à charge de la gestion globale des indépendants doit être augmenté de 182.060 milliers EUR(**)et celui à charge de la gestion globale des salariés doit être diminué du même montant.

Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend EUR te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend EUR ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend EUR ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s.

Le montant de base à charge de la gestion globale des travailleurs indépendants pour 2008 doit aussi comprendre un montant de 442.222 milliers EUR résultant de l’intégration des petits risques. Il doit en outre être augmenté des 182.060 milliers EUR suite à la suppression du régime le plus favorable ainsi que de 11.410 milliers EUR pour financer la hausse des frais d’administration des OA.

De overdrachten van en naar de twee globale beheren worden in de tabel afgezonderd. Bovendien toont een bijkomende tabel de toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen.

Les transferts de et vers les deux gestions globales ont été isolés dans le tableau. En outre, un tableau supplémentaire montre l’affectation du solde des comptes courants.

Op het moment dat de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven gekend zijn en de begrotingsramingen zullen vervangen, zal er een niet-toegewezen saldo verschijnen dat het resultaat van de verrichtingen eigen aan het beschouwde begrotingsjaar zal voorstellen.

Lorsque les recettes et les dépenses réalisées seront connues et remplaceront les prévisions budgétaires, un solde non affecté apparaîtra, qui représentera le résultat des opérations propres à l’exercice considéré.

(**)Na 2008 wordt dit bedrag geïndexeerd. (**) Après 2008, ce montant est indexé.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

78

Page 87: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

2009 2009

Het totale saldo voor 2009 bedraagt 576.184 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de definitieve afsluiting van de rekeningen 2006 en 2007, de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2008.

Le solde total de 2009 s’élève à 576.184 milliers EUR. Ce montant correspond à la clôture définitive des comptes de 2006 et 2007, à la clôture provisoire des comptes de 2008.

In 2009 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.652 duizend EUR. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ.

En 2009 le Fonds pour l’avenir des soins de santé a été alimenté par les deux gestions globales à concurrence d’un montant total de 306.652 milliers EUR. Ce montant se retrouve dans les transferts vers l’ONSS et l’INASTI.

Het saldo van de lopende rekeningen bedraagt 575.737 duizend EUR en kan verklaard worden door de volgende elementen.

Le solde des comptes courants s’élève à 575.737 milliers EUR et peut être expliqué par les éléments suivants.

Volgens de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2008 moet het RIZIV een bedrag van 293.897 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 267.772 duizend EUR terugbetalen, terwijl het RIZIV in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 26.125 duizend EUR dient te betalen aan de verzekeringsinstellingen.

Suivant la clôture provisoire des comptes de 2008, l’INAMI doit payer un montant de 293.897 milliers EUR aux organismes assureurs. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser un montant de 267.772 milliers EUR, tandis que, dans le régime des travailleurs indépendants, il doit payer aux organismes assureurs un montant de 26.125 milliers EUR.

Vervolgens is er de definitieve afsluiting van de rekeningen 2006 en 2007. Voor 2006 moet het RIZIV een bedrag van 166.100 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2007 116.187 duizend EUR. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 160.561 duizend EUR terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2006 en 110.194 duizend EUR in 2007. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 5.539 duizend EUR te betalen aan de verzekeringsinstellingen in 2006, en 5.993 duizend EUR in 2007.

Vient ensuite la clôture définitive des comptes 2006 et 2007. Pour 2006, l’INAMI doit payer aux organismes assureurs un montant de 166.100 milliers EUR et pour 2007, un montant de 116.187 milliers EUR. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 160.561 milliers EUR pour 2006 et un montant de 110.194 milliers EUR pour 2007. Dans le régime des travailleurs indépendants, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 5.539 milliers EUR pour 2006 et un montant de 5.933 milliers EUR pour 2007.

Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat gecreëerd werd in 2006, wordt in 2009 een bedrag van 459 duizend EUR opgevraagd. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een lopende uitgave. In 2009 genereerde dit fonds 12 duizend EUR aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt

Du Fonds provisionnel médicaments, qui a été créé en 2006, un montant de 459 milliers EUR a été demandé en 2009. Ce montant est repris en tant que dépense de capital à l’ONSS et à l’INASTI. A l’INAMI-Soins de santé, il s’agit d’une recette de capital provenant des gestions globales, suivie d’une dépense courante. En 2009, ce Fonds a généré 12 milliers EUR de moyens supplémentaires. Ce montant est repris en tant que recette de capital à l’ONSS et à

I. Algemene toelichting I. Exposé général

79

Page 88: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.

l’INASTI. A l’INAMI-Soins de santé, il s’agit d’une dépense de capital.

2010 2010

De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:

Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):

Voor RSZ: 19.173.685 duizend EUR zijnde een bedrag van 19.011.384 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2009) vermenigvuldigd met een factor 1,0182600 (groeivoet 2009/2008 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen)

Pour l’ONSS: 19.173.685 milliers EUR, soit un montant de 19.011.384 milliers EUR (besoins 2009 corrigés) multiplié d’un facteur 1,0182600 (taux de croissance 2009/2008 des cotisations) et ensuite diminué de 184.847 milliers EUR (suppression des carrières mixtes).

Voor RSVZ: 1.911.828 duizend EUR zijnde een bedrag van 1.630.120 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2009) vermenigvuldigd met een factor 1,05242002 (groeivoet 2009/2008 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend EUR (administratiekosten VI’s).

Pour l’INASTI: 1.911.828 milliers EUR, soit un montant de 1.630.120 milliers EUR (besoins 2009 corrigés) multiplié d’un facteur 1,05242002 (taux de croissance 2009/2008 des cotisations) et ensuite augmenté de 184.847 milliers EUR (suppression carrières mixtes) et de 11.410 milliers EUR (frais d’administration O.A.).

De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 1.953.583 duizend EUR en wordt voor 1.776.451 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 177.132 duizend EUR aan de RSVZ.

Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 1.953.583 milliers EUR et est attribué pour 1.776.451 milliers EUR à l’ONSS et pour 177.132 milliers EUR à l’INASTI.

De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging werd als volgt vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR:

L’objectif budgétaire des soins de santé a été fixé à 24.249.164 milliers EUR, comme suit:

(In duizend EUR) (En milliers EUR)

Globale begrotingsdoelstelling 2009 (1)

23.084.470 Objectif budgétaire global 2009 (1)

Exogene uitgaven 2009 Dépenses exogènes 2009

Algebraïsche verschillen 2009 -107.456 Différences algébriques 2009

Subtotaal 22.977.014 Sous-total

Wettelijke groeinorm 4,5 % 1.033.966 Norme de croissance légale 4,5 %

Subtotaal 24.010.980 Sous-total

Inflatie 1,2 % 288.132 Inflation 1,2 %

Subtotaal 24.299.112 Sous-total

Algebraïsche verschillen 2010 -49.948 Différences algébriques 2010

Globale begrotingsdoelstelling 2010 24.249.164 Objectif budgétaire global 2010

(1) De exogene uitgaven inbegrepen (1) Y compris les dépenses exogènes

I. Algemene toelichting I. Exposé général

80

Page 89: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2009, die 23.084.470 duizend EUR bedroeg, betekent dit een verhoging met 5,05 %.

Au regard de l’objectif budgétaire global de 2009 qui s’élevait à 23.084.470 milliers EUR, cela représente une augmentation de 5,05 %.

Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 294.000 duizend EUR voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging en een bijkomend bedrag van 5.500 duizend EUR vanuit de referentiebedragen die ingevorderd zullen worden bij de ziekenhuizen in de loop van 2010 in toepassing van artikel 56 ter van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Dans le cadre de l’objectif budgétaire global, un montant de 294.000 milliers EUR est prévu pour le Fonds pour l’avenir des soins de santé et un montant supplémentaire de 5.500 milliers EUR provenant des montants de référence qui seront récupérés auprès des hôpitaux courant 2010 en application de l'article 56ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.

De bovenvermelde globale begrotings-doelstelling 2010 werd op 13 oktober 2009 vastgesteld door de Algemene Raad van het RIZIV, waarin de regering, de sociale partners en de ziekenfondsen vertegenwoordigd zijn.

L’objectif budgétaire global pour 2010, mentionné ci-dessus, a été fixé le 13 octobre 2009 par le Conseil général de l’INAMI où sont représentés le Gouvernement, les partenaires sociaux et les mutualités.

Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden voor een globaal bedrag van 304.981 duizend EUR. Hiervan is 186.547 duizend EUR voorgesteld door het verzekeringscomité en 118.434 duizend EUR door de regering.

Un certain nombre de nouvelles initiatives ont été retenues pour un montant global de 304.981 milliers EUR. Le Comité de l’assurance a proposé des initiatives pour 186.547 milliers EUR et le gouvernement en a proposé pour 118.434 milliers EUR.

De tabel hieronder geeft de verdeling van de nieuwe initiatieven tussen de grote rubrieken van de begroting van geneeskundige verzorging.

Le tableau ci-dessous donne la ventilation des nouvelles initiatives dans les rubriques principales du budget des soins de santé.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

81

Page 90: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(In duizend EUR) (En milliers EUR)

Geneesheren 67.104 Médecins

Tandartsen 8.392 Dentistes

Farmaceutische verstrekkingen 13.487 Prestations pharmaceutiques

Vroedvrouwen 56 Accoucheuses

Verpleegkundigen 10.539 Infirmiers

Kinesitherapeuten 12.364 Kinésithérapeutes

Bandagisten en orthopedisten 7.845 Bandagistes et orthopédistes

Opticiens 3.753 Opticiens

Audiciens 281 Audiciens

Totaal ligdagprijs ziekenhuizen 111.728 Total prix de journée hôpitaux

Geestelijke gezondheidszorg 2.213 Soins de santé mentale

RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 36.367 MRS/MRPA/Centres de soins de jour

Revalidatie 15.451 Rééducation fonctionnellePalliatieve zorgen 830 Soins palliatifs

Chronische patiënten 10.000 Patients chroniques

Verplaatsingsvergoedingen 3.570 Indemnités de déplacement

Aanpassingen verzekerbaarheid 1.000 Adaptations au assurabilité

TOTAAL 304.981 TOTAL

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 1.187 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 1.187 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 13.227 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 13.227 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die vastgesteld is op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90% voor het stelsel van de

Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs

I. Algemene toelichting I. Exposé général

82

Page 91: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.

indépendants.

De stabiliteitsprovisie wordt vastgesteld op 49.730 duizend EUR voor 2010. Zij zal niet worden gefinancierd voor zover de technische ramingen 2010 de uitgaventrend bevestigen. In het tegenovergestelde geval zal het saldo gefinancierd worden door een bijkomende inbreng van de alternatieve financiering.

La provision de stabilité est fixée à 49.730 milliers EUR pour 2010. Elle ne sera pas financée pour autant que les estimations techniques 2010 confirment le trend des dépenses. Dans le cas contraire, le solde sera financé par un apport supplémentaire du financement alternatif.

2011 2011

De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:

Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):

Voor RSZ: 18.989.144 duizend EUR zijnde een bedrag van 19.358.532 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2010) vermenigvuldigd met een factor 0,9906200 (groeivoet 2010/2009 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 187.805 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen).

Pour l’ONSS: 18.989.144 milliers EUR, soit un montant de 19.358.532 milliers EUR (besoins 2010 corrigés) multiplié d’un facteur 0,9906200 (taux de croissance 2010/2009 des cotisations) et ensuite diminué de 187.805 milliers EUR (suppression des carrières mixtes).

Voor RSVZ: 1.943.269 duizend EUR zijnde een bedrag van 1.715.571 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2010) vermenigvuldigd met een factor 1,01660248 (groeivoet 2010/2009 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 187.805 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend EUR (administratiekosten VI’s).

Pour l’INASTI: 1.943.269 milliers EUR, soit un montant de 1.715.571 milliers EUR (besoins 2010 corrigés) multiplié d’un facteur 1,01660248 (taux de croissance 2010/2009 des cotisations) et ensuite augmenté de 187.805 milliers EUR (suppression carrières mixtes) et de 11.410 milliers EUR (frais d’administration O.A.).

De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 3.523.309 duizend EUR en wordt voor 3.196.221 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 327.088 duizend EUR aan de RSVZ.

Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 3.523.309 milliers EUR et est attribué pour 3.196.221 milliers EUR à l’ONSS et pour 327.088 milliers EUR à l’INASTI.

De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging word geschat op 25.798.853 duizend EUR.

L’objectif budgétaire des soins de santé est estimé à 25.798.853 milliers EUR.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

83

Page 92: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(In duizend EUR) (En milliers EUR)

Globale begrotingsdoelstelling 2010 (1)

24.249.164 Objectif budgétaire global 2010 (1)

Exogene uitgaven 2010 Dépenses exogènes 2010

Algebraïsche verschillen 2010 49.948 Différences algébriques 2010

Subtotaal 24.299.112 Sous-total

Wettelijke groeinorm 4,5 % 1.093.460 Norme de croissance légale 4,5 %

Subtotaal 25.392.572 Sous-total

Inflatie 1,6 % 406.281 Inflation 1,6 %

Globale begrotingsdoelstelling 2011 25.798.853 Objectif budgétaire global 2011

(1) De exogene uitgaven inbegrepen (1) Y compris les dépenses exogènes

Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2010, die 24.249.164 duizend EUR bedroeg, betekent dit een verhoging met 6,39 %.

Au regard de l’objectif budgétaire global de 2010 qui s’élevait à 24.249.164 milliers EUR, cela représente une augmentation de 6,39 %.

Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 284.000 duizend EUR voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging en een bijkomend bedrag van 5.000 duizend EUR vanuit de referentiebedragen die ingevorderd zullen worden bij de ziekenhuizen in de loop van 2011 in toepassing van artikel 56ter van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Dans l’objectif budgétaire global, un montant de 284.000 milliers EUR est prévu pour le Fonds pour l’avenir des soins de santé et un montant supplémentaire de 5.000 milliers EUR provenant des montants de référence qui seront récupérés auprès des hôpitaux courant 2011 en application de l'article 56ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.

De regering zal in de toekomstige programmawet de belasting op het zakencijfer 2010 van de farmaceutica-industrie bevestigen. De belastingsvoet wordt voor de jaren 2010 en 2011 vastgesteld op 6.73% + 1% conjunctureel gebonden aan het tekort van de sociale zekerheid.

Le Gouvernement confirmera, dans la future loi programme, la taxe sur le chiffre d'affaires 2010 de l'industrie pharmaceutique. Le taux de cette taxe est, pour les années 2010 et 2011, fixé à 6.73% + 1% conjoncturel lié au déficit de la sécurité sociale.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 1.187 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 1.187 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 13.227 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 13.227 milliers EUR sont momentanément affectés à

I. Algemene toelichting I. Exposé général

84

Page 93: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

verzorging. l’INAMI-Soins de santé.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 van de gezondheidszorg die vastgesteld is op 25.798.853 duizend EUR, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.

Dans l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé à 25.798.853 milliers EUR, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2001 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs indépendants.

De stabiliteitsprovisie wordt vastgesteld op 49.730 duizend EUR voor 2011. Zij zal niet worden gefinancierd voor zover de technische ramingen 2011 de uitgaventrend bevestigen. In het tegenovergestelde geval zal het saldo gefinancierd worden door een bijkomende inbreng van de alternatieve financiering.

La provision de stabilité est fixée à 49.730 milliers EUR pour 2011. Elle ne sera pas financée pour autant que les estimations techniques 2011 confirment le trend des dépenses. Dans le cas contraire, le solde sera financé par un apport supplémentaire du financement alternatif.

 

Aangezien de kwestie met betrekking tot de dubbele prefinanciering gebonden aan de internationale verdragen op 31 december 2010 niet definitief zal opgelost zijn door een structureel verbeteringsmechanisme, zal een bedrag van 116.000 duizend EUR worden afgetrokken van de financieringsbehoeften van het RIZIV vanaf 2011. Deze bedragen zullen ook geneutraliseerd worden in de basis die dient voor de berekening van de financiële verantwoordelijkheid van de VI.

Dès lors que la question du double préfinancement lié aux conventions internationales ne sera pas définitivement résolue par un mécanisme structurel de correction au 31 décembre 2010, un montant de 116.000 milliers EUR sera déduit des besoins de financement de l’INAMI à partir de 2011. Ces montants seront également neutralisés dans la base servant à calculer la responsabilisation financière des OA.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

85

Page 94: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bijdragen 825.554 865.093 919.581 Cotisations Gewone bijdragen Cotisations ordinaires Loonmatiging Modération salariale Specifieke bijdragen 825.554 865.093 919.581 Cotisations spécifiques

Alternatieve financiering 2.490.577 2.453.450 2.464.876 Financement alternatif Btw 1.656.994 1.609.313 1.609.313 TVA Accijnzen tabak 703.583 714.137 725.563 Accises tabac Andere 130.000 130.000 130.000 Autres

Toegewezen ontvangsten 1.138.026 991.244 1.005.744 Recettes affectées

Externe overdrachten 372 372 372 Transferts externes

Opbrengsten beleggingen 4.894 4.130 4.130 Revenus de placements

Diversen 332.998 374.592 393.070 Divers

Eigen ontvangsten 4.792.421 4.688.881 4.787.773 Recettes propres

RSZ - Globaal beheer 20.262.142 20.950.136 22.185.365 ONSS - Gestion globale Basisbedrag 18.829.269 19.173.685 18.989.144 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (1) 894.346 1.776.451 3.196.221 Financement alternatif complémentaire (1)

Afrekening voorgaande jaren 538.527 Décompte années antérieures

RSVZ - Globaal beheer 1.947.920 2.088.960 2.270.357 INASTI - Gestion globale Basisbedrag 1.823.645 1.911.828 1.943.269 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (2) 86.619 177.132 327.088 Financement alternatif complémentaire (2)

Afrekening voorgaande jaren 37.657 Décompte années antérieures

RSVZ - Gemengde loopbanen 116.284 120.119 123.662 INASTI - Carrières mixtes

Overdrachten - GFB 22.326.346 23.159.215 24.579.384 Transferts - GFG

Totaal lopende ontvangsten 27.118.767 27.848.096 29.367.157 Total recettes courantes

Recettes Courantes 2011 2009 2010

TABLEAU IV.1

(In duizend EUR) (En milliers EUR)

Budget de l'INAMI-Soins de santé 2009-2011

Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2009-2011

(1) 2009: Initieel bedrag was 949.063 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009.

(2) 2009: Initieel bedrag was 92.524 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009.

TABEL IV.1

Lopende Ontvangsten

(1) 2009: Le montant initial était de 949.063 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009.(2) 2009: Le montant initial était de 92.524 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

86

Page 95: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Prestaties 22.784.618 24.249.164 25.798.853 Prestations

Betalingskosten Frais de paiement

Beheerskosten 955.016 985.118 1.018.735 Frais d'administration Centrale instellingen 98.507 101.182 98.097 Organismes centraux Diensten derden 856.509 883.936 920.638 Services tiers

Externe overdrachten 1.658.194 1.610.513 1.610.513 Transferts externes

Intrestlasten Charges d'intérêts

Diversen 838.550 353.801 200.056 Divers

Uitgaven vóór overdrachten GFB 26.236.378 27.198.596 28.628.157 Dépenses avant transferts GFG

RSZ - Globaal beheer 275.987 584.550 665.100 ONSS - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 269.550 260.100 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 315.000 405.000 Contribution objectif budgétaire SS

RSVZ - Globaal beheer 30.665 64.950 73.900 INASTI - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 29.950 28.900 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 35.000 45.000 Contribution objectif budgétaire SS

Overdrachten - GFB 306.652 649.500 739.000 Transferts - GFG

Totaal lopende uitgaven 26.543.030 27.848.096 29.367.157 Total dépenses courantes

Saldo lopende rekeningen 575.737 0 0 Solde comptes courants

Ontvangsten 459 Recettes

Uitgaven 12 Dépenses

Saldo kapitaalrekeningen 447 Solde comptes de capital

Budgettair resultaat 576.184 0 0 Résultat budgétaire

Voorlopige afsluiting vorige jaar 293.897 0 0 Clôture provisoire année précédente

Definitieve afsluiting ander jaar 282.287 0 0 Clôture définitive autre année

Variatie provisiefonds geneesmiddelen -447 0 0 Variation du fonds provisionnel médicaments

TOTAAL 575.737 0 0 TOTAL

Lopende Uitgaven Dépenses Courantes 2009 2011 2010

Toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen

Affectation du soldedes comptes courants

Kapitaalrekeningen Comptes de Capital 2009 2011

2009 2011

2010

2010

(In duizend EUR) (vervolg) (En milliers EUR) (suite)

TABEL IV.1 TABLEAU IV.1

Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2009-2011

Budget de l'INAMI-Soins de santé 2009-2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général

87

Page 96: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 97: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK V CHAPITRE V

DE ANDERE REGELINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID

LES AUTRES REGIMES DE SECURITE SOCIALE

De overzeese sociale zekerheid La sécurité sociale d’Outre-mer

De DOSZ beheert twee regelingen van sociale zekerheid: de regeling van de wet van 16 juni 1960 en de regeling van de wet van 17 juli 1963. De begroting van de DOSZ wordt voorge-steld in tabel V.1.

L’OSSOM gère deux régimes de sécurité so-ciale: le régime de la loi du 16 juin 1960 et le régime de la loi du 17 juillet 1963. Le budget de l’OSSOM est présenté dans le tableau V.1.

In 2010 zal de DOSZ 63.572 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 371.928 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 316.977 duizend EUR.

En 2010, l’OSSOM percevra 63.572 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 371.928 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 316.977 milliers EUR.

In 2011 zal de DOSZ 63.572 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 383.408 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 328.447 duizend EUR.

En 2011, l’OSSOM percevra 63.572 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 383.408 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 328.447 milliers EUR.

Andere regelingen van sociale zekerheid Autres régimes de sécurité sociale

In de tabellen V.2 tot V.4 worden de begrotin-gen van de takken en instellingen van de socia-le zekerheid besproken die niet behoren tot bei-de globale beheren maar die in de nationale rekeningen wel tot de sector sociale zekerheid worden gerekend.

Les tableaux V.2 jusque V.4 présentent les bud-gets des branches et des organismes de sécuri-té sociale qui ne font pas partie des gestions globales mais qui, dans les comptes nationaux, sont comptés dans la sécurité sociale.

Voor de RSZ-PPO gaat het over de begroting van de gezinsbijslag, de verschillende pools voor pensioenen, het egalisatiefonds, de collec-tieve sociale dienst, de GECO’s, de veiligheids-contracten, de syndicale premies en de beleg-gingsinkomsten.

Pour l’ONSS-APL, il s’agit du budget des pres-tations familiales, des différents pools de pen-sions, du fonds d’égalisation, du service social collectif, des contractuels subventionnés, des contrats de sécurités, des primes syndicales et des revenus de placements.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

89

Page 98: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2010 2011 2009 (II)-(I) 2010 / 2009 2011 / 2010

Begrotings-controle /Contrôle

budgétaire

(I)

Aanpassing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)

(II)

Initieel /Initial

Initieel /Initial

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

Bijdragen 58.502 58.502 63.572 63.572 0 5.070 0 Cotisations

Staatstoelagen 319.568 319.559 316.977 328.447 -9 -2.582 11.470 Subventions de l'Etat

Alternatieve financiering Financement alternatif

Toegewezen ontvangsten 2.210 2.210 2.410 2.410 0 200 0 Recettes affectées

Externe overdrachten 2.140 2.140 2.300 2.300 0 160 0 Transferts externes

Opbrengsten beleggingen 3.055 3.055 2.965 2.965 0 -89 0 Revenus de placements

Diversen 3.571 3.571 4.010 4.010 0 439 0 Divers

Totaal lopende ontvangsten 389.045 389.036 392.235 403.705 -9 3.199 11.470 Total recettes courantes

2010 2011 2009 (II)-(I) 2010 / 2009 2011 / 2010

Begrotings-controle /Contrôle

budgétaire

(I)

Aanpassing(sept. 2009) /Adaptation(sept. 2009)

(II)

Initieel /Initial

Initieel /Initial

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

In absolute cijfers /

En chiffres absolus

Prestaties 369.043 368.964 371.928 383.408 -79 2.964 11.481 Prestations

Betalingskosten 25 25 20 20 0 -5 0 Frais de paiement

Beheerskosten 11.761 12.723 12.630 12.619 962 -92 -11 Frais d'administration

Externe overdrachten 2.973 2.973 3.068 3.068 0 95 0 Transferts externes

Intresten op leningen 887 887 831 831 0 -56 0 Intérêts sur emprunts

Diversen 4.200 4.595 3.627 3.627 395 -968 0 Divers

Totaal lopende uitgaven 388.889 390.167 392.104 403.574 1.278 1.937 11.470 Total dépenses courantes

Saldo lopende rekeningen 156 -1.131 131 131 -1.287 1.262 0 Solde comptes courants

Recettes CourantesLopende Ontvangsten

Dépenses Courantes Lopende Uitgaven

2009

2009

(En milliers EUR)

TABLEAU V.1

Budget de l'OSSOM 2009-2011

TABEL V.1

Begroting van de DOSZ 2009-2011 (In duizend EUR)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

90

Page 99: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

R

ecet

tes

Co

ura

nte

s

Bijd

rag

en

1.08

711

.447

32.9

541.

928.

174

45.7

6655

.486

1.41

9.41

23.

494.

326

Co

tisa

tio

ns

Sta

atst

oel

agen

S

ub

ven

tio

ns

de

l'Eta

t In

de

pres

tatie

s

D

ans

les

pres

tatio

ns

In d

e la

sten

van

leni

ngen

A

utre

s

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

10.0

00

40.9

0284

.628

135.

530

Fin

ance

men

t al

tern

atif

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

26

0.90

4

260.

904

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

71

100

4.

385

90.7

4620

.000

11

5.30

2T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

52.5

00

120

70.2

7014

530

2

123.

337

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

64

1.

037

6.63

6

2.67

210

.410

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

53

.722

21.5

4733

.074

2.30

5.67

222

7.92

175

.789

1.42

2.08

44.

139.

809

Rec

ette

s p

rop

res

Inte

rne

over

drac

hten

74.4

49

74.4

49T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

53

.722

21.5

4733

.074

2.38

0.12

122

7.92

175

.789

1.42

2.08

44.

214.

258

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

Lo

pen

de

Uit

gav

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

D

épen

ses

Co

ura

nte

s

Pre

stat

ies

23.8

2020

.202

28.8

822.

096.

145

221.

177

54.2

431.

416.

308

3.86

0.77

6P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

53

6014

6

259

Fra

is d

e p

aiem

ent

Beh

eers

kost

en

15.8

22

3.70

417

.032

37.5

5494

25.

776

80.8

30F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

15.8

22

3.70

417

.032

37.5

5494

25.

776

80.8

30O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

S

ervi

ces

tiers

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

18

.412

290.

489

4.00

6

31

2.90

7T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

Ch

arg

es d

'inté

rêts

Div

erse

n

74

429

3.51

7

4.02

0D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

58

.180

20.2

0233

.075

2.40

7.32

926

2.73

755

.185

1.42

2.08

44.

258.

792

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

Inte

rne

over

drac

hten

74.4

49

74.4

49T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

58

.180

20.2

0233

.075

2.48

1.77

826

2.73

755

.185

1.42

2.08

44.

333.

241

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-4.4

581.

345

-1-1

01.6

57-3

4.81

620

.604

0-1

18.9

83S

old

e co

mp

tes

cou

ran

ts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

C

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

Rec

ette

s

Uit

gav

en

00

00

00

00

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

00

0S

old

e co

mp

te d

e ca

pit

al

Res

ult

aat

-4.4

581.

345

-1-1

01.6

57-3

4.81

620

.604

0-1

18.9

83R

ésu

ltat

(E

n m

illie

rs E

UR

) (a

dapt

atio

n se

ptem

bre

2009

)

TA

BLE

AU

V.2

Bu

dg

et d

es a

utr

es r

égim

es d

e la

séc

uri

té s

oci

ale

2009

TA

BE

L V

.2

Beg

roti

ng

van

de

and

ere

reg

elin

gen

van

so

cial

e ze

kerh

eid

200

9 (

In d

uize

nd E

UR

) (a

anpa

ssin

g se

ptem

ber

2009

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

91

Page 100: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

R

ecet

tes

Co

ura

nte

s

Bijd

rag

en

1.12

711

.945

27.2

611.

957.

070

45.3

8855

.242

1.41

9.08

33.

517.

115

Co

tisa

tio

ns

Sta

atst

oel

agen

S

ub

ven

tio

ns

de

l'Eta

t In

de

pres

tatie

s

D

ans

les

pres

tatio

ns

In d

e la

sten

van

leni

ngen

A

utre

s

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

10.0

00

40.9

0284

.389

135.

291

Fin

ance

men

t al

tern

atif

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

25

9.88

8

259.

888

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

70

100

4.

519

106.

576

20.0

00

131.

265

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

53.0

0010

017

850

.270

9029

5

103.

933

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

57

1.

037

6.74

8

2.72

110

.563

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

54

.254

22.1

4527

.439

2.31

3.68

624

3.19

175

.537

1.42

1.80

34.

158.

055

Rec

ette

s p

rop

res

Inte

rne

over

drac

hten

42.4

50

42.4

50T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

54

.254

22.1

4527

.439

2.35

6.13

624

3.19

175

.537

1.42

1.80

34.

200.

505

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

Lo

pen

de

Uit

gav

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

D

épen

ses

Co

ura

nte

s

Pre

stat

ies

23.2

0520

.202

22.9

732.

095.

226

219.

442

55.4

461.

415.

848

3.85

2.34

2P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

48

6014

6

254

Fra

is d

e p

aiem

ent

Beh

eers

kost

en

7.89

1

3.76

816

.079

38.9

1598

35.

955

73.5

91F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

7.89

1

3.76

816

.079

38.9

1598

35.

955

73.5

91O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

S

ervi

ces

tiers

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

17

.453

319.

202

4.11

8

34

0.77

3T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

Ch

arg

es d

'inté

rêts

Div

erse

n

90

429

3.63

2

4.15

1D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

48

.687

20.2

0227

.230

2.43

4.28

526

2.47

556

.429

1.42

1.80

34.

271.

111

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

Inte

rne

over

drac

hten

42.4

50

42.4

50T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

48

.687

20.2

0227

.230

2.47

6.73

526

2.47

556

.429

1.42

1.80

34.

313.

561

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

5.56

71.

943

209

-120

.599

-19.

284

19.1

080

-113

.056

So

lde

com

pte

s co

ura

nts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

C

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

Rec

ette

s

Uit

gav

en

00

00

00

00

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

00

0S

old

e co

mp

te d

e ca

pit

al

Res

ult

aat

5.56

71.

943

209

-120

.599

-19.

284

19.1

080

-113

.056

Rés

ult

at

(E

n m

illie

rs E

UR

)

TA

BLE

AU

V.3

Bu

dg

et d

es a

utr

es r

égim

es d

e la

séc

uri

té s

oci

ale

2010

TA

BE

L V

.3

Beg

roti

ng

van

de

and

ere

reg

elin

gen

van

so

cial

e ze

kerh

eid

201

0 (

In d

uize

nd E

UR

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

92

Page 101: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

R

ecet

tes

Co

ura

nte

s

Bijd

rag

en

1.12

711

.945

27.2

611.

998.

150

45.9

9257

.074

1.44

7.35

23.

588.

902

Co

tisa

tio

ns

Sta

atst

oel

agen

S

ub

ven

tio

ns

de

l'Eta

t In

de

pres

tatie

s

D

ans

les

pres

tatio

ns

In d

e la

sten

van

leni

ngen

A

utre

s

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

10.0

00

40.9

0285

.379

136.

281

Fin

ance

men

t al

tern

atif

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

26

0.49

0

260.

490

Rec

ette

s af

fect

ées

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

40

100

4.

689

176.

402

20.0

00

201.

231

Tra

nsf

erts

ext

ern

es

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

54.0

0010

017

850

.270

3629

3

104.

877

Rev

enu

s d

e p

lace

men

ts

Div

erse

n

57

1.

037

6.74

8

2.77

810

.620

Div

ers

Eig

en o

ntv

ang

sten

55

.224

22.1

4527

.439

2.35

5.53

831

4.55

777

.367

1.45

0.13

04.

302.

400

Rec

ette

s p

rop

res

Inte

rne

over

drac

hten

35.6

11

35.6

11T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

55

.224

22.1

4527

.439

2.39

1.14

931

4.55

777

.367

1.45

0.13

04.

338.

011

To

tal r

ecet

tes

cou

ran

tes

Lo

pen

de

Uit

gav

en

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

D

épen

ses

Co

ura

nte

s

Pre

stat

ies

22.6

0520

.202

12.9

702.

197.

159

220.

964

57.1

101.

444.

091

3.97

5.10

1P

rest

atio

ns

Bet

alin

gsk

ost

en

48

6014

6

254

Fra

is d

e p

aiem

ent

Beh

eers

kost

en

7.93

3

3.76

816

.041

38.6

3998

36.

039

73.4

03F

rais

d'a

dm

inis

trat

ion

C

entr

ale

inst

ellin

gen

7.93

3

3.76

816

.041

38.6

3998

36.

039

73.4

03O

rgan

ism

es c

entr

aux

Die

nste

n de

rden

S

ervi

ces

tiers

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

16

.658

344.

196

63.3

18

42

4.17

2T

ran

sfer

ts e

xter

nes

Intr

estl

aste

n

Ch

arg

es d

'inté

rêts

Div

erse

n

30

429

3.63

2

4.09

1D

iver

s

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

47

.275

20.2

0217

.227

2.56

1.17

432

2.92

158

.092

1.45

0.13

04.

477.

021

Dép

ense

s av

ant

tran

sfer

ts

inte

rnes

Inte

rne

over

drac

hten

35.6

11

35.6

11T

rans

fert

s in

tern

es

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

47

.275

20.2

0217

.227

2.59

6.78

532

2.92

158

.092

1.45

0.13

04.

512.

632

To

tal d

épen

ses

cou

ran

tes

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

7.94

91.

943

10.2

12-2

05.6

36-8

.364

19.2

750

-174

.621

So

lde

com

pte

s co

ura

nts

Kap

itaa

lrek

enin

gen

FA

OK

apit

alis

atie

/F

AT

Cap

ital

isat

ion

FB

ZA

sbes

tfo

nd

s /

FM

PF

on

ds

amia

nte

FB

ZS

ecto

r P

PO

/ F

MP

Sec

teu

r A

PL

RS

ZP

PO

/ O

NS

SA

PL

RV

A -

Bu

iten

glo

baa

l beh

eer

/ O

NE

m -

Ho

rsg

esti

on

glo

bal

e

FC

UD

/ F

ES

C

F. B

est.

Zek

.S

ald

o R

SZ

/ F

. Séc

. Exi

st.

So

lde

ON

SS

TO

TA

AL

/T

OT

AL

C

om

pte

s d

e C

apit

al

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

Rec

ette

s

Uit

gav

en

00

00

00

00

Dép

ense

s

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

00

0S

old

e co

mp

te d

e ca

pit

al

Res

ult

aat

7.94

91.

943

10.2

12-2

05.6

36-8

.364

19.2

750

-174

.621

Rés

ult

at

(E

n m

illie

rs E

UR

)

TA

BLE

AU

V.4

Bu

dg

et d

es a

utr

es r

égim

es d

e la

séc

uri

té s

oci

ale

2011

TA

BE

L V

.4

Beg

roti

ng

van

de

and

ere

reg

elin

gen

van

so

cial

e ze

kerh

eid

201

1 (

In d

uize

nd E

UR

)

I. Algemene toelichting I. Exposé général

93

Page 102: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 103: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK VI CHAPITRE VI

DE SOCIALE BIJSTAND L’ASSISTANCE SOCIALE

Dit gedeelte behandelt de bijstandsregelingen die met algemene middelen worden gefinan-cierd, namelijk de inkomensgarantie voor oude-ren, het leefloon en de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De maatschappe-lijke dienstverlening die door de OCMW's aan asielzoekers wordt toegekend, is eveneens op-genomen in dit hoofdstuk, uitgezonderd wat de opvanginitiatieven aangaat. Het residueel stel-sel van de gewaarborgde gezinsbijslag, dat vol-ledig ten laste is van de kinderbijslagregeling voor werknemers, komt hier dus niet aan bod, maar wel in het gedeelte betreffende de sociale zekerheid voor werknemers.

Cette partie traite des régimes d’assistance fi-nancés par des moyens généraux, à savoir la garantie de revenus aux personnes âgées, le revenu minimum d’intégration et les allocations aux personnes handicapées. L’aide sociale ac-cordée aux demandeurs d’asile par les CPAS a également été intégrée dans ce chapitre, sauf pour ce qui a trait aux initiatives d’accueil. Le régime résiduaire des prestations familiales ga-ranties, entièrement à charge du régime d’allocations familiales des travailleurs salariés, n’est donc pas repris ici mais bien dans la partie relative à la sécurité sociale des travailleurs sa-lariés.

De inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

La Garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA)

Deze rubriek dekt de inkomensgarantie, het gewaarborgd inkomen en de verwarmingstoela-ge.

Cette rubrique couvre la garantie de revenu, le revenu garanti et l’allocation de chauffage.

Op 1 januari 2010 zal de inkomensgarantie voor ouderen een welvaartsaanpassing ontvangen van 1,2 %. De kostprijs van deze maatregel be-draagt 9,69 miljoen EUR.

Au 1er janvier 2010, la garantie de revenu aux personnes âgées recevra une adaptation au bien-être de 1,2 %. Le coût de cette mesure s’élève à 9,69 millions EUR.

Het recht op maatschappelijke integratie en de maatschappelijke dienstverlening

Le droit à l’intégration sociale et l’aide sociale

Het betreft, voor het lopende begrotingsjaar, het bedrag van de toelage toegewezen door de federale overheid, waarbij een deel van het leefloon (het vroegere bestaansminimum) en de maatschappelijke dienstverlening toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt terugbetaald.

Il s’agit, pour l’année budgétaire en cours, du montant de la subvention accordée par l’Etat fédéral qui rembourse une partie du revenu d’intégration (ancien minimex) et de l’aide so-ciale octroyés par les centres publics d’action sociale.

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

Allocations aux personnes handicapées

De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties door de Staat gefinancierd zijn.

Le régime des allocations aux handicapés a pour but de venir en aide aux plus démunis d’entre eux. C’est un régime résiduaire de pro-tection sociale non contributif, dont les prestati-ons sont financées par l’Etat.

I. Algemene toelichting I. Exposé général

95

Page 104: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

201

0 2

011

Beg

roti

ng

s-co

ntr

ole

/C

on

trô

leb

ud

gét

aire

(I)

Aap

assi

ng

(sep

t. 2

009)

/A

dap

tati

on

(s

ept.

200

9)

(II)

Init

ieel

/ In

itia

l In

itie

el /

Init

ial

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

Inko

men

sgar

antie

voo

r ou

dere

n 39

0.25

339

0.25

340

7.55

542

0.81

70

0,00

%17

.302

4,43

%13

.262

3,25

%G

aran

tie d

e re

venu

s au

x pe

rson

nes

âgée

s

Leef

loon

54

8.40

454

8.40

457

5.62

957

5.62

90

0,00

%27

.225

4,96

%0

0,00

%R

even

u d'

inté

grat

ion

Maa

tsch

appe

lijke

die

nstv

erle

ning

/ T

oela

gen

OC

MW

's -

wet

van

2 a

pril

1965

26

5.11

426

5.11

433

1.66

533

1.66

50

0,00

%66

.551

25,1

0 %

00,

00 %

Aid

e so

cial

e /

Sub

side

s C

PA

S -

loi d

u 2

avril

196

5

Teg

emoe

tkom

inge

n aa

n pe

rson

en

met

een

han

dica

p 1.

744.

284

1.74

4.28

41.

733.

534

1.78

1.54

60

0,00

%-1

0.75

0-0

,62

%48

.012

2,77

%A

lloca

tions

aux

per

sonn

es

hand

icap

ées

TO

TA

AL

2.

948.

055

2.94

8.05

53.

048.

383

3.10

9.65

70

0,00

%10

0.32

83,

40 %

61.2

742,

01 %

TO

TA

L

TA

BE

L V

I.1

Pre

stat

ies

van

de

stel

sels

so

cial

e b

ijsta

nd

200

9-20

11

(In

dui

zend

EU

R)

2011

/ 20

1020

09 (

II) /

(I)

TA

BLE

AU

VI.1

(E

n m

illie

rs E

UR

)

Pre

stat

ion

s d

es r

égim

es d

'ass

ista

nce

so

cial

e 20

09-2

011

200

9 20

10 /

2009

I. Algemene toelichting I. Exposé général

96

Page 105: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

201

0 2

011

Beg

roti

ng

s-co

ntr

ole

/C

on

trô

leb

ud

gét

aire

(I)

Aan

pas

sin

g(s

ept.

200

9) /

Ad

apta

tio

n(s

ept.

200

9)

(II)

Init

ieel

/ In

itia

l In

itie

el /

Init

ial

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/

En

%

Inko

men

sgar

antie

voo

r ou

dere

n96

.355

98.9

5010

0.44

010

3.05

52.

595

2,69

%1.

490

1,51

%2.

615

2,60

%G

aran

tie d

e re

venu

s au

x pe

rson

nes

âgée

s

Leef

loon

(1)

94.6

2194

.621

100.

004

102.

224

00,

00 %

5.38

35,

69 %

2.22

02,

22 %

Rev

enu

d'in

tégr

atio

n (1

)

Maa

tsch

appe

lijke

die

nstv

erle

ning

/ T

oela

gen

OC

MW

's -

wet

van

2 a

pril

1965

(1)

34.1

6134

.161

48.8

2950

.876

00,

00 %

14.6

6842

,94

%2.

047

4,19

%A

ide

soci

ale

/

S

ubsi

des

CP

AS

- lo

i du

2 av

ril 1

965

(1)

Teg

emoe

tkom

inge

n aa

n pe

rson

en

met

een

han

dica

p (2

)27

5.74

928

4.91

829

0.08

19.

169

3,33

%5.

163

1,81

%-2

90.0

81-1

00,0

0 %

Allo

catio

ns a

ux p

erso

nnes

hand

icap

ées

(2)

TO

TA

AL

500.

886

512.

650

539.

354

256.

155

11.7

642,

35 %

26.7

045,

21 %

6.88

21,

28 %

TO

TA

L

(1)

2009

(aa

npas

sing

sep

tem

ber

2009

): c

ijfer

s va

n de

vor

ige

begr

otin

gsco

ntro

le.

(1)

2009

(ad

apta

tion

sept

embr

e 20

09):

chi

ffres

du

cont

rôle

bud

géta

ire p

récé

dent

.(2

) 20

11: c

ijfer

nog

nie

t bes

chik

baar

.(2

) 20

11: c

hiffr

e pa

s en

core

dis

poni

ble.

200

9 20

11 /

2010

TA

BE

L V

I.2V

olu

mef

acto

ren

van

de

pre

stat

ies

van

de

stel

sels

so

cial

e b

ijsta

nd

200

9-20

11

2010

/ 20

0920

09 (

II) /

(I)

TA

BLE

AU

VI.2

Fac

teu

rs d

e vo

lum

e d

es p

rest

atio

ns

des

rég

imes

d'a

ssis

tan

ce s

oci

ale

2009

-201

1

I. Algemene toelichting I. Exposé général

97

Page 106: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2009 2010 2011

1. IGO 1. GRAPA

- verhoging met 0,8 % van de IGO 1.6.2009 3,76 - augmentation de 0,8 % de la GRAPA

- verhoging met 1,2 % van de IGO 1.1.2010 9,69 - augmentation de 1,2 % de la GRAPA

2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

2. Allocations aux personnes handicapées

- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering

1.6.2009 11,87 - augmentation de 2 % hors index de l' allocation de remplacement de revenus

- verhoging met 4,5 % van de plafonds voor hulp aan bejaarden

1.6.2009 4,20 - augmentation de 4,5 % des plafonds de l'aide à la personne âgée

3. Leefloon 3. Revenu d'intégration

- verhoging met 2 % van het leefloon 1.6.2009 6,65 - augmentation de 2 % du revenu d'intégration

4. Maatschappelijke dienstverlening 4. Aide sociale

(wet 1965 ) (loi 1965)

- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening

1.6.2009 3,33 - augmentation de 2 % de l'aide sociale équivalente

TOTAAL 29,81 9,69 TOTAL

(In miljoen EUR)

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

TABLEAU VI.3

(En millions EUR)

Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)

TABEL VI.3

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)

Corrections sociales - Assistance sociale

Sociale correcties - Sociale bijstand

Van kracht / Prise de

cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

Jaarlijkse kost / Coût

annuel

I. Algemene toelichting I. Exposé général

98

Page 107: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK VII CHAPITRE VII

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDS-SECTOR

LES PENSIONS DU SECTEUR PUBLIC

De overheidssector vormt geen homogeen ge-heel. Er bestaan verschillende categorieën van openbare werkgevers op de verschillende be-leidsniveaus: de federale staat, de ge-meenschappen en gewesten, de provincies, de gemeenten, de openbare instellingen, autono-me overheidsinstellingen, ... Elk van deze over-heden heeft voor haar vast benoemde perso-neelsleden een eigen statuut uitgewerkt.

Le secteur public ne constitue pas un ensem-ble homogène. Il existe différentes catégories d’employeurs publics se situant à des niveaux différents de pouvoir : l’Etat fédéral, les Com-munautés et Régions, les provinces, les com-munes, les institutions publiques, les entrepri-ses publiques autonomes, … Chacune de ces autorités a élaboré un statut propre pour son personnel définitif.

Het pensioenstelsel vormt een onderdeel van het statuut van het personeelslid, zodat elk van deze overheden bevoegd is om het pen-sioenstelsel van haar vastbenoemde perso-neelsleden vast te stellen.

Le régime de pension constituant un des as-pects de la situation statutaire de l’agent, cha-cune de ces autorités est compétente pour fixer le régime de pension de son personnel définitif.

Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen drie soorten van pensioenen van de overheidssector.

Il faut distinguer trois sortes de pensions du secteur public.

De eerste categorie betreft de pensioenen ten laste van de Staatskas. Het betreft de pensi-oenen van de vastbenoemde personeelsleden van de federale overheidsdiensten en de mi-nisteries van gemeenschappen en gewesten, van het onderwijs, van De Post, Belgacom, … De rustpensioenen ten laste van de Staatskas worden gefinancierd door dotaties die inges-chreven zijn in afdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting (zie verder). De overlevingspensioenen worden gefinancierd door de opbrengst van een persoonlijke bijdrage van 7,5 % op de wedde van de vastbenoemde personeelsleden die wordt gestort aan de Pen-sioendienst voor de overheidssector (die de rol van het vroegere Fonds voor Overlevingspensi-oenen overneemt).

La première catégorie concerne les pensions à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des services publics fédé-raux et des ministères des communautés et régions, de l’enseignement, de La Poste, de Belgacom, … Les pensions à charge du Trésor public sont financées par des dotations inscrites dans la division 55 de la section 21 du budget général des Dépenses (voir plus loin). Les pen-sions de survie sont financées par le produit de la retenue d’une cotisation personnelle de 7,5 % sur le traitement des agents définitifs, versée au Service des Pensions du Secteur Public (qui reprend le rôle du Fonds des pensions de sur-vie).

De tweede categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de Staatskas maar die wel zoals deze pensioenen worden berekend. Het betreft de rustpensioenen van de vastbe-noemde personeelsleden van de openbare ins-tellingen die aangesloten zijn bij het pen-sioenstelsel van de wet van 28 april 1958 (de Pool der Parastatalen)1. Het betreft tevens de

La deuxième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public, mais qui sont calculées comme de telles pen-sions. Il s’agit des pensions des agents définitifs des institutions publiques qui sont affiliés au régime de pension de la loi du 28 avril 1958 (le Pool des Parastataux)1. Il s’agit également des agents définitifs des administrations locales qui,

1 Bij de Pool der Parastatalen zijn een aantal openbare instellingen van de federale staat en van gemeens-chappen en gewesten aangesloten (ongeveer 100 in aantal). De aangesloten instelling stort een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen. De persoonlijke bijdrage van 7,5 % wordt gestort aan de

I. Algemene toelichting I. Exposé général

99

Page 108: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

personeelsleden van de plaatselijke besturen die inzake pensioenen aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de pro-vinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO)2.

en matière de pensions, sont affiliées à l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales (ONSSAPL)2.

De derde categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de Staatskas en die bovendien geheel of gedeeltelijk anders worden berekend dan de pensioenen ten laste van de Staatskas. Het betreft hier de pensioenen van de vastbe-noemde personeelsleden van de provincies, de plaatselijke besturen die inzake pensioenen niet aangesloten zijn bij de RSZPPO en de openba-re instellingen die niet aangesloten zijn bij de Pool der Parastatalen. Deze instellingen dienen zelf in te staan voor de financiering en de uitbe-taling van hun pensioenen. Zij dienen niettemin de bepalingen te eerbiedigen die toepasselijk werden gemaakt op alle openbare overheden (absoluut pensioenmaximum, relatief pensi-oenmaximum, cumulatie van een overlevings-pensioen met een rustpensioen, de gewaar-borgde minimumbedragen, de persoonlijke bij-drage voor de financiering van de overlevings-pensioenen van minstens 7,5 % van de wedde).

La troisième catégorie est formée par les pen-sions qui ne sont pas à charge du Trésor public et qui sont, en tout ou en partie, calculées diffé-remment de celles à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des provinces, des administrations locales qui en matière de pensions ne sont pas affiliées à l’ONSSAPL et des organismes d’intérêt public qui ne sont pas affilés au Pool des parastataux. Ces institutions sont tenues à financer et payer eux-mêmes leurs pensions. Elles sont néan-moins tenues de respecter les normes qui ont étés rendues applicables à tous les pouvoirs publics (maximum absolu de pension, maximum relatif de pension, cumul d’une pension de sur-vie avec une pension de retraite, les montants minimums garantis de pension, la contribution personnelle pour le financement des pensions de survie d’au moins 7,5 % du traitement).

De Pensioendienst voor de overheidssector3 is belast met de toekenning en het beheer van de pensioenen van de eerste en tweede categorie. De uitbetaling gebeurt door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven van de Federale Overheids-dienst Financiën.

Le Service des Pensions du Secteur Public3 est chargé de l’attribution et de la gestion des pen-sions de la première et deuxième catégorie. Le paiement est exécuté par le Service Central des Dépenses Fixes du Service publique fédéral Finances.

Tot aan het begrotingsjaar 2005 werden de pensioenen ten laste van de Staatskas onder-gebracht in sectie 21 - organisatie afdeling 51

Jusqu’à l’année budgétaire 2005, les pensions à charge du Trésor public étaient regroupées dans la section 21 – division organique 51 du

Pensioendienst voor de overheidssector en is bestemd voor de financiering van de overlevingspensioenen. De overlevingspensioenen zijn dus ten laste van de Staatskas. 1 Un nombre d’institutions publiques de l’Etat fédéral et des Communautés et Régions sont affiliés au Pool des parastataux (environ 100 en total). Les institutions affiliées versent au Pool des parastataux une cotisation pa-tronale pour le financement des pensions de retraite. La retenue personnelle de 7,5 % est versée au Service des pensions du Secteur Public et est destinée à supporter la charge des pensions de survie. Les pensions de survie sont donc à charge du Trésor public. 2 Bij de RSZPPO zijn een aantal plaatselijke besturen (gemeenten, OCMW’s en intercommunales) aangesloten (ongeveer 1.100 in aantal). Deze storten een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen en een persoonlijke bijdrage van 7,5 % voor de financiering van de overlevingspensioenen. 2 Un nombre d’administrations locales (communes, CPAS et intercommunales) sont affiliées à l’ONSSAPL (environ 1.100 en total). Ces administrations affiliées versent à l’ONSSAPL une cotisation patronale pour le financement des pensions de retraite et une cotisation personnelle de 7,5 % pour le financement des pensions de survie. 3 Sedert 1 januari 2006 heeft de Pensioendienst voor de overheidssector – een federale openbare instelling van cat. A – de bevoegdheden van de Administratie der Pensioenen overgenomen (wet van 12 januari 2006). 3 Depuis le 1er janvier 2006 le Service des Pensions du Secteur Public – une institution publique fédérale de cat. A – a repris les compétences de l’ Administration des Pensions (Loi du 12 janvier 2006).

I. Algemene toelichting I. Exposé général

100

Page 109: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

van de federale begroting. Het betrof hier zowel de vaste kredieten als de variabele kredieten die afkomstig waren van de organieke fondsen (Fonds voor overlevingspensioenen, Pool der Parastatalen, Fonds voor het Evenwicht van de pensioenstelsels). Sinds het begrotingsjaar 2006 werden de vaste en variabele kredieten vervangen door een systeem van dotaties en toegewezen ontvangsten en uitgaven.

budget fédéral. Il s’agissait des crédits fixes et des crédits variables provenant des fonds orga-niques (le Fonds des pensions de survie, le Pool des parastataux, le Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions). Depuis l’année bud-gétaire 2006, les crédits fixes et variables étaient remplacés par un système de dotations et de recettes et dépenses propres.

De dotaties die betrekking hebben op de pensi-oenen ten laste van de Staatskas, zijn gegroe-peerd onder organisatieafdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting. De ont-vangsten en uitgaven van drie gewezen fond-sen, nl. het Fonds voor Overlevingspensioenen (inning van de persoonlijke bijdrage van 7,5 % en financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas), de Pool der Parastatalen (inning van de patronale bijdrage van de aangesloten openbare instellingen en financiering van de rustpensioenen) en het Fonds voor het Even-wicht van de pensioenstelsels (inning van de solidariteitsbijdrage op de pensioenen van de overheidssector en financiering van de pen-sioenen ten laste van de Staatskas) zijn sinds 1 januari 2006 ondergebracht in de parastatale begroting van de Pensioendienst voor de over-heidssector als ontvangsten en uitgaven met bijzondere aanwending.

Les dotations concernant les pensions à char-ge du Trésor public sont rassemblées sous la division organique 55 de la section 21 du bud-get général des Dépenses. Les recettes et dé-penses des trois ex-fonds organiques sont, de-puis le 1er janvier 2006, incorporées dans le budget parastatal du Service des Pensions du Secteur Public comme recettes et dépenses avec affectation spéciale. Il s’agit du Fonds des pensions de survie (perception de la cotisation personnelle de 7,5 % et financement des pen-sions à charge du Trésor public), du Pool des parastataux (perception de la cotisation patro-nale des organismes affiliés et financement des pensions de retraites) et du Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions (perception de la retenue de solidarité sur les pensions du secteur public et financement des pensions à charge du Trésor public).

Voor organisatie afdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting beloopt het bedrag van de dotaties 8.078.227 duizend EUR voor 2010, hetzij een stijging met 2,85 % ten opzich-te van de aangepaste dotaties 2009 (7.854.090 duizend EUR).

Pour la division organique 55 de la section 21 du budget général des Dépenses, le montant des dotations s’élève à 8.078.227 milliers EUR pour 2010, soit une augmentation de 2,58 % par rapport aux dotations adaptées en 2009 (7.854.090 milliers EUR).

Deze stijging is voornamelijk te wijten aan de toename van het aantal gepensioneerden.

Cette augmentation est principalement due à l’accroissement du nombre des pensionnés.

In de groep mensen die vanaf 2010 met pen-sioen gaan zijn er meer dan gemiddeld die een loopbaan bij de overheid bewijzen. Vanaf 1960 werden immers niet enkel veel ambtenaren aangeworven, maar er werd toen ook begonnen met de verdere uitbouw van het onderwijs, waarvoor toen – mede ingevolge de babyboom – vele jongeren werden aangetrokken. Diege-nen die in 1965 en de daaropvolgende jaren aangeworven werden, gaan nu ongeveer met pensioen.

Dans la catégorie de personnes qui prendront leur pension à partir de 2010, une majorité pour-ra valider une carrière dans le secteur public. Depuis 1960, le recrutement des fonctionnaires n’a cessé d’augmenter et le developpement de l’enseignement a provoqué - entre autres à cause du baby-boom – le recrutement de nom-breux jeunes. Or, ce sont les personnes recru-tées depuis 1965 et dans les années qui suivent qui prendront leur pension.

Naast de effecten van de verhoging van het rekruteren merken we ook de effecten van de hogere levensverwachting van de gepen-sioneerden in het algemeen en meer specifiek

En plus des effets de l'augmentation du re-crutement, on observe aussi les effets de l'aug-mentation de l'espérance de vie des pen-sionnés en général et en particulier de celle des

I. Algemene toelichting I. Exposé général

101

Page 110: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

van de vrouwen, die steeds meer verte-genwoordigd zijn in het aantal gepensio-neerden.

femmes, elles aussi de plus en plus repré-sentées dans les effectifs de pensionnés.

Ten slotte merken we ook een stijging van het gemiddeld bedrag van de overheidspen-sioenen: dit vindt zijn oorzaak in de vaststelling dat het bij de uitdovende (deels koloniale) pen-sioenen veelal gaat om kleinere pen-sioenbedragen, alsook dat er bij de nieuwe pensioenen dikwijls supplementen verrekend worden die in de uitdovende pensioenen niet aanwezig zijn.

Enfin, nous constatons également une aug-mentation du taux moyen des pensions du sec-teur public: ce phénomène est dû au fait que le taux moyen des pensions en extinction (les pensions coloniales en particulier) est moins élévé alors que dans le calcul des pensions ré-centes sont pris en compte des suppléments qui ne l’étaient pas dans le calcul des pensions en extinction.

Voor 2010 bedragen de uitgaven inzake de overlevingspensioenen ten laste van de Staats-kas 1.448.239 duizend EUR, hetzij een daling met 1,15 % ten opzichte van de te verwachten realisaties in 2009 (1.465.041 duizend EUR).

Pour 2010, les dépenses en matière de pen-sions de survie s’élèvent à 1.448.239 milliers EUR, soit une diminution de 1,15 % par rapport aux réalisations prévues en 2009 (1.465.041 milliers EUR).

De uitgaven inzake de parastatale rustpensi-oenen bedragen 318.807 duizend EUR, hetzij een stijging van 2,58 % ten opzichte van 2009 (310.782 duizend EUR). Ook deze stijging wordt verklaard door een stijging van het aantal ge-pensioneerden.

Les dépenses en matière de pensions de re-traite parastatales s’élèvent à 318.807 milliers EUR, soit une augmentation de 2,58 % par rap-port au 2009 (310.782 milliers EUR). Cette augmentation est également due à l’augmentation du nombre de pensionnés.

De pensioenen ten laste van de Staatskas kun-nen in 2010 voor een bedrag van 209 783 dui-zend EUR betaald worden door de ontvangsten voor de financiering van het evenwicht der pen-sioenstelsels.

En 2010, un montant de 209.783 milliers EUR en matière de pensions à charge du Trésor pu-blic sera payé par les recettes pour le finance-ment de l’équilibre des régimes de pensions.

Fonds voor de pensioenen van de geïn-tegreerde politie

Fonds des pensions de la police inté-grée

De wet van 6 mei 2002 houdende oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïn-tegreerde politie en houdende bijzondere bepa-lingen op het vlak van sociale zekerheid, heeft bij de Pensioendienst voor de overheidssector een bijzonder fonds opgericht voor de financie-ring van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de politiediensten. Dit fonds draagt de last van deze pensioenen die ingaan vanaf 1 april 2001. Het gedeelte van deze pensioenen dat betrekking heeft op de vóór 1 april 2001 gepresteerde diensttijd bij een afgeschaft politiekorps4 is dus eveneens ten laste van dit fonds.

La loi du 6 mai 2002 portant création du Fonds des pensions de la police intégrée et portant des dispositions particulières en matière de sé-curité sociale, a créé auprès du Service des Pensions du Secteur Public un fonds particulier pour le financement des pensions du personnel définitif des services de police. Ce fonds sup-porte la charge des pensions qui prennent cours à partir du 1er avril 2001. La partie de la pension qui se rapporte aux services prestés avant le 1er avril 2001 auprès d’un corps de police suppri-mé4 est donc également à charge de ce fonds.

4 Het betreft de diensttijd verricht bij de Rijkswacht, de gemeentelijke politie, de gerechtelijke politie, de zee-vaartpolitie, de luchtvaartpolitie, de spoorwegpolitie, de jeugdpolitie, het Hoog Comité van Toezicht, ...

I. Algemene toelichting I. Exposé général

102

Page 111: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De Federale Staat en de 196 politiezones zijn als werkgever ambtshalve bij dit fonds aange-sloten.

L’Etat fédéral et les 196 zones de polices en tant qu’employeurs sont d’office affiliés à ce fonds.

De pensioenlast wordt gedragen door een pa-tronale bijdrage van 20 % en een persoonlijke bijdrage van 7,5 %. De bijdragen voor de per-soneelsleden van de federale politie en van de Algemene inspectie van de federale en lokale politie, worden door de federale overheid rech-tstreeks overgemaakt aan de Pensioendienst voor de overheidssector als beheerder van het Fonds voor de pensioenen van de geïnte-greerde politie. De bijdragen voor de perso-neelsleden van de lokale politiezones worden gestort bij de RSZPPO, die de opbrengst over-maakt aan het fonds.

La charge des pensions est supportée par une cotisation patronale de 20 % et une cotisation personnelle de 7,5 %. Les cotisations pour les agents de la police fédérale et de l’inspection générale de la police fédérale et de la police locale, sont versées par l’autorité fédérale direc-tement au Service des Pensions du Secteur Public qui gère le Fonds des pensions de la police intégrée. Les cotisations pour les agents de la police locale sont versées à l’ONSSAPL qui transfère le produit vers le Fonds.

De uitgaven voor rust- en overlevingspensi-oenen en de tegemoetkomingen in de begra-feniskosten worden begroot op 303.536 dui-zend EUR in 2010. De bijdragen worden ge-raamd op 458.356 duizend EUR in 2010. Het saldo wordt geristorneerd naar rata van 79.000 duizend EUR in 2010 aan de Pensioendienst voor de overheidssector (Ontvangsten voor de financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas) en naar rata van 75.020 duizend EUR in 2010 aan de andere pensioeninstellin-gen die vóór de hervorming de last droegen van de pensioenen van de gemeentelijke politie-agenten.

Les dépenses de pensions de retraite et de sur-vie et de l’indemnité de funérailles sont budgé-tées pour 303.536 milliers EUR en 2010. Les cotisations sont estimées à 458.356 milliers EUR en 2010. Le solde est ristourné au Service des Pensions du Secteur Public (Recettes pour le financement des pensions à charge du Trésor public) à raison de 79.000 milliers EUR en 2010 et à raison de 75.020 milliers EUR en 2010 aux autres acteurs intervenant dans le paiement des pensions des policiers avant la reforme.

Met betrekking tot de pensioenverplichtingen van de NMBS worden hiervoor in 2010 uitgaven voorzien t.b.v. 875.000 duizend EUR, waarvan 632.095 duizend EUR opgenomen is in de dota-tie “pensioenen NMBS”.

En ce qui concerne les obligations de pensions de la SNCB, de dépenses de l’ordre de 875.000 milliers EUR sont prévues en 2010, dont 632.095 milliers EUR sont repris dans la dota-tion «pensions SNCB».

Pensioenen van de benoemde ambtena-ren van de plaatselijke overheidsdien-sten

Pensions des agents nommés des admi-nistrations locales

Een hervorming die zal uitgaan van een even-wicht, tussen enerzijds solidariteit, en anderzijds een verhoogde responsabilisering per bestuur, zal voorgesteld worden voor de begrotingscon-trole 2010 en van een inwerkingtreding op 1/1/2011.

Une réforme qui se fondera sur un équilibre en-tre, d’une part, solidarité, et, d’autre part, une responsabilisation accrue par administration sera proposée en vue du contrôle budgétaire 2010 et d’une entrée en vigueur au 1/1/2011.

4 Il s’agit des services prestés auprès de la gendarmerie, la police communale, la police judiciaire, la police maritime, la police aéronautique, la police des chemins de fer, la police de la jeunesse, le Comité supérieur de contrôle, …

I. Algemene toelichting I. Exposé général

103

Page 112: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

201

0

Beg

roti

ng

s-co

ntr

ole

/C

on

tro

leb

ud

gét

aire

(I)

Aan

pas

sin

g(s

ept.

200

9) /

Ad

apta

tio

n(s

ept.

200

9)

(II)

Init

ieel

/In

itia

l

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/E

n %

In a

bso

lute

ci

jfer

s /

En

ch

iffr

es

abso

lus

In %

/E

n %

1. A

fdel

ing

55

1. D

ivis

ion

55

Pen

sio

end

ien

st v

oo

r d

e O

verh

eid

ssec

tor

Ser

vice

des

Pen

sio

ns

du

Sec

teu

r P

ub

lic

Ten

last

e va

n:A

cha

rge:

dota

tie p

ensi

oene

n va

n de

ope

nbar

e se

ctor

7.04

2.44

97.

042.

449

7.26

0.24

20

0,00

%21

7.79

33,

09 %

de la

dot

atio

n pe

nsio

ns d

u se

cteu

r pu

blic

dota

tie v

ergo

edin

gs-

en o

orlo

gspe

nsio

enen

163.

344

163.

344

147.

812

00,

00 %

-15.

532

-9,5

1 %

de la

dot

atio

n pe

nsio

ns d

e ré

part

ion

et d

e gu

erre

dota

tie r

ente

n ar

beid

song

eval

len

38.4

6938

.469

38.0

780

0,00

%-3

91-1

,02

%de

la d

otat

ion

rent

es a

ccid

ents

du

trav

ail

dota

tie p

ensi

oene

n N

MB

S60

9.82

860

9.82

863

2.09

50

0,00

%22

.267

3,65

%de

la d

otat

ion

pens

ions

SN

CB

To

taal

ten

last

e va

n d

e d

ota

ties

7.85

4.09

07.

854.

090

8.07

8.22

70

0,00

%22

4.13

72,

85 %

To

tal à

ch

arg

e d

es d

ota

tio

ns

2. U

itg

aven

op

gea

ffec

teer

de

on

tvan

gst

en

bes

tem

d v

oo

r d

e fi

nan

cier

ing

van

:2.

Dép

ense

s su

r re

cett

es a

ffec

tées

po

ur

le

fin

ance

men

t:

de o

verle

ving

spen

sioe

nen

ten

last

e va

n de

S

taat

1.46

5.04

11.

465.

041

1.44

8.23

90

0,00

%-1

6.80

2-1

,15

%de

s pe

nsio

ns d

e su

rvie

de

l'Eta

t

de p

aras

tata

le r

ustp

ensi

oene

n31

0.78

231

0.78

231

8.80

70

0,00

%8.

025

2,58

%de

s pe

nsio

ns d

e re

trai

tes

para

stat

ales

de r

ustp

ensi

oene

n te

n la

ste

van

de S

taat

199.

837

199.

837

209.

783

00,

00 %

9.94

64,

98 %

des

pens

ions

de

retr

aite

de

l'Eta

tde

pen

sioe

nen

van

de g

eïnt

egre

erde

pol

itie

438.

012

438.

012

458.

356

00,

00 %

20.3

444,

64 %

des

pens

ions

de

la p

olic

e in

tégr

éede

pen

sioe

nen

van

de N

MB

S23

6.60

823

6.60

824

2.90

50

0,00

%6.

297

2,66

%de

s pe

nsio

ns d

e la

SN

CB

To

taal

ten

last

e va

n d

e to

egew

ezen

o

ntv

ang

sten

2.65

0.28

02.

650.

280

2.67

8.09

00

0,00

%27

.810

1,05

%T

ota

l à c

har

ge

des

rec

ette

s af

fect

ées

TO

TA

LE

UIT

GA

VE

N10

.504

.370

10.5

04.3

7010

.756

.317

00,

00 %

251.

947

2,40

%D

EP

EN

SE

S T

OT

AL

ES

Pen

sio

ns

du

sec

teu

r p

ub

lic 2

009-

2010

(En

mill

iers

EU

R)

2010

/ 20

09

TA

BE

L V

II.1

(In

duiz

end

EU

R)

Pen

sio

enen

van

de

ove

rhei

dss

ecto

r 20

09-2

010

2009

(II)

/ (I

)

TA

BLE

AU

VII.

1

2009

I. Algemene toelichting I. Exposé général

104

Page 113: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

HOOFDSTUK VIII CHAPITRE VIII

DE TEWERKSTELLINGSPROGRAMMA’S VIA DE ACTIVERING VAN DE UITKE-

RINGEN

LES PROGRAMMES D’EMPLOI VIA L’ACTIVATION DES ALLOCATIONS

België heeft een lange traditie van ondersteu-nen van aanwervingen via maatregelen die de loonkost voor de werkgever verlagen. Naast de structurele lastenverlaging die onvoorwaardelijk geldt voor elke werknemer, gaat het daarbij meestal om maatregelen die gecibleerd worden op specifieke doelgroepen van werknemers, die het extra moeilijk hebben om hun plaats op de arbeidsmarkt te veroveren. Daarbij werd tot op heden vooral gewerkt met verminderingen van de patronale socialezekerheidsbijdragen. In een beperkt aantal gevallen wordt dit nog aangevuld met een “activering” van de uitkering die de werknemer genoot vooraleer hij aan het werk ging (meestal een werkloosheidsuitkering of het leefloon). Een deel van die uitkering wordt daarbij gebruikt als een bestanddeel van het loon, waardoor de resterende loonkost voor de werkgever daalt, zonder dat dit leidt tot een da-ling van het nettoloon van de werknemer. België besteedt veel middelen aan deze vorm van ac-tief arbeidsmarktbeleid en de voorbije jaren nam dit toe, ondermeer via de doelgroepkortingen van de socialezekerheidsbijdragen.

La Belgique a une longue tradition de soutien des embauches par le biais de mesures qui di-minuent le coût salarial pour l’employeur. A côté des réductions structurelles de charges qui s’adressent de façon inconditionnelle à chaque travailleur, on retrouve principalement des me-sures qui sont ciblées sur certaines catégories spécifiques de travailleurs qui ont des difficultés particulières d’insertion sur le marché du travail. Ainsi, jusqu’à présent, on a souvent recours à des diminutions de cotisations patronales de sécurité sociale. Dans un nombre plus réduit de cas, ces mesures sont complétées par une « activation » de l’allocation dont le travailleur bénéficiait avant de retrouver du travail (princi-palement une allocation de chômage ou le re-venu d’intégration sociale). Une partie de cette allocation est alors utilisée comme une compo-sante du salaire, ce qui contribue à diminuer le coût salarial qui reste à charge de l’employeur sans entraîner pour autant une baisse du sa-laire net du travailleur. La Belgique a consacré beaucoup de moyens à cette forme de politique active du marché du travail et ces moyens ont encore augmenté au cours des dernières an-nées entre autres via les réductions groupes-cibles de cotisations de sécurité sociale.

Loonlastverlaging via vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid

Réductions des coûts salariaux par des diminutions des cotisations patronales de sécurité sociale

Naast de structurele vermindering van de so-ciale zekerheidsbijdragen werden de verschil-lende doelgroepverminderingen in 2004 gera-tionaliseerd. Er werden twee mogelijke bijdra-geverminderingen ingevoerd (één van 400 EUR per trimester en één van 1.000 EUR) die bo-vendien onderling niet kunnen worden gecom-bineerd. Deze verminderingen worden ingezet voor de volgende doelgroepen:

Les différentes réductions groupes-cibles qui existent à coté de la réduction structurelle des cotisations patronales de sécurité sociale ont été rationalisées en 2004. Deux possibilités de réduction ont été introduites (une de 400 EUR par trimestre et une de 1.000 EUR) qui ne peu-vent pas être combinées entre elles. Ces réduc-tions ont été introduit pour les groupes-cibles suivants :

laaggeschoolde jongeren; les jeunes faiblement qualifiés;

oudere werknemers; les travailleurs âgés;

de eerste aanwervingen die een werkge-ver doet;

la première embauche réalisée par un em-ployeur ;

werknemers die in een stelsel van collec-tieve arbeidsduurvermindering of de vierdagen-week werken;

les travailleurs qui travaillent dans un ré-gime de réduction collective de la durée du tra-vail ou d’un 4/5 temps ;

I. Algemene toelichting I. Exposé général

105

Page 114: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

langdurig werklozen. les chômeurs de longue durée.

In de tweede helft van 2004 kwam er een doel-groep bij namelijk: van de werknemers die het slachtoffer werden van een herstructurering: hun wedertewerkstelling wordt aangemoedigd door een bijdragevermindering voor de nieuwe werkgever en ook voor de werknemer zelf. In 2006 werd nogmaals een doelgroep toege-voegd: de erg laaggeschoolde jongeren. Bo-vendien werden naast de tarieven van 400 en 1.000 EUR ook nieuwe tarieven toegevoegd.

Un groupe-cible a été ajouté au cours du deuxième semestre de 2004, à savoir celui des travailleurs qui ont été victimes d’une restructu-ration : leur réinsertion est encouragée par une réduction de cotisation en faveur du nouvel em-ployeur et aussi en faveur du travailleur. Un nouveau groupe-cible a été défini en 2006, les jeunes très faiblement qualifiés. De nouveaux tarifs de réductions ont été introduits complé-mentairement aux réductions de 400 EUR et de 1.000 EUR.

Een nieuwe vereenvoudigingsoperatie leek dan ook noodzakelijk. Daarbij was het uitgangspunt van de regering om doelgroepmaatregelen die grotendeels samenliepen met het lage-lonen-aspect van de structurele lastenverlaging af te bouwen, en het bespaarde bedrag te gebruiken voor een versterking van die lage-lonen vermin-dering.

Ainsi, une nouvelle opération de simplification paraissait nécessaire. Pour le Gouvernement, le point de départ de cette simplification était une suppression progressive des mesures groupes cibles qui coïncidaient en grande partie avec l’aspect bas salaires de la réduction structurelle, et d’utiliser le montant ainsi économisé pour un renforcement de cette réduction bas salaires.

De sociale partners deden in hun interprofes-sioneel akkoord 2009-2010 een voorstel van vereenvoudiging van de bijdrageverminderin-gen. Dit akkoord voorziet de afschaffing van een aantal doelgroepmaatregelen, de progressieve versterking van de structurele vermindering, met name voor de lage lonen. Deze modificaties moeten gefaseerd worden gerealiseerd. De re-gering heeft in haar verklaring van 31 december 2008 aangegeven dat ze het interprofessioneel akkoord wil uitvoeren.

Dans le cadre de leur accord interprofessionnel 2009-2010, les partenaires sociaux ont avancé une proposition de simplification des réductions des charges. Cet accord prévoit la suppression de certaines mesures ciblées, le renforcement progressif de la réduction structurelle dont no-tamment sa composante bas salaires. Ces mo-difications doivent être réalisées de manière phasée. Le Gouvernement a, dans sa déclara-tion du 31 décembre 2008, indiqué vouloir exé-cuter l’accord interprofessionnel.

Loonlastverlaging via een activering van de werkloosheidsuitkeringen en leefloon

Réductions des coûts salariaux par une activation de l’allocation de chômage et du revenu d’intégration

Bovenop de verminderingen aan te betalen so-ciale zekerheidsbijdragen voor bepaalde doel-groepwerknemers, zijn er ook nog stelsels van activering van uitkeringen. Globaal gezien gaat het binnen de RVA-begroting (dus activering van werkloosheidsuitkeringen, niet van leefloon) in het jaar 2008 om 67.415 werknemers, goed voor een totaal bedrag aan activering van 310,2 miljoen EUR. Voor 2009 wordt een stijging ver-wacht tot 72.500 werknemers, en een totale kost van 333,5 miljoen EUR.

Outre ces réductions de cotisations dues à la sécurité sociale pour différents groupes-cibles, il existe différents régimes d’activation des alloca-tions. Ces activations des allocations de chô-mage (sans l’activation du revenu d’intégration), représentent au niveau du budget de l’ONEm de 2008 un montant total de 310,2 millions EUR pour 67.415 travailleurs. Pour l’année 2009 une légère croissance est attendue : 72.500 travail-leurs pour un montant total de 333,5 millions EUR.

De meest voorkomende stelsels van activering van uitkeringen zijn de volgende:

Les programmes d’activation des allocations les plus importants sont les suivants :

het plan Activa, dat zich richt tot de lang- le plan Activa, qui s’adresse aux chômeurs

I. Algemene toelichting I. Exposé général

106

Page 115: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

durig werkzoekenden en dat van toepassing is op alle werkgevers van de private sector. De duur van activering van de uitkering is afhanke-lijk van de afstand van de werkzoekende tot de arbeidsmarkt, uitgedrukt in inactiviteitsduur. Ou-dere werkzoekenden worden na een kortere werkloosheidsduur dan deze die geldt voor de jongeren opgenomen in het plan Activa. Naast de algemene Activa-regeling zijn er ook speci-fieke stelsels van Activa voor een tewerkstelling in het kader van het lokaal veiligheids-en pre-ventiebeleid (stadswachten). De voorziene uit-gaven voor 2009 voor het Activaplan binnen het budget van de werkloosheidsuitkeringen bedra-gen 184,1 miljoen EUR voor 39.600 gerechtig-den, een status quo ten opzichte van de 39.674 eenheden in 2008. Het gemiddeld maandbe-drag aan geactiveerde uitkering bedraagt 387,46 EUR;

de longue durée et s’applique à tous les em-ployeurs du secteur privé. La durée de l’activation des allocations dépend de la mesure dans laquelle le demandeur d’emploi s’est éloi-gné du marché du travail exprimée en durée d’inactivité. Les demandeurs d’emploi âgés remplissent les conditions d’application du plan Activa après une période de chômage plus courte que celle applicable aux jeunes. Outre le régime général Activa, il existe des régimes spécifiques Activa pour l’occupation dans le cadre de la politique locale de prévention et de sécurité (agents de prévention et de sécurité). Les dépenses prévues pour 2009 pour le plan Activa au sein du budget affecté aux allocations de chômage s’élèvent à 184,1 millions EUR pour 39.600 bénéficiaires, un statu-quo par rap-port aux 39.674 unités en 2008. Le montant mensuel moyen de l’allocation activée est de 387,46 EUR ;

de doorstromingsprogramma’s, een soort variante op het Activastelsel specifiek voor vzw’s en werkgevers uit de overheidssector. Dit stelsel wordt mede gefinancierd door de Ge-westen. In 2009 zullen binnen de RVA-begroting 6.000 personen genieten van zo’n programma voor een begroting van 29,3 miljoen EUR. Dit is een quasi status-quo ten opzichte van 2008 (5.756 eenheden). Binnen dit stelsel bedraagt het gemiddeld maandbedrag aan acti-vering 406,92 EUR;

les programmes de transition profession-nelle, une variante du plan Activa, sont orientés spécifiquement vers les ASBL et les employeurs du secteur public. Ce régime est cofinancé par les Régions. En 2009, 6.000 personnes bénéfi-cieront d’un tel programme pour un budget de 29,3 millions EUR dans le cadre du budget de l’ONEM. Par rapport à 2008, ceci constitue quasi un statu-quo (5.756 unités en 2008). Au sein de ce régime, le montant mensuel moyen

de l’allocation activée est de 406,92 EUR ; de werkhervattingstoeslag die toegekend

wordt aan oudere werklozen die het werk her-vatten. Door die toeslag, een soort forfaitaire werkloosheidsuitkering die cumuleerbaar is met het loon in de nieuwe job, worden oudere werk-lozen aangezet om terug aan het werk te gaan, zelfs aan een lager loon dan dat wat ze voor hun werkloosheid genoten. Bij de evolutie van dit activeringsprogramma mag niet uit het oog verloren worden dat de voorwaarden voor het genot van deze toeslag werden versoepeld met ingang van 1 april 2006, en dit in uitvoering van het generatiepact. Oudere werklozen komen sinds dan onmiddellijk in aanmerking voor deze toeslag, daar waar ze vroeger eerst een jaar werkloos moesten zijn. Een nieuwe aanpassing zal doorgevoerd worden in 2009, waardoor ook 50-plussers die minder dan 20 jaar loopbaan als loontrekkende achter de rug hebben, in aan-merking komen voor die toeslag: het bedrag zou voor die groep wel beperkt worden en de toe-kenning zou maximaal enkele jaren belopen. Daarvoor werd een bijkomend budget voorzien van 3 miljoen EUR. Voor 2009 wordt zodoende gerekend op 10.300 eenheden, goed voor 22,6 miljoen EUR (een belangrijke stijging ten op-zichte van de 4.605 eenheden in 2007 en 7.192

le complément de reprise du travail qui est octroyé aux chômeurs âgés qui reprennent le travail. Grâce à ce complément, qui revient à une allocation de chômage forfaitaire cumulable avec le salaire pour le nouvel emploi, les travail-leurs âgés sont encouragés à reprendre le tra-vail, même à un niveau de salaire inférieur à celui d’avant leur période de chômage. Concer-nant l’évolution de ce programme d’activation, on ne peut perdre de vue qu’en exécution du pacte de solidarité entre les générations les conditions d’application de ce complément ont été assouplies à partir du 1er avril 2006. Depuis lors, les chômeurs âgés entrent immédiatement en ligne de compte pour ce complément, tandis qu’auparavant une période de chômage d’un an était requise. Une nouvelle adaptation est pré-vue en 2009, de sorte que les chômeurs de 50 ans et plus qui n’apportent pas la preuve d’une carrière de 20 ans au moins comme salarié, pourront bénéficier de ce complément : pour ce groupe le montant sera moins élevé et l’octroi sera limité à quelques années au maximum. A cette fin, un budget supplémentaire de 3 mil-lions EUR est inscrit. Pour 2009 on s’attend pro-visoirement à 10.300 bénéficiaires, ce qui cor-respond à une dépense de 22,6 millions EUR

I. Algemene toelichting I. Exposé général

107

Page 116: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

in 2008); (une hausse importante par rapport aux 4.605 unités en 2007 et aux 7.192 unités en 2008);

het Sine-plan, dat zich specifiek richt tot de werkgevers uit de sociale-economie-sector. Dit stelsel is eveneens in sterke groei, mede onder invloed van de groei van het stelsel van de dienstencheques waarop een aantal van de ondernemingen uit de sociale-economie-sector (met inbegrip van PWA’s, OCMW’s en bes-chutte werkplaatsen) intekenden. Voor 2009 wordt rekening gehouden met 12.000 Sine-werknemers (tegenover 8.713 in 2007 en 10.212 in 2008) en een totaal budget aan geac-tiveerde uitkering van 65,5 miljoen EUR.

le plan Sine, qui s’adresse spécifiquement aux employeurs du secteur de l’économie so-ciale. Ce régime connaît aussi une forte crois-sance notamment suite à la croissance du ré-gime des titres-services, régime auquel nombre d’entreprises du secteur de l’économie sociale (y compris les ALE, les CPAS et les entreprises de travail adapté) participent. Pour 2009, on s’attend à 12.000 travailleurs Sine (contre 8.713 en 2007 et 10.212 en 2008) et un budget total d’allocations activés de 65,5 millions EUR.

Van de meeste van deze activeringsprogram-ma’s bestaat het equivalent voor de werkzoe-kenden die genieten van het leefloon. Hier is het dan het leefloon dat geactiveerd wordt. De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie heeft een bijzon-dere tewerkstellingsopdracht voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het leven geroepen. Zij is voor de jongeren beneden de 25 jaar een verplicht gegeven, terwijl zij voor personen vanaf 25 jaar facultatief is. Tewerk-stelling als middel tot maatschappelijke integra-tie is voor oudere gerechtigden minstens even dienstig én aangewezen. Het moet gaan om een volwaardige baan, dit wil zeggen dat er een arbeidsovereenkomst mee gemoeid is waarop alle regels van het arbeidsrecht van toepassing zijn. Deze arbeidsovereenkomst kan afgesloten worden binnen het reguliere arbeidscircuit waarbij het OCMW als bemiddelaar optreedt of in het kader van specifieke tewerkstellingsmaat-regelen: tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, § 7, en artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de te-werkstellingen in welbepaalde inschakelingspro-jecten waarbij het OCMW financieel tussenkomt in de loonkost van de werkgever (Activaplan, invoeginterim, doorstromingsprogramma’s en Sinetewerkstelling).

Pour la plupart de ces programmes d’activation l’équivalent existe pour les demandeurs d’emploi qui bénéficient d’un revenu d’intégration. Dans ces cas, c’est le revenu d’intégration qui est activé. La loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale a instauré une mission particulière de mise à l’emploi pour les centres publics d’action so-ciale. Elle a un caractère obligatoire à l'égard des jeunes âgés de moins de 25 ans, alors qu'elle est facultative pour les personnes de plus de 25 ans. Il est également opportun et utile de se servir de la mise au travail comme instrument d’intégration sociale aussi pour les bénéficiaires plus âgés. Il doit s'agir d'un vérita-ble emploi, c'est-à-dire assorti d'un contrat de travail auquel toutes les règles du droit du tra-vail sont applicables. Ce contrat de travail peut être conclu dans le cadre du circuit de travail régulier, le CPAS servant d'intermédiaire, ou dans le cadre des mesures d'emploi spécifi-ques: mises au travail en application de l'article 60, § 7, et de l'article 61 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale, ainsi que des emplois dans le cadre de certains projets d'insertion pour lesquels le CPAS intervient financièrement dans le coût salarial de l'employeur (plan Activa, intérim d'in-sertion, programmes de transition profession-nelle et emplois Sine).

I. Algemene toelichting I. Exposé général

108

Page 117: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

II

Het stelsel van de werknemers

2004-2008

Page 118: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 119: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006

4. Economische rekeningen 2007

5. Economische rekeningen 2008

A.

Geconsolideerde economische rekeningen

Page 120: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

004

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 3.

294,

38.

136,

414

.467

,93.

862,

617

4,1

335,

8-

30.2

71,1

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 3.

294,

38.

136,

414

.460

,63.

860,

317

3,4

335,

4-

30.2

60,4

Bet

alin

gson

kost

en

- -

7,3

2,3

0,7

0,4

- 10

,7

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s 0,

40,

30,

30,

10,

8-

- 1,

9

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

153,

840

6,0

125,

612

9,9

16,4

22,9

89,0

943,

6C

entr

ale

inst

ellin

gen

19,6

234,

112

5,6

50,9

16,4

22,9

89,0

558,

5P

rimai

re in

stel

linge

n 13

4,2

171,

9-

79,0

- -

- 38

5,1

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

0,1

0,5

1,4

- 13

,1-

31,9

47,0

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

- -

- 18

,33,

2-

220,

024

1,5

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

16

,725

,796

,312

,39,

60,

811

1,5

272,

9

Bes

par

ing

0,

5-3

1,4

-17,

629

,622

,63,

8-1

10,6

-103

,1

Su

bto

taal

3.

465,

88.

537,

514

.673

,94.

052,

823

9,8

363,

334

1,8

31.6

74,9

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

1,3

- -

- 97

,6-

29.7

73,1

29.8

72,0

Naa

r de

zie

kte-

inva

lidite

it -

- -

- -

- 3.

355,

93.

355,

9N

aar

de w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

8.29

9,7

8.29

9,7

Naa

r de

pen

sioe

nen

1,3

- -

- -

- 14

.268

,814

.270

,1N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

- -

- -

- -

3.46

3,3

3.46

3,3

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

- -

- -

- 36

,436

,4N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

- -

- -

- 34

9,0

349,

0N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

- -

- 97

,6-

- 97

,6

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 14

.887

,614

.887

,6N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g-

- -

- -

- 14

.887

,614

.887

,6

To

taal

3.

467,

18.

537,

514

.673

,94.

052,

833

7,4

363,

345

.002

,576

.434

,5

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

112

Page 121: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

004

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

10

5,9

0,3

226,

751

5,5

5,8

12,3

32.2

74,3

33.1

40,8

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

14,1

- -

- 11

.053

,211

.067

,3T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

- 28

,151

5,5

5,8

12,3

21.1

25,0

21.6

86,7

Ten

last

e va

n de

gen

iete

rs v

an

soc

iale

pre

stat

ies

- -

184,

5-

- -

96,1

280,

6

And

ere

bijd

rage

n 10

5,9

0,3

- -

- -

- 10

6,2

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

- 22

,30,

1-

- -

7.06

8,3

7.09

0,7

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

7-

3,9

- -

- 5.

287,

55.

292,

1

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

20,

587

,63,

562

,32,

027

0,6

426,

7

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

4,3

142,

4-

0,1

231,

6-

4,2

382,

6

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s 0,

172

,385

,570

,41,

3-

- 22

9,6

Su

bto

taal

11

1,2

237,

840

3,8

589,

530

1,0

14,3

44.9

04,9

46.5

62,5

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

3.35

5,9

8.29

9,7

14.2

70,1

3.46

3,3

36,4

349,

097

,629

.872

,0V

an d

e zi

ekte

-inva

lidite

it -

- 1,

3-

- -

- 1,

3V

an d

e w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

- -

Van

de

pens

ioen

en

- -

- -

- -

- -

Van

de

gezi

nsbi

jsla

g -

- -

- -

- -

- V

an d

e ar

beid

song

eval

len

- -

- -

- -

97,6

97,6

Van

de

bero

epsz

iekt

en

- -

- -

- -

- -

Van

het

Glo

baal

beh

eer

3.35

5,9

8.29

9,7

14.2

68,8

3.46

3,3

36,4

349,

0-

29.7

73,1

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- -

- V

an d

e ze

lfsta

ndig

en

- -

- -

- -

- -

Van

het

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

- -

- -

- -

- -

To

taal

3.

467,

18.

537,

514

.673

,94.

052,

833

7,4

363,

345

.002

,576

.434

,5

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

113

Page 122: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

005

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 3.

438,

88.

514,

915

.026

,13.

976,

418

1,0

337,

4-

31.4

74,6

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 3.

438,

88.

514,

915

.019

,13.

974,

118

0,3

337,

0-

31.4

64,2

Bet

alin

gson

kost

en

- -

7,0

2,3

0,7

0,4

- 10

,4

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

0,3

0,2

0,1

0,7

- -

1,3

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

166,

339

9,0

132,

613

0,2

17,0

22,3

114,

598

1,9

Cen

tral

e in

stel

linge

n 20

,023

6,7

132,

652

,817

,022

,311

4,5

595,

9P

rimai

re in

stel

linge

n 14

6,3

162,

3-

77,4

- -

- 38

6,0

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

0,1

0,3

22,5

- 19

,8-

28,7

71,4

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

- -

20,8

16,8

7,4

- 18

0,0

225,

0

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

14

,923

,310

2,2

96,6

10,7

0,9

151,

440

0,0

Bes

par

ing

-5

,851

0,3

-265

,4-2

3,7

15,6

-15,

1-6

65,5

-449

,6

Su

bto

taal

3.

614,

39.

448,

115

.039

,04.

196,

425

2,2

345,

5-

190,

932

.704

,6

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

0,5

- 59

,5-

83,5

- 31

.283

,231

.426

,7N

aar

de z

iekt

e-in

valid

iteit

- -

- -

- -

3.49

9,2

3.49

9,2

Naa

r de

wer

kloo

shei

d -

- -

- -

- 9.

107,

89.

107,

8N

aar

de p

ensi

oene

n 0,

5-

- -

- -

14.7

17,7

14.7

18,2

Naa

r de

gez

insb

ijsla

g -

- -

- -

- 3.

601,

83.

601,

8N

aar

de a

rbei

dson

geva

llen

- -

- -

- -

24,6

24,6

Naa

r de

ber

oeps

ziek

ten

- -

- -

- -

332,

133

2,1

Naa

r he

t Glo

baal

beh

eer

- -

59,5

- 83

,5-

- 14

3,0

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 15

.441

,015

.441

,0N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g-

- -

- -

- 15

.441

,015

.441

,0

To

taal

3.

614,

89.

448,

115

.098

,54.

196,

433

5,7

345,

546

.533

,379

.572

,3

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

114

Page 123: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

005

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

0,9

0,5

225,

252

1,6

7,9

11,6

32.8

38,4

33.7

16,1

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

12,8

- -

- 11

.235

,211

.248

,0T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

- 25

,652

1,6

7,9

11,6

21.4

99,0

22.0

65,7

Ten

last

e va

n de

gen

iete

rs v

an

soc

iale

pre

stat

ies

0,5

- 18

6,8

- -

- 10

4,2

291,

5

And

ere

bijd

rage

n 11

0,4

0,5

- -

- -

- 11

0,9

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

- 10

3,5

- -

- -

7.96

3,6

8.06

7,1

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

5-

3,6

- -

- 5.

355,

65.

359,

7

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

30,

472

,23,

066

,31,

821

6,0

360,

0

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

3,8

148,

70,

4-

235,

6-

16,7

405,

2

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s 0,

187

,278

,970

,01,

3-

- 23

7,5

Su

bto

taal

11

5,6

340,

338

0,3

594,

631

1,1

13,4

46.3

90,3

48.1

45,6

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

3.49

9,2

9.10

7,8

14.7

18,2

3.60

1,8

24,6

332,

114

3,0

31.4

26,7

Van

de

ziek

te-in

valid

iteit

- -

0,5

- -

- -

0,5

Van

de

wer

kloo

shei

d -

- -

- -

- -

- V

an d

e pe

nsio

enen

-

- -

- -

- 59

,559

,5V

an d

e ge

zins

bijs

lag

- -

- -

- -

- -

Van

de

arbe

idso

ngev

alle

n -

- -

- -

- 83

,583

,5V

an d

e be

roep

szie

kten

-

- -

- -

- -

- V

an h

et G

loba

al b

ehee

r 3.

499,

29.

107,

814

.717

,73.

601,

824

,633

2,1

- 31

.283

,2

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- -

- V

an d

e ze

lfsta

ndig

en

- -

- -

- -

- -

Van

het

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

- -

- -

- -

- -

To

taal

3.

614,

89.

448,

115

.098

,54.

196,

433

5,7

345,

546

.533

,379

.572

,3

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

115

Page 124: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

006

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 3.

623,

78.

803,

115

.421

,44.

135,

518

2,5

335,

2-

32.5

01,4

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 3.

623,

78.

803,

115

.414

,64.

133,

318

1,8

334,

9-

32.4

91,4

Bet

alin

gson

kost

en

- -

6,8

2,2

0,7

0,3

- 10

,0

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

9,5

0,5

0,2

2,7

- -

12,9

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

163,

540

6,5

139,

513

7,1

17,0

22,4

131,

91.

017,

9C

entr

ale

inst

ellin

gen

20,2

238,

813

9,5

55,5

17,0

22,4

131,

962

5,3

Prim

aire

inst

ellin

gen

143,

316

7,7

- 81

,6-

- -

392,

6

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- 0,

212

,4-

30,7

- 46

,089

,3

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

op

bre

ng

sten

an

der

e d

an f

inan

ciël

e -

- -

6,6

6,3

- 19

8,0

210,

9

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

15

,623

,257

,142

,927

,81,

518

2,6

350,

7

Bes

par

ing

4,

2-0

,279

,014

,36,

0-1

4,6

204,

229

2,9

Su

bto

taal

3.

807,

09.

242,

315

.709

,94.

336,

627

3,0

344,

576

2,7

34.4

76,0

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

0,1

- -

- 81

,9-

32.0

83,9

32.1

65,9

Naa

r de

zie

kte-

inva

lidite

it -

- -

- -

- 3.

687,

23.

687,

2N

aar

de w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

8.93

6,4

8.93

6,4

Naa

r de

pen

sioe

nen

0,1

- -

- -

- 15

.369

,015

.369

,1N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

- -

- -

- -

3.73

2,2

3.73

2,2

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

- -

- -

- 27

,027

,0N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

- -

- -

- 33

2,1

332,

1N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

-

- 81

,9-

- 81

,9

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 15

.423

,015

.423

,0N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

15

.423

,015

.423

,0

To

taal

3.

807,

19.

242,

315

.709

,94.

336,

635

4,9

344,

548

.269

,682

.064

,9

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

116

Page 125: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

006

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

3,9

0,3

236,

452

0,0

11,2

11,0

33.9

31,9

34.8

24,7

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

11,1

- -

- 11

.492

,511

.503

,6T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

30

,452

0,0

11,2

11,0

22.3

44,7

22.9

17,3

Ten

last

e va

n de

gen

iete

rs v

an

soc

iale

pre

stat

ies

0,5

- 19

4,9

- -

- 94

,729

0,1

And

ere

bijd

rage

n 11

3,4

0,3

-

-

- 11

3,7

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

0,1

80,0

- -

- -

8.77

3,5

8.85

3,6

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

7-

3,4

- -

- 5.

430,

75.

434,

8

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

50,

413

,53,

657

,51,

451

,612

8,5

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

4,6

136,

9-

- 25

9,0

- -

400,

5

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s 0,

187

,769

,780

,80,

2-

- 23

8,5

Su

bto

taal

11

9,9

305,

332

3,0

604,

432

7,9

12,4

48.1

87,7

49.8

80,6

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

3.68

7,2

8.93

6,4

15.3

69,1

3.73

2,2

27,0

332,

181

,932

.165

,9V

an d

e zi

ekte

-inva

lidite

it -

- 0,

1-

- -

- 0,

1V

an d

e w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

- -

Van

de

pens

ioen

en

- -

- -

- -

- -

Van

de

gezi

nsbi

jsla

g -

- -

- -

- -

- V

an d

e ar

beid

song

eval

len

- -

- -

- -

81,9

81,9

Van

de

bero

epsz

iekt

en

- -

- -

- -

- -

Van

het

Glo

baal

beh

eer

3.68

7,2

8.93

6,4

15.3

69,0

3.73

2,2

27,0

332,

1-

32.0

83,9

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

0,6

17,8

- -

- -

18,4

Van

de

zelfs

tand

igen

-

0,6

- -

- -

- 0,

6V

an h

et R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

17

,8

17

,8

To

taal

3.

807,

19.

242,

315

.709

,94.

336,

635

4,9

344,

548

.269

,682

.064

,9

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

117

Page 126: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

007

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 3.

898,

58.

821,

015

.950

,74.

234,

018

7,0

334,

9-

33.4

26,1

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 3.

898,

58.

821,

015

.943

,84.

232,

218

6,5

334,

4-

33.4

16,4

Bet

alin

gson

kost

en

- -

6,9

1,8

0,5

0,5

- 9,

7

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

5,1

0,3

0,2

2,2

- -

7,8

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

167,

942

6,1

141,

114

1,4

70,7

24,3

122,

91.

094,

4C

entr

ale

inst

ellin

gen

20,5

254,

014

1,1

57,2

70,7

24,3

122,

969

0,7

Prim

aire

inst

ellin

gen

147,

417

2,1

- 84

,2-

- -

403,

7

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- 0,

212

,0-

0,3

- 49

,361

,8

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

- -

- 1,

43,

3-

231,

223

5,9

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

16

,122

,172

,155

,325

,03,

448

7,3

681,

3

Bes

par

ing

-0

,34,

5-3

69,8

3,3

-5,1

1,2

1.06

4,5

698,

3

Su

bto

taal

4.

082,

29.

279,

015

.806

,44.

435,

628

3,4

363,

81.

955,

236

.205

,6

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

0,1

- 27

0,5

- 82

,4-

32.8

57,7

33.2

10,7

Naa

r de

zie

kte-

inva

lidite

it -

- -

- -

- 3.

961,

13.

961,

1N

aar

de w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

8.98

3,4

8.98

3,4

Naa

r de

pen

sioe

nen

0,1

- -

- -

- 15

.751

,915

.752

,0N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

- -

- -

- -

3.79

8,3

3.79

8,3

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

- -

- -

- 36

,736

,7N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

- -

- -

- 32

6,3

326,

3N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

-

270,

5-

82,4

- -

352,

9

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 16

.806

,016

.806

,0N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

-

-

-

-

-

16

.806

,016

.806

,0

To

taal

4.

082,

39.

279,

016

.076

,94.

435,

636

5,8

363,

851

.618

,986

.222

,3

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

118

Page 127: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

007

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

6,2

0,3

230,

855

0,3

15,1

27,5

35.9

90,5

36.9

30,7

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

12,5

- -

- 12

.132

,112

.144

,6T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

-

25,7

550,

315

,127

,523

.750

,224

.368

,8T

en la

ste

van

de g

enie

ters

van

s

ocia

le p

rest

atie

s -

- 19

2,6

- -

- 10

8,2

300,

8

And

ere

bijd

rage

n 11

6,2

0,3

- -

-

-

- 11

6,5

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

- 69

,0-

- -

7,9

9.61

5,3

9.69

2,2

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

4-

3,1

- -

- 5.

522,

15.

525,

6

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

31,

712

,05,

564

,51,

413

8,1

223,

5

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

4,3

129,

72,

9-

248,

9-

- 38

5,8

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te u

itb

etaa

lde

soci

ale

pre

stat

ies

- 94

,069

,481

,50,

6-

- 24

5,5

Su

bto

taal

12

1,2

294,

731

8,2

637,

332

9,1

36,8

51.2

66,0

53.0

03,3

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

3.96

1,1

8.98

3,4

15.7

52,0

3.79

8,3

36,7

326,

335

2,9

33.2

10,7

Van

de

ziek

te-in

valid

iteit

- -

0,1

- -

- -

0,1

Van

de

wer

kloo

shei

d -

- -

- -

- -

- V

an d

e pe

nsio

enen

-

- -

- -

- 27

0,5

270,

5V

an d

e ge

zins

bijs

lag

- -

- -

- -

- -

Van

de

arbe

idso

ngev

alle

n -

- -

- -

- 82

,482

,4V

an d

e be

roep

szie

kten

-

- -

- -

- -

- V

an h

et G

loba

al b

ehee

r 3.

961,

18.

983,

415

.751

,93.

798,

336

,732

6,3

- 32

.857

,7

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

- 0,

96,

7-

- 0,

7-

8,3

Van

de

zelfs

tand

igen

-

0,9

- -

- 0,

7-

1,6

Van

het

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

-

-

6,7

-

-

-

-

6,7

To

taal

4.

082,

39.

279,

016

.076

,94.

435,

636

5,8

363,

851

.618

,986

.222

,3

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

119

Page 128: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

008

(milj

oen

eu

ro)

Las

ten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 4.

273,

79.

264,

717

.063

,94.

420,

519

4,5

350,

9-

35.5

68,2

Ver

stre

kkin

gen

of u

itker

inge

n 4.

273,

79.

264,

717

.057

,44.

418,

719

3,8

350,

6-

35.5

58,9

Bet

alin

gson

kost

en

- -

6,5

1,8

0,7

0,3

- 9,

3

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

5,1

0,5

0,2

2,2

- -

8,0

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

171,

843

5,2

145,

116

4,8

54,9

21,6

148,

31.

141,

7C

entr

ale

inst

ellin

gen

20,0

251,

514

5,1

75,4

54,9

21,6

148,

371

6,8

Prim

aire

inst

ellin

gen

151,

818

3,7

- 89

,4-

- -

424,

9

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- 0,

210

,0-

- -

1,3

11,5

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

o

pb

ren

gst

en a

nd

ere

dan

fin

anci

ële

- -

- 1,

12,

3-

- 3,

4

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

17

,120

,919

7,0

31,3

24,0

3,2

226,

952

0,4

Bes

par

ing

4,

2-2

2,1

-102

,618

,1-1

3,8

7,5

945,

183

6,4

Su

bto

taal

4.

466,

89.

704,

017

.313

,94.

636,

026

4,1

383,

21.

321,

638

.089

,6

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n0,

1-

5,0

- 95

,3-

35.0

72,0

35.1

72,4

Naa

r de

zie

kte-

inva

lidite

it -

- -

- -

- 4.

348,

84.

348,

8N

aar

de w

erkl

oosh

eid

- -

- -

- -

9.36

3,7

9.36

3,7

Naa

r de

pen

sioe

nen

0,1

- -

- -

- 16

.990

,416

.990

,5N

aar

de g

ezin

sbijs

lag

- -

- -

- -

4.01

3,7

4.01

3,7

Naa

r de

arb

eids

onge

valle

n -

- -

- -

- 21

,621

,6N

aar

de b

eroe

pszi

ekte

n -

- -

- -

- 33

3,8

333,

8N

aar

het G

loba

al b

ehee

r -

- 5,

0-

95,3

- -

100,

3

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

- -

- -

- 18

.574

,818

.574

,8N

aar

de z

elfs

tand

igen

-

- -

- -

- -

- N

aar

het R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g-

- -

- -

- 18

.574

,818

.574

,8

To

taal

4.

466,

99.

704,

017

.318

,94.

636,

035

9,4

383,

254

.968

,491

.836

,8

(1)

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

uitg

ezon

derd

.

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

120

Page 129: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

008

(milj

oen

eu

ro)

(ver

volg

)

Op

bre

ng

sten

Z

iekt

e-In

valid

itei

t(1

) W

erkl

oo

shei

d

Pen

sio

enen

G

ezin

sbijs

lag

A

rbei

ds-

on

gev

alle

n

Ber

oep

s-zi

ekte

n

Glo

baa

l b

ehee

r T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

11

2,5

0,3

247,

253

8,4

10,8

37,7

37.8

67,4

38.8

14,3

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

- -

15,4

- -

- 12

.862

,012

.877

,4T

en la

ste

van

de w

erkg

ever

s -

-

29,0

538,

410

,837

,724

.890

,425

.506

,3T

en la

ste

van

de g

enie

ters

van

s

ocia

le p

rest

atie

s 0,

2-

202,

8-

- -

115,

031

8,0

And

ere

bijd

rage

n 11

2,3

0,3

- -

-

-

- 11

2,6

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d

vo

or

de

soci

ale

zeke

rhei

d

0,1

83,1

- -

- 10

,010

.445

,910

.539

,1

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

0,

84,

42,

9-

- -

5.74

5,2

5.75

3,3

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

0,

31,

28,

92,

145

,11,

625

5,8

315,

0

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

4,3

127,

8-

- 28

2,3

- -

414,

4

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s 0,

112

1,0

69,4

81,8

- 0,

4-

- 27

1,9

Su

bto

taal

11

8,1

337,

832

8,4

622,

333

7,8

49,3

54.3

14,3

56.1

08,0

Inte

rne

ove

rdra

chte

n t

uss

en t

akke

n

4.34

8,8

9.36

3,7

16.9

90,5

4.01

3,7

21,6

333,

810

0,3

35.1

72,4

Van

de

ziek

te-in

valid

iteit

- -

0,1

- -

- -

0,1

Van

de

wer

kloo

shei

d -

- -

- -

- -

- V

an d

e pe

nsio

enen

-

- -

- -

- 5,

05,

0V

an d

e ge

zins

bijs

lag

- -

- -

- -

- -

Van

de

arbe

idso

ngev

alle

n -

- -

- -

- 95

,395

,3V

an d

e be

roep

szie

kten

-

- -

- -

- -

- V

an h

et G

loba

al b

ehee

r 4.

348,

89.

363,

716

.990

,44.

013,

721

,633

3,8

- 35

.072

,0

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

2,5

- -

- 0,

155

3,8

556,

4V

an d

e ze

lfsta

ndig

en

- 2,

5-

- -

0,1

- 2,

6V

an h

et R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g -

- -

- -

- 55

3,8

553,

8

To

taal

4.

466,

99.

704,

017

.318

,94.

636,

035

9,4

383,

254

.968

,491

.836

,8

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen

121

Page 130: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 131: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004

4. Definitieve rekeningen 2005

5. Definitieve rekeningen 2006

6. Voorlopige rekeningen 2007

7. Voorlopige rekeningen 2008

B.

Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer

Page 132: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 133: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Commentaar A. Evolutie van de macro-economische omgeving De evolutie van de macro-economische parameters die door de socialezekerheidsinstellingen in de loop van de periode 2004-2008 werden gebruikt, is als volgt:

2004 2005 2006 2007 2008

2,6 % 1,2 % 2,8 % 2,8 % 1,2 %

1,6 % 2,2 % 1,8 % 1,8 % 4,2 %

3,9 % 4,0 % 5,0 % 6,1 % 5,4 %

Lonen / Tewerkstelling 2,6 % 2,4 % 3,1 % 3,1 % 3,5 %

Tewerkstelling (1) 1,3 % 1,6 % 1,9 % 3,0 % 1,9 %

Volledig werklozen (2) 706.702 717.571 701.468 663.702 629.229

(1) Voltijds equivalenten.(2) Cf. definitie van het concept in het statistisch gedeelte.

Loonmassa van de privé-sector

Bruto Binnenlands Product

Gezondheidsindex

De heropleving in 2004 zette zich niet door in 2005, maar in 2006 en 2007 trok de groei toch terug aan. In 2008 is er dan voornamelijk door het laatste kwartaal een terugval van de groei. Het inflatiepercentage, hier gemeten door de gezondheidsindex, kende in 2005 een lichte opstoot tot 2,2 %. In de periode 2006-2007 daalde het inflatiepercentage tot 1,8 %. In 2008 piekte het inflatiepercentage dan weer met 4,2%. Met uitzondering van 2005 en 2008 kende de loonmassa, onderworpen aan RSZ-bijdragen, een jaarlijkse groei van meer dan 2 %. Aan de groei van het aantal volledig werklozen kwam in 2006 een einde. B. Evolutie van het begrotingsresultaat

2004 2005 2006 2007 2008

44.868.707 46.732.931 48.320.121 51.494.057 55.080.335

1.055.381 1.136.473 1.136.822 1.132.701 1.258.336

Kapitaalontvangsten 0 0 75.768 336.714 4.138

Sociale prestaties 29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154

Andere lopende uitgaven (2) 16.754.272 17.600.973 17.981.092 19.810.954 21.782.248

Kapitaaluitgaven (3) 44.846 15.864 15.911 1.211 415.321

Begrotingsresultaat -241.633 -9.081 349.462 1.263.863 312.087

(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.(3) Gedekt door een Staatstussenkomst.

Lopende ontvangsten van het RSZ-

Globaal beheer (1)

Lopende ontvangsten van de

uitkeringsinstellingen (1)

(duizend euro)

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de macro-economische omgeving, toegelicht in punt A, worden de ontvangsten en de uitgaven ook door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

125

Page 134: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. C. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer In de periode 2004-2008 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in onderstaande tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 138):

2004 2005 2006 2007 2008

Globale middelen 6,13 % 4,25 % 3,26 % 6,56 % 6,99 %

Waarvan: - gewone bijdragen (1) 2,53 % 2,72 % 15,36 % 5,51 % 5,54 %

- Staatstoelagen 1,50 % 1,29 % 1,40 % 1,68 % 4,04 %

- alternatieve financiering(stock options inbegrepen)

39,36 % 12,76 % 10,85 % 9,71 % 9,83 %

(1) In 2006, 2007 en 2008: loonmatiging inbegrepen. Een tabel die de berekening van de alternatieve financiering voor de jaren 2004 tot 2010 in detail weergeeft, volgt in bijlage. Hierna volgt jaar per jaar een overzicht van de voornaamste maatregelen die de evolutie van de RSZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Hoofdstuk 7 van de programmawet van 24.12.2002, betreffende de harmonisering en de vereenvoudiging van de regelingen voor de verminderingen van de sociale bijdragen, is in werking getreden op 01.01.2004. De basisvermindering blijft de structurele vermindering, die weinig veranderingen ondergaat.

Er wordt een forfaitaire vermindering aan toegevoegd voor bepaalde doelgroepen (oudere werknemers, langdurig werklozen, eerste werknemers, jonge werknemers, collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek);

De vermindering van de werkgeversbijdragen werd versterkt in de diepte door de bijdrageverminderingen voor de laagste lonen (de lonen die lager of net iets hoger zijn dan het minimumloon voor meerderjarigen) te verhogen en in de breedte door de toekenningsdrempel van de vermindering op te trekken;

De structurele basisvermindering werd opgetrokken tot 400 euro (programmawet van 22.12.2003).

Vanaf 01.01.2004 is bovendien het gewicht van de werkgeversbijdragen op de hoge lonen beperkt door bovenop de structurele basisvermindering een extra vermindering toe te kennen voor de lonen die een bepaald plafond overschrijden. In het systeem van de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de startbanen voor jongeren, wordt er vanaf 01.01.2004 aan alle laaggeschoolde jongeren een doelgroepvermindering toegekend tot aan het einde van het kwartaal tijdens hetwelke ze 26 jaar zijn geworden, en dat ter vervanging van de vroegere reglementering die een bijdragevermindering toekende tijdens de startbaan, van één tot drie jaar, gevolgd door een bijdragevermindering na de eerste baan van drie jaar. Voor de jongeren van 26 jaar en ouder kan de werkgever niet genieten van de bijdragevermindering voor de startbanen.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

126

Page 135: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Het op vervanging gerichte activeringsbeleid van de onderneming in herstructurering wordt aangemoedigd door een doelgroepvermindering van de werkgeversbijdragen en door een vermindering van de persoonlijke bijdragen van de werknemers. In 2004 steeg de bijdragevermindering in het kader van de sociale maribel met 26,5 miljoen euro. In 2004 stemde het bedrag van de alternatieve financiering afkomstig van de BTW-ontvangsten (6.057.889 duizend euro) overeen met 95,77% van het percentage (23,514%) van de BTW-ontvangsten toegekend aan de sociale zekerheid, verminderd met een aantal heffingen (zie tabel in bijlage). De overblijvende 4,23% wordt toegekend aan de regeling voor zelfstandigen. Bij dit percentage komen voor 2004 de volgende bedragen: 100.189 duizend euro afkomstig van de desaffectatie van het Fonds voor Tewerkstelling; Een uitzonderlijk bedrag van 1.533.175 duizend euro om de begroting van 2004 in evenwicht

te brengen. In 2005 zijn een reeks maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Vanaf het vierde kwartaal 2005 worden de voorschotten die betaald moeten worden aan de

RSZ berekend op basis van het kwartaal t-4 in plaats van het kwartaal t-2 en worden de percentages gewijzigd;

Het contractueel personeel dat afhangt van de deelgebieden wordt vrijgesteld van de betaling van de bijdrage van 13,07% op het dubbel vakantiegeld;

Om het interprofessioneel akkoord van 20 december 2000 en het "Herenakkoord" van 18 februari 2002 volledig uit te voeren, is de bijdrage bestemd voor de beroepsziektenregeling het voorwerp van een bijkomende vermindering van 0,02% vanaf het 4e kwartaal 2005;

Er wordt een nieuw statuut gecreëerd voor de jobstudenten; Om een doeltreffende inning mogelijk te maken, wordt er een nieuwe berekeningswijze voor

de bijdrage op de bedrijfsvoertuigen ingevoerd; Onderwerping aan de sociale bijdragen van de bedragen toegekend in het kader van de

zogenaamde "Canada Dry"-overeenkomsten. De globale toelage werd in 2005 verminderd met 4.897 duizend euro. Dit bedrag werd toegevoegd aan de kredieten van de FOD Justitie voor 2005 om de meerkosten te financieren die verbonden zijn aan het externe zorgcircuit voor geïnterneerden. Het bedrag dat door het RIZIV werd overgedragen aan de betrokken instellingen wordt verminderd tot beloop van het passende bedrag. Het bedrag van de alternatieve financiering werd in 2005 verhoogd met de volgende bedragen: 242.002 duizend euro voor de financiering van de werkbonus. 80.465 duizend euro extra voor de dienstencheques, waarvan de enveloppe hierdoor op

164.038 duizend euro wordt gebracht. Het uitzonderlijk bedrag toegekend aan het globaal beheer stijgt met 18.712 duizend euro ter

compensatie van het verlies van de bijdragen op het dubbel vakantiegeld van de contractuele personeelsleden van de deelgebieden en de vermindering van de bijdrage voor de beroepsziekten, om 1.551.887 duizend euro te bereiken in 2005.

Naast de socialezekerheidsbijdragen (met inbegrip van de loonmatiging), de Staatstoelage en de alternatieve financiering, omvatten de globale middelen van het RSZ-Globaal beheer een aantal specifieke bijdragen, afhoudingen en externe overdrachten. Wat deze overdrachten betreft, werd in 2005 de meerwaarde voortvloeiend uit de herwaardering op 31 december 2004 van de onroerende goederen die ten titel van reserves zijn opgenomen in het kapitalisatiestelsel bij de Rijksdienst voor pensioenen aan het globaal beheer overgedragen voor een bedrag van 59.500 duizend euro. Bovendien werd de regeling voor rust- en overlevingspensioen ten gunste van de vrij verzekerden waarvoor sinds 1976 geen enkele storting meer is gebeurd, afgeschaft. Het saldo van de activa van deze regeling, 16.500 duizend euro, werd overgedragen aan het globaal beheer. In 2006 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen:

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

127

Page 136: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten zijn niet onderworpen aan bijdragen indien ze tijdens de maanden juli, augustus en september niet langer dan 23 dagen tewerkgesteld zijn en tijdens de overige maanden ook maximaal 23 dagen. Wel is er een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Er werden maatregelen genomen om de inning van de solidariteitsbijdragen op bedrijfswagens beter te doen verlopen. Enerzijds door een kruising van verschillende gegevensbanken, anderzijds door een informatiecampagne naar werkgevers toe. Er werd in een mogelijkheid van regularisatie voorzien die liep tot 30.06.2006, nadien werd er een verdubbeling van de bijdrage voorzien voor werkgevers die verzuimd hadden één of meer onderworpen voertuigen aan te geven. Om een vroegtijdige uitstap uit de arbeidsmarkt tegen te gaan, werden er vanaf 01.04.2006 verplichte inhoudingen ingesteld op de aanvullende vergoedingen die de werkgever betaalt bij volledige werkloosheid of bij tijdskrediet of loopbaanonderbreking (Canada Dry-vergoedingen). De hoogte van de inhoudingen is afhankelijk van een aantal factoren (leeftijd betrokkenen, datum afsluiting CAO, toepassingsgebied CAO). Regelingen in het kader van opzeggingen die al zijn ingegaan voor 01.10.2005 blijven buiten deze maatregel. Een deel van de inhoudingen komen rechtstreeks toe aan RVP en RVA. Er wordt een nieuwe bijdragenvermindering ingevoerd voor jonge werknemers tussen 18 en 30 jaar met een loon beneden een bepaalde grens. Deze vermindering daalt degressief met de oplopende leeftijd van de jongere. Bovendien zijn een deel van de werkgevers uit de openbare sector en werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de sociale maribel uitgesloten. Als een werkgever een laaggeschoolde jongere in dienst neemt in het kader van een startbaanovereenkomst, kan hij een vermindering van sociale bijdragen genieten van 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de zeven volgende kwartalen. Sinds 01.04.2006 is de periode waarin de werkgever van deze vermindering kan genieten voor erg laaggeschoolde jongeren en laaggeschoolde jongeren met een handicap of van buitenlandse afkomst uitgebreid tot vijftien kwartalen na indiensttreding. De regering besliste om vanaf 2006 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. 90% hiervan is bestemd voor het werknemersstelsel. In 2007 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Na kennisname van het strategische plan 2007 van SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst), kaderend in de strijd tegen sociale fraude, werd er een bijkomende ontvangst van 40.875 duizend euro aan sociale bijdragen voorzien. Daarnaast werd ook de strijd tegen zwartwerk in bepaalde sectoren, onder andere de bouw- en schoonmaaksector, verder opgevoerd wat resulteerde in extra bijdragenontvangsten. Vanaf 1 januari 2007 wordt het gewone vakantiegeld dat betaald wordt door de werkgever bij het einde van een arbeidsovereenkomst belast met werknemers- en werkgeversbijdragen. Deze aanpassing resulteerde voor 2007 in 176.625 duizend euro te ontvangen sociale bijdragen. De maatregel is niet van toepassing op de bedragen betaald aan de bedienden die worden tewerkgesteld via een tijdelijke arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 24 juli 1987.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

128

Page 137: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bij de alternatieve financiering werden volgende bijkomende ontvangsten voorzien: Een verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, waardoor het deel dat toekomt aan het

RIZIV-geneeskundige verzorging gestegen is voor de werknemers; In het generatiepact werd bepaald dat vanaf 2007 een gedeelte van de personen- en

vennootschapsbelasting toegewezen wordt aan de sociale zekerheid. In dit kader werd er een bijkomende alternatieve financiering voorzien ter compensatie van de bijdragenverminderingen voor jongere en oudere werknemers en van de maatregelen uit het sociaal akkoord. Bovendien werd er 13.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer voor werknemers, afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad;

Via een bijzondere toewijzing van de RSZ (Wetenschappelijke Maribel) wordt de tewerkstelling in de sector van het fundamenteel onderzoek aangemoedigd. Ter compensatie werd in 2007 een alternatieve financiering van 31.000 duizend euro toegekend;

Ten slotte werd beslist dat voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro werd afgenomen van het bedrag aan btw-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het werknemersstelsel toekomt met 19.154 duizend euro.

In 2008 werden volgende maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Een nieuw plan in het kader van de strijd tegen de sociale fraude zorgde voor 50.000 duizend

euro aan bijkomende ontvangen sociale bijdragen; Tengevolge de activeringspolitiek van de regering werd er een terugverdieneffect budgettair

ingeschreven van 89.890 duizend euro aan sociale bijdragen; Het beperken van het aantal dienstencheques tot 750 per persoon per jaar had een vermindering

van de ontvangen bijdragen van 2.642 duizend euro tot gevolg; Door een versterking van de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden werd het

bedrag van de terugvorderingen van bijdragen verhoogd met 10.000 duizend euro. Bij de alternatieve financiering werden volgende wijzigingen in de ontvangsten voorzien: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007

“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;

De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;

De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.

Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Ook geldt er vanaf 2008 een 90-10 verdeling voor dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren volgens de aangehaalde verdeelsleutel.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

129

Page 138: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen

2004 2005 2006 2007 2008

Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 0,42 % 7,68 % 0,03 % -0,36 % 11,09 %

(1) Zonder de interne overdrachten. De sterke stijging van de lopende ontvangsten in 2005 was voornamelijk het gevolg van de nieuwe toegewezen alternatieve financiering aan de RVA. Deze alternatieve financiering dient ter financiering van de toewijzigingsfondsen met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid en de dienstencheques. Voor beide fondsen samen werd een bedrag van 55.727 duizend euro voorzien. Bij de RVA zijn de diverse ontvangsten met 13.721 duizend euro gestegen. In 2006 was er geen alternatieve financiering meer voorzien voor het toewijzingsfonds met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid. Binnen het FAO kende men dan weer 25.264 duizend euro aan bijkomende overdrachten. Dit voornamelijk vanuit renten. Tenslotte stegen de toegewezen ontvangsten van de RVP met 8.985 duizend euro ten opzichte van 2005. Het jaar 2007 kende een beperkte daling van de lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen. Terwijl de bijdragenontvangsten (-3.008 duizend euro) en de externe overdrachten (-18.658 duizend euro) daalden, was er een stijging van de diverse ontvangsten (17.897 duizend euro). In 2008 werd de tak “RVP-kapitalisatie” opgenomen binnen het globaal beheer van de werknemers. Daarnaast stegen de ontvangsten vanuit externe overdrachten van het FAO met 33.534 duizend euro. De diverse ontvangsten van de RKW en de RVA kenden een gelijkaardige stijging. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro. Ten slotte besliste de regering om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 zal dit bedrag ten gevolge van de programmawet van 22 december 2008 overgedragen worden naar de beide globaal beheren. Dit volgens de reeds aangehaalde 90-10 verdeling.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

130

Page 139: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

D. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties

2004 2005 2006 2007 2008 Gemiddelde

jaarlijkse aangroei

RIZIV-Uitkeringen 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714 6,85 %

RVP 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535 4,25 %

RKW 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728 3,50 %

FAO 148.076 155.333 159.785 163.954 174.516 4,19 %

FBZ 315.842 315.054 309.199 306.360 311.385 -0,35 %

RVA-Werkloosheid 6.244.174 6.395.831 6.364.409 6.088.379 6.136.062 -0,44 %

RVA-Brugpensioenen 1.238.844 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299 3,75 %

RVA-Loopbaanonderbreking 487.873 552.341 606.995 645.900 703.674 9,59 %

Mijnwerkers-Invaliditeit 9.404 6.237 5.095 4.054 3.555 -21,59 %

HVKZ-ZIV 7.886 7.792 7.795 7.671 7.496 -1,26 %

Pool der Zeelieden-Werkloosheid 3.809 3.515 3.180 2.788 2.509 -9,91 %

Totaal 29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154 3,60 %

(duizend euro)

Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de genomen beleidsmaatregelen en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen,…). Het gedeelte "C. Statistieken" bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder bespreken wij per jaar hoofdzakelijk de evolutie van de verschillende takken en de belangrijkste beleidsmaatregelen die werden genomen. Uitkeringen De verlenging van de pensioenleeftijd voor vrouwen (61 jaar vanaf 01.07.1997, 62 jaar vanaf 01.01.2000, 63 jaar vanaf 01.01.2003, 64 jaar vanaf 01.01.2006 en 65 jaar vanaf 01.01.2009) heeft tot gevolg dat zij langer hun statuut van gerechtigde zullen behouden. Op 01.04.2004 is de historische anomalie die in 1984 werd ingevoerd en die de plafonds voor de invalide beperkt, rechtgezet. De maatregel voert terug de correcte plafonds in voor de nieuwe invaliden en brengt de maximumuitkering van 1.579 euro op 1.710 euro1 (hetzij 65 % van het begrensd loon voor een invalide die gezinshoofd is) en van 1.052 euro op 1.315 euro voor een alleenstaande (hetzij 50 % van het begrensd loon). Het minimumbedrag van de uitkeringen voor onregelmatige werknemers is met ingang van 01.10.2004 verhoogd met 1 %. Het bedrag van de toegelaten inkomsten van de partner van het invalide gezinshoofd is verhoogd met ingang van 01.07.2004.

1 Bedragen aan spilindexcijfer 111,64 in voege op 01.01.2004.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

131

Page 140: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bovendien onderging het moederschapsverlof in 2004 twee verbeteringen: vanaf 01.04.2004: uitbreiding van het verlof wanneer de pasgeborene in het ziekenhuis wordt

opgenomen; uitbreiding van het verlof bij meerlinggeboorten: er wordt aan de moeder twee weken extra

moederschapsverlof toegekend (dus 19 in plaats van 17 weken), die ze verplicht dient op te nemen na de geboorte.

Tot slot werd het adoptieverlof met ingang van 01.07.2004 verlengd tot 30 dagen. De ziekteverzekering neemt deze verlenging ten laste. Vanaf 01.01.2005 zijn de loongrenzen die toegepast worden bij de berekening van de uitkeringen met 2% verhoogd in de sector van de primaire ongeschiktheid en de sector van de invaliditeit. Vanaf 01.01.2005 zijn de inkomensschijven verhoogd die dienen voor de berekening van de uitkeringen voor de invalide rechthebbenden die een toegelaten activiteit hervatten. Vanaf 01.09.2005 worden de invaliditeitsuitkeringen die minstens acht jaar zijn toegekend, verhoogd met 2%. Een uitkering kan gecumuleerd worden met een activiteit waaruit inkomsten worden verkregen, indien er een voorafgaande toestemming is van de adviserend geneesheer. In 2006 werd het bedrag van de inkomensschijven verhoogd. De uitkeringen aan gerechtigden bij wie de arbeidsongeschiktheid is ingetreden tijdens de periode 01.09.1997 tot 31.08.1999 worden vanaf 01.09.2006 met 2% verhoogd. Op 01.10.2006 werden de uitkeringen aangepast aan de nieuwe gezondheidsindex en werd de minimumuitkering voor niet-regelmatige werknemers verhoogd met 1%. Vanaf 01.01. 2007 werd een forfaitaire tegemoetkoming van 12 euro voor hulp van derden toegekend. Op 01.09.2007 werden de minima betreffende de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 %. Vanaf 01.09.2007 werden de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan verhoogd met 2 %. Bovendien zijn in 2007 de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen aangepast aan de welvaart en werd gelijktijdig de inkomensgrens voor het WIGW-statuut en voor de uitkering die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd eveneens verhoogd met 2 %. Pensioenen De pensioenhervorming vanaf 01.07.1997 heeft een besparingseffect op de uitgaven. De pensioenleeftijd voor vrouwen werd opgetrokken: vanaf 01.07.1997 tot 61 jaar, van 01.01.2000 tot 31.12.2002 tot 62 jaar, van 01.01.2003 tot 31.12.2005 tot 63 jaar, van 01.01.2006 tot 31.12.2008 tot 64 jaar en vanaf 01.01.2009 tot 65 jaar. Enerzijds wordt de stijging van het aantal rustpensioenen voor vrouwen vertraagd. Anderzijds behouden de vrouwen langer hun statuut van gerechtigde in andere sectoren van de sociale zekerheid, voornamelijk inzake werkloosheid, brugpensioen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. Op 01.04.2004 werden de pensioenen die zijn ingegaan in 1996 verhoogd met 2 %. De grenzen van de toegelaten arbeid voor de gepensioneerden die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, zijn met ingang van 1 januari 2004 verhoogd met 25 %.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

132

Page 141: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Op 01.09.2005 werden de pensioenen die ingegaan zijn in 1997, verhoogd met 2%. Vanaf 01.12.2005 wordt een aanvulling toegekend aan de werknemers met een gemengde loopbaan werknemer-zelfstandige van wie de loopbaan in totaal een aantal jaren telt dat minstens gelijk is aan twee derden van een volledige beroepsloopbaan. Voor het jaar 2005 worden de uitgaven met betrekking tot de indexering van de renten ten laste gelegd van de wettelijke regeling van de kapitalisatie ten belope van 121.200 duizend euro. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. Op 01.09.2006 worden de werknemerspensioenen ingegaan in de loop van 1998 of 1999 verhoogd met 2 %. Deze verhoging is een beslissing die kadert binnen het beleid om de oudste pensioenen op te trekken en beter de evolutie van de welvaart te laten volgen. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. Vóór 2007 was er een wettelijke bepaling die stipuleerde dat pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet werden uitbetaald. Vanaf 01.01.2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen vanaf 01.03.2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Tevens werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd vanaf 01.07.2008 Ten slotte, nog steeds in het kader van de pensioenen, werd vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. Gezinsbijslag Vanaf 01.04.2004 zijn de sociale toeslagen voor kinderen van langdurig werklozen, invalide werknemers en gepensioneerden verbeterd: er is één enkel inkomensplafond ingevoerd, er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen vervangingsinkomens en inkomens uit werk en er wordt niet meer gekeken naar de gezinsstatus van diegene die er recht op heeft. Voor kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling op de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor gehandicapte kinderen geboren na 01.01.1996 verhoogd. Sinds 01.01.2007 werden de verhoogde kinderbijslagen voor invaliden en werklozen behouden gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden indien men opnieuw begint te werken.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

133

Page 142: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Eénoudergezinnen met een bruto-maandelijks inkomen lager dan 1.740,15 euro ontvangen in 2007 een bijkomende maandelijkse kinderbijslag van 20 euro. De enveloppe voor de schoolpremie in 2007 bedroeg 65,3 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Beroepsziekten De lijst van beroepsziekten werd uitgebreid en verschillende keren vervolledigd. De uitkeringsgrens werd met ingang van 01.04.2004 op dezelfde hoogte gebracht als de uitkeringsgrens voor de invaliditeitsuitkeringen. Net als deze laatste werd hij op 01.01.2005 verhoogd met 2 %. Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen voor beroepsziekten werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,96 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,14 miljoen euro. Arbeidsongevallen De uitkeringsgrens is met ingang van 01.04.2004 op dezelfde hoogte gebracht als de uitkeringsgrens voor de invaliditeitsuitkeringen. Net als deze laatste werd hij op 01.01.2005 verhoogd met 2%. Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen arbeidsongevallen werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,66 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,55 miljoen euro.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

134

Page 143: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Werkloosheid In 2004 werd er een belangrijke inspanning geleverd voor de uitbreiding van de dienstencheques: de nieuwe werkzoekenden die geholpen kunnen worden bij het vinden van een baan in de sector van de huishoudelijke diensten worden vanaf 01.01.2004 georiënteerd naar contracten via dienstencheques, en niet langer naar werk via het PWA-systeem. Op 01.10.2004 zijn de wachtuitkeringen voor de jongeren tussen 21 en 25 jaar verhoogd met 1 %. Bovendien zijn de toegelaten inkomsten van de partner van het werkloze gezinshoofd verhoogd met ingang van 01.07.2004, om de werkloosheidsval te bestrijden. Vanaf 01.07.2005 is er een nieuwe berekeningswijze ingevoerd voor de inkomensgarantie-uitkering voor de deeltijds werklozen, tegelijkertijd met een werkbonus om werken lonender te maken en de deeltijdse werknemers zo aan te moedigen meer uren te presteren. Bij bedrijfsherstructureringen na 30.03.2006 krijgt een werknemer vanaf 45 jaar, die op vrijwillige basis in een tewerkstellingscel stapt, gedurende maximaal zes maanden een inschakelingsvergoeding, die overeenstemt met zijn vroegere loon. Deze vergoeding vervangt geheel of gedeeltelijk de opzeggingsvergoeding waarop hij recht had. Indien voor een arbeider de inschakelingsvergoeding groter is dan de normaal verschuldigde opzeggingsvergoeding, kan de werkgever de terugbetaling van het verschil verkrijgen bij de RVA. Indien er een tewerkstellingscel werd opgericht conform de bepalingen uit het Generatiepact moet deze cel elke ingeschreven werknemer een outplacementaanbod doen. Onder bepaalde voorwaarden kan de werkgever de hieraan verbonden kosten terugvorderen bij de RVA. Daarnaast is inschrijving in een tewerkstellingscel een voorwaarde geworden om brugpensioen te bekomen. Niet-vergoede werkzoekenden die in een individuele beroepsopleiding stappen of een instapstage volgen, kunnen vanaf 01.04.2006 onder bepaalde voorwaarden een recht doen gelden op een opleidings- of stage-uitkering (KB 13.03.2006). Beide uitkeringen worden gelijkgesteld met een wachtuitkering. Een niet-uitkeringsgerechtigde werkloze kan, onder bepaalde voorwaarden, sinds 01.04.2006 aanspraak maken op een vestigingsuitkering voor een periode van ten hoogste zes maanden als hij zich met begeleiding van het Participatiefonds voorbereidt op een vestiging als zelfstandige. Ook deze uitkering wordt gelijkgesteld met een wachtuitkering. Vanaf 01.09.2006 kan elke jongere die in het kader van een alternerende opleiding tijdens een periode van deeltijdse leerplicht, een praktijkopleiding volgt bij een werkgever, aanspraak maken op een startbonus gedurende maximaal drie opleidingsjaren. De werkgever van zijn kant heeft recht op een stagebonus. Beide bonussen bedragen 500 euro na beëindiging van de eerste twee opleidingsjaren en 750 euro na het derde opleidingsjaar (KB 01.09.2006). Vanaf 01.01.2007 werd de actveringsmaatregel om langdurig werklozen aan werk te helpen versoepeld. Activa-plus en activa-sluiting werden afgeschaft en activa-stadswachten werd versoepeld. De gevoerde activeringspolitiek bracht in 2008 een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 81.180 duizend euro met zich mee. Vervolgens waren er maatregelen genomen betreffende de problematiek van de werkloosheidsval en mobiliteit. Deze vinden hun ingang vanaf 01.07.2008. De uitgaven met betrekking tot de werkloosheidsuitkeringen daalden hierdoor met 13.365 duizend euro. Door het feit dat er beslist werd dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden geschrapt, was er in 2008 een besparing voor de werkloosheidsuitkeringen voor de PWA’ers voor een bedrag van 15.000 duizend euro.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

135

Page 144: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Loopbaanonderbreking en tijdskrediet De stijging van de uitgaven is gekoppeld aan de invoering van het tijdskrediet. BIj uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22.12.2000, hebben de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad op 14.02.2001 een conventie nr. 77 gesloten, die een systeem invoert van tijdskrediet, loopbaanverkorting en vermindering van de prestaties tot halftijdse arbeid. Vanaf 01.01.2002 vervangt dit systeem in de privésector de loopbaanonder-breking zoals ze bij de herstelwet van 22.12.1985 werd geregeld (zie ook het statistisch gedeelte). De werknemers ontvangen hogere uitkeringen dan in het kader van de loopbaanonderbreking. De mogelijkheden voor ouderschapsverlof werden sinds 01.02.2002 uitgebreid en dit verlof kan nu worden opgenomen in de vorm van een onderbreking van de prestaties met 1/5 gedurende 15 maanden. Op 01.07.2005 werden de toekenningsvoorwaarden aangepast en werd het bedrag van de uitkering verhoogd. In 2007 voorzag maatregel 47 uit het generatiepact voor het tijdskrediet: Een absoluut recht op 1/5-tijdskrediet voor de 55-jarigen en ouder; voor de 55-jarigen en ouder

geldt de maximumlimiet van 5 % van het personeel niet; De werknemers van 50 jaar en ouder moeten slechts twee jaar in plaats van vijf jaar

anciënniteit hebben; de werknemers van 55 jaar en ouder moeten slechts één jaar anciënniteit hebben;

Beperking van de toekenning van het gewoon tijdskrediet tot 1 jaar. De andere lopende uitgaven De overdracht van 10 miljoen euro van het RSZ-Globaal beheer naar het fonds ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers van ten minste 55 jaar oud is geschorst in 2004 omdat dit fonds over voldoende reserves beschikte. Vanaf 2004 financiert het RIZIV de verpleegdagprijs in de ziekenhuizen volledig, via een alternatieve financiering die het rechtstreeks daarvoor krijgt toegekend. In 2005 heeft het RSZ-Globaal beheer 15 miljoen euro overgedragen aan het FCUD. Om de schulden met betrekking tot de socialezekerheidsbijdragen en de loonmatigingsbijdrage die de RVA sinds 1994 heeft bij de RSZ aan te zuiveren, werd in 2005 een bedrag van 464.371 duizend euro ingehouden op de middelen van het globaal beheer. Aangezien het gaat om een technische operatie die geen invloed heeft op het saldo van het globaal beheer, is deze niet opgenomen in de tabellen van het Vade Mecum.2 Er wordt aan het FCUD in 2006 16,5 miljoen euro toegekend ten laste van het globaal beheer werknemers. De storting vanuit het globaal beheer werknemers naar het Participatiefonds wordt vanaf 2006 met 500.000 euro verhoogd. De werking van het al bestaande fonds tot bestrijding van het tabaksgebruik wordt uitgebreid tot een fonds tot bestrijding van verslavingen. Met het oog hierop wordt er ook in 3 miljoen euro aan bijkomende middelen voorzien ten laste van de begroting van het RIZIV. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe zal er een storting van het RIZIV naar RVP gebeuren. In 2006 bedroeg deze overdracht 15.580 duizend euro in het werknemersstelsel.

2 Met de middelen die hem door het globaal beheer zijn toegekend, betaalt de RVA zijn schuld terug aan de RSZ.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

136

Page 145: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Einde 2006 betaalde de RVP-Repartitie aan de RVP-Kapitalisatie een bedrag van 92 miljoen euro betreffende de indexering van de renten 2005 die door het kapitalisatiestelsel ten laste was genomen. Dit liet to de betaling van de renten en de kapitalen in 2007 te financieren. Vanaf 01.01.2007 zal de overdracht van kapitalen tussen de RVP en andere overheidsinstellingen plaatsvinden op het moment van effectieve pensionering van de werknemer waarvoor de overdracht gevraagd wordt. Deze wijziging resulteert in een vermindering van de overdrachtuitgaven voor de RVP. De waarde van de dienstencheques werd op 1 januari 2007 verminderd met 1 euro. Hierdoor daalden de diverse uitgaven bij de RVA. Van deze besparing wordt 7.000 duizend euro gebruikt om een Opleidingsfonds op te richten bij de RVA. De werkgevers uit de sector van de dienstencheques kunnen beroep doen op dit fonds om bijkomende opleidingsinspanningen te financieren. De bijzondere toewijzing Sociale Maribel werd verminderd met 7.200 duizend euro. Vanuit het RSZ-Globaal beheer vindt er een overdracht plaats van 10.000 duizend euro naar het FBZ ten voordele van het Asbestfonds. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2008 volgende beslissingen genomen: Vanaf 01.04.2008 wordt het aandeel van de gebruiker verhoogd met 30 cent waarvan 8 cent

wordt toegewezen ter vermindering van de staatstussenkomst in de onderneming; Het aantal dienstencheques die jaarlijks kunnen aangekocht worden door een persoon, wordt

vanaf 01.01.2008 beperkt tot 750. Dit plafond is niet van toepassing op eenoudergezinnen, personen met een handicap en ouderen die genieten van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;

Daarenboven werd de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden versterkt. Dit door het opzetten van een informatie-uitwisselingssysteem tussen de RSZ en de RVA. Dit zal terugvorderingen van bijdragen voor 10.000 duizend euro met zich meebrengen.

De kapitaaluitgaven De laatste schijf van de aflossing van de lening, toegestaan door de RVP-kapitalisatie aan de RVP-repartitie in 1994 is betaald in 2004, wat de vermindering verklaart van de kapitaaluitgaven in 2005. Het Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg, gecreëerd in 2007, werd in 2008 overgedragen aan de twee globale beheren: het RIZIV kreeg allereerst het geld (309.000 duizend euro) terug dat geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren. Tenslotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSZ-Globaal beheer een bedrag van 105.011 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

137

Page 146: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro)

Lopende Ontvangsten 2004 2005 2006 2007 2008

Bijdragen 32.421.262 33.486.083 34.400.634 36.322.215 38.392.650

Staatstoelagen 5.287.517 5.355.599 5.430.743 5.522.075 5.745.555

Alternatieve financiering 6.170.940 7.014.029 7.715.811 8.465.052 9.297.116

Toegewezen ontvangsten 1.002.995 1.004.084 1.040.736 1.112.795 1.187.042

Externe overdrachten 357.937 379.746 397.244 649.157 956.139

Opbrengsten beleggingen 234.190 170.858 4.320 70.555 195.457

Diversen 449.247 459.006 467.454 484.909 564.713

Totaal lopende ontvangsten 45.924.088 47.869.404 49.456.943 52.626.758 56.338.672

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

138

Page 147: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) (vervolg)

Lopende Uitgaven 2004 2005 2006 2007 2008

Prestaties 29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154

RIZIV-Uitkeringen 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714RVP 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535RKW 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728FAO 148.076 155.333 159.785 163.954 174.516FBZ 315.842 315.054 309.199 306.360 311.385RVA 7.970.891 8.203.087 8.269.287 8.108.705 8.275.035Mijnwerkers-Invaliditeitspensioenen 9.404 6.237 5.095 4.054 3.555HVKZ-ZIV 7.886 7.792 7.795 7.671 7.496Pool der Zeelieden-Wachtgeld 3.809 3.515 3.180 2.788 2.509

Betalingskosten 10.594 10.219 9.879 9.594 8.877

Beheerskosten 871.415 904.918 949.336 970.642 1.018.051

Externe overdrachten 15.413.457 16.061.363 16.161.549 17.787.506 19.452.270

Intresten op leningen 7.739 13.081 27.358 8.482 1.505

Diversen 451.067 611.393 832.969 1.034.731 1.301.545

Totaal lopende uitgaven 46.120.875 47.862.621 49.167.337 51.698.397 55.615.402

Saldo lopende rekeningen -196.787 6.783 289.605 928.361 723.270

Kapitaalrekeningen 2004 2005 2006 2007 2008

Ontvangsten 0 0 75.768 336.714 4.138

Uitgaven 44.846 15.864 15.911 1.211 415.321

Saldo kapitaalrekeningen -44.846 -15.864 59.857 335.503 -411.183

Budgettair resultaat -241.633 -9.081 349.462 1.263.863 312.087

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

139

Page 148: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

004

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

735

75.6

4666

.782

4.72

90

00

223

148.

115

32.2

73.1

4732

.421

.262

Gew

one

bijd

rage

n

27.8

13.5

8327

.813

.583

Loon

mat

igin

g

3.13

2.34

63.

132.

346

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

735

75.6

4666

.782

4.72

9

223

148.

115

1.32

7.21

81.

475.

333

Sta

atst

oel

agen

5.28

7.51

75.

287.

517

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

6.17

0.94

06.

170.

940

Btw

6.05

7.88

96.

057.

889

Sto

ck o

ptio

ns

54

.073

54.0

73A

ccijn

zen

taba

k

50.7

0050

.700

And

ere

8.

278

8.27

8

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

104.

894

77.9

550

00

335

043

183.

227

819.

768

1.00

2.99

5

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

3.25

60

226.

476

012

3.35

30

669

353.

754

4.18

335

7.93

7

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

133

1.07

324

118

770

127

80

123

2.73

623

1.45

423

4.19

0

Div

erse

n

3.88

828

281.

580

5.72

30

75.7

7911

243

936

7.54

981

.698

449.

247

Eig

en o

ntv

ang

sten

10

9.65

015

7.95

834

8.60

323

7.11

570

119

9.74

511

21.

497

1.05

5.38

144

.868

.707

45.9

24.0

88

RS

Z-G

FB

3.

334.

094

14.2

68.8

443.

463.

327

36.4

0034

8.98

68.

298.

421

12.6

1210

.518

29.7

73.2

02

29.7

73.2

02A

nder

e ta

kken

0

1.32

40

00

00

01.

324

97.5

5098

.874

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.33

4.09

414

.270

.168

3.46

3.32

736

.400

348.

986

8.29

8.42

112

.612

10.5

1829

.774

.525

97.5

5029

.872

.075

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

3.

443.

744

14.4

28.1

263.

811.

930

273.

515

349.

687

8.49

8.16

612

.724

12.0

1530

.829

.906

44.9

66.2

5775

.796

.163

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

140

Page 149: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

004

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

3.27

7.03

014

.215

.285

3.41

8.38

014

8.07

631

5.84

27.

970.

891

9.40

411

.695

29.3

66.6

03

29.3

66.6

03

Bet

alin

gsk

ost

en

07.

259

2.22

863

644

50

241

10.5

94

10.5

94

Beh

eers

kost

en

150.

735

113.

309

118.

123

14.1

2120

.607

361.

686

1.85

91.

632

782.

072

89.3

4387

1.41

5

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

91.7

6963

79.

553

025

.700

28

127.

687

15.2

85.7

7015

.413

.457

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

14

.887

.628

14.8

87.6

28A

nder

e

91.7

6963

79.

553

25

.700

28

127.

687

398.

142

525.

829

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

1.38

10

00

429

075

1.88

55.

854

7.73

9

Div

erse

n

15.9

790

281.

580

3.24

068

214

8.86

811

360

545

1.06

7

451.

067

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

3.

443.

744

14.4

29.0

033.

820.

948

175.

627

337.

576

8.50

7.57

411

.401

14.0

3530

.739

.908

15.3

80.9

6746

.120

.875

RS

Z-G

FB

0

00

97.5

500

00

097

.550

97

.550

And

ere

takk

en

0

00

0

01.

324

01.

324

29.7

73.2

0229

.774

.525

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

00

097

.550

00

1.32

40

98.8

7429

.773

.202

29.8

72.0

75

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

3.

443.

744

14.4

29.0

033.

820.

948

273.

177

337.

576

8.50

7.57

412

.724

14.0

3530

.838

.781

45.1

54.1

6975

.992

.950

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

0-8

78-9

.018

338

12.1

11-9

.408

0-2

.021

-8.8

75-1

87.9

12-1

96.7

87

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

00

0

Uit

gav

en

029

.080

00

070

70

185

29.9

7214

.874

44.8

46

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

-29.

080

00

0-7

070

-185

-29.

972

-14.

874

-44.

846

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

-29.

958

-9.0

1833

812

.111

-10.

115

0-2

.206

-38.

847

-202

.786

-241

.633

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

141

Page 150: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

005

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

752

78.0

2960

.722

6.46

30

00

487

146.

453

33.3

39.6

3033

.486

.083

Gew

one

bijd

rage

n

28.5

68.9

3128

.568

.931

Loon

mat

igin

g

3.22

9.61

83.

229.

618

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

752

78.0

2960

.722

6.46

3

487

146.

453

1.54

1.08

11.

687.

533

Sta

atst

oel

agen

5.35

5.59

95.

355.

599

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

55.7

27

55

.727

6.95

8.30

27.

014.

029

Btw

55.7

27

55

.727

6.85

8.60

26.

914.

329

Sto

ck o

ptio

ns

32

.008

32.0

08A

ccijn

zen

taba

k

52.4

2152

.421

And

ere

15

.270

15.2

70

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

110.

269

69.6

920

00

462

01

180.

424

823.

660

1.00

4.08

4

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

6.72

30

229.

335

012

6.51

40

474

363.

046

16.6

9937

9.74

6

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

123

1.05

435

316

379

222

50

171

2.88

016

7.97

817

0.85

8

Div

erse

n

4.47

631

286.

006

7.45

70

89.5

0081

392

387.

942

71.0

6445

9.00

6

Eig

en o

ntv

ang

sten

11

5.61

915

5.52

934

7.08

124

3.41

879

227

2.42

881

1.52

51.

136.

473

46.7

32.9

3147

.869

.404

RS

Z-G

FB

3.

481.

003

14.7

17.7

093.

586.

803

24.6

0033

2.14

58.

639.

285

2.07

512

.120

30.7

95.7

40

30.7

95.7

40A

nder

e ta

kken

0

531

00

00

00

531

143.

000

143.

531

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.48

1.00

314

.718

.240

3.58

6.80

324

.600

332.

145

8.63

9.28

52.

075

12.1

2030

.796

.271

143.

000

30.9

39.2

71

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

3.

596.

622

14.8

73.7

693.

933.

884

268.

018

332.

937

8.91

1.71

32.

156

13.6

4531

.932

.744

46.8

75.9

3178

.808

.675

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

142

Page 151: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

005

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

3.42

4.76

814

.635

.609

3.51

0.25

315

5.33

331

5.05

48.

203.

087

6.23

711

.307

30.2

61.6

48

30.2

61.6

48

Bet

alin

gsk

ost

en

07.

041

2.17

559

738

70

172

10.2

19

10.2

19

Beh

eers

kost

en

156.

275

117.

928

117.

964

14.5

7520

.112

354.

122

985

1.54

278

3.50

412

1.41

490

4.91

8

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

115.

240

830

10.4

540

23.2

63

3014

9.81

715

.911

.546

16.0

61.3

63

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

15

.449

.135

15.4

49.1

35A

nder

e

115.

240

830

10.4

54

23.2

63

3014

9.81

746

2.41

161

2.22

8

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

00

00

279

059

338

12.7

4313

.081

Div

erse

n

15.5

7911

.442

286.

006

5.18

984

029

1.46

917

851

611.

393

61

1.39

3

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

3.

596.

622

14.8

87.2

603.

917.

228

186.

148

336.

393

8.87

2.22

07.

257

13.7

9131

.816

.919

16.0

45.7

0247

.862

.621

RS

Z-G

FB

0

59.5

000

83.5

000

00

014

3.00

0

143.

000

And

ere

takk

en

0

00

00

053

10

531

30.7

95.7

4030

.796

.271

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

059

.500

083

.500

00

531

014

3.53

130

.795

.740

30.9

39.2

71

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

3.

596.

622

14.9

46.7

603.

917.

228

269.

648

336.

393

8.87

2.22

07.

788

13.7

9131

.960

.450

46.8

41.4

4278

.801

.892

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

0-7

2.99

116

.656

-1.6

30-3

.456

39.4

93-5

.632

-146

-27.

706

34.4

896.

783

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

00

0

Uit

gav

en

00

00

078

90

201

990

14.8

7415

.864

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

-789

0-2

01-9

90-1

4.87

4-1

5.86

4

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

-72.

991

16.6

56-1

.630

-3.4

5638

.704

-5.6

32-3

47-2

8.69

619

.615

-9.0

81

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

143

Page 152: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

650

78.3

3556

.428

9.44

80

00

502

145.

363

34.2

55.2

7134

.400

.634

Gew

one

bijd

rage

n (1

)

32.9

56.3

8432

.956

.384

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

650

78.3

3556

.428

9.44

8

502

145.

363

1.29

8.88

71.

444.

250

Sta

atst

oel

agen

5.43

0.74

35.

430.

743

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.40

0

2.

400

7.71

3.41

17.

715.

811

Btw

2.40

0

2.

400

7.25

9.69

27.

262.

092

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

348.

606

348.

606

Sto

ck o

ptio

ns

36

.284

36.2

84A

ccijn

zen

taba

k

54.4

7854

.478

And

ere

14

.351

14.3

51

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

112.

728

78.6

770

00

348

010

119

1.85

484

8.88

21.

040.

736

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

20.6

880

254.

599

012

1.13

70

662

397.

086

158

397.

244

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

400

878

613

213

1.02

742

90

130

3.69

063

04.

320

Div

erse

n

3.75

034

299.

529

4.89

90

87.3

4760

809

396.

428

71.0

2646

7.45

4

Eig

en o

ntv

ang

sten

11

7.52

817

8.61

235

6.57

026

9.15

81.

027

211.

661

602.

205

1.13

6.82

248

.320

.121

49.4

56.9

43

RS

Z-G

FB

3.

673.

548

15.3

69.0

113.

715.

712

27.0

0033

2.10

68.

932.

675

6.54

510

.901

32.0

67.4

98

32.0

67.4

98A

nder

e ta

kken

0

0

81.8

5081

.850

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.67

3.54

815

.369

.011

3.71

5.71

227

.000

332.

106

8.93

2.67

56.

545

10.9

0132

.067

.498

81.8

5032

.149

.348

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

3.

791.

076

15.5

47.6

234.

072.

282

296.

158

333.

133

9.14

4.33

66.

605

13.1

0633

.204

.320

48.4

01.9

7181

.606

.291

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

144

Page 153: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

3.61

0.56

115

.175

.410

3.64

5.93

415

9.78

530

9.19

98.

269.

287

5.09

510

.975

31.1

86.2

46

31.1

86.2

46

Bet

alin

gsk

ost

en

06.

806

2.10

165

030

90

122

9.87

9

9.87

9

Beh

eers

kost

en

161.

303

130.

431

125.

357

14.9

3420

.183

362.

370

731

1.61

481

6.92

213

2.41

494

9.33

6

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

168.

062

752

27.7

390

23.1

970

2421

9.77

315

.941

.776

16.1

61.5

49

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

15

.423

.027

15.4

23.0

27A

nder

e

168.

062

752

27.7

39

23.1

97

2421

9.77

351

8.74

973

8.52

2

Intr

este

n o

p le

nin

gen

00

00

249

043

292

27.0

6627

.358

Div

erse

n

14.7

0312

.447

299.

443

6.31

01.

438

497.

793

2680

983

2.96

9

832.

969

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

3.

786.

567

15.4

93.1

564.

073.

587

209.

416

331.

129

9.15

2.89

65.

864

13.4

6633

.066

.081

16.1

01.2

5649

.167

.337

RS

Z-G

FB

81.8

50

81

.850

81

.850

And

ere

takk

en

0

0

32.0

67.4

9832

.067

.498

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

81

.850

0

81.8

5032

.067

.498

32.1

49.3

48

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

3.

786.

567

15.4

93.1

564.

073.

587

291.

266

331.

129

9.15

2.89

65.

864

13.4

6633

.147

.931

48.1

68.7

5481

.316

.685

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

4.50

954

.467

-1.3

054.

892

2.00

4-8

.560

742

-360

56.3

8823

3.21

728

9.60

5

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

075

.768

75.7

68

Uit

gav

en

00

00

082

00

217

1.03

714

.874

15.9

11

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

-820

0-2

17-1

.037

60.8

9459

.857

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 4.

509

54.4

67-1

.305

4.89

22.

004

-9.3

8074

2-5

7855

.351

294.

111

349.

462

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

145

Page 154: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

650

75.6

0953

.123

12.9

73

014

2.35

536

.179

.860

36.3

22.2

15

Gew

one

bijd

rage

n (1

)

34.7

71.0

7034

.771

.070

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

650

75.6

0953

.123

12.9

73

014

2.35

51.

408.

790

1.55

1.14

5

Sta

atst

oel

agen

5.52

2.07

55.

522.

075

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.44

6

2.

446

8.46

2.60

68.

465.

052

Btw

2.44

6

2.

446

7.78

8.78

17.

791.

227

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

441.

382

441.

382

Sto

ck o

ptio

ns

35

.380

35.3

80A

ccijn

zen

taba

k

53.7

0953

.709

And

ere

14

3.35

414

3.35

4

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

115.

483

74.0

99

0

271

1

189.

854

922.

941

1.11

2.79

5

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

12.2

84

243.

659

12

2.04

3

442

378.

428

270.

729

649.

157

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

200

1.37

376

815

598

01.

692

012

55.

293

65.2

6270

.555

Div

erse

n

3.85

03

311.

617

5.58

8

92.8

5349

366

414.

325

70.5

8448

4.90

9

Eig

en o

ntv

ang

sten

12

0.18

316

3.36

836

5.50

826

2.37

598

021

9.30

549

933

1.13

2.70

151

.494

.057

52.6

26.7

58

RS

Z-G

FB

3.

947.

734

15.7

51.9

433.

798.

281

36.7

5032

6.27

88.

980.

216

4.04

112

.466

32.8

57.7

09

32.8

57.7

09A

nder

e ta

kken

100

100

82.3

5082

.450

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.94

7.73

415

.752

.043

3.79

8.28

136

.750

326.

278

8.98

0.21

64.

041

12.4

6632

.857

.809

82.3

5032

.940

.159

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

4.

067.

917

15.9

15.4

114.

163.

789

299.

125

327.

258

9.19

9.52

14.

090

13.3

9933

.990

.510

51.5

76.4

0785

.566

.917

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

146

Page 155: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

3.88

6.67

415

.671

.486

3.73

5.75

216

3.95

430

6.36

08.

108.

705

4.05

410

.459

31.8

87.4

44

31.8

87.4

44

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

933

1.71

548

844

00

171

9.59

4

9.59

4

Beh

eers

kost

en

165.

948

129.

905

128.

672

15.9

4121

.757

382.

564

870

1.58

084

7.23

712

3.40

597

0.64

2

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

117.

477

926

24.8

89

22.0

99

016

5.39

117

.622

.115

17.7

87.5

06

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

16

.806

.026

16.8

06.0

26A

nder

e

117.

477

926

24.8

89

22.0

99

016

5.39

181

6.08

998

1.48

0

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

218

25

243

8.23

98.

482

Div

erse

n

15.2

9512

.019

311.

419

3.27

43.

132

688.

776

4077

61.

034.

731

1.

034.

731

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

4.

067.

917

15.9

37.8

204.

178.

484

208.

545

331.

689

9.20

2.36

24.

981

12.8

4133

.944

.638

17.7

53.7

5951

.698

.397

RS

Z-G

FB

82.3

50

82

.350

82

.350

And

ere

takk

en

10

0

100

32.8

57.7

0932

.857

.809

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

82

.350

100

82

.450

32.8

57.7

0932

.940

.159

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

4.

067.

917

15.9

37.8

204.

178.

484

290.

895

331.

689

9.20

2.36

25.

081

12.8

4134

.027

.088

50.6

11.4

6884

.638

.556

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

0-2

2.40

9-1

4.69

58.

230

-4.4

31-2

.841

-991

559

-36.

578

964.

939

928.

361

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

40

4033

6.67

433

6.71

4

Uit

gav

en

0

85

1

360

1.21

10

1.21

1

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

40

-851

-3

60-1

.171

336.

674

335.

503

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

-22.

369

-14.

695

8.23

0-4

.431

-3.6

92-9

9119

8-3

7.75

01.

301.

613

1.26

3.86

3

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

147

Page 156: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Bijd

rag

en

650

95.4

1451

.399

11.9

78

257

159.

699

38.2

32.9

5138

.392

.650

Gew

one

bijd

rage

n (1)

36.6

98.8

7436

.698

.874

Spe

cifie

ke b

ijdra

gen

650

95.4

1451

.399

11.9

78

257

159.

699

1.53

4.07

71.

693.

776

Sta

atst

oel

agen

398

398

5.74

5.15

75.

745.

555

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

2.56

0

2.

560

9.29

4.55

69.

297.

116

Btw

2.56

0

2.

560

8.04

2.55

48.

045.

114

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

444.

792

444.

792

Sto

ck o

ptio

ns

50

.389

50.3

89A

ccijn

zen

taba

k

56.0

0056

.000

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

564.

545

564.

545

And

ere

13

6.27

613

6.27

6

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

111.

597

88.7

02

266

10

920

0.67

498

6.36

81.

187.

042

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

2.52

1

277.

193

12

2.16

5

509

402.

388

553.

751

956.

139

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

200

9.80

338

640

61.

059

594

013

412

.582

182.

875

195.

457

Div

erse

n

3.85

02

347.

425

4.56

2

123.

642

6449

148

0.03

584

.678

564.

713

Eig

en o

ntv

ang

sten

11

6.29

719

6.84

039

9.21

029

4.13

91.

059

249.

227

641.

500

1.25

8.33

655

.080

.335

56.3

38.6

72

RS

Z-G

FB

4.

309.

247

16.9

90.3

714.

008.

399

27.0

0033

5.60

29.

433.

445

3.32

311

.441

35.1

18.8

28

35.1

18.8

28A

nder

e ta

kken

86

86

100.

250

100.

336

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

4.30

9.24

716

.990

.457

4.00

8.39

927

.000

335.

602

9.43

3.44

53.

323

11.4

4135

.118

.914

100.

250

35.2

19.1

64

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

4.

425.

544

17.1

87.2

974.

407.

609

321.

139

336.

661

9.68

2.67

23.

387

12.9

4136

.377

.250

55.1

80.5

8591

.557

.836

(1)

Loon

mat

igin

g in

begr

epen

.

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

148

Page 157: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RV

P

RK

W

FA

O

FB

Z

RV

A

Mijn

w-I

nv

Zee

lied

en

SU

BT

OT

AA

L

RS

Z-G

FB

T

OT

AA

L

Pre

stat

ies

4.27

0.71

416

.865

.215

3.92

2.72

817

4.51

631

1.38

58.

275.

035

3.55

510

.006

33.8

33.1

54

33.8

33.1

54

Bet

alin

gsk

ost

en

6.

530

1.58

547

627

0

151

8.87

7

8.87

7

Beh

eers

kost

en

169.

351

146.

110

132.

641

16.2

9620

.746

391.

612

820

1.80

987

9.38

513

8.66

61.

018.

051

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

207.

064

892

21.6

68

20.9

05

025

0.52

919

.201

.741

19.4

52.2

70

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

18

.574

.787

18.5

74.7

87A

nder

e

207.

064

892

21.6

68

20.9

05

025

0.52

962

6.95

487

7.48

3

Intr

este

n o

p le

nin

gen

184

184

1.32

11.

505

Div

erse

n

16.3

697.

412

346.

900

6.72

73.

693

919.

445

3096

91.

301.

545

1.

301.

545

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

4.

456.

434

17.2

32.3

314.

404.

746

219.

683

336.

094

9.60

7.18

14.

420

12.7

8436

.273

.673

19.3

41.7

2855

.615

.402

RS

Z-G

FB

5.00

0

95.2

50

10

0.25

0

100.

250

And

ere

takk

en

86

86

35.1

18.8

2835

.118

.914

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

5.

000

95

.250

86

100.

336

35.1

18.8

2835

.219

.164

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

4.

456.

434

17.2

37.3

314.

404.

746

314.

933

336.

094

9.60

7.18

14.

506

12.7

8436

.374

.009

54.4

60.5

5690

.834

.566

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-30.

890

-50.

034

2.86

36.

206

567

75.4

91-1

.119

156

3.24

172

0.02

972

3.27

0

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

VP

R

KW

F

AO

F

BZ

R

VA

M

ijnw

-In

v Z

eelie

den

S

UB

TO

TA

AL

R

SZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

1

14.

137

4.13

8

Uit

gav

en

66

88

4

360

1.31

041

4.01

141

5.32

1

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-65

-8

84

-360

-1.3

09-4

09.8

74-4

11.1

83

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -3

0.89

0-5

0.09

92.

863

6.20

656

774

.607

-1.1

19-2

041.

932

310.

155

312.

087

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen

149

Page 158: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 159: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Sociale bijdragen 155

1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) 1.2 Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht 1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) 1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector, RSZ, RSZPPO) 1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector) 1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector) 1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht 1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) 1.9 Globaal financieel beheer (concept: economische rekeningen) 1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen

1.11 RSZ - Aan bijdragen onderworpen loonmassa (kwartaalresultaten, concept: economisch)

C.

Statistieken

Page 160: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Uitkeringen (RIZIV) 169

2.0 Methodologische nota 2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit / aantal gevallen 2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap / verzekerde bevolking 2.13 Moederschap / aantal vergoede dagen 2.14 Moederschap / gemiddelde daguitkering 2.15 Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering

3. Pensioenen (RVP) 185

3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt

betaald 3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt

betaald 3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden

betaald 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen

4. Gezinsbijslag (RKW) 189

4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op

bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen

5. Arbeidsongevallen (FAO) 199

5.0 Methodologische nota 5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel 5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel 5.3 Uitgaven - repartitiestelsel 5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden - beide stelsels

Page 161: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

6. Beroepsziekten (FBZ) 205

6.0 Methodologische nota 6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december) 6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van

het slachtoffer (december) 6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (december) 6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) 6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de

invaliditeitsgraad

7. Werkloosheid, activering van werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 211

7.0 Methodologische nota 7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) 7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) 7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde

daguitkering, uitgaven 7.4 Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven 7.5 Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde

maanduitkering, uitgaven 7.6 Activering van de werkloosheid 7.7 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) 7.8 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven 7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) 7.10 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde

maanduitkering, uitgaven 7.11 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioenen,

loopbaanonderbreking en tijdskrediet

8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 225

8.0 Methodologische nota 8.1 Invaliditeitspensioenen 8.2 Pensioenaanvulling 8.3 Verwarmingstoelage

9. Stelsel van de Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden) 227

9.0 Methodologische nota 9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen,

wachtgeld en brugpensioenen

geneeskundige verzorging 9.2 Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 9.3 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende 9.4 Aantal gevallen of dagen naar hoofdrubriek 9.5 Gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek 9.6 Uitgaven naar hoofdrubriek

uitkeringen

9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid 9.8 Invaliditeit

wachtgeld en brugpensioenen

9.9 Wachtgeld 9.10 Brugpensioenen

Page 162: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 163: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Sociale bijdragen 1.0 Methodologische nota Het stelsel van de sociale zekerheid geldt in beginsel voor alle werkgevers en werknemers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden. Met die werknemers worden gelijkgesteld:

de leerlingen (onder leercontract); het vastbenoemd personeel van de NMBS dat sinds 1991, zoals dat reeds het geval was

voor de vastbenoemde ambtenaren uit de openbare sector, onderworpen is aan de sector geneeskundige verzorging van het algemeen stelsel van de sociale zekerheid;

de personen die zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, krachtens KB van 28.11.1969 toch verzekeringsplichtig zijn;

de personen die beperkt verzekeringsplichtig zijn (gelegenheidsarbeiders in de tuinbouwsector) krachtens KB 21.06.1994;

de beroepsrenners en de andere betaalde sportbeoefenaars.

Effectieven De gegevens in tabel 1.1 met het jaaroverzicht zijn jaargemiddelden. Deze gegevens zijn gebaseerd op de vastgestelde toestanden in de werkgeversaangiften op het einde van elk kwartaal; het hoger vermelde jaargemiddelde is dus het gemiddelde van die vier kwartaalgegevens. De tellingsmethoden die volgen uit de wijze waarop de werkgever de aangifte dient in te vullen, leiden ertoe dat deze gegevens geen telling van het aantal ingevulde betrekkingen vormen, maar wel de telling van het aantal arbeidsposten. Personen die bvb. tegelijkertijd verschillende deeltijdse jobs uitoefenen, kunnen dus dubbel geteld worden. Tabel 1.2 geeft het aantal werknemers per sector, leeftijdsklasse en geslacht en tabel 1.7 geeft het overzicht van de loontrekkende beroepsbevolking naar statuut, geslacht en inningsinstelling waaronder ze ressorteren. In 2004 heeft de RSZ een vernieuwing doorgevoerd in zijn statistische informatie. Vanaf de gegevens per 31.12.2004 is het mogelijk coherente statistieken te publiceren over effectieven volgens de drie hieronder opgesomde concepten:

arbeidsposten; natuurlijke personen (werknemers); voltijdse equivalenten.

We stellen in het Vade Mecum de voornaamste statistieken, vanaf gegevens 2005, voor volgens de twee eerstgenoemde concepten. Loonmassa

De loonmassa die in de tabellen 1.5 en 1.6 is opgenomen is de totale loonmassa die voor het betreffende jaar door de werkgevers werd aangegeven voor onderwerping aan bijdragen, respectievelijk voor de privésector en voor de openbare sector. We dienen op te merken dat de geraamde loonmassa voor de (hand)arbeiders voor de “begrotingsjaren” uitgedrukt zijn in 108 %. Tabel 1.11 geeft de aan bijdragen onderworpen RSZ – loonmassa weer volgens het economisch concept op kwartaalbasis.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

155

Page 164: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Aantal gepresteerde dagen De aantallen gepresteerde dagen zijn deze welke in de kwartaalaangiften van de werkgevers voorkomen. Het is zo dat de opgenomen aantallen overeenstemmen met het aantal begonnen arbeidsdagen, ook wanneer zij onvolledig zouden zijn, of slechts een beperkt aantal uren zouden beslaan. De tabellen 1.3 en 1.4 geven het overzicht van het aantal gepresteerde arbeidsdagen, respectievelijk voor de privé-sector en voor de openbare sector per inningsinstelling (RSZ, HVKZ en RSZPPO). Bijdragen De tabel 1.8 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer die voorkomen in de budgettaire rekeningen van de RSZ en tabel 1.9 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer van de drie inningsinstellingen (RSZ, RSZPPO en HVKZ) die geconsolideerd worden in de economische rekeningen van de sociale zekerheid. Ten slotte geeft tabel 1.10 het overzicht weer van de verschillende vormen van bijdrageverminderingen weergegeven met bijhorende bedragen op jaarbasis volgens het budgettair concept. Voor meer detail over de financiering van de Sociale Zekerheid verwijzen we naar het Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid. Bijkomende statistische gegevens vindt U op de website van de inningsinstellingen: RSZ: www.rsz.fgov.be ; RSZPPO: www.rszppo.fgov.be en HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be .

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

156

Page 165: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Privé-sector 2.470.468 2.517.124 2.566.279 2.634.775 2.697.024

Arbeiders (1) 1.169.170 1.186.186 1.205.994 1.223.595 1.243.786Bedienden 1.301.298 1.330.938 1.360.285 1.411.180 1.453.238

Openbare sector 752.652 746.462 745.282 742.978 744.665

Arbeiders 53.354 50.657 52.064 52.140 51.317Bedienden 232.528 232.916 231.818 232.066 236.283

Ambtenaren (2) 466.770 462.889 461.400 458.772 457.065

Algemeen totaal 3.223.120 3.263.586 3.311.561 3.377.753 3.441.689

(1) Arbeiders in de privé-sector = handarbeiders + leerlingen + dienstboden.(2) Ambtenaren met inbegrip van het statutair personeel van de NMBS.

1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) (jaargemiddelden)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

157

Page 166: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.2

Aan

tal w

erkn

emer

s (R

SZ

, co

nce

pt:

fys

ieke

per

son

en)

per

sec

tor

en n

aar

leef

tijd

skla

sse

en g

esla

cht

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

3.30

9

130.

458

30

3.76

7

15.8

01

21.2

85

37.0

86

189.

110

151.

743

340.

853

25 -

39

jaar

618.

091

46

2.28

6

1.08

0.37

7

104.

491

14

0.92

5

245.

416

722.

582

603.

211

1.32

5.79

340

- 4

9 ja

ar37

8.28

4

271.

301

64

9.58

5

12

0.22

1

115.

585

23

5.80

6

49

8.50

538

6.88

688

5.39

150

- 6

4 ja

ar24

9.24

7

136.

133

38

5.38

0

11

4.19

8

89.8

34

204.

032

363.

445

225.

967

589.

412

65 ja

ar e

n m

eer

of o

nbek

end

7.96

9

3.

423

11.3

92

1.85

5

27

5

2.13

0

9.

824

3.69

813

.522

To

taal

1.42

6.90

0

1.

003.

601

2.43

0.50

1

35

6.56

6

367.

904

72

4.47

0

1.78

3.46

61.

371.

505

3.15

4.97

1

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

4.35

2

134.

382

30

8.73

4

14.8

48

22.1

87

37.0

35

189.

200

156.

569

345.

769

25 -

39

jaar

614.

766

46

6.02

0

1.08

0.78

6

104.

615

14

5.20

0

249.

815

719.

381

611.

220

1.33

0.60

140

- 4

9 ja

ar38

5.56

2

281.

196

66

6.75

8

11

7.34

3

115.

266

23

2.60

9

50

2.90

539

6.46

289

9.36

750

- 6

4 ja

ar25

6.49

1

144.

806

40

1.29

7

11

6.97

1

92.4

57

209.

428

373.

462

237.

263

610.

725

65 ja

ar e

n m

eer

of o

nbek

end

7.55

2

3.

358

10.9

10

1.97

6

32

2

2.29

8

9.

528

3.68

013

.208

To

taal

1.43

8.72

3

1.

029.

762

2.46

8.48

5

35

5.75

3

375.

432

73

1.18

5

1.79

4.47

61.

405.

194

3.19

9.67

0

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

4.66

9

128.

728

30

3.39

713

.578

20

.548

34

.126

188.

247

149.

276

337.

523

25 -

39

jaar

616.

434

47

3.48

5

1.08

9.91

910

0.93

7

142.

331

24

3.26

871

7.37

161

5.81

61.

333.

187

40 -

49

jaar

398.

028

29

7.26

4

695.

292

110.

531

11

3.94

1

224.

472

508.

559

411.

205

919.

764

50 -

64

jaar

270.

744

16

2.00

5

432.

749

119.

793

97

.075

21

6.86

839

0.53

725

9.08

064

9.61

765

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d8.

506

3.58

8

12

.094

1.

899

315

2.

214

10.4

053.

903

14.3

08

To

taal

1.46

8.38

11.

065.

070

2.53

3.45

134

6.73

837

4.21

072

0.94

81.

815.

119

1.43

9.28

03.

254.

399

(*)

LAT

G: l

oon-

en

arbe

idst

ijdge

geve

ns.

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

06

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

05

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

04

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

158

Page 167: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.2

Aan

tal w

erkn

emer

s (R

SZ

, co

nce

pt:

fys

ieke

per

son

en)

per

sec

tor

en n

aar

leef

tijd

skla

sse

en g

esla

cht

(ver

volg

)

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

5.50

1

130.

809

30

6.31

013

.529

20

.472

34

.001

189.

030

151.

281

340.

311

25 -

39

jaar

618.

293

48

1.92

1

1.10

0.21

410

0.22

0

144.

301

24

4.52

171

8.51

362

6.22

21.

344.

735

40 -

49

jaar

405.

539

31

1.30

8

716.

847

106.

087

11

3.45

6

219.

543

511.

626

424.

764

936.

390

50 -

64

jaar

282.

846

17

7.19

2

460.

038

122.

446

99

.971

22

2.41

740

5.29

227

7.16

368

2.45

565

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d8.

932

3.78

1

12

.713

1.

931

337

2.

268

10.8

634.

118

14.9

81

To

taal

1.49

1.11

11.

105.

011

2.59

6.12

234

4.21

337

8.53

772

2.75

01.

835.

324

1.48

3.54

83.

318.

872

Bro

n: R

SZ

- L

AT

G (

*)

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

alM

ann

enV

rou

wen

To

taal

Man

nen

Vro

uw

enT

ota

al

Min

der

dan

25 ja

ar17

7.40

0

132.

332

30

9.73

213

.187

20

.791

33

.978

190.

587

153.

123

343.

710

25 -

39

jaar

619.

124

49

2.61

6

1.11

1.74

099

.575

14

6.76

5

246.

340

718.

699

639.

381

1.35

8.08

040

- 4

9 ja

ar41

3.79

4

326.

254

74

0.04

810

1.37

1

112.

530

21

3.90

151

5.16

543

8.78

495

3.94

950

- 6

4 ja

ar29

5.81

9

195.

179

49

0.99

812

4.21

9

103.

055

22

7.27

442

0.03

829

8.23

471

8.27

265

jaar

en

mee

r of

onb

eken

d9.

699

4.24

0

13

.939

1.

803

382

2.

185

11.5

024.

622

16.1

24

To

taal

1.51

5.83

61.

150.

621

2.66

6.45

734

0.15

538

3.52

372

3.67

81.

855.

991

1.53

4.14

43.

390.

135

(*)

LAT

G: l

oon-

en

arbe

idst

ijdge

geve

ns.

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

08

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

Toe

stan

d op

30

sept

embe

r 20

07

Pri

vé -

sec

tor

Op

enb

are

sect

or

Alg

emee

n t

ota

al

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

159

Page 168: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) (duizendtallen)

Bron: RSZ en HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

Ressorterend onder RSZ 508.534 512.930 525.161 542.980 555.512

Arbeiders 220.356 220.208 225.245 230.571 232.288 Bedienden 288.178 292.722 299.916 312.409 323.224

Ressorterend onder HVKZ 98 126 137 164 177

Zeelieden 98 126 137 164 177

Totaal 508.632 513.056 525.298 543.144 555.689

1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector (1), RSZ, RSZPPO) (duizendtallen)

Bron: RSZ en RSZPPO

2004 2005 2006 2007 2008

Ressorterend onder RSZ 167.578 164.093 164.182 162.646 162.410

Arbeiders 9.571 9.085 9.482 9.515 9.467 Bedienden 46.466 45.724 45.719 45.635 46.283 Ambtenaren 111.541 109.284 108.981 107.496 106.660

Ressorterend onder RSZPPO 79.111 79.872 84.593 91.361 92.566

Arbeiders 19.364 20.216 21.496 24.759 25.012Bedienden 23.074 24.007 27.054 29.655 30.866Ambtenaren 36.673 35.649 36.043 36.947 36.688

Totaal 246.689 243.965 248.775 254.007 254.976

(1) statutairen en contractuelen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

160

Page 169: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector)(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)

Bron: RSZ en HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

Ressorterend onder RSZ 61.738,8 64.156,8 67.719,4 72.916,7 76.749,9

Arbeiders 20.901,6 21.349,0 22.674,1 24.024,9 24.733,4Bedienden 40.837,2 42.807,8 45.045,3 48.891,8 52.016,5

Ressorterend onder HVKZ 11,2 14,2 16,2 19,8 21,5

Zeelieden 11,2 14,2 16,2 19,8 21,5

Totaal 61.750,0 64.171,0 67.735,6 72.936,5 76.771,4

1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector (1))(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)

Bron: RSZ en RSZPPO

2004 2005 2006 2007 2008

Ressorterend onder RSZ 21.469,9 21.964,4 22.548,9 23.057,3 24.116,3

Arbeiders 852,6 850,4 895,1 927,9 966,2Bedienden 5.721,4 5.858,2 6.053,9 6.262,9 6.637,2Ambtenaren 14.895,8 15.255,8 15.599,9 15.866,5 16.512,9

Ressorterend onder RSZPPO 7.606,3 - 8.421,0 8.640,4 9.140,6

Arbeiders 1.289,9 - 1.467,7 1.522,7 1.613,7Bedienden 2.055,4 - 2.383,2 2.520,0 2.755,7Ambtenaren 4.261,0 - 4.570,1 4.597,7 4.771,2

Totaal 29.076,2 21.964,4 30.969,9 31.697,7 33.256,9

(1) Statutairen en contractuelen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

161

Page 170: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ

RSZPPO

Privé-sectorOverheids-

sectorSubtotaal

Overheids- sector

Arbeiders 1.192.535 51.986 1.244.521 87.549 - 1.332.070Mannen 856.709 24.201 880.910 38.040 - 918.950Vrouwen 335.826 27.785 363.611 49.509 - 413.120

Bedienden 1.384.499 227.431 1.611.930 112.512 - 1.724.442Mannen 619.953 87.899 707.852 24.411 - 732.263Vrouwen 764.546 139.532 904.078 88.101 - 992.179

Zeelieden - - - - 1.177 1.177Mannen - - - - 1.086 1.086Vrouwen - - - - 91 91

Ambtenaren 82 457.994 458.076 142.662 - 600.738Mannen 71 244.271 244.342 77.133 - 321.475Vrouwen 11 213.723 213.734 65.529 - 279.263

Totaal 2.577.116 737.411 3.314.527 342.723 1.177 3.658.427

Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ

RSZPPO

Privé-sectorOverheids-

sectorSubtotaal

Overheids- sector

Arbeiders 1.216.600 52.283 1.268.883 88.025 1.356.908Mannen 865.576 24.515 890.091 38.200 928.291Vrouwen 351.024 27.768 378.792 49.825 428.617

Bedienden 1.439.618 230.072 1.669.690 114.170 1.783.860Mannen 640.819 87.580 728.399 24.352 752.751Vrouwen 798.799 142.492 941.291 89.818 1.031.109

Zeelieden 1.192 1.192Mannen 1.107 1.107Vrouwen 85 85

Ambtenaren 90 456.138 456.228 141.099 597.327Mannen 76 240.463 240.539 75.780 316.319Vrouwen 14 215.675 215.689 65.319 281.008

Totaal 2.656.308 738.493 3.394.801 343.294 1.192 3.739.287

Toestand op 31 december 2006

1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht

RSZ

HVKZ Totaal

RSZ

HVKZ Totaal

Toestand op 31 december 2007

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

162

Page 171: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) (duizend euro)

Bron: RSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Bijdragen 32.273.147 33.339.630 34.255.271 36.179.860 38.232.951

Gewone bijdragen (1) 27.813.583 28.568.931 32.956.384 34.771.070 36.698.874RSZ 26.651.852 27.490.478 31.544.757 33.314.689 35.273.282RSZPPO 1.159.715 1.076.578 1.408.728 1.451.990 1.421.937HVKZ 2.016 1.875 2.899 4.391 3.655

Loonmatiging 3.132.346 3.229.618 0 0 0

Specifieke bijdragen 1.327.218 1.541.081 1.298.887 1.408.790 1.534.077Inhouding dubbel vakantiegeld 587.560 627.503 655.244 684.753 742.226Loonmatiging dubbel vakantiegeld 261.460 278.755 0 0 0Bijdrage jobstudenten 21.694 25.063 32.265 37.977 43.296Bijdrage op premies groepsverzekeringen 185.575 236.385 203.578 247.107 261.615Werkgeversbijdrage tijdelijke werklozen + anciënniteitstoeslag oudere werklozen

62.804 67.826 69.389 74.590 78.821

Werkgeversbijdrage bruggepensioneerden + oudere werklozen

62.991 66.263 64.742 67.644 84.390

Compenserende bijdrage werkgevers brugpensioenen

3.159 3.223 3.230 3.775 3.672

Heffing op privé-gebruik bedrijfswagens 87.495 173.337 211.147 229.655 249.385Bijdrage deeltijdse arbeid 30 13 6 2 0Bijdrage op deelname in de winst 5.688 14.197 15.514 15.483 22.493Tewerkstellingsfonds 48.762 34.015 43.470 44.523 43.951Reaffectatiefonds Sociale Maribel 0 14.500 0 0 0Canada Dry - - 302 3.281 4.228

Staatstoelagen 5.287.517 5.355.599 5.430.743 5.522.075 5.745.157

In de prestaties 5.240.174 5.339.387 5.415.200 5.522.075 5.745.157Globale staatstoelagen 5.213.825 5.317.956 5.408.964 5.507.909 5.730.361Mijnwerkers - Invaliditeitspensioenen 15.475 11.881 -4.520 4.508 4.530HVKZ - Ziekte-Invaliditeit 5.774 4.900 5.876 5.358 6.535Pool der zeelieden - Wachtgeld 5.100 4.650 4.880 4.300 3.731

In de lasten van leningen (2) 47.343 16.212 15.543 0 0Aflossingen van het kapitaal 43.954 14.874 14.874 0 0Intresten 3.389 1.339 669 0 0

Alternatieve financiering 6.170.940 6.958.302 7.713.411 8.462.606 9.294.556Aandeel in de BTW-ontvangsten 6.057.889 6.858.602 7.259.692 7.788.781 8.042.554Roerende voorheffing - 0 348.606 441.382 444.792'Stock options' 54.073 32.008 36.284 35.380 50.389Accijnzen tabak 50.700 52.421 54.478 53.709 56.000Riziv-Geneeskundige verzorging (artikel 24 §1 quater)

- - - - 564.545

Belasting op werknemersparticipatie 8.278 15.270 14.351 17.054 10.208Personenbelasting en vennootschapsbelasting

- - 0 126.300 126.068

Toegewezen ontvangsten 819.768 823.660 848.882 922.941 986.368Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 819.768 823.660 848.882 922.941 986.368

Externe overdrachten 4.183 16.699 158 270.729 553.751

Opbrengsten van beleggingen 231.454 167.978 630 65.262 182.875

Diversen 81.698 71.064 71.026 70.584 84.678

Eigen ontvangsten 44.868.707 46.732.931 48.320.121 51.494.057 55.080.335

Interne overdrachten 97.550 143.000 81.850 82.350 100.250

Totaal lopende ontvangsten 44.966.257 46.875.931 48.401.971 51.576.407 55.180.585

(1) In 2006, 2007 en 2008: Loonmatiging inbegrepen.

(2) Vanaf 2001: De staatstoelage gekoppeld aan de overname van de schuld, komt overeen met de leningen tussen de instellingen van sociale zekerheid (art. 3, K.B. van 04.04.2001). De leningen ten overstaan van de banken worden onmiddellijk ten laste genomen door de Overheidsschuld.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

163

Page 172: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bro

n: F

OD

Soc

iale

Zek

erhe

id

2004

2005

2006

2007

2008

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

32.2

74,3

32.8

38,4

33.9

31,9

35.9

90,5

37.8

67,4

Ten

last

e va

n de

wer

knem

ers

11.0

53,2

11.2

35,2

11.4

92,5

12.1

32,1

12.8

62,0

Gew

one

bijd

rage

n op

de

bezo

ldig

inge

n10

.454

,0

10.5

99,7

10

.823

,7

11.4

32,3

12

.105

,9

Inho

udin

g op

het

dub

bel v

akan

tiege

ld59

1,0

626,

0

65

6,6

686,

3

73

9,9

Bijd

rage

n op

de

jobs

tude

nten

8,2

9,5

12,2

13

,6

16,2

Ten

last

e va

n de

wer

kgev

ers

21.0

56,4

21.4

59,9

22.3

05,6

23.7

11,4

24.8

48,0

Gew

one

bijd

rage

n op

de

bezo

ldig

inge

n17

.201

,6

17.4

84,7

18

.732

,7

19.8

50,2

20

.840

,8

Loon

mat

igin

gsbi

jdra

ge3.

108,

4

3.16

0,9

3.

054,

2

3.28

4,6

3.

397,

4

Bijd

rage

n be

stem

d vo

or I.

B.F

. (zi

eken

huiz

en)

110,

0

11

8,1

113,

9

11

1,3

118,

4

Lo

onm

atig

ing

op h

et d

ubbe

l vak

antie

geld

259,

5

27

2,9

-

-

-

Bijd

rage

n op

de

jobs

tude

nten

13,5

15

,6

20,1

24

,4

26,8

B

ijdra

gen

(hoo

fdel

ijk)

op d

e co

nven

tione

le b

rugp

ensi

oene

n66

,2

69,5

67

,9

71,4

87

,2

Bijd

rage

n C

anad

a dr

y-

-

0,

3

3,

3

4,

2

B

ijdra

gen

insc

hake

ling

-

-

-

-

-

Bijd

rage

n op

de

onvr

ijwill

ige

deel

tijds

e ar

beid

en

op d

e tij

delij

ke

wer

kloo

shei

d62

,8

67,8

69

,4

74,6

78

,0

Bijd

rage

n op

de

aanv

ulle

nde

pens

ioen

en18

5,6

236,

4

20

3,6

247,

1

24

9,9

Tew

erks

telli

ngsf

onds

48,8

34

,0

43,5

44

,5

45,3

Ten

last

e va

n de

gen

iete

rs v

an s

ocia

le p

rest

atie

s96

,1

10

4,2

94,7

108,

2

11

5,0

Bijd

rage

n op

de

pres

tatie

s ar

beid

song

eval

len

en

ber

oeps

ziek

ten

96,1

10

4,2

94,7

10

8,2

115,

0

In

houd

ing

op k

inde

rbijs

lag

-

-

-

-

-

And

ere

bijd

rage

n-

-

-

-

-

Bijd

rage

opsl

agen

en

boet

en68

,6

39

,1

39

,1

38

,8

42

,4

1.9

Glo

baa

l fin

anci

eel b

ehee

r (c

on

cep

t: e

con

om

isch

e re

ken

ing

en)

(milj

oen

eu

ro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

164

Page 173: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2004

2005

2006

2007

2008

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d v

oo

r d

e so

cial

e ze

kerh

eid

7.06

8,3

7.

963,

6

8.77

3,5

9.

615,

3

10.4

45,9

Bijz

onde

re b

ijdra

ge v

oor

de s

ocia

le z

eker

heid

809,

8

83

2,0

848,

9

92

2,9

985,

6

V

oorh

effin

g ge

stor

t doo

r de

wer

kgev

er60

3,7

645,

8

65

5,5

695,

3

76

0,8

Sal

do g

esto

rt d

oor

de s

chat

kist

206,

1

18

6,2

193,

4

22

7,6

224,

8

B

TW

6.05

7,9

6.

858,

6

7.25

9,7

7.

788,

8

7.96

0,8

S

tock

opt

ions

54,1

32,0

36,3

35,4

49,4

Nie

uwe

finan

cier

ing

gene

esku

ndig

e ve

rzor

ging

-

-

-

-

564,

5

R

oere

nde

voor

heffi

ng-

-

34

8,6

441,

4

44

4,8

Bel

astin

g op

wer

knem

ersp

artic

ipat

ie8,

3

15,3

14,4

143,

4

13

6,2

Bijd

rage

n op

de

bedr

ijfsv

oert

uige

n87

,5

17

3,3

211,

1

22

9,7

247,

8

A

ccijn

zen

op ta

bak

50,7

52,4

54,5

53,7

56,8

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

min

gen

van

de

op

enb

are

mac

hte

n5.

287,

5

5.35

5,6

5.

430,

7

5.52

2,1

5.

745,

2

Nie

t-te

rugv

orde

rbar

e te

gem

oetk

omin

gen

van

de c

entr

ale

over

heid

5.23

8,1

5.

306,

2

5.41

5,2

5.

522,

1

5.74

5,2

T

usse

nkom

st in

de

last

en v

an le

ning

en49

,4

49

,4

15

,5

-

-

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

en

bed

rijv

en27

0,6

216,

0

51

,6

13

8,1

255,

8

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

van

der

den

4,2

16

,7

-

-

-

Nie

t m

eer

te b

etal

en, t

oeg

eken

de

soci

ale

pre

stat

ies

-

-

-

-

-

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te u

itb

etaa

lde

soci

ale

pre

stat

ies

-

-

-

-

-

Su

bto

taal

44.9

04,9

46.3

90,3

48.1

87,7

51.2

66,0

54.3

14,3

On

tvan

gst

en u

it o

verd

rach

ten

97,6

143,

0

81

,9

35

2,9

654,

1

Tus

sen

takk

en v

an e

enze

lfde

rege

ling

97,6

143,

0

81

,9

35

2,9

100,

3

V

an d

e zi

ekte

en

inva

lidite

it-

-

-

-

-

V

an d

e w

erkl

oosh

eid

-

-

-

-

-

Van

de

pens

ioen

en-

59

,5

-

270,

5

5,

0

V

an d

e ge

zins

bijs

lag

-

-

-

-

-

Van

de

arbe

idso

ngev

alle

n97

,6

83,5

81

,9

82,4

95

,3

Van

de

bero

epsz

iekt

en-

-

-

-

-

V

an h

et G

loba

al b

ehee

r-

-

-

-

-

Van

een

and

ere

rege

ling

-

-

-

-

553,

8

V

an d

e ze

lfsta

ndig

en-

-

-

-

-

V

an h

et R

IZIV

-Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g-

-

-

-

55

3,8

Alg

emee

n t

ota

al45

.002

,5

46

.533

,3

48

.269

,6

51

.618

,9

54

.968

,4

(ver

volg

)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

165

Page 174: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen (duizend euro)

Bron: RSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Bijzondere toewijzingen 396.000 414.117 430.792 469.427 485.746

Sociale Maribel 396.000 414.117 430.792 438.427 454.127

Wetenschappelijke Maribel - - - 31.000 31.619

Jongerenbonus (non profit) - - - - -

Vermindering patronale bijdragen 3.872.901 4.411.482 4.659.170 5.002.796 5.270.672

In uitdoving (1): 189.713 75.546 29.807 12.647 3.826

Plannen +1, +2, +3 48.391 15.579 5.832 367 -

Activaplan 103.631 34.355 9.901 5.828 2.450

Collectieve arbeidsduurvermindering 14.794 18.344 12.281 5.503 706

Startbanen 22.897 7.268 1.793 949 670

Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren - 2.060 1.793 1.686 1.682

Wetenschappelijk onderzoek 2.755 2.778 4.926 8.238 9.964

Gesubsidieerde contractuelen 192.600 204.135 212.842 233.991 248.331

Baggeraars en sleepvaart 9.585 7.045 4.070 3.392 2.582

Loonmatiging universiteiten 36.880 57.045 58.809 33.311 67.305

Podiumkunstenaars 6.462 9.867 10.897 11.932 12.847

Onthaalmoeders 10.615 11.958 12.526 13.269 13.957

Structurele bijdrageverminderingen (2) 3.279.910 3.709.866 3.867.160 3.997.605 4.109.698

Doelgroepen - totaal 144.134 330.938 455.986 686.453 800.273

Doelgroepen: 31.906 89.471 112.863 170.763 193.661

Herstructurering - 504 547 2.471 6.649

Eerste aanwervingen 18.799 62.364 87.135 106.212 113.225

Arbeidsduurvermindering 13.107 26.603 25.181 16.140 9.272

Risicogroepen - - - 23.070 36.834

Activering - - - 188 201

WEP/DSP - - - 8.794 9.536

SINE - - - 13.888 17.945

Doelgroepen "overgangsperiode": 112.228 241.467 343.123 515.690 606.612

Jonge werknemers 13.238 42.861 89.488 - 142.195

Langdurig werkzoekenden (3) 26.618 95.106 140.631 - 165.229

Ouderenbonus - - - - 137.048

Oudere werknemers (4) 72.372 103.500 113.004 - 162.140Diversen 247 244 354 272 208

Vermindering persoonlijkebijdragen 157.206 230.333 517.864 656.968 666.558

Algemeen (werkbonus inbegrepen) 156.865 229.528 517.214 655.798 665.008

Baggeraars, sleepvaart 297 362 142 143 131

Herstructurering 44 443 508 1.027 1.419

TOTAAL 4.426.107 5.055.932 5.607.826 6.129.191 6.422.976

(1) Wordt vanaf 01.01.2004 vervangen door doelgroepen.

(3) Ondernemingen in herstructurering inbegrepen.(4) Vanaf 1ste kwartaal 2004.

(2) Vanaf 01.04.1999: de lastenverlaging in het kader van het meerjarenplan en de vroegere bijdrageverminderingen voor Maribel en lage lonen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

166

Page 175: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bro

n: R

SZ

Arb

eid

ers

P

rivé

-sec

tor

(2)

Bed

ien

den

P

rivé

-sec

tor

To

taal

P

rivé

-sec

tor

Arb

eid

ers

Op

enb

are

sect

or

(3)

Bed

ien

den

O

pen

bar

e se

cto

r (3

)

Am

bte

nar

en

(3)

To

taal

O

pen

bar

e se

cto

r (3

)T

OT

AA

L

2004

20.9

01.6

25

40.8

37.2

5261

.738

.877

867.

521

5.73

2.90

514

.896

.140

21.4

96.5

6683

.235

.443

1ste

kw

arta

al5.

079.

832

9.79

9.64

414

.879

.476

210.

099

1.46

1.05

23.

706.

600

5.37

7.75

120

.257

.227

2de

kwar

taal

5.23

8.27

79.

758.

394

14.9

96.6

7120

9.47

61.

441.

394

3.71

8.27

95.

369.

149

20.3

65.8

203d

e kw

arta

al4.

579.

538

9.35

6.58

113

.936

.119

187.

102

1.12

7.32

73.

703.

064

5.01

7.49

318

.953

.612

4de

kwar

taal

6.00

3.97

811

.922

.633

17.9

26.6

1126

0.84

41.

703.

132

3.76

8.19

75.

732.

173

23.6

58.7

84

2005

21.3

49.0

1942

.807

.812

64.1

56.8

3185

0.48

95.

858.

248

15.2

55.8

7221

.964

.609

86.1

21.4

401s

te k

war

taal

5.08

3.45

210

.191

.426

15.2

74.8

7820

9.11

41.

485.

678

3.78

0.97

95.

475.

771

20.7

50.6

492d

e kw

arta

al5.

411.

804

10.2

99.4

4915

.711

.253

201.

940

1.47

2.14

13.

799.

236

5.47

3.31

721

.184

.570

3de

kwar

taal

4.73

6.94

59.

811.

972

14.5

48.9

1718

3.78

41.

161.

757

3.81

3.76

65.

159.

307

19.7

08.2

244d

e kw

arta

al6.

116.

818

12.5

04.9

6518

.621

.783

255.

651

1.73

8.67

23.

861.

891

5.85

6.21

424

.477

.997

2006

22.3

09.2

2444

.998

.687

67.3

07.9

1189

5.25

56.

054.

522

15.5

99.8

8222

.549

.659

89.8

57.5

701s

te k

war

taal

5.35

5.63

910

.754

.129

16.1

09.7

6821

4.63

61.

508.

830

3.89

2.02

35.

615.

489

21.7

25.2

572d

e kw

arta

al5.

621.

666

10.7

74.0

7716

.395

.743

216.

182

1.56

2.95

23.

887.

877

5.66

7.01

122

.062

.754

3de

kwar

taal

4.89

4.14

710

.247

.724

15.1

41.8

7119

2.63

21.

192.

716

3.89

2.98

35.

278.

331

20.4

20.2

024d

e kw

arta

al6.

437.

772

13.2

22.7

5719

.660

.529

271.

805

1.79

0.02

43.

926.

999

5.98

8.82

825

.649

.357

2007

23.5

87.6

5548

.254

.312

71.8

41.9

6793

2.55

46.

276.

516

15.8

72.0

0023

.081

.070

94.9

23.0

371s

te k

war

taal

5.63

8.40

711

.491

.044

17.1

29.4

5122

0.36

51.

584.

005

3.95

2.25

25.

756.

622

22.8

86.0

732d

e kw

arta

al6.

062.

457

11.5

34.8

5217

.597

.309

228.

450

1.62

7.27

03.

973.

085

5.82

8.80

523

.426

.114

3de

kwar

taal

5.14

6.29

710

.961

.967

16.1

08.2

6420

2.32

81.

237.

892

3.97

9.23

25.

419.

452

21.5

27.7

164d

e kw

arta

al6.

740.

494

14.2

66.4

4921

.006

.943

281.

411

1.82

7.34

93.

967.

431

6.07

6.19

127

.083

.134

2008

24.3

24.5

4651

.313

.079

75.6

37.6

25

966.

300

6.61

1.05

516

.512

.689

24.0

90.0

44

99.7

27.6

691s

te k

war

taal

5.93

2.72

312

.260

.020

18.1

92.7

4322

6.84

71.

608.

075

4.01

4.37

25.

849.

294

24.0

42.0

372d

e kw

arta

al6.

216.

445

12.1

47.8

9718

.364

.342

231.

807

1.69

2.21

94.

070.

596

5.99

4.62

224

.358

.964

3de

kwar

taal

5.42

8.87

911

.752

.265

17.1

81.1

4421

0.52

81.

313.

089

4.16

8.54

25.

692.

159

22.8

73.3

034d

e kw

arta

al6.

746.

499

15.1

52.8

9721

.899

.396

297.

118

1.99

7.67

24.

259.

179

6.55

3.96

928

.453

.365

(1)

Bez

oldi

ging

van

de

arbe

ider

s aa

n 10

0 %

.(2

) A

rbei

ders

priv

é-se

ctor

= h

anda

rbei

ders

+ le

erlin

gen

+ d

iens

tbod

en.

(3)

NM

BS

inbe

grep

en.

1.11

RS

Z -

Aan

bijd

rag

en o

nd

erw

orp

en lo

on

mas

sa (

kwar

taal

resu

ltat

en, c

on

cep

t: e

con

om

isch

) (d

uiz

end

eu

ro)

(1)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen

167

Page 176: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 177: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen, moederschapsuitkeringen en de uitkeringen voor begrafeniskosten. Voor deze laatste worden hier geen statistische gegevens opgenomen; het bedrag van de uitgaven hiervoor wordt vermeld in de synthesetabel. Het recht op uitkeringen bestaat uitsluitend voor werknemers die voor de sector uitkeringen bijdrageplichtig zijn. Met hen worden gelijkgesteld de werknemers die gewoonlijk de hoedanigheid van werknemer hebben of onlangs hebben gehad, zoals de werknemers in gecontroleerde werkloosheid en de werkneemsters die vanaf de vijfde maand van de zwangerschap de arbeid onderbreken, alsook zij die tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid hun hoedanigheid van werknemer verliezen en eveneens de gerechtigden aan wie de voortgezette verzekering was toegestaan bij het verstrijken van deze periode van voortgezette verzekering. De werkneemsters die gerechtigd zijn op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn gerechtigd op moederschapsuitkeringen. De moederschapsuitkering wordt ook verleend aan de gerechtigden voor wie de moederschapsrust een aanvang neemt in een tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Rechthebbenden op de uitkering voor begrafeniskosten zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die, in geval van overlijden van een gerechtigde op uitkeringen - ook als hij gepensioneerd is - de begrafenis werkelijk hebben bekostigd. Primaire arbeidsongeschiktheid (tabellen 2.4 – 2.7) Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid (voor de mijnwerkers die recht hebben op een invaliditeitspensioen, wordt deze periode gelimiteerd tot zes maanden), ontvangt de gerechtigde een primaire ongeschiktheidsuitkering die niet lager mag zijn dan 60 % van het gederfde loon. Vanaf eind 1996 wordt de primaire ongeschiktheidsuitkering van samenwonenden vanaf de 31e dag arbeidsongeschiktheid beperkt tot 55 % van het gederfde loon. Dit loon is geplafonneerd en gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Voor de werkloze mag deze uitkering gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid het bedrag van zijn werkloosheidsuitkering niet overschrijden. Invaliditeit (tabellen 2.8 – 2.11) Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan één jaar ontvangt een gerechtigde met personen ten laste een invaliditeitsuitkering die 65 % van het begrensde loon bedraagt. Dit bedrag wordt verminderd tot 45 of 40 % van hetzelfde loon voor de gerechtigde zonder gezinslast, naargelang het al dan niet om verlies van een enig inkomen gaat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap (tabellen 2.12 – 2.15) De moederschapsuitkering wordt gedurende een periode van 15 weken uitbetaald. Vanaf 1999 wordt de periode van bevallingsrust met 2 weken verlengd ingeval van zwangerschap van een meerling. Het bedrag van de moederschapsuitkering wordt vastgesteld op een percentage van het begrensde loon dat geldt voor de berekening van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. In principe ontvangt de gerechtigde gedurende de eerste dertig dagen 79,5 % (82 % voor de gerechtigden met een lopende arbeidsovereenkomst) van dit loon, vanaf de eenendertigste dag 75 % en indien het tijdvak van moederschapsrust verder zou reiken dan 15 weken 60 % na de 15de week. Het

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

169

Page 178: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

tijdvak van arbeidsverwijdering van de zwangere of bevallen werkneemster en van de werkneemster die borstvoeding geeft wordt ingevolge de wet van 04.08.1996 (art. 8) eveneens als een tijdvak van moederschapsbescherming beschouwd. Gedurende deze periode ontvangt de gerechtigde 60 % van het begrensde loon. In de tabellen wordt vanaf 1996 een opsplitsing gemaakt tussen de gegevens betreffende de eigenlijke moederschapsrust en deze betreffende de arbeidsverwijdering (met inbegrip van het borstvoedingsverlof). Beschrijving van de kenmerken Voor elk van de drie vermelde deelsectoren: primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsuitkering wordt in principe eenzelfde structuur voor de statistieken aangehouden. Vooreerst is er het begrip verzekerde bevolking, waarvoor gegeven wordt: De uitsplitsing naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.1 en 2.12); De evolutie van het totaal ervan (tab. 2.3). Voor de invaliden is er de verdeling van het effectief naar leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.2). Voor elke deelsector is er een notie van volume: het aantal vergoede dagen (tab. 2.5, 2.9 en 2.13) en tevens het aantal gevallen (enkel voor invaliditeit) (tab. 2.8). Verder zijn er voor elke deelsector gegevens over de basisuitgaven (tab. 2.7, 2.11 en 2.15 respectievelijk). Voor de primaire arbeidsongeschiktheid geeft de tabel 2.4 het ziektecijfer, welk getal de uitdrukking is van de verhouding van het aantal vergoede dagen tot de verzekerde bevolking. De gemiddelde daguitkering is het resultaat van de deling van het totaalbedrag der uitkeringen door het aantal vergoede dagen (tab. 2.6, 2.10 en 2.14). Tabel 2.16 ten slotte is een synthesetabel met de uitgaven voor de vier deelsectoren (inclusief de deelsector van de begrafenisuitkeringen). Aanvullende informatie over de uitkeringsverzekering vindt u op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be en in de publicaties van deze instelling.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

170

Page 179: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.1

Led

enta

l / v

erze

kerd

e b

evo

lkin

g n

aar

stat

uu

t, le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Arb

eid

ers

(1)

19.1

3018

6.84

925

7.01

125

7.39

128

2.00

429

1.46

726

2.82

523

1.67

319

8.95

012

2.53

22.

767

2.11

2.59

9M

anne

n12

.949

122.

636

163.

005

160.

690

178.

883

184.

626

164.

028

146.

251

130.

899

89.2

502.

406

1.35

5.62

3V

rouw

en6.

181

64.2

1394

.006

96.7

0110

3.12

110

6.84

198

.797

85.4

2268

.051

33.2

8236

175

6.97

6

Bed

ien

den

5.92

513

2.49

827

7.66

025

7.90

625

5.83

825

5.62

822

6.35

218

3.35

815

2.83

477

.380

1.95

41.

827.

333

Man

nen

1.88

444

.638

105.

186

101.

120

96.3

7799

.261

90.2

0678

.286

75.5

4644

.891

1.44

273

8.83

7V

rouw

en4.

041

87.8

6017

2.47

415

6.78

615

9.46

115

6.36

713

6.14

610

5.07

277

.288

32.4

8951

21.

088.

496

To

taal

25.0

5531

9.34

753

4.67

151

5.29

753

7.84

254

7.09

548

9.17

741

5.03

135

1.78

419

9.91

24.

721

3.93

9.93

2

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Arb

eid

ers

(1)

19.6

2018

7.48

025

6.01

425

5.73

728

2.65

829

2.96

927

0.70

623

9.12

020

3.90

212

9.62

43.

177

2.14

1.00

7M

anne

n13

.378

123.

866

163.

126

159.

385

177.

251

185.

214

168.

441

149.

844

132.

777

93.7

152.

691

1.36

9.68

8V

rouw

en6.

242

63.6

1492

.888

96.3

5210

5.40

710

7.75

510

2.26

589

.276

71.1

2535

.909

486

771.

319

Bed

ien

den

6.46

813

4.93

928

3.36

426

1.09

625

7.07

825

5.49

623

3.84

719

0.52

415

6.77

083

.004

2.27

11.

864.

857

Man

nen

2.15

245

.442

107.

676

102.

689

97.8

6198

.096

92.8

3179

.897

74.9

4647

.325

1.61

675

0.53

1V

rouw

en4.

316

89.4

9717

5.68

815

8.40

715

9.21

715

7.40

014

1.01

611

0.62

781

.824

35.6

7965

51.

114.

326

To

taal

26.0

8832

2.41

953

9.37

851

6.83

353

9.73

654

8.46

550

4.55

342

9.64

436

0.67

221

2.62

85.

448

4.00

5.86

4

(1)

Met

inbe

grip

van

de

mijn

wer

kers

.

Toe

stan

d op

30

juni

200

8

Toe

stan

d op

30

juni

200

7

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

171

Page 180: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.2

Aan

tal i

nva

liden

naa

r le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Arb

eid

ers

ZIV

(1)

1381

83.

407

6.52

911

.723

18.4

2625

.045

32.6

8536

.565

28.2

0523

216

3.64

8M

anne

n5

489

1.84

23.

300

5.89

49.

625

13.2

9218

.387

22.9

3119

.642

232

95.6

39V

rouw

en8

329

1.56

53.

229

5.82

98.

801

11.7

5314

.298

13.6

348.

563

068

.009

Bed

ien

den

114

81.

083

2.39

74.

431

7.05

89.

182

11.1

6012

.003

8.69

450

56.2

07M

anne

n1

3227

760

51.

014

1.58

32.

307

3.09

94.

497

4.20

350

17.6

68V

rouw

en0

116

806

1.79

23.

417

5.47

56.

875

8.06

17.

506

4.49

10

38.5

39

To

taal

1496

64.

490

8.92

616

.154

25.4

8434

.227

43.8

4548

.568

36.8

9928

221

9.85

5

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Arb

eid

ers

ZIV

(1)

1684

03.

412

6.71

212

.216

19.2

3126

.167

33.7

1137

.851

29.5

5926

516

9.98

0M

anne

n7

463

1.81

23.

330

5.94

59.

808

13.6

0218

.631

23.2

9520

.286

265

97.4

44V

rouw

en9

377

1.60

03.

382

6.27

19.

423

12.5

6515

.080

14.5

569.

273

072

.536

Bed

ien

den

115

31.

089

2.45

94.

672

7.33

09.

554

11.5

4612

.264

9.26

573

58.4

06M

anne

n0

3827

058

11.

068

1.57

32.

301

3.13

84.

291

4.38

873

17.7

21V

rouw

en1

115

819

1.87

83.

604

5.75

77.

253

8.40

87.

973

4.87

70

40.6

85

To

taal

1799

34.

501

9.17

116

.888

26.5

6135

.721

45.2

5750

.115

38.8

2433

822

8.38

6

(1)

Met

inbe

grip

van

de

mijn

wer

kers

.

Toe

stan

d op

30

juni

200

8

Toe

stan

d op

30

juni

200

7

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

172

Page 181: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.3 Evolutie van het ledental (1)

Bron: RIZIV

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Arbeiders 1.840.215 1.898.759 1.859.299 1.876.211 1.897.113Mannen 1.179.291 1.209.769 1.186.736 1.195.857 1.207.458Vrouwen 660.924 688.990 672.563 680.354 689.655

Bedienden 1.628.157 1.659.980 1.696.593 1.730.269 1.765.409Mannen 661.545 671.849 683.826 693.965 706.067

Vrouwen 966.612 988.131 1.012.767 1.036.304 1.059.342

Totaal 3.468.372 3.558.739 3.555.892 3.606.480 3.662.522

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden, exclusief bruggepensioneerden.

2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer (1)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Arbeiders 8,61 8,47 9,19 10,05 10,57Mannen 7,80 7,55 7,94 8,50 8,89Vrouwen 10,04 10,09 11,38 12,79 13,52

Bedienden 4,06 4,12 4,27 4,63 4,83Mannen 2,96 2,92 2,97 3,10 3,19

Vrouwen 4,82 4,94 5,52 5,66 5,92

Totaal 6,47 6,44 6,84 7,45 7,80

(1) Aantal vergoede dagen/ledental.

2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Arbeiders 15.836.644 16.077.207 17.075.244 18.862.630 20.053.616Mannen 9.200.783 9.128.394 9.426.497 10.160.383 10.730.133Vrouwen 6.635.861 6.948.813 7.648.747 8.702.247 9.323.483

Bedienden 6.612.564 6.845.310 7.250.513 8.012.462 8.526.485Mannen 1.956.215 1.961.476 2.030.465 2.152.072 2.253.520

Vrouwen 4.656.349 4.883.834 5.220.048 5.860.390 6.272.965

Totaal 22.449.208 22.922.517 24.325.757 26.875.092 28.580.101

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

173

Page 182: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Arbeiders

Mannen 40,51 41,51 42,34 42,88 44,57Vrouwen 28,78 29,54 30,19 30,77 32,17

Bedienden

Mannen 43,92 45,08 45,82 46,28 48,28

Vrouwen 34,94 35,94 36,67 37,14 38,84

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Arbeiders 546.166 567.898 614.736 687.663 761.431Mannen 372.752 378.946 399.077 435.698 478.217Vrouwen 190.998 205.302 230.922 267.731 299.982Regularisaties -17.584 -16.350 -15.263 -15.766 -16.768

Bedienden 241.872 257.437 278.258 311.012 346.219Mannen 85.920 88.430 93.037 99.609 108.796Vrouwen 162.705 175.525 191.407 217.663 243.632Regularisaties -6.753 -6.518 -6.186 -6.260 -6.209

Hulp van derden 351 394 351 598 897

Totaal 788.389 825.729 893.345 999.273 1.108.547

2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

174

Page 183: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.8 Invaliditeit / aantal gevallen

Bron: RIZIV

12.2004 12.2005 12.2006 12.2007 12.2008

Arbeiders 153.248 155.807 160.388 166.525 172.565Mannen 93.390 93.781 94.387 96.394 98.100Vrouwen 59.858 62.026 66.001 70.131 74.465

Bedienden 51.149 52.788 55.434 57.159 59.588Mannen 17.454 17.491 17.629 17.767 17.821Vrouwen 33.695 35.297 37.805 39.392 41.767

Totaal 204.397 208.595 215.822 223.684 232.153

2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Arbeiders 46.595.650 46.832.004 47.709.562 49.145.496 50.862.715Mannen 28.585.510 28.468.142 28.496.576 28.922.727 29.420.252Vrouwen 18.010.140 18.363.862 19.212.986 20.222.769 21.442.463

Bedienden 15.794.049 16.333.271 17.088.181 17.964.781 18.856.438Mannen 5.342.216 5.454.329 5.528.477 5.625.278 5.750.455Vrouwen 10.451.833 10.878.942 11.559.704 12.339.503 13.105.983

Totaal 62.389.699 63.165.275 64.797.743 67.110.277 69.719.153

2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Arbeiders

Mannen 36,34 37,33 38,15 38,85 41,01Vrouwen 28,75 29,56 30,25 31,00 33,03

Bedienden

Mannen 38,72 39,55 40,21 41,02 42,86Vrouwen 30,70 31,60 32,33 33,07 35,15

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

175

Page 184: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Arbeiders 1.556.477 1.605.595 1.668.538 1.750.604 1.914.635Mannen 1.038.766 1.062.729 1.087.272 1.123.700 1.206.447Vrouwen 517.711 542.866 581.266 626.904 708.188

Bedienden 527.756 559.509 596.035 638.815 707.159Mannen 206.855 215.702 222.290 230.750 246.495Vrouwen 320.901 343.807 373.745 408.065 460.664

Regularisaties -626 -844 -566 -1.823 -896

Hulp van derden 5.020 5.123 5.639 34.551 38.470

Totaal 2.088.627 2.169.383 2.269.646 2.422.147 2.659.368

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

176

Page 185: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.12 Moederschap / verzekerde bevolking (1)

Bron: RIZIV

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Arbeidsters 460.643 467.326 451.879 451.302 451.196

Bedienden 706.395 710.973 718.390 725.383 732.351

Totaal 1.167.038 1.178.299 1.170.269 1.176.685 1.183.547

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.

2.13 Moederschap / aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Moederschap 6.648.308 6.868.721 6.925.084 7.031.324 7.265.742

Arbeidsters 2.531.741 2.572.969 2.582.286 2.599.608 2.670.647Bedienden 4.055.759 4.226.842 4.270.366 4.353.750 4.512.036Invaliden 60.808 68.910 72.432 77.966 83.059

Werkverwijdering 1.811.133 1.773.049 1.865.751 1.919.878 1.946.101

Arbeidsters 566.774 552.789 577.270 548.251 542.159Bedienden 1.244.359 1.220.260 1.288.481 1.371.627 1.403.942

Vaderschap + adoptie 358.569 377.456 382.610 395.357 421.363

Arbeiders 225.667 232.727 231.268 238.595 255.948Bedienden 132.902 144.729 151.342 156.762 165.415

2.14 Moederschap / gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

MoederschapArbeidsters 39,21 40,34 41,38 42,22 44,00Bedienden 53,34 54,87 56,40 57,58 60,24Invaliden 41,09 43,08 42,77 43,58 45,26

WerkverwijderingArbeidsters 35,18 36,63 37,00 37,39 38,69Bedienden 45,33 44,82 45,44 46,23 48,22

Vaderschap + adoptieArbeiders 74,62 76,60 78,14 79,83 82,43Bedienden 86,51 89,19 90,13 92,39 95,57

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

177

Page 186: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.15 Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Moederschap 318.703 339.510 352.091 365.278 394.630

Arbeidsters 99.472 104.170 107.254 110.282 117.906 Bedienden 216.721 232.450 241.748 251.598 272.964 Invaliden 2.510 2.894 3.089 3.398 3.760 Regularisaties - -4 - - -

Werkverwijdering 45.950 52.734 56.926 59.762 64.332

Arbeidsters 14.127 15.353 16.430 15.646 16.450 Bedienden 31.823 37.381 40.496 44.116 47.882 Regularisaties - - - - -

Vaderschap + adoptie 28.338 30.624 31.741 33.582 36.961

Arbeiders 16.840 17.824 18.092 19.079 21.130 Bedienden 11.498 12.800 13.649 14.503 15.831

Borstvoeding 164 199 195 224 255

Totaal 393.155 423.067 440.953 458.846 496.178

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

178

Page 187: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Primaire arbeidsongeschiktheid 788.390 825.729 893.343 999.272 1.108.548Invaliditeit 2.088.628 2.169.383 2.269.646 2.422.147 2.659.368Moederschapsuitkeringen 393.160 423.067 440.965 458.850 496.169Begrafenisuitkeringen 6.852 6.589 6.607 6.405 6.629

Totaal 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

179

Page 188: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 189: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota In het werknemerspensioenstelsel (repartitiesysteem) worden de eigenlijke pensioenen en de afgeleide voordelen toegekend met toepassing van KB nr. 50 van 24.10.1967 betreffende de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en met toepassing van de vroegere afzonderlijke bepalingen over het pensioen van arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden. Het oude kapitalisatiestelsel van de werknemersrenten (dat sinds 31.12.1967 residueel is geworden) bestaat slechts in zoverre de verworven rechten op rustrenten en/of overlevingsrenten werden gehandhaafd. Sinds 31.12.2007 werden de technische reserves van dit oude stelsel overgenomen door de RSZ – Globaal beheer werknemers, ingevolge het K.B. van 21.04.2007 houdende uitvoering van het artikel 289 van de programmawet (I) van 27.12.2006. Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen (tabel 3.1) Het aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald, is gelijk aan het aantal personen dat op 1 januari is vastgelegd en voor wie het uitkeringsrecht in betaling is gesteld. Personen voor wie het recht is ingegaan, maar op die datum nog niet in betaling is gesteld, komen niet in de statistiek voor. Het aantal begunstigden wordt onderverdeeld in de volgende categorieën: gehuwden die een rustpensioen tegen “ gezinsbedrag “ genieten in het werknemersstelsel; gehuwden die een rustpensioen tegen “bedrag alleenstaanden” genieten in het

werknemersstelsel; niet gehuwden die een rustpensioen tegen “ bedrag alleenstaanden “ genieten in het

werknemersstelsel; personen die een (of meer) rustpensioen(en) en een (of meer) overlevingspensioen(en)

genieten, waarbij minstens een van die pensioenen ten laste komt van het werknemersstelsel: personen met een rustpensioen ten laste van het werknemersstelsel; personen met een overlevingspensioen ten laste van het werknemersstelsel;

personen die een overlevingspensioen genieten in het werknemersstelsel. Dubbeltellingen zijn het gevolg van mensen die een rust- en een overlevingspensioen cumuleren in het werknemersstelsel. Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente (tabel 3.2) Het aantal gerechtigden is opgedeeld in verscheidene categorieën: De personen die een ouderdomsrente genieten; De vrouwen (en enkel zij) die een weduwerente genieten; De vrouwen die een ouderdomsrente en een weduwerente genieten. De dubbeltellingen zijn een gevolg van vrouwelijke gerechtigden die een ouderdomsrente en een weduwerente cumuleren. De renten kunnen gecumuleerd worden met een (of meerdere) pensioen(en) van het repartitiestelsel hierboven vermeld. De berekening van dubbeltellingen werd niet uitgevoerd, omdat er ook geen totaal wordt gemaakt.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

181

Page 190: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen (tabel 3.3) Het gemiddelde bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari zijn betaald, wordt verkregen door de maandelijkse bruto-uitgaven van januari (nog vóór de afhouding van de bedrijfsvoorheffing, de ZIV-bijdrage, de solidariteitsbijdrage en de terug te vorderen bedragen) te delen door het aantal begunstigden op 1 januari. Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht (tabel 3.4) De rechthebbenden (op 01.01.2008) worden opgesplitst naar pensioenregeling (rust- of overlevingspensioen, gezinspensioen of pensioen voor een alleenstaande), alsook naar geslacht en naar leeftijdsklasse per vijf jaar. Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Enkele van de rubrieken uit deze tabel worden hieronder nader toegelicht: Vakantiegeld

Het aantal begunstigden is hier het aantal begunstigden van een rust- of overlevingspensioen dat in mei wordt betaald. Het vakantiegeld en het bijkomend vakantiegeld worden niet toegekend in de loop van het jaar waarin het pensioen ingaat. Het jaar nadien staat het toegekende bedrag in verhouding tot het aantal maanden waarin de rechthebbende tijdens het eerste jaar pensioen heeft ontvangen. Niettemin worden, in afwijking van deze bepaling, de bovenvermelde voordelen volledig toegekend vanaf het jaar waarin het rustpensioen ingaat, indien gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het pensioen ingaat, de begunstigde al een uitkering voor brugpensioen of voor ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid ontving. Analoog worden de bovenvermelde voordelen ook volledig toegekend vanaf het burgerlijk jaar waarin het overlevingspensioen ingaat, indien de overleden echtgenoot aan dezelfde voorwaarde voldeed of een rustpensioen ontving gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het burgerlijke jaar waarin hij overleed. Verwarmingstoelage De verwarmingstoelage wordt toegekend aan mijnwerkers die gerechtigd zijn op een rustpensioen of aan hun overlevende echtgenoot die gerechtigd is op een overlevingspensioen. De gegevens worden verstrekt volgens dezelfde methodologie als die voor de rust- en overlevingspensioenen. Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten Het repartitiestelsel betaalt sinds 2008 het totaal van de sociale prestaties van het oude kapitalisatiestelsel. Niettemin tot 2007 inbegrepen kwam het repartitiestelsel tussen in de sociale prestaties betreffende de rijksbijdrage en de indexering van de lopende renten die vóór 1994 zijn ingegaan. De indexeringscoëfficiënt zelf van die renten was reeds geblokkeerd op het niveau van de spilindex van 1986.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

182

Page 191: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Aanvullende informatie omtrent de werknemerspensioenen kan u vinden in de volgende publicaties van de RVP: jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden; jaarverslag van de RVP. In de genoemde publicaties staan gegevens over het aantal gevallen van cumul van werknemers-, zelfstandigen- en overheidspensioenen, wat toelaat informatie te bekomen over aantallen gepensioneerden (i.p.v. enkel over aantallen pensioenvoordelen). De jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden omvat ook een tabel werknemersrenten. U kan ook terecht op de website van de RVP: http://www.rvponp.fgov.be/onprvp2004/.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

183

Page 192: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008

Mannen 730.733 739.368 748.032 756.422 765.404

Rustpensioenen 727.851 736.476 745.183 753.523 762.413Gehuwden, gezin 312.848 312.129 310.941 310.178 307.352Gehuwden, alleenstaand 244.862 251.600 258.512 264.102 271.846Niet-gehuwd 160.099 162.746 166.045 169.615 173.476Rust & overleving, gedeelte rust 10.042 10.001 9.685 9.628 9.739

Overlevingspensioenen 12.584 12.555 12.242 12.244 12.456Rust & overleving, gedeelte overleving 10.663 10.573 10.160 10.059 10.142Overleving 1.921 1.982 2.082 2.185 2.314

Dubbeltellingen -9.702 -9.663 -9.393 -9.345 -9.465

Vrouwen 865.770 867.151 870.750 862.716 871.048

Rustpensioenen 611.559 615.852 622.416 614.620 628.454Gehuwden, gezin 1.003 907 926 858 864Gehuwden, alleenstaand 227.846 229.114 232.536 227.460 234.670Niet-gehuwd 135.155 139.105 142.836 142.853 148.979Rust & overleving, gedeelte rust 247.555 246.726 246.118 243.449 243.941

Overlevingspensioenen 491.818 488.138 484.704 482.005 477.118Rust & overleving, gedeelte overleving 259.418 258.570 257.845 255.033 255.267Overleving 232.400 229.568 226.859 226.972 221.851

Dubbeltellingen -237.607 -236.839 -236.370 -233.909 -234.524

Totaal rust 1.339.410 1.352.328 1.367.599 1.368.143 1.390.867

Totaal overleving 504.402 500.693 496.946 494.249 489.574

Totaal pensioenen 1.843.812 1.853.021 1.864.545 1.862.392 1.880.441

Totaal dubbeltellingen -247.309 -246.502 -245.763 -243.254 -243.989

Totaal rechthebbenden 1.596.503 1.606.519 1.618.782 1.619.138 1.636.452

3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

184

Page 193: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

01.2008

Mannen 284.990

Ouderdomsrente 284.990

Vrouwen 397.868

Ouderdomsrente 317.073 Ouderdomsrente 270.588

Ouderdoms- en weduwerente 46.485

Weduwerente 127.280 Weduwerente 80.795

Ouderdoms- en weduwerente 46.485

Dubbeltellingen -46.485

Totaal ouderdomsrenten 602.063

Totaal weduwerenten 127.280

Totaal renten 729.343

Totaal dubbeltellingen -46.485

Totaal rechthebbenden 682.858

3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt betaald

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

185

Page 194: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008

Mannen 789,89 813,36 835,79 858,70 882,04

Rustpensioenen 789,43 812,88 835,13 858,05 881,39Gehuwden, gezin 958,54 987,54 1015,47 1042,19 1071,97Gehuwden, alleenstaand 642,50 666,04 689,17 713,86 738,07Niet-gehuwd 699,23 720,01 738,11 758,83 780,91Rust & overleving, gedeelte rust 541,70 567,09 604,48 629,24 657,30

Overlevingspensioenen 207,26 215,43 234,75 243,17 251,84Rust & overleving, gedeelte overleving 133,43 136,46 147,01 149,83 151,47Overleving 617,62 636,70 662,93 672,85 691,72

Vrouwen 610,01 626,90 644,22 664,29 682,66

Rustpensioenen 381,31 394,71 408,98 423,02 440,14Gehuwden, gezin 444,06 503,98 534,27 564,11 642,05Gehuwden, alleenstaand 432,54 451,19 471,11 492,82 515,70Niet-gehuwd 504,30 517,21 530,48 543,06 560,26Rust & overleving, gedeelte rust 266,76 272,80 279,28 286,87 293,39

Overlevingspensioenen 599,68 615,67 632,14 649,56 666,54Rust & overleving, gedeelte overleving 560,57 577,94 595,84 611,99 631,70Overleving 643,33 658,17 673,40 691,78 706,63

Totaal / rustpensioen 603,09 622,44 641,18 662,62 682,02

Totaal / overlevingspensioen 589,89 605,64 622,36 639,49 655,99

Totaal / pensioen 599,48 617,90 636,16 656,48 675,24

Totaal / rechthebbende 692,34 712,71 732,75 755,11 775,92

3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

186

Page 195: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3.4

Rec

hth

ebb

end

en n

aar

pen

sio

enso

ort

, lee

ftijd

skla

sse

en g

esla

cht

Bro

n: R

VP

Min

der

dan

60

jaar

60-6

4 ja

ar65

-69

jaar

70-7

4 ja

ar75

-79

jaar

80-8

4 ja

ar

85 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Man

nen

9.73

373

.517

196.

026

185.

437

153.

102

95.4

9652

.093

765.

404

Geh

uwde

n, g

ezin

(ru

stpe

nsio

en)

5.09

726

.175

77.8

0979

.214

65.6

6237

.714

15.6

8130

7.35

2G

ehuw

den,

alle

enst

aand

(ru

stpe

nsio

en)

2.03

634

.166

77.5

0767

.355

50.3

1528

.093

12.3

7427

1.84

6N

iet g

ehuw

d (r

ustp

ensi

oen)

1.01

812

.439

39.3

0736

.869

34.6

6327

.400

21.7

8017

3.47

6R

ust &

ove

rlevi

ng4

341

1.34

21.

928

2.38

62.

221

2.19

410

.416

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oen

1.57

839

661

7176

6864

2.31

4

Vro

uw

en46

.071

85.0

8214

7.34

015

6.41

216

6.62

314

3.32

612

6.19

487

1.04

8G

ehuw

den,

gez

in (

rust

pens

ioen

)2

278

315

178

5629

686

4G

ehuw

den,

alle

enst

aand

(ru

stpe

nsio

en)

867

40.4

4170

.143

56.5

3539

.758

19.1

017.

825

234.

670

Nie

t geh

uwd

(rus

tpen

sioe

n)14

914

.513

33.8

1431

.006

28.4

3722

.689

18.3

7114

8.97

9R

ust &

ove

rlevi

ng5

6.93

528

.121

44.8

3362

.062

60.9

0661

.822

264.

684

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oen

45.0

4822

.915

14.9

4723

.860

36.3

1040

.601

38.1

7022

1.85

1

To

taal

rec

hth

ebb

end

en55

.804

158.

599

343.

366

341.

849

319.

725

238.

822

178.

287

1.63

6.45

2

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 200

8

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

187

Page 196: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

2004 2005 2006 2007 2008

Pensioenen 13.395.400 13.936.832 14.338.998 14.820.486 15.911.159Rustpensioenen (1), waarvan 9.854.240 10.311.358 10.651.807 11.049.927 11.934.816

Algemene regeling 9.838.858 10.296.782 10.638.196 11.037.320 11.922.617Bijzonder brugpensioen werklozen 15.382 14.576 13.611 12.607 12.199

Overlevingspensioenen 3.610.012 3.697.192 3.761.856 3.830.372 4.025.079Herwaarderingspremie 0 2 0 18.419 17.713Solidariteitsbijdrage -68.852 -71.720 -74.665 -78.232 -66.449

Vakantiegeld 636.567 653.915 670.320 685.942 721.628

Verwarmingstoelage 45.043 44.862 44.221 50.020 50.135

Tussenkomst van het

repartitiestelsel in de renten (2) 138.275 0 121.871 115.038 110.613

Indexeringen 129.168 0 113.846 106.559 103.231Rijksbijdrage 9.103 0 8.023 7.510 7.275Vrij verzekerden - - - 967 105Renten en complementen 4 0 2 2 2

Totaal 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535

(1) Rustpensioenen: de algemene regeling bevat het bedrag "Nationale erkentelijkheid".(2) Indexeringen en Rijksbijdrage 2005 ten laste van het kapitalisatiestelsel (129.696 duizend euro).

3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

188

Page 197: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De rubriek sociale prestaties voor gezinsbijslag in de werknemersregeling omvat vier deelrubrieken, welke in de synthesetabel (4.8) worden weergegeven: het algemeen stelsel der werknemers - in de begrotingstabel aangeduid als “Nationale Verdeling” (sensu stricto) -, het gewaarborgd stelsel, de tijdelijke leerkrachten en de speciale categorieën. Al deze prestaties zijn ten laste van de Nationale Verdeling. De term “Nationale Verdeling” verwijst naar de gezinsbijslag waarvan de betaling wordt verzekerd door de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen voor de onder de sociale zekerheid vallende werknemers en van de hoofdelijke bijdragen voor de niet onder de sociale zekerheid vallende werknemers. De gewaarborgde gezinsbijslag is het residuair stelsel van gezinsbijslag, voorbehouden aan de gezinnen welke in geen enkel stelsel van gezinsbijslagen rechthebbend zijn, en waarvan de inkomens bepaalde plafonds niet overschrijden. In zekere zin behoort de gewaarborgde gezinsbijslag bij de sociale bijstandsregeling. Niettemin wordt de gewaarborgde gezinsbijslag beheerd door de RKW en zijn de uitgaven ermee verbonden ten laste van het werknemersstelsel. De rubriek “tijdelijke leerkrachten” betreft de gezinsbijslag uitgekeerd aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling. De speciale categorieën betreffen de categorieën personen die aandacht verdienen en waarvoor geen enkel ander recht op kinderbijslag bestond. Vóór 1997 werden aan deze personen extralegale uitkeringen gestort door de Rijksdienst, ten laste van zijn Reservefonds. Sinds 01.01.1997 werd hen echter een wettelijk recht toegekend krachtens artikel 102 van de samengeordende wetten. De Rijksdienst is rechtstreeks belast met het uitbetalen aan deze categorieën van de kinderbijslag, ten laste van het globaal beheer. Het gaat hier hoofdzakelijk om huispersoneel, verdwenen kinderen en grensarbeiders. Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (tabel 4.1) Deze tabel geeft een overzicht van het aantal rechtgevende kinderen volgens de deelsectoren: algemeen stelsel, gewaarborgde gezinsbijslag, tijdelijke leerkrachten en speciale categorieën en dit opgesplitst naar kinderbijslag, kraamgeld of adoptiepremie. Het betreft rechtgevende kinderen op 30 juni en geboorten/adopties in de loop van het kalenderjaar. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (tabel 4.2) In deze tabel vindt men - enkel voor de twee budgettair belangrijkste rubrieken, met name het algemeen stelsel (inclusief de tijdelijke leerkrachten ten laste van de Nationale Verdeling) en de gewaarborgde gezinsbijslag - de gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind en geboorte. De kinderbijslagbedragen omvatten de leeftijdsbijslag en (voor het algemeen stelsel) het supplement voor gehandicapte kinderen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

189

Page 198: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Kraamgeld en adoptiepremie (tabel 4.5) Deze tabel geeft het aantal geboorten weer dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van kraamgeld en het aantal adopties dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van een adoptiepremie (totalen in de loop van het jaar). Rechtgevende kinderen (tabellen 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7) Voor het algemeen stelsel, het gewaarborgd stelsel en de tijdelijke leerkrachten volgen tabellen met meer gedetailleerde gegevens over de rechtgevende kinderen/geboorten/adopties. Het gaat telkens om tabellen die evoluties weergeven van aantallen rechtgevende kinderen opgesplitst volgens verschillende kenmerken. Het gaat om volgende verdelingen van de rechtgevende kinderen: naar leeftijdsklasse en recht op bijslag (statuut van het rechtgevende kind) (tab. 4.3); naar rang (evolutie) (tab. 4.4); naar schaal en leeftijdsklasse (toestand 30.6.2004,… tot 30.6.2008) (tab. 4.6); naar schaal en rang (toestand 30.6.2004,… tot 30.6.2008) (tab. 4.7).

Synthesetabel (tabel 4.8) Deze tabel geeft ten slotte een overzicht van de evolutie van de sociale prestaties gezinsbijslagen per deelsector. Aanvullende informatie over de gezinsbijslagen kan u vinden in de publicaties van de RKW (bvb. de halfjaarlijkse mededeling) of op de website van de RKW : www.rkw.fgov.be .

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

190

Page 199: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector)(1)

Bron: RKW

2004 2005 2006 2007 2008

Algemeen stelsel

Kinderbijslag 1.862.380 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576

Gewone schaal 1.532.858 1.528.646 1.540.520 1.585.988 1.607.569Invalidenschaal 62.261 66.203 66.683 68.216 72.488Wezenschaal 45.925 46.194 45.628 32.242 32.010Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) 221.336 235.119 228.911 213.103 205.509

waarvan: Gehandicapten jonger dan 21 jaar 25.998 28.500 29.734 31.887 34.373Gehandicapten ouder dan 21 jaar 18.786 18.323 17.971 17.450 16.636

Kraamgeld 94.011 94.029 96.481 96.825 100.585Adoptiepremie 445 529 397 328 288

Gewaarborgde gezinsbijslag

Kinderbijslag 16.940 15.142 17.162 15.541 14.675Kraamgeld 1.305 1.185 1.447 1.271 1.249

Tijdelijke leerkrachten (2)

Kinderbijslag 15.523 15.408 14.811 15.598 15.105Kraamgeld 217 183 207 209 225

Speciale categorieën (art. 102)

Kinderbijslag 765 725 684 691 691Kraamgeld 441 472 594 599 586

(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.

(2) Rechtgevende kinderen in december van tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

191

Page 200: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)

Bron: RKW

2004 2005 2006 2007 2008

Algemeen stelsel (1)

Kinderbijslag (2)1.820,24 1.856,90 1.916,76 1.927,30 2.026,18

Kraamgeld 896,98 910,96 923,92 941,02 965,54

Gewaarborgde gezinsbijslag

Kinderbijslag (3) 1.836,79 1.979,56 2.101,80 2.153,80 2.391,24Kraamgeld 876,03 891,59 896,22 906,70 954,22

(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) Inclusief leeftijdsbijslag.

(1) Inclusief gegevens betreffende het laatste kwartaal voor de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

192

Page 201: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RKW

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

0 - 6 jaar 522.436 527.935 530.928 538.601 550.065

6 - 12 jaar 525.371 522.537 521.204 525.142 526.341

12 - 16 jaar 356.713 360.783 359.756 355.300 350.620

16 - 18 jaar 167.744 171.184 174.352 179.416 183.547

18 - 21 jaar 181.521 185.082 187.682 192.773 197.997Studenten 166.373 169.852 172.837 176.826 182.077Leerlingen (1) 3.258 3.147 3.063 2.947 3.092Werkzoekenden (2) 7.870 7.910 7.406 8.604 8.173Gehandicapten 4.020 4.173 4.376 4.396 4.655

21 - 25 jaar 89.809 90.318 89.849 90.867 92.370Studenten 82.473 82.734 83.126 84.045 85.754Leerlingen (1) 492 609 604 617 645

Werkzoekenden (2) 6.844 6.975 6.119 6.205 5.971

25 jaar en ouder 18.786 18.323 17.971 17.450 16.636Volledig ongeschikten 14.261 13.641 13.227 12.766 12.305In beschutte werkplaats 4.525 4.682 4.744 4.684 4.331

Totaal 1.862.380 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576

Kinderen met een handicap 44.784 46.823 47.705 49.337 51.009Jonger dan 21 jaar 25.998 28.500 29.734 31.887 34.37325 jaar en ouder 18.786 18.323 17.971 17.450 16.636

(2) Er wordt kinderbijslag toegekend gedurende een periode van 270 of 180 kalenderdagen, naargelang het geval, ten behoeve van bepaalde kinderen die werkzoekend zijn (KB van 05.12.1983 en KB van 15.09.1994).

4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap

(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

193

Page 202: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang

Bron: RKW

2004 2005 2006 2007 2008

Eerste kind 1.049.370 1.059.211 1.064.783 1.075.977 1.083.926Tweede kind 568.722 572.500 574.095 579.586 588.356

Derde kind en volgende 244.288 244.451 242.864 243.986 245.294

Totaal 1.862.380 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576

4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) (1)

Bron: RKW

2004 2005 2006 2007 2008

Kraamgeld 94.011 94.029 96.481 96.825 100.585Eerste geboorte 48.392 48.149 49.198 48.822 51.193Tweede geboorte en volgende 45.619 45.880 47.283 48.003 49.392

Adoptiepremie 445 529 397 328 288

(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

194

Page 203: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse

Bron: RKW

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 449.139 438.839 422.001 218.404 4.475 1.532.858Invalidenschaal 10.392 15.848 23.269 12.130 622 62.261Wezenschaal 1.677 6.058 13.471 11.301 13.418 45.925Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 61.228 64.626 65.716 29.495 271 221.336

Totaal 522.436 525.371 524.457 271.330 18.786 1.862.380

Bron: RKW

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 449.301 431.784 424.003 219.407 4.151 1.528.646Invalidenschaal 11.240 16.745 24.642 12.986 590 66.203Wezenschaal 1.630 6.030 13.656 11.540 13.338 46.194Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 65.764 67.978 69.666 31.467 244 235.119

Totaal 527.935 522.537 531.967 275.400 18.323 1.876.162

Bron: RKW

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 454.924 432.096 427.875 221.693 3.932 1.540.520Invalidenschaal 11.556 16.989 24.611 12.988 539 66.683Wezenschaal 1.622 5.836 13.536 11.360 13.274 45.628Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 62.826 66.283 68.086 31.490 226 228.911

Totaal 530.928 521.204 534.108 277.531 17.971 1.881.742

Bron: RKW

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 467.188 440.257 433.098 227.995 17.450 1.585.988Invalidenschaal 12.096 17.920 24.942 13.258 - 68.216Wezenschaal 1.558 5.854 13.319 11.511 - 32.242Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 57.759 61.111 63.357 30.876 - 213.103

Totaal 538.601 525.142 534.716 283.640 17.450 1.899.549

Bron: RKW

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 478.228 442.491 435.407 234.807 16.636 1.607.569Invalidenschaal 13.215 19.193 26.204 13.876 - 72.488Wezenschaal 1.550 5.719 13.011 11.730 - 32.010Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 57.072 58.938 59.545 29.954 - 205.509

Totaal 550.065 526.341 534.167 290.367 16.636 1.917.576

(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid.

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2006

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2005

Toestand op 30 juni 2004

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

195

Page 204: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 861.133 484.314 141.492 34.040 11.879 1.532.858Invalidenschaal 33.843 16.292 7.141 3.008 1.977 62.261Wezenschaal 35.587 7.522 2.051 549 216 45.925Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 118.807 60.594 25.609 10.023 6.303 221.336

Totaal 1.049.370 568.722 176.293 47.620 20.375 1.862.380

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 860.861 482.538 140.046 33.449 11.752 1.528.646Invalidenschaal 36.136 17.427 7.574 3.099 1.967 66.203Wezenschaal 35.750 7.609 2.073 558 204 46.194Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 126.464 64.926 27.106 10.422 6.201 235.119

Totaal 1.059.211 572.500 176.799 47.528 20.124 1.876.162

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 869.343 485.823 140.550 33.307 11.497 1.540.520Invalidenschaal 36.662 17.608 7.477 3.049 1.887 66.683Wezenschaal 35.479 7.419 2.009 531 190 45.628Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 123.299 63.245 26.452 10.137 5.778 228.911

Totaal 1.064.783 574.095 176.488 47.024 19.352 1.881.742

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 900.973 495.246 143.513 34.293 11.963 1.585.988Invalidenschaal 37.182 18.244 7.798 3.158 1.834 68.216Wezenschaal 22.461 7.159 1.940 507 175 32.242Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 115.361 58.937 24.280 9.286 5.239 213.103

Totaal 1.075.977 579.586 177.531 47.244 19.211 1.899.549

Bron: RKW

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende

Totaal

Gewone schaal 911.377 504.590 144.818 34.628 12.156 1.607.569Invalidenschaal 39.218 19.641 8.384 3.306 1.939 72.488Wezenschaal 22.459 7.078 1.833 482 158 32.010Schaal gepensioneerden en

werklozen (art. 42bis) (1) 110.872 57.047 23.638 8.939 5.013 205.509

Totaal 1.083.926 588.356 178.673 47.355 19.266 1.917.576

(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2006

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2005

Toestand op 30 juni 2004

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

196

Page 205: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro)

Bron: RKW

2004 2005 2006 2007 2008

Nationale verdeling (1) 3.374.202 3.471.724 3.599.665 3.693.798 3.879.640Speciale categorieën (2) 1.607 1.614 1.722 1.733 1.891Gewaarborgde gezinsbijslag 29.844 30.182 37.368 32.842 35.232

Tijdelijke leerkrachten (1) 12.727 6.733 7.179 7.379 5.965

Totaal 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728

(2) In het verleden werden “speciale categorieën” aangeduid als “ten laste van het Reservefonds”. Sedert de invoering van het Globaal beheer worden deze echter eveneens gefinancierd door het RSZ-Globaal beheer.

(1) Vanaf 2005 is de definitie van deze twee categorieën gewijzigd.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)

197

Page 206: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 207: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. Arbeidsongevallen 5.0 Methodologische nota De tak arbeidsongevallen omvat twee stelsels (van financiering): het kapitalisatiestelsel en het repartitiestelsel. Enkel het repartitiestelsel behoort tot het globaal financieel beheer. Een slachtoffer van een arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid, ontvangt ter vergoeding van zijn/haar verminderd economisch verdienvermogen een levenslange rente. Deze rente is o.m. in functie van de opgelopen graad van arbeidsongeschiktheid. Deze rente wordt in principe – wanneer de ongeschiktheid meer dan 19 % beloopt – uitbetaald via het kapitalisatiestelsel. De renten voor arbeidsongevallen tot en met 19% worden uitbetaald via het repartitiestelsel, evenals alle aanvullende, speciale en aanpassingsbijslagen1. De in dit Vade Mecum opgenomen tabellen betreffen uitsluitend het repartitiestelsel met uitzondering van tabel 5.4. Hierna vindt u een toelichting betreffende enkele rubrieken en tabellen. De effectieven (tabel 5.1) De opgenomen gegevens zijn een momentopname per 31 december van het beschouwde jaar, zonder onderscheid naar eventuele periodiciteit van de genoten uitkeringen. In het stelsel van de arbeidsongevallen kunnen uitkeringen zowel maandelijks als trimestrieel als jaarlijks zijn qua periodiciteit. Hierdoor kan de toestand per 31 december niet als maatstaf genomen worden voor elke individuele maand. De gemiddelde vergoedingen (tabel 5.2) Het spreekt dan ook vanzelf dat berekeningen van de gemiddelde vergoedingen zeer voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, juist omwille van de verschillende periodiciteiten. De aangegeven gemiddelde uitkering stemt geenszins overeen met de gemiddelde vergoeding van een gerechtigde op een maandelijkse, een trimestriële of een semestriële vergoeding wegens arbeidsongeval. De uitgaven (tabel 5.3) Zorgen Het gaat om geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verpleegkundige zorgen die door het ongeval noodzakelijk kunnen worden, zoals volgt uit de toepassing van de wet van 10.04.1971, art. 28, 28bis en 58. Verzekeringsoperaties De verzekeringsoperaties zijn verrichtingen die het FAO dient te stellen ten laste van het repartitiestelsel, zoals beschreven in art. 58 en 58bis van de wet van 10.04.1971. Het betreft: verzekeringsverrichtingen voor dodelijke ongevallen (renten), vergoedingen voor begrafeniskosten en overbrenging naar de begraafplaats, arbeidsongeschiktheid, uitkeringen in kapitaal, vergoedingen voor tijdelijke verergering en dagelijkse en jaarlijkse vergoedingen en toelagen. 1 De aanvullende en speciale bijslagen worden samengevat onder de term “forfaitair stelsel”, waartoe ook de overlevingsbijslagen en de verergeringsbijslagen behoren.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

199

Page 208: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Renten en vergoedingen < 20 % Krachtens de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, wordt voor de ongevallen overkomen vanaf 01.01.1988 en waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10 % geschiedt, hetzij bij een bekrachtiging van de overeenkomst met datum vanaf 01.01.1994, hetzij door een gerechtelijke beslissing die op een datum vanaf 01.01.1994 in kracht van gewijsde treedt, de waarde van de jaarlijkse vergoeding en van de rente als kapitaal gestort bij het FAO. Deze laatste betaalt jaarlijks aan de slachtoffers de jaarvergoedingen en de niet-geïndexeerde renten. Hetzelfde principe werd uitgebreid tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 16 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.01.1997 (KB van 16.12.1996) en nog later tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid minder dan 20 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.12.2003 (wet van 22.12.2003). De renten en vergoedingen verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% tot en met 19% worden maandelijks uitbetaald aan de rechthebbende (per kwartaal indien het ongeval dateert van vóór 01.01.1988) (art. 45 quater van de arbeidsongevallenwet, KB van 24.12.1987 en KB van 12.08.1994). Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (tabel 5.4) Deze tabel herneemt de statistiek van het aantal rechthebbenden, maar in tegenstelling tot de tabel 5.1 gaat het hier over personen met een blijvende arbeidsongeschiktheid of de rechtverkrijgenden van overleden slachtoffers. Zij ontvangen een rente. Het zijn de effectieven voor beide stelsels samen. Zoals hoger in deze nota uiteengezet, bepaalt de arbeidsongeschiktheidsgraad of het kapitalisatiestelsel dan wel het repartitiestelsel de uitgaven, verbonden aan de te betalen rente, ten laste neemt. De effectieven worden uitgesplitst naar statuut: gerechtigde of één van de deelcategorieën van de rechtverkrijgenden. Bovendien is de opsplitsing naar betalingsinstelling (een verzekeringsmaatschappij, een eigen verzekeraar of het FAO). Voor aanvullende informatie en bijkomende statistieken over de arbeidsongevallenverzekering kunt u terecht op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen, bereikbaar via de portaalsite van de Sociale Zekerheid: www.faofat.fgov.be

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

200

Page 209: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel (1)

Bron: FAO

2004 2005 2006 2007 2008

Forfaitair stelsel

Uitkeringen aan slachtoffers

Speciale bijslag 55 55 36 31 26Aanvullende bijslag 21.651 20.541 17.101 15.937 14.903

< 10 % 7.339 7.107 4.485 4.131 3.808van 10 % tot 35 % 12.163 11.395 10.709 10.007 9.385van 36 % tot 65 % 1.464 1.387 1.329 1.249 1.185> 65 % 685 652 578 550 525

Verergeringsvergoeding 1.224 1.159 1.682 1.661 1.636

Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 73 68 69 64 64Aanvullende bijslag 4.307 4.015 3.750 3.502 3.262Overlijdensvergoeding 104 102 101 96 96

Aanpassingsvergoedingen

Uitkeringen aan slachtoffers 79.592 77.687 76.685 75.047 73.463< 10 % voor 1982 1.369 1.285 1.222 1.153 1.090

< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 (2) 54.271 53.344 53.304 52.471 51.464> 10 % 23.952 23.058 22.159 21.423 20.909

Uitkeringen aan rechthebbenden 4.611 4.448 4.297 4.158 4.107

Renten en vergoedingen < 20 % 62.758 68.993 77.219 83.094 89.850< 10 % vanaf 1994 57.067 62.314 69.499 74.472 80.22210 % tot minder dan 16 % 5.515 6.330 7.221 7.998 8.863

16 % tot minder dan 20 % (3) 176 349 499 624 765

Totaal (4) 120.104 123.724 127.636 131.119 135.943

(1) Op 31 december (kapitalisatiestelsel niet inbegrepen).(2) Omvat meer dan de helft van de slachtoffers die niet uitkeringsgerechtigd zijn.

(3) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.(4) Dit totaal omvat de som van de rubrieken aanvullende bijslag, overlijdensvergoeding, verergeringsvergoeding en aanpassingsvergoeding (behalve <10 % vanaf 1982 en voor 1988) en renten en vergoedingen < 20%.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

201

Page 210: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel (euro)

Bron: FAO

2004 2005 2006 2007 2008

Forfaitair stelsel

Uitkeringen aan slachtoffers

Speciale bijslag 9.109 9.091 12.417 2.161 2.269Aanvullende bijslag 1.443 1.472 1.727 1.788 1.907

< 10 % 277 278 386 398 431van 10 % tot 35 % 1.296 1.339 1.260 1.310 1.393van 36 % tot 65 % 5.566 5.686 5.070 5.179 5.445> 65 % 7.731 7.862 13.104 13.220 13.815

Verergeringsvergoeding 4.567 4.811 3.366 3.543 3.711

Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 2.096 2.132 2.029 2.125 2.234Aanvullende bijslag 2.593 2.689 2.776 2.839 3.029Overlijdensvergoeding 3.279 3.333 3.455 3.604 3.854

Aanpassingsvergoedingen

Uitkeringen aan slachtoffers 461 501 515 623 552< 10 % voor 1982 327 343 338 323 305< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 13 13 13 13 14> 10 % 1.572 1.639 1.730 1.761 1.890

Uitkeringen aan rechthebbenden 1.755 1.775 1.844 1.907 1.996

Renten en vergoedingen < 20 % 747 778 780 806 842< 10 % vanaf 1994 588 602 591 602 61510 % tot minder dan 16 % 2.352 2.375 2.407 2.462 2.600

16 % tot minder dan 20 % (1) 1.847 3.312 3.603 3.917 4.252

(1) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

202

Page 211: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5.3 Uitgaven - repartitiestelsel (duizend euro)

Bron: FAO

2004 2005 2006 2007 2008

Zorgen 3.661 3.359 3.677 3.702 3.801

Ongeschiktheid 1.775 1.790 2.034 1.700 1.364

Forfaitair stelsel 48.998 47.597 46.544 44.865 44.944

Uitkeringen aan slachtoffers 37.334 36.317 35.645 34.441 34.549Speciale bijslag 501 500 447 67 59Aanvullende bijslag 31.243 30.241 29.536 28.489 28.419

< 10 % 2.038 1.973 1.730 1.645 1.641van 10 % tot 35 % 15.760 15.255 13.494 13.105 13.073van 36 % tot 65 % 8.149 7.887 6.738 6.468 6.452> 65 % 5.296 5.126 7.574 7.271 7.253

Verergeringsvergoeding 5.590 5.576 5.662 5.885 6.071

Uitkeringen aan rechthebbenden 11.664 11.280 10.899 10.424 10.395Speciale bijslag 153 145 140 136 143Aanvullende bijslag 11.170 10.795 10.410 9.942 9.882Overlijdensvergoeding 341 340 349 346 370

Aanpassingsvergoedingen 46.869 46.794 47.379 46.735 48.766

Uitkeringen aan slachtoffers 38.779 38.897 39.455 38.807 40.568< 10 % voor 1982 448 441 413 372 332< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 678 669 704 703 724> 10 % 37.653 37.787 38.338 37.732 39.512

Uitkeringen aan rechthebbenden 8.090 7.897 7.924 7.928 8.198

Renten en vergoedingen < 20 % 46.861 53.698 60.253 66.953 75.640< 10 % vanaf 1994 33.566 37.510 41.073 44.819 49.34710 % tot minder dan 16 % 12.970 15.032 17.382 19.690 23.040

16 % tot minder dan 20 % (1) 325 1.156 1.798 2.444 3.253

Totaal 148.164 153.238 159.887 163.955 174.516

(1) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

203

Page 212: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels (1)

Bron: FAO

Echtgenoten AscendentenDescen-

denten (3) Subtotaal

2004 56.148 9.606 1.626 2.609 13.841 69.9892005 54.188 9.179 1.441 2.493 13.113 67.3012006 54.280 9.030 1.357 2.472 12.859 67.1392007 53.855 8.881 1.298 2.429 12.608 66.4632008 53.122 8.670 1.240 2.447 12.357 65.479

2004 206 32 2 1 35 2412005 198 32 2 1 35 2332006 187 31 2 1 34 2212007 175 31 1 1 33 2082008 170 30 1 1 32 202

2004 111.009 7.413 1.216 362 8.991 120.0002005 115.091 7.183 1.149 310 8.642 123.7332006 119.419 6.900 1.056 261 8.217 127.6362007 123.299 6.600 997 223 7.820 131.1192008 128.414 6.360 976 193 7.529 135.943

2004 135 29 29 1 59 1942005 134 38 19 3 60 1942006 128 36 14 2 52 1802007 123 38 14 1 53 1762008 119 35 14 1 50 169

2004 118 77 26 9 112 2302005 117 70 16 22 108 2252006 112 68 15 20 103 2152007 112 67 14 24 105 2172008 109 65 14 23 102 211

2004 167.616 17.157 2.899 2.982 23.038 190.6542005 169.728 16.502 2.627 2.829 21.958 191.6862006 174.126 16.065 2.444 2.756 21.265 195.3912007 177.564 15.617 2.324 2.678 20.619 198.1832008 181.934 15.160 2.245 2.665 20.070 202.004

(2) Met blijvende arbeidsongeschiktheid.

(4) Met inbegrip van het aantal slachtoffers met een blijvende arbeidsongeschiktheid tot en met 19 %.

Totaal

(3) Descendenten: wil hier zeggen kinderen, kleinkinderen, broers en zussen (tijdelijke renten en gehandicapten).

(1) De renten voor de arbeidsongeschiktheden tot en met 19 % zijn ten laste van het repartitiestelsel, de overige renten zijn ten laste van het kapitalisatiestelsel.

FAO - Dienst voor de koopvaardij

FAO - Dienst voor de zeevisserij

Eigen verzekeraars

Fonds voor Arbeidsongevallen (4)

Algemeen totaal

Verzekeringsmaatschappijen en Gemeenschappelijke kassen

Slachtoffers (2)

Rechtverkrijgenden

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

204

Page 213: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

6. Beroepsziekten 6.0 Methodologische nota De tak beroepsziekten wordt wat de werknemers uit de privésector betreft beheerst door de wet van 24.12.1963, gecoördineerd bij KB van 03.06.1970. Voor de overheidssector is er een aparte regeling voorzien in de wet van 03.07.1967. Het Fonds voor de Beroepsziekten treedt ook op als verzekeraar van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (tabel 6.1) Deze statistiek geeft telkens het aantal vergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Voor de gepensioneerden moet men rekening houden met het KB van 13.01.1983 dat de vergoedingen beperkt in geval van cumul met een rust- of overlevingspensioen. Voor de personen die vóór 01.01.1983 genoten van een vergoeding gecumuleerd met een pensioen werd de indexering tijdelijk opgeschort en in het geval van herziening van een beroepsziekte wordt de vergoeding verdeeld in een geïndexeerd en een niet-geïndexeerd gedeelte. Voor de deelcategorieën, waarvan de definitie volgt, is het niet mogelijk op jaarbasis het detail te geven: beperkte vergoeding: voor de gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen; niet-geïndexeerde vergoeding: voor getroffenen met een rustpensioen dat is ingegaan vóór

01.01.1983; betrokkenen kunnen genieten van de verworven rechten; gemengde vergoeding: gepensioneerden van vóór 01.01.1983 bij wie het bedrag van de

vergoeding na deze datum verhoogd werd ingevolge een herzieningsbeslissing. Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge overlijden van het slachtoffer (tabel 6.2) Deze statistiek geeft het aantal basisvergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Het aantal begrafenisvergoedingen slaat op het volledige jaar. Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (tabel 6.3) Het gemiddelde maandbedrag voor december is berekend als de totale uitgaven per categorie telkens gedeeld door het overeenkomstige aantal vergoedingen opgenomen in de tabellen 6.1 en 6.2. De jaarlijkse uitgaven per schadepost (tabel 6.4) In de tabel zijn de globale jaarlijkse bedragen in duizenden euro opgesplitst volgens de voornaamste uitgavenposten. Het betreft hier dus zowel de privé als de RSZPPO - sector.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

205

Page 214: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens invaliditeitsgraad (tabel 6.5) De aantallen rechthebbenden met blijvende arbeidsongeschiktheid worden in deze tabel verdeeld volgens de graad van arbeidsongeschiktheid. Deze arbeidsongeschiktheidsgraad of invaliditeitsgraad is samen met het basisloon bepalend voor de rente welke het slachtoffer ontvangt. De tabel geeft tevens de uitsplitsing van de uitkeringen naar mijnwerkerspneumoconiose enerzijds en het geheel van de andere ziekten anderzijds. Aanvullende informatie over de verzekering voor beroepsziekten kunt u vinden in het jaarverslag van het FBZ of op de website http://www.fbz.fgov.be.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

206

Page 215: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: FBZ

2004 2005 2006 2007 2008

Pneumoconiosis 15.167 13.909 12.793 11.662 10.624

Niet-gepensioneerden 263 200 168 145 119Gepensioneerden 14.904 13.709 12.625 11.517 10.505

Andere ziekten 50.801 50.506 50.036 49.771 49.254

Niet-gepensioneerden 24.496 23.653 22.822 22.148 21.307Gepensioneerden 26.305 26.853 27.214 27.623 27.947

Bron: FBZ

2004 2005 2006 2007 2008

Pneumoconiosis

Basisvergoeding 11.357 11.000 10.628 10.240 9.869

Niet-gepensioneerden 338 323 318 302 297Gepensioneerden 11.019 10.677 10.310 9.938 9.572

Begrafenisvergoeding (1) 595 529 445 386 386

Andere ziekten

Basisvergoeding 2.895 2.996 3.110 3.222 3.293

Niet-gepensioneerden 233 231 227 229 228Gepensioneerden 2.662 2.765 2.883 2.993 3.065

Begrafenisvergoeding (1) 238 262 258 284 284

(1) Aantal vergoedingen tijdens het volledige jaar.

6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem

6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het

overlijden van het slachtoffer (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

207

Page 216: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: FBZ

2004 2005 2006 2007 2008

Blijvende arbeidsongeschiktheid

Pneumoconiosis 309 306 301 303 312

Niet-gepensioneerden 496 495 450 425 457Gepensioneerden 306 303 299 302 310

Andere ziekten 211 213 212 215 224

Niet-gepensioneerden 297 304 307 308 322Gepensioneerden 132 132 132 140 149

Vergoeding ingevolge overlijden

Pneumoconiosis 336 346 351 357 376

Niet-gepensioneerden 273 284 290 300 320Gepensioneerden 338 348 353 359 378

Andere ziekten 307 316 322 329 348

Niet-gepensioneerden 395 402 425 441 482Gepensioneerden 299 309 314 320 339

6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (euro) (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

208

Page 217: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) (duizend euro)

Bron: FBZ

2004 2005 2006 2007 2008

Blijvende arbeidsongeschiktheid 204.009 199.555 193.294 189.650 190.904

Pneumoconiosis 59.535 54.409 50.159 46.518 43.123Andere ziekten 144.474 145.146 143.135 143.132 147.781

Rechthebbenden ingevolge overlijden

60.161 60.133 60.463 60.332 62.209

Pneumoconiosis 48.330 47.722 47.164 46.409 46.929waarvan begrafenisvergoeding 800 782 660 610 743

Andere ziekten 11.831 12.411 13.299 13.922 15.280waarvan begrafenisvergoeding 424 514 528 584 626

Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 4.316 4.479 4.863 5.000 4.767Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 4.316 4.479 4.863 5.000 4.767

Werkverwijdering 58.405 64.994 67.328 70.963 74.176Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 58.405 64.994 67.328 70.963 74.176

Geneeskundige verzorging 8.261 7.504 6.811 6.700 6.490Pneumoconiosis 2.235 1.959 1.653 1.678 1.540Andere ziekten 6.026 5.545 5.158 5.022 4.950

Totaal 335.152 336.665 332.759 332.645 338.546

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

209

Page 218: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: FBZ Toestand december 2008

Mijnwerkers- pneumoconiose

Andere ziekten

Minder dan 5 % 2.068 6.473 8.5415 - 9 % 1.895 15.410 17.30510 - 14 % 1.190 11.071 12.26115 - 19 % 546 4.675 5.22120 - 24 % 535 3.694 4.22925 - 29 % 633 2.231 2.86430 - 34 % 561 1.656 2.21735 - 39 % 277 903 1.18040 - 44 % 627 840 1.46745 - 49 % 353 384 73750 - 54 % 459 338 79755 - 59 % 308 177 48560 - 64 % 321 203 52465 - 69 % 186 117 30370 - 74 % 78 94 17275 - 79 % 151 108 25980 - 84 % 104 90 19485 - 89 % 105 158 26390 - 94 % 43 55 9895 - 99 % 32 26 58100 % 152 551 703

- waarvan hulp van derden 65 74 139

Totaal 10.624 49.254 59.878

Aantal uitkeringen voor

Subtotaal

6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de invaliditeitsgraad Privésector - Lijstsysteem en open systeem

Percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)

210

Page 219: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet 7.0 Methodologische nota De voornaamste voorwaarden om werkloosheidsvergoedingen te kunnen genieten zijn: zonder loon zijn, dus geen arbeid verrichten (behoudens de gevallen van activering van

werkloosheidsuitkeringen); werkloos zijn ingevolge omstandigheden die onafhankelijk zijn van zijn wil; beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, wat o.m. wil zeggen ingeschreven zijn als

werkzoekende bij het subregionale arbeidsbureau, afhangend van VDAB, FOREM, Actiris of Arbeitsamt.

De statistische gegevens De RVA baseert zich voor zijn statistieken enerzijds op de door de uitbetalingsinstellingen uitgevoerde betalingen inzake werkloosheid, brugpensioen en activering en, anderzijds, op de door de RVA zelf uitgevoerde betalingen: de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet. Fysieke eenheden Het aantal betalingen dat werd verricht tijdens de maand wordt gebruikt als maat voor het aantal fysieke eenheden. De maand waarin de betaling uitgevoerd wordt is de indieningsmaand. De refertemaand is de maand waarop de betaling betrekking heeft. De keuze van de indieningsmaand wordt vooral ingegeven door pragmatische redenen: het aantal betalingen tijdens de indieningsmaand staat vast en wijzigt niet meer, terwijl het aantal betalingen van een bepaalde refertemaand door de indiening van achterstallige betalingen voortdurend wijzigt. Het aantal betalingen stemt niet overeen met het aantal personen die tijdens de indieningsmaand betaald worden: een persoon kan immers begunstigde zijn van meerdere betalingen. Gemiddeld aantal Stemt overeen met het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden betaald per vergoedbare dag in de loop van de beschouwde maand. Het gemiddeld aantal wordt berekend door het aantal ingediende dagen te delen door het aantal vergoedbare dagen van de betreffende refertemaand. Dagen Het totaal aantal dagen waarvoor de uitkeringsgerechtigden uitkeringen hebben ontvangen. Het maximum aantal dagen per maand en per uitkeringsgerechtigde is het totaal aantal kalenderdagen verminderd met het aantal zondagen in de maand (de vergoedbare dagen). Gemiddelde daguitkering (per vergoede dag) De som van de bedragen gedeeld door het aantal vergoede dagen. Uitgaven Het bedrag aan uitkeringen die tijdens de maand of het jaar werd betaald.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

211

Page 220: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

WERKLOOSHEID (tabellen 7.1 - 7.5 en 7.11) De werkloosheidsreglementering maakt een onderscheid tussen volledige werklozen en tijdelijke werklozen. Een volledige werkloze is ofwel een werkloze die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst1 ofwel een deeltijdse werknemer voor de uren waarop hij gewoonlijk niet werkt. Een tijdelijke werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst verbonden is en waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. De rubriek "volledige werkloosheid" gaat over de situatie van de voltijdse werknemer die volledig werkloos is. Voor de werkloosheidsverzekering is een betrekking voltijds wanneer de werknemer tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldoet: de gemiddelde en normale duur van het werk moet minstens 35 uren per week bedragen; het weekloon moet overeenstemmen met het loon voor een volledige werkweek in het bedrijf. Elke werknemer die niet voldoet aan bovenvermelde voorwaarden, is een deeltijdse werknemer. Volledige werkloosheid Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - werkzoekenden (UVW – WZ)

Na een voltijdse tewerkstelling De niet werkende volledig werklozen die zijn ingeschreven als werkzoekende op basis van arbeidsprestaties omvatten: de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties; de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties verricht bij

het OCMW; de volledig werklozen afkomstig uit een andere EU-lidstaat die zich naar België begeven

(uitvoer van rechten naar België); de werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties in een beschutte

werkplaats.

Na studies Het betreft: de jongeren die aan de deeltijdse leerplicht voldoen en die aanspraak maken op

overbruggingsuitkeringen; de niet werkende volledig werklozen die ingeschreven zijn als werkzoekende en die

wachtuitkeringen ontvangen op basis van studies of van een leertijd.

Tewerkgestelden in een beschutte werkplaats Volledig werklozen die zijn tewerkgesteld in een beschutte werkplaats. De mindervalide werknemer behoudt het recht op uitkeringen tijdens zijn/haar tewerkstelling indien hij/zij door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt beschouwd als moeilijk te plaatsen en voor zover hij/zij er is tewerkgesteld door toedoen van die gewestelijke dienst.

1 Voor een definitie van dit begrip cf. Beknopt Overzicht.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

212

Page 221: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Oudere werklozen

Sinds 01.07.2002 moeten werklozen die nog geen 58 jaar zijn in principe ingeschreven zijn als werkzoekende. Na 312 uitkeringen zullen deze werklozen (van 50 tot 57 jaar) een mini-vrijstelling kunnen bekomen (aanmelding ter gemeentelijke controle)2. Enkel de werklozen van 50 tot 57 jaar die een omvangrijk beroepsverleden kunnen aantonen, zullen de maxi-vrijstelling kunnen bekomen (beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt). De werklozen die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt, kunnen, vanaf hun eerste werkloosheidsdag, de maxi-vrijstelling bekomen. Enkel de gerechtigden op een maxi-vrijstelling worden in dit statuut opgenomen.

Andere

Volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding Het gaat hier om een beroepsopleiding georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, alsmede om de individuele opleiding in een onderneming of in een onderwijsinstelling erkend door die gewestelijke dienst. Begeleidingsuitkering Wie tijdens de wachttijd een opleiding volgt ter voorbereiding van een startbaanovereenkomst kan genieten van een begeleidingsuitkering. Na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling De werklozen die gerechtigd zijn op werkloosheidsuitkeringen na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling (zij ontvangen halve uitkeringen in verhouding tot het gewerkte uurrooster tijdens de deeltijdse betrekking).

Studies en andere vrijstellingen Het betreft: de vrijgestelden van inschrijving als werkzoekende om studies, cursussen of een opleiding

te volgen; de werklozen van 50 jaar en ouder die zich naar het buitenland begeven om hun

beroepservaring gratis en vrijwillig ten dienste van een vreemd land te stellen; de jonge werklozen die als coöperant werken; de werklozen die deelnemen aan een humanitaire actie in het buitenland; de leerkrachten die zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende in juli en augustus. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een inkomensgarantie-uitkering Vanaf 01.06.1993 werd een nieuwe categorie deeltijdse werknemers gecreëerd: de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Een deeltijds werknemer met behoud van rechten kan tijdens zijn/haar deeltijdse tewerkstelling en onder bijzondere voorwaarden een inkomensgarantie-uitkering genieten. Het nettobedrag van de inkomensgarantie-uitkering komt overeen met het verschil tussen de referte-uitkering van de betrokken persoon, vermeerderd met een toeslag, en de nettobezoldiging die werd ontvangen voor de betrokken maand. Vrijgestelden wegens sociale en familiale moeilijkheden Het gaat om volledig werklozen die tijdelijk zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende wegens moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak. Die vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 6 maanden, met een maximum van 12 maanden (de mogelijkheid bestaat om die periode te verlengen). Tijdens de eerste 24 maanden krijgt de werkloze 260,26 euro per maand. Vanaf de 25ste maand is dat 211,38 euro per maand. Die bedragen worden niet geïndexeerd.

2 Het betreft de toestand van de periode 2001-2005. Vanaf 15.12.2005 werd de gemeentelijke stempelcontrole afgeschaft.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

213

Page 222: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Tijdelijke werkloosheid

De tijdelijk werklozen zijn werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdelijk is geschorst (voor de redenen overmacht, technische stoornis, slecht weer, economische redenen, jaarlijkse vakantie, staking / lock-out).

Onthaalouders

Er werd een specifieke regeling ingevoerd om de onthaalouders een gedeeltelijke financiële compensatie toe te kennen voor het verlies van inkomen door een onvolledige tewerkstelling (enkel voor de afwezigheidsdagen onafhankelijk van de wil van de onthaalouder). De werkelijk vergoedbare dagen worden vergoed tegen een – geïndexeerde – forfaitaire daguitkering.

Jeugdvakantie

De jongere die afstudeert, jonger is dan 25 jaar en ten minste een maand werkt als loontrekkende gedurende het jaar waarin hij zijn studies heeft beëindigd, kan het daaropvolgende jaar jeugdvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.

Seniorvakantie

De werknemers van 50 jaar of ouder die het werk hervatten als loontrekkende in de privé-sector, hebben recht op een seniorvakantie, ter aanvulling van hun onvolledig recht op gewone betaalde vakantie. De voornoemde werknemer die het werk hervat als loontrekkende en geen recht heeft op 4 weken betaalde vakantie ingevolge een periode van volledige werkloosheid of invaliditeit in de loop van het vorige jaar, kan seniorvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.

ACTIVERING VAN DE WERKLOOSHEID (tabellen 7.6 en 7.11)

De activering van de werkloosheidsuitkeringen is de laatste jaren zeer belangrijk geworden. Door de activering van de uitkering subsidieert de RVA het nettoloon van de werknemer, zodat de loonkost voor de werkgever vermindert. De loonkost wordt meestal ook verminderd door een gelijktijdige vermindering van de werkgeversbijdragen. Op deze wijze moet het aantrekkelijker worden voor de werkgevers om bepaalde doelgroepen van werklozen aan te werven, die anders minder kans zouden maken zich in het arbeidscircuit in te schakelen. Het uiteindelijke doel is dat de werknemer door inschakeling en opleiding zijn betrekking kan behouden, ook nadat de voordelen voor de werkgever beëindigd zijn.

De activering van de werkloosheidsuitkeringen bevat de volgende uitkeringsstatuten:

Volledig werklozen met PWA-vrijstelling Volledig werklozen die als stadswacht of na prestaties in een PWA zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende. De vrijstelling wegens prestaties in een PWA geldt voor een periode van 6 maanden indien in de 6 voorafgaande maanden minstens 180 arbeidsuren in een PWA kunnen worden bewezen.

Doorstromingsprogramma's (integratieuitkeringen) De werknemers die zijn tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (van toepassing in de openbare sector) om te voldoen aan collectieve maatschappelijke noden waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen via de reguliere arbeidscircuits.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

214

Page 223: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Dienstenbanen Is gerechtigd op een herinschakelingsuitkering, de werknemer die is tewerkgesteld in een dienstenbaan (van toepassing in de private sector) met het oog op de creatie van bijkomende tewerkstelling in taken die in het algemeen niet of niet meer worden verricht en die de kwaliteit van de diensten aan een klant verhogen, de arbeidsomstandigheden verbeteren voor het geheel van de werknemers in dienst van die werkgever of die betrekking hebben op het leefmilieu van de betrokken onderneming of van de gemeente, met inbegrip van de verbetering van de reinheid of van de veiligheid in de wijken. Banenplanuitkering Deze komt toe aan de werknemer die op het ogenblik van de indiensttreding langdurig werkloos is in de zin van de regeling van de sociale inschakelingseconomie. De werkgever is gerechtigd op vrijstelling van werkgeversbijdragen in het kader van het voordeelbanenplan. Invoeginterim Sedert 01.10.2000 kunnen werkgeversgroeperingen en uitzendkantoren langdurig niet werkende werkzoekenden, gerechtigden op het leefloon en rechthebbenden op OCMW-steun aanwerven en ze ter beschikking stellen van één of meerdere gebruikers. Indien de werknemer een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze is, kan hij/zij tijdens de tewerkstelling een invoeguitkering krijgen. Sociale Inschakelingseconomie (SINE) (herinschakelingsuitkering) Ook in de sociale-economiesector is een activering van de werkloosheidsuitkering mogelijk voor zeer moeilijk te plaatsen werklozen. De betrokken werknemers moeten minstens 60 maanden ononderbroken werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten. De werkgever betaalt het volledige nettoloon aan de werknemer maar ontvangt van de RVA een loonsubsidie. Elke maand ontvangt de werkgever immers een herinschakelingsuitkering van de RVA. Activa (werkuitkering) Activa is het nieuwe stelsel van de activering van de werkloosheidsuitkeringen (vanaf 01.01.2002) en streeft naar het op termijn oprichten van één enkel systeem voor de activering van de werkloosheid. De maatregel is een middel om de tewerkstellingsgraad in het algemeen en deze van de oudere werknemers (meer dan 45 jaar) in het bijzonder te verhogen. Het plan Activa omvat: Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede)

Er zijn vanaf 01.01.2003 enige wijzigingen aangebracht in het plan Activa. Deze wijzigingen hebben betrekking op de indienstneming van werknemers die gewoonlijk verblijven in een gemeente met verhoogde werkloosheids- of armoedegraad door gemeenten, OCMW’s, VZW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen en vennootschappen met een sociaal oogmerk.

Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) Het betreft hier eveneens een wijziging van het plan Activa vanaf 01.01.2003. Deze wijziging heeft betrekking op de indienstneming van preventie- of veiligheidspersoneel door gemeenten die een veiligheidscontract hebben afgesloten.

Startbanen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die werd ingevoerd vanaf 01.04.2006. Deze maatregel steunt op de beslissing van de Ministerraad van 02.12.2005 ter bevordering van de tewerkstelling van jonge laaggeschoolde of zeer laaggeschoolde jongeren. Deze jongeren zijn gerechtigd op een wachtuitkering van ten hoogste 350 euro per kalendermaand als ze worden aangeworven met een voltijdse startbaanovereenkomst.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

215

Page 224: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Opleidingsmaatregelen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die ingevolge het Generatiepact werd ingevoerd vanaf 01.04.2006 om de mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring uit te breiden. Deze opleidingsmaatregelen omvatten: De opleidingsuitkering, is een uitkering die gegeven wordt aan niet-uitkeringsgerechtigde

werklozen die een individuele beroepsopleiding in een onderneming volgen. Deze maatregel vervangt het jongerenactiva plan. Het bedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.

De stage-uitkering, is een uitkering die gegeven wordt aan schoolverlaters die tijdens de wachttijd een instapstage van 2 maanden volgen in een onderneming. Het bedrag van de stage-uitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.

De vestigingsuitkering, is een uitkering die gegeven wordt gedurende ten hoogste 6 maanden aan de niet-uitkeringsgerechtigde werklozen die zich onder begeleiding van het Participatiefonds voorbereiden op een vestiging als zelfstandige. Deze maatregel is dus vooral gericht op schoolverlaters in wachttijd. Het bedrag van de vestigingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.

Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen Sommige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van 50 jaar en ouder krijgen van de RVA een forfaitaire maandelijkse uitkering in geval van werkhervatting in loondienst (of in overheidsdienst) na 30.06.2002.

BRUGPENSIOEN (tabellen 7.7 - 7.8 en 7.11) Voltijds (conventioneel) brugpensioen (de voltijdse oudere grensarbeiders inbegrepen) Regeling die sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, het voordeel biedt om, naast de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding te genieten ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend fonds (Bijvoorbeeld een Fonds voor Bestaanszekerheid). Het conventioneel brugpensioen is dus geen vervroegd pensioen maar het gaat om volledige werkloosheid gepaard gaande met een aanvullende vergoeding. Het conventioneel brugpensioen heeft enkel betrekking op de werknemers uit de privé-sector. Halftijds (conventioneel) brugpensioen De werknemers kunnen halftijds brugpensioen genieten indien zij: een beroepsloopbaan van 25 jaar als werknemer kunnen bewijzen; recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; tijdens de laatste 12 maanden voltijds hebben gewerkt; halftijds gaan werken; een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Het te waarborgen inkomen in geval van halftijds brugpensioen ligt halverwege tussen het voltijds nettoloon en het voltijds brugpensioen.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

216

Page 225: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

LOOPBAANONDERBREKING EN TIJDSKREDIET (tabellen 7.9 - 7.10 en 7.11) De loopbaanonderbreking is een “stelsel” dat werknemers de mogelijkheid biedt hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk te onderbreken met toekenning van een uitkering. De toegekende uitkering is afhankelijk van de aard van de loopbaanonderbreking (volledig, halftijds,...) en het arbeidsstelsel (voltijds of halftijds). Sedert 01.07.2002 is een nieuw stelsel in werking getreden voor de autonome overheidsbedrijven: die gegevens worden opgenomen bij de loopbaanonderbreking. De specifieke vormen van loopbaanonderbreking gelden voor alle werknemers: Het ouderschapsverlof biedt de mogelijkheid ofwel zijn arbeidsprestaties gedurende 3

opeenvolgende maanden volledig te onderbreken, ofwel, in geval van een voltijdse betrekking, de arbeidsprestaties gedurende 6 opeenvolgende maanden tot een halftijdse betrekking te verminderen om te zorgen voor jonge kinderen.

Het palliatief verlof biedt de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties volledig te onderbreken of te verminderen gedurende een periode van één maand, eventueel verlengbaar met één maand, om palliatieve zorgen te verstrekken aan een ongeneeslijk ziek persoon.

Medische bijstand biedt de mogelijkheid de loopbaan volledig te onderbreken of de arbeidsprestaties te verminderen om een ernstig ziek gezinslid of familielid tot de tweede graad (broer, zus, ouders, grootouders...) bijstand te verlenen of te verzorgen.

Sedert 01.01.2002 is de loopbaanonderbreking uit de privé-sector vervangen door het “tijdskrediet”. Het tijdskrediet maakt het mogelijk de beroepsloopbaan tijdelijk volledig of gedeeltelijk te onderbreken. Tijdens de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst of van de vermindering van prestaties wordt de uitkering door de RVA betaald. Er zijn 3 formules: de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst en de vermindering tot een halftijdse

betrekking; de vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5; voor de werknemers van minstens 50 jaar, de vermindering van de arbeidsprestaties tot een

halftijdse betrekking of de vermindering met 1/5. Aanvullende informatie over de werkloosheidsverzekering kan u in de volgende publicaties van de RVA vinden: - Jaarverslag (financiële gegevens);- Statistisch Jaarboek (betaalstatistieken) en op de website van de RVA: www.rva.fgov.be.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

217

Page 226: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Volledige werkloosheid 706.674 717.572 701.467 663.702 629.229UVW-WZ 456.089 470.307 460.133 429.576 404.316Oudere werklozen 136.907 125.683 116.169 107.939 100.844Anderen 113.678 121.582 125.165 126.187 124.070

Tijdelijke werkloosheid 123.701 131.215 121.514 119.949 134.737

Globale werkloosheid 830.375 848.787 822.981 783.651 763.966

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Minder dan 20 jaar 7.242 7.213 6.627 5.714 5.22320 - 25 jaar 70.688 66.505 62.833 57.070 53.22725 - 30 jaar 74.414 72.262 68.394 64.247 59.87630 - 35 jaar 68.483 66.081 59.077 53.414 49.98935 - 40 jaar 64.104 64.108 59.409 51.569 48.34840 - 45 jaar 59.615 62.094 60.308 52.178 47.11745 - 50 jaar 55.892 59.378 57.550 52.417 46.02650 - 55 jaar 39.582 51.330 59.488 62.284 58.90455 - 60 jaar 14.071 19.056 23.721 27.330 32.73160 - 65 jaar 1.998 2.276 2.727 3.354 2.874

Totaal 456.089 470.303 460.134 429.577 404.317

7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

218

Page 227: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Volledige werkloosheidGemiddeld aantal 624.483 627.714 610.587 572.002 538.853Dagen 196.046.055 196.418.403 190.539.872 179.019.237 169.127.791Gemiddelde daguitkering (euro) 28,12 28,91 29,49 29,97 31,75Uitgaven (duizend euro) 5.513.670 5.680.623 5.617.380 5.366.351 5.372.792

Tijdelijke werkloosheidGemiddeld aantal 34.158 34.365 32.394 29.963 32.381Dagen 10.708.511 10.709.203 10.081.076 9.365.304 10.132.569Gemiddelde daguitkering (euro) 37,75 38,77 39,75 40,67 42,35Uitgaven (duizend euro) 404.947 417.038 401.762 381.410 430.637

Globale werkloosheidGemiddeld aantal 658.641 662.079 642.980 601.965 571.233Dagen 206.754.566 207.127.606 200.620.948 188.384.541 179.260.360Gemiddelde daguitkering (euro) 28,62 29,42 30,00 30,51 32,36Uitgaven (duizend euro) 5.918.618 6.097.661 6.019.142 5.747.762 5.803.429

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 4.184 4.390 4.306 4.087 3.898Gemiddelde maanduitkering (euro) 94 87 91 92 94Uitgaven (duizend euro) 4.705 4.587 4.704 4.490 4.420

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 2.802 2.882 2.914 3.085 3.209Gemiddeld aantal 545 545 553 584 581Dagen 172.622 172.810 175.126 183.390 182.964Gemiddelde maanduitkering (euro) 204,93 205,43 209,04 212,00 211,05Uitgaven (duizend euro) 6.891 7.104 7.310 7.847 8.128

7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

7.4 Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven

7.5 Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

219

Page 228: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7.6 Activering van de werkloosheid

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

PWAFysieke eenheden (jaargemiddelde) 12.992 1.176 1.258 1.328 1.431Gemiddelde maanduitkering (euro) 606,05 720,93 709,68 718,98 765,63Uitgaven (duizend euro) 94.488 10.177 10.710 11.454 13.149

DoorstromingsprogrammaFysieke eenheden (jaargemiddelde) 5.206 5.123 5.483 5.748 5.756Gemiddelde maanduitkering (euro) 406,50 405,96 403,41 405,34 406,92Uitgaven (duizend euro) 25.397 24.958 26.542 27.959 28.106

Dienstenplan (1)

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 546 0 0 0 0Gemiddelde maanduitkering (euro) 328,09 Uitgaven (duizend euro) 2.148 0 0 0 0

SINE-contractenFysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.672 3.899 6.549 8.713 10.212Gemiddelde maanduitkering (euro) 487,17 489,61 462,48 456,69 455,20Uitgaven (duizend euro) 9.774 22.908 36.345 47.749 55.780

Activa-plan (2)

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 27.624 33.683 36.018 38.257 39.674Gemiddelde maanduitkering (euro) 385,85 383,31 384,50 385,49 387,46Uitgaven (duizend euro) 127.903 154.933 166.187 176.972 184.465

Startbanen (3)

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.839 2.044 1.987 729 506Gemiddelde maanduitkering (euro) 322,16 326,13 335,25 336,33 346,71Uitgaven (duizend euro) 7.109 8.000 7.993 2.940 2.105

Opleidingsmaatregelen (4)

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 0 0 1.035 2.705 2.644Gemiddelde maanduitkering (euro) 326,49 339,03 349,99Uitgaven (duizend euro) 0 0 4.054 11.004 11.105

WerkhervattingstoeslagFysieke eenheden (jaargemiddelde) 722 1.212 2.241 4.605 7.192Gemiddelde maanduitkering (euro) 162,78 165,72 169,70 172,18 178,94Uitgaven (duizend euro) 1.411 2.410 4.564 9.515 15.444

Totaal activering v/d werkloosheidFysieke eenheden (jaargemid.) 50.601 47.138 54.570 62.084 67.415Gemid. maanduitkering (euro) 441,74 394,92 391,54 386,03 383,39Uitgaven (duizend euro) 268.230 223.385 256.396 287.593 310.153

(1) Het betreft een groepering van dienstenbanen, banenplanuitkeringen en invoeginterim.

(3) Het jongeren-activa plan inbegrepen.

(2) Het betreft een groepering van het oorspronkelijke Plan Activa, het Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede) en het Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel).

(4) Het betreft een groepering van de opleidingsuitkering, de stage-uitkering en de vestigingsuitkering.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

220

Page 229: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7.7 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Voltijds brugpensioen 109.870 109.018 111.069 113.618 115.347Halftijds brugpensioen 926 873 782 702 617

Totaal brugpensioen 110.796 109.891 111.851 114.320 115.964

7.8 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Voltijds brugpensioenGemiddeld aantal 107.813 107.190 108.838 111.267 112.703Dagen 33.848.266 33.544.805 33.959.873 34.826.456 35.385.253Gemiddelde daguitkering (euro) 36,32 37,35 38,21 38,94 40,69Uitgaven (duizend euro) 1.229.711 1.253.094 1.297.491 1.356.298 1.440.014

Halftijds brugpensioenGemiddeld aantal 918 865 776 695 612Dagen 288.065 270.572 242.085 217.577 192.226Gemiddelde daguitkering (euro) 12,68 12,96 13,21 13,39 13,90Uitgaven (duizend euro) 3.653 3.509 3.197 2.915 2.674

Totaal brugpensioenGemiddeld aantal 108.730 108.055 109.614 111.962 113.316Dagen 34.136.331 33.815.376 34.201.958 35.044.033 35.577.479Gemiddelde daguitkering (euro) 36,13 37,15 38,03 38,79 40,55Uitgaven (duizend euro) 1.233.364 1.256.602 1.300.688 1.359.213 1.442.688

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

221

Page 230: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Volledige onderbreking 28.611 28.981 28.828 28.070 27.040Loopbaanonderbreking 15.402 16.097 16.560 16.618 16.708Tijdskrediet 13.210 12.884 12.268 11.452 10.332

Vermindering van prestaties 147.800 165.867 182.133 195.249 208.639Loopbaanonderbreking 87.921 89.736 92.237 95.033 100.113Tijdskrediet 59.878 76.131 89.896 100.216 108.526

Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet

176.411 194.848 210.961 223.319 235.679

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Volledige onderbrekingGemiddeld aantal 27.044 27.368 27.060 26.175 25.004Dagen 8.437.808 8.538.840 8.442.613 8.166.512 7.801.171Gemiddelde maanduitkering (euro) 404,08 429,70 451,38 459,44 480,52Uitgaven (duizend euro) 131.136 141.121 146.569 144.310 144.177

Vermindering van prestatiesGemiddeld aantal 146.850 164.776 180.891 193.855 207.052Dagen 45.817.184 51.410.169 56.438.137 60.482.842 64.600.270Gemiddelde maanduitkering (euro) 204,67 210,03 213,29 215,89 223,67Uitgaven (duizend euro) 360.673 415.289 462.978 502.221 555.737

Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet

Gemiddeld aantal 173.894 192.144 207.951 220.030 232.056Dagen 54.254.992 59.949.009 64.880.750 68.649.354 72.401.441Gemid. maanduitkering (euro) 235,68 241,32 244,27 244,86 251,35Uitgaven (duizend euro) 491.809 556.410 609.547 646.531 699.914

7.10 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven

7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

222

Page 231: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVA

2004 2005 2006 2007 2008

Werkloosheid 6.244.174 6.395.831 6.364.409 6.088.379 6.179.715Volledige werkloosheid 5.559.359 5.743.717 5.694.238 5.406.684 5.425.924Tijdelijke werkloosheid 404.947 417.038 401.762 381.410 430.638

Voorschotten UI, deel RVA 271.314 279.415 275.810 261.838 299.896

Voorschotten UI, deel FSO 133.633 137.623 125.952 119.572 130.742

Onthaalouders 4.705 4.587 4.704 4.490 4.420Jeugdvakantie 6.891 7.103 7.310 7.847 8.128Seniorvakantie - - - 355 452Activering van de werkloosheid 268.272 223.386 256.395 287.593 310.153

Brugpensioen (2) 1.238.844 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299Conventioneel brugpensioen 1.238.844 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299

Loopbaanonderbreking en tijdskrediet

487.873 552.341 606.995 645.900 703.674

Totaal 7.970.891 8.203.087 8.269.287 8.108.705 8.318.688

7.11 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioenen,

loopbaanonderbreking en tijdskrediet (duizend euro) (1)

(2) De inhouding op de conventionele brugpensioenen en op de verhoogde werkloosheidsuitkeringen toegestaan aan de oudere ontslagen of volledig werkloze grensarbeiders (wet van 30.3.1994 en wet van 21.12.1994) wordt afgetrokken van de uitgaven voor brugpensioenen. Vanaf 1997 wordt deze inhouding verhoogd tot 3 %.

(1) Voorschotten aan de uitkeringsinstellingen.

II. Het stelsel voor werkloosheid C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)

223

Page 232: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 233: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen 8.0 Methodologische nota Een invaliditeitspensioen wordt toegekend aan mijnwerkers die, ingevolge ziekte, arbeidsongeschikt zijn. De aanvraag voor een invaliditeitspensioen dient in principe binnen de twee jaar na effectieve stopzetting van het werk in de mijn ingediend te zijn. Er dient een zekere voorwaarde inzake anciënniteit vervuld te zijn om recht te hebben op een invaliditeitspensioen. In principe betreft dit voor tewerkstelling in de ondergrond minimum vijf effectieve dienstjaren en voor bovengrondse tewerkstelling minimum tien jaren dienst. Het invaliditeitspensioen kan verkregen worden na een periode van primaire arbeidsongeschiktheid van zes maanden. Het bedrag van het invaliditeitspensioen wordt bepaald op basis van de hoedanigheid van de werknemer (ondergrondse of bovengrondse mijnwerker) en het aantal personen ten laste. Het betreft een vastgesteld jaarbedrag dat gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het invaliditeitspensioen wordt maandelijks uitbetaald. De gerechtigden op een invaliditeitspensioen ontvangen eveneens een verwarmingstoelage. Deze wordt toegekend per maandelijkse fracties van één twaalfde van het jaarbedrag. Deze toelage is eveneens gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De wegens invaliditeit gepensioneerden hebben bovendien recht op een vakantiegeld en een aanvullend vakantiegeld dat jaarlijks uitbetaald wordt. Het invaliditeitspensioen is niet meer verschuldigd wanneer de mijnwerker in rustpensioen treedt of de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het invaliditeitspensioen wordt niet meer uitgekeerd wanneer de arbeidsongeschiktheid in de mijn niet meer bewezen is. Door de sluiting van de mijnen in België is het stelsel van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers een uitdovend stelsel. Sinds de afschaffing van het NPM, op 01.01.1999, wordt de uitbetaling van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers verzekerd door het RIZIV. De opgenomen tabellen geven telkens het aantal gerechtigden – het betreft in feite driemaal dezelfde reeks – de gemiddelde jaarlijkse uitkering per gerechtigde en de uitgaven voor sociale prestaties. En dit voor: invaliditeitspensioenen (tab. 8.1), pensioenaanvulling (tab. 8.2) en verwarmingstoelage (tab. 8.3)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)

225

Page 234: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

8.1 Invaliditeitspensioenen

Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2004 2005 2006 2007 2008

Aantal gevallen 735 527 399 328 264Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 12.146 11.657 12.185 12.152 12.671Uitgaven (duizend euro) (1) 8.927 6.143 4.862 3.986 3.345

8.2 Pensioenaanvulling

Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2004 2005 2006 2007 2008

Aantal gerechtigden 735 527 399 328 264Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 629 587 602 625 649Uitgaven (duizend euro) (1) 461 309 240 204 171

8.3 Verwarmingstoelage

Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2004 2005 2006 2007 2008

Aantal gerechtigden 735 527 399 328 264Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 629 607 637 808 779Uitgaven (duizend euro) (1) 462 320 254 243 206

(1) Brutobedragen (jaargegevens).

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)

226

Page 235: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

9. Stelsel van de Zeelieden 9.0 Methodologische nota Geneeskundige verzorging De maatschappelijke zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij wordt geregeld door de besluitwet van 07.02.1945, welke een afzonderlijke regeling voor de zeelieden ter koopvaardij heeft ingesteld. De Hulp- en Voorzorgskas staat in voor de betaling van de prestaties van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zeelieden. Inzake geneeskundige verzorging bestaan dezelfde tegemoetkomingen als in de algemene regeling voor werknemers met uitbreiding tot enkele bijkomende verstrekkingen verbonden aan de bijzondere risico’s van het zeemansberoep. Voorbeelden hiervan zijn inentingen tegen tropische ziekten en gevallen van repatriëring bij ziekte in het buitenland. Een verschil ten opzichte van de algemene regeling is ook dat de geneeskundige verzorging van de zeeman tijdens de zeereis ten laste is van de reder. Uitkeringen In de uitkeringsverzekering van de zeelieden onderscheidt men drie prestaties, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, de invaliditeitsvergoedingen en de begrafenisuitkeringen. De uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid wordt gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd en bedraagt 60 % van de per bezoldigingscategorie vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen. Duurt de arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar, dan wordt aan de verzekerde een invaliditeitsvergoeding toegekend. Deze vergoeding is gelijk aan 65 % van de vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen voor werknemers met gezinslast. Voor de verzekerde zonder gezinslast bedraagt de invaliditeitsvergoeding 43,5 % van de éénvormige dagbezoldiging. Wachtgeld en brugpensioenen De Pool der Zeelieden ter koopvaardij werd in 1945 opgericht als bijzonder werkloosheidsorgaan voor de werknemers tewerkgesteld in de koopvaardij (Besluitwet van 12.05.1945). Aldus werd door België tegemoet gekomen aan de wens uitgedrukt in artikel 34 van het “Internationaal Charter der zeelieden” om de precaire arbeidssituatie van de zeelieden te stabiliseren als tegenprestatie voor de bewezen diensten in de oorlog. De basisreglementering van de Pool werd herzien bij de wet van 25.02.1964 houdende inrichting van een Pool van de Zeelieden ter koopvaardij. De inschrijving in de Pool is een primaire vereiste om aan boord van een schip arbeidsprestaties te kunnen leveren. De inschrijving van een zeeman die een andere nationaliteit bezit dan de Belgische, wordt gelijkgesteld met een arbeidsvergunning. De ingeschrevenen hebben recht op wachtgeld indien zij “ingevolge omstandigheden onafhankelijk van hun wil van werk verstoken zijn”. Het dagelijks uitkeringsbedrag (bij KB vastgesteld) verschilt naargelang de categorie van rang waarin de gerechtigde op wachtgeld is ingedeeld. De uitbetaling ervan geschiedt door de representatieve organisaties van de zeelieden.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

227

Page 236: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Het werkloosheidsregime is bijzonder in deze zin dat aan de werknemers in de koopvaardij een ruime vastheid van betrekking wordt gegarandeerd: tussen de reizen in worden aan de niet aangeworven zeelieden - met uitzondering van de officieren in vast dienstverband - wachtgelden door de Pool verleend. De zeevaartindustrie en het specifieke karakter van het zeemanschap vergen een bijzondere professionele vorming. Cursussen worden georganiseerd voor de scheepsofficieren en scheepsgezellen afzonderlijk, of voor beiden gezamenlijk. De opleiding heeft plaats aan boord van het schip, hetzij rechtstreeks onder gezag van de Pool hetzij in samenwerking met de rederijen. Ook dagcursussen kunnen aan een technische school gevolgd worden. Het recht op wachtgeld wordt behouden tijdens de opleidings- en vervolmakingscycli. Voor de beschrijving van de tabellen wordt, wat de geneeskundige verzorging betreft, verwezen naar de methodologische nota bij het gedeelte algemene regeling van de werknemers. Synthesetabel (tabel 9.1) Deze tabel geeft het overzicht van de uitgaven voor sociale prestaties voor de takken waaraan de zeelieden onderworpen zijn: geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen. Daarnaast zijn tevens posten voorzien voor begeleidingsplan en beroepsopleiding, die in feite een detail zijn van de deelsector wachtgeld en brugpensioenen. Geneeskundige verzorging (tabellen 9.2-9.6) Tabel 9.2 geeft het ledental per categorie uitkeringsgerechtigden op 30 juni. In tabel 9.3 vindt u de gemiddelde jaarlijkse kost per gerechtigde uitgesplitst naar PUG en WIGW. Tabellen 9.4-9.6 geven respectievelijk het aantal gevallen of dagen, de gemiddelde geïndexeerde kost en de uitgaven steeds voor alle categorieën van gerechtigden samen (PUG + WIGW) en volgens hoofdrubriek. Uitkeringen (tabellen 9.7 en 9.8) Tabel 9.7 geeft het ledental, d.w.z. de verzekerde bevolking voor primaire arbeidsongeschiktheid en tabel 9.8 geeft het aantal gerechtigden op een invaliditeitsuitkering. In beide tabellen worden ook het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven opgenomen voor respectievelijk primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Wachtgeld en brugpensioenen (tabellen 9.9 en 9.10) Tabellen 9.9 en 9.10 geven het aantal rechthebbenden, het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven voor respectievelijk wachtgeld en brugpensioenen. Voor wachtgeld en brugpensioenen is er een opsplitsing zeevarenden – shoregangers, voor de beroepsopleiding wordt er een onderscheid gemaakt tussen officieren en scheepsgezellen. Voor algemene aanvullende informatie over het Stelsel der Zeelieden verwijzen we naar de website van de HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be.

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

228

Page 237: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: HVKZ en Pool der Zeelieden

2004 2005 2006 2007 2008

Geneeskundige verzorging 5.918 5.885 6.044 5.956 5.792

Uitkeringen 1.968 1.907 1.751 1.715 1.704

Primaire arbeidsongeschiktheid 292 333 300 304 259Invaliditeit 1.673 1.571 1.447 1.409 1.442Begrafenisuitkeringen 3 2 4 3 3

Wachtgeld 1.473 1.563 1.619 1.698 1.695

Brugpensioenen 2.293 1.923 1.515 1.046 782

Beroepsopleiding 42 29 46 44 32

Totaal 11.695 11.307 10.975 10.459 10.006

9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen (duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

229

Page 238: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)

1.040 1.032 1.062 1.307 1.355

Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)

1.231 1.209 1.207 1.240 1.214

waarvan "75 %" 812 797 934 967 951

waarvan "100%" 419 412 273 273 263

Invaliden 132 119 115 125 119waarvan "75 %" 104 90 88 99 98

waarvan "100%" 28 29 27 26 21

Gepensioneerden 822 832 839 876 863waarvan "75 %" 528 537 673 704 699

waarvan "100 %" 294 295 166 172 164

Weduwen en wezen 277 258 253 239 232waarvan "75 %" 180 170 173 164 154

waarvan "100 %" 97 88 80 75 78

Totaal 2.271 2.241 2.269 2.547 2.569

Bron: HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) 862 950 736 833 788

Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW) 3.848 4.043 4.326 3.884 4.884

Toestand op 30 juni

9.2 Geneeskundige verzorging : ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)

9.3 Geneeskundige verzorging: gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende (euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

230

Page 239: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

9.4 Geneeskundige verzorging: aantal gevallen (g) of dagen (d) naar hoofdrubriek

Bron: HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

Geneesheren en klinische biologie 140.253 140.043 140.044 132.880 129.278Huisartsen en specialisten (g) 21.444 17.267 15.747 15.142 14.446Medische beeldvorming (g) 7.502 7.180 7.139 6.748 6.091Klinische biologie (g) 90.614 93.417 94.372 90.850 88.915Andere bijzondere prestaties (g) 7.602 10.480 9.951 8.890 8.602Chirurgie en anesthesiologie (g) 4.658 4.065 4.315 4.332 3.397Bevall. en verlosk. door artsen (g) 31 20 10 29 14Toezicht en permanentie (g) 8.402 7.614 8.510 6.889 7.813

Farmaceutische verstrekkingen (g) (1) 184.646 49.339 50.656 51.602 45.507

Ziekenhuizen (d) 17.341 14.871 16.557 14.540 14.634

Verpleegkundige zorgen 43.504 37.779 34.127 29.712 27.093Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 28.914 30.094 27.175 21.394 20.350Rustoorden bejaarde personen (g) 13.155 6.026 5.870 7.181 6.276Andere (g) 1.435 1.659 1.082 1.137 467

Tandartsen (g) 4.041 3.205 3.039 3.086 3.287

Kinesitherapeuten (g) 9.614 8.216 8.495 7.176 7.519

Andere verstrekkingen (g) 32.372 21.320 23.953 24.911 23.758

(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

231

Page 240: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron : HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

Geneesheren en klinische biologie

Huisartsen en specialisten 12,59 17,14 17,65 18,14 19,20 Medische beeldvorming 27,59 32,73 31,94 32,26 33,79 Klinische biologie 2,87 2,80 2,79 2,80 2,74 Andere bijzondere prestaties 39,07 35,97 38,39 40,07 41,14 Chirurgie en anesthesiologie 51,95 51,66 53,53 57,62 72,90 Bevall. en verlosk. door artsen 64,52 100,00 100,00 53,63 89,20 Toezicht en permanentie 7,97 8,93 8,93 9,40 10,81

Farmaceutische verstrekkingen (1) 5,69 21,30 19,88 23,43 28,08

Ziekenhuizen 104,09 130,45 101,59 120,70 129,50

Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) 7,12 8,91 21,60 10,63 11,71 Rustoorden bejaarde personen 17,33 33,85 34,76 29,24 34,05 Andere 61,32 62,69 66,54 47,81 79,30

Tandartsen 24,25 28,71 29,62 30,39 27,64

Kinesitherapeuten 8,84 10,47 10,95 11,71 11,81

Andere verstrekkingen 22,37 31,57 28,22 34,23 33,67

(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV

9.5 Geneeskundige verzorging : gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek (euro)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

232

Page 241: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

9.6 Geneeskundige verzorging: uitgaven naar hoofdrubriek (duizend euro)

Bron: HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

Geneesheren en klinische biologie 1.345 1.450 1.459 1.416 1.414Huisartsen en specialisten 270 296 278 274 277Medische beeldvorming 207 235 228 217 206Klinische biologie 260 262 263 255 244Andere bijzondere prestaties 297 377 382 356 354Chirurgie en anesthesiologie 242 210 231 249 248Bevall. en verlos. door artsen 2 2 1 1 1Toezicht en permanentie 67 68 76 64 84

Farmaceutische verstrekkingen 1.051 1.051 1.007 1.209 1.278

Ziekenhuizen 1.805 1.940 1.682 1.754 1.895

Verpleegkundige zorgen 522 576 863 490 489Verpleegkundigen (thuiszorgen) 206 268 587 227 238Rustoorden bejaarde personen 228 204 204 209 214Andere 88 104 72 54 37

Tandartsen 98 92 90 93 91

Kinesitherapeuten 85 86 93 84 89

Andere verstrekkingen 724 673 676 854 800

Totaal 5.630 5.868 5.870 5.900 6.056

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

233

Page 242: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

MannenLedental (1) 659 675 707 732 968Aantal vergoede dagen 5.400 5.763 4.518 4.596 3.732Gemiddelde daguitkering (euro) 53,52 56,05 56,66 61,71 64,00Uitgaven (duizend euro) 289 323 256 283 239

VrouwenLedental (1) 25 34 31 47 59Aantal vergoede dagen 230 151 689 326 384Gemiddelde daguitkering (euro) 43,48 52,98 62,41 60,03 52,08Uitgaven (duizend euro) 10 8 43 19 20

TotaalLedental (1) 684 709 738 779 1.027Aantal vergoede dagen 5.630 5.914 5.207 4.922 4.116Gemiddelde daguitkering (euro) 53,11 55,97 57,42 61,62 62,93Uitgaven (duizend euro) 299 331 299 302 259

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden.

Bron: HVKZ

2004 2005 2006 2007 2008

MannenAantal gevallen 105 95 84 77 75Aantal vergoede dagen 33.100 28.737 25.392 23.949 24.113Gemiddelde daguitkering (euro) 51,96 51,54 53,64 54,72 55,82Uitgaven (duizend euro) 1.720 1.481 1.362 1.310 1.346

VrouwenAantal gevallen 7 3 3 6 5Aantal vergoede dagen 2.200 1.878 1.872 1.999 1.570Gemiddelde daguitkering (euro) 43,18 44,73 45,41 48,21 45,86Uitgaven (duizend euro) 95 84 85 96 72

TotaalAantal gevallen 112 98 87 83 80Aantal vergoede dagen 35.300 30.615 27.264 25.948 25.683Gemiddelde daguitkering (euro) 51,42 51,12 53,07 54,22 55,21Uitgaven (duizend euro) 1.815 1.565 1.447 1.406 1.418

9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: ledental, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

9.8 Invaliditeit: aantal gevallen, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

234

Page 243: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: Pool der Zeelieden

2004 2005 2006 2007 2008

ZeevarendenAantal rechthebbenden 35 29 21 18 15Aantal vergoede dagen 8.640 7.313 4.656 4.294 3.713Gemiddelde daguitkering (euro) 41,72 42,45 43,96 44,47 46,79Uitgaven (duizend euro) 360 310 205 191 174

ShoregangersAantal rechthebbenden 32 33 37 39 35Aantal vergoede dagen 8.160 8.489 9.396 10.003 9.034Gemiddelde daguitkering (euro) 52,75 53,94 54,87 55,68 57,90Uitgaven (duizend euro) 430 458 516 557 523

Programmawet 8.4.2003Aantal rechthebbenden 42 37 37 35 32Aantal vergoede dagen 12.063 10.690 10.679 10.111 9.192Gemiddelde daguitkering (euro) 38,20 38,99 39,47 39,93 41,50Uitgaven (duizend euro) 461 417 422 404 381

Vrijstelling stempelcontroleAantal rechthebbenden 17 31 35 39 42Aantal vergoede dagen 5.178 8.343 10.273 11.618 12.221Gemiddelde daguitkering (euro) 42,82 45,19 46,49 47,06 50,43Uitgaven (duizend euro) 222 377 478 547 616

BeroepsopleidingAantal rechthebbenden 37 25 34 10 7Aantal vergoede dagen 1.778 1.224 1.874 1.765 1.266Gemiddelde daguitkering (euro) 24,18 24,51 24,55 24,75 25,61Uitgaven (duizend euro) 43 30 46 44 33

Totaal

Uitgaven (duizend euro) 1.516 1.592 1.667 1.743 1.727

Bron: Pool der Zeelieden

2004 2005 2006 2007 2008

ZeevarendenAantal rechthebbenden 163 137 107 73 53Aantal vergoede dagen 51.064 42.767 33.470 22.820 16.755Gemiddelde daguitkering (euro) 40,37 41,13 41,85 42,38 43,90Uitgaven (duizend euro) 2.061 1.759 1.401 967 736

ShoregangersAantal rechthebbenden 17 12 8 5 3Aantal vergoede dagen 4.403 3.033 2.080 1.414 809Gemiddelde daguitkering (euro) 52,67 53,94 54,82 55,68 57,90Uitgaven (duizend euro) 232 164 114 79 47

Totaal

Uitgaven (duizend euro) 2.293 1.923 1.515 1.046 783

9.9 Wachtgeld: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

9.10 Brugpensioenen: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

235

Page 244: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 245: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

III

Het stelsel van de zelfstandigen

2004-2008

Page 246: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 247: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006

4. Economische rekeningen 2007

5. Economische rekeningen 2008

A.

Geconsolideerde economische rekeningen

Page 248: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 195,9 2.354,5 0,1 2.550,5Verstrekkingen of uitkeringen 195,9 2.352,7 0,1 2.548,7Betalingsonkosten - 1,8 - 1,8

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 9,0 59,7 102,5 171,2Centrale instellingen 1,0 59,7 - 60,7Primaire instellingen 8,0 - 102,5 110,5

Diverse financiële lasten - - 0,3 0,3

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,3 5,3

Diverse overdrachten naar derden 0,3 1,3 1,0 2,6

Besparing - 39,4 - 39,4

Subtotaal 205,2 2.454,9 109,2 2.769,3

Interne overdrachten - 189,7 - 189,7Naar het RIZIV-Uitkeringen - 189,7 - 189,7Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.085,2 - 1.085,2Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 985,6 - 985,6Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 99,6 - 99,6Naar de RVA - - - - Naar het Asbestfonds - - - -

Totaal 205,2 3.729,8 109,2 4.044,2

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

240

Page 249: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 15,4 2.474,3 95,6 2.585,3Bijdragen op inkomsten 2.356,2 95,6 2.451,8Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

Bijdragen van vennootschappen 118,1 118,1Andere bijdragen 15,4

15,4

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 179,8 - 179,8

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.062,8 - 1.062,8

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 4,3 2,2 6,5

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 8,6 11,4 20,1

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 15,5 3.729,8 109,2 3.854,5

Interne overdrachten 189,7 - - 189,7Van het RIZIV-Uitkeringen - - Van het RSVZ 189,7 - - 189,7Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - -

Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -

Totaal 205,2 3.729,8 109,2 4.044,2

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

241

Page 250: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 202,4 2.441,1 0,1 2.643,6Verstrekkingen of uitkeringen 202,4 2.439,6 0,1 2.642,1Betalingsonkosten - 1,5 - 1,5

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 9,8 62,2 107,1 179,1Centrale instellingen 1,1 62,2 - 63,3Primaire instellingen 8,7 - 107,1 115,8

Diverse financiële lasten - - 0,6 0,6

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 8,6 8,6

Diverse overdrachten naar derden 0,2 2,6 0,7 3,5

Besparing 0,1 106,3 - 106,4

Subtotaal 212,5 2.612,2 117,1 2.941,8

Interne overdrachten - 195,0 - 195,0Naar het RIZIV-Uitkeringen - 195,0 - 195,0Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.126,7 - 1.126,7Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.025,6 - 1.025,6Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 101,1 - 101,1Naar de RVA - - - - Naar het Asbestfonds - - - -

Totaal 212,5 3.933,9 117,1 4.263,5

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

242

Page 251: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 17,4 2.593,6 103,1 2.714,1Bijdragen op inkomsten 2.426,1 103,1 2.529,2Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

Bijdragen van vennootschappen 162,8 162,8Andere bijdragen 17,4 4,7

22,1

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 239,8 - 239,8

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.085,3 - 1.085,3

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 6,9 2,5 9,4

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 8,3 11,5 19,9

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 17,5 3.933,9 117,1 4.068,5

Interne overdrachten 195,0 - - 195,0Van het RIZIV-Uitkeringen - - Van het RSVZ 195,0 - - 195,0Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - -

Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -

Totaal 212,5 3.933,9 117,1 4.263,5

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

243

Page 252: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 221,5 2.537,9 0,1 2.759,5Verstrekkingen of uitkeringen 221,5 2.536,4 0,1 2.758,0Betalingsonkosten - 1,5 - 1,5

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 9,9 62,1 107,0 179,0Centrale instellingen 1,1 62,1 - 63,2Primaire instellingen 8,8 - 107,0 115,8

Diverse financiële lasten - - 0,5 0,5

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,4 5,4

Diverse overdrachten naar derden 0,3 98,4 2,0 100,7

Besparing - 7,0 62,7 17,0 72,7

Subtotaal 224,7 2.761,1 132,0 3.117,8

Interne overdrachten - 206,9 - 206,9Naar het RIZIV-Uitkeringen - 206,9 - 206,9Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.184,5 - 1.184,5Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.080,6 - 1.080,6Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 103,3 - 103,3Naar de RVA - 0,6 - 0,6Naar het Asbestfonds - - - -

Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

244

Page 253: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 17,7 2.728,8 110,2 2.856,7Bijdragen op inkomsten 2.569,5 102,3 2.671,8Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

Bijdragen van vennootschappen 153,0 5,7 158,7Andere bijdragen 17,7 6,3

2,226,2

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 295,6 - 295,6

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.103,4 - 1.103,4

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 12,6 3,0 15,6

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 10,9 18,8 29,8

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 17,8 4.151,3 132,0 4.301,1

Interne overdrachten 206,9 1,2 - 208,1Van het RIZIV-Uitkeringen 1,2 - 1,2Van het RSVZ 206,9 - - 206,9Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - -

Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -

Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

245

Page 254: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 251,9 2.668,7 0,1 2.920,7Verstrekkingen of uitkeringen 251,9 2.667,3 0,1 2.919,3Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 10,1 64,5 119,6 194,2Centrale instellingen 1,1 64,5 - 65,6Primaire instellingen 9,0 - 119,6 128,6

Diverse financiële lasten - - 1,0 1,0

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,7 4,7

Diverse overdrachten naar derden 0,3 25,0 0,5 25,8

Besparing - 6,5 274,9 10,1 278,5

Subtotaal 255,8 3.033,1 136,0 3.424,9

Interne overdrachten - 239,8 - 239,8Naar het RIZIV-Uitkeringen - 239,8 - 239,8Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.229,4 - 1.229,4Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.121,1 - 1.121,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 106,7 - 106,7Naar de RVA - 0,9 - 0,9Naar het Asbestfonds - 0,7 - 0,7

Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

246

Page 255: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 15,9 2.846,0 113,9 2.975,8Bijdragen op inkomsten 2.678,0 105,5 2.783,5Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

Bijdragen van vennootschappen 162,4 6,0 168,4Andere bijdragen 15,9 5,6

2,423,9

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 484,6 - 484,6

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.123,8 - 1.123,8

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 24,5 4,4 28,9

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 23,4 17,7 41,2

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 16,0 4.502,3 136,0 4.654,3

Interne overdrachten 239,8 - - 239,8Van het RIZIV-Uitkeringen - - Van het RSVZ 239,8 - - 239,8Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - - - -

Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -

Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

247

Page 256: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (1)

Lasten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Toegekende sociale prestaties 282,1 2.938,5 0,1 3.220,7Verstrekkingen of uitkeringen 282,1 2.937,1 0,1 3.219,3Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4

Oninvorderbare sociale prestaties - - - -

Lopende werkingskosten 11,3 61,4 123,2 195,9Centrale instellingen 1,2 61,4 - 62,6Primaire instellingen 10,1 - 123,2 133,3

Diverse financiële lasten - - 0,5 0,5

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,2 5,2

Diverse overdrachten naar derden 0,3 16,8 1,0 18,1

Besparing 0,2 189,1 6,6 195,9

Subtotaal 293,9 3.205,8 136,6 3.636,3

Interne overdrachten - 277,6 - 277,6Naar het RIZIV-Uitkeringen - 277,6 - 277,6Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 1.907,4 - 1.907,4Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.793,5 - 1.793,5Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 111,3 - 111,3Naar de RVA - 2,5 - 2,5Naar het Asbestfonds - 0,1 - 0,1

Totaal 293,9 5.390,8 136,6 5.821,3

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

248

Page 257: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten RIZIV-

Uitkeringen RSVZ

Sociale verzekerings-

fondsen Totaal

Verschuldigde sociale bijdragen 16,2 3.241,9 117,3 3.375,4Bijdragen op inkomsten - 3.065,8 117,3 3.183,1Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden

- - - -

Bijdragen van vennootschappen - 169,1 - 169,1Andere bijdragen 16,2 7,0 - 23,2

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 798,2 - 798,2

Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten

- 1.248,2 - 1.248,2

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

- 32,8 3,0 35,8

Diverse opbrengsten voorkomend van derden

0,1 8,2 16,3 24,6

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

- - - -

Subtotaal 16,3 5.329,3 136,6 5.482,2

Interne overdrachten 277,6 - - 277,6Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 277,6 - - 277,6Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -

Externe overdrachten - 61,5 - 61,5Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 61,5 - 61,5

Totaal 293,9 5.390,8 136,6 5.821,3

III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen

249

Page 258: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 259: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004

4. Definitieve rekeningen 2005

5. Definitieve rekeningen 2006

6. Voorlopige rekeningen 2007

7. Voorlopige rekeningen 2008

B.

Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer

Page 260: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat

2004 2005 2006 2007 2008

3.712.353 3.930.270 4.147.883 4.498.981 5.397.383

19.238 19.542 22.566 19.374 19.507

Kapitaalontvangsten 0 0 3.232 1.042 180

Sociale prestaties 2.548.366 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993

Andere lopende uitgaven (2) 1.157.500 1.201.683 1.364.260 1.330.678 1.992.432Kapitaaluitgaven 0 0 0 4.299

Begrotingsresultaat 25.726 106.237 51.407 269.426 210.346

(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.

Lopende ontvangsten van het

RSVZ-Globaal beheer (1)

Lopende ontvangsten van de

uitkeringsinstellingen (1)

(duizend euro)

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal zelfstandigen en hun inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …) die in het statistisch gedeelte in detail worden voorgesteld. Hieronder geven wij commentaar op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven. We merken op dat het begrotingsresultaat van het stelsel van de zelfstandigen de som is van de resultaten van het RIZIV tak uitkeringen en het RSVZ en dat deze niet noodzakelijk hetzelfde teken hebben. Het positief begrotingsresultaat dat vanaf 2006 behaald wordt door het RSVZ-Globaal Beheer zal worden toegewezen aan het ‘Fonds voor de Welvaart der Zelfstandigen’. De middelen van dit fonds dienen om toekomstige uitdagingen in zake financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te pakken. Onder meer de invloed van de integratie van de kleine risico’s op de sociale bijdragen zal zo beperkt worden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer In de periode 2004-2008 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in volgende tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 260):

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

252

Page 261: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2004 2005 2006 2007 2008

Globale middelen 4,55 % 5,87 % 5,54 % 8,46 % 19,97 %

Waarvan: - gewone bijdragen 3,99 % 3,09 % 5,92 % 4,22 % 14,54 %- Staatstoelagen 1,81 % 2,11 % 1,67 % 1,85 % 11,07 %- alternatieve financiering 29,88 % 33,35 % 23,28 % 63,94 % 65,68 %

Een tabel met het detail van de alternatieve financiering voor de jaren 2004 tot 2010 bevindt zich in bijlage. We geven een overzicht per jaar van de grote maatregelen die de evolutie van de RSVZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Sinds 01.01.2003 kan de echtgenoot-helper van de zelfstandige kiezen voor een volwaardig sociaal statuut tegen betaling van de gepaste sociale bijdragen. Het bedrag van de Staatstussenkomst werd in 1998 op 958 miljoen euro vastgelegd. Sindsdien werd het aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. In 2001 werd het bedrag van de alternatieve financiering verminderd ingevolge de overname van de schuld van de sociale zekerheid door de federale Staat. De schuld bedroeg eind 2000 583 miljoen euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Ze bestaat uit een programma van thesauriebewijzen op middellange en lange termijn van maximum 496 miljoen euro en een obligatielening van 87 miljoen euro. Ter compensatie werd de alternatieve financiering verminderd met 49.121 duizend euro in 2004, met 110.988,8 duizend euro in 2005 en met 149.700,8 duizend euro in 2006. Het saldo, een bedrag van 94.254,4 duizend euro wordt gestort in 2006 door het Globaal beheer aan de Administratie van de Schatkist. In 2004 werd de vennootschapsbijdrage vastgesteld op 347,50 euro voor de vennootschappen waarvan het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar maximum 520.000 euro bedraagt, en op 840 euro voor de vennootschappen waarvan het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar 520.000 euro overschrijdt. In 2004 werd het bedrag van de alternatieve financiering dat afkomstig is van de btw-ontvangsten verhoogd met 20.020 duizend euro teneinde de verhoging van de pensioenminima, beslist door de regering, te financieren. Vanaf 01.01.2005 zijn openbare mandatarissen, dit wil zeggen personen belast met een mandaat van beheerder in een openbare of privé-instelling en er een federaal, gewestelijk, lokaal bestuur of een erkende beroepsorganisatie vertegenwoordigen, onderworpen aan het sociaal statuut en dus bijdragen verschuldigd zijn. Vanaf 01.07.2005 worden de echtgenoten-helpers, die geboren zijn na 1955 verplicht zich aan te sluiten aan het maxi-statuut. Voor degenen die geboren zijn vóór 1956 blijft de aansluiting aan het mini-statuut verplicht (arbeidsongeschiktheid en moederschapsverzekering) en deze aan het maxi-statuut gebeurt op vrijwillige basis. Het maxi-statuut biedt een ruimere bescherming dan het mini-statuut: pensioen, gezinsbijslag, geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsverzekering. In 2005 werd de vennootschapsbijdrage vastgelegd op 347,50 euro voor de vennootschappen, waarvan het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar werd afgeloten op ten hoogste 532.022,59 euro en op 852,50 euro, voor de vennootschappen voor dewelke het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar 532.022,59 euro overtreft. In 2005 werd het bedrag van de alternatieve financiering voortkomend van de BTW-ontvangsten verhoogd met 131.120 duizend euro, teneinde de verhoging te financieren van de minimumpensioenen.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

253

Page 262: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De regering besliste, om vanaf 2006, 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Tien procent worden toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Sinds 01.01.2006 wordt er een bedrag van 1.500 duizend euro voorafgenomen op de opbrengst van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen en toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen. Het aldus bekomen bedrag wordt doorgestort naar de RVA ter financiering van de kostprijs van de dienstencheques toegekend aan vrouwelijke zelfstandigen voor hulp bij moederschap. Een zelfstandige van wie de arbeidsongeschiktheid een stopzetting van de beroepsactiviteit met zich meebrengt, kan vanaf 01.07.2006 een vrijstelling verkrijgen van betaling van de kwartaalbijdrage van het begin van de ongeschiktheid indien de ongeschiktheid is begonnen tijdens de eerste maand van het kwartaal. Een gelijkaardige vrijstelling kan bekomen worden indien de hervatting van de activiteit na een periode van ongeschiktheid plaatsvindt tijdens de laatste maand van een kwartaal. In 2007 werden 4 bijkomende ontvangsten voorzien voor de alternatieve financiering: Door de verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, steeg het deel dat toekomt aan het

RIZIV-geneeskundige verzorging met 8.900 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel; Bovendien werd er 1.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer van de zelfstandigen,

afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad; In uitvoering van een beslissing van de Ministerraad van 20 juli 2006 werd er vervolgens een

krediet van 50.000 duizend euro ingeschreven ten behoeve van de inkomensgarantie voor ouderen. De besparing van 6.000 duizend euro die gerealiseerd werd, komt deels ten goede aan de alternatieve financiering voor zelfstandigen, met name 2.000 duizend euro. Dit bedrag werd gebruikt voor de financiering van de verhoging van de minimumpensioenen;

Ten slotte werd voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro afgenomen van het bedrag aan BTW-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het zelfstandigenstelsel toekomt met 864 duizend euro.

Tot 2007 konden de levensverzekeringsmaatschappijen zich bevrijden van verplichte betaling aan het RSVZ van hun vastgestelde rente (onvoorwaardelijke pensioenen) indien ze de gekapitaliseerde waarde van hun rente overmaken aan het RSVZ. Voortaan worden de levensverzekeringsmaatschappijen verplicht hun portefeuille aan het RSVZ over te dragen. Dit resulteert in een ontvangst van 10.000 duizend euro voor het RSVZ in 2007. De aanpassing van de sociale bijdragen ingesteld door de wet van 21 december 2007, wijzigende de wet van 26 maart 2007, ter dekking van een gedeelte van de kost van de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering geneeskundige verzorging leidde tot een stijging van de onvangen bijdragen in 2008 met 12 % ten opzichte van de bijdragen van 2007. Tevens is er een stijging van de ontvangen bijdragen van 5.000 duizend euro komende van een nieuw plan in de strijd tegen de sociale fraude. In feite bevat dit bedrag ook de verminderingen van de uitgaven. De alternatieve financiering werd beïnvloed door volgende maatregelen in 2008: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007

“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

254

Page 263: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;

De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering;

Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2008 (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Er is nu een 90-10 verdeling van dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, volgens dezelfde verdeelsleutel een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globale beheren. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen

2004 2005 2006 2007 2008

Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 0,31 % 1,58 % 15,48 % -14,15 % 0,69 %

(1) Zonder de interne overdrachten. De toegewezen ontvangsten betreffen hoofdzakelijk toegewezen ontvangsten van het RIZIV-uitkeringen. In 2004 bedroegen de toegewezen ontvangsten vanuit de autoverzekering 15.423 duizend euro. Deze toegewezen onvangsten kenden een fluctuerend verloop tussen 2004 en 2008. In 2005 lagen deze ontvangsten nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2004. In 2006 kende men een stijging met 1.866 duizend euro. In 2007 was er een daling met 1.833 duizend euro. In 2008 lagen deze ontvangsten nagenoeg op het zelfde niveau van 2007. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 3.232 duizend euro voor het RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 1.042 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 180 duizend euro.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

255

Page 264: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties

2004 2005 2006 2007 2008 Gemiddelde

jaarlijkse aangroei

RIZIV-Uitkeringen 195.907 202.419 221.542 251.877 278.244 9,17 %

RSVZ-Pensioenen 2.023.327 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189 5,82 %

RSVZ-Gezinsbijslag 327.324 328.366 337.373 355.031 390.459 4,51 %RSVZ-Faillissementverzekering 1.807 1.853 1.648 1.664 4.102 22,75 %

Totaal 2.548.366 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993 5,94 %

(duizend euro)

Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Uitkeringen Vanaf 01.01.2006 wordt aan alleenstaande gehandicapte zelfstandigen die geen personen ten laste hebben een tegemoetkoming voor hulp van derden toegekend. Via het koninklijk besluit van 21.12.2006 en naar analogie van maatregelen getroffen in de werknemersregeling worden voor zelfstandigen een aantal revalorisatiemaatregelen genomen inzake uitkeringen: Er wordt een onderscheid ingevoerd tussen een gerechtigde zonder gezinslast,

samenwonende en een gerechtigde zonder gezinslast, alleenstaande; De primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt gekoppeld aan het bedrag van het

minimumrustpensioen voor een zelfstandige; De invaliditeitsuitkering zonder stopzetting van de zelfstandige activiteit stemt overeen met het

bedrag van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering. De basisbedragen van de invaliditeitsuitkeringen voor zelfstandigen die hun bedrijf hebben stopgezet worden vanaf 01.01.2006 verhoogd. De uitkering wordt gelijkgeschakeld met de minimumuitkering in de werknemersregeling. Vanaf 01.01.2007: Wordt een forfait van 12 euro toegekend voor de hulp van derden; Worden de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aangepast aan het minimumpensioen

voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (met stopzetting van de activiteit) aangepast aan het

minimumpensioen voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (zonder stopzetting van de activiteit) aangepast aan de

primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met toevoeging van de categorie “samenwonende”.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

256

Page 265: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Op 01.09.2007 vond er een aanpassing aan de welvaart plaats. Ze bestaat uit een verhoging met 2 % van de minima voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Pensioenen Op 01.01.2004 werd het plafond voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd met 25 % verhoogd. Op 01.04.2004 werd een welvaartsaanpassing met 2 % toegekend aan de pensioenen die ingegaan zijn in 1996. Op 01.09.2004 werd het gewaarborgd minimumpensioen verhoogd met 27 euro voor een alleenstaande en met 33 euro voor een gezin. Deze operatie werd herhaald op 01.12.2005 en 01.12.2006. Een zelfstandige in nevenactiviteit kan een bijkomend wettelijk pensioen opbouwen op voorwaarde dat hij bijdragen betaalt die ten minste gelijk zijn aan de minimumbijdragen gestort door zelfstandigen in hoofdactiviteit. De in 2004 uitgevoerde stortingen mogen gevalideerd worden. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. In 2006 vond er een herwaardering met 2 % van de maandelijkse pensioenbedragen plaats: op 1 januari 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1996 en voor 01.01.1998; op 1 april 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1997 en voor 01.01.2000. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. De meeruitgave bedraagt 1,2 miljoen euro. Volgens de huidige wetgeving worden pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet uitbetaald. De pensioenbedragen uitbetaald in de verschillende stelsels worden niet opgeteld om dit minimumbedrag te bereiken. Vanaf 2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen. Deze verhoging is ingegaan vanaf maart 2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Ook werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd. Voor dit laatste werd een budget van 400 duizend euro uitgetrokken voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 is er geen bestraffing van de anticipatie meer voor de zelfstandigen die hun pensionering wensen te vervroegen tot 60 jaar. Voorwaarde is wel dat ze een loopbaan van 43 jaar hebben. Ten slotte, nog steeds in het kader van de pensioenen, wordt vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er eveneens een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

257

Page 266: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Gezinsbijslag Het stelsel van de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap en ernstig zieke kinderen werd in het begin van 2003 gewijzigd. De hervorming is van toepassing op kinderen die na 01.01.1997 geboren zijn. Wanneer een kind geplaatst wordt in een onthaalgezin krijgt de persoon die tot dan gezinsbijslag ontving in het oorspronkelijke gezin, een forfaitaire bijslag, op voorwaarde dat hij contacten blijft onderhouden met het kind. In het werknemersstelsel bestond die bijslag al. Voor de kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling bij de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 en om overeenstemming te bereiken met de werknemersregeling werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor kinderen met een handicap geboren na 01.01.1996 verhoogd. In 2007 werd de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor gehandicapten uitgebreid worden naar kinderen geboren na 01.01.1993. De meeruitgave wordt geraamd op 0,36 miljoen euro. De verhoogde kinderbijslag voor wezen wordt vanaf 2007 toegekend aan het weeskind waarvan de rechthebbende ouder overleden is indien de loopbaanvoorwaarden vervuld zijn door een aannemer die geen ouder is van het kind (kost: 0,71 miljoen euro). De enveloppe voor de schoolpremie 2007 bedroeg 7,44 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Ter harmonisering van de kinderbijslagen tussen het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel van de werknemers werd de kinderbijslag voor het eerste kind met 10 euro verhoogd vanaf 01.04.2008. Faillissementsverzekering Vanaf 01.07.2001 heeft de zelfstandige in faillissement recht op de uitkering gedurende zes maanden (in plaats van twee). De uitkering wordt bovendien betaald vanaf de maand volgend op die van het faillissement (en niet langer vanaf het daaropvolgende kwartaal). De andere lopende uitgaven In uitvoering van het artikel 1 van het K.B. van 01.12.1998 betreffende de toekenning van het saldo van de solidariteits-, matigings- en consolideringsbijdragen, werden de volgende bedragen aan het Participatiefonds overgedragen en dit onder de vorm van een renteloze achtergestelde lening met een looptijd van 20 jaar: In 2001: 5.850 duizend euro (afrekening voor de jaren 1999 en 2000 en het saldo van de jaren

1997 en 1998); In 2002: 4.643 duizend euro; In 2003: 267 duizend euro; In 2004: 123 duizend euro;

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

258

Page 267: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

In 2005: 1 duizend euro. Sinds 01.01.2006 krijgt elke vrouwelijke zelfstandige die bevallen is na 31.12.2005, onder bepaalde voorwaarden, gratis 70 dienstencheques voor het betalen van gezinshulp. Dit om een betere combinatie tussen werk en gezin mogelijk te maken. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe gebeurt er een storting van het RIZIV naar de RVP. De externe overdracht naar de geneeskundige verzorging wordt vanaf 2008 volgens de nieuwe regels berekend: de stijging van 677.052 duizend euro ten opzichte van 2007 wordt onder andere veroorzaakt door de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering. De kapitaaluitgaven Ten slotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSVZ-Globaal beheer een bedrag van 4.299 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

259

Page 268: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro)

Lopende Ontvangsten 2004 2005 2006 2007 2008

Bijdragen 2.460.343 2.593.515 2.728.788 2.845.980 3.244.981

Staatstoelagen 1.062.849 1.085.287 1.103.435 1.123.834 1.248.199

Alternatieve financiering 179.817 239.788 295.618 484.646 802.976

Toegewezen ontvangsten 15.423 15.867 17.733 15.900 16.194

Externe overdrachten 0 0 1.227 15.402 61.528

Opbrengsten beleggingen 4.483 6.872 12.622 24.511 34.673

Diversen 8.676 8.484 11.025 8.081 8.339

Totaal lopende ontvangsten 3.731.591 3.949.812 4.170.449 4.518.355 5.416.890

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

260

Page 269: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) (vervolg)

Lopende Uitgaven 2004 2005 2006 2007 2008

Prestaties 2.548.366 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993

RIZIV-Uitkeringen 195.907 202.419 221.542 251.877 278.244RSVZ-Pensioenen 2.023.327 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189RSVZ-Gezinsbijslag 327.324 328.366 337.373 355.031 390.459RSVZ-Faillissemenstverzekering 1.807 1.853 1.648 1.664 4.102

Betalingskosten 1.793 1.515 1.454 1.477 1.364

Beheerskosten 70.123 72.988 73.510 76.193 80.871

Externe overdrachten 1.085.295 1.125.788 1.286.421 1.249.768 1.906.149

Intresten op leningen 2 0 0 0

Diversen 287 1.393 2.874 3.240 4.048

Totaal lopende uitgaven 3.705.865 3.843.574 4.122.273 4.249.971 5.202.425

Saldo lopende rekeningen 25.726 106.237 48.175 268.384 214.464

Kapitaalrekeningen 2004 2005 2006 2007 2008

Ontvangsten 0 0 3.232 1.042 180

Uitgaven 0 0 0 4.299

Saldo kapitaalrekeningen 0 0 3.232 1.042 -4.118

Budgettair resultaat 25.726 106.237 51.407 269.426 210.346

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

261

Page 270: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

004

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

00

00

02.

460.

343

2.46

0.34

3G

ewon

e bi

jdra

gen

2.

353.

083

2.35

3.08

3C

onso

lidat

iebi

jdra

gen

30

330

3V

enno

otsc

haps

bijd

rage

n

106.

957

106.

957

Sta

atst

oel

agen

1.06

2.84

91.

062.

849

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

179.

817

179.

817

Btw

164.

754

164.

754

Sto

ck o

ptio

ns

2.

388

2.38

8A

ccijn

zen

taba

k

12.6

7512

.675

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

15.4

230

00

15.4

230

15.4

23

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

00

00

00

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

80

00

84.

475

4.48

3

Div

erse

n

112

3.69

50

03.

807

4.86

98.

676

Eig

en o

ntv

ang

sten

15

.543

3.69

50

019

.238

3.71

2.35

33.

731.

591

RS

VZ

-GF

B

189.

653

2.03

1.06

932

7.32

41.

807

2.54

9.85

3

2.54

9.85

3A

nder

e ta

kken

0

00

00

00

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

189.

653

2.03

1.06

932

7.32

41.

807

2.54

9.85

30

2.54

9.85

3

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

20

5.19

62.

034.

764

327.

324

1.80

72.

569.

091

3.71

2.35

36.

281.

444

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

262

Page 271: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

004

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

195.

907

2.02

3.32

732

7.32

41.

807

2.54

8.36

6

2.54

8.36

6

Bet

alin

gsk

ost

en

01.

793

00

1.79

3

1.79

3

Beh

eers

kost

en

9.00

29.

643

00

18.6

4551

.478

70.1

23

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.08

5.29

51.

085.

295

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

085.

172

1.08

5.17

2A

nder

e

123

123

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

00

00

22

Div

erse

n

287

00

028

70

287

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

20

5.19

62.

034.

764

327.

324

1.80

72.

569.

091

1.13

6.77

43.

705.

865

RS

VZ

-GF

B

00

00

0

0A

nder

e ta

kken

0

00

00

2.54

9.85

32.

549.

853

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

00

00

02.

549.

853

2.54

9.85

3

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

20

5.19

62.

034.

764

327.

324

1.80

72.

569.

091

3.68

6.62

76.

255.

718

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

025

.726

25.7

26

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. F

ailli

ss. v

erze

k.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

00

00

00

0

Uit

gav

en

00

00

00

0

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

00

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

25.7

2625

.726

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

263

Page 272: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

005

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

00

00

02.

593.

515

2.59

3.51

5G

ewon

e bi

jdra

gen

2.

425.

877

2.42

5.87

7P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

4.70

44.

704

Con

solid

atie

bijd

rage

n

149

149

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

16

2.78

416

2.78

4

Sta

atst

oel

agen

1.08

5.28

71.

085.

287

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

239.

788

239.

788

Btw

225.

244

225.

244

Sto

ck o

ptio

ns

1.

438

1.43

8A

ccijn

zen

taba

k

13.1

0513

.105

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

15.8

670

00

15.8

67

15.8

67

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

00

00

0

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

70

00

76.

864

6.87

2

Div

erse

n

128

3.53

90

03.

668

4.81

68.

484

Eig

en o

ntv

ang

sten

16

.003

3.53

90

019

.542

3.93

0.27

03.

949.

812

RS

VZ

-GF

B

195.

914

2.11

7.55

132

8.36

61.

853

2.64

3.68

3

2.64

3.68

3A

nder

e ta

kken

0

0

0

00

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

195.

914

2.11

7.55

132

8.36

61.

853

2.64

3.68

30

2.64

3.68

3

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

21

1.91

72.

121.

090

328.

366

1.85

32.

663.

224

3.93

0.27

06.

593.

494

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

264

Page 273: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

005

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

202.

419

2.10

9.25

532

8.36

61.

853

2.64

1.89

2

2.64

1.89

2

Bet

alin

gsk

ost

en

01.

515

00

1.51

5

1.51

5

Beh

eers

kost

en

9.24

710

.320

00

19.5

6753

.421

72.9

88

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.12

5.78

81.

125.

788

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

125.

787

1.12

5.78

7A

nder

e

11

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

0

00

00

Div

erse

n

251

0

025

11.

142

1.39

3

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

21

1.91

72.

121.

090

328.

366

1.85

32.

663.

224

1.18

0.35

03.

843.

574

RS

VZ

-GF

B

0

0

0A

nder

e ta

kken

0

0

2.64

3.68

32.

643.

683

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

0

02.

643.

683

2.64

3.68

3

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

21

1.91

72.

121.

090

328.

366

1.85

32.

663.

224

3.82

4.03

36.

487.

257

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

00

00

010

6.23

710

6.23

7

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. F

ailli

ss. v

erze

k.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

00

00

00

0

Uit

gav

en

00

00

00

0

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

00

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 0

00

00

106.

237

106.

237

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

265

Page 274: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

00

00

02.

728.

788

2.72

8.78

8G

ewon

e bi

jdra

gen

2.

569.

431

2.56

9.43

1P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

6.30

56.

305

Con

solid

atie

bijd

rage

n

9292

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

15

2.96

015

2.96

0

Sta

atst

oel

agen

1.10

3.43

51.

103.

435

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

295.

618

295.

618

Btw

235.

880

235.

880

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

43.0

3543

.035

Sto

ck o

ptio

ns

1.

584

1.58

4A

ccijn

zen

taba

k

13.6

2013

.620

And

ere

1.

500

1.50

0

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

17.7

330

00

17.7

33

17.7

33

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

1.22

70

01.

227

1.

227

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

200

00

2012

.602

12.6

22

Div

erse

n

100

3.48

60

03.

586

7.43

911

.025

Eig

en o

ntv

ang

sten

17

.853

4.71

30

022

.566

4.14

7.88

34.

170.

449

RS

VZ

-GF

B

206.

932

2.20

5.31

533

7.37

31.

648

2.75

1.26

8

2.75

1.26

8A

nder

e ta

kken

0

0

0

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

206.

932

2.20

5.31

533

7.37

31.

648

2.75

1.26

8

2.75

1.26

8

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

22

4.78

52.

210.

028

337.

373

1.64

82.

773.

834

4.14

7.88

36.

921.

716

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

266

Page 275: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. D

efin

itie

ve r

eken

ing

en 2

006

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

221.

542

2.19

7.45

133

7.37

31.

648

2.75

8.01

4

2.75

8.01

4

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

454

00

1.45

4

1.45

4

Beh

eers

kost

en

9.87

69.

896

00

19.7

7253

.738

73.5

10

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

0

0

1.28

6.42

11.

286.

421

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

191.

525

1.19

1.52

5A

nder

e

94.8

9694

.896

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

00

00

00

Div

erse

n

284

00

028

42.

590

2.87

4

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

23

1.70

22.

208.

801

337.

373

1.64

82.

779.

524

1.34

2.75

04.

122.

273

RS

VZ

-GF

B

A

nder

e ta

kken

2.75

1.26

82.

751.

268

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

2.

751.

268

2.75

1.26

8

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

23

1.70

22.

208.

801

337.

373

1.64

82.

779.

524

4.09

4.01

76.

873.

541

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-6.9

171.

227

00

-5.6

9053

.865

48.1

75

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. F

ailli

ss. v

erze

k.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

00

0

03.

232

3.23

2

Uit

gav

en

00

0

00

0

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

0

3.23

23.

232

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -6

.917

1.22

70

0-5

.690

57.0

9751

.407

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

267

Page 276: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

2.

845.

980

2.84

5.98

0G

ewon

e bi

jdra

gen

2.

677.

901

2.67

7.90

1P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

5.60

35.

603

Con

solid

atie

bijd

rage

n

4343

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

16

2.43

316

2.43

3

Sta

atst

oel

agen

1.12

3.83

41.

123.

834

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

484.

646

484.

646

Btw

421.

070

421.

070

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

44.7

4244

.742

Sto

ck o

ptio

ns

1.

639

1.63

9A

ccijn

zen

taba

k

13.5

9513

.595

And

ere

3.

600

3.60

0

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

15.9

00

15.9

00

15.9

00

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

15.4

0215

.402

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

1024

.501

24.5

11

Div

erse

n

803.

384

3.46

44.

617

8.08

1

Eig

en o

ntv

ang

sten

15

.990

3.38

4

19

.374

4.49

8.98

14.

518.

355

RS

VZ

-GF

B

239.

755

2.31

8.79

235

5.03

11.

664

2.91

5.24

2

2.91

5.24

2A

nder

e ta

kken

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

239.

755

2.31

8.79

235

5.03

11.

664

2.91

5.24

2

2.91

5.24

2

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

25

5.74

52.

322.

176

355.

031

1.66

42.

934.

616

4.49

8.98

17.

433.

596

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

268

Page 277: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

6. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

007

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

251.

877

2.31

0.72

235

5.03

11.

664

2.91

9.29

3

2.91

9.29

3

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

477

1.47

7

1.47

7

Beh

eers

kost

en

10.1

309.

977

20.1

0756

.086

76.1

93

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.24

9.76

81.

249.

768

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

227.

757

1.22

7.75

7A

nder

e

22.0

1022

.010

Intr

este

n o

p le

nin

gen

00

Div

erse

n

267

26

72.

973

3.24

0

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

26

2.27

42.

322.

176

355.

031

1.66

42.

941.

144

1.30

8.82

64.

249.

971

RS

VZ

-GF

B

A

nder

e ta

kken

2.91

5.24

22.

915.

242

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

2.

915.

242

2.91

5.24

2

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

26

2.27

42.

322.

176

355.

031

1.66

42.

941.

144

4.22

4.06

87.

165.

212

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-6.5

290

00

-6.5

2927

4.91

326

8.38

4

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. F

ailli

ss. v

erze

k.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

1.

042

1.04

2

Uit

gav

en

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

1.04

21.

042

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -6

.529

00

0-6

.529

275.

955

269.

426

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

269

Page 278: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

)

Lo

pen

de

On

tvan

gst

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Bijd

rag

en

3.

244.

981

3.24

4.98

1G

ewon

e bi

jdra

gen

3.

067.

203

3.06

7.20

3P

ublie

ke m

anda

taris

sen-

bijd

rage

n

5.68

05.

680

Ven

noot

scha

psbi

jdra

gen

17

2.06

817

2.06

8

Sta

atst

oel

agen

1.24

8.19

91.

248.

199

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

802.

976

802.

976

Btw

676.

497

676.

497

Roe

rend

e vo

orhe

ffing

49.4

2149

.421

Sto

ck o

ptio

ns

2.

193

2.19

3A

ccijn

zen

taba

k

14.0

0014

.000

Gen

eesk

undi

ge v

erzo

rgin

g

56.7

6356

.763

And

ere

4.

101

4.10

1

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

16.1

94

16.1

94

16.1

94

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

61.5

2861

.528

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

10

1034

.663

34.6

73

Div

erse

n

803.

223

3.30

35.

036

8.33

9

Eig

en o

ntv

ang

sten

16

.284

3.22

3

19

.507

5.39

7.38

35.

416.

890

RS

VZ

-GF

B

273.

689

2.54

5.54

839

0.45

94.

102

3.21

3.79

7

3.21

3.79

7A

nder

e ta

kken

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

273.

689

2.54

5.54

839

0.45

94.

102

3.21

3.79

7

3.21

3.79

7

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

28

9.97

32.

548.

771

390.

459

4.10

23.

233.

304

5.39

7.38

38.

630.

687

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

270

Page 279: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7. V

oo

rlo

pig

e re

ken

ing

en 2

008

(du

izen

d e

uro

) (v

ervo

lg)

Lo

pen

de

Uit

gav

en

RIZ

IV-U

it

RS

VZ

-Pen

R

SV

Z-G

ezin

sb.

RS

VZ

-Fai

llis.

ver

z.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

Pre

stat

ies

278.

244

2.53

7.18

939

0.45

94.

102

3.20

9.99

3

3.20

9.99

3

Bet

alin

gsk

ost

en

1.

364

1.36

4

1.36

4

Beh

eers

kost

en

11.3

0310

.218

21.5

2159

.350

80.8

71

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.90

6.14

91.

906.

149

RIZ

IV-G

enee

skun

dige

ver

zorg

ing

1.

904.

809

1.90

4.80

9A

nder

e

1.34

01.

340

Intr

este

n o

p le

nin

gen

Div

erse

n

267

26

73.

781

4.04

8

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

28

9.81

42.

548.

771

390.

459

4.10

23.

233.

145

1.96

9.28

05.

202.

425

RS

VZ

-GF

B

A

nder

e ta

kken

3.21

3.79

73.

213.

797

Inte

rne

ove

rdra

chte

n

3.

213.

797

3.21

3.79

7

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

28

9.81

42.

548.

771

390.

459

4.10

23.

233.

145

5.18

3.07

88.

416.

222

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

159

00

015

921

4.30

521

4.46

4

Kap

itaa

lrek

enin

gen

R

IZIV

-Uit

R

SV

Z-P

en

RS

VZ

-Gez

insb

. F

ailli

ss. v

erze

k.

SU

BT

OT

AA

L

RS

VZ

-GF

B

TO

TA

AL

On

tvan

gst

en

18

018

0

Uit

gav

en

4.

299

4.29

9

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

-4.1

18-4

.118

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t 15

90

00

159

210.

187

210.

346

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen

271

Page 280: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 281: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Sociaal statuut (RSVZ) 275

1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse 1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en

geslacht 1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-

verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit) 1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen 1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening

2. Uitkeringen (RIZIV) 281

2.0 Methodologische nota 2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit / aantal gevallen 2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap / verzekerde bevolking 2.13 Moederschap en adoptie / aantal gevallen 2.14 Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval 2.15 Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering

C.

Statistieken

Page 282: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Pensioenen (RVP) 291

3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt

betaald 3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden

betaald 3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen) 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen

4. Gezinsbijslag (RSVZ) 297

4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op

bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen

5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 305

5.0 Methodologische nota 5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven

Page 283: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Sociaal statuut 1.0 Methodologische nota De weergegeven statistieken bieden een overzicht van de voornaamste bepalende factoren met betrekking tot de heffing van sociale bijdragen voor het sociaal statuut van zelfstandigen. We vermelden hierbij dat de geheven bijdragen voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen berekend worden in functie van het belastbaar inkomen van deze zelfstandigen drie jaar voordien. Ten titel van voorbeeld is het zo dat de sociale bijdragen voor een zelfstandige, verschuldigd voor 2005, berekend zullen worden op basis van zijn (of haar) belastbaar inkomen van 2002. Effectieven (tabellen 1.1 en 1.2) Voor de effectieven werden twee tabellen opgenomen. De eerste heeft betrekking op de verzekeringsplichtigen (zelfstandigen en helpers) voor het sociaal statuut opgesplitst per leeftijdsklasse. De tweede tabel splitst hetzelfde totaal op naar het onderscheid zelfstandige of helper. Vervolgens worden de subtotalen verder onderverdeeld volgens het criterium hoofdbezigheid, nevenbezigheid of activiteit na pensioenleeftijd. Coherentie van de effectieven (tabel 1.3) Het doel van tabel 1.3 is uit te leggen dat er een verschil bestaat tussen het begrip verzekeringsplichtige voor het sociaal statuut en het gerechtigd zijn als zelfstandige in de ziekteverzekering. We hebben in deze tabel de RIZIV-cijfers over ledentallen zelfstandigen geplaatst naast de RSVZ-cijfers voor de variabele die het meest nauw aansluit met het begrip “gerechtigde zelfstandige”, zoals dat bij het RIZIV gehanteerd wordt. De voornaamste verklaring voor het vastgestelde verschil ligt bij de “starters” die in het algemeen een stage doen van zes maanden alvorens toegelaten te worden als gerechtigde in het zelfstandigenstatuut voor de ziekteverzekering. Aan bijdragen onderworpen inkomsten van zelfstandigen (tabel 1.4) Hierin wordt de evolutie getoond van de inkomsten van de zelfstandigen, waarop de bijdragen voor het sociaal statuut berekend worden. De inkomsten van zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd worden in een aparte rubriek vermeld. Aangezien in 2003 de zogenaamde “brutering” van de aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen inkomens van de zelfstandigen werd afgeschaft, werd deze tabel herzien vanaf het jaar 2000. De vermelde inkomens stemmen overeen met de geïndexeerde inkomens. (Cf. tabel 1.5 voor de indexeringswijze). Herwaarderingscoëfficiënten (tabel 1.5) Deze tabel laat toe de omrekening te doen naar geïndexeerde inkomsten. Deze laatste vormen de grondslag om de bijdragen te berekenen. Aanvullende informatie kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ en op de website www.rsvz.be .

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)

275

Page 284: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RSVZ

12.2004 12.2005 12.2006 12.2007 12.2008

Minder dan 30 jaar 83.753 85.638 85.966 92.497 98.26030 - 39 jaar 218.324 215.273 213.293 217.507 220.99640 - 49 jaar 258.335 260.794 264.725 270.186 274.50250 - 59 jaar 190.784 194.473 197.765 201.887 205.09760 - 64 jaar 51.641 54.471 60.350 63.281 65.22265 - 69 jaar 25.580 25.048 25.753 26.219 26.45870 - 79 jaar 25.001 24.946 25.650 26.086 26.17780 jaar en meer 6.299 6.625 7.120 7.291 7.234

Totaal 859.717 867.268 880.622 904.954 923.946

1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)

276

Page 285: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2004

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 534.638 226.706 761.344Hoofdbezigheid 375.820 168.672 544.492Nevenbezigheid 116.384 43.271 159.655Activiteiten na pensioenleeftijd 42.434 14.763 57.197

Helpers 36.446 61.927 98.373Hoofdbezigheid 32.156 59.946 92.102Nevenbezigheid 2.673 1.444 4.117Activiteiten na pensioenleeftijd 1.617 537 2.154

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

571.084 288.633 859.717

Toestand op 31 december 2004

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

644.908

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

578.780

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

49.500

- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

8.314

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2005

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 542.099 232.437 774.536Hoofdbezigheid 379.679 171.064 550.743Nevenbezigheid 119.410 46.331 165.741Activiteiten na pensioenleeftijd 43.010 15.042 58.052

Helpers 35.360 57.372 92.732Hoofdbezigheid 30.726 55.151 85.877Nevenbezigheid 2.968 1.648 4.616Activiteiten na pensioenleeftijd 1.666 573 2.239

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

577.459 289.809 867.268

Toestand op 31 december 2005

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

667.507

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

583.534

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

22.199

- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

30.887

1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en geslacht

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)

277

Page 286: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2006

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 551.537 239.751 791.288Hoofdbezigheid 384.609 174.618 559.227Nevenbezigheid 123.228 50.211 173.439Activiteiten na pensioenleeftijd 43.700 14.922 58.622

Helpers 35.171 54.163 89.334Hoofdbezigheid 30.034 51.471 81.505Nevenbezigheid 3.395 2.092 5.487Activiteiten na pensioenleeftijd 1.742 600 2.342

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

586.708 293.914 880.622

Toestand op 31 december 2006

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

670.042

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

591.741

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

19.681

- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

29.310

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2007

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 567.540 249.951 817.491Hoofdbezigheid 393.971 179.358 573.329Nevenbezigheid 128.626 55.253 183.879Activiteiten na pensioenleeftijd 44.943 15.340 60.283

Helpers 35.214 52.249 87.463Hoofdbezigheid 29.616 49.055 78.671Nevenbezigheid 3.822 2.567 6.389Activiteiten na pensioenleeftijd 1.776 627 2.403

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

602.754 302.200 904.954

Toestand op 31 december 2007

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

680.820

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

605.624

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

17.556

- meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

28.820

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)

278

Page 287: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2008

Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen 579.868 259.420 839.288Hoofdbezigheid 401.397 183.439 584.836Nevenbezigheid 132.188 60.285 192.473Activiteiten na pensioenleeftijd 46.283 15.696 61.979

Helpers 34.622 50.036 84.658Hoofdbezigheid 28.598 46.473 75.071Nevenbezigheid 4.243 2.934 7.177Activiteiten na pensioenleeftijd 1.781 629 2.410

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

614.490 309.456 923.946

Toestand op 31 december 2008

Detail: Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

688.400

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)

615.765

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)

15.649

Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

28.493

Bron: RIZIV en RSVZ

"In regel" "Niet-verzekerd" Totaal

30 juni 2004 488.376 18.364 506.740 523.47630 juni 2005 496.039 19.916 515.955 528.57630 juni 2006 525.446 20.535 545.981 535.21230 juni 2007 537.297 27.238 564.535 546.33730 juni 2008 553.240 26.937 580.177 558.186

1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit)

Teldatum

ZIV-statuut van gerechtigde als zelfstandige RSVZ - verzekerings-plichtige voor sociaal statuut

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)

279

Page 288: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RSVZ

2004 2005 2006 2007 2008(refertejaar

2001)(refertejaar

2002)(refertejaar

2003)(refertejaar

2004)(refertejaar

2005)

Zelfstandigen 11.782.850 12.560.246 13.351.750 13.639.448 14.286.472Hoofdbezigheid 11.476.886 12.132.733 12.863.247 13.138.599 13.720.325Nevenbezigheid 305.964 427.513 488.503 500.849 566.147

Zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd

511.025 545.960 597.357 618.672 661.359

Anderen 0 0 0 0 0

Totaal 12.293.875 13.106.206 13.949.107 14.258.120 14.947.831

1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening (1)

Bron: RSVZ

2004 2005 2006 2007 2008

Herwaarderingscoëfficiënt401,87 381,90

414,35 388,18

428,31 394,36

434,00 402,62

448,68 413,83

(1) Index basis 1971

1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen (duizend euro)

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)

280

Page 289: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota Net zoals sector van de geneeskundige verzorging voor zelfstandigen, sector geneeskundige verzorging, mag ook de sector uitkeringen niet als een op zichzelf staande regeling beschouwd worden. De bestaande wetgeving voor de werknemers werd via het K.B. van 20.07.1971, betreffende de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en moederschapsuitkeringen uitgebreid tot de zelfstandigen. De hiernavolgende statistische tabellen zijn daarom zowel vormelijk als inhoudelijk identiek aan deze van de werknemers. Primaire arbeidsongeschiktheid / Invaliditeit De reglementering maakt een drievoudig onderscheid tussen de perioden van arbeidsongeschiktheid: de periode van primaire ongeschiktheid, zonder uitkeringen, die de eerste maand omvat; de periode van primaire ongeschiktheid, met uitkeringen, gedurende de volgende elf maanden; de invaliditeitsperiode die vanaf het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid aanvangt. De gerechtigde bekomt in de periode van primaire ongeschiktheid met uitkeringen en tijdens de invaliditeitsperiode een forfaitair bedrag waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar het al dan niet hebben van personen ten laste. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap De moederschapsuitkering wordt uitbetaald voor een periode van zes weken (sinds 2003) onmiddellijk na de bevalling. Deze uitkering bestaat uit een forfaitair bedrag.

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

281

Page 290: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.1

Led

enta

l / v

erze

kerd

e b

evo

lkin

g n

aar

stat

uu

t, le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Zel

fsta

nd

igen

-

en

ige

acti

vite

itM

anne

n41

38.

587

26.1

0840

.549

55.6

6963

.752

60.8

6850

.825

42.9

1724

.966

4.59

137

9.24

5V

rouw

en14

74.

728

14.5

2018

.836

23.6

9024

.689

21.7

5516

.488

11.9

626.

160

1.80

514

4.78

0

Mee

hel

pen

de

ech

tgen

ote

nM

anne

n0

1589

217

446

537

487

480

382

195

252.

873

Vro

uwen

421

487

32.

057

3.94

95.

633

6.15

46.

808

7.00

94.

075

1.28

938

.065

To

taal

564

13.5

4441

.590

61.6

5983

.754

94.6

1189

.264

74.6

0162

.270

35.3

967.

710

564.

963

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Zel

fsta

nd

igen

-

en

ige

acti

vite

itM

anne

n48

99.

318

26.7

8840

.841

56.4

0664

.677

63.4

8253

.684

45.0

3628

.790

4.58

539

4.09

6V

rouw

en15

74.

952

14.9

0819

.180

24.5

4725

.545

23.4

4317

.990

13.1

207.

113

1.87

515

2.83

0

Mee

hel

pen

de

ech

tgen

ote

nM

anne

n0

886

179

423

485

477

380

268

136

142.

456

Vro

uwen

415

569

51.

688

3.36

95.

074

5.62

55.

063

4.38

42.

798

754

29.6

09

To

taal

650

14.4

3342

.477

61.8

8884

.745

95.7

8193

.027

77.1

1762

.808

38.8

377.

228

578.

991

Toe

stan

d op

30

juni

200

7

Toe

stan

d op

30

juni

200

8

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

282

Page 291: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.2

Aan

tal i

nva

liden

naa

r le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Man

nen

011

4011

829

261

21.

027

1.75

63.

261

5.03

394

12.2

44V

rouw

en0

527

114

212

421

689

1.02

91.

609

1.79

20

5.89

8

To

taal

016

6723

250

41.

033

1.71

62.

785

4.87

06.

825

9418

.142

Bro

n: R

IZIV

Min

der

d

an 2

0 ja

ar20

-24

jaar

25-2

9 ja

ar30

-34

jaar

35-3

9 ja

ar40

-44

jaar

45-4

9 ja

ar50

-54

jaar

55-5

9 ja

ar60

-64

jaar

65 ja

ar e

n

mee

rT

ota

al

Man

nen

011

4611

628

759

71.

100

1.73

23.

201

5.07

277

12.2

39V

rouw

en0

928

112

234

448

727

1.01

81.

687

1.84

10

6.10

4

To

taal

020

7422

852

11.

045

1.82

72.

750

4.88

86.

913

7718

.343

Toe

stan

d op

30

juni

200

7

Toe

stan

d op

30

juni

200

8

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

283

Page 292: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.3 Evolutie van het ledental

Bron: RIZIV

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Zelfstandigen 488.064 495.640 509.004 506.723 529.516Mannen 356.134 359.470 366.842 367.077 381.937Vrouwen 131.930 136.170 142.162 139.646 147.579

Meehelpende echtgenoten 51.131 44.661 39.596 40.098 31.132

Totaal 539.195 540.301 548.600 546.821 560.648

2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer (1)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 3,07 2,54 3,09 3,13 3,11Mannen 3,14 3,11 3,07 3,06 3,07Vrouwen 2,88 2,95 3,12 3,32 3,19

Meehelpende echtgenoten 3,19 3,28 3,32 3,24 3,94

Totaal 3,08 3,09 3,10 3,14 3,15

(1) Aantal vergoede dagen / ledental.

2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 1.496.420 1.520.656 1.571.126 1.587.435 1.644.862Mannen 1.116.645 1.119.018 1.127.925 1.123.774 1.174.228Vrouwen 379.775 401.638 443.201 463.661 470.634

Meehelpende echtgenoten 163.192 146.620 131.396 130.050 122.580

Totaal 1.659.612 1.667.276 1.702.522 1.717.485 1.767.442

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

284

Page 293: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 25,01 25,56 25,82 29,81 32,66Mannen 25,81 26,34 26,66 30,62 33,51Vrouwen 24,09 24,59 24,88 27,86 30,51

Meehelpende echtgenoten 23,44 24,04 24,54 27,41 29,88

2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven(duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 37.424 38.862 40.569 46.829 52.929Mannen 28.825 29.474 30.068 34.406 39.352Vrouwen 9.148 9.876 11.025 12.920 14.361Regularisaties -549 -488 -524 -497 -784

Meehelpende echtgenoten 3.826 3.525 3.224 3.565 3.644

Hulp van derden 56 64 60 101 143

Totaal 41.306 42.451 43.853 50.495 56.716

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

285

Page 294: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.8 Invaliditeit / aantal gevallen

Bron: RIZIV

12.2004 12.2005 12.2006 12.2007 12.2008

Zelfstandigen 16.582 16.686 17.087 17.447 17.479Mannen 12.228 12.123 12.090 12.279 12.249Vrouwen 4.354 4.563 4.997 5.168 5.230

< 60 jaar 3.340 3.469 3.488 3.618 3.661>= 60 jaar 1.014 1.094 1.509 1.550 1.569

Meehelpende echtgenoten 438 670 846 955 1.073Mannen 24 64 78 79 93Vrouwen 414 606 768 876 980

< 60 jaar 318 479 569 612 683>= 60 jaar 96 127 199 264 297

Totaal 17.020 17.356 17.933 18.402 18.552

2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 5.084.727 5.095.632 5.206.946 5.308.197 5.365.888Mannen 3.771.953 3.714.990 3.702.282 3.728.876 3.751.589

Vrouwen 1.312.774 1.380.642 1.504.664 1.579.321 1.614.299

Meehelpende echtgenoten 109.813 168.738 216.363 253.535 307.159

Totaal 5.194.540 5.264.370 5.423.309 5.561.732 5.673.047

2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 27,84 28,41 30,85 33,35 35,84Mannen 28,50 29,13 31,83 34,72 37,06Vrouwen 25,94 26,50 28,44 30,83 33,00

Meehelpende echtgenoten 24,46 24,88 25,62 28,95 31,40

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

286

Page 295: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 141.533 144.789 160.643 178.163 192.314Mannen 107.484 108.201 117.852 129.467 139.037Vrouwen 34.049 36.588 42.791 48.696 53.277

Meehelpende echtgenoten 2.686 4.198 5.544 7.340 9.644

Regularisaties -221 -122 -253 -160 -124

Hulp van derden 721 771 733 4.247 4.674

Totaal 144.719 149.636 166.667 189.590 206.508

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

287

Page 296: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.12 Moederschap / verzekerde bevolking (1)

Bron: RIZIV

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Zelfstandigen 83.114 84.998 88.120 85.911 88.536

Meehelpende echtgenotes 17.318 13.394 10.659 12.650 10.907

Totaal 100.432 98.392 98.779 98.561 99.443

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.

2.13 Moederschap en adoptie / aantal gevallen

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 4.594 4.725 5.056 5.050 5.172

Meehelpende echtgenotes 446 403 320 240 250

Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) 25 47

Totaal 5.040 5.128 5.376 5.315 5.469

2.14 Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval (euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 1.955,27 2.012,32 2.046,77 2.215,82 2.747,49

Meehelpende echtgenotes 1.965,98 1.998,70 2.007,10 2.241,95 2.705,44

Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) 1.981,42 1.915,98

2.15 Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven(duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Zelfstandigen 8.983 9.508 10.355 11.190 14.210

Meehelpende echtgenotes 877 806 644 538 676

Adoptie ( zelfst. + meeh. echtg.) 48 90

Interne audit 3

Invaliden 23 17 24 16 41

Totaal 9.883 10.331 11.023 11.792 15.020

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

288

Page 297: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Primaire arbeidsongeschiktheid 41.305 42.451 43.852 50.495 56.716Invaliditeit 144.719 149.636 166.667 189.590 206.508Moederschapsuitkering 9.883 10.331 11.023 11.792 15.020

Totaal 195.907 202.419 221.542 251.877 278.244

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

289

Page 298: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 299: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota Voorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen In de ontwikkeling van de pensioenregeling voor zelfstandigen zijn drie fasen te onderscheiden. Tot voor de wet van 30.06.1956 ging het om een vrijwillig stelsel. De wet van 30.06.1956 introduceerde het stelsel van individuele kapitalisatie. Door de wet van 06.02.1976 werd de kapitalisatie als wijze van beheer afgeschaft. De wet van 15.05.1984 betreffende de harmonisatie van de verschillende pensioenregelingen is de meest belangrijke wet van de jongste jaren. Deze wet berust op vier grote basisbeginselen, met name: het behoud van rechten uit loopbaanjaren in de verschillende regelingen, gelijkheid van man en vrouw, uniformisering van termijnen voor indiening van aanvragen en vooral, de instelling van een pensioen in verhouding tot de door de zelfstandigen voor de loopbaanjaren na 1983 gestorte bijdragen. De rustpensioenen worden vanaf 1984 toegekend in functie van de beroepsinkomsten die als basis voor de berekening van de bijdragen gediend hebben. Op grond van de door de overleden echtgenoot uitgeoefende activiteit als zelfstandige kan de langstlevende echtgenoot, man of vrouw, een overlevingspensioen genieten. De statistische tabellen met betrekking tot de zogenaamde voorwaardelijke pensioenen (aantal begunstigden op 1 januari, indeling naar pensioensoort, geslacht en leeftijdsklasse, evenals het gemiddeld maandbedrag van het pensioenvoordeel) zijn op gelijkaardige wijze samengesteld als bij de werknemers. Specifiek voor het pensioenstelsel der zelfstandigen zijn de onvoorwaardelijke pensioenen, waarover hieronder meer. Onvoorwaardelijke pensioenen Het onvoorwaardelijk pensioen wordt toegekend aan de volgende categorieën van personen: degenen die geen aanvraag hebben ingediend voor een voorwaardelijk pensioen als

zelfstandige; degenen die geen aanspraak kunnen maken op de toekenning of de uitbetaling van een

voorwaardelijk rust- of overlevingspensioen als zelfstandige; zij voor wie het globaal bedrag van de rust- of overlevingsuitkeringen als zelfstandige lager ligt

dan het bedrag van het onvoorwaardelijk pensioen. De statistische gegevens i.v.m. de onvoorwaardelijke pensioenen werden beperkt tot de uitgaven op jaarbasis (cf. tabel 3.3). Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Voor informatie over de aantallen cumulaties van pensioenvoordelen voor zelfstandigen met voordelen uit andere pensioenstelsels, inzonderheid dat der werknemers of dat van de overheid verwijzen we naar het jaarverslag van de RVP. (website : http://www.rvponp.fgov.be/onprvp2004/).

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

291

Page 300: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008

Mannen 225.848 226.117 226.231 226.216 226.323

Rustpensioenen 225.481 225.750 225.847 225.841 225.935Gehuwden, gezin 115.495 114.617 113.421 112.396 110.552Gehuwden, alleenstaand 53.596 54.429 55.338 55.999 57.360Niet-gehuwden 50.419 50.967 51.979 52.545 53.281Rust & overleving, gedeelte rust 5.971 5.737 5.109 4.901 4.742

Overlevingspensioenen 1.075 1.071 1.011 995 977Rust & overleving, gedeelte overleving 840 834 771 756 725Overleving 235 237 240 239 252

Dubbeltellingen -708 -704 -627 -620 -589

Vrouwen 266.151 265.398 264.747 260.171 260.466

Rustpensioenen 162.290 163.307 164.572 161.033 163.376Gehuwden, gezin 364 330 323 290 307Gehuwden, alleenstaand 56.751 57.080 57.910 55.888 57.259Niet-gehuwden 37.219 37.968 38.785 38.191 39.447Rust & overleving, gedeelte rust 67.956 67.929 67.554 66.664 66.363

Overlevingspensioenen 130.638 129.141 127.306 126.119 124.279Rust & overleving, gedeelte overleving 58.425 58.473 58.399 57.855 58.049Overleving 72.213 70.668 68.907 68.264 66.230

Dubbeltellingen -26.777 -27.050 -27.131 -26.981 -27.189

Totaal rust 387.771 389.057 390.419 386.874 389.311

Totaal overleving 131.713 130.212 128.317 127.114 125.256

Totaal pensioenen 519.484 519.269 518.736 513.988 514.567

Totaal dubbeltellingen -27.485 -27.754 -27.758 -27.601 -27.778

Totaal rechthebbenden 491.999 491.515 490.978 486.387 486.789

3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

292

Page 301: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008

Mannen 378,36 398,34 419,32 441,06 466,14

Rustpensioenen 378,45 398,42 419,44 441,19 466,29Gehuwden, gezin 472,98 500,31 529,39 558,87 597,13Gehuwden, alleenstaand 244,33 257,22 271,17 285,90 301,62Niet-gehuwden 308,85 325,25 344,10 361,86 379,79Rust & overleving, gedeelte rust 341,51 352,66 350,80 367,09 379,61

Overlevingspensioenen 109,96 119,79 133,51 137,95 150,46

Rust & overleving, gedeelte overleving 92,39 102,83 118,10 120,55 131,84Overleving 172,76 179,47 183,03 192,96 204,02

Vrouwen 284,92 298,09 311,71 329,10 343,02

Rustpensioenen 175,95 180,89 186,40 193,79 199,02Gehuwden, gezin 214,77 240,35 253,07 284,37 305,86Gehuwden, alleenstaand 180,81 186,50 193,21 202,91 208,79Niet-gehuwden 207,79 212,18 218,72 226,21 231,46Rust & overleving, gedeelte rust 154,24 158,39 161,69 167,18 170,82

Overlevingspensioenen 361,91 383,86 407,27 431,46 457,28

Rust & overleving, gedeelte overleving 326,43 349,49 373,39 398,12 423,90Overleving 390,61 412,31 435,98 479,71 486,54

Totaal / rustpensioen 293,70 307,11 321,21 338,21 354,13

Totaal / overlevingspensioen 359,85 381,69 405,11 429,16 454,89

Totaal / pensioen 310,47 325,81 341,96 360,70 378,66

Totaal / rechthebbende 327,81 344,21 361,29 381,17 400,26

3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

293

Page 302: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

2004 2005 2006 2007 2008

Voorwaardelijke pensioenen

Rustpensioenen

Gemiddeld aantal gerechtigden 388.355 389.738 388.559 388.152 391.889Gemiddeld jaarbedrag (euro) 3.598,90 3.742,90 3.910,85 4.112,79 4.488,03Uitgaven (duizend euro) 1.397.652 1.458.749 1.519.596 1.596.390 1.758.809

Overlevingspensioenen

Gemiddeld aantal gerechtigden 130.924 129.265 127.804 126.499 124.930Gemiddeld jaarbedrag (euro) 4.424,28 4.662,50 4.927,16 5.225,56 5.788,03Uitgaven (duizend euro) 579.244 602.696 629.709 661.029 723.098

Totale uitgaven (duizend euro) 1.976.896 2.061.445 2.149.306 2.257.418 2.481.906

Onvoorwaardelijke pensioenen (duizend euro)

Uitbetaald door de sociale verzekeringsfondsen

6.945 6.030 5.139 4.666 4.761

Uitbetaald door RVP 31.431 33.400 34.231 34.706 36.277

Totaal 38.376 39.430 39.370 39.372 41.038

3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen)

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

294

Page 303: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3.4

Rec

hth

ebb

end

en n

aar

pen

sio

enso

ort

, lee

ftijd

skla

sse

en g

esla

cht

Bro

n: R

VP

Min

der

dan

60

jaar

60-6

4 ja

ar

65-6

9 ja

ar70

-74

jaar

75-7

9 ja

ar80

-84

jaar

85 ja

ar e

n

ou

der

To

taal

Man

nen

161

15.3

1452

.186

53.8

1850

.952

33.9

9919

.893

226.

323

Geh

uwde

n, g

ezin

17.

088

25.3

1128

.242

26.3

0016

.405

7.20

511

0.55

2G

ehuw

den,

alle

enst

aand

85.

453

15.6

3514

.045

12.0

806.

946

3.19

357

.360

Nie

t geh

uwd

32.

566

10.6

4710

.654

11.3

719.

643

8.39

753

.281

Rus

t & o

verle

ving

013

359

187

01.

190

998

1.09

64.

878

Ove

rlevi

ngsp

ensi

oene

n14

974

27

117

225

2

Vro

uw

en8.

648

17.2

4339

.234

45.9

6052

.630

48.6

1948

.132

260.

466

Geh

uwde

n, g

ezin

097

118

5329

73

307

Geh

uwde

n, a

lleen

staa

nd86

6.64

417

.089

15.0

9010

.972

5.37

42.

004

57.2

59N

iet g

ehuw

d5

2.91

39.

118

8.35

77.

832

6.10

75.

115

39.4

47R

ust &

ove

rlevi

ng0

1.98

19.

624

16.1

0722

.400

22.8

3124

.280

97.2

23O

verle

ving

spen

sioe

nen

8.55

75.

608

3.28

56.

353

11.3

9714

.300

16.7

3066

.230

To

taal

rec

hth

ebb

end

en8.

809

32.5

5791

.420

99.7

7810

3.58

282

.618

68.0

2548

6.78

9

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 200

8

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

295

Page 304: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)

Bron: RVP

2004 2005 2006 2007 2008

Pensioenen RVP 2.016.348 2.103.244 2.192.286 2.306.056 2.532.423

Rustpensioenen 1.397.652 1.458.749 1.519.480 1.596.410 1.758.828Overlevingspensioenen 579.244 602.696 629.711 661.004 723.081Speciale bijslag 1.126 1.162 1.176 1.198 1.300Onvoorwaardelijke pensioenen RVP 31.431 33.400 34.231 34.706 36.277Toeslag brugrustpensioen landbouw 3.687 3.533 3.490 3.385 3.225Toeslag pensioen (art. 5, KB 25.4.1997) 3.205 3.699 4.199 4.658 5.206Welvaartsaanpassing - - - 4.695 4.508Herwaarderingspremie 2 4 - - -

Onvoorwaardelijke pensioenen SVF 6.945 6.030 5.139 4.666 4.761

Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten

34 -19 26 0 5

Indexeringen 34 -19 26 0 5

Totaal 2.023.327 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)

296

Page 305: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De RSVZ verzekert de betaling van de gezinsbijslag voor de rechtgevende kinderen, waarvan de gerechtigden vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen. Voor de samenstelling van de tabellen verwijzen we naar de methodologische nota gezinsbijslag bij de werknemers. Qua structuur zijn de tabellen voor de gezinsbijslag in de regeling van de zelfstandigen identiek aan die voor de werknemers. In de tabel 4.8 (synthesetabel) werd door middel van een raming een uitsplitsing gemaakt naar schaal. Deze raming is gebaseerd op aantallen. We hebben een rubriek statistische correctie toegevoegd, die zorgt voor de overeenstemming met het totaal van de prestaties gezinsbijslag in de geconsolideerde tabellen. Aanvullende informatie over de gezinsbijslag voor zelfstandigen kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ of op de website van de RSVZ: www.rsvz.be .

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

297

Page 306: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal (1)

Bron: RSVZ

2004 2005 2006 2007 2008

Kinderbijslag 215.033 211.667 208.236 205.900 204.024Gewone schaal 202.172 199.155 196.241 194.169 192.662Invalidenschaal 2.225 2.167 1.971 1.926 1.922Wezenschaal 10.636 10.345 10.024 9.805 9.440

Kraamgeld 5.640 5.731 5.765 5.680 5.782

Adoptiepremie 50 50 51 31 28

(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.

4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)

Bron: RSVZ

2004 2005 2006 2007 2008

Kinderbijslag (1)1.533,13 1.546,87 1.624,60 1.733,25 1.802,14

Gewone schaal 1.437,66 1.451,23 1.525,71 1.636,39 1.711,89Invalidenschaal 3.044,38 3.092,51 3.377,28 3.549,59 3.457,46Wezenschaal 3.042,68 3.105,78 3.213,10 3.326,05 3.381,28

Kraamgeld (2) 807,58 841,26 876,15 915,15 963,97

(1) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(2) De adoptiepremies zijn inbegrepen bij het kraamgeld.

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

298

Page 307: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RSVZ

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

0 - 6 jaar 37.683 37.044 36.668 36.879 37.841

6 - 12 jaar 57.136 55.455 53.584 52.708 51.932

12 - 16 jaar 44.735 44.372 43.488 42.049 41.010

16 - 18 jaar 22.449 22.479 22.343 22.722 22.751

18 - 21 jaar 29.598 29.431 29.841 29.701 29.338

Studenten 28.990 28.821 29.280 29.193 28.897Leerlingen (1) 370 366 300 284 253Gehandicapten 238 244 261 224 188

21 - 25 jaar 18.440 18.065 17.741 17.471 17.073

Studenten 18.379 18.027 17.682 17.404 17.025Leerlingen (1) 61 38 59 67 48

25 jaar en ouder 4.991 4.821 4.571 4.370 4.079

Totaal 215.032 211.667 208.236 205.900 204.024

Kinderen met een handicap 6.764 6.710 6.448 6.286 6.054

Jonger dan 21 jaar 1.772 1.889 1.877 1.916 1.97525 jaar en ouder 4.992 4.821 4.571 4.370 4.079

(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.

4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

299

Page 308: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang

Bron: RSVZ

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Eerste kind 113.041 111.601 110.257 109.098 108.098Tweede kind 68.301 67.164 66.127 65.591 64.998Derde kind en volgende 33.691 32.902 31.852 31.211 30.928

Totaal 215.033 211.667 208.236 205.900 204.024

4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (1)

(aantal uitkeringen)

Bron: RSVZ

2004 2005 2006 2007 2008

Kraamgeld 5.640 5.731 5.765 5.680 5.782Eerste geboorte 2.534 2.641 2.556 2.586 2.566Tweede geboorte en volgende 3.106 3.090 3.209 3.094 3.216

Adoptiepremie 50 50 51 31 28

(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

300

Page 309: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse

Bron: RSVZ

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 37.235 55.761 63.884 44.512 780 202.172Invalidenschaal 180 385 797 761 102 2.225Wezenschaal 268 990 2.503 2.765 4.110 10.636

Totaal 37.683 57.136 67.184 48.038 4.992 215.033

Bron: RSVZ

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 36.608 54.091 63.613 44.100 743 199.155Invalidenschaal 196 393 765 716 97 2.167Wezenschaal 240 971 2.473 2.680 3.981 10.345

Totaal 37.044 55.455 66.851 47.496 4.821 211.667

Bron: RSVZ

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 36.294 52.300 62.701 44.276 670 196.241Invalidenschaal 162 352 721 658 78 1.971Wezenschaal 212 932 2.409 2.648 3.823 10.024

Totaal 36.668 53.584 65.831 47.582 4.571 208.236

Bron: RSVZ

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 36.503 51.421 61.744 43.907 594 194.169Invalidenschaal 185 356 674 644 67 1.926Wezenschaal 191 931 2.353 2.621 3.709 9.805

Totaal 36.879 52.708 64.771 47.172 4.370 205.900

Bron: RSVZ

0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal

Gewone schaal 37.446 50.678 60.864 43.096 578 192.662Invalidenschaal 182 359 675 640 66 1.922Wezenschaal 213 895 2.222 2.675 3.435 9.440

Totaal 37.841 51.932 63.761 46.411 4.079 204.024

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2006

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2005

Toestand op 30 juni 2004

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

301

Page 310: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind

en volgende

Totaal

Gewone schaal 103.530 65.894 23.844 6.299 2.605 202.172Invalidenschaal (1) 1.425 521 172 60 47 2.225

Wezenschaal (1) 8.086 1.886 504 131 29 10.636

Totaal 113.041 68.301 24.520 6.490 2.681 215.033

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind

en volgende

Totaal

Gewone schaal 102.347 64.831 23.423 6.090 2.464 199.155Invalidenschaal (1) 1.377 499 170 68 53 2.167

Wezenschaal (1) 7.877 1.834 481 120 33 10.345

Totaal 111.601 67.164 24.074 6.278 2.550 211.667

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind

en volgende

Totaal

Gewone schaal 101.356 63.906 22.702 5.842 2.435 196.241Invalidenschaal (1) 1.262 446 159 61 43 1.971

Wezenschaal (1) 7.639 1.775 466 111 33 10.024

Totaal 110.257 66.127 23.327 6.014 2.511 208.236

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind

en volgende

Totaal

Gewone schaal 100.406 63.410 22.335 5.650 2.368 194.169Invalidenschaal (1) 1.237 441 151 60 37 1.926

Wezenschaal (1) 7.455 1.740 464 113 33 9.805

Totaal 109.098 65.591 22.950 5.823 2.438 205.900

Bron: RSVZ

1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind

en volgende

Totaal

Gewone schaal 99.696 62.823 22.251 5.542 2.350 192.662Invalidenschaal (1) 1.237 458 146 51 30 1.922

Wezenschaal (1) 7.165 1.717 426 102 30 9.440

Totaal 108.098 64.998 22.823 5.695 2.410 204.024

Toestand op 30 juni 2005

Toestand op 30 juni 2006

(1) Inbegrepen de gehandicapten die geen aanspraak kunnen maken op de bijkomende bijslag voor gehandicapten.

Toestand op 30 juni 2007

Toestand op 30 juni 2008

Toestand op 30 juni 2004

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

302

Page 311: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.8 Synthesetabel: uitgaven voor gezinsbijslagen (duizend euro)

Bron: RSVZ

2004 2005 2006 2007 2008

Gewone schaal 286.200 288.100 298.200 315.200 348.300Invalidenschaal 6.800 6.600 6.500 6.400 6.600Wezenschaal 31.900 31.500 31.400 31.100 31.900Andere Prestaties 13.600 14.100 14.700 16.100 18.200

Statistische correctie -11.176 -11.934 -13.427 -13.769 -18.060

Totaal 327.324 328.366 337.373 355.031 386.940

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)

303

Page 312: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 313: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. Faillissementsverzekering 5.0 Methodologische nota De opgenomen tabel over de faillissementsverzekering omvat het aantal rechthebbenden ( aantal toekenningen), het aantal vergoede maanden, de gemiddelde maanduitkering en de uitgaven aan sociale prestaties voor de faillissementsverzekering op jaarbasis. De gemiddelde maanduitkering wordt berekend, rekening houdend met het feit dat een toekenning op meerdere maanden betrekking kan hebben. Krachtens het K.B. van 26.04.2007 werd de periode gedurende dewelke men een uitkering van de faillissementsverzekering kan genieten verlengd tot ten hoogste 12 maanden. Aanvullende informatie over de faillissementsverzekering vindt u op de website van de RSVZ: www.rsvz.be. Algemene informatie over de evolutie van het aantal faillissementen en hun omvang vindt u op de website van het Nationaal Instituut voor de Statistiek: www.statbel.fgov.be bij de “indicatoren” (faillissementsstatistieken).

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)

305

Page 314: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven

Bron: RSVZ

2004 2005 2006 2007 2008

Aantal gevallen (toekenningen) 504 492 428 443 474Aantal vergoede maanden 2.515 2.487 2.105 2.598 4.197Gemiddelde maanduitkering (euro) 568,47 567,68 592,25 676,84 676,84

Totale uitgaven (euro) 1.429.710 1.411.825 1.246.681 1.758.417 3.790.950

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)

306

Page 315: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

IV

RIZIV-Geneeskundige verzorging

2004-2008

Page 316: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 317: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

A.

Economische rekeningen

Page 318: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

A. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

004-

2008

(m

iljo

en e

uro

)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

To

egek

end

e so

cial

e p

rest

atie

s 17

.382

,51.

181,

818

.564

,318

.134

,51.

192,

819

.327

,318

.297

,11.

219,

519

.516

,619

.510

,21.

317,

620

.827

,822

.816

,9V

erst

rekk

inge

n of

uitk

erin

gen

17.3

82,5

1.18

1,8

18.5

64,3

18.1

34,5

1.19

2,8

19.3

27,3

18.2

97,1

1.21

9,5

19.5

16,6

19.5

10,2

1.31

7,6

20.8

27,8

22.8

16,9

Bet

alin

gson

kost

en

- -

- -

- -

- -

- -

- -

-

On

invo

rder

bar

e so

cial

e p

rest

atie

s -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

Lo

pen

de

wer

kin

gsk

ost

en

725,

748

,677

4,3

748,

850

,279

9,0

784,

653

,383

7,9

813,

056

,786

9,7

921,

7C

entr

ale

inst

ellin

gen

78,0

5,7

83,7

79,6

5,8

85,4

80,5

6,4

86,9

83,1

6,6

89,7

101,

3P

rimai

re in

stel

linge

n 64

7,7

42,9

690,

666

9,2

44,4

713,

670

4,1

46,9

751,

072

9,9

50,1

780,

082

0,4

Div

erse

fin

anci

ële

last

en

- -

- -

- -

- -

- -

- -

-

Las

ten

die

een

ver

min

der

ing

zijn

van

op

bre

ng

sten

an

der

e d

an f

inan

ciël

e -

- -

- -

- -

- -

- -

- -

Div

erse

ove

rdra

chte

n n

aar

der

den

21

6,6

14,7

231,

319

2,9

12,0

204,

931

1,7

20,1

331,

833

6,2

18,9

355,

174

5,6

Bes

par

ing

-

171,

0-

40,0

- 21

1,0

176,

918

,019

4,9

- 82

,365

,4-

16,9

170,

517

,618

8,1

- 22

6,6

Su

bto

taal

18

.153

,81.

205,

119

.358

,919

.253

,11.

273,

020

.526

,119

.311

,11.

358,

320

.669

,420

.829

,91.

410,

822

.240

,724

.257

,6

Ove

rdra

chte

n b

inn

en d

e ta

k -

-

-

- -

-

-

-

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

-

-

-

- 17

,81,

219

,06,

7

6,7

615,

3N

aar

de w

erkn

emer

s (t

ak p

ensi

oene

n)

-

- -

-

17,8

17

,86,

7

6,7

N

aar

het R

SZ

-Glo

baal

beh

eer

553,

8N

aar

het R

SV

Z-G

loba

al b

ehee

r -

-

-

- -

1,2

1,2

-

- 61

,5

To

taal

18

.153

,81.

205,

119

.358

,919

.253

,11.

273,

020

.526

,119

.328

,91.

359,

520

.688

,420

.836

,61.

410,

822

.247

,424

.872

,9

200

8 L

aste

n

200

4 2

005

200

6 2

007

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen

310

Page 319: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

A. E

con

om

isch

e re

ken

ing

en 2

004-

2008

(m

iljo

en e

uro

) (v

ervo

lg)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Ver

sch

uld

igd

e so

cial

e b

ijdra

gen

1.

560,

710

7,7

1.66

8,4

1.60

2,6

108,

91.

711,

51.

676,

410

9,2

1.78

5,6

1.62

9,5

105,

41.

734,

91.

758,

0

Tak

sen

en

bel

asti

ng

en a

ang

ewen

d v

oo

r d

e so

cial

e ze

kerh

eid

2,

80,

33,

11.

880,

20,

31.

880,

51.

871,

716

5,3

2.03

7,0

2.01

2,9

180,

42.

193,

32.

325,

7

Nie

t-te

rug

vord

erb

are

teg

emo

etko

- m

ing

en v

an d

e o

pen

bar

e m

ach

ten

1.

336,

210

2,2

1.43

8,4

- 13

4,0

134,

0-

- -

- -

- -

Op

bre

ng

sten

van

eig

end

om

men

e

n b

edri

jven

2,

50,

22,

72,

50,

32,

82,

50,

22,

72,

90,

33,

24,

9

Div

erse

op

bre

ng

sten

vo

ort

kom

end

v

an d

erd

en

264,

43,

226

7,6

225,

73,

922

9,6

252,

04,

225

6,2

278,

63,

628

2,2

304,

7

Ter

ug

te

vord

eren

, ten

on

rech

te

uit

bet

aald

e so

cial

e p

rest

atie

s -

5,9

5,9

-

- -

-

- -

- -

Su

bto

taal

3.

166,

621

9,5

3.38

6,1

3.71

1,0

247,

43.

958,

43.

802,

627

8,9

4.08

1,5

3.92

3,9

289,

74.

213,

64.

393,

3

Ove

rdra

chte

n b

inn

en d

e ta

k -

-

-

- -

-

-

-

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

14

.987

,298

5,6

15.9

72,8

15.5

42,1

1.02

5,6

16.5

67,7

15.5

26,3

1.08

0,6

16.6

06,9

16.9

12,7

1.12

1,1

18.0

33,8

20.4

79,6

Van

het

RS

Z-G

loba

al b

ehee

r

14.8

87,6

14

.887

,615

.441

,0

15.4

41,0

15.4

23,0

15

.423

,016

.806

,0

16.8

06,0

18.5

74,8

Van

het

RS

VZ

-Glo

baal

beh

eer

98

5,6

985,

6

1.02

5,6

1.02

5,6

1.

080,

61.

080,

6

1.12

1,1

1.12

1,1

1.79

3,5

Van

het

RS

VZ

-Gem

engd

e lo

opba

nen

99,6

99

,610

1,1

10

1,1

103,

3

103,

310

6,7

10

6,7

111,

3

To

taal

18

.153

,81.

205,

119

.358

,919

.253

,11.

273,

020

.526

,119

.328

,91.

359,

520

.688

,420

.836

,61.

410,

822

.247

,424

.872

,9

200

5 2

006

200

7 2

008

Op

bre

ng

sten

2

004

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen

311

Page 320: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 321: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008

B.

Begrotingstabel

Page 322: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 323: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat

2004 2005 2006 2007 2008

3.257.556 3.958.361 4.081.495 4.216.902 4.393.303Kapitaalontvangsten 0 0 0 0 418.310

Sociale prestaties 16.773.628 17.250.196 17.735.288 18.873.406 20.704.056Andere lopende uitgaven 2.664.089 3.081.158 2.970.736 3.185.809 3.780.417

Kapitaaluitgaven 0 0 79.000 337.716 4.317

Begrotingsresultaat -207.361 201.928 -88.977 -146.246 187.140

Lopende ontvangsten

(duizend euro)

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal werknemers, het aantal zelfstandigen en de aan beide groepen gerelateerde inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal rechthebbenden, aantal intra-murale dagen, aantal verstrekkingen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten

2004 2005 2006 2007 2008

97,96% 21,51% 3,11% 3,32% 4,18%Lopende ontvangsten

In 2004 verdubbelde binnen de eigen ontvangsten de bijdrage op de omzet van de farmaceutische producten ten gevolge van de aanzienlijke overschrijding van de begroting van 2003. In 2005 stegen de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven met 25 % ten opzichte van 2004. In 2006 daalden de inkomsten uit deze bijdragen ten opzichte van 2005, deels door een onderschrijding van de begroting in 2005 en deels door een vereenvoudiging in de veelheid aan heffingen die werden ingevoerd. Anderzijds diende de farmaceutische industrie, ter vervanging van het zogenaamde ‘claw back’-systeem, wel het provisiefonds geneesmiddelen te financieren. Dit fonds bevatte in 2006 79.000 duizend euro, waarvan 75.768 duizend euro voor de werknemersregeling en 3.232 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In 2007 zette de dalende trend van de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven zich verder. Dit was voornamelijk het gevolg van een sterke onderschijding van de begroting in 2006. Aan het provisiefonds geneesmiddelen werd in 2007 een bedrag van 28.716 duizend euro toegevoegd, waarvan 27.674 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.042 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

315

Page 324: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Vanaf 01.01.2004 wordt een alternatieve financiering, die wordt afgehouden op de BTW-opbrengst, toegekend aan het RIZIV-geneeskundige verzorging voor de financiering van de ligdagprijzen van de ziekenhuizen. Voorheen betrof het een toelage ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting die rechtstreeks overgedragen werd aan de ziekenhuizen via de verzekeringsinstellingen. Een bedrag van 1.199.972 duizend euro werd toegekend aan de werknemersregeling, aan het stelsel van de zelfstandigen werd 93.135 duizend euro toegekend. Dit verklaart de uitzonderlijke groeivoet van de ontvangsten van de betalingsinstellingen waargenomen in 2004. In 2005 werd het bedrag van de BTW-ontvangsten toegewezen aan de financiering van de geneeskundige verzorging verhoogd met 41.659 duizend euro (waarvan 28.218 duizend euro voor de werknemersregeling en 13.441 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen) teneinde de Staatstussenkomst via de alternatieve financiering aan te wenden voor de verblijfskost in de psychiatrische verzorgingstehuizen. In 2006 werd dit bedrag opnieuw verhoogd met circa 13.000 duizend euro omdat voortaan ook de betaling van de tegemoetkoming van de Staat in de opnemingsprijs van het beschut wonen, betaald wordt. De inhaalbedragen (dit wil zeggen het gebrek aan inkomsten ten opzichte van een begroting vastgesteld voor één of meerdere voorgaande begrotingsjaren) verschuldigd aan de ziekenhuizen werden ten belope van 247.000 duizend euro gefinancierd uit BTW-inkomsten. In 2007 had het RIZIV-geneeskundige verzorging 1.386.841 duizend euro aan btw-inkomsten ontvangen (waarvan 1.272.434 voor de werknemersregeling en 114.407 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel). Met deze ontvangst stond het RIZIV in voor: De betaling van de schadeloosstelling voor de kosten die gepaard gaan met de sluiting of het

niet in gebruik nemen van een ziekenhuis(dienst) of het beëindigen van het gebruik van zware medische apparatuur;

De betaling van het gedeelte van de begroting voor de financiële middelen van de ziekenhuizen dat ten laste genomen wordt door de Staat;

De betaling van het gedeelte van de uitgaven “psychiatrische verzorgingstehuizen PVT” dat ten laste genomen wordt door de Staat;

De betaling van het gedeelte van de uitgaven “beschut wonen” dat ten laste genomen wordt door de Staat;

De facturen voor ziekenhuisopname van gevangenen en de kosten van geneesmiddelen in de gevangenis;

Financiële middelen voor de financiering van de geïnterneerden. Vanaf 2004 is een bijkomend bedrag vanuit fiscale ontvangsten komende van de accijnzen op tabak bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging: 135.740 duizend euro voor de werknemersregeling en 9.060 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. In 2005 verhoogde het gedeelte van de fiscale ontvangsten voortkomend van accijnzen op tabak, toegewezen aan het RIZIV-geneeskundige verzorging met 155.000 duizend euro, waarvan 144.914 duizend euro wordt toegekend aan de werknemersregeling en 10.086 duizend euro aan het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2005 wordt een bedrag van 130.000 duizend euro voorafgenomen op de ontvangsten van accijnzen en gelijkgestelde taksen en toegewezen aan de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging, hetzij 121.698 duizend euro voor de werknemersregeling en 8.302 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2006 wordt 32,5% van de opbrengst van de accijnzen op de verkoop van tabaksproducten toegewezen aan het RIZIV. Bovendien mag dit bedrag niet lager zijn dan 555.685 duizend euro en wordt het jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Een schijf van 299.300 duizend euro wordt verdeeld tussen de werknemers- en zelfstandigenregeling volgens de verdeelsleutel van de reële uitgaven van de geneeskundige

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

316

Page 325: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

verzorging. Van het saldo wordt 90% toegewezen aan de werknemersregeling en 10% aan het zelfstandigenstelsel. Tot slot, in 2004, is een bedrag, dat wordt afgehouden op de BTW-ontvangsten, bestemd voor het voeden van een fonds voor de strijd tegen tabaksgebruik: 469 duizend euro voor de werknemersregeling en 31 duizend euro voor de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 zijn er 2 belangrijke wetten in voege gegaan: de “wet van 31 januari 2007 tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering” en de “wet van 26 maart 2007 houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen”. Het doel van deze wetten is enerzijds tegemoet te komen aan de toekomstige financieringsuitdagingen van de geneeskundige verzorging en anderzijds te komen tot een gelijkgeschakeling in sociale bescherming op het vlak van de geneeskundige verzorging tussen werknemers en zelfstandigen. Tot en met 2007 was de financiering van de tak geneeskundige verzorging vanuit beide globale beheren gebaseerd op de thesauriebehoeften. Vanaf 2008 echter, bestaat de financiering uit drie delen: Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar verhoogd

met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2;

Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren;

Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een verdeelsleutel op basis van de basisbedragen gestort door de globale beheren, rekeninghoudende met de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen.

Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een loopbaan als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient met 182.060 duizend euro verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd. Na 2008 zal dit bedrag geïndexeerd worden. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend euro te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend euro ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend euro ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s. Voor 2008 kwam dit neer op: Een basisbedrag voor de RSZ van 17.791.267 duizend euro zijnde een bedrag van

17.013.574 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0564110 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen);

Een basisbedrag voor het RSVZ van 1.788.850 duizend euro zijnde een bedrag van 1.109.528 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0393227 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

317

Page 326: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

442.222 duizend euro (meerkost prestaties kleine risico’s), met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend euro (administratiekosten VI’s);

Een bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen die 621.307 duizend euro bedraagt en voor 564.545 duizend euro toegekend wordt aan de RSZ en voor 56.763 duizend euro aan het RSVZ;

Een bijkomende financiering tengevolge van de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2007. Het RIZIV moet een bedrag van 130.243 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 175.391 duizend euro terugbetalen, terwijl het RIZIV in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 45.148 duizend euro ontvangt van de verzekeringsinstellingen in 2008;

Een bijkomende financiering tengevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen 2004 en 2005. Voor 2004 moet het RIZIV een bedrag van 17.808 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2005 18.849 duizend euro. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 14.140 duizend euro terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2004 en 29.445 duizend euro in 2005. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 3.668 duizend euro te betalen aan de verzekeringsinstellingen voor 2004, terwijl het in 2005 een bedrag van 10.596 duizend euro ontvangt.

De kapitaalontvangsten Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat in 2006 gecreëerd werd bij het RIZIV, werd in 2008 een bedrag van 109.310 duizend euro opgevraagd. Dit bedrag vertegenwoordigde een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betrof deze opneming een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een aanwending als lopende uitgave. Ten slotte was er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren. Het RIZIV kreeg allereerst het geld terug dat in 2007 geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren (lopende uitgave externe overdracht bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging en lopende ontvangst externe overdracht bij de RSZ en het RSVZ). C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties

2004 2005 2006 2007 2008 Gemiddelde

jaarlijkse aangroei

Sociale prestaties 16.773.628 17.250.196 17.735.288 18.873.406 20.704.056 5,40 %

(duizend euro)

Het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties kent 3 mogelijke systemen: De indexering van de honoraria van het jaar N gebeurt op basis van de vergelijking van de

gezondheidsindex van juni van het jaar N-2 en de gezondheidsindex van juni van het jaar N-1; Voor de prestaties geleverd binnen de verblijfsectoren vindt de indexaanpassing plaats in de

eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Een grotere vertragingsfactor dan één maand is echter ook mogelijk;

Ten slotte zijn er prestaties waarvoor geen indexeringmechanisme voorzien is in de regelementering.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

318

Page 327: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bij de berekening van de globale begrotingsdoelstelling wordt er echter een theoretische indexmassa berekend die losstaat van de daadwerkelijk in de praktijk toegepaste indexeringssystemen. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (medisch verbruik, aantal begunstigden, aantal intra-murale dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Om aan nieuwe behoeften tegemoet te komen, heeft de Regering beslist om vanaf 2004 een reële groeinorm van 4,5 % toe te passen op de begrotingsdoelstelling van de geneeskundige verzorging. Dat maakt het mogelijk om rekening te houden met een aantal nieuwe initiatieven, met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging, het garanderen van een correcte financiering van de zorgverstrekkers en de indijking van het structureel tekort van de ziekenhuizen, waarbij nog andere besparingsmaatregelen nodig zijn. Dit laatste in het bijzonder in de sector van de geneesmiddelen. De rekeningen 2004 werden afgesloten op een bedrag van 15.718.336 duizend euro voor de werknemersregelingen en op een bedrag van 1.055.292 duizend euro voor de zelfstandigenregeling. De globale begrotingsdoelstelling voor 2005 werd vastgesteld op 17.398.373 duizend euro (waarvan 16.288.951 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.109.422 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen), rekening houdend met de norm van 4,5% reële groei toegepast sinds 2004 en met 188.435 duizend euro exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 7% ten opzichte van de doelstelling voor 2004. Alle besparingsmaatregelen genomen voor een bedrag van 188.088 duizend euro betreffen de responsabilisering van de geneesheren en de geneesmiddelensector (retributie van de apothekers, beter gebruik van antibiotica, uitbreiding van de referentieterugbetaling, prijsverlaging voor de actieve bestanddelen terugbetaald sinds meer dan 15 of sinds meer dan 17 jaar, strengere terugbetalingsvoorwaarden voor bepaalde geneesmiddelen). Een marge van 44.106 duizend euro werd toegewezen aan prioritaire behoeften, in het bijzonder preventie en de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging (tandverzorging voor kinderen, tabakspreventie, palliatieve verzorging, modulering van het remgeld in het kader van de zorgtrajecten, verzorging van zwaar verbranden, …), de verbetering van de kwaliteit van de verzorging en de veiligheid van de patiënten, de verbetering van de financiering van het ziekenhuisbeleid, de financiering van nieuwe betrekkingen om het hoofd te bieden aan de nieuwe behoeften en de werklast te verlichten, in het bijzonder ingevolge de vergrijzing van de bevolking. De rekeningen 2005 belopen 16.172.010 duizend euro voor de werknemersregeling, hetzij een onderbenutting van 116.941 duizend euro en 1.078.186 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen, hetzij een onderbenutting van 31.236 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2006 werd vastgelegd op 18.473.130 duizend euro, waarvan 17.262.011 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.211.119 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In deze doelstelling was een provisie van 80 miljoen euro begrepen, die enkel kon worden aangewend voor het opvangen van tijdelijke meeruitgaven voor de inwerkingtreding van de correctiemechanismen die het effect van de meeruitgaven moeten compenseren. Vanaf 2005 is de fiscale MAF afgeschaft en gebeurt de terugbetaling voor de huishoudens, net zoals voor de huishoudens met lage en bescheiden inkomens, via de mutualiteiten. Hierdoor kan de terugbetaling in principe sneller gebeuren. Bovendien verdwijnen een aantal verschillen die bestonden in de fiscale MAF tegenover de inkomens MAF voor lage en bescheiden inkomens.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

319

Page 328: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Er werd een actieprogramma huisartsengeneeskunde opgesteld, om de patiënt aan te sporen eerst via zijn huisarts langs te gaan alvorens een specialist te raadplegen en ook om de huisartsen beter te ondersteunen (impulsfonds, administratieve vereenvoudiging, …). Vanaf 01.07.2006 legt de Regering prijsdalingen op voor oudere geneesmiddelen. Bovendien werd op dezelfde datum het systeem van de forfaitaire financiering uitgebreid tot het merendeel van de geneesmiddelen verstrekt in de ziekenhuizen. Om een bepaalde groep patiënten toegang te verlenen tot een therapie met Herceptin, voor de behandeling van borstkanker, werd een terugbetaling op experimentele basis mogelijk gemaakt. Krachtens het koninklijk besluit van 10.06.2006 worden vanaf 01.07.2006 de zelfstandigen die, na 30.06.2006 maar voor 31.12.2006, een zelfstandige activiteit in hoofdberoep starten en de zelfstandigen die een inkomensgarantie voor ouderen genieten gratis verzekerd tegen de kleine risico's in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. De rekeningen 2006 voorzien 16.634.888 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 627.123 duizend euro en 1.100.400 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 110.719 duizend euro. De globale begrotingsdoelstelling voor 2007 was vastgesteld op 19.618.653 duizend euro (waarvan 18.322.646 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.296.007 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel), rekeninghoudende met de norm van 4,5 % reële groei toegepast sinds 2004 en met de exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 6,14 % ten opzichte van de doelstelling voor 2004. Volgende maatregelen werden opgenomen in 2007: De voorkeursregeling werd op 1 april 2007 uitgebreid naar alle huishoudens waarvan de

inkomens zich onder een bepaald niveau bevinden; Chronisch zieken: om de gezondheidsuitgaven ten laste van de chronisch zieken te

verminderen, werden de kosten die worden opgenomen in hun “MAF-teller” uitgebreid en/of de rechtstreekse tegemoetkoming in bepaalde kosten verbeterd;

Verbetering van de geriatrische en palliatieve zorgprogramma’s; Nieuw financieringssysteem en nieuwe prijsbepaling voor implantaten; Vervroegde structurele herfinanciering voor de ziekenhuizen die geen honorariasupplement

aanrekenen voor een tweepersoonskamer; Herinvoering van de terugbetaling van tandextracties; Terugbetaling van het jaarlijkse mondonderzoek voor de personen tussen 54 en 56 jaar oud; Vermindering van het remgeld voor de eerste 18 zittingen kinesitherapie (courante

aandoeningen); Daling van het remgeld voor de forfaits thuiszorg; Geneesmiddelen: om prijsdalingen aan te moedigen werd het remgeldplafond verminderd met

50 % voor de minst dure specialiteiten indien er een generiek bestaat. Voorts werd het beleid van herwaardering van de huisartsengeneeskunde en de gerichte herwaardering van de nomenclatuur van welbepaalde specialiteiten verdergezet. De voorlopige rekeningen 2007 voorzien 17.677.092 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 645.554 duizend euro en 1.196.315 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 99.692 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2008 werd vastgesteld op 21.433.957 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2007, die 19.618.653 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 9,25 %. Indien men geen rekening houdt met de invloed van de integratie van de kleine risico’s zelfstandigen bedraagt het groeipercentage 6,84 %.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

320

Page 329: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden: De financiering van af te sluiten tariefakkoorden met artsen en bandagisten en de financiering

van al afgesloten akkoorden voor tandartsen en kinesitherapeuten; De financiering van akkoorden met de rusthuizen voor het begeleid wonen; Een betere terugbetaling van implantaten; Een betere bescherming van chronische zieken; Een uitbreiding van de maximumfactuur. De regering besliste tevens om een bedrag van 380.000 duizend euro voorlopig onverdeeld te laten en als reserve opzij te zetten. De regering heeft echter beslist 73.721 duizend euro van dit bedrag aan te wenden om een gedeelte van de inhaalbedragen ziekenhuizen aan te zuiveren. Het ingeschreven bedrag in de prestaties bedraagt hierdoor 21.360.236 duizend euro en de externe overdrachten naar de ziekenhuizen stijgen met 73.721 duizend euro. Het gereserveerde bedrag is hierdoor beperkt tot 306.279 duizend euro en zal dienen om aan toekomstige behoeften, meer bepaald in het kader van de strijd tegen kanker, tegemoet te komen. De voorlopige rekeningen 2008 voorzien 20.704.056 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 656.180 duizend euro. De andere lopende uitgaven De uitgavenbegroting ten laste van de kosten van het RIZIV voor de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen alsook voor de sluitingspremies en de tegemoetkoming voor de psychiatrische verzorgingstehuizen werd in 2004 vastgesteld op 1.111.356 duizend euro voor de werknemersregeling en op 75.434 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. Het bedrag van de alternatieve financiering wordt, krachtens artikelen 116 § 1 en 258 van de wet van 22 december 2003, vastgesteld op 1.210.916 duizend euro voor de werknemersregeling en op 82.191 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. De uitgavenbegroting ten laste van het RIZIV voor de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen werd in 2005 vastgesteld op 1.231.010 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.952 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. Daarin zijn ook de sluitingspremies en de tegemoetkoming voor de psychiatrische verzorgingstehuizen begrepen. Het bedrag van de alternatieve financiering wordt, krachtens artikelen 116 § 1 en 258 van de wet van 22 december 2003, vastgesteld op 1.228.190 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.576 voor het zelfstandigenstelsel. Het RIZIV deed in 2006 een terugbetaling van het bedrag van de bijdrage “pre-clawback” ontvangen in 2005 vermits de begroting geneesmiddelen voorzien voor 2005 niet overschreden was. Het gaat om een bedrag van 67.272 duizend euro voor het werknemersstelsel en 7.202 duizend euro voor het zefstandigenstelsel. In 2008 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.279 duizend euro. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ, evenals het bedrag van de overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007(309.000 duizend euro). De kapitaaluitgaven Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds wordt overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet het opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer en 3.232 duizend euro voor de RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro voor het werknemersstelsel en 1.042 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

321

Page 330: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro voor het werknemersstelsel en 180 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. De regering besliste om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling en 20.400 duizend euro ten laste van het zelfstandigenstelsel). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer, vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 genereerde het provisiefonds geneesmiddelen 4.317 duizend euro aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

322

Page 331: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

D. Bijlage De financiële verantwoordelijkheid van de VI’s Van 1995 tot 1999 heeft de Algemene Raad van het RIZIV rekening moeten houden met een reële groeinorm van 1,5 % voor het bepalen van de begrotingsdoelstelling van de uitgaven voor gezondheidszorg. Door middel van een Koninklijk Besluit mogen uitzonderlijke of specifieke uitgaven de reële groeinorm evenwel overschrijden. De Regering heeft beslist de reële groeinorm vanaf 2001 te verhogen tot 2,5 %. Deze norm wordt vanaf 2004 naar 4,5 % opgetrokken. De “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid" is de doelstelling waarin de buiten-gewone en/of specifieke factoren werden opgenomen. Van deze doelstelling moeten bovendien bepaalde uitgaven worden afgetrokken die onmiddellijk door het RIZIV worden verrekend en die geen deel uitmaken van de prestaties geleverd door de verzekeringsinstellingen: het betreft de uitgaven voor accreditering (geneesheren en tandartsen), het forfait voor het globaal medisch dossier, de uitgaven voor expertise, … Indien een overschot (een tekort) wordt gerealiseerd ten opzichte van de “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid”, verwerven (dekken) de verzekeringsinstellingen een deel van dit overschot (tekort). Dit deel vertegenwoordigt2: Voor de jaren 1995, 1996, 1997: 15 %; Voor de jaren 1998, 1999, 2000: 20 %; Vanaf 2001: 25 %. In geval van overschrijding van de begrotingsdoelstelling is de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen evenwel gelijk aan het hierboven vermelde deel van het tekort, beperkt tot een maximum dat gelijk is aan 2% van hun aandeel in de begrotingsdoelstelling. Na afsluiting van de rekeningen (in t+2), wordt het aandeel van het overschot (tekort) dat niet verworven (gedekt) wordt door de verzekeringsinstellingen, gerecupereerd (gefinancierd) door het RSZ-Globaal beheer. Vanaf 2001 stort het RIZIV, indien de voorlopige uitgaven van het jaar t groter zijn dan de begrotingsdoelstelling, in de loop van het jaar t+1, aan iedere verzekeringsinstelling een voorschot op de definitieve afsluiting. Dit voorschot komt overeen met het verschil tussen het bedrag van de begrotingsdoelstelling en het bedrag van de voorlopige uitgaven, verminderd met 25 % van dit verschil beperkt tot 2 % van de begrotingsdoelstelling. Het saldo zal worden gefinancierd (of teruggevorderd) door het globaal beheer in t+2, na de definitieve afsluiting van de rekeningen. Bij het afsluiten van de rekeningen wordt een rekening-courant tussen de VI’s en het RIZIV opgesteld per stelsel en per sector: de rekening-courant vertegenwoordigt het verschil tussen de voorschotten die het RIZIV in de loop van het jaar aan de VI’s heeft gestort, en hun vastgestelde rechten overeenkomstig de wetgeving en in het bijzonder overeenkomstig de principes van de financiële verantwoordelijkheid. De onderstaande tabel toont de weerslag van de jaarlijkse aanzuivering van deze rekeningen-courant op de door het globaal beheer van de werknemers en door het globaal beheer van de zelfstandigen te financieren behoeften van het RIZIV, dit wil zeggen op de overdracht van het RSZ-Globaal beheer aan het RIZIV en de overdracht van de RSVZ naar het RIZIV: de positieve bedragen, die het geld voorstellen dat het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s, worden in meerdering gebracht van de te financieren behoeften, terwijl de negatieve bedragen, die het geld voorstellen dat de VI’s verschuldigd zijn aan het RIZIV, de te financieren behoeften verminderen.

2 K.B. van 10.04.2000 tot verlenging van de tijdschema's bedoeld in artikel 196, § 1, en in artikel 198, § 2 en §3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

323

Page 332: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

ST

EL

SE

L V

AN

DE

WE

RK

NE

ME

RS

EN

DE

ZE

LF

ST

AN

DIG

EN

AF

SL

UIT

ING

VA

N D

E R

EK

EN

ING

EN

VA

N D

E Z

IEK

TE

- E

N I

NV

AL

IDIT

EIT

SV

ER

ZE

KE

RIN

G

(dui

zend

eur

o)

\

Te

fin

anci

eren

beh

oef

ten

in …

ing

evo

lge…

\W

erk

ne

mer

sZ

elf

sta

nd

igen

We

rkn

em

ers

Zel

fsta

nd

igen

We

rkn

eme

rsZ

elfs

tan

dig

en

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

ige

nW

erkn

emer

sZ

elfs

tan

dig

en

Def

init

ieve

afs

luit

ing

00

106.

996

-1.5

918.

141

420

14.1

403.

667

29.4

46-1

0.59

6

Rek

enin

g-co

uran

t n-3

- -

-187

.189

-13.

992

-53.

381

-13.

706

406.

110

32.8

08-3

4.56

1-3

1.25

8

Rek

enin

g-co

uran

t n-2

- -

- -

- -

- -

- -

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt-

- 29

4.18

512

.401

61.5

2214

.126

-391

.970

-29.

141

64.0

0720

.662

Uit

keri

ng

en -

def

init

ieve

afs

luit

ing

00

-43.

591

-2.2

38-8

7.77

2-6

.917

-9.5

05-6

.529

4.15

115

9

Rek

enin

g-co

uran

t n-3

- -

-43.

591

-2.2

38-3

9.68

4-5

.087

- -

- -

Rek

enin

g-co

uran

t n-2

- -

- -

-48.

088

-9.3

33-9

.505

-6.5

294.

151

159

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt-

- -

- -

7.50

3-

- -

-

Aan

zuiv

erin

g v

an d

e re

ken

ing

-co

ura

nt

1994

07.

437

012

.231

00

00

00

Su

bto

taal

07.

437

63.4

058.

402

-79.

631

-6.4

974.

635

-2.8

6233

.597

-10.

437

Vo

orl

op

ige

afsl

uit

ing

-48.

012

-14.

126

186.

160

13.8

4014

1.80

3-5

.361

160.

686

-65.

412

175.

391

-45.

147

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt n

-2-

- -

- 20

5.81

015

.301

- -

- -

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt n

-130

.465

-8.2

0018

6.16

013

.840

-64.

007

-20.

662

160.

686

-65.

412

175.

391

-45.

147

Voo

rsch

ot o

p re

keni

ng-c

oura

nt n

--

--

- -

- -

- -

Reg

ular

iser

ing

onv

ersc

huld

igde

bed

rage

n-7

8.47

7-5

.926

--

--

--

--

Ove

rsch

ot

aan

liq

uid

itei

ten

00

-35.

619

-11.

168

-660

.554

-36.

203

-554

.442

-37.

105

-524

.404

-51.

589

TO

TA

AL

-48.

012

-6.6

8921

3.94

611

.074

-598

.382

-48.

061

-389

.121

-105

.379

-315

.416

-107

.173

2008

2004

2005

2006

2007

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

324

Page 333: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Hieronder verklaren we hoe de toepassing van het mechanisme van de financiële verantwoorde-lijkheid van de VI's op de rekeningen van een jaar t de kasbehoeften van het RIZIV in de jaren t+1 en t+2 heeft beïnvloed: Sinds 01.01.2008 is het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging van toepassing, wat als gevolg heeft dat de uitgaven niet meer uitgesplitst zijn per stelsel. Nochtans zal tot op het ogenblik van de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008 het detail gegeven worden van de uitgaven geneeskundige verzorging opgedeeld naar werknemers en zelfstandigen. a. Behoeften voor het jaar 2004 – Voorlopige rekeningen 2003 Stelsel werknemers De rekeningen van 2002 konden in 2004 niet worden afgesloten. De voorlopige uitgaven voor 2003 tonen een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met

40.620 duizend euro voor de werknemers. Het RIZIV moet in principe 75 % van dit bedrag storten aan de VI’s, hetzij 30.465 duizend euro. Maar anderzijds blijkt dat de VI’s in de loop van 2003 een niet-verschuldigd bedrag van 78.477 duizend euro hebben ontvangen. Daaruit volgt dat de VI’s 48.012 duizend euro terugstorten aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer vermindert.

Stelsel zelfstandigen De rekeningen van 2002 konden in 2004 nog niet worden afgesloten. De voorlopige uitgaven voor 2003 tonen dat de uitgaven 10.934 duizend euro lager liggen dan

de begrotingsdoelstelling. De VI’s moeten in principe 75 % van dit bedrag teruggeven aan het RIZIV, hetzij 8.200 duizend euro. Maar anderzijds blijkt dat de VI’s in de loop van 2003 een niet-verschuldigd bedrag van 5.926 duizend euro hebben ontvangen. Daaruit volgt dat de VI’s 14.126 duizend euro terugstorten aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het Globaal beheer vermindert.

In 2004 worden de behoeften van het RIZIV ook beïnvloed door de aanzuivering van de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI’s die eind 1994 werd geblokkeerd, vóór de invoering van de mechanismen van de financiële verantwoordelijkheid. Daartoe heeft het RIZIV 7.437 duizend euro ontvangen van het RSVZ-Globaal beheer.

b. Behoeften voor het jaar 2005 – Definitieve rekeningen 2002 en voorlopige rekeningen

2004 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2002 liggen 217.026,6 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 221.343,6 duizend euro en één VI had een tekort van 4.317,0 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 55.335,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.079,3 duizend euro. Hieruit volgt dat een bedrag van 162.770,0 duizend euro moet terugvloeien naar het RIZIV. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2003 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2002, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2002 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 106.996 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 43.590,6 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2005 dus nog 63.405 duizend euro financieren.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2004 een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met 467.233,6 duizend euro. Deze overschrijding is hoger dan het

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

325

Page 334: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

plafond van 301.055,0 duizend euro, dat overeenstemt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus aan de VI's de schijf storten die het plafond overschrijdt, hetzij 166.178,6 duizend euro, evenals 75% van het plafond (de resterende 25% zijn ten laste van de VI's), hetzij in totaal 391.969,9 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten waarover de VI's beschikten in 2005 werd dat jaar slechts 186.160 duizend euro gestort. De resterende 205.810 duizend euro werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005.

Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 35.619 duizend euro hebben teruggestort aan het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen

De reële uitgaven voor 2002 zijn 14.391,2 duizend euro lager dan de begrotingsdoelstelling

voor de financiële verantwoordelijkheid. In feite realiseren drie VI’s een boni van 15.558,3 duizend euro en drie VI’s realiseren een mali van 1.167,1 duizend euro. De VI’s mogen 25% van de gerealiseerde boni behouden, hetzij 3.889,6 duizend euro. Zij die een mali hebben gerealiseerd moeten er 25% van dragen, hetzij 291,8 duizend euro. Als gevolg hiervan moet een bedrag van 10.793,4 duizend euro terugkeren naar het RIZIV. Dit bedrag wordt boekhoudkundig verwerkt in de rekening courant tussen het RIZIV en de VI’s.

Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2003 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2002, beloopt de rekening-courant eind 2002 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 1.591 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector “uitkeringen” een saldo van 2.238 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV.

In 2005 werden de behoeften van het RIZIV ook beïnvloed door de laatste schijf van de aanzuivering van de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI’s, die geblokkeerd werd eind 1994 met de invoering van de mechanismen inzake financiële verantwoordelijkheid. Daartoe heeft het RIZIV 12.231 duizend euro ontvangen van de RSVZ-Globaal beheer.

In het totaal moet het Globaal beheer dus 8.402 duizend euro financieren in 2005. Bovendien tonen de voorlopige rekeningen 2004 een overschrijding van de

begrotingsdoelstelling met 34.157 duizend euro. Die overschrijding is hoger dan het plafond van 20.065 duizend euro, die overeenkomt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus de schijf storten aan de VI’s die het plafond te boven gaat, hetzij 14.092 duizend euro, evenals 75% van het plafond (25% blijft ten laste van de VI’s), hetzij in het totaal 29.141 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten, waarover de VI’s beschikten in 2005, werden slechts 13.840 duizend euro dat jaar gestort. De rest, 15.301 duizend euro, werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005.

Ten slotte beschikten sommige VI’s gedurende het jaar over te grote liquiditeiten. Zij hebben spontaan 11.168 duizend euro teruggestort aan het RIZIV, waardoor de te financieren behoefte voor het globaal beheer verminderde.

c. Behoeften voor het jaar 2006 – Definitieve rekeningen 2003 en voorlopige rekeningen

2005 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2003 liggen 31.854,0 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 33.997,8 duizend euro en één VI had een overschot van 2.143,8 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 8.499,5 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 535,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 23.890,5 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2003 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 8.141 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 87.772 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

326

Page 335: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

en 2004. In totaal betalen de VI's dus 79.631 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 85.342,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 64.007 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 205.810 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 660.554 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2003 liggen 2.134,6 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor

financiële verantwoordelijkheid. Vier VI's hadden een tekort van 5.484,2 duizend euro en twee VI's hadden een overschot van 3.349,6 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 1.371,1 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 837,4 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.601,0 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2003 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 420 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.917 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003 en 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 6.497 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 27.549 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 20.662 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 15.301 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 36.203 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

d. Behoeften voor het jaar 2007 – Definitieve rekeningen 2004 en voorlopige rekeningen

2006 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2004 liggen, na correctie, niet 659.119,0 duizend euro maar 469.973,9

duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 471.703,0 duizend euro en één VI had een overschot van 1.729,0 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 164.892,4 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 432,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 494.339,3 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2004 (cf. b), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 14.140 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 9.905 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2007 dus nog 4.635 duizend euro financieren.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

327

Page 336: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 546.043,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 160.685,7 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 554.442,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële gecorrigeerde uitgaven voor 2004 liggen 44.196,3 duizend euro boven de

begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Vijf VI's hadden een tekort van 44.311,8 duizend euro en één VI had een overschot van 115,5 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 28,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 33.147,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2004 (cf. b), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 3.667 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.529 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 2.862 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 103.970,25 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 65.412,2 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 37.105,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

e. Behoeften voor het jaar 2008 – Definitieve rekeningen 2005 en voorlopige rekeningen

2007 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2005 liggen 105.839,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling

voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 111.547,9 duizend euro en één VI had een tekort van 5.708,9 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 27.886,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.427,2 duizend euro. Hieruit volgt dat een bedrag van 26.459,7 duizend euro moet terugvloeien naar het RIZIV. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2006 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. c), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2005 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 29.446 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 4.151 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal moet het Globaal beheer in 2008 dus nog 33.597 duizend euro financieren.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 379.051,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 175.390,5 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

328

Page 337: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

524.404,2 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2005 liggen 7.051,7 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor

financiële verantwoordelijkheid. Drie VI's hadden een tekort van 2.984,2 duizend euro en drie VI's hadden een overschot van 10.035,9 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 745,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.762,9 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.

Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2006 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. c), beloopt de rekening-courant eind 2005 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 10.596 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 159 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2005 door het RIZIV is aan de VI’s verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 10.437 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 37.105,3 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 45.147,5 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 51.589,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

329

Page 338: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. E

volu

tie

van

de

on

tvan

gst

en e

n u

itg

aven

- 2

004-

2008

(d

uiz

end

eu

ro)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Bijd

rag

en

620.

888

7.63

262

8.52

065

9.69

47.

986

667.

680

682.

002

8.30

769

0.30

971

0.60

58.

596

719.

201

789.

795

Sta

atst

oel

agen

Alt

ern

atie

ve f

inan

cier

ing

1.

347.

255

91.1

521.

438.

407

1.87

7.54

213

4.02

42.

011.

566

1.86

8.96

016

4.98

82.

033.

948

2.00

9.98

118

0.07

52.

190.

056

2.32

2.36

6

Btw

1.

211.

384

82.2

231.

293.

607

1.47

5.19

010

6.57

61.

581.

766

1.23

7.03

811

1.22

51.

348.

263

1.27

2.43

411

4.40

71.

386.

841

1.48

7.24

1A

ccijn

zen

taba

k 13

5.87

18.

929

144.

800

280.

654

19.1

4629

9.80

051

0.44

445

.241

555.

685

616.

069

57.1

4667

3.21

570

5.12

5A

nder

e

121.

698

8.30

213

0.00

012

1.47

88.

522

130.

000

121.

478

8.52

213

0.00

013

0.00

0

To

egew

ezen

on

tvan

gst

en

863.

173

92.4

0495

5.57

894

5.60

710

1.22

31.

046.

830

997.

110

101.

247

1.09

8.35

792

5.04

297

.107

1.02

2.14

997

1.54

6

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

13

815

153

364

837

236

48

372

5.29

253

55.

827

372

Op

bre

ng

sten

bel

egg

ing

en

1.75

517

31.

927

2.48

523

92.

724

2.48

523

92.

724

2.92

925

13.

180

4.89

4

Div

erse

n

228.

316

4.65

523

2.97

022

5.30

23.

887

229.

189

251.

623

4.16

225

5.78

527

3.34

33.

146

276.

489

304.

330

Eig

en o

ntv

ang

sten

3.

061.

525

196.

031

3.25

7.55

63.

710.

994

247.

367

3.95

8.36

13.

802.

544

278.

951

4.08

1.49

53.

927.

192

289.

710

4.21

6.90

24.

393.

303

RS

Z-G

loba

al b

ehee

r 14

.887

.628

14

.887

.628

15.4

49.1

35

15.4

49.1

3515

.423

.027

15

.423

.027

16.8

06.0

26

16.8

06.0

2618

.574

.787

Bas

isbe

drag

17

.791

.267

Bijk

omen

de a

ltern

atie

ve fi

nanc

ierin

g (1

)

56

4.54

5A

frek

enin

g vo

orga

ande

jare

n

21

8.97

6

RS

VZ

-Glo

baal

beh

eer

98

5.59

698

5.59

6

1.02

4.68

01.

024.

680

1.

088.

227

1.08

8.22

7

1.12

1.05

31.

121.

053

1.79

3.53

7B

asis

bedr

ag

1.78

8.85

0B

ijkom

ende

alte

rnat

ieve

fina

ncie

ring

(2)

56.7

63A

frek

enin

g vo

orga

ande

jare

n

-5

2.07

6R

SV

Z-G

emen

gde

loop

bane

n 99

.576

99

.576

101.

107

10

1.10

710

3.29

8

103.

298

106.

704

10

6.70

411

1.27

2

Ove

rdra

chte

n -

GF

B

14.9

87.2

0498

5.59

615

.972

.800

15.5

50.2

411.

024.

680

16.5

74.9

2115

.526

.325

1.08

8.22

716

.614

.552

16.9

12.7

301.

121.

053

18.0

33.7

8320

.479

.596

To

taal

lop

end

e o

ntv

ang

sten

18

.048

.729

1.18

1.62

719

.230

.356

19.2

61.2

351.

272.

047

20.5

33.2

8219

.328

.869

1.36

7.17

820

.696

.047

20.8

39.9

221.

410.

763

22.2

50.6

8524

.872

.899

(1)

Initi

eel b

edra

g vo

or 2

008:

575

.310

dui

zend

EU

R (

opge

nom

en in

ont

wer

p va

n K

B).

(2)

Initi

eel b

edra

g vo

or 2

008:

57.

845

duiz

end

EU

R (

opge

nom

en in

ont

wer

p va

n K

B).

200

4 2

005

200

6 2

007

200

8 L

op

end

e O

ntv

ang

sten

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

330

Page 339: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. E

volu

tie

van

de

on

tvan

gst

en e

n u

itg

aven

- 2

004-

2008

(d

uiz

end

eu

ro)

(ver

volg

)

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Pre

stat

ies

15.7

18.3

361.

055.

292

16.7

73.6

2816

.172

.010

1.07

8.18

617

.250

.196

16.6

34.8

881.

100.

400

17.7

35.2

8817

.677

.092

1.19

6.31

518

.873

.406

20.7

04.0

56

Bet

alin

gsk

ost

en

00

0

Beh

eers

kost

en

731.

048

48.0

1677

9.06

474

8.88

350

.270

799.

153

784.

625

53.3

0683

7.93

181

3.01

556

.626

869.

641

921.

715

Ext

ern

e o

verd

rach

ten

1.

111.

356

75.4

341.

186.

790

1.58

9.73

010

7.57

91.

697.

309

1.26

0.16

211

2.93

31.

373.

095

1.28

7.40

711

5.12

61.

402.

533

1.69

1.82

3

Intr

este

n o

p le

nin

gen

0

00

00

00

00

00

0

Div

erse

n

677.

208

21.0

2769

8.23

556

4.48

420

.212

584.

696

731.

978

27.7

3275

9.71

088

8.57

625

.059

913.

635

1.16

6.87

9

Uit

gav

en v

óó

r in

tern

e o

verd

rach

ten

GF

B

18.2

37.9

481.

199.

769

19.4

37.7

1719

.075

.107

1.25

6.24

720

.331

.354

19.4

11.6

531.

294.

371

20.7

06.0

2420

.666

.090

1.39

3.12

622

.059

.215

24.4

84.4

73

RS

Z-G

loba

al b

ehee

r

55

3.75

1

RS

VZ

-Glo

baal

beh

eer

61.5

28

Ove

rdra

chte

n -

GF

B

615.

279

To

taal

lop

end

e u

itg

aven

18

.237

.948

1.19

9.76

919

.437

.717

19.0

75.1

071.

256.

247

20.3

31.3

5419

.411

.653

1.29

4.37

120

.706

.024

20.6

66.0

901.

393.

126

22.0

59.2

1525

.099

.752

Sal

do

lop

end

e re

ken

ing

en

-189

.219

-18.

142

-207

.361

186.

128

15.8

0020

1.92

8-8

2.78

472

.807

-9.9

7717

3.83

317

.637

191.

470

-226

.853

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

Wer

knem

ers

Zel

fsta

nd

igen

T

ota

al

On

tvan

gst

en

00

00

00

00

00

00

418.

310

Uit

gav

en

00

00

00

75.7

683.

232

79.0

0031

6.27

421

.442

337.

716

4.31

7

Sal

do

kap

itaa

lrek

enin

gen

0

00

00

0-7

5.76

8-3

.232

-79.

000

-316

.274

-21.

442

-337

.716

413.

993

Bu

dg

etta

ir r

esu

ltaa

t -1

89.2

19-1

8.14

2-2

07.3

6118

6.12

815

.800

201.

928

-158

.552

69.5

75-8

8.97

7-1

42.4

41-3

.805

-146

.246

187.

140

200

4 2

005

200

6 2

007

200

8 L

op

end

e U

itg

aven

200

8 K

apit

aalr

eken

ing

en

200

4 2

005

200

6 2

007

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen

331

Page 340: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 341: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Methodologische nota 2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten

laste inbegrepen) 4. Ledental naar statuut en verwantschap 5. Vrije verzekering voor de kleine risico’s voor zelfstandigen: ledental naar statuut en

verzekeringsinstelling 6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (gerechtigden en personen ten

laste) 7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) – Algemene

regeling 8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) – Regeling der

zelfstandigen 9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken – vrije

verzekering kleine risico’s zelfstandigen 10. Aantal gevallen of dagen naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 12. Vrije verzekering kleine risico’s zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven 13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven 14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van de V.I.’s 15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van het RIZIV 16. Uitgaven naar betalende instelling 17. Ledental per verzekeringsinstelling 18. Uitgaven per verzekeringsinstelling 19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV

C.

Statistieken

Page 342: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 343: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Geneeskundige verzorging 1. Methodologische nota Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (tabellen 2 – 5) Deze statistiek betreft de aantallen regelmatig bij een ziekenfonds ingeschreven gerechtigden met hun personen ten laste voor het gehele stelsel. Krachtens de wet van 31 januari 2007, houdende een nieuwe financiering van de verzekering voor geneeskundige verzorging, is er op 01.01.2008 een eenheidsstelsel geneeskundige verzorging ontstaan, die de werknemers, de zelfstandigen en het personeel van de openbare sector omvat. Niettemin wordt in de tabel 2 nog steeds het onderscheid werknemers, inclusief openbare sector tegenover zelfstandigen gemaakt. Dit is in de eerste plaats van belang voor de jaren 2004 – 2007, maar de uitsplitsing wordt verder gezet voor 2008. De statistiek wordt jaarlijks opgemaakt op 30 juni en 31 december door het RIZIV. Bij de primaire uitkeringsgerechtigden zijn de studenten hoger onderwijs inbegrepen. Vanaf 30.06.1998 is er een verruiming van de categorieën “voorkeurregeling 100 %” en “ingeschrevenen in het Rijksregister”, (die niet onder een andere categorie zijn opgenomen).

De gerechtigden, wier toestand onregelmatig is en die bijgevolg niet meer verzekerd zijn, zijn niet inbegrepen in de tabellen. Tabel 2 geeft de ledentallen naar statuut, inclusief de personen ten laste, op jaarbasis met als teldatum 30 juni. Tabel 3 geeft globaal de verdeling tussen de personen rechthebbenden voor de verhoogde tegemoetkoming en degenen die daar geen recht op hebben. Tabel 4 geeft voor de periode 2006-2008 het ledental naar statuut (actieven, invaliden, personen met een handicap, gepensioneerden enz…) en naar verwantschap (gerechtigde of een van de subcategorieën van de personen ten laste). Tabel 5 geeft ons het ledental voor de vrije verzekering voor kleine risico’s der zelfstandigen (2004 – 2007). Ingevolge de wet van 26 maart 2007 is de vrije verzekering voor kleine risico’s voor zelfstandigen op 01.01.2008 geïntegreerd in de algemene verzekering voor geneeskundige verzorging. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (tabellen 6 en 9) Deze statistiek geeft de verhouding tussen de uitgaven van de betrokken categorie van rechthebbenden en hun aantal weer (gerechtigden en personen ten laste). Tabel 6 behandelt de gegevens voor het eenheidsstelsel (werknemers + zelfstandigen in de periode 2004 – 2008). Tabel 9 geeft de gemiddelde jaarlijkse kost voor de prestaties van de verzekering voor kleine risico’s bij de zelfstandigen (2004 – 2007). Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar geslacht en leeftijdsklasse (2007) (tabellen 7 en 8)

In deze tabellen wordt de jaarlijkse kost per rechthebbende ingedeeld naar geslacht en leeftijdsklasse. Bovendien zijn de gegevens uitgesplitst naar het onderscheid met of zonder voorkeurregeling, wat het algemeen stelsel betreft. In de tabellen 7 en 8 is er in tegenstelling met tabel 6 geen rekening gehouden met de uitgaven ten laste van het RIZIV, wat het verschil in algemeen gemiddelde verklaart.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

335

Page 344: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Aantal gevallen of dagen (tabel 10) en gemiddelde geïndexeerde kost (tabel 11) Het KB van 14.09.1984 stelt de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vast. Onder een groepering van verstrekkingen wordt verstaan een aantal verstrekkingen die vanwege hun aard bij elkaar geplaatst worden en waarover statistische gegevens beschikbaar zijn. De tabel 10 geeft volgens groepering van verstrekkingen het volume (= aantal gevallen of aantal dagen) De gemiddelde geïndexeerde kost wordt berekend aan de hand van het aantal gevallen, behalve voor de verpleegdagprijs, forfaitaire dagprijs en militair hospitaal (tabel 11). De uitgaventabellen (tabellen 12 – 16) De tabel 12 heeft de ontvangsten en uitgaven voor de kleine risico’s voor de periode 2004 – 2007 als onderwerp. De tabel 13 geeft op geaggregeerde wijze de evolutie van de uitgaven naar hoofdrubrieken (C1-C10) van de nomenclatuur (2004 – 2008). Ten gevolge van onze keuze van samennemingen zijn bepaalde afwijkingen mogelijk ten opzichte van andere geaggregeerde tabellen over hetzelfde onderwerp. In de tabellen 14 en 15 geven we de gedetailleerde RIZIV-rubrieken, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de uitgaven welke via tussenkomst van de V.I. worden betaald en de rechtstreekse uitgaven van het RIZIV. Tabel 14 geeft de uitgaven betaald via de V.I., tabel 15 deze die rechtstreeks door het RIZIV betaald worden en tabel 16 is de synthesetabel. De tabellen 14 tot 16 bestrijken de boekjaren 2006 - 2008. Ledental en uitgaven per verzekeringsinstelling (tabellen 17 - 18) In tabel 17 worden de ledentallen op 30 juni per verzekeringsinstelling (landsbond of kas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) gegeven. Volledigheidshalve geven we hieronder de officiële benamingen van de verzekeringsinstellingen: Landsbond der Christelijke Mutualiteiten; Nationaal Verbond van Neutrale Mutualiteitsverbonden; Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten; Landsbond van Liberale Mutualiteiten; Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen; Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering; Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. De uitgaven van de verzekeringsinstellingen zijn beschikbaar op jaarbasis (tabel 18). De tabel 18 (uitgaven uitgesplitst per V.I.) is voor het totaal te vergelijken met tabel 14 (uitgaven naar rubriek, betaald via de V.I.). Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (tabel 19) Tabel 19 geeft het detail van de diverse uitgaven. Voor details over verzekerbaarheid (ledentallen) verwijzen we naar de RIZIV-publicatie “Ledentallen van de verzekeringsinstellingen – documenten E”. Voor overige informatie over de geneeskundige verzorging kan U terecht op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be (onder meer vindt u daar de jaarverslagen en de trimestriële informatiebladen).

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

336

Page 345: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RIZIV

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - werknemers

6.650.178 6.691.321 6.740.272 6.700.641 6.734.800

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - zelfstandigen

799.466 797.842 803.737 803.432 844.602

Weduwen, invaliden, gepen- sioneerden, wezen (WIGW)

2.567.611 2.591.203 2.609.937 2.564.824 2.634.419

waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.557.829 1.596.566 1.632.308 1.644.425 1.675.566waarvan werknemers "tarief 100 %" 826.907 812.958 798.088 779.350 784.438waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 79.884 80.825 81.209 73.601 82.858waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 102.991 100.854 98.332 67.448 91.557

Invaliden, gehandicapten, 404.229 407.402 420.080 424.325 438.594waarvan werknemers "tarief 75 %" 156.301 158.380 165.931 166.753 172.209waarvan werknemers "tarief 100 %" 223.501 224.959 229.704 233.671 242.155

waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 13.501 13.609 14.014 13.811 14.457

waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 10.926 10.454 10.431 10.090 9.773

Gepensioneerden 1.737.252 1.753.798 1.763.430 1.729.180 1.783.320waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.198.007 1.227.623 1.252.541 1.262.165 1.288.058

waarvan werknemers "tarief 100 %" 414.610 401.947 388.573 373.109 375.289

waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 56.465 57.377 57.396 51.562 59.004

waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 68.170 66.851 64.920 42.344 60.969

Weduwen en wezen 426.130 430.003 426.427 411.319 412.505waarvan werknemers "tarief 75 %" 203.521 210.563 213.836 215.507 215.299

waarvan werknemers "tarief 100 %" 188.796 186.052 179.811 172.570 166.994

waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 9.918 9.839 9.799 8.228 9.397

waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 23.895 23.549 22.981 15.014 20.815

Ingeschrevenen in het

Rijksregister (IRR) (1) 263.507 268.579 261.534 262.131 248.713

Kloostergemeenschappen 4.383 4.084 3.754 1.118 3.009

Totaal 10.285.145 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543

Bron: RIZIV

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Rechthebbenden op het gewone tarief ( "75%" )

8.964.303 9.038.839 9.113.891 9.040.956 9.002.148

waarvan werknemers "tarief 75 %" 8.087.215 8.162.487 8.231.744 8.161.206 8.081.250waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 877.088 876.352 882.147 879.750 920.898

Rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming ( "100%" )

1.320.842 1.314.190 1.305.343 1.291.190 1.463.395

waarvan werknemers "tarief 100 %" 1.211.206 1.206.937 1.200.458 1.225.341 1.362.267waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 109.636 107.253 104.885 65.849 101.128

Totaal 10.285.145 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543

2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)

3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten laste inbegrepen)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

337

Page 346: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. Ledental naar statuut en verwantschap

Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2006

Echt- genoten

Ascen- denten

Descen- denten

Subtotaal

Actieven (1) 4.681.349 404.326 12.159 2.446.175 2.862.660 7.544.009Invaliden 227.177 31.904 738 76.974 109.616 336.793Mindervaliden 70.455 3.817 303 8.712 12.832 83.287Gepensioneerden 1.329.138 394.919 513 38.860 434.292 1.763.430Weduwen en wezen 395.261 2.670 141 28.355 31.166 426.427Kloostergemeenschappen 3.754 0 0 0 0 3.754Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 172.482 19.968 635 68.449 89.052 261.534

Totaal 6.879.616 857.604 14.489 2.667.525 3.539.618 10.419.234

Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2007

Echt- genoten

Ascen- denten

Descen- denten

Subtotaal

Actieven (1) 4.738.617 376.143 11.368 2.377.945 2.765.456 7.504.073Invaliden 232.592 30.211 654 76.856 107.721 340.313Mindervaliden 72.054 3.577 198 8.183 11.958 84.012Gepensioneerden 1.331.265 363.443 319 34.153 397.915 1.729.180Weduwen en wezen 375.671 3.900 165 31.583 35.648 411.319Kloostergemeenschappen 1.118 0 0 0 0 1.118Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 174.391 20.115 731 66.894 87.740 262.131

Totaal 6.925.708 797.389 13.435 2.595.614 3.406.438 10.332.146

Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2008

Echt- genoten

Ascen- denten

Descen- denten

Subtotaal

Actieven (1) 4.799.801 363.776 12.151 2.403.674 2.779.601 7.579.402Invaliden 241.501 29.353 722 81.763 111.838 353.339Mindervaliden 73.323 3.459 206 8.267 11.932 85.255Gepensioneerden 1.379.002 370.399 320 33.599 404.318 1.783.320Weduwen en wezen 385.579 2.217 136 24.573 26.926 412.505Kloostergemeenschappen 3.009 0 0 0 0 3.009Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 165.391 18.710 664 63.948 83.322 248.713

Totaal 7.047.606 787.914 14.199 2.615.824 3.417.937 10.465.543

(1) Omvat werkenden, UVW-werkzoekenden, UVW-niet-werkzoekenden en bruggepensioneerden.

Gerech- tigden

Personen ten laste

Totaal

Gerech- tigden

Personen ten laste

Totaal

Gerech- tigden

Personen ten laste

Totaal

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

338

Page 347: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007

Christelijke Mutualiteiten 346.008 341.230 341.498 321.081Neutrale Mutualiteitsverbonden 35.470 37.123 35.645 33.385Socialistische Mutualiteiten 88.746 88.424 86.143 82.657Liberale Mutualiteiten 52.864 51.531 50.160 46.964Onafhankelijke Ziekenfondsen 170.918 182.264 185.814 181.787

Totaal 694.006 700.572 699.260 665.874

5. Vrije verzekering voor de kleine risico's voor zelfstandigen: ledental naar statuut en verzekeringsinstelling

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

339

Page 348: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)

800 822 923 966 -

Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden, Wezen (WIGW)

3.995 4.048 4.034 4.434 -

Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)

2.206 2.261 - - -

Totaal 1.633 1.666 1.702 1.827 1.978

Bron: RIZIV

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

0 - 1 jaar 1.925,00 1.692,44 3.414,12 2.915,02 1.891,78 1 - 4 jaar 790,42 642,72 2.245,34 1.826,45 803,88 5 - 9 jaar 575,05 435,16 2.377,39 1.651,51 616,6610 - 14 jaar 475,99 441,48 1.865,90 1.540,76 568,9415 - 19 jaar 493,10 586,86 1.447,66 1.461,32 640,1720 - 24 jaar 497,68 740,88 1.893,67 1.852,68 740,3425 - 29 jaar 545,12 1.095,00 3.727,11 3.017,08 958,4530 - 34 jaar 605,45 1.205,52 3.812,31 3.409,57 1.057,0935 - 39 jaar 692,88 1.086,98 4.368,08 3.785,93 1.081,7640 - 44 jaar 817,92 1.071,01 5.039,42 3.955,07 1.175,8645 - 49 jaar 1.003,27 1.216,43 5.512,01 4.113,00 1.378,6650 - 54 jaar 1.341,11 1.455,51 4.685,06 3.766,76 1.717,4655 - 59 jaar 1.677,26 1.642,48 4.641,08 3.670,05 2.019,0260 - 64 jaar 2.102,51 1.907,86 4.475,25 3.821,23 2.371,0165 - 69 jaar 2.731,81 2.421,33 4.912,90 4.186,12 2.975,6470 - 74 jaar 3.384,79 2.967,11 5.475,09 4.810,00 3.655,8975 - 79 jaar 4.344,12 3.958,41 6.514,39 6.087,56 4.792,0980 - 84 jaar 5.375,73 5.365,86 7.567,09 7.741,73 6.261,5685 - 89 jaar 6.570,84 7.437,48 8.910,92 9.819,24 8.239,0190 jaar en meer 9.005,19 10.649,99 11.649,20 12.968,02 11.641,71

Totaal 1.286,69 1.504,16 4.575,09 4.987,00 1.838,09

TotaalZonder voorkeurregeling Met voorkeurregeling

6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (gerechtigden en personen ten laste) (euro)

7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) (euro) - Algemene regeling

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

340

Page 349: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RIZIV

Mannen Vrouwen Totaal

0 - 1 jaar 1.569,13 1.202,23 1.387,87 1 - 4 jaar 479,09 404,79 442,89 5 - 9 jaar 408,48 283,18 347,1110 - 14 jaar 313,70 252,69 283,8615 - 19 jaar 343,69 349,23 346,3920 - 24 jaar 274,90 415,58 342,7325 - 29 jaar 268,11 733,04 459,9330 - 34 jaar 276,20 801,23 474,5935 - 39 jaar 316,60 618,35 430,2440 - 44 jaar 401,39 573,72 466,0745 - 49 jaar 553,31 642,14 587,0650 - 54 jaar 787,82 873,36 821,3755 - 59 jaar 1.146,29 1.109,64 1.131,4060 - 64 jaar 1.808,97 1.589,78 1.714,6865 - 69 jaar 2.648,03 2.084,38 2.353,6070 - 74 jaar 3.189,52 2.560,29 2.854,0675 - 79 jaar 3.972,13 3.635,93 3.786,9780 - 84 jaar 4.776,49 5.178,45 5.009,7885 - 89 jaar 6.337,79 7.361,99 7.004,2590 jaar en meer 8.447,11 10.485,31 9.934,51

Totaal 992,28 1.382,70 1.163,33

Bron: Controledienst voor de Ziekenfondsen

2004 2005 2006 2007

Geneesheren 105,89 108,24 114,76 123,23Verpleegkundigen en vroedvrouwen 21,20 21,80 20,65 20,21Tandartsen 54,57 53,90 55,24 59,16Farmaceutische verstrekkingen 183,12 182,41 182,14 192,23Paramedische verstrekkingen 26,85 26,15 30,75 29,55Ziekenhuisverpleging, verblijf in een rust- en verzorgingstehuis of een rustoord voor bejaarde personen 18,22 17,36 16,17 15,82Overige verstrekkingen -1,47 -1,47 -0,42 -3,68

Totaal 408,38 408,39 419,29 436,52

9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken (euro) - vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen

8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) (euro) - Regeling der zelfstandigen

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

341

Page 350: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Totaal (PUG + WIGW + IRR)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Geneesheren en klinische biologie 496.264 501.411 505.549 518.788 551.108

Huisartsen en specialisten (g) 77.882 77.774 77.948 79.780 85.175Medische beeldvorming (g) 29.307 29.548 29.890 30.767 31.755Klinische biologie (g) 329.649 335.034 339.242 348.643 369.891Andere bijzondere prestaties (g) 21.599 21.336 21.208 21.674 22.290Chirurgie en anesthesiologie (g) 15.711 15.675 15.557 16.080 16.568Bevall. en verlosk. door artsen (g) 1.248 1.248 1.241 1.218 1.210Toezicht en permanentie (g)

20.868 20.796 20.463 20.627 24.219

Farmaceutische verstrekkingen 123.325 126.512 108.776 135.172 148.668

Magistrale bereidingen (g) 16.087 20.412 - 20.719 22.426Specialiteiten - officina (g) 103.529 102.144 102.697 105.191 114.875Spec. afgeleverd aan gehosp. (g) 533 520 2.481 1.651 1.705Andere farm. verstrekkingen (g) 3.176 3.436 3.598 7.611 9.662

Ziekenhuizen 21.817 21.607 4 21.413 21.688

Verpleegdagprijs (d) 20.271 20.028 - 19.772 19.800Forfaitaire dagprijs (d) 1.542 1.574 - 1.639 1.884Militair hospitaal (all-in-prijs) (d) 3 5 4 3 4

Verpleegkundige zorgen 96.169 97.689 107.953 112.456 106.312

Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 95.874 97.363 107.601 112.066 105.895Vroedvrouwen (g) 296 326 351 389 417

Andere verblijven 52.269 43.313 44.840 48.038 718.404

Rust- en verzorgingstehuizen (d) (1)24.539 16.520 16.977 19.482 19.839

Rustoorden bejaarde personen (d) 25.205 24.295 25.198 25.686 24.415Dagverzorgingscentra (d) 177 191 87 246 320Forfait nierdialyse (d) - - - - 671.082Psychiatr. verzorgingstehuizen (d) 1.178 1.122 1.382 1.403 1.371Initiatieven beschut wonen (d) 1.171 1.185 1.197 1.220 1.247Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d)

- - - - 130

Tandartsen (g) 19.375 19.159 19.741 20.316 24.200

Kinesitherapeuten (g) 36.225 36.411 36.695 36.996 37.151

Andere verstrekkingen 32.017 33.433 32.767 39.691 54.368

Bandag., orthop., implantaten (g) 11.743 12.143 12.719 13.044 14.040Opticiens (g) 170 165 168 171 239Gehoorprothesisten (g) 31 30 32 35 37Revalidatie en herscholing (g) 18.910 19.935 18.738 25.231 31.599Dialyse (g) 871 833 871 921 956Plaatsingsk. en chronische ziekten (g) 292 326 238 288 1.477Chronische zieken (g) - - - - 241Palliatieve zorgen (g) - - - - 7Palliatieve zorgen (patiënt) (g) - - - - 20Menselijke weefsels (g) - - - - 133Multidisciplinaire teams rolwagens (g)

- - - - 2

Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g)

- - - - 21

Medische huizen (g) - - - - 5.619Terugbetalingen remgeld (g) - - - - - Regularisatie + herfacturatie - - - - -22

10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen)

(1) Door de nieuwe financiering per 01.01.2004 van de deelsector RVT/ROB vervalt de vroegere dubbeltelling RVT: forfait patiënt + forfait coördinerend geneesheer.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

342

Page 351: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Totaal (PUG + WIGW + IRR)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Geneesheren en klinische biologie

Huisartsen en specialisten 15,47 16,22 17,43 21,48 18,88Medische beeldvorming 30,55 31,91 28,95 29,82 31,38Klinische biologie 2,68 2,77 2,67 2,77 2,91Andere bijzondere prestaties 43,06 44,19 46,15 47,55 48,38Chirurgie en anesthesiologie 49,68 50,06 50,85 52,96 56,92Bevall. en verlosk. door artsen 54,19 54,19 56,45 59,95 68,10Toezicht en permanentie 10,95 11,37 11,76 12,62 12,46

Farmaceutische verstrekkingen

Magistrale bereidingen 2,72 2,03 - 2,11 2,17Specialiteiten - officina 20,97 21,52 20,92 21,71 22,36Spec. afgeleverd aan gehosp. - - - - 299,21Spec. uit ziekenhuisapotheekafgeleverd aan niet-gehosp.Andere farm. verstrekkingen 33,20 33,83 33,96 16,42 14,61

Ziekenhuizen

Verpleegdagprijs 178,22 178,74 - 197,97 212,40Forfaitaire dagprijs 79,42 78,40 - 84,62 92,46Militair hospitaal (all-in-prijs) 1.272,53 1.286,01 1.327,97 1.359,27 1.427,74

Verpleegkundige zorgen

Verpleegkundigen (thuiszorgen) 7,12 7,31 7,08 7,33 8,63Vroedvrouwen 27,43 27,19 26,80 27,68 28,51

Andere verblijvenRust- en verzorgingstehuizen 28,18 38,17 38,50 39,58 41,65Rustoorden bejaarde personen 24,38 29,80 30,16 31,53 33,25Dagverzorgingscentra 26,31 27,07 - 28,53 32,84Forfait nierdialyse - - - - 177,10Psychiatr. verzorgingstehuizen 61,95 63,21 52,20 54,20 58,36Initiatieven beschut wonen 18,64 18,69 22,23 22,55 26,59Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen

- - - - 13,14

Tandartsen 26,82 27,04 27,60 28,50 27,76

Kinesitherapeuten 10,82 11,07 11,49 11,99 13,35

Andere verstrekkingen

Bandag., orthop., implantaten 44,54 44,51 44,06 46,12 47,55Opticiens 61,50 62,47 64,71 67,08 61,08Gehoorprothesisten 643,48 662,30 685,94 701,00 786,04Revalidatie en herscholing 20,87 20,29 22,49 18,62 15,31Dialyse 325,09 334,24 339,22 346,36 228,06Plaatsingsk. en chronische ziekten 287,94 288,81 297,67 255,79 9,01Chronische zieken - - - - 320,59Palliatieve zorgen - - - - 1.419,40Palliatieve zorgen (patiënt) - - - - 490,94Menselijke weefsels - - - - 52,60Multidisciplinaire teams rolwagens - - - - 201,83Multidisciplinaire eerstelijnszorg

- - - - 66,57

Medische huizen - - - - 9,74

11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (euro)

- - - - -

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

343

Page 352: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen

2004 2005 2006 2007

Uitgaven 313.162 316.746 323.542 321.978Prestaties aan leden 292.991 292.348 297.134 296.466Beheerskosten 19.091 23.126 24.208 22.861Andere uitgaven 1.081 1.272 2.201 2.651

Ontvangsten 285.757 335.182 338.492 329.192Bijdragen 223.948 273.353 273.555 262.161Rijkstoelage 56.384 57.757 59.750 59.892Beleggingsinkomsten 3.589 2.033 2.847 2.908Andere ontvangsten 1.837 2.039 2.340 4.231

Wijziging van de technische voorzieningen

-1.167 1.914 3.491 2.311

Saldo -26.239 16.522 11.459 4.902

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Geneesheren en klinische biologie 4.705.244 4.869.763 5.274.881 5.608.140 6.141.215Tandartsen 506.183 504.493 549.780 585.283 671.825Farmaceutische verstrekkingen 3.115.459 3.192.601 3.302.088 3.534.213 3.940.660Verpleegkundigen 646.404 673.398 1.048.996 1.116.690 1.225.129Kinesitherapeuten 374.927 385.608 421.746 445.989 503.371Paramedische verstrekkingen 529.181 545.271 613.641 657.865 723.249Ziekenhuisopname 3.483.924 3.460.742 3.903.544 4.082.249 4.459.995Andere verblijven 1.637.637 1.742.740 1.909.323 2.153.270 2.231.042Maximumfactuur 166.992 235.625 288.916 286.576 277.153Overige verstrekkingen 553.889 562.951 422.376 403.126 530.416

Totaal 15.719.840 16.173.192 17.735.291 18.873.401 20.704.055

13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven (C1-C10) (duizend euro)

12. Vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven (duizend euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

344

Page 353: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Deel ten laste van de V.I.'s

Bron: RIZIV

2006 2007 2008

Raadplegingen, bezoeken en adviezen 1.346.974 1.417.244 1.595.113Medische beeldvorming 866.405 918.236 996.548Klinische biologie 915.208 976.735 1.076.441Speciale verstrekkingen 984.281 1.036.104 1.078.374Heelkunde en anesthesiologie 820.464 881.328 943.072Gynaecologie 71.674 74.490 82.379Toezicht en permanentie 241.150 261.043 301.862

Subtotaal (1) geneesheren 5.246.156 5.565.180 6.073.789

Erelonen tandartsen 540.400 575.350 661.455

De officina's 2.155.055 2.288.825 2.568.897Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden 477.704 570.011 671.790Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden 502.996 502.334 510.158Magistrale bereidingen 42.161 44.080 48.657Wachthonorarium 4.406 4.544 5.005Bloed- en bloedplasma 70.361 71.399 75.456Overige farmaceutische verstrekkingen 49.405 53.020 60.697

Subtotaal (1) farmaceutische verstrekkingen 3.302.088 3.534.213 3.940.660

Honoraria van verpleegkundigen (deel V.I.) 768.223 825.470 914.208Kinesitherapeuten 417.424 438.103 495.871Bandagisten + orthopedisten 172.202 191.202 203.491Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren 399.106 419.787 464.065Opticiens 10.915 11.500 14.621Gehoorprothesisten 21.849 24.569 29.195Vroedvrouwen 9.569 10.807 11.877

Verpleegdagprijs 3.768.266 3.937.782 4.205.509Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen 128.950 140.707 174.173

Totaal verpleegdagprijs 3.897.216 4.078.489 4.379.682

Militair hospitaal (all-in-prijs) 5.464 3.760 6.592

Dialyse - geneesheren 112.882 119.039 126.704Dialyse - forfait nierdialyse 102.743 110.723 118.847Dialyse - thuis of in een centrum 79.812 89.533 91.231

Totaal dialyse 295.437 319.295 336.782

Rust- en verzorgingstehuizen 654.591 772.512 826.304Rustoorden voor bejaarden 762.784 813.132 811.687Dagverzorgingscentra 6.096 6.999 10.500

Subtotaal (1) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 1.423.471 1.592.643 1.648.491

Psychiatrische verzorgingstehuizen 72.201 76.102 80.037Initiatieven voor beschut wonen 26.608 27.545 33.163Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen 1.224 1.451 1.709

Totaal geestelijke gezondheidszorg 100.033 105.098 114.909

Revalidatie en herscholing (deel V.I.) 347.813 392.572 416.267Bijzonder Fonds 10.076 11.662 8.692Logopedie 49.247 51.913 58.795Medisch-pediatrische centra 2.124 622 238Andere kosten van verblijf en reiskosten 10.119 11.131 13.063Regularisatie en herfacturatie -93.591 -172.980 -117.525Sociale maximumfactuur 232.127 288.202 278.400Chronische patiënten 59.264 59.382 77.307Palliatieve zorgen 8.356 10.063 9.879Palliatieve zorgen (patiënt) 8.466 9.043 9.697Menselijke weefsels 6.110 6.017 7.002Multidisciplinaire teams rolwagens 164 422 440Multidisciplinaire eerstelijnszorg 436 755 1.369Medische huizen 36.387 44.107 54.738

Totaal 17.286.651 18.408.377 20.114.050

14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

345

Page 354: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Deel ten laste van het RIZIV

Bron: RIZIV

2006 2007 2008

Forfait accreditatie artsen 12.891 13.202 13.334Forfait medisch dossier 1.238 2.436 0Forfait telematica 5.159 5.401 5.736Kwaliteitscontrole Pasteur 1.829 1.912 2.058Forfait georganiseerd wachtdiensten 7.055 16.922 34.779Impulsfonds groepspraktijken 553 3.087 3.332ReferentiebedragenPraktijkondersteuning huisartsengeneeskunde 0 0 8.187

Subtotaal (2) geneesheren 28.725 42.960 67.426

Forfait accreditatie tandartsen 9.380 9.933 10.370

Terugbetaling herceptine (art. 56) 2.219 7.381 1.262Terugbetaling pneumokokkenvaccin (art. 56) 0 6.480 13.589

Honoraria van verpleegkundigen (eigen uitgave van het RIZIV) 0 4.642 3.194Software kinesitherapeuten 4.322 7.886 7.500

Specifieke kosten diensten thuisverpleging 18.372 11.421 16.468

Loonharmonisering personeel RVT 254.095 256.584 280.034Syndicale premie 2.120 2.163 2.206Coma 0 0 0Zorgvernieuwing (art.56) 2.077 0 85Palliatieve dagcentra 0 506 260

Subtotaal (2) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 258.292 259.253 282.585

Fiscale maximumfactuur 56.789 -1.626 -1.247

Einde loopbaan 43.964 52.475 71.373Revalidatie en herscholing (eigen uitgave van het RIZIV) 55 1.625 1.071Geïnterneerden 17.352 39.010 26.864Tabaksontwenning 0 96 2Psychiatrisch verzorgingscircuit 0 1.915 1.602Sociaal akkoord (provisioneel bedrag) 4.886 6.717 0Fonds verslaving 0 3.000 3.000Inhaalbedragen ziekenhuizen 864 0 73.7212de pijler pensioenfonds zelfstandige verpleegkundigen 3.420 0 0Diversen 0 11.856 11.225

Totaal 448.640 465.024 590.005

16. Uitgaven naar betalende instelling (duizend euro)

Bron: RIZIV

2006 2007 2008

Deel ten laste van de V.I.'s 17.286.651 18.408.377 20.114.050

Deel ten laste van het RIZIV 448.640 465.024 590.005

Algemeen totaal 17.735.291 18.873.401 20.704.055

15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

346

Page 355: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

17. L

eden

tal p

er v

erze

keri

ng

sin

stel

ling

Bro

n: R

IZIV

Ch

rist

elijk

e M

utu

alit

eite

n

Neu

tral

e M

utu

alit

eits

-ve

rbo

nd

en

So

cial

is-

tisc

he

Mu

tual

itei

ten

Lib

eral

e M

utu

alit

eite

n

On

afh

anke

-lij

ke Z

ieke

n-

fon

dse

n

Hu

lpka

s vo

or

ZIV

NM

BS

To

taal

06.2

004

4.47

2.16

142

1.40

92.

891.

717

594.

623

1.69

6.70

376

.304

132.

228

10.2

85.1

4506

.200

54.

471.

171

424.

155

2.93

1.91

959

0.83

41.

731.

046

76.5

6612

7.33

810

.353

.029

06.2

006

4.45

3.61

742

6.28

52.

969.

849

585.

154

1.78

4.39

176

.555

123.

383

10.4

19.2

3406

.200

74.

404.

551

427.

337

2.89

5.74

357

6.00

11.

831.

725

75.3

7712

1.41

210

.332

.146

06.2

008

4.45

0.95

344

1.07

02.

924.

371

577.

936

1.87

8.95

373

.482

118.

778

10.4

65.5

43

18. U

itg

aven

per

ver

zeke

rin

gsi

nst

ellin

g (

du

izen

d e

uro

) (1)

Bro

n: R

IZIV

Ch

rist

elijk

e M

utu

alit

eite

n

Neu

tral

e M

utu

alit

eits

-ve

rbo

nd

en

So

cial

is-

tisc

he

Mu

tual

itei

ten

Lib

eral

e M

utu

alit

eite

n

On

afh

anke

-lij

ke Z

ieke

n-

fon

dse

n

Hu

lpka

s vo

or

ZIV

NM

BS

To

taal

2004

7.21

1.82

663

5.21

24.

849.

013

1.06

6.88

02.

428.

640

63.1

4730

2.27

416

.556

.993

2005

7.29

0.19

265

9.98

84.

991.

314

1.07

1.08

42.

507.

781

76.1

3632

0.76

816

.917

.262

2006

7.42

6.91

569

5.70

65.

097.

613

1.10

7.52

32.

546.

167

99.9

4931

2.77

817

.286

.651

2007

7.95

0.14

672

8.99

05.

416.

687

1.14

5.05

12.

721.

252

116.

922

329.

332

18.4

08.3

80

2008

8.69

4.69

781

6.35

95.

867.

340

1.24

7.43

13.

014.

182

126.

618

347.

423

20.1

14.0

50

(1)

De

soci

ale

pres

tatie

s di

e on

mid

delli

jk d

oor

het R

IZIV

bet

aald

wor

den

zijn

nie

t inb

egre

pen.

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

347

Page 356: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (duizend euro)

Bron: RIZIV

2004 2005 2006 2007 2008

Verzekeringsinstellingen 456.795 399.040 448.004 579.330 641.232Internationale verdragen 440.559 379.777 427.991 565.188 625.743Aandeel intresten op beleggingen VI 1.344 1.678 1.678 1.649 4.891Aandeel terugvorderingen prest. VI 10.637 17.561 18.311 12.469 10.520Gerechtelijke intresten 15 24 24 24 78SIS-kaarten 4.240 0 0 0 -

RIZIV - Andere 241.440 185.656 311.706 334.305 525.647Sociaal statuut 130.181 101.991 107.798 122.563 136.726Stagemeesters - 8.541 9.375 10.526 12.947Art. 56 38.051 57.617 58.173 59.009 61.678Art. 56 - 22 moleculaire biologie - - - 13.088 17.996Sociaal akkoord - - 40.982 71.056 105.683IMA - Permanente steekproef - - - - 275Fiscaal plafond remgeld 57.902 - - - - Positieve maatregelen 743 - - - - Sociaal plan kinesitherapeuten 3.798 8.500 8.500 0 100Expertise - 1.166 1.166 1.283 1.411Terugbetaling recuperatie geneesmiddelen

- - 74.474 - 19.179

Heffing zakencijfer - Afrekening 2006

- - - 10.479 -

Bestrijding tabaksgebruik 1.000 2.000 2.000 2.000 2.000Campagnes - 2.000 2.000 2.000 2.000Verhoogde kosten tarificatiediensten

5.164 3.779 3.864 3.927 3.991

Autoverzekering (HVKZ) - 62 65 65 5Informatisering - - - - 11.000Kinesitherapeuten opleiding verpleger

4.599 - - - -

Terugbetaling generieken - - 3.309 3.309 - Terugbetaling heffing zakencijfer

- - - 35.000 41.346

Provisiefonds geneesmiddelen (overschrijding)

- - - - 109.310

Totaal 698.235 584.696 759.710 913.635 1.166.879

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken

348

Page 357: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

V

Sociale bijstand

2004-2008

Page 358: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 359: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. De dienstverlening van de OCMW’s 1.0 Methodologische nota A. Het recht op maatschappelijke integratie De nieuwe wet van 26.05.2002 aangaande het recht op maatschappelijke integratie is van toepassing vanaf 01.10.2002. Zij vervangt de oude wet van 1974 met betrekking tot het bestaansminimum. De nieuwe reglementering voorziet, behalve een tegemoetkoming voor onbemiddelde personen (“het leefloon” genoemd), de mogelijkheid om een opleiding te volgen, om een baan te vinden en om door een maatschappelijk assistent begeleid te worden. Het leefloon wordt toegekend en uitbetaald door de gemeentelijke openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De federale Staat betaalt een gedeelte van de uitgekeerde bedragen terug. Het saldo is ten laste van de OCMW's en dus onrechtstreeks van de gemeenten, die wettelijk verplicht zijn het eventuele tekort op de rekening van het OCMW bij te passen (Cf. art. 106 OCMW-wet). In tabel 1.1 vindt men de evolutie van het aantal rechthebbenden op het leefloon naar gezinstype. Voor het jaar 2004 zijn de categorieën: gezin (categorie A): samenwonenden; alleenstaande (categorie B): alleenstaand persoon; alleenstaande die recht heeft op een verhoogde uitkering (categorie C): alleenstaande ouder

die een gedeeltelijke kinderlast heeft; men onderscheidt de alleenstaande ouder die alimentatiegeld betaalt voor zijn kind(eren) en de alleenstaande ouder die de helft van de tijd samenwoont met zijn kind(eren) in het kader van co-ouderschap;

de éénoudergezinnen met kinderlast (categorie D). Voor 2005-2008 zijn de opgenomen categorieën: samenwonende met één of meerdere personen alleenstaande samenwonende met personen ten laste De jaarlijkse bedragen die kunnen worden toegekend zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004=100):

- samenwonende met één of meerdere personen: 5.806,30 euro - alleenstaande: 8.709,45 euro - samenwonende met personen ten laste: 11.612,61 euro

Tabel 1.2 toont een aantal jaargegevens: het gemiddeld aantal gerechtigden, een gemiddeld jaarbedrag en de uitgaven (uitgedrukt in duizend euro). Het totaal van de uitgaven omvat alle kosten die betrekking hebben op het uitgekeerde leefloon voor een bepaald jaar, en houdt dus ook rekening met de kosten die in een volgend boekjaar werden vereffend.

V. Sociale bijstand 1. De dienstverlening van de OCMW's

351

Page 360: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

B. De activering van de financiële dienstverleningen van de OCMW’s Sinds 01.01.1998 krijgen de gerechtigden op bestaansminimum (vanaf 01.10.2002: leefloon) toegang tot de volgende tewerkstellingsinitiatieven: de doorstromingsprogramma's; de arbeidsplaatsen erkend in het kader van de professionele reïntegratie van langdurig

werklozen (dienstenbanen); de banenplannen; de initiatieven voor sociale inschakeling … 1 In 2000 werd het "Lenteprogramma" van kracht. Het betreft een actieplan dat gericht is op de vermindering van het aantal gerechtigden op het bestaansminimum. Hiertoe werden bepaalde tewerkstellingsmodaliteiten versterkt, onder andere de sociale tewerkstelling binnen de OCMW's in het kader van art. 60, § 7 en art. 61 van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn2. Meer bepaald gebeurt dit door de verhoging van de Staatstoelage, de uitbreiding van de mogelijkheden tot terbeschikkingstelling (eveneens voor de privé-sector) en de mogelijkheid tot tijdelijke deeltijdse tewerkstelling. Verder werden nieuwe tewerkstellingskansen gecreëerd, zoals de invoeginterim en de tewerkstelling in het kader van de sociale economie. De uitgaven gekoppeld aan de activering maken integraal deel uit van de begroting die voorbehouden is aan het recht op maatschappelijke integratie en op maatschappelijke dienstverlening. Er bestaan evenwel twee specifieke toelagen: De ene moedigt de tewerkstelling aan in de sector van de sociale economie en omvat:

De verhoogde Staatstoelage: in de sociale economie neemt de begroting van maatschappelijke integratie het verschil tussen het leefloon en de regelmatige tussenkomst toegekend aan de personen die tewerkgesteld zijn in het kader van de toepassing van artikel 60, § 7 ten laste;

De activering van het leefloon voor de begunstigden tewerkgesteld via de invoeginitiatieven in de sociale economie (SINE);

De andere werd toegekend aan de OCMW’s in het kader van de activering zoals voorzien in het “Lenteprogramma”. Dit omvat: De met 25 % verhoogde Staatstoelage voor diegenen die tewerkgesteld worden in het

kader van artikel 60, § 7; De monitoring van het "Lenteprogramma".

In 2004 bedroegen de toelagen voor sociale economie aan openbare besturen 9.920 duizend euro. Voor hetzelfde jaar bedroegen de toelagen voor het “Lenteprogramma” aan lokale besturen 10.721 duizend euro. In de tabel 1.3 hernemen we het aantal tewerkgestelde personen in het kader van de maatschappelijke integratie en in het kader van de maatschappelijke hulp. Het gaat voornamelijk om tewerkstellingen in toepassing van artikelen 60, §7 en 61 van de organieke wet van 08.07.1976 op de openbare centra van maatschappelijk welzijn en om activeringsmaatregelen. Tabel 1.4 geeft het aantal gerechtigden van financiële hulp (equivalent van het leefloon), toegekend in het kader van maatschappelijke hulp. U vindt aanvullende informatie over de maatschappelijke integratie en de maatschappelijke hulp op de website van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie bevoegd voor Grootstedenbeleid: www.mi-is.be.

1 Vanaf 01.01.2002 vervangt de veralgemeende activering (activa) de vroegere maatregelen: de --------------------dienstenbanen, de invoeginterim en het banenplan. 2 Zie art. 6-9 van de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

V. Sociale bijstand 1. De dienstverlening van de OCMW's

352

Page 361: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.1 Aantal rechthebbenden op leefloon naar gezinstype

a) jaar 2004

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2004

Samenwonenden 22.756Alleenstaanden 34.856Alleenstaanden met het recht op een verhoogd bedrag

1.111

Eenoudergezinnen met kinderen ten laste 16.821

Totaal 75.544

b) periode 2005-2008

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2005 01.2006 01.2007 01.2008

Samenwonenden met één of meerdere personen 21.130 21.777 22.040 23.137Alleenstaanden 36.792 37.387 37.249 37.606Samenwonenden met personen ten laste

18.335 19.542 21.113 22.159

Totaal 76.257 78.705 80.402 82.901

1.2 Totale uitgaven leefloon

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

2004 2005 2006 2007 2008

Gemiddeld aantal rechthebbenden 75.558 76.255 78.715 80.409 82.737Volledig 52.035 53.001 54.803 56.359 58.499Gedeeltelijk 23.523 23.254 23.912 24.050 24.238

Gemiddeld jaarbedrag (euro) 3.505 3.788 3.921 4.142 4.471Totaal uitgaven (duizend euro) 264.813 288.878 308.662 333.091 369.948

1.3 Aantal tewerkgestelde rechthebbenden

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008

Maatschappelijke integratie 7.984 8.625 9.409 9.645 9.584Maatschappelijke hulp 1.547 1.606 1.825 1.955 2.052

1.4 Aantal rechthebbenden op maatschappelijke hulp (financiële hulp)

Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2004 01.2005 01.2006 01.2007 01.2008

Aantal rechthebbenden 38.084 35.811 32.532 28.092 21.652

V. Sociale bijstand 1. De dienstverlening van de OCMW's

353

Page 362: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 363: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Inkomensgarantie voor ouderen - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

2.0 Methodologische nota A. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Vanaf 01.06.2001 wordt een nieuwe uitkering, ingevoerd door de wet van 22.03.2001, toegekend: de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Degenen die genoten van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden vóór 01.06.2001 kunnen ervan blijven genieten, indien dit voordeliger is dan de nieuwe uitkering. De IGO verschilt van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden hoofdzakelijk door de volgende eigenschappen: de leeftijd van dewelke men recht kan hebben op de IGO is dezelfde voor de mannen als voor

de vrouwen: 62 jaar in 2002; 63 jaar vanaf 2003; 64 jaar vanaf 2006 en 65 jaar vanaf 2009. de IGO is een individueel recht (er is geen “gezinsbedrag”); het totale bedrag van de inkomsten en pensioenen in aanmerking genomen bij de berekening

wordt gedeeld door het aantal personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen.

In de nieuwe wet, spreekt men niet meer van bedrag “samenwonende “ of bedrag “alleenstaande”, maar van personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen of niet delen. Het toegekende bedrag is afhankelijk of de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen of niet. Het basisbedrag wordt met 50% verhoogd als de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats niet deelt met één of meerdere personen. Dit heeft tot gevolg dat twee personen die samenwonen recht hebben op het basisbedrag, onafhankelijk van het feit ze getrouwd zijn of niet. De wet maakt een uitzondering voor bepaalde categorieën van personen die niet verondersteld worden dezelfde hoofdverblijfplaats te delen als de aanvrager, niettegenstaande ze op hetzelfde adres ingeschreven zijn in het Rijksregister. Deze zijn : de minderjarige kinderen, de meerderjarige kinderen waarvoor gezinsbijslag ontvangen wordt, de bloed- of aanverwanten in dalende lijn, de personen die in hetzelfde rustoord, hetzelfde rust- en verzorgingstehuis of hetzelfde psychiatrisch centrum verblijven. Als de rechthebbende zijn hoofdverblijfplaats enkel deelt met personen van deze categorieën, dan heeft deze recht op de verhoogde uitkering. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004): het bedrag “hoofdverblijfplaats delend”: 7.143,91 euro per jaar; het bedrag “hoofdverblijfplaats niet delend”: 10.715,87 euro per jaar. We stellen een belangrijke stijging vast van het bedrag van de jaarlijkse uitgaven, dit is hoofdzakelijk het gevolg van een stijging buiten index van het basisbedrag met 60 euro per maand op 01.12.2006 B. Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden is een volledig kosteloos voordeel, wat wil zeggen dat geen enkele tegenoverstaande bijdrage vereist is. Het wordt toegekend na een onderzoek naar de bestaansmiddelen, wanneer deze een bepaald forfaitair jaarbedrag niet overschrijden. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004): het "gezinsbedrag": 10.799,51 euro per jaar; het bedrag “alleenstaande”: 8.099,78 euro per jaar. Het toegekende bedrag wordt met 90 % van de pensioenvoordelen die de aanvrager/aanvraagster of zijn/haar echtgeno(o)t(e) ontvangt verminderd.

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

355

Page 364: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De RVP geeft in zijn statistieken dezelfde opsplitsing als voor de pensioenen, zodat het bedrag "alleenstaande" onderverdeeld is in drie categorieën: gehuwden, niet gehuwden en weduwnaars (of weduwen). Vanaf 1999 werd jaarlijks een forfaitaire bijzondere verwarmingstoelage toegekend aan alle gerechtigden. Deze toelage werd vanaf 2002 opnieuw afgeschaft, ze blijft evenwel gelden voor de toegekende prestaties die dateren van voor juni 2001. Voor de IGO en voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden geven we het aantal rechthebbenden (resp. tab. 2.1 en 2.2) en het totaal der uitgaven (tab. 2.3).

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

356

Page 365: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.1

Aan

tal r

ech

theb

ben

den

IGO

vo

lgen

s le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

VP

60-6

4 ja

ar65

-69

jaar

70-7

4 ja

ar75

-79

jaar

80-8

4 ja

ar85

jaar

en

+T

ota

al

Man

nen

144

6.60

56.

179

5.85

54.

357

2.86

326

.003

Zij

die

hun

hoof

dver

blijf

plaa

ts d

elen

583.

200

3.21

23.

282

2.27

51.

192

13.2

19Z

ij di

e hu

n ho

ofdv

erbl

ijfpl

aats

nie

t del

en86

3.25

22.

709

2.40

81.

947

1.57

911

.981

Nie

t ver

deel

de g

eval

len

015

325

816

513

592

803

Vro

uw

en2.

190

11.1

7211

.273

11.3

799.

241

7.89

453

.149

Zij

die

hun

hoof

dver

blijf

plaa

ts d

elen

506

2.65

22.

997

2.70

11.

580

600

11.0

36Z

ij di

e hu

n ho

ofdv

erbl

ijfpl

aats

nie

t del

en1.

672

8.14

37.

906

8.33

17.

385

7.06

840

.505

Nie

t ver

deel

de g

eval

len

1237

737

034

727

622

61.

608

To

taal

rec

hth

ebb

end

en2.

334

17.7

7717

.452

17.2

3413

.598

10.7

5779

.152

2.2

Aan

tal r

ech

theb

ben

den

gew

aarb

org

d in

kom

en v

oo

r b

ejaa

rden

vo

lgen

s le

efti

jdsk

lass

e en

ges

lach

t

Bro

n: R

VP

Min

der

dan

60

jaar

60-6

4 ja

ar65

-69

jaar

70-7

4 ja

ar75

-79

jaar

80-8

4 ja

ar85

jaar

en

+T

ota

al

Man

nen

11

183

71.

042

622

393

2.89

7

Geh

uwde

n, g

ezin

(ru

stpe

nsio

en)

00

143

943

913

755

1.07

1G

ehuw

den,

alle

enst

aand

en (

rust

pens

ioen

)1

10

6056

3211

161

Nie

t geh

uwde

n (r

ustp

ensi

oen)

00

033

452

944

131

91.

623

Rus

t & o

verle

ving

00

04

1812

842

Vro

uw

en11

962

02.

802

3.00

92.

641

2.47

911

.571

Geh

uwde

n, g

ezin

(ru

stpe

nsio

en)

00

1150

124

077

Geh

uwde

n, a

lleen

staa

nden

(ru

stpe

nsio

en)

119

4115

813

571

2845

3N

iet g

ehuw

den

(rus

tpen

sioe

n)0

052

82.

348

2.54

22.

340

2.23

29.

990

Rus

t & o

verle

ving

00

4024

632

022

621

91.

051

To

taal

rec

hth

ebb

end

en12

1062

13.

639

4.05

13.

263

2.87

214

.468

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 200

8

Toe

stan

d op

1 ja

nuar

i 200

8

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

357

Page 366: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RVP

2004 2005 2006 2007 2008

IGO 180.433 196.144 211.913 287.750 382.148 Gewaarborgd inkomen 79.251 75.411 74.095 66.913 9.437 Verwarmingstoelage 1.197 1.070 904 781 693

Totaal 260.881 272.625 286.912 355.444 392.278

2.3 Jaarlijkse uitgaven (duizend euro)

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

358

Page 367: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 3.0 Methodologische nota De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties steeds door de Staat gefinancierd worden. In 1969 ontstaan de gewone tegemoetkoming, bestemd voor de personen met een fysische handicap en de bijzondere tegemoetkoming, bestemd voor de andere personen met een handicap. In 1973 worden het verhoogd gewaarborgd inkomen en de tegemoetkoming voor hulp van derde ingesteld, en in 1976 de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. In 1974 worden de bedragen van de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen verhoogd en gediversifieerd naargelang van de gezinstoestend, en het onderzoek naar de bestaansmiddelen wordt verscherpt. Tenslotte heeft de wet van 27.02.1987 de regeling grondig hervormd: de inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon wiens

verdienvermogen, ingevolge zijn handicap, verminderd is tot een derde of minder van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. De integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap met een verminderde zelfredzaamheid, die aldus moeilijkheden ondervindt om zich in het maatschappelijk leven te integreren;

de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt eveneens toegekend wegens gebrek aan en of vermindering van zelfredzaamheid.

In geval van herziening van hun dossier, kunnen de “niet-bejaarde” rechthebbenden aanspraak maken op verworven rechten, indien hun recht vóór 31.12.1974 is ingegaan. De “bejaarde” rechthebbenden kunnen verworven rechten laten gelden, ongeacht de datum waarop hun tegemoetkoming is ingegaan. Er zijn twee tabellen, welke ingedeeld werden volgens soort tegemoetkoming. Het betreft het aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (tabel 3.1) en de totale uitgaven per type tegemoetkoming (tabel 3.2).

V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

359

Page 368: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3.1 Aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (jaargemiddelden)

Bron: FOD Sociale Zekerheid

2004 2005 2006 2007 2008

Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming

130.295 133.672 134.011 135.552 139.233

Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

109.594 114.994 118.334 125.958 126.816

Gewone en bijzondere tegemoetkoming

KB 1969 3.419 3.070 2.874 2.559 2.297KB 1974 0 0 0 0 0

Aanvullende tegemoetkoming 4.317 3.713 3.464 3.055 2.699

Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen

2.844 2.242 1.956 1.540 1.233

Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend)

737 587 516 401 320

Totaal rechthebbenden 251.206 258.278 261.155 269.065 272.598

Tegemoetkoming voor hulp van

derde (totaal der voordelen) (1) 3.862 3.188 2.858 2.393 1.980

(1) Dit totaal omvat diegenen die uitsluitend recht hebben op deze tegemoetkoming en diegenen die ze cumuleren met een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen.

V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

360

Page 369: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: FOD Sociale Zekerheid

2004 2005 2006 2007 2008

Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming

823.118 869.804 893.294 934.388 1.013.536

Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

342.091 367.964 377.587 393.120 416.412

Gewone en bijzondere tegemoetkoming

KB 1969 19.736 18.170 16.551 14.989 14.108KB 1974 0 0 0 0 0

Aanvullende tegemoetkoming 16.360 14.419 12.890 11.641 10.892

Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen

4.606 3.582 2.848 2.282 1.894

Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend) 7.147 5.366 4.900 4.102 3.617

Totaal maandelijkse termijnen 1.213.058 1.279.305 1.308.070 1.360.522 1.460.459

Achterstallen 149.764 150.346 118.930 124.354 150.618

Totaal 1.362.822 1.429.651 1.427.000 1.484.876 1.611.077

3.2 Totale uitgaven tegemoetkomingen aan personen met een handicap naar type tegemoetkoming (duizend euro)

V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

361

Page 370: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 371: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

VI

DOSZ

2004-2008

Page 372: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 373: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

A. Beschrijving van het stelsel Elke analyse van de overzeese sociale zekerheid vereist een verwijzing naar de wet van 16.06.1960. Deze wet belast de organismen met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi onder de controle en met de waarborg van de Belgische Staat. Verzekeringen De sociale zekerheidsregeling van koloniaal recht bevatte de volgende sectoren: ouderdom en vroegtijdige dood; kinderbijslag; ziekte en invaliditeit; geneeskundige verzorging; vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen en beroepsziekten. De onafhankelijkheid van de eertijds door België bestuurde gebieden heeft de opheffing van deze wetgevingen van koloniaal recht tot gevolg gehad. De regeling voor overzeese sociale zekerheid die nadien ontstond, werd ingesteld door de wet van 17.07.1963, welke meermaals gewijzigd werd. Het huidige toepassingsgebied van deze wet is het geheel van personen, die hun beroepsactiviteit in het buitenland verrichten en die niet vallen onder de Verordening (EEG) n°1408 / 71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Het grondgebied waarop de Verordening (EEG) n°1408 / 71 van toepassing is, is dat van de Europese Unie, verruimd met IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. Volgens de huidige wetgeving omvat de regeling de volgende takken: de ouderdoms- en overlevingsverzekering; ziekte- en invaliditeitsverzekering; de verzekering voor geneeskundige verzorging; de mogelijkheid om bijzondere contracten inzake arbeidsongevallen, geneeskundige

verzorging, alsook ouderdoms- en overlevingscontracten (aanvullende verzekeringen) aan te gaan.

Het is een wettelijke regeling door de Belgische Staat ingesteld en gewaarborgd. De aansluiting bij de overzeese sociale zekerheid is niet verplicht. Iedere belanghebbende kan vrij over zijn aansluiting bij deze regeling beslissen. Kunnen erbij aansluiten: de personen die hun beroepsactiviteit uitoefenen in een buitenland, dat niet onder de toepassing valt van de Verordening (EEG) n°1408 / 71. De regeling voor overzeese sociale zekerheid bevat geen enkele verwijzing naar de voorwaarden waarin de aangeslotenen hun overzeese beroepsactiviteit uitoefenen. Zowel de personen, die door een contract hun diensten verhuren als zelfstandigen kunnen zich aansluiten. Sociale bijdragen De financiering van de takken ouderdom en vroegtijdige dood, ziekte en invaliditeit en geneeskundige verzorging in de huidige wetgeving wordt gespijsd door bijdragen die door de verzekerde vrij tussen een bodem- en grensbedrag worden bepaald en die de kostprijs voor levensonderhoud volgen (spilindexcijfers). Het minimum basisbedrag van de maandelijkse bijdrage bedraagt 37,18 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 226,08 euro (spilindex 110,51 basis 2004).

VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime

365

Page 374: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Het maximum basisbedrag bedraagt 148,74 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 904,44 euro (spilindex 110,51 basis 2004). De storting evenwel van het minimumbedrag van de bijdrage opent slechts een recht op pensioen en op de terugbetaling van de geneeskundige verzorging. De uitkeringen van ziekengeld en invaliditeitsuitkeringen worden slechts toegekend indien de gemiddelde maandbijdrage het minimum (geïndexeerd) basisbedrag bereikt. De tussenkomst van de werkgever is niet vereist voor de betaling van de bijdragen: de wet of haar uitvoeringsbesluiten bepalen geen enkele nadere verdelingsregeling van de bijdragen tussen werkgever en de verzekerde; een verdeling kan enkel voortvloeien uit een overeenkomst tussen partijen. De wet van 17.07.1963 heeft drie Fondsen opgericht, elk met een eigen vermogen, namelijk het pensioenfonds1 het invaliditeitsfonds2 het solidariteits- en perequatiefonds3

Onverminderd de bijzondere bepalingen die gelden voor verzekerden van niet E.U.-nationaliteiten4 worden de bijdragen tussen de drie Fondsen zo verdeeld: Pensioenfonds:............................................70,0% Invaliditeitsfonds:...........................................9,5% Solidariteits- en perequatiefonds:................20,5% Geneeskundige verzorging Het betreft een uitgestelde verzekering, wat betekent dat de terugbetaling van de kosten van de geneeskundige verzorging aan de verzekerde en zijn rechthebbenden enkel wordt verkregen, indien aan bepaalde voorwaarden inzake verzekeringsduur (minstens 16 jaar deelname) en leeftijd (het in genot treden van de voordelen kan ten vroegste vanaf 50 jaar) is voldaan of wanneer de verzekerde arbeidsongeschikt is bevonden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17.07.1963 (hoofdstuk IV). Uitkeringen Voor de verzekerde zijn uitkeringen voorzien in geval hij niet in staat is door zijn werk in zijn levensonderhoud te voorzien ten gevolge van een ziekte die zich manifesteert of van een ongeval5 dat zich voordoet tijdens de verzekeringsperiode. Ook de verzekerde vrouw die haar beroepsactiviteit staakt wegens zwangerschap, is erkend als zijnde niet in staat om door haar werk in haar levensonderhoud te voorzien.

1 Beheer van de uitkeringen van de ouderdoms- en overlevingsverzekering verzekerd in individuele kapitalisatie. 2 Beheer van de ziekte en invaliditeitsverzekering, van de verzekering geneeskundige verzorging en van de contracten voor bijkomende verzekeringen. 3 Beheer van de prestaties van de ouderdoms- en overlevingsverzekering gefinancierd door de repartitieregeling. 4 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. 5 Uitgezonderd een arbeidsongeval.

VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime

366

Page 375: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Pensioenen De ouderdoms- en overlevingsverzekering, ten laste van het Fonds voor pensioenen, voorziet in de toekenning van ouderdoms- en weduwenrenten. We beperken ons in deze nota tot de bespreking van de ouderdomsrenten. Voor de weduwenrenten, pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot en de indexering van de uitkeringen verwijzen we de lezer naar de website van de DOSZ: www.dosz.be . De ouderdomsrenten worden verkregen vanaf 55 jaar voor de vrouwelijke verzekerden en vanaf een leeftijd die verschilt naargelang van de duur van de aansluiting bij de verzekering voor de mannelijke verzekerden. De ‘normale leeftijd’ is op 55 jaar vastgesteld voor een aansluiting van 20 jaar en meer. Indien de aansluiting bij de verzekering minder dan 20 jaar bedraagt, wordt de leeftijd met één jaar verhoogd per periode van twee jaar minder aansluiting. Voor minder dan twee jaar aansluiting bij de verzekering wordt de leeftijd om voor het ouderdomspensioen in aanmerking te komen bijgevolg op 65 jaar vastgesteld. Onder bepaalde voorwaarden en mits vermindering van het bedrag van de prestatie, kan de verzekerde de vervroegde uitkering van de ouderdomsrente ten vroegste tien jaar voor de normale leeftijd van het in genot treden van het voordeel, bekomen. Het bedrag van de ouderdomsrente wordt bepaald door toepassing van de regels van de individuele kapitalisatie. Het is bijgevolg rechtstreeks afhankelijk van het bedrag van de gestorte bedragen, evenals van de leeftijd van de verzekerde op het ogenblik van de storting van de bijdragen en van de ingangsdatum van het pensioen. Gezinsbijslag De wetten van 16.06.1960 en 17.07.1963 garanderen ten gunste van de rechtgevende kinderen, onderdanen van een der landen, die lid zijn van de Europese Unie6, kinderbijslag: aan de gepensioneerde koloniale werknemers die een loopbaan van tenminste 16 jaar

hebben; aan de slachtoffers van een arbeidsongeval overkomen vóór 01.07.1960 en aan de personen

met een beroepsziekte die na die datum niet meer aan het risico blootgesteld waren; aan de verzekerden die een uitkering trekken krachtens de verzekering geneeskundige

verzorging. Arbeidsongevallen en beroepsziekten De wetgeving voor sociale zekerheid naar koloniaal recht voorzag in de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Die uitkeringen worden door de wet van 16.06.1960 gewaarborgd. Het bij de wet van 17.07.1963 opgerichte stelsel voorziet niet in deze takken van sociale zekerheid in het kader van de algemene regeling. Nochtans verschaft de wet de mogelijkheid van een aanvullende verzekering inzake arbeidsongevallen.

6 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.

VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime

367

Page 376: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

B. Lopende rekeningen (budgettair concept) (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

Ontvangsten

Bijdragen 46.764 49.260 54.141 54.195 62.564Staatstoelagen 285.470 290.348 285.110 284.559 310.496Alternatieve financiering Toegewezen ontvangsten 1.692 2.293 1.938 1.395 2.344Externe overdrachten 1.988 3.764 3.864 0 1.973Opbrengsten beleggingen 1.471 921 1.306 1.512 2.835Diversen 3.799 3.427 3.466 3.442 3.742

Totaal lopende ontvangsten 341.184 350.013 349.825 345.104 383.954

Uitgaven

Sociale prestaties 321.952 325.282 330.770 339.720 355.461Betalingskosten 21 18 15 14 11Beheerskosten 9.632 9.502 8.956 8.953 9.328Externe overdrachten 962 3.100 2.605 2.160 3.087Intresten op leningen 43 61 196 22 805Diversen 3.188 2.963 3.066 3.091 4.306

Totaal lopende uitgaven 335.798 340.926 345.608 353.961 372.998

Saldo lopende rekeningen 5.386 9.087 4.217 -8.857 10.956

VI. DOSZ B. Lopende rekeningen

368

Page 377: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

C. Statistieken

1. Aantal bijdragebetalenden naar geslacht en categorie (Wet van 17.07.1963)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Mannen 6.635 6.764 7.019 7.301 7.768

Vrouwen 1.740 1.748 1.735 1.771 1.903

Totaal 8.375 8.512 8.754 9.072 9.671

2. Bijdragen volgens wetgeving en verzekering (duizend euro)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Uitvoering van de voormalige

sociale wetgeving (1)

Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Arbeidsongevallen 0,5 0,5 0,5 0,5 0,4Beroepsziekten 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4

Stelsel van overzeese sociale zekerheid

Ouderdom en vroegtijdige dood 33.300,5 35.546,6 38.775,6 38.970,3 44.953,2Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging) 3.464,9 3.717,1 4.071,5 4.065,1 4.692,5

Aanvullende verzekeringen (2)

Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging)

7.906,3 8.367,5 8.843,3 9.167,1 10.703,2

Arbeidsongevallen 1.281,3 1.562,4 1.648,6 1.317,9 1.052,2

Uitvoering van de wet van

05.08.1968 (3)

Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

(2) Het gaat om de verzekeringen bepaald in artikels 57 en 57bis van de wet van 17.07.1963.

(1) De van kracht zijnde sociale wetgeving van Belgisch-Kongo, Rwanda en Burundi voor de toetreding van deze landen tot de onafhankelijkheid.

(3) Uitvoering van de wet tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privé-sector.

VI. DOSZ C. Statistieken

369

Page 378: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Aantal rechthebbenden geneeskundige verzorging naar categorie (1) (2)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Gewezen werknemers 4.422 4.390 4.346 4.389 4.312Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genieten 106 102 101 103 101Slachtoffers van een arbeidsongeval 1 1 1 1 1Personen met een beroepsziekte

1 1 0 0 0

Weduwen van

Gewezen werknemers 2.072 2.029 2.004 2.027 2.057Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genoten 99 96 96 96 96Slachtoffers van een arbeidsongeval 14 13 13 13 13Personen met een beroepsziekte

7 7 7 7 7

(2) Voor 2008 bedragen het aantal dubbeltellingen met de verplichte verzekering ziekte-invaliditeit van het RIZIV voor de gewezen werknemers 1.177 en voor de weduwen 720. Het betreft de opgeschorte rechten.

Toestand op 31 december

(1) Er wordt geen rekening gehouden met de titularissen van een aanvullend contract inzake geneeskundige verzorging.

VI. DOSZ C. Statistieken

370

Page 379: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: DOSZ Toestand 2007

Verzeker-

den (1)Gepensio-neerden

Weduwen Invaliden

Wet van 16.06.1960 0 222 1.533 6Geneesheren 0 19 144 0Farmaceutische verstrekkingen 0 60 245 6Ziekenhuisverpleging 0 46 316 0Verpleegkundige zorgen 0 7 69 0Kinesitherapeuten 0 3 32 0Andere verstrekkingen 0 87 727 0

Wet van 17.07.1963 6.845 14.436 4.132 613

Geneesheren 2.201 2.301 634 100Farmaceutische verstrekkingen 1.724 2.664 488 185Ziekenhuisverpleging 1.436 3.704 968 158Verpleegkundige zorgen 17 437 190 37Kinesitherapeuten 83 270 100 22Andere verstrekkingen 1.384 5.060 1.752 111

Totaal 6.845 14.658 5.665 619

Bron: DOSZ Toestand 2008

Verzeker-

den (1)Gepensio-neerden

Weduwen Invaliden

Wet van 16.06.1960 0 127 1.761 6Geneesheren 0 6 159 0Farmaceutische verstrekkingen 0 53 253 6Ziekenhuisverpleging 0 8 445 0Verpleegkundige zorgen 0 3 83 0Kinesitherapeuten 0 2 36 0Andere verstrekkingen 0 55 785 0

Wet van 17.07.1963 7.725 14.859 5.425 801

Geneesheren 2.531 2.296 693 101Farmaceutische verstrekkingen 1.899 27 579 180Ziekenhuisverpleging 1.602 3.446 1.515 229Verpleegkundige zorgen 14 492 270 28Kinesitherapeuten 96 255 111 19Andere verstrekkingen 1.583 8.343 2.257 244

Totaal 7.725 14.986 7.186 807

(1) Bijkomende verzekering (art. 57 van de wet van 17.07.1963).

4. Uitgaven voor geneeskundige verzorging volgens hoofdrubriek en toepasselijke wetgeving (duizend euro)

VI. DOSZ C. Statistieken

371

Page 380: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. Aantal rechthebbenden uitkeringsverzekering

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Invaliden 83 72 60 102 92Weduwen 43 39 38 36 36Wezen 3 3 2 2 1

Totaal 129 114 100 140 129

6. Uitgaven voor de uitkeringsverzekering volgens wetgeving en categorie(duizend euro)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Wet van 16.06.1960 50 43 34 30 27Invaliden 27 24 19 15 12Weduwen 23 19 15 15 15Wezen 0 0 0 0 0

Wet van 17.07.1963 729 720 635 620 674Invaliden 671 661 574 559 611Weduwen 57 58 60 60 62Wezen 1 1 1 1 1

Totaal 779 763 669 650 701

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

372

Page 381: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

7. Aantal rechthebbenden renten en toelagen volgens wetgeving en categorie (1)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Wet van 16.06.1960 29.176 28.253 27.336 26.589 25.495Rustpensioenen 18.456 17.578 16.769 15.903 14.934Overlevingspensioenen 10.720 10.675 10.567 10.686 10.561

Wet van 17.07.1963 25.213 25.587 26.149 27.239 28.134Rustpensioenen 17.698 17.901 18.285 19.162 19.886Overlevingspensioenen 7.515 7.686 7.864 8.077 8.248

8. Uitgaven voor de renten en toelagen (duizend euro)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Rust 223.257 228.140 231.539 239.183 250.473Weduwen 63.360 65.423 67.614 68.449 72.090Wezen 1.203 1.203 1.050 1.061 1.105

Totaal 287.820 294.766 300.203 308.693 323.668

Toestand op 31 december

(1) De pensioengerechtigden gewaarborgd door de wet van 16.06.1960 die genoten hebben van de regeling ingesteld door de wet van 17.07.1963 zijn onder beide wetgevingen opgenomen.

VI. DOSZ C. Statistieken

373

Page 382: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

9. Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

0 - 6 jaar 2 2 0 0 0 6 - 12 jaar 17 14 8 7 612 - 16 jaar 14 12 20 11 1216 - 25 jaar 48 38 26 34 3425 jaar en ouder 6 10 9 8 7

Totaal 87 76 63 60 59

10. Uitgaven voor gezinsbijslag (duizend euro)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Gezinsbijslag 171 163 137 144 121

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

374

Page 383: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

11. Aantal rechthebbenden arbeidsongevallen volgens wetgeving en categorie

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Wet van 16.06.1960 253 228 217 201 179Invaliden 197 176 168 154 137Weduwen 56 52 49 47 42

Wet van 17.07.1963 (contracten) 347 335 332 325 307Invaliden 278 270 268 260 245Weduwen 57 56 55 56 55Wezen 12 9 9 9 7

Totaal 600 563 549 526 486

12. Uitgaven arbeidsongevallen volgens wetgeving (duizend euro)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Wet van 16.06.1960 (art. 4)Algemene regeling 484 466 436 441 395

Wet van 17.07.1963 (art. 57)Aanvullende verzekering 1.528 1.566 1.559 1.722 1.527

Totaal 2.012 2.032 1.995 2.163 1.922

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

375

Page 384: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

13. Aantal rechthebbenden beroepsziekten

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Wet van 16.06.1960 21 21 20 17 16

Blijvende arbeidsongeschiktheid 14 14 13 11 10Weduwen 7 7 7 6 6

14. Uitgaven voor beroepsziekten (duizend euro)

Bron: DOSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Beroepsziekten 116 111 110 99 97

Toestand op 31 december

VI. DOSZ C. Statistieken

376

Page 385: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

VII

BIJLAGEN

Page 386: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 387: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1. Indexering 1.0 Methodologische nota De basisreglementering voor de indexering van de uitkeringen van de sociale zekerheid (privé-sector) en de sociale bijstand ligt vervat in de wet van 02.08.1971. Deze wet werd sinds het begin van de jaren zeventig meermaals aangepast. Zo onttrok een wet van 01.03.1977 een aantal uitgaven in de overheidssector, waaronder de wedden, lonen en pensioenen van de ambtenaren, aan het toepassingsgebied van de wet van 02.08.1971 en paste er een ander, voordeliger, indexeringsmechanisme op toe. De wetgever wenste dat deze uitgaven de evolutie van de levensduurte sneller zouden volgen. In de jaren tachtig en negentig vielen drie belangrijke wijzigingen te noteren: in 1983 werd het zogenaamde 'afgevlakte indexcijfer' ingevoerd (KB's nr. 156 en 178 van

30.12.1982); KB nr. 281 van 31.03.1984, gewijzigd door het KB nr. 420 van 18.07.1986, voorzag dat voor

een aantal sociale uitkeringen drie indexaanpassingen niet werden doorgevoerd (indexsprongen);

een KB van 24.12.1993, ter uitvoering van de wet van 06.01.1989 tot vrijwaring van ‘s lands concurrentievermogen, verving voor de toepassing van de wet van 02.08.1971 het ‘gewone’ indexcijfer der consumptieprijzen door de ‘gezondheidsindex’ (officieuze benaming).

De wet van 02.01.2001 (BS 03.01.2001, erratum 13.01.2001) en de wet van 19.07.2001 hebben het indexmechanisme opnieuw gewijzigd, ditmaal met het oog op een snellere aanpassing van de uitkeringen aan de evolutie van de gezondheidsindex. De wet past daartoe zowel de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van het tijdstip van de indexering (wet van 02.08.1971) als de bepalingen met betrekking tot de toepassingsdatum van de indexering (wet van 02.08.1971 én (gedeeltelijk) wet van 01.03.1977) aan. Kort samengevat ziet het indexeringsmechanisme vervat in de wet van 02.08.1971 (sociale zekerheid in de privésector en sociale bijstand) er als volgt uit: Het tijdstip van indexering De aanzet tot het indexeren van de uitkeringen wordt gegeven telkens wanneer de zogenaamde afgevlakte (gezondheids)index de spilindex bereikt. De afgevlakte (gezondheids)index is het rekenkundig gemiddelde van de (gezondheids)indexcijfers van de betrokken maand en van de drie voorafgaande maanden. Spilindexcijfers zijn getallen die behoren tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is (basis 1966) en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. Ze fungeren in feite als aanpassingsdrempels. De conversiecoëfficiënten laten toe van de indexcijfers van een vroegere basis naar een meer recente basis om te rekenen.

VII. Bijlagen 1. Indexering

379

Page 388: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

De toepassingsdatum De maandelijks te vereffenen bedragen worden dan aangepast met ingang van de maand die volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt1. De per kwartaal vereffende bedragen worden aangepast met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt. De indexaanpassing van de uitgaven die per jaar worden vereffend, wordt doorgevoerd met ingang van het burgerlijke jaar dat volgt op het jaar waarin de spilindex werd bereikt. De aanpassing van de bedragen Voor het aanpassen van de bedragen moet steeds teruggegrepen worden naar de basisbedragen die in de reglementering zijn opgenomen. Deze basisbedragen werden naar aanleiding van de invoering van de euro, opnieuw vastgesteld, uitgedrukt in euro en gekoppeld aan de spilindex van kracht op 01.01.2000: 103,14 (basis 1996). In geval van indexaanpassing worden de bedragen opnieuw berekend door op het basisbedrag de coëfficiënt 1,02n toe te passen, waarbij n de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt. Daartoe wordt ieder spilindexcijfer aangeduid met een volgnummer dat zijn rang aangeeft. De spilindex van rang 1 duidt de spilindex aan die volgt op 103,14 (basis 1996), dit wil zeggen, 103,14 x 1,021 = spilindex 105,20. In juli 2005 werd spilindex 116,15 (basis 1996) bereikt. Dit is het spilindexcijfer met rang 6. De basisbedragen werden dus vermenigvuldigd met 1,026 of 1,1262. De sociale prestaties werden aangepast op 1 augustus 2005. Vanaf 1 januari 2006 is de basis 2004 van toepassing. Om een indexcijfer van de consumptieprijzen met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8701 vermenigvuldigen. Om een gezondheidsindex met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8790 vermenigvuldigen. De spilindex 116,15 wordt dus 102,10 in de basis 2004. In december 2007 werd de spilindex 106,22 bereikt. De sociale prestaties werden aangepast op 1 januari 2008. Op 1 mei en op 1 september 2008 werden de sociale prestaties opnieuw verhoogd met 2 % naar aanleiding van het bereiken van de spilindexen 108,34 in april en 110,51 in augustus 2008. In overeenkomst met de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (momenteel 112,72) overschreden worden in december 2010. Reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen Op de volgende bladzijde vindt u een tabel met het overzicht van de reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de gezondheidsindex (basis 2004) van 2004 tot eind 2008. Voor een uitgebreidere reeks van indexcijfers verwijzen we naar de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Dienst Indexcijfer der prijzen: http://mineco.fgov.be. Vooruitzichten voor de te verwachten evolutie van het indexcijfer kan u vinden op de website van het Federaal Planbureau: www.plan.be . Meer bepaald vindt u daar bij “Vooruitzichten en macro-economische analyses” de publicatie “Economische begroting 2010 – Economische vooruitzichten”, welke een hoofdstuk wijdt aan de inflatieverwachtingen.

1 Omdat de toepassing van de indexaanpassing vanaf de eerste maand na het bereiken van de spilindex vooral voor uitkeringen die in het begin van de maand uitbetaald worden (d.w.z. slechts enkele werkdagen nadat het indexcijfer van de vorige maand werd gepubliceerd) problemen kan stellen, kan de Koning in dit geval bijzondere uitvoeringsmodaliteiten vaststellen.

VII. Bijlagen 1. Indexering

380

Page 389: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

1.1

Ove

rzic

ht

van

de

reël

e ev

olu

tie

van

het

ind

exci

jfer

van

de

con

sum

pti

epri

jzen

en

van

de

gez

on

dh

eid

sin

dex

(b

asis

200

4) (1

)

Bro

n: F

OD

Eco

nom

ie, K

.M.O

., M

idde

nsta

nd e

n E

nerg

ie

2004

2005

2006

2007

2008

Ind

exG

ezo

nd

hei

ds -

ind

exIn

dex

Gez

on

dh

eid

s -in

dex

Ind

exG

ezo

nd

hei

ds -

ind

exIn

dex

Gez

on

dh

eid

s -in

dex

Ind

exG

ezo

nd

hei

ds -

ind

ex

Janu

ari

98,6

099

,04

100,

8310

0,80

103,

4810

2,82

105,

2010

4,92

108,

8410

7,85

Feb

ruar

i98

,97

99,3

410

1,51

101,

3310

3,93

103,

3110

5,77

105,

4610

9,62

108,

71M

aart

99,1

199

,37

102,

1610

1,88

103,

8910

3,23

105,

7810

5,23

110,

4210

9,32

Apr

il99

,64

99,7

710

2,39

101,

8510

4,40

103,

6010

6,26

105,

5811

0,67

109,

49M

ei10

0,03

99,9

210

2,54

102,

0410

4,79

103,

9510

6,13

105,

3411

1,66

110,

20Ju

ni99

,98

99,9

010

2,85

102,

2210

4,77

103,

9310

6,12

105,

2811

2,28

110,

62Ju

li10

0,32

100,

2110

3,47

102,

6310

5,13

104,

2510

6,57

105,

7011

2,87

111,

22A

ugus

tus

100,

4410

0,23

103,

5710

2,65

105,

2610

4,38

106,

4410

5,67

112,

1811

0,88

Sep

tem

ber

100,

5110

0,28

103,

6910

2,54

104,

9610

4,36

106,

5410

5,71

112,

3611

1,15

Okt

ober

101,

0010

0,64

103,

5010

2,37

104,

7510

4,32

107,

1010

6,19

112,

1611

1,29

Nov

embe

r10

0,88

100,

6310

3,47

102,

6810

5,01

104,

5810

8,10

106,

9311

1,49

111,

09D

ecem

ber

100,

5510

0,43

103,

4510

2,76

105,

1510

4,68

108,

4010

7,44

111,

2511

1,24

Gem

idde

lde

100,

0099

,98

102,

7910

2,15

104,

6310

3,95

106,

5310

5,79

111,

3211

0,26

Toe

nam

e

in

%2,

09 %

1,63

%2,

79 %

2,17

%1,

79 %

1,76

%1,

82 %

1,77

%4,

50 %

4,23

%

(1)

Inge

volg

e he

t K.B

. van

24.

12.1

993

ter

uitv

oerin

g va

n de

wet

van

06.

01.1

989

tot v

rijw

arin

g va

n 's

land

s co

ncur

rent

ieve

rmog

en w

ordt

van

af ja

nuar

i 199

4 de

zog

enaa

mde

ge

zond

heid

sind

ex g

ebru

ikt a

ls b

asis

voo

r de

inde

xerin

g va

n de

soc

iale

uitk

erin

gen.

VII. Bijlagen 1. Indexering

381

Page 390: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: Federaal Planbureau

2009 2010

IndexGezondheids-

indexIndex

Gezondheids- index

Januari 111,36 111,45 112,01 111,37Februari 111,74 111,75 112,57 111,96Maart 111,10 111,07 112,62 111,99April 111,34 111,17 112,82 112,18Mei 111,25 110,96 112,93 112,26Juni 111,04 110,50 113,01 112,33Juli 110,97 110,48 113,15 112,47Augustus 111,31 110,66 113,14 112,43September 111,17 110,58 113,20 112,50Oktober 111,45 110,84 113,46 112,76November 111,53 110,90 113,54 112,84December 111,84 111,22 113,73 113,04

Gemiddelde 111,34 110,97 113,02 112,34

Toename in %

0,02 % 0,64 % 1,51 % 1,23 %

1.2 Vooruitzichten van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de gezondheidsindex (basis 2004)(Economische begroting 2010 van 11 september 2009)

VII. Bijlagen 1. Indexering

382

Page 391: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Basis 1981 Basis 1988 Basis 1996 Basis 2004

1.02.1990 140,771.11.1990 143,591.03.1991 146,45 108,261.12.1991 149,39 110,431.11.1992 152,38 112,641.07.1993 155,42 114,891.12.1994 158,53 117,191.05.1996 161,70 119,531.10.1997 164,93 121,921.06.1999 168,23 124,36 103,141.09.2000 171,59 126,84 105,201.06.2001 175,01 129,37 107,301.02.2002 178,52 131,96 109,451.06.2003 182,09 134,60 111,641.10.2004 185,73 137,29 113,871.08.2005 189,45 140,04 116,151.10.2006 193,25 142,85 118,48 104,141.01.2008 197,10 145,70 120,85 106,221.05.2008 201,04 148,61 123,26 108,341.09.2008 205,07 151,59 125,73 110,51

Conversiecoëfficiënten

Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (Dienst indexcijfer der prijzen)

x 1,1377x 1,3717

--

1996

Indexcijfer van deconsumptieprijzen

2004

x 1,1493

Omzetting naar basis …

1.3 Toepassingsdatum voor de aanpassing van de sociale prestaties ten gevolge van de overschrijding van de spilindex

Toegepaste spilindexen afgeleid uit de evolutie van de gezondheidsindex(vóór 1995: indexcijfer van de consumptieprijzen)

Gezondheidsindex

2004

198819811974-19751971 -

x 1,4105x 1,9082x 2,9388x 4,0261

VII. Bijlagen 1. Indexering

383

Page 392: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010
Page 393: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2. Alternatieve financiering

2.1 Periode 2004-2008

BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)

a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

Index van de consumptieprijzen 2,10 % 2,78 % 1,79 % 1,82 % 4,49 %

Netto BTW-ontvangsten 20.180.035 21.334.477 22.541.563 23.764.101 24.017.645

Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 4.745.133 5.016.589 5.300.423 5.587.891 5.647.509

Wettelijk minimum 4.700.789 4.831.471 4.917.954 5.007.461 5.232.296Wettelijk geïndexeerd minimum 4.657.917 4.787.407 4.873.102 4.961.792 5.184.577Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 42.872 44.064 44.853 45.669 47.719

Basisbedrag 4.745.133 5.016.589 5.300.423 5.587.891 5.647.509

Verhogingen bestemd voor: 116.580 439.701 838.831 257.158 360.062Dienstencheques 83.573 164.038 260.861 218.740 332.907Startbaanovereenkomsten (openbare sector) - 0 3.932 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 33.007 33.661 33.395 31.788 30.911Kostprijs van de werkbonus - 242.002 505.200 0 - Sociale economie (samenwerkingsakkoord) - 0 25.220 0 16.945FSO - - 1.400 1.910 3.400Fonds "Tewerkstellingscellen" - - 8.823 0 7.081

Artikel 2 van de programmawet van 8 juni 2008 - - - - -35.902

Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 4.861.713 5.456.290 6.139.254 5.845.049 6.007.571

Heffingen (B) 233.048 542.965 938.587 336.214 456.618RSZPPO 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000RVA - PWA 22.310 22.310 22.310 22.310 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384RVA - Wachtuitkeringen (EGKS) 1.512 4.208 0 0 0RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 83.573 164.038 260.861 218.740 332.907RVA - Startbaanovereenkomsten 15.900 0 3.932 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 33.007 33.661 33.395 31.788 30.911RSZ - Kostprijs werkbonus - 242.002 505.200 0 - RVA - Sociale economie - 0 25.220 0 16.945FSO - - 1.400 1.910 3.400Fonds "Tewerkstellingscellen" - - 8.823 0 7.081

Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 4.628.665 4.913.325 5.200.667 5.508.835 5.550.953

Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 6.066.238 6.257.378 6.532.566 7.588.349 8.022.944Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 4.432.873 4.705.491 4.980.679 5.275.811 5.316.148Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.510.985 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 2de lid) 22.190 - - - - Desaffectatie "Tewerkstellingsfonds" (overdracht van de reserves)

100.190 - - - -

Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) - - - 738.200 738.200Werkbonus - - - 534.200 534.200

Voorschot dienstencheques - - - 200.000 200.000

Verhoging 2007 - - - 4.000 4.000

Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - - - -182.060Verhoging (art. 66, § 11) - - - 22.451 23.459Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - - - 575.310

Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 166.692 227.965 230.207 423.192 729.378Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 195.793 207.834 219.988 233.024 234.805Vermindering gekoppeld aan overname v/d schuld 49.121 110.989 149.701 - - Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 20.020 131.120 159.920 190.168 254.668Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - - - 182.060Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - - - 57.845

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

385

Page 394: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag 6.160.271 6.707.539 7.351.305 7.849.337 8.404.303Basisbedrag toegewezen aan de werknemers (W) 6.066.238 6.257.378 6.532.566 7.588.349 8.022.944Bijzondere bedragen: 94.033 450.161 818.739 260.988 381.359

Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460

Kostprijs van de werkbonus - 242.002 505.200 0 -

Dienstencheques (1) 83.573 164.038 260.861 218.740 332.907

Tijdelijke werkloosheid (2) - 33.661 33.395 31.788 30.911

Fonds "Tewerkstellingscellen" - - 8.823 0 7.081

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -102.382 67.490 -44.412 - -

Achterstallen - 83.573 -47.200 44.526 105.082

Totaal geboekt bedrag 6.057.889 6.858.602 7.259.692 7.893.864 8.509.385

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (Z) 166.692 227.965 230.207 423.192 729.378

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -1.938 -2.721 949 - -

Achterstallen - - 4.724 -949 -

Totaal geboekt bedrag 164.754 225.244 235.880 422.243 729.378

(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2004 bestemd voor de RSZ.

(2) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2005 bestemd voor de RSZ.

c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

Totaal toegekend bedrag 33.007 - 2.400 2.444 2.560

Tijdelijke werkloosheid (1) 33.007 - - - -

Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) - - 2.400 2.444 2.560

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -33.007 - - - -

Achterstallen - 55.727 - - -

Totaal geboekt bedrag 0 55.727 2.400 2.444 2.560

(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen bestemd voor de RVA in 2003 en 2004.

d. RSZ - Buiten Globaal beheer en buiten minimum (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

TOTAAL 74.495 - 0 0 0Aanzuivering schuldvordering Tewerkstellingsfonds 51.860 - - - - Terugvorderingsfonds Sociale Maribel 22.635 - - - -

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

386

Page 395: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

e. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

TOTAAL 65.106 51.902 135.822 111.390 100.264PWA 22.310 22.310 22.310 22.310 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling - - 58.976 58.976 33.405Wachtuitkeringen (EGKS) 1.512 4.208 0 0 0Startbaanovereenkomsten 15.900 0 3.932 4.720 4.720Sociale economie - 0 25.220 0 16.945

f. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

TOTAAL - - - - 10.000FBZ Asbestfonds - - - - 10.000

g. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

TOTAAL 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000

h. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

TOTAAL - - 1.400 1.910 3.400FSO - - 1.400 1.910 3.400

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

387

Page 396: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (80 %) 51.050 52.469 53.408 54.380 56.822

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -350 -398 672 - -

Achterstallen - 350 398 -672 -

Totaal geboekt bedrag 50.700 52.421 54.478 53.709 56.822

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (20 %) 12.763 13.117 13.352 13.595 14.206

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -88 -100 168 - -

Achterstallen - 88 100 -168 -5

Totaal geboekt bedrag 12.675 13.105 13.620 13.427 14.201

ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (90 %) - - 387.315 402.674 444.792

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -38.709 - -

Achterstallen - - - 38.709 -

Totaal geboekt bedrag - - 348.606 441.382 444.792

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (10 %) - - 43.035 44.742 49.421

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - -

Achterstallen - - - - -

Totaal geboekt bedrag - - 43.035 44.742 49.421

STOCK OPTIONS (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

TOTAAL 56.461 33.446 37.867 36.937 51.580

RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 54.073 32.008 36.284 35.380 50.389

RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 2.388 1.438 1.584 1.557 1.191

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

RSZ - GLOBAAL BEHEER 8.278 15.270 14.350 17.054 10.208

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

388

Page 397: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

RSVZ - GLOBAAL BEHEER - - 1.500 2.100 2.530

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

TOTAAL - - - 127.800 127.514

Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) - - - 46.800 46.800

RSZ - Globaal beheer - - - 46.800 46.800

Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) - - - 31.000 32.897RSZ - Globaal beheer - - - 31.000 32.897

Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) - - - - -4.428

RSZ - Globaal beheer - - - - -4.428

Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) - - - 15.000 15.674RSZ - Globaal beheer (90 %) - - - 13.500 14.106RSVZ - Globaal beheer (10 %) - - - 1.500 1.567

Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) - - - 5.000 5.225

RSZ - Globaal beheer - - - 5.000 5.225

Artikel 66, § 12 - - - 30.000 31.347RSZ - Globaal beheer - - - 30.000 31.347

DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

BTW 1.293.607 1.581.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241

Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.293.107 1.334.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241Werknemers (voorlopige verdeling) 1.199.972 1.228.190 1.237.038 1.272.434 1.364.544Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 93.135 106.576 111.225 114.407 122.697

Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) 500 - - - - Werknemers (voorlopige verdeling) 469 - - - - Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 31 - - - -

Inhaalbedragen ziekenhuizen - 247.000 - - -

ACCIJNZEN 144.800 429.800 685.686 803.215 833.442

Artikel 67 ter 144.800 299.800 555.686 673.215 703.442

Basisbedrag 144.800 299.800 299.800 299.800 299.800Werknemers (voorlopige verdeling) 135.740 280.654 280.147 279.996 280.643Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 9.060 19.146 19.652 19.805 19.157

Saldo - - 255.886 373.415 403.642Werknemers (90 %) - - 230.297 336.074 363.278Zelfstandigen (10 %) - - 25.589 37.342 40.364

Artikel 67 quinquies - 130.000 130.000 130.000 130.000Werknemers (voorlopige verdeling) - 121.698 121.478 121.478 121.698Zelfstandigen (voorlopige verdeling) - 8.302 8.522 8.522 8.302

Totaal verschuldigd aan het RIZIV 1.438.407 2.011.566 2.033.949 2.190.056 2.320.683

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

389

Page 398: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)

2004 2005 2006 2007 2008

BTW 7.696.753 8.814.143 9.025.059 9.839.593 10.847.228RSZ - Globaal beheer 6.057.889 6.858.602 7.259.692 7.893.864 8.509.385RSVZ - Globaal beheer 164.754 225.244 235.880 422.243 729.378RVA - Globaal beheer 0 55.727 2.400 2.444 2.560RSZ - Buiten globaal beheer en minimum 74.495 - 0 0 0RVA - Buiten globaal beheer 65.106 51.902 135.822 111.390 100.264RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.293.607 1.581.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241RSZPPO 40.902 40.902 41.602 20.902 5.000FSO - - 1.400 1.910 3.400

ACCIJNZEN 208.175 495.327 753.783 870.351 904.465RSZ - Globaal beheer 50.700 52.421 54.478 53.709 56.822RSVZ - Globaal beheer 12.675 13.105 13.620 13.427 14.201RIZIV - Geneeskundige verzorging 144.800 429.800 685.686 803.215 833.442

ROERENDE VOORHEFFING - - 391.641 486.124 494.214RSZ - Globaal beheer - - 348.606 441.382 444.792RSVZ - Globaal beheer - - 43.035 44.742 49.421

STOCK OPTIONS 56.461 33.446 37.867 36.937 51.580RSZ - Globaal beheer 54.073 32.008 36.284 35.380 50.389RSVZ - Globaal beheer 2.388 1.438 1.584 1.557 1.191

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 8.278 15.270 14.350 17.054 10.208RSZ - Globaal beheer 8.278 15.270 14.350 17.054 10.208

TAKS OP DE VERZEKERINGEN - - 1.500 2.100 2.530

RSVZ - Globaal beheer - - 1.500 2.100 2.530

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING - - - 127.800 127.514

RSZ - Globaal beheer - - - 126.300 125.947RSVZ - Globaal beheer - - - 1.500 1.567

ALGEMEEN TOTAAL 7.969.667 9.358.185 10.224.201 11.379.960 12.437.739

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

390

Page 399: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

2.2 Periode 2009-2011

BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)

a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)

2009 2010 2011

Index van de consumptieprijzen 0,02 % 1,50 % 1,60 %

Netto BTW-ontvangsten 23.228.600 24.439.232 25.966.000

Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 5.461.973 5.746.641 6.105.645

Wettelijk minimum 5.233.342 5.311.843 5.396.832Wettelijk geïndexeerd minimum 5.185.613 5.263.398 5.347.612Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 47.729 48.445 49.220

Basisbedrag 5.461.973 5.746.641 6.105.645

Verhogingen bestemd voor: 330.916 290.100 270.157Dienstencheques 207.801 181.871 195.414Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 4.720 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 85.920 70.666 36.765Sociale economie (samenwerkingsakkoord) 14.332 14.471 14.857FSO 2.017 2.246 2.275Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"

5.000 5.000 5.000

Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081 7.081

Start- en stagebonus 4.045 4.045 4.045

Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 5.792.889 6.036.741 6.375.802

Heffingen (B) 427.472 386.656 366.713RSZPPO 40.902 40.902 40.902RVA - PWA 19.810 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 207.801 181.871 195.414RVA - Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 85.920 70.666 36.765RVA - Sociale economie 14.332 14.471 14.857FSO 2.017 2.246 2.275Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"

5.000 5.000 5.000

Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081 7.081

Start- en stagebonus 4.045 4.045 4.045

Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 5.365.417 5.650.085 6.009.089

Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 8.364.261 9.516.613 11.277.626Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 5.138.460 5.411.086 5.754.905Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) 938.200 938.200 938.200

Werkbonus 534.200 534.200 534.200

Voorschot dienstencheques 400.000 400.000 400.000

Verhoging 2007 4.000 4.000 4.000

Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) -182.096 -184.828 -187.785Verhoging (art. 66, § 11) 23.464 23.816 24.197Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 894.346 1.776.451 3.196.222

Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 773.420 878.706 1.046.804Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 226.957 238.999 254.184Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 277.748 277.748 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) 182.096 184.828 187.785Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 86.619 177.132 327.087

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

391

Page 400: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)

2009 2010 2011

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag 8.684.568 9.795.736 11.502.391Basisbedrag toegewezen aan de werknemers (W) 8.364.261 9.516.613 11.277.626Bijzondere bedragen: 320.307 279.123 258.765

Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460Dienstencheques 207.801 181.871 195.414

Tijdelijke werkloosheid 85.920 70.666 36.765

Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081 7.081Start- en stagebonus 4.045 4.045 4.045Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"

5.000 5.000 5.000

Besparingen betaald educatief verlof - - -30.000Besparingen PWA - - -4.000

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -

Achterstallen -99.252 - -

Totaal geboekt bedrag 8.585.316 9.795.736 11.502.391

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (Z) 773.420 878.706 1.046.804

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -

Achterstallen -3.791 - -

Totaal geboekt bedrag 769.628 878.706 1.046.804

c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)

2009 2010 2011

Totaal toegekend bedrag 2.604 2.643 2.685Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) 2.604 2.643 2.685

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -

Achterstallen - - -

Totaal geboekt bedrag 2.604 2.643 2.685

d. RSZ - Buiten Globaal beheer en buiten minimum (duizend euro)

2009 2010 2011

TOTAAL - - -

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

392

Page 401: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

e. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2009 2010 2011

TOTAAL 84.628 84.389 85.379PWA 19.810 19.810 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling 20.382 20.004 20.608Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720 4.720Sociale economie 14.332 14.471 14.857

f. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2009 2010 2011

TOTAAL 10.000 10.000 10.000FBZ Asbestfonds 10.000 10.000 10.000

g. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2009 2010 2011

TOTAAL 40.902 40.902 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 40.902 40.902

h. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)

2009 2010 2011

TOTAAL 2.017 2.246 2.275FSO 2.017 2.246 2.275

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

393

Page 402: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)

2009 2010 2011

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (80 %) 56.833 57.686 58.609

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -

Achterstallen - - -

Totaal geboekt bedrag 56.833 57.686 58.609

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (20 %) 14.208 14.422 14.652

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -

Achterstallen 206 - -

Totaal geboekt bedrag 14.414 14.422 14.652

ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)

2009 2010 2011

RSZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (90 %) 412.154 418.336 425.029

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -

Achterstallen - - -

Totaal geboekt bedrag 412.154 418.336 425.029

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

Totaal toegekend bedrag (10 %) 45.795 46.482 47.225

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - -

Achterstallen - - -

Totaal geboekt bedrag 45.795 46.482 47.225

STOCK OPTIONS (duizend euro)

2009 2010 2011

TOTAAL 55.000 50.000 45.000

RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 52.674 47.885 43.097

RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 2.327 2.115 1.904

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)

2009 2010 2011

RSZ - GLOBAAL BEHEER 10.673 10.673 10.673

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

394

Page 403: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)

2009 2010 2011

RSVZ - GLOBAAL BEHEER 2.531 2.568 2.610

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)

2009 2010 2011

TOTAAL 172.982 173.732 175.097

Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) 46.800 46.800 46.800

RSZ - Globaal beheer 46.800 46.800 46.800

Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) 33.555 33.555 34.170RSZ - Globaal beheer 33.555 33.555 34.170

Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) -6.629 -6.663 -6.762

RSZ - Globaal beheer -6.629 -6.663 -6.762

Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) 15.677 15.912 16.167RSZ - Globaal beheer (90 %) 14.109 14.321 14.550RSVZ - Globaal beheer (10 %) 1.568 1.591 1.617

Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) 5.226 5.304 5.389

RSZ - Globaal beheer 5.226 5.304 5.389

Artikel 66, § 12 31.353 31.824 32.333RSZ - Globaal beheer 31.353 31.824 32.333

DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)

2009 2010 2011

BTW 1.656.994 1.609.313 1.609.313

Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.656.994 1.609.313 1.609.313Werknemers (voorlopige verdeling) 1.520.292 1.476.545 1.476.545Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 136.702 132.768 132.768

Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) - - - Werknemers (voorlopige verdeling) - - - Zelfstandigen (voorlopige verdeling) - - -

Inhaalbedragen ziekenhuizen - - -

ACCIJNZEN 833.583 844.137 855.563

Artikel 67 ter 703.583 714.137 725.563

Basisbedrag 299.800 299.800 299.800Werknemers (voorlopige verdeling) 280.643 280.643 280.643Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 19.157 19.157 19.157

Saldo 403.783 414.337 425.763Werknemers (90 %) 363.405 372.903 383.187Zelfstandigen (10 %) 40.378 41.434 42.576

Artikel 67 quinquies 130.000 130.000 130.000Werknemers (voorlopige verdeling) 121.698 121.698 121.698Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 8.302 8.302 8.302

Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.490.577 2.453.450 2.464.876

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

395

Page 404: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)

2009 2010 2011

BTW 11.152.089 12.423.935 14.299.749RSZ - Globaal beheer 8.585.316 9.795.736 11.502.391RSVZ - Globaal beheer 769.628 878.706 1.046.804RVA - Globaal beheer 2.604 2.643 2.685RSZ - Buiten globaal beheer en minimum - - - RVA - Buiten globaal beheer 84.628 84.389 85.379RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.656.994 1.609.313 1.609.313FBZ - Asbestfonds 10.000 10.000 10.000RSZPPO 40.902 40.902 40.902FSO 2.017 2.246 2.275

ACCIJNZEN 904.830 916.244 928.824RSZ - Globaal beheer 56.833 57.686 58.609RSVZ - Globaal beheer 14.414 14.422 14.652RIZIV - Geneeskundige verzorging 833.583 844.137 855.563

ROERENDE VOORHEFFING 457.948 464.818 472.255RSZ - Globaal beheer 412.154 418.336 425.029RSVZ - Globaal beheer 45.795 46.482 47.225

STOCK OPTIONS 55.000 50.000 45.000RSZ - Globaal beheer 52.674 47.885 43.097RSVZ - Globaal beheer 2.327 2.115 1.904

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 10.673 10.673 10.673RSZ - Globaal beheer 10.673 10.673 10.673

TAKS OP DE VERZEKERINGEN 2.531 2.568 2.610

RSVZ - Globaal beheer 2.531 2.568 2.610

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING 172.982 173.732 175.097

RSZ - Globaal beheer 171.414 172.141 173.480RSVZ - Globaal beheer 1.568 1.591 1.617

ALGEMEEN TOTAAL 12.756.054 14.041.970 15.934.208

VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering

396

Page 405: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3. Sociale correcties 3.0 Methodologische nota De regering heeft in de loop der jaren steeds haar sociaal zekerheidsbeleid aangevuld met specifieke maatregelen die erop gericht zijn zekere modaliteiten in de wetgeving van de sociale bescherming te verbeteren voor de sociaal zwakkeren. Het gaat dan meestal om maatregelen die een bepaalde doelgroep voor ogen hebben: bijvoorbeeld personen die voor een bepaalde tak van de sociale bescherming een minimumuitkering genieten. Het geheel van de maatregelen die met dit doel genomen werden duiden we aan met de term “sociale correcties”. Wat de geneeskundige verzorging betreft, worden buiten de verbetering van de sociale uitkeringen aan personen, ook initiatieven opgenomen de zorgverstrekkers en de ziekenhuizen beogen. De opgenomen tabel geeft een overzicht van de sociale correcties die voor de beschouwde periode van belang zijn. Deze tabel is als volgt opgebouwd: in de eerste kolom vindt men een korte omschrijving van de maatregel (aangeduid met de doelstelling ervan). Daarnaast wordt bij elke maatregel de datum van inwerkingtreding vermeld (tweede kolom). Verder vindt men de geraamde budgettaire kost (in de kolom corresponderend met het jaar waarin de maatregel in werking is getreden). Ten slotte geeft de meest rechtse kolom de kostprijs die berekend werd op jaarbasis1 en dit in de veronderstelling dat de maatregel op kruissnelheid is gekomen in constante prijzen volume.

1 Het gaat steeds om ex-ante berekeningen: er wordt dus geen rekening gehouden met eventuele terugverdieneffecten.

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

397

Page 406: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3.1 Het stelsel van de werknemers (miljoen euro) (*)

2005 2006 2007 2008

1. Uitkeringen

- welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %

1.1.2005 0,30 0,30

- stijging van het ZIV-plafond 1.1.2005 1,00 1,00

- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien

1.9.2005 7,40 22,20

- beroepsherinschakeling na invaliditeit 2005 1,50 1,50

- hulp van derde voor alleenstaande invaliden

1.1.2006 0,40 0,40

- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998

1.9.2006 1,83 5,49

- verhoging van de minima met 1 % 1.10.2006 0,20 1,20

- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden

1.1.2007 11,60 11,60

- verhoging van de minima inzake invaliditeit tot het niveau van de minimumpensioenen

1.1.2007 19,10

- aanpassing met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen van onregelmatige werknemers

1.4.2007 1,60

- verhoging met 2 % van de minima voor uitkeringen voor invaliditeit en primaire ongeschiktheid

1.9.2007 8,06 24,92

- verhoging met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2007 0,59 1,58

- verhoging met 2 % van de inkomensdrempel voor de WIGW en voor de tegemoetkoming die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd

1.9.2007 p.m.

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 50 % naar 53 %

1.1.2008 11,62

- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet regelmatige werknemers

1.1.2008 5,29

- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

1.7.2008 6,63

- herwaardering met 2 % voor oude invaliden (6 jaar ongeschiktheid)

1.9.2008 2,86

- verhoging met 2 % (uitgezonderd minima) voor de invaliden waarvan de arbeidsongeschiktheidsduur ligt tussen 15 en 20 jaar (inbegrepen)

1.9.2008 0,81

Jaarlijkse kost

Van kracht

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

398

Page 407: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

2005 2006 2007 2008

2. Werkloosheid

- verhoging met 1 % van de wachtuitkeringen voor de jongeren tussen 21 en 25 jaar

1.1.2006 0,45

- herstructurering van de RVA-uitkeringen-kostprijs van de werknemers

9,00

- onmiddelijke toekenning van de werkhervattingstoeslag voor de oudere werklozen

2,00

- gedurende 9 jaar, gelijkstelling van een nieuwe werkloosheidsperiode aan een beroepsactiviteit voor de nog oudere werklozen die een beroepsactiviteit als zelfstandige opgestart hebben

0,33

- welvaartsaanpassing met 2 % van de wachtuitkeringen voor alleenstaanden van ouder dan 21 jaar

1.4.2007 2,40

- 5 dagen betaald pleegzorgverlof voor de gezinnen die tijdelijk volwassenen of kinderen in moeilijkheden opvangen (10 dagen in 2008)

1.5.2007 1,80

- verhoging met 2 % van de minima en forfaits inzake werkloosheidsuitkeringen

1.1.2008 p.m.

- verhoging met 3 % van het vervangingspercentage ten gunste van alleenstaande werklozen (vanaf de tweede periode) (53 % in plaats van 50 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwe werklozen

1.1.2008 p.m.

- verhoging van het vervangings-percentage ten gunste van samenwonende werklozen gedurende de eerste periode (58 % in plaats van 55 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwkomers

1.1.2008 p.m.

- maatregelen ter bestrijding van werkloosheidsvallen

1.7.2008 18,00

- maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden

1.7.2008 5,00

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

399

Page 408: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

2005 2006 2007 2008

3. Pensioenen

- welvaartsaanpassing met 2 % voor de pensioenen die ingegaan zijn in 1997

1.9.2005 3,97 11,91

- toeslag voor gemengde loopbaan 1.12.2005 0,62 7,44

- verhoging van het plafond dat de cumulatie van een beroepsactiviteit met een op de wettelijke leeftijd genomen pensioen toelaat

3,04

- welvaartsaanpassing met 2 % voor de pensioenen die ingegaan zijn in 2000 en 2001

1.9.2006 7,90 23,70

- uitvoering van het generatiepact - herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en van een overlevingspensioen

1.1.2007 10,80 12,00

- betaling van de kleine pensioenen 0,02 0,06

- pensioenbonus 1.1.2007 3,38 10,26

- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 welvaartsaanpassing 1.9.2007

- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimum-pensioenen die ingang vonden in 2007

1.1.2008 154,50

- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevings-pensioen vóór de wettelijke pensioen-leeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd

1.1.2008 8,18

- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 17,15

- verhoging van het minimumpensioen met 2 %

1.7.2008 30,00

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008 3,64 10,92

4. Tijdskrediet

- herziening van het vaderschapsverlof (herwaardering van de bedragen)

1.7.2005 8,20 18,40

- volstrekt recht voor de werknemers ouder dan 55 jaar op 1/5 tijdskrediet

2,00

- de werknemers die in dienst worden genomen na de leeftijd van 55 jaar openen na een jaar een recht op tijdskrediet

2,00

49,70

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

400

Page 409: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

2005 2006 2007 2008

5. Gezinsbijslag

- gelijke behandeling voor de inkomsten uit arbeid en de sociale uitkeringen van de partner voor de toekenning van sociale supplementen

1.1.2005 2,65 2,65

- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende)

1.1.2006 6,97

- schoolpremie 1.9.2006 63,92 65,30

- behoud van de verhoogde kinderbijslag gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden in geval van werk-hervatting van invaliden en werklozen

1.1.2007 2,20 7,74

- sociaal supplement kinderbijslag voor eenoudergezinnen

1.6.2007 8,00 20,06

- uitbreiding van het nieuwe systeem van bijslag voor gehandicapten tot kinderen geboren vanaf 1.1.1996 tot 1.1.1993

10,39

- jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag

1.8.2008 9,32

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008 3,48 20,90

6. Arbeidsongevallen 2,48 0,03

- welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %

1.1.2005 0,60 0,60

- welvaartsaanpassing met 2 % voor de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien

1.9.2005 1,38 4,14

- beroepsherinschakeling 2005 0,50 0,50

- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998

1.9.2006 0,03 0,09

- verhoging met 2 % van de minima inzake arbeidsongevallen

1.9.2007 0,66 1,95

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2007 0,55 1,60

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die 6 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2008 0,04

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen voor de ongevallen voorgevallen tussen 1988 en 1992

1.9.2008 0,07

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

401

Page 410: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

2005 2006 2007 2008

7. Beroepsziekten

- welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %

1.1.2005 0,60 0,60

- welvaartsaanpassing met 2 % voor de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien

1.9.2005 1,41 4,23

- pilootproject preventie rugaandoeningen 1.7.2005 2,00 4,00

- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998

1.9.2006 0,09 0,27

- verhoging met 2 % van de minima inzake beroepsziekten

1.9.2007 0,96 2,76

- verhoging met 2 % van de uikeringen voor beroepsziekten die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2007 0,14 0,39

- herwaardering vanaf 65 jaar van de graad van blijvende ongeschiktheid

1.5.2007 1,91 2,87

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten die 6 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2008 0,03

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ziekten voorgevallen tussen 1987 en 1992

1.9.2008 0,27

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

402

Page 411: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3.2 Het stelsel van de zelfstandigen (miljoen euro) (*)

2005 2006 2007 2008

1. Uitkeringen

- het optrekken van de invaliditeits-uitkeringen van de zelfstandigen die hun zaak stopgezet hebben

11,33

- hulp van derde voor alleenstaande invaliden

1.1.2006 0,45 0,45

- adoptieverlof 0,05 0,10

- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden

1.1.2007 1,92 1,97

- gelijkschakeling van de primaire ongeschiktheid met het minimum-pensioen van de zelfstandigen, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007 6,28 9,11

- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (met stopzetting van de werkzaamheden) met het minimum-pensioen van de werknemers, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007 9,00 11,78

- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (zonder stopzetting van de werkzaamheden) met de uitkeringen voor primaire ongeschiktheid, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007 6,17 8,74

- verlenging van het moederschapsverlof (8 weken in plaats van 6)

1.7.2007 1,91 3,98

- verhoging met 2 % van de minima voor de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid

1.9.2007 1,72 3,72

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit verbonden aan het minimumpensioen

1.7.2008 1,67

2. Pensioenen

1.12.2005 5,29 63,49

1.12.2006 4,99 64,50

1.12.2007 5,38 64,50

- verhoging van het plafond dat een cumulatie toelaat van een pensioen en arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd

0,20 1,20 0,37

- pensioenbonus 1.1.2007 2,34 7,08

- herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en een overlevingspensioen

1.1.2007 1,20 1,20

- betaling van de kleine pensioenen 0,10 0,29

- loopbaanaanvulling na het ingaan van het pensioen

1.1.2007 p.m.

Jaarlijkse kost

Van kracht

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

- stijging met 30 euro per jaar van het gewaarborgd minimumpensioen voor de zelfstandigen vanaf september 2004 en dit tot 2007

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

403

Page 412: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

2005 2006 2007 2008

- verkorting van de verjaringstermijn voor de terugvordering van niet-verschuldigde uitkeringen (3 jaar in plaats van 5 jaar)

1.1.2007 p.m.

- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 welvaartsaanpassing 1.9.2007

- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden in 2007

1.1.2008 48,80

- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de pensioenleeftijd

1.1.2008 1,33

- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 0,44

- verhoging van het minimumpensioen met 2%

1.7.2008 21,10

- afschaffing van de malus na een loopbaan van 43 jaar

1.1.2008 0,45

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008 0,36 1,08

- verhoging van het minimumpensioen met 10 EUR per maand

1.10.2008 6,20

3. Gezinsbijslag

- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende)

2,00

- verhoogde kinderbijslag voor wezen (recht op wezenbijslag wanneer aan de loopbaancondities is voldaan door een rechthebbende die geen ouder is van het kind)

0,71 0,71

- schoolpremie 1.9.2006 7,44 7,44 7,43 7,43

- uitbreiding van de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor personen met een handicap met de kinderen geboren na 1 januari 1993

1.1.2007 0,36

- sociaal supplement kinderbijslag aan eenoudergezinnen

1.6.2007 0,52 0,88

- jaarlijks leeftijdssupplement bij kinderbijslag

1.8.2008 1,11

- verhoging met 10 EUR van de bijslag voor het eerste kind

1.4.2008 9,00

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008 0,18 1,10

19,31

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

404

Page 413: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

(vervolg)

2005 2006 2007 2008

4. Faillissementsverzekering

- de prestatie toegekend in geval van faling zal toegekend worden gedurende 12 maanden in plaats van 6, en het bedrag zal gelijkgeschakeld worden met het minimumpensioen voor zelfstandigen

1.7.2007 p.m. 0,49

- verhoging met 2 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.7.2008 0,04

- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement

1.5.2008 0,06

5. Diversen

- dienstencheques moederschap 1.1.2006 3,50 3,50

- dienstencheques adoptie 1.7.2006 0,07 0,15

- verhoging van de minimumpensioenen met een bedrag dat zal toelaten op hetzelfde niveau te komen van de IGO op 1 december 2007 en verhoging van het maandelijks bedrag van de kinderbijslag voor het eerste kind om het bestaande verschil tussen het stelsel der werknemers en zelfstandigen te verminderen

1.4.2007 29,00

- stijging van het aantal dienstencheques moederschap (van 70 naar 105)

1.5.2007 1,55

Van kracht

Jaarlijkse kost

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

405

Page 414: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

3.3 De sociale bijstand (miljoen euro) (*)

2005 2006 2007 2008

1. IGO

1.12.2005 0,97 11,70

1.12.2006 0,97 11,70

- verhoging van het basisbedrag met 60 EUR per maand

1.12.2006 4,62 55,44 55,44

- verhoging van het basisbedrag met 10 EUR per maand

1.12.2007 0,97 11,68

- verhoging met 2 % van de IGO 1.7.2008 7,03

- verhoging van het basisbedrag met 5 EUR per maand

1.10.2008 1,63 6,52

2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

- verhoging van de inkomens-vervangende uitkering

1.10.2006 1,24

- verhoging met 2 % van de inkomens-vervangende uitkering

1.4.2007 7,00

- daling van de inhouding op de integratietegemoetkoming voor personen met een handicap geplaatst in een instelling van 33,33 % naar 28 %

1.6.2007 2,70

- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering

1.1.2008 28,00

- uitbreiding van de aftrek op inkomens van de partner voor personen met een handicap die genieten van een leefloon van categorie 1 en 2. Het bedrag van de aftrek wordt in overeenstemming gebracht met deze van de categorieën 3, 4 en 5

2008 p.m. 20,40

3. Leefloon

- verhoging met 1 % 1.10.2006 0,36 4,32

- verhoging met 2 % 1.4.2007 5,00 8,60

- verhoging met 2 % 1.1.2008 7,60

4. Maatschappelijke dienstverlening

- verbetering van de opvang van niet-begeleide minderjarigen

1.1.2005 1,44 1,44

- verhoging met 1 % (wet 1965) 1.10.2006 0,30 3,65

- verhoging van het basisbedrag met 10 euro per maand en van het verhoogde basisbedrag met 15 euro per maand

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

Jaarlijkse kost

Van kracht

VII. Bijlagen 3. Sociale correcties

406

Page 415: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4. Openbare sector 4.0 Methodologische nota In deze bijlage worden een aantal statistieken opgenomen met betrekking tot sociale zekerheidsregelingen van de openbare sector. We beperken ons tot slechts vier deelgebieden, met name de telling van het aantal gerechtigden in de openbare sector met het detail van de statistiek van het personeel in de onderwijssector, de loonmassa, de overheidspensioenen en de gezinsbijslagen. We bekijken nu deze vier onderdelen van naderbij. De personeelssterkte wordt behandeld in de tabellen 4.1 en 4.2. De indeling werd meer in overeenstemming gebracht met de Belgische staatsstructuur. Enerzijds onderscheiden we de centrale overheid die verder uitgesplitst wordt in de Federale Overheid en de Gemeenschappen en Gewesten. Anderzijds zijn er de Provinciale en Plaatselijke besturen. Bij de Gemeenschappen en Gewesten wordt elk van de entiteiten vermeld. De cijfers voor 2007 in de tabel 4.1 hebben we moeten afleiden uit het samen lezen van de verscheidene bronnen (RSZ, RSZPPO, FOD P&O, statistieken van Gemeenschappen en Gewesten,…), hij is slechts toegevoegd bij wijze van raming. De tabel 4.2 herneemt de deelsector van het onderwijs en is gebaseerd op statistieken van de onderwijsdepartementen zelf. De aantallen worden gegeven per Gemeenschap. Voorlopig kon evenwel niet volledig het onderscheid gemaakt worden tussen vastbenoemden en tijdelijk personeel. De tabel 4.3 geeft de loonmassa van de overheidssector onderworpen aan de RSZ. Deze loonmassa is van belang omdat het vastbenoemde personeel van de overheidssector enkel onderworpen is voor de verzekering geneeskundige verzorging. Het personeel van de openbare sector geniet van een bijzonder pensioenstelsel. De financiering van de overheidspensioenen valt uiteen in verscheidene stelsels met elk hun eigen kenmerken. De meerderheid van de overheidspensioenen wordt evenwel uitbetaald door de CDVU in opdracht van de Pensioendienst voor de Overheidssector. We geven in dit Vade Mecum de uitgaven van de uitbetaalde pensioenen naar onderscheid rustpensioen of overlevingspensioen (tabel 4.4) en de aantallen van deze pensioenvoordelen (tabel 4.5). Voor de gezinsbijslagen van de overheidssector ten slotte is het zo dat de meeste overheidsinstellingen zelf de gezinsbijslag uitbetalen. Voor de periode 2003-2005 hebben we ons omwille van het gebrek aan beschikbare gegevens moeten beperken tot gezinsbijslagen die uitgekeerd worden door de RSZPPO. Voor het jaar 2006 is er een raming van de gezinsbijslagen voor de openbare sector (bron: RKW). De tabel 4.6 geeft de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen naar leeftijdsklasse en statuut. De tabel 4.7 geeft de evolutie van de uitgaven voor de gezinsbijslagen volgens een andere uitsplitsing. Ten slotte geven de tabellen 4.8, 4.9 en 4.10 het aantal rechtgevende kinderen naar instelling en respectievelijk naar schaal, rang en leeftijdsklasse. Voor meer gedetailleerde personeelsstatistieken van de federale overheid kan u terecht op de website www.pdata.be .

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

407

Page 416: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.1 Personeelssterkte overheidssector

Bron: FOD P&O, RSZPPO, Gemeenschappen en Gewesten en diverse statistieken Toestand in 2008

Statutairen Contractuelen Geco's Totaal

Federale Overheidsdiensten 236.454

Pensioendienst van de Overheidsector 416 83 - 499Ministerie van landsverdediging 1.853 520 - 2.373FOD Kanselarij van de Eerste Minister 96 92 - 188FOD Personeel en Organisatie 411 122 - 533FOD Budget en Beheerscontrole 117 24 - 141

FOD Informatie- en Communicatietechnologie

22 9 - 31

FOD Mobiliteit en Vervoer 1.074 222 - 1.296

FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

2.027 707 - 2.734

FOD Financiën 25.212 6.131 - 31.343

FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

1.323 618 - 1.941

FOD Binnenlandse Zaken 2.966 1.934 - 4.900FOD Sociale Zekerheid 900 315 - 1.215FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

810 457 - 1.267

FOD Justitie 9.796 1.930 - 11.726FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

1.041 361 - 1.402

POD (samen) 217 184 - 401Bijzondere korpsen - 27.550Leger - 39.181

Parastatalen 10.097 4.377 - 14.474

Federale autonome overheidsbedrijven - - - 86.092

Diversen 4.172 2.995 - 7.167

Gewesten en Gemeenschappen - - - 419.117

Administratie - - - 66.185Onderwijs - - - 309.741

Pararegionale en paracommunautaire instellingen voor openbare dienstverlening

- - - 43.191

Provinciale en lokale besturen 141.094 144.675 57.525 343.294

Gemeenten 57.789 58.790 23.574 140.152OCMW's 46.779 46.688 18.142 111.610Intercommunales 13.752 15.148 6.777 35.677Provincies 7.003 7.429 3.475 17.908Politiezones 13.434 13.821 5.252 32.508Diversen 2.337 2.798 304 5.439

Totaal 998.865

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

408

Page 417: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.2 Detail onderwijsssector

Bron: www.ond.vlaanderen.be Toestand in januari 2008 (Schooljaar 2007-2008)

Vast-benoemden

Tijdelijken Totaal

Vlaamse Gemeenschap 131.990 53.457 185.447Basisonderwijs 49.921 19.011 68.932Secundair onderwijs 57.138 20.722 77.860Hogeschool onderwijs 9.534 2.402 11.936Overige 15.398 11.321 26.719

Franstalige gemeenschap 49.403 73.078 122.481Basisonderwijs 20.841 19.397 40.238Secundair onderwijs 18.967 32.092 51.059Hogeschool onderwijs 2.484 5.186 7.670Overige 7.111 16.403 23.514

Duitstalige gemeenschap 1.134 679 1.813Basisonderwijs 513 320 833Secundair onderwijs 545 256 801Hogeschool onderwijs 35 25 60Overige 41 78 119

V.T.E. In hoofden

Vlaamse Gemeenschap (1) 157.914 185.447Basisonderwijs 58.785 68.932Secundair onderwijs 69.642 77.860Hogeschool onderwijs 9.561 11.936Overige 19.926 26.719

Franse Gemeenschap (2) - 122.481Basisonderwijs - 40.238Secundair onderwijs - 51.059Hogeschool onderwijs - 7.670Overige - 23.514

Duitstalige Gemeenschap (3) 1.374 1.813Basisonderwijs 648 833Secundair onderwijs 637 801Hogeschool onderwijs 29 60Overige 60 119

(2) Bron: www.statistiques.cfwb.be (schooljaar 2007-2008).(3) Bron: Ministerium der Deutschsprachige Gemeinschaft.

(1) Bron: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken "Vlaams onderwijs in cijfers, 2007 - 2008" van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming.

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

409

Page 418: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RSZ

2004 2005 2006 2007 2008

Mannen 11.708,0 11.831,1 12.011,0 12.140,2 12.565,3

Arbeiders 529,5 539,9 560,4 585,7 607,6Bedienden 11.178,5 11.291,2 11.450,6 11.554,5 11.957,7

Enkel onderworpen voor

geneeskundige verzorging (2) 8.689,9 8.759,6 8.839,8 8.892,4 9.145,6

Andere 2.488,6 2.531,6 2.610,8 2.662,1 2.812,1

Vrouwen 9.788,8 10.133,6 10.537,8 10.917,2 11.550,1

Arbeiders 338,0 310,6 334,6 342,3 357,8Bedienden 9.450,8 9.823,0 10.203,2 10.574,9 11.192,3

Enkel onderworpen voor

geneeskundige verzorging (2) 6.206,6 6.496,3 6.760,1 6.974,1 7.367,2

Andere 3.244,2 3.326,7 3.443,1 3.600,8 3.825,1

Totaal 21.496,8 21.964,7 22.548,8 23.057,4 24.115,4

Arbeiders 867,5 850,5 895,0 928,0 965,4Bedienden 20.629,3 21.114,2 21.653,8 22.129,4 23.150,0

Enkel onderworpen voor

geneeskundige verzorging (2) 14.896,5 15.255,9 15.599,9 15.866,5 16.512,8

Andere 5.732,8 5.858,3 6.053,9 6.262,9 6.637,2

(1) Met uitzondering van de onder de RSZPPO ressorterende werknemers.(2) De werknemers in de overheidsdienst en de leerkrachten zijn in de statistiek van de hoofdarbeiders opgenomen wanneer zij enkel aan de verzekering voor geneeskundige verzorging zijn onderworpen. In dit geval wordt geen enkel onderscheid gemaakt of hun betrekking of hun functie uit handenarbeid of hoofdarbeid bestaat. Het vast benoemd personeel van de NMBS is inbegrepen.

4.3 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa volgens sociaal

statuut (1) (miljoen euro)

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

410

Page 419: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.4 Evolutie van de uitbetaalde overheidspensioenen (miljoen euro)

Bron: Pensioendienst voor de overheidssector

2004 2005 2006 2007 2008

Rustpensioenen 6.210,71 6.665,76 7.103,07 7.552,56 8.177,27

Federale Overheid 2.344,28 2.503,72 2.604,77 2.714,92 2.904,96Ambtenaren en speciale korpsen 691,92 711,60 733,20 763,17 805,83Instellingen van openbaar nut 142,37 149,07 155,53 164,04 174,23Autonome overheidsbedrijven 534,25 630,46 659,97 695,26 765,84

Erediensten 31,72 32,31 32,59 32,03 32,78Leger en ex-rijkswacht 883,84 897,19 912,63 920,92 950,29Geïntegreerde politie 60,18 83,08 110,85 139,50 175,98

Gemeenschappen en Gewesten 236,47 259,31 284,10 310,66 347,68Vlaamse Gemeenschap & Gewest 119,10 130,72 144,73 159,42 178,59Waals gewest 44,74 48,38 52,64 56,77 64,72Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10,48 11,93 13,16 14,73 17,26Franstalige Gemeenschap 61,85 67,87 72,96 79,08 86,44Duitstalige Gemeenschap 0,30 0,41 0,61 0,65 0,67

Onderwijs 3.134,88 3.381,02 3.625,35 3.887,09 4.222,28Nederlandstalige onderwijs 1.786,05 1.927,35 2.071,25 2.219,09 2.411,51Franstalig onderwijs 1.336,94 1.440,79 1.540,31 1.652,76 1.793,84Duitstalig onderwijs 11,89 12,89 13,79 15,24 16,93

Lokale besturen 491,06 520,13 588,84 639,89 702,36Vlaamse lokale besturen 251,47 266,21 304,76 334,84 368,52Waalse lokale besturen 142,83 150,47 162,48 175,50 192,27Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 96,75 103,45 121,60 129,54 141,57

Voormalig nationale instelling 4,02 1,57 - - -

Overlevingspensioenen 1.119,33 1.152,13 1.193,72 1.228,23 1.279,32

Federale Overheid 708,58 724,18 740,06 753,68 776,81Ambtenaren en speciale korpsen 248,85 253,95 258,91 263,54 268,13Instellingen van openbaar nut 38,35 39,20 40,36 41,08 42,21Autonome overheidsbedrijven 149,25 153,13 156,80 160,38 169,16

Erediensten 0,17 0,17 0,17 0,18 0,18Leger en ex-rijkswacht 268,75 273,46 278,05 280,99 287,74Geïntegreerde politie 3,21 4,26 5,78 7,52 9,39

Gewesten & Gemeenschappen 35,72 38,35 40,64 43,28 48,02Vlaamse Gemeenschap & Gewest 17,46 18,65 19,92 21,46 23,89Waals gewest 9,04 9,96 10,66 11,28 12,86Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,16 1,23 1,37 1,44 1,57Franstalige Gemeenschap 8,04 8,48 8,66 9,08 9,63Duitstalige Gemeenschap 0,02 0,02 0,03 0,02 0,08

Onderwijs 247,68 258,47 267,43 277,89 292,56Nederlandstalige onderwijs 145,70 151,12 156,20 162,60 171,24Franstalig onderwijs 100,74 106,08 109,88 113,87 119,82Duitstalig onderwijs 1,24 1,27 1,35 1,42 1,50

Lokale besturen 126,74 130,93 145,59 153,38 161,93Vlaamse lokale besturen 61,04 63,00 71,97 77,88 83,04Waalse lokale besturen 47,87 49,10 50,65 51,65 53,26Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 17,83 18,83 22,97 23,85 25,63

Voormalig nationale instelling 0,60 0,20 - - -

Algemeen totaal 7.330,04 7.817,89 8.296,79 8.780,79 9.456,60

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

411

Page 420: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.5 Evolutie van het aantal overheidspensioenen

Bron: Pensioendienst voor de overheidssector

2004 2005 2006 2007 2008

Rustpensioenen 289.079 298.179 310.986 321.964 333.307

Federale Overheid 114.744 116.474 118.564 120.871 123.528Ambtenaren en speciale korpsen 31.251 31.209 31.333 31.680 32.106Instellingen van openbaar nut 7.172 7.297 7.438 7.666 7.831Autonome overheidsbedrijven 32.512 33.801 35.018 36.358 37.553

Erediensten 2.375 2.381 2.379 2.320 2.320Leger en ex-rijkswacht 38.986 38.506 38.130 37.824 37.520Geïntegreerde politie 2.448 3.280 4.266 5.023 6.198

Gewesten & Gemeenschappen 11.030 11.723 12.536 13.391 14.293Vlaamse Gemeenschap & Gewest 5.622 6.012 6.499 7.007 7.521Waals gewest 2.256 2.359 2.494 2.639 2.810Brussels Hoofdstedelijk Gewest 517 571 616 665 735Franstalige Gemeenschap 2.625 2.768 2.911 3.062 3.209Duitstalige Gemeenschap 10 13 16 18 18

Onderwijs 133.069 138.844 145.035 151.170 156.701Nederlandstalige onderwijs 73.954 77.589 81.427 85.005 88.212Franstalig onderwijs 58.548 60.661 62.984 65.497 67.779Duitstalig onderwijs 567 594 624 668 710

Lokale besturen 30.013 31.065 34.851 36.532 38.785Vlaamse lokale besturen 15.713 16.376 18.707 19.599 21.130Waalse lokale besturen 9.289 9.587 10.140 10.579 11.009Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 5.011 5.102 6.004 6.354 6.646

Voormalig nationale instelling 223 73 - - -

Overlevingspensioenen 86.100 86.494 88.334 88.811 89.636

Federale Overheid 54.867 54.705 54.662 54.487 54.403Ambtenaren en speciale korpsen 16.970 16.845 16.710 16.510 16.379Instellingen van openbaar nut 2.988 2.981 3.020 3.003 3.002Autonome overheidsbedrijven 13.087 13.171 13.257 13.327 13.427

Erediensten 28 28 28 31 32Leger en ex-rijkswacht 21.615 21.437 21.314 21.187 21.023Geïntegreerde politie 179 243 333 429 540

Gewesten & Gemeenschappen 2.585 2.713 2.834 2.947 3.139Vlaamse Gemeenschap & Gewest 1.229 1.292 1.360 1.432 1.523Waals gewest 699 754 785 827 888Brussels Hoofdstedelijk Gewest 73 78 87 89 98Franstalige Gemeenschap 582 587 600 597 626Duitstalige Gemeenschap 2 2 2 2 4

Onderwijs 18.145 18.482 18.863 19.201 19.602Nederlandstalige onderwijs 10.046 10.286 10.512 10.798 10.991Franstalig onderwijs 8.015 8.110 8.260 8.314 8.520Duitstalig onderwijs 84 86 91 89 91

Lokale besturen 10.451 10.580 11.975 12.176 12.492Vlaamse lokale besturen 4.839 4.948 5.881 5.988 6.242Waalse lokale besturen 4.220 4.237 4.342 4.389 4.385Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 1.392 1.395 1.752 1.799 1.865

Voormalig nationale instelling 52 14 - - -

Algemeen totaal 375.179 384.673 399.320 410.775 422.943

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

412

Page 421: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Bron: RKW en RSZPPO

2004 2005 2006 2007 2008

Openbare sector - - 473.425 - -

0 - 6 jaar - - 102.046 - - 6 - 12 jaar - - 119.788 - - 12 - 18 jaar - - 146.742 - - 18 - 25 jaar - - 101.858 - - 25 jaar en ouder - - 2.991 - -

waarvan RSZPPO : 185.071 189.392 192.647 198.550 202.278

0 - 6 jaar 41.771 43.602 45.227 47.832 49.414 6 - 12 jaar 49.150 49.830 50.322 52.268 53.065 12 - 16 jaar 38.703 39.212 39.062 39.152 38.671 16 - 18 jaar 19.716 20.191 20.619 21.152 21.530 18 - 21 jaar, waarvan: 23.294 23.931 24.650 25.183 25.990

Studenten 21.621 22.269 23.042 21.201 24.308

Leerlingen 471 439 404 394 389

Werkzoekenden 739 765 700 3.071 728

Gehandicapten 463 458 504 517 565

21 - 25 jaar, waarvan: 11.504 11.720 11.886 12.101 12.772Studenten 11.035 11.284 11.469 9.583 12.328

Leerlingen 64 61 67 57 61

Werkzoekenden 405 375 350 2.461 383

25 jaar en ouder, waarvan: 933 906 881 862 836Volledig ongeschikten 693 666 647 633 609In beschutte werkplaats 240 240 234 229 227

4.7 Evolutie van de uitgaven gezinsbijslag (duizend euro)

Bron: RKW en RSZPPO

2004 2005 2006 2007 2008

Openbare sector - - 875.000 - -

Kinderbijslag - - 860.548 - - Kraamgeld - - 14.452 - -

waarvan RSZPPO : 321.060 328.499 339.453 353.231 365.842Gezinsbijslag 315.130 321.961 332.631 345.922 358.235

Gewone schaal & schaal gepensioneerden en werklozen

250.683 248.697 253.640 264.576 266.878

Schaal gepensioneerden en werklozen (+ 6 maand) (art. 42bis)

43.446 50.133 54.960 56.275 63.231

Verhoogde invalidenschaal 8.838 10.222 10.732 11.554 13.919

Verhoogde wezenschaal 12.163 12.909 13.299 13.517 14.207Kraamgeld 5.886 6.488 6.788 7.282 7.564Adoptiepremie 44 50 34 27 43Achterstallen

4.6 Evolutie van het aantal rechtgevende kinderen op gezinsbijslag volgens leeftijdsklasse

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

413

Page 422: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

4.8 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar schaal

Bron: RKW Toestand op 31 december 2006

RSZPPO CDVU OnderwijsEx-

ambtenarenDerden Autonomen Totaal

Gewone schaal 164.335 52.647 125.011 6.937 12.509 72.944 434.383Verhoogde wezen- schaal 3.684 47 18 5.975 72 9.796Verhoogde schaal voor invaliden

3.960 35 5 1.652 14 5.666

Verhoogde schaal voor werklozen en gepensioneerden

23.099 16 34 423 8 23.580

Totaal 195.078 52.745 125.068 14.987 12.603 72.944 473.425

4.9 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar rang

Bron: RKW Toestand op 31 december 2006

RSZPPO CDVU OnderwijsEx-

ambtenarenDerden Autonomen Totaal

Eerste kind 114.255 30.075 67.024 10.953 7.325 41.379 271.011Tweede kind 56.736 16.848 41.512 3.033 3.982 22.532 144.643Derde kind en volgende

24.087 5.822 16.532 1.001 1.296 9.033 57.771

Totaal 195.078 52.745 125.068 14.987 12.603 72.944 473.425

4.10 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar leeftijdklasse

Bron: RKW Toestand op 31 december 2006

RSZPPO CDVU OnderwijsEx-

ambtenarenDerden Autonomen Totaal

0 - 6 jaar 46.233 12.000 26.219 759 1.832 15.003 102.0466 - 12 jaar 51.073 13.332 30.908 1.904 2.907 19.664 119.78812 - 18 jaar 59.766 15.507 38.422 4.714 4.237 24.096 146.74218 - 25 jaar 37.137 11.892 29.511 5.520 3.618 14.180 101.85825 jaar en ouder 869 14 8 2.090 9 1 2.991

Totaal 195.078 52.745 125.068 14.987 12.603 72.944 473.425

VII. Bijlagen 4. Openbare sector

414

Page 423: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid 5.0 Methodologische nota In deze bijlage wordt de overgang gemaakt van het saldo van de sociale zekerheid (zoals weergegeven in de economische rekeningen) en het financieringssaldo van de sociale zekerheid, zoals weergegeven door het INR in haar “Rekeningen van de overheid”. Vanaf 2008 is de RIZIV-geneeskundige verzorging als apart stelsel gekomen naast het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen (respectievelijk hoofdstukken 4, 2 en 3 van dit VadeMecum). De cijfers die worden weergegeven in het gedeelte “Totale besparing” werden daarom voor de jaren 2004 tot en met 2007 herberekend. Om het verband tussen het saldo van de economische rekeningen en deze bijlage te verduidelijken, werd geopteerd voor deze opsplitsing. Hieronder worden de cijfers van 2004 tot en met 2007 hernomen indien deze herberekening niet zou hebben plaatsgevonden, om zo aan te sluiten bij vorige edities.

(miljoen euro)

2004 2005 2006 2007

Totale besparing -275 -148 349 1.165Werknemersstelsel -274 -273 211 869Stelsel van de zelfstandigen -1 124 138 296

VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

415

Page 424: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

5.1 Financieringssaldo van de sociale zekerheid (1) (miljoen euro)

2004 2005 2006 2007 2008

Totale besparing -274,7 -148,3 348,7 1.164,9 805,7

Werknemersstelsel -103,1 -449,6 292,9 698,3 836,4Stelsel van de zelfstandigen 39,4 106,4 72,7 278,5 195,9Rekening RIZIV - geneeskundige verzorging -211,0 194,9 -16,9 188,1 -226,6

Verschillen in perimeter 35,5 122,4 364,3 482,5 510,5RSZPPO (gemeentelijke pensioenen) -3,3 117,1 87,1 93,3 63,9Fondsen voor bestaanszekerheid 30,6 20,3 58,9 85,0 59,1DOSZ -10,6 -26,8 47,5 -8,4 22,3Betaald educatief verlof -2,5 -5,7 2,7 -6,3 46,6Private kassen arbeidsongevallen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Toekomstfonds geneeskundige verzorging 288,6 0,0Provisiefonds geneesmiddelen 0,0 109,1Zorgfonds 21,3 17,5 168,1 30,3 209,5

Verschillen in tijdstip van registratie 220,0 55,5 -77,3 49,5 303,4Bijzondere bijdrage 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Bijdrage farmaceutische nijverheid 0,0 -74,5 -2,3 -25,5 100,0Fiscale franchise 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Terugstorting Maribel 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Aangiften van RSZ-bijdragen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Inhaalbedragen ziekenhuizen 0,0 350,0 0,0 0,0 203,4Vennootschapsbijdragen 20,0 -20,0 0,0 0,0 0,0Facturatie RIZIV 200,0 -200,0 -75,0 75,0 0,0Andere 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Verschillen in de inhoud -209,3 -155,4 144,0 65,1 -254,1Annulering van de provisies en kwade posten 241,5 225,0 210,9 235,9 3,4Verschuldige bijdragen die nooit ontvangen zullen worden -252,4 -258,6 -250,0 -250,0 -250,0Annulering van meer- en minderwaarden -124,8 -39,2 224,7 116,0 47,3Annulering van afschrijvingen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Investeringen -24,2 -33,2 -26,1 -36,8 -54,8Aanzuivering van de rekeningen van de V.I. geblokkeerd eind 1994 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Overname van de schulden door de federale overheid -49,4 -49,4 -15,5 0,0 0,0

Andere verschillen 263,8 -12,5 228,4 46,2 482,3Gebruik van meer recente gegevens 207,0 50,5 249,1 77,2 396,3Andere 56,8 -63,0 -20,7 -31,0 86,0

Totaal van de verschillen 310,0 10,0 659,4 643,3 1.042,1

Financieringssaldo (2) 35,3 -138,3 1.008,1 1.808,2 1.847,8

(1) Zie de verklaringen, gegeven in de methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire

rekeningen, in het begin van dit werk.

(2) Rekeningen van de overheid 2008, INR, september 2009.

VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

416

Page 425: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

LIJST VAN DE AFKORTINGEN INSTELLINGEN:

- Federale instellingen

Instellingen afhangend van de FOD Sociale Zekerheid: DOSZ Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid FAO Fonds voor Arbeidsongevallen FBZ Fonds voor de Beroepsziekten HKSVZ Hulpkas voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen HVKZ Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden HZIV Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Ex-NPM Ex- Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, (nu “cel mijnwerkers” bij het RIZIV) RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers RVP Rijksdienst voor Pensioenen KSZ Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid RSVZ Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZPPO Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke

Overheidsdiensten Instellingen afhangend van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:

HVW Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

Overige instellingen: CDBVZ Compensatiedienst voor Betaald Verlof der Zeelieden FCUD Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten FSO Fonds Sluiting Ondernemingen FWW Fonds voor Weduwen en Wezen IBF Interdepartementaal begrotingsfonds INR Instituut voor de Nationale Rekeningen Ex-NIS ex-Nationaal Instituut voor de Statistiek (nu ADSEI: Algemene Directie Statistiek en

Economische Informatie van de FOD Economie NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Ex-RSRMV Ex- Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van Mindervaliden

SVF Sociale Verzekeringsfondsen

- Pararegionale of paracommunautaire instellingen AWIPH “Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées” Actiris (ex-BGDA) Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling FOREM “Office Wallon de la Formation Professionnelle et de l’Emploi” VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding VFSIPH Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap

417

Page 426: Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

TERMEN: CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst EWE Eerste werkervaring GFB Globaal financieel beheer IGO Inkomensgarantie voor ouderen IRR Ingeschrevenen in het Rijksregister

PUG Primaire uitkeringsgerechtigden TBL Toeslag brugrustpensioenen landbouw UI Uitbetalingsinstellingen UVW Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen VI Verzekeringsinstellingen WIGW Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen VKR Voorkeurregeling FOD Federale Overheidsdienst POD Programmatorische Overheidsdienst PWA Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap

418