ut m/s Jan van Houten e...

3
________________________________________________________________ 16 september 2016 Nijbootse Sleepkerkdagen 1620 Van het warme zomerweer, waarbij temperaturen soms tropische waarden bereiken, kan met zeer loom worden en behoorlijk in de war raken, zeker als het gaat om taalgebruik. Natuur- lijk wordt de titel „Nijkerkse Sleep- bootdagen 2016“ bedoeld. Dat jaar- lijks terugkerende evenement in het gastvrije Nijkerk wordt door tientallen oude sleepboten bezocht en kent een behoorlijk bezoekersaantal. De reis ernaartoe leggen we gedeelte- lijk samen af met een zusterschip Brom-Brom, dat daarvoor speciaal uit Zuid-Limburg naar het noorden op- stoomt. Wij zijn dan al over de Waddenzee onderweg naar het zuidoosten. Ons schip gaat vrijwel vanzelf de haven van Den Oever in, omdat aldaar vrijwel dagelijks verse vis kan worden gekocht. Eind augustus loopt voor velen het vaarseizoen ten einde, ze- ker als het gaat om gezinnen met schoolgaande kinderen. De volgende dag vervolgen we onze weg via de Stevinsluis en het IJsselmeer naar Enkhuizen, waar de Krabbergat- sluizen op ons lijken te wachten. Er is ook daar weinig vaarverkeer te bespeuren en het schutten verloopt dientengevolge vlot, zeker als ik het af- meren in de sluis niet verpieter door wat rommelig aan te komen varen. Een mens is soms net een schipper. Het weer ziet er met een matige koelte vanuit het noorden goed uit, zodat al snel het be- sluit valt door te varen naar Schellingwoude. Het Paard van Marken passeren we in de late namid- dag. We krijgen van de Brom-Brom het bericht door dat Schellingwoude vol ligt, zodat moet worden uitgeweken naar Durgerdam. Dat blijkt geen slechte keuze. Ook daar is het druk, maar we krijgen zij aan zij een ligplaats in een gezellige havenkom bij een oud dijkdorpje onder de rook van Amsterdam. Onze steiger kent geen vaste verbinding met de wal, waardoor we aangewezen zijn op een pontje dat voorzien is van een kabel, een kabeltrommel en een handwiel. Zo kunnen we af en toe even wacht inspanning verrichten. Het blijft heerlijk nazomerweer met af en toe kans op een buitje regen. Die kans wordt kennelijk door de weergoden niet benut: het blijft droog. Na een rustige nacht vertrekken we in het ochtendgloren via het Buiten-IJ richting Pampus. Een paar van 1 m / s Ja n v a n H o u t e n G ro e t 3 2 7 0 8 B 2 0 0 9 m/s Jan van Houten Scheepsjournaal Nummer 101

Transcript of ut m/s Jan van Houten e...

Page 1: ut m/s Jan van Houten e Scheepsjournaalnolimitships.com/wp-content/uploads/2016/12/Scheepsjournaal-101.pdfPaard van Marken passeren we in de late namid-dag. We krijgen van de Brom-Brom

________________________________________________________________

16 september 2016

Nijbootse Sleepkerkdagen 1620

Van het warme zomerweer, waarbij temperaturen soms tropische waarden bereiken, kan met zeer loom worden en behoorlijk in de war raken, zeker als het gaat om taalgebruik. Natuur-lijk wordt de titel „Nijkerkse Sleep-bootdagen 2016“ bedoeld. Dat jaar-lijks terugkerende evenement in het gastvrije Nijkerk wordt door tientallen oude sleepboten bezocht en kent een behoorlijk bezoekersaantal. De reis ernaartoe leggen we gedeelte-lijk samen af met een zusterschip Brom-Brom, dat daarvoor speciaal uit

Zuid-Limburg naar het noorden op-stoomt. Wij zijn dan al over de Waddenzee onderweg naar het zuidoosten. Ons schip gaat vrijwel vanzelf de haven van Den Oever in, omdat aldaar vrijwel dagelijks verse vis kan worden gekocht. Eind augustus loopt voor velen het vaarseizoen ten einde, ze-ker als het gaat om gezinnen met schoolgaande kinderen. De volgende dag vervolgen we onze weg via de Stevinsluis en het IJsselmeer naar Enkhuizen, waar de Krabbergat-sluizen op ons lijken te wachten. Er is ook daar weinig vaarverkeer te bespeuren en het schutten verloopt dientengevolge vlot, zeker als ik het af-meren in de sluis niet verpieter door wat rommelig aan te komen varen. Een mens is soms net een schipper. Het weer ziet er met een matige koelte vanuit het noorden goed uit, zodat al snel het be-sluit valt door te varen naar Schellingwoude. Het Paard van Marken passeren we in de late namid-dag. We krijgen van de Brom-Brom het bericht door dat Schellingwoude vol ligt, zodat moet worden uitgeweken naar Durgerdam. Dat blijkt geen slechte keuze. Ook daar is het druk, maar we krijgen zij aan zij een ligplaats in een gezellige havenkom bij een oud dijkdorpje onder de rook van Amsterdam. Onze steiger kent geen vaste verbinding met de wal, waardoor we aangewezen zijn op een pontje dat voorzien is van een kabel, een kabeltrommel en een handwiel. Zo kunnen we af en toe even wacht inspanning verrichten.

Het blijft heerlijk nazomerweer met af en toe kans op een buitje regen. Die kans wordt kennelijk door de weergoden niet benut: het blijft droog. Na een rustige nacht vertrekken we in het ochtendgloren via het Buiten-IJ richting Pampus. Een paar van

1

m/sJa

nvan

Hout

en

Gr

oet327

08

B2009

m/s Jan van Houten

Scheepsjournaal

Nummer 101

Page 2: ut m/s Jan van Houten e Scheepsjournaalnolimitships.com/wp-content/uploads/2016/12/Scheepsjournaal-101.pdfPaard van Marken passeren we in de late namid-dag. We krijgen van de Brom-Brom

plastic gebouwde, strijkijzerachtige, snelle boten loeien ons voorbij en verdwijnen vrij snel achter de horizon. Waterplanten lig-gen in drijfpakketten te gedijen in het Mar-kermeer. Een teken dat het goed gaat met de waterkwaliteit. Omdat de waterplanten zich niet houden aan vaargeulen, leveren deze groene nietsontziende slierten vaak een bijdrage aan vastlopende pleziervaar-tuigen, waarvan de schroef verstrikt raakt in de groeigrage brei van stengels en bla-deren. Verder lijkt het Markermeer bevolkt te zijn door vraatzuchtige aalscholvers, on-

ooglijke zwarte vogels met veel te grote snavels, die laag vliegend over het water maar niet genoeg kunnen krijgen van verse vis. Een gevoel dat wij wel kennen, maar wij hebben niet zo’n snavel.

Onderweg naar Nijkerk lopen we eerst de haven van Spakenburg aan. Ten be-hoeve van de recreatievaart is de jachthaven flink uitgebreid. Gelukkig is de botterha-ven in zijn oude glorie gehandhaafd. Een zoute haring en een broodje pa-ling of gebakken kabeljauw gaat er goed in en is voor ons dagelijkse kost tijdens ons verblijf in deze voormalige Zuiderzeehaven. Spa-kenburg en Bunschoten zijn onlos-makelijk aan elkaar verbonden, zo leren wij in het visserijmuseum, te-vens klederdrachtmuseum. Spaken-burg heeft de vissers, Bunschoten heeft de landbouwers. De beman-ning van de Brom-Brom verdiept zich in de klederdracht, hetgeen uitmondt in de aanschaf van een boezeroen. Ik kan niet achterblijven en weet uiteindelijk tegen een zacht prijsje een boezeroen uit een reservevoorraad aan te schaffen. Voorwaar is een verblijf van twee dagen in dit prachtige dorp geen straf.

Als we na het passeren van de Arkersluis door de Arkervaart uiteindelijk op een vrijdagmiddag de havenkom van Nijkerk binnenvaren, ligt een groot deel van de geno-digde sleepboten al afgemeerd. We moeten tijdelijk tegen de Carpe Diem liggen, omdat een vrachtschip nog bezig is 300 ton veevoeder te lossen. Dat wordt op de wal opge-slagen in enorme silo’s van een veevoederverwerkingsbedrijf. Tegen de avond liggen alle schepen op hun plaats, veelal gepavoiseerd en voorzien van feestverlichting. De bemanningen genieten in de kantine van de plaatselijke sporthal van een heus „Cap-tain’s Diner“, waarbij de gehaktballetjes en speklapjes een grotere voorkeur genieten dan de ouderwetse voedzame raasdonders. Er heerst een vrolijke stemming, ingegeven door het gedeelde enthousiasme voor sleepboten en opduwers, alsmede het genot van een frisse pint schuimend bier. Na deze vorstelijke maaltijd wordt het gezellige samen-zijn voortgezet in de haven. Een zeemanskoor zingt vrolijke liederen, de verlichte schepen in de haven zorgen voor een sprookjesachtige sfeer.

2

Page 3: ut m/s Jan van Houten e Scheepsjournaalnolimitships.com/wp-content/uploads/2016/12/Scheepsjournaal-101.pdfPaard van Marken passeren we in de late namid-dag. We krijgen van de Brom-Brom

De volgende morgen gonst de haven van activiteiten. Kraampjes worden opge-bouwd, vrachtwagentjes bevoorraden de kraampjes, de geur van gebakken vis en uit-laatgassen van stokoude dieselmotoren mengen zich en gaandeweg lopen de kades vol met nieuwsgierigen. De burgemeester, vergezeld van een bekende solozeiler-rond-de-wereld, openen na een tochtje in een kleine opduwer door de haven, de Nijkerkse Sleepbootdagen. De immer enthousiaste en gastvrije organisatoren zijn er wederom in geslaagd een zeer gevarieerde dag in te richten. De schipper van een oude sleepboot, de Zeelandia, nodigt mij uit in de machinekamer, alwaar een M.A.N. diesel van hon-derd paardenkrachten staat de blinken in het schaarse zonlicht dat door patrijspoorten in de luiken naar binnen valt.

Naast de afgemeerde sleepboten, bezienswaardigheden van de eerste orde, is een bonte markt op de kade ingericht waar figuranten in kledij van zeerovers zich in het

publiek begeven. Op de kade, vlakbij de Brom-Brom, staat de gehele dag een grote tweetakt dieselmotor uit de jaren dertig van de vorige eeuw te draaien. Het starten begint met het voorgloeien van de cilinderkop. De motordrijver bedient allerlei kranen en hen-dels om het stampende brok mechanisch vernuft gaande te houden. Een voortdurende monotone klank gaat vergezeld van een be-klemmende hoeveelheid uitlaatgassen en al dit geweld lijkt de schipper van een belen-dende opduwer niet te deren: ze leest rustig een goed boek onder het genot van een kop-

je koffie en een zoute haring. Een visventer uit Spakenburg, die ongevraagd vaststelde dat mijn boezeroen een

visventer zou moeten toebehoren, gelet op het motief in de katoenen stof, is met zijn kraam neergestreken op een boogscheut van de stampende dieselmotor. Hij verkoopt zijn waar vol overgave en de dames zijn zeer gecharmeerd van zijn voorkomen èn zijn paling. Voor de boeg van ons schip ligt een ponton, waaraan kleine opduwertjes afme-ren om publiek in staat te stellen een rondvaart door de haven te maken. In de haven-kom ligt een oude parlevinker afgemeerd en even verderop staat een smid in een gloei-ende atmosfeer van knetterende steenkool en sissend water het ijzer te smeden als het heet is. Naast zijn kraam van vuur en vlam staat een waterbasin, waarin op afstand be-stuurde scheepsmodellen rondvaren.

De gehele markt is doordrenkt van een diversiteit aan geuren, afkomstig van pa-tatbakkers, een poffertjeskraam, viskramen en een Vietnamese loempiakar. Verderop in het dorp wordt een boekenmarkt gehouden. ’s Avonds keert langzaam de rust terug als de laatste vrachtwagens, volgepakt met niet verkochte waar en onderdelen van markt-kramen, het haventerrein verlaten.

De volgende morgen om negen uur wordt, speciaal voor de schepen die de ha-ven wensen te verlaten, de Arkervaartbrug bediend. Toevallig barst precies op dat tijd-stip een kortstondig noodweer los, dat niet alleen gepaard gaat met onweer en zware regenval, maar ook zorgt voor een windhoos die net buiten Nijkerk een aantal bomen heeft geveld. Met nog maar een paar andere sleepboten blijven we maandag in de ha-venkom van Nijkerk. Logistieke perikelen dwingen ons, met gebruikmaking van een automobiel, even heen en weer naar huis te rijden. Maar in de avond zijn we weer te-rug aan boord en maken ons op voor de reis naar het uiterste noorden van Nederland: Lauwersoog. Maar daarover later meer.

3