.unst 11

9
.unst BLAD VAN DE HKU nummer 11: juni 2008

description

.unst, blad van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Transcript of .unst 11

.unstBLAD VAN DE HKUnummer 11: juni 2008

3

COLOFON

.unst is een uitgave van de Hogeschool voor de Kunsten

Utrecht. Het blad verschijnt vier keer per jaar en wordt

gratis verspreid onder studenten, medewerkers en relaties

van de HKU.

Hoofd- & eindredactie Edwin Verhoeven

Redactie Astrid de la Fuente, Johan Kuhlmann,

Maud Lazaroms, Rick Steggerda, Karin Veenendaal

Verder werkten mee Marcella Das, Engelbert Fellinger,

Melissa Geerlings, Paul Gofferjé, Hanneke Hendrix, Moniek

de Jong, Lambertha Souman, Elfie Tromp, Fokke Uiterwaal,

Tim Veenstra

Cover en beeldspread Jeanine van Vonno

Illustraties Ashkan Honarvar, Leon Martakis

Ontwerp Studio Vrijdag

Druk Printec Offset, Kassel

Oplage 3500 ex.

Advertenties Bureau van Vliet, Postbus 20,

2040 AA, Zandvoort, T (023) 571 47 45

Reacties Postbus 1520, 3500 BM Utrecht, T 030 233 22 56

[email protected]

www.hku.nl/unst

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder

voorafgaande toestemming van de HKU.

. redactioneel

Ambitie

Mijn ex-buurvrouw Loes is een Brabantse hardwerker. Ze maakt al een jaar of drie overuren bij Nederlands

grootste commerciële televisiezender. Die uren maakt Loes niet voor niets. Vlak voor de kerstvakantie hoorde

ik dat ze was gevraagd eindredacteur van de nieuwsafdeling te worden.

Laatst trof ik haar op een oever van de Vecht. Met een gelukzalige blik volgde ze de verrichtingen van een

familie futen. Tegen mij zei ze glunderend: ‘Ik ben voor mezelf begonnen Ed. Eindelijk zelf op pad, zelf het

onderwerp bepalen en het camerawerk doen. Dat wilde ik eigenlijk al veel langer.’

‘Maar... je zou toch eindredacteur worden?’ vroeg ik verbaasd. ‘Daar hebben ze je toch een paar maanden

geleden voor gevraagd?!’ ‘Dat is wat anders gelopen,’ antwoordde Loes. Haar gezichtsuitdrukking werd een stuk

serieuzer. Ik stapte van de fiets en kreeg het volgende verhaal te horen.

Tijdens de eerste redactievergadering van dit jaar zit er een blond meisje op de plek van Antoinette. Productie-

assistente Antoinette blijkt met vermoeidheidsklachten thuis te zitten. ‘Dit is Nanda,’ zei de afdelingschef.

‘Zij vervangt Antoinette de komende tijd. We denken dat ze minstens drie maanden uit de running zal zijn.’

Al na een week wordt Nanda op een redactionele klus gezet. Niet lang daarna begint ze zich te bemoeien met

Loes’ werk. Niet Loes maar Nanda is nu degene die op de afdeling de meeste overuren draait. De ijver van een

nieuw komer, had Loes gedacht. ‘Die wil ook eindredacteur worden,’ zeiden een paar collega’s, ‘pas maar op.’

Eind februari hoort Loes in de wandelgangen dat Antoinette aan de beterende hand is en binnenkort terug-

komt. Wanneer haar chef Loes die dag op zijn kantoor uitnodigt, denkt ze dat hij dit gaat vertellen. Of dat ze

te horen krijgt wanneer ze als eindredacteur mag beginnen. ‘Loes, ik zal het je maar zonder omwegen zeggen.

Wij hebben besloten Nanda aan te stellen als eindredacteur. Ze heeft zich de afgelopen tijd bewezen als iemand

die de functie op alle fronten aankan. Het spijt me voor jou.’

Loes deed die dag twee dingen: ze nam ontslag en vroeg bij de KvK een eigen btw-nummer aan. Nu heeft ze een

eigen bedrijfje in videoproducties. Pas toen de gedrevenheid van een ander die van haar overvleugelde, koos ze

voor haar droom.

Edwin Verhoeven

.verder

Een rotsvast geloof in wat je doet

Na elke bocht een nieuwe uitdaging

Die Oscars zijn ook maar een idee

HKU gastheer van Interplay Europe ’08

Vrouwen hebben weinig invloed

op ons artistieke beleid

isme zoekt nieuwe buren op de Balkan

5

6

10

11

15

16

Jeanine van Vonno

Van de 7000 Japanners in Nederland wonen er

bijna 5000 in Amstelveen. Amstelveen is ook de

woonplaats van tweedejaars Photography Jeanine

van Vonno. De Japanners in haar woonplaats

fascineerden haar vanaf het begin. Het zijn

expatriates die een gesloten groep mensen vormen.

Ze spreken nauwelijks Nederlands en hebben veel

gewoonten uit de Japanse cultuur meegenomen.

Timide, stil, streng en gracieus; deze kenmerken van

de Japanse expats wilde Jeanine al langere tijd in

een serie vastleggen. Het project kreeg vorm dankzij

de klassikale opdracht ‘Wonen in Nederland anno

2008’ en is te zien op pagina 8-9 van deze .unst.

Een andere recente opdracht was het maken van idealistisch

zelfportret. Het resultaat, getiteld REM (Rapid Eye Movement), siert

de cover van dit nummer. Het zelfportret ontstond vanuit een

droombeeld alles te kunnen zijn wat je maar wil. Het beeld heeft

duidelijke overeenkomsten met de Japanse mangaheld(in) en is niet

bewerkt: de vervagende, snel bewegende ogen zijn met een lange

sluitertijd vastgelegd.

.portfolio

Hoe werkt NoBEL precies? We maken reclamecampagnes voor goede doelen die niet genoeg geld hebben voor reguliere reclamebureaus. We vragen jonge creatieven gratis campagnes te bedenken, waarvan het beste idee met behulp van een gerenom-meerd reclamebureau wordt gerealiseerd. Daarmee zijn we tevens een platform voor creatieven, die via ons ervaring kunnen opdoen en zo hun portfolio uitbreiden.

Met wat voor projecten?Momenteel zijn we bezig met Child Surgery Vietnam, een stichting die kinderen met een handicap helpt. Niet door medisch toerisme, maar door inzet van lokale specialisten. Child Surgery Vietnam heeft daarnaast de ambitie over tien jaar niet meer nodig te zijn.Onlangs hebben we het project Trees for Travel afgerond, waarmee mensen de CO2-uitstoot van hun reis kunnen compenseren. De campagne speelde landelijk op de radio, billboards en in tijdschriften. Het spotje kwam zelfs op tv, iets waar ik erg trots op ben.

Hoe krijg je dat soort dingen voor elkaar?Daar was ik zelf ook benieuwd naar en heb ik ook wel eens aan mensen gevraagd. Ze zeiden dat ik erg enthou-siast ben en het belang van een goed doel over tuigend kan overbrengen. Als dat lukt, zijn veel bedrijven bereid je te helpen. Productiemaatschappij Czar biedt mij kantoor ruimte in hun pand aan de Keizersgracht en helpt me met audiovisuele producties. Daarnaast heb ik voor elke post, zoals verzekering en boekhouding, een sponsor. Het filmpje Trees for Travel kwam op tv omdat ik Daihatsu als sponsor heb kunnen regelen. Het geld dat ik van dit bedrijf kreeg, gaf ik aan RTL, die het bedrag heeft verviervoudigd in zendtijd.

Wat is de motivatie van bedrijven om jou die diensten te verlenen? Maatschappelijk verantwoord ondernemen is momenteel erg hot. Bedrijven kunnen niet achterblijven op dit vlak,

willen ze een goed imago blijven houden. In het geval van de gerenommeerde reclamebureaus is het ook een gemakskwestie. Er kloppen veel goede doelen bij hun aan en die kunnen ze nu doorverwijzen naar NoBEL, die het beginstadium van de campagnes voor haar rekening neemt. Bovendien is NoBEL veel in de media, waar zij dan indirect op meeliften. Al heb ik bij Czar het idee dat het bedrijf me vooral uit pure liefde helpt.

Zijn goede doelen nog geloofwaardig?Ik kies zorgvuldig uit met welke projecten ik bezig wil zijn. Hoe goed Amnesty International en Unicef ook zijn, ik werk niet met ze omdat ze al genoeg bekendheid en marketingbudget hebben. Ik kies voor kleine organisaties. Van het geld voor Child Surgery Vietnam kwam uiteinde-lijk 95 procent bij het doel terecht. Dat is heel geloofwaar-dig, en hun doel om zichzelf over tien jaar op te heffen is heel vernieuwend.

Wat vind je van de grote liefdadigheidsorganisa-ties waarvan gezegd wordt dat veel te weinig geld bij het goede doel aankomt? Vind ik een moeilijke vraag. Die organisaties hebben namelijk veel deuren geopend en de weg vrij gemaakt voor kleinere initiatieven. Ze verrichtten pionierswerk en doorbraken grenzen; hun zorg is in bepaalde gebieden echt gesetteld. Ze lieten zien hoe het wél en hoe het niét moet, waardoor ze een voorbeeld zijn voor hun opvolgers. Daarom zijn ze onmisbaar. Sommige kregen negatieve media-aandacht vanwege het geld dat opging aan over -heids kosten, maar daar denk ik zelf inmiddels genuan-ceerder over. Sinds NoBEL zie ik in hoe belangrijk het is dat de organisatie ván zo’n organisatie deugt. Om goed te functioneren is nu eenmaal geld nodig, dus niet alles kan bij het doel terechtkomen.

Vanuit welke behoefte begon je met NoBEL? Ik kwam naar de HKU om documentaires te maken omdat ik graag verhalen met een maatschappelijke

relevantie wilde vertellen. Tijdens mijn stage bij film-maker Remy Vlek zag ik hoe hij na al die jaren nog steeds problemen had met de financiering van zijn films. Ik dacht: Is dit wel mijn weg, hoeveel kan ik bereiken als het zoveel moeite kost? Na mijn afstuderen deed ik anderhalf jaar vrijwilligerswerk in India. Onder andere bij een organisatie die straathonden vaccineerde en steriliseerde, totdat ze moesten stoppen door gebrek aan geld. Er bestaan genoeg sponsors, dus wat ze eigenlijk nodig hadden was naamsbekendheid! Maar daar heb je budget voor nodig en zo komen veel goede doelen in een vicieuze cirkel terecht. Dat deed me besluiten NoBEL op te richten. Eenmaal thuis heb ik een bedrijfsplan geschre-ven en ben ik gaan polsen welke mensen en organisaties me wilden helpen.

Zit er een ethische kant aan die ambitie?Mijn eigen ambitie is om de wereld een beetje beter te maken en ervoor te zorgen dat NoBEL groot wordt. Dat is een ethisch doel, en gaat dus goed samen met ambitie. Zelf heb ik niet de ambitie om veel geld te verdienen of mezelf bekend te maken, maar ook die ambitie kan samengaan met ethiek. Kijk bijvoorbeeld naar het bedrijf Twinstone. Dat is commercieel en jaagt winst na, maar produceert energie- en waterbesparende producten, wat weer ethisch verantwoord is.

En bedrijven die puur uit zijn op winstbejag?Ik heb ze nodig! Zonder hen kan ik geen campagnes maken en zou NoBEL niet bestaan. Zolang ze enige verantwoordelijkheid tonen voor de maatschappij, door NoBEL af en toe gratis te steunen, vind ik het prima. Ik zou niet gelukkig zijn met een leven waarin je doel het verdienen van geld is, maar veroordeel die bedrijven zeker niet. Ze dragen voor een groot deel bij aan onze economische welvaart.

www.stichtingnobel.nl

De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van de 27-jarige Jasmijn Andringa. Drieënhalf jaar geleden studeerde ze af als docu-mentaire-regisseur aan de HKU en in maart 2007 richtte ze stichting NoBEL op, een non-profit reclame-bureau voor goede doelen. Andringa is sindsdien ook directeur van de organisatie en weet grote sponsors aan zich te binden . ‘Zonder grote commerciële bedrijven zou NoBEL niet eens bestaan.’

NoBEL geeft goed doel gratis reclame

tekst Marcella Das fotografie Patrick van de Luijtgaarden

4 5

HKU-alumni werken mee aan SimCity

SimCity is een computerspel waarin de speler aan een virtuele stedelijke omgeving bouwt. De persoonlijke droom om een ideaal woonoord te scheppen staat daarin centraal.In het Utrechtse Abstede hebben de bewoners misschien zo’n woonoord ontwikkeld. Deze wijk bevindt zich als het ware in een blinde hoek van stedenbouwkundig gemeentebeleid, vlak buiten de singel.De Stichting Kunstmanifestatie op Locatie koppelde deze gegevens aan elkaar en liet 14 kunstenaars met het spel in hun achterhoofd reageren op de wijk. Hun werk, waaronder dat van HKU-alumni Sanne Groen (Fine Art) en Joyce Vlaming (Photography) is van 19 t/m 22 juni in Abstede te zien. www. kunstoplocatie.nl

Het citaat hiernaast komt van Edward. F. Croker, brandweerchef van New York (1899-1911). Hij verwoordt volgens mij precies wat ambitie inhoudt: een rotsvast geloof in datgene wat je doet, dat tot uiting komt in een drijvende kracht die door grenzen heen breekt en waar-voor je bereid bent grote offers te maken. Dat kan zelfs zo ver gaan dat je ervoor kiest om niet verliefd te worden op een meisje/jongen (je stopt simpel-weg met haar/hem te bellen), om een baan bij een theatergezelschap niet aan te nemen of om jezelf drie dagen in je kamer op te sluiten omdat je nu eenmaal iets móet maken. Hij vereist dus nogal wat discipline, die ambitie, en dat moet ook wel: ambitie eist dat je de beste wordt in jouw vak of werkveld, en daar gaan nu eenmaal offers mee gepaard. Meestal is het makkelijk om die dadendrang te rationaliseren: ‘Och, het is nu eenmaal wat ik doe’, en zo niet te lang stil te staan bij de offers die je brengt. Maar als je dan op een onbewaakt ogenblik nadenkt (voor mij is dat meestal in de trein; het zwarte gat waarin alle onbewaakte ogenblikken zich culmineren tot een grote, onverwachte realisatie van ‘Waar ben ik in godsnaam mee bezig?’) en dan toch eens nagaat wat je allemaal hebt gelaten voor datgene wat je per se moet maken, dan wordt dat hele ambitie-gedoe opeens verve-lend. Dan wordt het een stemmetje in je hoofd dat je nooit het zwijgen op kunt leggen, dat ervoor zorgt dat je nooit ‘gewoon’ van een op de wind rondvliegend zakje kunt genieten, maar meteen moet denken aan de film Ameri-can Beauty en het fatalisme dat daarin tot uiting komt, en hoe je dat dan het beste kan combineren met de romantische noodzaak die je normaliter in je werk stopt, omdat die twee uitingen niet op dezelfde lijn zitten maar wel communiceren wat je nu eigenlijk wilt zeggen, en dat het nu echt tijd is om dat op de beste, liefst nieuwe, manier op je publiek over te brengen, omdat je vorige werk in retrospect niet echt geslaagd was. En zie: het plastic zakje wordt opeens de inzet van een groot debat tussen kunststromingen, terwijl het slechts rondvliegend vuilnis is. Ambitie is in dat geval niets anders dan de drang om jezelf zo goed mogelijk te uiten, het mechaniek dat maakt dat je wilt dat de manier waarop je met je kunst communiceert zo duidelijk en helder en mooi is dat iedereen het snapt en iedereen jou wil leren kennen. En als je dan in de trein zit, en opeens bedenkt dat je helemaal geen zin meer hebt om de wereld jouw inzichten te laten zien, of om weer een nieuw verhaal te vertellen aan mensen die het toch niet op waarde kunnen schatten, dat alle offers die je hebt gebracht niets waard zijn, weet dan dat je niet alleen bent, dat er mensen je voor zijn gegaan in de gekte en er nu om geroemd worden. Picasso bijvoorbeeld, die voordat hij met zijn schilder-kunst doorbrak in grote armoede leefde in Parijs. Die zo arm was, dat hij veel van zijn werken moest verbranden om de kamer waarin hij leefde warm te houden. Of Salman Rushdie, wiens drang om zijn Duivelsverzen te schrijven zo intens was, dat hij bereid was om de toorn van de gehele islamitische wereld op zijn hals te halen, en nu elk jaar op 14 februari (de dag dat een fatwa tegen hem werd ingesteld) een, in zijn woorden, soort van Valentijnskaart van Iran ontvangt waarin staat dat het land zijn eed nog niet vergeten is hem te vermoorden. En, dichter bij huis, Aletta Jacobs, een feministe, die ondanks grote tegenwerking vanuit de regering, zelfs de hele maatschappij, toch doorzette en zo het vrouwen-kiesrecht met succes bedong. Zelfs Paul Potts, de laatste winnaar van het televisieprogramma Britain’s Got Talent, vond ergens de wil om boven zichzelf uit te stijgen: hij was verkoper van mobiele telefoons. En zie: nu is hij een beroemd operazanger en heeft hij zijn dagen als verkoper definitief achter zich gelaten. Al deze mensen zagen iets waar zij in geloofden en voor wilden strijden. Hun ambitie, en die van ons, is een uitvergroting van de wil iets bij te dragen. Om van een beroep iets meer te maken dan een eigenaardigheid, iets excentrieks. Om het gemiddelde te ontstijgen. Het is de wil die ons stimuleert tot grootse daden, omdat wij weten dat de wereld zonder ons een stukje minder mooi is. En hij is van ons, die ambitie. Hij is ons. Hij laat ons doorploeteren terwijl we het liefst in de trein zouden blijven zitten, naar plastic zakjes kijken met thema’s en onderwerpen in het achterhoofd. Hij zorgt ervoor dat we ondanks de offers en het verdriet door blijven gaan met het najagen van onze dromen. Altijd.

tekst Tim Veenstraillustratie Leon Martakis

‘Ik heb geen andere ambitie in deze wereld behalve deze, en dat is om brandweerman te zijn. Dat beroep mag, in de ogen van sommigen, dan niet veel voorstellen; maar wij die weten welk werk een brandweerman moet doen, geloven dat het een nobel beroep is. Ons trotste moment is het redden van levens. Onder de invloed van zulke gedachten, drijft de nobelheid van dit beroep ons en stimuleert ons tot grootse daden van durf, zelfs van opperst offer.’

EINDExAmENNIEUwS JUNI 2008

E E N K U N S T M A N I F E S T A T I E V A N S K O L

WWW.KUNSTOPLOCAT IE .NL

KUNSTMANIFESTATIE

IN DE WIJK ABSTEDE UTRECHT

FLYER_DEF_OPMAAK 06-05-2008 11:48 Page 1

Faculteit Theater

FAKE100% echt theater. HKU.Tijdens het eindexamenfestival FAKE presenteren acteurs, acteur-theatermakers, schrijvers, docerend theatermakers, docenten drama, theatervormgevers, digitale theatermakers en ontwerpers van games hun werk. Kom tussen 27 mei en 26 juni naar de voorstellingen, exposities, theatrale lezingen, hoorspelen en openbare eindexamens van de nieuwe lichting theatermakers van de HKU.

Locaties Akademietheater Faculteit Theater, Janskerkhof 17, UtrechtVechtclub, Brailledreef 9, UtrechtHuis a/d werf, Boorstraat 107, UtrechtOverige locaties: zie website Toegang vrij, reserveren is aanbevolen. www.hku.nl/fake

Faculteit BKV IK GA...Eindexpositie Design, 26 t/m 29 juni 2008Eindexamenwerk van studenten van de designopleidingen: 3D Design, Industrial Design, Intelligent Product Design, Graphic Design, Photography, Illustration, Fashion Design, Interior Architecture, Urban Interior Architecture. De exposities zijn in het faculteitsgebouw, Ina Boudier-Bakkerlaan 50, Utrecht. Eindexpositie Fine Art en Docentenopleidingen, 26 t/m 29 juni 2008Eindexamenexpositie van studenten Fine Art en van de docentenopleiding Beeldende Kunst en Vormgeving. Hun werk is te zien in het ateliergebouw aan de Tractieweg 41, Utrecht. Openingstijden eindexposities26 juni 16.00-21.00 uur - 27 juni 13.00-21.00 uur 28 juni 13.00-18.00 uur - 29 juni 13.00-18.00 uurOfficiële opening: 26 juni, 16.00 uur (Ina Boudier-Bakkerlaan) en 18.00 uur (Tractieweg)

Graduation Show Fashion Designzaterdag 21 juni, 19.30 en 21.00 uurTijdens de traditionele modeshow presenteren Fashion Design hun afstudeercollecties.Locatie: Pastoefabriek (Dutch Design Centre), Rotsoord 3, Utrecht Utrechts Conservatorium

In mei en juni ronden zo’n 45 studenten hun bachelor-opleiding en ongeveer 40 studenten de masteropleiding af met een eindtentamenconcert. Alle afdelingen zijn vertegenwoordigd: Klassieke muziek, Jazz & Pop, Historische Instrumenten en Docent muziek.Alle concerten zijn openbaar. Studenten moeten er veel voor regelen; ze zijn dus musicus én producent. Ze formeren ensembles en/of combo’s, maken repetitie-schema’s, zorgen voor uitnodigingen, posters en flyers, en regelen de logistiek en techniek. Voor een compleet overzicht: www.hku.nl en de gedrukte maandagenda van Het Utrechts Conservatorium.

ik ga je beglu-ren

eindexamenwerk 26 t/m 29 juni 2008fine art & education tractieweg 41

design ina boudier-bakkerlaan 50

graduation show fashion pastoefabriek 21 juni

www.hku.nl/bkvexpo

ik ga je belo-nen

mG - Alle HKU-studenten laten afstuderen met een ondernemende houding, ze al tijdens hun studie een eigen onderneming laten starten en hen ondersteunen bij de ontwikkeling van hun zelfstandig ondernemer-schap. Dat zijn de ambities van COCI (Centrum van Ondernemerschap in de Creatieve Industrie), dat de 5 HKU-faculteiten gaat helpen deze doelen te realiseren. De faculteiten kunnen kennis en geld van het COCI gebruiken om de komende vier jaar een pakket onderwijsvernieuwingen in te voeren. Voor de studenten zullen die vernieuwingen pas in 2009 merkbaar zijn.

Op 7 mei gaven de vijf faculteitsbestuurders van de HKU tijdens de drukbezochte Kick Off het officiële startsein voor het programma. Volgens een van hen ‘is deze Kick Off uniek, omdat er voor het eerst in de geschiedenis van de HKU met vijf faculteiten samen een groot project wordt gestart.’ Ook Kunstenaars & Co is enthousiast: ‘De uitdaging voor COCI is om ondernemerschap als integraal element in het onderwijsprogramma te vervlechten en daar werken wij van Creative Co-makership graag aan mee!’

HKU START CENTRUm VAN ONDERNEmER-SCHAP

.kor

t

.kor

t

Visitatiepanel positief over theater-opleidingen HKU

mdJ - De Faculteit Theater is volop in ontwikkeling. De afgelopen maanden werd driftig verbouwd en zijn daarnaast twee bacheloropleidingen geaccrediteerd. De Bachelor of Theatre (schrijvers, acteurs/makers, docerend theater makers) en de Bachelor of Education (docenten drama) beleefden 24 april jongstleden hun laatste visitatiedag.Het visitatiepanel was al vier keer eerder op bezoek. De leden bezochten presentaties van docerend theatermakers, schrijvers en acteurs. Daarbij hebben ze met studenten, docenten en studieleiding gepraat.De Faculteit Theater is blij dat het panel zich zo uitgebreid een indruk van de activiteiten heeft gevormd. Op 24 april kregen de opleidingen feedback. De commissie vond dat het geschetste beeld in het Zelfevaluatie rapport bevestigd werd in de gesprekken die ze met studenten en docenten voerde en de presentaties die ze zag. Ze sprak haar waardering uit over het hoge niveau van de schrijvers, en noemde het diversiteitsbeleid ‘pionierswerk voor Nederland’. De officiële uitslag volgt in 2009.

in juni en augustus houdt de master of Education in Arts (master Kunsteducatie) toelatingsgesprekken. In deze masteropleiding kunnen docenten, consulen-ten, managers en/of kunstenaars zich verder bekwamen op het gebied van project management, artistiek leiderschap, onderwijs ontwikkeling en/of onderzoeks vaardig heden. De relatie tussen de huidige beroepspraktijk, het huidige kunsteducatieve werkveld en de toekomst staan centraal.De HKU biedt de mogelijkheid om deze 2-jarige masteropleiding in deeltijd te volgen. Van de studenten wordt verwacht dat zij naast het volgen van deze opleiding een relevante (deeltijd)baan hebben, om daar de nieuw opgedane kennis aan te kunnen spiegelen.Na het afronden van de opleiding ontvangt de student een wettelijk verankerde en internationaal geldende mastergraad. De opleiding geeft geen eerstegraads lesbevoegdheid; deze wordt verkregen na het afronden van de Bachelor of Education. De toelatingen zijn op 27 juni en 22 augustus.Voor beide data is aanmelden nog mogelijk.

Neem bij interesse contact op met Linda [email protected] / (030) 2314044

www.hku.nl/web/studiekeuze/masteropleidingen.htm

master of Education in Arts begint aan tweede jaar

Het COCI-bestuur, vlnr: Johan Kolsteeg, Ton Lamers en marijn van Thiel

foto

: Eng

elbe

rt F

ellin

ger

7

In de wetenschap dat ik nu nooit meer naar een film kan zonder met diep respect alle namen op de aftiteling te spellen, beken ik dat het lezen van het boek me een geweldige toelatingsopdracht lijkt voor aspirant-studen-ten die de film- en televisiewereld in willen. Wie daarna nog steeds denkt: Ja, leuk! kan onmiddellijk worden toegelaten. ‘Absoluut!’ Dit eerste antwoord is kenmerkend voor de directheid waarmee Désirée te Nuijl tijdens het interview haar visie op het vak ontvouwt. ‘Productie wordt door de zogeheten “creatieven” nog vaak als een noodzakelijke last gezien, terwijl de mensen die het klappen van de zweep kennen weten dat de productie de kar is waar de creativiteit op kan rusten om voort te gaan. Productieleider is een zwaar vak. Het moet je passie zijn, want je bent er dag en nacht mee bezig. Het gaat niet om het einddoel maar om de weg erheen. Als je het doet om premières mee te maken, heb je het verkeerde vak gekozen. De set en alles eromheen moet je leuk vinden. Het is echt een kick om dingen voor elkaar te krijgen en bijvoorbeeld tien vlaggenmasten te regelen op zondag. Een soort Parijs-Dakar: na iedere bocht een nieuwe uitdaging.’

‘Het handboek vind ik noodzakelijk omdat ambitieuze studenten anders totaal onhaalbare projecten gaan bedenken. Iemand kwam in februari met het voorstel om een speelfilm te maken van vijftig minuten over de slavenopstand op Curaçao, compleet met rokende kanon-nen. Eind juni moest de film af zijn en het scenario was nog niet eens klaar... De praktijk leert dat studenten per dag ongeveer twee tot vier minuten screentijd (de defi ni tieve uitzendtijd van het gemonteerde materiaal) kunnen draaien. En één draaidag vraagt een week voorbereiding. Ik heb teruggemaild: “Kunnen jullie even de haalbaarheid testen en dan bij voorkeur op aantal draaidagen versus voorbereidingstijd? Ik hoor het graag.” Plannen doe je altijd van achteren naar voren! Een goed concept de mist in zien gaan omdat er geen goede productie op zit, vind ik het ergste. In mijn eerste les geef ik altijd een schets van de volledige mediawereld in Nederland. Want dat is waar je terecht moet wíllen (met nadruk op willen!) komen. Sommigen lopen nog met het idee dat ze in Hollywood eindigen, van die Fellini’s in pocketformaat. Ze willen ook allemaal Meryl Streep in plaats van Miep Jansen.’

‘Soms denk je van een project: “Dat lukt nooit!” En dan komt het toch goed. Ik heb ook lesgegeven op de Neder-landse Film- en Televisie Academie (NFTA). Daar is voor een film die budgettair boven het gemiddelde studenten-project uitsteeg eens speciaal een stichting opgericht. Het

‘Zelfoverschatting

tekst Lambertha Soumanfotografie Patrick van de Luijtgaarden

’Als Napoleon destijds een goede productieleider had gehad, dan werd er nu absoluut Frans gesproken in moskou.’ Zo begint de kafttekst van het Handboek voor Productieleiders* dat 1 april jongstleden werd gepresenteerd. Auteur Désirée te Nuijl geeft productielessen op de Faculteit Kunst, media & Technologie aan studenten van de afdeling media. Haar lessen hebben alles te maken met het voortdurend bijstellen van ambities: ‘Ik ben altijd de zandzak aan de luchtballon...’

is een

tegenovergestelde kan ook! Hier heeft een zeer getalen-teerde student met het goedkoopste cameraatje een heel kunstzinnig geschoten en gemonteerde film gemaakt die werd gehonoreerd met een Kalf. Die film kostte drie keer niks. Dát is kunst! Nu mag iedereen zelf gaan puzzelen wie dat geweest is.’ ‘Studenten zijn vindingrijk en gemotiveerd. Over het algemeen trekken ze zich niets aan van de drie “B’s” die alle budgettaire alarmbellen bij een producent doen rinkelen: boten (synoniem voor alle bewegende locaties), beesten en baby’s. De eventuele shit die dat oplevert nemen ze voor lief. Tegenwoordig kun je daar nog de B’s van bejaarden en buitenland aan toevoegen. Wat dat buitenland betreft, is het verstandig om met een paar dingen rekening te houden. De productie had voor een documentaire bijvoorbeeld geen toestemming geregeld om te filmen in een park in Parijs. Het resultaat was dat de regisseur werd gearresteerd. En zeg in Engeland nooit dat je van de “Dutch filmcrew” bent, want “a Dutchfilm” is een pornofilm. Dat Zweden een grotere producent van porno- films is doet er niet toe. Bij “a Swedish filmcrew” denken ze gewoon meteen aan Ingrid Bergman. In Thailand kan het gebeuren dat je een schaduwcrew moet inhuren uit de plaatselijke bevolking. Maar wat moet je als er geen geschikte crewleden te vinden zijn? De productieleider in kwestie zette een paar Thaise families op de payroll. Opa kreeg de functie van regisseur, een vierjarige peuter de functie van productieleider, de overeenkomsten werden opgemaakt, de hand tekeningen (of de kruisjes!) werden gezet, de uitbetaling vond plaats, de families vertrokken naar huis en het filmen met de veertig man tellende Nederlandse crew kon beginnen.’

‘Productieleider staat niet bovenaan het lijstje van populaire functies. Iedereen wil regisseur worden, omdat je dan een stoel krijgt met je naam erop en een pet die achterstevoren op je hoofd staat. Of anders cameraman: iedere man met een camera krijgt vrouwen achter zich aan. Zelfoverschatting is een gevaarlijk ding in dit vak. Daar kan ik goed tegen tekeergaan. Pas heb ik nog tegen een student gezegd: “Voor je zover bent als jij denkt dat

je nu bent, ben je tien jaar verder.” Wanneer je als productie leider niet goed functioneert, kun je het verge-ten. Je moet eerst 42.000 keer assistent zijn en zeker weten dat je het kunt. Het vak hangt aan elkaar van ons kent ons. Als je met een camera de duinen ingaat, word je verlinkt door de konijnen! Ze nemen in dit wereldje bijna nooit iemand aan die ze niet kennen. Dat is lastig voor de nieuwkomers. Als je productie wilt doen, loop dan stage in Nederland. Zorg dat je veel praktijkervaring opdoet en houd in de gaten dat je de dingen blijft doen zoals je ze moet doen. Wie de techniek niet beheerst, gaat kapot. Ik heb productieleiders burn-out zien raken omdat ze de techniek niet beheersen. Een grote fout is dat je administratie en je planningen (alleen) in je laptop zitten. Als je hem dichtklapt is het weg. Daardoor gaat veel mis. Het moet visueel zijn! Inzicht in de financiën krijgen studenten door goed op te letten wat iets gekost heeft. Na verloop van tijd leren ze dat echt inschatten. Nu dénken ze dat ze dat kunnen. Dat is het grootste pro-bleem.’‘Een commercial van dertig seconden kan je meer hoofdbrekens kosten dan een dramaproductie. Denk maar aan een commercial voor een of ander drankmerk waarin vier slalomskiërs van een berg moeten komen waar absoluut een blauwe lucht achter moet zitten. Of denk aan de smeltende chocola, omdat een of andere creatieve idioot van een reclamebureau heeft bedacht dat de Bounty moet worden opgegeten op een piraten-schip op een tropisch eiland. Toch heb ik voor mijn boek de productie van een grote fictiefilm als uitgangspunt genomen, omdat daarbij alle denkbare zaken aan de orde komen. Want of het nu om een commercial, een documen-taire of een film gaat, het productieproces blijft hetzelfde. Natuurlijk beschrijf ik de ideale situatie: hoe het eigenlijk zou moeten. In de praktijk gebeurt dat nooit. Toen ik zelf als productieleider werkte, maakte ik mee dat de dialogen nog via de fax op de set binnenkwamen. Te weinig voor -bereidingstijd is bij de meeste films standaard, dus dat wordt niet eens meer als een ramp beschouwd. Toch is dat voor een studentenproductie het grootste gevaar. Dat ze te weinig tijd nemen en elkaar te weinig spreken, zodat het ieder voor zich wordt en god voor ons allen. De onderlinge communicatie is nodig om plannen voortdu-rend bij te kunnen stellen. De spanningen lopen tijdens het maken van een eindexamenproductie vaak hoog op, omdat alle betrokkenen iets maken waarop ze worden beoordeeld voor de rest van hun leven: daarna gaan ze van school. De onzekerheid vliegt hen om de oren en ze

projecteren hun angsten op elkaar zoals ieder mens dat doet.’

Schema’s, checklists, tips, voorbeeldformulieren, leerzame anekdotes van mensen uit het vak, alles komt in het boek aan bod. Ook de in het vak gangbare rituelen. ‘Ja, mensen hebben rituelen nodig. Zo start en stopt elk project met een crewborrel. Dus aan het begin van een project moeten studenten van mij verplicht de kroeg in om elkaar te leren kennen. Ze moeten respect leren hebben voor elkaars kwetsbaarheid. Pas dan kun je samenwerken. Aan eerstejaars heb ik bijvoorbeeld ooit gevraagd wie er nog met een knuffel sliep. Op de NFTA liet ik ze elkaar interviewen over hun jeugd. Het is te gek dat er een jongen uit Somalië in de klas zit en dat na een jaar nog niemand weet dat hij uit Somalië komt. Dat kan niet! In dit vak ken je elkaar. Je kunt briljant zijn, maar als je een klootzak bent kom je nergens. Je kunt beter iets minder belangrijk zijn en een aimabel mens. Dat wil overigens niet zeggen dat je overal binnenkomt. Nu hebben studenten weer bedacht dat ze in de gevangenis willen filmen. Je komt er wel in, maar daar moet je iets anders voor doen...’Désirée heeft haar ambitie waargemaakt met een handboek dat veel studenten zal helpen hun ambitie waar te maken. En ze citeert Roy Kahmann, directeur van communicatieadviesbureau Het Hoofdbureau (Amsterdam), natuurlijk niet voor niets op pagina 157: ‘Een project heeft pas succes wanneer het een ziel heeft. De ziel ontstaat door mensen die echt in iets geloven.’

‘ALS JE mET EEN CAmERA DE DUINEN INGAAT, wORD JE VERLINKT DOOR DE KONIJNEN!’

gevaarlijk ding

‘ZEG IN ENGELAND NOOIT DAT JE VAN DE “DUTCH FILmCREw” BENT’

in dit vak’

6

‘ZE wILLEN OOK ALLEmAAL mERyL STREEP IN PLAATS VAN mIEP JANSEN’

*Het Handboek voor productieleiders van D. te Nuijl

is uitgegeven bij Boom onderwijs en kost €39,50. Kijk voor

meer informatie op www.handboekvoorproductieleiders.nl

en www.boomonderwijs.nl

‘JE KUNT BRILJANT ZIJN, mAAR ALS JE EEN KLOOT- ZAK BENT KOm JE NERGENS’

8 9

10 11

7 april 2008. Het ANP meldt: ‘Invasie van jonge toneelmakers in Utrecht.’ Bron: De Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Specifieker: de Faculteit Theater. Nog specifieker: de opleiding writing for Performance. Die is van 5 t/m 13 juli de gastheer van het grootste festival voor jonge toneelschrijvers in Europa: Interplay Europe 2008.

tekst Fokke Uiterwaalfotografie Interplay 2007

Interplay is een jaarlijks internationaal festival dat afwisselend een mondiale en een Europese editie kent. De afgelopen jaren reisden twee of drie studenten van de HKU-opleiding Writing for Performance af naar Australië (waar World Interplay plaatsvindt) of naar Europese landen als Griekenland of Liechtenstein (de organisatie van Interplay Europe rouleert). Tijdens Interplay Europe 2008 ontvangt Writing for Performance uit heel Europa 45 dramaschrijvers in de leeftijd van 18 t/m 26 jaar en 20 tutoren die werkzaam zijn als toneelschrijver, regis-seur, docent dramaschrijven en/of dramaturg. Kennis-uitwisseling en het delen van visies en ervaring zijn het doel. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het werk van iedere deelnemer uitgebreid te bespreken, door te discussiëren over actuele ontwikkelingen in het toneelschijfvak en samen te werken met reeds gearriveerde Europese theatermakers. Zo wordt de nieuwste generatie toneel-schrijvers klaargestoomd voor het (internationale) werkveld.

Hubert Roza, hoofd van de opleiding Writing for Perfor-mance, is artistiek leider van Interplay Europe 2008. ‘Onze opleiding is, als enige full time hbo-opleiding op schrijfgebied in Nederland, de aangewezen instelling om een editie in Nederland te organiseren. Daar was wat mij betreft wel een voorwaarde aan verbonden: het festival moet een toegevoegde waarde hebben voor de opleiding. Het moet zowel studenten als tutoren de mogelijkheid bieden hun denkkader te verbreden, hun ideeën te verdiepen en buiten eigen patronen te leren kijken. Daarvoor is een grote diversiteit aan culturen, nationaliteiten, maatschappelijke en dramaturgische opvattingen belangrijk. Normaal kunnen twee of drie Nederlandse studenten deelnemen aan Interplay. Een editie in Nederland moet zeker plaats bieden aan tien Nederlandse studenten. Alleen dan betaalt de tijd die in de organisatie wordt gestoken zich terug: in een waarde-volle, verdiepende ervaring voor elke student persoonlijk en voor de opleiding in zijn geheel.’

Ook de opzet van het festival moet groter. Roza: ‘De excursies in Liechtenstein beperkten zich tot een tripje met de bus naar een theater vlak over de grens in Oostenrijk en een discussiesessie op een alpenweide. Dat vind ik voor een Nederlandse editie te weinig. Nederland heeft een zeer divers theaterlandschap, er zijn veel thema’s die interessant zijn voor zo’n festival. Denk bijvoorbeeld aan het engagement van de nieuwe theaterschrijver, de invloed van nationaliteit en culturele achtergrond op het benaderen van tekst en theater of de rol van de schrijver in een collectief maakproces. Dat soort thema’s wil ik graag aan bod laten komen. Het is mijn ambitie dat onze editie minstens even groot wordt als het mondiale festival in Australië.’Dit vertaalt zich in een uitgebreid programma met onder andere discussiegroepen, een dagelijkse powerworkshop door HKU-lector Nirav Christophe, fora, theater- en festivalbezoek en een avond met workshops van de Europese dramaschrijvers en regisseurs. Als klap op de vuurpeil zullen zeven Utrechtse gezelschappen een aantal teksten van de jonge auteurs ensceneren. Ook is er, in tegenstelling tot voorgaande edities, een voor publiek openbaar programma. Zo kan het publiek bijvoorbeeld aanschuiven bij de presentatie van de geënsceneerde teksten door de Utrechtse theatergroepen. Roza: ‘Zo garanderen we niet alleen een inhoudelijk sterk program-ma, maar kunnen we ook laten zien waar Writing for Performance voor staat. Met zoveel kwaliteit in huis

aan studenten en aan tutoren als Nirav Christophe, Don Duyns, Gijsje Kooter en Jurrie Kwant zouden we wel gek zijn als we het klein zouden houden.’

‘We zouden wel gek zijn als we het klein houden’

meer over Interplay:

www.interplay-europe.net / www.worldinterplay.org

e-mail: [email protected]

Ik heb een bijbaantje in een galerie en ik heb koude voeten.Ik heb hier altijd koude voeten en ik zou zo graag mijn voeten op de verwarming leggen, maar dat gaat niet. Het ziet er heel raar uit als de galeriemedewerkster met haar voeten op de verwarming zit. Dan denken de mensen straks dat ik ook een installatie ben.Er keek vandaag iemand geïnteresseerd naar de baksteen waarmee we op warme dagen de deur openhouden. Ik heb ooit een mevrouw wijs gemaakt dat de planken vloer ook een kunst-werk was. Er was een rood stickertje op de grond gevallen en de mevrouw had gevraagd waarom er een rood stickertje op de vloer zat. ‘Heeft u gezien hoe dat lijnenspel zich uitstrekt tot aan de deur? De kunstenaar houdt ervan om vragen te stellen bij alledaagse dingen. Ik kan wel even voor u opzoeken hoeveel het kost?’ De mevrouw bukte om het parket van dichtbij te bekijken.‘Mevrouw, ik maak een grapje,’ had ik gezegd.De mevrouw had niet gelachen.

Ik kijk de galerie in. Die is leeg, op een meneer na. Hij leest een boek van de leestafel. Onder mijn bureau laat ik één schoen uitvallen en ga ik op mijn voet zitten. Ik heb een wijde rok aan en zo steekt er alleen nog en stukje knie uit. Zal ik gaan doen of ik maar één been heb? schiet er door mijn hoofd. Dat ik dan dat meisje met maar één been ben. Dat iemand mijn rolstoel moet duwen. En dat ik me nog steeds goed kleed, ook al zit ik in een rolstoel. Dat ik in een rolstoel zit en dat dan iedereen zegt dat ik zo normaal ben gebleven. Zo knap ben. Zo sterk ben geweest. En dat ik dan zwetend fysiotherapie krijg in een revalidatiecentrum, waar ik zwetend op de brug oefen met mijn nieuwe prothese. Net als in de film.Ik kijk naar mijn knie. Zijn dit soort capriolen te vergelijken met het dwangmatig op zoek zijn naar de ware? Is in iets de enige willen zijn niet gewoon hetzelfde is als voor iemand de enige willen zijn?De meneer komt naast me staan. Ik schrik. Hij wijst naar mijn been en vraagt of ik koude voeten heb. ‘Ja,’ zeg ik. ‘Heel.’‘Nog even,’ zegt hij. Hij wijst naar buiten, waar de zon schijnt. ‘En dan is het zomer.’‘Ja,’ zeg ik.Ik wacht nog wel.Nog heel even.

Geen Been

. column

Hanneke Hendrix,

derdejaars Writing for Performance www.hetmeisjedatopdinsdaghetbierschenkt.nl

‘ SHOOT yOURSELF OUT OF A CANNON IF yOU CAN’T mAKE THE FLIGHT - JUST GET THERE. NO ExCUSES. I’m A BETTER PERSON, PLAy-wRIGHT AND CULTURAL AmBASSADOR NOw. THERE ARE NO BETTER TwO wEEKS!’

Ben Noble, Playwright Delegate, world Interplay 2005 Townsville, Australië

‘ EEN wEEK INTERPLAy GAAT NIET ALLEEN OVER SCHRIJVEN, mAAR OOK OVER EUROPA OF OVER DE wERELD VAN NU. EEN GESPREK OVER DE OORLOG IN VOORmALIG JOEGOSLA-VIë mET EEN mEISJE DAT DAT HEEFT mEEGE-mAAKT, STAAT mE NOG HEEL LEVENDIG VOOR DE GEEST. HET mAAKT IETS wAT VER VAN mIJN BED STOND mEER CONCREET. DAT KUN JE HIER IN EEN LOKAAL NIET LEREN.’

maaike Bergstra, Playwright delegate Interplay Europe 2006 Liechtenstein

‘Ik heb geen ambitie in de zin dat ik precies weet wat ik wil worden,’ vertelt tweedejaars Event Management Tobias. ‘De ambitie om hogerop te komen is er wel. Ik heb ook al veel stappen gemaakt: bijvoorbeeld door van het mbo naar het hbo te gaan. Mijn ultieme doel is het organiseren van de Oscars. Of dat realistisch is, weet ik niet. Maar mensen hadden ook niet verwacht dat ik nu op het hbo zou zitten.’Vierdejaars Theatre Design Willem: ‘Voor mij betekent ambitie ook niet dat ik over vijf jaar dit en dit bereikt wil hebben. Wel ben ik heel ambitieus in het hier en nu. Ik zet als een pitbull mijn tanden in een project en laat niet los voordat het helemaal goed is. Ambitie als begrip heeft voor mij te maken met toekomstdenken. Ik stel mijzelf een doel en als ik dat bereikt heb, ben ik helemaal gelukkig. Maar hoe zit het dan met de weg ernaartoe? Ja, die kan met flinke offers gepaard gaan. Daarom heb ik een haat-liefde verhouding met ambitie.’Tobias: ‘Je kunt een droom hebben, maar pas als je die concreet gaat najagen wordt het een ambitie. Ik geniet van het leven, want het is kort. Ik heb ook al situaties meegemaakt waarin mensen het leven moesten verlaten. Voor mijn ambitie zou ik nooit alles opgeven. Daar vind ik bijvoorbeeld vrienden veel te belangrijk voor.’Willem: ‘Ik sluit me voor iedereen af als ik met mijn werk bezig ben. In mijn vak zit er een enorm traject tussen idee en resultaat. Ik vergis me vaak in het aantal uren dat daarin gaat zitten en dat heeft mijn leven de afgelo-pen vier jaar flink beïnvloed. Afspraken maken wordt moeilijker. De mensen in het theater worden je leven. Je bent elkaars vrienden als je werkt, buiten de projecten om heb je het druk en zie je niemand. Zo gaat het bij mij tenminste.’

Willem: ‘Ik ben de laatste tijd wel aan het uitzoeken waarom ik dat zo doe. Ik denk dat het komt doordat ik vroeger op school niet zo goed was. Mijn broer kwam constant met tienen thuis, en ik met vijfjes. De aandacht gaat toch snel uit naar de prestatie. Die tien. Als je daar gevoelig voor bent denk je: ik wil ook die tien. Volgens mij zit daar mijn drijfveer, maar die vind ik niet gezond. Ik hoop dat ik over vijf jaar rust gevonden heb en vanuit die rust mijn dingen doe.’Tobias: ‘Misschien verschilt die houding ook wel per fase van je studie. Ik zit pas in de tweede; in het examenjaar ben je toch een heel jaar bezig met afronden. Wat wij in een project een paar dagen of twee weken doen, doe je dan het hele jaar. Ook bij zo’n project ga ik echter niet voor een tien, een acht is ook mooi.’

Willem: ‘Maar zijn mensen die de Oscars uiteindelijk gaan organiseren niet diegenen die altijd voor de tien gaan?’Tobias: ‘Je kunt ook de juiste mensen kennen en daardoor gevraagd worden. De juiste contacten hebben en de manier waarop je met mensen omgaat, is veel belang-rijker dan wat je kunt. Zo iemand komt verder dan iemand die heel slim is maar bot communiceert. Volgens mij kiezen veel bedrijven uiteindelijk niet de persoon die inhoudelijk het meest te bieden heeft. Ik zal mijn kwaliteiten ook niet ontwikkelen door eindeloos in de boeken te zitten zodat ik een tien haal, maar door met mensen te communiceren of dingen te doen die ik leuk vind. Die Oscars zijn ook maar een idee voor mij. Het kan ook iets anders zijn. Ik ben blij als ik gelukkig ben

en een leuke vrouw tegenkom waarmee ik kinderen krijg. Dan zeg ik: Ga jij maar werken, dan pas ik op de kinderen. Daar kan ik veel plezier uit halen. Het gaat mij vooral om een goede balans tussen mijn werk en de andere dingen in het leven.’Willem: ‘Ik kan wel eens jaloers zijn op mensen voor wie goed presteren minder belangrijk is. Voor mij levert ambitie soms een soort druk op: “Ik moet goed zijn”. Over een interview als dit kun je bijvoorbeeld denken: “Ik wil scoren”. Maar je kunt ook zeggen: “Ik vind het leuk om hier met jullie over ambitie te praten.” Dat is een groot verschil.’

wie Tobias van den Elshout en Willem van Berkel wat Tobias is Event Manager, Willem theatervormgever

waarom hebben vanuit hun opleiding een verschillende kijk op ambitie

wat is ambitie? Een toekomstplan hebben of hard werken in het heden?

Van Dale zegt: eerzuchtig zijn. waarschijnlijk belangrijker: de plek die jij zelf aan ambitie in je leven geeft. HKU-studenten Tobias van den Elshout en willem van Berkel doen dat heel verschillend. ‘Ga jij maar werken, dan pas ik op de kinderen.’

Ga je voor die tien of is een acht ook mooi?

tekst Edwin Verhoevenfotografie Patrick van de Luijtgaarden

‘ DE AANDACHT GAAT TOCH SNEL UIT NAAR DE PRESTATIE, DIE TIEN’

Tobias van den Elshout halverwege en willem van Berkel hoger op een trap van de Faculteit Theater

Hubert Roza (rechts) met Chris mead (Chair world Interplay) en David Berthold (Festival Director world Interplay 2007)

13

Waarom eigenlijk niet? Is er in de hedendaagse Neder-landse kunstsector geen behoefte aan verdere feminise-ring? Als we kijken naar bijvoorbeeld het lage aantal vrouwelijke leidinggevenden bij kunstinstellingen, lijkt die namelijk wel op zijn plaats. Daarnaast hebben Nederlandse kunstenaressen in hun beroepsbeoefening nog een hoop te winnen op hun mannelijke collega’s.In de Verenigde Staten is het weerwoord vanuit de kunst er in ieder geval wel. Daar verzetten de Guerilla Girls zich al vanaf de jaren ‘80 tegen de ongelijke behandeling van vrouwen in de kunstsector. Deze groep kunstenares-sen voert gekleed in apenpakken actie en maakt daarbij gebruik van theater, beeldende kunst en mode. Daarnaast heeft dit collectief een eigen lijn kunstgeschiedenisboeken: over vrouwelijke kunstenaars die er naar hun idee in de reguliere boeken bekaaid vanaf komen. De boeken van de Girls vinden gretig aftrek.Een even spraakmakende en succesvolle equivalent laat in Nederland op zich wachten. Toch is er per discipline, zij het kleinschaliger, aandacht voor de positie van de vrouwelijke kunstenaar. Het Raduga-Ensemble uit Den Haag, een orkest dat uit enkel vrouwen bestaat, speelt voornamelijk stukken van vrouwelijke componisten. Er is een Netwerk van Vrouwelijke Theatermakers dat af en toe, via pamfletten, aandacht vraagt voor actuele zaken die de positie van vrouwen in het theater beïnvloeden. Het tegengeluid van onze vrouwelijke kunstenaars lijkt echter minder nadrukkelijk dan bijvoorbeeld dat in Amerika. Is er in ons kleine landje simpelweg minder ruimte voor een grote beweging als de Guerilla Girls? Of worden mannelijke en vrouwelijke kunstenaars hier toch relatief gelijkwaardig behandeld en ontbreekt daardoor de noodzaak tot een groots protest?

Toch niet, vindt Mirjam Westen (1956), conservator van het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem. In haar Annie Romein-Verschoor-lezing van vorig jaar pleit zevoor meer acties in de trant van de Guerrilla Girls. ‘Kunst van vrouwen wordt nog altijd minder en goedkoper verkocht dan kunst van mannen. Er verschijnen minder kunstrecensies over vrouwelijke kunstenaars in tijdschrif-ten en er zijn nog altijd erg weinig vrouwelijke museum-directeuren. Natuurlijk is er sinds de jaren zeventig veel veranderd: er zijn veel kunstenaressen die tentoonstellen en op de voorgrond treden, maar het is bijvoorbeeld erg moeilijk voor vrouwen om in de beeldende kunsten door te dringen tot de topposities.’

Prof. dr. Agneta Fischer, Hoogleraar Gender, Cultuur en Management aan de Universiteit van Amsterdam, zal dat beamen. Vrouwen hebben een achterstand als het gaat om leidinggevende functies in de kunst- en cultuur, bleek uit het onderzoek Het glazen plafond in de culturele sector, dat zij in opdracht van het ministerie van OCW uitvoerde. Het onderzoek behelst 800 mannen, bijna 400 vrouwen en ruim 640 organisaties. Van de leidinggevenden is 32 procent vrouw. In grotere organisaties ligt het percentage vrouwen in topfuncties nog lager. De sector beeldende kunst scoort het hoogst; daar is 43 procent van de leiding -gevenden vrouw. Met minder dan 22 procent scoort de sector media het laagst.De grootte van de organisaties blijkt van grote invloed op de verhoudingen tussen de seksen. Binnen organisa-ties met maximaal tien medewerkers is die verhouding evenwichtig. In organisaties met meer dan 500 mede-werkers bezetten veel meer mannen de leidinggevende posities: ruim 80 procent. De man-vrouw verdeling is

alleen in evenwicht bij de hoofden organisatie en communicatie en bij de zakelijk directeuren. Van de algemeen directeuren is 79 procent man, bij de artistieke directeuren is dit 75 procent en bij de hoofden artistiek 69 procent. Dit betekent dat vrouwen veel minder invloed hebben op de artistieke inhoud en het artistieke beleid.Van de honderden toneelgezelschappen in Nederland hebben er maar zeven een vrouw als artistiek leidster. Waarvan er één structureel gesubsidieerd wordt, aldus Marijke Schermer, zelf artistiek leidster van toneelgroep Alaska. ‘Statistisch gezien is het een schande dat er zo weinig vrouwen topbanen hebben. Maar individueel gezien kun je weinig met die cijfers. Als iemand omwille van de kinderen besluit drie dagen te gaan werken in plaats van vijf, dan wordt dat bij een vrouw toegejuicht. Mocht ik zo’n keuze maken, dan zal niemand me straks zeggen dat ik mijn carrière tekort doe. Het is een absurde tegenstelling: we willen allemaal vooruitstrevend zijn, maar als het erop aankomt zijn we oerdegelijk. De kunst vormt daarop geen uitzondering. Vrouwen zijn misschien gevoelig voor het moederschapsideaal dat nog altijd verheerlijkt wordt. Daarnaast wordt carrièrebewustzijn weinig gestimuleerd bij vrouwen.’‘Ik ben te autonoom om een actievoerder te kunnen zijn, maar ik vind het goed dat het wel gebeurt. Het is belang-rijk dat er gesproken wordt over de scheve man-vrouw verhoudingen in het werkveld, maar bij het beoordelen van het werk van een kunstenaar moet dat geen rol spelen. Dat werk moet op zichzelf staan en ook zodoende beoordeeld worden.’‘Mijn raad voor verandering is dan ook sekseoverstijgend: hard werken. Gedrevenheid en talent zijn genoeg om te komen waar je wil zijn. Verweer je tegen vooroordelen. En weet dat je met drie dagen per week werken geen artistiek leider wordt.’

Dat je je eigen toekomst in handen hebt, gelooft ook Sanne Leufkens, derdejaars Theatre Design aan de HKU. Dit jaar maakte haar klas een voorstelling over woede. Omdat haar klas uit twaalf meisjes bestond, ging het automatisch over vrouwen en woede. Sanne: ‘We ontdekten dat vrouwen vaak ingetogener zijn in het uiten van hun woede dan mannen. Over het algemeen genomen herken ik dat ingetogene wel bij vrouwelijke klasgenoten, maar er zijn ook genoeg jongens die liever niet de aandacht op zich vestigen. Wij worden vanuit de opleiding gewezen op de concurrentiepositie die we tegenover elkaar hebben, maar er wordt weinig mee gedaan in onze klas. Een groep vrouwen streeft volgens mij naar harmonie. Tijdens het project werd ik als dominant ervaren. Dat vond ik vervelend. Ik denk dat ik me minder graag had willen conformeren wanneer ik een man was geweest. Misschien dat vrouwelijke kunstenaars daarom minder in de aandacht komen.’ Sanne denkt dat haar vrouw-zijn geen invloed op haar mogelijkheden in de toekomst zal hebben. ‘Ik denk dat je kunt bereiken wat je wilt. Ik voel geen beperkingen omdat ik toevallig een vrouw ben.’ Ook zij ervaart het contrast tussen de de hoeveelheid meisjes die aan haar opleiding afstuderen en de statistische verhoudingen in het werkveld. ‘Er zijn vrijwel geen bekende vrouwelijke decorontwerpers.’ Toch mist Sanne geen vrouwelijk voorbeeld. ‘Als ik naar kunst kijk en het inspireert me, maakt het voor mij niet uit of het door een man of door een vrouw gemaakt is’.

Bibi Straatman doceert semiotiek en cultuurgeschiedenis aan de HKU. Zij ziet de belemmeringen voor vrouwen wél. ‘Ik zou eerder zeggen: het gaat om een “cultuur” die belemmert. Dat verander je niet zo makkelijk in krap 100 jaar vrouwenemancipatie. Mensen zijn doorgaans blind voor genderspecifieke structuren. Bedrijven denken bijvoorbeeld vaak dat het voldoende is om achter vacatu-res simpelweg m/v te zetten. Terwijl de woorden die ze gebruiken, zoals “dynamisch, zakelijk, innovatief, onder-nemend, resultaatgericht” onbewust het beeld van een blanke man oproepen. “Vrouwelijke” waarden zoals teamwork en gevoel voor sfeer, worden vrijwel nooit als functie-eis omschreven.’ ‘Ook werken de genderverhoudingen binnen privé-relaties nog steeds niet echt mee. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, doen mannen nog steeds nauwe-lijks meer in het huishouden en aan de opvoeding van kinderen dan pakweg 30 jaar geleden. Daardoor is het voor vrouwen nog steeds moeilijk om een carrière met moederschap te combineren. Het is een probleem dat vaak door beide seksen in stand wordt gehouden. Mannen laten zich hun priviléges niet zomaar afnemen. Vrouwen trouwens ook niet, er zijn er genoeg die vinden dat hun man de was niet goed genoeg doet en het daarom maar zelf doen.’‘Enerzijds hebben vrouwen dus meerdere agenda’s, terwijl mannen dat doorgaans niet hebben. Anderzijds wordt er vanuit de arbeidsmarkt ook een sterke druk op vrouwen uitgeoefend: alles of niets. Als je hogerop wilt, is het “alles”: je moet er helemaal voor gaan anders haal je het niet en leg je het af tegen de ambitieuze concurrentie. Je kunt nog steeds moeilijk parttime manager of leiding-gevende zijn. Dat wordt simpelweg niet geaccepteerd.’ ‘Er valt nog genoeg aan te doen. Via de wetgeving bijvoorbeeld. In Noorwegen gaat binnenkort een nieuwe wet in en moeten alle bedrijven en instellingen in hun besturen en managementteams 50% vrouwen hebben zitten.’ ‘Maar dat is zeker niet voldoende. Ieder persoon, iedere instelling, ieder bedrijf heeft iets anders te leren. Maar genderbewustzijn creëren is wel iets waar het allemaal mee moet beginnen. Opvoeding is belangrijk: als de jongeren van nu genderbewust worden gemaakt, zal dat veel effect hebben omdat zij de bedrijven en instellingen van de toekomst vullen.’‘Dat kunst vrij zou zijn van heersende waarden en moraal is onzin. Onze westerse moderne kunst modelleert zich al meer dan een eeuw naar het ietwat romantische ideaal-type van de kunstenaarbohémien die zich via zijn kunst afzet tegen het establishment. Die ideale kunstenaar is een man. Vrouwen hebben zich pas zeer recentelijk diezelfde ruimte toegeëigend. Wat goede kunst was, werd doorgaans door mannengroepjes bepaald. Soms was daar een vrouw die ook mee mocht doen, maar meestal als muze. In de kunst valt op gendergebied nog net zoveel te veranderen als in andere domeinen van de maatschappij.’

De meningen over vrouwenemancipatie in de kunstsector lopen dus uiteen. Opvallend is dat de jonge kunstenares op de HKU minder bewust met het verschil man-vrouw bezig is dan vrouwen die al geruime tijd in het werkveld actief zijn. Terwijl de behoefte voor verandering van rolverdelingen gegrond lijkt. Wat specifiek voor die verandering kan zorgen, is niet eenduidig te benoemen. Wel kan iedere kunstenaar zich individueel afvragen wat hij of zij wil bereiken. En waar deze keuzes door bepaald worden. Is het, omdat er nauwelijks vrouwelijke rolmodellen zijn, dat vrouwen zichzelf niet kunnen voorstellen in een leidinggevende baan in de kunsten? Ligt het simpelweg minder in de aard van de vrouw om te willen leiden? Of worden competitieve kwaliteiten daadwerkelijk minder gestimu-leerd bij meisjes? De boodschap die weerklinkt vanuit de reacties van de geïnterviewden is er een van de kracht van het individu in deze tijd, maar gaat ook over de uitdagingen van de heersende sociale structuren. Iedereen is verplicht na te gaan waar zijn of haar beeldvorming op gebaseerd is en deze indien nodig bij te stellen. Die verplichting hebben we niet alleen aan onszelf, maar ook aan de kunsten.

12

. opinie

‘ KUNST VAN VROUwEN wORDT NOG ALTIJD mINDER VERKOCHT’

‘ DAT KUNST VRIJ ZOU ZIJN VAN HEERSENDE wAARDEN EN mORAAL IS ONZIN’

tekst Elfie Trompillustratie Ashkan Honarvar

De derde emancipatiegolf wordt momenteel breed uitgemeten in onze media. De aandacht richt zich daarbij niet alleen op allochtone vrouwen, maar ook op bijvoorbeeld de Nederlandse vrouwelijke parttimers. Heleen mees benadrukt het economische profijt van fulltime werkende vrouwen, seksuologe Shere Hite blijft vechten voor meer aandacht voor het vrouwelijk orgasme, en marlies Dekkers roept op ‘lekker stout’ te zijn. De kunstsector lijkt vooralsnog niet mee te liften op deze feministische revival.

Is de ideale kunstenaar een man?

wie kiest voor een kunstopleiding, wil van zijn passie zijn beroep maken. Als kunstenaar hoor je wel eens van andere mensen dat ze ons hierom benijden. Voor de kunstenaar in spé is een diploma echter geen garantie voor succes. Celliste Sanne Bijker vertelt wat je daar in de praktijk voor moet doen.

tekst Fanny de Ruiter fotografie Patrick van der Luijtgaarden

wie celliste Sanne Bijker wat is lid van Conjunto Ibérico en volgt masteropleiding Orkestauditie

waarom ziet de muziekwereld veranderen website www.cello-octet.com

Sanne Bijker haalde in 2006 aan Het Utrechts Conservatorium haar bachelor-diploma cello. Inmiddels reist ze al een paar jaar de wereld over als lid van het cello-octet Conjunto Ibérico. Wanneer ze thuis is, geeft ze naast haar concerten ook cellolessen en volgt ze in Amsterdam de masteropleiding Orkestauditie. Ondanks haar drukke muzikantenbestaan straalt Sanne vooral rust uit. Blijkbaar weet ze haar leven op de juiste manier in balans te houden.

Die balans is haar niet aan komen waaien. Sanne ontdekte al snel dat de beroeps-praktijk wat anders in elkaar steekt dan je als student denkt. Sanne: ‘De houding van studenten is nog wel eens verkeerd. Bij het octet heb ik bijvoorbeeld geleerd dat te laat komen geen optie is. Ziek zijn eigenlijk ook niet: je moet er gewoon zijn. In het begin dacht ik: ‘Nou, nou, kan het niet wat ontspannener? Maar als je het later heel druk krijgt met andere dingen, is het fijn dat een repetitie niet uitloopt omdat mensen te laat komen. Je moet je realiseren dat het niet overdreven is wanneer Lidwien Pouw (organiseert de orkestprojecten – FdR) tien minuten voor aanvang van de repetitie boos wordt op mensen die dan pas binnenkomen.’Het kan erg zwaar zijn de wereld te bereizen met een groot instrument als de cello. Sanne: ‘Fysiek moet je behoorlijk wat aan kunnen, zeker tijdens het reizen ben je veel aan het sjouwen. We speelden onlangs in Berlijn en gingen daar pas op de dag

van het concert naartoe, terwijl ik de volgende ochtend in Amsterdan een tentamen had. Dat kon niet anders worden gepland en daarom ben ik meteen na het concert teruggereisd. Ik heb toen met mijn cello in de trein op een bankje geslapen, omdat hij nergens anders kon liggen!’De muziekwereld is veranderd. Juist daarom, benadrukt Sanne, is het haast onmisbaar om naast vakbekwaamheid ook over zakelijke kennis te beschikken. ‘Ik zit ook in het bestuur van het octet. Vroeger wist ik niet hoe zo’n ensemble op dat vlak werkt en wat je ervoor moest doen. Die zakelijke kant sprak me helemaal niet aan, maar nu ik het octet zo geweldig vind is dat veranderd. Zo vond ik het erg leuk om het beleidsplan te schrijven, voor het aanvragen van een structurele subsidie. Eigenlijk zou het vak ‘Zakelijke kanten van de beroeps praktijk’ tijdens je studie wekelijks moeten terugkeren. Als je een orkestauditie wint, hoef je je niet met zakelijke aspecten bezig te houden. Maar wil je een ensemble oprichten of freelance muzikant worden, dan is het heel belang rijk.’

Sanne vindt dat er tijdens de opleiding weinig aandacht is voor de stappen die studenten na het voltooien van hun studie kunnen nemen. ‘Studenten zouden tijdens hun studie veel meer moeten onderzoeken wat ze later willen. De docenten van wie ik les heb, erg goed in hun vak trouwens, komen uit de eeuwenoude traditie van het instrument. Vanwege die lange traditie

zijn de eisen ook erg hoog: je kunt jaren bezig zijn met steeds beter worden. Het instituut en de docenten stammen uit een tijd waarin werken in een orkest of lesgeven de belangrijkste beroeps per spec-tieven waren, maar de muziekwereld is in korte tijd veel diverser geworden. Ik heb masterclasses gevolgd van Ernst Reijseger (vernieuwend en experimenteel cellist – FdR). Hij moedigt je aan om vooral zelf te verkennen, zelf muziek te schrijven of een ensemble op te richten. Er zijn namelijk 100.000 mensen die dat Haydn-concert mooier kunnen vertolken dan jij – waarom zou jij dan degene worden die het gaat doen?’ ‘De masteropleiding die ik nu volg, is erop gericht om mensen voor te bereiden op een orkestauditie. Ik vind dat studenten moeten beseffen dat er veel meer onder de zon is dan de traditionele orkesten. Een master kun je ook voor iets totaal anders gebruiken. Als ik samen met mijn vriend een cello-basgitaarduo wil starten, had ik daar tijdens mijn master al serieus aan kunnen werken. Je ideeën met allerlei mensen bespreken, uitzoeken waar je subsidie kunt aanvragen en of je beter een stichting of een bedrijf kunt worden... dat soort dingen.’‘Tijdens je opleiding zit je veilig binnen het instituut en zijn alle dingen die je kunt doen vooral hartstikke leuk. Maar zolang je binnen die muren zit, is dat je wereld. Nu ik ga afstuderen, merk ik dat ik vanzelf ook meer nadenk over wat ik precies wil. Het moment dat je ontdekt dat je zelf kunt kiezen, komt pas wanneer je je realiseert dat er buiten de schoolmuren een toekomst voor je ligt.’

‘Te laat komen is gewoon geen optie!’

14

FILMTHEATER ‘t HOOGT - WWW.HOOGT.NL

HOOGT 4 // UTRECHT // RESERVEREN: 030-2328388// [email protected]

VISUAL - AUDIBLEkorte experimentele films met live muziek!

MET DEZE BON VOOR € 5,- NAAR HET FILMBANKPROGRAMMA

OP ZONDAG 8 JUNI OM 14.30 UUR. (IPV 7,50)

Filmmaker Karel Doing selecteerde 10 experimentele 16mm films. Speciaal voor deze unieke reeks is muziek gecomponeerd door Philemon Mukarno en Juan Felipe Waller die LIVE ten gehore wordt gebracht tijdens de vertoning van de films!

‘NOU, NOU, KAN HET NIET wAT ONTSPANNENER?’

‘ DE mUZIEKwERELD IS IN KORTE TIJD VEEL DIVERSER GEwORDEN’

15

wie isme wat ontwerperscollectief waar de Balkan waarom zoeken nieuwe buren

website www.isme.nl

16

Het collectief isme – oftewel Yuri Veerman, Kris Borge-rink en Brigiet van den Berg – ontbreekt het niet aan ambitie. Een jaar lang je studie onderbreken om aan-vullende stages te lopen en eigen projecten te realiseren is al behoorlijk ambitieus. Vrijwel onvoorbereid in een busje door de Balkan trekken, lijkt me de overtreffende trap daarvan. De reis van isme heeft niets te maken met een lang-leve-de-lol-vakantie. Het wordt een serieus onderzoeksproject. Een project waarin drie ontwerpers op zoek gaan naar nieuwe buurtbewoners, om samen met hen ‘tot iets te komen.’ Een persoonlijk onderzoek naar interactie, meningsvorming en beïnvloeding. O ja, dat is nog niet alles. Bij terugkomst wil isme het project exposeren (‘We hebben een mail naar het Stedelijk gestuurd’) en in eigen beheer een boek uitgeven.

Kris: ‘Voor mij is ambitie de laatste jaren steeds belang-rijker geworden. Mede door onze samenwerking is veel duidelijker geworden wat ik wil. Ik weet nu wat mijn doel is – een goede ontwerper worden – en daarmee is ook mijn ambitie gegroeid.’ Yuri: ‘Ambitie hebben betekent voor mij: hongerig zijn naar meer. Ambitie is voor mij een drive. Het is de motor die je vooruit stuwt, waardoor je jezelf verder ontwikkelt.’ Brigiet: ‘Die honger herken ik. Onze samenwerking heeft ook een boost gegeven aan mijn ambitie. Het haalt de angst weg dat je iets niet kunt. Het schept vertrouwen als je samenwerkt.’

Kris: ‘Brigiet is de meest ambitieuze van ons drieën. Zij is zeer bewust bezig met wie zij is als ontwerper. Ze maakt overwogen keuzes in wat wel of niet goed is voor haar ontwerperschap. Niet dat Yuri dat niet doet, maar ik heb het gevoel dat Brigiet echt heel scherp weet waar zij op aan wil koersen.’ Yuri beaamt de constatering van Kris, maar nuanceert: ‘Brigiet en ik zijn het meest hongerig van ons drieën.’ Waarop Brigiet aanvult: ‘Yuri en

ik staan meer op de voorgrond en schreeuwen het hardst. Maar Kris is volgens mij zeker niet minder ambitieus dan wij.’ Kris: ‘Tja, ik ben natuurlijk niet voor niets drummer in een band. Ik voel me meer thuis achter op het podium.’Brigiet: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we over vijf jaar nog steeds samenwerken. Of we dan een eigen bureau runnen, weet ik niet.’ Kris: ‘We stonden op een gegeven moment voor de keuze: nemen we een rechtsvorm aan of niet? Heel bewust hebben we toen gekozen voor een collectief, met ieder een eigen btw-nummer. We willen ons nog niet vastleggen, we zijn tenslotte nog steeds studenten.’ Brigiet: ‘En je moet open blijven staan. Dat hoort ook bij ambitie, toch? Dat je niet precies weet wat er op je pad komt. Dat je hongerig blijft naar meer. Een samenwerking moet je eigen ontwikkeling niet tegenhouden, daar zijn we wel alert op.’

Yuri: ‘De HKU is het beginpunt van onze ambitie. Je maakt hier een enorm ontwikkelingsproces door. Het is een bekend cliché, maar er ging een wereld voor me open. Ik ontdekte dat je als ontwerper niet alleen huisstijlen hoeft te maken. De visie die je hebt, kun je op heel veel dingen loslaten. Een eye opener was verder een video

over Joost Conijn. Als ik zie hoe die jongen leeft: fantastisch. De vrijheid die zo iemand zichzelf gunt.’Al snel valt ook de naam van docent Paul Gofferjé. ‘Het mooie aan Paul is dat hij van een heel klein project of klein gegeven binnen een project altijd zoveel meer maakt. Hij weet je te pushen tot iets.’ Brigiet: ‘Ja, dat hebben we wel een beetje van hem overgenomen. We zochten bijvoorbeeld een expositieplek voor als we terugkomen van onze reis. Dan vraag je je af: “Wat zou Paul zeggen?” Nou, het Stedelijk natuurlijk! Dus sturen we een mail naar het Stedelijk. Een totaal bizarre gedachte, maar toch doe je dat gewoon omdat hij heeft laten zien dat het altijd grootser kan.’‘Ons project levert altijd iets op. Als het niet lukt om in contact te komen met buurtbewoners, dan wordt dat het onderwerp. Dat is het makkelijke aan de hele onder-neming. Maar we zijn veel te ambitieus om met magere resultaten genoegen te nemen. We dwingen onszelf om op zoek te gaan naar de bijzondere verhalen. Tegelijker-tijd maken we het met onze vragenlijsten (elke dag vullen de drie vooraf samengestelde vragenlijsten in – KV) ook belachelijk. Denk aan de enquêtes van Maurice de Hond: invloedrijke informatie gebaseerd op suggestieve en veelal nutteloze vragen. Wij zeggen met onze lijsten: Kijk zo werkt het, maar eigenlijk kun je er niets mee.’

Er waren eens drie studenten Graphic Design die op een goede dag in 2006 een gewaagd plan maakten. Ze besloten een jaar te stoppen met hun studie. Niet alleen om een extra stage te lopen, maar ook om nieuwe buren te zoeken. Zo gezegd, zo gedaan. Op maandag 5 mei vertrokken de vrije vogels yuri, Kris en Brigiet vanuit Utrecht richting voormalig Joegoslavië.

‘SAmENwERKEN HAALT DE ANGST wEG DAT JE IETS NIET KUNT’

isme on tour = tourisme

Tourisme is een onderzoek naar de buurt als miniatuurversie

van een samenleving. Isme reageert in het zuidwesten van

de Balkan onbevangen en vrijwel onvoorbereid op wat ze

hoort en ziet en wil samen met de mensen die ze ontmoeten

buurtproducten maken. ‘We gaan niet als welzijnwerkers,

maar willen als ontwerpers reageren op wat we aantreffen.

Een product kan van alles zijn: een deurmat, een lied, een

campagne of portret.’

Alles wordt nauwkeurig gedocumenteerd, ook de manier

waarop isme door de mensen en de omstandigheden ter

plekke beïnvloed wordt.

Dagelijks te volgen op http://tour.isme.nl.

‘IK ONTDEKTE DAT JE ALS ONTwERPER NIET ALLEEN HUISSTIJLEN HOEFT TE mAKEN’

Haalt isme’s reis het Stedelijk?

Kris, Brigiet en yuri lachend in Berlijn. Kijk op http://tour.isme.nl hoe het hen op de Balkan vergaat.

tekst Karin Veenedaalfotografie Paul Gofferjé