Uitwerking vragen en opdrachten » Ibant obscuri

download Uitwerking vragen en opdrachten » Ibant obscuri

of 21

Transcript of Uitwerking vragen en opdrachten » Ibant obscuri

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    1/21

    - - ._ ----------------------

    1 Uitwerking vragen en opdrachten4 Aeneas en Dido: fatale liefdeD ido is ond er de ind ru k 1.613-30 tpag.201)1 a Dido is met stomheid geslagen.

    b Zonder antwoord af te wachten stelt ze aehter elkaar drie verbaasde vragen.2 Dido vertelt dat Teucer in Sidon was aangekomen en steun kreeg van haar vader

    Belus bij het vestigen van een kolonie op Cyprus.3 Teucer4 Ze heeft in positieve zin, en d a.n nog weI van een vijand, over de Trojanen gehoord

    en zalhun daarom gastvrijhei d verlenen.5 Beiden zijn uit hun vaderland gevlucht en moesten een zware toeht doorstaan am

    een nieuw vaderland te bereilcen.Een f eestel ijk onthaal 1.631-56 (pag, 20)6 Dido heeft blijkbaar genoeg tijd en helpers gehad om kostbare spullen te kunnen

    meenemen.7 pietas

    D e list van Venus 1.657-94 (pag. 20)8 Vanaf de derde eeuw v. Chr, (P'-rmische oorlogen) was er bij de Romeinen een diep

    geworteld wantrouwen tegen c:.ie Carthagers; spreekwoordelijk was zelfs de Punicafides I=onbetrouwbaarheidj.

    9 a Venus wantrouwt Dido's g~voelens en denkt dat zij onder invloed van Juno tatandere gedachten zal kam ~n en alsnog vijandig zaJ optreden tegen deTrojanen, Vla Amor krijgt e :n houdt ze Dido in haar macht.

    b Juno haat Aeneas orndat h:Lj een Trojaan is. Juno's haat tegen de Trojanen is hetgevolg van het feit dat de Tx-ojaanse prins Paris met haar, maar Venus alsmooiste godin had aangevc=ezen. Bovendien had haar echtgenoot Jupiter deTrojaanse prins Ganymede=- slaten raven om als zijn wijnsehenker en geliefde tefungeren. Een ander motie -:f voor Juno is het feit dat zi] beschermgodin vanCarthago is en hang is dat E'l-ome-ooit Carthago zal veroveren en verwoesten.

    10 Ascanius wordt geacht de list t::: e kunnen doorzien en tussenbeide te kunnenkomen. Hij kan dus niet al te jc=>ng geweest zijn, Anderzijds is hi] nog wei zo kJeindat Dido hem op schoot kan ri, emen. Een jaar of elf a twaalf dus?

    11 ArnOT geniet van zijn vermomx:::-ning: zorider vleugels rondlopen.En hij vindt het allemaal weI sJ;?annend natuurlijk.

    1 De paginaverwijz.ingen hebben betrekl

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    2/21

    De list slaagt 1.695-756 (pag. 20)12 712: Slachtoffer Dido, tot een fatale liefde veroordeeld13 718:arrne Dido14 732-3: 'maak voor Tyriesrs en Trojanen de dag tot een feestdag die onze kinderen

    altijd zullen onthouden.' Dido weet niet dat de ontmoeting voor haar fatalegevolgen zal hebben en dat er tussen de beide volkeren later een bitterevijandschap zal ontstaan.

    15 het didactisch eposDe vervloeking 4.584-62 9 (pag. 21)16 a woede, wraakzuch t; en verbittering b 595-7: bezinning17 a de Punische oorlogen b HannibalDido's zelfmoord 4.630- 671 (pag.21)18 Aeneas' wapens en kle ren lagen erop.19 646-7: een geschenk deat zij allerrninst had verworven am er nu dit gebruik van te

    maken.20 Ze heeft een stad gesti cht en de moord op haar man gewroken.Dido en Anna 4.672-92 (pag. 23)21 Met het (duratieve) ~ perfectum geeft de dichter aan dat Anna het gevoel heeft

    dat ze 'al die tijd' bedr.ogen werd.22 Als crudelis nomlnatrw-us is, ishet een predicatieve bepaling bij het subject van

    abessem, bijAnna dus : Anna voelt het als wreed van zichzelf dat ze haar zoster nietsteunde, hoewel ze des, ar natuurlijk niets aan kon doen.

    23 Met het enjarnbemen -t::, waarbij deficit geisoleerd aan het begin van de volgenderegel staat, rnarkeert ce dichter de tegenstelling tussen Dido's kcarnpachtigepaging haar ogen op 1::.elaan en het uiteindelijk falen.

    Iris 4.693-705 (pag, 24)24 a Juno is niet almac~tigJ ze is uiteindelijk niet in staat Aeneas uit Italieweg re

    houden en zo het CJotstaan van Rome te verhindereo. Ook kan zeDidonietmeer redden.

    b Met r u t adjeetief 1> enadrukt de dichter de nietighei d van de mens tegenover degoden. Eigenlijkh. eeft Juno Dido opgeofferd aan haar eigen plannen.

    25 De verteller veroorde c::lt Dido's zelfmoord niet emerita nee morte 696);hij heeftmedelijden met haar (misera 697).

    26 a Deziel en het lien aam zijn twee verschillende dingen: de ziel verlaat bij dedood het lichaarn ~ maar dit kost moeite.

    b Dit sluit aan bij d~ leer van Plato en Pythagoras.

    8

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    3/21

    7 B ij de ingang van de onderwereldAankomst in Cumae en ontmoeting met de Sibylle 6.1-41 (pag.27)1 De sombere inhoud sluit aan bij het sombere thema van het hoek, Het Jabyrint, de

    'onontwarbare doolhof', is e en vooraankondiging van de onderwereld. De diepeband tussen de vader Daedalus en de zoon Icarus sluit aan bij de verhoudingtussenAeneas en zi]n vader .Anchises.

    2 De dichter spreekt een personage toe (apostrofe) en hij gebruikt een anafoor.Bij de grot van d e S ib ylle 6.42-76 (pag.31)3 Praesens: algemene waarheid.4 a De Sibylle drukt zlch zee r kort, staccato uit (eUips van het werkwoord); deus

    wordt herhaald: hiermee wordt haar opwinding duidelijk.b Inde volgende regels ver andert de Sibylle van uiterlijk.

    5 Vergeleken met 46, toen zij de god voor het eerst zag naderen.6 Aeneas moet eerst iets vrage ri.7 Door het hyperbaton: met nrne Gelidus en tremor staan ver uit elkaar: begin en

    eind van de zin. Het andere is: dura ... ossa.8 hyperbaton: graves ... laborer.s; Dardana ... tela; magnas ... terras; obeuntia ... maria

    trikolon: maria ... gentes ... a.Tva.9 JunolODe Sibylle wordt hier als eerll. godin aangesptoken die toe stemming kan geven.11 de Penaten van Troje12 De tempel die Aeneas beloo:ft. wordt door Augustus gebouwd: hij is de nieuwe

    Aeneas die diens belofte lnlco st.13 Hij spreekt vol trots over reg srzis nostris.14 Aeneas richt zich achtereen-szolgens tot Apollo (56-62), aile goden en godinnen

    (63-65). de Sibylle (65- 76)

    De S ib ylle in trance 6.77-101 (pag.35)15 excussisse; fangal; do mans; . r = z nguque premendo.16 lati17 grauiora18 Aeneas werd gastvrij onrvara, gen door Lavinia's vader. koning Latinus.19 coniunx ... hospita I extemi( c::::::7ue)halami20 Waar (verumj is dat Aeneas ]l:J.arde strijd te wachten staat, met een grote vijand, te

    vergelijken met de strijd tegc:;::!n de Grieken bij Troje. Oak is waar dat een vrouwdaarbij een belangrijke oorz; aak. is en dat Aeneas hulp zal krijgen van Grieken.

    9

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    4/21

    10

    Onduidelijk (obscururru is de voorspelling in zoverre dat er niets concreets wordtmedegedeeld, noch wi e die vijand is, noch wie die vrouw is en welke rol zi] zalspelen, noch om welke Griekse stad het gaat,Oak wordt niet duidelijkhoe lang destrijd zal duren en welke verliezen de Trojanen zullen lijden.

    21 de beeldspraak van he-t temmen van paarden

    Aeneas'reactie 6.102-23 (pag.39)22 De deuren zijn gewijd aan de machten van de onderwereld.

    plaatsing aan het begin van het vers van Illum en ille;lllum enego naast elkaaar en ille en meum: zowordt de band russen vader en zoonbenadrukt;maria omnia - omnes _.. minas (112-3): chi asme;plaatsing aan het begi:rt van het vers van inualidus en aan het eind senectae;plaatsing van ultra tus sen vires en sortem (114).

    24 a Orpheus en Pollux gingen naar de onderwereld VOOI een dierbaar persoon,evenals Aeneas.

    b zijn pietas

    23

    25 Retorische vraag (de h elezin); anafoor (Quid ... quid); hyperbaton (magnum ...Alciden); enjamberner::.. t.26 a Pollux en Hercules

    b Orpheus was de zo- on van Apolio, Theseus van Neptunus,

    T w ee v o or w aa rd en 6..12':: 4-55 (pag.43)27 Het imperfectum sugg: ereert dat Aeneas nag aan het bidden is als de SibyUe her

    wooed neemtizl] valt r-:tem dus eigenlijk in de rede.28 allireratie: Sate sangui .71e

    plecbtig, archalsch we.0dgebruik: Sate sanguine diuu;Anchisiadee.llips:facilis descensu.ss:

    29 De Sibylie wi! duidelijb. maken hoe ondoordringbaar en ontoegankelijk deonderwereld is.

    30 De tweede keer zal zij:J:::"l. bij Aeneas' dood.31 alliteratie: clauduntcc nuallibus

    assonantie: de u~kl~ in hunc, lucus, obscuris, claudunt, conualiibus, umbrae32. De talc wordt voargest~ld als iets met een eigen wil: ipse volens.33 In de tijd waarin het v-=:rhaal geplaatst is bestond er nog geen ijzer.34 36~9; 51~2;.13535 De Sibylle bedoelt; na het begraven van de dade, het vinden van de gouden tak en

    het brengen van de o~ers.

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    5/21

    _ _

    Een g ra f v oo r M is enus 6.156-82 (pag.47)36 a praesens (historicum)

    b serebant (160): imperfectumc Met het imperfectum laat Vergiliuszien datze de hele weg aan het praten

    waren.37 indirecte vraag38 anafoor:Hectoris .,' Hectora. Zo benadrukt de dichterMisenus' band met de grateHector en daannee de status van Misenus zelf.39 lituo en hasta staan aan het begin en het eind vande regeI; ins ignis, waar beide

    vanafhangen, staatertussenin,40 a non inferiora secutus

    b Zo wordt Aeneas ais grote held gepresenteerd; h i ; doet niet onder voor Hector.41 a si cred ere d ign um est

    b Triton handelde niet juist: 163: indigna motte peremptum.c Misenus was een held inde kracht van zijn leven (164-170) en hi; handel de uit

    een soort overenthousiasme over zijn eigen kunst (demens 172).42 Blijkbaar ging de hele groep op weg en liepen Aeneas en Achates samen (voorop).43 a silva stabula; procumbunt piceae; sonat securibus; icta iiex

    b Her woord cuneis (wiggen) staat tussen de twee subjecten in en 'splijt' als hetware de regel,

    44 door de drie spondeeen achter elkaar

    Degouden tak 6.183-211 (pag.50)45 Aeneas wordt gekarakteriseerdals leider (primus) en als solidair met zijn mannen:

    hij werkt zelf mee (paribusque accinctus annis).46 Pathos wordt hier bereikt door het aanspreken van Misenus en de verzuchting vereheunimium.

    47 Aeneas is inangsttge spanning: 0,si q ua via est; dubiis rebus. Maar hij heeft ookhoop: hij vraagt de vogels hem de weg re wijzen, wetend dat zijn rnoeder hemsteunt,

    48 De duiven zorgen ervoor dat ze niet uit het rich t verdwijnen.49 De coniunetivus geeft het doeI aan.50 gra ve o len ti s51 leni crepitabatuento52 a ipse volens facilisque sequetur (146)

    b De tak laat weI los .maar met direct. Wellicht wit de dichter ook laten uitkomendat Aeneas dit als aarzeling voe1t; hijis nag steeds ongerust.

    11

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    6/21

    De laatste eer voor Misenus 6.212~36 (pag. SO)53 2.22:een droevige dienst54 In 234-5 wordt verldaard hoe Kaap Misenum aan zijn naam is gekomen.

    Offers voor de machten van de onderwereld 6.237-67 (pag.50)55 De zwarte kleur en de onvruchtbaarheid.56 In252 wordt gesproken over het nachtelijk offer en in255 wordt verteld dar de zon

    bijna opkomt. Het is dus aan het eind van de nacht, vlak voor het begin van dedag.

    12

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    7/21

    . .....

    9 De afdaling in de onderw ereld

    89

    10

    N aa r d e ing an g v an d e o nd erw ereld 6.268-94 (pag.54)1 a De bijvoeglijke bepalingen obscurien sola zijn verwisseld,

    b Dit rnarkeert e n de duisternis (Aeneas en de Sibylle worden opgeslokt) e n detotale verlatenheid die hen oniringt.

    2 a chiasme:domosvacULlS ... inania regnab Er zijn weI sehimmen, maar die hebben geen inhoud,3 alliteratie: solasub; per ... per; domosDim

    assonantie: de opvallende afwisseling van de klinkers 0, a en u.4 De sombere eenzaamheid wordt gemarkeerd door het gebruik van de spondee en

    het ijle rijk van Dis door dat van de dactylus.5 a Het beeld is de moeizarne tocht van een reiziger bijeen nauwelijks verlichte

    hemel door een danker bas.b bijna complete duisternlsc De naargeestige sfeer van de onderwereld wordt opgeroepen.

    6 incertam iunam ... luce maligna7 273-81 Precies voor het voorportaal (Vestibulum ante ipsum) bevinden zich

    verschillende vormen van kwellingen voor de mens.282-4 Inhet midden (in medio) bevinden zich de misleidende dromen.285-9 B i; de deur ( in fOribus) bevinden zich schrikaanjagende gedrochten uit demythologie.biformes kan een bepaling zijn bijzowel Centauri als Scyllae,a Zij is ingewiid in de geheimen van de onderwereld.b Het verklaart waarom zij Aeneas kan wijzen op het zinloze van zijn handelen

    tegenover de schimmen.Het maakt het levendiger: Aeneas kan nag tot actie overgaan.

    De veerman Charon 6.295-336 (pag.58)11 In can.ities inculta (300) en sordidus ... am ictus (301).12 horrendus (298)13 een angstaanJagend heerscbap en t e vies am aan te pakken14 met de woorden tenues sine corporeuitas (292)15 VergiUus verdeelt de gestorvenen indrie groepen ltrtkolon) ineen oplopende

    graad van treurigheid (climax); assonantie u (307).16 a De hoeveelheid aan blade.ren dlevalt inde herfst,

    b De hoeveelheid vogels die samendromt om ge.zamenlijk warmere streken op tezoeken,c De overeenkomst is de veelheid van diegenen die samendrommen en van debladeren die vallen.

    13

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    8/21

    17 om de schlmmen die afgewezen worden en weggaan van de oever tlinquunti ende schimmen die overgezet worden (valia livida verrunt)

    18 quo discrimine ripas hae linquunt (319-20)19 Het verwijst naar de voorwaarde van het honderd jaar rand deze kusten fladderen

    alvorens weer toegelaten te worden bij de oevers van de Styx am deze over testeken.20 Beiden zijn met begraven nadat zij bij een noodlottig ongeluk zijn omgekomen.

    D e ontm oeting m et P alinurus 6.337-83 (pag.60)21 de assonantie van de u en de alliteratie inmulta maestum22 Aeneas stelt eerst de goden in het algemeen verantwoordelijk en specificeert dit

    vervolgens door het noemen van Apollo.Palinurus gaat inzijn antwoord eerst in op Apollo en vervolgens op de goden inhet algemeen.

    23 Nee; Palinurus is met roer en al inde zee terechtgekomen en op de kust van Italiedoor de bevolking daar aangevallen. Dus hij was tot op dat moment ongedeerd.

    24 uitsluitend spondeeen (clash ictus en woordaccent)25 omdat zij dachten dat er iets te halen viel bij een drenkeling

    Het verzoek is 'Neem mi] mee'; hij denkt dat Aeneas dat kan omdat hij slechts met L--hulp van de goden he eft kunnen afdalen inde onderwereld.

    27 Met het slot van deze Palinurus-episode geeft Vergilius een verldaring voor eengeografische naam.

    26

    D e confrontatie m et C haron 6.384-416 (pag. 62)28 prior aggreditur ... increpat ultro29 a de tegenstelling tussen umbrarum en corpora vivab Beide tekstelementen staan op de eerste plaats van de regel: asyndeton 390-1.30 Ook Aeneas is van goddelijke afkomst via zijn moeder Venus, de dochter van

    Jupiter.31 Het geeft een parallel met regis bij SOliD.32 De SibyUe reageert eerst (399-402) op zjjn verhaal over Cerberus en Proserpina

    (395-7) en daarna (403-4) laat ze weten datAeneas met vreedzame bedoelingenkornt in reactie op Charon's armatus (3BB).

    33 Haar toon is ironlsch: het is geen kunst om bloedeloze schimmen angst aan tejagen; de Sibylle spreekt van patrui inplaats van echtgenoot of Dis.

    34 Het belang wordt benadrukr door de herhaUng van rarnum, door de plaatsing vanramum tussen aperit en latebat, door het vertellerscommentaar en door hetenjambement van agnoscas.

    35 De metriek markeert

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    9/21

    36 Het wordt metrisch benadrukt door elisie (ingentem Aenean wordt een langwoord) en de spondeeen: stilistisch door het enjambement.

    37 Een komisch effect wordt bewerkt door het contrast tussen deze indrukwekkendeAeneas en het nietige lekke bootje dat - gelijk een mens - kreunt onder diensgewicht.

    38 Het legt nadruk op de traagheid van hun overtocht.

    Cerberus 6.417-25 (pag. 63)39 a enjambement personal; hyperbaton: haec regna en adverso antra;

    parallellie in Cerberus ingens en latratu trifauciVerder staat het subject Cerberus inrege1417 en de twee predicatievebepalingen recubans en immanis inregel418.

    b Dit alles draagt bij aan het beeld van de enorme Cerberus die daar in zijn vollelengte Iigt.

    40 Nee; Cerberus heeft drie koppen.41 sepulto in regel 42442 a ingens ... immanis en immania ... ingertS;

    b chiasme

    D e o n tij dig g es to tv en en 6.426-39 (pag. 63)43 Het gaat am baby's (427-9), ten oruechte veroordeelden (430) en zelfmoordenaars

    (434-9).44 Zij geven commentaar op de voorafgaande regel: deze mensen krijgen nag een

    eerlijke kans in de onderwereld.45 436-7: Watzoud'en ... tim ... oerdureni

    D e ontm oeting m et D ido 6.440-76 (pag.66)46 Allen zijn te grande gegaan aan een ongelukkige liefde; regei44.2 durus amor

    crudeli tabe peredit47 Argument VOO!: ook Dido ging te grande aan een ongelukkige liefde, L-----Argument tegen: zij was Diet verwikkeld in een immorele relatie, maar je zou haar

    kunnen zien als slachtotfer van een opzetje tussen Juno en Venus.Wei was zij bezeten in haar liefde voor Aeneas en zelf beschouwde zi] aanvankelijkhaar verhouding met Aeneas als immoreel, gezien haar belofte van trouw aan haareerste echtgenoot Sychaeus.

    48 Wond in le~erlijke zin als je kijkt naar de woorden van Aeneas in regel 457;wand in figuurlijke zin van liefdesverdriet.

    49 a veel spondeeenb vertragend effect: markeert het ronddolen van Dido

    15

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    10/21

    _ _

    50 a Dido en heros aan afzonderlijk verseinde geplaatstb Het markeert hun scheiding. war nog eens versterkt wordt door toevoeging van

    respectievelijk Phoenissa en Troius.51 a de onzekerheidof ze (Aeneas en iemand) werkelijk zien wat ze denken te zien

    b vidisseputa:c door de plaatsing vooraan het versd Het bouwt de spanning op.:pas aan het eind van de regel ishet beeld vande vergelijking compleet.

    e in 268- 72,.waar de tocht van Aeneas en de Sibylle inde onderwereld vergelekenwordt met het lopen door een bos inde nacht bij een bewolkte hemel

    52 In de vertaling wordt zonder voorbehoud het bestaan van trouw inde onder-wereld aangenomen, in de Latijnse tekst wordt daaraan getwijfeld.

    53 Het is een voorafschaduwing van het slependeconflict tussen Rome en Carthage,dat pas isbeeindigd met de ondergang van Carthago inde Derde Punlsche oorlog.

    54 1 Voor: Het zou opnieuw een omkering zijn van de situatie in boek 4, narnelijk4.369, waar Dido Aeneas verwijt dat hij geen spoor Vanmedelijden toont, geentraanlaat.Tegen:Het zou wei onsympathiek zijn van Aeneas om de toch al ongeJukkigeDido in tranen te laten uitbarsten.

    2 Voor:Vergiliusneernt zijn woorden in 455 weer op; 455 vormt een chiasme met468.

    55 a ontcnoeting in de onderwereld tussen Ajax-Odysseus en Dido-Aeneas:Ajaxen Dido hebben door toedoen van respectievelijk Odysseus en Aeneaszelfmoord gepleegd.

    b ZowelAeneas alsOdysseus begint met het stellen van een vraag(457-8 - 553-5).Dido en Ajaxreageren afwijzend (467, 469-73 - 543-4,563-4)Aeneas en Odysseus betreuren wat er gebeurd is (456-60,463-4.475-6 - 548,556-8).Beiden houden de goden verantwoordelijk (461-3 - 555,558-60).Belden vragen de gestorvenen om verzoening (465-6 - 561-2).

    c Odysseus zou de wapenrustiug opgegeven hebben, als hijdaarmee de doodvan Ajaxhad kunnen voorkomen. Ondanks zijn verdriet zegtAeneas dar hijniet anders had kunnen handelen: het was de wil van de goden.Odysseus meent dat de goden een wreed spel met hem en Ajaxhebbengespeeld: Aeneas stelt de opdrachten van de goden boven zijn persoonlijkeemoties.Odysseus laat geen emoties blijken en aanvaardt de afwiJzing van Ajaxlaconiek; Aeneas is geemotioneerd, built en probeert contact te houden.

    56 Zij zoekt haar heil bij haar 'ware liefde',Syehaeus.

    16

    _/

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    11/21

    -------------------------------------_-

    D e sch im me n V an d e o or lo gsh eld en 6.477-534 (pas..67)57 479-80: heiden uit een ver verleden

    481-88: zijn strijdmakkers uit de Trojaanse oorlog.489-43: zijn tegenstanders de Griekse oorlogshelden494 vlg.: de Trojaanse held Deiphobus

    58 De aanblik van de Trojanen brengt emoties bi] hem teweeg (482).De Trojanen verdringen rich om Aeneas, terwijl de Grieken inpaniek van hemwegvluchten.De Trojanen krijgen een naam , terwijl de Grieken anoniem blijven.

    59 Zij schreeuwenzonder geJuid voort te brengen.60 Regels 500-504 (a) 505508 (b) 509-10 (b) 51-12 (a); Aeneas vraagt eerst wat er is

    gebeurd en vertelt dan over zijn paging hem te eren na zljn dood; Detphobus gaateerst in op zijn begrafenls en vertelt dan wat er is gebeurd.

    61 a Helenab minachtend, vol verbitteringc 523 .. mijn dierbare vrouw ...

    62 Haar slechte naam van overspelige vrouw: zij ging uit vrije wi! met Paris mee en nadiens dood trouwde zij met Delphobus; haar eerste echtgenoot Menelaos staat nuvoor de poorten: zij moet rich weI zien te redden in deze precaire si tuatie,

    De Tartarus 6.53581 {pag.70}63 a Het is na twaaH uur 's middags ..

    b Hij moet voor de avond in de bovenwereld zijn.c Nox mit. (539)d Een beeldende (tijdioze) omschrijving in de stijl van het genre epos tegenover

    de kortezakelijke Ctijdgebonden) blik op de klok van de SibyUe.64 a partes (540)

    b Links staat voor ongunstig.65 a Laeoa (via) is subject bij de persoonsvorm exercer poenas.

    b De linkerweg straft de slechte mens en al onde.rweg op hun reis naar deTartarus.

    66 op haar woorden in regel 53967 beter dan rnijn lot68 54858: beschrijving van wat iemand die rich buiten de Tartarus bevindt,ziet en

    hoort van buitenaf55979: beschrijving van wat zich binnenin de Tanarus afspeelt

    69 Door byperbaton: de bijvoeglijke en zeIfstandige naamwoorden staan gescheidenvanelkaar om de werkwoordsvormen heen geplaatst,

    17

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    12/21

    70 a door de eUsie met als gevolg driemaal een spondeeb chiasme: Porta (a) aduersa ingens (b) solido adamante (b) columnae (a)

    71 Aeneas stelt achter elkaar Korte vragen met anafoor van qui en tweemaal ellips vande persoonsvorm.

    72 ipsa ... t/rn ... duxit(565} eventueel plus sedme ... tIm ... Avemis.73 De tegenstelling met n ull; [a s ca ste ... ;maar ondanks mijn rein/zuiver zijn mocht

    ik onder de protectie van Hecate rut oord betreden.74 Na zijn oordeel en de bestraffing door Tisiphone gaan de poorten naar de Tartarus

    open (573-4), dus Rhadarnanthus bevindt zich buiten voor de poort van deTartarus.

    75 a polysyndeton van -queb Het markeert het snelrecht van Rhadamanthus.

    76 De dader verheugt zich tijdens zijn Ieven over het feit dat hij op slinkse wijze aanstrafvoor zijn wandaad is ontkomen maar na zijn dood blijkt deze vreugde vankorte duur te zijn: de strafwordt alsnog opgelegd,

    77 Bedoeld wordt Tisiphone.78 De tegenstelling zit in wat te zien is voor de poort (vestibula ... liminal en war met

    te zien is binnen de poort (intus), maar verteld wordt door de Sibylle.

    D e m is da dig er s en h un str affe n 6.582-634 (pag.71)79 583-607 zondaars uit een ver mythologisch verleden en hun straffen

    608-17 misdadigers uit het dagelijks leven617-20 bestraffing van mythologische figuren621-4 de meest verwerpelijke misdaden op aarde624-7 epiloog van de Sibylle

    80 In de eerste passage worden de rnisdadigers bij naam genoemd en wordt vermeldwat zij hebben misdaan.In de tweede passage blijven de misdadigers anoniem en worden op grand vanhun misdaden incategorieen ingedeeld.

    81 a Na de vragen van Aeneas in560-1 neemt de Sibylle als subverteller het woorden vertelt in retrospectie (flashback) over haar ervaringen inde onderwereldtot en met regel 627; vervolgens neemt de verteUer Vergilius het verhaal weerover.

    b Gelijk, want het is directe rede.c versnelling

    . __ ,

    -18

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    13/21

    H et E ly siu m 6.635-78 (pag.73)82 a Bedoeld wordt de gouden tak,

    b Bedoeld wordt Proserpina.83 a Het is een aangename en vrolijke omgeving: laetos, amoena.fortunatorum en

    beatas.Het is er een en aI Iicht: Largior ... nether; lumine ... purpureo, solem en sidera;.ontspannen bezigheden: exercent membra, contendunt ludo, luctantur enpedibus ... t/m ... dicutu:

    b

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    14/21

    92 Anchises' zorg om Aeneas blijkt uir de regels 692-4; Aeneas' zorg om zijn vaderblijkt uit de regels 695-6.

    93 hyperbat.on van tua met respectievelijk pietas en ora; chiasme van tua p ieta s ...ora tua

    94 drie uitroepen in 69.2-4; aIliteratie quas, quanta, quantis, quam (in cornbinatie metanafoor en chiasm en; anafooe van tua en da; het naast elkaar plaatsen(iuxtapositie) van ego te (692) en tua me (69.5)

    9.5 a Dit is een verwijzing naar Aeneas' verblijfbij en relatie met Dido.b Inde verzen 692-4 gaat het om drie uitroepen ineen trikolon, dat uitJoopt op

    een climax in regel-694 ..96 Huilen als uiting van pietas (686 en 699) Is roegeven aan je emoties en dus een

    teken van zwakte in de ogen van een sto"icijn.97 het ongrijpbare van de schim (beeld) en de lichte wind en de gevleugelde slaap in

    het afgebeelde

    D e zielen m et een tw ee de le ve n 6.703-23 (pag. 76)98 a het gezoem en het vlinderen van de bijen random de bloemenb het rumoer en het hectische van de verzamelde schirnmen c.q. bijen

    c Het vertraagt het verteltempo.99 fiorib us u ariis ... candida lilia100 a in regel 680

    b het idee van reincamatie101 a alle schimmen die zich rand de Lethe bevinden

    b meer in her bijzonder de nakomelingen van Anchises

    D e zie lsv er h u iz in g 6.724-55 (pag. 79 )102 Ontleend aan de Stoa:spiritus intus ... tIm ... corpore m iscet. (726-7) - de alles voedende adem

    Igneus est ... tlm ... seminibus (730-1) - de vurige kracht I het zaad in alles wat leeftHinc ... t!m ...gaudent (733)- de verklaring van de emoties vanuit het aardseelement in de mensOntleend aan Plato en Pythagoreeers:Neque auras tim ... caeco . .(733~4} - her Iic haam a1s kerker van de zielErgo ... tIm igni (739-42) ~boetedoeningsc ilic et ... tim ... re ve rti (750-1) ~remcarnatieOntleend aan de rnythologie:Elysium (744) en Lethaeum adfiuuium (749)

    103 ... ad tarda ... corpora104 a uentos -Jucht: gurg it e - water; ig nis - vuur

    b aarde als onzuiver element, waarvan de ziel gereinigd moet worden

    20

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    15/21

    105 a straf- exercentur poenis; boete -lleterumque ... tIm ... expendunt;reiniging - aliae ... tlm ... igni

    b ja; quisque SUDS patimur manes.106 a Ben enkelingmag inhet Elysiwn blijven - pauci ... tIm ... tenemus, maar de

    grote massa wordt verplicht tot een tweede leven - Has omnes ... tIm ... reuerti.De scheiding vindt plaats in hee Elysium - peramplum mittimus Elysium.

    b adversatiefasyndeton in regel748107 op zijn woorden tam dim cupido108 De regels 724 - 51 waarin Anchlses als subverteller fungeert.

    De regels 75.2- 55Vergilius zet als verteller bet verhaal voort.

    De koningen van Alba tonga, Romulus 6.756-87 (pag . .79)109 756-9:aIgemeen over de toekomstige Romeinen

    760-5: specifiek Silvius aan het begin van de rij Albaanse kooingen766-76:algemeen de Albaanse koningen777-80: specifiek Romulus781-4: algemeen over het toekomstige Rome784-7: vergelijking

    110 Het vertraagt inde regels 763 -4 en 778-80 met de uitweidingen over respectievelijkSilvius en Romulus; verder in784-7 met de vergelijking.

    1 I I a goddelijk nqfcroostb het punt van iedereen I alles omarmen: in het geval van Cybele letterlijk, indat

    van Rome figuurlijk.112 Het heeft de funetie vall prospectie: de subverteller Anchises openbaart de

    toekomst van Rome.

    Augustus 6.788-807 (pag. 81)113 Augustus als tweede stichter van Rome: autea condet ... tIm ... quondam

    Seider rijk en roem zjJn grenzeloos: zij.n rijk ... tl ill...roeien (782) en super et... tlm ... vias (7946); Huius ... t/m ....Nili. (798-800)

    114 Hercules heeft de mensheid vanallerlei monsters bevrijd en Bacchus bracht decivilisatie (de wilde natuur getemd!); dit zal het effect zijn van de verovenng van dewereId door Augustus. Bi]de monsters valt bijvoorbeeId te denken aan Antoniusen Cleopatra.

    I IS Zijn voorspelling ten aanzien van Augustus is als aansporing bedoeld voor Aeneasen moet elke twijfel bi] hem wegnemen.

    116 Inhet voorafgaande ontmoette Aeneasalleen mensen uit het verleden, zealsPalinurus en Dido; vanaf r u t moment zal hij zijn toekomstig nageslachtontmoeteo.

    21

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    16/21

    De koningen van Rome 6.808-23 (pag. 82)117 a Het is de periode van de koningen van Rome, de directe opvolgers van

    Romulus.b Het sluit aan bij de regels 777-87, gewijd aan Romulus, de eerste koningvan

    Rome.118 Hij verwacht het antwoord 'neen/ja': het is enerzijds een zwarte bladzijde uit de

    Romeinse geschiedenis, anderzijds is Brutus een toonbeeld van de uirtus Romana.119 a 822 infelix

    b De liefde van de vader wordt overwonnen.c regel 823 (vaderlandsliefde en het verlangen naar een goede naarn)

    De grote mannen van de Republiek 6.824-59 (pag.83)120 a de Republiek

    b In de regels 818-23 is uitgebreid verteld over de grondlegger van de Republiek,de eerste consul Brutus, en dit wordt nu gevolgd door een reeks grote namenuit de republikeinse tijd.

    121 Her is een verwijzing naar Julius Caesar en Pompeius en de burgeroorlog die zl]ontketend hebben.122 Via Anchises' ldeinzoon Iulus is Julius Caesar zijn afstammeling.123 a Zij hebben zich verdienstelijk gemaakt als leiders op politiek of militair gebied.

    b Kijkend naar zijn voorouders en de verdiensten van andere volkeren komtAnchises in een vergelijk tot de conclusie dat de Romein geboren is om leidingte geven.

    124 a 847-50 gaat over de Grieken; 851-3 over de Romeinen.b Jij (851) vormt een antithese met Anderen (847).

    125 de Grieken; beeldende kunsten, retorica en astronomie126 Rome moet nog gesticht worden, ongeveer 400 jaar later.

    Marcellus 6.860-86 (pag. 83)127 In de voorafgaande passages is Anchises degene die de aandacht van Aeneas op

    iedereen vestigt, hetzf vragendeIWijs hetzij door aan te wijzen. Hier is het Aeneasdie uit zichzelf vraagt wie die jongeman is.

    128 86970: Hij zal slechts ... tim ...teblijoen: te vroeggestorven870-1: Rome ... tim ... behouden: aanklacht tegen de jaloerse goden872-4: iedereen en alles rouwt.875- 7: hoop en glorie van aile Romeinen878-81: karakter en kwaliteiten van de gestorvene882-3: Arme ... tIm zijn: emotionele berrokkenheid met de gestorvene883-6: 0breng mij tIm ... plicht: laatste eer aan de gestorvene

    129 Het uirvoeren van deze laatste plicht tegenover de dode biedt geen troost.

    22

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    17/21

    Het v ertre k u it d e onderwere ld 6.886-901 (pag, 83)130 Wei: alleenechte schimmen gaan door de poort van hoom (893-4) en tot die

    categorie behoort noch Aeneas noch de Sibylle.Ni.et: door de poort van ivoor gaan de verblindende dromen en dat zou inhoudendat al het voorafgaande als onwaar beschouwd moet worden, wat de toekomst-verwachting ten aanzlen van de Pax Augusta zou ondennijnen.

    literaire v erta li ng .en _pag. 84)Aeneis 6.268-721 Schrijvers neemt de dactylische hexameter over. (De vertaling van d'Hane-

    Scheltemais Iambisch.l2 a Zij gingen .... gingen zij

    b liepen zij voortc d'Hane-Scheltema vertaalt het woord dus twee keer. Mogelijk wi! zij daarmee

    de nadrukkelijke plaatsing aan het begin van de versregel weergeven. Oak kanhet een manter zijn om het duratieve aspect van het imperfectum tot zijn rechtte laren komen.

    3 de enaUage van obscuri en solaD'Hane-Scheltemavertaaltdonker bij het subject en stille bij schemernacht.Schrijvers vertaalt danker bi] het subject en eenzame bij nacht.BeIde vertalers geven de enallage dus weer, maar Schrijvers doer dar letterlijkerdoor sola met eenzame te vertalen, waar d'Hane-Scheltema voor het vrijere stillenest, dat overigens wei heel goed eenzaamheid kan impliceren.de alJiteratie sola subD'Hane-Scheltema geeft deze weer in s t il le schemernacht . Schrijvers geeft dezealliteratie niet weer, maar heeft weI inde volgende regel her helle huis.het chiasme domosu4Cuas I inania regnaD'Hane-Scheltema: hoile woonverbUjfl rijk "an schimmenSchrijvers: holle huis I rijkvan de leegteBeide vertalers geven hetchiasme dus weer;

    4 a Het tertium comparationis is de duistemis. Dit zit in de wootden per incertamlunam eti sub iuce maligna (beeld). diecorresponderen metobscuri en subnacre per umbram in268 (het afgebeelde).

    b Schrijvers plaatst de desbetreffende woorden binnen het beeld, zoals in hetLatijn; d'Hane-Schelterna plaatst nauwelijks of slecht uerlicht binnen hetafgebeelde.

    23

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    18/21

    5 a nauuieliiks of slecht uerlidu en in de volgende regel uianneer de maan zich nietlaat zien: de woorden worden dus eerst vertaald binnen het afgebeelde endaama nogeens binnen het beeld (zie 4b).

    b bi] uaagen. karig lich: van de maan6 a is

    b zich ueriiest7 de rol van Jupiter8 De vertaling met kleur ontnemen is letterlijk; en Schrijvers laat het perfectum

    uitkomen, d'Hane-Scheltema met.

    Aeneis 6.384-911 a D'Hane-Scheltema zet bet eerste deel van de regel om in het passief

    b Schrljvers vertaalt propinquantniet als persoonsvorm bij her Latijnse subject,maar ineen relatieve bijzin bij tache.

    c Eigen verwerking.2 illm3 a in 'toog Icri}gt en ziet

    b opmerkt4 a uanuit het stille tuoud

    b in de stilte van het zwi}gende uioudc Schrijvers blijft het dichtst bij origineei, want in komt beter overeen met het

    Latijnse per dan uanuit.5 a prior en ultra

    b ais eerste en begin:c De nadrukkelijke plaatsing van deze woorden aan het begin en het eind van de

    regel wordt dus niet weergegeven, evenmin als hetehiasme.6 Inhet Latijn staat een indireete vraag tuenias is coniunctivus): in beide vert.alingenis deze weergegeven met een directe vraag.7 D' Hane-Schelterna blijft het dichtst bij het Latijn: somni is, evenals Metis

    athankelijk van locus. Schrijvers maakt somni tot bepaling hij noctis.8 a Stygia ....carina

    b Het contrast met viva corpora.c Het chiasmad Het chiasme gaat bij Schtijvers 001< verloren, het contrast blijft behouden.

    24

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    19/21

    Aeneis 6.687"941 Schrijvers bIijft het dichtst bij het origineel, want hijverbindt exspectata met

    pietas.2 a met bleef

    b meta.ltijd3 Het element van liefde en bezorgdheid, dat in cura zit, wordt Diet uitgedrukt.4 a I k : zieje terug

    b naar ik hoordec Bij d'Hane-Scheltema is vectum (en ook iactatum) participium coniunctumbij te oBij Schrijvers wordt dit deel van een accusativus cum participle of een een a.c.i,waarbij de inf..esse Diet is uitgedrukt.

    d Beide vertalingen zijn mogeliJk. Men ZOll kunnen vinden dar de vertaling vand'Hane-Scheltema wat beter past bij de emotionele context.

    Aeneis 6.743-441 D'Hane-Schelterna verbindt pauci met het voorafgaande mittimur.2 Schrijvers verbindt het met het volgende ten emus.3 Inhet eerste geval is het zo dat alle zielen die naar het Elysium gestuurd worden

    daar ook blijven. Inhet tweede gevalwordt er een splitsing aangebracht demeesten (Has omnes 748) moeten opDieuw incameren, maar slechts een k1einegroep, waaronder Anchises, blijft in het Elysium.

    4 De vertaling van Schrijvers is juist: pauci hoort hij tenemus.

    25

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    20/21

    10 Teksten fer vergelijkingHomerus Odyssee 11..1-234, 385-640 (pag.90)1 In de Odysseebevindt Odysseus zich aan de rand van de onderwereld (Gd.11.

    13-22);inde Aeneis daalt Aeneas onder leiding van de SibyUe af in de onderwereld(Aen. 6.262-3 en 268-9).

    2 Op verzoek van zijn gastheer Alkinoos vertelt Odysseus inflashback over zijnontmoetingen en gespreklcen met versehillende schimmen (51-234; 385-567;601-27) en over Minos als reehter i.naetie en de bestraffing van een aantalzondaars (568-600).In de regels 264- 7 roept de diehter Vergilius de goden van de onderwereld aanen vraagt toestemming om hun wereld te mogen openbaren. Daamaast zijn ertwee subvertellers: de Sibylle met haar openbaring over het lot van de sehimmenna de dood (321-30) en - in retrospeetie - over Rhadamanthus als reehter en debestraffing van de misdadigers in de Tartarus (562 -627); Anchises met zijn uitlegover de zielsverhuizing (713-51) en - in prospectie - de toekomst van Rome(756-886).

    3 Odysseus met de bedoeling Teiresias te raadplegen over een veilige thuisreis (11.90-137);Aeneas met de bedoeling Anchises te ontmoeten om van hem zijn toekornst tevernernen.

    4 Inbeide gevallen gaat het am mannen en vrouwen van aile leeftijden. maar bijHomerus komen zij uit de onderwereld in de hoop op contact met Odysseus, bijVergilius verdringen z i] z ic h om overgezet te worden en de onderwereld binnente gaan,

    5 Bij Homerus houdt een seherp zwaard de schirnmen op een afstand:hi] Vergilius wijst de Sibylle Aeneas op het zinloze van deze aetie.

    6 a Beiden stierven ten gevolge van een ongeluk.Beiden zijn met be graven.Beiden srneken hun leider hem te begraven.

    b Vergilius he eft aan deze Pallnurus-episode een aetiologisch elementtoegevoegd.

    7 a met de regels 890-2: meldt hij hem ... tim ... of moet verdragenb met de regels 83-97c in de figuur van de SibyUe en Anchises.

    26

  • 8/6/2019 Uitwerking vragen en opdrachten Ibant obscuri

    21/21

    Aeneis 6.687-941 . Schrijvers blijft het dichtst bij het origineeI, want hij verbindt exspectata met

    pietas.2 a metbleef

    b metaltijd3 Het element van llefde en bezorgdheid, dat in cum zit, wordt niet uitgedrukt.4 a I k : zie je teru g

    b naarik hoordeC Bi]d'Hane-Schelrema is uectum (en ook iactarum) participium coniunctum

    bij teoHijSduijveIs wordt dit deel vaneen accusativus cum participio of een een a.c.i.waarbij de info esse niet is uitgedrukt.

    d Beide vertalingen zijnmogelijk. Men zou kunnen vinden dat de vertaling vand'Hane-Scheltema wat betel past bij de emotionele context.

    Aeneis 6.74344D'Hane-Scheltema verbindt pauci met her voorafgaande mittimur.

    2 Schrijvers verbindt het met het volgende tenemus.3 In het eerste geval isher zo dat alle zieten die naar het Elysium gestuurd worden

    daar ook blijven.ln het tweede gevaJ wordt ereen splitsing aangebracht: demeesten (Has omne s 74B) moeten opnieuw incameren, maar slechts een kleinegroep, waaronder Anchises, blijft in het Elysium.

    4 De vertaling van Schrijvers is juist: pauci hoort bij tenemus.

    2S