.unst 16

16
.unst BLAD VAN DE HKU nummer 16: sept 2009 THE INTERNET ISSUE

description

.unst, blad van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Transcript of .unst 16

.unstBLAD VAN DE HKUnummer 16: sept 2009

the internet issue

http

:// un

st.hk

u.n

l

3

COLOFON

.unst is een uitgave van de Hogeschool voor de Kunsten

Utrecht. Het blad verschijnt vier keer per jaar en wordt

gratis verspreid onder studenten, medewerkers en relaties

van de HKU.

hoofd- & eindredactie Edwin Verhoeven

redactie Marcella Das, Johan Kuhlmann, Rob Rombouts,

Fanny de Ruiter, Rick Steggerda, Elfie Tromp, Tim Veenstra

Verder werkten mee Hanneke Hendrix,

Lambertha Souman

Cover Petter Buhagen: “?”, mixed media installation,

Oslo, 2005

illustraties Ashkan Honarvar, Leon Martakis

Ontwerp Studio Vrijdag

Druk Printec Offset, Kassel

Oplage 4000 ex.

Advertenties Bureau van Vliet, Postbus 20,

2040 AA, Zandvoort, T (023) 571 47 45

reacties Postbus 1520, 3500 BM Utrecht, T 030 233 22 56

[email protected]

http://unst.hku.nl

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd

zonder voorafgaande toestemming van de HKU.

. redactioneel

Optimist

De Dordogne is een paradijs zonder internet. Veel dorpen aan de

rivier staan erbij als ware de stoomwals nog niet uitgevonden.

In de eeuwenoude huisjes wordt niet gegoogled of getwitterd, maar

met kleine bakelieten hamertjes walnoten gekraakt. Valt de avond,

dan wordt bij kaarslicht gehartenjaagd of, als er flink wat noten­

likeur is genuttigd, de geest van een voorouder aangeroepen.

Een enkel huishouden ontvangt bij helder weer op een antieke

zwart­wit tv flarden van niet­Franse zenders.

Een week lang lieten wij ons gewillig door de Dordogne meevoeren

in deze Middeleeuws aandoende wereld. Troepen kauwen cirkelden

rond torens van kastelen; achter de kantelen ontwaarden wij roof­

ridders uit de tijd van Karel de Grote. ‘Tjonge,’ zei Martijn, ‘twee

waterdichte tonnen en een kano, meer heb je niet nodig om binnen

een paar dagen volledig te onthaasten.’

Ons bezoek aan het drukke Sarlat­la­Canéda werkte daarom aan­

vankelijk op de zenuwen. In de kaarsrechte aanloop naar het oude

centrum streden getoeter en reclameborden om aandacht. Toeristen

krioelden als een op drift geraakte groep figuranten langs etalages

en kraampjes. Om aan deze overvloed te ontsnappen, volgden we

een bordje ‘expo’ dat ons een statig oud gebouw binnenleidde.

Op de bovenverdieping exposeerde de Britse kunstenaar Adrian

Kenyon zijn toekomstvisie. Zijn collages verbeelden onze doelge­

richte mars richting afgrond. Mijn oog valt op een grote poster:

La France en 2050, waarin een ernstig overbevolkt Frankrijk is

ingesloten door smeltende ijskappen.

Ik vraag Kenyon of hij als pessimist door het leven gaat. ‘Not at all,’

antwoordt hij, ‘I’m an optimist.’ Geestdriftig vertelt Kenyon hoe

onze zelfdestructie uiteindelijk ten goede zal

keren. Na zijn privé­lezing van een ruim een

uur gaat hij plots over tot de orde van de dag:

er moet nog gewerkt worden. Ik koop La France

en 2050 en verwacht een bloedstollend onder­

schrift van de kunstenaar. Dat valt wat tegen:

‘Bonnes vacances,’ schrijft Kenyon naast zijn

naam. De handtekening van een optimist.

Edwin Verhoeven

hYVeshYVes

DiGitALe iDentiteit

ZOeKMAChine

hits

ViDeOPOrtAAL

CrOssMeDiAALCrOssMeDiAAL

DuMPert

VirALs

COMMunities

stOPCOntACt

OnLine-POrtFOLiO

LinKeDin

GOOGLe

GOOGLe ALerts

GOOGLe

GOOGLe

internetKunst

FAnMAiL

bedoelde u: kunst?

WeBsite

YOutuBeYOutuBe

YOutuBe

COPYriGht

FACeBOOKFACeBOOK

FACeBOOK

surFenD

FACeBOOK

68

11

37

128

9

6

13

6

6

6

10

7

13

77

7

13

11

5

117

3

7

9

10

4

7

715

6

11

8

810

15

8

tWittertWitter

LAPtOP

tAALGeBruiKBLOG

BLOGBLOG

BLOG

BLOG

.verder

tekst Marcella Das fotografie Patrick van de Luijtgaarden

Wat is crossmediaal volgens jou?Bij crossmedia kruisen ‘oude’ en nieuwe media elkaar en staat content centraal. Door deze media en technieken op de juiste manier te koppelen en te integre­ren, realiseer je een groter bereik. Zo ontvangt de doelgroep op verschillende manieren een boodschap die iedere keer waarde toevoegt. Je bekijkt per medium hoe je het inzet. Print is bijvoorbeeld geschikt om de diepte in te gaan, maar ook om weer te linken met internet, waar je achtergrondinformatie, een poll of video kunt toevoegen. Video is weer een krachtig middel om mensen te prikkelen en te enthousiasmeren. Maar het gaat vooral om de totaalboodschap.

23 jaar en je eigen bedrijf, was dat altijd je droom?Niet per se, het ontstond vanuit mijn project op de HKU. Ik werkte aan mijn eerste eigen concept Next Best Band, een crossmediaal podium voor bands en muziekfans in Nederland. In eerste instantie op lokaal niveau, maar uiteinde­lijk wilde ik het wel uitbouwen. Daarom maakte ik er mijn afstudeerproject van. Mijn begeleider Bob Smits zag de potentie van het project, maar stelde een andere aanpak voor. Het moest een bedrijf worden met verschillende commerciële inkomstenmodellen in plaats van een stichting en hij wilde ons daarbij helpen.

Er meer van makendan dat ene moment

Hoe ontstond jouw fascinatie voor crossmedia?Ik heb Event Management gestudeerd, maar miste daarin een koppeling met meerdere facetten. Een event is vaak eenmalig, terwijl het één van de krachtig­ste onderdelen van de crossmedia­mix is. Mensen maken samen deel uit van een unieke ervaring: een festival, expositie, voorstelling, presentatie of concert. Een live­belevenis raakt mensen. Ik wilde zo’n eenmalige belevenis onderdeel maken van een verhaal. Dat kan door dit verhaal op verschillende momenten te vertellen via de unieke eigenschappen van verschil­lende media. Door voorafgaand, tijdens en na afloop van het event verschillende media en technieken te integreren met de inhoud van dat event, versterk je de ervaring voor de (potentiële) bezoeker. Voorbeelden hiervan zijn koppelingen met sociale netwerken en video. Lowlands doet dat bijvoorbeeld heel goed. Lowlands is natuurlijk groot en bestaat al lang, maar ook op kleinere schaal kun je op veel manieren de waarde van het event vergroten.Als evenement zelf haal je er veel meer uit. Soms bezoek ik een event en denk ik: wat zit hier veel geld en tijd in, maar het blijft slechts een eenmalige gebeurtenis. Als je het meer neerzet als een platform waar altijd iets te halen is, komen mensen veel vaker terug. Dat zorgt voor een

betere binding met het huidige publiek, maar spreekt ook nieuwe doelgroepen aan. En het bereiken van publiek – of het nu om theater, een festival of een tentoon­stelling gaat – is waar het in de sector waar wij voor werken om draait.

Wat is jullie beste voorbeeld van een crossmediaal project? Ons eigen project Next Best Band blijft een hele goede case. We hebben een community, waarin bands en fans een profiel aanmaken en fans bepalen daar welke bands extra kansen krijgen. Die kansen faciliteren wij. Een voorbeeld is airplay op Radio 6, waar maandelijks één band mag komen voor een optreden en een interview. Via magazines en websites zorgen we voor publiciteit, bijvoorbeeld op hiphopnet.nl. We regelen ook festival­optredens, één van de grootste wensen van bands. We zijn nu zo’n 6 maanden ‘live’ en in die maanden deden we campagnes met Paaspop, Festival Mundial en Solar Weekend. Van deze optredens maken we videoregistraties die we uitzenden via internet en distribueren via onze mediapartners en we doen verslag via sociale media zoals Twitter. Tenslotte werken we vanaf deze maand samen met BNN’s 101TV, waar bands ook een clip op tv kunnen krijgen. We willen zoveel mogelijk kansen voor bands creëren en tv is daar natuurlijk een ideaal

medium voor. 101tv zag dat ook wel zitten, want de toon van onze video’s en wat we doen sprak hen aan.

.unst lanceert eind september een nieuw weblog. Tips?Geef online aanvullende informatie bij de artikelen en maak duidelijke links tussen blad en weblog en vice versa. Zorg dat de weblog goede content bevat; een paar kwaliteitsartikelen per week en ook video. Laat bijvoorbeeld een aantal (oud­)studenten over hun lopende pro jecten schrijven, dat is wat mij bijvoorbeeld zou interesseren. Zorg dat

je unieke content aanbiedt. Content en de mogelijkheid tot interactie zijn namelijk een van de belangrijkste redenen voor mensen om online te participeren.

Wat maakt We Cross het perfecte bedrijf voor crossmedia? Onze ambitie is ervoor te zorgen dat organisaties in de creatieve industrie vooroplopen in de koppeling tussen de analoge en de digitale wereld. Weinig bedrijven weten hoe je deze koppeling kunt maken. En wij kunnen het daarna zelf ook uitvoeren! We gebruiken daarin

erg vaak het medium video en hebben daarom besloten dat zelf te produceren. Mijn collega Hein Hofman is vooral van de technologische kant. Ik ben meer van de marketing. Door die combinatie staan we sterk. Bovendien geloven we in het delen van kennis. Op onze site bloggen we over crossmedia en events in de creatieve sector. Zo laten we onze exper­tise zien en hopen we mensen en orga­nisaties te enthousiasmeren over de dingen die we doen. Verder is creativiteit erg belangrijk. We komen regelmatig met oplossingen die klanten niet verwachten. Dan moet je als klant wel wat durven.

Dat we in een crossmediaal tijdperk leven weten we inmiddels wel. Maar weten we ook precies wat het is? ‘Dicht bij huis’ weet iemand het in ieder geval heel goed: hKu-alumna Kunst & economie hilde smetsers (23). Zij richtte in september 2008 samen met een vriend We Cross op, een bedrijf dat crossmediale concepten ontwerpt én realiseert.

‘ een LiVe-BeLeVenis rAAKt Mensen’

3

COLOFON

.unst is een uitgave van de Hogeschool voor de Kunsten

Utrecht. Het blad verschijnt vier keer per jaar en wordt

gratis verspreid onder studenten, medewerkers en relaties

van de HKU.

hoofd- & eindredactie Edwin Verhoeven

redactie Marcella Das, Johan Kuhlmann, Rob Rombouts,

Fanny de Ruiter, Rick Steggerda, Elfie Tromp, Tim Veenstra

Verder werkten mee Hanneke Hendrix,

Lambertha Souman

Cover Petter Buhagen: “?”, mixed media installation,

Oslo, 2005

illustraties Ashkan Honarvar, Leon Martakis

Ontwerp Studio Vrijdag

Druk Printec Offset, Kassel

Oplage 4000 ex.

Advertenties Bureau van Vliet, Postbus 20,

2040 AA, Zandvoort, T (023) 571 47 45

reacties Postbus 1520, 3500 BM Utrecht, T 030 233 22 56

[email protected]

http://unst.hku.nl

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd

zonder voorafgaande toestemming van de HKU.

. redactioneel

Optimist

De Dordogne is een paradijs zonder internet. Veel dorpen aan de

rivier staan erbij als ware de stoomwals nog niet uitgevonden.

In de eeuwenoude huisjes wordt niet gegoogled of getwitterd, maar

met kleine bakelieten hamertjes walnoten gekraakt. Valt de avond,

dan wordt bij kaarslicht gehartenjaagd of, als er flink wat noten­

likeur is genuttigd, de geest van een voorouder aangeroepen.

Een enkel huishouden ontvangt bij helder weer op een antieke

zwart­wit tv flarden van niet­Franse zenders.

Een week lang lieten wij ons gewillig door de Dordogne meevoeren

in deze Middeleeuws aandoende wereld. Troepen kauwen cirkelden

rond torens van kastelen; achter de kantelen ontwaarden wij roof­

ridders uit de tijd van Karel de Grote. ‘Tjonge,’ zei Martijn, ‘twee

waterdichte tonnen en een kano, meer heb je niet nodig om binnen

een paar dagen volledig te onthaasten.’

Ons bezoek aan het drukke Sarlat­la­Canéda werkte daarom aan­

vankelijk op de zenuwen. In de kaarsrechte aanloop naar het oude

centrum streden getoeter en reclameborden om aandacht. Toeristen

krioelden als een op drift geraakte groep figuranten langs etalages

en kraampjes. Om aan deze overvloed te ontsnappen, volgden we

een bordje ‘expo’ dat ons een statig oud gebouw binnenleidde.

Op de bovenverdieping exposeerde de Britse kunstenaar Adrian

Kenyon zijn toekomstvisie. Zijn collages verbeelden onze doelge­

richte mars richting afgrond. Mijn oog valt op een grote poster:

La France en 2050, waarin een ernstig overbevolkt Frankrijk is

ingesloten door smeltende ijskappen.

Ik vraag Kenyon of hij als pessimist door het leven gaat. ‘Not at all,’

antwoordt hij, ‘I’m an optimist.’ Geestdriftig vertelt Kenyon hoe

onze zelfdestructie uiteindelijk ten goede zal

keren. Na zijn privé­lezing van een ruim een

uur gaat hij plots over tot de orde van de dag:

er moet nog gewerkt worden. Ik koop La France

en 2050 en verwacht een bloedstollend onder­

schrift van de kunstenaar. Dat valt wat tegen:

‘Bonnes vacances,’ schrijft Kenyon naast zijn

naam. De handtekening van een optimist.

Edwin Verhoeven

hYVeshYVes

DiGitALe iDentiteit

ZOeKMAChine

hits

ViDeOPOrtAAL

CrOssMeDiAALCrOssMeDiAAL

DuMPert

VirALs

COMMunities

stOPCOntACt

OnLine-POrtFOLiO

LinKeDin

GOOGLe

GOOGLe ALerts

GOOGLe

GOOGLe

internetKunst

FAnMAiL

bedoelde u: kunst?

WeBsite

YOutuBeYOutuBe

YOutuBe

COPYriGht

FACeBOOKFACeBOOK

FACeBOOK

surFenD

FACeBOOK

68

11

37

128

9

6

13

6

6

6

10

7

13

77

7

13

11

5

117

3

7

9

10

4

7

715

6

11

8

810

15

8

tWittertWitter

LAPtOP

tAALGeBruiKBLOG

BLOGBLOG

BLOG

BLOG

.verder

tekst Marcella Das fotografie Patrick van de Luijtgaarden

Wat is crossmediaal volgens jou?Bij crossmedia kruisen ‘oude’ en nieuwe media elkaar en staat content centraal. Door deze media en technieken op de juiste manier te koppelen en te integre­ren, realiseer je een groter bereik. Zo ontvangt de doelgroep op verschillende manieren een boodschap die iedere keer waarde toevoegt. Je bekijkt per medium hoe je het inzet. Print is bijvoorbeeld geschikt om de diepte in te gaan, maar ook om weer te linken met internet, waar je achtergrondinformatie, een poll of video kunt toevoegen. Video is weer een krachtig middel om mensen te prikkelen en te enthousiasmeren. Maar het gaat vooral om de totaalboodschap.

23 jaar en je eigen bedrijf, was dat altijd je droom?Niet per se, het ontstond vanuit mijn project op de HKU. Ik werkte aan mijn eerste eigen concept Next Best Band, een crossmediaal podium voor bands en muziekfans in Nederland. In eerste instantie op lokaal niveau, maar uiteinde­lijk wilde ik het wel uitbouwen. Daarom maakte ik er mijn afstudeerproject van. Mijn begeleider Bob Smits zag de potentie van het project, maar stelde een andere aanpak voor. Het moest een bedrijf worden met verschillende commerciële inkomstenmodellen in plaats van een stichting en hij wilde ons daarbij helpen.

Er meer van makendan dat ene moment

Hoe ontstond jouw fascinatie voor crossmedia?Ik heb Event Management gestudeerd, maar miste daarin een koppeling met meerdere facetten. Een event is vaak eenmalig, terwijl het één van de krachtig­ste onderdelen van de crossmedia­mix is. Mensen maken samen deel uit van een unieke ervaring: een festival, expositie, voorstelling, presentatie of concert. Een live­belevenis raakt mensen. Ik wilde zo’n eenmalige belevenis onderdeel maken van een verhaal. Dat kan door dit verhaal op verschillende momenten te vertellen via de unieke eigenschappen van verschil­lende media. Door voorafgaand, tijdens en na afloop van het event verschillende media en technieken te integreren met de inhoud van dat event, versterk je de ervaring voor de (potentiële) bezoeker. Voorbeelden hiervan zijn koppelingen met sociale netwerken en video. Lowlands doet dat bijvoorbeeld heel goed. Lowlands is natuurlijk groot en bestaat al lang, maar ook op kleinere schaal kun je op veel manieren de waarde van het event vergroten.Als evenement zelf haal je er veel meer uit. Soms bezoek ik een event en denk ik: wat zit hier veel geld en tijd in, maar het blijft slechts een eenmalige gebeurtenis. Als je het meer neerzet als een platform waar altijd iets te halen is, komen mensen veel vaker terug. Dat zorgt voor een

betere binding met het huidige publiek, maar spreekt ook nieuwe doelgroepen aan. En het bereiken van publiek – of het nu om theater, een festival of een tentoon­stelling gaat – is waar het in de sector waar wij voor werken om draait.

Wat is jullie beste voorbeeld van een crossmediaal project? Ons eigen project Next Best Band blijft een hele goede case. We hebben een community, waarin bands en fans een profiel aanmaken en fans bepalen daar welke bands extra kansen krijgen. Die kansen faciliteren wij. Een voorbeeld is airplay op Radio 6, waar maandelijks één band mag komen voor een optreden en een interview. Via magazines en websites zorgen we voor publiciteit, bijvoorbeeld op hiphopnet.nl. We regelen ook festival­optredens, één van de grootste wensen van bands. We zijn nu zo’n 6 maanden ‘live’ en in die maanden deden we campagnes met Paaspop, Festival Mundial en Solar Weekend. Van deze optredens maken we videoregistraties die we uitzenden via internet en distribueren via onze mediapartners en we doen verslag via sociale media zoals Twitter. Tenslotte werken we vanaf deze maand samen met BNN’s 101TV, waar bands ook een clip op tv kunnen krijgen. We willen zoveel mogelijk kansen voor bands creëren en tv is daar natuurlijk een ideaal

medium voor. 101tv zag dat ook wel zitten, want de toon van onze video’s en wat we doen sprak hen aan.

.unst lanceert eind september een nieuw weblog. Tips?Geef online aanvullende informatie bij de artikelen en maak duidelijke links tussen blad en weblog en vice versa. Zorg dat de weblog goede content bevat; een paar kwaliteitsartikelen per week en ook video. Laat bijvoorbeeld een aantal (oud­)studenten over hun lopende pro jecten schrijven, dat is wat mij bijvoorbeeld zou interesseren. Zorg dat

je unieke content aanbiedt. Content en de mogelijkheid tot interactie zijn namelijk een van de belangrijkste redenen voor mensen om online te participeren.

Wat maakt We Cross het perfecte bedrijf voor crossmedia? Onze ambitie is ervoor te zorgen dat organisaties in de creatieve industrie vooroplopen in de koppeling tussen de analoge en de digitale wereld. Weinig bedrijven weten hoe je deze koppeling kunt maken. En wij kunnen het daarna zelf ook uitvoeren! We gebruiken daarin

erg vaak het medium video en hebben daarom besloten dat zelf te produceren. Mijn collega Hein Hofman is vooral van de technologische kant. Ik ben meer van de marketing. Door die combinatie staan we sterk. Bovendien geloven we in het delen van kennis. Op onze site bloggen we over crossmedia en events in de creatieve sector. Zo laten we onze exper­tise zien en hopen we mensen en orga­nisaties te enthousiasmeren over de dingen die we doen. Verder is creativiteit erg belangrijk. We komen regelmatig met oplossingen die klanten niet verwachten. Dan moet je als klant wel wat durven.

Dat we in een crossmediaal tijdperk leven weten we inmiddels wel. Maar weten we ook precies wat het is? ‘Dicht bij huis’ weet iemand het in ieder geval heel goed: hKu-alumna Kunst & economie hilde smetsers (23). Zij richtte in september 2008 samen met een vriend We Cross op, een bedrijf dat crossmediale concepten ontwerpt én realiseert.

‘ een LiVe-BeLeVenis rAAKt Mensen’

5

Petter Buhagen joined a sexual intercourse. Spuitbus op canvas, 2007. Buhagen exposeerde dit werk in zijn tentoon­stelling ‘Self­Titled’ en lijkt hiermee de vaak plichtmatige inhoud op netwerken als Facebook, Hyves en Twitter naar een prikkelender niveau te willen tillen. Of is deze post bedoeld als de ultieme persoonlijke noot op het vrienden­netwerk Facebook?‘De schilderijen en tekeningen uit Self­Titled zijn allemaal gebaseerd op mijn eigen online­ervaringen,’ vertelt Buhagen.

‘Op fouten en merkwaardigheden, waarvan de meeste op sociale netwerken plaats­vonden. Deze communities zijn bedoeld voor hoogstpersoonlijke communicatie. Het geprogrammeerde digitale systeem daarachter is echter bij uitstek geautomatiseerd en onpersoonlijk. Uit het contrast tussen dit systeem en het beoogde gebruik haal ik mijn inspiratie. Ik ben op zoek naar die momenten waarop het systeem zichzelf prijsgeeft; door een simpele fout of bijvoorbeeld door geautomatiseerde tekst als een persoonlijke boodschap te presenteren.’

Buhagen doet dit door stereotiepen in digitale tekst­ en beeldboodschappen vast te leggen met analoge media. ‘Mijn op tekst gebaseerde tekeningen en schilderijen zijn hiervan de duidelijkste voorbeelden. Hierin heb ik digitale fouten bewerkt zodat ze gaan over de fysieke en analoge component in plaats van de digitale. De kijker wordt geconfronteerd met communicatie problemen die online bestaan, maar in de fysieke

wereld niet aan de orde zijn. En voorbeeld hiervan is het schilderij met de tekst: ‘This painting is undergoing routine maintanance. [sic] We apologize for the inconvenience!’

Buhagen lijkt een haat­liefde­relatie met het internet te onderhouden. Hij brengt veel

tijd op het web door, maar verwerkt een groot deel van die uren tot cultuur kritische kunst. Over de toekomst van internet zegt hij: ‘Ik denk dat de komende tijd veel meer door adverteerders gesponsorde (sommigen noemen het gratis) muziek, fi lms en informatie beschik­baar komt. Ook zullen we veel meer van onze dagelijkse taken met behulp van internet kunnen uitvoeren. Met de razendsnelle ontwikkeling van communicatiekanalen zal ook de manier waarop mensen communiceren beïnvloeden. Het lijkt erop dat kwantiteit voor kwaliteit gaat. Hoe meer kanalen je gebruikt (Twitter, Facebook, MySpace), hoe oppervlakkiger het contact wordt.’

Petter Buhagen heeft 0 vrienden

De noorse kunstenaar Petter Buhagen maakt kunst met internet. in zijn werk gebruikt hij aspecten van het internet of websites die hem storen of verbazen. een Facebook-pagina krijgt zo een nieuwe bestemming: als schilderij in een expositieruimte. Daar zet hij de bezoeker aan het denken over onze nieuwe digitale verworvenheden. een gesprek over zijn ironisch-cynische ingrepen in virtual reality.

tekst Edwin Verhoeven beeld Petter Buhagen

Bekijk het werk van Buhagen op www.petterbuhagen.com

Je hoeft niet diep te spitten op internet om zo´n beetje alle soorten kunst te vinden. Van beeldend werk en literatuur tot fi lms en muziek. Die kunst staat echter op statische sites die eigenhandig in elkaar zijn geknutseld met program­ma’s die nauwelijks of geen voorkennis vereisen. Verder dan een menuutje met personalia, cv en een portfolio reikt het aanbod meestal niet. De naam van de maker, als die al komt bovendrijven, wordt meteen weer vergeten.

De kunstenaar die zijn werk op internet publiceert, neemt een ingrijpende beslissing. Hij kiest voor een specifi eke vorm die nieuwe eisen stelt aan het werk. Als zijn website niet meteen interessant is, klikt de bezoeker verder en blijft de kunstenaar voorgoed onzichtbaar.

opvallenAlles wat in een nieuwe omgeving komt, moet zich aanpassen. Kunst ook. Kunst op internet – dat zoiets is als het lezen van een boek op een bioscoopscherm – verandert die kunst. Die nieuwe jas waarin het werk wordt gehuld, geeft het nieuwe betekenis. Kunst op internet die wil opvallen, dwingt de kunstenaar daarom tot het maken van internetkunst.Internetkunst is de samenballing van verschillende kunstvormen tot één product. Film, fotografi e, muziek, thea ­tra liteit, vormgeving, interactiviteit en slim management spelen een belangrijke rol. Het zijn de middelen die de kunste­naar ter beschikking heeft om mee te werken. Gezamenlijk zijn ze van invloed op de receptie van het werk. Toevallig of

niet, deze zeven elementen vormen ook de opleidingsgebieden van de HKU.

bereikIn 1936 schreef de cultuurfi losoof Walter Benjamin het essay ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reprodu­ceerbaarheid’. Hij onderzocht daarin onder andere hoe de uitvinding van de fi lm de totstandkoming van de moderne kunsten veranderde.Benjamin concludeerde dat door de moge lijk heid van reproductie, het maken van exacte kopieën, de verbinding vervalt tussen het werk en de plaats waar het is ontstaan of waar het wordt beleefd. ‘Films worden gemaakt met het oog op hun verspreiding, omdat ze anders niet eens rendabel zouden zijn. De reproductie is niet een mogelijkheid, maar juist een voorwaarde geworden.’Juist op internet ontbreekt de plaats van oorsprong. Of iets uit India of Helmond komt, is vaak niet eens te achterhalen. Het gaat er alleen om dat het werk van oost tot west gezien kan worden. Een kunstenaar moet daarom meer doen dan zich op de kwaliteit van zijn werk richten. Zijn besluit om werk online te zetten, behelst dus meer dan het digitaliseren van een portfolio. Hij moet helder voor ogen hebben hoe hij dat portfolio een zo groot mogelijk bereik kan geven.

marketeerBovendien veranderen de criteria waarop het werk wordt beoordeeld. Een tekst die in een boek inhoudelijk tot zijn recht komt, is op een beeldscherm al gauw te lang. De kunstenaar wordt, door zijn keuze voor het internet als publicatie­platform, gedwongen zich buiten zijn eigen discipline te wagen. Om behalve schrijver ook vormgever te zijn of zowel fi lmmaker als slimme marketeer. Dit is een algemene tendens die zich ook buiten het internet manifesteert. In de moderne

kunsten is de theaterschrijver deels regisseur, zijn de muzikant en beeldend kunstenaar performers, is de theater­vormgever ook een theatermaker. Jonge kunstenaars kunnen zich niet meer beperken tot één discipline.

interdisciplinaire samenwerkingOm in te spelen op deze veranderende kunstwereld, moeten kunstopleidingen daarom veel nadruk leggen op interdisci­plinaire samenwerking. HKU­studenten bij Writing for Performance gaan pas in hun derde jaar samenwerken met acteurs, terwijl hun theaterteksten vanaf jaar één uitsluitend voor diezelfde acteurs zijn bedoeld. Op hun beurt kan het voor acteurs uitermate productief zijn om zich al vroeg te mengen in het werk van de schrijver, zodat ze een beeld krijgen van de totstandkoming van teksten die zij op de planken brengen. Doortastend optreden van de HKU in het creëren van samenwerkingsprojecten betekent niet alleen dat studenten al vroeg in hun opleiding met elkaar in contact moeten komen. Het betekent ook dat er naar verbanden wordt gezocht die wat minder voor de hand liggen. Vormgevers en beeldend kunstenaars die elkaars vakgebied aftasten. Acteurs in samenwerking met 3D­designers, schrijvers in projecten met animatoren. Tegelijkertijd is het essentieel dat studenten genoeg tijd hebben zich in hun eigen vakgebied te ontwikkelen. Waar interdisciplinaire samenwerking nog te vroeg komt, kan een internetge­oriënteerd vak uitkomst bieden. Juist in zo’n module kunnen studenten van verschillende opleidingen samenkomen en discussiëren over de raakvlakken van hun vakgebieden. Zo kan al vroeg de basis worden gelegd voor kunstvormen waarin meerdere disciplines samenkomen. Dat geeft studenten meteen de bagage waarmee ze het internet op kunnen.

het presenteren van kunst op internet stelt nieuwe eisen aan

het kunstwerk. Dat gaat verder dan het digitaliseren van je

portfolio. De schilder moet het doek uit zijn atelier transfor-

meren tot internetkunst. staan kunstenaars die het internet

opgaan hier voldoende bij stil? en hoe begeleid je als kunst-

opleiding je studenten op dit vlak?

‘ internetKunst is De sAMenBALLinG VAn VersChiLLenDe Kunst VOrMen tOt ÉÉn PrODuCt’

tekst Rob Rombouts illustratie Ashkan HonarvarKunst op

internet of inter-netkunst?

5

Petter Buhagen joined a sexual intercourse. Spuitbus op canvas, 2007. Buhagen exposeerde dit werk in zijn tentoon­stelling ‘Self­Titled’ en lijkt hiermee de vaak plichtmatige inhoud op netwerken als Facebook, Hyves en Twitter naar een prikkelender niveau te willen tillen. Of is deze post bedoeld als de ultieme persoonlijke noot op het vrienden­netwerk Facebook?‘De schilderijen en tekeningen uit Self­Titled zijn allemaal gebaseerd op mijn eigen online­ervaringen,’ vertelt Buhagen.

‘Op fouten en merkwaardigheden, waarvan de meeste op sociale netwerken plaats­vonden. Deze communities zijn bedoeld voor hoogstpersoonlijke communicatie. Het geprogrammeerde digitale systeem daarachter is echter bij uitstek geautomatiseerd en onpersoonlijk. Uit het contrast tussen dit systeem en het beoogde gebruik haal ik mijn inspiratie. Ik ben op zoek naar die momenten waarop het systeem zichzelf prijsgeeft; door een simpele fout of bijvoorbeeld door geautomatiseerde tekst als een persoonlijke boodschap te presenteren.’

Buhagen doet dit door stereotiepen in digitale tekst­ en beeldboodschappen vast te leggen met analoge media. ‘Mijn op tekst gebaseerde tekeningen en schilderijen zijn hiervan de duidelijkste voorbeelden. Hierin heb ik digitale fouten bewerkt zodat ze gaan over de fysieke en analoge component in plaats van de digitale. De kijker wordt geconfronteerd met communicatie problemen die online bestaan, maar in de fysieke

wereld niet aan de orde zijn. En voorbeeld hiervan is het schilderij met de tekst: ‘This painting is undergoing routine maintanance. [sic] We apologize for the inconvenience!’

Buhagen lijkt een haat­liefde­relatie met het internet te onderhouden. Hij brengt veel

tijd op het web door, maar verwerkt een groot deel van die uren tot cultuur kritische kunst. Over de toekomst van internet zegt hij: ‘Ik denk dat de komende tijd veel meer door adverteerders gesponsorde (sommigen noemen het gratis) muziek, fi lms en informatie beschik­baar komt. Ook zullen we veel meer van onze dagelijkse taken met behulp van internet kunnen uitvoeren. Met de razendsnelle ontwikkeling van communicatiekanalen zal ook de manier waarop mensen communiceren beïnvloeden. Het lijkt erop dat kwantiteit voor kwaliteit gaat. Hoe meer kanalen je gebruikt (Twitter, Facebook, MySpace), hoe oppervlakkiger het contact wordt.’

Petter Buhagen heeft 0 vrienden

De noorse kunstenaar Petter Buhagen maakt kunst met internet. in zijn werk gebruikt hij aspecten van het internet of websites die hem storen of verbazen. een Facebook-pagina krijgt zo een nieuwe bestemming: als schilderij in een expositieruimte. Daar zet hij de bezoeker aan het denken over onze nieuwe digitale verworvenheden. een gesprek over zijn ironisch-cynische ingrepen in virtual reality.

tekst Edwin Verhoeven beeld Petter Buhagen

Bekijk het werk van Buhagen op www.petterbuhagen.com

Je hoeft niet diep te spitten op internet om zo´n beetje alle soorten kunst te vinden. Van beeldend werk en literatuur tot fi lms en muziek. Die kunst staat echter op statische sites die eigenhandig in elkaar zijn geknutseld met program­ma’s die nauwelijks of geen voorkennis vereisen. Verder dan een menuutje met personalia, cv en een portfolio reikt het aanbod meestal niet. De naam van de maker, als die al komt bovendrijven, wordt meteen weer vergeten.

De kunstenaar die zijn werk op internet publiceert, neemt een ingrijpende beslissing. Hij kiest voor een specifi eke vorm die nieuwe eisen stelt aan het werk. Als zijn website niet meteen interessant is, klikt de bezoeker verder en blijft de kunstenaar voorgoed onzichtbaar.

opvallenAlles wat in een nieuwe omgeving komt, moet zich aanpassen. Kunst ook. Kunst op internet – dat zoiets is als het lezen van een boek op een bioscoopscherm – verandert die kunst. Die nieuwe jas waarin het werk wordt gehuld, geeft het nieuwe betekenis. Kunst op internet die wil opvallen, dwingt de kunstenaar daarom tot het maken van internetkunst.Internetkunst is de samenballing van verschillende kunstvormen tot één product. Film, fotografi e, muziek, thea ­tra liteit, vormgeving, interactiviteit en slim management spelen een belangrijke rol. Het zijn de middelen die de kunste­naar ter beschikking heeft om mee te werken. Gezamenlijk zijn ze van invloed op de receptie van het werk. Toevallig of

niet, deze zeven elementen vormen ook de opleidingsgebieden van de HKU.

bereikIn 1936 schreef de cultuurfi losoof Walter Benjamin het essay ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reprodu­ceerbaarheid’. Hij onderzocht daarin onder andere hoe de uitvinding van de fi lm de totstandkoming van de moderne kunsten veranderde.Benjamin concludeerde dat door de moge lijk heid van reproductie, het maken van exacte kopieën, de verbinding vervalt tussen het werk en de plaats waar het is ontstaan of waar het wordt beleefd. ‘Films worden gemaakt met het oog op hun verspreiding, omdat ze anders niet eens rendabel zouden zijn. De reproductie is niet een mogelijkheid, maar juist een voorwaarde geworden.’Juist op internet ontbreekt de plaats van oorsprong. Of iets uit India of Helmond komt, is vaak niet eens te achterhalen. Het gaat er alleen om dat het werk van oost tot west gezien kan worden. Een kunstenaar moet daarom meer doen dan zich op de kwaliteit van zijn werk richten. Zijn besluit om werk online te zetten, behelst dus meer dan het digitaliseren van een portfolio. Hij moet helder voor ogen hebben hoe hij dat portfolio een zo groot mogelijk bereik kan geven.

marketeerBovendien veranderen de criteria waarop het werk wordt beoordeeld. Een tekst die in een boek inhoudelijk tot zijn recht komt, is op een beeldscherm al gauw te lang. De kunstenaar wordt, door zijn keuze voor het internet als publicatie­platform, gedwongen zich buiten zijn eigen discipline te wagen. Om behalve schrijver ook vormgever te zijn of zowel fi lmmaker als slimme marketeer. Dit is een algemene tendens die zich ook buiten het internet manifesteert. In de moderne

kunsten is de theaterschrijver deels regisseur, zijn de muzikant en beeldend kunstenaar performers, is de theater­vormgever ook een theatermaker. Jonge kunstenaars kunnen zich niet meer beperken tot één discipline.

interdisciplinaire samenwerkingOm in te spelen op deze veranderende kunstwereld, moeten kunstopleidingen daarom veel nadruk leggen op interdisci­plinaire samenwerking. HKU­studenten bij Writing for Performance gaan pas in hun derde jaar samenwerken met acteurs, terwijl hun theaterteksten vanaf jaar één uitsluitend voor diezelfde acteurs zijn bedoeld. Op hun beurt kan het voor acteurs uitermate productief zijn om zich al vroeg te mengen in het werk van de schrijver, zodat ze een beeld krijgen van de totstandkoming van teksten die zij op de planken brengen. Doortastend optreden van de HKU in het creëren van samenwerkingsprojecten betekent niet alleen dat studenten al vroeg in hun opleiding met elkaar in contact moeten komen. Het betekent ook dat er naar verbanden wordt gezocht die wat minder voor de hand liggen. Vormgevers en beeldend kunstenaars die elkaars vakgebied aftasten. Acteurs in samenwerking met 3D­designers, schrijvers in projecten met animatoren. Tegelijkertijd is het essentieel dat studenten genoeg tijd hebben zich in hun eigen vakgebied te ontwikkelen. Waar interdisciplinaire samenwerking nog te vroeg komt, kan een internetge­oriënteerd vak uitkomst bieden. Juist in zo’n module kunnen studenten van verschillende opleidingen samenkomen en discussiëren over de raakvlakken van hun vakgebieden. Zo kan al vroeg de basis worden gelegd voor kunstvormen waarin meerdere disciplines samenkomen. Dat geeft studenten meteen de bagage waarmee ze het internet op kunnen.

het presenteren van kunst op internet stelt nieuwe eisen aan

het kunstwerk. Dat gaat verder dan het digitaliseren van je

portfolio. De schilder moet het doek uit zijn atelier transfor-

meren tot internetkunst. staan kunstenaars die het internet

opgaan hier voldoende bij stil? en hoe begeleid je als kunst-

opleiding je studenten op dit vlak?

‘ internetKunst is De sAMenBALLinG VAn VersChiLLenDe Kunst VOrMen tOt ÉÉn PrODuCt’

tekst Rob Rombouts illustratie Ashkan HonarvarKunst op

internet of inter-netkunst?

7

Marjolein Rutgers, vers afgestudeerd aan de Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving, begluurde voor haar eind­examenproject twee maanden lang een flat met al zijn bewoners. Haar voyeuristische project voltrok zich voor een groot gedeelte digitaal. Met schokkende resultaten.

‘De eerste weken zat ik in een auto voor de flat en noteerde de ritmes van de bewoners: wanneer komen ze thuis, wanneer gaan ze slapen, wie wonen er in welk huis en wat zijn hun verhoudin­

gen? De bewoners zagen me dagenlang voor hun flat zitten en begonnen mij, op hun beurt, ook te observeren. Dat vond ik eigenlijk te confronterend, Daarom ben ik op een meer verdekte plek verder gegaan: vanuit een zolder­kamer tegenover de flat.

Mensen zijn levendige, associatieve wezens. We kunnen niet anders dan ons afvragen wat de ander doet in zijn leven. Tijdens mijn project merkte ik dat ik allerlei fantasieën begon te hebben over de bewoners. Ik wilde meer van hen weten, zonder ze te hoeven spreken. Daarom heb ik hen allemaal digitaal gevolgd.

detailsVia de website Google Alerts kun je bijhouden welke berichten op fora verschijnen onder bepaalde namen. Toen ik de online namen eenmaal wist van de meeste bewoners, was het heel gemakkelijk om de meest intieme details van hen te achterhalen. Ik weet nog goed dat ik een triomferend gevoel had toen mijn vermoedens over een stel, die gestreepte handdoeken hadden, klopten. Ik stelde me voor dat ze bij een zeil­vereniging zaten. Ik zat er niet ver naast: het was een roeivereniging.

Het overgrote deel van de informatie die je van mensen vindt, is onschuldig. Foto’s van verjaardagen, reisweblogs en algemene, gezellige berichten van vrienden. Waar ik wel van schrok, is dat ik advocatenrapporten en uitspraken van rechters vond over een van de bewoners, door simpelweg zijn naam te googlen. Dat zoiets online staat is wel schokkend.

privacyIk heb door mijn project eigenlijk alle interesse verloren in het deel willen zijn van een digitaal netwerk. Zoveel semi­persoonlijke details van anderen zag ik, dat mij een gevoel bekroop van Wat maakt het allemaal ook uit? Ik besefte me dat mensen die angstvallig hun online­profielen bijwerken, meer voor hun netwerk leven dan voor zichzelf. Wat maakt het nou uit op welk feest je bent geweest en hoe leuk je er toen wel niet uitzag?’

De opleiding heeft nog flink getwijfeld of ze mijn afstudeerproject zouden accepteren, in verband met de privacy­wet. Wat ik heb gedaan, zit precies in het schemergebied van wat wel of niet strafbaar is. Je mag informatie van derden niet publiceren, maar over exposeren is (nog) geen uitspraak gedaan. Omdat er geen pasklaar antwoord was te geven over de rechtsgeldigheid van mijn project, heb ik toch groen licht gekregen van de examencommissie.’

Marjolein werkt momenteel als vorm gever bij Studio ’t Brandt Weer en is daarnaast freelancer. Een gedeelte van haar afstu-deerproject kun je zien op haar website: www.marjoleinrutgers.com

tekst Elfie Tromp beeld Marjolein Rutgers

DIGITAAL GLUREN ALS KUNST Je online schaduw

Iedereen heeft zichzelf weleens gegoogled om te kijken wat voor hits dat geeft. Maar heb je weleens je mailadres in een zoekmachine gezet? Dan komen alle ondertekende berichten die je ooit hebt gepost op fora en websites naar voren. Probeer dit ook eens op je pseudoniem/avatar. Zo vind je je ‘online schaduw’. Die is misschien wel een stuk grilliger dan je zelf zou willen zijn.

Je werk op het netVeel HKU­studenten hebben werk van zichzelf online gezet. Sta je op dit moment nog steeds achter dat werk? Het internet is een portfolio zonder houdbaarheidsdatum. Wat je vroeger hebt geschreven, kan nog steeds gelezen worden. Op een kunstopleiding ontwikkel je je zo snel dat je werk al snel achterhaald wordt. Wat je in het eerste jaar nog vervulde met trots, zorgt een jaar later misschien voor het schaamrood op je kaken. Het is niet verkeerd om je werk eerst een paar maanden te laten ‘rijpen’ en dan nog eens te kijken wat je ervan vindt voordat je het online zet.

Profiel schizofrenieDe kans is groot dat je naast een Hyves­account, ook een account op Facebook en Twitter hebt. En misschien nog een weblog bijhoudt, een LinkedInpagina hebt en enkele fora bezoekt. De ene website gebruik je voor je vrienden, de andere voor je professionele contacten. Maar wat als deze twee elkaar overlappen? Vooral in de kunst ontstaan vaak samenwerkingsverbanden vanuit vriendschap en informaliteit. Betrouwbaarheid is hierbij een kernwoord. Zorg ervoor dat je profielen op elkaar aansluiten. Als je op de ene plek “lauwbier444” heet en op de andere “Henrik Hekjes. Dirigent” kom je schizofreen over. En niemand werkt graag met schizofrenen.

Weet waarom je op het web bentDoe je even mee met die toffe viral game? Vul jij ook je naam en telefoonnummer in op die website met die prijsvraag? Grote kans dat je je informatie weggeeft aan “phishers”, oplichters die via een website, die zij voor een bekende website plaatsen, of via e­mail vragen om inlog­codes en persoonlijke gegevens. Het laat makkelijk raden wat die slinkse piraten met jouw gegevens van plan zijn. Op www.veiliginternetten.nl vind je tips om hier alerter op te zijn.

het WeB DAt je sPint

tekst Elfie Tromp illustratie Ashkan Honarvar

Weet jij precies wat mensen vinden als ze jou online zoeken? Welk spoor laat jij achter op het web? Al surfend naar je digitale identiteit stuit je al snel op (onangename) verassingen. Beveilig je virtuele persoonlijkheid met onderstaande tips.

tekst Lambertha Souman fotografie Patrick van de Luijtgaarden

‘Als .unst crossmediaal gaat, betekent dit dat de redactie verschillende media wil inzetten om een thema kracht bij te zetten. Bij crossmediale communicatie worden gebruikers uitgenodigd te schakelen tussen media en platforms om zo de “beleving” te versterken. Dit komt natuurlijk enorm modieus over, maar het gaat ervan uit dat je gebruik kunt maken van de eigenschappen van verschillende media (print, internet, televisie, sms et cetera) om een boodschap over te brengen en gebruikers te laten participeren. Er zijn maar enkele echt aansprekende voorbeelden die deze werkwijze waar­maken: Nike en Nokia leveren consequent goede crossmediale campagnes, de presi dents verkiezingen van Obama waren crossmediaal en natuurlijk Wie is de Mol? Meestal komt crossmedia echter niet verder dan een discussielijstje en

wat achtergrondinformatie. Dit heeft voor een groot deel te maken met een totaal andere communicatie­aanpak. Normaliter gaat men bijvoorbeeld uit van een blad of van een televisieprogramma en wordt vervolgens gedacht: “Oh god, we moeten nog iets crossmediaals!” Een goede aan ­ pak is veel thematischer van aard en vertrekt vanuit de communicatiedoelstel­ling die dan vervolgens wordt uitgewerkt in verschillende, elkaar versterkende, media­uitingen. Liever een goed televisie­programma dan een flauwe “cross­aanpak”.’

lego‘Onze studenten hebben echt iets te laten zien of horen! Een grote groep van hen behoort zelfs tot de voorlopers in de ontwikkeling van internettoepassingen. Het belangrijkste vind ik daarom dat ze online kunnen participeren. We bieden uitgebreide faciliteiten om digitaal te “creëren”. Daarnaast hebben honderden studenten binnen de HKU een online­portfolio of zijn ze deel van “communities of practice”. Er zijn talloze online tools waarin ze eenvoudig hun werk kunnen publiceren of samenwerken. Zo heb je een succesvolle HKU LinkedIn waarin alumni elkaar treffen en natuurlijk de talloze YouTube, Facebook en Hyves sites.’‘De belangrijkste toepassing die we ooit gerealiseerd hebben, is een applicatie die je kunt beschouwen als een soort lego waarmee je snel onderwijstoepassingen kunt maken. Voor het onderwijs produce­ren we met deze software zo’n dertig tot veertig maatwerktoepassingen per jaar; of het nu gaat om het eindexamentraject van de Faculteit KMT, een vacature­applicatie op Theater of de begeleiding

van studenten die naar het buitenland gaan. Je kunt niet met één generieke toepassing zowel het onderwijs op het conservatorium als de op samenwerking gebaseerde onderwijsvormen op KMT ondersteunen. Het belangrijkste voordeel van maatwerk is dat het ontwerp op deze manier niet meer door technici wordt gedicteerd maar door de onderwijs­afdelingen zelf. De facultaire webben staan vol met deze toepassingen.’ ‘Een ander leuk product is een videopor­taal voor mediakunst dat we in samen­werking met een groot aantal Europese instellingen voor mediakunst hebben opgezet. Op 6 september is dit portaal spectaculair gelanceerd tijdens de Ars Electronica in Linz, Oostenrijk. Een beetje glamour doet iedereen goed!’

valkuil‘Een bekende valkuil is dat men vaak bijna magie verwacht van ICT. Maar de cultuur binnen een faculteit kun je effectiever verbeteren door een goede koffiezetter te kopen of wekelijks een studentenborrel te organiseren dan door voor 50.000 euro een reeks plasma­schermen en community­software aan te schaffen. Uiteindelijk schuift ICT alleen maar informatie van de ene naar

de andere kant: handig en soms beslist attractief, maar zeker geen magie. Hoewel we de grootte hebben van een middelbare school verwacht men van ons soms toepassingen die een kruising zijn tussen MIT en MTV. En maatwerk betekent coproductie, maar die “co” valt er nog wel eens af... Juist doordat ICT zo leunt op informatie, lopen veel projecten nog wel eens uit op een mislukking. Medewerkers realiseren zich vaak niet dat dit soort toepassingen hún producten of informatie bevatten en dat dit hard werken is!Hetzelfde geldt voor communities. Recent onderzoek van KMT­studenten wees uit dat meer dan 95% van de communities “leeg” blijft door gebrek aan actieve participatie. Negen van de tien bezoekers willen alleen maar lezen. De groep die iets te melden heeft is dus heel klein. Gelukkig zijn (kunst­)studenten actiever: ons onderwijs vereist dit ook.’

fysiek‘In het HKU­domein hosten we meer dan drieduizend websites van zowel studen­ten, docenten als medewerkers. Internet wordt zowel passief als actief massaal en met name heel praktisch gebruikt, just­in­time informatie, stijlvoorbeelden et cetera. Daarnaast houden studenten blogs en sites bij in het kader van hun studie, of creëren ze nieuwe online­ ervaringen. Web 2.0, online­gebruikers­participatie, heeft gewone gebruikers de mogelijkheid gegeven op eenvoudige

wijze hun informatie te delen: iedereen micro­uitgever. De volgende stap is deze filosofie los te laten op de tools en het internet zelf, zodat niemand meer een automatiseringsafdeling of een veel te dure consultant hoeft in te huren om zijn eigen toepassingen te creëren. Gewoon een mix en match van online tools die de gebruiker zelf verregaand kan aanpassen. Eigenlijk wil ik mezelf en de mijnen zoveel mogelijk overbodig maken en dat lukt ons steeds beter! We zijn ons plat­form aan het verbeteren met speciale aandacht voor hoge resolutie video­ en audiotoepassingen. Deze software moet zo eenvoudig worden dat iedere docent zelf zijn toepassing in elkaar kan klikken. Dit betekent allemaal niet dat leren hetzelfde is als “googlen”. Een onderwijs­instelling is tenslotte geen bibliotheek en de basis leer je niet van internet. Gelukkig is ons leven nog heel fysiek, ook al omringen we ons met het virtuele. Een schouderklopje, de aanraking van textiel of de sensatie van onversterkte muziek kun je niet via een kabel laten lopen. De dag dat een violist zichzelf via een online manual tot solist opleidt, zal de dag zijn dat de HKU haar deuren kan sluiten.’

favoriete site:

web.archive.org: ‘Deze organisatie neemt

met tussenpozen snapshots van het web:

je kunt elke website tot wel 10 jaar geleden

terug zien. Leuk om de veranderingen

terug te zien.

belangrijkst voor internet:

‘Sir Tim Berners-Lee, de grondlegger

van het WWW, wat de katalisator van

het internetgebruik is.’

internetten op vakantie:

‘Niet, ik ga het liefst naar plaatsen

zonder stopcontact.’

Leren = GOOGLen/De meeste hKu’ers koppelen

de naam emile Bijk al snel aan

de functie hoofd netwerk- en

informatiediensten. Dat hij

communicatiewetenschappen

heeft gestudeerd en dat zijn visie

op communicatie verder gaat dan

de zin en onzin van een paar

internettoepassingen is minder

bekend. Alle reden om hem in

deze .unst over internet uitge-

breid aan het woord te laten.

‘ een sChOuDerKLOPje Kun je niet ViA De KABeL LAten LOPen’

7

Marjolein Rutgers, vers afgestudeerd aan de Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving, begluurde voor haar eind­examenproject twee maanden lang een flat met al zijn bewoners. Haar voyeuristische project voltrok zich voor een groot gedeelte digitaal. Met schokkende resultaten.

‘De eerste weken zat ik in een auto voor de flat en noteerde de ritmes van de bewoners: wanneer komen ze thuis, wanneer gaan ze slapen, wie wonen er in welk huis en wat zijn hun verhoudin­

gen? De bewoners zagen me dagenlang voor hun flat zitten en begonnen mij, op hun beurt, ook te observeren. Dat vond ik eigenlijk te confronterend, Daarom ben ik op een meer verdekte plek verder gegaan: vanuit een zolder­kamer tegenover de flat.

Mensen zijn levendige, associatieve wezens. We kunnen niet anders dan ons afvragen wat de ander doet in zijn leven. Tijdens mijn project merkte ik dat ik allerlei fantasieën begon te hebben over de bewoners. Ik wilde meer van hen weten, zonder ze te hoeven spreken. Daarom heb ik hen allemaal digitaal gevolgd.

detailsVia de website Google Alerts kun je bijhouden welke berichten op fora verschijnen onder bepaalde namen. Toen ik de online namen eenmaal wist van de meeste bewoners, was het heel gemakkelijk om de meest intieme details van hen te achterhalen. Ik weet nog goed dat ik een triomferend gevoel had toen mijn vermoedens over een stel, die gestreepte handdoeken hadden, klopten. Ik stelde me voor dat ze bij een zeil­vereniging zaten. Ik zat er niet ver naast: het was een roeivereniging.

Het overgrote deel van de informatie die je van mensen vindt, is onschuldig. Foto’s van verjaardagen, reisweblogs en algemene, gezellige berichten van vrienden. Waar ik wel van schrok, is dat ik advocatenrapporten en uitspraken van rechters vond over een van de bewoners, door simpelweg zijn naam te googlen. Dat zoiets online staat is wel schokkend.

privacyIk heb door mijn project eigenlijk alle interesse verloren in het deel willen zijn van een digitaal netwerk. Zoveel semi­persoonlijke details van anderen zag ik, dat mij een gevoel bekroop van Wat maakt het allemaal ook uit? Ik besefte me dat mensen die angstvallig hun online­profielen bijwerken, meer voor hun netwerk leven dan voor zichzelf. Wat maakt het nou uit op welk feest je bent geweest en hoe leuk je er toen wel niet uitzag?’

De opleiding heeft nog flink getwijfeld of ze mijn afstudeerproject zouden accepteren, in verband met de privacy­wet. Wat ik heb gedaan, zit precies in het schemergebied van wat wel of niet strafbaar is. Je mag informatie van derden niet publiceren, maar over exposeren is (nog) geen uitspraak gedaan. Omdat er geen pasklaar antwoord was te geven over de rechtsgeldigheid van mijn project, heb ik toch groen licht gekregen van de examencommissie.’

Marjolein werkt momenteel als vorm gever bij Studio ’t Brandt Weer en is daarnaast freelancer. Een gedeelte van haar afstu-deerproject kun je zien op haar website: www.marjoleinrutgers.com

tekst Elfie Tromp beeld Marjolein Rutgers

DIGITAAL GLUREN ALS KUNST Je online schaduw

Iedereen heeft zichzelf weleens gegoogled om te kijken wat voor hits dat geeft. Maar heb je weleens je mailadres in een zoekmachine gezet? Dan komen alle ondertekende berichten die je ooit hebt gepost op fora en websites naar voren. Probeer dit ook eens op je pseudoniem/avatar. Zo vind je je ‘online schaduw’. Die is misschien wel een stuk grilliger dan je zelf zou willen zijn.

Je werk op het netVeel HKU­studenten hebben werk van zichzelf online gezet. Sta je op dit moment nog steeds achter dat werk? Het internet is een portfolio zonder houdbaarheidsdatum. Wat je vroeger hebt geschreven, kan nog steeds gelezen worden. Op een kunstopleiding ontwikkel je je zo snel dat je werk al snel achterhaald wordt. Wat je in het eerste jaar nog vervulde met trots, zorgt een jaar later misschien voor het schaamrood op je kaken. Het is niet verkeerd om je werk eerst een paar maanden te laten ‘rijpen’ en dan nog eens te kijken wat je ervan vindt voordat je het online zet.

Profiel schizofrenieDe kans is groot dat je naast een Hyves­account, ook een account op Facebook en Twitter hebt. En misschien nog een weblog bijhoudt, een LinkedInpagina hebt en enkele fora bezoekt. De ene website gebruik je voor je vrienden, de andere voor je professionele contacten. Maar wat als deze twee elkaar overlappen? Vooral in de kunst ontstaan vaak samenwerkingsverbanden vanuit vriendschap en informaliteit. Betrouwbaarheid is hierbij een kernwoord. Zorg ervoor dat je profielen op elkaar aansluiten. Als je op de ene plek “lauwbier444” heet en op de andere “Henrik Hekjes. Dirigent” kom je schizofreen over. En niemand werkt graag met schizofrenen.

Weet waarom je op het web bentDoe je even mee met die toffe viral game? Vul jij ook je naam en telefoonnummer in op die website met die prijsvraag? Grote kans dat je je informatie weggeeft aan “phishers”, oplichters die via een website, die zij voor een bekende website plaatsen, of via e­mail vragen om inlog­codes en persoonlijke gegevens. Het laat makkelijk raden wat die slinkse piraten met jouw gegevens van plan zijn. Op www.veiliginternetten.nl vind je tips om hier alerter op te zijn.

het WeB DAt je sPint

tekst Elfie Tromp illustratie Ashkan Honarvar

Weet jij precies wat mensen vinden als ze jou online zoeken? Welk spoor laat jij achter op het web? Al surfend naar je digitale identiteit stuit je al snel op (onangename) verassingen. Beveilig je virtuele persoonlijkheid met onderstaande tips.

tekst Lambertha Souman fotografie Patrick van de Luijtgaarden

‘Als .unst crossmediaal gaat, betekent dit dat de redactie verschillende media wil inzetten om een thema kracht bij te zetten. Bij crossmediale communicatie worden gebruikers uitgenodigd te schakelen tussen media en platforms om zo de “beleving” te versterken. Dit komt natuurlijk enorm modieus over, maar het gaat ervan uit dat je gebruik kunt maken van de eigenschappen van verschillende media (print, internet, televisie, sms et cetera) om een boodschap over te brengen en gebruikers te laten participeren. Er zijn maar enkele echt aansprekende voorbeelden die deze werkwijze waar­maken: Nike en Nokia leveren consequent goede crossmediale campagnes, de presi dents verkiezingen van Obama waren crossmediaal en natuurlijk Wie is de Mol? Meestal komt crossmedia echter niet verder dan een discussielijstje en

wat achtergrondinformatie. Dit heeft voor een groot deel te maken met een totaal andere communicatie­aanpak. Normaliter gaat men bijvoorbeeld uit van een blad of van een televisieprogramma en wordt vervolgens gedacht: “Oh god, we moeten nog iets crossmediaals!” Een goede aan ­ pak is veel thematischer van aard en vertrekt vanuit de communicatiedoelstel­ling die dan vervolgens wordt uitgewerkt in verschillende, elkaar versterkende, media­uitingen. Liever een goed televisie­programma dan een flauwe “cross­aanpak”.’

lego‘Onze studenten hebben echt iets te laten zien of horen! Een grote groep van hen behoort zelfs tot de voorlopers in de ontwikkeling van internettoepassingen. Het belangrijkste vind ik daarom dat ze online kunnen participeren. We bieden uitgebreide faciliteiten om digitaal te “creëren”. Daarnaast hebben honderden studenten binnen de HKU een online­portfolio of zijn ze deel van “communities of practice”. Er zijn talloze online tools waarin ze eenvoudig hun werk kunnen publiceren of samenwerken. Zo heb je een succesvolle HKU LinkedIn waarin alumni elkaar treffen en natuurlijk de talloze YouTube, Facebook en Hyves sites.’‘De belangrijkste toepassing die we ooit gerealiseerd hebben, is een applicatie die je kunt beschouwen als een soort lego waarmee je snel onderwijstoepassingen kunt maken. Voor het onderwijs produce­ren we met deze software zo’n dertig tot veertig maatwerktoepassingen per jaar; of het nu gaat om het eindexamentraject van de Faculteit KMT, een vacature­applicatie op Theater of de begeleiding

van studenten die naar het buitenland gaan. Je kunt niet met één generieke toepassing zowel het onderwijs op het conservatorium als de op samenwerking gebaseerde onderwijsvormen op KMT ondersteunen. Het belangrijkste voordeel van maatwerk is dat het ontwerp op deze manier niet meer door technici wordt gedicteerd maar door de onderwijs­afdelingen zelf. De facultaire webben staan vol met deze toepassingen.’ ‘Een ander leuk product is een videopor­taal voor mediakunst dat we in samen­werking met een groot aantal Europese instellingen voor mediakunst hebben opgezet. Op 6 september is dit portaal spectaculair gelanceerd tijdens de Ars Electronica in Linz, Oostenrijk. Een beetje glamour doet iedereen goed!’

valkuil‘Een bekende valkuil is dat men vaak bijna magie verwacht van ICT. Maar de cultuur binnen een faculteit kun je effectiever verbeteren door een goede koffiezetter te kopen of wekelijks een studentenborrel te organiseren dan door voor 50.000 euro een reeks plasma­schermen en community­software aan te schaffen. Uiteindelijk schuift ICT alleen maar informatie van de ene naar

de andere kant: handig en soms beslist attractief, maar zeker geen magie. Hoewel we de grootte hebben van een middelbare school verwacht men van ons soms toepassingen die een kruising zijn tussen MIT en MTV. En maatwerk betekent coproductie, maar die “co” valt er nog wel eens af... Juist doordat ICT zo leunt op informatie, lopen veel projecten nog wel eens uit op een mislukking. Medewerkers realiseren zich vaak niet dat dit soort toepassingen hún producten of informatie bevatten en dat dit hard werken is!Hetzelfde geldt voor communities. Recent onderzoek van KMT­studenten wees uit dat meer dan 95% van de communities “leeg” blijft door gebrek aan actieve participatie. Negen van de tien bezoekers willen alleen maar lezen. De groep die iets te melden heeft is dus heel klein. Gelukkig zijn (kunst­)studenten actiever: ons onderwijs vereist dit ook.’

fysiek‘In het HKU­domein hosten we meer dan drieduizend websites van zowel studen­ten, docenten als medewerkers. Internet wordt zowel passief als actief massaal en met name heel praktisch gebruikt, just­in­time informatie, stijlvoorbeelden et cetera. Daarnaast houden studenten blogs en sites bij in het kader van hun studie, of creëren ze nieuwe online­ ervaringen. Web 2.0, online­gebruikers­participatie, heeft gewone gebruikers de mogelijkheid gegeven op eenvoudige

wijze hun informatie te delen: iedereen micro­uitgever. De volgende stap is deze filosofie los te laten op de tools en het internet zelf, zodat niemand meer een automatiseringsafdeling of een veel te dure consultant hoeft in te huren om zijn eigen toepassingen te creëren. Gewoon een mix en match van online tools die de gebruiker zelf verregaand kan aanpassen. Eigenlijk wil ik mezelf en de mijnen zoveel mogelijk overbodig maken en dat lukt ons steeds beter! We zijn ons plat­form aan het verbeteren met speciale aandacht voor hoge resolutie video­ en audiotoepassingen. Deze software moet zo eenvoudig worden dat iedere docent zelf zijn toepassing in elkaar kan klikken. Dit betekent allemaal niet dat leren hetzelfde is als “googlen”. Een onderwijs­instelling is tenslotte geen bibliotheek en de basis leer je niet van internet. Gelukkig is ons leven nog heel fysiek, ook al omringen we ons met het virtuele. Een schouderklopje, de aanraking van textiel of de sensatie van onversterkte muziek kun je niet via een kabel laten lopen. De dag dat een violist zichzelf via een online manual tot solist opleidt, zal de dag zijn dat de HKU haar deuren kan sluiten.’

favoriete site:

web.archive.org: ‘Deze organisatie neemt

met tussenpozen snapshots van het web:

je kunt elke website tot wel 10 jaar geleden

terug zien. Leuk om de veranderingen

terug te zien.

belangrijkst voor internet:

‘Sir Tim Berners-Lee, de grondlegger

van het WWW, wat de katalisator van

het internetgebruik is.’

internetten op vakantie:

‘Niet, ik ga het liefst naar plaatsen

zonder stopcontact.’

Leren = GOOGLen/De meeste hKu’ers koppelen

de naam emile Bijk al snel aan

de functie hoofd netwerk- en

informatiediensten. Dat hij

communicatiewetenschappen

heeft gestudeerd en dat zijn visie

op communicatie verder gaat dan

de zin en onzin van een paar

internettoepassingen is minder

bekend. Alle reden om hem in

deze .unst over internet uitge-

breid aan het woord te laten.

‘ een sChOuDerKLOPje Kun je niet ViA De KABeL LAten LOPen’

9

TIEN EUROCENT PER MUISKLIK

tekst Tim Veenstraillustratie Ashkan Honarvar

Sharing lijkt een uitkomst. Je stelt iets belangeloos beschikbaar voor je medemens, dus de maatschappij kan er alleen maar beter van worden. In de kunsten zijn het vooral muzikanten die hun muziek gratis aanbieden aan het grote publiek. Ook wereld­beroemde bands: zo kon je in 2007 het nieuwste album van Radiohead voor een zelf te bepalen bedrag van hun site downloaden. Theater, fi lm, beeldende kunsten en alle overige disciplines zullen zeker volgen, voor zover zij dat nog niet gedaan hebben.Een mooi ideaal: vrije informatieverstrekking. Een wereld waarin mensen elkaar helpen zonder iets terug te verlangen: nog mooier. Toch kun je vraagtekens plaatsen bij het concept sharing. Achter de “eerlijk zullen we alles delen”­mentaliteit schuilt wel degelijk een marktdenken en commerciële inslag. De kritische kijker ontdekt algauw de volgende drie commerciële principes: inkomsten, reputatie, copyright. Dat marktdenken is niet meer dan logisch: wij hebben geld nodig om te overleven. Sharing is een van de manie­ren om dat geld binnen te halen.

InkomstenVoor de directe gebruiker is sharing gratis: wanneer ik iets download hoef ik er in principe niet voor te betalen. Dat betekent echter niet dat aan sharing geen geld verdiend wordt. Stel, ik heb een site waarop ik sjablonen voor het maken van een eigen website zet. Omdat de sjablonen van goede kwaliteit zijn, trek ik veel bezoekers. Zij downloaden de sjablonen en gebruiken die voor hun eigen websites. Nu staat onderaan elke website een link naar mijn site. Hierdoor krijg ik nog meer bezoekers, wordt vaker van mijn website gedownload, stijgt mijn dataverkeer en vindt Google mijn site steeds belangrijker. Opeens wordt mijn website interessant voor adverteerders en krijg ik geld voor elke muisklik.

ReputatieReputatie, dat is waar het bij sharing allemaal om draait. De koppeling binnen de door mij verstrekte sjablonen zorgt niet alleen voor meer bezoekers, ook mijn naam wordt bekender. Ik maak reclame voor mijzelf door mijn product gratis aan te bieden. Mensen leren mij kennen en beginnen zich te interesseren in mijn doen en laten. Hierdoor word

ik bijvoorbeeld door bedrijven gevraagd om specifi ek iets voor hen te ontwerpen. Of een keer een lezing of masterclass te geven. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ik verdien geld: niet door mijn ideeën aan te bieden, maar de manier waarop ik die ideeën uitvoer en toepas. Wil je het begin van een mooie website? Download ‘m gratis. Wil je weten hoe ik zo’n website maak en verspreid? Betalen graag.

CopyrightEen groot voordeel van sharing lijkt te zijn dat copyright er niet meer toe doet. Originaliteit zit ‘m immers niet in het idee, maar in de uitvoering daarvan. Toch klopt dit niet. Sharing houdt immers geen afschaffi ng van het copyright in. Het is eerder een andere kijk op copyright, omdat de oude wetten tegenwoordig niet meer houdbaar of controleerbaar zijn. Iedereen kan alles van internet afplukken: nagaan van wie het idee eerst was is niet meer interessant. Het copyright in stand houden zal eerder kosten opleveren dan besparen: denk aan advocaten en rechtzaken, of aan de mankracht die nodig is om elk product op rechtmatigheid te controleren.Aan het eind van de cyclus staat het idee van sharing dus in dienst van winst maken. Ik maak winst door het verspreiden van mijn product en het opbouwen van mijn bekendheid. Door af te zien van mijn betaalde copyright, maar in plaats daarvan binnen elk product een linkje naar mijn eigen website te zetten.

Voor de kunsten is sharing een interessant idee. Het appelleert aan een visie voor de toekomst die kunstenaars aanspreekt: gelijkheid, vrijheid, broederschap. Wie echter de processen die aan sharing ten grondslag liggen met open blik onderzoekt, ontdekt dat het ook een nieuwe vorm van kapitalisme is.

Het is het antwoord van de maatschappij (en zijn kunstenaars) op een prangend probleem ­ de onhoudbaarheid van het copyright. Dat dit antwoord veel voor delen heeft is absoluut waar: veel inhoud wordt voor de gebruiker gratis, de lijn kunstenaar­publiek korter, oude systemen worden onder de loep genomen. Maar sharing is geen ideaal dat voor een nieuwe wereldorde zorgt. Sharing is geld verdienen in een nieuw jasje; het kapitalisme toegesneden op de huidige wereld. Case in point: in 2010 zal Microsoft zijn tekstverwerkingsprogramma Microsoft Offi ce voor de particuliere gebruiker gratis aanbieden. Hoe nobel het concept van sharing op het eerste gezicht ook is, het zijn het uiteindelijk de handige jongens die er rijk van worden. Daar is niets broederlijks aan.

Na zijn studie startte Van Zuidam samen met drie compagnons het bedrijf Accepté, waarmee ze het e­ticketsysteem Paylogic ontwikkelden. ‘We vonden het belachelijk dat je per kaartje zoveel extra moest betalen. Met Paylogic reduceerden we die kosten tot nog geen twee euro per bestelling.’ Veel uitgaansgelegenheden, maar ook Circuitpark Zandvoort en de RAI namen het systeem ter harte. Inmiddels werkt Van Zuidam (26) als interim commercieel directeur voor Fundament All Media, een internet­ en communicatiebureau in Groningen met de nieuwbouwsector als grootste klant.

Hoe kijk jij naar het internet?Internet is als een organisme, een weer ­ spiegeling van de mens. Je kunt heel veel geven en heel veel krijgen via internet en die uitwisseling van informatie is voor heel veel mensen toegankelijk. Daar kan CNN alleen maar van dromen. Bovendien past internet goed in de huidige situatie

waarin we leven. De crisis hangt nauw samen met de verandering van tijdgeest. De consum p tiemaatschappij heeft ons gebracht waar we nu zijn, maar nu is het tijd voor een creatiemaatschappij. En waar kun je beter creëren dan op internet?

Waarom is dat creëren belangrijk?De meeste bedrijven denken nog te weinig na over nut op lange termijn en wat goed is voor de mens en natuur. Het is belang­rijker te bedenken hoe je toegevoegde waarde creëert dan hoe je zoveel mogelijk producten verkoopt. Voor de crisis gold soms: het is wat de gek ervoor geeft. Nu denken consumenten: wat is het me écht waard? Je kunt op zoek gaan naar klanten – dat is goed – maar het is ook belangrijk om klanten in de gelegenheid te stellen jou te vinden en te bereiken. Creëer eigen paden volgens je intuïtie en maak je niet bij voorbaat afhankelijk van de vraag.

Heb je een concreet voorbeeld?Bij Fundament merkten we hoe nuttig het is als bouwbedrijven bloggen over wat er op de bouwplaats gebeurt. Op een blog kunnen mensen makkelijk reageren. Het is veel toegankelijker en bovendien goed koper dan het sturen van een brief. Internet verbindt en zorgt voor een verhaal met een dialoog. Het gaat consumenten niet alleen om wát ze kopen, maar steeds meer om het waaróm en van wié. Door het verhaal achter de hele bouw van het project te delen, help je mensen om keuzes te maken en laat je de klant meedenken. Zo ben je klantgerichter bezig en heb je een streepje voor.

Hoe kunnen we dit betrekken op kunstenaars?Als kunstenaar stop je jouw verhaal in je kunst. Als ik een kunstenaar bewonder, ben ik benieuwd hoe hij tot zo’n kunst­werk komt. Ik wil zijn ‘verhaal’ volgen. Waar hij of zij de inspiratie, tijd en kunde vandaan haalt. Als ze een website hebben is dat vaak een soort brochure, maar niet

echt een gebruiksvoorwerp. Denk aan je eigen verhaal als een gebruiksvoorwerp. Je kunt je afvragen: wie wil dat nu weten? Maar een échte kunstenaar vraagt zich niet af of iemand erop zit te wachten; die creëert gewoon vanuit zijn gevoel wat hij op dat moment wil creëren.

Hoe maak je van je verhaal een gebruiksvoorwerp? Twitter! Veel mensen denken nog dat Twitter niets voor hen is, maar het is gewoon een distributiekanaal en com­municatiemiddel. Net als mail of sms. Twitter vraagt weinig – slechts 140 tekens en bedenk maar eens hoe vaak je smst – maar geeft veel. Ik zag dat een vrouw uit mijn contacten een concept had gepresenteerd. Ik bel haar uit interesse, zij brengt mij met iemand in contact, ik word door diegene uitgenodigd voor een bijeenkomst, enzovoorts. Vertel je verhaal, zorg dat anderen het makkelijk kunnen vinden en maak het

aantrekkelijk om door te vertellen. Dus naast Twitter ook via een nieuws­brief, weblog, LinkedIn, Hyves, Facebook en MySpace. Ben je niet zo’n schrijver, maak dan foto’s. Doe ik zelf ook – van een wandeling met oma tot een belang­rijke werkbespreking – en het levert verrassend leuke reacties op. Met de dienst Moby picture kun je die bovendien

in één keer naar al je accounts uploaden. Bij mensen die zeggen dat deze manieren niet werken, weet ik één ding zeker: ze hebben het nog nooit écht geprobeerd.

Toch is enige scepsis wel te begrijpen: twitteren zorgt niet voor brood op de plank.Brood op de plank krijg je door mooie dingen te maken én toegankelijk te maken. Zoals je tijd stopt in het maken van je kunst, moet je investeren in het onder de aandacht brengen ervan. De aandacht van mensen is tegenwoordig te versnipperd om te verwachten dat ze vanzelf naar je toe komen. Als je je open opstelt en jouw verhaal deelt met de wereld, zul je zien dat de wereld jou vindt. Je creëert je eigen pad naar de mensen die jou zouden moeten vinden, omdat het kán. Met de verbindende kracht van internet. En door kennis te delen, komt er uiteindelijk handel op je af.

‘internet als doel? nee. internet als middel? jazeker.’ rutger van Zuidam heeft de nieuwe media dan ook van meet af aan omarmd. hij studeerde bedrijfskundige informatica, zorgde voor goedkopere concertkaartjes en adviseert de nieuwbouwsector hoe ze internet kan gebruiken in de strijd tegen de crisis. ‘Maak je niet af hankelijk van de vraag.’

‘ DenK AAn je eiGen VerhAAL ALs een GeBruiKsVOOrWerP’

tekst Marcella Dasfotografi e Patrick van de Luijtgaarden

LEES ZIJN ARTIKEL OvER SOCIAL

COmmUNITIES , CHECK ZIJN TIPS

OvER TOOLS EN ZIJN FAvORIETE

WEBSITES OP:

http://unst.hku.nl

‘ shArinG is Geen iDeAAL DAt VOOr een nieuWe WereLDOrDe ZOrGt’

sharing. De nieuwste internethype. Althans, hype, het is een idee, een concept. en het is populair. sharing, oftewel delen, draait om het kostenloos aanbieden van diensten of ideeën op websites. Gestoeld op de gedachte van vrijheid van informatie zijn er talloze sites uit de grond gestampt met website-sjablonen, handige toepassingen voor windows, zelfs complete tekst verwerkings programma’s. Ogenschijnlijk gratis te downloaden…

SPAm ONS! een twitterend tijdschrift is natuurlijk leuk, maar we zijn

ook op zoek naar échte mensen. studenten, met echte studiestress en

echte beslommeringen. Abonneer je dus op onze feed en markeer niet

alleen je hKu-gerelateerde tweets met #hKu, maar ook die waarbij je

werk hebt geüpload. spam ons! en wil je graag deel uitmaken van onze

club echte studenten die hun twitter-thread op onze .unst-website feeden?

stuur ons een bericht op onze twitter-pagina: twitter.com/unsthku

‘internet is een weer spiegeling van de mens’

#HKU: Logischerwijs zit er ook iemand

achter .unst’s twitter en Facebook, daar aan

de andere kant van uw internetverbinding

voor een fl ikkerend beeldscherm met een

mok koffi e. Dat ben ik: @amhhendrix.

Voor .unst ga ik vaak en onregelmatig posten

over het wel wee op de #hKu. Daarom ben ik

zeer benieuwd wat jullie bezighoudt en zal

proberen zoveel mogelijk nieuws (over jullie

exposities, voorstellingen en optredens) te

retweeten. hou me dus op de hoogte!

9

TIEN EUROCENT PER MUISKLIK

tekst Tim Veenstraillustratie Ashkan Honarvar

Sharing lijkt een uitkomst. Je stelt iets belangeloos beschikbaar voor je medemens, dus de maatschappij kan er alleen maar beter van worden. In de kunsten zijn het vooral muzikanten die hun muziek gratis aanbieden aan het grote publiek. Ook wereld­beroemde bands: zo kon je in 2007 het nieuwste album van Radiohead voor een zelf te bepalen bedrag van hun site downloaden. Theater, fi lm, beeldende kunsten en alle overige disciplines zullen zeker volgen, voor zover zij dat nog niet gedaan hebben.Een mooi ideaal: vrije informatieverstrekking. Een wereld waarin mensen elkaar helpen zonder iets terug te verlangen: nog mooier. Toch kun je vraagtekens plaatsen bij het concept sharing. Achter de “eerlijk zullen we alles delen”­mentaliteit schuilt wel degelijk een marktdenken en commerciële inslag. De kritische kijker ontdekt algauw de volgende drie commerciële principes: inkomsten, reputatie, copyright. Dat marktdenken is niet meer dan logisch: wij hebben geld nodig om te overleven. Sharing is een van de manie­ren om dat geld binnen te halen.

InkomstenVoor de directe gebruiker is sharing gratis: wanneer ik iets download hoef ik er in principe niet voor te betalen. Dat betekent echter niet dat aan sharing geen geld verdiend wordt. Stel, ik heb een site waarop ik sjablonen voor het maken van een eigen website zet. Omdat de sjablonen van goede kwaliteit zijn, trek ik veel bezoekers. Zij downloaden de sjablonen en gebruiken die voor hun eigen websites. Nu staat onderaan elke website een link naar mijn site. Hierdoor krijg ik nog meer bezoekers, wordt vaker van mijn website gedownload, stijgt mijn dataverkeer en vindt Google mijn site steeds belangrijker. Opeens wordt mijn website interessant voor adverteerders en krijg ik geld voor elke muisklik.

ReputatieReputatie, dat is waar het bij sharing allemaal om draait. De koppeling binnen de door mij verstrekte sjablonen zorgt niet alleen voor meer bezoekers, ook mijn naam wordt bekender. Ik maak reclame voor mijzelf door mijn product gratis aan te bieden. Mensen leren mij kennen en beginnen zich te interesseren in mijn doen en laten. Hierdoor word

ik bijvoorbeeld door bedrijven gevraagd om specifi ek iets voor hen te ontwerpen. Of een keer een lezing of masterclass te geven. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ik verdien geld: niet door mijn ideeën aan te bieden, maar de manier waarop ik die ideeën uitvoer en toepas. Wil je het begin van een mooie website? Download ‘m gratis. Wil je weten hoe ik zo’n website maak en verspreid? Betalen graag.

CopyrightEen groot voordeel van sharing lijkt te zijn dat copyright er niet meer toe doet. Originaliteit zit ‘m immers niet in het idee, maar in de uitvoering daarvan. Toch klopt dit niet. Sharing houdt immers geen afschaffi ng van het copyright in. Het is eerder een andere kijk op copyright, omdat de oude wetten tegenwoordig niet meer houdbaar of controleerbaar zijn. Iedereen kan alles van internet afplukken: nagaan van wie het idee eerst was is niet meer interessant. Het copyright in stand houden zal eerder kosten opleveren dan besparen: denk aan advocaten en rechtzaken, of aan de mankracht die nodig is om elk product op rechtmatigheid te controleren.Aan het eind van de cyclus staat het idee van sharing dus in dienst van winst maken. Ik maak winst door het verspreiden van mijn product en het opbouwen van mijn bekendheid. Door af te zien van mijn betaalde copyright, maar in plaats daarvan binnen elk product een linkje naar mijn eigen website te zetten.

Voor de kunsten is sharing een interessant idee. Het appelleert aan een visie voor de toekomst die kunstenaars aanspreekt: gelijkheid, vrijheid, broederschap. Wie echter de processen die aan sharing ten grondslag liggen met open blik onderzoekt, ontdekt dat het ook een nieuwe vorm van kapitalisme is.

Het is het antwoord van de maatschappij (en zijn kunstenaars) op een prangend probleem ­ de onhoudbaarheid van het copyright. Dat dit antwoord veel voor delen heeft is absoluut waar: veel inhoud wordt voor de gebruiker gratis, de lijn kunstenaar­publiek korter, oude systemen worden onder de loep genomen. Maar sharing is geen ideaal dat voor een nieuwe wereldorde zorgt. Sharing is geld verdienen in een nieuw jasje; het kapitalisme toegesneden op de huidige wereld. Case in point: in 2010 zal Microsoft zijn tekstverwerkingsprogramma Microsoft Offi ce voor de particuliere gebruiker gratis aanbieden. Hoe nobel het concept van sharing op het eerste gezicht ook is, het zijn het uiteindelijk de handige jongens die er rijk van worden. Daar is niets broederlijks aan.

Na zijn studie startte Van Zuidam samen met drie compagnons het bedrijf Accepté, waarmee ze het e­ticketsysteem Paylogic ontwikkelden. ‘We vonden het belachelijk dat je per kaartje zoveel extra moest betalen. Met Paylogic reduceerden we die kosten tot nog geen twee euro per bestelling.’ Veel uitgaansgelegenheden, maar ook Circuitpark Zandvoort en de RAI namen het systeem ter harte. Inmiddels werkt Van Zuidam (26) als interim commercieel directeur voor Fundament All Media, een internet­ en communicatiebureau in Groningen met de nieuwbouwsector als grootste klant.

Hoe kijk jij naar het internet?Internet is als een organisme, een weer ­ spiegeling van de mens. Je kunt heel veel geven en heel veel krijgen via internet en die uitwisseling van informatie is voor heel veel mensen toegankelijk. Daar kan CNN alleen maar van dromen. Bovendien past internet goed in de huidige situatie

waarin we leven. De crisis hangt nauw samen met de verandering van tijdgeest. De consum p tiemaatschappij heeft ons gebracht waar we nu zijn, maar nu is het tijd voor een creatiemaatschappij. En waar kun je beter creëren dan op internet?

Waarom is dat creëren belangrijk?De meeste bedrijven denken nog te weinig na over nut op lange termijn en wat goed is voor de mens en natuur. Het is belang­rijker te bedenken hoe je toegevoegde waarde creëert dan hoe je zoveel mogelijk producten verkoopt. Voor de crisis gold soms: het is wat de gek ervoor geeft. Nu denken consumenten: wat is het me écht waard? Je kunt op zoek gaan naar klanten – dat is goed – maar het is ook belangrijk om klanten in de gelegenheid te stellen jou te vinden en te bereiken. Creëer eigen paden volgens je intuïtie en maak je niet bij voorbaat afhankelijk van de vraag.

Heb je een concreet voorbeeld?Bij Fundament merkten we hoe nuttig het is als bouwbedrijven bloggen over wat er op de bouwplaats gebeurt. Op een blog kunnen mensen makkelijk reageren. Het is veel toegankelijker en bovendien goed koper dan het sturen van een brief. Internet verbindt en zorgt voor een verhaal met een dialoog. Het gaat consumenten niet alleen om wát ze kopen, maar steeds meer om het waaróm en van wié. Door het verhaal achter de hele bouw van het project te delen, help je mensen om keuzes te maken en laat je de klant meedenken. Zo ben je klantgerichter bezig en heb je een streepje voor.

Hoe kunnen we dit betrekken op kunstenaars?Als kunstenaar stop je jouw verhaal in je kunst. Als ik een kunstenaar bewonder, ben ik benieuwd hoe hij tot zo’n kunst­werk komt. Ik wil zijn ‘verhaal’ volgen. Waar hij of zij de inspiratie, tijd en kunde vandaan haalt. Als ze een website hebben is dat vaak een soort brochure, maar niet

echt een gebruiksvoorwerp. Denk aan je eigen verhaal als een gebruiksvoorwerp. Je kunt je afvragen: wie wil dat nu weten? Maar een échte kunstenaar vraagt zich niet af of iemand erop zit te wachten; die creëert gewoon vanuit zijn gevoel wat hij op dat moment wil creëren.

Hoe maak je van je verhaal een gebruiksvoorwerp? Twitter! Veel mensen denken nog dat Twitter niets voor hen is, maar het is gewoon een distributiekanaal en com­municatiemiddel. Net als mail of sms. Twitter vraagt weinig – slechts 140 tekens en bedenk maar eens hoe vaak je smst – maar geeft veel. Ik zag dat een vrouw uit mijn contacten een concept had gepresenteerd. Ik bel haar uit interesse, zij brengt mij met iemand in contact, ik word door diegene uitgenodigd voor een bijeenkomst, enzovoorts. Vertel je verhaal, zorg dat anderen het makkelijk kunnen vinden en maak het

aantrekkelijk om door te vertellen. Dus naast Twitter ook via een nieuws­brief, weblog, LinkedIn, Hyves, Facebook en MySpace. Ben je niet zo’n schrijver, maak dan foto’s. Doe ik zelf ook – van een wandeling met oma tot een belang­rijke werkbespreking – en het levert verrassend leuke reacties op. Met de dienst Moby picture kun je die bovendien

in één keer naar al je accounts uploaden. Bij mensen die zeggen dat deze manieren niet werken, weet ik één ding zeker: ze hebben het nog nooit écht geprobeerd.

Toch is enige scepsis wel te begrijpen: twitteren zorgt niet voor brood op de plank.Brood op de plank krijg je door mooie dingen te maken én toegankelijk te maken. Zoals je tijd stopt in het maken van je kunst, moet je investeren in het onder de aandacht brengen ervan. De aandacht van mensen is tegenwoordig te versnipperd om te verwachten dat ze vanzelf naar je toe komen. Als je je open opstelt en jouw verhaal deelt met de wereld, zul je zien dat de wereld jou vindt. Je creëert je eigen pad naar de mensen die jou zouden moeten vinden, omdat het kán. Met de verbindende kracht van internet. En door kennis te delen, komt er uiteindelijk handel op je af.

‘internet als doel? nee. internet als middel? jazeker.’ rutger van Zuidam heeft de nieuwe media dan ook van meet af aan omarmd. hij studeerde bedrijfskundige informatica, zorgde voor goedkopere concertkaartjes en adviseert de nieuwbouwsector hoe ze internet kan gebruiken in de strijd tegen de crisis. ‘Maak je niet af hankelijk van de vraag.’

‘ DenK AAn je eiGen VerhAAL ALs een GeBruiKsVOOrWerP’

tekst Marcella Dasfotografi e Patrick van de Luijtgaarden

LEES ZIJN ARTIKEL OvER SOCIAL

COmmUNITIES , CHECK ZIJN TIPS

OvER TOOLS EN ZIJN FAvORIETE

WEBSITES OP:

http://unst.hku.nl

‘ shArinG is Geen iDeAAL DAt VOOr een nieuWe WereLDOrDe ZOrGt’

sharing. De nieuwste internethype. Althans, hype, het is een idee, een concept. en het is populair. sharing, oftewel delen, draait om het kostenloos aanbieden van diensten of ideeën op websites. Gestoeld op de gedachte van vrijheid van informatie zijn er talloze sites uit de grond gestampt met website-sjablonen, handige toepassingen voor windows, zelfs complete tekst verwerkings programma’s. Ogenschijnlijk gratis te downloaden…

SPAm ONS! een twitterend tijdschrift is natuurlijk leuk, maar we zijn

ook op zoek naar échte mensen. studenten, met echte studiestress en

echte beslommeringen. Abonneer je dus op onze feed en markeer niet

alleen je hKu-gerelateerde tweets met #hKu, maar ook die waarbij je

werk hebt geüpload. spam ons! en wil je graag deel uitmaken van onze

club echte studenten die hun twitter-thread op onze .unst-website feeden?

stuur ons een bericht op onze twitter-pagina: twitter.com/unsthku

‘internet is een weer spiegeling van de mens’

#HKU: Logischerwijs zit er ook iemand

achter .unst’s twitter en Facebook, daar aan

de andere kant van uw internetverbinding

voor een fl ikkerend beeldscherm met een

mok koffi e. Dat ben ik: @amhhendrix.

Voor .unst ga ik vaak en onregelmatig posten

over het wel wee op de #hKu. Daarom ben ik

zeer benieuwd wat jullie bezighoudt en zal

proberen zoveel mogelijk nieuws (over jullie

exposities, voorstellingen en optredens) te

retweeten. hou me dus op de hoogte!

Er was eens een tijd dat ik a rising star in blogland was. Ik plempte toen op het neuro­tische af werkelijk alles wat ik meemaakte op het net en als ik niks meemaakte, nou, dan schreef ik dát wel op. Zo werd een wandeling naar de supermarkt een meanderende overpeinzing over natuurschoon versus de bouwvakkersspleet en bleek het vraagstuk Wat-draai-ik-in-hemelsnaam-op-mijn-begrafenis? een stuk verder te reiken dan Waar-heen, waarvoor. Ach ja… Die zoete tijden van weleer, avant Twitter, avant Facebook. Toen Hyves nog iets exotisch was waar Mien Jeuken uit Grubbevorst nog nooit van had gehoord.

Als ik nu een goeie bouwvakkersspleet zie ren ik niet meer naar de dichtstbijzijnde computer om te bloggen (wat overigens nog steeds klinkt als ‘kakken’), maar Twitter ik het zojuist bekeken eventueel harige uitzicht in een gevatte zin gewoon vanaf mijn fi ets. Het is gewoon te verdomde gezellig op Twitter en Facebook, vooral als er iemand dood gaat. Nico Dijkshoorn twitterde bijvoorbeeld tijdens de herdenkingsdienst van Michael Jackson het volgende: Blokhuis komt desnoods over het fenomeen Schele Willie uit Aalst lullen als je hem uitnodigt. Wat wil je nog meer? Wij zaten in de huiskamer met drie laptops en een smartphone voor de televisie. Hapklare brokken. Dat is wat we willen.

We vinden het al sinds mensenheugenis leuk om op te schrijven wat we aan het doen zijn. Onze prehistorische medemens krabbelde met een stukje houtskool uit het vuur op een muur dat hij die dag voor het avondeten een bizon mee naar huis nam en ik tweet dat ik hutspot op heb.‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’, schreef Wittgenstein in 1921. Kortgezegd bedoelde hij dat er niets te melden valt over al wat waar of godde­lijk is. Maar laten we wel wezen: fi losofen zijn de grootste praters van ons allemaal. Het gaat er in de fi losofi e immers om hoe je iets vertelt en waar dat naar verwijst. Zo verhieven de Grieken al de rede boven het woord. Een goede redevoering met onwaarheden werd dan soms boven de waarheid verheven. Het goed vertelde verhaal geloven we het liefst.Als mensen het idee hebben dat ze iets slims of iets interessants hebben bedacht, dan delen ze dat nu eenmaal graag. Want ja, als niemand in het bos de boom hoort vallen, maakt het arme ding dan wel geluid? Hoe sneller het medium (zo’n grottekening had je met dat slechte licht niet één, twee, drie in de grondverf) hoe vergankelijker. Als iedereen op de hoek staat te fi losoferen op verzoek of iedereen ineens tekeningen op de muur zet, dan is het slechts een kwestie van tijd voordat er een slimmer iemand met iets nieuws komt om gehoord te worden.Bigger, better, faster, more. Het is als op de voetbaltribune. Ik dacht een vooruitziende blik te hebben toen ik mijn weblog begon: ik had in de winkel de stadiontoeters waar iedereen op blies bekeken en toen besloten om een vuvuzela te nemen. Maar eenmaal met mijn mooie vuvuzela in het stadion, bleken de spreekkoren helemaal de bom. Ik kon ze geen ongelijk geven. Wat moest ik nou ook met die logge vuvuzela?En zo staat mijn geliefde weblog stof te vergaren in de kast.

Gelukkig is er hoop. Uit onderzoek van de Britse zakenbank Morgan Stanley blijkt dat jongeren helemaal niet Twitteren, maar elkaar gewoon ouderwets sms­en. Daar heb je niet eens een smartphone voor nodig! Misschien moet ik gewoon weer pamfl etten gaan drukken en die uitdelen in de stad. Een stencilmachine, een nietapparaat en een zeepkist aanschaffen.Ja, een zeepkist.

Zeepkist

tekst Hanneke Hendrix illustratie Leon Martakis

http://fiber.hku.nl

een overzichtelijke website in blogvorm, waar in iedere entry nieuwe ontwikke lingen op mediagebied worden belicht. het merendeel betreft werk van (oud-)studenten, afgewisseld met interviews en fi lmpjes. helder geschreven en vormgegeven, mooie balans tussen tekst en beeld. toch blijft de informatie ietwat vrijblijvend. het is een incrowd blog die mensen buiten de opleiding weinig te bieden heeft, terwijl het onderwerp en de vorm van bericht-geving wel die potentie heeft.

FIBER: E-ZINE vOOR STUDENTEN mEDIA

http://hannekewetzer.blogspot.com

student illustration hanneke Wetzer heeft haar blog ingezet als portfolio en besloten om daar alleen de taal te spreken die zij het best beheerst: die van het beeld. je kunt hier eindeloos scrollen van de ene bijzondere foto naar het volgende rake sfeerbeeld. het maakt nieuwsgierig naar degene achter dit werk of de opdracht achter het werk. helaas is de informatiepagina zeer beperkt en kom je behalve haar leeftijd en Chinese sterrenbeeld weinig te weten over hanneke Wetzer, haar drijfveren en maakproces. De blog mist hierdoor wat dynamiek. Ook meer afwisseling tussen fi lm en beeld zou hiervoor kunnen zorgen.

ACADEmISCHE ILLUSTRATIES

http://eerstehulpbijplaatopnamen.blogspot.com

Wat een ongeloofl ijke blog! niels Aalberts heeft alle mogelijkheden die bloggen biedt ingezet. Beeld, geluid, links en vlotgeschreven stukken zorgen voor een perfecte blend van info en amusement. Aalberts is aan de hKu verbonden als hoofddocent Music Manage-ment. Zijn blog bevat veel adviezen voor bands, producers en muzikanten die door willen groeien. Ook voor mensen die niet per se professioneel met muziek bezig zijn een aanrader!

EERSTE HULP BIJ PLAATOPNAmEN

http://www.hetmeisjedatopdinsdaghetbierschenkt.nl

De blog met de beste titel wordt geschreven door hanneke hendrix, student Writing for Performance. Zij is al jaren een fervent blogger die met grote regelmaat post. haar entries wisselen elkaar mooi af in lengte en inhoud. het terugkerende onderwerp ‘nul woorden tellende omschrijving van het gevoel van de dag’ zijn entries waar je voor op zoek gaat in haar archieven. Vormgeving en inhoud vallen mooi samen. een beetje kitscherig, maar vooral heel gezellig. De entries lopen qua onderwerp uiteen, maar hebben een gemene deler: de belevenissen van het personage ‘het biermeisje’. Door deze blog wil je op dinsdag bij haar aan de toog zitten. Of in ieder geval elke week even haar blog lezen.

HET mEISJE DAT OP DINSDAGHET BIER SCHENKT

11

tekst Elfi e Tromp

Al googlend naar de gouden regels voor het blog­schrijven, stuit je op veel artikelen met gouden regels voor blogschrijvers. Die artikelen spreken elkaar vooral tegen. Hieronder een compleet subjectieve lijst, tot stand gekomen dankzij gezond verstand, enkele open deuren en een sterke persoonlijke voorkeur van bovengetekende......................................................................................

Schrijf met regelmaat: wil je een publiek binden aan je blog en jouw persoon, publiceer dan in een redelijk vast stramien. Zo kunnen je lezers hun leesschema afstemmen op jouw publiceerritme. Dit zorgt er ook voor dat je betrouwbaar overkomt. Een blog is een persoonlijker podium dan een web site. Betrouwbaar zijn is belangrijk voor mensen om jouw werk te willen volgen. Ze investeren tijd in je werk en hun relatie met jou en hopen dat jij dat ook doet. .....................................................................................Wat is regelmaat? Kijk op http://unst.hku.nl/blogtips voor een uitleg over vooraf geschreven blogsJe vindt hier ook tips om schrijfblokkades in het bloggen op te heffen. .....................................................................................

Investeer in vormgeving: Eerste indrukken tellen. Hoewel het relatief eenvoudig is om met WordPress een blog­layout te maken, kunnen de details echte eye-catchers worden. Zorg ervoor dat je blog uitstraalt wat jij wilt en dat het past bij het onderwerp van je blog. .....................................................................................

Schrijf foutloos: Spreekt voor zich? Toch niet, want onze generatie heeft weinig kaas gegeten van spelling en grammatica. Niets zo storend als een verkeerd vervoegde zin of verkeerd gespeld woord. Spellingcheck is niet afdoende. Controleer je post altijd op fouten voordat je hem publiceert. Kies je voor een Engelstalige blog om een internationaal

publiek te bedienen, my God, zorg dan voor de juiste vertaling en spelling! .....................................................................................Een link naar de regels van het spellen en vervoegen, simpel en helder uiteengezet, vind je op http://unst.hku.nl/blogtips.....................................................................................

Zorg voor een rode draad: Kijk naar je post en vraag jezelf af of de lijn tussen de verschillende berichten klopt. Het menselijk brein maakt direct een koppeling tussen twee dingen die het na elkaar ziet. Lezers zoeken continu naar een rode draad. Zorg dat je lezer niet de weg kwijt raakt in jouw associatief gekozen onderwerpen. Wil je over veel verschillende dingen bloggen, maak dan meerdere blogs. .....................................................................................

Vind je toon: Niet iedereen is een Mulisch of Grunberg, maar iedereen heeft een eigen stem. Gebruik die eigen stem en verval niet in algemeen­heden en nietszeggende beschrijvingen. Scherpe titels zijn essentieel! Herlees voordat je publiceert altijd je titel, deze kan na het schrijven van het bericht waarschijnlijk aangescherpt worden. .....................................................................................Tips om je proza tot sprankelende vertellingen te maken, vind je op http://unst.hku.nl/blogtips.....................................................................................

Tot slot de belangrijkste tip: Waarom? Voor alles, bedenk waarom je een blog begint. Wil je je muziek promoten of je persoonlijke avonturen op het gebied van de liefde delen? Uiteindelijk is bloggen een bezigheid die je week na week bij moet houden, waar niemand je aanvankelijk voor motiveert, behalve jijzelf. Heel veel blogs belanden na een frisse start in de vergetelheid. Vraag jezelf af waarom je blogt en houdt dit doel voor ogen......................................................................................

Ga nu naar http://unst.hku.nl/blogtips

BLOG VERSTANDIG, met rode draad en regelmaatWanneer je het internet gebruikt om je sprankelende persoon lijkheid en unieke werk te presenteren, kom je al snel uit bij een blog. een goed koop visitekaartje met een groot bereik. Maar hoe krijg je de juiste mensen op jouw webstek en hoe blijf je in het geheugen van de snelle surfer? Met andere woorden: wat maakt jouw blog bookmarkwaardig?

.unst: http://unst.hku.nl

hKu-blad .unst gaat crossmediaal op hun nieuwe website in blogvorm. Dit blog gaat verder waar het blad ophoudt. Met fi lmpjes en extra info bij de artikelen, links naar studentenwerk en een Youtube-kanaal: unsthKu. je vindt unsthKu ook op twitter en Facebook. Zorg dat je al je posts daar afsluit met #hKu! Op unst.hku.nl kunnen hKu-studenten zowel hun werk aanmelden als evenementen en exposities tippen aan de redactie.

vanaf 29-09-2009!

bookmarkwaardigeblogs

Er was eens een tijd dat ik a rising star in blogland was. Ik plempte toen op het neuro­tische af werkelijk alles wat ik meemaakte op het net en als ik niks meemaakte, nou, dan schreef ik dát wel op. Zo werd een wandeling naar de supermarkt een meanderende overpeinzing over natuurschoon versus de bouwvakkersspleet en bleek het vraagstuk Wat-draai-ik-in-hemelsnaam-op-mijn-begrafenis? een stuk verder te reiken dan Waar-heen, waarvoor. Ach ja… Die zoete tijden van weleer, avant Twitter, avant Facebook. Toen Hyves nog iets exotisch was waar Mien Jeuken uit Grubbevorst nog nooit van had gehoord.

Als ik nu een goeie bouwvakkersspleet zie ren ik niet meer naar de dichtstbijzijnde computer om te bloggen (wat overigens nog steeds klinkt als ‘kakken’), maar Twitter ik het zojuist bekeken eventueel harige uitzicht in een gevatte zin gewoon vanaf mijn fi ets. Het is gewoon te verdomde gezellig op Twitter en Facebook, vooral als er iemand dood gaat. Nico Dijkshoorn twitterde bijvoorbeeld tijdens de herdenkingsdienst van Michael Jackson het volgende: Blokhuis komt desnoods over het fenomeen Schele Willie uit Aalst lullen als je hem uitnodigt. Wat wil je nog meer? Wij zaten in de huiskamer met drie laptops en een smartphone voor de televisie. Hapklare brokken. Dat is wat we willen.

We vinden het al sinds mensenheugenis leuk om op te schrijven wat we aan het doen zijn. Onze prehistorische medemens krabbelde met een stukje houtskool uit het vuur op een muur dat hij die dag voor het avondeten een bizon mee naar huis nam en ik tweet dat ik hutspot op heb.‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’, schreef Wittgenstein in 1921. Kortgezegd bedoelde hij dat er niets te melden valt over al wat waar of godde­lijk is. Maar laten we wel wezen: fi losofen zijn de grootste praters van ons allemaal. Het gaat er in de fi losofi e immers om hoe je iets vertelt en waar dat naar verwijst. Zo verhieven de Grieken al de rede boven het woord. Een goede redevoering met onwaarheden werd dan soms boven de waarheid verheven. Het goed vertelde verhaal geloven we het liefst.Als mensen het idee hebben dat ze iets slims of iets interessants hebben bedacht, dan delen ze dat nu eenmaal graag. Want ja, als niemand in het bos de boom hoort vallen, maakt het arme ding dan wel geluid? Hoe sneller het medium (zo’n grottekening had je met dat slechte licht niet één, twee, drie in de grondverf) hoe vergankelijker. Als iedereen op de hoek staat te fi losoferen op verzoek of iedereen ineens tekeningen op de muur zet, dan is het slechts een kwestie van tijd voordat er een slimmer iemand met iets nieuws komt om gehoord te worden.Bigger, better, faster, more. Het is als op de voetbaltribune. Ik dacht een vooruitziende blik te hebben toen ik mijn weblog begon: ik had in de winkel de stadiontoeters waar iedereen op blies bekeken en toen besloten om een vuvuzela te nemen. Maar eenmaal met mijn mooie vuvuzela in het stadion, bleken de spreekkoren helemaal de bom. Ik kon ze geen ongelijk geven. Wat moest ik nou ook met die logge vuvuzela?En zo staat mijn geliefde weblog stof te vergaren in de kast.

Gelukkig is er hoop. Uit onderzoek van de Britse zakenbank Morgan Stanley blijkt dat jongeren helemaal niet Twitteren, maar elkaar gewoon ouderwets sms­en. Daar heb je niet eens een smartphone voor nodig! Misschien moet ik gewoon weer pamfl etten gaan drukken en die uitdelen in de stad. Een stencilmachine, een nietapparaat en een zeepkist aanschaffen.Ja, een zeepkist.

Zeepkist

tekst Hanneke Hendrix illustratie Leon Martakis

http://fiber.hku.nl

een overzichtelijke website in blogvorm, waar in iedere entry nieuwe ontwikke lingen op mediagebied worden belicht. het merendeel betreft werk van (oud-)studenten, afgewisseld met interviews en fi lmpjes. helder geschreven en vormgegeven, mooie balans tussen tekst en beeld. toch blijft de informatie ietwat vrijblijvend. het is een incrowd blog die mensen buiten de opleiding weinig te bieden heeft, terwijl het onderwerp en de vorm van bericht-geving wel die potentie heeft.

FIBER: E-ZINE vOOR STUDENTEN mEDIA

http://hannekewetzer.blogspot.com

student illustration hanneke Wetzer heeft haar blog ingezet als portfolio en besloten om daar alleen de taal te spreken die zij het best beheerst: die van het beeld. je kunt hier eindeloos scrollen van de ene bijzondere foto naar het volgende rake sfeerbeeld. het maakt nieuwsgierig naar degene achter dit werk of de opdracht achter het werk. helaas is de informatiepagina zeer beperkt en kom je behalve haar leeftijd en Chinese sterrenbeeld weinig te weten over hanneke Wetzer, haar drijfveren en maakproces. De blog mist hierdoor wat dynamiek. Ook meer afwisseling tussen fi lm en beeld zou hiervoor kunnen zorgen.

ACADEmISCHE ILLUSTRATIES

http://eerstehulpbijplaatopnamen.blogspot.com

Wat een ongeloofl ijke blog! niels Aalberts heeft alle mogelijkheden die bloggen biedt ingezet. Beeld, geluid, links en vlotgeschreven stukken zorgen voor een perfecte blend van info en amusement. Aalberts is aan de hKu verbonden als hoofddocent Music Manage-ment. Zijn blog bevat veel adviezen voor bands, producers en muzikanten die door willen groeien. Ook voor mensen die niet per se professioneel met muziek bezig zijn een aanrader!

EERSTE HULP BIJ PLAATOPNAmEN

http://www.hetmeisjedatopdinsdaghetbierschenkt.nl

De blog met de beste titel wordt geschreven door hanneke hendrix, student Writing for Performance. Zij is al jaren een fervent blogger die met grote regelmaat post. haar entries wisselen elkaar mooi af in lengte en inhoud. het terugkerende onderwerp ‘nul woorden tellende omschrijving van het gevoel van de dag’ zijn entries waar je voor op zoek gaat in haar archieven. Vormgeving en inhoud vallen mooi samen. een beetje kitscherig, maar vooral heel gezellig. De entries lopen qua onderwerp uiteen, maar hebben een gemene deler: de belevenissen van het personage ‘het biermeisje’. Door deze blog wil je op dinsdag bij haar aan de toog zitten. Of in ieder geval elke week even haar blog lezen.

HET mEISJE DAT OP DINSDAGHET BIER SCHENKT

11

tekst Elfi e Tromp

Al googlend naar de gouden regels voor het blog­schrijven, stuit je op veel artikelen met gouden regels voor blogschrijvers. Die artikelen spreken elkaar vooral tegen. Hieronder een compleet subjectieve lijst, tot stand gekomen dankzij gezond verstand, enkele open deuren en een sterke persoonlijke voorkeur van bovengetekende......................................................................................

Schrijf met regelmaat: wil je een publiek binden aan je blog en jouw persoon, publiceer dan in een redelijk vast stramien. Zo kunnen je lezers hun leesschema afstemmen op jouw publiceerritme. Dit zorgt er ook voor dat je betrouwbaar overkomt. Een blog is een persoonlijker podium dan een web site. Betrouwbaar zijn is belangrijk voor mensen om jouw werk te willen volgen. Ze investeren tijd in je werk en hun relatie met jou en hopen dat jij dat ook doet. .....................................................................................Wat is regelmaat? Kijk op http://unst.hku.nl/blogtips voor een uitleg over vooraf geschreven blogsJe vindt hier ook tips om schrijfblokkades in het bloggen op te heffen. .....................................................................................

Investeer in vormgeving: Eerste indrukken tellen. Hoewel het relatief eenvoudig is om met WordPress een blog­layout te maken, kunnen de details echte eye-catchers worden. Zorg ervoor dat je blog uitstraalt wat jij wilt en dat het past bij het onderwerp van je blog. .....................................................................................

Schrijf foutloos: Spreekt voor zich? Toch niet, want onze generatie heeft weinig kaas gegeten van spelling en grammatica. Niets zo storend als een verkeerd vervoegde zin of verkeerd gespeld woord. Spellingcheck is niet afdoende. Controleer je post altijd op fouten voordat je hem publiceert. Kies je voor een Engelstalige blog om een internationaal

publiek te bedienen, my God, zorg dan voor de juiste vertaling en spelling! .....................................................................................Een link naar de regels van het spellen en vervoegen, simpel en helder uiteengezet, vind je op http://unst.hku.nl/blogtips.....................................................................................

Zorg voor een rode draad: Kijk naar je post en vraag jezelf af of de lijn tussen de verschillende berichten klopt. Het menselijk brein maakt direct een koppeling tussen twee dingen die het na elkaar ziet. Lezers zoeken continu naar een rode draad. Zorg dat je lezer niet de weg kwijt raakt in jouw associatief gekozen onderwerpen. Wil je over veel verschillende dingen bloggen, maak dan meerdere blogs. .....................................................................................

Vind je toon: Niet iedereen is een Mulisch of Grunberg, maar iedereen heeft een eigen stem. Gebruik die eigen stem en verval niet in algemeen­heden en nietszeggende beschrijvingen. Scherpe titels zijn essentieel! Herlees voordat je publiceert altijd je titel, deze kan na het schrijven van het bericht waarschijnlijk aangescherpt worden. .....................................................................................Tips om je proza tot sprankelende vertellingen te maken, vind je op http://unst.hku.nl/blogtips.....................................................................................

Tot slot de belangrijkste tip: Waarom? Voor alles, bedenk waarom je een blog begint. Wil je je muziek promoten of je persoonlijke avonturen op het gebied van de liefde delen? Uiteindelijk is bloggen een bezigheid die je week na week bij moet houden, waar niemand je aanvankelijk voor motiveert, behalve jijzelf. Heel veel blogs belanden na een frisse start in de vergetelheid. Vraag jezelf af waarom je blogt en houdt dit doel voor ogen......................................................................................

Ga nu naar http://unst.hku.nl/blogtips

BLOG VERSTANDIG, met rode draad en regelmaatWanneer je het internet gebruikt om je sprankelende persoon lijkheid en unieke werk te presenteren, kom je al snel uit bij een blog. een goed koop visitekaartje met een groot bereik. Maar hoe krijg je de juiste mensen op jouw webstek en hoe blijf je in het geheugen van de snelle surfer? Met andere woorden: wat maakt jouw blog bookmarkwaardig?

.unst: http://unst.hku.nl

hKu-blad .unst gaat crossmediaal op hun nieuwe website in blogvorm. Dit blog gaat verder waar het blad ophoudt. Met fi lmpjes en extra info bij de artikelen, links naar studentenwerk en een Youtube-kanaal: unsthKu. je vindt unsthKu ook op twitter en Facebook. Zorg dat je al je posts daar afsluit met #hKu! Op unst.hku.nl kunnen hKu-studenten zowel hun werk aanmelden als evenementen en exposities tippen aan de redactie.

vanaf 29-09-2009!

bookmarkwaardigeblogs

13

We believe

the hype

HEINEKEN WALK IN FRIDGE – SPOOF(februari 2009) http://www.youtubecomwatch?v=jkru5zmG6aY Vier acteurs – waaronder hKu-alumni Frank Derijcke, jelle Derckx en herman Otten – gaan in deze hilarische viral verder waar de commercial van heineken ophield. Ze bouwen op hoogte aan de zijkant van een flat hun eigen Walk in Fridge, studentenstijl. Let op de details die de geloofwaardigheid vergroten: onhandig met de stekker, de butt-crack en het laatste zij-aanzicht. Pakkend.

RONALDINHO TRIED ON THE NEW SHOES(augustus 2006) http://www.youtube.comwatch?v=zsQkZG8AX-4 toen virals nog geen virals heette, dook deze op. Velen hielden zijn schoten op de lat voor echt; ronaldinho kon alles op dat moment. Op de achtergrond trainen zijn ploeggenoten alsof er niets aan de hand is. Knap staaltje van nike. Geniet van deze gouwe ouwe.

JE BENT BEKENDER DAN JE DENKT (augustus 2009) http://www.hyves.nl/actie/stanislav

Binnen een paar dagen door miljoenen hyvers bekeken. Deze viral is een samen werking tussen het Ministerie van justitie en hyves. in het filmpje heeft een groep russische criminelen beschikking over jouw hyves-gegevens: foto’s, leeftijd en woonplaats zijn allemaal bekend. een waarschuwing met een knipoog: ga online voorzichtig om met je persoonlijke gegevens. Op hyves is het bijvoorbeeld mogelijk om alleen aan sommige mensen bepaalde informatie te laten zien. Daarbuiten is het beschermd.Laat hyves nu net deze beschermde gegevens ter beschikking stellen aan het bedrijf dat de viral heeft gemaakt. tot hun schrik zagen hyvers met beschermde gegevens die informatie terug in het filmpje. Om maar een bekende ‘viral’ van vroeger te citeren: ‘Foutje. Bedankt!’

Het Utrechtse Silence is Sexy weet dat creatief omgaan met internet veel kan opleveren. De band van bassist Barry Spooren (vierdejaars Music Management) was de eerste in Nederland die hun muziek gratis verspreidde via een torrent. Het vijftal won begin dit jaar op Noorderslag de Interactive Award 2009. De award is een gezamenlijk initiatief van Noorderslag EuroSonic en theFactor.e en richt zich op Europese muziekacts die zich via internet op een bijzondere wijze profileren. Silence is Sexy deed dit volgens de jury het creatiefst, door Torrents als marketingtool te gebruiken voor hun nieuwe album. Het album was te downloaden via websites als Mininova en verspreidde zich razendsnel via internet. Uiteraard steunt Barry ook de kant van de torrent­sites in de recente rechtszaken tegen deze aanbieders...

klokkijkenOok twee studenten van de Faculteit Kunst, Media & Technologie scoorden bijzonder goed op internet. Tobias Smeets en Merijn Scholte Alberts (derdejaars bij Audio Visual Media) regisseerden de clip ‘Klokkijken’ van DeRus en Vas. Eenmaal online was er geen houden meer aan; het aantal hits is inmiddels de 100.000 gepasseerd. Weggezet als kijkcijferhit of puur toeval? Tobias: ‘Het was vooraf zeker de bedoeling om de clip – mits we tevreden waren met het eindresultaat – online te zetten. Merijn

heeft een eigen site (mastermovies.nl), met een grote groep vaste kijkers. Volgens mij hebben we het overgrote deel van de hits nog steeds aan die site te danken. Toen ‘Klokkijken’ een beetje aansloeg, kwam de clip vanzelf al snel op grote sites als Dumpert en Flabber terecht’.De nieuwe generatie studenten bereikt hun doelgroep via Twitter, YouTube­filmpjes, blogs en feeds. Ze kennen de kracht van het gratis aanbieden van je muziek via een eigen website. De clip van ‘Klokkijken’ verspreidde zich als een olievlek op populaire videosites. En de unieke manier waarop Silence is Sexy hun muziek aanbod, leverde zelfs een prijs op.

7 miljoen voor RadioheadOngetwijfeld worden we binnenkort verrast door een nieuw medium dat een hype veroorzaakt. De muziek industrie heeft inmiddels al de nodige klassiekers op haar naam staan. Zo werden The Monkees in de jaren 60 geplugd via de filmindustrie. Een originele manier van profileren in een tijd van beperkte mogelijkheden. In 2000 spande Metallica een rechtszaak aan tegen downloadprogramma Napster, waarmee de band veel media­aandacht binnensleepte. Arctic Monkeys werden in 2006 een hype, nadat de populaire muzieksite MySpace deze band ontdekte. Het concept dat bands via MySpace snel groot konden worden, werd tijdelijk de hemel in geprezen maar was al snel weer achterhaald. Een jaar later bood Radiohead hun album In Rainbows aan op internet: je mocht zelf bepalen welk bedrag je ervoor gaf. Het leverde de band een kleine 7 miljoen euro op. De actie veroorzaakte veel commotie en de meningen waren zeer verdeeld, maar bezorgde de heren Radiohead naast de jackpot nog meer populariteit en uitverkoch­te zalen.

Bovengenoemde voorbeelden zijn, bewust of niet, blauwdrukken van opvallende marketing. Internet heeft de rol van klassieke marketing bijna geheel overgenomen. Of een site als YouTube nou echt werkt? KMT­student Tobias: ‘We zijn inmiddels in gesprek met een producer en ‘Klokkijken’ komt misschien zelfs op TMF!’

internet is het ideale medium voor het bereiken van miljoenenmensen. Bands grijpen die kans: ze bieden er gratis hun muziek aan. Platenmaatschappijen gruwelen daarvan en roepen dat internet een strop is voor de muziekindustrie. De zaken staan er anders voor dan 10 jaar geleden. Onder-tussen verdient radiohead 7 miljoen aan een ‘gratis’ album en zorgen hKu-studenten voor de volgende internethype.

tekst Bas Geerdink (hype) & Rick Steggerda (virals)

wie Joris Weijdom wat hoofd van de Onderzoeksgroep Virtueel Theater waarom wil snellere techniek voor theatermakers

Op twee plekken tegelijk een voorstelling geven

tekst Elfie Trompfotografie Patrick van de Luijtgaarden

joris Weijdom studeerde in 1998 af als

European Master of Arts in Interactive

Multimedia (EMMA-IMM) aan de Faculteit

KMT van de HKU en de University of

Portsmouth. Naast zijn activiteiten voor

de HKU werkte hij van 1999 tot en met 2006

voor ARTIC Multimedia, onder andere als

producent van 3D-animaties en als grafisch

ontwerper voor huisstijlen en websites.

Voor filmpjes van vorige experimenten,

de voortgang van de onderzoeksgroep en

actuele info over de labs in Huis a/d Werf:

http://www.talltreelabs.org

Kijk voor platforms voor jonge kunste-

naars op: http//unst.hku.nl

retYPinG DAnte:

Een project van Z25.org, een initiatief van

studenten Design for Virtual Theatre and

Games, om kunst en technologie op een

innovatieve manier samen te brengen.

Met een programma dat alle getypte

letters op verschillende computers opslaat,

wordt de Goddelijke Komedie van Dante

herschreven.

De voortgang is te volgen op het internet,

of in het Catharijneconvent. Daar komen

alle letters binnen en worden ze geselec-

teerd voor de voortgang van het boek.

Je kunt ook een van de ‘schrijvers’ van

het project worden. Download hiervoor

het programma, Virgilius, via de website:

http://retypingdante.com

joris Weijdom dicht het gat tussen de theatermaker en de technische maker. Als hoofd van de Onderzoeksgroep Virtueel theater op de hKu onderzoekt hij hoe je op de speelvloer reële en virtuele ruimte kunt combineren. een van de resultaten is de zogenaamde Performance engine. Op www.talltreelabs.org laat Weijdom zien hoe je tijdens voorstellingen razendsnel met nieuwe media kunt impro-viseren. ‘heel interessant voor iedereen die iets met media en live performance doet.’

[hybride auto: een voertuig dat door een combinatie van twee krachtbronnen aangedreven wordt, bijvoorbeeld, door een benzinemotor en elektromotor]

joris Weijdom: ‘er is zelden sprake van “even iets uitproberen”’

[een methode, bijvoorbeeld de speelwijze van een voetbalelftal (4-4-2-systeem, etc.]

[een vloer is een horizontaal en constructief element in een gebouw]

‘Internet is een groot netwerk van computers, daar is op zich niets bijzonders aan. Het krijgt meerwaarde als je het inzet voor je eigen ontwikkeling. De kracht van internet zit in de mogelijk­heid om tijd en plaats relatief te maken. Gedeeltelijk heeft het een archieffunctie: het bewaart namelijk alles. Het wordt pas interessant als je internet gebruikt in je kunstuiting zelf of als middel om die uiting te produceren of op zijn minst te tonen. Bij web 2.0 is de gebruiker ook producent: iedereen kan zijn of haar werk laten zien, bewerken en reageren op het werk van anderen. Dit zorgt voor een hoop bagger, maar er zijn ook goede initiatieven. Groeiende platforms waar beginnend kunstenaars zichzelf auto­nonoom en onafhankelijk kunnen presenteren. Een prachtige ontwikkeling, want zo zijn ze niet meer afhankelijk van tussenpersonen om aandacht te krijgen.’

web 2.0‘Kunst wordt steeds meer hybride. Web 2.0 is hier een mooi platform voor. Het is relatief eenvoudig om een still uit een YouTube­filmpje te nemen, deze uit te printen en over te schilderen, die daarna weer te fotograferen, te animeren, vervol gens monteren en er muziek onder te componeren Wie kan mij bij dat soort initiatieven vertellen waar de ene discipline of kunstvorm begint en de andere eindigt?

www.wefeelfine.orgEr bestaat een web­based art stroming, waarbij de kunstwerken alleen op het internet functioneren. www.wefeelfine.org is hier een mooi voorbeeld van. Dit is een open source website die data verzameld van weblogs waar de woorden feeling of feel worden gebruikt. Die zinnen of foto’s waar een specifiek gevoel aan gekoppeld is, worden opgeslagen en weergegeven op

de website tot een soort collectief poëtisch gedachtenveld.’

gat‘Ik ben zelf veel met die hybride kunst­vormen bezig. Ik probeer meerdere technieken te koppelen aan een flexibel theatermaakproces. Op dit moment is het werkproces van theater en techniek nog lineair. Dat beperkt de mogelijk­heden: wanneer een theatermaker iets technisch wil in zijn voorstelling, moeten we eerst de toepassing bouwen om dat uit te voeren. Er is zelden sprake van ‘even iets op de vloer uitproberen’. Daardoor ontstaat er een gat tussen de theatermaker en de technische maker.

online mediaIk heb met mijn werkgroep een systeem ontworpen waarmee er wel sneller op elkaar ingespeeld kan worden. Het is een systeem van diverse modules waar­

mee de performer zelf alle techniek aan kan sturen met bijvoorbeeld beweging en geluid. Ook aan internet gekoppeld, zodat je online media direct (of willekeurig) kunt oproepen of delen van het systeem op afstand kunt aansturen. Zo kunnen performers op twee plekken tegelijk een voorstelling maken en geven.

live performanceIn het najaar verzorg ik drie labs in Huis a/d Werf. Daar onderzoek ik de vermenging van de fysieke en de vir tuele ruimte door op de vloer met theatermakers en performers te gaan improviseren en te onderzoeken welke mogelijk heden de technologie biedt in deze fase van het creatieve maak proces. Dat wordt heel spannend en interessant voor iedereen die iets met media en live performance zou willen doen.’

ZO mAAK JE EEN PAKKENDE vIRAL

Kijk voor meer ijzersterke virals op http://unst.hku.nl

13

We believe

the hype

HEINEKEN WALK IN FRIDGE – SPOOF(februari 2009) http://www.youtubecomwatch?v=jkru5zmG6aY Vier acteurs – waaronder hKu-alumni Frank Derijcke, jelle Derckx en herman Otten – gaan in deze hilarische viral verder waar de commercial van heineken ophield. Ze bouwen op hoogte aan de zijkant van een flat hun eigen Walk in Fridge, studentenstijl. Let op de details die de geloofwaardigheid vergroten: onhandig met de stekker, de butt-crack en het laatste zij-aanzicht. Pakkend.

RONALDINHO TRIED ON THE NEW SHOES(augustus 2006) http://www.youtube.comwatch?v=zsQkZG8AX-4 toen virals nog geen virals heette, dook deze op. Velen hielden zijn schoten op de lat voor echt; ronaldinho kon alles op dat moment. Op de achtergrond trainen zijn ploeggenoten alsof er niets aan de hand is. Knap staaltje van nike. Geniet van deze gouwe ouwe.

JE BENT BEKENDER DAN JE DENKT (augustus 2009) http://www.hyves.nl/actie/stanislav

Binnen een paar dagen door miljoenen hyvers bekeken. Deze viral is een samen werking tussen het Ministerie van justitie en hyves. in het filmpje heeft een groep russische criminelen beschikking over jouw hyves-gegevens: foto’s, leeftijd en woonplaats zijn allemaal bekend. een waarschuwing met een knipoog: ga online voorzichtig om met je persoonlijke gegevens. Op hyves is het bijvoorbeeld mogelijk om alleen aan sommige mensen bepaalde informatie te laten zien. Daarbuiten is het beschermd.Laat hyves nu net deze beschermde gegevens ter beschikking stellen aan het bedrijf dat de viral heeft gemaakt. tot hun schrik zagen hyvers met beschermde gegevens die informatie terug in het filmpje. Om maar een bekende ‘viral’ van vroeger te citeren: ‘Foutje. Bedankt!’

Het Utrechtse Silence is Sexy weet dat creatief omgaan met internet veel kan opleveren. De band van bassist Barry Spooren (vierdejaars Music Management) was de eerste in Nederland die hun muziek gratis verspreidde via een torrent. Het vijftal won begin dit jaar op Noorderslag de Interactive Award 2009. De award is een gezamenlijk initiatief van Noorderslag EuroSonic en theFactor.e en richt zich op Europese muziekacts die zich via internet op een bijzondere wijze profileren. Silence is Sexy deed dit volgens de jury het creatiefst, door Torrents als marketingtool te gebruiken voor hun nieuwe album. Het album was te downloaden via websites als Mininova en verspreidde zich razendsnel via internet. Uiteraard steunt Barry ook de kant van de torrent­sites in de recente rechtszaken tegen deze aanbieders...

klokkijkenOok twee studenten van de Faculteit Kunst, Media & Technologie scoorden bijzonder goed op internet. Tobias Smeets en Merijn Scholte Alberts (derdejaars bij Audio Visual Media) regisseerden de clip ‘Klokkijken’ van DeRus en Vas. Eenmaal online was er geen houden meer aan; het aantal hits is inmiddels de 100.000 gepasseerd. Weggezet als kijkcijferhit of puur toeval? Tobias: ‘Het was vooraf zeker de bedoeling om de clip – mits we tevreden waren met het eindresultaat – online te zetten. Merijn

heeft een eigen site (mastermovies.nl), met een grote groep vaste kijkers. Volgens mij hebben we het overgrote deel van de hits nog steeds aan die site te danken. Toen ‘Klokkijken’ een beetje aansloeg, kwam de clip vanzelf al snel op grote sites als Dumpert en Flabber terecht’.De nieuwe generatie studenten bereikt hun doelgroep via Twitter, YouTube­filmpjes, blogs en feeds. Ze kennen de kracht van het gratis aanbieden van je muziek via een eigen website. De clip van ‘Klokkijken’ verspreidde zich als een olievlek op populaire videosites. En de unieke manier waarop Silence is Sexy hun muziek aanbod, leverde zelfs een prijs op.

7 miljoen voor RadioheadOngetwijfeld worden we binnenkort verrast door een nieuw medium dat een hype veroorzaakt. De muziek industrie heeft inmiddels al de nodige klassiekers op haar naam staan. Zo werden The Monkees in de jaren 60 geplugd via de filmindustrie. Een originele manier van profileren in een tijd van beperkte mogelijkheden. In 2000 spande Metallica een rechtszaak aan tegen downloadprogramma Napster, waarmee de band veel media­aandacht binnensleepte. Arctic Monkeys werden in 2006 een hype, nadat de populaire muzieksite MySpace deze band ontdekte. Het concept dat bands via MySpace snel groot konden worden, werd tijdelijk de hemel in geprezen maar was al snel weer achterhaald. Een jaar later bood Radiohead hun album In Rainbows aan op internet: je mocht zelf bepalen welk bedrag je ervoor gaf. Het leverde de band een kleine 7 miljoen euro op. De actie veroorzaakte veel commotie en de meningen waren zeer verdeeld, maar bezorgde de heren Radiohead naast de jackpot nog meer populariteit en uitverkoch­te zalen.

Bovengenoemde voorbeelden zijn, bewust of niet, blauwdrukken van opvallende marketing. Internet heeft de rol van klassieke marketing bijna geheel overgenomen. Of een site als YouTube nou echt werkt? KMT­student Tobias: ‘We zijn inmiddels in gesprek met een producer en ‘Klokkijken’ komt misschien zelfs op TMF!’

internet is het ideale medium voor het bereiken van miljoenenmensen. Bands grijpen die kans: ze bieden er gratis hun muziek aan. Platenmaatschappijen gruwelen daarvan en roepen dat internet een strop is voor de muziekindustrie. De zaken staan er anders voor dan 10 jaar geleden. Onder-tussen verdient radiohead 7 miljoen aan een ‘gratis’ album en zorgen hKu-studenten voor de volgende internethype.

tekst Bas Geerdink (hype) & Rick Steggerda (virals)

wie Joris Weijdom wat hoofd van de Onderzoeksgroep Virtueel Theater waarom wil snellere techniek voor theatermakers

Op twee plekken tegelijk een voorstelling geven

tekst Elfie Trompfotografie Patrick van de Luijtgaarden

joris Weijdom studeerde in 1998 af als

European Master of Arts in Interactive

Multimedia (EMMA-IMM) aan de Faculteit

KMT van de HKU en de University of

Portsmouth. Naast zijn activiteiten voor

de HKU werkte hij van 1999 tot en met 2006

voor ARTIC Multimedia, onder andere als

producent van 3D-animaties en als grafisch

ontwerper voor huisstijlen en websites.

Voor filmpjes van vorige experimenten,

de voortgang van de onderzoeksgroep en

actuele info over de labs in Huis a/d Werf:

http://www.talltreelabs.org

Kijk voor platforms voor jonge kunste-

naars op: http//unst.hku.nl

retYPinG DAnte:

Een project van Z25.org, een initiatief van

studenten Design for Virtual Theatre and

Games, om kunst en technologie op een

innovatieve manier samen te brengen.

Met een programma dat alle getypte

letters op verschillende computers opslaat,

wordt de Goddelijke Komedie van Dante

herschreven.

De voortgang is te volgen op het internet,

of in het Catharijneconvent. Daar komen

alle letters binnen en worden ze geselec-

teerd voor de voortgang van het boek.

Je kunt ook een van de ‘schrijvers’ van

het project worden. Download hiervoor

het programma, Virgilius, via de website:

http://retypingdante.com

joris Weijdom dicht het gat tussen de theatermaker en de technische maker. Als hoofd van de Onderzoeksgroep Virtueel theater op de hKu onderzoekt hij hoe je op de speelvloer reële en virtuele ruimte kunt combineren. een van de resultaten is de zogenaamde Performance engine. Op www.talltreelabs.org laat Weijdom zien hoe je tijdens voorstellingen razendsnel met nieuwe media kunt impro-viseren. ‘heel interessant voor iedereen die iets met media en live performance doet.’

[hybride auto: een voertuig dat door een combinatie van twee krachtbronnen aangedreven wordt, bijvoorbeeld, door een benzinemotor en elektromotor]

joris Weijdom: ‘er is zelden sprake van “even iets uitproberen”’

[een methode, bijvoorbeeld de speelwijze van een voetbalelftal (4-4-2-systeem, etc.]

[een vloer is een horizontaal en constructief element in een gebouw]

‘Internet is een groot netwerk van computers, daar is op zich niets bijzonders aan. Het krijgt meerwaarde als je het inzet voor je eigen ontwikkeling. De kracht van internet zit in de mogelijk­heid om tijd en plaats relatief te maken. Gedeeltelijk heeft het een archieffunctie: het bewaart namelijk alles. Het wordt pas interessant als je internet gebruikt in je kunstuiting zelf of als middel om die uiting te produceren of op zijn minst te tonen. Bij web 2.0 is de gebruiker ook producent: iedereen kan zijn of haar werk laten zien, bewerken en reageren op het werk van anderen. Dit zorgt voor een hoop bagger, maar er zijn ook goede initiatieven. Groeiende platforms waar beginnend kunstenaars zichzelf auto­nonoom en onafhankelijk kunnen presenteren. Een prachtige ontwikkeling, want zo zijn ze niet meer afhankelijk van tussenpersonen om aandacht te krijgen.’

web 2.0‘Kunst wordt steeds meer hybride. Web 2.0 is hier een mooi platform voor. Het is relatief eenvoudig om een still uit een YouTube­filmpje te nemen, deze uit te printen en over te schilderen, die daarna weer te fotograferen, te animeren, vervol gens monteren en er muziek onder te componeren Wie kan mij bij dat soort initiatieven vertellen waar de ene discipline of kunstvorm begint en de andere eindigt?

www.wefeelfine.orgEr bestaat een web­based art stroming, waarbij de kunstwerken alleen op het internet functioneren. www.wefeelfine.org is hier een mooi voorbeeld van. Dit is een open source website die data verzameld van weblogs waar de woorden feeling of feel worden gebruikt. Die zinnen of foto’s waar een specifiek gevoel aan gekoppeld is, worden opgeslagen en weergegeven op

de website tot een soort collectief poëtisch gedachtenveld.’

gat‘Ik ben zelf veel met die hybride kunst­vormen bezig. Ik probeer meerdere technieken te koppelen aan een flexibel theatermaakproces. Op dit moment is het werkproces van theater en techniek nog lineair. Dat beperkt de mogelijk­heden: wanneer een theatermaker iets technisch wil in zijn voorstelling, moeten we eerst de toepassing bouwen om dat uit te voeren. Er is zelden sprake van ‘even iets op de vloer uitproberen’. Daardoor ontstaat er een gat tussen de theatermaker en de technische maker.

online mediaIk heb met mijn werkgroep een systeem ontworpen waarmee er wel sneller op elkaar ingespeeld kan worden. Het is een systeem van diverse modules waar­

mee de performer zelf alle techniek aan kan sturen met bijvoorbeeld beweging en geluid. Ook aan internet gekoppeld, zodat je online media direct (of willekeurig) kunt oproepen of delen van het systeem op afstand kunt aansturen. Zo kunnen performers op twee plekken tegelijk een voorstelling maken en geven.

live performanceIn het najaar verzorg ik drie labs in Huis a/d Werf. Daar onderzoek ik de vermenging van de fysieke en de vir tuele ruimte door op de vloer met theatermakers en performers te gaan improviseren en te onderzoeken welke mogelijk heden de technologie biedt in deze fase van het creatieve maak proces. Dat wordt heel spannend en interessant voor iedereen die iets met media en live performance zou willen doen.’

ZO mAAK JE EEN PAKKENDE vIRAL

Kijk voor meer ijzersterke virals op http://unst.hku.nl

15

Alle geïnterviewden droegen hun nickname

Sleutels na de eerste

ontmoetingIk heb zelf nog nooit een internet­date gehad. Sterker nog: met mijn huidige vriend heb ik überhaupt

nooit gedate. Volgens hem ben ik daar sowieso te lui voor. ‘Jij kwam binnen­gewandeld, plofte op de bank en bent gewoon niet meer opgestaan.’ Mijn vriend is namelijk een huisgenoot van mijn beste vriendin, dus ik heb er niet eens de kroeg voor in gemoeten.

Er bestaat dus een hele dating­wereld waar ik niks van afwist en ik besloot om eens in mijn vrienden­

kring rond te bellen. Ergens had ik wel verwacht dat er vreemde dingen konden gebeuren tijdens het mailen en daten met volslagen vreemden, maar zulke smeuïge verhalen had ik zelf niet eens kunnen verzinnen.

De internetdatingwereld werkt een beetje als een kroeg, zo merkte ik. De man­vrouwverhouding is

bijvoorbeeld, net als in het echte leven, 70% man en 30% vrouw (in tegenstelling tot het veel gunstigere 51%–49% waar­mee veel datingsites adverteren). Over het algemeen zet vooral de man zijn beste beentje voor. Zeester (28, vrouw) kan dat beamen: ‘Nadat ik mijn profi el plaatste, werd ik overspoeld met reacties. Mijn eerste date bleek een Dr. Phil­look­a­like in driedelig grijs met een pukkel waar ik wel naar móést kijken. Toen hij zich gedurende het gesprek ook nog de hele

tijd hardop afvroeg wat zijn zus van me zou vinden en me maar bleef vertellen hoe ze alles samen deden, heb ik mijn jas gepakt en ben ik vertrokken. Een andere keer kreeg ik al na één keer chatten liefdesverklaringen. Hij hield van mij, ik was zijn goddelijke liefdespartner en dus vertelde ik hem dat hij maar verder moest zoeken. “Da’s goed,” mailde hij terug en diezelfde avond nog liet hij weten een ander gevonden te hebben en dat zíj de ware was. Een maand later volgde een mail vol complimenten en excuses, waarna hij vroeg om 500 euro.’

Niet alleen vrouwen hebben het zwaar. Prins77 (31, man): ‘Er zijn vrouwen die al tijdens het eerste

drankje over hun kinderwens beginnen. Ik kon niet geloven dat zo’n cliché echt waar was. Of wan hopige nachtelijke smsjes na pas één ontmoeting. Serieus, het gebeurt. Ik ben dan ook met internet­daten opgehouden. Je zou verwachten dat een jonge man als ik tussen al die ouwe mannen wel wat beters zou opduikelen dan wandelende eierwekkers.’

Gelukkig is het niet al pek wat er doft. Neem bijvoorbeeld Parship, dat online adverteert met tien

pagina’s aan succesverhalen. Ze dragen titels als Hij was pas een uur lid, Sleutels na de eerste ontmoeting en Wat een macho dacht ik, maar gelukkig lag ik fout. Ergens doen die datingsites

toch iets goed. ‘Ik vond het vooral goed voor mijn ego,’ zegt Odie (24, vrouw). ‘En heb me kapot gelachen. Je vraagt om een foto en je krijgt er meteen eentje met ontbloot bovenlijf tegen de auto. Of een jongen uit België die me tijdens het chatten ineens een foto van zijn lul stuurde! Terwijl we het gewoon over muziek hadden!’ Maar ze vond wél via Relatieplanet haar vriend: ‘Bij hem merkte ik meteen dat hij niet “desperate” was en dat maakte het heel relaxed. Toen we elkaar voor het eerst zagen, was het meteen raak. Dat is nu drie jaar geleden.’

Hoopten we vroeger nog dat die ene persoon uit die ene kroeg ons de volgende dag zou bellen, tegen­

woordig wordt er niets meer aan het toeval overgelaten. Dat hoeft ook niet als je tot 95% je profi el kunt laten matchen. Waren er in het vorig decennium nog schimmige singles­kroegen waar je niet dood gevonden wilde worden of moest je onder een nummer met een contactadver­tentie in de krant, tegenwoordig zijn er in Nederland al meer dan driehonderd datingsites waar je in alle anonimiteit naar een vaste relatie kunt zoeken. Het internet is dé singlesbar ‘on acid‘, met psychologische tests, kansberekening, met hokjes slimme mensen, knappe mensen, Brabanders en girls­next­door. Waar vooral helemaal niemand je auto voor de bar­dancing kan zien staan, want je zit gewoon thuis achter de pc.

Singer/songwriters die hun management liever in eigen hand houden, zijn geen zeldzaamheid. De intensiteit waarmee Webley dat doet is dat wel. Achter de wilde podiumartiest schuilt een keihard werkende, secure self manager. Webley’s artiestenbestaan is onlosmakelijk verbonden met het internet. De trend om muziek via het web te ontdekken en beleven, komt hem als geroepen. Webley beseft daarbij dat niets veranderlijker is dan het internet. ‘Zulke dingen zijn continu in beweging. Zo is de populariteit van MySpace al sterk afgenomen en besteden mensen meer tijd op Facebook. Facebook is interessant, maar voor musici een minder makkelijk netwerk voor zelfpromotie. Ondanks al zijn beperkingen en frustrerend matige interface, was MySpace wel muzikantvriendelijk. Mensen lijken zich nu al meer te focusssen op hun vrienden dan op hun idolen. Op zich natuurlijk niet slecht. Ook zoiets kan, afhankelijk van wat de nieuwe mode in sociaal netwerken wordt, snel weer verschuiven.’

Webley krijgt veel fanmail en blijft die consequent beantwoorden. ‘Ik denk dat ik per dag gemiddeld 100 berichten ontvang. Dagelijks heb ik ergens tussen de twee en tien uur nodig om online het hoofd boven water te houden. Ik beantwoord bijna alles, en meestal reageer ik meteen. Toen ik elf jaar geleden muzikant werd, begon

ik een kleine mailinglist voor mensen die geïnteresseerd waren in mijn muziek. Het is nog steeds het belangrijkste middel dat ik heb. Jammer genoeg is de mailinglist tegenwoordig minder effectief dan vroeger. We krijgen nu zoveel spam en mails dat we e­mail minder lezen. Zelfs al is het een bericht van een van onze favoriete muzikanten.’‘Het internet speelde een enorme rol bij de groei van mijn carrière. Nog steeds leren mensen mij er kennen en blijven ze via internet op de hoogte. Daarnaast vormt het een cruciaal aspect van mijn management. Volgens mij geldt dat voor iedere hedendaagse muzikant. Ik zie geen mogelijkheid om zonder internet te leven en te werken als je succes wilt hebben. Was ik twintig jaar geleden muzikant geworden, dan had ik misschien evenveel kunnen bereiken, maar had ik dat via andere kanalen gedaan.

Bekijk de videoclip die jason zelf animeerde: http://www.youtube.com/watch?v=bP21zurMh7s

‘je MOet nu eenMAAL De tOOLs GeBruiKen VAn De tijD

WAArin je LeeFt’

tekst Hanneke Hendrix beeld Studio Vrijdag

tekst Fanny de Ruiter fotografi e Ellen Honich

net als edith Piaf, Bob Dylan en Bon jovi begon jason Webley zijn carrière als ‘busker’ – straatartiest dus. inmiddels tourt hij alweer elf jaar de wereld rond met zijn rauwe songs. tussen de bedrijven door zit Webley veel op het internet, bijvoorbeeld om bijna 100 fanmails per dag te beantwoorden.

‘Per DAG heB iK tussen De tWee en tien uur nODiG

OM OnLine het hOOFD BOVen WAter te hOuDen’

15

Alle geïnterviewden droegen hun nickname

Sleutels na de eerste

ontmoetingIk heb zelf nog nooit een internet­date gehad. Sterker nog: met mijn huidige vriend heb ik überhaupt

nooit gedate. Volgens hem ben ik daar sowieso te lui voor. ‘Jij kwam binnen­gewandeld, plofte op de bank en bent gewoon niet meer opgestaan.’ Mijn vriend is namelijk een huisgenoot van mijn beste vriendin, dus ik heb er niet eens de kroeg voor in gemoeten.

Er bestaat dus een hele dating­wereld waar ik niks van afwist en ik besloot om eens in mijn vrienden­

kring rond te bellen. Ergens had ik wel verwacht dat er vreemde dingen konden gebeuren tijdens het mailen en daten met volslagen vreemden, maar zulke smeuïge verhalen had ik zelf niet eens kunnen verzinnen.

De internetdatingwereld werkt een beetje als een kroeg, zo merkte ik. De man­vrouwverhouding is

bijvoorbeeld, net als in het echte leven, 70% man en 30% vrouw (in tegenstelling tot het veel gunstigere 51%–49% waar­mee veel datingsites adverteren). Over het algemeen zet vooral de man zijn beste beentje voor. Zeester (28, vrouw) kan dat beamen: ‘Nadat ik mijn profi el plaatste, werd ik overspoeld met reacties. Mijn eerste date bleek een Dr. Phil­look­a­like in driedelig grijs met een pukkel waar ik wel naar móést kijken. Toen hij zich gedurende het gesprek ook nog de hele

tijd hardop afvroeg wat zijn zus van me zou vinden en me maar bleef vertellen hoe ze alles samen deden, heb ik mijn jas gepakt en ben ik vertrokken. Een andere keer kreeg ik al na één keer chatten liefdesverklaringen. Hij hield van mij, ik was zijn goddelijke liefdespartner en dus vertelde ik hem dat hij maar verder moest zoeken. “Da’s goed,” mailde hij terug en diezelfde avond nog liet hij weten een ander gevonden te hebben en dat zíj de ware was. Een maand later volgde een mail vol complimenten en excuses, waarna hij vroeg om 500 euro.’

Niet alleen vrouwen hebben het zwaar. Prins77 (31, man): ‘Er zijn vrouwen die al tijdens het eerste

drankje over hun kinderwens beginnen. Ik kon niet geloven dat zo’n cliché echt waar was. Of wan hopige nachtelijke smsjes na pas één ontmoeting. Serieus, het gebeurt. Ik ben dan ook met internet­daten opgehouden. Je zou verwachten dat een jonge man als ik tussen al die ouwe mannen wel wat beters zou opduikelen dan wandelende eierwekkers.’

Gelukkig is het niet al pek wat er doft. Neem bijvoorbeeld Parship, dat online adverteert met tien

pagina’s aan succesverhalen. Ze dragen titels als Hij was pas een uur lid, Sleutels na de eerste ontmoeting en Wat een macho dacht ik, maar gelukkig lag ik fout. Ergens doen die datingsites

toch iets goed. ‘Ik vond het vooral goed voor mijn ego,’ zegt Odie (24, vrouw). ‘En heb me kapot gelachen. Je vraagt om een foto en je krijgt er meteen eentje met ontbloot bovenlijf tegen de auto. Of een jongen uit België die me tijdens het chatten ineens een foto van zijn lul stuurde! Terwijl we het gewoon over muziek hadden!’ Maar ze vond wél via Relatieplanet haar vriend: ‘Bij hem merkte ik meteen dat hij niet “desperate” was en dat maakte het heel relaxed. Toen we elkaar voor het eerst zagen, was het meteen raak. Dat is nu drie jaar geleden.’

Hoopten we vroeger nog dat die ene persoon uit die ene kroeg ons de volgende dag zou bellen, tegen­

woordig wordt er niets meer aan het toeval overgelaten. Dat hoeft ook niet als je tot 95% je profi el kunt laten matchen. Waren er in het vorig decennium nog schimmige singles­kroegen waar je niet dood gevonden wilde worden of moest je onder een nummer met een contactadver­tentie in de krant, tegenwoordig zijn er in Nederland al meer dan driehonderd datingsites waar je in alle anonimiteit naar een vaste relatie kunt zoeken. Het internet is dé singlesbar ‘on acid‘, met psychologische tests, kansberekening, met hokjes slimme mensen, knappe mensen, Brabanders en girls­next­door. Waar vooral helemaal niemand je auto voor de bar­dancing kan zien staan, want je zit gewoon thuis achter de pc.

Singer/songwriters die hun management liever in eigen hand houden, zijn geen zeldzaamheid. De intensiteit waarmee Webley dat doet is dat wel. Achter de wilde podiumartiest schuilt een keihard werkende, secure self manager. Webley’s artiestenbestaan is onlosmakelijk verbonden met het internet. De trend om muziek via het web te ontdekken en beleven, komt hem als geroepen. Webley beseft daarbij dat niets veranderlijker is dan het internet. ‘Zulke dingen zijn continu in beweging. Zo is de populariteit van MySpace al sterk afgenomen en besteden mensen meer tijd op Facebook. Facebook is interessant, maar voor musici een minder makkelijk netwerk voor zelfpromotie. Ondanks al zijn beperkingen en frustrerend matige interface, was MySpace wel muzikantvriendelijk. Mensen lijken zich nu al meer te focusssen op hun vrienden dan op hun idolen. Op zich natuurlijk niet slecht. Ook zoiets kan, afhankelijk van wat de nieuwe mode in sociaal netwerken wordt, snel weer verschuiven.’

Webley krijgt veel fanmail en blijft die consequent beantwoorden. ‘Ik denk dat ik per dag gemiddeld 100 berichten ontvang. Dagelijks heb ik ergens tussen de twee en tien uur nodig om online het hoofd boven water te houden. Ik beantwoord bijna alles, en meestal reageer ik meteen. Toen ik elf jaar geleden muzikant werd, begon

ik een kleine mailinglist voor mensen die geïnteresseerd waren in mijn muziek. Het is nog steeds het belangrijkste middel dat ik heb. Jammer genoeg is de mailinglist tegenwoordig minder effectief dan vroeger. We krijgen nu zoveel spam en mails dat we e­mail minder lezen. Zelfs al is het een bericht van een van onze favoriete muzikanten.’‘Het internet speelde een enorme rol bij de groei van mijn carrière. Nog steeds leren mensen mij er kennen en blijven ze via internet op de hoogte. Daarnaast vormt het een cruciaal aspect van mijn management. Volgens mij geldt dat voor iedere hedendaagse muzikant. Ik zie geen mogelijkheid om zonder internet te leven en te werken als je succes wilt hebben. Was ik twintig jaar geleden muzikant geworden, dan had ik misschien evenveel kunnen bereiken, maar had ik dat via andere kanalen gedaan.

Bekijk de videoclip die jason zelf animeerde: http://www.youtube.com/watch?v=bP21zurMh7s

‘je MOet nu eenMAAL De tOOLs GeBruiKen VAn De tijD

WAArin je LeeFt’

tekst Hanneke Hendrix beeld Studio Vrijdag

tekst Fanny de Ruiter fotografi e Ellen Honich

net als edith Piaf, Bob Dylan en Bon jovi begon jason Webley zijn carrière als ‘busker’ – straatartiest dus. inmiddels tourt hij alweer elf jaar de wereld rond met zijn rauwe songs. tussen de bedrijven door zit Webley veel op het internet, bijvoorbeeld om bijna 100 fanmails per dag te beantwoorden.

‘Per DAG heB iK tussen De tWee en tien uur nODiG

OM OnLine het hOOFD BOVen WAter te hOuDen’

.un

stB

LA

D V

AN

DE

HK

Un

um

mer

16:

sep

t 2

00

9

th

e i

nt

er

ne

t i

ss

ue

http://unst.hku.nl